EUROPEES PARLEMENT
2004
2009
Commissie vervoer en toerisme 9.12.2004
PE 350.193v01-00
AMENDEMENTEN 13-50 Ontwerpverslag Ingo Schmitt Communautaire vergunning voor luchtverkeersleiders
(PE 347.276v01-00)
Voorstel voor een richtlijn (COM(2004)0473 – C6-0076/2004 – 2004/0146(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendementen van het Parlement
Amendement ingediend door Gilles Savary Amendement 13 Overweging 1 (1) De tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim vereist de invoering van een meer gedetailleerde regelgeving, met name betreffende regelingen voor de vergunningverlening aan luchtverkeersleiders, om de beschikbaarheid van deze beroepsgroep te verbeteren en de wederzijdse erkenning van vergunningen te bevorderen, zoals bepaald in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim ("de luchtvaartnavigatiedienstenverordening").
(1) De tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim vereist de invoering van een meer gedetailleerde regelgeving, met name betreffende regelingen voor de vergunningverlening aan luchtverkeersleiders, om de beschikbaarheid van deze beroepsgroep te verbeteren en de wederzijdse erkenning van vergunningen te bevorderen, zoals bepaald in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim ("de luchtvaartnavigatiedienstenverordening") maar ook te streven naar een algemene verbetering van de veiligheid van de luchtvaart en de kwalificatie van het personeel. Or. fr
AM\549604NL.doc
NL
PE 350.193v01-00
NL
Motivering Het doel van de onderhavige richtlijn kan niet alleen de bevordering van de mobiliteit en de beschikbaarheid zijn van het personeel dat belast is met de luchtverkeersleiding. Net zoals bij de wetgeving over het gemeenschappelijk luchtruim is veiligheid de belangrijkste voorwaarde. Voortdurende verbetering van de kwalificatie van het personeel staat in deze regeling centraal. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 14 Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) Zoals blijkt uit de analyses van recente vliegongelukken, hangt de veiligheid af van de betrouwbaarheid van elke schakel van het luchtverkeersbeheer. Dit impliceert dat de bekwaamheden van het personeel dat werkzaam is op dit gebied op een meer doeltreffende wijze moet worden bewaakt. Conform de uitvoering van deze richtlijn moet de Gemeenschap een initiatief starten ter regulering van het licentie- en kwalificatiesysteem voor beroepen die deel uitmaken van de veiligheidsketen van het luchtverkeersbeheer. Or. en Amendement ingediend door Luís Queiró en Emanuel Jardim Fernandes Amendement 15 Overweging 5 bis (nieuw) (5 bis) De vergunningen die in het kader van de nationale wetgeving worden afgegeven voordat de richtlijn in werking treedt, mogen niet ter discussie worden gesteld. Or. pt Motivering Uit het voorstel, met name artikel 4, lid 1, blijkt niet duidelijk wat de rechtssituatie is van de door de lidstaten in het kader van de nationale wetgeving voor de inwerkingtreding van de richtlijn afgegeven vergunningen is. Met dit amendement moet deze situatie worden verduidelijkt en moet de nodige juridische zekerheid worden gewaarborgd en verboden worden dat de richtlijn met terugwerkende kracht wordt toegepast.
PE 350.193v01-00
NL
2/20
AM\549604NL.doc
Amendement ingediend door Ulrich Stockmann Amendement 16 Overweging 8 (8) Om het vertrouwen van de lidstaten in elkaars vergunningenstelsels te vergroten zijn communautaire regels voor het verkrijgen en behouden van vergunningen onmisbaar. Daarom is het van belang de voorwaarden voor toegang tot het beroep van luchtverkeersleider te harmoniseren. Dit moet leiden tot de erkenning van vergunningen in de hele Gemeenschap, die op haar beurt het vrije verkeer moet stimuleren en de beschikbaarheid van luchtverkeersleiders moet vergroten.
(8) Om het vertrouwen van de lidstaten in elkaars vergunningenstelsels te vergroten zijn communautaire regels voor het verkrijgen en behouden van vergunningen onmisbaar. Daarom is het van belang de voorwaarden voor de kwalificatie, de bekwaamheid en de toegang tot het beroep van luchtverkeersleider op het hoogste niveau te harmoniseren. Dit moet leiden tot het verrichten van veilige en hoogwaardige luchtverkeersleidingsdiensten en tot de erkenning van vergunningen in de hele Gemeenschap, die op haar beurt het vrije verkeer moet stimuleren en de beschikbaarheid van luchtverkeersleiders moet vergroten. Or. de
Motivering Het verrichten van veilige en hoogwaardige luchtverkeersleidingsdiensten moet expliciet als een centrale doelstelling in de richtlijn worden vermeld. Tevens moet een groter accent worden gelegd op de harmonisatie van de kwalificatie en de bekwaamheid van de luchtverkeersleiders. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 17 Overweging 8 (8) Om het vertrouwen van de lidstaten in elkaars vergunningenstelsels te vergroten zijn communautaire regels voor het verkrijgen en behouden van vergunningen onmisbaar. Daarom is het van belang de voorwaarden voor toegang tot het beroep van luchtverkeersleider te harmoniseren. Dit moet leiden tot de erkenning van vergunningen in de hele Gemeenschap, die op haar beurt het vrije verkeer moet stimuleren en de beschikbaarheid van luchtverkeersleiders moet vergroten.
