}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 14 november 2014 jaargang 8 nummer 392
€ 2,50
LAATSTE NIEUWS
Rem Koolhaas doet mee in Spuikwartier Door Casper Postmaa
Rem Koolhaas van architectenbureau OMA doet een gooi naar de opdracht voor het nieuwe theatercomplex in het Spuikwartier voor Residentie Orkest, Nederlands Danstheater en Koninklijk Conservatorium. De deelname van Koolhaas is saillant; de huidige zaal van het NDT aan het Spui was zijn eerste ontwerp. Deelnemers aan de aanbesteding voor het Spuikwartier krijgen in de beoordeling van de plannen extra punten als zij de zaal van Koolhaas weten te behouden. Aan het consortium waarin OMA is opgenomen, doet ook bouwer BAM en de Belgische akoestisch adviseur Kahle mee. De samenstelling van het team rond
Koolhaas wordt bevestigd door diverse bronnen in Den Haag en door een woordvoerder van Kahle. BAM en OMA reageerden niet op verzoeken om commentaar. Uit de consortia die zich aanmelden, kiest de gemeente er drie die aan een ontwerp voor het Spuikwartier mogen gaan werken. In augustus 2015 maakt de gemeente bekend wie het beste plan heeft gemaakt. Rem Koolhaas is Nederlands meest gelauwerde architect, hij kreeg onder meer in 2000 op de Tempelberg in Jeruzalem de Pritzker Prize, die ook wel de Nobelprijs voor de architectuur wordt genoemd. Koolhaas bouwde naast de huidige NDT-zaal in Den Haag onder meer de Tramtunnel en het Paard van Troje.
Liegende rechter raakt Raad voor de Rechtspraak
Wat staat er voor Den Haag in de sterren?
3
8/9
Ciao! Ciao!
De Oranjedynastie in een notendop 7
Italiaan met Ibizagehalte 15
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 november 2014
archeologie
den haag laag voor laag
Archeologie achter de duinen
I
> Foto: Jurriaan Brobbel
n het Atrium van het Haagse stadhuis staat de tentoonstelling ‘Archeologie achter de duinen’, dat een ruim aanbod aan archeologische vondsten toont van onze bewoningsgeschiedenis. Het grondgebied van Den Haag wordt namelijk al vanaf zo’n 5000 jaar geleden bewoond. De tentoonstelling, vernoemd naar het gelijknamige publieksboek dat vorig jaar december uitkwam, heeft een bijzondere vormgeving: de vondsten staan letterlijk opgesteld achter de duinen. Te zien is hoe steentijdboeren leefden. Tevens zijn vondsten uit de bronstijd te bewonderen die tijdens de opgraving bij Bronovo zijn teruggevonden. Ook zijn er bewoningsresten uit de ijzertijd, we zien ook hoe men in die tijd het land ploegde, met een reconstructie van het landschap uit die periode. Ook de Romeinen ontbreken niet. De lokale bevolking, de Cananefaten, woonden hier zo’n 1800 jaar geleden. In de tentoonstelling staat een houten trapje uit de Romeinse tijd dat bij de Uithofslaan is gevonden. Op het eerste gezicht zou je niet zeggen dat het trapje zo oud is, het ziet er bijna uit als nieuw. Eveneens zijn er restanten van Romeinse bewoning teruggevonden in het Kijkduinpark. Daar is een fortje blootgelegd, dat deel uitmaakte van het Romeinse kustverdedigingssysteem. U ziet daar een prachtige reconstructietekening van. Uit de merovingische periode, ongeveer 600 na Christus is een grafveld onderzocht in de duinen bij Solleveld. Prachtige vondsten leverde dat op, zoals een zwaard en een schildknop uit één van de rijke graven. Verder wordt u nog meegevoerd door de Middeleeuwen naar de Nieuwe tijd. Zo is een maquette te zien van een boerderij uit de 13de eeuw met een stenen kamer. Ook zijn er vondsten te zien van verschil-
advertentie
AD PATRES uitvaartondernemingen anno 1888
Een uitvaart in stijl Vanuit een intiem herenhuis in het Statenkwartier verzorgt Ad Patres uitvaarten in stijl. Van wat u serveert tot aan de muzikale wensen, Ad Patres zorgt voor een uitvaart geheel naar uw wens of de wens van de overledene. Uw uitvaartwensen vastleggen Door uw uitvaartwensen vast te leggen maakt u het uw nabestaanden na uw overlijden een stuk gemakkelijker. De uitvaartverzorger weet namelijk wat er geregeld moet worden en uw nabestaanden kunnen zich volledig richten op hun rouwverwerking. Vraag uw gratis wilsbeschikking daarom vandaag nog aan!
Bel mij voor informatie Stuur mij een wilsbeschikking
Stuur mij een informatiepakket Ik wil een afspraak maken
Naam:
M/V
Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: Coupon opsturen naar Ad Patres uitvaartondernemingen, Antwoordnummer 891, 2501 WK Den Haag
Bel voor meer informatie met 070 355 64 27 of kijk op www.adpatres.nl
lende onderzoeken in de binnenstad, zoals een blusemmer uit de 17de-eeuwse Bierstraat. Deze maand vindt het landelijke archeologencongres de Reuvensdagen in Den Haag plaats in de Koninklijke Schouwburg. We verwachten op 20 en 21 november zo’n 500 archeologen in onze stad, die zo veel mogelijk willen laten zien van ons rijke verleden. Tijdens het congres geven zij lezingen en presentaties over diverse archeologische onderwerpen waarbij uiteraard ook de Haagse archeologie aan bod komt. Er zijn drie excursies gepland voor de bezoekers: een stadswandeling, een excursie naar ondergrondse bunkers en een excursie langs plekken in de stad waar archeologie in de nieuwe inrichting is ingepast. Bezocht worden onder meer de archeologische vloer in de tramtunnel onder de Grote Markt en plekken in de openbare ruimte in Wateringse Veld en Ypenburg waar archeologie als inspiratiebron is gebruikt voor de nieuwe inrichting. Als afsluiting van het congres wordt de tentoonstelling in het Atrium van het stadhuis bezocht, die daarna verhuist naar het stadsdeelkantoor aan de Leyweg, waar u deze nog tot 7 december kunt bewonderen. Ga vooral even kijken!
Corien Bakker stadsarcheoloog
3
actueel<
Vrijdag 14 november 2014 > Den Haag Centraal
Advocaat Smit eist 4,4 miljoen schadevergoeding
Zaak Liegende Rechter raakt ook Raad voor de Rechtspraak Door Casper Postmaa
De Rotterdamse advocaat mr. Hugo Smit wil bijna 4,5 miljoen euro van de voormalige vicepresident van de Haagse rechtbank Westenberg en de in Den Haag zetelende Raad voor de rechtspraak (RvR). In een kort geding dat woensdag 19 november in Amsterdam dient, eist Smit een voorschot van € 376.000,‒ van beide partijen. De rechtszaken tussen Smit en Westenberg hebben hun oorsprong in 1994 toen Smit optrad namens de familie Poot in de zaak Chipshol. Westenberg zou toen als rechter, terwijl de zaak liep, met Smit hebben gebeld. Toen Smit daar in 2004 tijdens een interview melding van maakte, besloot Westenberg naar de rechter te stappen omdat hij ‘niet met advocaten had gebeld’. Na een reeks van rechtszaken is tot tweemaal toe vastgesteld dat Westenberg inderdaad tijdens de zaak met advocaat Smit had gebeld, in de rechtspraak wordt dat als een doodzonde beschouwd. Het laatste vonnis dateert van 24 september toen de rechtbank van Amsterdam opnieuw vaststelde dat Westenberg over het telefoongesprek had gelogen. Ook stelde de rechtbank vast dat Smit schade had geleden en recht heeft op compensatie. Anders dan Westenberg, die al zijn kosten vergoed kreeg van de RvR, moest Smit de advocaten uit eigen zak betalen. Ook leed hij aanzienlijke schade omdat hij door de rechtszaak van Westenberg tegen hem zijn positie verloor als
Het kantoor van de Raad voor de Rechtspraak aan de Kneuterdijk. > Foto: DHC/Liza Letsch
partner bij het bureau Simmons & Simmons. Initiatief De Rotterdamse advocaat eist ook van de RvR schadevergoeding omdat deze volgens hem de aanzet heeft gegeven tot de ellenlange rechtsgang. “Het is heel eenvoudig, als de Raad niet het initiatief had genomen dan
waren al die zaken er nooit gekomen. Westenberg had daar het geld niet voor”, aldus Smit. Als bewijs voor die stelling is er de brief die mr. A.H. van Delden, de toenmalige voorzitter van de RvR, in 2010 aan SP-Tweede Kamerlid J. de Wit stuurde. Het was niet de Raad die zich achter Westenberg stelde, maar het was de Raad zelf die vond dat het handelen van de
advocaat (Smit) niet door de beugel kon en tot actie is overgegaan en opdracht heeft gegeven aan de landsadvocaat om Smit aan te pakken, staat daarin te lezen. De RvR wil niet voor de schade opdraaien, die Westenberg heeft veroorzaakt. Dat verklaarde een woordvoerder van de Raad een maand geleden ook tegen deze krant. “Indertijd is met
hem afgesproken dat hij zou worden gevrijwaard van juridische kosten, maar dat geldt natuurlijk niet als er onrechtmatigheden zijn begaan”. Smit bestrijdt dat een dergelijke afspraak op die manier is gemaakt. Volgens hem zou Westenberg worden gevrijwaard van kosten, ook in geval van onregelmatigheden. Op het moment dat de vrijwaringsovereenkomst tot stand kwam, in augustus 2009, was al door het Hof in Amsterdam vastgesteld dat Westenberg had gelogen. ‘Het lijkt erop dat u daar een handje van had, bellen met advocaten’, merkte de voorzitter van het Hof, mr P. Ingelse bij die gelegenheid op. Ook stelt Smit dat er al in 1994 en 1997 brieven bij de RvR bekend waren over het bellen van Westenberg. Het bevreemdt de Rotterdamse advocaat om nog een andere reden dat de Raad niet wil meebetalen. In 2010 deed mr F.W.H. den Emster, de toenmalige voorzitter van de RvR, het aanbod aan Smit om € 160.000,‒ aan gemaakte kosten te betalen, in 2014 kwam er een tweede bod om de inmiddels tot €376.000,‒ opgelopen kosten te vergoeden. Smit ging daar niet op in omdat hij het bod te laag vond. Dat de Raad nu helemaal niets wil betalen, noemt hij een ‘wezenlijke frontverandering. De RvR heeft in 2010 en 2014 aanbiedingen gedaan, en nu niets meer. Een draai van 180 graden!’ De Raad van de Rechtspraak blijft op het standpunt staan, dat zij geen schade aan Smit hoeft te vergoeden als vast is komen te staan dat Westenberg willens en wetens schade heeft toegebracht.
Wijsmuller demonteert het trauma van het Spuiforum
Moties raken plannen Spuikwartier niet echt Door Jan van der Ven
De regen van bijna veertig moties die vorige week vrijdagnacht neerdaalde op het voorstel van HSP-wethouder Wijsmuller voor het Spuikwartier trof nauwelijks doel. Hier en daar werd slechts wat aan de randen van zijn plannen geknabbeld. Zo moet het allemaal wat groener, minder hoog en minder massaal. Maar de kern van zijn voorstel bleef geheel in tact. Vanaf vrijdagnacht gaat het dossier Spuikwartier op slot, de gemeenteraad komt er niet meer aan te pas, het woord is nu aan de markt. Dit tot ongenoegen van de oppositiepartijen. “Nu moeten we dus wachten met wat voor plannen marktpartijen straks komen voor het hart van de stad. De raad en de burger staan buitenspel”, constateerde een teleurgestelde Inge Vianen van GroenLinks. In hoog tempo dreef wethouder Wijsmuller zijn aanpak voor het Spuikwartier door de gemeenteraad. Na drie stadsgesprekken (‘naar de burgers luisteren’) legde hij een maand geleden de plannen aan de raad voor. Vrijdagnacht stemden de vijf coalitiefracties ermee in. De overwinning die Wijsmuller behaalde, kende slechts één zwakke plek. Zijn eigen partij, de Haagse Stadspartij, stemde niet unaniem voor de plannen. Fractielid Joeri Oudshoorn was en bleef
tegen, hij liet zich niet overhalen zijn kritische standpunt los te laten. De aanpak waar Wijsmuller voor koos, was vooral ingegeven door zijn eigen ervaringen van de afgelopen jaren als lid van de oppositie. Vanuit die functie voerde hij met groot succes het verzet tegen het Spuiforum aan. Keer op keer stak hij een spaak tussen de wielen van de plannen voor het Spuiforum. De aanpak werkte verlammend en zo groeide het Spuiforum uit tot een trauma. Eentje waar de vorige coalitie uiteindelijk geen raad meer mee wist, ondanks de krappe meerderheid die de vier coalitiefracties toen in de gemeenteraad hadden. Het trauma werd alleen maar erger toen de kiezers in maart een slachting aanrichtten in de gelederen van de PvdA en de VVD en de HSP aan vijf zetels in de raad hielpen.
Verlammingen De kersverse wethouder Wijsmuller van Stadsontwikkeling realiseerde zich dat eenzelfde gevaar dreigde als hij in het dossier Spuikwartier een nadrukkelijke rol van de gemeenteraad zou toestaan. Nieuwe blokkades en verlammingen lagen in dat geval op de loer en dat moest verhinderd worden. Vrijdagnacht was de HSP-wethouder duidelijker dan ooit over zijn doel. Hij zei zonder blikken of blozen: “Ik wil geen nieuwe
Den Haag wacht op het nieuwe Spuiplein. > Foto: Inspiratieboek Gemeente Den Haag
vertragingen meer. We hebben elkaar heel lang gegijzeld gehouden in dit dossier. Dat is niet goed voor de stad en niet goed voor het bestuur”. Even daarvoor had hij al gezegd: “We moeten met zijn allen uit de loopgraven komen”. Wijsmuller wil met zijn aanpak tegelijkertijd de overige coalitiepartners laten zien dat zijn HSP bereid is bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen, ook ten aanzien van het meest gevoelige dossier. Dit doel kan alleen bereikt worden door afstand te nemen van zijn verleden en dat deed hij vorige week tijdens de debatten. De HSP-voorman richtte zich over de hoofden van de gemeenteraadsleden tegen Dooievaar, de
groep kritische architecten die vindt dat eerst maar eens in samenspraak met de burgers een degelijke visie opgesteld moet worden over de vraag: wat wil de gemeente eigenlijk met dit deel van het centrum van de stad? “Dooievaar is het gewoon niet eens met het coalitie-akkoord”, stelde Wijsmuller onomwonden vast. Het dankwoord dat hij vrijdagnacht uitspraak aan het adres van zijn vroegere strijdmakkers van Dooievaar voor de getoonde inzet, klonk tegen die achtergrond dan ook vooral cynisch. Stilte In stilte krijgt de voorman van de HSP vanuit de andere coalitiepartijen
(D66, PvdA, VVD, CDA) intussen alle steun voor zijn pogingen de trauma’s van het Spuiforum te ontmantelen via de route van de vrije markt. De PvdA nam afgelopen weken nauwelijks deel aan het debat. De socialisten zijn al content met de beloofde 500 banen, liefst Haagse banen. De VVD benadrukte dat het Spuiplein ontwikkeld moet worden in samenspraak met bewoners. VVD en D66 vinden daarnaast dat de bouwplannen niet te massaal morgen worden. “Ons schrikbeeld is een blokkendoos”, aldus D66-raadslid Van Asten. De fractie van de HSP schikt zich intussen steeds meer in de rol van de HSP als partij, die bereid is bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen. De kloof tussen de eigen wethouder en de fractie is in één week zichtbaar kleiner geworden. De aanvankelijk geuite kritiek op de plannen van Wijsmuller klonk daardoor steeds milder. Of de harde kern van de HSP-achterban ook de weg wil opgaan van de bestuurlijke verantwoordelijkheid, is nog maar de vraag. Een dag nadat de gemeenteraad instemde met de voorstellen van wethouder Wijsmuller, maakten de bewoners van De Vloek bekend in december weer actie te gaan voeren voor het behoud van deze vrijplaats waar Wijsmuller ooit kind aan huis was.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 november 2014
stadsmens
Stem volgt de in gebarentaal gegeven natuurkundelessen van Stefan Russel Zijn er lessen bij waar hij zich speciaal op verheugt? “Bewegingsleer”, antwoordt natuurkundige Stefan Russel prompt. “Dat is heel brede lesstof”. Als alles naar wens verloopt, zal hij straks via internet in gebarentaal dove vmboleerlingen lessen natuurkunde geven. Buiten beeld vertelt dan een stem welke lesstof Russel, die zelf ook doof is, behandelt. Hij en Ruud Janssen, pionier op het gebied van gebarentaal, zijn druk bezig met de voorbereidingen van het plan. Hun initiatief is geen overbodige luxe. Sinds afgelopen augustus is de vmbo in de regio Den Haag verdwenen uit het dovenonderwijs. De leerlingen moeten nu deelnemen aan het reguliere onderwijs. Zij zullen baat hebben bij de natuurkundelessen van Stefan Russel. En zij niet alleen, verzekert Janssen, die op de Stationsweg Vi-taal/De Gebarenwinkel heeft: “Doordat Stefan visualiseert wat in de lesstof staat, kunnen horende klasgenoten die bepaalde delen van de stof moeilijk vinden, die ook beter begrijpen”. Russel illustreert dat met een frappant voorbeeld: “Natuurkundigen hadden moeite met het bevatten van een ingewikkelde formule. Een andere natuurkundige, een latere
Ruud Janssen (links) en Stefan Russel maken tweetalige producties. >Foto: Thomas Vahé
Nobelprijswinnaar, heeft die toen gevisualiseerd waardoor zijn collega’s het wel begrepen”. Voor alle duidelijkheid: Stefan Russel zal de natuurkundeles van de docent niet overnemen. Janssen: “De leraar behandelt de lesstof en een onderdeel daarvan is de les van Stefan; hij ondersteunt de stof”. En: “Wij volgen de lijn ‘Nieuwe Natuurkunde’ die het ministe-
rie van OCW in 2009 heeft vastgelegd voor het middelbaar onderwijs”. Hun initiatief beperkt zich niet tot natuurkunde. De tweetalige producten die Vi-taal maakt: gebarentaal (video), op de voet gevolgd door uitleg in gesproken Nederlands (audio), kunnen voor elk vak en ook voor bijvoorbeeld het hbo worden gebruikt, aldus Janssen. “Met onze pilot richten we ons nu op
het vmbo, omdat de grootste doelgroep daar dove leerlingen betreft”. Het streven is om voor dit project samen te werken met de Stichting Digitaal Leren, gevestigd in Den Haag. Ruud Janssen is inmiddels druk bezig fondsen te werven om het project te kunnen opzetten. Russel, lachend: “Ik doe het leuke werk”. Bij het gesprek is ook aanwezig gebarentolk Marieke van Perlstein. Zij gebaart de vragen die worden gesteld, Russel zelf geeft antwoord. Al heel jong was hij geïnteresseerd in natuurkunde. Na twee jaar dovenschool en daarna de school voor slechthorenden bezocht hij de Hogeschool voor Natuurkunde in Amsterdam en vervolgens de Universiteit van Amsterdam. Daar kreeg Russel colleges van onder anderen professor Robbert Dijkgraaf, bekend van televisie, die hem beloonde met een tien. Dat hoge cijfer wordt trouwens niet door Russel genoemd. Het is Janssen die dat – met enige trots – meldt. Hij kent Stefan al van kinds af aan. De twee hebben sinds acht jaar een hechte samenwerking. Janssen introduceerde begin jaren tachtig de doventolk op televisie in ‘De Goed Nieuws Show’ van Sonja Barend. “Het was voor de allereerste keer in
de wereldgeschiedenis dat je een doof iemand op televisie hoorde reageren. Stefan was nog klein en heeft samen met zijn vader naar die uitzending gekeken”. Maar terug naar de tweetalige producten. Vi-taal realiseerde eerder in samenwerking met tien Haagse musea een reeks videoprogramma’s in gebarentaal (www.haagsekunstgrepen.nl). Tony Bloem vertelt daarin over tien topwerken in musea en de stem van een acteur volgt hem stap voor stap. De kracht van ook deze serie is dat die evenzeer interessant is voor horenden, zeker voor mensen die (tijdelijk) aan huis gebonden zijn. Panorama Mesdag en het schilderij de ‘Huwelijksnacht’ van Tobias en Sarah Jan Steen blijken favorieten bij de bezoekers van de website. “Het is een vorm van integreren”, stelt Ruud Janssen. Dat geldt straks ook voor de natuurkundelessen van Stefan Russel. “Hij is een rolmodel, staat op een groot scherm en ook horende leerlingen zien hem. Zij krijgen daardoor een andere kijk op de dovenwereld”. Joke Korving Informatie: www.vitaaldenhaag.org
advertentie
Samen voor de Voedselbank Vrijwilligers gezocht voor actie Omroep West Van 8 december tot en met 19 december start de actie Samen voor de Voedselbank bij Omroep West. Samen met onze kijkers, luisteraars en webbezoekers gaan we zoveel mogelijk houdbare levensmiddelen inzamelen voor de Voedselbank. Radio West, TV West en Omroepwest.nl staan dan helemaal in het teken van deze actie. Dit gebeurt natuurlijk niet vanzelf, daarom zijn wij hard op zoek naar vrijwilligers die onze actie komen versterken. Heb je tussen 12 en 19 december een paar uurtjes tijd en vind je het leuk om als host (m/v) bij een van de vele inzamelpunten, vaak een supermarkt, te fungeren? Of liggen jouw kwaliteiten juist bij het coördineren van diverse zaken, zoals de bezetting van de inzamelpunten? Meld je dan aan! Ook bedrijven die willen komen helpen sorteren of een mooie donatie willen doen kunnen contact opnemen via onderstaand mailadres. Meer weten? Zie www.omroepwest.nl/voedselbank. Aanmelden kan via
[email protected]
DOWNLOAD
DE WEST APP! Met daarin onder meer de volgende functies:
• • • • • • • • • •
alle nieuwsberichten alle sportnieuws en -video’s het laatste nieuws in 90 sec. regionale weersinformatie live televisie kijken actuele verkeersinformatie programma’s tv live radio luisteren berichten delen insturen nieuwstip Ziggo digitaal
30
Blijf altijd op de hoogte van nieuwe programma’s, uitzendingen van evenementen en acties via de programmanieuwsbrief van Omroep West. Schrijf je snel in via: www.omroepwest.nl/nieuwsbrief Ontvang elke maand alle informatie én maak kans op mooie prijzen en bijzondere uitnodigingen!
