}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 27 juni 2014
jaargang 8 nummer 372
€ 1,95
Fabienne Chapot over haar modelabel FAB: ‘Puur op gevoel besloot ik dingen te creëren waarvan ik zelf houd’
10/11 Nieuwe Steen schittert in Museum Bredius 3
Jean Nouvel komt naar Rijswijk 5
Haagse Harry
© Marnix Rueb
7 ‘Het allermooiste huis’
advertentie
SALE - SOLDEN uitverkoop toonzaalmodellen tot 25 juli 2014
CONTEMPORARY INTERIOR DESIGN
BRITSELEI 16 - 2000 ANTWERPEN (B)
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 juni 2014
snoek onder ons
>Herenstraat
Hoe een zonnige dag zijn mistige momenten kan hebben. De ballonnen van Irish pub Poteen Still – en stil was het op straat – bleken niet hockey- doch voetbalgerelateerd. En dat terwijl aan het einde van deze straat op het Plein hockeyfanaten in het oranje zich al dagen schor stonden te schreeuwen. Waarom oranje ballonnen? Ik meende het vlaggetje van Ierland ook in het speelschema te hebben zien staan. Sinds vandaag weet ik dat de vlag van Ivoorkust die van Ierland in spiegelbeeld is, dat het percentage van het Keltische Poteen 90% kan zijn en dat Herenstraat in het Gaelic Sráid an Tiarna is. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkend fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal werkt is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
Ingezonden mededeling
Belastingadvies in het hart van Den Haag Smit en de Wolf is hèt accountants- en belastingadvies-
de Wolf de kwaliteitsslag kunnen maken die heden ten
kantoor in Den Haag. Van starter tot middelgroot
dage van een accountantskantoor mag worden verwacht.
MKB-ondernemer bent u voor accountancydiensten, administratieve werkzaamheden of gedegen belasting-
Bent u benieuwd hoe Smit en de Wolf ook u of uw
advies bij Smit en de Wolf aan het juiste adres.
onderneming kan bijstaan in uitdagende tijden? Neem gerust contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek.
Smit en de Wolf is door haar meer dan 35-jarige historie een betrouwbare en deskundige partner van ondernemend
Met een gerust hart ondernemen begint hier.
Den Haag en omstreken gebleken. Door investeringen in jonge en ondernemende specialisten met ervaring bij verscheidene grotere accountantskantoren, heeft Smit en
Scheveningseweg 10 • 2517 KT Den Haag 070 356 07 95 •
[email protected]
www.smitwolf.nl
3
actueel<
Vrijdag 27 juni 2014 > Den Haag Centraal
commentaar
Nog vraagtekens bij Chinese overname
Personeel ADO in grote onzekerheid
Tijden veranderen, maar laat ADO Haags blijven VIJFTIG JAAR GELEDEN schreef Bob Dylan zijn meest profetische nummer ‘The times they are a-changin' . Nu is dat een voorspelling die meestal uitkomt, maar de grote veranderingen die de wereld echt in beweging brachten, lieten het nog afweten. De Derde Wereld bleef ver weg en door de Koude Oorlog was Europa gedwongen zich op te houden binnen achterhaalde grenzen. Twee gebeurtenissen zouden ons bestaan echt drastisch veranderen: de geboorte van internet in 1983 en de val van de Berlijnse Muur in 1989.
Het Chinese voetbal- en sportbedrijf United Vansen International Sports Co is de nieuwe eigenaar van ADO Den Haag. Dat maakte de voor krap tien miljoen euro uitgekochte Mark van der Kallen dinsdag bekend. Wat betekent dit voor de toekomst van de Haagse profclub? Door Arnout Verzijl
Piet Jansen viel zowat van zijn stoel toen hij op zijn zonnige vakantieadres het nieuws vernam. De algemeen directeur wist van niets. In al-
lerijl ging hij op zoek naar een retourticket. Telefonisch hield Jansen contact met de werkvloer. Ook het kantoorpersoneel van ADO Den Haag was totaal verrast door het nieuws van de overname. Het is frappant dat de website van de club, normaal gesproken het standaardorgaan voor officiële mededelingen, lang niets vermeldde over de nieuwe Chinese eigenaar. Het noopte Mark van der Kallen er toe een eigen persbericht de wereld in te sturen, iets wat hij normaal nooit doet. De tekst contrasteerde sterk met wat er later op de website verscheen.
De stuiterreactie van het personeel is logisch. De nieuwe eigenaar spreekt niet rechtstreeks, maar laat via bemiddelaar Chun Li, eigenaar van het in Den Haag gevestigde bedrijf Dong Dao, weten een miljoeneninvestering te gaan doen. In spelers, in de jeugd, maar ook in de organisatie. Er gaan dus koppen rollen, realiseert Jansen zich. De gemeente Den Haag werd dinsdagochtend op de hoogte gesteld. Maar een dag later was er nog steeds geen officieel verzoek tot goedkeuring van de overname. “Als de gemeentelijke belangen worden geschaad, kunnen wij de overname tegenhouden. Maar dan
moeten we wel met een alternatieve koper komen”, aldus een woordvoerder. Dat gaat niet gebeuren. ADO zal de komende periode een metamorfose ondergaan. Op de achtergrond speelde Martin Jol een rol bij de overname, maar de vraag is of hij zich echt met ADO gaat bemoeien nu de nieuwe eigenaar meerdere Haagse iconen aan zich wil binden? Wie nemen zitting in de RVC? Wie verliest zijn baan, welke spelers worden aangetrokken en wat als de toegezegde miljoenen toch niet komen? De onzekerheid is groot. Er staat slechts één ding wel vast: het is ouderwets onrustig bij ADO Den Haag.
Nieuwe ‘Steen’ voor Museum Bredius
DAARNA GINGEN DE veranderingen zo snel dat bijsturen nauwelijks mogelijk was. Grenzen zijn vervaagd, een netwerk van miljarden internetcontacten per dag omspant de wereld en globalisering is het gevolg en dat stelt ons elke dag weer voor nieuwe keuzes. En nu heeft ‘the wind of change’ ook ADO bereikt. Eigenaar Mark van der Kallen, sprak, ongetwijfeld onbewust, de tekst van Dylan bijna letterlijk uit: ‘De tijden zijn veranderd’. Daarmee wilde de niet geheel onomstreden zakenman, van wie nog wel eens een bedrijf failliet gaat, aangeven dat de gemeente zich maar moet schikken naar zijn voorstel om de club te verkopen aan United Vansen, een sportmarketingbedrijf uit China. Want zo zijn de tijden nu eenmaal, kijk maar naar Manchester City, Chelsea, Paris SaintGermain of het Arnhemse Vitesse. DAT IS INDERDAAD het dilemma waar de moderne bestuurder voor staat: laat hij zijn oren hangen naar de meeslepende muziek van de globalisering, of zijn er Haagse dingen, zoals ADO, Mondriaan, of Berlage’s Gemeentemuseum, waarvan we toch liever niet hebben dat ze in vreemde handen komen? Een pregnant voorbeeld is het Kurhaus, dat gleed net na de eeuwwisseling af naar exotische bv’s (terwijl de gemeente vele miljoenen in de restauratie had gestoken), en dat is niet helemaal goed afgelopen. ALS HET OM ADO gaat, is voorzichtigheid geboden. In de loop der jaren zijn tientallen miljoenen aan gemeenschapsgeld naar de club gegaan, kennelijk omdat het stadsbestuur de club van groot belang voor Den Haag achtte. Dan is het niet logisch om zo’n gekoesterde instelling in zijn geheel over te dragen aan een volstrekt onbekende partner. Zelfs het gevoel dat de gemeente dan eindelijk van ADO af is, kun je als vals bestempelen. Want als het misgaat met de Chinezen, zal de gemeente onder druk worden gezet om opnieuw miljoenen te spenderen. En wat dan, een bibliotheek sluiten om de Aad Mansveld-tribune open te houden? Bovendien is dat sportmarketingbedrijf uit China geen puissant rijke suikeroom à la Abramovic bij Chelsea, maar zal de toekomst van ADO eerder op die van Vitesse gaan lijken, een handelshuis voor spelers. Als we echt van ADO houden, is dit een te wild avontuur. Casper POSTMAA
‘De woede van Ahasverus’ duikt in 1869 voor het eerst op in de catalogie.
Het is de kersverse aanwinst van Museum Bredius: Jan Steens ‘De woede van Ahasverus’. De nieuwe ‘Steen’ schittert vanaf deze week in een tentoonstelling over de schilder en diens grote bewonderaar Abraham Bredius, de belangrijkste directeur in de geschiedenis van het Mauritshuis. Door Jasper Gramsma
Het meesterwerk is een schenking van een anonieme Haagse kunstverzamelaar. De man wil het schilderij veiligstellen voor de eeuwigheid en het publiek de gelegenheid geven het werk te aanschouwen. “Daarvoor is Museum Bredius bij uitstek geschikt”, vertelt bestuurslid Willem Jan Hoogsteder. “Bij ons verdwijnt het schilderij niet in het depot, het zal te zien zijn in de vaste opstelling”. Met deze gift ter waarde van ongeveer een half miljoen euro heeft Den Haag volgens Hoogsteder het grootste aantal ‘Steens’ in openbare collecties: 24 tegenover 23 in Amsterdam. Voor Muse-
um Bredius is dit het zesde exemplaar. Steen schildert ‘De woede van Ahasverus’ tussen 1668 en 1670, in zijn laatste werkzame periode te Haarlem. Het kleurrijke doek (81,2 bij 98,5 centimeter) verbeeldt een episode uit het oudtestamentische boek Esther. De Perzische koning Ahasverus ontsteekt in woede tijdens een feestmaaltijd, omdat zijn adviseur Haman de uitroeiing van de joden heeft beraamd. Esther, Ahasverus’ joodse vrouw, brengt haar echtgenoot op de hoogte en redt daarmee het joodse volk. Over de kunsthistorische waarde van het werk zegt Hoogsteder: “Als schilder in de zeventiende eeuw was je gearriveerd wanneer je dit soort historiestukken maakte. Je moest immers erudiet zijn om zo’n ingewikkeld verhaal te vertellen. Voor de man in de straat is dit een ongewone Jan Steen, omdat zijn schilderijen over het dagelijks leven de bekendste zijn. De echte topstukken hangen in het Rijksmuseum en het Maurithuis, maar dit werk past goed bij ons”. Een opmerkelijk detail is de voet
van Haman. Aanvankelijk kiest Steen een andere positie voor het been, waardoor het puntje van de schoen op de tegelvloer nog vaag te zien is. Ook met de page die een gouden kan vasthoudt, uiterst rechts, is iets bijzonders aan de hand: deze is eerst overschilderd, maar komt tijdens een restauratie tevoorschijn. Dienstmaagd Expert Abraham Bredius acht Jan Steen, op Rembrandt na, de beste Nederlandse schilder uit de zeventiende eeuw. In zijn monografie over Steen uit 1927 beschrijft hij ‘De woede van Ahasverus’. Daarin vergelijkt hij het werk met een ander, soortgelijk schilderij dat zijn voorkeur heeft. Toch stelt Bredius over het exemplaar dat nu geschonken is aan het museum dat Esther hierop veel fraaier is geschilderd. Ook de knappe dienstmaagd links en de ‘hevige ontsteltenis in Hamans trekken en houding’ zijn wat hem betreft ‘interessante details die de meesterhand weer verraden’. Bredius betekent in zijn twintig
jaar als directeur veel voor de kunstcollectie van het Mauritshuis. Hij geeft onder meer 25 werken in bruikleen, die hij bij zijn dood in 1946 aan het museum nalaat. Zijn privécollectie, te zien in Museum Bredius, legateert hij aan de gemeente. De rode draad door de nieuwe expositie ter gelegenheid van de heropening van het Mauritshuis is dat alle twintig werken eens door Bredius zijn gezien en beschreven. Sommige zijn zelden of nooit eerder tentoongesteld. Zo heeft Museum Bredius de primeur met ‘De Bespotting van Ceres’, één van Steens weinige nachtstukken. Daarnaast is ‘Fabel van de sater en de boer’ uit de privé-collectie van Dr. Anton Philips voor het eerst sinds 1926 weer te zien. ‘Kennerschap: Bredius, Jan Steen en het Mauritshuis’, 27 juni tot en met 8 januari 2015. Entreekaarten voor het Mauritshuis geven gratis toegang. De catalogus bij de tentoonstelling kost € 15,00. Meer informatie over prijzen en openingstijden: www.museumbredius.nl.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 juni 2014
stadsmens
MIM ondersteunt de nieuwe moeder en laat haar zelfvertrouwen groeien De ervaren moeder die steun en toeverlaat is voor de vrouw die (meestal) haar eerste kindje heeft. De formule van MIM (Moeders Informeren Moeders) blijkt al veertien jaar ijzersterk in Den Haag. De jonge (vaak allochtone) moeder krijgt niet alleen een houvast aangeboden wat de baby betreft, maar wordt daarnaast op allerlei fronten wegwijs gemaakt. Wanneer daar behoefte aan is, wordt zij bijvoorbeeld meegenomen naar de bibliotheek of de speeltuin om de hoek. Op de maandelijkse ontmoetingen van de MIM-moeders is bovendien veel aandacht voor de ontwikkeling van het kind en wordt gewezen op het belang van praten, spelen en voorlezen. Wie luistert naar vrijwilligster Elske Kox en coördinator Hasmiek Nazari merkt hoe waardevol MIM is en hoeveel voldoening alle partijen ervan hebben. Neem Elske Kox. Op haar 42ste kreeg ze de baby waar ze al zo lang op hoopte. Elske, die fulltime werkte als activiteitenbegeleidster in een centrum voor lichamelijk gehandicapte volwassenen, kon dat niet omzetten naar een parttimebaan en gaf noodgedwongen haar werk op. “Ik heb een jaar op de bank thuisgezeten tot ik in het
Vrijwilligster Elske Kox (links) en coördinator Hasmiek Nazari. > Foto: Eveline van Egdom
wijkcentrum hoorde over het bestaan van MIM. Ze zochten vrijwilligsters om moeders te bezoeken. Het was voor mij perfect. Ik kon mijn dochtertje meenemen en was de deur uit”. Zo’n dertien jaar is Elske Kox, die een jeugdopleiding volgde, actief. Lachend: “Door moeders te bezoeken, heb ik een wereldreis gemaakt. Ik ben begonnen in Brazilië, zit nu in Polen en tussenin heb ik nog zes-
entwintig andere landen gehad”. Hasmiek Nazari, afkomstig uit Armenië en afgestudeerd in de pedagogiek, vond een loopbaan bij MIM. “Ik ben vijftien jaar geleden naar Nederland gekomen, woonde eerst in Schiedam en woon sinds zes jaar in Den Haag. Ik kende hier niemand. Toen men mij over MIM vertelde, ben ik meteen vrijwilligster geworden”. Bijna drie jaar is
contact met leeftijdsgenootjes”. Soms zijn er bijzondere koppelingen. Zo begeleidt de Marokkaanse vrijwilligster Saloua een Nederlandse moeder. “Zij is zelf juf op een school, heeft alle boeken gelezen, maar het moederschap is toch anders”, zegt Hasmiek Nazari. Op dat moment reageert onze fotografe. “Jullie zouden iedere nieuwe moeder dit programma moeten aanreiken. Dit had ik ook wel prettig gevonden. Ik heb een dochtertje van twee en was helemaal niet voorbereid op alles wat er gebeurt, zeker als je moederschap combineert met een freelancebaan. Je zou dan heel blij zijn om van anderen te horen dat het soms best moeilijk is. Maar niemand durft daar echt over te praten; het is eigenlijk nog een taboe”. Die onzekerheid geldt voor veel jonge moeders, weet Hasmiek Nazari. “Daarom is de rol van MIM: luisteren, bevestigen, ondersteunen, begeleiden én complimenten geven. Dat zorgt voor zelfvertrouwen bij moeders. Als het goed gaat met de moeder, gaat het ook goed met het kind”.
Hasmiek, moeder van twee kinderen, coördinator. “Mijn toenmalige coördinator ging weg en heeft mij gevraagd te solliciteren”. Hasmiek Nazari is coördinator voor Escamp en Ypenburg. MIM, een aanbod van Jong Florence (jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar), heeft drie coördinatoren. Hun taak is veelomvattend. Naast het werven, selecteren en scholen van vrijwilligers, organiseren zij onder meer themabijeenkomsten. Hasmiek: “En wij voeren bijvoorbeeld intakegesprekken en maken een koppeling tussen de moeders en de vrijwilligsters”. Elske Kox heeft in de loop der jaren meer dan dertig moeders begeleid. Ongeveer acht van deze vrouwen bleken last te hebben van een postnatale depressie. Als voorbeeld noemt Elske de vrouw uit Irak die met niemand contact had. “Ik ben met haar op pad gegaan en heb op straat een praatje gemaakt met iedereen die ik tegenkwam. Dat maakte de wereld vriendelijker voor haar”. Een bezoek aan de speeltuin was een volgende stap. “Een paar maanden later ging zij er zelf naartoe. Uiteindelijk is ze een opleiding gaan doen. Haar kindje was dan op de crèche en kwam daardoor in
Joke Korving Voor meer informatie: www.jongflorence.nl
Ingezonden mededeling
Amsterdam, Arena • Den Haag, Spui Leiderdorp, WOOON • Rotterdam, Alexandrium III • www.hulshoffwonen.nl
}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 20 juni 2014 jaargang 8 nummer 371
€ 1,95
iPad
Een échte Haagse krant
Vrijdag 20 juni 2014
jaargang 8 nummer 371
Een échte Haagse krant
}<(l(tp$=adbcb <
Wij ruimen op Wij ruimen op Wij ruimen op
Lees voortaan overal en altijd Den Haag Centraal digitaal
}<(l(tp$=adbcb <
Kijk naar ons aanbod
Vrijdag 20 juni 2014
jaargang 8 nummer 371
€ 1,95
€ 1,95
Een échte Haagse krant
De visie van Joris
}<(l(tp$=adbcb <
Weimarstraat sfeervol en hip Vrijdag 20 juni 2014 jaargang 8 nummer 371
12/13
Weimarstraat sfeervol en hip
12/13
De visie van Joris
€ 1,95
De kosten voor het schrappen van het Spuiforum kunnen meevallen, want onderdelen van het oude plan kunnen ook in de nieuwe opzet worden gebruikt. Zoals bijvoorbeeld het Zuiderstrandtheater. Zie het grote interview met aanstaand wethouder Joris Wijsmuller.
Mode op de Academie, van plexiglas tot verentooi 15
De kosten voor het schrappen van het Spuiforum kunnen meevallen, want onderdelen van het oude plan kunnen ook in de nieuwe opzet worden gebruikt. Zoals bijvoorbeeld het Zuiderstrandtheater. Zie het grote interview met aanstaand wethouder Joris Wijsmuller. Weimarstraat sfeervol en hip
12/13
De visie van Joris
De kosten voor het schrappen van het Spuiforum kunnen meevallen, want onderdelen van het oude plan kunnen ook in de nieuwe opzet worden gebruikt. Zoals bijvoorbeeld het Zuiderstrandtheater. Zie het grote interview met aanstaand wethouder Joris Wijsmuller.
