}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 18 april 2014
Duindigt, een wereld op zich 17
HanTing: menu voor de eeuwige jeugd 19
Stadspartij ontevreden over verkenner Polman 5
jaargang 8 nummer 362
€ 1,95
Voor NationaleNederlanden is Den Haag weer dé stad 3
Herstel huizenmarkt: Regentessekwartier loopt voorop 5
Oorlogsmisdadiger bijna drie decennia ondergedoken in de Vogelwijk 12/13
2> snoek onder ons
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
>Scheveningen, 10 april 2014
Ten aanzien van de ontzagwekkende zee is de Pier een wormpje in het panorama. De horizon wordt bij lange na niet gehaald. Op een van de booreilanden aan het eind van deze horizontale Euromast was een casino gevestigd. Een toepasselijke plek. Daar je geld naartoe brengen is als water naar de zee dragen. Om de tonnen aan betonrot te ervaren ben ik er weer onder gaan staan. Bij eb zie je hoe het water het zand rond de palen weer heeft proberen uit te kuilen. De stad lijkt deze dode aan de natuur te willen teruggeven. Deze laatste is beduidend geduldiger. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkend fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal fotografeert is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
Ingezonden mededeling
Amsterdam, Arena • Den Haag, Spui Leiderdorp, WOOON Rotterdam, Alexandrium III www.hulshoffwonen.nl
lente aanbiedingen
ACTIES aanbiedingen gelden van 15 april t/m 13 mei
rhino CaPe WhiTe Wellington
Zuid-afrika - Per fles 4,98 nu 2 flessen € 7,50 Frisse, fruitige droge witte wijn. u steunt automatisch het goede doel: save the rhino!
PinoT blanC Willm alsace
frankrijk - Per fles van 8,95 voor € 5,95 Mooie droge Pinot Blanc, lekker bij de Asperges.
Paasnieuws
emina PresTigio verdejo rueda spanje - Per fles van 10,60 voor € 8,95 Krachtig, smaken van citrus en tropisch fruit.
PinoT gris (grauburgunder) franZ Keller baden duitsland - Per fles van 16,65 voor Crispy met aroma’s van appels en citrus.
€ 12,45
rhino CaPe red Wellington
Zuid-afrika - Per fles 4,98 nu 2 flessen € 7,50 Zeer aangename, soepele doch rijke rode wijn met smaken van rijp rood fruit.
monTePulCiano d’abruZZo Peladi abruzzen
italië - Per fles 8,35 nu 2 flessen € 10, Uiterst zachte en elegante rode wijn uit het zuidoosten. 00
2e Paasdag open: 12.00 tot 17.00 uur
SINDS 1891
Den Haag, Spui
Gratis parkeren Parkeergarage Stadhuis
ChâTeau marquis roCadour médoC 2009 bordeaux frankrijk - Per fles van 9,40 voor Klassieke Bordeaux blend, mooi zwaar waarin de tannines goed te proeven zijn.
€ 7,50
Tierra alTa rosé PinoT noir reserva-syrah Central valley Chili - Per fles 9,50 nu 2 flessen € 10,00 Cava TorreblanCa bruT naTure Penèdes spanje - Per fles van 13,95 voor € 9,98
www.drinkland.nl
den haag
Voorhout
noordwijk
oegstgeest
Prinsestraat 57 070 364 29 25
Jacoba van Beierenhof 28 0252 220 208
Maarten Kruytstraat 24 071 361 21 82
Lange Voort 19 071 301 55 83
3
actueel<
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
commentaar
‘Vertrek NN naar Den Haag mokerslag voor hoofdstad’
‘De Nederlanden’ terug in de stad HET NIEUWS KWAM voor de meeste Hagenaars uit de lucht vallen: de Nationale-Nederlanden (tegenwoordig NN Group) keert met haar hoofdkantoor terug naar Den Haag en neemt 500 hoogwaardige arbeidsplaatsen mee. Een overtuigender signaal dat het beter met de stad gaat, is nauwelijks denkbaar. Hoewel het zuur is voor Amsterdam waar de Zuidas zo langzamerhand het karakter van een spookstad krijgt, is het geweldig voor de Residentie. Door de bezuinigende rijksoverheid staat de lokale economie behoorlijk onder druk. Met name de dienstverlenende sector heeft zwaar te lijden doordat er minder opdrachten binnenkomen van het rijk. Daarom is versterking van juist dit deel van de arbeidsmarkt van groot belang. DE OPERATIE DIE nu met succes is afgerond, is ook voer voor lobbyisten: want hoe gaat dat, zo’n eminent bedrijf weglokken bij de concurrentie? De gemeente doet er overdreven correct over: wethouder Kool is wel bij de directie in Amsterdam langs geweest, maar er zijn geen acquisitiehandelingen verricht om Nationale-Nederlanden te verleiden. Toch zal wethouder Henk Kool niet zijn vergeten hoe Amsterdam enkele jaren geleden op het allerlaatste moment het NRC Handelsblad met harde acquisitie voor zijn neus wegkaapte. Dus reken maar dat het stadhuis alle obstakels heeft opgeruimd. WELLICHT DAT DE verhuizing ook een late les is voor de vertrekkende wethouder van economische zaken. Die richtte zijn pijlen vooral op China, daar zou hij voor de Haagse economie gaan oogsten. Wat al die dure reizen nu precies hebben opgeleverd, blijft in nevelen gehuld (behalve dan dat faillissement van het Chinese bedrijvencentrum in Kerketuinen), maar Kool weet nu ook dat niet alleen wat je van ver haalt lekker is. NATUURLIJK MOET Den Haag zich ook internationaal blijven oriënteren, maar het oude Amerikaanse spreekwoord ‘all business is local’ blijkt ook nog steeds geldig. Maar buiten dat, NN hoort thuis in deze stad. Ooit ontstaan uit een fusie tussen het Haagse ‘De Nederlanden van 1845’ en de Rotterdamse ‘Nationale Levensverzekerings-Bank’ had het fusieconcern altijd al zijn hoofdkantoor in deze stad, Amsterdam was slechts een historisch intermezzo. Dus welkom thuis! CASPER POSTMAA
De Haagse Poort, het hoofdkantoor van NN Group. > Foto: NN Group
Het was groot nieuws, het hoofdkantoor van NN vestigt zich in Den Haag, de stad heeft er honderden banen bij. Maar er is veel meer aan de hand. Den Haag heeft de Zuidas beroofd van één van zijn kroonjuwelen. ‘Dit is een mokerslag voor Amsterdam’. Door Marc Konijn
Den Haag heeft een grote multinational binnengesleept. De directie van Nationale- Nederlanden – tegenwoordig NN geheten – heeft besloten om het hoofdkantoor over te brengen naar hun vestiging in Den Haag. In het tweede kwartaal van 2015 trekt NN met 500 man in de Haagse Poort, het pand boven de Utrechtsebaan waar Nationale- Nederlanden al een vestiging heeft. NN is met ruim vijf miljoen klanten één van de grootste verzekeraars in Nederland, maar telt ook internationaal mee. Het heeft vestigingen in 18 landen, met name in Europa en Japan. NN was onderdeel van ING, maar Brussel eiste na de kredietcrisis
dat het concern opgeknipt werd. NN wordt dit jaar zelfstandig en maakt dan ook de gang naar de beurs. Het is niet uitgesloten dat het hoofdkantoor van zo’n grote multinational magneetwerking zal hebben voor de Haagse regio, zegt Reinier Castelein, voorzitter van De Unie, de grootste vakbond in de financiële wereld van banken, beleggers en verzekeringen. “NN is in de internationale uitstraling een hele mooie. Het is allemaal schitterend voor Den Haag. Maar een drama voor Amsterdam”. Het vertrek van NN uit de Zuidas betekent verlies van werkgelegenheid in Amsterdam, en de toch al zo gevoelige kop van Noord-Holland. Maar de vakbondsman zegt zich vooral grote zorgen te maken over de Zuidas van Amsterdam. “Dat moest het financiële centrum van Nederland worden. Maar al die ambitieuze plannen zijn compleet in duigen gevallen”. Onder de toenmalige minister Bos werden plannen gesmeed om van de Zuidas het tweede financiële centrum van Europa te maken, na Lon-
den. Castelein: “De plannen waren groots. Maar het is nu doodstil op de Zuidas. De KPN zit er nog, Rabo, ABN, Getronics en Air France. Dat is het dan. Allemaal bedrijven die enorm afslanken. Ik vind het allemaal wel heel fragiel worden. De ING is vertrokken. En nu gaat NN ook nog. Dat is een mokerslag voor Amsterdam”. Kapitaalvernietiging Castelein benadrukt dat het hem niet uitmaakt in welke stad een multinational als NN zich vestigt. “Waar het mij om gaat, is dat er honderden miljoenen, miljarden zijn geïnvesteerd in de Zuidas. Geld dat door belastingbetalers is opgebracht. De Noord-Zuidlijn wordt bijvoorbeeld speciaal doorgetrokken naar de Zuidas. Dat is allemaal voor niets geweest. Ik begrijp dat er rivaliteit is tussen steden. Maar op macroniveau is dit natuurlijk een drama. Het is pure kapitaalvernieting”. Amsterdam doet het volgens Castelein niet goed. “Den Haag zit duidelijk in de lift. Iedereen heeft het dan
wel over Obama die naar de Nachtwacht komt. Maar mensen vergeten dat het de afgelopen tien, vijftien jaar doodstil is geweest in de belangrijke musea van de hoofdstad, door al die verbouwingen. Het is allemaal too little, too late. Ook in het geval van NN. Ajax heeft laatst met 3-2 van ADO gewonnen. Maar de stad Amsterdam staat met 3-2 achter bij Den Haag”. NN zegt naar Den Haag te vertrekken omdat daar al een groot deel van het kantoorpersoneel werkt. Ook is er voldoende ruimte in de Haagse Poort voor de 500 man, en zijn er goede mogelijkheden voor flexibel werken. Een woordvoerder van de gemeente Den Haag ontkent dat het college voorstellen heeft gedaan om NN naar Den Haag te lokken. Omdat de huurovereenkomst van Nationale-Nederlanden met de eigenaren van de Haagse Poort afliep, heeft de gemeente wel actie ondernomen. Het voltallige college heeft in januari 2011 een bezoek aan NN gebracht, en wethouder Kool heeft diverse gesprekken gevoerd met de directie.
Revis: ‘Nieuw college hoeft niet te bezuinigen’ Den Haag heeft zijn begroting goed op orde. Veel steden in het land moeten extra bezuinigen om de begroting rond te krijgen. Maar in Den Haag hoeft de komende jaren de broekriem niet aangehaald te worden. Het afgelopen jaar bleef er 24,7 miljoen over in de gemeentekas. Dat blijkt uit de jaarrekening over 2013, die wethouder Boudewijn Revis deze week heeft gepresenteerd. De
meevaller komt voor een belangrijk deel doordat de afslanking van het gemeentelijk apparaat 20 miljoen goedkoper bleek dan begroot. Veel ambtenaren vonden een nieuwe baan, of vloeiden op natuurlijke wijze af. In de begroting zijn ook tegenvallers te vinden. De gemeente moest in totaal 16 miljoen afboeken, omdat de waarde van het gemeentelijk vastgoed sterk is gedaald. Het gaat met
name om panden in de Binckhorst, die onder meer zijn opgekocht voor de aanleg van de Rotterdamsebaan. Revis zegt tevreden te zijn over het bereikte resultaat van de afgelopen vier jaar. De begroting is op orde, en er is al geanticipeerd op bezuinigingen die het Rijk de komende jaren gaat doorvoeren. Dat is gebeurd door snel te bezuinigen en door 105 miljoen vervroegd af te los-
sen op leningen; de gemeente betaalt daardoor jaarlijks 4,3 miljoen minder aan rente. Revis: “Het nieuwe college hoeft straks niet te bezuinigen”. De strenge begrotingsdiscipline heeft het stadsbestuur de ruimte gegeven om toch nog extra te investeren in de stad. De stadsdelen konden 14 miljoen besteden aan kleine verbeteringen in de wijk. Toch heeft de wethouder van financiën
zorgen over de toekomst. Over vier jaar nemen de inkomsten van Den Haag door bezuinigingen van het Rijk zodanig af, dat er niet meer gespaard kan worden voor grote projecten in de stad. Revis: “Als de begroting een woning zou zijn, dan hebben we genoeg voor het onderhoud van het huis. Maar we hebben straks niet voldoende om een dakkapel te bouwen”.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
stadsmens
‘Vrijwilligers in Aandachtscentrum beseffen dat scheidslijn fragiel is’ Het jazzmuziekje dat bij binnenkomst opklinkt in het Oecumenisch Aandachtscentrum, stemt meteen vrolijk. Wie op zoek is naar intense stilte, vindt die daar ook. Binnenkort hangt buiten aan het pand een schildje dat aangeeft dat hier, in de Schoolstraat 18, een van de stilteplekken van Den Haag is gevestigd. “Veel mensen weten niet dat er in de stad meer stilteplekken zijn”, zegt pastoraal werker Plony de Jong. “Ik denk dat het belangrijk is om er aandacht op te vestigen. Stilte is in onze samenleving een schaars goed geworden”. ‘Stilte in Den Haag’, zo luidt de naam van de website die volgende maand wordt gelanceerd op initiatief van het Overleg Binnenstad Pastores. Pastor De Jong: “Er komt ook een folder uit, met daarin adressen van stilteplekken die allemaal met een schildje worden gemarkeerd. Het plan is om op 9 mei hier het eerste schildje te onthullen”. Het Aandachtscentrum, dat in 2013 dertig jaar bestond, heeft zijn bestaansrecht ruimschoots bewezen. “Het heeft in die periode een hele ontwikkeling doorgemaakt”, weet Plony de Jong. “De aanstichter is diaconaal predikant Freek Nijssen geweest. Hij
Pastoraal werker Plony de Jong (met dienblad) en vrijwilligster Caroline Helms. >Foto: Eveline van Egdom
had destijds onderzoek gedaan naar hoe Haagse kerken present konden blijven in de binnenstad. Ook toen al was er secularisatie in de kerken en de drempel was ook toen al hoog. Met medestanders heeft hij een vereniging opgericht, waarvan een heel aantal kerken lid is. Vanuit die vereniging is het Aandachtscentrum ontstaan. Er bleek behoefte aan een laagdrempelige, huiskamerachtige omgeving”. Aan
alle voorwaarden is voldaan, zo zien we tijdens de rondleiding. Een rustpunt in het pand is de gebedsruimte waar steeds rond het middaguur de stilte wordt gevierd. Plony de Jong is vanaf 2007 pastoraal werker in het Aandachtscentrum en is voor een halve werkweek aangesteld. Het betekent dat een aantal vrijwilligers taken van haar overneemt. Een van hen is Caroline Helms, die sinds
2003 actief is. Beiden benadrukken dat respect hoog in het vaandel staat bij het Aandachtscentrum. “Maar ook luisteren en niet oordelen”, zeggen ze. Plony de Jong: “Als iemand voor de zesde keer vertelt te gaan stoppen met blowen of drank, juichen we dat toe. In de professionele hulpverlening moet je voldoen aan alle regels en voorwaarden, hier is het onvoorwaardelijk. Natuurlijk zijn er grenzen, maar wij blijven in mensen geloven”. Caroline Helms vult aan: “We sturen kaarten als iemand in een afkickkliniek verblijft. Af en toe komt er post terug. Mensen voelen dat zij niet alleen staan. Ook als het afkicken niet lukt, is er begrip”. Soms weet iemand een verslaving te overwinnen. “Een moeder, die nu haar leven weer op de rails heeft, is hier teruggeweest om haar kinderen te laten zien waar ze vijftien jaar geleden begrip en troost vond”. En even later: “Wij hebben enorme bewondering voor de kracht en moed van onze bezoekers om het hoofd boven water te houden. Wij proberen hen te helpen om staande te blijven”. Het niet oordelen over anderen houdt volgens Plony de Jong voor de (onge-
veer vijftig) vrijwilligers tegelijkertijd in dat zij zich realiseren hoe fragiel de scheidslijn is tussen bezoeker en gesprekpartner. “Jij zou ook aan de andere kant kunnen zitten”, zegt ze. Caroline Helms bewaart wat dat betreft een ‘ontroerende herinnering’ aan toenmalig wethouder Van Alphen. “Hij bracht hier een bezoek en trof een vroegere studiegenoot aan die verslaafd was aan alcohol. Later zei hij in een toespraak hoezeer hem dat had geraakt en dat hij besefte hoe dun de scheidslijn is”. Nieuwe vrijwilligers zijn trouwens zeer welkom. Als iemand geschikt blijkt, volgt een basistraining. Een vrijwilliger heeft één keer in de week een dagdeel dienst. Pastor Plony de Jong kan niet genoeg benadrukken dat het Aandachtscentrum een ontmoetingsplaats is voor iedereen. “Je zit toch vaak in een kring van gelijkgestemden. Mensen die hier werken en die hier komen, ontmoeten mensen die ze anders nooit zouden hebben ontmoet. Dat vind ik zo waardevol”. Joke Korving Aandachtscentrum, Schoolstraat 18. Informatie: www.aandachtscentrumdenhaag.nl
Ingezonden mededeling
Werft u een nieuwe jaarabonnee voor Den Haag Centraal? Dan ontvangt u beiden een
, 5 3 € n a v e qu e h c t n a r u a t s Re óf een Kunstbon van Kunstuitleen Heden t.w.v. € 100,-
Ga naar www.denhaagcentraal.net of bel onze abonneeservice: 0172 – 476085 *vermeld in het vakje opmerkingen de actiecode AWA
5
actueel<
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
Regentesse- Valkenboskwartier en Zeeheldenkwartier zeer in trek
Haagse huizenmarkt gaat eindelijk beter Door Casper Postmaa
Het gaat eindelijk beter op de huizenmarkt, ook in Den Haag. Vergeleken met een jaar geleden zijn de verschillen zelfs spectaculair: landelijk zijn in het eerste kwartaal van 2014 zelfs 41,5% meer woningen verkocht dan een jaar eerder. Den Haag deed het met 29,9% beter dan in het eerste kwartaal van 2013. Ook de prijzen stabiliseerden, vergeleken met een jaar geleden was er zelfs sprake van een stijging van de huizenprijs in Den Haag van 1,8%. Volgens Wim Korff de Gidts, voorzitter NVM Afdeling Haaglanden, geven die cijfers enigszins een vertekend beeld. “Het eerste kwartaal van 2013 was echt een dieptepunt, vandaar dat de cijfers van de afgelopen drie maanden daar zo sterk van afwijken, maar belangrijker is dat we nu kunnen zeggen dat het al een jaar echt beter gaat. Makelaars hebben weer een volle agenda en er is beweging op de markt. Potentiële kopers beseffen, en ik heb het ze zelf horen zeggen, dat de bodem is bereikt. Veel verder gaan de prijzen niet zakken”. Hoe hard het is gegaan laat de gemiddelde verkoopprijs in Den Haag zien. De gemiddelde transactieprijs bedraagt nu € 205.000,– in 2008 toen de crisis begon was dat ongeveer € 250.000,–. Dieptepunt was 2012 toen het prijsniveau met 7,6% kelderde. “Dat was een heel moeilijk moment, waardoor we er eigenlijk van overtuigd waren dat 2013 een heel somber jaar zou worden. Het eerste kwartaal, dat zeer slecht was, wees daar ook op, maar in werkelijkheid is het een omwentelingsjaar geworden. Vooral in de tweede helft van 2013 zijn de zaken een stuk beter gegaan”. Doorzetten Korff de Gidts verwacht dat het herstel geleidelijk zal doorzetten. “Ik hoop op een voorzichtige groei, maar je ziet nu al dat de markt zijn werk doet. In de Vogelwijk is het aanbod van woningen gehalveerd! Opvallend is ook dat herenhuizen en tussenwoningen in veel buurten schaars worden. Ook in het Statenkwartier gaat het harder”. Andere opvallende uitschieters zijn
De Regentessekwartier is de laatste jaren zeer in trek bij jonge huizenkopers. >Foto: DHC
het Regentessekwartier, het Valkenboskwartier en het Zeeheldenkwartier. De laatste wijk is al langer in trek als hippe residentie voor jonge huizenzoekers, de andere twee wijken zitten al jaren in de lift en dat merk je ook aan de snel aantrekkende huizenverkoop. “Het nieuwe aanbod in die wijken gaat betrekkelijk snel weg. Mensen willen graag dicht bij
het centrum wonen in een authentieke sfeer. Dat kan hier nog tegen betaalbare prijzen. De waardestijging van de woningen is ook te danken aan de particuliere woningverbetering, die heeft in deze wijken een groot effect gehad”. De opleving van de markt betekent niet dat verkopers die hun huis al ja-
ren te koop hebben staan binnenkort uit de brand zijn, merkt De Korff Gidts op. “De helft van het aanbod staat meer dan een jaar te koop, een deel daarvan zal niet worden verkocht. Bij een woning die twee à drie jaar te koop staat, is er nog maar een kans van een paar procent dat deze wordt verkocht. Dan zal de eigenaar echt iets aan de prijs of de marke-
tingstrategie moeten doen”. Ook in de omringende gemeenten is hetzelfde beeld te zien: stijgende of stabiliserende prijzen. In Wassenaar waar huizenbezitters tijdens de crisis de hardste klappen kregen, is sprake van een opvallend herstel. Daar steeg de gemiddelde huizenprijs in het afgelopen jaar van € 490.000,– naar € 514.000,–.
