1
Definities
3
2
Procedure totstandkoming overeenkomst 2.1 Verzoek tot verkoop, c.q. uitgifte in erfpacht 2.2 Interne voorbereiding 2.3 Stellingname afdeling Economische Zaken 2.4 Aanvaarding aanbod tot verkoop, c.q. uitgifte in erfpacht 2.5 Totstandkoming koopovereenkomst, c.q. overeenkomst tot vestiging van het recht van erfpacht 2.6 Afwerking onvoorwaardelijke overeenkomst 2.7 Afwerking vervallen overeenkomst 8
5 5 5 5 6
Algemene voorwaarden verkopen en uitgiften in erfpacht 3.1 Kosten en belastingen 3.2 Perceelsomschrijving, inmeting, terreingrenzen 3.3 Omschrijving toestand bij levering 3.4 Aanvaarding en levering 3.5 Onbelaste eigendom 3.6 Meer- en mindermaat 3.7 Risico 3.8 Aflevering, baten en lasten 3.9 Zakelijke belastingen 3.10 Bodem-verklaring 3.11 Gedoogplichten nutsvoorzieningen 3.12 Beperkte rechten nutsbedrijf 3.13 Domicilie koper, erfpachter 3.14 Ingebrekestelling en verzuim 3.15 Ontbindende voorwaarden 3.16 Twee of meer kopers 3.17 Kosten werkzaamheden derden 3.18 Termijnenwet 3.19 Geschillenregeling 3.20 Boeteclausule
9 9 9 9 9 10 10 10 10 11 11
3
4
5
Specifieke voorwaarden verkoop bouwterreinen particuliere woningen 4.1 Bestemming grond 4.2 Bouwtermijn 4.3 A-B-C bepalingen 4.4 Vervreemdingsbeperking en verplichting zelfbewoning 4.5 Kettingbeding 4.6 Ontbinding bij niet-bouwen 4.7 Teruglevering Specifieke voorwaarden verkoop bedrijventerreinen 5.1 Bestemming grond 5.2 Bebouwing en inrichting
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
6 7
12 13 13 13 13 14 14 15 15 15
16 16 16 16 17 17 18 18 19 19 19 1
5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 6
Bouwtermijn Wijziging van bestemming Toekomstig bodemonderzoek Vervreemding en voorkeursrecht Ontheffingen
19 20 20 20 20
Specifieke voorwaarden uitgifte in erfpacht bedrijventerreinen 6.1 Bestemming grond 6.2 Duur van het recht van erfpacht 6.3 Vaststelling canon 6.4 Aanpassing van de canon, rentewijziging, indexering 21 6.5 Toekomstig bodemonderzoek 6.6 Instandhouding grond en opstallen, verzekeringsplicht 6.7 Overdracht, overgang en ondererfpacht 6.8 Verplichtingen ten opzichte van hypotheekhouders 6.9 Opzegging in het algemeen belang 6.10 Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang 6.11 Herstel door de gemeente 6.12 Bijzondere wijze van opzegging van het recht van erfpacht 25 6.13 Boeteclausule
21 21 21 21
7
Specifieke voorwaarden verkoop groenstroken 7.1 Bestemming grond 7.2 Latere bebouwing grond 7.3 Bodemkwaliteit 7.4 Kettingbeding
27 27 27 27 27
8
Slotbepaling 8.1 Aanhaling
28
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
22 22 23 23 23 24 25 26
2
Hoofdstuk 1
Definities
In deze Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998 wordt verstaan onder: 1. de gemeente:
de gemeente Waalwijk;
2. het College:
het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waalwijk;
3. de afdeling Economische Zaken:
de afdeling Economische Zaken van de sector Grondgebiedszaken van de gemeente Waalwijk;
4. de gegadigde:
de natuurlijke persoon of rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die een perceel grond van de gemeente in eigendom danwel in erfpacht wil verwerven;
5. het perceel grond:
de onroerende zaak die een gegadigde van de gemeente in eigendom danwel in erfpacht wil verwerven, c.q. verwerft;
6. de koper:
a. b. c.
de gegadigde aan wie door de gemeente een perceel grond is verkocht; de rechtverkrijgenden onder algemene titel van een koper; en de rechtsopvolger van de koper met betrekking tot de eigendom van het perceel grond;
7. de erfpachter:
de gegadigde die een perceel bedrijventerrein in erfpacht verkrijgt, alsmede zijn rechtsopvolger;
8. de gebruiker:
degene die het perceel grond in gebruik heeft;
9. nutsbedrijf:
10.openbare nutsvoorzienigen:
de sector van de gemeente en/ of die rechtspersoon die de zorg en verantwoordelijkheid draagt voor openbare nutsvoorzieningen;
de voorziening nu of later te realiseren door een nutsbedrijf ten behoeve van: A. het opwekken, transport, verdeling en levering van: a. electriciteit; b. water; c. gas; d. warmte; e. informatie op basis van analoge en/ of digitale signalen; B. het rioolafvoersysteem; C. de straatverlichting; D. andere - als openbare aan te merken - dienstverlening die niet
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
3
onder het vorenstaande is begrepen; 11.BP-last:
12.de overeengekomen rente:
een kwalitatief recht of een beperkt recht, waarop gedoeld wordt in artikel 5 lid 3 sub b. van de Belemmeringenwet Privaatrecht of een eventueel daarvoor in de plaats getreden wet;
de rente die de gemeente aan de nv Bank Nederlandse Gemeenten betaalt terzake van geldleningen met een looptijd van 25 jaar, met gelijke aflossingstermijnen en rentevast. De rente wordt per dag berekend.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
4
Hoofdstuk 2 Artikel 2.1
Procedure totstandkoming overeenkomst Verzoek tot verkoop, c.q. uitgifte in erfpacht
1. Een gegadigde geeft schriftelijk kennis aan de afdeling Economische Zaken onder opgave van de in lid 2 opgesomde gegevens, dat hij het perceel grond van de gemeente in eigendom wil verwerven, danwel in erfpacht wil verkrijgen. 2. In deze kennisgeving dienen de navolgende gegevens te worden vermeld: a. de volledige voornamen, naam, adres, woonplaats, postcode, geboorteplaats en geboortedatum en het wel of niet gehuwd zijn, c.q. geregistreerd partnerschap van de gegadigde, alsmede een geldig legitimatiebewijs, indien het een natuurlijke persoon betreft; b. de statutaire naam, zetel, adres, woonplaats en postcode, alsmede een uittreksel van de Kamer van Koophandel, indien het een rechtspersoon betreft, tezamen met de sub a. genoemde personalia van de natuurlijke persoon, die direct of indirect bevoegd is namens die rechtspersoon onroerende zaken te kopen, dan wel in erfpacht te nemen; c. de ligging van het perceel grond en andere relevante gegevens; d. de bestemming die de gegadigde na verwerving aan het perceel grond wil geven; e. of terzake van deze aankoop danwel uitgifte in erfpacht door de gegadigde een financieringsvoorbehoud wordt gemaakt; f. een bij voorkeur in de gemeente Waalwijk gevestigde notaris, die door de gegadigde wordt ingeschakeld om de akte van levering, danwel de akte tot vestiging van het recht van erfpacht te verlijden, indien de koopovereenkomst, danwel de overeen- komst tot vestiging van het recht van erfpacht tot stand komt. 3. De afdeling Economische Zaken stelt desgevraagd aan de gegadigde een formulier ten behoeve van deze kennisgeving ter beschikking. 4. De afdeling Economische Zaken bevestigt de ontvangst van deze kennisgeving aan de gegadigde schriftelijk.
Artikel 2.2
Interne voorbereiding
Na de bevestiging als bedoeld in het voorgaand artikel 2.1 lid 4 verifieert de afdeling Economische Zaken met bekwame spoed of de gemeente het betreffende perceel grond ook wil verkopen, danwel in erfpacht wil uitgeven. Nadat deze verificatie is voltooid en de gemeente positief op het verzoek wil reageren, stelt de afdeling Economische Zaken de totale koopprijs, c.q. erfpachtcanon vast, die de gegadigde terzake van dit perceel grond zou dienen te voldoen alsmede de overige voorwaarden, die terzake van die verkoop, c.q. uitgifte in erfpacht dienen te gelden.
