Als je overmorgen oud bent Ouderenbeleid 2016-2019
Steller: J. van Loon-ten Hove Versie: Datum :December 2015 Registratienummer: Z -15- 45151 / 43120
*
*
Als je overmorgen oud bent Als je overmorgen oud bent Wie zal er dan bij je blijven Om je pijntjes weg te wrijven En je zorgjes weg te doen Zonder al te bits te kijven Als je weer praat over toen Als je overmorgen oud bent Wie zal je dan moed inspreken En wie helpt je oversteken Als dat niet alleen meer gaat En wie zal de stilte breken Die als ijs rondom je staat Als je overmorgen oud bent Wie zal dan je bed opmaken En wie doet je kleine zaken En wie zorgt er voor je brood En wie zal er bij je waken Op de avond van je dood Als je overmorgen oud bent Zo oud dat je oren tuiten Wie helpt dan je neus te snuiten En wie helpt je op te staan En wie zal je ogen sluiten Als ze niet vanzelf dichtgaan.
- Jules de Corte, º1924 - †1996
II
Inhoud Inleiding
1
Huidige inzet
3
Kadernota 2016
4
Het gemeentelijk beleid voor de komende jaren
5
Het nieuwe sociale domein
5
Kwetsbare ouderen (Aandacht voor kwetsbaren)
5
Financieel kwetsbaar
6
Eenzaamheid.
6
Actieve en Vitale ouderen (Benutten van potentieel)
6
Beweging
7
Het vergroten van de maatschappelijke participatie
7
Het vergroten van de zelfredzaamheid in een passende en veilige woon en leefomgeving
7
Langer zelfstandig wonen
8
Woonvisie
8
Innovatie
9
Samenhang en integraliteit van maatschappelijke ondersteuning
11
Van beleid naar uitvoering
12
Tot slot
14
Bijlage I: Ervaringen en aanbevelingen ‘Themagroep Ouderen Rabobank het Haringvliet’
15
III
Inleiding Voor u ligt de nota ouderenbeleid. Deze nota beschrijft de activiteiten die de gemeente de komende jaren gaat ondernemen voor en met oudere inwoners. Samen met de Nota Mantelzorg en de Nota Vrijwilligersbeleid vormt ze een eenheid die ook van belang is voor onze oudere inwoner. Waar gaat het dan over? Wat is dat dan in aantallen? Wat is de leeftijdsgrens? In deze nota gaan we uit van af 65 jaar, de gemiddelde pensioenleeftijd. Vaak wordt nog uitgegaan van 55 jaar, maar met het opschuiven van de pensioenleeftijd en de toegenomen levensverwachting is het evident het ouderenbeleid te beschrijven vanaf 65 jaar. Goeree-Overflakkee telt in 2015 zo’n 48.300 inwoners. Dit aantal zal in 2030 naar verwachting gelijk zijn. Het aantal ouderen neemt echter toe op Goeree-Overflakkee, met name het aantal 75-plussers. In 2015 zijn dat er zo’n 4.100 en in 2030 naar schatting 6.800 (figuur 1). Dit is de leeftijdsgroep met de grootste zorgvraag. 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 2015
2020
2025 65-74
2030
75+
Figuur 1: Ontwikkeling aantal ouderen op Goeree-Overflakkee 2015-2030
Dit houdt in dat de gemeente zich ook moet bezinnen op een preventief aanbod. Aandachtspunten zijn: Gevolgen van maatregelen binnen de ‘Wet Langdurige Zorg’; Consequenties voor WMO; Aandacht voor levensloopbestendig wonen; Langer zelfstandig kunnen wonen;
1
Leefbaarheid en bereikbaarheid voor ouderen in alle woonkernen. Tegelijkertijd komt er door de vergrijzing een steeds grotere groep kwetsbare ouderen. Kwetsbaar door specifieke ouderdomsziekten als dementie of door vereenzaming. Daarnaast speelt bij de ‘oudere ouderen’, vanaf 75 jaar, ook een laag inkomen soms een rol. Het gemeentelijk beleid en het aanbod van voorzieningen zal afgestemd worden op de ontwikkelingen en wensen en behoeften van de nieuwe generatie ouderen. De gemeenteraad van Goeree-Overflakkee heeft daarom besloten het ouderenbeleid te vernieuwen. Vooruitlopend op deze nota heeft de gemeente van de Themagroep Ouderen Rabobank ‘Het Haringvliet’ aanbevelingen ontvangen in tien punten, welke zijn verwerkt in deze nota (zie pagina 12).
