}<(l(tp$=adbcb < Vrijdag 19 september 2014
Ook paleizen goud waard 5
>Foto: Anneke Ruys
€ 2,50
Van Buitenhof tot Bijenkorf onder één dak 3 & 13
Renovatie:
Modetalent Erik Frenken, laat het breed hangen 14
jaargang 8 nummer 384
Vooralsnog weinig belangstelling voor Spuikwartie r 3
Paul kijkt terug op halve eeuw Haagse teksten 8/9
> Foto: KLAPSTUK Beeldmakers
Een échte Haagse krant
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 september 2014
snoek onder ons
Franse ambassade.
Onlangs beleefden wij de tweede editie van het Embassy Festival op het Lange Voorhout. Nu valt voor mij de connotatie met het woord ‘embassy’ samen met die van ‘empathy’. Het voert mij in gedachten naar die ene Quatorze Juillet-viering in de residentie van de Franse ambassadeur waar ik door een klein mannetje met roos op de schouders werd aangesproken. Deze vroeg mij: “Hoe komt het toch dat fotografen er uit zien alsof ze zo uit de vuilnisbak zijn getrokken?” Hij sprak verder nadat hij zag dat mijn ogen alleen wat groter werden: “Toen ik in Oslo de Nobelprijs ophaalde, stond er ook zo één met een camera voor m’n neus”. Ik ben deze natuurkundige tot op de dag van vandaag dankbaar dat hij mij hiermee duidelijk maakte dat Nobel en nobel in geen geval samenvallen. Daar hoef je geen geleerde voor te zijn. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkend fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal werkt is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
advertentie
Wagners Ring in een notendop! Royal Swedish Opera Orchestra o.l.v. Lawrence Renes en sopraan Iréne Theorin
Wagner Der Ring des Nibelungen
Zaterdag 4 oktober, 14.15 uur | Dr Anton Philipszaal
Een primeur en exclusief concert ineen! Het befaamde Royal Swedish Opera Orchestra onder leiding van de Nederlandse chef-dirigent Lawrence Renes komt voor het eerst en eenmalig naar Nederland. Geniet van Wagners Ring in een notendop. Componist Henk de Vlieger weet de zestien uur muziek van deze vierdelige operacyclus tot een uur terug te brengen. De internationaal gelauwerde sopraan Iréne Theorin zingt Isoldes Liebestod en de slotscène van Brünhilde uit Götterdämmerung, glansrollen die zij eerder vertolkte in de Scala in Milaan en de Weense Staatsoper.
Klassiek aan het
070 88 00 333 www.philipszaal.nl
Spuiplein Dr Anton Philipszaal
3
actueel<
Vrijdag 19 september 2014 > Den Haag Centraal
Gemeente komt toch met visie op gebied
Belangstelling bouwers voor Spuikwartier houdt niet over Door Casper Postmaa
Vooralsnog is er geen grote belangstelling van de kant van het bedrijfsleven voor de plannen van de gemeente met het Spuikwartier. Dat blijkt uit een marktconsultatie die de gemeente de afgelopen maanden heeft gehouden. Ruim zeventig partijen vroegen om informatie, maar slechts twaalf van hen gaven ook de gevraagde schriftelijke reactie. Lang niet alle organisaties en bedrijven die hebben gereageerd zijn van plan of in staat deel te nemen aan de aanbestedingscompetitie. Een voorbeeld daarvan is Werkgroep Dooievaar die alleen deelnam om de procedure te kunnen volgen. Volgens deskundigen zijn slechts vijf van de inzenders geëquipeerd om in te schrijven voor de ingewikkelde opdracht: het ontwikkelen, bouwen en onderhouden van theaters, een conservatorium, woningen, winkels en horeca. De vraag is zelfs of er genoeg partijen bereid zijn aan de aanbesteding deel te nemen, want de complexe opdracht wordt als risicovol beschouwd. Veel van de grote bouwbedrijven in Nederland zijn door de crisis in financiële problemen gekomen en kunnen zich geen grote tegenvallers veroorloven. Ing. Peter van Dijk van Boele & Van Eesteren, een dochter van VolkerWessels, noemde het gisteren, na een gesprek tussen verantwoordelijk wethouder Joris Wijsmuller (Haagse Stadspartij) en experts, opmerkelijk dat zo weinig collega-bedrijven bij de bijeenkomst aanwezig waren: “Ik had er in elk geval meer verwacht”. Hij onderschreef dat er weinig bouwbedrijven op dit moment zo’n grote klus aankunnen. “Wij vinden daarom dat ook financiële toetsing van de partners tot
Compromis: kleine zaal voor het conservatorium
Het plangebied aan het Spui vanuit de lucht gezien. >Foto: Gemeente Den Haag
de toelatingsprocedure moet horen, anders ga je straks halverwege het proces toch nog de boot in. Wij zijn financieel gezond en draaien een goed resultaat, van veel andere ondernemingen in deze sector kun je dat niet zeggen”. Marktconsultatie In het verslag van de marktconsultatie staan niet alleen de antwoorden van de geïnteresseerde bedrijven, ook de reacties daarop van de gemeente. Daarin zegt de gemeente onder meer een visie op het Spuikwartier toe. Het ontbreken van zo’n visie wordt door marktpartijen als een risico gezien,
ook in het Stadsgesprek dat vorige week is gehouden, werd om een visionaire bijdrage van de wethouder gevraagd. Wijsmuller zegde ook toe met ‘referenties’ te komen, voorbeelden van plekken elders voor het nieuwe Spuiplein en omgeving. Uit de marktconsultatie blijkt ook dat de kansen dat de zaal van het Nederlands Danstheater en de toren van het ministerie van Justitie hergebruikt kunnen worden, beperkt zijn. Een andere complicerende factor in de ontwikkeling van het nieuwe Spuikwartier is de combinatie van theaters, woningen, winkels en ho-
reca. Vrijwel alle deelnemers aan de marktconsultatie vinden het beter de ontwikkelingen van theaters en conservatorium en die van de commerciële functies onder te brengen in twee gescheiden opdrachten. Het is de gemeente nog niet duidelijk op welke manier dat kan zonder dat de samenhang in gevaar komt. Ook is nog onduidelijk wat de opbrengst van de commerciële ruimten zal zijn, in elk geval vinden de bouwers het niet raadzaam om een eventuele winst af te trekken van de 181 miljoen euro die nu voor de hele operatie beschikbaar is.
De aanwezigheid van het Koninklijke Conservatorium aan het Spui is één van de grote politieke gevoeligheden in de opzet voor een nieuw Spuikwartier. De Haagse Stadspartij wilde het niet, omdat de huidige behuizing nog zou voldoen, maar D66, de andere winnaar van de verkiezingen, stond erop. Het verwacht van de verhuizing synergie met het Residentie Orkest en rekent op meer levendigheid in de binnenstad. Nadeel is dat de verhuizing binnen het beperkte budget van 181 miljoen euro een ingewikkeld en kostbaar onderdeel is. Oud-ambtenaar van de gemeente Leiden, Arnold van der Ree, presenteerde deze week tijdens het gesprek tussen wethouder Wijsmuller en experts zijn oplossing voor het probleem: een kleine zaal met 200 plaatsen voor het conservatorium op de plek waar nu nog het Chinese restaurant Konotori op het Spuiplein staat. Dat heeft volgens hem optimale zichtbaarheid voor het conservatorium in de binnenstad tot gevolg, terwijl een verhuizing naar een groot gebouw aan het Spui, volgens Van der Ree, niet meer dan studenten met een viool op hun rug zal opleveren. ‘Met lunch- en andere concerten schep je een band met de stad. Bovendien leg je op het Spuiplein de gewenste verbinding met het Filmhuis en het Theater aan het Spui aan de andere kant van de straat’. Zo zou een compromis kunnen ontstaan: het Koninklijk Conservatorium blijft op zijn huidige plaats, maar is toch prominent aanwezig in het nieuwe Spuikwartier.
‘Sluitstuk in ontwikkeling binnenstad’
De (Nieuwe Haagse) Passage is open teert van de overdekte winkelstraten van weleer, zwaait binnen toch echt 2014 de scepter. Ook hier metershoge glazen puien in overvloed, maar dan sober omlijst met strakke, zwarte kozijnen. De ‘green wall’, direct rechts naast de ingang, past helemaal in de trend die in kantoren en op openbare plekken de laatste jaren steeds meer terrein wint. Deze met echte beplanting beklede wand loopt tot halverwege en heeft in dit geval wel een duidelijke functie: hij breekt het ritme van de spiegelende winkelruiten en zorgt voor enige intimiteit.
Door Jasper Gramsma
Eindelijk is de verbinding tussen de Spuistraat en de Grote Marktstraat een feit. De Nieuwe Haagse Passage is af. Of eigenlijk gewoon de Passage, want met de opening is de inmiddels ingeburgerde naam in de ban gedaan. Vanaf nu vormen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ in hun geheel de Passage. Hoe dan ook: hinderlijke sluiproutes door warenhuizen of schimmige steegjes zijn niet langer nodig om de doorsteek van slechts tachtig meter te maken. Bovendien is een wandeling van Buitenhof naar Bijenkorf – in één rechte lijn, vrijwel droog en geheel in stijl de binnenstad doorkruisend – een zegen. Omhoog kijken loont vlak voor het binnengaan van het nieuwe deel van de Passage vanuit de Spuistraat. Daar heeft de gevel van de voormalige Grand Bazar de la Paix namelijk een tweede leven gekregen. Het mintgroene metalen geraamte en het okerkleurige tegeltableau zijn weer als nieuw. In combinatie met het vele glas schittert de pui het winkelend publiek tegemoet, zoals ongetwijfeld ook in 1906
De typisch Hollandse luchten die overtrekken zijn terug te zien in de keramische wandtegels. > Foto: Jurriaan Brobbel
het geval was toen het eerste Haagse warenhuis op deze plek openging. Aanvankelijk was de reconstructie van de historische gevel geen onderdeel van het plan van de Zwitserse architect Bernard Tschumi, maar op aan-
dringen van de welstandscommissie werd de gevel alsnog herbouwd. Bij de eerste stap in de passage is het dan ook direct gedaan met de hang naar vroeger. Hoewel de terrazzovloer met blauwe cirkels wel de allure reflec-
Frisheid Onder het ingenieuze glazen dak, dat met warm weer opengaat voor ventilatie, zijn een brug en een balkon aangelegd. Hier ontvouwt zich een prachtig uitzicht op de stad en de Passage. Het lijkt de perfecte plek voor een café, maar toch wordt de ruimte niet gebruikt, omdat er geen directe entree is vanaf de begane grond. Jammer. Vanaf dit punt zijn eveneens de keramische wandtegels, die Tschumi overal heeft toegepast, van dichtbij te zien. Zijn in-
spiratie vond de architect in Delfts blauw. De ogenschijnlijk willekeurige licht- en donkerblauwe stippen verbeelden de Hollandse luchten die voorbijtrekken over het vijftien meter hoge transparante dak. Een mooie gedachte, maar het opvallende uiterlijk kan niet bij iedereen op een warm onthaal rekenen. En inderdaad, net als op de artist’s impressions steekt de nieuwe kolos in zijn wat kale frisheid behoorlijk af tegen de omringende bebouwing in de Grote Marktstraat. “Men vindt er in elk geval iets van, net als in de jaren twintig toen de Bijenkorf gebouwd werd”, pareert Arno Ruigrok van ontwikkelaar Multi Vastgoed de kritiek op het ontwerp. “Voor ons betekent dit project vooral het sluitstuk in de ontwikkeling van de nieuwe binnenstad. Na de tramtunnel, het Rabbijn Maarsenplein en de Spuimarkt was dit het laatste deel van de operatie. Op twee units na zijn alle 10.500 vierkante meters winkelruimte verhuurd, dus wij zijn tevreden”. Zie ook pagina 13 over het winkelaanbod in de Passage.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 september 2014
stadsmens
Kinderboekenmarkt wil iedereen het gevoel geven er thuis te horen Het boek ‘Julia’, Vincent van Gogh en het Kröller-Müller Museum. De 38ste Kinderboekenmarkt, die op 12 oktober in het Atrium staat gepland, laat de jeugd zien dat het een met het ander te maken heeft. Te gast is bijvoorbeeld de Zweedse auteur Finn Zetterholm. Hij schreef de (in het Nederlands vertaalde) serie over het meisje Julia dat terugkeert in de tijd en op haar weg allerlei kunstenaars ontmoet. Een van hen is Vincent van Gogh, van wie veel werk hangt in het Kröller-Müller Museum. “Daar zoeken wij weer boeken bij, zodat kinderen de link naar het museum begrijpen”, zegt Hetty Looman, directeur van de Stichting Kinderboekenmarkt. “Maar ook Lydia Rood komt. Zij heeft voor kinderen een boek geschreven over mevrouw Kröller-Müller. Zo lopen er allerlei lijnen door de kinderliteratuur heen. Je gaat van Zweden en Kröller-Müller naar Lydia Rood”. Hetty Looman klinkt geestdriftig als zij over de inhoud van de Kinderboekenmarkt vertelt, maar kijkt zorgelijk als er over de subsidie wordt gesproken. Op voorstel van de gemeente Den Haag deed haar organisatie dit jaar – voor het eerst – mee aan de Cultuurronde. “De subsidie van vijftienduizend euro die
Ondanks alle zorgen presenteert de organisatie een aanzienlijk programma. In de schijnwerpers staan opnieuw de taalpaviljoens. Schrijvers uit onder meer Engeland, Turkije en Spanje van wie boeken in het Nederlands zijn vertaald, zijn daar aanwezig. Jaarlijks trekt de Kinderboekenmarkt, die deze keer ook boeken voor jongvolwassenen heeft, kinderen uit alle delen van Den Haag. “Van Benoordenhout tot de Schilderswijk”, weet Hetty Looman. “Ze ontmoeten schrijvers en illustratoren, maar ontdekken ook aan de hand van activiteiten dat zij zelf iets met taal kunnen doen. Taal staat niet alleen in boeken; ze merken bijvoorbeeld dat zij met taal kunnen spelen”. Beeldend kunstenaar Hetty Looman, die lesgeeft in boetseren en model- en portrettekenen, is sinds veertien jaar directeur van de stichting. “Ik zocht indertijd een baan erbij en had tegelijkertijd de behoefte om in een andere wereld te duiken. Ik was al actief in de bibliotheek op de school van mijn kinderen. Mij is toen gevraagd te solliciteren”. Haar organisatie richt zich ook op nieuwe Hagenaars en hun kinderen. Zo werd in 2012 in samenwerking met de Bibliotheekdienst het project
Hetty Looman: ‘Subsidiegever krijgt voor spotprijs prachtig evenement’. >Foto: PR
we hebben gevraagd, is niet toegekend. Gelukkig hebben we bijdragen van onder meer Fonds 1818, maar we zitten nu wel met een enorm gat in de begroting. De kosten van het Atrium zijn alleen al zevenduizend euro. We hebben een bezwaarschrift ingediend”. Er is inmiddels een hoorzitting geweest. Op korte termijn volgt een uitslag, zo is beloofd. Hetty Looman ziet zich voor een di-
lemma geplaatst. Hoe is de afloop? De organisatie van de Kinderboekenmarkt, die als thema ‘Feest’ heeft, is in volle gang. Maar kan die doorgaan? Ze zoekt naar een oplossing. De vijfduizend bezoekers die jaarlijks komen, wil ze niet teleurstellen. Tot de economische crisis losbarstte, was geld geen probleem “We draaiden op bijdragen van uitgevers die een stand huurden. Maar ook zij hebben het moeilijk”.
‘Taal in de buurt’ gehouden. “Moeders lazen toen voor uit prentenboeken. De eenvoudige verhaaltjes waren geschikt voor peuters en ook de moeders konden ermee uit de voeten. Wij willen allerlei groepen het gevoel geven dat zij thuishoren op de Kinderboekenmarkt”. Sinds twee jaar weet zij zich gesteund door vrijwilligers. “Dat pakt soms heel aardig uit. Door de Colombiaanse vrijwilligster is nu ook de Colombiaanse schrijver Francisco Montana erbij gekomen. Hij heeft ‘Eet geen kikkervisjes’ geschreven, dat speciaal voor de Kinderboekenmarkt wordt uitgegeven door La Rana Literaria”. Het programma biedt veel meer. Om nog iets te noemen: bekende schrijvers zijn aanwezig, onder wie Jef Aerts. Hij ontving dit jaar de Zilveren Griffel voor zijn familieprentenboek ‘Groter dan een droom’. Hetty Looman: “De subsidiegever krijgt voor een spotprijs een prachtig evenement in Den Haag. Het zou toch doodzonde zijn om dat te moeten opheffen”. Joke Korving Informatie: www.kinderboekenmarkt.nl
advertentie
Bij tandartspraktijk Multi Dental bent u van harte welkom!
