}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Jeltje wil toch PvdA leiden
Vrijdag 4 oktober 2013
Actueel Woonhotel herleeft in Benoordenhout
5
3
jaargang 7 nummer 334
€ 1,95
Interview Justine le Clercq en de zelfkant van het leven
10/11
Een eeuw Simon Carmiggelt Zijn grote roem beleefde Simon Carmiggelt als columnist in de Amsterdamse krant Het Parool, maar zijn wieg stond in Den Haag en bij dagblad Het Vaderland zette hij zijn eerste stappen in de journalistiek. Maandag 7 oktober is het honderd jaar geleden dat hij aan de Loosduinsekade 206 werd geboren. Korte tijd daarna verhuisde het gezin naar het Westeinde, pal naast het ziekenhuis. Moeder Jeanne opende daar op nummer 172 het Nieuwe Hoeden en Petten Magazijn, vader Herman was vertegenwoordiger voor Vleeschwarenfabriek Stegeman & Co en fietste dagelijks langs slagerswinkels in Den Haag en omstreken. Simon Carmiggelt begon als volontair bij Het Vaderland. Dat hield in dat hij gratis werkte om het vak te leren Als 18-jarige solliciteerde hij bij de Vooruit, de Haagse editie van Het Volk. Daar begon hij onder de titel ‘Kleinigheden’ zijn Haagse cursiefjes te schrijven. Carmiggelt was een graag geziene gast in het milieu van kunstenaars, acteurs en schrijvers als Willem Hussem, Jan Roëde, Caro van Eyck, Paul Steenbergen, Alexander Pola, Jan Campert en uitgever Stols. In hun aller stamkroeg ’t Wachtje, bij de Bosbrug, leerde hij in 1938 Tiny de Goey kennen. Hij trouwde met haar, kort nadat ze hem bij de ingang van het Kurhaus – ze gingen naar een optreden van Maurice Chevalier – had verteld dat ze zwanger was. Het huwelijk werd op 6 september 1939 voltrokken in het stadhuis aan de Groenmarkt. Het jonge echtpaar betrok een kleine bovenwoning aan de Muzenstraat. De Duitse bezetting maakte dat Carmiggelt de Vooruit – nu onder NSB-leiding – de rug toekeerde. Via vrienden kwam hij in aanraking met de illegale krant Het Parool. Het zou een verbintenis voor altijd worden. Zijn eerste Kronkel schreef Carmiggelt er in oktober 1946. Gebundeld in boekjes onder de titel ‘Kroeglopen’ bereikte hij op den duur een miljoenenpubliek. Ook wanneer hij zijn vaak droefgeestige cursiefjes op televisie voorlas, bleek bestsellerauteur Carmiggelt een groot succes. Aan het Westeinde in Den Haag kreeg een nieuw wijkcentrum in 1984 de naam ‘De Nieuwe Kronkel’, in bijzijn van Carmiggelt zelf. Ter nagedachtenis aan Carmiggelt lezen vrijwilligers maandag 7 oktober van 11.00 tot 14.00 uur ‘Kronkels’ van Carmiggelt voor in het wijkcentrum. Een dag eerder is er in de Haagse Kunstkring om 17.00 uur een speciale 'letterenborrel' (Carmiggelt hield daar zelf ook iets te veel van), waarbij acteur Rein Edzard verhalen van Carmiggelt voordraagt. Het Persmuseum in Amsterdam biedt van 8 november t/m 25 januari een Carmiggelt-expositie onder de titel ‘Chroniqueur van het dagelijks leven’. En de Jan Campert Stichting houdt op 15 november een bijeenkomst in het Letterkundig Museum in Den Haag met onder anderen Kees van Kooten en Carmiggelt-biograaf Henk van Gelder. Op die avond is er tevens aandacht voor Godfried Bomans, eveneens honderd jaar geleden in Den Haag geboren. En net als Carmiggelt na een enorme populariteit nu in de boekhandel goeddeels vergeten. Simon Carmiggelt in zijn sterfjaar 1987. > Foto: Maria Austria Instituut / Hollandse Hoogte
Ingezonden mededeling
ToTale leegverkoop i.v.m. verhuizing
korTingen ToT 80% italian design furniture
Scheveningseweg 14 – Den Haag (t/o het Vredespaleis) ma t/m za van 10.00 – 17.00 uur
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 oktober 2013
haagse plaatjes
‘Ik woon zo graag in Den Haag’ Ome Karel (1982) Het succes van Harry Klorkesteins ‘O, o, Den Haag’ (1982) bracht een hausse aan plaatjes over de derde stad van het land teweeg. Bij toeval ontdekten de producers van Cat Music een potentiële Haagse hitmaker in Ome Karel. “Ik kwam mijn neef tegen, één van die jongens van Cat Music”, herinnerde de zanger zich jaren later. “We hadden het over die Haagse plaatjes en ik vertelde ’m dat ik ook een liedje over Den Haag had geschreven. Jaren eerder al, voor het cabaret. We hadden er groot succes mee, iedereen zong het mee. Laat ’s horen, zei mijn neef. Ik zong een stukje voor en hij zei: morge komme! Ik zeg: ja, dáhag. Maar zo is het eigenlijk gekomen”. Ome Karel heeft het uiterlijk van Bueno de Mesquita en de stem van wijlen Kees Manders. Dat beweert althans het Nieuwsblad Nu in juli 1982. ‘Weer een Haagse hit’, luidt de juichende aanhef van een ander krantenartikel uit dezelfde tijd. ‘Nummer drie in de residentiële successen’, loopt de krant op de zaken vooruit, want na ‘O, o, Den Haag’ en ‘Bla bla bla’ (van Bob Barbeque, Willie Wouldbe en Agaath) is dit alweer het derde Haags getint plaatje dat regelmatig op de lokale piratenzenders is te horen. ‘Ome Karel heet in het dagelijks leven Karel van Maaren’, onthult de krant die verder weet te melden dat de dan 52-jarige zanger op de vijfde etage
zijn broer verzorgde hij een tijdje een bruiloftenservice. “Dan konden de mensen ons huren om wat stemming te maken op hun feest”. Zat die er eenmaal in, dan vertrokken de broers door de zijdeur. De stemming zit er op de single ook direct goed in. Een vrolijk gehumeurd koortje opent met een aanstekelijk lalala-deuntje, meedeinen is onvermijdelijk. De al even opgewekte zanger probeert vervolgens in de openingsregels van het eerste couplet een groot misverstand uit de weg te ruimen: ‘Er zijn al zoveel liedjes over Amsterdam/ Den Haag wordt nooit bezongen/ Of dat soms niet kan?’. De vraag stellen is haar beantwoorden. Natuurlijk kan dat. Het refrein is in elk geval van een hoge meezingbaarheid: ‘Ik woon zo graag in Den Haag Daar voel ik mij altijd thuis Met zijn Spui en het Plein Daar wil ik altijd zijn Waar u bent, in ons land Hou steeds uw stadje hoog Al spreken ze ook van een houten ham Toch hou ik van Den Haag’ van een flat in Vrederust woont. De single ‘Ik woon zo graag in Den Haag’ is het platendebuut van de geboren Hagenaar. ‘Zelf zegt hij: “Mijn eerste en misschien wel mijn laatste plaat, maar je weet het natuurlijk nooit ...”.
Ingezonden mededeling
OPEN ATELIERS DENHAAG
Toch zijn het niet zijn eerste schreden in het artiestenvak. Al in de vroege jaren zestig trad Van Maaren (1930) in feestzaaltjes op met een cabaretgroepje, waarin hij de banjo, gitaar en soms de vibrafoon bespeelde. En met
De tekst komt uit de grond van zijn hart, blijkt uit voornoemd artikel. “Natuurlijk woon ik hier graag. Ik ben geboren in de Hooftselaantjes en opgegroeid in Spoorwijk/Laakkwartier. Voor mij is er geen andere stad dan Den Haag. Wat ik zing is
echt geméénd hoor”. Aangestoken door de Haagse plaatjesrage heeft een zeefdrukker zelfs stickers gemaakt met teksten uit het lied als ‘Ik woon zo graag in Den Haag’ en ‘Feine stad hor, de Haag’. De breed lachende zanger poseert op de hoesfoto met een accordeon in de aanslag, maar daarop is hij niet zelf te horen op het plaatje, erkent hij in Nieuwsblad Nu. “Zo’n instrument kan ik niet bespelen”. Het blad, waarvoor Van Maaren eerder als fotograaf actief was, denkt dat het plaatje ongetwijfeld goed verkocht gaat worden. ‘Drie platenzaken, waaronder één op de Dierenselaan, verkopen het al en meerderen zijn geïnteresseerd. Verona, Telstar en Radio Centraal spelen het elke dag en zelfs een Amsterdamse piraat doet het!’, jubelt de krant. Alle voorbarige euforie ten spijt haalde de plaat zelfs de Nederlandstalige tipparade niet. Jimmy Tigges
Jimmy Tigges (1953) is publicist en discjockey. Hij geldt als een specialist op het gebied van sportliederen, maar heeft als geboren Hagenaar ook jarenlang onderzoek gedaan naar liedjes waarin Den Haag een rol speelt. In 2006 publiceerde hij samen met Paul Groenendijk het boek ' Het lied van Den Haag'.
3
actueel<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Tweede auto uit Machtsstrijd in PvdA de wijken weren Van Nieuwenhoven eist terugtreden officiële kandidaten
om lijsttrekkerschap Binnen de top van de PvdA is een hevige machtsstrijd ontbrand om het lijsttrekkerschap bij de raadsverkiezingen van maart volgend jaar. PvdA-fractievoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven (70) wil worden aangewezen tot lijsttrekker. Maar dan moeten de huidige vier kandidaten zich wel eerst terugtrekken, zo eist zij. Twee kandidaten weigeren dit: Marieke Bolle en Gerard Verspuij. Door Jan van der Ven
Vier namen werden maandagmiddag bekend gemaakt van PvdA’ers die zich officieel als kandidaat hebben aangemeld voor het lijsttrekkerschap: Marieke Bolle, Gerard Verspuij, Jos de Jong en Rabin Baldewsingh. De vier volgden keurig de gangbare procedure: ze verzamelden de benodigde vijftig handtekeningen en schreven vervolgens op tijd een brief naar het afdelingsbestuur. Van Nieuwenhoven stelde zich niet kandidaat. Maar afdelingsvoorzitter Ali Rabarison voerde eind vorige week en begin deze week druk uit op de vier om zich, ten faveure van Jeltje van Nieuwenhoven, terug te trekken. Al ruim voor de inschrijftermijn was gesloten, kregen ze zelfs al telefoontjes van de afdelingsvoorzitter met het dringende verzoek te wijken. Kandidaat Jos de Jong ging al snel als eerste door de knieën, slechts enkele dagen nadat hij zich officieel als kandidaat had gemeld. Wethouder Baldewsingh trok zich afgelopen maandagavond terug na een indringend gesprek met Van Nieuwenhoven, zo melden diverse bronnen binnen de partij. Nu echter twee van de vier kandidaten weigeren akkoord te gaan met de eisen van de afdelingsvoorzitter en Van Nieuwenhoven, wordt het voor de PvdA-coryfee feitelijk onmogelijk om nog een begaanbare weg naar het lijsttrekkerschap te vinden. Ze kan twee officiële kandidaten voor het lijsttrekkerschap niet passeren. Van Nieuwenhovens eis (alle vier de kandidaten moeten zich eerst terugtrekken) is al buiten de officiële regels van de partij, aangezien zij zich niet kandidaat voor het lijsttrekkerschap heeft gesteld. Wel heeft ze zich gemeld als kandidaat voor een raadszetel, maar ze wil geen fractievoorzitter worden. Eerder verklaarde Van Nieuwenhoven geen lijsttrekker te willen worden, ze zocht een jonge vrouw als lijsttrekker. In juni zei ze: “Het moet een vrouw worden die 30 tot 35 jaar jonger is dan ik”. Die kandidaat is niet gevonden. Binnen de partij krijgt Van Nieuwenhoven het verwijt van ‘Koninginnegedrag’ omdat zij zich buiten alle spelregels om tot nummer
Jeltje van Nieuwenhoven wordt ‘Koninginnegedrag’ verweten. > Foto: Arie Kievit/Hollandse Hoogte
één wil laten kronen en geen openlijke strijd durft aan te gaan om het lijsttrekkerschap. Tilburg Vier jaar geleden gebeurde nagenoeg hetzelfde. De PvdA was indertijd ook in een strijd om het lijsttrekkerschap gewikkeld. Toen ging het tussen Marnix Norder en Henk Kool. Weken later – kandidaten kon zich net als nu niet meer aanmelden – werd Van Nieuwenhoven plotseling uit de hoge hoed getoverd. Ze had niet de benodigde 50 handtekeningen verzameld en zich evenmin als kandidaat aangemeld. Dat probleem werd terzijde geschoven met de opmerking dat de 50 handtekeningen ‘ergens tussen Tilburg en Den Haag verloren waren gegaan’. Hiermee werd gedoeld op de woonplaats van oud-wethouder Noordanus (PvdA), toen net benoemd tot burgemeester van deze Brabantse gemeente. Want Peter Noordanus werd gezien als één van de bedenkers bij het lanceren van Jeltje van Nieuwenhoven. Noordanus was ook prominent aanwezig op de persbijeenkomst waar Henk Kool bekend maakte zich terug te trekken als kandidaat, ten faveure van Jeltje van Nieuwenhoven. Waarop zij het opnam tegen Marnix Norder. Die verloor het van haar. Maar de PvdA verloor vervolgens met Van Nieuwenhoven als lijsttrekker vijf raadszetels. Wel bleef de PvdA nipt de
Weer PPV’er weg uit fractie En toen waren er nog maar vijf raadsleden van de PVV over. De PVV begon in maart 2010 met acht raadszetels, sinds deze week zijn daar nog vijf zetels van over, de rest vertrok. Dinsdag werd bekend dat de PVV’er Paul ter Linden uit de fractie van de PVV stapt en doorgaat met een eigen eenmansfractie. Daarvoor deden Richard de Mos (nu Groep De Mos) en Arnoud van Doorn (nu Groep van Doorn) hetzelfde. Het raadslid Marjolein de Waal stapte eveneens op maar verliet de politieke
arena en werd door een nieuw PVVraadslid vervangen. De fractieleden die zelfstandig zijn doorgegaan kunnen niet vervangen worden, met als gevolg dat de fractie van de PVV steeds verder afslankt. Het gist al geruime tijd binnen de PVV. De naderende verkiezingen voor de gemeenteraad werpen ook in deze partij hun schaduwen vooruit. Het vermoeden bestaat dat PVV-leider Wilders schoon schip gaat maken in de raadsfractie. De meeste fractieleden
grootste partij in de gemeenteraad en kon daarmee het voortouw nemen in de collegevorming. Henk Kool kreeg als dank voor zijn welwillend gedrag een wethouderspost. Kool gaf overigens vorige week te kennen niet terug te willen keren in de gemeentepolitiek. Eerder al haakte Norder af. De huidige twee officiële kandidaten vertegenwoordigen volstrekt verschillende stromingen binnen de PvdA. Verspuij is tegen de bouw van het Spuiforum, Marieke Bolle is juist groot voorstander van de nieuwe cultuurtempel. Uiteindelijk bepalen de PvdA-leden straks via een raadpleging wie de lijsttrekker wordt. De uitslag daarvan wordt 7 november bekend. Kandidaat Bolle heeft in haar brief aan het bestuur kenbaar gemaakt na de verkiezingen het liefst fractievoorzitter te worden. De partijleider hoort op die stoel te zitten, vindt zij. “De beste plek om de rol van partijleider na de verkiezingen te vervullen, is die van fractievoorzitter”, aldus kandidaat-lijsttrekker Bolle. Voorts schrijft zij: “De verkiezingsstrijd zal een zware strijd worden in Den Haag. Natuurlijk omdat de lokale uitslag sterk wordt beïnvloed door de landelijke populariteit van de PvdA, maar ook omdat de PVV, de daarvan afgescheiden populistische groeperingen en ouderenpartijen in de campagne sterk op onze stad zullen inzetten. Ik realiseer mij dat het een zware opgave wordt”.
zouden niet meer terugkomen. Het is Wilders er veel aan gelegen dat de raadsfractie een goed geoliede machine is, landelijk doet de PVV namelijk in slechts twee steden mee aan de raadsverkiezingen: Almere en Den Haag. Ter Linden was al geruime tijd het buitenbeentje van de fractie. Hij was opvallend lang ziek. De laatste weken dook hij weer op tijdens raadsvergaderingen. Ter Linden vreesde de homohaat in de PVV. Ter Linden is homoseksueel.