2
Huidige inzet Op dit moment wordt gebruik gemaakt van een ouderenbeleid dat door de vier voormalige gemeenten, Oostflakkee, Middelharnis, Goedereede en Dirksland, is opgesteld. Dit beleidsdocument draagt de titel “Een bijdrage aan de Civil Society’’, en stamt uit 2010. Dit beleid is daarom nog niet in lijn met het nieuwe sociaal domein. In dit ouderenbeleid is de uitvoering van de taken op het gebied van ouderen wat verdeeld over het eiland. 1. In de kernen Oostflakkee, Middelharnis en Goedereede was de stichting ZIJN (voormalige SWO en Companen) al actief. Men biedt twee producten aan; Ouderenadvies en Maatschappelijke Ondersteunende Activiteiten Ouderen (MOAS). De dienstverlening ligt vooral op informatieverstrekking, het matchen van vrijwilligers, preventieve activiteiten en vroeg-signalering, kennisontwikkeling van de adviseurs en het organiseren en ondersteunen van ontspannende activiteiten voor ouderen. 2. De kern Dirksland maakt gebruik van Stichting Bejaardenwerk. Omdat er nog geen nieuw ouderenbeleid is ontwikkeld, vindt al deze dienstverlening nog steeds in dezelfde vorm plaats. 3. Voor Goeree-Overflakkee als geheel is inmiddels een pilot in de vorm van een samenwerking tussen Kwadraad en ZIJN een signalerend huisbezoek onder 70 jarigen gestart. Het belang dat ouderen op Goeree-Overflakkee zo lang mogelijk zelfstandig en gezond leven, kan worden gediend met deze pilot. Waarbij wel uitdrukkelijk dient te worden aangetekend dat deze pilot op een zo kort mogelijk termijn dient te worden geëvalueerd op nut en noodzaak. 4. Huisartsen binnen onze gemeente hebben ingezet op een specialist ouderengeneeskunde. Ze zijn gesprekspartner van de ketenzorg dementie, gezinsgeneralisten en in actief gesprek met de gemeente over onderwerpen zoals ouderenzorg, mantelzorg enzovoort. 5. Initiatieven zoals de beweegtuin achter Nieuw Rijssenburg geven blijk van een andere kijk op ouder worden, dit initiatief verdient verbreding over meerdere woonkernen. Denkt u aan de Active Ageing1 beweging.
Active Ageing Nederland is een nationaal netwerk voor professionals op het gebied van gezond en zelfstandig oud worden 1
3
Kadernota 2016 Bij het schrijven van deze nota is rekening gehouden met de vastgestelde tekst uit de kadernota 2016, programma 6, welke als volgt luidt: ‘De veranderingen in het sociaal domein leiden ertoe dat ouderen langer zelfstandig thuis moeten wonen. Hierbij is het van belang dat het voor ouderen op Goeree-Overflakkee mogelijk is om hier invulling aan te geven. Hierbij kan gedacht worden aan het aanhouden van een gezonde leefstijl (Active Ageing), maar ook aan veiligheid in en rondom het huis, levensloop bestendig wonen, de aanwezigheid van (noodzakelijke) voorzieningen en de beschikbaarheid van hulpmiddelen. Hiertoe dient het ouderenbeleid herijkt te worden. Eind 2015 wordt gestart met het ontwikkelen van nieuw ouderenbeleid, inclusief een bijbehorend uitvoeringsprogramma. In 2016 wordt het beleid aan de raad ter vaststelling aangeboden. Het al aanwezige budget is in principe leidend.’
