}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 20 maart 2015
jaargang 9 nummer 410
€ 2,50
TEFAF Drank en kunst gaan even hard 14/15
7
Interview
Bojoura van Melzen, de Nederlandse Marianne Faithfull 10/11
Michael Graves
De man die de 5 stad Tieten gaf is niet meer
LAATSTE NIEUWS
Tampat Senang gered
Het oudste Indonesische restaurant van Nederland, Tampat Senang aan de Laan van Meerdervoort, blijft bestaan. Twee weken geleden berichtte deze krant over een ophanden zijnde veiling van de bijzondere kunstcollectie van het restaurant. De fiscus had beslag laten leggen vanwege een vordering van 40.000 euro. Die veiling bij het Venduehuis heeft inmiddels 35.000 euro opgebracht. Met aftrek van de 5.000 euro veilingkosten is dat niet voldoende om het totaal openstaande bedrag aan de Belastingdienst te voldoen, maar de Rabobank leent het restant. “Ik ben heel blij, al is onze kunstcollectie nu weg”, vertelt eigenaar Peter Felix. “De klant zal er weinig van merken, want we zijn op zoek naar nieuwe traditionele decoratie. Zij het geen antiek”. Een nieuw bedrijfsconcept is voorlopig van de baan: “Op advies van een aantal chef-koks blijft de keuken authentiek, maar wordt de service beter. Als het straks financieel beter gaat, knappen we het restaurant op”.
Foto Piet Gispen
Beroering in Hofkwartier over ex-verslaafden
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 20 maart 2015
snoek onder ons
>De laatste donkere dag, 15 maart 2015
Malieveld, Julianaplein, stationshal, perron. Het is een weg die stapsgewijs smaller en donkerder wordt. Omdat station Delft ondergronds ging was Rotterdam alleen met de Randstadrail te bereiken. Een jongetje met een hoofdlamp stapt uit het voertuig. Hij ziet mij beter dan mijn camera hem. Uit welke duisternis was hij vandaan gekomen? De metro reed inderdaad richting een zonsondergang. Een goede voorbereiding is het halve werk moet zijn boodschap zijn geweest. Op de tast vond ik het sleutelgat van de voordeur. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkende fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal werkt, is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
advertentie
Lente korting:
babymassage
tai chi
yoga
10% korting indien u in maart of april uw woning in de verkoop zet bij ons.
Gratis waardebepaling!
zaterdag 28 maart van 14.00 - 17.00 uur
open dag: Zinaaz.nl Lentekriebels? Geef je levensenergie een boost! We nodigen je van harte uit om te beleven wat Zinaaz te bieden heeft. Op zaterdagmiddag 28 maart kun je komen kijken en meedoen met de diverse korte workshops Yoga, Babymassage en T’ai Chi. De workshops duren ieder 20 minuten en je kan er meerdere doen; in één middag veel ervaringen rijker! We beginnen om 14:00 met een hapje en drankje en welkomstwoord van Hans Oostrum, eigenaar van Zinaaz. De hele middag is er vrije inloop zodat je mee kan doen aan de workshop van jouw keuze. Meer informatie over de open dag en de verhuur van Zinaaz voor je eigen workshops of lessen vind je op de website: Zinaaz.nl Graag tot ziens in Zinaaz!
2e Schuytstraat 164 – ‘S-Gravenhage Tel: 070 365 53 39 – E-mail:
[email protected]
3
actueel<
Vrijdag 20 maart 2015 > Den Haag Centraal
commentaar
Denken aan Revis bij de dood van een Amerikaan DE AMERIKAANSE ARCHITECT Michael Graves, die vorige week overleed (zie pagina 5), was de architect van de ‘Tieten van Den Haag’, het ministerie met de karakteristieke puntdaken. In zijn jonge jaren was hij lid geweest van de New York Five, vijf Amerikaanse architecten die werkten in de geest van de grote modernist Le Corbusier. Graves verliet als eerste het gezelschap en koos voor een andere richting. Sindsdien zijn de heren niet meer zo aardig voor elkaar. Vooral tussen Graves en Richard Meier boterde het niet. Toen Graves een keer in Den Haag was, liep hij na sluitingstijd door het stadhuis van Meier. Hij keek onderzoekend door het grote, lege witte atrium en zei spottend ‘deze ruimte geeft precies aan hoe Richard denkt’. Kil en zakelijk bedoelde hij. AAN DATZELFDE ATRIUM heeft ook de Haagse wethouder Boudewijn Revis (VVD, Binnenstad en Buitenruimte) een kamer en misschien is zijn ‘state of mind’ wel dezelfde als die van Meier van wie bekend is dat hij zich fel verzet tegen planten in zijn gebouwen. Voor de natuur ga je maar naar buiten. Revis trok de afgelopen weken hard van leer tegen al diegenen die durfden te beweren dat hij geen oog en hart heeft voor het groen. Actiegroepen gingen de straat op, comités zijn opgericht omdat Revis onverzettelijk bomen laat omleggen. DE WIJZE WAAROP hij zijn verdediging voert, is op zijn minst ongelukkig. Zo vertelt hij in de Volkskrant dat hij heeft gestreden voor de dennenboom in zijn achtertuin, die de buren weg wilden hebben. Mooi dat hij er nog staat. Wel kappen op de Koninginnegracht en het Tournooiveld, maar ‘not in my backyard’, denk je als lezer dan. Ook plant Revis heel veel jonge boompjes voor al die prachtige oude reuzen die hij door de shredder liet halen. Een belofte die weinig begrip zal oproepen, want de meeste Hagenaars willen geen stekkies, ze willen grote, oude bomen en niet over veertig jaar, maar nu. De kaalslag die bijvoorbeeld aan de Koninginnegracht is aangericht onderstreept hun gelijk. RIJEN OUDE KASTANJES zijn voor veel mensen even belangrijk als grote kunstwerken, ze maken de stad leefbaar. Het verhaal van Revis over de jonge bomen die terugkeren op de plaats van hun gevelde voorvaderen is bovendien niet erg geloofwaardig. Als ze er al ooit komen, is er straks altijd wel weer een andere wethouder of projectontwikkelaar die mooie plannen heeft die het groen opvreten. Kijk maar naar de naoorlogse ontwikkeling van de Koninginnegracht. Steeds weer minder gracht, minder groen, minder bomen, bredere wegen. Op al die extra banen staan geen jonge en oude bomen meer. Het asfalt en de Revissen winnen altijd.
Casper POSTMAA
Heftige emoties na kap kastanjes Tournooiveld der niets aan af. “Want die fout hebben we op verzoek van de bouwer hersteld”, betoogde de wethouder. Hij herinnerde er aan dat de rechter de verleende vergunning had getoetst en dat daarmee de weg vrij was voor het kappen van de bomen.
Door Jan van der Ven
De vijf kastanjes die vorige week in de nacht van donderdag op vrijdagnacht zijn gekapt aan het Tournooiveld, kunnen het niet meer navertellen. Ze zijn in mootjes gehakt en in containers afgevoerd. De kap heeft echter sporen nagelaten in de politiek. Woensdagmiddag moest de verantwoordelijke wethouder Revis (VVD) zich tijdens een spoeddebatje in de gemeenteraad verantwoorden voor de kap. De vijf majestueuze en gezichtsbepalende bomen moesten verdwijnen omdat op die plaats een ondergrondse parkeergarage gebouwd wordt. Het geven van kapvergunningen is in een stad aan strenge en erg ingewikkelde regels gebonden. Zo’n woud van regels waar het makkelijk in verdwalen is zonder goede kennis van alle procedures. GroenLinks nam het voortouw in het verzet. De partij ziet niets in de bouw van de garage en wijst op de overdaad aan parkeerplaatsen in de garage onder het Malieveld, zo’n beetje om de hoek. Het verwijt van met name GroenLinks was dat de wethouder zich niet aan de eerder gemaakte afspraken heeft gehouden. Het draait hierbij om een eerdere toezegging van de wethouder dat de motor van de kettingzaag pas gestart mag worden, nadat de omgevingsvergunning die de kap legaliseert, officieel is afgegeven. En dat was vorige week niet het geval, betoogde GroenLinks met steun van coalitiepartij Haagse Stadspartij. Want nog maar twee dagen eerder had de Bomenstichting haar bezwa-
Kaalslag aan het Tournooiveld. > Foto: DHC/Liza Letsch
ren mondeling toegelicht en daarop was nog geen officiële reactie van het college van B en W gekomen. De bomenliefhebbers trachtten in de nacht van donderdag op vrijdag daarom de kap van de vijf bomen te verhinderen. GroenLinks, de Haagse Stadspartij en de actiegroep SOS den Haag trokken samen op, al was het verzet van GroenLinks dieper geworteld dan dat van de HSP. Want die partij moet rekeninghouden met de belangen van de coalitie, waar de HSP sinds vorig jaar deel van uitmaakt. Ook andere Hagenaars met groene vingers waren die avond present. De politie kwam er
aan te pas; het kappen werd even opgehouden. Maar na een telefoontje met wethouder Revis ging de zaag er alsnog in. Zorgvuldig De wethouder betoogde woensdagmiddag dat een meerderheid van de gemeenteraad zich bij diverse gelegenheden heeft uitgesproken voor de komst van de ondergrondse parkeergarage. “We zijn zorgvuldig te werk gegaan”, aldus de wethouder. Dat een ambtenaar eind vorig jaar een foutje maakte bij het opstellen van de gewenste omgevingsvergunning doet daar volgens de wethou-
Onrust Coalitiepartij Haagse Stadspartij is tegen de bouw van de ondergrondse parkeergarage. Vorig najaar nog stemde deze partij tegen het daarvoor noodzakelijk bestemmingsplan. Het HSP-raadslid Van Vulpen zei daar woensdag over: “Een meerderheid van de raad steunde toen het bestemmingsplan. Vanaf dat moment hebben we gezegd: kappen is dus onvermijdelijk maar dan moeten alle procedures wel zorgvuldig worden gevolgd”. Hij vervolgde: “We leggen ons als partij neer bij de bouw van de garage, al heeft de kap van de vijf bomen tot maatschappelijke onrust geleid”. Daarmee leek de kous af. Maar toen dezelfde Van Vulpen even later tegen de VVD-wethouder zei dat na de gang van zaken rond het vellen van de vijf kastanjes een herstel van vertrouwen nodig is, kreeg het spoedbatje ineens een zware politieke lading. Want een coalitiepartij die de vertrouwenskwestie aanroert, speelt zomaar met vuur. Wethouder Revis legde de vertrouwenskwestie even later terug bij de gemeenteraad. “Tegen de heer Van Vulpen zeg ik: onderling vertrouwen is nodig. Ik vertrouw er daarom op dat de gemeenteraad vasthoudt aan eerder gemaakte afspraken”.
Spectaculaire stijging klanten voedselbank Door Jan van der Ven
Het aantal klanten van de Voedselbank in Den Haag is vorig jaar spectaculair gestegen. Er maakten toen 34 procent méér Hagenaars gebruik van de diensten van de Voedselbank dan het jaar daarvoor. In geen enkele andere stad in Nederland is sprake van zo’n forse stijging. Dit blijkt uit cijfers die de Voedselbank deze week bekend maakte. Vorig jaar klopten ruim 4800 huishoudens met vaste regelmaat aan bij de Voedselbank voor een pakket eten. Het jaar daarvoor lag dit aantal op ruim 3600 gezinnen. Gebruikers van de Voedselbank worden vooraf geselecteerd aan de hand van strenge criteria. De cijfers over de toename van Hagenaars die steun zochten bij de Voedselbank komen een week nadat de Haagse gemeenteraad het armoedebeleid van PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh steun gaf. De wethouder heeft hier jaarlijks 62 miljoen euro voor beschikbaar, 14 miljoen euro meer dan tijdens de vorige collegeperiode. Het geld is vooral bestemd voor regelingen zoals de Ooievaarspas en steun voor gezinnen met schoolgaande kinderen. Er leven naar schatting 45.000 gezinnen beneden de armoedegrens. Tijdens het debat over de plannen van de PvdA-wethouder vorige
week donderdag bleek naast steun ook verschil van mening tussen de coalitiepartijen. De VVD vindt dat Den Haag eigenlijk kampioen moet worden in het activeren van werklozen in plaats van kampioen armoedebestrijding. Daar stond de Haagse Stadspartij tegenover. “We zijn hier erg blij mee. Het is een goed en stevig verhaal”, aldus het HSP-raadslid Fatima Faïd. De PvdA steunde de eigen wethouder en sprak de hoop uit dat hij erin slaagt meer mensen op te sporen die in armoede leven. Zo wil de wethouder arme zzp’ers gaan steunen. De PVV vindt dat de gemeente minder gul moet zijn met de Ooievaarspas, die mensen met een laag inkomen tal van kortingen biedt. Jeugdwerkloosheid Het college van B en W is deze week akkoord gegaan met nog een aanvalsplan van de PvdA-wethouder: de strijd tegen de jeugdwerkloosheid. Hij wil de komende jaren 5000 jongeren aan het werk gaan helpen. Daar is 12 miljoen voor beschikbaar. Het plan zou oorspronkelijk vorige week al gepresenteerd worden, maar er bleken enkele aanvullingen nodig van de wethouders Van Engelshoven (D66, onderwijs) en Klein (CDA, economie). Baldewsingh is hoofdverantwoordelijk voor het aanvalsplan. Hij diende het vorige week in tij-
dens de vergadering van het college. Het college steunde zijn plan. Een besluit werd echter niet genomen. Het voorstel moest namelijk aangevuld worden met passages van de mede-verantwoordelijke wethou-
ders Van Engelshoven en Klein over onderwijs en economische groei als elementen om jongeren aan het werk te krijgen. Volgende week presenteren de drie wethouders het aanvalsplan.
Advertentie
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 20 maart 2015
stadsmens
Emma Moen-Knoester schetst als Immetje in boek tijdsbeelden uit de vorige eeuw Nostalgie slaat toe bij Emma MoenKnoester (81), als zij mijmert over haar veilige jeugd op Scheveningen. “We woonden in de Kielstraat, een oergezellige buurt vlak bij de haven en boulevard”, vertelt ze. “Als ik het dijkje afging, was ik in de Keizerstraat en verderop had je ook nog dat hele grote zwembad. Op alle hoeken van de straat zaten winkels die meestal vol pratende vrouwen stonden”. Vrolijk: “Ik keek altijd wel of er iemand in klederdracht bij was. Dan pas ging ik naar binnen”. Een gesprek over haar onlangs verschenen boek ‘Rats, Kuch en Bonen’ roept de jeugdherinneringen op. Immetje, die al bijna 25 jaar wekelijks in dialect de column ‘Zô mar ’n preitje’ schrijft voor De Scheveningsche Courant, schetst daarin tijdsbeelden die terugvoeren naar de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. Als je bladert door het boek, komen liefdevolle en ontroerende verhalen voorbij over onder meer evacuatie en oorlogstijd. Immetje, van wie in ‘Rats, Kuch en Bonen’ ook columns, schilderijen en krijttekeningen zijn opgenomen, voorziet de verhalen van extra informatie. Dat doet ze
Emma Moen-Knoester en mr. Henk Grootveld werkten samen aan ‘Rats, Kuch en Bonen’. >Foto: Eveline van Egdom
gretig en met verve! Soms wordt zij aangevuld door mr. Henk Grootveld, voorzitter van de Stichting Immetje, of door haar man Ger Moen. Beiden hadden een groot aandeel in het boek, dat ook voor Hagenaars een lezenswaardig document is. De titel is ‘geleend’ van het lied dat cabaretier Lou Bandy ooit zong. Grootveld hierover in zijn voorwoord: ‘De eerste versregel ‘Rats, kuch en bonen, is ons soldatendiner’ is tot ons
nationaal-historisch erfgoed gaan behoren (…)’. De opbrengst van het boek is overigens bestemd voor Muzee Scheveningen. Soms is een gebeurtenis bepalend voor het verdere leven. Voor Immetje was dat een jachthond die haar vader Mink Knoester, een reddingszwemmer, in 1933 levend onder de ijsschotsen langs de Havenkade vandaan haalde. De eigenaar van de hond bleek een bekende te zijn van
prins Hendrik. Hij adopteerde het gezin Knoester. Immetje verkeerde daardoor geregeld in de zogeheten betere kringen en kreeg de kans haar talenten te ontplooien. Zo had zij in haar jeugd al schilderles en ontmoette zij kunstenaars als Kees Verweij, Sierk Schröder en Paul Citroen. Niet voor niets noemt zij zich herhaaldelijk ‘een bevoorrecht kind’. Geboren en getogen Scheveninger Henk Grootveld, die bijna 25 jaar (plaatsvervangend lands)advocaat was in Den Haag, spant zich al lange tijd in voor het behoud van Immetjes werk, dat ook gedichten en sprookjes omvat. Als voorzitter van Muzee Scheveningen juicht hij het toe dat te zijner tijd haar hele collectie wordt overgedragen aan het museum. De Stichting Immetje zal daar voor zorgen. De stichting gaf eerder een boek van Emma Moen uit. In 2011 verscheen haar rijk geïllustreerde bundel ‘Scheveningse Sprookjes’. Het echtpaar Moen en Grootveld en zijn vrouw zijn inmiddels vrienden. Hoe hun levens verweven zijn, is alweer zo’n opmerkelijk verhaal. Als Henk Grootveld bij zijn moeder op
bezoek was, las hij geregeld de ‘preitjes’ in De Scheveningsche Courant. Na haar dood trof hij in de doos waarin zij haar hoofdijzer bewaarde, een bundeltje columns van Immetje aan. ‘Opgeborgen als een kostbaar juweel’, schreef Grootveld daar ooit over. “Toen ik dat las, was ik grôs”, zegt Emma en geeft meteen de vertaling: “Ik was geroerd”. In ‘Rats, Kuch en Bonen’ staat een foto van Grootvelds moeder uit haar jonge jaren: ‘Het Schevenings meisje Jacoba Bruijn in haar zondagse dracht in 1935’, aldus het onderschrift. “Zij”, wijst Emma, “was mijn grootste fan”. Met schrijven, zo onthult ze op de valreep, begon zij al op de lagere school. “Bij het afscheid van de zesde klas heb ik een toneelstukje geschreven over twee Scheveningse vrouwen die elkaar tegenkomen”. Natuurlijk voerde zij ook de regie. “Ja”, klinkt het monter, “en ik was heel streng”. Joke Korving ‘Rats, Kuch en Bonen’, ISBN 978-90-8208252-4, € 12,50, is onder meer te koop bij Muzee Scheveningen
advertentie
OSCARWINNAAR 'CITIZENFOUR', GOUDEN BEER WINNAAR 'TAXI' & 70 ANDERE SPRAAKMAKENDE FILMS, TALKSHOWS, EXPOSITIES & MUZIEK!
