2-634-881-06 (1)
LCD Monitor Gebruikshandleiding
LMD-1950MD © 2005 Sony Corporation
Nederlands
WAARSCHUWING Dit apparaat niet blootstellen aan regen of vocht ter verkleining van de kans op brand of een elektrische schok. Open de behuizing niet om elektrocutie te voorkomen. Laat het toestel alleen nakijken door vaklui. DIT TOESTEL MOET GEAARD ZIJN. Als u de stroom helemaal wilt afsluiten, trek dan de AC stekker los. WAARSCHUWING Wanneer een apparaat wordt aangebracht, neem dan een direct toegankelijk ontkoppelingsmechanisme in de vaste bedrading op of sluit de netstekker aan op een makkelijk toegankelijke contactdoos bij het apparaat. Als er tijdens de werking een storing in het apparaat optreedt, bedien dan het ontkoppelingsmechanisme om de voeding uit te schakelen of maak de netstekker los van de contactdoos. Laat eventuele reparaties en onderhoud over aan een erkend Sony dealer. Dit toestel bevat stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu wanneer ze niet zorgvuldig worden afgevoerd. Neem voor het afvoeren van dit toestel contact op met onze dichtstbijzijnde vertegenwoordiging.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Belangrijke veiligheidsmaatregelen/instructies bij het gebruik in een medische omgeving 1. Alle apparatuur die op dit toestel wordt aangesloten, moet beantwoorden aan de normen IEC60601-1, IEC60950-1, IEC60065 of andere IEC/ISO normen die hiervoor gelden. 2. Daarnaast moeten alle configuraties voldoen aan de systeemnorm IEC60601-1-1. Iedereen die extra apparatuur op het signaalingangsdeel of het signaaluitgangsdeel aansluit, configureert een medisch systeem en is er derhalve verantwoordelijk voor dat het systeem voldoet aan de vereisten van de systeemnorm IEC60601-1-1. Raadpleeg bij twijfel altijd het gekwalificeerde servicepersoneel. 3. De lekstroom kan toenemen bij aansluiting op andere apparatuur. 4. Deze apparatuur kan radiofrequentie-energie opwekken, gebruiken en uitstralen. Als de apparatuur niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen in de instructiehandleiding, dan kan de apparatuur interferentie veroorzaken bij andere apparatuur. Als dit toestel interferentie veroorzaakt (wat kan worden vastgesteld door de voedingskabel van het toestel te ontkoppelen), probeer dan de volgende maatregelen: Zet het toestel op een andere plaats ten opzichte van de apparatuur waarbij er vermoedelijk interferentie optreedt. Sluit dit toestel en de apparatuur waarbij er vermoedelijk interferentie optreedt aan op verschillende circuits. Neem contact op met uw dealer (volgens de norm EN60601-1-2 en CISPR11, klasse B, groep 1).
Let op Wanneer u dit toestel of zijn accessoires als afval afvoert, moet u de betreffende plaatselijke wetgeving en de regels van het ziekenhuis in acht nemen.
Waarschuwing op voedingsaansluiting Maak gebruik van een geschikte netspanningskabel voor het plaatselijke elektriciteitsnet. 1. Gebruik de goedgekeurde netspanningskabel (3-weg netsnoer)/apparatenstekker/stekker met aardcontacten die voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van het betreffende land (indien van toepassing). 2. Gebruik de netspanningskabel (3-weg netsnoer)/ apparatenstekker/stekker met de correcte stroomsterkte (voltage/amperage). Wanneer u vragen heeft over het gebruik van de bovengenoemde netspanningskabel/apparatenstekker/ stekker, neem dan contact op met deskundig servicepersoneel.
2
Symbolen op het toestel Symbol
8
Plaats
Dit symbool staat voor
Onderkant
Hoofdschakelaar. Indrukken om het toestel aan te zetten.
Onderkant
Hoofdschakelaar. Indrukken om het toestel uit te zetten.
Onderkant
De equipotentiaalaansluiting die de diverse onderdelen van een systeem op hetzelfde potentiaal brengt.
Onderkant
Functionele aardingsaansluiting
Voorkant
Helderheidsregeling
Voorkant
Contrastregeling
Voorkant
Toetsblokkering De instellingen worden geblokkeerd om verandering te voorkomen.
6 -
3
Belangrijke EMC-kennisgeving (elektromagnetische compatibiliteit) voor gebruik in een medische omgeving • De LMD-1950MD heeft bijzondere voorzorgsmaatregelen nodig met betrekking tot EMC en moet geïnstalleerd en in gebruik genomen worden in overeenstemming met de EMC-informatie die in deze instructiehandleiding is opgenomen. • Draagbare en mobiele RF-communicatieappatuur zoals mobiele telefoons kunnen de LMD-1950MD beïnvloeden. Lijst met kabels gebruikt voor EMC tests Type kabel
Specificaties
AC-kabel
1,8 m en 2,3 m, ongepantserd
DC-kabel
0,5 m en 2,0 m, gepantserd
Massakabel
3,0 m, ongepantserd
BNC-kabel
1,5 m, gepantserd
Y/C UIT kabel
1,6 m, gepantserd
Y/C IN kabel
1,6 m, gepantserd
DVI-kabel
1,8 m en 0,2 m, gepantserd
RGB-kabel
1,8 m en 0,2 m, gepantserd
Kabel parallelle afstandsbediening
0,6 m, ongepantserd
Seriële kabel
3,0 m, gepantserd
Toetsenbordkabel
1,5 m, gepantserd
Muiskabel
1,8 m, gepantserd
Waarschuwing Gebruik van andere accessoires en kabels dan hier vermeld zijn, met uitzondering van reserveonderdelen die door Sony Corporation worden verkocht, kan resulteren in verhoogde emissies of verlaagde immuniteit van de LMD-1950MD. Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissies De LMD-1950MD is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de LMD-1950MD dient zeker te stellen dat het toestel gebruikt wordt in een dergelijke omgeving. Emissietest
Conformiteit
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Groep 1
De LMD-1950MD gebruik RF-energie alleen voor de interne functionering. Daarom zijn de RF-emissies zeer laag en is het niet waarschijnlijk is dat deze enige interferentie bij elektronische apparatuur in de nabijheid veroorzaken.
RF-emissies CISPR 11 RF-emissies Klasse B CISPR 11 Harmonische emissies Klasse D IEC 61000-3-2 Spanningsschommelinge n/flikkeremissies
Conform
IEC 61000-3-3
Waarschuwing Als de LMD-1950MD vlak naast of gestapeld met andere apparatuur gebruikt moet worden, dient gecontroleerd te worden of het product normaal werkt in de configuratie waarin het gebruikt zal worden.
4
De LMD-1950MD is geschikt voor gebruik in alle gebouwen, inclusief woningen en ruimtes die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare laagspanningsnetwerk dat gebouwen van stroom voorziet voor huishoudelijke doeleinden.
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit De LMD-1950MD is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de LMD-1950MD dient zeker te stellen dat het product in een dergelijke omgeving gebruikt wordt. Immuniteitstest Elektrostatische ontlading (ESD)
IEC 60601 testniveau
Conformiteits-niveau
±6 kV contact
±6 kV contact
±8 kV lucht
±8 kV lucht
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen De vloeren dienen van hout, beton of keramische tegels te zijn vervaardigd. Indien vloeren met synthetisch materiaal bedekt zijn, moet de relatieve vochtigheid ten minste 30% bedragen.
IEC 61000-4-2 Elektrische stroomstoten/burst
±2 kV voor ±2 kV voor De kwaliteit van het elektriciteitsnet dient gelijk te zijn aan die van stroomvoorzieningsli stroomvoorzieningsli een normale commerciële of ziekenhuisomgeving. jnen jnen
IEC 61000-4-4
Stroomstoot
±1 kV voor invoer/ uitvoerlijnen
±1 kV voor invoer/ uitvoerlijnen
±1 kV differentiaalmodus
±1 kV differentiaalmodus
±2 kV gewone modus
±2 kV gewone modus
De kwaliteit van het elektriciteitsnet dient gelijk te zijn aan die van een normale commerciële of ziekenhuisomgeving.
IEC 61000-4-5
Spanningsdalen, korte onderbrekingen en spanningsschommeli ngen in stroomvoorzieningsli jnen IEC 61000-4-11
< 5% UT De kwaliteit van het elektriciteitsnet dient gelijk te zijn aan die van < 5% UT (> 95% dal in UT) bij (> 95% dal in UT) bij een normale commerciële of ziekenhuisomgeving. Als ononderbroken werking van de LMD-1950MD nodig is tijdens 0,5 cyclus 0,5 cyclus onderbrekingen van de netvoeding, wordt aanbevolen om de LMD1950MD op een ononderbreekbare stroomvoorziening of een accu 40% UT 40% UT aan te sluiten. (60% dal in UT) (60% dal in UT) bij 5 cycli bij 5 cycli 70% UT (30% dal in UT) bij 25 cycli
70% UT (30% dal in UT) bij 25 cycli
< 5% UT < 5% UT (> 95% dal in UT) bij (> 95% dal in UT) bij 5 seconden 5 seconden Magnetisch veld van 3 A/m de stroomfrequentie (50/60Hz)
3 A/m
De magnetische velden van de stroomfrequentie dienen zich op niveaus te bevinden die normaal zijn voor een normale locatie in een normale commerciële of ziekenhuisomgeving.
IEC 61000-4-8 OPMERKING: UT is het wisselstroomnetvoedingsvoltage voordat het testniveau is toegepast.
5
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit De LMD-1950MD is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de LMD-1950MD dient zeker te stellen dat het product in een dergelijke omgeving gebruikt wordt. Immuniteitstest
IEC 60601 testniveau
Conformiteits-niveau
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur dient niet dichter bij enig onderdeel van de LMD-1950MD, inclusief de kabels, te worden gebruikt dan de aanbevolen scheidingsafstand, die berekend wordt via de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender. Aanbevolen scheidingsafstand
Geleide RF
3 Vrms
IEC 61000-4-6
150 kHz tot 80 MHz
3 Vrms
d = 1,2 √P d = 1,2 √P 80 MHz tot 800 MHz d = 2,3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz
3 V/m Uitgestraalde RF
3 V/m 80 MHz tot 2,5 GHz
IEC 61000-4-3
Waarbij P het nominale maximale uitvoervermogen van de zender in Watt (W) is volgens de specificaties van de fabrikant van de zender en d de aanbevolen scheidingsafstand in meter (m). Veldsterktes van vaste RF-zenders, als die vastgesteld zijn in een elektromagnetische onderzoek ter plaatse, a dienen lager te zijn dan het conformiteitsniveau van ieder frequentiebereik. b Interferentie kan optreden in de nabijheid van apparatuur die gemerkt is met het volgende symbool:
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hoogste frequentiebereik van toepassing. OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische propagatie wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van bouwwerken, objecten en mensen. a Veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor (draagbare/draadloze) telefoons en mobiele zenders over land, amateurzenders, AM- en FM-radiozenders en TV-zenders kunnen theoretisch niet nauwkeurig voorspeld worden. Om de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders te beoordelen, dient een elektromagnetisch onderzoek ter plaatse overwogen te worden. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waarop de LMD-1950MD wordt gebruikt het van toepassing zijnde RF-conformiteitsniveau overschrijdt, dient gecontroleerd te worden of de LMD-1950MD normaal werkt. Als een abnormale werking wordt waargenomen, kunnen extra maatregelen noodzakelijk zijn, zoals het opnieuw richten of plaatsen van de LMD-1950MD. b Boven het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz dienen veldsterktes minder dan 3 V/m te zijn.
