JAARREKENING 2011
Auteur F&BI Inlichtingen E
[email protected] Datum 17 april 2012 Versie F&BI/2012-135/1.0CvB © Hogeschool Utrecht, Utrecht, 2012
Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. HU-productnummer: F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Jaarrekening 2011
Inhoudsopgave Bestuursverslag 3 1 2 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 14 3 Toelichting uitgangspunten jaarrekening 18 4 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 20 5 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 24 6 Toelichting geconsolideerde balans 26 6.1 Materiële vaste activa ............................................................................................ 26 6.2 Financiële vaste activa .......................................................................................... 27 6.3 Voorraden .............................................................................................................. 28 6.4 Vorderingen en overlopende activa ....................................................................... 28 6.5 Liquide middelen ................................................................................................... 29 6.6 Eigen Vermogen overzicht ................................................................................... 30 6.7 Voorzieningen........................................................................................................ 33 6.8 Langlopende schulden .......................................................................................... 34 6.9 Kortlopende schulden en overlopende passiva ..................................................... 35 6.10 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen.......................................... 36 6.11 Overzicht geoormerkte subsidies .......................................................................... 38 7 Toelichting Staat van Baten en Lasten 39 7.1 Rijksbijdragen OCW .............................................................................................. 39 7.2 Collegegelden........................................................................................................ 39 7.3 Baten werk in opdracht van derden ....................................................................... 40 7.4 Overige Baten........................................................................................................ 40 7.5 Personeelskosten .................................................................................................. 41 7.6 Afschrijvingen en overige waardeverminderingen materiële vaste activa.............. 44 7.7 Huisvestingslasten................................................................................................. 44 7.8 Overige lasten ....................................................................................................... 45 7.9 Accountantshonoraria............................................................................................ 46 7.10 Financiële baten en lasten..................................................................................... 46 7.11 Belastingen ............................................................................................................ 46 7.12 Overzicht Verbonden Partijen ................................................................................ 47 8 ENKELVOUDIGE JAARREKENING 49 9 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten 51 10 Toelichting enkelvoudige jaarrekening 52 9.1 Materiële vaste activa ............................................................................................ 52 9.2 Financiële vaste activa .......................................................................................... 52 9.3 Vorderingen ........................................................................................................... 53 9.4 Liquide middelen ................................................................................................... 53 9.5 Kortlopende schulden ............................................................................................ 54 10 Overige gegevens 55 10.1 Resultaatbestemming ............................................................................................ 55 10.2 Gebeurtenissen na balansdatum ........................................................................... 55 Controleverklaring 56 Instellingsgegevens 57
2/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
1 Bestuursverslag Dit bestuursverslag maakt onderdeel uit van de jaarverslaggeving van de Hogeschool Utrecht (HU), waarin inzage wordt gegeven in de financiële ontwikkelingen (staat van baten en lasten) van het afgelopen jaar en de financiële positie (balans) per einde 2011. Juridische vorm en belangrijkste activiteiten De Stichting Hogeschool Utrecht is een stichting, gevestigd in Utrecht, met als belangrijkste activiteiten het aanbieden van hoger beroepsonderwijs (voltijd, deeltijd en duaal), praktijkgericht onderzoek en het verzorgen van marktgerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en onderzoek. De stichting HU houdt de aandelen van Domstad Beheer BV en Interval BV, die zich respectievelijk richten op het verhuren van ruimtes en op het in- en uitlenen van personeel. Het bestuur wordt gevormd door een College, bestaande uit drie leden. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht en bestaat uit 6 leden. Missie en Visie Hogeschool Utrecht is een kennisorganisatie waar we door hoogwaardig onderwijs en onderzoek werken aan innovatie en professionalisering van de beroepspraktijk en de persoonlijke ontwikkeling van talent. Daarmee draagt de hogeschool bij aan de sociale, culturele en economische ontwikkeling van een open, rechtvaardige en duurzame samenleving. De HU wil bijdragen aan een duurzame kennissamenleving waarbij de mens het uitgangspunt is. Waar onze studenten en medewerkers zich kunnen ontplooien en zich thuis voelen en waar we - in samenwerking met onze relaties - durven te experimenteren en innoveren. We bieden onze studenten en medewerkers kansen om zich optimaal te ontplooien in studie en werk, zodat iedereen zijn capaciteiten zo goed mogelijk in de praktijk kan brengen. We leiden hoogwaardige professionals op en werken daarnaast, door ondernemerschap en kennisontwikkeling, aan de innovatie van de beroepspraktijk. Vandaar onze sterke externe oriëntatie op sociaal -, economische - en maatschappelijke vraagstukken. Niet alleen in Nederland maar internationaal. We zijn een transparante organisatie door open communicatie met elkaar en onze omgeving. Uitgangspunt in de samenwerking is dat we onze kennis delen en doen wat we beloven, in- én extern. Dat betekent dat we elkaars verschillende competenties en expertises consistent erkennen, gebruiken, delen en versterken. Zodat we er met elkaar uit halen wat er in zit. Waarden die richtinggevend zijn bij het handelen in de praktijk van alledag heeft de HU vastgelegd bij het formuleren van de missie (Koers 2012+): Gericht op de omgeving; Professioneel en hoogwaardig; Persoonlijk en betrokken; Vernieuwend en ondernemend; Betrouwbaar en transparant.
3/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Toelichting ontwikkeling resultaat HU heeft over het jaar 2011 een resultaat gerealiseerd van € 12,4 miljoen. In dit resultaat is een incidentele bate verwerkt van € 7,7 miljoen als gevolg van een boekwinst bij de verkoop van het pand FC Dondersstraat en een incidentele last van € 11 miljoen in verband met afwaardering van het pand Nijenoord 1 en Oudenoord 700. Het resultaat over 2011 is afgezien van de bijzondere baten & lasten € 15,7 miljoen; dit is € 15,3 miljoen hoger dan begroot en € 10,1 miljoen lager dan over 2010. Het hogere dan begrote resultaat is met name het gevolg van lagere lasten (personeelslasten en overige beheerslasten). In 2011 is een voorziening opgenomen van € 1,6 miljoen t.b.v. de verplichtingen die voortkomen uit de afspraken die met de staatsecretaris Onderwijs gemaakt zijn m.b.t. Omgangskunde en een extra reservering van € 0,4 miljoen t.b.v. de afwikkeling van het dossier O&O Breda. Rekeninghoudend met het incidentele karakter van deze posten is het genormaliseerde resultaat over 2011 € 17,7 miljoen. Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de ontwikkeling van de baten en lasten. • Toelichting baten Ten opzichte van 2010 zijn de baten, afgezien van de bijzondere bate van € 7,7 miljoen, met ruim € 10 miljoen toegenomen tot € 318,3 miljoen, vooral door € 9 miljoen hogere rijksbijdragen. De stijging van de rijksbijdrage wordt deels (ruim € 4 miljoen) verklaard door een bijstelling van de profielprijs. OCW heeft in oktober 2010 de profielprijs per student naar boven bijgesteld als gevolg van een hoger aantal ingeschreven studenten per 1 oktober 2011 dan in de referentieraming voorzien was. Door de HU is deze extra rijksbijdrage gereserveerd voor verbetering van kwaliteit en rendement van het onderwijs. Door de toename van de studentenaantallen stegen ook de collegegelden (+€ 1,3 miljoen). Ten opzichte van de begroting komen de totale baten, exclusief incidentele bate, € 0,9 miljoen lager uit. Tegenover € 2,2 miljoen hogere bijdragen van de overheid, met name geoormerkte subsidies, staan € 1,6 miljoen lagere collegegelden door lagere dan begrote studentenaantallen en een toename van de restituties. De baten uit werk in opdracht van derden zijn € 2,5 miljoen lager dan begroot door minder baten uit het contractonderwijs en het contractonderzoek. • Toelichting lasten De lasten bedragen, exclusief de bijzondere afwaardering van de materiële vaste activa, € 301 miljoen, hetgeen zo’n € 21 miljoen (7,5%) hoger is dan in 2010, vrijwel geheel door hogere personele lasten (+ € 19 miljoen, ofwel 9,5%) bij zowel onderwijsgevend (OP) als ondersteunend personeel (OBP) en bij zowel personeel in loondienst (PIL) als personeel niet in loondienst (PNIL). In de begroting was een forse stijging van de kosten voorzien, door de verwachte inzet van de extra rijksbijdragen van 2010 en 2011. De werkelijke lasten blijven bij de begroting bijna € 16 miljoen achter, door met name lagere personele lasten (-€ 9,7 miljoen) en lagere overige lasten (-€ 4,6 miljoen). Er is een verschuiving te zien van PIL naar PNIL, onder meer door de wens meer flexibiliteit in te bouwen om zo optimaal te kunnen inspelen op wijzigende studentenaantallen. De kosten van OBP zijn ten opzichte van vorig jaar met 8,3 miljoen gestegen. Deels is dit het gevolg van inhuur bij een aantal grote projecten en deels door vervanging van een aantal (relatief dure) medewerkers in verband met vertrek en ziekte bij faculteiten en diensten. Toelichting ontwikkeling balans Het balanstotaal stijgt met € 11 miljoen tot € 251 miljoen ultimo 2011. De stijging bij de activa betreft vrijwel geheel de toename van de liquide middelen, die verdubbelden ten opzichte van vorig jaar, dankzij het positieve resultaat. De materiële vaste activa nemen met € 22 miljoen af als gevolg van de bijzondere afwaardering van de gebouwen van € 11 miljoen, verkoop van het pand F.C. Dondersstraat en de afschrij-
4/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
vingen 2011. Aan de passiefzijde stijgt het eigen vermogen met € 12 miljoen in 2011 als gevolg van het positieve resultaat. Door aflossing van twee leningen dalen de langlopende schulden met bijna € 6 miljoen. • Liquiditeit De liquiditeit geeft de mate weer waarin de HU in staat is op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De liquiditeit wordt uitgedrukt in de Current Ratio (de verhouding tussen de vlottende activa en kortlopende schulden). Deze stijgt van 0,61 ultimo 2010 naar 1,04 ultimo 2011 (HBO 2010: 0,96), hetgeen betekent dat de HU voldoende liquide is om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Ontwikkeling Liquiditeit 2007-2011 1,2 1 0,8 0,6
HU HBO NL
0,4 0,2 0 2007
2008
2009
2010
2011
• Rentabiliteit De rentabiliteit (het resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten) daalt van 8,4% in 2010 tot 3,8% in 2011 (HBO 2010: 3,8). • Solvabiliteit De solvabiliteit (het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen) stijgt van 41% eind 2010 tot 45% eind 2011 (HBO 2010: 37%). Ontwikkeling Solvabiliteit 2007-2011
5/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
50% 45% 40% 35% 30% 25%
HU
20%
HBO NL
15% 10% 5% 0% 2007
2008
2009
2010
2011
