SECUNDAIR ONDERWIJS
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
derde graad
Jaar:
eerste en tweede leerjaar
Studiegebied:
Handel
Optie(s)
Handel
Vak(ken):
TV Toegepaste economie
Vakkencode:
WW-s
Leerplannummer:
2004/178 (Vervangt 2002/271)
Nummer inspectie:
2004 / 178 // 1 / J / SG / 1 / III / / V/06 (Vervangt 2002/131//1/M/SG/1/III/ /D/)
6/6 lt/w
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
1
INHOUD VISIE ..........................................................................................................................................................2 BEGINSITUATIE ...........................................................................................................................................3 ALGEMENE DOELSTELLINGEN ......................................................................................................................4 LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN ...............................................................................................5 Burgerlijk- en handelsrecht .......................................................................................................5 Sociale wetgeving ...................................................................................................................21 fiscale wetgeving.....................................................................................................................36 Bedrijfseconomie.....................................................................................................................41 Distributie ................................................................................................................................44 PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN .......................................................................................................48 Burgerlijk- en handelsrecht .....................................................................................................48 Sociale wetgeving ...................................................................................................................49 Fiscale wetgeving....................................................................................................................50 Bedrijfseconomie.....................................................................................................................51 Distributie ................................................................................................................................52 ICT...........................................................................................................................................53 Voet .........................................................................................................................................54 Begeleid zelfgestuurd leren ....................................................................................................55 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN ...............................................................................................................57 EVALUATIE............................................................................................................................................58 BIBLIOGRAFIE ...........................................................................................................................................59
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
2
VISIE Deze studierichting is in de eerste plaats een voorbereiding op een loopbaan in de profitsector. Het is de meest polyvalente richting binnen het geheel van economisch georiënteerde studierichtingen. Met 'Distributie' maken de leerlingen kennis met de structuren van de detailhandel en de groothandel. Naast een brede waaier aan nieuwe handelsbegrippen is er nu ook ruimte voor managementbeginselen en marketingaspecten. Via deze praktijkgerichte leerstofitems wordt de link gelegd met het latere beroepsleven. Het vak 'Verkoop' leunt hier zeer nauw bij aan. De andere deelvakken uit Toegepaste economie zijn ondersteunend. 'Burgerlijk en handelsrecht' reikt kennis en inzichten aan om zich in de handelswereld te kunnen begeven. Een van de hoofditems behandelt de verbintenissen en contracten die talrijk aanwezig zijn in de realiteit. Denken we maar aan verzekeringen, koop en verkoop, huur, enz. De sociale invalshoek wordt geboden door 'Sociale Wetgeving'. Naast reglementeringen voor de loon- en weddetrekkende wordt er aandacht besteed aan het statuut van de zelfstandige. De leerlingen worden ingewijd in een brede waaier van sociale beschermingsmaatregelen. 'Fiscale wetgeving' zorgt ervoor dat vooral inkomstenbelastingen en de verbruiksbelasting BTW aangesneden worden. Alle deelvakken benaderen de leerstof op een praktische en realistische wijze. Tenslotte is er nog 'Bedrijfseconomie'. Hier wordt de financiering van een onderneming onder de loep genomen, is er aandacht voor vestigingsplaats en bedrijfsgrootte en wordt veel ruimte gelaten voor een doorgedreven analyse van de jaarrekening. ICT-integratie zal in de volgende jaren de aanpak in de diverse deelvakken drastisch beïnvloeden. In ruil biedt ICT ons een ruime waaier aan mogelijkheden om ons te begeven op de informaticasnelweg. Het zal van iedereen een groot aanpassingsvermogen vergen.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
3
BEGINSITUATIE De meeste leerlingen zullen doorstromen vanuit een studierichting Handel of Handel-talen en hebben reeds een ruime kennis aan vakterminologie en handelstechnieken. Voor hen sluit deze studierichting Handel naadloos aan op hetgeen ze hebben verwerkt in de 2de graad. De leerlingen die instromen vanuit ASO Economie zijn meer theoretisch geschoold. Met bijzondere aandacht vanwege de leraar zullen ze echter snel hun achterstand kunnen inhalen. Anders is het gesteld met leerlingen uit niet-economische studierichtingen. Voor hen moet er een intensief inhaalprogramma opgezet worden. Van hen wordt verwacht dat ze zelf ook een ernstige inspanning leveren om zo snel mogelijk op het gemiddelde niveau van de klas te geraken.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN In de 2e graad hebben de leerlingen een grondige kennismaking gekregen met het boeiend economische leven. In de derde graad wordt veel kennis verder uitgediept. Het vak Toegepaste economie omvat een verzameling deelvakken die een groot gedeelte van het economische gebied beslaan. Het doel is de leerlingen nog meer kennis en inzicht te verschaffen in het economische mechanisme met zijn entiteiten en instellingen. De leerinhouden horen thuis in de wereld van handel en economie. In het geheel van Toegepaste economie dienen de leerlingen verder aan de volgende vaardigheden te werken. •
Hanteren van de documenten.
•
Reken- en cijfervaardigheid.
•
Analytisch en kritisch vermogen.
•
Sociale en communicatieve vaardigheden.
•
Vaardigheid in het zien van details.
•
Doorzettingsvermogen.
•
Bereidheid eigen fouten te verbeteren.
•
Zelfwerkzaamheid en aanpassingsvermogen bij de toepassingen.
•
Zin voor afwerking, orde, netheid en nauwkeurigheid.
In elk geval moeten zij bijzondere aandacht besteden aan een correct taalgebruik. In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat zij de volgende attitudes verder ontwikkelen en nastreven. • Accuratesse: erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig te voltooien. •
Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.
•
Resultaatgerichtheid: gedreven naar einddoel van de activiteit toewerken.
•
Zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen durven aanpakken.
•
Zin voor orde, netheid en nauwkeurigheid: erop gericht zijn nauwkeurig, net en met zin voor orde te werken.
•
Zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN BURGERLIJK- EN HANDELSRECHT 1e jaar: 2 lestijden/week 2e jaar: 0 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Deel A 1
Deel A: Burgerlijk recht •
de noodzaak en het belang aantonen van de behoefte aan rechtsregels;
1
de noodzaak van het steeds groter wordend aantal rechtsregels in onze snel evoluerende maatschappij (o.a. nieuwe samenlevingsvormen) verwoorden;
1.1
Nut van het recht
1.1.1
Noodzaak
de verschillende kanalen opsommen en beschrijven, die ons in staat stellen kennis te nemen van het burgerlijk recht;
1.1.2
Groeiend aantal rechtsregels
1.2
Kenbronnen van het recht – Kanalen
•
het recht indelen op verschillende wijzen en de onderdelen beschrijven;
1.2.1
Wet
•
1.2.2
Rechtspraak
het burgerlijk recht situeren in het geheel van het recht;
•
1.2.3
Rechtsleer
de toenemende invloed van de internationale verdragen aantonen (voornamelijk in Europese context);
1.2.4
Gewoonte
•
het belang en de noodzaak van een efficiënt juridisch apparaat aantonen teneinde een rechtsstaat te waarborgen;
1.3
Indeling van het recht - plaats van het Burgerlijk recht
1.3.1
Publiek recht – privaat recht
1.3.2
Europees recht – internationaal privaatrecht - volkenrecht
1.4
Invloed van internationale verdragen
1.5
Gerechtelijke inrichting
1.5.1
Belang en noodzaak van een gerechtelijk apparaat
1.5.2
Belgische gerechtelijke organisatie
1.5.2.1
Schema gerechtelijke inrichting
•
•
•
de Belgische gerechtelijke organisatie schematisch voorstellen en de onderdelen bondig omschrijven;
Algemene begrippen van het recht en van de gerechtelijke inrichting
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1.5.2.2
De rechtbanken en hoven – Omschrijving
De Europese gerechtelijk inrichting in grote lijnen en bondig omschrijven;
1.5.3
De Europese gerechtelijke organisatie
1.6
Grondwet
•
het belang en de noodzaak van onze Grondwet aantonen;
1.6.1
Belang en noodzaak
•
de kenmerken van België met de federale structuur en de scheiding van de machten toelichten.
1.6.2
Kenmerken van België
1.6.3.1
Federale staat met gemeenschappen en gewesten
1.6.3.2
Gerechtelijke-, wetgevende- en uitvoerende macht
2
Personenrecht
2.1
Natuurlijke en rechtspersonen
2.1.1
Begrippen
•
2 • •
• •
de begrippen natuurlijke en rechtspersonen omschrijven en onderscheiden (zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk);
het begin en einde van een persoon omschrijven op grond van 2.1.2 de te vervullen formaliteiten (akten en registers van de burgerlijke 2.2 stand - inclusief rechtzetting van fouten); 2.2.1 de essentie van de Wet op de privacy duiden; 2.2.1.1 de begrippen naam, woonplaats en nationaliteit omschrijven en 2.2.1.2 de desbetreffende procedures bondig toelichten;
Publiekrechtelijke en privaatrechtelijk onderscheid Uitdieping begrip natuurlijke persoon Begin en einde van de persoon: geboorte en dood Akten en registers van de burgerlijke stand Rechtzetting van fouten
•
het begrip afstamming omschrijven en concreet toelichten;
2.2.1.3
Wet op de privacy
•
de diverse soorten afstamming omschrijven en concreet toelichten;
2.2.2
Naam - nationaliteit – woonplaats
2.2.2.1
Begrippen
•
de gevolgen van de erkenning aangeven;
2.2.2.2
Procedures
•
de soorten van adoptie weergeven;
2.2.3
Bloedverwantschap en aanverwantschap – erkenning
•
de adoptant en de geadopteerde beschrijven;
2.2.4
Adoptie
•
de begrippen onbekwaamheid, minderjarigheid en andere vormen van onbekwaamheid omschrijven;
2.2.4.1
Soorten
2.2.4.2
Adoptant en geadopteerde
2.2.5
Onbekwaamheid – minderjarigheid – andere onbekwamen
2.2.5.1
Begrippen
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.2.5.2
Rechten en plichten
de rechten en plichten van de minderjarige omschrijven in zijn relatie met de meerderjarige inzake goederen, zijn persoon (hoede- en bewakingsrecht), de school en het strafrecht (Jeugdrechtbank en Correctionele rechtbank);
Goederen
•
het begrip huwelijk omschrijven;
Strafrecht - Rechtbanken
•
het belang van de het huwelijk aantonen via het huwelijkscontract (afspraken, regularisatie in de samenleving);
•
Persoon (hoede en bewakingsrecht) School
2.2.6
Het huwelijk
2.2.6.1
Begrip
•
het begrip huwelijkscontract omschrijven;
2.2.6.2
Belang
•
soorten huwelijkscontracten omschrijven, vergelijken en evalueren;
2.2.6.3
Hoofdverplichtingen
2.2.6.4
Vereisten
•
de rol van de notaris m.b.t. het huwelijkscontract duiden;
2.2.6.5
Beletsels
2.2.6.6
Formaliteiten
2.2.6.7
Huwelijkscontracten Belang (afspraken, regularisatie in de samenleving) Soorten Rol van de notaris
•
de rechten en de plichten van echtgenoten en kinderen opsommen en omschrijven;
•
mogelijk te nemen maatregelen verduidelijken bij het niet nakomen van de plichten en zonder echtscheiding (verzoening via de vrederechter);
•
mogelijk te nemen maatregelen verduidelijken bij het niet nakomen van de plichten met echtscheiding als gevolg;
•
verschillende soorten echtscheidingen, procedures en gevolgen t.a.v. goederen, kinderen en de personen zelf verduidelijken;
2.2.6.8
Relatie ouders/kinderen – rechten en plichten van elk
2.2.6.9
Huwelijksproblemen Verzoening Echtscheiding Op grond van bepaalde feiten Feitelijke scheiding van 5 jaar Onderlinge toestemming Voorwaarden, procedures en gevolgen
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
8
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.2.6.10 Andere samenlevingsvormen buiten het huwelijk •
de andere samenlevingsvormen buiten het huwelijk opsommen en bondig omschrijven;
2.2.7
Huwelijksvermogensrecht
2.2.7.1
Huwelijksvermogenstelsels – De praktijk
•
de huwelijksvermogenstelsels praktijkgericht bespreken;
Wettelijk stelsel
•
te vervullen formaliteiten bij wijziging van het huwelijksstelsel omschrijven (bondig);
Scheiding van goederen
•
basisbegrippen van de familiale erfregeling omschrijven en toelichten.
•
het erfrecht van de langstlevende echtgenoot schetsen in relatie tot de afstammelingen;
• •
Uitbreiding van de gemeenschap 2.2.7.2
Formaliteiten bij wijziging van huwelijksstelsel
2.2.8
Erfrecht
2.2.8.1
Basisbegrippen
de mogelijkheid van het al dan niet aanvaarden van een nalatenschap verduidelijken;
2.2.8.2
Erfrecht van de langstlevende echtgenoot in relatie tot de
de schenking onderscheiden van het testament, met aandacht voor het voorbehouden erfdeel en de legaten.
