}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 29 mei 2015
jaargang 9 nummer 420
€ 2,50
Stalin in de cel Een boek over Florencia 7 met alle smaken College barst bijna voor de zoveelste keer
UIT3
3
Nieuwe serie
8/9 Op weg naar een
ander Spuiplein
Het succes van sportschrijver Michel van Egmond 10/11 Zeeheldenkwartier
Designfestival nu al een hit 13 ADVERTENTIE
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 29 mei 2015
door vreemde ogen
‘Life of Pi’ Ik heb ze gezien op tv, zwarter dan Johnny Depp in ‘Pirates of the Caribbean’. Omdat ze zich nergens konden verstoppen in de felle zon op zee. Ze sprongen of vielen van de boot, de boot leek op zo’n overvolle trein in India. Maar in een Indiase trein verdrink je niet, op de overvolle boot wel. Een van hen vertelde met weidse gebaren dat ze dagenlang niets hadden gegeten. Een andere huilde dat hun bootje bij de grens was teruggestuurd, dat zijn vrouw en zijn zoontje onder de ogen van de kustwacht waren verdronken. Wie is daarvoor verantwoordelijk? Je leest dat er meer wordt geïnvesteerd in het bewaken van grenzen dan in het redden van mensen. Het leven van de medemens weegt niets, vooral niet als hij asiel zoekt. Ze waren zwart, zo zwart, met de ogen van Miles Davis op de poster voor de expositie van Anton Corbijn. Wat bewaken wij eigenlijk zo strikt? En hoe kan een bewaker toekijken hoe een kind verdrinkt? Waarom zijn we zo bang? Wij hebben hier onze taal, ons huis, ons werk, onze volle koelkast, onze Albert Heijn, onze volle winkels. Al jarenlang kijken we vanaf onze veilige zitbank in de woonkamer hoe migranten verdrinken, tweehonderd deze week plus zevenhonderd
in oktober vorig jaar plus driehonderdzestig plus… al die anoniemen die nooit zullen worden gevonden. Nu komen ze ook via Macedonië, lopend over de rails. Een trein maakte van veertien migranten achtentwintig of tweeënveertig kleine stukken. Sinds 2000 zijn het er al 32.000, schrijven de kranten. Ongeveer. Want soms is de plek waar de boot omsloeg te diep om te duiken en dat betekent dat we het precieze aantal nooit zullen weten. Maar is een aantal niet slechts een aantal? Bij die tweeëndertigduizend passen er makkelijk nog eens duizend, meer zelfs. En dat terwijl wij hier druk in de weer zijn om vakanties te plannen, hypotheken voordelig af te sluiten, een toekomst voor onze kinderen te bouwen. Zo hoort het immers. In de trein van Den Haag naar Amsterdam luisterde ik een dezer dagen met plezier naar de interessante conversatie van een groep jonge mensen die, zo begreep ik, zich bezighielden met het vertalen of uitgeven van kinderboeken en die die dag een uitje hadden. Wat een mooie gesprekken! Heel geconcentreerd luisterde ik naar de bewering van een van hen dat Alice van ‘Alice in Wonderland’ in de oorspronkelijke versie geen rode schoentjes had, maar zilveren! Wauw, dat wist ik echt niet! Ik zat een paar banken van hen vandaan, naast een
getinte, kleine man, die tijdens de rit geen woord zei, maar meermalen met zijn witte tanden uitgebreid naar me glimlachte. Bescheiden maakte hij meer plek voor mij en mijn tas. Als ik het zou hebben gevraagd, had hij zich ongetwijfeld met rugzak en al op het raam geplakt, om mij alle ruimte van zijn eigen stoel te bieden. Maar ik was bezig om het gesprek van mijn buren te volgen. Een deel van het gezelschap stapte uit bij Schiphol, maar drie van hen bleven verder praten tot Amsterdam Centraal. Knap, knap, knap. Alle drie. Als mijn getinte buurman had kunnen praten, was hij het zeker met me eens. Maar ineens klonken hun stemmen zachter en moest ik gaan verzitten, en mijn hoofd gebukt en naar voren houden om geen nieuw detail over Alice te hoeven missen. ‘We moeten ze buiten houden,’ zei een van hen op fluisterende toon. ‘We moeten ze buiten ons Europa houden. Al dat gedoe…’. Ik trok mijn hoofd terug. Ik keek naar mijn buurman, blij voor hem dat hij geen Nederlands verstond. Ons Europa, mijn Europa, jouw Europa. Soms klinkt het woord Europa minder
Wat bewaken wij eigenlijk zo strikt? En hoe kan een bewaker toekijken hoe een kind verdrinkt? Waarom zijn we zo bang?
mooi. Ons Europa? Praten die jongens ook in mijn naam? Ik stapte snel uit, ik haastte me voor een ontmoeting met schrijvers uit Maleisië die verklaarden dat ze niet waren geëmigreerd, omdat ze van vechten hielden en er in hun land helaas nog veel om te vechten is, in tegenstelling tot hier, moest ik tussen de regels door ‘lezen’. Met de liefhebbers van Alice in mijn achterhoofd dacht ik: hier ook, hoor. Ik vecht voor míjn Europa, een Europa met milde grenzen, waarin ‘Life of Pi’ een interactieve film wordt, waarin ik, Europeaan, een rol speel om Pi, mijn medemens, te helpen overleven. Mira Feticu
Mira Feticu (1973) is een Roemeense journaliste en schrijfster die sinds acht jaar in Nederland woont. In 2012 debuteerde ze in het Nederlands bij uitgeverij De Geus met het boek ‘Lief kind van mij’, dit jaar volgden ‘De ziekte van Kortjakje’ en ‘Tascha’. Opgegroeid in een dorp onder een communistisch regime, bekijkt deze expat nu door vreemde ogen de westerse samenleving. Verbazing over zaken die in Den Haag heel gewoon zijn.
18, 19, 20 JUNI
PRESENTED BY
GRATIS TOEGANG
EN
volvo ocean race festival den haag
€25
advertentie
CO N C E
RT
HOST CITY
Sports | Music | Fun | Food Anouk | Racoon | Golden Earring | DI-RECT Miss Montreal | Nielson | Typhoon | Gers Pardoel
VORF_Den Haag Centraal 265x192,5_SJ01.indd 1
22-05-15 11:23
3
actueel<
Vrijdag 29 mei 2015 > Den Haag Centraal
Broze verhoudingen in coalitie baren steeds meer zorgen Door Jan van der Ven
Het was eigenlijk een bedrijfsongevalletje in de politiek, vorige week donderdagavond tijdens een raadsdebat over de Metropoolregio. Zoiets kan gebeuren en hoeft normaal gesproken niet tot grote opwinding te leiden. Maar een klein jaar na het aantreden van het nieuwe college zijn de coalitiepartijen D66, PvdA, Haagse Stadspartij, VVD en CDA nog steeds onvoldoende op elkaar ingespeeld om kreukvrij overzichtelijke problemen op te lossen. Hoe broos de verhoudingen tussen de vijf partijen zijn, bleek eerder al, toen openlijk geruzied werd over het aanbesteden van het Spuikwartier, de bomenkap aan het Tournooiveld en de Toussaintkade/Veenkade en de bouwhoogte van een nieuw pand aan de Lelykade in Scheveningen. Allemaal zaken die normaal gesproken niet zouden hoeven te leiden tot grote politieke opwinding, maar die in de nieuwe coalitie al snel tot brandbare reacties leidden. Donderdagavond doemde weer zo’n onderwerp op dat plots tot spanningen leidde. Het leek aanvankelijk allemaal simpel. De gemeenteraad moest de ontwerpbegroting voor de Metropoolregio goedkeuren. De Metropoolregio is een nieuwe bestuurslaag, bestaande uit samenwerking tussen 23 gemeenten in Zuid-Holland met als voornaamste as de
steden Den Haag-Rotterdam. Burgemeester Van Aartsen heeft zich er de afgelopen jaren het vuur voor uit m’n sloffen gelopen. De fracties van Haagse Stadspartij en PvdA wilden vooraf voorwaarden aan de goedkeuring van de ontwerpbegroting verbinden. Donderdagochtend had de Haagse Stadspartij, zoals het hoort, het betreffende voorstel keurig netjes voorgelegd aan de andere coalitiepartij. Er leek geen vuiltje aan de lucht, alle fracties wisten wat er aan zat te komen die avond.
Maar enkele uren later klonken in de raadzaal vanuit het college van B en W ineens andere geluiden. De verantwoordelijke wethouders (Van Engelshoven en De Bruijn, beiden van D66) wilden het voorstel niet overnemen omdat het te veel weg had van een dictaat richting andere partners van de Metropoolregio. Onaanvaardbaar Van Engelshoven begon aarzelend: “Hiermee zeggen we als stad Den Haag in feite de samenwerking met de Metropoolregio op”, stelde ze. Vervolgens ontraadde ze het voorstel en uiteindelijk sprak ze het politiek zwaarbeladen ‘onaanvaardbaar’ uit. Waarop de vergadering voor anderhalf uur geschorst moest worden. Uiteindelijk zwichtte indiener Oudshoorn van de Haagse Stadspartij voor de druk
vanuit het college van B en W en paste hij zijn voorstel aan. Wrang was dat hij er uiteindelijk geen meerderheid voor kreeg want de oppositiepartijen trokken hun steun in en de coalitiepartijen D66, VVD en CDA wilden er evenmin mee instemmen. Na afloop deden de coalitiepartijen hun uiterste best te benadrukken dat het hier slechts een incident betrof. ‘Veel gedoe om niets’. Dat soort bezwerende geluiden lagen voor het oprapen en het doel ervan was duidelijk: voorkomen moest worden dat het beeld ontstaat van een rammelende coalitie. Dieper Maar wie iets dieper graaft, hoort ook andere geluiden. Het gebrek aan regie vanuit het college van B en W steekt te vaak de kop op, is zo’n geluid. Soms wordt daarom met heimwee terugverlangd naar de vorige coalitie die het, als het om marginale zaken ging, niet zo uit de hand liet lopen. Er klinken ook toenemende zorgen over de toekomst van de coalitie. Is die in staat nieuwe hobbels te nemen? Die dienen zich al snel aan. Binnenkort moet besloten worden of het krakersbolwerk De Vloek al dan niet ontruimd moet worden. Voor de zomer komt de kwestie van de bomenkap aan de Toussaintkade/Veenkade weer op de politieke agenda. En wat te denken van het opstellen van de begro-
ting voor volgend jaar?’ Daarin spelen de grote tegenvallers rond de Participatiewet (een nieuwe wet op het gebied van de sociale zekerheid) een cruciale rol. PvdA-wethouder Baldewsingh, die verantwoordelijk is voor de Participatiewet, ziet zich geconfronteerd met een jaarlijks financieel gat van 27 miljoen euro. De besprekingen hierover zouden wel eens de vuurproef kunnen worden voor het college. Want zijn de collega’s in het college bereid de PvdA-wethouder de helpende hand toe te steken in de vorm van extra geld? Een gebaar dat dan ten koste gaat van eigen plannetjes, terwijl de PvdA’er eerder al tientallen miljoenen binnenhaalde voor de bestrijding van armoede. Beloeren De zorgen over de toekomst van de coalitie nemen na het bedrijfsongeval van vorige week toe, al worden die angstvallig binnenskamers gehouden. Naar buiten toe is het beeld echter helder. Er is geen sprake van een soepel draaiende politieke machine. De vijf partijen houden de neiging ieder een eigen koers te varen. Van samen optrekken is nauwelijks sprake, partijen beloeren elkaar en bieden de ander weinig ruimte. De oproep van de onlangs vertrokken D66-leider Marjolein de Jong om elkaar in de politiek ook zaken te gunnen, heeft tot op heden geen gehoor gekregen.
Financiële meevaller voor Rijswijk Rijswijk heeft een financiële meevaller van ruim 4,5 miljoen euro. Dat blijkt uit de jaarrekening over 2014. Het geld wordt voorlopig niet uitgegeven, omdat er nog diverse onzekerheden zijn.
dergrondse containers door Avalex leverde een winst op”. Daarnaast heeft Rijswijk voor 2015, mede door ICT-ingrepen bij de gemeente, momenteel een klein verlies op de begroting.
Door Klaas-Jan Droppert
Ondernemersklimaat Dierdorp kon verder aankondigen dat het ondernemersklimaat in Rijswijk gunstiger wordt. Rijswijk gaat ondernemers helpen door de onroerendezaakbelasting (OZB) voor huurders van kantoorpanden, winkelruimtes en horeca op nul te zetten. In de nieuwe situatie wordt de belasting alleen nog door de eigenaren van de panden betaald. Dierdorp: “Wij vinden dit een eerlijkere verdeling, omdat dit bij woningen al gebeurt. Bij woningen worden al jaren geen huurders belast. De gemeente verdient er overigens geen cent extra belasting mee. Het gaat om een andere verdeling”. Rijswijk behoort met Almere en Nijmegen tot de eerste gemeenten in Nederland die deze maatregel invoeren. De achterliggende gedachte is dat het ondernemersklimaat in Rijswijk, dat na Den Haag de laagste lasten in de regio heeft, wordt verbeterd. “Voor huurders wordt het aantrekkelijker om zich in Rijswijk te vestigen, terwijl het voor eigenaren een extra stimulans is om hun leegstand aan te pakken. Voor hen wordt het duurder in Rijswijk dan in andere gemeenten om leegstaand vastgoed te hebben. Zij betalen namelijk de hele OZB”. Het pikante van deze maatregel is dat de gemeente zelf ook wordt getroffen. Ook zij heeft een aantal panden leeg staan, niet in de laatste plaats het Oude Stadhuis. Dierdorp: “Dat klopt. Ook voor ons is dit een stimulans om bijvoorbeeld achterstallig onderhoud aan te pakken en de panden weer aantrekkelijk te maken”.
Collega-wethouders met mooie plannen hoeven voorlopig niet bij Nicole Dierdorp (wethouder financiën) aan te kloppen. Hoe sympathiek of noodzakelijk de initiatieven ook zijn, het geld blijft voorlopig in kas. “We hebben bestedingsdoelen genoeg, maar de gemeenteraad bepaalt straks waar het geld heen gaat”. Het geld gaat nu naar de algemene reserve, die daarmee circa twintig miljoen euro bedraagt. Dierdorp houdt liever iets achter de hand voor mogelijk slechtere tijden. Zo is minister Plasterk van Binnenlandse Zaken van plan om aan Rijswijk twee miljoen euro minder uit het Gemeentefonds over te maken. Bovendien zou er extra geld nodig kunnen zijn voor het Sociaal Domein, omdat na het overhevelen van de zorgtaken van het rijk naar de gemeenten pas in 2016 de balans echt opgemaakt kan worden. Daarnaast zou het geld kunnen dienen om de risicovolle grondexploitaties in de nieuwbouwwijk RijswijkBuiten verder af te dekken. Een andere reden om zich niet rijk te rekenen, is dat er sprake is van een incidentele meevaller. “Die is onder andere ontstaan omdat het Europees Octrooibureau blijft en gaat uitbreiden, waardoor er veel leges binnenkwamen. Bovendien hebben we in de aanloop van het overdragen van de zorgtaken van het rijk naar de gemeenten, goed naar de huishoudelijke hulp gekeken en die efficiënter en goedkoper geregeld. En de overname van de on-
Rijswijk gaat ondernemers helpen door de onroerendezaakbelasting voor huurders van kantoorpanden, winkelruimten en horeca op nul te zetten. > Foto: Gemeente Rijswijk
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 29 mei 2015
stadsmens
Kunstenaar Suzanne Bo zoekt steeds naar contrast tussen innerlijk en uiterlijk Het opgezette, gele vogeltje zit stevig vastgeklemd in een in zwart plastic gehulde hand. Beeldend kunstenaar Suzanne Bo, die deze fotoscène de titel ‘Greenpeace’ gaf, draait de rollen om. Want, vraagt ze aan ons: “Is die hand nou beschermend of bedreigend?” Het antwoord wacht ze niet af. “Ik heb op de expositie ook een muisje dat hartstikke dood is. Het ligt opgebaard met een klein afscheidsbriefje erbij”. De fotoscènes, door haar ook ‘theaterstukjes’ genoemd, zijn van 29 mei tot en met 17 juni te zien in Pulchri Studio. Op haar solotentoonstelling DioBestia toont ze tevens objecten en schilderijen. Al haar werk ‘verbeeldt het menselijke en dierlijke c.q. het goddelijke’, aldus de kunstenaar. “Het zijn vaak vogels en heel mijn DioBestia is intuïtief ontstaan”. Voor haar schilderijen gebruikte ze ouderwets pakpapier, afkomstig van de Papierbiënnale in Rijswijk van vorig jaar herfst. “Het zijn vier lagen op elkaar en daar schilder ik dan weer een kop op die een mankement heeft. Want er is altijd wel een steekje los aan iemand. Als ik een mooi mens op straat zie lopen, vraag ik me
‘Er is met iemand altijd meer aan de hand dan je ziet’. >Foto: Eveline van Egdom
steeds af wat er met hem of haar aan de hand is. En dat is altijd meer dan je ziet. Als je echt luistert naar een verhaal van iemand of je ontdekt iemands achtergrond, dan besef je dat het contrast tussen innerlijk en uiterlijk groot is”. Haar objecten op DioBestia zijn samengesteld van
gevonden of verzamelde voorwerpen. “Als ik met koppen werk, zijn die elke keer heftig. Zodra ik materiaal in handen heb van verzamelde spullen of dingen van de Kringloop, komt er altijd iets lolligs naar boven. Maar alles heeft wel mijn sfeer; het is één handtekening.
