}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 3 april 2015
jaargang 9 nummer 412
€ 2,50
3
De wondere wereld van Brigitte Spiegeler 10/11
Vastgoeddrama
Huurders in het nauw 7
8/9
advertentie
Den Haag in oorlogstijd, de jubileumboeken komen eraan
Boost voor Binckhorst 15
Cultuurprijs voor Marnix Rueb 3
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 april 2015
door vreemde ogen
Ivf Een vriendin van mij heeft laatst een ivfbehandeling (in-vitrofertilisatie) gedaan. Eigenlijk was ze eraan begonnen. In haar hoofd zag ze zichzelf al twee jaar zwanger. Ze was even gestopt met kleren kopen, ze wachtte op de ‘buik’. Al in de veertig, wilde ze de laatste trein nog halen. De gynaecoloog was van mening dat het op haar leeftijd geen trein meer was, maar eerder een fiets. Maar toch, wat de fiets niet kan, kan een ivf. Dacht ze. Want de gynaecoloog, zelf een soort begeleider, was een beetje te sceptisch, vond ze. Maar toch, als de fiets geen trein was, was de gynaecoloog ook geen God. Het viel in ieder geval te proberen. Ze slikte al twee jaar foliumzuur. Just in case. Ook had ze twee jaar nodig gehad om haar man ervan te overtuigen dat wat een fiets niet kon, een ivf wel zou kunnen. En zo raakte hij ervan overtuigd dat hij een deel van de tuin wilde omvormen tot voetbalveld, voor als de baby een jongetje zou zijn. En mijn vriendin, die in haar eigen land geen gemakkelijk leven had gehad en bang was voor de communisten en de geheime diensten die je in de gaten houden, en wier leven hier, in haar nieuwe land, een paar jaar gele-
den, zover ik me kan herinneren, ook niet zo soepel liep, vond zichzelf sterk genoeg voor een hormonenbombardement. Iedereen vond haar moedig, zelfs haar man, die elke avond na de prik een kopje thee met haar op de bank dronk. Gezellig aan het pre-nestelen. De prikken vielen wel mee, zei mijn vriendin. Maar de hoofdpijn niet. Ze liet me haar blauwe buik zien, tekens van een onervaren injectieprikker. De gebruikte naalden verzamelde ze in een tas. Als ze door hoofdpijn of angst niet kon slapen, bedacht ze wat voor naam de baby zou krijgen. Hoe ze alles zou doen, alles in balans kon houden. We dachten allemaal dat het haar zou lukken, want als zij iets in haar hoofd haalt… Haar moeilijke leven in haar moederland had ze gewoon achtergelaten en hier had ze een zware depressie overwonnen. Ik sprak haar dagelijks, we belden elkaar. Na twee weken prikken zag ik haar, een beetje afwezig, ze klaagde dat ze zich niet kon concentreren. Dat haar hoofd leeg was. Ze was bonbons aan het kopen, voor de verloskundige, die bij de eerste afspraak bloemen had gekregen. Waarom? ‘Omdat we een nieuwe weg inslaan en daar heel blij mee zijn’. Het voelde
een beetje als een triootje, vertelde ze me, zij tweeën en de verloskundige. Maar er zijn wel vreemdere situaties voorgekomen, denk eens aan Maria met Jezus. Vorige week toen ik haar belde, nam ze niet op. Ze neemt altijd op, dus ik belde aan. Ze deed open met betraande ogen. Ze was gestopt met de behandeling. Waarom? ‘Het móést’, benadrukte ze. Ze was nu een lezing aan het voorbereiden, loog ze. ‘Vertel!’ ‘Mijn lichaam wou het niet’. Ik knikte, afwachtend. Ik wist dat ze hoofdpijn had door die hormonen, een hogere bloeddruk, maar… Ik wachtte af. En zij, na een korte stilte: ‘Paniekaanvallen’. Aha, nu komt het, dacht ik. ‘Je weet dat ik jarenlang paniekaanvallen heb gehad’, zei ze. ‘Ik was het niet vergeten, maar toch, ik had geen reden om zoiets te verwachten’. Ze was op alles voorbereid geweest: dat haar man ineens niet meer verder zou willen, dat de behandeling zou mislukken, maar niet
Het voelde een beetje als een triootje, vertelde ze me, zij tweeën en de verloskundige
dat haar lichaam haar in de steek zou laten. De verloskundige had haar geadviseerd te stoppen. Paniekaanvallen? ‘Misschien biologische herinneringen’, was de verloskundige in psycholoog veranderd. We dronken thee. Ze liet me de foto van haar blauwe buik zien; toen ze met de behandeling was gestopt, had ze een foto van haar blauwe buik genomen, als herinnering. Soms is een fiets maar een fiets en ivf een halve ivf. Ze blijft nog een week thuis, haar bloeddruk is nog steeds te hoog. Ze denkt nu aan adopteren, haar man wil er niets van horen. Heeft ze er iets van geleerd? Haar kennende niet, maar er is nu nog iemand die haar in de gaten houdt: haar eigen lichaam. Mira Feticu
Mira Feticu (1973) is een Roemeense journalist en schrijfster die sinds acht jaar in Nederland woont. In 2012 debuteerde ze in het Nederlands bij uitgeverij De Geus met het boek ‘Lief kind van mij’, dit jaar volgde ‘De ziekte van Kortjakje’. Opgegroeid in een dorp onder een communistisch regime, bekijkt deze expat nu door vreemde ogen de westerse samenleving. Verbazing over zaken die in Den Haag heel gewoon zijn.
IE
DE
RE
VR
IJ
DA G
O
PE
N
TO T
21
UU
R
advertentie
3
actueel<
Vrijdag 3 april 2015 > Den Haag Centraal
Nieuw museum aan de Javastraat
Vrijmetselaren willen meer openheid bieden Den Haag krijgt er vanaf oktober een museum bij: dat van de Nederlandse Orde van Vrijmetselaren. In het nieuwe museum aan de Javastraat 2b wordt onder meer de beroemde bibliotheek van deze orde opgenomen. De vrijmetselarij in haar huidige vorm is ontstaan in de vroege achttiende eeuw in Engeland en Schotland. Al snel volgde Nederland. De broederschap is sindsdien omgeven geweest door geheimzinnigheid. Volgens de woordvoerder van de vrijmetselaren moet het nieuwe museum die mystieke kant wegnemen. Onder meer door beleving en kennisoverdracht: het museum toont tal van boeiende attributen. Ook krijgt de bezoeker antwoord op de vragen wat vrijmetselarij is, wat het betekent om vrijmetselaar te zijn, hoe een lid zijn inwijdingen beleeft en wat de rituelen
inhouden. Voor het ontwerp van het museum is de ervaren designer Donald Janssen aangetrokken. Het hoofdkantoor van de Nederlandse Orde van Vrijmetselaren, nu nog gevestigd aan de Prinsessegracht 27, zal eveneens verhuizen naar de Javastraat. De verhuiskosten en de ontwikkeling van het museum worden grotendeels betaald uit de verkoopopbrengst van de eerdere hoofdzetel aan de Fluwelen Burgwal. Dat pand was ooit aan de orde geschonken door prins Frederik, die in de negentiende eeuw vele decennia grootmeester van de orde was. De broederschap moest de Fluwelen Burgwal destijds verlaten vanwege de ontwikkeling van de nieuwe wijk De Resident. Meer informatie: www.vrijmetselarij.nl
>Illustratie: Diederik Gerlach
Weer onrust over nieuwe bomenkap Door Jan van der Ven
VVD-wethouder Boudewijn Revis heeft zich opnieuw in de nesten gewerkt met het verlenen van kapvergunningen. Deze keer gaat het om de kap van 36 bomen aan de Toussaintkade en de Veenkade. Vorige week donderdagavond kwam de wethouder met de schrik vrij in een debat over de omstreden bomenkap aan het Tournooiveld. Hij beloofde beterschap, maar vrijdag lag er ineens een kapvergunning voor de bomen aan beide kades, alle verzet van de bewoners ten spijt. Woensdagochtend riep GroenLinks met steun van de Haagse Stadspartij de wethouder daarom maar weer eens op het matje. “We zijn ontsteld. Het lijkt op een provocatie naar de stad en de gemeenteraad”, zei GroenLinks-fractievoorzitter Inge Vianen. Ze verwees hierbij naar het raadsdebat van vorige week waarin de wethouder het steeds benauwder kreeg. Wat toen begon als een formeel debatje van slechts enkele minuten, groeide uit tot een langdurige strafexercitie die de VVD-wethouder een stevige kras bezorgde. De wethouder moest die avond alles uit de kast halen om de politieke schade rond de kap van vijf majestueuze kastanjes aan het Tournooiveld zo veel mogelijk te beperken. Het debat werd anderhalf uur stilgelegd, omdat de wethouder in opdracht van de gemeenteraad op zoek moest naar ontbrekende
documenten. Revis weigerde die avond zijn excuses aan te bieden aan de gemeenteraad voor de gang van zaken rond de bomenkap aan het Tournooiveld. De VVD-wethouder kreeg na een reeks schorsingen wel een motie van D66 aan zijn broek. Het D66-raadslid Rachid Guernaoui, de indiener ervan, zei: “Bomen kunnen zichzelf niet beschermen, dus dat moeten wij doen”. In de motie staat dat de wethouder in de toekomst beter moet communiceren met bewoners en belanghebbenden over een voorgenomen bomenkap. Ook de gevolgde procedures moeten duidelijker worden. De motie, die neerkomt op een ‘eens maar nooit weer’, kreeg brede steun in de gemeenteraad. Alleen de fractie van de PVV stemde ertegen. Gevoelig Het debat van die donderdagavond maakte nog eens duidelijk hoe gevoelig de bomenkap ligt in de politiek. En die gevoeligheid dateert niet van afgelopen weken. Dat weet de partij van Revis, de VVD, als geen ander. De VVD verloor tijdens de raadsverkiezingen veel stemmen op en rond de Laan van Meerdervoort als gevolg van de voorgenomen bomenkap aan deze laan. Het betrof een plan van voormalig VVD-wethouder Peter Smit. Van die beloofde transparantie bleek de volgende dag dus niets, zo zagen de omwonenden van de Toussaintkade
en de Veenkade tot hun verbijstering toen de kapvergunning voor de bomen aan beide kades werd gepubliceerd. Wethouder Revis maakte de gemeenteraad woensdag duidelijk dat hij eigenlijk het slachtoffer is geworden van een ambtenaar van de afdeling Kapvergunningen, die nota bene onlangs nog is versterkt met een aantal ambtenaren. Ook de regels voor het melden van politiek gevoelige kapvergunningen zijn aangescherpt. Tevergeefs, bleek snel. Ambtenaar Als het aan de wethouder had gelegen, was het allemaal anders verlopen, zei hij deze week. Maar de betreffende ambtenaar dacht vorige week van doen te hebben met een politiek niet gevoelige kapvergunning voor de bomen aan de beide kades, omdat alle procedures volgens de regels waren gevolgd. Daarop verleende die ambtenaar donderdag nietsvermoedend de vergunning, slechts enkele uren voordat de wethouder beterschap moest beloven aan de raad. Een dag later werd de kapvergunning gepubliceerd en wreven de omwonenden van de beide kades verbaasd en niet begrijpend hun ogen uit. Ze kunnen nog drie maanden van de bomen genieten, want het broedseizoen verbiedt kappen. Daarna gaat de kettingzaag erin en volgend voorjaar moeten de vogels op zoek naar een ander plekje.
Haagse Cultuurprijs 2015 voor Marnix Rueb Cartoonist Marnix Rueb (19552014), bedenker van stripheld Haagse Harry, heeft afgelopen woensdag postuum de Haagse Cultuurprijs ontvangen. Wethouder Joris Wijsmuller (HSP, cultuur) maakte dit bekend tijdens een bijeenkomst in café de Zwarte Ruiter op de Grote Markt. De Haagse Cultuurprijs is bedoeld als bekroning op een Haagse cultuurcarrière. De weduwe van Rueb, Nienke Rueb-van Akkeren, nam het eerbe-
wijs in ontvangst. Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van € 50.000, dat zal worden besteed aan een standbeeld. Vorig jaar oktober beloofde Wijsmuller tijdens de afscheidsbijeenkomst van Rueb te werken aan een blijvend eerbetoon aan de maker van Haagse Harry. Dat gebeurt nu ook: dit najaar wordt een 2.20 meter hoog standbeeld van Haagse Harry geplaatst naast de Grote Markt. “Eén van Marnix’ favoriete
plekken”, aldus zijn broer Robert-Jan Rueb. Kunstenaar Bouke Schuemie maakte het ontwerp, keramisch atelier Struktuur 68 zorgt voor de verdere uitvoering. De op 23 oktober 2014 overleden Marnix Rueb was illustrator, striptekenaar, cartoonist en eigenaar van uitgeverij Kap Nâh. Zijn bekendste stripfiguur, Haagse Harry, de robuuste maar goudeerlijke oer-Hagenees, was ook een geliefd item in deze krant.
Aan de Javastraat 2b komt het nieuwe Vrijmetselaarsmuseum. > Foto: DHC/Liza Letsch
Advertentie
L A AT J E WEG B L A ZEN
BOEK NU KAARTEN VOOR SEIZOEN 15/16
KLASSIEK AAN ZEE www.residentieorkest.nl residentieorkest.nl
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 april 2015
stadsmens
Oud-leerlingen organiseren reünie voor eeuw oud Edith Stein College Rector Lagas van het toenmalige Rooms-Katholieke Meisjes Lyceum Edith Stein krijgt er postuum van langs. Barbara de Vries, Netty de Vries (geen familie) en Hanneh ten Berge, destijds leerlingen van de school, zijn unaniem in hun oordeel. “Lagas was een heel norse man en van de oude stempel. We mochten ’s zomers geen schoenen met open tenen dragen en ’s winters geen lange broek. Alleen als het heel koud was, kregen we toestemming. Het werd dan aangekondigd op het mededelingenbord”. Ze hebben er niet echt onder geleden, blijkt uit het vrolijke gelach waarmee ze terugblikken op het verleden. Aan de school bewaren ze vooral goede herinneringen. Daarom kijken ze uit naar de reünie op 7 november, waarmee de feestelijkheden van het honderdjarig bestaan van het Edith Stein College worden afgesloten. Extra glans aan de reünie geeft de opening, in september, van de nieuwe en verbouwde school op het Louis Couperusplein. “Trotse leerlingen leiden ons op 7 november rond”. En: “De dag bestaat uit drie delen. Wij, de oude meisjes, begin-
V.l.n.r.: Hanneh ten Berge, Netty de Vries en Barbara de Vries bij de nieuwbouw van het Edith Stein College. > Foto: Eveline van Egdom
nen. Daarna komt de lichting van 1972 tot 1995 en dan die van 1995 tot nu”. De drie zijn sinds 1996 actief in de Reünistenvereniging Edith Stein. “Oud-docente Hetty van Rooijen heeft heel lang reünies georganiseerd. Toen zij er mee ophield, hebben wij met anderen de vereniging opgericht. We houden om de vijf jaar een reünie”. De geschiedenis
van de school is in drieën te splitsen. “Toen wij erop zaten was het een lyceum uitsluitend voor meisjes. In 1971 zijn er jongens bij gekomen. Nu zit er een heel gemengd gezelschap aan leerlingen op”. Het Edith Stein Lyceum voor meisjes (vernoemd naar de martelares en heilige) werd begin jaren zeventig omgedoopt tot Edith Stein College, daarna tot Internationaal College Edith Stein.