5
actueel<
Vrijdag 14 november 2014 > Den Haag Centraal
Lucas laatste hoop voor Aloysius College
Haagse redacteur Trouw weg Het dagblad Trouw heeft een journalist weggestuurd van wie het vermoeden bestaat dat hij onderdelen van stukken heeft verzonnen. Sommige bronnen die hij opvoerde zouden niet bestaan. Hoofdredacteur Cees van der Laan van Trouw meldt dat hoogleraar journalistiek Jeroen Smit en Egbert Myjer, vice-voorzitter van de Raad van de Journalistiek, de stukken van betrokken journalist gaan onderzoeken. Volgens diverse bronnen, ook binnen de Persgroep waartoe Trouw behoort, gaat het om de Haagse journalist Perdiep Ramesar. Hij was ook enkele jaren werkzaam bij AD Haagsche Courant. Voor Trouw schreef hij onder meer een reportage over de Schilderswijk en de zogeheten Sharia-driehoek, waar bewoners gedwongen zouden worden zich te houden aan islamitische leefregels. Toen andere media op de zaak doken, konden ze daarvoor geen bevestiging vinden. Ramesar trad geregeld op in actualiteitenrubrieken als deskundige op het gebied van jihadstrijders.
Kaalslag door kap populieren
Een historische luchtfoto van het Aloysius College uit 1940.>Foto: fotoarchiefAC.nl
Het met sluiting bedreigde Aloysius College in het Benoordenhout gaat opnieuw gesprekken aanknopen met de overkoepelende scholenorganisatie Lucas. Enige tijd geleden waren er al gesprekken tussen het AC en Lucas, maar die liepen op niets uit. Volgens Jos Heymans, woordvoerder van het Platform AC, dat de school wil redden, is er nu sprake van een andere situatie. “Toen ging het AC die gesprekken hooghartig en arrogant in, terwijl het helemaal niet in de positie was voor zo’n houding. Nu is dat natuurlijk
heel anders”. Lucas laat weten niet in te gaan op vragen over het Aloysius College. “Er is daarover niets te melden”, aldus een woordvoerder van het college van bestuur. Het Platform AC is een onlangs opgericht samenwerkingsverband van alle geledingen binnen de school. Ook oud-leerlingen spelen daarin een belangrijke rol. Vorige week heeft het Platform AC de schoolleiding en het bestuur van het Aloysius College gevraagd op te stappen om gesprekken over de toekomst van de
school te vergemakkelijken. Aan die oproep is geen gehoor gegeven. Niettemin hoopt het platform binnenkort toch een positie in het bestuur te kunnen innemen. “Twee bestuursleden moeten statutair aftreden, wij willen dat daar mensen van ons voor in de plaats komen. We hebben al twee kandidaten aangezocht, twee kanjers, grote namen uit het Haagse maatschappelijke leven”, aldus Heymans. Het Platform AC blijft van mening dat schoolbestuur en -leiding zich
onmogelijk hebben gemaakt door mee te werken aan de voorgenomen sluiting aan het einde van dit schooljaar: ‘Alleen met hun vertrek heeft het zin een poging te wagen om de school voor de toekomst te behouden. Aanblijven van bestuur en rector blokkeert de mogelijkheid om een doorstart te maken’, aldus een communiqué. Inmiddels heeft de VVD aan wethouder van onderwijs Van Engelshoven (D66) gevraagd om te helpen bij het redden van de school.
Nieuwe VVD-voorzitter: Investering van 1,5 miljard Eten met Mark voor geld Den Haag krijgt mogelijk een eigen warmtenet Door Jan van der Ven
Nicole Maes is de nieuwe voorzitter van de afdeling Den Haag van de VVD. Er hadden zich drie kandidaten gemeld voor de functie. Maes won dinsdagavond tijdens een ledenvergadering op overtuigende wijze, ze vergaarde bijna tweederde van de stemmen. Maes volgt routinier Henry Keizer op. Die is in juni van dit jaar gepromoveerd tot landelijk voorzitter van de VVD. De in Benoordenhout wonende nieuwe voorzitter is diplomate; ze werkte in het buitenland. Sinds enige tijd is ze weer gestationeerd op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Maes treedt voor de VVD op een cruciaal moment aan. De partij is in een intern debat verwikkeld over de oorzaak en gevolgen van het zware verlies tijdens de raadsverkiezingen. De liberalen verloren toen onder leiding van lijsttrekker Revis drie raadszetels. De VVD bezet er nu vier en is daarmee zelfs kleiner dan de sterk gegroeide Haagse Stadspar-
tij. De VVD verloor met name in traditionele liberale bolwerken als Benoordenhout en de Vogelwijk. Daar vergaarde de HSP opvallend veel stemmen, onder meer uit protest tegen de verwikkelingen rond het Spuiforum. Maes wil de VVD een steviger basis in Den Haag geven, daarbij rekening houdend met de huidige achterban. De vergrijzing van die achterban is één van de problemen. “In het Benoordenhout bijvoorbeeld is de helft van de 300 leden die we daar hebben ouder dan tachtig jaar”, zegt ze. Het aantal leden van de Haagse afdeling kalft intussen af. De nieuwe voorzitter wil de afdeling ook een steviger financieel fundament geven. In dit kader gaat ze een Club van Vijftig oprichten, gericht op mensen uit het zakenleven die de partij geld willen doneren. Een ander idee is het organiseren van betaalde dineetjes met premier Rutte, het meest prominente lid van de afdeling. De gasten die aan tafel willen zitten met de premier, betalen hiervoor extra, naar Amerikaans voorbeeld.
Den Haag krijgt mogelijk een eigen warmtenet met 100.000 aansluitingen. Met de aanleg is een bedrag van 1,5 miljard gemoeid. Dit heeft volgens Nieuwsbureau Energeia de Haagse ambtenaar Ted Zwietering, programmadirecteur duurzaamheid, gezegd tijdens het Nationaal Warmtecongres in Nijmegen. Alle berekeningen tonen volgens Zwietering aan dat een Haags warmtenet rendabel kan zijn, met name omdat Den Haag goedkoop geld kan lenen. Een voorstel over het Haagse warmtenet ligt op dit ogenblik bij het college van B&W. Het warmtenet past in de duurzaamheidsdoelstelling van de gemeente. Volgens Zwietering is in het nieuwe net ook een rol weggelegd voor het failliete project Aardwarmte Den Haag vof. Het zou zelfs als kapstok kunnen dienen voor het nieuwe net. Zo ver is het nog niet want de vof verkeert nog steeds in staat van faillissement waardoor honderden huishoudens in Den Haag Zuidwest op 1 januari in de kou kunnen komen te staan. Eneco wil vooralsnog vanaf 1 januari 2015 geen warmte meer
leveren aan ongeveer 300 woningen die deel uitmaken van het failliete netwerk. Het voornemen van Eneco staat in het vierde faillissementsverslag van curator mr.B.J. Tideman. Deze merkt in het verslag op dat door de houding van Eneco de verkoop van Aardwarmte Den Haag moeilijker wordt. ‘Omdat onduidelijk is onder welke condities de warmtelevering nadien kan worden voortgezet’. Volgens Eneco zijn er gesprekken gaande over het voortzetten van de warmtelevering. “Maar we waren ervan uitgegaan dat het faillissement al zou zijn afgehandeld. Als we een normale vergoeding krijgen blijven we gewoon warmte leveren. We zijn nog in gesprek”. Bij Aardwarmte Den Haag waren zes vennoten betrokken, onder meer de corporaties HaagWonen, Staedion en Vestia. Zij haakten af omdat zij energievoorziening niet meer als een kerntaak zien. Het is onduidelijk hoe de curator de problemen in Den Haag Zuidwest gaat oplossen. Tideman reageerde niet op verzoeken om commentaar.
Circa 7.000 populieren die in Den Haag langs straten en lanen staan, zijn binnen nu en twintig jaar aan vervanging toe. Voor bijna 900 bomen geldt dat ze al binnen twee jaar gekapt moeten worden. Dat bericht wethouder Boudewijn Revis (VVD, buitenruimte) in een brief aan de raad naar aanleiding van onderzoek naar de bomenkwaliteit. De kwetsbare bomen brengen volgens de gemeente een onaanvaardbaar risico met zich mee op het afbreken van takken. Als één boom kwetsbaar is, geldt dat in de meeste gevallen voor de hele rij omdat ze gelijktijdig zijn aangeplant. Voor sommige lanen in de stad zou dat een grote kaalslag betekenen. Zo ook op de Laan van Meerdervoort, waar in de middenberm 57 exemplaren staan die veel slechter zijn dan aanvankelijk gedacht. Eén boom moet zo snel mogelijk worden gekapt, bij 48 andere is dringend snoeiwerk nodig. Niettemin is de overlevingsduur van deze bomen maximaal 5 jaar. De bomen staan precies op de plek waar de gemeente eerder wilde kappen voor extra parkeerruimte. Daarover ontstond destijds veel commotie, dus benadrukt Revis in de brief dat hij nog steeds streeft naar een bomenbesparende oplossing voor het parkeertekort in de buurt. Bij kap worden er dus nieuwe bomen geplant.
Surfdorp F.A.S.T. blijft tot 1 april Het surfdorp F.A.S.T. nabij de Scheveningse haven mag tot 1 april volgend jaar op zijn huidige locatie blijven. Lang bleef onzeker wanneer het surfdorp zou moeten wijken voor de bouw van een hotel, een parkeergarage en een visbelevingscentrum. De gemeenteraad besloot eerder al dat F.A.S.T. elders mag terugkeren. ‘Dit geeft ons de mogelijkheid om in samenwerking met de gemeente het onderzoek naar de nieuwe locatie af te ronden om vervolgens de noodzakelijke voorbereidingen op het vertrek te treffen’, schrijft Geert Verhoeff van F.A.S.T. in een reactie. Het onderzoek naar een mogelijke nieuwe plek richt zich nu op twee locaties: in de buurt van het Zuiderstrandtheater en in Kijkduin.
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 november 2014
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
De Nieuwe Haagse School Naamgeving kan lastig zijn in Den Haag. Als ik lees over de Haagse Toren dan denk ik aan de toren die al sinds 1424 naast de Grote of St. Jacobskerk staat. Google je echter Haagse Toren dan hebben de eerste 20 hits betrekking op het Strijkijzer, de torenflat aan het Rijswijkseplein. Deze verwarring geldt ook voor de Nieuwe Haagse School. In 1920 schreef de Amsterdamse Schoolarchitect C.J. Blaauw een nogal negatief artikel over de laatste ontwikkelingen in de moderne architectuur. In dit artikel heeft hij het over de Nieuwe Haagse School. Deze architectuurstroming beleefde zijn hoogtepunt tussen 1925 en 1940. Architecten als Jan Wils en Willem Verschoor ontwikkelden een bouwstijl die geïnspireerd was op de Amerikaanse woonhotels. Modern, maar niet al te radicaal. Precies zoals de welgestelde Hagenaar het graag wilde. De Nieuwe Haagse School is ook de naam van een beweging in de beeldende kunst die na de Tweede Wereldoorlog in Den Haag ontstond. Deze benaming lijkt logischer. Immers, de Haagse School is een welbekende kunststroming die bloeide tussen 1860 en 1910. In het Benoordenhout struikel je over de straten die vernoemd zijn naar beroemde Haagse School-schilders als Mesdag, Weissenbruch en Israëls.
