Kunst & Cultuur
Stad & Land
Nieuws in de zomer
Beleggingsvisie Q3
Carré - een magische plek
De Parade - hoogwaardig theater
Een stressvrije vakantie
George Raven & Jan Wirken
De Parade Amsterdam Foto: Joep van Aert
03
Kwartaalmagazine juli 2014
Voorwoord Daarnaast treft u twee interviews aan waarin innovatie centraal staat. Zo vertelt Madeleine van der Zwaan, directrice van theater Carré, over verrassende keuzes in de jaarprogrammering en sprak de redactie
Door de toegenomen regeldruk wordt het voor bestuurders steeds lastiger manoeuvreren
2
Voor u ligt de zomeruitgave van ons kwartaalmagazine waarin we naast interviews en culturele wetenswaardigheden stilstaan bij de situatie op de financiële markten. Zoals ik in het voorwoord van de vorige uitgave aangaf is er sprake van economisch herstel en lijkt dit herstel door te zetten. Echter, met de geopolitieke spanningen, de wereldwijde uitdagingen rond forse overheidsuitgaven en een beperkte economische groei dienen we een mogelijke marktcorrectie in de gaten te houden. Ondanks dat de ECB, in samenwerking met de lokale centrale banken, meer grip begint te krijgen op elementen die de eurocrisis hebben veroorzaakt, is een structurele oplossing voor de lage inflatie en de hoge schuldenberg nog niet gevonden. In de macrovisie van hoofdanalist George Raven beschrijft hij welke maatregelen wij nemen om de beleggingsportefeuilles van onze cliënten niet alleen te beschermen maar ook te laten groeien.
met Herman van Bolhuis en Jeroen Veger over de intrigerende ontwikkelingen rond 3D-printen. Overigens is innovatie voor ons als bank evenzo belangrijk. Wij introduceren in de tweede helft van dit jaar een nieuwe service voor Stichtingen & Verenigingen. Op dit moment verzorgen wij voor vele instellingen al het vermogensadvies en vermogensbeheer, maar door de toegenomen regeldruk wordt het voor bestuurders steeds lastiger manoeuvreren. Bestuurdersaansprakelijkheid en risicobeheersing (ALM) zijn voor de komende jaren cruciale thema’s en daarin willen wij individuele bestuurders bijstaan en ontzorgen. Daarover later dit jaar meer in onze herfstuitgave. Ik wens u veel leesplezier! Peter Sieradzki CEO
3
Magazine IdB 2014 -3 Colofon Bijzondere Services
Uitgave
Onafhankelijk beleggingsbeleid
Bank Insinger de Beaufort N.V. Postbus 10820 1001 EV Amsterdam
34
Herengracht 537 1017 BV Amsterdam T +31 (0)20 5215 000
10
14
F +31 (0)20 5215 009
[email protected] www.insinger.com
Kunst & Cultuur • Carré gaat in je bloed zitten
6
38
redactiesecretariaat Petra Berkers
Stad & Land • De Parade biedt hoogwaardig theater
T +31 (0)20 5215 208
10
F +31 (0)20 5215 219
[email protected]
Bijzondere ondenemer • 3D-printing met Herman van Bolhuis /Jeroen Veger
38 14 Van de Adviesdesk • Yaela van Raalte
6
redactie Petra Berkers Carl Höhner
34
George Raven Marinus van Schaik Jan de Vink
Beleggingsvisie • George Raven & Jan Wirken
Roos Vogel
38
Claudine Weinstein
Adreswijzigingen Adreswijzigingen kunt u richten
Besloten netwerken
aan het redactiesecretariaat
druk
30
Drukkerij Aeroprint
vormgeving
22
Nieuws in de zomer • Zomerse recepten • Tips voor een stressvrije vakantie • Interview Iwan en Dimitri Göbel, Burton Car Company Nieuws van onze adviseurs • Het familiefonds
18
4
Publicis
26
www.publicis.nl
18 22 26 Bijzondere services
30
Besloten netwerken
Onafhankelijk beleggingsbeleid
5
Kunst &
Koninklijk Theater Carré
Cultuur
"Carré gaat in je bloed zitten"
Koninklijk Theater Carré: een magische plek Het zijn niet de makkelijkste jaren voor theaters in Nederland. Toch weet Koninklijk Theater Carré na ruim 125 jaar nog steeds velen te betoveren en gaat het goed met de kaartverkoop. We spraken Madeleine van der Zwaan over de magie van Carré en haar rol als (eerste vrouwelijke en jongste) directeur van de ‘Grande Dame’ aan de Amstel.
Sinds twee jaar zwaait ze de scepter over het markante Amsterdamse theater, dat in 1887 door Oscar Carré geopend werd en uitgroeide tot dé plek voor circusvoorstellingen, revues, variétés, muziekoptredens, musicals, cabaret en opera. Hoewel Madeleine van der Zwaan (45) een brok aan ervaring in het nationale en internationale bedrijfsleven met zich meebrengt, heeft ze geen achtergrond in de theaterwereld. Ze was directeur van Servex, werkte jaren bij Unilever op het gebied van marketing, business development en teammanagement en bij V&D als directeur marketing & conceptontwikkeling. Elke dag een feestje Waarom dan Carré? “De rode draad in mijn carrière is consumentengedrag: het begrijpen van consumenten en het aansluiten van je propositie daarop. Die zakelijke ervaring kan ik hier goed gebruiken om ervoor te zorgen dat Carré ook in de toekomst zonder subsidie kan blijven bestaan. Ik geloof
6
Madeleine van der Zwaan Foto: Friso Keuris
7
heb dan ook niet de intentie daar veel aan te veranderen, maar ik hoop er wel iets aan toe te kunnen voegen.” Kroonluchters en opera En dat toevoegen doet ze op meerdere vlakken. Zo is de verbouwing van de foyers op
Oncofonie, symfonie voor je leven Koninklijk Theater Carré 2012 Foto: Bart Versteeg
bijvoorbeeld niet in het denken in doelgroepen. Een persoon kan meerdere interesses hebben en ook de momenten waarop iemand naar het theater gaat kunnen verschillen: je beleeft theater met mensen, de ene keer is dat met een vriendin, dan weer met je partner of je kinderen. En wat betreft het artistieke gedeelte, daar haal ik ontzettend veel energie uit! Ik houd van activiteiten die zowel de linker- als de rechterhersenhelft aanspre-
De voorstelling van Herman van Veen en het Wereldkerstcircus
ken. Ik heb altijd theaters bezocht en heb, zeker in Amsterdam, alle zalen wel beleefd. Koninklijk Theater Carré vind ik de meest bijzondere. Waarom het zo’n magische plek is, kan ik niet precies in woorden uitdrukken, maar het heeft denk ik te maken met de intimiteit en de grootte. Er wordt gezegd dat als een artiest Carré aankan, hij in alle zalen kan optreden. Theo Maassen noemt Carré een warm bad en dat vind ik een goede metafoor. Carré roept emoties op, het theater staat in de top drie van de bekendste culturele merken. Artiesten en medewerkers zijn zeer betrokken bij dit theater, want Carré gaat in je bloed zitten. Voor mij is het elke dag weer een feestje als ik binnenkom. Dat gevoel heb ik overigens ook nodig om de lange dagen die ik meestal werk vol te houden. Het mooie van Carré is dat het is gemaakt door historie. Dat moeten we koesteren. Ik
het moment van ons interview in volle gang. Madeleine vertelt dat ze qua inrichting niet heeft gekozen voor rood pluche, wat wellicht voor de hand zou liggen bij een prestigieus theater als Carré, maar voor tijdloos chique. “Er is nu een negen meter lange marmeren bar met houten blad gemaakt en we hebben het Carré Café toegevoegd. De kroonluchters zijn er uiteraard nog steeds, die horen bij zo’n theater.” Naast een verbouwing is het Koninklijk Theater in Amsterdam onder Madeleines leiding een wat andere koers gaan varen. “Ik vind dat alle genres hier thuishoren, vandaar dat opera weer een vaste plek inneemt in het programma. Ik heb geïnvesteerd in een team van programmeurs. We werken met series en concepten; dus niet één keer een operavoorstelling en dan weer een hele tijd niet, maar een continu aanbod. Momenteel zijn er drieënzestig mensen in dienst en kan ik tachtig studenten op afroepbasis inschakelen. Wat personeel betreft ben ik voor een diversiteit van stijlen, drijfveren en ervaringen. Je moet elkaar aanvullen; het is niet goed alleen maar mensen aan te nemen die denken zoals je zelf doet.” Madeleines focus ligt op tailormade partnerships en cultureel ondernemerschap. “Ik heb mensen nodig die verliefd worden op Carré en die liefde verspreiden. Het gaat dus om ambassadeurs en funding. Het is mooi als zakelijke partners elkaar kunnen versterken. Ook donateurs maken veel mogelijk. Een voorbeeld hiervan is ons state of the art geluidssysteem. En een theatervoorstelling als War Horse kwam tot stand door een
bijzondere samenwerking met Stichting Theateralliantie en Holland Festival, mede mogelijk gemaakt door de VandenEnde Foundation. Daar ben ik ongelooflijk trots op.” Stoelen eruit, zand erin Dit seizoen kijkt Madeleine vooral uit naar de voorstellingen van Herman van Veen en het Wereldkerstcircus. “Ik vind het bijzonder om mee te maken dat Herman van Veen hier dit jaar voor de vijfhonderdste keer zal staan. Dat is een memorabel moment. De sfeer en happening van het Wereldkerstcircus zijn ook een geweldige ervaring. Wanneer de stoelen uit het theater gaan en plaats maken voor zand, zie ik de zaal veranderen in een grandioos circus! Ook dat hoort bij Carré. Immers de oprichter, Oscar Carré, trad 125 jaar geleden al op met zijn geliefde paarden in een circusvoorstelling.” Voor concurrentie van andere theaters vreest Madeleine niet. Integendeel. “Het is juist goed als mensen ook naar andere theaters gaan, want dat betekent dat ze wellicht
nog een keer gaan. Daarnaast is Carré bekend in heel Nederland; tweederde van onze bezoekers komt van buiten Amsterdam. Mensen vinden het leuk een avondje Carré te combineren met een dagje Amsterdam. Het zou mooi zijn als ik in de nabije toekomst meer financiële ruimte en tijd had om in de programmering meer (artistieke) risico’s te nemen, samen met partners weliswaar. We hebben een sterk team, de foyers zijn verbouwd en de vernieuwing in het programma is zichtbaar.”
Nieuwe foyers Carré Foto: Mart Boudestein
8
9
Stad & Land
wij de toegangsprijs voor de artiest en die moet dan zelf voor z’n eigen kaartverkoop zorgen. Dus het is heel simpel en overzichtelijk: hoe meer kaartjes je als artiest verkoopt, hoe meer geld je verdient. Een uniek concept dat inmiddels z’n kracht heeft bewezen.” Kun je een artiest lastigvallen met dat soort zakelijke beslommeringen als het verkopen van kaartjes? “Ja, hoor, daar doet niemand moeilijk over. Je moet niet vergeten, van staatswege gaat het heel slecht met de cultuurvergoedingen in Nederland. De subsidiekraan voor kunst is in Nederland zo goed als dichtgedraaid. Een direct gevolg daarvan is dat het kaartje voor de schouwburg steeds duurder wordt. Vanwege het wegvallen van subsidies zijn er bovendien veel minder groepen. Daarom gaat het goed met De Parade, want wij houden de entreeprijzen laag, waardoor er veel publiek komt. Daarnaast heb je als artiest bij ons veel speelbeurten, dus je kunt nog leuk geld verdienen op De Parade. Behalve lage entreeprijzen speelt er nog iets. Door de crisis blijven veel mensen thuis, ze boeken geen verre, dure vakantiereizen. Maar ja, tijdens dat thuiszitten bedenken ze dat ze toch iets leuks willen doen, nou, en dan komen ze naar ons toe.”
De Parade Amsterdam Fotograaf: Joep van Aert
Interview met Ray van Santen
“ De Parade biedt allang niet meer vrijblijvend vertier, wel hoogwaardig theater” Cultuurinstellingen in Nederland klagen steen en been over het wegvallen van subsidies en teruglopende bezoekersaantallen. Zo niet Ray van Santen. Hij is een en al opgewektheid tijdens het interview dat we met hem hebben op een terras in Rotterdam. Ray is zakelijk leider van De Parade, het reizende theaterfestival dat jaar in jaar uit meer publiek trekt. “Vorig jaar hadden we 315.000 bezoekers, een record.”
10
De Parade Affiche 2014 Studio Rios Zertuche
Volgend jaar bestaat De Parade 25 jaar en dat zonder subsidie. Hoe doen jullie dat? “Wij hebben al vanaf het begin ons eigen systeem. Dat wil zeggen dat de artiesten die bij ons spelen hun eigen winkeltje runnen. We kopen ze niet uit en geven hen ook geen vaste vergoeding. Ze krijgen wel van ons een tent waarin ze optreden. Vervolgens bepalen
Geldt die eigen financiële verantwoordelijkheid ook voor de andere medewerkers? “De cateraars werken ook voor eigen rekening en risico. Je betaalt aan De Parade voor elk bordje dat je verkoopt een percentage. De rest is voor jou. Dus als je op een avond vierhonderd bordjes verkoopt, doe je goede zaken. Wat dat betreft is De Parade een soort markt, iedereen biedt zich aan, zowel artiesten als cateraars. We hebben cateraars voor de gasten en voor de eigen medewerkers. De eerste groep kiezen wij uit op basis van een goed idee, net als de artiesten. Wij vinden namelijk dat het eten ook een theatrale
11
De Parade Amsterdam Fotograaf: Joep van Aert
voor dit seizoen zijn er een paar hele grote bij die De Parade komen openen.” Zijn er artiesten die je nog heel graag zou willen hebben? “Ons streven is nog altijd om Gijs Scholten
De Parade Amsterdam 2013 Fotograaf: Erik van 't Hof
functie moet hebben. De cateraars voor de eigen medewerkers krijgen wel een vaste vergoeding, net als de schoonmaakploegen, de mensen van de wasserette, de barmedewerkers en nog wat anderen.” Lage entreeprijzen, leuk voor het publiek, maar hoe verdient De Parade dan geld? “Door de theatervoorstellingen: van elk verkocht kaartje ontvangen wij ongeveer dertig procent. Verder verdienen we een klein beetje op de horeca en we vragen toegang. Een toegangskaartje kost zeven euro vijftig. Mensen met een kleine beurs kunnen ook naar binnen, want het eerste uur, meestal tussen twee en drie ’s middags, is de toegang gratis.”
Hoe komen jullie aan nieuwe artiesten? “Tegenwoordig melden artiesten zichzelf aan. Sterker nog, we hebben de eerste telefoontjes voor 2015 alweer gekregen. Vroeger, toen er nog veel meer subsidie was, keek men altijd eerst even de kat uit de boom. Maar ja, ook nu weer hè, de crisis. Mensen willen graag bij ons spelen. En vergeet niet, De Parade is inmiddels een begrip. Het wordt niet meer gezien als vrijblijvend vertier, maar als hoogwaardig theater. De kwaliteit van de programmering staat op een hoog niveau. We krijgen ook steeds betere artiesten. Ik kan helaas nog geen namen noemen, maar
van Asschat te krijgen met wie ik veel heb samengewerkt. En Pierre Bokma. Die staan symbool voor de kwaliteit van het Nederlands theater. Het zou mooi zijn als we die zouden kunnen krijgen. Gelukkig zien ook dit soort grote namen De Parade steeds meer als kwalitatief podium, dus wie weet. Als je naar onze dansvoorstellingen kijkt, zijn we bijvoorbeeld ook heel blij met Anouk van Dijk die we vier jaar lang hebben gehad, dat is er zo een van hoge kwaliteit. Of Nanine Lilling, die nu heel groot is in Duitsland.” Wat is jullie uitgangspunt bij de programmering van De Parade? “Toen Nicole (Van Vessum, artistiek directeur, red.) en ik het stokje destijds van de directeur overnamen, wilden we de kwaliteit verbeteren. Ons uitgangspunt was toen en is nog steeds dat zodra je een tent ingaat, er
een wereld voor je open moet gaan en je verbaasd en verrast moet zijn als je eruit komt. Waarbij het zeker niet zo is dat een voorstelling altijd leuk moet zijn. We hebben nu bijvoorbeeld een voorstelling over de dood, hoe we mensen begraven. En vorig jaar hadden we een voorstelling die ging over twee vrienden in Israël en Libanon en over de vraag hoe je met vriendschap omgaat. Een derde van de mensen kwam huilend de voorstelling uit, dat was heel emotioneel. Zoiets vinden wij geweldig.” Richten jullie je op een bepaald publiek? “Nee, De Parade is er voor mensen van 4 tot 104, voor iedereen dus. Of mensen nu komen voor een theatervoorstelling of om te zien en gezien te worden maakt niet uit. Weet je wat mensen het leukste vinden wat er is, daar moet je je niet in vergissen: onder een boom zitten en naar een mooie jongen of mooi meisje kijken, een beetje flirten af en toe. Dat mag bij ons. Daarnaast bieden we prachtig theater, waar we mensen natuurlijk wel naartoe proberen te krijgen. Maar als je de hele avond aan een wijntje wil zitten, mag dat. Het
Je doet dit nu tien jaar. Hoe lang ga je nog door? “Ik heb met mezelf de afspraak dat ik nog vijf jaar doorga. Alhoewel ik erbij moet zeggen dat De Parade absoluut verslavend is. Een leven zonder zou voor mij niet helemaal ondenkbaar zijn, maar dan zal er wel een goede psychiater aan te pas moeten komen. Het buitenleven, de sfeer, de mensen, het is met niets te vergelijken.”
