}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 30 mei 2014
jaargang 8 nummer 368
Jazzliefhebbers zijn boos op gemeente 9
Sjaak B. is moordenaar Blonde Dolly 7
Jan Brouwer wint eerste W.H. Gispen Award 3
Jeannette van Uffelen houdt van gevels en Hans Korteweg 20
HVV: een eeuw geleden de beste van Nederland 17
€ 1,95
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 30 mei 2014
snoek onder ons
>De navel van Heleen, Letterkundig Museum 2014
Met het gevaar voor totale self exposure gaf zij zich over aan de clementie van de aanschouwer, die echter een weinig later zelf behoed diende te worden voor het verdrinken in de bevallige navel van Heleen. Voorafgaand aan de officiële opening van ‘Self Made’ in het Letterkundig Museum sloeg de fotoconnaisseur en voorwoordschrijver in zijn speech een bres in de Muur tussen literatuur en kunst. Plechtig beloofde hij dezelfde dag nog zijn exemplaar van de bijbehorende full-colourpublicatie aan zijn overbuurvrouw te overhandigen, waarop hij ’m vervolgens peerde! Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkend fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal fotografeert is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
Ingezonden mededeling
gedistilleerd...
ACTIES aanbiedingen gelden van 28 mei t/m 10 juni
BEST LOPENDE * Laatste 1e rangs kaarten be
graanLand Jonge JeneVer 1L
€ 10,98
van 11,45 voor
the dundee BLended sCotCh Whisky 1L
van 39,95 voor
GIJS SCHOLTEN BY HEART MET SHAKESPEARE PIERRE BOKMA VAN ASCHAT EN ALE TONEEL NG HET NATION DESIGN FOR LIVI
€ 29,98
MAN AR! PETER TUIN TOT VOLGEND JA HUN BEST! OP EN LIZ SNOIJINK
BeLL’s signature BLended MaLt 0.7L
“Limited Edition” € 19,95 Een zeer rijke, volle en intense smaak, uitstekende prijs/kwaliteit verhouding.
sMirnoff Vodka 0.7L van 16,55 voor
gordon’s gin 1L van 19,95 voor
€ 12,50 € 15,95
hendriCk’s gin 0.7L
van 38,95 voor € 33,50 Super premium Gin uit Schotland, verfrissend met een fleurig aroma.
www.drinkland.nl
schikbaar, best
AMS TOUR DI-RECT DAYDRE
van 15,75 voor € 12,95 Een goed uitgebalanceerde whisky voor nu nog scherpere prijs.
Johnnie WaLker BLaCk LaBeL 12 years 1L
V
NIEUWE THEAOTORSTELLINGEN ERSEIZOEN*
HAAG ZONDAG IN DEN
gratis 2-delige r.V.s. schott Zwiesel cocktailshaker bij aankoop van één van deze dranken: Malibu Coco liter Bacardi Blanco liter Bacardi razz liter stolichnaya Vodka liter Limoncino Bottega 0,5 liter (gratis shaker geldt niet op lopende actie artikelen)
den haag
Voorhout
noordwijk
oegstgeest
Prinsestraat 57 070 364 29 25
Jacoba van Beierenhof 28 0252 220 208
Maarten Kruytstraat 24 071 361 21 82
Lange Voort 19 071 301 55 83
VLIET MET PAUL VAN
el snel op www.
ks.nl
3
actueel<
Vrijdag 30 mei 2014 > Den Haag Centraal
College-onderhandelingen:
PvdA en VVD staan vaak lijnrecht tegenover elkaar Door Jan van der Ven
Na het akkoord dat de vijf partijen twee weken geleden sloten over het schrappen van het omstreden plan voor het Spuiforum, keek menigeen reikhalzend uit naar het eindresultaat van de college-onderhandelingen. De allergrootste hobbel was tenslotte genomen. De werkelijkheid aan de onderhandelingstafel waar de vijf (D66, PvdA, Haagse Stadspartij, VVD en CDA) elkaar regelmatig treffen, is echter weerbarstiger. De vijf kennen elkaar goed en dat komt de sfeer ten goede. Maar dat is onvoldoende om snel tot een akkoord te komen. Er liggen namelijk zeer pijnlijke en politiek gevaarlijke dossiers te wachten die niet in een vloek en een zucht van tafel gewerkt kunnen worden. Bijvoorbeeld het dossier Volksgezondheid. Met de plannen van het kabinet om vanaf volgend jaar voor miljarden aan AWBZ-taken over te hevelen naar gemeenten, is dit onderwerp ineens van groot lokaal politiek belang geworden.
Probleem voor de vijf onderhandelaars is echter dat nog steeds niet bekend is hoe de rijksoperatie er precies gaat uitzien. De onderhandelingen tussen de vijf partijen concentreren zich daarom vooral op de vraag hoeveel geld de gemeente Den Haag straks wil reserveren voor het opvangen van de kortingen die het rijk doorvoert op de taken die naar de gemeente worden afgeschoven. “Éxtra geld voor de zorg is voor ons een keihard punt”, zei Joris Wijsmuller van de HSP tijdens de verkiezingscampagne. Even gleed hij uit, toen hij opperde dat zijn partij hiervoor 80 miljoen euro wil reserveren. Deze wens trok hij later schielijk in. De meeste andere partijen willen ook geld reserveren om de gaten mee te dichten in bijvoorbeeld de thuiszorg. Eigenlijk is de VVD de enige partij die niet bereid is hiervoor geld te reserveren; deze partij wil zelfs miljoenen bezuinigen op volksgezondheid. Knagend Een ander knagend thema is de woningbouw. Het is een ingewikkeld
dossier maar ook één met een zeer zware, politieke lading. De PvdA bijvoorbeeld wil door middel van volkshuisvesting het zwaar gehavende sociale aanzien een opknapbeurt geven. De socialisten willen daarom terug naar de oude afspraak dat 30 procent van de nieuwbouw moet bestaan uit sociale woningen. Maar ook hier staat de VVD lijnrecht tegenover de PvdA. VVD-voorman Revis zei tijdens de campagne dat het bouwen van meer sociale woningen, armoede aantrekt. Hij bedoelde: mensen met een uitkering. Ook over de aanpak van de enorme werkloosheid in Den Haag staan de uitersten pal tegenover elkaar. De VVD kiest hierin voor de marktwerking, alleen zo kunnen banen ontstaan, is de heilige overtuiging van de VVD. De PvdA wil echter dat de gemeente een nadrukkelijke rol gaat spelen, zeker als het gaat om de aanpak van de snel oplopende jeugdwerkloosheid. De gemeente, zo wil de PvdA, moet per jongerenbaan in het bedrijfsleven 2500 euro subsidie uittrekken.
In de meeste dossiers staan de overige drie partijen tussen de twee uitersten in, waarbij de HSP vaker overhelt naar de PvdA en het CDA zich prettiger voelt bij de VVD. Zo groeit D66 vanzelf in haar rol als middenpartij. Al vragen de onderhandelaars zich wel steeds vaker af waar D66 met de beoogde coalitie naartoe wil en waar D66 precies voor staat. Ze kunnen er geen vat op krijgen. Buigen Het Spuiforum sneuvelde en daarmee verloor D66 een van de grootste herkenningspunten. D66 moest buigen voor de politieke realiteit en koos daardoor uiteindelijk voor een coalitie met de PvdA, de Haagse Stadspartij, de VVD en het CDA. Maar vervolgens slaagde D66 er niet in de besprekingen kleur te geven, is de klacht vanuit de andere partijen. Is D66 nu wel of niet voor 30 procent sociale woningbouw, spookte het bijvoorbeeld door menig hoofd. Deze onduidelijkheid geldt echter niet voor het plan de wietteelt te legaliseren, of die weg op te gaan via
D66 weer grootste D66 is in Den Haag ook als de grootste partij uit de bus gekomen tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement. De partij werd al de grootste tijdens de raadsverkiezingen. D66 vergaarde vorige week (afgerond) 31.000 stemmen, bijna evenveel als tijdens de raadsverkiezingen. De PVV werd met 21.000 stemmen de tweede partij. De VVD werd met 18.000 stemmen de derde partij, de PvdA eindigde met 13.000 stemmen op de vierde plaats. GroenLinks telde 12.000 stemmen (vijfde plaats), het CDA kreeg ruim 11.000 stemmen (zesde plaats) en de SP kreeg 10.000 stemmen (zevende plaats). Het opkomstpercentage was vorige week 34 procent, in maart tijdens de raadsverkiezingen was dat 48,5 procent.
een experiment. D66 is hier een uitgesproken voorstander van en heeft hierin steun van de PvdA en de HSP. Maar bij de VVD willen ze niets weten van welk experiment dan ook. VVD-burgemeester Van Aartsen weigerde zich eerder dit jaar aan te sluiten bij de tientallen gemeenten die voor zo’n experiment pleiten. Zijn partij zet zich in de collegeonderhandelingen daarom schrap om de deur naar een experiment stevig gesloten te houden.
Bouw ambassade VS eindelijk begonnen
De winnende Chalu. >Artist’s impression: Jan Brouwer/Chris Karthaus
Jan Brouwer wint eerste W.H. Gispen Award
Prof. Jan Brouwer. >Foto: Patricia Brouwer
De Haagse architect/ontwerper prof. Jan Brouwer heeft de eerste W.H. Gispen Award gewonnen. Opgave was het ontwerpen van een meubel. Brouwer ontving de naar een van Nederlands beroemdste ontwerpers vernoemde prijs voor de Chalu, een kuipvormige aluminium stoel bekleed met schuim en vilt. De jury, onder leiding van ontwerper Richard Hutten, bekroonde zijn ontwerp als beste van 110 inzendingen. Brouwer heeft zijn ontwerp
uitgewerkt samen met de Haagse industrieel ontwerper Chris Karthaus. Het duo was met twee stoelen voor de prijs genomineerd. De winnaars ontvingen een bedrag van 3000 euro, daarnaast zal de stoel door Gispen worden opgenomen in de collectie ‘Dutch Originals’, zodat hij seriematig zal worden geproduceerd. Volgens Brouwer is er ook vanuit de Verenigde Staten belangstelling getoond voor de Chalu. Gispen heeft aangekondigd dat het de W.H. Gispen Award voortaan jaarlijks zal uitreiken.
De nieuwbouw van de Amerikaanse ambassade aan de Rijksstraatweg in Wassenaar is deze week officieel begonnen. Timothy Broas, de nieuwe Amerikaanse ambassadeur, sloeg samen met de Wassenaarse burgemeester Jan Hoekema de eerste paal. Het traject naar de eerste bouwhandeling is traag en moeizaam verlopen. Aanvankelijk waren de Verenigde Staten niet geïnteresseerd in een verhuizing, later is na druk van Den Haag toch tegemoetgekomen aan de wens van de gemeente om te vertrekken. Het ambassadegebouw uit 1955 op de hoek van Korte en Lange Voorhout ontsierde door de strenge fysieke veiligheidsmaatregelen steeds meer de omgeving. Toen de VS eindelijk akkoord waren had Washington weer jarenlang geen geld voor de nieuwbouw over. Voor de nieuwe ambassade moesten een voetbalclub en de windhondenrenbaan
wijken. Het gebouw zal naar verwachting in 2016 worden opgeleverd. Tegen die tijd zal ook de strijd ontbranden over de vraag wat er met de huidige ambassade van de Hongaars-Amerikaanse architect Marcel Breuer gaat gebeuren. Aanvankelijk wilde de gemeente het gebouw afbreken, maar daar kwam veel verzet tegen. Het gebouw mag nu blijven, maar er is nog geen bestemming voor gevonden.
De nieuwe Amerikaanse ambassade is ontworpen door architectenbureau Moore, Rubel & Yudel. >Artist’s impression
Provincie teruggefloten in zaak-Megastores De provincie heeft ten onrechte ingegrepen in het bestemmingsplan voor het winkelcentrum Megastores aan de Van der Kunstraat. Dat heeft de Raad van State beslist in een beroep dat was aangespannen door de gemeente en vastgoedeigenaar ING. De provincie stelde enkele onderdelen van het plan buiten werking, omdat daarmee de vestiging van kleine winkels mogelijk werd gemaakt. Dat zou in strijd zijn met het detailhandelsbeleid van de provincie dat is vastgelegd in zijn ruimtelijke verordening. Kleinere winkels horen volgens die verordening thuis in het centrum van steden en dorpen. Megastores ligt buiten het centrum, vindt de provincie. Daar is alleen plaats voor grotere winkels zoals meubelzaken. ING dreigde door de ingreep van de pro-
vincie met onverhuurbare kleine winkelunits te blijven zitten. De gemeente en ING klaagden dat het bestemmingsplan helemaal niet in strijd is met de provinciale verordening en dat de provincie zich bovendien niet met deze gemeentelijke zaak mocht bemoeien. Volgens de Raad mag de provincie zich wel bemoeien met de detailhandel in gemeenten, omdat het detailhandelsbeleid een bovengemeentelijk belang heeft. Maar het blokkeren van kleine winkels in winkelcentrum Megastores is volgens de Raad niet terecht. Er is helemaal geen strijd met de provinciale verordening, oordeelt de Raad, want het gaat hier om een bestaand winkelcentrum. Daarvoor was al eerder de mogelijkheid geboden er kleine winkels te vestigen. De provincie kan dat nu niet verbieden.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 30 mei 2014
stadsmens
‘Wat vindt je moeder ervan?’: stuk over durven maken van keuzes in het leven ‘Mensch durf te leven’, het lied van Dirk Witte uit 1917, verraste Frouke de Groot en Vanessa Spee toen zij dat onlangs voor het eerst hoorden. De tekst geeft precies de essentie weer van hun stuk ‘Wat vindt je moeder ervan?’ “Durf je eigen keuzes te maken, ook al druisen die in tegen de ideeën van mensen uit je omgeving en de maatschappij. Daar gaat dat lied ook over”, zegt Vanessa Spee. “Grappig dat het al zo’n oud thema blijkt te zijn”. Acht improvisatieacteurs, die eenmalig de groep B.O.E.I.E.N.D vormen, spelen vrijdag 6 juni in Diligentia ‘Wat vindt je moeder ervan?’ Het stuk gaat ‘over de bevrijding uit het keurslijf van verwachtingen en normen’, aldus de groep. ‘Ben je nog steeds niet zwanger? Zit je niet op Facebook?’ De voorstelling bestaat uit wisselende scènes, waarvan een deel is uitgeschreven en een ander deel wordt geïmproviseerd. Frouke de Groot: “Dat improviseren doen we op basis van suggesties die we voorafgaand aan de voorstelling aan het publiek hebben gevraagd. Dat zou bijvoorbeeld de verwachting kunnen zijn dat jij het Ingezonden mededeling
Vanessa Spee (links) en Frouke de Groot: ‘Improvisatietoneel werkt verslavend’. >Foto: Eveline van Egdom
familiebedrijf voortzet. ‘Wil je dat eigenlijk wel?’ ‘En wat vindt de familie ervan?’ Het worstelen en de vraag of je aan de normen voldoet, zitten continu in scènes verweven”. Zij en Vanessa Spee schreven ieder ook een lied voor het stuk, pianiste Marlous Arkesteijn componeerde hiervoor de muziek. De acht hebben ‘een respectabele reputatie op het gebied van improvi-
satietoneel’, zoals Vanessa zegt. Vier komen er uit Den Haag, de anderen elders uit het land. Frouke en Vanessa namen vorig jaar het initiatief en zien met het optreden in Diligentia een droom verwezenlijkt. Met de theatersportvereniging Improfessioneel speelden ze al in onder meer Pepijn en Theater in de Steeg, maar ze wilden ‘iets meer en groter’. “Diligentia is toch de crème de la crème.
Dat moest kunnen”! Ze nodigden vorig jaar andere acteurs uit om het plan te bespreken. Op de dag van de eerste bijeenkomst beviel Vanessa Spee van een tweeling. En dan zijn we meteen bij de keuze die zij in haar leven durfde te maken. Vanessa (37), onder meer projectleider bij de rijksoverheid, is alleenstaand moeder. “Vanaf mijn dertigste had ik een intense kinderwens”, zegt ze. Even later: “Hoe zal de omgeving reageren als je zwanger bent en je niet aan het plaatje voldoet? Dat was best angstig. Maar het is achteraf 99,9 procent meegevallen. Ze vinden het prima en hebben respect voor de moed om deze stap te nemen”. Dierenarts Frouke de Groot (33) nam een radicale beslissing in haar loopbaan. Ze werkt nu als beleidsadviseur bij de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde. “Sommigen vinden dat zonde van mijn studie. Ik ben blij dat ik heb gestudeerd en in de praktijk als dierenarts heb gewerkt, maar ik wilde het roer omgooien”. De vier mannen en vier vrouwen, in de leeftijd van 29 tot 64 jaar, dragen ieder eigen ervaringen aan voor het
stuk, dat wordt geregisseerd door Dorien van Duyl. ‘Wat vindt je moeder ervan?’ omschrijven Frouke de Groot en Vanessa Spee als ‘een mooie combinatie van kleinkunst en improvisatie’. “En”, zeggen ze, “onze groep bestaat uit een palet aan leeftijdsklassen. Dat is ontzettend leuk. Het maakt het spel geloofwaardiger; je kunt alles inzetten”. De acht hebben de afgelopen tijd ook het improviseren geoefend. “Je moet in de overgangen naar verschillende scènes goed met elkaar samenwerken. Waar leg je de focus als je met acht mensen op het toneel staat? Je moet ervoor zorgen dat je elkaars spel versterkt; iedereen moet kunnen schitteren”. Ook na Diligentia gaan beiden door met het improvisatietoneel. “In plaats van een geschreven stuk creëer je theater vanuit het niets. Je bent steeds bezig om iets nieuws te bedenken. Dat creatieve proces werkt verslavend”. Joke Korving B.O.E.I.E.N.D, ‘Wat vindt je moeder ervan?’, vrijdag 6 juni, Theater Diligentia.
5
actueel<
Vrijdag 30 mei 2014 > Den Haag Centraal
In de schaduw van het Voorhout krijgt de stad er een balzaal bij Het wekelijkse diner, het voorjaarsbal, de galafeesten – de animo voor een feestelijk treffen is onverminderd groot. Maar de honderd Haagse heren van Sociëteit de Vereeniging hebben ook zorgen, want het onderhoud aan het pand is kostbaar. In de zoektocht naar nieuwe inkomsten is de oude kegelbaan niet heilig meer. En de Grote Zaal moet meer verhuurd. “Dat is echt een juweeltje voor de stad”.