‘Polman maakt niet eens een keuze’
Stadspartij ontevreden over verkenner Door Jan van der Ven
Verkenner Han Polman reisde deze week met een grote bos bloemen naar Zeeland. De commissaris van de koning van die provincie had zijn werk er na drie weken opzitten. D66-leider Ingrid van Engelshoven bedankte haar partijgenoot voor de bewezen diensten. Vandaar dus die bloemenhulde. De grote winnaar van de verkiezingen, Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij, is echter niet zo te spreken over het werk van Polman. De bloemenhulde had wat hem betreft dan ook achterwege mogen blijven. Hij richt zijn kritiek vooral op het feit dat Polman in diens eindverslag min of meer inzet op het doorgaan met het Spuiforum. En dat is vreemd, stelt Wijsmuller. “Want een week geleden in zijn tussenrapport was hij veel scherper over het Spuiforum. Polman wees toen met nadruk op de nieuwe politieke verhoudingen in de gemeenteraad en vroeg
iedereen een pas op de plaats te maken. Om zodoende het formatieproces niet extra te belasten”. Maar er is meer, stelt Wijsmuller. Polman spreekt in zijn eindverslag niet over zaken als groeiende armoede in een stad die nota bene de armste wijk van Nederland herbergt. Er staat niets in over het enorme wachtlijsten voor betaalbare woningen. Niets over de vervuiling van de lucht. “Tja, dan wordt het wel een erg smalle agenda om te onderhandelen”, concludeert Wijsmuller. Het eindverslag van Polman laat intussen weinig te raden over als het over het Spuiforum gaat. De goede lezer weet: Polman wil door met het Spuiforum. Eigenlijk zegt Wijsmuller: die Polman van D66 heeft zijn werk niet goed afgeleverd. Nog zo’n voorbeeld. “Polman zegt nu dat er onderhandeld moet worden tussen acht partijen. Hij maakt niet eens een keuze”. Donderdagavond is mede op het verzoek van
Wijsmuller tijdens de eerste echte vergadering van de nieuw gekozen gemeenteraad gesproken over het eindverslag van Polman. GroenLinks De verkenner Polman zegt dat nu onderhandeld moet worden met D66, PvdA, Haagse Stadspartij, VVD, CDA, Groep de Mos, SP en de CU/SGP. GroenLinks hoopt nog aan te kunnen schuiven, ondanks een negatief advies van Polman. Wijsmuller: ‘GroenLinks hebben we er graag bij’. PvdA-leider Baldewsingh steunt hem hierin. Op verzoek van Van Engelshoven, de leider van de grootste partij in de gemeenteraad, gaat drs. Tom de Bruijn de onderhandelingen leiden. De Bruijn, groot geworden in de internationale diplomatieke wereld en nu lid van de Raad van State, moet uit de kluwen een stabiele coalitie zien te vormen. De vele gesprekken die verkenner Pol-
man afgelopen weken voerde, hebben tot één concreet resultaat geleid: alle partijen zijn het er over eens geworden dat de hoogste tijd wordt voor een andere politieke cultuur. De oude cultuur moet plaats maken voor een open bestuurscultuur. Van Engelshoven heeft daartoe een voorstel gemaakt. Het voorstel is een duidelijke reactie op de wijze waarop de coalitiepartijen PvdA, VVD, D66 en CDA de afgelopen vier jaar samen regeerden. Het was vooral een cultuurtje van ‘hullie tegen zullie’. Het absolute hoogtepunt (of dieptepunt) daarvan is de gang van zaken rond het Spuiforum. De vier coalitiepartijen hielden elkaars hand vier jaar lang stevig vast en dreven de oppositiepartijen soms tot grote wanhoop. Met het voorstel poogt Van Engelshoven een brug te slaan naar de oppositiepartijen die zich vier jaar lang geschoffeerd voelden, maar die nu op een of andere manier nodig zijn voor de vorming van een coalitie.
Praat eens met Bart van Kent van de SP over de wijze waarop afgelopen vier jaar is omgegaan met de oppositie. Hij weet alles van die achterkamertjes. Zoals dit voorbeeld van achterkamertjespolitiek. De gemeente beschikte ineens over 105 miljoen om extra schulden af te lossen. Plus nog enkele miljoenen die over de gemeenteraad uitgestrooid konden worden. “Uiteindelijk bleek weer eens dat alles vooraf was dichtgeregeld tussen de vier coalitiepartijen”, zegt Van Kent. “Met die 105 miljoen dien je het algemeen belang van de stad want de rentebetalingen zakken, da’s duidelijk. Maar toen het over de verdeling van de rest ging, zag je dat de vier partijen ineens het partijbelang lieten prevaleren, alle vier kregen ze wat toegestopt, er werd bij de uitdeling zelfs rekening gehouden met de grootte van de fractie”. En wederom had de voltallige oppositie het nakijken.
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
Het Haagse Politiemuseum Op 15 april 1964 werd op het hoofdbureau van politie met grof geweld een deur gekraakt. Het geweld kwam van de burgemeester die een nieuw politiemuseum opende. Een aantal agenten had al jaren plannen voor een museum gehad en nu was het dan geopend. Materiaal was er genoeg en boeiende verhalen waren er ook. In 1964 had je wel hoorspelen, maar meekijken, zoals op de televisie, was er niet bij. Toen was er nog geen wekelijkse Krimi waarin Horst Tappert na een uur zinderende spanning verklapte wie de moord had gepleegd. En evenmin was er reality-televisie waarin je mee op pad kunt gaan met de politie. Wie in 1964 behoefte had aan sensatie, moest naar het politiemuseum. Het museum in Den Haag was het eerste politiemuseum in Nederland dat ook openging voor het publiek. Toch was vermaak niet het doel van het museum. De tentoonstellingsruimte viel onder de afdeling Voorlichting van de politie en die gebruikte het museum vooral als ondersteuning van de gehouden rondleidingen. Die werden gehouden om jongeren te waarschuwen voor het slechte pad of ze te interesseren in een carrière bij de politie. Naast rondleidingen op het gebied van preventie, mochten agen-
ten in opleiding en andere beroepsmatig geïnteresseerden uit binnen- en buitenland er komen kijken. Andere belangstellenden konden het museum op zaterdag bezoeken tijdens een rondleiding. De jolige opening stond in contrast met de inhoud van de vitrines. Een enkel voorwerp was grappig, maar de vitrine van steek-, schiet- en speelgoedwapens die in beslag waren genomen bij kinderen, ontlokte bij de opening al commentaar over de toekomst van de jeugd. Zouden deze kinderen in 2014 hun kleinkinderen vertellen dat het vroeger zo gezellig was en de saamhorigheid zo groot? Ook bij volwassenen waren curieuze en levensbedreigende wapens in beslag genomen: een pistool in de vorm van een vulpen, een miniatuurpistooltje van drie centimeter en een damespistooltje met parelmoeren greep. Het Amerikaans slag- annex schietwapen dat leek op een gummistok, was er dan weer voor het minder subtiele geweld. De voorwerpen waren bijeengezocht door verschillende mensen, van wie hoofdagent J.B. Roof zo actief was, dat hij de bijnaam ‘museumdirecteur’ kreeg. De vitrines met inbrekerswerktuigen, valse bankbiljetten, gekraakte kluizen en opengebroken geldkistjes waarschuwden het
Vitrine in het Haagse Politiemuseum met voorwerpen die kinderen op straat bij zich hadden.> Foto: Dienst voor de Stadsontwikkeling
publiek dat alles thuis op slot moest. En de als sinterklaassurprise verpakte molotovcocktail, gebruikt bij een aanslag, liet zien dat Sinterklaas misschien wel een kindervriend, maar geen allemansvriend was. Schoolkinderen kregen bij rondleidingen informatie over de ‘zonden’ van het seizoen: spijbelen, vernielingen, vogelnesten uithalen, te ver in zee
zwemmen, contact met onbekende meerderjarigen en wat er verder in het seizoen nog mis kon gaan. In een aantal kasten lag, in de woorden van een krant, materiaal van ‘ongezonde of ziekelijke geesten’. De kasten met materiaal over zedenzaken, zelfmoorden en abortussen gingen alleen open voor bezoekers die dit voor hun werk moesten zien.
In 1964 werd over veel zaken anders gedacht dan nu. De politie maakte rapport op bij onzedelijke taal en homoseksualiteit. Een fotoserie over een Schevenings vrouwtje ‘dat een man was’, maakte de tongen los. De vrouw werd op de Scheveningseweg ‘ontmaskerd’ als man. Vijftig jaar later kijken we naar een televisieserie als ‘Little Britain’. In 1964 was Den Haag ook minder gewelddadig dan een paar decennia later. In 1964 werd zesmaal moord of poging tot doodslag geregistreerd. In 2002 kwamen moord en doodslag dertien keer voor, terwijl het aantal inwoners van Den Haag toen met 150.000 was gedaald ten opzichte van 1964. Het museum vervulde enkele decennia in een behoefte. In het eerste jaar trok het zelfs 5018 bezoekers. Het bleef tot 1993 in gebruik bij rondleidingen. Na de naamswijziging van Bureau Voorlichting en PR in Stafbureau Communicatie lijkt het museum niet meer te zijn gebruikt. In 1996 verhuisde de collectie van circa 2000 voorwerpen naar het Nederlands Politie Museum in Apeldoorn. Recent is deze collectie naar Almere overgebracht, waar op 12 april de officiële opening plaatsvond van een veel groter veiligheids- en hulpverleningsmuseum. Vijftig jaar na de opening van het Haagse Politiemuseum is de stad van vrede, recht en veiligheid een deel van zijn politieverleden kwijt. Jan van Wandelen www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
va n H
b
On S u de p e (h r et E
e
CottonCounts Frederik Hendriklaan 154A 2582 BJ Den Haag
cottoncounts.nl
ADOPTEER EEN PUP
ra
at
63
36
ast
85
em
8-3
oy t
Haas, eend, kwartel, ree, fazant, scharrelkip, pintade, hert. Uiteraard weer vers Hollands lamsvlees, o.a. filet, zadel, kroontje, bout en rollade.
gy s t e t
355
en specialiteiten
a r z tisc hwke raetl do)en! p er
249
Het adres voor vers wild, gevogelte
pen? a l s t ch
st Gee er nd va
Poel iers co mb
n der Bu a v e rg i t a n i
, D en Ha ag, 07
6 3 0
EN HELP ’M BLINDENGELEIDEHOND WORDEN.
WWW.ADOPTEEREENPUP.NL
7
opinie<
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
Den Haag laat zich piepelen door Rotterdam en Eneco
van Eneco de gemeente veel dividend zou kosten. De winst van Eneco wordt in 2012 en 2013 voor meer dan 99% (!) opgebracht door het dochterbedrijf Stedin, de exploitant van het monopolie. Het monopolie mag niet worden verkocht en daarmee blijft het dividend gewoon beschikbaar.
Door Constant Martini
In de wijk Ypenburg bestaat onrust over de wijze waarop duizenden gezinnen het slachtoffer worden van monopolist Eneco en van slapjurkerij van de gemeente. Eneco heeft een monopolie op de warmtevoorziening in deze wijk omdat er geen gasnet ligt. De bewoners kunnen geen kant op. Volgens de voorzitter van het lokale bewonerscomité in RTL Nieuws, betalen ze te veel en worden de klachten over veiligheid niet gehonoreerd. En de gemeente Den Haag die een belangrijke aandeelhouder is van Eneco, weigert haar invloed te gebruiken. Hoe kan dit allemaal zo gebeuren?
Den Haag ‘spek en bonen’aandeelhouder Eneco is weinig meer dan een semioverheidsbedrijf met een monopolie. De zogenaamde Balkenendenorm is voor dit soort bedrijven een passende beloningsstructuur. Het werkelijke salaris van de topman van Eneco bedraagt € 672.000. Het jaarverslag noemt dit ‘terughoudend bezoldigingsbeleid’. Het Eneco-jaarverslag bevat nog meer verrassingen. Rotterdam blijkt als enige van de 55 gemeentelijke aandeelhouders, ‘invloed van betekenis’ te hebben. Deze bijzondere status van Rotterdam (31% aandelen) degradeert Den Haag (16%) tot aanvoerder van de 54 ‘speken-bonen’-aandeelhouders. Aandeelhouder Den Haag zit erbij en kijkt ernaar.
Van aquarium naar vissoep en terug De marktwerking heeft van de energievoorziening een complex geheel gemaakt. Nog niet lang geleden wisten de Hagenaars waar zij met het GEB ( Gemeentelijk Energie Bedrijf ) aan toe waren. Nieuwe bedrijfsnamen als Joulz, Stedin, CityTec en Eneco zijn daarvoor in de plaats gekomen. De klantgerichte service lijdt hieronder, heb je een klacht dan verdwaal je in een anoniem keuzemenu. Inmiddels is duidelijk dat de liberalisering van de energie een mislukking is. VVD-senator Niek Ketting heeft de liberalisering van de energiemarkt treffend omschreven als: “Het is niet moeilijk om van een aquarium vissoep te maken, het omgekeerde is veel lastiger”. Splits Eneco N.V. De belangrijkste maatregel om onze energievoorziening te verbeteren is de ‘splitsingswet’. Deze wet uit 2006 legt vast dat energiebedrijven gesplitst moeten worden in een commercieel deel, dat verkocht mag worden, en in een monopoliedeel, de infrastructuur zoals stroom- en gasnetten, dat publiek moet blijven. Eneco N.VV blijft zich verzetten tegen splitsing. De gemeentelijke aandeelhouders van Essent en Nuon, die de wet wel uitvoerden, hebben daar ruim van geprofiteerd en beschikken nu over stevige financiële buffers.
De wijk Ypenburg is slachtoffer van monopolist Eneco, omdat er geen gasnet ligt. > Foto: DHC
Prestige en belang Door deze wet niet toe te passen, heeft onze stad een mogelijk voordeel van honderden miljoenen aan zich voorbij laten gaan en ontbeert het een onafhankelijke netbeheerder. Ook dat laatste zorgt voor problemen. Neem het door kroonprins Willem-Alexander geopende aardwarmteproject in Den Haag Zuid West. Dit prestigieuze project is failliet door de aanleg van een onnodig warmtenet van € 10 miljoen. Een onafhankelijke beheerder van het bestaande gasnet had dit nooit laten ge-
beuren. Stedin, de netbeheerder van Eneco, is namelijk niet onafhankelijk en handelt in het belang van Eneco. En het belang van Eneco bij dit mislukte warmteproject was de gasgebruikers in te ruilen voor warmteklanten waar Eneco veel aan verdient en waar geen vrije keuze van leverancier meer bestaat. GEB Het Haagse stadsverwarmingsnet was onder het GEB het beste net met de laagste tarieven. Onder Eneco zijn de Haagse warmtetarieven opge-
schroefd en lijkt Den Haag een melkkoe voor Eneco geworden. Inzicht in de rendementen van warmtenetten wordt niet gegeven. En de wethouder van financiën (aandeelhouder namens Den Haag ) en de gemeenteraad kan het niks schelen. Het voorbeeld van Ypenburg laat zien, dat deze lakse opstelling de bewoners geld kost en dat de veiligheid in het gedrang komt. Het geld en dividend Vaak wordt tegengeworpen dat het verkopen van het commerciële deel
Gekke Henkie Rotterdam en Eneco willen fossiele restwarmte uit de haven naar Den Haag transporteren. Een kostbaar infrastructuurproject, niet duurzaam en niet in het belang van onze stad. Maar het college heeft dit onzalige plan al omarmd. Omdat de huidige verantwoordelijke wethouders de energievoorziening nogal slapjes van aandacht voorzien, zou het voor de Hagenaars van belang zijn indien anderen het overnemen. Met een eenvoudige opdracht: Wees een zelfbewuste Haagse wethouder die als aandeelhouder weet waarover het gaat, splits Eneco en kies voor een onafhankelijke netbeheerder, verduurzaam de Haagse warmtenetten en begin met een nieuw gemeentelijk energiebedrijf. Kortom, hernuts de energievoorziening. Constant Martini was locoburgemeester van Den Haag, lijsttrekker van de ouderenpartij HOOP en voorzitter van de uitvaartvereniging De Volharding.
