SLO oktober 2009
filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/)
Achtergrond
Nederland heeft een goed onderwijssysteem. Maar, er is maatschappelijke zorg over de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs.
Achtergrond
Waar komt die zorg vandaan? Pabostudenten bleken basisvaardigheden taal en rekenen onvoldoende te beheersen. Je kunt hen daar niet zomaar de schuld van geven omdat: • veel studenten na po weinig basisvaardigheden taal en rekenen krijgen • in vo gaat taal en rekenen ergens anders over • wat ze geleerd hebben wordt in het onderwijs niet onderhouden • er is geen aansluiting van vakken tussen sectoren • de samenleving vraagt meer basiskennis van taal en rekenen • de gedachte komt vanuit het idee 'vroeger was alles beter!’.
filmpje pabo leraar Marc van Zanten (http://www.taalenrekenen.nl/ref_niveaus_taal/Scholing/
Achtergrond
Waar gaat die zorg over? behoud en uitbouw van kwaliteit van het onderwijs op termijn het niet aansluiten van onderwijssectoren verlies van kennis en vaardigheden tijdens de (leer)loopbaan het gemiddeld slechter presteren van betere leerlingen t.o.v. hooggetalenteerden in andere landen • onvoldoende beheersen van de basiskennis en -vaardigheden voor taal en rekenen. Bij taal gaat het met name om leesvaardigheid.
• • • •
Achtergrond
Is die zorg terecht? • Hierop is geen eenduidig antwoord te geven. Uit (inter)nationele onderzoeken blijkt het Nederlandse onderwijs van een behoorlijk niveau. • Op dit moment vinden we dat er vooral bij taal en rekenen een tandje bij kan worden gezet. • Niet omdat u het in het verleden verkeerd hebt gedaan, maar omdat maatschappelijke en politieke ambitie nu een zwaarder accent legt bij de taal- en de rekenvaardigheden.
Achtergrond
Hoe bepalen we inhoudelijke kwaliteit van onderwijs? • Kwaliteit is subjectief. In afspraken zeggen we wat we daaronder verstaan. • Als kwaliteit is bepaald kun je nagaan of: – dat is bereikt – er onder blijft – het veel beter is. • (Kern)doelen zijn inhoudelijke afspraken over kwaliteit. • Kerndoelen zijn te globaal voor duidelijke kwaliteitsafspraken.
Expertgroep • OCW heeft een expertgroep advies gevraagd wat leerlingen van taal en rekenen moeten kennen en kunnen, van basisonderwijs tot hoger onderwijs en uitstroom naar de beroepspraktijk. • Resultaat: referentiekader taal en rekenen (Over de drempels met taal en rekenen). • Vervolgens zijn de raden (PO, VO, MBO) door OCW om advies gevraagd. Op basis daarvan zijn aanpassingen gemaakt. • Resultaat: definitief referentiekader taal en rekenen (Referentiekader taal en rekenen).
Achtergrond
Referentiekader
Doelen voor het ontwikkelen van een referentiekader • Samenhangend curriculum voor taal en rekenen, binnen en over onderwijssectoren heen. • Het verbeteren van taal- en rekenprestaties van leerlingen.
Referentiekader
Opbouw referentiekader REFERENTIEKADER
Het referentiekader kent 4 referentieniveaus. Elk niveau bevat basiskennis en vaardigheden taal en rekenen. Je ziet in de referentieniveaus: • benodigde of na te streven kennis en vaardigheden • hoe onderdelen aansluiten • te onderhouden kennis en vaardigheden • te verdiepen kennis en vaardigheden • per niveau een opklimmende moeilijkheidsgraad in
basiskennis en –vaardigheden.
1 2
1F 1S
2F 2S
3 4
3F 3S
4F 4S
Algemeen maatschappelijk niveau Drempels
filmpje Jos Letschert (http://www.taalenrekenen.nl/referentiekader)
Referentiekader
1ste referentieniveau voorstellen basiskennis en basisvaardigheden voor taal en rekenen einde basisschool.
REFERENTIEKADER 1 2
1F 1S
2F 2S
3 4
3F 3S
4F
fundamenteelniveau 4S 2F wat je als burger moet kunnen in de maatschappij. Algemeen maatschappelijk niveau Drempels
Referentiekader
fundamenteelniveau 1F -einde basisonderwijs -nodig voor instroom in bb een kb van vmbo.
streefniveau 1S -einde basisonderwijs (12 jaar) - nodig voor instroom in theoretische of gemengde leerweg vmbo en voor havo/vwo. fundamenteelniveau 2F -einde vmbo bb en kb -wat je als burger moet kunnen in de maatschappij.
