}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 23 januari 2015
jaargang 9 nummer 402
€ 2,50
DNA-match kan vissers weer thuisbrengen 5
Film en auto 13 waren samen de vooruitgang
Crispijnstraat:
Stadspartij en Wijsmuller zijn het weer eens 3
Oude techniek wijkt voor nieuwe weg 8/9
Foto: Jurriaan Brobbel
In 2015, 100 opbrekingen 3 in Den Haag
advertentie
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 23 januari 2015
snoek onder ons
>Rothko.
Op Nieuwjaarsdagen kwam traditiegetrouw de familie samen bij grootmoeder. Tot aan haar overlijden. Sindsdien is het nooit meer gelukt vorm te geven aan deze wat onwezenlijke dag. Het overenthousiaste volk lijkt met zijn tonnen aan vuurwerk behalve het verstreken jaar ook de opvolgende dag het zwijgen te hebben opgelegd. Het is deze rust die Mark Rothko eist rondom zijn schilderijen. Ik zag dat de zalen van het Gemeentemuseum voor menige medebezoeker ook een goede plek waren om de kater te verwerken, door weg te zinken in een onbestemd kleurenveld van geel, blauw of zwart. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkende fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal werkt, is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
advertentie
Het resultaat van drie maanden aandacht en structuur: Eva slaapt voor het eerst een nacht door.
AD PATRES uitvaartondernemingen anno 1888
Een uitvaart in stijl Vanuit een intiem herenhuis in het Statenkwartier verzorgt Ad Patres uitvaarten in stijl. Van wat u serveert tot aan de muzikale wensen, Ad Patres zorgt voor een uitvaart geheel naar uw wens of de wens van de overledene. Uw uitvaartwensen vastleggen Door uw uitvaartwensen vast te leggen maakt u het uw nabestaanden na uw overlijden een stuk gemakkelijker. De uitvaartverzorger weet namelijk wat er geregeld moet worden en uw nabestaanden kunnen zich volledig richten op hun rouwverwerking. Vraag uw gratis wilsbeschikking daarom vandaag nog aan!
Word gEzinshuisoudEr, EEn mEEr dan bijzondErE baan! informatiEavond 27 januari! mEld jE aan op gEzinshuisoudEr.nl
Bel mij voor informatie Stuur mij een wilsbeschikking
Stuur mij een informatiepakket Ik wil een afspraak maken
Naam:
M/V
Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: Coupon opsturen naar Ad Patres uitvaartondernemingen, Antwoordnummer 891, 2501 WK Den Haag
Bel voor meer informatie met 070 355 64 27 of kijk op www.adpatres.nl
3
actueel<
Vrijdag 23 januari 2015 > Den Haag Centraal
Nieuwe trambanen, bruggen en wegen, want de stad groeit sneller Door Casper Postmaa
De gemeente gaat dit jaar op honderd plaatsen de buitenruimte aanpakken. Het gaat daarbij om grote en kleinere projecten: kilometers nieuwe tramrails, nieuwe haltes, nieuwe bruggen en veel nieuwe of opgeknapte fietspaden. De ingrepen zijn nodig om de economie te laten groeien. Het college van burgemeester en wethouders wil dat er de komende jaren 10.000 extra arbeidsplaatsen in de stad bij komen. Bovendien staat er meer druk op de infrastructuur dan was voorzien omdat de bevolking sneller groeit dan de prognoses. “We staan nu op 516.000 inwoners, dat aantal is vijf jaar eerder bereikt dan verwacht”, aldus wethouder Tom de Bruijn (D66, verkeer en vervoer). Veel van de ingrepen zijn nodig omdat de nieuwe trams (‘comfortabeler, voorzien van alle denkbare snufjes’) breder zijn dan de vorige. Er zijn daardoor op veel plaatsen, zoals bij de Javastraat en de Laan Copes van Cattenburch, nieuwe haltes en bredere sporen nodig. Op de kruisingen van genoemde wegen met de Raamweg/Koninginnegracht zullen beide kruispunten zeven weken worden afgesloten. Om grote verkeersproblemen te voorkomen mogen de werkzaamheden aan de kruisingen niet tegelijkertijd plaatshebben. Die lijn houdt de gemeente bij alle grote werkzaamheden in de stad aan. Langs de gehele Koninginnegracht en het verlengde daarvan mag maar één werk tegelijk worden uitgevoerd, datzelfde geldt voor de centrumring en de buitenring. Daarnaast is afgesproken dat hoofdverbindingen in de stad, die parallel aan elkaar lopen, zoals Laan van Meerdervoort en Loosduinseweg, niet tegelijkertijd mogen worden afgesloten. De gemeente tracht ook ondernemers tegemoet te komen. Zo zullen er geen grote werkzaamheden op de aanvoerwegen naar binnenstad en winkelcentra plaatshebben vanaf 15 november tot de jaarwisseling en wordt Scheveningen gedurende het badseizoen ontzien. Tournooiveld Het komend jaar zal opnieuw een aantal bruggen worden vervangen. In het totaal zullen in drie jaar tijd ze-
De Javastraat krijgt in het najaar vrijliggende fietspaden in beide richtingen. >Foto DHC/Liza Letsch
ven oversteken zijn vernieuwd. De Bosbrug en de Javabrug zijn al gedaan, de vervanging van de Dr. Kuyperdam (over de Koninginnegracht bij de Dr. Kuyperstraat) door een brug, zodat de boten dit punt kunnen passeren, zal in augustus van dit jaar zijn afgerond, mogelijk al eerder. Een enorme operatie is de vervanging van de Spuibrug (waar het Spui in het Zieken overgaat) omdat vrijwel al het Haagse tramverkeer deze kruising passeert. De werkzaamheden aan de Spuibrug en de kademuren beginnen 15 april en duren tot juni 2016. Aan vervanging van de bruggen is volgens wethouder Revis (VVD, binnenstad en verkeer) niet te ontkomen. “Ze zijn ruim een eeuw geleden gebouwd en waren geschikt voor paard en wagen, niet voor het zware autoverkeer van vandaag”. Een andere veelomvattende operatie is de bouw van een parkeergarage on-
‘We staan nu op 516.000 inwoners, dat aantal is vijf jaar eerder bereikt dan verwacht’
der het Tournooiveld. Dat werk duurt een jaar en begint deze zomer. In de laatste fase van dit project krijgt ook de Lange Vijverberg een geheel nieuw profiel om de komst van de brede tram mogelijk te maken. Gedurende dat jaar zal het verkeer worden
omgeleid via het Lange Voorhout, met als gevolg dat daar voor de Amerikaanse ambassade tussen het schelpenpad en de gevelwand (waar in de zomer wel eens historische trams staan) een tijdelijke rijbaan onder de bomen komt te liggen. Veel werk zal het komende jaar worden verzet om voorzieningen voor het fietsverkeer te verbeteren, rood asfalt vervangt op veel plaatsen tegels, bijvoorbeeld op de Nieuwe Parklaan. De Javastraat krijgt, net als het smalle eerste deel van de Laan van Meerdervoort, voor het eerst sinds decennia weer fietsverkeer in beide richtingen. De werkzaamheden beginnen in het najaar en omvatten ook de aanleg van nieuwe riolering. Er is nog geen ontwerp, maar volgens wethouder De Bruijn zullen de fietsers in beide richtingen een vrij liggend fietspad krijgen. Zie verder denhaag.nl/bereikbaarheid
Een schaap of toch de ooievaar?
‘Chinees nieuwjaar’ bij ADO Op 19 februari vieren de Chinezen hun nieuwjaar. En 2015 is het jaar van het schaap. Dat zijn volgens de Chinese dierenriem goed gemanierde dieren. Ongeneeslijke romantici ook, die ervan houden iemand te vertroetelen. Kortom: een welkome versterking voor het imago van ADO Den Haag. Door Arnout Verzijl
Of de selectie van trainer Henk Fraser op de 19de het veld betreedt in drakenkostuum, omgeven door ballenjongens met drums en slagwerken? De kans lijkt klein. Want is het niet zo dat essentiële elementen, zoals logo en clubkleuren, stevig verankerd liggen in het bijzondere aandeel dat de vereniging ADO heeft? Geelgroen en de
ooievaar vormen het culturele erfgoed van de club en de tienduizenden sympathisanten die in de stad wonen. Daar gaat niet aan getornd worden nu de Chinese overname een kwestie van dagen lijkt. Zo is het beloofd. We moeten afwachten hoe zwaar de kracht van beloftes weegt. Het schaap is het achtste dier in de Chinese dierenriem. Wie garandeert ons dat ADO geen wissellogo krijgt? Ieder jaar een andere jarige. Als Chinezen hun gelukswens in koekjes stoppen, waarom dan niet in een logo? Aap, haan en hond wachten op hun beurt om hun krachten over de mensheid te verspreiden. Wie denkt dat dit onzin is: is het dan normaal dat het elf maanden duurt alvorens een zakelijke deal wordt afgerond? In maart vorig jaar schudden
zakenman Mark van der Kallen en de Chinese eigenaar van United Vansen Hui Wang handen. ADO was verkocht aan diens Chinese imperium. De transfersom gaat richting de tien miljoen euro. Dat is exclusief de boetes die per clausule waren vastgelegd wanneer er weer een deadline werd overschreden. En dat gebeurde nogal eens. Ongewisse Vorige week donderdag schreef de toch al niet zo lege bankrekening van Van der Kallen eindelijk vette zwarte cijfers. Echter, het betrof slechts een deel van de totale transactie. Ondanks het feit dat bij de deal betrokken tussenpersonen meldden dat hiermee de verkoop rond was, weigerden zowel Van der Kallen als ADO
dit te bevestigen. Eerst moet alle poen binnen zijn. Overigens staat ADO feitelijk buiten deze transactie. Als Van der Kallen weg is met zijn fortuin, blijft ADO in het grote ongewisse achter. Niemand weet hoe het verder gaat met de club. Algemeen directeur Maarten Fontein keerde eind deze week terug van een bezoek aan Wang. In China werden met name operationele zaken besproken. Fontein kondigde voor eind januari een bijzondere aandeelhoudersvergadering aan. ‘Mister Wang’ zal hierbij aanwezig zijn, belooft hij. Mocht de deal dan gesloten worden, wordt er nog een jubileum in stijl gevierd. ADO Den Haag bestaat een dag later namelijk 110 jaar. Benieuwd welk dier er op de verjaardagstaart staat.
Stadspartij weerstaat wethouder Wijsmuller Door Jan van der Ven
De fractie van de Haagse Stadspartij (HSP) keert zicht tegen het plan van de eigen wethouder Wijsmuller om de Schoenmakersvakschool in de Crispijnstraat te slopen zodat ruimte ontstaat voor nieuwbouw. Als lid van de oppositie was Wijsmuller voor behoud van het pand, als wethouder besloot hij vorig jaar echter dat het pand tegen de vlakte moet. Maar hij is nu bereid dit standpunt los te laten, omdat een meerderheid van de gemeenteraad pleit voor behoud van de school. Het pand is vorig jaar gekocht door projectontwikkelaar Lens. Die wil er dertien ruime stadwoningen in maken. Afgelopen woensdag tijdens een commissievergadering van de raad bleek dat de fractie van de HSP vasthoudt aan het plan de school te behouden. Fractievoorzitter Bos van de HSP somde een reeks argumenten op die pleiten tegen sloop. Inmiddels zijn uit de buurt ruim 700 handtekeningen opgehaald tegen sloop. De bewoners van de nabijgelegen Grote Pyr aan de Waldeck Pyrmontkade hebben de handen ineengeslagen en ook geld gereserveerd voor een alternatief dat draait om behoud van het pand. “We kunnen dit soort plannen niet zomaar terzijde schuiven”, stelde fractievoorzitter Bos van de Haagse Stadspartij. Het raadsdebat over de toekomst van de voormalige Schoenmakersvakschool wordt over een maand voortgezet. De steun in de raad voor behoud van de school neemt toe. Coalitiepartij CDA wil het gebouw als het even kan behouden. Ook de fractie van de PvdA neigt naar dit standpunt. In dat geval is er een meerderheid in de raad tegen sloop, want ook GroenLinks, de SP, de PVV, Groep De Mos en kleine fracties als de Islam Democraten zijn tegen sloop. Wethouder Wijsmuller lijkt daar uiteindelijk geen probleem mee te hebben. “Je kunt alternatieven altijd onderzoeken, maar dat mag niet langer dan een maand duren”, aldus de wethouder. Wijsmuller schat dat behoud van de school de gemeentekas 500.000 euro gaat kosten omdat ontwikkelaar Lens inmiddels eigenaar van het pand is.
Weer boeken in Van Hoytemastraat Het Benoordenhout krijgt deze zomer een nieuwe boekwinkel. Na de grote brand in de Van Hoytemastraat van vorig jaar moest boekhandel Couvée na ruim zestig jaar de deuren sluiten. Inmiddels is bekend dat onderneemster Conny Kalkhoven, die in dezelfde straat ook kantoorboekhandel Benoordenhaeghe runt, in het oude pand van Couvée weer een boekhandel zal beginnen. De verbouwing van het gehavende pand zal waarschijnlijk in augustus zijn afgerond. De vorige eigenaar, Marcel Schneijderberg zal niet in de nieuwe winkel terugkeren. Tot het moment dat Couvée-Benoordenhaeghe, de nieuwe naam, nog niet in bedrijf is, zal Kalkhoven in haar kantoorboekhandel een bescheiden voorraad literatuur verkopen. “Deze buurt en deze straat heeft behoefte aan boeken”, aldus Van Kalkhoven. “Ik geloof er absoluut in, de impact van wat we gaan doen is groot. Ik heb zoveel reacties gehad van mensen, die blij zijn dat ze hier straks weer boeken kunnen kopen”. De kantoorboekhandel van Kalkhoven blijft eveneens bestaan.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 23 januari 2015
stadsmens
René Bom richt revalidatie op presentatie Life I Live Festival ‘Pfffff’, klinkt het in broodjeszaak Otten. René Bom blaast hard op een rietje dat hij tegen een papier heeft geplakt. Hij moet zorgen dat het rietje niet van het papier af valt. ‘Pffff’, klinkt het opnieuw. De presentator/barman, die in oktober vorig jaar werd getroffen door een herseninfarct, demonstreert een logopedie-oefening. “Mijn huig is verlamd geraakt”, legt hij uit. Grijnzend: “Goed voor mijn Haags”. En serieus: “Het komt wel weer in orde”. Hij mag zich hoe dan ook gelukkig prijzen. Bom, de ongekroonde en gekroonde nachtburgemeester van Den Haag, is al redelijk hersteld. Alleen zijn linkerzijde is nog gevoelloos. Meteen is er weer een grap. “Vragen ze: hoe is het met Bom? Aan één kant goed”. Ook als hij vertelt over de zo betreurde striptekenaar Marnix Rueb, die vorig jaar oktober overleed, heeft Haagse humor de overhand. “Marnix lag in het Westeinde twee etages onder me. Als Sjaak Bral bij hem op bezoek kwam, zei hij tegen Marnix: ik ga effe een tiamariaatje naar Bom brengen”.
Réne Bom op de Bomschuit, die Totzo introduceert in de tour door Den Haag. >Foto: Eveline van Egdom
Hij kijkt terug op een bewogen periode. Bom was niet verzekerd, wat veel tot gevolg had. Zo moest hij noodgedwongen verhuizen. Onder het motto ‘Laat de Bom niet vallen’ organiseerde zijn vriendin Birgit samen met vrienden een benefietconcert in het Paard, waardoor aardig wat kosten konden worden gedekt. Tamelijk onverantwoord trouwens
om niet verzekerd te zijn. “Ik had ooit een woordenwisseling met een instantie en besloot toen om het zelf te doen. Maar ik heb nooit aan een verzekering gedacht. Ik mankeerde ook nooit wat. Het betekent dat ik nu geen inkomsten heb. In het voorjaar ga ik weer beginnen. Ik hoop dat ik voor die tijd een uitkering krijg, en ja, ik heb mijn lesje wel geleerd”.