Artikel 2.3
Stellingname afdeling Economische Zaken
Zo snel als na verificatie, als bedoeld in artikel 2.2 mogelijk is, zendt de afdeling Economische Zaken: a. hetzij een door of namens het College getekende ontwerp-koopovereenkomst, c.q. Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
5
overeenkomst tot vestiging van het recht van erfpacht in drievoud (3) aan de gegadigde, tezamen met de tekst van de onderhavige Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998, met het verzoek om bij akkoord twee (2) ondertekende exemplaren aan de afdeling Economische Zaken te retourneren, b. hetzij een schrijven, waarin de gegadigde wordt medegedeeld dat de gemeente het perceel grond niet aan de gegadigde wil of kan verkopen, danwel in erfpacht kan uitgeven.
Artikel 2.4
Aanvaarding aanbod tot verkoop, c.q. uitgifte in erfpacht
1. Uitsluitend door: a. terugzending, of b. afgifte bij de afdeling Economische Zaken tegen een gedateerd en getekend ontvangstbewijs binnen vier (4) weken na de datum van toezending van de koopovereenkomst, c.q. overeenkomst tot vestiging van het recht van erfpacht aan de afdeling Economische Zaken door de gegadigde van twee (2) door hem getekende ongewijzigde exemplaren van die overeenkomst kan de gegadigde verklaren dit aanbod tot verkoop, c.q. vestiging van het recht van erfpacht te aanvaarden. De verklaring heeft alleen werking indien zij binnen de voornoemde termijn de afdeling Economische Zaken heeft bereikt. 2. Het in die ontwerp-overeenkomst belichaamde aanbod tot verkoop, c.q. vestiging van het recht van erfpacht is door: a. het overschrijden van de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn of b. het afwijken van het aanbod van rechtswege vervallen, tenzij de afdeling Economische Zaken alsnog onverwijld aan de gegadigde bevestigt, dat ondanks de termijnoverschrijding of afwijking van het aanbod de koopovereenkomst, c.q. overeenkomst tot vestiging van het recht van erfpacht (met in achtneming van de eventuele afwijking) tot stand is gekomen. Zonder die bevestiging is de gemeente met betrekking tot het in dat aanbod tot verkoop, c.q. vestiging van het recht van erfpacht genoemde perceel grond geheel vrij om hierover op een andere wijze te beschikken.
Artikel 2.5
Totstandkoming koopovereenkomst, c.q. overeenkomst tot vestiging van het recht van erfpacht
1. Indien de gegadigde de hem door de afdeling Economische Zaken gezonden koopovereenkomst, c.q. overeenkomst tot vestiging van het recht van erfpacht ongewijzigd en getekend tijdig heeft teruggezonden is tussen de gemeente en de gegadigde een overeenkomst tot stand gekomen, onder de opschortende voorwaarde van de zijde van de gemeente, van goedkeuring voor zoveel nodig van die overeenkomst door het College, c.q. de Raad, indien en voorzover die goedkeuring niet door de Raad aan het College is gedelegeerd, alsmede de opschortende voorwaarde van tijdige acceptatie door de gegadigde van eventueel door het College, c.q. de Raad gestelde nadere voorwaarden. 2. Met bekwame spoed legt de afdeling Economische Zaken - nadat door de gegadigde aan eerdere hem door de gemeente schriftelijk gestelde voorwaarden is voldaan - deze Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
6
overeenkomst voor zoveel nodig ter goedkeuring voor aan het College, c.q. de Raad. 3. Het College, c.q. de Raad is bevoegd aan die goedkeuring nadere voorwaarden te verbinden. 4. Indien het College, c.q. de Raad de overeenkomst goedkeurt zonder nadere voorwaarden is de overeenkomst onvoorwaardelijk per de datum van die goedkeuring. 5. Indien het College, c.q. de Raad aan de goedkeuring van de overeenkomst nadere voorwaarden verbindt, is de overeenkomst onvoorwaardelijk per de datum, waarop de gegadigde deze nadere voorwaarden schriftelijk heeft aanvaard met inachtneming van het in lid 7 bepaalde. 6. Indien het College, c.q. de Raad niet overgaat tot goedkeuring van de overeenkomst, is de overeenkomst van rechtswege vervallen. 7. Indien de gegadigde de door het College, c.q. de Raad gestelde nadere voorwaarden niet accepteert binnen vier (4) weken na datum van schriftelijke toezending door de afdeling Economische Zaken aan de gegadigde van de nader door het College, c.q. de Raad gestelde voorwaarden, dan is de overeenkomst eveneens van rechtswege vervallen aan het einde van die termijn of zoveel eerder als de gegadigde aan de afdeling Economische Zaken schriftelijk bericht die nadere voorwaarden niet te aanvaarden. 8. Financieel onvermogen van de koper, c.q. erfpachter is geen omstandigheid als bedoeld in artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek, op basis waarvan de overeenkomst kan worden ontbonden of de gevolgen van deze overeenkomst kunnen worden gewijzigd.
Artikel 2.6
Afwerking onvoorwaardelijke overeenkomst
1. Nadat de in artikel 2.5 lid 1 omschreven voorwaarde in vervulling is gegaan, zendt de afdeling Economische Zaken met bekwame spoed: a. aan de gegadigde hiervan bericht onder mededeling dat de nodige stukken aan de door de gegadigde opgegeven notaris ter afhandeling zijn gezonden en b. aan de door de gegadigde opgegeven notaris de stukken die nodig zijn om de akte van levering, c.q. tot vestiging van het recht van erfpacht te kunnen opmaken. 2. De koopsom dient - zonder beroep op verrekening - in Euro=s te worden voldaan in handen van de vorenbedoelde notaris bij het verlijden van de akte van levering van het perceel grond. 3. De akte van levering, c.q. tot vestiging van het recht van erfpacht dient binnen zes (6) weken na toezending van de stukken als bedoeld in lid 1, sub b te zijn verleden, tenzij en voorzover bij die toezending of later door de afdeling Economische Zaken een later tijdstip wordt toegestaan. 4. Ingeval de koopsom niet of niet geheel wordt voldaan binnen het tijdvak, waarin op grond van het in lid 3 bepaalde de akte van levering dient te zijn verleden, dan is a. de koper van rechtswege in verzuim zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling is vereist en b. over het niet betaalde gedeelte van die koopsom is koper de rente - bedoeld in sub 12 van hoofdstuk 1 - verschuldigd vanaf het moment waarop de akte van levering verleden had moeten zijn tot het moment waarop de koopsom wordt voldaan. Deze rente is echter niet verschuldigd indien de koper de nakoming bevoegdelijk opschort op grond van omstandigheden, die krachtens de gesloten overeenkomst aan de gemeente kunnen worden toegerekend. 5. De verplichting tot betaling van de koopprijs wordt omgezet in die van de betaling van een vervangende schadevergoeding, indien en zodra de gemeente aan de koper, die in toerekenbaar verzuim is, schriftelijk mededeelt, dat zij schadevergoeding in plaats van nakoming Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
7
vordert. 6. Ingeval een perceel bedrijventerrein in erfpacht wordt uitgegeven, is erfpachter, indien na verloop van de termijn genoemd in lid 3, de akte tot vestiging van het recht van erfpacht niet is verleden a. van rechtswege in verzuim zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling is vereist en b. over de waarde van de uit te geven grond de rente - bedoeld in sub 12 van hoofdstuk 1verschuldigd vanaf het moment waarop de akte tot vestiging van het recht van erfpacht verleden had moeten zijn tot het moment waarop de akte tot vestiging van het recht van erfpacht wordt verleden. Deze rente is echter niet verschuldigd indien de erfpachter de nakoming bevoegdelijk opschort op grond van omstandigheden, die krachtens de gesloten overeenkomst aan de gemeente kunnen worden toegerekend. 7. Ingeval terzake van de levering door de gemeente omzetbelasting verschuldigd is, zal de gemeente aan de notaris ten behoeve van de koper een factuur toezenden.