6
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en de LMD-1950MD De LMD-1950MD is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen gereguleerd zijn. De klant of gebruiker van de LMD-1950MD kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen, door de hieronder aanbevolen minimumafstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparaatuur (zenders) en de LMD-1950MD aan te houden, in overeenstemming met het maximale uitvoervermogen van de communicatieapparatuur. Nominaal maximaal uitvoervermogen van zender W
Scheidingsafstand in overeenstemming met de frequentie van de zender m 150 kHz tot 80 MHz d = 1,2 √P
80 MHz tot 800 MHz d = 1,2 √P
800 MHz tot 2,5 GHz d = 2,3 √P
0,01
0,12
0,12
0,23
0,1
0,38
0,38
0,73
1
1,2
1,2
2,3
10
3,8
3,8
7,3
100
12
12
23
Bij zenders die een nominaal maximaal uitvoervermogen hebben dat niet hierboven is vermeld, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meter (m) worden geschat met behulp van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P het maximale uitvoervermogen van de zender in Watt (W) is, volgens de specificaties van de fabrikant van de zender. OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand voor het hoogste frequentiebereik van toepassing. OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische propagatie wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van bouwwerken, objecten en mensen.
7
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen .......................................... 9 Veiligheid ........................................................... 9 Installatie ............................................................ 9 LCD-scherm ....................................................... 9 Fluorescerende beeldbuis ................................... 9 Onderhoud .......................................................... 9 Oude apparaten afvoeren .................................. 10 Aanbeveling om meer dan één apparaat te gebruiken ........................................................ 10 Verpakkingsmateriaal ....................................... 10 Ventilatorstoring ............................................... 10 Kenmerken ........................................................... 10 Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen ........................................... 12 Voorpaneel ........................................................ 12 Ingangssignalen en instelmogelijkheden .......... 14 Onderkant ......................................................... 15 Het netsnoer aansluiten ...................................... 16 Ingangsadapter bevestigen ................................. 17 Stekkerafdekking verwijderen ........................... 18 Standaardinstellingen kiezen ............................. 18 De menutaal kiezen ............................................. 20 Het menu gebruiken ............................................ 21 USER MEMORY oproepen ............................... 22 Afstellingen in menu's verrichten ...................... 22 Items ................................................................. 22 Instellingen bijstellen en veranderen ................ 23 Het menu STATUS...................................... 23 Het menu COLOR TEMP............................ 24 Het menu USER CONTROL....................... 24 Het menu USER CONFIG........................... 26 Het menu REMOTE .................................... 27 Het menu USER MEMORY........................ 28 Instellingen in het geheugen opslaan ........... 28 Het menu INPUT SELECT ......................... 29 Het menu KEY INHIBIT............................. 29 Het menu USER SERVICE ......................... 30 Storingen verhelpen ............................................ 30 Specificaties .......................................................... 31 Afmetingen/gewicht ............................................. 35
8
Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Het apparaat mag alleen op 100-240 V AC worden aangesloten. • Het typeplaatje met daarop o.a. de bedrijfsspanning zit op de AC-adapter. • Mocht er een zwaar object of vloeistof in de behuizing terechtkomen, trek de stekker dan uit de contactdoos en laat het apparaat door deskundigen controleren voordat u het weer weer in gebruik neemt. • Trek de stekker uit de contactdoos wanneer het apparaat meerdere dagen niet wordt gebruikt. • Maak het netsnoer altijd los door aan de stekker te trekken. Trek nooit aan het snoer zelf. • De contactdoos moet dichtbij de apparatuur zitten en gemakkelijk toegankelijk zijn.
• Wanneer het apparaat in een koude ruimte staat, kan een restbeeld zichtbaar blijven. Dit is geen defect. Zodra de monitor warm wordt, ziet het scherm er weer normaal uit. • Wanneer een vast beeld zoals een frame, een gescheiden beeld, een tijdscode of een stilstaand beeld gedurende een langere periode wordt weergegeven, dan kan er een beeld op het scherm achterblijven dat als restbeeld fungeert. • Het scherm en de behuizing worden warm tijdens het gebruik. Dit is geen defect.
Fluorescerende beeldbuis • Als lichtbron is in dit apparaat een speciaal ontworpen fluorescerende buis aangebracht. Neem contact op met uw Sony-dealer wanneer het LCD-scherm zwart of instabiel wordt, dan wel niet aangaat.
Onderhoud Installatie • Zorg voor voldoende luchtcirculatie om een inwendige warmte-ontwikkeling te voorkomen. Zet het apparaat niet op een ondergrond (kleden, dekens etc.) of dichtbij materialen (gordijnen, draperieën) die de ventilatiegaten kunnen afsluiten. • Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen zoals radiatoren of luchtkanalen en stel het niet bloot aan direct zonlicht, veel stof, mechanische trillingen of schokken. • Houd de monitor uit de buurt van apparatuur die magnetisme opwekt, zoals een transformator of hoogspanningsleidingen.
LCD-scherm • Het LCD-paneel van deze unit is met behulp van een hoogwaardige precisietechnologie vervaardigd, waardoor een werkende pixelratio ontstaat van minimaal 99,99%. Hieruit volgt dat een zeer klein gedeelte van de pixels vast staat; altijd uit (zwart), altijd aan (rood, groen of blauw) of knippert. Bovendien kunnen gedurende een lange gebruiksperiode als gevolg van de fysieke eigenschappen van de LCD dergelijke vaste pixels spontaan verschijnen. Bovenstaande punten zijn geen defecten. • Laat het LCD-scherm niet naar de zon gekeerd staan om schade aan het scherm te voorkomen. Denk daaraan wanneer u het apparaat bij een raam neerzet. • Duw niet tegen het scherm van de LCD-monitor en bekras het niet. Zet geen zware voorwerpen op het scherm van de LCD-monitor. Hierdoor kan het scherm vervormd raken.
Alvorens te reinigen Zorg ervoor dat het netsnoer uit het AC-stopcontact is gehaald. Het scherm reinigen Een materiaal dat bestand is tegen desinfectie, wordt gebruikt voor de beschermingsplaat aan de voorkant van het LCD-scherm voor medisch gebruik. Het oppervlak van de beschermingsplaat is speciaal behandeld om de weerkaatsing van licht te verminderen. Als oplosmiddelen zoals benzeen of thinner, of zuur, alkaline of schuurmiddel of chemische reinigingsdoeken worden gebruikt voor het oppervlak van de beschermingsplaat of van het scherm, kunnen de prestaties van scherm achteruitgaan en de afwerking van het oppervlak kan beschadigd raken. Pas op bij het volgende: • Reinig de het oppervlak van de beschermingsplaat of van het scherm met een 50 tot 70 volume-% concentratie van isopropanol of een 76,9 tot 81,4 volume-% concentratie van ethanol met pas een dweilmethode toe. Wrijf voorzichtig over de beschermingsplaat (wrijven met minder dan 1 N kracht). • Hardnekkige vlekken kunnen worden verwijderd met een zachte doek zoals een reinigingsdoek die licht bevochtigd is met een mild reinigingsmiddel door te wrijven en dan te reinigen met bovenstaande reinigingsoplossing. Gebruik nooit oplosmiddelen zoals benzeen of thinner, of zuur, alkaline of schuurmiddel, of chemische reinigingsdoeken voor reiniging of desinfectie, aangezien deze het oppervlak van de beschermingsplaat of van het scherm zullen beschadigen.
Voorzorgsmaatregelen
9
• Gebruik geen onnodige kracht om het oppervlak van de beschermingsplaat of van het scherm te boenen met een vieze doek. Er kunnen krassen ontstaan op het oppervlak van de beschermingsplaat of van het scherm. • Laat het oppervlak van de beschermingsplaat of van het scherm niet langdurig in contact komen met een rubber of vinyl harsproduct. De afwerking van het oppervlak kan beschadigd raken of de deklaag kan loslaten.
Oude apparaten afvoeren • Voer het apparaat niet af met het normale afval. Stop de monitor niet bij het huishoudelijke afval. • De fluorescerende buis bevat kwik. Voer de monitor af volgens de betreffende milieuwetgeving aangaande afvalverwerking.
Aanbeveling om meer dan één apparaat te gebruiken • In verband met eventuele storingen is het raadzaam om meer dan één monitor te gebruiken of een reservemonitor te hebben wanneer deze wordt gebruikt voor bewakingsdoeleinden, voor de continue weergave van beeld of voor noodgevallen.
Verpakkingsmateriaal • Gooi de kartonnen doos en het opvulmateriaal niet weg. Deze zijn ideaal om het apparaat in te vervoeren. Neem contact op met een officiële Sony dealer wanneer u vragen over dit apparaat hebt.
Ventilatorstoring • Dit apparaat heeft een ingebouwde koelventilator. Wanneer "FAN ERROR" op het display verschijnt, zet u de stroom af en neemt u contact op met een officiële Sony dealer.
Kenmerken Dit apparaat voldoet aan de volgende medische veiligheidsnormen van de USA, Canada en Europa UL60601-1 voor de USA, CSA C22.2 No.601.1 voor Canada en EN 60601-1 voor Europa. De monitor is ontworpen voor gebruik bij medische behandelingen, met de folieschakelaar, een beschermingspaneel, etc. Kastontwerp zonder warmteventilatieopeningen De LMD-1950MD is zo ontworpen dat er geen luchtventilatie-openingen zijn om warmte uit het apparaat te blazen. Dit ontwerp voorkomt dat er bloed, chemische oplossingen en vuil, die problemen kunnen veroorzaken, het apparaat binnendringen. Vuil dat is opgehoopt in het hoofdapparaat, kan er niet uit.