Tegenwoordig heet de school weer Edith Stein College. Volgens Barbara, Netty en Hanneh heerst er een uitstekende sfeer op de school. “Dat merken we als leerlingen ons helpen bij het organiseren van een reünie. Het is heel goed gelukt om een leuke scholengemeenschap te blijven”. Door de jaren heen bleef bij velen de band. “Je merkt dat veel oud-klasgenoten nog steeds contact met elkaar hebben”. De school had in de tijd van Barbara de Vries aantrekkelijke nevenactiviteiten. Zo zong zij in het koor dat door muziekdocent (en zanger) Ruud van der Meer werd geleid. “In 1968 zijn we naar Engeland geweest en we hebben toen in diverse steden rond Londen gezongen”. Met andere docenten legde Van der Meer de basis voor het eerste Edith Stein Concours. Dat groeide uit tot een internationaal evenement. In 1989 stemde prinses Christina erin toe dat het concours voortaan haar naam zou dragen. Wat Hanneh ten Berge heeft meegekregen van de school? “Ik heb er een heel brede algemene ontwikkeling aan overgehouden. En je leerde
respectvol en aardig voor elkaar te zijn. Ze hebben ons leren nadenken, we mochten een mening hebben. De tijdgeest was er ook naar”. Het Edith Stein College, zo benadrukken alle drie, was een soort veilige haven. “Op school was je belangrijk voor je vriendinnen; ze hielden van je”. Netty de Vries voegt er met een lach aan toe: “Er waren ook dieptepunten. Ik heb bijvoorbeeld acht jaar over zes jaar hbs gedaan. Dat kon nog in die tijd”. Navraag leert dat Hanneh een keer voor haar eindexamen hbs is gezakt en Barbara één keer op de mms is blijven zitten. Echt kattenkwaad hebben ze nooit uitgehaald. Als de kans zich voordeed, grepen ze die wel. “In de vijfde klas kregen we op een gegeven moment voorlichting van een heel vooruitstrevende docent. Hij bracht condooms mee. We zijn die gaan opblazen. Grote pret natuurlijk en hij vond het niet erg, maar de schoolleiding wel. De docent werd ontslagen”. Joke Korving Informatie: www.edithsteincollege.nl of
[email protected]
advertentie
“Dolend en dwalend zul je over de aarde gaan”
Genesis Genesis, bron van de drie grote monotheïstische religies, vormt tot op de dag van vandaag ons culturele DNA. Laat u meevoeren in deze oeroude verhalen. Van de hof van Eden naar het hof in Egypte. Van de val van Adam en Eva tot de glanzende carrière van Jozef als onderkoning bij de farao. Een zes uur durende reis door het eerste bijbelboek, inclusief maaltijd.
regie Johan Doesburg met Reinout Scholten van Aschat, Hannah Hoekstra, Joris Smit, Antoinette Jelgersma, Esther Scheldwacht, Michel Sluysmans, Dries Vanhegen, Mohammed Azaay, Ruta van Hoof en Yannick Jozefzoon
nationaletoneel.nl/genesis
vanaf 15 april exclusief in Den Haag nationaletoneel.nl/genesis
5
actueel<
Vrijdag 3 april 2015 > Den Haag Centraal
VVD zoekt nieuwe koers rond vraagstuk integratie Door Jan van der Ven
Het is ook nóóit goed. Gaat de VVD eindelijk eens stevig de diepte in, een discussie over integratie, loopt oud-gediende Florus Wijsenbeek ineens stampvoetend weg. Want dit soort discussies leiden wat hem betreft nergens toe. “We moeten als partij gewoon meer allochtonen op lijsten zetten en ze in de partij opnemen”. Even later klapperden de deuren van het zaaltje van restaurant Pex en Florus Wijsenbeek beende boos de stormachtige avond in. Een kleine vijftig VVD’ers zetten dinsdagavond desondanks hun tanden stevig in het thema integratie. De VVD zoekt naar een nieuwe koers die meer recht doet aan de problemen waar een stad als Den Haag mee worstelt. ‘Ook zullen we meer inspelen op de veranderende samenstelling van Den Haag’, beloofde het bestuur vorig najaar al, mede als reactie op het zware verlies dat de VVD tijdens de raadsverkiezingen leed. Dat andere geluid is noodzakelijk, want
meer dan de helft van de Hagenaars is van niet-Nederlandse afkomst. De partij gaat daarom een eigen nota maken over integratie en daar hoort tegenwoordig een serieuze discussieavond bij om de meningen te peilen. Onlangs stuurde PvdA-wethouder Baldewsingh namens het college een nota naar de gemeenteraad over hetzelfde onderwerp. De VVD wil er een eigen, liberale, inkleuring aan geven en komt daarom voor de zomer met haar integratieverhaal. Want wat de PvdA’er wil, gaat de VVD’ers soms gewoon te ver. Dus als het aan hen ligt: geen Turkse muziekband tijdens Vlaggetjesdag, zoals Baldewsingh opperde tijdens een toelichting op zijn plannen. En hetzelfde geldt voor de door hem bepleite omgekeerde integratie, die erop neerkomt dat de Haagse autochtoon even hard werkt aan integratie als de allochtoon. Speerpunten Uit een reeks ideeën (bestrijding discriminatie, eigen verantwoordelijk-
heid, harde aanpak jihadisme en ronselaars) gaat de VVD de komende maanden aan de slag met twee speerpunten die moeten leiden tot een betere integratie van nieuwkomers. Die speerpunten zijn: het leren van de Nederlandse taal en het openbreken van orthodoxe milieus. Als het over onderwijs gaat, kiest de VVD vooral voor particuliere taalscholen, want die leveren betere kwaliteit af, aldus fractiemedewerker Frans de Graaf die is belast met het verder uitwerken van het thema integratie. “Gesubsidieerde taalscholen leveren een eenheidsworst af. En ze zijn vooral bezig met de vraag hoe ze hun subsidie kunnen behouden”, vindt hij. Dat klinkt allemaal vertrouwd in de oren van menig liberaal. Maar anders en ingewikkelder wordt het wanneer wordt gesproken over het openbreken van traditionele, orthodoxe milieus. Dat is een moeizaam begaanbare weg, want privacy is een heilig begrip voor de VVD. Toch moet worden gezocht naar wegen om een
voet tussen de deur te krijgen in streng orthodoxe milieus, vinden de liberalen. Want alleen zo ontstaat ruimte voor bijvoorbeeld een meisje dat liever geen hoofddoekje draagt maar daartoe gedwongen wordt. Brokken In restaurant Pex bleek dinsdagavond dat de VVD voorzichtig op zoek is naar een passend antwoord op het vraagstuk van de integratie. Hapklare brokken bestaan niet, want veel is ongewis, zoals de vraag hoe aantoonbaar gemaakt kan worden dat een werkgever Ali niet aanneemt en even later Frans wel. Ook over de rol van de islam in het debat over integratie zijn geen oneliners voorhanden. Zo’n debat is mogelijk nog ingewikkelder dan het vraagstuk van de discriminatie op de arbeidsmarkt, want het raakt de vrijheid van godsdienst. Maar het raakt tevens de islam, die zich afsluit voor andere geloven en zodoende een nieuwe zuil in de Nederlandse samenleving vormt.
Wijsmuller beschermt gevels in binnenstad
Politieborden waarschuwen willekeurig Buurtbewoners van het Zeeheldenkwartier kan het moeilijk ontgaan zijn: het enorme mobiele matrixbord op het Prins Hendrikplein met daarop alarmerende boodschappen: ‘Er zijn in de buurt woninginbrekers actief, sluit woning goed af, ziet u iets verdachts? Politie: 0900 8844’. Eerder werd in het Regentessekwartier gewaarschuwd voor zakkenrollers. Geldt er voor deze twee wijken een verhoogd risico? Als reactie laat een woordvoerder van de politie weten dat er ‘een preventieve werking van de borden uit gaat en dat zo’n bord niet per se betekent dat voor de wijk zelf een verhoogd risico geldt’. “Aangezien er niet genoeg borden zijn voor alle wijken in Den Haag, kan een politiebureau ze aanvragen. Welke tekst men erop zet, is aan hen”. Op de vraag of het Zeeheldenkwartier zich dan echt geen zorgen hoeft te maken, is de reactie: “Overal zijn inbraken, waarschuwen kan nooit kwaad”. > Foto: DHC/Liza Letsch
Wethouder Joris Wijsmuller (HSP, monumenten) zet een groot aantal panden in het centrum op de monumentenlijst. Dat gebeurt in fasen: aan de Korte Poten 44 panden, aan de Lange Poten 11, aan het Plein 5, aan de Schoolstraat 8, aan de Spuistraat 32, aan de Venestraat 20 en aan de Vlamingstraat/Wagenstraat 33. In alle gevallen gaat het om winkels. Voor de meeste panden geldt dat slechts de gevels bescherming genieten, alleen de Korte Poten 7/7c en Korte Poten 17 worden geheel beschermd. De gemeente is tot actie overgegaan, omdat er bij ondernemers een groeiende behoefte bestaat om hun kleine, oude historische panden te vergroten en te moderniseren. Dat kan ten koste van het historische straatbeeld in de binnenstad gaan. Om economische activiteiten niet te hinde-
Verwijs wordt Douwes Boekhandel Verwijs keert toch niet terug als boekwinkel in Den Haag. De initiatiefnemers, onder wie Marijke Verwijs, die de boekwinkel op de oude locatie aan de Herengracht wilden openen, hebben voor een andere naam gekozen. De zaak gaat nu Boekhandel Douwes heten. De ondernemers hebben voor deze koerswijziging gekozen, nadat Fabian Paagman van de gelijknamige boekhandel bezwaar had gemaakt tegen het gebruik van de naam Verwijs. Doordat Paagman boekhandel Polare aan de Spuistraat uit het faillissement van de Polare Groep had overgenomen, kreeg hij ook de naam Verwijs (een rechtsvoorganger van Polare) in bezit. De nieuwe naam van de boekhandel aan de Herengracht, die deze maand opengaat, verwijst naar uitgever Reinoud Douwes, een van de deelnemers in het project. Douwes had eerder boekhandel Synthese aan het Lange Voorhout.
Frans Kok (ADO) overleden
Schenk weg bij Gemeentearchief
onderbelicht, maar is zeker zo interessant door de vele tegenstrijdigheden in zijn karakter. Mulier was een fervent vernieuwer die tegelijk tradities wilde behouden, was een hartstochtelijk nationalist die ook droomde van een wereldregering en was een heer van stand die een arbeidersmeisje huwde. Aanmelden via
[email protected]
Een van de boegbeelden van de Haagse D66, Marjolein de Jong, stapt uit de gemeenteraad. Dat heeft ze deze week bekendgemaakt. De Jong is voor haar partij dertien jaar actief geweest op lokaal niveau. In de eerste acht jaar ervan zat haar partij in de oppositie, ze leidde een kleine fractie. Vier jaar geleden kwam D66 in het college, De Jong werd wethouder. Het waren soms zware tijden, want De Jong kende fikse politieke tegenslagen. Zo greep Den Haag onder haar leiding naast de felbegeerde nominatie van Culturele Hoofdstad van Europa. De komst van het Spuiforum was haar allergrootste wens, ze was tenslotte wethouder van cultuur. Na tal van moeizame debatten stemde de vorige gemeenteraad ermee in. Maar na de raadsverkiezingen van vorig jaar schoof haar opvolgster en partijgenote Ingrid van Engelshoven het besluit terzijde. Er wordt nu onder leiding van haar grootste opponent, Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij, aan een alternatief gewerkt. In de laatste fase van haar wethouderschap kreeg Marjolein de Jong kanker. Ze nam gas terug en overwon de ziekte. Toen ze eenmaal terug was in de gemeenteraad, klonk haar uitbundige lach weer overal. Wat De Jong nu gaat doen, is niet bekend.
Frans Kok is overleden. De oud-doelman van ADO in de jaren veertig en vijftig en later van SHS werd bijna 91 jaar. Kok was ook bekend als politieman die het verkeer regelde op drukke kruispunten in Den Haag. Hij stopte op zijn 39ste met keepen en op zijn 80ste als rij-instructeur.
Lezing over Mulier bij Van Stockum Dr. Daniël Rewijk geeft zondag 12 april om 11 uur bij boekhandel Van Stockum, Spui 40, een lezing over ‘Captain van Jong Holland’, de biografie van de grote Nederlandse pionier op sportgebied Pim Mulier. Rewijk schetst in zijn biografie van Willem Johan Herman (Pim) Mulier (1865-1954) een beeld dat verder gaat dan het gebruikelijke. Diens leven buiten de sport bleef tot nog toe
ren, mogen de ondernemers achter de gevels wel bouwen en breken, met uitzondering van de twee panden aan de Korte Poten waar het historische winkelinterieur en de 17de/18de-eeuwse hoofdopzet goed bewaard zijn gebleven. Wijsmuller heeft ook vier gerestaureerde muurreclames aan de Frederik Hendriklaan op de gemeentelijke monumentenlijst laten zetten, alsmede het graf van familie Van den Bosch uit 1845 op de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan. Dat laatste gebeurde op verzoek van de Stichting Johannes van den Bosch. Johannes van den Bosch (1780-1844) was een succesvol staatsman die gouverneur-generaal in Nederlands-Indië was. Ook historische winkelgevels aan de Korte Poten zijn op de lijst van gemeentelijke monumenten gezet.
De Jong (D66) stapt uit raad
>Foto DHC/Liza Letsch
Maarten Schenk, directeur van het Haags Gemeentearchief, neemt afscheid van de organisatie. Per 15 april zal Schenk zich bezighouden met de digitalisering van de gemeenteadministratie. Deze klus moet per 2018 zijn afgerond. Volgens bronnen binnen het stadhuis is de nieuwe functie van Schenk het gevolg van een reorganisatie en komt het archief in een dienst met de Bibliotheek Den Haag. Oud-gemeentearchivaris Charles Noordam wordt de baas van de nieuwe combinatie. Noordam was in het verleden gemeentearchivaris.
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 april 2015
foto’s uit het haags gemeentearchief
Haagse held Harrie Heijnen
De Haagse voetbalicoon Harrie Heijnen werd geboren op 17 oktober 1940. Het NCRV-programma ‘Achter De Voordeur’ belichtte in juni 2013 de jeugdjaren van Heijnen in zijn geboorteplaats Venlo. Heijnen: “We staan hier voor de deur van Houtstraat 21a, daar heb ik een jaar of acht gewoond, ben hier veel bezig geweest met voetballen, voetballen, voetballen. Ik ben bezeten via mijn pap, in die tijd bij VVV ook een hele goeie voetballer en daar heb ik een beetje talent van gekregen en de rest een beetje eigen wil en karakter om dat te worden”. Om een goed balgevoel te krijgen trapte Heijnen dan ook elke dag met een bal tegen de muur. Op de vraag van de presentatrice hoeveel uren hij hiermee al voetballend had doorgebracht, antwoordde Heijnen: “Die zijn niet te tellen. Dat deed ik ook niet. Ik begon totdat ik moe werd en ik scheidde uit als ik dacht nou gaat het echt niet meer of mam moest roepen dat ik boven moest komen eten”. In zijn ambitie om profvoetballer te worden moest Heijnen er naar zijn zeggen al heel vroeg alles voor laten, nergens naartoe gaan, niet naar dansles, alleen maar voetballen en voetballen.
Via de Venlosche Boys kwam Heijnen als 17-jarige in het eerste elftal van de toenmalige eredivisieclub VVV terecht. In 1959 veroverde de club zijn enige prijs ooit: de KNVB-beker. Dit ging overigens ten
‘Als de boel een beetje dood zat, dan ging ik vuurtje maken…’ Heijnen in actie tijdens de oefenwedstrijd ADO - Dukla Praag op 6 augustus 1967. >Collectie Beeldbank Haags Gemeentearchief
koste van ADO Den Haag, dat in de finale met 4-1 werd verslagen. Toen de Limburgse club in 1962 degradeerde, kon Heijnen overstappen naar DOS Utrecht, PSV of ADO. Heijnen koos voor een verblijf bij de residentieclub, waar hij al snel de harten van de Haagse voetbalfans wist te veroveren. Heijnen: “Ik had de mazzel en het geluk in de eerste competitiewedstrijd een prachtig doelpunt te maken tegen PSV,
daarom stond ik er goed op bij de fans, ik had er genoeg”. Heijnen speelde in totaal 199 officiële wedstrijden in het shirt van ADO Den Haag, waarin hij 62 doelpunten maakte. Dit viel ook toenmalig bondscoach Georg Kessler op, die Heijnen in 1966 in een oefeninterland tegen Oostenrijk opstelde. De interlandloopbaan van de Venlonaar bleef echter steken op deze ene interland. Wel trapte hij nog regelmatig een balletje met het elftal
bestaande uit oud-internationals. In 1967 reisde de vleugelspits met de selectie van ADO mee naar de Verenigde Staten, waar onder de vlag van de San Francisco Golden Gate Gales een negental wedstrijden in competitieverband werd gespeeld. Heijnen kwam hierbij twee keer tot scoren. In 1973 sloot hij zijn carrière als profvoetballer bij VVV af. Enkele jaren geleden werd bij Harrie Heijnen slokdarmkanker geconsta-
teerd. Op 6 april 2014 lieten verschillende oud-ADO-voetballers de laatste wens van de rappe rechtsbuiten in vervulling gaan. Hij wilde graag nog één keer een wedstrijd van ADO Den Haag live meemaken. Heijnens voornaam werd voorafgaand aan de wedstrijd ADO-Utrecht (uitslag 4-1) luidkeels door het publiek gescandeerd. Voor de TV West-camera reageerde Heijnen die dag duidelijk geëmotioneerd op dit heldenonthaal: “Vroeger was dat een verschrikkelijke stimulans voor mij als ik dat balletje aan die rechterkant kreeg en het begon ‘HARRIE! HARRIE!’ Als de boel een beetje dood zat, dan ging ik vuurtje maken. ‘Exploderen’, zei Happel dan en dat deed ik dan”. Na afloop van de wedstrijd kreeg de oud-voetballer, die onlangs op 74-jarige leeftijd in zijn woonplaats Venlo overleed, een spandoek mee naar huis waarop stond: ‘Harrie Heijnen, voor altijd een Hagenees’.
