*Z0086C599CA*
documentnr.: INT/M/14/09725 – zaaknr.: Z/M/13/00464
Raadsvoorstel Onderwerp
: Beleidsplan "Transformatie van AWBZ naar Wmo,
Datum college
: 19 augustus 2014
Portefeuillehouder
: H.P.W.M. van Daal
Afdeling
: Ontwikkeling
Commissie
: Samenleving en Bestuur
Contactpersoon
: Marieke Emmelkamp - van de Weijgaert
E-mailadres
:
[email protected]
Telefoonnummer
: (0485) 460 300
deel II" Brabant Noordoost-oost
In te vullen door de griffie
Nummer raadsvoorstel
:
Datum commissie
: 15-9-2014
Agendapunt commissie
:
Datum raad
: 25-9-2014
Agendapunt raad
: 14
Samenvatting voorstel Het kabinet stelt dat hervorming van de langdurige zorg noodzakelijk is en wil de AWBZ beperken tot de langdurige intramurale zorg. Zowel de Tweede als de Eerste kamer hebben inmiddels ingestemd met de hervorming van de langdurige zorg en de nieuwe Wmo. De aanspraken op AWBZ-zorg in de thuissituatie komen te vervallen. De wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt per 1 januari 2015 aangepast. Binnen dit nieuwe kader worden gemeenten verantwoordelijk voor de begeleiding en een klein deel van de persoonlijke verzorging in de thuissituatie. De invoering van de Wmo 2015 gaat gepaard met aanzienlijke kortingen op de nieuwe en bestaande taken. In de regio Brabant Noordoost-oost bereiden wij ons gezamenlijk voor op de nieuwe taken: de Transitie AWBZ. Voor u ligt een uitwerking van deze voorbereiding. Het beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo deel II en de basisovereenkomst. Beide stukken worden ter vaststelling aan u voorgelegd. Voorstel besluit 1.
Vaststellen van deel II van het Beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo Brabant Noordoost-oost, met uitzondering van de daarin opgenomen actiepunten voor het College van burgemeester en wethouders.
2.
Vaststellen van de “basisovereenkomst” en hiermee aansluiten op de werkwijze zoals deze in de transitie Jeugdzorg op 13 februari 2014 is vastgesteld.
3.
Kennis nemen van de bijlagen “Tussenrapportage regionale pilots en “Opbouw macrobudget Wmo 2015: landelijke informatie”.
1 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II
Financiële consequenties De transitie AWBZ valt onder programma 5, Maatschappelijke zaken. In het beleidsplan is geen financiële paragraaf opgenomen. Uitgangspunt is dat het beleid wordt vormgegeven door herschikking van middelen binnen de bestaande financieringskaders en de middelen die voor de nieuwe taken beschikbaar komen. Voor de gemeente is het budgettair kader van de meerjarenbegroting leidend. Wanneer aan dit uitgangspunt niet kan worden voldaan, wordt dat op de gebruikelijke wijze aan uw raad voorgelegd. Sociaal deelfonds 1
Met ingang van 1 januari 2015 gaat het sociaal deelfonds van kracht. Dit sociaal deelfonds wordt gecreëerd vanuit diverse geldstromen. Het bestaat uit middelen voor de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. De middelen in het sociaal deelfonds kunnen alleen binnen het sociaal domein worden ingezet. Intern zijn de middelen ontschot. Eerste inzicht in budget nieuwe taken Wmo Op 30 mei jl. is in de meicirculaire 2014 door het Rijk inzicht geboden in het budget Wmo 2015. Het betreft het macrobudget gebaseerd op gerealiseerde uitgaven in 2013. Deze informatie vindt u in de bijlagen. Voor de gemeente Mill en Sint Hubert is op basis van de landelijke opbouw van het macrobudget de volgende voorlopige berekening gemaakt (op basis van de meicirculaire 2014):
Tabel 1: Voorlopige verdeling nieuw budget Wmo 2015 Mill en Sint Hubert 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 1h 1i 1j
Nieuw budget vanuit de huidige AWBZ Begeleiding en kortdurend verblijf inclusief bijbehorend vervoer Persoonlijke verzorging (5%) Beschermd wonen (GGZ-C) Inloopfunctie GGZ Overige AWBZ (MEE) Correctie Wlz-overgangsrecht (indicatie verblijf/zorg thuis) Extramuralisering 2014-2015 Groei / volume-indexatie (2014: 2,1%; 2015: 1,4%) Nominale indexatie voor loon- en prijsbijstelling (voorlopig 2014) Korting (vast bedrag adhv grondslag Regeerakkoord, op grond van bijgestelde grondslag budgetten 1a, 1b en deels 1e)
1k Correctie eigen bijdragen Som
€ € € € € € € € €
996.892 54.526 0* 26.234 125.512 -247.937 114.195 81.274 52.982
€ € €
-336.413 -92.076 775.189
Vervolg op volgende pagina.