Daar waar de oorspronkelijke Haagse School-schilders er een realistisch-impressionistische stijl van vooral het schilderen van landschappen op nahielden, waren de Haagse kunstenaars van na de Tweede Wereldoorlog bezig met hun eigen vormen van vernieuwing. Haaks op de abstracte vormentaal van de COBRA-groep in Amsterdam, ging men in Den Haag juist figuratief te werk. De Haagse kunstenaars gebruikten elementen uit reeds bestaande kunststromingen en men
Haaks op de abstracte vormentaal van de COBRA-groep in Amsterdam, ging men in Den Haag juist figuratief te werk
Fugare schilders en beeldhouwers op het strand. >Foto: Marianne Dommisse, 1960
had een voorkeur voor het weergeven van aftandse gebruiksvoorwerpen. De Nieuwe Haagse School omvat de Posthoorngroep, Verve en Fugare. Het begint allemaal met de Posthoorngroep. Bodega de Posthoorn aan het Lange Voorhout was van oudsher een café waar veel kunstenaars, musici en acteurs kwamen. In 1949 nam Jaap Nanninga het initiatief om er moderne schilderijen van Haagse kunstenaars te tonen. In 1950 huurde uitbater Knijnenburg het naast de Posthoorn gelegen pandje erbij als kunstzaal. Als je het werk in de galerie wilde bekijken kon je de sleutel ophalen aan de bar van de Posthoorn. Een
duidelijke eensluidende visie had de Posthoorngroep niet. Er zijn tot 1962 gezamenlijke exposities gemaakt, onder andere door Atol, een groep van vijf kunstenaars uit de Posthoorngroep die van 1959 tot 1962 altijd gezamenlijk exposeerde. Verve werd in 1951 opgericht. Vijftien schilders en vijf beeldhouwers met min of meer gelijkgestemde ideeën, besloten samen een groep te vormen. De leden van Verve wilden, met hun werk als uitgangspunt, graag persoonlijk in debat gaan met het publiek. Soms gebeurde dit serieus in discussieavonden, maar vaak ook door het organiseren van ludieke feesten. Het in oktober 1952 ge-
houden Snorrenfeest in de Dierentuin is hier een mooi voorbeeld van. “’t Zat wel Snor in de Dierentuin’”, kopte de Haagsche Courant bij een fraaie fotoreportage van mannen met nepsnorren (de vrouwen waren vrijgesteld). Een aantal Verve-kunstenaars wilde na een paar jaar toch abstract gaan werken en in 1957 hief Verve zichzelf op. Drie jaar later, op 26 januari 1960 om kwart over acht ’s avonds, werd op initiatief van George Lampe in Pulchri Studio de groep ‘Fugare’ opgericht. Hierin zaten acht oud-Verveleden. In het oprichtingsmanifest schreef Lampe: “Wij, kunstenaars van Fugare, geven in ons werk antwoord op de laatste problemen van de beeldende kunst. We zijn abstract, abstraherend of experimenteel bezig’..”. Jan van Heel, ook lid van Fugare, schilderde overigens rustig verder in zijn eigen figuratieve stijl. Marianne Dommisse fotografeerde de leden van Fugare op het Scheveningse strand. Op de foto van links naar rechts Theo van der Nahmer, Jaap Nanninga, Harry Disberg, Joop Kropff, George Lampe, Frans de Wit, Theo Bitter, Jan van Heel, Nol Kroes, Aart van den IJssel, Willem Hussem en Willem Sinemus. Ik ben benieuwd of deze kunstenaars en de andere leden van de Nieuwe Haagse School, net als hun illustere voorgangers, ook ooit een straatnaam krijgen in Den Haag. Wendy Louw www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
advertentie
PATHÉ ART BIEDT HET MOOISTE VAN KUNST PATHÉ BUITENHOF
ART KOOP NU TICKETS OP WWW.PATHE.NL/SPECIALS OF AAN DE KASSA VOOR €12,50
16 nov - 11.00 uur
7 dec - 11.00 uur
18 jan 2015 - 11.00 uur
MATISSE 4
REMBRANDT
GIRL WITH A PEARL EARRING
U wordt uitgenodigd om deel te nemen van een intieme rondleiding achter de schermen van de Cut-Outs expositie over Henri Matisse. Geniet van zeldzame archiefbeelden van Matisse die aan het werk is en interviews met zijn vrienden.
Groots overzicht van het werk uit de laatste jaren van Rembrandt’s leven. Er worden prachtige beelden getoond van de exclusieve Rembrandttentoonstellingen in de National Gallery in Londen en het Rijksmuseum in Amsterdam.
Het ‘Meisje met de Parel’ is weer terug in het Mauritshuis! Deze prachtig gefilmde documentaire zoekt antwoorden op de vele raadsels rondom dit buitengewone schilderij en haar mysterieuze schepper Vermeer.
7
ACTUEEL<
Vrijdag 14 november 2014 > Den Haag Centraal
Biografisch woordenboek van de Oranjes
De dynastie in een notendop
S
riette Catharina was dol op de peperdure genotmiddelen, blijkt uit haar nalatenschap van ontelbare ‘Chocolade Kopgen und Schälgen’ en theepotten. Amalia, één van haar dochters, trouwt in 1683 met een Friese stadhouder en introduceert daarmee de nieuwe dranken aan het Leeuwardense hof. Ook de historische Koninklijke juwelen illustreren de rijkdom aan het hof. Vooral Prins Frederik Hendrik is grootinkoper. Hij schaft in 1635 bijvoorbeeld een collier aan met oriëntparels voor zijn vrouw Amalia en betaalt daarvoor het astronomische bedrag van 30.000 gulden, omgerekend zo’n 270.000 euro. Bij dezelfde Haagse juwelier Thomas Cletcher, die ook burgemeester van de stad was, koopt hij negen jaar later een diamant van 80.000 gulden voor zijn schoondochter Mary Stuart. Frederik Hendriks dochter Louise Henriette krijgt bij haar huwelijk zelfs voor bijna 300.000 gulden aan juwelen mee. Schokkende onthullingen worden in het boek niet gedaan. Het gegeven dat de mannelijke stamvader van ons huidige vorstenhuis niet Willem van Oranje is, maar diens jongere broer Jan VI de Oude, graaf van Nassau was al langer bekend. En kroonprinses Catharina-Amalia is niet vernoemd naar een duistere figuur uit de Oranjegeschiedenis, maar naar haar verre grootmoeder Amalia van Solms, de echtgenote van prins Frederik Hendrik die opdracht gaf tot de bouw van paleis Huis ten Bosch. Niettemin spreken de vele details in het boek tot de verbeelding, ook voor journalisten.
Door Jasper Gramsma
tamt onze koning nu wel of niet af van Willem de Zwijger? En naar wie is de kleine Amalia eigenlijk vernoemd? De Haagse historica Reinildis van Ditshuyzen beantwoordt deze vragen in de grondig herziene uitgave van ‘Oranje-Nassau. Het biografisch woordenboek’ dat op 17 november verschijnt. Maar er is meer. Naast de korte biografieën van het gehele Huis van Oranje weidt Van Ditshuyzen namelijk uit over eetcultuur, mode en juwelen aan het hof. Door deze toevoeging op de eerdere uitgaven geeft ze een bredere kijk op de Oranjes en komt de geschiedenis van de Koninklijke familie meer tot leven. Koningshuiskenners en -liefhebbers gaven het boek bij de eerste verschijning in 1992 al de koosnaam ‘Oranjebijbel’, vanwege zijn naslagfunctie. Nu deze heruitgave door curator Nicole Uniquole is geïllustreerd met portretten en kunstvoorwerpen uit de Koninklijke Verzamelingen, hoopt Van Ditshuyzen dat ook studenten, wetenschappers, journalisten en andere nieuwsgierigen het biografisch woordenboek weten te vinden. Daarnaast bevat het boek een uitneembare poster met de complete stamboom waarop alle leden van het Oranjehuis in hun onderlinge samenhang te zien zijn. ‘Zoals bekend beschikt de gemiddelde Nederlander over een beperkte parate kennis op (vaderlands-)historisch gebied (…). Moge daarom deze publicatie, ook al is het in bescheiden mate, de belangstelling voor het verleden stimuleren’, schrijft ze plechtig in haar verantwoording. Toch heeft de koningshuisdeskundige zich inhoudelijk niet laten leiden door de populariteit van bepaalde leden van het koningshuis. Sterker nog: de huidige generatie wordt in de 126 levensbeschrijvingen relatief beknopt beschreven, omdat over hen al veel is gepubliceerd en op internet is te vinden. Meer aandacht gaat uit naar de onbekende leden uit de Oranjefamilie zoals Maria, Catharina en Emila, drie van de elf dochters van Willem van Oranje die een turbulent leven leidden. Maria raakt bijvoorbeeld verzeild in een levenslange vete met haar jongere halfbroer Maurits over de erfenis van hun vader. Zij beroept zich op het Brabants recht dat kinderen uit een eerder huwelijk boven die uit volgende huwelijken stelt. Daarom noemt Maria zich expliciet ‘geboren Prinses van Oranje’ en eist het beheer op van Breda. De StatenGeneraal stelt haar echter in het ongelijk, waarna het tussen de twee nooit meer goed komt. Catharina Belgica daarentegen is veel vrijgeviger en stelt haar hof in het Duitse Hanau
‘Oranje-Nassau. Het biografisch woordenboek’ van Reinildis van Ditshuyzen en Nicole Uniquole is verkrijgbaar vanaf 17 november via www.oranjenassauboek.nl. Prijs: € 20,00 ISBN/EAN: 978-90-808161-0-7
Volgens de laatste mode in de 18de eeuw draagt Wilhelmina van Pruisen losvallende jurken van roomwitte mousseline en een krullenkapsel van eigen haar. > Foto: Mauritshuis
open als toevluchtsoord voor calvinisten. Emilia Antwerpiana, de jongste dochter van Willem de Zwijger, verkeert een groot deel van haar leven in financiële moeilijkheden. Nadat ze vlucht voor de katholieken en door de oorlog van alles is beroofd, houden haar problemen minstens 25 jaar aan. Uit de erfenis van haar vader
moet ze genoegen nemen met 80.000 gulden in plaats van de geëiste 80.000 pond. En voor de bij haar geboorte toegezegde jaarlijkse lijfrente à 2.000 gulden van de stad Antwerpen moet ze steeds aandringen bij haar broer. Oriëntparels De hoofdstukken over de hofcultuur
schetsen aan de hand van gebruiken en materialen de context waarin de prinsen, prinsessen, graven en gravinnen van Oranje-Nassau leefden. Zo is te lezen hoe de nieuwe dranken koffie, thee en chocolade in de zeventiende eeuw de harten van de Oranjes veroverden. Prinses Hen-
Boekomslag. > Foto: Eddy Posthuma de Boer
Weg vrij voor woningbouw bij Leyweg
Raad van State repareert zelf gemeentelijk bestemmingsplan Door Adrie van der Wel
De Raad van State heeft deze week zelf de gebreken hersteld in het bestemmingsplan voor grootschalige woningbouw rond het Haga Ziekenhuis aan de Leyweg. Daarmee heeft de Raad voorkomen dat de gemeente voor de derde keer zijn huiswerk opnieuw moest maken. Met de aanpassingen door de Raad is
het plan voor de woningbouw nu definitief goedgekeurd. De bouw van ongeveer 700 woningen kan nu in principe beginnen. Maar er is nog wel onduidelijkheid over de rol van woningcorporatie Vestia, die als ontwikkelaar in het project was betrokken. Vestia heeft grote financiële problemen en zou uit het project willen stappen. Voor de Raad is dit geen reden om het bestemmingsplan te vernietigen,
omdat het nu financieel onuitvoerbaar zou zijn. Volgens de Raad kan er een andere projectontwikkelaar opstaan om het bouwplan te realiseren. Omwonenden, waaronder de vereniging Centraal Wonen Houtwijk, maakten onder meer bezwaar tegen het project vanwege de massaliteit, inbreuk op hun leefomgeving en de aantasting van hun privacy. Om aan die bezwaren tegemoet te komen, paste
de gemeente het bestemmingsplan aan. De bouwplek werd op grotere afstand van hun woningen geplaatst. Dat ging de omwonenden echter niet ver genoeg. Door het opschuiven van de plek waarop de woningen komen, blijft er een kleinere bouwoppervlakte over. Daarom zal er hoger gebouwd moeten worden om toch het gewenste aantal woningen te realiseren. Toch ziet de Raad hier geen probleem
voor de omwonenden. Het gaat namelijk om een stedelijke omgeving waarin bewoners moeten accepteren dat er op relatief korte afstand hoog kan worden gebouwd. De aantasting van hun leefomgeving is volgens de Raad aanvaardbaar. Ook de bouwmogelijkheid voor een woontoren met 25 verdiepingen op 70 meter afstand van omliggende woningen vindt de Raad aanvaardbaar.
8>sterren
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 november 2014
‘De wegen van Michelin zijn ondoorgrondelijk’ De nieuwe Michelingids ligt maandag in de schappen. Menig topkok vreest de rode uitgave die de gastronomische kwaliteit van restaurants beoordeelt. Hoe zijn de kaarten geschud voor Den Haag? Door Annerieke Simeone
D
en Haag en omstreken kent vijf sterrenrestaurants: HanTing, Calla’s, Seinpost (Scheveningen), Niven (Rijswijk), en Savelberg (Voorburg). Maar als op 17 november de nieuwe Michelingids in Maastricht wordt gepresenteerd, verandert er iets in het lokale culinaire landschap. Na 25 jaar vertrekt Henk Savelberg uit Voorburg naar Thailand, waar hij voor the happy few gaat koken. De nieuwe chef-kok, Ron Blaauw, opende vorige week onder de naam Central Park by Ron Blaauw in Voorburg. Of hij een ster krijgt, weten we pas volgend jaar. Een week is te kort dag voor een beoordeling. Afgezien daarvan is het de vraag of Blaauw wel staat te wachten op zo’n quotering. Ooit was een Michelinster een garantie voor een volle zaak, tegenwoordig staat zo’n predicaat synoniem voor duur en gecompliceerd. Blaauw, die genoeg had van ‘een komkommer op zestien verschillende manieren op een bord te leggen’, veranderde daarom in 2013 zijn concept. Hij verloor twee sterren in Amsterdam. ‘Ik heb Michelin heel hoog zitten, maar ik laat mijn leven er niet door bepalen’, zei hij later in een interview met Misset Horeca. Marcel van der Kleijn, chefkok van sterrenrestaurant Calla’s, werkte met de Amsterdammer in De Kersentuin. Hij herinnert zich een andere Blaauw. “Toen hij begon, wilde Ron echt wel een ster. Maar we zijn nu vijftien jaar verder. Een ster geeft stress. Je moet elke dag top presteren. Daarom heeft-ie ze weggeven. ‘Ik wil een swingende zaak’, zei-ie, ‘waar ik een pot augurken op tafel kan zetten’. Nou dat heeft-ie gedaan en Michelin heeft ’m weer een ster gegeven”. Carsten Klint, compagnon van
Blaauw, nuanceert dat beeld. “Ron heeft geen sterren teruggegeven, dat hebben de media ervan gemaakt. Hij heeft zijn formule aangepast”. Klint zou het zelf helemaal niet erg vinden als hij een ster voor Central Park ontvangt. “We hebben in Nederland een kleine 20.000 restaurants, dus elke waardering die je krijgt, is welkom. Of je nu in de Lekker 500, GaultMillau of Michelin staat”. Wel zou vooral Michelin volgens hem meer aan marketing moeten doen. “Een ster betekent niet meteen dat een restaurant duur is, en dat beeld hebben veel Nederlanders”. Wel of geen ster, voor Blaauw en Klint is een volle zaak belangrijker. Klint: “We hebben niet voor niets gekozen voor een andere invulling dan
Haagse sterren Een ster
Royal (1958-1968) Saur (1958, 1959, 1967-89) Hoornwijck (1958-1959) Queens Garden (1960-1971, 1974-1975) House of Lords (1960-1975) Auberge de Kieviet (1961-1969, 1973, 1976-1985, 1987-1991) Villa Rozenrust (1976-1989, 1993-1999) Seinpost (1985-1989, 2006-2014) Corona (1988-1992) Vreugd & Rust (1990-1993) Chagall (1993-1989, 1991) ’t Ganzennest (1994-2002, 2005, 2010) Savelberg (1997-2014) Paul van Waarden (2002-2012) Calla’s (2002-2014) Le Cirque (2005-2007) Imko Binnerts (2006) Niven (2011- 2014) HanTing Cuisine (2013-2014)
Twee sterren
Auberge de Kieviet (1970-1972)
die van Savelberg. Dat was een klassieke, conservatieve zaak. Daar zijn ook gasten voor, maar uiteindelijk niet genoeg. Anders had Henk zijn zaak niet verkocht. De meeste mensen willen zonder reserveringen binnen kunnen lopen, zonder stropdas. En niet te veel betalen. Bij ons krijg je kwaliteit voor een schappelijke prijs. Ik ben er heilig van overtuigd dat Central Park gaat lopen”. Paul van Waarden, die elf jaar een ster had voor zijn gelijknamige restaurant in Rijswijk, is daar nog niet helemaal zeker van. “Het is een mooie zaak, maar ik zou mijn vingers er niet aan durven branden. Alles ademt daar Savelberg. Bovendien, Ron is Amsterdam gewend, maar Voorburg is geen Amsterdam”. Van der Kleijn is het daarmee eens. “Den Haag is moeilijk. Dat komt niet door de keukens, dat komt door de gasten. Men gaat hier voor minder kwaliteit. Als het maar weinig kost. Ja, en dan trek je geen sterrenchefs aan. Tegen koks die zich hier toch vestigen, zeg ik: Sterkte”. Van Waarden doet er nog een schepje bovenop: “Het enige wat gaat werken op die plek is een bordeel. Grinnikend: “Ja, je hebt er geen last van de buren, genoeg parkeerplekken voor de deur en je kunt er leuke feestjes geven”. Seinpost De Michelingids, begin 1900 bedoeld om chauffeurs te wijzen op restaurants en hotels in Frankrijk, is uitgegroeid tot de belangrijkste leidraad voor gastronomische kwaliteit in heel de wereld. Het succes bleef niet onopgemerkt. Meer culinaire gidsen verschenen op de markt, zoals de van oorsprong Franse GaultMillau en de Nederlandse Lekker 500. Heel slim komen deze uitgaven net iets eerder uit dan de Michelingids. Je zou kunnen zeggen dat Lekker en GaultMillau een voorbode zijn voor wat gaat komen. Op-
Chef-kok Gert-Jan Cieremans denkt dat zijn ster voor restaurant Seinpost niet in
vallend is in elk geval dat beide gidsen zich kritisch uitlaten over restaurant Seinpost, dat het sinds een aantal maanden moet stellen zonder gastheer en sommelier Edwin van der Goor. GaultMillau: ‘Voor Seinpost betekent het een aderlating’. Lekker: ‘Het valt op dat hier een daadkrachtige leider ontbreekt (…) waardoor het niveau van het gastheerschap niet veel hoger uitkomt dan dat van een strandtent’. Twee forse uitspraken. Maar GertJan Cieremans, sinds 1996 chef-kok van Seinpost en al acht jaar een ster op zak, haalt zijn schouders erover op. “Ach ja, zo’n bezoek is een momentopname. Bovendien, aan de gerechten die Lekker at, kan ik afleiden dat ze hier in het voorjaar zijn geweest. Nou, toen was Edwin er gewoon nog”. We doen navraag bij Lekker. Hoofdredactrice Annelies Pijpers laat weten: “Het klopt dat de rapporteurs hun bevindingen al hadden ingeleverd, maar als daarna
‘Sommige tenten in Parijs zien er niet uit en krijgen toch een ster. In Nederland kijken ze naar ’t totaalplaatje. De lat ligt hier hoger’
het nieuws komt dat Van der Goor weggaat, moeten we dat natuurlijk wel melden”. Bang dat Michelin straks met eenzelfde beoordeling komt, is Cieremans niet. “Nee, dat kan ik me niet voorstellen, de kwaliteit is hetzelfde gebleven. Bovendien, wat Lekker nog niet weet, is dat Allard Sieburgh, die onder meer zijn sporen verdiende bij De Zwethheul, hier net is aangenomen als gastheer”. Inspecteur Over Niven zijn de gidsen ambigu. Lekker 500 schrijft: ‘Zijn creaties zijn gewaagd en barsten van de creativiteit’, maar GaultMillau constateert ‘te veel niveauschommelingen al naar gelang de chef zelf wel of niet aanwezig is’. Over de twee restaurants in hartje Den Haag echter niets dan lof. Volgens Lekker 500 is HanTing ‘verfijnd, elegant, subtiel’ en blijft Calla’s ‘de topper van Den Haag’. GaultMillau noemt Calla’s een ‘stijlvolle zaak waar Den Haag trots op mag zijn’. Met zoveel complimenten zou je verwachten dat Den Haag toe is aan een tweesterrenrestaurant. “Ach nee”, zucht Van Waarden, “als deze zaken in Frankrijk zouden zitten, dan misschien wel. Daar gelden andere criteria. Sommige tenten in Parijs zien er niet uit en krijgen toch een ster. In Nederland kijken ze naar ’t totaalplaatje. De lat ligt hier hoger”. Maar
9
sterren<
Vrijdag 14 november 2014 > Den Haag Centraal
Restaurant Royal was van 1918 tot 1980 een restaurant aan het Lange Voorhout 44. Het schijnt dat koningin Wilhelmina een frequente gast was. Ze kwam hier meestal zwezerik met rijst eten. > Foto's:Collectie Haags Gemeentearchief
n gevaar is. > Foto: DHC
Ooit was een Michelinster een garantie voor een volle zaak, tegenwoordig staat zo’n predicaat synoniem voor duur en gecompliceerd de chef-kok van Calla’s ziet zo’n tweede ster wel zitten. “Tuurlijk is ’t mogelijk. Toen Ron Blaauw in 1999 zijn gelijknamige zaak begon aan Ouderkerk aan de Amstel, duurde het tot 2004 voordat hij zijn eerste ster kreeg. En in 2006 plotseling z’n tweede. Waarom? Geen idee”. Navraag doen bij Michelin is vrijwel onmogelijk. Op internet staan, behalve een postadres, geen contactgegevens. De enige manier om hen te spreken is als je ze live tegenkomt. Bijvoorbeeld in je eigen zaak, zoals zowel Van der Kleijn als Van Waarden meemaakte. Herkennen doen ze de Michelin-inspecteurs feilloos. Van Waarden: “Het is vrijwel altijd een man die een reservering maakt voor twee personen, maar vervolgens alleen verschijnt, met het excuus dat zijn eetpartner verstek moest laten gaan”. Ook is
een inspecteur te herkennen aan zijn Limburgs of Vlaams accent. Van der Kleijn: “Hij maakt geen aantekeningen aan tafel, maar stelt wel veel vragen over de gerechten en de wijnen”. Daarnaast heeft een inspecteur altijd een plastic zakje bij zich. “Je eet natuurlijk niet overal lekker”, grapt Van Waarden. Van Waarden, die zijn ster twee jaar geleden verloor, sprak ooit hoofdinspecteur Werner Loens aan nadat hij zijn ster had verloren en inmiddels alweer bij restaurant At Sea aan de slag was. Het gesprek was niet wat hij ervan verwachtte. “Die Loens heeft anderhalf uur tegen me aan geluld, maar eigenlijk zei-ie niks. Het enige specifieke wat ik herinner, was dat ze twee keer een bezoek hadden gebracht aan mijn restaurant. De ene keer was het goed, de andere keer minder. Daarom namen ze mijn ster af. Met die reactie moest ik het doen”. Van der Kleijn vroeg dezelfde Loens naar zijn bevindingen bij Calla’s. De hoofdinspecteur reageerde: “Dat kan ik niet zeggen, maar ik heb geen fout kunnen ontdekken. De chef van Calla’s veert op. “Dat is dus de keuken van Marcel van der Kleijn. Foutloos koken. Top op smaak, maar geen fratsen”. Maar of het genoeg is voor een tweede ster? Dat weet ook van Van der Kleijn niet. “De wegen van Michelin zijn ondoorgrondelijk”.