10/11
AL T DIGITA A A G L A A G CENTR A A H N E D EKEN EN NOG 3 W Golf begon Mode op de Academie, van plexiglas tot verentooi 15
10/11 Mode op de Weimarstraat sfeervol en hip 12/13 Academie, Macbook Air van plexiglas De visie van Joris tot verentooi De kosten voor het schrappen van het Spuiforum kunnen meevallen, 15 want onderdelen van het oude plan kunnen ook in de nieuwe opzet
10/11
Golf begon in Den Haag
Golf begon in Den Haag
17
17
Jubilerende Rekenkamer viert bescheiden feest 3
Jubilerende Rekenkamer viert bescheiden feest 3
worden gebruikt. Zoals bijvoorbeeld het Zuiderstrandtheater. Zie het grote interview met aanstaand wethouder Joris Wijsmuller.
Mode op de Academie, van plexiglas tot verentooi 15
10/11
illustration by kristen n. brown 2011
in Den Haag
Golf begon in Den Haag
Bent u abonnee? 17
Jubilerende Rekenkamer Ontvang dan Den Haag Centraal gratis op uw smartphone, viert bescheiden feest 3 tabletJubilerende of pc in combinatie met de papieren krant. Rekenkamer
SINDS 1891
viert bescheiden feest 3
Den Haag, Spui
Gratis parkeren Parkeergarage Stadhuis
17
Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode.
5
actueel<
Vrijdag 27 juni 2014 > Den Haag Centraal
Eerste steen voor enorme nieuwbouw
Europees octrooibureau in Rijswijk banen. Ook Rijswijk is in zijn nopjes, want het EOB draagt voor 16,3 procent (zo’n 12,3 miljoen euro) aan de lokale economie bij en zorgt direct of indirect voor 8,5 procent van de banen.
De eerste steen van één van de grootste bouwprojecten in Nederland is woensdag gelegd. Minister-president Mark Rutte heeft het startsein voor de bouw van een nieuw kantoor van het Europees Octrooibureau (EOB) in Rijswijk gegeven. Door Klaas-Jan Droppert
Als Rutte en EOB-president Benoît Battistelli de eerste steen onthullen, wordt aan de overkant van de Patentlaan in de Plaspoelpolder luidruchtig gedemonstreerd. Werknemers van het EOB tonen met fluitjes en lawaai hun onvrede over de werkomstandigheden (‘meer democratie’, ‘vrijheid van meningsuiting’) bij hun internationale werkgever. De werknemers zijn deze woensdag de enigen die niet blij zijn. Voor het overige zijn er alleen tevreden mensen te zien. Battistelli noemt de ruim tweehonderd miljoen kostende nieuwbouw ‘een gedurfd voorbeeld van architectuur, dat bijdraagt aan de missie van het EOB om de innovatie te bevorderen’. De minister-president is blij dat Nederland van de vierde naar de derde plek is opgeklommen op de lijst van meest innovatieve economieën en dat het aantal Nederlandse octrooiaanvragen het afgelopen jaar met zeventien procent tot meer dan 7500 is gestegen. En er zijn meer cijfers die het belang van het EOB (266.000 octrooiaanvragen per jaar, 725 per dag) in de regio onderstrepen. Zo draagt de grootste internationale organisatie van Nederland jaarlijks voor meer dan 560 miljoen euro aan de vaderlandse economie bij en genereert ze 5500
>Artist's impression: Atelier Jean Nouvel, Dam en Partners, New Main b.v. - J.P. van Eesteren | Croon|Wolters&Dros | TBI
Waterpartij Niet verwonderlijk dat Rijswijk er alles aan gedaan heeft om de nieuwbouw in Rijswijk te laten plaatsvinden. Maar dat was niet zo vanzelfsprekend, want het EOB schermde met verhuisplannen naar Leidschendam of Den Haag (vanwege haar status als internationale stad). “We wilden in Nederland blijven en iets nieuws bouwen”, verklaart Battistelli. “Niet iets huren maar een gebouw waarin alle werknemers passen en we op termijn kunnen uitbreiden”. De president vertelt er niet bij dat de werknemers, die in de regio wonen, een sterke voorkeur voor de Plaspoelpolder hebben. Zij prefereren de bereikbaarheid van de A4 boven de files op de Utrechtsebaan. En dus wordt het ontwerp van de internationaal vermaarde architect Jean Nouvel, bekend van Musée du quai Branly (Parijs), Gasometer (Wenen) en Torre Agbar (Barcelona) in Rijswijk neergezet. Het gebouw met een vloeroppervlak van tachtigduizend vierkante meter is 107 meter hoog en 150 meter lang en biedt plaats aan 1750 werknemers. De nieuwbouw, die in een grote waterpartij spiegelt en een entree in het water (zoals Mozes door de Rode Zee) heeft, moet in april 2017 gereed zijn. Een jaar later wordt de huidige veertig jaar oude hoogbouw gesloopt, waarna in 2019 ook de omgeving is ingericht.
Nieuw college begint aan wittebroodsweken
Twee fietsmaatjes: Van Engelshoven en Wijsmuller Door Jan van der Ven
Nieuwe colleges van b en w verkeren altijd in een feestroes. Aan mooie woorden dan ook geen gebrek. Zoals op donderdagmiddag 12 juni, toen de onderhandelaars het concept-coalitie-akkoord presenteerden. De persbijeenkomst stond vooral bol van gemeenplaatsen als ‘ambities’, ‘dienstbaarheid aan de stad’ en ‘vertrouwen’ en vele andere mooie woorden. Sinds eind deze week kan het nieuwe college van b en w echt aan de slag. Want de gemeenteraad schaarde zich dinsdagavond achter het college-akkoord en twee dagen later werden de zes wethouders geïnstalleerd. Een kleine kras was er wel want de Groep De Mos stemde tegen de aanstelling van de wethouders Baldewsingh (PvdA) en Revis (VVD) omdat de twee terugkeren als wethouder, terwijl hun partijen zware verliezen leden tijdens de raadsverkiezingen van maart. Vanuit de coalitiepartijen klonken dinsdagavond complimenten, met name over de voorgenomen nieuwe bestuurscultuur, waarin nadrukkelijk ook een rol is weggelegd voor de oppositiepartijen. Of de nieuwe verhoudingen stand zullen houden, hangt voor een belangrijk deel af van
de gang van zaken rond het dossierSpuikwartier. Feit blijft dat het dossier nog steeds een politiek brisante lading heeft. De man die het dossier in handen krijgt, de kersverse wethouder Joris Wijsmuller van de HSP, was er vorige week tijdens de ledenvergadering van zijn partij duidelijk over. Hij zei: “Ik ga het project met het grootste afbreukrisico voor mijn rekening nemen”. Afbreukrisico Dat Wijsmuller nu al spreekt over afbreukrisico is logisch. Het gaat om een razend ingewikkeld proces dat onder enorme tijdsdruk moet worden gerealiseerd. Want al in 2016 moet de eerste schop voor het nieuwe culturele centrum de grond in gaan. En drie jaar later moeten de bouwvakkers klaar zijn. “Tijd is mijn vijand”, verklaarde Wijsmuller niet voor niets vorige week in deze krant. Wijsmuller realiseert zich dat het noodzakelijke hoge tempo het gehele traject erg kwetsbaar maakt. Er zullen de komende jaren ongetwijfeld krachten op gang komen die proberen zijn project te vertragen. Tegenstanders liggen altijd op de loer, dat hebben de debatten van de afgelopen acht jaar over het Spuiforum wel aangetoond.
Denk aan de rol van bijvoorbeeld ambtenaren die jarenlang door PvdA-wethouder Norder zijn opgezweept zodat het Spuiforum op tijd gestalte kreeg. Zijn diezelfde ambtenaren in staat dat Spuiforum ineens los te laten? Zijn ze vervolgens bij machte zich met volle kracht in te zetten voor de realisatie van een totaal nieuw cultureel centrum, inclusief winkels, woningen en cafés? Een rapport dat per ongeluk in een bureaulade blijft liggen of iemand die naar de Raad van State stapt, kan al fatale gevolgen hebben. Fietsmaatje Terug naar twee weken geleden. Die donderdagmiddag fietsten Joris Wijsmuller en D66-leider Ingrid van Engelshoven gebroederlijk naar de kantine van de voormalige Caballerofabriek op de Binckhorst waar het concept-akkoord werd gepresenteerd. Wijsmuller fietste met zijn wat bonkige, hoekige stijl. Met naast hem Ingrid van Engelshoven, ze fietst zoals een dame het betaamt, sierlijk en elegant dus. Wie niet beter wist, zou denken dat hier een man en vrouw fietsten die al lang samen zijn en niet twee wethouders van twee verschillende partijen die net een akkoord hebben gesloten.
De twee zullen elkaar gedurende het proces rond de realisatie van het Spuikwartier niet uit het oog mogen verliezen. Sterker, Wijsmuller is voor de realisatie van zijn plannen vooral afhankelijk van de politieke steun van zijn nieuwe fietsmaatje Ingrid van Engelshoven. Want zij was het die het nieuwe college uiteindelijk mogelijk maakte, toen ze het Spuiforum los liet. Over het schrappen van het Spuiforum zei van Engelshoven dinsdagavond: “Het was geen gemakkelijk proces, maar ik ben tevreden met het resultaat”. Voor Van Engelshoven is het dus ook van groot belang dat Wijsmuller in zijn opzet gaat slagen. Wijnhavenkwartier Na het debat van dinsdagavond over het college-akkoord heeft zich vanuit de oppositie één medestander voor de plannen van het college gemeld: de fractie van GroenLinks schaart zich er achter, mits het niet duurder wordt dan 181 miljoen euro. De transformatie van het Wijnhavenkwartier tot cultureel centrum was altijd al een idee van GroenLinks dus moest die partij zich wel achter het college-plan scharen. Een extra presentje voor de wittebroodsweken van het nieuwe college.
Nieuwe rector Haganum weg Door Onno Sinke
De nieuwe rector van het Gymnasium Haganum J.C. van der Veen is na een maand al weer vertrokken vanwege gezondheidsproblemen. Van der Veen was op 1 mei benoemd als opvolger van Goof Kloeg die twintig jaar lang rector was van het Haganum. Kloeg vertrok een half jaar eerder dan gepland vanwege een conflict met het College van Bestuur van de overkoepelende onderwijsorganisatie VO Haaglanden over de bestuursstructuur van de school. De benoemingsprocedure van zijn opvolger leidde tot de nodige onrust op de school. Het bijna voltallige personeel protesteerde in een brief aan het bestuur van VO Haaglanden tegen het gebrek aan inspraak bij de benoeming van de nieuwe rector. In reactie hierop beloofde VO Haaglanden het gesprek aan te gaan met de Medezeggenschapsraad en een kleine delegatie van het personeel. Ondanks het rumoer rond zijn benoeming maakte Van der Veen een goede indruk op het Haganum in de paar weken dat hij er werkte.
Geen Haagse lijn naar Brussel Den Haag krijgt voorlopig geen eigen spoorverbinding naar Brussel. De plannen zijn op dit moment niet rond te krijgen. Dat schrijft de Haagse verkeerswethouder Peter Smit in een brief aan de gemeenteraad. Arriva en Den Haag wilden tussen Den Haag en Brussel een snelle verbinding realiseren met nieuwe treinen en aantrekkelijke services, maar volgens Smit ‘is er een gebrek aan interesse om in het belang van de reiziger en ook de schatkist vernieuwing toe te passen op het spoor’. In de dienstregeling van Nederland en België bleek het tevens lastig een nieuwe snelle verbinding in te plannen. Den Haag had tientallen jaren lang een treinverbinding met Brussel. Die verdween in december 2012, toen de Fyra ging rijden. Na het floppen van de Fyra rijdt er inmiddels toch weer een NS trein tussen Den Haag en Brussel.
Groen licht City Prince
Nog voor de zomervakantie start de bouw van appartementencomplex City Prince op het voormalige terrein van de Blauwe Aanslag. Aan het Buitenom komt een gebouw met vijftig middeldure vrije sector huurappartementen. Daarmee krijgt het jarenlang braakliggende terrein in de binnenstad een nieuwe bestemming. Initiatiefnemers van deze ontwikkeling zijn Staedion, ERA Contour en de gemeente Den Haag. De beoogde belegger voor de woningen is het Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund. Met CityPrince wordt tegemoet gekomen aan de grote vraag naar middeldure huurwoningen. De 50 twee- en driekamerappartementen van 82 – 121 m2 op de begane grond, hebben elk een eigen ingang en buitenruimte. De overige appartementen zijn verdeeld over de vier daarboven gelegen etages en makkelijk te bereiken via trap of lift die naar de galerijen leiden. Een aantal topappartementen is voorzien van een terras aan de voorzijde, gelegen op het zuidwesten. Er is een eigen garage onder het complex. De ontwikkeling van de locatie aan het Buitenom is er eentje met een lange adem. Na de realisatie van de eerste fase kwam het vervolg mede door de crisis op de woningmarkt stil te liggen. Eind 2015 worden de huurwoningen opgeleverd.
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 juni 2014
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
The Who in Den Haag Behalve de Beatles hebben alle grote namen uit de begintijd van de beatmuziek in Den Haag opgetreden. Zo gaven de Rolling Stones op 8 augustus 1964 hun eerste concert op Nederlandse bodem in het Scheveningse Kurhaus. De Stones waren slechts in staat twintig minuten te spelen, waarna het enthousiaste publiek de zaal letterlijk heeft afgebroken. In Muzee Scheveningen wordt op zondag 29 juni een tentoonstelling geopend om dit legendarische concert, nu precies vijftig jaar geleden, te herdenken. Er is op deze expositie nieuw beeld- en geluidsmateriaal van dit optreden te zien en te horen dankzij gastconservator en Stoneskenner René Spork. Niet minder legendarisch was het concert dat The Who, nog zo’n supergroep uit de begintijd van de beatmuziek, op 21 september 1965 gaf in de Haagse Marathon. Het was de jonge concertpromotor Jacques Senf gelukt de band uit Engeland naar Den Haag te halen voor een eenmalig optreden. The Who had toen al de reputatie behoorlijk tekeer te kunnen gaan, zowel op het podium als daarbuiten. Zo was het voor de groep gebruikelijk aan het eind van elk concert de instrumenten en geluidsinstallatie kapot te slaan en vervolgens de hotelkamer te verbouwen. Het optreden in de Marathon was
het tweede concert van de band buiten Groot-Brittannië. De groep had om de kosten te drukken besloten zonder eigen installatie en instrumenten op reis te gaan, dus moest er voor het optreden in de Marathon op geleende spullen worden gespeeld. Alleen drummer Keith Moon had zijn drumstel bij zich, maar uiteindelijk kon ook hij niet op zijn eigen instrument spelen. De avond voor het optreden had hij namelijk zijn drumstel uit het raam van het Delftse hotel Wilhelmina gegooid, aldus Jacques Senf in de Haagsche Courant van 22 september 1965. Hij had The Who naar Den Haag gehaald. Volgens Senf waren de bandleden ‘heel moeilijke jongens, héél gek en héél onbeschaafd. En ze geven wel duizend gulden per dag uit’. Nu was de Marathon, behalve een zaaltje waar bandjes optraden, ook de oefenruimte van een aantal Haagse beatgroepen. Er waren daarom voldoende spullen aanwezig om The Who te kunnen laten optreden. Het drumstel waar Keith Moon op mocht spelen was bijvoorbeeld van Jaap Eggermont, de drummer van de Golden Earrings. Het interessante daaraan is ook dat dit drumstel, een Westend, was gemaakt door de Haagse firma De Hooge aan het Westeinde. Het verhaal gaat dat Jaap Eggermont gedurende het
Paul de Kievit, directeur van Muzee Scheveningen en fervent Who-fan, op een fiets van Pete Townshend, voorman van The Who. De Kievit kocht de fiets op een internetveiling voor een goed doel en is deze nog steeds in zijn bezit. > Foto: Peter van Oosterhout
concert angstvallig zijn drumstel in de gaten hield om bij het minste of geringste op het podium te springen om zijn instrument te redden. Deze angst was niet geheel onterecht, want door het fanatieke gitaarspel en het hardhandig bewerken van de versterkers door The Who viel de installatie na acht gespeelde nummers
uit. Dit was voor de honderden aanwezigen aanleiding om flink tekeer te gaan, zodat ijlings vervangende apparatuur werd aangerukt. In het boek ‘Fuiven en kuiven’ van Leo van der Velde staat een uitgebreid verslag van het overigens verder rustige verloop van de avond. Een jaar later deed The Who Den
Haag opnieuw aan voor een optreden. Ditmaal in Club 192 van Jacques Senf, maar dit concert trok beduidend minder belangstellenden, zodat de organisatie flink verlies leed. Hans Zwaanswijk www.gemeentearchief.denhaag.nl
advertenties
START VERKOOp WOENSDAG 2 jUlI 17 - 20 U
NElISSE MAKElAARS, STATENlAAN 128, DEN HAAG
HERENHUIZEN MET TUIN EN 7 KAMERS 144 M2
E 239.950,-
GROOT(S), BETAALBAAR & COMPLEET • • • • • •
riante woonkamer met open keuken (totaal 38,4 m²) compleet met luxe hoekkeuken, standaard voorzien van een stenen werkblad en Siemens inbouwapparatuur 6 slaapkamers privéparkeerplaats royale badkamer met douche, ligbad, wastafel en hangend 2e toilet (Villeroy & Boch) een woon- interieurcheque van € 2.500,- inclusief btw
V.O.N.
ScHRIjf jE NU AlVAST IN! MAAS 14 is een samenwerking van Blauwhoed, Haag Wonen en Gemeente Den Haag
VERKOOp
Nelisse Makelaarsgroep
070 350 14 00
ONTWIKKElING
7
actueel<
Vrijdag 27 juni 2014 > Den Haag Centraal
De lift, die ook als tochtsluis dient, achter de oorsponkelijke voordeur. >Foto: Ronald Tilleman/Mauritshuis, Den Haag
De nieuwe centrale hal die Mauritshuis en Royal Dutch Shell-vleugel met elkaar verbinden. >Foto:Ronald Tilleman/Mauritshuis, Den Haag.
Directeur Emilie Gordenker: 'Het blijft het huisje waar we zo van houden'. >Foto: Frank van der Burg/Mauritshuis, Den Haag.
De Gouden Zaal in ere hersteld. > Foto: Ivo Hoekstra/Mauritshuis, Den Haag.