Door Jan van der Ven
De PvdA wil de komende jaren de parkeervergunning voor een tweede auto fors duurder maken. Deze vergunning kost nu 420 euro per jaar; dit bedrag moet omhoog. “Huishoudens met twee of meer auto’s gaan fors meer betalen voor een tweede vergunning. We kunnen dit niet op de andere burgers van de stad afwentelen”, aldus het concept-verkiezingsprogramma dat als titel heeft ‘Schouders eronder!’ De prijsverhoging van de vergunning voor de tweede auto staat haaks op de wens van de VVD. Die wil het tarief voor deze auto juist halveren tot 210 euro per jaar, zo bleek uit het onlangs gepubliceerde conceptprogramma van de liberalen. De PvdA wil snel werken aan het overal invoeren van betaald parkeren. Hiermee verwacht de partij te bereiken dat autobezitters in wijken met betaald parkeren hun auto niet meer in een naburige, gratis wijk, neerzetten. De vergunning voor één auto zal niet duur zijn, de huidige prijs bedraagt 36 euro per jaar. Die ene betaalde parkeerplaats per huishouden wordt bepalend voor het aantal noodzakelijke parkeerplaatsen per wijk. De tweede auto wordt dus niet meegeteld. Indien vervolgens blijkt dat er voldoende parkeerplaatsen voor de eerste auto zijn, wordt een eventueel restant aan parkeerplaatsen omgebouwd tot wijkgroen, zo blijkt uit het conceptprogramma dat deze week is besproken door de leden. Rotterdamsebaan De PvdA hoopt, als het even kan, de aanleg van de Rotterdamsebaan terug te kunnen draaien. Het huidige college – met daarin de PvdA – ging ermee akkoord, met grote tegenzin. Het project kost naar schatting 800 miljoen. Over dit project: “We hebben twijfels over het nut hiervan voor zowel de doorstroming van het verkeer als voor het gehalte fijnstof in Den Haag. We zien hierom graag de resultaten van een onafhankelijk onderzoek over ten minste deze twee onderwerpen”. De socialis-
ten hopen op deze wijze munitie in handen te krijgen om het project terug te draaien. Grachten Een andere wens van de PvdA is het terugbrengen van twee grachten in de stad. Er moet een onderzoek komen of dit haalbaar is bij de Waldeck Pyrmontkade en het Piet Heinplein. De PvdA gaat de strijd aanbinden tegen de oplopende werkloosheid in de stad. Kleine bedrijven die het moeilijk hebben, kunnen onder voorwaarden aankloppen bij de gemeente voor een krediet. Extra aandacht is er voor de aanpak van de oplopende jeugdwerkloosheid. Hagenaars met een laag inkomen behouden de Ooievaarspas, die allerlei kortingen geeft. Deze pas wordt dan automatisch naar de betreffende inwoner opgestuurd. De bijzondere bijstand wordt makkelijker toegankelijk. Voor hulpmiddelen als scootmobiels wordt statiegeld ingevoerd. De bijdrage voor zo’n mobiel wordt inkomensafhankelijk. De PvdA zal geen eisen meer stellen aan het te bouwen aantal sociale woningen. In het vorige programma werd geëist dat in nieuwbouwprojecten het aantal sociale woningen minimaal 30 procent zou bedragen. In het huidige programma staat dat over een periode van 10 jaar 10.000 huurhuizen gebouwd moeten worden. De ombouw van kantoren naar woningen gaat de PvdA niet snel genoeg. Eigenaren van deze panden wachten vaak lange tijd op een eventuele commerciële huurder. De PvdA wil desnoods dwang gaan toepassen om de gewenste ombouw te versnellen. Op kunst en cultuur is in deze collegeperiode voldoende bezuinigd, vinden de socialisten. De PvdA wil de aandacht verleggen naar de samenstelling van besturen en adviesraden in de culturele sector. Die zijn doorgans geen afspiegeling van de gekleurde samenstelling van de bevolking. Om te komen tot een meer gemêleerde samenstelling wordt het subsidiewapen van stal gehaald: instellingen krijgen geen of minder subsidie wanneer het bestuur niet van kleur verandert.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 oktober 2013
stadsmens
Dagelijks voedsel anders bekeken op expositie ‘Eten of Gegeten worden!’ In de kunstig bewerkte witte schaaltjes horen overduidelijk lekkernijen thuis. Draai ze om en je ziet welke gevolgen eten kan hebben. Op de achterkant van elk schaaltje vormen letters een woord. Zo is op één van de objecten ‘suikerziekte’ te lezen, op een ander ‘salmonella’. ‘Eten of Gegeten worden!’ is de titel van een expositie die de komende drie weekeinden in Ateliercomplex Noordwal 117 wordt gehouden door de kunstenaarsvereniging terra-viva. De schaaltjes zijn gemaakt door keramiste en beeldhouwster Lili Berger. Ze zijn onderdeel van een heel proces dat zij op de tentoonstelling laat zien. “Eten gaat door de strot ons lijf in, belandt in de maag en gaat dan naar de darmen”, toont ze met afbeeldingen aan. “We eten varken, koe, kip en noem maar op, maar weten eigenlijk niet meer waar het voedsel vandaan komt. Ook niet wat de consequenties voor ons kunnen zijn”. De opening van de expositie is vrijdag 4 oktober, op Werelddierendag. “Centraal staat dan onze verhouding met het dier. Wie eet wie?”, zegt Vivienne Lopes de Leão Laguna, beeldend kunstenaar en secretaris van de vereni-
Lili Berger (rechts) en Vivienne Lopes de Leãno Laguna aan tafel met Lichel van den Ende.>Foto: Eveline van Egdom
ging. Lichel van den Ende, bekend van zijn spraakmakende kunstwerken, zorgt tijdens de opening voor spektakel. “Mijn object bestaat die dag uit opgezette zwijnenkoppen. De man die het draagt, deelt stukjes roggebrood met spek uit”. Twaalf kunstenaars zijn verenigd in terra-viva. Zij benaderen het onderwerp van de tentoonstelling ‘vanuit hun eigen gedachtegoed en discipline’. Vivienne: “Wij komen geregeld
bij elkaar om te praten over waar we mee bezig zijn en wat wij gezamenlijk zouden kunnen doen. Ons laatste project was in 2012 ‘Magie van Beweging’. We hebben toen in de Kunstkring geëxposeerd. Nu is uit zo’n brainstorm ‘Eten of Gegeten worden!’ ontstaan”. En: “Wij willen met de expositie het publiek uitdagen om zoiets dagelijks als eten, eens anders te ervaren en beter te bekijken”. Wie komend weekeinde de tentoon-
stelling bezoekt, kan dat combineren met ‘Open Ateliers Den Haag’. Zeventig kunstenaars uit de Haagse binnenstad zetten op 5 en 6 oktober hun deuren open. Dat gebeurt ook in het Ateliercomplex Noordwal 117, waar Lili Berger en anderen hun atelier hebben. ‘Eten of Gegeten Worden!’ is te zien in de centrale ruimte van het pand. Rondom de tentoonstelling komt steeds een ander thema aan bod. Op 12 en 13 oktober krijgt ‘eerlijk en puur voedsel’ aandacht. De kunstenaars zullen hun bezoekers dat ook aanbieden. Zo bakken Lili Berger en Erik Rumpff broden en biertaarten, die gegeten worden aan een lange tafel. Daarom heen staan tafeltjes, die Rumpff ontwierp en waarop de leden van terra-viva hun objecten exposeren. Bacchanaal In het weekeinde van 19 en 20 oktober is het ‘Bacchanaal’ het thema. De kunstenaars zetten hun gasten dan ‘exotische en geraffineerde gerechten’ voor. Zo zal Vivienne Lopes de Leão Laguna de bezoeker op ‘mooie liflafjes’ trakteren. “Ik wil bijvoor-
beeld empanadas maken. Dat is een Argentijns deegkoekje met een hartje erin. Dat hartje ga ik met eetbaar goud bespuiten. Maar ik denk ook aan vreemd gekleurde cocktails”. Lichel van den Ende zorgt in dat laatste weekeinde weer voor een spektakelstuk. Hij maakt een jurk van cervelaatworst, die dichteres Tony Swartz zal dragen. Gestoken in deze creatie geeft zij die zondag ook een performance. Dat jurkje mag trouwens door de bezoekers opgegeten worden. “Misschien laat ik Tony wel als een soort salade op een blad liggen en garneer om haar heen sardienen en garnaaltjes”, zegt Lichel van den Ende grinnikend. De expositie neemt hij overigens zeer serieus. Van den Ende zoekt de komende weekeinden vooral de confrontatie. “Wel vlees eten, maar niet willen weten waar dat voedsel vandaan komt. Die hypocrisie wil ik aan de kaak stellen”. Joke Korving De expositie ‘Eten of Gegeten worden!’ is op 5 en 6, 12 en 13 en 19 en 20 oktober van 13.00 tot 17.00 uur te zien in Ateliercomplex Noordwal 117. Informatie: www.terra-viva.nl
Ingezonden mededeling
muziektheater vanaf 7 jaar
Mijn jas is mijn huis zondag 13 oktober 11.00 uur Dr. Anton Philipszaal regie Hans van den Boom
‘Grote mensen roepen altijd ‘komt goed, komt in orde’. Nou dat vraag ik me af.’ nu ook theater voor kinderen & jongeren bij
voor kaarten www.residentieorkest.nl
adv_mijn jas_265x192mm.indd 1
01-10-13 14:13
5
actueel<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Appartementen in voormalig Shell-gebouw
Woonhotel herleeft in Benoordenhout Net als in het Den Haag van de jaren twintig en dertig, toen personeel in de grote herenhuizen te duur werd, kan men hier straks genieten van tal van gezamenlijke voorzieningen.
Architectenbureau Cepezed heeft met zijn idee de competitie gewonnen voor de herbestemming van het voormalige Shellkantoor aan de Oostduinlaan tot woonhotel. De private investeerder Pinnacle, eigenaar van het complex, presenteerde vorige week het plan aan omwonenden en geïnteresseerden in het Benoordenhout.
Tegeltableau Het voormalig kantoor van Shell is thans in gebruik door CB&I. Het complex uit 1969 is een ontwerp van Hans Oud, zoon van de gerenommeerde architect J.J.P. Oud. In de laagbouw is over de hele breedte een tegeltableau aangebracht van Karel Appel. Dat zal met de herontwikkeling behouden blijven. De bouwkwaliteit maakt dit gebouw volgens Pinnacle zeer geschikt voor bewoning. “Dit casco is heel goed gebouwd, beter dan de meeste hedendaagse kantoren. Het gebruikte type beton bestaat niet eens meer. Met een verdiepingshoogte van 3,60 zijn de etages een meter hoger dan tegenwoordig gebruikelijk is bij nieuwbouw, dat creëert extra ruimte. Bovendien maakt de heldere structuur van het complex het gemakkelijk om er woningen in te maken”, aldus Roord, die de ruime parkeergelegenheid in de voormalige atoomkelder als andere pre noemt. Naar verwachting zal in de tweede helft van 2014 worden begonnen met de realisatie. Begin 2016 moet het gebouw gereed zijn voor bewoning.
Door Jasper Gramsma
Het industriële architectenbureau Cepezed was met vijf andere vooraanstaande ontwerpers in de race voor de opdracht. Voormalig stadsstedenbouwer Kees Rijnboutt werd tweede, studio Menno Kooistra derde. Opvallend is dat Cepezed de ideeën van binnenuit heeft ontwikkeld, in tegenstelling tot de andere partijen die voornamelijk aandacht besteedden aan de schil van het gebouw. Voor opdrachtgever Pinnacle was die benadering één van de doorslaggevende factoren. Ontwikkelingsmanager Floris Roord: “In de randvoorwaarden hebben we aangestuurd op een hoge kwaliteit van wonen door hergebruik van het bestaande gebouw, omdat het zich daar bij uitstek voor leent. Daarnaast zijn flexibiliteit en duurzaamheid voor ons belangrijke aspecten. De verschillende typen appartementen moeten afgestemd kunnen worden op de markt. Cepezed heeft het beste aangetoond met een zo gericht mogelijke aanpak de transformatie te realiseren”. Volgens Cepezed zijn flexibiliteit en duurzaamheid inderdaad de kern van het winnende ontwerp. “Het idee is met een minimum aan ingrepen een maximum aan effect, oplossingen en mogelijkheden te bewerkstelligen”, zegt Jeroen Hendriks van het architectenbureau. “Dat doen we vooral door zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de bestaande karakteristieken en kwaliteiten van het complex, zoals bijvoorbeeld de constructieve opzet”. De fijnmazige opzet van het gebouw zorgt voor een variatie van appartementsgrootte,
Het uitzicht op de bovenste verdiepingen van het gebouw, is geïnspireerd op het wijdse beeld dat bewoners van de heuvels in Hollywood hebben over Los Angeles. > Artist’s impression: Cepezed
beginnend bij ongeveer 38 vierkante meter tot 250 vierkante meter. Hendriks maakt een voorbehoud op de indeling: “Eén en ander is mede afhankelijk van de definitieve wensen van de opdrachtgever en de markt”. Potentiële kopers en huurders spe-
len vanaf het begin van de ontwikkeling al een rol. De aanwezigen op de informatiebijeenkomst kregen een enquêteformulier waarop woonwensen konden worden ingevuld ten aanzien van onder meer grootte, indeling en winkeltypen op de bega-
ne grond. Ook de behoefte aan services zoals zwembad, receptie en boodschappendienst is geïnventariseerd. Met deze luxueuze herbestemming van het kantoorgebouw aan de Oostduinlaan wordt het typisch Haagse woonhotel nieuw leven ingeblazen.
Arendsdorp Ook voor de nabijgelegen serviceflat Arendsdorp is Pinnacle een koopovereenkomst aangegaan, maar daarmee gaat het vooralsnog minder voortvarend. Projectontwikkelaar Tetteroo heeft namelijk beslag laten leggen op de flat, omdat de huidige eigenaar – Stichting Arendsdorp – het woongebouw in een vergevorderde ontwikkelingsfase aan Pinnacle heeft verkocht. De ontwikkelaar wil daarmee voorkomen dat de nieuwe eigenaar de bewoners bij het opheffen van de Stichting Arendsdorp uit de flat zet. Over een eventuele schade-eis wil algemeen directeur Van der Sloot niets kwijt. De uitspraak in het kort geding dat woensdag hierover diende, is op 14 oktober.
De Klerk houdt Europa-lezing Nieuw Amsterdams theater strikt Haagse regisseur Oud-president van Zuid-Afrika, Frederik de Klerk is één van de sprekers tijdens de jaarlijkse Europa-lezing. De lezing wordt vrijdagavond 25 oktober gehouden in de Kloosterkerk. De tweede spreker die avond is professor Karel van Wolferen. De Europa-lezing gaat dit jaar over het thema ‘Europa en de wereld’. Organisator is het Montesquieu-instituut in Den Haag. De Klerk zal spreken over de vraag hoe andere werelddelen aankijken tegen Europa. De toekomst van de Europese Unie komt eveneens aan bod. Van Wolferen bespreekt de verhouding tussen de Europese Unie, Japan en de Verenigde Staten. De Klerk kreeg in 1993 de Nobelprijs voor de vrede. Dit omdat hij samen met Nelson Mandela het land voorbereidde op de eerste democratische verkiezingen die in datzelfde jaar werden gehouden. Het ANC van Mandela werd toen de grootste partij van het land en met de verkiezingen kwam een einde aan decennia van apartheid. De Klerk, die talloze keren minsister was en van 1989 tot 1994 president van Zuid-Afrika, raakte tijdens zijn jarenlange tocht door het blanke be-
wind ervan overtuigd dat de apartheid afgeschaft moest worden. Want als gevolg van de apartheid raakte het land steeds meer in een economisch en politiek isolement, zag hij als president. Zo ging het land jarenlang gebukt onder een internationale boycot. Van Wolferen was gedurende een reeks van jaren correspondent voor NRC Handelblad in Japan. Hij schreef een vuistdik boek over dat land, waarin hij uitvoerig inging op de cultuur van dat land, die medebepalend was voor de snelle economische ontwikkeling. Later verzette hij zijn koers naar de Verenigde Staten. De Europa-lezing werd eerder uitgesproken door onder meer de Britse oud-minister van buitenlandse zaken Lord Peter Carrington, de aanklager van het Joegoslavië-Tribunaal Richard Goldstone, de voormalige Ierse president Mary Robinson, de voormalig NAVO-secretaris Javier Solana en de vaste voorzitter van de Europese Raad Herman van Rompuy. Ook oud-premier Wim Kok was spreker en eveneens de huidige minister van Buitenlandse Zaken Timmermans. Toegangskaarten kosten € 9,-. Aanmelden via
[email protected]
Theu Boermans artistiek leider van ‘Anne Frank’ Door Annerieke Simeone
Met de nodige regieklussen in het verschiet zou je zeggen dat Theu Boermans van het Nationale Toneel zijn handen de komende tijd vol heeft aan zijn eigen voorstellingen. Maar de artistiek leider van het Haagse gezelschap maakt binnenkort toch een gaatje vrij in zijn agenda voor een productie, buiten het Nationale Toneel om. Het gaat om ANNE, een verhaal over het leven van Anne Frank, geschreven door Jessica Durlacher en Leon de Winter. Op initiatief van het Anne Frank Fonds en mediabedrijf Imagine Nation wordt de voorstelling uitgevoerd in een nog te bouwen theater in Amsterdam. Investeerder van dit grootschalige theater is Robin de Levita, mede-eigenaar van Imagine Nation. Deze Nederlandse theater- en televisieproducent werd een tijd terug benaderd door het Anne Frank Fonds Basel. De kleinzoon van Mary Dressel-
huys dacht meteen aan Boermans als artistiek leider. “Zo’n mega-productie is een grote verantwoordelijkheid. Ik dacht bij mezelf: “Wie zou dit het beste kunnen? Nou, Theu dus. Hij heeft me geholpen tijdens De Soldaat van Oranje. En hij is de enige regisseur in Nederland met wie ik dit aandurf”. Daarnaast gaat het Nationale Toneel dramaturgische en technische adviezen geven. Maar of er ook vaste acteurs van het Nationale Toneel in het oorlogsdrama meespelen, is nog niet bekend. De Levita: “We zitten nog volop in de audities”. In ieder geval zullen de uitverkoren acteurs zich een tijd lang moeten committeren aan het stuk. De Levita wil ANNE een aantal jaren uitvoeren. Ideaal Loco-burgemeester Carolien Gehrels maakte deze week de naam bekend van het theater: Theater Amsterdam. In het voorjaar moet het gebouw aan de Danzi-
gerkade af zijn, begin april staat de première gepland. Meer dan duizend man publiek kunnen ANNE straks bijwonen. De bouw van een nieuw theater is niet geheel onverwachts. De Levita: “Heel toevallig stond een theater gepland in het bestemmingsplan van de Spaarndammerbuurt. Een ideale plek, het is drie minuten van het Centraal Station, je kunt er gratis parkeren en het theater kijkt uit over het IJ”. Daarbij was een eigen theater al enige tijd de wens van de voormalig producent van Joop van den Ende. “In Amsterdam bestaat nog geen theater waar je een productie op grote schaal kunt produceren en lange tijd kunt laten staan. Of het theater in tijden van recessie alle stoelen weet te vullen, is volgens De Levita wel een risico, net als de langlopende programmering. “Ik kan wel roepen dat het meerdere jaren loopt en dat een stad als Amsterdam deze productie goed doet, maar uiteindelijk bepaalt het publiek het”.