Wij helpen iedereen: van jong tot oud
Meer informatie? 070 - 361 41 91
Ook patiënten die reeds geïmplanteerd zijn. • • • • • •
MULTI DENTAL
N TA
DA
TS
R
n e t a t n a l p m i s t i b e G ! g n i s s o l p de o
Klikprothese uit basisverzekering Onbezorgd functioneren Weer normaal kunnen lachen, eten en pijnvrij Geen eigen bijdrage indien tandenloze kaak Kosteloos vooronderzoek Van eigen tanden naar kunstgebit
PR
AK
TIJ
K
Dr. Lelykade 251, Den Haag | www.multidental.nl
22 jaar ervaring in implantologie
5
actueel<
Vrijdag 19 september 2014 > Den Haag Centraal
Het wordt steeds gekker bij ADO
Chinese overname in het geding De gouden Chinese bergen zijn nog steeds niet vanaf de kust van Scheveningen te zien. ADOeigenaar Mark van der Kallen beweert zelfs dat er een andere koper op de kust is. Daarmee legt hij een bom onder de beoogde overname van het Chinese bedrijf United Vansen. Door Arnout Verzijl
Wat is er aan de hand? Het Algemeen Dagblad kopte vorige week ‘ADO kan fluiten naar geld uit China’. Zo ver is het nog niet. Maar dat de miljoenendeal op losse schroeven staat, lijkt zeker. Omdat Mark van der Kallen voor het eerst een har-
de deadline heeft gesteld. Het geld moet er half oktober zijn. Anders blaast hij de deal af. Maar het kan nog gekker. Nu de Chinese overname met de dag onzekerder wordt, schermt de grootaandeelhouder ineens met een andere buitenlandse investeerder. Waarom staat de deal met de Chinezen op losse schroeven? Op 11 september verliep de tweede deadline voor het gireren van de overnamesom. In de dagen daarna uitte Van der Kallen voor het eerst kritiek op United Vansen. Hij vroeg zich openlijk af of de reden van de uitgestelde betaling – de Chinese overheid doet er lang over toestemming te ver-
lenen voor een internationale transactie – wel klopt. Ondanks dat de door Van der Kallen aangestelde directeur Maarten Fontein dit blijft herhalen. Bij Van der Kallen is de twijfel toegeslagen. Krijgt hij zijn miljoenen? Hij weet het niet meer. Waar komt die andere geïnteresseerde partij vandaan? Het kan een potje Haags blufpoker zijn. Van der Kallen probeert de druk op te voeren bij de Chinezen. Het is zeer de vraag of dat effect zal sorteren. Zij hebben het geld, dus zij beslissen. Chinezen laten zich niet graag onder druk zetten. Daarom geeft Van der Kallen ze ook nog een maandje de tijd.
Wat betekent deze soap voor de toekomst van ADO? Op korte termijn niet eens zo gek veel. De club schrijft zwarte cijfers. Dat is een beloning voor het harde werken en uitgekiende beleid de afgelopen jaren. ADO Den Haag is financieel gezond en kan vooruit. De tragikomedie omtrent de aandelen is vooral van belang voor de aandeelhouders zelf. Wie wint het miljoenenspel? Voor ADO kan er alleen op lange termijn veel veranderen. Dat hangt af van het perspectief dat de nieuwe koper te bieden heeft. De Chinezen beloven van het logo en de clubkleuren af te blijven. Maar wat wil een mogelijke andere koper? Eén ding staat vast: Mark van der Kallen wil zo snel mogelijk van ADO af.
Beelden in het Hofje van Nieuwkoop In het Hofje van Nieuwkoop, in de zeventiende eeuw als huisvesting voor de armen gebouwd aan de rand van de stad door Pieter Post, de ontwerper van Huis ten Bosch, is vorig weekeinde een sculptuurtentoonstelling geopend. Een tijdelijke beeldentuin in Den Haag, ingericht door beeldhouwende of ruimtelijk werkende Pulchri-leden. Twee jaar geleden nam Max Danser, de onlangs overleden bestuurder van zowel Pulchri als het hofje het initiatief voor een soortgelijke expositie. Deze tweede aflevering van een project, dat misschien nog wel een vervolg krijgt, is aan hem opgedragen. Strakke vouwlijnen in witgelakt staal op slimme sokkels van André van Lier, blauw glas dat zich langs ijzer krult van Theo ten Have, een ruw uit hout gehakte Phil van de Klundert en veel meer. Te zien tot en met 5 oktober in het Hofje van Nieuwkoop, ingang Warmoezierstraat. De poort is open van 10.00 tot 18.00 uur.
>Foto: Piet Gispen
OndernemersPrijs Haaglanden De Stichting OndernemersPrijs Haaglanden heeft de finalisten voor de prijs van 2015 bekendgemaakt. Het zijn Jac Gofers van Promoholding Den Haag, Melchior Terwindt, Alexander Kist en Ruud van Tool van NewSkool uit Den Haag, Joan Remmerswaal van Van Dorp Installatie uit Zoetermeer en ondernemer Yousef Yousef van LG Sound uit Zoetermeer. De bekendmaking van de winnaar zal op 19 november plaatshebben in het bedrijvengebouw Spaces aan de Zuid-Hollandlaan.
RGD is een royale huisbaas Huis ten Bosch krijgt, voordat de koning wordt ingehaald, een kostbare renovatie van 35 miljoen euro. Het geld gaat naar betere installaties en beveiliging, het verwijderen van asbest en loden leidingen en het aanpakken van houtrot. Het werk zal van 2015 tot 2017 duren. Het Rijksvastgoedbedrijf (voorheen Rijksgebouwendienst, RGD) kwam ook met een verrassing ten aanzien van Noordeinde 66, het dubbele herenhuis naast Paleis Noordeinde waar prins WillemAlexander woonde voordat hij met Máxima naar Wassenaar vertrok. Ook dat huis had een opknapbeurt nodig. Deze was begroot op 900.000 euro, maar nu de klus is voltooid, bleek dat er 3,7 miljoen euro is uitgegeven. De renovatie hield onder meer in het vernieuwen van verouderde installaties, het installeren van een lift en onderhoud aan gevels, daken en vloeren. Bovenop het nu bekendgemaakte bedrag waren er nog beveiligingskosten, die zijn niet bekendgemaakt. Ook aan Paleis Noordeinde zijn werkzaamheden aan de gang in verband met groot onderhoud. Totale kosten acht miljoen euro. De renovatie betreft onder meer de vleugel met keuken en bedrijfsrestaurant.
Van Aartsen trok dossier-Schilderswijk naar zich toe Door Jan van der Ven
Het zal hem geen tweede keer overkomen dat hij door de gemeenteraad op het matje wordt geroepen naar aanleiding van uit de hand gelopen rellen in de Schilderswijk. Burgemeester Jozias van Aartsen heeft na het spoeddebat met de gemeenteraad van 14 augustus over die rellen de regie stevig naar zich toegetrokken. Waar een klein aantal ‘ideologische pyromanen’ (woorden van de burgemeester) al niet toe in staat bleek. De vlam sloeg afgelopen zomer niet alleen in de Schilderswijk in de pan, maar later ook in de gemeentepolitiek. Lijdzaam moesten partijen toezien hoe de PVV, Groep de Mos en de SP midden in het zomerreces een spoeddebat aanvroegen. Het werd soms spitsroeden lopen voor de VVD-burgemeester; de PVV en de Groep de Mos gingen voluit in de aanval. Maar een motie van wantrouwen, ingediend door de PVV omdat Van Aartsen zijn vakantie niet wilde onderbreken, kreeg alleen van die partij steun. Zelfs de Groep de Mos vond dit te ver gaan en stemde tegen de motie. Van Aartsen kon uiteindelijk niet anders doen dan besluiten gedurende twee maanden een demonstratieverbod af te kondigen voor de Schilderswijk. “Het spijt mij meer dan ik u kan zeggen dat ik dit besluit moest nemen”, zei Van Aartsen. Later werd een demonstratieverbod voor de gehele stad afgekondigd voor dezelfde periode. Vanaf dat moment trok de burgemeester het gevoelige dossier-Schilderswijk naar zich toe. De wijk die al zo kwetsbaar is, mag niet ten onder gaan aan extre-
misme, is zijn oordeel. En dat zullen ze merken in de Schilderswijk. Zondagmiddag gonsde het al rond op het Teniersplein, hartje Schilderswijk. “De burgemeester komt straks”, klonk het met enige opwinding. Even voor één uur kwam Van Aartsen aanfietsen, om even later het jaarlijkse Schilderswijkfestival te openen. Hij sprak warme en bemoedigende woorden. “U doet allemaal in deze wijk uw best de kracht van de wijk te laten zien”. Er klonk applaus toen hij opmerkte: “We zeiden afgelopen maanden in het stadsbestuur vaak tegen elkaar: wat is de Schilderswijk toch een fantastische wijk. En daar heeft niemand van buiten iets mee te maken”. Die boodschap was duidelijk. Verstrikt Maar om niet te veel verstrikt te raken in de moeilijkheden waarmee de Schilderswijk kampt, bezag Van Aartsen de problematiek een dag eerder in een veel breder en politiek neutraler verband. In een interview met het Financieele Dagblad riep hij het lezerspubliek van dit medium op de Nederlandse moslims aan werk te helpen. “Meer dan een miljoen moslims in Nederland accepteren onze samenleving, maar het is zuur als je ambitieus bent en toch geen baan krijgt omdat je een moslim bent”. En radicalisering onder moslimjongeren noemde hij een niet uitsluitend Haags probleem. “Waarom doen mensen dit? Hier ligt een belangrijke taak voor de landelijke overheid”, oordeelde Van Aartsen. Met zijn aanpak tracht de VVD-burgemeester niet alleen de rust in de Schilderswijk te waarborgen. Hij wil
tegelijkertijd voorkomen dat zijn partij de schietschijf wordt van de PVV en de Groep de Mos. Daarbij loopt hij wel tegen het probleem aan, dat zijn eigen partij medeverantwoordelijkheid draagt voor de verharding in de Schilderswijk. Want VVD-lijsttrekker Revis riep enkele maanden geleden tijdens de verkiezingscampagne op om boven de Schilderswijk drones in te zetten in de strijd tegen de daar heersende criminaliteit. Dat werd hem later niet in dank afgenomen; hij kreeg het verwijt mee te werken aan het stigmatiseren van de Schilderswijk.
Burgemeester Van Aartsen heeft uiteindelijk vijf groepen toestemming gegeven zaterdag 20 september te demonstreren in het centrum van de stad. Het zal blauw zien van de politie en er zijn strenge eisen gesteld aan alle groepen. Zo moeten alle aanwijzingen van de politie stipt worden opgevolgd. Gezichten mogen niet bedekt zijn. Om confrontaties te voorkomen, zullen de vijf organisaties op evenzoveel verschillende locaties in het centrum mogen demonstreren. Het gaat om de volgende organisaties en locaties: Anti Fascistische Aktie: Plein 1813. Pro Patria op de Koekamp: ter hoogte van het Koningin Julianaplein. Nederlandse Volksunie: Koekamp ter hoogte van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Moslim Defence League: Spuiplein. IAVVS van de website Geen Stijl: Koekamplaan.
Noordeinde 66.> Foto: DHC/Liza Letsch
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 september 2014
foto’s uit het haags gemeentearchief
Tocci’s Milkbar De Engelsman James Meadow Charles opende in 1930 onder de naam Lake View Milk Bar de eerste milkbar in Bangalore in India. Zijn opvatting was dat deze ‘melkbar’ een moreel aanvaardbaar alternatief zou zijn voor de bar waar alcoholhoudende dranken werden geschonken. Algauw waaide dit concept over naar Australië en Engeland en hierna kwamen er ook Milkbars in andere landen. Alleen in Engeland waren er in 1936 al zo’n duizend milkbars bekend. In de loop van de tijd veranderde de functie van deze bar. Bezoekers nuttigden er niet alleen melk en melkgerelateerde producten, zoals milkshakes, fruitshakes, yoghurt en melksoepen, maar kochten er ook kant-en-klaarmaaltijden en nonalcoholische drankjes. Vaak stonden er behalve tafels en stoelen ook een jukebox en een flipperkast. Het sociale karakter van de milkbars zorgde ervoor dat klanten lang bleven hangen om bij te kletsen. Aan de Hofsingel tussen de Spuipoort die naar het Binnenhof leidde, en de Lange Poten kwam in 1936 op nummer 8 Tocci’s Milkbar. Dit was de eerste melkbar in Nederland. Toen in 1939 de tweede naar Nederland kwam, was de krant Het Vaderland duidelijk in de bonen. Het dagblad kopte op 27 mei 1939: ‘Onder groote belangstelling is vanmiddag de eerste Milkbar in Nederland ge-
opend in de Spuistraat 7’. Het nieuwe restaurantje waarover Het Vaderland schreef, heette Harissons Automatiek en Milkbar. De schrijver van het artikel was ervan overtuigd dat in het melk drinkende Nederland de milkbar een populaire eet- en drinkgelegenheid zou worden. Een maand later haalde de zaak aan de Hofsingel de krant. De journalist schreef over de milkbar in ‘de oude huisjes aan de achterkant van het Binnenhof’ en vond het zo jammer dat de Hagenaars deze zaak nog niet hadden ontdekt. Dit terwijl melk zo’n goede dorstlesser was in warme dagen. Het zilveren jubileum van de milkbar aan de Hofsingel haalde zelfs de krant in Friesland! Op 31 maart 1961 meldde de Friese Koerier: ‘Gisteren bestond een Milkbar aan de Hofsingel in Den Haag 25 jaar. Zij meent de oudste Milkbar van Nederland te zijn. In 1936 was een Milkbar een nieuwigheid. De introductie van de milkshake was een experiment. Zij kostte toen 20 cent en een kop koffie kon men kopen voor vijf of acht cent. De Milkbar werd spoedig een trefpunt voor leerlingen van middelbare scholen’. De milkbar aan de Hofsingel was vernoemd naar het echtpaar Salomon Jacob Tokkie (Harri Tocci) en Martha A.B. Tokkie-Schmidt. Het gezin woonde ook aan de Hofsingel nummer 8. Harri had de milkshake voor de Twee-
Tocci’s Milkbar, met eigenares mevrouw Martha, 1978. >Foto: Robert Scheers
de Wereldoorlog in Engeland ontdekt. De milkbar werd een ontmoetingsplaats voor studenten. De Tweede Wereldoorlog verliep dramatisch voor het gezin Tokkie-Schmidt. De Joodse Salomon Tokkie werd op 41-jarige leeftijd in 1943 in Auschwitz vermoord. Zijn vrouw en hun twee kinderen, die nog thuis woonden, overleefden de oorlog. Na de oorlog heeft Martha de zaak voortgezet. Dochter Ariane en schoonzoon Ron Goedvolk draaiden later ook mee in de zaak. Tocci’s werd niet alleen een hangplaats voor middelbare scholie-
ren, maar ook een bekende ontmoetingsplaats voor muzikanten en artiesten. Ook de Kikkers, een jeugdbende in de jaren 60 in Den Haag, kwamen er graag. De Kikkers waren dol op beatmuziek uit Engeland en een aantal speelde zelf muziek. Uiteindelijk moest de milkbar wijken voor de uitbreiding van de Tweede Kamer en in februari 1978 sloot Tocci’s Milkbar definitief de deuren. Goedvolk richtte zich nadien geheel op zijn andere zaak, de ’s-Gravenhaagse Eeten Drinkinrichting op de hoek van de Denneweg en de Hooigracht. Hier kon
men terecht voor ontbijt en lunch. Was Tocci’s Milkbar al een succes, deze gelegenheid overtrof dit. Ook deze zaak werd een ontmoetingsplek, maar dan vooral voor de – Haagse – society. Tot verdriet van de vaste klanten sloot deze zaak eind 2001 definitief de deuren. Ook buiten Nederland zijn de meeste milkbars verdwenen. Vooral fastfoodrestaurants zijn ervoor in de plaats gekomen. Nicolette Faber-Wittenberg www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
advertentie
Fa m i l i e b e r i c h t e n
Diep bedroefd zijn wij door het overlijden van
Frank van Maarseveen
ODD Continent Homebody met o.a. Monic Hendrickx Zaterdag 20 & zondag 21 september 20.15 & 14.30 uur | Lucent Danstheater
Cultuur aan het
info en tickets 070 88 00 333 www.ldt.nl
Spuiplein Lucent Danstheater
"Meneer Van Maarseveen" was decennialang toonaangevend in het Haagse boekenvak en gezichtsbepalend voor ons familiebedrijf. Met grote toewijding zette hij zich ook na zijn dienstverband in voor de literaire cultuur in Den Haag. Wij wensen zijn kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen alle sterkte toe bij dit grote verlies. Namens alle medewerkers van Paagman, Nadine en Fabian Paagman Den Haag, 17 september 2014
7
opinie<
Vrijdag 19 september 2014 > Den Haag Centraal
Spuikwartier wordt wereldkwartier Door Henk Scholten
Maandagavond 22 september vindt in Theater aan het Spui het tweede, door wethouder Joris Wijsmuller georganiseerde Stadsgesprek plaats over de ontwikkeling van het Spuikwartier. Deze keer gaat het over de culturele programmering van het Spuiplein en van het nieuwe cultuur- en onderwijsgebouw. In dat gebouw worden vier instellingen gehuisvest: het Nederlands Dans Theater (NDT), het Koninklijk Conservatorium (KC), het Residentie Orkest (RO) en het Dans- en Muziekcentrum (DMC). Wat gaat er in het gebouw en gebied gebeuren en voor wie? Een inhoudelijk concept in zeven punten, als uitnodiging voor een gesprek met de stad. Publiek gebied. In veel theaters gaat het licht pas aan als om acht uur de voorstelling of het concert begint. In het nieuwe cultuurhuis wordt dat anders. De publieksruimtes zijn een overdekte voortzetting van het Spuiplein. Iedereen kan er naar binnen en er is altijd wat te doen, te horen, te zien, te eten en te drinken. Optredens, openbare repetities, een open podium voor Haagse amateurs, een tentoonstelling over Haagse popmuziek, het zijn zomaar wat voorbeelden van hoe we van het cultuurhuis een aantrekkelijke verblijfplaats willen maken. Een ontwerp met een entreehal/publieksplein, horecagelegenheden, vele grote en kleine foyerruimtes en spectaculaire zalen moet passen bij dat publieke concept. Brede programmering. Ook de programmering in de drie zalen (concertzaal, danstheaterzaal, ensemblezaal) wordt heel divers en wordt gericht op alle mogelijke publieksgroepen. Naast de op zichzelf al brede programmering van het Residentie Orkest, de voorstellingen van het Nederlands Dans Theater en de optredens van studenten en docenten van het Koninklijk Conservatorium is er een ruim aanbod van voorstellingen en concerten op het ge-
Ook popmuziek krijgt ruimte in het cultuurgebouw aan het Spuiplein. > Foto: PR
bied van dans, opera, pop, jazz, wereldmuziek, familievoorstellingen en entertainment. Onder het motto ‘Spuikwartier Wereldkwartier’ krijgt culturele diversiteit nog meer aandacht dan in de huidige zalen al het geval is. Op het Spuiplein raken zand en veen elkaar; het is bij uitstek de plek waar alle bevolkingsgroepen uit Den Haag elkaar (kunnen) ontmoeten. Het stimuleren van die ontmoeting is richtinggevend voor programmering en profilering. Een leven lang leren. Het samenkomen van een opleidingsinstituut als het KC met topgezelschappen als het
NDT en RO in een breed geprogrammeerd huis biedt unieke (nieuwe) mogelijkheden voor educatie en talentontwikkeling. Het Residentie Orkest bereikt nu al jaarlijks 25.000 scholieren en is daarmee op het gebied van educatie en het bereiken van een jong publiek nationaal koploper. Ook voor het NDT is educatie belangrijk. Studenten van het KC kunnen leren van de professionals van NDT en RO. Het KC kan bovendien bijdragen aan de groeiende vraag naar educatie en informatie van niet alleen kinderen en jongeren, maar ook van volwassenen en ouderen. Zo ontstaat een huis dat
ruimte biedt aan ‘lifelong learning’ en waar synergie het motto is. Internationale uitstraling. Den Haag is een internationale stad en daarbij horen ambitie, uitstraling, kwaliteit en diversiteit. NDT, RO en KC passen binnen die internationale uitstraling en maken van het cultuurhuis straks ook een ‘international center of excellence’. En door de nadruk in de programmering op niet-talige podiumkunst wordt het cultuurhuis bij uitstek ook aantrekkelijk voor het internationale deel van de Haagse bevolking. Ontmoetingsplek. Het cultuurhuis is niet alleen podium, het is ook oplei-
dingsinstituut en productiehuis. Er studeren en werken straks zo’n 1500 studenten en docenten dans en muziek (KC), tachtig orkestmusici (RO), vijftig dansers (NDT) plus ondersteunend personeel. Daarnaast treden er jaarlijks vele gezelschappen en artiesten op uit binnen- en buitenland. De instellingen in het cultuurhuis stimuleren onderlinge samenwerking en de ontmoeting van studenten/musici/ dansers/artiesten met bezoekers/publiek. Zakelijk gebruik. Het cultuurhuis wordt ook een huis voor evenementen en zakelijk gebruik. De culturele uitstraling van het gebouw en zijn bewoners is daarbij een meerwaarde. In het exploitatieplan, dat binnenkort openbaar wordt, zorgen inkomsten uit congressen, evenementen en horeca mede voor een gezonde financiële basis. Het cultuurhuis biedt de instellingen ook de kans zakelijke relaties op een gastvrije manier te faciliteren, waardoor het huis en de gezelschappen de gewenste verbinding met het bedrijfsleven kunnen aangaan. Samen met de stad. Met het cultuurhuis wordt de kwaliteit van het Spuikwartier en in het bijzonder van het Spuiplein als breed cultuur- en uitgaanscentrum aanzienlijk versterkt. Zo ontstaat in de combinatie van buiten en binnen een fantastische festivallocatie. Samenwerking is daarbij een voorwaarde: met onze ‘Spuipleinoverburen’ (Filmhuis Den Haag, Theater aan het Spui, Nieuwe Kerk), met de andere podia en culturele instellingen in de stad, maar ook met de horeca en het (toeristisch) bedrijfsleven. En zeker ook met de cultuurankers in de wijken, zodat we van het Spuikwartier werkelijk een ontmoetingsplaats voor heel Den Haag kunnen maken. Inderdaad: een wereldkwartier. Henk Scholten, directeur van het Dans- en Muziekcentrum (Dr Anton Philipszaal, Lucent Danstheater), mede namens het KC, het NDT en het RO.