Koen Bakker www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
uw mening
‘Waarom was Corbijn afwezig op opening voor de Vrienden?’ Vorige week bezocht ik de opening van de dubbeltentoonstelling ‘Hollands Deep’ en ‘1-2-3-4’ van Anton Corbijn in het Gemeentemuseum Den Haag. Beschamend vond ik het hoe wij, Vrienden van het Gemeentemuseum, met een muntje voor een glas wijn als slachtvee werden samengedreven en vervolgens door twee kleine deuren naar de eerste verdieping werden geperst om deel 1 van de tentoonstelling te bekijken. Veel foto’s, veel te veel. Belangrijk? Wie wil er nou verkleedpartijtjes zien van de Rolling Stones, terwijl je ‘Street fighting man’ wil horen en zien. Wie wil de fotograaf zich zien verkleden in Strijen als George Harrison? Wie wil er een rijtje stills uit de prachtige film ‘Control’ zien, terwijl je hem toch in z’n geheel om de twee uur in één van de mooie zijzalen zou moeten kunnen bekijken. Foto’s inlijsten met zwarte randen, wie heeft dat ooit in een krant of een muziektijdschrift gezien? Het iconische portret van Miles Davis tonen tussen vier à vijf andere portretten, laat het alléén hangen! Het is duidelijk, hier is geen maat gehouden. Franz Kaiser, hoofd sector tentoonstellingen, dient een draai om zijn oren te krijgen. Ook is er blijkbaar een hiërarchie in het uitnodigen van mensen voor diverse openingen voor dezelfde tentoonstelling. Dat ik niet op de vipparty van Shell word uitgenodigd, oké, ik zal niet meer bij ze tanken. Maar dat de fotograaf ook een privéfeestje mag geven in het museum vind ik schandalig, terwijl hij wonend en gepresenteerd als Haagse kunstenaar deze middag zelf niet aanwezig was. Verlegen? Me hoela! Opvallend was ook dat de opening van kunstenaar Berlinde De Bruyckere nog geen tiende van het aantal vrienden trok. De opening van de tweede tentoonstelling werd gehouden in het Fotomuseum Den Haag/GEM. Weer in de rij staan leek mij niks, ik heb mijn muntje ingeleverd en heb thuis een glas wijn gedronken. Al met al was deze middag een belediging voor mij als vaste bezoeker en vriend van het mooiste museum van de wereld. Jan van Huizen
> Foto: Mylène Siegers
7
actueel<
Vrijdag 3 april 2015 > Den Haag Centraal
Ignacio Ordás, een van de vele gedupeerde huurders, in zijn restaurant aan de Piet Heinstraat. > Foto: Thomas Vahé
Bank neemt veertig panden in beslag van wankelende Wassenaarse vastgoedman
Onrust onder huurders in de stad De Wassenaarse handelaar in vastgoed John Tuit kan zijn hypotheek niet meer ophoesten en de bank gooit ruim veertig panden in de openbare verkoop. De paniek is groot. Tientallen mensen dreigen uit hun huurhuis of bedrijf te worden gezet. Den Haag Centraal nam poolshoogte. Door Marc Konijn
H
et was een enorme schok, toen de deurwaarder begin maart een dikke envelop kwam afleveren. Het kostte de nodige moeite om de stroperige, juridische taal uit het exploit te ontcijferen. Maar de boodschap werd al snel duidelijk. 1 april moet het restaurant van Judit Aragones (34) en Ignacio Ordás (37) leeg opgeleverd zijn. Het pand aan de Piet Heinstraat wordt 16 april verkocht op een veiling. De twee hebben een architectenbureau – niet lang geleden sleepten zij nog een grote opdracht binnen met een ontwerp voor een museum in La Coruña. Maar de droom ging verder dan de tekentafel. Ze wilden ook een restaurantje beginnen, buiten de grenzen van hun moederland Spanje. In Engeland zijn ze gaan kijken, in België ook, maar ze streken uiteindelijk neer in Nederland. “In Spanje loop je voortdurend op tegen bureaucratie en corruptie. Dat waren we zat. We dachten: hier kunnen we gelukkig worden. Hier is het echt anders’’. Ze gingen niet over één nacht ijs. De keuze viel uiteindelijk op expatstad Den Haag, een leuke stad, met voldoende clièntele ook. De zoektocht was gedegen en grondig en eindigde afgelopen zomer in de Piet Heinstraat 66 – ‘een hele leuke plek.’ Het huurcontract met eigenaar John Tuit werd getekend, de verbouwing verliep vlotjes, en restau-
rant Bocao werd gezien als aanwinst voor de stad. “Ik kon het bijna niet geloven”, vertelt Aragones, nog altijd wat verbouwereerd in het Engels. “We waren net een paar maanden open en hadden gewoon onze huur betaald; 80.000 euro hadden we uitgetrokken om het restaurant in te richten. Dat waren al onze spaarcenten. Dat leken we in één klap kwijt te raken”.
Beslag Het Spaanse echtpaar lijkt de verkeerde man tegen het lijf te zijn gelopen. Pandjesbaas Tuit verkeert al langere tijd in grote financiële problemen. In 2013 legde de SNS-bank al voor 19 miljoen euro beslag op een deel van zijn vastgoed. Een woordvoerder van de bank laat weten dat die panden inmiddels allemaal verkocht zijn, en dat Tuit daarmee ‘uit de boeken is geschrapt.’ Op 23 december 2014 – vlak voor kerst – stond ook de FGH Bank op de stoep van zijn riante villa aan de Groot Haesebroekseweg in Wassenaar. Tuit had zijn hypotheek van 14 miljoen euro op 1 mei 2010 afgelost moeten hebben, zo valt te lezen in het exploit dat in bezit is van deze krant. De schuld is opgelopen tot 22 miljoen euro. De FGH kondigt dan al aan om op 16 april over te gaan tot openbare verkoop van 41 panden op de website van BOG Auctions. Die boodschap valt pas op maandag 2 maart door de brievenbus van veel huurders, die totaal verrast zijn. “Wij zitten hier al tien jaar en hebben al die tijd keurig onze huur betaald”, vertelt meneer Chang van de Ink-clinic aan de Theresiastraat. “Dan krijg je ineens een brief met de mededeling dat je binnen een paar weken weg moet. Dat is echt slopend. Je wordt ineens behandeld alsof je een crimineel bent”. Kisla Kowlesar van kapsalon Make it different kreeg ook een telefoontje van de bank,
maar moest daarna totaal overstuur een klant naar huis sturen. “Er werd me verteld dat mijn huur te laag was. Als ik niet meewerkte, zou ik binnen twee dagen mijn zaak uit moeten. Ik voelde me bedreigd. Wat moest ik? Ik dacht: daar gaat mijn onderneming!’’
‘Schande’ Tuit heeft tientallen appartementen in de stad en heeft winkels aan de Fluwelen Burgwal, de Elandstraat, de Witte de Withstraat, de Leyweg, de Wouwermanstraat en het Noordeinde, en zelfs op de Haagse markt. “Er stonden ineens twee grote mannen in mijn winkeltje, met zo’n aktentas in hun hand”, vertelt Miranda van Miranda’s Tassenshop. “Of dit Hobbemaplein 75 was? En wat ik aan huur betaalde? Gaat je niks aan, zei ik. Ze kwamen alvast kijken, zeiden ze, om het op de veiling te kopen. Ik wist toen nog van niks. Een schande is het”. De brute handelwijze van de FGH zit veel huurders dwars. Maar de emoties worden heftiger als het om hun huisbaas gaat. De bank kan namelijk tot ontruiming overgaan omdat Tuit ‘vergeten’ is de huurders bij de bank aan te melden. Veel van de huurcontracten zijn daardoor in juridische zin niets waard. Dat aanmelden van huurders bij de bank is maar onzin, foeterde Tuit vorige maand in het maandblad Quote. “Dit kan niet, het is waanzin. Ik ga zwaar juridisch geschut in stelling brengen”. Maar wie de hypotheekakte leest, krijgt een ander beeld. Daarin staat klip en klaar dat ‘uitdrukkelijk’ bedongen is dat het ‘zonder toestemming van de bank’ niet toegestaan is woningen, winkels en bedrijfsruimten te verhuren. Gissen Naar de reden waarom de Wassenaarse vastgoedman zijn huurders niet
heeft aangemeld, blijft het gissen. Vaststaat, dat een aantal huurders niet terug te vinden is in de boeken van de FGH, zo blijkt uit een rondgang langs tientallen huurders. “Ze wisten niet eens dat ik hier zat”, vertelt een van hen, die vanwege de precaire situatie anoniem wenst te blijven. Ook zijn lang niet alle huurpenningen overgemaakt naar dezelfde bankrekening. “Ik heb mijn huur naar twee verschillende bankrekeningen overgemaakt”. De leegstand in de Tuit-panden lijkt minder hoog dan het was. Minke Jonker van de FGH Bank antwoordt dat de bank nooit iets zegt over individuele zaken en doet er het zwijgen toe. Uit
‘Er stonden ineens twee grote mannen in mijn winkeltje, met zo’n aktentas in hun hand’ een rondgang van deze krant langs tientallen huurders komt een beeld naar voren dat de familie Tuit het niet altijd volgens de regels speelt. “Ik kreeg ineens een brief dat ik huurachterstand had. Of ik even een paar duizend euro kon betalen”, vertelt Miranda. “Ik weet dat het niet zo is, maar het zit je dan toch niet lekker”. Ook bij andere huurders viel zo’n brief op de mat.
Tuit stelde het Spaanse echtpaar van Bocao voor om tien maanden huur vooruit te betalen, met een forse korting als beloning. Maar Ignacio Ordás is daar ‘natuurlijk niet’ op ingegaan. De eigenaar van de buurtsuper aan de Wouwerman, Yilmaz Gurbuz, kon de verleiding niet weerstaan. “John Tuit kwam in september naar mij toe. De huur kon naar beneden, als ik 22.000 euro zou betalen. Dat heb ik gedaan. Maar hij houdt zich niet aan zijn woord. Mijn advocaat is ermee bezig”. Draai Op vragen van deze krant over deze praktijken wil John Tuit alleen per email reageren. De vastgoedman beperkt zich tot de mededeling dat hij met de FGH Bank in overleg is. ‘Om de gesprekken op constructieve wijze te kunnen voeren, is het op dit moment in het belang van alle betrokkenen niet opportuun om verdere mededelingen te doen’, zo laat hij weten. Ook de bank doet er het zwijgen toe, al sijpelt wel door dat de FGH een draai heeft gemaakt. Ondernemers en bewoners met een marktconforme huur die kunnen aantonen dat ze al jaren huur betalen, zouden niet weg hoeven. Over twee weken bekijkt de rechter of de handelwijze van de bank legitiem is. De gedupeerden in het Zeeheldenkwartier hebben zich intussen verenigd en houden de ontwikkelingen rond hun huisbaas nauwlettend in de gaten. In de Zoutmanstraat is begin van dit jaar bijvoorbeeld – toen Tuit al onder curatele lag – nog een huurcontract afgesloten met een ondernemer. Heel kwalijk, vindt ook Ignacio Ordás: “De familie Tuit weet dat het de verkeerde kant opgaat, dat ze alles kwijtraken. Toch proberen zij nog steeds geld binnen te halen. Ten koste van gewone mensen. Dat moet stoppen”.
8>oorlogstijd
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 april 2015
Zelfs de b was een Straks, op 5 mei, is het zeventig jaar geleden dat ons land werd bevrijd door de geallieerden. Er staat Nederland en Den Haag een lawine aan boeken en documentaires te wachten. En dat is maar goed ook, want de meeste mensen die er zelf bij waren, zijn dood. Die bronnen drogen dus snel op, maar gelukkig zijn er nog de beelden. Maarten van Doorn zocht die over Den Haag bij elkaar en putte daarbij uit beroemde collecties en archieven.
I
Door Casper Postmaa
n ‘Den Haag 40-45’ van historicus Maarten van Doorn, voormalig onderzoeker van het Haags Gemeentearchief, staan veel plaatjes die zelfs na al die jaren nog emoties oproepen– woede, ontroering, verdriet, verwondering – maar er zijn er bij waarvan je aanvankelijk niet weet in welke categorie je ze moet plaatsen. De plaatjes van de bevrijding, de triomftocht van vreemde krijgsmachten, die ook nu weer een enthousiast onthaal krijgen, gevolgd door de snel aanzwellende volkswoede tegen iedereen die met de Duitsers of de NSB heulde. Gezinnen zijn gedwongen te poseren met een bord ‘Wij zijn landverraders’, een menigte kijkt toe als mannen midden op het Rijswijkseplein een jonge vrouw kaalscheren.
De dag na de bevrijding. Een woedende menigte heeft het kringhuis van de NSB aan het Spui bestormd. Drommen feestgangers kijken na afloop wat beteuterd naar de ravage. >Foto: Haags Historisch Museum/ Wim van Berssenbrugge
De Vogelwijk werd op 1 augustus 1941 getroffen door drie brisantbommen, afgeworpen door een onbekend vliegtuig. Er vielen zes doden, terwijl veel huizen aan de Kiplaan en het Eiberplein grote schade opliepen. >Foto: Beeldbank WO2/NIOD
In die reeks van revanchistische taferelen is er een dat je als een logische afsluiting zou kunnen zien. Het is een kleurenfoto van Wim van Berssenbrugge. De locatie is het Spui op de plek waar nu Pathé films vertoont, maar waar in de oorlog het plaatselijk hoofdkwartier van de NSB, het kringhuis, is gevestigd. Meteen na de bevrijding bestormen op wraak beluste Hagenaars het pand, gooien de inboedel op straat en steken de boel in brand. Daarbij gaat ook het NSB-archief in vlammen op. Als Van Berssenbrugge zijn plaat schiet, is de volkswoede weer tot bedaren gekomen. Het vuur brandt nog wat na en tussen de rotzooi staan wat verloren feestvierders met vlaggetjes en een oranje hoedje. De stemming is eruit, de roes is uitgewerkt, de kater dient zich aan. Zelfs de bevrijding is een drama. Het zal decennia duren voordat Den Haag er bovenop is. Levensmiddelen zijn nog tot ver in de jaren vijftig op de bon, de laatste gaten die bombardementen aanrichten worden pas in de jaren zeventig gedicht en de grote Joodse gemeenschap zal zich nooit meer herstellen van de holocaust. In 1940 spreken de beelden nog een geheel andere taal. Scheveningen In en rond Den Haag speelt zich de felle strijd af om de Haagse vliegvelden Ypenburg, Valkenburg en Ockenburg. Het loopt voor de Duitsers op een pijnlijke nederlaag uit. De aanvaller verliest bij Den Haag 250 toestellen, een klap die – hoe merkwaardig het ook klinkt – deze nooit helemaal te boven zal komen. Omdat
er een groot aantal vlieginstructeurs in de cockpit zit, gaat een groot deel van de opleidingscapaciteit verloren. De ‘Slag om de Residentie’ wordt gewonnen, maar de oorlog wordt verloren. Tanks rollen de stad binnen, bewoners krijgen Duitse soldaten ingekwartierd en het lijkt alsof het gewone leven weer begint. Kinderen gaan weer naar school, kantoren en fabrieken lopen weer vol. Dat ‘gewone leven’ is zichtbaar op de kleurenfoto’s van Van Berssenbrugge en A. Hustinx, ze trekken allebei naar Scheveningen. Wat zij op dat moment niet kunnen weten, is dat zich daar het laatste badseizoen van de oorlog afspeelt. Vanaf de lente van 1942 zijn strand en boulevard verboden gebied verklaard in verband met de Atlantikwall die daar verrijst. De bouw richt schade aan en achteraf kun je met enig gevoel voor drama stellen, dat de prachtige, warme zomer van 1941 de laatste van het oude Scheveningen is. Na de oorlog herstelt de badplaats zich maar half, de kille modernisering in de jaren zeventig wist de laatste sporen uit. Die kleurenfoto’s uit 1941 vormen het bewijs dat veel Hagenaars blind zijn voor de ellende die nog moet komen. Ze verkneukelen zich in de zon, flaneren over de boulevard, rijden op ezeltjes en gaan met de bezetter op de foto; het Duitse juk weegt in dat eerste jaar nog niet zo zwaar. Dat niettemin de grote verandering al is begonnen, tonen de talloze kiekjes die professionele en amateurfotografen maken. De kiosk op het Buitenhof, die plotseling vol hangt met Duitse kranten en tijdschriften, de borden op de hoeken van de straten die de Duitsers in hun eigen taal de weg wijzen: ‘Standort-Magazin der Wehrmachtsbezirksverwaltung’ linksaf. De NSB'ers hebben de wind in de rug en worden steeds brutaler, ze marcheren door de straten, plaatsen portretten van Hitler voor het raam en collecteren voor de Winterhulp. Osendarp Een van die collectanten is de Haagse NSB’er Tinus Osendarp, die later overstapt naar de Germaanse SS. Als lid van het beruchte Commando Leemhuis maakt hij fanatiek jacht op verzetsstrijders. De Duitsers zien hem graag komen, want Osendarp staat in die dagen bekend als de snelste blanke atleet op aarde. Op de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn wint hij brons op de 100 en 200 meter achter zwarte Amerikaanse atleten als Jesse Owens. In 1945 krijgt hij twaalf jaar gevangenisstraf, en na een carrière als atletiektrainer in Limburg sterft hij in 2002. Er zijn er meer als Osendarp, laat één
9
oorlogstijd<
Vrijdag 3 april 2015 > Den Haag Centraal
bevrijding n drama
foto wel heel duidelijk zien. Het vertrek naar het oostfront van het vrijwilligerslegioen Nederland vanaf station Hollands Spoor. Uitbundige jongemannen nemen afscheid van een dichte menigte, een woud van armen brengt de Hitlergroet. Als cadeautje voor onderweg krijgen alle strijders een exemplaar van Hitlers ‘Mein Kampf’ mee. Op de wagons staan hakenkruisen en teksten als ‘Naar de Jodenhoek’ en ‘We gaan Stalin halen’. De rode tsaar komt inderdaad hun kant op, maar het loopt anders af dan het vrolijke tafereel op het perron doet vermoeden. De meesten sterven ergens in het onmetelijke Sovjetrijk. Van Doorn brengt zijn verhalen niet chronologisch, maar heeft voor thema’s gekozen, ‘Honger en kou’, ‘Illegaliteit, verzet en protest’, ‘Bevrijding’ et cetera. Het minst beladen is het hoofdstuk over het vervoer. Hagenaars wenden al hun technische vindingrijkheid aan om hun auto op de weg te houden. Omdat benzine nauwelijks nog te krijgen is, rijden
bussen en limousines door de straten met generatoren die op hout, gas of soms turf draaien. En Den Haag verloochent zijn banden met Indië niet. Overal duiken een soort betjaks op die als fietstaxi fungeren. De Duitsers zien niets in het milieuvriendelijke alternatief en verbieden het gebruik ervan als ‘een voor de Europese mens onwaardige broodwinning’. Steeds vaker laat de bezetter zijn wolfstanden zien en opnieuw spreken de plaatjes boekdelen. Een van de schrijnendste is op 5 mei 1942 genomen van kapper David Hamme en Eva Mogendorff; de ouders van beide partijen staan naast hen. Een Joods huwelijk. De foto is genomen voor de woning van de bruid aan de Bosschestraat 71. Een halfjaar later is niemand op de foto meer in leven. Eind oktober sterven de ouders van Eva als laatsten in Auschwitz.