6>Varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 oktober 2013
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
Vreselijk Haags Ze werd honderd jaar geleden, op 5 september 1913, geboren in Wijhe als Cornelia van Meijgaard en kreeg Conny als roepnaam mee. Haar vader kwam uit Den Haag en daar groeide ze volgens eigen zeggen op. Conny zegt herinneringen te hebben aan haar vroege jeugd in de ouderlijke woning in de Zeestraat, maar merk-
Wat voor weer zou het zijn in Den Haag? waardigerwijs is hier geen bewijs voor te vinden in het bevolkingsregister. Volgens haar gezinskaart is ze in 1920 in Den Haag komen wonen in de Hendrick Zwaardecroonstraat. Haar claim op volledige Haagsheid zullen we dan maar toeschrijven aan de dichterlijke vrijheid van een groot cabaretière. Op haar elfde verjaardag kreeg Conny een piano. Een jaar later wandelde ze met haar vader en moeder naar het Roomhuis, het latere Chateau Blue, aan de Leidse Straatweg pal voorbij Paleis Huis ten
Bosch. Daar speelde een strijkje, zoals dat in die tijd bij iedere uitgaansgelegenheid het geval was. Conny speelde de ‘Serenade’ van Toselli op de piano, de rest van het strijkje viel in en na afloop werd er geklapt. Het was haar eerste publieke optreden. In haar jeugd ging Conny naar jeugdconcerten van het Residentie Orkest en naar het Scala-theater aan de Wagenstraat, waar ze Jo Buziau in de revue zag schitteren. Haar moeder nam haar mee naar de Italiaanse Opera in het Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen aan de Zwarteweg en haar vader nam haar mee naar de Fritz Hirsch Operette in de Princesse Schouwburg aan de Prinsessegracht. In het Bleijenburg bezocht ze de eerste in Nederland gestichte Dalton HBS voor meisjes, waar ze voor de grap haar naam veranderde in Puck Stuart. Conny verzamelde handtekeningen van beroemde artiesten. Ze zong voor haar plezier bij vriendinnetjes thuis en rond haar zestiende verjaardag nam ze het besluit professioneel zangeres te worden. Haar grote voorbeeld was de Franse chansonnière Lucienne Boyer, die begin jaren dertig furore maakte met het lied ‘Parlez-moi d’amour’. Via een vriend kwam Con-
Henk Scheurmans van uitgeverij Elsevier overhandigt op 7 november 1980 het eerste exemplaar van het boek ‘Kijk op Den Haag’ van M. Marijs aan burgemeester Schols en Conny Stuart. >Foto: Robert Scheers
ny in contact met impresario Henri Hofman, die in eerste instantie niet erg onder de indruk was, maar de jonge zangeres toch liet optreden met haar Franse chansons. Onder de artiestennaam Conny Stuart startte ze haar carrière. In 1935 trok Conny bij de tien jaar oudere Hofman in. Conny en Henri verhuisden naar
Amsterdam en trouwden in 1943. Conny Stuart ging aan de slag bij het Leidsche Plein Cabaret van Wim Sonneveld met wie zij een bijzondere band kreeg. In zijn gezelschap was zij de ‘leading lady’ en ze werkte in al zijn cabaretvoorstellingen tot begin jaren zestig. Zowel haar eerste echtgenoot, Henri Hofman,
als haar tweede echtgenoot, Joop Doderer, gaven Sonneveld de schuld van het op de klippen lopen van hun huwelijk. In 1960 ging Wim Sonneveld de rol van Higgins spelen in de Nederlandse versie van ‘My fair lady’ en kwam er een eind aan zijn cabaretgezelschap. In dezelfde periode nam John de Crane contact op met Annie M.G. Schmidt en vroeg haar een Franse musical te vertalen. Schmidt weigerde met de woorden: “Zolang ik zelf nog zoveel ideëen heb vertaal ik niets!” Daarop verzocht De Crane of Annie M.G. Schmidt samen met Harry Bannink een musical wilde schrijven voor Conny Stuart. Dit werd uiteindelijk de eerste volledig Nederlandse musical ‘Heerlijk duurt het langst’. Annie M.G. Schmidt maakte altijd haar teksten voor de mensen die in haar producties meespeelden. Speciaal voor Stuart schreef ze dan ook in 1966 het lied ‘Wat voor weer zou het zijn in Den Haag’. Het werd een grote hit en het lied is zelfs op single uitgebracht. Stuart zelf zei hierover: “In dit lied komen mijn gevoelens voor die stad voortreffelijk tot uiting, want op een bepaalde manier ben ik vreselijk Haags”. In 1985 sloot Conny Stuart haar carrière waardig af met het programma De Stuart Story, waarin ze vooral delen van oud repertoire zong. Ze trok zich daarna helemaal terug uit de spotlights. Op 22 augustus 2010 is ze overleden. Wendy Louw www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
rode wijnen
www.drinkland.nl
Hartevelt jonge jenever 1L
€ 9,98
Van 12,75 voor
Parade vieux 1L
€ 11,45
Van 15,60 voor
StolicHnaya vodka limited edition 1L Earth, air, fire, water. Van 19,95 voor € 16,95
grant’S ScotcH wHiSky 0.7L Van 15,95 voor
€ 11,
95
ACTIES
Spanje / Extramadura – Bodega vina extremena Geweldige rode Tempranillo wijnen, gelegen langs de Portugese grens. Keuze uit de 12 maanden gerijpte vega adriana. Nu van 9,35 voor € 7,50 of de 24 maanden gerijpte valdegema. Nu van 11,60 voor € 8,95 Spanje / Ribera del Duero – melior / Bodega matarromera Een van de mooiste wijngebieden in Spanje is Ribera del Duero. Voor U selecteren wij uit dit wijngebied, Melior, 6 maanden gerijpt op Amerikaanse wijnvaten. Nu van 11,15 voor € 8,50
aBerlour 10 yearS SPeySide Single malt wHiSky 1L De geur is moutig, kruidig met duidelijke muntgeuren. De smaak is stevig, maar toch ook soepel in de mond. Tevens zoet en kruidig met smaken van peper, nootmuskaat en bessen. De afdronk is lang en aanwezig. Van 40,75 voor € 32,50
Portugal / Douro – ventozelo Qv tinto Gemaakt van de 3 beroemde Portugese wijndruiven, Touriga Nacional, Touriga Franca en Tinta Roriz. Nu van 8,55 voor € 6,45
witte wijnen
rum cariBica Blanco weSt indian 1L Goede rum als basis voor cocktails en longdrinks. Van 15,75 voor € 12,75
-25%
kratje Heineken Vast laag in prijs 24 x 0,3L
Zuid-Afrika / Paarl – louis Fourie merlot Zachte Merlot, rijk aan smaken van zwarte bessen en pruimen, lichte aardse tonen. Nu van 8,75 voor € 6,95
€ 11,38
Het Alsace-huis waar Drinkland mee werkt is Willm in Barr. Willm maakt een groot assortiment Grand Cru’s, Domaine wijnen, Vendanges Tardives en Cremant’s. De Willm basiswijnen zijn iets minder zoet dan de gemiddelde Alsace wijnen en die elegantie is ook het succes van Willm. wij Bieden deze maand de reServé wijnen aan met 25% korting Per FleS! Pinot Blanc reservé van 8,95 voor € 6,70 riesling reservé van 9,95 voor € 7,45 Pinot gris / riesling reservé van 11,15 voor € 8,35 Pinot gris reservé van 12,10 voor € 9,10 gewürztraminer reservé van 13,15 voor € 9,85 Spanje / Ribeiro – rippa à vie Een unieke witte wijn, gemaakt van de oudste inheemse druivenrassen als Treixadura en Palomino. Zalvende wijn met duidelijke hints van grapefruit. In de afdronk ook een tintje honing. Van 12,60 voor € 8,95 Italië / Veneto – Soave classico zonin Frisse, droge, witte wijn met een heel licht kruidje. Van 9,95 voor € 7,50
SParkle/Port den haag
Prinsestraat 57 070 364 29 25
noordwijk * oegstgeest * Voorhout * Jacoba van Beierenhof 28 Maarten Kruytstraat 24 Lange Voort 19 071 364 93 37
071 361 21 82
071 301 55 83
Italië – Prosecco Frizzante zonin Een lekkere, droge, licht mousserende sparkling. Van 9,55 voor € 6,95 Portugal – Port Quinta de ventozelo tawny reserva Mooie, gerijpte port. Het najaar kan beginnen! Van 15,75 voor € 12,50
7
regio<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Apenbevrijders lobbyen nu op het Binnenhof Minstens een decennium is het rustig gebleven rondom de proeven met apen in het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) in Rijswijk. Maar met de rust lijkt het nu gedaan. Door Pieter de Leeuw
Rijswijk - Deze week worden in de Tweede Kamer een aantal moties behandeld die de bedoeling hebben om de proeven op apen aan banden te leggen. Toeval of niet, steeds nadrukkelijker laten de tegenstanders van zich horen, ondermeer met een ‘flash mob’-actie en een spandoek van 200 meter lang. De actievoerders willen dat de proeven op de apen stoppen omdat deze alle ethische perken te buiten zouden gaan. “Wij zijn wetenschappers”, zegt Ronald Bontrop, directeur van het BPRC. “Als wij een discussie voeren, gebruiken wij louter wetenschappelijke argumenten”. Eerst maar een paar cijfers. In het laboratorium aan de Lange Kleiweg in Rijswijk zitten ca. 1500 apen. Ieder jaar worden er zo’n 250 proeven gedaan. Bontrop op betekenisvolle toon: “Weet u misschien hoeveel proeven er in een jaar in Nederland op dieren worden uitgevoerd? Nee, weet u dat niet. Het antwoord is: 500.000 proeven”. Op het terrein dat 5 hectare groot is, leven 3 soorten apen, Resusapen, Java-apen en Penseelapen. Alle apen worden zelf gefokt. Op het terrein staan reusachtige kooien met een binnen- en een buitenverblijf waarin dezelfde attributen te zien zijn die in de apenkooien van de meeste dierentuinen de bedoeling hebben de bewoners enige verstrooiing te bieden, de eeuwige autoband, een touw, een glijbaan. Bontrop is uiterst resoluut als het gaat om het feitelijke nut van de proeven. In zijn werkkamer met een stevig formaat Rien Poortvliet-kalender aan de muur, legt hij uit: “Wij zijn volkomen anders gaan denken over de behandeling van de ziekte aids omdat door proeven op apen aan het licht is gekomen dat binnen 3 weken na de infectie het gehele immuunsysteem wordt afgebroken”. De directeur zegt het niet met zoveel woorden, maar dat de actievoerders het voor elkaar hebben gekregen dat in 2001 proeven op chimpansees bij de wet verboden werden, lijkt hij nog altijd te beschouwen als een vreemde zaak. Wat hem boven alles stoort in de argumentatie van de tegenstanders is het gemak waarmee deze feiten en fictie door elkaar mengen,
> Foto: Jurriaan Brobbel
waarbij de fictie flink de boventoon voert. Onlogisch Jan Langermans is hoofd van de afdeling Dierwetenschap en geeft in zijn kamer in het ‘Freddy Mercury Building’ met stijgende verontwaardiging een voorbeeld: “Dan zeggen ze dat wij hier apen doodmartelen en zetten ze een foto op het internet die hier nooit gemaakt is”. Zijn vriendelijke gezicht vertrekt zich even tot een grimas. “Wij zijn wetenschappers”, zegt Bontrop nog een keer “de beschuldigingen zijn niet alleen onwaar, ze zijn ook nog eens onlogisch”. Wat in ieder geval scheelt, is dat de actievoerders van tien jaar en langer geleden van strategie veranderd schijnen te zijn. Bontrop: “Het gebeurde toen regelmatig dat medewerkers van ons thuis werden bedreigd. Hoe? De ruiten werden ingegooid, op de voordeur werden leuzen gekalkt”. Hij zegt
bijna zeker te weten wie er achter de toenmalige bedreigingen zaten. “Dat moet wel een clubje zijn dat zich nu EDEV noemt, iedere keer als zij van zich lieten horen, was het raak en werden onze mensen thuis lastig gevallen, bewijzen kunnen we het overigens niet, maar het was wel erg toevallig”. Hoe dan ook, nu lijken de apenbevrijders het geweld te hebben afgezworen en lobbyen zij op het Binnenhof. Niet zonder succes, want volgens Tjeerd van Dekken, PvdA-kamerlid en verklaard tegenstander van de proeven, tekent ‘zich er al enige tijd een meerderheid in de kamer af die het liefst de proeven op termijn zou willen verbieden’. Van Dekken haast zich aan zijn ‘principiële bezwaren’ toe te voegen dat de volksgezondheid een absolute prioriteit heeft. “Ik heb ook heel veel waardering voor het wetenschappelijk werk dat ze daar doen. Maar ik zou nu echt wil-
len zien dat wij alles op alles zetten om te werken aan alternatieven voor de proeven op de Rijswijkse aapjes”. Er wordt, zegt van Dekken, gewerkt aan een databank voor dierproeven. “Om het proces veel inzichtelijker te maken, nu is het bepaald niet transparant wat ze daar uitvoeren”. Apentrainers Maar wat wil dat eigenlijk zeggen, een proef? Een proef wil meestal zeggen dat een aap een injectie krijgt in zijn rode kont. Overigens hebben ze daar training in gehad, het BPRC heeft twee apentrainers in dienst die de dieren de benodigde vaardigheden bijbrengen om zonder al te veel stress een prikje te kunnen ontvangen. Heeft de aap de training met goed gevolgd afgelegd, dan wordt hij, als hij pech heeft, geïnfecteerd met het virus van een infectieziekte of een chronische ziekte. Vervolgens wordt regelmatig bloed bij de aap ge-
prikt. Op die manier wordt er informatie verzameld die er uiteindelijk toe dient te leiden dat er een medicijn wordt ontwikkeld tegen de ziekte waarmee de aap is geïnjecteerd. De apen die besmet zijn, verblijven niet in de apenheulachtige verblijven waar het overgrote deel van hun soortgenoten verblijven, maar in kooien. “Geen kleine kooien, zoals de actievoerders roepen”, maar het zijn wel kooien. Langermans: “Ik wil het helemaal niet mooier maken dan het is, maar één ding, geen aap zit hier in zijn eentje”. Bontrop heeft een schier onuitputtelijke voorraad met voorbeelden die illustreren dat veel medicijnen zijn ontwikkeld dankzij de proeven op apen en welke allang niet meer weg te denken zijn uit ons dagelijks leven. “Hoe denkt u dat de pil gemaakt is?”. Tot besluit “Er zijn eenvoudigweg geen alternatieven. Punt”.
Winkeliers Oud Voorburg zeggen ‘ja’ Zegening op Dierendag Voorburg - De winkeliers in Oud Voorburg hebben zich duidelijk uitgesproken voor de oprichting van een ondernemersfonds. Ruim 70% heeft voor de komst van het fonds gestemd, zo meldt centrummanager Paul Ganzeboom die zegt aangenaam verrast te zijn ‘door het niet mis te verstane signaal’ van de circa 180 ondernemers. Veel ondernemers in het gebied klagen al jaren over teruglopende om-
zetten. Het ondernemersfonds waar iedere winkelier verplicht een financiële bijdrage aan zal moeten gaan betalen, zal samen met de centrummanager de neerwaartse spiraal dienen om te buigen. “Het is een uniek winkelgebied”, aldus Ganzeboom, “met heel veel onderscheidende kwaliteiten”. Nu de winkeliers zich definitief hebben uitgesproken over de komst van het fonds, kan het vijfkoppige bestuur aan de slag. Bovenaan het ‘to do’-
lijstje staat volgens Ganzenboom ‘een slagzin of een slogan bedenken waarmee het historisch centrum van Voorburg in één keer wordt neergezet’. “Maar we gaan geen nieuwe dingen bedenken, de winkeliers hebben al eerder aangegeven dat zij eigenschappen als kleinschaligheid en knusheid juist willen benadrukken”. 62% van de ondernemers heeft zijn stem uitgebracht. Het ondernemersfonds zal een stichting worden.
Rijswijk - Verhalen van wonderbaarlijke genezingen zijn nog niet genoteerd, maar op 4 oktober zal voor de vijfde keer op rij de katholieke zegening van dieren plaatsvinden op begraafplaats Oud Rijswijk in Rijswijk. Alle dieren zijn er welkom. “Al nemen ze een slang mee”, zegt een woordvoerder onverschrokken. Vorig jaar kwamen er zo’n 30 baasjes met hun hond (‘meestal is het een hond’) naar de zegening om geluk en gezondheid af te smeken. De dienstdoende pastoor zal alle aanwezige dieren met een
buxustak besprenkelen. De woordvoerder stelt dat de zegening past in een lange, katholieke traditie. “In feite is Dierendag de sterfdag van de heilige Franciscus van Assisi”. Deze heilige manifesteerde zich in de dertiende eeuw als een ongeëvenaard dierenvriend. Wie het zekere voor het onzekere wil nemen of zich een consult bij de dierenarts hoopt te besparen, kan op vrijdagavond 4 oktober van 19.00 tot 19.30 uur terecht aan de Sir Winston Churchilllaan 233 in Rijswijk.
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 oktober 2013
Overschrijdingen Spuiforum al te voorzien
Stop wethouder Revis Door Frits van Erpers Rooijaards
Nieuwbouw Eurojust aan Jan Willem Frisolaan. > Artist’s impression: Mecanoo architecten, Delft.
Woede over doordrukken Eurojust Door Robbert Coops
De bulldozers en hijskranen zijn inmiddels uit Zorgvliet vertrokken. Het Maris College is grondig gesloopt. De rust is teruggekeerd. Schijnbaar teruggekeerd, want het luidruchtige sloop-, breek- en hakwerk wordt vanaf 2014 opgevolgd door een al even ingrijpend nieuwbouwproces. Omwonenden zijn nog steeds verbaasd, ontmoedigd, geïrriteerd of gewoon woedend over de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders nog steeds zijn eigen gelijk doordramt, maar geven de moed nog niet (geheel) op. Vanaf 9 september ligt bij het Haagse Informatie Centrum de aanvraag voor de omgevingsvergunning van Eurojust zes weken ter inzage. Denk niet dat het mogelijk is stukken te kopiëren of te fotograferen, want zo groot is het vertrouwen in belangstellende – volgens de Troonrede ‘participerende’ – burgers ook weer niet. Laat staan dat dergelijke stukken op internet worden geplaatst als service. Ik kreeg een overigens vriendelijke ambtenaar toegewezen die keek of ik toch niet iets verdachts deed met de stukken. En of het niet op kon, er stond plotseling een oranje plastic mini-pion op mijn tijdelijke werkplek. De symboliek ontging mij niet: burgers en bestuurders van wijk- en buurtverenigingen zijn slechts pionnen in het politieke discours. Ik mocht wel aantekeningen maken van het kaartmateriaal, de artists impressions van Royal Haskoning en Mecanoo en de overige stukken die de zo omstreden nieuwbouw van Eurojust in Zorgvliet mogelijk moeten maken. Het bleek – ook op basis van deze aanvraag – niet erg moeilijk je voor te stellen hoe dominant de nieuwbouw wordt. Er is gekozen voor een vergelijkbare archi-
tectuur zoals die bij Europol is toegepast. En ondanks de mantra dat er sprake is van ‘transparante materiaalkeuze’ ziet het geheel er – zelfs op papier – behoorlijk dreigend uit. Het gaat dan ook om een pand waarin niet alleen vele (verborgen) veiligheidsmaatregelen zijn verdisconteerd, maar dat ook hoog (56 meter), compact en volumineus (73.011 m3) is. Het zijn maten die in een kleinschalige omgeving als Zorgvliet – nog steeds vallend onder het regime van een beschermd stadsgezicht – niet passen. En ook niet passend te maken zijn, ondanks de pogingen om een glooiend duinlandschap – met veel natuurstenen trappen – te introduceren in de veiligheidszone (die uiteraard voor niemand toegankelijk is). Er zullen immers 450 medewerkers moeten worden gehuisvest, terwijl er voor 850 personen aan conferentieruimten zullen moeten worden gerealiseerd. Dat is nogal wat, wetende dat uitbreiding op de loer ligt. Daarvoor is het voormalige Octrooibureau met veel gemeenschapsgeld opgekocht. Er wordt dus niet alleen gebouwd, maar ook gesloopt in een periode dat juist herbestemming en transitie van bestaande kantoorgebouwen en bedrijfsterreinen hoog op de agenda staan. Wethouder Norder sprak daar vorige week nog enthousiast over bij de opening van de Dutch Green Building Council-week. Maar ja, praktijk en theorie lopen nogal eens uit elkaar. Zelfs als in Den Haag nu al 660.000 vierkante meter kantooroppervlak leeg staat. Gelegenheidsargumenten Dat de gemeente de aanwezigheid en komst van internationale organisaties belangrijk vindt moge duidelijk zijn. Daar is op zichzelf ook niet zoveel tegen in te brengen. Wel tegen allerlei rand-
voorwaarden, keuzes, procedures, consequenties en gelegenheidsargumenten die voortdurend aan de orde zijn. Het wijkoverleg Zorgvliet – maar ook andere organisaties – heeft zich van meet af aan kritisch opgesteld tegen de nieuwbouwplannen van Eurojust. Er is niet alleen geprotesteerd en geprocedeerd maar er is in een vroegtijdig stadium – samen met architect Peter Drijver (Scala) – een alternatief ontwikkeld dat niet alleen aan alle eisen van Eurojust voldoet maar ook nog eens een langslepend leegstandsprobleem aan het Verhulstplein/Conradkade oplost. Ook op andere fronten zijn alternatieven aangedragen. Niettemin bleef en blijft de gemeente – en in het kielzog het Ministerie van Veiligheid en Justitie en Eurojust zelf – doof voor opvattingen en belangen die niet strookten met de eigen ambities. Kennelijk waren er op nationaal en Europees niveau al afspraken gemaakt, die weliswaar niet zichtbaar konden worden gemaakt, maar wel doorwerkten in de verhoudingen met de gemeenteraad, omwonenden en belangenorganisaties. Natuurlijk, er verschenen nieuwsbrieven en er werden plichtmatig inloopbijeenkomsten georganiseerd, maar meer om zaken achteraf te verklaren of te verdoezelen dan echt te overleggen en te participeren. Ook de wijze waarop de omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van Zorgvliet en de sloop van twee woningen aan de Jan Willem Frisolaan ter inzage ligt en het ontbreken van een duidelijke toelichting daarin duidt erop dat de gemeente Den Haag zich weinig aantrekt van de ‘participatiemaatschappij’. Drs. Robbert Coops is voorzitter stichting Wijkoverleg Zorgvliet (zie: www.zorgvlietdenhaag.nl)
In de hele discussie rond het Spuiforum is het merkwaardig dat de VVD alles zonder enig commentaar aan zich voorbij laat gaan. Er heerst een oorverdovende stilte. De VVD lijkt in blijde afwachting van de afrekening van de PvdA tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in maart. De VVD levert graag wethouders van financiën aan het Haagse College. Thans is dit de heer Boudewijn Revis. Hij zou zich nu toch al ernstig zorgen moeten maken over een aantal risico’s en gevaren die ontstaan bij het bouwen van de cultuurextravagantie, het Spuiforum. Allereerst laten de rapporten van zowel Twijnstra en Gudde als dat van het bureau BBN zien dat er vele open einden zijn. Overschrijdingsrisico’s van maar liefst zestig miljoen en meer worden genoemd. Wie gaat dat na 2014 betalen? De wethouder van financiën. Grote bouwprojecten, zoals het ADO-stadion, blijken onomkeerbaar te zijn. Niemand gelooft dat wanneer de bouw van het Spuiforum eenmaal begonnen is en de eerste overschrijdingen worden gemeld, dat de bouw dan wordt stilgelegd en dat er wordt afgezien van realisatie. Dat wordt straks dus bijbetalen, beste wethouder van financiën. En als de VVD weer de door hun begeerde wethouder van financiën levert, ligt de onbetaalde rekening op het bordje van deze liberaal. Dus daarom zou het goed zijn als de VVD zich zorgen maakt over eventuele overschrijdingen die nu al zijn te voorzien. Wat gaat er straks gebeuren met de kostenoverschrijding? Welnu, een tegenvaller in de investering zal worden weggewerkt via het grondbedrijf en dus niet via de algemene gemeentelijke middelen. Maar de rentelast voor de hogere investering komt natuurlijk wel terecht bij de burgers via belastingen, heffingen en verminderde dienstverlening. Daarmee houdt het niet op. De huur die de gebruikers moeten gaan betalen wordt een aparte opgave. Alle toegangsprijzen van de culturele voorzieningen, waarvan vooral de hogere en middeninkomens de gebruikers zijn, zullen daardoor omhoog spuiten. De afgelopen vier jaar hebben de collegepartijen zich sterk gemaakt voor het met tientallen procenten verminderen van de subsidies voor de culturele instellingen. Het symfonieorkest moest maar liefst dertig procent inleveren. De inkomenspositie van NDT en RO staat niet alleen onder druk van dreigende verdere kortingen, maar ook van
uw mening
Wanbestuur Vele vooraanstaande burgers stemmen op de VVD en zij besturen allerlei kunst- en cultuurinstellingen. Waarom worden deze bestuurders niet wakker? Stop Revis. Het feit dat hij niet wil dat de gemeentelijke rekenkamer naar de financiële risico’s van het Spuiforum kijkt, maakt dat hij persoonlijk aansprakelijk gesteld zou moeten wor-
Boudewijn Revis.> Foto: PR
den wegens wanbestuur. Revis zal deze week goede sier maken met de begroting en de lage ozb. Kijk hem eens goed zijn voor het VVD- hobbypaardje. Evenwel tekent hij ook voor een financiële politiek die niet verder kijkt dan de eerstvolgende verkiezingen. De rol van onze VVD-burgemeester Van Aartsen is ook wat onderbelicht gebleven in de afgelopen periode. Hij zet zich in als enthousiast pleitbezorger van het Spuiforum en heeft zich meer als projectontwikkelende collegevoorzitter gemanifesteerd dan als voorzitter van de gemeenteraad en eerste burger van de steeds verder versplinterende stad. Voor de burgemeester geldt dat hij graag een cultureel paleis wil hebben voor de internationale uitstraling van de stad. Maar dan moet hij nog wel uitvoerende culturele instellingen hebben die over enige substantie beschikken. En burgers die zich een bezoek aan zijn cultuurpaleis kunnen en willen veroorloven. Frits van Erpers Rooijaards is lid van de werkroep Dooievaar+
uw mening
Heerlijke tijd Het artikel over het Benoordenhout inspireerde mij tot het schrijven van onderstaande ontboezeming. Als het al zo was dat de bewoners van het Benoordenhout voetballen op straat niet op prijs stelden, dan hebben mijn vriendjes en ik zich daar nooit veel van aangetrokken. Natuurlijk, je moest oppassen als je bal in een tuintje verdween, maar waar niet? Van 1945 tot circa 1964 heb ik in de van der Woertstraat gewoond. Ik heb er een heerlijke kindertijd gehad. We leefden op straat, ’s zomers tot half negen wanneer onze ouders het bedtijd vonden. We speelden er putjehockey, voetbalden en cricketen naar hartelust totdat we oud genoeg waren om lid te kunnen worden van HVV, HHIJC of TOGO. Daarvoor moest je toch wel minstens 10 jaar zijn want Mini’s waren er nog niet.
het teruglopend bezoek. De prijzen voor een avondje cultuur zullen dus oplopen. Voor aanvullende subsidies zal dan een beroep gedaan moeten worden op de gemeentekas. Het is niet anders. En zo gaat het slachten van de kunstsector door de VVD en D66 na de verkiezingen verder! En na de cultuursector mogen straks de andere taken die de gemeente uitoefent gaan opdraaien voor de tekorten. Nog daargelaten van het weglekken naar concurrenten in Rotterdam en Amsterdam.