5
actueel<
Vrijdag 20 maart 2015 > Den Haag Centraal
Michael Graves 1934 – 2015
Herinneringen aan de man die Den Haag ‘Tieten’ gaf
Michael Graves. > Foto: PR
De Amerikaanse architect Michael Graves tekende talloze gebouwen, was huisarchitect van Disney en had een indrukwekkende staat van dienst als industrieel ontwerper: van horloges tot ’s werelds beroemdste fluitketel, die met dat rode vogeltje op de tuit. In Den Haag bouwde hij het Louwman Museum en het toenmalige ministerie van WVC, de Tieten van Den Haag. Graves overleed vorige week op 80-jarige leeftijd. Door Casper Postmaa
Het was een koude winterdag in Princeton, 1994. Rond het middaguur sneeuwde het zo hard dat het leven in het studentenstadje geheel vastliep. Auto’s konden niet meer rijden, treinen strandden en alle hotels waren volgeboekt door forenzen, die vreesden de terugreis naar New York niet meer te kunnen maken. Slepend met een koffer door de sneeuw wist deze verslaggever nog net het architectenbureau van Michael Graves te halen, niet veel later zou ook dat niet meer mogelijk zijn geweest. Het was een memorabele dag, niet alleen om het spookachtige weer, ook omdat de architect tijdens het gesprek, los uit de hand, zijn tot dan toe nog onbekende bijdrage aan de Haagse binnenstad uittekende. Het bureau van Graves was gevestigd in een typisch Amerikaans huis dat zo uit een prent van Norman Rockwell kon zijn geknipt, veel hout en rotsachtig natuursteen en in vrijwel elk vertrek knetterde een open haard. Het huis was niet zomaar een romantische verbeelding van the American Dream, het was ook een statement. Graves was eens lid van de befaamde New York Five, vijf architecten, onder wie Peter Eisenman en Richard Meier, met als gemeenschappelijke factor hun bewondering voor het werk van Le Corbusier (1887-1965). Maar de man uit Princeton keerde als eerste de groep de rug toe. Hij had het wel gezien met het modernisme, vanaf dat moment liet hij zich inspireren
door bouwkunst uit een verder verleden. Dat was ook de boodschap, die zijn bureau in Princeton uitstraalde. De reden voor ons bezoek aan Graves was zijn betrokkenheid bij de nieuwe wijk de Resident, die in Den Haag naast het Centraal Station zou worden gebouwd. Woningen, winkels en kantoren. Onder leiding van de Luxemburgse stedenbouwkundige Rob Krier was gekozen voor historiserende architectuur. Graves was daarom een begrijpelijke keuze voor de grootste opdracht, het nieuwe ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, dat om de betonnen kern van het oude rijkskantoor, het Transitorium, zou worden gebouwd. Dat was de reden voor het interview, maar Graves deed meer dan alleen praten. Hij pakte een boek met zijn verzamelde werk en tekende op de eerste pagina in dunne zwarte lijntjes het gebouw dat zou uitgroeien tot een icoon, ‘De Tieten van Den Haag’. Fragiel Aanvankelijk beweerde hij dat de spitsvormige daken geen andere betekenis hadden dan het tegenhouden van de regen, maar zo eenvoudig was het ook weer niet. “Wij zijn op zoek gegaan naar symbolen die wij als Haags ervaren”, legde hij uit, “bijvoorbeeld de ramen, die zo groot zijn dat ze belangrijker zijn dan de muren zelf. De gebouwen krijgen daardoor een fragiel karakter. Ik kan me voorstellen dat je dat niet meer ziet als je in de stad geboren bent”. Om zijn gedachten te bepalen, bestudeerde Graves niet al-
leen de gevels van het Binnenhof waarvan hij tientallen foto’s maakte, maar hij ging ook te rade bij oude Vlaamse en Hollandse meesters om te onderzoeken hoe zij op hun schilderijen met de werking van het licht omgingen. Ook ging hij in op de heftige tegenstand die hij ondervond toen hij van projectontwikkelaar Ton Meijer de opdracht kreeg. De toenmalige voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA), Carel Weeber, vond het ondenkbaar dat een buitenlandse architect het ministerie zou ontwerpen. Graves kaatste de bal hard terug. “Ik begrijp dat het probleem is dat ik het ministerie van cultuur ontwerp. Dat mag niet. Omdat wij geen cultuur hebben? Is dat het soms. Ik zou graag willen dat u het volgende opschrijft: als de voorzitter van de BNA morgen wordt opgebeld en de mededeling krijgt dat hij het ministerie van cultuur in Washington mag bouwen, zegt hij dan nee? Zou iemand hem dat eens willen vragen? De hele kwestie is absurd en kinderachtig”. Het ministerie van Graves kwam er, ondanks het verzet, en het resultaat was een gebouw dat zou uitgroeien tot de markantste verschijning in de Haagse skyline. Aanvankelijk kreeg het de koosnaam Twin Peaks mee, maar die beklijfde niet. Jaren later toen hij in Den Haag was voor de opdracht om het Louwman Museum te ontwerpen, kwam Michael Graves ter ore welke bijnaam zijn gebouw inmiddels wel had verworven. Hij trok er een vies gezicht bij.
De tekening van het toenmalige ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, die Michael Graves in 1994 maakte tijdens het interview dat Casper Postmaa in Princeton met hem had voor de Haagsche Courant.
Bewoners van de Vogelwijk willen geen nieuwbouw op het HALO-terrein. >Foto: DHC
Bebouwing HALOterrein is lastige puzzel Door Dick van Rietschoten
Bewoners van de Laan van Poot ter hoogte van de Wildhoeflaan zijn geschrokken van een gemeentelijk idee om op een kinderspeelweitje voor hun deur vier villa’s en een vierlaags appartementencomplex van 24 woningen te bouwen. Ook elders in de Vogelwijk klinken afkeurende geluiden. Het bestuur van de wijkvereniging verwacht dat het protest tijdens de voorziene algemene ledenvergadering in mei zal leiden tot een stevig ‘nee’ in de richting van de gemeente. Het ontwerp is onderdeel van een schets voor woningbouw na de sloop van het iets verderop gelegen complex van de sportacademie HALO, de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Deze hogeschool, al zo’n tachtig jaar in de Vogelwijk gevestigd, krijgt volgend jaar een plek in de grote Sportcampus in het Zuiderpark, die op het vroegere ADO-terrein verrijst. Tijdens een drukbezochte informatieavond van de gemeente, afgelopen maandag in het HALO-gebouw, legden wethouder Joris Wijsmuller en zijn ambtenaren uit dat er sprake is van een uitermate ingewikkelde bouwpuzzel. Het gaat erom een evenwicht te vinden tussen de belangen van de gemeente, de Vogelwijk en de achter het HALO-complex opererende sportverenigingen zoals Hellas (handbal) en Haag Atletiek. De gemeentelijke financiën spelen hierin echter een hoofdrol, want al ver voor de eerste bouwschetsen kreeg de gemeente voor de toekomstige exploitatie van het gebied een strop van drie miljoen euro voor haar kiezen. Vlak voor de economische crisis kocht de gemeente de grond en opstallen van de HALO aan, ervan uitgaande dat het terrein zich na het vertrek van de academie uitstekend zou lenen voor woningbouw. De crisis bracht echter een waardevermindering van drie miljoen euro teweeg, zodat op het stadhuis nu uit alle macht wordt geprobeerd het exploi-
tatieverlies zo beperkt mogelijk te houden. Onrealistisch Eind 2013 presenteerde de gemeente een schets, uitgaande van sloop van de HALO en alle aanbouwsels – met onder meer een fitnesscentrum en een gymzaal met kleedkamers – en de annexatie van enkele tennisbanen achter het complex. Op dit terrein, ingeklemd tussen de Laan van Poot, de atletiekbaan (waarop Fanny Blankers-Koen in haar topdagen nog heeft rondgerend) en de Hellassporthal, waren zeventig villawoningen ingetekend. “Veel te veel voor zo’n beperkt oppervlak”, oordeelde wijkbewoner Bert Bruning, lid van de Commissie Toekomst HALO-terrein. ”Dit is onrealistisch en volstrekt onhaalbaar”. Nadat Joris Wijsmuller vorig jaar de HALO-erfenis van zijn voorganger Marnix Norder had overgenomen, zocht hij contact met de wijkvereniging, Haag Atletiek en Hellas. In oktober sloot hij met deze partijen een samenwerkingsovereenkomst, waarbij ‘constructief overleg’ het motto werd. Vervolgens verscheen op de tekentafels een aantal nieuwe bouwvarianten. Financieel gezien was Model C voor de gemeente de gunstigste. Dat behelsde minder woningen (8 villa’s en 48 appartementen), behoud van een aantal bestaande sportfaciliteiten, zoals de tennisbanen, een sporthal en het fitnesscentrum, maar ook uitbreiding van het bouwareaal met het voornoemde kinderspeelweitje aan de Laan van Poot. Voor heel wat Vogelwijkers een brug te ver, zo bleek maandag. “Als we hiermee akkoord gaan, is de beer los. De gemeente zal er een vrijbrief in zien voor meer toekomstige bebouwing langs de duinrand”, aldus een wijkbewoner. Bert Bruning van de HALO-commissie uit de wijk gelooft daar niets van, maar beseft wel dat er bij een massaal protest opnieuw met de gemeente moet worden onderhandeld. “En dan moeten wellicht toch een paar sportfaciliteiten eraan geloven”.
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 20 maart 2015
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
Het begon met een driemanschap De door de heren J. van der Kamp, C.J. Landman en W.J. van der Bogert opgerichte drukkerij Trio paste in een lange Haagse traditie. Al in de zestiende eeuw vestigden zich hier de eerste drukkers/uitgevers. Het drietal was in 1894 noodgedwongen voor zichzelf begonnen. Ze hadden het voortouw genomen bij een staking, uitgeroepen om de eis van de Haagse typografen kracht bij te zetten om hun loon, net zoals in Amsterdam, te verhogen van gemiddeld 17 naar 23 cent per uur. De meeste Haagse patroons weigerden aan deze eis tegemoet te komen. Landman, Van der Kamp en Van der Bogert werden door hun werkgever, de Zuid-Hollandsche Boek- en Handelsdrukkerij, ontslagen en kwamen daarna nergens meer in de stad aan het werk. Met contanten van de heer Landman en een renteloze lening van Coöperatieve Vereniging De Volharding ging het nieuwe bedrijf van start op de Veenkade 102 onder de naam Drukkerij Trio, firma Landman & Co. Eind 1897 werd het bedrijfje bij Koninklijk Besluit een naamloze vennootschap met een coöperatief karakter: de vaste werknemers konden ook aandelen verwerven. Daarna kwam de groei er pas goed in en kon de drukkerij een groter pand betrekken aan de Nobelstraat 27. Vanaf 1900 drukte Trio de Haagse telefoongids en kreeg
het onder meer het Centraal Bureau voor de Statistiek als vaste klant. De bedrijfsleiding zorgde ook goed voor het personeel: de werktijd werd teruggebracht naar negen uur per dag en in
De serie ‘Van Trio aan zijn zakenvrienden’ vond overal gretig aftrek. 1910 kwam er een pensioenregeling. Kort daarna was er alweer extra ruimte nodig, die gevonden werd door de aankoop van de woning met danszaal in de Juffrouw Idastraat 18 van ‘professeur de danse et de maintien’ M.L. Gaillard. De foto van het interieur van de drukkerij in de Nobelstraat 27 dateert van 1948. Trio had toen 87 werknemers in dienst en had een uitstekende naam opgebouwd. Bekende typografisch ontwerpers als Piet Zwart en Stefan Schlesinger hadden voor Trio gewerkt, evenals de Haagse uitgever A.A.M. Stols. Hoogwaardige producties zoals de kalenders en de serie ‘Van Trio aan
Nobelstraat 27, interieur van de drukkerij van Trio in 1948. >Foto: Dienst voor de Stadsontwikkeling
zijn zakenvrienden’ vonden overal gretig aftrek. Ook exploiteerde de eigen uitgeverij tijdschriften zoals De Visserijwereld en Holland Fish Trade. In de jaren zeventig zette geleidelijk het verval in, onder meer doordat de drukkerij te laat was overgeschakeld op nieuwere en snellere technieken zoals
offset. Nieuwe, commerciëler ingestelde bedrijfsleiders kwamen in botsing met de grotendeels vergrijsde personeelsleden die ook aandeelhouder waren. Uiteindelijk viel in 1990 definitief het doek voor drukkerij Trio. Maar voor de typografische hoogstandjes uit de bloeitijd is, ook internationaal, nog
steeds belangstelling. Zo werd onlangs nog een Trio-miniatuurboekje, getiteld ‘Liefdesbezieling’, antiquarisch aangeboden voor 85 Engelse ponden! Wilna Louwrier www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
advertentie
De Dutch Junior Dance Division danst
Een unieke, gevarieerde dansvoorstelling met choreografieën van Thom Stuart, Rinus Sprong, Michaël Häfliger en Ed Wubbe.