Al in 1958 een Michelinster
Herinneringen aan Royal Door Casper Postmaa
I
n de jaren dat het consumeren van culinaire hoogstandjes in Nederland nog was voorbehouden aan de happy few had restaurant Royal aan het Lange Voorhout al een Michelinster, om precies te zijn sinds 1958. Hoeveel beter het er in de keuken aan toe ging dan elders is ook uit overleveringen moeilijk te beoordelen, want slechts weinig Hagenaars stapten er ooit over de drempel. Dat ik er zelf eenmaal te gast was, is te danken aan de Haagsche Courant, die de sluiting van Royal, november 1986, een afscheidsverhaal waard vond. Voor alle zekerheid reserveerde ik telefonisch en dat was maar goed ook, want ’s avonds bleek dat we de enige gasten waren. Dus waarom Royal het voor gezien hield was meteen duidelijk, bovendien wilde de hoogbejaarde eigenaar, Johann Thum, zich in Zwitserland gaan vestigen. Hij was een man met een verhaal, ook voor mij persoonlijk, want het bleek dat ik in het huis woonde dat gedurende de Tweede Wereldoorlog het zijne was. ‘Is die marmeren badkuip met gouden kranen er nog?’ Nee dus. Thum was van Duitse afkomst en had zich tijdens de oorlog onderscheiden toen hij directeur was van Des Indes. Terwijl het hele hotel vol zat met SS’ers en ander gespuis had hij in het appartement op het dak Joodse onderduikers ondergebracht. Als dank werd hij na de oorlog met voorrang tot Nederlander genaturaliseerd. Enkele jaren na de oorlog kocht hij Royal. En dan het diner op die laatste avond, dat was een belevenis op zich. Niet alleen omdat de uiterst charmante oberkelner J. Raaymakers al vroeg op de avond met onzekere gang langs de tafeltjes zwierde, maar ook om zijn smakelijke anekdotes over reünies van vergeten kabinetten en ministers van de KVP die na middernacht in het zaaltje boven op de tafel dansten. Hadden we ze nog maar, zulke ministers. In het Brabants Historisch Informatiecentrum ligt correspondentie opgeslagen tussen oud-premier Jan de Quay en Thum, misschien ging het daar over. De menukaart was er een van monumentaal karakter, in beide betekenissen van het woord. Niet alleen was het aantal gerechten oneindig, ook dateerden ze uit een ander culinair tijdperk. Er stonden bijvoorbeeld acht eiergerechten op, schnitzels kon je in een handvol uitvoeringen bestellen net als de in zware sausen gedoopte tournedos. Het was alsof we op een filmset uit de jaren vijftig waren aangeschoven. Toen de wijnkaart werd overlegd, herinnerde ik me nog net op tijd de tip van mijn inmiddels overleden collega Lex Dalen Gilhuys ‘ga voor de grote jaren en de grote namen, want ze hebben al dertig jaar de prijzen niet verhoogd’. En inderdaad, niet veel later nipten we voor een curieus laag bedrag aan een prachtige Bourgogne uit de jaren zestig, terwijl we van de bel-etage uitkeken over het herfstige Voorhout. Een herinnering die een ster waard is.
Oberkelner J. Raaymakers in Royal.
10>interview Vilan
Uit de boedel
Er was een huis ontruimd. De inboedel arriveerde doos voor doos bij de kringloopwinkel. Geen kinderen, geen belangstellenden, zo gaat het dan. Je hele leven in spullen komt in de verkoop. Elke dag ging ik kijken, brandend nieuwsgierig. Uit de ene doos kwamen fotoboeken, postzegelalbums en eerstedagenveloppen. Hier was een man die de halve wereld had rondgereisd, in de jaren 50 en later, het oertijdperk zonder internet en goedkope lijnvluchten. Uit een andere doos kwamen kwitanties van honderden en soms duizenden guldens, getekend in New York tot aan Den Haag. Een diamanthandelaar. Een foto met prins Bernhard, lachend. Er waren dozen vol souvenirs. Canada, Afrika, Suriname. Houtsnijwerk dat eruitzag of het ter plekke op een markt gekocht was, nog niet het standaardspul dat de toeristenwinkels later zouden verkopen. De dozen hielden me bezig. Thuis keek ik rond met andere ogen. Waar gaan mijn boeken straks heen, en mijn kleren? Huisontruimingen zijn efficiënt voor nabestaanden. Het kost wat, en dan zijn ze van het gedoe af. Ik heb een huurhuis, dus dat moet bezemschoon worden opgeleverd, dat is een duurder pakket bij de huisontruiming. Maar ja, zelf doen is onbegonnen werk, dat snap ik wel. Zo kwam ik vanzelf tot het besef hoe tijdelijk mijn bezit is. Ik heb boeken van meer dan honderd jaar oud, die hebben al verschillende generaties mensen overleefd, en op een gegeven moment mij ook. Mijn plafondlampen zijn allemaal van rond 1908, voor en na mij schijnen ze gewoon door, alleen dan bij een ander, die even bewonderend omhoog kijkt als ik nu doe. Tenminste, dat is mijn idee. De man in de kringloopwinkel zegt, dat het oude eruit gaat. De jonkies gooien zo een boek weg. Wat nostalgie is, dat weten ze niet. Het is een generatie die digitaal denkt en doet, en verder geen besef heeft. Misschien heeft de generatie erna weer dat gevoel, maar dan is deze kringloopwinkel al opgedoekt. Hij zegt ook, dat je je over die dingen niet druk moet maken. Dan opent hij weer een doos van de inboedel. “Kijk”, zegt hij, “zie je die stenen? Misschien zit er een diamant tussen”. Het zou best kunnen, gezien alles. Dozen vol brokstukken van een leven, geleefd, verdwenen, vervlogen. Ik doe mijn best melancholiek te worden over de vergankelijkheid van het bestaan, maar dat lukt niet. Het was een machtig leven, en al is het nu slechts een inboedel, óóit was het geweldig. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 november 2014
Nermin Altintas, directeur Stichting Yasmin
‘Een huwelijk heeft alleen zin als partners gelijkwaardig zijn’
Haar doorzettingsvermogen en kracht om telkens voor zichzelf en voor andere vrouwen op te komen, vormen de pijler van haar bestaan. Als ervaringsdeskundige pur sang voert Nermin Altintas, directeur van de Stichting Yasmin, het Haagse participatiecentrum voor (migranten)vrouwen, onverminderd strijd voor gelijkwaardigheid en (financiële) onafhankelijkheid van vrouwen.
N
Door Vera de Jonckheere ermin Altintas werd 49 jaar geleden geboren in de Turkse hoofdstad Ankara. Op haar elfde werd zij in het kader van gezinshereniging door haar ouders – die al acht jaar in Hengelo woonden ‒ naar Nederland gehaald. Zij bracht haar middelbare schooltijd in Twente door en leerde tijdens een zomervakantie in Turkije op haar vijftiende haar aanstaande (nu ex-)man kennen. Terugkijkend benoemt zij wat ze als rebellerende puber destijds niet inzag. “De man op wie ik verliefd werd, was traditioneel ingesteld: heel anders dan mijn ouders en de sfeer waarin ik opgroeide. Ondanks hun bezwaren legden mijn ouders zich drie jaar later uiteindelijk neer bij mijn besluit om met hem te trouwen”. Op haar achttiende was zij getrouwd en op haar negentiende kreeg zij haar eerste zoon. Genoopt door de jaren tachtig- crisis verhuisde Altintas met zoon en man naar Den Haag waar zij een baan vond om in het levensonderhoud van haar gezin te kunnen voorzien. “Ik vond het ook toen al belangrijk om met beide benen in de samenleving te staan. Naast mijn parttime baan, vrijwilligerswerk en de volledige zorg voor gezin en huishouden had ik behoefte aan verdere scholing. Het werd een deeltijd hbo-opleiding sociaal-culturele vorming”. Emancipatie Ze zegt het luchtig, alsof er geen wereld van strijd achterligt voor de actieve en voortvarende vrouw die zij ook toen al was, in een periode dat de emancipatie van migrantenvrou-
wen zelfs in gedachten nog ver weg was. “Organisaties in migrantenkringen werden alleen maar door en voor mannen opgericht, zij konden ’s avonds en in de weekends vrijelijk bijeenkomen terwijl de vrouwen thuis bleven bij de kinderen”. Haar ex-man was erop tegen dat zij een studie ging volgen, omdat het gezin daaronder zou lijden. “Met alle doorzettingsvermogen en kracht die ik in mij had, zei ik, sorry hoor, ik doe het tóch. Het ‘mocht’ vervolgens van hem, mits ik onverminderd zorg bleef dragen voor alle zorgtaken thuis”. De communicatie raakte op een dieptepunt, zij werd bestraft voor haar wens om vooruit te komen, haar lasten werden niet verlicht maar verzwaard. “Helaas gebeurt dat nog steeds. Ik vrees dat er eigenlijk niet veel veranderd is: niet onder migranten, maar ik denk dat de emancipatie in vele Nederlandse gezinnen evenmin op niveau is”. Halverwege haar studie besloot zij er de brui aan te geven: niet aan haar studie – zij studeerde af ‒ maar aan de verbintenis met haar man. “Wat heb ik aan deze man als partner, dacht ik, als ik voor alles in mijn eentje moet
‘Veel te makkelijk om de oorzaak voor alles wat je niet bevalt buiten jezelf te zoeken’
opdraaien? En voor het inkomen én voor het huishouden én voor de zorg voor de kinderen? Een huwelijk heeft alleen zin als partners gelijkwaardig zijn en elkaar als zodanig appreciëren”. Haar jongste zoon was twee op het moment dat ze besloot alleen verder te gaan. Ze spreekt met trots over haar zoons van 23 en 29 die zij – dat wekt geen verwondering – van jongsaf aan zelfredzaamheid en zelfstandigheid heeft bijgebracht. En respect voor meisjes en vrouwen. “Mijn jongens staan altijd klaar voor hun partner, ook in alle zorgtaken”. Strijd Zo bewogen haar studie, haar loopbaan en haar leven zich tegen de stroom van haar eigen omgeving in. Zij heeft veel strijd moeten leveren om anderen te overtuigen, ook met vertegenwoordigers van de eigen sekse. “Ook uit die hoek werd aan mij getrokken, door de vrouwen als hoeders van traditionele waarden en normen. Zelfs in de ogen van mijn overigens zo liberale ouders beantwoordde ik niet aan het beeld dat zij zich gevormd hadden van ‘de ideale moeder’. Voor hen impliceerde dit dat kinderen niet in de opvang thuishoren en dat een moeder idealiter geen tijd besteedt aan dingen buiten het gezin”. De vele discussies leidden niet tot een breuk; met veel begrip voor de achtergrond van het standpunt van haar ouders wist Altintas de legitimiteit van haar eigen wensen en doelen duidelijk te maken. “Intussen hebben ze mijn levenshouding geaccepteerd. Trots? Dat zijn ze denk ik wel, maar in de Turkse cultuur is het credo ‘bescheidenheid siert een mens’ dominant, dus ze tonen het niet. Belangrijker is dat ze mijn keuzes respecteren en voor me
>Foto: Piet Gispen
klaar staan als ik hun steun nodig heb”. Yasmin Als alleenstaande moeder heeft zij hectische tijden gekend, ze maakt jonglerende bewegingen: het betekende met recht alle ballen in de lucht houden. “Het rennen en vliegen is sinds een jaar of tien in rustiger vaarwater terechtgekomen”. Na veertien jaar parttime gewerkt te hebben bij Stichting HOF, de Haagse vrijwilligersorganisatie, maakte zij in 2002 de overstap naar de Stichting Yasmin, het participatiecentrum voor (migranten)vrouwen aan de Haagse Brouwersgracht. Een plek voor vrouwen om zich te ontwikkelen en elkaar te ontmoeten. “Door mijn karakter, opleiding en eigen ervaringen ligt mijn hart nu eenmaal bij vrouwen en hun emancipatie- en ontplooiingsmogelijkheden. De in 1982 opgerichte stichting Yasmin zocht een nieuwe directeur, ik solliciteerde en werd aangenomen. Tot 2012 richtte Yasmin zich louter op Turkse en Marokkaanse vrouwen, maar intussen zijn we een participatiecentrum voor álle vrouwen; we hebben maar liefst 72 nationaliteiten onder ons dak”. Op rustige, maar uitgesproken, gedecideerde toon zet zij uiteen op welke wijze zij en haar team – vijf vaste krachten (3 fte), twee tijdelijke dienstverbanden, 50 vrijwilligers en
11
interview<
Vrijdag 14 november 2014 > Den Haag Centraal
‘Afhankelijkheid van de overheid leidt evengoed tot een inperking van het individu’
een actief bestuur van negen mensen – vooral kwetsbare vrouwen bijstaan en kracht geven om zichzelf te ontwikkelen en de arbeidsmarkt te betreden. “Het accent ligt op het streven naar financiële onafhankelijkheid. Zolang een vrouw afhankelijk is van het inkomen van haar partner is het minder eenvoudig om te ontsnappen aan een slecht huwelijk, soms zelfs inclusief geweld. Vrouwen willen we vervolgens niet laten vervallen in een nieuwe afhankelijkheid van sociale dienst en bijstandsuitkering. Afhankelijkheid van de overheid leidt evengoed tot een inperking van het individu”. Altintas weet als geen ander dat een inkomen de weg openlegt naar vrije keuzes in het eigen bestaan. Arbeidsmarkt Ze hamert op talent identificeren, kennis opdoen, jezelf ontwikkelen en verrijken, met de blik gericht op de arbeidsmarkt. “Wat is nodig voor die gewenste baan? Wij bieden vrouwen die nog niet in staat zijn te participeren in het arbeidsproces de mogelijkheid om allereerst uit hun huis te komen, om zich heen te kijken, naar andere vrouwen te luisteren en zich te ontwikkelen in de richting die hen ligt”. Niet alleen stuit zij bij de vrouwen door de veelheid aan nationaliteiten op de meest uiteenlopende culturen en omgangsvormen,
maar ook op zeer diverse niveaus van opleiding. Gemeenschappelijk hebben zij veelal een gebrek aan netwerk, rolmodellen uit eigen kringen en kennis van de Nederlandse taal. “We bieden alfabetiseringscursussen, verwijzen soms door naar Mondriaan, en ontwikkelden zelf de Training STERK – de titel spreekt voor zich. Vrouwen komen hier tot bijvoorbeeld kookcursussen om via elkaars keukens op natuurlijke wijze drempels te slechten en meer over de anderen te weten te komen. Met dank aan ons zeer actieve bestuur dat over een uitgebreid netwerk beschikt, kunnen ook hoogopgeleiden via bijscholingen hun talenten en buitenlandse opleidingen geschikt maken voor Nederland”. Een arts uit India lukte het wegens een andere diplomawaardering niet om hier haar vak uit te oefenen – ‘je reinste kapitaalvernietiging!’ – maar volgt dankzij interventie van bestuursvoorzitter en arts Hedwig Vos nu een artsenopleiding in Leiden. Yasmin spreekt alle samenwerkende partners aan op de talenten van ‘haar’ vrouwen, draagt zorg voor plaatsing en begeleiding in WijkLeerbedrijven, regelt stageplekken en verzorgt praktische arbeidsmarkttrainingen. “Onze vrijwilligers nemen hen mee naar vergaderingen, brengen ze in contact met werkgevers, geven aan hoe een curriculum vitae te schrij-
ven en via sociale media aan profiel en promotie te werken”. Hoofddoeken In de 29 jaar dat zij in Den Haag woont, heeft ze de Haagse samenleving ingrijpend zien veranderen. “In 1987 had ik als vrijwilliger in de Schilderswijk nog volop contact met geboren en getogen Nederlanders. Anno 2014 zie ik er alleen nog vrouwen met hoofddoeken en sluiers – lang niet altijd uit vrije wil ‒ en mannen met lange baarden en djellaba’s. Den Haag is met circa 50 procent de stad met de grootste migrantengroep”. Dit jaar wreekte zich de clustering toen conflicten van elders zich in het vreedzame Den Haag op straat leken te manifesteren. “De verspreiding kan beter. Door alle verschillende culturen in één wijk te herbergen zijn mensen geneigd zich te concentreren op de eigen cultuur, met een sterke onderlinge sociale controle of zelfs dwang. Ze zien overal alleen elkaar: op school, op straat, in winkels. Bestuiving blijft uit en segregatie wordt in de hand gewerkt”. Zij realiseert zich dat het gebrek aan spreiding een economische achtergrond heeft. “Zodra migranten meer te besteden hebben, zoeken ze wel degelijk andere wijken op. Die ontwikkeling heeft natuurlijk tijd nodig maar intussen kan het geen kwaad dat de gemeente beziet of en hoe zij dit kan faciliteren. Een dank-