Mauritshuis eindelijk op waarde geschat
‘Het mooie, zeer mooie, allermooiste huis’
De koning opent vrijdag 27 juni het gerestaureerde en uitgebreide Mauritshuis. De omvang verdubbelde, er is een nieuw restaurant en een zaal voor wisselende exposities. Het museum is twee jaar gesloten geweest. Na de officiële plechtigheid is de toegang van 20.00 uur tot middernacht gratis. Door Casper Postmaa
H
et stadspaleis, dat we tegenwoordig kennen als het Mauritshuis was voor de eerste bewoner, Johan Maurits graaf van Nassau-Siegen, bij oplevering in 1644 min of meer een verrassing. Hij verbleef tijdens de bouw in Brazilië waar hij gouverneur was, pas bij terugkeer zag hij het door Jacob van Campen ontworpen huis in volle glorie. ‘Het mooie, zeer mooie, allermooiste huis’, schreef hij verrukt aan vrienden. Die observatie van toen werd vorige week gretig door directie en conservators in de mond genomen toen zij het gerestaureerde en uitgebreide museum trots aan de internationale pers toonden. Het vloeroppervlak verdubbelt bijna (van 3400 m2 naar 6400 m2) doordat een vleugel van sociëteit De Witte bij het museum is getrokken. “Maar”, zei directeur dr. Emilie Gordenker, “het blijft dat mooie huisje waar we allemaal zo van houden”. Daarmee schetste zij, wellicht onbedoeld, het dilemma waar het Mauritshuis steeds weer voor staat. Want als woning had het enorme afmetingen, maar als museum was het tot de verbouwing een opvallend klein juwelenkistje waarin één van de belangrijkste schilderijencollecties ter wereld werd bewaard. Klein en geliefd, dat botste.
In één opzicht kunnen de kunstliefhebbers gerust zijn, de juwelen glinsteren als nooit tevoren en het kistje, is ook met dat extra laadje aan de overkant, mooier dan ooit. De restauratie van het monument en de vernieuwbouw onder leiding van architect Hans van Heeswijk maken dat het Mauritshuis eindelijk het podium heeft, dat de bijzondere collectie verdient. Een rondgang door het nieuwe Mauritshuis begint al buiten. De benepen ingang aan de Korte Vijverberg is vervangen door een grote entreepartij onder het voorplein. Er zijn twee mogelijkheden om af te dalen: de nieuwe grote trap of de lift, die zich als een glazen koker door het voorplein naar de ontvangsthal boort. Kooi en schacht zijn vrijwel geheel van glas, een uniek staaltje engineering dat speciaal voor het museum is bedacht. Maar de mooiste aankomst is toch over de trap, omdat die je, net als de entree van het Gemeentemuseum, bijna ongemerkt van buiten naar binnen brengt met een visuele surprise halverwege als de trap een knik maakt en je plotseling uitkijkt over de grote foyer die de sleutel is tot het nieuwe museum. De brede lange hal waar ruim daglicht binnenvalt, verbindt oud- en nieuwbouw op bijna natuurlijke wijze. Het is de bezoeker meteen duidelijk voor welke keuze hij staat, linksaf naar het Mauritshuis of rechtdoor naar de Royal Dutch Shellvleugel. En inderdaad, het oude stadspaleis heeft niets van zijn intimiteit verloren, maar straalt als nooit tevoren en is een collectiestuk op zich: in de majestueuze Gouden Zaal zijn Giovanni Pellegrini’s plafondschilderingen gerestaureerd, het bladgoud fonkelt en de schilderijen hangen alsof het altijd zo was bedoeld. Jammer, dat op de met Frans zijde bespannen wanden zo overvloedig gebruik is gemaakt
van kabeltjes om de schilderijen op te hangen, zelfs de bordjes met de zaalnummers bungelen eraan. Misschien is het juist door de perfectie waarmee alles is gedaan, dat zo’n detail opvalt.
Hekje Een andere subtiliteit, die aangeeft dat de tijden zijn veranderd, is het hekje voor ‘Het meisje met de parel’ van Johannes Vermeer. Dat kun je opvatten als een waarschuwing voor wat er komen gaat. Twintig jaar geleden waren ‘De stier van Potter’, ‘De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp’ van Rembrandt en, dankzij Marcel Proust, ‘Het gezicht op Delft’ de bekendste schilderijen (maar niet zo beroemd dat ze een hekje nodig hadden), tegenwoordig reizen cultuurtoeristen de halve wereld over om een glimp van ‘Het meisje met de Parel’ en ‘Het putterje’ van Carel Fabritius op te vangen. Tracy Chevalier schreef over het meisje van Vermeer, er was ook een film, en Donna Tartt nam het puttertje voor haar rekening, marketing deed de rest. Nicolaes Tulp en de stier moeten maar afwachten of het een bekende schrijver behaagt één van hen in een roman te laten gloriëren, of dat ze zijn veroordeeld tot de status van culturele bijvangst op de schaal van het internationale cultuurtoerisme. Vraag is wel of het museum niet slachtoffer wordt van zijn eigen succes, als er straks meer dan duizend bezoekers (het getal waarop Gordenker rekent) per dag voor de deur staan om zich te laven aan de glans van de parel. De heren in De Witte zullen niet van plan zijn verder in te schikken. Ook de lift in het stadspaleis zelf, eveneens van glas, die precies achter de voordeur opstijgt is bijzonder. Die entree zal alleen in uitzonderlijke gevallen opengaan, bijvoorbeeld als de ko-
ning komt of als ‘De Stier van Potter’, het grootste schilderij uit de collectie, op stap gaat. Als Willem-Alexander vrijdag arriveert zal hij door de voordeur in de lift stappen, die dan als tochtsluis dient. Met dezelfde vloer van wit marmer als de rest van de verdieping. Een ingenieuze oplossing. Met grote spanning is uitgekeken naar de wijze waarop Van Heeswijk de hondsmoeilijke klus zou klaren om de door Jo Limburg in 1930 ontworpen vleugel van De Witte met het museum te verbinden. Ook daarin is hij glansrijk geslaagd. Het werkt zelfs zo goed dat journalisten zich tijdens de perstoer hardop afvroegen of ze nu in de oud- of de nieuwbouw waren, het is echt een geheel. Daarnaast is de herontdekking van Limburgs architectuur een regelrechte aanwinst voor de stad. Van Heeswijk legde tal van weggemoffelde details bloot en zette de ingang terug op zijn oude plek (hoek Plein/Korte Vijverberg), zodat het art-deco trappenhuis met zijn schitterende mahoniehouten leuning weer geheel tot zijn recht komt. Behalve een modern restaurant (dat op een nog onbekend tijdstip voor iedereen zal opengaan), een kunstwerkplaats voor kinderen en een bibliotheek, is in de vleugel ook een zaal ondergebracht voor wisselende tentoonstellingen. Hij oogt wat krap, terwijl voor de inrichting door middel van wandschilderingen en meubilair aansluiting is gezocht bij het stadspaleis waarvan de geschiedenis in de eerste tentoonstelling centraal staat. De restauratie is daarin een mijlpaal. Een operatie, die ook nog eens is uitgevoerd binnen de afgesproken tijd en met het geld, dertig miljoen euro, dat er voor stond. Nicolaes Tulp, ooit burgemeester van Amsterdam, zou er van hebben opgekeken.
Collectie in het Mauritshuis hangt als nieuw Door Egbert van Faassen
Dat ook de nieuwe website een verbetering betekent, blijkt al bij het zoeken naar het merkwaardigste schilderij in de heropenings-opstelling, ‘De inbeslagname van de inhoud van het atelier van een schilder’. Een mooi paneeltje van de mij onbekende François Bunel de jongere. Deze voorstelling van gesjouw met schilderijen en kis-
ten, geschilderd tegen het eind van de zestiende eeuw, hangt hier vast als een knipoog naar de afgelopen twee jaar. Op de oude website was het niet te vinden. Nu wel, compleet met foto’s van de lijst en de achterkant. Er zijn meer verrassingen te zien. Op plaatsen waar oorspronkelijk schilderijen waren ingebouwd – boven een deur of op een schouw – zijn er nu nieuwe, contemporaine aangebracht.
Eén komt uit het huis van Constantijn Huygens, die betrokken was bij de bouw van het Mauritshuis. De grootste verrassing is wel het warme ledlicht. In de Trapzaal, waar boven elkaar gehangen schilderijen vroeger niet alle goed te zien waren, is alles nu heel helder. Ook de gerestaureerde trofeeënlijsten, zoals de gebeeldhouwde lijst om Ferdinand Bols’ portret van Michiel de Ruyter, en de plafondschilde-
ring van Ger Lataster. Dat laatste twintigste-eeuwse kunstwerk is beschouwd als onderdeel van de op andere plaatsen zorgvuldig herstelde geschiedenis van het huis. De meeste topstukken herkregen hun vertrouwde plaats. Soms na zorgvuldige restauratie, want de enorm verbeterde belichting – een beurs als de Tefaf met die gruwelijk felle spots kan daar van leren – zou ook de ongerech-
tigheden goed doen uitkomen. De Potterzaal bleef dus de kamer voor de Stier. Het Gezicht op Delft bleef op zijn oude plek, evenals de Hoenderhof van Jan Steen. Alleen het Puttertje van Fabritius is van een schot in de trapzaal verhuisd naar een ereplek tussen twee ramen. Het is gemonteerd op een achterplaat vol met beveiligingstechniek. Want ook wat we niet zien, is tijdens de restauratie verbeterd en vernieuwd.
Je vindt het origineel in het Mauritshuis Vanaf 28 juni zijn we weer open.
Op vrijdag 27 juni gratis toegang van 20:00 uur tot 0:00 uur.
Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.
9
actueel<
Vrijdag 27 juni 2014 > Den Haag Centraal
Verhoogde Hoornbrug op losse schroeven
>Foto: Eveline van Egdom
Vogelwijk eist snelle oplossing huisvesting kerkvluchtelingen Het bestuur van wijkvereniging De Vogelwijk heeft op 23 juni in een brandbrief aan burgemeester Van Aartsen een spoedige beëindiging geëist van de bewoning van de voormalige Sacramentskerk aan de Sportlaan door een zestigtal uitgeprocedeerde asielzoekers. De vluchtelingen verblijven al anderhalf jaar in het kerkgebouw, nadat ze op last van de gemeente waren vertrokken uit een tentenkamp bij het Malieveld. Door Dick van Rietschoten
In de voormalige rooms-katholieke kerk, die sinds eind 2008 leeg stond en officieel nog steeds eigendom is van het bisdom Rotterdam, ontbreekt het aan goede, hygiënische en veilige levensvoorzieningen. Er is slechts in beperkte mate elektriciteit en warm water beschikbaar. Bovendien is er een groot brandrisico omdat de in de loop der tijden uitgedijde vluchtelingengroep in het schip van de kerk met hout, karton, textiel en plastic een reeks ‘tentkamertjes’ heeft gebouwd waardoor toch nog enige privacy mogelijk is. Overal ligt vuur op de loer: er wordt gekookt, gerookt en er branden kaarsen. In het voorjaar bood de gemeente aan een andere – zij het tijdelijke – locatie voor de kerkbewoners beschikbaar te stellen, waar ze maximaal twintig weken zouden kunnen verblijven. Gedurende die periode zou in overleg met onder meer het ministerie van Veiligheid en Justitie naar een oplossing voor de uit Irak, Afghanistan, de Kaukasus en Iran afkomstige vluchtelingen moeten worden gezocht. Als zo’n oplossing niet mogelijk zou zijn, zou alleen nog een vrijwillig of gedwongen vertrek uit Nederland in beeld komen. De gemeente liet in mei weten dat de kerkbewoners konden verhuizen naar een pand aan de Zilverstraat in het bedrijvengebied Kerketuinen/ Zichtenburg. Het gaat om een gebouw van de stichting Schroeder van der Kolk, die onder meer langdurig werklozen begeleidt en een reeks Kringloopwinkels beheert. Het pand wordt al enkele jaren bij hevige win-
terkou als opvang voor daklozen gebruikt. De vluchtelingengroep van de Sportlaan sloeg het gemeentelijk aanbod echter af met als argument dat ook in de Zilverstraat onvoldoende voorzieningen zijn en dat daar net als in het kerkgebouw eveneens een groot gebrek aan privacy bestaat. In een brief van 17 juni aan de gemeenteraad liet de burgemeester weten dat de weigering wordt betreurd, maar dat er geen alternatief wordt aangereikt omdat de gemeente met het aanbod al ‘tot de bodem is gegaan’.
Eénmaal een afwijzing van de bewoners van de kerk wil niet zeggen dat het college daarmee ‘tot de bodem’ is gegaan’ Eisen Het bestuur van wijkvereniging De Vogelwijk, onder leiding van voorzitter Chris van Dam, liet deze ontwikkeling niet over z’n kant gaan en stuurde op 23 juni een brief aan Van Aartsen waarin om spoedig overleg wordt gevraagd en bovendien twee eisen worden gesteld: de asielzoekers moeten voor 1 oktober fatsoenlijk worden opgevangen en tot aan het vertrek van de groep moet de brandweer geregeld veiligheidscontroles in de kerk uitvoeren. ‘Wij hebben met waardering gezien dat de gemeente aan de bewoners van de kerk een huisvestingsaanbod heeft gedaan’, aldus de door Van Dam ondertekende brief. ‘Het was een sympathieke actie die echter onzes inziens van meet af aan weinig kans van slagen had om meerdere rede-
nen, die naar ik aanneem ook al van de zijde van de bewoners van de kerk aan u zijn aangereikt. Omdat wij u kennen als een burgemeester die met een zekere realiteitszin onze stad bestuurt, hebben wij uw brief dd. 17 juni waarin u uw teleurstelling uitspreekt over het afslaan van het aanbod met een korrel zout gelezen. Deze problematiek is uiterst ingewikkeld en vergt lange adem. Eénmaal een afwijzing van de bewoners van de kerk wil niet zeggen dat het college daarmee ‘tot de bodem’ is gegaan’. Empathie Van Dam wijst erop dat in de Vogelwijk de afgelopen anderhalf jaar ‘met veel empathie en inschikkelijkheid’ met de bezetting van het oude kerkgebouw door asielzoekers is omgegaan. ‘Niet iedereen is blij met de situatie, maar in z’n algemeenheid geldt dat de bewoners van de wijk begrip hebben getoond. Maar daar is nu wel een einde aan gekomen. Het steekt de bewoners van de Vogelwijk dat mensen die niet uitzetbaar zijn uit Nederland zo lang op een locatie als deze moeten verblijven.’ De wijkvereniging eist van de gemeente dat uiterlijk 1 oktober dit jaar de bewoners van de kerk kunnen vertrekken naar een andere locatie. ‘Wij zijn van mening dat er rond die datum van overheidswege humane huisvesting moet worden aangebonden, op zodanige voorwaarden dat de kans op acceptatie door de bewoners aanzienlijk is. Immers, de keerzijde van het niet kunnen of willen uitzetten van deze vreemdelingen is dat je ze fatsoenlijk huisvest’. In de brief aan Van Aartsen beklemtoont de voorzitter dat het standpunt van de wijkvereniging ‘niet is gekoppeld aan enige vorm van grootschalig ondervonden overlast of enige populistische overweging of politieke opinie. Wij zijn na 1,5 jaar verblijf van deze groep mensen in een kerk zonder faciliteiten en zonder enig vooruitzicht op verbetering op basis van zuiver humanitaire overwegingen van mening dat er een einde aan deze situatie moet komen. Genoeg is genoeg’.
Door een verkeerde aanbesteding staat de komst van een nieuwe en verhoogde Hoornbrug in Rijswijk op losse schroeven. Het project, dat onderdeel uitmaakt van de herinrichting van de Haagweg, loopt sowieso vertraging op.
cember een aannemer is geselecteerd, waarna de werkzaamheden tien maanden zullen duren. Dat geeft enige overlast, maar de Haagweg blijft toegankelijk, ook als route voor eventuele koninklijke begrafenissen.
Door Klaas-Jan Droppert
Verzwaard De gemeente moet wel zo handelen, omdat Stadsgewest Haaglanden vanaf eind 2015 met nieuw materieel voor tramlijn 15 op de Haagweg rijdt. Maar daarmee komt de Hoornbrug in de knel. Nu de verhoging van de brug voorlopig niet mogelijk is, moet de gemeente onderzoeken of de huidige oeververbinding de nieuwe tramstellen kan dragen. Als dat niet het geval is, moet de Hoornbrug verzwaard worden. Dierdorp: "Ons uitgangspunt blijft een nieuwe en verhoogde Hoornbrug, zodat deze niet meer voor het scheepvaartverkeer open hoeft. Of dat voor of na de aanleg van de Rotterdamsebaan is, is nu nog onbekend". Dat hiermee het eerder vastgestelde plafondbedrag van 12,6 miljoen euro aan bouwkosten wordt overschreden, lijkt haast onvermijdelijk. Zeker omdat BAM al heeft berekend dat een brug voor dat geld onmogelijk is. Dus of de nieuwe Hoornbrug er komt is nog maar de vraag. Maar Dierdorp, die nog geen claims heeft ontvangen, wil niet op de zaken vooruitlopen. "Dat moet verder onderzoek uitwijzen. Er is door de rechter geen uitspraak gedaan over het plafond. In augustus maken we samen met de Provincie Zuid-Holland een keuze over het definitieve ontwerp van de Hoornbrug".