H
Door Marc Konijn
et ligt in de schaduw van de majesteitelijke panden en de paleisjes aan het Lange Voorhout, in een smal straatje waar de voorgevels van de huizen aanzienlijk kleiner en ingetogen zijn. Het verrast dan ook, als je het portaal van Kazernestraat 38b binnenstapt. Want vlak achter die heel gewone deur openbaart zich een prachtige zaal, met zeer hoge plafonds, imposante kroonluchters en bijzondere wandschilderingen. Het is de Grote Zaal van de Vereeniging, de sociëteit die in 1851 werd opgericht door de gegoede burgerij. Dit is de plek waar de leden van de sociëteit elkaar ook nu nog treffen, waar diners worden gehouden, een kaartje wordt gelegd, en waar een serieuze pot biljart wordt gespeeld. In deze ruimte is nog een zweem te voelen van een Den Haag dat niet meer bestaat. “Je zou het eens moeten zien als we een galadiner voor 120 man hebben”, vertelt Theo Damen, voorzitter van de Vereeniging. “Dan komt de Grote Zaal pas echt tot zijn recht”. Er zijn maar weinig mensen in de stad die weet hebben van deze zaal, merkt Damen steeds weer. “Mensen die hier voor het eerst komen, staan toch vaak versteld. Een paar jaar geleden hebben we de zaal helemaal laten restaureren door de mensen die later het Rijksmuseum hebben gedaan. Toen wethouder Rabin Baldewsingh het officieel kwam openen, wist hij niet wat hij zag. Hij was echt onder de indruk. Eigenlijk ook niet zo vreemd. De sociëteit ligt toch wat in de luwte. En wij hebben misschien ook wel een ongepaste bescheidenheid, als het om onze sociëteit gaat”. Honderd leden heeft de sociëteit, en niet alleen uit het hoogste segment van de Haagse bevolking. Damen, zelf oudmilitair en oud-adjudant van koningin Beatrix: “Het is divers, en dat is altijd zo geweest. We hebben advocaten, artsen, bankiers, maar ook veel mensen uit de middenstand”. De Vereeniging valt ook al op doordat het alleen uit heren be-
De Grote Zaal van de Vereeniging aan het Lange Voorhout.>Foto: PR
staat, als een van de laatste sociëteiten. Damen: “We hebben het onze vrouwen weleens voorgelegd. Maar de uitkomst was dat het voor hen niet zo hoefde. En we zitten er heel soepel in. Onze vrouwen zijn ook actief en komen geregeld over de vloer, hoor”. De Vereeniging is klein, beaamt Damen, zeker als je het vergelijkt met die andere sociëteit, De Witte, aan het Plein, die maar liefst 3400 leden telt. “Ik kom daar ook weleens, met genoegen. Maar geef mij maar de geborgenheid en de warmte van onze kleine sociëteit’’. Iedere woensdag komen er veertig tot vijftig leden naar de Kazernestraat voor een aperitief en een diner, soms onder leiding van een echte maître. “We koken en bedienen zelf, maar altijd in stijl. En intussen wordt aan tafel de wereldproblematiek opgelost”. Failliet Maar zorgeloos is het bestaan van de Vereeniging niet, beaamt Damen. De cateraar die de Grote Zaal vaak huurde, is vorig jaar failliet gegaan.
Een financiële aderlating, temeer daar het onderhoud van het pand een vermogen kost. Damen: “Vier jaar geleden hebben we de Grote Zaal laten restaureren. Alles is minutieus schoongemaakt en in oude staat teruggebracht. Achter het glas-in-lood in het plafond is verlichting aangebracht. Het ziet er weer fantastisch uit. Maar het heeft ons wel twee ton gekost. Dat hebben we uit eigen zak betaald”. Wie de geschiedenis van de Vereeniging leest, stuit steeds op het dure onderhoud van het pand. In 1852 kocht de sociëteit het uit de boedel van Willem II, voor een bedrag van 13.400 gulden. Het landgoed Welgelegen, zoals het toen heette, werd omgebouwd tot een groot complex, inclusief kegelbaan en imposante feestzaal, die later is afgebrand. In 1875 al werd de helft van de enorme tuin verkocht aan het kerkbestuur van Sint Jacobs de Meerdere. Damen wijst vanachter de tuindeuren naar de hoge, neogothische kerk: “Het is
Theo Damen, voorzitter van de Vereeniging, op de bedreigde kegelbaan.>Foto: Eveline van Egdom
bijna niet meer voor te stellen, dat al die grond ooit van ons was”. In de jaren tachtig werd opnieuw een grote hap uit de sociëteitstuin genomen, ditmaal voor de bouw van appartementen in de nabijgelegen Willemstraat. De gemeente was blij, en het leverde ook hier weer geld op voor de clubkas. Maar de verkoop van gronden is geen structurele oplossing, weet Damen. “Wij zeggen nu: de tijd van verkopen is voorbij. We hebben de weg ingezet naar nieuwe manieren om op de lange termijn financieel gezond te blijven”. Dat moet ook wel, want hoog op de urgentielijst staan nieuwe verbouwingen. De keuken moet nodig aangepakt, de bar kan een facelift gebruiken, de hal verdient een opknapbeurt en dan is daar ook nog die 150 jaar oude kegelbaan, waar de muren met schrootjes uit de jaren zeventig zijn afgetimmerd. Het lot van de baan is onzeker. In vroegere tijden zat de kegelsport diep in de ziel van het sociëteitsleven gekerfd, maar de populariteit is
tanende. Twee jaar geleden is de kegelclub van de Vereeniging ter ziele gegaan. Onlangs besloten de leden van de Vereeniging in de Algemene Vergadering in te stemmen met ‘de verwijdering van de kegelbanen’, als blijkt dat er ‘voldoende financieel profijt voor de Sociëteit wordt verkregen’. Het bestuur van de sociëteit zet zijn kaarten vooral in op verhuur van het pand. Boven is een woning en op de eerste verdieping staat kantoorruimte te huur. Maar de fraaie Grote Zaal zal de trekker moeten worden, weet Damen. “Het is niet voor niets dat we met die restauratie de Monumentenprijs van de gemeente Den Haag hebben gewonnen. Alle oude schilderingen zijn weer tevoorschijn gekomen. Je kunt er prachtige diners geven voor 120 tot 130 man. Het is geschikt voor bals, borrels, presentaties, lezingen, en het is al een officiële trouwlocatie”. De akoestiek is van nature geweldig, vindt Damen, die ook hoopt op muziekvoorstellingen. “De Grote Zaal is echt een juweeltje voor de stad”.
6>
Den Haag Centraal > Vrijdag 30 mei 2014
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
Prinsen en padvinders Scouting is met meer dan 90.000 leden een van de grootste jeugdbewegingen in Nederland. De beweging kent haar oorsprong in Engeland. Lord Baden-Powell beschreef in 1907 zijn ideeën over pedagogie, karaktervorming en lichamelijke en geestelijke opvoeding in een boek. Zijn denk-
Door overdreven sportbeoefening worden huiselijke banden verscheurd
beelden kregen vrijwel onmiddellijk veel navolging. Drie jaar later was de eerste Nederlandse vereniging de Nederlandsche Padvinders Organisatie een feit. Al direct namen tweehonderd Amsterdamse jongens hieraan deel. De nieuwe vereniging hield zich strikt aan de regels van Baden-Powell over waarden en gedrag. De Haagse arts dr. G.W.S. Lingbeek was een van de eerste bestuurders van de vereniging en de bedenker van de naam ‘padvinder’.
Niet iedereen binnen de Nederlandse padvinderswereld was even gelukkig met de directe toepassing van de ideeën van Baden-Powell. In 1912 kwam in Den Haag de Nederlandsche Padvinders Bond, die een Nederlandse variant van de scouting ontwikkelde, met bijvoorbeeld het Nederlandse wapen als embleem. Aan het begin van de twintigste eeuw waren de opvattingen in Nederland over de padvinderij meestal positief, al waren er ook negatieve geluiden. Zo waarschuwde dominee Heering in de Haagse Remonstrantse Kerk voor dreigende gevaren: “Door overdreven sportbeoefening worden huiselijke banden verscheurd en wordt afbreuk gedaan aan het godsdienstig leven. De nog jonge padvinderij gaat dezelfden weg op”. Maar de beweging was niet te stuiten, ook niet in Den Haag. Zo is de oudste waterscoutinggroep van Nederland, de Haagse Waterscouts – Baron van Pallandt-groep, al in 1910 opgericht. Naast deze groep heeft Den Haag momenteel nog veertien actieve scoutinggroepen. Het Koninklijk Huis is vanaf het begin sterk betrokken geweest bij de padvinderij. Prins Hendrik kreeg in 1914 als voorzitter van het Neder-
Sophialaan, installatie van prins Bernhard op 28 mei 1935 als Koninklijk Commissaris van de Nederlandse Padvinders. >Foto: Collectie Haags Gemeentearchief
landse Rode Kruis te maken met de padvinders. Zij speelden een belangrijke rol bij de opvang van vluchtelingen die in de Eerste Wereldoorlog na de inval van het Duitse leger in België naar Nederland waren gekomen. De prins verbaasde zich erover dat er landelijk twee organisaties waren die zich met de padvinderij bezighielden. Dit stond haaks op Baden-Powells ideaal van één organisatie per land, waarvan iedereen deel kon uitmaken. Prins Hendrik nam het initiatief tot het vormen van een Prinselijke Commissie die moest onderzoeken hoe men tot eenheid zou kunnen komen. Deze commissie had succes en eind 1915 gingen de twee Nederlandse padvindersorganisaties samen in de Vereniging de Nederlandsche Padvinders. De prins ontwierp het nationale
vaandel voor de vereniging en liet zich vervolgens als Koninklijk Commissaris installeren. Meisjes Deze eenheid was niet van lange duur. De nieuwe vereniging was, in tegenstelling tot haar voorgangers, bijvoorbeeld niet toegankelijk voor meisjes. Noodgedwongen richtten onder anderen Haagse padvindsters het Nederlandsche Meisjesgilde op, dat vanaf 1933 de naam het Nederlandse Padvindstersgilde ging dragen. Ook katholieke padvinders gingen zich apart organiseren, toen roomskatholieke bisschoppen eind jaren dertig besloten dat de katholieke jeugd onmogelijk onder leiding kon staan van een vereniging waarvan het bestuur niet geheel uit katholie-
ken bestond. Pas in 1973 werd door de oprichting van Scouting Nederland definitief een eind gemaakt aan het bestaan van de individuele verenigingen. De scouting speelde een belangrijke rol in het leven van meer Oranjes. Koningin Juliana was beschermvrouwe van het Padvindstersgilde het Nederlandsche Meisjesgilde en heeft veel ceremoniën van de padvinderij bijgewoond. Al haar vier dochters waren bovendien lid van de scouting. Ook hun vader was betrokken bij de organisatie. Op verzoek van Baden-Powell kreeg prins Bernhard een officiële rol als Koninklijk Commissaris. In 1938 kwam hij in functie en installeerde hij in Den Haag, in padvindersuniform, de Nationale Padvindersraad. Door zijn liefde voor de vliegsport had de prins uiteraard speciale belangstelling voor de luchtverkenners, een van de onderdelen van de scouting. Bernhard is bijna een halve eeuw actief geweest als Koninklijk Commissaris. Eind jaren tachtig zwaaide hij af tijdens een grote demonstratie van de luchtverkenners in de paleistuin in Soestdijk. Cynthia Hamberg www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
Werft u een
nieuwe jaarabonnee voor Den Haag Centraal? Dan ontvangt u beiden een Restaurantcheque van € 35,óf een Kunstbon van Kunstuitleen Heden t.w.v. € 100,Ga naar www.denhaagcentraal.net of bel onze abonneeservice: 0172 – 476085 *vermeld in het vakje opmerkingen de actiecode AWA
7
actueel<
Vrijdag 30 mei 2014 > Den Haag Centraal
‘Wij vrezen Groningse toestanden’
Onrust in Benoordenhout over warmtekoude-opslag Bewoners van het Benoordenhout hebben deze week tijdens een informatieavond over de aanleg van een warmte-koude-opslaginstallatie boos en verontrust gereageerd. De omvangrijke installatie is bedoeld om het International Crime Court (ICC, het Internationale Strafhof) in het duingebied achter de Van Alkemadelaan en de Waalsdorperweg ’s winters te verwarmen en ‘s zomers te koelen, daarvoor moet water worden opgepompt op een diepte van 180 tot 250 meter. Omdat het ICC in een gebied ligt waar de productie van drinkwater plaatsheeft, mag opdrachtgever Eneco daar niet laten boren en moet deze uitwijken naar een locatie in het Benoordenhout, de zogeheten ‘scholendriehoek’, tussen Oostduinlaan, Van Nijenrodestraat en Utenbroekestraat. De plekken waar Eneco de vier putten laat slaan, liggen op 1200 meter van het ICC. Nooit eerder in Nederland gebeurde dat op zo’n grote afstand. Bewoners zijn bang dat door het langdurig oppompen van grondwater huizen verzakken (“wij vrezen Groningse toestanden”) en overlast zal ontstaan door het gebrom van de pompen. Bijkomende ergernis is het feit dat gemeente en provincie op geen enkele manier met de buurt hebben overlegd. “We voelen ons overvallen. Dit heeft ons totaal verrast”, aldus bewoners. Een zegsman van de gemeente bekende schuld. “Het zou beter zijn geweest als er vooraf was gepraat”. De aankondiging dat een milieuvergunning was aangevraagd voor het gebruik van een warmte-koude-opslaginstallatie is indertijd gedaan door middel van een advertentie in De Posthoorn. Volgens een woordvoerder van de bewoners is dat in strijd met de waterwet. “Als de aanvraag zich richt op grondgebied van de gemeente, dan dient de publicatie daar-
van op de gebruikelijke manier te gebeuren, via de rubriek Gemeenteberichten van de site denhaag.nl. De termijn om daartegen bezwaar te maken is echter verstreken”. Tegen het afgeven van de milieuvergunning kan dus geen beroep meer worden aangetekend, wel gaat de wijk de aanleg van de leiding naar het ICC, althans voorlopig, proberen tegen te houden. De rechter is gevraagd het werk stil te leggen. Voor de aanleg is het noodzakelijk dat er grote buizen op een diepte van vier tot acht meter door de buurt naar het ICC worden getrokken. Bewoners vrezen ook daardoor schade aan hun huizen. Klachten Tijdens de voorlichtingsavond bleek dat de klachten van de buurt mede worden veroorzaakt door de recente nieuwbouw ten behoeve van twee scholen, Instituut Wolters en Montessorischool Waalsdorp. Volgens de bewoners hebben hun huizen daardoor aantoonbare schade opgelopen – er zijn vooraf zogeheten nulmetingen gedaan – maar geeft de gemeente niet thuis als het om reparatie of vergoeding gaat. “De bouw van de laatste school is nog niet eens voltooid, of we krijgen deze werkzaamheden, in het dichtst bebouwde deel van de wijk, ook nog eens over ons heen”, aldus een buurtbewoner. Volgens een woordvoerder van Energie Totaal Projecten bv, de aannemer die de werkzaamheden uitvoert, zijn er bij de 2000 warmtekoude-opslaginstallaties die nu in Nederland werkzaam zijn, geen klachten bekend over verzakkingen, trillingen of geluidsoverlast. Het ICC bespaart door de aanleg jaarlijks zestig procent op de energiekosten, vergelijkbaar met het verbruik van vijfhonderd huishoudens.
Links en rechts Sjaak Bral, in het midden de vermoedelijke moordenaar Gerard V. >Foto’s: Eveliene van Egdom en Haags Gemeentearchief
Sjaak Bral is moordenaar van Blonde Dolly Door Casper Postmaa
De Haagse cabaretier Sjaak Bral presenteert volgend jaar in samenwerking met schrijver/columnist Marcel Verreck een theaterproductie over de Haagse prostituee Blonde Dolly, die in 1959 in haar huis aan de Nieuwe Haven is vermoord. Bral zal daarin de rol van de moordenaar spelen. “Het wordt een serieus stuk, solotoneel, waarin ik wel gebruikmaak van mijn achtergrond als cabaretier. Ook zal ik verleden en heden met elkaar verbinden. Feiten en fictie raakten bij Blonde Dolly met elkaar verstrikt. Vandaag hebben we bijvoorbeeld de affaire rond voormalig topambtenaar Joris Demmink, daar zie je hetzelfde. Wat is er nu eigenlijk waar? Met dat soort dingen wil ik spelen”, aldus Bral. Doordat Blonde Dolly vermogend was, de dader een fortuin aan gouden tientjes onaangeroerd liet en de moord nooit werd opgelost, groeide de zaak uit tot een stadslegende. In de loop der jaren zijn een toneelstuk, boeken, een feuilleton en een film aan de zaak gewijd. Talloze complotdenkers zagen in de moord de hand van bekende politici, diplomaten of Russische spionnen. Deels was dat te wijten aan geheimzinnigdoenerij van de politie, die bijvoorbeeld zorgde voor een bijna my-
Het ‘linkse’ college van Wassenaar Wassenaar heeft deze week zijn nieuwe college van B & W gepresenteerd. Het bestaat uit afgevaardigden van CDA, D66, Passie voor Wassenaar, GroenLinks en PvdA. Omdat het de eerste keer is sinds de Tweede Wereldoorlog dat de VVD niet meedoet aan het dagelijks bestuur van de gemeente, spreekt men in het villadorp al gekscherend over het ‘linkse college’. Het motto van het collegeprogramma is‘ Vernieuwen, verbinden, vertrouwen’, zonder twijfel een verwijzing naar het tumultueuze politieke klimaat waarin het gemeentebestuur al jaren verkeert.
© Marnix Rueb
of geheel niet toegankelijk zijn voor het gewone publiek, zoals het voormalige ministerie van Koloniën en de Indische Zaal van het Paleis Noordeinde. De regie van de documentaire is van Ida Hoes. De tentoonstelling over hetzelfde onderwerp is tijdens de 56ste Tong Tong Fair te zien in het Atrium van het Haagse stadhuis.