Met zijn revalidatie richt hij zich vooral op ‘de concerten die eraan komen’. “Het eerste doel dat ik me heb gesteld, is de presentatie op 26 april van het Life I Live Festival en op langere termijn op Night at the Park en, de dag erna, Park Pop. Op Night at the Park treden onder anderen De Dijk en UB 40 op”. Natuurlijk gaat hij voor fietsverhuurbedrijf Totzo weer gidsen. “We willen de tour een beetje omgooien. Ik stap niet alleen op de fiets. We hebben inmiddels een boot en gaan met de Bomschuit ook een stukje varen”. De avond voordat hij werd opgenomen, voelde hij zich ‘koud en tegelijkertijd bloedheet’. Toen hij de volgende ochtend niet kon slikken en hij vreemd sprak, bracht Arthur Wieffering van Totzo hem naar de EHBO-afdeling van het MCH Westeinde. Hij verbleef ongeveer een maand in het ziekenhuis. Aan aandacht geen gebrek. Zelfs premier Rutte bezocht Bom, die later naar Sophia Revalidatie verhuisde. Hij heeft niets dan lof voor de behandeling in zowel het ziekenhuis als het revalidatiecentrum. En, vertelt Bom, hij ‘voelt zich gezegend’. “Als
ik zag wat er om me heen lag, dan dacht ik weleens: ik heb helemaal niets. Ik ben onwijs dankbaar”. Inmiddels is de stichting Vrienden van Bom opgericht om met sponsoring en giften de revalidatie grotendeels te betalen. “Als Bommetje weer Bom is, wordt dat geld ingezet voor andere probleemgevallen”, aldus Bom, die intussen onder de hoede is van manager Arthur Kloos. Onlangs stond hij even op het podium van Diligentia, waar hij de Haagse Règâhs aankondigde. Ook draaide hij platen in proeflokaal Het Gulle Gasthuys en in Hoop in de stadskelder onder het oude stadhuis. Hij bewaart warme herinneringen aan het benefietconcert dat voor hem in het Paard werd gehouden. “Ik werd in mijn rolstoel het podium opgereden. Een vol Paard ben ik wel gewend, maar nu was iedereen daar voor mij. Daar kan je stil van worden. Ja, natuurlijk was ik ontroerd. Vanaf mijn kruintje tot aan mijn kleine teen. Ik vond het mooi eng”. Joke Korving
advertentie
Blauwdruk voor een nog beter leven van
Ilja Leonard Pfeijffer
regie
Johan Doesburg
met
Jeroen Spitzenberger Anniek Pheifer Matteo van der Grijn Vincent Linthorst Betty Schuurman
nationaletoneel.nl/blauwdruk
laatste voorstellingen! 28 jan t/m 1 feb Koninklijke Schouwburg
5
actueel<
Vrijdag 23 januari 2015 > Den Haag Centraal
Kleine, maar unieke kans op vinden verdronken vissers
Menige Scheveningse vissersvrouw heeft haar leven lang vergeefs gewacht op de terugkeer van haar man. > Foto: DHC/Liza Letsch
Door Danny Verbaan
Voor zeker vijfendertig Scheveningers gloort de hoop dat ze eindelijk opheldering krijgen over een familielid dat ooit op zee vermist is geraakt. Zij hebben dinsdagavond DNA afgestaan waarmee kan worden nagegaan of hun grootvader, vader, zoon, oom of andere dierbare wellicht ergens als Nomen Nescio (dat is Latijn voor ‘naam onbekend’) ligt begraven. Het Coldcase Team van de politie-eenheid Den Haag en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaan onderzoeken of het DNA van deze stoffelijke resten overeenkomt met dat van de ‘achterblijvers’. Is dat het geval, dan komt aan een vaak lange periode van onzekerheid en verdriet alsnog een einde. Toch moeten de deelnemers zich geen illusies maken, waarschuwt Leo Simais, de coördinator van het Coldcase Team. “We geven altijd aan dat de kans dat het lukt erg klein is”, zegt hij. “Desondanks vinden we dat we die kans moeten pakken om in elk geval te probéren een familielid weer thuis te brengen”. Zijn team werd twee jaar geleden opgericht en houdt zich, in samenwerking met het landelijk bureau, bezig met onopgeloste zaken. Ook
het onderzoek naar vermiste personen valt hieronder. Eén van de projecten heeft betrekking op vissers en andere zeelieden die in de loop der tijden zijn verdronken. Lang niet iedereen werd ooit teruggevonden. Sommige lichamen spoelden later aan en kregen, als de identiteit niet kon worden vastgesteld, een anoniem graf. Verspreid over het hele land zijn inmiddels 718 van deze NN-graven gelicht – het oudste dateert van 1920 – voor het verzamelen van DNA-materiaal. “We zijn er nog steeds mee bezig”, aldus Simais. Overboord Het idee om specifiek met zeelieden aan de slag te gaan, ontstond vorig jaar. “In Den Haag werden wij benaderd door een dame uit Canada die op zoek was naar haar vader”, vertelt de coördinator. “Hij was sinds 1986 vermist. Op de ferry van Hoek van Holland naar Harwich was hij overboord geslagen. Via het DNA van deze vrouw konden wij een ‘match’ maken met één van de vijftien onbekende personen die op Terschelling zijn begraven. Een been van haar vader bleek daar in 1987 te zijn aangespoeld”. Het is totnogtoe het enige concrete resultaat, maar wie weet welke
mysteries nog worden opgelost. In november bezochten Simais en zijn team Katwijk, waar voor het bepalen van het DNA met wattenstaafjes wangslijm is afgenomen van vijfenveertig personen. In maart worden de eerste uitslagen verwacht. Dinsdag had een soortgelijke bijeenkomst plaats in Muzee Scheveningen. “Er waren ongeveer negentig belangstellenden”. Van deze groep hebben vijfendertig personen een directe familieband met een vermiste zeeman, zodat van hen het DNA is verzameld. “We hoorden veel verhalen, ook schrijnende”. Simais weet dan ook hoeveel rust het nabestaanden geeft als ze een hoofdstuk eindelijk kunnen afsluiten. Daarom zullen de politie en het NFI ook Urk en wellicht nog meer plaatsen met een visserijverleden bezoeken. “Het feit dat het voor ons veel werk met zich meebrengt, mag niet het criterium zijn om zo’n onderzoek dan maar niet te doen”, zegt Simais. “Wij vinden het belangrijker als wij voor de nabestaanden iemand kunnen ‘thuisbrengen’ en een anoniem graf eindelijk een naam krijgt”. Vragen over dit project kunnen worden gemaild naar
[email protected]
Wethouder Baldewsingh liep blauwtje bij partijgenote Jetta Klijnsma
Hoe Den Haag vele miljoenen verliest bij sociale zekerheid Door Jan van der Ven
Wethouder Tom de Bruijn nipte voorzichtig aan een glas Spa. De man die namens D66 waakt over de financiën van de gemeente Den Haag stond vorige week vrijdagavond een beetje verscholen aan de bar van ‘zaal drie’ aan het De Constant Rebecqueplein. De fractie van D66 had deze prikkelende locatie gekozen voor de nieuwjaarsbijeenkomst. Prikkelend omdat met de keuze voor deze zaal natuurlijk werd verwezen naar eerder moeizame discussies over het Spuiforum. Terwijl de meeste aandacht die avond uitging naar de net binnengekomen Alexander Pechtold, besprak de wethouder aan de bar de problemen over een van de grootste valkuilen waar de kersverse coalitie komende maanden mee geconfronteerd wordt: de extra kosten die de gemeente moet maken voor de Participatiewet. Deze wet vervangt de bijstandswet, de wet op de sociale werkvoorziening en ook de jongeren met een arbeidshandicap (Wajongers) vallen er onder. De wet trad 1 januari in werking. Vorig najaar werd al duidelijk dat de wet voor de vier grote gemeenten een enorme financiële tegenvaller tot gevolg heeft. “Voor Den Haag komt dat neer op 27 miljoen euro per jaar”, rekende de wethouder vrijdagavond aan de bar voor. Hij had geen bierviltje nodig voor zijn
rekensommen, de cijfers zitten al sinds september in zijn hoofd gegrift. Dat geldt evenzeer voor PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh die de nieuwe wet moet uivoeren. Toen vorig najaar de financiële verdeelsleutel van de wet bekend werd gemaakt, betrok hij direct een verdedigingslinie om de tegenvaller van 27 miljoen euro per jaar op te vangen. Een gat van die omvang kan alleen gedicht worden door een greep te doen in de reserves van Den Haag, betoogde hij monter. De PvdA’er verwees hierbij naar afspraken in het coalitieakkoord over het gebruik van de gemeentelijke reserves. Die afspraken zijn echter dermate vaag en zacht dat iedereen ze op een andere manier kan interpreteren. Steekspel Vanaf dat moment begon het politieke steekspel over het miljoenengat van de Participatiewet. Het zal niet verbazen dat D66-wethouder De Bruijn zijn financiële buffers koestert, ze zijn met zorg opgebouwd en zijn niet bedoeld voor een bodemloze put die geen banen oplevert. De Bruijn weet zich hierin niet alleen gesteund door zijn eigen D66fractie, maar ook die van de VVD en het CDA staan vierkant achter hem. Ieder jaar 27 miljoen euro bijpassen betekent, gemeten over een hele collegeperiode, dat ruim 100 miljoen euro verdampt.
In een poging een antwoord te vinden op de problemen toog PvdA-wethouder Baldewsingh daarom op zaterdag 29 november met zijn collega’s van de drie andere grote steden naar PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma die de wet heeft ingevoerd. Deze oud-wethouder van Den Haag gaf die zaterdag echter geen krimp. Ze wilde niet tornen aan de verdeelsleutel. Later volgde nieuw overleg, aan de hand van bijgestelde cijfers. Maar de staatssecretaris is niet van zins de vier grote steden op dit moment financieel tegemoet te komen, heel misschien pas in 2016. “Baldewsingh heeft een blauwtje gelopen bij zijn partijgenote”, klonk het vervolgens in kringen van D66. Brief De Volkskrant publiceerde deze week een lange ingezonden brief die wethouder De Bruijn schreef, samen met zijn partijgenoot Leijekamp, wethouder van financiën van de gemeente Utrecht. De beide wethouders betogen daarin dat de twee gemeenten worden gestraft. Ze zijn de afgelopen jaren zuinig geweest, hoefden daardoor niet te bezuinigen en ineens is daar die verdeelsleutel van de Participatiewet. “Ondanks herhaaldelijk aandringen heeft niemand op het ministerie ons kunnen uitleggen waarom er voor deze verdeling is gekozen”, schrijven ze.
De beide wethouders waarschuwen voor de gevolgen van de nieuwe wet, bezuinigingen zijn onvermijdelijk. Voor wethouder Baldewsingh en zijn PvdA kan dat tot gevolg hebben dat er een einde komt aan het feestje dat zij sinds vorige week vieren. Op de nieuwjaarsbijeenkomst van zijn partij in café Rootz kon Baldewsingh zijn achterban trots melden dat het college die dag op zijn voorstel besloten had jaarlijks 62 miljoen euro vrij te maken voor de bestrijding van de armoede in Den Haag. De wethouder glom van trots. Maar de feestvreugde kan, als het tegenzit, snel omslaan in somberheid. Want wat schrijven de twee D66-wethouders van financiën deze week in de Volkskrant? “Als er geen oplossing komt voor dit jaar, zijn wij genoodzaakt te bezuinigen om de dreigende tekorten op de bijstand op te vangen. En het is onze vrees dat ook de jaren erna fors gesneden zal moeten worden in de gemeentelijke begrotingen”. Ze voegen er fijntjes aan toe dat dit zal leiden tot ‘harde keuzes’ die de bewoners niet zullen ontgaan. Het laat zich raden waar dan het mes in gaat. In het armoedebeleid waar Baldewsingh nu zo trots op is. De vreugde over zijn succes ten aanzien van het armoedebeleid zal dan van korte duur blijken te zijn.
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 23 januari 2015
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
Ignace Paderewski, een legendarische pianist in Den Haag Ignace Jan Paderewski (1860-1941) was een beroemde, Poolse pianist, maar deze legendarische musicus genoot ook faam als Pools staatsman. In 1919 was hij enige tijd minister-president en minister van Buitenlandse Zaken van Polen. Paderewski had in Warschau en Berlijn gestudeerd en was daarna ook nog leerling geweest van Theodor Leschetitzky, de beroemde, in Parijs werkzame, Poolse pianopedagoog. Paderewski was naast zijn muzikale carrière lange tijd ook politiek geïnvolveerd. Die merkwaardige en ingewikkelde combinatie politiek en muziek heeft Paderewski grote bekendheid gegeven. Zo was hij in 1919 betrokken bij het Verdrag van Versailles en bij de Vredesconferentie van Parijs en was hij ambassadeur bij de Volkenbond. Hij keerde evenwel ook in datzelfde jaar de politiek teleurgesteld de rug toe om zijn loopbaan als pianist weer op te nemen. Paderewski had al eerder in Nederland en ook in Den Haag als pianist opgetreden. In 1890 speelde hij in Diligentia en rond de jaarwisseling 1894-1895 in de Haagsche Dierentuin, waar toen ook concerten werden gegeven. Dat was dus nog enigszins aan het begin van zijn carrière, die eind jaren 80 doorzette met concerten in Wenen in 1887, in Parijs in 1889 en in Londen in 1890. Na die be-
langrijke concerten in Wenen en Parijs was voor het publiek duidelijk dat het met een bijzonder groot pianist te maken had en hij maakte dan ook een geweldige carrière als rondreizend pianovirtuoos. Het zal tot de verbeelding hebben gesproken dat Paderewski tijdens zijn enorme concerttournees in Amerika een eigen treinwagon had. Zijn verdiensten uit die tournees moeten formidabel geweest zijn. Paderewski stelde zijn honorarium dikwijls beschikbaar voor een nobel doel en kreeg daardoor de reputatie van een groot weldoener. Toen dirigent Willem Mengelberg in 1925 Paderewski enkele keren in New York ontmoette, sprak de correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant de hoop uit dat deze ontmoetingen de komst van Paderewski naar Nederland zouden bespoedigen. De aankondiging dat de grote Pool in 1929 drie concerten in Nederland zou geven, was dan ook sensationeel nieuws, want hij trad alweer tien jaar op, maar was in die tijd nog niet in Nederland geweest. Op de foto is te zien dat Paderewski bij zijn aankomst in Den Haag op 9 maart 1929 op station Hollands Spoor werd opgewacht door de Poolse gezant en vertegenwoordigers van de Poolse gemeenschap in Den Haag. Tijdens zijn verblijf in Nederland
Aankomst van Ignace Jan Paderewski op station Hollands Spoor in Den Haag op 9 maart 1929. In het midden Paderewski, aan zijn linkerzijde de Poolse gezant Stanislas Ketrzynski met wandelstok, direct aan zijn rechterzijde impresario dr. G. de Koos met bolhoed, naast hem pianist José Iturbi. Helemaal rechts de Hongaarse celliste Judith Bokór, de echtgenote van De Koos, aan haar rechterzijde met bolhoed concertagent Sam Bottenheim. >Foto: Collectie Haags Gemeentearchief
ontvingen koningin Wilhelmina en prinses Juliana Paderewski ten paleize. Ook bezocht de pianist in Den Haag de commissaris van de koningin – en voormalig burgemeester van Den Haag – jhr. mr. H.A. van Karnebeek. In de krant Het Volk stond dat de pianist een ommetje in Den Haag maakte! Op maandag 11 maart gaf hij zijn recital in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag in aanwezigheid van de beide vorstinnen. Paderewski was bijna ze-
ventig jaar en het effect van zijn mythische verschijning en optreden was overweldigend. Voorafgaand aan het recital was in Hotel Des Indes nog een ontmoeting van de pers met Paderewski georganiseerd, die een geanimeerd karakter droeg. Daarbij viel op hoe humoristisch Paderewski was en dat uit alles wat hij zei ‘geest en humor’ sprak, zo viel in het Algemeen Handelsblad te lezen. Op de vraag naar grote eigentijdse componisten of pianisten deed
hij ontwijkend, tot hij Beethoven als grootste componist noemde. Hij vond Nederland een bijzonder land: ‘Gij zijt de grondleggers geweest van het internationale recht en de vestiging hier van het Internationale Hof is daarvan de erkenning’. En Nederlands beroemdste musicus Willem Mengelberg? ‘Un grand, grand, grand chef d’orchestre! Admirable!’ Bij de bespreking van de concerten in de dagbladen valt op dat muziekrecensenten over een verouderde stijl van spelen schreven, maar die volgens Herman Rutters van het Algemeen Handelsblad in de negentiende eeuw ‘volmaakt verantwoord’ was. Niettemin beoordeelden de critici ook dat het spel van Paderewski getuigde ‘van innerlijke grootheid, van binnen uit doorgloeit en gerijpt kunnen’. Het concert in Den Haag was een zeer langdurige avond geweest, met na drie uur vier toegiften, waaronder muziek van Ravel en Debussy! Het publiek was uitzinnig van enthousiasme. Na 1929 heeft Paderewski ons land niet meer bezocht.
Frits Zwart www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief www.nederlandsmuziekinstituut.nl
advertentie
Wat vindt u het beste boek van 2014? Lever deze coupon in bij één van de winkels van Paagman of in de Centrale Bibliotheek. Online stemmen kan ook op www.denhaagcentraal.net.