Een nieuw gemeenschappelijk ‘wij’ heeft de toekomst Door Naomi van Ringelenstein
Geïnspireerd door het artikel ‘Prominenten roepen Van Aartsen op tot nieuw beleid na rellen’ uit Den Haag Centraal van 29 augustus wil ik alvast een voorzet doen voor de op te richten werkgroep. De oorzaak van spanning in de Schilderswijk wordt bijna altijd direct gezocht in gebrek aan integratie van vooral jonge allochtone bewoners. Een goed voorbeeld van wij-zij denken. De werkgroep zou zich mijns inziens moeten richten op het vormgeven van een nieuw gemeenschappelijk ‘wij’. Er heerst een nieuwe vorm van uitsluiting. Uitsluiting die wordt gebaseerd op een vastgeroest, gelijksoortig statisch denkbeeld van cultuur. Cultuur wordt gezien als een vaststaande identiteit. Bijvoorbeeld, de Nederlandse boer draagt altijd klompen of de Oost-Europeanen drinken allemaal te veel. Cultuur wordt dan gezien als een bepalende factor voor de acties van individuen. Deze manier van denken over cultuur leidt in veel westerse samenlevingen tot gevoelens van angst en onzekerheid. De gedachte dat de cultuur van migranten onverenigbaar is met de cultuur van westerse landen, is gebaseerd op een statische en essentialistische benadering van cultuur. De gedachte: ‘Zij zijn wie ze zijn, en wij zijn wie we zijn, niets of niemand kan daar iets aan veranderen’. De cul-
turen worden vastgezet. Maar cultuur staat niet vast, er is altijd sprake van beweging en verandering. Door culturele categorieën vast te zetten en absoluut te maken ontstaan problematische contrasten. Overeenkomsten Een overmatige nadruk op de verschillen in de samenleving leidt ertoe dat de verschillen absoluut worden gemaakt. Oftewel, de Turkse manier van leven is zonder twijfel anders dan de Nederlandse manier van leven. Dit leidt vervolgens tot onbegrip en afstand tussen mensen. Het benadrukken van het verschil met migranten, met name degenen met een islamitische achtergrond, is in Nederland zeer zichtbaar. Mensen zijn niet in staat elkaar te vinden in de overeenkomsten. Migranten worden niet als gelijken gezien door de overmatige fixatie op het verschil, ze zijn per definitie anders. Een gevolg hiervan is dat mensen denken niet expliciet te discrimineren, maar dit wel doen, met name wanneer ze zich angstig of bedreigd voelen. Om tot een fase van verzoening en wederzijdse aanpassing te komen, moet een nieuw gemeenschappelijk wij worden gecreëerd. Dit kan door het laten ontstaan van een nieuw cultureel compromis. Een cultureel compromis kan ontstaan als mensen participeren in een gedeelde ruimte en overeen kunnen komen dat be-
paalde gemeenschappelijke waarden belangrijk zijn en bepaalde manieren van classificeren nuttig zijn om de sociale wereld begrijpelijk te maken. In het bereiken van een nieuw cultureel compromis is de visie van antropoloog Timothy Ingold zeer bruikbaar. Hij pleit ervoor de wereld niet meer te beschouwen als iets statisch, maar het geheel in verbinding te zien. Door groepen niet als vaststaand en statisch te zien maar als dynamisch kan de multiculturele samenleving in beweging blijven. Verrijkend Als mensen stoppen met verschillende culturele en religieuze groepen te beschouwen als losse entiteiten en een poging doen deze verschillende groepen met elkaar in verbinding te zien, kunnen de verhalen van deze groepen opnieuw samenkomen en leiden tot een harmonieus geheel. Een nieuw cultureel compromis waarin de vastgeroeste ideeën over elkaar worden overkomen, moet leiden tot een samenleving in harmonie. Door in dit nieuwe compromis de balans te vinden tussen het gemeenschappelijke en het verschil, kan het verschil weer verrijkend worden. Multicultureel burgerschap betekent dan dat iedereen zich voelt aangetrokken tot de nationale identiteit en dat deze altijd in beweging blijft. Is de Nederlandse samenleving al zo-
ver? Door een nieuw cultureel compromis te sluiten waarin verschillen tussen mensen worden geaccepteerd en gedeelde menselijkheid de boventoon voert, hoop ik dat mensen zich met elkaar verzoenen. Laten we in Den Haag gezamenlijk een nieuw huis bouwen. Bijvoorbeeld een prachtig nieuw park waar alle verschillen kunnen samenkomen, waaraan iedereen gezamenlijk meewerkt, ergens centraal in de stad. Laten we een plek creëren waar een vrijplaats kan Advertentie
ontstaan voor open dialoog, waar iedereen nieuw is en iedereen welkom is. En, het spreekt voor zich dat ik me kandidaat stel voor de werkgroep. Reacties:
[email protected] Naomi van Ringelenstein, MSc, studeerde in 2012 af op een onderzoek naar veiligheidsbeleving, leefbaarheid en sociale cohesie in de Haagse krachtwijken.
Scheveningen
‘Voor vertier (Vliegerfestival) en verdieping (TodaysArt) moet je de komende weken op Scheveningen zijn! Bovendien zijn de strandtenten geopend tot na de herfstvakantie(s). Het gebeurt op Scheveningen....’ Kijk voor meer info over Scheveningen op www.denhaag.com Download ook de Scheveningen app via stappingstone.nl
Stic hting
n Marketing Scheveninge
8>Paul van vliet
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 september 2014
Paul van Vliet 50 jaar teksten over Den Haag
O
p 18 december 1964 was het zover. Een bleek en zenuwachtig groepje, luisterend naar de naam Cabaret PePijn, betrad de planken van een nieuw theatertje voor de première van hun eerste programma. Burgemeester Kolfschoten zou de opening verrichten. Maar diezelfde avond brandde het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen (K & W) tot de grond toe af. Als hoofd van de brandweer moest de burgemeester meehelpen bij het blussen. Toch sprong hij aan het eind van onze voorstelling het toneeltje op en sprak, nog natbestoven van het bluswater, de historische woorden: “La Grande Reine est morte, Vive le Petit Prince!” Een droom was uitgekomen, ik was voor de tweede keer geboren. En zoals zo vaak in mijn leven schreef ik er een liedje over: Een klein theatertje, een klein theatertje Je denkt dat je je ogen niet gelooft Een klein theatertje, een klein theatertje Je schudt nog ongelovig niet-begrijpend met je hoofd
Paul van Vliet, wie heeft hem nìet zien optreden in zijn stad? Theater PePijn, het Kurhaus, het Circustheater of de Koninklijke Schouwburg, als Paul een theater binnengaat, loopt Den Haag er achteraan. En het is weer zover, het derde en laatste seizoen van ‘Zondag in Den Haag’ begint 28 september in de Koninklijke Schouwburg. Ter gelegenheid daarvan een terugblik door de meester zelf op zijn mooiste Haagse teksten. Weemoed, maar nog geen afscheid.
Maar je ziet je honderd stoeltjes En je ziet je honderd smoeltjes De lichtjes langs de wanden De slang voor als ’t gaat branden De schroeven en de moeren De planken van de vloeren De wasbak, de piano en een lekker rood gordijn…! Je hebt een theatertje, een klein theatertje En weet u wat ik vind? Dat vind ik fijn…!
Paul van Vliet aan zee. >Foto: Ton Janssen
Na lange aarzeling met mijn beroepskeuze had ik eindelijk mijn definitieve bestemming gevonden: Ik was cabaretier geworden. Sindsdien heb ik honderden teksten geschreven. In ieder programma altijd wel iets over Den Haag en Hagenaars. Een van mijn eerste liedjes was: Den Haag met je lege paleizen Den Haag waar de westenwind speelt Den Haag waar de wijzen in ’s lands dienst vergrijzen En waar op de zolders Couperus vergeelt Den Haag met je standen en rangen Den Haag met de geur van een Indisch pension Je kunt je karakter in één woordje vangen In dat iets afgemetene Beetje gespletene Ook wat beschetene woordje: Pardon Deze tekst klopt niet meer. Daarom heb ik hem voor het programma dat ik nu in de Koninklijke Schouwburg speel, herschreven: Den Haag met je volle moskeeën Den Haag waar de westenwind speelt Den Haag waar de heren hun haren blonderen En waar op zolders nederwiet wordt geteeld. Den Haag met je ‘Grossstadt-verlangen’ Den Haag met de geur van een Turks pension Je kan je karakter nu in drie woordjes vangen In die altijd esthetische, zuivere ethische, tere poëtische woordjes: “Oh, oh cherso!” Ik heb uit mijn Haagse jeugd geput voor een nummer over Bertus de Harder, ‘de goddelijke kale. Hij was de legendarische linksbuiten van VUC in de jaren 40-45. Ik was een fan van VUC en van Bertus maar had geen geld om een kaartje voor het stadion te betalen. Voor 10 cent kon je met een perronkaartje op het station Laan van Nieuw Oost-Indië uit de verte op het veld kijken en je helden bewonderen. Daar stond je dan met andere armoedzaaiers voor een dubbeltje geboren... Ik heb mijn schooltijd op het ’s-Gravenhaags Christelijk Gymnasium Sorghvliet gebruikt voor een lange conference over mijn oude leraren die geen orde konden houden. Het valt me
9
Vrijdag 19 september 2014 > Den Haag Centraal
Paul van vliet<
op dat in de actualiteit van het pesten van leerlingen niemand het heeft over het pesten van leraren. Komt dat niet meer voor of heeft het te maken met het moderne onderwijs waarin de leraar lesgeeft ‘als een oudere vriend op voet van gelijkheid’? Sommigen van mijn leraren hebben zwaar geleden onder de ongein die wij op hen loslieten. Sommige leerlingen ook. Ik heb daar veel later op het toneel mijn excuses voor aangeboden. Ik denk er dikwijls an En ik droom er soms nog van: Mijn ouwe school aan de Groot Hertoginnelaan Ik zie mezelf weer lopen door de Javastraat De Laan van Meerdervoort en rechtsaf waar dat stoplicht staat. Daar staan nu twee gebouwen van een oliemaatschappij Ik zal er niet om rouwen want ik hoor d’r niet meer bij. Ik wil alleen wat zeggen Voor een paar mensen uit de klas Die heb ik gekwetst door hoe ik in die dagen was Het zijn allemaal gedane zaken En het is ook nooit meer goed te maken Het spijt me Maar we hebben wel gelachen Nou ja…gelachen…?
