}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 4 juli 2014
jaargang 8 nummer 373
€ 2,50
De vuurdoop van Joris 13
Lindertje houdt van heet strijken 20
Asbest: toekomst KB ongewis 3 Kroongetuige DNA, de donkere kanten van een ontdekking 5
Interview met Bart Chabot ‘Nu houden opdrachtgevers het voor gezien, dacht ik, maar niets is minder waar gebleken’
10/11
Een auto uit de printer 9
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
door vreemde ogen
De nieuwe … “Hey, Mira, wil je de nieuwe…?”, vroeg Henk me toen hij langsliep, in zijn pauze. Ik was net begonnen op mijn werk, voor mij nog geen tijd voor pauze. De Roemeense vrouw in mij die direct een lange, communistische rij voor zich zag met mensen die allemaal ‘nieuwe’ wilden krijgen, moest snel reageren. Of ik ‘nieuwe’ wilde? Ja, meestal wel, als je er in een lange rij voor moet staan, zoals ik me verbeeldde. Maar toen kwam pas de echte vraag: welke ‘nieuwe’ Henk eigenlijk bedoelde? “Vraag het niet aan Henk”, zei een stemmetje in mij, “je zou moeten weten wat de nieuwe is, anders zou Henk het je niet zomaar vragen, kleine Roemeense immigrante”. Mijn stemmetje werd een beetje ongeduldig. Henk liep door, maar zijn passen werden kleiner, een teken dat hij toch op mijn antwoord wachtte. Mijn hersenen werkten koortsachtig, oh, ik herinner me geen enkele toets waarbij mijn hersenen zo snel de puzzel moesten oplossen! De eerste poging was: “De nieuwe… Wieringa!” “Volgens geruchten werkt hij nog aan zijn volgende”, zei mijn stemmetje boos. “De nieuwe… ‘Bonita Avenue’, ik bedoel Buwalda”. Ik liep het risico dat mijn stemmetje me in de steek zou laten. Henk keek me van ver aan. Het vleugje ongeduld in zijn blik was echter duidelijk zichtbaar. “Geen goede start, hè?” “Probeer het nog een keer!”, zei mijn stemmetje zacht. “De nieuwe Dan Brown” begon ik van ver, zonder emotie. “Waag het niet!” waarschuwde het stemmetje streng. Hier leken we op el-
kaar, geen van beiden fan van de schrijver die in een bunker aan zijn boeken werkt. “Anton Corb… Madonna!” Het stemmetje schraapte zijn keel. “Koch? Kan niet! De nieuwe van Koch is al uit en heeft zijn slechtste recensie al gekregen”. Ik begon weer bij het begin. Het is donderdag. De biologische markt was gisteren. Henk loopt richting de draaideur, als hij naar de markt zou gaan, zou hij de personeelsingang nemen. “Het probleem”, probeerde ik mijn stemmetje uit te leggen, “is dat ik nooit iets koop aan deze kant van de stad. Wat zou je moeten kopen als je zo, door de grote draaideur van de bieb, naar buiten gaat?” (De Google Maps van mijn hersenen deden hun uiterste best). “Vis!”, riep ik hard, alsof ik voor brand moest waarschuwen. Henk was al bijna bij de deur. “Haring!” “De nieuwe haring!” Ik ving nog net de blik van Henk op, die door de draaideur liep. Schreeuwend gaf ik antwoord op zijn vraag: “Nee, ik wil geen nieuwe”. Hij maakte een gebaar dat van alles kon betekenen, ook dat zijn vraag retorisch was geweest omdat hij wel kon raden dat ik geen haring lustte. En dit was de waarheid: ik had nooit haring geproefd. Ik hoorde Henk al zeggen: “Dan moet je het doen”. Ik zag mezelf knikken: “Zeker! Misschien nu, nu de nieuwe er is, zal ik het proberen, het hele ritueel, voor De Haringkoning, met de haring boven mijn hoofd en… hap, een hap!” Want hoe kun je pretenderen dat je ingeburgerd bent als je geen haring geproefd hebt? Als je haring eet, is het alsof je
in de nieuwe cultuur bent gedoopt. En dopen is niet iets dat je zomaar doet, het gebeurt op een bepaalde dag en op een bepaald tijdstip. Je wordt tegelijk met anderen gedoopt, in een volle kerk. Zo ook met de haring. Je doet je kin omhoog, je ogen dicht, je mond open en dan krijg je… de hostie, vers uit de Noordzee. Goed dat je kon wachten tot dit moment van het jaar, voor de nieuwe! Want hoewel aan de Rijswijkseweg het hele jaar door, alle seizoenen lang, dag en nacht, een spandoek hangt met ‘Hier hebben we nieuwe haring!’, vrees ik dat hun ‘nieuwe’ de afgelopen twaalf maanden een beetje oud geworden is. Maar de eigenaar van de winkel in kwestie heeft ongetwijfeld een andere definitie van de termijn wanneer nieuw oud begint te worden! Wat vis betreft, tenminste. En nog preciezer: haring. Want haring is niet zomaar een visje, het is een Hollands statement! Alle boeken over de Nederlandse keuken bevatten wel een haringrecept of een haringverhaal. En eens moet je het proberen. Als je het niet probeert, is het alsof je in Spanje geen tapas proeft. Zonde. Natuurlijk mag je de sangria lekkerder vinden, maar toch: haring eten is een van de dingen die je in het leven doen moet! “Vooral de nieuwe”, vult mijn stemmetje aan, “want als Van Gogh een nieuw schilderij zou kunnen maken, zou hij de aardappeleters vergeten, dan zou hij de haringeters uitbeelden. Miniaturen van de haringeters bestaan al, ze zijn te koop bij alle VVV-kantoren. Er is ook een monument in Groningen dat zo heet, met een mooi verhaal, ter ere van de Friese herenboer Menno Jeltema. Die liet in 1476 een groot
stuk land na aan het Pepergasthuis in Groningen. Hij deed dat onder de voorwaarde dat het gasthuis ieder jaar op de woensdag voorafgaand aan Pasen een tonnetje haringen aan de armen van het dorp Niekerk zou schenken. Mooi. Net Jezus met de broden. Mooier kon niet. Ik zie de tuin van Niekerk al voor me, Menno Feltema is er ook en hij geeft zijn discipels de manden vol haring. “Nou”, zegt mijn stemmetje, “de theorie van de haring ken je nu wel. Nu nog de praktijk”. Eerlijk gezegd ben ik geen viseter. Maar omdat haring geen vis is, maar haring, en het lintje aan mijn inburgeringsdiploma, moet ik het toch een keer proberen. En een beter moment dan nu is er niet, met de nieuwe… Als ik Henk terug zie komen, zijn lippen als een poes zie aflikken, weet ik wat ik tegen mijn dochter zal zeggen wanneer ze, zoals altijd, zal vragen: “Wat eten we vanavond?” “De nieuwe!” Ze zal vast en zeker denken dat ik de nieuwe Geronimo Stilton bedoel. We zijn geen viseters, maar zeker geen kannibalen. Mira Feticu
Mira Feticu (1973) is een Roemeense journalist en schrijfster die sinds acht jaar in Nederland woont. In 2012 debuteerde ze in het Nederlands bij uitgeverij De Geus met het boek ‘Lief kind van mij’, dit jaar volgde ‘De ziekte van Kortjakje’. Opgegroeid in een dorp onder een communistisch regime, bekijkt deze expat nu door vreemde ogen de westerse samenleving. Verbazing over zaken die in Den Haag heel gewoon zijn.
advertentie
Eén naam voor de grote merken in elektronica en witgoed.
3
actueel<
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
Asbest aangetroffen, sprinklerinstallatie onbetrouwbaar
Koninklijke Bibliotheek moet mogelijk verhuizen bliotheek en laat de woordvoering met betrekking tot de verhuisplannen aan de KB, die beheerder is van het gebouw.
Door Jasper Gramsma en Casper Postmaa
De Koninklijke Bibliotheek (KB) achter het Centraal Station moet mogelijk tijdelijk naar een andere locatie verhuizen omdat in het huidige pand asbest is aangetroffen. Het kabinet schrijft voor dat alle rijksgebouwen voor 2020 asbestvrij moeten zijn. Tijdens pilots in 2013 zijn al kleine delen van het gebouw onder handen genomen, maar nu wordt ook de rest aangepakt. Ook werkt de sprinklerinstallatie niet goed. Volgens de Rijksgebouwendienst (Rgd) is er geen gevaar voor de gezondheid van de medewerkers. Wel zijn er 24 uur per dag extra brandwachten aanwezig als extra zekerheid. “Bij het testen van de installatie is gebleken dat hij niet betrouwbaar is, we willen daar geen enkel risico mee nemen”. Geruchten over de verhuizing circuleren al bijna twee maanden in de KB en bij de twee andere instellingen die in hetzelfde pand zitten, het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) en het Letterkundig Museum. De partijen zijn nu nog in gesprek om uit te vinden wat de beste oplossing is. Een verhuizing in 2017 naar een leegstaand rijkskantoor in Den Haag zou een mogelijkheid zijn. Er is tegen die tijd voldoende keus: de ministeries van Infrastructuur en Milieu aan de Plesmanweg, Sociale Zaken bij het station Laan van Nieuw-Oostindië, of dichterbij, het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bezuidenhoutseweg. De omvang van KB, RKD en Letterkundig Museum is ongeveer gelijk aan een ministerie, plusminus 80.000 m2. Maar de problemen die tijdens de operatie moeten worden overwonnen zijn groot.
Inlichtingendiensten samen in Den Haag De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de militaire inlichtingendienst MIVD zullen op termijn samen in Den Haag worden gehuisvest op een nog aan te wijzen locatie. Dit heeft minister Plasterk van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer laten weten, de verhuizing vindt plaats in verband met de bezuinigingen op de veiligheidsdiensten. De MIVD is gevestigd aan de Van Alkemadelaan, de AIVD huist nu nog in Zoetermeer in het pand dat in de jaren tachtig was gebouwd voor het ministerie van Onderwijs. Voor dit kantoor is de Rijksgebouwendienst nu op zoek naar een nieuwe gebruiker. De AIVD verhuisde pas in december 2007 van Leidschendam naar Zoetermeer, dat was toen een enorme operatie die inclusief de verbouwing van het ministerie bijna 80 miljoen euro kostte en waarvoor 6000 bouwvakkers en leveranciers moesten worden gescreend.
Zeldzame grassoort Haagse Bos Het gaat goed met de natuur in het Haagse Bos. Deze week is er in het bos opnieuw een zeldzame plant aangetroffen. Het gaat om het eenbloemige parelgras, een kwetsbare grassoort die vrijwel alleen te vinden is in de heuvels van Zuid-Limburg. De plant gedijt vooral in oude loofbossen, op kalkrijke bodems. Boswachter Jenny van Leeuwen is dan ook blij met de vondst van de melica uniflora. “Het geeft aan dat het goed gaat met de ontwikkeling van de natuur in het Haagse Bos”. Het eenbloemige parelgras is een tamelijk onopvallend plantje, maar heeft een opmerkelijke glans en zilverkleurige aren. Van Leeuwen vindt het een bijzondere grassoort, ook al door de manier waarop het gras zich verspreidt. “Bij de aren zit iets wat ze mierenbrood noemen, een soort zoete kleefstof die mieren aantrekt. Die mieren zorgen op die manier voor verspreiding van de zaadjes”. Het zeldzame gras is gevonden in de buurt van paleis Huis ten Bosch, in het deel van het bos dat de boswachter ‘het reservaat’ noemt. In dat deel van het Haagse Bos laat Staatsbosbeheer de natuur zoveel mogelijk haar eigen gang gaan. Van Leeuwen: “Maar je zal het eenbloemige parelgras niet zo makkelijk kunnen vinden hoor. Het staat ergens midden in het bos”. In de afgelopen tijd zijn wel vaker nieuwe soorten aangetroffen in het Haagse Bos. Eerder al werden de zeer zeldzame blauwe bremraap en slanke sleutelbloem ontdekt, en ook de rode kelkzwam. De boommarter is er gesignaleerd en ook de raaf heeft het Haagse Bos ontdekt. “En dan nu dit parelgras. Dat is toch niet gek, voor een stadsbos”, aldus een opgetogen boswachter.
Interim rector voor Haganum
Zwaar juridisch gevecht om Rotterdamsebaan
Joke Gaasbeek is maandag aan de slag gegaan als interim rector bij het Gymnasium Haganum. Gaasbeek was net met pensioen en was voordien zestien jaar rector bij het stedelijk gymnasium in Schiedam. Zij volgt J.C. van der Veen op die pas een maand in functie was maar om gezondheidsredenen het rectoraat moest neerleggen. Hij bleek nog niet voldoende hersteld te zijn van een zware ziekte. Gaasbeek zal aanblijven tot een nieuwe rector is gevonden. Het College van Bestuur van de overkoepelende onderwijsorganisatie VO Haaglanden laat bij monde van Peter van Laarhoven weten dat de school zoveel mogelijk inspraak krijgt bij de benoemingsprocedure. In mei leidde de benoeming van Van der Veen tot grote onrust op de school omdat het personeel meende niet voldoende gehoord te zijn. In een gesprek tussen VO Haaglanden, de Medezeggenschapsraad van het Haganum en een kleine delegatie van het personeel is besloten die procedure nader te bezien.
De Raad van State zal vermoedelijk enkele maanden nodig hebben om alle ingediende bezwaren tegen de aanleg van de Rotterdamsebaan te beoordelen. Het kostte de Raad afgelopen week twee volle dagen om bezwaren aan te horen en dat was nog maar het topje van de ijsberg. De gemeente ligt niet alleen in de clinch met een groot aantal bedrijven en vastgoedeigenaren die problemen hebben met de aanleg van de nieuwe verkeersweg. Het bestemmingsplan voor de nieuwe weg regelt ook de herinrichting van bedrijventerrein Binckhorst en de daar toegelaten bedrijven. Dat heeft ook een aantal bezwaarmakers opgeleverd. En de provincie heeft zich in het gevecht gemengd door enkele onderdelen van het bestemmingsplan voor de Rotterdamsebaan ongeldig te verklaren. Vooral de gemeente is woest
Nu de plannen voor het Spuiforum zeker een jaar zijn opgeschort, vindt de seizoensprogrammering van het Lucent Danstheater, de Dr Anton Philipszaal en de Nieuwe Kerk gewoon weer in eigen huis plaats. Eerder zouden voorstellingen worden verplaatst naar het Zuiderstrandtheater. Ook de vaste spelers van de theaters, het Nederlands Dans Theater en het Residentie Orkest, blijven op hun vertouwde onderkomen aan het Spuiplein. Om het gat op te vullen zal Henk Scholten, directeur van de twee gebouwen, 75 tot 100 extra voorstellingen inplannen. Het Zuiderstrandtheater op het voormalige Norfolterrein levert de gemeente een extra kostenpost op van een half miljoen euro. De totale kosten werden eerder geraamd op veertien miljoen euro.
Toegankelijkheid Bij een eventuele verhuizing zal de toegankelijkheid van de collecties uitgangspunt zijn, aldus de Rgd. Dat zou betekenen dat de tijdelijke behuizing over apparatuur moet beschikken om de miljoenen stukken uit de collectie te kunnen opslaan. Het gaat dan om zes miljoen afbeeldingen van kunstwerken uit het ar-
> Foto: Koninklijke Bibliotheek
chief van het RKD en een even groot aantal items van de KB bestaande uit ongeveer 110 kilometer bibliotheekmateriaal. De Koninklijke Bibliotheek is in oppervlakte de grootste gebruiker van het gebouw. De gesprekken met de
over die ingreep, die erop neerkomt dat in de omgeving van de weg in de Binckhorst de detailhandel zeer wordt beperkt. Mogelijk krijgt de gemeente daarvoor de rekening gepresenteerd in de vorm van planschadeclaims. Vastgoedeigenaren kunnen hun panden namelijk veel minder makkelijk verhuren. Het pand van Keuken Kampioen aan de Maanweg bijvoorbeeld mag als het aan de provincie ligt voortaan alleen nog maar voor een keukenspeciaalzaak worden gebruikt. Andersoortige detailhandel is uitgesloten. Volgens de gemeente misbruikt de provincie haar Ruimtelijke Verordening om economisch te sturen. Daarvoor is die verordening niet bedoeld. Feitelijk bereikt de provincie hiermee het omgekeerde van wat zij wil. Leegstand van panden wordt niet voorkomen, maar juist veroorzaakt door de enorme beperking in ge-
Rgd moeten duidelijk maken of de KB het pand moet verlaten, en zo ja of er tijdelijk dan wel permanent verhuisd wordt. “Wij hebben een tijdelijk huurcontract, dus maken we een afweging van kosten en baten”, aldus het KB. Het RKD woont in bij de Bi-
bruik, aldus de gemeente. De provincie heeft de belangen van de bedrijven niet beoordeeld. Ontlast Met de Rotterdamsebaan komt er een belangrijke ontsluiting tussen het centrum en de A4-A13. Verkeer van en naar Rotterdam hoeft dan niet meer via de Utrechtsebaan of de Haagweg in Rijswijk. Die wegen worden flink ontlast. De nieuwe weg komt te liggen tussen knooppunt Ypenburg en de Binckhorstlaan en bestaat voor een deel uit een tunnel van bijna twee kilometer lengte. Die tunnel begint bij familiepark Drievliet en eindigt halverwege de Binckhorstlaan bij de Zonweg. De Vereniging Houdt Vlietland Groen heeft gevraagd om de tunnel te verlengen tot aan het knooppunt Ypenburg. Zo wordt de landschappelijke waarde van de Vlietzone niet
Wat de gevolgen zijn van de asbestoperatie voor het Letterkundig Museum is voor directeur Aad Meinderts nog onduidelijk. “Dit deel van het pand is een aantal jaren geleden gerenoveerd waarbij de asbest is verwijderd. Bij ons hoeft dus niets meer te gebeuren”, stelt hij. Wel gaat de directeur ervan uit dat de werkzaamheden het museum zullen raken, al kan hij niet overzien in welke mate. Op een verhuizing naar een andere, meer publieksgerichte locatie wil Meinderts dan ook niet vooruitlopen.
aangetast. Volgens de advocate van de gemeente is die variant samen met andere varianten onderzocht. Maar een variant met verlengde tunnel is uiteindelijk afgevallen, omdat die duurder zou uitvallen en niet helemaal voldeed aan het doel van de nieuwe weg. Diverse vastgoedeigenaren klaagden bij de Raad over de slechtere bereikbaarheid van hun panden als de Rotterdamsebaan er eenmaal ligt. Maar dat wordt door de gemeente ontkend. Met de aanleg van de Rotterdamsebaan wordt het wegennet in de omgeving ook aangepakt en veranderd. De doorstroming van het gebied zal volgens de gemeente juist verbeteren, waarmee een einde komt aan de huidige files. De tunnel van de Rotterdamsebaan zal tussen 2017 en 2019 worden gebouwd. Als de Raad van State het bestemmingsplan in stand laat.