De Nieuwe Kerk, waar muziek tot leven komt ONTDEK HET VEELZIJDIGE PROGRAMMA! n: ndere a r e ond nhof,
raaye rtet, K l e r a Ca as Kw a H l e Pav ten Maar rger, gsbe Konin Meijer ia Lavin
Muziek aan het
Of uw eigen keuze:
070 88 00 333 www.denhaagnieuwekerk.nl
Spuiplein Nieuwe Kerk
7
Actueel<
Vrijdag 23 januari 2015 > Den Haag Centraal
Campus Den Haag: veel plannen en een nieuw hoofdkwartier Door Danny Verbaan
Het aantal studenten groeit, er zijn volop plannen voor nieuwe opleidingen en over anderhalf jaar wordt in de binnenstad het nieuwe hoofdkwartier betrokken. Het gaat goed met de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. “Heel erg goed zelfs”, zegt hoofd van de afdeling Communicatie en Marketing Frederiek Lommen er spontaan achteraan. “En dat is geen reclamepraatje”, voegt ze er volledigheidshalve aan toe. De Campus Den Haag is één van de zeven faculteiten van de universiteit. Deze telt twintigduizend studenten. Van hen krijgen er inmiddels drieduizend les in Den Haag. Politiek, bestuur en recht vormen de hoofdthema’s van de vakken die in deze stad worden gegeven. De drie belangrijkste opleidingen zijn Bestuurskunde, International Studies en het zogeheten Leiden University College The Hague. De twee laatstgenoemde zijn Engelstalig. De bedoeling is dat vanaf 2017 in diezelfde taal een geheel nieuwe opleiding Bestuurskunde aan het programma wordt toegevoegd. Het aanbod sluit volgens Lommen goed aan op het karakter van Den Haag als regeringscentrum en als internationale stad van vrede en recht. “Voor ons onderwijsprogramma en de onderzoeksprojecten is het interessant om dichtbij de bron te zitten”, aldus Lommen. “Dat merken we ook in de praktijk, bijvoorbeeld als studenten stage willen lopen: er zijn veel contacten met de departementen, de provincie, noem maar op”. Voor een verdere verbreding van de activiteiten praat de Campus intussen ook over samenwerkingsprojecten met de Technische Universiteit Delft. “Er kunnen interessante raakvlakken zijn tussen techniek, bestuur en management”. Bovendien wordt bekeken in hoeverre het mogelijk is om in te haken op een actueel thema als terrorisme. “Het Centre for Terrorism and Counterterrorism maakt al deel uit van de Campus.
In ruim vijftien jaar tijd groeide de Campus Den Haag uit het niets naar drieduizend studenten en vijf vestigingen. > Foto: PR
Er worden plannen gemaakt om met de betrokken docenten en onderzoekers een bachelor-opleiding op het gebied van veiligheid en beveiligen op te zetten”. Gezondheidszorg Daarnaast wil de Campus zich ook op andere terreinen ontplooien: de eerste contacten zijn gelegd voor een nauwere samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum. Het idee is om gezamenlijk activiteiten te ontplooien die zich richten op de ontwikkeling van de academische aspecten van de gezondheidszorg in de regio Haaglanden. Hierbij zou de focus worden gelegd op taken als opleiden, wetenschappelijk onderzoek en zorginnovatie. Het idee is dat ook huisartsen, specialisten Ouderengeneeskunde, grote zorginstellingen en
hun bestuurders daarin een rol vervullen. “Het gaat om het snijvlak tussen gezondheidszorg en overheid”, geeft Lommen als toelichting.
‘Voor ons onderwijsprogramma en de onderzoeksprojecten is het interessant om dichtbij de bron te zitten’
Gezinshuisouder: jeugdzorg op maat Door Jasper Gramsma
Het nieuwe jaar bracht grote veranderingen in de jeugdzorg. Maar voor de stichting Jeugdformaat betekent 2015 doorgaan op de weg die al jaren geleden werd ingeslagen: maatwerk, zo dicht mogelijk bij de thuissituatie. Met tal van logeerhuizen, 1100 pleeggezinnen en 34 gezinshuizen in de regio biedt Jeugdformaat zorg aan kinderen die varieert van daghulp op school tot opname in een jeugdinstelling. Op 27 januari is er een voorlichtingsavond om nieuwe gezinshuisouders te werven. Een aanpak dichtbij de normale thuissituatie die Jeugdformaat prefereert boven een instelling. “We kunnen kinderen altijd plaatsen, maar hoe meer gezinshuizen er zijn, hoe beter het maatwerk dat we kunnen bieden door een goede match”, zegt woordvoerder Rick van der Burg. De groei van het aantal gezinshuizen is gestaag, want je moet stevig in je schoenen staan en het is niet voor iedereen weggelegd: “Je krijgt natuurlijk een salaris en vergoedingen voor levensonderhoud, maar je moet ook een pedagogische achtergrond hebben en voldoende woonruimte om een kind een eigen slaapkamer te geven. Anderzijds vallen er banen weg in de zorg. Dan is dit een serieus alternatief”. Drukte Saskia Verzijl runt sinds drie jaar zo’n gezinshuis. Ze zei haar baan als gezinsvoogd vaarwel en vangt met haar
man vier uit huis geplaatste kinderen op. Daarnaast heeft ze er zelf nog drie, een drukte van belang dus. Het verschil met pleegouderschap is dat Verzijl professioneel opvoeder is, waardoor zij kinderen begeleidt met gedragsproblematiek die te zwaar is voor pleegouders. Het gezinshuis is als het ware een tussenvorm tussen gezin en logeerhuis. “Ik werk aan doelen met de kinderen”, legt ze uit. “Om me heen heb ik een heel team dat mij ondersteunt, van een gedragswetenschapper bij wie ik met vragen terecht kan tot een ambulante hulpverlener voor evaluatie en contact met de ouders. Eén kind staat voor negen uur per week, het is voor mij dus een fulltime baan”. Intensief werk, dat 24/7 veel van haar vraagt. “Het zijn vaak kinderen die te maken hebben met verwaarlozing of huiselijk geweld. Ze kampen bijvoorbeeld met een hechtingsstoornis, met alle gevolgen van dien. Schelden en spugen komen regelmatig voor. Door veel één op één interactie leer ik ze dat ze niet worden afgerekend op hun persoon, maar op hun gedrag”. Verzijl’s persoonlijke aanpak staat dan ook in het teken van structuur: “’s Ochtends douchen ze in vaste volgorde en elke dag na school gaan ze naar hun kamer om een uurtje iets voor zichzelf te doen. Kinderen ontwikkelen zich het beste in een zo normaal mogelijke situatie: opgroeien met elkaar en in de structuur van een gezin waar het gewone leven plaatsvindt”. Voor meer informatie: www.jeugdformaat.nl en www.gezinshuisouder.nl.
De Campus begon in 1999. Toen besloot de Universiteit Leiden onder anderen ambtenaren de mogelijkheid te bieden om in de avonduren in Den Haag een vak als politicologie te studeren. Dit sloeg aan. Tegelijk met de groei van het aantal studenten breidde het aantal panden zich uit: de universiteit is op dit moment gehuisvest op vijf plaatsen. De panden aan de Schouwburgstraat en het Anna van Buerenplein blijven in elk geval gehandhaafd, maar daarnaast strijkt de Campus straks neer in een nieuw onderkomen inclusief twee grote collegezalen in de voormalige ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken in het Wijnhavenkwartier. Een gedeelte van deze kantoortorens is aangekocht, afgelopen zomer begonnen de sloop- en renovatiewerkzaamheden. De feestelijke ingebruikneming heeft vrijwel zeker plaats in september 2016.
Edmund Vriesde nieuwe trainer HVV Bij de hervatting van de competitie, zondag tegen koploper VV Wilhelmus, staat bij HVV een nieuwe trainer voor de groep. Sinds vorige week is de technische leiding van de nummer laatst in de Zondag Tweede Klasse C in handen van de 47-jarige Edmund Vriesde. Hij is de opvolger van Albert van der Dussen die in maart 2012 in dienst trad van ‘De Groote Haagsche’, maar onlangs opstapte omdat hij zijn werkzaamheden niet langer kon combineren met die als docent bij de KNVB. Het contract van Van der Dussen liep tot eind van dit seizoen en het lag al in de verwachting dat Vriesde hem zou opvolgen. Vriesde, die er een hele kluif aan krijgt zijn ploeg voor degradatie te behoeden, kent de club goed omdat hij er al het tweede elftal en diverse jeugdteams onder zijn hoede had. Bij het eerste elftal gaat hij aan de slag met een fiks aantal spelers dat hij eerder al trainde. Mede daarom heeft de oud-prof van ADO Den Haag veel zin in de nieuwe klus: “Omdat de onderlinge verschillen in deze klasse niet groot zijn, ben ik ervan overtuigd dat we ons zullen handhaven. Ook tegen Wilhelmus zijn we zeker niet kansloos”.
Bijna 200 bomen om op Nieuwe Parklaan Door Casper Postmaa
De gemeente gaat opnieuw een grote hoeveelheid bomen kappen om de komst van de nieuwe Randstadrailverbinding naar Scheveningen mogelijk te maken. De tramstellen, die daarvoor zijn gekocht zijn groter en zwaarder dan de huidige en hebben een breder spoor nodig. Ook kunnen ze moeilijker bochten nemen. Deze week is bekend geworden dat de gemeente vergunning heeft verleend voor de kap van 196 bomen langs de Nieuwe Parklaan in verband met de komst van de nieuwe trams. Er kan nog wel bezwaar worden aangetekend. Het gaat aan de Nieuwe Parklaan om diverse soorten. Volgens eerder onderzoek van de gemeente zouden de bomen van matige kwaliteit zijn, ook zijn de wortels met het spoor vergroeid. De nieuwe trams kunnen niet gaan rijden als de bomen langs het spoor blijven staan, stelt de gemeente. Voor de gekapte bomen moeten 246 esdoorns worden teruggeplaatst met een stamomtrek van tenminste 20 tot 25 centimeter. ‘Dat is veel minder, dan de bomen die nu verdwijnen’, zeggen tegenstanders op de site laatmijstaan.nl, die geheel aan de bomenkap in Den Haag is gewijd. Eerder werd een lange rij bomen op de Koninginnegracht gekapt om ruim baan te maken voor Randstadrail. De laatste weken rijst steeds meer verzet tegen het veelvuldig kappen van bomen in de stad. Met name de recente plannen om 24 oude kastanjes op het Plein 1813 om te halen, ontlokten veel verontwaardigde reacties bij Haagse bomenliefhebbers. De meeste van die kastanjes staan in tuinen van panden die in het bezit zijn van het Rijk, en nu in de verkoop gaan. In het verleden deden ze dienst als ambtswoning voor onder anderen de minister van Buitenlandse Zaken. Bij onderzoek is gebleken dat de grond in de tuinen is vervuild en moet worden gesaneerd. Daarvoor moeten ook de bomen wijken. GroenLinks heeft vragen gesteld over de kastanjes aan het college van B&W. Fractievoorzitter Van Vianen wil weten of het mogelijk is de monumentale bomen te behouden, bijvoorbeeld door ze tijdelijk elders te stallen.
Branoul heeft een ton nodig Literair Theater Branoul aan de Maliestraat vraagt 100.000 euro aan het Haagse publiek om te overleven. Als het geld er niet komt, moet het theater, dat geen subsidie meer ontvangt van de gemeente, sluiten. In een laatste poging het bestaan veilig te stellen, is artistiek leider Bob Schwarze een actie begonnen om donateurs te werven die gezamenlijk een ton per jaar zouden moeten opbrengen. ‘Het probleem is heel duidelijk: Branoul heeft geen budget voor programmering en promotie. Dat sleept al jaren voort en dat moeten we nu doorbreken Anders moet het theater dicht. En met doorbreken bedoel ik ook echt dat er een oplossing komt, die structureel is. (…) Een oplossing, die moet leiden tot een Branoul, dat weer in oude (of nieuwe) glorie wordt hersteld’, aldus Schwarze. Zie voor meer informatie www.branoul.nl
Foto’s: Jurriaan Brobbel
Rotterdamsebaan dringt stad binnen 8>reportage Den Haag Centraal > Vrijdag 23 januari 2015
Vrijdag 23 januari 2015 > Den Haag Centraal
De Haagse fotograaf Jurriaan Brobbel volgt vijf jaar lang (2014-2019) de werkzaamheden die voor de aanleg van de Rotterdamsebaan worden verricht. Huizen, bedrijven en kantoren moeten wijken voor de vier kilometer lange stadssnelweg die stap voor stap de stad binnendringt. Deze keer richtte hij zijn lens op het voormalige kantoorgebouw van de KPN aan de Binckhorstlaan, dat al jaren leegstaat. De kolos uit de jaren zeventig moet wijken voor een tunnel die bij het parkeerterrein van pretpark Drievliet onder de grond verdwijnt en bij de Zonweg, op de Binckhorst, weer boven komt. Brobbel legde de verbleekte sporen vast die na het vertrek van KPN zijn achtergebleven. Het zijn ontnuchterende beelden van een karkas waar geen vlees meer op zit en waarbij je je nauwelijks kunt voorstellen dat honderden, misschien wel duizenden mensen hier hun dagen doorbrachten in dienst van een technologie die niet meer bestaat. Het idee achter de verkeersweg dateert uit de jaren vijftig toen Den Haag een Utrechtse-, een Leidse- en een Rotterdamsebaan wilde bouwen. De veranderde manier van denken over de plaats van autoverkeer in binnensteden heeft ervoor gezorgd dat de Leidsebaan er nooit kwam en de discussie over de Rotterdamsebaan veertig jaar kwam stil te liggen.
9
reportage<
10>interview Vilan
Blauwe maandag
Een goede voorbereiding is het halve werk. De zondag voor die maandag bleef ik veiligheidshalve binnen, zodat ik in een veilige omgeving mezelf kon opladen. Want het zou Blue Monday worden, een dag met het grootste risico op depressies. En ik zie elk dood vogeltje liggen. Voor de chronisch optimisten onder ons even de uitleg. Blue Monday is het fenomeen van het besef dat de feestdagen echt voorbij zijn en de vakantie nog ver weg is. Daar moet een mens dan depressief van worden. Misschien is het allemaal verzinsel, maar in deze tijden moeten we het zekere voor het onzekere nemen. Die maandag liep het al tegen de middag, toen ik me nog steeds uitstekend voelde. Naar omstandigheden dan, want ik hield er rekening mee dat de depressie elk moment kon toeslaan, en die kans zou alleen nog maar toenemen naarmate de maandaguren verder opraakten. Voor depressie heb ik talent, al zeg ik het zelf. Er zijn fasen in mijn leven geweest dat ik grootverbruiker van drank en zakdoeken was, en ook fasen dat ik niet meer kon huilen en de drank zinloos vond. Dan ben je ver heen, hoor. Door dat alles heb ik ontdekt, dat de aanleg voor depressie in mij zit, en dat het altijd oppassen blijft. Weet u wat het is met inzicht? Het is onomkeerbaar. Vergeten gaat niet. Aan het einde van de dag ging ik naar de sportschool. Even wat spierpijn aanmaken. Er waren prachtige brede mannen die met elkaar hun gesprekken voerden (‘Vandaag alleen rug, maatje’), wat een gratis cursus anatomie opleverde. Dat vond ik leuk. ’s Avonds at de poes uitstekend en we speelden samen met de muis. Er kwam mail van een aardige vrouw. Het lukte me zelfs op tijd te gaan slapen, wat één van mijn levensdoelen is. Al met al had ik een eigenlijk goede dag gehad, zij het een beetje angstig wegens de hoeveelheid aankondigingen en waarschuwingen. Op dinsdagochtend keek ik met verbazing terug naar maandag. Geen ziertje depressie, en ik was er zó op voorbereid. Prompt besefte ik nog lang niet te zijn waar ik moest wezen. Wederom had ik me van alles laten aanpraten; een angsthaas als ik ziet een bedreiging in de schaduw van elke koeienpoot. Straks verzint er iemand een Green Tuesday, waarop we spruitjes moeten eten als we de ochtend willen halen. En ik weet nu al dat ik dan even zal twijfelen. Tóch. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 23 januari 2015
Carina van Leeuwen, forensisch expert cold case
‘Ik zou daders graag dertig seconden in hun leven opnieuw gunnen’ Wie de boeken uit de serie ‘Unit Plaats Delict’ over Haags forensisch rechercheur Renée Spaan leest, denkt óf te maken te hebben met een vaardig auteur met een buitengewoon groot inlevingsvermogen, of met een in het politievak gepokte en gemazelde professional. Antwoord: Carina van Leeuwen combineert ruim twintig jaar ervaring bij de politie met haar recent ontdekte andere talent als schrijver van literaire thrillers. Deze week komt ‘Koud Spoor’ uit, deel twee in de serie ‘Unit Plaats Delict’.