Fotografie: Studio Oostrum
7
actueel<
Vrijdag 20 maart 2015 > Den Haag Centraal
Zorg om ex-verslaafden in Hofkwartier De mogelijke komst van een groep ex-verslaafden naar de Oude Molstraat laat het Hofkwartier niet onberoerd. Stichting De Stam wil in het voormalige Oude Mannenhuis onderdak bieden aan maximaal 35 afgekickte drank-, drugs- en gokverslaafden. De bewonersvereniging heeft vertrouwen, de ondernemers zijn kritisch. Door Jasper Gramsma
Door bezuinigingen in de zorg worden langdurig verslaafden sinds dit jaar niet langer dan zes maanden behandeld in therapeutische gemeenschappen. Te kort voor een succesvolle terugkeer in de maatschappij, vindt de Stichting De Stam. Daarom wil de pas opgerichte organisatie een drugsvrije woongemeenschap openen in het Hofkwartier, waarin exverslaafden hun leven weer kunnen opbouwen. De bewoners leven met strenge regels. Overdag krijgen ze begeleiding van ervaringsdeskundige vrijwilligers en wekelijks zijn er bijeenkomsten met professionals. Maar eigen verantwoordelijkheid staat voorop. Soortgelijke projecten, zoals het onlangs gesloten Triple-Ex, hebben volgens directeur Paul Greijmans een slagingspercentage van 70. “Het unieke aan deze aanpak is dat wij samenwerken met deskundigen die de problemen van a tot z kennen en dit programma zelf succesvol hebben doorlopen”, stelt Greijmans, eveneens ervaringsdeskundig. Ook in de locatie, middenin het centrum met tal van verlokkingen, heeft hij alle vertrouwen. “Deze mensen moeten niet in een hutje op de hei zitten, maar juist zo dicht mogelijk bij de prikkels waar ze na het project ook dagelijks mee geconfronteerd zullen worden. Zo kunnen we snel signaleren hoe ze ermee
Het Oude Mannenhuis in de Oude Molstraat was tot eind vorig jaar in gebruik door studenten. > Foto: DHC/Liza Letsch
omgaan en daar op inspelen”. Als de vergunningen rond zijn en het overleg met de gemeente over de financiering vanuit de WMO is afgerond, hoopt Greijmans per 1 mei de eerste vijf ex-verslaafden te verwelkomen. Daarna groeit het aantal geleidelijk naar twintig in het eerste jaar. Terughoudend Ondanks het optimisme van Greijmans heeft Hofkwartier Ondernemers Belangen (HOB) twijfels over het project. Voorzitter Joep Logjes: “Het is lovenswaardig, alleen de locatie is wel een zorg. Met zestig cafee tjes en andere horecagelegenheden, twee coffeeshops en een gokhal in de buurt is het aantal verleidingen
Marianne Hilarides
(Java, 1933 – Den Haag, 2015)
>Foto:Theatercollectie, Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam
groot. Prikkels zijn goed, maar hier zijn er te veel. Zeker in de avonduren als er minder begeleiding is. Ik ben bang dat het slagingspercentage daalt en daar hebben de ex-verslaafden, de stichting en het Hofkwartier niets aan”. Wie ontoelaatbaar gedrag vertoont, bijvoorbeeld drank- en drugsgebruik, wordt door De Stam ondergebracht bij het Leger de Heils of de Kessler Stichting. Daarmee is de ongerustheid over overlast bij Logjes echter niet weggenomen: “Degenen die uitvallen, vertonen ontoelaatbaar gedrag. Dat kan uiteenlopen van een terugval tot agressiviteit. Die mensen hebben een heftige periode achter de rug, vaak in combinatie met incidenten”. Ook de
De eerste echte Nederlandse ballerina Marianne Hilarides is vorige week vrijdag op 81-jarige leeftijd overleden. Hilarides, die onder meer danste voor Het Nationale Ballet, werd geprezen vanwege haar virtuoze techniek en haar legendarische interpretaties. Ze had een natuurlijke aanleg voor de spitzentechniek en was in staat tot een zuivere uitvoering van een pas de deux. Hilarides werd in 1933 op Java geboren als Marianna Boudijn. Toen zij naar Nederland kwam, begon ze haar danscarrière. Bij Sonia Gaskell in Parijs mocht ze meedoen bij de toenmalige top onder de balletdansers. Door volmaakte voorbeelden te kopiëren, bewees ze haar klasse. Als iemand haar vroeg een pirouette te draaien, volgde er moeiteloos een dubbele. Behalve haar balletopleiding bij Sonia Gaskell waren ook Ljubov Egorova, Olga Preobrajenska en Victor Gsovsky haar leermeesters. In 1954 verbond ze zich een jaar aan het ballet van de Weense Staatsoper, waar zij gastsolist was. Daarna keerde ze terug naar Amsterdam, naar Gaskells inmiddels nieuwe Nederlandse Ballet. Eind jaren vijftig, tijdens de beroemde Balletoorlog, koos ze voor de Haagse afsplitsing en sloot zich aan bij de oprichters van het Nederlands Dans Theater. Hans van Manen creeërde speciaal voor haar het beroemde ‘De maan in de trapeze’ en ‘Flier’, op muziek van Benjamin Britten. Ze maakte nog een uitstap als solist bij het Grand Ballet du Marquis de Cuevas in Monte Carlo, maar na de oprichting van Het Nationale Ballet in 1961 keerde zij terug naar Nederland als soliste van dat gezelschap en bleef dat ‒ met onderbrekingen ‒ tot en met 1968. In dat jaar stopte ze als professioneel danseres. In 1970 was ze nog één keer te zien in een grote klassieker, ‘Coppelia’ door het Scapino Ballet van Armando Navarro.
VVD is sceptisch over de plannen. “Je moet hier altijd goed mee oppassen”, waarschuwt raadslid Arjen Lakerveld. “Wij zijn terughoudend met het plaatsen van mensen met verslavingsproblemen in een drukke wijk, omdat het linksom of rechtsom de leefbaarheid beïnvloedt”. Lakerveld stelde raadsvragen naar aanleiding van de plannen in het Oude Mannenhuis. “De vraag is of het bestemmingsplan dit type voorziening toelaat. En als het wel kan, is het belangrijk om goede afspraken te maken in een klankbordgroep over hoe met calamiteiten wordt omgegaan”. Waardedaling Bewonersvereniging Hofkwartier
ziet vooralsnog geen reden tot zorg, zo laat de onlangs aangetreden voorzitter Tosca Winters weten. “Ik heb me laten informeren en ben overtuigd van de goede zaak. Het zijn gewoon mensen die clean zijn en ergens gaan wonen om terug te keren in de maatschappij. Als het ons niet zint, zullen we actie ondernemen. Maar in dit geval is het een zaak tussen huurder en verhuurder. De gemeente moet haar werk goed doen rondom de vergunningen. Voor ons is er nu dus niets om poeha over te maken”. Toch is niet iedereen in de gelederen van de 80 leden tellende vereniging even gelukkig met de woongemeenschap, vertelt de voorzitter. “Tijdens de bijeenkomsten kwam de angst ter sprake dat men niet meer veilig over straat zou kunnen. En sommigen vrezen voor waardedaling van hun onroerend goed”. Aan de zorgen over het gebrek aan nachtelijke begeleiding is de stichting inmiddels deels tegemoetgekomen met crisishulp. Ook is toegezegd dat de ex-verslaafden de ingang aan het Noordeinde gaan gebruiken. De commissie, ingesteld door bewoners, ondernemers en de stichting, is wat Winters betreft dan ook het allerbelangrijkste: “Door goed te communiceren, neem je een deel van de zorgen weg en dan ben je al een heel eind. De meeste zorgen zijn gebaseerd op vooronderstellingen”. Om bewoners en ondernemers gerust te stellen, doet Greijmans de toezegging dat de stichting vertrekt als blijkt dat er sprake is van overlast: “Als na een halfjaar blijkt dat de huisvesting aantoonbaar zorgt voor meer problemen dan zullen wij naar een andere geschikte locatie zoeken. Tot op heden zijn we daar in elk geval niet van overtuigd”.
Na jaren van restauratie werd afgelopen week de grote trots uit het Koninklijk Staldepartement onthuld door koning Willem-Alexander. De Glazen Koets uit 1826 is het oudste van alle koninklijke rijtuigen en doet dienst bij de belangrijkste officiële gelegenheden, zoals bruiloften. Indien nodig vervangt dit exemplaar zelfs de Gouden Koets. Vóór 21 juni wordt de Glazen Koets in elk geval niet gebruikt, want tot die tijd is het bijzondere rijtuig te zien in het Louwman Museum. > Foto: Anneke Ruys
O n d e r h o u d a a n a l l e m e r k e n . S c h a d e e x p e r t i s e . Ve r k o o p n i e u w e n g e b r u i k t
Reiniging en onderhoud van:
ig r ja aan 80 est b
Tramstraat 33-39, Den Haag (Loosduinen).
• Jaloezieen en Lamellen • Vitrage en Overgordijnen • TL-armaturen
Vitrage Gordijn Cleaning is - de naam zegt het al — een echte specialist. Wij beschikken in onze vestiging aan de Kerketuinenweg in Den Haag over moderne en milieuvriendelijke reinigingsapparatuur.
Vitrage Gordijn Cleaning 0653441490
Kerketuinenweg 73 Tel. (070) 367 02 29
E-mail:
[email protected] www.vgc.nl
BonBon-Atelier WesterBeek vAn slingelAndtstrAAt 121, 2582 Xl den HAAg WWW.BonBonAtelierWesterBeek.nl
De beste kennis in uw wijk. Dit is Saskia van HWW zorg. Als wijkverpleegkundige is zij thuis in deze Haagse wijk. Dichtbij en vertrouwd. Als geen ander regelt zij de zorg die u nodig heeft. Meer weten? Ga naar hwwzorg.nl of bel (070) 379 33 00.
Schitterende handgemaakte Chocolade Paaseieren afgewerkt met mooi Frans zijdelint en gevuld met de befaamde Westerbeek Bonbons Must try
Must try
COMBIDEAL Famous Hudson Burger & Easter Eggnog Shake Advocaatje flavoured milkshake getopt met slagroom
COMBIDEAL Famous Hudson Burger & Easter Eggnog Shake
€ 15,-
Zie ook de diverse paasspecials op onze krijtborden
EASTER AT HUDSON Must try ALLE VESTIGINGEN 1E EN 2E PAASDAG GEOPEND VOOR LUNCH & DINER
COMBIDEAL PAASBRUNCH BIJ HUDSON ZOETERMEER - VANAF 11:00 Famous Hudson Burger & PAASONTBIJT BIJ HUDSON KIJKDUIN - VANAF 9:00 Easter Eggnog Shake
Advocaatje flavoured milkshake getopt met slagroom
€ 15,-
RESERVEER TIJDIG!
Advocaatje flavoured milkshake getopt met slagroom
AMERE • DEN HAAG • DEN HAAG CENTRUM • KIJKDUIN NAALDWIJK • NOORDWIJKERHOUT • ROTTERDAM • ZOETERMEER
Zie ook de diverse paasspecials op onze krijtborden
€ 15,-
WWW.RESTAURANTHUDSON.NL
Zie ook de diverse paasspecials op onze krijtborden
STER AT HUDSON EASTER
try E VESTIGINGEN 1E ENMust 2E PAASDAG EOPEND VOOR LUNCH COMBIDEAL & DINERALLE
AT HUDSON
VESTIGINGEN 1E EN 2E PAASDAG
9
waldeck<
Vrijdag 20 maart 2015 > Den Haag Centraal
Pastoor van Arskerk
‘Architectuur en geloofsbeleving komen hier prachtig samen’ bollen in het strakke gebouw vormen wat hem betreft een aparte dimensie. Na het bezoek keren de rijstpapieren lampen daarom terug. De groene banken die nog stammen uit de noodkerk, blijven evenwel staan tot op de dag van vandaag. “Ze zitten niet lekker. We willen graag nieuwe, zoals die in het benedictijner klooster in Vaals. Maar ze zijn onbetaalbaar, zeker in een tijd van terugloop”, aldus Ten Berge.
Voor de achteloze voorbijganger is de Pastoor van Arskerk niet meer dan een grauwe bunker. Maar vanbinnen blijkt het godshuis van een indrukwekkende schoonheid. Komende week verschijnt een boek als ode aan dit onontdekte monument in Waldeck.
V
Door Jasper Gramsma
anbuiten heeft de Pastoor van Arskerk aan de Aaltje Noordewierstraat alles behalve de uitstraling van een imposante kathedraal. Blinde muren van beton en een halfverdiepte ligging vanaf de weg geven het gebouw een bescheiden, naar binnen gekeerd voorkomen. Des te groter is de verrassing als de deuren opengaan. Dankzij het hoge middenschip, de halfronde kapellen en de serene lichtinval uit de dakkoepels openbaart zich een sacrale sfeer. “Er zijn mensen die de kerk afschuwelijk vinden, maar ik ben echt van dit gebouw gaan houden. Ik kan er lyrisch over worden”, zegt José ten Berge. Haar enthousiasme is zo groot dat het oud-bestuurslid besluit een boek te maken over ‘de Ars’, samen met medeparochiaan en journalist Annemarie van Oorschot. Wat begint als een project ter ere van het 25-jarig priesterjubileum van pastoor Louis Berger resulteert in een uitvoerige bundel over de historie en de bezoekers van deze bijzondere kerk. De geschiedenis voert terug tot 1963. Op voordracht van Wim Beeren, conservator van het Gemeentemuseum, krijgt de structuralistische architect Aldo van Eyck de opdracht een kerk te ontwerpen voor de parochie in dit nieuwe deel van Den Haag. Een opvallende keuze, want Van Eyck is niet katholiek, is zelfs areligieus. Bij het ontwerpproces kijken Dom Hans van der Laan en zijn broer Nico dan ook over zijn schouder mee. Aanvankelijk is de bedoeling het middendeel – de Straat – in contact te brengen met de buitenwereld door een ingang aan de straatkant en een uitgang in het bos, maar dat laatste houdt de gemeente tegen. Het uiteindelijke ontwerp van de doodlopende Straat refereert door de niveauverschillen echter nog steeds aan de Via Dolorosa in Jeruzalem. In de kapellen aan weerszijden kan men als het ware winkelen bij de heiligen. Zijn inspiratie daarvoor haalt Van Eyck uit de levendige kerkpleinen in Zuid-Spanje en Latijns-Amerika. Ook de kerkzaal is atypisch. Bij binnenkomst kijkt de bezoeker de aanwezigen in het gezicht in plaats van op de rug en het altaar staat opzettelijk uit het midden. Drommen Het zijn allemaal karakteristieken die passen in de tijdgeest van midden jaren zestig, waarin men het geloof op een andere manier gaat beleven. De liturgie wordt na het Tweede Vaticaanse Concilie gebracht in de landstaal en de priester staat niet langer met zijn rug naar het volk. Al is Van Eyck een atheïst, hij voelt die omslag feilloos aan. “De architect stelde de menselijke maat centraal. Het gebouw wordt daardoor gebruikt zoals het bedoeld is. Mensen staan bijvoorbeeld te drommen om een kaarsje op te steken bij onze patroonheilige of in de Mariakapel, dus het werkt echt”, vertelt Ten Berge. “Ontzettend creatief en knap hoe Van Eyck als nietgelovige zo’n sfeer weet neer te zetten. Hoewel de kerk helemaal uit beton is opgetrokken, voelt het hier warm en licht aan. Het gebouw lijkt massief, maar overal zijn ruimtes gelaten zodat je achter de kolommen langs kunt kijken. De architectuur en de geloofsbeleving komen hier prachtig samen”. Zeventien jaar na de voltooiing, het is 1986, bezoekt Aldo van Eyck zijn kerk. Ten Berge schrijft er een artikel over in het parochieblad, waarvan een ingekorte versie in het boek is opgenomen. Al is Van Eyck tevreden met wat hij aantreft, hij schrikt ook. Over wat de elektricien heeft aangericht met het leidingwerk zou hij gezegd hebben: ‘Hoe kunnen mensen dit doen?’ Van de plastic bollen die de oorspronkelijke Chinese rijstpapieren lampen hebben vervangen, is Van Eyck eveneens niet gecharmeerd. De lichte beweging van de papieren
‘Ontzettend creatief en knap hoe Van Eyck als niet-gelovige zo’n sfeer weet neer te zetten’
De Straat van de Pastoor van Arskerk is geïnspireerd op de Via Dolorosa in Jeruzalem. > Foto’s: Peter de Ruig
De kapel van Johannes Maria Vianney. Als Pastoor van Ars is hij de patroonheilige van deze kerk.
Gevelsteen Het boek belicht de kerk van vele kanten. Zo geeft priester Antoine Bodar zijn visie op de Ars en roemt hij pastoor Louis Berger, omdat de kerk geen burgerlijk huis van gezelligheid is geworden. Tess, de dochter van Aldo van Eyck die zijn nalatenschap beheert, vertelt over de bevlogenheid waarmee haar vader aan de opdracht werkte. En parochianen omschrijven hun warme gevoelens voor de kerk. De markantste van hen zijn misschien wel Teigetje en Woelrat, tussen 1963 en 1974 de partners van Gerard Reve. Zij regelen in 2012 een requiemmis voor de overleden schrijver en laten zich vervolgens tijdens de paaswake dopen door pastoor Berger. Nu bieden Teigetje en Woelrat de kerk een gevelsteen aan waarop in Reves handschrift ‘Pati et Contemni’ staat: lijden en veracht worden. De steen is afkomstig uit zijn vroegere huis in Greonterp, waar zijn partners de steen in brokstukken terugvonden, in doeken wikkelden en naar Amsterdam meenamen. De kerk aanvaardt het ‘relikwie’ en neemt de steen binnenkort in ontvangst. De Pastoor van Arskerk leeft kortom voor velen. Hoogleraar architectuur Jeanne Dekkers pleit er in het boek zelfs voor om van de Ars een rijksmonument te maken. De kerk is al een gemeentemonument, maar verdient volgens Dekkers meer aandacht omdat deze een toonbeeld is van zijn tijd. “We gebruiken dit boek om te lobbyen voor de status van rijksmonument”, legt hoofdredacteur Annemarie van Oorschot uit. “Dan zou de kerk worden opgenomen in allerlei routes en zou de belangstelling toenemen. Onze hoop is ook dat daarmee middelen vrijkomen om bijvoorbeeld de mooie kerkbanken aan te schaffen en de lelijke metalen afvoeren aan de buitenkant te vervangen. Zo’n status brengt allerlei regels met zich mee, maar beschermt tegelijk het oorspronkelijke ontwerp”. Nadat de dames zich het afgelopen jaar bezighielden met het verleden van de kerk doemt ook de vraag op hoe de toekomst eruitziet. Van Oorschot: “Het is heel bijzonder dat hier nog elke dag een mis wordt opgevoerd, maar er zitten weinig mensen. In de wijk wonen veel ouderen en de kerk is gefuseerd met drie andere in Den Haag Zuid. Wij zien niet alle vier die kerken over tien jaar nog bestaan. Daarom moeten we nadenken over de combinatie met een andere bestemming, bijvoorbeeld een tentoonstellingsruimte”. Voor even wordt die functie al werkelijkheid, want tijdens de boekpresentatie op 24 maart is een expositie te zien van Peter de Ruig, die het boek illustreerde met zijn architectuurfoto’s. Het eerste exemplaar van het boek ‘Pastoor van Ars, Monument van Aldo van Eyck’ wordt op dinsdag 24 maart overhandigd aan Benno Tempel, directeur van het Gemeentemuseum. Het programma duurt van 15.00 tot 18.00 uur. Aanmelden kan bij José ten Berge via jtberge@ziggo. nl. Het boek is vanaf 24 maart verkrijgbaar bij Paagman en is te bestellen via het genoemde e-mailadres. Vanaf 1 april is het boek ook bij andere boekhandels en op Bol.com te verkrijgen. ISBN: 978 90 823482 0 0. Prijs: € 19,95.