2.2.8.3
(Niet-) Aanvaarding van de erfenis
2.2.8.4
Testament versus schenking – voorbehouden erfdeel –
afstammelingen – vruchtgebruik
legaten
3 •
het juridisch begrip goed omschrijven, de indeling van de goederen (voornamelijk roerende en onroerende goederen) schetsen en met voorbeelden illustreren;
•
het belang van het onderscheid roerend en onroerend goed toelichten en met voorbeelden verklaren;
•
het begrip eigendomsrecht verklaren;
•
wijzen van verkrijging van eigendom opsommen en illustreren
3
Zakenrecht
3.1
Goederen
3.1.1
Begrip
3.1.2
Indeling
3.1.2.1
Roerende goederen en onroerende goederen
3.1.2.2
Lichamelijke en onlichamelijke goederen
3.1.3
Belang van onderscheid roerende/onroerende goederen
3.2
Eigendomsrecht
3.2.1
Begrip
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen met voorbeelden (eigendomsverkrijging ten bezwarende titel wordt later meer uitgebreid behandeld bij het hoofdstuk over verbintenissen en contracten); •
de splitsing van eigendom toelichten;
•
de beperkingen van eigendom (onteigening, erfdienstbaarheden en voorschriften) omschrijven en met voorbeelden illustreren;
3.2.2
Wijzen van verkrijging (o.a. testament, erfopvolging, schenking, overdracht, bezit, overeenkomst, natrekking, verkrijgende verjaring)
3.2.3
Splitsing
3.2.4
Beperkingen
3.2.4.1
Onteigening
3.2.4.2
Erfdienstbaarheden
3.2.4.3
Voorschriften
3.2.5
Vruchtgebruik – naakte eigendom
4
Verbintenissen
het begrip verbintenis omschrijven en met concrete voorbeelden toelichten;
4.1
Begrip
4.2
Bronnen
•
de bronnen van verbintenissen opsommen, bondig omschrijven en met voorbeelden illustreren;
4.2.1
Wet
•
4.2.2
Contract
de modaliteiten hoofdelijkheid en deelbaarheid verklaren aan de hand van een voorbeeld;
4.2.3
Oneigenlijk contract
•
de voornaamste gevolgen van verbintenissen beknopt en schematisch bespreken;
4.2.4
Onrechtmatige daad
4.3
Modaliteiten
4.3.1
Hoofdelijkheid
4.3.2
Deelbaarheid
4.4
Voornaamste gevolgen van verbintenissen
4.4.1
Gevolgen van verbintenissen uit contracten
4.4.2
Gevolgen van verbintenissen uit onrechtmatige daden
4.5
Tenietgaan van verbintenissen
4.5.1
Betaling
•
de begrippen omschrijven en het onderscheid tussen vruchtgebruik en naakte eigendom verduidelijken.
4 •
•
de oorzaken van het tenietgaan van een verbintenis opsommen en summier omschrijven aan de hand van voorbeelden;
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
•
4.5.2
Kwijtschelding van schuld
4.5.3
Schuldvernieuwing
4.5.4
Schuldvergelijking
4.5.5
Schuldvermenging
4.5.6
Verlies van de zaak
4.5.7
Verjaring
4.6
Bewijs – begrippen – praktijkgerichte benadering
4.6.1
Schriftelijke bewijsmiddelen
4.6.1.1
Authentieke akte
4.6.1.2
Onderhandse akte
4.6.1.3
Andere geschriften (zoals agenda's, briefwisseling, e.d.)
4.6.2
Niet-schriftelijke bewijsmiddelen
4.6.2.1
Bekentenis
4.6.2.2
Getuigen
4.6.2.3
Vermoeden
4.6.2.4
Eed
5
Courante contracten
de inleidende begrippen rond contracten omschrijven en hanteren;
5.1
Inleidende begrippen
5.2
Indeling van contracten
de contracten op verschillende wijzen indelen en de onderdelen toelichten en verduidelijken met een voorbeeld;
5.2.1
Eenzijdige versus wederkerige contracten
5.2.2
Contracten onder bezwarende titel versus vrijgevigheid
5.2.3
Gewone contracten versus plechtige contracten
5.2.4
Vergeldende contracten versus kanscontracten
5.2.5
Benoemde contracten versus niet-benoemde contracten
5.2.6
Hoofdcontracten versus bijcontracten
de schriftelijke en niet-schriftelijke bewijsmiddelen in het burgerlijk recht opsommen, omschrijven en de waarde van deze bewijsmiddelen praktijkgericht bespreken.
5 • •
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
11
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de grondbeginselen van contracten concreet toelichten;
5.3
Grondbeginselen
•
geldigheidsvereisten van contracten concreet toelichten;
5.3.1
Wilsautonomie
5.3.2
Consensualisme
5.3.3
Contract als wet
5.3.4
Goede trouw
5.4
Geldigheidsvereisten
5.4.1
Toestemming
5.4.2
Bekwaamheid
5.4.3
Voorwerp
5.4.4
Oorzaak
5.5
Specifieke contracten
5.5.1
Koopcontract
5.5.1.1
Omschrijving
•
het koopcontract omschrijven;
•
de geldigheidsvereisten concretiseren;
•
5.5.1.2 de vormvereisten omschrijven en het bewijs van het koopcontract 5.5.1.3 aantonen; 5.5.1.4 de verplichtingen van koper en verkoper omschrijven;
•
een concreet koopcontract beoordelen op vorm en geldigheid;
•
het huurcontract omschrijven;
•
het onderscheid tussen huur van diensten en huur van goederen verduidelijken;
•
•
de woninghuurwet duiden;
•
het toepassingsgebied van de woninghuurwet omschrijven;
Geldigheidsvereisten Vormvereisten en bewijs Verplichtingen van de verkoper Levering en vrijwaring
5.5.1.5
Verplichtingen van de koper
5.5.1.6
Beoordeling van een concreet koopcontract
5.5.2
Huurcontract
5.5.2.1
Omschrijving
5.5.2.1
Onderscheid goederen en diensten
5.5.2.2
Woninghuurwet Toepassingsgebied
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
Contract en huurwet – begrippen – bijzonderheden
de noodzaak van een registratie van het huurcontract verduidelijken;
(registratie, plaatsbeschrijving, verzekeringen, waarborg en
•
plaatsbeschrijving als element van een huurcontract verduidelijken en concretiseren;
geblokkeerde rekening, huurindexering, duur en einde van
•
de noodzaak van verzekeringen, opgenomen in het huurcontract, verwoorden in functie van de partijen;
Verplichtingen van huurder en verhuurder
•
het belang van een waarborg en de daarbij horende geblokkeerde rekening verduidelijken;
•
het mechanisme van huurindexering verduidelijken en toepassen;
•
de duur en het einde van het huurcontract beoordelen op basis van de reglementering ter zake;
•
verplichtingen van huurder en verhuurder opsommen, omschrijven en evalueren;
•
een concreet huurcontract evalueren;
•
de begrippen lastgeving en bewaargeving omschrijven en met concrete voorbeelden illustreren;
•
het begrip en de kenmerken van de lening omschrijven;
•
het begrip en de kenmerken van een bruiklening en een verbruiklening omschrijven;
het contract)
5.5.2.3
Beoordeling van een concreet huurcontract
5.5.3
Lastgeving en de bewaargeving: begrippen
5.5.4
Lening
5.5.4.1
Begrippen en kenmerken
5.5.4.2
Bruiklening – begrip en kenmerken
5.5.4.3
Verbruiklening – begrip en kenmerken – onderscheid met bruiklening
5.5.4.4
Hypothecaire lening
•
het onderscheid tussen een bruiklening en een verbruiklening concretiseren;
Begrip
•
de hypothecaire lening begripsmatig omschrijven en de voorwaarden en de gevolgen opsommen en bespreken;
Gevolgen
•
de koop op afbetaling begripsmatig omschrijven en de kenmerken verduidelijken.
Voorwaarden
5.5.4.5
Koop op afbetaling Begrip Kenmerken
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6
•
zekerheden begripsmatig omschrijven;
6
Zekerheden
•
het onderscheid duiden tussen persoonlijke en zakelijke zekerheden;
6.1
Begrip
6.2
Persoonlijke en zakelijke zekerheden
•
de borgstelling omschrijven en concretiseren aan de hand van een voorbeeld;
6.3
Borgstelling
6.3.1
Begrip - aard van het contract
•
aantonen dat de borgstelling een eenzijdig contract is;
6.3.2
Voorwaarden
•
de voorwaarden van de borgstelling verduidelijken;
6.3.3
Gevolgen van de borgstelling
•
de gevolgen van de borgstelling tussen schuldeiser en borg en tussen schuldenaar en borg verduidelijken;
6.3.3.1
Tussen de schuldeiser en de borg
•
het begrip pandgeving omschrijven en illustreren met voorbeelden;
6.3.3.2
Tussen de schuldenaar en de borg
6.4
Pandgeving
•
het bewijs van een pandgeving tussen de partijen en t.o.v. derden verduidelijken;
6.4.1
Begrip
6.4.2
Bewijs
•
de rechten van de pandhouder verduidelijken;
6.4.3
Rechten van de pandhouder
•
het begrip hypotheek omschrijven;
6.5
Hypotheek
•
de geldigheidsvereisten van de hypotheek opsommen en verduidelijken;
6.5.1
Begrip
6.5.2
Geldigheidsvereisten
de rechten van de schuldeiser (hypotheekverkrijger) opsommen en verduidelijken;
6.5.3
Rechten van de schuldeiser
• • •
6.5.4 de belangrijkheid van de openbaarheid (door inschrijving) van de 6.5.5 hypotheek aantonen;
Inschrijving van de hypotheek – openbaarheid Gevolgen van het hypotheekcontract voor de partijen en derden
de gevolgen van een hypotheekcontract voor de partijen en voor derden bespreken;
6.6
Voorrecht
•
het begrip voorrecht omschrijven;
6.6.1
Begrip
•
soorten voorrechten noemen;
6.6.2
Soorten
•
de rangorde van voorrechten verklaren;
6.6.3
Rangorde
•
verschillen tussen voorrecht en hypotheek opsommen.
6.6.4
Verschillen tussen een hypotheek en een voorrecht
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Deel B
Deel B: Handelsrecht
1
1
Situering
1.1
Begrip
1.2
Bestaansredenen
1.3
Kenmerken
2
Kooplieden en daden van koophandel
•
het begrip handelsrecht omschrijven;
•
de bestaansredenen van het handelsrecht verduidelijken;
•
de kenmerken van het handelsrecht toelichten.
2 •
het begrip kooplieden omschrijven;
2.1
Kooplieden
•
de wettelijk voorziene voorwaarden voor de kooplieden opsommen en verduidelijken (wie kan handel drijven);
2.1.1
Begrip
2.1.2
Voorwaarden
•
advies- en steunmaatregelen voor startende handelaars opzoeken;
2.2
Startende handelaars: adviezen - steunmaatregelen
•
de daden van koophandel onderscheiden en verduidelijken;
2.3
Daden van koophandel
•
de verplichtingen van de handelaar opsommen, omschrijven en toelichten;
2.4
Verplichtingen van de handelaar
• •
•
(schematisch)
2.4.1 verwijzen naar andere (deel)vakken voor wat betreft de fiscale en 2.4.2 sociale verplichtingen; 2.4.3 de rechten van de handelaar opsommen en verduidelijken;
de vereisten i.v.m. de wetgeving op de handelsvestigingen opzoeken en beknopt weergeven;
Inschrijving handelsregister Huwelijksstelsel Boekhouding
2.4.4
Financiële rekening
2.4.5
BTW-nummer
2.4.6
Fiscale en sociale verplichtingen
2.5
Rechten van de handelaar
2.5.1
Rechtbank van koophandel
2.5.2
Bescherming tegen oneerlijke concurrentie
2.5.3
Gerechtelijk akkoord
2.6
Vestigingswet
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen opzoeken welke vergunningen nodig zijn voor (ver)bouwen en welke instanties de nodige informatie verschaffen
2.7
milieuverplichtingen opzoeken.
2.8
Milieuwetgeving
3
Bewijs van handelsverbintenissen
het verschil in bewijsvoering bij handelaar en niet-handelaar weergeven;
3.1
Relatie met het burgerlijk recht – verschil in bewijsvoering
3.2
Schriftelijke bewijsmiddelen
•
de schriftelijke bewijsmiddelen opsommen, omschrijven en evalueren;
3.2.1
Akten
•
3.2.2
Handelsdocumenten – Stilzwijgende aanvaarding
het belang van het al dan niet aanvaarden van handelsdocumenten als zijnde conform en het gevaar van de stilzwijgende aanvaarding aantonen;
3.2.3
Boekhouding
3.2.4
Briefwisseling
3.3
Niet-schriftelijke bewijsmiddelen
3.3.1
Getuigen
3.3.2
Vermoeden
3.3.3
Eed
3.3.4
Bekentenis
4
Handelscontracten
de begrippen van en in een verzekeringscontract en m.b.t. de partijen omschrijven;
4.1
Verzekeringscontract
4.1.1
Begrippen
de verzekeringen indelen in verzekering van schade en verzekering van personen en deze groepen beschrijven;
4.1.1.1
Met betrekking tot het contract
4.1.1.2
Met betrekking tot de partijen
4.1.2
Indeling verzekeringen
4.1.2.1
Verzekering van schade
• •
3 •
•
de niet-schriftelijke bewijsmiddelen opsommen, omschrijven en evalueren.
4 • •
•
de typische begrippen franchise en evenredigheidsregel noemen,
Wet op ruimtelijke ordening en stedenbouw (bouwen en verbouwen) - Instanties en vergunningen
Franchise
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen omschrijven en illustreren met voorbeelden; • • • • •
de procedure voor het tot stand komen van een verzekeringscontract beschrijven;
Evenredigheidsregel 4.1.2.2
Verzekering van personen
4.1.3
Totstandkoming van het verzekeringscontract – procedure
de geldigheidsvereisten van het verzekeringscontract noemen en 4.1.4 verduidelijken; 4.1.5 verplichtingen en rechten van de partijen omschrijven; 4.1.6 de risicodekking binnen de brandverzekering toelichten en de 4.1.6.1 verzekerde waarde bepalen;
het belang omschrijven van de opgesomde B.A.-verzekeringen en mogelijke dekkingen toelichten a.d.h.v. voorbeelden;
•
het toepassingsgebied en de algemene en bijzondere voorwaarden van de verzekering BA-motorrijtuigen toelichten a.d.h.v. een modelpolis;
•
de verzekeringsplicht bij een verzekering BA-motorrijtuigen duiden;
•
bijkomende verzekeringen inzake motorrijtuigen opsommen en omschrijven en de aangifte van een ongeval concretiseren aan de hand van het aanrijdingformulier;
•
het nut en de eventuele verplichting van de rechtsbijstandsverzekering omschrijven;
•
het nut en de voordelen van een levensverzekering omschrijven;
Verplichtingen en rechten van de partijen Soorten verzekeringen Brandverzekering Risicodekking
aan de hand van een concrete polis de algemene en de bijzondere voorwaarden van een brandverzekering beknopt verduidelijken;
•
Geldigheidsvereisten
Bepaling van de verzekerde waarde Polis – algemene en bijzondere voorwaarden 4.1.6.2
Aansprakelijkheidsverzekering - belang BA – motorrijtuigen Dekking Polis – toepassingsgebied – algemene en bijzondere voorwaarden Verzekeringsplicht Bijkomende verzekeringen Aangifte van ongeval BA – familie Dekking BA – beroep Dekking
4.1.6.4
Rechtsbijstandverzekering - nut
4.1.6.5
Levensverzekering – nut – voordelen
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
17
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
het bestaan van speciale organismen m.b.t. verzekeringen toelichten;
•
de mogelijkheden waardoor een verzekeringscontract kan eindigen opsommen en bondig omschrijven;
•
de handelshuur omschrijven en het onderscheid met de woninghuur toelichten;
•
de pacht omschrijven en de specifieke kenmerken verduidelijken;
•
de betekenis van een handelspand omschrijven en het verband leggen met een gewoon pand;
•
de betekenis van het vervoerscontract omschrijven en de relatie met het koopcontract duiden.