Beeld Verfijnde I/P-conversie (Interlace to Progressive) De LMD-1950MD zorgt voor een verfijnde I/Pconversie naar Sony's originele X-Algorithmtechnologie. Deze technologie combineert de pixels boven, onder en diagonaal over het bewegende beeld en voegt vervolgens een natuurlijke pixel in. Het directe resultaat is een vloeiendere weergave van zowel bewegende als stilstaande beelden. Volledige digitale 10-bit signaalbewerking Alle signalen, waaronder analoog signalen, worden omgezet in digitale signalen. Alle signalen worden bewerkt met behulp van een volledige digitale 10-bit bewerking zodat een beeld wordt geproduceerd in een vloeiende overloop zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit. Twee mogelijke kleursystemen De monitor kan NTSC- en PAL-signalen weergeven zodra deze is aangesloten. Auto Chroma/Phase-functie De kleurintensiteit en -tint van de decoder worden automatisch ingesteld m.b.v. de Auto Chroma Phasefunctie.
10
Kenmerken
SXGA LCD-scherm met hoge beeldkwaliteit/ hoge resolutie Door een SXGA hoge resolutie (1280 x 1024 pixels) scherm en hoge helderheid/ultrabreed beeldtechnologie, kan de monitor bij verschillende lichtsterktes en op diverse manieren gebruikt worden (hangend aan de muur, met behulp van verschillende monitors om een beeld te bekijken, etc.). Door toepassing van een kleurenfilter met een breed spectrum en LCD-materialen met een hoge reactiesnelheid, worden de bewegende beelden van het videosignaal duidelijker weergegeven. Als er RGB/COMPONENT-signalen (480/60I, 575/50I) binnenkomen, test deze monitor tevens signalen bij hoge frequenties en biedt een hoge resolutie van 700 TV scanlijnen of meer.
Ingang Accepteert analoge RGB-ingangssignalen *1 Dankzij de scan-converter kan de monitor VGA, SVGA, XGA en SXGA analoge RGB-signalen herkennen op de HD15-ingang. Accepteert DVI-D (digitale) ingangssignalen *1 Dankzij de scan-converter kan de monitor VGA, SVGA, XGA en SXGA digitale computersignalen herkennen op de DVI-ingang. Om SXGA-signalen te bekijken wanneer de DVIingang wordt geselecteerd, moet een kabel van maximaal 3 m lengte worden gebruikt. *1 Voor acceptabele formaten, zie "Het voorkeursignaal" op pagina 34 en 35.
Optioneel slot voor het videosignaal Er kunnen twee optionele ingangsadapters worden bevestigd. Het composiet-, Y/C-, component-, analoogRGB- of SDI-signaal kan als ingang dienen, afhankelijk van de ingangsstekkers van de gebruikte kaart. Multi-formaat *2 Het beeldformaat wordt automatisch ingesteld: NTSC/ PAL-kleurensysteem of het DTV- formaat, zoals 720P, 1080I etc. *2 Voor acceptabele formaten, zie "Videosignaalformaten" op pagina 33.
Externe synchronisatie-ingang Het apparaat kan worden bediend door het synchronisatiesignaal van een externe signaalgever.
Functies APA-functie (Auto Pixel Alignment) U kunt de beelden van de HD 15-ingang in het juiste beeld weergeven door simpelweg op de APA-toets te drukken.
Automatische aansluiting (alleen stekker met merkteken) De ingangsstekkerbus wordt inwendig op 75 ohm aangesloten wanneer er niets op de uitgangsstekkerbus is aangesloten. Zodra een kabel op de uitgangsstekkerbus wordt aangesloten, wordt de inwendige aansluiting automatisch verbroken en dienen de ingangssignalen naar ingangsstekkerbus als uitgangssignalen naar de uitgangsstekkerbus (doorgelust). Kleurtemperatuur en gamma-modus kiezen De kleurtemperatuur kunt u in vier standen (HIGH, LOW, LOW2, LOW3) en het gamma in vijf standen instellen. U kunt de kleurtemperatuur ook op de gewenste instelling onder "USER" afstemmen. Beeldverhouding instellen U kunt de monitor, naar gelang het ingangssignaal, instellen op een beeldverhouding van 4:3 of 16:9. Scan-functie U kunt de gewenste weergave kiezen uit: "NORMAL" , "UNDER", "OVER", "FULL", "ZOOM" en "NATIVE" (alleen 1080I en 720P), m.u.v. de HD 15- en DVIingangssignalen. Taal op het display kiezen U kunt één van de zeven talen voor op het display kiezen: Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Japans en Chinees. Stroombesparingsfunctie De monitor gaat naar de energiezuinige modus wanneer er geen ingangssignaal is. Toetsblokkering U kunt de toetsen blokkeren om een foute bediening te voorkomen. Gebruikersgeheugen U kunt 20 beeldinstellingen met een naam opslaan. De data in het gebruikersgeheugen kunnen worden opgeslagen of uitgewisseld tussen de monitor en andere apparatuur (PC, etc.), die in serie op afstand is aangesloten. Twee verschillende massa-aansluitingen In de monitor zitten twee verschillende soorten massaaansluiting ten behoeve van de elektrische spanning. Externe afstandsbediening U kunt het ingangssignaal, de beeldverhouding etc. direct instellen m.b.v. de aangesloten apparatuur.
Overige Optionele standaard De monitor kan gemakkelijker op een bureau worden gezet met behulp van de optionele standaard (SU-560).
Kenmerken
11
Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen Voorpaneel
2
APA
+ –
+ –
–
4
5
ENTER USER MEMORY
MENU
INPUT
POWER REMOTE
-
+ –
1
3
a / (Net)schakelaar Druk op om de stroom aan te zetten en om de stroom af te zetten. Wanneer de stroom aanstaat, brandt de POWER-verklikker. b Aansluitlamp Deze lamp kan worden in- en uitgeschakeld met een afstandsbediening. Voor nadere informatie, zie "Stekkerbezetting" op pagina 32. c APA-toets (Auto Pixel Alignment) Hiermee stelt u het beeld automatisch zo scherp mogelijk in wanneer een signaal binnenkomt via de HD15-ingang. Om het beeld in verband met het ingangssignaal nog fijner in te stellen, zie "DOT PHASE" op pagina 27 en "PITCH" op pagina 27. Druk op de MENU-toets om de APA-functie te stoppen. De APA-functie werkt niet wanneer het menu wordt getoond. d 8 (helderheid) +/– toetsen +: voor meer helderheid. –: voor minder helderheid. De waarde wordt op de standaardinstelling gereset door gelijktijdig op de + en – toetsen te drukken.
12
+
Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen
6
7
8
9
0
qa
qs
qd
e 6 (contrast) +/– toetsen +: voor meer contrast. –: voor minder contrast. De waarde wordt op de standaardinstelling gereset door gelijktijdig op de + en – toetsen te drukken. f MENU-toets Door hierop te drukken, verschijnt het menu op het scherm. Druk nogmaals om het menu te laten verdwijnen. Het menu USER SERVICE (op pagina 30) verschijnt wanneer u de MENU-toets ingedrukt houdt. Voor de bediening van het menu, zie "Het menu gebruiken" op pagina 21. g Pijltoetsen (M/m/
j INPUT M/m-toetsen Hiermee kiest u het ingangssignaal. Na elke druk op de M-toets verandert het ingangssignaal, zie hieronder. Wanneer u de m-toets indrukt, verandert het ingangssignaal in omgekeerde richting. COMPOSITE T r Y/C r RGB r COMPONENT r OPTION A-1 t
HD15 R DV I R OPTION B-2 R OPTION B-1 R OPTION A-2
Opmerkingen
• De signaalinstelling "OFF" in het menu INPUT SELECT kan niet worden gekozen met de INPUTtoets en wordt overgeslagen. Kies "ON" om het signaal te kiezen. • Wanneer geen ingangsadapter is aangebracht, wordt "OPTION" vanzelf overgeslagen. k --verklikker (toetsblokkering) Wanneer de toetsblokkering aanstaat, brandt de groene verklikker. Voor informatie over de toetsblokkering, zie "Het menu REMOTE" op pagina 27 en "Het menu KEY INHIBIT" op pagina 29. l REMOTE-verklikker Wanneer de seriële afstandsbediening (RS-232C) werkt, brandt de groene verklikker. Voor informatie over de afstandsbediening, zie "Het menu REMOTE" op pagina 27. m POWER-verklikker Wanneer de stroom wordt aangezet, wordt het lampje geel en daarna groen. Geel betekent dat de stroombesparende stand aanstaat.
Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen
13
Ingangssignalen en instelmogelijkheden Ingangssignaal Video*1,
Item
B&
W*1
Onderdeel*2
Y/C*1
SDI
SD
HD
SD
HD
D1*3
HD*4
DVI
HD15
CONTRAST
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
BRIGHT
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
CHROMA
a
a
a
×
×
×
APERTURE
a
a
a
a
× × ×
a
×
× × ×
a
a (NTSC)
× ×
a
a
× × ×
× × ×
COLOR TEMP
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
AUTO CHROMA/ PHASE
a
×
a
a
×
×
a
a
×
×
COMP LEVEL
×
×
a (480/60I)
×
×
×
×
×
×
×
NTSC SETUP
a (NTSC)
a (480/60I)
×
×
×
×
×
×
×
×
GAMMA
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
SCAN*5
a
a
a
a
a
a
a
a
ASPECT
a
a
a
a*
a
a*
a
× ×
APA
× ×
× ×
× ×
× ×
× ×
× ×
a
SIZE
× ×
× × ×
× × × a
a
SHIFT
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
DOT PHASE
× ×
× ×
× ×
× ×
× ×
× ×
× ×
× ×
× ×
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
×
×
PHASE
PITCH POWER SAVING PIC DELAY MIN*
7
a : Instelbaar × : Niet instelbaar
14
RGB*2
Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen
6
6
a
*1 Het signaal kan binnenkomen zonder een ingangsadapter. Wanneer een BKM-227W is aangebracht, zijn er meer ingangen. *2 Het signaal kan binnenkomen zonder een ingangsadapter. Wanneer een BKM-229X is aangebracht, zijn er meer ingangen. *3 Wanneer een BKM-220D of BKM-243HS is aangebracht, kan het signaal binnenkomen. *4 Wanneer een BKM-243HS is aangebracht, kan het signaal binnenkomen. *5 Mogelijkerwijs is dit item niet instelbaar vanwege het ingangssignaal. Voor nadere informatie, zie "SCAN" op pagina 25. *6 Het signaal kan binnenkomen in 480/60P of 576/50P formaat. *7 Alleen interlacesignaal beschikbaar.