DE PARADE 2014
ROTTERDAM Museumpark 19 t/m 29 juni
DEN HAAG WESTBROEKPARK 4 t/m 13 juli
utrecht De Parade Rotterdam 2012 Fotograaf: Rosaria Macri
Moreelsepark
Waaraan moet een artiest voldoen om kans te maken op een plekje bij jullie? “Hij of zij moet een goed idee hebben. Het maakt niet uit of het dans, muziek, theater, of performance is. Het kan in principe alles zijn, als het maar verrassend is. We hebben elk jaar ongeveer 150 gesprekken met artiesten en ongeveer de helft valt af. Dit seizoen hebben we bijvoorbeeld vierentachtig voorstellingen.”
12
is juist die hele sfeer en het gevoel van vrijheid die kenmerkend zijn voor De Parade. Alles mag, je hoeft niks. Bezoekers, maar ook artiesten, merken dat.”
18 juli t/m 3 augustus
Amsterdam martin luther kingpark 8 t/m 24 augustus
De Parade Utrecht 2012 Fotograaf: Coco Duivenvoorde
13
Bijzondere
Ondernemer
Interview Herman van Bolhuis en Jeroen Veger
“We hebben ons tot nu toe met de digitalisering van 15% van onze economie beziggehouden” Voor de locatie van ons gesprek over 3D-printing en de toekomst van internet hadden we een iets ander pand verwacht. Een moderne, glazen kantoortoren middenin in een anoniem businesspark. in plaats daarvan worden we ontvangen in het karakteristieke station van Bloemendaal, omringd door rust en groen. Het pand dateert uit 1899 en biedt onderdak aan Assembl3d, het 3D-bedrijf van Herman van Bolhuis, Jeroen Veger, Bas Kuntz, Maarten Verkoren en mick walvisch.
14
“Ik krijg weer dat spannende gevoel van de jaren ’90” Tijdens ons gesprek wordt al snel duidelijk dat we aan de vooravond staan van de volgende revolutie op het gebied van de digitalisering van onze omgeving. Om de komende ontwikkelingen in perspectief te plaatsen, schetst Herman kort waar we vandaan komen. “In de 90-er jaren kregen we te maken met de eerste fase internet. Daarin stond vooral de democratisering van informatie en media centraal. We konden ineens vanachter onze computer allerlei dingen opzoeken. Met als kampioen op dat gebied Google. Een aantal jaren geleden kwam fase 2: social. Toen konden we elkaar vinden op internet, waarbij Facebook en Twitter de nieuwe namen werden. Nu zitten we in de 3e fase waarbij ik echt weer dat spannende gevoel van de jaren ’90 krijg. Het is de tijd van de digitalisering van onze fysieke omgeving.
Dan moet je denken aan robotics waarbij machines steeds meer voor ons gaan doen, maar ook 3D-printing, smart cities, en wearables oftewel moderne apparaatjes die we op ons lichaam dragen, zoals Google glass. Het grappige is dat we ons de afgelopen 20 jaar hebben beziggehouden met de digitalisering van slechts 15% van onze economie. Met de rest is nog niets gedaan. Daar gaan we de komende jaren een enorme ontwikkeling zien. En versneld, omdat we de lessen van de afgelopen 20 jaar meenemen.” “Statistisch heeft Kaatsheuvel de hoogste dichtheid aan creatievelingen” In 2010 klopte de overheid aan. Die wees een paar jaar geleden de creatieve sector aan als een van de topsectoren die de Nederlandse economie moeten trekken. Maar hoe ga je
met die sector om, wat kunnen we ervan verwachten, dat was de vraag die de overheid zich stelde. “Wij hebben toen een verkenning geschreven”, licht Jeroen toe. “Een van onze kritiekpunten was dat de overheid een basisfout maakt door de creatieve sector als op zichzelf staand te zien. Volgens ons moet je het juist horizontaal benaderen. Dat wil zeggen: creativiteit hoort in alle andere sectoren thuis, net als informatietechnologie.” Herman: “Volgens de Kamer van Koophandel heeft Kaatsheuvel de hoogste dichtheid aan creatievelingen in Nederland. Statistisch gezien hebben ze misschien gelijk. In Kaatsheuvel zit namelijk de Efteling. Maar ja, gemakshalve worden alle medewerkers van de Efteling tot de
15
Fietshelm
3D-printer
Schoen voor Adidas
creatieve sector gerekend. Dit soort statistieken gaat natuurlijk nergens over. Haal dat nou eens weg, hebben we gezegd, net als de KRO’s en NCRV’s die allemaal werden meegerekend. Dan blijft er nog 2 miljard over als totale sector. Is dat beleidswaardig? Wij hebben gezegd: nee, niet op de manier waarop je het nu doet. Het kan wel cruciaal zijn om de creatieve sector bij andere sectoren als land- en tuinbouw te laten aanhaken. Maar het stimuleren van alleen de kunsten en pure creatievelingen, daar geloven wij niet in.” "De bovenkant knuffelt de onderkant dood" Waar de IT-ondernemers wel heilig in geloven is 3D-printing. “3D-printing was een onderdeel van de verkenning die we voor de overheid schreven”, verduidelijkt Jeroen. “Dat was in 2010 en bij de overheid wist men
Wij kunnen voor bedrijven straks heel veel tijd en geld besparen
niet waar we het over hadden. Wij zeiden: dit is iets waar je op moet letten en waar je je de komende jaren mee kan onderscheiden. Je moet je richten op de trends die zich ontwikkelen. En het niet gaan hebben over bijvoorbeeld Wifi op het strand van Zandvoort." Hetzelfde geldt voor bedrijven. Grote, gevestigde ondernemingen hebben de neiging allerlei startups dood te knuffelen. Maar de meeste startups hebben volgens de onder-
16
nemers geen ervaring en geen businessmodel. "Dat is ook onze voornaamste kritiek op het innovatiebeleid van nu: de bovenkant knuffelt de onderkant dood en het grote MKB waar de echte innovatie plaatsvindt doet niet mee in de belangrijke overlegorganen.” 3D-printing staat dan misschien nog in de kinderschoenen, nu al zijn er volgens Herman volop voorbeelden van praktische toepassingen. “Mooie voorbeelden te over. Grote infrastructuur partijen kunnen door 3D-printing de levensduur van bepaalde producten of onderdelen sterk verlengen. Waar bepaalde onderdelen bijvoorbeeld tientallen jaren oud en de fabrikant ze niet meer maakt of helemaal niet meer bestaat, biedt 3D-printing nieuwe kansen en een duidelijke business case. In plaats van hele stukken infrastructuur vervangen, is met een klein onderdeel opnieuw engineeren er een veel goedkopere oplossing.” "Koudwatervrees" Het is duidelijk dat de twee ondernemers geen tijd willen verliezen en verder willen. Herman knikt. “Wij hebben gezegd: we gaan gewoon beginnen, we gaan niet wachten op de overheid. We gaan de 3D Makers Zone opzetten middenin de Waarderpolder. Een gebied van 4000 vierkante meter met 200 maakbedrijven die rondom een centrale hal zijn gesitueerd. In die hal komen alle grote printers te staan”. En dan gedecideerd: “Op 1 januari 2015 staat het er.” Jeroen: “We willen met dit initiatief mensen uit het bedrijfsleven en het onderwijs afhelpen van hun koudwatervrees rondom innovatie met 3D-printing. Wij gaan ons richten op kennisoverdracht, design, materiaal-
kennis, advisering, het hele traject. Daarbij richten we ons nadrukkelijk alleen op de industrie.” De twee ondernemers zijn zich bewust van hun voortrekkersrol. Voorlichten, bedrijven bij de hand nemen en over de drempel zien te krijgen, het hoort allemaal bij het introduceren van een nieuwe technologie. “We merken dat er heel veel belangstelling is voor 3D-printing, alleen niemand weet hoe je het aanpakt, waar je moet beginnen. Neem alleen al de aanschaf van een printer. Een industriële metaalprinter kost al gauw een paar ton. En wat voor een printer heb je dan nodig? Nu maakt een bedrijf producten van aluminium, maar straks misschien ook wel van plastic of rubber. Intern is er nog niemand die de processen kan aansturen, er is weinig of geen materiaalkennis. En ook banken zijn terughoudend met hun financiering, die weten ook niet wat het allemaal betekent. 3D-printing is nu nog klein, maar we weten allemaal: het gaat groot worden. Alleen het tempo waarin en hoe precies, dat wordt de zoektocht.” "Bedrijven willen ‘part of the movement’ zijn" Een zoektocht die de mensen van Assembl3d samen met ondernemers willen starten. Maar hoe vooruitstrevend de plannen ook zijn, de bedrijfsvoering wordt op traditioneel Nederlandse leest geschoeid. Herman: “We gaan de 3D Makers Zone opzetten als een ouderwetse coöperatie, net als de Rabobank. Volgens ons moet je in co-creatie innovatie in gang zetten en financieren. Dat is de enige manier om bij te blijven. Ondernemers die willen meedoen, kunnen convertible notes of certificaten kopen. Meedoen kan vanaf 20.000 euro tot ongeveer 200.000 euro. Bedrijven die iets willen, maar niet weten hoe ze het moeten aanpakken, kunnen bij
ons aankloppen. Wij zorgen ervoor dat er subsidie wordt aangevraagd waar mogelijk, dat je spullen op een professionele manier worden gescand, maar we kunnen ook zorgen voor design of juridische ondersteuning, voor het geval je iets maakt dat lijkt op iets wat al bestaat. En als het gaat om grote projecten kunnen we ook voor het management ervan zorgen. Kortom, wij kunnen voor bedrijven straks heel veel tijd en geld besparen én inspiratie bieden. Maar zoals gezegd, de hele opzet is een coöperatie. We werken veel liever met klanten samen dan dat we naar de bank stappen. Daar moeten we heel veel tijd besteden aan het uitleggen van ons businessplan, vertellen wat we precies doen, hoe de 3D Makers Zone er precies uit gaat zien. We verkopen veel liever certificaten aan klanten, zodat we helemaal geen bank nodig hebben. Overigens merken we dat voor bedrijven die meedoen hun 'return on investment' niet op de eerste plaats komt. Zij willen vooral ‘part of the movement' zijn. Ze zijn nieuwsgierig en vinden het spannend.” Jeroen: “Zoals die toeleverancier in de bouw die een pilotproject heeft gedaan. Hij kreeg de opdracht om voor een hotel in aanbouw deurkrukken te maken met de naam van het hotel erin gegraveerd. Dat kun je natuurlijk op de klassieke manier frezen of desnoods in China laten doen, maar er werd besloten ze te gaan printen. Al was het alleen al om de exercitie te doen. Nu bleek de designer voor dit specifieke project in Amsterdam te zitten, de reversed engineer in Utrecht, de fabrikant in België. Dan merk je dat je zo’n innovatieproject lastig is te managen als je het op heel veel plekken organiseert. Toen wij de leverancier vertelden dat wij straks alles op één plek kunnen aanbieden, wist hij niet wat hij hoorde. Maar het is
Vrije vorm
interessant om te zien dat bedrijven nu al de keus maken voor dit soort innovatieprojecten. Ze stoppen er enkele tienduizenden euro’s in om te kijken waar ze tegenaan lopen.” “Over 5 jaar zijn wij mensen nog maar 1% op internet” 3D-printing is volgens Herman geen op zichzelf staand fenomeen, maar past in een van de drie megatrends die zich volgens hem nu aan het ontwikkelen zijn. “De eerste is radicale transparantie. We weten alles van elkaar, bedrijven weten alles van elkaar. Concurrentie wordt steeds moeilijker, waardoor bedrijven bijna als vanzelf in een soort co-creatie-modus komen. De tweede grote trend is radicale decentralisatie, bijvoorbeeld in energieopwekking, voedselproductie, onderwijs.
En de derde is de perfect storm waarin alle disruptieve technologieën van de afgelopen jaren samenkomen, zoals cloud computing, smart systems en the internet of things (voorwerpen die kunnen communiceren met personen en andere objecten en hierdoor zelf beslissingen kunnen nemen, red.), social media, 3D-printing, robotics. Vergis je niet: over een jaar of vijf zijn wij mensen met z’n allen nog maar 1% op internet, 99% zijn dingen; dat zijn wegen, pakken melk waar een chip in zit, telefoons, allemaal omgevingsfactoren die met elkaar interacteren. Maar hoe dan ook: 3D-printen heeft niet te maken met de dienstenkant van de economie, maar met de maakkant. Daarvoor zal de komende jaren een grote herwaardering ontstaan. Daar ben ik heilig van overtuigd.”
17
Nieuws in de zomer
Vlierbloesemsiroop, oftewel Fiori di Sambuco, is onze ideale zomersiroop. Niet alleen heerlijke summer punches worden hiervan gemaakt, maar je kunt het ook toevoegen aan Wodka, Gin, Prosecco of Grappa. Wij gebruiken de siroop vaak om een dessert mee af te maken, of huisgemaakt ijs een extra kick te geven.
Vlierbloesem siroop In deze uitgave van het kwartaalmagazine presenteren wij u zomerse recepten die bij velen herinneringen zullen oproepen aan warme, zwoele zomeravonden, gezellige picknicks of smaken en geuren die door de jaren gewoon vergeten zijn. Food Fantasies, een van onze cateraars – door wie u mogelijk op een van onze bijeenkomsten culinair bent verwend - heeft deze recepten voor u samengesteld. Zeker de moeite waard om op een mooie zomerdag uit te proberen.
18
Ingrediënten • 20 grote schermen vlierbloesem (overtollige takken, bladeren en natuurlijk insecten verwijderen; liefst schermen gebruiken waar alle bloemen uitgekomen zijn) • 4 citroenen in partjes gesneden • 1,5 kg suiker (wij gebruiken biologische fijne kristalsuiker) • 1,8 liter water • 60 gram citroenzuur (verkrijgbaar bij de drogist) deze toevoeging is optioneel, maar het zorgt voor een frisse smaak en lange houdbaarheid van de siroop
Aan de slag 1 Voeg de suiker aan het water toe. 2 Breng het water aan de kook en roer af en toe om de suiker goed op te lossen. 3 Eenmaal afgekoeld, giet het suikerwater in een grote pan en voeg alle andere ingrediënten toe. Plaats het deksel op de pan en laat het mengsel gedurende 36-48 uur rusten. Roer af en toe. 4 Verwijder na de lange rustperiode van 36-48 uur de citroenen en de vlierbloesem en zeef het mengsel een paar keer. Je kunt hier ook een kaasdoek voor gebruiken. 5 Giet de siroop in een pan en kook het ongeveer 3-5 minuten. 6 Giet de vloeistof in schone gesteriliseerde glazen flessen en sluit de glazen flessen. 7 Laat ze geheel afkoelen alvorens je ze in de koelkast zet. Je kunt de vlierbloesemsiroop wel een jaar op deze manier bewaren. Eenmaal geopend, is de siroop slechts een paar weken houdbaar. Je kunt van alles toevoegen aan de vlierbloesemsiroop, bijvoorbeeld bloemblaadjes (rozenblaadjes, madeliefjes, viooltjes) of specerijen zoals gember, kaneel, anijs of jeneverbes, of ander fruit (kruisbes of aardbei).