Artikel 2.7
Afwerking vervallen overeenkomst
Zodra vaststaat dat er geen onvoorwaardelijke overeenkomst in de zin van de beide voor- gaande artikelen tot stand is gekomen, zal de afdeling Economische Zaken de gegadigde hiervan schriftelijk op de hoogte stellen.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
8
Hoofdstuk 3
Artikel 3.1
Algemene voorwaarden verkopen en uitgiften in erfpacht Kosten en belastingen
Alle kosten terzake van de levering van het verkochte, danwel in erfpacht uitgegeven perceel grond verschuldigd, met inbegrip van de terzake van die levering verschuldigde omzetbelasting en/ of overdrachtsbelasting, zijn voor rekening van de koper, respectievelijk erfpachter.
Artikel 3.2
Perceelsomschrijving, inmeting, terreingrenzen
De koper, c.q. erfpachter verplicht zich bij de aanvaarding van het aan hem verkochte, c.q. in erfpacht uitgegeven perceel grond zich te overtuigen van de grenzen zoals die vanwege de gemeente met piketten in het terrein zijn aangeduid. Bij het plaatsen of doen plaatsen van gebouwen en van afrasteringen zal de koper, c.q. erfpachter met de afdeling Milieu- en Bouwzaken van de sector Grondgebiedszaken overleg plegen omtrent controle van situering daarvan binnen de overeengekomen grenzen van het verkochte, c.q. in erfpacht uitgegeven perceel grond.
Artikel 3.3
Omschrijving toestand bij levering
Het perceel grond wordt geleverd in de staat en toestand, waarin het zich bevindt op de datum van het verlijden van de akte van levering, danwel de datum van feitelijke ingebruikname door de koper, c.q. erfpachter indien deze is gelegen vóór het moment waarop de akte van levering ingevolge het bepaalde in artikel 2.6 dient plaats te vinden.
Artikel 3.4
Aanvaarding en levering
1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.6, lid 3, wordt de akte van eigendomsoverdracht, c.q. tot vestiging van het recht van erfpacht verleden ten overstaan van een door de koper, c.q. erfpachter nader te noemen notaris. 2. De koper, c.q. erfpachter kan de grond in eigen gebruik en genot aanvaarden, zodra de koopsom volledig is betaald, c.q. de canon voor het eerste half jaar conform het bepaalde in artikel 6.3, lid 5 volledig is betaald en de akte van eigendomsoverdracht, c.q. tot vestiging van het recht van erfpacht is ondertekend. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 kan de koper, c.q. erfpachter de grond met goedvinden van het College in gebruik nemen vóór het in lid 1 genoemde tijdstip. Deze vervroegde ingebruikname is slechts mogelijk na volledige betaling van de koopsom, c.q. na volledige betaling van de canon voor het eerste half jaar, conform het bepaalde in artikel 6.3, lid 5. Het College kan hierbij voorwaarden stellen.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
9
Artikel 3.5
Onbelaste eigendom
1. In de notariële akte van levering wordt door de gemeente aan koper geleverd een recht van onvoorwaardelijke eigendom van het perceel grond, hetwelk - tenzij en voorzover a. in de koopovereenkomst anders is vermeld of b. bij een A-B-C overdracht, waarbij de gemeente partij A is, in de volgende doorverkopen anders wordt bepaald vooral vrij zal zijn van: a. beslagen en/ of hypotheken en/ of inschrijvingen daarvan; b. beperkte rechten; c. andere lasten en beperkingen uit overeenkomst, behoudens eventuele erfdienstbaarheden en kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek; d. uitwinning. 2. Het bepaalde in lid 1 is eveneens van toepassing ingeval bij notariële akte het recht van erfpacht wordt gevestigd.
Artikel 3.6
Meer- en mindermaat
1. Vóór het verlijden van de notariële akte van levering van het perceel grond zal door de afdeling Civiel- en Cultuurtechniek van de sector Grondgebiedszaken van de gemeente de grootte ervan worden berekend. Op basis van die meting zal de koopsom, c.q. bij erfpacht de waarde van het perceel grond, worden bepaald. 2. Ingeval sprake is van verkoop van bouwterreinen of van groenstroken, zal het verschil tussen de in de overeenkomst vermelde en de door de landmeter van het kadaster vastgestelde oppervlakte van het perceel grond aan geen van de partijen enig recht verlenen. 3. Ingeval sprake is van verkoop, c.q. uitgifte in erfpacht van bedrijventerreinen, zal het verschil tussen de in de overeenkomst vermelde en de door de landmeter van het kadaster vastgestelde oppervlakte van het perceel grond worden verrekend op basis van de overeen- gekomen prijs per m5 van het betreffende perceel bedrijventerrein, c.q. de berekende erfpachtcanon.
Artikel 3.7
Risico
Het risico van het perceel grond komt voor rekening van de koper, c.q. erfpachter vanaf: a. de dag van levering in eigendom, c.q. in erfpacht danwel b. vanaf de dag van de eerdere ingebruikname van het perceel grond door de koper, c.q. erfpachter.
Artikel 3.8
Aflevering, baten en lasten
1. De feitelijke aflevering van het perceel grond door de gemeente aan de koper, c.q. erfpachter zal plaatsvinden terstond na de ondertekening van de notariële akte, tenzij met schriftelijke toestemming van de gemeente de koper, c.q. erfpachter dit perceel grond reeds eerder in gebruik heeft genomen. Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
10
2. Het perceel grond zal bij de aflevering de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik met het oog op de door de koper, c.q. erfpachter beoogde bestemming - als opgegeven in de kennisgeving als bedoeld in artikel 2.1 - nodig zijn. 3. Voor andere eigenschappen dan die voor dit normaal gebruik nodig zijn en voor eventuele aan de koper, c.q. erfpachter kenbare gebreken staat de gemeente niet in. 4. Aan de gemeente zijn geen feiten of omstandigheden bekend die aan dit normaal gebruik door de koper, c.q. erfpachter in de weg staan. 5. Vanaf het tijdstip van die aflevering: a. komen alle baten van het perceel grond aan de koper, c.q. erfpachter ten goede; b. zijn alle aan dit perceel grond verbonden lasten, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.9, voor rekening van de koper, c.q. erfpachter. 6. Het perceel grond zal worden afgeleverd vrij van huur- en/ of andere gebruiksrechten, tenzij en voorzover in de koopovereenkomst, c.q. overeenkomst tot uitgifte in erfpacht anders is bepaald.
Artikel 3.9
Zakelijke belastingen
De zakelijke belastingen, die met betrekking tot het perceel grond van de zakelijk gerechtigde worden geheven, - zoals de onroerendzaakbelasting, rioolbelasting, waterschapslasten en dergelijke - komen met ingang van 1 januari volgende op de datum van de notariële akte voor rekening van de koper, c.q. erfpachter.
Artikel 3.10
Bodem-verklaring
1. Omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de te verkopen of in erfpacht uit te geven grond, is een globaal onderzoek conform NVN 5740 verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een aan de akte te hechten rapport, in welk rapport de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond dergelijke stoffen bevinden, die naar de huidige maatstaf van de landelijke overheid en thans algemeen geldende inzichten schadelijk zijn te achten voor het milieu, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. Evenmin heeft de gemeente, gezien het voorafgaande gebruik van de grond, voorzover dat aan haar bekend is, reden om aan te nemen dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden kunnen bevinden. 2. Indien tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van het op de grond te realiseren bouwplan, echter vóór het moment van het ondertekenen van de notariële akte zou blijken van de aanwezigheid van voor het milieu gevaarlijke- of niet aanvaardbare stoffen, die van zodanige concentratie en aard zijn dat van de koper, c.q. erfpachter in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder tot sanering over te gaan, aan zijn bouwplicht voldoet, heeft de koper, c.q. erfpachter het recht eenzijdig deze koopovereen- komst, c.q. overeenkomst tot uitgifte in erfpacht te ontbinden en de grond ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voor zover redelijkerwijze mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst. 3. Indien de koper, c.q. erfpachter geen opdracht geeft tot een verdergaand onderzoek of de Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
11
4.
5. 6.