Bodyguard Toen ondergetekende tien jaar geleden als eerste het politiearchief mocht onderzoeken, bleek dat Gerard V., de bodyguard van Sebilla Niemans (zoals Dolly in werkelijkheid heette), de meest voor de hand liggende moordenaar was. De uitgebreide bewijsvoering daarvoor staat in het verhaal ‘Afscheid van Blonde Dolly’ (uit het boek ‘Eerst Napels zien’, C. Postmaa) waarin Gerard V. als moordenaar en enige betrokkene wordt aangewezen. Verreck en Bral zullen in hun versie van het drama ook refereren aan de visie van misdaadauteur Tomas Ross, die beweert dat de moord pas is opgelost als be-
halve de dader ook de opdrachtgever wordt ontmaskerd. Achteraf gezien is het de vraag of je wel van moord mag spreken. Doodslag is eerder van toepassing, want V. vergreep zich waarschijnlijk onder invloed van drank aan Sebilla, nadat zij avances van hem had afgewezen. Geen geheimzinnige moord dus, maar wel een geheimzinnig leven. Zo wees onderzoek voor ‘Afscheid van Blonde Dolly’ onder meer uit dat professor P.J. Oud, oprichter van de VVD, oud-minister en oud-burgemeester van Rotterdam, klant van de Haagse prostituee was. Ook is het waarschijnlijk dat de mysterieuze Mauricio Rosal, de in Brussel gevestigde ambassadeur van Guatamala, tot tweemaal toe bij Dolly aan de Nieuwe Haven is geweest. Rosal smokkelde op grote schaal heroïne, 45 kilo per keer, vanuit Parijs naar New York. De zaak vormde de inspiratie voor de succesfilm ‘The French Connection’. Veel is dus al boven water gekomen, maar Bral en Verreck willen meer en roepen de laatste getuigen op zich bij hen te melden. Wie meer over de moord weet, Blonde Dolly heeft gekend of herinneringen heeft aan het Schipperskwartier, kan contact opnemen via blondedolly1959@gmail. com of Postbus 340, 2501 CH Den Haag. De twee auteurs garanderen dat tipgevers anoniem blijven.
haagse harry
Door herhaald merkwaardig optreden van burgemeester Hoekema, conflicten binnen de VVD (dat in vijf partijen uiteen viel) en de veelbesproken seksrel, waren de politieke verhoudingen zo ernstig verstoord dat er zelfs de hulp van bemiddelaars werd ingeroepen. Met het nu gepresenteerde college wil de gemeente een nieuwe start maken. De kandidaat-wethouders zijn: Bert Doorn (CDA), Sabine Verschoor (D66), Inge Zweerts de Jong (Passie voor Wassenaar, PvdA) en Leo Maat (GroenLinks). Maandag wordt het college geïnstalleerd.
‘Sporen van smaragd’ op Tong Tong De film ‘Sporen van smaragd in Den Haag’ is vrijdag 30 mei (aanvang 19.00 uur in het Tong Tong Theater) eenmalig te zien op de Tong Tong Fair op het Malieveld. Schrijfster Yvonne Keuls leidt de kijker langs sporen die het Indische koloniale verleden in de Haagse architectuur heeft achtergelaten. Keuls komt op plekken die moeilijk
thische status van het ‘blauwe boekje’, waar van op de eerste persconferentie slechts twee pagina’s werden getoond. Al snel deed het verhaal de ronde dat de politie zo omzichtig met de agenda omging, omdat daarin de namen van hooggeplaatste klanten van Dolly stonden. Toen het archief openging en ook het blauwe boekje tevoorschijn kwam, bleek er niets bijzonders in te staan. Twee afspraken met een schoorsteenveger op de dagen voor de moord vond de politie verdacht: ‘Had dat niet op één dag gekund?’ Men dacht zelfs dat schoorsteenveger een codewoord was, maar ook die theorie leidde tot niets.
AD PATRES uitvaartondernemingen anno 1888
Een uitvaart in stijl Al onze faciliteiten ademen een rustieke ambiance, zodat u ervan verzekerd bent dat u in een ongedwongen en vooral persoonlijke sfeer samen kunt zijn om afscheid te nemen. Persoonlijk gesprek Een persoonlijk afscheid begint met een persoonlijk gesprek. Dit hoeft niet altijd na een overlijden te zijn; ook vóór een aankomend overlijden kunt u al diverse zaken regelen. Wensencodicil Heeft u er al eens over nagedacht om uw uitvaartwensen vast te leggen? Wij kunnen u een wensencodicil toesturen waarmee u uw eigen uitvaartwensen of die van een naaste kunt vastleggen. Dit kunt u alleen doen, maar natuurlijk kunnen onze medewerkers u daar bij helpen. Telefonisch of middels een persoonlijk bezoek. Uitvaartsparen Laat nabestaanden niet voor verrassingen komen te staan, regel dat uw uitvaart financieel gedekt is. Dit kan middels een uitvaartverzekering, maar het is ook mogelijk om een depositospaarrekening bij Ad Patres te openen waarmee u specifiek voor uw uitvaart kunt sparen.
Vanuit een intiem herenhuis in het Statenkwartier verzorgt Ad Patres uitvaartondernemingen exclusieve uitvaarten in stijl. Van wat u serveert tot aan de muzikale wensen, wij zorgen ervoor dat de uitvaart geheel volgens uw wensen verloopt.
Ik wil graag vrijblijvend:
Gebeld worden voor informatie Informatie toegestuurd krijgen Een wensencodicil aanvragen Een afspraak maken
Voorletters: Achternaam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: E-mail: Stuur deze coupon in een gesloten envelop zonder postzegel naar: Ad Patres uitvaartondernemingen, Antwoordnr. 891, 2501 WK Den Haag
Voor meer informatie of overlijdensmeldingen bel 070 355 64 27 of mail
[email protected]
9
opinie<
Vrijdag 30 mei 2014 > Den Haag Centraal
Nekslag voor de jazz in Den Haag Door Bert Jansma
Er zijn momenten dat je geneigd bent te denken dat er in Den Haag sprake is van een samenzwering tegen de jazz. Erop gericht om de jazz met pek en veren de stad uit te jagen. Althans, dat gevoel bekroop me bij de recente cultuuradviezen aan de gemeente om de drie enige aanvragers op jazzgebied voor projectsubsidies niet te honoreren. Geen geld meer voor Prospero, niet voor Pro Jazz, niet voor Jazz in de Gracht. ‘Niet zinvol hierin te investeren’, zegt dat advies. Bij mij kwam de diepe teleurstelling weer terug die ik had toen Jazz in Pepijn verdween, toen het geld voor de Stichting Jazz in Den Haag verdampte, en vooral toen het North Sea Jazz Festival naar Rotterdam vertrok. Handen af van de jazz. En dat in een stad met een conservatorium met een jazzafdeling van internationale standing. Perplex ben ik. En boos. Ooit gold Den Haag als ‘jazzstad’. De gemeente en de afdeling Den Haag Promotie koketteerden met dat predicaat dat inmiddels verfrommeld en aangevreten is en straks dus helemaal de prullenbak in kan. Niet zo lang geleden schreef de gemeente toen het over jazzsubsidie ging, nog schaamteloos dat we voor de grote jazz maar naar Rotterdam moesten. En dat de jazz in de kroegen een vorm van ‘gezonde concurrentie’ was. Gezond? Nee, bittere noodzaak. Vaak voor honoraria die de kosten van een maaltijd ternauwernood dekken. Eén centraal jazzpodium heeft Den Haag niet. Structurele jazzsubsidie niet of nauwelijks. Veel wat er landelijk op jazzgebied wordt geproduceerd, gaat aan Den Haag voorbij. Jaloers kijk je naar tourneelijsten van groepen die wel in plaatsen spelen die heel wat kleiner zijn dan Den Haag. Keuzes ‘Er is weinig jazzaanbod in Den Haag’, staat er in het advies over Prospero dat ‘een van de weinige nog resterende aanbieders’ wordt genoemd. En dat moet er dan ook mee ophouden? Hoe zit dat dan? Veel van de keuzes van Prospero zijn ‘in deze tijd niet relevant’, zegt het rapport. Terwijl Prospe-
Geen geld meer voor jazz, ook niet voor New Cool Collective.>Foto: Maarten van der Kamp
ro nota bene met beperkte middelen een podium (in Beelden aan Zee, Kurhaus,Chizone, Institute of Social Studies, op bijzondere plekken in de stad) probeert te zijn waar juist jazz wordt binnengehaald die hier anders niet aan bod komt. Ik noem uit het recente verleden een concert van de prachtige Italiaanse pianist Enrico Pieranunzi met bassist Jasper Somsen. Of, nog geen week geleden, het concert van het jazzstrijkkwartet Zapp4 samen met gitarist Anton Goudsmit en cymbalist Jan Rokyta.
Nooit hier te zien geweest. Internationale klasse. En wat betekent in hemelsnaam ‘relevant in deze tijd’? Wat is relevant? Kennis maken met mooie en interessante muziek toch? Dat kan neobop zijn, ‘cross-over’, experiment. Alles. En wat is er mis als je (bij Prospero) Peter Beets in topvorm hoort met die ijzersterke Amerikaanse zangeres Deborah Brown. Zo relevant dat er heel wat conservatoriumstudenten in de Glazen Zaal zaten te genieten. Deze regels willen geen oratio pro
domo zijn, omdat ik toevallig een rolletje speel bij Prospero. Het gaat mij om het jazzaanbod in Den Haag. Met dat ene – mooie – concertje als van Larry Goldings en Peter Bernstein in de zwaar gesubsidieerde Dr Anton Philipszaal red je het niet. En wat Pro Jazz betreft, dat is als organisatie nét bezig. Na gesprekken met de gemeente werd er besloten hechter samen te werken met Prospero. Men was er al doende meerdere podia en subsidieloze aanbieders van jazz samen aan tafel te krijgen. Terecht. Maar nee dus,
zelfs die nieuwe ontwikkeling wordt met één nekslag geveld. Als niet de jazz, maar wel die adviezen gehonoreerd worden, mag Den Haag zich schamen. Ik zou weleens willen weten wie er in die beoordelingscommissie zitten. Weet men er echt iets van jazz en deze mooie stad? Bert Jansma is medewerker van Den Haag Centraal voor onder meer theater en jazz en maakt deel uit van het bestuur van diverse organisaties op dat gebied, waaronder Prospero Jazz.
De markt gaat doen wat de politiek (nog) niet kan Ir. R. Strijland reageert op het voornemen van de partijen in de gemeenteraad die onderhandelen over de collegevorming om voor het nieuwe Spuiforum een competitie uit te schrijven waarin de uiteindelijke opdracht ontwerp, bouw en beheer van het theatercomplex zal omvatten. Dat is een uitstekend idee van het nog te formeren college van B&W om een marktcompetitie te houden over het Spuiforum. Niet alleen krijg je dan zekerheid over plan plus prijs en opleverdatum, je lost er ook politieke problemen mee op. Bovendien maakt het in de stad een zakelijke creativiteit los die verre reminiscenties oproept aan de aloude stadhuiscompetitie van bijna dertig jaar geleden. Laten we eens zakelijk naar Den Haag en zijn cultuurgebouwen kijken: 1. Het Danstheater is internationaal actief en is erkend, draait goed, het gebouw functioneert goed voor zowel
kunstenaars als bezoekers maar behoeft nieuwe installaties: met 5 miljoen euro investering ben je er wel. 2. Het Koninklijk Conservatorium: prima gebouw, sterke internationale positie, eigenlijk een tijdloze architectuur die niet verslijt en prima past op die plek: gewoon laten staan en het parket eens een keer laten opschuren en een update plegen van installaties die tot lagere energielasten moet leiden. Ook hier weer is een paar miljoen investering voldoende om binnen bestaande financiële kaders door te exploiteren: dat idee van destijds wethouder Noordanus om het af te breken en te verplaatsen is euforische flauwekul geweest zoals wel meer plannen van Noordanus (Vestia and all that jazz). Het is op dit punt natuurlijk dat marktpartijen kunnen laten zien wat voor winst je kunt halen door dit gebouw te laten staan en de politiek haar draai kan laten maken. 3. Strandtheater: De Nieuwe Marathon: voor miljoenen staat er nu een theater aan het strand en dat moet er
minstens 30 jaar in exploitatie blijven om die investering ook maar enigszins te laten renderen. Binnen de totale tender wordt de exploitatie van dit gebouw natuurlijk een forse negatieve post. Wel denk ik dat er een voor de culturele positie van Den Haag merkwaardige, maar gezien zijn strandligging bijzondere zaal is ontstaan die prima uitgangspunten biedt voor de invulling van het Norfolkterrein: toeval is nu eenmaal een wezenlijk bestanddeel van de stedenbouw. Voor de exploitatie zou ik eens gaan praten met de exploitant van La Cantina: die kent zijn publiek en weet van de potentie van de plek. Met name de hippe jeugd, altijd weer op zoek naar nieuwe plekken, lijkt me een enthousiaste gebruiker worden van dit fantastische gebouw. 4. World Forum: destijds voor 1 euro verkocht aan die goochemerd van TCN, Rudy Stroink, maar daarvan zijn de meeste BV’s inmiddels failliet. In welke boedel zit World Forum eigenlijk, van wie is die zaal en hoe loopt de exploitatie? Ik dacht dat er een gemeentelijk terugkooprecht was afge-
sproken in geval van faillissement. Wel is duidelijk dat zo mogelijk in de komende cultuurtender dit gebouw en zijn exploitatie moeten worden meegenomen. Al was het maar om die Rotterdammers op termijn North Sea Jazz weer afhandig te kunnen maken. En de recente nucleaire top heeft aangetoond dat Den Haag in zijn huidige internationale positie een groot zalencomplex nodig heeft. 5. Koninklijke Schouwburg, Diligentia en ’t Paard: prima verbouwd in de afgelopen decennia, niks aan doen, wellicht nog eens kijken naar energielasten. 6. Philipszaal en Justitietoren: dit wordt natuurlijk de puzzel en het spektakel: schuif de Music City Hall in of boven op de laagbouw van dit ministerieblok: het Spuiplein wordt groter, de te verbouwen Justitietoren komt dus aan dit grote Spuiplein te staan, samen met stadhuis, hotel, Danstheater, Filmhuis en Nieuwe Kerk. Het Spuiplein zelf uitvoeren met gewone straatsteen zoals overal in Den Haag. Die hardstenen tegels
zijn niet allen technisch (versplintering) maar ook qua uitstraling een overspannen chique keuze geweest van, dacht ik, ook alweer Noordanus. Tjsa... In de herontwikkeling van deze ministerietoren schuilen de marktopgave en de nieuwe stedenbouwkundige potentie van de centrumontwikkeling van Den Haag. Kortom, een mooie tender met nog wat lastige begrenzingen maar waar een veel lagere kostenstructuur uit zal voortkomen voor de Haagse cultuursector. Ir. Rene Strijland Projectontwikkelaar en voormalig stedenbouwkundige van de gemeente Den Haag
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
10>interview Vilan
De veiling
Als u dit leest, is de kijkdag voorbij maar de veiling nog niet. Heeft u interesse voor een leuk souvenir aan de wereldtop in het Haagse, dan kunt u tot 15.50 uur op vrijdag 6 juni bieden. Ophalen en betalen met pin of maximaal duizend euro cash. Dat laatste is natuurlijk omdat Buitenlandse Zaken denkt dat dit de gelegenheid bij uitstek is om geld wit te wassen. Ja ja. Natuurlijk. Er is een website met een onmogelijk adres om te onthouden. Even googlen, dus. Dan kunt u de verbijsterend lange kavellijst bekijken. Talloze prullenbakken, fauteuils, sofa’s en meer van dat spul. De vergadertafel die aangekocht zal worden door iemand die niets is maar iets wil worden. Want Obama! Merkel! Wereldleiders! “En nou bij ons, hè”, en dan even trots aaien over die tafel. “We hoeven er geen winst op te maken”, liet Buitenlandse Zaken ons weten. Dat is mooi. Laat ons dan ook even de kostprijs van dit alles weten, zodat wij correct zijn voorgelicht. Dat maakt bieden ook leuker. Want nu ziet alles er tamelijk winstgevend uit. Zo’n lelijke pedaalemmer in kantoorkleur, feitelijk een tweedehandsje, die is in de stad toch goedkoper, en dan heb je nog een kans op klantenservice. Desalniettemin heb ik de hele lijst met brandende nieuwsgierigheid bekeken. Het is net de Privé, maar dan met terugwerkende kracht. Dus dáár zaten ze op, wat een enorme hoeveelheid wegzakstoelen en fluisterbankjes, het lijkt wel een verzameling interieurstukken uit een modern bordeel. Ook zijn er nogal wat exemplaren van iets dat een ‘deligatiedesk’ heet te zijn, daar zaten de mindere goden dan aan. De kogelronde, groene grasmatjes kan ik niet zo goed plaatsen wat de functie ervan betreft, terwijl dat voor 65 euro toch wel zou mogen. Tot slot noem ik de foeilijke designvazen vanaf 55 euro per stuk. Maar ’t is bieden, hè, dus zoiets kan oplopen en voor het ministerie zomaar winstgevend worden. Los daarvan vormen de afbeeldingen een droevig stemmende collectie. Zelden heb ik zo’n verzameling aan wansmaak bij elkaar gezien. Daar kan geen fotomoment voor ‘De Nachtwacht’ tegenop. Lelijke spullen brengen lelijke dingen in mensen naar boven. Onverschilligheid, van het type wat-maakt-hetook-uit. Grofheid, omdat als er één vaas stuk valt, er toch duizend van dezelfde soort staan te wachten. Met Ming ben je vanzelf voorzichtig. Met een orchidee ook. Tenminste, als je een beetje mens bent. En dát was toch hopelijk het geval, met die wereldtop? Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 30 mei 2014
Ontwikkelings- en onderwijspsycholoog Caroline Karssen
‘Kind mag geen pop zijn waarvan de aardigheid af is’ ‘Mevrouw, mag ik bij u wonen?’, verhalen uit de praktijk van de jeugdbescherming, door ontwikkelings- en onderwijspsycholoog Caroline Karssen biedt inzicht in het complexe werk van jongerenhulpverleners. Op basis van een twee jaar lang bijgehouden dagboek geeft de gedragswetenschapper bij de afdeling jeugdbescherming van Bureau Jeugdzorg Haaglanden een genuanceerd beeld van de (geanonimiseerde) cliënten en cases van Bureau Jeugdzorg. Van de discussies met haar collega’s, de dilemma’s en de succesvolle en minder succesvolle beslissingen.