We speelden verstoppertje, blikkietrap, we tolden en knikkerden, tekenden hinkelbanen op de stoep en hielden levensgevaarlijke fietswedstrijden. Het kon allemaal want in de straten stonden nog vrijwel geen auto’s geparkeerd. We bouwden boten en lieten die zeilen in het brede deel van het slootje tussen de Ruychroklaan en de Ridderlaan. ‘De Berm’ noemden we dat slootje. We speelden in de ruïnes van de villa’s aan de van Voorschotenlaan die getroffen waren door een V2 die in de oudjaarsnacht 1944/45 daar neergestort en ontploft was. Er waren geen slachtoffers te betreuren want de hele buurt was geëvacueerd. We bouwden zeepkisten en reden ermee de paden af van het Hubertuspark (de ‘Mussenberg’) totdat één van mijn vriendjes met zijn kop in het
prikkeldraad belandde …. We tennisten illegaal op de tennisbaan van Bronovo, totdat daar een zusterhuis werd gebouwd, met tennisballen die we vonden in de bosjes rond de WWtennisbanen aan de van Hogenhoucklaan. En.. het jaarlijkse feest… we vochten met de jongens van de van der Aastraat om kerstbomen en oudejaarsavond verbrandden wij onze buit, of wat ervan over was, op het kruispunt van de van der Woertstraat en de van Diepenburchstraat. En de politie en de brandweer waren in geen velden of wegen te bekennen. Ja, sommigen van ons zijn wel eens meegenomen naar het politiebureau in de De Mildestraat als ze gevist hadden in de tankgracht bij het HDM-terrein, wat kennelijk niet mocht. Onze vaders moesten ons dan komen ophalen. Ook pakte een in onze ogen overijverige ‘bink’ wel eens een bal af die hij dan als een tro-
fee onder de snelbinders van zijn dienstrijwiel meenam. Er is veel meer te vertellen over die heerlijke buurt waar wij ons altijd vermaakten in een tijd zonder TV of I-pods. Ik wil maar zeggen, als de bewoners van het Benoordenhout een burgerlijk bastion vormden waar iedereen op elkaar lette, dan hebben wij kinderen er weinig van gemerkt. Misschien is het ook maar een verhaal dat steeds weer wordt herhaald. Het zal bij ons niet veel anders geweest zijn dan in veel andere wijken van de stad, op het zand of op het veen. Ik erken dat er wel verschillen zullen zijn, maar het wordt tijd dat de geschiedenis van het Benoordenhout en zijn inwoners eens in een modern jasje wordt gestoken. Inderdaad jammer dat bij de heruitgave van het boek van van Wermeskerken die kans gemist is. Dick Moor
Diplomaten Ik weet uit ervaring dat diplomaten zijn vrijgesteld om boetes al dan niet te betalen. Er kan wel bedacht worden dat het veel geld opbrengt voor de kas als de boetes wel betaald worden maar hoe gaan de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers er in het buitenland mee om? Het is gewoon een diplomatieke overeenkomst tussen landen. Dit soort dingen moet eerst uitgezocht worden voordat er zo’n beschuldiging van ‘wanbetalers’ wordt uitgebracht. Leonoor Kraan Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
9
economie<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Shell-directeur serveert ontbijt op Aloysius
‘Van boodschappen doen naar beleving’. >Foto: Unibal-Rodamco
Nieuw Leidsenhage wordt ‘uniek voor Nederland’ Bijna alles gaat anders worden in winkelcentrum Leidsenhage. Misschien zal zelfs de vertrouwde naam moeten wijken voor het veel internationaler klinkende ‘the Spring’. Door Pieter de Leeuw
De grootste vastgoedeigenaar in het winkelcentrum Leidsenhage, Unibail-Rodamco, gaat 200 miljoen euro uitgeven om het enigzins grauwe winkelcentrum om te toveren tot de grootste overdekte shoppingmall van Nederland. “Een bioscoop met 8 zalen, veel leuke horeca, een mooi aanbod van retailers”, aldus Bart van Twillert van de vastgoedonderneming. “Sowieso wordt het een regionaal winkelcentrum dat uniek is voor Nederland”. Want zoals het nu gaat, gaat het niet goed, zegt ook centrummanager van Leidsenhage, Jos Zuijdwijk. Hij stelt: “De winkeliers zullen mee moeten gaan doen met de nieuwe tijd waarin mensen steeds meer artikelen via het
Ingezonden mededeling
internet kopen en waarin de recessie zijn invloed doet gelden, of ze nu willen of niet”. Van Twillert die als director development aan Unibail verbonden is, formuleert het ietsje hoopvoller: “Nu gaan de mensen nog naar Leidsenhage om boodschappen te doen, straks zullen ze vooral gaan om de beleving”. Dat begint al bij de look and feel. Van Twillert legt in het meest onvervalste jargon uit dat de reusachtige metamorfose is terug te brengen tot 3 activiteiten: ’remarketing, redesigning en retenanting’. Dat wil zeggen dat er veelvuldig gebruik zal worden gemaakt van apps en andere interactieve noviteiten om het winkelend publiek up to date te houden en dat er volop events plaats zullen vinden. Het winkelcentrum, dat inderdaad bij wijze van werktitel door van Twillert ‘the Spring’ is gedoopt, zal een volkomen ander gezicht moeten krijgen, een warmer en menselijker gezicht vooral en tenslotte zal het aanbod van winkeliers een goede mix dienen te zijn van ‘enige lokale onder-
nemers en nationale en internationale bedrijven’. “Winkeliers zullen nog veel meer de combinatie van off line en on line met elkaar moeten zien te versmelten”, doceert van Twillert. Hagenaars Hij verwacht dat ook meer Hagenaars de weg gaan vinden naar het winkelcentrum. Veel, heel veel zal er gaan veranderen. “Maar in zekere zin gaan we ook terug naar de oorsprong , want toen in 1970 Leidsenhage werd gebouwd, had het veel meer een regionale uistraling dan dat de laatste jaren het geval is geweest”. Doelstelling is jaarlijks tussen de 12 en de 14 miljoen bezoekers te trekken. Nu zijn dat er circa 9 miljoen. Het parkeren blijft gratis. De bedoeling is om het winkelcentrum een ‘kwalitatief hoogstaande’ uitstraling te geven, maar dat niet wil zeggen dat de eigenaar van een kleine portemonnee zal worden geweerd. “Dus de Action kan gewoon blijven. De Action is een winkel die het heel goed doet en die ook zeker past in het concept van the Spring,
maar daaromheen zal dan wel een goede combinatie van winkels moeten komen, het is de mix van winkels die ervoor zorgt dat de winkels elkaar versterken”. Zij weten wel het één en ander van winkelcentra bij Unibail. Het rijtje winkelcentra dat volgens een vergelijkbaar concept niet al te lang geleden is geopend, is flink. ‘Wenen, Praag, Parijs’ en straks, de planning is in 2017, dus Leidschendam. Worldwide heeft Unibail inmiddels 82 grote, regionale winkelcentra. Jos Zuijdwijk kan zijn geluk niet op. “Waar vind je een partij die in deze tijd zoveel geld op tafel wil leggen”. De vastgoedeigenaren en het overgrote deel van de winkeliers hebben de plannen dan ook omarmd. Zuijdwijk: “Denk alleen eens aan alle kantoorruimte, nu zo’n 30.000 m2 die voor het grootste deel leeg staat en straks bij het winkelcentrum zal worden getrokken”. Nog 4 jaar duurt het en dan is het huidige winkelcentrum Leidsenhage voor altijd verdwenen om plaats te maken voor, misschien wel, the Spring.
Shell grijpt de Dag van de Leraar op 7 oktober aan om de aandacht te vestigen op het almaar afnemende aantal leerlingen dat voor een technische opleiding kiest. Op het Aloysius College in Den Haag zal de president-directeur van Shell Nederland Dick Benschop een ontbijt serveren aan de aanwezige leraren en leerlingen. Benschop die zelf ooit een jaar actief was als leraar geschiedenis op een middelbare school in Den Helder zal maandagochtend niet alleen met croissants en jus d’orange in de weer gaan om de bèta -jongens en -meisjes wakker te schudden, maar stuurt ook een brief aan 140 middelbare scholen (met een mok voor de dienstdoende leraren) waarin hij een lans breekt voor het technisch onderwijs en zijn zorgen uitspreekt over de spanwijdte van onze kenniseconomie als het aantal jeugdige techneuten maar af blijft nemen. Voor veel leerlingen is de leraar nog steeds een bron van inspiratie, stelt Benschop. Een leerling met een passie voor techniek, zal dan ook door de leraar op weg moeten worden geholpen. Shell steekt sowieso veel tijd in onderwijs, stelt een woordvoerster. “In het afgelopen jaar heeft Shell 700 mensen aangenomen, waarvan 500 met een technische achtergrond”.
Vrijwilligerswerk 270 miljoen waard De Haagse vrijwilligerssector vertegenwoordigt een waarde van ruim € 270 miljoen en is goed voor 17.000 fte’s. Dat blijkt uit de cijfers over het vrijwilligersbeleid van de gemeente Den Haag die wethouder Karsten Klein (Jeugd, Welzijn en Sport) deze week presenteerde. Ook komt uit onderzoek naar voren dat 27% van de Hagenaars zich regelmatig vrijwillig inzet voor anderen. Hiermee is de doelstelling van het gemeentelijk beleid, 25% vrijwilligers in 2014, nu al ruimschoots gehaald. Het aantal Haagse vrijwilligers steeg van 18% in 2009 naar 27% in 2013. De gemeente Den Haag heeft de voorbije jaren actief beleid gevoerd om vrijwilligerswerk te stimuleren om zo een voorschot te nemen op de overgang van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Op vrijwilligersbeleid is dan ook niet bezuinigd. Er werd juist geïnvesteerd om organisaties te ondersteunen bij het werven en binden van vrijwilligers. Voorbeelden hiervan zijn een trainingsaanbod, een wervingscampagne, een vacaturebank en vrijwilligersfeesten.
10>interview Vilan
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 oktober 2013
Schrijfster Justine le Clercq
Bericht van de zelfkant
Internetpoezen
Zeg mij wie uw vrienden zijn, en ik zeg u wie u bent. Ik begin. Op Facebook koester ik een diepe belangstelling voor minstens twintig internetpoezen, een gehandicapt varken in een halve rolstoel en tot voor kort één hond, maar Schoep (zo heette hij) is helaas dood. Vooral de poezen volg ik intensief, elke dag van de week. Het zijn vooral Amerikaanse poezen. In Amerika woont een man die zichzelf Foster Dad John noemt. Hij adopteert tijdelijk poezenmoeders met hun kittens zodat ze een ‘furever home’ kunnen vinden. Foster dad John heeft op die kittens een webcam gezet die 24 uur per dag uitzendt wat de poezen in zijn Critter Room doen. Daar kijken duizenden mensen van over de hele wereld naar, en eentje daarvan ben ik. Zijn de kittens groot genoeg om definitief geadopteerd te worden, dan is het tijd voor Adoption Day. Ik moet dan altijd huilen. Maar meestal krijgen ze van hun nieuwe ouders een eigen Facebookpagina. En de moeder poes natuurlijk ook. Dus dan kan ik zien hoe iedereen het doet in de nieuwe omgeving. In de Critter Room komt gelukkig altijd weer een nieuw nestje. U hoort het wel, ik hoef eigenlijk niets meer met mijn leven te doen. Ik kan best de hele dag voor de computer zitten en naar de webcam kijken. Daarna natuurlijk commentaar leveren op de foto’s van filmpjes van de favoriete internetpoezen. Vragen stellen kan ook en ervaringen uitwisselen met andere poezenmensen. Er zijn kittens die speciale poezenspelletjes doen op de IPad (Amerika, hè?) en daar chat ik dan over met Amerikaanse catlovers. Inmiddels schaam ik me diep, dat mijn eigen rode kater Tim nog geen eigen Facebookpagina heeft of een eigen IPad. Dan doe ik hem toch tekort in zijn ontwikkeling. Misschien met Dierendag. Ik geloof niet, dat ik dit al aan iemand verteld heb. Dat ik de laatste keer op de Partij van de Dieren heb gestemd, durf ik nog net te zeggen. Het punt is, ik wil graag serieus genomen worden door de mensen. Begin ik over mijn gevoelens voor de Amerikaanse poezen die ik ken, of over mijn verdriet op Adoption Day, dan vrees ik voor opgetrokken wenkbrauwen. Dierenliefde vinden ze hier gauw overdreven of gek. De grapjes over poezevrouwtjes hoor ik al, terwijl die vrouwen me best gelukkig lijken. Het is dus een teer onderwerp dat ik deze week met u deel. Maar soms vermoed ik zomaar dat ik niet de enige ben in Den Haag. Vilan van de Loo
Schrijfster Justine le Clercq (46) liep op haar vijftiende van huis weg en leidde jarenlang een zwervend bestaan. De weerslag daarvan is terug te vinden in haar werk: randfiguren spelen een belangrijke rol in haar debuutroman ‘De roemlozen’ (2011) en ook in haar nieuwe verhalenbundel ‘Wegens geluk gesloten’. “Ik probeer een stem te geven aan mensen die ik op straat heb gekend en die het niet hebben gered”.
Door Renate van der Zee “Ik schrijf geen romans. Ik schrijf ook geen verhalen. Ik schrijf ‘slices of life’”, zegt schrijfster Justine le Clercq, van wie het nieuwe boek ‘Wegens geluk gesloten’ deze maand verschijnt. Twee jaar geleden maakte ze indruk met haar debuutroman ‘De roemlozen’. Een markante, recht voor zijn raap geschreven roman over mensen die er maar niet in slagen hun plannen te verwezenlijken en hun leven tot een succes te maken. Met de stad Den Haag als decor. Le Clercq’s personages zijn vaak figuren die zich ophouden aan de zelfkant van het leven. Mensen die op de één of andere manier de boot hebben gemist. Of niet eens wisten dat er een boot ging. En daar zitten ze dan, gevangen op het eiland van hun onvermogen. Maar maak niet de fout hen te omschrijven als mislukkelingen. Want dan neemt de schrijfster hen onmiddellijk in bescherming. “Ik schrijf niet over mislukkelingen. Ik schrijf over mensen die me boeien. En dan kom ik al gauw uit bij personen aan de rand van de maatschappij. Met de middenmoot heb ik niet zoveel. Maar ook puissant rijke mensen kun je beschouwen als randfiguren”. Als het over de rand van de maatschappij gaat, weet Le Clercq waar ze het over heeft, hoewel ze opgroeide in een mooi huis in Voor-
burg als dochter van een succesvolle kunstenaar. “We functioneerden normaal qua dag- en nachtritme, maar we waren duidelijk anders dan de rest. We gingen drie keer per week uit eten, mijn ouders liepen gewoon naakt door het huis, niemand van ons vertrok ’s ochtends naar zijn werk en met vakantie gingen we ook al niet, in plaats daarvan gingen we gewoon een tijd in Frankrijk wonen”. Ik was een muzikaal kind, ik speelde klarinet en viool en ze vonden mij getalenteerd. Met mijn schrijftalent maakte ik minder indruk: voor mijn opstellen kreeg ik een drie of een tien. De meningen over mijn kwaliteiten liepen toen al sterk uiteen en dat is mijn leven lang zo gebleven.
‘Ik schrijf over mensen die me boeien. En dan kom ik al gauw uit bij personen aan de rand van de maatschappij’
Als ik een drie kreeg voor een opstel, stapte mijn vader naar de schoolleiding ‘voor een gesprek’. Ik ben benieuwd of hij dat nu weer gaat doen als ik een slechte recensie krijg voor mijn nieuwe boek. Gedurende mijn hele jeugd was het grote doel het conservatorium. Tenminste, dat was het doel dat mijn ouders voor mij op het oog hadden. Maar die druk kon ik niet aan, ik had daar niet genoeg zelfvertrouwen voor. Ik droomde helemaal niet van het conservatorium, ik droomde van aandacht om wie ik was, niet om wat ik kon. Maar bij ons thuis ging alle aandacht naar mijn vader, de beroemde kunstenaar. Wij vormden slechts het decor. Ik was een hypergevoelig kind met een grote mond. Dat was lastig voor mijn omgeving. Ik beet flink van me af, dus was aan de buitenkant niet te zien dat er van binnen iets heel anders aan de hand was. In werkelijkheid begreep ik niets van de wereld en was ik eigenlijk altijd bang en gestresst. Weglopen Op school ging het helemaal niet. Als ik een tentamen had, leverde ik mijn papier blanco in. Dan wist ik tenminste zeker wat voor cijfer ik kreeg. Ik zakte af van VWO naar Mavo, tot ik helemaal niet meer ging. Toen ik vijftien was, liep ik van huis weg. Ik had ruzie met mijn ouders omdat ik blowde en omdat ik een kutpuber was. Van huis weg-
>Foto: Piet Gispen
lopen was toen, begin jaren tachtig, eerlijk gezegd ook wel een beetje in de mode, hoor. Ik heb zes jaar rondgezworven van opvanghuizen naar begeleid wonen naar een kamer huren, naar in een auto slapen naar het tuchthuis. Veel mensen vinden het zielig dat ik als jong meisje heb gezworven, maar ik heb er geen nare herinneringen aan. Ik was bevrijd van een enorme druk. De straat was van mij. Ik had geen enkele verantwoordelijkheid, ik kon doen wat ik wilde, drugs gebruiken zoveel ik wilde. Ik gebruikte heroïne, want heroïne dempt de pijn en ik was in het diepst van mijn wezen doodongelukkig. Ik was zo gevoelig dat ik niet goed in staat was tot contact met andere mensen. Dat wordt wel beter met de jaren, maar helemaal goed wordt het nooit. Als heroïne legaal zou zijn en niet zo criminaliserend zou werken, zou ik het nu nog gebruiken. Het is natuurlijk wel mijn mazzel geweest dat ik nooit iets ergs heb meegemaakt in de jaren dat ik zwierf. Ik heb het wel om me heen gezien hoor, meisjes die seksueel werden misbruikt in die jeugdinrichting, bijvoorbeeld. Maar ik ben altijd overal tussendoor geglipt. Ik heb er veel over nagedacht waarom dat was. Misschien heeft het toch met opvoeding te maken. Ik bezat op de één of andere manier een ze-
11
interview<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
‘Als heroïne legaal zou zijn en niet zo criminaliserend zou werken, zou ik het nu nog gebruiken’
kere weerbaarheid. Ik was hartstikke verslaafd en om dat te bekostigen stal ik alles wat los en vast zat. Ik stal leren broeken uit de Bijenkorf en die verkocht ik dan in de Geleenstraat. Ik zag er netjes uit, dus dat jatten ging me goed af. Maar af en toe werd ik toch opgepakt en dan bekeken ze me op het politiebureau en zeiden ze: ‘Ach meisje toch, de straat, dat is toch niets voor jou.’ Oh, ik wilde zo graag bij de achterbuurt horen, maar ook daar paste ik niet in. Ik hoorde nergens thuis. Ik heb flink gebruikt, maar toch heb ik altijd geweten dat ik zou stoppen. Anders dan veel van mijn medeverslaafden ben ik nooit helemaal de weg kwijt geraakt. Op een gegeven moment had ik een crimineel vriendje die overvalletjes pleegde en ik bestuurde dan de vluchtauto. Uiteindelijk zijn we als een soort Bonnie & Clyde ingerekend door de politie. Toen we merkten dat we gevolgd werden, sprong hij uit de auto om de Scheveningse Bosjes in te vluchten, maar de hele Waterpartij bleek te zijn afgezet. We zijn toen gearresteerd. Ik was 21 en ik dacht: nu is het klaar met die gekkigheid, ik had wel kunnen omkomen in een vuurgevecht. Dat vriendje van me was een gevaarlijke jongen, maar hij heeft wel mijn leven gered, want hij heeft alle schuld op zich genomen.