Open brief aan Tom de Bruijn, bemiddelaar bij collegevorming Geachte heer De Bruijn, Hoe komt het toch dat de mensen niet meer het nut ervan inzien om te gaan stemmen? De vraag is niet moeilijk te beantwoorden: omdat de politiek steeds meer als een onbetrouwbaar bedrijf gezien wordt. Leugen en onwaarheden zijn aan de orde van de dag: coalities schuwen geen middel om aan de macht te blijven en hanteren zo hun eigen regels; gedrag dat door hun eigen achterban niet meer herkend wordt. Dus waarom zou je gaan stemmen? D66 ontleent haar bestaansrecht aan het streven om de kiezer weer het gevoel te geven dat hun stem er toe doet: D66 is voorstander van referenda over concrete, belangrijke zaken. En juist D66 speelt als het gaat over het Spuiforum een dubieuze rol. Meer dan zeventig procent van de Ha-
genaars ziet sloop van de bestaande bebouwing niet zitten en toch wordt er doorgedramd en worden er zelfs leugens verteld: Om een voorbeeld te noemen: steeds weer is het argument gebruikt dat de bestaande zalen aan het Spui slechts als tijdelijk waren bedoeld. Klinkklare leugens zoals Rem Koolhaas nog onlangs bevestigde. Ook het onderzoek naar de mogelijkheden van de Dooievaar-variant vorig jaar in nog geen zes weken in de vakantieperiode door Neutelings was een gotspe. Hij had geen enkel belang om zijn eigen plan voor het Spuiforum onderuit te halen en deed dan ook geen serieuze poging om een goed alternatief uit te werken, opmerkingen en aanwijzingen van de werkgroep Dooievaar konden zogenaamd door tijdgebrek niet meegenomen worden. Dat deze architect vervolgens door
‘D66 is voorstander van referenda over concrete, belangrijke zaken. En juist D66 speelt als het gaat over het Spuiforum een dubieuze rol’
het gemeentebestuur opdracht kreeg om een vergelijking te maken tussen het Spuiforum en het alternatief is ongehoord. Net zoals de conclusie: Het alternatief is duurder dus het gemeentebestuur kan niet anders dan doorgaan met het Spuiforum! Dit was aantoonbare manipulatie, die alle serieus betrokkenen diep trof omdat het zo oneerlijk was. Er is wel degelijk een goed alternatief mogelijk: •Met hergebruik van de bestaande zalen en een opmerkelijke verbetering van de Foyerruimten/ontvangstruimte en logistiek. •Met een verbeterd Spuiplein, zonder de aanslag op de Nieuwe Kerk •Met de mogelijkheid om het conservatorium te integreren maar zonder de wurgende kostenverhogende noodzaak om de zalen te stapelen. •Met de zekerheid dat voor het alter-
natief beduidend minder geld nodig is en dat rond de € 80 miljoen kan worden bespaard (en zonder het verhuizen van het conservatorium nog beduidend meer!). Begrijpt u dat dit gehele dossier voor de burger langzaamaan het (zoveelste) bewijs is dat onze democratie niet werkt en dat men zich ervan afkeert? Onze werkgroep heeft de mensen opgeroepen om vooral wél te gaan stemmen en zo duidelijk te maken dat stemmen zin heeft. Het zou rampzalig zijn voor het geloof in de politiek als met deze verkiezingsuitkomst het Spuiforum er alsnog door middel van politieke spelletjes doorgedrukt zou worden. Wij wensen u veel wijsheid toe. Hans van Beek Werkgroep DOOIEVAAR
8>Reizen in de stad
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
‘Retour afzender’ wint verhalenwedstrijd vijf Haagse schrijvers, onder wie Bart Chabot en Tomas Ross, maakten met belangstellenden ‘literaire inspiratiereizen’ door Den Haag. Het niveau van de inzendingen lag hoog en het spectrum was breed. Onder de bijdragen veel herinneringen en tijdreizen. Trots op de eigen stad en nostalgie zijn nu eenmaal vaste bestanddelen van het Haagse bloed. Het register varieerde van literair doorwrochte geschiedenissen tot meer eenvoudige, maar niet minder ontroerende verhalen. Het was kortom een helse klus voor de jury, die in eerste instantie bestond uit Jasmijn Kam en Nadette De Visser van de
Schrijversacademie en ondergetekende. Er werd een voorselectie gemaakt van tien verhalen, die te lezen zijn op www. bibliotheekdenhaag.nl . (Onder het kopje ‘Aktueel’.) Afgelopen zondag 13 april wist de jury zich versterkt met Literaire Heldin Helga Ruebsamen, de vrouw die het schrijven van literaire verhalen tot in de puntjes beheerst. Na een enerverend beraad werd uit de geselecteerde verhalen de bijdrage van Markos Schrama gekozen. Een bijna bedrieglijk vlot verhaal met veel onderhuidse schoonheid over de reisjes die een postbode maakt in de van historische tragiek doordesemde wijk Bezuidenhout.
Retour afzender
Markos Schrama heeft met zijn verhaal ‘Retour Afzender’ de schrijfwedstrijd ‘Heel Den Haag Schrijft Mee!’ van de Openbare Bibliotheek gewonnen. Opdracht was het schrijven van een reisverhaal over Den Haag. De roemruchte Haagse verbaliteit deed zich gelden, maar liefst 65 inzendingen dongen mee naar de hoofdprijs, een schrijfcursus van een jaar aan de Schrijversacademie en publicatie van het verhaal in Den Haag Centraal. Het startschot van de wedstrijd werd gegeven tijdens een ‘inspiratiedag’ op 9 maart jl. De stad was toen niet alleen gevuld met hardlopende deelnemers aan de CPC-loop, ook
‘Het meest frappante en ondergewaardeerde straatje was toch wel de Pijnacker Hordijkstraat.’ > Foto: DHC
Door Markos Schrama
O
ch, dacht hij gemakkelijk, hij zat toch precies tussen twee fietsreizen in. En om daarvoor de juiste conditie te behouden kon hij best een halfjaartje de post rondbrengen in het Bezuidenhout van begin jaren negentig, toen de PTT nog een echte werkgever was en de afkorting nog grotendeels overeenkwam met de werkelijkheid. Qua geld speelde hij dan ook nog quitte en dat was mooi meegenomen. Natuurlijk kreeg hij, als groentje, gelijk de zwaarste wijk met de meeste portieken. De Juliana van Stolberglaan op en neer betekende toch al snel 48 keer trap op trap af en dan liefst in rap tempo, want anders kwam de tweede ronde in de problemen. Die eerste dag liep hij om vier uur ’s middags nog steeds op straat en dat kon nooit de bedoeling zijn. Nee, de jongens hadden hem goed tuk en dat wisten ze. Het was ook allemaal maar gein. Met het sorteren waren ze vanaf het begin wél solidair geweest, want als ongeschreven regel gold dat niemand de straat op ging als er nog iemand aan het sorteren was. Linkerhandvingers gespreid en met rechts de
huisnummers 2 tot en met 12 er tussen steken, en zo verder tot de elastieken eromheen konden. Eerlijk hard, plat en gemakkelijk, dat waren de sleutelwoorden van de groep beroepsbodes waar hij zoveel van leerde. En dan te bedenken dat ze hem de professôh noemden omdat hij toevallig wist wat de hoofstad van India was toen ze daar God mag weten waarom naar vroegen. Aan de overkant van de Laan stond Christus Triumfator. De twee betonnen plakkaten rezen fantasieloos de hoogte in en werden strak bijeengehouden door een paar dwarsliggers. Het geheel was in wit uitgevoerd, met uitzondering van de kleine klok, die donker afstak tegen de grijze lucht. Toch had het wel iets stralends, zo’n moderne kerktoren, alsof er hoop was in de herfst, en gedurfd was het zeker. De eenvoud van de toren deed hem denken aan hoe hij vroeger met zijn blokken speelde en een hele stad nabouwde. Die werd daarna, als hij moest opruimen, steevast gebombardeerd door zijn modelvliegtuigjes, laag overvliegend met vijfhonderdponders zo groot als Griekse zuilen. De kerk had altijd wel post en de bus zat om de hoek, maar zijn gedachten dwaalden af naar zijn moeder, die als meisje in de Mariastraat woonde,
nog een hoek verder. Zij was met haar ouders, zusjes en twee broers die ondergedoken zaten op vrijdagavond 2 maart 1945 naar Voorburg vertrokken omdat haar vader, zijn opa, wist dat het mooi weer zou worden en omdat er die week al een bom was gevallen in de straat. De volgende ochtend vroeg kwamen ze inderdaad, de Engelse Mitchells, en dropten hun bommen door navigatie- en communicatiefouten op de huizen van de onschuldige burgers die al bijna vijf jaar lang in oorlog leefden. Honderden kwamen om, duizenden werden dakloos, terwijl de Duitse V2’s een paar honderd meter verderop in het Haagse Bos buiten schot bleven en dus later op hun beurt, als Griekse zuilen op een speelgoedstad, alsnog dood en verderf konden zaaien in Londen. Hij sloeg linksaf, over de tram, naar de statige panden vol juristen en het hoofdstuk aangetekende brieven. Daarachter, vond hij, werd het pas echt gezellig. Knus intiem met tuintjes die een heerlijke gezapigheid uitstraalden, met een Louise de Coligny-, een Louise de Coligny 2- en een heuse Louise de Coligny 3-straat die hier lagen te pronken alsof ze bij elkaar opgeteld nog langer waren dan de Laan van Meerdervoort. De snackbar, het Indiase restaurant, de
smeedijzeren tuinhekjes, vreemdsoortige brievenbussen, achteloos geparkeerde fietsen met kunstbloemen, een Bossche Bol bij Boheemen en de vertrouwelijke rotsvastigheid van het Spinnewiel, alles droeg bij om zijn laatste ronde relaxed af te sluiten en zich niet te bekommeren om het hoongelach van zijn ervaren collega’s. Die waren toch allang naar huis wanneer hij zijn lege loopkar zou stallen in de Johannes Camphuijs. Toch kreeg hij steeds meer de smaak te pakken. De handigheid sloop erin en ook andere rondes kwamen na enige weken beschikbaar. De Carel Reinierszkade, langs Overbosch, vond hij prachtig vanwege de eenzijdige natuurlijkheid, zo ook de Bezuidenhoutseweg. Maar het meest frappante en ondergewaardeerde straatje van deze buurt was toch wel de Pijnacker Hordijk met twee langgerekte communistische huizenblokken tegenover elkaar, waarin achttien portieken en een uitstraling van ongekend mooie mistroostigheid, vooral wanneer de bomen kaal waren en het zwerk somber, en uit haar woning op de begane grond schuifelde daar iedere dag dat hoogbejaarde vrouwtje door haar verwaarloosde tuintje, omdat zij hem al had gezien aan de overkant en zich afvroeg of er iets voor haar bij zat. Keer op keer
moest hij het besje teleurstellen, op af en toe wat geadresseerd reclamedrukwerk na. In haar blik lagen hoop en acceptatie tegelijkertijd, waarmee zij bijdroeg aan de melancholie die hij voelde voor de gehele straat. Misschien had zij vroeger ook wel dagelijks gelopen, zoals zijn moeder dat deed, door het Haagse Bos en over de gekruiste voetpaden van het Malieveld, zo naar de RK Huishoudschool aan de Dr. Kuyperstraat, waar de nonnen de scepter zwaaiden. Tegenwoordig zat daar een Russisch-orthodox klooster, maar van buiten zag het er nog steeds precies hetzelfde uit: vooroorlogs en verzuild. In de grote vakantie liep ze naar Klein Zwitserland, de Van Alkemadelaan af, in strak gelid vanuit de kerk geregisseerd, met als proviand wat boterhammen, water en een handvol pelpinda’s, ongetwijfeld loerend naar haar vriendinnetjes en waar ze ongestraft ongehoorzaam kon zijn. En hier liep hij, in zovele voetsporen, als voorbijganger in de geschiedenis van een grote stad waarvan hij slechts een gedeelte had gezien had en nooit alles zou zien. Maar daar ging het niet om. Hij had genoeg gezien en was in topconditie. Het was tijd om te vertrekken, om ooit weer terug keren.
9
economie<
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
Rijswijk wordt steeds meer medisch bolwerk
René Bol Raap en Patrick Just staan voor de zuurstoftank in het Hyperbaar Centrum in Rijswijk.> Foto: Eveline van Egdom
Wie iets mankeert, kan tegenwoordig voor veel zaken in Rijswijk terecht. Steeds meer medisch specialisten en medische klinieken openen er een vestiging. Een hyperbaar geneeskundig centrum, een spataderenpraktijk, een kliniek voor oogzorg, het zijn maar een paar voorbeelden. Waarom komen ze eigenlijk naar Rijswijk? Door Pieter de Leeuw
In de wachtruimte van het Hyperbaar Geneeskundig Centrum aan de Treubstraat in de Plaspoelpolder is het gezellig druk. Om de leestafel zitten zo’n 15 mensen geanimeerd te keuvelen. Er wordt cake gegeten. De stemming is monter schijnbaar. Als de wachttijd voorbij is, staan ze op hetzelfde moment op en schuiven zij netjes hun stoel terug aan tafel. Een paar minuten later zitten zij schouder aan schouder in een hermetisch afgesloten tank die er van binnen nog het meest uitziet als een luxe touringcar. Allemaal hebben ze een zuurstofmasker op. Directeur en één van de twee initiatiefnemers van het centrum, René Bol Raap zegt dat dit nu zuurstoftherapie is. Bol Raap schetst de achtergrond. “Als een patiënt prostaatkanker heeft, zal hij in veel gevallen worden bestraald. Als de aanpak succesvol is, zijn de kwade cellen vernietigd, maar ook deels de andere cellen, de goede cellen, dan kan het bijvoorbeeld gebeuren dat er als gevolg van de bestraling een gat in de blaas is ontstaan. Zuurstoftherapie zorgt ervoor dat de blaas weer wordt geheeld. In algemene zin zorgt de therapie ervoor dat vrijwel alle schade die is ontstaan na een bestraling, weer verdwijnt”. De behandeling bestaat uit
40 opeenvolgende sessies in de tank van 110 minuten. Het is inmiddels de tiende en voorlopig laatste vestiging van een kliniek die zuurstoftherapie in Nederland aanbiedt. Waarom kozen Bol Raap en mede initiatiefnemer en algemeen directeur Patrick Just voor Rijswijk? “De bereikbaarheid is goed”, zegt Just, “maar er is niet een doorslaggevende reden geweest om voor Rijswijk te kiezen in plaats van voor een andere locatie”. Paul Schepman weet wel beter. Hij is secretaris van BBR ( Belangenvereniging Bedrijven Rijswijk) en somt moeiteloos de redenen op waarom medische organisaties als een blok voor Rijswijk vallen. “Er is amper een bedrijventerrein te vinden dat zo goed met het openbaar vervoer te bereiken is. Voor de
‘We bellen, we mailen, wat natuurlijk wel een groot verschil is, is dat we een geweldig verhaal te vertellen hebben’ klinieken, ik geloof dat we er nu al een stuk of acht hebben, is dat belangrijk omdat veel particulieren natuurlijk gewoon met de bus of met de tram komen”. De parkeerruimte is wel een
punt van zorg. “Maar”, stelt Schepman”, daarover zijn we volop met de gemeente in gesprek”. Just heeft daar al helemaal geen probleem mee. “Want wij hebben hier 25 parkeerplaatsen”. Oogzorg Een kliniek voor oogzorg is al weer enige tijd geleden neergestreken aan, what’s in a name, de Braillelaan. Een ruimte die overigens wordt gedeeld met de divisie uiterlijk & huid van Bergman Clinics. Annemarie de Vries is de clinicmanager van Oogzorg en noemt de bereikbaarheid de voornaamste reden om voor Rijswijk te kiezen. “Nu richt de kliniek zich vrijwel alleen op onverzekerde zorg, bijvoorbeeld, brilvervangende chirurgie”. Wat kost dat eigenlijk? “De gemiddelde ingreep kost circa 3000 euro, maar het is de bedoeling dat wij binnenkort ook de verzekerde zorg zullen gaan doen waardoor wij onze capaciteit hier nog veel meer zullen gaan benutten. Bereikbaarheid, ook met het openbaar vervoer is dan natuurlijk heel belangrijk”. Nu behandelt de kliniek Oogzorg circa 50 mensen per dag. Dat zijn er net zoveel als in het Hyperbaar Geneeskundig Centrum. Just licht toe: “Op dit moment zitten we op 60% van onze capaciteit”. De zuurstoftherapie wordt bij een aantal aandoeningen vergoed (zo niet, dan bedragen de kosten voor een gehele behandeling van 40 sessies circa 8000 euro), maar Bol Raap stelt dat hooguit 10% van de patiënten waar zij iets voor zouden kunnen betekenen, door de medisch specialisten naar het centrum wordt doorverwezen. Waarom? Bol Raap zucht, wendt het zongebruinde gelaat even af en zegt dan. “Ze weten het gewoon niet”. Dan
haalt hij een veelzeggend voorval op. Geruime tijd geleden behandelde hij een bekende voetballer. Hij had problemen met een langzame doorbloeding van zijn pees. De behandeling met zuurstof zorgde ervoor dat de voetballer sneller dan verwacht, weer op het veld stond. Bol Raap hoopte dan ook dat de dankbare voetballer als vrijwillig ambassadeur op zou willen treden om iets te doen aan de bekendheid van de heilzame werking van de zuurstoftherapie. Dat plan leek te slagen toen de voetballer werd uitgenodigd voor het televisieprogramma Voetbal International en inderdaad de nodige verbazing wekte met zijn enthousiaste verhaal over zijn razendsnelle genezing. “Maar helaas, de uitzending vond plaats op 1 april”. “En toch”, zegt Just, “groeien we enorm, in juni vorig jaar zijn we hier opengegaan, op de eerste dag hadden we nog maar 3 patiënten”. Huren Schepman weet nog wel een goede reden voor de populariteit van Rijswijk onder de medici. “De huren liggen hier een stuk lager dan in Den Haag of op andere bedrijventerreinen. Gemiddeld ligt de vierkante meterprijs per jaar hier tussen de 80 en de 150 euro”. Polikliniek de Blaak was al een tijdje op zoek naar een alternatieve locatie voor het pand in winkelcentrum Leidsenhage. Volgens een woordvoerster was de ‘ambiance daar sterk verouderd’. De kliniek die zich onder meer richt op de behandeling van spataderen, zit nu op de hoek van de Oranjelaan en de Haagweg. “Leidsenhage was natuurlijk ook goed bereikbaar, maar hier zitten we wel vlakbij de snelwegen”. In de tank van het Hyperbaar Cen-
trum lezen de mensen ondertussen een roddelblad of kijken ze naar een dvd. Zuurstoftherapie is een relatief nieuwe behandeling. Bol Raap legt uit: “In feite is zo’n 80 jaar geleden al ontdekt dat een behandeling met zuurstof goed is voor een hele serie aandoeningen, maar in de loop der jaren werd zuurstof door sommigen als een wondermiddel gepresenteerd en dat is het natuurlijk ook weer niet. Nu wint het besef meer en meer terrein dat met een therapie met zuurstof fantastische resultaten kunnen worden geboekt die op geen enkele andere manier kunnen worden bereikt”. Belangrijk is het dat de huisartsen en de specialisten ervan op de hoogte zijn dat de therapie volledig door de verzekering wordt vergoed als het gaat om schade die het gevolg is van bestraling, chronische wonden of botinfecties. Maar wil dat zeggen dat het centrum de beschikking heeft over een team salesmanagers wier opdracht het is om de onwetende medici vakkundig te bewerken. Dat nu ook weer niet “Maar je mag het best een marketingoffensief noemen wat wij allemaal doen op dat gebied”, aldus Bol Raap, “we bellen, we mailen, wat natuurlijk wel een groot verschil is, is dat we een geweldig verhaal te vertellen hebben”. Dat geldt in meer of mindere mate voor de meeste klinieken in Rijswijk. Het afgelopen jaar zijn ze vrijwel allemaal in Rijswijk begonnen, al of niet als gevolg van een verhuizing. Schepman zegt zich nooit speciaal ingespannen te hebben om de medische klinieken naar Rijswijk te krijgen. “Maar behalve de bereikbaarheid en de wat mildere huurprijzen, is het natuurlijk ook van belang dat het er hier nog hartstikke leuk uitziet”.
