Evaluatierapport bodemsanering (verontreiniging III) Goirkestraat 25 te Tilburg (NB/545/00763) Hurks Bouw & Vastgoed B.V. Eindhoven Gemeente Tilburg, Tiwos Woningbouwvereniging
24 mei 2006
Relatienummer Rapportnummer
10419/10903 2600450CR01
CONCEPT
Auteur(s)
Bewerkt: JKE/gp Gecontroleerd: 23-05-‘06 Initialen: FC Paraaf
Ir. J.C.J. Kemper
KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Regentesselaan 2 3818 HJ Amersfoort Postbus 1526 3800 BM Amersfoort
Telefoon: Telefax: e-mail: website:
033 422 13 10 033 422 13 29
[email protected] http://www.kwa.nl
Rabobank: 372977669 KvK Gooi en Eemland: 32069286
1.
Inleiding In opdracht van Hurks Bouw & Vastgoed B.V. (hierna te noemen Hurks), Tiwos en de Gemeente Tilburg is een bodemsanering uitgevoerd op een terrein, bekend als Goirkestraat 1937 en Wittebollestraat 10 te Tilburg, te weten Bodemsanering Rijghpark. De evaluatie van de bodemsanering met uitzondering van de verontreiniging met zware metalen op het perceel Goirkestraat 25 (verontreiniging III) is reeds vastgelegd in het evaluatierapport “Evaluatierapport bodemsanering Goirkestraat 19-37 en Wittebollestraat 10 te Tilburg (NB/545/00763), KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 2403110DR04, 30 november 2004. Op genoemde evaluatie is reeds schriftelijke goedkeuring verkregen. Het voorliggend evaluatierapport heeft alleen betrekking op verontreiniging III, zoals de Gemeente Tilburg in haar rol als opdrachtgever en bevoegd gezag heeft vereist. De regionale ligging van het bedrijfsterrein staat aangegeven op de topografische kaart in bijlage 1. De locatie ligt in het stadsdeel ‘t Goirke. Bijlage 2 geeft de situatie weer ter plaatse van de saneringslocatie. Hurks en de Gemeente Tilburg zijn voornemens om de betreffende locatie te ontwikkelen voor woningbouw. In verband met de (voormalige) bedrijfsmatige activiteiten op de diverse percelen en in het kader van de overdracht en ontwikkeling van het terrein zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Uit de resultaten van de onderzoeken bleek sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging, met als gevolg dat in het kader van de Wet bodembescherming een saneringsplan bij de Gemeente Tilburg is ingediend. In het saneringsplan staan de te nemen saneringsmaatregelen omschreven ten einde te komen tot een situatie waarbij de bodemkwaliteit geen bezwaar is voor de te realiseren bebouwing. De Gemeente Tilburg heeft ingestemd met dit rapport (“Saneringsplan bodemverontreiniging Goirkestraat 19-37 en Wittebollestraat 10 te Tilburg (voormalig Eras terrein)”, KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 2305740DR01, 20 februari 2004) bij beschikking met kenmerk Wbb/2004/07/PU2004_8515 (25 mei 2004). De werkzaamheden zijn door Van Hees Sloop- en Recycling (Heijmans Milieutechniek Rosmalen) uitgevoerd. Het eerste deel van de werkzaamheden met betrekking tot de sanering van verontreiniging III hebben plaatsgevonden van 8 tot en met 23 juli 2004. Tijdens de ontgraving van verontreiniging III bleek als gevolg van de zeer heterogene bodemopbouw dat geen representatief monster kon worden verkregen en derhalve voor de kwaliteit van één van de putwanden niet kon worden voldaan aan de vastgestelde terugsaneerwaarde. In overleg met de Gemeente Tilburg (contactpersoon de heer P. Janssen) is besloten om de kwaliteit van de te ontgraven grond langs de Wittebollestraat door middel van in-situ depotkeuringen conform Bouwstoffenbesluit vast te stellen en dat als resultaat na sanering te hanteren. Deze inkeuring conform Bouwstoffenbesluit is uitgevoerd op 5 april en 27 mei 2005. De partijkeuring is opgenomen in bijlage 10. De rapportage van de partijkeuring is voorgelegd aan de Gemeente Tilburg, die hiermee heeft ingestemd. Op 3 mei 2006 is het verontreinigde depot 1 ontgraven, waarmee aan de terugsaneerwaarden is voldaan en de bodemsanering Rijghpark verontreiniging III is afgerond. Het werk is uitgevoerd onder directie van Oranjewoud uit Oosterhout. De milieukundige begeleiding was in handen van KWA Bedrijfsadviseurs B.V. (hierna KWA). Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd door ALcontrol B.V. te Hoogvliet. Het onderhavige rapport betreft een rapport dat uitsluitsel geeft over de uitgevoerde werkzaamheden en kwaliteit van de ontgravingen voor de bodemverontreiniging met verhoogde gehalten aan zware metalen in de toplaag langs de Wittebollestraat. Het saneringsrapport beschrijft de uitgevoerde werkzaamheden en resultaten van de saneringen die op de locatie zijn uitgevoerd.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 3 van 24
Het onderhavige rapport is als volgt opgebouwd: • inventarisatie beschikbare gegevens en verontreinigingssituatie (hoofdstuk 2); • algemene en organisatorische aspecten (hoofdstuk 3); • beschrijving saneringsmaatregelen (hoofdstuk 4); • conclusies (hoofdstuk 5).
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 4 van 24
2.
Inventarisatie beschikbare gegevens en verontreinigingssituatie
2.1
Algemene gegevens De saneringslocatie betreffende verontreiniging III was deel van het perceel Goirkestraat 25-29 en in het verleden in gebruik door garagebedrijf Van der Boom B.V. (tot medio oktober 2002). Aangrenzend waren Goirkestraat 19-21 en Wittebollestraat 10 in gebruik van de voormalige verf- en glashandel Joh. Smid B.V. Dit perceel is eveneens meegenomen bij de in-situ depotkeuring voor het vaststellen van de totale omvang. De kadastrale aanduiding, oppervlakte en eigendomssituatie van de twee percelen (zoals bekend bij het opstellen van het evaluatierapport in november 2004) zijn weergegeven in onderstaande tabel. Adressering Wittebollestraat 10 / Goirkestraat 19-21 Goirkestraat 23 t/m 25B * kadastrale eigenaar: situatie 2004
Kadastraal nummer oppervlakte Gemeente Tilburg, sectie N m2 13628 1725 14216 4830
eigenaar gemeente Tilburg Woningstichting Tiwos
In het kader van de voorgenomen herstructurering van Goirke West heeft Hurks een verzoek ingediend tot herziening van het bestemmingsplan ter plaatse van het Eras-terrein. Dit verzoek maakt onderdeel uit van het masterplan, opgesteld voor Goirke West in opdracht van gemeente, Hurks en woningcorporatie Tiwos. De herontwikkeling van het Eras-terrein is één van de eerste maatregelen die worden genoemd in de herstructureringsvisie 'Goirke West in de schijnwerper'. Het betreft een woningbouwplan, gecombineerd met commerciële ruimten op het oude Eras-terrein aan de Goirkestraat. Op de saneringslocatie langs de Wittebollenstraat is het volgende voorgesteld (de eerste fase van het masterplan Goirke West, opgesteld door AWG architecten uit Antwerpen): • de bouw van een zeventiental nieuwbouwblokken waarin zich zeventien grondgebonden woningen en 96 appartementen bevinden variërend in twee tot vijf bouwlagen; • Op maaiveldniveau komen op de begane grond nog een aantal bezoekersparkeerplaatsen rond het plan. 2.2
Voorinformatie In deze paragraaf is kort de historie van het terrein ter plaatse van verontreiniging III en direct aangrenzend perceel weergegeven met het oog op de verontreiniging met zware metalen. Locatie Goirkestraat 19-21 Op deze locatie was sinds 1960 het schildersbedrijf Joh. Smid B.V. gevestigd. De bedrijfsactiviteiten van Joh. Smid B.V. zijn in 2003 beëindigd. Voor de sloop was het grootste deel van de locatie bebouwd. Het pand bestond uit een verkoopruimte, kantoor, magazijn met mengafdeling en bedrijfshal. In de bedrijfshal vond opslag en bewerking plaats van glas, perspex en behang. Tevens werden in de bedrijfshal grond- en afvalstoffen opgeslagen (verven, lakken, oplosmiddelen en verdunners en verfblikken en kitkokers). Op grond van bouwtekeningen (1959) zijn de eerste delen van het bedrijfspand opgericht op de locatie Goirkestraat 19-21. Vervolgens is het bedrijf in westelijke en noordelijke richting uitgebreid op onder meer een deel van het voormalige Eras-terrein.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 5 van 24
Voormalig Eras-terrein (Goirkestraat 23-37 en Wittebollestraat 10) De historie van het Eras-terrein is hierna kort samengevat. Voor een uitgebreide beschrijving van de historie wordt verwezen naar de rapportages van KWA, zoals genoemd in de tabel in paragraaf 2.4 [ref. 10 en 11]. In hoofdlijnen is de historie van het terrein als volgt te beschrijven: Periode tot 1850 1860 - 1958
Gebruik Onbebouwd Wollenstoffenfabrieken
1958 1965 1965
- 2003
1965
- 2003
1970
- ≈2001
Textielfabriek Faillissement, splitsing percelen Deel van locatie Wittebollestraat 10, opslaghal Joh. Smid B.V. groothandel Garagebedrijf en benzinestation Van der Boom Opslagruimte voor sportartikelen / sportschool Supermarkt Jac. Hermans Prijsslag BV later A & P / Schuitema
- 1965
Eigenaar Onbekend H. Eras & Zn. en C. de Wijs & Co. W. Schoenmakers & Zn.