bezopen op Kerstavond thuiskomt. Na een heftige ruzie stapt hij met zijn zatte kop de nacht in, komt tot bezinning, krijgt spijt en zegt als hij terug is bij zijn verstoorde familie: “Jongens, Pa heb ze eige misdrage. Het spijt me. Het is Kerssemis, jullie magge allemaal je schoen zette”. In de show ‘Over Leven’ was Benny conciërge geworden van de scholengemeenschap De Meerval. In het volle besef van zijn belang sprak hij steeds van “wij met zijn drieën, ik en de rector en ik”. Ook Bram van de Commune en Majoor Kees verloochenden hun Haagse herkomst niet. Van de deftige Hagenaars wil ik nog Baron Taets van Avezaethe noemen. De onbekommerde edelman die om de kosten van zijn landgoed te kunnen betalen schaepen (met ae) was gaan focken (met ck). Zijn levensfilosofie was “Het gaet zoals ’t gebeurt”. In mijn huidige show zit Charles van Tetterloo jr. Een keurige, licht alcoholische wijnhandelaar in ruste. Hij geniet nog volop van het leven en de drank. Als hem gevraagd wordt hoeveel hij drinkt antwoordt hij: “Ik ben de enige Hagenaar met een eigen glasbak”. Bij Van Tetterloo wordt weer ouderwets hard gelachen en dat is voor het publiek en voor mij altijd weer een sensatie. Samen hard lachen verzoent, verbindt en spoelt schoon. Dat is een van de redenen waarom ik 50 jaar op het toneel heb willen staan. Mijn huidige show heet ‘Zondag in Den Haag’. Het is logisch dat die dag daarin wordt bezon gen. Zondag in Den Haag En om kwart over elf al een stuk in mijn kraag De bomen op het Voorhout staan te dromen in ’t groen Ze weten net als ik niet wat ze zondags moeten doen Zou ik zo lamlendig blijven Zou ik nog iets nuttigs schrijven Zit er nog één regel in vandaag? Zondag in Den Haag
Mensen zeggen vaak: “Je moet ’s wat schrijven over…”. Ze noemen dan een onderwerp waarbij ik mij in de verste verte geen tekst kan voorstellen. Zoals onze slager die zei: “Je moet ’s een dag bij ons in de winkel meedraaien, dan heb je zo een heel programma”. Ik zei: “Dan heb ik wel een programma maar daar komt geen hond naar kijken. Ja, jij en je vrouw misschien”. Maar ergens hebben ze gelijk. Je kan over alles iets schrijven. Zelfs over de Haagse ambtenaren die indertijd over het land werden verstrooid. Ik zag laatst de zon op het Binnenhof schijnen Toen dacht ik nog even Dan gaan ze verdwijnen Dan trekken ze weg Op een dag in de lente Naar Brabant en Limburg Naar Friesland en Drenthe De overheid heeft hier Zijn tijd wel gehad Het wordt leeg in Den Haag Het wordt stil in de stad
Zondag in Den Haag met Paul van Vliet Koninklijke Schouwburg Aanvang: 15.30 uur Speeldata: 2014 28 september 5-12-26 oktober 9-30 november 7-28 december 2015 18 januari 15 februari 29 maart 5 april (tv-opnames) Extra avondvoorstelling op zaterdag 4 april, aanvang 20.15 uur (tv-opnames) Reserveren via www.paulvanvliet.nl
>Foto: Roy Beusker
De ‘Spreiding van Diensten’ heeft Hagenaars laten verhuizen tot in alle uithoeken van het land. Ik kom ze vaak tegen als ik op tournee ben. Het contact loopt vrijwel altijd via het bedienend horecapersoneel. “De meneer aan dat tafeltje bij het raam wil u graag iets te drinken aanbieden”. “Nou, dat is aardig van die meneer. Een pilsje graag”. Dan proosten ze uit de verte en daarna rukken ze langzaam op. “Wij komen ook uit Den Haag, vandaar”. Als ik vraag hoe het bevalt in Heerlen of Veendam, zeggen ze meestal dat het daar prettig wonen is, in een huis dat in de Randstad meestal het driedubbele zou kosten, met veel ruimte en goede scholen voor de kinderen en frisse lucht. Maar vrijwel altijd ook: “Het enige wat we missen is de zee”. A. den Doolaard heeft gezegd: “Iedereen heeft het landschap van de ziel”. Dat kunnen bergen zijn of de bossen, maar ook de woestijn of de polder. Voor sommigen is de grote stad het landschap van hun ziel. Voor mij is het de zee. En met nieuwe muziek en met andere woorden Zal ik daar altijd verwonderd weer staan En zingen over de zee van het Noorden Daar voel ik me thuis want Daar kom ik vandaan
kon komen. Het enige wat hij kon verzinnen was de ondergrondse. Ik heb toen 5 uur in een rammelende trein gezeten om een halfuur de zee te zien. Moe maar voldaan kwam ik terug. De Japanse portier begreep er niets van en glimlachte meewarig. Waarom ik altijd weer naar de zee word toegezogen kan ik niet precies uitleggen. Ik weet alleen dat ik daar rustig van word. De dingen komen weer in evenwicht. Het heeft wel iets te maken met een gevoel van eeuwig en tijdloos. De zee was er altijd en zal er altijd zijn. Dus: waar maak je je druk om? Ik kan daar helder denken en ik heb lopend langs de zee veel teksten bedacht. Wim Kan had dat ook. Ik ben hem vaak tegengekomen. Wij bleven dan soms zo lang praten, dat we niet merkten dat het water van het opkomend getij al om onze voeten spoelde. Er liggen ontelbaar vele herinneringen. De eerste onhandige liefdes met veel zand en onrust in de zwembroek. Nuchter worden na woeste feesten met een gebakken visje bij Van der Toorn aan de Binnenhaven. Samen met mensen die ook nóg of nét op waren. Dat ik vanaf 1970 bijna iedere zomer in Scheveningen heb gespeeld, lijkt het logische gevolg van een thuisgevoel. ‘Een avond aan zee met Paul van Vliet’ is een traditie geworden die ik beschouw als een van de mooiste ervaringen uit mijn carrière. Na de voorstelling in Scheveningen heb ik meestal nog even langs het strand gelopen. Ik was daar nooit alleen. Met de zee heb ik altijd heel goed kunnen praten. De zee heeft me verteld dat zij zo moe is Zij zei dat zij er zeer beroerd aan toe is Zij zei: wat is daar toch bij jullie aan de hand? Wat doen jullie toch tegenwoordig allemaal op dat land? Zij zei: er komen tegenwoordig steeds meer van die dagen Dan kan ik alle vuile rotzooi haast niet meer verdragen Dat zei de zee die me vertelde dat ze moe is Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is
Ik heb de zee altijd opgezocht. Vanaf mijn vroegste jeugd onder alle omstandigheden. Soms ook om even te ontkomen aan het gekrioel van miljoenensteden. In Tokio heb ik een keer aan de portier van mijn hotel gevraagd hoe ik bij de zee
Behalve de zee is ook Scheveningen zelf altijd een rijke bron van inspiratie geweest. Vooral in de dagen van afbraak onder leiding van Reindert Zwolsman was er altijd wel iets rellerigs om over te zingen of te spotten. Voor mijn eer-
ste ‘Avond aan Zee’ in de oude Kurzaal liep ik een keer door het Rooie Dorp. Daar woonden toen nog vrijwel uitsluitend echte Scheveningers met een beperkt aantal achternamen. Die brachten mij op het idee voor de ‘Ballade van de Scheveningse redersdochter Alie van der Zwan’. Hebt ge het verhaal gehoord van Alie van der Zwan De dochter van een Scheveningse reder? Ze was prachtig om te zien – alles zatter an In het midden smal en hier en daar wat breder Ze deinde langs de haven en ze deinde langs de zee En als een visser van de visvangst was gekomen Mochttie voor een maaltje nieuwe haring met haar mee Alie heeft gegeven en werd genomen Door Dirk den Dulk en Maarten Vrolijk Kees den Heyer en Jacob Pronk Willem Knoester en Piet Jol Het bed bij Van der Zwan was altijd vol! Dit lied heeft nogal wat reuring veroorzaakt. De vrouw van een streng gereformeerde reder Van der Zwan bleek ook Alie te heten. Een groep zeer gelovige Scheveningers heeft zich toen verschrikkelijk kwaad gemaakt over de tekst, waarin een van hun kuise vrome dochters een lichte seksuele moraal werd toegedicht. Dat leidde in de Haagsche Courant tot tientallen ingezonden stukken van voor- en tegenstanders. Een lange opgewonden serie die uiteindelijk met de brief ‘Alie van der Zwan (43)’ werd afgesloten. Voor de publiciteit van mijn show was dat natuurlijk prachtig. Minder leuk was dat boze Scheveningers hun woede over het lied koelden op mijn Peugeot 504-cabrio en met een mes het linnen dak aan gort sneden. Behalve in de liedjes heb ik Den Haag natuurlijk ook gebruikt voor de komische types die ik het toneel op heb gestuurd. Zij bedienden zich beurtelings van het plat Haags en het bekakt Haags. Ik ben geen improvisator, maar in beide versies kan ik, als ik mijn dag heb, oeverloos op hol slaan. Haags, de taal van mijn ziel? Haagse Benny heeft jarenlang met mij meegereisd. Eerst als de man die veel te laat en een beetje
Het wordt het derde en laatste seizoen van dit programma. Wat ik daarna ga doen weet ik nog niet. Over een jaar word ik tachtig. Dat maakt ver vooruit plannen riskant. Voorlopig vind ik spelen nog altijd het leukste wat er is. Daarom zing ik iedere zondag als ik opkom recht uit het hart: Wij zijn een lange weg gegaan We hebben lief en leed gedeeld En op die lange weg zijn wij nog altijd samen Ik heb hier in Den Haag Een leven lang gespeeld Seizoenen gingen en seizoenen kwamen. De toekomst is wat korter Dan toen ik hier ooit begon En het afscheid is wat dichterbij gekomen Maar ik schrijf en speel nog altijd Vanuit dezelfde bron En ik heb nog een paar hele mooie dromen En of dat er nog in zit? Of dat er ooit van komt? Daarover hangt een levensgroot ‘misschien’ En daarom is het prettig Dat ik één ding zeker weet En dat is: Ik ben blij u hier te zien!
Paul van Vliet
10>interview Vilan
Damesbroekjes
Op Prinsjesdag heb ik medelijden met de man. Hij mag haast niks. Een rode stropdas is al veel, kunt u nagaan. Daar zaten ze dan, de vrouwen met bizarre hoeden, de mannen in min of meer hetzelfde pak. Onze volksvertegenwoordiging. Het deed pijn aan mijn ogen. Ooit had ik verkering met een man die travestiet was. Dat vertelde D. me veiligheidshalve pas toen hij zekerheid had over mijn gevoelens, want in het verleden waren er nogal eens afwijzingen geweest. De man kwam uit Engeland, waar heel veel mannen een verlangen koesteren naar het dragen van damesondergoed. D. ook, en meer dan dat. Hij bezat een grote garderobe met kleding voor elk moment van de dag en de nacht. Ik moest er even aan wennen, voor zover dat kon. Want het was mijn smaak niet. Uiteindelijk liep het mede stuk op zijn peignoir van dunne polyester met tijgerprint, die met roze gevoerd was. Maar D. heeft me wel de ogen geopend voor bepaalde mannenverlangens. Waarom zouden zij geen kleurige kleren mogen, geen satijnen lingerie, geen hoedjes met veren, geen rokken en geen jurken? Het is alleen maar stof en een maatschappelijke verwachting. Dat laatste kan in een paar generaties veranderd zijn. Sinds D. ben ik advocate van deze goede zaak, vooral op verjaardagen en christelijke bijeenkomsten. En ik kan u zeggen, overal ondervind ik zware tegenstand. Op verjaardagen vraagt men mij honend hoe ik het zou vinden als een date in damesjurk verscheen. De bijbelverwijzingen zal ik u besparen. Ik blijf het gek vinden, die beperking. Het zou moeten mogen. Vrouwen kunnen tenslotte ook broeken dragen, dus het mag best wat eerlijker verdeeld in de kledingwinkel. Nu is er ook iets dat ik niet begrijp. Een vrouw in mannenkleren krijgt bewondering, terwijl een man in vrouwenkleren snel belachelijk wordt gevonden. Vergelijk: Marlene Dietrich in ‘Der blaue Engel’ en Dustin Hoffman in ‘Tootsie’. Als ik op een zakenbespreking in herencostuum verschijn, vinden ze dat mooi. Maar D. moest het niet wagen op zijn werk te komen in een jurk. Net of vrouwenkleren minder waard zijn. Elk jaar met Prinsjesdag denk ik hier weer over na, vooral als ik de saaie mannen zie zitten. Blauwe pakken, grijze pakken, rode dassen, blauwe dassen. Een enkeling durft iets, de meerderheid voegt zich. Ik zou er bijna medelijden mee krijgen. Bijna. Omdat ik natuurlijk niet weet, wat deze saaie mannen onder hun pakken dragen aan wufte frivole doldwaze damesbroekjes. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 september 2014
Architect/stedenbouwer Hans Kuiper
‘Den Haag zou zichzelf een heel mooi cadeau kunnen geven’
De reuring is nooit ver, met Hans Kuiper in de buurt. De architect werd verketterd door vakgenoten omdat hij woningen ontwierp die de gewone man mooi vond. Zijn bureau groeide uit tot één van de grootste van het land, op personeelsfeesten liet hij drie keer de Golden Earring aanrukken. Hij werd ziek, ging failliet, maar is gewoon weer aan de slag. En nu heeft hij een opmerkelijk idee voor het Spuiforum.
Door Marc Konijn De stilte is bijna verpletterend, in het kantoor van het architectenbureau KOW aan het Esperantoplein. Het indrukwekkende atrium is verlaten. Op de geelkleurige balie van de receptie ligt een papiertje met de boodschap dat de bezoekers van KOW de lift kunnen nemen naar de derde verdieping. Ook boven is het even dwalen door lege gangen, over een vintage vloerkleed. Het gaat langs tientallen meters overvolle boekenkasten, langs tientallen maquettes van gebouwen. “We hebben wel eens betere tijden gehad”, erkent Hans Kuiper (63) met een grijns. “Een receptioniste is er niet meer. En we zitten hier nu antikraak”. In de jaren negentig liet Kuiper al zijn oog vallen op deze locatie bij de twee markante schoorstenen van de energiecentrale “Het was een oud industrieterrein van Eneco. De gemeente wilde loodsen en werkplekken bouwen voor ongeschoolde arbeiders. Ik vond dat doodzonde. Als je goed op de kaart kijkt, ligt hier eigenlijk het hart van de stad. Een gouden plek, waar je mooie dingen kan doen”. Op het verlaten bouwterrein herrees wél het kantoor van KOW. Het jonge, hippe architectenbureau groeide eind jaren negentig uit tot een van de grootste van Nederland. Op het hoogtepunt werkten er meer dan 190 mensen, en had KOW ook nog vestigingen in Istanboel en China. “We hebben hier duizenden woningen ontworpen, tienduizend denk ik wel; kantoren, winkelcentra, tja, wat eigenlijk niet? Het kon allemaal niet op. Alles was mogelijk in die tijd”.
De aanpak van KOW viel op het juiste moment in vruchtbare aarde, is de analyse van Kuiper voor het succes. “Tientallen jaren wisten de woningcorporaties en architecten in hun arrogantie wat goed was voor de arme man, hoe de huizen eruit moesten zien. Licht, lucht en frisheid moest het zijn, met veel glas en staal. Maar daar zaten de meeste mensen niet op te wachten. Die zijn veel traditioneler. Ik heb altijd gezegd: ik ontwerp iets wat mijn eigen moeder ook mooi zou vinden. Dus ja, het was niet zo vreemd dat wij in de jaren negentig sky rocket high gingen”. Pruttelen Het ontwerp van de herenhuizen in de Paramaribostraat leverde het summum aan verwarring op, grinnikt de architect. “Daar heb ik veel lol aan beleefd. Het waren mooie, moderne huizen, maar aan de buitenkant leek het volledig op de oude woningen in de Archipelbuurt. Het hele gemeentelijke inquisitieapparaat begon te pruttelen. Bij welstand
‘Ik heb altijd gezegd: ik ontwerp iets wat mijn eigen moeder ook mooi zou vinden’
en monumentenzorg begonnen ze te steigeren. Dat kan toch niet, dat is toch niet echt, was de kritiek. Maar de mensen in de wijk vonden het geweldig”. Het gistte en bruiste, aan het Esperantoplein. Menigmaal schalde het feestgeluid uit de ramen van het kantoor. Kuiper: “Ik ben erg van de reuring, dat zit nu eenmaal in me. In het verleden heb ik ook een theaterrestaurant gehad. Als je hard werkt, dan moet de sfeer ook goed zijn. Dus ja, we pakten wel eens uit. De Golden Earring heeft bij ons drie keer een concert gegeven. In de winter lieten we een ijsvloer aanbrengen, beneden in de hal, en huurden we 150 paar schaatsen. De hele buurt kwam schaatsen, we hielden curlingwedstrijden, er was altijd wel wat te doen. Ik dacht: nu kan het, we hebben de middelen, dus waarom ook niet? Maar het is ook marketing hoor. Want wat is nou leuker voor een klant? Een golftoernooitje met oude mannen, of schaatsen in een hal met je eigen kinderen?” Na de crisis van 2008 ging het snel bergafwaarts met de vastgoedsector, en dus ook met KOW. Kuiper had net afstand genomen van zijn bedrijf, en was bij de gemeente Den Haag in dienst getreden als stedenbouwer. “Ik zag dat de boel aan het instorten was en zei tegen de jongens van de gemeente: leg die acht masterplannen maar stil, wacht tot de storm is uitgewoed en concentreer je op een of twee grote bouwprojecten. Maar die boodschap werd niet echt gewaardeerd”. Hersentumor Vrijwel tegelijk met de neergang van KOW, kreeg Kuiper zelf ook te maken met tegenslag. Er werd een
>Foto: Piet Gispen
hersentumor geconstateerd. Een operatie volgde, en bleek succesvol, en al na twee weken zat de stedenbouwkundige alweer achter zijn bureau. “Ik was er wel, maar was door mijn ziekte niet scherp genoeg om de problemen goed aan te pakken. Ik heb toen niet goed op de toko gepast”. Het faillissement bleek onvermijdelijk. De bank kreeg zijn kantoor in handen, maar drie jaar geleden kocht hij het bedrijf terug en kwam er een doorstart van KOW. “Het is een heel ander vak geworden, omdat er vrijwel niets meer wordt gebouwd. We richten ons nu vooral op de herontwikkeling van bestaande gebouwen”. Als Haags architectenbureau zag Kuiper de discussie over het Spuiforum aan zich voorbijtrekken, en hij werd er niet vrolijk van. “Het college wilde een imposant gebouw neerzetten, en had daar grote haast mee. Dat is begrijpelijk, want Den Haag had de ambitie om culturele hoofdstad van Europa te worden. Maar die strijd werd verloren van Leeuwarden. Dus waarom dan ook nu nog die haast? Het zou veel beter zijn om alles nog eens rustig te overdenken”. Een pas op de plaats, daar is alle reden toe, vindt Kuiper, die uitvoerig heeft nagedacht over het omstreden bouwproject. “Die 60.000 vierkante meter, dat is idioot veel voor
11
interview<
Vrijdag 19 september 2014 > Den Haag Centraal
‘Het moet maar eens hardop worden gezegd. Het Spuiplein is een plein van niks’
een theatercomplex. Dat zijn nog de oppervlaktematen uit de rijke tijd, waarin alles kon. Maar inmiddels weten we dat de hele boel ingestort is. Het slaat nergens op om je nog aan die 60.000 vierkante meter vast te houden”. Ook het idee om 75 meter de hoogte in te gaan, wijst de stedenbouwkundige van de hand. “Dat is zo slecht doordacht. We hebben het hier over drie grote culturele organisaties, ieder met zijn eigen dynamiek ‒ drie wankele elementjes ‒ die je op elkaar gaat stapelen. Je ontwerpt dus willens en wetens een gebouw vol problemen. Het lijkt wel alsof helemaal niemand meer nadenkt”. Het is een stap in de goede richting om het cultuurpaleis niet meer op het midden van het Spuiplein te zetten, maar aan de rand, zoals de nieuwe wethouder Wijsmuller voorstelt. Maar Kuiper betwijfelt of het Spuiplein dan wel levensvatbaar wordt. “Ik heb eens onderzocht wat een plein nu precies succesvol maakt. Een goed plein heeft in de eerste plaats een zekere omvang nodig. Als je de grote, beroemde pleinen uit de oude Europese steden op elkaar legt, dan kom je steeds op ongeveer hetzelfde formaat uit: zo groot als de markt in Delft. Ook de moderne pleinen, zoals die voor het Centre Pompidou in Parijs”. Een tweede factor is de afbakening.