1
De financiële middelen voor de transities AWBZ, Jeugdzorg en Partcipatiewet worden door het Rijk beschikbaar gesteld
door een deelfonds Sociaal Domein, ook wel sociaal deelfonds genoemd. Dit deelfonds maakt onderdeel uit van het Gemeentefonds.
2 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II
2 3 4 5 6 7
Nieuw budget vanuit andere bronnen Budget na afschaffing Wtcg en CER Budget sociale wijkteams Budget ondersteuning en waardering mantelzorgers Budget doventolk Aanvullend uitvoeringsbudget Aanvullend budget voor een zorgvuldige overgang van cliënten en een zorgvuldige transitie door aanbieders naar de Wmo 2015
€ € € € €
111.109 5.144 36.007 4.115 21.604
€ €
102.878 100.307
Som
€
381.165
Totaal nieuw budget Wmo 2015
€
1.156.354
8 Compensatie Begrotingsakkoord 2014
* Het budget voor beschermd wonen wordt direct overgeheveld aan centrumgemeente Oss. Het gaat hier om een bedrag van € 15.315.160,00 voor de regio Brabant Noordoost. Gemeente Oss zal in overleg met de regiogemeenten uitvoering geven aan deze taak voor de hele regio.
Het gemeentelijk macrobudget (het totaal van € 1.156.354,00) betreft een definitief budget. Dit macrobudget vormt het budgettair kader voor uitvoering van de Wmo in 2015. De onderverdeling naar deelbudgetten (1 t/m 8 in tabel 1) kunnen echter nog niet definitief worden aangegeven. Het betreft dus voorlopige bedragen. Hierin hebben de gemeenten keuzevrijheid. De definitieve verdeling wordt gemaakt op basis van afname van zorg, aan de hand van historische gegevens (analyse vindt nog plaats) en op grond van beleidskeuzen. De definitieve bedragen volgen in de gemeentebegroting 2015. Wettelijk kader en beleidskader De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is het wettelijke kader waarin het geformuleerde beleid past. De algemene richting van het (brede) Wmo-beleid is nader verwoord in het eerder vastgestelde Regionaal Wmo-beleidsplan 2012-2015 Land van Cuijk “Kantelen in het Land van Cuijk, iedereen doet mee”. Het Wmo-beleidsplan is door uw raad vastgesteld op 15 december 2011. Bijgaand beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo” regio Brabant Noordoost-oost is een nadere uitwerking op grond van de nieuwe taken die de gemeente krijgt ten behoeve van de Wmo, per 1 januari 2015. Het beleidsplan is het vervolg op deel I dat uw raad op 19 september 2013 vaststelde. Communicatie en participatie De in het voorbereidingstraject betrokken organisaties worden door de gemeente Oss geïnformeerd over de reactie op de ingediende zienswijzen en de aanbieding van deel II aan de gemeenteraden. De individuele gemeenten dragen zorg voor het informeren van de lokale Wmo-adviesraden/burgerparticipatieraden. Wij hebben de Wmo/wwb-Burgerparticipatieraad gemeente Mill en Sint Hubert inmiddels geïnformeerd. Het inspraaktraject is afgerond, In het voorbereidingstraject zijn de lokale Wmoraden/burgerparticipatieraden actief betrokken via de regionale platformbijeenkomsten en het lokaal bestuurlijke en ambtelijk overleg. Het concept beleidsplan heeft ter inzage gelegen en de burgerparticipatieraden zijn om advies gevraagd. Lokale zienswijzen zijn ontvangen van de Wmo/wwbburgerparticipatieraad gemeente Mill en Sint Hubert. In de reacties worden adviezen en aandachtspunten voor de verdere uitwerking gegeven. Zie voor meer informatie het inspraakverslag.