5 •
• • • • •
het begrip faillissement omschrijven en preciseren dat faillissement een "bevoorrechte" behandeling is voor een handelaar die tegenslag heeft;
4.1.7
CIA Controledienst voor Verzekeringen Gemeenschappelijk Waarborgfonds 4.1.8
Einde van het verzekeringscontract
4.2
Handelshuur
4.2.1
Begrippen
4.2.2
Onderscheid met een woninghuurcontract
4.3
Pacht
4.3.1
Begrip
4.3.2
Specifieke kenmerken
4.4
Handelspand – betekenis – verband met het gewoon pand
4.5
Vervoerscontract – betekenis – relatie met het koopcontract
5
Faillissement en bankbreuk
5.1
Begrip en achtergrond
5.2
Oorzaken
5.3 aantonen dat de oorzaken van een faillissement van diverse aard 5.3.1 zijn (wanbeheer, onbekwaamheid, enz.); 5.3.2 de mogelijkheden schetsen om een faillissement te vermijden; 5.3.2.1 de mogelijkheid van uitstel van betaling duiden; 5.3.2.2 de omstandigheden verduidelijken waarbinnen een gerechtelijk akkoord mogelijk is; het verloop van de procedure schematisch voorstellen en van commentaar voorzien;
Speciale organismen m.b.t. verzekeringen
Vermijden van het faillissement Uitstel van betaling Gerechtelijk akkoord Omstandigheden Schematische voorstelling van de procedure
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
18
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de drie voorwaarden omschrijven waarop het openen van een faillissement steunt;
5.4
Opening van het faillissement
5.4.1
Voorwaarden
•
verduidelijken wie een faillissement kan aanvragen en welke rechtbank bevoegd is;
5.4.2
Mogelijke aanvragers
•
5.4.3
Bevoegde rechtbank
aantonen dat een faillissement wordt uitgesproken door de Rechtbank van Koophandel op basis van een vonnis (juridische procedure);
5.4.4
Vonnis van het faillissement
5.4.4.1
Rechtbank van koophandel
•
•
het belang aantonen van de bepaling van de verdachte periode;
5.4.4.2
Verdachte periode
•
de overige elementen uit het vonnis omschrijven (aanstelling curator en rechter-commissaris, verzegeling, publicatie);
5.4.4.3
Curator en rechter-commissaris
5.4.4.4
Verzegeling
de gevolgen van het faillissement beschrijven voor de schuldenaar en de schuldeiser en de betekenis duiden van het huwelijkscontract van de schuldenaar;
5.4.4.5
Publicatie in dagbladen en Belgisch Staatsblad
5.4.5
Gevolgen van het faillissement
de werkzaamheden van de curator bij het beheer van het faillissement noemen en verduidelijken;
5.4.5.1
Gevolgen voor de persoon van de schuldenaar
5.4.5.2
Gevolgen voor het vermogen van de schuldenaar
•
de sluiting van het faillissement verduidelijken;
5.4.5.3
Gevolgen voor de schuldeisers – Link met
•
omschrijven wat de betekenis is van een eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk en de gevolgen ervan verduidelijken;
•
een omschrijving geven van het begrip eerherstel en van de voorwaarden waaraan een gefailleerde moet voldoen om al zijn rechten terug te bekomen.
•
•
huwelijkscontract van schuldenaar 5.4.6
Beheer van het faillissement
5.4.7
Sluiting van het faillissement
5.4.
Eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk
5.4.1
Betekenis
5.4.2
Gevolgen
5.5
Eerherstel
5.5.1
Begrip
5.5.2
Voorwaarden
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
19
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6 •
de Wet op de Handelspraktijken en op de voorlichting en bescherming van de consument opzoeken en het nut aangeven;
•
de indeling van de wet opsommen;
•
de onderwerpen van de Wet op de Handelspraktijken toelichten met voorbeelden;
•
de speciale reglementering i.v.m. openingstijden opzoeken en toepassen in concrete gevallen;
6
Bijzondere reglementeringen
6.1
Wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en bescherming van de consument – nut – indeling toelichting
6.1.1
Prijs- en hoeveelheidaanduidingen
6.1.2
Etikettering
6.1.3
Misleidende reclame
6.1.4
Vergelijkende reclame
6.1.5
Reclame voor producten schadelijk voor de gezondheid
6.1.6
Solden
6.1.7
Uitverkoop
6.1.8
Tijdelijke promoties
6.1.9
Verkoop met verlies
6.1.10
Afgedwongen verkoop
6.1.11
Gezamenlijk aanbod van goederen of diensten
6.1.12
Verkoop buiten de winkelruimte van de verkoper
6.1.13
Verkoop op afstand
6.1.14
Kettingbrieven
6.2
Openingstijden
6.2.1
Wekelijkse rustdag, zondagsrust en openingstijden
6.2.2
Nachtwinkels
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
20
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de wet op de auteursrechten opzoeken en de essentie weergeven;
6.3
Auteursrechten
6.3.1
Inhoud van de wet
•
de betekenis en de vereisten van softwarelicenties kort toelichten;
6.3.2
Organisaties (o.a. SABAM) die de auteurs verdedigen
•
6.3.3
Softwarelicenties – betekenis en vereisten
inzien dat elke vorm van kopiëren een inbreuk kan betekenen op het auteursrecht;
6.3.4
Kopiëren
•
aangeven dat bestanden vallen onder de Wet op de privacy en aan welke verplichtingen men moet voldoen.
6.4
Wet op de privacy i.v.m. bestanden
6.4.1
Inhoud van de wet (essentie) – verplichtingen
6.4.2
Rechten van de particulier
•
•
verduidelijken dat door de wet op de privacy bestanden moeten worden aangegeven en wat men moet doen om aan de verplichtingen te voldoen (essentie);
•
de rechten van de particulier m.b.t. bestanden verduidelijken.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
SOCIALE WETGEVING 1e jaar: 2 lestijden/week Decr. nr.
21
2e jaar: 1 lestijd/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
1 • • •
de sociale wetgeving situeren in de dagelijkse bedrijvigheden van 1.1 de mens; 1.2 de historische achtergronden van de sociale wetgeving beknopt 1.3 schetsen;
Situering van de sociale wetgeving Historiek van de sociale wetgeving Doel van de sociale wetgeving
de bedoelingen van de wetgever verwoorden. 2
2 •
Situering van de sociale wetgeving
Collectieve arbeidsverhoudingen Het overlegmodel – chronologie – rol
het overlegmodel in België duiden en schematisch en chronologisch voorstellen;
2.1
Federaal niveau
•
op federaal niveau de rol van de NAR en de CRB schetsen;
2.1.1
Nationale Arbeidsraad
•
de betekenis, de inhoud, het ontstaan en de gevolgen van interprofessionele akkoorden en van CAO's beschrijven;
2.1.2
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
•
2.1.3
Interprofessionele akkoorden – CAO
de deelnemers aan het overleg op federaal niveau noemen en omschrijven;
2.1.3.1
Betekenis
2.1.3.2
Inhoud
2.1.3.3
Ontstaan en gevolgen
2.1.4
Deelnemers Verbond van Belgische Ondernemingen Vakbonden Overheid
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
22
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
op gewestelijk vlak de rol van de SERV en het VESOC schetsen en de deelnemers noemen en omschrijven;
2.2
Gewestelijk niveau
2.2.1
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen
2.2.2
Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité
2.2.3
Deelnemers Vlaams Economisch Verbond Vakbonden Overheid
•
•
2.3
Sectorniveau
op sectorniveau de rol van de paritaire comités schetsen en de betekenis, de inhoud, het ontstaan en de gevolgen van de CAO beschrijven;
2.3.1
Paritaire comités – CAO
2.3.1.1
Betekenis
de deelnemers aan het overleg op sectorniveau noemen en omschrijven;
2.3.1.2
Inhoud
2.3.1.3
Ontstaan en gevolgen
2.3.2
Deelnemers Sectororganisaties werkgevers Vakcentrales
•
•
op ondernemingsniveau de rol van de ondernemingsraad en het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk schetsen en de betekenis omschrijven; de deelnemers aan het overleg op ondernemingsniveau noemen en omschrijven.
2.4
Ondernemingsniveau
2.4.1
Ondernemingsraden - betekenis
2.4.2
Comité voor Preventie en Bescherming op het werk betekenis
2.4.3
Deelnemers Werkgever Syndicale afvaardiging
3
•
de samenstelling en de functie van de arbeidsrechtbank en het arbeidshof omschrijven.
3
Arbeidsrechtbank – Arbeidshof
3.1
Samenstelling
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
23
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
4
3.2
Functie
4
Arbeidsovereenkomsten (AO)
4.1
Arbeidsovereenkomst voor arbeiders en bedienden
•
de geleidelijke verdwijning van het onderscheid tussen arbeiders en bedienden becommentariëren;
4.1.1
Vervaging en verdwijning van het onderscheid
•
4.1.2
Contractuele elementen in de AO
de contactuele en overige elementen in een AO opsommen en omschrijven;
4.1.2.1
Toestemming
4.1.2.2
Bekwaamheid
4.1.2.3
Voorwerp
4.1.2.4
Oorzaak
4.1.3
Overige elementen van de AO
4.1.3.1
Doel
4.1.3.2
Loon als tegenprestatie van arbeid
4.1.3.3
Gezagsverhouding tussen de partijen
4.1.4
AO voor onbepaalde duur voor arbeiders en bedienden
4.1.4.1
Begrip
4.1.4.2
Vormvereisten en bewijs
4.1.4.3
Beding van proeftijd
4.1.4.4
Concurrentiebeding
4.1.4.5
Schorsing van de AO – begrippen – regelgeving
•
de AO voor onbepaalde duur begripsmatig omschrijven;
•
de bepalingen in de AO voor onbepaalde duur verduidelijken, de regelgeving opzoeken en met eenvoudige voorbeelden illustreren, met nadruk op de schorsing en het einde van de overeenkomst; waar nodig het onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden;
Overmacht Niet (tijdig) aanvatten of voortzetten van het werk Jaarlijkse vakantie Moederschaprust Vorming
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
24
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Politiek verlof Kort verzuim Arbeidsongeschiktheid (schorsing, rechten en plichten van de partijen, gewaarborgd loon) Ouderschapsverlof Verlof om dwingende redenen Verlof zonder wedde (conventionele schorsing) Technische stoornis Slecht weer • •
de verschillende wijzen beschrijven waarop de AO voor onbeperkte duur kan eindigen;
Gebrek aan werk 4.1.4.6
Einde van de AO voor onbeperkte duur
ingeval van opzegging van de AO voor onbeperkte duur, de nodige gegevens opzoeken om een concreet probleem op te lossen; waar nodig het onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden;
Gerechtelijke ontbinding
•
de AO voor bepaalde duur begripsmatig omschrijven en de vormvereisten en het bewijs omschrijven;
Overmacht
•
verduidelijken waarom een AO voor bepaalde duur omgezet wordt in een AO voor onbepaalde duur bij opeenvolgende overeenkomsten;
Beëindiging in onderling akkoord
Ontbindende voorwaarde
Opzegging – opzeggingstermijn Ontslag om dringende redenen Dood van werknemer of werkgever
•
voor de AO voor bepaalde duur de wijzen van einde van de overeenkomst omschrijven;
4.1.5
AO voor bepaalde duur
4.1.5.1
Begrip
•
de AO voor een duidelijk omschreven werk begripsmatig omschrijven en de vormvereisten en het bewijs omschrijven;
4.1.5.2
Vormvereisten en bewijs
4.1.5.3
Opeenvolgende overeenkomsten
4.1.5.4
Einde van de AO voor bepaalde duur
4.1.6
AO voor een duidelijk omschreven werk
4.1.6.1
Begrip
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
25
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
voor de AO voor een duidelijk omschreven werk de wijzen van einde van de overeenkomst omschrijven;
4.1.6.2
Vormvereisten en bewijs
4.1.6.3
Einde van de AO voor een duidelijk omschreven werk
4.1.7
Bijzondere wijzen van einde van de AO
4.1.7.1
Sluiting van de onderneming
4.1.7.2
Collectief ontslag
•
het belang en het beschermend aspect van de arbeidsovereenkomsten aantonen;
•
enkele alternatieve systemen van tewerkstelling situeren in de toenemende personeelsflexibilisering, omschrijven en de kenmerken toelichten;
4.1.7.3
Overdracht van de onderneming
•
het specifieke karakter van het leercontract toelichten;
4.1.8
Beschermend aspect van de AO – belang
•
enkele steunmaatregelen en tegemoetkomingen bij aanwerving van personeel opzoeken;
4.1.9
Alternatieve systemen van tewerkstelling (bv. deeltijdse
•
aantonen dat er nog andere arbeidsovereenkomsten zijn buiten deze voor arbeiders en bedienden, informatie daaromtrent opzoeken en daarover rapporteren.