10>interview Vilan
Plakband en politiek
Er zijn kleine dingen in het leven, waarover men een groot besluit moet nemen. Dat is: ga ik mezelf hier helemaal gek van ergernis door laten maken of neem ik het zoals het is? Ik wéét dat het tweede het beste is. Boeddhisten, mindfulness en psychiaters, iedereen en alles wijst erop. Maar op mijn koelkast liggen drie rolletjes plakband, elk uitstekend bruikbaar, alleen is het plakband vast op zichzelf geplakt. Hoe zoiets kan gebeuren, keer op keer, bewijst wel dat de Nederlandse beschaving mislukt is. Zonder aandacht voor het cement tussen de stenen, hoeven we niet te verwachten dat een gebouw stevig is. Vroeger of later dondert er weer een balkon omlaag of stort er een huis in. Moet je kijken hoe onthutst iedereen er dan bij staat. Eert het kleine, zodat je het grote waard bent. Plakband is zoiets kleins. Tot je het nodig hebt. Er is altijd haast bij. Ik draaf met gescheurd papier in de hand door mijn kleine bovenwoning, van de huiskamer naar de keuken, van de keuken naar de huiskamer, en nergens vind ik een rolletje bruikbaar plakband. Misschien in de ladenkast naast mijn werktafel? Daar ligt een vierde afgebroken rolletje. Wel bezit ik een brede rol pakplakband. Die scheurt altijd scheef af tussen mijn tanden. Noem het noodband. Lelijk en functioneel. En nu denkt u wat ik ook denk: dat het hoog tijd is voor een beetje organisatie in dit huishouden. Wat stuk is, weggooien. Wat heel is en belooft het gewoon te doen, in gebruik nemen. Gezond verstand toepassen, hoe moeilijk kan zoiets zijn? Ik ben optimist. Ondanks alles, voeg ik er droevig aan toe. Ooit zal ik van elk van die rolletjes plakband het beginnetje terugvinden, waardoor het weer bruikbaar is. Dat geloof ik, al zie ik dat stukje niet meer, ook al hou ik het rolletje tegen het keukenraam en draai het om en om in het daglicht. Ik lijk wel gek. Steeds doe ik hetzelfde en toch verwacht ik een ander resultaat. Nu komt de politiek. Daar voel ik hetzelfde over als over mijn rolletjes plakband zonder begin. Ik ga elke keer stemmen in de hoop dat het eens, op een dag, goed zal uitpakken. Dat is nog niet gebeurd. Maar wie weet breekt in de toekomst de dag aan, dat politici doen wat ze beloven en ik het beginstukje van een rolletje plakband vind. Dan hangt de zaak weer aan elkaar. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 20 maart 2015
Oud-zangeres Bojoura van Melzen
‘Een voorrecht om die hele muziekscene van binnenuit te hebben mogen meemaken’ Terwijl vanuit San Francisco de gedenkwaardige ‘Summer of Love’ over de wereld golfde, werd in ontluikende beatstad Den Haag in 1967 een mysterieus mooie popzangeres gelanceerd: Bojoura (Bulgaars voor pioenroos). Met haar eerste single ‘Everybody’s Day’, een compositie van Earring-‘broertjes’ George Kooymans en Rinus Gerritsen, gaf de frêle zangeres stem en vorm aan flower power op z’n Haags. De vaderlandse pers noemde haar de Nederlandse Marianne Faithfull, zij werd op handen gedragen. In haar huis nabij het Kurhaus haalt Bojoura van Melzen (67) met geamuseerde verbazing herinneringen op aan boeiende tijden.
R
Door Vera de Jonckheere aïna Gerardina Bojoura van Melzen is als enig kind geboren en getogen in Den Haag. Met haar belezen Nederlandse vader, haar Bulgaarse moeder, de vorig jaar op 94-jarige leeftijd overleden klassiek zangeres en zangpedagoge Dany Zonewa en haar wijd uitwaaierende interesses zou je haar multicultureel kunnen noemen. Zelf introduceert zij later in het gesprek het begrip ‘milieuloos’. “Ik kan met iedereen overweg, tenzij iemand zich anders voordoet dan hij is”. Haar wieg stond aan de Thomsonlaan op de bovenwoning met vier kamers die de moeder van haar vader door de Duitsers kreeg toegewezen nadat zij uit haar huis aan de Frankenstraat was gezet. Spergebied. “Na de oorlog woonden mijn ouders in bij mijn grootmoeder. De eerste zes jaar van mijn leven heb ik daar doorgebracht met de hele familie op een kluitje. Op de parterre beneden ons een zus van mijn vader, de andere zus twee straten verder”. Doordat haar ouders beiden lange dagen aan het werk waren, berustte de opvoeding in de dagelijkse praktijk bij haar oma. “Het Den Haag uit mijn jeugd was, mede door haar verhalen, uitgesproken naoorlogs; iedere dag droeg het stempel Tweede Wereldoorlog. Zozeer, dat ik opkeek tegen oudere kinderen die ‘Het’ hadden meegemaakt. Het woord Hongerwinter viel met regelmaat en oma droeg het fotootje van haar jongste zoon, Aadje, altijd bij zich”. Aad die niet terugkeerde uit Neuengamme: het
droevige verhaal van de oom die zij niet gekend heeft. Haar ouders leerden elkaar kennen in München, 1943. Moeder Zonewa werkte als cum laude afgestudeerd klassiek zangeres aan het Gärtnerplatz Theater, waar vader Van Melzen door de Duitsers te werk was gesteld. “Vanwege de talloze bombardementen was iedere dag die je doorkwam een soort wonder. Zelfs in schuilkelders vielen vele doden, ook mensen die ze goed kenden. Mijn moeder sprak tegen mij niet over de verschrikkingen, maar mijn vader heeft hun afschuwelijke ervaringen wel beschreven”. Te midden van alle ellende trouwde het jonge paar in november 1943. De jongste broer van haar vader zat wegens ‘Staatsunfreundliche Aktivitäten’ in concentratiekamp Neuengamme, maar kreeg toestemming om te getuigen op het huwelijk van zijn grote broer in München. “Het is bijna niet voor te stellen, maar na de huwelijksplechtigheid reisde hij terug naar het kamp. Vluchten was in het Duitsland van toen kennelijk niet aan de orde”. Aad van Melzen overleed eind januari 1945, 22 jaar jong, in Neuengamme aan de gevolgen van uitputting. Even zoekt ze naar woorden. “Van
‘Mijn moeder genoot de reputatie dat zij zelfs een paard kon leren zingen’
nature ben ik positief ingesteld, maar ik merk dat ik het verdriet van mijn grootmoeder bij me draag. De eerste zes jaar van mijn leven werd ik er dagelijks mee geconfronteerd. Juist in die periode neemt een kind veel in zich op”. Zo bleek bij toeval dat kleine Bojoura ook Duits sprak: de omgangstaal van haar ouders in de eerste jaren van hun huwelijk toen haar Bulgaarse moeder het Nederlands nog niet machtig was. Ze glimlacht bij de herinnering: “Zodra mijn vader dat merkte, zorgde hij voor een privéleraar Duits opdat ik geen fouten zou overnemen en me niet tot hun plafond zou beperken”. Op haar zesde konden haar ouders dankzij hun werk bij respectievelijk de Hofstad Operette, Stichting Het Schoolconcert en Slavenburgs Bank verhuizen naar een huis in het Bezuidenhout, waar zij de Nutsschool doorliep. Allochtoon “Mijn moeder was niet alleen een van de eerste allochtonen in Den Haag, maar ook een van de weinige werkende moeders. In mijn klas zat maar één ander meisje, Nathalie, met een werkende moeder. We raakten bevriend door die buskaart en sleutel aan een touwtje om onze nek”. De vertrouwdheid met en het talent voor vreemde talen dat hun enige dochter onmiskenbaar bezat, deed haar ouders de keuze maken voor een vervolgopleiding aan de Britse middelbare school die toen nog aan de Tapijtweg gehuisvest was. Het braaf lerende kind werd er een uitbundige hippie die de muziekwereld en de Bulgaarse identiteit van haar moeder veel interessanter vond dan het boven de studieboeken hangen. “Als enig kind moet je altijd scoren; soms
>Foto: Piet Gispen
bekroop mij een aangekledechimpanseegevoel. Mijn vader koesterde gemengde gevoelens over het feit dat zijn leergierige tienerdochter zich ontpopte als een vaak te laat thuiskomend uitgaanstype dat niet langer prioriteit gaf aan het gymnasiale dagprogramma”. Ze zou het later – tot haar spijt pas na zijn dood in 1991 – goedmaken door na haar vijftigste alsnog het staatsexamen gymnasium te halen en vervolgens in 2008 aan de Universiteit Leiden haar doctoraal Engelse taal en literatuur. Zo ver was zij echter midden jaren zestig nog niet; na de door haar als fantastisch ervaren middelbare schooltijd verkende zij het pad van de dramatische expressie op de Amsterdamse Kleinkunstacademie. “Mijn moeder was intussen zanglessen gaan geven, die haar inspireerden tot de start van een eigen academie. De Academie voor Podiumvorming. Renée Soutendijk en Monique van de Ven behoorden onder veel anderen tot haar pupillen”. Zonewa’s didactische vaardigheden bleken zeer doeltreffend. Trots: “Mijn moeder genoot de reputatie dat zij zelfs een paard kon leren zingen”. Het bracht beoefenaars van een totaal ander genre op het pad van de zangpedagoge. “George Kooymans en Frans Krassenburg van toen nog The Golden Earrings klopten bij haar aan voor advies over
11
interview<
Vrijdag 20 maart 2015 > Den Haag Centraal
‘Ik herken mezelf nauwelijks uit mijn zangerestijd, met die poses’
hun schor gezongen stemmen”. Tijdens een van de sessies viel Kooymans’ oog op de zojuist thuisgekomen, aantrekkelijke dochter van zijn stemadviseuse. Langs zijn neus weg vroeg hij Bojoura: ‘Kun je zingen?’ Ze herhaalt de vraag, een kleine vijftig jaar later, met een twinkeling in haar ogen: “Als type was ik wel bruikbaar met mijn lange, zwart geverfde haar”. Dankzij haar moeders lessen was, en is, zij als mezzosopraan vertrouwd met het klassieke liederenrepertoire van Haydn, Brahms, Schubert en Mozart, maar beslist niet met pop. Op de kleinkunstacademie was ze tot haar teleurstelling hele dagen bezig met klassiek ballet. Haar aarzelende ‘ja’ op de vraag van Kooymans opende ongekende wegen, met alle daarbij behorende geneugten en angsten. “Met ‘Everybody’s day’ werd ik van de ene op de andere dag als popzangeres gelanceerd. Vanuit het niets. Op een podium stelde ik ineens iets voor terwijl ik nog een hele weg te gaan had om iets te worden”. Ze vertelt op droogkomische wijze over twee bloedstollende ervaringen bij Willem Duys in zijn tvprogramma ‘Voor de vuist weg’. Ze was al de hele dag in studio ’t Spant in Bussum om te oefenen voor haar drie minuutjes live zingen. Een popcarrière bestaat volgens haar uit ‘veel wachten, je bent slechts een radertje in een grote machine’. “De eerste
keer bij Duys struikelde ik bij opkomst over een enorme kabel. Mijn familie in het publiek hoorde de knal: mijn vader wist direct dat het zíjn dochter was die daar onderuitging. Het live zingen met meedraaiende band ging mij daarna slecht af. (Lachend:) ‘Het klonk niet als op de pláát’, oordeelden de kritieken”. De tweede keer bij Duys vertikte ze het om nog eens live te zingen. Omdat Ravi Shankar, de andere livegast, niet kwam opdagen, mocht zij bij hoge uitzondering playbacken. “Desalniettemin beleefde ik ook toen momenten waarin ik duizend doden stierf. De floormanager kreeg het op zijn instructies klappende publiek niet op tijd stil, waardoor ik het subtiele gitaarintro van ‘Black sheep child’ niet hoorde”. De mensen thuis voor de buis hoorden de stem van de immens populaire zangeres Bojoura al geruime tijd opklinken, ‘terwijl ik in het spotlight, op mijn kruk naast Duys in mijn leuke jurkje nog lief zat te lachen’. “Microfoon losjes op mijn knie, geen idéé wat er uit de geluidswagen klonk”. Toen de omissie haar duidelijk werd, mimede ze snel mee, maar die avond heeft haar leven met zeker twee jaar bekort. Nachtmerrie Toch had Bojoura de periode voor geen goud willen missen. “Een voorrecht om die hele scene van binnen-
uit te hebben mogen meemaken. Plaatopnames bij CBS, Polydor, de Pye-studio’s in Londen, optredens door het hele land en op televisie. Bijzondere dingen en mensen meegemaakt: de jongens van de Earring, Ramses Shaffy, Louis van Dijk, vermaarde producenten als Freddy Haayen en Willem van Kooten, om maar enkelen te noemen”. Voor het AVRO-televisieprogramma ‘Vjoew’ interviewde zij uiteenlopende grootheden als Truman Capote, The Supremes, Julie Driscoll en Sandie Shaw. Laatstgenoemde, die net op haar blote voeten het Eurovisie Songfestival had gewonnen, bleek trouwens een onmogelijk wicht. Zoetjesaan werd duidelijk dat je voor een popcarrière toch uit ander hout gesneden moest zijn. Een eyeopener was Knokke waar zij de totaal andere werkwijze van Bonnie St. Claire meemaakte. “Wat voor mij een nachtmerrie was, doorstond zij met glans. Met het grootste gemak stortte Bonnie zich in een optreden zonder haar tekst uit het hoofd te kennen. Ze legde simpelweg overal papiertjes neer en op het moment dat ze werd aangekondigd, de camera’s op zich wist, greep zij haar moment met verve. En ik? Ik verstarde gedurende de minuten dat de camera op mij stond”. Het klinkt klassiek: zij trouwde met de drummer van de band. Hans
Cleuver, in Bojoura’s van Thijs van Leer afkomstige begeleidingsgroep Focus. Het paar vestigde zich aan de Kanaalweg waar Cleuver zijn muziekschool aan huis startte. Zijn werk werd overheersend en hoewel Bojoura nog meer singles en albums uitbracht, scoorde ze geen hits meer zoals ‘Frank Mills’ in 1969. “Het heilige vuur ontbrak, ik ben er een beetje nonchalant mee omgegaan. Jammer dat ik het tussen mijn vingers door heb laten glippen”. Tezelfdertijd realiseert ze zich dat de tijd ontbrak voor een serieuze muziekcarrière door de drukte van een zaak aan huis en haar drie kinderen. Twee dochters en een zoon, dertigers nu, en intussen is zij ook gezegend met vier kleinkinderen. De partner van haar jongste dochter leidt tegenwoordig Drumschool Cleuver. Ze heeft samen met de kinderen wel eens archiefbeelden en foto’s uit haar zangerestijd bekeken. “Ik herken mezelf nauwelijks. Dat intens zwarte haar, de lange gewaden, de poses die ik moest aannemen, die ingestudeerd mysterieuze blik. ‘Dat bén je helemaal niet, Bo’, zeggen de kinderen”. Kennis In de verdieping die ze voortdurend nastreeft en haar niet-aflatende honger naar kennis heeft ze zichzelf volledig gevonden. Haar moeder en haar
vader verenigen zich harmonieus in Van Melzen met muziek en literatuur als de pijlers van haar bestaan. In niet-commerciële zin: ‘’t gaat me om de kennis’. Haar afstuderen zeven jaar geleden aan de Universiteit Leiden ziet zij als een completering, het aan elkaar knopen van draadjes die ze had laten liggen. De scriptie ‘These Irish servant girls’ gaat over Ierse immigrantenliteratuur in de negentiende eeuw. “Zeer interessant, vergelijkbaar met de problematiek waar onze samenleving momenteel tegen aanloopt. Voor immigranten is religie hun identiteit: daar moet iedereen dus van afblijven”. De toekomst zal leren of de parallel verder valt door te trekken. “Het waren de Ierse vrouwen die in het nieuwe vaderland de Verenigde Staten door keihard te werken – in de praktijk kwam dat veelal neer op schoonmaken – een middenstand creëerden. De mannen brouwden er minder van”. Het kan bijna geen toeval zijn: de laatste single die in 1980 van haar werd uitgebracht, het folky ‘Hard times’, is haar favoriete product. “Bizar genoeg gaat dat lied over de Ieren”. Ze volgt muziekcolleges over grote componisten en legt zich na het Engels en het Duits nu toe op de Russische taal. Door de gelijkenis met de andere Slavische taal, het Bulgaars, voelt zij zich verbonden met haar moeder, die zij nog dagelijks mist. Nog veel langer zou ze kunnen doorvertellen dan de twee uur die ze nu tot eigen verrassing onafgebroken heeft gevuld. Niet voor niets kreeg zij van Bart Chabot het dringende advies om haar persoonlijke historie te boek te stellen. Ze is ‘hapsnap’ begonnen in een collegeblok. Al schrijvende voelt zij zich een vervuld mens. “Voor mij betekent geluk dat je niet hoeft te denken: had ik het maar anders gedaan. En dat denk ik niet”.