In de laatste maanden van de oorlog is er sprake van anarchie in de stad. Plunderingen komen vaak voor, maar ook hebben roofovervallen op banken en juweliers plaats. Niet om het verzet te steunen, maar voor eigen gewin. Ook worden mensen geliquideerd, waarbij het niet zelden om roofmoorden gaat. Op de foto een slachtoffer in de Obrechtstraat op 30 maart ’45. >Foto: Haags Gemeentearchief/Gemeentepolitie
‘Den Haag 40-45’. Auteur: Maarten van Doorn. Uitgever: wbooks (wbooks.com). Prijs:€ 24,95. ISBN 978 94 625 8070 1
Eva Mogendorff en David Hamme trouwen op 5 mei 1942, naast hen hun beider ouders. Het is volgens auteur Maarten van Doorn opmerkelijk dat zij geen Jodenster dragen. Die was een week eerder verplicht gesteld. Een halfjaar later is niemand op de foto nog in leven. >Foto: Beeldbank WO2/NIOD
Haagse vrouwen in Scheveningen op de foto met Duitse soldaten. >Foto: Beeldbank WO2/NOID
Het laatste badseizoen van Scheveningen, na de lente van 1942 zijn strand en boulevard verboden gebied. >Foto: Haags Historisch Museum/Wim van Berssenbrugge
Door de schaarste aan benzine zoeken automobilisten naar alternatieve brandstoffen. Deze Chrysler DeSoto voor het station Staatsspoor rijdt op lichtgas dat in een zak op het dak is opgeslagen. >Foto: Beeldbank WO2/NIOD/A. Hustinx
10>interview Vilan
In de stilte
Die zaterdag had zelfs de katholieke kerk de deuren wijd geopend. Er waren allerlei mensen op pad die een huis wilden bezichtigen en die zouden vast ook in de stemming zijn voor een ander interieur. Goed bedacht. Als vanzelf liep ik het godshuis in. Ik was niet de enige. In de kerk stond een hek, en bij dat hek hield een man in een net pak toezicht. “Wilt u een kaars opsteken?”, vroeg hij met een ernstige stem. Ik zei: “Dat niet”, en liep door, langs de banken waarin bijbels lagen, naar voren. Veel actieve gelovigen waren er die dag niet, ik zag uit mijn ooghoeken alleen een jong meisje dat een rozenkrans bad. Voor het altaar stond een groepje toeristen. Ze hadden plezier. Alles van het altaar fotografeerden ze en ze wezen elkaar op de leukste details van de man aan het kruis met de doornenkroon. Open huis, je krijgt van alles binnen. Het verbaasde me toch. In een bankje aan de zijkant bekeek ik het tafereel en daarna liep ik een extra blokje om, zodat ik kon nadenken. Wat hebben we eigenlijk nog dat stilte afdwingt? In boekwinkels en bibliotheken rennen de kinderen krijsend rond. In musea is het ook zo; interactieve middagen lijken zelfs meer rumoer aan te trekken. Een park is net een braderie. Stiltecoupés in de trein tel ik niet mee. Mijn hoop is, dat het ergens zonder bordje of verplichting rustig kan zijn. Dus daarmee schrap ik de yogalessen en de cursussen mindfulness. Of ik iets overhou, weet ik niet. Soms blijf ik een dagje binnen. Dan werk ik dóór, met enkele pauzes, en dan komt er heel wat uit mijn handen. De arbeidsvoorwaarden zijn hier uitstekend: pyjama en badjas, kopjes thee en een spinnende rode kater. En vooral: een stilte waarin ik alleen de aanslagen van mijn toetsenbord hoor. Dat dagje loopt weleens uit tot twee dagjes. Of drie. Als ik weer buiten kom, ben ik veranderd in een angsthaas. Elk geluid jaagt me op. De wereld is vol herrie. Ik zou graag een klein repertoire hebben van stilteplaatsen. Maar dat is misschien een onmogelijke wens. Weet u het, dan ben ik al onderweg, en dan zijn we samen. Daar komt een derde bij, een vierde en nog anderen. De een moet hoesten. Er gaat een telefoon. Daar vindt iemand van ons wat van. Wij mensen zijn lawaaiige beestjes, en wennen doet dat niet. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 april 2015
De wondere wereld van advocaat, beeldend kunstenaar en dichter Brigitte Spiegeler
Vaak onderweg, maar met Den Haag als thuishaven: ‘Hier heb je een beter leven’ Brigitte Spiegeler (1971) is een stil en observerend buitenkind. Op de rozenkwekerij van haar vader in Roelofarendsveen, dan nog een klein dorp, speelt ze met de dieren, de schapen en lammetjes. Ze maakt brouwseltjes met de buurmeisjes en krijgt voor haar verjaardag een schildpad. Als driejarige tekent ze en ‘schrijft’ ze teksten, zoals iemand die het schrift nog niet machtig is zich van eigen tekens bedient. Teksten? Het zijn gedichten. Moeder werkt als leerkracht in het kleuter- en basisonderwijs. Brigitte heeft niet bij haar in de klas gezeten.
O Door Jill Stolk
p het Bonaventura College te Leiden wordt Spiegeler al meer een prater, al blijft observeren de hoofdtoon voeren. Ze vat het plan op om actrice te worden. Eenakters, Engelse teksten en Harold Pinter zijn boeiend. Op haar zestiende neemt ze een hoofdrol voor haar rekening. Na de middelbare school gaat Spiegeler naar Parijs voor een zomercursus Frans aan de Sorbonne. “Ik zat bij twee zusjes in huis. Het ene studeerde rechten, het andere was gesjeesd. Alle musea af. Alle kunstwerken bekijken. Hartstikke gezellig. Er waren feestjes, helemaal spannend. En toen dacht ik al: zal ik Frans of zal ik rechten gaan studeren? In 1989 heb ik me ingeschreven voor beide, Franse taal en rechten. Ik dacht: ik ga gewoon kijken waar het schip strandt. Bepaalde tentamens waren op dezelfde dagen. Met Frans had je een bovenbouwstudie Europese studies en rechten en toen ben ik daarmee verdergegaan. Dat was te combineren. In 1992-1993 heb ik in Frankrijk, Grenoble, gestudeerd met een Erasmusbeurs. Het was een Europese uitwisseling. Fantastisch. Mooi in de Alpen. Studeren, maar ook leuke feestjes en skiën natuurlijk. Het goede leven”. Van 1990 tot 1995 studeert Spiegeler Nederlands recht en Europese studies met hoofdtaal Frans aan
de Universiteit van Amsterdam. Haar scriptiebegeleider, professor Ted de Boer, tevens actief in de kunsthandel, waardeert het zeer dat Spiegeler haar scriptie over internationaal privaatrecht in het Frans schrijft. “Ik ben wel nieuwsgierig, leergierig. Ik vind studeren gewoon heel leuk. Ik zou ook nu weer kunnen studeren. Maar ik dacht wel: wat ga ik in godsnaam doen in de praktijk? In ’95 was ik klaar en toen heb ik een beurs gekregen van de Duitse staat. Ik heb in Tübingen gezeten voor een ‘Einführung in das Deutsche Recht’. Vervolgens naar Düsseldorf, waar we les kregen van raadsheren bij het gerechtshof daar, het Oberlandesgerecht. Zo’n klasje van achttien met allemaal Fransen, Russen, Amerikanen et cetera. Heel leuk. Er waren excursies en daarna drie maanden stage. Ik wilde toen heel graag even iets niet-juridisch. Dat vonden ze goed en toen heb ik stage gelopen bij een weekblad in Berlijn, Die Wochenpost”.
‘Als ik in mijn atelier bezig ben of aan een juridisch stuk schrijf, bestaat tijd niet’
Spiegeler haalt een handhoge stapel bladen uit de kast en bladert liefkozend. “Dit is dus in ’96. Deze krant heeft een heel bijzondere geschiedenis. Het is een voormalig OostDuits blad. Ik was bij de afdeling Binnenlandse politiek geplaatst. De paus was toen net in Duitsland en het ging over de rol van de Katholieke Kerk in de Tweede Wereldoorlog. Ik heb een man geïnterviewd van wie de familie was omgebracht tijdens de oorlog. Ontzettend moeilijk, een telefonisch interview in het Duits. Ik zat in Berlijn en hij zat in Keulen. En je had een ‘Umfrage’, waarbij je politici belt en hun mening vraagt over een statement uit de actualiteit. Die hadden zoiets van: Wochenpost in Berlijn? Kunt u de vraag faxen? Het klinkt natuurlijk heel gek als iemand met een Nederlands accent belt van de Wochenpost… Dat roept vragen op”. “Het hele blad bestaat niet meer. In de tijd dat ik daar zat, werden ze overgenomen door een heel rijke man uit München en kwam er een gemengde West- en Oost-Duitse redactie. Voor de Wende hadden ze een oplage van een miljoen en na de Wende honderdduizend, ja... Het is helemaal in elkaar gestort. Heel jammer. Er stond altijd een rechtszaak op de achterkant en er waren continu plaagtoontjes naar het regime”. Spiegeler is eentalig opgevoed. Heeft ze in haar Duitse studietijd de taal opgedaan? “Op de middelbare school deed ik alle talen. Ik was er niet slecht in en ik vind talen leuk. Mensen denken vaak dat ik Franse of Duitse ouders heb. Vader komt
>Foto: Piet Gispen
uit Voorschoten, moeder uit Den Haag. Het voordeel als je Nederlander bent, is dat je veel makkelijker het Duits aanraakt. Tussen Russen en Amerikanen ben je algauw degene die het beste Duits spreekt. Ze vroegen me dan: ‘Hoe vaak ben je in Duitsland geweest?’ ‘Nou, ik ben bij de Weihnachtsmarkt geweest, vorig jaar…’. Haha, ik maakte ook een heleboel fouten, hoor!” Twee vakken In 1997 belandt Spiegeler in de advocatuur. Ze werkt twee jaar bij Russell Advocaten, waarbij de talen Frans en Duits goed van pas komen. Daarna anderhalf jaar bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten. “Daar werkte ik met Intellectuele Eigendom. Ook daar, als er een Duitse of Franse zaak was, dan ging het over de verkoop van een huis zeg maar, werd ik erbij betrokken”. In 2001 gaat Spiegeler een oriëntatiecursus volgen op de Rietveld Academie, want ‘advocatuur is leuk, maar er is nog meer in het leven’. Rietveld moedigt haar aan de dagopleiding te volgen, maar dat stuit op praktische bezwaren. ‘Hallo, ik heb geen geldboom in mijn achtertuin’. Spiegeler wordt senior medewerker bij het ministerie van Economische Zaken (EZ), gaat de avondopleiding volgen aan de KABK (Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten)
11
interview<
Vrijdag 3 april 2015 > Den Haag Centraal
‘In een weekend verzamel ik alle woorden en teksten. Als ik dan zo’n zin zie, gaat het alweer bewegen’
en verhuist in 2003 naar Den Haag. “Ik vond het meteen al heel super hier. Je hebt de zee, lekker naar het strand fietsen. Hier heb je een beter leven dan in Amsterdam”. Bij EZ werkt Spiegeler voor internationaal opererende bedrijven, ze gaat mee op handelsmissie naar China, doet veel onderhandelingen in Brussel en is in Genève betrokken bij de Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom. Ondertussen studeert ze autonome beeldende kunst, de meest vrije vorm, aan de KABK en er moet veel ‘huiswerk’ gemaakt worden. Tekenen, schilderen, houtdruk, lithografie, steendruk. “In het derde jaar kon je kiezen voor 3D of 2D. Toen koos ik 3D, dat is gewoon nog vrijer en dan ga je bijvoorbeeld installaties maken. Er was net een nieuwe ruimte op EZ, net allemaal glazen aquaria, met een flexibele werkplek, en de kunstcommissie vroeg: ‘Wil je werk maken voor daar?’ Ik zei: ‘Eigenlijk wil ik een container in die ruimte hebben, met een heel andere sfeer dan de rest van de ruimte’.” Spiegeler vindt een demontabele container, die ze op een zaterdag plaatst. Samen met EZ-collega Jaap Broersen, die gedichten levert, wordt er een knusse hoek gemaakt, met een lampje, een stoel en een boek van Jan Arends.
“In mijn academietijd, dat is wel de link naar wat ik nu doe, moest ik in het vierde jaar een presentatie geven en bij dat werk, een video-installatie, had ik gedichten. Zo kwamen mijn klasgenoten erachter: hé, ze schrijft ook gedichten”. Via een klasgenoot komt een aantal gedichten van Spiegeler in literair tijdschrift Nynade (2007-2013) te staan. Bij een presentatie in een café in Amsterdam leest Spiegeler werk voor en ontmoet ze haar huidige uitgever Franc Knipscheer. In 2008 rondt Spiegeler de academie af en start ze haar eigen advocatenkantoor. Nu is er ‘Spiegeler Advocaten-Internationaal handelsrecht en Intellectuele Eigendom’, gevestigd in de Haagse Oranjestraat. Maar er zijn ook kantoren in Amsterdam en Parijs. Bovendien zijn er plannen voor een vestiging in Duitsland. Avant-garde Nu is er dan de bundel ’Krijgskunst’. Spiegeler: “Wat ik interessant vind, is dat veel militaire termen later ook in de dagelijkse taal komen en in de kunst. Avant-garde is een militaire term. In krijgskunst zit ook krijgkunst, een soort hebben, maar de relatie tot de ander zit er ook in”. Aan de lezers van Den Haag Centraal wil Spiegeler graag ‘Langs de snelweg’ prijsgeven.