Een verkeersinfarct zal er in de regio niet ontstaan, verwacht de Rijswijkse wethouder Nicole Dierdorp (Financiën). "En we zijn ook niet van plan er één te creëren". Toch zou dat makkelijk kunnen nu er op het project herinrichting Haagweg, verbreding tramlijn 15 en verhoging Hoornbrug vertraging is ontstaan. De herinrichting van de Haagweg is namelijk afgestemd op de komst van de Rotterdamsebaan. Deze nieuwe toegangsweg voor Den Haag, die vanaf knooppunt Ypenburg tot aan de Centrumring loopt en een oplossing voor toekomstige mobiliteitsproblemen is, maakt het mogelijk om de Rijswijkseweg en Haagweg autoluw (van twee naar één rijstrook) te maken. De vertraging van minstens een halfjaar is ontstaan omdat de gemeente Rijswijk onjuist heeft gehandeld bij de Europese aanbesteding. Vanwege een foute afsluiting van het traject had Rijswijk het project niet aan Strabag/Van Gelder mogen gunnen. Hiervoor zijn eisers BAM en Van Hattem en Blankevoort door de Haagse rechtbank in het gelijk gesteld. Het gevolg is dat de gemeente haar strategie verandert. Het project wordt opgeknipt, zodat de Haagweg eerder aanbesteed kan worden. De verwachting is dat omstreeks de-
Haagweg richting Hoornbrug, nabij halte Hoornbrug. >Artist's Impression: Gemeente Rijswijk
advertentie
RecoRd
€30 m per gra d) ou g jn fi is (bas
Goudprijs! Verkoop het nu
ik wil uw goud
U ontvangt direct de hoogste contantprijs voor sieraden, heel of kapot, munten, goudbaren, tandengoud, zilver, guldens, rijksdaalders, bestek, broodmanden, diamant, briljant en horloges: Cartier, Rolex, Breitling, Omega enz.
potma Edelmetaal Papestraat 28 - 2513AW den Haag
25
Al jAAR een veRtRouWd AdRes Zoek u zilve w tel. 070-3636666 di. t/m za. 11.00 - 17.00 uur r! €500 www.potma-edelmetaal.nl per k ilo
10>interview Vilan
Een XP
Tot voor kort bezat ik hier een tevreden zoemend computerparkje. Recht voor mij aan tafel de grote laptop, het vaste meubel voor elke dag. Links een desktop met megascherm, gekocht in boosheid over plotseling uitfloepen van het vorige, dus bij thuiskomst paste het nèt. En dan heb ik nog een klein laptopje, voor werkzaamheden op locatie. Maar nu durf ik die desktop niet meer aan te zetten. Want het is een XP. Alle akelige berichten over hackers en virussen zijn min of meer verstomd. De aanbiedingen van computerwinkels om alles over te zetten, ook. De dreiging is gebleven, want ik durf de XP niet meer aan te zetten. Je weet niet wat er gebeurt. Dus voortdurend staat het ding nutteloos te zijn, in afwachting van de oplossing die alles weer in orde maakt. Die heb ik nog niet gevonden, tot mijn spijt. Windows XP is leuk. Ik ben eraan gewend. Al mijn software werkt daarmee vrolijk snorrend samen, wat Windows 8 (dat zit in de grote laptop) tot een nors afwijzend systeem maakt. Zo heb ik wel meer dat net als de XP in principe nuttig is. Mijn huis is een kerkhof van ongebruikte mogelijkheden. In mijn kast staan handboeken voor etiquette, die indien van buiten geleerd en toegepast, via mij een zegen zouden zijn voor een ieder die me ontmoet. Ook bezit ik zakjes nierdieet voor mijn kleine rode kater, die zó voedzaam zijn, dat hij er gegarandeerd van opknapt. Alleen, hij vindt ze vies. Toch bewaar ik ze. Wie weet, komt er ooit een dag dat hij ze wel wenst te eten. Dat is hoop. Optimisme. Mooie eigenschappen vind ik dat, dus ik cultiveer ze. Aan die emoties mogen eigenlijk geen grens zitten, behalve die van plaatsgebrek in een huis van slechts twee kamers. De schuur vermijd ik, wegens de nabijheid van een vervelende buurman. Hier binnen, in deze kleine bovenwoning, verwacht ik de betere tijden. Vindt u dat naïef? Hoor eens, wanneer ik het alleen zou moeten doen met de koude realiteit, heb ik binnen de korste keren een gezicht vol bittere lijnen. Alleen al uit ijdelheid wil ik een goed mens zijn. Dus daarom blijft dat bakbeest van die XP-computer hier de ruimte opslokken. Het ding staat als een monument in mijn huiskamer. Ooit zal er een oplossing arriveren, belooft dat monument, en dan kan die computer als XP’er weer aan de slag. Misschien morgen al. We moeten durven te rekenen op het beste.
Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 juni 2014
Ontwerpster Fabienne Chapot
‘Reizen, hard werken, iets neerzetten waarmee ik vrij en onafhankelijk mijn geld kon verdienen’
Van meet af aan wonnen de FAB-tassen met harten, sterren, roze voering en afneembare sleutelhangers de harten van dochters en moeders. Fabienne Chapot (33) uit Wassenaar begon in 2006 FAB, haar bedrijf in leren accessoires. Vanaf de start in onafgebroken opmars. Beginmodellen zijn intussen collector’s items. De grondlegger, ontwerper en enige eigenaar van het bloeiende bedrijf vertelt over haar concept, dat intussen twee fabrieken op volle toeren laat draaien voor een export naar twaalf landen.
Door Vera de Jonckheere Fabienne Chapot, dit jaar een van de ‘Next Women 100’ – de Financieele Dagblad-selectie van de succesvolste Nederlandse vrouwelijke ondernemers – is de Hollandse nuchterheid zelve gebleven. “What you see, is what you get”. In haar open, glazen kantoor in hartje Amsterdam heeft ze direct zicht op een kunstwerk aan de muur. Een groot kleurrijk hart speciaal voor haar gemaakt na een lang gesprek met de schilder. “Dat hart vormt de basis van FAB; het staat voor vrolijk en duidelijk en voor de positieve instelling waarmee ikzelf behept ben”. Zij bezocht in Wassenaar de christelijke basisschool aan de Herenweg, ‘lekker makkelijk om de hoek’ bij haar ouderlijk huis aan de Prinsenweg. “Aan die tijd bewaar ik niet veel herinneringen, mijn middelbareschooltijd op het Rijnlands Lyceum staat me daarentegen nog zeer helder voor de geest. Ik kreeg er een hecht groepje blijvende vriendinnen – over twee weken gaan we met ons allen weer een weekend naar Frankrijk”. Al op de middelbare school manifesteerde zich haar drang naar het hoogst haalbare. Ze startte op het gymnasium maar bij het in het ontvangst nemen van het rooster voor het derde jaar – met alle achtste uren Grieks en Latijn – raadpleegde ze haar ouders. “Ze
vonden het goed dat ik switchte naar atheneum om tijd te hebben voor hockey en mijn vriendinnen, met wie ik al vroeg de aantrekkelijkheid van vrije tijd en uitgaan had ontdekt”. Ze omschrijft zichzelf als een hardwerkende scholier, die ervoor zorgde alles te halen. Haar diploma behaalde ze ondanks haar zeer goed gevulde sociale leven binnen zes jaar. “Mijn moeder memoreerde laatst nog hoe ongelooflijk ze het vond dat ik, zodra zij thuis was, bij haar in de keuken mijn huiswerk kwam doen. Anderhalf uur, vol concentratie en toewijding. Mijn broer zat op zijn eigen kamer boven, maar ik zocht, en zoek, altijd gezelschap en gezelligheid. Áls ik alleen op een kamer zit, is dat vanwege het werk”. Ontwerpen was van jongsaf aan haar droom, ze was altijd aan het tekenen en zag haar eigen modeshows al voor zich. Toch besloot ze
‘Puur op gevoel besloot ik dingen te creëren waarvan ik zelf houd’
niet naar de Mr. Koetsierschool te gaan, de Amsterdamse modeacademie (nu: AMFI), maar koos wederom voor het intellectueel hoogst haalbare. “Communicatiewetenschappen aan de UvA. Ik ben een echt mensen-mens en een universitaire studie op je cv kan geen kwaad, dacht ik. Bovendien had ik gaandeweg ontdekt dat ik weliswaar creatief, maar niet handig en geduldig genoeg was om achter een naaimachine minutieus mijn eigen ontwerpen uit te werken”. Tijdens haar studie begon zich het ondernemersbloed dat door haar aderen stroomt steeds duidelijker te manifesteren. Haar moeder is een Struycken, van het grote Haagse, door Chapot’s grootvader opgerichte familiebedrijf in stoffering dat negen vestigingen in de regio had. Haar (uit Frankrijk afkomstige) vader werd er directeur en zette het bedrijf voort na het vertrek van zijn schoonvader. Moeder Chapot-Struycken heeft naam gemaakt met stijladviezen en huizeninrichting in Wassenaar. “Ook mijn broer is voor zijn meditatieonderwijs een eigen bedrijf gestart. Het ondernemen zit in mijn genen en is nog versterkt door opvoeding. Nature and nurture. Mijn ouders zijn in alle opzichten volledig gelijkwaardig, zij hebben het belang van onafhankelijkheid en zelfstandigheid goed op ons overgedragen”. Chapot’s partner, die zij vijf jaar
>Foto: Piet Gispen
geleden ‘in een kroeg op de gracht’ ontmoette, volgt in Duitsland een opleiding tot chirurg. “We zien elkaar in de weekends: quality time”. Door de week is voor werk en sport. Daarnaast vergeet ze niet zo nu en dan een dag uit te trekken voor haar vriendinnen. “Lekker kletsen en aan de wijn. Lange nachten uitgaan is er niet meer bij, maar voor een gepland feest of een uitstapje naar Ibiza trek ik graag tijd uit”. Onafhankelijk Na haar afstuderen trad ze in dienst bij een reclamebureau. Vrij snel had ze de indruk daar haar draai niet te zullen vinden, maar dat tekende zich des te duidelijker af toen zij met haar moeder de beloofde afstudeerreis maakte. “Brainstormend over mijn toekomst vertelde ik haar ertegen op te zien om na terugkeer weer van negen tot zes achter een bureau te moeten zitten. Ik voelde me beperkt, kon mijn ideeën niet kwijt, ik voelde de drang om iets échts te creëren. Mijn eigen handeltje. Reizen, hard werken, iets neerzetten waarmee ik vrij en onafhankelijk mijn geld kon verdienen. Kortom, ik realiseerde mij dat het niets voor mij is om werknemer te zijn bij een bedrijf van een ander”. In het wonderschone resort waar zij met haar moeder verbleef, was
11
interview<
Vrijdag 27 juni 2014 > Den Haag Centraal
‘Ik heb te veel ondernemingen op mannelijke ego’s zien stranden’. Ik dacht altijd: kijk naar mij, dan weet je het. Nu ligt het ook vast”. zij vervolgens niet meer achter haar laptop vandaan te krijgen. Koortsachtig werkte zij haar ideeën uit. “Ik kreeg waanzinnig veel energie van de gedachte aan het ondernemerschap alleen al en hakte ter plekke de knoop door. Iets waarmee ik overigens nooit moeite heb wanneer zich goede ideeën aandienen”. Een eigen kledinglijn viel af, omdat zij geen opleiding patroontekenen had gevolgd, maar mooie, herkenbare leren accessoires: riemen, tassen en portemonnees pasten wel volledig in haar straatje. Recapitulerend wat haar vanaf dat moment allemaal door het hoofd schoot, schetst zij spelenderwijs de signatuur en filosofie van het nu acht jaar bestaande FAB. In wezen haar eigen persoonlijkheid. “Puur op gevoel besloot ik dingen te creëren waarvan ik zelf houd. Functionele producten van goede kwaliteit. Vrouwelijk en mooi, maar wel stoer, niet tuttig. Herkenbaar door overal het hart – de basis van alles – terug te laten keren. Met een knipoog, niet al te serieus. Uiteindelijk gaat het om basics, dagelijkse dingen als tassen en portemonnees, dus een beetje gek mag best. Sterren, hartjes en een gezellige roze voering, want waarom in vredesnaam altijd dat saaie bruin, blauw of zwart?” Ze leende 40.000 euro van haar
moeder als startkapitaal en heeft sindsdien geen cent meer hoeven te lenen. Orders stroomden binnen nadat zij op beurzen had gestaan. “De eerste love purse, de tas met de opgestikte harten, haalde meteen de pers. Het doet me nog steeds veel plezier wanneer ik er iemand mee zie lopen”. De productiekosten in het Westen bleken echter te hoog voor haar prijsstelling. Aan de bewust gekozen eindprijs wenste zij wegens succes niet te tornen. “Tussen goedkoop mainstream en het duurdere segment van meer dan 400 euro, betaalbaar voor mijn vriendinnen en mijzelf – destijds allen rond de 25 en net aan het werk”. Chapot reisde naar Bali en richtte daar vanuit het niets een fabriek op voor de productie van haar ontwerpen. “Mijn Balinese partner, Ita, is van meet af aan mijn engel ter plekke. Algauw moest zij haar andere werk opzeggen om zich fulltime in te zetten voor FAB. We hebben nu een grote productie-eenheid waar louter mannen werken; het werk is best zwaar. Het is helemaal onze eigen fabriek, de mannen hebben er hun slaap-, eet- en gebedsruimten. Ita weet precies wat ze nodig hebben”. Chapot verzekert zich van het welzijn van de werknemers ter plaatse. “Ik weet voor 99,9% zeker dat de arbeidsomstandigheden goed
zijn”. In India vindt de FAB-productie plaats bij een grote fabriek. “Een daar wonende Nederlandse vrouw controleert de gang van zaken zes dagen per week”. Uitgebreid De franchisewinkel die in 2008 korte tijd aan de Haagse Frederikstraat was gevestigd, kwam misschien wat te vroeg. “Het was heel leuk om in Den Haag een plekje te hebben, maar het FAB-verhaal is nu een gefundeerd, volwassen concept”. Ze sluit een FAB-winkel in Den Haag niet uit. De zaken gaan goed. “We verkopen nu in twaalf landen rechtstreeks aan winkels of via een agent of distributeur. Duitsland is onze tweede grootste markt, gevolgd door Zweden, Frankrijk, Engeland, Japan en Zwitserland”. De Zuid-Europese markt durft FAB qua betalingspatroon niet aan. “Er is wel interesse getoond, maar van vooruitbetaling wil de mediterrane markt niet weten. Dan is de keuze snel gemaakt”. Drie jaar geleden is het assortiment uitgebreid met schoenen en laarzen. “Mijn collega Ellen heeft dat in Portugal opgezet en de juiste fabrikant gevonden. De uitbreiding is een goede zet gebleken, we werken nu aan een nieuwe lijn van leren jasjes, broeken, shorts en rokken”. De losse, vriendschappelijke atmos-
feer waarin ze het bedrijf startte, beleefde onlangs een zogeheten professionaliseringsslag. “Ik houd van een platte, lekker overzichtelijke organisatie, zonder hiërarchie. Maar naarmate het bedrijf groeide – intussen twaalf vaste medewerkers in dienst, één grafisch freelancer op kantoor en enkele parttimers in de FAB flagship store aan de 9 Straatjes – vroegen werknemers mij om duidelijkheid. Aan wie rapporteer ik? Is Sophie mijn leidinggevende of ben jij dat? Wat is het budget? Hoe zit het met overwerk, vakantiedagen? Oh, mijn god, dacht ik, natúúrlijk willen jullie dat weten.” Chapot zag in dat de tijd van nattevingerwerk voorbij was. Zij stond open voor de behoefte aan en noodzaak tot meer structuur. “Ik heb te veel ondernemingen op mannelijke ego’s zien stranden”. De coach die zij inschakelde had veel ervaring met grote organisaties en multinationale ondernemingen. Termen als in kaart brengen, targets, doelstellingen, budgettering, evaluatiegesprekken et cetera beleefden hun entree. De jonge ondernemer, die graag tot luisteren en leren bereid is, werd bijgebracht dat zij de motor en tevens de spin in het web is. Dat het goed is om het bedrijfs-DNA te omschrijven. “Mensen moeten weten en voelen wat FAB is, waarvoor het staat.
Team Over teambuilding hoefde de coach haar niet veel bij te brengen, het team is hecht en gaat goed met elkaar om. “Ik moedig initiatief aan en iedereen wordt gehoord. Als iemand een beter idee heeft, gaan we dát doen. Succesjes vieren we met elkaar, ik houd van delen. Een maand geleden hadden we een superleuk teamuitje. Na een stylingcursus lekker lunchen en vervolgens uit varen”. Zij heeft nog nooit een cent van de bank geleend, liquiditeitskrapte weet ze met schuiven en voorfinancieren binnen de perken te houden. “Het is een geweldige pre dat ik met het van mijn moeder geleende startkapitaal al snel winst genereerde. Indachtig het vrijheidsstreven en de behoefte aan onafhankelijkheid die de drive vormden voor mijn eigen bedrijf, ben ik er ontzettend blij mee geen banken of investeerders nodig te hebben. Dat zou alleen maar extra verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten met zich meebrengen. Ik houd van pas op de plaats, voorzichtig en geleidelijk investeren. Ben niet van plan ineens veel meer winkels te openen bijvoorbeeld”. In een onwillekeurige beweging omklemt zij haar grote FAB- portemonnee, een van haar eerste ontwerpen en persoonlijke favoriet.
Wat
Adressen & Informatie Van Lanschot Bankiers Harry Schoots Directeur Private Banking Den Haag & Wassenaar
[email protected] tel.: 070 361 16 52 fax: 070 361 16 73 mobiel: +31 [0]6 53 73 85 03 Lange Voorhout 30 - 32 2514 EE Den Haag
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
ScheerSanders advocaten ScheerSanders Advocaten Nassauplein 36 2585 ED 's-Gravenhage Tel: 070-3659933
[email protected] www.scheer.nl
Werkgeversservicepunt Den Haag Binckhorstlaan 119 2516 BA Den Haag 070 752 77 50
[email protected]
DPM|Groep leidt gedreven servicemedewerkers op voor musea
Gastheerschap tot ware kunst verheven... Al 15 jaar ontzorgt DPM | Groep culturele instellingen. De organisatie leidt beveiligings- en servicemedewerkers op die vervolgens aan het werk gaan in met name musea. Het betreffen hier veelal langdurig werklozen die door het WSP Den Haag geleverd worden. “Stuk voor stuk gemotiveerde mensen die dolgraag aan de slag willen”, aldus directeur Karin van Belle.“ De werkzaamheden kwamen in een stroomversnelling toen oprichter Henk Douna voor de Vermeertentoonstelling in het Mauritshuis beveiligers moest leveren. De enorme toestroom van bezoekers vergde goede medewerkers die de kunstwerken beschermden. “Wij wierven de kandidaten via de – toenmalige – Werkbij en leidden hen hier op tot beveiliger”, vertelt Karin. “Een samenwerking die tot op de dag van vandaag uitstekend verloopt, zij het nu in de vorm van WSP Den Haag. Door de ontwikkelingen in de culturele sector is de afgelopen tijd wel een en ander veranderd en de vraag naar servicemedewerkers is toegenomen. In tegenstelling tot beveiligers, die in feite als waakhond van het museum fungeren, nemen servicemedewerkers vooral de rol van gastheerschap op zich. Hospitality staat hierbij centraal, al moeten de servicemedewerkers natuurlijk ook hun ogen en oren goed open houden en in staat zijn eerste hulp te verlenen wanneer nodig.” Maatschappelijk betrokken Onlangs is DPM onlangs een speciaal opleidingstraject gestart voor
worden 50-plussers nog weleens vergeten terwijl hun kennis, kunde en levenservaring heel waardevol zijn. En dat is precies waarom wij gekozen hebben om juist deze doelgroep op te gaan leiden tot servicemedewerker.” In het voorjaar is DPM met de eerste groep van start gegaan. “Hiervoor hebben we het WSP Den Haag ingeschakeld. We waren op zoek naar enthousiaste 50-plussers die graag met mensen werken, servicegericht zijn en bereid nét dat beetje extra te doen. WSP Den Haag heeft dat perfect opgepakt en een selectie gemaakt van negen gedreven kandidaten. Iedereen die de opleiding goed heeft afgerond, is bovendien verzekerd van een baan.”