Door Vera de Jonckheere Het boek ‘Mevrouw, mag ik bij u wonen?’ leidt tot positieve aandacht in de media en talrijke uitnodigingen om lezingen te geven. Bedreigingen horen helaas bij haar loopbaan; over haar privé-omstandigheden blijft zij derhalve liever summier. Caroline Karssen (37) woont niet in Den Haag, waar zij voor haar werk dagelijks aan de Neherkade verkeert. Ze heeft zelf kinderen, is christelijk opgevoed en verwierf dankzij haar onderwijsmoeder spelenderwijs een diepe belangstelling voor de ontwikkeling van het kind. “Net als mijn moeder heb ik de drijfveer ieder kind op zijn eigen wijze gelukkig te laten zijn. Ik kan en weet lang niet alles. Maar door cliënten voortdurend vragen te blijven stellen over het hoe, waarom en de culturele achtergrond van hun opvoedgedrag, kom ik veel te weten”. Al achttien jaar werkt zij in de hulpverlening, waarvan twaalf jaar bij Bureau Jeugdzorg en iets meer dan tien jaar bij de afdeling jeugdbescherming. Zij studeerde kinder- en jeugdpsychologie. “Afgestudeerd op de ontwikkeling van pubers in adoptie, maar ik maak meer gebruik van mijn specialisaties seksueel misbruik en alcoholgebruik onder jongeren”. Gevraagd naar haar motivatie begint ze enigszins besmuikt te lachen en naar woorden te zoeken. “Tja, dat is niet in eerste instantie een nobele. Als hulpverlener zou ik nu moeten antwoorden dat ik mensen wilde helpen, maar ik was nieuwsgierig naar hun drijfveren en hoe ze tot bepaalde beslissingen komen. Het functioneren van de mens in het algemeen, en de ontwikkeling van het kind in het bijzonder”. Dat nieuwsgierige is van groot belang voor haar werk waarin zij de meest verschillende gezinssituaties en ontwikkelingsmogelijkheden tegenkomt. ‘Hoe werkt het
bij u thuis?’ is de centrale vraag, en hoe gedetailleerder het beeld hierbij, hoe adequater de aangedragen oplossingen. Jeugdwet Als uitvloeisel van de decentraliseringsoperatie treedt op 1 januari 2015 de nieuwe Jeugdwet in werking; jeugdzorginstellingen behoren voortaan tot de directe verantwoordelijkheid van gemeenten. Bezuiniging vormt vanzelfsprekend een belangrijke achtergrond, maar deze verandering beoogt tevens een oplossing te bieden voor de versnippering in de jeugdzorg. Punt van kritiek vormt dat er in het huidig bestel gezinnen zijn waar meer dan tien hulpverleners over de vloer komen. Karssen waagt niet zich aan een uitspraak over de implicaties van de nieuwe Jeugdwet. “We wachten met spanning af, er heerst veel onduidelijkheid. Ik ben voorstander van het ‘één gezin, één
Pleegzorg komt gezinnen tekort, zowel voor langdurige plaatsingen als voor weekendopvang. Ook is er behoefte aan zogeheten maatjes
plan’-principe, maar tegelijkertijd realiseer ik me dat niet ieder gezin zich hiertoe leent. Met de term ‘gezin’ wordt veelal het traditionele kerngezin bedoeld, terwijl onze gezinnen niet altijd meer uit één kern bestaan. Denk aan de moeder met zeven kinderen van vijf vaders die op drie verschillende plekken wonen. Wanneer kinderen bij één moeder en/of vader wonen, vergemakkelijkt dat onze rol, maar qua hulpverlening kun je gezinnen niet in een keurslijf duwen. We leveren nu zo veel mogelijk maatwerk en hopen dat na 1 januari 2015 nog meer te kunnen doen. Als hulpverlener moeten wij ons hoeden voor het opleggen van onze eigen normen en waarden aan de uiteenlopende gezinnen waarmee we te maken krijgen. Over voedingspatronen, alcohol, drugsgebruik, seksualiteit, partnerkeuze schrijft iedere cultuur weer iets anders voor. Wij blijven altijd vragen. Wat is uw gedachte erachter? Wat wilt u overdragen op uw kind, wat niet? Staat u open voor alternatieven?” Belangrijk is goed in beeld te krijgen wat echt nodig is en hoe een gezin – in welke vorm dan ook – het best te helpen valt. Daarbij vormt de universele behoefte van ieder kind haar uitgangspunt. Genoeg te eten, voldoende slaap, schoolbezoek. “Welke vorm van onderwijs, welke opvoeding of wat voor eten de ouder een kind voorschotelt, is niet aan ons”. Ze aarzelt even. “Dat wil niet zeggen dat we niet oordelen, wij zijn ook maar mensen, maar we mogen het niet vertalen in ons handelen als hulpverlener. Tenzij het kind slechts één keer per dag of alleen maar frikadellen te eten krijgt, of de ‘pedagogische tik’ ontaardt in slaan met een riem. Dan grijpen we in”. Schrijnend Den Haag herbergt meer dan 150 nationaliteiten met alle talen, cultuurverschillen, religies en levensovertuigingen van dien.
>Foto: Piet Gispen
“Af en toe is het buitengewoon complex. We krijgen het kind soms nog voor de geboorte binnen en volgen het totdat het achttien is, met alle daarbij behorende problematiek van de ouders”. Drank, drugs, financiële en persoonlijkheids- en scheidingsproblemen zijn vaak terugkerende onderwerpen, die ingewikkelder raken als ze zich voor een deel in het buitenland afspelen. Kinderen die met vakantie vertrekken en niet meer terugkeren. “Soms heb ik aan het einde van de dag toeterende oren, maar het maakt mijn werk juist interessant. Los van je eigen cultuur en gebruikelijke logica meedenken in de specifieke problematiek, waardoor dingen die voor ons ogenschijnlijk onbestaanbaar zijn toch tot de mogelijkheden behoren”. ‘Mevrouw, mag ik bij u wonen’ behandelt verschillende van die ‘onbestaanbare’ cases. Voor ‘Carmelita’ komt het adjectief schrijnend wellicht het meest in de buurt. Een 13-jarig meisje dat zwanger is van haar tweede kind en het niet opnieuw wil afstaan zoals met het eerste kindje gebeurde. Karssen beschrijft het brede, inderdaad doorsnee logica-overschrijdende overleg dat met alle betrokkenen en diverse hulpverleners en advocaten plaatsvindt om tot de minst schrijnende oplossing te komen. Zij benadrukt dat haar cliënten zich
11
interview<
Vrijdag 30 mei 2014 > Den Haag Centraal
‘Er wordt vaak gesproken over de universele moederkindband die nooit ophoudt te bestaan. Daarvan is vanuit de moeder niet altijd sprake’
zowel bevinden in het huis met oprit als in flats en kamers. “Echt niet alleen arme, ook vermogende gezinnen lopen tegen zaken aan die hen bij ons doen belanden. Pas hoorde ik nog van een jurist dat de meeste vechtscheidingen zich juist voordoen bij hoogopgeleiden die het geld hebben om elkaar de tent uit te vechten”. Kennisachterstand Onder kinder- en jeugdpsychiaters heerst bezorgdheid of gemeenten voldoende doordrongen zijn van de ernst van de situaties die Jeugdzorg te behandelen krijgt. Karssen ervaart het als positief dat zij – mede naar aanleiding van haar boek – veel vragen krijgt van gemeenteraadsleden en burgemeesters. “Er is een hausse aan uitnodigingen voor overleg, waarbij politici en bestuurders aangeven niet voldoende te weten. Gemeenten nemen graag een kijkje achter de schermen om hun kennisachterstand in te lopen. In het algemeen raad ik hen aan contact te zoeken met het Bureau Jeugdzorg in de eigen gemeente”. Nederland heeft vijftien Bureaus Jeugdzorg met diverse kantoren in de regio, zodat er altijd een in de buurt is. Dat blijkt hard nodig. “Er wordt vaak gesproken over de universele moeder-kindband die nooit ophoudt te bestaan. Daar-
van is vanuit de moeder niet altijd sprake. Er zijn moeders die het oké vinden als het kind eenmaal weg is en evenmin naar een bezoekregeling talen”. Bij sommige moeders bekruipt Karssen het gevoel dat ze geen kind kregen, maar een pop waarvan na een paar jaar de aardigheid af is. “Andersom blijft, denk ik, ieder kind die band wél ervaren, al is het maar vanuit boosheid of het gevoel van afwijzing”. Ze komt ouders tegen die zo druk zijn met overleven dat ze niet aan hun kinderen toekomen, maar ook maakt ze ouders en kinderen mee die alles op alles zetten om bij elkaar te blijven. “Wat soms heel zorgelijke, maar ook indrukwekkende oplossingen met zich meebrengt”. Jeugdzorg is wettelijk verplicht alles in het werk te stellen om de rol van de ouder voor het kind te waarborgen en zo veel mogelijk thuis te proberen. “De rechter spreekt ons daarop aan. Maar er doen zich uithuisplaatsingen voor waarbij het kind echt niet meer terug kan, bij voorbeeld bij verslaving van de moeder of een zo gewelddadige vader dat het leven van het kind gevaar loopt”. Het werk loopt vaak in avonden en weekends door. Ruim de helft van haar tijd is voor gesprekken met kinderen (circa zeventien per week), ouders, hulpverleners
en bezoeken aan instellingen en rechtbanken. Achter haar bureau zit Caroline Karssen 30 tot 50 procent van haar tijd te registreren, te lezen en rapporten door te werken en daarnaast is zij veel tijd kwijt aan ‘soms chagrijnig makend bureaucratisch gedoe’. Tranen Haar boek behandelt geen grote mediazaken, de gruwelijke excessen die het Haagse bureau ook meemaakt. “Nee, dat kan niet”. Ze herhaalt het een paar keer hoofdschuddend. Natuurlijk vloeien er wel eens tranen bij haar en bij haar collega’s. Op het moment dat haar het bericht bereikt over de zelfmoord van een 14-jarige jongen die altijd had gezwegen over de vermoede thuisproblematiek. Het team van Jeugdzorg stond met lege handen, had niets kunnen uitrichten. Zij noemt het: “Tranen van persoonlijke frustratie en verdriet. Verdomme, hij is er tussendoor geglipt”. Op dergelijke momenten heeft zij het zwaar. “In ons vak blijft dat aspect, naast de regelmatige dreiging en geweld waarmee we te maken krijgen, onderbelicht. Voor traumatisering van agenten en brandweermannen bestaat intussen aandacht, maar voor de gezinsvoogden en hulpverleners achter de gezinnen die de voorpagina halen zijn we nog niet zover”.
Toch zijn het niet altijd de excessen die haar het zwaarst vallen. De meeste hoofdbrekens kost haar het al of niet uit huis plaatsen van een kind. “Bij de rechter een machtiging tot uithuisplaatsing aanvragen is een heel groot middel. Zodra ik dat besef zou kwijtraken, weet ik dat ik een andere baan moet zoeken”. Een uithuisplaatsing wordt voor maximaal één jaar verleend – er moet het nodige aan de hand zijn wil de rechter dat verlengen. De beslissing en de daaraan voorafgaande beraadslagingen worden door Bureau Jeugdzorg nauwkeurig gedocumenteerd. “Regelmatig komen ooit uit huis geplaatste kinderen op hun dertigste terug om hun dossier in te zien en ons te bevragen over de achtergrond ervan”. Maatjes Gezinnen die het beter hebben getroffen, kunnen een hoop bijdragen aan een beter leefklimaat voor jongeren in de knel. “Pleegzorg komt gezinnen tekort, zowel voor langdurige plaatsingen als voor weekendopvang. Ook is er behoefte aan zogeheten maatjes. Mensen die meegaan naar het voetbalveld, een dansvoorstelling of kinderen met enige regelmaat voorlezen, helpen bij het huiswerk of mee uit nemen naar strand, bioscoop of bibliotheek”. Zij adviseert allereerst goed na te
denken over de aard van de bijdrage, materieel of anderszins. Op de website van pleeg- en jeugdzorg zijn hulpinitiatieven te vinden. Het lijkt haar ontzettend lastig om een kind weer los te moeten laten. “Dat bewonder ik in pleeggezinnen die in staat zijn kinderen tijdelijk te ondersteunen, allerlei vaardigheden mee te geven en ze vervolgens weer te laten terugkeren naar de eigen ouder(s)”. Als het woord talentontwikkeling valt, begint Karssen te stralen. Dát is wat haar werk zo waardevol en leuk maakt: kinderen vooruithelpen en gezinssituaties daadwerkelijk verbeteren. “Ik maak cliënten mee die met de juiste ondersteuning een verrassend mooi pad bewandelen. Ouders die weer sterker gemaakt worden waardoor ook hun kinderen in de lift geraken. Een moeder met vijf kinderen onder de vijf jaar blijkt met behulp van enige verandering in de randvoorwaarden van haar bestaan heel goed in staat haar kinderen op te voeden. Fantastisch. Kinderen die met behulp van fondsen op een sport of naar een muziekschool kunnen en onwijs goed blijken te kunnen voetballen of reuze muzikaal zijn. Of je ziet ze in een pleeggezin qua schoolniveau geweldige stappen zetten”. De niet-gestelde vraag ‘hoe houd je het vol? is beantwoord. “Mijn directe collega doet dit werk al 35 jaar met plezier. En stagiaire Charlotte uit het boek die zich aan het begin van haar stage afvroeg of ze zou kunnen omgaan met de hoeveelheid informatie en de ernst van het leed dat we tegenkomen, keerde na voltooiing van haar stage terug. Zij werkt hier nu ook”.
Wat
Adressen & Informatie Van Lanschot Bankiers Harry Schoots Directeur Private Banking Den Haag & Wassenaar
[email protected] tel.: 070 361 16 52 fax: 070 361 16 73 mobiel: +31 [0]6 53 73 85 03 Lange Voorhout 30 - 32 2514 EE Den Haag
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
ScheerSanders advocaten ScheerSanders Advocaten Nassauplein 36 2585 ED 's-Gravenhage Tel: 070-3659933
[email protected] www.scheer.nl
Werkgeversservicepunt Den Haag Rob de Rooij (06) 52 02 6277
[email protected] www.werkgeversservicepuntdenhaag.nl Binckhorstlaan 119 2516 BA Den Haag 070 752 77 50
[email protected]
EY trotse sponsor van de KNHB EY is sinds vorig jaar trotse sponsor van de KNHB en ondersteunt daarmee onder andere de verdere professionalisering van het coachvak. Wil Flikweert, partner bij EY, onderstreept het belang van sport en vitaliteit voor het presteren op het werk en neemt ons mee in de manieren waarop EY zich met deze thema’s bezighoudt.
Accountancy is topsport! Talent ontwikkelen, maximaal presteren en ambities waarmaken. Wie weet beter dan de coach hoe je het beste uit jezelf haalt? Daarom omarmt EY niet alleen de sporters, maar juist ook de coaches. In 2013 zijn zij official sponsor geworden van de KNHB. Wil Flikweert: “Je zult het misschien niet direct zeggen, maar accountancy is ook topsport! Hoge prestatiedruk met veel deadlines in een dynamische omgeving waar regelgeving voortdurend verandert. Daarom zijn we een goede partner voor sportbonden om coaches te helpen hun kwaliteiten te verbeteren op bijvoorbeeld het gebied van high performance.” Ook voor klanten heeft EY het Top Performer Program opgericht om topbestuurders te coachen in het leveren van topprestaties middels een verbetering op het gebied van gezondheid en vitaliteit. Building a Better Working World De sportsponsoring betekent meer dan alleen naamsbekendheid voor EY. Ook intern staat sport en vitaliteit
hoog op de agenda onder het motto ‘Building a Better Working World’. Flikweert: “Het is belangrijker dan ooit om fit te zijn om de job goed uit te kunnen voeren; fitte werknemers presteren beter. Onze medewerkers worden dan ook flink aangemoedigd om actief aan sport te blijven doen. We hebben daarom bijvoorbeeld een programma ‘Fit4theJob’. Wist u dat een fitte samenleving al snel 1 miljard oplevert door minder ziekteverzuim? Maar sport en bewegen met collega’s levert méér op: het is aantrekkelijk voor toekomstige werknemers en zorgt voor een betere sfeer op de werkvloer!”
Aanval vs verdediging Het is de teamsport en de sympathie daaromheen dat EY met name aanspreekt. “Veel van onze werknemers beoefenen een teamsport zoals hockey of voetbal en zijn actief bij verenigingen. Opvallend is daarbij de vergelijking tussen de functies die men heeft bij EY en de posities die zij hebben in het veld. We zien bijvoorbeeld dat accountants vaak een verdedigende rol hebben, terwijl de fiscalisten en juristen vaak in de aanvalsposities staan! Zo zie je dat sport toch ook weer vaak samenhangt met iemands persoonlijkheid en welke rol hij/zij aanneemt in teamverband,” aldus Flikweert. EY, partner in sports Door de langdurige relaties van EY met
Wil Flikweert, Partner EY.
de sportwereld heeft zij veel persoonlijke contacten opgebouwd. Via deze weg wil EY daarom de topsporters die dit jaar gaan voor de wereldtitel een warm hart toedragen. Flikweert: “We
hopen dat iedereen de sporters deze zomer net zo aanmoedigt als wij dat doen en hen helpt naar het pakken van de wereldtitels. Volg ons via @EYcoach op Twitter om op de hoogte te blijven!”
Beleggers gaan globaliseren Mijn collega’s van Van Lanschot België wijzen er soms fijntjes op dat de ‘roots’ van de Van Lanschot-familie in België liggen. Antwerpen, om precies te zijn. In de meestal geanimeerde discussies die daarop volgen, komen we dan al snel bij de Lage Landen terecht. De Vlaamse collega’s leggen dan uit dat Wallonië ook voor hén vaak als ‘buitenland’ aanvoelt. Ze zijn meer vertrouwd met hun noordelijke buurland, dan met het zuidelijke deel van hun eigen land. Op allerlei vlak vinden belangrijke uitwisselingen plaats tussen onze twee landen. Zowel economisch, politiek, cultureel als sportief. Zo is Marc Lammers, sinds hij de hockeysport ook op de Belgische kaart zette, stilaan een BB: een Bekende Belg.
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
Economisch en politiek kan je het jammer vinden dat beide landen in 1830 uit elkaar gingen. De laatste decennia is de wereld immers aan sneltreinvaart geglobaliseerd. Om in dergelijke wereld voldoende ‘soortelijk gewicht’ te hebben, is schaalgrootte niet onbelangrijk. Dit is trouwens een belangrijke motivatie om het Europese project blijvend ter harte te
nemen. Maar ook binnen dat ene Europa wegen grotere lidstaten toch nog nét iets meer door in de besluitvorming. Opnieuw schaalgrootte als sleutelfactor dus. Ook beleggers zijn in de loop der jaren steeds verder gaan globaliseren. Neem aandelen. Hoeveel beleggers hadden in de jaren zeventig of tachtig posities in groeilanden? Meestal beperkte de regionale spreiding zich tot de VS en Europa. Met voor dat laatste dan nog een zeer sterk Nederlands accent. Op zich is dat begrijpelijk. Onbekend maakt voor een stukje onbemind. Kranten besteden nu eenmaal meer aandacht aan ‘onze’ bedrijven dan aan de gemiddelde onderneming elders.