Wanden is de vakterm die Kuiper gebruikt. “Als er geen sterke wanden zijn, dan is het geen leefbaar plein, maar een open ruimte. Wanden geven beschutting als het nodig is, maar tegelijkertijd ook een gevoel van ruimte. In die wanden moeten dan wel grote publiekstrekkers zitten, belangrijke gebouwen waar mensen op af komen, en uiteraard voldoende horeca”. Langs deze meetlat kan je het Spuiplein onmogelijk een plein noemen, stelt Kuiper vast. “De oppervlakte van het Spuiplein is veel te klein. Het is een onduidelijke ruimte, die nergens naartoe leidt, zonder wanden. De gebouwen die er staan, wenden zich van het plein af met blinde gevels, of brengen nauwelijks leven. De blinde gevel van het stadhuis is een drama. Het Spuiplein is een gatenkaas. Het moet maar eens hardop worden gezegd. Het Spuiplein is een plein van niks. Wat je daar ook doet, met de huidige plannen, het zal nooit tot leven komen”. De studie naar pleinen zette Kuiper wel op een heel nieuw denkspoor, een geluid dat niet eerder gehoord werd. “Het bracht me op de gedachte om iets heel anders te doen dan het neerzetten van een groot gebouw. Het is eigenlijk het tegenovergestelde. We moeten niet bouwen, maar iets weghalen. Maak een
groot stadsplein. Geef de stad een plek waar de mensen automatisch naartoe willen, waar het leeft, waar wat te doen valt. Dat kan heel eenvoudig door de concertzaal van het Residentie Orkest weg te halen en terug te bouwen op achtergelegen kavel van het ministerie. Dan ontstaat er een groot rechthoekig plein dat zo groot is als de Markt in Delft. En rond dat nieuwe plein, kan je dan vervolgens allerlei nieuwe initiatieven ontwikkelen”. De stedenbouwkundige heeft zichzelf ‘losgelaten’ op het nieuwe plein. Kuiper wil er alle grote culturele instellingen hebben, dus ook het aan de overkant gelegen Haags Filmhuis en het Theater aan het Spui. Het Danstheater blijft er staan, en het Residentie Orkest zou naar achteren kunnen schuiven – op de plek van de laagbouw van het ministerie. Om er voldoende leven te krijgen, zouden alle ambtenaren uit de eerste en tweede verdieping van het stadhuis moeten, om plaats te maken voor horeca en andere centrumfuncties. Kuiper: De ingang van het stadhuis staat ook verkeerd. Dat kan je oplossen door een nieuwe raadszaal te bouwen, aan het plein, tegen het stadhuis aan, met een nieuwe ingang, en met daarboven een stadsbalkon. Zodat ADO daar gehuldigd kan worden als ze kampioen worden. Stel je eens
voor hoe dat eruit zou zien. Fantastisch toch?” Allure De mogelijkheden strekken zich wat Kuiper betreft verder uit. Er kan een grote parkeerkelder komen onder het blok tussen Veerkade en Nieuwe Kerk. Daarboven is dan alle ruimte voor een nieuw museum, met de allure van een Prado of Markthal, ‘waarom niet’, waardoor de natuurlijke trek naar het Spuiplein ook overdag gewaarborgd is. Kuiper: “De grap is: je lost heel veel problemen en knelpunten op met dit stadsplein. Je stapelt geen problemen, maar zet de functies naast elkaar. Elke functie krijgt een adres aan het plein en kan apart ontwikkeld worden, bijvoorbeeld het danstheater door OMA, de concertzaal door Frits van Dongen, een hotel door Carel Weeber, waardoor je toch een organisch geheel krijgt. Een voordeel is dat je niet alles in een keer hoeft te doen; je knipt het plan op in kleine stukken, zodat ook kleinere bouwers iets kunnen doen. Maar de grootste meevaller is misschien nog wel dat het Residentie Orkest niet naar het tijdelijke theater in Scheveningen hoeft”. Kuiper heeft al honderden uren in zijn stadsplein gestoken, vermoedt hij. “Ik heb er zelf geen enkel belang bij. Ik doe dit uitsluitend als betrok-
ken burger, die de stad een stukje beter wil maken. Noem het een merkwaardige soort missie. Ik ben stedenbouwkundige, en reis ieder jaar de wereld over om te bekijken wat er gebeurt in de grote steden, of ik wijzer kan worden, nieuwe ontwikkelingen kan ontdekken. Het is altijd leuk om een oplossing te vinden voor een moeilijk vraagstuk”. Friesland Moeilijke vraagstukken, dat zoekt Hans Kuiper ook thuis op, en dat is tegenwoordig niet meer in Den Haag, waar hij jarenlang heeft gewoond, maar op het platteland van Friesland, in een boerderij met fraaie, weidse uitzichten. Daar, achter de grote deuren van zijn schuur, werkt de architect verwoed aan zijn andere liefde: een nieuwe zeilboot. “Ik heb mijn hele leven gezeild, ben de hele wereld over geweest. Ik ben nu bezig om een nieuw type boot te ontwerpen. Niet met een zeil dat je kan strijken, maar met een soort vaste vliegtuigvleugel, die je elektrisch neer kan halen. Het wordt echt idioot. Ik heb geen idee hoe dit afloopt. Het is óf briljant, óf ik word straks voor gek verklaard”. Over zijn plan voor het stadsplein van Den Haag – waar ook Gerard van Otterloo en Tom Weghorst aan meegedacht hebben ‒ is de architect stelliger. Als ik het idee voorleg aan vakmensen, dan zijn ze allemaal enthousiast. Ik hoop dat het college in staat is om de politieke lading van dit onderwerp af te werpen, en open naar dit idee kijkt. Een stad krijgt maar eens in de honderd jaar de kans om een ingreep te doen die alle belangen overstijgt. Hier doet zich zo’n zeldzame gelegenheid voor. Den Haag zou zichzelf een heel mooi cadeau kunnen geven”.
Ontdek de wereld
19, 20 & 21 sept:
Werken aan vrede GRATIS TOEGANG!
Give peace a chance TIJDENS JUST PEACE WEEKEND
Mis het niet: Open Ateliers in de Haagse Binnenstad! Op zaterdag 4 en zondag 5 oktober zijn ruim 60 ateliers van Haagse kunstenaars open. U bent welkom tussen 11:00 en 17:00 uur. Dit is een unieke gelegenheid om kunst direct van de kunstenaar te kopen of te genieten van de sfeer van het atelier en de kunstwerken. Meer info op: openateliersdenhaag.nl facebook.com/OpenAteliersDenHaag Met dank aan: Stroom - Fonds 1818 - ‘t Achterommetje - Any Frame Baklust - Boon Koffiebranderij - Bramasole - Den Haag Centraal - Eye-D -
DHC Winkelen | mode | architectuur | en meer....
Passage brengt binnenstad winkelprimeurs Met de opening van het tweede deel van de Passage verdubbelt het aantal winkels in de overdekte winkelpromenade bijna. Daarmee is het centrum een handvol nieuwe winkelformules en een hotel rijker. Het Duitse modebedrijf Kult zet zelfs de eerste schreden op de Nederlandse markt vanuit de Passage.
M
et honderd winkels in Duitsland is modeketen Kult bij onze oosterburen al een begrip. Inmiddels is het bedrijf ook bezig aan een opmars in onder meer Spanje, Oostenrijk en Denemarken. Nu is Nederland aan de beurt, en Den Haag in het bijzonder. In het souterrain van het nieuwe deel van de Passage, aan de kant van de Grote Marktstraat, bevindt zich het eerste Nederlandse filiaal van Kult. De zaak is 1100 vierkante meter groot, aan ambitie dus geen gebrek. “Deze plek past perfect bij ons concept”, legt directeur Marcus Benjamin uit. “De passage is prachtig en we kregen de mogelijkheid om de hele winkel op één etage te realiseren met een entree op straatniveau. Al met al een goed begin om ons bedrijf in Nederland op de kaart te zetten”. Kult is een ‘multibrand fashion store’, een winkel waar verschillende labels worden verkocht. In de brede, vrij algemene collectie voeren stoer en casual de boventoon. Daarmee mikt de modeketen op de doelgroep van jongvolwassenen. Slechts een deel van het merkenscala is in de Haagse vestiging verkrijgbaar, zoals Adidas, Jack & Jones, Only en huismerken Aik en Aiki. Daarin schuilt volgens Benjamin de kracht van dit concept: “In totaal verkopen we honderdvijftig merken, maar per filiaal maken we een selectie die het beste aansluit op het publiek. Als dit assortiment niet loopt, kunnen we razendsnel wisselen”. Kult voert in de Haagse winkel ook de merken Naketano en
Door Jasper Gramsma Khujo, die in Duitsland veel bekender zijn dan hier. Toch ziet de directeur kansen, want over het verschil in kledingsmaak met de Duitsers zegt hij: “De smaak is voor zeventig procent hetzelfde. Nederlanders zijn iets dapperder, kleurrijker en trendbewuster. Daar houden we natuurlijk rekening mee”. Net als de collectie, is het winkelontwerp van elke vestiging anders. “Voor Den Haag kozen we een coole, ruwe inrichting”, aldus Benjamin. Door het gebruik van verweerd steigerhout à la Piet Hein Eek, heeft de winkel een strandachtige sfeer. De combinatie met het onafgewerkte plafond geeft Kult tegelijk een industriële uitstraling. Oude bekenden Het andere nieuwe gezicht in het Haagse winkelaanbod is de Belgische damesmodezaak Paprika. Het grotematenmerk, dat al verkrijgbaar was bij V&D, opende in de Passage zijn zevende Nederlandse winkel. Maar op de glazen puien van de Passage prijken ook veel vertrouwde namen, zoals die van speelgoedwinkel Intertoys en kledingwinkel Miss Etam. Zij keerden na jaren terug op hun vroegere plek. Ook parfumerieën Douglas en ICI Paris XL, warenhuis Xenos, schoenenketen Sacha en modewinkel Mango zijn voor het Haagse winkelpubliek oude bekenden. De laatstgenoemde opende in de Passage zijn grootste filiaal binnen de landsgrenzen. The Sting maakte de nieuwe locatie chiquer dan de bestaande op de Dagelijkse Groenmarkt. Dat is vooral
te zien aan de kroonluchters boven de trappen en het exclusiever aandoende assortiment. Schoenwinkel Nelson had eveneens al een vestiging in de Hofstad, maar is nu voor het eerst naar het centrum gekomen. Qua horeca-aanbod heeft men in de Passage bepaald niet te klagen. De Amerikaanse koffieketen Starbucks opende, na de vestigingen op beide stations, een langverwacht derde filiaal in het hart van de stad. Frozz, een concept in verse yoghurtsnacks, timmerde al aan de weg in New Babylon en is nu ook in de Passage neergestreken, samen met noedelbar Oodlz van hetzelfde concern. Traiteur Dungelmann slaat een nieuwe weg in met de opening van een kleine counter om belegde broodjes af te halen. De grootste partij in de Passage, het viersterrenhotel Suite Novotel, legt nog de laatste hand aan de 118 kamers. Het hotel is gericht op langer verblijf, daarom is elke suite voorzien van magnetron, ijskast en flatscreen. Daarnaast kunnen gasten gebruik maken van het fitnesscentrum en een huur-Smart. Op 1 oktober opent Suite Novotel de deuren voor zijn eerste gasten. Pas dan zal de Passage volledig in bedrijf zijn. Niettemin zijn er dit hele weekend festiviteiten rond de opening. Voor meer informatie over het winkelaanbod en het openingsprogramma: www.depassage.nl. Zie ook pagina 3 over het gebouw.
HAAGS OBJECT |
Deze uniseksschoen van Dora Kloppenburg is geïnspireerd op het Russisch constructivisme in de architectuur. Samen met andere ontwerpen uit de serie ‘BLOCKS’ presenteerde Kloppenburg de handgemaakte schoen van nubuck en mahonie op de Amsterdam Fashion Week. Door te spelen met lagen die in elkaar passen en uit elkaar schuiven, ontstaat een ‘architectonische constructie’, aldus de designer.
Foto: PR
Prijs: vanaf € 550,Voor meer informatie: www.dorakloppenburg.com
De kroonluchters boven de trappen geven The Sting in de Passage een chiquer uiterlijk dan het filiaal op de Dagelijkse Groenmarkt. Foto: Jurriaan Brobbel
Vrijdag 19 september 2014 Den Haag Centraal
13
Column: onderwijs
Foto-shoot
Van de zomer zat ik op het strand, met vriendinnen, op een Waddeneiland. Voor ons huppelde een meisje van een jaar of drie, met een schepje en een emmertje. In haar blootje. “Hè, heerlijk”, zei een vriendin, “bloot op het strand. Zó lekker! Vroeger liepen alle kindertjes bloot op het strand. Nu zie je dat bijna niet meer. Nieuwe preutsheid. Zó jammer!”. Ik was oprecht verbaasd. Misschien kan dat nog op een Waddeneiland. Maar in de randstad, op het strand van Scheveningen, kleine meisjes bloot? Nee. Een leuk mini-bikinietje, prima, of een zwempakje met strikjes, ook goed. Maar niet bloot. Alsjeblieft niet bloot. Tien dagen geleden las ik mijn NOS-app. ‘HGC-coach filmt naakte hockeysters’. Meisjes van twaalf tot achttien jaar, las ik. Gelukkig niet van die heel piepjonge. Maar twaalf tot achttien is wel de leeftijd van mijn leerlingen. Ook niet leuk om als meisje van dertien, veertien, vijftien, kwetsbaar, net in de puberteit en oh zo bewust van het eigen, veranderende lichaam, te bedenken dat er ergens in een donker kamertje een man, je coach misschien wel, stiekem naar filmpjes zit te kijken waarop jij je afdroogt, of staat te giebelen met je naakte vriendinnen. Geen prettige gedachte. Ik las verder. ‘Ook vrouwen van boven de achttien zijn gefilmd. De filmpjes zijn gemaakt van 2006 tot 2011’. Ik rekende terug. En plotseling viel het kwartje. In 2006 hockeyde ik zelf nog bij HGC! Ik moest er om gniffelen. Net als de dochter van een hockeyvriendin. ‘Misschien sta jij er wel op, mam, in je tent-rok’, had ze ge-appt. Als het maar niet op internet komt. Of in de cloud, net als Jennifer Lawrence. Hoe naïef kun je zijn …? Vorig jaar september. Liep ik ook langs het strand. Van De Staat naar Kijkduin en weer terug. Lekker met blote voetjes in de vloedlijn. Langs het naaktstrand heen. Langs het naaktstrand terug. Er waren nog mensen aan het zwemmen. Wat zag dat water er lekker uit. Ik had niets bij me. En opeens deed ik het. Alles uit, en even, heel even, het water in. Ik genoot. Liet me meedrijven op de golven terwijl de zon al zakte … Maar ik moest er ook weer uit. Toch iets wat ik niet zo gewend ben. Omhoogkomen uit het water in je poedelnakie, ook al is het op het naaktstrand. De schrik sloeg me plotseling om het hart … stel dat er net een leerling langsloopt? Stel dat hij zijn telefoon bij zich heeft? Stel dat hij me herkent … Ik wist niet hoe snel ik mijn natte lijf in mijn droge kleren moest wringen. Naïef, zo’n kleutertje bloot op het strand. Naïef, een docent bloot in de golven. Naïef, douchen op de hockeyclub? Nee, dat niet. Dat moet kunnen. Boven dit stukje staat een nieuwe foto. Van mij. Toch spannend, zo’n heuse foto-shoot. Lens voor je neus en proberen te ontspannen. Ik heb de uitverkozen foto nog niet gezien. Ik hoop dat-ie leuk is. Maar één ding staat vast. Naakt is-ie niet. Emmy van der Woude Docente wiskunde Maerlant Lyceum
14
Den Haag Centraal Vrijdag 19 september 2014
Mode.