arbeid, uitzendarbeid, stage voor jongeren) 4.1.9.1
Begrippen
4.1.9.2
Kenmerken
4.1.10
Leercontracten
4.1.11
Aanwerving van personeel
4.1.11.1 Steunmaatregelen 4.1.11.2 Tegemoetkomingen 4.2
Andere arbeidsovereenkomsten (bv. de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten)
5
5
Reglementering van de arbeid
•
het begrip arbeidsreglement omschrijven en de inhoud van een arbeidsreglement becommentariëren;
5.1
Het arbeidsreglement
5.1.1
Begrip
•
het begrip loon, het recht op loon, de hoogte van het loon, het overheidsingrijpen op dit loon en de beschermende maatregelen omschrijven;
5.1.2
Inhoud
5.2
Wettelijke bescherming van de lonen
5.2.1
Het begrip loon
5.2.2
Recht op loon
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
26
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5.2.3
Hoogte van het loon
5.2.4
Overheidsingrijpen
5.2.4.1
Afvlakking van het indexeringsmechanisme
5.2.4.2
Vrijwaring van het concurrentievermogen van het land
5.2.5
Beschermende maatregelen
5.2.5.1
Munt
5.2.5.2
Wijze van betaling – loon in natura
5.2.5.3
Frequentie en tijdstip van betaling van het loon
5.2.5.4
Plaats van betaling – afrekening – aan wie wordt betaald
5.2.5.5
Wettelijke inhoudingen op het loon – loonbeslag
5.3
Arbeidsduur
•
het begrip arbeidsduur omschrijven en, gekoppeld aan arbeidsduurgrenzen, overwerk en inhaalrust, verduidelijken;
5.3.1
Begrip
5.3.2
Arbeidsduurgrenzen – overwerk – inhaalrust
•
begrip en reglementering van nachtarbeid, zondagsrust, wettelijke feestdagen, jaarlijkse vakantie omschrijven;
5.4
Nachtarbeid
5.4.1
Begrip
5.4.2
Reglementering – uitzonderingen
5.5
Zondagsrust
5.5.1
Begrip
5.5.2
Reglementering
5.6
Wettelijke feestdagen
5.6.1
Begrip
5.6.2
Reglementering
5.7
Jaarlijkse vakantie
5.7.1
Begrip
5.7.2
Reglementering
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
27
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
5.8
Vrouwen- en jeugdarbeid
•
de specifieke reglementering voor vrouwenarbeid en de bijzondere beschermingsmaatregelen duiden en omschrijven;
5.8.1
Jongerenarbeid
5.8.2
Vrouwenarbeid
•
aangeven waarom en hoe jongeren dienen beschermd te worden;
5.8.2.1
Verbod op ondergrondse arbeid
•
de gelijkheid man/vrouw situeren in de huidige maatschappij;
5.8.2.2
Bescherming van het moederschap
•
de reglementering inzake studentenarbeid opzoeken en erover rapporteren;
•
de toepassing van de wet op het welzijn nl. gezondheid, veiligheid en hygiëne illustreren.
Zwangerschaps- en bevallingsrust Bescherming tegen ontslag Bescherming tegen bepaalde werkzaamheden 5.9
Gelijkheid man/vrouw
5.10
Studentenarbeid – reglementering
5.11
Het welzijnsbeleid: oa. gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk
6
6
Sociale Zekerheid
6.1
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
•
de algemene organisatie van de R.S.Z. schematisch weergeven;
6.1.1
Algemene organisatie – Schema
•
de functie van de RSZ kaderen in het maatschappelijk leven;
6.1.2
Functie van de RSZ
•
de R.S.Z.-bijdragen door patroon en werknemer opzoeken, toelichten voor gebruik in een loonberekening en de inning van de bijdragen door de staat beschrijven;
6.1.3
Financiering van de RSZ
6.1.3.1
Bijdragen – Inning
6.1.3.2
Overheidssubsidies
6.1.3.3
Bijzondere ontvangsten
6.2
De sectoren de RSZ
6.2.1
Belang en doel van elke sector
•
opzoeken en verduidelijken hoe de RSZ gefinancierd wordt;
•
het belang en het doel van elke sector van de RSZ omschrijven;
•
de organisatie van de uitbetalingen, de instellingen en organismen van de sectoren van de RSZ toelichten.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
28
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6.2.1
Organisatie van de uitbetalingen – Instellingen of organismen
7
7 •
De zelfstandige
de belangrijkste sociale rechten en verplichtingen aangeven van de zelfstandige (in hoofd- en bijberoep), echtgeno(o)t(e)help(st)er;
7.1
Sociaal statuut – rechten en plichten
7.1.1
Zelfstandige in hoofdberoep
het sociaal statuut van de zelfstandige schematisch vergelijken met dat van de werknemer en evalueren;
7.1.2
Zelfstandige in bijberoep
7.1.3
Echteno(o)t(e) – help(st)er
•
de functies van de sociale verzekeringskassen omschrijven;
7.1.4
Verschillen tussen werknemer en zelfstandige – schema
•
de dienstverlening van een sociaal secretariaat omschrijven.
7.2
Sociale verzekeringskassen – functies
7.3
Sociaal secretariaat – dienstverlening
8
De personeelskosten
•
8 •
de begrippen i.v.m. loon- en salarisberekeningen toelichten;
8.1
Loon- en salarisberekening
•
de inhoudingen inzake RSZ en bedrijfsvoorheffing opzoeken;
8.1.1
Begrippen
•
alle berekeningen i.v.m. de inhoudingen van RSZ en bedrijfsvoorheffing, loonsoverdracht en -beslag, overuren uitvoeren;
8.1.2
Inhoudingen voor RSZ en bedrijfsvoorheffing
8.1.3
Berekening van inhoudingen en van nettoloon- en salaris
8.1.4
Werkgeversbijdrage RSZ – berekening
8.1.5
Loonsoverdracht en –beslag
8.1.6
Bepaling en vergoeding van overuren
8.1.7
Opmaak van een loon- en salarisstaat
8.2
Andere personeelskosten
•
het nettoloon of -salaris en de werkgeversbijdrage berekenen;
•
de resultaten van de loon- en salarisberekeningen in overzichtelijke loon- en salarisstaten plaatsen;
•
voorbeelden geven van andere personeelskosten.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
29
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
9
9
De werkloosheidsvergoeding
9.1
Doel van de wetgeving
•
het doel van de wetgeving i.v.m. de werkloosheid en de algemene organisatie van de sector beknopt toelichten;
•
9.2 de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de toekenningsvoorwaarden 9.3 voor een werkloosheidsvergoeding opsommen en bespreken;
Algemene organisatie Rechthebbenden – toelaatbaarheidsvoorwaarden
•
werkloosheidsuitkeringen en de speciale regeling voor jongeren opzoeken en bespreken;
9.3.1
Op basis van arbeid – wachttijd – arbeidsdagen
9.3.2
Op basis van studies of leertijd
•
de uitbetalingsorganismen van de werkloosheidsvergoedingen noemen en omschrijven.
9.4
Toekenningsvoorwaarden
9.4.1
Zonder arbeid zijn
9.4.2
Zonder loon zijn
9.4.3
Onvrijwillig zonder arbeid zijn
9.4.4
Beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt
9.4.5
Als werkzoekende ingeschreven zijn en blijven
9.4.6
Arbeidsgeschikt zijn
9.4.7
Leeftijd
9.4.8
In België verblijven
9.4.9
Zich aan controle onderwerpen
9.5
Werkloosheidsuitkeringen – speciale voorwaarden voor jongeren
9.6
Uitbetalingsinstellingen – vakbonden – Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
30
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
10
De ziekte- en invaliditeitsverzekering
10.1
Doel van de wetgeving
10.2
Organisatie van de sector
10.3
Ziekteverzekering – ziektekosten
10.3.1
Inhoud en begrippen
terugbetaalbare ziektekosten opsommen en de begrippen omschrijven;
10.3.2
Rechthebbenden
10.3.3
Toekenningsvoorwaarden
•
de rechthebbenden, de toekenningsvoorwaarden en de rol van de mutualiteit schetsen t.a.v. de ziektekosten;
10.3.4
Vergoedingen – berekening
•
10.3.5
Mutualiteit – rol
de vergoedingen in het kader van de ziekteverzekering opzoeken, berekenen en toelichten;
10.4
Ziekteverzekering – arbeidsongeschiktheid
•
inhoud en begrippen m.b.t. de ziekteverzekeringarbeidsongeschiktheid omschrijven;
10.4.1
Inhoud en begrippen
10.4.2
Rechthebbenden
10 •
• •
het doel van de wetgeving i.v.m. de ziekte- en invaliditeitsverzekering en de organisatie van de sector beknopt toelichten; verduidelijken dat de ziekteverzekering betrekking heeft op ziektekosten en arbeidsongeschiktheid;
•
de rechthebbenden, de toekenningsvoorwaarden en de tussenkomst van de mutualiteit beschrijven;
10.4.3
Toekenningsvoorwaarden
10.4.4
Algemene uitkeringen
•
de algemene uitkeringen, de moederschapuitkering en de begrafeniskosten opzoeken en toelichten;
10.4.5
Moederschapuitkering
•
de kostenbeheersing in de ziekte- en invaliditeitsverzekering duiden.
10.4.6
Begrafeniskosten
10.4.7
Mutualiteit – rol
10.5
Kostenbeheersing in de ziekte- en invaliditeitsverzekering
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
31
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
11
11 •
het doel van de wetgeving i.v.m. de pensioenen en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
•
11.2 de toekenningsvoorwaarden, de rechthebbenden en de vergoedingen voor een rustpensioen en een overlevingspensioen 11.3 toelichten;
•
11.1
Het werknemerspensioen Doel van de wetgeving Organisatie van de sector Toekenningsvoorwaarden – Rechthebbende – Berekeningswijze – Vergoedingen
het rustpensioen, het overlevingspensioen, het vakantiegeld en het gewaarborgd inkomen voor bejaarden opzoeken en berekenen;
11.3.1
Rustpensioen
11.3.2
Overlevingspensioen
•
de procedures voor het bekomen van een rust- of overlevingspensioen toelichten;
11.4
Vakantiegeld
11.5
Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
•
de uitbetalingsinstelling voor het rust- en overlevingspensioen aanduiden en toelichten.
11.6
Procedures
11.7
Uitbetalingsinstelling – Rijksdienst voor Pensioenen
12
De gezinsbijslag
het doel van de wetgeving i.v.m. de gezinsvergoeding en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
12.1
Doel van de wetgeving
12.2
Organisatie van de sector
•
de toekenningsvoorwaarden voor gezinsvergoedingen opsommen en toelichten;
12.3
Toekenningsvoorwaarden
•
de rechthebbenden voor gezinsbijslag situeren;
12.4
Rechthebbenden
•
12.4.1
Op grond van beroepsarbeid
omschrijven welke kinderen recht geven op gezinsbijslag;
12.4.2
Op grond van vroegere beroepsarbeid
12.4.3
Op grond van sociale situatie
12.5
Rechtgevende kinderen
12.5.1
Band tussen rechthebbende en rechtgevend kind
12.5.2
Leeftijd
12 •
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
32
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 12.5.3
Plaats van opvoeding
•
het bedrag van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie opzoeken;
12.6
Bedrag van de gezinsbijslag
12.6.1
Kinderbijslag
•
de uitbetalingsorganismen aanduiden en toelichten.
12.6.2
Kraamgeld en adoptiepremie
12.7
Uitbetalingsinstellingen (afhankelijk van werkgever) Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
13
De jaarlijkse vakantie voor werknemers
het doel van de wetgeving i.v.m. de jaarlijkse vakantie voor werknemers en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
13.1
Doel van de wetgeving
13.2
Organisatie van de sector
•
het aantal vakantiedagen voor werknemers bepalen.
13.3
Dagen en vergoeding
•
het nettovakantiegeld voor werknemers en het nettovakantiegeld bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst berekenen (na het opzoeken van de gegevens);
13.3.1
Bepalen van het aantal vakantiedagen voor werknemers
13.3.2
Berekening van het netto vakantiegeld voor werknemers
•
de speciale regeling voor jongeren omschrijven;
13.3.3
Berekening van het netto vakantiegeld bij het beëindigen
•
de uitbetalingsregeling voor het jaarlijkse vakantiegeld schetsen en de uitbetalingsinstelling noemen.
13 •
14
van een arbeidsovereenkomst 13.4
Speciale regeling voor jongeren
13.5
Uitbetalingsregeling en -instelling
14
De arbeidsongevallen en de beroepsziekten
•
het begrip arbeidsongeval omschrijven;
14.1
Arbeidsongeval – begrip
•
het doel van de wetgeving i.v.m. arbeidsongevallen, de historische evolutie en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
14.1.1
Doel van de wetgeving – historische evolutie
14.1.2
Organisatie van de sector
14.1.3
Toekenningsvoorwaarden
14.1.4
Berekening van de vergoedingen
•
de toekenningsvoorwaarden voor een vergoeding van een arbeidsongeval toelichten.
•
de vergoedingen van een arbeidsongeval berekenen verschillende situaties, na het opzoeken van de noodzakelijke
14.1.4.1 Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
33
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen gegevens;
14.1.4.2 Bij bestendige arbeidsongeschiktheid
14.1.4.3 Bij overlijden •
de uitbetalingsinstelling aanduiden en haar rol beschrijven;
•
het doel van de wetgeving i.v.m. beroepsziekten, en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
14.2
Beroepsziekte
•
de toekenningsvoorwaarden schetsen;
14.2.1
Doel van de wetgeving
•
de erkenning van een beroepsziekte duiden;
14.2.2
Organisatie van de sector
•
de nodige informatie opzoeken aangaande de vergoeding voor de beroepsziekte en deze vergoeding bepalen;
14.2.3
Toekenningsvoorwaarden
•
14.2.4
Lijst met beroepsziekten – gemengd systeem
de uitbetalingsinstelling aanduiden en haar rol beschrijven.