Ze is, vertelt Suzanne Bo, autodidact en ze ontwikkelde zichzelf vooral op de Vrije Academie in de tijd dat Bob Bonies daar directeur was. Er ontstonden uiteindelijk ‘nogal heftige beelden, van half mens, half dier’. “Maar dan nog was het niet af. Om het doek wat levendiger te maken, ben ik dat met mes en schaar gaan bewerken, waardoor er letterlijk gaten in kwamen. Dat was voor mij een ontdekking, want qua herinnering of ervaring kunnen er ook bij een mens gaten vallen. Onze eigen soort is niet zo compleet”. Schilderijdoeken laat ze niet in een frame. “Ik hang ze los op aan vleeshaken. Het zijn zogenaamde ophangsels, die drie meter hoog zijn en die kunnen klapperen in de wind. Zo heb ik weleens een installatie gemaakt van vijftien doeken, half mens, half dier, die naast elkaar hingen”. Haar verzamelde voorwerpen bestaan onder meer uit schedels, ‘de letterlijke binnenkant’, zoals ze zegt. “Die spaar ik al sinds mijn jeugd”. Ook bezit zij ‘kitscherige beeldjes’. “In mijn atelier staan er vijfhonderd.
Daar hak ik de hoofden vanaf en zet er een ander koppetje op. Soms krijg ik die beeldjes aangedragen”. Suzanne Bo, altijd in gezelschap van haar hondjes Nina en Guusje, doet trouwens geregeld mee aan performances die kunstenaar Lichel van den Ende organiseert. Onlangs werkte zij mee aan zijn openingsact van het Textielfestival in de Pieterskerk in Leiden. Van den Ende had een enorme jurk samengesteld van borduursels die zijn afgestaan door mensen uit het hele land. Dan moet haar iets van het hart. Suzanne Bo heeft haar atelier in een antikraakpand. Dat is een ongewis bestaan, verzekert ze. “Je kunt van het ene op het andere moment te horen krijgen dat je weg moet. Ik verhuis gemiddeld om de twee jaar. Het is een zwaar leven; je moet almaar de moed erin houden. Maar een gewone ruimte is voor mij niet te betalen. Dit kan ik net opbrengen”. Joke Korving Solo-expositie DioBestia, van 29 mei tot en met 17 juni, Pulchri Studio, Lange Voorhout.
advertentie
Family Collection
Zaterdag 6 juni
Dag van de Stadslandbouw bij Mens en Tuin Tijdens de landelijke Dag van de Stadslandbouw op zaterdag 6 juni maak je kennis met stadslandbouw projecten in en om jouw stad. Krijg antwoord op de vragen wat stadslandbouw nu precies is, hoe je de producten in huis krijgt en hoe je als bewoner zelf kan meedoen.
Activiteiten bij Mens en Tuin Workshop Minimoestuinieren door Anouk Winkler – Leer je eigen minimoestuin met lekkere en gezonde groentes te maken.
Biodynamische rondleiding door Jacqueline Stammeijer – Loop door onze tuin en leer meer over biodynamisch (moes)tuinieren.
Workshop Zaadbommen maken door Joke Kaptein – Maak een explosie van mooie bloemen en kruiden voor in de tuin.
De activiteiten zijn van 11 tot 15 uur. Toegang en deelname is gratis.
Meer info:
mensentuin.nl facebook.com/mensentuin
Ze e s t raat 65 251 8 AA De n H aag p an oram a- m e s d ag .n l d e n h aag m e s d ag .n l
Adres: Hillenraadweg 35, 2532 AD, Den Haag.
29-3 t/m 4-10
5
actueel<
Vrijdag 29 mei 2015 > Den Haag Centraal
College: doorgaan met Spuikwartier Het college van B en W voelt er niets voor om de aanbesteding voor het Spuikwartier stop te zetten. De Groep de Mos had hierom gevraagd, omdat twee van de drie consortia die voor dit miljoenenproject in de race zijn, in de rode cijfers zitten. Het gaat om Ballast Nedam en Boele & Van Eesteren met daarin onder meer bouwer Heijmans. Heijmans en Ballast Nedam maken miljoenen verlies. Het college sluit een eventueel faillissement van een kandidaat overigens niet uit, blijkt uit ant-
woorden op de vragen van de Groep de Mos. ‘De aanpak zal afhangen van het moment waarop een faillissement zich zou voordoen, de partij binnen het consortium die failliet zou gaan en de zwaarte van de rol die deze partij inneemt in dat consortium’. Wanneer de bouwopdracht eenmaal is verstrekt, worden in het contract bepalingen opgenomen om de gevolgen van een eventueel faillissement zo veel mogelijk te beperken. Een ander bouwbedrijf zal het werk afronden, aldus het college.
Raadslid en journalist veroordeeld Het Haagse gemeenteraadslid Arnoud van Doorn heeft in hoger beroep een taakstraf 240 uur gekregen en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden voor het doorspelen van geheime stukken aan journalist Lex de Jonge van AD Haagsche Courant. Het raadslid, afgescheiden van de PVV en nu aangesloten bij de Partij van de Eenheid, was in eerste instantie tot een lagere straf veroordeeld. De Jonge, die een boete van 1000 euro moet betalen, schreef in 2013 over de ophanden zijnde aan-
koop van het World Forum door de gemeente. De stukken waaruit hij citeerde, waren geheim. Van Doorn had het dossier op zijn bureau klaargelegd waarna hij zijn toegangspas voor het besloten deel van het stadhuis aan De Jonge overhandigde, die daarvan gebruikmaakte. Daarmee heeft de journalist zich volgens het hof schuldig gemaakt aan lokaalvredebreuk. Zover bekend is het de eerste maal in Den Haag dat een verslaggever als gevolg van de uitoefening van zijn beroep is veroordeeld.
Zuid-Holland heeft een college De onderhandelingen tussen VVD, D66, CDA en SP hebben tot een nieuw college van Gedeputeerde Staten voor ZuidHolland geleid. Eind vorige week werden de laatste besluiten genomen. De vier vormden vier jaar geleden ook al het college van GS. Ze spraken tijdens de recente onderhandelingen onder meer
af dat er 40 miljoen extra beschikbaar komt voor tal van groenvoorzieningen. Nieuw is een fonds van 12 miljoen euro om het vervoer over water te bevorderen. Er is verder 20 miljoen beschikbaar om de innovatie in het mkb te stimuleren. Daarnaast wordt er voor 100 miljoen euro een energiefonds opgericht.
Hans van Westreenen 1938-2015 Cruciaal strijder voor Haags toneel Door Casper Postmaa
Met de dood van Hans van Westreenen, voormalig zakelijk leider van de Haagse Comedie (1977-1988) en oud-directeur van de Koninklijke Schouwburg (1988-2000), neemt de stad afscheid van een man die cruciaal was voor het overleven van het toneel op topniveau in Den Haag. In beide belangrijke functies die hij in de Haagse toneelwereld had, stond hij aan het begin van grote veranderingen, die achteraf beslissend bleken te zijn. Toen in het seizoen 1969-1979 jonge acteurs en studenten van de toneelschool de Actie Tomaat ontketenden om vernieuwingen af te dwingen, ging dat aanvankelijk ten koste van de gezelschappen in Amsterdam, maar uiteindelijk ontkwam ook de Haagse Comedie, eens het vlaggenschip van het Nederlandse toneel, niet aan de tijdgeest. Toneelgroep de Appel ontstond begin jaren zeventig onder leiding van Erik Vos en boekte grote successen, terwijl aan het Korte Voorhout de zaal leegliep. Van de ruim 170.000 bezoekers per jaar waren er midden jaren tachtig amper 75.000 over. Onder leiding van Van Westreenen werd krachtdadig ingegrepen. Met de oprichting van het Nationale Toneel werden de banden met het verleden doorgesneden, daarnaast wist hij bij
het ministerie van Cultuur (OCW) ge- teur was emotioneel, bij tijd en wijle daan te krijgen dat het Nationale To- opstandig en gepassioneerd. Wibaut. neel jarenlang een status aparte kreeg “Hij was gevoelig, emotioneel en inen werd gevrijwaard van grote bezui- tuïtief, liet zich makkelijk meeslepen, nigingen. Toen de gemeente Den maar gelijk hebben en gelijk krijgen, is Haag niet snel daarna een verschil. Je kon toch fors op de subsidie hartstochtelijk ruzie wilde korten, ging het met hem maken, daarministerie voor het genaast was hij bijzonder zelschap staan. “Dat was hartelijk. Een rasverteleen buitengewoon slimler met een groot gevoel me, strategische zet van voor humor, altijd een Hans”, stelt Oscar Wibon mot op het juiste baut, de huidige direcmoment”. teur van de schouwburg Acteur en regisseur Hans en lange tijd de plaatsCroiset roemt Van vervanger van Van Westreenen om de wijze Westreenen. “Je kunt >Foto: Willy Jolly waarop hij zijn rol van wel zeggen dat door zijn theaterdirecteur inhoud optreden toptoneel voor de stad be- gaf. “Hij kende het repertoire en dat houden is gebleven. Als de ingreep van kun je van de meeste theaterdirecteude gemeente zou zijn doorgegaan, ren niet zeggen. Hij had een groot ontzouden we zijn gedegradeerd tot de zag voor acteurs omdat zij het toneel status van een dwerg. Nu liep het an- opliepen om daar het wonder te verders, we zaten algauw weer op een ge- richten dat toneel heet. Daarbij had middelde van 100.000 bezoekers. Dat Hans een prachtige woordkeus, hij is een héél mooie score, hoor”. leek daarin wel Homerus. Hij liet geen In zijn periode als directeur van de Ko- gebeurtenis voorbijgaan zonder die te ninklijke Schouwburg toonde Van verpakken in bloemrijke woorden. Westreenen opnieuw dadendrang. Een flamboyante man, die voor het toDe schouwburg onderging met steun neel van onschatbare waarde is gevan de gemeente een grootscheepse weest”. renovatie waardoor het bezoek aan Zaterdag 30 mei om 15.30 uur is er een het Haagse toneel opnieuw een im- herdenkingsplechtigheid in de Kopuls kreeg. De mens achter de direc- ninklijke Schouwburg.
advertentie
Exclusief voor u: De eerste editie van de DHC Sociëteit op zondag 31 mei start feestelijk: terwijl u met een glas bubbels in de hand aan de Scheveningse boulevard uitkijkt over zee, prepareert sterrenchef Gert-Jan Cieremans van restaurant Seinpost een zomerse driegangenlunch. Na het voorgerecht bespreekt de directeur van het toonaangevende champagnehuis Leclerc Briant, Frederic Zeimett, de biologische champagnes die tijdens de middag worden geschonken. Benno Tempel, directeur van het Gemeentemuseum, neemt u vervolgens mee naar de dagen van weleer en vertelt over schilders aan zee.
Champagnelunch en lezingen in Seinpost voor € 59,50 Arrangement Aperitief: Kleine Schorre Blanc 2013, fijn wit van vaderlandse bodem Voorgerecht: Lauwwarme paling (Burgerveen) crème fraîche | brioche | Amsterdamse ui | groene appel | pepermelange Champagne: Leclerc Briant Brut Champagne Hoofdgerecht: Met panco gebakken rode poon | zwarte Venusrijst | lamsoren | peultjes | ui | mierikswortel | tosa-dressing Champagne: Leclerc Briant 1er Cru Chèvres Piereuses Nagerecht: Gemarineerde aardbeien | limoen | rozen | room | basilicum | meringue Champagne: Leclerc Briant Cuvée Rosé met een klein scheutje Van Kleef rozenlikeur Koffie en friandises (tijdens de lunch wordt tafelwater geschonken)
DHëtC eit
Soci
Praktische informatie Datum: zondag 31 mei Adres: Zeekant 60 Tijd: vanaf 12.30 - 15.00 uur
Inclusief lezingen Benno Tempel en Frederic Zeimett
Reserveren Via
[email protected], o.v.v. naam en adres. Bellen kan ook: 070 364 40 40. Als abonnee van Den Haag Centraal betaalt u € 59,50. Bent u nog geen abonnee? Dan kunt u voor € 69,50 aanschuiven. Bij deze prijs is een proefabonnement inbegrepen (tien weken de krant voor € 10,00). Meld u aan voor zaterdag 30 mei. Beperkt aantal plaatsen!
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 29 mei 2015
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief vallen en opstaan, de tramtunnel werd gebouwd. Hierdoor was de toegankelijkheid van haar restaurant minimaal, waardoor de inkomsten terugliepen. De Adviescommisie Bezwaarschriften van de gemeente Den Haag verklaarde het bezwaar dat Siek naar aanleiding hiervan had ingediend op 30 oktober 2001 echter ongegrond. De laatste uitbater van het pand, Jeroen van Welzen, wist met de muziekprogrammering in zijn café De Vinger diverse subculturen te bereiken. Het café had een grote regionale uitstraling en was een regelrechte trekpleister voor Den Haag, Popstad Nummer Eén. Het nieuw opgeleverde wooncomplex Amadeus Symphony For Living op de hoek van het Spui en de Kalvermarkt noopte De Vinger echter op 1 mei jongstleden zijn deuren te sluiten. Dit gebeurde met een spetterend optreden van de groep The Bonnie St. Claires. Geluidsoverlast in de vorm van knalharde muziek en lallende cafébezoekers gaat nu eenmaal niet samen met het woongenot van bewoners van de appartementen in Amadeus. Het is te hopen dat het onderzoek van het Forensisch Instituut uitwijst dat het daadwerkelijk de vinger van Cornelis de Witt betreft, dan houdt Den Haag tenminste nog één echte vinger over waar het publiek op af kan komen.
De Vinger Eén van de topstukken van het Haags Historisch Museum is een houten kistje waarin de tong van Johan de Witt en de vinger van zijn broer Cornelis zijn tentoongesteld. Momenteel wordt door het Nederlands Forensisch Instituut onderzocht of deze relikwieën daadwerkelijk van de gebroeders De Witt afkomstig zijn. De vinger van De Witt is niet de enige vinger waar tot voor kort publiek op afkwam. In het pand aan de Bagijnestraat 2325 was namelijk het alternatieve café De Vinger gevestigd. Het was niet vernoemd naar de beroemde vinger van de in 1672 vermoorde Cornelis de Witt, maar moet geassocieerd worden met een opgestoken middelvinger naar de gevestigde orde. In het café traden veel muziekgezelschappen op die zich voornamelijk in de niche van de muziek begeven, met stijlen als punk, industrial, darkwave, EBM, death metal, synthpop, 80’s new wave, reggae en indiepop. Wie zich in de vorige eeuw in het gebouw bevond, kwam daar niet om undergroundmuziek te beluisteren, maar om lekker te eten. In de jaren zeventig kon men hiervoor bijvoorbeeld terecht bij bar-bistro Pierrot. In een artikel in Het Vaderland van 31 augustus 1977 staat een greep uit de gerechten die bij Pierrot werden
geserveerd: ‘gebakken kikkerbilletjes (f 7,75), bouillabaisse (f 6,−), uiensoep (f 5,75), kalfslever à la Lyonnaise (f 19,50), sole à la Meunière (f 23,-) en filets de sole Picasso (f 18,50)’. Het perceel was een voormalige garage van het ministerie van Defensie, waarbij de toenmalige eigenaren volgens Het Vaderland ‘als het ware een negatief van het oorspronkelijke hebben gemaakt. Was het eerst, zoals dat gebruikelijk is in een garage door het gebruik van de grondstoffen, donker en vet, nu is het helemaal kraakhelder. Je kan als het ware van de vloer eten’. Op de foto uit 1983 is te zien dat Indonesisch restaurant Borobudur hier toen gevestigd was. De zaken liepen aanvankelijk goed. Eind jaren negentig kwam hier echter de klad in. Volgens de toenmalige eigenaresse Jane Siok-Tjoe Siek was dit te wijten aan de werkzaamheden aan de belendende Kalvermarkt waar, met
Het café had een grote regionale uitstraling
In 1983 was Indonesisch restaurant Borobudur gevestigd in het pand aan de Bagijnestraat 23-25
Koen Bakker www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
advertentie
licht en meubels Het adres in het Zeeheldenkwartier voor meubels en verlichting in stijl! Dealer van o.a.: Gispen meubels van Dutch Originals, D.S.C.O, Louis Poulsen, Lampe Gras en Gubi.
Tijdens Festival Designkwartier Den Haag is de Stacked Series van Sander Wassink te zien bij Watt Design en zijn er diverse leuke acties!
NU VERKRIJGBAAR IN MIENDOMUS DEN HAAG Laan van Meerdervoort 94a 2517 AR Den Haag T: 0031 (0)703630601
[email protected] www.wattdesign.nl
Openingstijden woensdag 10 tot 17.30 uur donderdag 10 tot 20.00 uur vrijdag 10 tot 17.30 uur zaterdag 10 tot 17.00 uur
Met de decoratieve krijtverf van Annie Sloan tover je je meubels om. Schuren en grondverf niet nodig. Hecht op vrijwel elke ondergrond. Wil je weten wanneer de volgende workshop is? Like ons op Facebook! Prins Hendrikstraat 75 E:
[email protected] 2518 HL Den Haag W: www.miendomus.nl
openingstijden: di t/m za 10:00-17:30
KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN ONZE WEBSHOP OP MIENDOMUS.NL
7
boeken<
Vrijdag 29 mei 2015 > Den Haag Centraal
Florencia, de veelkleurige huiskamer van de stad
E
of de in een pij gehulde kloosterling die verlegen om zich heen kijkt en de man die met een plastic zakje op zijn hoofd een sigaretje rookt. Snoek legt ze liefdevol vast, alsof hij zelf tot de vaste gasten behoort en misschien is dat inmiddels wel zo, want het was een proces van jaren. Het boek laat ook de clientèle aan het woord door middel van heel herkenbare en lichtvoetige stukjes van Van der Sterre en Vermij over de Carmiggelt-achtige gesprekken die zij in de zaak opvingen of zelf voerden. ‘Waar vind je nog meer koffie voor één euro? Je betaalt elders minstens twee euro en dan is de helft nog schuim’.
