SHORT STAY HEELKUNDE - K12B-04 (tel. 09/240 20 74) 1. VOORSTELLING VAN DE DIENST 1.1 INLEIDING De afdeling Short Stay Heelkunde is gelegen op de vierde verdieping van kliniekgebouw K 12/B. Deze verpleegeenheid is enkel open van maandag 06.45 uur tot en met zaterdag 14.45 uur. Hier worden patiënten opgenomen waarvan de geplande opnameduur de openingstijden van de afdeling niet overschrijden (max. 5 dagen, afhankelijk van de dag van opname en de operatiedag); bijvoorbeeld hand- en voetoperaties, bepaalde rug- en heupoperaties, schouderoperaties en orthopedische en gastro-intestinale kijkoperaties (o.m. gewrichtsoperaties, Gastric bandings), vaatoperaties, schildklieroperaties, borstoperaties, liposucties, verwijderen van kleine gezwellen, …. Deze verscheidenheid biedt heel wat mogelijkheden voor de studenten tot het inoefenen van allerlei technieken (zowel naar basiszorgen toe, als wat betreft medicatietoediening, wondzorg, sondages, bloed prikken,…). De beddenverdeling werd als volgt bepaald: 20 bedden Orthopedie 7 bedden Heelkunde (zowel Algemene Heelkunde als Gastro-intestinale Heelkunde) 2 bedden Thoraco-vasculaire Heelkunde 2 bedden VINRAD (Vasculaire en interventionele radiologie) De afdeling beschikt over 31 bedden, verdeelt over 18 kamers. De patiëntenkamers (voor 1 of 2 personen) liggen aan de buitenzijden van de gangen en zijn als volgt verdeeld: 5 eenpersoonskamers, nl. 1422 - 1423 - 1424 - 1436 en 1437 13 tweepersoonskamers, nl. 1421 - 1425 - 1426 - 1427 - 1428 - 1429 1430 - 1431 - 1432 - 1433 - 1434 - 1435 en 1438 Elke kamer heeft een toilet met wasgelegenheid en beschikt over TV. -aansluiting (met afstandsbediening voor elk bed), telefoon (1 toestel per bedpositie). De patiënten beschikken over een elektrisch bed, met bijpassend nachtkastje. Elke patiënt kan eveneens beschikken over een ijskast, al dan niet ingewerkt in het nachtkastje.
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
1
Op het einde van de gang bevindt zich de dagzaal, waar de patiënten met hun bezoek kunnen samen zitten. De dienstruimten, met uitzondering van het staflokaal en het bureau van de hoofdverpleegkundige, bevinden zich centraal op de afdeling met telkens een toegang tot zowel gang 1 als gang 2. Zoals overal binnen het Ziekenhuis, geldt ook een absoluut rookverbod op de ganse afdeling! ! Personeel, familie en bezoekers kunnen terecht in de rookpaviljoenen op de campus, in de nabijheid van de ingang van de hoofdgebouwen.
1.2
ORGANISATIE VAN DE DIENST
1.2.1 Het medisch team De algemene leiding van de dienst wordt waargenomen door Dr. W. Bongaerts, medisch coördinator. Het dagelijkse toezicht op de patiënten berust bij de doktersspecialisten. Zij staan, elk binnen hun eigen discipline, o.a. in voor: -
de dagelijkse zaalronde
-
het van zeer nabij volgen van de patiënten zowel in hun pre- als in hun postoperatieve fase
-
het voorschrijven, instellen en aanpassen van behandelingen
-
het aanvragen van onderzoeken
-
het begeleiden van patiënten en zonodig familie
1.2.2 Het verpleegkundige team Het verpleegkundige team is samengesteld uit: -
Hoofdverpleegkundige: Dhr. Gert Geeraerts
-
Gegradueerde verpleegkundigen
-
Gebrevetteerde verpleegkundigen
De hoofdverpleegkundige is verantwoordelijk voor: -
de algemene, dagelijkse leiding van de afdeling
-
het toezicht op, en de verdeling van de verschillende verpleegkundige taken
-
het opstellen van de dagelijkse werkverdeling
-
de contacten met zowel de patiënten als hun familie
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
2
-
de contacten met de verschillende verpleeginstituten; hij zorgt ook voor de opvang van de studentenverpleegkunde op hun 1e stagedag, en voor hun toewijzing aan de respectievelijke verantwoordelijke verpleegkundige (mentor)in de tweede week van de stage; verder volgt hij de studenten eerder van op afstand. De eindevaluatie wordt opgesteld door de verpleegkundige die het meeste heeft samengewerkt met de student waarbij de feedbackfiches en tussentijdse evaluaties onmisbare instrumenten zijn.
