Actueel Druk op D66 door brief Vlaanderen
3
}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 28 juni 2013
jaargang 7 nummer 320
€ 1,95
UITagenda Le Bistroquet na 45 jaar anders
Interview Petra Stienen: ‘Waarom kijken we weg van Syrië?’
10/11
11
Peter Smit, de man die de NS tart
>Lage Landenlijn is vooral Haags >‘Met die NS weet je het nooit’ >Stad is isolement zat >Brussels Airport: ‘Een waanzinnig mooi idee’
Wethouder van verkeer Peter Smit (VVD) op het Centraal Station.>Foto Jurriaan Brobbel
>Zie pagina 5
Ingezonden mededeling
SALE – SALDI – SOLDES italian design furniture
Scheveningseweg 14 – Den Haag (t/o het Vredespaleis) ma t/m za van 10.00 – 17.00 uur
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 28 juni 2013
De poëtische natuurbeleving van Jan Mankes
Brieven van een sensitieve schilder
‘Kraai, omhoog kijkend naar een mugje’ of ‘Zieke kraai’, zomer 1918, houtsnede, 11,8x102 cm, collectie Rijksprentenkabinet, Amsterdam.
Het werk van de schilder Jan Mankes (1889-1920) is geliefd. Bijna iedereen kent wel zijn dromerige portretten, zijn landschappen of zijn schilderijen van kippen, kraaien, konijnen of geitjes. Zijn poëtische natuurbeleving sluit aan bij het sensitivisme van schrijvers als Herman Gorter en Lodewijk van Deyssel. Nu zijn er ook zijn brieven, die zijn werk inzichtelijk maken. Door Sjoerd van Faassen
Mankes’ werk is vaak te zien op tentoonstellingen en in de bijbehorende catalogi ‒ kort geleden nog met een goed gekozen selectie in Museum Belvédère bij Heerenveen, de streek waar Mankes sinds 1909 woonde. Mankes maakte alleen schetsen en tekeningen in de buitenlucht. De rest van zijn werk ontstond in zijn atelier. ‘Schilderen is nooit een afbeelding der stoffelijke zaken, maar een psychische functie, een uiten hoe de geest reageert ten opzichte van de dingen’, schreef Mankes in de winter van 1913 aan zijn Haagse weldoener Aloysius Pauwels. Mankes werd in 1905 aangenomen op het Atelier voor Gebrandschilderd Glas ’t Prinsenhof te Delft. Op het Delftse atelier maakte Mankes een belangrijke intellectuele ontwikkeling door, doordat hij in contact kwam met de denkwereld van modernisme, vrijdenkerij, geheelonthouding, christenen-archisme, christen-socialisme, Rein Levenbeweging en communisme. In zijn vrije tijd kreeg Mankes tekenles van de chef-ontwerper van het atelier. Daarnaast volgde Mankes van oktober 1905 tot april 1907 ’s avonds de cursus decoratief tekenen aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten. Nadat de vader van Mankes gepensioneerd was, verhuisde het gezin van hun toenmalige woonplaats Delft
naar Friesland. Om op de hoogte te blijven van het nieuws uit Den Haag en omstreken was er een abonnement op het Haagse dagblad ‘De Avondpost’. Via Eduard Becht, de kunstcriticus van die krant, kwam Mankes in contact met de Haagse kunsthandelaren Bernard Schregel en Jan Schüller en met sigarenfabrikant en kunstverzamelaar Pauwels, die een goede klant was van Schregel. Mankes logeerde van oktober 1911 tot februari 1912 bij Pauwels in Den Haag. Ook woonde hij daar vanaf september 1915 een jaar in de Douzastraat 18, tot hij vanwege zijn tbc naar Eerbeek moest verhuizen. Huwelijk In 1913 had Mankes zijn toekomstige vrouw Annie Zernike ontmoet, de doopsgezinde predikante van de kerk in Bovenknijpe. Annie Zernike, met wie Mankes in 1915 trouwde, was afkomstig uit een roemruchte, intellectuele familie. Haar zuster Elizabeth was een gewaardeerde romanschrijfster, haar broer Frits een natuurkundige die later de Nobelprijs zou winnen. Annie Mankes heeft op de achtergrond zeer veel bijgedragen aan de ontwikkeling van het werk en koesterde na zijn dood diens erfenis. Samen met R.N. Roland Holst schreef zij al drie jaar na Mankes’ dood een dik herdenkingsboek over haar echtgenoot. Het boek is, ondanks de vele literatuur die er sedertdien over Mankes en zijn werk is verschenen, nog steeds onmisbaar. Brieven Veel aan Mankes gerichte brieven zijn er niet bewaard, maar van de door hem geschreven brieven zijn er 479 achterhaald. Daarnaast geeft zijn weduwe in haar boek uit 1923 nog eens fragmenten van sindsdien zoekgeraakte brieven en is er een schrift bewaard gebleven met kladbrieven uit 1914-1915. Al
‘Zelfportret met landschap’ (1913), olieverf op doek, 27,5x22 cm, collectie Museum voor Moderne Kunst, Arnhem.
met al een aanzienlijk corpus. Onlangs verscheen in de RKD-Bronnenreeks van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie een uitgave van al deze documenten. Van de redactie van deze reeks maak ik deel uit, dus ik zal geen oordeel geven over editie-technische aspecten van de uitgave noch over de annotaties, anders dan dat de laatste uitvoerig zijn en het inzicht in Mankes en zijn werk zeer vergroten. De kern van de uitgave wordt gevormd door de brieven aan Pauwels. Je leert uit de brieven hoe Mankes zich etsen en houtsnijden probeerde eigen te maken, welke moeite hij moest doen om goede persen en goed papier te be-
machtigen en hoe Pauwels hem daarbij voortdurend terzijde stond. Pauwels was ook onvermoeibaar in het per trein of vervoerder opsturen van kippen, (roof)vogels, konijnen en ander gedierte naar Friesland, zodat Mankes willige modellen had. Maar Mankes deelde ook zijn vaak vreemdsoortige en zonderling geformuleerde gedachten met hem. Andere belangrijke correspondenten waren Mankes’ kunsthandelaren en de criticus Albert Plasschaert. Een inhoudelijk belangrijk onderdeel van deze brievenuitgave vormen ook de brieven aan Annie Zernike en de verzamelaarster Annie van BeuningenEschauzier.
Ingezonden mededeling
YU ZU TANG HEALTH CARE & WELLNESS
Yu Zu Tang is afkomstig uit China. Onze behandelwijze is een combinatie van traditionele Chinese geneeskunsten en spatherapieën en is door ons vertaald naar heilzame, preventieve en ontspannen behandelingen. Wij bieden therapeutische voetreflex massage, hot oil meridiaan therapie, hot jade meridiaan therapie, acupunctuur, cupping, pedicure, etc.
YU ZU TANG HEALTH GARDEN IS OP ZOEK NAAR: Gekwalificeerde Chinese masseurs en revalidatie artsen die bekwaam zijn in de traditionele Chinese geneeskunde. Meer informatie over de functie kunt u vinden op onze website: www.yuzutang.nl Email:
[email protected] Tel: 070-2158888 Fax: 070-2154888 Adres: Amsterdamse Veerkade 66, 2512 AJ, Den Haag
De titel van de brievenuitgave is een citaat uit een brief aan haar, één van de laatste die Mankes schreef, dicteerde moet ik eigenlijk zeggen, want schrijven kon hij zelf niet meer. De volledige passage is té mooi om niet in zijn heel te citeren: ‘Ik probeerde mooie dingen te maken in allen eenvoud en juist omdat ik weet, dat geen schijn me ooit bevredigen zal werp ik soms zoo woedend uit den weg wat me af kan houden van mijn eenig doel.’ ‘Ik probeerde mooie dingen te maken in allen eenvoud’. Jan Mankes, een kunstenaarsleven in brieven, 1910-1920’, bezorgd en ingeleid door Jan de Lange. Waanders, Zwolle, ISBN 978-94-91196-35-5, 767 pag., €49.
3
actueel<
Vrijdag 28 juni 2013 > Den Haag Centraal
‘Plan mag geen splijtzwam worden’
D66-prominenten: uitstel Spuiforum Door Jan van der Ven
De onvrede over de plannen voor het Spuiforum is deze week overgeslagen naar coalitiepartij D66. Een aantal prominente Democraten heeft dinsdag de fractie en het bestuur in een vertrouwelijke brief verzocht de besluitvorming over het project enkele maanden uit te stellen. De D66’ers vinden dat er meer tijd nodig is voor een debat over de voor- en nadelen van het college-plan en een alternatief, opgesteld door architecten. Ze vinden tevens dat D66 als partij verplicht is te luisteren naar andere meningen in de stad om zodoende tweespalt te voorkomen. “Wij pleiten voor een ingreep in het proces om te bereiken dat de impuls voor de binnenstad en de openbare ruimte niet een jarenlange splijtzwam wordt, maar een breed gedragen inspiratiebron”, aldus de schrijvers. Er moet daarom een objectieve vergelijking komen tussen het collegeplan en het alternatieve plan, vinden de D66’ers. “Zo’n vergelijking is met de huidige infor-
matie en binnen de geplande procedure niet mogelijk. Het raadsbesluit moet daarom tenminste enkele maanden worden uitgesteld”, stellen zij. Initiatiefnemer van de brief is oud-wethouder Rene Vlaanderen van D66. Andere ondertekenaars zijn: Hanneke Gelderblom (ze was twaalf jaar lid van de Haagse gemeenteraad en gedurende enige tijd fractievoorzitter. Ze was daarnaast 14 jaar lid van de Eerste Kamer), voormalig Europarlementariër Doeke Eisma, oud-minister Laurens Jan Brinkhorst en zijn vrouw en Greetje Havermans, de vrouw van voormalig burgemeester Havermans. Ook oud-advocaat Wackie Eysten tekende de brief. Hij luchtte vorige week zijn hart in deze krant over het plan en sprak van ‘de tunnelvisie waaraan het lijdt’. Hanneke Gelderblom zei in een telefonische toelichting: “De fractie zegt dat het alle antwoorden heeft, prima, maar volgens mij hebben de inwoners van deze stad dat gevoel niet”. De prominenten vrezen dat het Spuiforum tot tweespalt onder bewoners leidt.
In de brief staat: “Het gevaar bestaat dat twee kampen onwrikbaar tegenover elkaar komen te staan. Aan de ene kant de coalitie die geen ruimte meer ziet om zonder gezichtsverlies alsnog tot een fatsoenlijk maatschappelijk debat te komen. Aan de andere kant de vele personen en organisaties wier goed gemotiveerde bezwaren en alternatieven zonder veel omhaal terzijde worden geschoven”. Snelheid De ondertekenaars hekelen de snelheid waarmee de gemeenteraad het collegeplan behandelt. Deze week is het eerste debat gehouden. Het plan is dat de gemeenteraad op 18 juli, vlak voor het zomerreces, een definitief besluit neemt. De verantwoordelijke wethouders Marnix Norder (PvdA) en Marjolein de Jong (D66) hechten aan een snelle besluitvorming, omdat zij vrezen dat anders het Spuiforum het centrale thema wordt in de campagne voor de raadsverkiezingen van maart volgend jaar. Drie jaar geleden sneuvelde het prestigieuze plan van
Hanneke Gelderblom.>Foto's: PR
PvdA-wethouder Norder voor de bouw van een cruisterminal tijdens de verkiezingscampagne. Norder wil een herhaling van zo´n debacle voorkomen. Erfenis In de brief van de groep, die de titel ‘Creëer ruimte’ meekreeg, wordt een reeks vragen opgeworpen over het Spuiforumplan zoals dat nu ter tafel ligt. “Waar is bewezen dat het concept van de gestapelde zalen een succesvolle methode is om een sterke groei van de bezoekersaantallen te realiseren?”, vragen ze zich af. Verder willen ze weten welke betekenis moet worden toegekend aan de cultuurhistorische erfenis van de NDT-zaal, een ontwerp van de architect Koolhaas. Deze zaal wordt gesloopt. Ook willen ze weten of de bouw- en exploitatiekosten van diverse plannen realistisch zijn. Ze maken zich zorgen over de schade die de tijdelijke verhuizing van de cultuurinstellingen naar het Zuiderstrandtheater veroorzaakt. De Democraten willen ook weten of de bouwmassa
Laurens Jan Brinkhorst.
van het zalencomplex een goede stedenbouwkundige samenhang heeft met de naastgelegen gebouwen en met de Nieuwe Kerk. Inmiddels lijkt het erop dat het draagvlak in de stad voor de bouw van het Spuiforum verder afneemt. Uit een onderzoek, gehouden in opdracht van de SP, door Maurice de Hond blijkt dat 77 procent van de ondervraagden tegen het nieuwe theatercomplex is.
Jeltje van Nieuwenhoven geen lijsttrekker PvdA naar op zoek, ik heb ze nog niet gevonden”. De boodschap was vooral bedoeld voor de commissie Van Putten, waar kandidaat-lijsttrekkers zich tot 30 september kunnen aanmelden. Van Putten was tot voor kort lid van de Eerste Kamer, nu is het de nieuwe directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau.
Door Jan van der Ven
PvdA-fractievoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven wordt geen lijsttrekker voor haar partij voor de raadsverkiezingen van maart volgend jaar. De bijna 70-jarige Van Nieuwenhoven overweegt wel zich kandidaat te stellen voor de raadsverkiezingen, maar niet meer als nummer één. Ze heeft haar besluit dit weekeinde bekend gemaakt in het programma West Business Presenteert Frits! Het programma wordt gemaakt door voormalig VVDwethouder in Den Haag Frits Huffnagel. De fractie van de PvdA was vooraf niet geïnformeerd over het besluit van de PvdApolitica af te zien van het lijsttrekkerschap. Programmamaker Frits Huffnagel zegt verrast te zijn over het gemak waarmee van Nieuwenhoven haar toekomstplannen in zijn uitzending bekend maakte. “Ze had zich nog niet eerder hierover uitgelaten, maar ik hoefde er nauwelijks naar te vragen”, aldus de VVD’er. In 2009 werd Van Nieuwenhoven naar voren geschoven als lijsttrekker voor haar partij. Op dat moment waren de PvdAkopstukken Henk Kool en Marnix Norder met elkaar in gevecht over het lijsttrekkerschap. Henk Kool steunde vervolgens de kandidatuur van Van Nieuwenhoven die daarna de strijd aanging met Norder. Uiteindelijk versloeg Van Nieuwenhoven hem. Vier jaar daarvoor moest Norder het al afleggen tegen opponente Jetta Klijnsma, die vervolgens wethouder werd en die nu landelijk opereert als staatssecretaris van Sociale Zaken. Met Van Nieuwenhoven als lijsttrekker verloor de PvdA vijf raadszetels maar bleef met de resterende tien zetels de grootste partij in de gemeenteraad. Van Nieuwenhoven maakte tijdens de uitzending duidelijk niets te voelen voor lijsttrekkers die geïdentificeerd worden met de oude mannelijke garde van de PvdA. Van Nieuwenhoven vindt het tijd worden voor jong, nieuw vrouwelijk bloed dat van buiten de fractie moet komen. “Het moet een vrouw worden die 30 tot 35 jaar jonger is dan ik. Daar ben ik
Delicaat Van Nieuwenhoven wees een hernieuwde kandidatuur van Norder direct van de hand omdat het geen vrouw is. Dit geldt evenzeer voor de PvdA-wethouders Henk Kool en Rabin Baldewsingh. Kool houdt een eventuele kandidatuur voor het lijsttrekkerschap in overweging. Zijn
collega Baldewsingh is daarover veel uitgesprokener. Als hij de kans krijgt, werpt hij zich op als de lijsttrekker voor de PvdA. Het besluit van Van Nieuwenhoven komt op een politiek zeer delicaat moment omdat de PvdA verwikkeld is in een debat over het Spuiforum, het jongste paradepaard van PvdA-wethouder Norder. Norder heeft zijn naam verbonden aan de komst van het Spuiforum, dit tegen de wens van Van Nieuwenhoven gezien het afbreukrisico dat de PvdA loopt in de discussies tussen voor- en tegenstanders van het forum. Midden in deze discussie komt Van Nieuwenhoven met haar besluit naar buiten, terwijl ze officieel had kunnen wachten tot na de zomer.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
Jeltje van Nieuwenhoven.>Foto: Flickr-Kennisland
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 28 juni 2013
stadsmens
‘Vriend van Theater Dakota’ versterkt band met buurt Geen grotere fan van Theater Dakota dan Linda Houthoff. Sinds de opening, nu twee jaar geleden, is zij geregeld te vinden in het theater dat middenin haar woonwijk Escamp ligt. Linda maakt gretig gebruik van de mogelijkheid om ‘zo lekker dicht bij huis’ naar de film te gaan of cabaret-, toneel-, muziek- en andere voorstellingen te bezoeken. Uit dank daarvoor richtte zij met buurtgenoten Bert Ruitenbeek en Rob Keehnen ‘Vriend van Theater Dakota’ op. Voor 25 euro per jaar gaan vrienden projecten ondersteunen die het theater wil verwezenlijken, maar waarvoor subsidie ontbreekt. Het opknappen van de binnentuin is daar een voorbeeld van. Het ‘verbond’ levert ook de vriend het nodige op, zoals een vaste korting van 2 euro, workshops rond voorstellingen en uitnodigingen voor premières en try-outs. “Het is geven en nemen”, zegt Linda Houthoff. En: “Ons idee erbij is om de band tussen de buurtbewoners en het theater te verstevigen, waardoor mensen nog gemakkelijker naar Dakota gaan en zich er nog meer bij betrokken voelen”. Onlangs, tijdens de laatste voorstelling van het seizoen, lanceerde Linda het plan. “In korte tijd hebben zich 30 vrienden gemeld”, klinkt het tevreden.
zuiden zouden ze me een bouwpastoor noemen”, zegt Cornelissen, afkomstig uit Tilburg. “Ik moest een plan maken, ruimte vinden, onderhandelen met de gemeente en Vestia, en ik moest geld binnenhalen”. Hij slaagde met lof en kan straks met een goed gevoel beginnen aan zijn nieuwe baan. In Goirle wordt Cornelissen directeur van eenzelfde soort multifunctioneel complex als Zuid 57.