Door Casper Postmaa
l ke s t a d heeft ontmoetingsplekken die zo diepgeworteld zijn, dat ze uitgroeien tot instituten. >Foto’s: Otto Snoek IJssalon Florencia in de Torenstraat is een treffend voorbeeld van zo’n ontwikkeling. Zelfs al zijn ze er nooit of maar één keer in hun leven geweest, toch weten de meeste Hagenaars hoe het daar toe gaat. Hoewel sfeer en entourage heel anders zijn, heeft Florencia wel degelijk iets te maken met De Posthoorn aan de andere kant van het centrum. Beide horecagelegenheden hebben een hondstrouw publiek en beide zijn ze erin geslaagd generatie op generatie aan zich te binden en dat is cruciaal om te kunnen uitgroeien tot ‘huiskamer van de stad’. Dat predicaat is meegegeven aan het fotoboek ‘Florencia’ waarin het leven in de gelijknamige ijssalon aan de Torenstraat op de voet is gevolgd. De uitgave is het product van velen, de meeste foto’s zijn van de hand van Otto Snoek, het initiatief komt van de grafische ontwerpers Stephan Csikós en Rieme Gleijm en dan zijn er ook nog de stukjes van prof. dr. Frank Bovenkerk, die de geschiedenis van de Italiaanse ijsbereiders toe- plek waar coupe of hoorntje op de licht, en de cursiefjes van Bob van der tweede plaats kwam. Vaak ging zelfs Sterre en George Vermij. Veel men- de koffie voor. Dat het tot zo’n ontsen hebben zich er dus mee bemoeid spannen samenspraak tussen de Haen dat heeft geleid tot een in veel op- genaar en Florencia kwam, is geen zichten bijzonder boek. Dat begint al toeval. Eduardo Talamini die de zaak bij de omslag, die net als het binnen- in 1932 stichtte (en in 1964 om het werk is gedoopt in de zoete kleuren leven kwam toen hij met zijn das in van Italiaans ijs, het roze van aard- de ijsmachine verstrikt raakte), koos beien en het zachtgroen van al snel voor een combinatie van ijssapistache. Want de Italiaanse ijsmakers gaven letterlijk kleur aan het Hollandse leven, vóór hun tijd was het ijs in ons land wit. Breder Het feit dat fotograaf Otto Snoek is gevraagd om Florencia te portretteren, geeft aan dat het onderwerp breder is dan alleen ijs, want bij hem gaat het vooral om mensen en hun omstandigheden, zelden of nooit over dingen. Juist daarom is hij aan de Torenstraat zo op zijn plaats, want Florencia was eigenlijk nooit een ijssalon, maar vooral een ontmoetings-
lon en koffiehuis. Dankzij de vaste klanten voor een ‘bakkie’ kon hij in Nederland overwinteren, terwijl zijn collega’s teruggingen naar hun geboortedorp aan de voet van de Alpen. Zo ontstond in de loop van generaties een uniek bedrijf. De foto’s van Snoek spreken wat dat betreft voor zich. Ze hebben een zeggingskracht
die nauwelijks is na te vertellen. Er is wel eens geschreven dat hij het bijzondere in het alledaagse opmerkt en dat doet hij nu ook. Het zijn kleine schilderijtjes van het dagelijks leven waarop iedereen ongegeneerd zichzelf is en zijn daardoor uitzonderlijk. Zoals de man die met de ene hand een ijsje eet en met de andere zijn hond een hoorntje presenteert,
Trouw Als tegenwicht voor al die lichtheid en fijnzinnigheid is er de korte, historische inleiding van cultureel antropoloog Frank Bovenkerk. Om het verhaal van Florencia echt te begrijpen is de toelichting van dé deskundige op het gebied van immigratie uit Italië onmisbaar. Hij legt uit hoe Italianen, makkelijker dan later Marokkanen en Turken, snel opgingen in onze samenleving, maar er wel voor zorgden contact te houden met hun vaderland zodat zij hun aantrekkelijke exotische imago behielden. Bovenal bleven ze trouw aan hun product. ‘Aan de kwaliteit van hun ijs viel niet te tornen’, constateert Bovenkerk. ‘Verschillende ijsbereiders vertelden ons zelfs dat het met de vestiging van de Italiaanse ijssalons nooit iets was geworden, omdat Fransen van mierzoete ijsjes hielden en zo diep wilden de Italianen niet zinken’. Om daar meteen bij aan te tekenen dat Florencia, nog steeds in handen van de familie, meer dan de andere ‘Italianen’ zijn eigen koers is blijven varen. ‘Hij paste zich aan de buurt aan en trok ook werkmansvolk aan door zich ook als koffiehuis te manifesteren’. En zo ontstond een Haags instituut waarvan Otto Snoek zo mooi en gemêleerd alle smaken vastlegde. ‘Florencia. Huiskamer van de stad’. Foto’s Otto Snoek. Ontwerp Stephan Csikós, Rieme Gleijm. Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen. Prijs € 24,95. ISBN 978-94-6001-358-4
8>het plein
Den Haag Centraal > Vrijdag 29 mei 2015
HET PLEIN Deel 1 Door Casper Postmaa
De strijd om de opdracht voor het nieuwe Spuikwartier is nog in volle gang. Zoals bekend wordt het ontwerp van de winnaar uitgevoerd, wat de bevolking of de gemeenteraad daar ook van vindt. Maar, heeft wethouder Joris Wijsmuller (HSP) beloofd, over het nieuwe Spuiplein mag Den Haag weer meepraten. Of dat werkelijk gebeurt, moeten we afwachten. Maar Den Haag Centraal is in de wereld op zoek gegaan naar voorbeelden – goed en slecht – waarvan we kunnen leren. We gingen onder meer op onderzoek uit in Melbourne, Sevilla, Dublin, Athene en Berlijn. Eerst een voorbeschouwing, volgende week Grand Canal Square in Dublin, een cultuurplein aan het water.
Stedenbo het echte De Grote Markt in Brussel, een huiskamer van de stad en tevens een afspiegeling van de macht in de vijftiende en zestiende eeuw.> Foto: Pixabay
V
raag reizigers aan welk plein ze de dierbaarste herinneringen hebben en de antwoorden zullen niet verrassend zijn. Het schelpvormige Il Campo in Siena is een gekende favoriet, de naam van Plaza Real in Barcelona valt ook vaak, evenals het San Marcoplein in Venetië en het Vrijthof in Maastricht. Allemaal pleinen die je met recht kunt omschrijven als huiskamer van de stad. De Weense stedenbouwkundige Camillo Sitte legde in 1889 voor eens en voor altijd vast wat de beste condities daarvoor waren. Hij had een voorkeur voor gesloten pleinen, niet te groot zodat geen wanverhouding ontstaat tussen de bebouwing aan de randen en de vrije ruimte. Ook moet van het ideale plein een verrassende werking uitgaan, je ziet het niet al van verre liggen, maar je komt een straatje uit en plotseling, alsof je de deur van een kamer opendoet, sta je in de salon of de gelagkamer van de stad. De Grote Markt in Brussel vol-
doet aan die voorwaarden, al is die met zijn gouden schittering van de talrijke vergulde ornamenten eerder een balzaal dan een huiskamer. Verdrinken Dit plein behoort dan ook tot de buitencategorie waar de macht zich presenteert en dat waren in dit geval de steenrijke gilden van handwerkslieden en de hertogen van Brabant die er hun paleis hadden. Opmerkelijk is de afwezigheid van de kerk. Het plein was het middelpunt, het podium van de stad. Alva liet er in 1568 de edelen Egmont en Hoorne onthoofden en Willem van Oranje kreeg er een groots onthaal en werd er weer later uitgejouwd. Op de Grote Markt gebeurde het. Brussel is bijzonder, omdat het is gebouwd als een ‘plein van de macht’ zonder dat de verhoudingen uit het oog zijn verloren. Nog steeds voel je je er geborgen, zelfs als je er ’s nachts alleen ronddwaalt. Hetzelfde geldt voor het San Marco en veel van die andere prachtige Italiaanse en Spaanse pleinen; ze koesteren het leven en laten het niet verdrinken.
In de loop der eeuwen zijn machthebbers dat gevoel kwijtgeraakt. Hoe autoritairder de leiders, hoe groter hun pleinen. Sitte had er een hekel aan, want hij wist dat ze eigenlijk waren gemaakt om troepen te laten marcheren. Het Plein van de Hemelse Vrede in Peking is wat dat betreft een sombere referentie, de oeverloze vlakte is geen plein en dient de vrede niet. Alleen de staat en tanks mogen er demonstreren, maar een innige ontmoeting tussen twee mensen terwijl uit de verte, vanaf de Verboden Stad, Mao toekijkt, is een huiveringwekkende gedachte. Even demonisch is het Tahrirplein in de Egyptische hoofdstad Cairo. Het is een vormeloos circuit waar je in een hoekje nog het oorspronkelijke plein kunt ontwaren, dat in de loop der tijd is uitgedijd. Het afgelopen jaar hebben de militaire machthebbers (de tanks liggen in de zijstraten op de loer) het plein herverkaveld, zodat het moeilijker door de massa is in te nemen zoals tijdens de opstanden tegen de presidenten Moebarak en Morsi gebeurde. Zulke pleinen vind je ook elders in de wereld en ze zul-
len niet als voorbeeld dienen voor ons nieuwe Spuiplein. Tegelijkertijd mogen we niet de illusie hebben dat we een ‘huiskamer’ terugkrijgen à la het Plein, het Vrijthof of de Grote Markt. Moderne stedenbouwers zijn ver afgedwaald van het ideale plein. Het kan nog wel, het is bijvoorbeeld in Leipzig en Dresden gebeurd, waar delen van de binnenstad zijn terug gerestaureerd naar de situatie van voor de Tweede Wereldoorlog, maar dat is een context die in veel steden verloren is gegaan. Het probleem begint al met de omliggende gebouwen. Geen paleizen, gildehuizen of kerken meer, maar kantoortorens en hoge appartementengebouwen. Zulke wolkenkrabbers hebben ruimte nodig, dus ontstaan pleinen met grote gaten (zie bijvoorbeeld La Défense in Parijs), die vaak worden geflankeerd door brede verkeerswegen. Een iconisch voorbeeld is Times Square in New York, misschien wel het bekendste plein ter wereld, maar de New Yorkers weten zich er geen raad mee. Met of zonder auto’s blijft het een verknipte ruimte waar pas enig gevoel van beslotenheid ont-
9
het plein<
Vrijdag 29 mei 2015 > Den Haag Centraal
Brink Even ligt het Spuiplein als een groot blanco tekenvel in de binnenstad. Met de komst van een nieuw cultuurcomplex gaat deze akelige vlakte na tientallen jaren eindelijk op de schop. Een kans om met beide handen aan te grijpen, maar hoe kan het beter? De oude Hanzestad Deventer heeft een antwoord. Daar in het Sallandse, vlak bij de IJssel, ligt de Brink. Misschien wel het mooiste plein van Nederland. In een niet zo ver verleden hield bij de stadsgrenzen van Deventer zo ongeveer mijn wereld op. Amsterdam, Parijs en New York waren aan mij niet besteed. Als 18-jarige had ik slechts één vurig verlangen: een eigen huis op de Brink, in het middelpunt van mijn universum. Op dit plein werd in de vroege Middeleeuwen de kiem gelegd voor mijn geboortestad, kooplieden uit heel Europa verhandelden hier honderden jaren lang hun waar en ook nu nog was de Brink de spil in het sociale leven. Daar moest ik bij zijn.
ouwers zijn ver van e plein afgedwaald Het huidige Spuiplein, de opgave voor de stad. Den Haag mag er volgens de wethouder over meedenken. >Foto: Liza Letsch/DHC
Times Square (New York), het bekendste plein van de wereld, maar als openbare ruimte een mislukking.> Foto: Terrabas
staat als ’s avonds de lichtreclames opgloeien. Een plek waar deze krant ook gaat kijken, is de Potsdamer Platz in Berlijn, na de hereniging met enorme ambities vanuit het niets opgebouwd en nog steeds niet helemaal voltooid. Ook hier hoge, gespierde gebouwen, brede verkeersstromen en nietige Berlijners. Om met de Berlijnse schrij-
ver Hans Fallada te spreken: ‘Kleiner Mann – was nun?’ Ledverlichting Op bescheidener schaal is het Plein 1992 in Maastricht van architect Jo Coenen – hij dingt ook mee naar het Spuikwartier – een beter geslaagd voorbeeld, al is ook dit geen hartverwarmende plek. Onduidelijke wan-
den en te weinig stad om je heen. Wat kunnen we van een nieuw Spuiplein verwachten? We laten in deze zien wat de kansen en wat de onmogelijkheden zijn. Opvallend is dat op nieuwe en heel oude pleinen steeds vaker ledverlichting wordt gebruikt om de ruimte tot leven te wekken. Steeds wisselende kleuren en patronen die oplichten in het plaveisel.
Het werkt verrassend goed, het definieert de maat van het plein en het biedt sfeer. Ook het Spuiplein snakt daarnaar, de menselijke maat van Camillo Sitte. Een plein dat uitnodigt om een dansje te maken onder de bomen en waar je je niet onderdaan voelt van de mastodonten om je heen. Het kan al duizenden jaren, dus waarom niet nu aan het Spui?
Door een speling van het lot betrok ik er binnen de kortste keren een zolderkamer. Letterlijk drie hoog achter, maar wel met de klokkentoren van de markante oude Waag in het vizier. Meer uitzicht had ik niet nodig, één blik op het scheefgezakte bouwwerk was genoeg om me het plein daar beneden nauwkeurig te kunnen inbeelden. Noordelijk de Wilhelminafontein met rondom vier vergulde engelen, vaak schuim spuwend dankzij een baldadig scheutje Dreft. Links ervan het angstaanjagende bronzen standbeeld van arts en musicus Albert Schweitzer. Vlak daarnaast J.B. Bussinks befaamde Deventer Koekwinkel, aanwezig in het DNA van iedere Deventenaar. En aan de muur van de Waag de koperen ketel uit 1434, niet te vergeten. Een mysterieuze pan die mij als kind reeds mateloos intrigeerde, omdat valsemunters er volgens de overlevering in werden gekookt. Met olie. Zulke barbarij mocht dan allang uit de stad zijn verdreven, de Brink was een echt volksplein gebleven en ik genoot ervan. Trouw tuigden de marktkooplui twee keer per week in alle vroegte hun kramen op waarlangs ik steeds van huis vertrok. Elk jaar liep de hele stad uit voor vertier op de jaarlijkse kermis, waarvan ik soms een graantje meepikte. In de nazomer transformeerde het plein steevast in een openluchtbioscoop, waarvoor ook ik mijn eigen stoel meebracht. Tijdens schoolvakanties stond het plein vol met hinkelpaden, zaklooproutes en andere folkloristische kinderspelletjes, die ik gadesloeg vanuit één van de talloze cafés die het plein omringen. Dat ritme is jaren na mijn vertrek nog altijd hetzelfde. Ik ben trots op de Brink, het was een eer om er te wonen. Vals sentiment natuurlijk, maar ik koester het. Het is de bagage die ik in mijn rugzak stop nu ik voor deze serie in de Ierse hoofdstad Dublin en de Spaanse koningsstad Sevilla op zoek ga naar het geheim van een goed plein. Mijn Brink is een plek die de menselijke maat respecteert, een plein dat gedienstig is aan zijn gebruikers en organisch tot stand kwam. Stedenbouwkundig revolutionair? Geenszins. Saai? Mogelijk. Voor de hand liggend? Absoluut. En toch is er vooralsnog geen ander plein dat zich als zo’n onoverdekte stadshuiskamer aan mij heeft geopenbaard. Jasper Gramsma
10>interview
Den Haag Centraal > Vrijdag 29 mei 2015
Vilan
Tot ziens
Langer dan acht jaar geleden zat ik op een tafel in Den Haag. Ik zit graag op tafels, liever dan op een stoel, maar daar gaat het nu niet om. De bijeenkomst was afgelopen, alle mensen waren weg, behalve die ene man en nog enkele anderen. “Kijk”, zei Coos en hij wees met een priemende vinger naar de muur. “Daar hangt het”. Ik keek. Uitgestrekt over de grote muur hingen de pagina’s van wat de allereerste aflevering van deze krant zou worden. Foto’s, tekst, colofon, er was met hart en ziel over nagedacht en dus oogde het of de krant er altijd was geweest. Toch wist Coos uit te leggen welke wijzigingen er de afgelopen nacht nog waren doorgevoerd. Aan slapen deed hij toen nauwelijks. Dat was iets voor mensen in vaste dienst. Niet voor degenen die een nieuwe krant in de stad wilden brengen. Ik dacht terug aan die andere kranten van en over de stad. Waar was Het Vaderland toch gebleven en de Haagsche Courant? Soms zag ik fietsen met achterop de rode tassen waarop de vertrouwde naam stond. Dan voelde ik een vage nostalgie, vermengd met wat teleurstelling. Het Vaderland lees ik tegenwoordig online, dankzij de digitalisering van de Koninklijke Bibliotheek. Een stad met een eigen cultuur hoort een eigen krant te hebben, liefst meerdere. Maar ja, de trend is ontlezing. En toch was er iemand die de krant begon. U begrijpt misschien al waar dit stukje over gaat. Zo’n titel en dan een terugblik, dan sla je toch een zekere richting in. En inderdaad. Dit is mijn laatste column. Wat ik het fijnste vond, was u ontmoeten, in de post en in persoon. Ik herinner me dat op de Tong Tong Fair een oudere heer naar mij toekwam, die eerst een tijdje naar me keek, zonder iets te zeggen. Toen vroeg hij: “Jij schrijft toch die stukjes?” Ja, knikte ik. Hij boog voorover, kwam dicht bij mijn gezicht terwijl hij met een grote mannenhand mijn bovenarm stevig vasthield. Hij zei: “Leuk, maar ik ben het lang niet altijd met je eens, dat je dát beseft”. Weer knikte ik, bang voor wat er komen ging. Hij liet mijn arm los en tot mijn verbazing wandelde hij verder, tevreden dat hij gehoord was. Zo waren er meer ontmoetingen. We kenden en kennen elkaar via de krant, en dat blijft hopelijk zo. Dus daarom die titel, want ik zeg gewoon: tot ziens.