Investeringsbeleid Jaarlijks wordt door de faculteiten en stafdiensten als onderdeel van de reguliere begroting een investeringsbegroting opgesteld. Deze begrotingen worden getoetst door de afdeling bedrijfsvoering en goedgekeurd door het College van Bestuur. De activeringsgrens voor functionele aanpassingen aan gebouwen, computerapparatuur, software en meubilair ligt bij € 10.000. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn opgenomen bij de grondslagen voor de waardering van activa en passiva. In het vastgestelde investeringenbeleid is opgenomen dat er jaarlijks een beoordeling plaatsvindt of de economische levensduur en afschrijvingstermijnen nog adequaat zijn. Treasurybeleid In 2011 is een nieuw treasurystatuut vastgesteld, waarin de uitgangspunten en kaders voor het te voeren treasurybeleid zijn vastgelegd. Er zijn geen substantiële wijzigingen aangebracht ten opzichte van de voorgaande versie. Uitgangspunt bij het beleid is de “Regeling belenen en beleggen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010 “(nummer FEZ/CC/1250185). Met ingang van 2007 heeft de HU een rekening courant faciliteit en de mogelijkheid deposito’s af te sluiten bij het Geïntegreerde Middelenbeheer (GMB) van het ministerie van Financiën. De HU heeft in 2011 haar twee langlopende leningen bij de ABN AMRO geheel afgelost. De hypothecaire lening bij de Rabobank, die was meegekomen bij de fusie met stichting hogeschool Domstad loopt nog. Daarnaast heeft de HU een aantal langlopende leningen, zoals opgenomen in het overzicht langlopende schulden, bij het ministerie van Financiën. De leningen zijn aangetrokken ter financiering van grondaankopen, nieuwbouw en verbouw van bestaande panden. Fiscaal Beleid Bij het ‘in control’ zijn en het ‘in control’ brengen van de HU is de fiscaliteit een belangrijk onderdeel . Binnen de HU is de fiscale desk opgericht. De doelstelling van de fiscale desk is ervoor zorg te dragen dat de HU voldoet aan de fiscale wet- en regelgeving door het volgen van de ontwikkelingen op fiscaal gebied, het vergroten van de kennis van medewerkers, overleg met de externe adviseur en afstemming met de belastingdienst. Middels een site op het intranet kunnen medewerkers informatie opvragen en vragen stellen. Onderdeel van de invulling van het fiscaal beleid is het in kaart brengen van alle activiteiten die op enigerlei wijze fiscale consequenties hebben, met als doel het opzetten van een tax control framework. Interne beheersing & risicomanagement De HU wordt geconfronteerd met onzekerheid in de rijksbijdrage als gevolg van bezuinigingen zoals de langstudeerdersmaatregel. Er is nog geen informatie beschikbaar over het gedragseffect van studenten op 6/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
de per 1 september 2012 in te voeren verhoging van het collegegeld voor langstudeerders. Anders dan in achterliggende jaren is er geen historische informatie op basis waarvan een voorspelling gedaan kan worden. Daarnaast is als gevolg van de economische crisis ook de zekerheid rondom het beschikbare macrobudget voor onderwijs afgenomen. In 2013 krijgt de HU te maken met een efficiencykorting van naar verwachting zo’n € 21 miljoen op de rijksbijdrage als gevolg van de langstudeerdersmaatregel. Het College van Bestuur heeft aangegeven dat zij de afname van de rijksbijdrage wil opvangen zonder te bezuinigen op de uitvoering en de kwalitatieve verbeteringen van de kerntaken, onderwijs en onderzoek. Het gerealiseerde resultaat over 2010 en het resultaat over 2011 bieden voldoende ruimte om de negatieve resultaten over 2012 – 2014 op te vangen. Dit geeft de HU tijd om de kosten van ondersteuning en bedrijfsvoering gefaseerd op een lager niveau te brengen. Binnen de HU wordt een database ontwikkeld waarin data uit het studievolgsysteem van de HU met betrekking tot actuele studieresultaten gekoppeld wordt aan de bestanden van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met actuele informatie over langstudeerders en studievertraagden. Dit bevordert de voorspelbaarheid met betrekking tot bekostiging en opbrengsten van collegegelden op langere termijn. Eind 2010 werd binnen de HU geconstateerd dat de HU op een aantal aspecten kwetsbaar is in de processen van resultaatverwerking en onderwijslogistiek. Omdat de HU van mening is dat de waarde van een diploma nooit ter discussie mag staan, is in 2011 de kwaliteitszorg op het gebied van cijferregistratie en diplomering versterkt. In het programma “Van cijfer tot diploma” zijn de processen en de taken, rollen en bevoegdheden van de actoren in de processen beschreven en vastgesteld. Daarnaast is het beheersingsproces rondom de bewaking van de resultaatverwerking en het diplomeringsproces aangescherpt. In 2011 is de eerste versie van de HU Control Manual beschikbaar gekomen. In de manual is het huidige interne systeem van sturing en beheersing beschreven en wordt de samenhang verduidelijkt tussen wat de HU wil bereiken, welke risico’s zijn benoemd die doelrealisatie in de weg staan, hoe deze risico’s geborgd zijn door welke beheersmaatregelen, op welke manier binnen de HU betrokkenen worden geïnformeerd, hoe gecommuniceerd wordt over de borging van risico’s en de mate van doelrealisatie en hoe de bewaking op het systeem is ingeregeld. Naar aanleiding van de beschrijving is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen die hebben geleid tot de implementatie van verbetermaatregelen ten aanzien van de interne sturing en beheersing. De manual is een dynamisch document, per trimester zal er een update beschikbaar komen. In het voorjaar van 2012 wordt het HU risicoprofiel vastgesteld. Het risicoprofiel van de HU is een uiteenzetting van de belangrijkste risico’s waaraan de HU blootstaat; deze risico’s worden in het HU risicoprofiel gerelateerd aan de strategische doelstellingen van de HU. Het risicoprofiel is het referentiekader voor de beoordeling van de werking en kwaliteit van het management control systeem. Vastgesteld zal moeten worden of de belangrijkste risico’s voor de HU (in het kader van strategische doelrealisatie) zijn geborgd. Hiertoe zal gebruik worden gemaakt van een zogenaamd ‘assurance’ overzicht: hierin wordt samengevat op welke wijze en in welke mate het management 'comfort' verkrijgt over het in control zijn op de belangrijkste gebieden (risicogebieden / management agenda items), d.w.z. waar de borging geregeld is en of de borging in voldoende mate werkt. De uitkomsten van bovengenoemde nulmeting worden vervolgens geïntegreerd in de planning & control cyclus binnen de HU. Hierin wordt de focus gelegd op de strategisch relevante issues en interne en externe ontwikkelingen die gevolgen hebben voor (de uitvoering van) de strategie, de belangrijkste ‘’in control’’ items en het HU risicoprofiel. Risicomanagement zal als één van de binnen de HU toegepaste controlinstrumenten geïntegreerd onderdeel worden van de P&C cyclus. Dit zal eveneens tot uiting komen in de doorvertaling van strategische doelstellingen (en de daarmee samenhangende borging van risico’s) van
7/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
HU niveau tot en met het niveau van teams. In 2011 is hiertoe al een aanzet gegeven met het opnemen van een risicoparagraaf in de jaarplannen 2012 van de faculteiten. De dienst Corporate Control is belast met toetsing van interne maatregelen rondom risicomanagement en interne sturing en beheersing. Zij is verantwoordelijk voor de beoordeling van de opzet, de werking
en het resultaat van de interne beheersingssystemen en brengt daarover zowel gevraagd als ongevraagd advies uit. • Letter Of Representation Door het College van Bestuur is aan de accountant de Letter Of Representation (LOR) verstrekt. In de LOR verklaart het College van Bestuur dat zij alle informatie die van belang is voor de controleverklaring aan de accountant heeft gegeven en dat zij niet betrokken is geweest bij of weet heeft van onregelmatigheden. De LOR wordt ondersteund door de interne verklaringen bij de jaarrapportages van de faculteiten en diensten die door de (hoofd)budgethouders worden afgegeven.
• Verklaring bij de jaarrapportage De faculteit- en stafdirecteuren en controllers hebben voor de derde achtereenvolgende keer de (interne) ‘Verklaring bij de jaarrapportage’ afgegeven. In de verklaring geven zij aan dat: • de rapportage een getrouw beeld geeft van de baten en lasten • de baten zijn toegekend aan de periode waarin zij gerealiseerd zijn • de lasten zijn toegekend aan de periode waarin zij ontstaan zijn • er een juiste verwerking van baten en lasten m.b.t. subsidies en projecten heeft plaatsgevonden • er een volledige opgave is gedaan van samenwerking met partijen en medewerkers die namens de HU enige vorm van zeggenschap hebben • alle niet uit de balans blijkende verplichtingen zijn gemeld • zij een juiste en volledige weergave van de helderheidsaspecten hebben gedaan Over 2011 hebben naast de faculteits- en stafdirecteuren (hoofdbudgethouders) ook de budgethouders een verklaring bij de jaarrapportage ondertekend voor de onderdelen waarvoor zij budgetverantwoordelijk zijn. • Managementcontracten Door het College van Bestuur wordt jaarlijks met de faculteits- en stafdirecteuren een managementcontract afgesloten. In het managementcontract worden de te realiseren doelstellingen voor de betreffende faculteit of dienst vastgelegd. De doelstellingen zijn afgeleid van het HU-brede strategisch plan en vertaald naar de specifieke doelstelling of bijdrage vanuit de faculteit dan wel dienst. Naast de periodieke bewaking van de afspraken door middel van het werkoverleg tussen de portefeuillehouder in het College van Bestuur en de directeur, vindt twee maal per jaar een bredere toetsing plaats in het bilateraal management overleg. Door de faculteiten en diensten wordt maandelijks op hoofdlijnen gerapporteerd over de resultaatontwikkeling. Per trimester wordt uitgebreider gerapporteerd en vindt een gesprek plaats tussen de portefeuillehouder financiën van het College van Bestuur, de directeur F&BI, de faculteits-/ stafdirecteur en de controller over de (financiële) ontwikkelingen, om zo nodig tijdig te kunnen bijsturen. Publiek – Privaat Binnen de HU is de administratieve organisatie en boekhouding zo ingericht, dat de resultaten van publieke en private geldstromen afzonderlijk zichtbaar zijn. Het eigen vermogen is opgebouwd uit een publiek deel en een privaat deel. Hiermee voldoet de HU aan de verantwoordingseisen van het ministerie van OCW. In 2010 is de notitie “publiek – privaat” opgesteld; hierin worden eenduidige definities gegeven voor
8/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
publieke en private middelen en activiteiten. Begin 2011 is de notitie “kostprijzen” goedgekeurd, in de notitie is opgenomen welke kostprijs bij welke activiteit in rekening moet worden gebracht. Voor private activiteiten dient bij het vaststellen van tarieven, minimaal de integrale kostprijs te worden gehanteerd. Afwijkingen van deze regel zijn toegestaan indien sprake is van producten en diensten die niet uit de markt kunnen worden gehaald, waaromtrent geen concurrentie bestaat of waar sprake is van een zodanige combinatie van of relatie met leer- en/of onderzoekselementen dat het vervaardigen daarvan tot een unieke ervaring leidt (uit: addendum OCW-Controleprotocol 2005). Fusie Per 1 september 2010 vond een fusie plaats tussen de HU en Stichting Hogeschool Domstad. Er vond een bestuursoverdracht plaats, alsmede een overdracht van alle activa en passiva en van alle rechten en verplichtingen. Bij de activa behoorden ook de aandelen van Domstad Beheer BV, die de aandelen Domstad Facilitair BV in haar bezit heeft. De eerstejaars PABO-studenten werden in 2010 gehuisvest in het pand HU-Amersfoort en met ingang van het studiejaar 2011-2012 zijn ook de ouderejaarsstudenten en de post-HBO studenten naar HU-Amersfoort verhuisd. In het pand aan de Koningsbergerstraat waarin Hogeschool Domstad was gevestigd, zijn naast dat er HU onderwijs gegevens wordt, nu nog de genoemde BV’s actief. De belangrijkste activiteit daarvan is de verhuur van zalen en het verzorgen van de catering daarbij. Huisvesting Het huisvestingsbeleid dat is vastgesteld in 2010 heeft als doelstelling Optimaliseren (van ruimtegebruik en ondersteunende processen), Ontmoeten (kennisoverdracht en kennisuitwisseling) en Verbinden (accent ligt op de relaties met de omgeving). Vanuit deze visie is de keuze gemaakt voor het vestigen van de hele HU op Campus De Uithof. Dit biedt de kans om opleidingen van de HU beter met elkaar te verbinden en te positioneren en de samenwerking met de andere partners zoals de UU, het UMCU, maar ook met bedrijven als Danone en TNO, op het Utrecht Science Park te verstevigen. In juli 2011 heeft het College van Bestuur op basis van een scenario-onderzoek de keuze gemaakt voor renovatie van de bestaande panden in De Uithof en nieuwbouw van circa 30.000 m2 op de kavel aan de Padualaan. Bij de renovatie en nieuwbouw wordt een optimalere indeling gemaakt en wordt een efficiënter gebruik van de panden nagestreefd. Hierdoor kan 30.000 m2 ruimte worden bespaard. De financiële ruimte die hierdoor ontstaat, wordt gebruikt voor investeringen in het onderwijs en onderzoek. Gezien de onzekerheden in de te verwachten financiële ontwikkelingen heeft de HU gekozen om de voorgestelde planning bij te stellen waardoor het starten met de nieuwbouw halverwege 2012 niet gerealiseerd wordt. Ook wordt nog niet gestart met het renoveren van bestaande panden op de Uithof. De tweede helft van 2011 is gebruikt om nader onderzoek te doen naar de financieringsmogelijkheden en de ontwikkeling van de ruimtevraag samen met de mogelijke toekomstige positionering van de opleidingen verder in kaart te brengen. Er is gebruik gemaakt van bestaande HU-kennis en -onderzoeken en informatie op het gebied van huisvestingsonderwerpen. De uitkomsten van het onderzoek worden in mei 2012 verwacht. • Verkoop F.C. Dondersstraat In het voorjaar van 2011 is het pand aan de F.C. Dondersstraat verkocht aan een belegger/projectontwikkelaar, die het als appartementengebouw gaat herontwikkelen. Bij de verkoop is overeengekomen dat de HU het pand tot augustus 2015 mag huren. Na deze periode zullen de onderwijsactiviteiten van het ILC, die nu plaatsvinden in het pand aan de F.C. Dondersstraat, plaatsvinden op de Uithof. • Verbanden leggen op Utrecht Science Park (USP) De Uithof HU is niet de enige partij die zich richt op USP De Uithof. In het kader van het strategisch huisvestingsbeleid zijn in 2011 gesprekken gevoerd met verschillende partners om bepaalde problematiek als mobiliteit, parkeren en duurzaamheid gezamenlijk aan te pakken en te onderzoeken op welke vlakken we elkaar kunnen versterken.