19
In het voorjaar komen de rabarberstengels op de markt. Vooral in mei viert de rabarber hoogtijdagen, maar ook in april, juni, juli en augustus kunt u genieten van deze zure stengels. Rabarber doet ons terugdenken aan onze jeugd: rabarbercompote op beschuit of in de yoghurt. Nu is er een hele cult ontstaan rondom deze plant uit de duizendknoopfamilie.
Deze havermout staat bij LAVINIA GOOD FOOD op de kaart en is razend populair; voedzaam, gezond en lekker. Wij delen graag ons recept:
Ingrediënten • Amandelmelk (mag ook volle boerenmelk of sojamelk zijn) • Havervlokken • Snufje kurkuma • Kaneelstokje en een snufje kaneelpoeder (Optioneel: Palmsuiker) De havermout afmaken met: • Blokje grasboter • Maple syrup • Bananenschijfjes • Geroosterd amandelschaafsel
20
Bereiding 1 Verwarm de amandelmelk samen met de havervlokken, de kurkuma, het kaneelstokje en het kaneelpoeder op een medium pitje. Draai op het moment dat de amandelmelk begint te koken, het vuur laag en laat het mengsel 5 minuten pruttelen. 2 Afhankelijk van de gewenste dikte korter of langer door laten pruttelen. In LAVINIA is de havermout ietwat ‘runny’. Wij voegen op het laatst een klein blokje grasboter toe; een heerlijke romige havermout! 3 Maak de havermout af met wat schijfjes banaan, maple syrup en het amandelschaafsel.
Ingrediënten • 10 stengels rabarber, gesneden en gewassen • 4 rode appeltjes, met schil in blokjes gesneden • 1 zakje vanillesuiker of vanille-extract • 1 theelepel citroensap of sinaasappelsap • 200 gram palmsuiker (of biologische kristalsuiker) Voor de crumble korst: • 100 gram boekweitbloem • 100 gram biologische kristalsuiker • 150 gram blokjes grasboter, beetje zacht/kamertemperatuur • Optioneel: (huisgemaakte) cruesli
Bereiding 1 Doe de rabarber samen met de suiker en het citroensap in een taartschaal en plaats deze in een voorverwarmde oven (180 graden Celcius). 2 Na 10 minuten de schaal eruit halen en ietwat laten afkoelen. Roer de rabarber een beetje om zodat de zachte juicy stukjes met elkaar vermengd raken tot een soort compote. 3 Voeg de appelblokjes toe. 4 Maak ondertussen de crumble: wrijf de bloem, suiker en boter tussen je vingers zodat er allemaal klontjes ontstaan. Kruimel de klontjes over de rabarber/appelmassa. 5 Besprenkel desgewenst nog wat cruesli over de bovenkant. 6 Plaats de taartschaal opnieuw voor ongeveer 30-40 minuten in de oven. 7 Laat vervolgens afkoelen en serveer met een dot crème fraîche.
21
Nieuws in de zomer
Tips voor een
stressvrije vakantie Vakantie, leuk! Hoewel… de voorbereidingen en de reis zijn vaak stressvol. Want ook al zijn de buren ingeschakeld voor de post en plantjes, zitten de huisdieren in het pension en heeft iedereen een geldig paspoort, dan nog kunnen kilometers file, ruziënde kinderen op de achterbank of vergeten tentstokken vakantiestress veroorzaken. Vakantie zou synoniem voor leuk en ontspannen moeten zijn. Drie weken lang geen wekker, lekker de vrijheid. Toch is de praktijk voor velen weerspanniger; we stressen om iets dat ons eigenlijk zou moeten ontstressen. Hoe dubieus! Het begint al bij de voorbereidingen van de trip: de reisverzekering die een dag voor de vakantie nog snel afgesloten moet worden, een paspoort dat onverhoopt niet meer geldig blijkt te zijn, de zonnebrand-
22
olie die we halsoverkop in huis willen halen of de koffers die de avond van tevoren – na een drukke werkweek – gepakt moeten worden (en niet dichtgaan!). Vakantiestress kan vermoeidheid, ruzies, ziekte of zelfs hartinfarcten met zich meebrengen. Niet verkeerd dus om vakantiestress te voorkomen en ervoor te zorgen dat het grote genieten waar u zo naar uitkijkt echt kan beginnen. Hoe doet u dat?
23
Koffer? Check. Verzekering? Check. Vaccinaties? Check. Het zal u waarschijnlijk niet verbazen dat goede (lees: tijdige) voorbereiding en planning de eerste voorwaarden zijn voor een ontspannen vertrek. En ook al schuwt u lijstjes met to do things, het dient toch aanbeveling deze ruim van tevoren te maken - dus niet een dag voor vertrek - en ze ook uit te voeren. Het gaat dan niet alleen om de inpaklijst, maar juist ook om checklists voor taken die u nog moet doen. Denk aan een dierenartsbezoek voor het inenten van de hond, het invoeren van noodnummers in uw telefoon of het laten controleren van de auto en het aanvragen van eventuele visa. Met elke vink die u op het lijstje kunt plaatsen, daalt de gespannenheid. Die gespannenheid neemt ook af als we niet vertrekken vanuit chaos maar vanuit een opgeruimd huis. Dat geeft namelijk een goed gevoel en rust in het hoofd. Dan trekt u de deur toch wat fijner achter u dicht. En uitgerust op vakantie gaan, luidt het credo, want het idee dat u op de plek van bestemming wel zal bijslapen is een fabel. Draag daarom het werk goed over of rond het af en slaap eerst eens een nacht lekker bij. Herkent u het venijnig gekibbel in de auto op
24
de Autoroute du Soleil, de plotselinge griep die u te pakken heeft zodra u aan het zwembad ligt en wilt gaan relaxen? Het heeft allemaal te maken met oververmoeidheid aan het begin van de reis. Ook tegenslagen als smerige hotelkamers, regenachtige dagen of lekkende tenten kunt u dan minder goed incasseren. En denk vooral niet dat problemen die u thuis aan uw hoofd heeft opeens verdwijnen als u maar eenmaal weg bent, want ook dat is een fabel. Uiteraard zal de afstand en het ‘even eruit zijn’ helpen om dagelijkse problemen te relativeren, maar als u de sores eerst oplost, dan neemt u de narigheid niet mee op reis. Dat is pas echt ontspannen! ’s Lands wijs, ’s lands eer We lachen soms spottend wanneer we Japanners in drie dagen Europa zien doen. Maar eigenlijk kunnen wij Nederlanders er ook wat van: zijn we op vakantie, dan moeten we alsnog van alles ondernemen. Liefst zoveel mogelijk bezienswaardigheden en activiteiten in een dag proppen om maar volop te genieten en die paar weekjes vakantie optimaal te benutten. Gelijk de eerste dag de tent in de
brandende zon opzetten, een hoge berg beklimmen of een fikse museumtoer doen is ook niet zo handig. Ons lichaam heeft tijd nodig om te wennen aan de omschakeling van – wellicht – een ander klimaat, ander voedsel, een andere omgeving, een ander dagritme (jetlag). In plaats van direct na aankomst in de startblokken te staan, is veel slapen, veel water drinken en proberen te ontspannen een beter idee. En onthoud: 'when in Rome, do as the Romans do'. De plaatselijke bevolking heeft haar gewoontes vaak aangepast aan de omgeving. Dus als het hele dorp tussen de middag een siësta houdt, doe dat dan ook. Doe waar u zin in heeft Een ander euvel dat vakantiestress veroorzaakt is ons arbeidsethos. We hebben het gevoel nuttig bezig te moeten zijn en kunnen ons er maar niet toe zetten echt uit te gaan rusten. Dat resulteert in ‘vliegen’ van hot naar
Doe alleen waar u zin in heeft
her. We bezoeken natuurparken, struinen te lang door een te hete stad om historische bouwwerken te bewonderen, zwemmen fanatiek veertig baantjes achtereen in het
zwembad en proberen liefst zoveel mogelijk restaurants uit. Uitgeput en opgejaagd keren we dan na de vakantieweken terug naar huis. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? De allerbelangrijkste regel van een geslaagde vakantie lijkt logisch, maar wordt maar al te vaak niet nageleefd: doe alleen waar u zin in heeft. Dus niet omdat iedereen het doet, of omdat het zo hoort of omdat het leuke foto’s op social media oplevert… Onbekend maakt onbemind Voor veel mensen geldt dat het onbekende voor onrust zorgt. Om die onrust een beetje weg te nemen, is de aanschaf van een reisgids van het vakantieland een optie. Zo kunt u zich inlezen en alvast in vakantiesferen geraken. Ook het internet biedt uiteraard een lading informatie. Check bijvoorbeeld of er kindvriendelijke restaurants zijn (als u met kinderen gaat), of er vervoer is naar dat ene mooie baaitje of kijk of andere reizigers goede tips hebben achtergelaten op een forum/site. Laat de vakantiepret zo vroeg mogelijk beginnen!
Wilt u deze keer niet stijf van de stress in het vliegtui auto stappen? Dan hebben we de volgende tips voor u:g of de Rond werk op tijd af en draag het tijdig over en/of licht klanten in dat u er een tijdje niet bent. Neem indien mogelijk een dag (of een paar) vrij voordat u vertrekt om alles rustig voor te bereiden. Check ruim van tevoren: paspoort, rijbewijs, verzekering, lenzen, vaccinaties, vignetten etc. Maak lijstjes met spullen die u mee wilt nemen. Toch vergeten? Geen paniek! Koop het op de bestemming, aliestsdie niet midden in de rimboe is. Begin een paar dagen voor vertrek al met inpakken van de koffer(s), en vul steeds aan. Regel ruim vooraf de zorg voor eventuele huisdieren (opvang, inentingen etc.). Regel iemand voor de post, plantjes en vissen. Reisgenoten? Bespreek wat de verwachtingen zi vakantie om spanningen/ruzies te voorkomen. jn van de Maakt u zich vooral niet te druk wanneer het niet lukt alles perfect te krijgen. Laat het ‘los’ en geniet! 25
Bijzondere
Ondernemer
Iwan en Dimitri Göbel bij Burton nr. 00001 Deze testauto heeft inmiddels 470.000 km gereden waarvan 180.000 km als 2CV en 293.000 km als Burton
Interview met Iwan en Dimitri Göbel, Burton Car Company
“ We zijn inmiddels een volwassen bedrijf, maar het blijft nog steeds een hobby” Op hun site noemen ze zich ‘de leukste en grootste sportwagenfabrikant van Nederland’. En daar is niets teveel mee gezegd, want wie de Burton Car Company van de broers Iwan en Dimitri Göbel in Zutphen binnenstapt, proeft het onmiskenbare, jongensachtige enthousiasme en de liefde voor sportauto’s.
26
27
Eén van de mooiste Burtons is van Henk Mensink. Hij heeft haar door ons 'full option' laten bouwen en rijdt er minstens 5 rally's per jaar mee Accupakket van de Burton Electric. Burton is trots op 'made in Holland'
De showroom van de Burton Car Company is net als de rest van het bedrijf: ongedwongen rommelig en zonder enige opsmuk. Een stuk of wat Burtons staan in allerlei kleuren opgesteld. De Burton, een sportauto gebouwd op het chassis van een 2CV, oogt precies als een van zijn geestelijk vaders, ondernemer Iwan Göbel: jongensachtig, eigenzinnig en anders dan anders. Ergens naast de trap wijst Iwan op een soort luxe, gemotoriseerde zeepkist. “Dit is ons pronkstuk. Als jongetjes hebben mijn broer en ik dit autootje helemaal zelf gebouwd. Voorzien van een echte stuurinrichting, verlichting en benzinemotor. Daarmee reden we met 55 kilometer per uur door Laag-Soeren waar wij woonden. Duizenden kilometers hebben we ermee gereden. En nog nooit een bekeuring gekregen. De burgemeester zei ooit tegen ons “Van jullie gaan we vast nog meer horen”.
nieuwe auto’s maken. Meestal maakten we een eerste ontwerp dat vrij snel kapot ging, daarna volgde een sterk verbeterde tweede versie en de derde versie verkochten we aan vrienden en liefhebbers.”
I k ga iets doen waar ik trots op kan zijn
Het moet ongeveer in deze tijd geweest zijn dat er een omslagpunt in Iwans leven kwam. “Ik was 15 toen ik met mijn ouders mee mocht naar Amerika. Daar woonde Uncle George, een aangetrouwde oom. Uncle George was vliegtuigbouwkundige. Om het verhaal nog een beetje spannender te ma-
ken: hij was spionagevliegtuigbouwkundige. Uncle George nam ons op een dag mee naar het National Air and Space Museum in Washington DC. Een fantastisch museum waar we werden rondgeleid. Op een gegeven moment zei Uncle George tegen mijn ouders, die allebei kunstenaar waren: “Jullie maken beelden. Op elk beeld kun je heel trots zijn. En dit heb ik gemaakt.” Hij wees naar een gigantisch gevaarte, het bleek een atoombom te zijn, ik vergeet het nooit. Ik had net het jaar ervoor op het Malieveld gedemonstreerd tegen atoombommen. Maar toch, ik adoreerde mijn oom om wat hij in zijn leven had bereikt. De reden dat hij bommen is gaan maken, was natuurlijk omdat er brood op de plank moest komen om zijn gezin te onderhouden. Je zag aan hem dat hij vond dat hij daar eigenlijk een foute afslag in zijn leven had genomen. Qua interesse had hij zijn ei gevonden, want in dat soort bommen gaat de meest geavanceerde techniek, maar hij was inmiddels 68 toen we daar stonden en duidelijk niet trots op wat hij had bereikt. Dat verhaal had hij tot dan toe nooit mogen en kunnen vertellen aan zijn familie. Bij mij sloeg dat figuurlijk in als een bom. Dat is een omslagpunt in mijn leven geworden waarop ik dacht: ik ga iets doen in mijn leven waar ik wel trots op kan zijn.”
Duizend muntjes voor de botsauto’s Dat had de burgemeester goed gezien, want vanaf het begin sloeg het enthousiasme en de creativiteit van de twee broers over op een grote schare fans. Veel moeite hoefden ze niet te doen om hun zelfgemaakte auto’s aan de man te brengen. “Voor ons eerste autootje kregen we een bod van een kermisexploitant: duizend muntjes voor de botsauto’s. Voor jongetjes van onze leeftijd was dat goud, maar gelukkig hebben we het niet gedaan. We gingen gewoon verder met
“We maken van een 'antisportwagen' een rasechte sportauto” Uiteindelijk werd dat dus de Burton. “Ons bedrijfje heette eerst Duck Hunt, omdat we altijd op eendenjacht waren, 2CV’s die we ombouwden. Ons eerste eigen ontwerp wilden we Hunter noemen, maar toen bleek dat Peugeot die naam een maand eerder had gedeponeerd. Toen werd het uiteindelijk ‘Burton’, omdat het internationaal goed moest klinken. Dat was in 1998. We hadden toen al een nieuwsbrief met behoorlijk wat abonnees. Veel van hen wachtten al een tijd op onze nieuwe auto, dus toen die eenmaal klaar was, hebben we er meteen heel veel van verkocht. De Burton verkopen we nu in 14 landen waar we een sales representative hebben zitten. Daarnaast verkopen we onderdelen van de eend in zo’n 60 landen. Dat is een grote markt waar veel geld in omgaat. Vorig jaar zijn we met 21% gegroeid.” Iwan heeft dit verhaal waarschijnlijk al talloze malen verteld, maar aan zijn onverholen enthousiasme is dat niet te merken. “Wij
28
zijn inmiddels weliswaar een volwassen en serieus bedrijf, maar het blijft nog steeds een hobby voor ons. Het leukste vind ik dat we van een 2CV, zeg maar gerust een anti sportwagen, een rasechte sportauto maken. Vooral het bochtenwerk, daar is de Burton heel goed in. Hij is licht, alles bij elkaar weegt hij 450 kilo, hij heeft een fantastische vering, de wielen zitten ver aan de buitenkant. We hebben er ook een gemaakt die heeft meegedaan aan de 24 uur van Spa Franchorchamps. Die heeft 80 pk. In combinatie met dat minimale gewicht wil dat wel. En hij verbruikt 1 op 20, ideaal voor een 24-uurs race.” Een kracht die de toekomst van het ondernemen gaat bepalen Samenwerken met mensen uit je netwerk en het delen van kennis met elkaar is wat ze bij de Burton Car Company gewend zijn te doen. Over dit moderne ondernemerschap wil Iwan nog wel iets kwijt. “Siemens kocht een tijdje geleden bij ons 7 elektrische Burtons. Die stelden ze ter beschikking aan scholen die ze de opdracht gaven: ontwerp de beste elektri-
sche auto. Tegen ons zeiden ze: ‘Wij willen dat jullie alles van de Burton op straat gooien.’ Dus moesten wij bijvoorbeeld van een kabelboom de tekeningen leveren. Nou moet je weten dat daar tientallen uren werk in zit. Die moesten wij dus ter beschikking stellen aan al die leerlingen die het op hun beurt ook weer mochten delen met iedereen. Dat vonden we best eng, want voor je het weet ligt alles bij onze concurrent. Onze contactpersoon bij Siemens stelde ons wel iets belangrijks in het vooruitzicht. Hij zei ‘Wat jullie terugkrijgen van mij is een betere kabelboom, want iemand gaat dit onderdeel voor jullie verbeteren.’ Het bleek dat het grote Siemens steeds vaker opdrachten kwijtraakt aan kleine bedrijfjes met 10 man. De kennis die die kleine bedrijfjes niet hebben, zoeken ze bij mensen uit hun netwerk. Dat werkt sneller en veel goedkoper. Dit is wat de wereld gaat veranderen. Informatie opzoeken, maar ook mensen zoeken en kennis delen. Een van je vrienden kent altijd weer iemand die ergens goed in is. Dat is een kracht die sterker is dan die van de grote conglomeraten en die de toekomst van het ondernemen gaat bepalen.”