Theaters blijven op hun plek
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
stadsmens
Ook in wolwinkel Insteken Omslaan ontplooit Lucinda nieuwe initiatieven Het bankje dat voor de etalage van wolwinkel Insteken Omslaan staat, is een kleurrijke blikvanger. Het is bekleed met een deken die eigenaresse Lucinda Harbrink Numan haakte naar een Engels patroon. Onder het motto ‘Crochet Along’ (Haak Maar Aan) verschijnen er sinds januari voor fanatieke Nederlandse haaksters wekelijks op Facebook een paar toeren om verder te kunnen gaan. Komende november moet de zogeheten ‘Caldeken’ klaar zijn. “Maar dat duurde me te lang. Ik heb de Engelse versie eerder afgemaakt”, zegt Lucinda. Ze houdt van aanpakken, blijkt uit alles. In 2011 gaf zij haar leven een heel nieuwe wending. Lucinda Harbrink Numan werkte 28 jaar ‘met veel plezier’ in de horeca, maar besefte dat zij dit niet tot haar 67ste zou kunnen volhouden. “Dat lukt lichamelijk gewoon niet. Breien en haken zijn altijd een hobby van mij geweest. Vandaar dit winkeltje. Ik wist niet dat breien en haken weer in de mode waren geraakt. Daar kwam ik pas achter toen ik was begonnen. Heel lang is het truttig gevonden, tegenwoordig is het heel hip”. Haar logo speelt daar op in. Lucinda koos voor een sexy pin-up.
advertentie
Lucinda Harbrink Numan: ‘Al doende leer je ook’. >Foto: Eveline van Egdom
Vlak voor de opening van haar zaak liet ze die pin-up op haar rug tatoeëren. Ze heeft inmiddels nieuwe initiatieven ontplooid. Zo geeft zij in haar winkel les in breien en haken. “Maar niet in groepjes; alleen één op één. Dan leer je het ook veel sneller”. Sinds vorig jaar april verkoopt ze naast haar collectie wol ook tweedehandsjurken. “Het is een moeilijke tijd; ik moest iets gaan verzinnen om
erbij te doen. Zelf koop ik bijna altijd tweedehandsjurkjes en daar krijg ik veel complimenten voor. Zo ben ik op het idee gekomen. Bovendien zijn jurkjes heel vrouwelijk; ze passen in een wolwinkel”. Klanten krijgen 40 procent van de opbrengst als een jurk is verkocht. Handwerken was in het verleden een verplicht vak in het reguliere onderwijs. Bij Lucinda Harbrink Numan komen vrouwen die ooit les kregen van
de nonnen. “Niet iedereen bewaart daar mooie herinneringen aan”, lacht ze. “De nonnen waren heel streng. Als ze het werkstuk niet goed genoeg vonden, werd het uitgetrokken en moest het opnieuw worden gedaan. Sommige vrouwen hebben daar een trauma aan overgehouden”. Jonge mensen tussen de twintig en dertig jaar leren tegenwoordig haken en breien via internet of YouTube. Lucinda: “Anderen vinden dat moeilijk en hebben liever dat er iemand naast hen zit die het voordoet. Op de Vrije School en op sommige Internationale Scholen staan haken en breien nog wel op het lesprogramma. Er gaan zelfs stemmen op om het handwerken ook weer terug te brengen in het reguliere onderwijs”. De leeftijden van haar leerlingen lopen sterk uiteen: van 20 jaar tot ver in de 80. Het gezelschap is bovendien gemêleerd. “Er zitten ook mannen bij. Er is hier weleens een aannemer geweest die dolgraag wilde leren breien. Hij vertelde me dat hij na de les op een terras aan de haven ermee verder zou gaan”. Later hoorde Lucinda van een bekende dat hij daar, al breiend, was gesignaleerd. Een
jongere man, die met dementerende bejaarden werkt, volgt haar lessen om het breien bij de groep ouderen te stimuleren. “Hij merkte dat het de bejaarden goed doet. Het is ook wel een beetje therapeutisch”. Mensen die gestrest zijn, hebben er volgens haar eveneens baat bij. “Zij ontdekken dat breien ontspant. De zich herhalende handelingen hebben iets meditatiefs. Het is een soort mantra en dat is rustgevend”. Voordat Lucinda Harbrink Numan, door klanten wel de ‘wolgoeroe’ genoemd, haar winkel opende, volgde ze bij de Kamer van Koophandel een aantal seminars. “Onder meer over financiën”, zegt ze, “en ik heb wat richtlijnen gekregen. Daarna ben ik maar gewoon opengegaan; al doende leer je ook”. De naam voor haar zaak was er snel. “Insteken Omslaan is duidelijk en krachtig. Bijna iedereen weet dat daarna ‘doorhalen en af laten glijden’ volgen. Zelfs mannen kennen dat riedeltje”. Joke Korving Wolwinkel Insteken Omslaan, Reinkenstraat 3
5
actueel<
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
‘Kroongetuige DNA’, schokkende gevolgen van een ontdekking
H
Door Casper Postmaa
et is vaker gezegd, geen roman of thriller is opwindender dan de werkelijkheid zelf. Maar zelden zal het bewijs zo overtuigend zijn geleverd als in ‘Kroongetuige DNA. Onzichtbaar spoor in spraakmakende zaken’, een uitgave ter gelegenheid van 25 jaar DNA onderzoek in Nederland. De auteurs, Lex Meulenbroek, DNA-deskundige bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en publicist Paul Poley, behandelen nauwgezet een reeks grote misdrijven waarbij DNA-onderzoek een beslissende rol heeft gespeeld, denk aan de moord op Marianne Vaatstra, de Zaanse Paskamermoord en de liquidatie van de Haagse vastgoedhandelaar Victor ’t Hooft in 2007. Het zijn verhalen die spannend zijn en helder weergeven wat de mogelijkheden en dilemma’s zijn bij het wetenschappelijk onderzoek naar misdrijven. De Britse onderzoeker dr. Alec Jeffreys ontdekte op 10 september 1984 de DNA-fingerprint, de bestanddelen in ons DNA-molecuul die bij ieder mens uniek zijn. En het werkte meteen. In 1983 en 1986 vonden twee jonge vrouwen de dood in Groot-Brittannië, door verkrachting en moord. De jonge keukenhulp Richard Buckland had veel tegen, bovendien had hij één van de twee moorden bekend, dus twijfelde de politie niet: hij was de dader. Totdat justitie de nieuwe DNA-technologie inzette. Dat leidde tot de verrassende uitslag dat er op basis van het gevonden sperma geen DNA-match was met de vermoedelijke dader, ook niet bij de moord die de verdachte al had bekend. Buckland kon weer terug naar de keuken. Nachtmerrie Iets soortgelijks deed zich voor in Nederland. In 1985 werden in de buurt van het World Trade Center in Amsterdam vier vrouwen verkracht. Na uitgebreid recherchewerk leidde het spoor naar een 21-jarige werknemer van het WTC, die in een kafkaïaans scenario terechtkwam. Een vrouw, die verkrachting wist te voorkomen, herkende Marcel van D. op een foto, ook een stemtest viel onnadelig voor hem uit, terwijl hij net als
Paul Poley (links) en Lex Meulenbroek. > Foto: Merlijn Doomernik
de dader (en maar liefst 42 procent van de andere mannen in Nederland) bloedgroep A had. In 1987 kreeg hij 2,5 jaar, maar zijn advocaat Cees Korvinus gaf niet op. Ook hij had van DNA gehoord en na overleg met justitie mocht hij genetisch materiaal in Engeland laten onderzoeken en ook nu weer was de uitslag onthutsend: de sporen bevatten het DNA van dezelfde man en dat was niet Marcel van D. De jongeman die niets vermoedend van de straat was geplukt en achter tralies verdween, was weer vrij. Wie dat leest schrikt toch even: van de hel waarin Van D. verzeild raakte en van de bewijsvoering. Die ging toch vooral uit van theorieën en niet van keihard, onweerlegbaar be-
wijs. Een onvoorwaardelijk vertrouwen in de rechtspraak houd je er in elk geval niet aan over. Marcel van D. kwam in een spel van mogelijkheden en kansberekening terecht, terwijl in andere gevallen rechtbanken de DNA-onderzoeken van het NFI niet op waarde wisten te schatten. Ook gebeurde het dat rechters de technische informatie die zij kregen niet konden duiden. Iets dergelijks speelde ook in de zaak van de moord op Hagenaar Victor ’t Hooft, maar daarover later. Eerst nog een verbluffend staaltje met oud DNA. In 1943 liquideerden leden van de Meppeler Knokploeg Pieter Hoppen in Staphorst omdat zij hem van verraad verdachten. De
haagse harry
mannen die de dodelijke schoten losten, begroeven het slachtoffer in het dorp bij een boerderij. Gerard Gunnink was betrokken bij de afrekening al voerde hij deze niet uit. Na de oorlog groeide bij hem de twijfel: was Hoppen wel fout? Hij ging op onderzoek uit en zag zijn vermoedens bevestigd, Hoppen was geen verrader en dus was hij onschuldig gestorven. Alleen al het verslag van de zoektocht naar zijn lichaam is een boek waard, maar miraculeus is de wijze waarop het NFI de stoffelijke resten kon identificeren. Er waren geen verwanten meer in leven die bruikbaar DNA konden leveren, maar een brief uit 1947 aan het Rode Kruis van Jean Jacques Hopper, de broer van Pieter, bracht het spoor weer tot leven. Het was mogelijk dat DNA van de broer was achtergebleven op het gom van de afsluitrand of op de achterkant van de postzegel. Maar die brief was op dat moment wel 67 jaar oud. Er waren dan ook nauwelijks bruikbare sporen te vinden, maar dankzij technische hoogstandjes net genoeg om onomstotelijk vast te stellen dat degene die in Staphorst begraven lag de broer was van de man die in 1947 een brief had verstuurd. Het eerherstel van Pieter Hoppen kon beginnen.
’t Hooft Tijdens de rechtszaak tegen Remond P., verdacht van de moord in 2007 op de Haagse vastgoedhandelaar Victor ’t Hooft, stond DNA onverwacht als bewijs ter discussie. Van ’t Hooft werd doodgeschoten in zijn woning aan de Bezuidenhoutseweg, zijn vrouw Emmy vocht even met de dader en trok zijn bivakmuts af waardoor zij zijn gezicht zag. Justitie vond DNA van Remond P. op hulzen, patronen, een geluiddemper, een patroonhouder, een pistool en op de voorpand van de jas van ’t Hooft. Daarnaast was er nog allerlei ondersteunend bewijs zoals afgeluisterde gesprekken en belgedrag. Toch ging Remond P. in eerste aanleg vrijuit. Het pistool met zijn DNA
erop was in 2006 gestolen, waarvan hij ook aangifte had gedaan. Ook de overige voorwerpen konden door anderen in de woning zijn gebracht. Maar hoe kon er dan DNA op de jas van ’t Hooft zijn gekomen? Door een samenloop van omstandigheden, aldus advocaat Jan-Hein Kuijpers. Remond P. en Emmy ’t Hooft waren een paar minuten na elkaar bij het benzinestation geweest vlakbij de woning van ’t Hooft. Op camerabeelden is te zien dat Emmy de handen legt op dezelfde plaats waar iets eerder die van Remond P. waren. P. lekte als gevolg van een cocaïneverslaving uit zijn neus, zò kon het DNA worden overgedragen van Remond, naar Emmy, naar Victor, meende Kuijpers. “Kunt u uitsluiten dat het zo is gegaan’, vroeg de rechtbank aan de deskundige van het NFI? ‘Nee’, was het simpele antwoord op de verkeerde vraag. Een wetenschapper zou zoiets nooit hebben gezegd, merkte mr. Jaap de Groot, raadsheer bij het hof Amsterdam, op. Die sluiten nooit iets uit. De Groot reageerde fel in het vakblad ‘Expertise en Recht’: ‘Rechters snappen niet altijd even goed wat DNAonderzoek betekent, en hoe je resultaten van DNA-onderzoek moet interpreteren in de context van een zaak’. Volgens De Groot had de rechtbank bij de afweging schuldig of niet, de DNA-theorie en al het andere bewijs in samenhang moeten afwegen. Dan had het niets anders kunnen doen dan de dader veroordelen. In hoger beroep viel het doek alsnog voor Remond P. Het pistool waarvan hij zei dat het in 2006 was gestolen, kwam pas op zijn vroegst in 2007 uit de fabriek en het NFI had onderzocht hoeveel vocht er in het benzinestation uit de neus van Remond P. moest zijn gedruppeld om zoveel DNA-sporen achter te laten: tussen 1,8 en 18 liter. ‘Kroongetuige DNA’ is een fascinerende en diepgaande rapportage over het oprukken van de wetenschap bij misdaadbestrijding. Beter en inhoudelijker dan CSI, spannender dan Grisham, want de keiharde, nooit te voorspellen werkelijkheid. Je mag hopen dat alle rechters en advocaten dit boek voor het einde van de vakantie hebben gelezen. Kroongetuige DNA. Auteurs: Lex Meulenbroek en Paul Poley. Uitgeverij: Bezige Bij, prijs: € 24,90, ISBN 978 90 234 8932 0
Advertentie
RecoRd
€30 m per gra d) ou g jn fi (basis
Goudprijs! Verkoop het nu
ik wil uw goud
U ontvangt direct de hoogste contantprijs voor sieraden, heel of kapot, munten, goudbaren, tandengoud, zilver, guldens, rijksdaalders, bestek, broodmanden, diamant, briljant en horloges: Cartier, Rolex, Breitling, Omega enz.
© Marnix Rueb
potma Edelmetaal Papestraat 28 - 2513AW den Haag
25
Al jAAR een veRtRouWd AdRes Zoek u zilve w tel. 070-3636666 di. t/m za. 11.00 - 17.00 uur r! €500 www.potma-edelmetaal.nl per k ilo
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
foto’s uit het haags gemeentearchief
Honderd jaar vrijmetselaarsloge L’Union Frédéric Hoewel de geheimen van de vrijmetselarij niet meer allemaal zo verborgen zijn, doen vrijmetselaars hun werk nog steeds achter gesloten deuren. Ook hun feesten en jubilea halen zelden de krant en de Haagse vrijmetselaarsloge L’Union Frédéric vierde het honderdjarig jubileum op 14 juni daarom in betrekkelijke rust.
De leden van de nieuwe loge moesten een ‘zielenadel’ vormen Op eenzelfde rustige wijze werd de loge honderd jaar geleden opgericht als afsplitsing van L’Union Royale. De afsplitsende leden vonden die loge te groot voor een goed onderling contact en de voorzitter hield zich volgens hen te strak aan de regels. Men wilde de formele regels iets soepeler toepassen, maar
op het persoonlijk vlak moest de lat juist hoog worden gelegd. De leden van de nieuwe loge moest een ‘zielenadel’ vormen. Vrijmetselaars moeten werken aan een betere ‘ik’ en leden van L’Union Frédéric moesten dat nog beter doen dan anderen. Maar er kwamen geen criteria waaraan de logeleden moesten voldoen en ook werd er geen zielenadelsdiploma uitgereikt. In de praktijk kwam het er waarschijnlijk op neer dat men het goede voorbeeld hoorde te geven en bewust was voor misstanden in de maatschappij en openstond voor verbetering daarvan. Het was de leden duidelijk dat niet iedereen onder ideale omstandigheden opgroeide, maar over de gewenste oplossingen verschilden de leden van mening. De veranderingsgezindheid van leden bleef een persoonlijke zaak. Een logelid als architect Jan Wils had zelfs sympathie voor socialisme of communisme. Dat was bijzonder, want L’Union Frédéric stamde af van een oudere loge met dezelfde naam en de leden van deze uiterst deftige loge waren uitsluitend ‘mannen van aanzienlijken geboorte of hoogen stand’, prinsen en baronnen. Prins Frederik, de broer van koning Willem II,
honger, werkloosheid of slechte arbeidsomstandigheden. De huidige nieuwbouw van het Internationaal Strafhof staat vrijwel in het centrum van dit oude plan. Maar veel andere ideële instellingen die hier in 1905 waren gepland, staan nu niet in Den Haag, maar in New York of Genève, als onderdeel van de Verenigde Naties. Architect Karel de Bazel was geen lid van de Haagse loge L’Union Frédéric, maar de architecten Jan Wils en Henk Wegerif waren dat wel. Bij beiden zie je wel iets terug van de ‘zielenadel’, althans in de zin van het streven naar een betere maatschappij. Wegerif zag de noodzaak van goede woningbouw voor minder rijke groepen als arbeiders en middenstanders. Wils stond positief tegenover de idealen van het communisme, maar andere leden van zijn loge deelden die politieke voorkeur niet. Wel sprak men in de loge over belangrijke ontwikkelingen op politiek en maatschappelijk gebied, zoals het ontstaan van de Volkenbond, de opkomende arbeidersbeweging of de rechten van de vrouw. De leden toonden in deze zaken hun goede wil, maar waren het niet altijd eens. In honderd jaar kan er veel veranderen, maar waarschijnlijk is de loge nu net zo verdeeld over heikele onderwerpen als toen. Maar dat is een van de geheimen van de vrijmetselarij.
2e Sweelinckstraat 131, sinds 1993 het onderkomen van Haagse vrijmetselaarsloges. >Foto: Dienst voor de Stadsontwikkeling
was Voorzittend Meester van Eer en in deze loge zal weinig sympathie hebben bestaan voor de vergaande veranderingen die Jan Wils voor ogen stonden. Meer eensgezind waren de logeleden in hun aversie van oorlog. De Eerste Wereldoorlog, die in het oprichtingsjaar van de loge begon, overschaduwde het begin van de met hooggestemde idealen gestarte loge. De massaliteit van de oorlog en het enthousiasme waarmee mensen met elkaar de strijd aanbonden, maakten diepe indruk. De officiële instelling van de loge op 20 december 1914 vierde men
daarom niet als feest. Bij die gelegenheid memoreerde voorzitter Junod nog eens dat een vrijmetselaar tegen gewelddadige strijd hoort te zijn. Het was misschien niet voor niets dat een vrijmetselaar in 1905 het ontwerp maakte voor een idealistische wereldhoofdstad bij Den Haag. Dit ontwerp van de architect Karel de Bazel, naar een idee van de Haagse Stichting voor Internationalisme, bood ruimte aan een vredespaleis en aan verschillende instellingen die zich onder andere moesten bezighouden met internationale verbroedering, wereldvrede en zaken als de bestrijding van
Jan van Wandelen www.gemeentearchief.denhaag.nl
advertentie
De zomer bij TV West! Ook tijdens de zomer kun je heel veel moois zien op TV West, waaronder een paar gloednieuwe series! Oranje West Safari (iedere werkdag na het TV West Nieuws) Jeroen Holtrop trekt de regio in, op zoek naar bijzondere Oranje fans en opvallende locaties waar mensen de wedstrijden van het Nederlands elftal kijken. Tramsporen (vanaf 3 juli elke donderdag vanaf 17.00 uur en de hele uren daarna) Presentator Fred Zuiderwijk gaat op zoek naar het hart van de HTM: de mensen die zich iedere dag weer met hart en ziel inzetten voor de Haagse tram.
DOWNLOAD DE WEST APP!
met daarin onder meer de volgende functies: •
Goude Gasten (elke vrijdag te zien vanaf 17.00 uur en de hele uren daarna; kijk de twee gemiste afleveringen terug via Omroepwest.nl)
Het vervolg op de succesvolle series over brasserie ‘t Goude Hooft in Den Haag. In dit nieuwe seizoen wordt de finale bereikt; de verbouwing van het hotel! Sport1 Open Finale (13 juli LIVE op TV West vanaf 13.50 uur) Live toptennis op TV West; de finale van het Sport1 Open vanuit Scheveningen. Met een voor- en nabeschouwing van Jan Siemerink en Kristie Boogert. Kijk voor de uitgebreide zomerprogrammering op www.omroepwest.nl
• • • • • • • • •
alle nieuwsberichten met video + audio alle sportnieuws en -video’s het laatste nieuws in 90 seconden uitgebreide regionale weersinformatie en buienradar live televisie kijken actuele verkeersinformatie alle programma’s van TV West (live en uitzending gemist) live radio luisteren berichten delen mogelijkheid om nieuwstip te sturen met locatie, foto of video
Fred Zuiderwijk presenteert ‘Tramsporen’
Blijf altijd op de hoogte van nieuwe programma’s, uitzendingen van evenementen en acties via de programmanieuwsbrief van Omroep West. Schrijf je snel in via: www.omroepwest.nl/nieuwsbrief, ontvang elke maand alle informatie én maak kans op mooie prijzen!