Hij kreeg drie jaar en ik stond na een paar uur weer op straat. Woedend Ik ben afgekickt en wilde helemaal niets meer met drugs te maken hebben. Ik ben een opleiding gaan doen tot maatschappelijk werkster en ging aan de slag. En ik was goed, joh! Ik kende het natuurlijk allemaal van binnen uit. Ik was streetwise en ik was woedend, want ik wist uit ervaring hoe waardeloos de hulpverlening was. Dus ik ging het wel even veranderen, daar kwam ik aan hoor, galopperend op mijn paard. Dat lukte natuurlijk niet, maar ik heb voor sommige mensen wel wat kunnen betekenen. Er zijn cliënten met wie ik nog steeds contact heb. Die hebben nu al lang kinderen en carrières. Maar op een gegeven moment kreeg ik de rekening gepresenteerd voor mijn verleden. Ik bleek hepatitis C te hebben opgelopen. Dat kan een levensbedreigende ziekte zijn, maar veel mensen hebben er weinig last van. Ik had pech. Ik werd zo ziek dat ik in een rolstoel belandde. Dat is echt een breuk in mijn leven geweest. Die ziekte, dat is het grote trauma geweest, niet mijn zwerfverleden. Ik kreeg een chemokuur die een jaar zou duren. Veel mensen kunnen dat aan. Maar ik had pech: ik kon er niet tegen, lichamelijk niet en ook geestelijk niet. Ik werd
psychotisch. Ik zag spinnen over de muur kruipen, ik hoorde stemmen die me aanspoorden mensen neer te steken, ik stond verschrikkelijke angsten uit. Na drie maanden moest ik stoppen met die kuur, anders zou ik het niet overleven. De kans bestond dat het virus terug zou komen, maar deze keer had ik wèl geluk. Tot op de dag van vandaag heeft het virus zich niet gemanifesteerd. Het kan zijn dat het weg is, het kan zijn dat het slaapt. Dat weet ik niet. Als je eenmaal op de rand van de dood hebt gebalanceerd, is er niet veel meer wat er toe doet. Ik ben radicaler in mijn beslissingen geworden: als iets niet goed voor me is, stop ik er onmiddellijk mee. Ik leef vandaag en niet morgen. Ik leef alsof het mijn laatste dag is. Het heftigste was dat ik in de medische wereld als vrouw geen aanspraak kon maken op dezelfde behandeling als mannen. De klachten van vrouwen worden vaak weggewimpeld als geestelijk. Tussen de oren. Ik weet nog dat ik bij een arts zat die mij vroeg of ik kinderen had. Toen ik ontkennend antwoordde, had hij zijn conclusie klaar. Het maakte niets uit dat ik zei dat ik totaal geen kinderwens had, hij keek me meewarig aan en sloot mijn dossier. En dit heb ik meerdere keren in verschillende variaties meegemaakt. Mijn vriend kreeg in dezelfde tijd de
ziekte van Pfeiffer en hij werd van het begin af aan serieus genomen. Ik was ernstig ziek, maar omdat ik een vrouw was, werd er niet naar me geluisterd. Dat was heel erg. Kwelling Maar goed, toen ik daar in dat ziekenhuis half dood lag te gaan, dacht ik: stel dat ik blijf leven, wat wil ik dan doen met mijn leven? Toen zei ik tegen mezelf: ik wil schrijven. Dat wilde ik eigenlijk al sinds mijn zesde, maar ik ben er pas op mijn 35ste mee begonnen. Eerst korte verhalen, en toen mijn debuutroman, ‘De roemlozen’. Het was eigenlijk nooit de bedoeling dat dat een heel boek zou worden, ik schrok er zelf van, maar het vloog er uit. Om de landerigheid, de hangerigheid, het verstrijken van de tijd in de levens van de hoofdpersonen voelbaar te maken, moest het klaarblijkelijk langer worden. Het draait in mijn werk vaak om één gedachte en daaromheen gebeurt alles. Dat kan in 60.000 woorden, maar ook in 600. Of zelfs in 300. Dat is misschien wel het mooiste: een verhaaltje van 300 woorden dat de lezer ontredderd achterlaat. Dan heb je wat bereikt. Het schrijven zelf is een kwelling. De eenzaamheid. Maar het is prachtig om van het leven literatuur te maken. Dingen van een afstand
benaderen is prettiger dan van binnen uit, terwijl ik natuurlijk wel het leven dat ik heb geleid, meeneem als ik schrijf. Als ik schrijf over iemand die verslaafd is geweest, praat ik geen poep. Ik schrijf niets op wat niet echt is gebeurd. Maar als ik het leven zelf omzet in een vorm die boven mij uitstijgt, krijgt het iets draaglijks en zinvols. Het gaat mij trouwens niet om het schrijven. Als ik films had kunnen maken, had ik dat gedaan. Ik ben een tijdlang bezig geweest met fotografie, dat was ook een mooie mogelijkheid geweest. Hoe dan ook, ik wil met mijn werk iets zeggen, mijn mening geven. Ik voer mensen ten tonele die randfiguren worden genoemd en over wie op een bepaalde manier wordt gedacht. Ik wil laten zien dat zij ook een leven hebben. En dat dat een normaal leven kan zijn. Ik heb mazzel gehad, ik heb het allemaal overleefd. Veel mensen die ik op straat heb gekend, zijn er niet meer. Ik heb iets in te lossen, want ik heb het wel gered. In mijn werk probeer ik een stem te geven aan de mensen die ik heb gekend en die er niet meer zijn. Misschien zijn dat pompeuze pretenties. Maar ach, dat nuchtere gedoe, wat valt daar nou aan te beleven?” ‘Wegens geluk gesloten’, van Justine le Clercq wordt donderdag 24 oktober gepresenteerd in Boekhandel Paagman (Uitgeverij Podium, € 17,50)
TOPTALENT MOET JE KOESTEREN Vier creatieve uitblinkers maken kans op een Beurs voor Toptalent Creatieve Industrie. Ze zijn ondernemend en behoren tot de beste afstudeerders van hun jaar. En ze staan te popelen om de wereld te bestormen met hun werk. Op 14 november a.s. maakt wethouder Marjolein de Jong bekend aan wie de beurs wordt toegekend. Toptalent moet je koesteren. Van de honderden studenten die jaarlijks aan de Haagse creatieve opleidingen afstuderen, steken er altijd een paar boven uit. Deze talenten hebben alles in hun mars om uit te groeien tot succesvolle creatief ondernemers. Daarbij kunnen ze een investering goed gebruiken. Ook de stad profiteert; de jonge creatieve ondernemers dragen bij aan het vestigingsklimaat, de werkgelegenheid en aan de internationale profilering.
BEuRS vOOR TOPTALENT CREATiEvE iNduSTRiE
Uitreiking tijdens Border Sessions
De Beurs voor Toptalent Creatieve Industrie is mede mogelijk gemaakt met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Unie.
Tekst Caroline Ludwig Fotografie Jeannette Slütter (foto Dayna Casey), Imane Elfilali (Jan Rosseel)
Wethouder Marjolein de Jong zal op 14 november a.s. tijdens Border Sessions bekendmaken wie dit jaar een beurs in de wacht zal slepen. Border Sessions is het internationale technologiefestival, dat voor de tweede maal georganiseerd wordt in Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag. Het festival biedt een podium aan meer dan 25 denkers, onderzoekers en ondernemers met ieder een boeiend verhaal. Daarmee zou je Border Sessies het innovatieve broertje van Crossing Border kunnen noemen. Meer over het programma en tickets is te vinden op www.bordersessions.org
Een select gezelschap van hoogvliegers dingt sinds 2010 mee naar een Beurs voor Toptalent Creatieve Industrie. De beurs maakt deel uit van het programma Creatieve Stad van de gemeente Den Haag. Voor de talenten is ondersteuning in dat lastige eerste jaar na hun afstuderen een mooie steun in de rug. Op weg naar zelfstandig ondernemerschap kunnen ze met de beurs – maximaal € 20.000 – een vliegende start maken. Docenten van de Haagse creatieve opleidingen dragen ieder jaar de meest kansrijke studenten voor. Uit de negen kandidaten selecteerde de jury vier toptalenten die in september hun plannen presenteerden voor een deskundige jury. Die bestaat uit Arno van Roosmalen (directeur Stroom), Maarten Gresnigt (directeur marketing Rabobank Den Haag) en Wim Vos (ensemble Asko|Schönberg). Zij adviseren wethouder Marjolein de Jong bij haar keuze.
GENOMiNEERdEN 2013
Iris Hond
Dayna Casey
Jan Rosseel
Nynke Koster
Iris Hond behaalde deze zomer haar master aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. De pianiste heeft een stormachtige tijd achter de rug waarin ze tekende bij platenmaatschappij Universal, twee cd’s uitbracht en veel media-aandacht kreeg. “Nu heb ik weer wat rust. Met Den Haag als thuisbasis wil ik me met behulp van de beurs graag als zelfstandig pianiste vestigen. Ik heb een project ontwikkeld om nieuw publiek voor klassieke muziek te interesseren. Onder de naam Sara and the Hourglass componeer ik nieuwe stukken op basis van mijn eigen verhaal.Via internet en social media betrek ik andere musici bij dit project en genereer ik veel belangstelling.”
Grafisch ontwerpster Dayna Casey maakte voor haar afstudeerproject aan de Academie van Beeldende Kunsten (KABK) visuele samenvattingen van informatie. Eerder bedacht ze een nieuwe indeling voor een roman aan de hand van vijf categorieën. “Het is mijn talent om structuren in grote hoeveelheden informatie inzichtelijk te maken voor anderen. De beurs zou ik gebruiken om onderzoek te doen naar nieuwe manieren van lezen. Dit als reactie op de informatiemaatschappij. Ik wil me graag ontwikkelen als ontwerpster van educatieve uitingen. Als zelfstandig ondernemer wil ik daarbij samenwerken met andere Haagse creatieven en disciplines.”
Jan Rosseel, deze zomer afgestudeerd aan de KABK als documentair fotograaf, trekt met zijn serie Belgische Herfst veel belangstelling. In zijn foto’s geeft hij een nieuwe interpretatie van de herinneringen rond de gruweldaden van de ‘Bende van Nijvel’. “Bij dit project wil ik een interactieve tentoonstelling en een nieuw soort fotoboek maken. Met het geld van de beurs kan ik eigen projecten opzetten. Zo heb ik ook het plan voor een fotoproject rond de Armeense genocide.” Sinds twee jaar werkt hij voor persagentschappen, kranten en tijdschriften. “In de journalistiek wordt vaak een visie gepresenteerd. Met mijn foto’s wil ik graag meerdere kanten laten zien.”
Nynke Koster onderzoekt de grens tussen meubels en kunst. Zij rondde onlangs haar studie meubelontwerp aan de KABK af. “Als eindexamenproject heb ik een meubelcollectie ontworpen met als uitgangspunt afdrukken die ik maakte in het gebouw van de Academie. Positief werd negatief. Zo transformeerde ik plekken in het gebouw in gebruiksobjecten. Dit wil ik ook toepassen op andere gebouwen. Ik ben van plan een collectie te maken voor het Mauritshuis, dat nu verbouwd wordt. Ook zou ik een deel van de beurs gebruiken om een kleed te maken met een afdruk van de Porta del Paradiso, de wereldberoemde deur uit het Baptisterium in Florence. De beurs zou een grote stap betekenen voor mijn toekomst.”
SuCCESvOL MET dE BEuRS in de afgelopen drie jaar zijn acht beurzen vergeven. vorig jaar behoorde meubelontwerper Maarten Schenkeveld tot de gelukkigen. “door de toekenning van de beurs kan ik deelnemen aan belangrijke exposities. ik stond op de beurs Object in Rotterdam en in april gaf ik op de Salone internazionale del Mobile in Milaan een performance waarin ik ter plekke vazen maakte. Het zijn steeds kleine bedragen, maar alles bij elkaar een behoorlijke som. uit presentaties komen opdrachten en nieuwe exposities voort. Zo stond ik afgelopen weekend op inside design in Amsterdam en ben ik gevraagd voor de dutch design Week in Eindhoven. dit zijn de plekken waar je als meubelontwerper gezien wilt worden.” Ook Esther Boskaljon, beursaal in 2011, plukt nog steeds de vruchten van de toekenning. de Haagse modeontwerpster zette haar eigen label op en bereidt nu een wintercollectie voor, die ze in maart in Parijs zal presenteren. “Met de beurs kon ik onder meer stoffen en een geavanceerde borduurmachine aanschaffen. Textielbewerking en borduursels zijn kenmerken van mijn werk. delen van de productie besteed ik uit, maar het borduren wil ik echt zelf doen. Hoewel ik het allerliefst ontwerp, ben ik ook ondernemer. ik ben de spin in het web en neem alle beslissingen.” voor het werk van Esther Boskaljon is veel internationale belangstelling. Ze krijgt aanvragen van showrooms van New York tot dubai. Ook leende ze in mei kleding uit aan popster Lady Gaga.
13
cultuur<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
De tropen meesterlijk herinnerd
Dubbel genieten met markante dialogen Door Jill Stolk
‘Weten jullie trouwens waarom Wilhelmina nooit haar Insulinde bezocht? Nee? Ik zal het jullie vertellen. Dan had ze er precies zo uit moeten zien als op dat portret in die hotelkamer. In brokaat, blauw fluweel en hermelijn, onder de juwelen en niet te vergeten met die diamanten tiara op d’r hoofd. En zo had ze de kali af moeten komen varen van dessa naar dessa, anders hadden haar bruine onderdanen het niet geloofd’. Op vrijdag 30 augustus 2013 viert Eric Schneider (Batavia, 1934) in de Koninklijke Schouwburg zijn 79ste verjaardag. Bovendien is daar de feestelijke presentatie van zijn schrijversdebuut. Het gaat om twee novellen. ‘Firs, Een epiloog’, geschreven in 2011. Onder ‘Een tropische herinnering’ staat genoteerd: La Collancelle 2012. Voor een debuut bestaan blijkbaar geen leeftijdsgrenzen. In ieder geval niet voor deze veelzijdige kunstenaar, die tot nu toe als acteur 165 rollen op het Nederlandse toneel vertolkte. De anecdote over Wilhelmina geeft aan in welke tijd we ons moeten verplaatsen. Het is Mees Stork die de uitspraak doet. Stork is ‘de beste tangodanser van Indië’, volgens zijn minnares Alice Aronius. Alice is getrouwd met de beroemde dominee Aronius, die zijn gemeenteleden bezoekt per Harley Davidson. Zijn bijnaam is ‘het vliegend Evangelie’. Stork, die een beroemd hotel in het vooroorlogse Batavia bezat, continueert zijn werk als hotelier in Nederland met hotel Hoogduin. Stork kan uitstekend koken, oosters, westers, wat je maar wilt. Eens per jaar worden er dansuitvoeringen gegeven door Javaanse of Balinese dansgroepen; ‘de gamelanmuziek mengde zich moeiteloos met het ruisen van de Noordzee’. Bij de openingspassage is hoofdpersoon Ferdy Aronius, hoogste diplomaat in Angola, op weg naar dit hotel. Vanaf het jaar dat zijn ouders en Ferdy, zonder zijn broer Dieudonne, naar Nederland terugkeerden, ‘vieren’ zij om de vijf jaar begin augustus het einde van de Pacific War door de val van de twee atoombommen, 6 en 9 augustus 1945, op Hiroshima en Nagasaki. Bij deze reünie wordt er gewijde muziek gedraaid, er is een optreden van een danser, er wordt gegeten en gedronken en gepraat. Ferdy weet dat het deze keer anders zal zijn. Hij draagt het geheim over de dood van zijn broer al vijfenveertig jaar met zich mee, vanaf de Bersiaptijd, de periode dat Indonesische vrijheidsstrijders Indonesië voor zich opeisten. De reden van zijn ongetrouwd zijn, is nog steeds niet bekend. En wie is zijn vader? Is het inderdaad de dikke dominee? Ferdy bereikt het hotel in een loeiende storm. Het hotel is aan een verbouwing onderhevig en de materialen worden respectloos over de plaats geslingerd. Genoeg ingrediënten om een spannend verhaal te creëren. Onvoorspelbaar De compositie van deze Schneider is duivels knap. Van tijd tot tijd wordt er verwezen naar de overleden broer van Ferdy, zonder dat er ook maar een tipje van de sluier wordt opgelicht. De feiten in het verhaal zijn compleet onvoorspelbaar en de auteur weet van bladzij tot bladzij de
spanning vast te houden. De neiging om naar het onthullende slot te willen bladeren, krijgt eenvoudig geen kans, want op iedere bladzijde gebeuren er dingen met een hoofdletter. En zonder in sentimentaliteit te vervallen weet de auteur emoties weer te geven. Het weergeven van een gemis aan warmte van de moeder naar haar zoon is treffend.