29 Marijn Backx tijdens rally naar St. Petersburg. Hij heeft 5 Burtons gebouwd en rijdt nog steeds met deze eerste Burton, het is zijn schatje!
Nieuws van onze
adviseurs
Door Mr. Annelies Posthumus estate planner bij Blömer accountants en adviseurs
het familie fonds Schenken van vermogen aan de volgende generatie is voor vermogende families fiscaal aantrekkelijk. Tegelijkertijd wil de schenkende generatie haar vermogen meestal niet volledig uit handen geven. Het familiefonds is een prima instrument om met behoud van zeggenschap het familievermogen stapsgewijs over te dragen aan de kinderen.
30
31
Schenken met grip op het geschonken vermogen Gefaseerd schenken van ouders aan kinderen zal doorgaans een tariefsvoordeel opleveren van 10 tot 20% erfbelasting. Daar komt bij dat het overgedragen vermogen vrij van erfbelasting aangroeit bij de kinderen. Zonder de schenking was de vermogenstoename immers bij de ouders gebleven en uiteindelijk belast met erfbelasting. De ouders willen echter wel grip houden op het geschonken vermogen. Vaak vanuit opvoedkundig oogpunt om de volgende generatie geleidelijk – naar de normen en waarden van de familie – met het familievermogen te leren omgaan. Bovendien houden vermogende families het familiekapitaal voor de lange termijn graag bijeen. Met het familiefonds komen deze wensen samen. Scheiding van rechten Bij het familiefonds zijn drie partijen betrokken: de participanten, de beheerder(s) en de bewaarder. De participanten (lees: de kinderen) zijn degenen voor wiens rekening wordt belegd. De participanten hebben het (economische) recht op de opbrengsten van het belegde vermogen in het familiefonds. De zeggenschap over het familiefonds ligt bij de aangewezen beheerders (lees: de ouders). Zij hebben de feitelijke beslissingsmacht over het beleggingsvermogen van het familiefonds. De bewaarder van het familiefonds is formeel de juridische eigenaar van het beleggingsvermogen. Het juridische eigendom rust meestal bij een aparte stichting om aansprakelijkheidsrisico’s te vermijden.
32
Opstarten van het familiefonds Het familiefonds vangt aan met de (gedeeltelijke) overdracht van het vermogen van de ouders aan het familiefonds. In ruil daarvoor geeft het familiefonds participaties aan hen uit. Elke participatie geeft recht op een evenredig deel van het overgedragen vermogen in het familiefonds. Vervolgens kunnen de kinderen door schenking van de participaties van hun ouders toetreden tot het familiefonds. Zij worden de nieuwe economische eigenaren van het beleggingsvermogen in het familiefonds, zonder dat zij daar zeggenschap over hebben. De ouders houden als beheerders van het familiefonds de beslissingsbevoegdheid over het beleggingsvermogen. Spelregels In de fondsvoorwaarden van het familiefonds worden de afspraken vastgelegd tussen de participanten, de beheerder(s) en de bewaarder. Naast de taken en bevoegdheden van de beheerder(s) wordt ook geregeld onder welke voorwaarden de kinderen hun participaties kunnen overdragen en te gelde mogen maken. De fondsvoorwaarden kunnen goeddeels naar eigen wens worden ingericht en worden vaak toegesneden op de heersende familienormen en -waarden.
Beperkte kring van (familie) participanten Familiefondsen hebben meestal een besloten karakter met als gevolg dat het familiefonds als 'fiscaal transparant' wordt beschouwd. Dit betekent dat het fonds zelf niet belastingplichtig is. De individuele participanten zijn dat wel. Zij worden naar rato van hun gerechtigdheid in het vermogen van het familiefonds met 1,2% belast in box 3. Ter behoud van het besloten karakter mogen de participaties niet vrij verhandelbaar zijn. Overdracht is alleen mogelijk met toestemming van alle participanten. Ook participaties die alleen mogen overgaan aan bloed- of aanverwanten in de eerste lijn of aan het fonds zelf worden als niet vrij verhandelbaar aangemerkt. Goede vastlegging Een schenkingsovereenkomst is bij de schenking van participaties een belangrijk document. Zo voorkomt de uitsluitingsclausule dat de geschonken participaties bij echtscheiding van het kind bij de ‘koude kant’ belanden. Met een zogenaamde tweetrapsmaking kunnen ouders op voorhand zeker stellen dat de geschonken participaties bij overlijden van een kind automatisch overgaan op de andere personen van de ‘besloten kring’ van het familiefonds. Hiermee wordt voorkomen dat de participaties onverhoeds buiten de besloten kring van deelnemers terecht komen.
Maatwerk Het is vanzelfsprekend dat de persoonlijke wensen van doorslaggevend belang zijn bij de keuze of en op welke manier geschonken wordt. Er kan pas bewust gekozen worden als schenkers weten welke keuzes er zijn en hoe de keuzes in de gegeven familiesituatie uitpakken. Optimaal schenken vergt maatwerk. Private plan De uiteenlopende mogelijkheden van schenken, waaronder het familiefonds, komen aan bod in het Private Plan dat Insinger de Beaufort cliënten aanbiedt. Daarbij is Insinger de Beaufort regelmatig zelf als private bank betrokken bij het opzetten en het beheren van familiefondsen. De ervaring leert dat een familiefonds bijdraagt aan het verantwoord overdragen en ontvangen van familievermogen waarbij meerdere generaties betrokken zijn.
voors en tegens van het familiefonds voors • grip houden op het geschonken vermogen • generaties lang bijeenhouden van familiekapitaal • collectief beleggen met de familie 'bindt' • fiscaal optimaal in porties (lees: in participaties) schenken • de kinderen kunnen beperkt over het geschonken vermogen beschikken
tegens • de kinderen kunnen beperkt over het geschonken vermogen beschikken
Voor meer informatie: Insinger de Beaufort
• 'het optuigen' van een familiefonds wordt als ingewikkeld ervaren
Private Planning Tom Loonen
[email protected] T +31(0) 20 5215 215
33
Van de Adviesdesk...
Yaela van Raalte
Ook in het tweede kwartaal van dit jaar bepaalden centrale banken de ontwikkeling van de aandelenmarkten. Inmiddels lijken Fed voorzitter Yellen en ECB bankpresident Draghi elkaar opeenvolgend af te wisselen. Stond het eerste kwartaal in het teken van uitspraken van Yellen ten aanzien van een mogelijke start van renteverhogingen in voorjaar 2015, dit kwartaal waren beleggers in afwachting van mogelijke stimulerende acties door de ECB. Begin juni viel dan ook het langverwachte rentebesluit (een verlaging van 0,10%) en werd nog een aantal andere stimulerende maatregelen bekend gemaakt dat positief door de markt werd ontvangen. In dit kader is een veel gehoord (en naar gehandeld) beleggers adagium ‘buy the rumour sell the fact’. En hier lijkt dit tweede kwartaal nu precies de moeilijkheid te zitten. Het feit heeft zich inmiddels voorgedaan (de rente is verlaagd en additionele maatregelen zijn aangekondigd), maar van een ‘sell the fact’ lijkt tot op heden nog geen sprake.
34
De discrepantie tussen fundamentele economische variabelen en het sentiment op aandelenmarkten lijkt groter dan ooit. Het feit dat er nieuwe stimuleringsmaatregelen in Europa nodig zijn, met name om het deflatoire gevaar af te wenden, is fundamenteel gezien minder goed nieuws. Ook cijfers omtrent het aantrekken van de economische groei, werkgelegenheid en consumptieve bestedingen zijn op zijn best hoopgevend. Het adagium ‘never fight the Fed’ of in dit geval ‘the ECB’ lijkt dan meer houvast te bieden. Maar voor hoe lang en in welke mate? Een eenduidig antwoord op deze vragen is natuurlijk lastig te geven. Op basis van het feit dat zowel de Fed als de ECB voorlopig nog blijven stimuleren (de Fed bouwt af maar voert nog steeds een verruimend beleid) en rentes op deze wijze kunstmatig laag worden gehouden, lijkt de kans dat beleggers de aandelenmarkten langdurig de rug zullen toekeren vrij klein. Een gunstig scenario voor aandelenmarkten ligt veel meer voor de hand, vooral na aankondiging van de recente maatregelen. Een mogelijk lagere euro, ten gevolge van een lage rente, zou hierbij een steun in de rug kunnen zijn (van meer fundamentele aard). De risico’s lijken zich op het moment vooral voor te doen in de obligatiemarkten. Zo was de rente op Spaanse staatsleningen met een looptijd van 10 jaar dit kwartaal zelfs even lager dan de rente op een vergelijkbare lening uitgeven door de Verenigde Staten. Obligaties (zowel staats- als bedrijfsobligaties) lijken dus relatief hooggewaardeerd te zijn en de kans dat dergelijke posities verruild zullen worden voor (kwaliteits-)aandelen met een aantrekkelijk
dividendrendement lijkt relatief groot. Dit zou dus, ook bij tegenvallend economisch nieuws, een buffer kunnen blijven leggen onder de aandelenmarkten. Blijft over de kans op een onverwachte gebeurtenis die mogelijk (tijdelijk) roet in bovenstaand scenario kan strooien. Vorig kwartaal leek dit even het geval te kunnen zijn met de ontwikkeling rondom de Krimcrisis. Dit kwartaal en het komende kwartaal lijkt een mogelijke rol weggelegd voor de ontwikkelingen in Irak en de gevolgen daarvan voor de olieprijs en dan daar weer het effect van op de economische groei. Hoeveel kan de olieprijs stijgen voordat beleggers rekening gaan houden met het effect hiervan op individuele ondernemingen en consumenten? Vooralsnog houden wij het meeste rekening met het scenario van de positieve effecten van de centrale bank acties en adviseerden dan ook aan het einde van dit kwartaal de aandelenweging weer wat op te hogen. Toch ook rekening houdend met onverwachte gebeurtenissen en mogelijke periodes van verhoogde volatiliteit legden wij hierbij opnieuw de nadruk op hoge kwaliteit en zullen dit naar verwachting ook de komende periode blijven doen. Aandelen… Terugkijkend naar de regionale ontwikkelingen op de aandelenmarkten dit tweede kwartaal, was de herstelbeweging van de aandelenmarkten in de opkomende landen het meest verrassend. MSCI Emerging Markets rendeerde 7,35% gemeten in euro’s. Beleggers lijken hier wel een fundamentele afweging te hebben gemaakt: relatief lage waarderingen, relatief gunstige verwachtingen ten aanzien van de economische groei op de langere termijn in combinatie met een verhoogde liquiditeit in Europa en herstellende regionale valuta, trokken beleggers terug naar deze regio. Ook Japan maakte een behoorlijke
‘comeback’ met een rendement van 7,29% (MSCI Japan in euro’s), hoewel een groot gedeelte hiervan verklaard kan worden door de valutaontwikkeling (de yen steeg ten opzichte van de euro: MSCI Japan in yen rendeerde 4,81%). Wij gaven dit tweede kwartaal de voorkeur aan de ontwikkelde aandelenmarkten boven die van de opkomende landen en Japan. Ook hier konden beleggers solide rendementen behalen: Europese aandelenmarkten boekten een rendement van 4,28% (MSCI Europe in euro’s) en de Amerikaanse aandelenmarkten noteerden 5,86% in de plus (S&P 500 gemeten in euro’s). Hoewel het goed mogelijk is dat wij op basis van relatieve waarderingen en mogelijk technische factoren in het komende kwartaal positiever zouden kunnen worden ten aanzien van de opkomende landen, geven wij tot op heden de voorkeur aan de ontwikkelde regio’s. Dit staat in direct verband met onze voorkeur voor kwaliteit en zoals eerder aangegeven het actieve monetaire beleid. Aanvankelijk had het tweede kwartaal een relatief zwakke start. De Europese aandelenmarkten corrigeerden met circa 4%, onder andere in afwachting van de bedrijfscijfers over het tweede kwartaal. Toen deze leken mee te vallen en in sommige gevallen beter waren dan verwacht, zetten de aandelenmarkten hun opmars voort, gesteund door en anticiperend op het ruime monetaire beleid van de ECB. Opvallend in deze opmars aan het begin van het tweede kwartaal was de kracht van de defensieve sectoren: Niet-duurzame consumptiegoederen, Nutsbedrijven, Gezondheidszorg en Telecom. Een duidelijke aanwijzing dat beleggers, gedreven door liquiditeit, nog niet helemaal overtuigd zijn van de kracht van het verdere herstel en kiezen voor de sectoren die minder direct zijn verbonden aan economische groei (de minder cyclische
sectoren). Ook de breedte van de markt (gemeten op basis van handelsvolumes) was niet overtuigend. Reden voor ons om aan het begin van het tweede kwartaal te adviseren de aandelenportefeuille defensiever te positioneren. …defensiever gepositioneerd binnen aandelen Zo adviseerden wij om gedeeltelijk winst te nemen op de Amerikaanse technologieaandelen Google en IBM en de opbrengst van de verkopen te herbeleggen in het Zwitserse farmacieaandeel Novartis. Onlangs maakte Novartis haar voornemen bekend een belangrijke transactie te sluiten op basis waarvan de onderneming een drietal minder grote bedrijfsonderdelen verkoopt aan Eli Lilly en GlaxoSmithKline. Novartis zal zich na de transactie verder focussen op de resterende bedrijfsonderdelen, waarvan de divisie Merkgeneesmiddelen de belangrijkste zal zijn. De transactie is nog aan goedkeuring door de autoriteiten onderhevig en indien de goedkeuring verkregen wordt, zal de transactie naar verwachting in 2015 zijn afgerond. Wij verwachten dat de voorgenomen transactie een positief effect zal hebben op de groei en winstgevendheid van de onderneming. Zeer recent voegden wij eveneens het aandeel Johnson & Johnson toe aan onze selecties binnen de sector Gezondheidszorg. Johnson & Johnson is een zeer breed gespreide onderneming actief op de onderdelen medicijnen, medische instrumenten en persoonlijke verzorging. Met een zeer sterke balans en een dividendrendement dat vrijwel gelijk is aan de rente op een Amerikaanse staatslening met een looptijd van 10 jaar onzes inziens een aantrekkelijke defensieve aandelenbelegging. Voor beleggers die niet in individuele aandelen wensen te beleggen, adviseerden wij een positie in de SPDR S&P Dividend ETF. Dit Exchange Traded Fund (ETF) volgt zo goed
35
Van de Adviesdesk...