Harry Schoots, directeur private banking Van Lanschot Den Haag & Wassenaar.
Toch kan de gepercipieerde veiligheid van een nationaal geconcentreerde portefeuille vals blijken. Op de keper beschouwd zondigt een té sterke geografische concentratie immers tegen dé belangrijkste beleggingsregel: spreiding. Vandaar dat het beleggingsproces bij Van Lanschot én wereldwijd spreidt, én die regio’s breed definieert. Zo heeft het wegens de globalisering
méér zin om een algemeen zicht te hebben op de Europese economie dan op de specifieke gang van zaken in land x, y of z. Bovendien is economie en beleggen geen exacte wetenschap. Voorspellen is en blijft moeilijk, zeker als het de toekomst betreft… Hoe verder je afdaalt tot op detailniveau, hoe groter de onzekerheid. De kans dat een globale inschatting voor een groter geheel de goede richting uitgaat, is dan ook groter dan de kans op een degelijke punctuele schatting voor een kleinere entiteit. Realisme voor wat we als economen en beleggers kunnen voorzien, hoedt ons voor onverantwoorde risico’s. Die nadruk op ‘de grotere lijnen’ blijkt bovendien lonend. Zo is de grote portefeuilleverdeling, de zogenaamde asset allocatie, uiteindelijk doorslaggevend voor het behaalde rendement op de langere termijn. Om de vergelijking met sport te maken: het zijn de structuur en samenhang van de ploeg die de uiteindelijke doorslag geven. Misschien niet elke individuele wedstrijd, maar wél voor het globale resultaat aan het eind van een lange competitie.
beweegt
Drukte op en buiten de velden Sportliefhebbers kunnen deze zomer hun hart weer ophalen. In de maanden mei, juni en juli vinden onder andere plaats het tennistoernooi Wimbledon, het wereldkampioenschap voetbal en natuurlijk in ons eigen land het wereldkampioenschap hockey. Het is te hopen dat Nederland op alle toernooien (weer) hoge ogen gooit. Het vertrouwen is er in elk geval. Dat vertrouwen ontbreekt vaak bij scheidende partners; tussen hen overheerst wantrouwen, woede en verdriet. Juist door die gevoelens staan partijen strijdend tegenover elkaar en wint de emotie het vaak van de ratio. Naast advocaat ben ik tevens mediator. Mediation is een vorm van conflictbemiddeling waarbij een onafhankelijke bemiddelaar samen met partijen op zoek gaat naar een oplossing. Juist in mediations wordt ruimte gegeven aan scheidende echtelieden om het wantrouwen, het verdriet en de woede uit te spreken en begrip te kweken. Daarnaast is mediation een uitermate geschikt instrument om de communicatie tussen partijen weer te normaliseren. De laatste paar jaren merk ik dat de hoeveelheid mediations terugloopt. Dit is niet alleen in mijn prak-
tijk het geval maar is een landelijke trend. Mijns inziens wordt de terugloop (voor een groot deel) veroorzaakt door de economische crisis. Deze crisis zet de verhoudingen (ook bij de vermogenden) tussen partijen in echtscheiding op scherp. Bij een procedure op tegenspraak worden de spreekwoordelijke “hakken in het zand gezet” en wordt het begrip of in elk geval de communicatie tussen partijen niet verbeterd. De verhoudingen verstarren en partijen proberen elkaar helaas soms letterlijk financieel kapot te maken. Ik geef een illustratieve casus uit de praktijk. Man en vrouw gaan scheiden. Ieder wendt zich tot een eigen advocaat. Ondanks pogingen om te komen tot afspraken dient de vrouw van de ene op de andere dag een verzoekschrift in, waarin zij verzoekt om een tijdelijke (voor de duur van de echtscheidingsprocedure) partneralimentatie. Vaststaat dat de vrouw behoefte heeft aan een partneralimentatie. De man heeft een goede baan en dito inkomen. Zijn inkomen bestaat uit een vast deel en een variabel deel (bonus) waarvan de hoogte afhankelijk is van zijn presteren en dat van zijn werkgever. De bonus wordt jaarlijks in twee delen
redelijk omdat enerzijds de bonussen zijn uitbetaald toen partijen nog samenwoonden en een gemeenschappelijke financiële huishouding voerden en thans grotendeels zijn geconsumeerd en anderzijds omdat de (nog aanwezige) bonus ter zake de verdeling van de gemeenschap bij helfte moet worden verdeeld.
Francesco van der Linden, advocaat en partner ScheerSanders advocaten.
uitbetaald, te weten in februari en december. In april vindt de behandeling bij de rechtbank plaats. Vol-
gens de vrouw dient de volledige bonus in aanmerking te worden genomen. Volgens de man is dat niet
De rechtbank Breda oordeelde dat met de volledige bonus rekening dient te worden gehouden en dat in de bodemprocedure maar moet worden beslist over de verdeling. Deze uitspraak heeft tot gevolg dat de man een alimentatie moet voldoen die hij feitelijk niet kan betalen. De man komt in betalingsnood. Omdat bij de vaststelling van de alimentatie rekening is gehouden met het feit dat de man de hypotheekrente van de echtelijke woning blijft voldoen, voelt hij zowel de hete adem van de bank als van de vrouw in zijn nek. Er is nog geprobeerd om tot een oplossing te komen maar de vrouw wil de man financieel kapot maken. Inmiddels is een wijzigingsverzoek ingediend bij de rechtbank. Daarnaast heb ik eenzelfde procedure bij de Rechtbank Lelystad lopen. Wellicht dat ik u in een volgende column de uitkomst kan laten weten.
DPM | Groep leidt oudere jongeren op tot gedreven servicemedewerkers
Vijftig plussers zijn ook bij WK Hockey goud waard... Al 15 jaar ontzorgt DPM | Groep culturele instellingen. De organisatie, die voornamelijk facilitair georiënteerd is, leidt onder meer beveiligings- en servicemedewerkers op die vervolgens aan het werk gaan. Het betreffen hier veelal langdurig werklozen die door het Werkgevers Servicepunt Den Haag geleverd worden. “Stuk voor stuk gemotiveerde mensen die dolgraag aan de slag willen”, aldus directeur Karin van Belle. De werkzaamheden kwamen in een stroomversnelling toen oprichter Henk Douna voor de Vermeertentoonstelling in het Mauritshuis beveiligers moest leveren. De enorme toestroom van bezoekers vergde goede medewerkers die dit konden begeleiden. “Wij wierven de kandidaten via (toen nog) de Werkbij en leidden hen hier op tot beveiliger”, vertelt Karin. “Een samenwerking die tot op de dag van vandaag uitstekend verloopt, zij het nu in de vorm van WSP Den Haag. Door de ontwikkelingen in de culturele sector is er de afgelopen tijd wel het een en ander veranderd en de vraag naar servicemedewerkers is toegenomen. De servicemedewerkers zijn in meerdere functies inzetbaar. Ze nemen daarbij vooral de rol van gastheerschap op
eens vergeten terwijl hun kennis, kunde en levenservaring heel waardevol zijn. En dat is precies waarom wij gekozen hebben om juist deze doelgroep op te gaan leiden tot servicemedewerker.” In maart is DPM met de eerste groep van start gegaan. “Hiervoor hebben we het WSP Den Haag ingeschakeld. We waren op zoek naar enthousiaste 50-plussers die graag met mensen werken, servicegericht zijn en bereid nét dat beetje extra te doen. Het team van Erick Zandbergen van WSP heeft dat perfect opgepakt en een selectie gemaakt van negen kandidaten. Iedereen die de opleiding goed heeft afgerond en geschikt is gebleken voor de functie, is bovendien verzekerd van een baan.”
Karin van Belle (DPM Groep) en Erick Zandbergen (WSP Den Haag) >Foto: Rob Schippers
zich. Hospitality staat hierbij centraal, al moeten de servicemedewerkers natuurlijk ook hun ogen en oren goed open houden en in staat zijn hulp te verlenen wanneer nodig.” Maatschappelijk betrokken
Onlangs is DPM een speciaal trainingstraject gestart voor 50-plussers. “Iedereen is altijd met jongeren bezig, terwijl er een hele grote groep ervaren mensen thuis zit die dolgraag aan de slag wil”, vervolgt Karin. “Helaas worden 50-plussers nog wel-
Helpende hand Een van die kandidaten is Fred Vermeulen. Nadat hij 44 jaar lang gewerkt heeft als onder meer kapper, verkoper op braderieën en pakketbezorger, zit hij sinds juli thuis. “Door de crisis had ik steeds minder te doen en in juli was het helemaal klaar”, zegt Fred. “Ik wilde graag weer aan het werk en toen het WSP me vroeg voor de opleiding tot servicemedewerker, twijfelde ik geen moment. Het voelde meteen goed. Ik ben ge-
wend met klanten om te gaan en als servicemedewerker krijg je veel met mensen te maken’’. De opleiding is bijna afgerond en Fred doet nu werkervaring op als huismeester in het bedrijfsverzamelgebouw waar DPM is gehuisvest. “Ik voel me hier als een vis in het water en het sluit perfect aan op hetgeen ik geleerd heb. Zo ontvang ik mensen, verwijs hen door en bied een helpende hand. Ook een kapot lampje vervangen of een kopietje maken horen daarbij. Maar dat maakt het werk alleen maar leuk en afwisselend.” Goud in handen Ook de andere kandidaten gaan binnenkort aan de slag. “Niet alleen bij culturele instellingen”, eindigt Karin. “Een aantal van hen wordt straks ook ingezet bij het WK Hockey. Zo ook Fred. Het is de bedoeling dat zij de toeschouwers van het sportevenement met open armen ontvangen, naar hun plaatsen begeleiden en daar waar nodig ondersteuning bieden.” Dankzij de nauwe samenwerking tussen WSP Den Haag en DPM hebben werkgevers met deze 50-plussers ‘goud’ in handen. En hopelijk kunnen we dat aan het einde van het WK ook over onze Nederlandse hockeysterren zeggen...
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 30 mei 2014
Indische jongens vlogen boven Den Haag meer teruggekeerd. Het is niet bekend hoe hij is overleden”. Webb was leider van een knokploeg in de Hofstad waarvan meer Indische jongens deel uitmaakten. Zijn boezemvriend Rudi Jansz bijvoorbeeld, vader van Doe Maar-muzikant Ernst Jansz. “Dankzij Ernst heb ik een foto van Rutger Webb gekregen. Er was helemaal niks van hem te vinden. Sowieso krijg ik de meeste foto’s van familieleden. De meeste mensen vinden het echt geweldig wat ik doe. Kleinkinderen vragen mij of ik meer weet over hun opa. En in sommige gevallen weet ik ook echt meer van de familie dan zijzelf. Dat is heel bijzonder en ik krijg er door mijn onderzoek overal nieuwe familie bij”.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonden er in Nederland tienduizenden mensen uit Indië. Velen van hen zaten in het verzet. Herman Keppy doet onderzoek naar deze verzetshelden en maakte een tentoonstelling over het Indische verzet in Den Haag. Door Alexandra Sweers
“Wanneer ik vraag: wist u dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog Indische jongens boven Den Haag vlogen? Wist u dat er Molukkers in Buchenwald zaten? Dan kijken ze me aan alsof ze water zien branden”. Herman Keppy, onderzoeksjournalist en Indië-specialist, vertelt over zijn laatste project: een onderzoek naar Indische verzetshelden in Den Haag en de tentoonstelling hierover op de Tong Tong Fair. Zijn verhaal gaat over ‘stoere, donkere boys’ die naar Engeland gingen om met de geallieerden mee te vechten, Indische families die Joden lieten onderduiken en andere Indo’s en totoks (Nederlanders die in Indië zijn geboren of wonen) die hielpen met het verbergen van wapens. Keppy, gezien zijn Molukse achtergrond een opvallend lange verschijning van twee meter, legt zijn fascinatie over het onderwerp uit. “Ik ben opgegroeid in Amsterdam met een Nederlandse moeder en een Nederlandse opa en oma. Mijn opa vertelde me verhalen over verzetshelden in de oorlog, maar die verhalen gingen altijd over blanke mensen. Totdat ik op het verhaal stuitte van de KNILkapitein Eddy Latuperisa uit de Frederik Hendriklaan, een Molukker die op de Leusderheide is gefusilleerd. Ik heb zijn dochter getraceerd en daarna mijn eerste verhaal opgetekend over Indische verzetshelden uit Den Haag. Daarna ontdekte ik er veel meer. Soldaat van Oranje Erik Hazelhoff Roelfzema is bijvoorbeeld geboren in Soerabaja. Zijn maatje, in de film gespeeld door Jeroen Krabbé, is geboren op Sumatra. Het zou om honderden Indische verzetshelden kunnen gaan in Nederland. Zo’n 900 Nederlanders vlogen tijdens de oorlog voor de RAF (Royal Air Force, Britse luchtmacht, red.), van wie er 209 in Nederlands-Indië geboren zijn. Een uur geleden wist ik nog van 45 Indische verzetshelden in Den Haag, inmiddels ben ik achter nog één gekomen en tel ik er nu 46. Geweldig toch?!” Sporters Keppy vervolgt met het verhaal van de Molukse Donald Poetiray en zijn Indische kameraad Albert Sprée,
Albert Sprée die in Ravensbrück is omgekomen.> Foto: atletiekhistorici.nl
twee bekende sporters bij de atletiekvereniging Vlug en Lenig in Den Haag. Zij proberen naar Engeland te vluchten via Zwitserland om zich aan te sluiten bij de geallieerden. Albert zal Zwitserland nooit bereiken en komt terecht in kamp Ravensbrück, waar hij zal overlijden. Poetiray wordt tegelijkertijd met Sprée opgepakt en komt in Buchenwald terecht. Hij zal het kamp wel overleven. “Deze verhalen beginnen vaak met een naam en een paar details die ik krijg”, zegt de onderzoeker. “Ik probeer dan zo veel mogelijk de mensen zelf te spreken, als dat nog kan. Zoals Engelandvaarder Cor Spook, die ik in Canada opzocht. Spook vocht in de Fahrenheitstraat tegen NSB’ers en vluchtte uiteindelijk ook via Zwitserland naar Engeland. In het geval van Donald Poetiray heb ik zijn zus van inmiddels 87 gesproken. De verhalen die mensen mij vertellen check ik onder meer bij het Nationaal archief, het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, red.) en bij de Oorlogsgravenstichting”. Soms herinneren mensen zich de geschiedenis anders dan hoe het in de archieven staat, weet Keppy inmiddels. Zo bestaan er papieren over de verzetsman Rawindro Noto Soeroto waarin staat dat hij in Amsterdam is opgepakt. “Maar zijn broer vertelde mij dat hij op de Koninginnegracht in Den Haag van zijn bed is gelicht en
naar Duitsland is vervoerd. In dit geval geloof ik echt dat het in Den Haag is gebeurd aan de hand van alle details die zijn broer wist. Maar soms kun je het exacte verhaal niet meer
nagaan. Zoals bij de Indische Rutger Webb; hij werd opgepakt voor een overval op het distributiekantoor in de Copernicusstraat. Hij is naar Kamp Vught gedeporteerd en nooit
Groningen), een piepklein meiske met een reuzentechniek bij wie je Chopin-momenten en Bach-lijnen hoort en die ook (al was dat niet al te vaak) in de swingstream van de jazz terechtkwam. Ik had de eer om met collega Ken Vos van het Leidsch Dagblad persjury te zijn en onze prijs ging naar een Hagenaar, althans een Oostenrijkse student hier, Felician Erlenburg. Ik had hem niet eerder gehoord en stond perplex van de rijpe
benadering waarmee hij klassieke jazzstukken (een eigen stuk op de akkoorden van ‘Cherokee’, Thelonious Monks ‘Pannonica’) neerzette. Fraai van toon, origineel van voordracht. Je hoorde dat hij vaak naar Lester Young had geluisterd, soms hoorde je hem als een Johnny Hodges naar een noot glijden, maar nooit imitaties, altijd binnen die eigen benadering. Erlenburg is hier bezig aan z’n ‘master’, maar haalde z’n ‘bachelor’ bij het befaamde Berklee College in Boston plus een diploma op het conservatorium van Parijs. Bij die Leidse Jazz Awards was nog zo’n talent te horen, maar buiten mededinging, als begeleider van zangeres Vera Naus. Zij: een serieuze bijnachansonnière, met songs en teksten als gedichten en grote nadruk op de gevoelsoverdracht. Hij: Sebastiaan
van Bavel, kind van twee pianisten, Rob van Bavel en Anna Ellis de Jong. Ik hoorde hem voor het eerst in het jeugdorkest dat zijn moeder leidde op Gigs for Kids op het North Sea Jazz Festival in Den Haag. Hij zal toen een jaar of tien geweest zijn. Inmiddels won hij in 2008 al het Prinses Christina Concours voor jazzpiano en een paar jaar later datzelfde concours ook (!) voor klassiek. Kortgeleden kwam zijn eerste cd uit op het Haagse OAP-label van drummer Barry Olthof, ‘As the journey begins’. Acht intrigerende jazzstukken waarin introspectie en een sterk gevoel voor muzikaal drama samengaan (Vera Naus zingt op één stuk mee). In Den Haag vindt op 31 mei ‘Cutting edge’ plaats. Zie elders in deze krant. Jazzcafé De Kikker valt op 30 mei op met een ‘Catalan Reunion’. Want
Frits en Cor Spook (tegenwoordig ‘Spoke’ gespeld). Drie van de vier gebroeders Spook lukte het vanuit Den Haag Engeland te bereiken. >Foto: Persoonlijk archief Herman Keppy.