Ziggo digitaal
30
7
actueel<
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
‘Soms was het van hohoho, maar nooit met de hakken in het zand’ Hij barst van de plannen, van de energie, van de ambitie. De stad moet groener, véél duurzamer. Frans van der Steen heeft jarenlang het stadhuis ‘gevoed’ met rapporten en ideeën. De successen zijn er. Toch draaide het stadsbestuur de subsidiekraan dicht, omdat de directeur van het Haags Milieucentrum (HMC) te kritisch was. Van der Steen vindt het na ruim dertien mooi geweest. ‘Het is tijd voor een ander gezicht’.
H
Door Marc Konijn
et zit hem dwars. Flink dwars. Alles had hij in de maanden rond de verkiezingen gelezen. Iedere krant had hij doorgespit, de belangrijkste nieuwssites over Den Haag dagelijks aangeklikt. Maar in die enorme berg aan publiciteit rond de gemeenteraadsverkiezingen is Frans van der Steen (63) niet één keer het woord ‘milieu’ tegengekomen. “Het gaat over parkeren, economie, belastingen, het Spuiforum, en noem het allemaal maar op. Maar over het milieu – de basis toch van ons leven – daarover wordt met geen woord gesproken. Niet één keer! Dat vind ik echt onvoorstelbaar”. Een vraag stellen hoeft niet meer. Als vanzelf rollen de woorden en zinnen vlot over zijn lippen. Het betoog is glashelder. De manier waarop we onze economie hebben ingericht, geeft volgens Van der Steen een knetterende kortsluiting met een vitaal milieu. En dat kan niet. “Onze meest basale behoeftes worden gereguleerd door het milieu. Daardoor hebben wij voldoende voedsel, voldoende water, een leefbare omgeving ook. Dat zetten we nu allemaal op het spel. Wij denken: er komt altijd water uit de kraan. Maar dat is niet zo. Als we zo doorgaan, dan houdt het ooit op. Je moet nú handelen om dat te voorkomen”. Handelen, dat heeft Van der Steen gedaan vanaf het moment dat hij dertien jaar geleden directeur werd van het Haags Milieucentrum (HMC). Met een handvol medewerkers probeerde hij de stad te vergroenen en bracht hij duurzaamheid onder de aandacht van de Haagse politiek. Het voornemen van de gemeente om in 2040 klimaatneutraal te zijn, komt uit zijn koker. “Succes heeft natuurlijk vele vaders”, benadrukt Van der Steen. “Maar hiervan zijn we toch echt de initiator. Ons voorstel om in 2035 klimaatneutraal te worden is 2040 geworden. Ach, die paar jaar extra, daar konden we wel mee leven”.
> Foto: Eveline van Egdom
Het verbinden van de ecologische zones in de stad om het groen te versterken, de subsidies voor burgerinitiatieven rond duurzaamheid in de stad, de oprichting van een duurzaamheidscentrum, en van het Repair Café, waarbij mensen gratis hun kapotte apparaten kunnen laten maken: het Haags Milieucentrum is daar allemaal de drijvende kracht achter geweest, vertelt Van der Steen. Hetzelfde geldt voor het pro-
‘Wij denken: er komt altijd water uit de kraan. Maar dat is niet zo. Als we zo doorgaan, dan houdt het ooit op’
ject in een leegstaand kantoor aan de Televisiestraat, De Schilde, waar ondernemers met een beetje steun van de gemeente op twee verdiepingen aan het boeren zijn. Bij de opening van het stadslandbouwkantoor was Van der Steen niet uitgenodigd. “Het was ons plan, maar daar hebben we van de gemeente nooit enig krediet voor gekregen”, vertelt hij. “Maar ik ben dat ondertussen wel gewend, en maak daar ook geen punt van. Wij zetten dingen op de agenda, jagen dingen aan, geven informatie over hoe dingen anders zouden kunnen. Wij kunnen dat niet uitvoeren. Daar hebben we een veel te klein team voor. Wij zetten het in gang, en anderen moeten het overnemen. Dat is onze functie”. Kritiek Het incident rond De Schilde staat niet op zich. Met name het vorige college had geen warme gevoelens voor het Haags Milieucentrum. Van der Steen liep bijvoorbeeld voorop in de kritiek op de plannen voor de cruiseterminal en de Rotterdamsebaan. Een ander dossier was het Automobielmuseum. “Dat moest precies op het
kruispunt van twee ecologische zones komen. Al die jaren mocht daar geen schop de grond in. Een klein schuurtje neerzetten, dat kon al niet. Maar het stadsbestuur ging wel akkoord met de bouw van een enorm museum. Dat kon natuurlijk écht niet!” Dat het HMC een protestclub is, wijst Van der Steen categorisch van de hand. “Wij gaan nooit met onze hakken in het zand, maar zijn juist altijd heel erg van het overleg. Wij zoeken altijd eerst de dialoog met de ambtenaren, met de wethouders als dat kan, en nemen daarna pas de stap naar de gemeenteraad. Wij roepen soms wel ‘hohoho!, dat is vanuit duurzaamheid niet zo’n goed idee’. Maar we droegen dan ook meteen argumenten aan om het beleid of het voorstel te verbeteren. Die kritische houding vond het college niet altijd even prettig”. Een luis in de pels is niet wat het Milieucentrum is, vindt Van der Steen. “Ik denk dat de gemeente en het HMC het in 85 procent van de gevallen wel met elkaar konden vinden. Vergeet niet dat wij de gemeente ook vaak hebben gesteund. Toen het college betaald parkeren wilde invoeren in Rustenburg Oostbroek en de publieke tri-
bune vol zat met woedende burgers, heb ik daar in het hol van de leeuw toch een pleidooi gehouden vóór invoering van betaald parkeren, om de wethouder te steunen. Het kookte in de raad. Bij al die protesten rond het verkeerscirculatieplan hetzelfde”. Toch besloot het stadsbestuur twee jaar geleden de subsidiekraan naar het Haags Milieucentrum langzaam dicht te draaien. In de analyse van Van der Steen heeft dat ook te maken met de bestuurscultuur op het stadhuis. “Op de een of andere manier moet daar altijd een college komen van PvdA, VVD en CDA. Het is al moeilijk genoeg om deze drie partijen het steeds maar weer eens te laten worden met elkaar. Alle kritiek moet onder het tapijt geveegd, om te voorkomen dat het college daarover kan vallen. Kritiek, die is niet welkom op het stadhuis”. Maar Frans van der Steen steekt de hand ook in eigen boezem. “Ik was een van de eersten die zich openlijk uitspraken tegen het plan van het Spuiforum, in deze krant, en dat is strategisch gezien misschien wel mijn grootste fout geweest. Ik deed dat als betrokken burger, en dacht: men ziet dat ik verschillende petten heb. Maar de Haagse politiek zag alleen de directeur van het Milieucentrum, en nam het mij zeer kwalijk. Het is achteraf gezien misschien wel wat naïef geweest. Je bent na al die jaren toch wel beetje een publiek figuur geworden”. De naam Frans van der Steen is het Haags Milieucentrum in de weg gaan staan. Toen hij dat eenmaal zelf inzag, was de stap snel genomen. “Laat ik het zo zeggen: het is tijd voor een nieuw gezicht. Ook voor mijzelf is het wel genoeg geweest. Het was ruim dertien jaar duwen, trekken, wrikken. Ik ben 63, en het is goed dat ik nog iets anders ga doen”. Toch knaagt het een beetje, geeft Van der Steen toe. Want dat nieuwe college, met die nieuwe bestuurscultuur, die duurzame agenda, het ziet er allemaal veelbelovend uit. Van der Steen: “Juist nu ik vertrek, gaan er dingen gebeuren waar ik jaren voor gestreden heb. Ik ben heel erg benieuwd. Maar goed, dat is toch echt aan mijn opvolgster”.
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
Chaos in de fietsenstalling bij CS.> Foto: DHC/Liza Letsch
Stalling bij CS baart Fietsersbond grote zorgen Door Frank Poppe en Yde van der Burgh
Het station Den Haag Centraal wordt verbouwd, al een hele tijd. Dat geeft overlast voor de gebruikers, in de eerste plaats de reizigers. Daar kunnen die reizigers best een tijd mee leven, want er komt een beter station voor terug. Maar bij de verbouw zijn veel organisaties actief, en die communiceren slecht met elkaar. Activiteiten worden slecht op elkaar afgestemd, en de reizigers worden slecht geïnformeerd. De Fietsersbond maakt zich daar grote zorgen over. Een heel groot deel van de mensen die op het station in of uit het openbaar vervoer stapt, komt of gaat verder met de fiets. Voldoende stallingsruimte rond het station, bewaakt en onbewaakt, voor abonnementhouders en voor incidentele stallers is daarom essentieel voor het functioneren van het station als overstappunt. Daarover zijn alle betrokkenen het eens. Dat er nu te weinig stallingsruimte is, is ook geen punt van discussie. Maar hoe kan het dan gebeuren dat de eerste van de twee etages van de zogenaamde fietsflat in de Rijnstraat weken lang afgesloten en ongebruikt blijft? Terwijl ondertussen de abonnementhouders, die daar eerst hun fiets stalden, naar de fietsenkelder onder de hal verwezen zijn, die daar eigenlijk nog niet klaar voor was (en nog steeds niet is). Die kelder is ooit wel als fietsenkelder gebouwd, maar is, nadat deze voor de bouwwerkzaamheden ontruimd geweest is, slechts provisorisch en heel haastig geschikt gemaakt. Veel zaken moeten nog afgemaakt worden. Wat merkten de gebruikers hier van? Te weinig en te laat. Op woensdag 21 mei verscheen er plotseling een aantal aanplakbiljetten dat de eerste verdieping van de fietsflat (het deel voor de abonnementhouders) binnen een
paar dagen, per zaterdag, gesloten zou worden, en dat men vanaf dat moment weer in de fietsenkelder terecht zou moeten. Voor verdere informatie werd verwezen naar de beheerder en naar de webpagina’s denhaagnieuwcentraal. nl. De beheerders bleken echter ook geheel verrast te zijn en de webpagina’s boden geen enkele informatie. Na een aantal dagen verscheen er wel een bericht, maar dat biedt verder geen informatie over bijvoorbeeld de
Sinds eind vorige week is de eerste verdieping van de fietsflat eindelijk weer beschikbaar, als vrije (onbewaakte) stalling reden voor deze haastige en ongeorganiseerde verhuizing. Meest betrokken partijen zijn de gemeente en NS Fiets. En die wezen naar elkaar als het gaat om de vragen naar het waarom en waarom nu. Reconstructie Uiteindelijk lijkt het volgende gebeurd (de reconstructie is van ons). Ooit, vele maanden geleden, is er een planning afgesproken waarin stond dat eind mei de fietsflat vrij moest zijn om met de verbouwing te beginnen (er komt een grotere en definitieve fietsflat). Ook zou eind mei de
kelder weer beschikbaar zijn als fietsenstalling. Kennelijk is er daarna niet meer met elkaar gepraat, met als gevolg dat men van elkaar niet weet dat de verbouwing van de fietsflat pas over enige tijd kan starten, en dat de kelder nog niet klaar is. En de beheerders van de fietsenstalling wisten niets over die planning. Dus zijn in grote haast rekken geplaatst in de kelder, al is de vloer nog niet afgewerkt en dus niet schoon te houden, is de verlichting nog niet op orde (nog steeds niet), etcetera. In het weekeinde zijn haastig de fietsen verplaatst van de mensen die toevallig tussen woensdag en zaterdag hun fiets niet gebruikt hadden, wat natuurlijk tot verschillende schades geleid heeft. NS Fiets heeft ons overigens toegezegd niet moeilijk over claims te zullen doen. Eind goed al goed? Nee. In de eerste weken na de verhuizing werd in de hal direct boven de stalling met drilboren gewerkt wat in de kelder een oorverdovend lawaai opleverde. Het klachtennummer maar gebeld dat op de website voor dit soort bouwoverlast staat. We kwamen bij ProRail uit. Ook hun reactie was: ‘We gaan er eigenlijk niet over’, maar ook dat ze het uit zullen zoeken; waarschijnlijk is daar de gemeente, NS Stations of NS Vastgoed voor verantwoordelijk. In elk geval wordt na enkele dagen duidelijk dat men na twee weken verwacht klaar te zijn. Opnieuw: slechte planning en ontbrekende communicatie. En die twee weken blijkt ook niet gehaald, maar misschien zijn dat dan weer boorwerkzaamheden van een andere partij. Sinds eind vorige week is de eerste verdieping van de fietsflat eindelijk weer beschikbaar, als vrije (onbewaakte) stalling. Waarom dat weken moest kosten, terwijl er in feite niet meer nodig was dan het hek van het slot halen, is ons niet duidelijk.
Ook heeft NS Fiets aangekondigd op korte termijn de fietsenkelder te gaan verbeteren, maar de plannen daarvoor laten nog op zich wachten. Wel wordt er nog druk gebouwd. Fout Wij houden er een dubbel gevoel aan over. Als de contacten eenmaal gelegd zijn, zijn alle partijen het er over eens dat het niet goed gegaan is, dat het in de toekomst beter moet, en zijn de gesprekspartners ook allemaal van goede wil. Maar die ervaring hadden we bij vorige veranderingen ook en toch gaan de afstemming en de communicatie telkens weer fout. En er zijn nog heel wat veranderingen aanstaande. Zo zal de fietsflat verbouwd en uitgebreid worden. Dat is op zich prima en
biedt kansen voor verbeteringen, maar die moeten dan wel gepakt worden. En de fietsflat is dan natuurlijk tijdelijk niet beschikbaar, waar weer tijdelijke oplossingen voor zullen moeten worden gevonden. En de noodzakelijke verbeteringen aan de fietsenkelder moeten nu uitgevoerd worden terwijl deze al weer in bedrijf is. Kortom, we hopen dat de communicatie met de gebruikers van de stallingen niet sneuvelt in de communicatie tussen de organisaties. We vertrouwen nog maar weer op de goede intenties van de mensen die er aan werken. Frank Poppe en Yde van der Burgh vertegenwoordigen de Fietsersbond, afdeling Haagse Regio.
uw mening
Kaalslag op de Turfmarkt? Ooit stonden er zestig bomen op de Turfmarkt, het voetgangersgebied tussen het Centraal Station en het Stadhuis. Twintig bomen zijn inmiddels opgeofferd aan de nieuwbouw van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie. De belofte om ze weer terug te plaatsen is nooit nagekomen! Bij het oude gebouw van Binnenlandse Zaken, dat nu verbouwd wordt, staan nog twintig bomen. (zie foto 2) Er is echter aangekondigd dat deze bomen op korte termijn gekapt worden om de ‘transformatie’ van dit ministerie naar een appartementencomplex mogelijk te maken. En de allerlaatste twintig bomen zullen voorgoed verdwijnen als ook de verbouwing van het oude Justitiegebouw aangepakt wordt. Een complete kaalslag dus! Den Haag Centrum wordt steeds meer een stenen stad, opgeleukt met bloembakken in plaats van
de ruim vijftien jaar oude bomen. En dat terwijl de gemeente Den Haag leefbaarheid hoog in het vaandel heeft staan! Waarom miljoenen uitgeven aan een ‘Haagse Loper’ terwijl er een ‘Kale Loper’ voor in de plaats komt. Wij doen een beroep op bomen minnende lezers om gebruik te maken van de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen. De termijn voor bezwaarschriften eindigt eind juli. (dossiernummer 201407732). Drs. Paul Zwartkruis
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
9
Economie<
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
Binckhorst moet weer mobiliteitsfunctie krijgen
Spectaculair programma rond de automobiel
W
Door Saskia Herberghs
elke functies de Binckhorst over enkele jaren precies herbergt, is ongewis. Zeker is dat er dit jaar stevig over wordt nagedacht. Op een werkbijeenkomst van experts, krap twee weken geleden in Theater aan het Spui, kwamen uiteenlopende ideeën aan de orde die in ieder geval de auto als beginpunt hadden. “Die zit namelijk al decennia lang in het dna van het gebied”, zegt Sabrina Lindemann, samen met Hans Venhuizen initiatiefnemer van Autonië, over auto’s, cultuur en nieuwe mobiliteit, een programma dat komende zaterdag een derde bijeenkomst krijgt, ditmaal in het depot van het Haags Bus Museum. Topstuk van het programma rondom de allernieuwste, vaak digitale en virtuele technieken en toekomstvisies van mobiliteitsexperts is een auto uit de 3-d printer, die in mei meedeed aan de Shell Eco-marathon in Rotterdam. Een auto die op innovatieve wijze is ontwikkeld door studenten van de Hogeschool Zuyd en de Design Academy Eindhoven en dankzij zijn lichte gewicht van 150 kilogram bijzonder zuinig is in gebruik. Lindemann: “In het zuiden was van oudsher ook een gebied waar de auto-industrie floreerde. Nu pakken ze op een slimme manier innovaties op”. Zij hoopt dat – samen met anderen – op den duur ook te kunnen bewerkstelligen op de Binckhorst, het bedrijventerrein waar ze begin 2011 met haar mobiel projectbureau OpTrek een werkplek betrok in ateliercomplex De Besturing. Ze wilde er een rol spelen in de organische ontwikkeling van het gebied uitgaande van de bestaande kwaliteiten en potenties van de plek. Inmiddels was toen duidelijk dat grootscheepse plannen om de wijk om te vormen tot een moderne, hippe woonwijk door de crisis geen doorgang zou vinden. “Toen werd gekozen voor organische ontwikkeling werd het voor mij interessant”. Veel showrooms, sloperijen en andere autobedrijven waren wel al uitgeplaatst. “De keten van autobedrijven was onderbroken en niet meer intact met veel gevolgen voor de zittende bedrijven die het moeilijk hebben gekregen”. Het onderzoek onder de noemer Autonië, over auto, cultuur en nieuwe mobiliteit richt zich nu op een nieuwe functie voor de Binckhorst met behoud en innovatie van de branche die hier eens zo stevig was verankerd. “We onderzoeken of het mogelijk is om de auto-branche te doen herleven door te kijken naar toekomstige trends, ontwikkelingen en innovaties in de mobiliteitsbranche en hoe de zittende bedrijfjes de stap naar de toekomst zou kunnen laten maken”. De ligging van de Binckhorst, tussen spoor- en snelwegen en vlakbij het stadscentrum is perfect, zegt Lindemann die zelf geen auto bezit maar stelt dat mobiliteit ook in de toekomst belangrijk blijft. “We zullen willen blijven bewegen, maar hoe? Misschien heeft straks niet iedereen een eigen auto. Waarschijnlijk rijdt hij niet op benzine. Maar
Bij de kofferbakmarkt doet de auto dienst als kraam. > Foto’s: PR
wikkelen”. Er is meer. Zo wordt er door een docent van de Zuyd Hogeschool een toelichting gegeven op de ontwikkeling van de 3-d auto uit de printer en gaat kunsthistoricus en docent aan de Koninklijke Academie en de TU Delft, Ernie Mellegers, in op zijn idee voor de Binckhorst dat voorziet in een multifunctioneel verzamelgebouw waar auto’s en mensen samenkomen voor nuttige maar zeker ook plezierige activiteiten. Denk aan een parkeergarage met een golfterrein op het dak.