4
Het gemeentelijk beleid voor de komende jaren Het zal u niet verbazen dat ook in dit beleidsstuk de welbekende thema’s weer terugkeren. Vier beleidseffecten hebben een groot belang, namelijk:
Het vergroten van de maatschappelijke participatie;
Het vergroten van zelfredzaamheid in een passende en veilige woon/leefomgeving;
Vergroten van het rendement van maatschappelijke ondersteuning;
Leefbaarheid en vitaliteit in de kernen.
Stimuleren vrijwilligers
Ondersteunen mantelzorgers.
Het nieuwe sociale domein In eerste instantie zijn mensen verantwoordelijk voor zichzelf, voor de mensen om hen heen en voor de bijdrage aan de samenleving (maatschappelijke participatie). Mensen willen deze verantwoordelijkheid ook nemen. Voor de gemeente en organisaties ligt er daarnaast een taak om de lokale gemeenschap te faciliteren. Dat betekent goed kijken wat mensen nodig hebben om hun eigen leven te organiseren en om samen goed te kunnen leven. De partners waarmee de gemeente samenwerkt, bestaan uit de maatschappelijke organisatie de stichting ZIJN en professionals zoals Kwadraad, Curamare en de huisartsen, die taken uitvoeren op de verschillende thema’s gekoppeld aan ouderenbeleid. Denkt u hierbij aan de ketenzorg dementie en aan bijvoorbeeld het signalerend huisbezoek en de soos in een woon-zorgcomplex. Het is aan de organisaties om een passend aanbod te ontwikkelen en uit te voeren waarmee invulling gegeven wordt aan het beleid. Verder zijn daar uiteraard de woningbouwcoöperaties die een actieve rol vervullen in het meedenken en ontwikkelen van woningen zoals ook verwoord in de woonvisie van onze gemeente. De taak van de gemeente is het vervullen van een regierol. Dat houdt in dat de gemeente stimuleert, faciliteert, organiseert, partners en inwoners aanspreekt op hun verantwoordelijkheden, processen stroomlijnt en aanzet tot afstemming tussen betrokkenen. De gemeente vervult naast genoemde rol ook andere rollen. Zo is er de rol van uitvoerder op terreinen als schuldhulpverlening, minimabeleid en individuele verstrekkingen, dat lijkt een open deur in deze nota, maar het moet ook echt worden vermeld, en gecommuniceerd naar de ouderen toe. Daarnaast koopt de gemeente ook in, bijvoorbeeld bij de huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO. Voor de inwoners en partners van de gemeente is het belangrijk om duidelijk te zijn over de invulling van deze diverse gemeentelijke rollen. Kwetsbare ouderen (Aandacht voor kwetsbaren) De doelgroep voor actieve inzet van gemeentelijk ouderenbeleid wordt primair gevormd door burgers die ondersteuning nodig hebben, op welke wijze dan ook. Deze doelgroep duiden we aan als ‘kwetsbaar’. Kwetsbaarheid ontstaat meestal door een opeenstapeling of combinatie van een aantal factoren, bijvoorbeeld afnemende gezondheid, toename van eenzaamheid, (een voor die persoon) onveilige woonsituatie, beperking van het sociaal
5
netwerk, armoede en problemen van geestelijke aard. Daarbij is niet alleen de leeftijd de grens. Niet alleen het beperken van kwetsbaarheid is hierbij van belang, maar juist ook de preventieve kant: het zo veel mogelijk voorkomen van kwetsbaarheid. Denkt u hierbij aan ouderen die na een verblijf in het ziekenhuis weer terug keren naar huis. Soms is dat niet gemakkelijk, verpleegkundigen uit het ziekenhuis hebben tijdens een gemeentelijke bijeenkomst in het kader van aandacht voor oudermishandeling hun zorgen geuit. Omdat we als gemeente verantwoordelijk zijn voor