Frenken laat het breed hangen Erik Frenken leerde het vak bij Viktor & Rolf. Tegenwoordig maakt de Haagse modeontwerper furore met zijn eigen label Avelon. Zijn nieuwe wintercollectie straalt ‘boyish coolness’ uit. “Weinig kleding is nog getailleerd”. Door Annerieke Simeone
V
oor iemand die deze week een modeshow in Parijs geeft, ziet hij er erg ontspannen uit. Erik Frenken (38), gekleed in een bomberjack met grafische prints, een hoog gesloten, wit overhemd en gescheurde zwarte jeans, snapt het zelf ook niet helemaal. “Normaal gesproken heb ik het megadruk, maar nu is alles af, zelfs mijn wintercollectie voor 2015”. Frenken studeerde in 2002 cum laude af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). Destijds werd al gefluisterd dat hij één van de grootste modetalenten was die de Haagse onderwijsinstelling tot dan toe had voortgebracht. Een voorspelling die uitkwam. Na Den Haag belandde hij op het befaamde Central Saint Martins College in Londen, hij werd hoofdontwerper bij Viktor & Rolf en startte vervolgens zijn eigen lijn Avelon. Zijn collectie voor mannen en vrouwen is op dit moment te koop bij ongeveer vijftien verkooppunten in Nederland en tweehonderd wereldwijd. Ondanks het succes is hij zijn woonplaats trouw gebleven. Maar onpraktisch vindt hij het wel. “Soms vraag ik me af waarom ik nog steeds in Den Haag woon. Dagelijks rijden mijn vrouw en ik richting Amsterdam voor ons werk en zijn dan pas rond negen, tien uur terug. Maar ja, we hebben drie kinderen die hier op school zitten, die hun eigen vriendjes hebben. Wij moeten er dus maar tegen kunnen om elke dag heen en weer
te reizen. Bovendien hebben we een groot sociaal netwerk hier en lekker veel ruimte. In Amsterdam zou zo’n huis twee keer zo duur zijn”. De stap naar de kunstacademie leek logisch, de liefde voor mode zat er vroeg in. Grinnikend: “Ik weet nog wel dat ik als klein jongetje bij mijn oma altijd op haar stoffen bank wilde liggen, zodat ik aan die ribstof kon voelen die in die tijd zo populair was”. Eenmaal op de KABK voelde hij zich thuis. “Ik was altijd zoekende, hier was ik onder gelijkgestemden”. Maar of zijn talent meteen zichtbaar was, betwijfelt hij. “Tijdens de toelating had ik grote stukken meegenomen. Als ik terugkijk op die periode, denk ik: nou nou, ze vielen wel op, maar wat een ontwerpen”. Hij neemt even een slok van zijn koffie. “Ach ja, in die fase moet je ook veel lelijke dingen maken om vooruit te komen”. Door zijn ambitieuze houding (‘ik begon elke dag om acht uur en ging weer om acht uur ’s avonds weg’) kon hij veel tijd besteden aan opdrachten waar hij soms niets van begreep. “Dan zei de docent: ‘maak een collectie en je uitgangspunt is detail’. Nou, daarvan raakte ik echt in paniek. Ik kwam in een psychische rollercoaster terecht. Wat bedoelen ze nou met detail, dacht ik. Veel te vrijblijvend. Maar ik wist me daar doorheen te worstelen. En stiekem vond ik het ook wel lekker om dagenlang met die onzekerheid bezig te zijn”. Ferretti Na de KABK studeerde hij eveneens ‘with distinction’ af aan het Central Saint Martins College. Daarna mocht hij aan de slag bij het Italiaanse modehuis Alberta Ferretti. Geen
gelukkige keuze. Op het Italiaanse platteland voelde hij zich verloren. “Het duurde gelukkig maar vijf maanden”. Hij was net weg uit Cattolica toen hij op het podium van ELLE Style Award de Young Designer Award in ontvangst mocht nemen. “Ik werk niet meer voor Ferretti”, vertelde hij het publiek. “Dus als iemand nog wat weet voor me”. Het befaamde modeduo Viktor & Rolf dat de oeuvre-award kreeg, zat ook in de zaal. De volgende ochtend werd Frenken gebeld. Of-ie wilde solliciteren. Frenken: “Ik merkte wel dat het steeds moeilijk was om bij een high-end merk binnen te komen. Toen ik dat gesprek had, dacht ik: al moet ik toiletten schoonmaken, ik moet daar binnenkomen”. Zover kwam het gelukkig niet, na drie maanden kreeg hij een vast contract en twee jaar later werd Frenken hoofdontwerper voor de damescollectie. Wat zo ongeveer betekende dat Viktor & Rolf het concept bedachten, terwijl Frenken het uitwerkte en onderzoek deed. Na vier jaar werd hij gevraagd het jeansmerk Blue Blood, inclusief het kleine merk Avelon, uit te breiden. Een halfjaar later ging hij zelfstandig verder met Avelon. Een typische Avelon-vrouw of -man is er volgens hem niet. “Maar ik ontwerp wel voor de merkbewuste man en vrouw. Geen
‘
Architectuur.
Stadsgroen.
Monumentenprijs voor ‘Tuinzaal’ van Braaksma & Roos
‘
Toen ik dat gesprek had, dacht ik: al moet ik toiletten schoonmaken, ik moet daar binnenkomen’
Foto’s: PR
fashion victim, wel iemand die van mooie spullen houdt”. Het begrip ‘peer recognition’ valt. Frenken verduidelijkt. “Je wilt dat een klein clubje mensen denkt: ik weet heus wel dat je Avelon draagt, hoor”. Voor zijn wintercollectie 2014/15 heeft hij de term ‘boyish coolness’ bedacht. “Alles wordt wat wijder, weinig kleding is nog getailleerd”. Bij sommige items zie je Aziatische invloeden terug, zoals kimonomouwen. Frenken laat een lichtroze wollen jas zien. “Met die kleur en dit materiaal heb ik nog niet eerder gewerkt. Zie je hoe oversized hij is? Hij is heel groot. Maar hij blijft vrouwelijk”. Zijn strakke kleren dan uit?, vragen we ons af. Frenken, die ook al zijn wintercollectie voor volgend jaar af heeft, denkt van wel. “Eind volgend jaar blijven outfits wijder en losser, en ook luxer. Grunchy, maar niet op een rock-n-rollmanier, eerder romantisch. Zowel bij mannen als bij vrouwen zie je veel flanel, fluweel en wol in off whites, grijs, oranje en groen”. Skinny jeans die tijden het straatbeeld bepaalden, zie je volgens Frenken voorlopig niet meer terug. “Nee, skinny jeans kunnen echt niet meer. Dat zijn nu basics geworden voor de grote massa”. De damescollectie van Avelon is te koop bij de Bijenkorf, mannen kunnen terecht bij Common Kin, Papestraat 22.
De Monumentenprijs Den Haag 2014 is gewonnen door het Gemeentemuseum. Het museum ontving de publieksprijs voor de nieuwe ‘Tuinzaal’, een ontwerp van het Haagse architectenbureau Braaksma & Roos. In de strijd om de meest geslaagde restauratie of aanpassing van een monument nam de overkapte binnentuin het op tegen de uitbreiding van het Mauritshuis door Hans van Heeswijk architecten uit Amsterdam. De ‘Tuinzaal’ kreeg maar liefst zeventig procent van de stemmen en viel één dag voor de officiële opening op 13 september al in de prijzen. Wethouder Joris Wijsmuller (Haagse Stadspartij, Monumentenzorg) reikte de Monumentenprijs uit en stelde dat het museum ‘door deze prachtige glazen overkapping’ nog mooier is geworden. De overkapping van de binnentuin levert het Gemeentemuseum de 700 vierkante meter extra ruimte op die nodig was om modeshows, concerten en andere publieksactiviteiten te organiseren. Volgens museumdirecteur Benno Tempel wil het publiek niet alleen vaker komen, maar ook langer blijven: “Het is geweldig dat het publiek dan ook de monumentale schoonheid van het ontwerp weet te waarderen”. Geheel in de geest van het oorspronkelijke ontwerp blijft het hart van het museum een ontmoetingsplek, zij het overdekt. De architectuur van het nieuwe atrium sluit naadloos aan op die van het museum, Berlage’s meesterwerk uit 1935. Braaksma & Roos putten zelfs inspiratie uit de dwingende lijnen en het toegepaste baksteenformaat. Aan de onderscheiding is een geldbedrag van 2500 euro verbonden. Het is voor het derde jaar op rij dat de Monumentenprijs wordt toegekend. In 2013 ontving de oude HBS aan het Bleijenburg de prijs, het jaar daarvoor ging de eer naar Sociëteit de Vereeniging aan de Kazernestraat. Door het publiek de mogelijkheid te bieden via internet een stem uit te brengen, hoopt de gemeente de betrokkenheid van Hagenaars bij monumenten in de stad te vergroten.
volgens verspreidt de wind op haar beurt weer de zaden naar de buren, bermen, ruige bouwterreinen en akkerranden. De Ambrosia zal zich in de toekomst nog massaler gaan vestigen als we er nú niets aan doen.
Ambrosia
Sinds een aantal jaren is de voorheen zo zeldzame Ambrosia een veel geziene gast in ons land. Toch zijn we haar liever snel weer kwijt, want haar stuifmeelkorrrels zijn de veroorzakers van een heftige hooikoorts. En dat in september! Het is een plaag en dat is het. Nu moet u weten dat u in Den Haag geen bloemetje mag plukken, nimmer, zelfs niet van de geraniumtorens op de Lange Vijverberg. Moet u weten dat u nog niet eens een braam mag plukken langs het fietspad door de duinen. Moet u weten dat u wel degelijk naar hartelust in bermen, tuinen en parken de Ambrosiaplant uit de grond mag trekken! Met een groots gebaar en zonder bezwaard gemoed! De stengels werpt u met glorieus gebaar in de grijze afvalbak. Niet in de groene! De plant dient namelijk drastisch verdelgd te worden, aldus de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA). Dat de plant zo terrein aan het winnen is, komt doordat de zaden van de ambrosiaplant een bestanddeel zijn van de vetbollen en het vogelvoer dat we iedere winter, te goeder trouw, voor onze tuinvogels aanschaffen. Die ambrosiazaden ontkiemen, waardoor de plant zich in onze tuinen nestelt. Ver-
Nou én, denkt u nu misschien. Een beetje onkruid, dat hoort er toch bij? Die vlieger gaat hier niet helemaal op. De plant scheidt de stof coronopiline uit, en dat belemmert de groei van alle andere planten in zijn omgeving. Daar ontleent de plant ook zijn naam aan, Ambrosia is het Griekse woord voor ‘voedsel voor de goden’, waarmee het eeuwige leven verkregen zou worden. Ja, voor de plant zelf! Dit feit, naast het gegeven dat het gewas door zijn late bloei het hooikoortsseizoen zomaar tot eind oktober kan verlengen, maakt dat de plant verdelgd moet worden. Vandaag nog, want ze staat nog nét niet in bloei, zodat de hinderlijke zaadvorming kan worden voorkomen. Ruk de stengel én de wortel met één forse beweging uit de grond, en gooi het spul vervolgens weg en klaar is Kees! Tot besluit verwacht u ongetwijfeld dat deze column over onkruid met een recept wordt beëindigd. Dat deden we immers met de zalige zevenbladpesto en het delicate brandnetelsoepje. Maar van dit onkruid valt, ondanks haar goddelijke naam, echter helemaal niéts culinairs te bakken .... Wendy Hendriksen
Vrijdag 19 september 2014 Den Haag Centraal
15
Lees al het culturele nieuws in Den Haag Centraal digitaal s nu idA et ij h Gre es b us idius is ièr l 7 A u em nee t ov mh rAt pr le to id me in fil 5 ope Ark h c 5 A ionA fsche rror um’ 2 p 27 m 31 t nA mt A enho jubile ns o seum ick nee ond rt ‘s erGe temu ke fr s in n ie 17 h dt v lijkt meen t unie oGel AAt 22 n bod in Ge toon mde v in st G AAnthko huis vree rentu verin o ro urits ion 3337 die e bet mA llect nno ens d co ermA l tijd me trAA n e c
: mar
foto
ijke
de
yter Gru
Gruyte
r
yter
Gru
Dit
uitgave
is een
van
is een
ave
Dit
uitg van
Macbook Air
Anus het Greid bij ius ièresel 7 Aus uis Aovid premtone met filmh in ’ 25 oper 5 Acht nAle heid 27 mArk 31 rror ileum op um nAtio t Afsc enho‘sjub ens museke frick neem nerG ls in enteunie 17 hondviert lijkt t voGestAAt 22 ndtod in Geme G n mde is toon AAnb ko vree ntui verin roth itshun 33 diere beto 37 mAurectio o ns de coll mAnntijde meer rAAl cent
r uu Cult age bijl oen seiz14/2015 20 de
de
bij zoen 5 sei 14/201 20
us An het Greid bij s us res 7 Au miè neel t ovidimhuis me in fil operArk t prele to 25 mA or 5 Ach nA cheid tio t Afs horr eum’ op 27 m 31 nA s bil en useu frick neem nd rt ‘sju rGen s in tem ieke ne 17 ho t vielijkt een t un voGel At on de in stA 22 nd od in Gem is tovreem tu erinG AAnb ren ov thko hu ro urits on 3337 die bet mA llecti no ens de co ermAn tijd me trAAl cen
r tuu Cujllage i n b zoe 5 sei 14/201 20
marijke
e rijk
ma
s nu idA et ij h Gre es b us idius is ièr l 7 A h u r Aem nee t ov t pr le to id me in film ope Ark ch 5 A onA fsche rror um’ 25p 27 m 31 ti t A e m o A o il n ns m seu ick enh jub nee ond rt ‘s erGe temu ke fr in n ie 17 h dt v lijkt meen t unie oGelsAAt 22 n bod in Ge toon mde v in st G AAnthko uis vree rentu verin ro uritshon 3337 die e beto mA llecti nno ens d co ermA l tijd me trAA cen
iPad
foto:
to:
fo
ur u t Cujllage bi zoen 5 1 rsei 4/20 u 1 tu Cullage 20 e de arijk
m to: fo
ter Gruy
Bent u nog geen abonnee?
illustration by kristen n. brown 2011
Bent u abonnee?
Neem dan een abonnement voor slechts € 84,50 per jaar Ontvang dan Den Haag Centraal (52 nummers), een halfjaarabonnement € 49,50 gratis op uw smartphone, (26 weken) en een kwartaalabonnement € 27,50 (13 weken). Dit tablet of pc in combinatie met de abonnement is inclusief gratis toegang tot de digitale versie van papieren krant. de krant. Ook alleen een digitaal abonnement is mogelijk voor In deze rubriek opgenomen locaties welke van een oranje stip, bieden de volgende faciliteiten: € 65zijn pervoorzien jaar (52 nummers). Ga naar www.denhaagcentraal.net • Eigen parkeergelegenheid • Diverse vergaderzalen • Computer aansluiting • Schermprojectie en vul uw gegevens in voor inlogcode. Gaen naar www.denhaagcentraal.net voor uw abonnement. • Lunches diners • Overnachting + Roomservice • Goede aansluiting openbaar vervoer • Sauna en uw fitnessruimte
Vergader & Congrescentra n
gav
is ee
uit
Dit
e va
n
is ee
n
uitg
ave
Dit
van
Wijnbar voor de happy few. Culinaire invulling wordt verzorgd door Seinpost.
Onze openingstijden zijn: Di: Wo: Do:
11.00 – 23.00 uur 11.00 – 23.00 uur 11.00 – 01.00 uur
Vr: Za: Zo:
11.00 – 01.00 uur 11.00 – 01.00 uur 12.00 – 20.00 uur
Vergaderen in unieke ambiance met wijnproef arrangement (8 tot 20 personen)
WIJNBAR & WIJNWINKEL PIERRE | Denneweg 11 | 2514 CB DEN HAAG | Telefoon: 070 - 767 00 24 | Email:
[email protected]
Koken met ...
Adres Nobelstraat 22 Telefoon 06 16 70 19 22 Geopend Zondag, woensdag en donderdag van 17.00 tot 24.00 uur, vrijdag van 17.00 tot 02.00 uur, zaterdag van 17.00 tot 02.00 uur
Niven
Dit recept, voor vier personen, heeft het formaat van een tussengerecht. Aan u om te bepalen of u dit als voor- of hoofdgerecht op tafel zet. De maat van de gerechten is dezelfde als in mijn restaurant. Ik vind kleine porties zelf lekkerder. Alle recepten komen uit NIVEN 80/20, het nieuwe kookboek van Niven Kunz, www.niven8020.com
I
n het restaurant serveer ik deze soep in een pan, zo’n mooie klassieke van Le Creuset. Het is de bedoeling dat gasten zelf opscheppen. Sommigen vinden dit geweldig, anderen leunen achterover en staan er op dat de bediening het doet.