Karin van Belle (DPM Groep) Foto: Rob Schippers
50-plussers. “We zijn een maatschappelijk betrokken organisatie en willen graag mensen aan de slag helpen die wat verder van de arbeidsmarkt af
staan”, vervolgt Karin. “Iedereen is echter altijd met jongeren bezig, terwijl er veel ouderen thuis zitten die dolgraag aan de slag willen. Helaas
Gemotiveerd Een van die kandidaten is Fred Vermeulen. Nadat hij 44 jaar lang gewerkt heeft als onder meer kapper, verkoper op braderieën en pakketbezorger, zit hij sinds vorig jaar thuis. “Door de crisis had ik steeds minder te doen en in juli was het helemaal klaar”, zegt Fred. “Ik wilde graag weer aan het werk en toen het WSP me vroeg voor de opleiding tot servicemedewerker, twijfelde ik geen moment. Het voelde meteen goed. Ik ben gewend met klanten om te gaan en als servicemedewerker krijg je veel met mensen te maken. Het is ook een ontzettend leuke club en iedereen is enorm gemotiveerd.” De opleiding is bijna afgerond en de kandidaten zijn inmiddels helemaal klaar voor het echte werk bij een van de vele musea die Den Haag rijk is.
Goud uit de winterslaap?
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
Met de regelmaat van de klok organiseert onze bank, Van Lanschot, lezingen. Hierbij geven we onze visie op financiële of fiscale topics, economie en markten. Ook tijdens de donkerste crisisjaren gingen we hier gewoon mee verder. Sterker, voorál dan. Immers, communicatie en transparantie zijn met name belangrijk bij tegenwind. De vragenronde aan het eind van dergelijke lezingen, levert vaak een interessante blik op het sentiment bij beleggers. Zo kwamen er vanaf 2008 plots massaal vragen over goud. Tot die tijd was het edelmetaal gewoon één van de instrumenten voor spreiding in een portefeuille. Maar nooit kon het speciale aandacht wegkapen. Na de val van Lehman Brothers en tijdens de europerikelen veranderde dat echter. De crisis wekte goud uit zijn winterslaap. Daar waar je begin 2006 nauwelijks 500 USD voor een ounce betaalde, liep dat eind 2011 op tot net geen 1900 USD. Gedreven door paniek, dreven beleggers de goudprijs op. De prijs. Nogmaals, de prijs. Wat niet hetzelfde is als ‘de waarde’. In essentie heeft goud immers weinig waarde. Er zijn nauwelijks industriële toepassingen en de vraag wordt vooral gedreven door het sentiment van beleggers en liefhebbers van juwelen. Het aanbod van zijn kant is beperkt, wat een bepaalde bodem onder de prijs legt. Maar waar die bodem dan precies moet liggen, is een raadsel. Economisch gezien hangt de waarde
Harry Schoots, directeur private banking Van Lanschot Den Haag & Wassenaar. Foto: PR
van een actief normaal gesproken af van de kasstromen die het genereert. Het zijn namelijk die liquide middelen die we nodig hebben om ons brood bij de bakker te betalen. Goud levert (tussen-
tijds) nul komma nul bankbiljetten af. De prijs hangt zo goed als honderd procent af van het spel tussen vraag en aanbod. Voor wat de spreekwoordelijke gek ervoor wil betalen. Zonder enig objec-
tief of ‘becijferbaar’ referentiekader. Hiermee willen we niet gezegd hebben dat goud geen deel mag uitmaken van een gespreide portefeuille. Maar één en ander moet dan wel in de juiste context worden gezien. Het is een verzekeringspremie tegen irrationaliteit of paniek op andere markten. Niks minder en vooral niks meer. Hetzelfde geldt zowat voor een belegging in kunst. Het eerste schilderij dat kasstromen oplevert, moet nog gemaakt worden. Dat zal ook nooit gebeuren. Net als bij goud zijn het de schaarste en al dan niet tijdelijke, subjectieve voorkeuren die de markt drijven. Geen wonder dat de kunstmarkt per saldo aan even scherpe schommelingen als bijvoorbeeld aandelenbeurzen onderhevig is. Het enige verschil is dat aandelen elke seconde van de dag een quotering achter hun naam krijgen. Schommelingen zijn dus veel beter te volgen en voer voor headlines in kranten. Bij kunst zijn de krantenkoppen veel sporadischer. Er is nu eenmaal niet permanent en voor elk kunstwerk een marktwerking. Beleggen in kunst? Graag. Maar dan vooral voor het emotionele rendement. Worden we erdoor geraakt? Veelal kan het antwoord op die vraag alleen maar positief zijn als we gemoedsrust hebben over ons financieel plan en beleggingen die meer objectief becijferbaar zijn. En zelfs hier is objectiviteit een enigszins subjectief gegeven. Economie en markten zijn immers mensenwerk.
beweegt
Een cultuurswitch in de culturele sector Den Haag, een stad vol culturele instellingen. Het aanbod is zeer uiteenlopend op het gebied van onder andere kunst, muziek, mode en dans. Dat er gekort wordt op de culturele sector is niemand ontgaan. Culturele organisaties proberen op alle mogelijke manieren hun hoofd boven water te houden. Je zou de ontwikkelingen een cultuurswitch in de culturele sector kunnen noemen. Hannelore Hazebroek – Blom, senior manager bij EY, werkt al jaren voor deze sector en vertelt over de veranderingen in de cultuursector in Den Haag.
Els Alkemade, Advocaat ScheerSanders Advocaten
Echtscheiding en alimentatie; een cultuuromslag Hoewel een wet uit 1836 echtscheiding mogelijk maakte, was het een schande als men ging scheiden. Voor een echtscheiding golden zware eisen, zoals het plegen van overspel. De man verklaarde daarom vaak overspel gepleegd te hebben, ook al was dat niet waar. De man nam daarom de schuld op zich, omdat de vrouw meestal geen eigen inkomsten had, daardoor alimentatie nodig had die je alleen kon krijgen als je schuldloos gescheiden was. In 1971 kwam daar een einde aan toen het nieuwe echtscheidingsrecht werd ingevoerd, waarbij de enige grond voor echtscheiding de duurzame ontwrichting van het huwelijk werd. De alimentatieduur bleef in principe onbeperkt en soms was dat levenslang. In de praktijk waren het vrijwel altijd de vrouwen die alimentatie vroegen. De tweede feministische golf in met name de jaren 70 en 80 had tot gevolg dat steeds meer vrouwen en meisjes beter opgeleid werden, gingen werken, dat ook na hun huwelijk bleven doen waardoor de vanzelfsprekendheid van levenslange alimentatie verdween. Per 1 juli 1996 werd de wettelijke alimentatieduur 12 jaar. Na 1996 heeft de verandering van de samenleving zich in sneltreinvaart voortgezet. Waar het 50 jaar geleden nog een schande was om te “moeten” trouwen en opmerkelijk veel eerste kinderen zogenaamde 7-maands kindjes waren, wonen tegenwoordig de meeste stel-
len, als ze al trouwen, voor het huwelijk samen en is de komst van één of meer kinderen vaak geen aanleiding om alsnog in het huwelijksbootje te stappen. Als men niet getrouwd is of geregistreerd partner en de relatie loopt mis, is er geen recht op partneralimentatie. Ook als men wel getrouwd is, is er vaak geen sprake van partneralimentatie, omdat beide partijen in hun eigen levensonderhoud voorzien. Ook is het steeds vaker de vrouw die het hoogste inkomen heeft. Nu man en vrouw voor de wet gelijk zijn kan ook de man alimentatie vragen, maar het komt in de praktijk minder vaak voor. Een door de PVV ingediend wetsontwerp, waarbij werd voorgesteld om de alimentatieduur in alle gevallen te beperken tot 5 jaar is onlangs verworpen. In 2012 is bij de Tweede Kamer door VVD, PVDA en D66 een Initiatiefnota ingediend voor een wijziging van het alimentatiesysteem. Kern van het voorstel is dat, afhankelijk van de situatie, ofwel geen alimentatie verschuldigd is, ofwel korter dan thans, meestal beperkt tot 5 jaar met een absoluut maximum van 10 jaar. De grond voor alimentatie is niet langer de lotsverbondenheid, maar het verlies aan verdiencapaciteit. Gelet op het aantal zetels dat deze partijen in de Kamer innemen, lijkt er wel een breed draagvlak te zijn voor een wijziging, zij het misschien niet precies in de zin als thans voorgesteld. Is een verkorting van de alimentatieduur altijd rede-
lijk? Vaak zal dat zo zijn, maar vaak ook niet. Wat te denken van een situatie dat één van de ouders de zorg heeft voor een ernstig gehandicapt kind? Of de hoog opgeleide partner die op 25-jarige leeftijd zijn of haar echtgenoot als expat volgt naar het buitenland. Als na 20 jaar het huwelijk strandt, zit niemand te wachten op een 45-jarige die, weliswaar hoog opgeleid, geen enkele werkervaring heeft. Toch is de alimentatieduur dan maar 10 jaar, terwijl de expat echtgenoot een grote carrière heeft gemaakt en nog verder zal maken. Als we de geschiedenis bekijken van de echtscheiding en de alimentatie in Nederland is er zeker de laatste 50 jaar bepaald sprake van een cultuuromslag. Betekent dit dat, als men gaat scheiden, men geen juridische bijstand meer nodig heeft van een advocaat, die immers meer dan andere (juridische) dienstverleners bij uitstek deskundig is op dit gebied? Zeker niet, de regeling van een echtscheiding, in welke zin dan ook blijft maatwerk. Regelmatig word ik benaderd door (echt)paren die zeggen alles geregeld te hebben. Loop je de zaken dan met hen na, dan blijkt men vaak aan bepaalde dingen niet gedacht te hebben, fiscale voetangels niet onderkend te hebben etc. Het geeft dan altijd voldoening om mensen op een dusdanige wijze naar een definitieve regeling te leiden dat wel alles goed geregeld is, zonder dat dit de verstandhouding tussen de partners heeft aangetast.
Creatief ondernemerschap Veel culturele instellingen krijgen subsidie vanuit het Ministerie van OCW en/of de gemeente. Bij EY houdt een heel team zich bezig met het controleren van deze instellingen. Tot een paar jaar geleden stonden de cultuursubsidies niet ter discussie. Ze kregen voldoende middelen om hun culturele activiteiten te ontplooien rekening houdend met de vereisten van de subsidieverstrekker. Nu is de wind echter anders gaan waaien. “De subsidies zijn naar beneden bijgesteld, waardoor instellingen creatief moeten zijn in het aanboren van andere inkomstenbronnen. Er wordt een grotere mate van ondernemerschap verwacht. In enkele gevallen is dit niet gelukt waardoor zij hun deuren moesten sluiten, voor deze instellingen een desastreuse ontwikkeling. Positief is wel dat veel instellingen in de goede zin inventiever zijn geworden,” zo zegt Hannelore. Seminar voor culturele instellingen Hoe zit het nu precies met de wet- en regelgeving voor culturele instellingen? En bijvoorbeeld met bestuurdersaansprakelijkheid ? En wat betekent precies een ANBI-status voor culturele organisaties? Hannelore:
“We merken dat veel bestuurders uit de culturele sector zich niet bezig houden met zaken als uitzoeken hoe het precies zit met bestuurdersaansprakelijkheid en de vennootschapsbelastingplicht. Dit is dan ook de reden dat we in november voor het 5e jaar een seminar organiseren waarin dit soort onderwerpen aan bod komen. Doordat culturele instellingen zelf andere wegen vinden om geld binnen te halen, gelden daar ook weer andere regelingen voor. Het is belangrijk dat de instellingen hiervan goed op de hoogte zijn. Zowel voor de verplichtingen die hierbij komen kijken, als de voordelen die zij ermee kunnen behalen!” Tipje van de sluier Om alvast een tipje van de sluier op te lichten, legt Hannelore alvast een paar belangrijke regelingen uit: “Vennootschapsbelasting is een belasting over de winst van een onderneming. Culturele instellingen halen hun inkomsten, naast subsidies, voornamelijk uit giften, maar organiseren ook steeds vaker commerciële activiteiten om inkomsten te genereren. In dat geval is het dus mogelijk dat er vennootschapsbelasting moet worden betaald. Daarnaast staan wij ook stil bij de ANBI (Algemeen Nut Beogende Instellingen) status. De donateurs van ANBI’s kunnen de giften die zij doen aftrekken in de sfeer van de inkomstenbelasting. Hiermee stimuleert de overheid donateurs giften te doen. Juist ten aanzien van deze ANBI’s is recentelijk veel gewijzigd in de wetgeving. Op het seminar van EY zal eind november hierop nader worden ingegaan.” Culturele instellingen kunnen eind november gratis deelnemen aan het seminar. Vanaf begin oktober zal op de website van EY meer informatie komen te staan.
Hannelore Hazebroek, senior manager EY
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 juni 2014
Haagse classicus schrijft boek van Trojaanse oorlog tot Kolonelsregime
‘De Grieken en Turken zijn broedervolken’
R
Door Thijs Kramer
oland Louwerse, docent klassieke talen in Den Haag, heeft veel boeken geschreven, onderwijsboeken, aforismen en reisverhalen. Maar nu ligt er na vier jaar noeste arbeid een pil van 500 bladzijden. Het behandelt, in onderlinge samenhang, de Griekse en Turkse geschiedenis vanaf de bronstijd tot nu. Het is een verslag van talloze reizen door deze landen, een vakantiegids (voor gevorderden) en een historisch boek in één. Van de Trojaanse oorlog tot het Kolonelsbewind in Griekenland, van een beschrijving van het Topkapi paleis tot de huidige Turkse president Erdogan. Louwerse behandelt het allemaal in korte, vlot geschreven hoofdstukken. Louwerse: “Het is een geschiedenisboek waarin ikzelf soms als bijfiguur optreed. Voor mij vormt het boek ook de memoires van de afgelopen 25 jaar, een weerslag van mijn obsessie voor deze twee landen. Vanuit mijn achtergrond als classicus heb ik een vanzelfsprekende belangstelling voor Griekenland. Daar is de interesse voor Turkije later bijgekomen. Dat is gekomen door de Turkse leerlingen die ik in de klas kreeg in wat nu het Rijswijks Lyceum is. Als ik met hen sprak, merkte ik dat er heel veel overlap is tussen hun Turkse cultuur en wat ik al wist van de Griekse cultuur. Ik wist dat natuurlijk wel op intellectueel niveau, maar door deze leerlingen werd het heel expliciet”. Broedervolken Waar liggen de wortels van die verwantschap. Louwerse: “In de oudheid zijn de noord- en oostkust van Turkije intensief gekoloniseerd geweest door de Grieken. Die hebben daar hun sporen achtergelaten. In de Ottomaanse tijd was Griekenland een onderdeel van het Turkse rijk en hebben de Turken in Griekenland hun stempel gezet. Bovendien zijn er tijdens de vele oorlogen in de loop van de eeuwen grote groepen mensen heen en weer verplaatst. Zo is er een mengelmoes van volken ontstaan. De Grieken en Turken zijn broedervolken. De hedendaagse Turken willen overigens niets weten van die Griekse kolonisatie, 2500 jaar geleden. Op school wordt daar amper over gesproken. Ze vinden hun eigen geschiedenis pas interessant worden vanaf de komst van de Islam, zo in de zevende eeuw. Troje was zo´n 1300 voor Christus natuurlijk een Turkse stad, maar de opgravingen worden nauwelijks door Turken bezocht. Het voelt voor hen niet als een onderdeel van hun eigen historie. Ataturk, de grondlegger van de moderne Turkse Republiek, had er overigens wel belangstelling voor.
Roland Louwerse. > Foto: Eveline van Egdom
De Grieken hebben een haat-liefde verhouding met hun verleden. Ze zijn er wel trots op, maar ze voelen zich niet de echte nazaten van de oude Grieken, met de democratie van Athene, met de filosofen en de oorsprong van het wetenschappelijk denken. Als je nu in Griekenland komt, zie je daar ook weinig van terug. Er is geen ononderbroken lijn te trekken van dat oude Griekenland naar het huidige”. Unie Waarom zien wij zo weinig van die broederlijkheid tussen deze twee landen? De langdurige twist over Cyprus ligt ons nog vers in het geheugen. Louwerse: “In de beeldvorming bestaat de indruk dat Grieken en Turken elkaars bloed wel kunnen drinken. Onder meer vanwege die strijd om Cyprus. Bij de jongere generatie is echter niets te merken van enige animositeit. In de bestaande literatuur wordt naar mijn mening teveel nadruk gelegd op de verschillen. Met mijn boek heb ik juist de twee culturen in hun samenhang en verbondenheid willen beschrijven. Griekenland dat lid is van de Europese Unie, staat er momenteel slecht voor en doet het slecht in de beeldvorming. Turkije, geen lid van de Unie, doet het veel beter. In de WestEuropese media wordt er ook behoorlijk negatief over Turkije bericht. In de regio zelf bepaald niet. Turkije doet het economisch goed. En in het westen menen wij wel de islamisering van het land te zien, maar in Turkije wordt daar heel anders over gedacht. Men is echt niet van plan een soort tweede Iran te worden. Al is het maar omdat met in Turkije overwegend Soenitisch is en in Iran Sjiitisch. Dergelijke ‘nuances’ worden in het westen nog wel eens over het hoofd gezien”. En wat zijn de plannen nu? Louwerse: “ Ik heb ontzettend genoten van de studie die ik voor dit boek moest doen. De talloze reizen natuurlijk. En de geschiedenis leest vaak als een avonturenboek. Het is een ontzettend rijke en gevarieerde geschiedenis. Het was veel nachtwerk, omdat ik overdag gewoon voor de klas sta. Ook nu dit boek af is, ben ik van plan nog naar deze twee landen te reizen. Ik ben nog nooit in Macedonië geweest. Ook het uiterste oosten van Turkije staat nog op mijn lijstje. Een historische regio, met de Koerden en Armeniërs. Het boek is af, binnenkort mag ik een exemplaar aan de Griekse ambassadeur overhandigen. En vervolgend gaat het onderzoek gewoon door. Ik blijf met deze twee landen bezig. Ik ben nog even hongerig om er heen te gaan en erover te lezen”. Roland Louwerse: Griekenland en Turkije, Met een Turkse koffie op een Grieks terras. Uitgeverij MuliLibris. 24,95 euro.