Na het faillissement van de textielfabriek in 1965 is het bedrijfsterrein gesplitst in onder andere de volgende deellocaties: terrein langs de Wittebollestraat, Goirkestraat 23, Goirkestraat 25, Goirkestraat 27 en Goirkestraat 37. Hierna is op huisnummer de beschikbare informatie samengevat. Wittebollestraat 10 Het terrein langs de Wittebollestraat (later nr. 10) is na het faillissement overgenomen door Joh. Smid B.V. Verwezen wordt naar de activiteiten zoals beschreven op de locatie Goirkestraat 19-21. Goirkestraat 25 In de periode 1965 tot 2003 is de locatie Goirkestraat 25 in gebruik geweest door de firma Van der Boom. Dit terrein was in gebruik als garagebedrijf met showroom en benzinestation. Een deel van de opslagruimten werd verhuurd voor opslag van sportartikelen. 2.3
Geohydrologische situatie De geohydrologische situatie is afgeleid uit voorgaande bodemonderzoeken op de locatie en aangrenzende percelen en onderstaande literatuurbronnen: • Grondwaterkaart van Nederland, december 1975, Dienst Grondwaterverkenning van TNO; • Grote Provincie Atlas, Topografische Dienst Emmen, schaal 1:25000, 1990. Een schematisch overzicht van de bodemopbouw is gegeven in tabel 2.2. Tabel 2.2: Lokale bodemopbouw Diepte (m –mv)
Samenstelling
Geohydrologische eenheid
Geohydrologische parameters
0 – 1,4
Fijn tot matig fijn zand
deklaag
kD ≈ 50 m /dag
2
1,4-1,9
Zwak zandhoudende leem
deklaag
C ≈ 10 dagen
1,9-12
Zandige deklaag met op 2,5, 6 en 10 mmv dunne kleihoudende stoorlaagjes
deklaag
KD ≈ 100 tot 2.000 m /dag C ≈ 2 dagen
12 – 57
Grofzandige afzettingen
1 watervoerend pakket
2
e
Het maaiveld op de onderzoekslocatie ligt op ongeveer 13,5 meter boven NAP. Het freatisch grondwaterpeil is aangetroffen van 1,1 tot 2,7 meter beneden maaiveld (m-mv).
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 6 van 24
De locatie wordt geohydrologisch gezien beïnvloed door de Gilze-Rijen-storing en de Peelrandbreuk. Uit de grondwaterkaarten blijkt dat de grondwaterstromingsrichting van zowel het freatisch als eerste watervoerend pakket noordoostelijk gericht is. Op basis van stijghoogteverschillen tussen het freatisch grondwaterniveau en dat van het eerste watervoerend pakket is er sprake van een neerwaarts gerichte grondwaterstroming (inzijging). 2.4
Eerder uitgevoerde bodemonderzoeken Ter plaatse van verontreiniging III en op aangrenzende percelen zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. In tabel 2.1 is een overzicht gegeven van de rapportages die relevant waren voor de bodemsanering voor de locatie Goirkestraat 21-25 en Wittebollenstraat 10, waartoe de verontreiniging III behoorde. Tabel 2.1: Overzicht (bodem)onderzoeksrapporten ref naam onderzoek Locatie Goirkestraat 19-21 Wittebollestraat 10 1 Verkennend en nader bodemonderzoek (NEN 5740) Goirkestraat 19, 19A, 21 en Wittebollestraat 10 Tilburg Gemeente Tilburg sectie N 2 Nader bodemonderzoek Goirkestraat 21-Wittebollenstraat 10 Tilburg
uitvoerend bureau
kenmerk
Zeeuwen Milieu BV,
projectnummer 0202016
Oranjewoud
projectnr. 5623-135911
rapportdatum 1 juni 2002 10 oktober 2003
Goirkestraat 25 t/m 25B, kadastraal nummer 14216 3 Rapport betreffende afperkend milieukundig bodemonderzoek Shell Fugro Milieu Consult B.V. Tankstation v.d. Boom aan de Goirkestraat 25 te Tilburg 2 Aanvullend bodemonderzoek Shell-tankstation Goirkestraat 25 te Tilburg Fugro Milieu Consult B.V.
projectnr. 5530-42592
1 juli 1992
3
Evaluatie grondsanering Shell-tankinstallatie Goirkestraat 25 te Tilburg
projectnr. 3273-73644
1 april 1995
4 5
Nulsituatie/BSB bodemonderzoek t.p.v. het bedrijfsterrein van autobedrijf Fugro Milieu Consult B.V. Van der Boom te Tilburg Nader bodemonderzoek ter plaatse van de Goirkestraat 25 te Tilburg Fugro Milieu Consult B.V.
FMC-rapportnr. 89000271
13 september 2000
6
Milieukundig bodemonderzoek aan de Goirkestraat 25 te Tilburg
Fugro Milieu Consult B.V.
FMC-rapportnr. 89000389
17 november 2000
7
Milieukundig bodemonderzoek aan de Goirkestraat 25 te Tilburg
Fugro Milieu Consult B.V.
FMC-rapportnr. 89000430
17 november 2000
8
FMC-rapportnr. 89000447
1 januari 2001
9
Nader bodemonderzoek (t/m fase 3) ter plaatse van de Goirkestraat 25 te Fugro Milieu Consult B.V. Tilburg Aanvullend bodemonderzoek NEN 5740 Goirkestraat 25 te Tilburg Zeeuwen Milieu
projectnr. 0920110
10
Luchtfoto-interpretatie Goirkestraat 25 te Tilburg
KWA Bedrijfsadviseurs BV
brief 10419/2009530DB02.DOC/rt/gfl
11
Aanvullend bodemonderzoek Goirkestraat 25 te Tilburg
KWA Bedrijfsadviseurs BV
projectnr. 2207510DR01
Oranjewoud
E-8689
89981161.11
24 juni 1991
6 september 1999
1 juli 2001 8 januari 2001 12 mei 2003
Naast bovengenoemde onderzoeken is in verband met de risico-inventarisatie en de uitwerking van de saneringsvariant in het saneringsplan aanvullend onderzoek opgenomen. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in het rapport “Saneringsplan bodemverontreiniging Goirkestraat 19-37 en Wittebollestraat 10 te Tilburg (voormalig Eras-terrein)”, KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 2305740DR01, 20 februari 2004 [ref. 16]. 2.5
Verontreinigingssituatie De hierna beschreven verontreinigingssituatie is afgeleid op grond van de uitgevoerde bodemonderzoeken en bodemsanering weergegeven in paragraaf 2.1.