Paul Cornelissen en Linda Houthoff: ‘geven en nemen’. >Foto: Johan Nieuwenhuize
Zij heeft een extra binding met de voormalige school in de Zuidlarenstraat. Haar bedrijf Houthoff training en coaching, dat onder meer mensen begeleidt die op zoek zijn naar (ander) werk, verhuisde in april van dit jaar naar Zuid 57. Toen zij hoorde dat in het complex waarin Theater Dakota, een afdeling van het Koorenhuis, het Filmhuis en allerlei ondernemingen zijn gevestigd, een ruimte vrij
was gekomen, nam zij contact op met Paul Cornelissen. Hij is de gedreven – en binnenkort vertrekkende – directeur van Theater Dakota. “Ik bemoei me graag met nieuwe huisgenoten”, zegt hij. Creatieve mensen of degenen die ambachtelijk bezig zijn en daarnaast aan educatie doen, krijgen een plek in Zuid 57, verzekert Cornelissen. Al in 2008 kwam hij in actie. “In het
Arbeidsimmigratie Het theateraanbod van Dakota is ook voor het seizoen 2013/2014 aantrekkelijk en gevarieerd, zoals toneel, cabaret, klassieke muziek, festivals en jazz. De bezoekers vallen onder alle categoriën: jong, ouder, allochtoon, autochtoon. Cornelissen: “We houden er met de programmering rekening mee wie ons publiek is; 65 procent komt uit de wijk. Daar wordt op ingezet en daar worden we door de gemeente Den Haag ook op afgerekend”. Initiatieven uit de wijk worden gehonoreerd. Zo speelt de toneelgroep Medea, die uit Poolse buurtgenoten bestaat, straks in Dakota het stuk ‘Bloot en Levenloos’ dat over Poolse arbeidsimmigratie gaat. In november gebeurt dat in de Poolse taal, in maart volgend jaar in het Nederlands.
De vraag uit de wijk om een zangkoor te beginnen is inmiddels ook ingewilligd. Onder leiding van zangeres, componiste en tekstschrijfster Astrid Seriese wordt er in het nieuwe seizoen elke woensdagavond gerepeteerd. “Het is een spontaan project. Astrid Seriese heeft meteen toegezegd; zij is hier kind aan huis”, zegt Cornelissen die benadrukt dat het om een ‘Escampskoor’ zal gaan. Vrienden van Dakota kunnen ook ideeën aandragen. Een paar keer per jaar zal een panel bijeen komen om, zoals Cornelissen zegt, ‘plannen te ontwikkelen en projecten uit te voeren’. De werving van vrienden is intussen in volle gang. Linda Houthoff: “Ons streven is om in het eerste jaar honderd vrienden te mobiliseren. En behalve aan het opknappen van de binnentuin zal het geld worden besteed aan bijvoorbeeld educatieprojecten voor buurtkinderen die tijdens vakanties worden gehouden”. Paul Cornelissen reageert: “De vrienden zijn een fantastisch cadeau en het geld is fijn, maar de hoofdprijs is voor ons de loyaliteit die in de wijk is ontstaan voor Dakota”. Joke Korving Informatie: www.theaterdakota.nl/vrienden
Ingezonden mededeling
Kwaliteit heeft zn’ prijs. Nu even(sale)voor véél minder dan u denkt! SINDS 1891
Den Haag, Spui • Gratis parkeren parkeergarage Stadhuis
www.hulshoffwonen.nl
Vestigingen: • Amsterdam • Den Haag • Leiderdorp • Rotterdam
5
actueel<
Vrijdag 28 juni 2013 > Den Haag Centraal
Wethouder Smit zet plan spoorlijn Den Haag-Brussel door
Lage Landenlijn gaat NS in de wielen rijden Door Jan van der Ven
Natuurlijk, er moeten nog de nodige hobbels worden genomen. Maar als het een beetje meezit, krijgt Den Haag vanaf december 2015 een directe treinverbinding met Brussel. Vorige week donderdag maakte VVD-wethouder Peter Smit de plannen bekend. Hij werd geflankeerd door de partners van het project, de directeuren van vervoerder Arriva en van Brussels Airport. Wethouder Smit heeft zijn plan voor de Lage Landenlijn, dat hij in december lanceerde, dus gewoon doorgezet. Hij werd hierbij stevig in de kaart gespeeld door de belangen die beide partners hebben. Arriva, onderdeel van het machtige Deutsche Bahn, wil de concurrentie aangaan met de NS op één van de slagaders van het Nederlandse spoorwegnet. Tot op heden kreeg Arriva slechts wat kruimels toegeworpen in de vorm van onrendabele lokale spoorlijntjes. Nu komt het echte werk in beeld voor Arriva. Directeur Hettinga klonk vorige week in ieder geval strijdlustig. “Het plan klinkt mis-
schien surrealistisch maar dat is het zeker niet”, bezwoer hij. Hettinga sluit niet uit dat de lijn die Arriva straks wil gaan exploiteren onderdeel wordt van een groot internationaal openbaarvervoer-netwerk. Van Arriva dus, niet van de NS. De luchthaven van Brussel is gebaat bij een directe treinverbinding met Nederland omdat de vlieghaven steeds meer Nederlandse reizigers aantrekt. Nu al weten steeds meer Nederlanders de weg naar Brussels Airport te vinden. Het was daarom niet zo verwonderlijk dat directeur Alain Vanderplas van de Belgische luchthaven direct een telefoontje pleegde met wethouder Smit, toen hij las over de plannen van de Haagse wethouder. “Het is een waanzinnig mooi idee, een wethouder die een trein wil laten rijden tussen Den Haag en Brussel”.
Razen En wethouder Smit? Die stelt het belang van de stad Den Haag voorop. Sinds december heeft Den Haag geen directe spoorverbinding meer met de hoofdstad van Europa en dat deed zeer. Den Haag voelde zich tekort ge-
daan door de NS, die de oude vertrouwde Beneluxtrein uit de dienstregeling schrapte toen de Fyra over de peperdure Hoge Snelheids Lijn tussen Schiphol en Brussel ging razen. De NS zag in de Beneluxtrein een concurrent voor de Fyra, want goedkoper en zonder reserveringsplicht. Dus werden de reizigers vanuit Den Haag gedwongen in Rotterdam over te stappen. Toen het Fyra-project definitief was vastgelopen in de gevolgen van de Nederlandse winter, herrees de Beneluxtrein, de ritten naar Brussel zijn inmiddels in ere hersteld, zij het minder frequent. Deze uit nood geboren terugkeer van de Beneluxtrein bracht wethouder Smit echter niet op andere gedachten, hij zette gewoon door. Want, zo vreest de Haagse wethouder, met die NS weet je maar nooit. Als er straks weer treinen gaan rijden over de HSL-lijn, zal de NS de Beneluxtrein wederom uit de vaart nemen met alle gevolgen van dien voor Den Haag, zo redeneert Smit. Hij schudde ter illustratie donderdag enkele cijfers uit de mouw. Internationale instellingen en bedrijven die in Den Haag zijn gevestigd geven jaarlijks 1,3 miljard euro in de Haagse
regio uit. Dan zijn er de vele duizenden werknemers van deze internationale instellingen. Berekend is dat die jaarlijks 700 miljoen in de stad uitgeven. En vergeet de toeristen niet die de Hofstad bezoeken. Zo’n economische kurk verdient geen isolement, vindt de VVD-wethouder.
Winter Of in de winter van 2015 de Lage Landenlijn daadwerkelijk vanaf Den Haag CS naar Brussel centrum gaat rijden, is echter afhankelijk van een reeks onzekere factoren, er kan nog veel misgaan. Zo is daar de NS, die geen concurrentie duldt op het nationale net. Het treinverkeer vanuit Nederland naar het buitenland is weliswaar volledige geliberaliseerd, maar er zit voor Arriva een grote adder onder het gras. Stopt een trein, onderweg naar AntwerpenBrussel, te vaak in Nederland, dan zal de NS dit gaan uitleggen als binnenlandse concurrentie en dus dwars gaan liggen. Om de Lage Landenlijn rendabel te maken wil Arriva straks in Nederland gaan stoppen in Delft, Rotterdam, Dordrecht en Roosendaal, waardoor dit deel van het traject een erg
binnenlands karakter krijgt. Dit vraagstuk wordt op verzoek van de NS voorgelegd aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Daarbij gaat het dan ook om het aantal treinritten dat gemaakt zal gaan worden. Zestien keer per dag? Of misschien wel 22 keer zoals Arriva wil, zodat de concurrentie met de NS nog steviger wordt? En is er wel plaats op het gewone intercitytreinnet voor zoveel extra ritten per dag? Cent Het oordeel van de ACM is weer van groot belang of Arriva er in slaagt een commercieel model voor de Lage Landenlijn te realiseren met daarin voldoende modern materieel dat ingezet kan worden op voldoende ritten. Directeur Hettinga van Arriva benadrukte vorige week meerdere keren dat het hele project alleen kans van slagen heeft met een goed businessmodel. Want er gaat geen cent subsidie in het project zitten. Het staat dus niet lang vast of in de winter van 2015 op het Centraal Station van Den Haag wordt omgeroepen dat de Lage Landenlijn over enkele minuten gaat vertrekken.
Gemeenteraad: meer duidelijkheid over bouwkosten Spuiforum
Langs de Hofvijver is deze week de openluchtfototentoonstelling ‘Innovatie uit de doeken’ geopend. Twintig uitvergrote foto’s geven passanten een kijkje achter de schermen van de samenwerking tussen het Mauritshuis en Shell op het gebied van materiaaltechnisch onderzoek naar schilderijen van Pelligrini en Jan Steen. De tentoonstelling staat tot en met 13 september. > Foto: PR
Hardleerse vervuiler krijgt boete van € 194 Mensen die drie keer op rij betrapt worden omdat zij hun vuilniszakken te vroeg of op de verkeerde dag aan de stoeprand zetten, riskeren een boete van 194 euro. Wethouder Stadsbeheer Boudewijn Revis wil zo overtreders die in herhaling vallen hard aanpakken.
Revis schrijft dit in een brief aan de gemeenteraad, die erop had aangedrongen de huidige boete van 119 euro te verhogen. De wethouder heeft besloten dit te doen voor overtreders die meer dan eens de fout in gaan en zo een troep maken van hun woonomgeving. “Die mensen zijn hardleers, ver-
vuilen hun buurt en zijn een bron van ergernis voor hun buren. Dat rechtvaardigt een steviger aanpak”, zegt Revis. De eerste boete gaat omhoog van 119 naar 126 euro. Wie een tweede keer in de fout gaat, kan een boete van 160 euro krijgen. Vanaf de derde keer bedraagt de boete 194 euro.
PvdA-wethouder Norder moet van de gemeenteraad voor de zomer met een doorberekening komen van de bouwkosten van het Spuiforum. De kosten mogen niet meer bedragen dan 181 miljoen. De berekeningen waar de gemeenteraad om heeft gevraagd, moeten duidelijk maken of het gebouw voor dit bedrag daadwerkelijk kan worden neergezet. Deze financiële gegevens zijn pas in september beschikbaar, liet de wethouder eerder weten. De gemeenteraad vindt dit te laat, de cijfers moeten er zijn voordat de gemeenteraad op 18 juli een definitief oordeel uitspreekt over het Spuiforum. Norder moet met name van de VVDfractie ook meer duidelijkheid scheppen over de vraag wat er gebeurt als de bouw duurder wordt dan de 181 miljoen. Eerder stelde de gemeenteraad dat eventuele meerkosten voor rekening van de aannemer komen. Uit antwoorden van de wethouder op vragen vanuit de raad over de bouwplannen, die deze week werden beantwoord, blijkt dat bij een eventuele overschrijding van het bouwbudget zal moeten worden bezuinigd. Waarop is niet duidelijk.
Ingezonden mededeling
Woensdag begon de gemeenteraad met een reeks debatten over het Spuiforum. Volgende week woensdag wordt het debat voortgezet, dan zullen de wethouders Norder en De Jong antwoord geven op gestelde vragen. Tijdens het debat van deze week klonken zorgen over de exploitatie van het Spuiforum. De gemeente is bereid er gedurende een aantal jaren ieder jaar 900.000 euro bij te passen, daarna moet het forum zichzelf financieel bedruipen. Er werd ruim geciteerd uit een onderzoek van het bureau Berenschot, dat concludeert dat commerciële exploitatie via het aanboren van de markt van grote feesten en festivals niet voldoende financiële zekerheid biedt. Deze markt heeft volgens Berenschot mede als gevolg van de crisis onvoldoende groeipotentieel. “Berenschot is kritisch, daar moeten we niet omheen draaien”, oordeelde de VVD’er Lakerveld. Het D66-raadslid Bordewijk sprak in dit verband over koffiedik kijken. De oppositie hekelde de opgelegde geheimhouding van talloze documenten. Daarover vergadert de gemeenteraad later achter gesloten deuren.
6>Varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 28 juni 2013
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief man als bewakers neer. Deze streken de Haagse vlag en hesen in plaats daarvan de een zwarte vlag met het bekende Ban de Bom-symbool. Enkele leden van de katholieke jeugd- en jongerenorganisatie Jong Nederland doken daarop ook de Hofvijver in en zwommen vervolgens richting het eilandje in een poging deze te heroveren. Er ontstond een vechtpartij, maar in een rubberboot aangesnelde brandweermannen wisten verdere escalatie te voorkomen. Vijf maanden na de actie werden de strafzaken behandeld. Degenen die voor het eerst deelnamen aan een dergelijke actie kwamen er met een tientje boete of tien dagen hechtenis van af. De jongeren die al vaker van de partij waren geweest, kregen 35 gulden boete. Voor veel scholieren was het betalen van de boete een probleem, hun zakgeld was immers niet voldoende. Tijdens de behandeling hielden mede-Ban de Bom’ers zich in de wachtkamer bezig met het inzamelen van geld voor de gemaakte kosten. Ook werd een strijdlied aangeheven maar daar maakten de autoriteiten snel een eind aan. Enkele jongeren lieten zich hierdoor echter niet ontmoedigen en gingen voor het gerechtsgebouw verder demonstreren. En zo kon het gebeuren dat nog vóórdat de rechter met de behandeling van de zaken was begonnen, alweer nieuwe processen-verbaal waren uitgereikt. Want voor het spontane protest van de jongeren was natuurlijk ook geen toestemming gegeven.
Ban de Bom Twee jongens, ontspannen ronddobberend in een rubberbootje tijdens een warme zomerdag. Alleen de vlag die ze bij zich hebben, past niet in dat beeld. En is het niet de Hofvijver waarin ze aan het peddelen zijn? Begin jaren zestig, middenin de Koude Oorlog, deden verschillende landen zoals de Verenigde Staten en de Sovjet Unie proeven met kernwapens. De door Haagse scholieren opgerichte Ban de Bom-beweging protesteerde hiertegen. Zij vonden de kernproeven een gevaar voor de gezondheid van de wereldbevolking. Bovendien versnelden de proeven de bewapeningswedloop waardoor het gevaar van een kernwapenoorlog werd vergroot. De gedreven jongeren uitten hun ongenoegen niet door protestmarsen te organiseren, maar door op straat te gaan liggen of zitten met spandoeken, pamfletten en borden. Toen een veertigtal jongeren van de groep in november 1961 tijdens de spits één van de drukste kruispunten van Den Haag bezetten, zorgde dat voor veel commotie in de stad. De politie had een half uur nodig om het kruispunt te ontruimen en alle actievoerders naar het politiebureau over te brengen. Volgens de media reageerden de omstanders zeer wisselend. Een deel eiste de strengst mogelijke maatregelen tegen
de jongeren, anderen toonden zich geamuseerd. ‘Wij doen dit met de dood voor ogen, ook met uw dood. Maar u beseft dat niet, u deelt maar boetes uit,’ zo verklaarde een scholier in de rechtbank. Alhoewel de rechter ‘heel veel respect’ voor deze opvatting had, was het volgens hem natuurlijk niet de bedoeling dat het verkeer in gevaar werd gebracht. Alle demonstranten werden uiteindelijk veroordeeld voor het deelnemen aan een samenscholing en het zonder noodzaak in gevaar brengen van het verkeer. Op 30 juni 1962 volgde een nieuwe demonstratie. Een kleine 150 mensen gingen op de parkeerplaats op het Buitenhof op de grond zitten. Alhoewel zijzelf het verkeer niet belemmerden, zorgde de grote publieke belangstelling ervoor dat het verkeer toch vast dreigde te lopen. De demonstranten werden volgens Het Vrije Volk daarop snel en bepaald niet zachtzinnig door de politie verwijderd: ‘vrouwen en mannen, meisjes en jongens werden zonder pardon over straat naar de auto’s gesleurd, die vervolgens met luid gillende sirenes wegstoven.’ Al snel bleek dat niet alle actievoerders waren opgepakt. Een aantal demonstranten was met een rubberbootje de Hofvijver opgevaren. Ze voeren richting het eilandje en zetten daar drie
Jeugdige leden van de Ban de bom-beweging steken in een rubberboot de Hofvijver over op 30 juni 1962. >Foto: Stokvis
Cynthia Hamberg www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
Zomerse BBQ bij Restaurant Pearl!