12>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 20 maart 2015
Cultuur voor iedereen en meer internationale producties Het Directieoverleg Podiumkunsten Den Haag (DP) is teleurgesteld over enkele uitspraken van wethouder Joris Wijsmuller (HSP, cultuur) in een interview in deze krant van vrijdag 6 maart. Hierdoor werd de indruk gewekt dat wij sterk van mening zouden verschillen met de wethouder over het toekomstige cultuurbeleid van de gemeente. In onze brief aan de wethouder van 3 maart hebben wij onze inbreng voor het komende beleidskader uitgebreid geformuleerd. Wij hebben daarmee en constructieve bijdrage willen leveren voor het cultuurbeleid in de periode 2017-2020.
rijk, zolang er ook voldoende ruimte blijft voor eigen initiatief en eigen (artistieke) invulling door de culturele instellingen. Makersklimaat en talentontwikkeling zijn zowel stedelijk als landelijk terechte kernthema’s van cultuurbeleid: kunstenaars en kunstinstellingen vormen de voedingsbodem van een levendige stad en een dito cultureel leven. Investeren in makers en talent vormt de garantie voor een blijvend en toekomstbestendig podiumaanbod van goede kwaliteit. Den Haag beschikt op het gebied van talentontwikkeling over voortreffelijke instellin-
Gezien de aard van het door de gemeente georganiseerde Stadsgesprek van 9 maart kwam onze brief, zoals Den Haag Centraal terecht stelt in een artikel van 13 maart, niet expliciet aan de orde. In onze brief aan de wethouder hebben wij vijf thema’s besproken, waarvan hier de samenvatting volgt. De huidige infrastructuur van podia en aanbod (de zogenaamde podiumkleuring) is toereikend om een artistiek hoogwaardig en breed toegankelijk programma te kunnen aanbieden aan een divers publiek. Daarbij komen de verschillende disciplines goed aan bod en beschikken de diverse podia in voldoende mate over een ‘eigen kleur’. Onderzoek moet nog worden verricht naar de wenselijkheid van een ‘grote middenzaal’ met 500+ stoelen voor toneel en dans. Ook zijn er onvoldoende middelen voor een aansprekende internationale programmering. Educatie verdient blijvend prioriteit. Educatie vormt de basis voor actieve en passieve beoefening van kunst en cultuur, nu en in de toekomst. Educatie moet zich naast het primair onderwijs richten op alle vormen van onderwijs. Coördinatie en begeleiding (CultuurSchakel) zijn belang-
Makersklimaat en talentontwikkeling zijn zowel stedelijk als landelijk terechte kernthema’s van cultuurbeleid gen, die ook in de toekomst steun verdienen, van de lokale overheid én van het Rijk. Kunst en cultuur is er voor iedereen. Die uitspraak schept verplichtingen, zeker in een stad als Den Haag met zo’n kleurrijke en divers samengestelde bevolking. De thema’s culturele diversiteit en cultuurparticipatie krijgen gelukkig steeds meer aandacht van de culturele instellingen, maar er valt op dit gebied nog veel te winnen. De culturele instellingen zien hiertoe genoeg kansen. Het stimule-
ren van samenwerking tussen ‘stedelijke podia’ en de ‘cultuurankers’ en extra budget voor een cultureel diverse programmering én voor marketing maken het mogelijk deze kansen te grijpen. In het evenementenbeleid komen kunst en cultuur, toerisme en economie samen. Het verdient aandacht Den Haag nog krachtiger te profileren als een aantrekkelijke, internationale stad met een sterk, eigen cultureel profiel. Evenementen lenen zich hier goed voor, mits efficiënt georganiseerd en innovatief en inspirerend opgezet. De culturele sector moet en wil eerder betrokken worden bij het evenementenbeleid in het algemeen en concrete evenementen in het bijzonder. Het spreekt voor zich dat de culturele sector daarin een centrale rol kan, wil en moet spelen. Een efficiënte organisatiestructuur voor evenementen en festivals is daarvoor noodzakelijk. En – opnieuw – meer mogelijkheden voor internationale programmering. Top 5 Wat gaan wij doen en wat vragen we van de gemeente? De podia nemen zich voor: Onze samenwerking verder te versterken en uit te breiden om de cultuursector krachtig te positioneren als onmisbare partner van overheid, toerisme, bedrijfsleven, onderwijs en maatschappelijke organisaties. Minimaal drie (bestaande en/of nieuwe) evenementen per jaar uit te bouwen tot (inter)nationaal toonaangevende gebeurtenissen. Het bezoek van allochtone Hagenaars aan onze podia in vier jaar tijd te verdubbelen. Den Haag nummer één te maken op het gebied van educatie en talentontwikkeling. Meer samen te werken in de backoffice om zelf extra geld vrij te maken voor de realisatie van bovenstaande ambities.
Wij vragen van de gemeente: Het belang van kunst en cultuur permanent, publiekelijk en positief uit te dragen als Haagse kracht, ook waar het gaat om verbindingen met andere (beleids)terreinen. Een stimulans om nog meer werk te maken van educatie en talentontwikkeling en ons daartoe de middelen beschikbaar te (blijven) stellen. De lancering van een meerjarig programma ‘versterking culturele diversiteit’. De vorming van een fonds voor internationale programmering. Kunst en cultuur tot speerpunten te maken van het evenementenbeleid. Het DP gaat ervan uit dat het besluit van het college om extra budget voor kunst en cultuur vrij te maken ook in absolute zin overeind blijft. Wij zijn best trots op wat de culturele sector in onze stad laat zien, maar hebben zeker ook ambities voor de periode tot en met 2020. Voor de lezers die zijn geïnteresseerd in onze volledige brief inclusief een bijlage met ‘best practices’ verwijzen wij naar de site www.dpdenhaag.nl. Directieoverleg Podiumkunsten, Jan Helderman (voorzitter) Aukje Bolle (zakelijk directeur Korzo) Walter Ligthart (zakelijk directeur Nationale Toneel) Henk Scholten (directeur Dr Anton Philipszaal/Lucent Danstheater) Hendrik Wassenaar (directeur Diligentia-Pepijn)
Binnenhof restaureren? Dan ook graag de slotgracht terug. In een voorgaand nummer van uw krant werden we geïnformeerd over de op handen zijnde verbouwing en restauratie van het Binnenhofcomplex. Een lastige en te bediscussiëren klus inderdaad. Hoe oud is oud. Het werk lijkt een aangelegenheid van het rijk te zijn, maar dat is het toch niet helemaal. Het Binnenhof staat in de stad en grenst aan de stad. Met aan één zijde de onvolprezen Hofvijver, maar aan de andere zijde ook de Hofweg. Ook daar is in de loop der jaren gewijzigd en ingegrepen. De Hofweg ontstond door een doorbraak van de heer Berlage, een nuttige nieuwe verbinding. Maar met het werk verdween ook de slotgracht rondom het Binnenhof. Daar kregen we een amorfe, stenige ruimte voor terug. Die is eigenlijk nooit deel geworden van de stad. Ten einde raad is
daar op woensdag de biologische markt maar neergestreken. Kunnen we als een mooie afronding van de restauratie die slotgracht niet terugkrijgen? Met een historische of juist moderne brug naar het binnenhof (daar gaan we dan lekker lang over discussiëren). De artikel 1 bank wordt een mooie zitrand langs het water. Dan zijn ook al die veiligheidspalen en randen niet meer nodig en krijgt de gracht zelfs zijn verdedigingsfunctie terug. De kastanjebomen, die nog steeds de gevreesde ziekte weerstaan, zullen blij zijn; zij zien zich weerspiegeld in het water. Er is voldoende tijd, vele jaren zelfs, om een mooi plan te maken en om geld bij elkaar te sprokkelen. Egbert Schuttert, landschapsarchitect.
Gravure van de situatie zoals die was in 1581. >Foto gravure: FREQUIN
advertentie
TOEGANG G R AT IS
Zondag | 10.30 uur
29 maart 2015 Kloosterkerk | Den Haag
johann seba s tian bach
Johannes- Passion
Residentie Kamerkoor Residentie Bachorkest Daniël van Kessel – Evangelist Jelle Draijer – Christus Titia van Heijst – sopraan
De complete Johannes-Passion zoals Bach hem bedoeld had: tijdens een kerkdienst op Palmzondag. In authentieke entourage, uitgevoerd door topsolisten en -musici. | Een vrijwillige bijdrage wordt op prijs gesteld!
Talitha van der Spek – alt Robert Buckland – tenor Marc Pantus – bas Jos Vermunt – dirigent ds. Rienk Lanooy – liturg
Vrijdag 20 maart 2015 Den Haag Centraal
13
Het andere nieuws over de stad
poËzie | tefaf | eten | en meer....
Onthulling muurgedicht Huygens
‘Een adempauze in de drukke stad’
‘De Nachtegalen’ van J.C. Bloem op een blinde muur in het Javahofje (2013). Foto: Herman Schartman
Door Jasper Gramsma
Haags OBJECT | Deze vaas
is onderdeel van het project ‘Within Boundaries’ van de Haagse designer Maarten Schenkeveld. Hij speelt in zijn maakproces met de combinatie van restricties en vrijheden in tijd, materiaal en techniek. De objecten zijn het resultaat van een driehoeksverhouding tussen de ontwerper, de grondstof en de sturing die hij daaraan geeft. Daardoor ontstaan steeds andere vormen die elk object hun eigen identiteit geven. Prijs: € 375,00 Voor meer informatie: www.maartenschenkeveld.nl
resultaat is heel divers: met en zonder schreef, modern en klassiek”.
Een beetje verwondering in het hectische leven van de grote stad. Dat is waar een groep bewoners van de Archi- Afwijking pelbuurt en het Willemspark naar op zoek was toen zij De buurt kent talloze blinde muren en door restauratie op één van de vele blinde muren in de buurt een gedicht komen er steeds meer geschikte bij. Het muurgedichaanbrachten. En met succes. Twee jaar later is alweer het tenproject is dan ook nog lang niet ten einde. Van Rosachtste muurgedicht in de maak. Op zaterdag 28 maart sum: “Als bestuur hebben we inmiddels een soort afwijwordt de nieuwe aanwinst – ‘Dromen’ van Constantijn king ontwikkeld door altijd op zoek te zijn naar een goeie muur. In principe richten wij ons op de ArchipelHuygens – onthuld. Het idee voor de muurgedichten is niet nieuw. In Lei- buurt en het Willemspark, maar in de cirkel daaromden trekt dit fenomeen al jaren wereldwijde aandacht. heen zou het project wat ons betreft ook passen. Ons Dus togen de bewoners, verenigd in de Stichting Archi- streven is ongeveer vier muurgedichten per jaar te mapelpoëZie, naar de sleutelstad om de kunst af te kijken. ken en dat lukt tot nu toe aardig”. Zodra er een mooie Voorzitter Ruth van Rossum: “We hebben eerst een muur gevonden is, neemt de stichting contact op met verkenning gedaan en gesproken over de ervaringen de eigenaar, die meestal positief reageert. Soms melden met het opzetten van een dergelijk project. Zo wilden mensen zich zelfs spontaan. Over de te onthullen muur we duidelijk krijgen wat het doel moest zijn en hoe we op de hoek van de Atjehstraat en de Bankastraat zegt de gedichten het beste konden vormgeven”. De keuze Van Rossum: “We hebben een longlist met gedichten, maar de bewoonster voor het thema van de Dromen van dit huis suggereergedichten valt op ‘de de zelf het gedicht verwondering’. “Dat is een luchtige rode draad Ik denk overdag alsof ik droomde, ik droom ’s nachts alsof ik zag. ‘Dromen’ van ConstanWas het ‘s nachts zo donker niet, en niet zo licht bij dag, tijn Huygens. Dat past die verstilling, rust en ik zag moeilijk uit de droom van deze droom te komen: heel goed, want hij is ruimte geeft. Een of mijn droom denken is, of mijn gedachten dromen. een iconische figuur adempauze in de drukvoor de stad”. ke stad”, licht Van RosConstantijn Huygens Van de onthullingen sum toe. “Daarom zijn maakt de stichting het geen enorme lappen tekst en tegelijk geen gemakkelijke rijmpjes. Het is naar eigen zeggen altijd ‘een happening’. Bij de inwijpoëzie, maar niet ondoorgrondelijk en deprimerend. ding van de achtste muur, volgend weekend, geeft Huygenskenner Frans Blom een lezing en komt typograaf Mensen moeten er verblijd of verrast door raken”. Op een muur van het Hofje van Schuddegeest wordt in Peter Verheul vertellen over zijn letter ‘Versa’, waarin 2012 het eerste korte gedicht aangebracht, ‘Ga nu maar het gedicht is uitgevoerd. “Het leuke is dat de gedichten liggen liefste’ van Rutger Kopland. “Prachtig om te zien het gesprek op gang brengen. Ze zorgen voor een gehoe het licht en de schaduw op die muur elkaar steeds meenschapsgevoel in de straat. Mensen zijn er trots op”. afwisselen”, aldus de voorzitter. Ze legt uit dat naast de De overzichtskaart met alle muurgedichten op de webselectie van poëzie achter de vormgeving eveneens een site groeit intussen en resulteert langzamerhand in een gedachte zit: “We kijken naar de vorm van de muur wandelroute door de buurt. “We zijn bezig er een boekvoordat we een gedicht kiezen. Het moet natuurlijk wel je van te maken”, verklapt Van Rossum. “En in samenpassen. Een gedicht voor een hoge, smalle muur kan bij- werking met het Haags Dichtersgilde gaan we de route voorbeeld geen al te lange regels bevatten. Daarnaast als lespakket aanbieden aan het onderwijs”. kiezen we voor elk muurgedicht een andere letter, waardoor ook een bloemlezing ontstaat van goed Ne- De onthulling van het muurgedicht ‘Dromen’ is openbaar en derlands letterontwerp. De Academie in Den Haag is be- vindt plaats op zaterdag 28 maart van 16.00 tot 18.30 uur op de roemd om de typografie, dus gebruiken we elke keer hoek van de Atjehstraat en de Bankastraat. Voor meer informaeen ontwerp van een afgestudeerde van de KABK. Het tie: www.archipelpoezie.nl.