Het succes van sportschrijver Michel van Egmond:
‘Uiteindelijk is het allemaal inzet’ In Nederland waren de afgelopen twee jaar weinig schrijvers succesvoller dan Michel van Egmond (47). Daar is hij dankbaar voor, maar hij is vooral vastberaden te zorgen dat de wind in zijn rug blijft blazen. Hoe? Door meters te blijven maken. Het in ere houden van de onderschatte kunst van het grandioos de mist in durven te gaan. Maar vooral af en toe een lekker potje drummen.
Z
Door Martin van Zaanen omer 2014, het Kurhaus. Tv-programma ‘VI Oranje’ over het WK voetbal in Brazilië. Wat betreft je nieuwe, samen met Hagenaar Jan Hillenius geschreven, boek ‘Topshow’ begon het daar allemaal. “Inmiddels is het programma alweer bijna een jaar verder. Ik ben er niet meer werkzaam als eindredacteur, maar destijds was ik ervan overtuigd dat het einde eraan zat te komen. Verziekte sfeer, niks klopte meer. Succesprogramma’s bestaan bij de gratie van een vaste rolverdeling. Die zomer was alles andersom”. Hoe bedoel je: andersom? “Nou, presentator Wilfred Genee moet de man zijn die irriteert. Maar op de een of andere manier was die uitgegroeid tot de grote vredesduif die de boel bij elkaar probeerde te houden. Genee en Johan Derksen zijn degenen die ruzie moeten hebben, niet René van der Gijp en Johan. Maar die knokten elkaar bijna de tent uit. Gijp moet de relativerende factor zijn; de liefhebber die je wijst op wat je zelf niet was opgevallen en de voetbalgekte met een schaterende lach terugbrengt tot normale proporties. Maar die liep ineens het grote voetbalgeweten uit te hangen. Derksen zegt dat hij niet graag op televisie is, maar was in die tijd niet van de buis te slaan. Ik had het er zelf ook helemaal mee gehad. Kurhaus 2014 markeerde het moment dat mede-eindredacteur Jan Hillenius en ik elkaar aankeken: ‘We zeggen al zeven jaar dat we alles achter de schermen eens moeten opschrijven. Misschien moeten we daar nu mee beginnen”.
Vilan van de Loo Naschrift Dit is de laatste column in deze krant van Vilan van de Loo. Na jarenlange trouwe dienst waarin zij met fijnzinnige stukjes over haar binnenwereld een eigen lezerspubliek aan zich wist te binden, neemt zij afscheid. De krant dankt Vilan voor haar toewijding en wenst haar veel succes met de boeken waaraan zij op dit moment werkt. Columnist Marcel Verreck vertrekt van de achterpagina van het eerste katern en neemt voortaan haar plaats in. Casper Postmaa Hoofdredacteur
‘Als schrijver ben je grotendeels wat je leest’
Aldus geschiedde. “Het was goed om het met Jan te doen. Vanaf dag één dat we samenwerkten, voelden we elkaar aan. We lachen om dezelfde dingen, er vallen ons dezelfde dingen op. Daarbij kent hij net als ik het hele œuvre van Ja-
cobse & Van Es uit zijn hoofd, schept automatisch een band”. Het duizelingwekkende succes van je eerdere boeken ‘Gijp’ en ‘Kieft’, wat heeft dat met je gedaan? “Als ik een halfuurtje door de stad loop, zie ik tien dingen waarvan ik weet: zit een ijzersterk stukkie in. Maar ik doe er niets mee. Want dat hoeft niet meer. Wat dat betreft geven de financiële vruchten rust. Ik richt me nu volledig op m’n boeken. November ben ik gestopt met mijn kroniek ‘Balverliefd’ in het blad Voetbal International. Of ik die mis? Nee. Ja, de eerste week …. Maar dat waren afkickverschijnselen; het was toch steeds weer tegen die deadline opboksen en vooral: op tijd een goed onderwerp vinden. Wel had ik een paar keer het gevoel dat je vroeger wel eens had: wakker schieten, in paniek denken dat je naar school moet en je dan realiseren: het is za-
van een studio onder de indruk. En weet ik ook hoe het werkt: korte antwoorden, smakelijke soundbites. Voor je goed en wel begonnen bent, is het weer voorbij. Vrij vluchtig allemaal. Niet dat de telefoon de hele dag met verzoeken aan het rinkelen was, maar aanvankelijk zei ik een hoop af. En ook nu laat ik me niet ‘invliegen’ om voor de vuist weg wat meningen over de actualiteit ten beste te geven. Maar als het gaat over iets wat me interesseert, vind ik het leuk. En aandacht voor je nieuwste boek stimuleert de verkoop gigantisch, zo werken die dingen. Goede verkopen zijn een bevestiging dat je op de goede weg bent. Na afloop dan, hè. Dan is het makkelijk terug te redeneren waarom iets is aangeslagen. Van tevoren weet je dat allemaal niet”. Want de eerste oplage van ‘Gijp’ was tienduizend?
‘In café De Pater in ’t Achterom heb ik ontelbare uren op het’ podium doorgebracht’ terdag en ik hoef helemaal niet naar school, hahaha! Lekker gevoel, hoor. Ik ben ook echt dankbaar voor het succes. Ook dát is een lekker gevoel. Daarbij doet het wonderen voor je zelfvertrouwen. En een lezer wil voor alles een zelfverzekerde stem die hem bij de hand neemt en door het verhaal heen leidt. Hoe ik het de komende jaren voor me zie: goed onderwerp zoeken, kracht, energie en input verzamelen, net zo lang wachten tot het écht niet meer valt uit te stellen en me dan, tot de laatste punt is gezet, helemaal in het verhaal onderdompelen”. Hoe beleef je je steeds frequentere tvoptredens? “Omdat ik jarenlang in de redactie van programma’s als ‘Holland Sport’ en ‘VI TV’ heb gezeten, ben ik niet
“Aanvankelijk tienduizend ja, maar dat werd vlak voor we naar de drukker gingen teruggebracht naar zevenduizend. Dus zoveel vertrouwen was er helemaal niet. Dat het er uiteindelijk bijna 350.000 werden, is nog steeds moeilijk te bevatten. Eerdere boeken van mij deden qua niveau niet voor ‘Gijp’ en ‘Kieft’ onder. Maar dan werden er maar een paar duizend verkocht. Deze twee vlogen de toonbank over, ‘Kieft’ loopt nog steeds goed. Voor beide kreeg ik de NS Publieksprijs. Dan moet je ook concluderen dat de mensen waar het over gaat goed gekozen zijn. Al zit de clou ook in het doen. Eraan beginnen en het volbrengen. Er zijn in de loop der jaren meerdere schrijvers geweest die een boek met René van der Gijp wilden maken. Dan zei René: ‘Leuk, joh, moet je doen’. Maar dan deden ze
11
interview<
Vrijdag 29 mei 2015 > Den Haag Centraal
>Foto: Piet Gispen
het uiteindelijk toch niet”. Waarom niet? “Pfff, weet ik niet. Of eigenlijk weet ik het wel. Het is niet makkelijk om iemand die de hele dag niets doet in een verhaal te vatten. Buiten zijn tv-werk ligt René voornamelijk in Dordrecht op de bank. Voetbal te kijken. Wat ik maar wil zeggen: het had ook helemaal kunnen mislukken. Blijkbaar ben ik er toch in geslaagd hem neer te zetten. Wat helpt is dat René een enorm ‘character’ is, al heb ik hem bij het tikken wel dertig procent uitvergroot. Later heb ik wel eens gedacht dat hij zich steeds meer naar die persoon in dat boek ging gedragen. Had ik niet voorzien”. Tevens in de ‘categorie onvoorziene gevolgen’: hele volksstammen voor wie ‘Gijp’ het eerste boek was dat ze ooit lazen. “Ja, maar ook dat Wim Kieft onlangs bij een lezing in Drenthe zei dat hij door het boek een tweede kans heeft gekregen. Dat was niet de insteek, maar blijkbaar heeft het hem goed gedaan dat hij alles over zijn 20-jarige coke- en alcoholverslaving heeft verteld. Al die jaren om de zaken heen draaien moet slopend zijn geweest. Het doet me goed dat het weer goed met hem gaat”. Met je permissie even een stuk terug in de tijd. De rubriek ‘Bal Na’ van Rob Vente… “Als kinderen voetbalden we altijd op
straat. Werd op maandag de Haagsche Courant bezorgd, lieten we de bal meteen voor wat die was en verslonden eerst de achterpagina. Daarop stond ‘Bal Na’ en dat was bijzonder. Het ging Vente niet om het harde nieuws, maar om de anekdote, de kwinkslag of de gekke situatie. Het liet een wereld zien die verder ging dan doordekkende backs en te laat dichtgeklapte buitenspelvallen. Licht verteerbare flitsen over wat er na afloop gebeurde. In spelershomes, maar ook in cafés, bij recepties en uitreikingen. Er mocht gelachen worden. Een anekdote neerzetten, hoe oubollig soms ook, is een kunst. Voor een goede ‘punchline’ heb je timing nodig”. “Later leerde ik Rob kennen. En kwam erachter dat in een stukkie van een paar regels eerst eeuwen van rondhangen zitten. Contacten onderhouden, praatjes aanknopen. Gelukkig kon Rob dat deels combineren met zijn grote hobby, want je hoefde maar ‘barkruk’ te zeggen of hij zat er al op, maar ik kreeg wel door dat de beste zinnen vaak een lang voortraject hebben”. “Wat het is: verhalen komen je niet aanwaaien. En al helemaal niet op redacties of op plekken waarvan persvoorlichters je wijsmaken dat het een voorrecht is dat je mag komen. Ik schrijf in scènes, dus moet ik bij dingen aanwezig zijn. Meters maken, nog meer meters maken, desnoods nog een paar. Altijd attent zijn. Meters maken kan trouwens ook inhouden: geduldig wachten. Hou je dat lang genoeg vol, valt het geluk op een gegeven moment
jouw kant op? Dat is een bijzondere gewaarwording, bijna een fysieke sensatie. Uiteindelijk is het allemaal inzet. Al moet je ook durven. De onderschatte kunst van het grandioos de mist in durven te gaan. Uiteindelijk levert ook dat alleen maar winst op. Want dan weet je: oké, dit werkt niet. Steek je ook weer in je achterzak, ja toch. Maar uh…waar hadden we het over?” Vente. “Die dus zeker z’n invloed heeft gehad. Net als het boek ‘Spel om de Bal’ ‒ ragfijne observaties van antropoloog Desmond Morris. Uit 1981, maar volkomen tijdloos. ‘Broodje Gezond’ over Herman Brood, door Bart Chabot. IJzersterk. Niet normaal hoeveel vaart als daar in zit. Een biografie die ook weer geen biografie is en je een on-theroad-achtig gevoel geeft. ‘The Dutch Windmill’ van Jules Deelder, over bok-
Ach, de beste songwriters hebben ook altijd de beste platenkast. “Klopt. Als schrijver ben je grotendeels wat je leest”. Je bent geboren in het Diaconessenziekenhuis in Voorburg, je familie komt uit Den Haag, je groeide zelf op in Zoetermeer maar woonde ook tien jaar in Den Haag toen je voor de Haagsche Courant werkte. Inmiddels zit je alweer twee jaar in Rotterdam. Bevalt dat een beetje? “Ja man. Er is hier iets …. Ze zijn niet snel ergens van onder de indruk, die Rotterdammers. Ook niet van zichzelf, trouwens. ’t Is moeilijk onder woorden te brengen. Oktober vorig jaar werd de Markthal geopend, ontelbare kraampjes en eettentjes onder een plafond, het grootste kunstwerk van de wereld. Dan komt heel Rotterdam dus even kijken. Gewoon, omdat
‘Buiten zijn tv-werk ligt René voornamelijk in Dordrecht op de bank. Voetbal te kijken’. ser Bep van Klaveren: classic. Daaruit kreeg ik het idee voor die korte intermezzo’s in René’s aparte taaltje en gedachtepatronen bij ‘Gijp’. Tenminste, dat realiseerde ik me onlangs pas toen ik mijn boekenkast eens goed bekeek voor de rubriek ‘De Boekenkast Van”.
ze dat leuk vinden. Tja, dat heeft iets aanstekelijks. Daarbij is een schouderklop of een opgestoken duimpje hier nooit ver weg. Maar daarna volgt er geen geslijm of zo. Hebben ze helemaal geen tijd voor, joh. Zijn ze allang weer doorgelopen”.
Drum je nog wel eens? “Af en toe loop ik hier nog wel eens het conservatorium binnen om een lekker potje te drummen. Ooit waren er tijden dat ik niet achter dat ding was weg te slaan. In café De Pater in ’t Achterom heb ik ontelbare uren op het podium doorgebracht. De Pater was belangrijk in de Haagse muziekscene. Gasten van Kane kwamen daar, Anouk, bandleden van Candy Dulfer. Behoorde je tot de vaste klanten, mocht je ook na sluitingstijd binnen. Aankloppen en dan deed eigenaar Allard die erboven woonde met een chagrijnig hoofd toch nog open. Mijn muzikale droom bleef lang intact. Inmiddels heb ik die lang geleden laten varen. Al kunnen we er niet omheen dat je ook als schrijver streeft naar een strak ritme. Zonder strak ritme krijg je de lezer niet mee”. Ten slotte: wat is de beste openingszin? “Ha! Volgens Martin Bril was het: ‘De zon schijnt’. Of: ‘De zon schijnt niet’. Zit wat in. Je kan er in ieder geval nog alle kanten mee op. En da’s altijd mooi meegenomen. De eerste zin van ‘Balverliefd’, een bundeling van mijn Kronieken, is: ‘Van alle vreemde voetbalsupporters in Nederland moet een van de vreemdste toch wel Waudiz zijn, een homoseksuele geheelonthouder uit Zuid-Korea die voor elke thuiswedstrijd per vliegtuig, trein en veerboot vanuit zijn woonplaats in Zwitserland overkomt, alleen maar om Telstar te zien verliezen’. Mwah, daar ben ik niet ontevreden over. Kun je op zich wel mee thuiskomen”.
advertentie
Wat
Den Haag beweegt
Een alternatieve route Landen of ondernemingen die plechtig beloven (opnieuw) te zullen groeien door innovatie, neem je best met een korrel zout. Innoveren doe je immers niet door bij het opstaan te zeggen: goh, laat me vandaag eens vernieuwend uit de hoek komen. Vernieuwingen, daar loop je tegenaan. Soms zelfs bij toeval. Maar je moet dat toeval wel een handje helpen. Steeds hetzelfde pad nemen, steeds de bekende weg, verlaagt de kans om innoverende inzichten op te doen. Een alternatieve route, zelfs zonder vooraf te weten of je überhaupt ergens zal uitkomen, opent de geest. Die geest zal dan worden gestimuleerd om iets nieuws te bedenken. Vergelijk het met een wielrenner die een beetje op de dool is. “Ja, het klopt dat het de laatste tijd wat minder loopt. Daarom heb ik besloten om vanaf nu harder te zullen fietsen.” Gefronste wenkbrauwen wellicht bij de toehoorders. Want zo werkt het niet natuurlijk. Dat zou al te gemakkelijk zijn. Wat deze sporter wél kan doen, is de omgevingsfactoren aanpassen. De manier van trainen, de gewoontes, de voeding, en alle andere dingen die van dichtbij of veraf de uiteindelijke prestatie beïnvloeden. Met open blik nieuwe wegen proberen. Uiteindelijk worden de kansen op glorieuze overwinningen groter, echter zonder garantie op succes. Maar ruimte laten voor ‘het nieuwe’, met bijhorende mislukkingen af en toe, verhogen aanzienlijk de kansen.