9/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
• Bereikbaarheid/mobiliteit Op 31 augustus 2011 is de eerste paal geslagen voor P+R De Uithof, dat komt te liggen op het terrein tussen UMC Utrecht en Sportcentrum Olympus naast de Universiteitsweg en de A28. P+R De Uithof omvat in totaal 2.500 parkeerplaatsen en wordt gefinancierd door een samenwerking tussen Gemeente Utrecht, UMCU, UU en HU. De HU krijgt de beschikking over 150 parkeerplaatsen.
Koers 2012+ / HU brede programma’s De uitwerking van de strategische doelstelling zoals geformuleerd in Koers 2012+ is in een aantal HU brede programma’s vormgegeven. Naast de invulling van het huisvestingsbeleid betreft dit Leven Lang Leren, Integratie Back Office en Optimalisering bedrijfsvoering.
• Leven Lang Leren In 2011 is het programma “Leven Lang Leren” van start gegaan. De HU heeft in ‘Koers 2012+’ bepaald dat voor haar onderwijsbeleid het concept “een leven lang leren” richtinggevend is. De HU heeft een grote ervaring in het opleiden van werkende professionals en is één van de grootste aanbieders in Nederland. Zij verzorgt onderwijs aan ca. 25.000 werkende professionals per jaar in deeltijd-, bachelor en masteronderwijs en diverse opleidingen en cursussen. In het programma Leven Lang Leren vindt een heroriëntatie plaats om het aanbod nog beter te laten aansluiten op de behoefte van werkende professionals. Uitgangspunten daarbij zijn kwaliteit, flexibiliteit en verbinding. In maart 2012 is het businessmodel Leven Lang Leren vastgesteld. De implementatie zal in de komende jaren gefaseerd worden uitgevoerd. • Integratie Back Office (IBO) Het project ”Integratie Backoffice” heeft tot doel het verbeteren van de informatievoorziening binnen de HU. Het richt zich met name op Human Resources, Financiën, Provisioning, PNIL-registratie, Inkoop, CRM-systemen en Bestuurlijke Informatievoorziening. Beoogd wordt door middel van professionalisering en uniformering een meer effectieve en efficiënte informatievoorziening te realiseren. Het project is opgedeeld in een aantal fasen. Fase 0, die in 2011 is afgerond, was gericht op het ontwikkelen van de kaders, een kostenmodel en de pakketselectie voor Financiën en HRM. Fase 1 (2012) is gericht op de implementatie van de nieuwe versie van het Financieel systeem, Salaris- en HRM-applicatie en een Inkoopsysteem per 1 januari 2013. In fase 2 worden de verschillende systemen verder ontwikkeld ter verbetering van de ondersteuning van de kern- en ketentaken. • Optimalisering Bedrijfsvoering Op 1 december 2011 is het programma optimalisering bedrijfsvoering van start gegaan. De strategische bedrijfsvoering van de HU dient toegesneden te zijn op de uitvoering van haar strategisch programma ten aanzien van de kerntaken Onderwijs en Onderzoek. Door de kern- en ketentaken van de HU te oriënteren op de ontwikkeling van (de profilering van) de University of Applied Sciences (UAS) Utrecht ontstaat ruimte om onderwijs, onderzoek en strategische bedrijfsvoering in een positie van synergie te plaatsen. Enerzijds ontstaat zo legitimatie voor nieuwe product-/marktcombinaties, anderzijds kan bij iedere kerntaak onderzocht worden welke bijdrage aan het realiseren van de UAS wordt geleverd.
10/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Bij het kiezen van een goed fundament voor de bedrijfsvoering van de HU gaat het erom welke mate van standaardisatie en integratie van bedrijfsvoeringsprocessen gewenst is. Standaardisatie draagt bij aan voorspelbaarheid en efficiency. Integratie bevordert de verbinding tussen afzonderlijke opleidingen en/of faculteiten door gedeelde informatie, bijvoorbeeld om één gezicht naar de student/klant te presenteren. Meer integratie draagt bij aan efficiency, afstemming, transparantie en flexibiliteit. Optimalisatie en rationalisatie van de processen moet eraan bijdragen dat over twee jaar de kosten voor OBP en beheerslasten gedaald zijn.
Verwachte ontwikkelingen 2012 1 begroting
realisatie
begroting
2012
2011
2011 *)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Rijksbijdrage
210.523
220.984
220.405
Overige baten
99.067
105.061
98.858
Totaal baten
309.590
326.045
319.263
Personele lasten
233.086
222.492
232.211
82.030
91.140
86.610
315.116
313.632
318.821
-5.526
12.413
442
Overige lasten (incl. fin baten en lasten) Totaal lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Inzet bestemmingsreserve Resultaat na inzet bestemmingsreserve
4.775
6.604-
3.453
-751
5.808
3.895
Het begrotingsproces 2012 wordt gekenmerkt door onzekerheid in de rijksbijdrage als gevolg van wijzigingen in de bekostiging, zoals de langstudeerdersmaatregel, de prestatieafspraken en de profileringsmiddelen. Er is nog geen informatie beschikbaar over het gedragseffect van studenten op de per 1 september 2012 in te voeren verhoging van het collegegeld voor langstudeerders. In dit kader wordt met een langstudeerder bedoeld langer dan nominale studieduur plus één uitloopjaar. Anders dan in achterliggende jaren 1
De opgenomen begroting wijkt enigszins af van de officiële begroting 2011 van de HU, doordat daarin abusievelijk Domstad Beheer BV niet was opgenomen. Voor de vergelijkbaarheid is deze nu wel opgenomen.
11/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
is er geen historische informatie op basis waarvan een voorspelling gedaan kan worden. Daarnaast is als gevolg van de economische crisis ook de zekerheid rondom het beschikbare macrobudget voor onderwijs afgenomen. Op 1 september 2012 wordt de verhoging van het collegegeld voor langstudeerders ingevoerd. Dit betekent dat het effect voor de begroting van 2012 nog beperkt is. De rijksbijdrage wordt berekend op basis van t-2, de studenten aanwezig op 1 oktober 2011 zijn de basis voor de rijksbijdrage 2013. In 2013 krijgt de HU dus voor de eerste keer de efficiencykorting als gevolg van de langstudeerdersmaatregel. Het college van bestuur heeft in het voorjaar van 2011 al aangegeven dat zij de ‘’dip’’ in de rijksbijdrage wil opvangen zonder te bezuinigen op de uitvoering en de kwalitatieve verbeteringen in de kerntaken, onderwijs en onderzoek. Verbeteren van de kwaliteit en het rendement blijft prioriteit, evenals de uitvoering van Koers 2012+. Het gerealiseerde resultaat over 2010 en het verwachte resultaat over 2011 bieden voldoende ruimte om de negatieve resultaten over 2012 – 2014 op te vangen. Dit geeft de HU tijd om de kosten van ondersteuning en de bedrijfsvoering gefaseerd op een lager niveau te brengen. Hierover zijn in november afspraken gemaakt door het College van Bestuur met de faculteits- en stafdirecteuren. In de begroting 2012 wordt dan ook onverkort vastgehouden aan de uitgangspunten uit Koers 2012(+). HU heeft in haar strategisch plan Koers 2012+ een heldere richting voor de HU uitgezet en deze de afgelopen jaren met kracht ter hand genomen. De essentie van het strategisch plan bestaat uit: • Kwaliteit boven kwantiteit. Op basis van een plan van aanpak kwaliteit en rendement wordt instellingsbreed voortvarend aan structurele verbeteringen gewerkt. • Focus op Leven Lang Leren. De HU is een programma gestart waarbinnen een fundamenteel herontwerp van het businessmodel voor de doelgroep professionals wordt ontworpen, met als doel een structurele groei in (onbekostigd) deeltijd, master- en contractonderwijs te realiseren. • Programmering van het onderzoek. Gekoppeld aan het HU speerpuntenbeleid in relatie met provinciaal en landelijk topsectorenbeleid is de HU haar onderzoeksprogrammering aan het doorontwikkelen. Daarnaast wordt er specifieke aandacht gegeven aan de verbinding onderwijs en onderzoek. • Continuering HRM beleid. Het ingezette beleid gericht op 100% master en 20% PHD in 2017, binnen de OP formatie gekoppeld aan een verdere uitbouw van de functiemix met de invulling van de schaal 13 en 14 OP functies, wordt volop doorgezet. • Verschuiving middelen van ketentaken naar kerntaken. De HU realiseert structurele verschuivingen onder meer door uitvoering te geven aan het position paper strategische bedrijfsvoering. Lange Termijn Ontwikkeling (LTO) Alle onzekerheden in de bekostiging en de wereld om ons heen gecombineerd met de ambitieuze plannen die de HU heeft met de (her)huisvesting maken het noodzakelijk om verder te kijken dan 2014. Op basis van de cijfers 2012-2014 is een lange termijn ontwikkeling tot en met 2020 opgesteld. Op basis van een aantal aannames m.b.t. de ontwikkeling van (bekostigde) studentenaantallen, afname van het aantal langstudeerders, ontwikkeling van de rijksbijdrage, CAO ontwikkeling en rekening houdend met de effecten van de business case huisvesting is de financiële ontwikkeling geraamd. Door op langere termijn een totaal beeld op te stellen kan de HU nu al keuzes maken in de wijze waarop de exploitatie na 2014 weer positief kan worden. De keuzes kunnen zowel de baten als de lasten betreffen. De opbrengsten per student kunnen worden verhoogd door verbetering van kwaliteit en rendement (minder langstudeerders en minder uitval) en de positieve effecten van het programma Leven Lang Leren. Er wordt vastgehouden aan het uitgangspunt dat er niet bezuinigd wordt op de kerntaken, hetgeen betekent dat er bij de ondersteuning en bij de beheerslasten middelen vrijgemaakt moeten worden. Er wordt niet gekozen voor de kaasschaafme12/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
thode, maar voor het maken van een bewuste keuze op basis van onder andere het voeren van de takendiscussie, het procesgericht werken, optimalisering bedrijfsvoering en taakstellingen voor het huisvestingsbudget. De vragen die telkens gesteld zullen worden zijn: wat draagt deze activiteit bij aan de kerntaken en de realisatie van de strategische doelstellingen en op welke plek kan deze taak het best vervuld worden.
13/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
2 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Geconsolideerde balans per 31 december na resultaatbestemming Ac tiva 31 december 2011 x € 1.000
31 december 2010 x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
173.078
194.866
3.254
3.493
176.332
198.359
Vlottende activa Voorraden
101
137
Vorderingen
10.714
9.277
Liquide middelen
64.214
32.417
Totaal
75.029
41.831
251.361
240.190
Pa s s iva 31 december 2011
31 december 2010 x € 1.000
Eigen Vermogen Voorzieningen
111.935
x € 1.000
99.522
9.421
8.158
Langlopende schulden
58.026
63.637
Kortlopende schulden
71.979
68.873
251.361
240.190
Totaal
14/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2011 2 realisatie
begroting
2011
2011 *)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Baten Rijksbijdragen
220.984
220.405
Overige overheidsbijdragen en subsidies
10.465
8.820
211.963 9.131
College-, curus, les en examengelden
59.088
60.674
57.751
Baten werk i.o.v. derden
20.339
22.870
19.906
Overige baten
7.473
6.494
9.228
Bijzondere baten
7.696
-
-
Totaal baten
326.045
319.263
307.979
Lasten 222.492
232.211
203.193
Afschrijvingen
Personeelskosten
17.492
19.056
17.070
Overige waardeverminderingen van materiële vaste activa
11.000
-
-
Huisvestingslasten
18.682
18.496
19.091
Overige lasten
41.867
46.478
40.232
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Belastingen uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat deelneming Resultaat
311.533
316.241
279.586
14.512
3.022
28.393
1.87512.637 224-
2.580442
2.40625.987
-
160-
-
-
-
12.413
442
25.827
De bijzondere bate (€ 7,7 miljoen) betreft de gerealiseerde boekwinst bij de verkoop van het pand F.C. Dondersstraat.