2.5.1
Algemeen Als gevolg van de voormalige bedrijfsactiviteiten is sprake van een sterk heterogene bodemopbouw. Vanaf het maaiveld tot een diepte van ongeveer één meter worden zintuiglijk sporen puin tot volledige puinlagen waargenomen en plaatselijk is sprake van kolengruis en sintelhoudend materiaal. Analytisch zijn in het algemeen in deze heterogene bodem geen dan wel licht verhoogde gehalten voor metalen en PAK in de grond aangetoond. In het grondwater worden over het algemeen geen tot licht verhoogde gehalten voor enkele metalen of minerale olie gemeten. Op het totale plangebied Rijghpark waren enkele deellocaties aangegeven waar afwijkend ten opzichte van het algemene beeld van de bodemkwaliteit een relevante bodemverontreiniging was aangetoond. Deze afwijking met betrekking tot de Goirkestraat 25 zijnde de voormalige blauwsloot is hierna weergegeven.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 7 van 24
2.5.2
Goirkestraat 25 Op de locatie Goirkestraat zijn sinds 1990 diverse bodemonderzoeken en een bodemsanering uitgevoerd. Specifiek zijn de volgende deellocaties bekend waar bodemverontreiniging is aangetoond: • auto-opslaghal en voormalige blauwsloot. Ter plaatse van de auto-opslaghal zijn in de bovengrond sterk verhoogde gehalten aan koper en lood aangetoond. De waargenomen verontreinigde laag bij het nader bodemonderzoek [5] bestaat uit donkerbruin tot zwart, licht humeus zand met sporen puin. Zoals ook op het perceel Wittebollestraat 10, was ook ter plaatse van dit deel op het terrein Goirkestraat 25 in het verleden een blauwsloot gesitueerd. In verband met de aangetoonde verontreiniging met metalen en deze voormalige blauwsloot zijn bij het aanvullend bodemonderzoek [11] ter plaatse en in de directe omgeving van deze voormalige blauwsloot boringen verricht. De voormalige blauwsloot bleek gedempt te zijn met diverse materialen, puin en eveneens donkerbruin zand. In het mengmonster van dit dempingmateriaal (ter plaatse van boringen 707 en 708) werd een sterk verhoogd gehalte koper en een licht verhoogd gehalte lood aangetoond. Op grond van de uitgevoerde onderzoeken blijkt in het algemeen op dit deel van het perceel Goirkestraat 25 een donkerbruine humeuze laag te worden waargenomen welke overeenkomt met de beschreven bodemopbouw van enkele boringen uit het nader bodemonderzoek [5]. Deze bodemlaag wordt waargenomen vanaf de westelijke perceelgrens tot ongeveer boring 711 en in zuidelijke richting tot ongeveer boring 313. De bodemlaag wordt gevonden vanaf het maaiveld en plaatselijk tot een diepte van 1,5 m-mv. Op enkele plaatsen, bijvoorbeeld in de directe nabijheid van de blauwsloot, wordt deze verontreinigde bodemlaag niet vanaf het maaiveld gevonden, maar vanaf ongeveer 0,4 m-mv. De toplaag bestaat uit zeer fijn matig siltig zand tot zandige leem met een crème tot bruine kleur. Analytisch zijn in deze toplaag geen relevant verhoogde gehalten koper en lood aangetoond. De verhoogde gehalten voor koper en lood worden gemeten in de bovengrond over een oppervlak van circa 1.000 m2. Het totale volume is geschat op circa 900 m3. De verontreiniging is verder aangeduid als verontreiniging III. Verder wordt aangaande de deellocatie Goirkestraat 25 het volgende opgemerkt. In verband met onder andere de aanwezigheid van diverse bijmengingen in de toplaag van de bodem is, op 10 en 11 december 2003 zoals eerder genoemd, aan twee zijden van het historische gebouw een proefsleuf gegraven. Bij deze proefsleuf is tevens indicatief nagegaan of er sprake is van asbesthoudende materialen in de geroerde toplaag. Tijdens het graven van de proefsleuf zijn in de bovengrond visueel géén asbesthoudende materialen waargenomen. Analytisch zijn in de twee grondmonsters geen tot een zeer geringe hoeveelheid asbesthoudende materialen aangetoond en er is geen sprake van respirabele (inhaleerbare) losse vezels. Het aangetoonde gehalte in één van de monsters ligt ruim beneden de interventieen restconcentratienorm (gewogen 100 mg/kg ds) welke door de Gemeente Tilburg in het bodembeleid is opgenomen.
2.6
Ernst en urgentie sanering Uit de resultaten, beschreven in paragraaf 2.5, wordt geconcludeerd dat hoogstwaarschijnlijk verontreiniging III (metalen in de bovengrond Goirkestraat 25) op basis van het volumecriterium als ernstig kunnen worden beschouwd. Op basis van de uitgevoerde risicobeoordeling in het saneringsplan [16] zijn er voor de aangetoonde verontreinigingen geen actuele humane, ecologische of verspreidingsrisico’s afgeleid. Derhalve is de aangetoonde verontreiniging als niet urgent beoordeeld.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 8 van 24
Als voorwaarde voor het verlenen van de bouwvergunning aan Hurks heeft de Gemeente Tilburg zich op het standpunt gesteld dat voorafgaand aan de bouw de aangetoonde gevallen van ernstige bodemverontreiniging op de percelen Goirkestraat 19-21 en Wittebollestraat 10 en Goirkestraat 25 moet worden verwijderd.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 9 van 24
3.
Algemene en organisatorische aspecten sanering
3.1
Doel van de sanering
3.1.1
Algemeen De saneringsdoelstelling voor de bodemverontreiniging wordt bepaald door het overheidsbeleid. Dit beleid is in principe vastgelegd in de vigerende Wet bodembescherming. Daarnaast is de afgelopen jaren door het ministerie van VROM, het IPO en de VNG intensief gewerkt aan de zogenaamde Beleidsvernieuwing (BEVER). Kernbegrippen van deze koerswijziging zijn in detail uitgewerkt in de volgende stukken: • “Van trechter naar zeef” (oktober 1999); • “Eindrapport BEVER/UPR, De veranderingen in het bodemsaneringsbeleid als uitwerking van het Kabinetsstandpunt van 1997” (2001); • “Besluit locatiespecifieke omstandigheden bodemsanering” (Stb. 192, 2002). In het beleid voor mobiele verontreinigingen zijn vijf uiteindelijk na te streven saneringsdoelen beschreven. Deze “saneringstreden” zijn weergegeven in de zogenaamde “saneringsladder”. De volgende eindsituaties worden onderscheiden: Tabel 4.1: Saneringstreden trede 1 multifunctionele aanpak; geen restverontreiniging, geen nazorg trede 2 kleine restverontreiniging, geen (verspreidings)risico’s, stabiel binnen 30 jaar trede 3 grote restverontreiniging, geen humane of ecologische risico’s; wel tijdelijke (verspreidings)risico’s, stabiel binnen 30 jaar, inclusief monitoringprotocol trede 4 (geringe) restverontreiniging; geen risico’s, bewaking door middel van monitoringsysteem, geen stabiele eindsituatie; actief controleren trede 5 restverontreiniging, geen risico’s door actief IBC In 1999 is de notitie ‘Van trechter tot zeef’ uitgebracht door VROM, waarin de aanpak is geschetst voor ‘functiegericht en kosteneffectief saneren’. In deze notitie is aangegeven dat elke sanering aan de volgende doelstellingen moet voldoen: • de keuze van de saneringsvariant moet in samenhang met en in relatie tot de geplande ontwikkeling worden beschouwd; • humane en ecologische blootstelling moet worden voorkomen; • verspreiding via het grondwater moet worden tegengegaan; • er moeten ijkmomenten worden ingebouwd om te beoordelen of het gewenste saneringsresultaat (tijdig) wordt bereikt, zo nodig moet de saneringsaanpak worden bijgestuurd; • het saneringsresultaat leidt tot een oplossing die zo min mogelijk zorg voor de restverontreiniging in de bodem vergt. Gelet op de herontwikkeling van de locatie is voor het wegnemen van verontreiniging III gekozen voor ontgraving van de verontreiniging. Ter plaatse van verontreiniging III wordt, vanwege de bestemmingswijziging naar woningbouw, de sanering gericht op het herstellen van de bodemkwaliteit zoals deze in dit deel van Tilburg gewoon is (achtergrondwaarden). Samenvattend: • voor de bodemsanering op het voormalige Eras-terrein wordt gekozen voor een multifunctionele variant op basis van ontgraving.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 10 van 24
Vanwege de geplande uitbreiding en mogelijke toekomstige uitbreidingsplannen en om aan bovengeschetste doelstellingen te voldoen, is de volgende saneringsmethode toegepast: • de immobiele verontreiniging III wordt multifunctioneel gesaneerd, hetgeen gezien de geplande woningbouw betekent dat deze wordt teruggebracht tot het niveau van de achtergrondwaarden zoals vastgesteld door de Gemeente Tilburg. In overleg met de Gemeente Tilburg is bepaald om het bewijs van het terugbrengen tot het niveau van de achtergrondwaarden door middel van een in-situ Bouwstoffenkeuring te doen plaatsvinden. 3.1.2
Gemeentelijk beleid Gemeente Tilburg heeft als bevoegd gezag Wbb op basis van het landelijk beleid een eigen beleid ontwikkeld. Dit beleid is beschreven in het rapport “In goede aarde”. Gemeente Tilburg heeft voor de gehele Gemeente Tilburg achtergrondwaarden voor zware metalen en PAK vastgesteld. Bij de voorgenomen bodemsanering worden deze achtergrondwaarden als terugsaneerwaarde gehanteerd. Gebaseerd op de beschikbare, historische informatie worden de aanwezige bodemverontreinigingen op de eerder genoemde percelen als een historische bodemverontreiniging beschouwd. Voor gedetailleerde, historische informatie wordt verwezen naar de genoemde bodemonderzoeken in paragraaf 2.4.