OPEN DAG
K
Als het zomerse weer het toelaat barbecueën de koks van Restaurant Pearl onder leiding van executive chef Edwin van den Heijkant in de openlucht. Liefhebbers van Black Angus steak of duurzame vis zijn bij Pearl aan het juiste adres voor de meest verrukkelijkste ‘off the grill’ smaaksensaties. Vanaf 4 juni serveren we iedere dag bij mooi weer:
zaterdag 29 juni 11.00 - 15.00 uur Workshops | Informatie | Presentaties
Driegangen Chef’s Menu van de Grill | €35,00 per persoon
Reserveer via 070 710 7025 RestaurantPearl | PearlDenHaag Zeestraat 35 | 2518 AA Den Haag | www.restaurantpearl.nl
Muziek, theater, dans, beeldende kunst, fotografie Kijk voor meer info op www.koorenhuis.nl Prinsegracht 27, 2512 EW Den Haag
7
regio<
Vrijdag 28 juni 2013 > Den Haag Centraal
Nieuwbouw Mariënpark mag er komen LEIDSCHENDAM-VOORBURG – De Raad van State heeft het hoger beroep dat omwonenden tegen de nieuwbouwplannen Nieuw Mariënpark hadden ingesteld, verworpen. Het plan dat op het terrein van het voormalig zorgcentrum Mariënpark voorziet in seniorenappartementen, zorgvoorzieningen en zorgwoningen kan nu doorgang vinden. Door woningcorporatie Vidomes, de Katholieke Stichting Mariënpark
(KSM) en Florence is voor de locatie Mariënpark een nieuwbouw- en herinrichtingsplan ontwikkeld. Dit plan voorziet in het verwezenlijken van een combinatie van diverse functies op het gebied van wonen, zorg, welzijn en ondersteunende voorzieningen. In het plan komen 106 woningen, deels koop en deels sociale woningbouw, huurwoningen in de vrije sector, aanleunwoningen en groepswoningen voor bewoners die meer zorg behoeven. Ook is er een aantal bedrijfsruimten in het plan opgeno-
men voor zorgfuncties en kantoren. Op het ontwerpbesluit dat in maart van dit jaar ter inzage werd vrijgegeven, hebben 34 personen bezwaren ingediend. Het grootste bezwaar bleek de maatvoering van de te realiseren gebouwen te zijn. In het verleden zijn de plannen al enkele keren aangepast om aan wensen van omwonenden te voldoen. Het probleem bleef echter de hoogte van de woontoren die op de hoek van de Bachlaan en de Raadhuislaan zal verrijzen. Vanwege de financiële haalbaar-
heid van het plan, stellen Vidomes en Florence, is een bepaald volume noodzakelijk. Een groep omwonenden zag het bouwplan daarentegen als te massaal en te groot voor de wijk. Zij vreesde voor geluidsoverlast, parkeeroverlast, schaduwwerking door de hoogte van de gebouwen en waardedaling van de eigen woningen. Nu het hoger beroep is verworpen, kan de gemeente op korte termijn de bouwvergunning verlenen. De oplevering van het project is gepland medio 2015.
Flinke opknapbeurt voor winkelcentrum Leidsenhage Door Gilles Boeuf
LEIDSCHENDAM-VOORBURG – Het winkelcentrum Leidsenhage krijgt een flinke opknapbeurt. Het centrum is niet meer het regionale winkelparadijs dat het ooit was. Over de periode 2004-2011 is de verkoop in het totale winkelcentrum met 10 procent gedaald. De winkeliers, eigenaren en de gemeente hebben onderzoek laten uitvoeren om het tij keren. Meer beleving en vermaak blijkt, volgens adviesbureau BRO, de vraag van de consument. Om dat te realiseren moet het winkelaanbod worden uitgebreid en het centrum uitwendig worden vernieuwd. Winkelcentrum Leidsenhage, geopend in 1971, was jarenlang een regionale trekpleister. De compacte opzet, de goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van grote ketens zoals V&D en C&A maakten dat het winkelcentrum een goed alternatief was voor de traditionele binnensteden. De laatste jaren is er in het winkelaanbod echter weinig vernieuwing aangebracht. Comfort, bereikbaarheid en service blijken volgens het onderzoek dat BRO uitvoerde, de belangrijkste reden voor bezoek aan het winkelcentrum. Dat is volgens de onderzoekers niet meer voldoende. Om opnieuw de regionale functie waar te kunnen maken, moet Leidsenhage haar winkelaanbod uitbreiden en ook fysiek groter groeien. Nieuwe winkels, met name internationale merken, maar ook meer horeca en ontspanningsmogelijkheden moeten meer ‘beleving en vermaak’ in het winkel-
Winkelcentrum Leidsenhage voldoet niet meer aan de eisen van de huidige consument. >Foto: C&R
centrum brengen. Uit landelijk onderzoek naar regionale winkelcentra is gebleken dat fysieke uitbreidingsmogelijkheden, goede bereikbaarheid en een omliggend gebied met hoge inkomens succesfactoren zijn. Volgens BRO voldoet Leidsenhage in principe aan die criteria en is er een goede kans op positieve groei. Positief Inmiddels is er ook een investeerder, Unibail Rodamco, die heil ziet in het
Plan Valkenburg bedreigt vliegclub WASSENAAR – De Zuid-Hollandse Vliegclub, sinds 1932 dé club voor zweefvliegers in de regio, moet verdwijnen van de locatie Valkenburg als het Masterplan Valkenbrug doorgaat. De herbestemming van de voormalige vliegbasis voorziet in woningen en is onderwerp van veel discussie tussen de omliggende gemeenten. De gemeenteraad van Wassenaar bezocht de vliegclub om de mogelijkheid van behoud te onderzoeken. Eind november 2012 verscheen het concept Masterplan Valkenburg, opgesteld door de stuurgroep van de projectorganisatie Locatie Valkenburg. Deze projectorganisatie is opgericht voor de herbestemming van de voormalige vliegbasis, een samenwerkingsverband tussen de gemeente Katwijk en het Rijksvastgoed-en ontwikkelingsbedrijf. (RVOB) De vliegbasis ligt op grond van de gemeente Katwijk en op grond van de ge-
meente Wassenaar. Om die reden zijn de twee gemeenten met elkaar in gesprek over de inhoud en uitwerking van het Masterplan. Het grote discussiepunt is al jaren de grootte van de ‘groene buffers’ tussen de nieuwe bebouwing en de huidige gemeenten. De gemeente Wassenaar is van mening dat de groene buffers in de huidige plannen te klein zijn. De gemeente Wassenaar bracht een werkbezoek aan de vliegclub en bij monde van wethouder Leendert de Lange (VVD) gaf zij aan zich in te willen zetten voor behoud van de op de voormalige vliegbasis beoefende sport. De voorzitter van de vliegclub, Frans Scholtes, benadrukt dat ‘het vertrek de doodsteek voor de sport in de regio zou zijn’. Namens de 600 zweefvliegers geeft hij aan zich met hand en tand te zullen verzetten tegen vertrek. “Ik zal er alles aan doen om het zweefvliegen hier te behouden. Tot in de eeuwigheid”.
versterken van het winkelcentrum. “Wij zijn blij dat Unibail Rodamco wil investeren. Dat is uniek in deze tijd”, beaamt Jan Fraterman, voorzitter van het MKB Leidschendam-Voorburg. Daarbij is het wel nodig dat de gemeente grond verkoopt aan de investeerder zodat er uitbreidingen mogelijk zijn. De gemeente heeft in april van dit jaar de uitgewerkte plannen van de ontwikkelaar ontvangen en onderzoekt nu nog de financiële consequenties. Ook legt ze binnenkort
aan de gemeenteraad de veranderde bestemmingsplannen voor. Jan Fraterman is positief over het toekomstige succes van een nieuwe impuls voor het winkelcentrum. “Ik geloof in een toeristische en recreatieve functie van Leidsenhage. Dit zal nog meer mensen trekken”. Wat hem betreft is het wel noodzakelijk dat het winkelcentrum voortaan ook op zondag open is. De gemeente moet nog instemmen met verruiming van de openingstijden.
‘Jeugdhuis’ niet in Van Heeckerenhuis WASSENAAR – Het college van B en W van de gemeente Wassenaar laat het plan om organisaties rondom ‘jeugd’ in het Van Heeckerenhuis onder te brengen varen. De herontwikkeling van het gebouw blijkt een te dure en ingrijpende aangelegenheid. In het kader van de overheveling van de jeugdzorg van het rijk naar de gemeenten, wil Wassenaar alle organisaties die met jeugdhulpverlening van doen hebben in één gebouw onderbrengen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin, de schooladviesdienst, Kwadraad en de JGZ (jongerengezondheidszorg) zouden volgens eerdere plannen bij elkaar geplaatst worden in het Van Heeckerenhuis, een oud gebouw uit de jaren dertig. Na een eerste scan van het gebouw is echter ge-
bleken dat het met name voor de jeugdgezondheidszorg veel kosten met zich mee zal brengen. Het realiseren van een schone en klinische uitstraling blijkt ondoenlijk in het oude gebouw. Een ander probleem is het zoeken van alternatieve locaties voor de huidige dertien huurders van het Van Heeckerenhuis. Dit wordt door het college ingeschat als een omvangrijke operatie die te veel tijd en geld zal kosten. Het college stelt voor om de mogelijkheid voor plaatsing van de organisaties in het Van Heeckerenhuis niet nader te onderzoeken maar op zoek te gaan naar een andere locatie. De bedoeling is wel om het na de zomer van 2013 rond te hebben zodat er een concreet plan kan worden opgesteld.
verreck
Brug te ver
Er is ons een onstuimige zomerzondag beloofd, dus nestel ik mij met de kleine Daan op de bank. In de dvd-speler verdwijnt een film die ik al 35 jaar wil zien: A Bridge Too Far. Geregisseerd door de beroemde natuurfilmer David Attenborough, die hier het wonderlijkste en wreedste dier van de hele schepping op zijn gewelddadigst portretteert. Want het zijn geen vogels die de lucht invliegen, maar mensen. Preciezer: Duitsers en Geaillieerden. Deze beroemde film gaat over de operatie ‘Market Garden’, de mislukte poging om in 1944 met duizenden parachutisten de brug bij Arnhem te veroveren. Doorsteken naar Berlijn, het hart van Nazi-Duitsland, zal vervolgens een stuk gemakkelijker zijn. Tot en met Nijmegen weten de geallieerden te komen, Arnhem blijkt een brug te ver. Er vallen meer doden bij deze acties dan op D-day in Normandië. U hoort, ik heb niet alleen de film gezien, maar er is ook nog wat blijven hangen. En ik bezit uiteraard enige voorkennis. Ik ging naar school in een tijd dat eindexamens nog niet te koop waren. Toen de film in de jaren 70 in ons land werd opgenomen heb ik dat nauwlettend gevolgd. Vooral omdat de meeste opnamen werden gemaakt in Deventer, waar ik regelmatig bij mijn vriendje Nico logeerde. Behalve dat ik de ingewikkelde lijn van de film tracht te volgen, speur ik vooral naar bekende stukjes Deventer. De stad is overal, als er wordt gevochten op de bruggen van Arnhem en Nijmegen dan zie ik telkens de Deventer Wilhelminabrug met de Bolwerksmolen op de achtergrond. De film heeft een ongeëvenaarde sterrencast, het was toen de duurste film ooit gemaakt. Producer Joe Levine wist dat beroemde hoofden hem de broodnodige recettes zouden opleveren. De film bracht twee keer zoveel op dan hij had gekost. En hij hád een hoop gekost. Uit de bijgevoegde documentaire blijkt dat het tegelijkertijd de artistieke intentie van de regisseur was om te laten zien hoe wreed en waanzinnig oorlog is. Dat is hem wel gelukt. Maar zo’n combinatie van een creatief statement én een grootschalig commercieel succes komt maar zelden voor. Opeens moet ik denken aan de natte droom van de voorstanders van het Spuiforum. Zij gaan uit van een vergelijkbaar scenario. Ze rekenen zich rijk, maar koppelen wat mij betreft overspannen verwachtingen aan een veel te duur rammelend gebouw. Niet ‘A Bridge Too Far’, maar gewoon: een brug te ver. Marcel Verreck www.marcelverreck.nl
Ondernemen
Openbare Orde & Veiligheid: he
Adressen & Informatie
Den Haag levert maatwerk voor
Rabobank Den Haag Dennis Werkman Directeur Grootbedrijf (06) 22 73 28 14 E-mail: D.Werkman@DenHaag. rabobank.nl
Om de markt nog efficiënter te kunnen bedienen, werd het Werkgeversservicepunt Den Haag begin dit jaar in sectoren verdeeld. Een beslissing die nu al zijn vruchten afwerpt. De deskundige medewerkers van het Werkgeversservicepunt zorgen ervoor dat het profiel van de aan te leveren kandidaten zoveel mogelijk aansluit bij de wensen van de werkgevers zodat een goede, duurzame, match ontstaat.
Henk Werlemann Directeur MKB (06) 10 68 84 59 E-mail: H.C.Werlemann@DenHaag. rabobank.nl Zakelijk loket Telefoon (070) 371 88 00 Maandag-donderdag 8-20 uur Vrijdag 8-18 uur Zaterdag 9-13.30 uur Bezoekadressen: Bezuidenhoutseweg 5 2594AB 's-Gravenhage Korte Vijverberg 2 2513AB 's-Gravenhage
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
ScheerSanders advocaten ScheerSanders Advocaten Nassauplein 36 2585 ED 's-Gravenhage Tel: 070-3659933
[email protected] www.scheer.nl
Werkgeversservicepunt Rob de Rooij (06) 52 02 6277
[email protected] www.werkgeversservicepuntdenhaag.nl
Ad Buckens.
Veilig van Bits naar Business
Ernst & Young legt informatiebeveiliging onder de loep Ondernemingen en overheidsinstellingen worden vandaag de dag in snel tempo geconfronteerd met technologische ontwikkelingen. Nieuwe media, nieuwe technologie en nieuwe ICT organisatievormen zijn aan de orde van de dag. Hierbij wordt vaak voorbijgegaan aan een heel belangrijk aspect: informatiebeveiliging. Guill van den Boom en Ad Buckens van Ernst & Young Den Haag leggen uit waarom digitale beveiliging essentieel is om uw organisatiedoelstellingen te realiseren. Bewustwording creëren De snelheid waarmee technologische ontwikkelingen hun intrede doen is enorm. Beleid en bewustwording als het gaat om digitale beveiliging van informatie blijven echter achter. Guill van den Boom, Partner IT Risk & Assurance bij Ernst & Young Den Haag: “Door de toename van nieuwe media en online toepassingen wordt het steeds eenvoudiger om informatie te delen en blijft dit ook veel langer traceerbaar. Dit heeft absoluut potentie, maar zorgt ook voor de nodige uitdagingen op het gebied van informatiebeveiliging. Doordat er steeds meer aandacht komt voor het onderwerp in bijvoorbeeld de media, merken wij een groeiende vraag naar onafhankelijk onderzoek naar informatiebeveiliging. Het is goed om je als organisatie bewust te zijn van wat je allemaal deelt en met wie. Vroeger legde je tenslotte ook geen gevoelige informatie, zoals contracten, op straat.”
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
Guill van den Boom.
Verantwoordelijkheid van iedereen Door in een vroeg stadium aan informatiebeveiliging te denken kunnen problemen worden voorkomen. Dat geldt
voor zowel grote als kleine ondernemingen. Ad Buckens, Senior Manager bij Ernst & Young Den Haag: “Issues met beveiliging kunnen kleine ondernemingen veel sneller de das om doen. Tijdig werken aan preventie is dus geen overbodige luxe. Bovendien kan verantwoord omgaan met technologie en informatie op deze manier in de organisatie- en bedrijfscultuur worden verankerd. Dit is tenslotte niet alleen de verantwoordelijkheid van de IT-afdeling, maar in feite van iedere medewerker. Hierbij moet het management uiteraard het goede voorbeeld geven en zorgen voor richtlijnen over wat wel en niet wordt geaccepteerd.” Beveiligingsaudit Bij informatiebeveiliging worden vaak details over het hoofd gezien. Bovendien blijven veel bedrijven te vaak steken in ad hoc wijzigingen en kortetermijnoplossingen. Om er zeker van te zijn dat de beveiliging optimaal is en de belangrijkste beveiligingsuitgangspunten worden gerespecteerd, doen ondernemers er verstandig aan extern advies in te winnen. “Ernst & Young voert voor opdrachtgevers audits uit op het gebied van informatiebeveiliging. Aan de hand van deze beveiligingsaudits kunnen wij de digitale beveiliging van organisaties met onze gecertificeerde hackers doorlichten en adviseren wij ondernemers welk traject zij in dat kader het beste kunnen bewandelen. Bovendien kunnen wij vinger aan de pols houden en treden we, waar nodig, op als klankbord. Bijvoorbeeld in het geval van incidenten, waarbij de communicatie, zowel intern als extern, en het creëren van een goed verwachtingspatroon essentieel zijn.”, aldus Guill van den Boom.
Erick Zandbergen is projectmanager binnen de sector Openbare Orde en Veiligheid en hij houdt zich onder meer bezig met het opzetten van projecten en het monitoren hiervan. “Wij starten een project wanneer sprake is van een groter volume van bepaalde vacatures en wanneer deelnemers moeten worden opgeleid voor een functie”, aldus Zandbergen. “Zo zijn we binnen Openbare Orde & Veiligheid ondermeer een project voor Parkeercontroleurs gestart, waarbij 25 vacatures te vervullen zijn. Wij beschikken overeen grote database met kandidaten en hebben nauwe contacten met werkgevers en andere betrokken partijen, zoals opleidingsinstituten. Door er een project van te maken, kun je echt maatwerk leveren en heel gericht de kandidaten voorbereiden op de stap naar een betaalde baan”. Rendement Want dat is een belangrijke voorwaarde voor het Werkgeversservicepunt Den Haag (WSP); de banen moe-
Erick Zandbergen.
ten duurzaam zijn en echt perspectief bieden voor de werkzoekende. “Het moet rendement opleveren, in de vorm van een baangarantie”, vervolgt Zandbergen. “Vanuit het Werk-
Communicatie: de z schakel van patiënt In onze letselschade- en gezondheidsrechtpraktijk hebben wij dagelijks te maken met de gevolgen van onveiligheid: niet alleen slachtoffers van verkeers- en bedrijfsongevallen, maar ook van onveilige situaties in ziekenhuizen. Wij durven de stelling aan dat in de meeste gevallen gebrekkige communicatie een beslissende rol speelt.
Knie Zo meldde zich een middelbare scholier die in het ziekenhuis een kijkoperatie aan zijn knie had ondergaan. De ingreep was met toewijding uitgevoerd, alleen: met de knie was niets aan de hand, het ging om zijn enkel! Buitengewoon pijnlijk natuurlijk, en de betrokken arts heeft ook meteen het boetekleed aangetrokken. Op papier was alles goed geregeld, maar toch was in de communicatie ergens iets goed fout gegaan. Gelukkig waren de gevolgen in dit geval overzienbaar, maar dit soort vergissingen kunnen tot drama's leiden. De ouders van deze jongen waren er dan ook vooral op gebrand dat maatregelen zouden worden getroffen om herhaling te voorkomen. Slechte reclame Onze ervaring is dat de meeste slachtoffers er zo instaan: men begrijpt dat fouten nu eenmaal voorkomen maar wil wel zien dat zoiets niet opnieuw kan gebeuren. En daar gaat het meestal mis. Wat er concreet wordt gedaan onttrekt zich namelijk aan het zicht
van de patiënt. Die heeft te maken met de aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis, die vooral oog heeft voor de schadelast en niet zelden de hakken in het zand zet. Kennelijk beseft men niet dat daarmee slechte reclame wordt gemaakt, niet alleen voor het betreffende ziekenhuis maar ook voor de gezondheidszorg in het algemeen.