3 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II
Gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband Naam samenwerkingsverband: Regio Brabant Noordoost-oost. Deelnemende gemeenten: Gemeenten Bernheze, Boxmeer, Boekel, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden en Veghel. Adoptiegemeente: Oss Toelichting op het voorstel Inleiding De Tweede en Eerste Kamer hebben ingestemd met de hervormingsplannen van het Kabinet voor de langdurige zorg. De AWBZ wordt beperkt tot de langdurige intramurale zorg en krijgt een nieuwe naam; Wet langdurige zorg (Wlz). Verpleging en persoonlijke verzorging in de thuissituatie wordt ondergebracht in de Zorgverzekeringswet onder verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt per 1 januari 2015 aangepast. Binnen het nieuwe kader worden gemeenten verantwoordelijk voor extramurale functies: individuele begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf, inclusief vervoer. Het is geen overheveling van AWBZ-taken, maar een overheveling van budgetten
2
waarmee gemeenten binnen het wettelijk kader in beleidsvrijheid ondersteuning op maat kunnen organiseren. De overheveling gaat gepaard met aanzienlijke kortingen op de nieuwe en bestaande taken. In de regio Brabant Noordoost-oost bereiden wij ons gezamenlijk voor op de nieuwe taken: de transitie AWBZ. Deel I en II van het beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo” zijn met een groot aantal uitvoerende organisaties, Wmo-adviesraden/burgerparticipatieraden en cliëntenorganisaties uitgewerkt als vervolg op de eerder ontwikkelde visie transitie AWBZ. Ook is er een basisovereenkomst opgesteld die veel draagvlak geniet bij de betrokken organisaties. Deze basisovereenkomst geldt na vaststelling zowel voor Jeugd als voor de Wmo. Voorgestelde beslissing(en) met argumenten en afwegingen Argumenten: Deel II van het beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo Brabant Noordoost-oost” past binnen de kaders en uitgangspunten die in de eerdere regionale visie Transitie AWBZ zijn opgenomen. In de tweede helft van 2012 is de visie met uitgangspunten op de Transitie AWBZ gepresenteerd. Deze visie is tot stand gekomen met draagvlak vanuit uitvoerende organisaties en Wmoadviesraden/burgerparticipatieraden in de regio en is met de gemeenteraden van de 12 gemeenten besproken. We spreken in het beleidsplan over een transformatie naar de Wmo, omdat hiermee de omvang en de impact van de decentralisatie wordt benadrukt. We moeten immers een aantal zaken anders, creatiever en slimmer aanpakken dan hoe het nu in het kader van de AWBZ is georganiseerd. Dit vanwege het feit dat er veel minder financiële middelen voor gemeenten beschikbaar zijn en voor de toekomst moeten we de kosten kunnen beheersen. In het beleidsplan is de visie op de Kanteling verdiept en zijn bestaande en nieuwe thema’s uitgewerkt.
2
De gemeenten hebben een andere opdracht gekregen, waardoor geen sprake is van overheveling van taken.
4 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II
Deel II is een aanvulling op het vastgestelde beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo” deel I Het eerste deel van het beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo” is op 19 september 2013 vastgesteld. In deel I zijn de onderwerpen opgepakt die op basis van de huidige gemeentelijke taken al voor uitvoering en aanmerking kwamen. Het ging hierbij om de uitwerking van de visie op de kanteling, de toegang en het onderdeel opdrachtgeverschap. Gelijktijdig met dit eerste deel van het beleidsplan zijn een overzicht van de regionale pilots en de regionale visie op welzijn aangeboden. In deel II van het beleidsplan komen nieuwe en bestaande thema’s aan bod. Hoofdstuk 1 “Zorgen voor elkaar” gaat in op de rol en ondersteuning van vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en mantelzorgers. In hoofdstuk 2 “Meedoen en mee kunnen doen” worden ontmoeting en dagbesteding nieuwe stijl, respijtzorg, vervoer en ondersteuning bij zelfredzaamheid uitgewerkt. Ook de zorgvuldige overgang en de nieuwe Wmo-verordening krijgen