delen van de zorg, is het aan te bevelen om hierover op korte termijn in gesprek te gaan met de partners. Denkt u hier bij aan begeleidingstrajecten die gericht zijn op ondersteuning bij het snel weer de ‘oude’ zijn als dat mogelijk is. WLZ zorg en WMO zorg raken elkaar, en beïnvloeden elkaar. Het is hierom nodig oog te houden voor de uiteindelijke uitwerking hiervan. Financieel kwetsbaar Uit cijfers van de gezondheidsmonitor GGD 2012 blijkt dat in 2012, 27,55 % van onze bevolking boven de 65 moet rondkomen van alleen een AOW. Nu is het zo dat er maatregelen zijn om te voorkomen dat men onder de armoedegrens zakt, zoals huursubsidie of zorgtoeslag. Onze ouderenadviseurs kunnen deze doelgroep ook helpen met het invullen van de formulieren hiervoor en zoeken naar passende oplossingen. De ouderenadviseurs van de stichting ZIJN, hebben een signalerende functie hierin. Eenzaamheid Eenzaamheid neemt toe met de leeftijd. Dit geldt specifiek voor sociale eenzaamheid, Het percentage mensen dat zich emotioneel eenzaam voelt, neemt toe vanaf 75 jaar. In deze groep voelt zich volgens het RIVM 50% eenzaam. Onze ouderenadviseurs, gezinsregisseurs pakken deze signalen op en zoeken contact met vrijwilligers of stimuleren ouderen tot deelname aan activiteiten in buurtcentra, De website GO voor elkaar2 kan worden gebruikt voor oproepjes voor vrijwilligers die deze ouderen kunnen bezoeken. De kerken op GoereeOverflakkee hebben allen ouderenwerkers die deze doelgroep bezoeken en activiteiten aanbieden. Actieve en Vitale ouderen (Benutten van potentieel) Door de verlenging van de levensfase van gezonde, actieve ouderen zijn toekomstige ouderen naar verwachting langer in staat om ook maatschappelijk te participeren en een actieve bijdrage te leveren aan de samenleving. Grote groepen zijn actief in bijvoorbeeld het verenigingsleven, de kerk en in relaties met vrienden en familie en ouderen zetten zich op allerlei manieren in voor de maatschappelijke ontwikkeling. Zij maken in belangrijke mate deel uit van de plaatselijke sociale infrastructuur, bijvoorbeeld als vrijwillige dienstverlener, bestuurslid, in de eigen wijk en als ervaringsdeskundige. Ouderen zijn daarmee sociaal kapitaal. De gemeente Goeree-Overflakkee wil gebruik maken
2
https://www.govoorelkaar.nl
6
van de kennis en kunde van de ouderen binnen de samenleving. We hebben elkaar nodig als mantelzorger en mantelzorgondersteuner, als vrijwilliger en als ervaringsdeskundige. Beweging De grootste achterstand in het dagelijkse bewegingspatroon bestaat onder kwetsbare ouderen, onder wie ouderen met een beperking of chronische aandoening en 75-plussers. Zij zijn mogelijk te wel te verleiden tot meer lichamelijke activiteit als aard en intensiteit beter aansluiten bij hun behoeften en mogelijkheden.
Er is winst te behalen zijn door het initiatief van beweegtuinen zoals achter Nieuw Rijssenburg uit te breiden. Toegankelijk in een rustige omgeving.
Stimuleren (in het kader van het beleidsprogramma ‘MOOI’), van initiatieven die beweging van ouderen stimuleren.
Veilige begaanbare wandelpaden en rustplekken.
Het vergroten van de maatschappelijke participatie Belangrijk bij het behouden en bevorderen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van ouderen, is de balans op vijf domeinen in combinatie met een uitdagende en inspirerende leefomgeving. Deze domeinen zijn:
lichaam en geest;
sociale relaties;
materiële zekerheid;
arbeid en presteren;
waarden en inspiratie.