AM\549604NL.doc
(8) Om het vertrouwen van de lidstaten in elkaars vergunningenstelsels te vergroten zijn communautaire regels voor het verkrijgen en behouden van vergunningen onmisbaar. Daarom is het van belang de hoogst mogelijke bekwaamheidsnormen van het beroep van luchtverkeersleider te harmoniseren. Dit moet leiden tot een grotere veiligheid in de lucht en de erkenning van vergunningen in de hele Gemeenschap, die op haar beurt het vrije verkeer moet stimuleren en de beschikbaarheid van luchtverkeersleiders moet vergroten. 3/20
PE 350.193v01-00
NL
Or. en Motivering Het vertrouwen van lidstaten in elkaars systeem wordt sterk vergemakkelijkt als de geharmoniseerde bekwaamheidsnormen worden erkend als hoge normen die volledig compatibel zijn met het verrichten van een hoogwaardige veiligheidsdienst. Amendement ingediend door Gilles Savary Amendement 18 Overweging 8 (8) Om het vertrouwen van de lidstaten in elkaars vergunningenstelsels te vergroten zijn communautaire regels voor het verkrijgen en behouden van vergunningen onmisbaar. Daarom is het van belang de voorwaarden voor toegang tot het beroep van luchtverkeersleider te harmoniseren. Dit moet leiden tot de erkenning van vergunningen in de hele Gemeenschap, die op haar beurt het vrije verkeer moet stimuleren en de beschikbaarheid van luchtverkeersleiders moet vergroten.
(8) Om het vertrouwen van de lidstaten in elkaars vergunningenstelsels te vergroten zijn communautaire regels voor het verkrijgen en behouden van vergunningen onmisbaar. Daarom is het van belang de voorwaarden voor toegang tot het beroep van luchtverkeersleider op grond van zo hoog mogelijke criteria te harmoniseren. Dit moet leiden tot de erkenning van vergunningen in de hele Gemeenschap, die op haar beurt het vrije verkeer moet stimuleren en de beschikbaarheid van luchtverkeersleiders moet vergroten. Or. fr
Motivering Deze precisering strookt met de algemene wederkerige doelstellingen van de Europese Unie, zoals deze in het ontwerp van een algemene grondwet (art. III-117) aan de orde komen waarin wordt verwezen naar een hoog niveau van onderwijs. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 19 Overweging 10 (10) De doelstellingen van de initiële opleiding zijn beschreven in de op verzoek van de leden van Eurocontrol ontwikkelde richtsnoeren en worden als adequate normen beschouwd. Voor opleidingen voor luchtverkeersleidingseenheden moet het gebrek aan algemeen aanvaarde normen worden gecompenseerd door een reeks maatregelen, waaronder de goedkeuring van examinatoren, die hoge PE 350.193v01-00
NL
(10) De doelstellingen van de initiële opleiding zijn beschreven in de op verzoek van de leden van Eurocontrol ontwikkelde richtsnoeren en worden als adequate normen beschouwd. Voor opleidingen voor luchtverkeersleidingseenheden moet het gebrek aan algemeen aanvaarde normen worden gecompenseerd door een reeks maatregelen, waaronder de goedkeuring van examinatoren, die hoge 4/20
AM\549604NL.doc
bekwaamheidsnormen moeten garanderen. Dit is des te belangrijker daar opleidingen voor luchtverkeersleidingseenheden zeer kostbaar en veiligheidskritisch zijn.
bekwaamheidsnormen moeten garanderen. De opleidingsnormen moeten bewaakt en gewijzigd worden door nationale en communautaire raden voor de afgifte van vergunningen waarin werkgevers en werknemers zijn vertegenwoordigd. Dit is des te belangrijker daar opleidingen voor luchtverkeersleidingseenheden zeer kostbaar en veiligheidskritisch zijn. Or. en Motivering
Zie het nieuwe voorstel op artikel 14 bis (nieuw). Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 20 Overweging 14 (14) Deze richtlijn bevestigt de constante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie op het gebied van de wederzijdse erkenning van diploma's en het vrije verkeer van werknemers. Het proportionaliteitsbeginsel, de noodzaak van een gelijkwaardigheidstoetsing, de gegrondheid van het opleggen van compenserende maatregelen en de instelling van passende beroepsprocedures zijn basisprincipes waarvan de toepassing op de sector luchtverkeersbeheer sterker moet worden geprofileerd.