Dankzij zijn lichte gewicht van 150 kilogram is de 3d-geprinte auto bijzonder zuinig in gebruik.
elektriciteit gaat het zeker ook niet worden zolang die nog gewonnen wordt uit steenkolen of andere vervuilende bronnen”. ‘Stadsfabriek’ Eén van de drie ontwerpers die zich over deze vraag heeft gebogen, is de beeldend kunstenaar Melle Smets, bekend van een in de media uitgebreid verslagen reis naar Ghana waar hij met behulp van lokale autobedrijven uit onderdelen van afgedankte Westerse auto’s een Afrikaanse auto opbouwde en hiernaar toe bracht. Hij ziet een toekomst voor de Binckhorst als ‘stadsfabriek’ waar een netwerk bestaat van bedrijven waar beroepskrachten en zelfklussers aan hun auto’s werken en kennis en ma-
terialen uitwisselen. Als voorbeeld noemt hij botenwerf De Haas, eveneens gevestigd op de Binckhorst, waar botenbezitters zelf werken aan hun bezit en gereedschappen en kennis uitwisselen. Zo kunnen straks prototypes op de Binckhorst worden ontwikkeld, motoren worden opgevoerd, en allerhande reparaties bij diverse deskundigen worden uitgevoerd. Een ander die aan de Showroom van de Toekomst komende zaterdag meedoet, is Elmer van Grondelle van de TU Delft, onder meer bekend van De Wereld Leert Door, die vindt dat we nu in oude ontwerpen van auto’s rijden. Lindemann: “Hij zegt dat we met de techniek en kennis van nu opnieuw auto’s zouden moeten ont-
Kofferbakmarkt Sander Veenhof, multi-media kunstenaar laat zien hoe de Showroom van de Toekomst eruit kan gaan zien. Hij toont hoe met behulp van een iPad een auto in verschillende omgevingen getoond kan worden. “Zo creëer je telkens een andere sfeer en krijg je een beter beeld van de auto die je wilt kopen”. Het gaat Veenhof vooral om speciale technieken die daarbij gebruikt worden en de vraag hoe die in de samenleving gebruikt kunnen worden. Er is een kofferbakmarkt, er zijn games (Room Racer) en kunstenaars binden met elkaar de strijd aan in het stoftekenen op met bloem en olie geprepareerde auto’s. Maar ook het publiek mag uitproberen hoe het is om met de vinger in het stof te tekenen op een auto. De ‘dirty car-art’ met als thema de auto van de toekomst wordt beoordeeld door een jury van kunstenaars. Er is een veiling waarvan de opbrengsten gaan naar ‘Sleutelen met jongeren’, een initiatief op de Binckhorst voor ex-gedetineerden dat onlangs deels werd verwoest door brand. Er is Azia-
tisch eten van Indy Truck en dj Ome Steef treedt op als wedstrijd- en veilingmeester. Na een volgende bijeenkomst van Autonië tijdens het I’M BINCK-festival in oktober volgt in december de afronding van het project met de hoogtepunten van Autonië en worden de conclusies gepresenteerd. Het programma dat wordt ondersteund door de stichting DOEN, het Mondriaan Fonds, kunst- en architectuurcentrum Stroom en delen van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Den Haag moet volgens Lindemann uitmonden in acties die de economische motor van de Binckhorst weer activeren. “Ik hoop en geloof dat we van binnenuit dingen kunnen ontwikkelen die het gebied versterken parallel aan de ontwikkeling van de Rotterdamsebaan”. Locatie: depot van het Haags Bus Museum, Binckhorstlaan 215c. Programma zaterdag 5 juli van 12 tot 17.30 uur. Toegang gratis. Zie voor het programma: www.optrek.org advertentie
STUDIEKEUZE een lastige klus? Een negatief matchingsadvies? Maak een (nieuwe) keuze voor 1 september! FÍLATIM begeleidt deze zomer scholieren en studenten naar een passende studie.
[email protected] 06-44942080
10>interview Vilan
Dan maar zo
Het ging als volgt. Ik liep terug van de sportschool naar huis, volgde de vaste route, die me langs de grote huizen voerde met hun muizerige voortuintjes, en als altijd was ik diep in gedachten verzonken, toen ik iets voelde. Starende ogen. In één van de tuintjes stond een man. Hij had een verschoten shirt aan dat niet meer in staat was om zijn bierbuik te bedekken en hij rookte een e-sigaret. Ik staarde terug. Je ziet het steeds vaker, zo’n gekke namaaksigaret. Het staat niemand goed. Integendeel. Met zo’n half serieus speelgoedje laat je je onmiddelijk kennen als zwakkeling die niet durft te roken maar toch ook weer niet zonder kan. Vlees noch vis. Een eeuwige sluiter van compromissen die uiteindelijk niets overhoudt dat ècht is. Ik ben daar wat rechtlijniger in. Onder de tien jaar zijn chocolade-sigaretten begrijpelijk, daarna moet het klaar zijn met de namaaktoestanden. Maar daar stond dus die volwassen man mij aan te staren, in afwachting van commentaar. Zijn vrouw had hem vast naar buiten gestuurd: ‘Henk, dat gerook van jou verpest mijn gordijnen’. En dan gá je, om in de voortuin je gebrek aan mannenmoed te laten zien aan een ieder in de stad die jou passeert. Dan maar zo. Ik kan zo lief zijn, maar ’t lukt zo weinig. Ook deze keer bleef ik in gebreke. Mijn ogen bleven hangen op de bierbuik (waarom toch, heren?) om daarna de nepsigaret te bestuderen, dan keek ik weer naar de bierbuik, en toen kneep ik ze even dicht terwijl ik mijn schouders afwerend optrok. Dat had ik niet moeten doen. Maar ik deed het. En ik voelde achter mijn rug, hoe zijn wrok tegen vrouwen met een factor tien was gegroeid. Het speet me vrijwel meteen. Iets is zwart of wit. Of rood. Je doet iets goed of je doet het niet. Een beetje zwanger bestaat evenmin. Maar de halven lijken de hele wereld te veroveren, de e-sigaret is niet meer te stuiten. Het alcoholvrije bier staat ook al schappenbreed in de supermarkt en de light-producten zijn niet meer te tellen. Koffie zonder caffeïne, cola zonder suiker, liefde zonder hartstocht, mannen zonder borsthaar. Het zijn imitaties van het origineel, alleen dan zwakker en smakelozer. We gaan eraan wennen, dat is het ergste. Op een dag als deze verlang ik zo naar een beetje meer oer in het stadse leven en vooral in bepaalde mannen van middelbare leeftijd. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
Bart Chabot
Spring-in-’t-veld, diepe denker, harde werker
Zestig. De klank van het woord en de beelden van senioriteit die het oproept passen niet bij Bart Chabot, de tijdloze, door en door Haagse schrijver, dichter en performer. Toch bereikt hij die respectabele leeftijd deze septembermaand. Het wordt gevierd met de bundel ‘Zestig’, een overzichtstentoonstelling van zijn uitgebreide œuvre in de Centrale Bibliotheek aan het Spui, een aangepaste ebook-only-versie van zijn debuutroman ‘Triggerhappy’ en een optreden op de Nacht van de Poëzie.
Door Vera de Jonckheere Het was nog even kantje boord: vier jaar geleden werd bij Bart Chabot een levensbedreigende brughoektumor aangetroffen. Hij schreef er aangrijpend over in ‘Diepere lagen’. Gelukkig kreeg de dood, in zijn ogen ‘een meelijwekkende figuur, een zielig personage’, geen vat op hem. In het Gamma Knife Centrum werd hij met succes bestraald. Onwrikbaar vastgeketend schoof hij in 82 minuten als een trage torpedo door een witte buis, met zelfgekozen muziek als reisbegeleider. Geen Jantje Smit of Mieke Telkamp voor hem, maar de opzwepende klanken van het Stones-album ‘Exile on Main Street’. ‘Daar knapt een mens subiet van op’. De lichte toon voor zware akkoorden is vintage Chabot. In 1954 werd hij geboren aan de Bezuidenhoutse Wilhelminastraat. Zijn jeugd noemt hij ‘geen feest’; geruime tijd geleden brak hij met zijn ouders. Op het Aloysius College stelden de docenten zich ook niet allemaal even liefdevol op jegens de dodelijk verlegen jongen. “Nog altijd fiets ik liever een paar kilometer om dan de kans te lopen bij een verkeerslicht aangestaard te worden. Hoe raar dat ook moge klinken uit de mond van iemand die zich op televisie zo blootgeeft”. Dat blootgeven zal hij later in het gesprek relativeren. De adolescent die zijn weg niet een, twee, drie wist te vinden – een afgebroken studie Nederlands, een niet op het lijf geschreven (kort) dienstverband bij het ministerie van Defensie en een zekere hang naar alcoholische versnaperingen – werd gered door een hospita met een groot hart. Mevrouw Van der Valk ontfermde zich in haar huis aan de Van Alkemadelaan over Chabot. Via haar dochter Dorien kwam
hij in 1978 in contact met Herman Brood, de musicus en later beeldend kunstenaar. De ontmoeting luidde een bijzondere vriendschap in die zou culmineren in het 1600 pagina’s tellende, vierdelige Brood-monument. Intussen had hij via de door hem bewonderde Engelse punkdichter John Cooper Clarke en de Nederlandse Johnny van Doorn (The Selfkicker) het eigen dichterschap ontdekt met de daarbij behorende uitgesproken onorthodoxe wijze van uitvoering. “Jules Deelder hoorde me in een jeugdcentrum voorlezen en vroeg op de van hem bekende nonchalante toon, vanuit de linkermondhoek, zijn hoofd schuin wegdraaiend: ‘Hebbie daar meer van?’ Jules kwam naar Den Haag, he-le-maal vanuit Rotterdam, om aan de Van Alkemadelaan mijn andere negentien gedichten te beluisteren”. Die avond in 1981 gingen de vanaf toen kameraden Indonesisch eten op de Beeklaan. Deelder tipte zijn redacteur Willem van Beusekom bij De Bezige Bij en datzelfde jaar debuteerde Bart Chabot met de poëziebundel ‘Popcorn’. Schrijver-BN’er Vele dichtbundels (20), prozawerken (11), ontelbare muziekbesprekingen in Oor en theaterprogramma’s (met onder anderen Remco Campert,
‘Niemand weet wat ik vind en dat bewaak ik’
Jan Mulder, Martin Bril en Ronald Giphart) volgden. Naast een druk gezinsleven met zijn als bedrijfsarts fulltime werkende echtgenote Yolanda en vier zonen (16, 18, 22 en 25 jaar) legde het BN’er-schap jarenlang fors beslag op zijn agenda. Televisieoptredens als tafelheer bij ‘Barend & Van Dorp’, ‘Pauw & Witteman’, als trouw deelnemer vanaf de eerste editie aan het Nationaal Dictee, maar ook in ‘Dancing with the Stars’, ‘zo’n beetje iedere quiz die er ooit op de Nederlandse tv is geweest’, nationale reddingsacties en nog veel meer. Tot in 2011 het roer definitief omging. Genoodzaakt, dan wel wakker geschud door de abrupte verstoring die eerdergenoemde ziekte teweegbracht, herschikte Chabot zijn leven. Hij besloot geen energie meer te stoppen in activiteiten buiten het schrijven om. Uit de nog te verschijnen bundel ‘Zestig’: ‘Waarom, vroeg ik mij af, was ik daar niet veel eerder mee begonnen, met onbekend blijven?’ Spijt heeft hij niet van de enorme waaier aan versnipperde activiteiten die achter hem ligt, hij deed alles met evenveel inzet als plezier: “Ik houd nu eenmaal niet van niet-werken, maar het hoogtepunt van mijn tvroem heeft me in literaire kringen wel definitief de das om gedaan. In 2007 zwierde ik in ‘Dancing with the Stars’ onder de vakkundige leiding van Kimberly over de RTL4-dansvloer; we werden een soort publiekslievelingen en dat – ik herhaal het ten overvloede – niet dankzij míjn ballroomdanspasjes. Voor de zogeheten serieuze pers betekende het echt de limit. Goedbeschouwd heb ik voor een literaire carrière zo ongeveer alle fouten gemaakt die te bedenken zijn”. Niet dat Yolanda en vrienden Martin Bril (1959-2009) en Ronald Giphart
>Foto: Piet Gispen
hem zulks niet al veel eerder hadden voorgehouden, maar een ander stemmetje fluistert hem bij voortduring in dat het onderscheid tussen hoge en lage kunst onzin is en dat hij schijt moet hebben aan modes en gevoeligheden. “In mijn begintijd als dichter was bijvoorbeeld het deconstructivisme reuze in zwang. Geen idee wat momenteel populair is, ik ben sowieso meer van de Deelder-doctrine: ‘Je heb’ goeie en ‘je heb slechte gedichten’ ”. USB-stick Hij gaat verder met relativeren. “Een USB-stick werkt in die zin behoorlijk ontnuchterend. Enkele decennia werk uit je leven, een onafzienbare hoeveelheid uren, al die kilometers tape met gesprekken, enkele miljoenen woorden behelzen qua beslag op zo’n minuscuul hulpstukje niet meer dan een komma”. Met recensies heeft hij mede dankzij deze nuchterheid leren omgaan. “Recensenten richten zich vaak op de persoon, niet op het boek”. Na de tweesterrenbeoordelingen die zijn romandebuut ‘Triggerhappy’ eind vorig jaar in Volkskrant en NRC te beurt vielen, vreesde hij even dat het doek zou vallen. “Nu houden opdrachtgevers het voor gezien, dacht ik, maar niets is minder waar gebleken. Ik heb het drukker dan ooit. Bos Theaterproducties benaderde mij om het script
11
interview<
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
‘Rinus Gerritsen heeft een uitzonderlijk komisch talent zodra hij uit de rijke Earringverhalentrommel begint te vertellen’
te schrijven voor de muziektheatervoorstelling over Herman Brood die eind 2015 in première gaat. Brood in vier bedrijven op de planken, mét band die zeven van zijn nummers speelt. Maar Geen Musical over een nationale knuffeljunk. Uitgeverij De Bezige Bij vroeg mij om een tweede roman te schrijven en een bundel samen te stellen ter gelegenheid van mijn zestigste verjaardag. Het Nationaal Dictee nodigde mij uit om dit jaar de 25ste editie te schrijven”. Kortom, mensen die daadwerkelijk bezig zijn met iets maken, iets van de grond krijgen, weten hem wel te waarderen. “Mijn werk heeft zich volkomen losgezongen van wat Tom, Dick and Harry van mij of mijn producties vinden”. De grote overzichtstentoonstelling van zijn œuvre die vorig jaar november in het Letterkundig Museum werd geopend door zijn vriend Anton Corbijn, keert in september terug in de Centrale Bibliotheek aan het Spui, met opnieuw het grote fotodrieluik door Corbijn. Bovendien staat Chabot 20 september als een van de hoofdacts op de Nacht van de Poëzie en Ronald Giphart wil begin volgend jaar weer met hem de theaters in. “Een lichte tournee dit keer, niet meer dan dertien optredens in een halfjaar. Natuurlijk staan we ook in Den Haag, in Diligentia”. Op het podium maakt hij weliswaar de indruk van de spreekwoordelijke vis in het water,
maar ieder optreden kost hem een ongelooflijke hoeveelheid energie en spanning. “Bovendien kan ik het fysiek niet meer aan om als een jonge hond te toeren, zoals in 2008 met Ronald en Martin in ‘De Grote Liefde’. We speelden het toen klaar om in een luttele vijf maanden maar liefst 52 optredens door het hele land te verzorgen”. Het afgelopen jaar nam zijn recuperatievermogen, en daarmee zijn vertrouwen in het eigen lichaam, gestadig toe, dus wie weet wat er aan prolongaties in het vat zit. Gesterkt door de empirische wetenschap dat recensies ‘nergens op slaan’ werkte hij de afgelopen maanden monter aan een herziene ebook-onlyversie van zijn roman ‘Triggerhappy’. De basis van het boek is aanzienlijk versterkt door herinvoering van de aanvankelijk weggeredigeerde proloog ‘Broodje van Dootje’ die zijn onheilspellende schaduw over protagonist chirurg Frank Versteeghe vooruitwerpt. “Ik ben te ver gegaan met het schrappen”, zegt hij peinzend. Ook de rol van de vrouwen is in deze versie teruggebracht tot de oorspronkelijk door Chabot beoogde kracht. En dan volgt een indrukwekkend exposé over zijn bewondering voor vrouwen dat op geen enkele tegenwerping of onderbreking zal stuiten. Samengevat behelst de monoloog: als je de mens beschouwt als een Meccano-bouwdoos, ben je met het in elkaar schroe-
ven van de man vrij snel klaar. Je kunt zelfs ongestraft enkele onderdelen ongebruikt laten. Op de vrouw kun je niet lang genoeg puzzelen. Kleine onderdeeltjes blijken onontbeerlijk om de finesse te bereiken, en het vergt bijna bovenmenselijke krachten om het constructieproces tot in de puntjes te vervolmaken. “Zij hebben een andere kijk op het leven, zijn minder gevoelig voor het najagen van maatschappelijke status en positie”. Hij klinkt als aanhanger van de stelling dat als Lehman Brothers simpelweg Lehman Sisters was geweest, we nog lang op een financiële crisis hadden kunnen wachten. Ernst Zijn proza en poëzie weerspiegelen een zekere dualiteit: ondanks het bedrieglijk lichte, vaak uitgesproken humoristische taalgebruik, ligt op zo goed als iedere bladzijde de dood op de loer. Ook Chabots uitbundige lach kan als bij toverslag verstrakken tot opperste serieusheid, en andersom. Naast een kwikzilverachtige springin-’t-veld die dol is op grappen en grollen, huizen in hem een van de ernst des levens doordrenkte, diepe denker en gedisciplineerde harde werker. De laatste componenten lijkt hij voor zichzelf te willen houden, althans: lang niet iedereen die televisie kijkt, zal die kant van hem ontdekt hebben. “Jaren geleden ben
ik me door een opmerking van Jules Deelder – over mij tegen anderen – bewust geworden van de discrepantie tussen hoe dingen zijn en hoe ze overkomen. Ik realiseerde me op dat moment dat er een verschil bestaat tussen mijn publieke kant – dat wat ze mogen weten – en mijn private kant – dat wat mensen niet hoeven te weten. ‘Bart moet weer repeteren’, zei Jules in de periode dat Herman, hij en ik met ‘Brood en Spelen’ door het land toerden. Het kwam er met enig misprijzen uit. Herman, die het woord repeteren niet eens in zijn vocabulaire had opgenomen, leek evenmin gecharmeerd”. Het was duidelijk verre van cool dat hij van het optreden zoveel werk maakte. Hij maakte netjes, té netjes, zijn huiswerk. En ja, voor een optreden repetéért Chabot, hij draagt voor uit zijn hoofd, staat nooit met een papiertje in zijn hand op het podium. Lezing, opening of theatervoorstelling: altijd. “Een band doet toch ook rehearsals? Voor mijn tournee met Giphart in januari begin ik weken van tevoren te oefenen. Iedere dag na het Journaal, van half 9 tot half 12. De eerste week lijkt het nooit iets te worden, na twee weken begint het stukje bij beetje ergens op te lijken”. Zijn discipline, toewijding en inzet houdt hij dus liever voor zichzelf. Hetzelfde geldt voor wat er in hem omgaat. “Die houding kwam me goed van pas in de tijd dat ik voor
‘Pauw & Witteman’ en later voor RTL4 politici volgde. Niemand weet wat ik vind en dat bewaak ik”. De bundel ‘Zestig’ is af: alle gedichten, verhalen en boekfragmenten heeft hij kritisch bekeken en deels herschreven. Vanzelfsprekend zit Herman erin, de Earring en als tegenwicht voor dit muziekmannenmachismo ook het portret van Femke Halsema dat hij schreef in zijn vier jaar als columnist bij AD Haagsche Courant. Golden Earring krijgt in zijn boek ruim de floor in een geestig ooggetuigenverslag. Chabot is groot bewonderaar van de Haagse band en heeft ze als razende reporter geruime tijd gevolgd. “Een fantastische band, volkomen oké-gozers. Rinus Gerritsen heeft een uitzonderlijk komisch talent zodra hij uit de rijke Earringverhalentrommel begint te vertellen. Als goed observator met een niet door alcohol of drugs aangetast geheugen is hij de historische harde schijf van de band”. Het Earring-verhaal dat eerder verscheen in Oor en in het roze Earringboek uit 2005 is voorzien van een nieuwe, hilarische afsluiting over de Earring-roadies. “De meeste ruimte is voor de Earring: het komt ze toe, ik heb ontzettend veel plezier met ze beleefd. Het verhaal is bovendien zeer belangrijk gebleken voor mijn schrijverschap: de publicatie in Oor destijds vormde feitelijk de blauwdruk voor de Broodbiografie”. ‘Op naar De Zestig’. Hij is zojuist begonnen aan hoofdstuk vier van zijn nieuwe roman.