14.2.4
Bepaling van de vergoeding
14.2.5
Fonds voor Beroepsziekten - rol
15
De wet op het bestaansminimum
het doel van de wetgeving i.v.m. het bestaansminimum toelichten;
15.1
Doel van de wetgeving
15.2
Toekenningsvoorwaarden
•
de toekenningsvoorwaarden voor een bestaansminimum opsommen en toelichten;
15.3
Procedure
•
de procedure aangeven voor het bekomen van het bestaansminimum;
15.4
Bedrag en uitbetaling
•
het bedrag van het bestaansminimum bepalen na het opzoeken van de nodige gegevens en de uitbetalingswijze toelichten.
15 •
14.1.5
Uitbetalingsinstellingen Fonds voor Arbeidsongevallen – rol
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
34
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
16
16 • •
Administratieve verplichtingen van de werkgever
de administratieve verplichtingen van de werkgever, voorafgaand aan de aanwerving, bij de aanwerving en periodiek, toelichten; 16.1
Verplichtingen, documenten en instellingen
de bronnen (instellingen) van deze documenten en de documenten opzoeken.
voorafgaan
Administratieve verplichtingen die de aanwerving
16.1.1
Verplichte aansluitingen
16.1.2
Facultatieve aanwervingen
16.2
Administratieve verplichtingen bij aanwerven van personeel
16.2.1
Aanvragen pensioennummer
16.2.2
Aanleggen personeelsregister
16.2.3
Opstellen van het arbeidsreglement
16.2.4
Opstellen arbeidsovereenkomst
16.2.5
Opmaken individuele loonrekening
16.3
Periodieke formaliteiten
16.3.1
Bij elke uitbetaling
16.3.1.1 Maandelijks 16.3.1.2 Per kwartaal 16.3.1.3 Jaarlijks 16.3.2
Formaliteiten bij bijzondere gebeurtenissen
16.3.2.1 Ziekte en ongeval 16.3.2.2 Bevalling 16.3.2.3 Arbeidsongeval 16.3.2.4 Overlijden van de werknemer 16.3.2.5 Beëindigen van de arbeidsovereenkomst
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
35
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 16.3.2.6 Gebrek aan werk 16.3.2.7 Bereiken van de pensioenleeftijd
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) FISCALE WETGEVING 1e jaar: 2 lestijden/week
36
2e jaar: 0 lestijd/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1 •
de fiscale wetgeving situeren in het geheel van het recht;
•
het begrip begroting omschrijven;
•
het belang van het opmaken van een begroting aantonen;
•
een onderscheid maken tussen een federale, een gewestbegroting en een gemeenschapsbegroting;
•
het belang van dat onderscheid aantonen;
•
de fasen in de budgetcyclus van de federale begroting schetsen;
•
de indeling van de federale begroting omschrijven;
•
op basis van de laatst gepubliceerde begroting de inkomsten en uitgaven van de federale overheid ontleden en het tekort of het overschot bepalen;
•
de schuldaflossingen van de federale overheid evalueren;
•
het bruto- en netto te financieren saldo op de begroting bepalen;
•
de federale schuld bepalen;
• • •
•
1
Inleiding
1.1
Situering van de fiscale wetgeving
1.2
Begroting
1.2.1
Begrip
1.2.2
Belang van een begroting
1.2.3
Soorten begroting (federale overheid – gewesten – gemeenschappen)
1.2.4
Belang van het onderscheid
1.3
Federale begroting
1.3.1
Budgetcyclus (begrotingsvoorbereiding – concretisering – wet – uitvoering)
1.3.2
Indeling
1.3.3
Inkomsten en uitgaven: ontleding
1.3.4
Schuldaflossingen
1.3.5
Bruto en netto te financieren saldo
1.3.6
Federale schuld
1.4 de fasen in de budgetcyclus van de Vlaamse begroting schetsen; 1.4.1 de indeling van de Vlaamse begroting omschrijven; 1.4.2
Vlaamse begroting
op basis van de laatst gepubliceerde begroting de inkomsten en uitgaven van de Vlaamse overheid ontleden en het tekort of het overschot bepalen;
1.4.3
Inkomsten en uitgaven: ontleding
1.4.4
Schuldaflossingen
de schuldaflossingen van de Vlaamse overheid evalueren;
Budgetcyclus Indeling
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
37
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
2
•
het bruto- en netto te financieren saldo op de begroting bepalen;
1.4.5
Bruto en netto te financieren saldo
•
de Vlaamse schuld of overschot bepalen.
1.4.6
Vlaamse schuld/overschot
•
de noodzaak van belastingen aantonen;
2
Belastingen
•
het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen omschrijven en illustreren;
2.1
Noodzakelijkheid
2.2
Directe - indirecte belastingen
•
het onderscheid tussen progressieve, degressieve en evenredige 2.3 belastingen omschrijven.
3 •
de basisprincipes van de personenbelasting (progressief klimmend aanslagtarief – totaal netto-inkomen – huwelijk – belastingvrije sommen – personen ten laste - huwelijksquotiënt) omschrijven;
•
de belastingplichtigen aanduiden;
•
de grondslag van de personenbelasting bepalen;
•
de verschuldigde belasting berekenen;
Progressieve - degressieve - evenredige belastingen
3
Personenbelasting
3.1
Algemene kenmerken
3.1.1
Basisprincipes (progressief klimmend aanslagtarief - totaal netto-inkomen - huwelijk - belastingvrije sommen personen ten laste - huwelijksquotient)
3.1.2
Belastingplichtigen
3.1.3
Grondslag
3.1.4
Verschuldigde belasting
3.2
Bondige studie van de diverse inkomstencategorieën en voorheffingen (aanslag - berekening - betaling)
•
de aanslag van de bedrijfsinkomsten schetsen, de bedrijfsvoorheffing vaststellen met behulp van de nodige tabellen 3.2.1 en de betaling van de bedrijfsvoorheffing schetsen;
•
de aanslag van de roerende inkomsten schetsen, de roerende voorheffing vaststellen en de betaling van de roerende voorheffing schetsen;
3.2.2
Roerende inkomsten - Roerende voorheffing
•
de aanslag van de onroerende inkomsten schetsen, de onroerende voorheffing vaststellen en de betaling van de onroerende voorheffing schetsen;
3.2.3
Onroerende inkomsten - Onroerende voorheffing
•
3.3
Globalisatie – principe
het principe van de globalisatie verduidelijken;
3.4
Forfaitaire bedrijfskosten - verantwoording - berekening
Bedrijfsinkomsten - Bedrijfsvoorheffing
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
38
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
forfaitaire bedrijfskosten toelichten en berekenen;
3.5
Werkelijke bedrijfskosten - verantwoording - motivatie
•
de werkelijke bedrijfskosten verantwoorden en de keuze motiveren;
3.6
Belastingaftrek – mogelijkheden
•
de mogelijke vormen van belastingaftrek opzoeken en toelichten; 3.7
•
de mogelijke vormen van belastingvermindering opzoeken en toelichten;
3.8
•
op basis van een aanslag de berekeningen analyseren met betrekking tot geglobaliseerd inkomen en belastbaar inkomen;
3.9
Verrekening van de voorheffingen
•
het systeem van de verrekening van de voorheffingen toelichten;
3.10
Invullen belastingsaangifte van een loon- en/of
•
een belastingaangifte van een loon- en/of weddetrekkende (eenvoudig) invullen;
3.11
Berekenen van de verschuldigde belasting
•
met behulp van software de verschuldigde belastingen berekenen;
3.12
Simulaties
4
Fiscaal statuut van de zelfstandige
4.1
Situering
4.1.1
Schematische vergelijking van het fiscaal statuut van de
•
Belastbaar inkomen, geglobaliseerd inkomen en belastingsaanslag - berekeningen
weddetrekkende
met behulp van software simulaties maken op basis van wijzigingen in de aangifte.
4 •
Belastingverminderingen – mogelijkheden
een schematische vergelijking maken tussen het fiscaal statuut van de zelfstandige en dat van de loon- en weddetrekkende;
•
de essentiële fiscale plichten en rechten van een zelfstandige in hoofdberoep opzoeken en toelichten;
•
de essentiële fiscale plichten en rechten van een zelfstandige in bijberoep opzoeken en toelichten;
•
het principe van de voorafbetalingen toelichten;
•
een eenvoudige (ingevulde) belastingaangifte toelichten;
•
de diensten van een fiscaal raadgever omschrijven en illustreren.
zelfstandige met dat van de loon- en weddetrekkende 4.1.2
Zelfstandige in hoofdberoep
4.1.2
Zelfstandige in bijberoep
4.2
Voorafbetalingen
4.3
Belastingaangifte
4.4
De fiscaal raadgever
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
5
39
5
Vennootschapsbelasting
•
het begrip vennootschapsbelasting omschrijven;
5.1
Begrip
•
omschrijven wie belastingplichtig is;
5.2
Belastingplichtige
•
de grondslag van de vennootschapsbelasting weergeven;
5.3
Grondslag
•
de tarievenstructuur in de vennootschapsbelasting opzoeken en toepassen;
5.5
Tarievenstructuur
5.6
Analyse van een berekening van de verschuldigde
•
belasting
een berekening van de vennootschapsbelasting analyseren. 6
De BTW
het begrip toegevoegde waarde toelichten aan de hand van een voorbeeld;
6.1
Inleiding
6.1.1
Toegevoegde waarde
•
het begrip belasting op de toegevoegde waarde verklaren;
6.1.2
Belasting op de toegevoegde waarde
•
de gebruikelijke BTW-tarieven illustreren met voorbeelden;
6.1.2.1
Begrip
•
de maatstaf van heffing toelichten en illustreren met berekeningen (BTW inclusief en BTW exclusief);
6.1.2.2
BTW-tarieven
6.1.2.3
Berekening (maatstaf van heffing)
•
het begrip aftrekbare en verschuldigde belasting verklaren;
6.1.3
Aftrekbare en verschuldigde belasting
•
het begrip aan de fiscus verschuldigde belasting verklaren aan de hand van een cijfervoorbeeld (bedrijfskolom);
6.1.4
Aan de fiscus verschuldigde belasting
•
6.1.5
Verbruiksbelasting
het begrip verbruiksbelasting verduidelijken en aantonen via een cijfervoorbeeld dat de BTW een verbruiksbelasting is, gedragen door de consument;
•
formuleren wie BTW-plichtig is;
6.1.6
BTW-plichtigen
•
de belangrijkste bepalingen in verband met de aftrekregeling van 6.1.7 BTW omschrijven; 6.1.8 de administratieve verplichtingen in verband met BTW (facturatie, aangifte, voorschotten en betaling, listing, boekhouding) van een kleine onderneming omschrijven;
6 •
•
•
de belastbare handelingen herkennen en illustreren met voorbeelden;
6.2
Aftrekregeling Administratieve verplichtingen
Belastbare handelingen
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) de BTW-aangiften bespreken en invullen (eenvoudige kwartaal en/of maandaangifte)
6.3
Aangifte
6.3.1
Kwartaalaangifte - maandelijkse aangifte
•
inhoud van verschillende BTW-stelsels en de gevolgen ervan toelichten;
6.3.2
BTW-stelsels - inhoud - gevolgen
•
6.3.3
Forfaitair stelsel
forfaitair stelsel toelichten.
•
omschrijven in welke situaties registratierechten van toepassing zijn;
7
Registratierechten (facultatief - uitbreidingsleerstof)
7.1
Toepassingsgebied
het belang van de registratie toelichten.
7.2
Belang
8
Successierechten
•
Cursief = facultatief
7
• 8
Cursief = facultatief
40
•
de belastbare grondslag omschrijven;
8.1
Belastbare grondslag
•
de successierechten berekenen voor een erfenis van bloedverwanten in rechte lijn en in zijlijn met behulp van de nodige tabellen (eenvoudige situaties);
8.2
Berekening van de successierechten
8.2.1
Erfenis van bloedverwanten in rechte lijn en in zijlijn
8.2.2
Erfenis van aanverwanten in rechte lijn en in zijlijn
8.2.3
Erfenis van vreemden
9
Zegelrechten (facultatief - uitbreidingsleerstof)
•
de successierechten berekenen voor een erfenis van bloedverwanten in rechte lijn en in zijlijn met behulp van de nodige tabellen (eenvoudige situaties);
•
de successierechten berekenen voor een erfenis van vreemden met behulp van de nodige tabellen (eenvoudige situaties).
9 •
het begrip zegelrechten omschrijven;
9.1
Begrip
•
enkele toepassingen (belastbare handelingen) toelichten.
9.2
Belastbare handelingen
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
BEDRIJFSECONOMIE 1e jaar: 0 lestijden/week
41
2e jaar: 2 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr. 1
LEERINHOUDEN 1
Situering van onderneming en bedrijf in de maatschappij
•
•
1.1 de begrippen onderneming, bedrijf en winstprincipe omschrijven 1.1.1 en het onderscheid tussen onderneming en bedrijf concreet illustreren; 1.1.2 het begrip organisatie op basis van het belang van de organisatie als samenwerkingsverband van mensen omschrijven;
Begrip Onderscheid
1.1.2
Winstprincipe
1.2
Onderneming en bedrijf als zelfstandige entiteit
1.2.1
De organisatie op basis van een samenwerkingsverband van mensen
•
de structuur van de organisatie toelichten;
•
de levenscyclus beschrijven en illustreren;
•
1.2.3 aantonen dat naast het winstprincipe een onderneming ook een verantwoordelijkheidsopdracht heeft m.b.t. zorg voor het milieu, 1.3 klantgerichtheid en welbevinden van de werknemer;
1.2.2
•
aantonen dat ondernemingen ook andere doelstellingen kunnen 1.4 nastreven zoals ethisch en duurzaam ondernemen.
•
het begrip management inhoudelijk situeren;
•
een aantal managementmethoden op een eenvoudige wijze omschrijven;
•
een eenvoudige begripsomschrijving hanteren voor de belangrijkste marketingbegrippen;
2
Onderneming en bedrijf
Structuur Levenscyclus Onderneming en bedrijf in hun omgeving: milieu, klanten, werknemers Ethisch en duurzaam ondernemen
2
Management
2.1
Situering van het begrip
2.2
Managementmethoden
2.3
Marketing
2.3.1
Korte herhaling van de belangrijkste begrippen
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
42
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr. •
de noodzaak van het strategisch marketingplan evalueren en een SWOT-analyse uitvoeren;
•
de elementen uit de marketingmix toelichten;
•
een aantal marketingstrategieën analyseren en evalueren.