aandacht. In hoofdstuk 3 “Leefbaarheid, veiligheid en toegankelijkheid” komen onder andere de nieuwe en bestaande taken betreffende opvang en beschermd wonen aan bod. Hoofdstuk 4 gaat in op het vervolg van de regionale samenwerking. Beleidsplan deel I en II vormen samen één geheel. Deel I en II van het beleidsplan zijn een aanvulling op en geven een nadere uitwerking aan het lokale Wmobeleidsplan 2012-2015. De raad heeft op 15 december 2011 het Wmo-beleidsplan 2012-2015 “Kantelen in het Land van Cuijk” vastgesteld. In dit beleidsplan is aandacht besteed aan de destijds bekende ontwikkelingen rondom de transitie AWBZ. De regionale stukken sluiten aan op de uitgangspunten in het Wmo-beleidsplan. Op onderdelen is sprake van herhaling van de in het lokale Wmo-beleidsplan vastgestelde beleid. Daarnaast vullen de regionale stukken het lokale plan aan met een nadere uitwerking op nieuwe en bestaande thema’s. Het beleidsplan heeft breed draagvlak bij Wmo-adviesraden/burgerparticipatieraden en de organisaties. Deel I en II van het beleidsplan zijn via een interactief traject met organisaties op het terrein van wonen, welzijn en zorg tot stand gekomen. Ook de lokale Wmo-adviesraden/burgerparticipatieraden en (belangen)organisaties van gebruikers zijn actief betrokken bij de voorbereidingen. De uitwerking van de visie in deel I van het beleidsplan werd breed gedragen. Tijdens de regionale platformbijeenkomst van 5 februari 2014 hebben alle betrokkenen kunnen reageren op het concept beleidsplan deel II. In het Land van Cuijk is op 24 maart 2014 een extra bijeenkomst voor de 5 Wmo-adviesraden/burgerparticipatieraden in het Land van Cuijk georganiseerd om reacties met elkaar af te stemmen. Daarnaast zijn de Wmo-adviesraden, organisaties en inwoners in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen schriftelijk kenbaar te maken. Er zijn 32 inspraakreacties ontvangen. Uit de reacties blijkt breed draagvlak voor het beleid zoals dit in deel II van het beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo” is uitgewerkt. Er zijn ook zorgen uitgesproken en aandachtspunten voor de verdere uitwerking benoemd. We geven de belangrijkste aandachtspunten kort weer: zorg voor een goede, heldere communicatie en informatie naar bestaande en nieuwe klanten, houd ruimte voor keuzevrijheid met inzet van PGB, houd rekening met het feit dat er een grens zit aan een beroep op vrijwilligers, zorg voor waardering van mantelzorgers maar verlies hierbij ook ervaringsdeskundigen en lotgenotencontact niet uit het oog, zorg voor financiële kaders om de Kanteling te realiseren, pak verdere uitwerking als gemeenten zo veel als mogelijk gezamenlijk op (Wmo-verordening, etc.). Verder is men benieuwd naar de concrete vertaling van de uitgangspunten in de uitvoeringspraktijk. Het inspraakverslag is bijgevoegd.
5 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II
Het beleidsplan geeft een uniform kader voor de wijze waarop wij de transformatie van AWBZ naar Wmo in Brabant Noordoost-oost willen vormgeven. We bereiden de transitie AWBZ met 12 gemeenten in Brabant Noordoost-oost voor (zie het kopje gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband). Met deel I en II van het beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo” leggen we een gezamenlijke basis onder deze voorbereidingen; één breed gedragen visie die we als regio willen uitdragen. De basisovereenkomst regio Brabant Noordoost (zie bijlage) is reeds vastgesteld. In beleidsplan deel I is gekozen voor een andere invulling van opdrachtgeverschap: bestuurlijk aanbesteden. Er zijn twee niveaus van contracteren: een basisovereenkomst en deelovereenkomsten. In overleg met de instellingen op het gebied van AWBZ/Wmo en Jeugdzorg is een basisovereenkomst opgesteld. Ter uitwerking van de met beleidsplan deel I vastgestelde uitgangspunten met betrekking tot opdrachtgeverschap is de basisovereenkomst regio Brabant Noordoost opgesteld. Deze basisovereenkomst is een bijlage bij beleidsplan deel II. De overeenkomst is door uw raad vastgesteld op 13 februari 2014, gelijktijdig met het functioneel ontwerp (FO) transitie Jeugdzorg. Bij vaststelling van het beleidsplan deel II, wordt de overeenkomst ook geformaliseerd voor de Wmo. 3