Fatale calamiteit Het kan ook anders. Laatst heeft ons kantoor een apotheker bijgestaan die was betrokken bij het overlijden van een patiënt in een instelling voor begeleid wonen. Deze bewoonster had door een ongelukkige opeenstapeling van onvolkomenheden in de communicatie tussen artsen, instellingspersoneel en apotheek, te hoge doses medicijnen toegediend gekregen en was als gevolg daarvan overleden. De nabestaanden hadden alle betrokkenen aansprakelijk gesteld en normaliter volgt dan een juridisch steekspel tussen de aansprakelijkheidsverzekeraars van de ketenzorgpartners. Op initiatief van de apotheek is voor een wat onorthodoxe benadering gekozen: namens het collectief is met de nabestaanden overlegd over een schaderegeling, die binnen een paar weken rond was. Maar belangrijker: in diezelfde periode zijn de bestaande protocollen kritisch tegen het licht gehouden. Die waren er wel, maar sloten slecht op elkaar aan en bovendien
d Den Haag nd
et Werkgeversservicepunt
or specifieke personeelswensen eerst in praktijk ‘bewijzen’, alvorens de werkgever hen een contract aanbiedt.
geversservicepunt Den Haag zorgen wij er op onze beurt voor dat de kandidaten de juiste opleiding krijgen die nodig is voor een bepaalde functie. Ook moeten de kandidaten zich
Sport Citysteward Het WSP Den Haag zet zich met hart en ziel in om mensen, die wat verder van de arbeidsmarkt afstaan, weer aan de slag te helpen. In dat kader is het Werkgeversservicepunt Den Haag samen met gemeente Den Haag, gemeente Zoetermeer, Politie, ADO Den Haag en een bijzonder project gestart: Sport Citysteward. Zandbergen: “Dit project is geënt op de jeugdwerkloosheid, waarbij we vroegtijdige schoolverlaters en (probleem)jongeren weer op de rails proberen te zetten. Sport Citysteward is een traject waarin de jongeren vier maanden lang intensief begeleid worden en ontdekken welk beroep of opleiding bij hun past. Ook worden zij aangesproken op hun houding en gedrag, leren zij met gezag om te gaan en weer respect te krijgen voor anderen. Na het succesvol doorlopen van de training behalen ze een mbo-diploma 1 Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent (AKA) en zijn ze toelaatbaar tot alle niveau 2-opleidingen binnen het mbo. Opvallend is dat maar liefst 80% teruggaat naar school en 20% wordt uitgezet binnen het eigen netwerk. Het is een succesvol project dat jongeren een tweede toekomst biedt.” Kijk voor meer informatie over het Werkgeversservicepunt op: www.wspdenhaag.nl
zwakke tveiligheid
Rabo Podium
The Hague Security Delta
Samen werken aan veiligheid en economische ontwikkeling Het thema veiligheid staat hoog op de nationale agenda, zo ook in de Haagse regio. The Hague Security Delta is een uniek cluster van overheden, kennisinstellingen en bedrijven die als netwerk georganiseerd samenwerken aan innovatieve veiligheidsoplossingen en daarbij ook de economische ontwikkeling een boost geven. Joris den Bruinen is als adjunct directeur van The Hague Security Delta de spin in het web van dit bijzondere netwerk en legt uit wat het belang is van het bundelen van krachten om samen te werken aan innovatieve oplossingen voor diverse veiligheidsvraagstukken van cyber security tot stedelijke veiligheid.
Ivan Baas en Corine Schutrops, advocaten ScheerSanders.
was het aantal procedureregels zo groot dat het geheel onwerkbaar was geworden. Met vereende krachten is toen een optimale balans aangebracht tussen werkbaarheid en verantwoorde verdeling en vastlegging van verantwoordelijkheden. De inspectie voor de gezondheidszorg, aan wie de calamiteit was gemeld, kon worden gerustgesteld en de nabestaanden van de bewoonster hebben het zeer op prijs gesteld dat op zo korte termijn
Dennis Werkman (links) en Henk Werlemann.
maatregelen zijn genomen. Respect Begrijp ons goed, niet alle gevallen lenen zich voor een dergelijke aanpak. Maar toch: de gezondheidszorg in dit land is van hoog niveau en fouten zijn een grote uitzondering. Des te meer reden om in gevallen waarin er iets misgaat, de patiënt en zijn familie met meer respect en aandacht te bejegenen dan nu vaak het geval is!
The Hague Security Delta & de stad Den Haag “The Hague Security Delta, ook wel bekend als HSD, is anderhalf jaar geleden opgericht in Den Haag. Dit is uiteraard geen toeval, aangezien 70% van de Nederlandse veiligheidssector gevestigd is in onze stad. De oorsprong heeft een Haags tintje, maar inmiddels hebben we ook een landelijke uitrol met partners als Siemens, TNO en Trigion. Binnen onze eigen regio is het MKB ook belangrijk voor de verdere ontwikkeling van HSD, zij zijn vaak de motor achter innovaties. HSDpartners werken samen aan innovatieve veiligheidsoplossingen waarbij het als het gaat om fysieke stedelijke veiligheid, het uitgangspunt is: optimale veiligheid en minimale zichtbaarheid. Wat wij doen zorgt naast een verbetering van de veiligheid, ook voor een enorme economische impuls. Inmiddels zijn er ruim 10.000 banen in dit
cluster en kunnen we in de komende 15 jaar groeien naar 20.000 werkplekken. Het bundelen van de krachten is niet alleen in het belang voor de veiligheid, maar schept ook werkgelegenheid. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Den Haag als stad van Vrede, Recht én Veiligheid.”
70% van de Nederlandse veiligheidssector is gevestigd in onze stad The Hague Security Delta & veiligheid “Vanuit de internationale zone met instellingen als Europol en het Joegoslavië Tribunaal is er sterke behoefte aan het optimaliseren van veiligheid. De veiligheid in onze regio is op dit moment goed geregeld, maar het kan altijd beter. In samenwerking met de gemeente, politie, de internationale instellingen en bedrijfsleven zoeken we naar de meest efficiënte manier van veiligheid waarbij de omgeving zo min mogelijk hinder ondervindt. Volgend jaar vindt het ‘Nucleair Security Summit’ plaats in Den Haag waar vele grote wereldleiders, zoals Obama, bij aanwezig zullen zijn. De beveiliging rondom een evenement van dit kaliber moet natuurlijk waterdicht zijn, want de hele wereld kijkt mee.
Bij soortgelijke vraagstukken zoeken we naar de beste veiligheidsoplossing. Dus bijvoorbeeld niet de hele stad afzetten als militaire zone met hoge hekken van 3 à 4 meter, maar gebruik maken van beveiliging door middel van sensoren of ‘real time’ camerabeelden. Dit passen onze partners ook toe bij grote publieksevenementen die plaatsvinden in de stad. Bijvoorbeeld het ‘Life I Live’ festival waar ruim 100.000 bezoekers op afkomen. Die wil je liever niet allemaal tegelijk op één plek. Croud control door middel van mobiele apps biedt dan uitkomst. Zo kun je goed monitoren op welke plekken zich veel mensen bevinden en kan je het publiek sturen door hen op de hoogte te houden over andere activiteiten elders in de stad.” The Hague Security Delta & de Rabobank “Onlangs hebben wij een partnership gesloten met de Rabobank en werken wij actief samen. We onderzoeken samen met de Rabobank de mogelijkheden op het gebied van innovatie in cybersecurity en beveiliging van vitale infrastructuren. De Rabobank kan hierbij een belangrijke rol bij spelen, bijvoorbeeld door het formuleren van de vraag vanuit het perspectief van internetbankieren. De Rabobank is een goede match met HSD, mede doordat zij lokaal geworteld zijn, door hun betrokkenheid bij de bedrijvigheid in Den Haag en het feit dat zij proactief meedenken over innovatieve veiligheidsoplossingen. Het is echt een secure match: een veilig en vertrouwd partnership die voor beiden meerwaarde heeft!”
10>interview Vilan
Controle xxxxx
Die ochtend was de tram halfvol, Vilan van devroege Loo tijdstip waren en gezien het de reizigers nog wachtend op de dingen van de dag. Ik leunde tegen het raam en staarde naar buiten. Door het gangpad kwamen twee mannen aanstommelen. Of nou ja, stommelen. Ze hadden een doel. De ene man was lang, tegen het slanke aan, met een smal gezicht waarin een blonde snor model grote tandenborstel opviel. De andere man oogde kleiner. Hij had een lichtgetinte huidskleur en droeg een glimmend trainingsjasje. Ze zeiden niks. Dat was ook niet nodig. Voor mij zag ik bankje na bankje braaf de plaatsbewijzen omhoog houden, en toen deed ik het ook maar. Snorrie hield mijn kaart tegen het apparaat en gaf het terug, om meteen door te lopen. Geen gezellige jongen. Zijn metgezel ging bij de kaartjesautomaat zitten. Ik was helemaal wakker. Want de mannen gedroegen zich als controleurs, en wij reageerden allemaal zo op ze, maar of ze het echt wáren, dat leek me nog niet zo duidelijk. Het vertrouwenwekkende uniform ontbrak immers. Toen de vriend van Snorrie was gaan zitten, had ik door het even-omhoog schuiven van dat trainingsjasje een portofoon en handboeien gezien. Kon mijn verbeelding wezen. Ik zie wel meer dat er niet is. Hij haalde een sleutel tevoorschijn waarmee hij vastberaden de kaartjesautomaat opende, het geld eruit haalde en dat opborg in zijn eigen portemonnee. Daar hoorde het thuis. Meerdere reizigers keken inmiddels toe met groeiende interesse. Wanneer dit de controleurs waren, dan kon iedereen dat zijn. Straks zou er een oma met rollator instappen, als de backup bij calamiteiten. Herrie in de tram? Oma blijkt een vechtsportbejaarde te zijn, die voor niemand bang is. Alles kan, als het gezag undercover gaat. Ja, noem mij gerust paranoia. Maar liever dát dan te goed van vertrouwen, denk ik soms. Sinds de regering van die idealistische Obama bekende de zaak bij ons af te luisteren, ben ik nogal in de war geraakt. Iets slechts doen met goede bedoelingen, kan dat eigenlijk wel? Op de Brouwersgracht stapten Snorrie en Co uit. Bij de tramhalte zag ik ze dicht bij elkaar staan en even napraten. “Is het gelukt met de cash?” “Ja, de sleutel doet het nog. En bij jou?” “Uit de kunst, weer niemand die om een HTMidentiteitsbewijs vroeg”. De tram reed verder en de twee mannen gingen de stad in, ze hadden er zin in. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 28 juni 2013
Arabiste Petra Stienen
‘Onze samenleving denkt te zeer in hokjes’ Als Arabiste en Midden-Oosten specialist trad Petra Stienen in 1992 toe tot de diplomatieke dienst om drie jaar geleden eigener beweging weer afscheid van te nemen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Als zelfstandig ondernemer, mensenrechtenbehartiger en publicist bereikt zij een groot publiek met haar boeken, artikelen, lezingen en andere optredens. De golf van revoluties in de Arabische wereld sinds eind 2010 en haar altijd van betrokkenheid getuigende analyses maakten haar een niet weg te denken gast aan de tafel van actualiteitenrubrieken en talkshows. Zij won De Vrouwen in de Media Award 2011.
Door Vera de Jonckheere In tegenstelling tot wat velen denken wanneer zij haar op tv zien, is Petra Stienen (1965) niet afkomstig uit Wassenaar. Het wiegje van de elegante voormalig diplomate – die tevens te zien was in het tv-programma ‘Het mooiste meisje van de klas’ – stond aan de ‘verkeerde kant’ van Roermond: in wijk de Donderberg. Haar vader was huisschilder, haar moeder huisvrouw en het gezin met de vier kinderen, van wie Petra de oudste is, doorstond vele stormen vanwege de manisch-depressiviteit van vader Stienen. Vooral de onafhankelijke, leergierige dochter Petra kruiste van jongs af aan de degens met haar aan stemmingswisselingen onderhevige vader. Zij herinnert zich dat zij op haar derde aan hem vroeg: ‘Waarom ben jij de baas?’ Na haar afstuderen in Leiden maakte zij deel uit van de 1992-lichting van het zogeheten diplomatenklasje van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Haar eerste werkervaring deed zij op als twaalfjarige aardbeienplukster in Limburg. Tijdens haar gehele studie werkte ze als reisleidster, intercedente en zij telde op tram 1 (Scheveningen-Delft) voor een onderzoeksbureau. Toen zij in 2009 besloot de diplomatieke dienst te verlaten was zij meer dan tien jaar werkzaam geweest in het Midden-Oosten, onder meer op de ambassades in Caïro en Damascus. “Mijn creativiteit raakte verstikt in de cultuur van ‘mag niet, kan niet, ja maar de minister’. Ik heb er een hard hoofd in of de interne structuur van Buitenlandse Zaken kan veranderen. De top van het departement bevindt zich in een bijna dodelijke omhelzing; zij benoemen elkaar voor de volgende post en dat dreigt een echte verandering tegen te houden”. Modernisering Haar uitgesproken mening is ook beluisterd door de Commissie Docters van Leeuwen die zich buigt over de
modernisering van de diplomatieke dienst. “Het is een populaire misvatting dat iedereen wel een tijdje ambassadeur zou kunnen zijn. Diplomatie is een professie waarvoor je veel expertise moet opbouwen en die je niet alleen naar Parijs, Berlijn of Londen kan voeren, maar ook naar Kabul, Kinshasa of Bagdad. En wie wil elke vier jaar met gezin verkassen en vrienden elke keer achterlaten? Met mijn specifieke achtergrond, taalvaardigheid, expertise en netwerk in de Arabische wereld, ervoer ik het als kapitaalvernietiging om bij wijze van spreken naar Argentinië te kunnen worden uitgezonden”. Zij werkte een jaar bij een managementadviesbureau en zette vervolgens de stap naar het zelfstandig ondernemerschap. “Ik zie mijzelf nu als een onafhankelijke diplomaat voor de zaak van de mensenrechten in de brede zin van het woord. Vrijheid van meningsuiting, vrouwenrechten en rechten voor de LGBT (lesbian, gay, bisexual, transgender)”. Ahmed Marcouch zond haar na de uitzending van ‘Het mooiste meisje van de klas’ vorig jaar een dankmail door van een jonge Nederlands-Marokkaanse vrouw. “Zij ontdekte dat ik niet de sjiekdefriemel-mevrouw was voor wie ze me aanzag. Door het verhaal over mijn jeugd besefte ze dat haar religie en achtergrond geen excuus opleverden om iets niet te doen. Mooi hè? Nee, men moet van mij niet denken
‘Mijn creativiteit raakte verstrikt in de cultuur van mag niet, kan niet, ja maar de minister’
dat ik makkelijk praten heb. Als kind uit een wijk die aan de verkeerde kant van de spoorlijn lag – te vergelijken met ‘het Haagse veen’ – had ik het gevoel dat mensen hun neus ophaalden om bij mij thuis te komen”. Het wakkerde haar vastbeslotenheid en vechtlust aan om er nog meer van te maken. In Den Haag woont ze nu al jaren in het Bezuidenhout met haar dochter Soraya (16, bijna 4de klas Haganum): “Ik ben gezegend met een tiener van wie ik elke dag geniet en leer”. Onderscheid Het onderscheid tussen wijken en werelden vindt zij bizar. “Onze samenleving denkt, ook in het zeer opgedeelde Den Haag, te zeer in hokjes”. Ze illustreert de diverse scheidslijnen die het dagelijks leven kent – soms zeer in het oog springend, dan weer bijna onderhuids – aan de hand van de presentatie in 2008 van haar eerste boek ‘Dromen van een Arabische Lente’. Uitgever Nieuw Amsterdam ging er als vanzelfsprekend vanuit dat ik het boek in Amsterdam ten doop zou houden, maar ik kwam met een ander voorstel. Ik woon in Den Haag, mijn boek gaat over diplomatie, dan presenteer ik het ook in Den Haag. In de Vrije Academie GEMAK aan de Paviljoensgracht, waar een expositie liep over Irak en Palestina. Nou, die vrienden van mij in Amsterdam, (met brede lach, V. de J.) dat stelletje provinciaaltjes, vonden het wel héél ver weg, hoor. Helemaal naar Den Haag. En mijn collega’s van Buitenlandse Zaken bleken op hun beurt het gebied achter de Bijenkorf nauwelijks te kennen. Ik heb zelf lang moeite moeten doen om Den Haag met zijn afgescheiden variëteiten tot mij door te laten dringen en te leren waarderen, maar voel mij er nu volledig thuis”. Het is bovendien de ideale plek met het oog op haar freelance werk voor de vele vanuit Den Haag met de wereld verbonden organisaties. Gemiddeld is zij drie maanden per jaar op reis. “Het thema diversiteit houdt mij bezig, in het bijzonder
>Foto: Mylène Siegers
de vraag: wie heeft er toegang? Wie mag meedoen en wie bepaalt dat eigenlijk? Hoe stimuleer je het talent van mensen; wat gebeurt er als we een wijk in Den Haag weg laten zetten als een Sharia-wijk?” Door haar werk als bestuurslid van de Stichting Yasmin (participatiecentrum en talentontwikkeling voor alle vrouwen in Den Haag) maakt ze mee hoe vrouwen kunnen opbloeien als deuren opengaan. Om te beginnen hun eigen voordeur. “Ik ken vrouwen die een paar jaar geleden hun huis niet uitkwamen, hoorde tientallen levensverhalen die duidelijk maken hoeveel moed en inzet soms nodig zijn om de kansen op ontwikkeling en een beter leven daadwerkelijk te grijpen en te benutten. De vraagstukken die ik in Caïro en Damascus tegenkom, zijn hier evenzeer aan de orde. Schik je niet in de slachtofferrol”. Als kind al geconfronteerd met vooroordelen die op geen enkele werkelijke waarde of inhoud gestoeld waren, is ze voortdurend bedacht op voorbarige conclusies – zij spreekt ook zichzelf bestraffend toe wanneer zij blinde vlekken bespeurt in eigen (vermeende) open mind. “Op een dag haalde ik Soraya af na het spelen bij een vriendinnetje driehoog-achter in de buurt van Hollands Spoor. In de kleine flat stond een piano prominent