(14) Deze richtlijn bevestigt de constante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie op het gebied van de wederzijdse erkenning van diploma's en het vrije verkeer van werknemers. Om het recht op mobiliteit te versterken en ook rekening te houden met het feit dat luchtverkeersleiding een dienst van algemeen belang is, moeten in deze richtlijn de richtsnoeren over verdere definities en voorwaarden voor uitgezonden luchtverkeersleiders worden vastgelegd. Het proportionaliteitsbeginsel, de noodzaak van een gelijkwaardigheidstoetsing, de gegrondheid van het opleggen van compenserende maatregelen en de instelling van passende beroepsprocedures zijn basisprincipes waarvan de toepassing op de sector luchtverkeersbeheer sterker moet worden geprofileerd. Or. en
Motivering Er moet ten volle rekening worden gehouden met de bijzonderheden van de openbare dienstverlening door verkeersleiders.
AM\549604NL.doc
5/20
PE 350.193v01-00
NL
Amendement ingediend door Christine De Veyrac en Dominique Vlasto Amendement 21 Overweging 14 bis (nieuw) (14 bis) Aangezien deze richtlijn de wederzijdse erkenning van vergunningen moet vergemakkelijken, behoeven de voorwaarden voor toegang tot het beroep niet te worden geregeld. Or. fr Motivering Het beginsel van wederzijdse erkenning van de vergunning van luchtverkeersleider mag niet worden uitgelegd als een verplichting tot aanstelling. Omdat in de richtlijn niets over dit aspect wordt gezegd, moet, om het ontstaan van jurisprudentie in deze zin te voorkomen, in de tekst worden vermeld dat het bezit van een communautaire vergunning niet automatisch het recht op een baan inhoudt. De hier voorgestelde formulering refereert aan een overweging van een ontwerprichtlijn (2004/0098(COD) overweging 3 bis) betreffende de erkenning van vergunningen van zeelieden, dat thans door het Parlement en de Raad wordt behandeld. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 22 Overweging 15 (15) Het beroep van luchtverkeersleider krijgt te maken met technische innovaties die vereisen dat de bevoegdheden van de betrokkenen regelmatig op peil worden gebracht. De richtlijn moet het mogelijk maken via de comitéprocedure de nodige aanpassingen aan de technische ontwikkelingen en de wetenschappelijke vooruitgang uit te voeren.
(15) Het beroep van luchtverkeersleider krijgt te maken met technische innovaties die vereisen dat de bevoegdheden van de betrokkenen regelmatig op peil worden gebracht. De richtlijn moet het mogelijk maken via raadpleging van voor het afgeven van vergunningen verantwoordelijke raden en de comitéprocedure de nodige aanpassingen aan de technische ontwikkelingen en de wetenschappelijke vooruitgang uit te voeren. Or. en Motivering
Zie voorstel voor een nieuw artikel 14 bis.
PE 350.193v01-00
NL
6/20
AM\549604NL.doc
Amendement ingediend door Gilles Savary Amendement 23 Overweging 16 (16) Verder kan deze richtlijn van invloed zijn op de dagelijkse werkpraktijk van de luchtverkeersleiders. De sociale partners moeten op passende wijze worden geïnformeerd en geraadpleegd over alle maatregelen met grote maatschappelijke consequenties. Daarom is overleg gepleegd met het Comité voor de sectoriële dialoog dat is ingesteld bij Besluit 1998/500/EG van de Commissie van 20 mei 1998 betreffende de oprichting van Comités voor de sectoriële dialoog tussen de sociale partners op Europees niveau.
(16) Verder is deze richtlijn van invloed op de dagelijkse werkpraktijk van de luchtverkeersleiders. De sociale partners moeten op passende wijze worden geïnformeerd en geraadpleegd over alle maatregelen met grote maatschappelijke consequenties. Daarom is overleg gepleegd met het Comité voor de sectoriële dialoog dat is ingesteld bij Besluit 1998/500/EG van de Commissie van 20 mei 1998 betreffende de oprichting van Comités voor de sectoriële dialoog tussen de sociale partners op Europees niveau, en zal dit ook gebeuren voor alle verdere ontwikkelingen op grond van het hiervoor geschapen artikel 14 bis. Or. fr
Motivering Aanvulling op amendement 3 van de rapporteur. Zie motivering van het amendement betreffende artikel 14 bis (nieuw). Amendement ingediend door Ulrich Stockmann Amendement 24 Artikel 1, lid 2 2. Deze richtlijn is van toepassing op de aanvragers van een leervergunning voor luchtverkeersleiders en op luchtverkeersleiders die in dienst zijn van verleners van luchtvaartnavigatiediensten die hoofdzakelijk in het algemene luchtverkeer actief zijn.