mogelijk de rendementen van de S&P High Yield Dividend Aristocrats Total Return Index. Dit is een index bestaande uit aandelen van een select groepje ondernemingen dat er in is geslaagd om de afgelopen 20 jaar ieder jaar het gewone dividend te verhogen. Binnen de S&P 1500 index (van uiteraard 1500 aandelen) gaat het om een selectie van 97 ondernemingen in verschillende sectoren. Ook adviseerden wij beleggers in de IShares MSCI Japan ETF, eerder door ons aanbevolen aan beleggers met een hoge risicobereidheid en korte termijn perspectief, deze positie niet verder uit te breiden. Met name de relatieve gunstiger ontwikkeling van de aandelenmarkten van opkomende landen lag ten grondslag aan dit advies. …kansen binnen de sector duurzame consumptiegoederen Binnen de sector Duurzame consumptiegoederen adviseerden wij winst te nemen op Walt Disney en het al eerder in het kwartaal geadviseerde LVMH daarvoor terug te kopen. Ook voegden wij binnen deze sector het aandeel Ralph Lauren toe aan de selectie. Het aandeel Walt Disney koerste al enige tijd af richting het door ons geformuleerde koersdoel. Het aandeel stond met een koerswinstverhouding van bijna 20 inmiddels ruim boven het 10-jaars historisch gemiddelde van 16,7. En na een koersstijging van ruim 32% sinds ons initiële aankoopadvies, besloten wij een winstneming te adviseren. De directe aanleiding daarvoor was dat de koers van het aandeel na bekendmaking van zeer sterke cijfers over het eerste kwartaal van dit jaar nog nauwelijks van haar plek kwam. Wij adviseerden Walt Disney te verruilen voor het minder hooggewaardeerde LVMH dat al eerder samen met het Amerikaanse Ralph Lauren door ons werd aanbevolen. Beide aan-
36
delen maken onderdeel uit van de subsector luxe goederen. Deze sector, met vaak groeiende omzetten in de opkomende markten, stond eind 2013 onder druk door de mogelijke effecten van de anti-corruptie maatregelen die werden ingevoerd door de Chinese overheid. Inmiddels is de sector bezig te herstellen, waarbij LVMH en Ralph Lauren relatief lijken te zijn achtergebleven. LVMH is een goed gediversifieerde onderneming actief in de (zeer) luxegoederen met meer dan 60 merken en een sterke geografische spreiding met de nadruk op opkomende markten. LVMH zal op de langere termijn naar verwachting gaan profiteren van de welvaartsgroei in de opkomende markten.
neming op de Franse verzekeraar AXA. Het aandeel heeft het afgelopen jaar uitstekend gepresteerd, maar wij verwachten dat de resultaten van AXA de komende jaren zullen tegenvallen. Door het ruime monetaire beleid van de ECB blijft de lange rente onder druk staan wat vooral voor de levensverzekeringstak van AXA (circa 80% van de omzet) van negatieve invloed is, omdat contractueel afgesproken minimumrendementen op polissen nauwelijks nog haalbaar lijken. Het aandeel maakt overigens nog deel uit van onze dividend basket aangezien bovenstaande ontwikkelingen naar verwachting niet van invloed zullen zijn op het dividend van de onderneming.
Ralph Lauren is actief in met name kleding en accessoires in het hogere segment van de markt. Met twee derde van de omzet, is de Amerikaanse markt voor Ralph Lauren op dit moment de belangrijkste. Een vijfde van de omzet komt uit Europa en het overige deel uit Azië, waar het bedrijf de toekomstige groei voornamelijk vandaan moet halen. Juist in
...uitbreiding in de Energie sector Wij adviseerden met de opbrengst van de verkoop van het aandeel AXA de aankoop van het aandeel Marathon Petroleum, een Amerikaanse olieraffinaderij. Een goede aanvulling en diversificatie binnen de sector Energie en een onderneming die specifiek zou kunnen profiteren van het grote aanbod van schalieolie. Dit grote aanbod in combinatie met een Amerikaans exportverbod op deze olie, leidde voor Marathon Petroleum tot relatief lage inkoopprijzen van deze ruwe olie. De VS leek zeer recent te hebben besloten na 40 jaar de deur naar export van deze schalieolie open te zetten, waardoor een belangrijke pijler van onze beleggingscasus (relatief goedkope inkoop van ruwe olie) onderuit leek te worden gehaald. Niet veel later werd dit bericht opgevolgd door een bericht waaruit zou blijken dat de export alleen mogelijk zou worden voor reeds (zeer licht) bewerkte olie. Ten tijde van het schrijven van deze tekst, is nog onduidelijk wat de juiste lezing is. Wij adviseren dan ook ten tijde van dit schrijven om het aandeel aan te houden, maar vooralsnog niet bij te kopen. Vanuit een geheel andere invalshoek adviseerden wij voor cliënten met een hoge risico-
Azië is de onderneming bezig licenties om te zetten naar eigen plaatselijke divisies. Deze fase gaat gepaard met lagere licentie inkomsten en hogere kosten voor onder andere nieuwe eigen winkels. Dit vertaalt zich op het moment in de waardering, hetgeen onzes inziens een gunstig aankoopmoment biedt. …in aanloop naar de ECB Meeting In aanloop naar de ECB meeting begin juni, adviseerden wij de verkoop van en winst-
bereidheid en met een kortere termijn perspectief (‘trading’) de aankoop van BG Group. Deze Britse onderneming is actief in de gasindustrie en wereldwijd actief in 23 verschillende landen. De onderneming, die begin 2014 nog een winstwaarschuwing gaf in verband met het niet behalen van de doelstellingen ten aanzien van de gasproductie, maakte dit kwartaal beter dan verwachte cijfers over het eerste kwartaal bekend. Daarnaast wordt de onderneming in de analistengemeenschap aangeduid als mogelijk overnamedoelwit en werd tevens een nieuwe Interim Chief Executive Officer aangetrokken: de zeer ervaren Andrew Gould. Gould was van 2003 tot 2011 Chief Executive Officer van het succesvolle Amerikaanse Schlumberger waar hij verantwoordelijk was voor een zeer omvangrijke herstructurering. Naar onze inschatting is de onderneming hierdoor in gunstiger vaarwater terecht gekomen, waar de belegger met een hoge risicobereidheid van zou kunnen profiteren. Uiteraard blijft de onderliggende problematiek ten aanzien van het niet behalen van de productiedoelstelling een niet te negeren risico. In dit tweede kwartaal adviseerden wij opnieuw de verkoop van het Carmignac Investissement fonds. Dit zeer actief beheerde fonds kent een grote vrijheid toe aan de fondsmanager, Edouard Carmignac. Dit is mede de oorzaak van het feit dat het fonds qua beleggingsresultaat aan consistentie verliest en het rendement een grillig verloop kent. Wij vinden dat dit fonds, dat wereldwijd belegt, op dit moment minder goed past bij onze focus op kwaliteit. Wij adviseerden beleggers in dit fonds dan ook deze positie te ruilen voor een positie in het M&G Global Dividend fonds. Dit fonds, dat eveneens wereldwijd in aandelen belegt en 11 miljard euro onder beheer heeft, wordt beheerd door Stuart Rhodes. Rhodes selecteert op basis van fundamentele analyse ondernemingen
met een solide en groeiend dividend en een uitstekend management. Het fonds is relatief geconcentreerd met ongeveer 50 ondernemingen in portefeuille. Obligaties In het tweede kwartaal ontwikkelden de Europese en Amerikaanse obligatiemarkten zich min of meer in lijn. Het rendement op een Duitse 10-jaars staatslening daalde van 1,6% tot circa 1,3%, terwijl de rente op een 10-jaars Amerikaanse staatslening daalde van 2,8% naar 2,6%. Opvallend is dat het verschil tussen de Duitse en Amerikaanse rente opnieuw toenam. Was dit vorig kwartaal een verschil van rond de 1%, dit kwartaal is dit opgelopen tot circa 1,3%. Dit lijkt misschien weinig, maar in het obligatielandschap is dit een zeer behoorlijke discrepantie. Obligatiemarkten lijken wel degelijk rekening te houden met fundamentele ontwikkelingen van de economische groei en prijzen duidelijk een gunstiger economische ontwikkeling van de Verenigde Staten in. Uiteraard is de ontwikkeling ook in lijn met een verruimende ECB en een Fed die aankondigt de rente na het tapering programma te willen verhogen. Wij verwachten dat de Amerikaanse rente zou kunnen stijgen tot 3% à 3,5% en de Europese rente tot circa 2%. Op basis van de renteontwikkelingen en goede prestaties van obligaties in het algemeen, adviseerden wij dit kwartaal twee keer om winst te nemen. Half mei adviseerden wij, na een verdere daling van de rente door de bekendmaking van zwakke economische groeicijfers in de eurozone, om de rentegevoeligheid van de obligatieportefeuille iets te verlagen door winst te nemen op langlopende Nederlandse staatsleningen. De Nederlandse 10-jaars rente bevond zich zeer dicht bij het eerdere historische dieptepunten van 1,5%. Op dergelijk lage renteniveaus lijkt het opwaarts potentieel van de rente alleen maar
te zijn toegenomen en lijkt het niet onverstandig gedeeltelijk winst te nemen. Later in het kwartaal adviseerden wij de verkoop van het Pimco Low Average Duration fonds. Dit fonds, dat in korter lopende Amerikaanse bedrijfsleningen van goede kwaliteit belegt, is ondanks de relatief korte looptijd van de leningen toch relatief gevoelig voor stijgende rentes in de Verenigde Staten. Wij verwachten weliswaar geen hoge rentes in de Verenigde Staten, maar het economisch herstel is daar in een wat verder gevorderd stadium en er zijn signalen van een oplopende inflatie. Met een effectief rendement van nog geen 2%, verruilden wij deze positie voor het defensieve Johnson & Johnson met een dividendrendement van 2,7%. Alternatieven Naar aanleiding van de aankondiging van het intrekken van de aandelen van het Insinger de Beaufort Global Convertible fonds, brachten wij voor beleggers die specifiek belegd willen blijven in converteerbare obligaties het JPM Global Convertibles fonds naar voren. Het fonds wordt beheerd door Antony Vallee, die tevens hoofd is van het converteerbare obligaties team. Het JPM Global Convertibles fonds is gelanceerd in mei 2001 en heeft circa 2,2 miljard euro vermogen onder beheer. Het fonds belegt wereldwijd in converteerbare obligaties. Voor de selectie van deze converteerbare obligaties maakt het team gebruik van een databank en analyseprogramma dat het zelf heeft ontwikkeld. Met behulp van het analyseprogramma worden koopwaardige obligaties geïdentificeerd die vervolgens nader worden onderzocht. De nadruk wordt gelegd op converteerbare obligaties waarvan de koersen tussen de 40% en 60% meebewegen met de aandelenkoersen. Met deze beleggingsstrategie wordt beoogd dat het fonds voor twee derde meegaat in stijgende aandelenmarkten en voor één derde in dalende aandelenmarkten.
37
Insinger de Beaufort Beleggingsvisie juli 2014
George Raven
Economie De groei van de Amerikaanse economie viel in het eerste kwartaal van 2014 wel zeer zwaar tegen. De meest recente schatting kwam uit op een krimp van bijna 3% (namelijk 2,9%). Het betreft hier overigens wel een kwartaalgroeicijfer dat met vier is vermenigvuldigd om de tendens op jaarbasis aan te geven. Dit is de gebruikelijke weergave van de Amerikaanse groei, maar zorgt natuurlijk wel voor een uitvergroting van de schommelingen. Van jaar op jaar groeit de Amerikaanse economie nog steeds met circa 2%, zoals te zien is in grafiek 4. De hoop op een groeiversnelling in 2014 ten opzichte van 2013 is nu echter wel vervlogen. Wij gaan ervan uit dat de Amerikaanse groei opnieuw beperkt zal zijn tot circa 2%.
Jan Wirken
Samenvatting Na een slap eerste kwartaal wisten de meeste aandelenmarkten in het tweede kwartaal weer substantiële koerswinsten te boeken (zie grafieken 1, 2 en 3). Veel, vooral Amerikaanse, indices wisten zelfs nieuwe ‘all time highs’ te bereiken. Verrassender was echter dat de rente verder daalde en dus ook veel obligatiemarkten koerswinsten wisten te boeken. ECB-voorzitter Draghi lijkt een belangrijke invloed te hebben gehad op de positieve ontwikkelingen in het tweede kwartaal. Begin juni maakte hij een serie beleidsmaatregelen bekend, waaruit de markten opmaakten dat ook de ECB vol inzet op maximale monetaire stimulering, zodat alle belangrijke centrale banken (die van de VS, Japan en Engeland) de markten blijven ondersteunen met goedkoop geld. Beleggers worden door dit beleid gerustgesteld en durven steeds hogere risico’s op te zoeken, waardoor de obligatie- en aandelenmarkten blijven stijgen. Hier staat tegenover dat er steeds meer signalen komen dat de reële economie niet of nauwelijks profiteert van het extreem ruime
38
grafiek
4
source: thomson reuters
monetaire beleid. De stijgende financiële markten nemen steeds meer afstand van de nauwelijks groeiende economie, waardoor het risico van substantiële correcties voortdurend toeneemt. De invloed van extreem stimulerend beleid op de financiële markten
kan echter moeilijk worden overschat, waardoor wij ervan uitgaan dat de markten in de tweede helft van 2014 per saldo verder zullen stijgen. Eventuele correcties liggen nog steeds het meest voor de hand in het derde kwartaal, maar zullen gezien de recent sterke
marktdynamiek waarschijnlijk beperkt blijven. Binnen ons beleggingsbeleid blijven wij daarom relatief zwaar inzetten op aandelen, waarbij wij ons overigens wel concentreren op bedrijven met een hoge winstgevendheid, stijgende dividenden en een sterke balans.
4 3 2 1 0
ziens ook een indicatie van onderliggende zwakte, dat de Amerikaanse economie zo sterk kon terugvallen. Het is tevens de zoveelste aanwijzing dat het agressieve monetaire beleid van de afgelopen jaren, de nulrentepolitiek en het openzetten van de geldkraan, niet of nauwelijks effect heeft op de reële economie. Weliswaar is de werkloosheid de afgelopen jaren fors gedaald (zie grafiek 5), maar deze ontwikkeling moet voor een belangrijk gedeelte worden toegeschreven aan de dalende participatiegraad onder de beroepsbevolking (zie grafiek 6). De dalende participatie (minus drie procentpunten in de laatste vijf jaar) lijkt vooral een gevolg van de veroudering van de bevolking en de bijbehorende vervroegde pensionering. Het aantal banen neemt echter per saldo toe en is eindelijk weer aangekomen op het piekniveau van vóór de kredietcrisis, waardoor het totale inkomen stijgt. In combinatie met het voortgaande voorzichtige herstel van de huizenmarkt, opkrabbelend uit een diepe crisis, gaan wij er nog steeds vanuit dat de Amerikaanse economie is terechtgekomen in een fase van een zelfversterkend herstel, al blijft dat herstel voortdurend tegenvallen.
-1
grafiek
1
grafiek
source: thomson reuters
2000
2
grafiek
source: thomson reuters
3400
3
source: thomson reuters
17
3300
3000
14
2900
13
2800 12 2700 11
2600
10
2500
1400 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
S&P 500 index
J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Eurostoxx50 index
2011
2012
2013
2014
9.50 9.00 8.50
1700
1500
2010
VS groei bbp
3100
1600
10.00 2009
15
5
10.50
-5
3200 1800
grafiek
source: thomson reuters
-3 -4
16
1900
-2
J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Nikkei 225 index
De opvallend hoge krimp van het eerste kwartaal wordt door de meeste analisten grotendeels op het conto geschreven van het extreem koude weer in grote delen van het land. Inderdaad wijzen de meeste indicatoren op een vrij sterk herstel in het tweede en derde kwartaal, waardoor er sprake lijkt van een tijdelijke terugval. Toch is het onzes in-
8.00 7.50 7.00 6.50 6.00 2009
2010
2011
2012
2013
2014
VS werkloosheid (%)
39
Economie
grafiek
6
source: thomson reuters
67
66
65
dichtdraaien van de geldkraan (het zogenaamde ‘taperen’). De Fed vermindert de hoeveelheid extra liquiditeit nog steeds met 10 miljard dollar per maand, waardoor er in oktober een einde moet komen aan het derde programma van monetaire verruiming (‘QE3’). De eerste voorzichtige rentestijgingen worden nog steeds een half jaar later verwacht.