12>actueel
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
Het Meisje overhandigt de sleutel aan Emilie Gordenker, directeur Mauritshuis en Koning Willem-Alexander.
Directrice van het VIP-vak pakt haar momentje met Directeur Rijksmuseum Amsterdam Wim Pijbes.
Het Meisje is weer thuis.>Foto's: Eveline van Egdom
Oud-Shell topman Jeroen van der Veer was ook van de partij.
Mauritshuis koninklijk heropend The New York Times, de Japanse kunstkrant The Art Newspaper en vele andere internationale en vaderlandse media wijdden vele (voor)pagina’s en beelden aan de wereldreis die de topstukken van het Mauritshuis de afgelopen twee jaar tijdens de verbouwing maakte. Het ‘Meisje met de Parel’ van Johannes Vermeer werd veelal als boegbeeld gekozen, maar laten we vooral diens ‘Gezicht op Delft’ of ‘De badende Suzanna’ van Rembrandt – een kuise voorloper van de Playmate in een plusmaatje – niet vergeten. Om maar één van de veertien schilderijen van Rembrandt in het Mauritshuis te noemen…
Door Vera de Jonckheere
W
at doet meer voor Den Haag: een internationale conferentie in het World Forum of de opening van een juwelenkistje aan de Hofvijver vol uitgelezen kunstschatten? Desgevraagd zou burgemeester Van Aartsen op zijn bekende charmante wijze zeker een voortreffelijk antwoord hebben geformuleerd. Wij weten natuurlijk ook wel: Den Haag heeft het al-le-máál, maar we hebben het nu met eigen ogen kunnen vaststellen dat kunst qua ‘reikhalzend’ en ‘internationaal’ meer bereikt dan welke conferentie ook. Laten we eerlijk zijn: van een vleesgeworden ‘Meisje met de Parel’ gaat natuurlijk ook onnoemelijk veel meer uit dan van een opgepoetst zwart beast met vlaggen. En twee identieke zwarte beasts achter elkaar tijdens de NSS in maart maakte dat niet eens zoveel beter.
Goudvissen en sardientjes Vrijdag 27 juni was het dan eindelijk zover. Het WK voetbal was er speciaal een dagje voor stilgelegd. In het internationale persvak waren alle continenten vertegenwoordigd, er stond zelfs een Schotse hooglander in kilt.
Vrij onverveerd haakte hij met een wit kousenbeen de afscheiding tussen vips en pers om, waarna enkele vipdames naarstig aan het tilwerk togen om hun aangetaste veiligheid te restaureren. Met onze vele kilo’s cameramaterieel en notitieblok-enpotloodjes stonden wij bijeengepakt gelijk sardientjes in een blik. Evenwel rijkelijk getroost door de aanblik die het vipvak bood. In een schier eindeloze en niettemin zeer gedisciplineerde stroom werden notabelen en buitenlui aangevoerd uit Sociëteit De Witte. Vele goudvissen werden in een zo te zien levensbedreigend kleine kom gepropt, zonder hapje, zonder drankje, en dat dan op high heels, of iets te strak en iets te warm in het donkere pak. En daar moest de koning dan nog bij.
ruimd trompetgeschal en paardengetrappel. Blijmoedig als altijd stapte koning Willem-Alexander uit zijn donkerblauwe limousine. De dag tevoren nog op handelsmissie in Polen, was hij niettemin gezegend met een lichtgebronsd gelaat, mooi passend bij zijn blonde lokken. Als Griekenlandliefhebbers herkenden we direct de beschaafde Hellas-tint, het specifieke privéstrandbruin uit het dorpje Doroufi, gemeente Kranidi vlak bij Kilada op de Peloponnesos. Dankzij Oranjeduider Sander van de Pavert horen we tegenwoordig in ons hoofd de ware zielenroerselen onder de officiële teksten van koning Willem-Alexander, maar het zou je reinste broodroof zijn om die nu prijs te geven. Het zag er in ieder geval goed uit.
Gebronsd Nadat enkele blikken beveiliging waren geopend, weerklonken opge-
Wereldster Het ‘Meisje met de Parel’ kwam na een uitputtende internationale tour-
nee thuis en onze koning mocht haar, nu zij de status van wereldster heeft bereikt, weer veilig het eigen vertrouwde huis binnenloodsen. Eerst moest het arme kind – haar 17deeeuwse blik weerspiegelde doodsangst en verlangen dat het maar snel voorbij mocht zijn – nog een levensgevaarlijke tocht over een duizelingwekkend hoge kabel tussen het Mauritshuis en de nieuwe vleugel aan het Plein afleggen. Philippe Petit ging haar in 1974 tussen de beide WTC-torens voor. Verder houdt godzijdank iedere vergelijking op. Met eindelijk weer stevig 21ste-eeuws plaveisel onder haar slofjes overhandigde Het Meisje, nog wat bleekjes van de schrik, de gouden huissleutel aan de koning. Later die avond zou zij nog tweeduizend bezoekers aan zich voorbij zien trekken. Wij voorspellen een kleine half miljoen bezoekers voor het komende jaar.
}<(l(tp$=adbcb <
advertentie
Vrijdag 27 juni 2014
jaargang 8 nummer 372
€ 1,95
Fabienne Chapot over haar modelabel FAB: ‘Puur op gevoel besloot ik dingen te creëren waarvan ik zelf houd’
}<(l(tp$=adbcb <
iPad
}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Een échte Haagse krant
Vrijdag 27 juni 2014
jaargang 8 nummer 372
€ 1,95
Fabienne Chapot over haar modelabel FAB: ‘Puur op gevoel besloot ik dingen te creëren waarvan ik zelf houd’
Lees voortaan overal en altijd Den Haag Centraal digitaal
L A A T I G I D T A A G L A A R T N E C G A A H EN D N E N E K E W 2 G NO Bent u abonnee? Vrijdag 27 juni 2014 jaargang 8 nummer 372
10/11
Een échte Haagse krant
Vrijdag 27 juni 2014
jaargang 8 nummer 372
10/11
€ 1,95
Fabienne Chapot over haar modelabel FAB: ‘Puur op gevoel besloot ik dingen te creëren waarvan ik zelf houd’
10/11
schittert in Museum Bredius 3 10/11
Nieuwe Steen schittert in Museum Bredius 3
Haagse Harry
Jean Nouvel komt naar Rijswijk 5 Jean Nouvel komt naar Rijswijk 5
© Marnix Rueb
7 ‘Het allermooiste huis’
advertentie
uitverkoop toonzaalmodellen tot 25 juli 2014
Nieuwe Steen schittert in Museum Bredius 3
Haagse Harry
Haagse Harry
7 ‘Het allermooiste huis’
advertentie
BRITSELEI 16 - 2000 ANTWERPEN (B)
SALE - SOLDEN uitverkoop toonzaalmodellen tot 25 juli 2014
Jean Nouvel komt naar Rijswijk 5
CONTEMPORARY INTERIOR DESIGN
BRITSELEI 16 - 2000 ANTWERPEN (B)
illustration by kristen n. brown 2011
Haagse Harry
Ontvang dan Den Haag Centraal gratis op uw smartphone, tablet of pc in combinatie met de papieren krant.
© Marnix Rueb
7 ‘Het allermooiste huis’
© Marnix Rueb
advertentie
advertentie
Jean Nouvel komt naar Rijswijk 5
SALE - SOLDEN
CONTEMPORARY INTERIOR DESIGN
Macbook Air
Nieuwe Steen schittert in Museum Bredius 3
© Marnix Rueb
Fabienne Chapot over haar modelabel FAB: ‘Puur op gevoel besloot ik dingen te creëren waarvan Nieuwe Steen ik zelf houd’
€ 1,95
}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
7 ‘Het allermooiste huis’
SALE - SOLDEN uitverkoop toonzaalmodellen tot 25 juli 2014
CONTEMPORARY INTERIOR DESIGN
SALE - SOLDEN uitverkoop toonzaalmodellen tot 25 juli 2014
CONTEMPORARY INTERIOR DESIGN
BRITSELEI 16 - 2000 ANTWERPEN (B)
BRITSELEI 16 - 2000 ANTWERPEN (B)
Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode.
13
cultuur<
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
Nieuwe wethouder: ‘Ik neem eerst de tijd’
Wijsmuller onder vuur over culturele diversiteit Door Annerieke Simeone
Het Haagse kunstveld maakte deze week in de foyer van het Nationale Toneel de vuurdoop mee van de nieuwe wethouder van onder meer cultuur, Joris Wijsmuller. De moeilijke onderwerpen kwamen niet van het publiek, maar van twee cultuurwoordvoerders uit de gemeenteraad: Mustafa Okcuoglu (GroenLinks) en Bülent Aydin (PvdA). Die hamerden op meer culturele diversiteit in de kunstwereld. De wethouder reageerde stekelig en duidelijk: “Dat heeft nu niet de hoogste prioriteit”. Okcuoglu en Aydin keerden telkens terug op dit thema. Het moest een belangrijk speerpunt worden voor de komende vier jaar. Aydin wilde vooral de sociaaleconomisch zwakke wijken in aanraking laten komen met cultuur, terwijl Okcuoglu stelde dat Turken zo goed zijn in ondernemen, maar niet in cultureel ondernemen. “Kunnen wij hun niet helpen zodat zij ook in de cultuursector gaan beleggen”, vroeg hij zich hardop af.
Het publiek reageerde ontsteld toen Aydin aan het eind van zijn betoog zei dat het eigenlijk helemaal niet goed gaat met de culturele diversiteit in Den Haag. “Er zijn juist talloze instellingen die zich sterk maken voor meer diversiteit”, gaf een docent van het Koorenhuis als reactie. “Uw opmerking geeft aan dat u niet in de realiteit staat”. Daarna waren de ogen wederom op de nieuwe wethouder gericht. Wat vond hij van de discussie? Wijsmuller die al eerder vragen had gepareerd, omdat hij ‘eerst overzicht wilde krijgen’, was ook dit keer zuinig met zijn mening. “Het is wel een onderwerp dat we willen beetpakken, maar hoe, dat kan ik nog niet zeggen”. Die reactie viel in slechte aarde bij Okcuoglu: “Ik vind dat Joris zich er makkelijk van afmaakt en een politiek antwoord geeft, hij moet zeggen of hij zich ervan bewust is dat er op het vlak van culturele diversiteit echt iets moet gaan gebeuren en hoe hij gaat zorgen dat de binding voor elkaar komt”. Wijsmuller reageerde geagiteerd: “Ik
heb net antwoord gegeven. Het bewustzijn is ingedaald, maar over de hoevraag geef ik lekker geen antwoord. Ik kan van alles beloven, maar ik neem eerst de tijd en daarna mag je me alles vragen, stuk ongeduld”. Na afloop van het debat liep Okcuoglu direct naar de nieuwe wethouder toe, misschien met het idee om de gemoederen te sussen, maar de heftige armgebaren van Wijsmuller jegens het raadlid spraken boekdelen. De vragen hadden vanavond alleen vanuit het publiek gesteld mogen worden. De nieuwe wethouder wilde geen politiek twistgesprek en zeker niet over culturele diversiteit, een onderwerp dat niet de grootste opgave is voor deze stad. Desgevraagd liet hij weten: “Ik zit al zestien jaar in de raad en sinds die tijd staat culturele diversiteit op de agenda. We zijn er nog steeds niet over uit en we moeten ook niet de pretentie hebben dat wij dat als gemeente zo makkelijk kunnen oplossen. Met de argumenten die zij voeren, ben ik het dus niet eens”.
Joris Wijsmuller had deze week zijn vuurdoop als wethouder cultuur. > Foto: De Schaapjesfabriek
Grandeur stelt teleur
De zomerse beeldententoonstelling gaat niet alleen om het schelpenpad van het Lange Voorhout tussen het meer dan vijf meter hoge zwarte brons van Abel Abdessemed bij de Kneuterdijk en de Holle-Bolle-Gijs aardbeientaart van Vincent Olivet aan de kant van ‘Escher in het Paleis’. Door Egbert van Faassen
De klinkende titel slaat niet alleen op het formaat van deze beelden. Men refereert ook aan de grootse stijl, waarmee Franse staatslieden zijn – of waren ? – omgeven. De medewerkers van het aan het organiserende Museum Beelden aan Zee verbonden Sculptuurinstituut hebben ongetwijfeld gedacht aan de vooralsnog laatste sculptuurtentoonstelling in het Arnhemse park Sonsbeek in 2008, die dezelfde titel kreeg. ‘Sonsbeek’ was in de jaren na de oorlog toonaangevend voor de stand van zaken in de beeldhouwkunst. Waarom dezelfde naam gekozen blijft mij duister. Het aardige gidsje, vormgegeven als het menu van de fictieve ‘Salon de la grandeur’ en tegelijk een schetsboekje, voorzien van blanco pagina’s, relativeert die grootsheid weer. Opvallend is dat in de publiciteit van Beelden aan Zee de naam ‘Den Haag
Sculptuur’ wordt vermeden. De naam van de stichting, die de Voorhout-tentoonstellingen lang organiseerde, komt alleen nog voor in het voorwoord van Jozias van Aartsen. In de tekst van de burgemeester schrap je niet, zal men hebben gedacht. Hoe dan ook, dit is een tentoonstelling volgens de opzet, die de afgelopen jaren is ontwikkeld door ‘Beelden aan Zee’: naast het Voorhout kan de bezoeker ook naar het museum en naar verschillende satellieten, zoals raadhuis De Pauw in Wassenaar, de Kloosterkerk en het Atrium. Het beeldmerk op het menu wordt gevormd door de blauw ingevulde contouren van een vrouw met een wit masker in haar arm. Dat is een grafische vertaling van het beeld ‘Judith’ van Nicolas Alquin, de oudste kunstenaar van wie werk wordt getoond. Het brons – uit 1995 – is eigendom van ‘Beelden aan Zee’. Met de opstelling is iets geks. Zo’n beeld zou je het liefst vrijstaand zien, maar dat is niet het geval. Het is bovendien omgeven door dikke koorden aan glimmende paaltjes van het type dat een rode loper afbiest. Die afscheiding vloekt met het beeld en is nergens voor nodig.
Vincent Olinet: Kaizerin de fraise et son sabayon public, 2010, hoogte 280 cm. Op het Lange Voorhout. > Foto: DHC
Aanschurken Het lijkt wel of de inrichters verwijzen
naar veel – te veel – werken op het Lange Voorhout, die gretig aanschurken tegen de gewone dingen. Zoals de vangrail in een cirkel van Julien Prévieux, leuk, maar het ding was scherper geweest als het op het parkeerplaatsje voor Hotel des Indes was geplaatst. Of het uitvergrote tuinameublement van Lilian Bourgeat, wanneer je iets lelijks zonder meer uitvergroot, wordt het alleen maar
lelijker. Een grote reclamezuil van Emmanuelle Lainé ontsiert. Het is te vol. ‘Virage’, een wolk van wilgentenen van Marie-Hélène Richard schept zijn eigen ruimte, hoog tussen de bomen. Die reusachtige voetballers – de beruchte kopstoot van voetballer Zidane vereeuwigd – maken alleen al door het formaat indruk. De stijl verwijst naar de monumentale beeldhouwkunst, die onder to-
een visuele handicap, zoals hijzelf heeft, te laten zien wat er mogelijk is. ‘Ik zie dit project als mijn visitekaartje naar mensen met een beperking. Het bewijs dat je, ondanks een beperking, heel veel kunt bereiken met gebruikmaking van je talent en doorzettingsvermogen’, schreef Bob Wijnen op zijn site. Dat zeer tevreden gevoel was er, niet omdat ik toevallig één van de kleine donateurs ben die straks die cd van Bob krijgen,
maar omdat Voor de Kunst bewijst dat waar geen geld is toch een sympathieke manier bestaat om projecten te financieren. En omdat Wijnen een serieuze en getalenteerde pianist is die zich, in een tijd waarin alles dat niet in de top 40 staat jazz genoemd wordt, sterk maakt voor de echte jazz. Datzelfde geldt voor trompettiste Ellister van der Molen, die haar project ‘Smalls NY’ eerder gefinancierd zag via dat Voor de Kunst. Ze nam haar cd met de naam van die New Yorkse jazzclub op met de Amerikaanse pianist Jeremy Manasia – die hier een tijdje studeerde – en Manasia komt over voor de officiële presentatie ervan op 10 juli in Bloom, een centrum voor gezond leven aan de Koninginnegracht 28. Ellister, Manasia en haar band zullen daarna optreden op het North Sea Jazz festival.
Dat festival werpt zijn schaduw flink vooruit. Wie de Rotterdamse agenda’s voor de eerste week juli bekijkt ziet dagelijks zo’n dertien horeca-zaken die op het grote festival vooruitlopen met eigen optredens. Jazz. Jong, oud, bekend, onbekend. Daar zijn ze goed in, daar in Rotterdam. Dat inhaken bij een ‘event’, waardoor de impact ervan alleen maar groter wordt. Den Haag ligt er wat de jazz betreft de komende dagen wat zieligjes bij. Met café De Kikker in de Molenstraat gelukkig als pleister op de wonde. Op 3 en 4 juli is altsaxofonist Furmi Gomez er te horen, die eerste dag zelfs met een septet (twee alten, tenor, bariton en ritme). Voor de rest van de week zie www.livejazzinthehague.nl. Op 6 juli presenteert de band Azure zijn nieuwste cd (‘Hiptronics’) bij de Fuut aan het Zuider-
talitaire régimes gedijt. De voorstelling is verre van heroïsch. Dat contrast is boeiend. Dezelfde beeldtaal werd trouwens gebezigd door de maakster van bronzen vrouw en man, die op hoge zuilen de hoofdingang van het Zuiderpark aan het Veluweplein markeren. Ze zijn direct na de oorlog geplaatst. De kunstenares, Corinne Franzén-Heslenfeld, ontwierp ook een reusachtig vrijheidsmonument bij de Utrechtse Dom. Zidane en zijn slachtoffer Materazzi zijn minder fijn uitgewerkt, alsof het model zonder correcties is uitvergroot. Aanmerkelijk verfijnder is een beeldengroep in het Scheveningse museum. Daniel Firman zette letterlijk een aantal dansers stil in door hen geïmproviseerde houdingen. Er zijn goede beelden te zien, maar het geheel oogt rommelig, ondoordacht. Haagse bluf op monumentale schaal, eigenlijk. De tentoonstelling aan het Lange Voorhout is te zien tot en met 3 augustus. Catalogue et carnet de croquis du salon de la grandeur, € 9,95. De Kloosterkerk is, anders dan in de gids aangegeven, geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 12.00 tot 16.00 uur. Museumkaarthouders betalen een toeslag van € 2,– voor bezoek aan Museum Beelden aan Zee.
jazz
Pleisters op de wonde
Het gaf me een zeer tevreden gevoel toen ik gisteren een e-mailbericht kreeg van ‘Voor de Kunst’ dat het project van de Haagse jazzpianist Bob Wijnen financieel geslaagd was. En dan bedoel ik de crowdfundingactie die hij was gestart om zijn project ‘Unforseen’ rond te krijgen: de productie van een cd die hij in New York opnam met meestergitarist Peter Bernstein. Met daaraan verbonden zijn actie om mensen met
strand, in de Posthoorn is ’s middags saxofonist/schrijver/taalwetenschapper Bob Rigter (vader van Simon) na lange tijd weer eens te horen. Nu in de begeleidingsband van zangeres Machteld Cambridge. Met pianist Erik Doelman. Drummer Hans Braber is ook zo’n actieve Hagenaar. Hij maakt de keuzes voor de optredens in Muzee aan de Neptunusstraat. Op 11 juli het eerstvolgende concert daar. Met saxofonist Henri de Vries en pianist Michiel Münninghof . Braber zit niet alleen daar achter de drums, maar is eerder als jamsessieleider te horen in Murphy’s Law. Op 7 juli.