10>interview Vilan
Halfblote mannen
Dit is een waarschuwing voor alle mannen die zich verheugen op de zomer. Hou uw bovenkleding aan, dat wil zeggen, buitenshuis. Wat u achter de voordeur draagt, is uw zaak al vind ik het in sommige situaties wel prettig dat u de gordijnen sluit. Maar dat terzijde. Degenen die het nieuws gemist hebben, praat ik even bij. Afgelopen week werd in het Engelse plaatsje Sussex een opmerkelijk besluit genomen. Het vakantiepark Southend’s Adventure Island besloot mannen met een ontbloot bovenlichaam de toegang te verbieden. De reden: het moest gezellig blijven. Want kinderen, families en andere klanten, ze wilden dat gewoon niet. Ervaring met halve en hele blote mannen hebben ze daar volop. Vier jaar geleden werd er het wereldrecord gevestigd van nudisten in een rijdende rollercoaster. Maar daar was geen publiek bij. Toch moet dit tot nadenken hebben gestemd, en het management is er nu uit. Voortaan moeten de mannen kleren aan. Ik denk erover om het vakantiepark een felicitatiebrief te sturen. Een betuiging van sympathie en instemming, waaruit natuurlijk de hoop spreekt dat een dergelijke maatregel ook in Nederland zal worden ingevoerd en dan het liefst meteen op het niveau van de grondwet. Laten we de halfblote man serieus nemen. Toont een vrouw zich topless, dan raakt iedereen van de kook. Een halfblote man lijkt er bij ons niet toe te doen. Is dat eerlijk? Neen. Naaktheid is iets voor de allerpersoonlijkste privésfeer, of voor daarvoor aangewezen locaties. De sauna. Het naaktstrand. Een bordeel. Allerlei plaatsen waar ik bij voorkeur niet kom, omdat ik de aanblik van vreemde blote mensen kan missen. De medemens hoort kleding te dragen. Dat is onderdeel van de beschaving, zeker in een grote stad waarin wij allemaal tot elkaars veel te dichte nabijheid zijn veroordeeld. Trouwens, hetzelfde geldt voor de omstreken van de stad. Ooit fietste ik argeloos ergens bij Leidschendam, om als tegenligger een dikke man te ontwaren, die slechts gekleed was in een klein knallend blauw satijnen broekje. Nóg vraag ik me af, waarom hij zijn gemak belangrijker vond dan schoonheid of wellevendheid. Zachtjes zeg ik drie keer hoera voor het vakantiepark in Sussex. Wanneer het vanzelfsprekende niet meer vanzelf spreekt, is het tijd voor regels en reglementen. Wat daar mogelijk werd, kan ook hier gebeuren. Misschien komt er deze zomer op z’n minst een plaatselijke politieverordening, anders reken ik op een nieuwe wet in het jaar erna. De methode Sussex, het is een kwestie van tijd. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
Pieter Versteegh, voetballer tussen de hockeyers
‘Ik zou mijn leven zo nog een keer willen doen’
Hij was de eerste voetbaltrainer die hockeycoach werd, stond aan de wieg van Craeyenhout en leerde de Chinezen hoe ze Nederland konden verslaan. Maar vooral is Pieter Versteegh (1938) de man die als jongetje op blote voeten door de kampen zwierf en uiteindelijk een bijzonder leven in de sport kende.
Door Klaas-Jan Droppert
I
n de woonkamer van zijn huis in het Benoordenhout hangt een schilderij. Daarop is een boerderij te zien. In het zonlicht en voorafgegaan door een weelderige tuin. Het schilderij toont geen fictief tafereel, maar beeldt het tweede huis van Pieter Versteegh (76) in Portugal uit. “Daar zitten we acht maanden per jaar. Mijn vrouw en ik wilden graag de winters in een warm land doorbrengen. Waarschijnlijk een gevolg van het feit dat we allebei uit Nederlands-Indië komen. We verhuren het de rest van de tijd. Vooral mensen van HBS of HDM komen langs. Je kan er hele elftallen in kwijt. Eigenlijk is het een beetje te groot voor ons geworden. We bekijken of we het kunnen verkopen om wat kleiner te gaan wonen”. Het huis staat symbool voor hoe alles in het leven van Pieter Versteegh op zijn pootjes terecht is gekomen. Niet evident, want zijn start was ronduit slecht. Geboren in 1938 in Paree op Oost-Java maakte hij als kind de Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië mee. “Mijn moeder bleef berooid achter toen mijn vader door de Kempeitai, de Japanse gestapo, te grazen is genomen. Hij was chemicus en werd op een agaveplantage te werk gesteld. Van agave kan je dynamiet maken. Toen al dacht hij na over de tijd na de oorlog. Hoe moet dat als je voor de Japanners
hebt gewerkt en dan ook nog voor hun oorlogsindustrie? Op een nacht in 1943 heeft hij met een aantal anderen de fabriek opgeblazen. Als chemicus wist hij wel hoe dat moest. Nadien wist de Kempeitai wel raad met hem. Ik ben trouwens in 1988 nog naar de fabriek teruggeweest. De restanten zijn er nog, overwoekerd door tropische begroeiing”. Het was het begin van een onzekere tijd. De kleine Pieter vluchtte met zijn moeder en overige familie naar Malang. “Daar werden we door Soekarno, die daar al de baas was, gelukkig geïnterneerd. Anders had de plaatselijke bevolking ons gelyncht. Terecht ook, als je weet wat Nederlanders in Indonesië hebben gedaan. In 1946 zijn we door de Engelsen bevrijd. Daarna volgde
‘Ik kreeg al snel door dat ze een veel betere trainingsinstelling dan voetballers hadden’
een trektocht door Java, want in Nederland zaten ze niet op ons te wachten. We hadden niets, geen opvang en geen werk, dus ons hoefden ze niet”. HBS Via een neef van de kant van Eduard Douwes Dekker (‘Ik ben half familie van Multatuli’) kwam hij toch in Den Haag terecht. In een stad in wederopbouw. “Ik was negen en had alleen maar op blote voeten in kampen gelopen. In Den Haag heb ik heel hard moeten werken om mijn HBS te halen. Uiteindelijk is dat gelukt”. Maar een ander HBS dan de Hogere Burger School speelde een belangrijkere rol in zijn vorming voor het leven: het HBS van Houdt Braef Stant. “Wij woonden in de Schuytstraat en ik speelde mee in het straatteam van de Nicolaistraat. Dat was de laatste straat voor de Atlantikwall. Aanvoerder was de grote Cees Bovelander, de vader van de latere tophockeyer Floris Jan. Hij ging als enige hockeyen, alle andere vriendjes kozen voor voetballen bij HBS. Dat wilde ik ook. In die tijd was er nog een ballotagecommissie. Als straatschoffie en met een moeder zonder een cent op zak, maakte ik geen kans. Dankzij bemiddeling van een oom kreeg ik een voorlopig lidmaatschap. Bij HBS heb ik veel geleerd op het gebied van discipline. Ik gedroeg me daar veel beter dan op school”. Vanaf zijn zestiende speelde hij in
>Foto: Piet Gispen
het eerste, ook tijdens zijn militaire diensttijd bij de luchtmacht. “Die bracht ik door in een bunker in De Lier. Op afstand schoten we Russische MIG’s in Oost-Duitsland neer. Hoorde je later nooit meer iets van. Soms stond er een berichtje in de krant. Van een gevechtsvliegtuig dat op een boerderij was gestort. Kon je terugrekenen of jij dat had gedaan. Hoe ik als oorlogskind de militaire dienst vond? Ik vond het als jonge jongen doodnormaal om te doen. Het was avontuur. Zo zien die Amerikaanse soldaten die drones vanuit de Nevada-woestijn boven Afghanistan besturen dat ook. Als je jong bent, denk je daar niet over na”. Craeyenhout Hij verdiende als gymleraar de kost en volgde een voetbaltrainersopleiding bij de KNVB. Al op zijn 32ste ging Versteegh zijn oude team trainen. “Bij de KNVB zeiden ze: ‘Als dit je lukt, heb je een aardige carrière voor je’. In die tijd stond HBS bekend als een lastige club. We bungelden onderaan in de derde klasse en de mentaliteit was slecht. Ik heb de discipline aangehaald en de keuzecommissie die het eerste elftal samenstelde, afgeschaft. Dankzij verjonging is het team voor degradatie behoed”. In zijn laatste jaar bij de Kraaien
11
interview<
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
‘Ik was 9 jaar, kon niet lezen en schrijven en had alleen maar op blote voeten in kampen gelopen’
stond hij aan de wieg van Craeyenhout. “De voorzitter kwam in 1974 naar me toe. Hij vroeg of ik een idee had om het ledenaantal op te krikken, want inwoning van een andere club dreigde. En dat wilde HBS niet. Ik opperde soft- en honkbal, maar dat ging er bij die cricketjongens niet in. Toen stelde ik hockey voor. Mijn vrouw, die bij HDM bleef hockeyen, en een aantal andere vrouwen van HBS’ers hebben dat toen opgepakt. Zo is de damesafdeling ontstaan. Na veertig jaar mag je zeggen dat er sprake is van een geslaagde mix van voetbal en hockey bij HBS”. Zelf vertrok hij naar Roodenburg, een Leidse eersteklasser. Wout Holverda, de latere goaltjesdief van Sparta, was één van zijn pupillen en hij gaf ook nog training aan de toekomstige ADO Den Haag-spelers Ron de Roode, Marco van Alphen en Jeffrey van As. “Ik verdiende daar 18.000 gulden, een godsvermogen in die tijd. Op een gegeven moment kon ik voor vijf jaar bijtekenen. Tegen een flinke salarisverhoging. Maar ik tekende altijd maar voor een jaar, omdat teams en besturen wisselen en het moet wel blijven klikken. Thijs Libregts, de latere bondscoach, zei dat ik gek was om geen fullprof trainer te worden. Maar hij vergat dat hij in Feyenoord 1 had gespeeld en ik niet. Wie zat
er nu op mij te wachten? Ik heb het uiteindelijk niet gedaan”. In plaats daarvan volgde een mislukt avontuur bij LenS. Tot hij last van zijn heup kreeg en de hockeywereld als de Rode Zee voor Mozes voor hem open ging. Onverlaat “Ik stond bij mijn vrouw en dochters te kijken. Toen één of andere onverlaat riep dat ik best het tweede kon gaan coachen. Heb ik een maand gedaan, maar ik zag zoveel fout gaan dat ik hen ook wilde trainen. Later ben ik doorgeschoven naar het eerste”. Als eerste voetbaltrainer in de hockeywereld pakte Versteegh het direct anders aan. “Tactisch liep hockey zoveel achter. Ik heb de voetbaltactiek erin gebracht. Geen balverlies in de opbouw, een laatste man doorschuiven, 4-4-2 gaan spelen, de spelers met het beste schot de vrije slagen laten nemen, looptraining van de Pier naar de haven en terug. Dat was allemaal nieuw voor hen. Sommigen vonden het waanzin en haakten af. Anderen bleven en zouden succesvol worden. Eerst dacht ik: ‘Wat moet ik met die hockeyers’, maar ik kreeg al snel door dat ze een veel betere trainingsinstelling dan voetballers hadden. Uiteindelijk is hiermee en door een verjonging in te voeren de basis
voor het laatste kampioenschap van HDM in 1992 gelegd. Toen de titel behaald werd, zat ik niet meer op de bank maar ik heb er zeker mijn aandeel in gehad”. De hockeywereld bleef hem trekken en plotseling diende zich het buitenland voor Versteegh aan. Na een hockeytrainingscursus gegeven te hebben op een zwarte school in Zuid-Afrika kwam hij tijdens het WK hockey van 1998 in Utrecht via een sponsor in contact met de Chinezen. “Ik ben toen ook nog in hun onderkomen in een Nederlands vakantiepark geweest. Stonden ze karpers in de vijver dood te slaan. Heb ik ze maar verteld dat die er voor de sier waren. Begrepen ze niet, want een Chinees eet alles op wat leeft. Ik heb toen veel rare dingen meegemaakt, waar ik smakelijk om kon lachen”. Die merkwaardige ervaringen beletten hem niet om naar Azië af te reizen. Versteegh vertrok naar Guangzhou, het vroegere Kanton. Toen hij met Guangdong kampioen werd en driekwart van zijn team het Chinese dameselftal ging vormen, werd hij verbonden aan het nationale team. “Kwam ik Tom van ’t Hek, de bondscoach van de Nederlandse dames, tegen. Begon hij te lachen over wat ik daar nu deed. ‘Chinezen zijn beter met eetstokjes
dan een hockeystick’ en dat soort dingen. De Duitsers lachten ons ook uit. Maar, niet veel later, bij de Olympische Spelen in Sydney in 2000 won China wel van Nederland en Duitsland. Zelf had ik geen zin om naar Australië te gaan. Maar ik had de spits, Hui Ping Yang, wel verteld wat ze moest doen. De eerste drie strafcorners moest ze van mij gewoon op het doel rammen. Ook al zou ze daar straf voor krijgen, ze moest het doen. Ik wist dat Nederland en Duitsland niet helemaal zouden uitlopen en rekening hielden met een andere variant”. Van de Chinese mentaliteit was hij onder de indruk. “Ze trainden drie keer per dag. In hoge luchtvochtigheid en in een omgeving met veel smog. Niet te doen. Daarom hadden we om half zes ‘s ochtends onze duurlopen. Ze waren technisch en conditioneel goed. Ik heb ze tactisch een en ander bijgebracht. Maar in China gaat alles anders. De directeur van de club vertelde me dat hij een nieuw trainingscomplex wilde neerzetten. Het oude was een smerige bende, met kapotte ramen en mos in de fitnessruimte. ‘Ik zei: Goed idee, maar niet hier’. Hij begreep het niet en ik wees hem op de smog. Ik kwam er drie jaar later terug en toen stond er een heel nieuw trainingscomplex. Tot mijn verbazing was de zon ook weer zichtbaar.
Hadden ze het industrieterrein dat tien keer groter dan de Binckhorst was, gesloopt. ‘Jij hebt toch gezegd dat de industrie weg moest?’, zei de directeur triomfantelijk. Toen ik vroeg wat er met de mensen die daar werkten is gebeurd, haalde hij zijn schouders op. Dat was niet zijn probleem. Tja, zo gaat dat in China”. Thuiskomen China was min of meer zijn laatste grote klus. Daarna ging Versteegh met pensioen. Is hij niet in Portugal dan kijkt hij naar zijn kleinzoon bij HDM. Of gaat hij tennissen. “Dat het zo met het jongetje op blote voeten zou aflopen, dat had ik nooit durven dromen. Ik zou zo mijn leven nog een keer willen doen”. Maar het leven is nog niet compleet. Een wens heeft hij nog. “Nog een keer door Indonesië trekken. In 1988 heb ik dat al eens met mijn vrouw gedaan. Het voelde als thuiskomen. Ik had alleen de vliegtickets geregeld. Mijn vrouw had er een hard hoofd in, maar even je Maleis ophalen en dan gaat het wel. Weet je, Indonesië is één groot reisbureau. Je steekt op straat je hand op en er komt iemand naar je toe. Die vraagt waar je heen wilt en stuurt een jongetje op pad. Vijf minuten later staat er een auto voor je neus en kun je gaan onderhandelen. Op die manier kun je heel Indonesië zien. Echt, ik kan het iedereen aanraden”.
12>
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
De Vogelwijk was
Op woensdag 30 april 2014 Oorlogsmisdadiger zat bijna drie worden wij 210 jaar! En wij vieren dit graag met u! Wij zouden ook graag van u willen weten wanneer u jarig bent, zodat we u in de toekomst ook kunnen feliciteren op uw verjaardag. U kunt uw geboortedatum invullen op deze kaart of op www.ks.nl in uw ‘Mijn KS account’. Als u vóór 1 april uw geboortedatum invult, Door Dick van Rietschoten maakt u kans op diverse vrijkaarten met als hoofdprijs een seizoen langveertig gratis jaar bezoek n het voorjaar van 1974, geleden, wasKoninklijke de Haagse Vogelwijk vanwege bizaraan de Schouwburg!* Opeen zondag re vondst wereldnieuws. 13 april makenenige wij detijd winnaars bekend. Op don-
I
n januari 1804 brak het einde van de Franse overheersing in Haïti aan. In mei van ditzelfde jaar roept de Franse senaat Napoleon Bonaparte tot keizer uit en toneelschrijver Friedrich von Schiller schrijft in 1804 het toneelstuk Wilhelm Tell. Maar op 30 april van dit jaar gebeurde er in Den Haag ook iets heel bijzonders: de ‘Nieuwe Haagsche Schouwburg’ opende haar deuren.