Onderkant
1 2 3 4 5 6
8 9
a COMPOSITE-ingangsstekkerbus (BNC) Ingang voor composietsignalen. b Y/C-ingangsstekkerbus (4-polige mini-DIN) Ingang voor Y/C-signalen. c G/Y-ingangsstekkerbus (BNC) Ingang voor G van RGB-signalen en component Y (luminantie) signalen. d B/PB-ingangsstekkerbus (BNC) Ingang voor B van RGB-signalen en PB (blauw kleurverschil) van componentsignalen. e R/PR-ingangsstekkerbus (BNC) Ingang voor R van RGB-signalen en PR (rood kleurverschil) van componentsignalen. f EXT SYNC-ingangsstekkerbus (externe synchronisatie) (BNC) Wanneer dit apparaat op een extern synchronisatiesignaal werkt, moet het referentiesignaal van de signaalgever op deze stekkerbus worden aangesloten. Kies "EXT" in "SYNC" uit het menu USER CONFIG (op pagina 26) om het synchronisatiesignaal via deze stekkerbus te gebruiken. Opmerking
Wanneer een videosignaal met golfstoringen etc. binnenkomt, kan het beeld gestoord zijn. Wij adviseren de TBC (time base corrector) te gebruiken.
0
7
qa
qs
qd
qf
g Optionele ingangsslots Er kan desgewenst een optionele ingangsadapter worden aangebracht. Druk op de INPUT-toets om de signalen te kiezen. h
/I (Equipotentiale/Functiemassa) aansluiting (equipotentiaal) aansluiting Aangesloten op de equipotentiaalstekker. I (functiemassa) aansluiting Aangesloten op de massakabel. i DC IN-contactdoos Aangesloten op de DC-stekkerbus van de AC-adapter. j Doorgeluste uitgangsstekkerbussen De signalen naar de ingangsstekkerbussen (1, b, c, d, e en f) dienen hier als uitgang. Overeenkomstig het ingangssignaal op de apparatuur aangesloten. Zodra een kabel op deze stekkerbus wordt aangesloten, wordt de 75 ohm aansluiting vanzelf verbroken en dient het signaal van de ingangsstekkerbus als uitgang van deze stekkerbus. k DVI-ingangsstekkerbus (DVI-D) Het betreffende DVI Rev.1.0 digitale RGB-signaal is de ingang. Om SXGA-signalen te bekijken wanneer de DVIingang wordt geselecteerd, moet een kabel van maximaal 3 m lengte worden gebruikt. l HD15-ingangsstekkerbus (HD D-Sub, 15-polig) Een analoog RGB-videosignaal (0,7 Vp-p, positieve polariteit) en het synchronisatiesignaal zijn de ingang. De Plug & Play-functie komt overeen met DDC2B.
Plaats en functie van onderdelen en bedieningselementen
15
m PARALLEL REMOTE-aansluiting (modulaire stekkerbus, 8-polig) Aansluiting voor een parallelle schakelaar om de monitor van buitenaf te bedienen. Voor de veiligheid mag op deze modulaire stekkerbus geen kabel van randapparatuur worden aangesloten waarop mogelijkerwijs een te hoge spanning staat. Als het toestel af fabriek moet worden vervoerd, wordt een stekkerafdekking op deze aansluiting bevestigd. Verwijder de afdekking alvorens de aansluiting te gebruiken.
Het netsnoer aansluiten Sluit het netsnoer aan zoals de afbeelding laat zien. Bij het apparaat zitten twee soorten stekkerhouders. Gebruik de houder die het netsnoer het stevigst vasthoudt.
1
Zie pagina 18 voor het verwijderen van de stekkerafdekking.
Sluit het netsnoer aan op de AC IN-stekkerbus op de AC-adapter. Zet het netsnoer vervolgens vast met de stekkerhouder. AC IN-stekkerbus
Voor nadere informatie over de stekkerbezetting en de fabrieksinstelling van elke pen, zie "Stekkerbezetting" op pagina 32. n SERIAL REMOTE (RS-232C) aansluiting (D-Sub 9-polig) Aangesloten op de RS-232C-stekker van de externe apparatuur die op de monitor is aangesloten. De monitor kan worden bediend middels de bedieningsorganen van de aangesloten apparatuur. Voor nadere informatie over de stekkerbezetting en de fabrieksinstelling van elke pen, zie "Stekkerbezetting" op pagina 32. Voor nadere informatie, zie de Interface Manual for Programmers (te vinden op de meegeleverde CD-ROM, alleen in Japans en Engels).
16
Het netsnoer aansluiten
Netsnoer
Stekkerhouder (meegeleverd)
2
Schuif de stekkerhouder zover over het snoer dat deze vastklikt.
3
Steek de DC IN-stekkerbus zover in de DC INcontactdoos aan de onderkant van dit apparaat dat deze vastklikt.
Ingangsadapter bevestigen Ontkoppel het netsnoer alvorens de ingangsadapter te bevestigen. Bevestig de ingangsadapter aan het optionele ingangsslot nadat het plaatje van het slot is verwijderd.
1
Verwijder het plaatje van het optionele ingangsslot.
2
Steek de ingangsadapter in het slot.
Het netsnoer verwijderen Druk eerst de borglippen in en trek de stekkerhouder van het netsnoer los. Druk dan de borglippen in en trek dan de DC INstekkerbus uit de DC IN-contactdoos.
INPUT MONITOR
3
OUT
Draai de schroeven aan.
INPUT MONITOR
OUT
Ingangsadapter bevestigen
17
Stekkerafdekking verwijderen
Standaardinstellingen kiezen
Als het toestel af fabriek moet worden vervoerd, wordt een stekkerafdekking op de the PARALLEL REMOTE aansluiting (stekker) bevestigd. Verwijder de stekkerafdekking als volgt om de stekker te kunnen gebruiken. Ontkoppel het netsnoer alvorens de stekkerafdekking te verwijderen.
Wanneer u het apparaat na aankoop voor het eerst aanzet, kies dan uit de opties het gebied waarin u het gaat gebruiken. Standaardinstellingen voor elk gebied
3 1
5 4 3
Stekkerafdekking
1
Verwijder de schroef van de stekkerafdekking.
2
Verwijder de stekkerafdekking.
Bewaar de schroef en de afdekking, zodat de afdekking indien nodig opnieuw kan worden bevestigd. Let op
Deze stekker is ontworpen voor rechtstreeks contact met geleidingscircuits. Als gevolg van een storing in het toestel kan een lage spanning aanwezig zijn. Om te voorkomen dat patiënten per ongeluk de stekker aanraken, moet de stekkerafdekking worden bevestigd als de stekker niet wordt gebruikt voor een verbinding met andere apparatuur.
2 3
1NORTH AMERICA 2LATIN AMERICA PAL&PAL-N AREA NTSC&PAL-M AREA
18
Stekkerafdekking verwijderen / Standaardinstellingen kiezen
–
7,5
SMPTE
0
SMPTE
0
URUGUAY
Low
SMPTE
0
OTHER AREA
Low
BETA7,5
7,5
Low
SMPTE
0
NTSC AREA
Low
BETA7,5
7,5
PAL AREA
Low
SMPTE
0
High
SMPTE
0
+
–
BETA7,5
Low
–
MENU
Low
Low
5JAPAN
+
NTSC SETUP
PARAGUAY
EUROPE MIDDLE-EAST
+
COMP LEVEL
ARGENTINA
3AFRICA AUSTRALASIA 4ASIA EXCEPT JAPAN
COLOR TEMP
+ –
ENTER USER MEMORY
INPUT R
-
1
4 U kiest ASIA EXCEPT JAPAN: Klanten die dit apparaat in de donkere gebieden op de onderstaande kaart gebruiken, moeten NTSC AREA kiezen. De overige klanten moeten PAL AREA kiezen.
Druk op de POWER-schakelaar om het apparaat aan te zetten. De stroom wordt aangezet en het scherm SELECT SETTING verschijnt. 1 Noord-Amerika
S E L EC T S E T T I NG xN O R T H A M E R I C A • L A T I N AMER I CA • AFR I CA AUSTRA L AS I A EUROP E M I DD L E - E A S T • AS I A EXCEPT J APAN • J APAN
2 Latijns Amerika 3 Afrika Australië/NieuwZeeland, Europa, MiddenOosten, Rusland
4 Azië, behalve Japan 5 Japan
2
Druk op de M of m-toets om het gebied te kiezen waarin het apparaat wordt gebruikt en druk op de ENTER-toets. U kiest 1, 3 of 5 Nu verschijnt het bevestigingsscherm. Bevestig het gekozen gebied. Is de instelling verkeerd, dan drukt u op de MENU-toets om naar het vorige scherm terug te keren.
AS I A EXCEPT xN T S C A R E A • PAL
SE L ECT NOR T H
TH I S
J APAN
AREA
NTSC-gebied PAL-gebied
A R E A?
3
AMER I CA
[ E N T E R ] Y ES [ MENU ] NO
U kiest 2 of 4 Nu verschijnt één van de volgende schermen. Druk op de M of m-toets om het gebied in te perken en druk daarna op de ENTER-toets. Nu verschijnt het bevestigingsscherm. Bevestig het gekozen gebied. Is de instelling verkeerd, dan drukt u op de MENU-toets om naar het vorige scherm terug te keren.
2 U kiest LATIN AMERICA: PAL&PAL-N-gebied L A T I N AMER I CA xP A L & P A L - N A R E A ARGEN T I NA P ARAGUA Y URUGUA Y • NTSC&PA L - M AREA OTHER AREA
Druk op de ENTER-toets. Het gebied wordt ingesteld en het scherm COMPLETED verschijnt. C OM P L E T ED NOR T H
AMER I CA
[EN T ER ] E X I T MENU [ M E N U ] U N D O S E T TI N G S
Druk op de MENU-toets om naar het vorige scherm te gaan en de instellingen ongedaan te maken.
4
Druk op de ENTER-toets. Het scherm COMPLETED is verdwenen en de standaardinstelling is voltooid.
Argentinië
Opmerking Paraguay Uruguay NTSC&PAL-M-gebied Ander gebied
Wanneer het verkeerde gebied is gekozen, stelt u de volgende items in m.b.v. het menu. • COLOR TEMP (op pagina 24) • COMP LEVEL (op pagina 30) • NTSC SETUP (op pagina 30) Zie "Standaardinstellingen voor elk gebied" (op pagina 18)
Standaardinstellingen kiezen
19
4
Druk op de M of m-toets om "LANGUAGE" te kiezen en druk daarna op , of op de ENTERtoets. Het gekozen item is geel.