7.
overeenkomst niet (tijdig) en op de wijze genoemd in lid 2 is ontbonden, rust het gehele risico met betrekking tot de zogenaamde restverontreiniging (de verontreiniging die bij het in lid 1 bedoelde onderzoek niet is aangetoond of later wel aanwezig blijkt te zijn) op de koper, c.q. erfpachter. Het bepaalde in lid 3 geldt eveneens voor het risico van, dan wel samenhangend met, of voortvloeiend uit de eventuele aanscherping van (milieu-) normen door de overheid of de rechter. Het opleggen van een bouwplicht door de gemeente houdt geenszins in een garantie van afwezigheid van de in lid 1 genoemde stoffen. De koper, c.q. erfpachter vrijwaart de gemeente voor alle aanspraken van derden (waaronder erfrechtsopvolgers van de koper, c.q. erfpachter) wegens verontreiniging als bedoeld onder lid 3 of wegens omstandigheden als bedoeld in lid 4. Onder voor het milieu gevaarlijke- of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, noch de aanwezig- heid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden, noch stobben van bomen of struiken.
Artikel 3.11
Gedoogplichten nutsvoorzieningen
1. De koper, c.q. erfpachter neemt in het raam van artikel 5 lid 3 sub b. van de Belemmeringenwet Privaatrecht of een daarvoor in de plaats tredende regeling op zich jegens een nutsbedrijf - als bedoeld in hoofdstuk 1 sub 9 - de navolgende kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vorenomschreven perceel grond, te weten: a. het gedogen van het aanleggen, hebben, houden, onderhouden en verwijderen van installaties en leidingen met de daarmede in verband staande beveiligingswerken en het onderhouden en instandhouden van voormelde werken, herstel en vernieuwing daaronder begrepen, in, aan, boven of onder het perceel grond en de daarop gestichte of nog te stichten opstal; b. indien geen trottoirs langs het perceel grond zullen worden aangelegd en tengevolge daarvan de te plaatsen lichtmast(en) en kabelverdeelkast(en) - voor zover redelijker- wijs niet anders mogelijk - in- c.q. op het perceel grond zullen komen te staan, het gedogen van het aanleggen, hebben, onderhouden en verwijderen van de te plaatsen lichtmasten en kabelverdeelkasten met daarmee in verband staande beveiligings- werken en het onderhouden en instandhouden van voormelde werken, herstel en vernieuwing daaronder begrepen, in, aan, boven of onder het perceel grond en de daarop gestichte of nog te stichten opstal; c. om het betreffende nutsbedrijf de daarvoor nodige toegang tot het perceel grond te verlenen. 2. De bepalingen in artikel 3.12, lid 2 tot en met 5 zijn op deze gedoogplichten van overeenkomstige toepassing.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
12
Artikel 3.12
Beperkte rechten nutsbedrijf
1. De koper, c.q. erfpachter is verplicht - indien door een nutsbedrijf ten behoeve van de openbare nutsvoorzieningen op of in het perceel grond leidingen of opstallen moeten worden aangelegd of opgericht, - op eerste verzoek van dit nutsbedrijf: a. voor de opstallen aan dit nutsbedrijf een opstalrecht en b. voor het hebben, houden en onderhouden van de leidingen cum annexis een erfdienstbaarheid ten laste van het perceel grond te vestigen. De kosten van de akte van vestiging van dit beperkte recht zijn alsdan ten laste van het betreffende nutsbedrijf. 2. Deze voorziening mogen slechts betrekking hebben op voorzieningen, die onderdeel uitmaken van de distributiefase en niet van de transportfase. 3. Deze beperkte rechten mogen voorts niet de bestemming verhinderen die de koper, c.q. erfpachter aan het perceel grond als voormeld heeft willen geven noch het gebruik daarvan dusdanig beperken dat dit in redelijkheid en billijkheid van de koper, c.q. erfpachter niet is te vergen. 4. Aan de koper, c.q. erfpachter wordt op diens verzoek door het betreffende nutsbedrijf een tekening verstrekt, waarop de ligging en de aard van die voorzieningen op het perceel grond schetsmatig zijn aangegeven. 5. Het betreffende nutsbedrijf is verplicht na uitvoering van werkzaamheden aan nutsvoorzieningen, voorzover in het perceel grond is gelegen, de vóór die uitvoering bestaande toestand zoveel als redelijkerwijs mogelijk is onverwijld te herstellen
Artikel 3.13
Domicilie koper, erfpachter
Als werkelijke woonplaats van de wederpartij van de gemeente geldt het door die wederpartij in artikel 2.1 bedoelde kennisgeving vermelde adres, zolang die wederpartij niet schriftelijk aan de afdeling Economische Zaken een ander adres heeft opgegeven.
Artikel 3.14
Ingebrekestelling en verzuim
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2.6 is een partij in verzuim jegens de wederpartij als hij, na in gebreke te zijn gesteld, nalatig is of blijft om te voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst. Een ingebrekestelling moet schriftelijk geschieden met inachtneming van een termijn van acht (8) dagen. Deze termijn kan reeds lopen voordat een partij nalatig is. 2. Wanneer een partij in verzuim is, is deze partij verplicht de schade te vergoeden die de wederpartij dientengevolge lijdt en kan deze wederpartij deze overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst ontbinden.
Artikel 3.15
Ontbindende voorwaarden
1. Deze overeenkomst zal met inachtneming van het in dit artikel bepaalde voorts ontbonden kunnen worden verklaard in elk van de volgende gevallen: a. indien de koper niet vóór de in de koopovereenkomst genoemde datum een toezegging Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
13
heeft gekregen voor het aangaan van één of meer geldleningen ter financiering van het bij deze gekochte tot een totale hoofdsom van het in de koopovereenkomst genoemde bedrag onder de bij de grote geldverstrekkende instellingen in Nederland gebruikelijke bepalingen en dit voorbehoud in de koopovereenkomst is gemaakt. De koper zal ter verkrijging van de financiering al het hem mogelijke dienen te verrichten en kan op deze ontbindende voorwaarde alleen dan een beroep doen indien hij aan de gemeente tenminste twee (2) schriftelijke afwijzingen overlegt; b. indien aan de koper geen Nationale Hypotheek Garantie terzake van die overeenkomst(en) tot voormelde geldlening(en) voor sub a genoemde datum is verleend en dit voorbehoud in de koopovereenkomst is gemaakt; c. indien er tussen het tijdstip van het sluiten van de koopovereenkomst en het tijdstip van de juridische levering ten aanzien van het gemelde perceel grond een aanwijzing op grond van de artikelen 2 of 8 van de Wet voorkeursrecht gemeenten of een voorstel op grond van artikelen 6 en 8a van die wet is geschied, tenzij een in artikel 10 van genoemde wet gemelde uitzondering van toepassing is; d. indien de koper vóór het verlijden van de overdrachtsakte in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling heeft gekregen, alsmede wanneer er vóór het verlijden van de overdrachtsakte executoriaal beslag op zijn roerende- en onroerende zaken wordt gelegd. Reeds betaalde gedeelten van de koopsom zullen worden gerestitueerd voor zover ze het bedrag van de kosten en boeten ingevolge deze overeenkomst te boven gaan. 2. Op vervulling van een in lid 1, sub a, b en c omschreven voorwaarde kan zowel de gemeente als de koper zich beroepen. Dit beroep moet geschieden door middel van een aangetekende brief. Deze mededeling dient uiterlijk op de voorlaatste dag van de in lid 1 genoemde termijn in het bezit van de wederpartij te zijn.
Artikel 3.16
Twee of meer kopers
Ingeval er twee of meer personen koper zijn, geldt het volgende: a. de kopers kunnen slechts gezamenlijk de voor elk van hen uit deze koopovereenkomst voortvloeiende rechten uitoefenen. De kopers onderling geven elkaar daarom bij deze over en weer onherroepelijk volmacht om mee te werken aan de juridische levering en de verdere tenuitvoerlegging van deze overeenkomst; b. elk van de kopers is hoofdelijk verbonden voor de voor de kopers uit deze koopovereen- komst voortvloeiende verplichtingen.
