*Z00921B188A*
documentnr.: INT/M/14/10694 – zaaknr.: Z/M/14/12103
Raadsvoorstel Onderwerp
: Vaststelling Beleidsplan 2015-2018 Jeugd Land van Cuijk en Verordening Jeugdhulp gemeente Mill en Sint Hubert 2015
Datum college
: 30 september 2014
Portefeuillehouder
: H.P.W.M. van Daal
Afdeling
: Ontwikkeling
Commissie
: Samenleving en Bestuur
Contactpersoon
: Annemiek van Woudenberg
E-mailadres
:
[email protected]
Telefoonnummer
: 0485-396716
In te vullen door de griffie
Nummer raadsvoorstel
:
Datum commissie
: 28 oktober 2014
Agendapunt commissie
:
Datum raad
: 6 november 2014
Agendapunt raad
: 11
Samenvatting voorstel In de Jeugdwet is in artikel 2.2 de opdracht geformuleerd aan uw raad om een plan op te stellen, dat richting geeft aan de te nemen beslissingen betreffende preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Dit voorliggend beleidsplan geeft hier invulling aan. Voor een groot deel is dit overigens gebeurd in het Functioneel Ontwerp, dat door uw raad is vastgesteld op 13 februari 2014. Voorstel besluit 1.
Het beleidsplan Jeugdhulp Land van Cuijk 2015 – 2018 vast te stellen.
2.
Verordening jeugdhulp gemeente Mill en Sint Hubert 2015 vast te stellen.
3.
Kennis nemen van het advies van de WMO/Burgerparticipatieraad gemeente Mill en Sint Hubert.
Uw raad heeft met de vaststelling van het Functioneel Ontwerp (FO) op 13 februari 2014 besloten om: "
de huidige middelen preventief jeugdbeleid voor het basisaanbod in stand te houden;
"
de decentralisatie-uitkering jeugdhulp beschikbaar te stellen voor het nieuwe jeugdzorgstelsel.
Ook heeft het door uw raad op 24 februari 2014 vastgestelde Regionaal Transitiearrangement de basis gevormd voor de navolgende financiële verdeling:
1 11. Verordening en beleidsplan jeugdhulp
% % budgetbeslag budgetbeslag Overzicht reserveringen en BNO van Mill van budgetbeslag totaalbudget totaalbudget mei'14 mei'14 a) Totaal budget meicirculaire '14 € 132.911.463 100,00% € 1.844.617 100,00% b) Uitvoeringskosten gemeenten c) Innovatiebudget (BJG) d) Post onvoorzien e) PGB f) Doorstart BJZ g) Garantie toegang BJZ h) Landelijk gem VNG-norm I) Verwacht boven VNG-norm
€ 2.658.229 € 5.316.459 € 3.362.344 € 28.000.000 € 12.250.000 € 800.000 € 4.997.471 € 1.740.000
j) Totaal budgetbeslag € 59.124.503
k) Over voor contractering Jeugdhulp
€ 73.786.960
2,00% 4,00% 2,53% 21,07% 9,22% 0,60% 3,76% 1,31%
€ € € € € € € €
36.892 73.785 61.933 506.667 225.638 14.736 69.358 24.149
2,00% 4,00% 3,36% 27,47% 12,23% 0,80% 3,76% 1,31%
44,48% € 1.013.157
54,93%
55,52% €
45,07%
831.460
Opgemerkt wordt dat de cijfers nog niet definitief zijn. Er vinden nog analyses plaats op de recent ontvangen historische gegevens en met de zorgaanbieders wordt nog overlegd over de omvang van de budgetten voor 2015. Nu is nog sprake van een evident verschil tussen het beschikbare budget en het door de zorgverleners gevraagde budget. Medio oktober wordt inzicht in de definitieve cijfers verwacht. Vanwege het bestuurlijke behandel- en besluitvormingsproces kon hier niet op worden gewacht. Wettelijk kader en beleidskader Gemeentewet Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet op de Jeugdzorg Bij het opstellen van de verordening is gebruik gemaakt van de modelverordening van de VNG. De VNG heeft de modelverordening juridisch getoetst. Er is voor gekozen om een regionale verordening te maken die alle 19 gemeenten vaststellen. Op deze manier wordt de koppeling tussen lokale jeugdhulp en inzet van gespecialiseerde jeugdhulp gemaakt.
Communicatie en participatie Zowel het beleidsplan en de verordening zijn in samenwerking met de 19 gemeenten in de regio Brabant Noordoost tot stand gekomen. Aangetekend moet worden dat wij onder tijdsdruk hebben gestaan omdat wij aan onze wettelijke verplichting willen voldoen om het beleidsplan en de verordening op 1 november 2014 vast te stellen. Er zijn geen juridische consequenties indien u de stukken op 6 november 2014 vaststelt. De verordening treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2015.