5
Druk op de M of m-toets om een taal te kiezen en druk daarna op de ENTER-toets. Het menu verschijnt nu in de gekozen taal.
De menutaal kiezen Wat betreft de taal van het menu en de schermteksten kunt u uit zeven mogelijkheden kiezen: Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Japans en Chinees. "ENGLISH (Engels)" is als standaard ingesteld. De huidige instellingen zijn te zien waar nu de x tekens op de afbeelding van het menuscherm staan.
USER CONFIG (1/2) Rr · SYNC xxx xL A N G U A G E xxxxxxx · P O W E R S AV I N G xxx · COMPUTER DETECT··· AU T O C H R O M A / P H A S E · AU T O A D J VA L U E · S TA R T · · ·
xxx
Het menu wissen + –
+ –
+
+ –
MENU
Druk op de MENU-toets. Het menu verdwijnt vanzelf wanneer gedurende 1 minuut geen toets wordt aangeraakt. ENTER USER MEMORY
INPUT R
–
-
1
Druk op de POWER-schakelaar om het apparaat aan te zetten.
2
Druk op de MENU-toets. Het menu verschijnt. S TAT U S ( 1 / 2 ) R r F O R M AT COLOR TEMP GAMMA COMP LEVEL NTSC SETUP
3
xxxxxxxxx xxxxxxxx xxx x xxxxx x
Druk op de M of m-toets om het menu USER CONFIG 1/2 (gebruikersconfiguratie 1/2) te kiezen en druk daarna op , of de ENTER-toets. De instelmogelijkheden (iconen) in het gekozen menu zijn geel. USER CONFIG (1/2) Rr · SYNC xxx xL A N G U A G E xxxxxxx · P O W E R S AV I N G xxx · COMPUTER DETECT··· AU T O C H R O M A / P H A S E · AU T O A D J VA L U E · S TA R T · · ·
20
De menutaal kiezen
xxx
3
Het menu gebruiken Dit apparaat heeft een menu op het scherm om diverse af- en instellingen te verrichten, zoals de beeldinstelling, de instelling van het ingangssignaal, het veranderen van standaardinstellingen, etc. U kunt ook de taal van het menu op het scherm veranderen. Om de menutaal te veranderen, zie "De menutaal kiezen" op pagina 20.
Opmerking
Het menu bestaat uit meerdere pagina's: druk op M of m om naar de gewenste menupagina te gaan.
4
De huidige instellingen zijn te zien waar nu de x tekens op de afbeelding van het menuscherm staan.
Kies een item. Druk op de M of m- toets om het item te kiezen en druk daarna op , of op de ENTER-toets. Het te veranderen item is nu geel.
Stel het gekozen item in. Om de ingestelde waarde te veranderen: Voor een hogere waarde drukt u op de M-toets. Voor een lagere waarde drukt u op de m-toets. Druk op de ENTER-toets om de waarde te bevestigen. Om de instelling te veranderen: Druk op de M of m-toets om de instelling te veranderen. Druk op de ENTER-toets om de instelling te bevestigen.
+ –
+ –
Opmerking
+ –
+
MENU
ENTER USER MEMORY
Een blauw item kan niet worden veranderd of ingesteld.
INPUT R
–
-
Het menu wissen Druk op de MENU-toets. Het menu verdwijnt vanzelf wanneer gedurende 1 minuut geen toets wordt aangeraakt.
1
S TAT U S ( 1 / 2 ) R r F O R M AT COLOR TEMP GAMMA COMP LEVEL NTSC SETUP
2
De instellingen in het geheugen
Druk op de MENU-toets. Het menu verschijnt.
De instellingen worden automatisch opgeslagen in het geheugen van de monitor. xxxxxxxxx xxxxxxxx xxx x xxxxx x
Ingestelde items resetten Door de toetsen M en m-toetsen gelijktijdig in te drukken terwijl u enig item op het menu instelt, wordt het item op de vorige instelling gereset. Opmerking
Druk op de M of m-toets om een menu te kiezen en druk daarna op , of op de ENTER-toets. De nu gekozen menu-icoon is geel en de instelmogelijkheden worden getoond. USER CONTROL xC H R O M A · PHASE · APERTURE · GAMMA · ASPECT · SCAN · P I C D E L AY M I N
De procedure kan afwijken van de bovenstaande beschrijving. Lees de uitleg die op het onderste deel van het menuscherm te zien is.
xx xx xxx x xxx xxxxxx xxx
Het menu gebruiken
21
USER MEMORY oproepen
Afstellingen in menu's verrichten
U kunt de beeldinstellingen oproepen die in het menu USER MEMORY zijn opgeslagen (op pagina 28).
Items STATUS (de items geven de huidige instellingen weer) (op pagina 23)
+ –
+
+
–
1
MENU
+ –
ENTER USER MEMORY
INPUT R
–
-
Druk op de toets "USER MEMORY". Nu verschijnt het menu USER MEMORY. U S E R M E M O RY ( 1 / 3 ) R r xD E FAU LT · · · · · ·
01 02 03 04 05 06
USER01 USER02 USER03 USER04 USER05 USER06
Voor de video-ingang FORMAT COLOR TEMP GAMMA COMP LEVEL NTSC SETUP Modelnaam en serienummer OPTION A en serienummer OPTION B en serienummer Voor de DVI/HD15-ingang FORMAT fH fV COLOR TEMP GAMMA Modelnaam en serienummer OPTION A en serienummer OPTION B en serienummer
COLOR TEMP (op pagina 24)
2 3
Kies het geheugennummer. < of ,-toets: om de pagina te bewegen M of m-toets: om het geheugennummer te kiezen
COLOR TEMP
Druk op de ENTER-toets. Nadat de beeldinstellingen uit het gekozen menu zijn opgeroepen, verdwijnt het menu.
CHROMA PHASE APERTURE GAMMA ASPECT SCAN PIC DELAY MIN
Geen geheugen meer kiezen Druk op de toets USER MEMORY. Nu verdwijnt het menu USER MEMORY. De instellingen resetten Kies "DEFAULT" en druk daarna op de ENTER-toets.
22
USER MEMORY oproepen / Afstellingen in menu's verrichten
USER CONTROL (op pagina 24)
USER CONFIG (op pagina 26) Voor de video-ingang SYNC LANGUAGE POWER SAVING COMPUTER DETECT AUTO CHROMA/PHASE SHIFT H SHIFT V RESET Voor de DVI/HD15-ingang SYNC LANGUAGE POWER SAVING COMPUTER DETECT AUTO CHROMA/PHASE SIZE H SIZE V SHIFT H SHIFT V DOT PHASE PITCH RESET
REMOTE (op pagina 27) PARALLEL REMOTE SERIAL REMOTE
Instellingen bijstellen en veranderen Het menu STATUS Het menu STATUS geeft de huidige status van het apparaat weer. De volgende items worden getoond: Voor de video-ingang S TAT U S ( 1 / 2 ) R r F O R M AT
xxxxxxxxx xxxxxxxx xxx x xxxxx x
COLOR TEMP GAMMA COMP LEVEL NTSC SETUP
S TAT U S ( 2 / 2 ) R r LMD-1950MD OPTION A BKM-220D OPTION B N O T I N S TA L L E D
• • • • • • • •
xxxxxxx xxxxxxx
FORMAT COLOR TEMP GAMMA COMP LEVEL NTSC SETUP Modelnaam en serienummer OPTION A en serienummer OPTION B en serienummer
USER MEMORY (op pagina 28) 01∼20 INPUT SELECT (op pagina 29) ALL RESET STANDARD INPUT OPTION
KEY INHIBIT (op pagina 29) KEY INHIBIT
USER SERVICE (op pagina 30) FORMAT DISP COMP LEVEL NTSC SETUP USER COLOR TEMP
Afstellingen in menu's verrichten
23
Het menu USER CONTROL
Voor de DVI/HD15-ingang S TAT U S ( 1 / 2 ) R r F O R M AT fH fV COLOR TEMP GAMMA
S TAT U S ( 2 / 2 ) R r LMD-1950MD OPTION A BKM-220D OPTION B N O T I N S TA L L E D
xxx xxxxxxx xxxxxx xxxx xxxx x
Het menu USER CONTROL dient om het beeld in te stellen. Items die vanwege het ingangssignaal niet kunnen worden afgesteld, zijn blauw. USER CONTROL xC H R O M A · PHASE · APERTURE · GAMMA · ASPECT · SCAN · P I C D E L AY M I N
xxxxxxx xxxxxxx
Submenu
• • • • • • • •
FORMAT fH fV COLOR TEMP GAMMA Modelnaam en serienummer OPTION A en serienummer OPTION B en serienummer
COLOR TEMP xC O L O R T E M P
Om de kleurintensiteit af te stellen. Hoe hoger de waarde, des te sterker de intensiteit. Hoe lager de waarde, des te lager de intensiteit.
PHASE
Om de kleurtinten af te stellen. Hoe hoger de waarde, des te groener het beeld. Hoe lager de waarde, des te paarser het beeld.
APERTURE
Om de beeldscherpte af te stellen. Hoe hoger de waarde, des te scherper het beeld.
GAMMA
Om de juiste gamma-modus te kiezen. U kunt uit 5 instellingen kiezen. • 1 (2.6) • 2 (2.4) • 3 (2.2) • 4 (2.0) • 5 (DICOM) De waarde "3" komt ruwweg overeen met de gamma-modus van de CRT.
ASPECT
Om de beeldverhouding in te stellen. Wanneer het (geknepen) 16:9-signaal van bijv. een DVD-speler binnenkomt, kiest u de instelling 16:9. • 4:3: Wanneer de beeldverhouding van het ingangssignaal 4:3 is. • 16:9: Wanneer de beeldverhouding van het ingangssignaal 16:9 (geknepen) is.
24
xxxx
Submenu
Instelling
COLOR TEMP
Kies de kleurtemperatuur uit de instellingen "HIGH", "LOW", "LOW2", "LOW3" en "USER". • HIGH (D93 of gelijkwaardig) • LOW (D65 of gelijkwaardig) • LOW2 (D56 of gelijkwaardig) • LOW3 • USER: Hiermee gaat u naar de ingestelde kleurtemperatuur in het menu USER SERVICE (op pagina 30). Kiest u een andere optie dan "USER", dan kunt u de kleurtemperatuur in het menu USER SERVICE niet veranderen.