Referentiekader
Voordelen van referentiekader • efficiëntere en effectievere onderwijsprogramma's – inhouden in diverse sectoren sluiten beter aan (voorkomen herhalingen, of erger, hiaten) – duidelijker wat uw leerlingen moeten kennen en kunnen – er is 1 kader met 1 taal voor alle sectoren • handvat om taal- en rekenbeleid op uw school opnieuw te doordenken. • voor het vervolgonderwijs is eenvoudiger vast te stellen waar – remediëring nodig is, – onderhoud volstaat, – doorgewerkt kan worden richting beoogde eindniveau.
Referentieniveaus taal
Opbouw referentieniveaus taal • • • •
vier fundamentele niveaus niveaus hebben een opklimmende moeilijkheidsgraad elk fundamenteel niveau omvat het voorgaande niveau bij behalen van een fundamenteel niveau is het volgende niveau het streefniveau.
Taaldomeinen • Mondelinge taalvaardigheid (gesprekken, luisteren, spreken) • Leesvaardigheid (lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten) • Schrijfvaardigheid • Begrippenlijst en taalverzorging.
Referentieniveaus taal
Opbouw taaldomeinen Elk domein en niveau heeft dezelfde opbouw: • een algemene omschrijving • taken • kenmerken van de taakuitvoering (aan welke karakteristieken/criteria moet een taak op dat niveau voldoen). Behalve het domein Begrippenlijst en taalverzorging daarin staat: – wat leerlingen van grammatica en spelling moeten kennen en kunnen – de begrippen die leerlingen moet kunnen hanteren op de diverse niveaus.
Referentieniveaus taal
Referentieniveaus rekenen
Opbouw referentieniveaus rekenen
• twee van elkaar te onderscheiden kwaliteiten – fundamentele kwaliteiten: richten zich op basale kennis en inzichten en op een meer toepassinggerichte benadering van rekenen – streefkwaliteiten: bereiden al voor op de meer abstracte wiskunde • elke kwaliteit (fundamenteel en streef) heeft drie niveaus • er is geen 4e niveau voor rekenen: dat is wiskunde.
Rekendomeinen • Getallen • Verhoudingen
• Meten en Meetkunde • Verbanden.
Referentieniveaus rekenen
Opbouw rekendomeinen Elk domein en niveau heeft dezelfde opbouw: • notatie, taal en betekenis • met elkaar in verband brengen • gebruiken.
Elk onderdeel is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden: • paraat hebben • functioneel gebruiken • weten waarom.
Referentieniveaus rekenen
DE WET • augustus 2010 invoering wet referentieniveaus • vervolgens uitwerking in sectorale regelgeving • schooljaar 2013-2014 eerste afname rekentoets vo en nieuw examen Nederlands
Vertaling naar onderwijstypen door overheid Nederlands Rekenen/wiskunde
(S)BAO 1F 1F
(S) BAO 1S 1S
Nederlands Rekenen/wiskunde
WEC 1F 1F
WEC 1S 1S
Nederlands Rekenen/wiskunde
PRO 1F 1F
Nederlands Rekenen/wiskunde
Vmbo-bb 2F 2F
Nederlands Rekenen / Wiskunde
mbo-1 2F 2F
Vmbo-kb 2F 2F mbo-2 2F 2F
Vmbo-gt 2F/2S 2F/2S mbo-3 2F 2F
mbo-4 3F 3F
Vmbo-tl 2F/2S 2F/2S
Havo 3F/3S 3F/3S
Vwo 4F 3F/3S
Consequenties van wetgeving voor po en so • toewijzing referentieniveaus 1F en 1S • op termijn moeten scholen aan de hand van referentiekader objectieve en valide informatie verschaffen over leerlingprestaties • informatie op basis van geijkte toetsen
Referentiekader
Wat gaat u merken van het referentiekader? • leerlijnen, tussendoelen, leerlingvolgsystemen en toetsen worden afgestemd op referentiekader • uitgevers maken additioneel materiaal en leeswijzers op basis van referentieniveaus • in vo: alle leerlingen moeten een rekentoets afleggen (onderdeel van eindexamen) • hulp en ondersteuning via verschillende steunpunten.
Referentiekader
Meer informatie? • www.taalenrekenen.nl: actuele informatie voor alle sectoren over het referentiekader. U kunt zich daar abonneren op nieuwsberichten. • www.schoolaanzet.nl/: spefieke informatie taal en rekenen voor primair onderwijs. • http://www.minocw.nl/taalenrekenen/: beleidsinformatie over taal en rekenen.
Ria van de Vorle