D
Door Vera de Jonckheere e boeken van Carina van Leeuwen spelen zich af in Den Haag en verraden diepgaande kennis van onze stad met zijn verschillende wijken en vogels van diverse pluimage. Geboren en getogen in Soesterberg woont zij hier intussen dan ook al tweeëntwintig jaar. Samen met huwelijkspartner Monique woont zij tegen Kijkduin aan, vlak bij de zee waarop ook haar protagonist Renée Spaan zo dol is. Na het lyceum in Zeist volgde zij in Amersfoort de medische opleiding tot OK-assistent. “Daarna ben ik wel twintig keer verhuisd ‒ als OK-assistent kon ik overal aan de slag”. Zo woonde zij op Aruba en Texel, en in Rotterdam, Arnhem en vele andere plaatsen. “Uit Den Haag ga ik nooit meer weg, het is echt míjn stad geworden. Monique en ik reizen veel, maar alleen Den Haag voelt als thuis”. Koekenpan Het politievak boeide haar altijd al, maar aanvankelijk werd zij te klein bevonden voor het stoere werk. “Zodra de beperkingen qua lichaamslengte werden afgeschaft, stelde ik opnieuw een poging in het werk”. Deze keer lukte het. Intussen was zij dertig, dus toen zij voor het eerst mee mocht ‘achter in de auto, de straat op’, achtten senior collega’s haar wel in staat mee naar binnen te gaan bij de melding van een dode man in een huis. Een hard huilende vrouw zat met een koekenpan in haar hand naast het lijk. “Er was van alles gebeurd. We wachtten op de technische recherche
en toen ik die aan het werk zag gaan, stond mijn besluit vast: dát werk wilde ik doen”. Eng mannenberoep, luidden de bezwaren in haar omgeving, maar zij reflecteerde op de eerste ‘technische recherche’-vacature die voorbijkwam en werd in 1998 als een van de eerste vrouwen aangenomen. “Ik werd met open armen ontvangen en heb geen moment spijt gehad van mijn keuze”. Zij roemt de collegialiteit en saamhorigheid in het vak. “Samen sterk naar de buitenwereld, die ons vak nooit volledig kan begrijpen. Alleen met collega’s in die specifieke wereld spreek je dezelfde taal. Ongelooflijk belangrijk elkaar goed te kennen, zodat iemand met peuterkinderen niet de zaak met het kleine kind krijgt, of die met de oudere dame wanneer zijn of haar moeder van dezelfde leeftijd net op sterven ligt”. Cold case Het vak bevindt zich aan de andere kant van het spectrum waar zij zich in de gezondheidszorg bewoog. “Maar ook in deze sfeer kan ik veel voor iemand doen, namelijk het antwoord
‘Door dreiging van terrorisme meer aandacht en geld voor onderzoeksmethoden’
vinden op haar of zijn dood. Mijn medische kennis is daarbij een pre. In mijn huidige werk bij de politie Amsterdam als forensisch expert in het team Review en Cold Case probeer ik door puzzelen en reconstrueren de naam en achtergrond van niet-geïdentificeerde doden te traceren. Een cold case vereist veel inventiviteit omdat je werkt met oude, vaak niet meer optimale sporen. De forensische technieken zijn gelukkig steeds vernuftiger. Ieder slachtoffer verdient onze uiterste inzet ‒ achter elke anonieme dode staat ten minste één persoon die van hem of haar houdt of heeft gehouden ‒ we geven nooit op. Daartoe blijf ik up-to-date, volg de laatste ontwikkelingen wereldwijd. Er kan steeds meer, steeds beter”. Het waaróm van de dood achterhalen is werk voor de tactische recherche, die zij met een glimlach de ‘Baantjers’ noemt. Stoer vindt zij zichzelf allerminst. “Wat de sporen mij zeggen, kan ik goed verdragen, maar ik ben een watje zodra ik met emoties van mensen word geconfronteerd. Daarom ben ik hier ‒ net als in de OK destijds waar mensen altijd slapen ‒ goed op mijn plaats: in situaties die vrij zijn van emotionele beladenheid. Ik zou volledig breken bij het werk van de tactische mensen die familie van het slachtoffer op de hoogte moeten brengen. Het ondervragen van verdachten zou me eveneens – zij het op geheel andere wijze – te veel emoties geven”. CSI De miniemste details kunnen een omslag in het onderzoek teweegbrengen. In ‘Vuurproef’ leest rechercheur Spaan jaren na dato uit de structuur van de knoop in een touw af dat een vermeende zelfmoord toch moord
>Foto: Piet Gispen
was. “Het gaat daadwerkelijk om de unieke details: in dit vak van ervaring is nooit sprake van routine. Je kunt bij iemand die is doodgeschoten niet denken dat al veertien keer eerder gezien te hebben”. In haar begintijd vond de opleiding tot forensisch expert aan de politieacademie plaats, maar er zijn nu door het hele land specialistische hbo-opleidingen. “Daaraan zijn politieseries als ‘CSI’, ‘Silent witness’ en al die andere zeker debet. Zelf heb ik uit pure interesse nog de deeltijdopleiding Forensisch Onderzoek aan de Hogeschool van Amsterdam gedaan”. Zij staat er intussen als gastdocent en constateert tot haar genoegen dat de helft van de studenten in de collegezaal vrouw is. “Jong en gedreven. Dank zij de tv-series komen er nieuwe geïnteresseerden met andere achtergronden op het vak af”. Een betrekkelijk nadeel van de series noemt zij de hooggespannen verwachtingen die erdoor ontstaan. Steeds irreëler. “Mensen denken dat oplossingen in de harde realiteit net zo gemakkelijk en snel te vinden zijn, met behulp van dezelfde wonderlaptops waarover tv-politiemensen beschikken. In één oogopslag licht je met die tovermachines iemands hele doopceel, tot het laatste cijfer achter de komma van het banksaldo aan toe”. Ze lacht en voegt eraan toe dat de politie maar weinig kan en mag.
11
interview<
Vrijdag 23 januari 2015 > Den Haag Centraal
‘Ook zonder dat we het ons bewust zijn, laten we de hele dag digitale sporen achter’
“Zonder zeer goed gefundeerde reden mogen we geen camerabeelden uitkijken; ik kan niet zomaar iemands gegevens opvragen. Merkwaardig is dat mensen enerzijds bang zijn voor inbreuk op hun privacy maar anderzijds wel van alles en nog wat delen op Facebook en andere social media. De app ‘ik was hier’ installeren mensen vrijwillig”. Ze zegt het met enige verwondering. “En ook zonder dat we het ons bewust zijn laten we de hele dag digitale sporen achter”. Masterclass In de workshop ‘hoe pleeg ik de perfecte moord?’ (‘every contact leaves a trace’) die zij vorig jaar door heel Nederland verzorgde – op 26 februari deel twee ervan bij Paagman; info via www.carinavanleeuwen.com ‒ neemt zij bezoekers via een fictieve moord mee in haar vak. Welke sporen laat een mens achter? Geur, haren, vezels van kleren, vingerafdrukken, DNA: wat vertellen die sporen? Opgewekt vervolgt zij: “Stel, jij hebt zojuist ongezien gif in mijn cappuccino gedaan en ik zak na een paar slokjes onder de tafel. Dan bewijzen de sporen louter dat jij hier hebt gezeten, maar nog niet dat je me vergiftigd hebt”. Om te beginnen nodigt zij deelnemers aan de masterclass uit een denkbeeldig slachtoffer in gedachten te nemen. Vanzelfsprekend laat ze dat vergezeld gaan van een nadrukkelijke knipoog,
maar: “Ik zie altijd een golfje door het publiek trekken van o ja, dié!” Ze constateert nuchter dat zich situaties kunnen voordoen waarbij de grens even vervaagt. “Niet iedereen krijgt de juiste rem of voldoende bagage mee om op zo’n cruciaal moment weerstand te bieden aan een fatale impuls. Ik zou daders graag dertig seconden in hun leven opnieuw gunnen; ze de kans, kracht en het inzicht bieden om het niet te doen”. Eén ding staat voor haar als een paal boven water: niemand houdt er bij de keuze van een vakkenpakket aan het begin van zijn volwassen leven ooit rekening mee dat hij wel eens iemand om zal leggen. “Zonder het goed te praten snap ik dat mensen tot bepaalde dingen in staat zijn. Omstandigheden en achtergronden kunnen in je leven de verkeerde glijbaan klaarleggen”. Zodra onverhoopt de daad eenmaal gepleegd is, komt de forensisch expert in beeld. Waar het devies voor politie in uniform veelal luidt: bij aankomst direct handelen, gelden voor de forensische dienst andere regels. “Het eerste wat je doet bij het betreden van een plaats delict is handen in je zakken, goed kijken en traceren wat afwijkt van het ‘normale’. Denk goed na, wat vertelt deze plek, deze situatie? In wit pak met hand- en voetbedekking ga ik vervolgens ‘maagdelijk vastleggen’ met behulp van foto’s en scans”. Handelingen
verschillen per casus: wanneer iemand op de tramrails ligt, is haast geboden. Als andere belangen in het geding zijn of er dreigt gevaar door bijvoorbeeld explosieven, dan krijgt dat de hoogste prioriteit. “Slachtoffers die gered kunnen worden gaan uiteraard vóór alles”. Isotopenonderzoek Het is een understatement maar de wereld is sinds het begin van deze eeuw nogal veranderd. Toch constateert zij als geboren optimist dat 9/11 positief heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van wetenschap die ten goede komt aan forensische en andere disciplines. “Door de dreiging van terrorisme is meer aandacht en geld beschikbaar gekomen voor onderzoeksmethoden. Een van de verworvenheden is de voortschrijding in het isotopenonderzoek”. Een mens is wat hij eet, drinkt en ademt. Water, voedsel, lucht en flora en fauna kennen op iedere plek in de wereld hun eigen specifieke, unieke samenstelling. In het glazuur van tanden bevindt zich de oudste isotoopsamenstelling; in het bovenbeenbot vernieuwt het materiaal zich na twintig jaar; haren en nagels groeien het snelst. “Zo kun je terug rechercheren waar iemand geboren en getogen is en waar hij wanneer verbleven heeft. Een verblijf in Syrië bijvoorbeeld is daarmee onweerlegbaar aan te
tonen. Dit ingewikkelde onderzoek heeft mede dankzij Europese subsidies de wind in de zeilen gekregen en is onder meer uitgevoerd aan de VU Amsterdam en het Forensisch Nederlands Instituut in Den Haag”. Weddenschap Enkele jaren geleden vroeg thrillerauteur Carla de Jong of politiedeskundige Van Leeuwen haar manuscript wilde nalezen op juistheid. Het boek werd goed bevonden en uitgegeven en bij de boekpresentatie annex masterclass schrijven was Carina present. “Carla vroeg mij om met pen en papier als zaalvulling aanwezig te zijn, benauwd als ze was dat er niemand zou komen”. De zaal zat vol, maar Van Leeuwen speelde het spel zoals afgesproken toch mee, schrijvend en wel als publiek. “Gezeten naast de redacteur van Carla’s uitgeverij. Zij vertelde me over de 45 manuscripten die zij per week op haar bureau krijgt en zei met een blik op mijn pen en papier gekscherend: ‘Zeg politievrouw, wanneer kom jij met je eerste thriller?’ Aan het eind van de avond, enkele borrels verder, was de weddenschap beklonken. Ik zou vijf maanden later iets inleveren en zij beloofde het te lezen”. De volgende dag ging zoals gebruikelijk de wekker in alle vroegte om kwart over vijf en even later legde Van Leeuwen, in de trein op weg naar Amsterdam, de eerste hand aan haar
debuut ‘Vuurproef’. “Mijn eer te na om niet mijn best te doen”. Vijf maanden later las redacteur Marja Duin de eerste versie van het manuscript. Zij ontwaarde talent, maar er was nog het nodige schaafwerk te doen. “Het las als een proces-verbaal, zoals ik nu eenmaal gewend was mij schriftelijk te uiten. Bij volgende versies leerde ik allengs de realiteit van mijn werk los te laten, ik stelde een andere wereld samen uit fictieve personages en een mix van onherkenbaar gemaakte elementen uit feitelijke cases. Uiteindelijk durfde ik de protagonist volslagen andere dingen te laten doen dan ik zelf ooit in mijn hoofd zou halen, voorzien van de nodige romantisering, doorspekt met vreemde escapades. Héérlijk!” Den Haag Door het schrijven heeft zij er een fulltime baan bij gekregen. Zij werkt in de trein tijdens haar dagelijkse reis tussen Den Haag en Amsterdam, ’s avonds en in weekends. “Voordeel is dat ik geen onregelmatige werktijden meer heb: voor cold cases belt niemand me meer ’s nachts uit mijn bed”. Zoals de nodige jaartjes jongere, onstuimige Renée Spaan wel bij voortduring overkomt. Het bevalt Van Leeuwen uitstekend dat het boek zich in Den Haag afspeelt. “De scheidslijn met mijn werk in Amsterdam vind ik onontbeerlijk. Den Haag ken ik bovendien beter, ik heb hier op straat gewerkt, mijn hart ligt bij de Haagse humor, taal, mensen en de grote verscheidenheid aan wijken. De zee natúúrlijk”. Zij is al begonnen aan deel drie. Plaats van handeling: Den Haag.