11
interview<
Vrijdag 28 juni 2013 > Den Haag Centraal
‘En mijn collega’s van Buitenlandse Zaken bleken het gebied achter de Bijenkorf nauwelijks te kennen’
midden in de kamer. Tot mijn schande moet ik bekennen dat het instrument me in Archipel of Statenkwartier niet verbaasd zou hebben, en blij verrast vroeg ik het vriendinnetje: ‘Wat leuk, speel je piano?’ ‘Nee’, antwoordde dat zesjarige meisje tussen neus en lippen, ‘die piano is voor mijn zusje, ik speel viool’ ”. UWV Nadat haar jaarcontract bij een managementadviesbureau tweeënhalf jaar geleden afliep, deed zij haar eerste UWV-ervaring op. “Om mij in te schrijven moest ik naar de Neherkade. Het openbaar vervoer lag die koude dag in het najaar van 2010 plat, een auto heb ik niet, en ik was niet van plan om mijn afspraak door een tegenslag in de soep te laten lopen. Van het Bezuidenhout liep ik naar het station en nam een taxi. Chauffeur Mohamed keek mij aan, vroeg of ik bij het UWV werkte. ‘Nee, ik ga daar een uitkering aanvragen.’ Dat had hij kennelijk niet verwacht. Even was ’t stil, onderzoekende blik, en toen zei hij uit de grond van zijn hart: ‘Ik heb ook een tijdje een uitkering gehad, maar ’t is echt niet fijn. Je kunt beter je eigen bedrijf beginnen’. Stienen schiet in de lach: “Dat was de beste tip van die dag. Want nadat de mevrouw die mij bij het UWV ontving,
haarfijn had uitgelegd dat ik – 45 jaar oud, goed opgeleid – waarschijnlijk naar een baan kon fluiten, gebruikte ze het woord ‘fraude’ wel zeven keer. Ik legde haar mijn plannen voor om weer aan het werk te komen als zelfstandig ondernemer, dat ik mensen kon adviseren en helpen hun verhaal beter te vertellen, dat ik al lezingen gaf. Zij bestookte me met hybride gegevens over risico’s van zzp-ers die uren voor acquisitie gebruiken, de registratie daarvan en duizelingwekkende fiscale voetangels. Met lood in mijn schoenen kwam ik thuis, drie maanden reserve op mijn bankrekening”. Bij het tweede bezoek aan het UWV vertelde Stienen dat zij de vorige keer hevig geschrokken was en zich verre van gestimuleerd voelde in haar loopbaanplannen. “De mevrouw was hoogst verbaasd dat haar goede bedoelingen bij mij waren overgekomen als: Ho, kijk uit, pas op! Zij wilde slechts voorkomen dat ik ooit een groot bedrag zou moeten terugbetalen. Een makke van onze samenleving: mensen alleen maar vertellen wat ze niet kunnen en niet mogen”. Na een halfjaar kwam Stienens eigen ‘kleine Ambassade Mensenrechten’ in het Bezuidenhout goed op gang; ze kon gelukkig haar UWV-bezoeken staken, waar zij een halfjaar lang telkens met verbazing vandaan was
gekomen. “Ik prijs mij intussen gelukkig met vele opdrachtgevers. Ik coach mensen om hun communicatiekracht te versterken, ik doe veel media, ik werk voor in Den Haag gevestigde ministeries en NGO’s aan uiteenlopende boeiende onderwerpen”. Afgelopen week voerde zij voor Writers Unlimited een gesprek met Hassnae Bouazza en de Syrische dichter Adonis in de Centrale Bibliotheek, ze leidde debatten over onder meer de wederopbouw van Afghanistan, geslachtsverandering in Iran in het Humanity House en over civic activism in Syrië in het Museum van Communicatie. Syrië Syrië, een pijnlijk onderwerp. Waarom kijken we weg van Syrië? Waar mogelijk brengt zij die vraag te berde, of het nu op opiniepagina’s is van NRC, Volkskrant, aan de tafel van Knevel & Van den Brink, Nieuwsuur of in haar column voor Opzij: De donatieactie 555 pakte teleurstellend uit, internationaal overleg sleept zich voort zonder verdeeldheid en besluiteloosheid weg te nemen. “Ik vermoed dat mensen in de war zijn, niet kunnen overzien wat daar nu, door wie precies gebeurt. Wie staat aan de goede kant? Niemand kan zich identificeren met de beelden
die ons via de media bereiken van terroristen die vóór of tegen Assad de wapens grijpen en ondertussen vrouwen verkrachten en dorpen plunderen. En we zien de slachtoffers. Vier miljoen Syriërs op de vlucht, voor wie het gaat om overleven van zichzelf, hun geliefden en kinderen. Niks twitteren vanaf de bank over de koude zomer of lang te koop staande huizen. Honderdduizend doden. Tijdens het debat vorige week bleek wederom dat Syriërs zich door de wereld in de steek gelaten voelen. De Syrische activisten in het Museum van Communicatie, vreedzame, weldenkende mensen, willen niemand tot de wapens oproepen. Zoals zij zijn er velen in Syrië, gewone mensen zoals jij en ik die een beter leven willen voor iedereen. Hun insteek is de mijne. Niet politicologisch of militair, maar gericht op het menselijke verhaal. Zij vragen de wereld oog te hebben voor het andere Syrië, waar lokale coördinatiecommissies verzet structuren opzetten die overeenkomst vertonen met onze Soldaat van Oranje-studenten in de Tweede Wereldoorlog. Ook zij kwamen vanuit lef en vervolgens moed en betrokkenheid tot hun verzet tegen de overheerser, die in Syrië verwarrend genoeg het legale gezag vormt”. In het Museum voor Communicatie
was iedereen onder de indruk van Hassan, die vertelde hoe hij vlak voor zijn vlucht uit Damascus de noodsituatie besprak met mede-activisten Omar en Bilal, twee dierbare vrienden. Hun groep bestond uit honderden jongeren van wie er nu nog maar 22 actief zijn; de rest is gevlucht of achter de tralies. “Omar is doodgemarteld in de gevangenis en Bilal is vorige week doodgeschoten door een sniper van het Assad-regime. Iemand in de zaal vroeg aan Hassan: ‘Ben je nog optimistisch? Hij antwoordde: ‘Ja. Dat ben ik verplicht tegenover mijn door het regime vermoorde vrienden Omar en Bilal’ ”. Even stopt Stienen haar bewogen relaas. De vrolijke muziekklanken in het Bezuidenhoutse café Mauce vormen een schril decor. Ze kijkt door het raam naar de keurig geparkeerd staande auto’s in de smetteloze straat met om de hoek het ministerie van Buitenlandse Zaken in onze stad van vrede, veiligheid en recht. Ze gaat nog iets rechter zitten. “Honderdduizend doden. Hoeveel meer nog? Wanneer is er sprake van genocide? Bij de eerste honderd, bij tienduizend? Bij een half miljoen? Ik heb vijf jaar in Syrië gewoond, heb er veel vrienden, mijn dochter zat er op kleuterschool The Rainbowclub. De kinderen in Aleppo en Homs lijken op de foto’s van haar Syrische verjaardagsfeestjes. Ik voel me betrokken. Wat kunnen we doen, was de vraag van de hele zaal vorige week. Hassan antwoordde: Vergeet ons niet. Vertel ons verhaal, maak lawaai. En dat zal ik blijven doen”. Boeken van Petra Stienen: ‘Dromen van een Arabische Lente’ (april 2008), ‘Het andere Arabische geluid’ (september 2012), ‘Terug naar de Donderberg. Andere verhalen uit Limburg’ (verschijnt in 2014, eveneens bij Nieuw Amsterdam)
13
cultuur<
Vrijdag 28 juni 2013 > Den Haag Centraal
Voor, tijdens en na de oorlog ontzettend fout
Biografie secretarisgeneraal Goedewaagen Door Thijs Kramer
Het waren niet uitsluitend randfiguren, baantjesjagers en politieke dwaallichten die in de jaren 30 kozen voor het nationaal-socialisme. Er waren ook mensen die oprecht in deze nieuwe politieke stroming geloofden. Zelfs sommige intellectuelen zagen het als een lonkend alternatief voor het democratische, kapitalistische systeem dat in veler ogen had afgedaan. Na de oorlog was er begrijpelijk weinig belangstelling voor deze groep. In de eerste decennia na de oorlog, werd onder aanvoering van onze nationale historicus Lou de Jong, een stringente goed-fout tegenstelling gehanteerd aangaande alle betrokkenen bij de Tweede Wereldoorlog. In dat schema had iedereen die gekozen had voor het nationaal-socialisme dat met kwade bedoelingen gedaan. Dat schema heeft in de recentere geschiedschrijving van de oorlog al eerder averij opgelopen. Chris van der Heyden heeft het met zijn boek ‘Grijs verleden’ onder een breed publiek aan het wankelen gebracht. In de onlangs verschenen biografie van Tobie Goedewaagen wordt het nog eens overtuigend doorgeprikt.
sitie. Hij werd de hoogste ambtenaar op het departement van Volksvoorlichting en Kunsten. Sinds 1940 woonde hij in Den Haag. In de volksmond werd hij ‘rotkar’ genoemd. Goedewaagen werd onder meer verantwoordelijk voor de gelijkschakeling van de pers en de omroepen. Ook ging hij aan de slag met de Kultuurkamer, waar iedere praktiserende kunstenaar lid van moest zijn. Daarnaast zette hij een uitgebreid stelsel van subsidiëring op voor kunstenaars en schrijvers. Cultuurbeleid bestond nog amper in Nederland. Vanouds had de overheid, zich beroepend op Thorbecke, zich uiterst terughoudend opgesteld als het ging om steun verlenen aan kunstenaars. Maar Joseph Goebbels had in Duitsland laten zien dat de kunsten een waardevolle bijdrage konden leve-
gekomen. Werkzaam als manager in de culturele sector is ze zich gaan verdiepen in de invloed van overheidssubsidiëring op het theater en stuitte zo op Goedewaagen. Deze biografie is een bewerking van haar proefschrift uit 2012. Van Berkel is diep tot Goedewaagens denkwereld kunnen doordringen, aangezien hij tijdens zijn gevangenisstraf wegens landverraad in de gevangenis van Scheveningen, van Lou de Jong het verzoek kreeg om zijn memoires te schrijven. Een taak waarvan hij zich zeer nauwgezet heeft gekweten. Onverteerbaar, maar voor het onderzoek erg waardevol, is het feit dat Goedewaagen zich nooit heeft gedistantieerd van het nationaal-socialisme. In zijn rechtlijnigheid bleef hij erin geloven. De gruwelijke uitwerking ervan had in zijn ogen niets met
Viool en orgel vormen opvallende combinatie
David en Goliath werken samen Den Haag is hem al geruime tijd geleden uit het oog verloren, maar nu geeft de organist Ton van Eck dan toch weer een concert in deze stad. Vele jaren, vanaf 1969, was hij verbonden aan de St Jacobuskerk in de Parkstraat. Maar in 1999 werd hij vaste organist van de Kathedrale Basiliek St. Bavo in Haarlem, het door een groot aantal koepels getooide katholieke godshuis aan de Leidsevaart dat voor geen enkele voorbijganger onopgemerkt blijft.
Hij koos nu openlijk voor het nazisme dat doordrenkt is met mythes als bodem, bloed, ras en superioriteit
Nou was Tobie Goedewaagen niet een schoolvoorbeeld van evenwichtigheid, zelfrelativering en mildheid, maar geschift was hij ook niet. Hij kwam uit een welgestelde bankiersfamilie, maar koos na enige academische omzwervingen en enkele literaire pogingen voor de filosofie. Hij verkeerde enige tijd in linkse kunstenaarskringen. Als filosoof ontpopte hij zich als een uitermate rechtlijnig denker, die alle ideologische lading uit de filosofie trachtte te weren. Dat was allemaal maar mythe vond hij en stond het zuiver denken in de weg. Niettemin raakte hij gaandeweg steeds meer geporteerd van het nationaal-socialisme, zoals hij dat in de jaren 20 en 30 in Duitsland zag opkomen. Een ideologie die toch niet vrij was van mythes, zou je denken. Toen hij gepasseerd werd voor een hoogleraarpositie waar hij z’n zinnen op had gezet, voelde hij zich miskend en hij zou getroebleerd raken met een groot deel van de academische filosofische gemeenschap in Nederland. Dat was ook het moment dat hij de objectiviteit losliet in zijn filosofisch denken. Hij koos nu openlijk voor het nazisme dat doordrenkt is met mythes als bodem, bloed, ras en superioriteit. Dat hij zich in juist na een maatschappelijke mislukking in troebele richting ontwikkelde, pleit voor de opvatting die schrijfster Benien van Berkel juist wil bijstellen, namelijk dat het nationaal-socialisme voor alles een rancuneleer was. ‘Rotkar’ In de oorlog bereikte Goedewaagen, geholpen door de bezetter, alsnog een vooraanstaande maatschappelijke po-
De organist Ton van Eck en de violiste Anne van Eck. >Archieffoto
Door Aad van der Ven
Goedewaagen ontpopte zich als een uitermate rechtlijnige denker. >Foto uit besproken boek
ren aan de nazificatie van de samenleving. Dat was het grote voorbeeld voor Goedewaagen. De kunst moest ingezet worden om in Nederland het nazisme te laten verinnerlijken. Saillant is dat na de oorlog, de strekking van Goedewaagen’s beleid natuurlijk geheel werd ingetrokken, maar het instrumentarium ‘an sich’ bewaard is gebleven. Oftewel: het Nederlands subsidiestelsel in de kunstsector zoals dat tot op de dag van vandaag bestaat, vindt zijn oorspong in de Duitse bezetting bij Tobie Goedewaagen. Nauwgezet Via die route is historica Benien van Berkel ook bij Goedewaagen terecht-
de zuivere leer te maken. Na zijn gevangenisstraf zocht hij contact met andere, vooral Duitse, nazi’s. In zijn naoorlogse filosofische geschriften is hij blijven werken aan een rehabilitatie voor zijn gedachtegoed. Een voet aan de grond kreeg hij niet meer. Hij werd leraar aan de Haagse avondschool Instituut Vermazen. Hij schijnt een erg goede docent te zijn geweest. Kees van Kooten zou één van zijn leerlingen worden. In diens roman Hedonia komt Goedewaagen nog ter sprake. Benien van Berkel, Tobie Goedewaagen (1895-1980). Een onverbeterlijke nationaalsocialist, 480 pag. uitgeverij De Bezige Bij. ISBN 9789023476399, prijs € 29,90.
Op 30 juni geeft Ton van Eck samen met zijn dochter, de violiste Anne van Eck, een concert in de Elandstraatkerk. De combinatie, die veel weg heeft van een krachtmeting tussen David en Goliath, mag dan opmerkelijk zijn, er zijn componisten geweest die er geen probleem in zagen. De stukken voor orgel en viool op dit programma zijn namelijk geen arrangementen maar oorspronkelijk voor deze instrumenten gecomponeerd. Daaronder bevindt zich een ‘Kirchensonate’ van Joseph Haas (18791960), een Duitse organist en componist die bij Max Reger en Karl Straube heeft gestudeerd. Aanvankelijk werd Haas sterk beïnvloed door de sterk polyfone stijl van Reger. Later ontwikkelde hij een schrijfwijze, die sterk melodisch is en mede daardoor als toegankelijker wordt beschouwd. Deze muziek neemt door haar sobere schoonheid een eigen plaats in binnen de Duitse toonkunst. Joseph Haas kreeg in zijn land bekendheid door orgelwerken, oratoria en liederen, maar hij heeft ook enkele opera’s en strijkkwartetten op zijn naam staan. Vader en dochter Van Eck spelen samen ook een Adagio voor viool met orgelbegeleiding van Julius Röntgen, de veelzijdige, productieve Nederlandse componist die met Brahms en Grieg bevriend was en in wiens muziek die affectie duidelijk hoorbaar is. Bovendien brengt dit viool-orgel-duo drie delen uit een Suite van Joseph Rheinberger (1839-1901) ten gehore, de eni-
ge componist van betekenis die in Liechenstein werd geboren. Die ministaat heeft overigens weinig plezier van hem gehad want toen hij twaalf was verhuisde hij naar München en die stad is hij trouw gebleven. Net als Joseph Haas stond Rheinberger met beide benen in in de Duitse muzikale traditie – de romantische in zijn geval – en componeerde hij behalve orgelwerken ook opera’s, koorwerken en kamermuziek. Ster De violiste Anne van Eck is een rijzende ster met een Haagse achtergrond. Zij begon haar vakstudie als leerling van Theodora Geraets aan het Koninklijk Conservatorium, waarna zij overstapte naar de conservatoria in Utrecht en Tilburg. Zij speelt in diverse ensembles en orkesten en heeft ook incidenteel deel uitgemaakt van het Koninklijk Concertgebouworkest en het Radio Filharmonisch Orkest. Bovendien besteedt zij veel tijd aan kamermuziek. Tijdens het concert in de Elandstraatkerk speelt zij niet alleen met orgel, maar ook solistisch. Zij heeft het rijk alleen in de Sarabande en de Gigue uit Bachs Tweede Partita voor viool, waarna Ton van Eck het slotdeel, de beroemde Chaconne, uit hetzelfde werk speelt in een orgelbewerking van Wilhelm Middelschulte. Deze Middelschulte (1863-1943) was een hoog aangeschreven Duitse organist, die na enkele jaren in Berlijn te hebben gewerkt in 1891 naar de Verenigde Staten emigreerde. Daar werd hij organist van de Cathedral of the Holy Name in Chicago. Hij werd daar vooral bekend door zijn Bach-interpretaties. Na een zeer succesvolle loopbaan in Amerika besloot hij op hoge leeftijd, in 1939, naar Duitsland terug te keren, niet afgeschrikt door de in gang gezette oorlogshandelingen. Ton van Eck (orgel) en Anne van Eck (viool). Muziek van Joseph Haas, Julius Röntgen, Johann Sebastian Bach (arrangement Wilhelm Middelschulte), Henri Nibelle, Camille SaintSaëns, Joseph Rheinberger en Jehan Alain. Zondag 30 juni, 14.00 uur, Elandstraatkerk.