2
*) De opgenomen begroting wijkt af van de officiële begroting 2011 van de HU, doordat daarin abusievelijk Domstad Beheer BV niet was opgenomen. Voor de vergelijkbaarheid is deze in het bovenstaande overzicht wel opgenomen
15/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Geconsolideerd Kasstroomoverzicht over 2011
realisatie
realisatie
2011 x € 1.000
x € 1.000
2010 x € 1.000
x € 1.000
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat
12.413
25.827
Aanpassingen voor: - afschrijvingen en waardeverminderingen materiële vaste activa - mutaties voorzieningen
28.492
17.070
1.263
2.32629.755
14.744
Veranderingen in vlottende middelen - voorraden
36
88
- vorderingen
1.436-
1.762
- kortlopende schulden
3.106
1.294
- waarvan aflossing c.q. opname bankkrediet
-
1.706
3.144
43.874
43.715
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa
9.090-
26.254-
Desinvesteringen (im)materiele vaste activa
2.386
6.236
Mutatie in deelnemingen Mutatie leningen u/g Overige investeringen financiële vaste activa
1-
-
239
-
-
2306.466-
20.248-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende leningen
-
-
5.611-
1.3555.611-
31.797
1.355-
22.111
16/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Verloop van liquide middelen ( x € 1.000 ) Liquide middelen 1-1-2011 Bankkrediet 1-1-2011
2011 32.417 -
Liquide middelen incl. bankkrediet 1-1-2011
32.417
Mutatie boekjaar
31.797
Liquide middelen incl. bankkrediet 31-12-2011
64.214
17/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
3 Toelichting uitgangspunten jaarrekening Fusie De fusie van de HU met Hogeschool Domstad vond plaats op 1 september 2010. In de jaarrekening van 2010 zijn de resultaten van beide stichtingen verwerkt, als ware de stichtingen op 1 januari 2010 al samengevoegd. Derhalve zijn de cijfers van 2011 vergelijkbaar met die van 2010. Consolidatie In de geconsolideerde overzichten zijn de financiële gegevens opgenomen van de HU, haar groepsmaatschappijen en andere instellingen waarop de HU een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin de instelling overheersende zeggenschap, direct of indirect, kan uitoefenen doordat HU beschikt over de meerderheid van stemrechten of op enige andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend op balansdatum. De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop de HU een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn geëlimineerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig en indien mogelijk gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep. De deelnemingen Interval B.V., Domstad Beheer B.V. en Domstad Facilitaire Zaken B.V. zijn volledig meegeconsolideerd. De deelneming Abakus B.V (43%) is in 2011 verkocht en daarom niet meer opgenomen in de consolidatie. Verbonden Partijen Als verbonden partijen zijn aangemerkt alle rechtspersonen waarin overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap, of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, inclusief het bankkrediet. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, maakt de leiding van de HU schattingen, die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van
18/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Stelselwijzigingen In 2011 hebben zich geen stelselwijzigingen voor gedaan.
19/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
4 Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2, BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardingsprijs. Indien niet anders vermeld worden zij opgenomen tegen de nominale waarde. Vergelijking met voorgaand boekjaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs rekening houdend met bijzondere waardeverminderingen. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden, met uitzondering van de terreinen, gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met de lineaire afschrijvingen. Terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De terreinen in eigen bezit worden niet afgeschreven. De terreinen in erfpacht worden lineair afgeschreven gedurende de looptijd van het contract. Op de overige materiële vaste activa wordt lineair afgeschreven op basis van de verwachte economische levensduur. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen, die op balansdatum worden verwacht (zie: bijzondere waardeverminderingen van vaste activa). De erfpachtovereenkomsten met de Universiteit Utrecht hebben een looptijd van 75 jaar, deze zijn opgenomen onder de terreinen. Investeringen in gebouwen worden in 30 jaar afgeschreven. Voor functionele aanpassingen geldt een afschrijvingstermijn van 5 jaar voor kleine verbouwingen en 15 jaar voor grotere verbouwingen. Investeringen in huurpanden worden afgeschreven overeenkomstig de duur van het huurcontract. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud in het meerjarenonderhoudsplan. Investeringen in inventaris, audio- en visuele apparatuur, computerapparatuur en software worden geactiveerd bij bestedingen vanaf € 10.000 per stuk of per bulkbestelling. In het jaar van ingebruikname en het laatste jaar wordt 50% van een jaartermijn afgeschreven. De afschrijvingstermijnen zijn afhankelijk van de economische levensduur en variëren van 2 tot 10 jaar.
20/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Niet-primaire activa Niet-primaire activa betreffen niet aan het primaire proces dienstbare activa (woning). Deze activa zijn gewaardeerd tegen boekwaarde, zijnde de aanschafwaarde verminderd met de lineaire afschrijvingen. Financiële vaste activa • Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarop invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Wanneer 20% of meer van de stemrechten kan worden uitgebracht, wordt verondersteld dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan de grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover de instelling in deze situatie geheel of gedeeltelijk in staat voor de schulden van de deelneming, dan wel het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de staat van baten en lasten. • Vorderingen op deelnemingen De onder financiële vaste activa opgenomen vorderingen op deelnemingen worden gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. • Overige vorderingen De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen bevatten verstrekte leningen en overige vorderingen. Deze worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag en vervolgens tegen de geamortiseerde kostprijs, die veelal gelijk is aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Deze voorzieningen en andere bijzondere waardeverminderingen worden direct verantwoord in de staat van baten en lasten. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de HU wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Van een bijzonder waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Ook voor financiële instrumenten wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële vaste activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt de
21/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
HU de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de staat van baten en lasten. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die bepaald is bij de eerste verwerking van het instrument. Het waarderingsverlies dat daarvoor opgenomen was, dient te worden teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de staat van baten en lasten verwerkt. Bij een investering in eigenvermogensinstrumenten, gewaardeerd tegen kostprijs, wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het financieel actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de actuele vermogenskostenvoet voor een soortgelijk financieel actief. De bijzondere waardevermindering wordt slechts teruggenomen indien het wegnemen van de indicatie van een bijzondere waardevermindering objectief waarneembaar is. Vlottende activa De voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder toepassing van de FIFO-methode of lagere opbrengstwaarde. Bij de waardering is indien van toepassing, rekening gehouden met een voorziening voor mogelijke incourantheid. De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen wegens mogelijke oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Overlopende projecten zijn gewaardeerd tegen de daaraan per balansdatum gemaakte kosten. Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan een jaar. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserves, bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Bestemmingsreserves zijn middelen waaraan door het College van Bestuur een specifieke bestemming is toegekend. Bestemmingsfondsen zijn middelen toegekend door derden met specifieke bestedingsdoelen. Het eigen vermogen is gesplitst naar publieke en private middelen (segmentatie). In de toelichting op het eigen vermogen in paragraaf 6.6 zijn de afzonderlijke reserves en fondsen toegelicht. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale
22/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voor uitgaven van groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig over een aantal jaren te verdelen. In de toelichting op de voorzieningen in paragraaf 6.4 zijn de afzonderlijke voorzieningen toegelicht. Pensioenen HU heeft een pensioenregeling die is ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en die is te karakteriseren als een zogeheten toegezegde pensioenregeling. De hoogte van de pensioenuitkering is afhankelijk van leeftijd, salaris en aantal dienstjaren. De toegezegde pensioenregeling bij het ABP is verwerkt als zou er sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. In geval van een tekort bij het ABP heeft HU geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort, anders dan hogere toekomstige premies. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt. Operationele leasing Bij de HU zijn er leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.
23/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
5 Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden toegerekend aan het boekjaar voor zover zij op balansdatum ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden meegenomen, indien zij bekend zijn bij het opstellen van de jaarrekening. Fusie De fusie tussen Stichting HU en Stichting Hogeschool Domstad vond plaats op 1 september 2010. In de jaarcijfers van 2010 zijn de resultaten van de beide stichtingen verwerkt, zoals voorgeschreven, alsof zij heel 2010 al waren samengevoegd. Hierdoor zijn de jaarcijfers van 2011 goed vergelijkbaar met die van 2010. Rijksbijdragen en collegegeld De rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft conform de laatst ontvangen opgave van het ministerie van OCW. De collegegelden van studenten zijn opgenomen naar rato van het collegejaar. Overige overheidsbijdragen en -subsidies Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en HU de condities voor ontvangst kan aantonen. Baten werk in opdracht van derden De baten worden opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Vooruit ontvangen financiering wordt als kortlopende schuld gepresenteerd. Eventuele negatieve resultaten van lopende opdrachten worden in de staat van baten en lasten verwerkt op het moment dat het verlies wordt verwacht. Overige baten De overige baten bestaan onder meer uit baten van verhuur en detachering. Bijzondere baten Bijzondere baten zijn baten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post. Lonen en Salarissen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover zij verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De toegezegde pensioenregeling bij het ABP is verwerkt als zou sprake is van een toegezegde bijdrageregeling. De premies worden verantwoord als personeelskosten op het moment dat deze verschuldigd zijn. 24/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Afschrijvingen Voor de afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa wordt de lineaire methode toegepast. Op basis van een vast percentage van de aanschafwaarde of verkrijgingspijs rekening houdend met de verwachte economische levensduur. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. De onderstaande afschrijvingstermijnen worden binnen de HU gehanteerd. Slechts indien sprake is van een aantoonbare afwijkende economische levensduur of de restwaarde wordt hiervan afgeweken. Terreinen in eigen bezit niet afgeschreven Terreinen in erfpacht looptijd overeenkomst Gebouwen 30 jaar Functionele aanpassingen (opgenomen onder gebouwen) o Kleine verbouwingen/investeringen 5 jaar o Grotere verbouwingen/investeringen 15 jaar Inventaris 10 jaar Audio- en visuele apparatuur 3 jaar Computerapparatuur (niet laptops) en software 5 jaar Laptops 2 jaar Boekwinsten en –verliezen bij verkoop van materiële vaste activa worden opgenomen onder bijzondere baten of bijzondere lasten. Overige waardeverminderingen op materiële vaste activa Indien de HU heeft vastgesteld dat de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde van het actief wordt een bijzondere waardevermindering toegepast op het actief. Een bijzondere waardevermindering wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Bijzondere lasten Bijzondere lasten zijn lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Belastingen De opgenomen vennootschapsbelasting komt voort uit de resultaten van de meegeconsolideerde deelnemingen.
25/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
6 Toelichting geconsolideerde balans 6.1
Materiële vaste activa
aanschafprijs
cum afschrijvingen & waarde verminderingen
x € 1.000
x € 1.000
boekwaarde 1 januari 2011
investe- Aanschaf- Cumul. boekwaar afschrijvinringen de gen & waarde afschr. 2011 desinves- desinves- desinves- waarde teringen teringen teringen verminder2011 ingen 2011
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000 x € 1.000
aanschafprijs 2011
cum boekafschrijvinwaarde gen & 31 waarde december verminder2011 ingen
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Gebouwen
218.938
66.999
151.939
820
3.242
1.700
1.542
21.284
216.516
86.583
129.933
Terreinen
19.481
640
18.841
-
786
-
786
51
18.695
691
18.004
76
-
76
2.249
-
-
-
-
2.325
-
2.325
69.793
46.805
22.988
6.021
1.879
1.821
58
7.157
73.935
52.141
21.794
Gebouwen in uitvoering Inventaris en apparatuur Inventaris en apparatuur in bestelling & vooruitbetalingen Niet aan proces dienstbare Materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
850
-
850
-
-
-
-
-
850
-
850
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
172
-
172
-
-
-
-
-
172 -
-
172
309.310
114.444
194.866
9.090
5.907
3.521
2.386
28.492
312.493
139.415
173.078
Schattingswijziging In verband met de huisvestingsplannen van de HU, waarbij de HU in zijn geheel op de Uithof zal worden gevestigd, is de geschatte gebruiksduur voor de te verkopen panden Oudenoord 700 en Nijenoord 1 aangepast tot vier jaar. Er zijn taxaties verricht om de waarde in het economisch verkeer van deze panden te bepalen. Omdat er voor zover bekend geen aanwijzingen zijn dat de marktomstandigheden in vier jaar zullen veranderen, is de restwaarde van de twee panden na vier jaar gelijk gesteld aan de taxatiewaarde. Deze verkorting van de economische levensduur en wijziging van de restwaarde leidt tot een bijzondere waardevermindering. Bijzondere afwaardering De geschatte waarde in het economisch verkeer van de twee panden die zullen worden verkocht blijkt aanzienlijk lager te liggen dan de huidige boekwaarde van de twee panden. Daarom heeft de HU de realiseerbare waarde van de panden opnieuw vastgesteld. Dit heeft geleid tot een afwaardering van de panden in 2011. Voor het bepalen van de realiseerbare waarde is uitgegaan van de taxatiewaarde van de twee panden, waarbij nog rekening is gehouden met de afschrijvingen die de komende vier jaren nog zullen plaatsvinden. De HU acht dit een goede benadering van de bedrijfswaarde van de panden, die hoger ligt dan de opbrengstwaarde. De totale afwaardering bedraagt € 11 miljoen. In de resultatenrekening is dit bedrag afzonderlijk verantwoord onder “overige waardeverminderingen van materiële vaste activa”. In bovenstaand materiële vaste activa overzicht is de afwaardering onder “afschrijvingen en waardeverminderingen 2011” opgenomen. Overig Onder terreinen in erfpacht zijn de overeenkomsten met de Universiteit Utrecht opgenomen. De erfpachtovereenkomsten hebben een looptijd van 75 jaar. De WOZ-waarde van de gebouwen en terreinen in eigendom bedroeg op 31-12-2011 € 152.539.