3.2
Aanpak verontreinigingen
3.2.1
Voorbereidende werkzaamheden Voor de start van de sloop, bodemsanering en herontwikkeling van het gehele Eras-terrein is het gehele terrein Goirkestraat 19-37 / Wittebollestraat 10 afgesloten met hekken. Voorafgaand aan en tijdens de bodemsanering op het gehele Eras-terrein zijn, met uitzondering van de twee monumentale panden op de percelen Goirkestraat 25 en 27-29, de aanwezige panden gesloopt. Alvorens de panden zijn gesloopt, zijn alle asbesthoudende materialen uit de betreffende panden verwijderd. Daarnaast zijn de aanwezige hoogspanningsruimte (Goirkestraat 25), alsmede alle aanwezige kabels en leidingen, buiten gebruik gesteld. Bij de sloop zijn wel de vloeren, maar niet de funderingen in de omgeving (tot 5 meter afstand van de verontreiniging) van de genoemde bodemverontreiniging verwijderd. Dit om te voorkomen dat de onderliggende bodem wordt gemengd. Op het perceel Goirkestraat 25 (aan de oostzijde, nabij de Flanelstraat) is een schone en verontreinigde zone gecreëerd (bij de ingang is een schaft- en decontaminatiekeet geïnstalleerd). Aan de aanwezige bouwhekken zijn waarschuwingsborden aangebracht conform CROW 132. Met de heer Verbunt van de Gemeente Tilburg zijn verkeerstechnische maatregelen en aan- en afvoerroutes afgestemd (afvoer van grond heeft plaatsgevonden via de voormalige uitgang van Garagebedrijf Van der Boom aan de Goirkestraat 25). Een deel van het in mei 2006 ontgraven terrein (Goirkestraat 25 en 27) was in de eerdere fase van de ontwikkeling van het Eras-terrein ingericht voor tijdelijke gronddepots. Na afronding van de sloopwerkzaamheden is op 16 september 2004 het maaiveld van de gehele locatie geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen. De inspectie is uitgevoerd door een veldwerker met de ervaring en kennis om asbesthoudende materialen in het veld te kunnen herkennen (zijnde persoonlijk gecertificeerd als Deskundig Toezichthouder Asbestsloop = DTA-er). Tijdens de inspectie zijn geen asbesthoudende materialen of asbestverdachte materialen aangetroffen.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 11 van 24
3.2.2
Grondsanering Op grond van de afwegingen in het saneringsplan is voor wat betreft de verontreiniging met metalen (verontreiniging III) uitgegaan van een multifunctionele sanering (saneren tot aan de achtergrondwaarden van dit gebied). De Gemeente Tilburg heeft in haar beleid voor elke wijk, uitgaande van een multifunctionele bodemsanering, terugsaneerwaarden vastgesteld zoals weergegeven in paragraaf 3.3. Voor minerale olie en EOX zijn in dit beleid geen specifieke terugsaneerwaarden opgenomen. De volgende saneringsdoelstelling voor verontreiniging III (Goirkestraat 25) is geformuleerd: • De aanwezige bodemverontreiniging met zware metalen in de toplaag wordt gesaneerd tot de achtergrondwaarden, zoals vastgesteld door de Gemeente Tilburg zijn bereikt. Dit betekent in feite dat ter plaatse sprake is van een multifunctionele sanering.
3.3
Terugsaneerwaarden Het Eras-terrein ligt binnen bodemkwaliteitzone B (Binnenstad). In de tabellen 3.1 en 3.2 staan de verwachtingswaarden voor zowel de boven- als ondergrond (0-0,5 m-mv en 0,5-2,0 m-mv). Met behulp van een kleur is aangegeven of het gehalte een bijbehorende toetsingswaarde overschrijdt. Voor de toetsing is rekening gehouden met een organisch stofgehalte van 2,5% en een lutumgehalte van 3,6% voor de bovengrond en respectievelijk 3,0% en 3,8% voor de ondergrond. De gehalten aan organische stof en lutum voor zowel de boven- als de ondergrond zijn gebaseerd op gemiddelden van de waarnemingen van de betreffende parameter. Tabel 3.1: Terugsaneerwaarden (verwachtingswaarden, inclusief uitbijters) Zone
PAK (10)
Lood
Koper
Zink
Arseen
Kwik
Cadmium
Nikkel
Chroom
Bovengrond
8,1
126
78,8
139,3
6,8
0,4
0,6
7,6
12,1
Ondergrond
11,7
62,1
36,7
80,5
6,3
1
0,3
9
14,1
Noot: : waarde kleiner dan de streefwaarde : overschrijding van de streefwaarde : overschrijding van de tussenwaarde bovengrond: 0-0,5 m-mv ondergrond: 0,5-2,0 m-mv
Bron: rapport 'Vaststellen gebiedseigen kwaliteit, Tilburg', Gemeente Tilburg, 29 november 2000.
De verwachtingswaarden worden niet gecorrigeerd voor het lutum- en organisch stofgehalte. Indien de streefwaarde hoger is dan de verwachtingswaarde wordt de streefwaarde als terugsaneerwaarde gebruikt. Hierbij wordt de streefwaarde uiteraard wel gecorrigeerd voor de tijdens bodemonderzoek aangetroffen lutum- en organisch stofgehaltes. 3.4
Vergunningen, meldingen en dergelijke Voor de uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot verontreiniging III zijn de in tabel 3.3 aangegeven meldingen gedaan. Tabel 3.3: Vergunningen, meldingen en dergelijke Regelgeving
Onderdeel
Instantie
Melding
Wet bodembescherming
Beschikking Wet bodembescherming op het saneringsplan
Gemeente Tilburg
Kenmerk Wbb/2004/07/PU2004_8515 van 25 mei 2004
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 12 van 24
3.5
Betrokken instanties Onderdeel Bevoegd gezag Wet bodembescherming Opdrachtgevers
Instantie Gemeente Tilburg Hurks Bouw Vastgoed B.V. Gemeente Tilburg Woningbouwvereniging Tiwos
3.6
Hoofdaannemer
Van Hees Sloop en Recycling B.V. Heijmans Milieutechniek B.V.
Directievoering
Oranjewoud
Milieukundige begeleiding
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
Verwerker(s) verontreinigde grond Verwerker verontreinigd puin
Heijmans Milieutechniek ATM Moerdijk
Adres Postbus 717, 5000 AS Tilburg contactpersoon: dhr. P. Janssen Postbus 671, 5600 AR Eindhoven contactpersoon: dhr. J. Leermakers Postbus 717, 5000 AS Tilburg contactpersoon: dhr. B. Lacroix Postbus 10051, 5000 JB Tilburg contactpersoon: dhr. Van Delft Postbus 6141, 6004 EC Tilburg contactpersoon: dhr. M. Lamber Postbus 377, 5240 AJ Rosmalen contactpersoon: H. Sieben Postbus 40, 4900 AA Oosterhout contactpersoon: dhr. S.G.M. Borst Postbus 1526, 3800 BM AMERSFOORT contactpersonen: dhr. R. Terlouw / dhr. J. Kemper Postbus 377, 5240 AJ Rosmalen contactpersoon: H. Sieben Postbus 30, 4780 AA MOERDIJK
Directie De saneringswerkzaamheden zijn namens de opdrachtgevers begeleid door Oranjewoud als directievoerder. De directie houdt toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden conform de aan de aannemer gestelde eisen. De taken van de directie zijn beschreven in de UAV 1989 en bestaan onder andere uit: • coördinatie van de werkzaamheden en contact met betrokken overheden; • administratie van hoeveelheden en uren; • het contact met de verschillende betrokken externe instanties (waaronder bevoegd gezag); • de bewaking en bijsturing van de uitvoering van de werkzaamheden conform de eisen zoals gesteld aan de aannemer.