Voorgerechten vanaf: € 2,95 Hoofdgerechten vanaf: € 6,95 Nagerechten vanaf: € 6,95 Info www.labasque.nl
Alle creditcards
+ interieur + geraffineerde gerechten - wijn lauw
La Basque
Ingrediënten: 4 uien, in ringen gesneden 20 zilveruitjes, gepeld en in lengte doormidden gesneden 2 tenen knoflook, fijngesneden 4 takjes citroentijm, gerist 2 laurierblaadjes 50 gr boter 100 gr 2-jarige Boeren Goudse Oplegkaas (van Captein) 1,5 l groentebouillon 150 ml witte wijn 1 flesje oud bruin bier 50 gr bloem 1 stokbrood zonnebloemolie olijfolie zout en peper, naar smaak
Nodig:
gasbrander puntzeef
Bereiding: Uiensoep Bak de uienringen in een pan met gesmolten boter op laag vuur tot ze goudbruin zijn. Voeg 1 teen knoflook en bloem toe en bak even mee. Blus af met de witte wijn en voeg bouillon, 1 blaadje laurier en de helft van de tijm toe. Laat zachtjes inkoken tot circa 1 liter. Pureer de soep en passeer door een zeef. Zilverui Kook de zilveruien met 1 teen knoflook, tijm en laurier gaar in het bier. Giet af. Brand even af met een gasbrander. Pel ze zodat je allemaal losse ‘cupjes’ krijgt. Toast Snij 4 rechte balken van het stokbrood en bak deze aan beide kanten goudbruin in een scheutje zonnebloemolie. Rasp hier wat oude kaas overheen en voeg naar smaak peper toe. Presentatie: Verwarm de soep. Vul een diep bord met de cupjes zilverui en besprenkel met olijfolie en blaadjes citroentijm. Plaats de toast op de rand van het bord en schep op het allerlaatste moment de uiensoep in het bord. Of zet gewoon de pan soep op tafel. Wijntip: Soep en wijn combineren is lastig. Avontuurlijk type? Amontillado Sherry van Argüeso.
Eetrubriek
Uiensoep
Internationaal
H
oe uitnodigend. Er staan allemaal kleine, vrolijke hapjes op de bar van La Basque, het knusse hoekpandje tussen de Nobelstraat en de kleine Nobelstraat in. Belangstellend bekijkt een aantal gasten deze ‘pintxos’ terwijl eigenaresse Wendy Kweens uitleg geeft. Wij laten ons eerst een Vermentino uit Sardinië (€ 4,95) inschenken. Gastheer Raj Narain erkent dat de wijn iets te lauw is, maar lost het niet op. Daar kijken we een beetje van op. We moeten het hiermee doen. Als de rij met mensen weg is, lopen we zelf naar de bar. Kok Martijn Mik, eerder werkzaam voor ’t Jagertje en Wox, heeft vanavond allerlei geraffineerde kunstwerkjes bereid. We zwichten voor de baba ganoush, witlof met forel en grapefruit, zalmtartaar, tonijn, gerookte makreel en steak tartaar. Veel? Dat valt erg mee, het zijn gerechtjes die je in twee, drie happen op hebt. Maar lekker zijn ze! Bij de weelderig zachte baba ganoush ervaar je de licht rokerige smaak van geroosterde aubergines. Geserveerd op een knapperig stuk brood. Ook zijn we gecharmeerd van de licht geschroeide tonijn met octopusmayonaise en Aziatische kruiden, waarin we de dropachtige smaak van anijs ontwaren. Een verrassende combinatie. Nog een topper: de steak tartaar met eendenlever die smelt op je tong. Het stukje krokant gebakken prosciutto dat erbij ligt, geeft een lekkere bite. De diverse stokjes die in de hapjes zitten, doen we in een doosje dat op tafel staat. Een pintxo met een klein stokje kost € 2,95, middelgroot kost € 3,95 en groot € 4,95. Op het krijtbord boven de bar staan iets grotere gerechten. Wat ’n smaakfeestje: een superzacht lamsboutje (€ 8,95) met een subtiele vleessmaak omringd met toefjes humus en doperwtencrème, en een dorade (€ 8,95) met een kleurrijke brunoise van antiboise (in kleine blokjes gesneden komkommer, olijven, rode ui en tomaat, hier geserveerd met een lekker zurige vinaigrette). De beurre blanc die apart bij de zeewolf (€ 8,95) wordt geserveerd omdat mijn tafelgenoot een lactose-intolerantie heeft, is goddelijk. Ik drink het bakje met botersaus op basis van witte wijn en sjalotjes nog net niet leeg. De stevige vis ligt op een bedje van artisjokcrème met een klein zuurtje. Verrassend is de gegrilde pompoen in rode currysaus (€ 6,95). De groente verdwijnt niet in de saus, zoals je zou verwachten, nee, deze is er slechts in bereid. Met knapperige stukjes tampimboer en komkommer. Aan Narain vroeg ik een bijpassende wijn bij de lam en die komt er: de Finca Cuco (€ 5,50), een Spaanse rode wijn, vol rode bessen, kersen en aan het eind een klein pepertje (€ 5,50). Er zijn drie desserts: een limoencheesecake, gemarineerde ananas en een kaasplankje. De overkant trekt een sip gezicht: hij houdt niet van ananas en de rest mag-ie niet hebben. Maar geen probleem, Mik maakt een alternatief dessert met mango, reepjes appeltjes, lycheeschaafijs en pepertjes (€ 6,95). Al is de mango wel een beetje te koud, dit is toch wel weer even mooi bedacht: zoet, zuur en pittig. Mijn kaasplankje (€ 9,25) is minder spannend; hier ook de reepjes appel, een paar sneetjes brood en onder meer een stukje manchego, een Franse geitenkaas en een iets te zoute blauwe schapenkaas die Blue de Basque heet. Ik had eigenlijk gehoopt op een zoete tegenhanger: rozijnen, chutney of iets dergelijks. We hadden een valse start met de lauw geserveerde witte wijn, maar daarna werd het steeds beter. En de rekening viel mee: € 89,10. Annerieke Simeone
Vrijdag 19 september 2014 Den Haag Centraal
17
18>SPORT
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 september 2014
André
Wie verrast Mark van der Kallen? Lachwekkend is het en onbegrip maakt zich van mij meester. Er wordt verbaasd gereageerd op het nieuws dat Mark van der Kallen ADO verkoopt voor 8,2 miljoen euro aan een Chinees bedrijf. De verschillende meningen rollen over elkaar en iedereen legt het langs zijn persoonlijke meetlat. Het Haagse hart, het winstbejag, de kans voor Haagse trainers, het wantrouwen en de groeipotentie; alles passeert in enkele dagen de revue. De critici kruipen weer uit gaten en holen en zelfs de gemeente lukt het niet om met één mond te spreken. Heeft Van der Kallen nu de club gered of om zeep geholpen, is de hamvraag voor iedereen die zich ermee wil bemoeien. Wordt het nu beter of is het nu echt afgelopen met de oude Haagse volksclub? Gaan de supporters zich nog in de club herkennen of maakt het voor hun niet uit hoe en met wie er gewonnen wordt? Is dit de nieuwe tijd in de business die het topvoetbal ook in Nederland allang is? Van mij krijgt u geen antwoord op deze vragen. Wel herhaal ik dat ik het van groot belang voor de stad vind, dat er een goede BVO aanwezig is. Meer geld is alleen al van groot belang om de jeugdopleiding eens flink in de steigers te zetten. Daar heeft u mij al vaker over gehoord en daar zal ik aandacht voor blijven vragen. Maar laten we eerlijk zijn. Niemand kan verrast zijn dat Van der Kallen de boel verkoopt op het moment dat er een flinke winst kan worden geïncasseerd. Bewondering kun je slechts hebben voor het feit dat hij het kunstje weer geflikt heeft, in een bijzondere bedrijfstak die het betaalde voetbal is. Mark van de Kallen koopt bedrijven die bijna verdrinken of al verdronken zijn, poetst ze op door keihard te saneren en slechte delen weg te snijden. Hij poetst net zo lang tot het bedrijf weer interessant wordt voor kopers en doet ze dan met veel winst van de hand. Hij doet dit al jaren met verschillende bedrijven en is daar zeer succesvol in. Een moreel waarde-oordeel mag u er zelf aan hangen, dat is een individuele keuze. Ik vind het in ieder geval razend knap en niemand kan er omheen dat het weer gelukt is. Een miljoenenwinst. Wat we niet kunnen zijn, is verrast. Dan hebben we niet goed opgelet of geloven we nog steeds in liefdadigheid in het zakenleven. Wie verrast Mark van der Kallen? Mij in ieder geval niet. André Wetzel Oud-voetballer en trainer
In een uithoek van Den Haag zijn de straatnamen van grote Haagse sporters te vinden. >Foto's: Bert Tielemans
Nazomerwandeling langs eeuwige Haagse sportlegendes
Domweg gelukkig op de Beb Bakhuysweg Wat hebben voetballers Beb Bakhuys, Bertus de Harder, Aad Mansveld en wielrenner Piet Moeskops met elkaar gemeen? Deze legendarische overleden Haagse sporthelden hebben allemaal hun eigen straat. Alleen liggen ze wel wat uit het zicht.
B
Door Martin van Zaanen
uitenplaats Blommendael vinden we aan de zuidkant van Den Haag. Achter de Monsterseweg, op een vrije trap van Sportpark Madestein en nabij Parnassia. Sinds 2008 ligt hier, met negen vrijstaande en zestien halfvrijstaande, door hoge heggen aan het zicht onttrokken villa’s, de Aad Mansveldstraat. Zal er ooit nog een Haagse voetballer komen met zoveel uitstraling als Mansveld? De vraag stellen is hem beantwoorden. We kunnen onze nazomerse ochtendwandeling dan ook niet mooier beginnen dan hier. Het is nog fris en al snel laten we ‘Aadjuh’ onder het motto ‘de paden op, de lanen in’ achter ons en slaan de lommerrijke Beb Bakhuysweg in, waar de invloed van de nazomer zich in de vorm van sierlijk bloeiende begroeiing laat zien. HBS-spits Bakhuys was zelf ook een sieraad voor het oog. De Marco van Basten van de jaren dertig en veertig vond de vliegende kopbal uit en staat nog steeds in de top tien van Oranjes topscorers aller tijden. De eerste zijstraat die we vanaf hier, aan de rechterhand, tegenkomen is de Piet Moeskopsstraat. Treffend, want Piet kwam uit deze contreien. Iedere keer wanneer sportieve successen niet één-twee-drie zijn te verklaren, hoor je: ‘Tja, dat zijn de mysterieuze krachten in de sport’. Die kreet is toe te schrijven aan pionier-sportjournalist Joris van den Bergh. Zijn beroemdste werk (1941) ‘Mysterieuze Krachten In De Sport’ gaat in op vragen die ook vandaag spelen: Waarom lukt de ene dag alles, maar ben ik de volgende dag, onder dezelfde omstandigheden, niet vooruit te branden? Zijn lievelingsonderwerp was baanwielrenner Piet Moeskops.
‘Big Pete’ Loosduiner Moeskops werkte als jochie bij zijn pa in de poelierzaak. Met een transportfiets bracht hij bestellingen rond en haalde bij boeren in de omgeving kippen op. Amper volwassen werd hij zo al een rijzige gestalte, rond de honderd kilogram, wat hem in Amerika de bijnaam ‘Big Pete’ opleverde. Met zijn buitengewone aanzet, flitsende demarrage, maar vooral uitgekiende mentale voorbereiding was deze wereldkampioen zijn tijd ver vooruit. We slaan de Piet Moeskopsstraat niet in, maar zakken verder de Beb Bakhuysweg af en slaan vlak voor het einde af naar rechts en belanden zo in de Harry Dénisstraat. Nou, dat is er ook één in de categorie ‘eeuwige helden’. Deze volledig tweebenige en technisch superieure rechtsback van HBS (mede-uitvinder van de buitenspelval; bij HBS voerde hij die samen met Hans Vermetten uit, bij Oranje met Hans Tetzner van het Groningse Be Quick) speelde 56 interlands, waarvan 37 maal als aanvoerder. Met dat aantal was hij decennialang recordinternational. Bij zijn eerste interland, thuis tegen Zweden op 9 juni 1919, presenteerde Dénis zich meteen als een routinier. Zelf woonde hij op de hoek van de Kanaalweg en het Van Stolklaantje en tot de jaren vijftig kwamen er dagjesmensen om te kijken of ze een glimp van hem konden opvangen. Dénis was architect en ingenieur en ontwierp de hoofdtribune en de staantribune op Houtrust. Na zijn actieve loopbaan diende hij zowel HBS als de KNVB jarenlang als bestuurder. Wie de Harry Dénisweg afloopt, komt na een stukje Monsterseweg op de Bertus de Harderweg. De Harder was in nog hogere mate dan Dénis en Bakhuys al bij leven een legende. Niet voor niets verhuisde een deel van het publiek vroeger iedere tweede helft mee om de acties van de wonderlinksbuiten van dichtbij te blijven volgen. Zelfs de treinbestuurder langs het spoor van het oude VUCterrein verminderde vaart om zo lang mogelijk te kunnen zien wat De Harder uit zijn kicksen toverde. Op zich is een straat een prachtig eerbetoon aan een oude sportheld. Al dient
zich wel de vraag aan of deze straten hier niet erg uit de route en het zicht liggen. En wat liggen de Abe Lenstraweg en de Max Euweweg hier eigenlijk te doen? De eigenzinnige stervoetballer en de baanbrekende schaakkampioen zijn niet alleen niet-Haags, zijn zelfs honderd procent synoniem voor respectievelijk Friesland en Amsterdam. Nog aparter is dat er een straat aan het verrijzen is voor de in 2006 overleden Haagse oud- topscheidsrechter John Blankenstein maar … op het Zeeburgereiland. En dat ligt toch echt in Amsterdam. Als sportheld je naam op een straatbordje krijgen, hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? Straatnaamadviseurs Navraag bij de gemeente leert dat er in Den Haag geen aparte commissie straatnamen is, maar dat de wethouder financiën en stadsbeheer dit onderdeel in zijn portefeuille heeft. En dat er daarnaast onder meer een medewerker naamgeving openbare ruimte en een adviseur naamgeving openbare ruimte (tevens wetenschappelijk medewerker bij het Haags Gemeentearchief) zijn. In geval van Blommendael werken die samen met de Commissie Loosduinen. De procedure bij het toekennen van een naam gaat als volgt: de medewerker naamgeving openbare ruimte neemt een aanvraag in behandeling, waarna overleg wordt gevoerd met de adviseur van het Haags Gemeentearchief, die de aanvraag inhoudelijk behandelt en onder meer toetst aan de verordening naamgeving en de uitvoeringsvoorschriften. Daarna worden de straatcontouren vastgesteld en wordt een situatietekening gemaakt. Vervolgens komt er een conceptbesluit, dat ook door de hulpdiensten, PostNL en in dit geval tevens de Commissie Loosduinen wordt getoetst. Het college van burgemeester en wethouders bekrachtigt uiteindelijk het besluit. Bij de bepaling van de namen is het thema van een buurt het uitgangspunt. Er wordt gekeken of er wachtende namen op de Lijst Van Te Vernoemen Personen staan die bij de buurt passen. Momenteel staat daar bijvoorbeeld de Haagse
wielrenster Mien van Bree op. Zo niet, wordt aan de adviseur van het Gemeentearchief om een voorstel gevraagd. Haagse straatnaamadviseurs krijgen regelmatig het verzoek een sportman of -vrouw te vernoemen (via www.denhaag.nl kunnen burgers een onderbouwd voorstel indienen, de gemeente start dan een onderzoek), al is er bij de inrichting van Blommendael geen specifieke reden aan te geven waarom destijds voor het thema ‘sporters’ is gekozen. Wel dat bij de uitvoering is gelet op de bijdrage die de personen hebben geleverd aan een bepaalde sport in Nederland of in Den Haag. Dan zijn er nog de vaste criteria, zoals dat de persoon reeds is overleden en van onbesproken gedrag is geweest. En dat de naam niet moeilijk uitspreekbaar is of verwarring oplevert met al bestaande straatnamen in Den Haag of aangrenzende gemeenten. Er was een voorkeur voor een Haagse connectie, maar die was niet noodzakelijk. En er lijkt in ieder geval niets in de weg te staan om in de toekomst in Blommendael een straat naar John Blankenstein te vernoemen. Fans Terug in het nu begint de zon inmiddels danig aan kracht te winnen en slaan wij aan het einde van de De Harderweg rechtsaf en komen via de Oorberlaan weer op de Monsterseweg. Buitenom wandelen we terug naar de Aad Mansveldstraat. Daar verlaat aan het begin van de straat een gezinsauto met een heel gezin achteruit een parkeerplaats. Wanneer het raampje opengaat verschijnt een dame met een Dame Ednabril. “Mansveld, de voetballer bedoel je? Ja, zo heet het hier, dat is de naam van een straat. Nee, het is niet zo dat we er opmerkingen over krijgen van ‘goh wat leuk’ of ‘wat apart”. Aan het eind van de straat komt een hardloper zijn huis uit. Ook hij vertelt dat hij weinig van de bijzondere straatnaam merkt: “Geen groengele fans die zich bij het straatbord laten fotograferen of zo”. Voordat hij de benen neemt, komt hij zelf met de afsluiter voor dit verhaal: “Meer kan ik er ook niet van maken”.