3
LEERINHOUDEN 2.3.2
Strategisch marketingplan – SWOT-analyse
2.3.3
Marketingmix
2.3.4
Marketingstrategieën
3
Analyse van de jaarrekening
3.1
Vorm en inhoud van de jaarrekening
3.1.1
Balans
•
de structuur van de actiefzijde van de balans verantwoorden en afleiden uit het rekeningstelsel;
•
de structuur van de passiefzijde van de balans verantwoorden en afleiden uit het rekeningstelsel;
3.1.1.1
Actieve kapitaalstructuur
3.1.1.2
Passieve kapitaalstructuur
•
uit het rekeningstelsel de resultatenrekening afleiden;
3.1.2
Resultatenrekening
•
een aantal elementen uit de toelichting verduidelijken;
3.1.3
Toelichting
•
gegevens uit de sociale balans interpreteren;
3.1.4
Sociale balans
•
de kengetallen aan de hand van een formularium berekenen en 3.2 ze evalueren in functie van de ondernemingsdoelstellingen en 3.2.1 vergelijken met een andere onderneming uit de sector. 3.2.2
Kengetallen Productiviteitsratio’s Liquiditeit
3.2.3
Omloopsnelheden en omlooptijden
3.2.4
Solvabiliteit
3.2.5
Rendabiliteit
3.2.6
Financieringswinst en hefboomeffect
3.2.6
Cashflow
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
43
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr. 4
LEERINHOUDEN 4
Financiering
4.1
Financieel plan
•
het belang van een financieel plan aantonen;
•
financieringsbegrippen toelichten;
4.2
Financieringsvraagstukken
•
de financiering van de vaste en de vlotte activa verduidelijken;
4.2.1
Begrip
•
een aantal financieringsmogelijkheden onderling vergelijken en beoordelen
4.2.3
Vaste en vlottende activa
•
4.2.4
Mogelijkheden
de buffers toelichten;
•
4.2.5
Buffers
aan de hand van een concreet voorbeeld een investeringsbeslissing op basis van verschillende methoden motiveren;
4.3
Investeringsbeslissingen - methoden
•
de noodzaak van budgettering aantonen en de voornaamste aspecten weergeven.
4.4
Budgettering: noodzaak - voornaamste aspecten
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
DISTRIBUTIE 1e jaar: 0 lestijden/week
44
2e jaar: 3 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr. 1
LEERINHOUDEN 1
Distributie
•
het begrip distributie omschrijven en situeren in de economie;
1.1
Begrip - situering
•
de begrippen distributie-intensiteit, intensieve distributie, selectieve distributie en exclusieve distributie omschrijven en illustreren met voorbeelden;
1.2
Keuze van de distributie-intensiteit – begrip en modaliteiten
1.2.1
Intensieve distributie
1.2.2 deze modaliteiten plaatsen in een kruistabel van types producten 1.2.3 t.o.v. winkels; 1.2.4 het economisch belang van de distributie situeren in de
Selectieve distributie
Kruistabel van types producten / winkels
economie;
1.3
Economisch belang van de distributie - situering
recente ontwikkelingen aangeven en bespreken.
1.4
Recente ontwikkelingen in de distributie
2
De distributie en het ondernemingsmanagement
het begrip distributie omschrijven en situeren in het geheel van het ondernemingsmanagement (conceptueel schema);
2.1
Omschrijving en situering in het geheel van het
op basis van een conceptueel schema het ondernemingsmanagement uitsplitsen in organisatiekunde, financieel management en commercieel management;
2.1.1
Organisatiekunde
2.1.2
Financieel management
2.1.3
Commercieel management
• • • 2 • •
Exclusieve distributie
ondernemingsmanagement (conceptueel schema)
•
de begrippen marketingoriëntatie en commercieel management toelichten;
•
het belang van de consumentenoriëntatie in het marketingconcept toelichten;
2.2
Het commercieel management: de marketinggedachte
•
het begrip marktsegmentatie toelichten en het nut ervan aangeven;
2.2.1
Begrippen
2.2.2
Marketingconcept: streven naar consumentenoriëntatie
2.2.3
Marktsegmentatie – begrip – nut
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
45
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
het begrip marktonderzoek toelichten en het belang ervan aantonen;
2.2.4
Marktonderzoek – begrip – belang
2.2.5
Strategisch marketingplan – begrippen – stappen
•
het begrip strategisch marketingplan toelichten en de diverse stappen in het marketingplan verduidelijken
2.3
Instrumenten van de marketingmix
•
2.3.1
Product
het begrip marketingmix formuleren en uitsplitsen naar de instrumenten;
2.3.1.1
Belang
•
het belang inzien van een goed product;
2.3.1.2
Productsoorten
•
verschillende soorten producten onderkennen;
2.3.1.3
Levensloop van een product Verpakkingsbeleid – belang
•
2.3.1.4 de verschillende fasen in de levensloop van een product grafisch 2.3.1.5 weergeven en toelichten; 2.3.2 het belang van een goede verpakking toelichten;
•
het nut van merken aantonen;
•
het begrip distributiekanaal omschrijven;
•
de keuze tussen directe en indirecte afzet schematisch voorstellen;
•
•
•
Merkenbeleid – nut Plaats
2.3.2.1
Het begrip distributiekanaal
2.3.2.2
Keuze: directe en indirecte afzet - schema
2.3.2.3
Bepalende elementen bij die keuze marktsegment producteigenschappen
de bepalende elementen bij de keuze opsommen, verklaren en illustreren met voorbeelden: marktsegment, producteigenschappen, kosten-batenanalyse en consumentgewoonten;
kosten-batenanalyse consumentengewoonten
•
het belang van de prijs onderkennen;
2.3.3
Prijs
•
de elementen die een rol spelen bij de opbouw van een prijs opsommen en beoordelen;
2.3.3.1
Belang
2.3.3.2
Situering in de kostenstructuur
•
het ontstaan van de kosten verklaren;
opbouw van de prijs
•
de soorten kosten opsommen en met voorbeelden verduidelijken;
ontstaan van kosten
•
het begrip kostprijs omschrijven en verduidelijken met een voorbeeld;
kostensoorten kostprijs
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
46
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
2.3.3.3
Verkoopprijzen en rendabiliteit
•
de prijsverschillen toelichten en hun oorzaken bespreken;
•
het verschil tussen bruto- en nettomarges verduidelijken en het belang aantonen;
prijsverschillen en hun oorzaken
•
het belang van de prijsbepaling aantonen en de gevolgen verduidelijken;
perceptie op de prijzen – gevolgen
•
de motieven voor het toepassen van de aangehaalde prijspolitiekmethoden opsommen en met voorbeelden illustreren;
•
de rol van de strategie en de tactiek bij de prijsstelling aantonen;
•
het begrip bewerkingskosten van de producent toelichten en de betekenis van de vergelijking met de bereikbare opbrengsten toelichten;
•
de elementen van de bewerkingskosten aanduiden omschrijven en hanteren bij eenvoudige toepassingen;
•
het begrip promotie omschrijven;
•
de soorten promoties onderscheiden en toelichten;
•
de verschillende stappen binnen een reclameprogramma en de organisatie van de reclame op basis van de AIDA-regel, toelichten;
•
het belang van een goede organisatie in het verkoopteam aantonen naar de aspecten van taakverdeling en planning van de werkzaamheden en het tijdsbeheer; deze begrippen toelichten;
bruto- en nettomarges – verschil – belang
prijspolitiekmethoden (afroomprijzen, penetratieprijzen en prijsdiscriminatie) rol van de strategie en de tactiek bij de prijsstelling 2.3.3.4
Afweging bereikbare opbrengsten versus bewerkingskosten - begrippen constante kosten van het verkooppunt bezoekcapaciteit en bezoekfrequentie toepassingen
2.3.4
Promotie
2.3.4.1
Begrip
2.3.4.2
Soorten promoties verkoperpromotie handelaarpromotie
2.3.4.3
Reclame opstellen van een reclameprogramma reclame organiseren – AIDA-regel
2.3.5
Personeel
2.3.5.1
Organisatorische aspecten – begrippen – belang taakverdeling verkoopstaf planning en tijdsbeheer
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
47
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
•
LEERINHOUDEN
de functies van de districtmanager en salesmanager toelichten in 2.3.5.2 de verkoopstaf;
Omvang van de verkoopstaf districtmanager – salesmanager
•
het onderscheid aantonen tussen beoordelings- en functioneringsgesprekken;
beoordelings- en functioneringsgesprekken
•
het onderscheid toelichten tussen inservice-opleiding en training en het belang inzien van een klantgericht personeelsbeleid;
belang van een klantgericht personeelsbeleid
•
het begrip teamwork toelichten naar structuur en proces, en het belang ervan aantonen;
•
inservice-opleiding en training – onderscheid
teamwork – structuur en proces assertiviteit
het begrip assertiviteit van de teamleden omschrijven en toelichten in concrete situaties;
3
recente evoluties binnen de marketing opzoeken en synthetiseren.
3
Recente evolutie binnen de marketing - synthese
4
samen met de leerkracht organiseren de leerlingen één of meer didactische uitstappen volgens een afgesproken stappenplan.
4
Didactische uitstappen (voorbeeld van stappenplan)
4.1
Keuze van het onderwerp of de activiteit
4.2
Vraag- of probleemstelling
4.3
Reservaties
4.4
Vervoer
4.5
Verslaggeving
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN BURGERLIJK- EN HANDELSRECHT
Pedagogisch-didactische wenken 1
De lessen recht vormen een boeiend verhaal. De leraar zal zeker vermijden eentonig les te geven. De lessen dienen uit te gaan van de realiteit, van concrete en scherp gestelde situaties. De leerlingen treden op als probleemoplossers. Zij werken oplossingen uit die correct en rechtvaardig zijn en passen in het Pedagogisch Project. Vanzelfsprekend moet deze tijdrovende aanpak niet in alle lessen worden gevolgd. De volgende bronnen kunnen aangewend worden: reële contracten, akten, het Belgisch Staatsblad, arresten en vonnissen, verslagen van processen, krantenartikels, rechtskundige tijdschriften, enz. Verder leveren de onderscheiden didactische tijdschriften interessante gevallenstudies op. Aansluitend worden probleemstellingen, opdrachten en vragen gepresenteerd, die getoetst worden aan de theorie. De gevallenstudie stimuleert het denkwerk van de individuele leerling, maar lijkt eveneens interessant voor het opzetten van een groepsdiscussie. Hierbij is het van belang dat de leerlingen de onderliggende theorie kennen en kunnen toelichten.
2
De systematische aanknoping met de realiteit en de actualiteit (bv. via didactische uitstappen) creëert een toegevoegde waarde tot de lessen recht. Verder versterkt het gebruik van de didactische media (overheadprojector, video, internet) de impact van de lessen. Transparanten kunnen aangemaakt worden voor de schematische voorstelling van de gerechtelijke organisatie, de federale structuur, huwelijksvermogensstelsels of voor de situering van specifieke items in het geheel van het hoofdstuk (bv. bij de verbintenissen en de contracten).
3
Het is niet de bedoeling om de leerlingen steeds te overladen met details. Parate kennis kan soms wenselijk zijn, maar er dient vooral gestreefd te worden naar het bereiken van een algemeen praktisch juridisch inzicht bij de leerlingen.
4
Hoewel de praktijkgerichte benadering centraal staat bij het verwerken van de leerstofitems, moet deze aanpak afgewogen worden tegenover de voortgang in de leerstof. Dit betekent onder meer dat de onderwerpen niet tot in detail moeten geanalyseerd worden.
5
M.b.t. wetten zoals de Wet op de Handelspraktijken dient de leraar de talrijke onderdelen bondig te behandelen.
6
Het gebruik van ICT is stilaan normaal geworden voor heel wat vakken. Ook voor recht kan er regelmatig gebruik van gemaakt worden (opzoeken van bijdragen, raadplegen van een nieuwe wet, onderzoeksopdracht). Via ICT kan het zelfstandig leren geïntroduceerd en gestimuleerd worden. De leraar heeft een voorbeeldfunctie en zal er naar streven om 10 tot 15% van de beschikbare tijd te besteden aan opdrachten die op een of andere wijze te maken hebben met ICT (internet, CD-ROM)
7
De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar en de graad.
8
Het is wenselijk de leervakken recht steeds toe te vertrouwen aan dezelfde leerkracht, die zich kan specialiseren in de materie en zo zijn competentie vergroten.
48
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) SOCIALE WETGEVING
Pedagogisch-didactische wenken 1
De didactische wenken die gelden voor Burgerlijk - en handelsrecht gelden vanzelfsprekend ook voor Sociale wetgeving. De hoofdprincipes van ons sociaal recht – bescherming, zekerheid, solidariteit en overleg – vormen de basis van dit leerplanonderdeel. Via heldere begripsomschrijvingen, concrete situatiebeschrijvingen en schematiseringen van structuren en organen worden de leerlingen vertrouwd gemaakt met de essentiële aspecten van de 'Sociale Wetgeving'.
2
Hoewel de leerlingen een eerder technische materie moeten verwerken, kan dit leerplanonderdeel op een boeiende wijze ingevuld worden. Het eentonig doceren moet ook hier vermeden worden. Interesse, nieuwsgierigheid en motivering van de leerlingen worden aangescherpt door een praktijkgerichte benadering. De leraar moet erover waken niet voor alle problemen die de leerlingen uit hun familiale situatie aanbrengen onmiddellijk oplossingen te leveren. De problemen zijn soms complexer dan uit de voorstelling van de leerlingen blijkt en kunnen de leraar achteraf in verlegenheid brengen. Het is aan de leraar om de situatie juist in te schatten. Niemand verwacht van de leraar dat hij alles weet. Het is soms beter een antwoord in beraad te houden en een en ander eerst nog eens op te zoeken dan spontaan een onnauwkeurig of onjuist antwoord te formuleren. Het is pijnlijk om achteraf zijn ongelijk te moeten erkennen.
