23'4)567/84
+"7"#""9"#)&7(7:'3#)$#:;#/8#$)"$<#),"$:',:#$=) %'-#$;#/87$()#$)"/('$7%':7#%)>#/'$/#$?
/01"-20%%+-3&45567$%(8&9
!"#$%&'()*+,"#"-. 70-&6+*%"#"!"#$%&'()*+),#-.#/)01*1
@AB0CD)E#'-)F
!"#$$%&'($&!")* +,,*&-(./01 20%*.($34#&5,6($#'"/ 7#8&9/:%$* 9(6&'($&;%%. 5"/*&3%&<0%")$
5'-#$>'::7$()6""G&%:H8)I
@AB0C
!"#$%&'()*+,"#"-.&70-&6+*%"#"-
:"01&;
User-generated content Alle manieren waarop internetgebruikers media met elkaar delen. Is niet bedoeld voor een groot en abstract publiek. Dit geld ook voor family-generated content, als het bellen met je oma.
Re-creatieve programmatuur Flickr, wikipedia, blogspot en andere distributiekanalen. Wordt gebruikt om met iets dat je hebt gemaakt, foto, verhaal etc. het publiek te bereiken. Het sociale-mediale element staat boven het persoonlijk-creatieve element. Algemeen voor bloggerswereld: een paar dozijn bloggers hebben een milioenenpubliek (bijvoorbeeld een bekende schrijver/artiest), terwijl miljoenen blogs niet meer dan een paar dozijn (of minder) lezers hebben. Deze groep schrijft juist voor een specifieke (bekende) groep. Deze berichten zijn in de meeste gevallen niet voor iedereen te begrijpen, omdat ze niet voor diegene bedoeld zijn.
Mensen die boodschappen aan elkaar op het net zetten, communiceren op een andere manier dan mensen die posts publiceren voor een groter publiek. Een publiek is anders dan een grote gemeenschap:
Publiek: t t
Anoniemer Minder links tussen deelnemers
Gemeenschap: t
Sociale dichtheid
Een gemeenschap kan bestaan uit een groepje bloggers. Ze doen dingen online die ze bijvoorbeeld ook tijdens een dagje winkelen doen. Waar het gemeenschapsgevoel telt, wordt professioneel geproduceerde content niet gewaardeerd.
10
5'-#$>'::7$()6""G&%:H8)I
@AB0C
!"#$%&'()*+,"#"-.&70-&6+*%"#"-
:"01&;
Verschil tussen communicatie en publicatie is het gevolg van technologische factoren. Vóór de komst van internet kende we twee vormen van media:
1. Communicatieve media Voorbeelden: Fax, GSM, gebruikt om twee mensen met elkaar te verbinden. De boodschap is bedoeld voor iemand anders.
2. Publieke media (eng: broadcast media) Voorbeelden: radio, tv, kranten en films, gebruikt om zoveel mogelijk mensen te bereiken. Stel je een megafoon voor die het eenrichtingsverkeer van spreker naar ontvanger goed verbeeld. Jaren kende we alleen deze twee communicatiemiddelen, maar niet een middel waarmee meerdere mensen tegelijk met elkaar konden praten. Hiervoor kwam als eerst de e-mail, gevolgd door videoconferentie. Gevolg van derde weg: onze communicatiepatronen veranderen; de scheiding tussen communicatieve en publieke media vervaagt. Meeste user-generated content is groepscommunicatie, maar wie de scheiding nog gewend is, denkt dat er wordt gepubliceerd (broadcasting). Telefoon niet enige manier meer om informatie te delen.
r Sterke toename van user-generated content. We hechten veel waarde aan persoonlijke berichten.
r We kunnen gemakkelijk onderscheid maken tussen persoonlijke en onpersoonlijke berichten. Mede door de scheiding in medium. t
Bedrijven zagen industrie in direct mail: persoonlijke berichten sturen voor verkopen van een product/dienst.
Content van een grote weblog van bijvoorbeeld een politieke partij is gericht op een groot publiek. t t
Reële wereld: makkelijk onderscheidt maken tussen publieke, privé- en geheime contacten. Virtuele wereld (daarentegen): direct, wereldwijd en permanent.
r Privésfeer leidt hieronder.
1F
5'-#$>'::7$()6""G&%:H8)I
@AB0C
!"#$%&'()*+,"#"-.&70-&6+*%"#"-
:"01&;
Als de scheiding tussen communicatie en publiceren nog steeds in je hoofd zit, is het lastig om een weblog als privé omgeving te zien, ook als de informatie niet voor jou is bedoeld.
r Gaan er vanuit dat de getoonde informatie voor hen geschreven moet zijn. Bloggers met 10 lezers heeft geen klein publiek, maar hebben een specifieke groep vrienden waarvoor ze schrijven. Dit geeft de blogger een heel andere voldoening dan het schrijven voor een groot publiek. Oorzaak: vóór internet waren we gewend dat een bericht moeilijk bij een grote groep kon worden gebracht. Gevolg: gingen er vanuit dat alle gepubliceerde berichten voor ons waren bedoeld.
Beroemd worden is onvermijdelijk Kan ook omgekeerd: er vanuit gaan dat alles wat wordt gepubliceerd, deel is van een conversatie. t t
Tv: alle pijlen naar tv gericht (éénrichting) Internet: pijlen zowel naar binnen als buiten. Overal met elkaar in contact (tweerichting). Maar deze interactiviteit is als een krant die ingezonden brieven publiceert.
Beroemdheden krijgen te veel aandacht die ze niet kunnen beantwoorden: 20% van de bevolking krijgt 80 % van de aandacht.