-
het regelen van het personeelsbestand, de dagelijkse bezetting en verlofregeling;
-
het behartigen van de belangen van de directie en deze van het personeel; hij probeert deze met elkaar in overeenstemming te brengen;
-
het doorgeven van de richtlijnen van de directie verpleging aan het personeel en anderzijds ook het doorspelen van problemen die op de afdeling worden ondervonden aan diezelfde directie.
Het verpleegmodel dat op onze afdeling wordt gevolgd is de totale, integrale verzorging (per schift) d.m.v. patiëntentoewijzing. De verpleegkundigen De gegradueerde en gebrevetteerde verpleegkundigen zorgen (elk voor de hen toegewezen patiënten) voor de uitvoering van al de richtlijnen en zorgen die genoteerd werden in zowel het behandelingsblad als in het zorgenplan van het verpleegkundige dossier. Zij spelen de problemen die bij de patiënten worden vastgesteld door aan de behandelende arts en passen, volgens noodzaak en opdracht, de behandeling en verzorging aan. Zij zijn, elk tijdens hun diensttijd integraal verantwoordelijk voor de hen toegewezen patiënten. 1.2.3 Het administratief personeel De afdelingssecretaresse staat in voor de meeste administratieve taken van de afdeling zoals; -
alle formaliteiten vervullen bij opname en ontslag van de patiënten;
-
de bediening van de centrale pc (zoals vb. het inbrengen en/of wijzigen van patiënten administratie, aanvragen van vervoer,…);
-
het maken van afspraken voor de verschillende onderzoeken;
-
het samenbundelen en doorsturen naar de polikliniek van dossiers van ontslagen patiënten;
-
de opvang van nieuwe patiënten en hun familie/begeleiders, voor wat de administratieve opname betreft;
-
het doorgeven van defecten aan de desbetreffende technische diensten.
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
3
1.2.4 De Ziekenhuishelpster en de Logistiek Assistente De ziekenhuishelpster staat, samen met de logistieke assistente, voor de logistieke ondersteuning op de afdeling. Dit houdt o.m. in: -
het op-en afdienen van de maaltijden; (inclusief waterbedeling 2x/per dag); het helpen van hulpbehoevende patiënten bij de maaltijd;
-
het bestellen van voedingsreserve bij het voedingsmagazijn;
-
de orde op de afdeling;
-
het afwassen en het opmaken van de bedden bij ontslag en/of transfer van patiënten (gebeurt ook door het personeel van de “beddenservice”- hierover verder meer), en het in orde brengen van de kamer;
-
(dringende) boodschappen (vb. afhalen van dringende medicatie, niet voorzien in de spoedkast)
-
onderhoud van de spoelruimte;
-
helpen bij patiëntentransport vanuit de PACU;
-
helpen bij patiëntentransfer binnen K12.
Er wordt van de student ook verwacht om ondersteuning te bieden aan de logistiek wanneer de verpleegkundige taken afgewerkt zijn. 1.2.5 De Sociale Dienst De sociaal verpleegkundige staat op de afdeling Short Stay Heelkunde in voor: -
de opvang en begeleiding van patiënten met sociale problemen; zij zoekt samen met hen (en zo nodig ook met de familie) naar de beste oplossing;
-
het onderzoeken van eventuele financiële tegemoetkomingen waarop de patiënten aanspraak kunnen maken (vb. vrijstelling van of vermindering van allerlei taksen; invaliditeitsuitkering…);
-
het leggen van contacten en maken van afspraken met OCMW of hulpverleningsdiensten met het oog op de gemakkelijkere integratie thuis van de patiënt na ontslag (zoals vb. thuisverpleging, dienst warme maaltijden, poetsdienst, bejaardenzorg, …);
-
aanvragen voor herstelkuur na ontslag uit het ziekenhuis.
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
4
1.2.6 Het onderhoudspersoneel Dit personeel behoort niet meer het ziekenhuis, maar wordt door een externe firma ter beschikking gesteld. Zij staan in voor: -
het dagelijks onderhoud van kamers (ook van de bedden, nachtkastjes en eettafeltjes), dienstlokalen en gangen;
-
ontsmetting van de kamers na isolatie van besmette patiënten;
-
de jaarlijkse “grote kuis” van de ganse afdeling.