Artikel 3.17
Kosten werkzaamheden derden
Ingeval van ontbinding van deze overeenkomst in onderling overleg of op grond van ontbondenverklaring na het in vervulling gaan van een daarop gerichte voorwaarde, zijn de kosten van de werkzaamheden, die ter uitvoering van deze overeenkomst door derden terzake van de levering door de gemeente aan de koper zijn verricht: a. ingeval van ontbinding van deze overeenkomst op grond van een tekortkoming van één van de partijen voor rekening van die in verzuim zijnde partij en b. anders voor rekening van de gemeente en de koper, ieder voor de helft. Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
14
Artikel 3.18
Termijnenwet
Op de in deze overeenkomst gemelde termijnen is de Algemene Termijnenwet van toepassing.
Artikel 3.19
Geschillenregeling
Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die, die slechts door één van de partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Breda, tenzij partijen terzake van die geschillen arbitrage overeenkomen.
Artikel 3.20
Boeteclausule
1. Bij niet-nakoming van de uit de overeenkomst en deze Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998 voortvloeiende verplichtingen, verbeurt de koper, na ingebrekestelling en na verloop van de daarin gestelde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van vijfentwintig (25) procent van de koopsom, onverminderd het recht van de gemeente daarnaast schadevergoeding op grond van de wet te vorderen, indien de door de gemeente geleden schade vermeerderd met rente en kosten meer bedraagt dan voornoemde boete. 2. Naast het gestelde in lid 1 behoudt de gemeente het recht om bij niet-nakoming van enige uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting in rechte nakoming te vorderen.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
15
Hoofdstuk 4
Artikel 4.1
Specifieke voorwaarden particuliere woningen
verkoop
bouwterreinen
Bestemming grond
1. Indien het perceel grond is bestemd voor bebouwing met een woonhuis en toegelaten annexen ten behoeve van particuliere bewoning, wordt in de koopovereenkomst dit hoofdstuk van toepassing verklaard. 2. a. De koper is verplicht het perceel grond te bebouwen met een woonhuis met toegelaten annexen volgens het door de koper voorgelegde en door de verkoper goedgekeurd bouwplan en voorts overeenkomstig de daaraan in het betreffende (ontwerp)bestemmingsplan gegeven bestemming; b. de koper dient de bouwvergunning binnen een termijn van twee (2) maanden na de datum van eigendomsoverdracht bij het College aan te vragen, behoudens toegestane verlenging van deze termijn door het College; c. het in sub a genoemd object dient in een continu bouwproces te worden opgeleverd; d. de koper mag van het in sub a en c bepaalde alleen afwijken na voorafgaande schriftelijke toestemming van het College.
Artikel 4.2
Bouwtermijn
Het te bouwen woonhuis dient voor bewoning gereed te zijn binnen achttien (18) maanden na datum akte van levering. Het College kan deze termijn éénmaal met ten hoogste twaalf (12) maanden verlengen. Ingeval bezwaar gemaakt wordt en/of hoger beroep wordt ingesteld tegen de door de gemeente verleende bouwvergunning, kan het College de termijn verlengen tot tien (10) maanden na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning.
Artikel 4.3
A-B-C bepalingen
De gemeente staat toe dat door aannemers- of bouw (ontwikkelings) bedrijven haar rechten op levering van de grond worden overgedragen aan de kopers van de door haar op de verkochte kavels te bouwen woningen, eventueel voordat die bebouwing is tot stand gekomen, onder de voorwaarde dat: 1. in de tussen het bedrijf en haar kopers te sluiten overeenkomsten worden opgenomen: a. de verplichting dat die kopers de door hen gekochte percelen door het bedrijf zullen doen bebouwen overeenkomstig een door het College goedgekeurd bouwplan; b. de verplichting dat die kopers de door hen gekochte grond en woning uitsluitend zullen gebruiken om deze zelf als eigenaar gedurende twee (2) jaar te bewonen. 2. De levering aan de kopers van de door de aannemers- of bouw (ontwikkelings) bedrijven op de verkochte kavels te bouwen woningen, mag uitsluitend plaatsvinden tegen de m5-prijs waarvoor het betreffende bedrijf de grond van de gemeente koopt, c.q. de door de gemeente vastgestelde kavelprijs. 3. Ingeval de aannemers- of bouw (ontwikkelings) bedrijven van de in dit artikel geboden Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
16
mogelijkheid gebruik willen maken, dienen zij vooraf ter goedkeuring van het College een verkavelingstekening in te dienen bij de afdeling Economische Zaken. 4. Het bedrijf dient zich tegenover de gemeente garant stelt voor de bouw, waartoe zij zich tegenover de hiervoor sub 1 bedoelde kopers heeft verplicht.
Artikel 4.4
Vervreemdingsbeperking en verplichting zelfbewoning
1. Zolang de te bouwen woning niet voor bewoning gereed is, mag de koper het perceel grond alleen vervreemden na schriftelijke toestemming daartoe van het College en met inachtneming van de eventueel door het College daarbij gestelde voorwaarden. 2. De koper verplicht zich de op de verkochte grond te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn eventuele gezinsleden) te bewonen en die woning met de daartoe behorende grond niet aan derden te zullen doorverkopen, een en ander behoudens het vermelde in de hierna volgende leden. 3. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing in geval van: a. verkoop op grond van een machtiging van de rechter, als bedoeld in artikel 3:174 van het Burgerlijk Wetboek; b. executoriale verkoop door hypothecaire schuldeisers, als bedoeld in artikel 3:268 van het Burgerlijk Wetboek; c. schriftelijke ontheffing door het College, als bedoeld in lid 5 van dit artikel. 4. Het bepaalde in de leden 2 en 3 vervalt nadat de koper de desbetreffende woning gedurende twee (2) achtereenvolgende jaren heeft bewoond. Als maatstaf geldt hierbij de datum en de tijd gedurende welke de koper als bewoner van het desbetreffende adres in de Gemeentelijke Basisadministratie voor Persoonsgegevens (GBA) is ingeschreven. 5. Het College kan schriftelijk ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel. Deze ontheffing wordt echter steeds verleend in geval van: a. verandering van werkkring van de koper op grond waarvan redelijkerwijs verhuisd dient te worden; b. overlijden van de koper of diens echtgeno(o)t(e); c. ontbinding van het huwelijk van de koper door echtscheiding; d. verhuizing waartoe wordt genoodzaakt door de gezondheid van de koper of van een van zijn gezinsleden.
Artikel 4.5
Kettingbeding
Bij vervreemding van het perceel grond, voordat de te bouwen woning gereed is, dient ten behoeve van de gemeente te worden bedongen dat de rechtsopvolger van de koper met betrekking tot de eigendom van het perceel grond dezelfde verplichtingen als vermeld in de artikelen 4.1 tot en met 4.5 als eigen en rechtstreekse verbintenis jegens de gemeente op zich neemt en dient zulks in de akte van levering ten behoeve van de gemeente te worden aanvaard.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
17
Artikel 4.6
Ontbinding bij niet-bouwen
Ingeval de te bouwen woning niet binnen de in artikel 4.2 bedoelde - eventueel verlengde termijn voor bewoning gereed is en dit niet-gereed zijn aan de koper kan worden toegerekend, is de gemeente - onverminderd het in artikel 3.20 bepaalde, - daarnaast gedurende zes (6) maanden na het verstrijken van die termijn bevoegd bij aangetekend schrijven aan de koper te berichten, om die reden de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden.