3.7
Milieukundige begeleiding De bodemsaneringwerkzaamheden hebben plaatsgevonden onder milieukundige begeleiding van KWA. Door de milieukundig begeleider zijn de volgende werkzaamheden verricht: • het vaststellen en registreren van de begrenzingen van de ontgravingen; • het adviseren met betrekking tot het zo nodig scheiden van het verontreinigde materiaal op grond van de aard en de mate van verontreiniging; • het adviseren met betrekking tot het nemen van maatregelen inzake de veiligheid tijdens de saneringswerkzaamheden; • het vaststellen van de kwaliteit van de grond en het grondwater tijdens en na sanering; • het toezicht houden op een juiste verwerking van vrijkomende grond en/of andere materialen en het registreren hiervan; • het bijhouden van een logboek, dat heeft gediend als basis voor de onderhavige rapportage. Na ontgraving van verontreiniging III heeft in eerste fase driemaal een uitkeuring van de ontgravingput plaatsgevonden. Hierbij is de volgende monsternamestrategie gehanteerd in de lijn van de BRL-SIKB 6000: • putbodem: in principe is één grondmonster per 100 m2 putbodem bemonsterd.; • putwand: in principe zijn twee monsters per 100 m2 wand bemonsterd, uitgaande van twee grondsoorten (zand en klei/silt monster). In praktijk bleek dat de grondsoorten dusdanig heterogeen in de bovengrond aanwezig waren, dat de putwand in de eerste fase (juli 2004) als één monster per 50 m2 is bemonsterd.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 13 van 24
3.8
Veiligheid De Arbowet is op de werkzaamheden van toepassing. De werkzaamheden zijn uitgevoerd binnen de veiligheidsvoorschriften van informatieblad 22 van de Arbeidsinspectie en CUR 132 van de C.R.O.W. Voor de bijbehorende maatregelen wordt kortheidshalve verwezen naar deze uitgaven. De werkzaamheden ter plaatse van de overige verontreinigingen zijn uitgevoerd in 0T en 0F. Een en ander is vastgelegd in het V&G plan/saneringsdraaiboek dat door Heijmans is opgesteld (referentie maka6/40148 van 24 juni 2004 en de aanpassingen daarop met kenmerk maka6/40148/A1 van 9 juli 2004).
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 14 van 24
4.
Beschrijving van de saneringsmaatregelen grondsanering
4.1
Algemeen overzicht saneringswerkzaamheden In algemene zin hebben de saneringswerkzaamheden voor de aangetroffen bodemverontreiniging III bestaan uit het ontgraven van de grondverontreiniging. De algemene wijze van saneren van alle deelgebieden bestaat uit: • het uitzetten van de ontgravingsvak (8 juli 2004); • het verwijderen van de binnen de ontgravingsvak aan maaiveld aanwezige verharding en puinlagen (geen bodem); • het ontgraven van de verontreinigde grond van verontreiniging III en plaatsing in twee depots; • het in samenloop met de ontgraving ten behoeve van de bodemsanering verwijderen van ondergrondse infrastructuur ter plaatse van de ontgravingsvakken; • het nemen van controlemonsters van de putbodem en putwanden, waarbij de monsternamestrategie gebaseerd is op de BRL 6000. De controlemonsters zijn vervolgens geanalyseerd op de voor de betreffende deelverontreiniging relevante verontreinigende stoffen (9, 12 en 13 juli 2004); • naar aanleiding van steeds opnieuw aangetoonde gehalten boven de terugsaneerwaarde het tweemaal opschonen van wand W2 en plaatsing van dit materiaal in een derde depot (16 en 19, 22 juli 2004); • het inmeten van de ontgravingsput+ • het graven van een proefsleuf en raai boringen als derde opschoning van wand W2 (23 juli 2004); • het uitvoeren van de boringen B01, B02 en B03 (9 september 2004)+ • de kwaliteit van de grond is in eerste instantie indicatief bepaald door per partij een mengmonster te analyseren op een NEN/pakket. Op basis van de indicatieve resultaten zijn zijn depots op de locatie ingekeurd conform Bouwstoffenbesluit1; • Het afvoeren van de drie gronddepots op 24 en 25 januari 2005; • het uitvoeren van een in-situ depotkeuring van de bovengrond ten oosten van het gesaneerde gebied (ter plaatse van de grondgebonden woningen)2+ • het uitzetten van de ontgraving van in-situ depot 1 (27 april 2006); • het ontgraven en afvoer in-situ depot 1 (3 mei 2006). De in samenloop met de bodemsanering uitgevoerde sloop van de ondergrondse infrastructuur ter plaatse van de ontgravingsvakken valt onder de gehele sloopwerkzaamheden. De afvoer van het vrijgekomen sloopmateriaal is verzorgd door Van Hees Sloop en Recycling B.V. en valt derhalve buiten deze rapportage van de bodemsanering. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de specifieke saneringsmaatregelen voor de grondsanering van verontreiniging III. In de beschrijving wordt niet ingegaan op de uitgevoerde sloopwerkzaamheden van de ondergrondse infrastructuur, tenzij dit invloed heeft gehad op de uitvoering van de grondsanering.
1 Partijkeuring Bouwstoffenbesluit Goirkestraat 19-37 te Tilburg (depot 1 en 2, verontreiniging III) in opdracht van Hurks Bouw & Vastgoed en Gemeente Tilburg, KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 240311DR02, 30 september 2004 2 Partijkeuring Goirkestraat 19-21/Wittebollenstraat 10 te Tilburg, in opdracht van Hurks Bouw & Vastgoed en gemeente Tilburg, KWA Bedrijfsadviseurs B.V, rapportnummer 2501490DR01, 1 september 2005 met aanvullende toelichting kenmerk 2501490DB02, d.d. 16 december 2005
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 15 van 24
4.2
Verontreiniging III
4.2.1
Algemeen In bijlage 3 is een ruimtelijk overzicht gegeven van de ontgravingsgrenzen, de ontgravingsdiepten en de coderingen van de controlemonsters. De analyseresultaten van de controlemonsters zijn in de tabellen 4.1 t/m 4.3 weergegeven. De kwaliteit van in depot geplaatste grond is vermeld in de tabellen 4.4 en 4.5. Alle originele analyseresultaten zijn opgenomen in de bijlagen 4 en 5. In de tabellen staat tevens vermeld hoe de gemeten gehalten zich verhouden tot de toetsingswaarden zoals deze zijn vastgesteld door het Ministerie van VROM. De toetsingstabel is opgenomen in bijlage 6.