26/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
6.2
Financiële vaste activa
Boekwaarde 1-1-2011
Investeringen en verstrekte leningen
x € 1.000
Deelnemingen Vorderingen op deelnemingen Voorziening vordering deelnemingen Vorderingen op OCW Overige vorderingen Voorziening overige vorderingen Totaal financiële vaste activa
1 302 3023.206 3.699 3.4133.493
x € 1.000
-
317 317-
Desinvesteringen aflossingen & overboekingen
Resultaat deelnemingen
Boekwaarde 31-12-2011
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
1 302 3023.785 3.547239
-
3.206 231 1833.254
Deelnemingen en vordering op deelnemingen De enige deelneming Abakus BV, is in 2011 verkocht aan Winbase. Een combinatie met Winbase biedt Abakus BV de mogelijkheid haar expertsysteem voor fysiotherapeuten (software die oorspronkelijk door de Faculteit Gezondheidszorg tezamen met het UMC Utrecht werd ontwikkeld), uit te rollen naar andere paramedische beroepen. Er is overeengekomen dat de koopsom deels direct wordt betaald en deels in de komende 5 jaar met rente afbetaald zal worden. Dat laatste deel is verantwoord onder overige vorderingen binnen de financiële vaste activa. Gezien de onzekerheid die met deze lening samenhangt, is voor deze lening een voorziening getroffen. De vordering op Abakus BV, die was opgenomen onder de vorderingen op deelnemingen werd verrekend en de voorziening op deze vordering kon daardoor vrijvallen. Vordering OCW De langlopende vordering op OCW heeft betrekking op de vorderingen inzake vakantie-uitkeringen, belastingen en sociale premies ultimo 1987. De vordering is ontstaan bij de overgang van het declaratiestelsel naar de normatieve bekostiging. De vordering, opgenomen tegen de nominale waarde, wordt verrekend bij liquidatie van de HU. Overige vorderingen en voorziening overige vorderingen De overige vorderingen bevatten in 2010 een lening die is verstrekt in verband met de bouw van HUAmersfoort. Voor deze lening was vorig jaar een voorziening getroffen. Aangezien het restant van de lening in 2012 zal worden afgelost, is het bedrag tezamen met de bijbehorende voorziening naar de vorderingen op korte termijn overgeheveld.
27/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
6.3
Voorraden
31-12-2011
31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
Gebruiksgoederen
6.4
101
137
Vorderingen en overlopende activa 31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010 x € 1.000
Debiteuren Studenten Af: Voorziening wegens oninbaarheid
4.432 3.159 7796.811
Overige vorderingen
3.385
Voorziening op overige vorderingen
3.134-
Overlopende activa
3.652
3.186
10.714
9.277
Totaal vorderingen & overlopende activa
5.349 1.665 1.0096.005 86 -
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde ervan, gegeven het kortlopende karakter en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd. De voorziening wegens oninbaarheid wordt bepaald met behulp van de statische methode. Dat wil zeggen dat een inschatting wordt gemaakt van de oninbaarheid van het op de balansdatum openstaande debiteurensaldo. Hierbij wordt de ouderdom van de vorderingen in ogenschouw genomen. Ten opzichte van voorgaand jaar zijn de vorderingen op debiteuren en de bijbehorende voorziening gedaald, doordat veel strakker op de inning van vorderingen werd gestuurd. De toename van de studentenvorderingen betreft deels een verschuiving met kortlopende schulden als gevolg van een gewijzigde boekingssystematiek (effect € 1 miljoen).
28/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
6.5
Liquide middelen
31-12-2011
31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
Kasmiddelen Bankrekeningen en deposito's
8 64.206
18 32.399
Totaal liquide middelen
64.214
32.417
De toename van de liquide middelen met € 31,8 miljoen is met name het gevolg van het resultaat voor afschrijvingen en afwaarderingen van ruim € 35 miljoen en van de verkoop van F.C. Dondersstraat. De investeringen bedragen € 9 miljoen (2010: € 26 miljoen). De liquide middelen staan vrij ter beschikking.
29/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
6.6
Eigen Vermogen overzicht
stand per
resultaat
overige
1-1-2011 x € 1.000
Algemene reserve publiek
stand per 31-12-2011
mutaties x € 1.000
76.111
x € 1.000
x € 1.000
4.756
477
402
600
3.801
510
2.484
81.344
Bestemmingsreserves publiek Ontwerp & Ontwikkeling Nieuwe opleidingen promotievouchers internationalisering Kwaliteit en Rendement
2.800 425
350-
1.830
145
68
68-
3.500 108
108-
Verhuizing Domstad
150
-
Huur FC Donderstraat Overig
-
1.444
Summercourses
Fusie Hogeschool Utrecht/Domstad
75
2.562
26-
-
4.944 150-
-
890-
1.647
3.852
1.465 12.907
3.852
539
547-
5.829
477-
1.456 18.259
Bestemmingsfondsen publiek Beroepskolom Actieplan Leerkracht G5 Sprintgeld platform Bêtatechniek
888
286
1.899 23
1.893
2
1.254
26
3024.065
Algemene reserve privaat
1.174
6-
2.551
953
20-
4.045
1.052
3.603
Bestemmingsreserves privaat studentzaken interval waarborgfonds Post-HBO Domstad Domstad Beheer BV
Totaal
33
4-
2.320
29
539
830
2.859
-
98-
830
-
802
98-
260 3.888
795
99.522
12.413
1.062 4.683 -
111.935
Hieronder is aangegeven voor welk doel de bestemmingsreserves en fondsen gevormd zijn. Bestemmingsreserves publiek Ontwerp & Ontwikkeling De middelen ontwerp & ontwikkeling worden ingezet t.b.v. financiering van Lectoraten en Kenniscentra, speerpunten en versterking van de relatie onderwijs en onderzoek. Bij het realiseren van de ambities van HU op het gebied van haar onderzoeksopdracht is het van belang om focus en massa in het onderzoek-
30/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
programma aan te brengen. Ten behoeve van een hogeschoolbrede profilering zijn vijf faculteitsoverstijgende speerpunten benoemd. Voor deze speerpunten zijn onder voorwaarde voor een periode van vier jaar middelen beschikbaar gesteld. De nog niet bestede middelen speerpunten alsmede de niet bestede middelen t.b.v. lectoraten onderwijs en de specifieke reservering t.b.v. het Kenniscentra van de faculteit Gezondheidszorg zijn hier verantwoord. Nieuwe opleidingen Conform het reservebeleid van de HU komen de voorfinancieringkosten van nieuwe bekostigde opleidingen niet ten laste van de reguliere exploitatie van de betreffende faculteit, maar worden middelen gereserveerd vanuit de vrij besteedbare reserves. De middelen worden toegekend voor de voorfinanciering van de eerste twee jaar. Promotievouchers Deze middelen worden ingezet voor de vervanging van docenten, die werken aan hun promotie. De besteding van de middelen maakt onderdeel uit van de CAO. Kwaliteit en Rendement Gekoppeld aan het actieplan ‘’verbetering kwaliteit en rendement’’ is € 3,5 miljoen van de extra rijksbijdrage 2010 gereserveerd t.b.v. de uitvoering in 2011 is hieraan nog eens € 5,2 miljoen toegevoegd.. De toekenning van de middelen is niet op basis van kalenderjaar maar op basis van collegejaren. De middelen worden ingezet in de jaren tot en met 2013. De nog niet bestede middelen ultimo 2011 zijn opgenomen in een bestemmingsreserve. Fusie HU/Domstad Voor de kosten die samenhangen met de fusie is een transitiebudget opgesteld. Het grootste deel van de kosten zullen in de periode 2011 – 2014 gemaakt worden. De reservering hiervoor is opgenomen in een bestemmingsreserve. Huur FC Dondersstraat Als gevolg van de keuze van de HU om alle onderdelen te verhuizen naar de Uithof is het pand aan de F.C. Dondersstraat verkocht. Om de periode tussen de verkoop en de verhuizing te overbruggen is met de koper een afspraak gemaakt over tijdelijke (terug)huur van het pand. Uit de gerealiseerde boekwinst bij de verkoop is een deel gereserveerd t.b.v. de resterende huurtermijnen. Overig Onder diversen is een aantal kleinere bestemmingsreserves opgenomen zoals middelen mobiliteitsfonds (K€ 124), sociaal beleid ( K€ 600), interval (K€ 57), Flexibilisering HU Amersfoort (K€ 280) en middelen (K€ 274) voor een aantal kleinere projecten die in 2012 worden afgerond. Bestemmingsfondsen publiek Beroepskolom De middelen beroepskolom zijn geoormerkte middelen ten behoeve van het verbeteren van de in- en doorstroom van MBO studenten naar het HBO. In het bestemmingsfonds is het saldo van de nog niet bestede middelen opgenomen.
31/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Actieplan Leerkracht Actieplan Leerkracht betreft geoormerkte middelen vanuit het ministerie van OCW met als doel om loopbaanontwikkeling van docenten te stimuleren. Door het ministerie is voor het HBO € 2,4 miljoen per jaar toegekend in de jaren 2010-2012. De besteding van de middelen over de jaren is niet gelijkmatig. G5 middelen Tot en met 2011 zijn er door het ministerie van OCW G5 middelen beschikbaar gesteld voor het verhogen van het studiesucces van allochtone studenten aan de vijf Randstadhogescholen. In het bestemmingsfonds is het restant van de middelen opgenomen. Besteding vindt volledig plaats in 2012. Sprintgeld Platform Bêta Techniek Deze middelen zijn geoormerkte middelen ten behoeve van het verbeteren van de in-, door-, en uitstroom van studenten techniek, met onder meer aandacht voor de deelname van vrouwen en allochtonen. In het bestemmingsfonds is het saldo van de nog niet-bestede middelen opgenomen.
Bestemmingsreserves privaat Studentzaken Voor studenten die door onvoorziene omstandigheden in acute financiële nood verkeren heeft de HU een voorziening in de vorm van een Noodfonds voor studenten. Interval Interval B.V. is een 100% dochteronderneming van de HU. De bestemmingsreserve betreft het via de netto vermogenswaarde verwerkte vermogen van Interval. Waarborgfonds Betreft de verplichte reservering als gevolg van de afspraken met het waarborgfonds. Post-HBO Domstad betreft het afzonderlijk geregistreerde vermogen van de private activiteit ‘post-HBO opleidingen’ van Hogeschool Domstad. Domstad Beheer BV Domstad Beheer BV is een 100% deelneming van de HU, die vervolgens weer 100% van de aandelen van Domstad Facilitair BV bezit. De bestemmingsreserve betreft het via de nettovermogenswaarde methode verwerkte vermogen van Domstad Beheer BV.
32/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
6.7
Voorzieningen stand per
dotaties
onttrek
01-01-2011
vrijval/
kingen
x € 1.000
x € 1.000
stand per
overboeking
x € 1.000
31-12-2011
x € 1.000
x € 1.000
Personeelsvoorzieningen: - Wachtgeld
3.456
457
- Reorganisatie/ontslaguitkeringen
449
541
58
- Jubileum uitkeringen
661
193
171
-
683
- Langdurig zieken
572
22
-
-
594
2.419
3.698
3.772
-
2.345
-
1.580
-
-
1.580
Onderhoudsvoorzieningen Omgangskunde Overige Totaal voorzieningen
420
206-
3.493 726
601
-
-
601-
-
8.158
6.491
4.421
807-
9.421
De voorziening voor reorganisatie/ontslaguitkeringen heeft vrijwel geheel betrekking op 2012. De andere voorzieningen hebben een langlopend karakter. Wachtgeld De HU is eigen risicodrager voor het werkloosheidsrisico van de medewerkers. De voorziening betreft zowel het wettelijk als het bovenwettelijk wachtgeld. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op de situatie per 31 december. De voorziening is contant gemaakt tegen 4%. Ook is een voorziening opgenomen voor mogelijke wachtgeldaanspraken van medewerkers met een tijdelijk dienstverband waarvan per 31 december bekend is dat het contract niet verlengd wordt. Dit deel van de voorziening is berekend op basis een risico-inschatting per leeftijdsgroep. Reorganisatie/ontslaguitkeringen Een deel van deze voorziening werd gevormd bij Hogeschool Domstad voor vertrekregelingen in verband met een reorganisatie; hieruit worden aangegane fpu-suppletie verplichtingen betaald. Daarnaast werd een voorziening getroffen voor ontslaguitkeringen/doorbetalingen van loon voor incidentele ontslagen, voor zover de beslissing daaromtrent al in 2011 was genomen. Jubileum uitkeringen De voorziening jubileumuitkeringen wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband van de werknemers. De voorziening is berekend op basis van ervaringscijfers van het afgelopen jaar. De voorziening is contant gemaakt tegen 4%. Langdurig zieken De voorziening langdurig zieken is gebaseerd op de gemiddelde toestroom naar de WIA, de gemiddelde arbeidsomvang en het gemiddelde uurloon van de HU. Langdurig zieken zijn medewerkers waarvan verwacht wordt dat zij gedurende het resterende dienstverband niet meer arbeidsgeschikt worden.