Al ruim twee eeuwen lang is de Koninklijke Schouwburg een van de belangrijkste symbolen voor de Haagse cultuur en Haagse identiteit. Oorspronkelijk was het gebouw bedoeld als stadspaleis voor prins Karel Christiaan van Nassau Weilburg en zijn echtgenote. Voordat de bouw van het 77 meter brede optrekje met drie verdiepingen in Lodewijk XVI-stijl werd voltooid, overleed zijn echtgenote waardoor de bouw stil kwam te liggen. Vervolgens stond het pand jarenlang leeg, tot een groep Haagse cultuurminnaars in 1802 besloot het paleis tot een schouwburg te verbouwen. Vanaf 1804 vond het gebouw, ontworpen door architect Pieter de Swart, haar ware roeping en werd het als schouwburg in gebruik genomen als de ‘Nieuwe Haagsche Schouwburg’. Op woensdag 30 april 2014 is het precies 210 jaar geleden dat de Koninklijke Schouwburg voor het eerst haar deuren opende en daarom vieren wij op deze dag onze verjaardag. Met een veelzijdig
I programma biedt de schouwburg op deze dag iedereen de kans om kennis te maken of ons te komen feliciteren. Om 10.00 uur openen de deuren van de Koninklijke Schouwburg. Heeft u altijd al een kijkje willen nemen vanaf het podium de zaal in, willen zien hoe het draaitoneel eruit ziet of waar de artiesten zich voorbereiden op hun voorstelling? Dan kunt u deelnemen aan een van de rondleidingen die vanaf 10.00 uur ieder uur door een van de medewerkers van de schouwburg gegeven wordt. De rondleidingen staan o.a. in het thema van theatertechniek, historie of de ‘glamourkant’ van de schouwburg. Ook zal er een rondleiding speciaal voor kinderen georganiseerd worden. U kunt op www.ks.nl/verjaardag vinden welke rondleiding op welk tijdstip gegeven wordt. Via de website kunt u zich alvast inschrijven, om verzekerd te zijn van een plaats. Deelnemen aan een rondleiding kost slechts € 2,10 per persoon inclusief koffie of thee en een stuk verjaardagstaart. Daarnaast nodigt de Koninklijke Schouwburg de kinderen uit Den Haag de hele dag uit om hun eigen creativiteit te tonen in de foyers. Met hun eigen zelfgemaakte en versierde kronen worden ze “Koninklijk” op de foto gezet. Op 30 april zal in de Paul Steenbergenfoyer een fotoselectie ‘210 jaar Koninklijke Schouwburg’ getoond worden. 10 prachtige foto’s van de schouwburg door de jaren heen, een unieke kijk op dit mooie gebouw en haar historie.
Kijk voor meer informatie en het volledige programma op www.ks.nl/verjaardag
derdag 11 april van dat jaar omsingelden agenten het pand Pauwenlaan 95, waarna twee re*Zie de voorwaarden op www.ks.nl/verjaardag chercheurs er aanbelden. Een bejaarde heer deed open. De politiemannen vertelden waarvoor ze kwamen, liepen de trap op en arresteerden op de zolderetage de 56-jarige voormalige SS’er Jacques Philippa, die al sinds mei 1945 werd gezocht wegens het begaan van oorlogsmisdaden. Gedwee liet de arrestant zich meevoeren. Bijna 29 jaar had hij in zijn ouderlijk huis ondergedoken gezeten, als een kluizenaar in een grot. De volgende dag was de arrestatie groot nieuws. Vertegenwoordigers van nationale en internationale media snelden toe om dat rustige buurtje achter de duinen met eigen ogen te bekijken. In het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie aan de Herengracht te Amsterdam verschaft men de bezoeker desgevraagd in een ommezien een map met informatie over de zaak-Philippa. Bij het doorspitten van het dossier in de nabije leeszaal vormt zich in het hoofd van de lezer een boeiende film over het Geheim van de Pauwenlaan. Jacques Philippa werd op 30 september 1917 in Rotterdam geboren. Hij kreeg een broer en drie zussen. In 1929 verhuisde het gezin Philippa naar Den Haag, waar vader Bernard leraar op een ambachtsschool werd. Ze namen hun intrek in het pas gebouwde huis aan de Pauwenlaan 95. Lang heeft Jacques daar niet gewoond, want na z’n middelbare school ging hij naar de Koninklijke Militaire Academie in Breda, waar hij tijdens zijn officiersopleiding intern verbleef. In die periode liet hij al blijken sympathie te hebben voor het nationaalsocialistische gedachtegoed van de Duitse NSDAP en de Nederlandse NSB, tot verdriet van z’n ouders, die daar niets van moesten hebben.
De Norger Bloedploeg Eind 1939 verliet Jacques de KMA, omdat zijn hele lichting een halfjaar voor het eindexamen wegens de oorlogsdreiging gemobiliseerd was. Kort na de Duitse inval in mei 1940 deserteerde hij, reisde naar Duitsland en meldde zich aan bij de Waffen SS. Hij deed onder meer dienst aan het oostfront en werd begin 1944 naar Nederland overgeplaatst, waar hij ‘plaatsvervangend districtscommandeur’ van de Landwacht in Drenthe werd, met standplaats Norg. De Landwacht was een militaire organisatie met politietaken die voornamelijk uit NSB’ers bestond, maar onder bevelvoering van de SS viel. De vaak als ‘kil’ omschreven Philippa kreeg de leiding over een arrestatie-eenheid, die vanwege de nietsontziende opsporingspraktijken en wrede verhoormethoden in verzetskringen werd aangeduid als De Norger Bloedploeg. Na de bevrijding in mei 1945 wist Philippa – toen nog maar 27 jaar – naar Amsterdam te komen, waar hij onder valse naam een huurkamertje betrok. Via een zus kwam hij in contact met z’n ouders. Die waren zojuist teruggekeerd naar hun huis aan de Pauwenlaan, dat ze in 1943 hadden moeten verlaten omdat de wijk, gelegen tussen de zee en de Atlantikwall, tot ‘Sperrgebiet’ was verklaard. ‘Kom maar hierheen’, luidde het bericht uit Den Haag. De ouderliefde had het gewonnen van de afschuw over de levenswandel van de verloren zoon. Dat liet Jacques, bang als hij was voor zijn arrestatie en berechting, zich geen tweemaal zeggen. Op een fiets reed hij in de zomer van ’45 vanuit de hoofdstad naar de Hofstad. Stroef “De eerste dag verliep wat stroef’’, vertelde Jacques Philippa in september 1980, ruim een jaar voor zijn
dood, in het enige kranteninterview dat hij ooit heeft gegeven. “Ik had nog steeds geen afstand kunnen nemen van wat er gebeurd was. Nog steeds had ik sympathie voor de nazi’s. Dat laat je niet zo gauw los. Ik kon daar natuurlijk met mijn vader niet over praten. We hebben toen maar afgesproken het verleden te laten rusten. Dat is eigenlijk 29 jaar zo gebleven”. Aanvankelijk gingen Jacques en z’n ouders er nog wel van uit dat zijn ‘onderduik’ slechts tijdelijk zou zijn, maar langzamerhand werd duidelijk dat er geen uitweg was, temeer niet daar eind 1949 bekend werd dat Jacques bij verstek ter dood was veroordeeld. “Ik heb toen sterk overwogen om me aan te geven, maar ik heb het niet aangedurfd, ook al omdat er dan veel negatieve publiciteit zou komen en dat wilde ik mijn ouders niet aandoen”. Buitenlucht Het is moeilijk voorstelbaar, maar gedurende al die jaren tot aan z’n arrestatie in 1974 heeft Jacques Philippa nauwelijks een voet buiten de deur gezet. Na een paar jaar begon hij aan het kluizenaarsbestaan te wennen. Hij luisterde veel naar de radio en kreeg uiteindelijk ook een eigen tv. Verder deed hij geregeld oefeningen aan een rekstok en las hij veel. Vader en moeder Philippa haalden boeken voor hem bij de bibliotheek en voorzagen hem van kranten en tijdschriften. Ook kweekte hij kanaries en loste hij in de loop der tijd talloze schaakproblemen op. Als z’n ouders bezoek kregen, verstopte hij zich aanvankelijk in een grote kast, maar later deed hij dat niet meer. Hij moest zich dan wel muisstil houden en bijvoorbeeld niet heen en weer lopen of naar het toilet gaan. Eén keer werd de onderduiker flink ziek: hij kreeg last van nierstenen. Maar een arts kon natuurlijk niet worden geraadpleegd, want dan zou z’n geheime bestaan (dat alleen z’n ouders, zussen en broer kenden) alsnog openbaar worden. Bij elke niersteenaanval slikte hij aspirines of medicijnen die zijn moeder voor haar galstenen had gekregen. Na-
13
Tweede wereldoorlog <
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
veertig jaar geleden wereldnieuws decennia ondergedoken aan de Pauwenlaan
Het huis aan de Pauwenlaan. >Foto: Jurriaan Brobbel
Sylvia. “Maar mijn dochters Angela en Florence wel. Vooral Angela, de jongste, had in haar tienertijd merkwaardige ervaringen. Toen ze bijvoorbeeld ’s zomers een keer in bikini in de tuin zat, meende ze achter het raam op de zolderetage bij de buren een haar onbekende man te zien die haar begluurde. Toen ze het vertelde, zei ik: ‘Flauwekul, dat kan niet. Dat is je fantasie!’ Maar toen ze een keer rond middernacht thuis was gekomen van een feestje, zag ze door het raam eenzelfde type man bij nummer 95 de deur uitgaan. Later dacht ze hem ’s avonds laat bij de duinen te hebben zien lopen. Ze kon hem op een gegeven moment wel uittekenen”. “Jacques is de eerste 25 jaar niet buiten geweest’’, weet Sylvia, “maar later hoorden we dat hij daarna ’s nachts wel eens een ommetje maakte. We hebben inderdaad wel eens midden in de nacht de buitendeur horen open- en dichtgaan, maar ik zocht daar niks achter”. Na de arrestatie van Jacques woonde vader Philippa enkele maanden bij een dochter elders in Nederland. “We vreesden dat hij uit schaamte nooit meer terug zou komen”, aldus Sylvia Gravenkamp. “Daarom heeft mijn man hem op een dag een brief geschreven waarin hij hem namens alle buren dringend vroeg terug te komen. We zouden hem met open armen ontvangen. Korte tijd later gaf hij aan die oproep gehoor. Hij heeft er nog tot z’n dood in 1983 gewoond”.
dat Jacques’ verblijfplaats was ontdekt, vertelde Philippa senior aan de buren dat hij ook eens met een tang uit z’n gereedschapskist een pijnlijke rotte kies bij zijn zoon had verwijderd. Presser Wat zijn oorlogsverleden betreft, kwam Jacques tot inkeer tijdens het lezen van ‘De Ondergang’, het beroemde tweedelige boek van dr. J. Presser uit 1965, waarin de Jodenvervolging in de oorlogsjaren gedetailleerd wordt beschreven. “Het is mij toen pas duidelijk geworden wat er met de Joden is gebeurd”, erkende Philippa later. Eind 1973 overleed Jacques’ moeder aan kanker. Kort daarvoor moest z’n inmiddels 84-jarige vader wegens trombose eveneens in het ziekenhuis worden opgenomen. Gedurende die tijd werd de schuilvink door zijn broer van voedsel voorzien. Toen vader Philippa, inmiddels weduwnaar, weer thuis was gekomen, sloot deze een abonnement af bij een cateringservice, die dagelijks een warme maaltijd bezorgde. Afgesproken werd dat er flinke porties zouden worden afgeleverd. “Ik ben een grote eter”, had Philippa senior gezegd. De werkelijkheid was natuurlijk dat hij het avondeten met z’n zolderzoon moest delen. Wie de Haagse politie tipte dat zich op Pauwenlaan 95 oorlogsmisdadiger Philippa schuilhield, is nooit bekend geworden. Vermoedens gaan in de richting van de zussen en/of broer van Jacques, die het niet langer konden aanzien dat de oude vader nog steeds de last van zijn onderduiker droeg. In 1976 werd Jacques, wiens doodvonnis halverwege de jaren vijftig op papier al was omgezet in levenslang, veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf wegens oorlogsmisdaden en het treden in vreemde krijgsdienst. Volgens de rechters had hij in feite op zijn onderduikadres al bijna een levenslange straf ondergaan. Philippa diende inclusief zijn voorarrest de volle vier jaar uit, kwam eind 1978 op vrije voeten, kreeg een uitkering en ging wonen in een huurflatje in Enschede. Daar
naar vragen, maar over die dingen begin je niet zo gauw. Wij wisten niet beter of de oude heer Philippa had zijn zoon afgezworen. Hij was zelf zeer antiDuits en nam het verraad van zijn zoon in de oorlog zwaar op”, aldus Van de Vies in het Algemeen Dagblad van zaterdag 13 april 1974. Ook de werkster die enkele jaren bij de Philippa’s thuis kwam, heeft nooit van het bestaan van Jacques geweten. Op de zolderetage hoefde ze nooit schoon te maken.
werd hij op 20 december 1981 dood gevonden. Hij bleek twee weken eerder op natuurlijke wijze te zijn overleden. Buren De vraag die rest, is natuurlijk: heeft in al die 29 jaar nooit iemand rond Pauwenlaan 95 iets van de onderduiker gemerkt? Achteraf vielen bepaalde puzzelstukjes wel op hun plaats, meldden enkele buren in april 1974 aan de toegestroomde verslaggevers. Sylvia Gravenkamp, die met haar man en twee dochters op 97 woonde en goed met de ouders van Jacques overweg kon (“Het waren schatten van mensen”) was het bijvoorbeeld wel eens opgevallen dat de laatste tijd het toilet soms achter elkaar werd doorgetrokken, terwijl ze niet beter wist dan dat alleen Philippa senior nog in het huis woonde. Ook hoorde het gezin ’s nachts wel eens gestommel boven in het huis. Overbuurman J.H. van de Vies kende het echtpaar Philippa al 44 jaar en kwam er ook af en toe over de vloer. Hij wist dat zoon Jacques in de oorlog hartstikke fout was geweest. “Wij wilden er wel eens
Exclusief Sylvia Gravenkamp woont sinds tien jaar niet meer aan de Pauwenlaan, maar in een flat aan de Landréstraat, onderdeel van het complex dat bekendstaat als De Chinese Muur. De nu 85-jarige voormalige buurvrouw van de Philippa’s vertelde naar eigen zeggen in 1974 lang niet alles aan de pers. “De Telegraaf bood me tweeduizend gulden voor een exclusief interview en ook het Algemeen Dagblad wilde me geld betalen als ik sappige informatie wilde geven, maar ik had er geen zin in. Ik vond het allemaal zó verschrikkelijk voor de oude Philippa. Hij en z’n vrouw hebben door die zoon óók 29 jaar gevangengezeten, volkomen onschuldig. Ze gruwden van wat Jacques had uitgevreten en schaamden zich ervoor. Ze droegen altijd dat vreselijke geheim met zich mee en konden nooit eens onbekommerd visite ontvangen of lekker met vakantie”. “Ik kwam er wel eens binnen en één keer ben ik zelfs op de eerste etage geweest. Aan de voorkant was de slaapkamer van de ouders, maar in de achterkamer stonden een tv en een grote stereo-installatie. Vreemd vond ik dat, want beneden hadden ze dat ook. Later begreep ik dat hun zoon daar vaak zat. Dan kwam hij van z’n zolderetage en keek tv of draaide grammofoonplaten. Dat verklaart ook de muziek die we soms ’s avonds laat nog van schuin boven ons hoorden komen”. Tuin “Zelf heb ik nooit het geringste vermoeden gehad dat er nog iemand boven woonde”, zegt
Huis met verhaal Op het adres Pauwenlaan 95 woont sinds 1984 het echtpaar Ruud en Maaike Mondriaan, voorheen uitbaters van Brasserie Mondriaan in het winkelcentrum aan het De Savornin Lohmanplein. Zij kochten het pand van de erven Philippa nadat het sinds de dood van Philippa senior maandenlang leeg had gestaan. “Bij de overdracht zei ik tegen een van de dochters die de verkoop had geregeld: ’t Is wel een huis met een verhaal hè? Maar ze maakte een afwerend gebaar en wilde er niets over zeggen”, vertelt Ruud. “Ik kende de geschiedenis van haar broer niet alleen uit de media van destijds, maar ook vanuit mijn toenmalige beroep: ik zat bij de politie. In 1974 was ik niet rechtstreeks bij de aanhouding van Jacques betrokken, maar ik weet nog dat er na het binnenkomen van de gouden tip wekenlang rond het huis is gepost uit vrees dat-ie alsnog zou wegglippen. Geen idee waarom men zo lang met de arrestatie heeft gewacht. Wellicht had dat te maken met het doorpluizen van de betreffende oorlogsdossiers”. Kast Het huis dat Ruud en Maaike aantroffen, zag er allesbehalve florissant uit. “Er was sinds de bevrijding nauwelijks meer iets aan gedaan”, herinnert Ruud zich. “De zolder was verdeeld in twee kamertjes. In één daarvan stond een grote kast waarvan je de vloer kon oplichten. Daaronder was een ruimte uitgespaard waarin Jacques in de beginjaren van zijn onderduikperiode bij dreigend gevaar ging liggen, bijvoorbeeld als er beneden bezoek kwam. Hij kon de kastdeur dichtdoen en het vloerluik zelf over zich heen trekken, zodat er niks te zien was”. “Bij de verbouwing vonden we boven nog een diep weggestopt identiteitsbewijs van Jacques, met een foto en een valse naam, maar afgezien van die kast met dubbele bodem hebben we verder geen enkel tastbaar bewijs van de onderduikperiode meer teruggevonden. Inmiddels is er trouwens in ons stuk van de Pauwenlaan niemand meer die de familie Philippa nog heeft meegemaakt”.
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
Opera2Day duikt onder in de Franse barok
Orpheus belichaamt essentie van muziek d’Orphée aux enfers’ (‘De afdaling van Orpheus naar de onderwereld’) van Marc-Antoine Charpentier (1643-1704) uit, een ongeveer een uur durend werk waaromheen enkele andere bijpassende stukken van dezelfde componist zijn geprogrammeerd.