Snor de woorden af. Ik wil geen tiende generatie allochtoon zijn Zij kwamen hier dan wel niet vandaan maar waar was jij, toen zij er waren? Er was geen contour van je bestaan Je was zelfs geen fictie Maar zij waren er wel En hebben gewerkt, gewerkt gewerkt met een zwak voor omwegen tot ze dachten erbij te horen Alles in het werk stellen om de strijdwagen te mogen berijden Het hart erop inzetten vanuit het perspectief van de schildpad Spiegeler: “Het begrip ‘tiende generatie allochtoon’ zag ik in De Groene Amsterdammer staan. Ik dacht: hoe kan je een tiende generatie allochtoon zijn? Als je al tien generaties ergens woont en iemand anders vraagt je: ‘Én, waar kom je vandaan?’, dan denk ik: waar haal je het lef vandaan?” Maar de dichter Spiegeler wil de lezers niet vastleggen. “Ik vind juist, en dat is het lekkere bij gedichten, bij een roman trouwens ook, daar kun je ook je eigen personen inbeelden; je schept een beeld en dat hoeft helemaal niet een-op-een gelijk te zijn.
Iedereen krijgt zijn eigen beeld bij het lezen van het gedicht”. Spiegeler houdt van woorden. Maroderen (stropen, plunderen), kaaien (graaien, snaaien) en zoetelaarster (een vrouw die tijdens de Tachtigjarige Oorlog met het leger meereist en een verzorgende rol heeft). “Ik kan zomaar in de trein zitten en dan iets zien of horen. Maar ik heb ook een oud etymologisch woordenboek, uit de jaren 60 geloof ik, en daar kun je zo heerlijk in bladeren en wacht even… daar wil ik wat mee doen…, maar ook uit kranten, bladen, of iets is niet juist geschreven. Daar ontstaat een beeld uit, daar komt een gedicht uit. In een weekend verzamel ik alle woorden en teksten. Als ik zo’n zin zie, gaat het alweer bewegen”. Beweging is er volop in het leven van deze ondernemer. Binnenkort vliegt ze voor de opening van haar derde expositie daar, deze keer foto’s, naar Istanbul, de stad die haar inspireerde. De eerder geplande opening ging niet door vanwege weersomstandigheden. Spiegeler: “Het had zo ontzettend hard gesneeuwd en dan ligt het hele sociale leven daar plat. Niemand heeft daar winterbanden voor die drie dagen per jaar dat het er sneeuwt. Boten varen ook niet en ik moest naar de overkant… Wat er ook nog bij kwam, is dat er twee pijnbomen op de galerie waren gevallen. Die trokken die sneeuw niet. Dit
moest gewoon zo zijn. De weergoden wilden het niet. Ik ben weer teruggevlogen en toen was die sneeuw weg. Ik dacht: nou dan kan het alleen maar veel beter worden. Er is nu een nieuwe opening gepland”. In het gedicht ‘Maroderen en kaaien’ staat: ‘De tijdgeest vatten / bij de hoorns / Nu heeft ie mijn horloge…’. Wat heeft Spiegeler met tijd? “Tijd vind ik gewoon een heel fascinerend fenomeen. Eigenlijk bestaat tijd niet. Weet je, als ik bezig ben in mijn atelier of helemaal in mijn juridische stuk zit, bestaat tijd niet. Dan ben je gewoon bezig”. ‘Alice in Wonderland’ speelt zowel in de gedichten als in de beeldende kunst een belangrijke rol. Hoe is de relatie Spiegeler-Alice? Spiegeler: “Dat vind ik zo fascinerend. De dingen die je ziet, maar die niet zo zijn, of juist wel zo zijn. De symboliek, de verrassingen die ineens komen. Je denkt controle te hebben en die is er helemaal niet. Je maakt een planning, een lijntje, en ondertussen maak je bochtjes”. Het leven van Brigitte Spiegeler bestaat uit meerdere werelden. “Kijk, op het moment dat jij bezig bent met een bepaald werk, is dat jouw wereld. Als je die tentoonstellingen hebt, is dat een andere wereld. Ik heb nog heel veel ideeën. Nog meer gedichten schrijven. Ik zou ook wel een roman willen schrijven, maar dat is echt pittig, een enorme kluif. Maar soms heb je ook even niks nodig. Om een beetje ruimte te hebben. Je moet altijd ruimte hebben, om alles weer te kunnen vullen”.
Citylight – Vrijdag 3 april 2015 Den Haag Centraal
13
Het andere nieuws over de stad
design | eten | mobiliteit| en meer....
Liza Snook werkte mee aan de tentoonstelling ‘History under your feet’ over drieduizend jaar schoengeschiedenis in het Spielzeug Welten Museum Basel. Foto: PR
Haags OBJECT | In haar atelier in de Caballerofabriek ontwerpt Anne-Marie Jetten keramiek met een knipoog naar stereotiepe Hollandse symbolen en materialen. Onder de naam ‘Hollandsche Waaren’ verkoopt zij onder meer dit taartplateau dat onderdeel is van de serie ‘Splash’: keramiek bestaande uit servies waarop handmatig verfspetters worden aangebracht. Daardoor is elk exemplaar uniek. Prijs: € 135,00 Voor meer informatie: www.hollandschewaaren.nl
Foto: PR
Virtueel schoenenmuseum biedt onbegrensde mogelijkheden
Door Jasper Gramsma
S
tel, je bent grafisch ontwerper en je hebt een schoenentik. Nog niets aan de hand. Maar wanneer je met je verzameling een virtueel schoenenmuseum opent, vragen curatoren over de hele wereld je ineens vanwege jouw expertise. Het overkwam de Haagse Liza Snook (1965), die drie jaar geleden de stoute schoenen aantrok en van haar hobby haar werk maakte. In Snooks statige huis in het Regentessekwartier is nauwelijks iets van haar obsessie zichtbaar. De oplettende kijker bespeurt hoogstens de deurstopper-stiletto en een schoenenkalender. “De kastruimte is wel helemaal gevuld met schoenen”, verzekert de virtuele curator. Zelf draagt ze vandaag een paar zwarte Minna Parikka-sneakers met grote konijnenoren aan de tong. “Het leuke aan schoenen is dat ze bepalen hoe je over straat loopt. Ik heb ook laarzen met tatoeageprint, die leveren altijd veel reacties op. Deze sneakers zijn fijn voor thuis”. De basis voor haar collectie legde Snook in de jaren tachtig: “Ik begon met het verzamelen van kaarten en boeken over schoenen, toen al gerangschikt op kleur en type. Later ben ik pas echte schoenen gaan kopen. Met mijn partner Taco reisde ik veel en kocht ik laarzen van monniken in Tibet, teenknopslippers uit India en lotusschoenen uit China voor gebonden voetjes”. Tien jaar geleden, ze weet het nog precies, ontbrandde het idee voor het Virtual Shoe Museum. “Met kerst haalde ik weer de dozen uit de kast om al die spullen aan vrienden te laten zien. Het was de tijd waarin de eerste digitale verzamelingen online kwamen. Taco stelde een experiment voor. Als ik zou zorgen voor goed beeldmateriaal en toestemming van ontwerpers, dan ontwikkelde hij als multimediaontwerper een website”. Aldus geschiedde. In de avonduren en de weekends legde Snook contact met ontwerpers en al snel groeide haar collectie. “Eerst kende ik slechts drie ontwerpers, onder wie Jan Jansen. Maar het ging steeds makkelijker, ik kreeg media-aandacht en maakte kleine tentoonstellingen op schoenenbeurzen in Duitsland. Daar leerde ik dan weer een Chinese delegatie kennen en zo breidde het zich uit. Uiteindelijk besloot ik te stoppen met mijn baan en binnen zes weken belde het eerste grote museum uit Duitsland voor een schoenenexpositie. Ik
verwachtte dat het na drie tentoonstellingen wel voorbij zou zijn, maar het blijft doorgaan”. Rafelrandje Snook is net terug uit Polen, waar ze meewerkte aan een tentoonstelling over jonge ontwerpers en jureerde tijdens de Cracow Fashion Week. Een volgende expositie in Klagenfurt, Oostenrijk is alweer in de maak. “Mezelf een autoriteit noemen vind ik overdreven, maar ik begin wel een steeds grotere rol te krijgen. Ik wil niet zeggen dat ik verstand heb van schoenen, ik heb er mooie kijk op. Door mijn achtergrond kijk ik er anders naar dan bijvoorbeeld een kunsthistoricus”. Het aanbod van schoenen is enorm en hoewel Snook een brede smaak heeft, ligt de lat hoog. “De vraag is of iets nog een schoen is als je er wel je voet in kunt steken terwijl je er niet op kunt lopen. Voor mij geldt dat een ontwerp me iets moet doen. Ik hou van schoenen waar een rafelrandje aan zit, die een verhaal vertellen of van spectaculair materiaal gemaakt zijn. De laatste jaren zie je steeds meer architecten en industrieel ontwerpers die met 3D-printers schoenen maken buiten de geijkte voetvorm, dat vind ik interessant”. Voor de verzameling in het Virtual Shoe Museum hoeft Snook minder kieskeurig te zijn, de ruimte is immers onbegrensd. “We hebben net de serverruimte uitgebreid. Het fijne is dat ik alles kan laten zien en men zelf een selectie kan maken op kleur, stijl, ontwerper of materiaal. Daarnaast zijn er ook illustraties, animaties en dansprojecten te zien die met schoenen te maken hebben. Ik heb weleens honderden kilometers gereden voor een museum met twintigduizend schoenen. Dan zie je uiteindelijk een paar halfduistere zaaltjes en vraag je je af: waar is de rest?” Snook zit nog boordevol plannen. “Bij mijn tentoonstelling in Klagenfurt over de zes zintuigen wil ik een boek maken. Een prachtig onderwerp, waarin ik onder meer schoenen kan laten zien met camera obscura in de zool en eetbare exemplaren. Verder zou ik nog heel graag eens naar Japan en Scandinavië gaan om een expositie te maken. Daar heb je fantastische ontwerpers en kunstenaars”. Ook is Snook nog op zoek naar haar lievelingsschoen, een ontwerp van Vivienne Westwood uit 1991. “Er komt denk ik een dag dat ik alles wat ik heb inruil voor één zo’n paar”. Voor meer informatie: www.virtualshoemuseum.com
14
Den Haag Centraal Vrijdag 3 april 2015 – Citylight
Column: internationaal
Den Haag als stad van de hoop ‘Hallo Wereld, hoe is het met u?’ De oude grijsaard keek me verwonderd aan en antwoordde: ‘Ach, wat zal ik zeggen. Ik draai al wat jaren mee, of beter gezegd, rond’. ‘U geeft geen antwoord op mijn vraag’. De Wereld peinsde even en zei toen: ‘Ik word wel een dagje ouder, krijg de laatste tijd wat weinig lucht. Jullie zijn ook met zo velen’. Ik begreep ’m wel. Die luchtverontreiniging! In veel Aziatische steden lopen mensen al met een mondkapje op. Er was veel te bespreken en het werd dus een lang gesprek. Bij het afscheid zei ik dat ik De Wereld wel wat somber vond. ‘Waarom?’ Hij keek me met een minzame glimlach aan. ‘Kijk, na al die jaren zou je verwachten dat de mensheid verstandig en dus vreedzaam zou worden, maar steeds maar weer worden bloedbaden aangericht. Nu is het weer Syrië, in Oekraïne kan het geweld zo weer oplaaien. Daar word ik langzamerhand zo moe van’. Ik werd er zelf een beetje somber van. Maar toen kwam er voor mij toch een verrassende wending in het gesprek. De Wereld probeerde mij op te beuren. ‘U moet niet zo van mijn somberen schrikken. Ik ben inderdaad nog lang niet tevreden. Maar u komt toch uit Den Haag. Dan mag u, nee, dan moet u optimistisch zijn’. Ja, en toen was het gesprek afgelopen terwijl ik nog zoveel had willen vragen. Natuurlijk begrijp ik wat De Wereld bedoelde. Het is nogal wat. Het predicaat van stad van vrede en recht kan als een zwaar juk zijn als je ziet wat er allemaal fout gaat. Maar als je kijkt naar miljoenen jaren wereldgeschiedenis, is er in zo’n honderd jaar in Den Haag wel iets opmerkelijks gebeurt. Te beginnen natuurlijk met de Haagse Vredesconferenties en de bouw van het Vredespaleis. ‘De Tempel van de Vrede’ zoals die ook wel werd genoemd. Volgens vredesactivist en geldschieter Andrew Carnegie zou in het jaar 3000 de mensheid terugkijkend concluderen dat die unieke Haagse arbitragetrend de belangrijkste ontwikkeling in de wereldgeschiedenis is. We zullen zien. Of beter gezegd, onze nazaten. In 2015 hebben wij al wel nieuws. Den Haag biedt de wereld inmiddels een instrumentarium, een toolkit!, voor (meer) vrede en recht. Wij hebben de hoven die aan vreedzame conflictpreventie doen, hebben steeds meer ngo’s die oproepen tot daadwerkelijke actie en hebben voor het eerst in de wereldgeschiedenis een Internationaal Strafhof dat oorlogsmisdadigers niet vrij laat wegkomen maar juist ter verantwoording roept en eventueel ook straft. Natuurlijk nog niet het ideale plaatje, maar steeds meer landen sluiten zich bij de Haagse instellingen aan. Wij zijn ook de stad van de diplomatie. Zo is er deze maand een grote conferentie in het World Forum over onder andere de gevaren waaraan onze digitale wereld blootstaat. Hackers, topcriminelen dus, kunnen hele maatschappelijke sectoren platleggen, zoals de energie-, transport- en gezondheidssector, die steeds meer gedigitaliseerd zijn. Den Haag met z’n expertise en ideale ligging tussen de Amerika’s en Afrika en Azië is steeds meer de middenstip in de wereld. We leggen de lat hoog. Voor de mensheid en ook voor onszelf. Wij proberen zo veel mogelijk mensen bij het Haagse verhaal te betrekken. Met steun van burgemeester Van Aartsen en wethouder Van Engelshoven heb ik daarom een Worldclass The Hague opgericht: ieder jaar krijgen honderd door onze vier universiteiten geselecteerde studenten een kijkje achter de schermen van internationaal Den Haag. Afgelopen week vond de aftrap plaats bij Siemens, waar CEO Ab van der Touw een indrukwekkend verhaal hield over hoe zijn bedrijf werkt aan een veiligere wereld met allerlei ‘smart devices’, zoals bijzondere camera’s om verdacht gedrag van terroristen op te sporen. De studenten uit Den Haag, Nederland en zo’n zestig andere landen hingen aan zijn lippen. Wat een feest om zo’n gezelschap als een global village bij elkaar te zien. Jongeren die zo hoopvol voor de toekomst zijn. De oude grijsaard heeft gelijk met zijn impliciete boodschap: Den Haag is de stad van de hoop. Dat is niet zozeer een feit als wel een opdracht. Een hele eervolle! Willem Post Amerika-deskundige
Restaurant Norma oogt groots en fris. Foto's: DHC/Liza Letsch
Eten.
Silvia Pagano opent ‘echte’ Italiaan Norma naast de Ge
‘Ik pas het eten niet de Nederlanders a
Denk je aan Norma, dan denk je aan de opera van Bellini of aan pasta alla Norma. Maar sinds deze week heeft Den Haag zijn eigen Norma: de ‘bar e cucina’ van eigenaresse Silvia Pagano. ‘An easy going place’ met een prachtig uitzicht over de Hofvijver.
T
Door Annerieke Simeone
oen haar Italiaanse echtgenoot twee jaar geleden voor zijn werk naar Rotterdam verhuisde, had Silvia Pagano de eerste maanden genoeg te regelen: huis, zorgverzekering, school voor haar kinderen. Maar nadat dat allemaal op orde was, begon de bussiness development manager zich een beetje te vervelen. “Ik moest iets omhanden hebben. In Italië had ik al eens een pubrestaurant opgezet, dat zag ik hier ook voor me”. Hoewel Pagano – donkere krullen, felle bruine ogen – verknocht is aan haar huidige woonplaats (‘I love Rotterdam’), kon ze de locatie aan Buitenhof 36, naast de Gevangenpoort, niet weerstaan. Ze ging voortvarend aan de slag, de oude inrichting van het voormalig restaurant Wox herken je niet meer terug: de strakke, blauw-zwarte inrichting heeft plaatsgemaakt voor maagdelijk witte muren met hier en daar wat oranje en rode accenten. De houten vloer, dito tafels en transparante stoelen (‘dat is heel Italiaans’) maken de ruimte groots en fris. Voorbij de trap naar de eerste etage han-
gen zwart-witfoto’s van artiesten die ooit optraden tijdens het toen nog in Den Haag gesitueerde North Sea Jazz Festival. En dan is er nog het fantastische uitzicht over de Hofvijver. We zien ons al zitten met een Bellini in de hand. ‘An easy going place’, zoals de eigenaresse het uitdrukt, maar dan wel een met een metropolitische uitstraling. Baba Norma, dat plaats biedt aan tachtig personen, is een ‘bar e cucina’, in Italië een bekend begrip: ’s ochtends aan de bar een cappuccino, ’s middag een aperitivo met hapjes en ’s avonds een lekkere hap. De gasten kunnen kiezen uit bekende en minder bekende Italiaanse schotels. “Tja”, zegt ze bijna zuchtend, “aan tiramisu ontkom je niet, maar ik zet ook baba (klein cakeje met rum) op de kaart en tenerina (een chocoladetaart uit Emiglia Romana, red.)”. En je eet hier niet alleen foccaccia, maar ook pinzini, gefrituurd brood uit Emiglia Romana. Italiaans voedsel van kwaliteit. Iets wat volgens Pagano te weinig voorkomt in Nederland, en dus ook in Den Haag. Streng: “Italianen zijn soms net Chinezen: ze passen het eten voor de Nederlanders aan. Dat ben ik niet van plan”. Ze
15
Citylight – Vrijdag 3 april 2015 Den Haag Centraal
Mobiliteit.