1.2.7 De “Beddenservice” (Beddencentrale) Het personeel van deze “service” behoort niet tot de eigen verpleegafdeling, maar wordt ter beschikking gesteld door de “Dienst Patiëntenvervoer”. Zij staan dagelijks (uitgenomen op zondag) in voor het nazicht, onderhoud, afwassen en opmaken van de bedden van de ontslagen patiënten. -
bij ontslag van een patiënt wordt het bed door het eigen personeel afgetrokken en ingeschreven in een speciaal boek;
-
op regelmatige tijdstippen komen de mensen van de “Beddenservice” langs, controleren de bedden, wassen ze af en maken ze terug op voor een volgende patiënt;
-
de “Beddenservice” zorgt er ook voor dat het afgesproken aantal reservebedden altijd beschikbaar is op de overloop.
1.2.8 Informatica Ook op deze afdeling heeft de informatica haar intrede gedaan. Door het veralgemeende OCS (Order Communicatie Systeem) worden over het ganse ziekenhuis alle “patiëntbewegingen” (d.w.z. opname, ontslag, transfer, voedingswijziging, enz.) via de afdelingterminals geregistreerd (en dit zowel door de afdelingssecretaresse als door de verpleegkundigen). Andere toepassingen in het EPD (elektronisch patiënten dossier) zijn o.m.: -
medicatierooster
-
het opvragen van de OK (= operatie) planning;
-
het opvragen van labo uitslagen (door artsen en verpleegkundigen);
-
het aanvragen van consulten (enkel door de artsen);
-
zorg- en behandelplannen
-
parameterblad
-
staand orders
-
PACS: artsen kunnen ook alle RX-foto’s bekijken;
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
5
2. INFORMATIE OVER DE DIENST 2.1 BIJ DE AANVANG VAN DE STAGEPERIODE De student meldt zich op de 1e stagedag (8.00-16.00) aan bij de hoofdverpleegkundige of de vervangende verantwoordelijke verpleegkundige. De student zorgt ervoor volgende documenten bij te hebben: -
Een inscholingsdocument wordt ook aan de student bezorgd door de HVK. Dit is ook te bekijken op intranet! Dit document helpt de student om te weten wat van hem/haar wordt verwacht gedurende de stageperiode.
-
feedbackfiches: hierop zullen de doelstellingen vooraf ingevuld staan; deze worden met de hoofdverpleegkundige overlopen en besproken; bij aanpassing van deze doelstellingen in de loop van de stageperiode, zal de student de hoofdverpleegkundige hiervan op de hoogte brengen.
-
na kennismaking geeft de hoofdverpleegkundige uitleg over de werking van de dienst en over de wijze waarop de studentenbegeleiding hier gebeurt;
-
daarna volgt een rondleiding op de verpleegeenheid;
-
in onderling overleg zullen de studenten de shiften onder elkaar verdelen, rekening houdend met de afspraken die de hoofdverpleegkundige hierover zal bekend maken. Er zal worden rekening gehouden met de persoonlijke voorkeur va de studenten, de stagebegeleiding EN met de noden van de dienst;
-
de studenten worden individueel voorgesteld aan de verpleegkundige waarmee ze zullen samenwerken;
-
een goede raad: neem de eerste dag zelf niet ‘te’ veel initiatief, tenzij daarover met de verpleegkundige werd overlegd!
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
6
2.2. ELKE STAGEDAG -
raadpleeg de werkverdelingslijst, ook ’s namiddags;
-
neem contact op met de verpleegkundige waarmee moet worden samengewerkt;
-
houdt rekening met de eventuele op- of aanmerkingen die door de verpleegkundigen worden gemaakt; zij hebben steeds tot doel U constructief te begeleiden, en zijn nooit afbrekend bedoeld!
-
houd u aan de in het zorgenplan voorgeschreven richtlijnen; twijfelt u aan iets of hebt u bepaalde suggesties, neem dan eerst contact op met de verpleegkundige;
-
vul elke stagedag altijd het geïndividualiseerde feedbackblad in en leg het voor aan de verpleegkundige met wie u samengewerkt. Doe dit echter tijdig zodat het geleverde werk eerst met deze laatste kan overlopen en besproken worden. Let er wel op dat dit blad spontaan door uzelf moet worden aangeboden, de verpleegkundige zal er zelf niet om vragen!