jazz
‘A great day’ in Harlem, Den Haag en Rotterdam In 1958 maakte fotograaf Art Kane een historische foto op de trappen van een herenhuis op 126th street in New York. Kane’s foto voor het blad Esquire ging de geschiedenis in als ‘A Great Day in Harlem’en werd een Amerikaans jazz icoon. Bijna zestig van de jazzgroten van die dagen, jong en oud, opeengepakt met een paar straatjongetjes voor hun neus: Hawkins, Basie, Gillespie, Monk, Mingus, Rollins. Ze waren er alle-
maal. Sindsdien is die foto als poster te krijgen, met nummertjes en namen voor al die jazzsterren, er is een documentaire rond die foto gemaakt, met interviews met de musici. Voor de Haagsche Courant van 3 mei 1996 heb ik destijds geprobeerd zoiets op straat in ’t klein over te doen met de muzikanten van de toen groeiende organisatie Jazz en Wereldmuziek. Van de band Nueva Manteca tot en met zangeres Fleurine. Fotograaf
Theo Böhmers sleepte er op de Paviljoensgracht – waar het kantoor van de organisatie toen zat – een ladder voor aan, klom erop en klikte. In mijn tekst gaat het over zaken waar het nog altijd over gaat rondom de jazz: geen geld, subsidieperikelen, imcompetente beoordelaars, verdwijnende jazzpodia, en de pogingen van Ben van den Dungen en Jarmo Hoogendijk daaraan te ontkomen. Leuke herinnering, die gekke, rommelige straatfoto met zo’n twintig muzikanten. Maar ook pijnlijk, omdat er zo weinig is veranderd. Het kwam allemaal bij me terug toen ik las (in Jazz Flits, prima gratis digitaal jazzblad; www,jazzflits.nl) dat de Rotterdamse fotograaf Joop Reijngoud nu dat Amerikaanse oeridee heeft opgepikt en op 27 juni een groepsfoto wil realiseren met zoveel mogelijk Neder-
landse jazzmusici. Hij krijgt de titel ‘A Great Day in Rotterdam’ en wordt die ochtend gemaakt bij Verhalenhuis Belvédère op Katendrecht. Dat staat op de plek waar in de jaren dertig het ‘Negropalace Belvédère’ huisde, toen het n-woord nog gewoon gebruikt kon worden. In dat Katendrechtse ‘paleis’ traden in die dagen nieuwe talenten op als de Surinaamse musici Kid Dynamite (artiestennaam van Arthur Parisius) en Teddy Cotton (Theo Gustaaf Kantoor), ónze eerste zwarte sterren. Zeer toepasselijke plek dus. In Rotterdam pakken ze dat leuk aan (schrijf ik zuchtend) en ik hoop dat er ook Haagse jazzmusici op die foto komen. In de Regentenkamer hier (26 juni) de negende versie van het Tribute to Frans Elsen, door Ferdinand Povel (sax), Bob Wijnen (piano), Broer
Pronk (drums) en Alex Milo (bas) die de plek inneemt van de kortgeleden verscheiden Victor Kaihatu. Allen vrienden of leerlingen van wijlen Frans Elsen, de ‘godfather’ van de Haagse jazzscene. De dixieland en swingsessies in Murphy’s Law zijn blijkbaar een succes want op 27 juni is er weer een. Met ex-DSC en ex-Ted Eastonmuzikanten. Van Rob Agerbeek tot en met Frits Kaatee. In Strandtent De Fuut krijgt op zondag 29 juni pianist Stormvogel ‘de vrije hand’ en is op 6 juli de groep Azure (met onder anderen Rogier Schneemann, gitaar, David Barker drums) te horen. Rik Mol voegt zich bij hen op trompet. Een aanrader al moet je er een klein stukje Zuiderstrand voor doorsloffen. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 27 juni 2014 > Den Haag Centraal
Gezamenlijk werk van Cees van Rutten & Friends Door Tim Mathot
La Cruz & Helweg: 2 Cheveaux – 0PK. >Foto: PR.
‘Haags Talent’ in en rond Villa Maarheze Door Egbert van Faassen
De tuin rond Villa Maarheeze, een statig Wassenaars huis uit 1915, is symmetrisch en tegelijk heel gevarieerd. Schelpenpaden gaan schuil onder het gebladerte. Ruime traptreden leiden naar lagere of hogere veldjes. Plekken zijn omzoomd door fraai gemetselde, enigszins verweerde plinten. Een keramische wand sluit de tuin af aan de kant van het huis. Deze is ontworpen door W.C. Brouwer, die als representant van de voorgeschiedenis is opgenomen in de permanente opstelling van ‘De Stijl ’in het Gemeentemuseum. In het huis, door architect Jac. Brandes ontworpen voor een Indische repatriant en nu een kantoorvilla, was lange tijd het centrum van de ‘Inlichtingendienst Buitenland’. Drie jaar geleden was daar een beeldententoonstelling, door kunsthistorica Margitte Verwoerdt ingericht in samenwerking met de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. Nu heeft ze op verzoek van verzekeraars ZJHT, één van de gebruikers van de villa, een tentoonstelling gemaakt met drieëntwintig van de kunstenaars van wie werk is opgenomen in de Grote Haagse Kunstkalender. Wie de kalender heeft, weet dat het dan
om veelvormige kunst gaat. Toch komen de verschillende werken heel goed tot hun recht, omdat ze allemaal de ruimte hebben gekregen. Sterke contrasten werken juist goed, zoals de op twee achter elkaar liggende veldjes opgestelde beelden van Remko Koopman en Hans Eijkenboom, die beiden speciaal voor deze tentoonstelling iets nieuws hebben gemaakt. Koopman legde een gemeen rode, schijnbaar borrelende plas chemische viezigheid op het groene gras. Een zwart element, met een rubberen buis verbonden suggereert dat de ‘blob’ tot grotere proporties zal groeien. Daar achter staat een allervriendelijkst ‘vogelhotel’ van Hans Eijkboom. Dat is een kleurrijke verzameling dozen en buizen, die gastvrijheid bieden aan vogels en insecten. Het geheel heeft de vorm van een man. Of de natuur gedurende de korte tijd dat deze tentoonstelling duurt bezit van het beeld zal nemen, is de vraag, maar het is een vrolijk ding. Hergebruik Onbekommerd recyclen van materiaal is ook kenmerkend voor de constructie van de jonge kunstenares Laura Abbink. Ze vond in de kelder van het huis nog een oude stalen
Grafisch vormgever Cees van Rutten (1952) is gewend om collectief werk te maken. Veelal in samenwerking met de schilder Jos van den Berg, met wie hij een atelier deelt nabij station Hollands Spoor. Hierbij complementeert Van Rutten een doek van de schilder binnen een groter frame met een kunstig vormgegeven ‘reliëf’. Zo ontstaat een gezamenlijk kunstwerk. De fraaie resultaten moeten de graficus naar meer hebben doen smaken. Eind 2013 nodigde hij een dertigtal bevriende kunstenaars uit een werk aan te leveren, waarbij hij toestemming vroeg het werk aan te vullen met een bijpassend reliëf. Die ‘nieuwe’ werken zijn sinds zondag tentoongesteld in galerie Het Cleyne Huys aan het Noordeinde. Galeriehoudster Ellen Cleijndert mag tevreden zijn. De expositie ‘2gether’ toont weliswaar zeer divers werk, maar het geheel wordt moeiteloos bijeengehouden door de integere aanvullingen van Van Rutten. Het resultaat is een evenwichtige tentoonstelling die een bezoek meer dan waard is. De reliëfs van Cees van Rutten bestaan vaak uit hout, papier of karton, maar ook materialen als kunststof en brons worden gebruikt. In het werk ‘Swedish Landscape’ dat hij met Jos van den Berg maakte, is heel toepasselijk voor hout gekozen. De schilder leverde een witgeschilderd vlak op een zwarte achtergrond aan, waaronder Van Rutten zijn contrasterende reliëf, dat dezelfde af-
metingen meekreeg, toevoegde. Een reliëf bestaande uit talloze gekleurde stokjes van gelijke lengte, verdeeld over een tiental kolommen. De kleuren en het materiaal doen denken aan de gekleurde Zweedse huizen. Tegelijkertijd roept het associaties met berkenstammen op, in eerste instantie waarschijnlijk getriggerd door de titel en het gebruikte materiaal. Daarnaast vermoedelijk door het zwart-wit in het bovenste vlak en het ritmische patroon in het onderste vlak, dat doet denken aan de verspringende patronen op berkenstammen. Wat de aanvullende reliëfs van Van Rutten kenmerkt, is een vakkundige precisie, gepaard aan een creatieve benadering die de afzonderlijke kunstwerken méér dan recht doet. Ze contrasteren in textuur of kleurgebruik of vullen die juist aan, zodat je inderdaad kunt spreken van nieuwe kunstwerken. Met elk van de werken is hij een interessante dialoog aangegaan. Je vraagt je af waar Cees van Rutten de tijd vandaan haalde. Naast de dertig complementerende werken maakte hij een film van het ontstaansproces van elk van die werken, en ook de bijbehorende catalogus is van zijn hand. En dat alles binnen een halfjaar. De deelnemende exposanten en ook Van Rutten zelf mogen tevreden zijn. En wat een sympathiek idee om collega's uit te nodigen tot het maken van een collectief werk. Voor meer info: www.hetcleynehuys.nl www.ceesvanrutten.nl
sluiting van een deur, die hier als één van de lijnen in haar ruimtelijke tekening werkt. Voorbijgaand aan andere deelnemers, die allen hun eigen kwaliteiten hebben, zoals Judith de Haas, die schimmige figuurtjes in de bomen hing waar je zo aan voorbij loopt wanneer je niet oplet, noem ik nog enkele kunstenaars die zich al of niet direct tot de architectuur verhouden. Guido van der Linden dacht aan het verleden van de villa als ‘spionnennest’ Het ovale zolderraam – als ‘alziend oog’ – bracht hem ertoe een zelfde in tweeën te delen. Elk deel kreeg een dak van leisteen en ze zijn ten opzichte van elkaar beweegbaar. Jean van Wijk bracht in het atelier gemaakte werken mee voor een grote presentatie van zijn ruimtelijke studies, waar gebouwde ruimtes aan ten grondslag liggen. Op de vloer ligt een soort opening naar de kelder. De bijdrage van interieurarchitect Karel Bodegom is dan weer heel praktisch: een strakke haard van roestvast en corten-staal, met guirlandes van bloemen. Daadwerkelijk gebruikt tijdens de opening. ‘Haags Talent’. Villa Maarheeze, Rijksstraatweg 675, Wassenaar. Geopend tijdens kantooruren en op zondagen van 13 tot 17 uur, tot en met 13 juli.
Nieuwe Haagse kunstprijs voor jonge creatieven Door Annerieke Simeone
Drie veelbelovende talenten op het gebied van schilder-, toneel- en danskunst krijgen 28 november voor de eerste keer de Piket Kunstprijzen uitgereikt. Met dit nieuwe, jaarlijks terugkerende initiatief wil de ‘Stichting mr. F.H. Piket’ creatieven niet ouder dan dertig jaar belonen die in Den
Haag een opvallende, positieve bijdrage leveren aan het stedelijke kunstklimaat. De winnaars ontvangen elk 8.000 euro en een sculptuur van Vittorio Roerade. Ook deelt de jury de Piket Ereprijs uit aan een jong talent. Daar is geen geldsom aan verbonden. Frederik Hendrik Piket (1927-2011), advocaat procureur en lid van de Eerste Kamer voor het CHU (later CDA),
was een groot liefhebber van de kunsten. Hij bouwde een grote, gevariëerde verzameling beeldende kunst op en droeg ook de podiumkunsten een warm hart toe. Na zijn overlijden werd de kunstcollectie van de heer Piket ondergebracht in een stichting die ten doel heeft om het artistieke klimaat in Den Haag te bevorderen en te ondersteunen.
Swedish Landscape 63,5 x 126 cm (2014) - Cees van Rutten en Jos van den Berg
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 juni 2014
Elke foto vertelt een verhaal
Honderd jaar fotografie in het Gemeentemuseum Door Tim Mathot
Je steekt nog eens wat op van een tentoonstelling. Nooit geweten dat coulrofobie de angst voor clowns aanduidt. Herkenbaar is het zeker. Veel mensen schijnen een zekere afkeer van clowns te hebben. Het zal iets te maken hebben met de onherkenbaarheid van de persoon achter het geschminkte gezicht. Erwin Olaf wijdde er een serie aan in zijn ‘Paradise Portraits’ uit 2001. De clowns worden afgewisseld door opgemaakte, vrouwelijke modellen. Daarmee komt het dagelijkse gebruik van make-up toch in een heel ander licht te staan. De portretten zijn onderdeel van de tentoonstelling ‘Fotoverhalen’ in het Gemeentemuseum Den Haag. Onder het mom dat elke foto een verhaal vertelt, stelde het museum een expositie samen uit meer dan tweehonderdvijftig foto’s uit de eigen collectie. Het levert een fraai beeld op van de fotografiekunst van de afgelopen honderd jaar. Het museum heeft er werk van gemaakt. Er is veel te zien op de tentoonstelling. Te veel om op te noemen. Werk van hedendaagse kunstenaars wordt afgewisseld met dat van Marcel Broodthaers en Jan Dibbets uit de jaren zeventig. Maar ook te zien zijn twee foto’s uit 1895 van de schilder Breitner, die vaak werkte naar foto’s van zijn modellen. Het is daarom een verstandige keuze geweest om de foto’s niet chronologisch tentoon te stellen, maar aan de hand van drie genres: portret, stilleven en (stedelijk) landschap. Dat houdt het geheel wel zo overzichte-
lijk. De portretten zijn daarin overigens in de meerderheid. Twee daarvan zijn van de hand van Rineke Dijkstra. Op het ene portret is een flink gehavende Vila Franca de Xira te zien, de beroemde matador die poseerde direct na afloop van een stierengevecht. Op het andere schittert een zelfbewuste Isabelle Huppert. De Franse actrice mag dan op leeftijd zijn, het portret toont een ongenaakbare dame met wie je liever geen ruzie hebt.
Metropool Het zal niet verbazen dat ‘de grote stad’ vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw een geliefd onderwerp wordt voor fotografen. Een mooi voorbeeld daarvan is de collage ‘Grossstadt’ (1920) van Paul Citroen. Het werk toont een denkbeeldige metropool, bestaande uit een onafzienbare verzameling van woon- en kantoorblokken. Daarmee vatte hij het moderne levensgevoel in de ‘concrete jungle’ krachtig samen. In het verlengde hiervan ligt het werk ‘Netropolis’ (2006) van fotograaf Michael Najjar. De essentie van de huidige moderne stad is in zijn ogen het enorme netwerk van telecommunicatieverbindingen, dat ervoor zorgt dat een stad kan functioneren. Die essentie verbeeldde Najjar door een ‘collage’ te maken van een aantal metropolen, waaronder Peking, Berlijn, Dubai, Hongkong, Londen en Tokio. De foto’s van deze steden schoof hij digitaal over elkaar, zodat één foto ontstond die de hedendaagse metropool symboliseert. Ook de Tweede Wereldoorlog komt aan bod op de expositie. De Haagse
fotograaf Menno Huizinga maakte zo’n 750 opnamen die een uniek beeld geven van het dagelijks leven tijdens de Duitse bezetting. In de strenge winter van ’44-’45 was brandhout schaars en er vond dan ook op grote schaal ‘houtroof’ plaats. Zelfs trambanen werden opengebroken omwille van de houten tramrail-
Op het portret is een flink gehavende Vila Franca de Xira te zien, die poseerde direct na afloop van een stierengevecht
blokjes. De vier tentoongestelde foto’s van Huizinga hebben niet die houtroof tot onderwerp, al hebben ze alles met roof te maken. De serie laat een vrouw zien die uit het oorlogspuin een lading hout heeft weten te verzamelen, maar die daar vervolgens door een man van wordt beroofd. Zoals gezegd is er veel te zien op de expositie. Erg veel, maar dat zal voor de liefhebber nauwelijks een bezwaar zijn. De tentoonstelling geeft een aardige indruk van wat de fotografie in de afgelopen honderd jaar aan moois heeft voortgebracht.
Renée, uit de fotoserie ‘Paradise Portraits’ (2001) > Foto: Erwin Olaf
Papier Biënnale in Museum Rijswijk
Eenmalige kans om vernieuwend te zijn Eén keer en dan nooit meer. Dat is het lot van de kunstenaars die op de internationaal vermaarde Papier Biënnale exposeren. Hun werk is tot 26 oktober in Museum Rijswijk te zien. Door Klaas-Jan Droppert
Museum Rijswijk heeft wateroverlast. Niet letterlijk, wel figuurlijk want het pronkstuk van de Papier Biënnale is een papieren waterval van de Amerikaanse kunstenaars Wade Kavanaugh en Stephan B. Nguyen. “Maar noem het geen waterval”, zegt Nguyen, die 3,5 kilometer papier voor het kunstwerk nodig had. “Mensen moeten zelf hun interpretatie eraan geven. Het enige wat ik kan zeggen, is dat het gebaseerd is op een karakteristiek Hollands landschap van water en dijken. De twee New Yorkers behoren tot de 25 kunstenaars uit de hele wereld die de komende maanden hun werk in Rijswijk exposeren. De Papier Biënnale wordt voor de tiende keer gehouden. Sinds 1994 exposeren internationale en vaderlandse kunstenaars die papier als basismateriaal hebben, om de twee jaar hun werk. In de tussenliggende jaren houdt Museum Rijswijk de Textiel Biënnale. “De tiende keer pakken we iets groter uit”, zegt
De Amerikaanse kunstenaars Wade Kavanaugh en Stephen Nguyen terwijl ze bezig zijn met de opbouw van hun installatie van papier voor de Papier Biennale Rijswijk 2014 > Foto: PR
Anne Kloosterboer, conservator van Museum Rijswijk. De kunsthistorica is de spil van de tentoonstelling. Al
ruim van tevoren zorgt ze voor publiciteit in internationale vakbladen, waarna de cd’s van het werk van de
kunstenaars binnenstromen. Samen met een jury selecteert ze welke kunstenaars een uitnodiging
krijgen. “Een belangrijk criterium is vernieuwing. Het moet anders zijn. Moderne, hedendaagse kunst, waarbij bijvoorbeeld ook computerontwerpen en fabriekspapier hun intrede hebben gedaan. Daarom kunnen kunstenaars maar één keer aan de Papier Biënnale meedoen. Daarna is hun kunst niet vernieuwend meer”. Europa had in het verleden meerdere papierexposities, maar daarvan zijn er nog weinig over. “Alleen in Zwitserland is er nog een tertiënnale. Omdat wij als enige zijn overgebleven, is onze bekendheid inmiddels groot. Uit heel Europa, maar ook uit Japan en de Verenigde Staten, komen mensen om deze expositie te bezoeken. Wij hopen meer dan 12.000 bezoekers te trekken.” Voor kunstliefhebbers een kans van nu of nooit, want niet alleen krijgen kunstenaars geen nieuwe uitnodiging, ook zullen veel kunstwerken na de expositie niet meer bestaan. Ze worden gerecycled. In oktober zijn foto’s alles wat overblijft van wat enkele maanden ervoor nog als vernieuwende kunst werd gezien. Papier Biënnale, Museum Rijswijk, Herenstraat 67 in Rijswijk. Openingstijden dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00 uur.
17
sport<
Vrijdag 27 juni 2014 > Den Haag Centraal
Huldiging hockeyploegen op Hofvijver
‘Wat is voetbal vergeleken met hockey een saaie sport’ Omdat Den Haag er geen genoeg van kon krijgen, was vorige week donderdag de huldiging van de hockeyers op de Hofvijver. De spelers van zowel het Nederlands herenteam als het damesteam kregen de sportpenning. Naomi van As ontving zelfs de stadspenning.