Stadsgroen.
Autonië in de Binckhorst
‘Het gonst hier van de potentie’ Door Jasper Gramsma
W
at is de toekomst van de Binckhorst? Met die vraag begonnen urban curator Sabrina Lindemann en cultureel planoloog Hans Venhuizen in 2011 aan hun experiment om het ontzielde bedrijvengebied een nieuwe ontwikkelimpuls te geven. Mobiliteit bleek al snel het sleutelwoord en het project ‘Autonië’ was geboren. Op de vijfde en laatste manifestatie, volgend weekend, is er een antwoord. In voorspoediger tijden waren de ambities van de gemeente voor de Binckhorst groot. De vele autobedrijven zouden plaatsmaken voor woningen. Maar toen de meeste dealers eenmaal hun heil elders hadden gezocht, sloeg de crisis toe en kwamen de ontwikkelplannen stil te liggen. Gevolg: het industriegebied vol spuiterijen, reparateurs en slopers bleef achter als een doorbroken keten, zonder de belangrijkste economische aanjagers. Lindemann en Venhuizen besloten het vraagstuk vanuit de kunst onder de loep te nemen. “Ik geloof dat kunstenaars met hun perspectief zo’n onderwerp op een verfrissende manier kunnen benaderen”, legt Lindemann uit. “Naast de technische aspecten van de autobranche zijn er ook zaken als autocultuur en nieuwe mobiliteit”. Die aanpak leverde de afgelopen jaren al een aantal opmerkelijke fenomenen op, zoals de eerste Afrikaanse exportauto, vervaardigd door lokale monteurs van oude westerse auto’s. “Dat soort acties spreekt tot de verbeelding. Zo kunnen ontwerpers en kunstenaars de discussie voeden over de autobranche in dit gebied”. Mede dankzij Autonië is op de Binckhorst een nieuw elan ontstaan. “Er zijn hier meer dan duizend creatieven. Het gonst hier van de potentie, maar niemand kende elkaar. Wij hebben mensen samengebracht en kansen aangereikt om mee te ontwikkelen in deze nieuwe tijd. Met 3D-printing is bijvoorbeeld heel veel mogelijk als het om oude auto-onderdelen gaat en een spuiterij kan naast auto’s ook meubels spuiten. Door ‘out of the box’ je blik te verbreden, ontdek je soms enorme mogelijkheden om je vakmanschap te vergroten en nieuwe doelstellingen aan je bedrijf te geven. Daarvoor zijn veel ondernemers op de Binckhorst ontvankelijk gebleken. Ik waardeer hun open geest”, zegt de urban curator.
evangenpoort
t voor aan’
mag dan zelf geen kok zijn, Pagano keurt wel alle gerechten van haar Italiaanse team. Lachend: “Worden ze zenuwachtig van. Ik zeg eerlijk wat ik ervan vind”. Eén ding wil ze ook nog even duidelijk maken: ook al kun je hier pizza’s en pasta’s krijgen, Norma is geen fastfoodconcept. “Absoluut niet”, zegt ze weer streng. “Als je ergens een bordje pasta eet dat binnen twee minuten op tafel staat, dan weet je dat het is voorgekookt. Daar doen we niet aan. Wie snel wil eten, gaat maar naar de McDonald’s aan de overkant”. Norma, Buitenhof 36, zeven dagen per week geopend, van 08.00 tot 22.00 uur.
Werkplaats Parallel aan de jaarlijkse manifestaties hebben drie partijen aan een ontwerpopdracht gewerkt voor de showroom van de toekomst om van de bedrijvigheid op de Binckhorst weer een sluitende keten te maken. “Dat doe je natuurlijk niet door de ouderwetse showrooms terug te plaatsen, want naast de stedenbouwkundige ingrepen is de autobranche zelf inmiddels ook erg veranderd”. Maar als de showroom toch zo’n belangrijke factor is, hoe breng je die dan terug? Ernie Mellegers, docent automotive design aan de TU Delft, kunstenaar Jurgen Bey en ontwerper Melle Smets bogen zich erover. “Het idee van de stadsfabriek voor nieuwe mobiliteit van Smets gaan we nu verder ontwikkelen door partners te betrekken. Op hoofdlijnen komt het erop neer dat je de Binckhorst als één grote werkplaats zou moeten zien, niet als afzonderlijke bedrijfjes. Juist dan is de autobranche hier in staat om ook heel andere dingen te doen”. Naast de presentatie van het winnende plan kent ‘Autonië #5’ op 11 april een boordevol programma, verspreid over een aantal pleinen. Op één van de pleinen staan innovatie en technologie centraal. Hier is onder meer een waterstofauto van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen te zien. Ook is er een plein over de cultuur rond de auto met een stijlkamer die volledig over de vierwieler gaat: van pyjama tot behang en van tapijt tot bed. En er is een workshop waarbij kleding wordt bedrukt met autobanden en oude onderdelen. Het hoofdplein staat in het teken van de toekomst van het gebied. Daar worden de uitkomsten van de ontwerpopdracht toegelicht. Als hoogtepunt laat wethouder Joris Wijsmuller (Haagse Stadspartij, cultuur en stadsontwikkeling) de autoboot van kunstenaar Lambert Kamps te water in de Trekvliet. “Dat symboliseert de verbinding tussen de Binckhorst en de stad. Bovendien is het water een belangrijke verbindingsweg voor de toekomst”, aldus Lindemann, voor wie het project na deze finale nog niet ten einde is. “Mijn eindpunt is als de ideeën levensvatbaar zijn en navolging vinden bij andere partijen. Ik ben tenslotte geen mobiliteitsspecialist maar iemand met een achtergrond in de kunst”. Autonië, zaterdag 11 april van 14.00 tot 22.00 uur in en rond het depot van het Haags Bus Museum. Gratis toegang. Voor meer informatie en het volledige programma: www.optrek.org en Facebook Autonië-Binckhorst.
De waterstofauto van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Foto: PR
Voor vrouwen
Meisjes, ik richt me niet vaak alleen tot u, maar voor één keer neem ik die vrijheid. Ik zie u namelijk zo reikhalzend uitkijken naar het voorjaar en dan met name naar het opknappen van de tuin, het planten van kleurig voorjaarsgoed, het renoveren van het dorre grasveld en het verven van de schuur. Ik wil u echter op de hoogte brengen van een ‘tuin’-trend die uw huwelijk een nieuwe boost gaat geven. Allereerst haalt u het gordijntje voor het schuurraampje weg en laat u de wasdroger op zolder zetten. Vervolgens geeft u ceremonieel de sleutel van het schuurtje aan uw mannelijke huisgenoot. U houdt zelf geen kopie van die sleutel, nee, u zult dit schuurtje nooit meer van binnen zien. Vanaf dit voorjaar is het namelijk de ‘man cave’. Zo heet de ruimte waar uw echtgenoot het toppunt van mannelijk geluk gaat beleven. Zo ver mogelijk weg van uw gezellige kleedjes op tafel, uw snuisterijen op de vensterbank en uw theedoeken die bij uw ovenwanten passen, creëert uw man, zonder uw bemoeienis, in dit schuurtje een eigen plek om zichzelf te kunnen zijn. Schurisme, zoals de trend ook wordt genoemd, is een jaar of vier geleden uit Engeland komen overwaaien. Daar heet het fenomeen ‘shedding’, maar de strekking is dezelfde: mannen creëren een eigen plek in of om het huis (soms moet de man met een kelder of zolder genoegen nemen) en
proberen op die manier te ontsnappen aan de dagelijkse sleur. De sheddies, zoals de geuzennaam van deze mannen luidt, vieren hun man-zijn door af en toe in hun cave te gaan zitten. Daar, in alle rust en beslotenheid, wijden zij zich aan typisch mannelijke rituelen als prutsen, rommelen, ouwehoeren, verzamelen, sport kijken, drinken, roken, hangen, boren, zagen en verroeste schroefjes draaien. Inderdaad, net als uw vader en uw vaders vader ook ooit deden: doodgewone en onschuldige bezigheden voor ouwe lullen in ouwe schuurtjes, maar nu hip, trendy en absolute noodzaak. Klinkt het u als een naderende echtscheiding in de oren? Niets is minder waar. Volgens psychologen zou iedere man er een moeten hebben en is het de redding van menige relatie! Een schuurtjesman wil namelijk niets anders dan heel even met rust gelaten worden, zonder dat dat relationeel meteen weer op een big issue hoeft uit te draaien. Maakt u zich geen zorgen wanneer uw sheddie wekelijks zo’n veertien tot zestien uur in zijn schuurtje doorbrengt. Zonder u te vertellen wat hij daar doet (een tip: vráág het ook nooit!). Ik begrijp dat meisjes veel liever een stuk zouden gaan fietsen met hun man, of een film gaan zien, over de kinderen willen praten of over de nieuwe badkamer... Weet echter dat in landen als Engeland, Ierland, Australië en Nieuw-Zeeland mannen in schuurtjes sinds een aantal jaren als ware helden, als echte mannen, worden gezien, die in hun schuurtje nieuwe energie opdoen... om vervolgens gezellig met u naar het tuincentrum te gaan om daar bakken vol fleurig plantgoed, graszaad, een verticuteerhark en verf voor de schuur te kopen! Wendy Hendriksen
}<(l(tp$=adbcb <
Combineer nu de papieren en de digitale krant Een échte Haagse krant
Vrijdag 27 maart 2015 jaargang 9 nummer 411
€ 2,50
Slachtoffers van de Adder eindelijk herdacht 9
}<(l(tp$=adbcb <
iPad
vrijdag 27 maart 2015 Week 13 Een échte Haagse krant
Vrijdag 27 maart 2015
jaargang 9 nummer 411
€ 2,50
Slachtoffers van de Adder eindelijk herdacht 9
vrijdag 27 maart 2015 Week 13
Harry Heijnen, kampioen van de Lange Zij, is dood
De dubbeltentoonstelling over het werk van Anton Corbijn in het Gemeentemuseum en het Fotomuseum Den Haag geeft het compleetste overzicht van het œuvre van de wereldberoemde fotograaf. Op deze foto: Björk. / zie pagina 5
Harry Heijnen, kampioen van de Lange Zij, is dood Dit is een uitgave van
Macbook Air
5
5
Klein bier 14 Stad en horeca ruziën
over regels
>Foto: Den Haag Marketing/Jurjen Drenth
Aloysius College nog lang niet gered 3
Panorama Mesdag klaar voor de 21ste eeuw 8
illustration by kristen n. brown 2011
Klein bier
14 Stad en horeca ruziën De dubbeltentoonstelling over het werk van Anton Corbijn in het Gemeentemuseum en het Fotomuseum Den Haag geeft het compleetste overzicht van het œuvre van de wereldberoemde fotograaf. Op deze foto: Björk. / zie pagina 5
over regels
Aloysius College nog lang niet gered 3
>Foto: Den Haag Marketing/Jurjen Drenth
klaar voor de 21 Bent eeuw 8 u abonnee? Bent u nogPanorama geenMesdag abonnee? ste
Dit is een uitgave van
Neem dan een abonnement voor slechts € 89,- per jaar Ontvang dan Den Haag Centraal gratis op uw smartphone, (52 nummers), een halfjaarabonnement € 52,tablet of pc in combinatie met de (26 nummers) en een kwartaalabonnement € 28,75 papieren krant. (13 nummers). Dit abonnement is inclusief gratis toegang tot de digitale versie van de krant. Ook alleen een digitaal abonnement is mogelijk voor € 68 per jaar (52 nummers). Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode. Ga naar www.denhaagcentraal.net voor uw abonnement.
17
Citylight – Vrijdag 3 april 2015 Den Haag Centraal
Koken met ...
Paul van Waarden
Adres Noordeinde 142, Den Haag Telefoon 070-7371275 Info www.restaurantdekoets.nl Geopend maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 23.00 uur, zaterdag & zondag van 9.00 tot 23.00 uur Voorgerechten vanaf € 9,25 Hoofdgerechten vanaf € 11,50 Nagerechten vanaf € 6,50
Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Lamsschouder met gremolata Nodig voor 4 personen:
Bereidingswijze: Verwarm de oven voor op 160 graden. Leg de lamsschouder in een ovenschaal, snij 1 knoflookbol door, wrijf er de schouder mee in en laat hem er op liggen. Strooi er wat zout en peper over en zet de schaal 1,5 tot 2 uur in de oven. Pluk de peterselie en maak de andere bol knoflook schoon. We schillen de citroen (vandaar dat hij biologisch moet zijn) en persen het sap eruit. Doe de knoflook, de peterselie en het sap en de schil van de citroen in een mixer en draai alles helemaal fijn tot er een lekkere mix ontstaat. Dit is de gremolata. Als de schouder na 2 uur helemaal gaar en lekker gekleurd is, halen we de schaal uit de oven. Doe er aluminiumfolie over en laat hem zeker een halfuurtje staan. Druk de knoflookteentjes uit de knoflook, schil ze en bewaar ze. De schillen mogen weg. Als het goed is, is het lam nu zo gaar dat je het bot eruit kunt trekken zonder dat je het hele vlees kapottrekt. Als dat gelukt is, smeer je het hele vlees in met de gremolata, ook aan de binnenkant waar het bot zat. Doe het daarna weer een halfuurtje terug in de oven. Kook ondertussen de gnocchi en spoel deze goed koud. Stop ze 5 minuten voordat je de schaal uit de oven haalt bij de lamsschouder en laat ze even warm worden. Haal het vlees uit de oven en leg het op een schaal, roer de gnocchi door het achtergebleven vocht in de ovenschaal en verdeel ze daarna over het vlees. Nu ruikt je hele huis lekker, dus ga heel snel aan tafel en geniet.
Een kwestie van smaak met ...
Marius van der Vliet Sinds Marius van der Vliet in oktober 2005 zijn zaak Marius, Jouw Wijnvriend! opende aan de Piet Heinstraat, weten buurtbewoners en horecazaken hem te vinden. Hij werkt het liefst met ambachtelijk werkende wijnboeren. En dat die meestal beperkt produceren, vindt Marius juist prima. Die kleine oplagen treft u aan in zijn wijnwinkel.
Domaine du Bon Remède, La Grange Delay 2013
V
eel liefhebbers van mooie rode Rhônewijn hebben vorig jaar deze aanrader uit de Ventoux al ontdekt. Frédéric en Lucile Delay maken op ambachtelijke manier een prachtige rode wijn van druiven van hun beste wijngaarden. Familiebedrijf Domaine du Bon Remède gaat, met de nog niet ontdekte La Grange Delay, de concurrentie aan met duurdere, reeds gevestigde namen. De wijn wordt gemaakt van 70% grenache en 30% syrah van een hoog, heuvelop gelegen perceel in het dorpje Mazan, vlak bij de Mont Ventoux. Frédéric kocht deze bijzonder goed gelegen wijngaard in 2010 en waardeert hiermee zijn domein op tot een van de beste van de streek. De wijnstokken zijn gemiddeld ruim 45 jaar oud en hebben een laag rendement van 35 hectoliter per hectare. Na een zachte kneuzing vergisten en weken de druiven bijna vijf weken lang, gevolgd door een korte rijping in kleine eikenhouten fusten. Het resultaat is een krachtige, geconcentreerde en kruidige rode wijn met een goed bewaarpotentieel. Dit is een spectaculaire kwaliteitswijn uit de zuidelijke Rhône. Proefnotitie: Fraaie Ventoux met een volrode tint en een krachtig aroma, met kruidige-, fruitige- en toast-nuances. De smaak zet krachtig in, ontwikkelt zich evenwichtig en eindigt aromatisch met milde tannine. Heerlijke wijn bij geurige stoofgerechten, maar ook bij lams- of rundvlees van de grill. Op dronk vanaf twee à drie jaar na de oogst, gemakkelijk tot zeven jaar houdbaar. Prijs: € 8,55, in april € 7,50 Bestellen bij: Marius, Jouw Wijnvriend! Piet Heinstraat 93, 2518 CD Den Haag.