33/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Onderhoudsvoorziening De onderhoudsvoorziening is gevormd op basis van een meerjarenonderhoudsplan dat eind 2011 is opgesteld ten behoeve van het reguliere onderhoud van de gebouwen. In verband met de Business Case Uithof, die ten doel heeft om alle onderdelen van de HU op de Uithof onder te brengen en waarbij de nodige renovaties zullen worden uitgevoerd en panden zullen worden afgestoten, is het onderhoudsplan opgesteld voor de komende drie jaar.
Omgangskunde In 2011 is een voorziening gevormd voor de lerarenopleiding Omgangskunde van bijna € 1,6 miljoen. Er is een verschil tussen de verwachtingen omtrent de bevoegdheden van docenten Omgangskunde en hetgeen in de praktijk realiteit blijkt te zijn. Het verschil in verwachtingen betreft met name de ‘brede’ bevoegdheid, waarbij naast het vak Omgangskunde ook de cognitieve vakken taal en rekenen gedoceerd mogen worden in het praktijkonderwijs. Met het ministerie wordt momenteel overlegd hoe een applicatieprogramma vorm gegeven kan worden.
6.8
Langlopende schulden
Stand per 31-12-2010
Aangegane Aflossingen Stand per Resterende Resterende Leningen 2010 31-12-2011 looptijd looptijd > 1 jaar > 5 jaar
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Kredietinstellingen Rabobank (5,86%) ABN-Amro 9806.50208 (5,82%) ABN-Amro 9806.50216 (5,75%) Ministerie van Financiën 1042 (4,74%) Ministerie van Financiën 1043 (4,73%) Ministerie van Financiën 1214 (4,85%) Ministerie van Financiën 1331 (3,44%) Ministerie van Financiën 1332 (3,28%) Ministerie van Financiën 1482 (3,59%) Ministerie van Financiën 1555 (3,49%)
3.731 794 794 10.000 10.000 10.000 5.000 5.000 9.000 7.000
-
184 794 794 -
-
-
61.319 1.35559.964
-
1.772
Naar kortlopende schulden Stand 31-12-2010
-
1.772
OCW Liquiditeitsbijdrage 1998 OCW Totaal langlopende schulden 31-12
3.547 10.000 10.000 10.000 5.000 5.000 9.000 7.000 59.547 5.19454.353
3.673
3.673
63.637
58.026
x € 1.000
x € 1.000
3.353 10.000 5.000
10.000 10.000 -
-
9.000 7.000
18.353
36.000
34/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Bij de Rabobank loopt een hypothecaire lening op het pand Koningsbergerstraat (voorheen Hogeschool Domstad). Het betreft een annuïtaire lening met een looptijd tot 2024 en een vastrentende periode tot juli 2018. De leningen bij ABN-AMRO (voorheen Fortis) werden in 2011, conform het aflossingsschema, geheel afgelost. In 2008 en 2009 werden langjarige leningen met een vaste rente bij het ministerie van Financiën afgesloten. Op deze leningen wordt niet afgelost. De leningen waren onder meer bedoeld voor grondaankopen en bouwactiviteiten in zowel Utrecht als Amersfoort. De aflossingsverplichtingen voor 2012 (€ 5.194K) zijn opgenomen onder de schulden op korte termijn. Onder de langlopende schuld is de eenmalige liquiditeitsbijdrage OCW opgenomen die door de minister in 1988 is toegekend in verband met de keuze die de studenten kregen om met ingang van het studiejaar 1988/1989 het collegegeld gespreid te betalen. Om het negatieve effect op de liquiditeitspositie van de hogescholen te compenseren is door OCW, onder de naam liquiditeitcorrectie, een bedrag beschikbaar gesteld. De hoogte van het bedrag is gebaseerd op de studentaantallen van 15 september 1987. De schuld valt vrij bij liquidatie van de HU.
6.9
Kortlopende schulden en overlopende passiva
31 december 2010
31 december 2011 x € 1.000
Aflossingsverplichting Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden inzake pensioenen Overig kortlopende schulden Vooruitontvangen collegegeld Vooruitontvangen subsidies OCW Vakantiegeld en -dagen Vooruitontvangen subsidies Vooruitontvangen cursusgelden Inhuur personeel OP/OBP Overige
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
5.194
1.355
1.046 650 8.586 2.901 1.340
2.192 166 8.483 2.483 354
19.648 1.999 10.817 3.824 1.851 3.896 10.226
18.232 1.547 10.153 3.082 4.491 3.290 13.044
Overlopende passiva
52.262
53.840
Totaal kortlopende schulden
71.979
68.873
Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar.
35/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
6.10
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Stichting Waarborgfonds HBO De verplichting die bestond om niet zonder schriftelijke toestemming van de Stichting Waarborgfonds HBO de aan de HU toebehorende registergoederen te vervreemden of met enig recht te bezwaren, is in 2011 vervallen, omdat de door het waarborgfonds geborgde leningen van de HU bij de ABN AMRO geheel zijn afgelost. De HU heeft geen geborgde leningen meer. Inmiddels is in de Algemene Vergadering van de HBO-raad op 28 april 2011 besloten, om de verplichte aansluiting bij het Waarborgfonds te beëindigen per 1 januari 2013. Voorwaarde hiervoor is dat alle aangesloten hogescholen hun geborgde leningen hebben omgezet in niet-geborgde leningen. In de praktijk zou het daardoor goed mogelijk kunnen zijn dat de beëindiging van het Waarborgfonds op een (veel) later tijdstip plaatsvindt. Na beëindiging heeft de HU recht op een uitkering uit het Waarborgfonds van naar schatting € 4,5 miljoen. Aan Banken verstrekte verklaringen De HU heeft een pari passu verklaring aan de ABN AMRO verstrekt over de overige activa, waarbij de HU verklaart dat geen activa als zekerheid voor kredietverlening aan andere financiers zijn verstrekt, en indien zij in de toekomst toch zekerheden aan andere kredietverschaffers verstrekt, ABN AMRO concurrent crediteur blijft. Daarnaast heeft de HU een 'cross default' verklaring afgegeven, inhoudende dat de door de ABN AMRO verstrekte leningen opeisbaar zijn zodra de hogeschool de rente- en aflossingsverplichtingen aan andere geldgevers niet nakomt. ABN AMRO heeft voor de HU voor ad K€ 85 afgegeven aan garanties en de Rabobank K€ 102. Tevens heeft de HU nog een multi-purpose faciliteit met een limiet van K€ 700 bij de ABN AMRO, die gebruikt kan worden in de vorm van een rekening courant en voor het stellen van garanties. Tenslotte heeft de HU overige rekening courantsaldi verpand aan de ABN AMRO. Transferium Voor de faculteit Educatie en de faculteit Maatschappij & Recht is de HU verplicht om in parkeervoorzieningen te voorzien. De HU participeert daarom samen met de gemeente Utrecht, de UU en het UMC in de ontwikkeling van een P&R-faciliteit op de Uithof. De HU heeft 150 appartementsrechten (op 150 parkeerplaatsen) gekocht. De aangegane verplichting bedraagt ultimo 2011 ruim € 2,3 miljoen. Hiervan zal naar verwachting circa de helft in het komende jaar en het restant in 2013 worden betaald. Leaseverplichtingen De HU is leaseverplichtingen aangegaan voor 5 auto’s ten bedrage van K€ 164. Hiervan zal K€ 46 binnen één jaar worden betaald en de rest uiterlijk in 2015. Langlopende huurovereenkomsten en erfpacht De HU heeft enkele langlopende huurovereenkomsten. De looptijd van de contracten is van 1 jaar tot 6 jaar. De totale huurverplichting ultimo 2011 bedraagt ca € 27,9 miljoen. Ca € 5,7 miljoen heeft betrekking op 2012. € 22,2 miljoen heeft een looptijd van langer dan 1 jaar, waarvan € 3,6 miljoen een looptijd heeft van langer dan 5 jaar. Daarnaast is er een pand in eigendom, waarop erfpacht is gevestigd.
36/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Licenties De HU heeft voor 2012 €1,7 miljoen aan softwarelicenties afgesloten. Langlopende verhuurverplichtingen De HU verhuurt een deel van haar ruimten en heeft hiervoor ultimo 2011 K€ 998 aan verhuurcontracten afgesloten. Hiervan heeft K€ 332 betrekking op 2011. K€612 heeft een looptijd van langer dan één jaar, maar korter dan 5 jaar; K€ 54 betreft langer dan 5 jaar.
37/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
6.11
Overzicht geoormerkte subsidies
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies)
Kenmerk MUAD MUAD
de prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking
Toewijzing
Omschrijving
Datum
(BEK/BPR-2010/12626 M) (BEK/BPR-2011/32530M)
11-feb-10 14-jul-11
bedrag van de toewijzing
ontvangen t/m verslagjaar
151.136 155.387
151.136 155.387
geheel uitgevoerd en afgerond
nog niet geheel afgerond
X X
Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies) Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Toewijzing Kenmerk
bedrag van de ontvangen t/m toewijzing verslagjaar
Datum
totale kosten
te verrekenen ultimo verslagjaar
Samenwerk.verb. En land. Exp.centra lerarenopl
BGS/UBT-06/214375 U
13-dec-06
675.000
675.000
675.000
-
Sub.reg.regionale samenw.verb.2004 Handicap en studie
BGS/UBT-06/214380 M BGS/UBT-06/214545 M
14-dec-06 20-dec-06
926.000 332.805 1.933.805
926.000 332.805 1.933.805
926.000 332.805 1.933.805
-
Totaal
-
-
Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
Toewijzing Kenmerk
Samenwerk.verb. Leoned 2 LIST Sirius Programma Lerarenbeurs 2010 - 2011 HU Lerarenbeurs 2010 - 2011 Domstad Lerarenbeurs 2011 - 2012 HU Lerarenbeurs 2011 - 2012 Domstad
Datum
(OND/ODB-2010/54929 U) (OND/ODB-08/142725 U) (OND/ ODB-09/86329 U) BEK-10-50705 M BEK-10-73336 M 376091-3 395336-1
2-aug-10 18-nov-08 16-sep-09 16-jul-10 15-sep-10 22-aug-11 21-nov-11 Totaal
bedrag van de toewijzing
saldo 01–01 2011
497.534 1.204.423 3.503.550 439.456 9.079 477.968 3.492
248.767 200.222 591.805 439.456 9.079 -
6.135.502
1.489.329
ontvangen in verslagjaar 248.767 244.060 862.740 1.397474.476 3.492 1.832.138
38/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
lasten in verslagjaar
totale kosten 3112-2011
saldo nog te besteden ultimo verslagjaar
119.375 304.154 647.700 294.508 -
119.375 886.362 957.635 294.508 -
378.159 140.128 806.845 143.551 9.079 474.476 3.492
1.365.737
2.257.880
1.955.730
Jaarrekening 2011
7 Toelichting Staat van Baten en Lasten 7.1
Rijksbijdragen OCW
Normatieve rijksbijdrage (HBO) Geoormerkte OCW subsidies Subsidie SKO gelden Totaal rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Totaal overheidsbijdragen
realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
219.232 1.752 220.984
219.496 909 220.405
210.820 835 308 211.963
10.465
8.820
9.131
231.449
229.225
221.094
De rijksbijdrage is opgenomen conform de laatste rijksbijdragenbrief.
7.2
Collegegelden realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Collegegelden , cursus-, les en examengelden
59.088
60.674
57.751
Totaal collegegelden
59.088
60.674
57.751
Collegegelden verdeling: Voltijd en duaal Deeltijd
47.303 11.785 59.088
46.518 11.233 57.751
De onder baten opgenomen collegegelden betreffen de collegegelden die betrekking hebben op het kalenderjaar 2011. De ontvangen collegegelden die betrekking hebben op het jaar 2012 zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. Collegegelden van de onbekostigde masters zijn opgenomen onder baten uit contractonderwijs.