Bert Jansma
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
Goena goena-helikopterview
P
> Foto: Eduard Lampe
amela Pattynama (1948) is cultuurwetenschapper en is sinds 2013 emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis van de Universiteit van Amsterdam. Zij schreef nu het boek ‘Bitterzoet Indië. Herinnering en nostalgie in literatuur, foto’s en films’. In de eigen leefomgeving rondvragen wie er Indische literatuur heeft gelezen, levert bijna altijd wel een Multatuli-lezer op. Multatuli, schuilnaam voor Eduard Douwes Dekker (1820-1887), schreef in 1859 binnen een maand zijn ‘Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelsmaatschappij’. Na de publicatie wordt Max Havelaar in 1871 als toneelstuk opgevoerd, in 1976 komt de verfilming uit, in 1982 is er de musical en in 2010 is er de strip. Al deze verbeeldingen van de Havelaar hebben meer bekendheid aan het werk gegeven en voor voeding van ons collectief geheugen gezorgd. Weet de ‘argeloze lezer’ trouwens dat Multatuli niet tegen het kolonialisme als systeem was, maar pleitte voor een rechtvaardiger koloniaal beleid? Tegenwoordig wordt het boek als antikoloniaal bestempeld. Een betekenisverschuiving van koloniaal naar antikoloniaal? De auteur van ‘Bitterzoet Indië’ zoekt het antwoord op die verschuiving in de door de visuele media veranderde publieke houding. Pattynama: “Aan die emotionele werking van historische films kunnen geschiedenisboeken niet tippen: er zitten meer mensen te huilen in de bioscoop dan in de bibliotheek”. Er bestaan over de voormalige kolonie slechts vijf Nederlandse speelfims. ‘Max Havelaar’ (Fons Rademakers, 1976), ‘Oeroeg’ ( Hans Hylkema, 1993) en ‘Gordel van smaragd’ (Orlow Seunke, 1997) zijn gemaakt vanuit een Nederlands perspectief. ‘My blue heaven’ (Ronald Beer, 1990) en ‘Ver van familie’ (Marion Bloem, 2008) zijn gemaakt vanuit een Indisch perspectief, maar gaan over het hedendaagse Nederland. Tweede generatie Er zijn tal van documentaires van de hand van de tweede generatie. Voor de documentaire ‘Kinderjaren’ (Piet Oomes, 2006) neemt de Nederlandse Piet zijn moeder Ank mee naar de plaatsen waar zij in Japanse burgerkampen zat. De reden? Hij denkt dat haar oorlogsverleden doorwerkt in de moeder-zoonverhouding, maar ook in de relatie van Piet en zijn zoontje Clemens. Bij het bezoek aan
UvA/FGw
Nederlands-Indië bestaat niet meer, maar er is een ‘hedendaags Indië’ dat auteur Pamela Pattynama en ons al jaren bezighoudt. Dat nieuwe Indië is geen geografische plek, maar een verbeelde ruimte. Sinds het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw hebben geschreven teksten niet meer het rijk alleen; via de visuele massamedia bouwen Nederlanders een persoonlijk ervaringsarchief op en groeien zo mee naar een nieuw Indië-beeld. Door Jill Stolk
het laatste kamp breekt moeders blokkade. Ze heeft beschadigingen opgelopen en altijd haar gevoelens geblokkeerd. Het jaar 1983 ziet Pattynama als het jaar van de coming-out van de Indische tweede generatie. In dit jaar debuteren Marion Bloem met ‘Geen gewoon Indisch meisje’, Jill Stolk met ‘Scherven van smaragd’ en Adriaan van Dis met ‘Nathan Sid’. Auteur Pattynama behoort ook tot de Indische tweede generatie, evenals Reggie Baay, auteur van ‘De njai. Het concubinaat in Nederland-Indië’, 2008, en ‘Portret van een oermoeder’, 2010. Pattynama voelt zich verwant met Baay. Beiden hebben als grootmoeder een njai, een in-
Boon, hoofdredacteur van Indisch Anders en directeur van de Tong Tong Fair, hem van repliek dient.
hebben meestal geen direct verband met de tekst, maar vertellen als beeld een eigen verhaal in een eigen wereld. De foto’s komen uit familiealbums of uit de IWI-collectie, Indisch Wetenschappelijk Instituut met Edy Seriese (1950) als initiatiefnemer en directeur, ondergebracht in het Tropenmuseum. ‘Plaats en datum onbekend’ uit de IWI-collectie toont een degelijk zelfgebouwd vlot op een kali met daarop een blanke en een bruine
‘Het jaar 1983 ziet Pattynama als het jaar van de comingout van de Indische tweede generatie’ heemse vrouw met wie de Europese vader samenwoonde. Een inlandse vrouw als (voor)moeder hebben was not done in de periode 19001942. Pattynama spreekt over ‘de verschillende manieren waarop Indo’s al voor de oorlog met hun zelfbeeld aan het goochelen waren’. Het wegmoffelen van de inlandse grootmoeders heeft veel onwetendheid over de eigen herkomst veroorzaakt. Later komen de zaken weer heel anders te liggen. Essayschrijver Rudy Kousbroek (1929-2010) claimt dat hij Indischer is dan de Indische tweede generatie, waarop Siem
Kousbroek had als totok, blanke Europeaan, geen last gehad van de bijbehorende discriminatie! Herinneringsgemeenschap De foto’s, verspreid in het boek,
roeier van onder de tien. Het nog jongere Indonesische meisje is hun enige passagier. Jan Boon, alias Tjalie Robinson, alias Vincent Mahieu (1911-1974), groot-
vader van Siem Boon, richt in 1958 ‘Tong Tong, het enige Indische blad ter wereld’ op. Robinson roept zijn lezers op verhalen te sturen, maar ook foto’s. Erfgoed voor de volgende generaties. Met het publiceren en daarmee verspreiden van de familiefoto’s vindt er een verschuiving plaats van privé naar publiek. Robinson maakt op deze wijze van de Indische migranten een groep met eigen herinneringen, een ‘herinneringsgemeenschap’. Schrijver, journalist en historicus Rob Nieuwenhuys (19081999), van Indisch-Nederlandse komaf, wordt door de Werkgroep Indische Letteren de nestor van de Indische letteren genoemd. Onder het pseudoniem E. Breton de Nijs schrijft hij onder meer ‘Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbum’, 1954, en ‘Oost-Indische spiegel. Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven vanaf de eerste jaren der compagnie tot op heden’, 1972. In 1972 corresponderen Nieuwenhuys en Robinson over de njai. Robinson ziet het Indisch concubinaat als een huwelijksvariant waarbij de vrouw buiten haar groep treedt en sociale en culturele grenzen slecht. Nieuwenhuys ziet de njai als de ‘moeder van alle Indische mensen’. Uit ‘Komen en blijven’, 1982 van R. Nieuwenhuys, komt het portret van Njai Rohani. Ze staat nu afgebeeld op bladzijde 69 in ‘Bitterzoet Indië’. Een vrouw om in je hart te sluiten. Pattynama heeft een vriendelijke, humoristische vertelstem, informerend en beslist. Haar manier van inhoud geven aan boek en beeld is prikkelend. Ze inspireert tot het opnemen van een boek, het zien van een film of documentaire of te verzinken in de wereld van een foto. Pattynama neemt de lezer mee op haar helikoptertocht en geeft deze zo een overzicht. Het is werkelijk goena goena (zwarte magie) om in 224 bladzijden, met de noten en de bibliografie erbij geteld 268 bladzijden, de argeloze lezer te transformeren tot de geïnformeerde lezer die na dit werk alles wat over de ex-kolonie wordt vervaardigd in de vorm van letteren, films, documentaires, strips, musicals en foto’s zal weten te duiden. Pattynama heeft ons met dit werk een kostbaar platform geschonken. Pamela Pattynama: ‘Bitterzoet Indië. Herinnering en nostalgie in literatuur, foto’s en films’. Uitgeverij: Prometheus-Bert Bakker Prijs: € 24,95 ISBN: 978 90 351 3295 5
15
cultuur<
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
Het tragische lot van een Haagse agent in bezettingstijd
Een staaltje volmaakte geschiedschrijving Door Thijs Kramer
Zanger Nik van den Berg van F. >Foto: Jerney de Jong
F maakt belofte waar met nieuw album Er is veel veranderd bij F. Nadat F ruim een jaar geleden een platencontract bij CNR Music tekende, is er frisse wind gaan waaien bij de Haagse band. De nieuwe weg die is ingeslagen, leidde de band, die al eens in het voorprogramma van Golden Earring stond, naar het eerste volwaardige album: ‘Drama op de Dansvloer’. Door Kim Andriessen
Voordat F bij het gerenommeerde platenlabel tekende had het in eigen beheer al de albums ‘Fantasiez’ (2007) en ‘Famous’ (2012) uitgebracht. Met een aanstekelijke mix van funk, rock en hiphop verwierf F erkenning en sympathie. Dit resulteerde in onder andere optredens bij ‘De Wereld Draait Door’ en ‘Giel!’ en een notering in de top 5 van de iTunes-hitlijst. Steeds meer werd F, samen met onder anderen De Kraaien en Ed Struijlaart, een uithangbord van een nieuwe lichting Haags muziektalent. De beloning hiervoor ontving F in de vorm van de Haagse Popprijs in de categorie ‘Aanstormend Talent’ (2007). Nederlandstalig De tijd is nu voor F aangebroken om deze belofte waar te maken. Om dit te realiseren kiezen de bandleden Nik van den Berg, Lars van Zanten, Richie Bleijenberg en Damion Grey voor een koerswijziging. Belangrijkste veranderingen zijn dat de Engelse lyrics hebben plaatsgemaakt voor Nederlandstalige teksten en de band zich meer als een volwassen groep profileert. Het is F menens. Met het eerste volwaardige album onder een label wil de band een sprong voorwaarts zetten. De serieuzere benadering – niet meer
alle titels beginnen, zoals voorheen, met de letter F – betekent niet automatisch dat de band muzikaal ook met een totaal vernieuwd geluid komt. De aanstekelijke mix van rock, funk en rap waarmee F de afgelopen jaren waardering heeft afgedwongen, is niet verloren gegaan. Door het bewandelen van nieuwe wegen buit F deze kwaliteiten op het nieuwe album, ‘Drama op de Dansvloer’, zelfs verder uit. Zo bevatten de dertien nummers op ‘Drama op de Dansvloer’ de herkenbare combinatie van pop, rock, funk en rap. De tracks zijn rijk geïnspireerd en bevatten pakkende, meezingbare melodieën. Op het ene nummer is de begeleiding complex (bijvoorbeeld ‘Nathalie’), terwijl het album ook nummers bevat waarop de muziek meer rechttoe-rechtaan is. Zo rockt het refrein van ‘Night One Stand’ op een manier waarvoor Bon Jovi zich niet zou schamen. Albumpresentatie F presenteerde ‘Drama op de Dansvloer’ enkele weken geleden in een afgeladen Supermarkt, op de Grote Markt. Jong en oud bevolkten de dansvloer en zongen luid mee. En passent werden de heren ook nog uitgeroepen tot huisband van de Supermarkt. De programmeur van het poppodium verklaarde tegenover een uitzinnige menigte dat hij geen band kent met een trouwere schare fans dan F en dat het een groep is waar de stad trots op kan zijn. Het mag duidelijk zijn, de ster van F is rijzende en ‘Drama op de Dansvloer’ zal dit verder in de hand werken. De Haagse band heeft met dit album een even vernieuwende als gewaagde stap gezet. Eén waar ze trots op kunnen zijn.
Den Haag tijdens de bezetting. Op 10 mei 1944 wordt Hagenaar Henk Kompagnie gearresteerd als hij aan het schoffelen is in zijn volkstuintje bij het Zuiderpark. Een Duitse militair die in het gezelschap is van een collega van Kompagnie komt hem halen. Het zoontje van Kompagnie is er ook. Die moest de weg wijzen naar de tuin, toen de twee mannen bij het gezin Kompagnie aan de deur stonden. Hij wordt meegenomen naar de Scheveningse strafgevangenis. De beschuldiging is het verlenen van hulp aan een onderduiker, een gedeserteerde SS’er nota bene. Via de concentratiekampen Vught, en Sachsenhausen, komt hij uiteindelijk in Neuengamme terecht en zal daar sterven. Ziedaar in kort bestek het vroegtijdige einde van deze Henk Kompagnie; brave diender van het Haagse politiekorps. Afkomstig uit de Achterhoek, trouw kerkganger, echtgenoot en vader van zes jonge kinderen. Was hij een verzetsheld? Nauwelijks. Op aandringen van een buurman nam hij enkele dagen de betreffende onderduiker in huis. Meer om de buurman ter wille te zijn, dan om het vaderland te dienen. De onderduiker, Jan Bakker bleek ook nog eens een mispunt te zijn, een opschepper die de wildste verhalen rondstrooide. Voor hij bij het gezin Kompagnie terechtkwam, had hij al een hele reeks andere adressen versleten. Niemand vertrouwde hem, iedereen was blij als hij weer ophoepelde. In een gezin had hij aangepapt met de minderjarige dochter van het gezin. Zeer tegen de zin van haar ouders. Ze stuurden hem weg, maar de dochter was zo in zijn ban dat ze ook het huis verliet. De moeder was radeloos en stapte naar de Duitsers om Bakker aan te geven. Was zij een landverraadster? Nauwelijks. Ze wilde haar dochter uit de klauwen van dit onbetrouwbare sujet redden. Maar ze noemde de naam van Kompagnie en dat betekende zijn einde. Flikflooien De geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog wordt nogal eens uitgelegd aan de hand van kleuren. Lou de Jong was de man die tamelijk strikt het zwart-wit schema hanteerde. Je had goede en foute Nederlanders. Iedereen moest nu eenmaal de keuze maken voor of tegen de Duitse bezetting te zijn. Chris van der Heijden bracht daar een correctie op aan met zijn boek ‘Grijs verleden’. Daarin betoogde hij dat goed en fout vaak niet te onderscheiden waren. De meeste Nederlanders waren noch goed, noch fout, maar probeerden vooral niet op te vallen. De beste strategie om de oorlog te overleven. In zijn bejubelde boek ‘De vergelding’ hanteert Jan Brokken geen kleuren, maar in zijn beschrijving van de gebeurtenissen in het dorp Rhoon tijdens de bezetting, laat hij zien dat het genuanceerder zat dan het grijs van Van der Heijden. Hij vertelt van een gezin waarvan de dochter in het voorhuis met een Duitse soldaat ligt te flikflooien terwijl ze niet weet dat haar
vader in het achterhuis onderduikers verborgen houdt. Goed en fout spelen een rol, maar ook wat je bereid bent te doen om te overleven. Het boek over Henk Kompagnie deed me denken aan het boek van Brokken. Ook hier wordt microgeschiedschrijving bedreven. Wat het boek aantoont, is dat een goed-foutschema vaak wel enigszins toepasbaar is, maar al snel te grofkorrelig wordt. Vooral wordt duidelijk dat er altijd andere dingen meespelen. De moeder die Jan Bakker aangaf, deed dat vooral om haar dochter te beschermen. Dat hij een oud-SS’er
was, sleepte ze erbij om het goed te praten. Na de oorlog had ze heel veel spijt. Kliederboel Auteur Jan Kompagnie, de neef van Henk, heeft zeer consciëntieus de laatste maanden van het leven van zijn oom Henk gereconstrueerd. Deels op basis van intensieve navraag in de familie en door nauwgezet archiefonderzoek. Waar hij geen informatie boven water kon krijgen, heeft hij de omstandigheden gereconstrueerd. Zo is er geen verslag van Henk in de gevangenis van Scheveningen, maar Jan beschrijft die op basis van andere bronnen uit die tijd. Tot aan de kleur van de vloertegels. Hier en daar geeft hij wel erg veel details. Niettemin is dit een staaltje nagenoeg volmaakte geschiedschrijving. Een klein onderwerp tot in detail uitgezocht. In die bescheidenheid geeft het een dieper inzicht in de omstandigheden van de bezetting dan menig overzichtswerk. Het was niet zwart, wit of grijs. Oorlog is een kliederboel. Jan H. Kompagnie: Held tegen wil en dank. Het tragische lot van en Haagse agent in bezettingstijd. Uitgeverij Balans.€ 19,95
De familie Kompagnie met uiterst rechts Henk Kompagnie. > Foto: Nationaal Archief
16>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
Haags historisch sportmonument Het Huys van den Jager
‘De mooiste skybox van Den Haag’ ‘De Huisjes’, noemt men ze bij HVV. Ze stonden er al voordat De Diepput een sportterrein werd. Sterker nog: De Diepput als sportterrein begon ermee. Het was in 1898 dat op deze plek werd besloten dat de club zich hier zou vestigen. Toen was het nog de woning van de jachtopziener. Nu zijn het luxeappartementen. Die hevig in trek zijn en dat is ook niet zo gek. Door Martin van Zaanen
> Foto: Nacra
Scheveningse catamaran Nacra 17 verovert de wereld
‘Olympische status verandert alles’ De Olympische Spelen in Rio de Janeiro (2016) worden het absolute hoogtepunt voor Gunnar Larsen. De catamaran Nacra 17 van de Scheveninger debuteert in Brazilië als Olympische zeilklasse. Een opmerkelijk verhaal gebaseerd op een slimme gedachte. Door Arnout Verzijl
Het begon allemaal met een ingeving. Een briljante ingeving welteverstaan. In 2011 schreef de wereldzeilfederatie ISAF een decreet uit voor een nieuwe Olympische zeilklasse: mixed multi hull racing, zeg maar catamaranzeilen. Gunnar Larsen las het bidbook met de strenge criteria waaraan de boot moest voldoen. Concrete regelgeving met als doel een spectaculaire versterking van het zeiltoernooi. Om de televisiekijkers te plezieren. Als enige van zeven wedlopers besloot Larsen een geheel nieuwe boot te ontwerpen. “Dat was een investering van rond de 200.000 euro. Maar het was het waard. Tijdens de trials in het Spaanse Santander scoorde onze boot het beste van alle kandidaten. Eigenlijk wisten we toen al dat onze boot de beste zou zijn”. Tijdens het ISAF-congres in mei 2012 in Italië kwam de definitieve bevestiging. Gunnar Larsen werd aan het Lago Maggiore uitgeroepen tot eigenaar van een Olympische zeilklasse. De catamaranfabrikant had op zijn succes geanticipeerd. Binnen een uur waren er dertig catamarans verkocht door zijn in allerijl samengestelde telefoonteam. Sindsdien weet de internationale zeilwereld de weg
naar de Hellingweg in Scheveningen moeiteloos te vinden. De hele wereld moet en zal zijn catamaran bevaren. In Brazilië, op Tahiti of in Engeland; ieder land met Olympische zeilambities verstevigde haar vloot sindsdien met diverse in Scheveningen gebouwde catamarans. De eis van het ISAF en het IOC was het creëren van gelijke omstandigheden. Dus levert Larsen, samen met zijn zakenpartner Peter Vink, complete boten af. In de grote loods in Scheveningen worden de boten, minuscuul en tot in de fijnste details, in orde gemaakt. “De Nacra17 staat garant voor spektakel. De zwaarden, die krom onder de boot hangen, genereren lift. Als de boot te zwaar en te diep ligt met veel wind, kan hij verticaal uit het water stuiteren. Dat is allicht niet snel, maar wel spectaculair voor fotografen en toeschouwers”, zegt Larsen. Toonaangevend Wegens windstilte viel het allereerste WK Nacra 17 een beetje tegen, vorig jaar zomer. Amper een briesje voor de kust van Scheveningen tijdens de medaille-race. De Fransen Billy Besson en Marie Riou werden wereldkampioen. De Nederlandse catamaran met Renee Groeneveld en Karel Begemann eindigde als vierde. In de Nacra 17 moeten een man en een vrouw een duo vormen. Hoe onderscheidt de Nacra 17 zich van andere catamarans? “We waren moeilijk te differentiëren van andere, want waar maakten we het verschil? Maar nu de Nacra 17 Olympisch is, is er plots een wereld van verschil merkbaar. Het is werkelijk ‘overwhelming’ hoeveel aandacht
we wereldwijd genereren. Het vergrootglas is op ons gericht. In feite kunnen we nu stellen dat we nu de toonaangevende fabrikant voor catamarans tussen de vier en zes meter zijn. En dat allemaal dankzij onze Olympische status”. Ook al is hij zelf een verdienstelijk zeiler en is hij getrouwd met Olympisch medaillewinnaar Lisa Westerhof, de Nederlandse boot op de Spe-
‘We waren moeilijk te differentiëren van andere, want waar maakten we het verschil?’ len van Rio hoeft niet op een voorkeursbehandeling te rekenen. “Het is aan de zeilers om onderling te bepalen wie er het beste mee omgaat”, zegt Larsen. “Wij trachten een zo goed mogelijke boot te bouwen waarmee zeilers het beste uit zichzelf kunnen halen. Het zou niet goed zijn als er spulletjes van ons kapot gaan om de verkeerde redenen, waardoor mensen buiten het podium vallen. Het gaat uiteindelijk op de Nacra 17 om goud, zilver of brons en dat houden we goed in het oog”.