bare overheidstaak om in de wijk mogelijkheden tot carrièreperspectief te bieden. Niet alleen maar constateren waarom het niet gebeurt of niet kan”. Zij heeft een concrete wens. Het volwassenenonderwijs focust te zeer op zorg, terwijl herintredende vrouwen van 35 jaar en ouder ook behoefte hebben aan beroepsopleidingen tot kapper, onderhouds- of techniekmedewerker. Opleidingen die nu niet voor hen openstaan. Wij Het is dagelijkse praktijk bij Yasmin om verschillen te overkoepelen en het zwart-witte wij-en-zij denken uit te bannen. “Er bestaan veel menselijke overeenkomsten, je raakt niets kwijt door te integreren. Wij en zij vormen een gezamenlijk Wij. De politiek zou ook meer mogen uitstralen dat het niet gaat om De Marokkaan of De Turk of De Vluchteling, maar dat we een eenheid, een saamhorigheid vormen. De verharde toon in samenleving en parlement doet mensen steeds meer teruggrijpen naar oude tradities”. Altintas schuwt waar nodig een stevige toon niet. “Wanneer vrouwen afgeven op Nederland of klagen dat ze zich hier ongelukkig voelen, zeg ik onomwonden dat ze op zoek moeten gaan naar een land waar ze wel gelukkig kunnen worden. Doe niet zo verwend, neem je eigen verantwoordelijkheid, steek de hand in
eigen boezem. Het is veel te makkelijk om de oorzaak voor alles wat je niet bevalt buiten jezelf te zoeken. De Nederlandse samenleving dient de weg te vinden naar één samenleving met minder tegenstellingen”. Zij houdt van Nederland, haar vaderland. Hiér levert zij haar bijdrage, niet in Turkije dat zij haar vakantieland noemt. Met de conferentie ‘Haagse kracht is vrouwenkracht’ op 13 november presenteert Yasmin zich aan Den Haag en viert zij de tweeënhalf jaar geleden ingezette transformatie tot participatiecentrum. Als voorbeeld van kracht in alle betekenissen van het woord treedt de Nederlands-Turkse cabaretier Funda Mühjde op. Gehandicapt na een auto-ongeluk, fietste zij in haar rolstoel ‒ met haar handen – van Nederland naar Turkije. “Funda Mühjde illustreert treffend dat tegenslag niet hoeft te leiden tot stilzitten. Ga door, zegt zij. Petra Stienen interviewt twee van onze vrijwilligers die via ondersteuning en begeleiding van Yasmin een baan hebben gevonden: de cirkel is daarmee rond”. De Yasmin-aanmoedigingsprijs ten bedrage van 1200 euro wordt uitgereikt aan een bijzondere vrouw als stimulans voor verdere stappen in haar leven richting werk of opleiding. “Hiermee zetten wij alle vrouwen in het zonnetje die krachtige stappen vooruitzetten naar zelfstandigheid en het leveren van een bijdrage aan de samenleving”. Zij is dankbaar wanneer een vrouw een eigen keuze heeft durven maken en de deur achter zich dicht heeft getrokken van het huis waarin zij dwang of geweld meemaakte. “Iedere inzet werpt zijn vruchten af. Door één mens te redden, red je er méér”.
12>actueel
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 november 2014
De koning van de onbescheidenheid dr. Erich Salomon uit Berlijn, de uitvinder van de ‘candid camera’ ”, vertelt Meerts, “hij was de eerste fotograaf die probeerde mensen onopgemerkt en dus levensecht te fotograferen. Hij ging daarvoor op bijeenkomsten met belangrijke mensen verdekt opgesteld achter een palm of een gordijn aan het werk, of hij gebruikte een glazenwassersladder om door een hooggelegen raam te kunnen kijken. Bij deze foto zat Salomon misschien op het balkon, of gebruikte hij een van de mechanieken die hij voor zijn werk zelf ontwierp. Hij had er veel succes mee, bijvoorbeeld door binnen te dringen in de huiskamer van onze toenmali-
Door Alexander Münninghoff
Deze sfeervolle foto dateert uit 1932 en is gemaakt in een suite van het hotel Beau-Rivage in Lausanne, Zwitserland. De heren, allen in smoking, hebben net gedineerd en de rokers onder hen zijn nu aan de sigaar gegaan; kenners ontwaren direct het embleem van de Cubaanse Romeo y Julieta op het deksel van de opengeslagen doos. De normaal erbij horende cognac is echter achterwege gebleven en dat is begrijpelijk, want het betreft hier geen afronding van zomaar een feestelijk banket. Het is de slotdag van een conferentie die alles bij elkaar ruim een maand heeft geduurd en waarop Engeland, Frankrijk, Duitsland, België en Italië hebben vergaderd over de eindafwikkeling van de oorlogsschuld die Duitsland na de Eerste Wereldoorlog bij de Vrede van Versailles opgelegd had gekregen. En waar we op deze foto getuige van zijn is het begin van de laatste, geheime, gespreksronde waarin men, op de kamer van de Britse premier Ramsey MacDonald die net zijn sigaar aansteekt en als voorzitter zal optreden, de laatste knelpunten moet gaan oplossen. Hier moeten, kortom, zaken van de hoogste importantie worden besproken ( de stapeltjes en bundeltjes papieren op tafel en in enkele handen suggereren dat ook) en dan is een helder hoofd, niet vertroebeld door sterke drank, een eerste vereiste. “Wat je hier ziet, is eigenlijk de essentie van onderhandelen: een juiste mix van formaliteit en informaliteit. Het gaat om belangrijke zaken, maar de onderhandelaars zijn gelijkwaardig, begrijpen elkaar goed, hebben een vergelijkbare sociale achtergrond, er heerst een sfeer van flexibiliteit”, zegt dr. Paul Meerts, als International Negotiation Analyst en Senior Research Associate verbonden aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael. Meerts, dezer dagen gepromoveerd op een proefschrift over internationale onderhandelingen, wijst op de Duitse rijkskanselier Von Papen (zittend vierde van links, met
Hij was de eerste fotograaf die probeerde mensen onopgemerkt en dus levensecht te fotograferen
>Foto: bpk / Erich Salomon
sigaar en omkijkend), die links naast hem de Franse premier Herriot, ook met sigaar, als buurman heeft: “Dat is toch heel opmerkelijk, terwijl er in de oorlog wederzijds miljoenen slachtoffers waren gevallen en de aanzet tot de machtsovername van Hitler al voelbaar in de lucht hing. Een paar maanden later namen de nazi’s het al over in Duitsland. Dus wat je hier ziet, kun je betitelen als de laatste stuiptrekking van de Wei-
marrepubliek. Waarvan niemand wilde dat deze zou ophouden te bestaan, maar op straat nam de politieke onrust toe en dus moesten ze, koste wat kost, tot een oplossing zien te komen. En dan helpt het wel als het allemaal nette, gelijkgestemde kerels zijn die daar bij elkaar zitten”. Candid camera Wat vooral opvalt, is de afwezigheid van enige pose in het gezelschap: al-
leen Duncan Sandys, de secretaris van de Britse ambassade in Berlijn, zittend onder de lampenkap schuin achter Herriot, lijkt met zijn glimlach in de gaten te hebben dat er wordt gefotografeerd. Dat zou je misschien ook van de man achter MacDonald en de man helemaal rechts zittend kunnen zeggen, maar hun blikken lijken toch meer te zweven en zijn in elk geval minder alert dan die van Sandys. “Dit is een foto van
ge premier Colijn of foto’s te maken van in slaap gesukkelde deelnemers aan een te lang uitgelopen conferentie. De Franse premier Briand noemde hem ‘le roi des indiscrets’, wat hij als een eretitel opvatte”. Salomon begreep als Jood dat hij na de machtsovername van Hitler in Duitsland niets meer te zoeken had en vestigde zich niet lang na deze foto in Den Haag, waar hij in de oorlog onderdook in de Schoutenstraat. Daar werd hij ontdekt door een ijverige Nederlandse ambtenaar die het was opgevallen dat er op dat adres verdacht veel water en elektriciteit werd gebruikt. Dr. Erich Salomon, de koning van de onbescheidenheid, kwam in 1944 in Auschwitz aan zijn einde.
Herinneringen aan kapittel van 1456
Wapenborden terug in Grote Kerk Door Jasper Gramsma
Na een restauratie van vijf jaar zijn de wapenschilden van de ridders uit de Orde van het Gulden Vlies weer thuis in de Grote Kerk. De 35 geschilderde panelen herinneren aan het kapittel dat de orde hier hield in 1456. Daarbij nam elke ridder plaats in de kerkbanken onder zijn eigen wapenbord. Lang bestond de mythe dat de originele panelen de kerkbrand van 1539 hadden doorstaan, vanwege de blakering op de achterkant. Maar onderzoek wijst uit dat schimmel daarvan de oorzaak is. Deze exemplaren blijken ‘remakes’ uit de zestiende eeuw. Niettemin vertegenwoordigen ze een grote historische waarde. Wereldwijd zijn namelijk slechts zeven van dergelijke collecties bewaard gebleven, waaronder die in Antwerpen en Barcelona.
Het wapenbord van Reinoud II van Brederode, één van de hoofdrolspelers in het conflict van 1456. Dit schild is niet in alle details correct. Zo horen de Brederodeleeuwen in de kwartieren I en IV rood te zijn in plaats van goudkleurig. >Afbeelding: PR
Aanleiding voor het hoge middeleeuwse bezoek aan Den Haag is een conflict tussen Filips de Goede, hertog van Bourgondië en stichter van de orde, en de Hollandse edelman Reinoud van Brederode, wiens broer kort ervoor is benoemd tot bisschop van Utrecht. Filips is het met die benoeming niet eens, omdat hij de functie aan zijn bastaardzoon David wil toebedelen. Daarop roept hij de belangrijkste ridders
uit zijn Bourgondische rijk bijeen voor het negende kapittel, in Den Haag: dichtbij Utrecht en vanuit het indrukwekkende grafelijke Binnenhof. Het machtsvertoon is groter dan ooit met versgebakken pauw, muzikanten en pronktafels vol kostbare spullen tot wel zes etages hoog. Pas op de elfde dag arriveert Van Brederode onder dwang en verklaart op zijn knieën dat hij David als nieuwe bisschop erkent. Het kapittel is ten einde en de wapenschilden blijven achter in de Grote Kerk als stille getuigen. Na de verwoestende brand, ruim tachtig jaar later, wordt een nieuwe serie borden vervaardigd in opdracht van de dan heersende keizer Karel V. Bastaard Door de eeuwen heen zijn de panelen meermalen onder handen genomen, waarbij niet altijd even zorgvuldig te werk is gegaan. Nu is met behulp van geavanceerde technieken achterhaald hoe de werken er oorspronkelijk hebben uitgezien. Ter ondersteuning van de restauratie is bovendien research gedaan naar de historische juistheid van de afgebeelde wapens en naar de geschiedenis van eerdere overschilderingen. “Heraldiek heeft een heel eigen idioom. De meeste kleuren en figuren in een wapen hebben betekenis”,
legt onderzoeker Marjolijn Kruip van de Radboud Universiteit uit. “Het wapen is een soort middeleeuws visitekaartje waarmee de edellieden lieten zien wie zij waren, van wie zij afstamden en zelfs wat hun ambities waren”. Als voorbeeld noemt ze de schuine streep door het schild van Jan van Luxemburg: “Om te beoordelen of die in het wapen hoort, moet je weten dat zo’n streep kan duiden op een bastaard. In dit geval klopt het”. Tijdens haar onderzoek stuitte ze ook op veel heraldische fouten: onjuist gebruikte kleuren, figuren en verkeerde opschriften. “Soms bleken decoratieve motieven met één kleur overschilderd, terwijl in andere gevallen een juiste correctie was aangebracht op het origineel. Dat maakte de restauratie complex”. Uiteindelijk is per schild een voorkeur bepaald voor de oorspronkelijke verflaag of de overschildering. Achter de wapenborden gaan tal van verhalen schuil over de tragiek, de macht en het politieke spel van de ridders. Daarom lanceerde de Grote Kerk de website www.1456.nl met onder meer een compleet overzicht van alle wapenborden en de ridders die de wapens voerden. Ook de geschiedenis van de exclusieve orde, die nog altijd bestaat, komt aan bod.
DHC wonen | eten | luxe | en meer....
Hogepriester van de kaviaar Door Alexander Münninghoff
A
lles komt tegenwoordig uit China en zelfs de kaviaar, het meest exquise hapje ter wereld, maakt daarop geen uitzondering meer. Nu de jacht op de steur in de Kaspische Zee, waar Rusland en Iran elkaar de kaviaarhegemonie betwisten, officieel is verboden en de autoriteiten er kennelijk in geslaagd zijn dit verbod ook daadwerkelijk te handhaven, zijn de liefhebbers van dit voedsel der goden aangewezen op kweekvijvers. Die zijn er ook wel langs de Kaspische kust, maar het Duizendeilandenmeer in China biedt toch de modernste faciliteiten en daarom is Hossein Akef, oprichter van het familiebedrijf Persian Caviar in Scheveningen, daar met een ploeg Iraniërs neergestreken. “De omstandigheden zijn daar ideaal, de habitat van de steur wordt er perfect nagebootst”, zegt Akef (31) terwijl hij langzaam en zorgvuldig een blik van ruim anderhalve kilo openwrikt, “en elk jaar sturen we één van de laatste authentieke zoutmeesters uit Iran daar naartoe om vier maanden lang het productieproces te begeleiden”. Even later legt hij met een parelmoeren lepeltje een kwakje grijze, licht lillende korreltjes op het heuveltje dat ontstaat als je duim en wijsvinger tegen elkaar aandrukt. Verwachtingsvol kijkt de kaviaarexpert ons aan. De smaak is hemels, en dat is nog maar zacht uitgedrukt. Zo’n 35 jaar geleden, Chomeini was net aan de macht en de sjah was verdreven, was ik een paar weken in Teheran. In het Intercontinental Hotel had ik een afspraak met één van de portiers die in het weekeind naar zijn dorp aan de Kaspische Zee ging en voor mij telkens net zo’n blauw blik, afgekit met een stuk fietsband, meebracht. Het werd nog listig om de bijbehorende wodka te krijgen want het nieuwe bewind was draconisch tegen sterke drank. Maar kaviaar met Coca Cola, dat ging natuurlijk niet. Uiteindelijk kregen we, onder de toonbank, van een joodse kruidenier spul dat hij zelf ‘rocket fuel’ noemde. Zelden zo’n culinaire
saamhorigheid met de collega’s beleefd als toen op mijn hotelkamer. Hossein Akef, als het om kaviaar gaat een hogepriester van de verfijning, schudt evenwel het hoofd: “Wodka doodt de smaak”, is zijn stellige mening, “champagne doet de kaviaar veel meer tot zijn recht komen”. En hij voegt de daad bij het woord. Het blijkt inderdaad te kunnen, samen. Vuistregel De steur, die sinds kort dus met rust wordt gelaten, heeft drie verschijningsvormen. De meest geduchte is de Beloega, zo’n vier meter lang en soms wel duizend kilo zwaar. De Osetrina mag er met haar twee meter en tweehonderd kilo ook zijn. De kleinste steur is de Sevroega, iets meer dan een meter en doorgaans 25 kilo zwaar. Deze laatste komt het meest voor. Vuistregel is, dat iets meer dan tien procent van het lichaamsgewicht van de steur uit kaviaar bestaat. Een steur geeft miljoenen eitjes af en daarvan komen er maar één of twee uit, dus echt bezwaard hoeven de kaviaarliefhebbers zich niet te voelen. Met de appreciatie van kaviaar is het een tijdlang vreemd gesteld geweest. Rond de Eerste Wereldoorlog betaalde je in Parijs nog geen halve franc voor een portie. Mijn grootmoeder, die in die tijd in de kaviaarhoofdstad Astrachan woonde, vertelde over de grote tonnen met kaviaar op de markt, waar zij als leuke jonge vrouw gratis een volle lepel van kreeg toegediend als ze dat wilde. Daar is inmiddels helaas de klad in gekomen; kaviaar is duur en soms peperduur. Al valt het bij Hossein Akef wel mee: daar krijg je een blikje van tien gram, onder de speelse naam ‘Tjoepy’, voor vijftien euro mee. Precies genoeg om met je geliefde twee blini’s mee te besmeren en met een glas wodka of champagne in mooie harmonie te nuttigen. Dat we dan met een Chinees product te maken hebben zal ons verder worst wezen. Persian Caviar, Gevers Deynootweg 57 e.