Dergelijke houding van ‘we gaan het anders aanpakken zonder echt zeker te weten waar we zullen uitkomen’, gaat echter in tegen de tijdsgeest. De economie trekt opnieuw wat aan, maar het herstel is broos. Veel financiële ruimte om (weliswaar gericht) te freewheelen is er dus niet. We weten graag vooraf hoeveel iets gaat kosten en vooral wat het zal opbrengen. De risico-aversie en het concrete rendementsdenken regeren. Dat is natuurlijk niet fout. Van dromen kan je geen brood
Harry Schoots, directeur private banking Van Lanschot Den Haag & Wassenaar. Foto: PR
kopen. Maar zoals vaak is het oppassen om niet door te slaan. Vooral niet als we hierdoor op langere termijn in eigen voet schieten. Neem nu het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Dat zijn experimenten omwille van de experimenten. Leren om te leren. Geen idee waar de onderzoeker zal uitkomen. Als hij dat al doet. Een maatschappij die afgelijnd denkt in termen van vooraf berekenbaar rendement, zal het wellicht moeilijk vinden om hierin te investeren. Nochtans liggen de vruchten van dergelijk fundamenteel onderzoek vaak aan de basis van regelrechte revoluties. Met toepassingen die bij de start van het onderzoek allerminst voor mogelijk werden gehouden. Toch gaan dergelijke investeringen in tegen de mens die op de kleintjes moet letten. Of zelfs tegen de menselijke natuur an sich. Dat is jammer en verlaagt uiteindelijk het maatschappelijk rendement.
Ter illustratie: een Amerikaans experiment uit de jaren zestig vroeg aan proefpersonen om een bepaald budget te verdelen. Ze hadden de keuze tussen onderzoek naar een middel tegen suikerziekte, of fundamenteel onderzoek naar zichzelf beschermende bacteriën. Drie keer raden waar de meeste middelen naartoe gingen. Het concrete, het actueel bekende haalde alles binnen. Toch bleek jaren later het fundamentele onderzoek naar de bacteriën uiteindelijk aan de basis te liggen van vijftien medicijnen tegen evenveel ziektes. Als maatschappij hebben we er dus alle belang bij om mensen ruimte geven. De ruimte om andere wegen te bewandelen, de ruimte om te experimenteren. Zowel regelgevende ruimte als financiële. Natuurlijk is ook dit een kwestie van evenwicht. Zo is er niets mis met een lijstje van topsectoren waar we als land in willen investeren. Maar hou ook voldoende middelen beschikbaar voor onderzoek in domeinen of sectoren waar we momenteel misschien zelfs nog geen naam voor hebben. Uiteindelijk zullen we daar wel bij varen. De successen kunnen de onvermijdelijke mislukkingen ruimschoots compenseren. Dat is dus óók een vorm van rendementsdenken, maar van een andere soort. De innovatieve soort, zo u wil. Om ons economisch welvaartspeil hoog te houden, zullen we zo’n andere mentaliteit bovendien nodig hebben. In zijn laatste prognoses probeerde het IMF een beetje verder te kijken dan de komende twee jaar. De dienstdoende economen vroegen zich af wat ons groeipotentieel op de langere termijn is. Van de toename van de beroepsbevolking zal het niet komen. De vergrijzing, weet u wel. Het zal de productiviteit zijn die de groei op peil moet houden. Op zijn beurt vloeit die hogere productiviteit voort uit innovaties. Uit gekke ideeën. Want vaak blijken die uiteindelijk zo gek nog niet.
Innovatieve start-ups katalysator van de economie Rianne van de Sande, EY.
Adressen & Informatie Van Lanschot Bankiers Harry Schoots Directeur Private Banking Den Haag & Wassenaar
[email protected] tel.: 070 361 16 52 fax: 070 361 16 73 mobiel: +31 [0]6 53 73 85 03 Lange Voorhout 30 - 32 2514 EE Den Haag
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
Innovatie vergroot de kansen van ondernemers en draagt bij aan economische groei. Het is dus niet voor niets dat innovatief ondernemerschap door de overheid sterk wordt gestimuleerd. Rianne van de Sande en Angélique Heemels van EY Den Haag leggen uit welke initiatieven er in onze regio onder meer worden genomen.
Innovation Quarter Bij het op de markt brengen van innovaties is een intensieve samenwerking tussen start-ups, gevestigde bedrijven en overheidsinstellingen van groot belang. Voor innovatieve start-ups blijft het tenslotte heel lastig om investeerders te vinden. Banken en andere investeerders zijn terughoudend en vinden het vaak te risicovol. Daarom is het goed dat de overheid hierbij het eerste zetje geeft. In de regio Haaglanden zijn er diverse initiatieven op dit gebied, zoals het Innovation Quarter, de ontwikkelingsmaatschappij van Zuid-Holland. Angélique Heemels, director Strategic Growth Market bij EY Den Haag: “Dergelijke initiatieven en samenwerkingen zorgen ervoor dat innovatie wordt gestimuleerd en groeiversnelling mogelijk wordt gemaakt. De startups zijn hierbij de katalysator, terwijl de grotere partijen hun kennis en expertise inbrengen en middels het fonds van het Innovation Quarter bijvoorbeeld een deel van de financiering mogelijk wordt gemaakt. Dit zie ik als belangrijke ontwikkeling die op lange termijn kan bijdragen aan het versterken van de economie in onze regio.” YES!Delft Ook YES!Delft is een mooi voorbeeld van gevestigde partijen en professionals die
stimuleren. Innovatieve start-ups kunnen tenslotte uitgroeien tot de grote ondernemingen van de toekomst. Het is mooi om dan al vanaf begin af aan betrokken te zijn!”, aldus Rianne van de Sande, accountant en manager bij EY Den Haag.
Angelique Heemels, EY. startende ondernemers (studenten en wetenschappers) bijstaan bij het ontwikkelen en op de markt brengen van hun innovatie. “Aan de hand van spreekuren en workshops worden de start-ups geholpen investeerders naar zich toe te trekken, fiscale voordelen op het gebied van innovatie optimaal te benutten en de administratie goed op orde te houden. EY vindt het belangrijk om hier, in de rol van trusted business advisor, aan bij te dragen en zo goed ondernemerschap te kunnen
Roadmap naar marktleiderschap Ondernemers die bezig zijn met innoveren, doen er goed aan zich goed te laten informeren en adviseren om (fiscale) kansen optimaal te benutten. Rianne van de Sande: “We zien dat veel ondernemers fiscale voordelen en subsidiemogelijkheden nog steeds laten liggen, omdat ze niet goed op de hoogte zijn en zich niet goed laten voorlichten. Dat is zonde, want het benutten van deze mogelijkheden kan ontwikkeling en groei in de hand werken.” Angélique Heemels vult aan: “Hierbij moeten ondernemers het bredere plaatje overigens wel in het vizier houden. Innoveren is belangrijk om groei te realiseren, maar het is een valkuil om andere onderdelen, bijvoorbeeld de focus op de toegevoegde waarde aan de klant en het hebben van de juiste mensen, de juiste systemen en processen , hierbij uit het oog te verliezen. Als ondernemer moet je ook op die fronten de boel op de rit hebben. Alleen als het totaalplaatje in balans is, krijgt de ondernemer tenslotte zicht op zijn roadmap naar marktleiderschap!”
Citylight – Vrijdag 29 mei 2015 Den Haag Centraal
13
Het andere nieuws over de stad
eten | design | duurzaamheid | en meer....
Design zien, maken, eten en kopen Na het succes van vorig jaar staat het Zeeheldenkwartier dit weekend voor de tweede keer in het teken van Design met een grote D. Tijdens het festival Designkwartier Den Haag halen ruim zestig ontwerpers alles uit de kast.
Haags OBJECT | Hector & Wolf is het
modeconcept van Sis Josip en Conti in samenwerking met de Grafische Werkplaats Den Haag. De twee verkopen naast parfum en tassen ook kleding die zij inkopen bij ketens als Primark en Zeeman en vervolgens customizen tot unieke, handgemaakte stukken. Je kunt ook je eigen items meenemen. De afgebeelde blouse is een design van Conti. Tijdens de expositie ‘Eigen label’ (29, 30 en 31 mei bij de Grafische Werkplaats ter ere van de opening van de culturele route Hoogtij #4) presenteren Haagse designers en beeldend kunstenaars hun eigen merk. Daar kunt u het concept van Hector & Wolf zelf bekijken. Het overhemd is te koop voor € 55,–. Voor meer informatie: www.hector-wolf.com
Remy van Zandbergen toont in de grafische winkel het zeefdrukproces in miniatuur. Foto: PR
Door Jasper Gramsma
W
ie aan een designstad denkt, denkt algauw aan Eindhoven, Amsterdam of Rotterdam. “Jammer”, vindt Edwin Pelser, eigenaar van de gelijknamige designwinkel in de Piet Heinstraat en één van de organisatoren van Designkwartier Den Haag. “Want deze stad heeft heel veel goede ontwerpers”. Die gedachte was het startpunt voor het eerste festival, dat vorig jaar ruim tienduizend bezoekers trok. “We willen ons onderscheiden van andere festivals, waar het veelal om kijken gaat en waar de drempel hoog is. Interactie is belangrijk om mensen te prikkelen die niet dagelijks met design te maken hebben. Maar ook professionals kunnen interessante dingen zien”. Op 46 locaties verspreid door het Zeeheldenkwartier tonen meer dan zestig designers hun werk, worden workshops gegeven en is er aandacht voor bijzonder vormgegeven eten en drinken. De reden om juist deze buurt als decor voor het festival te nemen, ligt volgens Pelser voor de hand: “Het moet een compact festival zijn waar je in één dag alles kunt zien. Dit is al de plek met het meeste designaanbod in de stad en bovendien heeft deze wijk van nature de sfeer en de uitstraling die we zoeken. Wat ook een rol speelt, is dat er veel winkels zijn. Onze bedoeling is om consumenten dichter bij de ontwerpers te brengen en bezoekers te sti-
muleren iets te kopen”. Hoewel Pelser er de nadruk op legt dat het om een landelijk festival gaat, is grofweg de helft van de deelnemende designers Haags. “Een indrukwekkend lijstje”, noemt hij het. “Er zijn veel ontwerpers bij die zich ook internationaal presenteren. Zoals Nynke Koster, die over de hele wereld exposeert met haar zitobjecten van ornamenten uit oude gebouwen. Ook Studio Snowpuppe, die overal in de bladen staat met zijn lampen, doet mee”. Talent Maar wanneer is iets nou design, huisvlijt of kunst? En wie mag er meedoen? “We selecteren op ons onderbuikgevoel”, vertelt Pelser. “De ontwerpen moeten in zekere zin vernieuwend zijn, een verhaal hebben en ambachtelijk gemaakt op kleine schaal. Vooral jonge designers nemen deel vanwege de podiumfunctie die we willen bieden aan jong talent”. Eén van de grootste verrassingen dit jaar is wat hem betreft Mara Skujeniece. Zij heeft speciaal voor het festival een installatie gemaakt voor op het duin van Panorama Mesdag. “Mara was erg onder de indruk van het Panorama, maar miste één ding: een briesje. Daarom combineert ze hout en textiel tot een installatie die beweegt door luchtverplaatsing. Haar fascinatie voor helmgras vertaalde ze in een abstract lattensysteem”. Naast Panorama Mesdag zijn onder meer kunstencentrum Stroom, de
Zeeheldentuin en platform Quartair onderdeel van het programma. Op die laatste plek bevindt zich de Riso Club, waar kunstenaars de hele ruimte volplakken met riso prints en waar bezoekers ook zelf een print mogen ontwerpen. Het kleinschalige ontwerplabel Vij5 uit Eindhoven richt met voornamelijk eigen designs een complete parterre in aan de Elandstraat. Voor mensen met een smalle beurs opent in de Zoutmanstraat voor de gelegenheid een grafische winkel de deuren met allerlei textiel- en papierproducten van rond de twintig euro. Nieuw dit jaar is een uitgebreid buitenprogramma. Zo staat in de Prins Hendrikstraat een ‘file’ van elektrische wagentjes – de Spijkstaalkaravaan – waar onder anderen de Haagse ontwerpers Suit’d Suits en Inge Simonis hun producten verkopen. Een grote SRV-wagen, eveneens van Spijkstaal, dient als outletstore. Pelser heeft beroepsmatig al veel design voorbij zien komen. Toch ontdekt hij steeds weer iets nieuws: “Stroom houdt tijdens Designkwartier een verkoopexpositie van Das Leben am Haverkamp, een nieuw collectief van vier Haagse modeontwerpers. Zij maken een installatie, maar hoe die eruit komt te zien blijft een verrassing”. Designkwartier Den Haag, 29 tot en met 31 mei op verschillende locaties in het Zeeheldenkwartier. Entree: gratis, programmaboekje met plattegrond: € 3,00. Voor meer informatie: www.designkwartier.com
14
Den Haag Centraal Vrijdag 29 mei 2015 – Citylight
Column: internationaal
Wow! Brooklyn
Vorige week was ik in Brooklyn. Op minivakantie. Wat een ‘experience’. Ik kreeg daar een forse injectie ‘dynamiek’ toegediend. Ik wist wel dat in Manhattan de lucht boven de kolkende mensenmassa’s bezwangerd is van energie, immers vrijgekomen door al die voortdurende bewegingen in straten en avenues. Maar Brooklyn, wow!, wat daar gebeurt, is ongelooflijk. Het begon voor mij nog allemaal rustig met een wandeling langs de East River. Daar slingert zich Brooklyn Bridge Park langs de oevers. Wat een oase van rust in een New Yorks stadsdeel dat net zoveel inwoners kent als Den Haag, Rotterdam en Amsterdam bij elkaar. Heerlijk slenteren door zelfs een moerassig gebied met hier en daar een strandje. Maar dan genoeg gemijmerd over stedelijke vergezichten zoals die van Manhattan. Brooklyn in! Algauw vroeg ik me in Dumbo, Williamsburg en Brooklyn Heights af: waar zijn hier de ouderen, de veertigplussers? Mensen zoals ik. Zijn zij verdrongen richting het slaperige platteland? Want hier domineert de jeugd. In een grote, oude fabriekshal zit de ‘Invisible Dog Art Gallery’ met kunstenaars uit de hele wereld die inmiddels de ganse straat hebben overgenomen. Iedereen koopt bij elkaar en zo is er een Australische geurenwinkel met puur op natuurlijke basis geproduceerde parfums, een reuzenkoffieshop met tien Zuid-Amerikanse koffiesoorten en een lokale bierbrouwerij. Wat een aanstekelijk enthousiasme. En oh ja, om de hoek in de kapperszaak wordt na vieren poëzie voorgedragen met een goed glas wijn in de hand. Het wemelt hier van de galeries en muziekclubs. In ‘Pete’s Candy Store’, een voormalige snoepfabriek, treden vanaf vier uur in de middag ieder uur weer andere artiesten op. Tegen een uur of negen lezen schrijvers voor uit eigen werk. Daarna is het weer ska, reggae of ander gedreun. Tot diep in de nacht. Overal studenten en kunstenaars die ‘on the move’ zijn. Het wemelt ook van de start-up-ondernemers die in de leegstaande gebouwen kruipen. “Je moet op z’n minst een half jaar hier in Brooklyn wonen”, zegt ene Jane, een jonge studente filosofie en business, tegen mij. Hier ligt de innovatie op straat. Eén van de succesfactoren van Brooklyn is ook dat het hier nog relatief goedkoop is vergeleken met het onbetaalbare Manhattan, waar alleen nog maar miljonairs of andere grootverdieners wonen. Als het in Brooklyn te duur gaat worden om te wonen en te werken, trekken deze jongeren naar andere stadsdelen als Queens en The Bronx waarvan sommige wijken al behoorlijk ‘hot’ zijn. Het is als het ware een innovatietrein die door deze wereldstad dendert. Onwillekeurig denk ik aan ons Haagje. We hebben met ons ‘vrede, recht en veiligheid’-verhaal inmiddels de wereld een prachtig verhaal te vertellen. Maar denkend aan Manhattan en Brooklyn zie ik nog veel meer kansen. Ik sprak een mevrouw van een ngo, een non gouvernmental organization, waar vaak ook veel jongeren werken aan een betere wereld. Zij vertelde dat Manhattan ook voor haar organisatie veel te duur wordt. Jongeren kunnen de drie-, vierduizend dollar per maand voor een hooguit mini-tweekamerappartement eenvoudig niet meer betalen. Welnu, als New York, Londen en Amsterdam te duur worden, is Den Haag relatief gesproken een goedkoopte-eiland. Dus laat al die leuke, creatieve en vooruitstrevende jongeren maar naar ons toe komen. Ik hoop dat onze stad ermee overspoeld wordt. Gelukkig zijn er al veel studenten in korte tijd bij gekomen. De Haagse Hogeschool heeft al meer studenten dan Leiden en Delft bij elkaar. Maar met name nog veel meer kunstenaars en ondernemers kunnen erbij, zou ik zo zeggen. In Bink 36 in de Binckhorst zitten al veel startende ondernemers, in de Stationsbuurt is een spiksplinternieuw studentenwoonhotel geopend en de Prinsestraat en omgeving ligt te smachten om veroverd te worden. Den Haag gaat een ongekende verjongingskuur tegemoet. Dat kan gewoon niet anders. Ontluikende trends zetten door. Er zijn genoeg tekenen die daarop wijzen. Willem Post Amerika-deskundige
Hoender en Hop presenteert zich als dé plek voor de beste kip en het lekkerste speciaalbier. Foto’s: PR
Eten.
Hoender en Hop Speciaalbier en sappi Door Daphne Browne
Horeca genietend Den Haag is steeds bewuster, kritischer en veeleisender te noemen. Ergens een goedkope kipsaté of hamburger met friet eten en dit vervolgens wegspoelen met een armoedig fluitje pils, dat kan niet meer. De gast gaat voor service, ambacht en kwaliteit. “Dat mag een simpel gerecht zijn, als het maar goed gedaan is”.