Het iconische hoekpand van het HVV-terrein is er sinds 1873. Kijk het daar stijlvol tussen de bomen staan. Veel ramen, rode puntdaken. In het centrale gedeelte een balkon en een trots torentje met een leeuw als windhaan. Op de Van Hogenhoucklaan 41 a tot en met d duurt het niet lang voordat je vergeet dat je in de stad bent. Landelijk tot en met. Zodra het donker wordt floept in het torentje automatisch een licht aan, wat het geheel in een feeërieke gloed zet. Een pand dat er al ruim 140 jaar staat, vergt nogal wat onderhoud. Zo was er een grote verbouwing in 1989. Dat was ook het moment dat van het ene pand vier luxeappartementen werden gemaakt. In 2000 was er een grootscheepse opknapbeurt. Net als aan het begin van dit jaar. Sinds 1947, toen de club eigenaar van het terrein werd, heeft HVV ‘De Huisjes’ in bezit. Een lange tijd was Shell de vaste huurder. Die liet er expats in wonen. Het huurcontract met Shell liep begin dit jaar af. Er kwam weer een grootscheepse opknapbeurt, dit keer vergezeld van een modernisering van de inrichting. Zo konden de appartementen sinds mei in de vrije verhuur, nu via BizStay The Hague, een bedrijf dat woningen steeds voor korte tijd in onderhuur aanbiedt. Op de eerste etage van het pand opent Dennis Kellner, directeur van BizStay, de lamellen en zegt met een weids gebaar en brede grijns: ‘Aanschouw de mooiste skybox van Den Haag’. Het uitzicht op De Diepput, de karakteristieke kleedkamers links, het traditionele clubhuis met terras rechts en daartussen het groen waarop een cricketwedstrijd wordt gespeeld, mag er inderdaad zijn. Om niet te zeggen dat het er één uit duizenden is. Algemeen voorzitter Ruud Paardekooper staat er trots bij en verzorgt een klein historisch college: “En dan
te bedenken dat dit gebouw er al stond voordat De Diepput een sportterrein werd. Sterker nog: De Diepput als sportterrein begon met ‘De Huisjes’. Je moet je voorstellen dat Clingendael in die dagen nog helemaal doorliep tot park Arendsdorp. Voor de rest: bos- en weidegronden. Allemaal in bezit van Baron Arnout van Brienen van de Groote Lindt. In het begin voetbalde HVV op het Malieveld – destijds nog Maliebaan genoemd. Ondanks dat het daar één grote oefening in improvisatie was, beviel het de club er best. Er kwam ook veel publiek op af. Toen werd het door de burgemeester verboden. En begon een zoektocht naar nieuwe grazige weiden. Het nieuwe terrein vond men anderhalve kilometer verderop”. Vlag “Onze aanvoerder, tevens voorzitter, meester Frederik Kleyn, kende de baron en vroeg aan hem of ze wat grond mochten huren om op te cricketen en te voetballen. Dat mocht, maar dan wel buiten het gezichtsveld van de baron. En zo gebeurde het dat je Kleyn vanaf het huis van de baron deze kant op kon zien lopen, vergezeld van de jachtopziener. Aangekomen bij diens huis, ‘Het Huys van den Jager’, werd de meegenomen HVV-vlag gezwaaid en die bleek vanaf die plek door de baron niet meer te zien. Dus kwam hier, op wat toen de achterste Diepput werd genoemd, het eerste veld”. Dennis Kellner: “En de rest… is geschiedenis”. Hij heeft het verhaal vaker gehoord maar omdat hij gevoel voor dit soort dingen heeft, kan ook hij er geen genoeg van krijgen. Vanaf dag één dat dit historische sportmonument in de verhuur ging, waren de appartementen zeer gewild. Bij zeer uiteenlopende huurders. Zoals een professor die een aantal maanden gastcollege in Leiden gaf. En tijdens het WK in het Kyocera Stadion zat de afvaardiging van de Australische hockeybond hier. Het bedrijf van Kellner heeft ruim zestig appartementen in beheer. “Maar op deze krijgen we de meeste reacties”. Nog één keer werpt de directeur een blik naar buiten. “Tijdlozer dan dit wordt het niet. Mensen verblijven hier om diverse redenen. De lengte van hun verblijf verschilt. Maar zodra het erop zit, zeggen ze allemaal hetzelfde: ‘Ik wou dat ik hier voor altijd kon blijven”.
Het uitzicht op De Diepput, de karakteristieke kleedkamers links, het traditionele clubhuis met terras rechts en daartussen het groen waarop een cricketwedstrijd wordt gespeeld, mag er zijn. >Foto: Bert Tielemans
17
sport<
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
André
Sport 1 Open behoudt goede naam, maar:
Oranje met Haags kwartiertje
‘We zijn niet meer zo exclusief ’
Ivo Pols: ‘Er zijn veel factoren waarom tennissers voor Scheveningen kiezen’. >Foto: Bert Tielemans
Voor de 22ste keer worden van 7 tot en met 13 juli op de Metsbanen de internationale tenniskampioenschappen van Scheveningen, sinds 2013 Sport 1 Open geheten, afgewerkt. Toernooidirecteur Ivo Pols, die vanaf het eerste uur bij de organisatie betrokken is, koestert de status van het evenement. “Wij hebben ons plekje op de tenniskalender inmiddels wel verdiend”.
I
Door Klaas-Jan Droppert
vo Pols (65) maakt ruim een week voor aanvang van het toernooi een ontspannen indruk. De toernooidirecteur heeft vaker met het bijltje gehakt en dus hoeft hij niet meer nerveus te worden. Ook niet als de Sport 1 Open met rasse schreden nadert. “Alleen drie weken voor het toernooi is het even spannend”, zegt hij. “Dan wordt bekend welke spelers aan het toernooi zullen meedoen”. Maar ook dat is geen zenuwslopend moment, omdat Pols weet dat hij er geen invloed op heeft. De hoogstgeplaatste spelers op de ATP-ranglijst, die zich voor deze challenger hebben ingeschreven, komen namelijk naar Scheveningen. Er hoeft dus niet, zoals Richard Krajicek voor het ABN AMRO-toernooi doet, urenlang met tennissers getelefoneerd te worden om hen over te halen. “De beste 22 die zich hebben ingeschreven worden rechtstreeks toegelaten. Dat is gewoon afwachten, want ik ga niet lobbyen en pak niet de telefoon om spelers te vragen zich voor ons toernooi in te schrijven. Ik heb wel nog een aantal wildcards op zak, die ik mag uitdelen. Die gaan vaak naar Nederlands talent, maar helaas is dat er momenteel heel weinig. Vaak wacht ik zo lang mogelijk met het vergeven, want er kan altijd een interessante speler snel op Wimbledon worden uitgeschakeld. En opvallend vaak kiezen die dan nog voor een challenger in plaats van op vakantie te gaan”. Reputatie Dat Pols niet hoeft te lobbyen, komt door de reputatie van het Sport 1 Open (voorheen Siemens Open). De goede naam van het toernooi snelt
vooruit. “Naast uiteraard prijzengeld zijn er nog andere factoren die voor tennissers een rol spelen om voor Scheveningen te kiezen. Is het toernooi makkelijk of moeilijk te bereiken? Een challenger spelen in de binnenlanden van Iran is toch een stuk minder aantrekkelijk. Wat vaak wordt onderschat, is dat tennissers graag voor publiek spelen. Dan kiezen ze liever voor ons dan voor een toernooi in Verweggistan met vijftig toeschouwers. Bovendien zijn de faciliteiten in Scheveningen goed. We kunnen de tennissers nog steeds in het Kurhaus onderbrengen. Dat is toch een andere uitstraling dan Hotel Mi-
beter dan bijvoorbeeld na Roland Garros als grote spelers zich voor de grastoernooien gaan opmaken. In die periode krijg je niet eens één speler uit de top 200 op je toernooi. Nu is na Wimbledon het grasseizoen voorbij. Wij hebben inmiddels ons plekje op de tenniskalender verdiend, hoeven er niet meer voor te vechten. Sterker, we hebben zelfs een streepje voor bij de ATP. Normaal gezien moet je aan het begin van het jaar een eerste, tweede of derde keuze van speeldata doorgeven, maar dat doe ik al vijftien jaar niet meer. Onze plek is bepaald. Het gaat zelfs zo ver dat als er verzoeken voor nieuwe evenementen voor
Tekenen voor finale met thuisspeler Robin Haase De Sport 1 Open kent een mix van de beste Nederlandse tennissers en een aantal Zuid-Amerikaanse gravelspecialisten. Met Thomaz Belluci (Brazilië) en Diego Sebastian Schwartzman (Argentinië) beschikt het toernooi over twee opkomende top 100-spelers. Schwartzmans landgenoot Horacio Zeballos is een favoriet voor de zege. Hij versloeg vorig jaar in de Chileense stad Vina del Mar niemand minder dan Rafael Nadal in de finale. De Belg David Goffin, die op Wimbledon maar net van Andy Murray verloor, is een gevaarlijke outsider. Ook de winnaar van vorig jaar, Jesse Huta Galung, is van de partij. Maar de meeste aandacht gaat natuurlijk uit naar de op zijn thuisbaan spelende Robin Haase. De nummer 1 van Nederland en verliezend finalist van vorig jaar is de grote favoriet. Pols: “Een thuiswedstrijd heeft vooren nadelen. Als lid kent hij natuurlijk de omstandigheden en voor hem is alles vertrouwd. Maar tegelijkertijd worden de verwachtingen hoog opgeschroefd en kan hij niet ongestoord op het complex rondlopen. Die verwachtingen worden alleen maar groter omdat Haase nog nooit het toernooi heeft gewonnen. Bovendien is dit het enige toernooi dat hij dit jaar in Nederland speelt, want het ABN Amro en Rosmalen heeft hij laten schieten. Dus wie hem wil zien spelen, kan alleen in Scheveningen terecht. Dat maakt het er ook niet makkelijker op. Maar voor een finale met Haase zou ik tekenen. En niets ten nadele van de anderen, maar een zege voor Haase zou voor het toernooi een mooie opsteker zijn”.
mosa. En menig tennisser is in die week in het Holland Casino of de restaurants te vinden. Zulke omstandigheden maken ze echt niet overal mee. Er zijn genoeg challengers die alleen maar een koek-en-zopietent hebben”. Niet alleen tennissers zijn goed bekend met de Metsbanen, ook de wereldtennisbond ATP houdt rekening met de belangen van Pols. “Wij zitten een week na Wimbledon. Dat is veel
die week worden ingediend, de ATP vraagt of wij daar problemen mee hebben. Is dat een toernooi in Finland, Zuid-Amerika of met een andere ondergrond, dan voorzie ik geen problemen. Vervelender is als het een toernooi met een hoger prijzengeld dicht in de buurt is”. Mets Plaza Het is niet verwonderlijk dat Pols vasthoudt aan de goede reputatie.
Maar ook in Scheveningen zijn de hoogtijdagen voorbij. “Ooit waren we het belangrijkste challengertoernooi ter wereld, hadden we een budget van 450.000 euro. Nu is dat nog maar 250.000 euro en zijn we een middelgrote challenger. Ook wij hebben de crisis gemerkt, zodat je kunt stellen dat het geen feest is in tennisevenementenland”. De komst van sportzender Sport 1 vorig jaar als titelsponsor voor het afgehaakte Siemens betekent dat het toernooi veel publiciteit krijgt. “De finales worden zeker uitgezonden en misschien ook wel andere wedstrijden”. Toch gooit Pols het over een andere boeg. “Tot voor kort hadden we een sponsordorp, waar alleen genodigden en relaties mochten komen. Maar we merken dat sponsoring en relatiemarketing voor bedrijven moeilijk liggen. Het is ook niet makkelijk te verkopen dat je een tennistoernooi steunt, terwijl je mensen moet ontslaan. Daarom komt er in plaats van een sponsordorp nu een Mets Plaza waar iedereen kan komen. We zijn niet meer zo exclusief”. Pols verwacht dat Mets Plaza een grote aantrekkingskracht heeft. Hoewel de contracten met Sport 1 aflopen, zegt Pols dat het toernooi niet in gevaar komt. “Ik denk dat de bodem is bereikt, je ziet dat bedrijven alweer iets positiever naar de toekomst kijken. Als de nummer 1 van je plaatsingslijst de nummer 450 van de wereld is, moet je je afvragen waar je mee bezig bent. Maar we hebben opnieuw drie spelers uit de top 100. Zowel sportief als organisatorisch is het toernooi voor de komende jaren gegarandeerd”. Zelf denkt Pols langzaam aan afbouwen. “Ik wil graag de 25 jaar volmaken, maar we zijn bezig om in drie stappen de organisatie over te dragen. We waren altijd verenigd in de Internationale Tenniskampioenschappen Scheveningen BV. In Worldwide Sportsmanagement hebben we een goede opvolger gevonden. Zij regelen ook het zakelijke gedeelte voor het ABN Amro-toernooi. Dat gaat bij ons toernooi ook gebeuren en dan is het even afwachten of ik het tennisgedeelte nog voor mijn rekening neem”.
Wat is de koorts weer gestegen en wat zijn we weer allemaal trots op wat het grote Oranje presteert op het WK in Brazilië. We waren niet erg hoopvol en toegegeven ikzelf sprak van een mogelijke deceptie in de maand juni omdat de kwaliteit van de ploeg op de 4 sterspelers na in mijn ogen middelmatig is. Van Gaal presteert top als we onverwacht de voorronden doorkomen, schreef ik. Maar dat is op dit moment gelukkig al een feit. Als eerste over, is Oranje zelfs en met overtuiging naar de knock-out ronden. Hoe is dat nu toch mogelijk vragen wij ons allemaal af. Zijn het dan toch de kwaliteiten van de coach die de doorslag geven of is er meer aan de hand? Naar mijn mening lijkt er inderdaad meer aan de hand te zijn, maar zal dat uiteindelijk toch weer de hand van deze controversiële coach blijken te zijn. Allereerst is de ploeg opvallend fit en fris, hetgeen betekent dat ze het lang volhouden om in de organisatie te blijven spelen en druk uit te oefenen op de tegenstander. Om het moment dat de tegenstander is moe gestreden en geen antwoord meer heeft op het behoudende strijdplan, slaat Oranje toe. Dan zijn we meteen bij de volgende meevaller. De 4 topspelers zijn in blakende vorm. Zij maken het verschil. De balverovering van De Jong, de splijtende pass van Sneijder en de sublieme afwerking van Robben en Van Persie. De volgende meevaller is zonder enige twijfel de weergaloze manier waarop Memphis Depay steeds is ingevallen en daarmee de ploeg een impuls gaf en rendement. Zo jong en toch zo onbevangen spelen op een WK, doet vermoeden dat deze jongen een grote toekomst tegemoet gaat. De fitheid is een verdienste van de arbeidsfysioloog en de rest van de medische staf. De vorm van de grote 4 hangt af van het gevoel waarmee deze mannen op de training staan en zich in de wedstrijd moeten, kunnen en mogen manifesteren. Sturend is Louis van Gaal voor zijn staf en zijn spelers en duidelijk is zijn hand in het beleid waarmee hij wisselt. Er is dus inderdaad meer aan de hand, maar niets dat niet onder de sturing of eindverantwoordelijkheid van de coach valt. En dus kunnen we er niet omheen dat Louis van Gaal een topcoach is die onder het mom van beter goed gestolen dan slecht verzonnen tegen Chili het Haags kwartiertje heeft ingevoerd. Worden we wereldkampioen? Waarschijnlijk niet, want zelfs voor Van Gaal geldt: ‘Een coach is uiteindelijk zo goed als de spelers die hij tot zijn beschikking heeft’.
André Wetzel Oud-voetballer en trainer
www.ldt.nl
070 88 00 333
We blijven in het Lucent Danstheater! De verhuizing naar het Zuiderstrandtheater is tot nader order uitgesteld. Reden hiervoor is het terugdraaien van het Spuiforum, waardoor het Lucent Danstheater niet gesloopt wordt en dus langer beschikbaar blijft voor voorstellingen. Alle voorstellingen die voor komend seizoen gepland stonden in het Zuiderstrandtheater vinden gewoon plaats in het Lucent Danstheater.
Graag tot ziens, aan het Spuiplein!