van schrik van de Koninklijke prauw gedonderd, in de kali, tussen de drollen en kattenlijken. En die paddieplanter was zonder proces geëxecuteerd. Op wie heffen we het glas?Op de koningin of de padieplanter?’ ‘Op geen van beiden,’zegt Alice beslist, ‘ik heb vandaag genoeg getoost’. Stork kijkt ongelovig naar Ferdy en zegt: ‘Wie hebben er godverdomme je broer gekilld, jongen?’ Beelden van de presentatie in Stroom. >Foto: Gerrit Schreurs
Boeiende tentoonstelling van Otterdijk
Raadselachtige krochten zorgvuldig gereconstrueerd Onderzoeker van de onderkant van de macht, nauwkeurig vormgever en suggestief verhalenverteller Charles van Otterdijk toont in ‘Stroom’ het eerste deel van zijn bevindingen. Door Egbert van Faassen
Eric Schneider.> Foto: PR
‘De feiten in het verhaal zijn compleet onvoorspelbaar en de auteur weet van bladzij tot bladzij de spanning vast te houden’ De jongere broer die zonder de bescherming van zijn oudere broer verder moet, wordt pijnlijk simpel verwoord. Neem de dialogen. Spits, ondoorgrondelijk en regelmatig met een flinke scheut zwarte humor. Wanneer Stork zijn uitspraak over Wilhelmina heeft gedaan, reageert Ferdy met: ‘Maar ook dan had er wel een doodarme padieplanter met idealen ‘Merdeka!’geroepen, denk je niet, Mees? En dan was Hare Majesteit
Ferdy: ‘Indirect wij allemaal, Mees, wij allemaal. Wat deden we er überhaupt?’. Schneiders markante dialogen kunnen we vanaf 2014 ook in de toneelbewerking beleven. Dit betekent niets minder dan dubbel genieten. Spiegel Wordt het drietal in ‘Tropische herinneringen’ bediend door ‘de beige man’, Boelie Kamidjojo; in ‘Firs’ staat de hoofdpersoon, een oudere acteur, er alleen voor. Alleen voor de spiegel in de badkamer en bij het aanrecht, om zijn slaapmutsje in te nemen. Twee glazen wijn standaard na de voorstelling, maar na het ongeluk van vanavond, een aanrijding met een hert, staat de hoofdpersoon zich een derde glas toe. Maar zachtjes, zachtjes, laat ‘zij’ alsjeblieft niet wakker worden. ‘Zij’ is de vrouw van de acteur, diep in de ban van ‘Herr Alzheimer’. Ook in dit meeslepende verhaal blijken gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog nog steeds het heden te bepalen. ‘Een tropische herinnering’.Door Eric Schneider. Uitgeverij Cossee BV ISBN 978 90 5936 434 9/ NUR 301 Prijs: € 20,90 euro
\Macaber en mooi gemaakt. Raadselachtig. Letterlijk en figuurlijk duister. De tentoonstelling Charles van Otterdijk laat zich niet eenduidig begrijpen. Om te beginnen zijn de zalen van Stroom, meestal een functionele en lichte ruimte, verduisterd. De plattegrond is veranderd door enkele wanden te plaatsen. Alle ruimtes zijn grijs geschilderd. Drie ingrepen, die er voor zorgen dat de bezoeker opnieuw zijn weg moet zoeken. Het is zo gedaan, dat enkele voor de oorspronkelijke ruimte onbetekenende onderdelen juist in de aandacht worden geplaatst, zoals een traliehek of een brandslanghaspel. Er klinkt een zacht zoemend geluid uit een apparaat met toetervormige luidsprekers, dat één van de geëxposeerde objecten is. Je bezoekt een kunsttentoonstelling, maar je waant je in een bunker. In die akelige ruimte zijn uiterst precies gemaakte objecten geplaatst. Een bureau met daarin ingebouwd een grote zak van zwarte stof. Ongemakkelijk om aan te werken, uiterst geschikt om papieren in weg te gooien en mooi gemaakt. Ook raadselachtig en met even veel aandacht gemaakt, zijn een kast tegen de wand, waar nauwelijks iets in op te bergen valt, een metalen mast, die vanuit de kelder naar boven steekt of twee houten knuppels in een metalen houder. Otterdijk (1966) woont deels in Duitsland, tegen de Poolse grens. Tijdens zijn solitaire wandeltochten in het grensgebied stuitte hij op twee geheimzinnige bouwwerken, die hij in dit project deels vanuit zijn herinnering reconstrueert. Wat zich daarin heeft afgespeeld, is onduidelijk, maar schijnbaar maken ze deel uit van wat Armando een ‘schuldig landschap’ noemde. Van Ottersdijk verruilde de openbaarheid, die een kunstenaar meestal graag zoekt, voor jarenlang kluizenaarschap om zijn vondst en zijn gedachten daarover uit te werken. Pas nu treedt hij daarmee naar buiten. Zo luidt het verhaal, dat werkelijk klinkt als een spannend verslag van een obsessie, met tegenwerkende krachten die essentiële informatie voor de kunstenaar hebben weggehouden en het vermoeden wekken van duistere praktijken waarvan slechts de allerhoogste autoriteiten
op de hoogte zijn. Bij die knuppels denk je dan aan het ergste. De enorme prullenbak naast het bureau krijgt het aanzien van een vergeetputje. Maar evenmin als de maker van het geheel – dat is de ruimte, de voorwerpen en ook het verhaal – krijg je greep op wat je eigenlijk in deze tentoonstelling ontdekt. Perfectionist Van Ottersdijk is een perfectionist. Dat blijkt uit de hele presentatie. Het is nauwelijks voor te stellen dat hij met zulke onvolledige gegevens als die hij presenteert genoegen zou nemen als hij daar geen goede reden voor had. Bunkers zijn vaak een overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog. Het Duitse leger had toentertijd echt geen bunkers nodig toen het Polen binnen viel. Tijdens de Koude Oorlog was er geen aanleiding voor de Sovjets om een verdedigingslinie tussen twee door het communisme geleide landen aan te leggen. Zijn die geheimzinnige locaties misschien van later datum? Het geluid dat uit de luidsprekers klinkt, zou afkomstig zijn van een ter plekke gevonden USB-stick. Heel onachtzaam van de buiten beeld blijvende krachten, die hun onuitsprekelijke praktijken in de door Otterdijk gevonden objecten zouden hebben uitgevoerd …. Het verhaal – ‘het narratief’ heet dat op de academies – is waarschijnlijk niet waar. Maar het is wel de bril die je wordt aangereikt om het werk door te bekijken. Tegelijk maakt het onlosmakelijk deel uit van de presentatie, die is aangevuld met werkelijk documentaire foto’s van ondergrondse schuilplekken. Enigszins verwarrend: die schuilplaats aan de Poolse grens was mogelijk voor andere doeleinden gebouwd dan om een atoomaanval te overleven. ‘Double Centre’ is een enorm boeiende tentoonstelling, die knap verschillende zaken aan de orde stelt: de dreiging van de vijand, die nu het internationale terrorisme heet en de onkenbare machten die deze zouden verspreiden. Niet helemaal afgezien van die angst-fantasieën stelt de tentoonstelling ook aan de orde hoe een verhaal de perceptie van een kunstwerk kan sturen. En dan is het ook nog een herneming van de quasi-precies nagebouwde werkelijkheid uit het recente verleden door popartkunstenaars als Richard Artschwager. De tentoonstelling krijgt een vervolg in het Van Abbe Museum. Charles van Otterdijk: Double Centre. In Stroom, Hogewal 1-9 tot en met 17 november www.stroom.nl
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 oktober 2013
Opera is herinnering voor Charlotte Margiono
Liefde voor het lied
Beroemd geworden in de opera, maar met net zo’n groot hart voor het lied: Charlotte Margiono heeft beide genres altijd vol overgave gezongen. Ze verheugt zich op het recital dat ze op 6 oktober geeft met liederen van Grieg, Alma Mahler en Strauss. En vooral met die laatste componist komt ze aan haar eigen wensen en die van het publiek tegemoet. Door Ellen Segeren
Een misverstand. Dat noemt sopraan Charlotte Margiono het idee dat zich pas op het lied stortte toen ze in 2010 de opera de rug toekeerde. “Mensen dachten: nu gaat ze ineens liedjes doen, terwijl ik jarenlang 50 procent opera en 50 procent lied heb gedaan. Maar als een zanger in de opera ‘scoort’, om een hip woord te gebruiken, valt al het andere weg. Recitals kwamen amper in de krant, terwijl er bij de première van een opera minstens zeventien journalisten in de zaal zaten”. De liedkunst is één van haar grote liefdes, dat moge duidelijk zijn. “Ik vind het één van de meest intieme vormen in mijn beroep. Je speelt geen rol, je bent het zelf. Zonder kostuums, zonder drama. Maar de liedkunst zou meer aspecten van de opera kunnen gebruiken, en andersom ook. Wagner heeft momenten die zó teer en gevoelig zijn dat Schubert daar een puntje aan kan zuigen. En er zijn liederen van bijvoorbeeld Strauss of Sibelius die juist een grootse aanpak vereisen. Je bent in beide gebieden bezig met een stijl, met frasering, met taal. Wel een groot verschil is de rolverdeling: bij opera zijn de dirigent en de regisseur aan het woord, en in het lied ben je als zanger met je begeleider aan het woord. Maar altijd staat de componist bovenaan”. Op 6 oktober zingt ze liederen van Edvard Grieg, Alma Mahler en Richard Strauss. Voor de invulling van haar programma heeft ze goed geluisterd naar het publiek bij twee eerdere recitals in Amsterdam. “Bij het eerste had ik erg mijn best gedaan voor allerlei nieuwe dingen, zoals Scandinavische liederen en Brahms. Maar ik zong ook een paar liederen van Richard Strauss, en de toegift was eveneens Strauss. En dát stond in de krant, daar was groot enthousiasme over. Dus zei ik tegen mijn pianist Peter Nilsson: oké, na de pauze Strauss. Dat is wat de mensen willen, dat krijgen ze. En ik vind het geweldig om te doen. Ik heb veel Strauss-liederen gezongen, die componist is me ‘ans Herz gewachsen’. Ik ben tweetalig opgegroeid, mijn moeder was Duitse, dat helpt ook mee”. Charlotte Margiono laat zich steevast door Peter Nilsson begeleiden. “Hij is de
enige met wie ik wil werken. Jaren geleden is hij als een ‘treasure’ in mijn leven gekomen nadat ik lang had gezocht naar een zielsverwante pianist. Dat was en is hij. Het is begonnen met het lied ‘Morgen’ van Strauss. Laat dit nou net het lied zijn waarvan de Philipszaal een filmpje op de website heeft gezet bij de aankondiging van dit recital. “Ja, dat is tijdens een radio-uitzending opgenomen in een hok van twee bij drie zonder akoestiek met een afgrijselijke piano, en toch hebben we dat lijntje. Altijd. Dat zit in onze zielen, en dan maakt het niet uit waar je optreedt. Daar ben ik erg dankbaar voor. We inspireren elkaar. Dat kun je niet repeteren, dat moet er gewoon zijn”. Nu het lied uitvoerig aan de orde is geweest, wordt het tijd om een uitstapje te maken naar de opera. Want in 2014 staat Charlotte Margiono in ‘Arabella’ bij De Paul Thek, L-Column, 1965-66. Caldic Collectie, Wassenaar. >Foto: Caldic Collectie, Wassenaar
Wat het leven laat tikken, onderzocht in de kunst
Charlotte Margiono (sopraan) en Peter Nilsson (piano). Liederen van Grieg, Alma Mahler en Richard Strauss. Zondag 6 oktober, 14.30 uur, Nieuwe Kerk. Meer informatie: www.ldt.nl
Een klein schilderijtje van Egbert van Heemskerck uit 1669 toont een aderlating en laat tegelijk zien hoe het interieur van een chirurgijn eruitzag. Aan de wand hangt onder andere een schilderij, dat een anatomische les voorstelt. Of in elk geval een medicus, die een lichaam opensnijdt. De openbare anatomische les was in de zeventiende eeuw tegelijk wetenschap en theater. Het Anatomisch theater van de Leidse universiteit bood plaats aan vierhonderd betalende bezoekers. Wanneer er geen anatomievoorstelling werd gegeven – dat kon alleen in de winter, want koude conserveert – stonden er skeletten en andere anatomische bijzonderheden opgesteld. In één van de kabinetten hangt een prent uit 1610, die de laatste situatie weergeeft. Er hangt ook een kleine tekening van Jan Schoonhoven uit 1939 die een anatomische les afbeeldt. Met de kennis van Schoonhovens latere werk ben je geneigd om op de ritmiek van de vele kleine pennenstreken te letten, maar het is toch echt een in de zeven-
tiende eeuw geplaatste scène, compleet met de kenmerkend zwarte hoeden. Dit is wat het Gemeentemuseum met de tentoonstelling wil – parallellen trekken tussen toen en nu; zelfs een doorgaande lijn wat betreft de fascinatie met het menselijk lichaam. Folkert de Jong, die centraal tussen twee zalen waarin alle zeventiende-eeuwse anatomische lessen worden getoond een kleurrijk en waanzinnig theater bouwde, zegt in de catalogus dat ‘je niet meer de vergelijking (kan) maken tussen een werk van Damien Hirst en Rembrandt, te veel verschillende factoren’. Maar toch is het wonderwel gelukt. Er is een sprong in de verbeelding nodig om de gedachtegang te volgen. Wie dat na een verblijf in het midden van De Jong’s theater nog niet lukt, moet het artikel van Laura Stamps in de uitstekende catalogus lezen. De ziel als leidraad door een tentoonstelling over het lichaam. Dat is niet onlogisch, wanneer je bedenkt dat de anatomie-docent Deijman, wiens handen nog te zien zijn op het fragment dat overgeleverd is van Rembrandt’s tweede anatomische les, heel dicht bij de plek kwam waar Descartes de locatie van de ziel vermoedde. De ziel vinden in een ontzield lichaam. Paradoxaal als dit klinkt, het is waarschijnlijk dat de geportretteerde chirurgijns dit als mogelijk zagen. Behalve medische handboeken, prenten en chirurgijngereedschap zijn in de tentoonstelling werken van moderne
een boek uitgebracht dat ‘Hear it and Sing It: exploring the blues’ heet en ik heb nog even haar versie van Miles Davis’ ‘All Blues’ (met Jim McNeely aan de piano!) gedraaid. Niemack maakt nog eens duidelijk dat het bij jazz-zang niet om volume of kracht gaat maar om ‘timing’, waar zing je wel, waar niet, om het spel met de noten en vooral: voordracht. Amerikaanse jazz-zangeressen zijn daar sterk in: er wordt nooit ‘een liedje’ ge-
daan, maar je wordt deelgenoot van een verhaal. Gelukkig is er wat meer publiciteit gemaakt voor de tweede versie van Jazz on 5, onderdeel van het Binckhorst-festival en zaterdag 5 oktober op de vijfde verdieping in het voormalige PTT-gebouw (Binckhorst 36). Gitarist Jesse van Ruller treedt er op met basgitarist Glen Gaddum en drummer Martijn Vink, Michael Varekamp vormt een band met onder andere toetsenist Wiboud Burkens, van de nieuwe generatie is er gitarist Richie Reichgelt die een leuke groep om zich heen heeft. Met Tom van der Zaal (sax), Steven Willem Zwanink (drums), en Alex Koo de Rudder (piano). Die laatste is een dag eerder (4 oktober) ook te horen met trompettist (Europese top!) Bert Joris in Studio 3. Terug naar Jazz op Vijf hoog. De Haagse percussie-specialist
Ferdinand van Duuren speelt er bij gitarist Jeffrey Aries en diens funky band ‘French kiss’, de Griekse pianist Giorgios Tsolis vormt een trio met de Poolse bassist Maciej Domoradzky en de Amerikaanse drummer Owen Hart jr. Internationaal dus, maar ook Nederlands, want de eerste twee studeerden hier en Owen gaf hier les en bleef. In totaal tel ik voor die zaterdag een tiental groepen (zie www. jazzon5.nl.). Veel jonge(re) muzikanten en een festival dat duidelijk mikt op een jong publiek (ik zie oudere jazzliefhebbers ’s avonds niet zo snel de tocht naar die wat ‘unheimische’ Binckhorst maken). Het speelt zich af van 17.00 tot 02.00 uur (Dj en afterparty tot slot) en de opening heeft een aardig didactisch kantje. Want saxofonist Ruud Bergamin (auteur van het handige boekje ‘Jazztermen
Een knap samengestelde tentoonstelling rond het 17de-eeuwse fenomeen van de openbare anatomische les snijdt tegelijk aan hoe het kwetsbare lichaam in de hedendaagse kunst wordt verbeeld. Van Rembrandt tot Damien Hirst en het vertoont samenhang. Door Egbert van Faassen Charlotte Margiono. >Foto: PR
Nederlandse Opera. Toch weer opera, hoe zit dat? “De grote sopraanrollen die voor jongere vrouwen bedoeld zijn, daar wilde ik mee stoppen. Ik ben bijna zestig! Ook het klimaat van de opera vond ik niet gunstig en ik wilde geen risico’s meer nemen. Voor de grap had ik gezegd dat ik nog wel eens een moederrol wilde zingen. De casting director van De Nederlandse Opera heeft dat onthouden, en nu zing ik Adelaide in ‘Arabella’. Maar ik denk dat het daarbij blijft. Ik heb een lieve man, een fijne woonomgeving, hobby’s waar ik meer tijd aan wil geven, en natuurlijk een baan als hoofd van de zangafdeling aan het Utrechts Conservatorium, dus die drukte van de opera vind ik niet meer zo nodig”.
en hedendaagse kunstenaars samengebracht in een schitterende opstelling. Verrassend is de aanwezigheid van twee doeken van Lucio Fontana, monochrome doeken met een mes opengesneden. De vergelijking met het werk van een chirurg ligt voor de hand, maar in deze omgeving vol met beelden van het lichaam krijgt zijn werk een andere, dreigender betekenis. Zo doet deze tentoonstelling ook het werk van Damien Hirst met andere ogen zien. Vier heel verschillende werken, waaronder een zilveren beeld van een deels opengesneden figuur in een symbolische pose, als op de prenten van de pionier van de anatomische wetenschap, Vesalius. De vrij recente aankoop van een beeld van Belinde de Bruyckere lijkt bijna een ruimtelijke vertaling van een schilderij van Francis Bacon. Opgesteld in een klassieke vitrinekast vormt het een beeldrijm op de gekrulde poten van de tafel waarop Matthew Day Jackson zijn uit verschillende metalen, obsidiaan, kunsthars en beton gevormde lijk laat zien. Deze ‘Cadaver table’ roept zowel nieuwsgierigheid op (naar hoe het ding gemaakt is) als mededogen met het lichaam, dat zo sterk lijkt op het onze.
De anatomische les. Van Rembrandt tot Damien Hirst. Gemeentemuseum, Stadhouderslaan 41. www.gemeentemuseum.nl Tot en met 5 januari 2014. Publicatie € 19,95. Tegelijk verscheen de jeugdroman ‘De jongen die in de muur verdween’ van Lydia Rood, € 14,95.
jazz
The Ploctones en Jazz op 5 hoog Bescheidenheid is prima, maar ik keek toch wel even zeer verrast op bij dat mailtje-zonder-opsmuk van Murphy’s Law, het jazzcafé aan de Dr. Kuyperstraat. Op 3 oktober zingt daar zomaar de Amerikaanse Judy Niemack. Ze is in Nederland voor conservatorium-workshops en doet ook een paar concerten. Niemack behoort tot de hedendaagse top-jazzzangeressen, met Roberta Gambarini en Tierny Sutton. Ze heeft pas
van A tot Z, meer weten, meer horen’) ontleedt er de muzikale weg die Miles Davis in zijn carrière bewandelde. Met beeldmateriaal van legendarische optredens. In het Institute of Social Studies (Kortenaerkade) brengt Prospero op 9 oktober een optreden van The Ploctones en dat is een ‘must’ voor wie van moderne jazz houdt die snuffelt aan allerlei idiomen en sferen, maar absoluut jazz blijft. Met Anton Goudsmit (gitaar), Efraim Trujillo (sax), Jeroen Vierdag (basgitaar), Martijn Vink (drums). Het viertal kan meesterlijk met stijlen goochelen, kan knallen en verstillen, heeft muzikale humor en daarbij een ‘drive’ van jewelste. Eén van de avontuurlijkste jazzgroepen die we hebben. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Eerbetoon aan Jan Boerman (90)
Eenzame wolf in de elektronische muziek Door Aad van der Ven
Elektronische muziek die volkomen op zichzelf staat: voor veel componisten die er zich aan wagen is dat iets tijdelijks. De meesten kunnen het contact met musici en publiek maar moeilijk missen. Jan Boerman, wiens 90ste verjaardag (30 juni j.l.) dit weekeinde door het Koninklijk Conservatorium wordt gevierd, is dan ook een uitzonderlijke figuur in de Nederlandse muziek. Hij groef zich in en bleef waar hij was. Als we afzien van een aantal hoofdzakelijk voor privé-gebruik geschreven stukken voor twee piano’s duurde het tot 1991 voordat hij, 68 jaar oud, een werk vervaardigde zonder elektronica. Dat werd ‘Muziek’ voor slagwerk en orkest. Een artistiek succes was het niet. Duidelijk werd dat zijn meesterschap zich hoofdzakelijk tot zijn eigen domein beperkte. Maar daarin is hij dan ook tot een grote hoogte gestegen. Dat slechts een kleine kring zich daarvan bewust is ligt aan het hermetische karakter van het genre. Van zijn composities zijn ‘Alchemie’ en ‘De Zee’ relatief het bekendst geworden doordat Rudi van Dantzig op deze twee op de band vastgelegde stukken de choreografieën ‘Monument voor een gestorven jongen’ en ‘The Ropes of Time’ baseerde. Jan Boerman geldt als de Bruckner van de elektronische muziek. Zijn werk heeft een lange adem, is monu-
Jan Boerman. >Foto: PR
mentaal van karakter en bezit tegelijk een gevoeligheid en een vloeiende continuïteit die weinig mensen van dit genre verwachten. Net zoals in het geval van zijn vriend en geestverwante collega Dick Raaijmakers, die enkele weken geleden overleed, is de loopbaan van Boerman als componist, als docent aan het Koninklijk Conservatorium en als pianoleraar sterk met Den Haag verbonden. In het Zeeheldenkwartier zette hij samen met Raaijmakers begin jaren zestig een kleine elektronische privé-studio op waaruit later de studio van het Koninklijk Conservatorium zou voortkomen. De onuitputtelijke mogelijkheden om zelf de klank te beïnvloeden vindt Boerman een groot voordeel van de elektronische muziek. Tegelijk is hij zich bewust van de beperkte uitvoeringsmogelijkheden. De luisteraar krijgt luidsprekers in plaats van musici.