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 28 juni 2013
Opnieuw aandacht voor architect Van Klingeren
‘Er hangen ideeën in de lucht’ Samenwerking. Een model dat opgeld doet, nu zelfverrijking in diskrediet is geraakt. Een diverse tentoonstelling in Stroom is de spil van een vol programma ‘United we …’. Een waaier aan ideeën wordt niet helemaal uitgevouwen. Door Egbert van Faassen Sfeerbeelden van The Hague African Festival. >Foto: C&R
Vijfde African Festival groeit verder Na twee edities in het Zuiderpark en een eerste aflevering op het Spuiplein, is The Hague African Festival nu klaar voor een nieuwe fase. Het eerste lustrum wordt gevierd met een buiten- én een binnenprogramma in de Dr Anton Philipszaal.
de vruchten van via een uiterst gemêleerde bevolkingsgroep. Op het festival willen wij in de meest brede zin laten zien wat het Afrikaanse continent en aanverwante culturen ons te bieden hebben”. Politieke discussie krijgt wat aandacht op het festival, naast veel cultuur en kleurrijke uitbundigheid.
Door Anneke Ruys
Dansrage Op het Spuiplein blijft volgens Duncan muziek de belangrijkste spil met veel optredens van artiesten uit binnen- en buitenland. Met een programma vol muzikanten met roots in Senegal, Nigeria, Soedan en Congo, bands in de AfroSurinaamse traditie en een combinatie ‘Africa meets Bollywood’. Nieuw dit jaar is de introductie van de ‘azonto battle’, een nieuwe dansrage waarbij deelnemers uit verschillende steden met elkaar de strijd aangaan. “En natuurlijk geen Afrikaans festival zonder culinaire hoogstandjes en een uitgebreide Afrikaanse markt. En het programma op het Spui gaat dit jaar na afloop meteen over in een avondvullende show in de Dr Anton Philps Zaal waar twee geheel verschillende Afrikaanse artiesten elkaar aanvullen in muziek en stijl”. Bezoekers van voorgaande edities van The Hague kennen de naam Meiway misschien al van zijn eerdere het optreden op The Hague African Festival in het Zuiderpark. De ‘zoblazo king’ uit Ivoorkust wist toen een massa op te zwepen en te overtuigen met zijn wervelende klanken. Sekouba Bambino Diabaté is van een geheel ander kaliber. Als ambassadeur van de Guinese muziek en de griot cultuur slaat hij een brug tussen het traditionele en moderne Afrika. “Het belangrijkste is dat we weer een dagje puur Afrikaans kunnen genieten rondom het Spuiplein”.
Toen vorig jaar tegen achten de laatste Afrikaanse klanken op het Spuiplein wegebden, waren er veel teleurgestelde gezichten. De mensen hadden gehoopt op nog een avondvullend feestje als muzikaal toetje. Dit jaar krijgt The Hague African Festival de gewenste uitbreiding met naast het dagevenement ook een aanvullend binnenprogramma in de Dr Anton Philipszaal. Daar zullen twee Afrikaanse wereldacts – Meiway en Sekouba Bambino Diabaté – hun opwachting maken. “Ons festival beleeft dit jaar haar vijfde editie en daar zijn we trots op. Een eerste lustrum dat we op bijzondere wijze willen vieren. The Hague African Festival wordt uitgebreid met meer cultuur, film, expositie en kunst”, aldus George Duncan van de Afrikaanse migrantenorganisatie Stichting Sankofa, voorheen organisator van het inmiddels opgeheven African festival Delft. Hij refereert hierbij onder meer aan de tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen!’, over 150 jaar afschaffing van de slavernij in het Atrium, de literaire week in de Centrale Bibliotheek en in het Filmhuis de Afrikaanse Diaspora film ‘Traces of the Trade, A story from the Deep North’. Het thema van The Hague African Festival ‘Africa In The City!’ is dit jaar ‘De Kracht van de Afrikaanse Diaspora’: de verspreiding van mensen uit Afrika over de hele wereld, als gevolg van de slavenhandel en later door emigratie om economische en/of politieke redenen. “Afrika is een rijk continent met vele facetten. Er komt veel goeds en positiefs uit Afrika en daarvan plukken wij ook hier in Den Haag
Stroom brengt alternatieve economische modellen voor het voetlicht in een reeks tentoonstellingen en discussies onder de paraplu van het begrip ‘Upcycling’ – opwaardering van verbruikte zaken. Het vermeend wereldverbeterende vermogen van de beeldende kunst werd aan de Hogewal aan de orde gesteld lang voordat het Gemeentemuseum Ine Gevers ruim baan gaf met haar tentoonstelling ‘Ja, natuurlijk’. Met minder middelen en minder ruimte weet het team van Stroom toch altijd wel dingen te vinden om naar te kijken en die tegelijk ideeën illustreren. Het begrip collectiviteit wordt hier echter wel heel ruim genomen. Enerzijds is een wand ingeruimd voor een collectie publicaties en parafernalia uit onder andere het Nationaal Coöperatiemuseum, om aan te geven dat het idee van samenwerking zeker niet uit de lucht komt vallen. Fijn om te zien, want allemaal ontwerpen waar aandacht aan is besteed, omdat velen te maken hadden met die coöperaties en omdat de ontwerpers gewoon iets boeiends wilden maken. Anderzijds is de hele kelder leeg geruimd voor twee kunstenaars die samen optrekken, gerlach & koop. Het is een soort verdwijnkunst van twee op elkaar betrokken kunstenaars.
Wel nodigden ze een Thaise kunstenaar uit, die de leegte van politieke beloften laat zien, kort gezegd. Er is werk te zien van ontwerperscollectieven. ‘Conditional design’ toont vindingrijke en grappige tekeningen die een begrip visualiseren, in samenwerking ontstaan aan de keukentafel. De vormgever Itay Ohay doet het anders. Hij stuurt opdrachten aan ontwerpers, die onbekend blijven met het uiteindelijke resultaat. In zijn combinaties van de deelontwerpen worden dat schrijftafels met weinig functionele mogelijkheden. Ze zien er goed uit – ongeveer zoals de ontwerpen van de uitbundige Italiaanse Studio Alchimia, die in de jaren 80 opgang maakten. Maar de arbeidsverdeling, waarbij een ontwerper geen weet heeft van het uiteindelijke resultaat, brengt onbedoeld een dystopische fantasie in beeld, ongeveer zoals Charlie Caplins ‘Modern Times’. De Vlaamse tekenaar Ante Timmermans levert in zijn eentje commentaar op het idee van gezamenlijkheid. Bij de ingang van de tentoonstellingszaal een snel verspringend letterbeeld, waarin de woorden CONTROL, MACHINE en FORCED nog net te lezen zijn. Bloemlezing Het belangrijkste van de bloemlezing in Stroom is dat er opnieuw aandacht wordt gevraagd voor de ideeën van ingenieur Frank van Klingeren (1919-1999), een architect die zich in de nog sterk verzuilde maatschappij sterk maakte voor wat hij ‘ontklontering’ noemde. Zijn hoofdwerk is het gemeenschapscentrum ‘De Meerpaal’ in Dronten. In de nieuwe polderstad
kreeg hij in de eerste helft van jaren 60 ruim baan om zijn ideeën als ‘sociaal ingenieur’ te verwezenlijken. Nu naar het schijnt door de tijd ingehaald, heeft het daadwerkelijk gefunctioneerd als een plek waar van alles kon gebeuren. Dat blijkt uit een boeiende contemporaine documentaire, waar je even de tijd voor moet nemen. In ontwerpen voor andere gemeenschappelijke voorzieningen maakte hij zich sterk om verschillende bevolkingsgroepen te mengen. Aparte ruimtes voor katholieken en protestanten vond hij onzin – deels gelukt. Aparte kleedkamers voor jongens en meisjes waren nergens voor nodig – daar kreeg hij de handen niet voor op elkaar. Niet alleen wrikte hij aan maatschappelijke verhoudingen, hij was ook een heldere bouwmeester. De jeugdherberg, die hij op landgoed Ockenburg bouwde, was met een zichtbaar staalskelet een voorloper van het high-tech bouwen. Opgeleverd in 1973, werd het in 2010 afgebroken. Beelden daarvan zijn in de entree te zien. Ook worden delen van de mecanoo-achtige constructie getoond, die nu opgeslagen ligt. Het plan was om dit bijzondere gebouw opnieuw te plaatsen in het Melis Stokepark. Het Vestia-débâcle stak daar een stokje voor. Maar wanneer de wil weer de kop op steekt… daartoe geeft deze tentoonstelling een voorzet. United We. in Stroom, Hogewal 1, 9 tot en met 14 juli. www.stroom.nl Marina van den Bergen en Piet Vollaard: Hinder en ontklontering; Architectuur en maatschappij in het werk van Frank van Klingeren, Uitgeverij 010 is bij Stroom verkriijbaar voor slechts € 15,–
Het gratis gedeelte van The Hague African Festival vindt op 29 juni plaats van 13.00 tot 19.00 uur op het Spuiplein. Om 19.30 uur begint het avondprogramma in de Dr. Anton Philipszaal (entree 15 euro). Voor meer informatie: www.thehagueafricanfestival.nl
Frank van Klingeren: stapelbed voor jeugdherberg Ockenburg (remake). >Foto: Hein van Liempd.
aantal jazzdocenten die in dat Koorenhuis-gebouw vanaf september een nieuwe en eigen Jazzschool Den Haag beginnen. “We hadden hier zo’n 200 cursisten, en we werkten met tegen de dertig ensembles. Jong en oud. Van beginners die we leerden improviseren over eerst twee, dan drie akkoorden en zo verder. Tot gevorderden die echte grote mensen-arrangementen speelden. Dat kón niet zomaar verdwijnen. Wij gaan op dezelfde voet
door, nu zelfstandig”. Robert zorgt voor de coördinatie, zijn mede-docenten zijn de doorgewinterde jazzmannen die er al werkten. Onder anderen: trompettist Menno Daams, traditionele jazz, bassist Alex Milo bebop à la Barry Harris, trompettist-bassist-zanger Niels Tausk, vocale jazz, Frenk van Meeteren, blues harp, close harmony, Eric Ineke drums, trompettist Victor Borkent mainstream, pianist Wolfert Brederode, moderne jazz. Veen zelf zorgt voor de ensembles en eigenlijk alles wat daar buiten, boven en onder valt. “De prijzen voor de lessen blijven gelijk”, haast hij zich te stellen, “er is alleen meer differentiatie in wát voor lessen je bij ons wilt”. Het Koorenhuis, benadrukt hij, is een historische plek voor muzikaal Den Haag. Hij had er zelf les toen het oude Haagse conservatorium er nog huisde, onder
jazz
Nieuw jazzleven in het Koorenhuis Het Koorenhuis is dood, leve het Koorenhuis! Dat gevoel overheerste tijdens mijn gesprek met docent-rietblazer-arrangeur Robert Veen. Veen leidde de jazz-afdeling van het Koorenhuis. Die is er dus niet meer. Finito, een educatieve traditie van jaren overboord. De treurnis was alom voelbaar. “Maar”, zegt Veen met nadruk, “het Koorenhuis als organisatie mag dan gesneuveld zijn, wij zijn er nog”. En ‘wij’ zijn hijzelve en een
jazzpioniers Frans Elsen en Victor Kaihatu kreeg de befaamde Haagse jazzopleiding er vorm. “Ik had hier m’n eerste baan toen hier later de Haagse Muziekschool gevestigd was”, vertelt hij, “toen kwam het Koorenhuis en ik ben hier blijven lesgeven”. Veen somt een aantal namen op van musici die er jong met jazzlessen begonnen en later op het conservatorium verder gingen: saxofonist Floriaan Wempe en Tom van der Zaal, Kytemans Colin Benders, en van de oudere generatie saxofonisten Jeroen Manders en Ben van den Dungen. Deze week zijn er introductiedagen voor die Jazzschool Den Haag: 27 juni jazzavond (19.00-23.59), op 28 juni jamsessions (19.30- 22.30), zaterdag 29 juni is er een Open Dag (10.00-16.00 uur). Voor meer informatie:
[email protected] en www.jazzschooldenhaag.nl. Niet
alleen Veen en de Jazzschool presenteren zich die dag, ook docenten uit alle andere disciplines die zich in netwerken hebben verenigd en gebruik blijven maken van de faciliteiten van dat Koorenhuis. Verder niet veel jazz meer in zomers (nou ja) Den Haag. Murphy’s Law heeft op maandag nog z’n conservatorium jamsessies, altijd verrassingen daar, Café van Delden brengt op zondagmiddag 30 juni tenorist Simon Rigter met Johnny Daly en Dan Nicholas op bas en gitaar, in strandtent De Fuut speelt dan trompettist Michael Simon (bekend van Fra Fra Sound en Geraldo Rosales). En dan dient Den Haag weer Rotterdams te gaan denken: North Sea Jazz (12 t/m 14 juli). Ik wens u er veel moois en zie u na de zomer terug. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 28 juni 2013 > Den Haag Centraal
Boek Ruys over collega-auteur Zikken
Leven vanuit een Sumatraanse wildernis
Nederland voor haar scholing. Haar ouders en zusjes keren na het verlof terug naar Indië. Maar in Nederland houdt Zikken het slecht uit. Ze moet nu eenmaal op reis, ook als ze hiervoor haar echtgenoot Frans Postema en haar twee dochters (alleen dochter Jolita wil in de biografie genoemd worden) in de steek moet laten. Soloreizen. ‘In het jaar van mijn debuut deed ik dat voor het eerst. Het was eenvoudig niet te weerstaan. Ik moest. Mijn eerste reis ging naar Italië.’ Zikkens debuut ‘Het godsgeschenk onbegrepen’(1953) verlost haar eveneens van ‘de Amstelveense tennisdames, die hun hand achter hun rug houden als je je niet volgens hun normen gedraagt.’ Ze heeft nu collega’s als Ab Visser, Rinus Ferdinandusse, Simon Carmiggelt, Louis Paul Boon, Remco Campert, Willem van Toorn, met wie ze lezingen geeft. En waarom schrijven? ‘Het ging me om de mogelijkheid me in het schrijven te verliezen, niet meer hier te zijn, maar ergens anders, in een wereld die van mij was en waar ik veilig was en machtig tegelijk’. Het schrijverschap is Zikkens voornaamste wereld, waar feit en fictie verweven worden tot een nieuwe synthese. Zikkens praktische leven bestaat grotendeels uit reizen en schrijven. Ze werkt aan een manuscript, levert het in en gaat op reis. Ze wisselt een kluizenaarsbestaan af met ontmoetingen in de literaire wereld en heeft contact met Hella Haasse, J.C. Bloem, Gerard Reve, Frits van den Bosch en Belcampo.
Door Jill Stolk
Auteur Kees Ruys kent zijn collega-auteur Aya Zikken (1919 -2013) al jaren als eind 2008 het idee bij hem postvat een boek over haar leven te schrijven. De mitsen en maren dringen zich direct op. Zal hij als onderzoeker de objectiviteit kunnen bewaren? Zikken en hij zijn immers al jaren bevriend. En is het wel goed om over een leven te schrijven dat nog niet is afgerond? Ruys’ timing blijkt perfect. Ruys’ werk neemt vier en een half jaar in beslag. Een week voor de presentatie van ‘Alles is voor even’ is er een intiem feestje om de afronding van het werk te vieren. De presentatie van het vuistdikke werk vindt plaats bij boekhandel Van Stockum aan de Herengracht in Den Haag, op vrijdag 22 maart 2013. Aya Zikken is niet meer in staat deze presentatie bij te wonen. De volgende dag overlijdt zij. Eind jaren zeventig van de twintigste eeuw maakte Ruys kennis met Indonesië. Zijn werken ‘Een afgedragen huid’ (1986), ‘Javaanse brieven’ (1992), de eerste drie delen van zijn reisverhalenencyclus ‘De randgebieden’ (19982007) en ‘Hotel des Indes’ (2009) zijn doordrongen van zijn reiservaringen aldaar. Eind jaren zeventig verdiept Ruys zich in het werk van Aya Zikken. Hij wordt geraakt door de manier waarop deze auteur haar verwantschap met het oude Indië en het nieuwe Indonesië verbeeldt en in 1984 zoekt Ruys contact. Zikken heeft dan al zeventien titels op haar naam staan, waarmee ze net over de helft van haar œuvre is. Als Ruys en Zikken kennismaken schrijft zij aan ‘Een tijger op je stoep’ (1985). Haar romandebuut ‘Als wij groot zijn, dan misschien’ is verschenen in 1954. ‘De Atlasvlinder’, misschien wel Zikkens bekendste werk, is er al sinds 1958. Andere titels die naar de oost verwijzen zijn ‘Rameh, verslag van een liefde’ (1986), ‘Gisteren gaat niet voorbij’. Een roman over ‘Tempo Doeloe’ (1973), ‘Terug naar de atlasvlinder’. ‘Een reis door Sumatra’ (1981) en ‘Eilanden van vroeger’ (1982). Verwantschap Aya Zikken is voor Ruys wel een persoonlijkheid die hem ligt. Schrijft hij niet in ‘Bekentenissen in hotel Des Indes’(2009) over de mooiste reiservaring van de ik-figuur op een ‘eilandje van niets’, midden op de Bandazee in Zuidoost-Azië, waar hij zich volmaakt geborgen voelt in de combinatie van beslotenheid en onbegrensdheid? Zwany Zikken (de auteur heeft zo haar eigen redenen om al jong haar naam te veranderen) wordt in 1919 geboren in Epe. Haar vader, Johannes Zikken (1894-1965), is een bevlogen onderwijzer, haar moeder, Jany Janssen (1894-1974), zingt graag en is een verwoed lezer. Het eilandje in de beek achter het ou-
Thuis in Lahat (Aya rechts), 1930. > Foto's: PR
derlijk huis spreekt tot de verbeelding van de driejarige Zwany. Ze stapt alvast tot haar middel in het water. Als Zwany zes is hoort ze van haar ouders dat het gezin voor onbepaalde tijd naar Indië zal vertrekken. De eerste standplaats is Bandoeng. Voorjaar 1928 wordt Johannes hoofd van een nog te bouwen Hollands-Indische school in Lahat, een plaatsje diep in het binnenland van Zuid-Sumatra. Lahat biedt meer dan een Epense beek. Er is daar de snelstromende rivier de Lematang, die uitnodigt tot springen. Haar vriendje Rameh moet Aya uit de stroom redden. Aya heeft haar eigen wijdvertakte waringin en zoveel andere bomen waarin het goed toeven is. Ze zwerft ook, niet zonder risico, alleen door de wildernis. Het paradijs Lahat duurt drie jaar, van Aya’s achtste tot haar elfde jaar. Daarna volgen er weer overplaatsingen. Het verblijf op een standplaats is immers nooit van lange duur. Als is maar tijdelijk. ‘Je moet niet wortelen’, waarschuwt vader Johannes. Pas in 1980 zal Zikken terug gaan naar het houten huis te Lahat. Het boek ‘Terug naar de Atlasvlinder. Een reis door Sumatra 1981’ is het resultaat. Zikkens ervaringen in Lahat zijn een oerbron.