2. Deze richtlijn is van toepassing op de aanvragers van een leervergunning voor luchtverkeersleiders en op luchtverkeersleiders die hun werkzaamheden onder de verantwoordelijkheid van verleners van luchtvaartnavigatiediensten uitoefenen die hoofdzakelijk in het algemene luchtverkeer actief zijn. Or. de Motivering
Met het amendement wordt verduidelijkt dat luchtverkeersleiders niet per se door luchtvaartnavigatiediensten behoeven te worden tewerkgesteld maar dat zij hun activiteiten ook onder hun verantwoordelijkheid kunnen uitoefenen. AM\549604NL.doc
7/20
PE 350.193v01-00
NL
Amendement ingediend door Evelin Lichtenberger Amendement 25 Artikel 1, lid 2 bis (nieuw) 2 bis. Deze richtlijn is ook van toepassing op luchtverkeersbeheerstaken, waaronder het beheer van de doorstroming, langs de gehele veiligheidsketen. Or. en Motivering In het kader van de verwezenlijking van een gemeenschappelijk luchtruim mag de harmonisatie van vergunningen niet beperkt blijven tot de luchtverkeersleiding, maar ook van toepassing zijn op de daarmee in nauw verband staande taken op het gebied van het beheer van de doorstroming van het vliegverkeer. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 26 Artikel 2, lid 6, letter d bis (nieuw) d bis) een aantekening bij het toezicht waarin de bevoegdheid wordt aangegeven het operationeel beheer van een luchtverkeersleidingseenheid uit te voeren; Or. en Motivering Zie amendement 34. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 27 Artikel 2, lid 6, letter d ter (nieuw) d ter) een aantekening bij het beheer van de doorstroming van het vliegverkeer waarin de bevoegdheid wordt aangegeven om maatregelen voor de doorstroming binnen de eenheid vast te stellen en toe te passen. Or. en Motivering Zie amendement 34. PE 350.193v01-00
NL
8/20
AM\549604NL.doc
Amendement ingediend door Ulrich Stockmann Amendement 28 Artikel 2, lid 9, inleidende formule 9. “opleiding”: het geheel van theoretische cursussen, praktijkoefeningen, inclusief simulatie, en on-the-job training voor het verkrijgen van de vereiste bekwaamheden voor het verlenen van veilige luchtverkeersleidingsdiensten van hoge kwaliteit; de opleiding omvat:
9. “opleiding”: het geheel van theoretische cursussen, praktijkoefeningen, inclusief simulatie, en on-the-job training voor het verkrijgen en het behoud van de vereiste bekwaamheden voor het verlenen van veilige luchtverkeersleidingsdiensten van hoge kwaliteit; de opleiding omvat: Or. de Motivering
Met deze wijziging moet worden benadrukt dat het niet alleen gaat om de overdracht van kennis en bekwaamheden maar dat voor het verlenen van veilige en hoogwaardige luchtverkeersleidingsdiensten een permanente opleiding en bijscholing nodig is. Amendement ingediend door Ulrich Stockmann Amendement 29 Artikel 3, lid 2, alinea 1 2. De nationale toezichthoudende instanties zijn onafhankelijk van de aanbieders van opleidingen. Deze onafhankelijkheid wordt gerealiseerd door ten minste op functioneel niveau een adequate scheiding tussen de nationale toezichthoudende instanties en de aanbieders van opleidingen aan te brengen.
2. De nationale toezichthoudende instanties zijn onafhankelijk van verleners van luchtvaartnavigatiediensten en de aanbieders van opleidingen. Deze onafhankelijkheid wordt gerealiseerd door ten minste op functioneel niveau een adequate scheiding tussen de nationale toezichthoudende instanties en de aanbieders van opleidingen aan te brengen. Or. de
Motivering Duidelijk moet zijn dat de toezichthoudende instanties niet alleen onafhankelijk moeten zijn van de onderwijsinstellingen maar natuurlijk ook van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten. Amendement ingediend door Evelin Lichtenberger Amendement 30 Artikel 4, lid –1 (nieuw) - 1. De lidstaten en de Commissie zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders en flow managers voldoende opleiding krijgen in AM\549604NL.doc
9/20
PE 350.193v01-00
NL
veiligheid, beveiliging en crisisbeheer. Or. en Motivering Deze toevoeging strookt met eerdere wetgeving over de veiligheid en beveiliging van luchtverkeersleiding en -beheer. Amendement ingediend door Ulrich Stockmann Amendement 31 Artikel 5, lid 2, letter a) a) tenminste 21 jaar oud zijn; de lidstaten kunnen echter een procedure instellen om van deze eis af te wijken, met name wanneer de aanvrager in de loop van zijn opleiding heeft aangetoond dat hij over de nodige bekwaamheden beschikt om voor een veilig verloop van de werkzaamheden te zorgen;
a) tenminste 21 jaar oud zijn; de lidstaten kunnen echter een procedure instellen om van deze eis af te wijken en in uitzonderlijke gevallen een lagere leeftijdsgrens toepassen;
Or. de Motivering Door deze wijziging wordt duidelijker dat de lidstaten de mogelijkheid zouden moeten hebben om ook een lagere leeftijdsgrens toe te passen. Amendement ingediend door Ulrich Stockmann Amendement 32 Artikel 7, lid 8 8. Onverminderd lid 1, kunnen de lidstaten, indien bijzondere kenmerken van het luchtverkeer in het onder hun verantwoordelijkheid vallende luchtruim dit vereisen, nationale aantekeningen ontwikkelen.