Artikel 4.7
Teruglevering
Ingeval de gemeente de overeenkomst overeenkomstig het in artikel 4.6 bepaalde geheel voor ontbonden heeft verklaard, dient hiervan een notariële akte van teruglevering van het perceel grond te worden opgemaakt. Hiertoe wordt de gemeente reeds nu voor alsdan door de koper onherroepelijk gevolmachtigd. Bij die akte dient in handen van de betreffende door de gemeente aan te wijzen notaris te worden voldaan de door de koper betaalde koopsom, verminderd met de boete vermeld in artikel 3.20. Het in artikel 2.5, lid 8 bepaalde is ten deze eveneens van toepassing. Deze notaris is bevoegd om in mindering van het door hem ontvangen bedrag te brengen: a. de kosten van de notariële akte, waarbij op grond van die ontbinding de teruglevering van het perceel grond aan de gemeente geschiedt; b. hetgeen aan de op het perceel grond ingeschreven schuldeiser(s) moet worden voldaan, om een teruglevering van het perceel grond vrij van hypotheek en beslag te effectueren; c. de kosten van doorhaling van de ingeschreven hypotheken en beslagen. Indien en voor zover uit dien hoofde een negatief bedrag resteert, is de koper verplicht dit negatief saldo op eerste vordering van de gemeente te voldoen.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
18
Hoofdstuk 5 Artikel 5.1
Specifieke voorwaarden verkoop bedrijventerreinen Bestemming grond
1. Indien het perceel grond is bestemd voor bedrijfsdoeleinden wordt in de koopovereen- komst dit hoofdstuk van toepassing verklaard en die bestemming nader omschreven en mag het perceel grond uitsluitend daarvoor worden aangewend. 2. a. De koper is verplicht het perceel grond te bebouwen met een bedrijfsgebouw met toegelaten annexen volgens het door de koper voorgelegde en door de verkoper goedgekeurd bouwplan en voorts overeenkomstig de daaraan in het betreffende (ontwerp)- bestemmingsplan gegeven bestemming; b. de koper dient de bouwvergunning binnen een termijn van twee (2) maanden na de datum van eigendomsoverdracht bij het College aan te vragen, behoudens toegestane verlenging van deze termijn door het College; c. het in sub a genoemd object dient in een continu bouwproces te worden opgeleverd; d. de koper mag van het in sub a en c bepaalde alleen afwijken na voorafgaande schriftelijke toestemming van het College.
Artikel 5.2
Bebouwing en inrichting
Het perceel grond dient bebouwd, ingericht, onderhouden, afgescheiden en gebruikt te worden met inachtneming van: a. de gebruiksvoorschriften van het voor het perceel grond vigerende bestemmingsplan; b. de voorschriften, die in hoofdstuk 3 en dit hoofdstuk zijn vermeld, voor zover daarvan in de koopovereenkomst niet mocht worden afgeweken en c. de voorschriften, die aanvullend in de koopovereenkomst met betrekking tot het perceel grond ten aanzien van de eigenaar en de gebruiker mochten worden overeengekomen. Zolang aan deze verplichting tot bouwen en inrichten niet is voldaan, is het bepaalde in artikel 4.4, lid 1 en de artikelen 4.5, 4.6 en 4.7 van overeenkomstige toepassing, waarbij voor "woning" wordt gelezen "bedrijfsgebouw".
Artikel 5.3
Bouwtermijn
Het te bouwen bedrijfsgebouw dient voor gebruik gereed te zijn binnen achttien (18) maanden na datum akte van levering. Het College kan deze termijn éénmaal met ten hoogste twaalf (12) maanden verlengen. Ingeval bezwaar gemaakt wordt en/of hoger beroep wordt ingesteld tegen de door de gemeente verleende bouwvergunning, kan het College de termijn verlengen tot tien (10) maanden na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning.
Artikel 5.4
Wijziging van bestemming
Wijziging van de in artikel 5.1 bedoelde bestemming dient vooraf door het College te zijn Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
19
goedgekeurd, tenzij en voorzover in de koopovereenkomst reeds bij voorbaat een wijziging is goedgekeurd.
Artikel 5.5
Toekomstig bodemonderzoek
1. De gemeente heeft voorafgaande aan de verkoop van het perceel grond aan de koper een onderzoek doen instellen naar de eventuele verontreiniging van het perceel grond, gemeten naar de huidige maatstaf van de landelijke overheid en thans algemeen geldende inzichten, zoals omschreven in artikel 3.10. Uit dit onderzoek is gebleken, dat het perceel grond per de datum van levering door de gemeente niet verontreinigd is in die zin, dat de door de koper opgegeven bestemming van het perceel grond onaanvaardbaar en/ of onmogelijk zou worden. 2. Indien en zodra een eigenaar of zakelijk gerechtigde - hierna verder aangeduid als: de vervreemder - het perceel grond of zijn recht daarop, onder welke benaming of welke titel ook wenst te vervreemden, dient hij daarvan schriftelijk mededeling te doen aan het College. 3. Alsdan is de gemeente bevoegd om binnen zes (6) weken na verzenddatum van dit schrijven een nieuw globaal onderzoek te doen verrichten teneinde na te gaan of door het gebruik van het perceel grond door de vervreemder alsnog onaanvaardbare bodemveront- reiniging veroorzaakt is. 4. De kosten van dit onderzoek zijn steeds voor rekening van de vervreemder. 5. Indien deze nieuwe bodemverontreiniging aanwezig blijkt te zijn, zal de gemeente hiervan schriftelijk mededeling doen aan de vervreemder en dient die bodemverontreiniging door en voor rekening van de vervreemder binnen drie (3) maanden na datum van deze mededeling ten genoege van de gemeente te zijn verwijderd. 6. Middels een kettingbeding dient uitdrukkelijk in de akte van verkoop en koop met levering ten behoeve van de gemeente te worden bedongen dat de nieuwe verkrijger deze in lid 2 tot en met 6 omschreven verplichtingen als eigen en rechtstreekse verbintenis jegens de gemeente op zich neemt en dient zulks in de akte van levering ten behoeve van de gemeente te worden aanvaard.
Artikel 5.6
Vervreemding en voorkeursrecht
De koper is gehouden een voorgenomen vervreemding of bezwaring met zakelijke genotsrechten van de grond met opstallen bij de gemeente te melden teneinde de gemeente in staat te stellen eventueel een bod tot aankoop te doen.
Artikel 5.7
Ontheffingen
Het College kan op schriftelijk verzoek van de koper ontheffing verlenen van een of meer van de in dit hoofdstuk bedoelde verplichtingen, voorwaarden of termijnen en aan een ontheffing voorwaarden verbinden.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
20
Hoofdstuk 6
Artikel 6.1
Specifieke voorwaarden uitgifte in erfpacht bedrijventerreinen Bestemming grond
1. Indien het perceel grond in erfpacht wordt uitgegeven, wordt in de overeenkomst tot vestiging van het recht van erfpacht dit hoofdstuk van toepassing verklaard en die bestemming nader omschreven en mag het perceel grond uitsluitend daarvoor worden aangewend. 2. Het gestelde in de artikelen 5.1, lid 2, 5.2, 5.3, 5.4 en 5.6 is van overeenkomstige toepassing, waarbij voor "koper" wordt gelezen "erfpachter".
Artikel 6.2
Duur van het recht van erfpacht
De uitgifte in erfpacht van het perceel grond geschiedt voor een periode van 75 jaar, en gaat in op de datum waarop de notariële akte tot vestiging van het recht van erfpacht wordt verleden.
Artikel 6.3
Vaststelling canon
1. De jaarlijkse canon is gelijk aan het bedrag dat wordt bepaald door de met de erfpachter overeengekomen rente, te vermeerderen met een half procent (1/2 %) administratiekosten, over de waarde van het uitgegeven perceel grond te berekenen. 2. De verschuldigde omzetbelasting over de waarde van het perceel grond dient bij de uitgifte in erfpacht van het perceel grond in zijn geheel te worden voldaan. 3. Deze canon geldt voor een tijdvak van vier (4) jaar, te rekenen vanaf de in artikel 6.2 genoemde ingangsdatum. Na afloop van dit tijdvak kan de canon worden aangepast, met inachtneming van het in artikel 6.4 bepaalde. 4. De verplichting tot betaling van de canon vangt aan op de datum waarop het recht van erfpacht is gevestigd. 5. De canon dient bij vooruitbetaling in twee (2) halfjaarlijkse termijnen te worden voldaan, zonder beroep op verrekening. Hiertoe ontvangt de erfpachter een rekening van de gemeente.