3
Gezien de evolutie in het vakdomein met zijn talrijke wetswijzigingen moeten de leerlingen vertrouwd gemaakt worden met de zelfwerkzaamheid, het actualiteitsprincipe en het zelfstandig leren. Het opzoeken en verzamelen van gegevens,die uiteraard bij toetsen en taken kunnen aangewend worden, behoren tot het handelingsrepertoire van de leerlingen. Tevens kunnen zij een documentatiemap met het nodige cijfermateriaal en actuele artikels aanleggen.
4
Het gebruik van didactische media zoals overheadprojector, video, CD-ROM en internet versterken de impact op de lessen. Transparanten kunnen aangemaakt worden voor de schematische voorstellingen van structuren en sociale verzekeringsmechanismen.
5
Het einde van het leerplan met de administratieve verplichtingen mag geen overdreven tijd in beslag nemen. De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar en de graad.
6
De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar en de graad.
7
Het is wenselijk de leervakken recht steeds toe te vertrouwen aan dezelfde leerkracht, die zich kan specialiseren in de materie en zo zijn competentie vergroten.
49
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
FISCALE WETGEVING
Pedagogisch-didactische wenken 1
De groeiende complexiteit en de permanente wijzigingen in de belastingwetgeving dwingen de leraar tot een systematische aanpak. De leraar maakt een afweging tussen de praktijkgerichte benadering en de theoretische beschouwingen. Deze laatste dienen bondig ingevuld te worden en leveren een bijdrage tot de oplossing van concrete toepassingen. Voor het in detail behandelen van specifieke gevallen en uitzonderingen is er geen ruimte.
2
De leraar kan voor de personenbelasting nuttig gebruik maken van de handleiding die jaarlijks bij het aangifteformulier van de personenbelasting gevoegd is. Voor de berekening van de personenbelasting zal hij gebruik maken van een specifiek softwarepakket.
3
Het is belangrijk dat de lessen leiden tot een beter begrip, inzicht en kritische (daarom niet negatieve) opstelling t.a.v. het domein van de 'Fiscale Wetgeving'.
4
Belangstelling en betrokkenheid van de leerlingen kunnen opgediept worden door het stimuleren van hun zelfwerkzaamheid (bv. het zelf opzoeken van interessante artikels, tarieven en ander cijfermateriaal).
5
Het gebruik van de didactische media zoals overheadprojector, video, CD-ROM en internet versterken de impact op de lessen. Transparanten kunnen aangemaakt worden voor de schematische voorstellingen en belastingsmechanismen.
6
Bij de praktische oefeningen verdient het aanbeveling gebruik te maken van professionele software.
7
De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar en de graad.
8
Het is wenselijk de leervakken recht steeds toe te vertrouwen aan dezelfde leerkracht, die zich kan specialiseren in de materie en zo zijn competentie kan vergroten.
50
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
BEDRIJFSECONOMIE
Pedagogisch-didactische wenken 1
Ook hier geldt dat begrippen die in de tweede graad aangebracht werden, herhaald moeten worden, met bijzondere aandacht voor de leerlingen die uit een nieteconomische richting komen.
2
Het leerplan kan uitstekend als ondersteuning dienst doen van een minionderneming. Een aantal doelstellingen zou zelfs via de minionderneming kunnen gerealiseerd worden op voorwaarde dat alle leerlingen ze bereiken.
3
Het actualiteitsprincipe is zeer belangrijk. Enkele leerstofitems kunnen perfect opgebouwd worden vertrekkende vanuit een actueel onderwerp of case.
4
Het onderdeel marketing moet zoveel mogelijk praktisch aangepakt worden, het kan heel goed via een onderzoeksopdracht. De leerlingen kunnen bvb. zelf de marketingmix van een bepaald product of dienst samenstellen en daarvan een presentatie maken.
5
De leerlingen uit de afdeling Handel hebben het onderwerp “marketing” reeds uitgebreid bestudeerd in het vak Distributie. Voor hen kan er verwezen worden naar dit vak. Indien de leerlingen uit Handel voor dit vak samen zitten met de leerlingen uit Boekhouden-Informatica, kan dit onderwerp als onderzoeksopdracht worden opgevat. De leerlingen uit Boekhouden-Informatica kunnen dan een onderzoeksopdracht vervullen rond marketing, terwijl de leerlingen uit Handel een alternatieve opdracht krijgen, bijvoorbeeld rond analyse van de jaarrekening. Niets belet echter de leraar om ook voor de leerlingen uit Handel een opdracht te voorzien m.b.t. marketing die dieper ingaat op de problematiek.
6
Voor de analyse van de jaarrekening verdient het aanbeveling te starten met een herhaling van de balansstructuur en de resultatenrekeningen en de berekening en de analyse van de kengetallen aan te leren via het gebruik van een bestaande jaarrekening. Het is noodzakelijk dat er een ‘formularium’ opgesteld wordt dat de leerlingen steeds kunnen gebruiken om de kengetallen te berekenen. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen de formules van buiten kennen, wel dat ze de kengetallen kunnen berekenen en interpreteren. In een later stadium kan gebruik gemaakt worden van een boekhoudpakket voor de analyse
7
Bij de didactische aanpak is het aangewezen een variatie aan werkvormen toe te passen in functie van de leerinhoud en de doelstellingen. Daartoe rekenen we het onderwijsleergesprek, het groepswerk en de opdrachtvorm op basis van tekst, cijfermateriaal, grafieken,... Deze werkvormen bevatten de principes van leerlingenmotivatie, aanschouwelijkheid en actieve participatie aan het lesgebeuren.
8
We wijzen er op dat de vermelde doelstellingen minimumdoelstellingen zijn. De leerkracht kan naar eigen inzicht, bepaalde onderdelen grondiger behandelen of uitbreiden, eventueel via (onderzoeks)opdrachten.
51
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
DISTRIBUTIE
Pedagogisch-didactische wenken 1
Het deelvak 'Distributie' leunt nauw aan bij het deelvak'Verkoop'. Het verdient aanbeveling deze beide deelvakken toe te wijzen aan dezelfde leraar, die dan gemakkelijk sommige elementen geïntegreerd kan benaderen.
2
In het geheel van de leerstof wordt aandacht besteed aan de recente ontwikkelingen in de groot- en kleinhandel. Gezien de dynamiek in het vakdomein moeten d leerlingen vertrouwd gemaakt worden met het actualiteitsprincipe en de zelfwerkzaamheid. Het aanleggen van een documentatiemap, het opzoeken en het verzamelen van actuele informate behoren tot de mogelijkheden.
3
Hoewel een actuele en praktijkgerichte aanpak centraal staat, moet voldoende aandacht besteed worden aan het nauwkeurig en correct omschrijven van de specifieke termen en begrippen.
4
Het hanteren van diverse werkvormen zoals groepswerk en klasgesprek staat in functie van de leerinhouden en de doelstellingen. Ze bevatten de principes van aanschouwelijkheid, motivatie en actieve deelname aan het lesgebeuren. Daarnaast kan het zelfstandig leren geïntroduceerd worden met de leraar als begeleider.
5
De gevallenstudies hoeven niet strikt lineair geïnterpreteerd te worden, ze mogen vakmethodologisch geïntegreerd worden bij de behandeling van de onderscheiden leerstofitems. Ze fungeren als concrete situatiebeschrijvingen, die het denkwerk van de individuele leerling stimuleren. Bovendien zijn ze interessant voor het opzetten van een geleide groepsdiscussie.
6
De leraar zal gepast gebruik maken van didactische hulpmiddelen zoals een bord, een overheadprojector, een video, een CD-ROM of de computer met internetaansluiting.
7
De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar.
8
Goed voorbereide didactische uitstappen, georganiseerd door leraar en leerlingen samen, leveren een waardevolle bijdrage tot het verwerven van een praktijkgerichte kennis.
52
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) ICT 1
53
Wat?
Onder ICT verstaan we het geheel van computers, netwerken, internetverbindingen, software, simulatoren, etc. Telefoon, video, televisie en overhead worden in deze context niet expliciet meegenomen. 2
Waarom?
De recente toevloed van informatie maakt levenslang leren een noodzaak voor iedereen die bij wil blijven. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT. Enerzijds speelt het in op de vertrouwdheid met de beeldcultuur en de leefwereld van jongeren. Anderzijds moeten jongeren niet alleen in staat zijn om nieuwe media efficiënt te gebruiken, maar is ICT ook een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Het nastreven van die competentie veronderstelt onderwijsvernieuwing en aangepaste onderwijsleersituaties. Er wordt immers meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, het zelfstandig of in groep leren werken, het kunnen omgaan met enorme hoeveelheden aan informatie, ... In bepaalde gevallen maakt ICT deel uit van de vakinhoud en is ze gericht op actieve beheersing van bijvoorbeeld een softwarepakket binnen de lessen informatica. In de meeste andere vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers: −
het leerproces zelf in eigen handen nemen;
−
zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;
−
op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).
3
Hoe te realiseren?
In de eerste graad van het SO kunnen leerlingen adequaat of onder begeleiding elektronische informatiebronnen raadplegen. In de tweede en nog meer in de derde graad kunnen de leerlingen “spontaan” gegevens opzoeken, ordenen, selecteren en raadplegen uit diverse informatiebronnen en – kanalen met het oog op de te bereiken doelen. Er bestaan verschillende mogelijkheden om ICT te integreren in het leerproces. Bepaalde programma’s kunnen het inzicht verhogen d.m.v. visualisatie, grafische voorstellingen, simulatie, het opbouwen van schema’s, stilstaande en bewegende beelden, demo, ... Sommige cd-roms bieden allerlei informatie interactief aan, echter niet op een lineaire manier. De leerling komt via bepaalde zoekopdrachten en verwerkingstaken zo tot zijn eigen “gestructureerde leerstof”. Databanken en het internet kunnen gebruikt worden om informatie op te zoeken. Wegens het grote aanbod aan informatie is het belangrijk dat de leerlingen op een efficiënte en een kritische wijze leren omgaan met deze informatie. Extra begeleiding in de vorm van studiewijzers of instructiekaarten is een must. Om tot een kwaliteitsvol eindresultaat te komen, kunnen leerlingen de auteur (persoon, organisatie, ...), de context, andere bronnen die de inhoud bevestigen en de onderzoeksmethode toevoegen. Dit zal het voor de leraar gemakkelijker maken om het resultaat en het leerproces te beoordelen. De resultaten van individuele of groepsopdrachten kunnen gekoppeld worden aan een mondelinge presentatie. Het programma “Powerpoint” kan hier ondersteunend werken. Men kan resultaten en/of informatie uitwisselen via e-mail, blackboard, chatten, nieuwsgroepen, discussiefora, ... ICT maakt immers allerlei nieuwe vormen van directe en indirecte communicatie mogelijk. Dit is zeker een meerwaarde omdat ICT zo de mogelijkheid biedt om niet alleen interscolaire projecten op te zetten, maar ook om de communicatie tussen leraar en leerling (uitwisselen van cursusmateriaal, planningsdocumenten, toets- en examenvragen, ...) en leraren onderling (uitwisseling lesmateriaal) te bevorderen. Sommige programma’s laten toe op graduele niveaus te werken. Ze geven de leerling de nodige feedback en remediëring gedurende het leerproces (= zelfreflectie en -evaluatie).
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
54
VOET 1 Wat? Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die -in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen - niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie, muzisch-creatieve vorming en technisch-technologische vorming (alleen voor ASO). De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting).
2
Waarom?
Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd.
VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken.
De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen.
3
Hoe te realiseren?
Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen).
Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
55
BEGELEID ZELFGESTUURD LEREN 1 Wat? Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: −
de opdrachten meer open worden;
−
er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;
−
de leerlingen zelf keuzes leren maken en die verantwoorden;
−
de leerlingen zelf leren plannen;
−
er feedback is op proces en product;
−
er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.
De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter.
2
Waarom?
Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. −
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken;
−
leerlingen voorbereiden op levenslang leren;
−
het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.
Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als: −
keuzebekwaamheid;
−
regulering van het leerproces;
−
attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.
In onze (informatie)maatschappij wint het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang.
3
Hoe te realiseren?
Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: −
de leraar als coach, begeleider;
−
de leerling gemotiveerd en aangesproken op zijn “leer”kracht;
−
de school als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.
De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat −
doelen voorop stellen
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) −
strategieën kiezen en ontwikkelen − oplossingen voorstellen en uitwerken − stappenplannen of tijdsplannen uitzetten − resultaten bespreken en beoordelen; − reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen − verantwoorde conclusies trekken − keuzes maken en die verantwoorden is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.
56
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
57
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1 Inzake materiële elementen is er een uitgerust leslokaal met bord, prikbord, kast (voor en met documentatie en tijdschriften, documenten, naslagwerken en boeken) en overheadprojector. Het lokaal wordt zodanig "aangekleed" dat het geheel het uitzicht heeft van een "economische leeromgeving". Daarnaast is er een leerboek, werkschrift of cursus. De leerlingen leggen een documentatiemap aan voor aanvullende informatie en voor de opdrachten. Er is een boekhoudpakket beschikbaar en er wordt gestreefd naar de aanwezigheid van computermateriaal in het vaklokaal. De leerlingen hebben alleszins toegang tot een informaticalokaal met internetaansluiting.
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
58
EVALUATIE Toetsen Per rapportperiode: drie tot vier bondige (niet noodzakelijk aangekondigde) toetsen van minder dan 15 minuten en minstens één aangekondigde herhalingstoets van maximum 1 lesuur per deelvak. De leraar kan regelmatig mondeling toetsen als controle en herhalingselement of als aanknoping bij de nieuwe les. Het staat de leraar vrij om klastaken te geven, terwijl huistaken de vorm aannemen van opzoekingwerk of het verder afwerken van toepassingen of opdrachten. Het taxonomisch niveau in de evaluatie dient uitdrukkelijk bewaakt te worden. De zelfstandige opdracht dient zowel proces- als productgericht te worden geëvalueerd. De tekorten inzake kennis, inzicht en vaardigheden t.a.v. bepaalde leerstofitems dienen gedurende het schooljaar deskundig te worden geremedieerd. In aansluiting op het Pedagogisch Project wordt van de leerlingen verwacht dat zij de vermelde attitudes ontwikkelen en/of nastreven.