B
ij Hoender en Hop, op de hoek van de Grote Markt waar eerst de Supermarkt, bar en poppodium gevestigd was, weten ze hier wel raad mee. Het restaurant, dat begin mei
zijn deuren opende, presenteert zich als dé plek voor het lekkerste speciaalbier in je glas en de beste kip op je bord. Hoewel de Supermarkt voor velen een ideale plek was om te genieten van goede livemuziek, bleek het toch te kostbaar om deze formule aan te houden. Jense van Steijn en Maarten Hinloopen, eigenaren van bijna alle horecazaken aan de Grote Markt, gingen op zoek naar iets nieuws, een concept dat past bij het publiek van de Grote Markt. Lang hoefden de twee ondernemers niet te zoeken, al enkele jaren organiseren zij succesvolle festivals aan de markt, waaronder de Haagse Popweek, het Oktoberfest en de Big Texas BBQ, en in het laatste weekend van mei vindt het Sniesterfestival plaats, een festival vol muziek, theater en culinaire verrassingen. “Bij Hoender en Hop willen we dat festivalgevoel permanent vangen, willen we goed, eerlijk en ambachtelijk eten serveren met een lekker biertje erbij, simpel, maar wel goed gedaan. Dit past helemaal bij de Grote Markt”, aldus Hinloopen. Pronkstuk De oude Supermarkt werd volledig gestript, de houten vloer werd eruitgehaald waardoor de prachtige Portugese vloer uit de tijd van de Mono, de
voorganger van de voorganger van de Supermarkt, weer bovenkwam. Van het hout van de vloer werden vervolgens robuuste tafels gemaakt en achter in de zaak staat het pronkstuk: een bijna twee meter hoge rotisserie met ruimte voor ongeveer zestig krielkippen die zachtjes ronddraaien aan het spit. Deze kippen komen uit de bossen van Les Landes in Zuid-Frankrijk, waar ze puur en alleen gevoerd worden met natuurlijke voeding. Dit levert prachtig doorregen vlees op dat in Frankrijk bekroond wordt met het ‘label rouge’, de hoogste classificatie voor pluimvee. De vers gegrilde kippen worden bij Hoender en Hop op een plank geserveerd met biologische friet, mayonaise en huisgemaakte appelmoes, klaar om, met de handen, opgegeten te worden. Naast de rotisserie staat de Josper-grill, een houtskooloven waar de chef sappige spareribs en worstjes uit tevoorschijn tovert. En de bar, bekleed met hout uit een oude treinwagon, presenteert ruim zeventien speciaalbieren op fles en zeven exemplaren op tap naast een uitgebreide selectie cocktails waaronder Mojito’s, Planter’s Punch en de Hoender’s Vitamin C Brew, een cocktail met gin, citrussap en bier. Wat Hoender en Hop onderscheidt van andere kroegen aan de Grote Markt, is
15
Citylight – Vrijdag 29 mei 2015 Den Haag Centraal
Stadsgroen.
New World Campus.
Broedplaats voor duurzame oplossingen opent deuren
D
p: ige kip dat er ook buiten op het terras bediend wordt. “Dat doen we niet alleen omdat wij een restaurant zijn, maar ook omdat we steeds meer expats bedienen, die het concept van zelf aan de bar bestellen niet begrijpen”, aldus Van Steijn. Mocht je geen zin hebben om op het terras op je gegrilde kip te wachten, je kunt ook thuis genieten van de lekkernijen van de rotisserie; een ‘chicken in a bag’ bestel je telefonisch en kun je zo afhalen aan de bar. Hoender en Hop is dagelijks geopend vanaf 11.00 uur, Grote Markt 25. www.gmdh.nl. 070-3456999.
Door Saskia Herberghs
en Haag is een Gebouw van Duurzaamheid rijker, een verzamelplek voor denkers en doeners met de ambitie de wereld beter te maken. De broedplaats in het gerenoveerde gebouw van P.F. de Bordes op het Spaarneplein is op de groei betrokken: van de beschikbare 13.000 vierkante meter wordt pas 2000 vierkante meter benut. Initiatiefnemers Harry Derksen en Jack van Ham, oorspronkelijk opgeleid in de techniek, én investeerder Delta Development Group geloven in de urgentie én groei van hun opzet. Ze passen bij de stad Den Haag, ‘want die heeft grote ambities qua duurzaamheid’, en ze zijn blij met de nabijheid van De Haagse Hogeschool waarmee al innige banden zijn aangeknoopt. Ook de Erasmus Universiteit, feitelijk net om de hoek, is betrokken, juíst bij hun ‘Wicked Problems Plaza’, een platform waar buiten geijkte denkkaders en in diverse constellaties over duurzame oplossingen voor problemen die wereldwijd spelen wordt nagedacht. “Den Haag is voor ons een uitdaging. In Amsterdam zijn we nummer 368 in de rij. Daarom zitten we juist hier’’. Op de New World Campus komen bedrijven, maatschappelijke organisaties, universiteiten, investeerders en overheden bij elkaar om innovatieve oplossingen te vinden op het gebied van duurzame ontwikkelingen en om de implementatie ervan te versnellen. Derksen: “Het moet sneller, beter en goedkoper’’. Hij noemt voorbeelden van duurzame vindingen die maar moeizaam de klanten bereiken: waterpompen en cookers. Door de verschillende partijen op de New World Campus bij elkaar te brengen kunnen deze innovaties sneller naar de markt gebracht worden. Een van de deelnemers is de Waterwatch Cooperative, die een TomTom heeft ontwikkeld voor planten. Met behulp van satellieten op 700 kilometer hoogte is aan de verdamping van een plantenveld af te lezen of en wanneer er gesproeid moet worden. “Hierdoor krijg je tot 30 procent meer opbrengst, die je met 30 tot 40 procent minder water kunt realiseren’’. Derksen noemt nóg een voordeel: boeren krijgen makkelijker krediet bij de bank als ze hun oogsten beter kunnen voorspellen. “Dat bedrijf zit hier. Andere bedrijven gaan applicaties ontwikkelen’’. Zo moet een versnelling worden aangebracht in innovaties en ontwikkelingen die zijn gericht op duurzaamheid. Een term die, zo beseft ook Derksen, inmiddels behoorlijk uitgehold lijkt, maar wat hem betreft niet is. “Vaak melden bedrijven iets over duurzaamheid op hun website maar dat gaat over zaken in de marge. Het raakt niet de kern van het bedrijf ”. Anders dan bijvoorbeeld leverancier Interface van het tapijt in het gigapand. Dit tapijt is vervaardigd uit visnetten die bij de Filipijnen uit zee zijn gehaald. “Dit product vormt de kern van het bedrijf’’. Derksen zegt dat er nog een wereld is te winnen. Dat is nodig ook. “De basis van de huidige economie is niet houdbaar. We móéten toe naar een circulaire economie en dus hergebruik’’. Behalve door te zorgen dat boeren, producenten en afnemers met elkaar in gesprek gaan, moet de New World Campus voor reuring zorgen, zegt Derksen. Daarvoor stelt hij netwerkborrels, conferenties en brainstorms in het vooruitzicht. “Dit is een neutrale plek waar iedereen welkom is’’. Oók mensen uit de buurt. “We gaan het gebouw ontsluiten voor de buurt, bijvoorbeeld door een barbecue te houden’’. De New World Campus wordt vrijdag 29 mei geopend door wethouder Ingrid van Engelshoven (kenniseconomie, internationaal, jeugd en onderwijs) en (onder voorbehoud) Coert Zachariasse CEO van Delta Development Group.
Meer informatie: www.newworldcampus.nl
Door de verschillende partijen op de New World Campus bij elkaar te brengen kunnen deze innovaties sneller naar de markt gebracht worden. > Beeld: PR
Gluren bij de buren
In het weekend van 13 en 14 juni kunt u weer gluren bij de buren! Dan wordt voor de zevende keer het Haagse opentuinenweekend ‘Struinen in Haagse Tuinen’ gehouden. Weelderig, verrassend, sfeervol, intiem, prachtig, praktisch, royaal. Dit zijn niet zomaar een paar woorden uit het ‘Struinen in Haagse tuinen’-boekje, het zijn de ultieme verleidingen om te komen kijken in één van de ruim dertig leuke, fraaie, eenvoudige, bijzondere, kleine en grote tuinen die er zijn te bezoeken in dat weekend. Dit tweejaarlijkse Haagse opentuinenweekend is een heerlijke traditie die uw nieuwsgierigheid kan bevredigen, die tot inspiratie voor uw eigen landgoed kan leiden en, laten we eerlijk zijn, misschien ook wel een beetje tot wat gezonde jaloezie. De opentuinentraditie startte lang geleden in – waar anders! – Engeland. Daar leefde van 1858 tot 1934 de excentrieke, rijke ongehuwde Miss Ellen Willmott, een in die tijd beroemde en ook ietwat beruchte dame. Zij was een niet te passeren lid van de tuincommissie van The Royal Horticultural Society en had duizenden plantensoorten en tientallen verschillende (!) narcissensoorten in haar eigen tuinen in Engeland, Frankrijk en Italië staan. Ze kon een beroep doen op een flink aan-
tal tuinmannen om het onderhoud van al dat groen te verzorgen. Ze financierde tevens een aantal ontdekkingsreizigers; plantonderzoekers die over de hele wereld planten verzamelden en mee naar Engeland brachten. Er zijn dan ook meer dan zestig gevonden soorten naar haar vernoemd. Miss Willmott had nóg een bijzondere reputatie: tijdens de Engelse opentuinendagen, op bezoek bij fraaie tuinen van anderen, kon ze wel eens wat jaloers worden. En, zo gaat het verhaal, dan liet ze heimelijk in de borders wat zaadjes van de onhandelbare distel Eryngium giganteum uit haar jaszak vallen, die dan het jaar daarop uiteraard rijkelijk gingen groeien en bloeien. Zo is de plant uiteindelijk aan zijn bijnaam gekomen: ‘Miss Willmott Ghost’ .... Goede gasten als wij zijn, blijven wij tijdens de opentuinendagen binnen de paden, strooien we geen distelzaad, laten we verleidelijk fruit aan de bomen hangen en rukken we geen stekjes ‘voor thuis’ uit de grond. Want je eigen tuin, je paradijsje openstellen voor een groot publiek is zo ontzettend aardig, dat we het initiatief moeten koesteren. En stimuleren. Want de volgende keer, in 2017, melden we onze eigen tuinen natuurlijk ook aan, voor dit verrukkelijke ‘struinen in Haagse open tuinen’-initiatief! Wendy Hendriksen Op 13 en 14 juni tussen 11.00 en 17.00 uur. Als entreebewijs geldt een boekje, dat voor € 4,- te koop is bij: VVV, Spui 68 (in de bibliotheek), Primera, Reinkenstraat 93 en Bankastraat 3A, Kaatje aan de Rein, Frederik Hendriklaan 63. Meer informatie op www.struineninhaagsetuinen.nl.
Boodschappentrolley Playmarket Go-Up
Handige winkelrollator Met deze handige combinatie van een rollator en een boodschappentrolley is het probleem van te weinig bergruimte voorgoed verleden tijd. Deze comfortabele begeleider zorgt voor meer veiligheid en mobiliteit en heeft een grote, robuuste winkelmand met extra veel opbergruimte. Max. gebruikersgewicht 120 kg. Max. boodschappengewicht 20 kg. Inclusief wandelstokhouder, rugband, loop- en parkeerrem. Van
Verkrijgbaar in
• • • • • •
Aluminium frame In hoogte instelbaar handvat Max. gewicht boodschappen 30kg Zeer klein opvouwbaar Inhoud tas 40 liter Leeg gewicht 5 kg
Korting Voor
Van
€149,95 10% €134,10
10%
extra korting voor lezers van DHC
Korting Voor
€149,00 10% €134,00
Altijd voordeel bij Comfortland Het grootste assortiment van Nederland Achteraf betalen Gratis retourneren Deskundige helpdesk
Bel & Bestel
038 - 4600023 Sta-op kussen
Tuin knie-zitbankje
De universele sta-op-hulp is een draagbaar lichtgewicht kussen dat van elke stoel een liftsysteem maakt.
Dit opvouwbare bankje heeft een stevig metalen frame met zacht kussen en zorgt voor comfort tijdens het geknield werken in de tuin.
De kracht wordt gerealiseerd door een centrale pneumatische cilinder en kan gemakkelijk aangepast worden aan het gewicht van de gebruiker. Er zijn geen batterijen of gereedschap nodig. De katapultzit is gemakkelijk dicht te vouwen voor transport. Van
De opstaande zijsteunen zijn op de geschikte hoogte om zich recht te duwen zonder rugpijn. Omgekeerd kan hij gebruikt worden als zitje of opstap. Van
Korting Voor
€ 39,95 10% € 35,95
€209,95 10% €188,95 Boodschappentrolley Scala traploper met 6 wielen • • • • •
Metalen frame, gewicht 3,2 kg Inklapbaar handvat Max. gewicht boodschappen 40kg Inhoud tas 49 liter Met speciale traploper wielset Verkrijgbaar in
Van
Korting Voor
€ 74,95 10% € 67,50
Korting Voor
Comfortland levert een breed assortiment producten welke het U mogelijk maken langer veilig en comfortabel in uw vertrouwde omgeving te kunnen blijven wonen. De acties in deze advertentie zijn slechts een paar voorbeelden uit het aanbod van Comfortland. Zoekt u een ander product? Bel dan even met onze klantenservice op
038 - 4600023
Verzendkosten per bestelling € 6,95. Uw bestelling wordt geleverd met PostNl, betaling achteraf
www.comfortland.nl
17
Citylight – Vrijdag 29 mei 2015 Den Haag Centraal
Koken met ...
Paul van Waarden
Adres Van Boetzelaerlaan 134, Den Haag Telefoon 070 355 3636 Info www.poetriajoe.nl Geopend maandag tot en met zaterdag van 12.00 tot 21.00 uur, zondag van 16.00 tot 21.00 uur. Rijsttafel voor 2 personen vanaf € 30,– Voorgerechten vanaf € 2,– Hoofdgerechten vanaf € 11,50 Nagerechten vanaf € 1,85
Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Macaroni-muffintaartje Nodig voor 4 personen:
Bereidingswijze: Bak het kippengehakt met de knoflook en peper en zout tot alles lekker gebakken is. Maak het gehakt tijdens het bakken klein met een vork. Knijp het nog resterende vocht uit de spinazie met je handen en snij het in grove stukken. Doe de spinazie met de crème fraîche in een kom en roer er het gebakken gehakt door. Voeg er de gekookte macaroni aan toe en strooi er de kaas door tot je denkt dat het genoeg is. Proef nu of deze mix lekker is en doe er als het nodig is nog peper en zout bij. Pas op, niet te veel. Zet de oven op 180 graden en verwarm hem voor. Besmeer de muffinbakvorm met boter of olie en vul de vormpjes voor 2/3 met het mengsel, blijf wel steeds de massa goed omroeren. Tik een ei in een koffiekopje en leg met een lepel de dooier boven op iedere gevulde muffinvorm en giet er nog wat eiwit bij. Let op, niet te veel. Doe de rest van het eiwit weg. Vul zo iedere vorm af, steeds weer een eitje per keer. Plaats als alles vol is de vorm in het midden van de oven van 180 gr. Als de eidooiers beginnen te garen, zijn de muffins goed. Haal de muffins uit hun vorm en eet ze gelijk op, geniet er snel van, morgen is het weer over ….
Een kwestie van smaak met ...
‘Het oog wil ook wat’
Tjitse
Domaine Montrose, La Balade Rosé, 2013, Languedoc, Frankrijk
D
e naam doet natuurlijk meteen denken aan het beroemde wijndomein in Saint-Estephe, Bordeaux, maar dat heeft er niets mee te maken. Ooit heeft deze ‘2de Grand Cru Classé Chateau Montrose’ nochtans wel via juridische stappen geprobeerd dit bescheiden Zuid-Franse domein te verbieden deze naam te gebruiken, tot ze moesten constateren dat het domein al sinds 1701 onder deze naam werkt en dat dat veel langer is dan zij… Al die tijd overigens in dezelfde familie. Vandaag de dag is het met Bernard Coste alweer de 11de generatie die aan het roer staat! Domaine Montrose is gelegen in ‘Pézénas’, een kleine stadje bekend door de vele kunst en historie. Met de ligging op zo’n 15 kilometer van de Middellandse Zee, genieten de druiven hier van het mediterraan klimaat met koude winters en warme, droge zomers. De Balade Rosé is de nieuwe topper van Domaine Montrose. De wijn wordt gemaakt van 50 jaar oude stokken van Grenache, Syrah en Rolle. Deze laatste druivensoort wordt ook veel voor de Rosé’s in de Provence gebruikt en geeft de wijnen wat meer geur- en citrustonen. De fermentatie vindt plaats in RVS tanks ‘sur lie’. Dat wil zeggen dat de wijn na vergisting niet wordt overgepompt naar een andere tank maar blijft liggen op de gistcellen. Hierdoor krijgen wijnen wat meer rondeur. De fles wordt afgesloten met de moderne ‘glazen dop’, het oog wil immers ook wat! Ook de andere zintuigen weet deze rosé aardig te prikkelen, de wijn heeft een mooie zalmroze kleur. In de neus word je met gesloten ogen bijna meegenomen naar de Zuid-Franse marktjes, waar citrus, mandarijn en veel verschillende kruiden het glas uit spatten. In de smaak is de wijn heerlijk vol, rond en kruidig wat te danken is aan de rijping op de gistcellen. Heerlijk bij: Zomerse salades, lichte vis- of gevogeltegerechten en de mediterrane keuken.
