Toelichting bij de kubus "Overlijdens naar leeftijd (dubbele classificatie), naar woonplaats, geslacht, nationaliteit en burgerlijke staat – België 1992-2015. 1. Algemeen Deze tabellen geven het aantal overlijdens over de periode 1992-2015 dat genoteerd wordt in de bevolkingsregisters van de gemeenten. Het Rijksregister van de natuurlijke personen centraliseert deze registers. Overlijdens van personen die ingeschreven zijn in het wachtregister zijn niet opgenomen in deze tabellen. Deze tabellen zijn gebaseerd op de cijfers van het Rijksregister (=loop van de bevolking). Ook de publicaties en tabellen over sterfte die ADS1 publiceert op de website, zijn gebaseerd op het Rijksregister en niet op de sterftecertificaten. Daarnaast bestaan er ook meer gedetailleerde cijfers (o.a. met vermelding van doodsoorzaken) die gebaseerd zijn op registratieformulieren van overlijdens (sterftecertificaten). Zie hierover o.m. uitleg bij het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid. 2. Dimensie Overlijdensjaar De tabellen geven het aantal overlijdens dat werd genoteerd in de loop van een jaar. Bij het openen van de kubus staan de overlijdensjaren in de kolommen van de tabel. 3. Dimensie Leeftijd In deze tabellen kan het onderscheid worden gemaakt tussen leeftijd op het einde van het jaar (leeftijd in verstreken jaren op het einde van het jaar) en de exacte leeftijd waarop een overlijden plaatsvindt. Het verband tussen beide maken we duidelijk via een Lexis-diagram. In dit Lexis-diagram staan cijfers voor de jaren 1999 en 2000 voor België. Een Lexis-diagram bestaat uit een raster van lijnen. Op de horizontale as wordt het tijdsverloop aangegeven van links naar rechts. De verticale as loopt van boven naar beneden en daarop worden leeftijden aangegeven. Op een Lexis-diagram kunnen verschillende aantallen worden geplaatst. Aantallen geboorten in de loop van een jaar worden bovenaan geplaatst. Wat er met die borelingen gebeurt naarmate ze ouder worden (verticale as) met het vorderen van de tijd (horizontale as), kan worden gevolgd in de band die in een hoek van 45° naar rechts afloopt. 1
Algemene Directie Statistiek, het voormalige Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
Van de borelingen van 1999 overlijden er 482 in het jaar 1999. In de loop van het jaar 2000 overlijden er van de borelingen van 1999 nog eens 90 en 25. Er zijn 90 overlijdens die plaatsgrijpen vóór het kind leeftijd 1 bereikt in het jaar 2000 en er zijn 25 overlijdens die in deze groep plaatsgrijpen nadat het kind zijn eerste verjaardag heeft bereikt. De aantallen 482, 90 en 25 zijn m.a.w. de aantallen overlijdens die genoteerd worden in de jaren 1999 en 2000 bij de kinderen die geboren zijn in 1999, i.e. de sterfte in de geboortecohorte van 1999. Analoog daarmee hebben de aantallen 73, 19, 24 en 27 betrekking op overlijdens in de jaren 1999 en 2000 bij de kinderen die geboren zijn in 1998, i.e. de sterfte in de geboortecohorte van 1998. Van die cohorte sterven er 73 en 19 in de loop van het jaar 1999, resp. voor en na hun eerste verjaardag, en 24 en 27 in de loop van het jaar 2000, resp. voor en na hun tweede verjaardag. In het Lexis-diagram worden de overlijdens dus getoond volgens een dubbele classificatie, d.w.z. een classificatie naar leeftijd in verstreken jaren enerzijds en exacte leeftijd anderzijds. Indien in de kubus leeftijd in verstreken jaren en leeftijd exact naast mekaar worden geplaatst (en alle nullen worden onderdrukt) krijg je in tabel 1 waarin gemakkelijk het beeld van het Lexis-diagram wordt herkend. Tabel 1. Overlijdens volgens dubbele classificatie
De kubus laat ook toe om de overlijdens op andere manieren te groeperen, bv. indien enkel leeftijd in verstreken jaren wordt geselecteerd zoals in tabel 2. Dit is de leeftijdsgroepering die ADS op de website hanteert, zij het dat ADS een leeftijdsaanduiding gebruikt die nogal verwarrend is. Tabel 2. Overlijdens naar leeftijd in verstreken jaren (vergelijking kubus & ADS)
Tabel 2 komt overeen met het onderstaande Lexis-diagram waarbij overlijdens worden gegroepeerd per jaar en geboortecohorte. Deze groepering wordt gebruikt voor de berekening van sterftekansen naar leeftijd.