Hans
Komen en gaan
Door Klaas-Jan Droppert
Het beeld van twee weken WK Hockey in Den Haag werd op deze donderdagavond moeiteloos doorgetrokken. Na de uitpuilende tribunes in het Kyocera Stadion – in totaal trok het evenement 289.000 bezoekers – was ook deze keer de publieke belangstelling groot. De stad leeft nog in een roes na het succesvol verlopen toernooi en laat de kans niet lopen om dat gevoel nog even vast te houden. Toen Amsterdam de beide teams in het zonnetje wilde zetten, was Den Haag er als de kippen bij om die huldiging over te nemen. De Koninklijke Nederlandse Hockey Bond blies de feestelijkheden in de hoofdstad af, omdat ze het meer gepast vond om dit in het epicentrum van twee weken pure hockeypromotie te doen. Burgemeester Van Aartsen huldigde zowel de hockeyheren (zilver) als de hockeydames (wereldkampioen) met de sportpenning van de stad. Een onderscheiding die voor ‘Haagse’ hockeycoaches Paul van Ass en Max Caldas extra betekenis heeft. Van Aartsen: “De stad en de wereld hebben enorm van jullie genoten. Jullie hebben een push aan het hockey in Den Haag gegeven. Voetbal kan nog veel leren van hockey. En… wat is voetbal vergeleken met hockey toch een saaie sport”.
Burgemeester Van Aartsen bij de huldiging van de hockeyteams.>Foto: Valerie Kuypers
Naomi van As, die al in het bezit was van de sportpenning, kreeg van haar eigen stad een stadspenning. Haar teamgenote Eva de Goede besefte nog niet helemaal wat er de afgelopen weken is gebeurd. “Het moet nog een beetje indalen, maar het was echt heel bijzonder. Ik heb al een aantal grote toernooien meegemaakt, maar dit staat boven aan het lijstje. Vijftienduizend toeschouwers, het enthousiasme van de fans, de organisatie, dit was veel mooier dan de Olympische Spelen in Londen”. Twee weken lang heeft de allroundster zich op het doel, de wereldtitel, gefocust. Van de stad heeft De Goede weinig gezien. “Maar dat ga ik nog een keertje goedmaken, zeker omdat ik het een eer vind om als niet-Haagse de sportpenning te krijgen. En een vol-
gend toernooi in Den Haag zou mooi zijn. Waarom niet? Den Haag heeft bewezen dat ze het kan organiseren. Het is alleen jammer dat in de toekomst de WK’s van heren en dames gescheiden zijn. Een gemiste kans, want zo mooi als dit wordt het dan niet meer”. Garen spinnen Intussen spinnen de sport en de stad garen bij het WK. “Zo’n 95 procent van de hotelbedden was bezet, miljoenen mensen hebben Den Haag op televisie gezien en ik ken hockeyclubs die er ineens zeventig aanmeldingen hebben bij gekregen”, zegt Karsten Klein, nu nog wethouder van sport, die de beide teams uitnodigde om volgend jaar als vips het WK Beachvolleybal in Scheveningen bij te wonen. Maar hockeyclubs zitten qua ledental
en capaciteit tegen het plafond en schreeuwen om uitbreiding. “Daar gaan we ook voor zorgen. Het college heeft geld vrijgemaakt voor zestien nieuwe hockeyvelden. Die leggen we neer op plekken waar ze nodig zijn. En misschien ontstaan er wel nieuwe hockeyclubs, waardoor de sport in Den Haag ook kan groeien”. Maar dat zijn zaken voor morgen. Het heden is een groot hockeyfeest met het afsluitende ‘We are the champions’. Daar waar de dames luid meezongen, hielden de heren, met de 6-1 nederlaag tegen Australië in de finale nog in het achterhoofd, de kaken op elkaar. Een subtiel signaal dat de roes in realiteit omzette. Het WK Hockey in Den Haag is weliswaar iets om als stad trots op te zijn, maar het was ook net niet helemaal perfect.
‘Over twee of drie jaar weer voor de titel’
HCC zet in op verjonging buitenlandse spelers. Het is goed voor de club, want je zag bij HCC vanwege te veel importspelers de laatste tijd de publieke belangstelling afnemen. Ook is het uitstekend voor het Nederlands cricket in het algemeen dat de jeugd steeds meer kansen krijgt.”
De cricketers van HCC staan sinds afgelopen weekend onderaan. Toch is er op De Diepput geen paniek, omdat HCC een team in transitie is. “Je staat snel in de middenmoot als je een aantal keren wint”. Door Klaas-Jan Droppert
HCC incasseerde afgelopen weekend in de dubbele confrontatie met stadgenoot Quick twee duidelijke nederlagen. Daardoor staat de ploeg helemaal onderaan. Maar van paniek is geen sprake. “We zijn pas halverwege en het verschil in de topklasse is niet zo groot”, zegt captain Tom de Grooth. “Dosti en Quick steken er misschien bovenuit maar de rest is van gelijk niveau. Dat maakt deze competitie ook heel aantrekkelijk. Je staat snel in de middenmoot als je een aantal keren wint. Zolang we niet van VOC en Excelsior’20 verliezen, is er niets aan de hand”. Dat de ervaren De Grooth (35) zo kalm blijft, komt omdat HCC sinds vorig jaar een nieuwe koers vaart. Het is een team in transitie en de voltooiing daarvan vraagt tijd. “Over twee of drie jaar doen we weer mee om de titel”, denkt De Grooth. “We zijn sinds vorig seizoen begonnen met jeugd in te passen. Jongens van 16 en 18 jaar die over drie jaar meer ervaring hebben. Voor de jeugdige spe-
HCC-captain Tom de Groot: "De jeugd komt eraan maar het duurt nog een tijdje voordat ik echt ga afbouwen".>Foto: Bert Tielemans
lers zou degradatie trouwens niet eens zo heel erg zijn, maar voor een club met zo’n grote historie is het wel een ramp. De vraag is ook of die jonge jongens HCC het jaar erna terug naar het hoogste niveau kunnen brengen”. Dat de jeugd als troef wordt uitgespeeld, vindt de routinier een goede ontwikkeling. “Door je meer op eigen jeugd te richten, ben je minder afhankelijk van
Continuïteit HCC heeft met Ruben Hattingh (ZuidAfrika) en Fawad Ahmed (Pakistan) nog wel twee buitenlanders, maar hun rol is anders dan van hun voorgangers. “Zij zijn veel meer spelers en assisteren mij als speler-coach. Voorheen was het zo dat de buitenlanders de speler-coaches waren. Maar voor de continuïteit op de club is dat niet goed. Zij gaan na een paar maanden terug naar huis, terwijl als je Nederlandse coaches aanstelt, zij het hele jaar door op de club cricket kunnen geven. Je ziet die ontwikkeling bij heel veel clubs zoals bij Excelsior’20 met Daan van Bunge en VCC met Tim de Leede. Ik weet alleen niet of het beleid is of dat het uit nood geboren is omdat de financiën er niet zijn”. Daarnaast kunnen Nederlandse cricketers inmiddels het stokje van de buitenlanders wel overnemen. Dat geldt ook voor voormalig international De Grooth. In 2009 speelde hij met 49 punten op dertig ballen een belangrijke rol tijdens de winst op grootmacht Enge-
land tijdens het WKTwenty20. Nog altijd één van de meest sensationele wedstrijden van Oranje ooit. “Buitenlanders werden altijd gehaald vanwege hun kennis over het spel. Maar de laatste tien jaar hebben Nederlanders veel ervaring opgedaan. Ze hebben WK’s gespeeld, zijn in de Australische of Engelse competitie actief geweest en dus op het hoogste niveau kennis opgedaan. De tijden zijn veranderd”. Omschakelen De Grooth traint nu de jeugd vanaf onder 12 jaar en het eerste team. “Zeven dagen in de week vanaf 16.00 uur geef ik training. Dat was wel even omschakelen. Normaal ben je speler, nu moet je anders denken. Je krijgt steeds meer verantwoordelijkheid. Maar het is ook weer niet compleet nieuw. Ik gaf altijd al training en die jonge jongens die nu in het eerste team zitten, heb ik als jeugdspeler al getraind. Voor hen is de situatie dus ook niet nieuw”. Maar trainer of niet, De Grooth denkt er nog niet aan om zijn bat in de kast te laten staan. “Nee, ik ga nog zo lang mogelijk door, want ik vind het spel nog veel te leuk. We hebben een jonge ploeg met slechts vier spelers ouder dan 28 jaar. De jeugd komt eraan, zal op termijn mijn plekje overnemen, maar het duurt nog een tijdje voordat ik echt ga afbouwen”.
Het heeft even geduurd, maar ook in Den Haag is er een coalitieakkoord. De voor mij belangrijkste verschuiving vindt plaats in de portefeuille Sport. Karsten Klein wordt hierin opgevolgd door Rabin Baldewsingh, die hiervoor de scepter zwaaide over Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie. Alvorens hierover mijn mening te geven, wil ik graag terugblikken op het sportwethouderschap van Klein. Bij zijn aantreden in 2010 was hij met 33 jaar de jongste wethouder van Den Haag. Vanaf de eerste dag liet hij zijn liefde voor, en interesse in, de Haagse sportwereld merken. Er was hem niet snel iets te gek, om de sporters, sportclubs en evenementen van onze stad te promoten. Klein leek welhaast overal tegelijk en boekte ook resultaat. Onder zijn leiding – sommige zaken hiervan waren al in gang gezet door zijn voorganger Sander Dekker – werd de jaarlijkse World Tour Beach Volleybal opgeschaald naar Grand Slam; dit jaar zelfs één van de twee hoogst gedoteerde toernooien in het circuit. Het WK Hockey dat net afgelopen is, bracht hij naar Den Haag en volgend jaar doen zowel het WK Beach Volleybal als de Volvo Ocean Race, Scheveningen aan. Maar er is meer. Klein was de grote drijvende kracht van de Buurthuizen van de Toekomst. Daarbij kan een sportkantine op de momenten dat er niet wordt getraind of gesport, gebruikt worden door een bewonersorganisatie, voor een ouderenactiviteit of de kinderopvang. Een concept dat geweldige cohesie in buurten teweegbrengt. De sportliefhebber zal Klein, die laatst nog meeging op een nachtelijke zeiltocht naar Engeland, missen. Baldewsingh neemt het stokje over en hij heeft zich ook al een betrokken wethouder getoond. Toch trok ik een wenkbrauw op toen hij woensdag 18 juni om 00.16 uur het volgende bericht via Twitter op Facebook plaatste: “En nu aan het werk voor meer banen, betere armoedevoorzieningen, goede zorg, betaalbare woningen, sterke wijkaanpak en geld voor stadsdelen”. Het leek er op dat sport geen deel uitmaakt van zijn portefeuille, of in elk geval niet bij zijn prioriteiten hoort. Nou ken ik deze wethouder al een tijdje en begrijp dat dit een uitglijertje is. Hij zal het ongetwijfeld goed gaan doen. Klein wordt wethouder van ondermeer Stedelijke Economie. Hij koos voor een mooie overgang in de portefeuilles, door op de slotdag van het WK Hockey te vertellen dat dit geweldige evenement de gemeente 6,8 miljoen euro heeft gekost, maar ook 9 miljoen opbracht. Karsten bedankt, Rabin succes! Hans Willink
18>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 juni 2014
Nieuweling Stephen Henson probeert AdoLakers naar een betere positie dan vorig jaar te brengen. >Foto: Haagsetopsport.nl/Patrick Dolkens
AdoLakers en de ondraaglijke zwaarheid van het hoofdklassebestaan
‘We blijven zeker bij de laatste plek vandaan’ Stoppen of doorgaan met tophonkbal? De vraag was in Den Haag al vaker gesteld, maar nog nooit zo dringend als aan de vooravond van dit seizoen. Na een op het nippertje geslaagde reddingspoging begonnen de AdoLakers aan de competitie in de hoofdklasse. En gloort er inmiddels weer een beetje hoop.
G
Door Martin van Zaanen
“
ut gut, wat een drukte”, klonk het met een Rotterdamse ‘r’ waar Nel Kooiman uit ‘Toen Was Geluk Heel Gewoon’ jaloers op zou zijn. “Zo druk was het bij een eerste oefenwedstrijd nog nooit”, zei de mevrouw die in het clubhuis achter de bar van de Orioles in Bergschenhoek stond. “Het zal het mooie weer zijn”, antwoordde de man die net een tosti had besteld. “Weet je nog een jaar geleden? Speelden we de eerste oefenwedstrijd tegen de Brasschaat Braves. Moesten we in de zesde inning sneeuw ruimen!” Maar dat was vorig seizoen. Nu was bij de eerste oefenwedstrijd van 2014 de warmste 8 maart ooit gemeten. Terwijl hij op zijn tosti wachtte, liet de man zijn blik glijden langs de puntvanen boven de bar van Major League Baseball-clubs als Pittsburgh Pirates en San Francisco Giants. Aan de muur hing een zitkussentje uit Oriole Park van de Baltimore Orioles. Terwijl de mevrouw met de Rotterdamse ‘r’ waar Nel Kooiman uit ‘Toen Was Geluk Heel Gewoon’ jaloers op zou zijn, aan een andere bezoeker de voordelen van een mexicano (‘iets duurder, maar wel groter’) ten opzichte van een frikadel uitlegde, keek de op zijn tosti wachtende man naar buiten. Vlak voordat de eerste bal werd gegooid, zei hij: “Let’s play ball”. En daarna: “Blij dat we weer begonnen zijn”.
Dat gold die zaterdag ook voor de bezoekers, de AdoLakers. De Hagenaars hadden ten opzichte van vorig seizoen wat goed te maken. Nu is dat voor hen bijna ieder jaar zo, maar 2013 was wel erg bedroevend – pas in de laatste inning van de laatste wedstrijd wisten ze het hoofdklasseschap veilig te stellen. Wat dat betreft was het voor de Lakers goed dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst bieden. De uit 1948 stammende vereniging speelt sinds 2012 onder de huidige naam in de hoofdklasse en bivakkeert daarin meestal in de onderste regionen. Hoogtepunt: de landstitel in 1992 en de Europa Cup 1 het jaar erop. Omdat de eerste trainingen samenvallen met het begin van de lente, knalt bij honkbal, nog meer dan andere sporten, de voorbereiding zowat van het optimisme uit elkaar. En met een 9-2 zege schoten ze voortvarend uit de startblokken. Dat alle spelers speeltijd kregen, iedereen drie slagbeurten mocht en er constant werd gewisseld, vermelden we maar niet. Net als dat de AdoLakers de volgende dag, thuis tegen dezelfde tegenstander, alweer met 12-5 verloren. Want hoop doet leven en daarbij mag je jezelf best een beetje voor de gek houden. Er waren onder meer een nieuwe trainer (oud-speler Eugene Henson, afgelopen seizoenen jeugdcoach bij de Tsunami Baseball Academy) en nieuwe spelers als Brian Raap, Joshua Zara, Jesper van Aken, Christian Diaz, Stephen Henson, die als jeugdinternational overkwam van het Rookieteam van Neptunus, en Ibrahin Redan, die terugkeerde na een profavontuur bij de Cincinnati Reds. Kortom, de toekomst leek zo zonnig dat de Lakers beter een zonnebril konden opzetten. Maar een dag later stond de club bestuurlijk in brand. Daadkracht Want het verenigingsbestuur deelde,
zonder voorafgaand overleg, mee te gaan stoppen met het beoefenen van topsport waardoor er geen ploeg meer op het hoogste niveau zou uitkomen. Reden: de ondraaglijke financiële zwaarheid van het hoofdklassebestaan. Voor de Stichting Topsport binnen de club kwam dit als een donderslag bij heldere hemel. Enter Hugo Wapperom (70). Voormalig succesvol honkballer, honkbalcoach en softbalcoach bij ADO, Storks en Kokolishi. Schrijver, psycholoog, organisatiedeskundige. Met een bliksemactie waaruit niet alleen lef maar ook daadkracht sprak, wist hij tijdens de extra Algemene Ledenvergadering de leden te overtuigen zich te blijven inzetten voor tophonkbal. Zij het met een kleine meerderheid: 136 voor, 111 tegen. Indrukwekkend hoe de stichting er in korte tijd in slaagde de nodige financiële middelen bij elkaar te krijgen. “De sluitende begroting betekent dat we als Stichting Topsport op basis van de samenwerking met het verenigingsbestuur winst kunnen maken. Zo kunnen we reserve opbouwen voor de jaren 2015 en verder”, lichtte Wapperom toe. “De leden hoeven niet extra te betalen om tophonkbal bij AdoLakers te behouden. Wanneer topsport wordt geschrapt, heeft het verenigingsbestuur ook een financieel probleem: minder kantine-inkomsten. Dit team gaat goed spelen. We blijven zeker bij de laatste plek vandaan”. Zondag 25 mei, Dedemsvaartweg in Morgenstond. Ter hoogte van de laatste tramhalte voor de Erasmusweg rechtsaf het weggetje tussen de flats door. Nog een kleine bocht naar links en daar was het parkeerterrein. ‘Home of AdoLakers’, stond boven de toegangspoort van het Leen Volkerijkstadion in Sportpark Escamp III. Nog niet binnen hoorde je al opzwepende muziek en het aanstekelijke geluid van de
magische tik; ‘the crack of the bat’. Als je eenmaal voorbij de kleedkamers was, zag je dat de drie tribunes aardig gevuld waren. Vanachter een picknicktafel keken wat ouderen naar een groepje kinderen dat achter een fietsend leeftijdsgenootje aan rende. Terwijl drie Antilliaanse zussen de thuisploeg uitbundig aanmoedigden, schepte de korte stop van Mister Cocker HCAW uit Bussum een bal van het gravel. Dit alles in een overweldigend groene oase, als saluut aan de landelijke sport die honkbal in Amerika van oorsprong is. Honkbalattributen “Grandioos weertje zeg”, klonk het met een Haagse ‘g’ waar Diana Charité uit ‘Van Kooten en De Bie’ jaloers op zou zijn. “Daar kan het vandaag niet aan liggen”, zei de mevrouw die in het kleine maar fijne, uit de jaren zeventig stammende clubhuis achter de bar stond. “Kijken wat het wordt”, antwoordde de man die net voor hem en voor zijn in een van de Amerikaanse ‘booths’ wachtende kameraad, een broodje bal had besteld. “Afgelopen twee wedstrijden hebben we volgens mij van ze gewonnen. 0-1 en 2-12 toch?” Terwijl hij op zijn broodjes wachtte, liet de man zijn blik glijden langs niet nader toegelichte honkbalattributen uit vervlogen tijden boven de bar en de foto’s van eeuwige clubhelden als Kalian Sams, Berry van Driel, Hudson John en Bart en Leen Volkerijk aan de muur. Terwijl de mevrouw met de Haagse ‘g’ waar Diana Charité uit ‘Van Kooten en De Bie’ jaloers op zou zijn, aan een andere bezoeker uitlegde wat er op een broodje hamburger (‘mayo, ketchup én een verse tomaat’) gaat, keek de wachtende man naar buiten. Toen Maickel Rietel van de bezoekers weer een worp losliet waarbij de Haagse slagman niet eens in de buurt kwam,
klonk het: “Prima bal, zeg”. En daarna: “Benieuwd of die op mijn broodje even goed is”. Het was de zeventiende wedstrijd van het seizoen en het werd een 1-17 verlies. De eerste helft van de competitie (21 wedstrijden) werd afgesloten met een zesde plaats (van de acht). Nog steeds ondersteregionenwerk, maar zeker hoopvoller dan vorig seizoen. Mede daarom staan Wapperom en de anderen die knokten voor continuering van het hoofdklasseschap onverminderd achter hun missie: “Honkbal Regio Haaglanden gaat weer, stap voor stap, een serieuze plek in de honkbalwereld innemen”. Entourage Zaterdag 21 juni, Haarlem. AdoLakers op bezoek bij Corendon Kinheim, landskampioen van 1978, 1994, 2006, 2007 en 2012, Europa Cup II-winnaar van 1994 en 2001 en Europa Cup I-winnaar van 2007. Wat een inspirerende entourage, dat Pim Mulierstadion. Modern, een capaciteit van 2500 toeschouwers, een clubhuis als een grand café, een goed gevulde perstribune en een scorebord met afmetingen waar een Amerikaanse Major League Baseball-clubs als Pittsburgh Pirates, San Francisco Giants of de Baltimore Orioles zich niet voor zou schamen. Alleen kon het decor de Haagse bezoekers niet aansporen tot grootse daden, want het duel leverde een 10-0 verlies op. Waardoor de Lakers in de tweede periode de laatste plaats innamen. Aangezien het seizoen nog lang was, was dat niet hopeloos. Maar het maakte het wel moeilijk de gedachte te onderdrukken dat ze nogal tegen de stroom in aan het zwemmen waren. Niet dat daar iets mis mee is. Al was het maar omdat alles wat waardevol is waard is om voor te vechten. En ook een honkballeven hoop biedt voor wie er niet al te veel van verwacht.