Opera2Day doet weer van zich spreken. In 2012 en 2013 werd in een voormalig ziekenhuis ‘Dolhuys Kermis’ opgevoerd, een productie met als onderwerp de positie van psychiatrische patiënten eeuwen geleden. Nu trekt een bont gezelschap van artiesten naar de Grote Kerk voor ‘La troupe d’Orphée’, een opvoering van een Franse barokopera. Door Aad van der Ven
Opera2Day is de naam. Maar het in Den Haag gevestigde gezelschap mag dan een eigentijdse naam, stijl en taakopvatting hebben, het wil ook iets van het verleden laten herleven. Dat blijkt niet alleen uit het gekozen repertoire, er wordt nu ook een verbinding gelegd met een eeuwenoude theaterpraktijk in deze stad. Want al voordat hier van opera sprake was, kreeg Den Haag sinds het midden van de 17de eeuw vaak bezoek van groepen reizende acteurs, zangers, goochelaars en andere artiesten. De nieuwe productie van Opera2Day maakt aanschouwelijk hoe destijds een dergelijke ‘troupe’ – het waren meestal Fransen – zijn kunsten vertoonde. Destijds gebeurde dat vaak op tennisbanen en in verbouwde maneges. Voor de zeven voorstellingen van ‘La troupe d’Orphée’ waaraan nu de laatste hand wordt gelegd, gaan de deuren van de Grote Kerk open. Serge van Veggel, initiatiefnemer van Opera2Day en regisseur, prefereerde deze locatie omdat deze hem tal van mogelijkheden biedt die het normale theater ontbeert. En qua sfeer nog iets toevoegt. “Ik verklap nog niet alles, maar het publiek zal zich weer verplaatsen. Zo zal het in een afgezonderd deel van
>Foto: Studio Oostrum
de kerk de voorbereidingen – het schminken, het stemmen van de instrumenten et cetera – meemaken. Daarna verplaatst iedereen zich voor de eigenlijke voorstelling”. Opera2Day organiseert graag producties op niet voor de hand liggende plaatsen. ‘Dolhuys Kermis’, een voorstelling uit 2012 in een voormalige kliniek aan de Scheveningseweg, is een bekend voorbeeld. Daar-
aan werkte het Belgische, inmiddels internatio-naal befaamde vocale ensemble Vox Luminis mee. Dat is ook nu van de partij. Ook wordt samengewerkt met dansers van de Dutch Junior Dance Division onder leiding van choreograaf Thom Stuart. Met dirigent Hernán Schvartzman, muzikale partner van Van Veggel, en een barokensemble voeren de zangers en dansers de opera ‘La descente
Wraakzucht Na ‘Médée’ van Cherubini, de vorige productie, trekt Opera2Day nu de lijn van de Griekse mythologie door. Maar wel op een sterk contrasterende manier. Op het verhaal vol wraakzucht en bitterheid rond Medea volgt de geschiedenis van Orpheus als personificatie van de kracht van de muziek, in staat als deze kunst is mensen – en in dit geval goden – in het hart te raken ook wanneer het woord machteloos is. Opmerkelijk is overigens dat Charpentier’s opera ophoudt direct nadat Orpheus met zijn zang en snarenspel de heersers van de onderwereld heeft vermurwd en toestemming krijgt zijn gestorven geliefde Euridice mee terug te nemen. Op de tonen van een ‘sarabande légère’ nemen we plotseling afscheid van het duo. Zo missen we het fatale moment waarop Orpheus tegen de afspraak in omkijkt naar zijn vrouwelijke partner en zo haar voor de tweede keer verliest. Deze omissie heeft sommige musicologen op de gedachte gebracht dat Charpentier de opera niet heeft kunnen of willen voltooien. Maar daarover is het laatste woord nog niet gezegd. De voorstelling van Opera2Day voorziet in elk geval in een scènische toevoeging die het verhaal ‘rond’ maakt. Voor de bijpassende omlijsting werd stemmige Franse treurmuziek van Charpentier
tevoorschijn gehaald. Bij Opera2Day bestaat een duidelijk beeld van wat ook op langere termijn artistiek zinvol en haalbaar is. Maar veel, zo niet alles, hangt af van de (nog bescheiden) subsidie en de sponsoring. “We willen in onze activiteiten twee lijnen vasthouden”, zegt Serge van Veggel. “Dat zijn locatievoorstellingen die het publiek confronteren met verrassende scènische ervaringen en producties die geschikt zijn voor het normale theater. ‘Dolhuys Kermis’ behoorde tot de eerste categorie, ‘Don Giovanni’ van een paar jaar geleden en ‘Médée’ kun je tot de tweede rekenen”. Voor de voorstelling van ‘Médée’ van vorig jaar hebben zoveel theaters belangstelling getoond dat deze spoedig in diverse steden herhaald wordt. Daarna iets totaal anders. Voor de lente van 2015 staat een nieuwe opera over Mariken van Nimwegen op het programma, het beroemde 16deeeuwse mirakelspel met als moraal, dat door middel van biecht en bemiddeling van Maria vergiffenis van alle zonden mogelijk is. De bedoeling is dat het Nationale Toneel en het Asko/Schönberg Ensemble meedoen. De in Nederland wonende Griekse componiste Calliope Tsoupaki schrijft de muziek. Als auteur van het libretto zal regisseur Serge van Veggel zich van zijn literaire kant laten zien. Opera2Day met ‘La troupe d’Orphée’. Concept, samenstelling en regie: Serge van Veggel. Muzikale leiding: Hernán Schvartzman. Choreografie: Thom Stuart. Met Vox Luminis, Dutch Junior Dance Division en Opera2Day Barokensemble. Op 26 en 27 april, 3, 4, 5, 6 en 7 mei, 20.30 uur, Grote Kerk. Meer informatie: www.opera2day.nl
Iets ouds, iets nieuws … iets blauws Door Egbert van Faassen
Marleen Guthschmidt – ‘sieraden zijn emoties’ – opende vijfentwintig jaar geleden een galerie voor sieraden en objecten aan de Prinsestraat. Nu zijn het twee ruimtes naast het pand, waar ze begon. Vrij klein, want het aanbod van de galerie vergt niet zoveel ruimte. Maar erg krap tijdens de opening van de jubileumtentoonstelling. Het thema, ‘something old, something new’, kreeg ook gestalte aan de oren en rond de halzen van de da-
mes die voor de vitrines dromden. In de etalage zette Annette Clay het rijmpje visueel voort met een ring, voorzien van een blauwe ‘steen’: … something blue. Van alle kunstenaars die in de galerie aan de Prinsestraat exposeerden is er één ding te zien uit het jaar van de eerste presentatie plus een recent ontwerp. Van Nicolette van Hattum, die in de begintijd ook in de galerie werkte, zijn ambachtelijke sieraden uit 1990 te zien. Een ontwerper als Olav Slingerland, die klei in vormen giet vanuit zijn achtergrond
als industrieel ontwerper, is misschien meer van nu. De tentoonstelling biedt een beknopt en boeiend overzicht van het werk van niet minder dan vierendertig sierkunstenaars. Something old, something new. Galerie Guthschmidt, Prinsestraat 39-43 www.galerieguthschmidt. nl tot en met 1 juni
Armband van Annette Clay, perspex met gelaserde tekst. > Foto: PR
jazz
De sopraan van Dim en Rugile Daujotaite De sopraansax heeft twee centrale vertolkers in de jazz: eerst Sidney Bechet in de klassieke jazz, daarna John Coltrane die het instrument een hoofdrol gaf in de moderne jazz. Twee werelden die dezer dagen even actueel voor me werden. Eerst hoorde ik Ben van den Dungen op sopraan in de tango-versie van Bachs Matthäus Passion bij Prospero in een druk bezochte Lourdeskerk. Van den Dungen – van huis uit teno-
rist – heeft op sopraan een prachtige toon ontwikkeld terwijl de moderne jazzimprovisator bij hem altijd hoorbaar blijft. Ook in tango’s en milonga’s. Absolute top. Toen kwam dat mailtje van Mia Kesber, weduwe van Dim Kesber (Dutch Swing College, Reunion Jazzband), klarinettist en sopraanspeler. Altsaxofonist Benjamin Herman had Dim’s sopraan gekocht en bewonderde Dim’s spel, vertelde zij: “Hij probeert er nu Dim’s
noten uit te krijgen”. Benjamin zond haar een foto. Met die pas verworven sopraan en in zijn hand een oude langspeelplaat met Dim – op sopraan – op de hoes. Het had iets ontroerends. Dat instrument dat een nieuw leven krijgt en over Dim’s dood heen een liefderijke verbinding maakt tussen oud en nieuw in de jazz. Ik kan me voorstellen dat Mia het even te kwaad had bij dat plaatje. In Murphy’s Law wordt de maandagse sessie-avond op 21 april geleid door de Litouwse Rugile Daujotaite, een zangeres die emoties niet uit de weg gaat. Ze deed hier eindexamen (cum laude) aan het conservatorium, studeert nu voor haar master en heeft een band gevormd met de onderschatte, maar altijd spannende en bezeten jazzpianist Robert Rook. Bij het Haagse jazzlabel van drummer Barry
Olthof (OAP records) is zojuist een cd van haar uitgekomen die ‘Rugile, a promise’ heet en waarop ze een intrigerende muzikale reis maakt. Met onder andere jazzkenner Bert Vuijsje mocht ik een jaar geleden de persjury vormen bij het Leidse Jazz festival. Rugile was de winnares, vonden we. Ze bracht stukken van Coltrane met eigen teksten (Engels en Litouws) en ze toonde zich als zangeres bijna een instrumentalist. Haar debuut-cd onderstreept dat nog eens. Eigen versies van Litouwse ‘folk songs’, een bijna stilgelegde interpretatie van ‘Round Midnight’ en een ijzersterke versie van Joshua Redman’s ‘Jazz crimes’, vocaliserend, scattend, ritmisch interpolerend. En haar trio is voortreffelijk: Rook (piano en keyboard), Luciano Poli (bas) en Victor de Boo (drums). Een probleem in Den Haag
met z’n vele kleine podia is dat er altijd doublures zijn. Paaszondag bijvoorbeeld zingt ’s middags Marjorie Barnes met het Equinox quintet bij Pavlov, maar ’s avonds staat zangeres Adrienne West in de Bezuidenhoutse Church of Our Saviour (COS Jazz). Met zanger Kyle Biebel, Domagoj Ralasic op sax en op het jazzorgel Bob Wijnen, die dus moet rennen die dag, want ’s middags zit hij aan de piano bij Pavlov. Ter herinnering: op18 april het dubbelconcert van drummer Lucas van Merwijk’s orkest met Cuban Golden Classics in ISS (Prospero). Van Merwijk heeft het druk dezer dagen. Hij is dan net een dag terug uit Colombia waar hij vier concerten gaf in Bogota, Medellin en op het Caraïbische eiland San Andres. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
Nieuw programma Nationale Toneel Het Nationale Toneel maakte deze week de nieuwe theaterprogrammering (2014/15) bekend. Het gezelschap brengt vier premières in de grote zaal en tien voorstellingen in de kleine of middenzaal. Terugkerende thema’s in het repertoire: ontsnappen aan het heersende maatschappelijke systeem en de wens om het leven opnieuw in te richten.
De drijvende stad is een vrolijke, kleurrijke voorstelling voor jong en oud, vaardig gemaakt en met aanstekelijk enthousiasme gespeeld.> Foto: Leo van Velzen
Drijvende Stad: Casanova voor het hele gezin Door Eric Korsten
Joelende, nee, loeiende kinderen in het theater. Geboeid kijken ze naar het waterspektakel van ‘De drijvende stad’. De kindervoorstelling van regisseur en tekstschrijver David Geysen, die voortborduurt op de marathonvoorstelling ‘Casanova’ van Toneelgroep de Appel, maakt ruimschoots gebruik van tal van special effects die voor ‘Casanova’ toch al ingehangen werden. Het hier en daar wat rammelende verhaal gaat over de oud en vergeetachtig geworden Koning Casanova, hier gespeeld door Ivan Walhain, die gewichtig de scepter zwaait over ‘De drijvende stad’. Op dit onbekende, hooggelegen eiland is ontdekt hoe goudstof moet worden gemaakt. Maar nu merkt Koning Casanova dat zijn verhalen door zijn toenemende vergeetachtigheid dreigen op te raken. Hij ziet in dat zijn rijk gedoemd is, want zonder verhalen, zonder verbeelding kan er geen goudstof bereid worden. Hij stuurt daarop flessenpost de zee in. Boodschap: De buitenwereld moet zijn drijvende stad te hulp komen.
Een wat verlegen jongen, Raven, een rol van een wat op de rem spelende Jip Bartels, en een zelfverzekerd meisje Tove, met verve gespeeld door Sofie Habets, krijgen de flessenpost en bijbehorende routebeschrijving in handen. Ze nemen daarop het besluit om samen naar deze ‘drijvende stad’ op zoek te gaan. Ze zijn vastbesloten die te redden van de ondergang. Natuurlijk: Uit de aard der zaak doorstaan ze vele hobbels op hun weg, maar slagen ze er door vasthoudendheid glansrijk in om het goudstof en dus de verhalen te vinden die nodig zijn voor het voortbestaan van de fantasiestad. Appeltje, eitje. Enthousiasme Toneelgroep De Appel deed in het verleden al eens pogingen om kinderen aan zich te binden met een familievoorstelling, dat was in de jaren negentig. Dat kreeg toen geen vervolg omdat het gezelschap toen niet en eigenlijk nog altijd niet ingericht is op het maken van jeugdtheater. Maar nu lijkt het erop dat Appel-gedienden Geysen (acteur) en Beukman (componist) een vrolijk, kleurrijk kostuumdrama voor
De eerste voorstelling die op de planken staat, is Design for living (vanaf 4 november), in regie van Johan Doesburg. Dichter en romanschrijver Ilja Leonard Pfeijffer vertaalde dit schandaalstuk uit 1933 naar onze tijd. Jeroen Spitzenberger, Matteo van der Grijn en Anniek Pheifer spelen de kosmopolitische dertigers Otto, Leo en Gilda, die smachten naar roem en succes. Casper Vandeputte regisseert Vrijdag van Hugo Claus (vanaf 25 november). De voorstelling verhaalt over Georges Vermeersch die zijn straf uit heeft gezeten wegens seksuele handelingen met zijn minderjarige dochter Christiane. In een lange vrijdagnacht drijven vader, moeder,
dochter en minnaar de duivels uit het verleden uit. Met Stefan de Walle als Georges Vermeersch en Ariane Schluter als zijn vrouw Jeanne. In As you like it (vanaf 16 december, in regie van Theu Boermans) vlucht Rosalind, de dochter van de afgezette hertog, met haar vriendin Celia naar het Ardenner Woud. Ook haar grote liefde Orlando trekt naar het idyllische bos. Hier mogen de liefde en het leven vol overgave gevierd worden. Maar het woud confronteert de jongeren ook met de gewelddadige menselijke natuur. Met Hannah Hoekstra en Rei-nout Scholten van Aschat. Deze twee jonge acteurs spelen ook in Genesis (vanaf 14 april). Onderwerpen zijn: broedermoord, incest, wraakzucht en bedrog, maar ook liefde, trouw, barmhartigheid en gemeenschapszin. Alle kanten van het menselijk bestaan trekken voorbij in Genesis. In een regie van Johan Doesburg spelen tien acteurs het eerste Bijbelboek. Voor andere voorstellingen van het NT en NT jong, zie: www.nationaletoneel.nl
jong en oud hebben gemaakt dat hoop voor de toekomst biedt. Daarbij geholpen door het aanstekelijk enthousiasme van een groot aantal studenten van Codarts, de Rotterdamse dans, muziek- en circusopleiding. Zij bieden als acteurs goed weerwerk aan Koning Casanova, vaste Appel-acteur, en diens secondant Paddenstoel, de talentvolle acteur Tom Voet uit de stal van Theaterschool Rabarber. Maar als zangers weten ze niet altijd te overtuigen. Een erg muzikale productie evenwel, bijna een musical, met tal van leuke liedjes als entr’actes, waaronder een swingend meezing-piratenlied. Als voor meer dan een enkel rustpunt was gekozen, had de voorstelling nog aan diepte kunnen winnen, nu volgt na een spektakelhoogtepunt er alwéér een. En dat is wat veel van het goede. En dat is uitgerekend ook precies het bezwaar dat de megavertelling Casanova treft. De drijvende stad (8+) door Toneelgroep De Appel is tot en met zaterdag 31 mei 2014 te zien in het Appeltheater. Meer informatie: www.toneelgroepdeappel.nl. Telefonisch kaarten reserveren: (070) 350 22 00.
Acteurs Hannah Hoekstra en Reinout Scholten van Aschat. > Foto: Barrie Hullegie
Ingezonden mededeling
Lezersaanbieding
Den Haag Centraal
Voorjaarsontwaken Korzo en Nederlands Dans Theater vieren de lente met het jaarlijkse dansevent Voorjaarsontwaken. Ontdek ontluikend choreografietalent tijdens een gevarieerde dansavond. Met dit jaar twee verschillende programma’s: Programma 1: do 1 – za 3 mei In Nederland gemaakte stukken van o.a. Guilherme Miotto, Vincent Verburg, Shailesh Bahoran en een selectie uit het Switch programma van NDT.
Programma 2: do 8 – vr 9 mei Uit Korea zijn drie jonge danskunstenaars uitgenodigd om hun werk voor het eerst aan het Nederlandse publiek te tonen. Aangevuld met een hedendaags Indiaas dansduet.
Lezers van Den Haag Centraal krijgen een gratis glas cava bij hun ticket. Koop aan de balie van Korzo of reserveer via tel. 070 363 7540 o.v.v. “Lezersactie Den Haag Centraal”
Korzo theater | Prinsestraat 42 | www.korzo.nl
Den Haag entraal
16>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
Topvelden in de wijk en een groot festival
HDS geeft Loosduinen tijdens WK hockey impuls voorzien dat ADO Den Haag dit seizoen op kunstgras zou spelen. Maar nadat, vanwege voorbereidende werkzaamheden voor het WK hockey, het water niet meer wegliep en de mat geruïneerd was, moest er in allerijl een kunstgrasmat worden neergelegd. De rekening daarvoor schoof de voetbalclub naar de gemeente door. Hoe dan ook, Klerk is blij dat de sport in Loosduinen dankzij deze twee velden een impuls krijgt. “Ik heb wel eens het gevoel dat Loosduinen altijd een beetje wordt vergeten. Misschien is het toeval dat twee topvelden in deze wijk worden aangelegd, maar Loosduinen heeft het zeker nodig”.
De beste hockeyvelden van de wereld liggen in Den Haag. De meeste hebben hun plaats van bestemming al bereikt, maar de twee kunstgrasmatten waarop tijdens het WK wordt gespeeld, krijgen na het toernooi een tweede leven. Zoals bij HDS, dat het toernooi gebruikt om de band met de wijk Loosduinen aan te halen. Door Klaas-Jan Droppert
“Vaak wordt er in Nederland als er iets groots wordt georganiseerd, zoals de atoomtop of het WK hockey, gevraagd hoeveel iets kost”, zegt Bert Klerk, voorzitter van HDS en namens die club ambassadeur van het WK. “Dan volgt meestal een reactie over de spin-off-effecten en dat heel veel mensen ervan profiteren. Vaak is dat niet te meten, maar bij het WK hockey zie je dat wel”. Vooral de hockeyclubs profiteren, want de afgelopen jaren zijn bij HGC, HDM, Klein Zwitserland en Craeyenhout WKwaardige velden aangelegd, zodat de deelnemende teams op precies dezelfde matten als in het Kyocera Stadion en het GreenFields Stadion kunnen trainen. HDS en HC Ypenburg hebben nog niet zo’n vernieuwd waterveld, maar krijgen de matten uit beide stadions. “Daarvoor hebben we niet eens hoeven lobbyen”, zegt Klerk. “De gemeente heeft ons gewoon aangewezen. Vaak krijg je het gezeur dat de grootste clubs of de hoogst spelende verenigingen zo’n veld willen hebben. Maar de gemeente was heel duidelijk en liet geen ruimte voor onderhandelingen. Wij zijn gewoon als eerste aan de beurt voor vervanging van het oude veld en daarom krijgen wij de WKmat”.