2.3 ENKELE ALGEMENE RICHTLIJNEN -
De stageuren zijn: 06.45-14.45 (VR-dienst) of 14.15-22.15 (LA-dienst)
-
Persoonlijke hygiëne is van primordiaal belang: zorg dan ook altijd voor een proper uniform en respecteer de hieromtrent voorgeschreven richtlijnen. Ook een nette en verzorgde haartooi, propere nagels en een algemeen verzorgd voorkomen zijn van groot belang.
-
Gedurende de stage worden geen uurwerk of juwelen aan handen en voorarmen gedragen.
-
Het is vanzelfsprekend dat bij elke wondverzorging (en zeker bij de onmiddellijk postoperatieve), de algemeen geldende regels van steriliteit en techniek strikt dienen nageleefd te worden. Het is daarbij evenzeer van belang om eigen infecties niet aan de patiënten door te geven. Meldt u dan ook vóór aanvang van de stagedag aan bij de hoofdverpleegkundige of diens plaatsvervanger indien u verkouden of grieperig bent: er zal voor u dan een andere stageverdeling worden uitgewerkt.
-
De beloproepen van de patiënten worden zo vlug mogelijk beantwoord; men loopt er nooit voorbij!
-
In de voormiddag is er een korte pauze van max. 15 minuten voorzien; meestal tussen 10.30 en 11.30. Er staat yoghurt ter beschikking van de studenten. Wenst u iets anders te drinken dan moet u dit zelf meebrengen
-
Middagpauze: het staat de student vrij van tijdens zijn/haar middagpauze de afdeling te verlaten (let er in dit geval wel op de beschikbare vrije tijd te respecteren en dit te bespreken met
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
7
de verpleegkundige waar je bij staat); als u wilt lunchen in de cafetaria (K12E-00 = links van de hoofdingang van de K12) wordt wel gevraagd enkel de daar aangekochte dranken en etenswaren te verbruiken; het nuttigen van zelf meegebrachte drank of eten wordt er niet toegelaten. -
Bij het beëindigen van de verzorgingstaken zal de student, samen met de verpleegkundigen, zorgen voor het opruimen van het materiaal, het aanvullen van de stocks, orde brengen in de spoelruimte, aanvullen van de verzorgings- en sondagewagens.
-
Van zodra de eetwagen op de afdeling wordt afgeleverd, wordt door iedereen, dus ook door de studenten, geholpen bij het opdienen van de maaltijden, het zo nodig installeren van de patiënten en het eten geven; ook het afruimen nadien gebeurt gezamenlijk.
-
Tijdens de vrije ogenblikken kunnen de patiëntendossiers worden ingekeken en nota’s bijgewerkt.
-
De student wordt ook geacht aandachtig deel te nemen aan de dienstoverdrachten tussen de opeenvolgende shifts (zowel passief als actief).
2.4
MEDISCH PATIENTENPROFIEL
De pathologiën die aanleiding kunnen geven tot een opname op de afdeling Short Stay Heelkunde zijn zeer uitgebreid. Algemeen kan men stellen dat alle patiënten waarvan de geplande opnameduur de openingstijden van de afdeling niet overschrijden (dus max. 5 dagen, afhankelijk van de dag van opname en de operatiedag), op deze afdeling kunnen worden opgenomen. Het gaat hierbij in de eerste plaats om patiënten die behoren tot volgende pathologiegroepen: -
Orthopedie
-
Algemene en Gastro-intestinale Heelkunde
-
Thoraco-vasculaire Heelkunde
-
VINRAD: Vasulaire en Interventionele Radiologie
2.5 DE VERPLEGING 2.5.1
Het EPD of Elektronisch Patiënten Dossier
Sinds september 2007 werken wij met het EPD. Afspraken hieromtrent zullen meegedeeld worden door de verpleegkundige waar je bij staat.