[email protected] of 070 3633100
Contant, creditcards & pin
+ locatie - fantasieloos menu - smaak en verfijning
De Koets
Eetrubriek
◯ 1 lamsschouder ◯ 2 bollen knoflook ◯ 1 biologische citroen ◯ 1/2 bos bladpeterselie (nooit andere kopen) ◯ gnocchi (kant-en-klaar of zelfgemaakt) ◯ peper en zout
Het weer is onstuimig en een heerlijke voorjaarstemperatuur laat ons tot op heden nog in de steek. Dat betekent dat alles wat buiten groeit en bloeit nog even op zich laat wachten. Nu is het feest van Pasen ook nog eens vroeg in het jaar, dus een aspergefestival gaat het op dit moment nog niet worden. Lam en asperges vormen een gouden duo en zijn ieder jaar vaste prik op vele paasdiners. Ik kies nu voor het lam en wacht nog maar even met de asperges tot de temperaturen wat aangenamer zijn. Dan kom ik met een heerlijk recept, dat beloof ik u. De lammetjes houden zich gelukkig wel aan de tijd van het jaar en die zijn er nu dus voldoende. Mijn voorkeur gaat uit naar schenkels of schouders. Daar zit veel smaak aan en die zijn interessanter van prijs. Ze zijn daarentegen wel weer iets lastiger te bereiden. Heel Nederland wil dit weekend natuurlijk lam eten, dus dat zal de prijs zeker beïnvloeden. Bewaar anders het recept en probeer dit over een maandje eens, dan is de prijs vast wat gunstiger. Maar voor wie niet wil wachten… Daar komt-ie dan, en vergeet vooral niet ervan te genieten.
Internationaal
E
ind vorig jaar verliet de Douwe Egberts-winkel zijn mooie pand aan het Noordeinde, om plaats te maken voor een nieuw concept van ondernemer Reza Firoozi. Hij opende hier restaurant De Koets, een moderne zaak met prachtige lichtinval door het glas-in-loodplafond en stoer ingericht met grote houten tafels, leren stoelen in Chesterfieldstijl en industriële lampen. Firoozi is ook eigenaar van BLVRD, een restaurant aan de Scheveningse boulevard. Het menu is identiek, zelfs de spelfouten die ik hier afgelopen zomer aan de boulevard tegenkwam, staan ook op dit menu tussen de carpaccio, de garnalencocktail, de saté, de gebakken zalm en de Dame Blanche. Inderdaad, een weinig inspirerende menukaart maar mijn motto blijft, als het goed is smaakt alles, hoe laagdrempelig ook, als de kwaliteit van de gebruikte ingrediënten maar goed is en het geheel smakelijk bereid en aantrekkelijk gepresenteerd wordt. Helaas voldoet De Koets naar mijn idee niet aan deze eisen. De gerookte paling (€ 11,50) komt als enorme portie en wordt geserveerd met enthousiaste strepen witte saus, een hand kappertjes, wat sla en een schijf citroen. Bij de toast ligt een zielig plastic kuipje roomboter. De paling smaakt naar paling en daar is alles mee gezegd. In mijn diepe bord hebben drie coquilles (€ 11,50) een flinke duik gemaakt in de beurre blancsaus en zich daarna verstopt onder de slierten zeekraal. De rand van het bord is net zo enthousiast versierd met nietszeggende golfjes saus, een groene en een witte, een echte smaak kan ik ze beide niet geven. Ook dit gerecht smaakt naar coquilles in boter en zeekraal maar mist alle verfijning. Met de glazen Spaanse Chardonnay (€ 4,25) is overigens niets mis. De ribeye à € 22,50 wordt gepresenteerd als ‘min 21 dagen gerijpt vlees’. Tsja, maar wat voor soort vlees? Hebben we het dan over het Frans/Belgische ras Blond d’Aquitaine, een prachtige koe die zomaar 500 kilo kan wegen, een sappig stuk graangevoerd Aberdeen Angus uit Schotland of een zogenaamd stuk ‘kapstokvee’, melkkoeien die na hun hele leven melk te hebben gegeven uiteindelijk, mager als ze zijn en dus minder vetmarmering en smaak hebben, de pan in verdwijnen. Ik verdenk De Koets stiekem van dat laatste. Mijn ribeye is vrij dun, ik bestelde hem rare, maar toch is hij taai en smaakloos. Ook mijn gast heeft te maken met een stuk vlees waar je normaal gesproken wel wat meer van zou verwachten, de lamsrack (€ 22,95). Hij keek uit naar een sappig en smaakvolle ribpartij maar voor hem staat een soort klauw, lijkend op een grote spin, van te ver doorgegaard lamsvlees. Van de presentatie van het geheel moeten onze buren zelfs een beetje lachen. De seizoensgroenten die bij onze beide hoofdgerechten worden geserveerd, zijn van diepvrieskwaliteit en tussen ons in staat een bak friet met een gezellig bakje mayonaise (€ 0,95) en ketchup (wederom € 0,95). Dit zegt haast genoeg, alleen bij de snackbar betaal je extra voor een klodder saus. Bij de espresso’s (€ 2,80) delen we een chocoladesoufflé (€ 6,50), ofwel een aardig chocoladecakeje met een vloeibare kern, gepresenteerd met een enorme wolk spuitbusslagroom. De Koets zit op een prachtige locatie, de zaak ziet er leuk uit, maar die mooie buitenkant heeft een niet zo veelzeggende inhoud. Op het Noordeinde verwacht je toch meer, het is zonde dat de eigenaar niet met iets uitdagenders komt. Uiteindelijk betalen we de rekening van € 90,95. ‘Best duur pubfood’, aldus mijn tafelgenoot, en stiekem ben ik het wel met hem eens. Daphne Browne
18>SPORT
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 april 2015
Hans
Mooie laatste
Niets is mooier in de dartssport dan het bijwonen van een competitiewedstrijd in een café. Vooral het gemurmel van de toeschouwers na de laatste pijl van een beurt heeft iets knuffelbaars. De helft van het publiek moedigt alvast de speler aan die hierna moet gooien en de andere helft becommentarieert de laatste worp. Vaak met de term ‘mooie laatste’. Ik moest eraan denken toen ik op de Facebookpagina van Raymond van Barneveld een foto zag, omdat hij weer een keertje had meegespeeld met het team van Bar The Entertainer. Het was een stukje ontspanning in spannende tijden voor de Haagse darter. Hij zal deze week moeten proberen om uitschakeling in de Premier League of Darts te ontlopen. Na negen rondes vallen de twee laagst geplaatsten af en onze stadgenoot staat daar net één plekje boven. Vorig jaar won Van Barneveld deze lucratieve en prestigieuze wedstrijdserie nog glansrijk, maar vooral in de eerste weken van deze rondgang ging het moeizaam. Hij begon met twee verliesbeurten en een gelijkspel, gevolgd door zijn eerste overwinning. Twee weken geleden versloeg Barney op legendarische wijze de Engelsman Phil Taylor. Legendarisch? Ja, Taylor schreef historie door een televisiewedstrijd met het hoogste gemiddelde ooit (115,80) te verliezen. Hoe zit het dan met Van Barneveld, heeft hij een vormcrisis? Dat zou je denken en wellicht was dat in de eerste weken van de Premier League wel het geval, maar wie hem vorige week tegen de veelvraat Van Gerwen zag darten, moet toegeven dat hij geweldig speelt. Op zijn Brabantse opponent staat geen maat; binnenkort wordt hij de tweede speler ooit die meer dan een miljoen Engelse ponden aan prijzengeld binnen twee jaar heeft verdiend. Maar Barney bleef – net als een week daarvoor tegen Taylor – goed partij geven. Dus komt de vraag op, waarom hij vorig jaar zo glorieus won en dit jaar al in de eerste afvalronde moet vechten om erbij te blijven. Deels komt dit doordat geen enkele sporter zijn topvorm kan behouden. Daarnaast is de concurrentie in de top moordend geworden. Bovendien is Van Barneveld altijd een slow starter geweest en dat is nadelig in een kort wedstrijdformat als bij de Premier League. Oorzaken te over waardoor het moeilijk is. Daar staat tegenover dat de Hagenaar – vooral de laatste maanden – heeft aangetoond om meer dan ooit een vechter te zijn die niet opgeeft als het tegenzit. Mooie laatste, Raymond! Hans Willink
Waleed Shekho als trainer van Tony Jas. ‘Hij heeft alles om een topbokser te worden’. > Foto: Bert Tielemans
De gecompliceerde puzzel van Waleed Shekho
‘Teruggaan naar Syrië is geen optie’ Waleed Shekho heeft in zijn leven voor de moeilijkste weg gekozen. Getrouwd zijn met een christelijke Nederlandse vrouw in een land dat vijandig staat tegenover de Nederlandse sympathie voor Israël, maakt van het bestaan van de Syrische Koerd een gecompliceerde puzzel. Niet in de laatste plaats vanwege de bezorgdheid om zijn familie, die vlak bij door IS-strijders gecontroleerd gebied woont. Ondertussen wil hij als bokstrainer in Rijswijk zijn droom waarmaken.
S
Door Klaas-Jan Droppert
portcentrum Nicolaas aan de Labouchèrelaan in Rijswijk is zo’n plek waar de herinnering aan de bokshelden van weleer levendig gehouden wordt. Affiches van gevechten om de wereldtitel en portretten van kampioenen als Jack Dempsey en Muhammad Ali hangen er aan de muur. Het is de plek waar Waleed Shekho (34) zich thuis voelt. Geen wonder, want de Syriër is in de klasse tot 60 kilogram een topbokser geweest. Zo werd hij in 2002 Aziatisch kampioen. “Boksen en langeafstandzwemmen zijn in mijn land de populairste sporten. Via mijn broer ben ik gaan boksen. Mijn vader, die gek is van Duits voetbal, had liever gezien dat ik was gaan voetballen”. Shekho, die in de noordoostelijke stad Hasaka is geboren, bereikte zelfs het nationaal team. Maar dat leverde hem net zo vaak vreugde als frustratie op. “Die Aziatische titel is het hoogtepunt van mijn carrière. Ik had meer kunnen winnen. Maar in Syrië is alles politiek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bevolkingsgroepen. Op de maatschappelijke ladder staat de familie van Assad bovenaan, dan komen de Alawieten, de bevolkingsgroep waartoe Assad behoort, vervolgens de andere Arabische groepen en daarna pas de Koer-
den. Ik was een tweederangsburger in mijn eigen land. Een Arabische jongen in mijn klasse werd altijd hoger ingeschat, terwijl ik twee keer van hem won bij het Syrisch kampioenschap. Hij ging dus meestal naar de belangrijke toernooien. Die frustratie zorgde ervoor dat ik in 2006 ben gestopt”. Zelfs zijn Aziatische titel bracht hem problemen. “Normaal word je voor zo’n prestatie gehuldigd. Nu niet. Ik kreeg tien euro als beloning. Tien euro! Wat kan je daar nu mee? Een paar cola kopen, dat is alles. Daarover deed ik mijn beklag in de krant. Toen wilde de boksbond me voor zes maanden schorsen. Gelukkig kon mijn coach dat verhinderen”. Susan Maar voor Shekho was het duidelijk dat er uiteindelijk geen eer te behalen viel. In Damascus, waar hij trainde, voltooide hij ook een studie lichamelijke opvoeding en fysiotherapie. Toch kwam hij op een heel andere plek te werken: bij het Nederlands Instituut voor Academische Studies. En daar ontmoette hij Susan, een studente sociale psychologie die in met Midden-Oosten de taal, de cultuur en het land wilde leren. De vonk sloeg over bij Shekho. Daardoor kwam hij ook in een moeilijke situatie. Samenwonen met een christelijk meisje, dat kan niet in Syrië. “Uiteindelijk zijn we getrouwd. Zowel voor de kerk als voor de sharia. Het heeft zes maanden gekost om te trouwen. Eerst moesten de juiste documenten boven tafel komen. Susan moest aantonen dat ze niet Joodschristelijk is. Want ‘Joods’ is het ergste scheldwoord in Syrië en in mijn land is wel bekend dat Nederland sympathie voor Israël heeft. Vanwege mijn werk voor het Nederlands Instituut kon ik een studievisum voor Nederland krijgen en zijn we gegaan. Omdat we getrouwd zijn, is alles nu officieel”. Shekho is bekend met het gezegde over twee geloven en één
kussen. “Maar bij ons overwint de liefde. In haar grote familie, die ‘s zondags naar de kerk gaat, voel ik me geen buitenstaander. Als ze naar de kerk gaat, ga ik niet mee. Waarom? Ik ga ook nooit naar de moskee, dat deed ik in Syrië ook niet. Wel vier ik met haar familie kerst en we willen onze bruiloft nog een keer overdoen. Met een kerkelijke ceremonie”. In juni 2011 vertrok Shekho naar Nederland. Drie maanden ervoor was de oorlog begonnen. “Toen werden vreedzame protesten de kop ingedrukt. Ik heb mijn dienstplicht vervuld, dat is verplicht in Syrië, maar ook in het leger wordt onderscheid gemaakt. Ik wist dat als er oorlog zou komen, de Alawitische officieren als eersten zouden worden gedood. Dat is ook gebeurd. Omdat de verschillende groepen altijd tegen elkaar zijn uitgespeeld, zou een oorlog het gevolg zijn. Toen we vertrokken waren er honderd doden, nu zijn dat er meer dan tweehonderdduizend”. Met één factor had Shekho geen rekening gehouden: de strijders van de Islamitische Staat. “Wat zij doen, is weerzinwekkend. Dat heeft niets met religie te maken. Het valt me op dat alle hoge posities bij IS door buitenlanders bekleed worden. Geen Syriërs, want die hebben meestal gestudeerd en weten hoe het zit. Volgers van IS zijn allemaal niet-geletterde mensen of ze hebben in de gevangenis gezeten. Ook de Nederlanders die zichzelf opblazen. Mijn moeder riep: ‘Waarom sturen jullie hen naar ons toe om dit te doen?’” De aanwezigheid van IS op geringe afstand van zijn geboorteplaats Hasaka maakt hem somber. “Mijn moeder is een heel optimistische vrouw en wilde nooit weg. Nu wel, maar nu kan het niet meer. Heel veel vrienden van mij zijn dood. Inmiddels heb ik alle Syrische contacten van mijn Facebookpagina gehaald. Daarop kwamen foto’s van de meest gruwelijke dingen binnen. Dode mensen,
afgerukte hoofden en ledematen en veel bloed. Ik kon er echt niet van slapen”. Shekho zegt dat hij vanuit Nederland niets kan doen. “Ik ben geen Peshmerga, alleen in de ring ben ik een vechter. Niet daarbuiten, want ik ben tegen oorlog. Maar deze situatie beheerst mijn leven. Soms heb ik weken geen contact met mijn familie, dan ben ik heel ongerust. Ik heb mijn familie bijna vier jaar niet gezien, maar teruggaan is geen optie. Zodra ik voet op Syrische bodem zet, word ik ingelijfd door het leger”. Jas Zijn toekomst ligt daarom in Nederland. Bij Susan, bij zijn bedrijf Pirozbe (wat in het Koerdisch ‘Gefeliciteerd’ betekent), dat stoelontspannings- en sportmassage verzorgt, en bij Sportcentrum Nicolaas. Daar is Shekho, die inmiddels de hoogste internationale boksdiploma’s heeft gehaald, drie dagen in de week als trainer te vinden. “Wat ik Nederlandse boksers kan leren? Ze hebben veel kracht en een goede mentaliteit. Maar de techniek kan veel beter en die hoop ik bij hen toe te voegen”. En dan vooral bij Tony Jas. De 16-jarige Rijswijker, zowel Haags als Rijswijks Sporttalent van het Jaar, is een van de grootste troeven die Nederland heeft. Shekho bereidt hem voor op de EK en de WK onder 16, die later dit jaar gehouden worden. “Wat hem zo goed maakt, is dat hij speelt in plaats van vecht. Hij is tegenstanders daardoor meestal te slim af. Nu combineert hij het nog met kickboksen, maar als hij op de EK en WK medailles haalt, dan denk ik wel dat hij voor boksen gaat kiezen”. Dan kan Shekho hem voorbereiden op de Olympische Spelen. “Zelf heb ik die vanwege de politiek in Syrië nooit gehaald. Altijd ging er een Arabier. Maar als trainer van een Nederlandse bokser zou ik graag naar de Spelen gaan. Tony heeft alles in zich om een topbokser te worden”.