GIP De GIP wordt georganiseerd in overleg met het lerarenteam van de studierichting in het tweede jaar van de derde graad. Ze evalueert het geheel van de kennis, vaardigheden en attitudes gericht op de beroepspraktijk. De vakken van het fundamenteel gedeelte komen geïntegreerd aan bod. Vormelijk is er de keuze tussen een project en een eindwerk. De uitwerking geschiedt op basis van de richtlijnen die op dat ogenblik van kracht zijn.
De school kan een eigen evaluatiebeleid uitwerken.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
59
BIBLIOGRAFIE Boeken De onderstaande titels zijn slechts als voorbeeld genoemd. Nog andere boeken zijn wellicht beschikbaar bij de uitgeverijen. Wie op de hoogte wil zijn van de nieuwste uitgaven kan best hun websites raadplegen.
Fransen, F., Haenen, E., Hoebeke, A.M., Humblet, A., Klykens, H., Laermans, H., Smeets, K., Vandenberge, K., Verledens, L., "Burgerlijk -en handelsrecht", Novum (+ handleiding) Van Eeckhoutte, W., Van Opstal, M., Vanoverbeke, S., "Beginselen van het sociaal recht", Novum De Smet, R., De Rous, R., Kellens, M., Lavric, A., Mulkens, S., Strickaert, K., Waterschoot, D., Christiaen, H. (red.), Economie vandaag, "Bedrijfsbeleid en recht I en II", De Sikkel (+ handleiding) Delatere, D., Kellens, M., Mulkens, S., Larbouillat, K., Lavric, A., Waterschoot, D., Economie vandaag, "Vennootschapsboekhouden", De Sikkel (+ handleiding) Cools, C., Delatere, D., Hosten, E., Janssens, M., Kellens, M., Larbouillat, K., Lavric, A., Mulkens, S., Vanderstappen, F., Waterschoot, D., Economie vandaag, "Bedrijfseconomie en Analytisch Exploitatieboekhouden", De Sikkel (+ handleiding) "Bedrijfseconomie", met en zonder oplossingen, 6BI en 6Ha, Uitgeverij Natalis (
[email protected]) "Bedrijfseconomische aspecten van het sportbeheer", met en zonder oplossingen, 6LO en Sport, Uitgeverij Natalis Sociale wetgeving, Alle hoofdstukken van het leerplan afzonderlijk te verkrijgen, voor 6BI, 6Ha en 6SeT, Uitgeverij Natalis Snyers, H. en Verberckt, F., "Bedrijfsbeheer", De Sikkel (Uitgeverij De Boeck) Debbaut, D., De Troyer, W. en Van Hauwermeiren, D., "Bedrijfsbeheer", Novum Smekens, K. en Van Caer, F., "Bedrijfsbeheer", Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij (Uitg. De Boeck) Van Elsen, W., Bedrijfsbeheer – Dossier 54, Uitgeverij Den Arend Snyers, H., "Het HORECA-bedrijf", De Sikkel (Uitgeverij De Boeck) Geuens, P. en Van den Broeck, N., Optimum 2.1, Oostmalle, De Sikkel (De Boeck) Optimum 2.2, Oostmalle, De Sikkel (De Boeck) Rombouts, G. en Verberckt, F., "Didactiek van de handels- en economische wetenschappen", Oostmalle, De Sikkel (enkel voor de leraar) (De Boeck) De Cnuydt, I., en De Velder, S., "Economie vandaag", Gent, Academia Press Rombouts, G., "Algemene economie - Krachtlijnen en relaties", Uitgeverij De Boeck Lenaert, H., Economische Zaken, , Van In, Lier Van Rompay, M. e.a., Consumenten en producentengedrag, Standaarduitgeverij, Antwerpen (De Boeck) Van der Elst, R. e.a., Algemeen Boekhouden 2.2, Standaarduitgeverij, Antwerpen (De Boeck) Bilsen, R. en Van Waterschoot, W., "Marketingbeleid", Uitgeverij De Boeck Houthoofd, N., "Inleiding tot de marketing", Uitgeverij Den Arend BOP “Winkelbediende”, Brussel, VLOR, 1999. BEVERS, L., “Handelswijs”, Standard –MIM (Uitgeverij De Boeck), Antwerpen, 1998 (De Boeck) DRIES, L., GOOSSENS, L. en SMISMANS, L., “Verkopen… je beroep 1 en 2”, Standaard, Antwerpen 1993 GOOSSENS, L., HAERS, C., en VAN DAELE, D., “Topseller on line”, Commerciële vorming 1, Standaard (Uitgeverij De Boeck), Antwerpen, 2001. HAERS, CH., VAN DAELE, D., “Verkoopkunde”, Standaard-MIM, Antwerpen 1993.
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
60
JANSSEN, D.T.C, WIJERS, G.F., “Verkooppraktijk Leer- en werkboek, deel 1, 2 en 3”, B.V. Nijgh & Van Ditmar, Rijswijk, Nederland, 1991. “Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor winkelbediende”, SERV, Brussel, 1997. ROMBOUTS, G., VERBERCKT, F., “Didactiek van de handels- en economische wetenschappen”, Uitgeverij De Boeck, 1996. SNIJDER, H., “Verkopen : Wat? Hoe?”, Versluys uitgeversmaatschappij, Amsterdam, 1997. “Streepjes en stress”, SERV, Brussel, 1995. “Technologie en arbeid in de supermarkt”, SERV, Brussel, 1995. TER HAAR, W., VAN SCHALKWIJK,L., “Verkopen, ja … maar hoe?, deel 1 en 2”, Thieme, Zutphen, NL. 1985 - 1992. VDV, “Vademecum voor de voedingsdistributie”, Brussel, Spastraat 8 VAN ROSSEM, H., "Leren verkopen”, De Sikkel, 1990 VAN ROSSEM, H., “Verkooppsychologie”, De Sikkel, 1974 VAN ROSSEM, H., “Winkelinrichting en distributielee”r, De Sikkel, 1998 VAN STRYDONCK, CH., “Van verkoper naar topverkoper”, Standaard – MIM, Antwerpen, 1988 VERBRUGGEN, L., e.a., “Verkopen anders bekeken”, Garant, Leuven 1997 Landuyt, R., Dossier 5 D : "De wet op de handelspraktijken" (1996), , Uitg. Den Arend/ Bonheiden De Pelsmaker, P. "Marketing voor non-profit organisaties", VUB Floor, K. en Van Raay, F., "Marketingcommunicatiestrategie", Stenford Kroese Houthoofd, N., Inleiding tot de marketing", Den Arend Leunis, J., Inleiding tot de marketing", Acco Mens, "Strategisch management en marketing", Argo Offermans, P., De Laet, M. en Gys,B., Marktonderzoek - Tekst en cases", MIM Stanton, W., Etzel, M. en Walker, B., "Fundamentals of marketing", Mc Graw-Hill Van den Heuvel,T., "Markt- en marketingbeleid", Wolters-Noordhoff Van Eunen, E., "De kern van de marketing", Stenford-Kroese Winkler, J. en Kreutzer, A., "Marketingplanning", Spectrum Wage, J., "Verkooptechniek en 121 gouden regels", Kluwer Wage, J., "Psychologie en techniek van het verkoopsgesprek", Alphen aan de Rijn, Samsom Wage, J., "Verkoop in actie", Deurne, Kluwer
Tijdschriften ZO Magazine – Het KMO-tijdschrift van de Unie van Zelfstandige Ondernemers Distributie vandaag – Belgisch Comité voor de Distributie Tijdschriften van vakverenigingen, mutualiteiten en middenstand Economische didactiek, IDEA/UFSIA, Antwerpen Didacta, EHSAL, Brussel Sociaal en fiscaal zakboekje, Kluwer, Deurne
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
61
Test Aankoop - Budget en Recht Trefpunt Economie, Ministerie van Economische Zaken De tijdschriften Knack, Trends, De kranten De Tijd, De Standaard, De Morgen, Het Laatste Nieuws, Het Volk, Het Nieuwsblad, e.a Jaaroverzicht, FET
Ander didactisch materiaal Statistische publicaties NIS en Nationale Bank van België, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel Het stond in de tijd, Financieel Economische Tijd (FET) Bedrijfsbezoeken: Select Visit: Grasslei 7 Gent Massy , M en Scheefhals, T., Optimum Boekhouden vandaag (didactisch boekhoudpakket in Windowsversie), Oostmalle, De Sikkel (De Boeck) Flitsend boekhouden (didactisch boekhoudpakket), Wolters, Novum. BOB-software, Uitgeverij De Boeck Brochures voor starters door diverse instellingen Cd-rom Starterscoach (UNIZO) “Video’s TFC”, Battelsesteenweg 445 D, 2800 Mechelen Telefoon : 070/222233 Centrum voor Informatie in Assuranties (CIA), de Meeûsplantsoen 29, 1040 Brussel Kroniek voor het Economisch onderwijs, Standaarduitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen
Websites http://mineco.fgov.be/redir.asp?loc=/enterprises/vademecum/home_nl.htm Ministerie van Economische Zaken – Vademecum voor de beginnende ondernemer www.rago.be Gemeenschapsonderwijs www.vlew.be Vereniging van Leraren in de Economische Wetenschappen www.destandaard.be De Standaard (krant) www.hbvl.be Het Belang van Limburg (krant) www.hln.be Het Laatste Nieuws (krant) www.gva.be Gazet van Antwerpen (krant) www.demorgen.be De Morgen (krant) www.hetvolk.be Het Volk (krant) www.nieuwsblad.be Het Nieuwsblad (krant) www.knack.be Knack (tijdschrift) www.trends.be Trends (tijdschrift) www.detijd.be De tijd www.vecon.nl Nederlandse vereniging voor leraren in de economische wetenschappen www.vev.be Vlaams Economisch verbond www.startersservice.be/ Unizo www.taxup.com/belgie_recht Webgids voor accountancy en fiscaliteit
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week)
62
www.uitgeverijdeboeck.be Uitgeverij De Boeck (= Standaard Wetenschappelijke uitgeverij + De Sikkel) www.woltersplantyn.be Uitgeverij Wolters Plantyn www.novum.be Uitgevrij Novum www.kluwer.nl Uitgeverij Kluwer www.denarend.be Uitgeverij Den Arend www.vdab.be VDAB www.kbc.be KBC www.fortisbank.be Fortis Bank en Verzekeringen www.dexia.be Dexia www.axa.be AXA-Bank en Verzekeringen www.abb-bvb.be/gen/nl Belgische Vereniging van Banken www.batimonde.be/particulier/adres_vl.htm Nuttige adressen www.bvvo.be Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen www.digischool.nl/ec/eclok.htm Economielokaal van de digitale school www.gemeenschapsonderwijs.be/subpage_startpagina/bibliotheek/Url/index.htm Internetverwijzingen (op website van het Gemeenschapsonderwijs) www.unizo.be UNIZO – Unie van Zelfstandige Ondernemers www.digitheek.f2s.com/index.htm De digitheek – Links voor leraren en leerlingen www.bin.be Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN) www.cbd-bcd.be Belgisch comité voor de Distributie http://212.190.77.115/cgi/welcome.pl Het Belgisch Staatsblad www.touring.be/corporate/history1895/club4-nl.stm Touring Club http://www2.vereenvoudiging.fgov.be/inventaire/nl/pouvoirs.asp Inventaris van de officiële Belgische sites www.ping.be/~tori0060/Toerisme_Verkeer.htm Toerisme www.tib.be Dienst voor Toerisme en informatie van Brussel www.toervl.be Toerisme Vlaanderen www.belgie-toerisme.net Office de Promotion du Tourisme Wallonie-Bruxelles http://schoolweb.argo.be/cvo/brussel/links.htm Links naar interessante websites http://leerkrachten.start.be Links voor economie, informatica, didactiek, diverse vakken http://www.vacature.com/scripts/Actueel/sel-article.asp?startpos=1 Krantenarchief http://www.vecon.nl Nederlandse vereniging voor leraren in de economische wetenschappen http://www.digischool.nl/ec/eclok.htm Economielokaal van de digitale school http://www.dedigitheek.be De digitheek – Links voor leraren en leerlingen http://www.docentenplein.nl/Econ.htm Economie en overheid - lessen en cursussen http://klascement.be/ Lessen en cursussen - Eigentijds onderwijs voor en door lkr en lln http://www.pienternet.be/ Lessen http://internationaal.kennisnet.nl/vo/Scholieren/lesmaterialen.htm Lesmateriaal http://www.managementsupport.nl/default.asp http://www.kmobizz.be/ Info voor KMO http://www.test-aankoop.be Tijdschrift verbruikersunie http://www.stichtingmarketing.be/nl/home Stichting marketing
TSO – 3de graad – Handel TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 6 lestijden/week) http://www.taxup.com/belgie_recht Webgids voor accountancy en fiscaliteit http://www.pouseele.be Audit en accountancy, boekhouding en fiscaliteit http://www.onprvp.fgov.be/onprvp/NL/Themes_NL/menu_NL.htm Rijksdienst voor pensioenen http://www.svmb.be Sociaal zekerheidsfonds voor de zelfstandige ondernemer http://www.advocaat.be/ http://www.just.fgov.be/index_nl.htm (zie Federale overheidsdienst Justitie) http://www.notaris-moyson.be/ Juridische sites http://www.gerechtsdeurwaarders.be/nl/ http://home2.pi.be/ebeaucou/rechtspraak/rechtspraak1.htm http://www.dvo.be/index.asp De Vlaamse ondernemer http://www.europages.com/nl De Europese bedrijvengids http://www.lvz.be/diensten/gids.htm Gids voor beginnende zelfstandigen http://www.kmoloket.be/kmoloket/default.asp KMO-loket van VIZO
63