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
8
2.5.2
Andere documenten
Werkverdelingslijst Dagelijks wordt door de hoofdverpleegkundige of zijn plaatsvervang(st)er de werkverdeling voor ‘s anderdaags uitgeschreven, rekening houdend met het aantal aanwezige personeelsleden en de verzorgingsbehoefte van de verschillende patiënten. Bij de verdeling van de studenten wordt ook rekening gehouden met hun eigen voorstellen en doelstellingen, geformuleerd op hun begeleidingsfiche, de continuïteit in begeleiding en patiëntenopvolging. Het eigen personeel staat in het blauw genoteerd, de studenten in het rood. 2.5.3. Basiszorgen en observatie Het spreekt voor zich dat ook op deze afdeling alle basiszorgen strikt dienen te worden uitgevoerd. Dit kan er alleen maar toe bijdragen dat de patiënten die b.v. t.g.v. pijn of operatie grotendeels geïmmobiliseerd moeten blijven, zich in optimale omstandigheden verzorgd weten en deze verzorging dan ook met blijdschap tegemoet zien als een welkome verfrissing en een afwisseling in hun soms zeer lange en vaak saaie ziekenhuisdag. De op deze afdeling meest voorkomende basistechnieken zijn: Bedbad Het verfrissende effect van een goed uitgevoerd bedbad werd hoger vermeld. Speciale aandacht moet hierbij gaan naar het goed afdrogen, zeker in de huidplooien. Een grondig uitgevoerd bedbad laat tevens een goede observatie toe van de toestand van de huid; het is dan ook van het grootste belang om elke wijziging van vb. het uitzicht van de huid onmiddellijk te melden. Bij de uitvoering van het bedbad moet zeker ook rekening gehouden worden met het mogelijks aanwezige pijnprobleem van de patiënt. Het bedbad moet zoals hoger al gezegd, een aangename verfrissing betekenen, en mag zeker geen vervelende en/of pijnlijke ervaring worden. Het bedbad moet U ook instaat stellen om op een aangename wijze met de patiënt te communiceren, en soms meer te weten te komen over zijn pathologie en/of andere problemen. Hulp bij toilet Van zodra de toestand van de patiënt het toelaat zal hij aangespoord worden op zichzelf zoveel mogelijk zelfstandig te behelpen. De studentverpleegkundige zorgt hierbij voor een goede installatie van de patiënt en brengt het nodige gerief aan, binnen handbereik. Waar nodig wordt hulp geboden (vb. wassen van de rug, stuit of voeten, aankleden…). Ook hier blijft observatie van de patiënt van groot belang, zeker de wijze waarop hij zich wast, en/of hij het wel doet!
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
9
Bij het toilet dient opgemerkt dat alle patiënten hun eigen toiletgerief moeten meebrengen; het wordt niet meer door de dienst zelf geleverd. Toch moet worden gezegd dat wij nog over reservemateriaal beschikken voor het geval dat, door omstandigheden (vb. bij spoedopname of alleenstaande patiënten) zij of hun familie niet in de mogelijkheid zijn onmiddellijk bij opname alle gerief te voorzien of mee te brengen. Mondhygiëne Hier volstaat het meestal het nodige gerief aan de patiënt aan te bieden opdat hij zelfstandig het mondtoilet zou kunnen uitvoeren. In sommige gevallen is het echter nodig dat deze zorg door de verpleegkundige wordt uitgevoerd (v.b. als de patiënt in de onmogelijkheid verkeerd de armen normaal te gebruiken). Scheren Moet dagelijks gebeuren, liefst met het eigen scheergerief. De dienst beschikt, om hygiënische redenen, niet langer meer over een eigen scheerapparaat. Decubituspreventie Hoewel op deze afdeling minder van toepassing, moet toch gezegd dat, vooral bij geïmmobiliseerde en oudere patiënten, de decubituspreventie (vooral thv. stuit en hielen) van groot belang is en blijft. De waaier aan hulpmiddelen is zeer breed (zo b.v. traag-foam matras, Alpha-X-cell matras, Nimbus matras, …)
Houding en installatie van de patiënt De patiënt moet altijd zo comfortabel mogelijk worden gepositioneerd. Hierbij moet echter altijd rekening gehouden worden met de eventuele voorgeschreven richtlijnen en/of bewegings- en houdingsbeperkingen. Toch zal men er altijd op bedacht zijn van, bij de positionering in (half)zittende houding, de mogelijke schuif- en wrijfkrachten uit te schakelen of zeker tot een minimum te beperken, vb. door het bed “te breken”. Ter ontlasting van druk op de hielen kan het gebruik van een voet eindeplank of een dekenboog wenselijk zijn. Het voorschuiven van het eettafeltje kan het comfort van de patiënt verhogen en hem in de gelegenheid stellen een glas of een boek nog gemakkelijker binnen handbereik te hebben. Vergeet ook niet het belletje en eventueel de telefoon altijd binnen handbereik te plaatsen