Met bestuurlijk aanbesteden kan flexibel gestuurd worden op bekostiging en kwaliteit. De Wmo 2015 biedt gemeenten een redelijke mate van beleidsvrijheid om invulling te geven aan de uitvoering en sturing. De gemeenten hebben gekozen voor bestuurlijk aanbesteden, omdat dit recht doet aan het complexe karakter en de netwerkstructuur van het sociale domein. Er is sprake van een gelijkwaardige relatie tussen gemeenten en instellingen, waarbij gedurende de looptijd van het contract (in overleg) kan worden bijgestuurd. In de basisovereenkomst zijn spelregels voor de omgang tussen gemeenten en partners vastgelegd. In de bijbehorende deelovereenkomsten wordt afgesproken welke effecten bereikt worden, welke budgetten en welke voorwaarden nodig zijn. Er kan zowel voor subsidiëring als voor inkoop gekozen worden. De voorliggende basisovereenkomst is via een uitgebreid inspraaktraject tot stand gekomen. Afwegingen: Scheiding in bevoegdheid van college en raad De kaders en uitgangspunten die omschreven staan in beleidsplan deel II worden vastgesteld door de raad, evenals de basisovereenkomst. De uitvoering – die tot de bevoegdheid van het college behoort- is samengevat in actiepunten voor het college. De bijlage “tussenrapportage van de regionale pilots” geeft verdere informatie over de uitvoering gericht op het opdoen en delen van ervaring in een aantal praktijksituaties.
3
Het model van bestuurlijk aanbesteden gaat ervan uit dat er sprake is van wederzijdse afhankelijkheid tussen
opdrachtgevende overheid en (zorg-) aanbieders. Beide partijen hebben elkaar nodig om de eigen doelstellingen te realiseren. De essentie van het model is dat opdrachtgevers en leveranciers onderhandelen over de eisen en wensen van opdrachtgevers waarbij aanbieders inzicht geven in de mogelijkheden die de markt te bieden heeft. Er worden langdurige, flexibele contracten afgesloten en een formele overlegstructuur ingesteld waarbinnen aangesloten partijen voortdurend kunnen onderhandelen over inhoudelijke afspraken.
6 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II
Het nieuwe beleid heeft gevolgen voor onze inwoners en de gebruikers van Wmo-voorzieningen. De uitgangspunten van de Kanteling zoals deze worden verankerd in de Wmo 2015 en beschreven in het beleidsplan zijn niet nieuw. Sinds 2012 wordt gewerkt met een lokale Verordening maatschappelijke ondersteuning, die gebaseerd is op deze uitgangspunten. In het Gesprek met de inwoner worden de eigen mogelijkheden en de mogelijkheden in zijn omgeving in beeld gebracht. Klanten met een AWBZ-voorziening behouden in 2015 hun recht op zorg (vanuit de AWBZ). Met hen en hun mantelzorgers zal het Gesprek worden gevoerd. Zij krijgen met wijzigingen te maken. Het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk is belangrijk om hulp te vinden in de directe omgeving en om eenzaamheid tegen te gaan. Dit wordt waar nodig gefaciliteerd. Het is een belangrijk element in de gezamenlijke opdracht aan de welzijnsinstellingen op basis van de regionale visie op welzijn met de focus op de kwetsbare burger. Het nieuwe beleid heeft gevolgen voor aanbieders en hun medewerkers Gelijktijdig met de invoering van de Wmo 2015 wordt ingrijpend gekort. Bij begeleiding inclusief dagbesteding is sprake van een korting van circa 6% (11% in 2016) op het macrobudget. Op het budget persoonlijke verzorging wordt 40% gekort. Bezuinigingen van deze omvang hebben gevolgen voor de bedrijfsvoering van aanbieders en voor de werkgelegenheid in de zorg en ondersteuning. e
e
e
De gewenste verschuiving van 2 naar de 1 en naar de 0 lijn kan niet zonder investeren in welzijn. e
e
e