Bij het ouder worden kunnen deze domeinen uit balans raken. Belangrijk is het dus om hier aandacht voor te hebben. Voldoende contacten en activiteiten buiten de deur zijn van belang bij het bevorderen van de zelfredzaamheid van ouderen. Zij voelen zich daardoor waardevol en hebben een zinvolle dagbesteding. Vaak worden deze ontmoetingsmogelijkheden gerealiseerd rond culturele, sociale en sportieve activiteiten. Hoe beter dit preventieve beleid, hoe langer de meer intensieve begeleiding op latere leeftijd kan worden uitgesteld. Vanuit de WMO is het van belang dat hierbij gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers. Dit kunnen juist mensen uit dezelfde doelgroep zijn. Het geeft niet alleen zijn eigen ‘meedoen’ vorm, maar draagt ook bij aan het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen. Het vergroten van de zelfredzaamheid in een passende en veilige woon en leefomgeving Door de vermaatschappelijking van de zorg en extramuralisering 3, blijven ouderen mede, omdat indicering voor intramurale zorg minder makkelijk wordt, bij voorkeur zolang mogelijk in de eigen thuissituatie wonen. De wens hierbij is om deel te nemen aan het maatschappelijke leven en de regie over het eigen bestaan te houden. Ouderen die nu in Extramuralisering duidt de ambitie aan om zorg aan te bieden buiten de zorg van een intramurale instelling zoals een verzorgingstehuis. 3
7
een instelling gaan wonen, zullen daarnaast steeds meer (door de overheid gestimuleerd) met de benodigde begeleiding, zorg en toezicht, zelfstandig of in kleine groepen buiten de instellingen in de wijk komen te wonen. Binnen het onderdeel wonen spelen ook omgeving en veiligheid een grote rol. Ouderen voelen zich ’s avonds vaak minder veilig. Een goede kwaliteit van openbaar groen, verlichting en straten in combinatie met zelfstandigheid, eigenwaarde en sociale contacten in de buurt vormen voor een belangrijk deel (het gevoel van) veiligheid4. Als ouderen zich veilig voelen, ondernemen ze meer. Gevolg hernieuwde zelfredzaamheid. Belangrijk hierbij is dan ook om alle openbare gebouwen blijvend te monitoren op toegankelijkheid, voor mensen met een fysieke beperking. Langer zelfstandig wonen Steeds meer ouderen kiezen ervoor om zo lang mogelijk in hun eigen woning te blijven wonen. Dit kan door bijvoorbeeld drempels te verwijderen, een inloopdouche aan te brengen of een slaapkamer op de begane grond te bouwen. Het financieren van verbouwingen blijkt in de praktijk erg moeilijk voor ouderen. Ook gemeenten en provincies vinden het belangrijk dat bewoners hun woning aanpassen en stimuleren steeds vaker inwoners om vroeg na te denken over hun woonsituatie wanneer ze ouder worden. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) heeft de Blijvers-Lening ontwikkeld op verzoek van het landelijk ‘Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen’ en gemeenten en provincies. De gemeente Goeree-Overflakkee staat zeer positief tegenover dit middel en onderzoekt haar mogelijkheden om ook onze inwoners hiervan te laten profiteren. Inmiddels is aan de raad ook al de verordening “Blijverslening Goeree-Overflakkee” voorgelegd. De bedoeling is om het een belangrijk stimuleringsinstrument aan te bieden voor het aanpassen van de woning om die levensloopbestendig te maken.. Woonvisie Het aantal ouderen neemt in de komende jaren flink toe. Deze ontwikkeling brengt op een aantal aspecten een verandering van vraag met zich mee. Dit kan zijn op het vlak van woningbehoefte, de inrichting van de openbare ruimte, maar ook de vraag naar voorzieningen, zowel recreatief als zorg gerelateerde voorzieningen. Door de gemeente op Goeree-Overflakkee is dit reeds onderkend en in het najaar van 2012 is het bestuurs-advies ‘Levensloopbestendig wonen’ uitgebracht, waarbij is geconstateerd dat de huidige voorraad niet aansluit bij de toekomstige behoefte. Het beleid is er thans op gericht dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in de eigen woning. Dit sluit ook aan op de praktijk want het merendeel van de ouderen wordt zonder of met beperkte aanpassing oud in zijn of haar woning. Toch is er een grote groep die graag wil verhuizen naar een woning die beter aansluit bij ouder worden. Daarom zet de gemeente in op de realisatie van nultredenwoningen 5 , zowel in de huur- als de koopsector. Bij de bouw zal ook rekening