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
10
2.5.4
Andere verzorging en controles
Wondverzorging Hoofdzakelijk van operatiewonden. De gekende regels van steriliteit zullen hierbij stipt worden nagevolgd. Aanleggen van ijszakken Deze worden meestal aangelegd op advies van de arts om postoperatieve zwelling en pijn tegen te gaan, of om pijn en ontsteking t.h.v. bvb. knie of enkel te verzachten. Het gebruik van ijszakken bij koorts (vb. in de liezen) is eveneens mogelijk. IJsblokjes vindt men in de ijsblokkenmachine op de afdeling. Men zal er echter altijd voor zorgen de ijsblokjes in een dubbele plastieken zak te gieten, deze zeer goed dicht te knopen (om bij smelten lekken te voorkomen), en in een kussensloop te wikkelen (om verbranding van de huid te vermijden). Hulp bij de maaltijden Het is de taak van de studentverpleegkundige om ook hieraan de nodige aandacht te schenken: positionering van de patiënt (eventueel voorbereiding van het eten), hulp bij het toedienen, observeren of/en wat de patiënt eet, of hij braakt, weinig eetlust heeft, bepaalde klachten of wensen heeft. Dit zal dan verder worden doorgegeven aan de verpleegkundige, en zo nodig ook in het verpleegdossier genoteerd. Controle op de infusen Bij de dagelijkse verzorging moet ook de nodige aandacht worden besteed aan de insteekplaats van de infusen. Deze plaats wordt liefst met een doorzichtig verband (type Tegaderm) afgedekt; dit laat een goede observatie van de huid rondom de insteekplaats toe. De geringste problemen moeten onmiddellijk worden gerapporteerd (opzetting, roodheid, pijn, lekkage,…) Dit geldt in het bijzonder voor het centrale infuus (zie verder).
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
11
2.5.5
Specifieke zorgen
Naast de algemene basiszorgen zijn er op de afdeling Short Stay Heelkunde nog een aantal specifieke zorgen, eigen aan deze dienst, die de nodige aandacht verdienen. Centraal infuus Patiënten die een grote heelkundige ingreep ondergingen of die langdurig met antibiotica moeten worden behandeld, krijgen een centraal infuus. Dit verdient de voorkeur op een perifeer infuus om de volgende redenen: -
Door de aard en de lokalisatie van de katheter bestaat er weinig of geen kans op extravasatie (= naastlopen van het infuus) of op irritaties van de vene (want diepe venen zoals de V. Jugularis of de V. Subclavia hebben een groter lumen, dus ook een groter debiet, waardoor de toegediende medicatie vlugger in het bloed wordt verdund).
-
Een C.I. biedt ook voor de patiënt zelf een relatief beter comfort dan een perifeer infuus in een arm- of handvene: beide handen en armen blijven immers vrij, waardoor hij een grotere vorm van onafhankelijkheid en zelfstandigheid ervaart. Het centrale infuus wordt altijd geplaatst door de anesthesist van wacht in het operatiekwartier. Nadat de katheter ter plaatse zit en gefixeerd werd, wordt een controle RX thorax uitgevoerd om zekerheid te hebben over de goede plaatsing van de katheter. Deze foto wordt genomen op de spoedradiologie. Zit de katheter goed, en zijn er geen pulmonaire problemen (het veroorzaken van een pneumothorax bij het plaatsen van een Subclavia katheter is niet denkbeeldig), dan wordt de patiënt naar zijn kamer teruggebracht. Bij dit vervoer kan ook de studentverpleegkundige worden ingeschakeld.
Perifeer infuus Wordt geplaatst door de verpleegkundige zelf. De verpleegkundige bereidt het infuus voor, sluit de trousse aan en purgeert deze. Zit het infuus ter plaatse dan wordt die goed gefixeerd en het debiet wordt volgens het voorschrift (= inlooptijd door de dokter) geregeld. Een perifeer infuus mag, om lokale ontsteking en eventueel flebitis te voorkomen, niet langer dan 72 uren (=3 dagen) ter plaatse blijven (zie hieromtrent ook de recente richtlijnen vanuit ziekenhuishygiëne); de datum van het vervangen wordt op de dagfiche genoteerd.. Zo langere I.V. toediening nodig is, moet het infuus uiteraard herstoken worden. De studenten worden geacht op de hoogte te zijn van het omschakelen van
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
12
infusen, toedienen van I.V.-medicatie (inbegrepen het oplossen ervan), het vervangen van troussen, het regelen van het debiet. Zij kunnen dat doen onder toezicht van de verpleegkundige waarmee zij samenwerken. Ook de insteekplaats zelf moeten zij goed observeren op zwelling, roodheid, pijn, lekkage; zo dit optreedt, is vlugge rapportering en aangepast handelen noodzakelijk.