Met haar ‘vriendin van toen en later’ Margaretha Ferguson.
Ze komt er twee keer terug en…betreedt het ouderlijk huis niet. Natuurlijk, daar wonen nu andere mensen, maar ze vraagt ook niets! Later gaat Ruys op haar verzoek naar Lahat. Hem lukt het wel het houten huis te betreden. De Hollandse tegeltjes liggen er nog net zo bij. Samen reizen blijkt geen groot succes te zijn. Na vier dagen optrekken op Java in 1990, op zoek naar het nieuwe Cisarua, gaan Ruys en Zikken uit elkaar en is er een communicatiepauze van twee jaar. Zikken bekent tussen de regels door dat de oorzaak van de onenigheid wel eens bij haar zou kunnen liggen. Zij is jaloers op het uithoudingsvermogen van Kees. Ruys kan er uiteraard ook niets aan doen dat hij van 1955 is en Zikken van 1919. Onthechtheid Zikken spreekt openhartig met Ruys. Haar verteltrant en haar originele uitspraken houden de aandacht vast. In Batavia, op de HBS de Prins Hendrikschool, ontmoet ze haar hartsvriendin Margaretha Wigerink (1920/1992), die na haar tweede huwelijk onder de naam Margaretha Ferguson haar literaire werk zal publiceren. Ze schrijven samen. Zikken houdt Margreet voor de gek met literaire spelletjes.
Maar het is ook Zikken die Margreet aanzet tot het afmaken van het manuscript ‘Angst op Java’, wanneer Ferguson door de dood van haar man in een impasse is geraakt: Zikken: ‘Maar je moet het afmaken! Het moet gewoon!’
‘Ze moet nu eenmaal op reis, ook als ze hiervoor haar echtgenoot Frans Postema en haar twee dochters in de steek moet laten’ Margaretha maakt het boek af en krijgt er ‘De witteprijs van de stad Den Haag’ voor. Zo schrijft ze naar Zikken, die in Spanje aan haar roman ‘De polong’ (1994)werkt. Het centrale thema van ‘De Polong’ is de onthechtheid van een mens die tussen twee culturen is opgegroeid en nergens meer kan aarden. Dit is ook Zikkens thema. Vanaf haar twintigste verblijft ze in
Voor de tweede keer terug bij het oude huis, Lahat 1996.
Ruys is een geboren biograaf. Wie zeven verhuisdozen met notitieboeken, agenda’s, dagboeken, foto’s, geluidscassettes, eerste drukken, recensies, posters en brieven naar zijn werkplaats meeneemt en het dan nog op een werk van zevenhonderdvijftig bladzijden weet te houden, verstaat zijn vak. Waar Ruys in eerder werk wel eens wat royaal van tekst kon zijn; in ‘Alles is voor even’ bezondigt hij zich zeker niet aan onmatigheid. Voor de weergave van de gesprekken met Zikken kiest vormgever Els Kort voor een kleiner lettertype, wat de overzichtelijkheid ten goede komt. Kort heeft van het boek een voornaam geheel gemaakt. Dieprood voor de hardcover. De omslag in zandkleur met rode en witte letters, toont het profel van Aya Zikken op elfjarige leeftijd. Ze heeft dan net de periode achter zich die haar lange leven zal bepalen. Kees Ruys: ’Alles is voor even. Het bewogen schrijversleven van Aya Zikken’. Uitgeverij: In de Knipscheer ISBN:978 90 6265 Prijs E 45,– Op 30 juni a.s., om 14.00 uur, geeft Kees Ruys een voordracht over Aya Zikken in het Letterkundig Museum. Reserveringen: spit.
[email protected] en telefonisch: 06-81309892
Signeren op de Pasar Malam Besar in Den Haag, 1998.
16>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 28 juni 2013
Hans
Oh Joy
Vandaag is de zomer begonnen en vanuit mijn Scheveningse raam, besef ik dat mijn dorp van badplaats is veranderd in een stortbadplaats (voor wie de oude benaming van de douche nog kent). Het gutst en klettert en ietwat weemoedig denk ik terug aan een week eerder, toen het strand nog overwegend zonnig was en de stevige wind acceptabel. Het Transavia Grand Slam Beach Volleyball kon zich verheugen in behoorlijke weersomstandigheden en dat is wel eens anders geweest. Het was te merken aan de sfeer. Iedereen liep er vrolijk bij. Sportief liep het ook meer dan aardig. Daar waar bij de dames vast werd gerekend op succes van de Haagse koppels Keizer/Van Iersel (eerste geplaatst) en Meppelink/Van Gestel (eerste op de wereldranglijst), zat de verrassing in het Amsterdams/ Haagse duo Van der Vlist/Wesselink, dat keurig vierde werd. Die prestatie leverde ze de A-status op van het NOC*NSF, wat extra financiële ondersteuning waarborgt. Navraag bij de sectie Den Haag Topsport van Den Haag Marketing leert dat onze stad nu is behept met drieëntwintig sporters met de A-status en elf met de B-status. Daags na hun halve finale meldde Jantine van der Vlist via de sociale media: “We staan weer met beide voetjes op de grond! Kansloos ten onder in kwalificatie Rome. Zo hard kan topsport zijn”. Grote hoogten en diepe dalen kenmerken de sport. Een week voordat de internationale top neerstreek in Scheveningen, was ik in het Rotterdamse Nesselande, omdat daar het NK Beachvolleybal Jeugd werd gehouden. De meest opvallende prestatie was van Joy Stubbe. De 15-jarige Goudse won de titel. Tweemaal. In de leeftijdcategorieën onder 18 èn onder 20. Vooral bij het gevecht om die laatste titel was Joy magistraal. Navraag bij vader John (ooit ook tweevoudig Nederlands kampioen), leerde dat Joy in augustus naar Den Haag verhuist om aan te sluiten bij Beach Team Holland, de nationale selectie. Dat is geweldig nieuws voor Den Haag. We krijgen er immers een absoluut toptalent bij in onze stad. Dat is reden voor grote vreugde. Of het nou komt door het weer weet ik niet, maar het maakt me ook een beetje behoedzaam. Wie helpt Joy – voorzichtig – weer met beide beentjes op de grond te staan. Vijftien jaar en twee grote jeugdtitels op zak vormt een enorme belasting. Vaak meer nog dan een zegen. Ik heb echter alle vertrouwen in het begeleidingsteam van Beach Team Holland. En daardoor ook in Joy! Hans Willink
Piet Jansen.>Foto: Creative Images
Piet Jansen negende in de rij
De nieuwe baas van ADO Den Haag Met de komst van Piet Jansen heeft ADO Den Haag de negende naam aan de functie van algemeen directeur toegevoegd. Sommigen waren slechts als ad interim bedoeld, anderen bleven maar kort aan. Het lijkt geen gemakkelijke baan, maar Stolwijker Jansen gelooft in zijn kunnen én een langdurig verblijf. Door Hans Willink
Piet Jansen is 58 jaar, geboren en getogen in Gouda, woonachtig in de Krimpenerwaard, getrouwd en heeft twee volwassen kinderen. “Ik ben zelfs al opa”, stelt de nieuwe directeur van ADO Den Haag zich voor. “Hiervoor werkte ik vijfentwintig jaar bij de HTM, daarvoor elf jaar bij de gemeente Gouda en dáárvoor allemaal kleine baantjes. Ik was zeventien jaar – en ik denk dat dit kenmerkend is voor mij – toen ik ging werken. Ik begon met de detailhandelsschool op zak, een lagere beroepsopleiding. Eigenlijk wilde ik graag doorleren, maar mijn ouders hadden daar het geld niet voor. Zij stelden voor dat ik overdag ging werken en ’s avonds naar school zou gaan. Dat heb ik gedaan. Heel veel en in verschillende richtingen; financiën, sociale dienstverlening, financiële dienstverlening en later ook managementopleidingen. In 2002 rondde ik mijn MBAopleiding af. Daarop ben ik wel trots: van LBO naar MBA. Ik werkte al jaren bij de HTM en vroeg me voordat ik begon af, of ik wel zou worden toegelaten”. Jansen was al twee jaar directeur toen hij zijn diploma behaalde. Het kan niet worden ontkend dat de 58-jarige inwoner van Stolwijk een lange weg heeft afgelegd. “Ik heb carrière gemaakt, omdat ik vond dat chefs
me in de weg zaten”, legt hij desgevraagd uit. “Ik had altijd zoiets van: ga alsjeblieft opzij, dan doe ik het zelf wel. Dat is kenmerkend voor mij geweest. Ik heb me nooit laten tegenhouden bij dingen die ik echt wilde bereiken. Onderweg heb ik geleerd om met iedereen te kunnen communiceren. Voor mij zijn de twee belangrijkste mensen in een bedrijf de portier en de schoonmaker; zonder portier komt niemand binnen en zonder schoonmaker wordt het een vies zooitje”. Voetbalvirus De maatschappelijke loopbaan lijkt duidelijk, maar hoe zit het met de voetbalkennis? “Ik heb heel mijn jeugd gevoetbald bij v.v. Gouda. Ik had geen talent, in tegenstelling tot mijn vader, die twee keer landskampioen bij de zondagamateurs werd. Dat was in 1959 en 1960. Zijn talent heb ik niet meegekregen. Dat gecombineerd met de avondstudies, zorgde ervoor dat ik op een gegeven moment stopte met voetbal. Toen ADO Den Haag het financieel moeilijk had, riep het College van Burgemeester en Wethouders de Haagse bedrijven op om achter de club te gaan staan. HTM werd sponsor en daardoor kreeg ik met ADO Den Haag te maken. Dat was al in het Zuiderpark en ik werd meteen weer gegrepen door het voetbalvirus. Toen de commerciële directeur en de directeur stadionzaken vertrokken, ben ik in maart al in gesprek gegaan met Henk Jagersma, de voorzitter van de Raad van Commissarissen. Hij zei dat ze mij op het lijstje hadden staan, want er ging volgens hem nog een derde directeur weg. Ik vroeg waarom Cees Driebergen vertrok als algemeen directeur en hoorde dat hij zijn draai niet kon vinden. Vijf
jaar geleden, toen de club op de rand van faillissement stond, was ik ook al gevraagd. Ik was toen 53 en zag dat ik met allerlei pensioenbreuken te maken zou krijgen. Het was voor mij niet het goede moment. Nu wel. Ik had in januari al afscheid genomen van de HTM. Op een nette en goede manier. Gewoon afgebouwd en overgedragen. Ik had een paar maandjes thuis gezeten en was maar vier uurtjes per week werkzaam in een nevenfunctie als commissaris bij de Rabobank. Na het gesprek met Henk heb ik ook de andere commissarissen van ADO Den Haag gesproken. We werden het vrij snel eens. Voetbal is mijn passie. Er is me ooit gevraagd wat ik zou willen doen als ik niet bij de HTM werkte. Geen waterleiding- of energiebedrijf, dat is niet zichtbaar. Je doet de stekker erin en dan gaat de lamp branden. Toen kwam ik al aanzetten met een betaald voetbalorganisatie. Omdat het zo’n gekke wereld is. Het is heel veel emotie, maar ook bestuurlijk ingewikkeld omdat je met heel veel mensen te maken hebt. Dat is interessant. De grote uitdaging hier is hoe je continuïteit en rust in de organisatie krijgt. Als je dat voor elkaar krijgt, kunnen anderen hun werk beter en gemakkelijker doen”. Droom Er zijn mensen die beweren dat de functie van algemeen directeur bij ADO Den Haag een ceremoniële is. Een marionet van de aandeelhouder Van der Kallen en commissaris Jagersma, die naar verluid veel beslissen binnen de club. Dat zou ook het relatief grote aantal algemeen directeuren in het laatste decennium verklaren. “Ik heb ze allemaal gezien en het is een extra uitdaging om langer te blijven”,
klinkt het strijdlustig. “Je moet in mijn optiek in de bestuurlijke omgeving passen. Dat geldt overal, maar zeker bij een betaald voetbalorganisatie. Elk bedrijf heeft een ‘governance’ structuur. In Nederland zijn daarvoor een aantal spelregels vastgelegd. Je ziet dat bij ADO Den Haag de rollen door elkaar heen lopen. Dat is in het verleden zo ontstaan. Ik kan me voorstellen dat je er als aandeelhouder of commissaris heel kort op gaat zitten, als een bedrijf bijna failliet is geweest. En daarvan is hier natuurlijk sprake geweest. De aandeelhouder voert de gesprekken over de contracten, maar dat functioneert goed. In een ‘governance’ structuur past dat niet helemaal, maar ik merk niets van een ceremoniële functie; ik heb me de eerste drie weken de tandjes gewerkt. Het zit niet in mijn karakter om een marionet te zijn, maar ik blijf hier wel langer dan een jaar. Het gaat mij niet om Piet Jansen. Ik heb al bewezen wat ik wel kan en wat niet. In de voetbalwereld zijn het allemaal mannetjes en ik ben een bestuurder. Over een jaar zal ik uitleggen hoe ik het dan heb gedaan. Het bestuur van deze organisatie moet professioneler, de rollen lopen teveel door elkaar. Ik ga daaraan inhoud geven met de doelstelling dat alles wat er gebeurt, goed moet zijn voor de club. Ik heb een droom, maar als je droomt moet het wel realistisch zijn. De komende paar jaar ga ik keihard werken om de boel beter te structureren en een goede basis neer te leggen. ADO Den Haag moet doorbouwen en vast in het linkerrijtje zitten. Mijn droom is dat we Europees voetbal halen. Was het twee jaar geleden niet fantastisch? En als we dan weer Europees spelen, droom ik er bovendien van, dat dit stadion te klein is”.