Zie ook de Nota Gezonde Opgave 2014-2018. Een nultredenwoning is een woning die zonder niveauverschil te bereiken is en waarbij de belangrijkste ruimtes zich op hetzelfde niveau bevinden. 4 5
8
moeten worden gehouden met omgevingsfactoren als nabijheid van voorzieningen en inrichting openbare ruimte. Ingeschat wordt dat op dit moment circa 2.400 van de ca. 20.000 woningen binnen de gemeente levensloopgeschikt zijn. Belangrijk is dat dit type woningen gerealiseerd worden in de buurt van passende voorzieningen Op grond van provinciale gegevens is het noodzakelijk dat tot 2020 nog tussen 279 en 477 levensloopgeschikte woningen worden toegevoegd. Dit is ca. 40 tot 50% van het te realiseren woningbouwprogramma. Op dit moment zijn er plannen van de corporaties in voorbereiding en in uitvoering voor het toevoegen van levensloopgeschikte woningen. Om in te spelen in de behoefte zullen de volgende maatregelen worden genomen: 1. In de bestaande voorraad moet worden onderzocht of er oplossingen te vinden zijn om deze optimaal beschikbaar te maken voor ouderen. Gedacht moet worden aan vergroten toegankelijkheid. In de particuliere sector kan dit worden gestimuleerd door voorlichting en in de huursector wordt dit meegenomen in de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties. 2. De gemeente zal 50% van haar nieuwbouwprogramma inzetten voor het realiseren van nul treden woningen Deze worden op zodanige wijze gerealiseerd dat ze niet alleen geschikt zijn voor ouderen, maar ook voor andere doelgroepen. 3. In de nieuwbouw zal de gemeente zoveel mogelijk aansluiten op de normen die zijn gesteld binnen het Woon keur. Bij deze woningen is de voordeur zonder traplopen te bereiken en zijn alle primaire voorzieningen (woonkamer, badkamer, slaapkamer en keuken) op één woonlaag. Deze woningen hebben dusdanige kenmerken dat ze geschikt zijn of eenvoudig geschikt te maken zijn voor mensen met een functiebeperking. 4. De regelgeving in de bestemmingsplannen kan dusdanig worden aangepast dat deze mogelijkheden geeft voor het aan- of verbouwen van woningen ten behoeve van mantelzorg, of voor het realiseren van de belangrijkste verblijfsfuncties. Domotica is een verzamelbegrip van de integratie van technologie en diensten in de woning of woonomgeving ten behoeve van een betere kwaliteit van het leven. Voor veel ouderen kan dit het leven een stuk vergemakkelijken. Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld persoonsalarmering, videocommunicatie maar ook technieken waarmee automatisch het licht in de woning aangaat. Innovatie De toenemende levensverwachting leidt tot een toename van het menselijk kapitaal dat groei en innovatie bevordert. Ondernemers zien in vergrijzing (naast de nadelige effecten) veel nieuwe mogelijkheden. De sterke groei van de groep ouderen vormt een belangrijke weinig conjunctuurgevoelige groeimarkt voor een reeks nieuwe producten en diensten. Met deze innovatie kan de oudere zijn voordeel doen. Denkt u aan de bekende alarmsystemen en aan diverse apps die zijn ontwikkeld. Ouderen in de toekomst vormen een groep die door de ontwikkeling van de gezondheidszorg en de medische technologie veel langer actief, productief en koopkrachtig blijft dan vorige generaties. Dit biedt kansen voor: zelfstandigheid bevorderen, ICT en technologie, de bouw van ouderenwoningen, mobiliteits-oplossingen. Een van de zaken die de gemeente Goeree-Overflakkee op dit moment onderzoekt is de
9
mogelijkheid om samen met CZ en de ketenzorgdementie bijvoorbeeld de dementia-app6 op te zetten in onze gemeente. Deze app is een middel om langer zelfstandig te functioneren en mantelzorgers te ontlasten. Uit cijfers van Alzheimer Nederland blijkt dat in onze gemeente het aantal mensen met Alzheimer toegenomen is ten opzichte van 2013. Om deze reden is de gemeente de samenwerking met de ziektekostenverzekeraar en de huisartsen aangegaan. We nemen sinds kort deel aan de overleggen van de ketenzorgdementie.