14
Den Haag Centraal Vrijdag 20 maart 2015
Column: onderwijs
Kunstbeur
Benno Tempel vindt in Maastricht de ontbrekende schakel
Hoogtevrees
Woensdag naar de stembus. U weet de uitslag al, ik nog niet. U weet wat u gestemd heeft, ik nog niet. Ik ben de zwevende kiezer. Ik voel de knellende band van het tuigje dat ik zag in ‘De Kwis’ anderhalve week geleden. ‘De Kwis’ is licht-satirisch en licht-actueel, en dus was Diederik Samsom uitgenodigd en werd een argeloze kiezer uit het publiek ‘zwevend’ opgehangen aan een oncomfortabel ogende, safetybelt-achtige tuigconstructie. En maar lachen. Ik heb het de hele uitzending plaatsvervangend benauwd gehad. Je zult maar hoogtevrees hebben… Ik zou willen kiezen voor beter onderwijs, maar daar gaan provinciale verkiezingen niet over. Niet echt, ook al doen Rutte en Samsom en Pechtolt en al die anderen erg hun best om er toch een landelijke verkiezing van te maken. Ik heb er een enkel verkiezingsprogramma op nagekeken, maar nee, onderwijs is geen item voor een provincie. Jammer. Het is zo nodig, dat er blijvend en urgent aandacht is voor onderwijs. Want er is al zo lang zo heel veel mis. Hoe hartgrondig ben ik het eens met Vincent Icke in de NRC van afgelopen zaterdag. Studenten bezetten het Maagdenhuis omdat ze het anders willen op de universiteit, maar Icke betoogt dat de kritiek niet gericht moet zijn op het College van Bestuur, maar op de minister, de staatssecretaris, de ambtenaren en hun adviseurs. Ik kijk graag naar Vincent Icke als hij te gast is bij ‘DWDD’ om een wonderbaarlijk natuurkundig verschijnsel uit te leggen, bevlogen, enthousiast, misschien niet altijd helemaal te volgen, maar inspirerend, en vriendelijk. In zijn column kom ik een andere Icke tegen. Bevlogen, dat wel, maar fel en kritisch op het verknoeide en verschraalde onderwijs. Hij zag het rekenen op de basisschool vervagen in slecht geformuleerde raadseltjes, hij zag natuurkunde verdwijnen in een wolk van weetjes en invulvakjes. En nu, ten slotte, is de universiteit aan de beurt. Kaalslag bij de kleine talen, maar evenzeer bij de bètastudies. De illusie en het opportunisme van politici dat wetenschap pas bestaansrecht heeft als het nut bij voorbaat vaststaat, zijn een ontkenning van de nieuwsgierige, onvoorspelbare en vrije geest. Hoogvliegers beknot. Politiek met hoogtevrees. Dat is gevaarlijk. Ik heb een leerling in de tweede. Hij heet Luca. Luca haalt geen tienen, maar toch blinkt hij uit in wiskunde. Hij haalt geen tienen want hij houdt niet van regeltjes. Hij wil niet steeds hetzelfde. Wiskunde gaat hem pas boeien als hij na moet denken. Hij is door naar de tweede ronde van de Wiskunde-Olympiade en dat is bijzonder. Van jongens als Luca moeten wij het straks hebben. Zij mogen niet worden ontmoedigd door in rendement denkende bestuurders die een rem zetten op creativiteit, op originaliteit, en op denken…. Aandacht voor onderwijs. Ik verwacht het niet van de provincies, maar wel van Rutte en Samsom. De situatie is urgent. Welke partij ziet dat? Welke politicus leest de columns in de krant (en dan bedoel ik niet de mijne…) en neemt de hartenkreten serieus? Ik voel een zwevendekiezersbenauwdheid, knellender nog dan het tuigje van ‘De Kwis’, en moeilijker te ontgrendelen…. Emmy van der Woude Docente wiskunde Maerlant Lyceum
Drinken en kopen gaan op de TEFAF even hard Kunst op het hoogste niveau. Wie nog op zoek is naar een schilderij van Israëls of een ketting van Van Cleef & Arpels reist snel af naar de TEFAF in Maastricht. Benno Tempel, Gemeentemuseum, ging u al voor: hij kocht een Corot. Door Annerieke Simeone
D
onderdag 12 maart, 11.00 uur. De TEFAF, één van ’s werelds belangrijkste kunstbeurzen, is nog even het terrein van journalisten en deelnemende galeriehouders. De Haagse handelaar Ivo Bouwman staat ontspannen klaar in zijn stand als een kennis hem tegemoet loopt .“Hé meid, wat zie ik nou, ben je nu al aan de wijn? Oh, is het water. Ze schenken tegenwoordig alles in een wijnglas, hè”. Op dit nog alcoholluwe tijdstip is het mogelijk om je ongestoord te vergapen aan de duizelingwekkende diamanten collier van Graff of om eindeloos te verzinken in de tekenstudie van Gustav Klimt, ‘Young woman in a fur coat’. Hoe toepasselijk dit werk is van de Weense kunstenaar voor deze beurs, blijkt zo dadelijk, als de klok twaalf uur heeft geslagen. Dan is het gedaan met de rust in het Maastrichtse MECC-gebouw. Dan stroomt deze openingsdag vol met mensen. Wie geluk heeft, is uitgenodigd, wie er anderszins in wil, kan op Marktplaats tickets kopen voor honderdvijftig euro. En begeeft zich daarna onder de internationale happy few. Vrouwen op hoge hakken met bontjes om hun schouder lopen uren achtereen langs honderden doeken, om uiteindelijk in één van de juweliersstands te belanden. Een dame met een grote, zwarte hoed bekijkt een René Lalique armband uit 1900. Prijs onbekend. Verliefd werpt ze een blik op haar eega die zijn ogen demonstratief gericht houdt op het naderende dienblad. Na twaalf uur ’s middags zijn de wijnglazen namelijk wel voorzien van de juiste vloeistof. De rode en witte wijnen zijn niet aan te slepen. Tegen vieren poppen de champagne-
flessen open. Dan verschijnen ook de BN’ers: Dirk Scheringa, Rijkman Groenink, Neelie Kroes en Ans Markus. Een grijze man met dito stropdas fluistert in de oesterbar tegen een bekende: “Tijdens de openingsdag zie ik eigenlijk helemaal niks, dan ben ik aan het socializen, kunst kijken dat doe ik vanaf morgen pas”. Incognito Dat merkt ook Bouwman, die de komende dagen in stand 333 staat. Zijn belangrijkste kunstwerk ‘Femme rose sur fond rouge’ van schilder Kees van Dongen is na veertig jaar weer op de markt verschenen. Hij hoopt het voor een paar miljoen te kunnen verkopen. Maar niet vandaag. “Mijn belangrijkste klanten vinden dit te druk. Dat zijn mensen die grote bedrijven runnen en hier lekker incognito willen rondlopen. Ik verkoop meestal pas de dagen erna”. Bouwman weet hoe het werkt, hij doet al vanaf het eerste begin mee. “Sterker nog, ik was er al bij toen de TEFAF nog niet eens bestond. Pictura Fine Art Fair heette het toen, maar dan heb je het wel over de jaren zeventig. Ik heb hier heel wat voetstapjes liggen”. Grinnikend: “Ik krijg er wel grijze haren van”. Toch is de TEFAF voor deze gesoigneerde Hagenaar die aan de Jan van Nassaustraat 80 een kunstgalerij bestiert, uiterst belangrijk. “Er zijn hier zoveel mensen uit het buitenland, die komen never nooit niet naar mijn zaak in Den Haag. Het grote voordeel is dat de TEFAF een overzicht geeft van wat de hele kunstmarkt te bieden heeft. Daardoor is het beredruk. Er komen toch zo’n zeventigduizend mensen naar toe. Als ik tweeënhalfduizend uitnodigingen stuur voor een presentatie, mag ik blij zijn als er tien procent komt”. Van de 275 deelnemende internatio-
Tijdens de openingsdag van de Tefaf ziet ied
‘View of the Amsterdam skyline, from the Zuiderkerk in the distance, painted on a Se 1796 - 1875 Ville d’Avray). Courtesy: Douwes
nale dealers, komen er 35 uit Nederland. Den Haag wordt vertegenwoordigd door twee galeriehouders: Bouwman en antiquair en juwelier A. Aardewerk. Geen slechte score vindt Emiel Aardewerk. “Je moet van hele goede huize komen om hier te mogen staan. En zelfs al ben je goed, dan kom je tegenwoordig eerst op een wachtlijst”. In zijn stand, nummer 240, staat onder meer een rond 1760
Vrijdag 20 maart 2015 Den Haag Centraal
rs.
15
Stadsgroen.
Vrouwen op hoge hakken met bontjes om hun schouder lopen uren achtereen langs honderden doeken, om uiteindelijk in één van de juweliersstands te belanden vervaardigd en nagemaakt naar een pand aan de Lange Vijverberg. Vooral de bestekken waren moeilijk te vinden, laat hij weten. In dit kabinet ligt een complete serie van zes couverts en ook interessant: aan de wand hangt een zilver wijnfonteintje. Aardewerk: “Mensen die aan tafel zaten, stonden op om daar hun glas te vullen”. De Hagenaar heeft dit bijzondere kamertje de laatste tien jaar bij elkaar verzameld. Wie geïnteresseerd is, kan het meenemen voor € 150.000.
dereen er piccobello uit. > Foto: Loraine Bodewes
IJ-harbour towards the West with the tower of the eptember afternoon in 1854’ door Camille Corot (Paris s Fine Art
vervaardigde driekranenkan. Aardewerk: “Deze werd in de achttiende eeuw midden op tafel neergezet. In de kan werd over de gemalen koffie heet water geschonken, daarna roerde en wachtte men totdat de koffie was bezonken. Je ziet dat de kranen net iets boven de bodem zitten, zodat het drab van de koffie niet uit het kraantje komt”. Het is volgens Aardewerk een uniek exemplaar. “Het enige exemplaar uit de stad Maastricht”. Kosten: € 195.000. Leuk voor zijn Haagse klandizie is de miniatuur eetkamer, eveneens in de 18de eeuw
Wall power Benno Tempel, directeur van het Gemeentemuseum, loopt al een paar dagen rond op de TEFAF. Samen met andere adviseurs heeft hij kunstwerken uit de 19de eeuw beoordeeld. Wat niet goed genoeg is, mag niet de beurs op. Voordeel voor Tempel is dat hij vroeg in het vizier krijgt wat voor moois er dan wel hangt. Zo stuitte hij dit jaar op een schilderij van Jean-Baptiste Camille Corot, een bekende 19de-eeuwse kunstenaar, behorend tot de School van Barbizon. Tempel: “Deze kunstenaars waren wegbereiders voor het impressionisme in Frankrijk”. Corot maakte tijdens een kort bezoek aan Amsterdam buiten olieverfschilderijtjes. Volgens Tempel is daarvan niks terug te vinden in Nederland. “Dus als je dan zo’n werk tegenkomt, dan denk ik meteen: Dat mag niet naar het buitenland”. Het nieuws dat Tempel een aankoop heeft gedaan, verspreidt zich snel. Zowel het NOS Journaal als Nieuwsuur willen diezelfde dag het item uitzenden. Voor de camera vat de museumdirecteur samen waarom dit schilderij zo goed is. “Corot heeft de voorgrond heel donker gemaakt, waardoor die achtergrond veel meer het licht vangt. Achter de stad komt de roze-paarse lucht op. Het spat van de muur af, echte wall power”. Als de televisieploeg weg is, vertelt Tempel waarom dit werk van Corot zo perfect in zijn museum past: “We hebben de Haagse School, we hebben het impressionisme, maar de tussenstap die hadden we nog niet. Dit is de verbindende schakel tussen de Romantiek en het impressionisme”. Tempel kan de TEFAF tevreden verlaten, hij heeft alles gezien en het beste eruit gepikt. Na vandaag, mag iedereen de beurs op. Voor de champagne moet je weer gewoon betalen. TEFAF, tot en met 22 maart, MECC, Forum 100, Maastricht, www.TEFAF.com
Natuurbeleid
Ik trek de conclusie dat we geen flauw idee hebben waar we mee bezig zijn. De afgelopen week waren er een oehoe, een steenarend en een levende wolf in Nederland. En we zeiden tot elkaar: wat gaat het goed, hè, met ons natuurbeleid! Lekker bezig! Sterker nog: dankzij de aanwezigheid van die wolf kunnen we van een eclatant succes spreken! Al na een dag sloeg de twijfel toe. De oehoe bleek agressief, de steenarend was gevlogen en de respectabele woeste wolf waar we zo lang naar uit hadden gekeken, bleek een watje. Zo een die keurig op het trottoir liep en netjes wachtte met oversteken. Ik hoorde zelfs dat ze was wezen winkelen in Hoogeveen. Toen ze honger kreeg, probeerde ze een schaap te verorberen, maar dat deed ze zo amateuristisch dat haar honger niet werd gestild. Ontzag maakte plaats voor meelij. Het wolvenplan dat sinds 2014 gereed ligt, gebood: ‘Gij zult de enge, gevaarlijke wolf niet voeren’. Maar ik weet zeker dat er bij heel wat achterdeuren gehaktballen zijn neergelegd, daar in het noorden. Toen de wolf de grens met Duitsland weer terug overstak, vernamen we niets meer van het beest. We zijn één Europa, maar hé, ze moest zo nodig het land uit, dus nu zoekt ze het maar uit ook. Pfff.... natuurbeleid. Dan was er het bericht dat de Hoge Veluwe volledig op de schop moet. Om de status van Werelderfgoed te verkrijgen, moet de zaak grootscheeps worden verbouwd. Dat
een verbouwing haaks staat op het beginsel van het woord ‘erfgoed’ – een gebied van unieke en universele waarde met beschermde biologische en ecologische processen – moet iemand de initiatiefnemers nog gaan uitleggen, maar de eerste Europese bizons worden volgende week al losgelaten. Er moeten namelijk ook toeristen worden getrokken, want toeristen zijn je van het. Je moet eens meemaken hoe spannend het in de natuur wordt, als die motorzagen, bulldozers en houtversnipperaars de klus geklaard hebben. Natuurbeleid: het stuwwalgebied met talloze sporen van prehistorische bewoning wordt straks echt hartstikke gaaf en megatof. Net zo tof als het in Den Haag wordt. Maar dan anders. Want ondanks de talloze bezwaren en acties tegen de kap van vijf waardevolle kastanjebomen en drie prachtige lindes op het Tournooiveld, werden deze vorige week omgezaagd. We zijn dol op de natuur, op oehoe’s, steenarenden, wolven, bizons, de Hoge Veluwe en wat al niet meer, en trots op ons patriottische natuurbeleid... maar we zijn nog veel doller op onze auto. Die moet Den Haag goed kunnen bereiken. Het liefst tot diep, heel diep, in het historische, monumentale hart van onze stad. Dat doen we om toeristen te trekken. Anders raken we ze kwijt. Gaan ze allemaal naar de Veluwe! En dat moeten we voorkomen! Snapt u het nog? Welnu. Er waren heus bomenliefhebbers aanwezig bij de kap van de bomen, in die koude nacht van donderdag op vrijdag. Zij zorgden er eigenhandig voor dat het werk heel even moest worden stilgelegd. De politie was ‘not amused’ en belde subiet de slapende wethouder Revis. ‘Kappen nou, jongens’, zei hij met een brak stemmetje. En zo kregen wij er alweer een garage bij. Naast de ingang komen een paar nieuwe boompjes, beloofde de wethouder de volgende morgen. Natuurbeleid... Wendy Hendriksen
}<(l(tp$=adbcb <
Combineer nu de papieren en de digitale krant Een échte Haagse krant
5
Vrijdag 13 maart 2015
jaargang 9 nummer 409
€ 2,50
20 miljoen voor Scheveningen
Eten of gegeten worden?
}<(l(tp$=adbcb <
iPad
vrijdag 13 maart 2015 Week 11 Een échte Haagse krant
5
150 jaar Bronovo Ziek zijn op stand
Vrijdag 13 maart 2015
jaargang 9 nummer 409
€ 2,50
20 miljoen voor Scheveningen
150 jaar Bronovo Ziek zijn op stand
vrijdag 13 maart 2015 Week 11
8/9
Maasbach wil naar Julianakazerne 3
8/9
7
Maasbach wil naar Julianakazerne 3
Eerst was er Thomas Piketty, toen was er Roel Visser. Piketty kreeg wereldwijd aandacht met zijn constatering dat er een groeiende kloof ontstaat tussen rijk en arm. Persfotograaf Roel Visser uit Delft zag er direct een onderwerp in. Van beide categorieën wist hij treffende foto’s te maken, nu verzameld in het boek ‘Armer en rijker’. Boven Kasteel Wittenburg in Wassenaar, onder een café in de Schilderswijk.>Foto's: Roel Visser / zie pagina 3
Macbook Air
7
Dit is een uitgave van
ADO glijdt af
Een dolle avond in de Westwood
ADO glijdt
af
Een dolle avond in de Westwood 13 ADVERTENTIE
Dag in de Branding
Festival voor Nieuwe Muziek
za 28 maart
www.dagindebranding.nl
Werk van Boulez, Andriessen, Reich, Ligeti, Raaijmakers, Stockhausen, Crumb e.a. in Zuiderstrandtheater, Korzo, Grote Kerk, Dr Anton Philipszaal
illustration by kristen n. brown 2011
tm 6 sep 2015
13 ADVERTENTIE
Dag in de Branding
Festival voor Nieuwe Muziek
za 28 maart
www.dagindebranding.nl
Werk van Boulez, Andriessen, Reich, Ligeti, Raaijmakers, Stockhausen, Crumb e.a. in Zuiderstrandtheater, Korzo, Grote Kerk, Dr Anton Philipszaal
Bent u nog geen abonnee? Bent u abonnee?
Eerst was er Thomas Piketty, toen was er Roel Visser. Piketty kreeg wereldwijd aandacht met zijn constatering dat er een groeiende kloof ontstaat tussen rijk en arm. Persfotograaf Roel Visser uit Delft zag er direct een onderwerp in. Van beide categorieën wist hij treffende foto’s te maken, nu verzameld in het boek ‘Armer en rijker’. Boven Kasteel Wittenburg in Wassenaar, onder een café in de Schilderswijk.>Foto's: Roel Visser / zie pagina 3
Dit is een uitgave van
Neem dan een abonnement voor slechts € 89,- per jaar Ontvang dan Den Haag Centraal gratis op uw smartphone, (52 nummers), een halfjaarabonnement € 52,tablet of pc in combinatie met de (26 nummers) en een kwartaalabonnement € 28,75 papieren krant. (13 nummers). Dit abonnement is inclusief gratis toegang tot de digitale versie van de krant. Ook alleen een digitaal abonnement is mogelijk voor € 68 per jaar (52 nummers). Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode. Ga naar www.denhaagcentraal.net voor uw abonnement.
SPEELT:
#projectbacchus 13 tm 22 MRT
Theater Merlijn 070 345 09 96 WWW.RABARBER.NET
ZOVEEL BEGINT BIJ EEN KIND ALS WIJ HET KANSEN GEVEN
Welke kansen heb jij gekregen waardoor je verder bent gekomen in het leven? Waar heb jij je talenten ontdekt? UNICEF vindt dat elk kind, kind moet kunnen zijn, want dan kan het later bergen verzetten. En daarom steunt Den Haag -de stad van vrede en recht- in 2015 UNICEF.
HOEVEEL BEGINT BIJ JOU? DEN HAAGVOORUNICEF.NL
Vrijdag 20 maart 2015 Den Haag Centraal
17
Koken met ...