4.2.2
Ontgraving en controlemonsters verontreiniging III Op 8 juli 2004 is gestart met het ontgraven van de grond ter plaatse van deellocatie III. Op 8 en 9 juli is binnen de vooraf gestelde contour de toplaag ontgraven. Bij het ontgraven van de toplaag tot circa 1 m-mv bleek het niet mogelijk de bodem in gescheiden lagen te ontgraven. In afwijking van het saneringsplan is om die reden de ontgraven grond in twee in plaats van vijf depots geplaatst. De grond in depot 1 bevat lichte bijmengingen van puin en kolengruis. Op basis van zintuiglijke waarneming bevat de grond in depot 2 een groter aandeel puin en kolengruis. Na ontgraving van de toplaag conform vooraf gestelde contour zijn op 9, 12 en 13 juli controlemonsters van de putbodem en /wanden genomen. In het controlemonster van wand 1 werden gehalten voor koper, lood en zink gemeten tussen de terugsaneerwaarden voor boven en ondergrond. In de controlemonsters van wand 2 en putbodem vak L voldeden koper en lood niet aan de terugsaneerwaarden. Het zinkgehalte in wand 4 is boven de terugsaneerwaarde. Wand 4 betreft echter de perceelsgrens met de locatie Wittebollestraat 12. Op 16 juli 2004 zijn de wanden 1 en 2 en putbodem L opgeschoond. Deze beperkte hoeveelheid grond is toegevoegd aan depot 2. Vervolgens zijn op 19 juli opnieuw controlemonsters genomen. Wand 2, zijnde 40 meter, werd hierbij opgesplitst in twee delen, A en B. Na opschoning voldeed de kwaliteit van de putbodem L en wand 1 alsnog aan de terugsaneerwaarden. Koper en lood ter plaatse van wand 2 werden opnieuw verhoogd gemeten in gehalten boven de terugsaneerwaarden. Op 22 juli is wand 2 voor de tweede maal opgeschoond. De hierbij vrijkomende grond is in depot 3 geplaatst gelet op het sterk verhoogde loodgehalte (770 mg/kg ds) dat werd gemeten in monster V III W2A. Na opschoning werden de controlemonsters V III W2A1 en V III W2B1 genomen waarin voor de derde maal te hoge koper en loodgehalten werden aangetoond, zie tabel 4.3. Op 23 juli 2004 is op circa 4,5 meter van wand 2 een proefsleuf getrokken (V III W2A2) en een raai met boringen geplaatst (V III W2B2) met het doel de resultaten uit voorgaande onderzoeken te verifiëren. Op grond van de analyseresultaten bleken de gehalten koper en lood in mengmonster V III W2B2 wel te voldoen aan de terugsaneerwaarden, maar de gehalten in mengmonster V III W2A2 niet (zie tabel 4.4). De boringen en controlemonsters zijn weergegeven op de overzichtstekening in bijlage 3. De resultaten van de controlemonsters zijn samengevat in de tabellen 4.1 t/m 4.3. De volledige analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 6.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 16 van 24
Tabel 4.1: Analyseresultaten controlemonsters putbodem Monsteromschrijving VIII B A VIII B B aard zand zand Bemonsteringsdatum 9-7-2004 9-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 78,9 78,8 organische stof (gloeiverlies) 1,4 1,4 lutum (bodem) 5,4 5,4 metalen (mg/kgds) arseen <4 <4 cadmium <0.4 <0.4 chroom <15 <15 koper 5,9 11 kwik <0.05 <0.05 lood 16 <13 nikkel <3 <3 zink <20 22 polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0.02 <0.02 antraceen <0.02 <0.02 fenantreen <0.02 <0.02 fluoranteen 0,03 0,05 benzo(a)antraceen 0,02 0,02 chryseen <0.02 0,02 benzo(a)pyreen <0.02 0,03 benzo(ghi)peryleen <0.02 <0.02 benzo(k)fluoranteen <0.02 <0.02 indeno(1,2,3-cd)pyreen <0.02 <0.02 Pak-totaal (10 van VROM) <0.2 <0.2 extraheerbare organohalogeen verbindingen (mg/kgds) EOX <0.1 <0.1 minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 <5 fractie C12 - C22 <5 <5 fractie C22 - C30 <5 <5 fractie C30 - C40 <5 <5 totaal olie C10-C40 <20 <20
VIII B C zand 12-7-2004
VIII B D zand 12-7-2004
VIII B E zand 13-7-2004
# #
82,6 1,4 # 5 #
83,6 1,4 # 5 #
-
<4 <0.4 <15 11 0,25 S 47 3,5 30 -
<4 <0.4 <15 19 0,08 42 <3 29
-
-
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.2
-
S -
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.2 -
VIII B F zand 13-7-2004
83,1 1,4 # 5,4 # <4 <0.4 <15 <5 <0.05 <13 <3 <20
-
VIII B G zand 9-7-2004
84,1 1,4 # 5,4 # <4 <0.4 <15 15 <0.05 20 4,1 31
-
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.2 -
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.2 -
82,4 1,4 # 5,4 # <4 <0.4 <15 9,3 <0.05 19 3,9 <20
-
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.2 -
<0.1
<0.1
<0.1 -
0,16 -
<0.1
<5 <5 <5 <5 <20
<5 <5 <5 <5 <20 -
<5 <5 <5 <5 <20 -
<5 <5 <5 <5 <20 -
<5 <5 <5 <5 <20 -
-
Toelichting: Blanco: niet getoetst -
: <= streefwaarde/detectiegrens
S : > streefwaarde T
: > ½(S+I)-waarde
I
: > interventiewaarde
# : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 17 van 24
Tabel 4.2: Analyseresultaten controlemonsters putbodem Monsteromschrijving VIII B H VIII B I aard zand zand Bemonsteringsdatum 9-7-2004 9-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 81,5 84,9 organische stof (gloeiverlies) 1,4 # 1,4 lutum (bodem) 5,4 # 5,4 metalen (mg/kgds) arseen <4 <4 cadmium <0.4 <0.4 chroom <15 <15 koper 13 <5 kwik 0,07 <0.05 lood 25 <13 nikkel <3 <3 zink 23 20 polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0.02 <0.02 antraceen <0.02 <0.02 fenantreen <0.02 <0.02 fluoranteen <0.02 <0.02 benzo(a)antraceen <0.02 <0.02 chryseen <0.02 <0.02 benzo(a)pyreen <0.02 <0.02 benzo(ghi)peryleen <0.02 <0.02 benzo(k)fluoranteen <0.02 <0.02 indeno(1,2,3-cd)pyreen <0.02 <0.02 Pak-totaal (10 van VROM) <0.2 <0.2 extraheerbare organohalogeen verbindingen (mg/kgds) EOX <0.1 <0.1 minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 <5 fractie C12 - C22 <5 <5 fractie C22 - C30 <5 <5 fractie C30 - C40 <5 <5 totaal olie C10-C40 <20 <20
VIII B J zand 9-7-2004
VIII B K zand 13-7-2004
# #
83,4 1,4 # 5,4 #
-
<4 <0.4 <15 14 0,05 29 4,8 38
-
<0.02 <0.02 0,05 0,08 0,04 0,04 0,03 0,02 <0.02 0,02 0,32
-
VIII B L zand 13-7-2004
85,3 1,4 # 5,4 #
83,2 1,4 # 5,4 #
-
<4 <0.4 <15 18 <0.05 34 5,6 38
-
<4 <0.4 <15 46 S 0,14 63 S 5,8 100 S
-
<0.02 <0.02 <0.02 0,06 0,03 0,03 0,04 0,03 <0.02 0,03 0,26 -
<0.02 <0.02 0,08 0,17 0,12 0,14 0,11 0,07 0,06 0,06 0,83 -
<0.1
<0.1 -
<0.1 -
<5 <5 <5 <5 <20
<5 <5 <5 <5 <20 -
5 15 50 30 95 S
-
V III B L 1 zand 19-7-2004 84,2 1,4 # 5 #
27 S 39 59 -
Toelichting: Blanco: niet getoetst -
: <= streefwaarde/detectiegrens
S : > streefwaarde T
: > ½(S+I)-waarde
I
: > interventiewaarde
# : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 18 van 24
Tabel 4.3: Analyseresultaten controlemonsters putwanden Monsteromschrijving VIII W 1 V III W 1 A aard zand zand Bemonsteringsdatum 13-7-2004 19-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 83 84,8 organische stof (gloeiverlies) 1,4 # 2,6 lutum (bodem) 5,4 # 4,3 metalen (mg/kgds) arseen <4 cadmium <0.4 chroom <15 koper 75 T 7,3 kwik 0,1 lood 110 S 14 nikkel 5,9 zink 130 S 29 polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0.02 antraceen <0.02 fenantreen 0,04 fluoranteen 0,06 benzo(a)antraceen 0,03 chryseen 0,03 benzo(a)pyreen 0,02 benzo(ghi)peryleen 0,02 benzo(k)fluoranteen <0.02 indeno(1,2,3-cd)pyreen <0.02 Pak-totaal (10 van VROM) 0,25 extraheerbare organohalogeen verbindingen (mg/kgds) EOX <0.1 minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 fractie C12 - C22 <5 fractie C22 - C30 <5 fractie C30 - C40 <5 totaal olie C10-C40 <20 -