Om beroemd te worden, volgende doen: 1. Schaalkwestie: minimaal een paar duizend ‘vrienden’ 2. Zelf niet in staat op alles te kunnen reageren. Op tv kan je beroemdheden zien, maar niet andersom. Met internet kan er contact met een beroemdheid opgenomen worden. De technologische drempel is weg, maar daar is de sociale drempel. Iedereen beetje beroemd: veel mails op een dag die we niet allemaal kunnen beantwoorden. Onmogelijk allen te beantwoorden als ontvangers zouden willen. Door sociale beperking worden beroemdheden gedwongen tot één richtingverkeer, ook al is het kanaal geschikt voor tweerichtingsverkeer. Als Oprah’s e-mailadres openbaar wordt gemaakt, is deze niet meer bruikbaar. Krijgt meer aandacht dan ze terug kan geven.
1I
5'-#$>'::7$()6""G&%:H8)I
@AB0C
!"#$%&'()*+,"#"-.&70-&6+*%"#"-
:"01&;
Groei van internetgebruik: 1. Gesprekken op blogs liepen natuurlijk 2. Steeds meer gebruikers 3. Sociale drempel kwam 4. Sluipende groei van groepen 5. Onmogelijke conversatie. Ziet dus dat techniek niet massamediaproblemen oplost, omdat problemen vaak menselijk of sociaal zijn. Slecht nieuws dus voor diegene die dachten dat nieuwe media een nieuwe vorm van egalitarisme (gelijkheid) zou brengen. Communicatie blijft beperkt door cognitieve (verstandelijk vermogen) drempel, ook al is maximale interactiviteit tegenwoordig mogelijk.
Filteren ten dienste van communities of practice Sociale media hebben een andere manier van productie en filteren van data. De onderliggende structuur van het filterprincipe lijkt veel op elementen van het traditionele medialandschap. Traditionele media kent beperkingen bij filteren waardoor het eenvoudig blijft: t Geld: publiceren en uitzenden is duur
r Hoge barrière. r Ontstaat bovengrens. Ook voordelen voor ons, weet wat wel wordt gepubliceerd, van goede kwaliteit is. Wordt namelijk door externe filter gehaald. Met de komst van nieuwe online media is het onmogelijk alles te filteren. Op internet te veel nieuwe publicaties per dag. Verleden tijd = eerst filteren dan publiceren (traditionele media) Tegenwoordig = eerst publiceren dan filteren (nieuwe, online, media) Beperkte groepscommunicatie en grootschalige openbaarmaking zijn in elkaar overgevloeid. Met nieuwe media mogelijk met kleine groep grootschalig bekend te worden.
1+
5'-#$>'::7$()6""G&%:H8)I
@AB0C
!"#$%&'()*+,"#"-.&70-&6+*%"#"-
:"01&;
Omdat kanalen voorheen gescheiden waren, werden privéboodschappen apart van openbare media als tv en krant gehouden. Als mensen hun werk kunnen delen in een omgeving die ze ook in staat stelt over dat werk te praten, zal dit gebeuren. Communities of practice = oefengemeenschappen: groepen die discussiëren over een bepaalde taak zodat ze er beter in kunnen worden. Binnen bedrijven worden – niet via het officiële traject – oefengemeenschappen opgezet om van elkaar te leren. Talent of ervaring openbaar maken. Sociale media r lage transactiekosten r oefengemeenschappen ontstaan Sociale media maakt makkelijker gelijkgestemde zielen te vinden. Via oefengemeenschappen r gemeenschappelijke communicatie. Via sociale media worden publicatie en conversatie één, gat verdwijnt. Een medium heeft altijd 3 aspecten: 1. Willen consumeren; 2. Willen produceren; 3. Willen delen. Tegenwoordig zijn er kanalen die deze drie makkelijker maken te combineren.
Revolutie en co-evolutie Co-evolutie voor communicatiemiddelen.
r gezamenlijke ontwikkeling van mens en techniek. Communicatiemiddelen worden pas sociaal interessant als ze technisch vanzelfsprekend zijn. Techniek onzichtbaar doordat het vanzelfsprekend is.
r sociologische veranderingen vinden plaats. Revoluties als de opkomst van telefoons, radiogolven, opnametechnieken, gaven de breuk om op een andere manier met elkaar te gaan communiceren.
1J
5'-#$>'::7$()6""G&%:H8)I
@AB0C
!"#$%&'()*+,"#"-.&70-&6+*%"#"-
:"01&;
Bleef wel een disbalans zichtbaar: t De telefoon maakte een individu kenbaar, maar creëerde geen publiek; t Drukpers daarentegen creëerde wel een publiek, maar controle bleef in handen van een kleine groep professionals. Mobiele telefoons en internet bieden een platform voor meer expressieve mogelijkheden én een groter publiek. Elke gebruiker kan nu producent en consument tegelijk zijn. Hoe afhankelijker een bedrijf is van informatie als product, des te groter de veranderingen moeten zijn om aan te passen aan nieuwe informatiebronnen. Bedrijven steeds meer afhankelijk van de informatie van en aan twee groepen: hun medewerkers en de buitenwereld. Omwenteling opmerkelijk door de combinatie van 3 factoren:
1. Symmetrische participatie: informatie die je kan ontvangen ook kan verzenden
2. Absurd eenvoudige groepsvorming: alles wat je maakt kan een beginpunt voor communicatie en samenwerking zijn.
3. Amateurisering van de productie: Gevolg van twee bovenstaande punten – consument is niet een etiket voor een individu, maar een tijdelijke gedragsbeschrijving.
1K