39/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
7.3
Baten werk in opdracht van derden
Contractonderwijs Overige Contractonderzoek Totaal baten i.o.v. derden
contractonderwijs uitgesplitst: Nationale overheden Overige niet naar winst strevende organisaties Bedrijven + particulieren
7.4
realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
19.709 574 56 20.339
20.972 518 1.380 22.870
19.122 768 16 19.906
3.512 135 16.140 19.787
2.730 18.242 20.972
2.056 12.320 4.746 19.122
realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Overige Baten
Verhuur Detachering personeel Studenten Catering Overig Totaal overige baten
1.235 707 1.345 966 3.220 7.473
955 421 1.102 1.010 3.005 6.493
1.426 762 1.693 962 4.385 9.228
De baten uit verhuur betroffen voor bijna € 0,9 miljoen opbrengsten uit verhuur aan derden van het zalenverhuurcentrum van Domstad Facilitair BV. Ook de opbrengsten uit catering zijn daar gerealiseerd.
40/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
7.5
Personeelskosten
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen Dotatie overige personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Uitkeringen Overige Totaal personeelskosten
realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
152.877 15.664 20.301 188.841 778 24.531 1.3239.665 222.492
165.046 17.886 19.413 202.345 1.400 16.636 11.830 232.211
144.439 14.624 18.554 177.617 1.116 16.743 1.1928.909 203.193
De totale loonkosten incl. PNIL zijn t.o.v. 2010 gestegen met € 19,0 miljoen. In de begroting was rekening gehouden met een stijging van € 24,7 miljoen. Vanuit de extra rijksbijdrage 2010 en 2011 is in totaal € 8,7 miljoen gereserveerd ten behoeve van verbetering kwaliteit en rendement van het onderwijs. Dit betekent dat de gereserveerde middelen vrijwel geheel worden ingezet in een toename van het aantal OP. In de begroting 2011 was rekening gehouden met het inzetten van deze middelen in het jaar 2011. Begin 2011 is besloten de middelen toe te kennen aan de collegejaren 2011-2012 en 2012-2013. Een deel van de begrote middelen is dus niet besteed maar opgenomen als bestemmingsreserve (€ 4,9 miljoen). De aanname van nieuwe medewerkers heeft in de loop van 2011 plaatsgevonden, waardoor de kosten slechts op een gedeelte van het jaar betrekking hebben. Bij het aannemen van nieuwe medewerkers wordt rekening gehouden met de verwachte ontwikkelingen in de studentenaantallen, mede als gevolg van de langstudeerdersmaatregel, waardoor in een aantal gevallen gekozen wordt voor inzet van PNIL (flexibele schil). Het aantal OBP is lager dan begroot, enerzijds is een aantal functies in 2011 ingevuld met PNIL-ers anderzijds past terughoudendheid bij het aannemen van OBP-ers bij het streven van de HU om het aandeel OBP-ers verder te laten afnemen. In de stijging van de kosten PNIL OBP zijn ook kosten opgenomen i.v.m. inhuur voor HU brede programma’s, zoals Integratie Back Office.
Aantal FTE's per 31 december
OP OBP
realisatie 2011 fte's 1.603 1.117 2.720
begroting 2011 fte's 1.629 1.136 2.765
realisatie 2010 fte's 1.527 1.085 2.612
In 2011 waren gemiddeld 2.660 medewerkers in dienst op basis van een fulltime dienstverband, tegenover 2.541 in 2010.
41/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Overzicht bezoldigingen College van Bestuur en Raad van Toezicht realisatie 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
College van Bestuur Mw Drs G.T.C. Bonhof, voorzitter Prof. Mr H.M. de Jong J. Bogerd MBA
227 202 207
223 197 199
Totaal College van Bestuur
636
619
realisatie 2011
realisatie 2010
x€1
x€1
Drs A. Brienen RA
5.233
5.258
M. Rook MBA, voorzitter
7.233
7.027
Prof. dr J.A. van Ginkel
5.000
5.000
Mw mr drs C. Kervezee
5.233
5.258
Drs J.C. van Ek
5.000
5.000
Mevr. drs. Z. Guernina (vanaf mei 2010)
5.233
3.545
Raad van Toezicht
Mevr. mr. I.D. Thijssen (vanaf 13 december 2011)
-
-
32.932
31.088
De in deze overzichten opgenomen bedragen betreffen het brutosalaris verhoogd met de werkgeversbijdragen sociale lasten en pensioenpremie, de bijtelling voor een leaseauto en eventuele ontslaguitkeringen. In het vergelijkende overzicht van 2010 zijn de vergoedingen voor het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van de voormalige Hogeschool Domstad, die tot 1 september 2010 in functie waren, niet meer meegenomen.
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) Topinkomens in de (semi-)publieke sector worden vergeleken met het gemiddeld belastbaar jaarloon van ministers, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde topinkomens. Voor 2011 werd dat vastgesteld op € 193.000. Inkomens die hoger zijn dan de WOPTbedrag moeten openbaar gemaakt worden. Binnen de HU komen de lonen van de leden van het College van Bestuur hoger uit dan de WOPT-bedrag. Zie onderstaande tabel.
Duur dienstverband
Belastbaar loon excl. leaseauto
Fiscale bijtelling leaseauto
2011
2011
2010
in EUR 2010
Voorzieningen tbv Uitkeringen in verband Belastbaar loon incl. beloningen betaalbaar met beëindiging van het leaseauto op termijn dienstverband
van
tot
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Mw Drs G.T.C. Bonhof, voorzitter CvB
1-9-2003
heden
168.396 164.995
13.124
13.201
181.520 178.196
43.609
42.641
-
Prof. Mr H.M. de Jong, lid CvB
1-9-2006
heden
152.696 148.938
8.985
7.937
161.681 156.875
38.989
38.128
-
J. Bogerd MBA, lid CvB
1-2-2003
heden
152.758 149.530
13.931
13.931
166.689 163.461
38.989
34.068
-
-
totaal
2011
2010
-
225.129
220.837
-
200.670
195.003
205.678
197.529
Stichting Hogeschool Utrecht
42/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Het loon zoals bedoeld onder WOPT betreft fiscaal loon inclusief bijtelling leaseauto, het werkgevers- en werknemersdeel pensioenpremie, premie fpu, aaop en ipap . De HU droeg in 2011 voor 70% procent bij in de door de collegeleden betaalde pensioenpremie, hetgeen is opgenomen onder voorzieningen. Naast de genoemde bedragen hebben de leden van het CvB optioneel een aantal faciliteiten ter beschikking gesteld gekregen, zoals een pc met randapparatuur of laptop, een mobiele telefoon en een tablet. De salarissen zijn conform het remuneratiebeleid, dat in 2009 werd vastgesteld door de Raad van Toezicht. De salarissen zijn geheel vast en zijn gebaseerd op de bedragen, die de branchecode aangeeft voor het totale vaste inkomen binnen groep F. Overzicht kosten/declaraties college van bestuur Voor de eerste maal wordt dit jaar een overzicht van kosten/declaraties van het College van Bestuur opgenomen. Hieronder zijn begrepen de kosten, die aan de individuele leden van het College van Bestuur van de HU in het boekjaar 2011 zijn toe te schrijven. De leden van het College van Bestuur kennen geen vaste onkostenvergoeding en beschikken niet over een Creditcard van de HU. Zij kunnen kosten die niet op factuur kunnen worden betaald declareren conform de voor alle personeelsleden van HU geldende Regeling Onkostenvergoeding. Alle kosten zijn door het hoofd Corporate Control getoetst op rechtmatigheid. De voorzitter van de Raad van Toezicht ziet toe op de gedeclareerde posten en de ontwikkeling daarvan. De opgenomen leasekosten voor auto’s van het College van Bestuur betreffen de kosten van de leasecontracten, die de HU betaalt. In het overzicht van bezoldigingen op bladzijde 40 wordt de fiscale bijtelling voor de leaseauto genoemd. Dat bedrag betekent voor HU geen extra kostenpost (fictief salaris) en mag dus ook niet bij de kosten van het leasecontract worden opgeteld. Bij de reiskosten binnenland wordt opgemerkt dat deze post voornamelijk chauffeurskosten betreft. Daar waar tegenover deze kosten inkomsten staan, omdat de kosten worden gemaakt in opdracht van derden, zoals de HBO-raad, zijn deze hiermee verrekend. Kosten/declaraties leden College van Bestuur
Representatiekosten Reiskosten binnenland Reiskosten buitenland Leasekosten auto Overige kosten Ontvangen vergoedingen/vacatiegelden
G.T.C. Bonhof
H.M. de Jong
J. Bogerd
x€1
x€1
x€1
363 7.445 2.123 20.062 2.246 32.239
280 1.109 1.272 13.298 951 1.83115.079
217 3.806 18.581 1.134 1.42322.316
43/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
7.6
Afschrijvingen en overige waardeverminderingen materiële vaste activa
realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Afschrijvingen materiële vaste activa Overige waardeverminderingen materiële vaste activa
17.492 11.000
19.056 -
17.070 -
Totaal waardeverminderingen materiële vaste activa
28.492
19.056
17.070
De afschrijvingen zijn minder hoog dan begroot onder meer door de verkoop van F.C. Dondersstraat per 1 september 2011 en door minder investeringen dan verwacht in netwerkcomponenten. De overige waardevermindering betreft de bijzondere afwaardering van de panden Oudenoord 700 en Nijenoord 1 in verband met een lagere realiseerbare waarde dan de boekwaarde ultimo 2011, zoals beschreven bij de balanspost materiële vaste activa. Deze waardevermindering was niet begroot.
7.7
Huisvestingslasten
Huur Heffingen Dotatie onderhoudsvoorziening Energie en water Schoonmaakkosten Bewakingskosten Overige Totaal huisvestingslasten
realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
5.474 994 3.879 3.119 3.366 1.026 824
5.554 856 2.993 3.368 3.512 952 1.261
7.439 797 3.008 2.682 3.151 924 1.090
18.682
18.496
19.091
De daling van de huurkosten ten opzichte van 2010 is het gevolg van het wegvallen van de huur Berkenweg in Amersfoort na het gereedkomen en in gebruik nemen van de nieuwbouw en door de verhuizing van een aantal diensten van relatief dure huurlocaties naar Oudenoord 230-240. De kosten voor energie zijn € 0,4 miljoen hoger door het in gebruik nemen van de gerenoveerde panden. Ook is een hoger bedrag aan de onderhoudsvoorziening toegevoegd naar aanleiding van een hernieuwd meerjarenonderhoudsplan. Ten opzichte van de begroting zijn de huisvestingslasten iets hoger (+ € 0,2 miljoen). Tegenover een hogere dotatie aan de onderhoudsvoorziening staan lagere kosten voor energie en overige lasten.
44/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
7.8
Overige lasten
ICT Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Dotatie niet-personele voorzieningen Marketing & Communicatie Advieskosten Reis- en verblijfkosten Leer- en Hulpmiddelen Studentvoorzieningen Overige Totaal overige instellingslasten
realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
6.530 9.199 1.772 1.243 3.587 4.572 2.437 2.810 8.869 850
8.575 10.637 1.891 5.354 2.251 2.369 2.342 9.141 3.918
5.887 10.435 1.256 3.481 3.727 1.985 2.616 9.196 1.649
41.868
46.478
40.232
De overige lasten zijn ten opzichte van 2010 gestegen met € 1,6 miljoen, belangrijkste oorzaak is de vorming van een voorziening ten behoeve van de opleiding Omgangskunde (zie voorzieningen). Ten opzichte van de begroting zijn de overige lasten € 4,6 miljoen lager. In de begroting worden middelen gereserveerd ten behoeve van innovatie en HU brede programma’s en projecten. De middelen worden pas definitief toegekend na goedkeuring van de plannen en bijbehorende budgetten. De verantwoording van de werkelijke kosten is vaak op een andere plaats dan begroot, bv bij personele lasten.
45/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
7.9
Accountantshonoraria
In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
realisatie 2011 x € 1.000 Controle van de jaarrekening andere controlewerkzaamheden fiscale advisering andere niet-controlediensten
realisatie 2010 x € 1.000
224 60 118 73 475
192 87 230 58 567
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij de instelling en de in consolidatie betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1 lid 1 Wet Toezicht Accountantsorganisaties.