17
sport<
Vrijdag 28 juni 2013 > Den Haag Centraal
Veertig jaar geleden startte de Tour in Scheveningen
‘Heya Jopie, heya Jopie!’ De 100ste Tour de France gaat zaterdag 29 juni van start. Niet alleen bijzonder omdat het een jubileum-editie is, ook omdat 40 jaar geleden het begin van de Tour plaatsvond in Scheveningen. Het was een even opmerkelijk als onvergetelijk evenement. Helemaal omdat publiekslieveling Joop Zoetemelk de Proloog won en met de gele trui om zijn schouders de stad weer uit reed. Door Martin van Zaanen
De dag was zaterdag 30 juni, het jaar 1973. Van de volgepakte noodtribunes rolde ‘Heya Jopie, Heya Jopie!’, overal langs de route hingen reclames van Caballero. Gul schijnende zon, uitbundig waaiende wind, ontblote bovenlijven, zonnebrillen boven vervelde neuzen, en de commentator van de NOS zag bij de Proloog, een individuele tijdrit over 7100 meter, direct hoe de vlag erbij hing: ‘Zoetemelk is zeer, zeer, zeer vinnig op weg. Schakelt voortreffelijk, wat nodig is op dit parcours’. De zee en het strand; wát een decor om tegen te koersen. In april dat jaar was nog tegen dezelfde achtergrond, maar dan in een storm met orkaankracht, het zendschip Norderney van Radio Veronica op het strand geworpen en muurvast komen te zitten. Twee weken later was er op het Binnenhof een demonstratie met 80.000 deelnemers tegen het voorgenomen verbod op commerciële radio vanaf zee. Op dezelfde dag werd het gestrande schip vlotgetrokken en teruggesleept naar internationale wateren. Nu liep het wielerparcours van de grootste meerdaagse wielerkoers van de wereld erlangs. De start bevond zich op de Boulevard, ter hoogte van de haven. Vanaf daar was het rechtdoor richting de Pier en het Kurhaus. Het keerpunt lag bij het huidige Sea Life Centre. Bovenlangs bij Seinpost, terug naar de Boulevard, hup door het havengebied, voorbij de Visafslag en dan finishen. Door al het bochtenwerk was het één grote serie sprints. Daar moest je op die eerste dag meteen al scherp voor zijn. En scherp, dat was Joop Zoetemelk. Niet alleen zette hij, rijdend op een hemelsblauwe fiets voor de ploeg GitaneFrigécrème, de snelste tijd neer, Zoetemelk deed dat ook nog eens met een fraaie, gecontroleerd agressieve stijl die een hoop beloofde voor de rest van de ronde. De Proloog winnen in eigen land; uniek. De toelichting van niet alleen Neerlands beste, maar ook meest toegewijde renner ooit: ‘’De seconden die je in het begin pakt, hoef je later niet meer goed te maken. In de Tour moet je altijd present zijn”. Wat opviel aan het evenement: de prima uitgewerkte entertainment factor. Die was drie maanden ervoor al zichtbaar geworden, toen filmster Sylvia Kristel met een kwast en witte verf alvast de startstreep op de grond had gekalkt – een raak mediamoment omdat de journalisten, voor de gelegenheid gekleed in wielerkledij en op de fiets, er niet dichter bovenop hadden kunnen staan. Op de grote dag zelf was er een voorprogramma met drumbands en majorettekorpsen en demonstreerden de motorrijders van de Tour dat ze hun voertuigen met losse handen, staand op hun zadel, konden berijden. Strijkt er in een stad een Touretappe neer, arriveren niet alleen de renners, maar ook een heel leger aan mecaniciens en een stalen woud aan fietsen en materialen. Dagenlang vergaapten Haagse wielerliefhebbers zich er aan. Ook de Franse agenten die hier twee da-
Joop Zoetemelk door de bocht. > Foto: Nationaal Archief
Lang slingerend lint door Haagse straten gen de baas waren, hadden veel bekijks. Op het podium waar Zoetemelk na de Proloog de gele én groene trui kreeg aangereikt, heerste een chaotische drukte. Naast de Haagse sportwethouder Piet Vink, kon je een man (of misschien wel een vrouw – wie zal het zeggen) in een levensgroot kostuum van het beroemde Michelin poppetje heen en weer zien waggelen. En kijk eens aan, wie maakte er ook zijn opwachting? Mart Smeets (zie kader). Dollars De Tourstart; een kleurrijk hoofdstuk uit de Haagse sportgeschiedenis. Maar past het ook in het beeld van Den Haag als wielerstad? Bestaat Den Haag wel als zodanig? Mwah. Oké, er was een tijd dat bijna iedere wijk zijn eigen jaarlijkse wielerronde had. En in Scheveningen lag van 1888 tot 1916 een heuse wielerbaan. Die bevond zich waar tegenwoordig de Brusselselaan ligt, de toegang was een smal pad vanaf de Badhuisweg. De baan was 404 meter lang en zes meter breed, met een ondergrond van kolengruis. In 1913 maakte een lange kerel met een onwaarschijnlijk machtig lijf er zijn opwachting: Piet Moeskops uit Loosdui-
nen. In de jaren twintig vierde hij internationale triomfen als baanrenner, tot in Amerika aan toe waar hij zijn zakken danig met dollars vulde. Moeskops was niet alleen lichamelijk loeisterk, maar ook op mentaal gebied een pionier. Minutieus bereidde hij zich op zijn wedstrijden voor, niets liet hij aan het toeval over. De vooruitstrevende oersportjournalist Joris van den Bergh, beroemd geworden met zijn tijdloze ‘Mysterieuze Krachten in de Sport’, nam Moeskops als onderwerp van zijn eerdere classic ‘Te midden der Kampioenen’. Moeskops was ook in Rijswijk te bewonderen. Daar lag tussen 1921 en 1944, vanuit Den Haag gezien net voorbij de Hoornbrug, de Rijswijkse Wielerbaan. Die ondergrond bestond volledig uit hout. Capaciteit: 20.000 toeschouwers. In de Hongerwinter werd het hout van de baan grotendeels opgestookt door mensen wanhopig op zoek naar brandstof voor hun haarden en kachels. Later, in de jaren zeventig, hadden we nog Bert Pronk uit de Burgemeester van der Werffstraat. Eén van de beste klimmers van Nederland en, rijdend voor Raleigh en IJsboerke, een aantal malen opvallend presterend bij de Tour de France. Later natuurlijk Michael Boogerd. Toen de Haagse vaandeldrager van Nederland Wielerland tussen 1996 en 2007 in maart van dit jaar zijn jarenlange dopinggebruik toegaf, viel hij van zijn voetstuk. Al lijkt het ergste leed alweer geleden. Met de presentatie op donderdag 16 mei in Boekhandel Paagman van de tweede editie van zijn Handboek Tour
de France, sloeg hij in ieder geval een nieuwe bladzijde om. Olijk Terug naar 1973. Nu de Proloog was geweest, stond de volgende dag de echte start op het programma. Met Joop Zoetemelk in de gele trui vertrokken 132 wielrenners voor de eerste etappe. Die bestond uit twee delen; van Zandvoort naar Rotterdam en van Rotterdam naar Sint Niklaas in België. Stapvoets rijdend liet de bonte karavaan de Boulevard achter zich, koerste via de Zwolsestraat een stukje richting het Haagse centrum en sloeg af naar Wassenaar om vanaf daar verder noordwaarts te trekken. Overal langs de route grote belangstelling voor de Tourrijders die zich als een lang lint door de Haagse straten slingerden. Met nog 4.000 kilometer asfalt voor de boeg. Op het Polygoon Journaal stelde de beroemde stem van Philip Bloemendaal olijk: “Dat zal nog een hele toer worden”. De editie van 1973 bestond uit 20 etappes, waarvan Zoetemelk ook de vierde, van Reims naar Nancy, won. In het eindklassement werd Joop vierde, in het puntenklassement om de groene trui eindigde hij als tweede. Winnaar werd, bij absentie van Eddy ‘De Kannibaal’ Merckx, de Spanjaard Luis Ocaña. Aardig detail: Philip Bloemendaal, de man met de meest herkenbare stem van de Nederlandse televisie ooit, was in Scheveningen geboren. Ook Joop Zoetemelk voelde zich in deze contreien opvallend senang. Wat er misschien mee te maken had dat hij weliswaar opgroeide in het dorpje Rijpwetering,
Debuut Mart Smeets Mister Tour de France beschrijft in zijn boekje Dertig – terugblik op 30 jaar Tour de France – hoe NOS regelbaas Kees Buurman in de zomer van 1973 aan hem vroeg: ‘Lange, heb je zin en tijd om voor ons de Tour de France te doen?’ Mart Smeets was 26 jaar, zijn te korte basketballoopbaan zat erop, hij schreef wat voor De Tijd, deed op zaterdagochtend het sportprogramma voor Radio Noordzee International en was bij Studio Sport begonnen het honkbal te verslaan. Ondanks dat hij meer gevoel bij Amerikaanse sporten had, klonk het: “Ik ga mee, je kunt op me rekenen”. Vier dagen later vertrok Smeets vanuit Amsterdam met de trein naar Den Haag en nam vanaf Station Hollands Spoor een taxi naar Scheveningen. Toen Smeets na afloop naar het podium moest om de winnaar te ondervragen, draaide zijn maag van de zenuwen om. De allereerste vraag die Mart als Tourverslaggever stelde, was aan Joop Zoetemelk, en luidde: “Bent u tevreden over uw Proloog?” Smeets’ leven als Tour de France volger was begonnen.
maar werd geboren in Den Haag. In het Statenkwartier, in de Van Loostraat, waar hij ook de eerste maanden van zijn leven doorbracht.
92.0 Den Haag FM LIVE van 14.00-23.00 uur
DenHaagFM.nl
VOLG HET LIVE op zondag 30 juni
89.3 Radio West TV West
LIVE van 14.00-23.00 uur LIVE 17.00-22.30 uur en vanaf 19.00 uur elk uur een samenvatting
Download de Omroepwest app en gluur backstage mee! Kijk op Omroepwest.nl voor meer informatie.
Alle grote evenementen volg je LIVE via Omroep West
Ziggo digitaal
30
19
varia<
Vrijdag 28 juni 2013 > Den Haag Centraal
stadsgroen
Van klaprozen en anjers
Eindeloze tarwevelden ... wuivende halmen ... en als de oogst was binnengehaald, stonden daar alleen nog flapperende vuurrode bloemen met zijdeachtige, gekreukte blaadjes en een donker hartje. Als je ze plukte dwarrelden ze verloren op de grond. Vroeger zei men dat de zwarte vlek in het midden van
Vroeger zei men dat de zwarte vlek in het midden van het blaadje het werk was van de duivel. Omdat hij niet kon verdragen dat God zo’n zuiver rood bloemetje had geschapen
Bewoners van de Schuitenweg vrezen verlies zonlicht.>Foto: C&R
Bewoners Seinpostduin woedend over nieuwe normen dakopbouwen Door Adrie van der Wel
Een vorm van politieke koehandel in de Haagse politiek heeft ervoor gezorgd dat bewoners van het Seinpostduin meer zonlichtverlies moeten accepteren door dakopbouwen. Dat zware verwijt van de bewoners aan het gemeentebestuur werd dinsdag neergelegd bij de Raad van State bij de behandeling van het nieuwe bestemmingsplan voor het Seinpostduin. De bewoners hebben na jarenlange procedures precies gekregen wat ze niet willen. Namelijk soepeler normen voor het verhogen van een woning in hun buurt, met als gevolg meer verlies van zonlicht. Ook hebben ze ongewild de aanzet gegeven voor discutabele normen die voortaan voor heel Den Haag gelden.
Aanleiding voor deze soap waren de twee vergunningen die door de gemeente in strijd met toen geldend beleid werden verleend voor een dakopbouw bij woningen aan de Zeeweg en de Schuitenweg. Die afwijking van het beleid werd later in een bestemmingsplan voor het Seinpostduin vastgelegd. Maar de Raad van State vernietigde dat plan, omdat er geen garanties tegen teveel zonlichtverlies door dakopbouwen waren opgenomen.
vendien is volgens de bewoners de nieuwe norm uiterst discutabel. Die norm is nu onderdeel van het nieuwe bestemmingsplan geworden. Daarom moet ook dit nieuwe plan door de Raad worden vernietigd, vinden de bewoners. Maar de voorzitter van de Raad maakte hen meteen duidelijk dat het omstreden beleid een politieke beslissing is. En de Raad blijft daar graag buiten, tenzij dit beleid tot absurde gevolgen leidt. Dat moet de Raad nu onderzoeken.
Onder druk van de PvdA en de VVD is D’66, dat aanvankelijk een strenge norm voor dakopbouwen bepleitte, overstag gegaan. Er is een nieuwe bezonningsnorm vastgesteld, die volgens de bewoners beduidend slechter is dan de norm die in het oude beleid gold. Bo-
Volgens een woordvoerder van de gemeente leidt het nieuwe beleid tot gevolgen, maar die zijn aanvaardbaar. De norm voor zonverlies door dakopbouwen is in de ogen van de gemeente zelfs aangescherpt. De Raad van State oordeelt over zes weken.
het blaadje het werk was van de duivel. Omdat hij niet kon verdragen dat God zo’n zuiver rood bloemetje had geschapen. Woedend deed hij een greep met zijn klauw en maakte zo een brandvlek. En daar kon zelfs God niets meer aan veranderen. Ook werd wel gedacht dat klaprozen op plaatsen groeiden waar iemand was vermoord. Dat het bloed als het ware in de bloemblaadjes werd opgenomen. De oorsprong van dat verhaal komt uit de Eerste Wereldoorlog, waar de Belgische en Franse slagvelden rood kleurden omdat er spontaan duizenden
klaprozen verschenen. Al snel stonden ook de graven van de gevallenen vol met bloedrode bloempjes. Inmiddels weten we dat de zaden van de klaproos hun kiemkracht houden, ook al zitten ze jarenlang diep en donker in de grond verstopt. En als de grond dan wordt omgewoeld ... Klaprozen worden in het Engels poppies genoemd, en na het verschijnen van het gedicht ‘In Flanders fields the poppies blow, Between the crosses, row on row’ in 1915 besloot de Amerikaanse Moina Belle Michael na de wapenstilstand een poppy, een klaproos, op haar kleding te dragen. Anderen namen dit over, maakten bloemen van papier of textiel en gingen ze zelfs verkopen, waarbij de opbrengst ten goede kwam aan de weduwen en kinderen van de gesneuvelde soldaten. Dit initiatief kreeg navolging in Engeland, waar de klaproos inmiddels is uitgegroeid tot symbool voor alle oorlogsslachtoffers. In Nederland hield het Oorlogsgraven comité tot 1970 een Klaprooscollecte, maar in Engeland wil nog steeds vrijwel geen enkele Britse bekendheid zonder kunststof of papieren klaproos gezien worden rond de herdenkingsperiode. Zaterdag is het de Nederlandse Veteranendag. Op veel revers zal een witte anjer prijken, het symbool voor erkenning, respect en waardering voor oorlogsveteranen. Volgende week leest u meer over bloemen en hun symboliek. Wendy Hendriksen >Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
Veteranendag Den Haag: 29 juni 2013, vanaf 09.15 uur Malieveld en vanaf 13.00 uur Defilé
medisch
Water
Lourdeswater is beroemd, maar vorige week was water een nachtmerrie in Lourdes. Voor de tweede keer binnen een jaar trad de Gave, de rivier die door het dorpje heen loopt, buiten zijn oevers. Foto’s op internet lieten onder andere de ondergelopen grot en de heiligdommen zien, maar ook foto’s van kapotte wegen, bruggen, ondergrondse kerken en meerdere hotels. De week ervoor hadden wij nog een goede, gezellige en waardevolle bedevaart naar Lourdes gehad. Geslapen in een hotel, wat een week later onder
water stond. Met twee bussen, 80 pelgrims en 22 vrijwilligers zijn we 8 dagen weggeweest. Ieder jaar starten we met een overweging in een kerk in Rotterdam, het verzamelpunt. Via Orleans komen we na twee dagen aan in Lourdes. Dit jaar hebben we veel moeten dokteren. Een maag/darmvirus velde een tiental mensen van onze groep. Zo ook een van de oudere pelgrims, een vrouw van 85. ’s Morgens was ze aan het braken en had ze diarree, ’s middags had ze hoge koorts tot 40 graden en ’s avonds was
ze uitgedroogd. In het hotel was dit niet meer voor ons te doen en was het beter dat ze naar het ziekenhuis in Lourdes ging. Zo iets als 112 bellen en dan komt er wel een ambulance, blijkt moeilijk te regelen te zijn in Frankrijk. Via de receptie was het wel mogelijk een soort ligtaxi te bestellen. Wel moesten we deze contant afrekenen, 58 euro. Dat ik dit niet had, was geen probleem. Halverwege de rit naar het ziekenhuis stopten we even bij de pin automaat! Zelf wil ik liever niet in een ziekenhuis terecht komen, en zeker niet in Frankrijk. Bij binnenkomst in het ziekenhuis moest mevrouw van de brancard op een bed, maar ze hielpen haar niet. Dan ben je 85 en doodziek! Vervolgens moet je eigen nachtjapon uit en moet je zo’n vreselijk ziekenhuisjasje aan. Wat mij nog het meest verbaasde, is dat het een paar uur duurde voordat
mevrouw een beetje zuurstof kreeg en een infuus met wat vloeistof om aan te sterken. Mijn Frans is nu niet heel geweldig, maar ik had wel duidelijk kunnen maken, dat mij dat wel zinnig leek. Maar nee, eerst moesten er allerlei onderzoeken gebeuren. Bij een echo van de buik bleek dat ze waarschijnlijk de dagen ervoor ook niet goed geplast had en dat er nog
Bij binnenkomst in het ziekenhuis moest mevrouw van de brancard op een bed, maar ze hielpen haar niet. Dan ben je 85 en doodziek!
800 ml in de blaas zat. Na veel vijven en zessen werd er een catheter geplaatst, wat haar zichtbaar goed deed. De volgende dag was ze door het extra vocht alweer zodanig hersteld, dat wij haar liever weer mee naar het hotel namen om te verzorgen. Het was voor mevrouw ook lastig om in het Frans te moeten communiceren. Helaas moesten we besluiten dat de terugreis met de bus voor haar te zwaar zou zijn. SOS international werd ingeschakeld om haar te repatriëren. Dit ging als een speer. Op woensdag hadden we contact. Donderdagavond was de ambulance in Lourdes gearriveerd en op vrijdagmorgen zijn ze met mevrouw vertrokken richting Nederland. Min of meer op hetzelfde moment reden wij met onze bussen ook weer richting huis. Emilie Bolsius Huisarts
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 28 juni 2013
vilan, renate & de residentie
We’ll meet again
‘Don’t touch’, heet dit beeldje van Edith Bons, en het kost moeite.
Bijna ideaal, kunst (Jan Wessendorp) en kijker één.
Wie was deze geheimzinnige bezoeker: Charles C.M. Carlier, Havank, of Tomas Ross, je weet het bij De Schaduw nooit. >Foto’s: Otto Snoek
De helft van het Haagje zal wenen, de andere helft zal opgelucht ademhalen: dit is de laatste aflevering van de roemruchte Residentie. Ach, wat een tijd ligt er achter ons! Voor de laatste keer op pad gaan voor deze rubriek vervulde ons bij voorbaat met nostalgische sentimenten. Nooit meer naar nietszeggende activiteiten, door een organisatie opgeblazen tot megalomane proporties. Nooit meer ontroerd worden door nog altijd bestaande bastions van beschaving. Nooit meer naar kunstgalerij Ariana voor de opening van een dubbeltentoonstelling, want daar gingen we deze keer heen. Nu is een dubbeltentoonstelling een merkwaardig fenomeen. Het heeft iets praktisch, wat men nooit verwacht in de kunsten. ‘Dan doen we het toch
zich tussen uitersten en vindt zich symbolisch terug in het Polengmotief, balancerend tussen het wit en het zwart’. Daar hadden we niet van terug. Prijzen variëren van 550 euro tot 950 euro, dat laatste bedrag dan voor de griezelige kindjongen die pontificaal in het midden stond. ‘Don’t touch me’, heette het. Treffend. Wij zagen ook het werk van Jan Wessendorp, acryl op veelal linnen en hout en alles ingelijst en indrukwekkend van omvang en prijs, van 2.500 euro tot 7.000 euro. Best een bedrag, tegenwoordig. Al heb je in dat laatste geval iets loeigroots in je kamer op te hangen. We vonden in sommige ogen een diepe melancholie schemeren, maar dat kon ook aan ons liggen. Gezien het afscheidsgevoel, ziet u. Even werden we nog opgeschrikt door iemand zon-
tegelijkertijd? Gewoon een beetje inschikken’. Zo zag het er bij Ariana uit: een efficiënt ingerichte ruimte, met schilderijen en beelden. Ging best. Er waren veel bezoekers die zich liever in elkaar verdiepten dan zich in de kunsten te verliezen. O, geef ons toch een galerij die het waagt om één enkel kunstwerk in een grote ruimte te plaatsen... maar waar is de kunst die pas dán tot ons zal spreken? Het waren gedachten waaraan deze galerij geen boodschap had. Klein en knus was het er. Wij zagen het werk van Edith Bons: beelden en beeldjes van keramiek, hout, plastic en andere materialen. Nu niet vragen of het ‘mooi’ was, dat is zó ouderwets. Het gaat om zeggingskracht, om beeldtaal en zoals de galerij ons berichtte: ‘Inhoudelijk begeeft zij
der fatsoen die fel in ons gezicht flitste. Toen gingen we weg, door de stad lopen en ons verloren voelen en terugdenken aan alles dat ooit was geweest. Degenen die ons het dierbaarst zijn, dat waren natuurlijk onze volgelingen die wekelijks deze pagina lazen, schuimbekkend van woede en afschuw. Ze schreven ingezonden brieven en ze verboden ons langs te komen als ze zelf eens het bestaan vierden van hun eigen stoeptegel. Geen trouwere lezers dan degenen die je haten, daar zit zo’n unieke grote dosis aandacht en toewijding in, dat is er niet eens in de grootste liefdes. Het fijnste? De sublieme zoutstengels die in de Haagse Kunstkring met liefde werden geserveerd. Het vanzelfsprekende elitaire van het Louis Couperus Museum, al leidde dat dan weer tot de
steeds vermakelijke situatie van optredende artiesten die in hun ijver te laten zien dat ze er ook bij hoorden, grove fouten maakten in hun speeches en zo het tegendeel bewezen. Maar nimmer sprak iemand van het Museum daar in het openbaar een corrigerend woordje over. Chic. Na al deze bezoeken zijn we niet meer die we waren. Het heeft ons veranderd, welzeker. We zien de stad als een fuifstad, vol mensen van goede wil. En met anderen, die als nitwit geboren zijn en zullen sterven. Zulken moeten er ook zijn, al was het alleen maar voor het contrast. Tegen u allen zingen wij het prachtige lied van Vera Lynn: ‘We’ll meet again... some sunny day’. Vilan van de Loo