2 11. Verordening en beleidsplan jeugdhulp
Bestuurlijke afstemming heeft plaats gevonden tijdens het Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd van 26 juni 2014. Dit voorstel is besproken tijdens het portefeuillehouders overleg Sociaal Domein Land van Cuijk op 19 september 2014. Uw raad heeft op 17 september een toelichting gehad over het beleidsplan en de verordening. De gezamenlijke participatieraden zijn geïnformeerd op 18 september jl. Hierna hebben zij hun advies opgesteld. Zodra de WMO/burgerparticipatieraad gemeente Mill en Sint Hubert het advies heeft aangeleverd wordt dit aan de stukken toegevoegd.
Gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband Naam gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband: Brabant Noord Oost. Deelnemende gemeenten: De regio bestaat uit de gemeenten ’s Hertogenbosch, Vught, Boxtel, SintMichielsgestel, Schijndel, Haaren, Oss, Bernheze, Maasdonk, Uden, Veghel, Sint Oedenrode, Boekel, Landerd, Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert, Sint Anthonis. Adoptiegemeente: Oss en ‘s Hertogenbosch Toelichting op het voorstel Inleiding In de Jeugdwet is in artikel 2.2 de opdracht geformuleerd om een plan op te stellen, dat richting geeft aan de te nemen beslissingen betreffende preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Voor een groot deel is dat gebeurd in het Functioneel Ontwerp, dat door uw raad is vastgesteld op 24 februari 2014. In het Functioneel Ontwerp werd niet de koppeling gemaakt met het preventief jeugdbeleid en de andere taken die wij lokaal organiseren. Dat wordt in dit beleidsplan wel gedaan. Het beleidsplan kan niet los worden gezien van de verordening: om uitvoering te geven aan de taken van de Jeugdwet moeten gemeenten een verordening vaststellen. In de verordening worden onder andere regels vastgelegd over de te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen en de manier waarop een persoonsgebonden budget (PGB) wordt vastgesteld.
Voorgestelde beslissing(en) met argumenten en afwegingen 1.1.
In het beleidsplan wordt aangegeven hoe wij de transitie en transformatie vorm geven.
De wijze waarop dat gebeurt, past binnen het ingezet beleid. De focus ligt op het verantwoord overnemen van de jeugdhulp per 1 januari 2015. Daarna richten we ons op het vernieuwen de transformatie van de jeugdhulp. Wij zijn immers verantwoordelijk voor een verantwoorde transitie, waarin continuïteit van jeugdigen 'in zorg' is gewaarborgd. 1.2.
In het beleidsplan wordt de koppeling gemaakt tussen preventie en jeugdhulp.
Er is in het plan niet alleen aandacht voor de nieuwe taken rondom jeugdhulp, maar ook voor de taken die wij als gemeente al hadden en blijven houden op het gebied van preventie. Het plan biedt daarmee een totaaloverzicht van de taken die wij hebben op het gebied van jeugdhulp. Op die manier brengen we in
3 11. Verordening en beleidsplan jeugdhulp
beeld op welke manier de oorspronkelijke doelen van de decentralisatie (ontschotting, eigen kracht, etc.) in de praktijk vorm gegeven worden. 1.3.
In het beleidsplan wordt beschreven op welke wijze lokaal uitvoering wordt gegeven aan de taken
in de Jeugdwet en aan de taken op het gebied van preventief jeugdbeleid. In het beleidsplan wordt omschreven op welke manier het Basisteam Centrum Jeugd en Gezin (BCJG) wordt ingericht en welke andere preventieve taken uitgevoerd worden. 1.4.
Met het beleidsplan blijven we binnen de financiële kaders zoals deze zijn vastgesteld in het
Regionaal Transitiearrangement en het Functioneel Ontwerp. Destijds en ook nu zijn de financiële kaders nog niet definitief. Er vinden analyses plaats van de historische kosten en er is overleg met de zorgverleners. De opgestelde concept begroting is uitgewerkt binnen de kaders die eerder door uw raad is besloten. 1.5.
De verordening is zo opgesteld dat er keuzevrijheid is voor inwoners voor wat betreft de soort zorg
die zij ontvangen en van wie ze de zorg ontvangen. Door te kiezen voor bestuurlijk aanbesteden is er alleen ruimte voor zorgaanbieders waar inwoners al gebruik van maken. Na uitvoering van het overgangsrecht in 2015 is er ook ruimte voor nieuwe aanbieders om toe te treden tot de zorgmarkt. Door verruiming van de Persoons Gebonden Budget mogelijkheden (PGB) is er keuzevrijheid binnen de wettelijke kaders en voorwaarden voor PGB. 4.1.
Vaststellen van de verordening is een raadsbevoegdheid evenals het vaststellen van het
beleidsplan.
Uitvoering, risico’s en evaluatie 1.1.
Er zijn financiële risico's.