12>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 23 januari 2015
‘Hoe verpest ik het zicht op het enige mooie, historische gebouw aan het Spui?’ Mag ik iets opmerken naar aanleiding van uw artikel op pagina 9 van Den Haag Centraal van 4 januari? De Haagse Vijf willen een ruime zichtlijn creëren van de Turfmarkt naar de Nieuwe Kerk. Goed idee, al bereik je nooit meer het effect van vroeger, toen de Nieuwe Kerk vrij in de ruimte stond. Eerst kwamen er rond 1965 flatwoningen vlak bij de kerk aan de kant van de Grote Marktstraat, later werd er aan tegenoverliggende zijde een filmgebouw neergezet dat tot bijna vóór de kerk steekt. Het lijkt wel of er een wedstrijd was uitgeschreven ‘Hoe verpest ik het zicht op het enige mooie, historische gebouw aan het Spui?’ Met wat u een eenvoudige oplossing noemt, namelijk een ‘carré bomen’, zou die mooie zichtlijn vanaf de Turfmarkt van voorjaar tot en met het najaar worden afgedekt door gebladerte, dus dit moeten we zeker niet doen. Hooguit laagblijvende heesters (max. heuphoogte), die het uitzicht vrijlaten en dus vooral niet manshoog mogen worden! Dit ‘groen’ zou heus niet misstaan op dit kale plein. Ook over het effect van die colonnade langs het Spui heb ik mijn bedenkingen. Laat men vooral eerst eens een maquette vervaardigen, zodat we vooraf inzicht krijgen in de eventuele nieuwe situatie en de zichtlijnen. En dan nog dit: Den Haag heeft door schade en schande geleerd hoe je een tramtunnel moet bouwen. Gebruik die kennis voor het aanleggen van een korte tramtunnel onder het Spui, ongeveer voor de Nieuwe Kerk (met daarin zo mogelijk een tramhalte met een ondergrondse doorgang naar de concertzaal) zodat het Spuiplein doorloopt van de huidige Philipszaal tot aan het hekwerk van de Nieuwe Kerk, dan heb je pas een plein van stedelijke allure. Die allure krijg je anders nooit met die smalle pijpenla die het Spui in feite is. Kijkt u maar eens vanuit de Hofweg het Spui in. We moeten nu eens een keer meteen iets goeds maken dat niet over een jaar of tien weer moet worden afgebroken of gewijzigd. Op dat gebied heeft Den Haag een slechte reputatie. Ik denk dan aan het concertzalenprobleem. Eerst bouwt men die PWA-zaal, een prima ‘congres’-zaal, maar ten enen
Ooit stond de Nieuwe Kerk in de vrije ruimte, hier gezien vanaf de Nieuwe Haven in 1820. > Illustratie: Collectie Haags Gemeentearchief
male ongeschikt voor concerten. Het orkest moest bedelconcerten geven om ten slotte de (in feite meteen alweer te krappe) Philipszaal te helpen realiseren. Die voldoet dus ook niet echt, maar: beter wat dan niks. Wat echter nog steeds ontbreekt, is een Kamermuziekzaal. In plaats van die dan ook te bouwen (zoals bijvoorbeeld de Leidenaars recentelijk deden), verpestte men doodleuk het interieur van de net ten koste van vele miljoenen gerestaureerde Nieuwe Kerk door de unieke dakconstructie
aan het zicht te onttrekken met allerlei staal en glas. Op die manier werd ook één van de mooiste orgelfronten van Nederland (uit 1702) aan het zicht onttrokken. Dit orgel was ook pas gerestaureerd voor veel geld en nu is het resultaat dat het hele orgel is weggemoffeld achter die storende geluiddempers en dus kunnen er helemaal geen orgelconcerten meer worden gegeven. Wat voor beleid is dit? Hier was een gevangenisstraf op zijn plaats geweest! Het is een blamage voor de
‘Wereldstad Den Haag’ en die moet worden teruggedraaid! Gelukkig is al dat staal en glas gewoon weer uit de kerk te verwijderen. Natuurlijk moet er nu eindelijk ook een ‘kleine zaal’ komen zoals in elke stad met enige allure! Dat kan heel goed als het voorste van de twee kantoorgebouwen (achter de Philipszaal) toch wordt afgebroken. En dat grote hotel op de hoek van het Spui moet daar natuurlijk gewoon weg. Ruimte moeten we hebben! Er moet toch wel een geschikte plek te
Het oudste lied In zijn speurtocht naar het oudste lied over Den Haag komt Jimmy Tigges in zijn bijdrage van 9 januari tot twee opmerkelijke uitspraken. Met de eerste situeert hij het oudste lied, getiteld ‘In Den Haag Daar Woont Een Graaf’, aan het eind van de negentiende eeuw; met de tweede waagt hij zich met ‘Batave Tempe’ uit 1621 van Constantijn Huygens aan een poging dat gedicht tot lied te verheffen. Bij beide beweringen zijn de nodige vraagtekens te plaatsen. De informatie die Tigges geeft over ‘In Den Haag Daar Woont Een Graaf ’, riekt sterk naar de gegevens die ook in Wikipedia te vinden zijn. Daar is op zich niets mis mee, maar daar mag een onderzoek naar het oudste lied niet mee volstaan. Om dan vervolgens het gedicht van Huygens uit 1621 als lied aan te merken, lijkt mij nergens op gebaseerd. In elk geval noemt Tigges geen enkele bron die erop duidt dat die tekst ooit op muziek
is gezet, laat staan als lied is gezongen. De vraag is dan waar precies Tigges jarenlang onderzoek heeft gedaan naar liedjes waarin Den Haag een rol speelt. In elk geval niet in de bron die daarvoor bij uitstek geschikt is: de liedbank van het Meertensinstituut. Daarin staan ruim 125.000 liederen uit schriftelijke bronnen. Een snel zoektochtje van nog geen 15 minuten op een enkel trefwoord levert al de volgende resultaten op: ‘Een Nieuw Lied, tot Lof van ’s Gravenhage, om sijn Pleysante Wandel-Wegen, so buyten as binnen de selve Stede, met de Vier Koninks Lust Huysen, alle gelegen om den Haeg’. Uit: Het Vermakelyk Bagyn-Hof, Of den Hollandschen Edelman, Amsterdam 1710. ‘Het Vermakelyke Haagsche Bosch, of de Pleysierige Scheveningse Wandel Weg’. Uit: Het nieuwe vermakelyke Thirsis Minnewit, Amsterdam 1730. ‘Op de beroemde Vreugde-Theaters, of de Tempel van Janus, die in ’s Graven-
hage in de Vyver stonde opgeregt, en wat daar op is te aanmerken, als mede voor het Stadhuys, en op de Tooren, als de Vreugde wierd geviert over den gesloote Vrede, tusschen Vrankryk en de Heeren Staaten Generaal; op den 14. Juny 1713’. Uit: Ravestein, Dirk: Triomf Van Nederlandt, Of Vervolg op het Eerste Tweede en Derde deel van het Geuse Liedboek, Waar in begrepen is den Oorspronk en Voortgank van den laatsten Oorlog, mitsgaders de glorieuse Overwinningen waar mee Nederland in den zelven heeft gezegenpraalt: Alle te zamen gestelt op aangenaame Vooijsen. ’s-Gravfenhage, 1734. Jimmy Tigges kan hier nog veel plezier aan beleven en de lezers van Den Haag Centraal mogelijk ook als hij zijn nieuwe ontdekkingen aan ons komt melden. Jos Swiers, Den Haag
vinden zijn voor zo’n hotel... Al die hoge gebouwen geven alleen maar tocht- en windoverlast! Bent u wel eens van CS naar het Spui gelopen? Al bij een zwak briesje waai je uit je jas. Dus: zo min mogelijk hoogbouw rond het Spuiplein! Het geld verkwisten in Den Haag heeft intussen al miljarden gekost, dus nu graag iets goeds! H.G.H. (Henk) Scheeres, Den Haag
Naschrift Jimmy Tigges op ingezonden brief Ik vrees dat ik door eigen schuld een misverstand heb gecreëerd. De zoektocht was, ook al ten tijde van de research voor het boek ‘Het Lied van Den Haag’ (2006), hoofdzakelijk gericht op geluidsdragers en in tweede instantie op bladmuziek. Het beoogde hoofdonderwerp van de bedoelde Haagse Plaatjes-aflevering in Den Haag Centraal – voor zover bekend – alleroudste aan Den Haag gelieerde, officieel op geluidsdrager verschenen opname: ‘Haagsche Bluf ’ van Johan H. Hinz. Als toevoeging heb ik kort willen aanstippen dat er daarvóór natuurlijk ook heel wat Haagse liederen zijn gemaakt. Een serieuze zoektocht daarnaar zou, zoals Swiers oppert, ongetwijfeld ook veel vreugde schenken, maar heb ik (nog) niet afgelegd. Misschien was een subtitel als ‘Op zoek naar de oudste opname’ beter geweest, hoewel ook dat niet de lading van het hele stuk dekt. De informatie over ‘In Den Haag Daar Woont Een Graaf ’ (waarvan ik de oudste publicaties eind negentiende eeuw situeerde, niet de oorsprong) komt overigens niet van Wikipedia, maar van het voormalige Theaterinstituut. De liedbank van het Meertensinstituut, bij mijn weten in 2006 nog niet online, heb ik nadien slordig genoeg niet meer hierover geraadpleegd. En ‘Batave Tempe’ is inderdaad geen lied, al klinkt een gedicht of vers met een perfecte cadans natuurlijk vanzelf muzikaal.
DHC Society | roem | eten | en meer....
Auto ❤ Film De automobiel en de cinema hebben veel gemeen, zo ontdekte historica Elisa Mutsaers van Filmatelier Den Haag. Ze maakte er een lezing over speciaal voor het Louwman Museum en koppelde Marlene Dietrich en Charlie Chaplin aan de oudste privécollectie auto’s ter wereld.
Door Jasper Gramsma
I
“
k had eigenlijk weinig met auto’s toen ik een paar jaar geleden met mijn vader het Louwman Museum bezocht”, bekent filmconservator en -researcher Elisa Mutsaers. “Toch ben ik de hele dag gebleven, omdat al die oude auto’s mij aan films deden denken”. Het idee voor de lezing ‘Auto’s & Films’ is geboren. Een humorvolle presentatie over de parallellen in de opkomst van beide industrieën, gevolgd door een rondleiding waarin zo’n twintig auto’s uit de filmgeschiedenis – direct of indirect – de revue passeren. Inmiddels gaat de lezing haar vijfde ‘seizoen’ in.
In ‘Genevieve’ uit 1953 speelt de Spyker 12/16-HP Double Phaeton een hoofdrol. Illustraties: PR
Haags OBJECT | Het assortiment van het Haagse
designlabel Odesi bestaat uit meubels van Nederlandse topontwerpers. Pure vormen, echte materialen en ogenschijnlijk eenvoudige schoonheid vormen de gemene deler. Zoals deze serie salon- en bijzettafels van designer Erik Remmers, genaamd ‘Level’. Naar eigen zeggen een weerspiegeling van zijn persoonlijkheid: vrolijk, kleurrijk en helder. Mooie objecten op zichzelf, maar ook als ‘eiland’ met z’n drieën. Prijs: vanaf € 240,00 Voor meer informatie: www.odesi.nl
Het jaar 1895 is doorslaggevend in de ontwikkeling van zowel de film als de auto. “In Frankrijk werd voor het eerst de lange autorit Parijs-Bordeaux-Parijs gereden om de auto als vervoermiddel te propageren. Lumière ontdekte in die periode dat hij het publiek een kaartje kon laten kopen voor zijn films”, legt de historica uit. “Vanaf dat moment maken beide uitvindingen de wereld steeds kleiner”. Maar er zijn meer overeenkomsten: “Auto’s werden nog op allerlei manieren aangedreven, bijvoorbeeld met stoom, benzine of een elektromotor. Datzelfde zag je bij de film, iedere maker werkte met zijn eigen type apparaat en formaat”. En zoals dat gaat met nieuwe fenomenen, kunnen de auto en de film in hun beginjaren rekenen op de nodige weerstand. Niettemin raken de ontwikkelingen in een stroomversnelling, waarna in 1913 ongeveer gelijktijdig de eerste lange speelfilm draait en de eerste T-Ford van de lopende band rolt. Mutsaers: “Autofabrieken en filmstudio’s werden steeds industriëler. Geweldig natuurlijk, maar dat had ook een keerzijde. Daarom laat ik een fragment zien uit ‘Modern Times’ van Charlie Chaplin, die protesteerde tegen de arbeidsomstandigheden in de fabrieken”. Ter illustratie citeert ze ook Columbia-baas Harry Cohn over de films die hij maakt in de jaren dertig. “Hij antwoordde op de vraag waarom er zo veel slechte films gemaakt werden: ‘Elke vrijdag gaat de voordeur open en spuug ik een film uit. Als ik dat niet doe, dan zitten veel mensen zonder werk. Ik wil één goede film per jaar maken die de impresario alleen krijgt als hij ook de troep die we maken afneemt’. Autofabrikanten spugen hun auto’s uit en productiemaatschappijen hun films, een mooie vergelijking”. Missiezuster Zes auto’s die in de filmselectie van Mutsaers voorbijkomen, staan daadwerkelijk in het museum. Andere hebben niet letterlijk gefigureerd, maar zijn wel van hetzelfde type en bouwjaar. “In bijna alle films zitten auto’s, dus ik heb wel gekozen voor fragmenten waarin ze op zijn minst een belangrijke bijrol vervullen”, vertelt ze. “Het gaat vooral om films en auto’s uit de jaren dertig, veertig en vijftig. Eigenlijk ben ik een soort missiezuster, ik hoop dat mensen na de lezing de films willen zien”. De Spy-
ker 12/16-HP Double Phaeton en de Darracq 12-HP van het museum speelden de hoofdrol in ‘Genevieve’ uit 1953. De komedie over de klassiekertocht Londen-Brighton werd gefilmd tijdens de echte rit en de auto’s rijden nog elk jaar mee. “Niet alleen de natuurlijke dialogen maken de film bijzonder. In Nederland heeft ‘Genevieve’ namelijk de liefde voor klassieke auto’s dusdanig aangewakkerd dat de Pionier Automobielen Club werd opgericht”. Een andere Spyker van het Louwman Museum die Mutsaers bespreekt, is het prototype 7-HP two-seater. Deze auto kreeg een bijrol als de Oude Schicht in de verhalen en de tekenfilm over Ollie B. Bommel. De Aston Martin DB5 uit de Bondfilm ‘Goldfinger’ is misschien wel de bekendste filmauto die het museum in zijn bezit heeft. “Het was een vorm van product placement. Aston Martin kon wel een boost gebruiken en de producent van de film had weinig geld. De deal was dat er drie auto’s werden gemaakt waarin alle gadgets echt werken, zoals draaibare nummerplaten en uitschuifbare bumpers”. Sterstatus Vanaf de jaren twintig wordt de auto steeds meer een instrument om uitdrukking te geven aan de personages in de film. “Net als door kleding, kapsels en make-up krijg je gelijk een idee wie die mensen zijn. In ‘Desire’ uit 1936 rijdt Marlene Dietrich bijvoorbeeld in een glamourachtige Auburn Speedster, terwijl ze haar tegenspeler Gary Cooper in zijn lullige, niet bestaande autootje passeert. Heel grappig en het benadrukt de verhoudingen”, verklaart Mutsaers. “Hetzelfde geldt voor Fred Astaire en Ginger Rogers in ‘The Gay Divorcee’ ”. Ook in het privéleven van de filmacteurs is een belangrijke rol weggelegd voor de auto om hun sterstatus te onderstrepen: “Norma Talmadge, een beroemde actrice uit de stomme film, liet in 1924 de opvallende lichtblauwe Hispano-Suiza bouwen, nu te vinden in de collectie van het Louwman Museum. Een soortgelijke auto werd later gebruikt voor de film ‘Sunset Boulevard’, die op haar leven is geïnspireerd”. De combinatie van ‘stars’ en ‘cars’ bereikt een hoogtepunt in de jaren vijftig en zestig volgens de filmhistorica. “Door de publiciteit rond filmacteurs kregen mensen het idee dat ze de sterren persoonlijk kenden. Ford speelde daar destijds heel leuk op in met een reclame. Vanuit de Melkweg werden allerlei nieuwe modellen gelanceerd die neerdaalden op een grasveld. De mensen die daar beneden staan, zien eruit alsof ze naar een première gaan. De auto’s lijken hierin net filmsterren”. Auto’s & Films in het Louwman Museum. Zaterdag 24 januari, 28 februari en 28 maart van 13.00 tot 16.00 uur. Prijs: € 24,50 (Museumjaarkaart € 15,00) inclusief koffie/thee en uitrijdkaart. Voor meer informatie en reserveren: www.filmatelierdenhaag.nl.
De Spyker uit ‘Genevieve’ is onderdeel van de collectie van het Louwman Museum.
Vrijdag 23 januari 2015 Den Haag Centraal
13
Column: Onderwijs
Talking sticks
Woensdagochtend. Ik heb het in de tweede klas over de stelling van Pythagoras. Ik heb het in mijn vierde klas over kansen. Hoe groot is de kans dat een vijftigplusser vóór de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd is? Hoe groot is de kans dat een jongere voor deze verhoging is? En zijn deze kansen onafhankelijk of afhankelijk van de leeftijd van de ondervraagden? Het antwoord is te berekenen. Niet met begrip voor maatschappelijke verhoudingen, maar met een kruistabel. Dan is het pauze en zijn er twaalf doden gevallen in Parijs. Docenten kijken op hun telefoon naar de laatste nieuwsberichten. Heel duidelijk is alles nog niet. Maar de bel gaat en ik leg opnieuw de stelling van Pythagoras uit. Alsof er niets gebeurd is. Thuis dringt de ernst van de gebeurtenissen langzaam tot me door. Een gevoel van verdriet overvalt me. Verdriet om een wereld waarin dit gebeurt. Verdriet om jonge mensen die, uit onvrede met hun leven misschien, houvast zoeken bij extremisme. Ik ben verdrietig en ik vraag me af hoe we deze ontwikkeling kunnen keren. Ik leg de link niet naar mezelf. Ik denk in het groot, niet in het klein. Niet dichtbij. Dat besef komt een dag later, als de media scholen in de discussie betrekken. Plotseling voel ik me aangesproken. Ja, het heeft alles te maken met opvoeding. Met voorlichting. Met onderwijs. En de school heeft hierin een taak. Misschien wel de belangrijkste taak die er is. Toch sta ik maandag gewoon weer sommen uit te leggen. Want hoe doe je dat? Hoe maak je religie, vrijheid van meningsuiting, tolerantie en democratie bespreekbaar in de klas? Waar hoort het thuis, en wie moet het doen? Ik kijk naar RTL Late Night, waar twee docenten van het Zadkine College in Rotterdam vertellen over hun les. Veel allochtone leerlingen. “Boosheid stapelt op boosheid”, had één van de leerlingen emotioneel betoogd. Wat een mooie uitspraak, wat een wijze gedachte. Iedereen had zich uitgesproken, in deze klas, met de ‘talking stick’ in de hand. Ik ben onder de indruk. Deze leerlingen hadden van elkaar geleerd. En ik van hen. Ja, we moeten er iets mee, op scholen. Maar hoe. We zijn er niet voor opgeleid. Een mentorles over pesten. Een gesprek over een scheiding. Verder ben ik nooit gekomen. Aan wereldpolitiek heb ik me nooit gewaagd. Van een talking stick had ik nog nooit gehoord. Nu wel. Met de stick mag je praten. Anders niet. Zo simpel. Laat leerlingen zich uitspreken, is de boodschap. Laat ze naar elkaar luisteren. Of het de kans op een betere wereld vergroot, is niet te berekenen, niet in een kruistabel. Maar afhankelijk is die kans wel. Afhankelijk van het onderwijs dat ze krijgen, afhankelijk van de waarden die wij ze meegeven, afhankelijk van de kansen die wij ze bieden. Het vak van docent wordt onderschat, zei één van de Zadkine-docenten. Je kunt veel betekenen. Heb-do in je klas of Heb-don’t. Ik zeg doen. Ook al weet ik nog niet precies hoe. Emmy van der Woude Docente wiskunde Maerlant Lyceum
14
Den Haag Centraal Vrijdag 23 januari 2015
Society
Writers Unlimited in teken van ‘freedom of speech’
Freedom of speech vraagt om courage en tolerance, betoogde de Noorse auteur Karl Ove Knausgård vanachter zijn grijze gordijntjes. Foto: Mylène Siegers
Straatle
Fietsen langs de wereld van de daklozen Door Saskia Herberghs
Het is hem niet aan te zien maar nog niet eens zo heel lang geleden was Gerard van der Zandt (64) bijna vier jaar lang dakloos. Nu is hij onder meer vrijwilliger bij de Soepbus en leidt hij belangstellenden op de fiets door ‘Dakloos Den Haag’, langs locaties waar dak- en thuislozen komen, eten, douchen en slapen.