Paul van Waarden
Adres Sluisplein 9, Leidschendam Telefoon 070-3010451 Info www.bijerik.nl Geopend lunch dinsdag tot en met vrijdag van 12.00 tot 15.00 uur, diner van dinsdag tot en met zondag van 18.00 tot 22.00 uur Drie gangen vanaf € 35,‒ Vier gangen vanaf € 42,50 Vijf gangen vanaf € 50,‒
Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Bloemkoolsalade uit Sicilië Nodig voor 4 personen:
+ service en bediening + mooie gerechten en smaken + wijnaanbod
Contant, pin & creditcards
Bij Erik
Eetrubriek
◯ bloemkool ◯ zwarte olijven ◯ olijfolie ◯ ansjovisfilets ◯ eieren ◯ bladpeterselie ◯ kappertjes ◯ pijnboompitten ◯ mosterd ◯ witte aceto balsamico
Er zou een crisis aankomen. Er zouden bijna geen olijven aan de bomen groeien, hoorde ik deze week iemand roepen. Dus sla nu alvast zo veel mogelijk olie in. Ik heb er nog niets over kunnen vinden op internet. Maar heb gelijk wel weer een leuk onderwerp voor deze rubriek. Olijfolie is zo’n mooi product. En gelukkig zijn er steeds meer betere soorten te koop. Ik kan urenlang vertellen over olijfolie, al was het maar over een zoektocht door Toscane naar de hemelse olie. Koud gebruikt is hij een goede bron van onverzadigde vetten. Maar pas op: als je deze olie verwarmt, verandert hij in een verzadigde versie. Daar komt nog bij dat als je een extra vergine olie gebruikt om te bakken, je de producent geen plezier doet (zijn mooie, met bloed, zweet en tranen koud geperste olie wordt om zeep geholpen). Deze verbrandt sneller door de vaste stoffen in de olie, en dat is ongezond. Olijfolie is ingewikkeld als u het goed wilt doen. Hanteer daarom één criterium: proef en ruik goed. Smaakt het lekker en is het niet bitter en/of erg zuur, dan is het goed. En laten we hopen dat er geen olijfoliecrisis komt. Hier alvast een recept van een (Italiaans) eiland met de heerlijkste olijfolie: Sicilië!
Internationaal
A
Prijs: € 8,95 per liter.
ls je ruim acht jaar ervaring hebt als souschef in sterrenrestaurants als de Zwethheul en Parkheuvel, dan weet je wel wat koken is. Je vindt perfecte combinaties, werkt graag met spannende ingrediënten en speelt met structuren en bereidingen zodat je de gasten een perfecte avond bezorgt waarbij het hun aan niets ontbreekt. Voormalig souschef van bovengenoemde restaurants Erik Tas kent het klappen van de zweep. In november opende hij in Leidschendam, zijn thuishaven, een nieuwe zaak waar hij het helemaal zelf voor het zeggen heeft met de toepasselijke naam ‘Bij Erik’. Een klein restaurant met een naar mijn idee vrij ‘cleane’ inrichting, iets te felle verlichting, moderne stoelen met een hoge rugleuning, dat werk. We krijgen gelukkig een mooie plaats direct naast de open keuken toegewezen. Eersteklas plaatsen voor mij en mijn tafelgenoot, een kookgek en eigenaresse van de online foodblog Grape ’n Cheese. Erik werkt met een maandelijks wisselend menu bestaande uit drie, vier of vijf gangen waaraan ook nog een ronde kaas kan worden toegevoegd. We beginnen met een aangenaam glas Viognier (€ 4,75) bij de amuses: gerookte amandelen, olijven, huisgemaakte kaasstengels met een kerriemayonaise en een subtiel hapje bestaande uit een opgerold krokantje gevuld met een mousse van piccalilly. We besluiten drie gangen te bestellen, wat er met deze kleine kaart op neerkomt dat we hetzelfde hoofdgerecht en dessert gaan eten, iets wat proeftechnisch wel jammer is. Maar we hoeven ons geen zorgen te maken, er valt bij Erik in ieder gerecht genoeg te beleven. Een boterzachte tartaar van gamba met zwemen van limoen, krokant filodeeg voorzien van een dikke plak tonijnsashimi omgeven door een heerlijk zoute sojasaus als entree bijvoorbeeld. Of gebakken heilbot vergezeld van knoopchampignons, een schuimige beurre blanc-saus en krokante parmezaan met zwarte sesam als warm voorgerecht. Chef Erik weet wat hij doet. Ook de wijnen – de wijnkaart is mede samengesteld door vinoloog Robert Pham – zijn interessant en variëren van een kostbare bourgogne, een Puligny Montrachet van Jean-Louis Chavy, tot een biodynamische Matsu El Picaro uit Toro, Spanje (€ 4,75). Zo genieten we bij onze voorgerechten van een mooi glas Spaanse Alma de Blanco Godello (€ 4,75), een opwekkende wijn vol bloemen. Bij ons hoofdgerecht, prachtig zachtgegaarde kalfswang rustend op een bedje van preiharten, bleekselderij en knolselderijpuree en voorzien van een verrukkelijke, kleverige jus van groene peper, drinken we een soepele rode wijn van Domaine de Cassan, de kruidige Ventoux (€ 5,50). Al de hele avond kijken we verlangend naar de kaastrolley die naast ons staat. Op aanraden van de gastvrouw delen we een portie kaas (€ 10,‒). “Dat moet genoeg zijn”, geeft ze eerlijk aan. En gelijk heeft ze. Erik snijdt liefkozend een vijftal kazen voor ons aan afkomstig uit zo’n beetje heel Europa. We proeven onder meer een stukje Engelse Shropshire Blue, een Stiltonachtige blauwschimmelkaas, een Belgische zachte stinkkaas, een Oud Nederlandse boerenkaas en een lepeltje zachte Franse Vacherin Mont d’Or. Huisgemaakte crackers met honing en rozemarijn en diverse chutneys vergezellen dit kaasfeest. We eindigen de avond met twee stukjes ietwat droge brownie met chocoladeschaafijs, melkchocolademousse en gekarameliseerde banaan. De robijnrode dessertwijn (€ 5,‒), 100% Grenache, doet het er in ieder geval goed bij. Erik heeft het goed voor elkaar, een mooie zaak waarbij perfectie hoog in het vaandel staat. Na een fijne avond dineren rekenen we € 118,25 af inclusief een fles water en twee espresso’s.
Bestellen via
[email protected] of 070 3584336 Zaterdag 21 en zaterdag 28 maart kunt u deze wijn gratis gaan proeven bij Bosman Wijnkopers, Frederik Hendriklaan 251 in Den Haag
Daphne Browne
Bereidingswijze: Kook 4 eieren zachtjes gaar en pel ze als ze afgekoeld zijn en druk ze door een zeef in een grote kom. Maak de bloemkool schoon en snij er hele kleine roosjes van. Doe ze in de schaal met de eieren. Snij de zwarte olijven in kleine stukjes en meng ze in de kom met de rest. Snij wat ansjovisfiletjes in kleine stukjes en roer deze door de bloemkoolroosjes. Hou 4 gesneden filets apart voor de dressing. Rooster de pijnboompitten kort in een bakpan tot ze mooi bruin zijn en voeg ze aan de bloemkool toe. Doe twee eierdooiers in een kom en voeg er wat witte aceto balsamico bij. Doe er de gesneden ansjovisfilets bij. Roer nu met een garde langzaam wat olijfolie erdoor tot je een lekkere saus of dressing hebt. Roer dit weer door de salade heen tot deze mooi bedekt is. Hak de bladpeterselie en meng die er doorheen. Deze salade moet je minimaal een dag van tevoren maken. Alle smaken moeten één worden en het duurt een dag voordat alle smaken ingetrokken zijn. Even geduld, maar dan kunt u ook genieten van een authentieke salade uit het zuiden van Italië.
Een kwestie van smaak met ...
NicoMcGough
Bosman Wijnkopers, finalist in de verkiezing ‘beste wijnwinkel van Nederland’, is gespecialiseerd in biologisch geproduceerde wijnen. Nico McGough is een van Neerlands bekendste wijnkopers, van zijn wijnen zijn er 81 opgenomen in De Grote Hamersma-gids, en 10 in de top 100.
Lelijke liter
N
eerlands meest gelezen wijnschrijver, Harold Hamersma, is de grote man achter dé koopgids van wijndrinkend Nederland, ‘De Grote Hamersma’. Daarnaast schrijft hij voor Het Parool, Lekker en NRC. In laatstgenoemde krant behandelde hij onder de kop ‘Lelijke liter’ over een rode Oostenrijkse wijn van biologische teelt: Zweigelt, door professor Fritz Zweigelt ontwikkeld in 1922. Het is een kruising van twee druivenrassen, St-Laurent en Blaufränkisch. Het is momenteel de meest aangeplante druif in Oostenrijk, maar Zweigelt komt ook voor in Duitsland en zelfs Canada. Een Zweigelt, gebotteld op literfles met een schroefdopje waarvan de tranen je in de ogen springen zo lelijk. Maar de biologische rode wijn van het familiebedrijf Mehofer onder dat dopje is het tegenovergestelde. Ik geloof zelfs dat deze Zweigelt één van de allerbeste rode huiswijnen is uit mijn gehele carrière. Veel wijnkenners schrijven deze wijn de hemel in. Heerlijk bij: Het is een fantastische wijn voor alledag, fris geurend met tonen van rijp, rood fruit, een enkel besje en fijne diepte met een knipoog naar rode bourgogne. Dit is de ideale tafelgenoot, want Zweigelt past bij nagenoeg elk type eten: rood vlees, wit vlees, kip, wild, vegetarisch, zelfs spicy Aziatisch eten en romige kazen.
18>SPORT André
Nordin Amrabat is rechtsaf gegaan Als we zeggen, die jongens zijn van de straat, bedoelen we negen van de tien keer allochtone jongeren die te weinig sturing van huis uit krijgen en daardoor veel tijd op straat doorbrengen. Dat is een wereld met een machocultuur en het recht van de sterkste, en ook status en groepsdruk spelen een grote rol. De status van deze ettertjes was door het ondertekenen van een 5-jarig contract voor duizenden euro’s per maand tot ongekende hoogte gestegen. Tot zover de verzachtende omstandigheden voor de Ajax-jeugdspelers met een Marokkaanse achtergrond die het presteren om met zijn drieën een vrouw aan te vallen. Ontslaan is voor Ajax lastig, want dan loopt het kapitaal transfervrij de deur uit. Accepteren is ook onmogelijk, want de club heeft ook een maatschappelijke taak en dit gedrag is niet te tolereren. Zelf heb ik meegemaakt dat vrienden van Nordin Amrabat na de wedstrijd in het spelershome bij VVV de tegenstander lastigvielen. Ook ernstig, want het spelershome is het huis van de spelers en gasten dienen daar alleen in de watten te worden gelegd. Gastvrijheid, heet dat. Ik heb hem op het matje geroepen en hem uitgelegd dat hij verantwoordelijk is voor de gasten die hij uitnodigt in ons home en stelde hem een forse straf in het vooruitzicht. Dat was het derde akkefietje met Nordin binnen tien dagen, dus hield ik hem voor dat hij moest kiezen. Ook die jeugdspelers van Ajax hadden namelijk een keuze. Je kunt linksaf, Nordin, en dan ga je over een jaar autoradio’s stelen en ga je terug naar Almere. Maar je kunt ook naar rechts en dan is de kans groot dat je heel Europa ziet en je binnen afzienbare tijd door je uitzonderlijke talent miljonair bent. Hij heeft die dag een keuze gemaakt en is via PSV en een Turkse topclub in de subtop van de Spaanse competitie inderdaad miljonair geworden en hopelijk ook een beter mens. Ik weet het... we hebben lang niet allemaal dezelfde achtergrond en de daarbij horende kansen. Maar er is altijd een keuze. Nordin is rechtsaf gegaan. Niet in een hoek van 90 graden, maar toch. Een duwtje was niet genoeg geweest. Daarom ben ik er destijds zwaar op gaan leunen. En dat moet Ajax ook doen. Duidelijke signalen zijn nodig. Op straat is ook alles duidelijk. André Wetzel Oud-voetballer en trainer
Den Haag Centraal > Vrijdag 20 maart 2015
Biografie van Pim Mulier
Excentriekeling liep hard tegen paarden
Malieveld een rol speelden. HVV was dominant aanwezig. Zo eiste het dat de bestuurders van de nationale bond in Den Haag woonden.