8. Onverminderd lid 1, kunnen de lidstaten in uitzonderingsgevallen die uitsluitend het gevolg zijn van specifieke kenmerken van het luchtverkeer in het onder hun verantwoordelijkheid vallende luchtruim, nationale aantekeningen ontwikkelen. Dergelijke aantekeningen moeten objectief gerechtvaardigd, niet-discriminerend, adequaat en transparant zijn en mogen niet tot een inperking van het vrij verkeer van de luchtverkeersleiders leiden. Or. de
PE 350.193v01-00
NL
10/20
AM\549604NL.doc
Motivering Naar analogie van amendement 10 van de rapporteur moet met dit voorstel worden benadrukt dat het vastleggen van nationale aantekeningen volgens objectieve criteria moet geschieden en niet mag leiden tot een afscherming van de markt. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 33 Artikel 7, lid 9 9. De aantekening “instructeur voor on-thejob training” geeft aan dat de vergunninghouder bevoegd is om opleidingen en toezicht te verzorgen in een operationele luchtverkeersleidingseenheid op gebieden waarvoor een geldige bevoegdverklaring voorhanden is.
9. a) De aantekening “instructeur voor onthe-job training” geeft aan dat de vergunninghouder bevoegd is om opleidingen en toezicht te verzorgen in een operationele luchtverkeersleidingseenheid op gebieden waarvoor een geldige bevoegdverklaring voorhanden is. Or. en
Motivering Deze twee extra aantekeningen betreffen taken die door luchtverkeersleiders worden uitgevoerd en zeer belangrijk zijn voor de veiligheid. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 34 Artikel 7, lid 9, letter b) (nieuw) b) De aantekening "toezichthouder" geeft aan dat de vergunninghouder bevoegd is om maatregelen op het gebied van het flow management binnen de eenheid vast te stellen en toe te passen. Or. en Motivering Deze twee extra aantekeningen betreffen taken die door luchtverkeersleiders worden uitgevoerd en zeer belangrijk zijn voor de veiligheid. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 35 Artikel 7, lid 9, letter c) (nieuw) c) De aantekening "flow management" AM\549604NL.doc
11/20
PE 350.193v01-00
NL
geeft aan dat de vergunninghouder bevoegd is om maatregelen op het gebied van het flow management binnen de eenheid vast te stellen ten toe te passen. Or. en Motivering Deze twee extra aantekeningen betreffen taken die door luchtverkeersleiders worden uitgevoerd en zeer belangrijk zijn voor de veiligheid. Amendement ingediend door Christine De Veyrac en Dominique Vlasto Amendement 36 Artikel 8, lid 1 1. De lidstaten zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders kunnen aantonen dat zij op een voldoende hoog niveau Engels kunnen spreken en begrijpen. Hun taalkennis moet beantwoorden aan de beoordelingsschaal in bijlage II. Zij moet tenminste niveau 4 van de in die bijlage vermelde taalkenniseisen bereiken.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders kunnen aantonen dat zij op een voldoende hoog niveau Engels kunnen spreken en begrijpen. De lidstaten kunnen om veiligheidsredenen eisen dat de luchtverkeersleiders kunnen aantonen dat zij op een voldoende hoog niveau de plaatselijke taal kunnen spreken en begrijpen. Hun taalkennis moet beantwoorden aan de beoordelingsschaal in bijlage II. Zij moet tenminste niveau 4 van de in bijlage II vermelde taalkenniseisen bereiken. Or. fr
Motivering Vooral in noodsituaties is het om veiligheidsredenen noodzakelijk dat de plaatselijke taal in zekere mate wordt beheerst. Met het oog op de duidelijkheid is het beter in het eerste lid van artikel 8 te verwijzen naar de plaatselijke taal. Amendement ingediend door Ulrich Stockmann Amendement 37 Artikel 8, lid 1 1. De lidstaten zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders kunnen aantonen dat zij op een voldoende hoog niveau Engels kunnen spreken en begrijpen. Hun taalkennis moet beantwoorden aan de PE 350.193v01-00
NL
12/20
1. De lidstaten zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders kunnen aantonen dat zij op een voldoende hoog niveau Engels kunnen spreken en begrijpen. Hun taalkennis moet beantwoorden aan de AM\549604NL.doc
beoordelingsschaal in bijlage II. Zij moet tenminste niveau 4 van de in die bijlage vermelde taalkenniseisen bereiken.