Corrigeren Hoewel Keppy de verhalen achter een aantal namen nu kent, is er ook nog veel onbekend. “Ik wil van zo veel mogelijk verzetshelden uit Indië de verhalen optekenen en zo het onderzoek afronden met een boek en een nationale tentoonstelling. Ik hoop dat er mensen naar de tentoonstelling op de Tong Tong Fair komen die mij meer kunnen vertellen of mij kunnen corrigeren. De geschiedenis van de Engelandvaarders is wel goed te vinden, want die werden bij aankomst geïnterviewd en dat is goed gedocumenteerd. Maar van veel mensen is het toch een raadsel wat er precies is gebeurd”. De tijd dringt bovendien, vindt Keppy. “De generatie die erbij was en het kan navertellen, verdwijnt langzamerhand. Bovendien zijn er veel families van verzetshelden die helemaal van niets weten”. Hun verhaal moet echt verteld worden, want er is volgens Keppy té weinig aandacht voor het Indische verzet. “Er is bijvoorbeeld geen enkel monument in Den Haag dat herinnert aan de grote inbreng van de Indische gemeenschap aan het verzet. In de Reinkenstraat woonde de Indische verpleegster Mies Walbeehm die 24 Joden in haar huis verborg. Er is wel een herdenkingsplaat te vinden in de straat, maar haar naam is nergens terug te lezen. Dat is toch ongelooflijk? Het zijn helden en die moet je eren. Maar tegelijkertijd: je kunt ze pas eren als je ze kent. En daar probeer ik verandering in te brengen”. De tentoonstelling ‘Indisch Den Haag in Verzet, de helden van ’40-’45’ is te zien van 29 mei t/m 9 juni op het Cultuurpaviljoen van de Tong Tong Fair (Malieveld). Herman Keppy geeft lezingen over dit onderwerp op 29 mei en 4 juni in het Tong Tong Theater en op 6 juni in het Haags Historisch Museum.
jazz
Erlenburg, Van Bavel jr., Miles en ‘Catalan Reunion’ Zes finalisten waren er zondag in Muziekhuis Qbus aan de Uiterstegracht in Leiden voor de Leidse Jazz Awards. Jonge studenten van de Nederlandse conservatoria. Ze bewezen nog eens dat er niet één jazzrichting is en dat vernieuwing een loos woord is, omdat iedereen toch steeds op eigen harmonische, melodische of emotionele manier zijn weg zoekt. Winnares werd de Koreaanse pianiste Yoonmi Choi (studente in
er studeren nogal wat muzikale Catalanen in Nederland. Altist Furmi Gomez doet dat alhier en haalde er landgenoten-in-jazz voor uit Amsterdam. Een dag later staat hij in Murphy’s Law met Furmi’s Sextet. Met vier (!) saxofonisten, onder wie één Nederlander: tenorist Casper van Wijk. In de Regentenkamer op 5 juni een optreden van de VitoBrothers, de formatie van Michael Varekamp en toetsenist Wiboud Burkens met het programma ‘Miles!’, waarin zij beelden van beroemde films (uiteraard ook ‘L’ascenseur pour l’échafaud’) combineren met jazz. Vrijdag 6 juni aldaar een In Memoriam-concert door vrienden en collega’s van Dim Kesber die precies een jaar geleden overleed. Denise Jannah is te gast. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 30 mei 2014 > Den Haag Centraal
‘Foute’ kunstenaars tijdens de oorlog
Bedachtzaam boek over de Kultuurkamer
I
Door Sjoerd van Faassen
n een toespraak op 29 mei 1940 deed rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart de als geruststellend bedoelde mededeling dat de Duitsers geen vreemde cultuur aan Nederland wilden opleggen. Maar al kort daarna werd onder zijn leiding het culturele leven in Nederland gereorganiseerd. Eind november 1940 werd het vooroorlogse Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen vervangen door twee nieuwe: het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming (OWC) en dat van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK). Dat laatste departement was gevormd naar analogie van Joseph Goebbels’ Reichministerium für Volksaufklärung und Propaganda. Onder leiding van de secretaris-generaal van het DVK, de NSB-er Tobi Goedewaagen, werd tijdens de oorlog de hele kunstsector onder de duim gehouden en werd geprobeerd die in nationaal-socialistische richting te sturen. De beide nieuw gevormde departementen overlapten elkaar op sommige plekken. Zo vielen de musea onder het OWC, maar was voor exposities in diezelfde musea toestemming van het DVK vereist. Gildes Om greep te krijgen op het kunstleven richtte het DVK in 1941 de Nederlandsche Kultuurkamer op, ook al weer naar Duits voorbeeld. De Kultuurkamer was onderverdeeld in gildes, waarbij alle beeldende kunstenaars, schrijvers, toneelspelers en dergelijke zich moesten aansluiten. Joodse kunstenaars waren uiteraard van lidmaatschap uitgesloten. De afdeling Beeldende Kunsten en Bouwkunst van DVK stond onder leiding van Ed. Gerdes, die enthousiast de nieuwe cultuurpolitiek steunde. Hij was ook een drijvende kracht achter de arisering van de kunsthandel, die tijdens de bezetting een stormachtige ontwikkeling doormaakte, vooral doordat veel particulier kunstbezit op de markt kwam door achterlating of inbeslagname. Gerdes streed tegen abstracte, dus ontaarde kunst, maar was anderzijds een liefhebber van het in Duitsland wel als ontaard afgewezen werk van Van Gogh, die in Gerdes’ ogen ‘eerlijk was tot de bezetenheid toe’. Gerdes zag echter ook wel het gevaar van ‘Germanenkitsch’: ‘Indien men heden den typischen Nederlander alleen maar uitbeeldt als een blonden held met wapperende lokken en
Pyke Koch. 'Zelfportret met zwarte band', 1937.>Illustratie uit boek
valkenblik en den Nederlandschen boer als een stoeren Germaan vol van de diepe wijsheid zijner vade-
Ingezonden mededeling
RecoRd
€30 m per gra d) ou g jn fi (basis
Goudprijs! Verkoop het nu
ik wil uw goud
U ontvangt direct de hoogste contantprijs voor sieraden, heel of kapot, munten, goudbaren, tandengoud, zilver, guldens, rijksdaalders, bestek, broodmanden, diamant, briljant en horloges: Cartier, Rolex, Breitling, Omega enz.
potma Edelmetaal Papestraat 28 - 2513AW den Haag
25
Al jAAR een veRtRouWd AdRes Zoek u zilve w tel. 070-3636666 di. t/m za. 11.00 - 17.00 uur r! €500 www.potma-edelmetaal.nl per k ilo
ren, zoo spreekt men onwaarheid en produceert ‘Germanenkitsch” ’. Poort Het lijkt of hij hier een beschrijving geeft van het beroemde schilderij ‘De nieuwe mensch’ uit 1934 van Henri van de Velde, een halfblote mansfiguur – inderdaad met wapperende, blonde lokken – die de poort naar een betere wereld openbreekt. Het schilderij, dat tegenwoordig tot de collectie van het Rijksmuseum behoort, heeft nog niet zo heel lang geleden op een tentoonstelling in het Gemeentemuseum gehangen. Met terugkijkend verbaas je je erover dat dit schilderij niet onmiddellijk als ideologisch beladen werk werd gezien. Het werd zelfs in 1939 nog tentoongesteld in de galerie van de joodse kunsthandelaar Carel van Lier, die met Van de Velde’s zuster getrouwd was. Claartje Wesseling, die een boeiende studie geschreven heeft over kunstenaars die van harte lid waren geworden van de Kultuurkamer, wijdt een heel hoofdstuk aan Van de Velde. Na
een hoofdstuk waarin ze ingaat op de geschiedenis van de Kultuurkamer en de verschillende reacties van schilders en de veel strijdbaardere beeldhouwers, volgt een hoofdstuk over collaborerende kunstenaars en de houding van de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae, die zonder al te veel morele bezwaren coöpereerde met de bezetter. De argumenten daarvoor waren dat Arti anders zijn gezag zou kwijtraken en niet langer als gesprekspartner zou kunnen fungeren. Naast Van de Velde krijgen de schilder Pyke Koch en de beeldhouwer Johan Polet Wesselinks volle aandacht. Het zijn genuanceerde stukken, die de ontwikkeling van de kunstenaars in de jaren dertig en tijdens de oorlog onpartijdig behandelen, zonder dat Wesselink er nu in slaagt te achterhalen hoe die kunstenaars tot hun politieke keuze kwamen. Ideologische, materiële of opportunistische overwegingen speelden een rol. Wesseling signaleert bij veel kunstenaars de naïeve opvatting dat kunst en politiek gescheiden terreinen zijn. De ontwik-
keling van Pyke Koch van fascist in de jaren dertig, via actief nationaal-socialist aan het begin van de oorlog, tot een onthechte houding ten opzichte van politiek gewoel, laat in mijn ogen zien dat dit een wel heel rooskleurige voorstelling van zaken is. Het slotgedeelte van haar boek gaat over de naoorlogse zuivering van de foute kunstenaars. Dat de tand des tijds meedogenloos is geweest voor het werk van Henri van de Velde valt te begrijpen, maar Wesselink stelt terecht de vraag hoe het komt dat iemand als Pyke Koch zich kon herstellen van zijn faux pas, maar een beeldhouwer als Johan Polet volstrekt vergeten raakte. Elk hoofdstuk krijgt van Wesseling een slotbeschouwing, waarin zij haar bevindingen samenvat en in een breder kader plaatst. Het geeft haar boek een aangename ritmiek. Als geheel is haar boek er een dat veel stof tot overdenking geeft. Claartje Wesselink, ‘Kunstenaars van de Kultuurkamer. Geschiedenis en herkenning’. Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam, 419 blz., ISBN 978 90 351 4061 5, € 24,95
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 30 mei 2014
Tournee Mauritshuis: ruim 2,2 miljoen bezoekers
Cd De Règâhs ode aan muziekstad
De reizende tentoonstelling van het Mauritshuis, die deze week is afgesloten, heeft ruim 2,2 miljoen bezoekers getrokken. Tijdens de verbouwing van het Haagse museum is een hoogwaardige selectie van topstukken, waaronder publiekslieveling ‘Meisje met de parel’, op reis geweest naar Japan, Amerika en Italië. De expositie in het Tokyo Metropolitan Art Museum werd wereldwijd uitgeroepen tot de best bezochte tentoonstelling van 2012. Meer dan 750.000 bezoekers zagen de meesterwerken van Rembrandt, Steen, Hals en Rubens en uiteraard het schilderij ‘Meisje met de parel’. Ook de expositie in het Japanse Kobe City Museum deed het goed met zo’n 425.000 bezoekers.
De Règâhs live in het Paard. > Foto: Hessel Waalewijn
Door Kim Andriessen
Een ode brengen aan muziekstad Den Haag. Dat is wat de Haagse flamingogroep De Règâhs wilde met zijn nieuwste cd. Het album heet dan ook symbolisch ‘Règâh Love’ en laat volgens frontman Johan Frauenfelder, ‘SingâhSongRègâh’ van de band, zowel de “platte als de serieuze kant van de stad” horen. Het verhaal van De Règâhs begon ongeveer acht jaar geleden in de toenmalige vestiging van muziekwinkel Plato in de Schoolstraat. De Règâhs hadden net een demo opgenomen en met het singletje ‘Adios Amigo’ onder de arm stapte Frauenfelder de bekende platenzaak binnen. Weldra klonk de muziek van de nieuwbakken band door de winkel. De reacties waren unaniem enthousiast. En zo is het balletje gaan rollen. Door ‘Giel!’
en ‘De Wereld Draait Door’ kregen De Règâhs zelfs landelijke bekendheid. Wereldberoemd In de jaren die volgden groeide de status van de band en inmiddels is het trio wereldberoemd in Den Haag. Met een “absurde mix van platte Haagse humor, professionele flamingo en popmuziek” verwierf de band een cultstatus in de ‘règâioh’. Een status waardoor De Règâhs zich verplicht voelden een ode te brengen aan Den Haag. Want, Règâh Love refereert niet alleen aan de hit van de Golden Earring, het verwijst ook naar de liefde van de groep voor de muziek uit de stad. Op Règâh Love gieten De Règâhs twaalf Haagse klassiekers in een flamingojasje. Maar dan wel in plat Haags, natuurlijk. Het spanningsveld tussen humor en serieus is op het zesde stu-
dioalbum van de band weer goed geladen. Professionele flamingo begeleidt teksten als ‘Ze heeft een grote pot, ik ga met haar trouwen. Want ze is verzot op biertjes brouwen’ (uit ‘Ik Zie Lèkwit’, een bewerking van ‘She Likes Weeds’) en ‘Venus had een goddelijk lijf. Op en top een lekker wijf’ (uit ‘Venus’). De zinnen staan bol van de platte Haagse humor, maar worden vergezeld van gecompliceerde flamingomelodieën. De virtuositeit waarmee de band deze melodieën kan spelen, in combinatie met de hilarische, typisch Haagse teksten maken van Règâh Love een spannend en intrigerend album. Chauvinisme Ook live staat de spanningsboog tussen serieuze muziek en platte humor strak gespannen. Op vrijdag 23 mei werd in een goed gevuld Paard van Tro-
Museum voor Communicatie wint European Design Award De expositie XXS Dutch Design van het Museum voor Communicatie heeft een zilveren European Design Award gewonnen in de categorie tentoonstellingontwerp. Trapped in Suburbia maakte het ontwerp voor de tentoonstelling waar postzegelontwerpen te zien zijn van kunstenaars en ontwerpers als Rineke Dijkstra, Piet Paris en Anton Corbijn. De tentoonstelling loopt nog tot en met 7 september.
Ingezonden mededeling
De Koninklijke Schouwburg is op zoek naar:
Hoofd Financiën (32 uur per week) m/v
Voor meer informatie over deze vacature kunt u onze website bezoeken; www.ks.nl
je Règâh Love gepresenteerd. Het was een avond waarop het Haagse chauvinisme hoogtij vierde. Zo werd het nummer ‘Lelijk’ opdragen aan alle meisjes van buiten de Haagse regio, ontving de beste bassist ter wereld – Rinus Gerritsen van de Golden Earring – officieel het eerste exemplaar van de nieuwe cd en zong bijna het voltallige publiek mee met het ook op Règâh Love gecoverde ‘Oh Oh Den Haag’. Tegenover al deze kwinkslagen staan het klassieke Spaanse flamingospel en een ingetogen ode aan Anouk (‘Ik hou mijn mond, mijn show is over. Na Anouk klinkt alles pover’). Deze afsluitende track van het album is een eenzaam rustpunt op een verder swingend album. Kortom, ‘Règâh Love’ van De Règâhs is een lekkere, chauvinistische, Haagse cd overgoten met een delicieuze flamingosaus.
Een van de illustraties uit Extaze 10 van de Haagse kunstenaar Diederik Gerlach.
Extaze nr. 10 in Pulchri Studio Het tiende nummer van het Haagse literaire tijdschrift Extaze zal in zijn geheel gewijd zijn aan sport en zomer. Het door Cor Gout geredigeerde blad wordt donderdag 5 juni door hem gepresenteerd (aanvang 20.00 uur) in Pulchri Studio. Filosoof Marc van den Bossche belicht het wielrennen, dichter Arjan Duinker neemt cricket voor zijn rekening en sporthistoricus Theo Bollerman gaat in op de relatie tussen tennis en de danspassen van Nijinksi. Arjan Hageman (piano), Peter Bos (gitaar) en Alexander Broekhoven (zang) leveren een muzikale bijdrage. Schrijfster Annette van ’t Hull, onlangs bekroond met de Nieuw Proza Prijs Venlo 2014, brengt een kort verhaal ten gehore.
17
sport<
Vrijdag 30 mei 2014 > Den Haag Centraal
HVV zet met promotie punt achter de terugval:
‘De Leeuw van Wassenaar brulde zoals hij nog nooit had gebruld’ Toen HVV afgelopen zondag de felbegeerde promotie naar de tweede klasse vierde, werd er een punt gezet achter de terugval van de afgelopen jaren. Ook was het precies honderd jaar geleden dat ‘De Groote Haagsche’ het tiende en laatste landskampioenschap behaalde. Door Martin van Zaanen
Ajax? Feyenoord? PSV? Vergeet het: HVV was de eerste topclub van Nederland. Alleen: het laatste landskampioenschap dat De Groote Haagsche behaalde, was alweer in seizoen 1913-1914. Omdat dit de tiende titel was, mag het eerste elftal, net als Ajax, Feyenoord en PSV, een ster op het shirt dragen. En dat doet het dan ook met trots. Een van de hoogtepunten uit die jaargang was trouwens dat Ajax met 3-1 en 6-0 werd verslagen en de Amsterdammers degradeerden. In tijdschrift De Sport stond: ‘De Leeuw van Wassenaar brulde zoals hij nog nooit had gebruld’. Het HVV dat op 31 mei 1914 na een 2-1 winst tegen Vitesse het tiende landskampioenschap behaalde, was een elftal met grote namen. Zoals daar waren: Jonkheer Constant Feith (acht interlands), de gebroeders Tonny (drie interlands) en Dé Kessler (21 interlands) en Miel Mundt (vier interlands), aanvoerder en waarachtig leider, naar wie niet voor niets de vo-
Het elftal dat HVV op 31 mei 1914 na een 2-1 winst tegen Vitesse het tiende landskampioenschap bezorgt. Staand van links naar rechts: Fred Warburton (trainer), Van Leyden, La Chapelle, Tonny Kessler en Feith. Knielend van links naar rechts: Launspach, Mundt (aanvoerder). Zittend van links naar rechts: Noorduyn, De Serière, Dé Kessler, Van den Berch van Heemstede en Kuntze. >Foto: Archief HVV
rig jaar in het leven geroepen vrijdagavondcompetitie werd vernoemd. Plus niet te vergeten de Engelse trainer Fred Warburton, opvolger van Fred Coles. Warburton (ook 21 maal bondscoach) trainde op De Diepput zowel de cricketers als de voetballers. Liefst 25 jaar vervulde hij deze functie en toen hij in 1937 vertrok van het
complex aan de Van Hogenhoucklaan, viel zowel hem als de club dat afscheid zeer zwaar. Sinds 2012 heeft Albert van der Dussen de leiding over de voetballers van HVV, maar met cricket houdt hij zich, in tegenstelling tot Warburton, niet bezig. Na twee opeenvolgende degradaties heeft hij de verdere neergang
van ‘De Kroonleeuwen’ nu een halt kunnen toeroepen. In de oer-Haagse derde klasse C werd het ontketende GSC EDSO afgelopen seizoen kampioen en promoveerde HVV afgelopen zondag via de nacompetitie. Dat deed het na een tweeluik tegen GLZ uit Rotterdam. HVV won ‘uit’ met 0-2 (doelpuntenmakers: Alex Youngman en Jaap Donker, tweemaal uit een corner van Max Kranendijk) en thuis met 2-1 (tweemaal Jaap Donker). De man die over deze twee duels drie keer wist te scoren, werd na afloop door de trainer aangehaald als typisch voor de kracht van HVV: “We trekken geen spelers van buitenaf aan en doen het puur met jongens uit onze eigen gelederen. Jaap Donker pikten we op uit een lager elftal en hij werd zelfs topscorer. Van nature een echte spits, komt hij tegenwoordig ook vanachter de spits of vanaf de linkerflank. Nadat hij qua fitheid bij de selectie had aangehaakt, weet hij ook vanaf die plekken het net te vinden. En opvallend: iedere keer zijn het belangrijke goals. Bijna alle jongens spelen hier al vanaf de F’jes. Tweede klasse is het niveau waarop we minimaal thuishoren”. HVV-cultuur Vooraf was het zelfvertrouwen groot geweest, want op de een of andere manier heeft De Groote Haagsche iets met nacompetities en beslis-
singswedstrijden. Het heeft de afgelopen kwart eeuw zelfs de gewoonte opgebouwd niet hogerop te raken via kampioenschappen, maar alleen via barrages. In 1990 werd met deze traditie een begin gemaakt door onder leiding van Frank Bijloos vanuit de HVB te promoveren. Vanaf de HVB ging het langzaam omhoog: van de vierde naar uiteindelijk de eerste klasse. En daarna, ook via beslissingswedstrijden, terug naar de derde klasse. Nu die klasse weer is ontstegen, is het slotwoord voor aanvoerder Jaap Akerboom: “Na onze twee mooie promoties in 2007 en 2009 kenden we met HVV 1 de afgelopen jaren op sportief gebied een mindere tijd. Maar dat is inherent aan het beleid van de club om zo veel mogelijk met zelf opgeleide jongens in de selectie te voetballen. Dit maakt de spelersgroep van HVV herkenbaar voor de trouwe achterban en houdt de HVV-cultuur in stand”. “Wat ons betreft is dat belangrijker dan geforceerd en versneld naar een hoger niveau willen. Wat niet wegneemt dat we op een zo hoog mogelijk niveau willen uitkomen. Maar soms moet je één of twee stapjes terugdoen om er vervolgens weer een aantal vooruit te kunnen zetten”. Zelfs de grote Miel Mundt van het laatste landskampioenschap van een eeuw terug had het niet beter onder woorden kunnen brengen.