7.10
Financiële baten en lasten
Financiële baten Rentebaten kort Financiële lasten Rentelasten lang
Saldo Financiële baten en lasten
7.11
realisatie 2011
begroting 2011
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
740 740
802 802
273 273
2.615 2.615
3.382 3.382
2.679 2.679
-1.875
-2.580
-2.406
Belastingen
De belastingen betreft de vennootschapsbelasting, die voortkomt uit de resultaten van de meegeconsolideerde deelnemingen.
46/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
7.12
Overzicht Verbonden Partijen
Meerderheidsdeelneming (BV of NV) Jur. Vorm
Statutaire Eigen ExploitatieCode zetel activiteiten vermogen saldo 2011 31-122011 x € 1.000
x € 1.000
Omzet 2011
Verklaring Consolidatie Deelnameart. 2:403 ja/nee percentage BW
x € 1.000
%
Interval Services B.V.
B.V.
Utrecht
4
1.386
538
4.810
nee
ja
100
Hogeschool Domstad Beheer B.V.
B.V.
Utrecht
4
820
224
0
nee
ja
100
Hogeschool Domstad Facilitaire Zaken B.V.
B.V.
Utrecht
4
834
229
2.203
nee
ja
100
•
De meerderheidsdeelnemingen zijn meegeconsolideerd.
•
Hogeschool Domstad Beheer B.V. is 100% aandeelhouder van Hogeschool Domstad Facilitaire Zaken B.V.
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging) Jur. Vorm
Eigen ExploitatieStatutaire Code zetel activiteiten vermogen saldo 2011 31-122011 x € 1.000
Stichting Steunfonds FG
Stichting
Utrecht
4
x € 1.000
32
Omzet 2011
Verklaring Consolidatie art. 2:403 ja/nee BW
x € 1.000
-7
7
nee
nee
Overige verbonden partijen (minderheidsdeelnemingen en verbonden partijen zonder beslissende zeggenschap) Juridische Statutaire Code percentage vorm zetel activiteiten deelneming Stichting VOSH
Stichting
Utrecht
4
Stichting Stichtse opleiding Middelbare Akten
Stichting
Utrecht
4
Stichting tot Financiering en Exploitatie Huisvesting de Uithof
Stichting
Utrecht
3
Stichting Huisvesting Hoger Onderwijs in de Uithof
Stichting
Utrecht
3
Stichting Academie Instituut
Stichting
Utrecht
4
Stichting Kofi Annan Business Schools
Stichting
Den Haag
4
Stichting Hermen J. Jacobs Fonds
Stichting
Utrecht
4
Stichting Leraren met Lef
Stichting
De Meern
4
Stichting Playing for Success Utrecht
Stichting
Utrecht
4
Vereniging Simea
Vereniging Utrecht
4
Stichting Taskforce Innovatie Regio Utrecht
Stichting
Utrecht
4
Stichting FC4You
Stichting
Utrecht
4
Platform ICT en Onderzoek van Stichting SURF
Stichting
Utrecht
4
Platform ICT en Bedrijfsvoering van Stichting SURF
Stichting
Utrecht
4
Stichting HOVO
Stichting
Utrecht
1
*) code activiteiten
1 = contractonderwijs 2 = contractonderzoek 3 = onroerende zaken 4 = overig
47/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Transacties met verbonden partijen. De stichting Financiering Huisvesting Hoger Onderwijs in de Uithof en Stichting Huisvesting Hoger Onderwijs in de Uithof bezitten een aantal gebouwen, waarin de HU is gehuisvest. De HU betaalt hiervoor huur volgens afgesloten marktconforme huurcontracten van respectievelijk K 1.859 en K 339. De stichting Kofi Annan Business Schools stelt talentvolle jongeren uit ontwikkelingslanden in staat om in Nederland of België te studeren. Het is een gezamenlijk initiatief van de Vlerick Leuven Management School, PA International en de Hogeschool Utrecht. De jaarlijkse bijdrage van de HU betreft € 10.000. De stichting Hermen J. Jacobsfonds ondersteunt de opleiding voor leraren in het (voortgezet) onderwijs. HU heeft in 2011 € 14.000 ontvangen in verband met een door een medewerker van de HU gewonnen prijs. Aan de stichting Leraren met Lef is een initiatief van de leraren die zich bezorgd maken om de toekomst van ons onderwijs. In 2011 werd door de HU een bedrag van € 1 per FE-medewerker betaalt voor het bijwonen van een onderwijsmanifestatie. De vereniging Siméa treedt op namens de besturen die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs en de dienstverlening aan leerlingen die doof, slechthorend zijn en /of ernstige spraak-/taalmoeilijkheden hebben. De besturen hebben hun strategische belangenbehartiging in de Stichting ondergebracht. De bijdrage aan de stichting is € 22,50 per betrokken student. Aan de stichting FC4You, een samenwerkingsverband met FC Utrecht is in 2011 een donatie gedaan van € 100 in verband met een afscheid van een bestuurslid. De stichting HOVO biedt cursussen aan voor 50+-ers. Incidenteel stelt de HU leraren ter beschikking. Voor de gemaakte kosten ontvangt de HU een deel van de cursusgelden van HOVO.
48/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
8 ENKELVOUDIGE JAARREKENING Enkelvoudige balans per 31 december 2011 na resultaatbestemming 31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Vaste Activa Materiële vaste activa
173.027
194.807
5.885
5.699
Financiële vaste activa
178.912
200.506
Vlottende activa Voorraden
85
123
Vorderingen
10.654
8.882
Liquide middelen
61.039
30.355
Totaal
71.779
39.360
250.691
239.866
Pa s s iva 31-12-2011 x € 1.000
31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Eigen vermogen Algemene reserve publiek
81.344
Algemene reserve privaat
3.603
77.084
Bestemmingsreserves publiek
18.259
14.427
Bestemmingsreserves privaat
4.683
3.888
Bestemmingsfondsen publiek
4.045
4.124 111.935
99.522
9.421
8.158
Langlopende schulden
58.026
63.637
Kortlopende schulden
71.308
68.549
250.691
239.866
Voorzieningen
Totaal
49/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Enkelvoudige staat van baten en lasten 2011 3
realisatie
begroting
2011
2011
x € 1.000
Rijksbijdragen
x € 1.000
x € 1.000
realisatie 2010
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
220.984
219.496
210.820
Overige overheidsbijdragen en subsidies
10.465
909
10.274
College-, cursus, les-, en examengelden
59.088
60.674
57.751
Baten werk i.o.v. derden
20.339
22.870
19.906
Overige baten
6.162
13.164
7.246
Bijzondere baten
7.696
-
Som der bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Afschrijvingen
324.734
317.113
305.997
223.186
232.281
203.394
17.461
19.051
16.730
overige waardeverminderingen van materiële vaste activa
11.000
-
-
Huisvestingslasten
18.249
17.785
18.537
Overige lasten
41.328
45.362
39.655
Som der bedrijfskosten
311.223
314.479
278.316
13.511
2.634
27.682
Financiële baten en lasten
-1.897
-2.580
-2.422
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
11.614
54
25.259
799
388
568
12.413
442
25.827
Resultaat deelnemingen Resultaat
3
Het resultaat wijkt enigszins af van de officiële begroting 2011 van de HU, doordat daarin abusievelijk Domstad Beheer BV niet was opgenomen. Voor de vergelijkbaarheid is deze nu wel opgenomen.
50/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
9 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspreken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf 2.5 van de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de op blz. 16 tot en met 21 opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten.
51/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
10 Toelichting enkelvoudige jaarrekening In de toelichting op de enkelvoudige balans en staat van baten en lasten zijn alleen overzichten opgenomen, die (substantieel) afwijken van de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. Voor de overige overzichten wordt verwezen naar de geconsolideerde overzichten.
9.1
Materiële vaste activa aanschafprijs
cum afschrijvingen & waarde verminderingen
x € 1.000
Gebouwen Terreinen Gebouwen in uitvoering Inventaris en apparatuur Inventaris en apparatuur in bestelling & vooruitbetalingen Niet aan proces dienstbare Materiële vaste activa
Totaal materiële vaste activa
9.2
boekwaarde 1 januari 2011
x € 1.000
investeringen *) 2011
Aanschafwaarde
Cum. afschr. desinv.
afschrijvingen en waardevermindering 2011
desinvest
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
aanschafprijs 2011
cum afschrijvingen & waarde verminderingen
x € 1.000
x € 1.000
boekwaarde 31 december 2011
x € 1.000
218.760
66.821
151.939
820
3.256
1.700
21.275
216.324
86.396
129.928
19.481
640
18.841
-
786
-
51
18.695
691
18.004
76
-
76
2.249
-
2.325
-
2.325
69.061
46.132
22.929
6.014
7.135
73.193
51.446
21.746
-
-
-
850
-
850
1.882
1.821
-
-
-
-
850
-
850
-
-
-
-
-
-
172
-
172
172
-
172
308.400
113.593
194.807
9.083
5.924
3.521
28.461
-
-
311.559
138.533
173.026
Financiële vaste activa
Deelnemingen
Boek-
Investeringen
Desinvesteringen
waarde
en verstrekte
aflossingen &
1-1-2011
leningen
overboekingen
x € 1.000
x € 1.000
Dividend-
Resultaat
Boek-
uitkeringen
deel
waarde
nemingen 31-12-2011
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
375
x € 1.000
2.207
1
Vorderingen op deelnemingen
302
302
798
-
Voorziening vordering deelneming
302-
302-
-
Vorderingen op OCW
3.206
Overige vorderingen
3.699
317
2.881-
-
-
Voorziening overige vorderingen
3.413-
316-
2.722
-
-
375
798
5.699
2.629
3.206
1
158-
231 1815.885
52/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Onder de post deelnemingen zijn de volgende deelnemingen verantwoord: Naam:
Vestigingsplaats:
Interval B.V.
Utrecht
100
Hogeschool Domstad Beheer B.V.
Utrecht
100
Hogeschool Domstad Facilitaire Zaken B.V.
Utrecht
100
Deelnemingspercentage:
De in 2010 nog opgenomen deelneming Abakus BV, die een boekwaarde had van € 1 is in 2011 overdragen. Er is geen boekresultaat op gerealiseerd.
9.3
Vorderingen 31-12-2011
31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
Debiteuren
4.483
Af: Voorziening wegens oninbaarheid
5.064
773-
1.003-
3.709
4.061
-
-
Studenten
3.159
1.665
Overige vorderingen en overlopende activa
3.786
3.156
10.654
8.882
Verbonden partijen
9.4
Liquide middelen 31-12-2011
31-12-2010
x € 1.000
x € 1.000
Kasmiddelen Bankrekeningen en deposito's
2
3
61.037
30.352
61.039
30.355
53/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
9.5
Kortlopende schulden 31 december 2011 x € 1.000
Aflossingsverplichting Rekening courant banken Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden inzake pensioenen Overig kortlopende schulden
Vooruitontvangen collegegeld Vooruitontvangen subsidies OCW Vakantiegeld en -dagen Overige Overlopende passiva
x € 1.000
31 december 2010 x € 1.000
x € 1.000
5.194 -
1.355 -
809 885 8.269 2.683 1.333
2.192 430 8.132 2.479 317
19.648 1.999 10.685 19.803
18.232 1.547 9.968 23.896 52.135
53.644
71.308
68.549
54/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
10
Overige gegevens 10.1
Resultaatbestemming
Het resultaat 2011 ad € 12,4 miljoen is als volgt in het eigen vermogen verwerkt: • • • • •
Algemene reserve publiek Algemene reserve privaat Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsfondsen publiek Bestemmingsreserves privaat
10.2
+ € 4,8 miljoen + € 1,0 miljoen + € 5,8 miljoen -+ € 0,8 miljoen
Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen bekend na balansdatum, die relevant zijn voor het beeld van het resultaat over het boekjaar 2011 en het vermogen en de opbouw hiervan per 31 december 2011.
55/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Controleverklaring
56/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
Jaarrekening 2011
Instellingsgegevens Stichting HU Oudenoord 330 3513 EX UTRECHT 030-2308108 Brinnummer: 25DW
College van Bestuur Mevr. drs. G.T.C. Bonhof (voorzitter) Prof. mr. H.M. de Jong (vice-voorzitter) J. Bogerd MBA
Raad van Toezicht M. Rook MBA (voorzitter) Mevr. mr. drs. C. Kervezee (plv. voorzitter) Drs. A. Brienen RA Drs. J.C. van Ek Prof. dr. J.A. van Ginkel Mevr. drs. Z. Guernina Mevr. mr. I.D. Thijsen
De jaarrekening is vastgesteld op 17 april 2012.
Mevr. drs G.T.C. Bonhof
J. Bogerd MBA
Prof. mr. H.M. de Jong
57/57 © Hogeschool Utrecht, 17-04-2012, Versie F&BI/2012-135/1.0CvB
WWW.HU.NL