beoordelingsschaal in bijlage II. Zij moet tenminste niveau 4 van de in die bijlage vermelde taalkenniseisen bereiken. De nationale toezichthoudende instanties zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders een adequate training krijgen, zodat zij ook werkelijk voldoen aan de taaleisen van dit artikel. Or. de Motivering
Duidelijk moet zijn dat de luchtverkeersleiders natuurlijk ook passende opleidings- en bijscholingsmaatregelen aangeboden moeten worden, zodat ze ook werkelijk kunnen voldoen aan de taaleisen van de richtlijn. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 38 Artikel 8, lid 1 1. De lidstaten zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders kunnen aantonen dat zij op een voldoende hoog niveau Engels kunnen spreken en begrijpen. Hun taalkennis moet beantwoorden aan de beoordelingsschaal in bijlage II. Zij moet tenminste niveau 4 van de in die bijlage vermelde taalkenniseisen bereiken.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders kunnen aantonen dat zij op een voldoende hoog niveau Engels kunnen spreken en begrijpen. Hun taalkennis moet beantwoorden aan de beoordelingsschaal in bijlage II. Zij moet tenminste niveau 4 van de in die bijlage vermelde taalkenniseisen bereiken. De nationale toezichthoudende instanties zorgen ervoor dat luchtverkeersleiders een adequate training krijgen, zodat zij te allen tijde kunnen voldoen aan de taaleisen van dit artikel. Or. en
Motivering Luchtverkeersleiders moeten de middelen krijgen om aan de voorschriften te voldoen. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 39 Artikel 8, lid 4 4. De lidstaten kunnen eisen inzake kennis van de plaatselijke taal stellen wanneer dit noodzakelijk voor de veiligheid wordt AM\549604NL.doc
4. De lidstaten kunnen eisen inzake kennis van de plaatselijke taal stellen wanneer dit noodzakelijk voor de veiligheid wordt 13/20
PE 350.193v01-00
NL
geacht. Het vereiste taalkennisniveau mag echter niet hoger zijn dan niveau 4 van de ICAO-taalkennistest. De taalkennis wordt aangetoond door een door de aanbieder van de opleiding afgegeven certificaat of door een gelijkwaardig certificaat van een taleninstituut.
geacht. De taalkennis wordt aangetoond door een door de aanbieder van de opleiding afgegeven certificaat of door een gelijkwaardig certificaat van een taleninstituut.
Or. fr Motivering Het vereiste taalkennisniveau van een plaatselijke taal mag niet worden beperkt omdat de luchtverkeersleider doeltreffend moet kunnen communiceren met een groot aantal personen die niet zijn onderworpen aan eisen op het gebied van de kennis van het Engels. Beheersing van de plaatselijke taal is dus een voorwaarde voor een doeltreffende werking van de lokale veiligheidsketen. Amendement ingediend door Christine De Veyrac en Dominique Vlasto Amendement 40 Artikel 8, lid 4 4. De lidstaten kunnen eisen inzake kennis van de plaatselijke taal stellen wanneer dit noodzakelijk voor de veiligheid wordt geacht. Het vereiste taalkennisniveau mag echter niet hoger zijn dan niveau 4 van de ICAO-taalkennistest. De taalkennis wordt aangetoond door een door de aanbieder van de opleiding afgegeven certificaat of door een gelijkwaardig certificaat van een taleninstituut.
4. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kunnen de lidstaten om veiligheidsredenen eisen dat niveau 5 van de ICAOtaalkennistest voor het Engels en/of de plaatselijke taal wordt behaald, wanneer de operationele omstandigheden voor de kwalificatie of de vermelding zulks rechtvaardigen. Een dergelijke eis moet met redenen worden omkleed en moet nietdiscriminerend, proportioneel en transparant zijn. Or. fr
Motivering Op bepaalde posten van de luchtverkeersleiding, met name op de grote luchthavens, is het belangrijk dat de verkeersleiders perfect met uiteenlopende personen kunnen communiceren, met name met brandweerlieden op een luchthaven, of met hulpdiensten. Deze personen bezitten niet a priori kennis van een andere taal dan de plaatselijke, en anders dan voor piloten bestaat er geen afgesproken jargon. Daarom zijn, om in noodsituaties en andere bijzondere omstandigheden juist te kunnen handelen, eisen op niveau 5 noodzakelijk in deze speciale gevallen, die van geval tot geval terdege moeten worden gerechtvaardigd.
PE 350.193v01-00
NL
14/20
AM\549604NL.doc
Amendement ingediend door Gilles Savary Amendement 41 Artikel 8, lid 4 4. De lidstaten kunnen eisen inzake kennis van de plaatselijke taal stellen wanneer dit noodzakelijk voor de veiligheid wordt geacht. Het vereiste taalkennisniveau mag echter niet hoger zijn dan niveau 4 van de ICAO-taalkennistest. De taalkennis wordt aangetoond door een door de aanbieder van de opleiding afgegeven certificaat of door een gelijkwaardig certificaat van een taleninstituut.