Prijs: € 9,95 Verkrijgbaar bij: Wijnkoperij Henri Bloem , Weissenbruchstraat 294
[email protected] of 070-3249493
+ prijs-kwaliteitverhouding - bediening en service
Contant & pin
Poetri Ajoe
Eetrubriek
◯ 300 gram gekookte macaroni ◯ 150 gram kipgehakt ◯ 100 gram uitgelekte bladspinazie uit de diepvries ◯ 8 eieren oude brokkelkaas geraspt (of jonger als je wilt) ◯ crème fraîche ◯ peper en zout ◯ twee teentjes knoflook
Het is thuis soms best lastig koken voor twee tienermeiden. De ene vreet de oren van mijn kop. En dan nog eet ze het liefst kip. Ik kijk iedere morgen of ze al veren op haar rug heeft of dat er een ei onder haar bed ligt. Die andere eet op dit moment bijna niks. Alles is momenteel lastig en/of moeilijk. En wat vandaag nog hemels hot en lekker was, is morgen bah of mhaw …. Tenzij het spinazie is. Eens zal dit overgaan, maar nu is het toch echt een puntje om rekening mee te houden. Ik weiger om twee verschillende maaltijden te koken. En ik wil ook niet ieder weekend weer hetzelfde moeten koken. Er ligt hier dus best een uitdaging. Ik heb daar met succes het volgende op bedacht, voor zolang het duurt tenminste ….
Indisch
S
tiekem beoordeel ik knusse, houtje-touwtje-achtige Indische toko’s altijd met een paar grammen zout. Niet in smaakopzicht, maar wel een hoop wat daarnaast komt kijken. Een ouderwets bamboedecor, een karaf met kalkstrepen, een Oost-Indisch dove ober, tot op zekere hoogte allemaal charme wat mij betreft. Zolang de rendang maar zacht een smaakvol is en de sayur lodeh onder staat in een geurige kokossaus, ben ik tevreden. Met deze instelling proeven we van onze glazen witte wijn (€ 2,75) bij het onlangs verhuisde Poetri Ajoe aan de Van Boetzelaerlaan in het Statenkwartier. Als ik aan de ietwat strenge gastvrouw vraag wat voor wijn we drinken, antwoordt ze bits ‘witte wijn, die heb je besteld, toch?’ We knikken braaf en zien enige tijd later op de fles van de buren dat we een Spaanse blend van Macabeo en Chardonnay van Ramón Roqueta drinken. Op het menu van Poetri Ajoe zijn alle Indische klassiekers te vinden. Wij bestellen de rijsttafel Besar(€ 33,– voor 2 personen) met hierin twaalf gerechten, aangevuld met onder meer gado gado, witte rijst, saté en de typische garnituren als seroendeng en zoetzuren. Nog net op tijd kunnen we de gehaaste gastvrouw meedelen dat we ook de pangsit (€ 3,75) en de soempia (kleine loempiaatjes € 3,–) als voorafje wensen. De eerste, de pangsit goreng, een gefrituurd flensje met gekruid kippengehakt en garnalen, verschijnt met een satésaus en een zoete chilisaus. De pangsit is knapperig en de vulling is erg smaakvol. Kans om een tweede glas wijn te bestellen is er niet, de bediening is druk met het neerzetten van twee rechauds voor de verschillende gerechten van onze rijsttafel. Het voorgerecht van mijn gast, de soempia, kunnen we dus vergeten. Al snel staat de tafel vol met vleesgerechten, groentes en garnituren en twee soorten saté, we hebben in de tussentijd ook een portie saté kambing in ketjap (€ 5,75) besteld, een rijsttafel kan naar mijn idee niet zonder. Het vlees van de saté kambing (lamsvlees in dit geval) is mals en de saus van ketjap is heerlijk pittig, we proeven komijn en limoen in de saus terug. De gehele rijsttafel stemt ons erg tevreden. De kipsaté is mals en je proeft een duidelijke grilsmaak. In de satésaus proef ik djeroek poeroet, blaadjes van de kaffir limoenplant, die deze saus altijd net dat beetje extra geven. De rendang is heerlijk kruidig en ook het hele bakje aromatische sayur lodeh gaat op. Verder genieten we nog van onder andere smakelijke djawa-frikadelballetjes, knapperige boontjes in een kruidige kokosmelk, kleverig zoete babi ketjap en wauw, deze gado gado met taugé, boontjes, witte kool, komkommer, tahu en tempe, is top met deze heerlijke satésaus. Bij de pittige gerechten drinken we gretig van de kan water die we besteld hebben (€ 1,50) en we sluiten uiteraard af met koffie (€ 2,50) en spekkoek (€ 1,85). Het is ons vanavond opgevallen dat het personeel bij Poetri Ajoe niet erg efficiënt werkt. Twee dames delen samen één portie nasi omdat de ober de portie van de ander vergeten was, bij een andere tafel eten twee gasten, de anderen twee wachten nog op hun gerecht en meerdere malen zien we het personeel met lege handen de keuken in lopen terwijl meerdere bezoekers naar lege borden staren. De koffie drinken we dus ook tussen de lege bakjes die nog op tafel staan en voor de rekening moeten we zelf naar de kassa komen. Maar goed, voor een bedrag van € 58,20 mag je eigenlijk niet klagen. Poetri Ajoe biedt verrukkelijke Indische gerechten, maar op gebied van efficiëntie en service kunnen ze nog een hoop leren. Daphne Browne
18>SPORT Chris
Kedeng kedeng
Wat moet songwriter Anouk een hekel hebben aan Trijntje Oosterhuis. Want hoe haal je het anders in je hoofd om haar met zo’n baggernummer naar het Eurovisie Songfestival te sturen. Het was de zoveelste afgang van Nederland in die jaarlijkse peperdure poppenkast. Dus houden we er nu eindelijk eens mee op? Ben je gek! Gewoon volgend jaar weer een draak van een lied en een dito artiest bij elkaar zoeken, want we gaan er toch wel weer met een miljoen of wat simpele zielen naar zitten kijken. Nee, dan Guus Meeuwis. Die stal onze harten het afgelopen weekend met een fantastische show in de Royal Albert Hall. Jazeker, de zanger met de zachtste G van Nederland heeft opgetreden in een van de meest indrukwekkende muziektempels ter wereld. Het was zijn grootste wens om daar nog eens op het podium te staan en verdomd, hij kreeg het voor elkaar. Waarom deze muzikale mededelingen in een column die toch vooral over sport zou moeten gaan? Het echec Oosterhuis geeft aan dat het geen enkele zin heeft om aan een wedstrijd te beginnen als je op alle fronten kwaliteit tekortkomt. Wie denkt het met zelfingenomenheid te kunnen redden, wordt door elke tegenstander zoek gespeeld. De missie Meeuwis bewijst dat het anders kan. Hier koppelde iemand kwaliteit aan wilskracht en ambitie. Niemand had kunnen voorspellen dat zo’n gewone jongen nog eens op zo’n onbereikbaar ver en prestigieus platform zou spelen. Het bruggetje naar de sport is snel gemaakt. Overal op de velden, wegen en banen komen we talent tegen dat best eens iets zou kunnen gaan worden. De meesten van hen zullen er nooit komen omdat aanleg alleen niet genoeg is. Je moet in jezelf investeren, jezelf voortdurend verbeteren en er alles aan doen om er het maximale uit te halen. Net zo belangrijk zijn de mensen om je heen. Degenen die je begeleiden, moeten jou tegen jezelf in bescherming nemen. Ze moeten je niet zeggen dat je goed bent als je er niets van kunt (Oosterhuis). En ze moeten je stimuleren als je ambitieus bent (Meeuwis). Toegegeven, de link met muzikanten is wat vergezocht. Maar het principe is identiek: je slaagt alleen als je alles geeft wat in je zit én als je deskundig wordt begeleid. Chris Willemsen
Den Haag Centraal > Vrijdag 29 mei 2015
Roosendaalse roadtrip met Kleinzoon Uitvinder Buitenspelval
Zoektocht naar het pronkstuk van Nationaal Voetbalmuseum
tegorie ‘levend verleden’; naast zaken van weleer heeft het ook een ‘Skillzone’, waar kinderen hun schotkracht en sprintsnelheid kunnen meten en via vlakschieten de combinatie van techniek, uithoudingsvermogen en tegenwoordigheid van geest. Maar het museum bestaat vooral zaal na zaal uit vitrines met voor voetballiefhebbers prachtige (klassieke kicksen van het merk Quick, uitnodigingsbrieven van de KNVB Keuzecommissie) en soms ronduit heilige objecten (de linkerschoen van Rob Rensenbrink waarmee hij in de finale van WK ‘78 in en tegen Argentinië op de paal schoot). Natuurlijk vond Ronald Kres in no time een beker van het landskampioenschap dat ‘zijn’ HVV in 1907 behaalde. Ooit toebehoord aan Dolf Kessler. Natuurlijk liet hij niet na te vermelden dat deze Kessler de eerste aanvoerder van Oranje was.
Vorige zomer verhuisde het Nationaal Voetbalmuseum van Middelburg naar Roosendaal. Het ging met een hoop (juridisch) gedoe gepaard. Bij het verkassen zouden zelfs historische items zijn verdwenen. ‘Het zál toch niet’, dacht Marcel Dénis die het shirt van zijn opa, de legendarische Harry Dénis, ter beschikking had gesteld. Kortom: tijd voor een roadtrip om met eigen ogen te zien of het kleinood goed was terechtgekomen.
A
Door Martin van Zaanen
an het einde van een zaterdagochtend verzamelde een drietal zich in het Benoordenhout. Naast schrijver dezes, waren dat Telegraaf-journalist en HVV-statisticus Ronald Kres (47) en Marcel Dénis (49), werkzaam bij Esso regio Rotterdam als logistiek adviseur motoroliën. De laatste twee kennen elkaar van het Nederlands Lyceum en HVV. Marcel is de kleinzoon van nationale voetballegende Harry Dénis. Die had twee zoons en een dochter en zes kleinkinderen, van wie Marcel het meest in de ban van zijn grootvaders loopbaan raakte. Hij heeft hem tot zijn zesde jaar gekend en vanaf zijn twaalfde werd Marcel, via de plakboeken van oma, duidelijk wat een groot voetballer grootvader was geweest. Men noemde de volledig tweebenige rechtsback ‘De Meester Van De Vierkante Meter’. Decennialang was deze ultieme stylist recordinternational (56 caps). Het maakt het shirt van zijn achttiende interland, dat Marcel in november 2009, een maand voor de opening, aan het museum ter beschikking had gesteld, tot een relikwie. Hij had het shirt sinds de jaren 80 in zijn bezit. Zijn oma zei dat hij het maar moest hebben omdat hij als tiener was begonnen de plakboeken aan te vullen, wat hij trouwens nog steeds doet. Het shirt werd in een doos in een kast bewaard. Toen Marcel hoorde dat het museum er kwam, leek hem dat een mooie aanleiding het tentoon te stellen. Zeker nadat hij van Oranje-historicus en initiatiefnemer voor het museum Matty Verkamman, met wie hij via Ronald Kres in contact was gekomen, had vernomen dat dit het oudste nog bestaande Nederlands elftalshirt is. Vanwege het nationale belang van deze pelgrimage werd de lunch gelaten voor wat het was, zouden we later wel inhalen. Marcel had een mapje met papieren bij zich. Tijdens de rit naar Roosendaal werd via de telefoon van Ronald Kres nog even de doopceel van Harry Dénis, naar wie in Den Haag, net als Beb Bakhuys, Bertus de Harder, Aad Mansveld op Buitenplaats Blommendael een straat is vernoemd, gelicht: ‘Dénis, Henri Léonard Barthélémi (‘s-Gravenhage 1896-1971). Jonge jaren in Nederlands-Indië, waar vader beroepsofficier was. Voetbal zag Harry voor het eerst op de pleinen van Batavia. Hij begon te oefenen met een tennisbal. Terug in Nederland versterkte hij eerst de gelederen van het bescheiden DVV en vanaf 1911 HBS. Debuteerde voor Oranje in de eerste interland na de Eerste Wereldoorlog, 9 juni 1919 tegen Zweden. Sindsdien was een Nederlands elftal zonder
Marcel Dénis checkt of ook het bordje klopt: ‘10 mei 1923. Nederland - Duitsland, in Hamburg 0-0. Toeschouwers: 28.000’. >Foto: Nationaal Voetbalmuseum
hem niet denkbaar. Deelnemer Olympische spelen van 1920 in Antwerpen, ‘24 in Parijs en ’28 in Amsterdam. In 1925 leidde Dénis HBS naar een ongeslagen landskampioenschap, het derde en tevens laatste. Drie jaar later vroeg het NOC hem bij de Spelen in Amsterdam de Olympische eed af te leggen. Dat heeft hij altijd als een zeer grote eer beschouwd. Naar aanleiding van zijn 50ste interland werd hij, als eerste speler na Bok de Korver, erelid van de Nederlandse Voetbalbond. Waar Den Haag copyright heeft op de Vliegende Kopbal (Beb Bakhuys) en De Schaarbeweging (Law Adam) heeft de stad dat ook op de Buitenspelval. Bij HBS voerde hij die samen met Hans Vermetten uit, bij Oranje met Hans Tetzner van het Groningse Be Quick. Op 21 april 1924 trokken zij die, in Amsterdam, tegen Duitsland, voor het eerst open. Gaf Dénis het teken, dan had de rest maar te volgen. Mei 1930 tegen de Belgen was zijn laatste interland. Zijn 56 caps werden voor de Tweede Wereldoorlog slechts overtroffen door Feyenoorder Puck van Heel, hoewel hij recordhouder bleef qua dragen van de aanvoerdersband: 37 maal. Woonde op de hoek van de Kanaalweg en het Van Stolklaantje en tot de jaren vijftig, lang nadat hij was gestopt, kwamen er dagjesmensen kijken of ze een glimp van De Legende konden opvangen’. Zo vloog de tijd en stonden de-mannen-met-een-missie na een rit van 1
uur en 13 minuten op de Borchweg in Roosendaal. Daar is het Herstaco Stadion, waar sinds vorige zomer het Nationaal Voetbalmuseum/De Voetbal Experience zit. Dat kon hier vanuit Middelburg terecht omdat bespeler RBC Roosendaal failliet ging. Tenminste, de proftak. De amateurteams voetballen en trainen hier nog. In de hal lag op de balie voor de kassa een stapel cd’s met ‘Dag Rudi’ van De Zakkenvöllers. ‘Neem er maar één mee hoor’, klonk vanachter de kassa. Het was Gijs Bogers. Werkt er in het kader van zijn studie sport & bewegen, hoopt na zijn afstuderen ook op vaste basis. Ondanks zijn jonge leeftijd heeft Bogers gevoel voor historie: “Dénis, dat was een heel grote”. Marcel tikte op de meegebrachte paperassen, waaronder het taxatierapport van de verzekering: “Hier, ik heb kopieën gemaakt. Deze gebruiksovereenkomst zou ik graag verlengd zien”. Bogers was er wat blij mee: “Mag ik deze even doornemen? Gaan jullie alvast de trap op, kom ik zo achter jullie aan”. Zo belandden de pelgrims op de eerste etage, waar in de ruimtes waar ooit de Business Units van RBC zaten, nu expositieruimtes zijn. Vanuit de meeste ervan heb je uitzicht op het veld. Daar waren de jeugdteams RBC C2 tegen Internos C1 aan de gang. De thuisploeg maakte net 2-1. Heilig Het museum bleek er eentje in de ca-
Ondertussen herkende Marcel in een ruimte waar gewijde muziek werd gespeeld het reisdoel. Bijna leek hij te gaan juichen alsof hij had gescoord: “Gelukkig, het shirt van grootvader is er nog! Ik maak meteen een foto, stuur ik die door aan mijn vader en broer. Die zullen ook verheugd zijn”. Vervolgens las hij het bordje: ‘10 mei 1923. Nederland - Duitsland, in Hamburg 0-0. Toeschouwers: 28.000. Bondscoach: Fred Warburton’ (Kres: “Hé, die was ook trainer van HVV”). Bij de opstelling door de tijd vergeten namen als Eb van der Kluft van BlauwWit, maar ook Dolf Heijnen. Ook al van HVV. Die lui kom je ook overal tegen …. Inmiddels had Gijs Bogers zich aangesloten: “Shirt gevonden? Ja, het is echt ons pronkstuk”. Hij knikte naar het veld waar de bezoekers net 2-2 hadden gemaakt en vertelde dat hij ook hier voetbalt, in het eerste elftal, als aanvallende middenvelder. Als hij tenminste fit is, momenteel had hij last van zijn rug. Opgelucht De bezichtiging ging verder. Naast de historische items en de Skillzone biedt het museum interactieve attracties waaronder de mogelijkheid mee te zingen (en gefilmd te worden) met de clip ‘Es gibt nur ein Rudi Völler’. Na gecheckt te hebben dat er geen getuigen waren, deden we uit volle borst mee. Tijdens het struinen van zaal naar zaal begon het nieuwe tehuis van Het Shirt de goedkeuring van De Kleinzoon Van De Uitvinder Van De Buitenspelval steeds meer weg te dragen: “Leuke plek, hoor, leuke plek”. Terwijl buiten de op 3-2 gekomen C2 van RBC de zege over de streep sleepte, leek de tred van Dénis lichter. Of laten we zeggen: meer opgelucht dan toen we tweeënhalf uur geleden vanuit het Benoordenhout vertrokken. Ondanks dat het drietal hier nog uren zou kunnen doorbrengen, begonnen de plichten te roepen en werd de terugreis aanvaard. Maar niet voordat de goede afloop van de missie voor vlag, volk en vaderland was gevierd met drie Dubbele Whoppers in een achter een wasstraat gevestigde Burger King. Als ware soldaten van Oranje tekenden Ronald Kres en schrijver dezes aanvankelijk protest aan. Maar ja, als De Kleinzoon Van De Uitvinder Van De Buitenspelval het teken geeft, dan heeft de rest maar te volgen.