[email protected].
Haags OBJECT | Sport is de specialiteit van het technisch ontwerpbureau DIDID.eu. Voor het Nederlands Olympisch basketbalteam ontwikkelde het Haagse bedrijf in 2012 zelfs de officiële sportrolstoel, dus voor een skateboard als dit draaien de ontwerpers hun hand niet om. Dit ‘City Survival longboard’ is het ideale nieuwe vervoermiddel in en rondom de stad: snel, licht en wendbaar. Dankzij de vorm is het doen van trucs en het nemen van stoepranden een eitje. Prijs: € 249,00. Voor meer informatie: www.didid.eu
Vrijdag 14 november 2014 Den Haag Centraal
13
Column: medisch
Trots op zorg
Na de uitzending over het Haagse verpleeghuis waar de moeder van staatssecretaris van Rijn verblijft, staan de kranten vol van hoe slecht het wel met de zorg gesteld is. Bewoners worden aan hun lot overgelaten, er is te weinig personeel, inspectie zou onaangekondigd plaats moeten vinden en nog vele andere opmerkingen worden gemaakt. De laatste jaren zien wij huisartsen ook dat de zorg anders geworden is. Ik denk dat dat nog de beste beschrijving is. Alles moet vastgelegd worden in protocollen en alle tijd is afgemeten. Voor een wasbeurt staat een kwartier. Als ook de steunkousen aangetrokken moeten worden, krijg je er 5 minuten erbij. Eventueel een ontbijt klaar zetten moet ook in 5 minuten. Kortom binnen een half uur moet alles afgehandeld zijn. Wie ouders op leeftijd heeft, weet dat het niet zo snel gaat. Jas aantrekken, in en uit de auto stappen, het vraagt geduld. De administratieve rompslomp maakt dat het menselijke contact te weinig aandacht kan krijgen. Blij verrast was ik dan ook de afgelopen weken met een paar verzorgenden, die alle regels aan hun laars lapten en deden wat ze moesten doen, namelijk luisteren naar wat de klant wilde en daar naar handelen. Eén was betrokken bij de laatste levensfase van een mevrouw uit mijn praktijk. Als ze dienst had, lette ze niet teveel op de klok. Ze sprak en begeleidde ook de partner van deze mevrouw. Kortom de klant stond centraal. Van de week had ik overleg met de kinderen van een andere mevrouw en een verzorgende om afspraken te maken aangaande het reilen en zeilen van het dagelijkse leven voor deze mevrouw. Het was een verademing om te zien hoeveel tijd ze nam en hoeveel energie ze uitstraalde om voor deze mevrouw te zorgen. Petje af, want het valt niet altijd mee om sommige mensen in een goede conditie te houden. Maar het meest was ik nog wel onder de indruk van een verzorgende in mijn dienst van afgelopen vrijdagavond. Ze had gebeld voor een man van Turkse afkomst in verband met problemen aan zijn been. ’s Morgens had ze al contact gehad met de eigen huisarts van deze man, maar die had die dag verder niets van zich laten horen, helaas. Ze vertelde een duidelijk verhaal, maakte zich zorgen en vroeg advies over hoe verder. Na het onderzoek leek het ons beter dat hij naar het ziekenhuis ging voor behandeling. Er bleek geen vervoer voor deze man te regelen op korte termijn, dus bood ze aan om hem zelf naar het ziekenhuis te brengen. Zo kan het dus ook, maar dan moet je bereid zijn om jezelf uit schakelen en zo nu en dan je eigen tijd erin te steken. De toekomst van de zorg is moeilijk. Hoe meer er gedigitaliseerd en hoe meer er vastgelegd moet worden en hoe meer er gewerkt moet worden volgens protocollen, des te minder tijd zal er over blijven voor de persoonlijke zorg in alle facetten van het woord. De mensen op de werkvloer willen graag goed werk afleveren, maar worden belemmerd door klok en computer! Emilie Bolsius Huisarts
14
Den Haag Centraal Vrijdag 14 november 2014
Muuto put voor nieuwe producten uit oude ontwerptradities. Foto: Mgr Madhatter
Wonen.
S
candinavische meubels hebben definitief hun weg gevonden naar de Haagse huiskamer. Dat weet ook Edwin Pelser, eigenaar van de gelijknamige woonwinkel in de Piet Heinstraat. Afgelopen weekend opende hij pal naast zijn bestaande zaak een tijdelijke ‘brandstore’ van het Deense designmerk Muuto. En daarmee heeft de Hofstad de Nederlandse primeur. Al enige tijd liep Pelser rond met het idee om een aparte winkelruimte in te richten voor de producten van Muuto toen het pand van de buren vrijkwam. Hij twijfelde geen moment en toverde het voormalige bedrijf in motoronderdelen binnen een paar dagen om tot een stijlvolle showroom vol meubels, verlichting en woonaccessoires van het Deense label. “Eigenlijk wilde ik in de aanbouw van mijn eigen
Pop-upwinkel vo Deens design Door Jasper Gramsma
winkel een mooie presentatie maken, maar die ruimte bleek te klein”, vertelt hij. “In overleg met Muuto besloot ik daarom deze pilot te doen. Ik vind het heel tof dat ze mij die verantwoordelijkheid willen geven”. De tijdelijke winkel is de eerste in Nederland die alleen dit merk voert, een experiment dus. “Muuto is hier nog niet zo bekend als bijvoorbeeld Hay, maar het label wordt wel steeds populairder. In Denemarken is het heel groot, alleen Kopenhagen telt al twintig verkooppunten”, aldus Pelser.
‘
merk bouwt voort op bekende vormen uit de Scandinavische ontwerptraditie, maar past die net even anders toe om er nieuwe producten van te maken. Daardoor is Muuto niet alleen hip, maar ook duurzaam. De ontwerpen behouden namelijk voor langere tijd hun waarde”. Om een voorbeeld te geven, wijst hij naar de hanglamp in de etalage (‘Unfold‘, € 139,00) en zegt: “Kijk naar de vorm, die heeft zich ruimschoots bewezen. Toch is deze lamp van rubber en niet van metaal, zoals je eigenlijk zou verwachten”. En over de koffiemaker op tafel (‘Push’, € 99,00): “Zo’n ding bestaat al heel lang, maar is door de espressomachine in de vergetelheid geraakt. Koffie drinken gaat over gezelligheid, dus waarom zetten we de koffiemaker niet weer op tafel? Ook met dit ontwerp gaat Muuto terug naar de basis”. Hoewel achter het merk
In de vormgeving van elk product zie je de essentie terug van het gebruik’
Essentie Het assortiment van het Deense designhuis sluit volgens hem perfect aan op dat uit zijn bestaande winkel. “Ik vind het verhaal achter het ontwerp altijd heel belangrijk”, legt hij uit. “Muuto betekent in het Fins ‘nieuw perspectief’ en dat is precies wat je ziet. Het
Eten.
Stadsgroen.
Hoog Ibizagehalte bij Ciao! Ciao! Het is misschien wel de mooiste horecalocatie van Den Haag, Tournooiveld nummer 1. Deze week opende hier Italiaans restaurant Ciao! Ciao! Geen knusse huiskamer-Italiaan, maar een luxueuze zaak vol allure, kreeft, wijnkluisjes en een hoog Ibizagehalte. Door Daphne Browne
Wijnwalhalla Taste, pronkstuk van wijnimporteur Bert de Boer, vestigde zich in 2008 op deze toplocatie tegenover de Hofvijver. In deze hippe wijnbar konden gasten genieten van een enorm aanbod aan topwijnen uit alle windstreken. De afgelopen jaren nam de klandizie aanzienlijk af, het werd tijd voor verandering. Een paar kilometer verderop, in het Zeeheldenkwartier, had het succesvolle Italiaans restaurant Ciao! Ciao! ook een probleem, het barstte uit zijn voegen. ‘De zaak ging als een raket’, aldus eigenaar Gino Puister. Gino en Bert bespraken samen met horeca-ondernemer John Prins (eigenaar van onder meer Luden aan het Plein, Uno aan de Grote Markt en Bernard in Voorburg) hun sores in de skybox van Bert bij ADO, waar ze al snel dé oplossing vonden. “Je moet jezelf kunnen blijven vernieuwen, vooral als het minder gaat. Taste moest veranderen, Ciao! Ciao! had meer ruimte nodig, de stap naar een samenwerking werd snel gemaakt”, aldus Prins. Samen met Tonino Marfella, de Napolitaanse chef van Ciao! Ciao!, startten de vier heren een nieuwe zaak in het pand van Taste. Ciao! Ciao! zou in de stad herboren worden.
ol tientallen jonge en gevestigde designers schuilgaan, heeft het merk één duidelijk handschrift: simpel strak en sober. Pelser: “Bij Scandinavisch design draait alles om eenvoud. In de vormgeving van elk product zie je de essentie terug van het gebruik doordat de vorm de functie volgt. Niets wordt verborgen. Een lamp hoeft in feite niet meer te zijn dan een afgewerkte fitting aan een mooi snoer”.
Antinori En het nieuwe Ciao! Ciao! is niet zomaar een Italiaans restaurant. De luxe sfeer van de wijnbar hangt er nog steeds, het principe van de wijnkluizen zal zelfs blijven, alleen tegen een lager instapbedrag dan voorheen. Particulieren en bedrijven kunnen tegen een bepaald bedrag een kluisje huren waarin zij hun eigen flessen wijn kunnen laten opslaan. Deze luxe is ook in het interieur van de zaak terug te zien. Mede-eigenaar Prins, die op Ibiza woont, liet zich inspireren door dit eiland en bracht diverse stijlen mee naar zijn nieuwe zaak. We zien moderne leren stoelen en banken, subtiele verlichting tegen een robuuste achtergrond, aangekleed met Italiaanse prenten en vanzelfsprekend de bekende Magnum flessen wijn. Het nieuwe Ciao! Ciao! zal net zoals haar vorige bewoner een rijk aanbod aan wijnen schenken, geen 200 soorten verschillende wijnen meer, maar Italiaanse exemplaren uit het assortiment van Taste zullen zo goed als behouden blijven. Ook blijft het restaurant alle wijnen van het befaamde wijnhuis Antinori schenken. Qua menu kunnen we rekenen op typisch Italiaanse gerechten waarbij alleen ingrediënten van de beste kwaliteit gebruikt zullen worden. En er is een vitrine vol verse vis, kreeft en andere schaal- en schelpdieren. Ciao! Ciao! op het Tournooiveld zal een Italiaan met allure worden. Voor Prins voelt het ongeveer alsof hij Monopoli speelt en naast alle stations en de Nutsbedrijven nu ook de Kalverstraat te pakken heeft. “Ik was in eerste instantie niet van plan om nog een restaurant te openen. Ik heb al zaken aan de twee mooiste pleinen van Den Haag en een prachtige ‘winkel’ in Voorburg, maar een zaak op een plek als deze kon ik gewoon niet voorbij laten gaan, het was echt de locatie die me overgehaald heeft”. Ciao! Ciao! Tournooiveld 1, Den Haag. www.restaurantciaociao.nl
De pop-upwinkel blijft in elk geval open tot 15 april, daarna ziet Pelser weer verder: “Of we gaan door, of we combineren het merk met andere, of we stoppen ermee. Alles ligt nog open. Ik ben vooral nieuwsgierig hoe de winkel zich het komende halfjaar ontwikkelt. Soms zie je dat brandstores na een tijdje opdrogen omdat je toch wat beperkter bent in je collectie. Anderzijds kan het tijdelijke karakter de winkel juist een extra boost geven”. Deze openingsweek kan in elk geval niet meer stuk, want de eerste bank is inmiddels verkocht. Muuto Brandstore bij Edwin Pelser, Piet Heinstraat 125. Open: dinsdag tot en met vrijdag 11.00 – 18.00 uur, zaterdag 11.00 – 17.00 uur. Voor meer informatie: www.edwinpelser.nl en www.muuto.com.
Foto: DHC/Liza Letsch
Stichting Bomenridders, al sinds 1997 op de bres voor bomen die onnodig het veld moeten ruimen.
Kappen nou in 2014
Een aantal malen per jaar gaat het op deze plek in uw krant over het kappen van bomen. Bij bomenkap geldt dat het ene verhaal nog schrijnender is dan het andere, het ene geval nog verdrietiger dan het andere. Zo lijkt de jarenlange strijd tegen de kap van 196 bomen op de Laan van Meerdervoort nu dan toch verloren. Vers in ons geheugen ligt nog de kap van 198 bomen rond een ziekenhuisterrein, de teloorgang van zes omgezaagde monumentale kastanjes op de Lange Vijverberg, het einde van de twaalf prachtige platanen bij de nieuwe Hoge Raad en, iets recenter, het loodje leggen van vele bomen op de Binckhorst in verband met de aanleg van de Rotterdamsebaan. Daar is nu een aanvraag tot kap van 93 bomen op Sorghvliet bij gekomen. De bomen staan in de weg bij de voorgenomen restauratiewerkzaamheden aan de monumentale muur, een aantal bruggen en het viaductje. Op Sorghvliet notabene, de buitenplaats die Cats met een visie op de toekomst bouwde. Een kortetermijndenker kun je de man waarachtig niet noemen; alvorens het huis te verbouwen besteedde hij maar liefst tien jaar aan de tuin om de duingrond vruchtbaar te krijgen. In
zijn verhalen ‘Ouderdom, Buytenleven en Hofgedachten’ vertelt hij met trots over de ontginning, het omploegen, de aanleg van de aarden wallen en over de Haagse Beek, die anno 2014 nog steeds over het terrein stroomt. Naast een boomgaard met ‘edel fruyt en boomen’ van allerhande slag weten we dat hij ook een heuvel met een pyramide had aangelegd om over de tuin uit te kunnen kijken. Daar groeiden de zeldzaamste bomen, planten, bollen en kruiden; Cats was immers curator van de Leidse Universiteit en kon via de hortulanus aan bijzonder plantmateriaal komen. Den Haag ging lange tijd prat op zijn groene omgeving, tot eerder dit jaar bekend werd dat de stad op een ranglijst van 31 steden op de 27ste plek staat als het gaat om het aantal vierkante meters groen per woning. Ja, we hechten heus veel waarde aan onze bomen. Tot ze in de weg staan... want dan worden het lastposten. We kappen relatief makkelijk. Of het nu broedseizoen is of niet, of er een kapvergunning is of niet. Overigens, bomen kunnen in bestemmingplannen desgewenst worden aangemerkt als ‘waardevol’, waardoor ze beter zijn beschermd zijn tegen allerlei ruimtelijke ordeningsactiviteiten. Wat we op dit moment doen, ook op Sorghvliet, is wachten tot de kapvergunning is verleend en dan pas praten. Dat is niet de juiste volgorde. Daar moet een stokje voor te steken te zijn. Wendy Hendriksen
Vrijdag 14 november 2014 Den Haag Centraal
15
UW PA R T N E R IN VA S T G O E D BEHEER
Staate Beheer B.V. verzorgt het vastgoedbeheer van een paar duizend woningen in en rondom Den Haag. Wij nemen de vastgoedbelegger en particulier een zorg uit handen door professioneel en efficiënt uw panden te beheren. Wij bieden diverse vormen van beheer aan, denk hierbij aan bijvoorbeeld het verzorgen van alle correspondentie, check in en out rapporten, jaarlijkse huurverhoging, incasso van de huur, administratie en de coördinatie van het onderhoud. Wij nodigen u vrijblijvend uit voor een gesprek.
Voor onze uitbreiding zoeken wij naar enthousiaste en vlotte mensen met relevante opleiding en/of werkervaring!
Staate Beheer B.V. is graag uw partner in dit complete traject!
U kunt ons bereiken op 070 - 304 2030 of
[email protected]
dhc_staatebeheer 1-1 v4.indd 1
12-11-14 13:42
Koken met ...
Niven
Adres Treilerdwarsstraat 2 Telefoon 070 3225881 Geopend Dinsdag tot en met zondag van 12.00 uur tot 21.00 uur Info www.weduwevdtoorn.nl
Dit recept, voor vier personen, heeft het formaat van een tussengerecht. Aan u om te bepalen of u dit als voor- of hoofdgerecht op tafel zet. De maat van de gerechten is dezelfde als in mijn restaurant. Ik vind kleine porties zelf lekkerder. Alle recepten komen uit NIVEN 80/20, het nieuwe kookboek van Niven Kunz, www.niven8020.com
V
arkenswang is op zijn best als je het vlees de hele dag op lage temperatuur gaart. Ik ben er gek op, vooral omdat je al aan een klein stukje genoeg hebt. Voeg wat bier toe aan de jus voor een lekker bittertje.