Afstellingen in menu's verrichten
Instelling
CHROMA
Het menu COLOR TEMP Het menu COLOR TEMP dient om de instellingen van de kleurtemperatuur te kiezen.
xx xx xxx x xxx xxxxxx xxx
Scanmodusbeeld Ingang
Om het scanformaat van het beeld in te stellen. Kies uit de mogelijkheden: "NORMAL", "UNDER", "OVER", "FULL", "ZOOM" en "NATIVE" (alleen 1080I en 720P) (zie "Scanmodusbeeld" op pagina 25).
4
NORMAL/ OVER SCAN*2
9 16
4
16
9
3
UNDER SCAN*3
FULL 4
16
9
3
ZOOM 16
9(3)
– 12(4)
NATIVE (1080I)
1920
–
1080
Beeld op scherm*1
1280
NATIVE (720P)
1280
–
720
Hiermee wordt de vertraging door de beeldverwerking tot een minimum beperkt wanneer een NTSC-, PAL-, 480/60I-, 575/50Iof 1080I-signaal binnenkomt. • 0: Stand om voorrang te geven aan de beeldkwaliteit (aanbevolen stand). Deze stand is geschikt voor een animatie of een stilstaand beeld. In stand "1" of "2" duurt de beeldverwerking korter. • 1: Dankzij de korte verwerkingstijd is deze stand geschikt voor een animatie. • 2: Dankzij de korte verwerkingstijd is deze stand geschikt voor een stilstaand beeld.
4
3
Wanneer een 1035/60I-signaal binnenkomt, wordt het signaalformaat als 1080/60I op het scherm weergegeven. Het beeld is lichtjes geknepen en staat iets lager doordat het wordt weergegeven in een 1035/1080-beeldverhouding op een 16:9-scherm. Om het beeld te centreren, gebruikt u de SHIFT Vinstelling (op pagina 26).
9
Opmerking
PIC DELAY MIN
16
1024
SCAN
Instelling
3
Submenu
*1 De afbeelding toont het ingangssignaal als een stippellijn en de daadwerkelijke beeldgrootte als een doorlopende lijn. *2 NORMAL: 7% overscan OVER: 20% overscan *3 –3% onder de scan
Afstellingen in menu's verrichten
25
Het menu USER CONFIG
Submenu
Hier kunt u een taal, etc., kiezen. Het item dat vanwege het ingangssignaal niet kan worden veranderd, is blauw.
Om de stroombesparende stand op "ON" of "OFF" te zetten. In de stand "ON" begint de monitor energiezuinig te werken wanneer gedurende meer dan 1 minuut geen signaal binnenkomt.
COMPUTER DETECT
Om het juiste voorkeurgeheugen te kiezen voor het signaal van de DVIen HD15-ingangsstekkerbus. Kies "PRESET1" voor het standaard PCsignaal. Kies "PRESET2", "PRESET3", "PRESET4" of "PRESET5" wanneer het PCsignaal niet standaard is (op pagina 34). Het voorkeurgeheugen is ingesteld op elke ingangsstekkerbus van DVI en HD15.
AUTO CHROMA/ PHASE
Om de kleurintensiteit (CHROMA) en de tinten (PHASE) af te stellen. • AUTO ADJ VALUE: Om de automatische afstelling op "ON" of "OFF" te zetten. In de stand "OFF" wordt deze parameter op de fabrieksinstelling gereset. In de stand "ON" wordt de automatisch afgestelde waarde geactiveerd. • START: Laat de kleurenbalksignalen (Full/ SMPTE/EIA) op het scherm verschijnen en druk op de ENTER-toets. Nu begint de automatische afstelling. Wanneer de afstelling correct is verlopen, wordt de AUTO ADJ VALUE vanzelf op ON gezet. U stopt de automatische afstelling door tijdens de afstelling op de MENU-toets te drukken.
SIZE H
Om de horizontale maat van het beeld in te stellen. Hoe hoger de waarde, des te groter de breedte van het beeld. Hoe lager de waarde, des te kleiner de breedte van het beeld.
SIZE V
Om de verticale maat van het beeld in te stellen. Hoe hoger de waarde, des te groter de hoogte van het beeld. Hoe lager de waarde, des te kleiner de hoogte van het beeld.
SHIFT H
Om de positie van het beeld in te stellen. Hoe verder de waarde oploopt, des te verder gaat het beeld naar rechts; hoe verder de waarde afneemt, des te verder gaat het beeld naar links.
SHIFT V
Hoe verder de waarde oploopt, des te verder gaat het beeld omhoog; hoe verder de waarde afneemt, des te verder gaat het beeld omlaag.
Voor de video-ingang USER CONFIG (1/2) Rr · SYNC xxx xL A N G U A G E xxxxxxx · P O W E R S AV I N G xxx · COMPUTER DETECT··· AU T O C H R O M A / P H A S E · AU T O A D J VA L U E · S TA R T · · · USER CONFIG xS H I F T H · SHIFT V
xxx
(2/2) Rr x x
· RESET
Voor de DVI/HD15-ingang USER CONFIG (1/2) Rr · SYNC xxx xL A N G U A G E xxxxxxx · P O W E R S AV I N G xxx · COMPUTER DETECT··· AU T O C H R O M A / P H A S E · AU T O A D J VA L U E · S TA R T · · · USER CONFIG (2/2) Rr xS I Z E H · SIZE V · SHIFT H · SHIFT V · D OT P H A S E · PITCH
xxx
xxx x x x xx xx
· RESET
Submenu SYNC
LANGUAGE
26
Instelling Om het synchronisatiesignaal te kiezen. • EXT: Om het apparaat op een extern synchronisatiesignaal te laten werken. Wanneer een RGB-signaal binnenkomt, is "EXT" de standaardinstelling. • INT: Om het apparaat op het synchronisatiesignaal te laten werken dat in het monitorsignaal zit. U kunt de menu- en schermteksten in zeven talen laten weergeven. • ENGLISH: Engels • DEUTSCH: Duits • FRANÇAIS: Frans • ITALIANO: Italiaans • ESPAÑOL: Spaans • : Japans • : Chinees
Afstellingen in menu's verrichten
Instelling
POWER SAVING
Submenu
Instelling
DOT PHASE
Om de puntenpatroon af te stellen. Hiermee stelt u het beeld nog fijner af nadat het al is ingesteld door op de APA-toets te drukken.
PITCH
Om de horizontale maat van het beeld at te stellen als de linkerzijde van het beeld vast staat. Hoe hoger de waarde, des te groter de breedte van het beeld. Hoe lager de waarde, des te kleiner de breedte van het beeld.
RESET
Om de waarden van SIZE H, SIZE V, SHIFT H, SHIFT V, DOT PHASE en PITCH op de fabrieksinstelling te resetten.
Submenu
Instelling
PARALLEL REMOTE
Kies de REMOTE-stekkerpennen waarvan u de functie wilt wijzigen. U kunt diverse functies toekennen aan pen 1 tot 4 en pen 6 tot 8. Hieronder staan de functies die u aan de pennen kunt toekennen. • – – – ("– – –": Geen functie toegekend.) • COMPOSITE • Y/C • RGB • COMPONENT • DVI • HD15 • OPTION A-1 • OPTION A-2 • OPTION B-1 • OPTION B-2 • UNDERSCAN • OVERSCAN • FULL • ZOOM • NATIVE • 4:3 • 16:9 • TALLY • EXT SYNC (externe synchronisatie)
Het menu REMOTE R E M OT E xPA R A L L E L · SERIAL
R E M OT E . . .
R E M O T E xxxxxxx
Opmerkingen • Wanneer u de parallelle afstandsbediening gebruikt, moet u kabels aansluiten. Voor nadere informatie, zie pagina 32. • Wanneer u "OFF" hebt gekozen in het menu INPUT SELECT en de functie is toegekend, werkt de afstandsbediening niet. Kies "ON" om de parallelle afstandsbediening te kunnen gebruiken (op pagina 29). SERIAL REMOTE
Kies één van de volgende drie standen. • RMT OFF: De seriële afstandsbediening werkt nu niet. Verander de instellingen m.b.v. de toetsen op het voorpaneel. • RMT ON: De seriële afstandsbediening werkt nu wel. De toetsen werken niet: alleen de instelling van de seriële afstandsbediening op het voorpaneel. • RMT & LCL: Nu werken de seriële afstandsbediening en de toetsen op het voorpaneel. Opmerkingen • Wanneer u "RMT ON" hebt gekozen, branden de REMOTE- en de --verklikker op het voorpaneel. • Wanneer u "RMT & LCL" hebt gekozen, brandt de REMOTEverklikker. Voor nadere informatie, zie de Interface Manual for Programmers (te vinden op de meegeleverde CD-ROM, alleen in Japans en Engels).
Afstellingen in menu's verrichten
27
Het menu USER MEMORY
Nu verschijnt het instelmenu van het USER MEMORY.
U S E R M E M O RY ( 1 / 3 ) R r x0 1 U S E R 0 1 · 02 USER02 · 03 USER03 · 04 USER04 · 05 USER05 · 06 USER06 · 07 USER07 · 08 USER08
U S E R M E M O RY ( 2 / 3 ) R r x0 9 U S E R 0 9 · 10 USER10 · 11 USER11 · 12 USER12 · 13 USER13 · 14 USER14 · 15 USER15 · 16 USER16
U S E R M E M O RY ( 1 / 3 ) 01 USER01 xS AV E · · · ·NAME···
2
U S E R M E M O RY ( 3 / 3 ) R r x1 7 U S E R 1 7 · 18 USER18 · 19 USER19 · 20 USER20
Submenu 01∼20
Instelling
S AV E T O U S E R M E M O RY 0 1 ? [ENTER] YES [MENU] NO
3
Hiermee kunt u de instelling van de volgende functies opslaan. Het menu COLOR TEMP • COLOR TEMP Het menu USER CONTROL • CHROMA • PHASE • APERTURE • GAMMA • ASPECT • SCAN • PIC DELAY MIN
Druk op de ENTER-toets. De huidige beeldinstellingen worden opgeslagen en het instelmenu van het USER MEMORY verschijnt.
Het menu sluiten zonder de instelling op te slaan Druk op < of op de MENU-toets. Nu verschijnt het instelmenu van het USER MEMORY. De naam veranderen
1
Het menu USER SERVICE • ADJUST GAIN • ADJUST BIAS Voorste toetsen • 8 (helderheid) • 6 (contrast)
Druk op de M of m-toets om het geheugennummer in het menu USER MEMORY te kiezen en druk op , of op de ENTER-toets. Nu verschijnt het instelmenu van het USER MEMORY. U S E R M E M O RY ( 1 / 3 ) 01 USER01
Instellingen in het geheugen opslaan
xS AV E · · ·
U kunt 20 beeldinstellingen met een naam opslaan. Om een beeld met de opgeslagen instelling op te roepen, zie "USER MEMORY oproepen" op pagina 22.