De nieuwe Jeugdwet kent drie soorten financiële risico's: -
Door de verruiming van de PGB mogelijkheden en vooral de stijging van PGB' s in de jeugdhulp
kan de PGB-dekking onvoldoende zijn. Het aan gemeenten toe te kennen budget is namelijk gebaseerd op de historische gegevens van 2012. Mochten er in 2015 meer uitgaven aan PGB' s zijn dan ontstaan er tekorten. Deze kunnen niet worden verhaald op het budget voor inkoop. Door monitoring wordt het gebruik van PGB en het budgetverloop bijgehouden. Mogelijk kan tijdig bijgestuurd worden. -
Een tweede risico bestaat bij de jeugdzorgplaatsingen in het gedwongen kader, immers, uitspraken
van de kinderrechter moeten verplicht uitgevoerd worden. Hierop hebben wij geen invloed. Het betreft hier vaak dure specialistische zorg. Door op dit onderdeel solidair te zijn in de regio kunnen fluctuaties in deze zorgvraag regionaal worden opgevangen. -
Verder kan de toegang naar de ( gespecialiseerde) jeugdhulp ook via de huisarts, jeugd- en
kinderarts ingezet worden. Het is daarom belangrijk deze stroom te kanaliseren en hierover afspraken te maken. Door een medische jeugdprofessional (jeugdarts) toe te voegen aan het Basisteam Centrum Jeugd en Gezin is het mogelijk een deel van deze instroom via het basisteam te laten verlopen.
4 11. Verordening en beleidsplan jeugdhulp
Er zijn geen indicatieprocedures in de toegang waardoor het belangrijk is om de zorgvolumes en inzet te monitoren en spreiding en bijsturing mogelijk te maken. Hiervoor wordt een nieuwe functie ingesteld namelijk de 'budgetregisseur', als vooruitgeschoven post, namens de subregie LvC dicht bij het BCJG afstemming en samenwerking, dat is uitvoering. 1.2.
De benodigde formatie voor het BCJG kan nog niet exact worden geschat.
Vanuit de huidige aantallen zal een inschatting worden gemaakt voor de omvang en benodigde competenties binnen het BCJG. We hebben nauwelijks ervaringsgegevens ten aanzien van de nieuwe taken. Daardoor is het niet mogelijk een goede berekening te maken van de benodigde formatie. In juni 2015 wordt daarom een tussenevaluatie op dit punt gemaakt. 1.3.
Buiten het doorverwijzen naar enkelvoudig ambulante hulpverlening om heeft het huidige CJG LvC
nauwelijks kunnen oefenen met haar nieuwe taken. Onze focus ligt nu ook op het verantwoord overnemen van de jeugdhulp en daarna zal de gewenste verschuiving, de transformatie in 2015 verder vorm worden gegeven. Hierdoor bestaat wel het risico dat in 2015 nog in onvoldoende mate de gewenste verschuiving naar voren wordt gerealiseerd waardoor het beroep op zwaardere (en dure) jeugdhulp nog niet zal verminderen. 1.4.
Jongeren die tijdens een traject de 18-jarige leeftijd bereiken, vallen vanaf dat moment in principe
onder een andere wet (Wmo, Wet Langdurige Zorg of ziektekostenverzekering) Er wordt gestreefd naar een systeem van zorg dat naadloos aansluit en waarbij de jeugdige niet merkt dat de zorg uit verschillende budgetten wordt bekostigd. Dit gaan we in 2015 verder ontwikkelen. 1.5.
Er is risico op overschrijding van het budget voor jeugdhulp.
De verordening kent geen budgetplafond. Er is immers sprake van een openeindfinanciering. Het budget voor jeugdhulp is gebaseerd op historische cijfers van zorggebruik. Er bestaan verschillen tussen deze cijfers van Vektis (organisatie voor ondersteuning, gegevensbeheer en onderzoek in de zorg) en de cijfers van instellingen zelf. Het is hierdoor onduidelijk of de historische gegevens waarop het budget is gebaseerd juist zijn. Dit verschil wordt verder onderzocht in samenwerking met zorgorganisaties. Om zoveel mogelijk risico's van de transitie jeugdzorg op te vangen zijn afspraken gemaakt met de gemeenten in de regio Noordoost Brabant over solidariteit voor wat betreft de inzet van gelden voor inkoop van gespecialiseerde zorg (3 jaar) en de flexibele schil (1 jaar). Voor PGB's moeten wij zelf de risico's van overschrijding opvangen.
Overige politiek relevante informatie n.v.t. Conclusie Het Beleidsplan Jeugd Land van Cuijk 2015-2018 en de Verordening Jeugdhulp gemeente Mill en Sint Hubert 2015 vaststellen. Bijlagen 1.
Beleidsplan Jeugdhulp Land van Cuijk 2015-2018
5 11. Verordening en beleidsplan jeugdhulp
2.
Raadsbesluit Verordening Jeugdhulp gemeente Mill en Sint Hubert 2015
3.
Advies WMO/Burgerparticipatieraad gemeente Mill en Sint Hubert (wordt later toegevoegd)
Overige bijlagen
Raadsplanning (bestuurlijke planning) Dit voorstel leidt tot de volgende wijziging in de raadsplanning: n.v.t. Toelichting:
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert,
Ir. C.C. Boode secretaris
Ing. A.A.M.J. Walraven burgemeester
6 11. Verordening en beleidsplan jeugdhulp