19
SPORT<
Vrijdag 3 april 2015 > Den Haag Centraal
Bouw van ‘Huis van de Sport’ begonnen Over minder dan anderhalf jaar heeft Den Haag met de Sportcampus Zuiderpark een van de mooiste sportfaciliteiten van Nederland. Volgens sommigen kan het nieuwe complex, dat sport, onderwijs en bewegen als pijlers heeft, straks wedijveren met het nationaal sportcentrum Papendal. Door Klaas-Jan Droppert
Wilbert Stolte, Sander Dekker, Marnix Norder, Karsten Klein en Rabin Baldewsingh. Noem het aantal wethouders dat zich ermee bemoeid heeft en het is duidelijk dat de Sportcampus Zuiderpark een proces van de lange adem is geweest. Al in 2007 vertrok ADO Den Haag naar het Kyocera Stadion. Bijna acht jaar later werd op een natte woensdagmiddag de eerste paal van de Sportcampus Zuiderpark geslagen. Dat het plan na het terugtrekken van Vestia een sobere versie (zonder onder andere een ondergrondse parkeergarage) is geworden en de gemeente, De Haagse Hogeschool en ROC Mondriaan gedwongen werden gezamenlijk de rekening van tachtig miljoen euro te delen, daarover sprak niemand bij de eerste officiële plechtigheid. Veel liever keken alle betrokkenen naar de toekomst. Naar wat er straks vooral mogelijk is. En daarbij streden superlatieven en vergelijkingen om voorrang. ‘Een icoon voor Den Haag’, noemde wethouder Baldewsingh (sport) het complex. ‘De mooiste sportaccommodatie voor welke hbo-opleiding in Nederland dan ook’, zei Jan Lintsen (lid van college van De Haagse Hogeschool). En Baldewsingh deed daar met ‘een tweede Papendal’ nog een schepje bovenop. Kloppend hart Toegegeven, de nieuwe sportcampus is ook het beste wat zowel topsport als breedtesport in Den Haag kan overkomen. Dit ‘Huis van de Sport’ herbergt een topsporthal voor 3500 toeschouwers, twee breedtesporthallen, vier gymzalen, een dojo, een danszaal en een beachsporthal. En naast het gebouw is nog plek voor acht voetbalvelden (waarvan minimaal twee met kunstgras), een multifunctioneel kunstgrasveld voor hockey en tennis en een beachcourt. Tegelijkertijd knapt ADO Den Haag zijn eigen accommodatie in het Zuiderpark op.
Maar de sportcampus wordt meer dan het kloppend hart van de Haagse sport. Ook onderwijs en bewegen spelen straks een prominente rol. Overdag zullen vooral de HALO (onderdeel van De Haagse Hogeschool) en ROC Mondriaan ervan gebruikmaken. De Haagse Hogeschool brengt er, naast de opleidingen Leraar Lichamelijke Opvoeding en Sportmanagement, ook zijn nieuwe faculteit Sport, Beweging en Voeding onder. “Daarnaast gaan we onderzoek doen naar voeding, bewegingstechnologie en revalidatie. Dat gaat in samenwerking met het Sophia Revalidatiecentrum”, zegt Lintsen, die verwacht dat ‘studenten spontaan verliefd worden op het nieuwe gebouw’. Naast de 1400 studenten van De Haagse Hogeschool krijgen ook 200 leerlingen van het ROC Mondriaan op de sportcampus onderwijs in de onderdelen School voor Lifestyle en Sport en Bewegen. “Studenten kunnen hier op diverse niveaus hun beroepsopleiding doen”, zegt Pierre Heijnen (voorzitter college van bestuur ROC Mondriaan). “En dan hoop ik ook dat er op deze plek mogelijkheden zijn om stage te lopen”. Beachvolleybal De sportcampus staat er natuurlijk ook voor de sport. Niet alleen voor de breedtesport voor inwoners uit de omliggende wijken, maar zeker ook voor de topsport. Vandaar dat Beachvolleybalteam Nederland van Lindobeach naar het Zuiderpark verhuist. En dat de gezamenlijke turnverenigingen hun topturnsters hier zullen onderbrengen. Daarnaast wordt het regionaal zaalvoetbal-trainingscentrum hier gevestigd. Ook korfbalclub Die Haghe, die nu het zaalseizoen in verschillende sporthallen verspreid over de stad afwerkt, zou graag van de locatie gebruikmaken. De gemeente verwacht dat andere clubs zullen volgen nu de bouw van de Sportcampus Zuiderpark is begonnen. Ze hebben nog tot september 2016 de tijd om een beslissing te nemen, want volgend najaar wordt het in juni 2016 opgeleverde complex officieel geopend. Als ‘Huis van de Sport’ of als ‘icoon van Den Haag’, maar vooral als plek waar sport, onderwijs en bewegen een veelbelovende toekomst hebben.
Impressie van de toekomstige Sportcampus Zuiderpark.>Foto: PR
Marije Wabeke: ‘De clou van coachen is erachter komen hoe mensen in elkaar zitten’. >Foto: Bert Tielemans
Nieuwe jeugdcoördinator laat jonge leden moeiteloos instromen
‘Roeivereniging De Laak is als een tweede huis’
Marije Wabeke (23) komt al zo lang ze zich kan herinneren bij roeivereniging De Laak. Als meisje had ze er een onvergetelijke tijd. De functie van nieuwe coördinator jeugdinstructie is haar dan ook op het lijf geschreven: “Zien waar iemands plafond ligt en inschatten hoe dat het best te bereiken”. Door Martin van Zaanen
Toen ze de vacature van jeugdcoördinator op de website van roeivereniging De Laak las, dacht ze, nee wist ze: die is mij op het lijf geschreven. In het gesprek met het bestuur dat volgde, werd dat met vet onderstreept en met elke stap die ze vanaf halverwege februari in haar nieuwe functie zette, belandde er een flink uitroepteken achter. Ze begon met alleen de zaterdag, inmiddels treft je haar er ook regelmatig op dinsdag-, woensdag- en donderdagmiddag aan. Zomaar wat steekwoorden als je Marije Wabeke op de vlonder bij de uit 1919 stammende vereniging met de jonge aanwas bezig ziet: geduld en positiviteit. “Dat zijn dingen die bij mijn karakter passen”, knikt ze. “Het wordt door die kinderen alleen maar versterkt. Ze zijn grenzeloos enthousiast, kennen geen angst en hebben een tomeloze energie. Je ziet de kick die ze krijgen wanneer ze progressie boeken en op die leeftijd ga je nu eenmaal enorm snel vooruit. Dat
leidt tot veel fanatisme. Mooi om dat als coach in goede en veilige banen te leiden”. Praat ze over ‘hard gaan’, klinkt daar ronduit ontzag in door voor de snelheden die in het geval van rake slagen in de roeiboot worden ontwikkeld. Maar denk niet dat alleen de meest getalenteerden en zware fanatiekelingen op haar steun kunnen rekenen. “De clou van coachen is erachter komen hoe mensen in elkaar zitten”, legt ze uit. “Kijken, luisteren. Vervolgens kun je zien waar iemands plafond ligt, hoe ver iemand daarvoor wil gaan en inschatten hoe dat het beste te bereiken”.
Je ziet de kick die ze krijgen wanneer ze progressie boeken en op die leeftijd ga je nu eenmaal enorm snel vooruit Een benadering die naadloos aansluit bij het DNA van de op de Binckhorst gevestigde club, waar je roeiers van 10 tot en met 80 jaar aantreft. Van de vijfhonderd Laakleden zijn er ruim vijftig tussen de 10 en 18 jaar. Wabeke, in het da-
gelijks leven werkzaam in kloosterverzorgingshuis Bijdorp in Voorschoten, leidt de introductietrainingen waarbij jongens en meisjes uit die leeftijdsklasse moeiteloos kunnen instromen. Wilgen De club kent ze door en door. Haar moeder, oud-toproeister Lily Wabeke-Meeuwisse (zesde op de Olympische Spelen van Moskou in 1980 met de dubbel-vier-metstuurvrouw), is erelid, zelf roeide Marije Wabeke er in haar jeugd veel wedstrijden. “Wat me nog helder bij staat? Dat ik er meteen nadat ik lid was geworden, spijt van had dat ik het niet eerder had gedaan. Onder begeleiding van topcoaches Rob van Oppenraaij, Olaf Licht, Juriaan de Vries en Michiel Verzijden had ik een onvergetelijke tijd. Al snel werd het mijn tweede huis. En zo zie ik het nog steeds. Ik zou het mooi vinden als het dat voor de huidige jeugdleden ook wordt”. In haar studententijd maakte ze de overstap naar studentenroeivereniging Njord in Leiden, waar ze werd bevangen door het coachvirus en besloot haar riemen aan de wilgen te hangen. Bij De Laak breiden haar activiteiten als begeleider zich sterk uit: “Naast het organiseren van trainingen en activiteiten zoals het Laakkamp, is het ook mijn doel voor de komende jaren een stevige structuur neer te zetten. Op dat gebied is nog een hoop progressie te boeken”.
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 3 april 2015
1
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Jeroen Cieremans Buurt “Den Haag heeft me altijd meer getrokken dan Wassenaar. Als catamaranzeiler wilde ik zo dicht mogelijk bij zee wonen. Belgisch Park is een mooie wijk. En die is niet alleen kakkineus; je hebt ook de gezelligheid en de winkels van de Stevinstraat. Het is ons dorp in Den Haag”. Koffie “Ik ben iemand van vaste rituelen, noem het conservatief. De ochtend begint of met hardlopen of ik breng de kinderen naar school. Voordat ik naar mijn werk ga, drink ik vaak koffie bij Eigen <2> in de Stevinstraat. Krantje erbij, mail doorlopen, afspraken voorbereiden. Echt een rustmoment. En in het weekend komen we er met de kinderen”.
2
>Foto: PR
Uitgaan “Uitgaan valt tegen met twee kinderen …. Nu gaan we meestal uit eten. Bij Mochi aan de Mallemolen is de keuken heel apart, een proeverij van fusion en Aziatische gerechten. Erg leuk”.
PLAATS
Kledingwinkel “Ik heb tig dezelfde overhemden en een paar dezelfde spijkerbroeken. Die haal ik bij Cipriani <3> op het Kurhausplein. Pakken koop ik altijd bij Boston Trader op de
Plaats. Vroeger liep ik altijd in pak. Nu minder, het is nu meer smart casual”. Lunchroom “Scheveningen is mijn span of control. We wonen in noord en ons kantoor is aan de haven. Catch is aan de overkant, gemakkelijk en lekker. Ik ben dol op hun Ceasar salad met tonijn”. Hagenaar (m) “Thierry Schmitter was vroeger een extreme skiër, klimmer en zeiler. Door een klimongeluk kwam hij in een rolstoel terecht. Hij bleef zeilen en kiten en werd zelfs een succesvol olympisch zeiler met meerdere medailles op zak. Qua doorzettingsvermogen een groot voorbeeld”. Hagenaar (v) “Als ik Jeanine Hennis-Plasschaert zie, denk ik als male chauvinist: ‘Meisje, wat doe je op die plek?’ Tegelijkertijd vind ik haar als eerste vrouwelijke minister van Defensie heel dapper”. Festival “De Volvo Ocean Race op 18, 19 en 20 juni wordt een enorm spektakel in de haven. Met zeilen op het hoogste niveau en muziek van leuke artiesten als de Hagenaars Anouk, de Earring en Di-rect. Dat wordt een mooi evenement”.
3
>Foto: PR
Restaurant “Didong in de 2e Sweelinckstraat is een vast adres voor Indisch. Altijd lekker”. Gebouw “Paviljoen Von Wied aan de boulevard is een markante plek. Het maakt deel uit van Sociëteit de Witte, waar ik lid van ben. We zijn er getrouwd. Het was oktober, strak blauw en met een harde wind. Onder de gasten waren veel zeilers en kiters. Sommigen gingen even de zee op tussen ceremonie en feest”.
4
Sportplek “Natuurlijk het strand, de zee en de duinen. Hardlopen, zeilen, surfen, suppen. Ik ben een echte buitensporter”. Café “Ik ben dolblij dat de strandtenten er weer staan. Favoriet zijn Down Under <5> en Buiten. Authentieke strandtenten zonder hip loungegedoe”. Netwerkborrel “Ik ga alleen als ik leuke, interessante mensen kan ontmoeten en als het op een bijzondere plek is. Het Ondernemersontbijt, evenementen van de Haagsche Communicatie Kring en de lanceringen van LEVEN! mis ik vrijwel nooit”. Lekkernij “Met dochter Frederique rijd ik regelmatig naar het Haringhuisje aan de Vissershavenweg voor kibbeling met ravigotesaus”.
>Foto: Wikipedia
Afbreken “Ik heb er twee: de Pier en De Vloek. Met het puin van de Pier kun je een prachtig kunstmatig rif voor surfers maken. Daar moet een wandelpier voor terugkomen met een leuk koffietentje. De Vloek is een drama en kraken vind ik niet van deze tijd. Deze plek is een mooie kans voor een internationaal Topzeilcentrum met innovatieve boten en jeugdzeilen”. Leermeester “Mijn vader Maarten Cieremans <4> was handelsreiziger, Engelandvaarder en spion. Hij overleed in oktober jl. op 92-jarige leeftijd. Hij heeft me veel bijgebracht, bijvoorbeeld over commercie en zeilen”.
Geheimtip “De Roef is het clubhuis van kustzeilvereniging Scheveningen. Het staat er al sinds 1966 en was het eerste permanente gebouw op het strand. Ik ben er vaak te vinden; het is ons buitenhuis op het strand”.
5
Ondernemer Jeroen Cieremans <1> (1964) werd geboren in de Haagse Emma Kliniek en groeide op in een groot gezin in Wassenaar. Hij doorliep de Bloemcampschool en het MaerlantLyceum. Van 1981 tot 1984 studeerde hij achtereenvolgens in Londen en Gent. In 2004 begon hij zijn eigen communicatiebureau. Sinds 2011 opereert hij samen met Daan van Reijn onder de naam CieremansVanReijn. Jeroen is bestuurslid van de North Sea Regatta. Met zijn vrouw Saskia en dochters Annabel (6) en Frederique (5) woont hij dicht bij zee in het Belgisch Park.
>Foto: PR
Koninklijke Schouwburg Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
T
ernauwernood vind ik nog een plekje in de parkeergarage onder het Plein. Zondagmiddag in Den Haag, drie uur, je zou het niet verwachten. Maar je ziet het al aan de gedistingeerde personen die zich via de trappen naar de Haagse buitenlucht reppen. Ook zij gaan naar Paul van Vliet in de Koninklijke Schouwburg. Elke voorstelling is nokkievol en de bijna 80 jaar jonge god geeft anderhalf uur het volle pond. Hier geen wankele podiumsenior die naar zijn microfoon moet worden geleid. Warm, wijs,
rijk en treffend in zijn chansons, geestig in zijn overpeinzingen en hilarisch als het moet. Dan schudt de schouwburg. Natuurlijk ben ik een van de jongere bezoekers en ken ik het merendeel van het repertoire uit mijn hoofd, dat doet niets af aan de pret en de ontroering. Het is balsem voor de ziel, we kunnen er weer even tegen. Kom maar op met die lijdensweek. Want behoefte aan troost door schoonheid is er meer dan ooit. Kon ik ooit vliegangstigen geruststellen met de slogan ‘de piloot wil ook niet dood’, deze leus maakt inmiddels geen indruk meer. Het wereldwijde oorlogsleed, het zelfverrijkingsautisme van de ABN-top, het bangige gestuntel van
Oranje, het gênante gedrag van aanvoerder Sneijder, die in plaats van de winnende treffer te maken liever een bal onder zijn shirt propt om te demonstreren dat hij hem er bij Yolanthe wél in gekregen heeft, gooi het maar op een hoop. We zetten ons met tranen neder en laven ons aan de eeuwige muziek van Bach, wetend dat we de komende week nog heksentoeren moeten uithalen om niet geconfronteerd te worden met het EO-wangedrocht ‘The Passion’, waarin Vader, Zoon en Heilige geest een soort Cocktailtrio zijn geworden in een parade van slijmerige Nederlandse evergreens. Hier wordt niet alleen Jezus vermoord, maar ook het evangelie. De kijkcijfers zijn
geweldig, jubelt de heilige Mattheus van Nieuwkerk (ook de achternaam is toepasselijk), want dat is zijn enige geloofsartikel. Ik geloof alleen dat Bach deze ellende kan overwinnen. Lees het recente boek over de knettergekke familie van Maarten ’t Hart en je snapt meteen waarom deze vermakelijke eenzaat altijd Bach als trooster bij de hand heeft. Ik voeg daar Paul van Vliet aan toe en ben zeer vereerd dat hij zondagmiddag 19 april in Dakota te gast wil zijn in onze muzikale talkshow. Want Paul is nog lang niet klaar!
Marcel Verreck