Overgangsfase Het is niet Jan Boerman’s bedoeling aan de traditie van de klassieke toonkunst te ontsnappen. Evenmin schreeuwt hij ons toe dat hij de muziek van de toekomst te pakken heeft. Hij heeft herhaaldelijk gezegd dat het genre dat hij beoefent slechts van tijdelijke aard is en deel uitmaakt van een overgangsfase. Daardoor heeft deze ‘eenzame wolf’ zich echter niet laten ontmoedigen. Ook na zijn pensionering aan het Koninklijk Conservatorium ging hij stug door met componeren. Toen hij 71 was ontstond ‘Vocalise’, waarvoor
hij de Willem Pijper Prijs van de Haagse Johan Wagenaar Stichting kreeg. Enkele jaren later zette Donemus al zijn tapemuziek op vijf cd’s, een monumentale uitgave die ruime aandacht kreeg. Het Koninklijk Conservatorium organiseert nu een uitvoering van
‘Duidelijk werd dat zijn Eric Schneider en Beau Schneider. > Foto: Piek meesterschap zich hoofdzakelijk ‘Levenslang theater’ tot zijn eigen domein beperkte’
twee grote composities van Jan Boerman. Zowel studenten als docenten zijn betrokken geweest bij het realiseren van een nieuwe meerkanaals versie van ‘De Zee’ (1964-1965) en ‘Tellurisch’ (1991), twee monumentale werken die op deze wijze in een opgefriste vorm gepresenteerd worden. Jan Boerman: ‘De Zee’ en ‘Tellurisch’. Vrijdag 4 oktober, 19.30 uur, Arnold Schönbergzaal, Koninklijk Conservatorium. Meer informatie: www.koncon.nl
Uniek samenspel vader en zoon Door Bert Jansma
Op het toneel staan twee acteurs, jong en oud, vader en zoon in het werkelijke leven, in jaren een dikke halve eeuw van elkaar verwijderd. Ze spelen óók twee acteurs, geen familie, maar wel een jonge nieuwkomer en een oude rot in het vak: Eric Schneider (79) en Beau Schneider (54 jaar jonger) als Robert en John in David Mamets ‘Levenslang theater’(A Life in the Theatre). Je zou die twee gegevens eigenlijk uit elkaar moeten houden, zoals je de extra-literaire elementen in een roman of gedicht buiten de deur van je beoordeling houdt. Maar hier is dit samengaan van vader en zoon zo uniek, dat het voortdurend door hun spel in Mamets korte theaterstuk (tachtig minuten zonder pauze) heen prikt, voor een extra dimensie zorgt en het sentiment van weemoed in dit stuk versterkt. ‘Levenslang theater’ is overigens geen meesterwerk van de Amerikaanse schrijver. Het dateert uit het begin van zijn toneelschrijverscarrière, uit 1977, geschreven twee jaar na zijn ‘American Buffalo’(destijds door de Haagse Comedie gespeeld), conventioneler en zachter van toonzetting. Het is een in korte scènes opgezette schets van twee acteurs ‘backstage’, privé, in hun kleedkamer. Scènes die afgewisseld worden met enkele flarden toneelscènes uit theaterstukken die ze spelen voor een publiek aan de andere kant van het voetlicht. Zodat je de acteurs op de rug ziet met het licht en de illusie van de ándere zaal daar in de verte. Ze spelen onder meer een scène op de barricaden van de Eerste Wereldoorlog, een schipbreuk en een redding in een toneelmatige reddingsboot (een halve boot met twee keurige zitplaatsjes met kussens in plaats van planken), een paar geschilderde golven daaronder. Duidelijk: Broadway is dit niet, we hebben eerder te maken met een wat provinciaal theatertje. Het gaat David Mamet om de verhouding tussen beide acteurs. De jongste kijkt tegen zijn oudere collega op. Die laat zich dat graag aanleunen, zoekt toenadering, waarbij in het midden blijft of die ook lichamelijk zou moeten zijn of puur voortkomt uit zijn isolement. Ze praten over het vak, acteur Robert wóónt daar achter de schermen, hij wil dat
de jonge John zich houdt aan de wetten van het theaterbijgeloof (spugen over elkaars schouders vóór het opgaan, iets op de houten vloer ‘afkloppen’), hij roddelt met hem over een vrouwelijke collega en oreert over theater en leven. Hij geniet van wat hij kwijt kan, maar de verhouding verandert. De beginneling John krijgt goede kritieken, oude rot Robert wordt vergeten door die ‘bloedzuigers’ van de pers. John wordt steeds zelfstandiger, heeft nog een leven buiten dat theater en gaat twijfelen of zijn ‘mentor’ hem ook werkelijk iets te zeggen heeft. Weemoed Meer is het eigenlijk niet wat Mamet aangeeft. Het is die kantelende balans, het is oud tegenover jong, een leven waarin alles al gebeurd is en een leven dat moet beginnen, levens die elkaar even raken, maar zich dan weer van elkaar verwijderen en de weemoed daarom. Regisseur Wannie de Wijs geeft de twee Schneiders alle ruimte voor subtiel spel, zorgt dat het stuk niet doorslaat naar de komische of de al te sentimentele kant. De manier waarop hij de korte scénes verbindt (muziekjes) en het realisme van de inlassen van de gespeelde theaterflarden (op zichzelf grappig) doen wat ouderwets aan en helpen zeker niet om het nogal kabbelende ritme van het stuk op te peppen. En vader en zoon Schneider? Zoon Beau toont een grote zekerheid op het toneel, weet met open en helder spel zijn personage vanzelfsprekend en logisch te maken. Vader Eric Schneider heeft hier de rol waarin het kleine drama van ‘Levenslang theater’ schuilt. Met een aantal spelmomenten die op zichzelf al een gang naar de schouwburg waard zijn. Zoals de manier waarop hij kleine dagelijkse zinnetjes een veel wijdere werking geeft. Of het nu gaat om de was die niet gedaan is, of om het feit dat hij ‘de laatste tijd zo slecht eet’. Cliché’s die bouwstenen voor een karakter worden. En dat afscheid aan het slot, hij alleen op een stoel op het toneel, krijgt bij hem de aangrijpende diepte van een Tsjechov. Nog te zien in Den Haag, Koninklijke Schouwburg op 4, 5 en 6 oktober, 4 en 5 november, 30 en 31 december. In Delft (Veste) op 8 november, in Wassenaar (Warenar) op 15 november.
16>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 oktober 2013
Rake levenslessen van Haagse vuistvechters:
‘Boksers zijn verschrikkelijk moedig of volslagen gek’ Van alle sporten is boksen het meest elementair, het meest meedogenloos en het meest confronterend. En dus verpletterend leerzaam. Een trits doeltreffende tegeltjeswijsheden door drie onvergetelijke Haagse topboksers: ‘Een klap die je niet krijgt, hoef je ook niet te verwerken’. Door Martin van Zaanen
“Als je het opneemt tegen een goede linkshandige bokser, zal hij je vroeg of laat tegen de grond slaan. Hij zal zijn linker gebruiken als je het niet ziet aankomen en het komt aan als een baksteen. Het leven is de meest briljante linkshandige bokser ooit, hoewel velen zeggen dat het Charly White uit Chicago is”. Schrijver Ernest Hemingway was niet vies van een boksvergelijking op zijn tijd. Hij is niet de enige. De vuistvechters zelf kunnen er ook wat van. Van boksers wordt gezegd dat ze verschrikkelijk moedig zijn of volslagen gek. Zoals vaak bij twee uitersten, ligt de waarheid ook hier in het midden. Maar in dat midden schuilt een verpletterend metaforische kracht. Binnen de met touwen begrensde ring van zes bij zes meter waarin twee vechters het uiterste van zichzelf en elkaar vergen, liggen zo veel rake levenslessen dat het een wonder is dat je er niet over struikelt. Giel de Roode (1920-1997) kon erover meepraten. Van de weltergewicht uit Scheveningen werd beweerd dat hij eerst een paar goede optaters moest krijgen voordat hij los kwam. En dat klopte. De reden was eenvoudig: Giel was een aardige kerel. De zachtaardigheid zelve. Eenmaal in de ring was het een ander verhaal. Daar kwam een aantal eigenschappen naar voren dat maar één conclusie rechtvaardigde: een geboren bokser. Een allround technicus met bewegingen vloeibaar als water, reacties als een lichtflits en geen grammetje vet op zijn lijf. Met boksen kwam hij in aanraking via zijn oudere broer Leen. Die trainde bij de sportschool van Leo van der Keyl in de Haringstraat in Scheveningen, Giel ging een keertje mee en was in één klap verkocht. Zijn profdebuut was in oktober 1942 tegen de latere bondscoach Rinus Krijger, in de zaal van de toenmalige Haagse Dierentuin, waar nu het Provinciehuis staat. De Roode won. “Lange armen”, zei men over hem. Maar dat leek maar zo omdat hij de techniek beheerste om een stoot helemaal vanuit zijn schouder te plaatsen. Helaas had moeder natuur De Roode ook bedeeld met sterk naar voren stekende wenkbrauwen. Die chirurgisch laten corrigeren, vond hij maar gekkigheid. Had Giel dat nou maar wel gedaan. Dan had hij zich, na in 1946 Nederlands kampioen te zijn geworden, drie jaar later ook Europa’s sterkste mogen noemen. In het titelgevecht tegen de Italiaan Livio Minelli raakte hij boven zijn oog gewond, het bloed spoot eruit, en de scheidsrechter moest het gevecht in de elfde ronde staken. De Roode stond een straatlengte aan punten voor. Een hoogtepunt was zijn triomf tijdens de Tweede Wereldoorlog in het later afgebrande gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan de Zwar-
Training op het Scheveningse strand voor de Olympische Spelen in Berlijn van 1936. Vlnr: Dhr de Jager (trainer), Bamberg (kampioen van Den Haag in het midden-zwaargewicht), Jan Nicolaas (kampioen vedergewicht) en Gerardus Cornelis (Tin) Dekkers, 26 maart 1936. > Foto: Spaarnestad/Hollandse Hoogte
teweg. Daar verpletterde hij voor een zaal vol hoge Duitse officieren die rekenden op een Duitse overwinning, Simon II, de kampioen van de Kriegsmarine die van tevoren eerst in alle vier de hoeken de Hitlergroet had gemaakt. In 1947 maakte De Roode een glorieuze tournee van acht maanden door Zuid-Afrika, waar hij met de ene na de andere internationale ster de vloer aanveegde. Eenmaal terug in Nederland kwam hij erachter dat de Duitse promotor alle opbrengsten achterover had gedrukt. De Roode: “Dan ga je plat op je kont. Op zich is dat niet erg. Als je op een gegeven moment maar weer opstaat”. Wispelturig Na zijn sportloopbaan werd Giel conciërge op het Johan de Witt College aan de Nieuwe Duinweg en deed onderhoudswerk bij Grafisch Bedrijf Buis aan de Heemraadstraat of hielp broer Leen in Café De Sport aan de Prins Willemstraat. Ieder café heeft zo zijn eigen mix van linkmiegels & wijsneuzen en om de zoveel tijd werd Giel, hoewel hij zich niet op zijn vroegere glorie deed voorstaan, hinderlijk uitgedaagd. Ondanks dat De Roode (46 gewonnen profwedstrijden in zijn achterzak) wist dat hij zo’n type met één welgetikte muilpeer kon vloeren, zei hij: “Ik ga wel een straatje om, jij bent mij veel te sterk”. Giel de Roode was gewaagd aan de acht jaar oudere Jan Nicolaas, die hij in 1946 om het Nederlands kampioenschap versloeg. 21 jaar lang was
Nicolaas nationaal kampioen, negen jaar bij de amateurs, twaalf bij de profs. Heel Europa reisde hij door. De in 2001 overleden Nicolaas was bekend als bokser, maar nog bekender als trainer. De boksschool die hij in 1938 aan de Rijswijkse Labouchère-
oefenen, oefenen, luidde zijn mantra. Een van Nicolaas’, ook in het dagelijks leven toe te passen, wijsheden: “Nooit je dekking laten zakken. Een klap die je niet krijgt, hoef je ook niet te verwerken”. Geluk is de wispelturige minnares
Giel de Roode (links) versus Ginger Steward. > Archieffoto
laan startte, was een begrip. Oudprofbokser Martin Lek, anno 2013 trainer bij de florerende boksschool Haagse Directe in de Newtonstraat, volgde er als broekie nog zijn eerste lessen. Nicolaas vocht zo stijlvol dat het weinig scheelde of hij ging in zijn smoking de ring in. Het was ook in die traditie dat hij zijn trainingen verzorgde. Pas in 1983 stopte hij, als 79-jarige, met lesgeven. Oefenen,
van ieder succes, en wat Nicolaas over die factor had geleerd, gaf hij graag aan anderen door: “Heel gek is dat; de bokser die er het meest voor doet, heeft meestal de meeste mazzel”. ‘Hallelujah’ Middengewicht Raymond Joval woonde tot zijn derde jaar in Den Haag, groeide bij zijn tante en oma in Suriname op en belandde op zijn
twaalfde in Amsterdam. Boksen redde hem van een jeugd die in leegte dreigde op te gaan. Hij wilde een wereldster worden, maar ontbeerde het pure talent voor een explosieve knock-out. Dat compenseerde hij door een overdaad aan toewijding en een incasseringsvermogen dat hem in staat stelde stoten te absorberen die het Hubertusviaduct tot wankelen zouden brengen. Tijdens zijn loopbaan zagen we hem regelmatig in Den Haag. Zijn pa woonde er, die werkte in Taverne La Bamba aan de Oranjelaan, een zijstraat van de Stationsweg. Ook vond Raymond het, vanwege de goede sparringpartners, fijn trainen in Boksschool Kristalijn in de Galileïstraat. Werd er in deze stad een beroep op hem gedaan voor aan sport gerelateerd welzijnswerk, droeg hij graag zijn steentje bij. Vijf jaar geleden bokste hij zijn laatste gevecht. Stelde je Joval een vraag, volgde regelmatig een bijbeltekst als ‘zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis’, zijn bijnaam was niet voor niets Raymond ‘Hallelujah’ Joval. Terugblikkend op het loeiharde gevecht tegen de Argentijn Antonio Mora waarin hij zijn IBO-Wereldtitel wist te behouden, zei hij: “Hm, daar zaten héééle toffe stoten bij”. Ondanks dat geen bokser zijn sport serieuzer beleefde dan Joval, viel er regelmatig wat te schateren. Ging het over de gevaren van het boksen, klonk het: “Tegen een stoot oplopen is nooit gezond”. En dan na een paar tellen: “Of die stoot moet een vrouw zijn. Dan is er niks aan de hand”.
17
sport<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
ZVV werkt aan nieuwe topclub zaalvoetbal Het waren rond de eeuwwisseling gouden tijden voor het Haagse zaalvoetbal. Het voormalige Den Haag/Trimeur werd met een zaalvoetbalgrootheid als Edwin Grünholz twee keer landskampioen. De verenigingen uit de Hofstad wisten die prestaties daarna nooit meer te evenaren. Daarom besloten FV Snoekie en SC Noordzee per 1 juli de handen ineen te slaan om als ZVV Den Haag op termijn weer een voorname rol te spelen in de Nederlandse top.
Het gevecht van Steijn
Door Joey Gardien
De eerste plannen voor een samenwerking ontstonden zo’n jaar geleden. Ronald Mooiman, in zijn hoedanigheid als journalist nauw betrokken bij het zaalvoetbal en voormalig bestuurslid van Noordzee, wilde het Haagse zaalvoetbal naar een hoger plan tillen. Zo’n grote stad met geen enkele club in de Eredivisie: dat moest volgens hem veranderen. Mooiman bedacht het idee om de krachten van de eerstedivisieclubs Noordzee, Snoekie, Real de Kroon en FC Westland te bundelen. “Deze verenigingen zaten allemaal in elkaars vijver te vissen, wat betreft het aantrekken van goede spelers”, vertelt Mooiman. “Op die manier krijg je nooit een sterke Haagse zaalvoetbalclub, die kan meedoen op het hoogste Nederlandse niveau”. Real de Kroon viel af voor de samensmelting, omdat die club failliet ging. FC Westland wilde het liefst zelfstandig blijven. Ook Noordzee stond in eerste instantie niet te springen bij het plan. Mooiman: “Voorzitter Nico Taal was bang dat de clubcultuur verloren zou gaan. Toch konden Snoekie-voorzitter Soerin Jagbandhan en ik hem overtuigen. Hij zag ook in dat een samenwerking noodzakelijk was om Den Haag weer als zaalvoetbalstad op de kaart te zetten”. Zo ging het balletje snel rollen en gingen Noordzee en Snoekie op 1 juli van dit jaar op in Zaal Voetbal Vereniging Den Haag. Clubcultuur Met 21 teams, waaronder ook vier damesteams, was ZVV Den Haag opeens één van de grootste clubs van Nederland. Thuisbasis werd de nieuwe sporthal in Leidschenveen. Toch is het niet zo dat alle teams van ZVV Den Haag hun wedstrijden daar afwerken. “Zo wilde Noordzee graag met de meeste recreatieve teams in sporthal De Blinkerd blijven spelen en de oude Snoekie-teams in sporthal Lipa ”, weet Mooiman. “Op die manier bleef voor hen de clubcultuur toch behouden. Zo veranderde er voor alle leden eigenlijk weinig. Ze spelen alleen in een ander shirt met ander logo. Alle selectieteams, dus ook het eerste, spelen wel in Leidschenveen”. Het onderwerp team 1 is aangesneden. Dat moet het uithangbord worden van ZVV Den Haag. En dan wel in de Eredivisie. De ploeg van coach Yuri van der Smitte begon vorige maand echter aan het seizoen in de eerste divisie. Als Noordzee, waar Van der Smitte al vijf jaar als hoofdtrainer actief was, werd afgelopen jaargang maar nipt promotie naar de Eredivisie gemist doordat een beslissingswedstrijd tegen Groene Ster
André
James Dhanai, aanvoerder van het eerste herenteam, geeft zaalvoetballes op scholen. > Foto: Creative Images
verloren ging. “Dat was balen, maar dit seizoen gaan we er weer voor”, zegt de oefenmeester. “Ondanks dat ik nu veel nieuwe spelers moet inpassen. Bovendien ben ik mijn belangrijkste man, Zakaria Amrani, kwijtgeraakt aan topclub FC Marlene. Onze voorbereiding op het seizoen was ook niet ideaal. Veel jongens kwamen laat terug van vakantie. Hierdoor kan ik pas een paar weken met de volledige groep spelen en trainen. Toch denk ik, als we eenmaal op elkaar zijn ingespeeld, dat we één van de betere selecties van de eerste divisie hebben. Promotie is dus wel het doel. Is het niet dit jaar, dan wel volgend seizoen”.
ZVV Den Haag heeft de zinnen op iets nieuws gezet: zaalvoetbal voor gehandicapten Maatschappelijk ZVV Den Haag wil, als het eenmaal in de Eredivisie speelt, geen eendagsvlieg zijn. Daarom moet er worden gezorgd voor voldoende aanwas uit de jeugd. Van der Smitte: “Spelers uit ons eerste team gaan regelmatig clinics geven op verschillende pleintjes in Den Haag. Wij hopen zo kinderen
enthousiast te maken voor onze vereniging. Maar dat is niet het hoofddoel. ZVV Den Haag wil zich ook maatschappelijk betrokken opstellen. Zaalvoetbal is populair onder kinderen met een allochtone achtergrond. Dat is een groep die te weinig beweegt. Op deze manier proberen wij als club ook weer bij te dragen aan een gezondere leefstijl”. Naast clinics van spelers, doen verschillende jeugdteams van ZVV Den Haag mee aan de Zaal Voetbal Scholen League, waarin allerlei spelers uit Den Haag het tegen elkaar opnemen. De club zet zich ook in voor het goede doel. Op 29 december wordt er een speciaal toernooi georganiseerd. De revenuen van dat evenement komen ten goede aan Kika (Stichting Kinderen Kanker Vrij). Alle teams van de club gaan in de competitie bovendien met het logo van Kika op het shirt spelen. In het kader van Sportimpuls (subsidieregeling om mensen te laten bewegen) heeft ZVV Den Haag de zinnen op iets nieuws gezet: zaalvoetbal voor gehandicapten. Daarmee zou het de eerste club in Nederland zijn die dat aanbiedt. Lifestyle Door nadrukkelijk in te zetten op de maatschappelijke betrokkenheid, hoopt ZVV Den Haag ook sponsoren aan te trekken. Mooiman: “In deze tijden staan bedrijven niet te springen geld in een sportclub te steken. Dat merken wij ook. Toch is dat noodzakelijk om in de top mee te kunnen draaien. We zullen bijvoorbeeld spelers moeten betalen. Als bedrijven zien dat wij ons niet puur op de sport richten, maar ook oog hebben voor de rest van de maatschappij,
zijn ze hopelijk sneller bereid hun naam aan ZVV Den Haag te verbinden. Onlangs heb ik een gesprek gehad met iemand die voor ons wilde gaan kijken om sponsors binnen te halen. Hij vond dat de meeste sponsors een keer hun nek moesten uitsteken om niet alleen veilig te sponsoren, maar ook daadwerkelijk iets willen betekenen voor de samenleving. Hij prees de plannen waar we mee bezig waren. En die plannen willen we graag vertellen aan iedereen. De jeugd ziet graag goede zaalvoetballers spelen. Die spelers kunnen op hun beurt een voorbeeld zijn op het gebied van normen, waarden en lifestyle”. De nieuwe zaalvoetbalcub heeft nog een lange weg te gaan naar de top. ZVV Den Haag staat organisatorisch nog in de kinderschoenen. Toch heeft Van der Smitte er vertrouwen in dat zijn vereniging de noodzakelijke professionaliseringsslag gaat maken. “Bij Noordzee rustten er meerdere taken op één persoon. Bij ZVV Den Haag worden taken over meerdere mensen verdeeld, waardoor deze ook beter uitgevoerd kunnen worden. Maar iedereen moet daarin zijn weg nog vinden. Ook buiten de club moeten mensen nog bekend met ons worden. Zo trok onze eerste thuiswedstrijd amper honderd toeschouwers. Daaraan merk je dat zaalvoetbal in Den Haag nog niet leeft. Uiteraard hangt dat ook weer samen met prestaties. Als we ons eenmaal hebben opgewerkt tot stabiele Eredivisievereniging zal de aandacht van de buitenwacht vanzelf toenemen. ZVV Den Haag wil de tijden van een bomvolle Haagse sporthal weer doen herleven”.
ADO heeft een kleine portemonnee, dat weten we allemaal. Te klein eigenlijk om fatsoenlijk mee te doen in zelfs de Nederlandse competitie. Eindelijk lijkt het zover dat het beleid erop is gericht om simpelweg niet meer uit te geven dan er binnenkomt. En laten we eerlijk zijn: dat is wel eens anders geweest. Het gevolg is dat de club jaar in jaar uit moet knokken om zich in de eredivisie te handhaven. Soms is er een uitschieter naar boven omdat er enkele gehuurde spelers het elftal een impuls geven. Maar altijd is dat van korte duur. Als het moment is aangekomen dat de ploeg het moeilijk heeft, en daar kan je met deze middelen op wachten, dan duikt iedereen weer op de trainer. Niet op de scouting die er nog niet in slaagt om de nieuwe Jens Toornstra te vinden, niet op de opleiding die nog geen nieuwe Beugelsdijk of Van Duinen klaar heeft gestoomd en niet op de beleidsmakers en de raad van commissarissen. Natuurlijk, ook die hebben het moeilijk in de vaak ongelijke strijd en beperkte middelen die er zijn, maar de verantwoordelijkheid ligt zeker niet alleen bij Maurice Steijn. Dit is het moment waarop iedere dwaas met het verstand van een poffertje weer de meest vreselijke dingen mag schreeuwen op het internet en liefst anoniem. Dit is het moment om dan intern samen een front te vormen tegenover alle betweters en de spelers en hun staf te beschermen. Dit is het moment voor Midden Noord om hun jongens en hun coach te steunen. Ik ken er een flink aantal en weet dat ze hart voor de zaak hebben. Toon dat juist nu op een goede manier en laat elkaar niet vallen als het tegenzit. Het alternatief is dat iedereen in de organisatie weer begint te zwarte pieten om zelf buiten schot te blijven. En dat we met elkaar als Hagenaars geen karakter tonen en de coach gaan offeren. AZ heeft gelijk. De coach offer je als er geen werkbare situatie is en verder ben je gezamenlijk verantwoordelijk. Afblijven dus van Maurice en hem laten vechten want dat kan hij als geen ander. En vooral helpen…. 10 oktober komt hij op bezoek bij HBS om te oefenen en misschien wat zaken uit te proberen. ADO is welkom en wij zijn blij dat we kunnen helpen.