Bloedtransfusie Postoperatief kan het nodig zijn om de patiënt na een bloederige ingreep wat bloed bij te geven; dit wordt door de dokter bepaald aan de hand van de hematocriet (Htc) en/of hemoglobine (Hb) resultaat. De studenten moeten op de hoogte zijn van de manier van bestellen van het bloed (meestal packed cells), de uit te voeren identificatiecontroles, het invullen van de bloedbonnen en de observatie tijdens en na de transfusie. Indien de patiënt tijdens een transfusie plots hoge koorts ontwikkelt, een rash doet of zich onwel voelt, moet dit onmiddellijk worden gemeld aan de verpleegkundige die de transfusie zal stopzetten en de dokter alarmeren.
2.5.6
Onderzoeken
Op de afdeling Short Stay Heelkunde worden volgende onderzoeken routinegewijs uitgevoerd: zij gelden als preoperatieve investigaties. Bloedcomplet Dit omvat een PBO, sedimentatie, elektrolyten, lever- en nierfunctieanalyses, CRP, stollingstesten, zo nodig ook een staal voor kruisproef (en eventuele bloedgroep- en rhesusbepaling). In de loop van de hospitalisatie van de patiënt kunnen op regelmatige tijdstippen bijkomende bloedafnamen noodzakelijk blijken: zo vb. onmiddellijk postoperatief (2e en 3e dag) Htc en PBO (zie vroeger), of in geval van infectie of gestoorde bloedwaarden. Het aanvraagformulier + de nodige zelfklevende etiketten worden de avond voordien door de secretaresse of de verantwoordelijke klaargelegd in de centrale verpleegpost. De bloedafnamen zelf gebeuren meestal door de bloedprikploeg (tussen 07.00 uur en13.00 uur) . Buiten deze uren is het de dokterstagiair (zo beschikbaar) of de verpleegkundige die de bloedafname verricht Dit geldt ook voor het afprikken van de hemoculturen. Het afgeprikte bloed wordt, samen met aanvraagformulier, via de buizenpost rechtstreeks doorgestuurd naar het centrale lab.
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
13
RX-Thorax De patiënt wordt hiervoor door het personeel van het patiëntenvervoer naar de dienst Radiologie gebracht, slechts in bijzondere gevallen worden hier RX-foto’s aan bed genomen(zo vb. wanneer transport niet verantwoord zou zijn). RX van de operatiestreek Postoperatief worden, vooral binnen de Orthopedie, dikwijls nog controlefoto’s gevraagd van de geopereerde streek. Het gaat hierbij zowel om een controle van de ingreep zelf (stabiliteit van een montage, goede stand van het bot, …), als om te kunnen beslissen tot eventuele steunname en opstarten van de gang educatie. E.K.G. Wordt meestal door personeel van de afdeling Cardiologie op onze VPE afgenomen. De formulieren worden door de secretaresse klaargemaakt en in de receptie op de daartoe voorzien plaats gelegd. Na afname wordt een exemplaar van het E.K.G. op de afdeling achtergelaten; op Poli Cardiologie wordt het tracée geprotocoleerd en ’s anderendaags met een kopij van het tracée naar de afdeling doorgestuurd. De resultaten van bovenvermelde onderzoeken worden aan het medische dossier en de RX-map (die voor de operatie klaarliggen in de receptie) toegevoegd. Hier worden ze door de anesthesist ingezien; na ook de patiënt te hebben bezocht noteert de anesthesist de toe te dienen slaapmedicatie voor die avond en de premedicatie voor ‘s anderendaags op het premedicatieblad. Consulten aan bed Zo de patiënt niet in staat is zich naar de poliklinieken te begeven (te voet, in rolstoel of in bed), kunnen dokters van andere specialiteiten aan bed gevraagd worden. Alle consulten worden door de behandelende artsen via een computerprogramma rechtstreeks aangevraagd aan de betreffende diensten. 2.5.7
Medicatie
Voor de afdeling gelden geen echte specifieke medicamenten. De producten die aan de patiënt worden toegediend zijn ofwel een verder zetting van de (soms chronische) medicatie die hij thuis al nam, of ze zijn hier gestart om symptomatische (afhankelijk van de aandoening of de subjectieve last van de patiënt), preventieve (vb. ter voorkoming van flebitis), ofwel om zuiver curatieve redenen. Wanneer een medicament wordt besteld of bijbesteld, wordt dit, zoals op andere