64
grafiek
7
source: thomson reuters
63 4 62
3 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
VS participatiegraad (%)
2
1
0
De inflatie lijkt zich gunstig te ontwikkelen in de VS en ligt ongeveer op de doelstelling van de centrale bank van circa 2% (zie grafiek 7). In de dienstensector ligt het officiële inflatiecijfer zelfs rond de 3%. De prijsstijgingen zijn recent vooral toe te schrijven aan de stijging van huurprijzen en voedsel. Negatief hieraan is dat de ontwikkeling van de lonen de prijsstijgingen nauwelijks kan bijhouden. In grafiek 8 is te zien dat de reële uurlonen (dus na aftrek van inflatie) zich zelfs negatief ontwikkelen. Er bestaat hoop dat de lonen in de VS sneller zullen gaan stijgen daar het aantal werklozen blijft dalen en er in sommige beroepen al sprake is van een tekort aan arbeidskrachten. Daarbij komt dat het aantal werklozen dat structureel werkloos is, en niet meer aan een baan zal komen, waarschijnlijk hoger ligt dan in voorgaande herstelperiodes. Ook dit lijkt grotendeels het gevolg van de veroudering van de bevolking en kan de loonstijgingen extra stimuleren. Het ligt daarom voor de hand dat de Fed (het Amerikaanse systeem van centrale banken) zal doorgaan met het geleidelijk
40
-1
-2
-3 2009
2010
2011
2012
2013
2014
VS inflatie (CPI) VS kerninflatie (core CPI)
grafiek
8
source: thomson reuters
5
4
3
2
1
0
-1
-2 2009
2010
2011
VS groei reële uurlonen
2012
2013
2014
In onze vorige publicatie wezen wij er al op dat de verminderende stroom dollars (als gevolg van het taperingsproces en als gevolg van de dalende tekorten op de handelsbalans van de VS) vooral een probleem lijkt voor de opkomende landen, die moeilijker aan dollars kunnen komen om hun importen te financieren. De economische indicatoren blijven inderdaad wijzen op relatief lage groei in de meeste opkomende landen. De meeste aandelenmarkten van opkomende landen wisten in het tweede kwartaal te herstellen, waardoor deze markten in 2014 ongeveer eenzelfde resultaat behaalden als de ontwikkelde markten. Een belangrijke uitzondering bleef China, waar de meeste indices nog steeds achterblijven bij de rest van de wereld. Beleggers lijken zich vooral zorgen te maken over de Chinese huizenmarkt, die na jaren van uitbundige groei de laatste maanden scherp terugviel. In april vielen de onroerendgoedverkopen met 14% terug en in mei nog altijd met 11%, terwijl ook de prijzen zijn begonnen te dalen. De maatregelen van het nieuwe regime om de corruptie te beperken en het zogenaamde schaduwbanksysteem onder controle te krijgen, lijken hierbij een belangrijke rol te spelen. Niet alleen onroerendgoedontwikkelaars zijn in belangrijke mate afhankelijk van dit schaduwbanksysteem voor hun financiering, hetzelfde geldt voor lokale overheden met ontwikkelingsplannen. In juni werd een onderzoek gestart naar een handelsbedrijf in de havenstad Qingdao, dat dezelfde kopervoorraad aan verschillende
banken had verpacht om importkredieten in dollars te verkrijgen. Het bericht was voldoende om de koperprijs in één dag met 5% te doen dalen (zie grafiek 9). Hoewel de maatregelen om fraude tegen te gaan in het schaduwbanksysteem lofwaardig zijn, zullen zij de financiering van onroerendgoedprojecten verder bemoeilijken, waardoor de vooruitzichten voor deze sector, maar ook voor de Chinese economie als geheel, twijfelachtig blijven. Het was dan ook zeer opmerkelijk dat premier Li Keqiang tijdens een toespraak eind juni in Londen aangaf dat de regering garandeerde dat de economische groei dit jaar niet beneden de huidige 7,5% zou uitkomen. Het regime grijpt weer naar infrastructuurprojecten om de groei te stimuleren, maar dit gaat eigenlijk in tegen de beleidsdoelstelling om de economie meer markt- en consumptiegericht te maken. De recente groei in de export (plus 7% in mei) lijkt hoopgevend, maar het hoge groeipercentage lijkt toch vooral veroorzaakt te worden door de zeer zwakke groei van een jaar eerder. Tegenover de hoge groei in de export stond in dezelfde maand overigens een krimp in de import van 1,5%, geen teken van een sterke binnenlandse vraag. Ook de recengrafiek
te maatregelen om de koers van de renminbi te verzwakken zijn geen teken van kracht (zie grafiek 10). Officieel vond de devaluatie plaats om speculatie tegen te gaan. Veel beleggers, en vooral ook Chinese bedrijven, dachten risicoloos geld te kunnen lenen in dollars om daarmee te beleggen in de eeuwig in koers stijgende renminbi. De populariteit van deze constructie is al sterk teruggevallen, maar de koersverzwakking kan ook zijn ingegeven om de export te stimuleren ter compensatie van de zwakke binnenlandse vraag. Al met al nodigen deze ontwikkelingen niet uit tot het beleggen in China en in ruimere zin tot het beleggen in opkomende landen, daar China het grote trekpaard is van deze landen. Onze beleggingen in opkomende landen blijven daarom vooralsnog beperkt. Het accent blijft liggen op het beleggen in Westerse multinationals die profiteren van de relatief hoge groei in opkomende landen. Deze beleggingsstrategie heeft de afgelopen jaren veel meer opgeleverd dan het direct beleggen in opkomende landen, ook omdat de beurzen van deze landen vaak worden gedomineerd door minder aantrekkelijke bedrijven, zoals banken en voormalige staatsbedrijven.
9
grafiek 10
source: thomson reuters
6500
source: thomson reuters
x10 -2 16.60 16.40
6000
16.20 5500
16.00 15.80
5000
15.60 4500
15.40 15.20
4000
15.00 3500 14.80 3000
14.60 2009
2010
2011
Koperprijs (GBP/ton)
2012
2013
2014
2009
2010
2011
2012
Chinese renminbi in dollarcenten
2013
2014
De verzwakking van de renminbi kan ook een waarschuwingssignaal zijn geweest aan Japan en de VS. Vooral de verzwakking van de yen sinds het najaar van 2012, toen het agressieve ‘driepijlenbeleid’ van premier Abe werd ingezet, is een doorn in het oog van de Chinese autoriteiten. Een verdere verzwakking van de yen lijkt er op korte termijn niet in te zitten, daar de Bank of Japan tevreden lijkt met het bereikte resultaat. Inderdaad is de inflatie, na jaren van deflatie, gestegen tot 3%, zoals te zien is in grafiek 11. Het nadeel is echter dat deze inflatie niet zozeer het gevolg is van looninflatie, maar van de prijsstijgingen van energie en voedsel, die voor een groot gedeelte moeten worden geïmporteerd en dus duurder zijn geworden als gevolg van de goedkope yen. De Japanse werknemer heeft daarom hetzelfde probleem als de Amerikaanse: de lonen stijgen wel in nominale termen, maar in reële termen (na aftrek van inflatie) dalen zij. De regering hoopt dat het bedrijfsleven dit zal compenseren met loonstijgingen. Probleem hierbij is dat alleen exporterende multinationals hun winst hebben zien stijgen als gevolg van de goedkope yen, maar dat de meeste bedrijven gewoon zuchten onder de gestegen prijzen voor geïmporteerde energie. Voor zover de lonen wel worden verhoogd, leggen de bedrijven een sterke voorkeur aan de dag om bonussen uit te keren in plaats van hogere basissalarissen, die met niet meer dan 1% lijken te stijgen dit jaar. Door op deze manier tegemoet te komen aan premier Abe hopen de bedrijven dat
41
Economie
later dit jaar de vennootschapsbelastingtarieven worden verlaagd, welke behoren tot de hoogste in de wereld. Een verbetering van de koopkracht voor de bevolking blijft echter twijfelachtig. Een bijkomend probleem voor de Japanse economie is dat het gunstige effect van de zwakke yen op de groei van de export al weer voorbij lijkt. In grafiek 12 is te zien dat de exportgroei de afgelopen maanden al weer is omgeslagen in krimp. Wij blijven van mening dat de toekomst van de Japanse economie zeer dubieus is door de combinatie van een extreem hoge staatsschuld en de zeer sterke veroudering van de bevolking. Een drastische herstructurering van de Japanse staatsschuld lijkt onvermijdelijk, met zeer negatieve gevolgen voor de koopkracht, vooral voor die van de gepensioneerden. De manmoedige pogingen van premier Abe om het schip vlot te trekken lijken te laat te komen. Wij blijven de Japanse aandelenmarkt voorlopig mijden in onze beheerportefeuilles. De Japanse aandelenmarkt wist in het tweede kwartaal uiteindelijk wel enig herstel te boeken, maar bleef nog steeds achter bij de overige ontwikkelde markten.
42
grafiek 11
grafiek 12
source: thomson reuters
4
source: thomson reuters
50
van Italië. Groei moet immers uiteindelijk komen uit bedrijfsinvesteringen en die zijn moeilijk te realiseren als de banken hun kredietportefeuille doen krimpen. Het vervelende is dat deze ontwikkelingen vooral lijken te
40
3
30 2 20 1
banken steken inmiddels dus bijna evenveel geld in hun eigen staat als in het bedrijfsleven. Een leuke opsteker voor de banken (die bij de dalende rente veel geld hebben verdiend op de staatsobligaties) en ook voor de Italiaanse staat, maar niet erg bemoedigend voor de economische vooruitzichten
10
worden ingegeven door de wetgeving op het gebied van solvabiliteits- en liquiditeitseisen, de zogenaamde Baselakkoorden. Omdat banken onder deze wetgeving geen kapitaal hoeven aan te houden wanneer zij beleggen in staatsobligaties, maar steeds meer kapitaal moeten aanhouden voor het verstrekken van leningen aan bedrijven, beleggen banken liever in staatsobligaties (gratis geld, zonder risico) dan dat zij leningen verstrekken. Het is dus de regelgeving zelf die het herstel van de Europese economie bemoeilijkt.
0
0
grafiek 13
-10
-1
source: thomson reuters
-20 -2
3
-30
-3
-40 2009
2010
2011
2012
2013
2014
Japan inflatie
2 2009
2010
2011
2012
2013
2014
Japan groei export
1
0
-1
-2
Het afgelopen kwartaal was het vooral voorzitter Draghi van de Europese Centrale Bank (ECB) die de aandacht trok. In april had hij al aangegeven dat de ECB bereid was tot het nemen van nieuwe maatregelen, gezien de sterke deflationaire dreiging in het eurogebied. In veel perifere landen is al sprake van deflatie, of bevindt de economie zich op de grens daarvan. In grafiek 13 is de kerninflatie (exclusief voedsel- en energieprijzen) weergegeven van Duitsland, Spanje en Griekenland. Het laatstgenoemde land lijdt onder stevige deflatie, Spanje bevindt zich op de grens, maar ook de inflatie in Duitsland, het land met de hoogste economische groei, blijft opvallend laag (net boven de 1%). Draghi maakt zich terecht zorgen over de inflatieontwikkeling, maar heeft beperkte mogelijkheden om er iets aan te doen. Hij staat per
definitie voor een onmogelijke taak, omdat hij, door het bestaan van de euro zelf, één monetair beleid moet voeren voor landen met zeer verschillende behoeften. Sinds 2012, toen hij beloofde alles te zullen doen om de euro te verdedigen, heeft hij toch zeer veel bereikt. Vooral de daling van de rente op overheidsobligaties uit perifere landen was spectaculair. Helaas zijn hierdoor vooral de overheidsfinanciën van die landen verbeterd (door dalende rentelasten), de financiering van het bedrijfsleven door banken staat nog steeds onder druk. Het sterkst komt dit tot uitdrukking in Italië: het bankwezen heeft de kredietverlening aan bedrijven in dat land de afgelopen jaren verminderd van circa 900 miljard tot circa 800 miljard euro, terwijl de banken hun beleggingen in staatsobligaties sinds 2008 hebben verhoogd van 200 miljard tot 700 miljard euro! De Italiaanse
-3
-4 2012
2013
Duitsland kerninflatie Spanje kerninflatie Griekenland kerninflatie
2014
De maatregelen die voorzitter Draghi van de ECB begin juni aankondigde waren dan ook vooral gericht op het stimuleren van de kredietverstrekking aan het bedrijfsleven. Het meest gebruikte rentetarief van de ECB voor leningen aan banken werd verlaagd van 0,25% tot 0,15%. Dit was verwacht en zal weinig effect hebben. Daarnaast werd de depositorente, de rente die banken ontvangen op bepaalde vrije tegoeden bij de ECB, verlaagd tot beneden nul (-0,1%), zodat de banken nu rente moeten betalen over die tegoeden in plaats van dat zij rente ontvangen. Het gaat hier echter om tegoeden met een zeer beperkte omvang (circa 30 miljard euro), zodat ook de invloed van deze maatregel verwaarloosbaar lijkt. Veel belangrijker was echter de aankondiging van nieuwe leningsfaciliteiten met een looptijd van 3 tot 4 jaar tegen een zeer lage rente van rond de 0,25%. Deze zogenaamde TLTRO leningen (‘Targeted Long-Term Refinancing Operations’) kennen als voorwaarde dat ze door de banken worden gebruikt om geld te uit lenen aan het bedrijfsleven, zodat deze leningen niet kunnen worden gebruikt om staatsobligaties te kopen. Daarnaast kondigde de ECB aan dat zij plannen aan het ontwikkelen is om zogenaamde ‘AssetBacked Securities’ (ABS) op te kopen. Dit zijn obligaties gedekt door pakketten van bestaande leningen, zoals bijvoorbeeld hypo-
thecaire leningen. Wanneer banken deze ABS verkopen aan de ECB dan creëren zij ruimte op hun balans om nieuwe leningen te verstrekken. Details van deze plannen zijn nog niet bekend en de plannen zullen stuiten op het gebrek aan ABS-papier in de Europese markt. Alleen in Nederland zijn eigenlijk substantiële ABS beschikbaar van de hoogste kredietkwaliteit.
43
Economie
Obligaties
grafiek 14 source: thomson reuters
1.40
1.38
1.36
1.34
1.32
1.30
1.28 1.26 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Eurodollarkoers
Of de maatregelen succes zullen hebben is nog maar de vraag, maar belangrijker voor de markten is het gevoel dat ook de ECB, nog altijd de meest terughoudende van de belangrijke centrale banken, een agressief monetair beleid voert. De afgelopen jaren lijkt de meeste liquiditeit die de centrale banken hebben gecreëerd haar weg te hebben gevonden naar de financiële markten, en niet naar de reële economie. Draghi probeert met zijn plannen meer geld richting de reële economie te krijgen, maar voor de markten is het belangrijk dat er genoeg liquiditeit over lijkt te blijven voor de financiële markten. Die rea-
44
geerden dan ook vrij positief op de plannen. De eurodollarkoers reageerde overigens nauwelijks op de bekendmaking van de plannen (zie grafiek 14). De euro was echter al in de maand ervoor wat weggezakt ten opzichte van de dollar, eigenlijk vanaf het moment dat Draghi liet doorschemeren dat hij begin juni plannen bekend zou maken. Toen de plannen eenmaal bekend werden, verzwakte de euro niet verder, volgens het bekende principe ‘buy the rumour, sell the news’. Het zou voor de hand liggen om te verwachten dat de euro verder verzwakt, nu de ECB een agressiever monetair beleid wil gaan voeren en de Ameri-
kaanse Fed het gaspedaal juist wat loslaat. Daarbij komt dat de Amerikaanse handelsbalans sterk aan het verbeteren is door de vondst van schaliegas en -olie, terwijl ook het financieringstekort van de overheid steeds verder afneemt. De beperkte negatieve reactie van de eurodollarkoers lijkt echter aan te geven dat beleggers weer vertrouwen hebben in de euro. De eurozone als geheel heeft trouwens een fors betalingsbalansoverschot, terwijl het gemiddelde financieringstekort van de overheden veel lager ligt dan in de VS. Het is daarom goed mogelijk dat de eurodollarkoers verder stabiliseert en steeds minder fluctuaties vertoont, wat eigenlijk al jaren de trend is. De Europese economie lijkt dan ook niet veel hulp te kunnen verwachten van een zwakkere euro. Gezien de problemen van het bankwezen (onder andere met de Basel wetgeving), de minimale bevolkingsgroei, de veroudering van de bevolking en de voortdurende druk op overheden om te bezuinigen, ligt het voor de hand dat de economische groei in Europa op een laag peil blijft liggen. De plannen van Draghi zijn bemoedigend, maar hebben waarschijnlijk een grotere invloed op de financiële markten dan op de reële economie. Wij gaan er nog steeds van uit dat de economische groei in de eurozone dit jaar beperkt zal zijn tot circa 1%, met misschien 2% voor trekpaard Duitsland, dat de minste schuldproblemen heeft en het meest profiteert van het bestaan van de euro. Of de eurozone als geheel de komende jaren deflatie kan vermijden blijft onzeker, ondanks het agressievere beleid van de ECB.