E
Door P. van der Eijk
‘
en singulier heer’, noemden ze hem – achter zijn rug – in de betere Haagse kringen van de vorige en voorvorige eeuw, een rare snijboon dus. Daar konden veel redenen voor zijn, al was het maar omdat hij aan ‘hardlopen’ deed, en dat in een tijd waarin het er vooral om ging ‘bedaard’ te zijn. Wie hardliep was niet goed wijs, en hardlopen deed Pim, al was het maar tegen de ‘vurige paarden’ die de koets van zijn vader trokken. Bedaard was wel het laatste wat Pim Mulier wilde zijn. Nee, hij was een excentriekeling eerste klas. Beroep vooral: rentenier, maar bezig als een bij. Vooral om allerlei sporten in Nederland ingevoerd te krijgen. Iedereen sporten, dat was zijn ideaal en zijn streven. Pas dan zou het volk lichamelijk en geestelijk verheffing vinden, zo wist hij, en daarvoor zette hij zich ten volle in. ‘Vader van alle sporten’, wordt hij wel genoemd, de ‘pionier’, een man van bijna mythische naam en faam, vroeger voor het grote publiek, nu nog voor de sportkenners en de ouderen. Hij mag dan het icoon zijn en blijven, niet alles wat over hem, en door hem, is gezegd en geschreven is helemaal terecht, zoals blijkt uit het levensverhaal, tevens proefschrift, dat nu over hem is verschenen. Dit in de week waarin hij 150 jaar geleden werd geboren: ‘Captain van Jong Holland – biografie van Pim Mulier 1865-1954’. Schrijver is de, nu door de Rijksuniversiteit Groningen gebrevetteerde, sporthistoricus Daniël Rewijk, die zeven jaar nodig had, vooral voor diepgravend archiefwerk, om dit boeiende, veelzijdige en gecompliceerde leven in kaart te brengen. Dit in samenhang met de grote maatschappelijke verschuivingen in die tijd, emancipatie en democratisering, een boeiende melange. Willem – Pim dus – Mulier (uitspraak: Muuljee) was van afkomst Fries – zijn vader was burgemeester van Wonseradeel. Hij groeide op in Haarlem en woonde daarna een halve eeuw in Den Haag, waar hij ook ligt begraven. Nee, deze beoefenaar én organisator stond dan wel aan de ‘wieg’ van veel
Pim Mulier bij zijn glasverzameling, die later aan het Haags Gemeentemuseum is geschonken.> Foto: PR
Bij zijn begrafenis ging een bediende voorop met een kussen vol onderscheidingen sporten, zoals wordt aangetoond, maar anders dan Mulier zelf maar al te graag deed geloven, heeft hij niet álle sporten op de wereld gezet, dat deed hij samen met anderen of in het geheel niet. IJdel Waarop hij zich wel mag beroemen, en dat deed Mulier zelf te pas en te onpas, is de oprichting van de Nederlandse Voetbalbond, de instelling van de Elfstedentocht als wedstrijd en de oprichting van de Internationale Schaatsbond. Maar de invoering van het (ijs)hockey, het tennis en de Wandelvierdaagse kan niet op zijn naam geschreven worden, al was hij ook daarbij prominent betrokken. Rewijk wil de rol van Mulier niet zozeer bagatelliseren als wel relativeren. Zou in Engeland over zo’n man in de
sport een handvol boeken zijn geschreven, twintig jaar geleden pas verscheen de eerste biografie, en wel van de journalist Gijs Zandbergen (‘Pim Mulier ‒ ijdel maar weergaloos’). Dat was een minder ambitieus, en daardoor gemakkelijker leesbaar geschrift, dat niet zoals het werk van Rewijk de beladenheid had een proefschrift te moeten zijn. Want die – noodzakelijke – gedegenheid zit de gewone lezer soms in de weg. Wat blijft, is boeiende geschiedschrijving naast de vele hilarische taferelen die bijvoorbeeld met het eerste voetbal gepaard gingen: een wedstrijd waarbij de spelers van een elftal halverwege de tweede helft gewoon van het veld liepen, omdat ze de trein van vijf over vier moesten halen. Of wedstrijden waarin de spelers zodanig bont waren uitgedost dat niemand van de toeschouwers kon zien bij welke partij ze hoorden. Publiek waar Mulier overigens lak aan had, want het ging hem om het meedoen, niet om het kijken. Belangstelling genoeg: het toen populaire cricket, waarin Mulier natuurlijk ook een hoofdrol vervulde, was zelfs politietoezicht vereist om het publiek in toom te houden. Er deed zich toen een probleem voor dat tot de dag van vandaag in discussie is: vergoeding van de kosten van de politie-inzet. Toen kwam men er gauw uit: de cricketvereniging betaalde 75 cent voor een middagje ordehandhaving. Een tijd ook waarin HVV en het
Elfstedentocht En dan de eerste Elfstedentocht die Mulier in 1890 reed, een tocht die al lang bestond maar waarbij de gebruikte tijd toen nog geen punt was, dat bracht Mulier erin. Zijn familie waar hij aanlandde, als bewijs dat hij in die stad geweest was, had geen notie van zijn haast. Ze vroegen hem gewoon of hij bleef eten. Het was uiteraard een barre tocht die eindigde op maanverlichte vaarten. Zijn tijd: 12 uur 55 minuten. Jaren later probeerde Mulier nog er twee uur af te krijgen omdat hij ergens had zitten lunchen. Veel is hier onbesproken, maar gelukkig niet in het boek van Ewijk: Mulier’s zeer kostbare verzameling glas – nog altijd te zien in het Haags Gemeentemuseum – zijn paradoxale moderniteit, zijn standbewustheid, zijn Indische periode, zijn tekenkunst, ga maar door. Zijn begrafenis, in 1954,was een evenement: met voorop een bediende met een kussen waarop al zijn onderscheidingen. Pim Mulier: een fascinerende snijboon. Captain van Jong Holland - Een biografie van Pim Mulier 1865-1954. Auteur: Daniël Rewijk. Uitgeverij Bornmeer. Prijs: € 27,50 ISBN 978-90-5615-345-8
Boekomslag. >Foto: PR
19
SPORT<
Vrijdag 20 maart 2015 > Den Haag Centraal
Topspelers leggen hun basis in Lindobeach
De kraamkamer van het beachvolleybalsucces Van elke Europese titel en wereldtitel, en vooruit de prijs van Haags Sportteam van het Jaar, van de beachvolleyballers gaat een groot deel van de eer naar een versleten trainingslocatie in Scheveningen. In Lindobeach leggen ze de basis voor hun successen. Door Klaas-Jan Droppert
Captain Jurgen de Kloet, zittend tweede van links: ‘We staan overal bekend als dé vriendenploeg.’ >Foto: Frans de Best
Jaar van de waarheid
De reuzendoders van de Rijswijkse Golfclub Ze mogen dan niet het budget van andere verenigingen hebben, maar dat maken ze goed met een berg teamspirit en toewijding. Die vinden hun oorsprong in een diepgewortelde vriendschap, die als het aan heren 1 van De Rijswijkse ligt, nooit meer overgaat Door Martin van Zaanen
De 24-jarige Jurgen de Kloet is niet vies van een fiks potje gezelligheid, maar gaat het over het eerste herenteam waarvan hij voor het tweede jaar captain is, wordt hij al snel serieus. Praat hij over seizoen 2015 van de langs de Vliet gelegen Rijswijkse Golfclub, dan spreekt hij van het jaar van de waarheid. Het plan dat hen – na de degradatie van twee jaar terug – op het hoogste clubniveau moet terugbrengen, beschrijft hij als een gezamenlijke reis. En hij doet dat zo beeldend dat je bijna zou vragen: ‘Mag ik mee?’ De Kloet loopt hier, in de tussen Rijswijk en Delft gelegen Hoge Broekpolder, al vanaf zijn tiende rond. Was één van de grote talenten van zijn generatie waar onder anderen ook Robin Kind toe behoren. Jurgen maakte deel uit van het topsportplan van het Segbroek College. Maar realiseerde zich op tijd dat de laatste stap naar de echte top weliswaar klein lijkt maar in de praktijk breed is als een ravijn. Met de massale concurrentie letterlijk de kans van één op een miljoen. Tegenwoordig is Jurgen tandtechnieker in Schiedam. Maar toch is hij nog twee à drie dagen per week op de baan te vinden. Naarmate de NGFcompetitie dichterbij komt, neemt het aantal uren toe. Zondag 29 maart speelt Heren 1 op Zeegersloot de eerste wedstrijd, zondag 3 mei op Leeuwenbergh de laatste. Dan hopelijk nog de promotie- en kampioenswedstrijden. Handenwrijvend: “Als afsluiting de derby tegen Leeuwen-
Ingeklemd tussen hoge flats die in een Parijse buitenwijk niet zouden misstaan en achter een discountsupermarkt ligt een kleurig gebouw. De tropische afbeeldingen fleuren de buurt duidelijk op, al lijken ze in niets op Scheveningen. Maar ook hier heeft de tand des tijds toegeslagen, want de ouderdom is van Lindobeach af te lezen. Toch is dit het epicentrum van het Nederlandse beachvolleybal. Als de 21 spelers en speelsters van Beachvolleybal Team Nederland niet over de hele wereld zwerven om toernooien te spelen of in de zomer in het Beachstadion trainen, zijn ze hier te vinden. Elke dag in een sporthal met zand als ondergrond. “Het oogt misschien niet als een topsportlocatie”, zegt Bert Korteling, manager Beachvolleybal Team Nederland, “maar we hebben hier alle faciliteiten. Hier trainen we vijf tot zes maanden in het jaar. Je mag gerust zeggen dat hier mede de basis is gelegd voor de wereldtitel van Meeuwsen en Brouwer en de Eu-
ropese titel van Meppelink en Van Iersel”. Lauri Luyken (21) en Joy Stubbe (17) zijn als speelsters van het Talent Team speciaal uit Warnsveld en Gouda verhuisd om hier te kunnen trainen. “Hoewel het zand hier behoorlijk zwaar is, is dit een perfecte locatie om te trainen”, zegt Luyken. “Anders zou je vaker naar het buitenland moeten, maar dat is duur en is ook met school niet te combineren”. Stubbe ziet ook alleen maar voordelen. “Zou dit er niet zijn, dan train je de hele winter in de zaal, op een andere ondergrond. Dat is niet bevorderlijk voor ons spel”.
ben we niet met een emmer en een schep van het Scheveningse strand gehaald. Dit zand komt speciaal uit Drente”. Verbaasde reacties over de indoorlocatie krijgt Van Overeem, zeven jaar later, nog steeds. “Veel mensen kennen het niet, hebben er geen voorstelling van. En dat terwijl je buiten de uren van de bond om hier terechtkunt om zelf te spelen. Of om andere beachsporten te doen. Er is zelfs een club voor opgericht. Het probleem is dat we er niet te veel bekendheid aan kunnen geven, omdat het grootste deel van de week de volleybalbond Lindobeach huurt. En die gaat voor”.
Bond In 2007 kwam het verzoek van de NeVoBo, de Nederlandse Volleybalbond, om sporthal Lindoduin om te dopen tot Lindobeach. Volleybalclub Kalinko vertrok naar Houtrust en de bond had er op smashafstand van het Beachstadion een trainingslocatie bij. Ideaal voor in de winter en bij slecht weer. “De bond huurt Lindobeach van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 19.00 uur”, zegt locatiemanager Annely van Overeem, wier vader Frank het initiatief in januari 2008 startte. “Het is een van de vijf indoorlocaties in Nederland en de officiële locatie van de NeVoBo. Vanwege de Olympische Spelen in 2008 gebruiken we hetzelfde zand als destijds in Peking. Nee, dat heb-
Andere Maar daar komt binnenkort verandering in. De topspelers gaan in 2016 verhuizen naar het Zuiderpark. In de nieuw te bouwen Sportcampus is ruimte voor een nieuw beachsportcentrum. Met meer ruimte en een hoger dak. Van Overeem: “Dat biedt voor ons kansen om andere doelgroepen te benaderen. Meer recreatie of scholen uitnodigen. Maar ook om meer contact met andere beachsporten te zoeken. Die groeien nog steeds. Vooral van beachkorfbal wordt momenteel veel werk gemaakt. Echt, het is een paradijsje voor beachsporten. Het strand zonder het slechte weer. Het enige nadeel is dat je in Lindobeach niet bruin wordt”.
bergh, dat op nog geen vijf kilometer vanaf hier ligt. Ook buiten de competitie hebben we daar een leuke rivaliteit mee. Die uit zich onder meer in een jaarlijkse onderlinge wedstrijd”. De band tussen de leden van Rijswijk 1, daar kun je niet omheen. “Ik speel er sinds mijn dertiende in, mijn beste vrienden Jesper van Dijk en Floris Arkesteijn vanaf hun vijftiende. Triomfen en tragedies, we hebben ze allemaal meegemaakt”. Wie golft in de op één na hoogste amateurcompetitie, doorkruist gedurende vijf à zes weken gezamenlijk het hele land. “Regelmatig reizen we de dag ervoor af en brengen de nacht door in een hotel om de volgende ochtend fris de eerste tee te betreden. We staan overal bekend als dé vriendenploeg. Wanneer we verliezen, balen we stevig, maar dat weerhoudt ons er niet van er daarna nog een gezellige avond van te maken”. Som Het hart van De Kloet slaat sneller voor een uitdaging. “Er zijn teams bij die een begroting hebben van 95.000 euro, daar komen wij bij lange na niet aan. Het motiveert ons alleen maar om er extra hard tegenaan te gaan”. De Rijswijkers zijn dan ook het best als ze opboksen tegen betere spelers, met lagere handicaps: “We zijn echte reuzendoders. Op wedstrijddagen spelen we ’s ochtends een foursome (twee tegen twee) en ’s middags één tegen één. Opvallend is dat we het in die ochtenden aanzienlijk beter doen. Bij ons is de som van de delen groter dan het geheel. Waarschijnlijk kunnen we het gewoon niet over ons hart krijgen om elkaar te laten vallen”. Om niets aan het toeval over te laten, spelen ze in de competitievoorbereiding ook regelmatig rondes op andere banen. “De Rijswijkse kennen we van a tot en met z, maar golf is ook en vooral: zo goed mogelijk met andere omstandigheden omgaan”.
De talenten Lauri Luyken, Joy Stubbe en Marloes Hesselink leggen in Lindobeach de basis voor hun toekomstige successen. >Foto: Bert Tielemans
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 20 maart 2015
>Foto: Eveline van Egdom
1
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Alphonse Muambi Buurt “Sinds 2001 wonen we in het Valkenboskwartier en we willen er niet meer weg. Het is een middenstandsbuurt waar alle lagen van de maatschappij elkaar ontmoeten. We hebben een ruim huis dat uitkijkt op water en groen. Het lijkt een beetje op het woud in Congo”. Restaurant “Bij Gauchos in de Oude Molstraat komen we al sinds onze oudste dochter klein is. Daar eet ik graag een grote Argentijnse steak met een maïskolf en groenten uit de saladebar. Het is een familieplek geworden, het personeel kent ons. En de kinderen wonnen regelmatig prijsjes met hun tekeningen”.
2
>Foto: DHC/Liza Letsch
politicus die dicht bij zichzelf is gebleven. Hij houdt altijd een menselijk verhaal. Al vijf keer ben ik met hem in debat geweest. Hij neemt geen blad voor de mond, noemt eerlijke handel fictie. Jan is een realist en geen politieke robot. Ik zie hem als een leermeester”. Politicus v “Ik heb regelmatig contact met Inge Vianen, raadslid voor GroenLinks. Zij doet veel voor de stad. Zo diende ze een motie in tegen het Spuiforum en zorgde ze dat veel bomen behouden bleven. Ook zet ze zich in voor daklozen”. Thuisgevoel “De plek in Den Haag die me het meest aan Congo doet denken, is De Waterkant <2> in het Westbroekpark. Vanwege de natuur, de bootjes en het primitieve leven. Je bent er omringd door bos en heuvels, een beetje in het midden van niets”. Lekkernij “Een haring aan het staartje, zoals de traditie dat vereist. Maar dan wel een verse van Vis van Peter bij de Bethlehemkerk op de Laan van Meerdervoort”.
>Foto: PR
Politicus m “Jan Pronk vind ik een geslaagd
Gebouw “Station Hollands Spoor <3> is
PLAATS
Kledingwinkel “Vroeger kocht ik veel bij de Bijenkorf. De jasjes zaten altijd goed, de broeken moesten steevast vermaakt worden. Nu ga ik altijd naar Marks & Spencer. De service is geweldig, de prijskwaliteitverhouding goed en met hun advies brengen ze me vaak op nieuwe ideeën. Voor mijn presentatie op TEDxGhent kocht ik daar een nieuw pak”.
3
eigenlijk altijd negatief in het nieuws, maar ik vind het de mooiste plek van de stad. Alsof je terugreist in de geschiedenis”. Afbreken “De operatie binnen in het Centraal Station is nutteloos zonder dat de buitenkant verandert. Een reis die daar begint, is een sprong in het niets”.
4
>Foto: DHC/Liza Letsch
Festival “Artiesten uit alle landen komen naar Parkpop <4>. Ik heb er de Malinese muzikant Salif Keita ontmoet. En ik zag de Congolese band Staff Benda Bilili. Gehandicapten zaten te swingen in hun rolstoel”. Hagenaar m “Mark Rutte maakt gemakkelijk contact en heeft altijd een brede lach. Ik zie hem vaak in Nieuwspoort. Hij straalt positiviteit uit, zo van: ‘Jongens, het komt allemaal goed’. Hij heeft geen vrouw, maar is getrouwd met Nederland”. Hagenaar v “In tv-programma ‘Het Lagerhuis’ was Jet Kording <5> altijd heel scherp en slim. Haar bekendheid heeft ze niet in de publiciteit uitgemolken. Soms zie ik haar door de buurt fietsen
en dan denk ik altijd terug aan haar scherpe meningen”. Café “Swinging Safari op de Valkenboslaan is een Afrikaans café. Daar kom ik al tien jaar, om voetbal te kijken, te discussiëren over politiek. Ik organiseer debatten en mijn boek wordt er verkocht. Bij Swinging Safari komen veel mensen die werken bij internationale organisaties en de Afrikaanse warmte missen. Verder in Den Haag is zo’n internationale sfeer moeilijk te vinden”. Typisch “Koninginnenach is het carnaval van Den Haag. Een volksfeest met veel sfeer, muziek, gesprekken met onbekenden en verbroedering”. Sportplek “Al een paar jaar doe ik één keer per week jiujitsu bij Steve van Nieuwenhuizen aan de Groot Hertoginnelaan. Ik ben blijven steken bij de oranje band; ik doe het vooral voor mijn conditie”. Ondergewaardeerd “Den Haag is een openluchtmuseum. Iedereen zou moeten zien wat voor moois hier is”.
5
Alphonse Muambi (1968) <1> publiceert over internationale politiek. Hij werd geboren in Lubumbashi in de Democratische Republiek Congo. Daar kon hij door de politieke onrust zijn studie bedrijfskunde niet afmaken. Hij vertrok naar Europa en woont sinds twintig jaar in Den Haag. Hij werkte als tolk en docent wiskunde. In 2009 kwam ‘Democratie kun je niet eten’ uit. Nu is Alphonse bezig met een tweede boek, dat later dit jaar zal verschijnen. Met vrouw Karin en dochters Sophie (16) en Fleur (10) woont hij in het Valkenboskwartier.
>Foto: Jet Kording
Bosjes van Poot Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
G
riep. Griep. Griep. Ik heb er meestal niet zo’n last van, maar deze van dit jaar bezit de hardnekkigheid waarmee het CDA vroeger toch telkens weer de verkiezingen won. Je denkt dat het voorbij is met die hoge koorts (ik haalde zelfs 39,3!), het geril in je bed, pijn in alle lichaamsdelen, totale lusteloosheid en een ongekende productie van lichaamseigen afvalstoffen, maar dan komt-ie weer. De temperatuur is gezakt, het gesnotter onder controle, kortom het echte leven kan beginnen, maar na een och-
tend montere arbeid loop je er weer als een oud mannetje bij. Ik begin me af te vragen of ik dat onderhand ook niet ben. Het is wel een onvervalste Haagse griep, groen en geel zijn de substanties die neus en keel produceren. Nadere details zal ik u besparen, al zult u er niet van opkijken, want er zijn slechts weinigen die dezer dagen aan griep of verkoudheid ontsnappen. Maar het wordt lente, voor zover er in ons huidige klimaat nog sprake is geweest van een winter, de zon wordt elke dag sterker en gedrogeerd met vitaminedranken ga ik op pad. De beentjes voelen nog wankel aan, maar de Bosjes van Poot moe-
ten haalbaar zijn. Daar kan je de zee zien, de grote genezer, het troostrijke orgel van de eeuwigheid. Waar je heen gaat bij vreugde en verdriet, die kalm en wild kan zijn, en die er, ook als je er midden in de nacht naar toe gaat, altijd ligt. Voor jou alleen. In een bij de Vogelwijk passend tempo bereik ik de rand van de Bosjes van Poot. Honden hollen over de paden, ik sleep me over de eerste duinrand heen. Dan volgt het echte werk. Alles kraakt en snuift, maar ik bereik de top. Groot en rood hangt de zon, er is nauwelijks wind, de zee lijkt niet te bewegen. Door het kale geboomte zijn ook de hoogtepunten van onze stad goed zichtbaar. Er is nog een ander uitzichtpunt, maar
dan moet je scherp afdalen en weer steil omhoog. Dat bewaren we voor de volgende keer. Ik kies het weggetje dat naar Duindorp voert, tussen de kleine huisjes, langs de luxe monumenten der gentrificatie. En bij het Markenseplein plof ik neer in ‒ uiteraard ‒ lijn 12. Een paar haltes maar. Zou die griep hier willen uitstappen?
Marcel Verreck