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
14
VPE’n gebruikelijk is, aangeduid op het behandelingsblad van het VPK-dossier. Hierna stippen wij er enkelen aan: -
Laxativa/Lavementen: Het is van groot belang de defecatieproblemen op de voet te volgen, want vooral in bedlegerige toestand kunnen patiënten hiervan wel heel veel hinder ondervinden. Met laxativa moet zeer omzichtig worden omgegaan; men zal ze enkel na bespreking met de behandelende arts en op diens advies toedienen. Daags vóór een operatie wordt aan de patiënt, afhankelijk van het type operatie, een lavement toegediend (zie ook het bestaande protocolmap in de bibliotheekkast). Zo nodig wordt dit product opnieuw toegediend 2 dagen postoperatief als geen spontane defecatie is opgetreden. Uiteraard moet er bij het bekijken van dit probleem rekening gehouden worden met de voedingstoestand van de patiënten (NPO – CV of normale, conventionele voeding - hoeveelheid eten, …)
-
Antibiotica: Gezien de mogelijkheid tot het ontwikkelen van multiresistente moet zeer omzichtig met deze producten worden omgegaan. Afhankelijk van het soort ingreep worden antibiotica soms voorgeschreven gedurende de eerste dagen postoperatief. Product, dosering en duur en wijze van toediening worden zijn afhankelijk van verschillende factoren. Zij worden door de dokter voor elke patiënt individueel voorgeschreven.
-
Analgetica: Perfusalgan wordt frequent gebruikt in de onmiddellijke postoperatieve periode (meestal slechts gedurende de eerste 3 tot max. 5 dagen a rato van 1 gr IV om de 6 uur). Het wordt meestal gecombineerd met andere analgetica zodat de patiënt op die manier, zo nodig, om de 3 uur pijnstilling kan krijgen. Sinds enige tijd wordt nu ook frequent gebruik gemaakt van allerlei pijnpompen (spuiten), waarbij op vrijwel continue wijze analgetica worden toegediend (epiduraal, I.V. of S.C.) gedurende de eerste postoperatieve dagen (max.5 ). Men zal er hierbij wel over waken deze producten niet te lang door te geven omdat de kans op verslaving zeker niet denkbeeldig is. Voor andere klachten kunnen eventueel ook andere producten worden voorgeschreven. Na verwijderen van het infuus wordt pijnstilling, waar nodig; peroraal verder gegeven (bvb. bruistablet Dafalgan).
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
15
-
Antipyretica: worden zelden toegediend. De koorts die in de eerste dagen postoperatief kan optreden en meestal te wijten is aan resorptie van wondvocht en/of bloed(= resorptie koorts) wordt zelden met medicatie behandeld Blijft die koorts echter persisteren of gaat die echt te hoog oplopen, dan zal de arts de gepaste producten voorschrijven. Dit geldt ook voor elke andere vorm van koorts.
2.5.8
Apparaten en speciale toestellen
Reanimatiewagen Bevind zich in de linnenkamer. Het mag enkel voor reanimatiedoeleinden worden gebruikt, de verzegeling mag om geen enkele andere reden worden verbroken. Het aspiratietoestel op en de zuurstoffles ernaast mogen onder geen enkele voorwaarde van het toestel worden weggenomen. Na gebruik wordt de wagen naar de afdeling zorglogistiek(apotheek) gebracht, daar gecontroleerd, aangevuld en verzegeld; gelijktijdig wordt een andere (gecontroleerde) reanimatiewagen terug meegenomen naar de afdeling. Kinetec apparaten Deze apparaten hebben tot doel het schouder- of kniegewricht continu in beweging te houden. Na een ingreep aan die gewrichten in van zeer groot belang om de mobiliteit zo optimaal mogelijk te behouden of te herwinnen. Deze toestellen worden door de kinesisten gehanteerd. Doppler toestel Hiermee wordt de doorgankelijkheid van de bloedvaten gecontroleerd. Dit is van zeer groot belang na een vaatoperatie of na het plaatsen van een vrije of gesteelde flap. De controles moeten worden genoteerd op de dagfiche of op een speciaal formulier.
Wij wensen jullie een aangename stage toe!
Gert Geeraerts
Studenteninformatiebrochure Short Stay Heelkunde/K12B-09/2011
16