Aan het begin van dit jaar verwachtten vrijwel alle beleggingsstrategen dat de rente op Amerikaanse overheidsobligaties zou stijgen, ervan uitgaande dat de economie verder zou aantrekken en de inflatie zou toenemen. Daar de markt een groot vermogen heeft om de meerderheid ongelijk te geven, lag het voor de hand dat de lange rente in 2014 juist zou dalen, hetgeen inderdaad gebeurd is. Zoals te zien is in grafiek 15 daalde de Amerikaanse 10-jaars rente in de eerste helft van dit jaar van circa 3,0% tot circa 2,5%. In grafiek 7 was te zien dat de Amerikaanse inflatie inmiddels rond de 2% ligt, zodat er nog maar sprake is van een reële lange rente van circa 0,5%, een zeer laag peil. Uiteraard speelt de Fed een belangrijke rol in de renteontwikkeling. Niet alleen handhaaft de Fed de korte rente al jaren op ongeveer 0%, door de diverse programma’s van monetaire verruiming (QE1, QE2 en QE3) werd en wordt ook de lange rente gedrukt door het opkopen van staatsobligaties. Bij de eerdere verruimingsprogramma’s QE1 en QE2 viel echter op dat de grootste rentedalingen juist optraden bij het aflopen van de programma’s. Na afloop van zo’n programma voelden beleggers zich
minder zeker in het nemen van risico’s en zochten zij kennelijk de veiligheid van de staatsobligatiemarkt weer op, waardoor de rente kon dalen. Bij het huidige QE3 programma is geen sprake van een abrupt einde, maar van een geleidelijk proces van ‘tapering’, dat waarschijnlijk in oktober ten einde komt. Het is dus mogelijk dat de rentedaling van de eerste helft van dit jaar is toe te schrijven aan dit taperingsproces. Een andere mogelijke oorzaak is gelegen in het beperkte aanbod van nieuwe obligaties. Door het teruglopen van het overheidstekort hoeft de Amerikaanse regering weinig obligaties uit te geven, zodat er relatief veel vraag staat grafiek
tegenover een beperkt aanbod en de rente kan dalen. Pessimisten zullen erop wijzen dat de dalende rente het gevolg is van de verwachting dat de Amerikaanse economische groei zal blijven tegenvallen, waardoor ook de inflatie beperkt zal blijven. Wat ook de oorzaak moge zijn, feit is dat de belegger bij het huidige inflatietempo slechts een reële rente ontvangt van circa 0,5% op 10-jaars Amerikaans staatspapier. Wij blijven van mening dat de obligaties hierdoor minder aantrekkelijk zijn en alleen moeten worden aangehouden in gemengde portefeuilles die streven naar een gelijkmatige waardeontwikkeling.
15
source: thomson reuters
3.20 3.00 2.80 2.60 2.40 2.20 2.00 1.80 1.60 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
VS lange rente
45
Obligaties
grafiek 16 source: thomson reuters
2.10 2.00 1.90 1.80 1.70 1.60 1.50 1.40 1.30 1.20 1.10 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Duitsland lange rente
In Europa was sprake van een vergelijkbare ontwikkeling. De rente op Duitse staatsobligaties daalde in het eerste halfjaar van bijna 2,0% naar circa 1,25%, waardoor ook hier koerswinsten werden geboekt (zie grafiek 16). Het gat tussen de Duitse rente en de Amerikaanse werd nog groter, hetgeen suggereert dat de markt verwacht dat de Europese economie nog verder zal achterblijven bij de VS dan eerder dit jaar al werd gedacht. Belangrijker voor de eurozone lijkt dat ook de rente in de grote perifere eurolanden (Italië en Spanje) bleef dalen (zie grafiek 17). De rente op de staatsobligaties uit deze landen is inmiddels gezakt tot ruim beneden de 3,0%, waardoor de risicopremie ten opzichte van Duitsland nog slechts circa 1,5% bedraagt. Wij vinden een dergelijke premie zeer laag, maar we kunnen niet uitsluiten dat de premie nog verder daalt, zeker gezien de sterke deflationaire tendensen in deze landen. Een belangrijke rol bij de rentedalingen speelt natuurlijk de eerder genoemde voorkeur van banken uit de perifere landen om liever staatsobligaties op te kopen dan leningen te verstrekken,
één en ander gestimuleerd door de Baselwetgeving. In de grafieken 18 en 19 zijn zowel de risicopremies op bedrijfsobligaties van gemiddelde kwaliteit weergegeven als die op bedrijfsobligaties van lage kwaliteit, de zogenaamde ‘high yield bonds’ of ‘junk bonds’. De risicopremies op gewone bedrijfsobligaties zijn in het eerste halfjaar verder gedaald, zodat deze obligaties opnieuw betere rendementen opleverden dan staatsobligaties. De premies zijn gedaald tot beneden de 1% en komen in de buurt van de historische dieptepunten die rond de 0,6% lagen, zodat zij niet aantrekkelijk lijken. Door de sterk gedaalde rente en risicopremies is er nu sprake van een asymmetrisch risico in deze obligaties. De mogelijk nog resterende koerswinsten steken mager af tegen de koersrisico’s die worden gelopen wanneer de markt zich zorgen zou gaan maken over de mondiale economische ontwikkeling en de gevolgen daarvan voor de kredietwaardigheid van bedrijven. Wij blijven bedrijfsobligaties weinig aantrekkelijk vinden ten opzichte
grafiek 17
grafiek 18
source: thomson reuters
5.50
2.00
5.00
1.80
4.50
1.60
4.00
1.40
3.50
1.20
3.00
1.00
2.50
0.80
J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Spanje lange rente Italië lange rente
46
source: thomson reuters
J F M A M J J A S O N D J F M A M J
van aandelen. Aandelen van een solide Europees bedrijf hebben nu vaak een hoger dividendrendement dan de effectieve rente op de obligatie van hetzelfde bedrijf. Voor high yield obligaties geldt inmiddels dat de rentevergoeding van minder dan 5% een historisch dieptepunt vormt, terwijl ook de risicopremies zijn aangekomen op historische dieptepunten. De risicopremies zijn het afgelopen kwartaal echter niet verder gedaald, zoals te zien is in grafiek 19. Tegen het einde van het kwartaal stegen zij zelfs door de daling van de Duitse lange rente. Deze wordt afgetrokken van de rente om de risicopremie te calculeren. Bij een stabiele rente op high yield bonds steeg hierdoor de risicopremie. Wat voor bedrijfsobligaties geldt, geldt in versterkte mate voor high yield obligaties: er is sprake van asymmetrische risico’s, de risico-rendementsverhouding is ongunstig geworden. Hetzelfde lijkt te gelden voor de obligaties van opkomende landen. Ook hier lijken de risicopremies te laag, zeker gezien het feit dat de markt voor deze obligaties minder liquide is geworden en het gat tussen bied- en laatprijzen steeds groter wordt. De Baselwetgeving speelt hier weer een negatieve rol: door de kapitaaleisen die aan banken worden gesteld zijn steeds minder banken bereid om deze obligaties uit handelsmotieven op het eigen boek aan te houden. De liquiditeit van de markt verschraalt hierdoor.
grafiek 19 source: thomson reuters
4.60 4.40 4.20 4.00 3.80 3.60 3.40 3.20 3.00 2.80 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
EUR risicopremie high yield
In toenemende mate gaan obligatiebeleggers (vaak ook grote pensioenfondsen) hun heil zoeken in defensieve aandelen met een vergelijkbaar of hoger rendement dan obligaties. In de beleggingswereld staat deze draai bekend onder de term ‘great rotation’. Ook in onze beheerportefeuilles hebben wij een dergelijke verschuiving gemaakt, met uitzondering van de defensieve portefeuilles. Een andere verschuiving is die van winstneming op de langlopende obligatieposities en de herbelegging van de opbrengsten in kortlopende obligaties (bijvoorbeeld 2-jarige leningen). Dit verlaagt de ‘duration’, een maatstaf van de rentegevoeligheid van de obligatieportefeuille. Ook dit hebben wij in het tweede kwartaal in onze portefeuilles toegepast. Binnen onze beheerportefeuilles hebben wij een aantal transacties gedaan die in lijn zijn met het bovenstaande. Aan het begin van het tweede kwartaal hebben wij, vooruitlopend op het ECB besluit, onze dollarweging binnen de obligatieportefeuille verlaagd door de ver-
koop van een deel van het Pimco Global Low Average Duration obligatiefonds en de koop van het Delta Lloyd Euro Credit fonds. Dit voerden wij door in alle beheerportefeuilles, uitgezonderd de duurzame portefeuilles, waar de dollarweging reeds op het gewenste niveau lag. Medio mei hebben wij langer lopende Nederlandse staatsleningen (aflosdatum 2020 en 2023) geruild voor Nederlandse staatsleningen met een looptijd van 2 jaar (2016). Tevens hebben wij aan het eind van het kwartaal het resterende deel van het Pimco Global Low Average Duration obligatiefonds, en voor enkele portefeuilles ook langlopende Amerikaanse staatsleningen, geruild voor het defensieve gezondheidszorgaandeel Johnson & Johnson dat een dividendrendement heeft van 2,7%. Deze transacties deden wij ook voor de duurzame portefeuilles. Voor de fondsenportefeuilles kochten wij de SPDR S&P dividend ETF en voor de duurzame fondsenportefeuilles de iShares MSCI USA ESG Select ETF.
EUR risicopremie baa
47
Aandelen
De meeste aandelenmarkten hebben zich in het tweede kwartaal iets beter ontwikkeld dan wij hadden verwacht. Vooral de aankondiging van maatregelen door de ECB lijkt hierbij een positieve invloed te hebben gehad. Door de actieve houding van de ECB voelen beleggers zich gerustgesteld dat alle belangrijke centrale banken in de wereld een stimulerend monetair beleid blijven voeren. Zij durven hierdoor grotere risico’s te nemen, waardoor de aandelenmarkten en de markt voor bedrijfsobligaties breder konden stijgen. De Amerikaanse en Europese aandelenmarkten boekten in het eerste halfjaar een rendement van circa 7% (zie grafieken 1 en 2). Zelfs de markten van veel opkomende landen wisten in het tweede kwartaal te herstellen, waardoor zij over het eerste halfjaar vaak een vergelijkbaar rendement boekten als de Amerikaanse en Europese aandelenmarkten. Japan bleef een duidelijke achterblijver: ondanks enig herstel in mei en juni boekte de Nikkei een negatief resultaat over het eerste halfjaar (zie grafiek 3).
48
Het was onze verwachting dat 2014 een veel moeilijker jaar zou zijn voor de aandelenmarkten dan 2013, met mogelijk substantiële correcties in het tweede of derde kwartaal, traditioneel de zwakste kwartalen voor de aandelenmarkten. Het taperingproces van de Fed, de crisis in Chinees onroerend goed en de zogenaamde presidentiële cyclus in de aandelenmarkt speelden bij deze verwachting een rol. Tevens vertoonde de marktdynamiek enige zwakte in het eerste kwartaal, leken de waarderingen hoog opgelopen en vertoonden beleggers een hoog optimisme, meestal geen goed teken. In het tweede kwartaal heeft zich eigenlijk slechts één duidelijke correctie voorgedaan, namelijk in de meest speculatieve Amerikaanse aandelen in de biotech en in de ‘social media’ sfeer. Deze aandelen ondergingen in april vaak forse correcties, maar de waarderingen waren dan ook opgelopen tot niveaus die deden denken aan de grote IT-hype van rond de millenniumwisseling. Dat de rest van de markt zich weinig aantrok van de koersdalingen van de meest speculatieve aandelen was een geruststellend teken. Geholpen door de plannen van de ECB konden de markten in het tweede kwartaal de weg omhoog weer vinden, waarbij opvallend was dat er sprake was van een breed gedragen stijging, zowel wat betreft het aantal landen dat participeerde in de stijging als wat betreft het aantal sectoren. Het enige negatieve punt in de ‘breedte’ van de markt was dat aandelen van kleinere bedrijven (‘smallcaps’) licht achterbleven bij de aandelen van grotere bedrijven. Al met al vinden wij dat er sprake was van een per saldo gezonde marktdynamiek, waardoor eventuele correcties in het derde kwartaal waarschijnlijk beperkt van omvang zullen zijn. Een belangrijke indicatie van de marktdynamiek is de zogenaamde advance-decline index, een index die de cumulatieve som weergeeft van het aantal stijgende minus het aantal dalen-
grafiek 20 000'S
source: thomson reuters
30
25
20
15
10
5
0 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
VS advance-decline index
de aandelen. In grafiek 20 is die index weergegeven voor de Amerikaanse markt. De krachtige stijging van deze index wijst op een gezonde markt, waarin veel aandelen participeren in de stijging. Voorzichtigheidshalve hadden wij de aandelenweging in gemengde portefeuilles in het eerste kwartaal teruggebracht, waarbij de aandelenweging overigens relatief hoog bleef. Gezien de gezonde marktontwikkeling zullen wij eventuele correcties in het derde kwartaal waarschijnlijk aangrijpen om het gewicht van aandelen in gemengde portefeuilles te verhogen. Aan het eind van het tweede kwartaal verhoogden wij het aandelengewicht reeds licht. Door de opnieuw gedaalde rente op obligaties is de aantrekkelijkheid daarvan verder afgenomen en houden wij een duidelijke voorkeur voor het beleggen in aandelen, waarvan het dividendrendement hoger ligt dan de rente op bedrijfsleningen.
Door het vertrouwen in het beleid van de centrale banken nemen de koersschommelingen steeds verder af. In grafiek 21 is de zogenaamde VIX index weergegeven, een index die aangeeft in welke mate de koersen fluctueren van de aandelen die deel uitmaken van de S&P500 index. De index heeft een bijzonder laag punt bereikt, een teken dat beleggers zich weinig zorgen maken. Een dergelijke ‘zelfgenoegzame’ houding onder beleggers brengt natuurlijk risico’s met zich mee. Door de beperkte koersfluctuaties durven beleggers steeds grotere risico’s te nemen, daartoe ook aangezet door de lagerentepolitiek van de centrale banken en de dalende optiepremies (die goedkoper worden bij lagere volatiliteit). Met het toenemen van de risicobereidheid van beleggers lopen de waarderingen van obligaties en aandelen (en van andere beleggingen) steeds verder op, waardoor het risico van grotere correcties natuurlijk ook toeneemt. Wij zijn ons bewust van de oplopende risico’s, maar willen niet de fout maken om onze beleggingen te verkopen, uitsluitend omdat de waarderingen hoog lijken. De invloed van het monetaire beleid op de financiële markten kan moeilijk worden overschat en met het agressieve monetaire beleid van de grootste centrale banken lijken de waarderingen verder te kunnen oplopen. Wij zullen de aandelenweging in gemengde portefeuilles pas drastisch terugschroeven wanneer een verslechterende marktdynamiek daartoe aanleiding geeft. De recente marktdynamiek suggereert onzes inziens dat de aandelenmarkten dit jaar verder zullen stijgen, zodat ook 2014 een goed aandelenjaar kan worden. De aandelenbeleggingen in onze beheerportefeuilles zijn momenteel sterk geconcentreerd in de VS en Europa. De belangen in opkomende landen zijn het afgelopen jaar en ook in het eerste kwartaal teruggebracht tot vrij kleine posities. Wij beleggen nog steeds niet in Japan.