19
SPORT<
Vrijdag 29 mei 2015 > Den Haag Centraal
Haagse tennisclub richt zich op een play-offplek
Leimonias trekt Belgische troefkaart Leimonias is aan het Eredivisieseizoen begonnen. Traditiegetrouw worden daarvoor diverse spelers ingevlogen. Wie moeten er dit jaar voor zorgen dat de Hagenaars de play-offs bereiken? Een overzicht.
Programma Leimonias is de competitie afgelopen weekeinde met een 3-3 tegen Rapitidas en een 4-2 zege tegen Zandvoort begonnen. De Hagenaars spelen deze competitie, die slechts enkele weken duurt, op 31 mei en op 2 juni nog thuis. Dan zijn respectievelijk Alta en Lobbelaer de tegenstanders. In het weekeinde van 6 en 7 juni vinden de play-offs om de landstitel plaats.
Door Klaas-Jan Droppert
G
rote blikvanger is natuurlijk Arantxa Rus. In 2012 had ze heel tennisminnend Nederland aan haar voeten toen ze op Roland Garros de vierde ronde bereikte. Vooral haar zege op Kim Clijsters maakte veel indruk. Het leverde haar een 63ste positie op de wereldranglijst op. Inmiddels is de 24-jarige Monsterse afgezakt naar de 228ste positie, maar ze blijft een van de beste tennissters van Nederland. Het is zeker de moeite waard om naar deze linkshandige speelster te komen kijken, al blijft het de vraag hoe vaak ze vanwege deelname aan de diverse tennistoernooien voor de Hagenaars wordt ingezet. Een duel dat Rus, die al vaker voor Leimonias heeft gespeeld, zeker niet wil missen, is de confrontatie met LTC Naaldwijk. Dat team stelt namelijk haar zus Kim op. Verder zoekt Leimonias het vooral in Oost-Europese speelsters. Bijvoorbeeld in de Bulgaarse Aleksandrina Naydenova. Deze in Plovdiv geboren speelster is sinds 2007 actief in het proftennis. Momenteel staat de 23-jarige rechtshander op de 339ste plek van de ATP-ranking. Een oude bekende (ze verdedigt voor de vijfde keer de kleuren van de club) is Katalin Marosi, die al drie keer met Leimonias kampioen werd. De in
V.l.n.r. Niels van Hal (coach), Yannick Mertens, Roos van der Zwaan, Bas van der Valk en Mark-Paul Burgersdijk (coach).>Foto: Bert Tielemans
Roemenië geboren Hongaarse heeft momenteel geen ranking, omdat ze na de geboorte van haar zoon pas recent het tennis weer heeft opgepakt. De 35-jarige, die bij de Olympische Spelen van 2000 de kwartfinales haalde, moet voor de ervaring zorgen. Het jeugdig talent is met haar negentien lentes Roos van der Zwaan. De vijfvoudig Nederlands jeugdkampi-
oen uit Rijswijk krijgt bij Leimonias de kans om te laten zien wat ze kan. Heren Bij de samenstelling van het herenkwartet is de Haagse club op de Belgische toer gegaan. De bekendste is Niels Desein, een 27-jarige Gentenaar die 164 op de ATP-ranglijst staat. Recent speelde Desein nog Davis Cup te-
gen Zwitserland. In februari van dit jaar won hij het ATP Challengertoernooi van Glasgow door landgenoot Ruben Bemelmans te verslaan. Desein speelt vaak belangrijke duels tegen landgenoten. De eerste keer dat hij zich voor een grand slam plaatste (US Open 2014) verloor hij van David Goffin. En in de kwalificatie voor Roland Garros dolf hij recen-
telijk het onderspit tegen Maxime Authom. Pikant want Authom, een 28-jarige Waal, is zijn teamgenoot bij Leimonias. De nummer 176 van de wereldranglijst won overigens nog nooit een challengertoernooi, wel acht future-toernooien. De derde Belg is Yannick Mertens, de nummer 237 van de ATP-ranking, die vorig jaar ook al aan de Klatteweg speelde. De 27-jarige rechtshandige wordt normaal gesproken gecoacht door zijn vader Kris. De enige Nederlandse man, Bas van der Valk, completeert het kwartet. De 31-jarige Poeldijker speelt al sinds zijn veertiende voor Leimonias en is daarnaast tennisleraar op Klein Zwitserland. Zoals altijd in het korte tennisseizoen is het de vraag wie beschikbaar is. Heeft Leimonias iedereen ter beschikking dan is een play-offplek een realistisch doel.
Meiden met een missie
B2 van RHC geeft hockeytraining in Tanzania Vijftien blonde Nederlandse tieners die op een zandvlakte onder de brandende zon hockeytraining aan Afrikaanse leeftijdgenoten geven? Het klinkt surrealistisch, maar Meiden B2 van de Rijswijksche Hockey Club (RHC) gaat met die missie tien dagen naar Tanzania. Als enige in Nederland. Door Klaas-Jan Droppert
Vijftien meiden van RHC stappen op vrijdag 29 mei in het vliegtuig naar Dar-es-Salaam, de hoofdstad van Tanzania, voor de reis van hun leven. In Oost-Afrika zullen de tieners tien dagen lang hun leeftijdsgenoten de eerste beginselen van het hockeyen bijbrengen. Het project is tot stand gekomen via Clublinking, dat wonderlijk genoeg een samenwerkingsverband met de nationale voetbalbond (KNVB) heeft. Maar naast het uitzenden van veertien voetbalteams gaat er nu ook een hockeyteam naar Afrika: RHC, als enige in Nederland. “Voor meisjes zijn de kansen in Tanzania om aan sport te doen laag”, zegt de Haagse Sophia van Noort (15). “Clubs zijn er nauwelijks. Daar-
Meiden B2 van RHC heeft zich voor drie jaar verbonden aan het project in Tanzania. >Foto: PR
om gaan we in Dar-es-Salaam en Lindi vooral scholen bezoeken. We hopen dat we de kinderen iets kunnen meegeven en hen enthousiast voor het hockey kunnen maken”. Die trainingen zullen voor Nederlandse hockeysters in moeilijke omstandigheden plaatsvinden. “Met een graadje of 30 en op een zandvlakte, want kunstgrasvelden kennen ze niet”, zegt de Rijwijkse Sabine Wupkes (15). “Maar dat is niet iets wat me ervan weerhoudt om hieraan mee te doen”. Via hun coach Lotte Werter, die aan Clublinking verbonden is, kwamen de meiden in aanraking met het project. Ondanks dat voordeel kreeg Meiden B2 de uitverkiezing zeker niet in de schoot geworpen. Er moest een heuse motivatiebrief worden op-
gesteld. Op 5 december vorig jaar kwam het verlossende antwoord: het team mag naar Tanzania. En daarmee begon het project pas echt, want het is geen vrijblijvend schoolreisje. Via allerlei acties hebben de meiden geld ingezameld. De teller staat momenteel op 15.000 euro. Bovendien hebben ze enorm veel hockeyspullen verzameld. “Bij iemand van de club liggen de woonkamer en de schuur helemaal vol”, zegt Sabine. “Ja, dat gaat allemaal mee in het vliegtuig. Gelukkig mogen we extra bagage meenemen”. Sophia: “Het doel is om in drie jaar tijd driehonderd speelsters een kans te geven om te hockeyen. Dat betekent dat twintig teams ballen, sticks en outfits nodig hebben. Daarvoor zijn we een grote inzamelingsactie
begonnen. Op de club kon je bijvoorbeeld je oude stick inleveren”. Zeldzaam In Tanzania verblijven de meiden, mede uit veiligheidsoverwegingen, in het guesthouse Valentina Quaranta, een ex-international van Italië. “Zij zat een keer in de bus in Tanzania en zag ineens meiden hockeyen”, zegt Werter. “Een nogal zeldzaam verschijnsel. Valentina was daarvan zo onder de indruk dat ze de bus liet stoppen en ging meespelen. Sindsdien zet ze zich in Tanzania in voor het hockey”. Voor de meiden, die allen vrij van school kregen, is de reis naar Tanzania niet het eindpunt. De komende 2,5 jaar blijven ze zich inzetten voor het project. Sophia: “Door hockey-
spullen en geld in te zamelen. Bovendien heeft RHC de intentie om coaches naar Tanzania te sturen om trainers op te leiden. Aanvankelijk hadden we het idee om een kunstgrasveld te laten aanleggen. Maar dat kost 340.000 euro. Nu is ons streven om binnen drie jaar 30.000 euro op te halen. Dat is iets reëler”. En er is het streven om de kwaliteit van het hockey te verbeteren. Sabine: “Misschien wordt Tanzania een keer olympisch kampioen”. Het lijkt voorlopig onwaarschijnlijk, maar helemaal uitgesloten is het niet. De eerste olympische hockeykampioen in het vrouwenhockey kwam tenslotte uit ... Afrika. In 1980 behaalde Zimbabwe het goud. En in het mannentoernooi eindigde Tanzania op de zesde plek.
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 29 mei 2015
1
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Saskia Vrolijk Koffie “De Amália Concept Store <2> zit nog niet zo lang in de Molenstraat. Het is erg leuk ingericht en ze hebben naast geweldige koffie ook olijfolie en prachtige schoenen en tassen. Echt een aanrader”. Ontwerper
2
>Foto: DHC/Liza Letsch
“Voordat ik in Den Haag kwam wonen, was Berlage al een grote inspiratiebron voor me. Zelfs de Haagse lantaarnpalen zijn een idee van Berlage”.
PLAATS
Uitgaan “De eerste keer bij het Nederlands Dans Theater was echt een opbaring. Voor mij was het net één groot levend schilderij. Zulke mooie composities en wat kunnen die mensen veel met hun lijf, wat een beheersing. Ik werd er helemaal in meegezogen en was los van de dagelijkse realiteit”.
Huis “Huize Windekind <3> aan de Nieuwe Parklaan vind ik zo mooi. Vanwege het lijnenspel en die uitstekende kap. Het pand is opvallend smal. Ik denk dat het binnen donker is, er zijn niet veel ramen. Architect Dirk Roosenburg was een leerling van Berlage”. Restaurant “Tanta Roba <4> hier in de Zeestraat is een erg leuk Italiaans restaurant. De chef komt uit Sicilië en de superenthousiaste eigenaar werkte eerder bij De Engel van Herman den Blijker. Het eten is altijd top; we laten vaak de keuze aan de chef. En je wordt geëntertaind, het is echt een avond uit”. Hagenaar m ‘‘Kees van Kooten <5> vertegenwoordigt de Hagenaar en Hagenees in één persoon. Met z’n onvergetelijke sketches als Jacobse van de Tegenpartij of als serieus verdienstelijk schrijver”. Hagenaar v “Alexandrine Tinne was een Nederlandse ontdekkingsreizigster die in 1862 als eerste westerse vrouw naar Centraal-Afrika en later door de Sahara reisde. Ook was ze een belangrijke fotografe”. Typisch “Den Haag is een groot internatio-
3
>Foto: Roel 1943
naal dorp met verschillende buurten en kwartieren. Met internationaal bedoel ik niet de toeristen, maar mensen die hier wonen en werken. Je hebt hier alle stadse voorzieningen maar het is ook gemoedelijk. In de andere grote Nederlandse steden mis ik dat”. Gebouw “Met Berlage als favoriet is het Gemeentemuseum natuurlijk ab-
4
>Foto: PR
soluut het mooist. Een paar weken waren we in Museum Beelden aan Zee. Van buiten onopvallend, maar binnen vond ik de combinatie van beton en glas prachtig. En bij ons aan de overkant staat woonhotel Willemspark, ook heel mooi”. Afbreken “Alles rond het Spuiplein. Vooral dat stukje naar V&D. Het is verouderd en heeft geen ziel”. Festival “De laatste Koninginnenach was voor ons de eerste kennismaking met het bruisende uitgaansleven in Den Haag. Met een groep van vijftien vrienden maakten we een route door het Hofkwartier, de Denneweg en het Plein. Ik heb hele leuke herinneringen aan onze Haagse inwijding”.
Cadeauwinkel “Als ik een kleinigheidje nodig heb, ga ik altijd naar Kado om de Hoek op de Hogewal. Ze hebben er heel veel leuke hebbedingetjes. De eigenaar is een gastvrije man met veel humor. En alles wordt heel mooi ingepakt, bijna zonde om open te maken”. Lunchroom “Ik kom graag bij een nieuwe zaak op de Denneweg: Walter Benedict. Het is Frans georiënteerd en wordt gerund door twee bevlogen jongens”. Geheimtip “Op het Anna Paulownaplein komen steeds meer leuke horecazaken. Wij zijn fan van Room en Publique is een aanwinst. De panden rond het plein zijn zo mooi. Het had ook ergens in het buitenland kunnen zijn”. Winkelstraat “Ik ben geen shopper, maar kom wel graag in de Prinsestraat. Het is
5
>Foto: DHC/Liza letsch
heel divers, met boetiekjes, interieurzaken, vintage en koffietentjes”. Omrijden “Bijna alle straten zijn hier eenrichtingsverkeer. Daar moest ik in het begin zo aan wennen. En ik moet altijd om het Vredespaleis heen”.
>Foto: Eveline van Egdom
Buurt “We wonen op het randje van het Zeeheldenkwartier en Archipel. De eerste wijk is me het liefst. Het is het Soho van Den Haag. Als nieuwkomer in de stad kijk ik met andere ogen. ’s Avonds tijdens een blokje om kijk ik graag bij mensen binnen. Het is er losser en creatiever dan bij andere huizen in Den Haag”.
Saskia Vrolijk <1> is samen met echtgenoot Arie Alderliesten eigenaar van Concept Store Studio Van ’t Wout, een woonwinkel met meer dan alleen meubels. Ze werd in 1972 geboren in Limburg en bracht haar jeugd door in Rockanje. Saskia studeerde interieurarchitectuur aan de Willem de Kooning Academie en woonde en werkte in Rotterdam. Tweeënhalf jaar geleden verhuisde het stel naar Den Haag. Ze wonen letterlijk in hun showroom op de eerste etage in de Zeestraat. Speciaal voor het festival Designkwartier – op 29, 30 en 31 mei – is deze etage ingericht door het toonaangevende designmeubelmerk Vitra.
Tennispark De Bataaf Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
T
om Okker keek altijd alsof hij moest poepen. Een groot tennisspeler, geen killer. Wel in het dubbelspel, met Marty Riessen en later de Pool Fibak. Hij moest tegen Björn Borg, toen nog een kampioen en geen onderbroek. Wanhopig keek Tom naar zijn snaren en frutselde er wat aan. Het mocht niet baten. Maar we waren trots, want hij haalde de halve finale. Ook mooi. We zijn een polderland. Toen Joop Zoetemelk in de Tour de France eindelijk eens hoger eindigde dan de tweede plaats, leek hij er zelf nog het meest verbaasd over. Gerrie Knete-
mann moest bij de meet in Parijs Joops arm in de lucht steken. Richard Krajicek won Wimbledon wel. Waarschijnlijk meer door zijn Tsjechische dan door zijn Haagse roots. Hij kon wél dodelijk zijn. Het strafkamp van zijn jeugd betaalde zich uit. Zijn generatie kende veel goede spelers, maar successen werden ook nu voornamelijk in het dubbelspel geboekt. Inmiddels zijn de grandslamtoernooien al vaak in de tweede ronde gezuiverd van landgenoten. Op Teletekst staan treurige berichten over nationale tenniscoryfeeën die in de kwalificatieronde van een Challengertoernooi zijn gestrand. Soms stijgen ze op de wereldranglijst van 174 naar 145. Ook best knap natuurlijk.
Een trainersgenie als Louis van Gaal, die met een jongensboekclubje derde op het WK voetbal wordt, is niet overal voorhanden. Na het WK werd de hele, door Van Gaal bijgeschoolde Feyenoord-defensie verkocht, waardoor de club weer boven Jan was. Financieel dan. Laten we over de rest maar zwijgen. Met onze tennissers zullen we geduld moeten hebben. We doen gewoon even niet mee. Er is echter wel een andere winst die we kunnen behalen: het genieten van het tennis zoals ik dat ooit gespeeld heb. Niet de bal langs elkaar slaan, maar proberen de bal zo veel mogelijk in de buurt van de ander te spelen. De zwaartekracht is als tegen-
stander al heftig genoeg. Ik had ooit een schoonvader, voormalig clubkampioen, die zonder zichtbare moeite mijn kromste ballen slagklaar retourneerde. Dat was ook de intentie van mijn moeder en haar beste vriendin als ze op dinsdagochtend in hun witte kleren door de Scheveningse Bosjes naar De Bataaf fietsten. Sámen spelen. In de vakantie mochten we erbij zijn, wij dolden in de oude speeltuin, zij stralend en lachend in die van hen. Daarna dronken ze koffie en kregen wij een ijsje.
Marcel Verreck