De Dementia-App helpt bij het ontzorgen van mensen met dementie en hun directe omgeving. Het contact via de app bevordert bovendien de sociale betrokkenheid en draagt bij aan de kwaliteit van leven. Mensen met een vorm van dementie hebben onder meer behoefte aan een dagritme en structuur. Met de Dementia-App kunnen mantelzorgers op afstand de agenda van de gebruiker bijhouden. Door middel van beeldbellen kan er eenvoudig en geregeld contact zijn. Ook is het mogelijk om, ter plekke of op afstand, samen een fotoalbum met dierbare herinneringen door te bladeren of een spelletje te spelen. In digitale tijdschriften biedt de app o.a. informatie over dementie, zorg en onderzoek. Mensen met een vorm van dementie zullen naar verwachting langer thuis kunnen blijven wonen, als zij daarbij adequaat worden ondersteund door mantelzorg en technologie. De Dementia-App is dan ook een belangrijke aanvulling op de fysieke hulp van mantelzorgers aan mensen met dementie. Zie verder: http://www.dementia-app.nl 6
10
Samenhang en integraliteit van maatschappelijke ondersteuning Uit onderzoek blijkt dat ouderen door vermindering van lichamelijke functies extra gezondheidsrisico’s lopen. Preventie is daarom belangrijk7. Voorlichting en het stimuleren van een gezonde leefstijl en voldoende beweging zijn goede middelen. Preventie wordt op een bepaald moment omgezet in (langdurige en intensieve) zorg. Mensen doen beroep op voorzieningen die door verschillende organisaties en financiers geleverd worden. Het gaat bijvoorbeeld om voorzieningen uit de WMO, de WLZ en de zorgverzekering. Onderlinge afstemming van verschillende ketens is hierbij van belang. De Wet langdurige zorg (Wlz) heeft betrekking op zeer kwetsbare patiënten, die recht hebben op passende zorg (en verblijf). De lichtere zorg wordt gefinancierd vanuit de Wmo (gemeenten), zorgverzekering of private middelen. Het is van belang om te waken over de integraliteit van dit geheel, omdat de oudere soms een hele ‘reis’ moet afleggen om. Hoewel het gaat om een zeer kwetsbare groep, is deze groep vaak ook heel goed in staat haar sociale netwerk in te zetten en waar mogelijk zoveel mogelijk mee te doen aan het dagelijks leven. Daarnaast zijn ook voor deze groep collectieve voorzieningen een waardevolle aanvulling op de zorg die geleverd wordt. Denk bijvoorbeeld aan ontmoetingsactiviteiten en mantelzorgondersteuning.
7
Hier werkt het ouderenadvies van Stichting ZIJN aan.
11
Van beleid naar uitvoering Het benoemen van problemen en wensen is redelijk snel te doen, maar hoe vergroten we nu bijvoorbeeld de participatie van ouderen en hoe zorgen we ‘dat’ in plaats van hoe zorgen we ‘voor’? Op basis van genoemde zaken wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld. De ontwikkeling van dit programma wordt gedaan door de gemeente in samenwerking en samenspraak met het veld. In het plan wordt een concrete vertaling gegeven aan de onderdelen uit deze nota waarbij is aangegeven dat de uitwerking plaatsvindt in het uitvoeringsprogramma ouderenbeleid. Het programma wordt vastgesteld door het college. In het plan wordt aandacht besteed aan activiteiten, uitvoerende partijen, planning en kosten. De uitvoering wordt gedaan door inwoners zelf, verschillende instellingen in het veld en – waar nodig – de gemeente. Beleid is dynamisch en in ontwikkeling. Omdat dit de eerste nota Ouderenbeleid van de gemeente Goeree-Overflakkee is hebben we te maken met wat oudere activiteiten en nieuw op te starten initiatieven. Zo zal de gemeente deel uit gaan maken van het overlegstramien Ketenzorg dementie waarbij de CZ voor haar rekening en verantwoordelijkheid deelneemt en het programma Dementia-app uit gaat rollen. Vanaf 2016 zal ook op initiatief van de gemeente contact worden gezocht met de ouderenorganisaties en kerken inzake ouderenwerk, om zo beleid te toetsen en dynamisch te houden. Ten dienste van het overzicht volgt op de volgende pagina een opsomming.