VIII W 2 zand 13-7-2004
# #
-
V III W 2 A zand 19-7-2004
83,7 2,6 # 4,3 #
V III W2 / A1 zand 22-7-2004 87,5 2,3 2,7
VIII W 4 zand 13-7-2004
VIII W 5 zand 13-7-2004
<4 <0.4 <15 24 S 0,07 43 4,3 45 -
<4 0,5 <15 24 0,11 100 7,9 440
<0.02 <0.02 0,12 0,18 0,07 0,07 0,07 0,06 0,04 0,05 0,69 -
<0.02 <0.02 0,09 0,14 0,08 0,11 0,07 0,06 0,05 0,06 0,68 -
<0,02 <0,02 <0,02 0,03 0,02 0,03 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 <0,2 -
-
0,15 -
0,14 -
<0,1 -
5 35 40 25 100 S
5 20 40 45 100 S
<5 <5 <5 <5 <20 -
<5 <5 <5 <5 <20 -
770
33 S
I
460 I
77 S
78 S
100 T
93 T
170 S
130 S
110 S
71 S
<0.02 0,18 0,52 1,6 0,78 0,75 0,77 0,51 0,39 0,54 6,1 S <0.1
83,4 2,3 # 2,7 #
VIII W 3 zand 13-7-2004
91,2 2,6 # 4,3 #
47 S
82,9 2,6 # 4,3 #
V III W2 / B1 zand 22-7-2004
84,8 2,6 # 4,3 #
<4 <0.4 <15 110 I 1 S 220 T 6,3 120 S
85,6 2,6 # 4,3 #
V III W 2 B zand 19-7-2004
S S S I
87,2 2,6 # 4,3 # <4 <0,4 <15 20 <0,05 28 8,2 33
Toelichting: Blanco: niet getoetst -
: <= streefwaarde/detectiegrens
S : > streefwaarde T
: > ½(S+I)-waarde
I
: > interventiewaarde
# : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat
Tabel 4.4: Analyseresultaten wandmonsters proefsleuf / raai boringen ten opzichte achtergrondwaarden
Monsteromschrijving Bemonsteringsdatum algemene parameters (W%) droge stof organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) metalen (mg/kgds) koper lood zink
terugsaneerwaarden bovengrond
78,8 126 139,3
terugsaneerwaarden ondergrond V III W2 / A2 23-7-2004
36,7 62,1 80,5
V III W2 / B2 23-7-2004
87,5 2,3 # 2,7 #
85 2,3 # 2,7 #
35 S 330 T 54 -
54 S 84 S 34 -
Toelichting: Blanco: niet getoetst - : <= streefwaarde/detectiegrens S : > streefwaarde T : > ½(S+I)-waarde I : > interventiewaarde # : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat
Om na te gaan of verontreiniging III zich uitstrekt tot onder de historische bebouwing zijn op 9 september 2004 drie boringen (nrs. B01, B02 en B03) uitgevoerd. Van deze boringen zijn twee mengmonsters van de toplaag onderzocht op het gehalte aan zware metalen. De analyseresultaten zijn opgenomen in tabel 4.5.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 19 van 24
S -
Tabel 4.5: Analyseresultaten grondmengmonsters richting monumentaal pand Monsteromschrijving V III MM1 V III MM2 Boringen B01, B02, B03 B01, B02, B03 Monstertraject (cm-mv) 0 - 100 0 - 100 Monsterdatum 9-9-2004 9-9-2004 Algemene parameters (gew%) Droge stof 90,3 85,8 Organische stof (% op ds) 2,7 # 2,7 Lutum (% op ds) 5 # 5 ZWARE METALEN (mg/kg ds) koper 6,4 15 lood 49 35 zink 21 39 met: - : kleiner dan streefwaarde (S) dan wel detectiegrens S : groter dan streefwaarde T : tussen ½(S+I) en I I : groter dan interventiewaarde (I) #: geschat op basis van de veldwaarnemingen Samenstelling mengmonsters: V III MM1: B01-1, B01-3, B02-2 en B03-1 V III MM2: B01-2, B02-1, B02-3, B03-2 en B03-3
-
Uit de analyseresultaten bleek dat de verontreiniging met zware metalen zich niet uitstrekte tot onder de historische bebouwing. Uit de zintuiglijke waarnemingen en de analyseresultaten is gebleken dat de bodemkwaliteit sterk heterogeen is. Gescheiden ontgraving was niet mogelijk. In overleg met de Gemeente Tilburg in de rol van bevoegd gezag, is vervolgens besloten de kwaliteit van de resterende bovengrond (ter plaatse van de grondgebonden woningen) door middel van een in-situ depotkeuring vast te stellen. Afgesproken is de in-situ depotkeuring als bewijsmiddel te hanteren voor het terugbrengen tot achtergrondwaarden. De in-situ depotkeuring is in april/ mei 2005 uitgevoerd, nadat de depots V III D1 en V III D2, die eerder op dit deel van de locatie aanwezig waren, in januari 2005 waren afgevoerd. Bij de genoemde in-situ partijkeuring zijn een vijftal verschillende depots samengesteld. De rapportage van de in-situ partijkeuring is in het voorliggende evaluatierapport integraal opgenomen in bijlage 9. Gebaseerd op de resultaten van de genoemde in-situ depotkeuring is vervolgens geconcludeerd dat met het ontgraven van het in-situ depot 1 de saneringsdoelstelling zou worden bereikt (zie paragraaf 4.2). Vervolgens is aanvullend in mei 2006 depot 1 ontgraven, waarmee de saneringswerkzaamheden zijn voltooid. 4.2.3
Grondstromen deellocatie III Ten behoeve van de grondsanering verontreiniging III is in totaal ruim 1.100 m3 grond ontgraven. De grond is in eerste instantie als twee depots V III D1 en V III D2 op het terrein opgeslagen en indicatief gekeurd. Na de indicatieve keuring (zie tabel 4.6) zijn beide depots ingekeurd conform het Bouwstoffenbesluit. De resultaten van deze keuring zijn beschreven in een afzonderlijk rapport “Partijkeuring Bouwstoffenbesluit Goirkestraat 19-37 te Tilburg (depot 1 en 2, verontreiniging III)”, KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 2402910DR02, 30 september 2004. Op grond van de resultaten zijn beide partijen beoordeeld als categorie 1 grond. Op basis van genoemde partijkeuring zijn de twee depots V III D1 en V III D2 geaccepteerd door de aannemer van het grondwerk en de bodemsanering Van Hees/ Heijmans Milieutechniek en afgevoerd naar het project Ballast Nedam, De Natuurbrug Het Groene Woud te Best. Daarnaast is bij de uitbreiding van de ontgravingsgrenzen zoals genoemd een extra depot V III D3 ontstaan. De analyseresultaten van dit depot zijn in tabel 4.7 weergegeven.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 20 van 24
Tabel 4.6: Analyseresultaten indicatieve keuring depots V III D1 en D2 V III D1 Monsteromschrijving aard zand Bemonsteringsdatum 13-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 83,6 organische stof (gloeiverlies) 2,6 lutum (bodem) 4,3 metalen (mg/kgds) arseen <4 cadmium <0,4 chroom <15 koper 44 kwik 0,11 lood 69 nikkel 4,6 zink 59 polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0,02 antraceen <0,02 fenantreen 0,02 fluoranteen 0,05 benzo(a)antraceen 0,03 chryseen 0,02 benzo(a)pyreen 0,03 benzo(ghi)peryleen 0,03 benzo(k)fluoranteen <0,02 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,02 Pak-totaal (10 van VROM) 0,23 extraheerbare organohalogeen verbindingen (mg/kgds) EOX <0,1 minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 fractie C12 - C22 <5 fractie C22 - C30 <5 fractie C30 - C40 <5 totaal olie C10-C40 <20 Toelichting: Blanco: niet getoetst - : <= streefwaarde/detectiegrens S : > streefwaarde T : > ½(S+I)-waarde I : > interventiewaarde # : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
V III D2 zand 13-7-2004 84,8 2,6 5,5 S S -
-
<4 <0,4 <15 61 0,09 99 6,4 89
S S S
<0,02 0,1 0,47 0,5 0,2 0,15 0,17 0,12 0,1 0,12 1,9 S
-
<0,1
-
<5 <5 <5 <5 <20 -
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 21 van 24