Het nieuwe gekantelde beleid gaat uit van een verschuiving van de 2 naar de 1 en de 0 lijn. Om dit mogelijk te maken hebben we een nieuwe opdracht geformuleerd voor welzijnsorganisaties: de regionale visie op welzijn. We willen dat het welzijnswerk nadrukkelijk een rol pakt in de signalering van (potentieel) kwetsbare burgers en ondersteuning van burgers om zelf (met zijn/haar netwerk) problemen op te lossen. Daarnaast zorgt het welzijnswerk voor het “cement” zodat sociaal burgerschap ontstaat en langdurig blijft bestaan. Deze omslag kan niet alleen via “nieuw voor oud” gerealiseerd worden. Investeringen zijn nodig om de kwetsbare burger, zijn mantelzorger en de vrijwilligers in deze omslag te ondersteunen. Op onderdelen moet het beleid nog verder worden uitgewerkt. Verschillende onderwerpen worden op dit moment of in de komende periode verder uitgewerkt. Op regionaal niveau gaat het onder andere over het inrichten van de fysieke en virtuele overlegtafel Wmo, het uitwerken van de deelovereenkomsten en de gemeentelijke samenwerkingsvorm waarbinnen één en ander wordt uitgevoerd. Op lokaal niveau gaat het onder andere meer om de gegevensoverdracht van AWBZcliënten naar Wmo, het regelen van het trekkingsrecht persoonsgebonden budget, de communicatie richting klanten, training van Wmo-consulenten, aanpassing Wmo-loket aan nieuwe taken en vormgeven van de toegang. Gemeenten lopen financieel risico als gevolg van het overgangsrecht van AWBZ-cliënten. De VNG heeft het ministerie van VWS en de Tweede Kamer eerder laten weten dat het beschikbare budget ontoereikend was om de nieuwe Wmo verantwoord in te kunnen voeren. Vooral het startjaar 2015 knelde: in dat jaar behouden huidige AWBZ-cliënten hun oude rechten onder de Wmo. Eind januari 2014 is landelijk € 200.000.000,00 toegezegd om de budgettaire opgave voor gemeenten te beperken. In aanvulling hierop is in april 2014 nog eens € 195.000.000,00 beschikbaar gekomen. Dit verkleint het financiële risico voor gemeenten. Of dit voldoende is, zal pas in de loop van 2015 blijken.
7 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II
Uitvoering, risico’s en evaluatie Onder afwegingen is het financiële risico opgenomen dat gemeenten lopen t.b.v. het overgangsrecht voor AWBZ-cliënten. Vanaf 1 januari 2015 zal uitvoering worden gegeven aan de Wmo 2015. Ter voorbereiding op de nieuwe taken wordt onder meer regionaal invulling gegeven aan de overlegtafels en de deelcontracten. Daarnaast wordt lokaal invulling gegeven aan de toegang. Overige politiek relevante informatie Momenteel wordt er een communicatieplan ontwikkeld voor de transitie AWBZ voor het Land van Cuijk. Op korte termijn zullen verschillende artikelen worden gepubliceerd. Daarnaast zullen AWBZ-cliënten persoonlijk worden geïnformeerd, wanneer de gemeente in het bezit is van de individuele cliëntgegevens. Voor 1 oktober worden we geacht contracten te hebben afgesloten met aanbieders ten behoeve van de inkoop van de functie begeleiding. Via de fysieke en virtuele overlegtafel bereiden we de contractvorming met de aanbieders voor. Volgens schema vindt de derde overlegtafel plaats op 11 september a.s.. Dit is de laatste overlegtafel voor het afsluiten van de contracten. De Wmo-verordening - waarin de regels zijn uitgewerkt waarbinnen de gemeente de Wmo zal uitvoeren - zal aan u worden voorgelegd in de raadsvergadering van 6 november 2014. Conclusie Door intensieve regionale samenwerking en ondanks late besluitvorming over de wet, hebben we tijdig een beleidskader kunnen ontwikkelen om invulling te geven aan de nieuwe taken in de Wmo per 1 januari 2015. Bijlagen 1.
Beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo Brabant Noordoost-oost” deel II (ter vaststelling)
2.
Concept Basisovereenkomst (ter vaststelling)
3.
Eindverslag formele inspraak beleidsplan “Transformatie van AWBZ naar Wmo” deel II (ter kennisname)
4.
Tussenrapportage regionale pilots en informatie lokale pilots (ter kennisname)
5.
Opbouw macrobudget Wmo 2015: landelijke informatie (ter kennisname).
Overige bijlagen N.v.t.
8 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II
Raadsplanning (bestuurlijke planning) Dit voorstel leidt tot de volgende wijziging in de raadsplanning: N.v.t. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert,
Ir. C.C. Boode secretaris
Ing. A.A.M.J. Walraven burgemeester
9 14. Beleidsplan Transitie AWBZ naar WMO deel II