4. De lidstaten kunnen eisen inzake kennis van de plaatselijke taal stellen wanneer dit noodzakelijk voor de veiligheid wordt geacht. Het vereiste taalkennisniveau mag echter niet lager zijn dan niveau 4 van de ICAO-taalkennistest. De taalkennis wordt aangetoond door een door de aanbieder van de opleiding afgegeven certificaat of door een gelijkwaardig certificaat van een taleninstituut. Or. fr
Motivering Als een zeer hoog niveau van het Engels wordt vereist (art. 8, leden 1 en 2), lijkt het ook legitiem een zeer goede beheersing van de plaatselijke taal te eisen. De met de luchtverkeersleiding belaste personen komen per slot van rekening ook in contact met een zeker aantal personen van lokale diensten (met name plaatselijke nooddiensten in geval van ongelukken) met wie zij probleemloos moeten kunnen spreken. Bovendien lijkt het voor de luchtverkeersleidingscentra van regionale luchthavens met uitsluitend of voornamelijk nationaal verkeer eveneens dringend noodzakelijk om te eisen dat het personeel dat belast is met de controle van de luchtverkeersleiding de plaatselijke taal goed beheerst. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 42 Artikel 10, lid 3, alinea 1 3. Certificeringsaanvragen moeten worden ingediend bij de nationale toezichthoudende instanties van de lidstaat waar de aanvrager zijn hoofdvestiging en in voorkomend geval zijn maatschappelijke zetel heeft.
3. Na raadpleging van de bij artikel 14 bis van deze richtlijn ingestelde raden voor de afgifte van vergunningen moeten certificeringsaanvragen worden ingediend bij de nationale toezichthoudende instanties van de lidstaat waar de aanvrager zijn hoofdvestiging en in voorkomend geval zijn maatschappelijke zetel heeft. Or. en
Motivering Zie het amendement voor een nieuw artikel 14 bis.
AM\549604NL.doc
15/20
PE 350.193v01-00
NL
Amendement ingediend door Jeanine Hennis-Plasschaert Amendement 43 Artikel 11, lid 2 2. In ieder geval publiceren aanbieders van opleidingen een jaarverslag en onderwerpen zij zich regelmatig aan een onafhankelijke financiële accountantscontrole.
2. Aanbieders van opleidingen publiceren een jaarverslag en onderwerpen zij zich regelmatig aan een onafhankelijke financiële accountantscontrole. Voorzover mogelijk, binnen de beperkingen als gevolg van de rechtsvorm van een aanbieder van opleidingen, moeten de rekeningen voldoen aan de door de Gemeenschap vastgesteld internationale boekhoudnormen. Or. en
Motivering Aanvulling op het eigen amendement van de rapporteur op artikel 11, lid 2: de rapporteur wijzigt artikel 11 terecht door het eerste lid weg te laten dat zou leiden tot een onnodige administratieve rompslomp voor de aanbieders van opleidingen. De bepaling dat alle boekhoudkundige activiteiten in overeenstemming moeten zijn met de internationale boekhoudnormen, moet echter uit het eerste lid worden overgenomen. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 44 Artikel 13, lid 4 bis (nieuw) 4 bis. De nationale toezichthoudende instanties zorgen ervoor dat de rechten en verplichtingen die van toepassing zijn op de arbeidsrelatie tussen de kandidaat en de werkgever in overeenstemming zijn met de wettelijke voorschriften of de CAO die van toepassing zijn op luchtverkeersleiders en dienstverleners van een land waar de verkeersleider zijn/haar werkzaamheden verricht. Or. en Amendement ingediend door Gilles Savary en Inés Ayala Sender Amendement 45 Artikel 13, lid 4 bis (nieuw) 4 bis. De nationale toezichthoudende instanties zorgen ervoor dat de rechten en PE 350.193v01-00
NL
16/20
AM\549604NL.doc
verplichtingen die van toepassing zijn op de arbeidsrelatie tussen de kandidaat en de werkgever in overeenstemming zijn met de nationale bepalingen die van toepassing zijn op luchtverkeersleiders van het land waar de verkeersleider zijn werkzaamheden verricht. Or. fr Motivering Ter voorkoming van elke vorm van sociale dumping moet duidelijk worden vastgesteld dat het arbeidsrecht van het gastland waar de kandidaat feitelijk zijn werkzaamheden verricht, van toepassing is (op welke wijze het arbeidsrecht in kwestie dan ook geregeld is: wet, CAO, ...) en zulks ongeacht de nationaliteit of de wetgeving waaronder de werkzaamheden van de werkgever van de luchtverkeersleiders valt. Amendement ingediend door Evelin Lichtenberger Amendement 46 Artikel 14, lid 1 1. De Commissie wordt geassisteerd door het bij artikel 5 van Verordening (EG) nr. 549/2004 ingestelde Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim.