·NAME···
De beeldinstelling opslaan
1
28
Kies "SAVE" en druk daarna op , of op de ENTER-toets. Nu verschijnt het menu om het geheugen te bevestigen.
Druk op de M of m-toets om het geheugennummer in het menu USER MEMORY te kiezen en druk op , of op de ENTER-toets.
Afstellingen in menu's verrichten
2
Druk op de m-toets om "NAME" te kiezen en druk op , of op de ENTER-toets.
Nu verschijnt het menu om de gebruikersnaam in te stellen. U S E R M E M O RY ( 1 / 3 ) 01 USER01 TtCURSOR R r CHANGE CHAR. R + r DELETE [ E N T E R ] S AV E [MENU]CANCEL
3
4
Verander de gebruikersnaam. • Druk op de < of ,-toets om de cursor naar het teken te verplaatsen dat u wilt veranderen. • Druk op de M of m-toets om het teken te veranderen. Mogelijke tekens: "A t/m Z", "0 t/m 9", ".", "/", ",", "_", "-", "(spatie)" • Druk de M en m-toets gelijktijdig in om het teken te wissen. De gebruikersnaam mag maximaal 18 tekens hebben. Druk op de ENTER-toets. De instellingen worden opgeslagen en het instelmenu van het USER MEMORY verschijnt.
Het menu sluiten zonder de instelling op te slaan Druk op de MENU-toets. Nu verschijnt het instelmenu van het USER MEMORY.
Het menu INPUT SELECT Het op "OFF" ingestelde ingangssignaal wordt overgeslagen wanneer u op de INPUT M/m-toets drukt. INPUT SELECT (1/2) Rr xA L L R E S E T S TA N D A R D I N P U T · COMPOSITE · Y/C · RGB · COMPONENT · DV I · HD15
xx xx xx xx xx xx
INPUT SELECT (2/2) Rr OPTION xO P T I O N A - 1 · OPTION A-2 · OPTION B-1 · OPTION B-2
xx xx xx xx
Submenu
Instelling
ALL RESET
Om alle ingestelde waarden op de fabrieksinstelling te resetten.
STANDARD INPUT
Om het ingangssignaal van "COMPOSITE", "Y/C", "RGB", "COMPONENT", "DVI, en "HD15" in te stellen. • ON: Ingangssignaal kan worden gekozen. • OFF: Ingangssignaal kan niet worden gekozen. Opmerking U kunt niet alle instellingen van de ingangssignalen op "OFF" zetten.
OPTION
Om het ingangssignaal van een ingangsadapter in te stellen. • ON: Ingangssignaal kan worden gekozen. • OFF: Ingangssignaal kan niet worden gekozen.
Het menu KEY INHIBIT KEY INHIBIT xK E Y I N H I B I T
xxx
U kunt de instelling blokkeren, zodat deze niet door onbevoegden kan worden veranderd. Kies "OFF" of "ON". In de stand "ON" zijn alle items blauw ten teken dat deze zijn geblokkeerd. Nu werken alleen de toetsen om de toetsblokkering op "OFF" te zetten. Wanneer de toetsblokkering op "ON" staat, brandt de --verklikker op het voorpaneel. Opmerking
Wanneer u "RMT ON" hebt gekozen in het menu REMOTE (op pagina 27), brandt de --verklikker en werken de toetsen op het voorpaneel niet. "KEY INHIBIT" blijft echter in de stand "OFF" staan. Wanneer u de toetsen op het voorpaneel wilt gebruiken, kiest u "RMT OFF" of "RMT & LCL" in het menu REMOTE.
Afstellingen in menu's verrichten
29
Het menu USER SERVICE Het menu USER SERVICE dient voor alle af- en instellingen die niet hierboven zijn genoemd. Om naar het menu USER SERVICE te gaan, houdt u de MENUtoets ingedrukt terwijl het menu niet wordt weergegeven. Het item dat vanwege het ingangssignaal niet kan worden veranderd, is blauw.
Storingen verhelpen Deze paragraaf helpt u bij het vinden van de oorzaak van een storing, zodat u mogelijkerwijs geen technische hulpdienst nodig hebt. Symptomen
U S E R S E RV I C E xF O R M AT D I S P ·COMP LEVEL ·NTSC SETUP USER COLOR TEMP ·ADJUST GAIN··· ·ADJUST BIAS··· · COPY FROM
30
xx xxxxx xx
Oplossing
Het beeld is groen of Kies de juiste ingang door op de paars van kleur. INPUT-toets te drukken. Boven en onder het beeld verschijnt een zwarte balk.
Deze verschijnt wanneer het signaal een andere beeldverhouding heeft dan het LCD-scherm. Het apparaat is niet defect.
De toetsen op het voorpaneel werken niet.
De toetsblokkering staat aan. De toetsblokkering wordt ingesteld in het menu KEY INHIBIT en het menu REMOTE. Correcte instelling: "KEY INHIBIT" staat op "ON": Zet deze op "OFF". "SERIAL REMOTE" staat op "RMT ON": Zet deze op "RMT OFF" of "RMT & LCL". "KEY INHIBIT" en "SERIAL REMOTE" staan op "ON": Zet "KEY INHIBIT" op "OFF" en zet daarna "SERIAL REMOTE" op "RMT OFF" of "RMT & LCL".
x
Submenu
Instelling
FORMAT DISP
Om de weergavemodus van het ingangssignaal en zijn formaat te kiezen. • ON: Ingangssignaal en zijn formaat worden altijd weergegeven. • OFF: Ingangssignaal en zijn formaat worden niet weergegeven. • AUTO: Het ingangssignaal en zijn formaat worden gedurende 10 s getoond wanneer u de INPUTtoets indrukt of wanneer het signaal begint binnen te komen.
COMP LEVEL
Om drie mogelijke componenttypes in te stellen. • SMPTE voor een 100/0/100/0signaal • BETA 0 voor een 100/0/75/0signaal • BETA 7.5 voor een 100/7.5/75/7.5signaal
Er is geen beeld op de monitor.
Controleer eerst de aansluitingen en instellingen in het menu INPUT SELECT (op pagina 29), kies daarna het correcte ingangssignaal met de INPUT-toets.
Het beeld is gestoord.
Kies "EXT" of "INT" op de juiste wijze in de "SYNC"-instelling van het menu USER CONFIG (op pagina 26).
NTSC SETUP
Om de NTSC-setup op twee niveaus te kunnen instellen. Het setup-niveau 7.5 wordt voornamelijk in Noord-Amerika gebruikt. Het setupniveau 0 wordt voornamelijk in Japan gebruikt.
De foutmelding "FAN ERROR" verschijnt.
De koelventilator van het apparaat werkt niet. Zet de stroom af en neem contact op met een officiële Sony dealer.
USER COLOR TEMP
Om de kleurtemperatuur van de "USER" af te stellen, die u kunt kiezen in het menu COLOR TEMP. U kunt geen andere kleurtemperatuur dan die van de "USER" kiezen. U hebt een meetinstrument nodig om de witbalans af te stellen. Aanbevolen: Konicaminolta color analyzer CA-210 • ADJUST GAIN: Om de kleurbalans (GAIN) af te stellen. • ADJUST BIAS: Om de kleurbalans (BIAS) af te stellen. • COPY FROM: Wanneer u "HIGH", "LOW", "LOW2" of "LOW3" kiest, worden de data van de gekozen kleurtemperatuur naar de gebruikersinstelling gekopieerd.
Storingen verhelpen
Synchronisatie: TTL-niveau, 2,2 kiloohm, polariteit vrij (H/V gescheiden en composietsynchr.) Plug & Play-functie: komt overeen met DDC2B
Specificaties Beeldscherm LCD-scherm a-Si TFT Active Matrix Pixel-efficiëntie 99,99% Zichthoek (omhoog/omlaag/links/rechts, contrast > 10:1) 89°/89°/89°/89° (typisch) Scan Underscan –3% Normaal 7% Overscan 20% Effectief beeldformaat Ca. 376 × 301, 482 mm (b/h, dia) (14 7/8 × 11 7/8, 19 inch.) Resolutie H: max. 1.280 punten V: max. 1.024 lijnen Beeldverhouding 5:4
Stekkerbussen ingang/uitgang Ingang Composiet-ingang BNC type (1) 1 Vp-p ± 3dB synchr. negatief Y/C-ingang 4-pin mini DIN (1) Y: 1 Vp-p ± 3dB synchr. negatief C: 0,286 Vp-p ± 3dB (NTSCburstsignaalniveau) 0,3 Vp-p ± 3dB (PALburstsignaalniveau) RGB/componentstekkerbussen BNC type (3) RGB-ingang: 0,7 Vp-p ± 3dB (Sync On Green, 0,3 Vp-p synchr. negatief) Componentingang: 0,7 Vp-p ± 3dB (75% chrominantie, standaard kleurenbalksignaal) Externe synchronisatie-ingang BNC type (1) 0,3 tot 4 Vp-p ± bipolair ternair of negatieve polariteit binair Ingang afstandsbediening Parallelle afstandsbediening Modulaire stekkerbus 8-polig (1) RS-232C (seriële afstandsbediening) D-sub 9-polig (1) HD15-ingang HD D-sub 15-polig (1) R/G/B: 0,7 Vp-p, 75 ohm, synchr. positief (wanneer G-kanaal synchr. negatief is, mag de interne synchr. worden gebruikt. 0,3 Vp-p)
DVI-ingang DVI-D (1) TMDS (single link) Uitgang Video-uitgang BNC type (4) Doorgelust met automatische aansluiting op 75 ohm 4-pin mini DIN (1) Doorgelust met automatische aansluiting op 75 ohm Externe synchronisatie-uitgang BNC type (1) Doorgelust met automatische aansluiting op 75 ohm Algemeen Voeding
LCD-monitor (LMD-1950MD) DC IN: 24 V 2,8 A (vanaf AC-adapter) AC-adapter (AC-2450MD) AC IN: 100-240 V 50/60Hz 1,2-0,6 A DC OUT: 24 V 3,5 A 5 V 0,030 A
Stroomverbruik Maximaal: ca. 66 W (wanneer twee BKM-229X's zijn bevestigd) Maximaal: ca. 59 W (wanneer geen ingangsadapter is bevestigd) Bedrijfsomstandigheden Temperatuur 0 °C tot 40 °C Aanbevolen temperatuur 20 °C tot 30 °C Luchtvochtigheid 30% to 85% (geen condens) Luchtdruk 700 hPa tot 1060 hPa Opslag en transport Temperatuur –20 °C tot 60 °C Luchtvochtigheid 0% to 90% (geen condens) Luchtdruk 700 hPa tot 1060 hPa Meegeleverde accessoires AC-adapter AC-2450MD (1) Netsnoer (1) Stekkerhouder netsnoer (2) Gebruikshandleiding (1) CD-ROM (1) De CD-ROM handleiding gebruiken (1) Beknopte handleiding (1) Eerste ingebruikneming van de monitor (1) Dealergids (1)
Specificaties
31
Garantiebewijs (1) Optionele accessoires SDI 4:2:2 ingangsadapter BKM-220D (serienummer 2104660 en hoger) HD/D1-SDI ingangsadapter BKM-243HS (serienummer 2107059 en hoger) NTSC/PAL ingangsadapter BKM-227W Ingangsadapter analoge componenten BKM-229X (serienummer 2100011 en hoger) Monitorstandaard SU-560 Medische specificaties Beschermd tegen elektrische schokken: Klasse I Beschermd tegen het indringen van water: Standaard Mate van veiligheid bij de aanwezigheid van een ontvlambaar narcoticummengsel met lucht, zuurstof of stikstofoxide: Niet geschikt voor gebruik bij de aanwezigheid van een ontvlambaar narcoticummengsel met lucht, zuurstof of stikstofoxide Bedieningsmodus: Continu Het ontwerp en de specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast.