<19
Vrijdag 27 juni 2014 > Den Haag Centraal
stadsgroen
Stokroos
Vliesdun, bijna gewichtloos zijn de duizenden zaadjes die de vele zaaddozen rijk zijn. De stokroos is dan ook een plant die graag en gemakkelijk aan komt waaien. Deze passant nestelt zich met plezier tussen grindtegels, heimelijk achter je fietsenrek en clandestien in een hoekje bij de schutting. En hoewel deze telg uit de kaasjeskruidfamilie zijn naam mee heeft, is er technisch gezien geen enkele relatie met rozen of de rozenfamilie. Sterker nog, de stokroos is familie van de Linde, de Baobab, de okraplant, de cacaoboom, de Hibiscus, de waroeboom en de katoenplant. In economisch opzicht zijn de kaasjeskruidachtigen dus een zeer belangrijke dynastie. Ze levert onder meer katoen, cacao, thee, apenbrood, kolanoot, kapok, touw, tabak en zelfs brandstof. Presentatie stoffen en kleuren rap volgeboekt. > Foto: Eveline van Egdom
Speciale avonden bij Hulshoff over de fijne kneepjes van het vak Door Saskia Herberghs
De zaak bestaat nu 123 jaar, de algemene leiding is nog steeds in handen van de kleinzoon van één van de oprichters, H. Hulshoff (75), terwijl diens dochter Saskia na twaalfenhalf jaar filiaalmanager te zijn geweest nu alweer zes jaar de inkoop verzorgt van de meubelzaak die zich inmiddels afficheert als Hulshoff Design Center. Na de oplevering in 1995 van het complex met daarin ook het stadhuis en de bibliotheek van Richard Meier is de zaak niet meer dan een steenworp verplaatst van waar het familiebedrijf begon, op de hoek van het Spui. Een dergelijk bedrijf mag wel eens een gebaar maken naar de vaste klanten, zo werd bedacht. Bijvoorbeeld door hen te trakteren op een avond waarin leveranciers uit de doeken doen hoe zij aan hun ontwerpen, stoffen en kleuren komen. Presenta-
ties waarvoor zoveel animo is dat niet alleen de eerste maar ook de tweede avond rap was volgeboekt. “We hebben mensen moeten weigeren”, zegt filiaalmanager Eric de Vries, die er samen met zijn Amsterdamse collega Edit Patho zorgvuldig op toeziet dat de genodigden vooral ook de hapjes en drankjes niet links laten liggen. Op deze tweede bijeenkomst staan presentaties van meubelfabrikanten Gelderland en Castelijn op het programma. Na de pauze deze donderdagavond vertelt verftechnisch adviseur Mirella Klaassen over het familiebedrijf Caparol en wat kleuren doen in een interieur. Monique Deurloo van Kvadrat gaat in op vooren nadelen van verschillende stoffen en komt met praktische tips over hoe bijvoorbeeld rodewijnvlekken uit wollen bekleding het beste verwijderd kunnen worden, namelijk met water en behulp van liefst een witte
handdoek. Dat gaat prima, mits de meubels maar elke twee weken goed worden gestofzuigd, zegt zij. Het zijn tips die moeder en dochter Yvonne en Esther uit Delft ter harte nemen. Zij namen de uitnodiging van Hulshoff van harte aan om wellicht tips en ideeën op te doen. Yvonne is een jaar geleden verhuisd, Esther staat op het punt dat te doen. En precies zoals filiaalmanager Eric de Vries al hoopte, zodra er spullen voor het huis moeten worden aangekocht, zullen ze ook zeker bij Hulshoff gaan kijken. Esther: “Het is al bijzonder om hier inspiratie op te doen. Het is een mooi gebaar van de winkel”. De Vries zei het al: “We hoeven niet direct spullen te verkopen op deze avonden, maar we hopen dat klanten straks wel aan ons denken als ze zover zijn”. Ook in de filialen in Amsterdam, Leiderdorp en Rotterdam zullen presentaties worden gehouden.
zorgelijke situatie, waar we op termijn met zijn allen de wrange vruchten van zullen plukken. Dat betekent ernstiger zieke mensen en meer complicaties. Te denken valt onder meer aan maagbloedingen en maagperforaties, die nu veel minder voorkomen dan eind jaren 80. Zorgelijk is dan ook dat van de week het bericht kwam dat de overheid min of meer toestemming heeft gegeven aan de zorgverzekeraars dat zij de declaraties van de ziekenhuizen niet meer hoeven te controleren omdat het zo ingewikkeld is. U begrijpt de zorg-
verzekeraar rekent alles wel door aan de verzekernemer en dat betekent dus als de rekening te hoog zou zijn, u en ik deze te hoge rekening in onze brievenbus vinden en dus zullen moeten betalen. Vorig jaar bezocht mijn zoon de tandarts. De rekening die hij daarvoor kreeg was buiten alle proporties. De tandarts had gedeclareerd voor ongeveer anderhalf uur werk, terwijl mijn zoon maar drie kwartier was binnen geweest. U begrijpt dat wij niet akkoord gingen met deze rekening en gelukkig is een en ander teruggedraaid. Van de week schrok ik ook van de rekening van een patiënte die ontlasting in het laboratorium had na laten kijken in verband met aanhoudende diarree. Een simpel onderzoekje naar bacteriën kostte 270 euro!!! Ik had me dit totaal niet gerealiseerd. Ze heeft haar de verzekering gebeld en gevraagd of dit niet veel te duur is. Een duidelijk antwoord kreeg ze niet.
De meesten van ons hebben de stokroos leren kennen tijdens een zomervakantie in het zuiden van Frankrijk. Met zijn waterijsjeskleuren fleurt de plant menig oude steeg en stenige binnenplaats op, en blijkt daarin uitermate fotogeniek. De stokroos is tweejarig. Dat betekent dat hij in het eerste jaar aan
het vormen van een rozet grote bladeren werkt, pas in het tweede jaar verschijnen stengels en de vele bloemen. Die stevige bloemstengels, het zijn er dikwijls een stuk of vijf, worden officieel vaak zo’n twee meter hoog. Maar dat blijkt bij lange na niet de maximum haalbare lengte, zo blijkt uit de talloze – met de hand op het hart authentiek verklaarde – foto’s die de lezers van deze krant ‘s zomers naar de redactie sturen. De in naslagwerken en catalogi genoteerde twee imposante meters lengte vallen in het niet bij het exemplaren in de voortuinen van Den Haag. De stengels van de Haagse stokrozen meten soms wel bijna vier meter. Hoe dat kan? Hebben Hagenaars en Hagenezen zulke groene vingers? Is het een geheel nieuw soort, een rariteit, de gigant onder de stokrozen? Ligt het aan de zilte zeelucht of aan de fijne structuur van de Haagse bodem? We zijn er nog niet achter. Wat we inmiddels wel weten is hoe eenvoudig de kaasjeskruidfamilie aan zijn naam heeft kunnen komen: de zaaddozen van deze soort zijn net zo rond als ... een Goudse kaas. Wendy Hendriksen
medisch
Zorg versus geld Het is geen nieuw onderwerp en met de regelmaat van een klok heb ik er al over geschreven, maar de eigen bijdrage, de vrije artsenkeuze en de perikelen van de NZA ( Nederlandse Zorg Autoriteit) zijn op dit moment een hot politiek item. Ik kan er dus niet omheen om er weer op terug te komen. Dagelijks voer ik meerdere keren per dag een discussie over de eigen bijdrage, dat deze zo hoog is enz, maar meerdere keren per dag besluiten mensen ook om geen verder onderzoek te laten doen of om geen pillen te halen vanwege de eigen bijdrage. Een
Ze werd van het kastje naar de muur gestuurd. Ik begrijp best dat er bezuinigd moet worden, maar mijns inziens wordt door alle maatregelen het verschil tussen arm en rijk steeds groter. Neem nu het mogelijk invoeren van een
‘Een simpel onderzoekje naar bacteriën kostte 270 euro!!! Ik had me dit totaal niet gerealiseerd’
goedkope zorgverzekeringspolis, waar mevrouw Schippers vorige week over sprak. Het klinkt prachtig, maar het betekent wel dat je dan geen vrije artsenkeuze meer hebt. De zorgverzekeraar bepaalt waar je naar toe moet. Mensen met een minimuminkomen zullen dus voor deze pas kiezen. De kamerleden vallen niet onder deze inkomensgroep. Zij kunnen zich een duurdere verzekering veroorloven. Zelf zullen zij dus niet de gevolgen van deze maatregel voelen . Ik nodig ze van harte uit om een dagje met mij mee te discussiëren in de spreekkamer. Vroeger was er een verschil tussen de ziekenfonds en de particuliere patiënt. Even is het weggeweest, maar langzamerhand zie ik het weer terug komen. Als je rijk bent, heb je meer keuzemogelijkheden voor zorg, zo simpel is dat. Emilie Bolsius Huisarts
20>de achterpagina
>Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 juni 2014
5
Lea van der Vinde Buurt “Dan kies ik voor mijn eigen buurt: Duinoord. We wonen in het mooiste stukje van de Obrechtstraat. Met het chique Sweelinckplein en de gezelligheid van het Zeeheldenkwartier om de hoek. Vanaf onze etage hebben we een prachtig uitzicht op het oude Russisch-orthodoxe kerkje <1>”. Kinderspeelplek “Ik kijk uit naar de komst van de Zeeheldentuin. Lange tijd lag het terrein aan de Tasmanstraat braak, maar nu zit er vaart in. Er wordt een natuurspeeltuin aangelegd en er komen fruitbomen en moestuintjes. Daarvoor heb ik me meteen ingeschreven”.
1
>Archieffoto
Museum “Ik kan natuurlijk niets anders noemen dan het Mauritshuis. <5> Ik werk er bijna acht jaar en vind het heel bijzonder om de uitbreiding mee te maken. Het is de grootste gebeurtenis in jaren. Met de nieuwe foyer en extra ruimtes hebben we de faciliteiten van een modern museum”.
Hagenaar v “Dorothée van Dorp was de jeugdliefde van Constantijn Huygens. We kennen haar alleen uit brieven. Ze was tevreden met het leven. Dorothée is nooit getrouwd, maar onderhield een levenslange vriendschap met Huygens”. Gebouw “Mijn droomhuis staat op de sluis bij de Houtrustweg, bij het verversingskanaal. Wat een locatie, daar wil ik wonen”. Afbreken “Ik erger me aan de Muzentoren, een kinderachtig, postmodernistisch gebouw. Ik heb het even opgezocht, gelukkig is de toren ontworpen door een Duitse architect. Hij zal dit stuk niet lezen”.
2
>Foto: Katja Rupp
Water “Surfdorp F.A.S.T. moet blijven! De gemeente is nu op zoek naar een alternatieve plek, maar de huidige
PLAATS
Uitgaan “Mijn sociale leven is erg ingezakt na de geboorte van mijn kind. Maar ik heb wel weer zin in een avondje dansen bij Pip <2>. Dat is een enthousiaste en creatieve plek in de Binckhorst”.
Hagenaar m “Louis Couperus. Door mijn werk ben ik erg geïnteresseerd in het verleden. Ik heb een paar eerste drukken thuis. Lange tijd las ik om en om een gewoon boek en iets van Couperus. Ik houd van het ritme van de zinnen en het beschrijvende. Echt Haags, misschien voel ik me daarom wel zo op mijn plek in deze stad”.
locatie is perfect. De sfeer en gezelligheid maken dit tot het leukste stukje Scheveningen. Je voelt dat mensen er hun ziel en zaligheid in leggen. Er zouden meer van dit soort plekken moeten zijn”.
3
>Foto: PR
Kunstenaar “Giovanni Pellegrini was weliswaar een import-Hagenaar en woonde hier maar een jaar of twee, maar ik ben hem zeer dankbaar voor zijn schilderijen in de Gouden Zaal van het Mauritshuis. Echt een pronkstuk van 18deeeuwse kunst”. Cadeauwinkel “Als jonge moeder kom ik regelmatig bij Speelgoedmagazijn Roodkapje in de Schoolstraat. Ze hebben een mooie selectie nostalgisch speelgoed en leuke kinderboeken. Ik koop er ook cadeaus voor mijn moeder, zij spaart blikken speelgoed”.
Door Caroline Ludwig
tage en nieuwe spullen. En met een eigenaresse die je goed helpt”. Schilderij “Gezicht op Delft van Johannes Vermeer is mijn favoriete ‘Haagse’ schilderij. Het lijkt wel licht te geven. Gemaakt in de 17de eeuw, maar tijdloos en zelfs impressionistisch. Subtiel heeft Vermeer de werkelijkheid naar zijn hand gezet”. Rust “Die vind ik in de parken. Door al het groen waan je je soms in Frankrijk. Ik ben gek op het Westbroekpark, ondanks het vleugje Disney. En ook wandelen we veel in de Scheveningse Bosjes en het Van Stolkpark”. Restaurant “De Hagedis <4> in de Grote Pyr aan de Waldeck Pyrmontkade is een biologisch en vegetarisch restaurant. Niet heel verfijnd, maar het trekt me aan door de sfeer, het gebouw en de kleine kaart”. Rijdt om “Voor goed brood van bakkerij Victor Driessen. Ik ben groot fan van het Andesbrood gemaakt met quinoa”.
4
Lekkernij “De appeltaart van Appeltje Eitje. Het recept staat op de muur in deze leuke lunchroom aan de Prins Hendrikstraat”. Modezaak “Emma jewels & strass <3> in de Molenstraat heeft een leuke collectie sieraden, sjaals en tassen. Het is een klein zaakje met vin-
Ter plekke
Het zijn drukke tijden voor conservator Lea van der Vinde (1980) en haar collega’s van het Mauritshuis. Op 27 juni heropent het museum na een lange renovatie. Lea groeide op in een klein dorpje in de Hoeksche Waard, studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht en vestigde zich twaalf jaar geleden in Den Haag. Ze woont met vriend Jasper en hun zoontje van zeven maanden in Duinoord.
>Foto: PR
Druivenstraat Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
O
p achterpagina van de Volkskrant valt met enige regelmaat de nogal hoogmoedige rubriek ‘Columnistenjacht’ te lezen. Een anonieme columnprofessor beoordeelt inzendingen van lezers en spaart daarbij de roede niet. Het is jammer dat we niet weten wie de zelfverzekerde autoriteit (en waarschijnlijk ook superieure columnist) is, die ons telkens weer uitlegt hoe het wel had gemoeten. Het is nog jammerder dat zijn of haar argumenten mij maar zelden kunnen overtuigen. Pogingen tot humor worden niet uit de weg gegaan, het liefst ten koste van de
schrijvers en hun onderwerpen. Laatst besprak de columnistenjager een stukje dat ging over de eminente acteur en schrijver Dolf de Vries. Uiteraard werd het betoog op wrede wijze afgebroken, waarbij het commentaar luidde dat het natuurlijk best moeilijk was om een column te schrijven over een niet zo interessante figuur als Dolf de Vries. Jeugd kan je niemand verwijten, domheid wel. Wie Dolf de Vries een niet zo’n interessante figuur vindt is dom. Hij speelde in zowat alle Nederlandse films van betekenis, stond garant voor memorabele toneelrollen, zwierf over de aardbol en schreef daar legio reisboeken over. Het blijft speculeren omtrent het geestelijke universum van de grote
columnistenscout, maar je vermoedt toch dat het wordt gedomineerd door soapsterren en modieuze televisiepersoonlijkheden. Het lijkt me interessanter om het nog even over Dolf de Vries te hebben. Hij is sinds enige tijd mijn ‘buurman’ op de radio. In het programma ‘Kunstlicht’ op Den Haag FM (elke zondagochtend, tussen 10 en 12) vertel ik iedere week een verhaaltje over een culturele kwestie. Daarna leest Dolf de Vries een ‘kronkel’ van Simon Carmiggelt voor. Dat doet hij onovertroffen. Hij laat de rijkdom van Carmiggelts taal flonkeren en geeft met zijn licht Haagse dictie de milde weemoed van de verhalen de volle glans. Het schijnt dat Carmiggelt nauwe-
lijks meer gelezen wordt en dat doet pijn. Regelmatig grasduin ik in de bij elkaar georven voorraad bundels en word eigenlijk nooit teleurgesteld. Aan Carmiggelt kleeft een Amsterdams aura, maar ik vind, als kenner en voormalig bewoner van beide steden, dat zijn taal en toon puur Haags zijn. De observaties, het understatement, het blijmoedige gemopper. Het voelt zeer nabij. De Druivenstraat om precies te zijn, waar Simon opgroeide. En waar mijn oom Jan nog een tijdje heeft ingewoond bij mevrouw Carmiggelt, moeder van de man die wist hoe je een stukje moest schrijven. Marcel Verreck