Heeft cricket bij kunstlicht de toekomst?
In wat was aangekondigd als de eerste cricketwedstrijd bij kunstlicht in Nederland, namen twee teams het afgelopen vrijdag tegen elkaar op bij VCC. Is dit de toekomst van de sport? Of zijn avondwedstrijden in Nederland onmogelijk? Door Klaas-Jan Droppert
‘Howzat!’ (verbastering voor ‘How is that’), schalt er over het tot cricketveld omgebouwde voetbalveld van Wilhelmus in Voorburg. De bowler wil van de scheidsrechter weten of zijn bal, als die niet door de batsman met het been zou zijn tegengehouden, het wicket zou hebben geraakt. In dat geval is de bats-
man alsnog uit. Maar de kreet ‘Howzat’ kan net zo goed worden gebruikt om naar de bevindingen van deze wedstrijd te vragen. In wat is aangekondigd als de eerste wedstrijd bij kunstlicht in de geschiedenis van het Nederlandse cricket, nemen de oud-internationals het op tegen een team uit de Haagse regio, met veel spelers van de organiserende Voorburg Cricket Club (VCC). Hoewel het balspel al sinds de jaren tachtig van de negentiende eeuw in Nederland wordt beoefend, vindt er pas bijna 150 jaar later de eerste wedstrijd plaats als de duisternis is ingetreden. “Nou, ik heb begrepen dat op De Diepput bij HCC al een keer eerder met kunstlicht is gespeeld”, zegt VCC-voorzitter Richard de
Lange. Hij denkt niet dat er binnenkort veel wedstrijden ‘s avonds gespeeld worden. “Het gebeurt wel met de Twenty20-competitie op vrijdagavond. Maar die is in juni als het langer licht is. Het grote probleem is de kwaliteit van de lichtinstallaties in Nederland. Je hebt echt stadionlampen nodig en die staan in een voetbal- of hockeystadion. Maar de afmetingen van die velden zijn weer te klein, want cricket heeft twee voetbalvelden nodig”. De oud-internationals (Baggy Orange) spelen, moeten ook nog even wennen aan het fenomeen. Als om 21.00 uur een kleine pauze wordt ingelast, vraagt een van hen: ‘Gaan we dan nu lunchen?’ Maar Lou Borrani, oud-speler van Her-
mes/DVS, ziet het wel zitten. “Dit kan de sport aantrekkelijker maken. Er wordt toch ook ’s avonds getraind? Speel je ‘s avonds, dan komt er misschien meer publiek op af. Maak het aantrekkelijk met een barretje erbij en serveer bitterballen”. Dat de bal minder zichtbaar is door de duisternis hoeft volgens Borrani geen probleem te zijn. “Speel je met een witte bal in plaats van een rode, dan is dat probleem opgelost. En... dat ik met nul runs weer naar de kant moest, kwam niet omdat ik de bal niet zag. Daar lagen andere oorzaken aan ten grondslag, haha”. Het Nederlandse cricket neemt door gebrek aan avondwedstrijden een heel aparte positie in de sportwereld in.
Bij voetbal, hockey, honkbal of tennis zijn lichtwedstrijden allang geen uitzondering meer. En internationaal wordt er ook regelmatig bij kunstlicht gespeeld. “Dat gebeurt in landen als India, Pakistan en Sri Lanka, want daar is het om 18.00 uur al donker”, zegt HBS’er Huib Visée. “Maar die wedstrijden worden in stadions met 50.000 fans gespeeld. Als je de ongelijkheid van avondwedstrijden kan opheffen, zodat de ploeg die nog bij daglicht kan batten niet in het voordeel is, dan is het een goed idee. Maar veel belangrijker is dat cricket meer op televisie komt". En zo blijft de door Baggy Orange met zeven runs verloren lichtwedstrijd voorlopig een eenmalige gebeurtenis.
Ingezonden mededeling
Rabobank Hockey World Cup
Alle wedstrijden LIVE op TV West
Volg alles via Omroep West: • al het nieuws en informatie rondom het WK: www.omroepwest.nl/hockey • ALLE wedstrijden LIVE bekijken: ALLEEN op TV West • Radio West LIVE vanaf het feestelijke Haags Hockey Plein
ALLEEN OP TV WEST ZIE JE ALLE WEDSTRIJDEN LIVE Win kaarten voor een topwedstrijd: like Omroep West op Facebook en volg @OmroepWest op Twitter
Ziggo
digitaal
30
18>Sport Chris
Louis en de journalistjes
Den Haag Centraal > Vrijdag 30 mei 2014
Klein Zwitserland voorkomt verder sportief verval Ooit de beste club van Europa, maar bijna niet goed genoeg voor het tweede niveau van Nederland. Hockeyclub Klein Zwitserland (HCKZ) voorkwam ternauwernood de degradatie naar de Eerste Klasse. Tot opluchting van coach Peter Kalfsterman. Door Klaas-Jan Droppert
Als je helemaal niets kunt, kun je altijd nog journalist worden. Blijkt dat je zelfs dat niet kunt, dan kun je misschien nog tot sportjournalist worden benoemd. En ben je binnen dat deel van de verslaggeving ook nog te dom om voor de duvel te dansen, dan kun je altijd nog worden ingezet als voetbaljournalist. Zo zal ongeveer de mening zijn van Louis van Gaal over al die mannekes die erop uit zijn hem driftige reacties te ontlokken, om die vervolgens via zo veel mogelijk media uit te serveren. Waarna we met z’n allen weer bevestigd krijgen wat voor een nare, horkerige en betweterige griezel hij is. Of, zoals Johan Derksen het regelmatig fijntjes formuleert, wat voor een volslagen idioot. Ach ja, de media. Ze hebben onze meningen stelselmatig een kant op gestuurd die elke objectiviteit ontbeert. In het politieke, culturele, sociaal-maatschappelijke en de jongste jaren ook milieugerelateerde domein zijn u en mij ongecontroleerde waarheden door de strot geduwd, waardoor we nu gebrainwasht over alles en iedereen menen een gefundeerd oordeel te kunnen vellen. Over voetbal kunnen we dat natuurlijk het allerbest. Iets simpelers bestaat namelijk niet. Twee teams van elf kortgebroekte mannen die tweemaal drie kwartier achter dezelfde bal aan lopen, meer is het niet. Het is dan ook logisch dat de verslaggeving van zo’n volkse bezigheid niet behoeft te worden gedaan door schrandere geesten. Niet voor niets zijn types als Bert Maalderink, Tom Egbers en de al even overbodige Jan Roelfs niet van de buis te branden. Ze representeren de vele omhoog gevallen voetbaljournalistjes die net zoveel verstand van profvoetbal hebben als een koe van klaverjassen. Ze begonnen hun carrière ooit als stukjesschrijver van wedstrijden in de vierde klas van de KNVB en hebben zich daarna niet meer verder ontwikkeld. En daar moet jij als bondscoach dan een serieus gesprek mee proberen te voeren, ik geef het u te doen. De professional en perfectionist Louis van Gaal heeft dan ook gelijk dat hij de media minacht en uitkaffert nadat ze hem de zoveelste onnozele vraag hebben gesteld. We gaan de komende Oranjetijd dus weer dagelijks genieten van verbale fricties langs de lijn en op persconferenties. Ik verheug me er nu al op. En het duurt tot en met zondag 13 juli wanneer we eindelijk eens een WK-finale zullen hebben gewonnen. Heerlijk! Chris Willemsen
Bij HCKZ hadden ze hun schouders opgehaald als de degradatie een feit was geworden. De club, die na moeilijke financiële jaren weer gezond is, is veel belangrijker dan het vlaggenschip. Maar voor coach Peter Kalfsterman waren de play-outs tegen EHMC, dat pas na shoot-outs aan de kant werd gezet, wel degelijk van belang. “Het is wel zo dat het bestuur heeft gezegd dat degradatie geen ramp is. Dat ziet ook wel onder welke omstandigheden het eerste team moest werken. Maar degradatie heeft wel degelijk gevolgen voor de selectie. Je verliest je aantrekkingskracht op spelers. Met ploegen als HDM, HGC, Hudito en Leiden zijn er dan zoveel alternatieven in de buurt om hoger te spelen, dat je eigenlijk niet kunt doorbouwen. Dus degradatie was wel degelijk een ramp”. Het was voor de coach een positieve afsluiting van een moeilijk jaar, want soms ziet de wereld er anders uit dan je je had voorgesteld. Toen Kalfsterman in maart vorig jaar als hoofdcoach bij HCKZ tekende, leefde hij in de veronderstelling dat zijn ploeg voor de play-offs in de Overgangsklasse kon meespelen. In werkelijkheid konden de Steenbokken ternauwernood degradatie voorkomen. “Ja, dat was wel even een andere situatie”, zegt hij. “Maar nadat ik getekend had, zijn er vier jongens naar een Hoofdklasseclub gegaan en studeert een aantal spelers in het buitenland. Ik hield nog maar drie spelers over! Daardoor hebben we in hoog tempo spelers uit Heren 2 en de A1 klaargestoomd voor het eerste. Toen wist ik wel dat het een moeilijk seizoen ging worden”. Het degradatiespook werd dan ook al vroeg op de Klatteweg gesignaleerd. “Voor de nieuwe spelers was het in het begin enorm aanpassen. De trainingsintensiteit ging omhoog en we spelen tegen fysiek sterkere teams. Het gros van de spelers is 18 of 19 jaar. Daarom
HCKZ-coach Peter Kalfsterman: ‘Drie of vier oudere spelers kunnen het verschil tussen onderin of bovenin in de Overgangsklasse bepalen’. >Foto:
was het niet zo vreemd dat we tegen klappen aanliepen”. Het jonge team van Kalfsterman, die ook al drie jaar Hoofd Opleidingen bij HCKZ is, kreeg de ene na de andere mokerslag te verduren. Vijf wedstrijden voor het einde gaf niemand meer een cent voor de kansen. Totdat in de laatste duels niet meer werd verloren en de laatste plaats werd verlaten. Dankzij die eindsprint kon HCKZ de laatste strohalm, de play-outs, grijpen. “De ommekeer is in de winterstop gekomen”, herinnert Kalfsterman zich. “Normaal neem je in die periode gas terug. Maar wij zijn blijven doorknallen om onze achterstand in te halen. Daarna heb ik het team echt gigantisch zien groeien. Ik heb hun voorgehouden dat we tegen de top vier kansloos zijn, maar van alle andere ploegen punten kunnen pakken. Dat is na de winterstop ook gebeurd”. Molensteen Het contrast met het imposante verleden is groot. Nog altijd is HCKZ een van de succesvolste clubs van Nederland. Tussen 1977 en 1984 waren de
Hagenaars onafgebroken landskampioen. In 1979 en 1981 won de club de Europa Cup 1. Namen als Ties Kruize, Ron en Tim Steens en Maarten van Grimbergen, van wie de meesten nog op het complex rondlopen, spreken tot de verbeelding. Drie decennia later is HCKZ ver verwijderd van die glorietijden. Het roemruchte bolwerk is geslecht. Dat moet als een molensteen om de club hangen. “Nee, dat is niet zo. Mijn spelers waren nog niet eens geboren toen HCKZ die successen behaalde. Ook de spelers van toen die hier nog rondlopen, praten daar niet over. Ze vertellen niet dat alles vroeger beter was. Juist niet, ze proberen het team te helpen. Dat afglijden van HCKZ leeft veel meer bij de buitenwereld. Natuurlijk word je daarmee geconfronteerd, dat ondervinden we bij elke wedstrijd. Er is geen enkele ploeg die niet gemotiveerd het veld opkomt. Dat is wel een erfenis uit het verleden”. Dat HCKZ naar de lagere regionen is afgezakt, heeft vooral met geld te maken. Nog altijd heeft het last van de nasleep van de financiële malaise van
2009, toen de club een liquiditeitstekort van zeven ton had. “De beste spelers komen niet naar HCKZ, omdat er niet meer wordt betaald. Momenteel is HCKZ weer een gezonde club, het gat is gedicht en we schrijven zwarte cijfers. Ik ben ervan overtuigd dat meer clubs tegen deze problemen zullen aanlopen. Laren is daarvan nu een goed voorbeeld, maar ik verwacht dat er meer clubs op het punt van omvallen komen te staan”. Met de grootste problemen achter de rug kan Kalfsterman naar de toekomst kijken. “Het voordeel van deze selectie is dat het gros zal blijven. Wat absoluut aan deze selectie moet worden toegevoegd is ervaring. Drie of vier oudere spelers kunnen het verschil tussen onderin of bovenin in de Overgangsklasse bepalen. Over Hoofdklasse moet je nu niet praten als je bijna naar de Eerste Klasse bent gedegradeerd. Nee, eerst bouwen. Een beetje zoals HDM heeft gedaan. Dat is al drie jaar met dezelfde groep bezig en met resultaat. Onze buren dienen eigenlijk als voorbeeld van welke weg HCKZ moet bewandelen”.
HDM nog niet klaar voor de Hoofdklasse HDM speelt komend seizoen alleen met het damesteam in de Hoofdklasse. De heren waren dicht bij promotie, maar moeten erkennen dat het huidige team nog te licht is voor een hoger niveau.
Topsport is vaak onrechtvaardig en zeker in de Overgangsklasse van het hockey. Er zijn weinig sporten waarbij de kampioen, ook op een lager niveau, niet direct promoveert. En dan kan een seizoen met slechts een nederlaag en een abonnement op de koppositie toch niet voldoende zijn. Het overkwam de Haagsche Delftsche Mix. De Hagenaars verloren alleen van concurrent Voordaan maar eindigden wel als eerste. Daardoor hadden de wit-blauwen twee kansen om de Hoofdklasse te bereiken. De eerste was tegen Push, de kampioen uit de andere Overgangsklasse. Die mogelijkheid ging in twee wedstrijden en na verlenging de mist in. “In
die serie waren wij de mindere”, erkent aanvoerder Koen Dickhoff. “Toen speelden we niet goed en dat had te maken met de spanning die er op deze jonge ploeg zat. Push heeft die serie terecht gewonnen”. Hoewel HDM nog een herkansing kreeg om te promoveren, leek het geloof bij de Hagenaars verdwenen. Veel spelers gaven hun ploeg tegen het veel sterker geachte Tilburg, de nummer elf van de Hoofdklasse, weinig kans. “Dat was de stemming direct na de nederlaag tegen Push, maar toen we twee dagen later bij elkaar kwamen, hoorde ik al heel andere geluiden. We zouden er volle bak voor gaan”. HDM hield zich aan die afspraak en maakte het Tilburg enorm moeilijk. Maar ook nu konden de Hagenaars er geen (derde) beslissingswedstrijd uit slepen. Nadat HDM thuis met shootouts had verloren, wonnen de Brabanders op eigen veld met 2-1. Dick-
hoff: “Vooraf had ik gedacht dat dit de moeilijkste route naar de Hoofdklasse zou worden, maar dat bleek niet het geval. Wij waren de betere ploeg, kregen genoeg strafcorners maar maken deze niet. Zij krijgen er één die wél raak gaat. Echt, we waren er zo dichtbij”. Onervaren Dat het HDM uiteindelijk niet lukte, ligt maar aan één ding: “We zijn nog te onervaren en daarom nog te licht voor de Hoofdklasse gebleken. Daarom overheerst bij mij niet de teleurstelling. Er is ook sprake van trots, want als je met zo’n jong team de play-offs haalt dan heb je het goed gedaan”. Drie jaar geleden koos HDM, na degradatie uit de Hoofdklasse, voor de eigen jeugd. Onder leiding van de wegens privéredenen vertrekkende coach Marcel van der Heijden werd uit de eigen gelederen een nieuw
team opgebouwd. Daarvoor krijgt HDM de complimenten uit de hockeywereld. Onder anderen HCKZcoach Peter Kalfsterman ziet de stadgenoot als lichtend voorbeeld. Dickhoff: “Die voorbeeldfunctie is iets om trots op te zijn. Samen met Push laten we zien dat je met eigen mensen ver kunt komen, dat je niet van heinde en verre spelers hoeft te halen. Het is goed voor het Nederlandse hockey dat dit nu zichtbaar wordt”. Het resultaat is dat Van der Heijden het team op de drempel van de Hoofdklasse heeft afgeleverd. “Daarom is het een kwestie van tijd voordat we wél promoveren. Volgend seizoen onder de nieuwe coach Nanco Jansonius, die van HBS komt, gaan we daaraan werken. Er komt vanuit de jeugd weer een aantal goede spelers aan en we krijgen steeds meer ervaring. Binnen een of twee jaar zitten we in de Hoofdklasse, daarvan ben ik echt overtuigd”.
<19
Vrijdag 30 mei 2014 > Den Haag Centraal
Wie heeft het groenste balkon of dakterras? Den Haag is behoorlijk versteend, met name in de binnenstad, zegt de fractievoorzitter van GroenLinks, Inge Vianen. De partij schrijft daarom – al voor het tweede jaar – een wedstrijd uit voor het groenste balkon, het groenste dakterras of de groenste gevel van Den Haag. De drie beste inzendingen winnen een plantenbon.