A
anvankelijk onder de paraplu van Downtown Tours, leidde hij studenten rond die voor hun studie maatschappelijk werk geïnteresseerd waren. Inmiddels fietst hij ook met expats, politici en bijvoorbeeld de Rotary langs het Leger des Heils, de Kessler stichting, Woodstock, het Aandachtscentrum en wijst hij hen op plekken in het Haagse Bos, op het Centraal Station en onder het Schenkviaduct waar daklozen de nacht doorbrengen. Zelf sliep hij vaak onder de Pier. “Ik ben geen held. Het Haagse Bos is gevaarlijk ’s nachts”. De tochten vergen veel voorbereiding omdat bij de instellingen gebruikers zelf een rondleiding verzorgen en toelichten waarom ze daar
komen en wat ze daar doen. “Dat zijn serieuze gesprekken”. Van der Zandt houdt de groepen daarom ook klein, hij hanteert een maximum van vijf. “Het moet geen aapjes kijken worden”. “Ik vertel ook mijn eigen verhaal. Dat is de kracht van deze rondleidingen”, zegt Van der Zandt die als ‘zorgmijder’, nadat hij zijn sociale netwerk en huis kwijtraakte, geen uitweg zag. “Ik was niet in staat om hulp te vragen. Juist daarom werd ik dakloos”. Iedere dakloze heeft een eigen specifieke historie, zegt hij. “Iedereen kan dakloos worden, óók mensen met goede banen. Er zit ongelooflijk veel talent aan de onderkant van de samenleving, alleen deze mensen hebben pech gehad”. Onbekend Een tocht door ‘een onbekend stuk Den Haag’, noemden medewerkers en bezoekers van de Kloosterkerk zijn rondleiding die hij overigens desgewenst aanpast. Van der
Zandt fietst ook langs specifieke plekken waar verslaafden komen, of doet armoedetochten. “Dan bezoeken we bijvoorbeeld de Schroeder van der Kolkstichting, de Voedselbank en buurthuizen. Daar kom je veel armoede tegen”. Overigens óók bij mensen die nog wel over een huis beschikken. Dat merkt hij bij de Soepbus. “Halverwege de maand komen daar ook mensen van wie de uitkering op is”. Een rondleiding die hij sinds kort samenstelt in samenwerking met de jongerenwerkgroep van de Achterban (belangenbehartigers van daklozen) is die langs jongeren die dakloos zijn. “Zij hebben een eigen circuit. Ze houden zich op in casino’s en kroegen en beschikken nog over een netwerk. Ze slapen vaak bij vrienden”. Studenten zijn erg onder de indruk van de verhalen van hun leeftijdsgenoten. “Leuk is dat ze directer en eerlijker durven te vragen hoe het zit en zo veel inzicht krijgen in de sociale kaart van Den Haag. Het allerleukste
y.
Stadsgroen. De Engelstalige openingsavond van het twintigste Writers Unlimited Festival stond in het teken van ‘Freedom of speech and the power of the word’. Een thema dat na ‘Parijs’ meer dan ooit voorpaginanieuws en wereldwijd onderwerp van gesprek vormt.
N
Door Vera de Jonckheere a de wonderschone muzikale aftrap door het Bulgaarse Pauni Trio en introductie door festivaldirecteur Ton van de Langkruis, betrad de Noorse auteur Karl Ove Knausgård het podium. PEN, de internationale organisatie ter bevordering van de literatuur en de vrijheid van meningsuiting, nodigde hem uit voor de openingsrede. Een goede keuze. De bestsellerauteur geeft in zijn duizenden pagina’s tellende zesdelige autobiografische werk Mijn strijd – ‘Min kamp’– volledige openheid van zaken. De volgens de Noorse Elle in 2010 meest sexy man kwam op met zijn karakteristiek sombere Winden-waaienom-de-rotsenblik, vele velletjes papier knisperend in zijn vingers. Paradoxaal en gecompliceerd, noemde hij de taak van de schrijver; vroeg of laat loopt iedere kunstenaar tegen de grenzen van de vrijheid aan. Als auteur deinst Knausgård nergens voor terug. Schier grenzeloos doet hij in ‘Vader’ verslag van de wijze waarop hij koffie zet en hoe vaak op een dag; iedere regenbui legt hij vast, iedere traan die hij plengt en elke gevoelige snaar die bij hem wordt geraakt. Even onbevangen minutieus doet hij verslag van aankopen bij de supermarkt nabij de rivier de Otra. Een ingekorte blik op zijn boodschappenlijstje: ‘Jif (nog geen Cif in Noorwegen?) voor de badkamer, Jif voor de keuken, Ajax allesreiniger, Ajax glasreiniger, bleekwater, groene zeep, Mr Muscle voor extra lastige vlekken, ovenreiniger, meubelreiniger, staalwol, sponzen, keukendoekjes en dweilen, twee emmers en een bezem (….).’ Ook de aanschaf van aardappels, bloemkool en kant-en-klare gehaktballen voor het avondmaal, een paar biscuitjes bij de koffie geven de Nederlandse lezer een gevoel van verbondenheid: de
Hollandse pot is internationaler dan tot nu toe aangenomen. Beledigend Hij kreeg vele familieleden op zijn nek met zijn naar hun mening beledigend werk, maar provocatie lijkt niet de drijfveer van Knausgård, in zijn werk noch in zijn optreden naar buiten. Ooit kocht hij Mein Kampf om het in het vliegtuig te lezen, maar bedacht later dat het not done zou zijn om het abjecte werk in het openbaar te lezen. Freedom of speech vraagt om courage en tolerance, betoogde hij vanachter zijn grijze gordijntjes. Aan de auteur de taak om beide elementen te wegen. Een zware verantwoordelijkheid in onze tijd waarin uitingen via internet alle wind- en uithoeken van de aarde bereiken, met alle uiteenlopende interpretaties van dien. Award De Award for Freedom of Expression van PEN en Oxfam Novib werd vervolgens uitgereikt aan de Soedanese Abdel Moneim Mohammed Rahamtalla, het Iraanse echtpaar Zhila Bani Yaghoub en Bahman Ahmadi Amouee en de Libische Razan al-Maghrabi. De laatste was als enige in staat haar prijs in ontvangst te nemen. Het discussiepanel onder leiding van auteur-arabist Petra Stienen was in allerijl uitgebreid met de Amerikaanse cartoonist Leela Corman. Haar observatie klonk bijna als satire: ‘Wie geen geld heeft in Amerika, heeft geen invloed. Dus maakt het niet uit wat ik beweer.’ De ervaringen van de andere schrijvers zijn minder vrijblijvend. Mano Bouzamour werd op de dag van publicatie van zijn debuut ‘De belofte van Pisa’, uit het ouderlijk huis in Amsterdam gezet. Zijn mooiste dag tevens de verdrietigste. De Indonesische Dinar Rahayu raakte haar baan kwijt na haar roman over sado-masochisme en transseksualiteit. De Nederlandse schrijver Mohammed Benzakour verlichtte het debat door te melden dat hij als hobby bijen houdt waarmee hij via pain and pleasure ‒ de bijensteek en de honing – een visje uitwierp naar buurvrouw Rahayu. De twee vervielen in een warm onderonsje. De kracht van het thema van Writers Unlimited: interesse in de cultuur van de ander, overtuigend in beeld gevangen.
Verdwenen vogels
even.
is als ik hen later bij hulpinstanties op stageplekken tegenkom”. Maar hij is ook al tevreden als mensen nadien vaker een praatje maken met daklozen. “Daar zijn ze heel gevoelig voor”. De rondleidingen van Downtown Tours worden uitgevoerd door ervaringsdeskundigen. Voor meer informatie: 088-358 39 61.
Gerard van der Zandt fietst met belangstellenden langs plekken waar daklozen elkaar treffen en hulp kunnen krijgen. Daarnaast werkt hij als vrijwilliger op de Soepbus waar daklozen soep, brood en fruit krijgen uitgereikt. Foto's: DHC/Liza Letsch
Het verhaal is alweer ruim veertig jaar oud, maar daarom niet minder waar. Als klein meisje op de achterbank van oma’s Daf 33 moest ik mij ‒ gordelloos ‒ dikwijls stevig vasthouden aan bijvoorbeeld raamslinger of voorstoel. Dit was met name nodig op de kleine landweggetjes buiten de stad. Die waren levensgevaarlijk, maar niet omdat oma roekeloos reed, verre van dat. Daar zorgde de verdroogde sinaasappel op de hoedenplank wel voor. Ging het ding rollen, dan was haar snelheid te hoog. Zorgvuldigheid troef. Die deugd lapte oma in de polder echter aan haar laars. Daar reed ze niet zozeer te hard, maar stond ze wel regelmatig pardoes op haar rem. Er stond een reiger bij de sloot, wist ik dan. Zelf zag ik het dier pas nadat ik uit de ruimte tussen de voorstoelen en achterbank was opgekrabbeld: een grijzige, dunne, weinig indrukwekkende vogel op een stokje, die doodstil langs een slootje stond. De kleine auto vulde zich met ontzag. Oma’s ontzag, toen nog niet de mijne. Bij deze, en bij iedere reiger. Het was immers een beschermde diersoort en waarachtig een zeldzaamheid in die jaren. Dat kwam waarschijnlijk omdat ze iets te vaak opgegeten werden, in de eeuw daarvoor. Hele banketten werden er gehouden rondom het gebraden
beest, dat door middel van stroperij werd gevangen. Een beetje koninklijk banket vergde maar liefst 400 vogels, veel vlees zit er namelijk niet aan. Een reiger is vandaag de dag echter geen bijzondere verschijning meer: in menige Febo is hij stamgast, met een vaste plek naast de counter met frikandellen. Met wie het ook goed gaat, is de ooievaar. Tijdens de telling in het begin van januari werden er 574 overwinterende exemplaren geteld, 51 meer dan vorig jaar. En passant werd ook het vrij zeldzame ijsvogeltje gespot, en een stukje verderop een zo mogelijk nóg exclusievere hop, beide op de belangrijke rode lijst. Die lijst met weinig voorkomende broedvogels bevat anno 2015 maar liefst 78 soorten, waaronder de woudaap, korhoen, kuifleeuwerik, kemphaan, grauwe gors, draaihals en duinpieper. Deze vogels worden niet automatisch beschermd, vermelding geeft alleen aan welke soorten er sterk achteruit zijn gegaan of zeldzaam zijn. Het blijkt niet altijd slecht nieuws, wanneer je als vogel op de rode lijst terecht bent gekomen: er staan ook vogelsoorten op die ‘nieuw’ zijn, in ons land, zodat er nog maar weinig exemplaren van zijn. Dit geldt voor de brilduiker, de grote en kleine zilverreiger en de slechtvalk. Als sterk afgenomen, kwetsbare vogelsoorten, en vrij tot zeer zeldzaam bovendien worden vermeld: de snor, de slobeend en de zomertaling. Dus: mocht u mij zien rijden, met mijn kleinzoon in de goedgekeurde autostoel achterin, en mocht u mij onverwacht hard zien remmen ... Wendy Hendriksen Ter nagedachtenis aan mijn oma, die deze week overleed
Vrijdag 23 januari 2015 Den Haag Centraal
15
Koken met ...
Paul van Waarden
Adres Schoolstraat 13a, Den Haag Telefoon 070-3455215 Info www.giulianos.nl Geopend dagelijks 17.00 tot 23.00 uur Voorgerechten vanaf € 6,‒ Pasta’s vanaf € 12,‒ Hoofdgerechten vanaf € 19,50 Desserts vanaf € 4,50
Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Pommes Tsarine Nodig voor 4 personen:
Bereidingswijze: Was de aardappelen in koud water. Zet ze in een pan met water en zout en kook ze in de schil gaar. Als ze gaar zijn, haal je ze uit het water en laat ze even uitdampen en wat afkoelen. Laat ze niet helemaal afkoelen. Snij een kapje eraf en lepel de aardappel leeg. Hak de gekookte uit de aardappel gehaalde massa met een vork wat fijner en meng er wat peper, bieslook en de crème fraîche door. Proef even of het lekker is en schep het terug in de uitgeholde aardappel. Druk het gekookte eiwit door een zeefje. Schep wat haringkuit op de gevulde aardappel. Garneer er wat eiwit kruim over en strooi er heel weinig heel fijn gehakte peterselie over. Geniet als de koning, keizer of tsaar van Scheveningen.
Een kwestie van smaak met ...
Marius van der Vliet
Sinds Marius van der Vliet in oktober 2005 zijn zaak Marius, Jouw Wijnvriend! opende aan de Piet Heinstraat, weten buurtbewoners en horecazaken hem te vinden. Hij werkt het liefst met ambachtelijk werkende wijnboeren. En dat die meestal beperkt produceren, vindt Marius juist prima. Die kleine oplagen treft u aan in zijn wijnwinkel.
Tenuta Giulano, Montepulciano d’Abruzzo 2012
D
e oost-Italiaanse wijnstreek Abruzzen is in potentie een fantastische bron voor krachtige, maar ook zachte rode wijnen. Toch produceren de vele coöperaties in dit gebied vaak weinig verfijnde wijnen en soms zelfs ruwe wijnen. De kleine en ambachtelijk werkende Tenuta Giulano laat zien hoe het wel moet. De wijngaarden van de montepulciano-druiven liggen op de uitlopers van de Majelle, het op één na hoogste gebied van de Apennijnen, met als piek de Monte Amaro van 2.793 meter. Van de druiven van de volledig biologische wijngaarden wordt een diepgekleurde volle rode wijn gemaakt met een goede smaakbalans. Een mooie aanwinst in ons assortiment die sinds de introductie zeer succesvol is. Proefnotitie: Volrood van kleur en aromatisch van geur met nuances van kruiden, licht eikenhout en veel rijp fruit. De smaak is zacht van inzet, vol geurig en aanhoudend in de afdronk. Rijke Balans. Heerlijke wijn bij geurig vlees en pastaschotels of bij milde kazen. Op dronk vanaf twee jaar na de oogst, gemakkelijk tot 5 jaar houdbaar.
Contant, pin & creditcards
+ Sfeer & ambiance + Gevulde pasta’s - Desserts
Giuliano’s
Eetrubriek
Het schilderij ‘de Aardappeleters’ van Vincent van Gogh is niet het eerste waar je bij dit recept aan denkt. De aardappel is voer voor de armen, maar ook al ◯ 4 mooie even grote of jaren een goede bron van zetmeel, dus heel voedzaam. Er zijn heel veel kleine Charlotte aardsoorten aardappelen, zoals de Opperdoezer uit eigen land, Noord-Holland. appelen Met een eigen gecontroleerde herkomstbenaming, geregeld door de Europese ◯ fijn gesneden bieslook Unie, is deze wel heel speciaal. En heel erg lekker, dus vonden ze in Brussel ◯ crème fraîche dat dit beschermd moest worden. Dit recept werd vast bedacht of vernoemd ◯ gekookt eiwit ( eet het naar één of andere decadente tsaar, die graag kaviaar at. Nu is het eten van eigeel gelijk maar op) kaviaar niet alleen een hele dure bezigheid, ze noemen het niet voor niets het ◯ gemalen zwarte peper zwarte goud. Het is eigenlijk ook niet echt verantwoord. ◯ fijn gesneden blad Kaviaar bestaat uit de onbevruchte eitjes van de steur. peterselie De visstand van de steur wordt ernstig bedreigd door ◯ potje zwarte haringkuit overbevissing en vervuiling en ernstige daling van de waterspiegel in de Kaspische zee. Niet doen dus, of het moet een gekweekte soort uit Frankrijk zijn. Ik gebruik graag haringkuit. Die is van de zomer of winter gezouten en op vat gerijpt. Een ware delicatesse in Japan en daar erg kostbaar. Maar voor ons gewoon uit Scheveningen en dus niet duur maar wel een feestje.