Voorgerechten vanaf: € 4,50 Hoofdgerechten vanaf: € 12,50 Nagerechten vanaf: € 4,95 Pin
7 + nostalgische inrichting -temperatuur wijn -kookvocht
Weduwe van der Toorn
Ingrediënten 4 pastinaken, geschild 4 peterseliewortelen, geschild 4 aardperen, geschild 4 grotchampignons, schoongemaakt, in vieren gesneden 1 grote aardappel, geschild 2 tenen knoflook, gekneusd 2 sjalotten, grof gesneden 4 takjes tijm 2 laurierblaadjes 4 varkenswangen (ik gebruik Baambrugs big) 500 ml melk 90 gr boter 2 flesjes bruin bier 2 l kippenbouillon zonnebloemolie olijfolie bloem zout en peper, naar smaak
Nodig mandoline steekring bolzeef blender
Bereiding Varkenswang Bestrooi de wangen met bloem, zout en peper. Bak ze rondom goudbruin in zonnebloemolie. Gaar de wangen op heel laag vuur in 6 uur in de kippenbouillon met bier, knoflook, sjalot, laurier en tijm. Zorg ervoor dat het niet gaat koken. Neem de wangen uit de jus en hou apart. Zeef de jus en kook in tot de helft. Pastinaakcrème Kook 2 pastinaken gaar in 500 milliliter melk. Giet af en bewaar het kookvocht. Doe de gare pastinaak met 30 gram boter in de blender. Voeg als je wilt wat kookvocht toe om de crème goed glad te krijgen. Breng op smaak met zout en peper. Aardappelkaantjes Schaaf op de mandoline dunne plakjes aardappel. Snij ze in heel fijne reepjes en daarna in heel fijne brunoise. Spoel af onder koud water om overtollig zetmeel te verliezen. Droog tussen keukenpapier en bak krokant in zonnebloemolie. Groenten Schaaf op de mandoline dunne plakjes van de aardpeer en steek ze uit. Maak aan met wat olijfolie. Schaaf dikke plakken van de peterseliewortel en steek uit. Snij de 2 overige pastinaken in mooie, gelijke stukjes. Stoof de pastinaak en peterseliewortel gaar in boter, water en zout en peper naar smaak. Bak de grotchampignons in zonnebloemolie. Presentatie Verwarm de varkenswangen even in een pan en blus af met de ingekookte jus. Wentel ze hier doorheen zodat de wangen rondom geglaceerd zijn met de jus. Schep een lepel van de pastinaakcrème in het midden van het bord. Plaats hierop de geglaceerde varkenswang. Plaats de verschillende groenten tegen de varkenswang en bestrooi met de aardappelkaantjes. Wijntip Stevig ‘boers’ rood als rioja of kruidig sappig rood uit Piemonte, zoals een barbera of nebbiolo. Uitpakken? Langhe Nebbiolo Perbacco, van Vietti. Ter promotie van zijn boek is Niven op Kooktour. Op 20 november geeft hij een 80/20 masterclass in Restaurant Niven in Rijswijk en op 8 december is hij in De Kookfabriek, Den Haag. Voor beide data zijn nog kaarten. Meer info vind je op www.niven8020.com
Eetrubriek
Winterse groenten en varkenswang
Visrestaurant
J
e zal toch maar je hele leven geen vis meer mogen eten. Ik zou er niet aan moeten denken. Liever nog het vlees aan de kant dan een stevig gebakken kabeljauw moeten missen of een smeuïge garnalenkroket. Als mijn eetpartner voorstelt om Weduwe van der Toorn te bezoeken, stem ik dan ook meteen in. Het havenrestaurant dat voor 95% vis op de kaart heeft staan, dankt zijn naam aan mevrouw Leuntje van der Toorn-Hoogeraad. Haar zoon Dirk moet veel van zijn moeder hebben gehouden, want het in 1963 geopende visrestaurant is naar haar vernoemd. Inmiddels is hier geen Van der Toorn meer te bekennen, maar de nautische nostalgie van weleer hangt er nog steeds, met aan elke muur een zeegezicht, een dreigende witte kop van Poseidon en een grote foto van een nors kijkende visser. De hangende olielampjes zorgen gelukkig voor ‘verlichting’. Nog net genoeg om onze soepjes te kunnen bestuderen. “Wat zit er veel ui in mijn soep”, reageert de overkant. Het is vegetarische dagsoep (€ 4,50) van vandaag. Als ik een hapje proef uit de grote cappuccinokop, moet ook ik concluderen: het is meer ui dan vocht. Overigens wel vers en smaakvol. Evenals mijn sterk getrokken vissoep (€ 5,50). Gebonden, met hier en daar een verdwaald stukje vis. De crouton met rouille die vermeld staat, is ienieminie. Hap slik weg. De wijnkaart is ook klein: vier witte huiswijnen, één rosé en één rode. De koeling is niet al te best, zo verzucht onze gastdame als ze de glazen brengt. Te koud afgesteld. Er wordt nog over nagedacht, verzekert ze ons. En ja, de pinot grigio (€ 3,75) en de sauvignon (€ 3,75) zijn ietsjes te koud, maar ik heb erger meegemaakt. Helaas zijn de dranken niet erg interessant, type slobber. We moeten het hebben van de spijzen. De dagvangst, een gebakken kabeljauwfilet (€ 21,50), is groot en mals. Vannacht nog gevangen, is ons medegedeeld. De mossels en venusschelpen combineren lekker met de kabeljauw en er ligt een hele stapel verse groenten onder de vis: wortelreepjes, bloemkool, broccoli, sperziebonen. Jammer alleen dat de keuken niet even het kookvocht heeft weggegooid. Nu ligt er een laag water in mijn bord. Gelukkig blijven de groentjes knapperig, maar toch, ik heb al soep op. De drie scharretjes (€ 13,50) aan de overkant zien er bruin gebakken uit. Wel iets te droog. De bediening die aan mij vroeg of ik frites, rosevalaardappeltjes of een gepofte aardappel wilde, heeft de bestelling omgedraaid. Mijn gepofte aardappel ligt op het andere bord, ik krijg de frites. Nou ja, we delen de boel. Jammer van de mayonaise uit een potje. Dan de desserts. Een mooie crème brûlée (€ 4,95), een zijdezachte crèmelaag met daarop een krokant gekaramelliseerd korstje. Perfect uitgevoerd. De cheesecake (€ 6,50) is robuust, met een compacte vulling van creamcheese en een bodem van bastognekoek. Tussen de ‘cheese’ en de bodem in een laagje sinaasappeljam. We sluiten af met een kop koffie (€ 2,50) en een cappuccino (€ 2,75). Samen met een fles Sourcy (€ 5,95) komt de rekening op € 75,15. Een schappelijk bedrag. Maar het kan beter met de visbereidingen. Daarvoor zullen tenslotte, net als wij, de meeste gasten hier aanschuiven.
Annerieke Simeone
Vrijdag 14 november 2014 Den Haag Centraal
17
18>SPORT
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 november 2014
Chris
Belchinees, poepchinees of profchinees Ooit verkochten mijn drie partners en ik ons Amsterdamse reclamebureau. Een grote internationale keten wilde ons inlijven en wij stonden daar niet onwelwillend tegenover. Er werd gesproken en geluisterd, er werd geknikt en gefronst. Er kwamen ordners op tafel en accountants over de vloer. Het rook van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat naar koffie, tabak en transpiratie. Uiteindelijk kwamen we tot elkaar en werd de zaak beklonken op het chique kantoor van een advocatencollectief bij het Vondelpark. Tussen het eerste informatieve contactje en de Moët & Chandon zaten ruim vijf maanden. Er was in die periode geen enkele dag waarop er niet iets gebeurde wat met de deal van doen had. Gesprekken met medewerkers. Omzetprognoses voor de komende vijf jaren. Aan bestaande klanten vragen of ze ook na de overname klant zouden blijven. Dreigteksten richting ons dat, als er nog lijken uit de kast zouden vallen, we daar privé voor moesten opdraaien. Zelfs onze huwelijkspartners moesten handtekeningen zetten. Waarom dit kijkje in mijn privékeuken? Om Mark van der Kallen, Maarten Fontein, u en al die andere ongeduldigen gerust te stellen. De deal die ADO Den Haag gaat sluiten met ‘de Chinees’ gaat gewoon door. Maar het duurt zo lang, hoor ik u denken. Klopt, en het zal nog wel langer duren. Waar ik met mijn kleine tokootje gewoon zonder autoriteiten kon handelen maar toch een klein halfjaar kwijt was aan boekenonderzoek en ander noodzakelijk geneuzel, daar gaat zoiets tussen een West-Europees en een Aziatisch bedrijf minimaal het dubbele van de tijd kosten, vooral omdat ook de politiek zich ermee bemoeit. En u weet dat de politiek en haar ambtenaren van alles hebben. Behalve haast. Maakt u zich dus geen zorgen, ADO gaat straks weer een grote club worden dankzij de Chinees. Belchinees of poepchinees, vroeg een Haagse humorist – hij moest er zelf het hardst om lachen – zich afgelopen week op de radio af. Integendeel, we hebben het over een profchinees. Meneer Wang, die we slechts kennen uit de media, komt uit een land met de grootste economie ter wereld, 1,4 miljard inwoners en trots als grootste goed. Denkt u dat hij zich ooit nog in eigen land zal kunnen vertonen als de deal niet doorgaat? Chris Willemsen
Aan tafel de wereldkampioenen Belladonna en Garozzo; staand links Hans Vergoed en Hans Kreijns (1985). >Foto: AD
Hans Vergoed, bridgekampioen met röntgenogen
B
Door Theo Bollerman
ridge is de levendigste denksport die er is. In een kaartspel zitten 52 kaarten, verdeeld over vier handen. Een aas is de hoogste kaart en zo verder tot de twee. Schoppen en harten zijn de dure kleuren, ruiten en klaveren de goedkope. Sans atout speel je zonder troefkleur. Een bridgepaar moet door middel van het doen van biedingen weten te achterhalen hoeveel slagen ze samen kunnen behalen. Tijdens dat uitvissen kan veel misgaan, ook omdat er vaak verschillende interpretaties mogelijk zijn. Bieden lijkt dan ook erg op het dagelijkse communicatieproces, waarbij het de kunst is zo dicht mogelijk langs elkaar heen te praten. Echtparen kunnen daarom maar beter niet te lang samenspelen. Om goed te kunnen bridgen heb je hebt een grote kennis van de spelregels en de biedsystemen nodig. Je moet bovendien beschikken over een ijzersterk geheugen, gekoppeld aan een groot psychologisch inlevingsvermogen. Ten slotte moet je tijdens het afspelen als het ware dwars door de kaarten van de tegenpartij kunnen kijken en kunnen inschatten waar de ontbrekende hoge kaarten verborgen zitten. Die kun je dan trachten eruit te snijden. Hagenaar Hans Vergoed (1948) beschikte over die röntgenogen met bijbehorende vaardigheden. Met verschillende teams werd hij zevenmaal kampioen van Nederland en met oud-wereldkampioen Hans Kreijns behaalde hij de bronzen medaille op de Bridge Olympiade in 1980 in Valkenburg. Vergoed haalt herinneringen op aan de tijd dat Haagse bridgeclubs de dienst uitmaakten in Nederland. Dé bridgestad Boven de Cineac bevond zich een bridgesociëteit, waar de bridgeclub Het Buitenhof al voor de Tweede Wereldoorlog zijn clubavonden hield. Den Haag kende toen vele clubs en was bridgestad nummer één. Een vooroorlogse journalist schreef zelfs, dat men zich in andere steden zou generen om de grote hoeveelheden mensen die op elk uur van de dag aan het bridgen waren. In elke wijk waren bridge-homes en -clubs te vinden, van het Cornerhouse aan de Reinkenstraat tot Huize Voorhout op het Lange Voorhout. Maar de beste Haagse spelers bleven ook na de oorlog dagelijks bij elkaar komen bij bridgesociëteit Broche. Ze speelden dan op het scherpst van de snede om veel geld. Dat krikte het niveau zodanig op, dat Het Buitenhof in de jaren zestig wel drie teams naar de hoogste klasse, de meesterklasse, placht af te afvaardigen. In 1950 was die club voor de eerste maal kampioen van Nederland geworden met grote spelers als Piet Boender en Henk Helleman. In de jaren zestig was Het Buitenhof dus verreweg de sterkste club met nog eens zes landstitels. Het was logisch dat Hans Vergoed ook als lid werd ingeschreven, toen hij als jonge student furore begon te maken. Hij had op dat moment al bij verschillende Haagse clubs gespeeld.
Bridge was in het midden van de jaren zestig een sport voor voornamelijk 50-plussers. Jongeren speelden het spel nauwelijks. Enthousiast gemaakt door zijn ouders meldde de gymnasiast Vergoed zich aan bij de bridgeclub Het Belgisch Park met zijn even jonge partner Pierre van Weezenbeek. Die club speelde in Hotel Duinwijck aan de Van Alkemadelaan. Al snel werd hij gevraagd voor het Nederlands jeugdteam. “Ons niveau stelde niet veel voor”, vertelt Vergoed. “Als je kleur wist te bekennen, kwam je al snel bovendrijven”. De eerste jeugdinterland was dan ook een leerzaam fiasco. Wat later werd hij gevraagd om voor bridgeclub HOC eerste divisie te komen spelen. Het duurde niet lang of zijn talent werd vervolgens gespot door leden van Het Buitenhof. Daar leerde Vergoed analyseren. Tot vier uur ’s nachts zat men aan de bar over de spelletjes na te praten. Zijn kennis van het spel nam zienderogen toe. Fanatisme Bij Het Buitenhof mocht hij al snel invallen in het hoogste team. Het was een gebeurtenis die hem eeuwig zal heugen. Zijn partner was Bobby Blitzblum, een man die van bridgen bijna zijn beroep had gemaakt. “Ik was net met het echte wedstrijdbridge begonnen. Hij schold me de huid vol. Alles ging fout volgens hem. Toen heb ik voor het eerst meegemaakt, hoe je al je zelfvertrouwen kunt verliezen. Merkwaardigerwijs vroeg hij me niet veel later om nog eens met hem te spelen. Blijkbaar had ik toch ook een paar dingen goed gedaan”. Vergoed voegt er fijntjes aan toe, dat het er later andersom aan toe ging. Toen was hij degene die harde noten moest kraken met Blitzblum. Want fanatisme was ook hem niet vreemd. Daar moesten partners wel tegen kunnen. Wat later stapte Vergoed over naar de concurrent van Het Buitenhof, Studiecentrum. Beide clubs speelden op de Haagse Bridgesociëteit aan het Noordeinde. Studiecentrum had voor het eerste team spelers nodig en een transfer was snel gemaakt. Daar speelde hij samen met Jos Jacobs, Eddy Roosnek, Hans Kreijns en Anton Maas. “Maas had hetzelfde ontvlambare karakter als ik. Eens kwam hij naar mijn mening verkeerd uit en blijkbaar was dat van mijn gezicht af te lezen. Na afloop van het spel smeet hij de kaarten recht in mijn gezicht. Tafelschermen waren er toen nog niet”. Vergoed lacht als hij de anekdote vertelt. Hij zou graag weer eens met Maas spelen. Met Studiecentrum werd Vergoed voor het eerst landskampioen in 1976. Kleurentelevisie In 1984 speelden Maas en Vergoed een toernooi in Dubai. De eerste prijs bedroeg 70.000 gulden, een voor bridgebegrippen astronomisch bedrag in die tijd. De wereldkampioenen Belladonna en Garozzo wonnen ook dit keer. De Nederlanders vielen net buiten de geldprijzen. Ze werden zesde en wonnen allebei een kleurentelevisie. Die tv’s moesten ’s morgens om 07.00 uur echter nog wel door de douane van Schiphol. Het was de kunst om de grote doos op een karretje te zetten en op tempo de douanepost te passeren. Pas na-
dat Vergoed langs was gesprint, werden de douaniers wakker en ze riepen hem na. Te laat, maar niet voor Maas, die balend invoerrechten kon betalen. Drama Dierbare herinneringen heeft Vergoed nog steeds aan een van zijn eerste partners bij Het Buitenhof, de legendarische Piet Boender. Als Vergoed na een mislukt spelletje een geërgerde tirade hield, moest Boender zijn best doen zijn lachen in te houden. Alleen aan het schokschouderen kon je dat zien. Met Boender beleefde hij de meest dramatische gebeurtenis van zijn carrière. Zij speelden in Utrecht kwalificatiewedstrijden voor het Nederlands team. Halverwege de avond stapte Boender op van zijn stoel en viel neer. In het ziekenhuis overleed hij aan zijn hartaanval. Slavenburg In 1976 speelde Vergoed zich voor het eerst in het Nederlands team. Samen met Hans Kreijns vormde hij een geducht paar. Kreijns was met Bob Slavenburg in 1966 wereldkampioen geweest. Maar Slavenburg kreeg twee jaar later problemen met de Belastingdienst en emigreerde naar Marokko, waar hij de vaste partner van koning Hassan werd. En natuurlijk kwam hij daarna ook uit voor het Marokkaanse team. De feestvreugde was ongekend, toen bij het WK van 1976 Nederland in Monaco tegen Marokko uit moest komen. Zeker toen bleek, dat Slavenburg dol was op tennissen. Want ook op die sport was Vergoed verliefd. Vergoed kon overigens beduidend beter tennissen dan Slavenburg; hij speelde zelfs hoofdklasse. Elke ochtend om half negen kon je het gevloek van Slavenburg op het centercourt van de Monte Carlo Country Club al van ruime afstand horen – tot groot genoegen van Kreijns, die het schouwspel hardop lachend op de tribune waarnam. Studenten De bridgewereld was intussen aan het veranderen. Studenten namen de macht over en Den Haag was geen studentenstad. De ledenaantallen namen af. De oude garde legde het loodje. Piet Boender, Bobby Blitzblum, Robbie de Leeuw, Goofy Rijke, Leo Oudshoorn, Henk Helleman, Freddy Nieman, Henk Meester en Toon Versluis zijn niet meer. Amsterdam en Rotterdam namen de leidende positie van Den Haag over. Het Buitenhof is dit jaar weer teruggekeerd in de meesterklasse. Het team van Frans ten Brink zal er stevig tegenaan moeten gaan. Bamzaaien Ga overigens nooit bamzaaien met Vergoed, dat ga je verliezen. U kent dat spelletje toch nog wel? Het wordt gespeeld met lucifers of bij gebrek daaraan paperclips. De twee tot zes spelers krijgen er ieder drie van. Per ronde moet je er nul, één, twee of drie in je hand nemen. Degene die het totaal raadt dat de spelers in de speelhand houden, mag er eentje inleveren. Als je het drie keer goed hebt gehad, heb je gewonnen, behalve als je met Vergoed speelt. Dan haal je die drie keer niet.