Hoe vergroot je nou de biodiversiteit met dat piepkleine balkonnetje van je? Gebruik vooral streekeigen planten en struiken op uw balkon. U levert de grootste bijdrage wanneer u bij het aanplanten rekening houdt met de
>Foto: PR
natuurlijke omstandigheden, zoals de grondsoort, de hoeveelheid zon en de overheersende windrichting. Die bepalen wat er van nature aan planten en dieren thuishoort op uw kleine buitenplekje. Als u voorkomt dat u vochtminnende planten in potten zet, of lavendelplanten op het noorden plant, werkt u met de natuur mee. En dat biedt een voordeel: de planten voelen zich thuis en zijn daardoor veel beter bestand tegen ziekten en plagen. Om nu ook vogels, bijen en insecten naar uw balkon te lokken, moet u ze voedsel, water, nest- en schuilgelegenheid bieden. Zet daarom naast veel bloeiende planten en besdragende struiken ook een drinkbak en een insectenhotel neer. Toptien van prima planten Het is belangrijk om een variatie aan planten te gebruiken op uw allergroenste balkon of daktuin, zodat er het hele jaar wat bloeit en er het hele seizoen vers stuifmeel verzameld kan worden door de hommels en de bijen. In het algemeen kan worden gezegd dat planten met de zogeheten gevulde bloemen ongeschikt zijn. Maar welke planten zijn dan wel geschikt? Hier volgt een toptien van goede bijenplanten voor de ‘nette’ cultuurtuin en een toptien die geschikt is voor een meer natuurlijke tuin. Veronica longifolia (lange ereprijs), Aruncus dioicus (geitenbaard), Hes-
Ui
Het gebeurde in februari. Na het gezamenlijke doen van wat boodschappen ruimt mijn echtgenoot de spullen op. De volgende dag schiet me iets te binnen: “Waar zijn die narcissen eigenlijk gebleven?”, vraag ik. “Narcissen? Ik heb geen bloemen gezien. Die zaten er niet bij”, is het antwoord. Op de toonbank laten liggen, opperen we gezamenlijk en daarmee is de kous af. Tot de volgende avond. Ik duik de ijskast in om iets voedzaams te gaan samenstellen en daar, in de krochten van de groentela, vind ik de groene stengels die met een elastiekje zijn samengebonden”.“Ik dacht dat het een soort Chinese uitjes waren”, roept manlief uit.
Door Wendy Hendriksen
Inge Vianen, tevens voorzitter van de jury, daagt hiermee Hagenaars uit om hun stad te vergroenen. “Groen zorgt voor een prettigere woonomgeving en is goed voor onze gezondheid”, vertelt ze. Het zou flauw zijn om nu te zeggen dat er best veel groene platjes en daken in de stad te vinden zijn, alleen al vanwege de aanslag van algen. Daar doelt mevrouw Vianen natuurlijk niet op als ze aangeeft dat we blij worden van groen. Het winnende stukje buitenruimte zal met name een plek zijn waar vooral veel biodiversiteit – een begrip voor de graad van de veelheid aan verschillende aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem – gecreëerd is. ‘Bio’ betekent leven en ‘diversiteit’ betekent afwisseling, verschil, verscheidenheid. Biodiversiteit is een parapluterm voor alle soorten bomen, planten en dieren die we op aarde hebben. Het is belangrijk dat we – bijvoorbeeld – niet alleen maar meeuwen hebben, maar ook mussen, en niet alleen maar gras, maar ook zand. Variatie is belangrijk voor het evenwicht in de natuur: pas als er verschillende soorten zijn, blijft de natuur in evenwicht. De biodiversiteit staat echter al een tijdje behoorlijk onder druk. Het aantal soorten planten en dieren neemt al jaren sterk af. Zo waren er in 1950 in Nederland zo’n 1400 soorten planten. Inmiddels zijn daar 70 soorten van uitgestorven en zijn er zo’n 500 in aantal sterk achteruitgegaan. Het aantal broedvogelsoorten is in dezelfde periode met een derde afgenomen”.
stadsgroen
peris matronalis (damastbloem), Thymus serpyllum (wilde tijm), Salvia officinalis (salie), Origanum vulgare (wilde marjolein), Stachys byzantina (ezelsoor), Lathyrus latifolius (brede lathyrus), Coreopsis verticillata (meisjesogen) en de Aster ageratoides (herfstaster). De toptien voor de meer natuurlijker tuin luidt: Reseda lutea (wilde reseda oftewel wouw), Centaurea jacea (knoopkruid), Leonurus cardiaca (hartengespan), Pulmonaria officinalis (longkruid), Campanula soorten (klokjess o o r te n ) , M a l v a m o s c h at a (muskuskaasjeskruid), Brassica napus (koolzaad), Achillea millifolium (gewoon duizendblad), Leucanthemum vulgare (gewone margriet) en de Vicia cracca (vogelwikke). Volgens Vianen worden overigens niet alleen de vogels, bijen en vlinders blij van al dit groen, maar wijzelf ook! Dus hoe meer groen, hoe beter!
Ik moest hier weer aan denken toen ik van de week over de Utrechtsebaan reed. In de onlangs heringerichte middenberm bleken gigantische uien te staan. En dat is beste bijzonder: in tuinen zijn deze sieruien alom geliefd, maar in de openbare ruimte zijn ze heus een apart verschijnsel. De lookfamilie (Alliaceae) bestaat uit bijna 700 soorten meerjarige bolgewassen, variërend in hoogte van 10 centimeter tot anderhalve meter. De planten, waar ook de ui, de knoflook en de prei bij horen, komen hoofdzakelijk voor in gematigde streken van het noordelijk halfrond. De sterke uiengeur is karakteristiek voor het hele geslacht,
maar niet alle soorten zijn even smakelijk. Een paar bekende, lekkere varianten zijn de bieslook en het bosuitje, dat zijn naam dankt aan de manier waarop ze worden verkocht: in bosjes. De Egyptische prei, ook wel kurrat genoemd, is een ‘nieuwe’ oude soort waarvan je, in tegenstelling tot de gewone prei, juist het blad van eet. De laatste bekende is het zilveruitje, een oer-Nederlands product. Deze mooie kleine uitjes worden al meer dan honderd jaar geteeld en wereldwijd geëxporteerd. Sieruien die in de tuin worden geplant, zijn vrijwel altijd zomerbloeiend. De soms spectaculaire, grote bollen stelen de show in iedere zomertuin. Mooie soorten zijn de Allium cirrhosum, met vrij losse schermen, de buitenste bloemen hangen iets. De Allium cristophii heeft nogal ijle bloemschermen, de kleur is metaalachtig lichtpaars en de bloemen kunnen erg groot worden. De Allium flavum staat vrij laag op de steel en heeft onregelmatig gevormde, maar wel sierlijke bloemen. Als laatste noem ik de snelwegui, de Allium giganteum, een grote jongen met een hoogte tussen de 160 en 200 centimeter. De kogelvormige bloemschermen kunnen een doorsnede van wel 15 centimeter bereiken. Een prachtige statige plant in de border, maar dus ook... in de middenberm van een Haags stukje snelweg. Wendy Hendriksen
Wilt u kans maken op de eretitel Het Groenste balkon of Het Groenste dakterras? Vergroen dan nu uw buitenruimte en mail er een foto van naar
[email protected], onder vermelding van uw naam en adres. Dat kan tot 8 september 2014. De uitslag wordt op vrijdag 12 september bekendgemaakt. De winnaar krijgt een plantenbon van 50 euro, de tweede plaats krijgt een bon van 25 euro en de derde van 10 euro. En vooruit, ik doe er een troostprijs bij: ‘Het Beste Buitenboek!’
medisch
Lourdes 2014
De afgelopen week ging ik als dokter weer mee op bedevaart naar Lourdes. De trouwe lezers weten dat ik daar de afgelopen jaren ook geweest ben. Het Lourdes-verhaal is mij met de paplepel ingegoten. Mijn vader, die ook huisarts was, was er elk jaar een paar keer als dokter bij. Hij genoot er zichtbaar van. Wij, de zeven kinderen, moesten aan het eind van onze middelbare school allemaal een keer naar Lourdes. Twee broers en een zus zijn daarna ieder jaar gegaan. Helaas ontstaan er ook in organisaties voor
vrijwilligers irritaties. Mijn jongste broer organiseert nu samen met een goede vriend, die verpleegkundige is, en zijn vrouw bedevaarten naar Lourdes, Met de bus. Een medisch begeleide reis. Onder anderen twee dokters, zes verpleegkundigen en elf facilitaire medewerkers zijn actief op deze reis met 77 pelgrims. Vanuit drie plaatsen wordt er gestart: Hoorn, Amersfoort en Rotterdam. Deze reis hebben we veel moeten dokteren. Een man van 88 werd
ziek, kreeg koorts en hoestte veel. Achteraf was de heenreis met de bus voor hem al te veel geweest. Hij was zichtbaar vermoeid en kon het tempo niet bijhouden. Met behulp van antibiotica en intensieve zorg hebben we hem er weer bovenop gekregen. We besloten wel dat de terugreis met de bus voor hem te zwaar zou zijn. We schakelden de SOS in en zij regelden dat de man met het vliegtuig kon terugkeren. Een volgende keer moeten we goed analyseren of het wel raadzaam is om een kwetsbare oudere mee te nemen. Als ouderen goed ter been zijn en nog goed voor zichzelf kunnen zorgen, kan het. Bij meer zorgbehoefte is de tweedaagse busreis heen en terug te zwaar. Na hem werden er meerdere mensen door het griepvirus geveld. Het begon met hoofdpijn, gevolgd door hoesten en koorts. Er leek wel sprake van een echte epidemie. Op het
hoogtepunt waren er wel 25 mensen ziek. Gelukkig duurde dit virus maar kort. Hoe meer mensen er ziek worden, hoe meer duidelijkheid we kregen over het verloop. Slechts bij een paar moesten we ingrijpen. We hebben iedereen weer heelhuids in Nederland kunnen afleveren. Tussendoor waren we ook nog in spanning wat het water van de Gave, de rivier die door Lourdes loopt, zou doen. De afgelopen twee jaar is de rivier buiten zijn oevers
getreden en heeft een spoor van vernielingen achtergelaten. Onder meer de grot en de ondergrondse kerk waren niet meer bereikbaar. Dit jaar kwam het gelukkig net niet zover. We zagen grote stukken hout meegesleept worden. Het water stroomde supersnel. Een stilte weide liep onder water, maar daar bleef het bij. Wel was er code oranje. We hadden verschillende scenario’s in ons hoofd. Na een dag van spanning zakte het water en leek het gevaar voor dat moment geweken.
Er leek wel sprake van een echte epidemie
Het was een geslaagde reis. Het samen bezinnen en nadenken over het leven bindt elkaar. Ieder heeft zijn eigen rugzak met verdriet en zorgen. Wie weet staat de reis volgend jaar weer op mijn lijstje. Emilie Bolsius Huisarts
20>de achterpagina >Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 30 mei 2014
Ter plekke
Jeannette van Uffelen Buurt “De buurt rond het Westeinde en de Prinsegracht. Ik woonde zeven jaar op het Hofje van Nieuwkoop <1>. Lopend ontdekte ik het centrum. Ik houd van gevels, erkers en bewerkte plafonds. Ik ben blij dat de Prinsegracht is opgeknapt”.
1
>Foto: Rudolphous
Groen “De Paleistuin, al kwam ik daar vroeger meer dan nu. Het publiek is een gekke mix van yuppen en zwervers. Er zit altijd wel iemand met een gitaar en kinderen rennen rond”. Hagenaar m “Leraar en schrijver Hans Korteweg combineert spiritualiteit met Haagse humor. Hij schreef meerdere boeken over transformatie en de roman Het lot en de liefde. Daarin vertelt hij over de tegenstelling tussen zijn ouders; het chique Dordtse versus het rauwe Haagse. Hij schrijft vol vuur en directheid. Ik leerde Hans in 1989 kennen en hij is me nog steeds heel dierbaar”.
Lentezon “Ik houd van het strand tussen Scheveningen en Kijkduin, het deel dat alleen voor lopers en fietsers bereikbaar is. Ik spreek regelmatig met klanten af op het strand. Weg van de werkplek, het lopen als onderdeel van het gesprek. Naast elkaar wandele rk”. Café “De Supermarkt op de Grote Markt, een leuke plek waar veel georganiseerd wordt. Mijn dochter gaat hier uit. Ik zing in de band Haagse Hopjes en we hebben hier opgetreden voor het goede doel Save the Children”.
2
>Foto: wiki
Evenement “Het Ondernemersplein is een belangrijk zakelijk evenement in de stad. Het duurt twee dagen en je kunt kiezen aan welke onderdelen je wilt deelnemen. Mensen blijven vaak lang hangen. Later dit jaar vind ik de uitreiking van de MKB Duur-
PLAATS
Hagenaar v “Anouk <2> vind ik een gaaf wijf. In interviews doet ze vaak onhandig, veel te openhartige
uitspraken. Dat herken ik, vroeger gaf ik ook altijd overal antwoord op. Mensen schrikken daarvan. Haar stem vind ik heerlijk. En vorig jaar maakte ze met haar lied voor het Songfestival echt een statement”.
zaamheidprijs bijzonder. Het laat zien hoeveel bedrijven in de stad met dit thema bezig zijn”.
3
Door Caroline Ludwig
Chinezen over de grachten rond de Bierkade roeien. En met Lusthofxl werkt ze met bijzondere jongeren aan eetbare stadstuinen zoals het Spinozahof en de buurtmoestuin in het Jacobahof”. Ondergewaardeerd “De multiculturele samenleving <4>. Het eten is beter, de winkels zijn langer open en het komt echt wel goed met de integratie. Over vijftig jaar zijn we allemaal lichtbruin”.
>Foto: Lusthofxl
Gebouw “Iets heel anders dan mijn andere favorieten: Station Moerwijk. Als je op zo’n ontzettend saai stationnetje staat – met overigens een prima verbinding en goed parkeren – geeft het licht door dat gekke oranje dak iets feestelijks. Zelfs bij rotweer”. Afbreken “Ik ben voor duurzaamheid. Van alles is wel iets moois te maken. Ik kwam vroeger voor mijn werk in het pand van het voormalige ministerie van Justitie aan de Schedeldoekshaven. Donker, lelijk, net een spookhuis. Het staat leeg. Laten ze een voorbeeld nemen aan het ministerie van Financiën. Dat is nu vrolijk en licht, met een mooie binnentuin waar ambtenaren ’s middags hun boterham eten”. Ondernemer m “Peter van der Linden van Theatertje Thuis en de inmiddels overleden Frank Kooman begonnen hun bedrijven vanuit liefde voor het vak”. Ondernemer v “Marianne Edixhoven <3> laat
Rust “Ik vind kerken prachtig, er moet alleen niet gepreekt worden. De Teresia van Avilakerk aan het Westeinde vind ik het mooist. Klein, met een bijzondere geschiedenis en net gerestaureerd. Verscholen achter een poortje in die benauwde straat word je verrast door de kerk, een stadspaleis en een prachtige tuin”.
4
>Foto: Lusthofxl
Met haar onderneming ‘Vitaliteit in bedrijf ’ helpt Jeannette van Uffelen (1959) mensen en organisaties zichzelf te verbeteren. Ze is vicevoorzitter van MKB Den Haag en leidt de jury van de MKB Duurzaamheidprijs. Tijdens het Ondernemersplein – op 3 en 4 juni – verzorgt MKB Den Haag een ondernemerslunch. Samen met haar 18-jarige dochter woont Van Uffelen in Waldeck.
Rijdt om voor… “Van het Centraal Station naar mijn huis in Waldeck fiets ik steevast een speciale route. Ik wil altijd over het Binnenhof en daarna via de Oude Molstraat, de Prinsestraat helemaal tussendoor. Ik vermijd de Loosduinseweg en kies voor de Weimarstraat”.
Groothandel, Leidschenveen Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
I
n mijn semi-keurige straatje hangen warempel oranje vlaggetjes! Men beweert dat de WK-thermometer te langzaam stijgt, maar ik zie dat toch als stilte voor de storm. In Duindorp kennen ze geen aarzelingen. Al tijden kleuren daar de hofjes en labyrinten oranje en ritselen de vlaggetjes in de wind. Het wereldkampioenschap voetbal betekent feest, in ieder geval drie wedstrijden lang. Vreemd, die economische bezorgdheid over het beperkte aantal Oranjeuitwassen. Persoonlijk heb ik na één Roy Donders-buigpak al gegeten en gedronken. Duiders van de publieke
moraal wijzen erop dat een goede maar onbetekenende overwinning in een oefenduel, een voor de verandering eens lachende bondscoach en/of enige glimmende acties van Kabouter Wesley het laatste duwtje zullen geven om het land Oranjedronken te maken. Zo ingewikkeld is het helemaal niet. We leven in een feestmaatschappij, dus zal er gepartyd worden. Dat is nou eenmaal het doel in ons leven. Het hiernamaals is afgeschaft, in reïncarnatie hebben we geen vertrouwen, dus we YOLO’en tot de zon weer opkomt. De aanleiding is secundair. De rekwisieten staan gereed, langzaam maar zeker wordt de consument slachtrijp gemaakt. Door omstandigheden (die kunnen ook best leuk zijn)
was ik voor het eerst in mijn leven in een bekende groothandel in Leidschenveen. Zelfs deze abominabele winkelaar was onmiddellijk verloren. Het begint al bij het formaat van het winkelwagentje. Een verkleinwoord is eigenlijk volkomen ongepast. In de groothandel was het hypnotiserend rustig, de schappen waren overzichtelijk, de gangpaden kamerbreed, de prachtig uitgestalde producten lagen kalm te wachten op grijpgrage en kortingsgeile bezoekers. Gelukkig was er een strikt boodschappenlijstje als bescherming tegen de verleidingen, maar uit voorzorg heb ik hele afdelingen overgeslagen. In zo’n omgeving lijkt alles opeens voordelig, vooral ook omdat de prijzen zonder
btw worden geannonceerd. Het geringe aantal medeklanten (wie hier komt, gaat met veel weg) is zalvend voor de ziel. Ik aarzel al tijden om een stukje te schrijven over de hilarische toestanden in mijn eigen Fawlty Towers-supermarkt, die om onbegrijpelijke redenen hoort bij een keten die tot de beste van Nederland is uitgeroepen. Ik heb prachtige verhalen, maar ja, ik moet er ook boodschappen doen en er zijn zeker enige medewerkers die de kunst van het lezen machtig zijn. Ook in de groothandel lagen de oranje artikelen massief, dreigend maar onweerstaanbaar opgetast. Nog even en het feest kan beginnen. Marcel Verreck