Italiaans
H
et is er altijd druk, gehorig ook, en de tafeltjes staan in de kleine ruimte toch net wat te dicht op elkaar. De Italiaanse obers van Giuliano’s kronkelen zich met charme door de drukte met grote borden linguine, mosselen en tortelloni waarbij de befaamde Parmezaanse kaas door een van de obers iedere keer met veel plezier en passie aan tafel over de borden wordt geraspt. Deze charmante vorm van entertainment moeten we vanavond helaas missen, want we worden bij binnenkomst in het stampvolle restaurant meteen begeleid naar boven, waar kennelijk ook een bescheiden dinerruimte is. Hier geen drukke obers of een inkijk in de minuscule keuken, maar meer rust en slechts één serveerster die constant de trap op en af loopt met de bestellingen van de gasten op één hoog. Hierdoor duurt het even voordat wij een hap nemen van onze bruschetta al tartufo (€ 6,‒) en de witte huiswijn (€ 4,‒), een aangename Monte Nereto van de Maceratino druif, kunnen proeven. Vooraf bestellen we deze keer niet de Italiaanse klassiekers – we laten de insalata Caprese en de Vitello links liggen – maar opteren voor de Cozze alla Marinara (€ 9,50) en een dozijn Lumache Giuliano (€ 9,50). Deze laatste, de slakken, zijn bereid in een robuuste tomatensaus met knoflook, olijven, witte wijn en peterselie. Hoewel ik de saus iets te zout vind, blijf ik er met mijn brood in dippen totdat mijn bord schoon teruggaat de trap af. De cozze, mosselen, van mijn tafelgenoot zijn aardig maar niet meer dan gezellig smaakvol. Giuliano’s geeft aan gespecialiseerd te zijn in pasta’s en het is lastig kiezen binnen het aanbod van ruim 25 pastagerechten. We besluiten een bord tortelloni ai funghi porcini (€ 15,‒) te proberen samen met een portie tagliatelle met langzaam in tomatensaus gegaard kalfsvlees met rode wijn en ricotta (€ 17,‒). De tagliatelle smaakt niet verkeerd, we proeven een geconcentreerde tomatensaus en ietwat droog kalfsvlees. Geen slecht gerecht maar lang niet zo spannend als de tortelloni (niet te verwarren met tortellini, ook gevulde pasta, maar dan kleiner) die vol is en rijk van aardse smaken van de paddenstoelen, room en Parmezaan. De rode huiswijn, ook van Monte Nereto, is vrij licht maar maakt als eenvoudige huiswijn toch indruk. De desserts bij Giuliano’s scoren wat mij betreft minder hoog. De tiramisu (€ 7,50) van mijn gast smaakt stevig naar likeur en koffie, maar de crème is mij iets te schuimig, iets te luchtig, te dun, alsof ze in de keuken te zuinig zijn omgesprongen met de mascarpone. Het schaaltje tiramisu is opgeleukt met een dunne plak meloen. Meloen in de winter, daar ben ik vrij direct in, is gewoon niet lekker. De harde zielloze plak doet dit nagerecht weinig goeds. Over zielloos gesproken, de vino Sante, dessertwijn, die voor mijn neus staat, is muf, alsof de fles al weken open heeft gestaan. Niet iets waar je graag de bij geserveerde cantuccini-koekjes in wilt dopen. Tenminste, in de koekjes, die traditioneel voorzien zijn van amandelen, is geen spoor van de noten te ontdekken, alleen wat bolletjes chocolade. Op deze koekjes breek je normaal je tanden, maar deze fabrieksexemplaren zijn zoet en zompig. Geen goed einde hier boven bij de Italiaan. De volgende keer zitten we liever beneden, de charme van daar maakt een gast zoals ik vast een stuk minder kritisch. We rekenen € 100,‒ af voor drie gangen plus de crostini en een flesje Pellegrino. Daphne Browne
Prijs per fles € 9,40 Bestellen bij: Marius, Jouw Wijnvriend! Piet Heinstraat 93, 2518 CD Den Haag.
[email protected] of 070 3633100
Vrijdag 23 januari 2015 Den Haag Centraal
17
18>SPORT Chris
Matchfixing voor gevorderden
Den Haag Centraal > Vrijdag 23 januari 2015
Vierde nominatie op rij voor Katja Roose
‘De sport ontwikkelt zich en ik ontwikkel mee’ Voor de vierde keer op rij is Katja Roose genomineerd voor de prijs van Haagse Sportvrouw van het Jaar. Alleen dat is al een prestatie op zich voor de kitesurfster die afgelopen jaar wereldkampioen slalom werd. Door Klaas-Jan Droppert
Mijne heren, hartelijk welkom bij de cursus ‘Matchfixing voor gevorderden’. Uw massale opkomst verheugt ons zeer. Het is vooral zo fijn om hier vandaag veel direct betrokken spelers, trainers, arbitrage en management te zien. Nogmaals, hartelijk welkom! U hebt allemaal onze prospectus gelezen. Daarin staat de basisboodschap van het manipuleren van eigen wedstrijden: wees op uw hoede en maak geen domme fouten. Schop dus niet driemaal in eigen doel of mis niet evenzoveel strafschoppen, dat soort amateurwerk. Wees een prof, belazer de boel onopvallend. En zet in op weddenschappen die het resultaat van de wedstrijd niet of nauwelijks beïnvloeden. Bij sommige bookmakers kunt u bijvoorbeeld wedden welk team de eerste inworp mag nemen. Uw ingezette euro levert 1,85 op, een winstpercentage dat geen enkele bank u biedt. Bent u dus aanvoerder, kies dan bij de toss voor het nemen van de aftrap. Vervolgens kogelt u de bal na het beginsignaal veel te hard en hoog naar uw rechts- of linksbuiten en hoppa: bal over de zijlijn en de 85% winst op uw inzet is binnen. U hebt er namelijk op gegokt dat de tegenstander de eerste inworp krijgt. Of nee, niet uzelf hebt erop gegokt, maar iemand anders namens u. Hij of zij krijgt een onderling te bepalen aandeel van de buit. Er mag geen enkele verdenking op u vallen, dus hou de bank erbuiten, reken cash af! Nog een voorbeeld. Bent u kansloos omdat u uit bij een sterkere club speelt? Gok dan op een nederlaag met meer dan twee doelpunten verschil. Dat levert vaak drie- tot viermaal uw inzet op. Het is heel simpel. Gewoon als laatste man een paar keer te laat stappen waardoor u buitenspel opheft. Daarna lekker theatraal tekeergaan tegen uw medeverdedigers; ziet er zeer geloofwaardig uit. Bent u keeper, spreek dan met uw collega af dat u beiden al snel een tegentreffer incasseert. Wedkantoren geven bij twee doelpunten in het eerste kwartier een quotering van zo’n vijfmaal de inzet. Het beïnvloedt de wedstrijd niet, want die begint alleen maar een paar minuten later en bij een gelijke stand. Enzovoort, geachte cursisten. Nogmaals, wees inventief, werk aan uw financiële toekomst en trek die bookmakers leeg. Maar doe het onopvallend, dan komt er nooit iemand achter, hoe vaak de beelden ook door zogenaamde kenners worden bestudeerd. Succes! Chris Willemsen
Voor de 33-jarige Zeeuwse kent de verkiezing weinig geheimen. Geen enkele sporter behoorde de laatste jaren vaker tot de genomineerden dan zij. “De allereerste keer won ik en toen was ik nog niet eens wereldkampioen”. Nu is ze dat wel door van een vierluik in Oostenrijk, Duitsland, Fuerteventura en China er drie te winnen. “Het was spannend, want ik had aan één race niet deelgenomen. Was de uitslag iets anders geweest dan was een ander meisje wereldkampioen. Maar het pakte gunstig uit. Dit was met afstand mijn beste jaar. Zeker omdat ik ook het Zuid-Amerikaans kampioenschap in Colombia won, nadat ik terugkwam van een vervelende rugblessure”. De uit de stad van admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruiter (Vlissingen) afkomstige Roose is Nederlands succesvolste kitesurfster. In 2001 begonnen heeft ze alle disciplines zoals freestyle, speed (ze heeft nog steeds het Nederlands record met een gemiddelde snelheid van 73,3 kilome-
Katja Roose: ‘Slalom is echt mijn discipline geworden’. >Foto: Toby Bromwich, PKRA.
ter per uur over vijfhonderd meter), courseracen en slalom beoefend. “De sport ontwikkelt zich en ik ontwikkel mee. Dat ik in 2013 wereldkampioen slalom werd, was een gelukstreffer. Er was maar één race en ik was er toevallig. Nu is het veel specifieker en train ik er ook op”. Dat trainen gebeurt op een speciale manier. “Ik heb nooit de ambitie gehad om topsporter te worden, ik ben het eigenlijk pas op mijn twintigste geworden. Maar dan wel op mijn eigen manier. Als het flink waait, ben ik natuurlijk op het water te vinden. Het strand ligt tweehonderd meter van mijn huis. Maar ik doe ook yoga, hiking
en crossfit. Niet via vaste schema’s maar wel intensief en met een doel. Dat komt omdat ik me niet alleen op mijn sport wil richten. Vroeger deed ik er een studie bij, nu heb ik een eigen bedrijf in voedingssupplementen. Ook handig, want zo kan ik mezelf sponsoren. Van deze sport word je namelijk niet rijk”. Naomi Als ze straks op het podium in het Circustheater staat, komt ze een oude bekende tegen. “Naomi van As. Zij was net als ik in 2012 genomineerd. Toen won ze samen met Merel de Blaey. Nu is ze voor mij ook de gro-
te favoriet. Onder zo’n druk in je eigen stad wereldkampioen worden, is wel heel knap. Ik was erbij tijdens het WK en het was fantastisch. Nee, ik zou niet teleurgesteld zijn, maar ik wil natuurlijk wel graag winnen. In dat geval herhaalt de geschiedenis zich, want ook toen was ik wereldkampioen en werd ik het niet. Maar ik heb dan nog een kans om Zeeuwse sportvrouw van het jaar te worden. Daar ben ik evenals in 2012 als wereldkampioen voor genomineerd en toen won ik wel”. En ze kan natuurlijk volgend jaar opnieuw hoge ogen gooien door via goede prestaties een vijfde nominatie in de wacht te slepen. “Maar dat is nog een probleem, want de World Tour is in handen gekomen van multimiljonair en avonturier Richard Branson, die ook een verwoed kitesurfer is. Hij wil er een spektakel van maken, met meer gebruik van internet en social media. Maar tot nu toe is het programma nog niet bekend. Ik weet dus niet waaraan ik toe ben, of de slalom nog deel uitmaakt van de World Tour. Maar een ding weet ik wel. Als het alleen freestyle wordt, doe ik niet mee. Slalom is echt mijn discipline geworden. Een onderdeel waarop ik nog lang meekan omdat je er heel veel uren voor moet maken. Waar je moet rammen op je board om goed de boeien te ronden en tactiek is belangrijk. Daar ben ik goed in, dat kan en wil ik nog een aantal jaren doen”.
Cricketers Quick voor tweede keer genomineerd
‘Sportploegtitel is dit jaar veel meer verdiend’ Vorig jaar waren ze ook genomineerd, maar deze keer maken ze een grotere kans. De cricketers van Quick dingen mee naar de titel van Sportploeg van het Jaar. “Goed voor de club en goed voor het cricket”. Door Klaas-Jan Droppert
“We weten niet of we de prijs gaan winnen. Maar het zou in ieder geval meer verdiend zijn dan vorig jaar”, vindt captain Edgar Schiferli. “Toen werden we onverwacht kampioen van Nederland, dit seizoen hebben we met prolongatie van de titel laten zien dat we momenteel de beste zijn”. Slechts twee duels gingen in de reguliere competitie verloren en voor de tweede keer werd in de finale van het Amsterdamse Dosti gewonnen. Daarin besliste Schiferli het duel door het beslissende punt te maken. Een jaar eerder loodste hij Quick naar de titel door de laatste bal te vangen. “Maar het is niet zo dat ik beslissend ben geweest. Los van het feit dat het echt een teamprestatie is, zijn de optredens van Jeroen Brand en Thijs van Schelven in de finale veel doorslaggevender geweest”. Hoop Quick is min of meer de hoop van het Nederlandse cricket, dat moeilijke tijden doormaakt. Zelfs vanuit de cricketbond worden de Haantjes
als lichtend voorbeeld gezien. Zo roemde Jeroen Smits, voorzitter van de selectiecommissie, recentelijk in deze krant nog het saamhorigheidsgevoel van de Haantjes. Die lof heeft alles met het beleid op Nieuw-Hanenburg te maken. De tijd van het invliegen van dure buitenlandse krachten om de runs binnen te slaan, is voorbij. Quick kiest heel nadrukkelijk voor de eigen jeugd. De buitenlandse inbreng was minimaal. Nieuw-Zeelander Daniel Flynn, die ook als coach optrad, vertrok halverwege het seizoen naar huis vanwege een knieblessure. En ook Gerhard Erasmus was er in de beslissende fase niet meer bij, omdat het toeristenvisum van de Namibiër verlopen was. Tijdens de finale werd alleen gebruikgemaakt van de diensten van de Nieuw-Zeelander Kieran Noema-Barnett, die Flynn verving. De overige spelers hadden allemaal een blauw-witte achtergrond. “En dat is gelijk de kracht van het team”, zegt Schiferli. “We spelen al jarenlang samen, kennen elkaar door en door. En als het moet passen we jeugd in. Andere clubs hebben te lang op buitenlandse spelers geleund. Maar nu het geld op is en die dure spelers niet meer komen, hebben ze een achterstand op ons opgelopen”. Het inpassen van eigen spelers klinkt nobel, maar is geen garantie voor succes. Dat zijn de kwaliteiten van de verschillende Quickers wel. En daarvan weet captain Schiferli,
Edgar Schiferli: ‘We verdienen de prijs dit jaar meer dan vorig jaar’. >Foto: Bert Tielemans
die binnen en buiten het veld de tactiek en opstelling bepaalt, goed gebruik te maken. “Voor elke situatie hebben we wel een speler. Moeten er veel punten gescoord worden, dan maken we gebruik van Jeroen Brand, die dit seizoen overigens ook goed gebowld heeft. Moeten we wat langer blijven staan, dan kan ik mezelf of Henk Mol inzetten. En zo heeft iedere speler specifieke kwaliteiten die tijdens een wedstrijd of een seizoen goed van pas komen”. Lichtpuntje Voor de tweede keer Nederlands kampioen, de vraag is of het genoeg
is om de prijs van Haagse Sportploeg van het Jaar te grijpen. “Vorig jaar legden we het af tegen Meeuwsen en Brouwer, die wereldkampioen beachvolleybal werden. Mochten we het worden dan is dat goed voor de club en goed voor de sport”. Het zou een lichtpuntje zijn in een sport die in Nederland buiten de Randstad nauwelijks meer op niveau wordt beoefend, maar die wereldwijd na voetbal de meeste toeschouwers trekt. Alleen al om in Nederland het tij te kunnen keren, zou de trofee van Haagse Sportploeg het Nederlandse cricket meer dan welkom zijn.