<19
Vrijdag 4 juli 2014 > Den Haag Centraal
Liefdevol beeld van artistieke duizendpoot W.F. Gouwe De ondertitel van de beknopte monografie over W.F. Gouwe die Paul Hefting onlangs publiceerde, luidt: ‘schrijver, filosoof, dichter, ontwerper, tekenaar, goede amateurmusicus, stimulator van de nieuwe kunstnijverheid, bemiddelaar tussen opdrachtgevers en ontwerpers/kunstenaars, esthetisch adviseur van de PTT’. Dat is een hele mond vol, en vormt in zichzelf al een biografische schets. Wie was deze duizendpoot? Door Sjoerd van Faassen
De in Alkmaar geboren notariszoon Willem Frederik Gouwe (1877-1956) studeerde in Amsterdam theologie toen hij gegrepen werd door de literatuur. Hij was een fervent lezer van De Nieuwe Gids, het tijdschrift waarin lieden als Herman Gorter, Willem Kloos, Albert Verwey en Frederik van Eeden de literaire revolutie predikten. Gouwe’s twee jaar oudere broer Herman was beeldhouwer. Dat laat mogelijk iets zien van het kunstzinnige milieu waarin Gouwe moet zijn opgegroeid. Hefting stelt de retorische vraag of Gouwe tijdens zijn studiejaren in Amsterdam al tentoonstellingen van Breitner en van Van Gogh zag, bekend was met de in 1910 opgerichte Moderne Kunstkring. En of hij ’t Binnenhuis kende met zijn vooruitstrevende meubels en in 1911 de bouw van het Scheepvaarthuis van Van der Mey zag, één van de monumenten van de Amsterdamse School. Tijdens zijn Haarlemse gymnasiumtijd begon Gouwe mee te werken aan de schoolkrant met een op Couperus’ ‘Psyche’ geïnspireerd sprookje. Zijn literaire ontwikkeling zette zich voort en als Amsterdams student correspondeerde hij met Kloos over een bijdrage voor De Nieuwe Gids. “De titel alléén al, welk een aureool ze had […] vooral voor jongelingen met van ‘letteren’ beneveld hoofd”, schreef hij in 1946 in zijn herinneringen voor Huib en Jaap van Praag, de zoons van Gouwe’s collega bij de Dienst voor Aesthetische Vormgeving van de PTT bij wie Gouwe in die jaren inwoonde. Het is op deze herinneringen dat Hefting zich voor zijn verhaal grotendeels baseert en waarmee hij zijn tekst doorvlecht. De correspondentie met zijn gymnasiumleraar J.B. Schepers die Hefting heeft opgediept, laat goed zien wat voor ontwikkeling Gouwe in deze tijd doormaakte. Behalve aan De Nieuwe Gids werkte hij ook mee aan het bedaagdere tijdschrift De Gids,
W.F. Gouwe bij het Instituut voor Sier- en Nijverheidskunst in Den Haag. > Foto's uit het besproken boek
waartegen De Nieuwe Gids zich juist afzette. Heel principieel was Gouwe dus niet in zijn keuze. Ook zijn latere carrière kenmerkt zich door een zeker eclecticisme. Rond 1905 vond Gouwe een baan bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant, waar hij feuilletons schreef voor de zondagbijlage. Een vondst van Hefting zijn de kinderboeken die Gouwe vanaf 1913 onder het pseudoniem Alfred Listal bij de bekende uitgever Gebr. Kluitman in Alkmaar publiceerde en soms ook zelf illustreerde. Voor uitgeverij C.A.J. van Dishoeck in Bussum ontwierp hij boekbanden, onder meer voor uitgaven van A. Roland Holst – met wie hij bevriend zou raken – en de Vlaamse prozaschrijver Cyriel Buysse.
te verstrekken. Gouwe verzorgde zelf drie jaarboeken, respectievelijk ‘Ruimte’ (1929), ‘Werk’ (1930) en ‘Vorm’ (1931). Hefting laat goed zien hoe Gouwe bij elk van deze jaarboeken schipperde tussen traditie en vernieuwing. De oorlog bracht Gouwe door in de provincie. Na de oorlog zou hij plaatsvervangend Aesthetisch Adviseur bij de PTT worden. Hij bekleedde deze post tot 1952, toen Chris de Moor hem opvolgde. Gouwe slaagde erin de Dienst voor Esthetische Vormgeving (DEV), zoals die later heette, een vaste plaats te geven binnen de PTT. De DEV was tot de opheffing een belangrijke opdrachtgever in de Nederlandse vormgeverswereld. In feite zette Gouwe hier zijn werk voor het ISN met andere middelen voort. De kwalificatie ‘goede amateurmusicus’ in de ondertitel van Heftings monografie is (onbedoeld) grappig, omdat die lijkt te suggereren dat Gouwe in al die andere hoedanigheden niet zo ‘goed’ was. Heftings boeiende boekje laat echter onweerlegbaar zien dat dat niet het geval was, maar dat Gouwe inderdaad al die aspecten meer dan gemiddeld beheerste. Hefting ziet als motto voor Gouwe’s leven: ‘Beweging is onvermijdelijk verandering, en leven en beweging zijn één’. Indachtig dat uitgangspunt heeft Gouwe met zijn veelzijdigheid en gretige vernieuwingsdrang gedurende zijn werkzame leven een groot stempel op de vormgevingspraktijd gedrukt.
Stimulator Paul Hefting, ‘Willem Frederik Gouwe (1877Gouwe’s grootste belang ligt echter in 1956)’. Uitgelezen Boeken jaargang 16, numzijn rol als stimulator en organisator op mer 4. Uitgeverij De Buitenkant, Amsterdam, het gebied van de kunstnijverheid. In ISBN 978 94 90 913 44 1, 48 pag., €12,50. 1904 werd de Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst (VANK) opgericht, die zich inzette voor de herleving van de toegepaste kunsten. De Omslag jaarboeken die de VANK sinds 1919 uit- VANKgaf vormden niet alleen een vloot- jaarboek schouw in woord en, bijna nog belang- ‘Vorm’, 1931 rijker, beeld van de verworvenheden van de toegepaste kunsten, maar gaven ook richting aan de kunstnijverheid. Gouwe trad op als redacteur van die jaarboeken, maar werd in 1921 ook directeur van het Instituut voor Sier- en Nijverheidskunst (ISN) dat overheden en bedrijven stimuleerde ont- Omslag ‘Bep, wat wil-je nog meer?’ dat Gouwe werpers opdrachten onder het pseudoniem Alfred Lista publiceerde.
stadsgroen
Venijnboom
De venijnboom (Taxus baccata) is een conifeer uit de taxusfamilie (Taxaceae). De boom, die vaak kortweg met ‘taxus’ wordt aangeduid, groeit erg langzaam, maar kan wel 12 tot 20 meter hoog worden. Hij kan ook zeer oud worden: in Engeland zijn een paar exemplaren gevonden die er al vanaf het begin van onze jaartelling staan. De Taxus is alom bekend door het algemene gebruik als haag en heg. Menig landgoed, park of begraafplaats wordt omheind door ettelijke meters taxushaag, maar ook in de stad zijn veel taxussen te vinden, zowel rond een fin de siècle-voortuintje als een nieuwbouwtuin. De groenblijvende bomen laten zich geweldig goed snoeien, daarna lopen ze weer prima uit. Ook een heel rigoureuze snoeibeurt verdragen ze bijzonder goed, de boom kan zelfs uitlopen op oud hout. De boom is wel zeer giftig: hoefdieren die van de venijnboom en van de bessen eten, sterven, en ook bij het zagen en het verwerken van venijnboomhout komt houtstof met giftige bestanddelen vrij. Die giftige bestanddelen kunnen echter ook positief worden gebruikt: in medicijnen tegen kanker. In feite is de stof baccatine uit de taxus zelfs het meest gebruikte product tegen bepaalde vormen van kanker. Baccatine zit alleen in de variant Taxus baccata, en dan met name in de jonge, lichtgroene scheuten.‘Taxol’ en ‘Taxotere’, de medicijnen tegen kanker, worden gemaakt door het taxussnoeisel te
drogen. En daar kunt u, als bezitter van een taxushaag actief aan meewerken, door het snoeisel van uw haag en heg te laten ophalen. Er zijn een paar spelregels: 1) het snoeisel moet komen van de Taxus baccata, die te herkennen is aan de zeer donkergroene, niet prikkende naaldjes, 2) alleen de éénjarige twijgjes van de Taxus baccata zijn geschikt. Oudere en dus dikkere takken mogen niet verwerkt worden, 3) het snoeisel moet droog zijn. Snoei geen natte taxushaag en zorg dat ook na het snoeien het snoeisel droog in zakken gaat, 4) er mogen geen zand, steentjes, andere planten of andere vervuiling in het snoeisel terechtkomen. Het is daarom handig om een laken of een zeil op de grond te leggen, 5) het snoeisel moet al binnen 24 uur nadat het geknipt is, verwerkt worden anders gaan de werkzame stoffen verloren. Doet u mee? Taxussnoeisel kan ingezameld worden tot ongeveer september. Daarna loopt het baccatinegehalte van de plant snel terug. Voor één sessie chemotherapie is 18 gram werkzame stof nodig, dat is 1 kubieke meter snoeisel, oftewel zo’n 30 meter haag.In Nederland wordt taxussnoeisel helaas, anders dan in België, nog niet grootscheeps ingezameld. Maar u kunt wel een gratis telefoonnummer bellen! Kijk op www.taxussnoeisel.nl of bel Stolk Medicinal Plants BV Boskoop op het gratis telefoonnummer: 088 –11 33 501. Het is een heel goed idee.
vioolles en feestjes en vriendinnen. Kiezen voor het beste is niet altijd kiezen voor het hoogste. Twijfel je nooit aan een beslissing? Twijfel je nooit of je het goed hebt gedaan? Natuurlijk. Altijd. Want niemand kan in de toekomst kijken. Een
docent niet, een ouder niet. Je stemt naar eer en geweten en hoopt dat het goed is. Vrijdag, in de kerk, tijdens de diploma-uitreiking, was ik trots. Op de jongen die zich van 2 havo naar 3 vwo heeft geknokt en met een prachtige lijst is geslaagd voor het vwo. Op de jongen die zes jaar geleden ook naar 2 havo ging, hortend en stotend zijn diploma haalde, maar groeide in 5 vwo en nu glorieus zijn tweede diploma in ontvangst neemt. Misschien had het ook anders gekund. Maar ik zie op die vrijdag twee stralende jonge mensen en ik denk: nee, we doen het niet misschien altijd goed. Maar ook dan, kòmt het soms goed. En krijgt ook een docent het voordeel van de twijfel.
Wendy Hendriksen
onderwijs
Het voordeel van de twijfel
Vrijdag was de diploma-uitreiking. Wat zagen ze er prachtig uit. De jongens in pak, de meisjes oogverblindend mooi in hun aller chicste èn kortste jurk, op hun allerhoogste hakjes. Als dat maar goed gaat, op de trap, denk je nog. Maar het gaat goed en het is feest. Ook voor ons, docenten. Want je hebt ze zien binnenkomen, in de brugklas, basisschoolpuppies nog, die eerste weken. Je hebt ze zien groeien, van onzekere pubers tot de mooie jongvolwassenen die er nu staan, op het podium, trots en fier, of toch nog wat verlegen en
ongemakkelijk. Het ontroert, ieder jaar weer, omdat je weet dat het voor sommigen niet altijd makkelijk is geweest. Het schooljaar loopt ten einde. Nog even, dan gaan we vergaderen. De onvoldoendes worden roodgekleurd, de punten geteld, de bevorderingsnormen nog eens nagelezen. De brugklas is het spannendst. Daar wordt beslist over havo of vwo. Daar wordt beslist wie van school moet. Want zittenblijven is geen optie. Niet in de brugklas. Als je onder een bepaald aantal pun-
ten zit, moet je van school. Als je boven een ander aantal punten zit, ga je naar het vwo, of naar het havo. Dat is helder beschreven. Maar zit je ergens ertussenin, dan zit je in de bespreekzone. De bespreekzone is schemerig en subjectief, de beslissing hangt af van de stemming onder docenten. Soms pakt het uit in het voordeel van de leerling, soms in het nadeel. Althans, zo voelt dat voor ouders, zo voelt dat voor een kind. ‘Waarom krijgt mijn dochter niet het voordeel van de twijfel?’, zo klinkt het aan de telefoon, door een teleurgestelde vader, of een boze moeder. Met het voordeel van de twijfel bedoelt de ouder het hoogste. Het vwo, niet het havo. Het havo, niet van school. Maar het voordeel van de twijfel is soms ook kiezen voor een stapje lager. Kiezen voor rust. Kiezen voor mooie rapporten, voor een heerlijke schooltijd, voor bouwen aan zelfvertrouwen en tijd voor hockey en
‘De bespreekzone is schemerig en subjectief, de beslissing hangt af van de stemming onder docenten’
Emmy van der Woude Docente wiskunde Maerlant Lyceum
20>de achterpagina
>Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 juli 2014
2
Lindertje Mans Buurt “Het Hofkwartier grenst aan mijn eigen woongebied. Er zijn leuke winkeltjes en cafeetjes. En Florencia <1>, dat is mijn grote Haagse favoriet. Tijdens een wandeling ontdekte ik allemaal verborgen kerkjes. Door de bedrijvigheid en het gemengde publiek is het een knus buurtje, dat iets buitenlands heeft en daardoor een vakantiegevoel geeft”.
mogelijkheden ziet. Van het theater heeft hij een levende, bruisende plek gemaakt”.
Podium “Ik ben echt heel blij met Zaal 3 in de Elektriciteitscentrale <2>. We hebben onze Paradevoorstelling daar gemaakt en al drie keer gespeeld. Er is een leuk café waar Daphne superlekker kookt. En let ook op de nieuwe tuintjes aan de overkant”.
Festival “Het is altijd een droom geweest om op de Parade te spelen. Den Haag heeft met het sprookjesachtige Westbroekpark de mooiste plek. En het Haagse publiek is het meest betrokken. Voor onze voorstelling komen alle teksten van Marktplaats. Er ging een wereld voor ons open”.
1
>Foto: PR
Strand “Ik ben fan van strandtent Zuid. Daar gaan we vaak op de fiets naartoe. Twee jaar geleden verhuisden we op de warmste dag van het jaar. Toen alles stond, zijn we naar het strand gereden om te zwemmen. Een van de leukste dingen van Den Haag”.
Modezaak “Op het Westeinde zit een nieuwe winkel met de naam ‘Heet strijken’ <3>. Ze hebben toffe vintagekleding. Het is een pop-up store, dus ik weet niet hoe lang ze er nog zitten”. Uitgaan “Eerst zelf een voorstelling spelen en dan doorzakken in het theater en de avond eindigen in karaokebar The Thai Princess aan het Achterom. Achteraf heb ik altijd hilarische herinneringen”.
3
>Foto: DHC
PLAATS
Hagenaar m “Cees Debets, de energieke directeur van Theater aan het Spui, omdat hij veel betekent voor mijn vakgebied en altijd positief is en
Hagenaar v “Deniese Donkers, de beste barvrouw van de stad met het mooiste Haagse accent. Toen ze nog bij Theater aan het Spui werkte, zag ik haar vaak. Nu staat ze achter de bar in Theater Dakota; ik mis haar echt een beetje”.
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Band “De funky band F <4> heeft een vette live-energie en -performance. Ik ken de zanger, Nik van den Berg, nog van de toneelschool. Ook tof: Jett Rebel. Ik heb hem zien spelen op de laatste editie van Life I Live”.
4
>Foto: PR
Lekkernij “Een ouderwets broodje ei bij Florencia: een wit bolletje met een lekker gekookt eitje. Dat is nergens anders meer te krijgen”. Restaurant “Est Est Est in de Wagenstraat is een leuk tentje met live jazzmuziek. Niet heel chic, een beetje Frans. Als de kok een paddenstoel vindt, maakt hij daar lekkere risotto mee. En ’s avonds verwerken ze de overgebleven ingrediënten in allerlei heerlijke kleine hapjes”. Theatermaker m “Paul Koek was mijn hoofddocent aan het conservatorium in Den Haag waar ik een master Muziektheater volgde. Hij benadert taal als muziek en muziek als theater. Een grote inspiratiebron”. Theatermaker v “Ik noem twee dames die bij het Nationale Toneel werken. Actri-
ce Anniek Pheifer <5>, zij heeft precisie en humor en maakt van elk personage iets bijzonders. En theatermaakster Laura van Dolron, zij gaat grote thema’s niet uit de weg en deelt haar onderzoek op geheel eigen wijze met het publiek”. Cadeauwinkel “Bij de 13 Rovers in de Boekhorststraat hebben ze prachtige retrolampen”. Terras “Ik zit bij gebrek aan balkon graag op een klapstoel voor mijn huis aan de gracht bij de Zoutkeetsingel. En net ontdekt: een heel leuk terrasje op een brug verscholen achter de Denneweg genaamd Hooistraat”. Typisch “De markt vind ik typisch Haags. Iedere keer als ik er ben, denk ik: ik moet vaker gaan. Sommige marktkooplui hebben een stem waar een operazanger een moord voor zou doen. Ik koop er altijd dadels en vijgen en na afloop eet ik een visje”.
5
Lindertje Mans (1986) is actrice. Samen met Joost Steltenpool speelt ze van 10 tot en met 13 juli op de Parade het theatrale concert ‘Marktplaatsmuziek’. In 2009 richtte ze met drie anderen Firma MES op. Deze theatergroep heeft Den Haag als thuisbasis. Lindertje groeide op in Grosthuizen in de buurt van Hoorn en volgde de toneelschool in Maastricht. Sinds twee jaar woont ze met haar vriend in de Schilderswijk.
>Foto: PR
Geheimtip “Stadsboerderij Jacobahof. Krant en koffie mee en dan op een bankje onder de bomen, superromantisch”.
Kurhaus, Scheveningen Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
(Het is zondagavond 13 juli, zojuist is de WK-finale Brazilië-Nederland verspeeld. In de bloedhete tent achter het Kurhaus zijn, behalve een uitzinnig publiek, de opgewekte presentator Genee en drie beteuterde mannen aanwezig) ‘Nou Johan, zeg het maar…’. ‘Het is een schande! Dat roep ik het hele tournooi al, Louis van Gaal is natuurlijk een uitstekende coach, maar hij heeft het nu te bont gemaakt. Dit kan echt niet, Nederland wereldkampioen, dat is zo tegen de Hollandse School in. Wat een flapdrol, die man, wat een kwal’.
‘Maar Johan, 4-1 in de finale tegen het thuisland Brazilië, dat is toch een prestatie’. ‘Nou, laten we dat niet overdrijven, hè. Dit Brazilië is niet beter dan AGOVV, het is een pure schande dat het maar 4-1 geworden. Kijk hem nou zien staan met die beker’. ‘Ja joh, hihihihihi, die motten ze nog van hem afpakken straks, dat mannetje, die neemt hem mee naar bed, kendie d’r lekker met zijn gouden pik tegen an rijen … hihihihihi’. ‘Dankjewel, René, we zien het helemaal voor ons. En Wim, ben jij wel een beetje blij’. ‘Nou, kijk …’. ‘Wacht even Wim, er zit iets wits
aan je neus, misschien moet je dat even …’. ‘Hihihihihi … dat is Vim joh … hé … Vim … Wim … voel je hem … hihihihihi … hé Willem … Hihihihihi’. ‘(snuif) Nou, kijk, je ken segge, se hebbe gewonne, maar het gaat op de manier waarop …’. ‘Maar laten we eerlijk zijn, het waren prachtige doelpunten en ze speelden goed’. ‘Ja, dat vind ik belachelijk, dat is weer zo’n bizar idee van Van Gaal, om dan opeens in de finale goed te gaan spelen. Dat is toch weerzinwekkend, een finale hoort niet om aan te gluren te zijn, en Nederland hoort te verliezen, dat is de Hollandse School …’.
‘Rustig, Johan, neem nog even een glaasje water …’. ‘Hihihihihi ...’. ‘Wat is er René?’ ‘Die Robben … dat mannetje …hihihihihi … die passeert zo even vijf van die Braziliaantjes … dat kan toch niet, joh …hè …hihihihi …’. ‘Wat vonden jullie van Cillessen, die stopt wel alle vier door de scheidsrechter aan Brazilië gegeven penalties …’. ‘Volstrekt belachelijk! Je ben te gast in Brazilië, dan ga je niet hun penalties stoppen, maar ja, dat is natuurlijk ook weer zo’n walgelijk idee van Louis van Gaal!’ Marcel Verreck