Wij hebben de aandelenportefeuilles het afgelopen kwartaal minder risicodragend gemaakt door meer nadruk te leggen op defensieve sectoren, zoals de sector gezondheidszorg. Zo kochten wij eind april Novartis, een Zwitserse geneesmiddelenfabrikant, uit de opbrengst van de verkoop van een deel van Google en IBM, waarmee wij onze beleggingen in de IT-sector verkleinden. Onlangs sloot Novartis een omvangrijke transactie met GlaxoSmitghKline (GSK) en Eli Lilly in de divisie gezondheidszorg, waarbij het zichzelf belangrijk gaat versterken qua focus op winst- en omzetgroei. Novartis kent zes divisies: merkgeneesmiddelen, generieke geneesmiddelen, oogheelkunde, diergeneesmiddelen, vaccins en ‘over the counter’ (OTC) geneesmiddelen, die zonder doktersrecept verkrijgbaar zijn. grafiek
21
source: thomson reuters
22
20
18
16
14
12
10 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
VS VIX index
De eerste drie divisies zijn substantieel en maken 90% van de omzet uit, de overige drie divisies zijn samen goed voor 10% van de omzet. In enkele omvangrijke deals met Eli Lilly en GlaxoSmithKline gaat Novartis deze kleine onderdelen afstoten en wil het zich gaan versterken in merkgeneesmiddelen. Wij achten deze groei- en winstverhogende transitie aantrekkelijk en bevolen daarom aan om in Novartis te beleggen. Novartis zal haar diergeneesmiddelendivisie (omzet circa USD 1,2 mrd) voor USD 5,5 mrd verkopen aan het Amerikaanse Eli Lilly. De vaccins (omzet USD 1,5 mrd) zal Novartis aan GSK verkopen voor USD 5,25 mrd plus een extra bedrag van USD 1,8 mrd wanneer bepaalde (winst) doelstellingen worden gehaald. Verder gaat het met GSK een joint venture aan waarin de OTC activiteiten van beide bedrijven worden ondergebracht. Novartis houdt daarin een minderheidsbelang. Daarnaast is Novartis voornemens de oncologieactiviteiten (omzet USD 1,6 mrd) van GSK te acquireren voor USD 14,5 mrd, met een mogelijke extra vergoeding van USD 1,5 mrd (afhankelijk van bepaalde winstdoelstellingen). Een vergoeding van in totaal USD 16 mrd voor een omzet van USD 1,6 mrd lijkt excessief. Toch is dat niet per se het geval. De oncologiemedicijnen van GSK bevinden zich nog in de klinische fase of zijn net goedgekeurd en op de markt gebracht. Gedurende de productlevenscyclus gaan dergelijke producten een fase tegemoet van zeer hoge groei tegen aanzienlijke winstmarges, totdat na verloop van jaren deze medicijnen hun patent verliezen. Door de deconsolidatie van
49
Aandelen
grafiek 22 source: thomson reuters
85
80
75
70
65
60
55 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Novartis
de drie onderdelen met gemiddeld een lagere marge dan de drie grote bedrijfsonderdelen, en door de koop van de oncologieactiviteiten van GSK, stijgt de marge van Novartis naar schatting van 24,7% tot 27,2%. Dat is exclusief de groei in 2014 en synergievoordelen. Deze ruil van de VS naar Europa (door de verkoop van Google en IBM en de aankoop van Novartis) vertaalden wij in onze fondsenportefeuilles door ons belang in het JP Morgan US Value fonds te verlagen en het Henderson Pan European fonds uit te breiden. Voor de duurzame portefeuilles vonden vergelijkbare transacties plaats. Daar breidden wij onze positie in het Alliance Trust Sustainable Future Pan-European Equity fonds uit, ten laste van onze belegging in de iShares MSCI USA ESG Select ETF.
Medio mei constateerden wij dat onze belegging in Walt Disney sinds onze aankoop dermate in waarde was gestegen dat wij besloten winst te nemen. Het totaalrendement inclusief dividend was in euro’s uitgedrukt 38%. In plaats daarvan kochten wij de fabrikant van luxegoederen LVMH. Binnen de sector duurzame consumentengoederen biedt de luxesector goede kansen. Nadat een deel van de sector getroffen werd door de anti-corruptiemaatregelen van de Chinese overheid in het vierde kwartaal van 2013, is de sector weer bezig aan een opmars. De S&P Global Luxury index steeg de afgelopen 12 maanden per saldo met zo’n 25%. Enkele bedrijven zijn daarbij achtergebleven, welke op dit moment aantrekkelijke kansen bieden. Eén daarvan is LVMH. LVMH kent een brede spreiding in luxegoederen (meer dan 60 prestigieuze merken) en heeft een sterke geografische spreiding. Het bedrijf is actief in de segmenten dranken (o.a. Moët & Chandon champagne), mode & lederen goederen (o.a. Louis Vuitton), parfum & cosmetica (o.a. Dior), horloges & juwelen grafiek 23 source: thomson reuters
150
145
140
135
130
125
120
115 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
LVMH
50
(o.a. TAG Heuer) en heeft een sterk wereldwijd netwerk van 3.400 speciaalzaken. Azië (ex-Japan) is goed voor 30% van de omzet. De rest van de omzet is goed verdeeld over de VS (23%), Japan (7%), Frankrijk (11%), overig Europa (19%) en overige landen (10%). LVMH is minder gevoelig voor de zwakke economische omstandigheden, omdat het in het hoge luxesegment van de markt opereert. Het onderdeel mode & lederen goederen (waaronder het zeer winstgevende Louis Vuitton) maakt ruim de helft van de operationele winst van de groep uit. Dit onderdeel is nauwelijks cyclisch, omdat haar cliëntenbasis zeer vermogend is. Ook de andere onderdelen hebben niet veel last van de zwakke economie. Dit in tegenstelling tot merken die net onder het topsegment zitten. Als gevolg van bovengenoemde Chinese maatregelen is de koers van LVMH echter achtergebleven bij de koersontwikkeling van haar branchegenoten. LVMH boekte de afgelopen vijf jaren een uitstekende omzetgroei van gemiddeld 11% en een gemiddelde autonome groei van 8,4%. De operationele winstmarge van LVMH zal in 2014 naar verwachting in lijn liggen met die van 2013 (20,5%). De bijdrage van Louis Vuitton is daarbij groot, zoals hierboven geschetst. Bij dit onderdeel ligt de winstmarge op 32%. LVMH heeft een sterke balans en een hoge vrije kasstroom. LVMH keert een verwacht dividend uit van EUR 3,45 (2,5% dividendrendement), wat neerkomt op een uitkering van meer dan 40% van de winst. Het dividend van LVMH stijgt al 12 jaar op rij.
In het kader van de dalende rente hebben wij winst genomen op de Franse verzekeraar AXA. Het bedrijf is voor circa 90% van zijn premieinkomsten afhankelijk van Europa. Door het ruime monetaire beleid van de ECB zijn vooral de banken in het zuiden van Europa zeer actief in het opkopen van de staatsschuld van het eigen land, waardoor de lange rente onder zware druk blijft staan. Een dalende lange rente is vooral voor het levengedeelte (80% van de omzet van AXA) van verzekeraars negatief, doordat contractueel afgesproken minimumrendementen op polissen niet meer haalbaar blijken. Daarvoor in de plaats kochten wij Marathon Petroleum, een Amerikaans oliebedrijf gericht op raffinage. Gezien het geringe waarderingsverschil tussen de VS en Europa hebben wij momenteel een voorkeur voor de VS. Marathon Petroleum is ideaal gepositioneerd om te profiteren van de sterk toenemende productie van schalieolie in de VS. De raffinagecapaciteit van Marathon Petroleum bevindt zich namelijk voor meer dan 30% aan de Gulf Coast (Golf van Mexico), waar de schalieolie zich recent begint op te hopen door de aanleg van een nieuwe pijplijn. Hierdoor is deze ruwe olie (onder andere WTI, West Texas Intermediate) goedkoop ten opzichte van de internationaal meest gangbare Brentolie. Doordat de prijzen van veel raffinageproducten (zoals diesel en benzine) worden beïnvloed door de prijs van Brent, kunnen raffinaderijen die veel WTI-olie verwerken (zoals Marathon Petroleum) relatief hoge raffinagemarges realiseren. Verder wordt de winst bevorderd doordat de raffinaderijen op volle toeren kunnen draaien. Binnen de energiesector behoren raffinaderijen met veel capaciteit aan de zuidkust van de VS daarom onzes inziens tot de meest aantrekkelijke beleggingen voor de komende jaren. Het resultaat wordt nog voor circa 85%
gerealiseerd door de raffinage-activiteiten, maar het doel is om 35% van de kasstroom te genereren uit de eigen benzinestations, pijpleidingen en tankauto’s. Marathon Petroleum realiseert jaarlijks een bedrijfsresultaat van rond de USD 4 mrd, waarvan nog geen half miljard wordt besteed aan het dividend. Het dividendrendement is hierdoor beperkt tot circa 2%, maar in de regel geeft het bedrijf veel grotere bedragen uit aan het inkopen van eigen aandelen, waardoor het terugkooprendement meestal veel hoger ligt. Ook in de duurzame portefeuilles verkochten wij AXA, maar daar gebruikten wij de opbrengsten om de weging van enkele kleinere beleggingen licht te verhogen (eBay, General Electric en Microsoft).
Aan het eind van het kwartaal kochten wij Johnson & Johnson, een Amerikaanse producent van verzorgingsproducten en medische apparatuur voor onder andere diagnostiek en chirurgie. Johnson & Johnson steunt op drie pijlers: de divisie Consumenten (21%), de Medicijnendivisie (39%) en de divisie Medische Apparaten en Diagnostiek (40%). Alle drie de activiteiten hebben een defensief karakter. Daarnaast heeft Johnson & Johnson een sterke balans met een nettokaspositie van USD 11 mrd op een balanstotaal van USD 132 mrd. Om deze redenen wordt Johnson & Johnson algemeen beschouwd als een aandeel van zeer hoge kwaliteit. Hoewel de koers de laatste jaren is opgelopen (overigens na een lange periode van stagnatie), vinden wij het aandeel nog steeds aantrekkelijk gewaardeerd. Daarbij verwachten wij dat het aandeel door haar defensieve karakter en met een koers-winstverhouding van 17,9 en een dividendrendement van 2,7%, één van de kandidaten is voor beleggers die zoeken naar een hoger rendement dan de rente op bedrijfsobligaties, bij een aanvaardbaar risico.
grafiek 24
grafiek 25
source: thomson reuters
source: thomson reuters
100
110
95
105
90
100
85
95
80
90
75
85
70
80
65
75
60
70
55
65 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Marathon Petroleum
J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Johnson & Johnson
51
Alternatieve beleggingen
Eind juni werd het IdB Global Convertible fund opgeheven. Het fonds had de laatste jaren goed gepresteerd (zie grafiek 26), maar had een te kleine omvang om de toenemende kosten van toezicht, controle en beheer op te brengen. De vrij komende gelden zijn in onze beheerportefeuilles toegevoegd aan de bestaande belegging in het IdB Real Estate Equity fonds (zie grafiek 27).
grafiek 27
grafiek 26
source: thomson reuters
source: thomson reuters
140
51 50
138
49
136 134
48
132
47
130
46
128 45
126
44
124
43
122
42
120 118
41 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
IdB Global Convertible fund
Van de mogelijkheid om de gelden te herbeleggen in een ander convertible fonds is afgezien vanwege de heersende marktomstandigheden. Doordat recent zowel de obligatie- als de aandelenmarkten zijn opgelopen genieten convertibele obligaties nu relatief weinig bescherming van hun obligatiekarakter en is de koersontwikkeling van convertibele obligaties vrijwel geheel afhankelijk van de ontwikkeling van de aandelenmarkten. Bij onze alternatieve beleggingen streven wij ernaar beleggingen te selecteren die relatief weinig samenhang vertonen met de aandelenmarkten, zodat een herbelegging in convertibele obligaties gezien de heersende marktomstandigheden minder opportuun leek. Het IdB Real Estate Equity fonds voldoet veel beter aan de eis om relatief weinig correlatie te vertonen met de
52
J F M A M J J A S O N D J F M A M J
IdB Real Estate Equity fund
aandelenmarkten. Het fonds is een hedgefonds dat ‘long’ en ‘short’ gaat in andere Europese onroerendgoedfondsen, waardoor het rendement wordt gekenmerkt door relatief kleine schommelingen. De risico’s worden verder beperkt door geen gebruik te maken van het hefboomeffect van financiering met vreemd vermogen. De laatste jaren worden de Europese onroerendgoedmarkten gekenmerkt door professionalisering doordat bedrijven hun onroerendgoedactiviteiten afstoten om zich te concentreren op hun kernactiviteiten. Hierdoor ontstaan meer mogelijkheden voor nieuwe onroerendgoedfondsen om op een fiscaal vriendelijke manier meer rendement te halen uit Europees onroerend goed. Het fonds verwacht van deze trend te kunnen blijven profiteren.
Goud behoorde zowel in het eerste kwartaal als in het tweede tot de betere beleggingen, met een hoger rendement dan de meeste aandelenmarkten (zie grafiek 28). Eind 2013 bereikte de goudprijs een bijzonder laag niveau, onder andere doordat beleggers wereldwijd hun goudbeleggingen verkochten om niet te hoeven rapporteren dat zij er in het slechte jaar 2013 in hadden belegd, het zogenaamde ‘window dressing’. De vrij sterke stijging van de goudprijs kan verschillende oorzaken hebben. Ten eerste lijken Westerse beleggers al in 2013 massaal te zijn uitgestapt, waardoor de verkoopdruk in 2014 is afgenomen. De grote kopers van goud bevinden zich in het oosten, en dan met name in India en China. In India vormt goud een belangrijk onderdeel van de bruidsschat, maar in China lijkt het vooral de centrale grafiek 28 source: thomson reuters
1700
1600
1500
1400
1300
1200
1100 J F M A M J J A S O N D J F M A M J
Goudprijs in USD
grafiek 29 source: thomson reuters
6 5
bank te zijn die het goud koopt. China heeft enorme valutareserves en als het land zelfs maar enkele procenten van zijn deviezenreserves wil beleggen in goud, dan legt het al beslag op een groot gedeelte van de jaarproductie van circa 3.000 ton. De stijgende goudprijs kan echter ook een voor de hand liggende oorzaak hebben. Traditioneel stijgt de goudprijs wanneer de reële rente (de rente na aftrek van inflatie) in de wereld laag of negatief is. Het feit dat goud geen rente of dividend oplevert is dan geen groot bezwaar. Met het oplopen van de inflatie in de VS en Japan is de reële rente in belangrijke delen van de wereld sterk aan het dalen, zoals weergegeven in grafiek 29. Beide landen zien wel de inflatie stijgen, maar niet de reële inkomens. Door het agressieve monetaire beleid worden ook beleggers in obligaties geconfronteerd met in reële zin negatieve inkomsten. De lage of negatieve reële rente is erop gericht de overheidsschulden betaalbaar te houden, maar vooral in Japan kunnen beleggers zich afvragen of dit beleid wel kans van slagen heeft. De aankoop van goud is dan een begrijpelijke reactie, al is
4 3 2 1 0 -1 -2 -3 2009
2010
2011
2012
2013
2014
VS reële lange rente Japan reële lange rente
het de vraag of het edelmetaal vermogens kan beschermen in een financiële crisis. Onder de Amerikaanse president Roosevelt werd het bezit van goud in de crisisjaren 30 van de vorige eeuw immers illegaal verklaard. In onze beheerportefeuilles houden wij momenteel geen goud aan, maar voor adviescliënten die twijfels hebben over de houdbaarheid van ons financieel systeem kan het een optie zijn om een gedeelte van de portefeuille te beleggen in goud.
53
Copyright Dit Magazine is gebaseerd op publiekelijk bekende en door Insinger de Beaufort (‘IdB’) betrouwbaar geachte bronnen. In het Magazine kunnen verwijzingen naar andere uitgaven of websites zijn opgenomen. Die uitgaven en/of websites en de daar vermelde informatie is niet door Insinger de Beaufort beoordeeld of geanalyseerd. Insinger de Beaufort staat derhalve op geen enkele wijze in voor de juistheid van de informatie op die website(s) en is in geen geval aansprakelijk voor eventuele fouten in die informatie. De beoordeling van het functioneren van de leden van de redactieraad als medewerker of extern adviseur van IdB is op geen enkele wijze van de in dit Magazine opgenomen visies en/of informatie afhankelijk. IdB beschikt over een bankvergunning en is een onder toezicht van de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten staande beleggingsonderneming. De verstrekte informatie is zoveel mogelijk gecontroleerd. IdB noch haar aandeelhouder(s) noch haar medewerkers of betrokken adviseurs zijn aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in de gegevens. In het Magazine opgenomen informatie biedt generlei garantie voor toekomstige koersontwikkelingen en hieraan kunnen generlei rechten worden ontleend. Transacties op basis van deze informatie geschieden voor rekening en risico van de betreffende cliënt. Het is niet toegestaan om de inhoud (geheel of gedeeltelijk) van deze uitgave, in welke vorm en op welke wijze dan ook, over te nemen, te vermenigvuldigen, te distribueren of openbaar te maken zonder de voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van IdB.
54
55
56