Artikel 6.4
Aanpassing van de canon, rentewijziging, indexering
1. Na elke periode van vier (4) jaar, gerekend vanaf de datum waarop het recht van erfpacht is gevestigd, wordt de canon door het College aangepast, in verband met mogelijke veranderingen in de waarde van het perceel grond en in het marktprijsniveau van erfpachtcanons van percelen grond met soortgelijke ligging en bestemming binnen en buiten de gemeente en in verband met mogelijke verandering van de rente als bedoeld in punt 12 van hoofdstuk 1. 2. De procedure met betrekking tot de in lid 1 laatst bedoelde aanpassing van het canonbedrag is als volgt: In de eerste helft van het vierde erfpachtjaar zal het College de erfpachter schriftelijk een nieuw canonbedrag voorstellen. Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
21
Partijen zullen daarna in onderling overleg bezien of zij terzake tot overeenstemming kunnen komen. Is twee (2) maanden na verzending van het hiervoor bedoelde voorstel nog geen akkoord tussen partijen bereikt over de hoogte van de canon, dan zal het nieuwe canonbedrag behoudens beroep op de terzake bevoegde rechter, bindend worden vastgesteld door twee (2) deskundigen waarbij ieder van de partijen er één (1) aanwijst. Deze deskundigen dienen in hun oordeel te betrekken de criteria die aan het slot van het vorige lid zijn benoemd. Indien geen overeenstemming tussen de deskundigen kan worden bereikt, zullen deze de terzake bevoegde kantonrechter verzoeken een derde deskundige aan te wijzen.
Artikel 6.5
Toekomstig bodemonderzoek
Het gestelde in artikel 5.5 is van overeenkomstige toepassing, waarbij voor "koper" wordt gelezen "erfpachter".
Artikel 6.6
Instandhouding grond en opstallen, verzekeringsplicht
1. De erfpachter is verplicht het perceel grond met de opstallen in zodanige technische staat te houden dat deze de in de akte van vestiging aangegeven bestemming op behoorlijke wijze kunnen dienen. Daartoe dient de erfpachter het perceel grond met de opstallen in alle opzichten goed te onderhouden en waar nodig tijdig te vernieuwen, voorzover in verband met het onderhoud noodzakelijk. 2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:96 van het Burgerlijk Wetboek worden de gewone lasten en herstellingen door de erfpachter gedragen. In afwijking van het bepaalde in artikel 5:96 van het Burgerlijk Wetboek is de erfpachter zowel verplicht om de buitengewone lasten die op de onroerende zaak drukken te voldoen, als om de buitengewone herstellingen daarvan te verrichten. De gemeente is noch verplicht tot het verrichten van gewone herstellingen, noch van buitengewone herstellingen. 3. Het is de erfpachter niet geoorloofd de opstallen geheel of gedeeltelijk te slopen of het bouwvolume van de opstallen te wijzigen, zonder dat het College daarvoor vergunning heeft verleend. 4. De erfpachter is verplicht tot gehele of gedeeltelijke herbouw van de opstallen over te gaan indien deze door welke oorzaak ook zijn teniet gegaan. De erfpachter is mede daartoe verplicht de opstallen tegen brand- en stormschade te verzekeren. 5. Het College kan op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de erfpachter vrijstelling verlenen van de in de leden 1 en 4 genoemde verplichtingen. Aan een vergunning als bedoeld in lid 3 of aan een vrijstelling kunnen voorwaarden of een tijdsbepaling worden verbonden, waaronder vaststelling van een nieuwe canon als bedoeld in artikel 6.4. Artikel 6.7
Overdracht, overgang en ondererfpacht
1. De erfpachter is verplicht, in geval van gehele of gedeeltelijke overdracht van het recht van Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
22
erfpacht of de vestiging van ondererfpacht of een beperkt recht waardoor het gebruik van het perceel grond door anderen wordt verkregen, in de desbetreffende akte alle bepalingen waaronder het recht is verleend, op te nemen of daarnaar te verwijzen. Hij is tevens verplicht de overdracht van het recht van erfpacht of de vestiging van het recht uiterlijk op de dag van overdracht/ vestiging schriftelijk aan het College te melden. Deze meldingsplicht bestaat ook voor de inbreng van het recht van erfpacht in een (andere) vennootschap en voor de scheiding tussen gezamenlijke rechthebbenden op het recht. 2. De nieuwe erfpachter, ondererfpachter of de verkrijger van een gebruiksrecht als bedoeld in lid 1 is verplicht om binnen één (1) maand, op zijn kosten aan het College een authentiek afschrift van de akte van zijn verkrijging over te leggen. 3. In geval van vervreemding van het recht van erfpacht blijft de oude erfpachter naast de nieuwe erfpachter voor de eventuele niet betaalde, reeds vervallen erfpachttermijnen over de aan de overdracht voorafgaande vijf (5) jaar hoofdelijk aansprakelijk.
Artikel 6.8
Verplichtingen ten opzichte van hypotheekhouders
1. Ingeval het recht van erfpacht met één of meerdere hypotheekrechten is bezwaard, is de erfpachter verplicht om binnen één (1) maand na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek, aan het College een authentiek afschrift van de akte(n) van hypotheekverlening over te leggen. De kosten die hieraan verbonden zijn komen voor rekening van de erfpachter. 2. Het College zal de hypotheekhouder tijdig in kennis stellen van een voornemen tot opzegging van het recht van erfpacht, of wijziging van de grondwaarde waarop de canon gebaseerd is. Wijziging of splitsing van het recht van erfpacht kan uitsluitend plaatsvinden met voorafgaande schriftelijke toestemming van de hypotheekhouder.
Artikel 6.9
Opzegging in het algemeen belang
1. De gemeente kan het recht van erfpacht opzeggen om redenen van algemeen belang. De beëindiging geschiedt door opzegging van het recht nadat de Raad een daartoe strekkend besluit heeft genomen. 2. Het College doet een voorstel tot opzegging van het recht van erfpacht aan de Raad. In dit voorstel wordt gemotiveerd uiteengezet welke de redenen zijn die opzegging van het recht in het algemeen belang rechtvaardigen. Het College geeft de erfpachter en de hypotheekhouder en eventuele derdenbelang- hebbenden kennis van het voorstel bij aangetekend schrijven. Tevens maakt het College het voornemen op de voor onteigening gebruikelijke wijze algemeen bekend. 3. Omtrent het voorstel tot opzegging van het recht van erfpacht neemt de Raad geen besluit zolang niet ten minste twee (2) maanden sedert dagtekening van het in lid 2 bedoelde schrijven zijn verstreken. Gedurende deze termijn kunnen de erfpachter, de hypotheekhouder en andere belanghebbenden bezwaren tegen het voorstel bij de Raad inbrengen. De Raad besluit met in achtneming van eventueel ingebrachte bezwaren. Indien de Raad niet binnen één (1) jaar na dagtekening van de kennisgeving als bedoeld in lid 2 besluit tot opzegging van het recht van erfpacht, wordt het in lid 2 bedoelde voorstel geacht Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
23
niet te zijn gedaan. 4. Het besluit van de Raad bepaalt de dag waarop het recht van erfpacht uiterlijk moet worden opgezegd. Opzegging vindt vervolgens plaats bij deurwaardersexploot en met inachtneming van een termijn van tenminste één (1) jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht (8) dagen tevens betekend worden aan de hypotheekhouder en aan anderen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op het recht van erfpacht of het recht van ondererfpacht in de openbare registers staan inge- schreven. 5. Indien het recht van erfpacht eindigt volgens het bepaalde in dit artikel is het College bevoegd daarvan te doen blijken in de openbare registers met verwijzing naar het besluit van de Raad en naar de aan de erfpachter gedane opzegging. 6. Indien op de dag dat het recht van erfpacht eindigt, het perceel grond en de opstallen niet zijn ontruimd, kan het College zonder nadere ingebrekestelling ontruiming doen bewerk- stelligen met inachtneming van voor derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten.