Stekkerbezetting PARALLEL REMOTE-aansluiting Modulaire stekkerbus (8-polig)
Pen nr.
32
Specificaties
Signaal
1
Ingangssignaal Y/C
2
Ingangssignaal RGB
3
Ingangssignaal OPTION A-1
4
Ingangssignaal OPTION A-2
5
GND
6
Aansluitlamp ON/OFF
7
Underscan
8
Overscan
U kunt de functies toekennen m.b.v. het menu REMOTE (zie pagina 27). Koppel de functie die u met een afstandsbediening wilt gebruiken aan de massa (pen 5). SERIAL REMOTE (RS-232C) aansluiting D-sub 9-polig, female
5
1
9
Opmerking Controleer altijd of de unit correct werkt alvorens deze te gebruiken. SONY KAN OM GEEN ENKELE REDEN ALS GEVOLG VAN SCHADE AAN DE UNIT AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD EN COMPENSEERT OF VERGOEDT HET VERLIES VAN HUIDIGE OF TOEKOMSTIGE INKOMSTEN NIET DOOR DEFECTEN AAN DE UNIT (TIJDENS DE GARANTIEPERIODE OF NA VERLOOP VAN DE GARANTIE).
8
1
Pen nr.
6
Signaal
1
NC
2
RX
3
TX
4
NC
5
GND
6
NC
7
RTS
8
CTS
9
NC
Videosignaalformaten Het apparaat is geschikt voor de volgende signaalformaten. Ingang Totaal aantal lijnen
Actieve lijnen
Rasterwaarde*2
Scanformaat
Beeldverhouding
575/50I (PAL)
625
575
25
2:1 interliniëring
16:9/4:3
EBU N10 (PAL: ITU-R BT.624)
480/60I (NTSC)
525
483
30
2:1 interliniëring
16:9/4:3
SMPTE 253M (NTSC: SMPTE 170M)
576/50P
625
576
50
Progressief
16:9/4:3
ITU-R BT.1358
Systeem
Signaalstandaard
480/60P
525
483
60
Progressief
16:9/4:3
SMPTE 293M
1080/50I
1125
1080
25
2:1 interliniëring
16:9
SMPTE 274M
1125
1035
30
2:1 interliniëring
16:9
SMPTE 260M/BTA S-001B
1080/60I
1125
1080
30
2:1 interliniëring
16:9
SMPTE 274M/BTA S-001B
720/60P
750
720
60
Progressief
16:9
SMPTE 296M
Effectief beeldformaat
Rasterwaarde*2
Scanformaat
575/50I (PAL)
1280 × 720/1280 × 960
50
Progressief
480/60I (NTSC)
1280 × 720/1280 × 960
60
Progressief
576/50P
1280 × 720/1280 × 960
50
Progressief
480/60P
1280 × 720/1280 × 960
60
Progressief
1035/60I
*1
Uitgang Systeem
1080/50I
1280 × 720
50
Progressief
1035/60I *1
1280 × 720
60
Progressief
1080/60I
1280 × 720
60
Progressief
720/60P
1280 × 720
60
Progressief
*1 Het signaalformaat wordt als 1080/60I op het scherm weergegeven. Het beeld is lichtjes geknepen en staat iets lager doordat het wordt weergegeven in een 1035/1080beeldverhouding op een 16:9-scherm. Om het beeld te centreren, gebruikt u de SHIFT V-instelling (op pagina 26). *2 De rasterwaarde is ook compatibel met 1/1.001.
Specificaties
33
Wanneer een optionele ingangsadapter is aangebracht Het apparaat is geschikt voor de volgende signaalformaten. Wanneer BKM-220D/243HS is aangebracht Ingang Systeem
Signaalstandaard
BKM-220D
BKM-243HS
575/50I
ITU-R BT.656
a
a
480/60I
SMPTE 259M
a
a
Het voorkeursignaal Dit apparaat heeft een voorkeurgeheugen voor signalen die zijn aangesloten op de DVI- en HD 15-ingangen (voorkeurgeheugen). Wanneer een voorkeursignaal binnenkomt, herkent het apparaat automatisch het signaaltype en roept het de data voor het signaal op uit het voorkeurgeheugen om een optimale beeldinstelling te verkrijgen. Het apparaat is geschikt voor de volgende voorkeursignalen. PRESET1 fH [kHz]
fV [Hz]
VGA modus 3
31,5
60
VGA VESA 72Hz
37,9
72
VGA VESA 75Hz
37,5
75
VGA VESA 85Hz
43,3
85
VGA Non-CRT
29,5
60
SVGA VESA 56Hz
35,2
56
SVGA VESA 60Hz
37,9
60
SVGA VESA 72Hz
48,1
72
SVGA VESA 75Hz
46,9
75
SVGA VESA 85Hz
53,7
85
SVGA Non-CRT
37,0
60
XGA VESA 60Hz
48,4
60
XGA VESA 70Hz
56,5
70
XGA VESA 75Hz
60,0
75
XGA VESA 85Hz
68,7
85
Voorkeursignaal
a
×
1080/50I
SMPTE 292M
1035/60I*
SMPTE 292M
×
a
1080/60I
SMPTE 292M
×
a
720/60P
SMPTE 292M
×
a
640×480
Wanneer BKM-227W/229X is aangebracht Ingang
800×600
Systeem
Signaalstandaard
BKM227W
BKM229X
575/50I
EBU N10
×
a
PAL
ITU-R BT.624)
a
×
480/60I
SMPTE 253M
×
a
NTSC
SMPTE 170M
a
×
HD15 1024×768
576/50P
ITU-R BT.1358
×
a
1152×864
480/60P
SMPTE 293M
×
a
1280×960
1080/50I
SMPTE 274M
×
a
1035/60I*
SMPTE 260M/BTA S-001B
×
a
1080/60I
SMPTE 274M/BTA S-001B
×
a
720/60P
SMPTE 296M
×
a
* Het beeld is lichtjes geknepen en staat iets lager doordat het wordt weergegeven in een 1035/1080beeldverhouding op een 16:9-scherm. Om het beeld te centreren, gebruikt u de SHIFT V-instelling (op pagina 26).
1280×1024
720×400
XGA Non-CRT
47,3
60
VESA 75Hz
67,5
75
VESA 60Hz
60,0
60
VESA Non-CRT
59,2
60
SXGA VESA 60Hz
64,0
60
SXGA VESA 75Hz
80,0
75
SXGA CRT 50Hz
52,7
50
SXGA Non-CRT
63,2
60
VGA TEXT
31,5
70
Het DVI-signaal wordt automatisch herkend binnen het bereik van het volgende ingangssignaal. Bereik van DVI-ingangssignaal Horizontale frequentie: 31,5-64,0 kHz Verticale frequentie: 50,0-85,1 Hz Dot clock: 25,0-108,0 MHz VGA, SVGA, XGA en SXGA zijn geregistreerde handelsmerken van de International Business Machines Corporation, V.S.
34
Specificaties
PRESET2
HD15
DVI
Afmetingen/gewicht
Voorkeursignaal
fH [kHz]
fV [Hz]
1514×483*
31,5
60
1476×576*
31,3
50
1280×483
31,5
60
1280×576
31,3
50
1920×1080
33,75
60
442 (17 1 / 2 )
1920×1080
28,0
50
379 (15)
Voorkeursignaal
fH [kHz]
fV [Hz]
720×483
31,5
60
720×576
31,3
50
1280×720
45,0
60
1280×720
37,5
50
720×483
31,5
60
720×576
31,3
50
1280×720
45,0
60
1280×720
37,5
50
Voorkant Wanneer de optionele standaard SU-560 is bevestigd.
185 (7 3 / 8 )
Omlaag omgezet display.
DVI
Voorkeursignaal
fH [kHz]
fV [Hz]
640×480
31,5
60
1024×768
48,4
60
1280×960
60,0
60
1024×768
48,4
60
1280×960
60,0
60
Voorkeursignaal
fH [kHz]
fV [Hz]
640×480
31,5
60
800×600
31,3
50
800×600
46,9
75
PRESET5
HD15 DVI
218 (8 5 / 8 )
Bovenkant
PRESET4
HD15
274 (10 7 / 8 )
M4*
100 (4) 100 (4)
DVI
210 (8 3 / 8 )
HD15
303 (12)
PRESET3
* Lengte van M4 schroeven (4) Monitorbehuizing
Bevestigd voorwerp
M4 schroef 7 (9/32) tot 9 (3/8)
Afmetingen/gewicht
35
Zijkant Wanneer de optionele standaard SU-560 is bevestigd. 302 (12) 44 118 (1 3 / 4 ) (4 3 / 4 )
125 (5)
287 (11 3 / 8 )
28˚*
195 (7 3 / 4 )
*Kantelhoek
Gewicht Ca. 8,9 kg (zonder ingangsadapter) Ca. 9,4 kg (met twee BKM-229X's eraan)
AC-adapter 1 11,7 62,8 (2 /2) 15 ( /32)
131 (5 1/4)
221,2 (8 3/4)
Eenheid: mm (inch.)
Gewicht Ca. 1,3 kg
36
Afmetingen/gewicht
Sony Corporation