Het GreenField Stadion nadert zijn voltooiing. Na het WK hockey krijgt het kunstgrasveld een tweede leven bij HDS. >Foto: Haagsetopsport.nl/Ronald Mooiman
De voorbereidende werkzaamheden op sportpark Madestein beginnen op 26 mei, zodat de mat direct na afloop van het WK kan worden neergelegd. Opvallend is dat op het naburige sportpark Ockenburgh vrijwel gelijktijdig de kunstgrasmat waarop ADO Den Haag dit seizoen heeft gespeeld, wordt uitgerold. Dat de mat op push-afstand
van HDS bij sv Die Haghe komt, had overigens wat voeten in de aarde. “Er zijn vragen over gesteld waarom het veld niet bij HBS werd aangelegd”, zegt een woordvoerder van de gemeente. “Maar dan zou de mat nog een tijdje ergens moeten worden opgeslagen en dat komt de kwaliteit niet ten goede. Op Ockenburgh kan het veld direct na
het voetbalseizoen worden neergelegd”. Het feit dat de International School of The Hague, die wegens ruimtegebrek veel gebruik van het veld gaat maken, meebetaalt aan de aanleg, zou ook wel eens een doorslaggevende rol gespeeld kunnen hebben. Daarmee verdient de gemeente een deel van de extra gemaakte kosten terug. Ten slotte was het niet
Tegenhanger Vandaar ook dat Houdt Dapper Stand, opgericht op 13 mei 1933 door leerlingen van de tweede Handelsdagschool en al sinds 1977 spelend in Madestein, iets voor de wijk gaat terugdoen. Zo wordt in juni een groot festival op het Loosduinse Hoofdplein opgezet. Naast een cultureel programma wordt er op het plein ook een hockeyveld aangelegd. “Eigenlijk is het een beetje een tegenhanger van wat op het Plein gaat gebeuren. Dat is een grootschalig project van de gemeente en de hockeybond, maar wij doen het in het klein. Hiermee willen we laten zien dat hockey niet alleen voor de happy few is, maar ook in Loosduinen mogelijk is. Door dit te organiseren doen we iets terug voor de wijk, want voor de middenstand in Loosduinen zijn het zware tijden. We rekenen op veel belangstelling. Want zoals al eerder gezegd, het WK hockey is een evenement waarvan een heel grote groep Hagenaars uiteindelijk zal profiteren”.
Strijd om officieus kampioenschap cricket van Den Haag
‘Dit is de ideale afsluiter van de voorbereiding’
Nog voor de cricketcompetitie op 3 mei begint, wordt het ‘officieuze kampioenschap van Den Haag’ beslist. Op 27 april treden VCC, HBS, Quick en HCC tegen elkaar aan in een Twenty20-toernooi. Het evenement moet een traditie worden en wil uitgroeien tot ‘The Ashes van Den Haag’. Door Klaas-Jan Droppert
Op het veld van de Voorburg Cricket Club (VCC) wordt op 27 april de eerste editie van de Muntaz Foundation T20 Cup afgewerkt. De vier grote clubs uit de Haagse regio bestrijden elkaar in twee halve finales en een eindstrijd. Dat gebeurt volgens de snelle en spectaculaire Twenty20-variant. “Het idee leeft al een tijdje bij ons”, zegt VCC-voorzitter Richard de Lange. “En ook bij de andere clubs is de animo groot. In plaats van tegenstanders voor oefenwedstrijden zoeken tegen elkaar spelen in een toernooi. En het gaat ergens om, want het officieuze kampioenschap van Den Haag staat op het spel. Een week voor de start van de competitie is dit de ideale afsluiting van de voorbereiding. De teams zijn dan op hun best, omdat de buitenlandse spelers er dan ook zijn”.
Het ontstaan van het evenement heeft niets te maken met het feit dat de vier clubs elkaar in de competitie niet meer tegenkomen. Quick en HCC spelen immers in de topklasse, terwijl HBS en VCC een klasse lager actief zijn. “Nee, want in de T20-competitie komen we elkaar wel tegen. De reden is meer dat het Nederlands team de internationale status heeft verloren en niet meer in de Engelse competitie uitkomt. Die thuiswedstrijden werden over de clubs in Nederland verdeeld en wij missen nu twee mooie wedstrijden. En de andere reden is dat de bond Schiedam min of meer tot crickethoofdstad van Nederland heeft benoemd. Die titel zou Den Haag graag willen hebben en daarin kan dit toernooi een rol spelen”. Muntaz Foundation Het toernooi wordt ondersteund door Den Haag Topsport en de Muntaz Foundation. De naamgever is een stichting die initiatieven ondersteunt. De Lange: “Een soort Fonds 1818. De stichting is vernoemd naar Muntaz Ali Mohamed, een bekende naam in de cricketwereld. Zijn zoon Akbal Mohamed is onder andere bestuurslid van de bond geweest. Toen hij van ons initiatief hoorde, wilde
VCC, hier in actie tegen VOC, vormt het decor van ‘het officieuze cricketkampioenschap van Den Haag’. >Foto: Haagsetopsport.nl/Ronald Mooiman
hij het graag met de stichting ondersteunen”. Het toernooi zal niet alleen in het teken van topcricket staan. De Lange wil er een feestelijke dag van maken. “De spelers krijgen een lunch aangeboden en er zal muziek zijn. En daarnaast komen er een kraam en een bord met uitleg over het cricketspel.
De dag is dus niet alleen voor de cricketliefhebbers maar ook voor mensen die nieuwsgierig zijn naar deze sport en er nog niet veel van weten”. Maar het belangrijkste is natuurlijk het cricket. Zo bestrijden om 10.00 uur en om 13.30 uur VCC en HBS en Quick en HCC elkaar in de halve finale, waarna de eindstrijd om 17.00 uur
volgt. De vraag is wie de eerste winnaar van het kleinood wordt. “Op grond van de eindstand van de competitie zou je denken dat het landskampioen Quick wordt”, zegt De Lange. “Maar dat is in Twenty20cricket nooit helemaal te voorspellen. Daarin is het geen uitgemaakte zaak dat de favoriet altijd wint”. De eerste editie is een aanzet om van het toernooi een traditie te maken. “En om deze te gaan uitbreiden. Niet met meer clubs, maar wel met meer teams. We denken erover om ook een jeugdcompetitie te beginnen. Bijvoorbeeld op de dag ervoor. Ooit heb ik wel eens tegen de bond gezegd dat ze iets soortgelijks als de Johan Cruijff Schaal zouden moeten organiseren. In het voetbal speelt, vooraf aan de competitie, de landskampioen tegen de bekerwinnaar. In het cricket zou dat kunnen tussen de kampioen van de vijftig overs en die van de twintig overs. Dat is nooit opgepakt. Nu doen wij het op deze manier en hopen we dat het een lange traditie en een prestigieus toernooi gaat worden. The Ashes van Den Haag? Dan hebben we nog een lange weg te gaan, maar als het die naam en faam krijgt, dan zou dat natuurlijk prachtig zijn”.
17
sport<
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
Chris
Harry
Dat Duindigt-gevoel zit in de namen van de paarden die er hun ronden draaien.> Foto: Haagsetopsport.nl/Ronald Mooiman
Renbaan Duindigt is een dorp op zich
Een pretpark voor de zintuigen De tijd van lange rijen voor de kassa’s is allang voorbij. Financiële middelen om het complex te onderhouden zijn er niet. Op Renbaan Duindigt is de glorie vergaan en is het verval niet te stuiten. Het maakt een koersdag er alleen maar meer bijzonder door. Dat gevoel zit in duizend-en-één verhalen. En in nog een heleboel meer. Door Martin van Zaanen
Een apart wereldje, daar net over de grens met Wassenaar. Een pretpark voor de zintuigen. Alleen al de types die je er tegenkomt. De gokker, de paardeneigenaar, de weger, de pikeur, de verzorger en de toevallige voorbijganger. Je ruikt het hooi, het stro en de mest. Hoort het gehinnik van de paarden, hun hoefijzers op de stenen en hun roffels in het zand wanneer ze op hoge snelheid en met volle kracht de bocht doorgaan. De eerste keer dat je de poort doorgaat, krijg je al het idee van een dorp op zich. En met ieder vervolgbezoek versterkt zich dat. Ieder dorp heeft herkenningspunten. Op Duindigt zijn dit het plein, de wedruimte, de paddock waar de paarden voorafgaand aan de koers losstappen, de grote en robuuste tribunes, de chique Panoramazaal en Clingendaelzaal. En de baan zelf; groter, grootser en groener dan waar ook in Nederland. Hoe vaker je er komt, hoe meer het Duindigt-gevoel bezit van je neemt. Dat Duindigt-gevoel zit in de namen van de paarden die er hun ronden draaien: Bombazo Yaya, Aboriginal Mirage en The Great Victor. Het zit in de uitdrukkingen bij het spelen in de wedhal: ‘plaats’, ‘trio’ en ‘winnend’. In de zeges die er sinds de opening in 1906 werden gevierd en de reputaties die er zijn gesneuveld. Het gesjoemel en bedrog, de incidenten, de dromen die vervlogen, de gewonnen bedragen en de verloren kapitalen. Het gaat van de Belgische vluchtelingen die er tijdens de Eerste Wereldoorlog waren ondergebracht tot de door het bombardement dakloos
geworden Rotterdammers die er aan het begin van de Tweede Wereldoorlog woonden. Internet Maar bovenal schuilt het Duindigt-gevoel in de mensen van Duindigt. De mensen van Duindigt zijn niet meer de jongsten. Gelaten accepteren ze dat de hoogtijdagen lang voorbij zijn. Zowel Den Haag als Wassenaar lijkt vergeten dat de baan nog bestaat, ook op een glorieus zonnige voorjaarsdag zijn er hooguit een paar honderd bezoekers. Sinds men thuis via internet op alle denkbare zaken kan gokken, gaat het met Duindigt bergafwaarts. Het prijzengeld daalde naar te verwaarlozen diepten, waardoor de eigenaren hun beste paarden liever in het buitenland inzetten. Omdat er steeds minder geld rondgaat, ontbreken de middelen om het complex te onderhouden. Wanneer er een bord omwaait, blijft dat rustig maanden zo liggen. Verouderde stallen, tribunes die hun beste tijd hebben gehad, en na het afscheid van Rob Milders, die de functie veertig jaar bekleedde, is er geen betaalde directeur meer. Maar de mensen van Duindigt hebben nog meegemaakt dat er ellenlange rijen voor de kassa’s stonden. Dat er werd gekoerst op woensdag, zaterdag en zondag. Dat de renbaan een ontmoetingsplaats was van zakenlieden, adel, het Koninklijk Huis en een enkele topcrimineel. Ze hebben meegereden op de Hofpleinlijn van Rotterdam naar Scheveningen en stapten uit op halte Buurtweg – ook vanaf station Den Haag Centraal reden bussen af en aan. In de ontelbare malen beloofde komst van een chique countryclub en upgrading van het terrein geloven ze niet meer. Wanneer dit schip zinkt, gaan zij mee ten onder. Het bijzondere is dat de vergane glorie en het niet te stuiten verval een koersdag alleen maar meer bijzonder maken. Zo lang je er niet in doorslaat, is er niks mis mee om in zo’n omgeving van onkruid tussen tegels en sleetse vlaggen
vaag richting verre bocht te staren, een briesje door de oude kastanjebomen te horen ritselen, waarna dwars door de verbeelding nog één keer Quicksilver S het beeld in komt draven. Trots en koppig Quicksilver S behaalde op Duindigt niet alleen zijn eerste, maar ook zijn grootste triomfen. De machtige bruine hengst won in zijn lange loopbaan 142 maal, een wereldrecord. Prins Bernhard, een graag geziene gast op Duindigt, overhandigde hem tot viermaal toe de Gouden Zweep. Zijn grootste overwinning behaalde Quicksilver in de Grote Prijs der Lage Landen. In 1964, hij was toen vijftien jaar. Als 17-jarige (43 in mensenjaren, een leeftijd waarop andere paarden allang met pensioen zijn) nam hij afscheid met winst in de Revanche der Grote Prijzen. Dit terwijl er in zijn jonge jaren geen land met hem te bezeilen was. Te wispelturig, te eigenzinnig en te eenkennig. De ene na de andere toptrainer beet zijn tanden op hem stuk. Iedereen had de hoop opgegeven dat het nog iets zou worden. Tot hij onder de hoede kwam van Jan Wagenaar senior en junior. Quicksilver S was dan wel koppig en eigenwijs, dat was de oude Wagenaar ook. Na één blik in elkaars ogen wisten ze genoeg – vrienden voor het leven. Denk niet dat de trainer het paard zijn wil oplegde. Dat zou een krachtmeting worden waaraan ze allebei ten onder zouden gaan. “Quickie denkt als een mens”, beweerde Wagenaar en hij voelde aan dat je een paard met zo’n ijdel karakter in zijn waarde moest laten. In plaats van hem te trainen, wat Quicksilver weigerde, legde hij een lange, rechthoekige wei naast de lange zijde van de trainingsbaan aan. Een meesterzet. Al snel liep Quicksilver S vrolijk mee met de andere paarden die daar voor de sulky werden getraind. Voor alles speelde Wagenaar in op de trots van de bruine hengst. Quickie kon het niet hebben dat er paarden vóór hem
liepen, dus als hij met een achterstand kon vertrekken, werkte dat stimulerend. Zelfs al had de rest tachtig meter voorsprong, won hij nog met een verschil van veertig meter. Wat goed is, heeft soms ook tijd nodig. Het duurde tot zijn dertiende voordat Quicksilver S de top bereikte. Maar vanaf toen was het ook ‘aan’. Het publiek begon al te roepen zodra ze hem zagen en na een zege klonk het gejuich zo hard dat het tot in Paleis Huis ten Bosch te horen was. Trance Die hooghartige blik in zijn koele, diepblauwe ogen, zijn lange zwarte haren glimmend op het hoge voorhoofd; je kon je ogen niet van hem afhouden. Hij leek wel weggelopen uit een film! Onophoudelijk wezen de toeschouwers naar hem en raakten ze niet uitgepraat hoe mooi zijn lichaam blonk in de zon. Vertelden ze elkaar voor de zoveelste keer dat hij nooit nerveus voor een race was en lachten ze dat hij na elke zege een hele rol pepermunt opsmikkelde. Ze raakten ontroerd van de trots die Quickie na iedere zege uitstraalde en hoe hij ervan genoot voor de fotografen te poseren. Ronduit wonderlijk: hoe er tot op hoge leeftijd geen rimpel in zijn gezicht en geen witte haar in zijn dos te bekennen was. Quicksilver was vier jaar met pensioen toen hij eind mei 1970 ’s morgens vroeg in de volle zon op zijn vertrouwde stuk land stierf. Zonder enige aanwijzing (zelfs de kleinste verkoudheid kreeg nooit vat op hem) richtte hij zich op, begon te rillen en viel neer. Zijn hart had het begeven. Toen de veearts arriveerde, hadden de staljongens dekens over de hengst gelegd. Huilend konden ze niet stoppen het levensloze lichaam te aaien. Ze leken wel in trance en moesten van het lijf worden gehaald. Vader en zoon Wagenaar waren, overmand door hun verdriet, dagenlang niet aanspreekbaar. Bij senior duurde het jaren voor hij kon kijken naar het land waar zijn kampioen had gestaan zonder de tranen te voelen branden.
Dat hij ernstig ziek is, weten insiders al langer. Dat de kanker hem zo in z’n macht heeft, konden we zien toen hij vorige week zondag als speciale gast aanwezig was bij ADO Den Haag - FC Utrecht. De twinkeling in zijn nog altijd guitige gezicht was er nog. Maar voor de rest was er van mijn jeugdidool Harry Heijnen niet veel over. Harry speelde ruim 300 duels voor ADO, waarvan zo’n 200 in de eredivisie. Hij kwam ter wereld in Venlo, werd balverliefd bij Venlose Boys, kreeg een contract bij VVV en werd in 1962 voor 80.000 gulden getransfereerd naar ADO. Daar speelde hij vaak de sterren van de hemel, maar was soms ook de onzichtbare man. Supporters riepen ‘Blind paard!’ als hij een bal in plaats van op doel naar de rolschaatsbaan had geschoten. Maar ze bejubelden hem massaal als hij na een weergaloze Stanley Matthews-dribbel niet voorzette op de vrij staande Lambert Maassen, maar het bruine monster zelf onverwacht in een bovenhoek knalde. Harry maakte zo’n jaar vijf geleden zijn opwachting bij de Oude Haagsche Glorie. Organisatoren John Bolman, Leen van der Knoop, Harry Suiker en anderen hadden de levende legende gevraagd mee te doen met hun 7x7 toernooi voor Haagse veteranen. Ik was apetrots dat ik met Harry in één team werd ingedeeld. In de kleedkamer zag ik zijn onverminderde professionele aanpak. Gezelligheidstoernooitje met ouwe lullen op halve veldjes? Niks ervan! De superstrakke, maar al wel 68-jarige voetballer tapete zijn enkels in, bevestigde zijn scheendekkers vakkundig, wreef iets uit een tube op zijn dijbenen, smeerde Vicks in z’n neus en begon, op ogenschijnlijk fonkelnieuwe zwarte voetbalschoenen, al in de kleedkamer aan een serieuze warming-up. Tijdens de korte partijtjes bewees hij zijn klasse. Zonder moeite zette hij anderen alleen voor de keeper en als hij een gaatje zag, kogelde hij lekker zelf op doel. Op zeker moment, en dat is geen grap, kreeg hij mandekking. Toen ik daar heel subtiel iets van zei – “Ben je wel goed bij je hoofd, die man is bijna 70, gek!” – antwoordde de ooit voor BTC gespeeld hebbende mandekker bijna verontschuldigend: ‘Maar het is wél Harry Heijnen hoor ...’. Het is alweer enige tijd geleden. De Oude Haagsche Glorie bestaat niet meer. Of de fanatieke BTC’er nog voetbalt, geen idee. Maar Harry Heijnen zal ons binnen niet al te lange tijd voor altijd ontvallen. En dat is godverdomme niet eerlijk. Chris Willemsen
AD PATRES uitvaartondernemingen anno 1888
Een uitvaart in stijl Al onze faciliteiten ademen een rustieke ambiance, zodat u ervan verzekerd bent dat u in een ongedwongen en vooral persoonlijke sfeer samen kunt zijn om afscheid te nemen. Persoonlijk gesprek Een persoonlijk afscheid begint met een persoonlijk gesprek. Dit hoeft niet altijd na een overlijden te zijn; ook vóór een aankomend overlijden kunt u al diverse zaken regelen. Wensencodicil Heeft u er al eens over nagedacht om uw uitvaartwensen vast te leggen? Wij kunnen u een wensencodicil toesturen waarmee u uw eigen uitvaartwensen of die van een naaste kunt vastleggen. Dit kunt u alleen doen, maar natuurlijk kunnen onze medewerkers u daar bij helpen. Telefonisch of middels een persoonlijk bezoek. Uitvaartsparen Laat nabestaanden niet voor verrassingen komen te staan, regel dat uw uitvaart financieel gedekt is. Dit kan middels een uitvaartverzekering, maar het is ook mogelijk om een depositospaarrekening bij Ad Patres te openen waarmee u specifiek voor uw uitvaart kunt sparen.
Vanuit een intiem herenhuis in het Statenkwartier verzorgt Ad Patres uitvaartondernemingen exclusieve uitvaarten in stijl. Van wat u serveert tot aan de muzikale wensen, wij zorgen ervoor dat de uitvaart geheel volgens uw wensen verloopt.