Artikel 6.10
Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang
1. Indien het recht van erfpacht eindigt op de wijze als bedoeld in artikel 6.9, vindt schadeloosstelling plaats op basis van de Onteigeningswet. 2. Niet zal worden vergoed de waarde van hetgeen in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte houdende wijziging van het recht van erfpacht is gesticht, noch zal worden vergoed de schade terzake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte houdende wijziging van het recht van erfpacht op de grond en in de opstallen wordt uitgeoefend, tenzij het College daartoe schriftelijk toestemming heeft verleend. 3. Indien de erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan binnen twee (2) maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan het College. Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze behoudens beroep op de terzake bevoegde kantonrechter, vastgesteld door drie (3) deskundigen, aan te wijzen door de terzake bevoegde kantonrechter. 4. Het College keert de aan de erfpachter toekomende schadevergoeding uit, na aftrek van al hetgeen de erfpachter met betrekking tot het recht van erfpacht, de grond en de opstallen nog aan de gemeente verschuldigd is. 5. Indien het recht van erfpacht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek was bezwaard, wordt in afwijking van lid 4 de schadevergoeding, na aftrek van al hetgeen aan de gemeente met betrekking tot het recht van erfpacht, de grond en de opstallen nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(s) uitgekeerd het bedrag dat aan de hypotheek- houder(s) nog toekomt ingevolge de betrokken hypothecaire lening. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding wordt uitgekeerd aan de erfpachter. Zolang het perceel grond met de opstallen niet ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld, is de gemeente bevoegd tien procent (10 %) van de uitkering ingevolge dit artikel achter te houden, zulks behoudens door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten. Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld anderszins door derden verkregen gebruiksrechten, die naar het oordeel van het College geen bezwaren opleveren. Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
24
Onverwijld nadat het perceel grond met opstallen ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld zal de gemeente het achtergehouden deel van de uitkering voldoen.
Artikel 6.11
Herstel door de gemeente
1. Indien de erfpachter enige verplichting, voortvloeiende uit deze Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998 of de bijzondere voorwaarden niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, kan het College deze verplichting op kosten van de erfpachter doen uitvoeren. Krachtens deze Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998 is het College na kennisgeving en ingebrekestelling, alsmede na verloop van de in lid 2 genoemde termijn, tot zodanige uitvoering jegens de erfpachter uitdrukkelijk gemachtigd. Tevens is het College onder dezelfde voorwaarden gemachtigd op kosten van de erfpachter al datgene ongedaan te maken, wat in strijd met enige verplichting door de erfpachter is verricht. 2. Het College geeft bij aangetekend schrijven kennis aan de erfpachter en de hypotheek- houder van zijn voornemen gebruik te maken van de bevoegdheid als bedoeld in lid 1. Het College doet de kennisgeving vergezeld gaan van: een opgave van het vermoedelijke bedrag van de kosten die met de uitvoering gemoeid zullen zijn; een ingebrekestelling ten aanzien van de verzuimde verplichting of de strijdige verrichting en een aanmaning om aan een en ander alsnog binnen een redelijke termijn te voldoen. 3. Onverminderd de verschuldigdheid van andere kosten, schade en rente bij de gemeente ontstaan als gevolg van de nalatigheid van de erfpachter, is de erfpachter verplicht op eerste aanzegging van het College de kosten die gemoeid zijn geweest met het herstel te voldoen. Het College doet de aanzegging vergezeld gaan van een gespecificeerde opgave van de kosten.
Artikel 6.12
Bijzondere wijze van opzegging van het recht van erfpacht
1. Uitsluitend indien de erfpachter niet of niet tijdig voldoet aan zijn bouwverplichting of gedurende meer dan twee (2) jaar niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling van de canon, is het College gerechtigd om, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, het recht van erfpacht op te zeggen. Opzegging vindt plaats bij deurwaardersexploot en met inachtneming van een termijn van tenminste twee (2) maanden. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht (8) dagen tevens betekend worden aan de hypotheekhouder en aan anderen die als beperkt gerechtigde of beslag- leggers op het recht van erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven. 2. Aan de erfpachter zal worden vergoed de waarde van het recht van erfpacht, waaronder begrepen de eventueel gebouwde opstal, op het moment van beëindiging, verminderd met hetgeen de gemeente uit hoofde van de erfpacht te vorderen heeft, kosten, schade en rente daaronder begrepen. 3. Het op grond van lid 2 aan de erfpachter, danwel aan de gemeente toekomende bedrag zal, behoudens beroep op de terzake bevoegde kantonrechter, worden vastgesteld door deskundigen overeenkomstig artikel 6.10, tenzij voor het einde van het recht de gemeente, de Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
25
erfpachter, de hypotheekhouder en eventueel andere belanghebbende anders overeen- komen. 4. Het bepaalde in de artikelen 6.9 en 6.10 met betrekking tot de opzegging is van overeenkomstige toepassing. 5. De erfpachter is niet gerechtigd de erfpacht op te zeggen gedurende de eerste vijfentwintig (25) jaar na de vestiging van het recht van erfpacht. Bij opzegging door de erfpachter is de gemeente niet verplicht een vergoeding voor eventueel op de in erfpacht uitgegeven achtergebleven opstallen te betalen en kan de gemeente als voorwaarde voor de opzegging stellen, dat in slechte staat achterblijvende opstallen door en voor rekening van de erfpachter worden gesloopt. Opzegging door de erfpachter geschiedt op dezelfde wijze als opzegging door de gemeente.
Artikel 6.13
Boeteclausule
1. Bij niet-nakoming van de uit de overeenkomst en deze Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998 voortvloeiende verplichtingen, verbeurt de erfpachter, behoudens herstel overeenkomstig artikel 6.11, na ingebrekestelling en na verloop van de daarin gestelde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van tweemaal (2x) de jaarlijkse canon, onverminderd het recht van de gemeente daarnaast schadevergoeding op grond van de wet te vorderen, indien de door de gemeente geleden schade vermeerderd met rente en kosten meer bedraagt dan voormelde boete. 2. Naast het gestelde in lid 1 behoudt de gemeente het recht om bij niet-nakoming van enige uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting in rechte nakoming te vorderen.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
26
Hoofdstuk 7
Specifieke voorwaarden verkoop groenstroken
Artikel 7.1. dient bij de eerstvolgende herziening te vervallen. BenW 05/1004 2001. Inmiddels buiten toepassing gesteld. Zie brieven aan Meewis en Van Mersbergen, mei 2001 Artikel 7.1
Bestemming grond
1. Indien het perceel grond een groenvoorziening betreft wordt in de overeenkomst van verkoop en koop dit hoofdstuk van toepassing verklaard. Alsdan mag het perceel grond zonder voorafgaande toestemming van de gemeente op generlei wijze worden bebouwd. 2. Op een strook grond van ongeveer één meter breed langs de openbare weg, waaraan het perceel grond grenst, mogen geen bouwwerken worden geplaatst, geen gesloten wegdekken worden aangebracht en geen diepwortelende bomen en/ of struiken worden geplant. 3. Een aanvrage tot toestemming voor bebouwing dient schriftelijk te geschieden bij de afdeling Economische Zaken. Een krachtens de Bouwverordening eventueel vereiste aanvrage van een bouwvergunning of de melding van bebouwing dient afzonderlijk bij de afdeling Milieu- en Bouwzaken van de sector Grondgebiedszaken te geschieden.
Artikel 7.2
Latere bebouwing grond
Indien te eniger tijd bebouwing van het perceel grond op aanvraag van de koper door de gemeente wordt toegestaan, dient de koper aan de gemeente te voldoen de meerprijs per centiare, die in de overeenkomst van verkoop en koop is vermeld, tenzij de koper en de gemeente alsdan anders overeenkomen op grond van het aantal vierkante meters van de alsdan te realiseren vloeroppervlakte.
Artikel 7.3
Bodemkwaliteit
Ingeval van bebouwing van een groenstrook is het risico van de bodemkwaliteit geheel voor rekening van de koper.
Artikel 7.4
Kettingbeding
Ingeval de koper het perceel grond vervreemdt, dient de koper ten behoeve van de gemeente te bedingen, dat de rechtsopvolger van de koper met betrekking tot de eigendom van het perceel grond dezelfde verplichtingen als in hoofdstuk 7 vermeld als eigen en rechtstreekse verbintenissen jegens de gemeente op zich neemt en dient dit beding ten behoeve van de gemeente te worden aanvaard.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998
Hoofdstuk 8 Artikel 8.1
Slotbepaling Aanhaling
Deze bepalingen kunnen worden aangehaald onder de titel: Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998.
Algemene Uitgiftevoorwaarden Waalwijk 1998