19
SPORT<
Vrijdag 23 januari 2015 > Den Haag Centraal
Tim Krul en de kracht van een tikje Haagse bluf
‘Het was niet zomaar een wedstrijdje’ Het optreden van Newcastle United-doelman Tim Krul (26) voor Oranje op het WK in Brazilië was kort maar hevig. Zo hevig dat de trillingen tot de dag van vandaag voelbaar zijn. En zelfs doorwerken in een nominatie voor Haagse Sportman van het Jaar. Door Martin van Zaanen
De tijd gaat snel. Maar nergens zo snel als in het topvoetbal. De ooit bij amateurclubje RAS aan de Albardastraat begonnen Tim Krul was zeventien toen hij in Newcastle ging wonen. Alweer bijna tien jaar geleden. Destijds zat hij in de jeugdopleiding bij ADO Den Haag, en ‘the Magpies’ scoutten hem tijdens het EK onder-17 in Italië. Boden hem een driejarig contract en lange Tim hapte toe. Krul: “Ingrijpende beslissing. Thuis werd alles voor me gedaan en dan ga je een gastgezin in: ander land, andere cultuur, andere taal. In Nederland zeiden ze: ‘Wat ga je daar doen?’ Maar wat dat betreft, moet je ook naar de persoon in kwestie kijken. Ik ging er met een uitgestippeld plan heen. En belangrijk: met geduld”. Nee, dan was het voor zijn ouders lastiger. “Ze hadden altijd voor me gezorgd en ineens vloog hun kleine jongen uit”. Al een jaar nadat hij er zat, maakte Krul voor Newcastle United zijn debuut. Europees, tegen Palermo. “We wonnen 0-1. Tekende ik gelijk bij. Achttien was ik. De twee keepers die ik voor me had, Shay Given en Steven Harper, namen mij onder hun hoede. Nu zie ik ze als grote broers”. Alles raakte in een stroomversnelling toen hij in juni 2011 tegen Brazilië voor het Nederlands elftal debuteerde. Temeer daar hij al in de mooiste competitie van de wereld speelde. Want hé, Engels voetbal is niet altijd goed, maar wel altijd groots en meeslepend. En hoe verder je naar het noorden trekt, hoe intenser die beleving wordt. Newcastle is een eind op weg naar Schotland en dan weet je meteen dat het er niet draait om technische en artistieke hoogstandjes, maar strijden voor iedere meter grond. Newcastle. Acteur Rowan Atkinson en zanger Sting komen er vandaan, maar het zijn voetballers die er boven aan de heldenladder staan. En
dan vooral oud-spits Alan Shearer. De topscorer aller tijden als local hero der local heroes. Tim Krul: “Hij is een levende legende, in het stadion is zelfs een sportsbar aan hem opgedragen. Die heet ‘Nine’, naar zijn oude rugnummer”. Toen de Haagse doelman er belandde, zat Shearer aan het einde van zijn spelerscarrière. Mooi verhaal: ze trainden regelmatig samen op stafschoppen: “Stond ik dan. Als broekie, tegen één van de beste Engelse spitsen ooit. Hij ging er dan helemaal in op”. Als Shearer de bal goed raakte, kon Krul wel duiken, maar kwam er niet aan te pas. Alleen: op een gegeven moment kreeg hij Shearers favoriete hoek door: “Voor mij rechts. Ging ik een seconde eerder en lag ik al in de hoek en stopte ik ’m. Dan was de blik van Shearer dodelijk. Wie weet hebben die ervaringen me op het WK wel geholpen”. Volle bak Zijn optreden in Brazilië was kort maar hevig. Zo hevig dat de trillingen tot vandaag de dag voelbaar zijn. En zelfs doorwerken in een nominatie voor Haags Sportman van het Jaar. De rest van zijn leven zal Krul worden herinnerd aan zijn optreden in de kwartfinale tegen Costa Rica, toen hij in de laatste minuut van de tweede verlenging voor Jasper Cillessen inviel, speciaal voor de strafschoppenserie. En daarin de penalty’s van Bryan Ruiz en Michael Umaña stopte. Waardoor Nederland de serie met 4-3 won en zich voor de halve finale plaatste. Over heel de planeet was hij the talk of the town. Onvergetelijk hoe hij zijn tegenstanders van hun stuk probeerde te brengen door, voordat ze aanlegden, al gebarend en pratend op hen af te lopen. “Vanaf de eerste rake penalty van Celso Borges gingen alle statistieken overboord. Vanaf dat moment deed ik volle bak mijn eigen ding en kwam vanzelf een tikje Haagse bluf naar boven. Ruiz kende ik al van de Premier League bij Fulham, tegen hem sprak ik Nederlands. Wat ik allemaal zei en deed; wie weet in hoeverre zoiets helpt. Maar ja, het ging om mijn land, we moesten naar de halve finale. Het was niet zomaar een wedstrijdje. Pas later drong tot me door wat er allemaal was gebeurd”.
Vijftien genomineerden bij Haags Sportgala Maandagavond 26 januari worden in het AFAS Circustheater in Scheveningen vijf topsportprijzen uitgereikt aan beste sportman, sportvrouw, sportploeg, sportcoach en sporttalent van 2014. De uitslag wordt bepaald door het publiek via internet (vijftig procent) en een vakjury (vijftig procent). Poolbiljarter Niels Feijen, honkballer Kalian Sams en doelman Tim Krul komen in aanmerking om Haagse Sportman van het Jaar te worden. Atlete Rosina Hodde, kitesurfster Katja Roose en hockeyster Naomi van As kunnen Haagse Sportvrouw worden. Haagse Sportploeg wordt beachvolleybalduo Madelein Meppelink en Marleen Van Iersel, rugbyclub HRC of het cricketelftal van Quick. Tony Jas (vechtsport), Segun Owobowale (voetbal) en Simeon Catharina (judo) dingen mee naar de titel beste sporttalent. Morph Bowes (Beachvolleybal Team Nederland), Jac Orie (Team LottoNL/Jumbo) en Paul van Ass (Hockey, Nederlands team heren) maken kans op de titel Haagse Sportcoach van het Jaar.
Steven Verharen (links) en Frans van Tatenhove: de eerste leermeesters van Niels Feijen. >Foto: Bert Tielemans
Niels Feijen, een wereldster in de poolsport
‘Nooit iemand gezien die zo gericht bezig was’ In december zagen wereldwijd 500 miljoen televisiekijkers Niels Feijen (37) bij de prestigieuze Mosconi Cup het voortouw nemen bij de vijfde opeenvolgende zege van Europa op Amerika. Voor de derde keer werd hij gekozen tot Most Valuable Player. De Haagse roots van een wereldster in de poolsport. Door Martin van Zaanen
De Gortstraat, een smalle doorgang in het oude centrum. Schuin tegenover Restaurant Himalayan staat bij nummer 7 ‘Home of Champions’ op de deur. Vier trappen op ontvouwt zich een ruimte met pooltafels, zover het oog reikt. Hague Five is meer dan een poolcentrum, het is de kweekvijver voor de beste spelers van het land. Veel moeite om het ijs te breken hoef je bij Steven Verharen (eigenaar) en Frans van Tatenhove (ondernemer ICT voor midden- en kleinbedrijf) niet te doen. Gaat het over pool, dan gaat het al snel los. Verharen: “Zo, die winst in de Mosconi Cup hebben we even gevierd. Bizar, het was op de kop af twintig jaar na de opening van Hague Five. Alsof het zo moest zijn”. Van Tatenhove: “Oude garde erbij, echt weer even de sfeer van toen”. Gaat het over de sfeer van toen, dan gaat het al snel over The Leaders. In de jaren negentig waaide via de BBC het snooker naar Nederland over. Als gevolg daarvan zetten veel Haagse theehuizen, coffeeshops en caféetjes een pooltafel neer. Vaak het kleinste model met amper ruimte om te stoten. Je had de Pool Purple, de Pool Action. In discotheek Co-
mics in de Lange Houtstraat kon je poolen, maar vooral op de Herengracht verzamelde zich drie hoog achter in een ruimte met vier speeltafels een groep van Hagenezen die er maf van waren. Verharen: “Ik werkte daar, probeerde pool zoveel mogelijk te stimuleren. Hoe meer spelers, hoe meer concurrentie en des te hoger het niveau”. Van Tatenhove: “Ik werkte nog in een fabriek in Amsterdam. Geestdodend. Al mijn vrije tijd bracht ik aan de pooltafel door. Uren maken. Boven en rond dat groene laken vergat ik alles”. Ook liep er altijd één klein kereltje rond. Die met grote ogen toekeek, alles in zich opnam. En de jongens van het eerste uur uiteindelijk in een wolk van stof, glorie en dollars achter zich liet. Van Tatenhove: “Ze dachten dat Niels mijn kleine broertje was, zo’n band was het ook. We schelen tien jaar. Ik kende zijn ouders en die wisten dat ik snookerde en poolde. Toen Niels er op zijn elfde na een snookeruitzending op televisie helemaal wild van was geworden, vroegen ze of ik hem wat wilde leren. Van zijn ouders mocht hij ’s avonds alleen weg als ik erbij was”. Er moet een moment zijn geweest dat duidelijk werd dat Feijen een bijzonder talent was. Verharen: “Vanaf dag één! Nooit iemand gezien die zo gericht bezig was”. Van Tatenhove: “Ja, zijn vader Martin. Dat is een ultrasporter en die geeft mentale trainingen. Zo iemand die even van Gibraltar naar de Noordkaap gaat fietsen. Omdat nog nooit iemand dat eerder gedaan heeft…Niels zelf ziet die overeenkomst trouwens niet zo. Maar of het zijn krantenwijk was of de
trip die hij op zijn twintigste in zijn eentje naar Amerika maakte; hij deed alles met dezelfde bezieling”. Verharen knikt: “Bij pool heb je van die drills weet je wel: vijftien ballen zus, twintig ballen zo. Schoot-ie allemaal perfect! Je moet dat kunnen. Je moet het ook willen, hahaha. Was het niet perfect, knipperde hij met zijn ogen en begon opnieuw. Toen The Leaders sloot en we Hague Five begonnen, ging hij natuurlijk mee”. Van Tatenhove: “Voor de generatie van Steven en ik was pool één grote ontdekkingstocht. Pionieren. Op het moment dat er meer structuur en kennis voorhanden kwam, was Niels klaar om echt stappen te maken”. Verharen: “Hij legde de lat hoger dan de rest. Ik denk wel eens: bij hem is er geen lat”. Ondertussen heeft Feijen wereldwijd zoveel prijzen gewonnen dat ze niet eens meer in een kast passen. Van Tatenhove: “Ik heb hem wel eens horen zeggen dat hij er over tien jaar mee stopt. Wat je niet moet vergeten: hij is 170 dagen per jaar onderweg, vliegt de hele wereld over. Rémi tot en met, ‘Alleen op de wereld’. Aan de top helemaal. Kunnen ze je wel The Terminator noemen, hij is geen robot”. Verharen: “Voor hij stopt moet hij het US Open winnen, dat is zó prestigieus. Hij is al een keer vierde geëindigd. Krijgt hij dat voor elkaar, komt dat Haagse ventje van toen in de Amerikaanse Hall of Fame”. Van Tatenhove: “Aan de ene kant te bizar voor woorden. Aan de andere kant volkomen logisch. Kortom: Niels Feijen in een notendop”.
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 23 januari 2015
>Foto: Eveline van Egdom
1
Amos Ben-Tal Buurt “Ik heb altijd dicht bij het Zeeheldenkwartier gewoond, een ontspannen wijk met leuke cafés, restaurants, markten en kleine winkeltjes. Soms zijn die maar één dag per week open en weet je niet altijd wat ze er verkopen”. Koffie “Werkafspraken plan ik graag bij Korzo theater <2>. De koffie is goed, je kunt er rustig praten, het is gemakkelijk te vinden en ze hebben internet. Wifi is er expres niet bij Lola Bikes & Coffee. Daar willen ze juist dat mensen met elkaar in contact komen. De koffie is daar geweldig. Met mooi weer is de tuin open, extra leuk”.
2
>Foto: DHC/Liza Letsch
Uitgaan “Vijf, zes keer per jaar is er een party bij Hoop in een kelder aan de Grote Halstraat. Als we kunnen, gaan we daar zeker naar toe. Verder komen we graag in het Filmhuis voor Engelstalige arthousefilms”.
PLAATS
Podium “Korzo is mijn tweede huis. Het is een levendige plek voor dans en live muziek met een gemêleerd publiek. Het pand is erg mooi verbouwd met een kleine,
medium en grote zaal. Er is altijd een geschikte ruimte te vinden voor de voorstellingen van mijn gezelschap OFF projects. En de mensen van Korzo staan altijd open voor mijn gekke ideeën”.
3
>Foto: PR
Kledingwinkel “Bij Funky House <3> in de Schoolstraat vind ik altijd wel iets: een jasje, een warm shirt. Ik houd niet van winkelen; ik voel me verloren in een warenhuis. Als ik iets nodig heb – zeg één, twee keer per jaar – kies ik voor kleine winkeltjes”. Lekkernij “De vegetarische rotiwrap bij New Meyva in de Boekhorststraat is de beste. Voor € 4,‒ heb je een hele maaltijd met tofu, groenten, aardappels en lekker pittige oranje sambal”. Choreograaf (m) “Ik heb veel getalenteerde collega’s en ben altijd nieuwsgierig naar hun werk. Met Samir Calixto danste ik één van mijn projecten. Ik vind het heel leuk om zijn ontwikkeling als choreograaf te volgen. Zijn nieuwe voorstelling Paradise Lost is de opening van festival CaDance”.
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Choreograaf (v) “Marina Mascarell leerde ik kennen als danseres bij het Nederlands Dans Theater. Zij ontwikkelt als choreograaf een heel eigen identiteit. Net als Samir maakt zij deel uit van de grote Haagse dansgemeenschap. Onze paden kruisen elkaar vaak, dat geeft een familiegevoel”. Restaurant “Ongeveer een jaar geleden ging Mr. Bap open, een Koreaans restaurant aan de Driehoekjes. De ouders en dochter maken alles zelf, heel authentiek. Voor de lunch eet ik er graag een Bibimbap, een rijstgerecht met groenten en ei. Als diner kun je verschillende gerechtjes delen. Ze serveren ook kleine kommetjes soep en grappige Koreaanse drankjes”.
4
>Foto: PR
Stijlicoon “Sis Josip <4> vind ik de ‘best dressed man in town’. Hij kan ieder oud pak aantrekken en ziet er stijlvol uit. Ik houd ook van zijn werk. Dat exposeert hij ‒ naast kunst van anderen ‒ in zijn eigen galerie aan de Hoogstraat”. Gebouw “De Elektriciteitsfabriek aan de De Constant Rebecquestraat is een nieuwe plek voor kunst en
cultuur. Ik kwam er tijdens het Rewire festival en wil heel graag een voorstelling maken voor de prachtige industriële turbinehal”. Meteen afbreken “Het gebouw van de Media Markt vind ik heel lelijk. Als dat gebouw weg is, ontstaat er een mooie open ruimte voor een park met bankjes en bomen. Dan is er in de binnenstad nog iets anders te doen dan alleen winkelen”. Festival “In december speelde ik met Noblesse voor de eerste keer op State X New Forms. Een festival met een bijzondere sfeer, veel diversiteit en een mix van lokale en internationale bands. Nieuwe muziek ontdek ik het liefst live en niet via Spotify”. Band “Hallo Venray was de eerste Haagse band die ik goed vond. Ze bestaan al lang en met hun laatste album hebben ze veel succes”. Café “Het Gouden Konijn <5> aan de Prins Hendrikstraat is een goede plek voor lekkere taart en een warme lunch. De eigenaar is Italiaan en heel vriendelijk”.
5
Amos Ben-Tal <1> is choreograaf, danser en muzikant. Tijdens het festival CaDance ‒ vanaf 30 januari in diverse Haagse theaters ‒ gaat zijn nieuwe voorstelling in première. Might (13/14 februari) is een coproductie met Korzo en het Nederlands Dans Theater, het gezelschap waar hij van 1997 tot 2006 danste. Met een aantal Haagse muzikanten vormt hij de band Noblesse. Amos werd in 1979 geboren in Israël, inmiddels heeft hij de Nederlandse nationaliteit. Met zijn vriendin woont hij sinds vijf jaar in de wijk Duinoord.
>Foto: PR
Centrale Bibliotheek Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
W
e zijn allemaal in de war, zo maken de jongens en meisjes van de pers ons permanent duidelijk. De maatschappij is overspannen, we zijn in oorlog, het eind der tijden is weer eens nabij, maar in het dagelijks leven merk je daar in ons bijna overdekte land opvallend weinig van. De gesprekken op straat gaan niet over vrijheid van meningsuiting en het naderende kalifaat, maar over een bejaarde agrariër die over zichzelf in de derde persoon praat, terwijl KRO-feetje Yvon Jaspers hem aan de juiste postmenopauzale kwebbel-
deerne poogt te koppelen. Natuurlijk, journalisten zijn snel opgewonden, vooral als het over hun eigen vak gaat, en een beetje opkloppen van de gebeurtenissen zal kijk-, lees- en koopcijfers geen kwaad doen. Minister Ivo Opstelten, die in ieder geval een gezicht trekt alsof hij het allemaal nog kan volgen, laat zijn welluidende stem horen en zo is er minstens één bedrijfstak die zich met rasse schreden aan de economische crisis weet te ontworstelen: de beveiligingsindustrie. En waarschijnlijk ook de wapenproducenten, want bij zoveel aangekondigd en ook gerealiseerd geweld moeten de juiste ‘tools’ toch voorhanden zijn. Laat ik het dan maar hebben over een veel beter wapen om de veronderstelde
malaise te lijf te gaan: de poëzie. Niet voor niets is januari de poëziemaand, de grauwheid van de winter nodigt uit tot een tegenoffensief van de verbeeldingskracht. Afgelopen zondag heerste de poëzie in Theater Dakota. Regelmatig vergiftig ik als cultureel ondernemer deze column met slinkse aankondigingen van kunstzinnige activiteiten waarbij ik zelf betrokken ben, deze keer een terugblik. Acht dichters uit de verzamelbundel ‘Poëzie op Pootjes’, het driejaarlijkse initiatief van RJ Rueb en Gerard van de IJssel, gaven acte de présence. En inderdaad, je hoeft maar tegen onze veelzijdige stad te tikken en het gaat zingen. Zand, veen, allo en auto, ex-
pats, de eigenhaagliefde spettert uit de zinnen. Sla de bundel op een willekeurige bladzijde open en je wordt blij of bedroefd, maar getroost. Alle stemmingen komen voorbij, de melancholie, de recalcitrantie, de onvervreemdbare humor en de vitale zelfspot. De raadselachtige poëet Da Skuuks dichtte: ‘O, o, o, o, o …’. De titel van zijn goed citeerbare vers: ‘Poëzie op Ootjes’. Dus ja, dan toch nog maar een aankondigingetje: slotavond Poëzie op Pootjes, 29 januari, 20.00 uur. Met minstens veertig dichters. Gratis toegang. Uiteraard in de Centrale Bibliotheek aan het Spui. Marcel Verreck