Ik wil graag vrijblijvend:
Gebeld worden voor informatie Informatie toegestuurd krijgen Een wensencodicil aanvragen Een afspraak maken
Voorletters: Achternaam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: E-mail: Stuur deze coupon in een gesloten envelop zonder postzegel naar: Ad Patres uitvaartondernemingen, Antwoordnr. 891, 2501 WK Den Haag
Voor meer informatie of overlijdensmeldingen bel 070 355 64 27 of mail
[email protected]
<19
Vrijdag 18 april 2014 > Den Haag Centraal
stadsgroen
Meesterchef Han Ji over de kracht van Qi
>Foto: DHC
Door Annerieke Simeone
Wij Hollanders eten en drinken helemaal verkeerd. Dat was de ontluisterende conclusie aan het eind van de avond in sterrenrestaurant HanTing. Chef Han Ji presenteerde deze week zijn nieuwe menu: de kracht van Qi, een vijf-gangenmenu gestoeld op de traditionele Chinese voedingsleer.Qi staat voor levensenergie, de kracht om vitaal te blijven. Die kracht hoor je vooral ’s ochtends aan te wakkeren. Geen kom melk met muesli, geen beschuitje met jam en geen smoothie met superfood. Nee, volgens Han moeten we zodra we opstaan aan de warme kost: gebakken eieren, soep, restjes van de dag ervoor. Het kacheltje moet gaan branden. Koud eten is aan het begin van de dag, zeker in ons klimaat, niet aan te raden. Daar kan je milt slecht tegen. Met vervelende kwalen als diarree tot gevolg. Dus liever geen koude, uitgeperste sinaasappels in de vroege morgen. Het kan er zelfs voor zorgen dat daardoor je weerstand afneemt. ’s Avonds is het de bedoeling dat je licht eet. Te zwaar eten geeft een dip en maakt moe. En dan schotelt Han ons
toch een vijf-gangenmenu voor. En bij elke gang een glas wijn. Maar zodra we over dat laatste een opmerking maken, zegt de chef: “Alcohol stimuleert het eten. Een glas rode wijn per dag is goed, zelfs beter dan water”. We zijn een beetje verbaasd, beter dan water? “Ja”, gaat Han door, “champignonsoep, yoghurt, wijn, soep getrokken van een varkenspoot, groene thee, allemaal beter dan water”. En Han kan het weten, want die verdiept zich al jaren in de energetische werking van voedsel op het lichaam. Tussen de gangen door vertelt de kok over de vijf elementenleer die onderdeel zijn van de Chinese geneeskunst: deze filosofie zegt dat als een orgaan ziek is, je thermisch neutraal moet eten. Verontruste gezichten aan de tafel. Thermisch neutraal? Wat nu weer? Han gaat onverstoorbaar verder. Organen moeten bij gebrek aan warmte of verkoeling weer in evenwicht worden gebracht. Dat kan door het eten van producten die thermisch neutraal zijn. “Hoe weet je eigenlijk of iemand wat mankeert?”, vragen we Han. De chef laat zijn blik vallen op een man in pak. “Nou, deze meneer heeft een
rood gezicht en vooral een rode neus. Dat duidt op hartproblemen. Hij houdt teveel vocht in zijn lichaam”. We kijken naar onze tafelgenoot die er gelukkig om kan lachen. Hij moet van Han even zijn tong uitsteken. En dat doet hij ook nog. “Zien jullie dat zijn tong in het midden een andere kleur heeft? Dat kan duiden op maagklachten”. Nadat onze buurman ’s ochtends een kop maïssoep is aangeraden, steken we om de beurt onze tong uit voor Han. Het blijkt dat aan onze tafel alleen maar ongezonde mensen zitten. Gelukkig krijgen we vanavond een heel gezond diner voorgeschoteld. Bij elk gerecht staat een lijst ingrediënten en hun energetische werking. We lezen: gebakken coquille is koud, langoustine heet, quinoa koel en venkel en courgette weer warm. Dat gecombineerd en alles is weer in evenwicht. Han’s gerechten zorgen voor de ene smaakexplosie na de andere. En dat is ook niet onbelangrijk. Want we willen best bewust eten, maar het moet ook lekker zijn.
‘Bommen voor bijen’
In de binnentuin van het ministerie van Economische Zaken zijn afgelopen maandag twee grote bijenkasten geplaatst. Er passen minstens veertigduizend bijen in. Eerder dit jaar werd bij het Kamergebouw al een bijenkast geïnstalleerd en deze week werd bekend dat ook Koning Willem-Alexander een kast met 7000 bijen mét koningin op zijn landgoed heeft laten neerzetten. Zoveel beestjes bij elkaar ... die moeten wel iets te eten hebben, denk je dan. Waar halen ze al dat voedsel vandaan? De oplossing vond ik notabene in de kantoorboekhandel in het centrum van de stad: daar liggen ‘bommen voor bijen’. Willen we dat de bijen te eten hebben, dan moeten we zorgen voor veel bloeiende planten. En daar schort het nogal eens aan, in de stad. Volgens natuurbeschermers is het nog steeds hard nodig om wegbermen, taluds en trambanen in te zaaien met bloemrijke mengsels, zodat bijen en hommels makkelijker voedsel kunnen vinden. Er gaan ook stemmen op om braakliggende stukjes grond in de wijk en zelfs alle plantsoentjes waar nu slechts wat onderhoudsvriendelijke gemeenteheesters staan, in te zaaien. Ooit bedacht een klein groepje bewoners in een grote stad in de USA een methode om omheinde braakliggende gronden te vergroenen. Omdat het
hek forceren geen optie was, moest er vernuft aan te pas komen. Deze urban guerilla gardeners bedachten dat je bommetjes kon kneden van vochtige klei, zand en zaadjes, en dat je die over de schutting kon gooien. Binnen geen tijd was het groenachter het hek, en groeiden er zelfs tomaten! Deze zaadbommetjes zijn nu dus kant en klaar te koop. Je legt ze een kwartiertje in een emmer water en dan zijn ze gooi-klaar. Vergroenen was nog nooit zo makkelijk! Natuurlijk zijn er bewoners die van mening zijn dat deze revolutie-achtige manier van tuinieren verrommeling van het stadsbeeld oplevert. In Den Haag hoeft men daar niet bang voor te zijn, het guerillatuinieren gaat er over het algemeen vrij keurig aan toe. Zo geven de guerillo’s die in de Uitvinderswijk actief zijn op een plattegrond aan waar ze aan het werk zijn, ook delen ze recepten voor zaadbommen, pothole gardens en boomspiegelvergroening op hun website. Hun werk verdient navolging: we gaan vergroenen, en we doen het voor de bijen!
gen kan Jezus immers niet al in zo’n korte periode een bedreiging voor de gevestigde orde van de tempelpriesters zijn geweest. Wat in het Nieuwe Testament nergens is vermeld, maar in de musical als een tamelijk controversiële visie op de feiten aan de kijker wordt voorgeschoteld, is dat Jezus zijn gewelddadige dood zelf uitlokte. Daarom verdedigde hij zich niet tijdens zijn ‘proces’. Die houding van Jezus leidt tot de wanhopige opmerking van Pilatus tijdens het proces dat Jezus “toch helemaal niets fout had gedaan”, maar dat hij er zelf voor koos te worden gekruisigd. Opvallend is ook dat niemand de moeite neemt Jezus te verdedigen. Dat is vooral merkwaardig als wordt bedacht dat er een kei van een pleidooi had kunnen worden gevoerd. Niet veel verdachten kunnen zich er immers op beroepen iemand uit de dood te hebben opgewekt, een
dorp te hebben gevoed met slechts enkele broden en een paar kruiken wijn, en zich tussen melaatsen te hebben begeven om hen te genezen. Pasen is voor advocaten dus geen gemakkelijke tijd. Het Romeinse recht, dat het fundament is van ons huidige rechtssysteem, laat zich in het Nieuwe Testament niet van zijn beste kant zien. Pas na Hemelvaart neemt het schuldgevoel wat af en luister ik de rest van het jaar veel naar ‘Sitting on the Dock of the Bay’ van Otis Redding.
Wendy Hendriksen www.uitvinderswijk.nl/ Bommen voor bijen: Berlage. Cursus bijen houden: imkersdenhaag.nl/cursus/ (let op, er is een wachtlijst!)
Het vijfgangenmenu à € 65,00 is vanaf deze week te reserveren bij HanTing Cuisine, Prinsestraat 33, www. hantingcuisine.nl
juridisch
Pasen
Als de paasdagen naderen, zet ik traditiegetrouw de jarenzeventigmusical ‘Jesus Christ Superstar’ op, en ik doel dan specifiek op de soundtrack van de film uit 1973, van regisseur Norman Jewison. Uiteraard ontbreekt de Mattheus Passion niet in de auto, maar mijn Duits is minder goed dan mijn Engels en de teksten van de musical kan ik woordelijk meezingen. De climax van de film is het proces voor Pilatus, waarbij Jezus in een dramatische scène 39 zweepslagen krijgt toegediend terwijl de menigte
oproept hem toch vooral te kruisigen. Pilates, die de druk niet kan weerstaan, spreekt uiteindelijk – en met duidelijke tegenzin – zijn vonnis uit. Dit proces, misschien wel de oudst bekende strafzaak in de geschiedenis van de mensheid, heeft mij altijd gefascineerd. In een tijd waarin rechtsbijstand geen vanzelfsprekendheid was en de Romeinse gouverneur zowel aanklager als rechter was, kon een vermeende oproerkraaier in een oogwenk aan het kruis genageld worden, zo leek het.
Want wat had Jezus eigenlijk gedaan om via dit antieke snelrecht binnen een tijdsbestek van nauwelijks 24 uur te worden gearresteerd, berecht en ter dood gebracht? Uit de beschikbare bronnen (de vier evangelieën) blijkt niet veel meer dan dat Jezus nog maar enkele dagen in Jeruzalem was. Erg bekend kan hij dus niet geweest zijn. De dag voor zijn arrestatie had hij boos enkele marktkramen in de voorhof van de tempel omver gegooid uit woede over deze vorm van heiligschennis. Om daarvoor iemand te kruisigen lijkt mij, zelfs voor Romeinse begrippen, nogal ver gaan. De indruk die in het paasverhaal (en de musical) wordt gewekt, is dat de hogepriesters vonden dat Jezus een gevaar was voor hun gezag, en dat hij daarom diende te worden geëlimineerd. Dat uitgangspunt lijkt nauwelijks een houdbaar standpunt te zijn. Met slechts twaalf volgelin-
Michael van Basten Batenburg Delissen Martens advocaten belastingadviseurs mediation www.delissenmartens.nl
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 april 2014
Modeontwerper Michael Barnaart van Bergen bracht voor deze krant een bezoek aan de film over Yves Saint Laurent, één van zijn voorbeelden. Kan het levensverhaal van de Franse modekoning zijn Haagse collega verrassen? Zeker, maar herkenning is er ook.
Yves Saint Laurent inspireert ook nieuwe generaties Het A-silhouet, de doorkijkbloes, de Safari-jas, het broekpak en de smoking voor vrouwen. Het zijn allemaal vondsten van modeontwerper Yves Saint Laurent. Zijn werk is in zijn tijd soms controversieel, maar behoort nu tot klassiekers waar elke modeontwerper nog steeds op voortborduurt. Hij overlijdt in 2008 en na verschillende films over concurrent Chanel blijkt nu de tijd rijp voor Yves’ eerste biografische film: ‘Yves Saint Laurent’. Als modeontwerper beïnvloedt Saint Laurent mij. Het ontwerpen van draagbare mode, het zoeken van inspiratie in kunst, de ambitie om een onafhankelijk modehuis op te zetten en het gelukkig maken van zo veel mogelijk vrouwen zijn ook mijn motieven om nieuwe collecties te ontwerpen. Een hoogtepunt uit mijn carrière is de tentoonstelling ‘Mode ♥ Kunst’ in het Gemeentemuseum waar zowel mijn surrealistische Drippingjurk als de iconische Mondriaanjurk van Yves Saint Laurent uit 1965 te zien was. Mijn versie van de Mondriaanjurk werd bovendien in de museumshop verkocht. Geheel in lijn met Saint Laurent’s principes trouwens, want met zijn Rive Gauche-collectie is hij in 1966 de eerste couturier die met een betaalbare prêtà-porter-collectie jonge vrouwen tegemoet komt die zich zijn stijl willen aanmeten. Behalve het œuvre van Saint
Saint Laurent was bevriend met model Victoire Doutrelau, hier gespeeld door Charlotte le Bon. > Foto: PR
Laurent kende ik de verhalen over zijn depressiviteit, drugs- en drankgebruik. Toch realiseerde ik mij niet hoeveel im-
PLAATS
© Marnix Rueb
haagse harry
pact dit heeft gehad op zijn werk en leven. Na het zien van de film ‘Yves Saint Laurent’ vraag ik mij af hoe hij het ondanks zijn psychische toestand voor elkaar kreeg om überhaupt collecties te ontwikkelen en commerciële successen te boeken. De film geeft ook een antwoord: het talent van Yves Saint Laurent kon niet bloeien zonder de doortastende begeleiding van zijn zaken- en levenspartner Pierre Bergé. Modehuis Op 21-jarige leeftijd wordt Saint Laurent creatief directeur bij modehuis Dior. Dior beëindigt het contract als Yves na een zenuwinzinking in een psychiatrisch ziekenhuis belandt. Samen met Bergé opent hij daarop in 1962 couturehuis Yves Saint Laurent. De dynamiek van Parijs brengt Saint Laurent niet alleen naar de top van de modewereld, maar ook naar hippe feestjes waarin hij vlucht voor zijn roem en experimenteert met alcohol, drugs en minnaars. Zijn intieme entourage met modellen (Victoire Doutreleau), dansers (Zizi Jeanmaire) en modeontwerpers (Karl Lagerfeld) is in mijn leven als modeontwerper niet vanzelfsprekend. De Haagse modescene, als je van een scene kunt spreken, is minder omvangrijk. Bovendien is de modewereld autono-
mer, zakelijker en egoïstischer geworden. Er is ruimte voor creatieve experimenten mits ze mediageniek zijn, onderling contact tussen ontwerpers is schaars en de vijver waaruit we vissen is klein. Haagse modefeestjes en trendy netwerkborrels worden vooral geïnitieerd door communicatiebureaus en marketingafdelingen. Het ontbreekt in Den Haag aan cohesie van creatieven om een bevlogen modestad te worden. De moraal van de film Yves Saint Laurent is wat mij betreft dat de ontwerper buiten zijn comfortzone kan groeien en dat je in het leven niet alleen maar dader of slachtoffer bent. Regisseur Jalil Lespert kon rekenen op de medewerking van de inmiddels 83-jarige Pierre Bergé en had daarmee toegang tot het archief van Saint Laurent zodat hij de originele collecties in de film kon gebruiken. In het najaar komt een tweede biografische film over de ontwerper uit: ‘Saint Laurent’ van Bertrand Bonello. Deze film krijgt geen autorisatie van Bergé, maar heeft wel de steun van François Pinault, eigenaar van een gigantische multinational waar modehuis Saint Laurent tegenwoordig onder valt. Desalniettemin voelt Bergé zich moreel eigenaar van de nalatenschap van Saint Laurent
De Mondriaanjurk van Michael Barnaart van Bergen. >Foto: Dik Nicolai
en hij dreigt met een aanklacht als het werk van Saint Laurent in deze film geen recht gedaan wordt. Slimane Hoewel Yves Saint Laurent in 2002 afscheid nam van de modewereld, is zijn modehuis nog actueel. In 2012 werd Hedi Slimane aangesteld als creatief directeur. Hij kort de naam in tot Saint Laurent, verhuist het atelier van Parijs naar Los Angeles, ontvangt nog altijd lauwe kritieken op zijn typische Californische ‘grunge en rock’-collecties en ligt onder vuur vanwege een mager model in zijn recente modecampagne. Desalniettemin blijkt Slimanes aanpak een commercieel succes, met massaal kopieergedrag tot gevolg. Zelfs in Den Haag zie ik zijn kenmerkende retrostijl doorsijpelen in het straatbeeld: zwarte lederen motorlaarzen, skinny jeans, grote vesten en houthakkershemden. Op artistiek gebied kan Slimane de sporen van de naamgever van het modehuis niet wissen. De vernieuwende tijden van Yves Saint Laurent zijn weliswaar voorbij, maar zijn werk blijft nieuwe generaties inspireren. Michael Barnaart van Bergen Modeontwerper
Atrium Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
W
at ik met terugwerkende kracht het allerknapste van de gladjes verlopen NSS-top vond, was het inzicht van de chauffeurs, die die regeringsleiders uit de hele wereld van Schiphol moesten afhalen. Dat ze toch precies wisten wie ze naar het Congresgebouw moesten brengen en wie naar de Pompstationsweg. Een grapje dat ik als spreekstalmeester op het Haags Ondernemersgala afgelopen zaterdag ook nog graag had willen maken. Maar in de opwinding ging het verloren. Ik was voor de gelegenheid gekleed in Napoleon-out-
fit, mijn dwars geplaatste steek ontnam mij het laatste restje geloofwaardigheid, wat op zo’n avond natuurlijk een vrijbrief geeft voor vrolijke onbetamelijkheden. Al moet ik er bij vertellen dat er in de zaal ook genoeg mensen zaten die in de verkleedkist waren gedoken. We noemen uiteraard geen namen, het was een bont geheel, maar voor goede doelen als ‘Save the Children’ en de ‘Richard Krajicek Foundation’ mag men wat mij betreft heel ver gaan. Het Atrium van het stadhuis was omgetoverd in een dinerzaal annex theater, waarin tussen de gangen door, onder de bezielende regie van Karel de Rooij, de meest onwaarschijnlijke varieté-acts werden gepresenteerd.
Een meisje met een ruggegraat van rubber en haast verwisselbare ledematen deed in een ring hoog in de lucht dingen met haar lichaam die kleine meisjes met hun barbies doen. En dan hebben we het niet over de Haagse Barbie, want die beschikt naar ik vermoed over veel minder buigzaamheid. De verknoping van het acrobatenmeisjs nam zulke vormen aan dat-ie me deed denken aan de huidige coalitiebesprekingen. Ook vergaapten we ons aan ‘Juggling Tango’, een virtuoos dansend jongleursechtpaar. Er waren op dat moment een hoop mensen met een kegel in de zaal, maar niemand wist daar zulke onnavolgbare dingen mee te doen als dit duo. Na het hoofdgerecht maakte ster van de avond El-
len ten Damme een grootse entree. Onbekommerd glijdend langs de bergen en dalen van haar stemregister rolde zij in een doorzichtige ballon het podium op. Nieuwe politieke vergelijkingen zal ik hier maar achterwege laten, aangezien Ellen wel zo verstandig was binnen de kortste keren deze glazen stolp te verlaten. Gebruikmakend van de ontstane artistieke, culinaire en alcoholische bedwelming sloegen presentatoren Nicolette Krul en Frits Huffnagel daarna zoals dat hoort met behulp van een overrompelende veilingmeester toe. Een mooie Haagse avond. Er werd bijna twee ton binnengehaald. Marcel Verreck