12
Doel
Wat
Wie
Gezond ouder worden
Active Ageing programma
Alle
oudere
inwoners Ondersteuning
Dementia app door CZ,
Op aanvraag
Ambtelijke aansluiting bij de ketenzorgdementie om zo actief te Beleidsadviseur acteren op vragen en veranderingen. ouderenbeleid Ondersteuning
Beleid toetsen aan Senior vriendelijke Alle gemeente oudereninwoners
Voorlichting en hulp
Voorlichting door gemeente middels Alle inwoners allerlei kanalen, zoals het gemeentelijke meldpunt.
Preventie ouderenmishandeling
Scholing aandacht functionarissen
Professionals
Domotica
Alle inwoners
Langer zelfstandig wonen
Mantelzorgondersteuning Woningaanpassing mogelijkheden.
binnen
de
WMO voorzieningen Samenwerken woningbouwverenigingen.. Mobiliteit
met
Scootmobielpool Taxi vervoer Diverse hulpmiddelen
Mensen indicatie
met
Voldoende geschikte Woningbouw en particuliere sector en of huisvesting voor een blijvers lening. veranderde bevolking
Alle inwoners
Ondersteuning
Mantelzorgers
Alle mantelzorgers
Ondersteuning
Vrijwilligers
Alle vrijwilligers
Voorkomen van armoede
Bijzondere bijstand
Op aanvraag
Contact met ANBO/PCOB
Regelmatige basis 2x per jaar
Beleidsadviseur ouderenbeleid
13
Tot slot De beleidsnotitie Ouderenbeleid ‘Als je overmorgen oud bent’ is richting gevend. De bedoeling is om in samenspraak met partners te komen tot een vernieuwend uitvoeringsprogramma. Zo is het ouderenconsultatiebureau al deels getransformeerd naar het signalerend ouderenbezoek. Met CZ en de ketenzorg dementie wordt ook o.a. nagedacht over de inzet van Domotica om het leven van mantelzorger en cliënt te ondersteunen. Vanuit CZ zal een pilot wondzorg worden opgezet op Goeree-Overflakkee. Dit kan als voertuig dienen om elkaar te vinden en te verbinden. De samenwerkende huisartsen hebben op eigen initiatief een specialist ouderengeneeskunde ingezet. Dit wordt in deze nota genoemd omdat huisartsen in voorkomende gevallen met de gemeente samenwerken. Medio 2003 is in opdracht van het REZO (Regionaal Eilandelijk ZorgOverleg) een visie document ontwikkeld. Dat was een analyse van de situatie op het terrein van wonen zorg en welzijn. Aansluitend hierop is het Pact van Goeree-Overflakkee in juni 2007 tot stand gekomen. Dit is een afsprakenkader ten aanzien van levensloopbestendig wonen. Inmiddels zijn er in diverse kernen prachtige woon-zorgcomplexen verrezen. Via REZO en andere kanalen blijft de gemeente in gesprek met o.a. woningbouwverenigingen die immer zich maatschappelijk betrokken tonen. De WMOadviesraad heeft gevraagd en ongevraagd haar visie gegeven inzake ouderen beleid en mantelzorgbeleid. Hiervoor zijn wij hen erkentelijk. Ook de Themagroep van de Rabobank danken wij voor het meedenken en aanleveren van de aandachtspunten.
14
Bijlage I: Ervaringen en aanbevelingen ‘Themagroep Ouderen Rabobank het Haringvliet’
Maak tijdig plan voor lange termijn;
Deel elkaars ervaringen. Hierdoor versterk je kennis en mogelijkheden;
Neem zelf initiatieven;
Kies voor levensloopbestendig wonen;
Vraag advies aan relevante partijen;
Kinderen en andere familieleden kunnen als ze op afstand wonen, vaak niet alert inspelen op een acute probleemstelling;
Vrijwel alle ouderen willen het liefst in hun eigen omgeving zelfstandig kunnen wonen;
Er geldt vaak een beperking in het maken van keuzes wat te doen;
Organiseer contacten in de directe woon- /leefomgeving;
Maak gebruik van de ICT-voorzieningen / sociale media.
15
16