19
SPORT<
Vrijdag 19 september 2014 > Den Haag Centraal
Schevenings familiehotel als warm thuis voor spelers ADO Den Haag
‘Voetbalachtergronden vind ik machtig interessant’ Het Renbaankwartier in Scheveningen, onder de rook van het Circustheater en het Kurhaus. Villa’s, pensions en hotels met houten veranda’s en open loggia’s in de stijl van rond 1900. Een van de hotels in de straat heet Hotel Mimosa. Dat heeft al jaren een warme band met ADO Den Haag. Voor proefspelers, buitenlandse spelers of pendelende spelers is het hun tweede thuis, ver weg van huis. Door Martin van Zaanen ‘Deze marathon is voor iedereen die gek is van hardlopen’ > Foto: Stefan Zandbergen
Tweede editie Vrede’s Marathon
‘Den Haag kan toch niet achterblijven?’ Amsterdam heeft de grootste, Rotterdam de meest prestigieuze. En kleinere steden als Enschede, Eindhoven en Leiden hebben er ook een. Dan kan Den Haag onmogelijk achterblijven. Vandaar dat op zondag 21 september de tweede editie van de Vrede’s Marathon in de Hofstad plaatsvindt. Door Klaas-Jan Droppert
Tot voor kort was de streep voor hardlopers in Den Haag onherroepelijk na maximaal 21,5 kilometer getrokken. Een grotere afstand dan bij de City-PierCity Loop afleggen was in de Residentie niet mogelijk en dat terwijl iedere zichzelf respecterende stad of landstreek in Nederland wel een marathon heeft. “Er is er ooit een geweest”, zegt Machel Nuyten van de Stichting Den Haag Marathon. “Vanwege het 750-jarig bestaan van de stad was er in 1998 de KonMarathon. Daarna nooit meer en dat vinden veel hardloopliefhebbers zonde. En als veel kleinere steden er een hebben, dan kan Den Haag toch niet achterblijven?” Vandaar dat vorig jaar de Vrede’s Marathon het levenslicht zag. Op 21 september is de tweede editie. Naast een parkoers over 42 kilometer en 195 meter door de stad, over het strand, langs Wassenaar en Bezuidenhout, zijn er ook andere afstanden af te leggen. Een halve marathon (‘Precies een halfjaar na de CPC, ideaal voor hardlopers’), een Tourist Run van twee kilometer langs toeristische plekken in de binnenstad en een ultrarun van zestig kilometer. “Graag hadden we de vijf en tien kilometer ook gehad. Maar die worden een dag ervoor gehouden door een andere organisatie. De bedoeling was dat die Vredesloop vanwege honderd jaar Vredespaleis slechts één keer zou worden gehouden. Maar nu is die er opnieuw. In de toekomst hopen wij die te mogen organiseren”. Persoonlijk De Vrede’s Marathon neemt een aparte plek op de hardloopkalender in. Het is namelijk geen snelheidswedstrijd waaraan internationale toppers meedoen. “Dat kan ook niet, want drie weken later staat Amsterdam op het programma”, zegt Nuyten die al tachtig marathons over de hele wereld heeft afgelegd en daarvan de goede elementen voor deze marathon in Den Haag gebruikt. “Bovendien kun je met een stuk over het strand geen wereldrecord ver-
wachten. Of het strand vlak is en de wind uit de goede hoek waait, dat hebben we niet in de hand. Nee, deze marathon is voor iedereen die gek is van hardlopen. Voor mensen die de uitdaging willen aangaan. Het is vooral een persoonlijke wedstrijd, de strijd tegen jezelf, want ook deze deelnemers, die zich tot op de dag zelf nog kunnen inschrijven, zijn echt wel goed getraind. We hopen op twaalfhonderd mensen aan de start van de verschillende onderdelen en de jaren daarna willen we doorgroeien. Alleen al in Zuid-Holland zijn er tweehonderdduizend hardlopers die een hele of halve marathon aankunnen, dus groei moet lukken”. De naam Vrede’s Marathon is niet voor niets gekozen. “Den Haag is de internationale stad van vrede en recht. Daar moet je iets mee doen. In een wereld met meer oorlog dan ooit, kun je met een marathon natuurlijk geen vrede afdwingen. Maar je kunt er wel aandacht voor vragen, erover nadenken. Net als een marathon komt vrede niet vanzelf, daar moet je hard aan werken. Door goede doelen aan het evenement toe te voegen, workshops te houden en internationale instellingen erbij te betrekken kan het de komende jaren tot iets moois uitgroeien. Onze marathon is op de Dag van de Vrede. In Brazilië en Kaapstad is op die dag ook een marathon. Als er nog een in Azië bij komt, hebben we loopwedstrijden op vier continenten. Op een of andere manier moeten we die met elkaar zien te verbinden. Dan kun je echt spreken van een krachtig signaal voor vrede”. Hun doel om de Vrede’s Marathon, die volledig op vrijwilligers draait, te laten groeien, gaat voor Nuyten en co-organisator Dick van der Klei stapje voor stapje. “Eerst was het voor ons onbegrijpelijk dat een stad als Den Haag geen marathon heeft. Dat de stad niet aan de deelnemers kan laten zien hoe mooi deze is met zijn architectuur, groene lanen en het strand, was echt zonde. Nu de marathon er is, kijken we verder. Maar we hanteren daarvoor de weg van de geleidelijkheid. Volgend jaar hopen we de vijf- en tienkilometerloop aan ons programma toe te voegen. En een wandelmarathon. Dat heb ik gezien in Mumbai. Van de 35.000 deelnemers wandelen 34.500 de marathon. Dankzij zulke initiatieven wordt de naam van de Vrede’s Marathon gevestigd en kunnen we uitgroeien tot een echt groot Haags evenement voor lopers uit heel Nederland”.
Zoek in het grote boek der uitdrukkingen ‘Op je praatstoel zitten’ op en je vindt er een afbeelding van Arjan Verburg naast. Maar dan wel met de toelichting ‘zolang het over ADO Den Haag gaat’. De thuiswedstrijden volgt de eigenaar van Hotel Mimosa uit de Renbaanstraat vanuit zijn skybox in het Kyocera Stadion. Zodra het even kan, is hij ook bij uitwedstrijden van de partij. De liefde van Verburg voor groengeel stamt uit de periode tussen halverwege en eind jaren tachtig, toen de club nog FC Den Haag heette en in het Zuiderpark speelde. Het was de periode dat zijn oom en tante, die schuin tegenover Mimosa in de straat City Hotel bestierden, voor kortere of langere tijd spelers van de Haagse profclub begonnen te huisvesten. Denk aan proefspelers, buitenlandse spelers die nog geen huis hadden gevonden of pendelende spelers die een paar keer week in Den Haag overnachtten. Een van de eersten was Tony Morley. Een regelrechte legende. Ooit begon hij een maandagochtend-
training op zijn sokken. Dat kon de FC Den Haag-trainer niet over zijn kant laten gaan. Toen de Engelsman met een stalen gezicht beweerde dat hij de dag na een wedstrijd altijd last van zijn achillespezen had en dat dit alleen op deze manier kon worden verholpen, keek Pim van de Meent bedremmeld. Maar hij durfde het niet te verbieden. Morley was van internationale topklasse. Net zoals er mensen zijn die niet geloven dat de eerste maanlanding daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, zijn er ook die nog steeds niet kunnen bevatten dat de zesvoudig Engels international uit Ormskirk tijdens seizoen 19861987 daadwerkelijk in deze stad heeft rondgelopen. Was hij het niet die vier jaar ervoor in De Kuip met Aston Villa tegen Bayern München nog de Europa Cup I had gewonnen? 1-0 werd het in de finale, door Peter Withe. De voorzet was van Morley geweest. En die liep nu ineens hier, in het Zuiderpark? Met FC Den Haag te knokken tegen degradatie, al haalden ze dan de bekerfinale en (omdat winnaar Ajax ook de Europa Cup II won) het jaar erop Europees voetbal. Hoewel de hangende linksbuiten meer in Café De Paljas hing dan dat hij trainde, blonk Morley tijdens de wedstrijden steevast uit. Dan zag je zelfs zijn ploeggenoten kijken: Hè, hoe deed hij dát nou weer? Heimwee Arjan Verburg: “Dat iemand als Morley tijdelijk bij mijn oom en tante inwoonde, vond ik als dertienjarig ventje fantastisch. Je keek tegen dat soort mannen op. Toen ik Hotel Mimosa in 1999 van mijn ouders overnam, namen we ook de huisvesting van ADO
Den Haag-spelers op ons. Nu kijk ik niet meer tegen voetballers op, maar het heeft mijn band met de club wel enorm versterkt. Omdat ik erg in voetbal geïnteresseerd ben, vind ik het machtig interessant om zo veel mogelijk achtergronden te horen. In zijn eerste periode bij de club, 20072008, logeerde Henk Fraser hier, nu overnacht fysiektrainer Noel Hornix hier vaak. Zitten we uren over alle mogelijke aspecten van het voetbal te praten. Leerzaam. Heerlijk”. Maurice Verberne, Jeffrey van As, Danny Holla, Gino Coutinho, Tommie van der Leegte, Josh Wagenaar, Dmitri Bulykin, Bogdan Milic en Ahmed Ammi; de lijst van ADO-spelers die in het uit twee voormalige herenhuizen bestaande familiehotel verbleven en voor wie de ontbijtruimte en knusse tuin tot een tweede huiskamer uitgroeiden, is inmiddels lang. Sommigen werden een halve Hagenaar, anderen gingen aan heimwee ten onder. Sommigen leefden als een echte prof, anderen maakten er een potje van. Wat betreft dat laatste: hoe we ook aandringen, Verburg blijft discreet. Wel vertelt hij dat hij en zijn gezin (‘Mijn vrouw en twee dochters zijn bijna nog gekker van ADO dan ik’) steeds weer merken dat, hoe het grote publiek ook tegen profvoetballers opkijkt, het ook maar gewoon mensen zijn met behoefte aan warmte en geborgenheid. “Je wilt niet weten hoeveel spelers we op Eerste Kerstdag aan tafel hebben gehad. Ach, wij vinden dat alleen maar mooi. Al onderschatten mensen wel eens wat voor impact het op zo’n jongen heeft als hij in zijn eentje in het buitenland zit en maar moeilijk kan wennen”.
Arjan Verburg: ‘Je wilt niet weten hoeveel spelers we op Eerste Kerstdag aan tafel hebben gehad’. >Foto: Bert Tielemans
20>de achterpagina
>Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 19 september 2014
1
Hans Kloosterman Buurt “Het Noordeinde en de Hoogstraat vind ik het mooist. Ik fiets er altijd doorheen; er hangt een fijne energie. Ik ben dol op kunst en mooie winkels. Ook kijk ik graag juwelen bij Schaap & Citroen. Deze buurt is typisch Haags, met het paleis en dat pleintje ervoor”. Stilteplek “Onder de grote treurwilg <2> aan het meertje in Clingendael voel ik me beschermd. Door de takken die reiken tot de grond ben je onzichtbaar voor de buitenwereld. Ik zit er elke week te mediteren. Ook bijzonder: het dakterras van het Spaansche Hof aan het Westeinde. Vroeger woonde ik daar, nu geef ik er les”.
2
koffie. Dat kenden we nog niet in Den Haag”. Uitgaan “Het liefst eet ik bij een voorgerechtenrestaurant als Lapsang in de Oude Molstraat of Grapes & Olives aan de Veenkade. En daarna naar het Filmhuis voor een Italiaanse of Zuid-Amerikaanse film. Bij Lapsang snappen ze wat delen en verbinden is. Overdag verzorgt een tweeling ontbijt en lunch, ’s avonds komt Tim met zijn eigen kok en personeel. Echt een concept van deze tijd”. Leermeester “Dat is de Dalai Lama. Maar als ik een Hagenaar zou moeten noemen dan Hans Toppée. Hij zit in facilitymanagement en maakt werkplekken mooier. Ik luister graag naar zijn verhalen, vind hem een visionair”. Gebouw “Barbarossa Beach aan het Zwarte Pad is een en al schoonheid. Alles is design, echt een aanvulling voor het strand”.
>Foto: DHC/Liza Letsch
Kledingwinkel “Ik heb een vrij uitgesproken smaak. Dat wil wel na dertig jaar werken in de mode. Ik was onder meer inkoper bij Bijenkorf, Kreymborg en Promiss. Jasjes en overhemden laat ik graag speciaal maken. Voor hemden op maat ga ik naar House of Ettemadis op het Noordeinde. Jonge jongens, prachtige stoffen. Een goed adres voor kritische mensen met smaak”.
3
>Foto: PR
Ondernemer “Savitri Sattoe, eigenaresse van
PLAATS
Lekkernij “De chocola van Hop & Stork in de Passage. Excellente bonbons en
Afbreken “Die lege gebouwen op de Binckhorst. Armoede van vijftig jaar geleden, doe er iets leuks mee”.
yogaschool LINgGAN <3>, heeft een goede balans tussen geven en ontvangen. Veel ondernemers nemen alleen maar. Zij staat aan het hoofd van een team van vijftien leraren en werkt op een prachtige locatie in het Spaansche Hof aan het Westeinde. Welzijn van mensen wordt de komende tien jaar een groot thema. Er is te veel stress en te weinig ruimte voor ontspanning”.
4
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Werkplek “Ik heb een kantoor bij Lokaal33 in verzamelpand LabS55 aan de Lulofsstraat in Laak. Een prachtig gebouw met allemaal creatieve mensen, van interieurarchitecten tot dj’s”. Kunstenaar “Toen ik het werk van Lita Cabellut <4> zag, was ik meteen verkocht. Zij maakt enorm grote doeken. Vooral die met Chinese invloeden vind ik prachtig”. Sportplek “De aparte body & mindzaal bij Caesar Sport is geweldig, met een rustige energie. Een luxe voor een yogaleraar”.
>Foto: PR
Café “Bij jazzcafé Murphy’s Law <5> heb ik al heel wat gezellige feestjes meegemaakt”.
Typisch Haags “Als mensen voor het eerst in Den Haag komen, neem ik ze altijd mee naar Hotel des Indes voor een high tea. Prachtig gebouw, stijlvolle bediening, een interieur van weleer; dit is chic Den Haag”. Hagenaar m “Heijm Rijken werd bekend als societykapper. Nu begeleidt hij als lifecoach mensen met een ziekte naar nieuw haar. Een inspirerende man. Ik ben altijd verrast door de wijze manier waarop hij naar situaties kijkt”. Hagenaar v “Corinne Nieuwenburg, de marketing manager van Hotel Corona. Zij ondersteunt vrouwen met borstkanker. En Joan van den Hengel van Haags Hopje. Het is echt haar roeping om kinderen te leren zwemmen”.
5
>Foto: DHC/Liza Letsch
Geheimtip “Het Kookplein op het Muzenplein is mijn favoriete lunchplek; ik kom er drie keer per week. Het is een kookschool en lunchrestaurant en zit elke middag vol. Je vindt er de lekkerste salades en pasta’s, de inrichting is lekker fris. De eigenaar heet Lars, en hij is altijd vrolijk en open”.
Hans Kloosterman <1> (1960) is ondernemer en boeddhist. Vanaf 2000 stond hij aan het hoofd van een werving- en selectiebureau in de mode, dat hij eerder dit jaar verkocht aan zijn werknemers. Hij werd geboren in Zeeland en woont sinds achttien jaar in Den Haag. Tegenwoordig in het centrum, tussen het Plein en het Centraal Station. Hans werkt als coach en yoga- en mindfulnessleraar. Begin deze maand verscheen zijn autobiografie ‘Van snob tot monnik’.
Lange Houtstraat Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
W
aren het de afgelopen jaren met name de dolle hoedjes van de dames die op Prinsjesdag de show stalen, dit jaar trokken toch vooral de peniskokers van de mannelijke aanwezigen de aandacht. Na de verrassende overeenstemming in beide Kamers aangaande de nieuwe kledingetiquette, bleek dat alle aanwezigen het vernieuwde protocol welgemoed omarmd hadden. De toevoeging van het scrotumkapje, een sterke wens van SGP, CU en CDA, zorgde voor een nog grotere variatie op peniskokergebied. Er was aanvankelijk twijfel of bij som-
mige leden de schaamte toch niet zou toeslaan, maar psychologen hadden al voorspeld dat in deze beroepsgroep een begrip als schaamte een te verwaarlozen rol speelt. Ook de politieke gewoonte ‘met alle winden mee te waaien’ heeft geholpen bij de snelle acceptatie van de nieuwe kledingcode. Zoals het volksvertegenwoordigers betaamt, wordt ook in politiek Den Haag de in het land wijd verbreide kuddegeest in volle glorie beleden. En wat hebben wij genoten van de fiere en veelkleurige peniskokers die in de Ridderzaal te bewonderen vielen. Vanwege de toegenomen persoonlijke ruimte konden er jammer genoeg minder personen in de zaal gehuisvest worden, maar iedereen ging elegant met de
gegeven situatie om. Probleem leek er even te zijn met de peniskoker van de Koning, die uiteraard van ultiem formaat was en een oranje basiskleur combineerde met een keur aan vrolijke roodwitblauwe vlaggetjes. Bij het uit de Gouden Koets treden van het staatshoofd bleek hoe de Nederlandse kenniseconomie ook daar een oplossing voor had gevonden. De tijdelijk afschroefbare koker, ontworpen door knappe koppen van de Technische Universiteit Delft, zorgde ervoor dat het uitstappen voor koning en koningin gerieflijk en snel geschiedde. De Koning zelf gaf blijk van technisch inzicht door de superieure wijze waarop hij tijdens het Wilhelmus met enige soepele manoeuvres het kleding-
stuk weer compleet maakte. In de Ridderzaal bleek ondertussen hoe sommige politici hun koker inzetten voor al dan niet verborgen ludieke politieke boodschapjes. Helaas moest één Tweede Kamerlid gesommeerd worden de boerka die hij over de koker had gespannen te verwijderen. CDA-leden benadrukten hun verbondenheid met de agrarische achterban door met bloeiende kokers op de proppen te komen. Van de wijnrank van Sybrand van Haarsma Buma werden tijdens het wachten op het Koninklijk Paar grif druifjes geplukt. Spijtig alleen dat de Koning bij het buigen na afloop van de Troonrede een lichte oogblessure opliep. Marcel Verreck