Tabel 4.7: Analyseresultaten depot V III D3 Monsteromschrijving V III D 3 Aard monster zand Bemonsteringsdatum 29-7-2004 Algemene parameters (gew%) droge stof 86,2 organisch stofgehalte 2,3 # lutumgehalte 5 # metalen (mg/kgds) arseen <4 cadmium <0,4 chroom <15 koper 73 T kwik 0,11 lood 190 S nikkel 4,4 zink 82 S polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0,02 antraceen <0,02 fenantreen 0,02 fluoranteen 0,04 benzo(a)antraceen 0,03 chryseen 0,03 benzo(a)pyreen 0,03 benzo(ghi)peryleen 0,03 benzo(k)fluoranteen <0,02 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,03 Pak-totaal (10 van VROM) 0,23 EOX <0,1 minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 fractie C12 - C22 15 fractie C22 - C30 20 fractie C30 - C40 15 totaal olie C10-C40 50 S met: - : kleiner dan streefwaarde (S) dan wel detectiegrens S : groter dan streefwaarde T : tussen ½(S+I) en I I : groter dan interventiewaarde (I) #: geschat op basis van de veldwaarnemingen
Uit de analyseresultaten (tabel 4.7) blijkt dat ook voor depot V III D3 hoogstwaarschijnlijk sprake is van categorie 1 (of categorie 2) grond. Het betreffende depot is aangevuld met twee kleine depots die zijn vrijgekomen bij het ontgraven van de bovengrond ter plaatse van verontreiniging I (depots V I D4 en V I D5) eveneens als categorie 1 grond afgevoerd naar De Natuurbrug Het Groene Woud in Best. Resumerend zijn in tabel 4.8 de verschillende grondstromen in één overzicht weergegeven.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 22 van 24
Tabel 4.8: Overzicht grondstromen verontreiniging III Onderdeel
bestemming/herkomst
afvalstroomnummer
verwacht werkelijk vaste m3 tonnage vaste m3 losse m3 tonnage
Grondbalans verontreiniging III ontgraven verontreinigde grond puin schone grond totaal ontgraven verwerken verontreinigd puin verontreinigd zand licht verontreinigde bovengrond licht verontreinigde bovengrond licht verontreinigde bovengrond licht verontreinigde bovengrond totaal verwerkt aanvulling bouwput niet aangevuld totaal aanvulling
inschatting saneringsplan inschatting saneringsplan inschatting saneringsplan
verwerker Heijmans Milieutechniek Rosmalen verwerker Heijmans Milieutechniek Rosmalen depot V III D1, gekeurd als categorie 1 grond depot V III D2, gekeurd als categorie 1 grond depot V III D3 in-situ depot 1, gekeurd als catogorie 1/2 grond
900 0 200 1.100 106009000099 107104100496
0 900
140 1.040
1.100 207 0 348 696 35 130 1.208
372,88 0,00 400 800 40 0
0 1.100
Totaal afgevoerde hoeveelheden of nog af te voeren grond verontreinigd puin verontreinigd zand licht verontreinigde bovengrond licht verontreinigde grond totaal Toelichting: hoeveelheden in depot zijn geschat
verwerker Heijmans Milieutechniek Rosmalen verwerker Heijmans Milieutechniek Rosmalen Ballast Nedam, Natuurbrug Het Groene Woud Best
verwerker Heijmans Milieutechniek Rosmalen
106009000099 107104100496 503016070434 106006777202
372,88 0,00 1.240 130
215
Uit het overzicht van de grondstromen blijkt dat de ontgraving tot juli 2004 conform het saneringsplan is uitgevoerd. Vanwege eerder genoemde sterk heterogene bodemopbouw bleek het niet mogelijk om een representatief monster van de putwand W2 te verkrijgen dat voldeed aan de gestelde terugsaneerwaarden. Uiteindelijk is zoals beschreven een in-situ partijkeuring uitgevoerd voor de bovengrond ten oosten van het gesaneerde terrein (en ter plaatse van de grond gebonden woningen). Voortvloeiend uit de resultaten van dit bouwstoffenonderzoek, zie bijlage 9, is 130 m3 grond extra ontgraven en afgevoerd in het kader van de bodemsanering verontreiniging III. Dit houdt in dat in totaal 16 % meer verontreinigde grond is afgevoerd dan geraamd. Op grond van de resultaten van depotkeuringen (september 2004) bleek alle vrijgekomen grond te beschouwen als categorie 1 grond. Er is geen grond naar een reinigingsinstallatie afgevoerd.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 23 van 24
5.
Conclusies Ter plaatse van de locatie Goirkestraat 19-37 en Wittebollestraat 10 is een bodemsanering uitgevoerd in verband met de herontwikkeling van dit terrein (plan Rijghpark) ten behoeve van woningbouw. De saneringswerkzaamheden voor verontreiniging III zijn in twee fasen uitgevoerd. Het eerste deel van de werkzaamheden hebben plaatsgevonden van 8 tot en met 23 juli 2004. Nadat op 5 april en 27 mei 2005 een inkeuring van de bovengrond langs de Wittebollenstraat conform Bouwstoffenbesluit is uitgevoerd, is vervolgens op 3 mei 2006 het depot 1 ontgraven, waarmee de bodemsanering betreffende verontreiniging III is afgerond. De werkzaamheden kunnen als volgt worden samengevat: • ter plaatse van het perceel Goirkestraat 25 is verontreiniging III met zware metalen verwijderd. Op basis van zintuiglijke waarnemingen en analyseresultaten bleek de bodem sterk heterogeen. Gescheiden ontgraving bleek niet goed mogelijk. • Als gevolg van het sterk heterogene bodemmateriaal kon van putwand 2 geen representatief monster worden verkregen dat voldeed aan de terugsaneerwaarden. In overleg met de Gemeente Tilburg is vervolgens afgesproken dat de bovengrond ten oosten van het reeds gesaneerde terreindeel (ter plaatse van de grondgebonden woningen) door middel van een in-situ partijkeuring conform Bouwstoffenbesluit zou worden onderzocht. De resultaten van het bouwstoffenonderzoek zijn als bewijsmiddel voor het terugbrengen tot het niveau van de achtergrondwaarde gehanteerd. Uit de resultaten van de in-situ depotkeuring werd geconcludeerd dat, door na het ontgraven van in-situ depot 1 alle resterende depots voldeden aan de terugsaneerwaarde. Tevens is met dit onderzoek de afvoerbestemming van deze bovengrond bepaald. • Binnen het kader van de bodemsanering van verontreiniging III zijn in de eerste fase juli 2004 drie gronddepots (V III D1 en V III D2, V III D3 aangevuld met depots V I D4 en V I D5) vrijgekomen, die op 24 en 25 januari 2005 zijn afgevoerd naar de Natuurbrug Het Groene Woud in Best. Alle vrijgekomen grond is geclassificeerd als categorie 1 grond. In mei 2006 is 215 ton zijnde in-situ depot 1 afgevoerd naar verwerker Heijmans Milieutechniek Rosmalen. Behalve de vrijgekomen grond is binnen de uitgevoerde ontgraving ruim 372 ton puin afzonderlijk afgevoerd naar een verwerker. Na de ontgraving en afvoer van het in-situ depot 1 op 3 mei 2006 is geconcludeerd dat sanering van de bodemverontreiniging III is voltooid.
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
concept
2600450CR01 24 mei 2006 Blad 24 van 24
Bijlage 1 Ligging locatie
Bijlage 2 Kadastrale situatie en gegevens
Bijlage 4 Analyseresultaten controlemonsters verontreiniging III en monsters monumentaal pand
Bijlage 5 Analyseresultaten depots verontreiniging III en monsters monumentaal pand
Bijlage 6 Toetsingstabel
Bijlage 7 Overzichten afgevoerde hoeveelheden
Bijlage 8 Foto-impressie sanering
Foto verontreiniging III
Foto verontreiniging III
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
2600450CR01 Bijlage 8 24 mei 2006 Blad 1 van 3
Foto verontreiniging III
Foto verontreiniging III
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
2600450CR01 Bijlage 8 24 mei 2006 Blad 2 van 3
Foto verontreiniging III
Foto verontreiniging III
KWA Bedrijfsadviseurs B.V.
2600450CR01 Bijlage 8 24 mei 2006 Blad 3 van 3
Bijlage 9 Partijkeuring Goirkestraat 19-21/Wittebollenstraat 10 te Tilburg, rapportnummer 2501490DR01, 1 september 2005