19
SPORT<
Vrijdag 14 november 2014 > Den Haag Centraal
Prominenten verhalen over hun liefde voor deze balsport
Cricket geeft een teken van leven
Bordjes herinneren aan rijk Haags voetbalverleden De afgelopen jaren zijn ons ontelbare Haagse voetbalclubs ontvallen. In sommige gevallen zijn de velden blijven liggen. Verlaten, verwaarloosd en overgeleverd aan de niet te stuiten krachten van verval wachten ze op betere tijden die niet meer zullen komen. Door Martin van Zaanen
Van alle sportboeken hebben wereldwijd de meeste cricket als onderwerp. Maar in Nederland is deze balsport in boekvorm vaak een onbeschreven blad. Jacob-Jan Esmeijer, oud-international en voormalig speler van het Schiedamse Excelsior’20 en het Haagse HCC, probeert die lacune op te vullen met het boek ‘Rood leer op wilgenhout’.
Bart Chabot: ‘Cricket is excentriek’. Dat het de gemoederen op een dag bezighoudt terwijl 200 meter verderop niemand maar dan ook niemand zich druk kan maken om deze vreemd ogende sport’. >Foto: Nathalie Hennis Photography
Door Klaas-Jan Droppert
Doel van het boek is voor Esmeijer, die een communicatiebureau heeft en eerder ‘Cricket onder de zeespiegel’ schreef, om cricket in een positief daglicht te stellen. Elf bekende Nederlanders zetten hun liefde voor het cricketspel uiteen. Dat doen ze door hun eigen prestatie te belichten, hun ervaringen als toeschouwer te beschrijven of door memorabele testmatches en topspelers op te diepen. Het cricket krijgt daarbij opvallend veel bijval uit de kunst- en cultuurhoek. De cabaretiers Erik van Muiswinkel en Mike Boddé, dichter Arjen Duinker, schrijver Bart Chabot en toneelschrijver Maarten Wansink stellen zich als echte ambassadeurs van de cricketsport op. Televisieman Henk Spaan en oud-politicus Bas de Gaay Fortman zijn overigens niet minder enthousiast over de sport. Uitstervend Hoewel tv-presentator Matthijs van Nieuwkerk (interviewstop) en acteur Victor Reinier (onbereikbaar) ongetwijfeld nog meer cachet aan het boek hadden kunnen geven, zouden ook hun lofredes weinig nieuwe zaadjes planten. De sport zal nooit heel populair in Nederland worden. Sterker, ‘s lands kleine cricketgemeenschap is uitstervend en
veel nieuwe aanwas zal de sport niet meer krijgen. Daarover zijn alle geïnterviewden het wel eens. Chabot, vooral toeschouwer als zijn zoons bij HCC spelen, verwoordt dat het beste. “Cricket is excentriek. Dat het de gemoederen op een dag bezighoudt terwijl 200 meter verderop niemand maar dan ook niemand zich druk kan maken om deze vreemd ogende sport”. Chabot, die het sportsmanship van de sport roemt, verklaart dat cricket een beetje de boot gemist heeft. “Tennis, hockey en golf waren vroeger voor de elite maar zijn inmiddels gemeengoed. Het elitaire karakter van deze sporten is achterhaald, maar dit geldt in mindere mate voor cricket”. Paul van den Bosch, adjunct-hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad, denkt dat er niets anders op zit dan de tanende interesse als een nederlaag te incasseren. “Kunnen we niet met z’n allen accepteren dat dit het gewoon is? Dat we mogen terugkijken op een rijke Nederlandse cricketgeschiedenis waar de glans helaas al een paar jaar vanaf is?” Veurwoord Dat neemt niet weg dat het boek zeker voor de cricketliefhebber lezenswaardig is. Enige kennis van het spel en zijn jargon is wel nodig om de opwinding van de geïnterviewden te begrijpen. Al is dat
De Haagse Voetbal Bond leidde ooit een eigen bestaan onder de klassen van de KNVB. Er voetbalden lokale helden in van wie de roem toen ze nog speelden niet verder reikte dan de grenzen van het eigen sportpark, maar die op wonderlijke wijze in de loop der jaren groter werd dan het leven zelf. Geldt ook voor hun clubs, waarvan de meeste ons inmiddels zijn ontvallen. Maar waarvan je, omdat niets verdwijnt zonder sporen achter te laten, af en toe nog restanten tegenkomt. Zoals schuin tegenover Renbaan Duindigt, aan de Waalsdorperweg, waar ooit ESDO zat. Daar trainen nu paarden, maar met een beetje verbeelding zie je nog waar de lijnen lagen. Of aan de Huis te Landelaan, waar het voormalige JuVentaS-terrein is ingeruild voor een wildernis. Ballenvangers en dug-outs staan nog overeind, al is het boerderij-achtige en gekraakte clubhuis volledig ondergedompeld in een graffiti van schreeuwende kleuren. Of hier, begin Guntersteinweg, bij de ingang van het Kruisvaarderspark. Daar staat een aantal naambordjes. Begroeid met mos, maar de namen Jai Hanuman, Neta Dall, Marathon/ Azzurri en Oranje Blauw zijn nog steeds leesbaar. Sla het bospad in en na een korte wandeling verschijnt er in de dichte begroeiing een opening en openbaart zich aan beide zijden een reusachtige vlakte. Geen kantine meer, geen dug-outs, geen ballenvangers. Wel een stukje afrastering, een vlaggenmast die aan het vermolmen is en een vergane fietsenstalling zowat bedolven onder de oprukkende natuur. Waar ooit een strafschopgebied heeft gelegen, doet een roerloze reiger nu een standbeeld na. Ondertussen zorgt een serie roestende lichtmasten inclusief luidsprekers voor een surrealistisch tafereel van
eeuwige wachters in zeeën van torenhoog gras. Naast een van die lichtmasten die er nog wel staan maar niet meer bestaan laat een man zijn hond uit. Oog voor de omgeving heeft hij niet. Ook heeft hij geen weet van groepjes verstokte voetbalnostalgici die plekken als deze af en toe nog bezoeken. Ongevaarlijke voetbalgekken, van wie het hart al een huppeltje maakt bij het zien van een ingestort ballenhok. Zodra ze hier op hun sentimentele reis zijn beland, beginnen ze elkaar automatisch voor de zoveelste keer te vertellen dat Oranje Blauw de eerste club van Aad Kila was. Dat de oud-ADO-crack de Haagse Neeskens werd genoemd en ooit als aanvoerder van Jong Oranje op Wembley een penalty benutte. Voor ze het zelf goed en wel doorhebben, hebben ze het alweer over Marathon: “Aardige naam voor een voetbalclub. Gasten konden waarschijnlijk blíjven lopen”. “Lang voordat ze hier neerstreken, heetten ze SV Duindigt en speelden op het Wassenaarse Oostersportpark. Alleen: toen het gokken werd vrijgegeven en de populariteit snel toenam, kwamen steeds meer paardenliefhebbers op het verkeerde terrein terecht. Men eiste dat SV Duindigt de naam veranderde”. “Maar ja, waarin? Keer op keer vergaderd, het bestuur kwam er niet uit. Die vergaderingen duurden zo lang dat een van de bestuursleden in wanhoop uitriep: ‘Het lijkt wel een marathon’. Zo ontstond de naam”. “Azzurri”, verzorgt de één een voorzet. “Begonnen als sociale ontmoetingsplaats voor Italiaanse gastarbeiders”, kopt de ander in. “Woonden eerst in bij SVPTT op het Filmstadcomplex. Hoewel ze zelden kampioen werden, was er van Haagse pizzeria’s bepaald geen gebrek aan sponsorgelden”. Zo zien ze alles weer helemaal voor zich. En zwijgen een tijdje voor zich uit. Tot een voorbijkomende trein richting Delft de betovering verbreekt. En ook tot hen doordringt dat ze gewoon op een verlaten veld wat staan te turen naar de laatste tastbare echo’s uit een rijk Haags voetbalverleden dat bijna alleen nog door henzelf wordt beleden.
bij de verhalen van de passieve cricketliefhebbers minder noodzakelijk. Ook opvallend is dat ‘Rood leer op wilgenhout’ als mogelijk enige boek ter wereld twee voorwoorden heeft. Een ‘veurwoord’ van Jort Kelder en een voorwoord in het Afrikaans (!) van de Zuid-Afrikaanse captain en superster AB de Villiers. Esmeijer en Oltheten zijn in hun opzet ten dele geslaagd. Ze geven met dit boek een teken van leven. De sport ligt weliswaar aan de beademing, maar het hart voor cricket bij prominente Nederlanders klopt nog steeds. Maar ook dit boek zal de belangstelling voor de cricketsport niet opstuwen. Daarmee is de titel ‘Rood leer op wilgenhout’ (het moment dat de batsman de bal slaat) wel toepasselijk gekozen. Voor de ware cricketliefhebber is het boek een voltreffer, goed voor vier of zes runs. Zij kunnen zich herkennen in de verhalen van de bekende Nederlanders. In hun stuntelende of heroïsche optredens op de cricketpitch of in het opdiepen van de prestaties van Garfield Sobers en Geoffrey Boycott. Maar voor de argeloze leek zal de bal vlak voor zijn voeten doodvallen, met nul runs als resultaat. Harry Oltheten & Jacob-Jan Esmeijer, ‘Rood leer op wilgenhout’, www.roodleeropwilgenhout.nl,€ 19,95.
De bordjes van de verdwenen clubs aan de Guntersteinweg staan er nog. Het zijn stille getuigen van een vervagend Haags voetbalverleden. >Foto: Bert Tielemans
20>de achterpagina
>Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 14 november 2014
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Michel Behre Buurt “Het leuke aan Den Haag vind ik de combinatie van al die verschillende buurten. Antikraak woonde ik in heel diverse wijken met uiteenlopende architectonische stijlen, van Belgisch Park tot Laak”. Koffie “Ik houd van verschillende dingen doen, zien en ontdekken. Ik ga liever naar iets nieuws dan steeds naar hetzelfde. Lola Bikes & Coffee op het Noordeinde heb ik pas kortgeleden ontdekt. Het is anders dan anders; vooral door de combinatie met fietsen is het een originele zaak. Zeker een plek waar ik terugkom”.
2
>Foto: PR
Uitgaan “Vaak is dat een rondje langs de cafeetjes met livemuziek: de Grote Markt en het Hofkwartier. Ik heb niet zoveel geduld, dus hop graag van plek naar plek. Waar ik altijd even een biertje drink, is bij Lokaal Vredebreuk. Jammer dat er vooral hobbybands staan, anders zou ik beslist langer blijven”.
Lekkernij “Mijn vrouw stuurt me er door weer en wind op uit voor amandelcroissants van Philippe Galerne. Ook lekker: een broodje bal <2> bij Dungelmann”.
via: net als Crossing Border mist Westewind door een fout van de drukker een letter”. Gebouw “Het stadhuis vind ik een onHaags architectonisch hoogtepunt. Een heel origineel gebouw met al die ruiten. In de discussie over het Spuiforum mis ik een visie op het hele gebied. Als festivalorganisator
4
Muzikant m “Melle de Boer van de band Smutfish is een veelzijdige en aparte gozer. Hij kan ook heel goed tekenen. Kwaliteit gaat bij hem boven commercie en albums verkopen”. Muzikant v “Janneke Nijhuijs is iemand die er enorm voor gaat. Ze zit in veel bandjes, bijvoorbeeld in The Deaf. Ook leidt ze het leuke collectief Jam de la Crème”. Restaurant “Iedere week ga ik met mijn vader uit eten. We hebben laatst afgesproken dat we steeds iets kiezen waar we allebei nog niet eerder gegeten hebben. Anders heb je toch de neiging steeds naar een bekende plek te gaan. ’s Winters zaten we vaak bij Westewind <3> op de boulevard. In de categorie onbelangrijke Haagse tri-
3
>Foto: PR
PLAATS
Band “Een halfjaartje was er een vacuüm in de Haagse popscene. Het werd dus tijd voor een knaller en toen kwam Taymir
met die typisch Haagse rock’n-rollsound. Ik had hen graag op Crossing Border gewild… Op zijn negentiende is zanger Bas Prins al een popveteraan”.
>Foto: PR
denk ik dat het plein moet uitnodigen voor evenementen”. Afbreken “De Scheveningse haven gaat me aan het hart. Van zichzelf is het een legendarische plek, maar welke gek heeft die nieuwbouw tussen de Gamma en de Jumbo bedacht? Er staat een prachtig cultpand, vast een oude visrokerij, dat moeten ze laten staan. Voor de rest: tegen de grond en opnieuw beginnen”. Festival “Ik ben heel blij met de mannen van het Haags Pop Centrum. Zij organiseren mooie evenementen als Plein Open en de Haagse Popweek. Zonder hen wordt het wel heel rustig in de stad”. Typisch “Op de fiets naar het strand,
laverend tussen de auto’s die in de file staan op weg naar het Zwarte Pad. Zo leuk om hier te wonen”. Hagenaar “De 85-jarige Remco Campert, die weer op Crossing Border staat? Of Corbijn met opnieuw een internationale succesfilm? Nee, ik kies toch voor René Bom <4>, die aan het revalideren is na een herseninfarct. Als nachtburgemeester doet hij zwaar en gevaarlijk werk, daar zou een speciale uitkering voor moeten komen. Die bestaat toch ook voor oorlogsveteranen?” Café “De Sien in de Antonie Heinsiusstraat is mijn stamkroeg. Het is in de buurt; ik ging er ooit op een kruk zitten en leerde mensen kennen. Het is lekker laagdrempelig, ook om een hapje te eten”.
5
>Foto: PR
Ondergewaardeerd “Den Haag is sterk in kleinschalige initiatieven, maar die hebben het soms moeilijk door een overdaad aan regels. Neem Pip <5> op de Binckhorst, precies wat de stad nodig heeft. Als ik het voor het zeggen zou hebben, gingen alle vergunningssluizen open”.
1 Michel Behre <1> (1974) is directeur van muziek- en boekenfestival Crossing Border. Begin vorig jaar nam hij het stokje van zijn vader Louis over. Ook organiseert hij Border Sessions (12 en 13 november) waar technologie centraal staat. Michel groeide op in Valkenbosen Bloemenbuurt. Tijdens zijn studie geneeskunde verhuisde hij naar Leiden. Terug in de hofstad woonde hij op vijftien verschillende adressen, meestal antikraak. Nu heeft hij samen met vrouw Carolina rust gevonden in het Geuzenkwartier. Tijdens Crossing Border verwachten ze hun eerste kind.
Hortensiastraat Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
A
fgelopen maandag was er een gasontploffing in de Hortensiastraat, die het landelijke radionieuws haalde. Ik woon daar niet zo ver vandaan, maar heb niets gehoord. Behalve dan op de radio, juist op het moment dat ik langs de Waterpartij de stad uitreed. Een aantal jaren geleden was (toen nog) prinses Máxima tijdens een of ander gezondheidsontbijt te gast op de basisschool waarop ik vanuit mijn keuken uitkijk. Ik weet zeker dat ik in die keuken geweest ben, om dagelijks brood en pap klaar te maken,
maar ik heb niets van het prinsessenbezoek gemerkt. Des te vreemder omdat ook de vrolijke Volendamse herriemakers Nick & Simon te gast waren, een garantie voor maximaal lawaai. Zo bevond ik me op Tweede Kerstdag 2004 op het Thaise eiland Phuket. Ik was van plan naar het strand te gaan, maar draaide me nog een keer om. Ik werd wakker door een paar schreeuwende mensen. Ik dacht dat ze ruzie hadden. Toen ik even later ging kijken, zag ik een deinende zee vol wrakhout, waarvan het water over de kustweg klotste. Hier was de vloedgolf indirect aan land gekomen, de schade aan mens en ding was enigszins beperkt. Het strand waarop ik
normaliter had gelegen was door de tsunami totaal weggeslagen. Moraal van het verhaal: wat scheelt het soms? Waar schiet je zo allemaal net langs? Maar ook, als het tegen zit, hoe kan het noodlot, wreed en onwillekeurig, zo akelig precies zijn. Mark Rutte sprak in zijn speech tijdens de plechtigheid voor de MH17slachtoffers over dat duivelse toeval. Waren ze een dag later gegaan … waarom toch nog een poging gedaan mee te kunnen in het volle vliegtuig … een geslaagde poging, een fatale poging. We zeilen door het leven, maar al te vaak onwetend van wat zich in onze onmiddellijke nabijheid afspeelt, niet zelden afgeschermd door onze
eigen audio-visuele cocon van iPod en smartphone. Je kan niet overal letterlijk bij stilstaan, maar wees je in ieder geval bewust van de rijkdom van het omringende. Neem soms een andere afslag en koester je in de genade van dat moment: er zijn huwelijken uit ontstaan. Om het toeval wat te helpen: rij je zondag a.s. tegen vieren over de Leyweg, sla de Zuidlarenstraat in, dan vergasten Paul Pleijsier en ik u in theater Dakota op een heerlijke show met als toepasselijk thema: Neerlands Hoop!
Marcel Verreck