1. De Commissie wordt geassisteerd door het bij artikel 5 van Verordening (EG) nr. 549/2004 ingestelde Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim. Het zorgt ervoor dat vertegenwoordigers van de sociale partners worden geraadpleegd in kwesties betreffende deze richtlijn. Or. en Motivering
Ook de vertegenwoordigers van de beroepsgroepen moeten worden opgenomen opdat zij kunnen helpen sociale dumping te voorkomen en de criteria kunnen verbeteren op grond van hun beroepservaring. Amendement ingediend door Erik Meijer, Helmuth Markov en Jaromír Kohlíček Amendement 47 Artikel 14 bis (nieuw) Artikel 14 bis Vergunningenraad 1. Onverminderd de rol van het Comité van het gemeenschappelijk luchtruim stelt de Commissie een "Communautaire AM\549604NL.doc
17/20
PE 350.193v01-00
NL
vergunningenraad in; de leden worden vastgesteld naar analogie van het comité voor de sectoriële sociale dialoog, dat is ingesteld bij Besluit 1998/500/EG van de Commissie. 2. Elke nationale toezichthoudende instantie stelt een "nationale vergunningenraad" in; de leden worden vastgesteld bij wederzijds akkoord tussen de lidstaat, de dienstverleners en erkende vertegenwoordigers van het personeel. 3. Deze raden worden, elk op zijn terrein van bevoegdheid, geraadpleegd over kwesties in verband met amendementen ter aanpassing van deze richtlijn, de certificering van opleidingsnormen, opleidingsplannen en bevoegdheidsprogramma's voor units, en de goedkeuring van plaatselijke taalkenniseisen. Bovendien fungeren deze raden als hof van beroep voordat een certificaat van een aanbieder van opleidingen of luchtverkeersleider wordt ingetrokken. Or. en Motivering Zo'n comité waarin alle partijen zitting hebben, is de beste manier voor een follow-up van de goedkeuring en uitvoering van de toekomstige richtlijn die deskundigheid en continuïteit vereist. Amendement ingediend door Gilles Savary en Inés Ayala Sender Amendement 48 Artikel 14 bis (nieuw) Artikel 14 bis Sociale dialoog Onverminderd de bevoegdheden van het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim en de procedure van artikel 14 van de onderhavige richtlijn, moet het comité voor de sectoriële dialoog, ingesteld bij Besluit 1998/500/EG van de Commissie van 20 mei 1998* verplicht worden geraadpleegd in het kader van een herziening of aanpassing van de PE 350.193v01-00
NL
18/20
AM\549604NL.doc
onderhavige richtlijn en de bijlagen. _________ *
PB L 225 van 12.8.1998, blz. 27.
Or. fr Motivering De sociale partners (aanbieders van luchtverkeersleidingsdiensten enerzijds en personeel anderzijds) moeten worden geraadpleegd vóór elke wijziging of technische aanpassing van deze richtlijn. Dit amendement sluit aan op amendement 3 van de rapporteur. Amendement ingediend door Ulrich Stockmann Amendement 49 Artikel 15 De lidstaten stellen regels inzake sancties op overtredingen van de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen vast en treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. De sancties waarin wordt voorzien moeten doeltreffend en evenredig zijn, en een afschrikkende werking hebben. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 16 vermelde datum in kennis van de desbetreffende bepalingen, en delen haar onverwijld eventuele latere wijzigingen daarop mede.
De lidstaten streven naar volledige harmonisatie van sancties op overtredingen van de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen vast en treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. De sancties waarin wordt voorzien moeten doeltreffend en evenredig zijn, en een afschrikkende werking hebben. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 16 vermelde datum in kennis van de desbetreffende bepalingen, en delen haar onverwijld eventuele latere wijzigingen daarop mede. Or. de
Motivering Een lappendeken van verschillende sancties strookt niet met de behoeften van de Europese interne markt. Daarom moet ook worden gestreefd naar uniforme sancties in de gehele EU voor overtredingen van de richtlijn. Amendement ingediend door Luís Queiró en Emanuel Jardim Fernandes Amendement 50 Artikel 15 bis (nieuw) Artikel 15 bis De door de lidstaten in het kader van de nationale wettelijke voorschriften afgegeven vergunningen stroken met de onderhavige richtlijn, onverminderd het AM\549604NL.doc
19/20
PE 350.193v01-00
NL
bepaalde in de artikelen 6 en 9. Or. pt Motivering Het gaat hier om een nieuwe regeling (tijdelijk) waarmee de continuïteit en de toepassingsvoorwaarden voor de vergunningen die vóór het van kracht worden van de richtlijn door de lidstaten zijn afgegeven, moeten worden gewaarborgd.
PE 350.193v01-00
NL
20/20
AM\549604NL.doc