André Wetzel Oud-voetballer en trainer
den
ha
ag
Sta
at centra
l a
in het cabaret chantant van maar liefst 14 haagse artiesten THeATeR DiLigenTiA, 19 okToBeR, AAnVAng 20.15 uuR
Haagse liedjes, Haagse Humor, Haagse acts Samen op één podium Marcel Verreck | Max Douw | De Règâhs Steijger & De Leef | Jeannette Scheffer & Peter Wassenaar | André van den Berg | Frauenfelder & Verreck | Schoon aan de Haak
Kaarten € 19,50 | CJP, UITpas € 18,Reserveren: www.theater-diligentia.nl of kassa | Lange Voorhout 5 | tel. 070-3610540, optie 1. Geopend en telefonisch bereikbaar di. t/m vr. van 13.00-16.00 uur. De kassa is op feestdagen gesloten. Een eenmalige evenement als aanhankelijkheidsbetuiging van Haagse kunstenaars aan weekkrant Den Haag Centraal
19
varia<
Vrijdag 4 oktober 2013 > Den Haag Centraal
‘Gemeente niet doordrongen van ernst probleem’
Bewoners Lange Vijverberg ongerust over herinrichting
stadsgroen
Druiven
Voor een trosje Frankenthalerdruiven fiets ik graag een blokje om. Ik heb inmiddels zo mijn adresjes waar het ‘echt goede’ spul verkrijgbaar is. Nu kreeg ik op een zonnige zondagmiddag, als alle druivendealers gesloten zijn, enorm trek. Gelukkig bleek de ‘Echt Puur’markt op het Plein te staan. De nood was hoog, de markt niet heel ver weg en bovendien scheen de zon. Eenmaal buiten bleek het stevig te waaien: een knotje was snel gevouwen en een zonnebril gauw opgediept, niets hield me nog tegen. Tot het behoorlijk druk bleek in het centrum. Met lef laveerde ik om de Giethoornse en Chineese toe-
Mevrouw druif zag in één keer haar hele ondernemings-, marketing- en financieringsplan in duigen vallen De tram op de Lange Vijverberg komt in de plannen van de gemeente 1.20 meter dichter langs de gevels te rijden. > Foto C&R
Door Jasper Gramsma
‘We stellen het zeer op prijs dat de gemeente naar ons luistert, maar men is niet doordrongen van de ernst van het probleem’. Willem Jan Hoogsteder, woordvoerder van de bewoners van de Lange Vijverberg, heeft grote moeite om de gemeente ervan te overtuigen dat er een alternatief moet komen voor de herinrichting van de Lange Vijverberg. De bewoners ageren met name tegen de aanleg van nieuwe tramrails en rijbanen die 1,20 meter dichter bij de historische gevels op de Lange Vijverberg komen te liggen. Zij vrezen voor een toename van trillingen door vracht- en tramverkeer met als mogelijk gevolg dat de stadspaleizen en de kunstcollecties die erin worden gehuisvest, schade oplopen. Hun bezwaren worden steeds gepareerd met onderzoeken waarvan de resultaten niet beschikbaar zijn of die nog niet zijn uitgevoerd. Ook zijn gevraagde specificaties van het nieuwe trammaterieel nog niet verstrekt.. In een schriftelijke reactie op de be-
zwaren liet de gemeente deze zomer weten dat het verwachte trillingsniveau ter plekke onder de wettelijke norm zal blijven. De gemeente stelt daarvoor onderzoek te hebben verricht, maar heeft de resultaten nooit overlegd aan de bewoners. Verder meldde de gemeente in augustus al bezig te zijn met aanvullend onderzoek aan enkele kunstwerken in de panden. Willem Jan Hoogsteder bestrijdt dat: “Op de Lange Vijverberg hebben alleen de Duitse ambassade, Museum Bredius en onze kunsthandel Hoogsteder & Hoogsteder kunstcollecties. Geen van ons is destijds voor een dergelijk onderzoek geraadpleegd. Pas na het verschijnen van de brief is op ons aandringen een afspraak gemaakt voor een eerste bespreking”. Daarop beloofde de wethouder deze week alsnog onderzoek in te stellen. Mocht daaruit blijken dat de trilling de wettelijke norm toch overschrijdt, dan worden er rubber matten onder de tramsporen geplaatst. Een woordvoerder van de gemeente licht toe: “De onderzoeken waarnaar in de cor-
respondentie wordt verwezen, zijn elders verricht in vergelijkbare situaties. We gaan nu onderzoek doen naar de specifieke situatie op de Lange Vijverberg”. Ondertussen blijft de voorgenomen herinrichting Hoogsteder en andere omwonenden zorgen baren. Naar verwachting wordt begin 2014 met de werkzaamheden gestart. Uit eerdere gesprekken die Hoogsteder voerde met het Ingenieursbureau Den Haag, dat het huidige plan ontwierp, zou blijken dat er ook vanuit de bestaande situatie oplossingen mogelijk zijn. Het ingenieursbureau van de gemeente mag echter geen ontwerp maken voor een particulier initiatief. Daarom is Hoogsteder bereid een alternatief plan zelf te bekostigen. “Wij werken aan een alternatief ontwerp. Het enige dat we daarvoor nodig hebben, zijn de specificaties van het nieuwe trammaterieel. Die gegevens zijn ons in 2012 al toegezegd, maar het lukt ons tot nu toe niet ze in bezit te krijgen. Ons is toegezegd dat we de stukken op korte termijn ontvangen”, aldus Hoogsteder.
mensen die afhankelijk zijn van dit systeem. Maar als het huidige economische tij aanhoudt, zou u echter wel eens sneller tot deze groep kunnen behoren dan u voor mogelijk hield. Wat is gefinancierde rechtsbijstand precies? Het is een wettelijk recht dat de burger effectieve toegang geacht wordt te geven tot de rechter. Iedere burger kan zijn rechten immers pas uitoefenen, als hij de stap naar de rechter kan zetten. Kan een burger dat niet, dan is hij in feite rechteloos. Hij kan zich niet verweren tegen een faillissementsaanvraag, kan zijn ont-
slag niet ongedaan maken, kan voorlopige hechtenis niet aanvechten, het stopzetten van zijn uitkering niet tegenhouden of de uithuisplaatsing van zijn kinderen voorkomen. Best heavy, niet? In Nederland verplicht de wet ons een advocaat in te schakelen in allerlei soorten geschillen, zoals echtscheidingen en strafzaken. Waar die bijstand echter geen plicht is, weet een rechtzoekende doorgaans niet hoe hij zijn probleem moet aanpakken. De regelgeving in Nederland is uiterst complex en alleen gespecialiseerde juristen weten de weg. Het is een illusie dat een burger zijn recht zou weten te halen zonder hulp van een juridisch onderlegde adviseur. Omdat het lastig en stressvol is je eigen zaak te bepleiten, bestaat het fenomeen van de advocaat al sinds mensenheugenis. Het is niet het oudste beroep ter wereld, maar komt beslist in de buurt. Pas als iemand eens
risten, bij de laatste meters op het Binnenhof waren stalen zenuwen vereist. Voor de ijscoboer had zich een enorme sliert liefhebbers verzameld en ik kon er niet omheen. Echt niet. Dus moest ik er tussendoor. Omdat ik te bescheiden ben om te fietsbellen parkeerde ik mijn voorwiel pardoes tussen de benen van een hooggehakte dame. Ze lachte en liet me weten dat ze thuis in Parijs sinds kort ook fietste, dat ze het ook nog erg moeilijk en een beetje
eng vond, vooral als het druk was en zij haast had ... c’est la ruée, c’est drôle, n’est-ce pas? Na welgemeende excuses en een hug liet ik mijn nieuwe bff* achter en zette m’n fiets tegen een fietsbeugel. Nu was ik al heel dicht bij mijn druiven, maar eer ik mijn lievelingen in de armen zou kunnen sluiten moest ik langs knoflook, paddestoelen, tarwegrassapjes en jam voor ik oog in oog stond met mevrouw druif zelf. Of ik wilde proeven? ‘Nee’, zei ik met de stem van een kenner, ‘doe maar een kilo’. Er ontspon zich een kletspraatje over de verrukkelijke smaak van de druif en de dauw, het specifieke kenmerk van deze tafelvrucht... waarna ik de zotheid beging een stekje te vragen, te kopen, te komen halen mischien? Mevrouw druif zag in één keer haar hele ondernemings-, marketing- en financieringsplan in duigen vallen. ‘Ja zeg, als we allemaal zomaar druiven gaan kweken kan ik er wel mee ophouden. Da’s dan € 9,50 voor u’. Thuis overdacht ik de situatie. Waarom vroeg ik om dat stekje? Ik heb tuin noch balkon! Het bleek niet de hebberigheid, maar de waardering voor dit prachtige druivenras en haar telers. Ik had beter moeten weten. Je kunt, nee hóeft niet alles te bezitten wat je waardeert. Ik spoelde mijn tere buit, pakte een kaasplankje en twee nog lege glazen .... een zonnige herfstige zondag. Wendy Hendriksen *bff best friends forever
juridisch
Seks
Als het goed is, heb ik uw aandacht te pakken met deze koptekst. Helaas, deze column gaat over de aankomende bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand. U kunt dus meteen door naar het volgende stukje als u wilt. Ik stel er echter prijs op als u dit verhaal tot het eind wilt blijven lezen, want het onderwerp is actueel en van groot belang. Onder het huidige kabinet zal de gefinancierde rechtsbijstand met 25 procent worden ingekrompen. Wat maakt mij dat uit, denkt u vermoedelijk. Wellicht behoort u niet tot de ruim een miljoen
rechtsbijstand nodig heeft gehad, dan weet hij of zij hoe belangrijk dat kan zijn teneinde zich ‘vrij’ te voelen Door de aankomende bezuinigingsronde wordt verwacht dat veel mensen buiten de boot gaan vallen. Zij zullen hun recht niet meer kunnen halen, hebben geen geld voor een verzekering en al helemaal geen middelen om zelf een advocaat te betalen. Er zal door deze maatregelen een groep mensen bestaan die ‘vogelvrij’ te noemen is. U vindt dat ik overdrijf ? Zo’n vaart zal
Als het goed is, heb ik uw aandacht te pakken met deze koptekst
het toch niet lopen? Het zal inderdaad niet morgen al te merken zijn, maar wel gestaag. Er zijn nu al nauwelijks jonge juristen meer die in de ‘pro deo’-praktijk willen werken. Sterker, het aantal advocaten stagneert en zal waarschijnlijk gaan dalen. Jonge aanwas in de gefinancierde rechtsbijstand is hard nodig om het hoofd te kunnen bieden aan de steeds grotere groep mensen die door de crisis getroffen wordt. Rechtsbijstand is op de overheidsbegroting bovendien niet meer dan een klein zakje geld. Een JSF straaljager kan met het hele jaarbudget misschien vijf bommen gooien in een ver land. Maar als u uw huis wordt uitgezet ben ik benieuwd wat u belangrijker vindt. De keuze is aan u. Michael van Basten Batenburg Delissen Martens advocaten belastingadviseurs mediation www.delissenmartens.nl
20>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 4 oktober 2013
Henk Kool tussen de Haagse piraten
ergernissen Tips naar
[email protected]
Paardenpoep
H
ondenbezitters worden tegenwoordig geacht de poep van hun huisdier zelf op te ruimen. Alleen al het idee om met je hand in zo’n zakje die warme drek te omvatten, is goed voor een partijtje kokhalzen. Maar wie dierenliefde in zijn leven wenst, moet lijden. Eeuwenlang heeft de samenleving getolereerd dat honden de straat besmeurden, stonden argeloze voetgangers met een schoenzool vol smurrie op één been jonglerend te wrijven langs de trottoirband, onderwijl een stank verspreidend die zijn weerga niet kent. Stel dat iedereen zijn kind in de goot (of daarnaast) liet poepen, dan was de wereld te klein. Goed dus dat de politie daartegen optreedt. Niks geen praatjes van ‘hij hield het op weg naar de goot
niet meer’ of ‘mijn hond doet zoiets anders nooit’. Geen kakzakje bij de hand om de troep zelf op te ruimen, meteen op de bon. Net als menselijke wildplassers. Maar over politie gesproken; waarom mogen politiepaarden hun bolussen wel ongehinderd op straat laten kletteren? Ooit op de fiets achter agenten te paard gereden, terwijl ineens de drollen door de lucht kletteren? Alsof er niets gaande is, kijken de ruiters strak voor zich uit. Misschien komt daar die uitdrukking ‘hoog te paard’ wel vandaan. Nog nooit zo’n agent af zien stappen om de troep op te ruimen. Ook nooit gezien dat er een vangzeiltje, een soort paardenpamper onder hangt. En mekaar bekeuren, ho maar. Coos Versteeg
© Marnix Rueb
haagse harry
PLAATS
© Marcello's Art Factory
onder de haagse torens
Door Coos Versteeg
Als er één stad een ‘piratenverleden’ heeft, dan is het wel Den Haag. Afgelopen zondag kwamen ze allemaal bijeen in café Emma op het Regentesseplein. Noem het gerust een reünie van de mannen achter piratenzenders als Radio Centraal, REVO, Radio Stad Den Haag, Radio City en Hofstad Radio. Café Emma was eertijds ook al hun trefcentrum. Heren op leeftijd zijn het inmiddels, die hun illegale activiteiten veertig jaar na dato in een heus digitaal archief (www.radiopedia.nl) voor het nageslacht willen bewaren. Afgelopen zondag ging de site on line. “Wij hebben gezorgd voor een verschuiving in de media”, zegt Paul Winnubst – voorzitter van de Stichting Vrij Haags en oud-eigenaar van Hofstad Radio – niet zonder trots. “Toen Radio Centraal in 1974 van start ging met een zender op de Loosduinsekade en in de Schilderswijk, zag alles er anders uit. Je had radio 1, 2 en 3 en die hielden ’s avonds om twaalf uur op na het draaien van het Wilhelmus. Wij voorzagen in een behoefte. Elke wijk had op het laatst zijn eigen zender. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig waren er 120 illegale stations in deze stad”. Illustere namen passeerden de revue, zoals Rob Candy, Ger van den Brink, Bart van Gogh en Kas van Iersel. Ook adverteerders van de eerste uren werden gememoreerd, zoals seksclub Mayfair, Kameta Tapijt en snackbar Hap Snap. Winnubst, destijds actief onder de schuilnaam Peter Winters, haalde nog even aan dat ook TROS Kompas aan ledenwerving deed via de piraten en dat dit vervolgens tot Kamervragen leidde. Wethouder Henk Kool (economische zaken), die net vorige week liet weten zijn heil na de gemeenteraadsverkiezing volgend jaar elders – bij voorkeur in China – te willen zoeken, had moeite zijn enthousiasme te betomen. “Ik ben hier als wethouder, dus laat ik voorop stellen dat het allemaal niet mocht. En laat ik er ook bij zeggen dat de Radio Controle Dienst goed werk deed. Welnu, dit gezegd hebbende: ik vond het zo
Henk Kool en Paul Winnubst bij het cadeau, een loodzware radiozender uit de dagen van weleer. > Foto: C&R
fantastisch leuk! Het heeft mij gestimuleerd om te gaan werken aan de oprichting van Radio West”. Gerstenat En daar hadden we meteen de link. Want inderdaad stond Henk Kool aan de wieg van de regionale zender. Eerst als bestuurslid, later – nadat hij de School voor de Journalistiek in Utrecht had gevolgd en stage had gelopen bij de lokale omroep Stad Amsterdam (daar vonden ze dat plat Haagse accent wel leuk) – kwam hij achter de microfoon bij West. Dat leverde gedenkwaardige uitzendingen op, want Kool verzorgde een programma wat later op de avond, nadat hij eerst menig gerstenat in café Het Proeflokaal had ingenomen. Wij herinneren ons hoe hij met dubbele tong de officier van justitie opriep een stadgenoot (die zijn eigen gang in de brand had gestoken en extreem rechts daarvan had beschuldigd) vóór Kerst uit de cel te laten. De uitzending zou bij de piraten niet hebben misstaan. Nu had Kool zelf heel andere herinneringen. Niet alleen aan de illegale radio in Den Haag, maar ook aan de piratentelevisie. “Dat was me een partij ranzig”, memoreerde hij de porno-uitzendin-
gen. Maar Kool wist ook hoe hij tot zeven keer toe ‘The Blues Brothers’ op de illegale televisie had gezien, zonder ooit het eind te halen. Want de film duurde zo lang, dat de Radio Controle Dienst de etherpiraten telkens weer wist op te sporen en het kanaal op zwart zette. Onderwijl werden links en rechts herinneringen opgehaald over hoe de opsporingsambtenaren deuren intrapten of via het dak woningen binnen drongen en verborgen uitzendstudio’s in kelders en op zolders openbraken. “Nogmaals, het mocht niet, maar het was ontzettend leuk”, aldus de wethouder. Die kreeg voor zijn enthousiaste woorden een mooi, groot en vooral zwaar cadeau, namelijk een illegale zender uit die tijd: een kanjer van een apparaat dat door twee man naar boven was gesjouwd en op tafel stond te pronken. Kool keek er even naar, bedacht hoe hij dit onmogelijke ding uit zijn huis kon weren en achter kon laten zonder de gulle gevers te beledigen en riep toen: “Ik denk dat ik dit apparaat het beste meteen in bruikleen aan het Haags Radio Archief kan afstaan”. En daar was gelukkig iedereen het mee eens. “Het is mooi weer, laten we buiten aan het bier gaan”, stelde Kool voor.
Juffrouw Idastraat Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
A
ls je opgroeit in een stad als Den Haag is veel vanzelfsprekend. De regeringsgebouwen, het Catshuis, de Scheveningse Pier, Madurodam, het is allemaal vlakbij en het stoffeert je leven. Pas als er gasten of logé’s komen, besef je dat zij in hun deplorabele woonoorden die bijzondere plekken niet hebben. Dan komt de trots. Achteloze trots, dat dan weer wel. Den Haag is een literaire stad, heeft veel schrijvers en dichters voortgebracht en ook dat is logisch. De gelaagdheid van de Haagse standen-
maatschappij heeft de toch al niet geringe verbaliteit verder opgestuwd. Dat het in onze stad zo stil kan zijn ligt niet aan het taalgebruik van de inwoners. De aanwezigheid van het Letterkundig Museum alhier is ook zo’n abc’tje. Tussen 1965 en 1982 was het museum gevestigd in de Juffrouw Idastraat. Eén van de oudste straatjes van de stad, gelegen in het Hofkwartier en behorende bij de top 100 der Nederlandse UNESCOmonumenten. Je vindt er een barokke schuilkerk uit de 18de eeuw en de schilder Willem Maris had er ooit zijn atelier. Maar wie ‘Juffrouw Idastraat’ zei in de tijd dat ik op de middelbare school zat, doelde op
het museum. Moest je iets weten voor Nederlands, dan fietste je daar gewoon even naar toe. Ook al ben ik later neerlandicus geworden, zover ben ik nooit gekomen. Iets dichterbij, in de openbare bieb op de Bilderdijkstraat, vond ik alles van mijn gading. Het Letterkundig Museum zetelt alweer tijden in de slagschaduw van Nieuw Babylon, de spraakverwarring die deze naam suggereert met verve trotserend. Je vindt het museum op het Willem-Alexanderhof, een adres dat eigenlijk pas dit jaar werkelijkheid werd. Welke vitale functies museum en bibliotheek vervullen is mij de afgelopen weken weer eens duidelijk geworden. Gegeseld door bezuinigin-
gen zetten zij hun zegenrijke werk voort. De status van Den Haag als literaire stad werd afgelopen vrijdag bevestigd op de slotavond van de actie ‘Den Haag leest de tiplijst van de AKO-literatuurprijs 2013’. Ik mocht deze eredienst voor het literaire boek in de Centrale Bibliotheek aan het Spui leiden. De 25 genomineerde boeken waren in leesclubjes door Haagse lezers intensief bestudeerd en dat resulteerde in een reeks scherpzinnige presentaties. Het oordeel van deze ‘Haagse jury’ week sterk af van de uiteindelijke shortlist. Maar ook die eigenwijsheid is ... vanzelfsprekend. Marcel Verreck