Ingeval overlijdens enkel naar exacte leeftijd worden gegroepeerd ontstaat tabel 3, een groepering per vierkant van het Lexis-diagram. Tabel 3. Overlijdens naar exacte leeftijd
De kubus legt geen enkele groepering dwingend op. De eindgebruiker kiest de configuratie die hem best past.
3.1. Dimensie Leeftijd op het einde van het jaar Leeftijd in verstreken jaren betekent dat de leeftijd wordt gedefinieerd als het verschil tussen het geboortejaar en het overlijdensjaar. Overlijdens in 2000 bij 0-jarigen zijn overlijdens van kinderen die geboren zijn in 2000 – 0 (= 2000). Overlijdens in 1999 bij 1-jarigen zijn overlijdens van kinderen die geboren zijn in 1999 – 1 (= 1998). Anders uitgedrukt: bij leeftijd 1 staat het aantal overlijdens van kinderen die sterven in de loop van het jaar waarin ze 1 jaar worden. Bij leeftijd 2 staat het aantal overlijdens van kinderen die sterven in de loop van het jaar waarin ze 2 jaar worden, enz. Leeftijd in verstreken jaren geeft dus de leeftijd op het einde van het jaar, nà iemands verjaardag. 3.2. Dimensie Exacte Leeftijd De exacte leeftijd geeft aan of het overlijden in de loop van het jaar heeft plaatsgevonden voor of na iemands verjaardag. 4. Dimensie Woonplaats Deze dimensie geeft de woonplaats van de overledene. Als standaardindeling van deze dimensie wordt de administratieve hiërarchie gegeven: gewest, provincie (P), bestuurlijk arrondissement (BA) en gemeente (G). Provincies, arrondisementen en gemeenten staan in alfabetische volgorde. Bij de gemeentenaam wordt ook de NIS-code van de gemeente gegeven. In de brondata komt ook NIS-code “99999” voor wanneer de woonplaats onbekend is. Dat komt slechts zeer uitzonderlijk voor. In 2007 werd de NIS-code 21099 gecreëerd voor de Dienst Vreemdelingenzaken om te vermijden dat Brussel als gemeente van verblijf zou worden vermeld voor alle personen die door de Dienst Vreemdelingenzaken werden gecollecteerd in het wachtregister. In deze tabellen verschijnt die code bij de dimensie woonplaats als “België – vreemdelingenzaken”. In deze categorie verschijnt een beperkt aantal wanneer als teleenheid het aantal overlijdens in het wachtregister wordt geselecteerd, 5. Dimensie geslacht Overlijdens worden gegeven per geslacht.
6. Dimensie nationaliteit. De dimensie nationaliteit maakt op een eerste niveau onderscheid tussen Belgen, nietBelgen en enkele kleine restcategorieën. De niet-Belgen worden vervolgens uitgesplitst per continent, subcontinent en land. Op elk niveau worden de categorieën alfabetisch gerangschikt. De nationaliteit wordt gegeven met landnamen waarbij zoveel mogelijk de ISOnomenclatuur wordt gevolgd (International Organization for Standardisation). Naast de landnaam staat de alfanumerieke ISO-code en de numerieke ISO-code 7. Dimensie burgerlijke staat In onze tabellen omvat burgerlijke staat vier hoofdgroepen en twee restgroepen, “Andere” en “Onbekend”. De restgroep “Andere” omvat burgerlijke staten die weinig voorkomen ( “Verstoten”, “Geannuleerd huwelijk", “Vermoedelijk huwelijk” e.a.).
2/06/2016 Edith Lodewijckx Studiedienst van de Vlaamse Regering
[email protected]