www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
De innerlijke leringen van een geestelijk leraar * Jelle Bosma
Lezing gehouden in Blaricum op 22 september 2007 en gepubliceerd in de Impuls maart 2008.
Het doel van deze lezing is om in de theosofische en esoterische literatuur op zoek te gaan om de innerlijke leringen van een geestelijke leraar te ontdekken en onderling als aanvulling te vergelijken. Heel vaak zijn deze leringen vlak onder onze neus maar zijn we ons daar niet altijd bewust. De leringen van elke grote leraar die is verbonden met de hiërarchie van medeogen, Lao tse, Krishna, Tsong Kha Pa, Śankara, Joshua Ben Pantheira ( de grote joodse adept wiens naam in het Latijn Jezus is), kunnen in essentie nooit verschillen. Bij nadere bestudering ontdekt men al gauw dat ze bestaan uit twee of meerdere lagen. Het Boeddhisme kent het verschil in “ de leer van het oog” en “ de leer van het hart” en dit onderscheid wordt ook door Theosofische leraren gebruikt. (1) In de Stem van de Stilte lezen we: De “ leer voor het oog “ is voor het volk, de leer “ van het hart” voor de uitverkorene. Eerstgenoemde herhalen trots: “ Zie ik weet”, de anderen, zij die in nederigheid wijsheid hebben vergaard erkennen op zachte toon “ aldus heb ik gehoord” (2) De leringen die worden uitgegeven aan hen die zich aangetrokken voelen maar een beginner zijn in deze incarnatie - hoewel hij of zij meestal een Śrotāpanna is, hij of zij die eerder de stroom is ingegaan - leggen de nadruk op de ethiek, moraal en innerlijke discipline; dit zijn de leringen van de buiten cirkel. De leringen van de binnencirkel gaan hier verder op in en verklaren de relatie tussen de macrokosmos en de microkosmos ( de mens) waarbij alles een reflectie is van het ZIJN. In deze lezing zullen we ons richten op de leringen van de binnen cirkel en hoe deze nog zijn te herkennen in verschillende gedegenereerde en gedogmatiseerde leringen. Laten we eens bekijken wat HPB ons verteld over het begrip “ Occulte leringen” wat een ander woord is voor versluierde leringen. In het boekje “ Studies in Occultism” geeft ze een overzicht van de verschillende takken hiervan. (3) 1. Yanjńavidyā, de kennis van verscholen krachten in de natuur die worden opgeroepen door bepaalde religieuze ceremonies en riten 2. Mahāvidyā, “ de grote Kennis” “ de Magie van de Kabbalisten” en de Tāntrika aanhangers meestal een toverij van het ergste onbeschrijfbare soort. 3. Guhyavidyā, kennis van mystieke krachten in geluid ( ether) vandaar dat Mantra bidders en zangers, afhankelijk van het ritme en de melodie of een magische uitvoering gebaseerd op kennis van de krachten in de natuur en haar relaties 4. Ātma- Vidyā, het meest eenvoudigst vertaalt als “Kennis van de ziel” of ware Wijsheid. Het is deze laatste leringen die de ware Theosoof die wijs en onzelfzuchtig is nastreeft. De rest zijn afdelingen van de Occulte wetenschap gebaseerd op ultieme kennis van dingen in het “ koninkrijk van de natuur” zoals mineralen, planten en dieren. Hoewel dit alles onzichtbaar voor ons is blijft het niet meer dan kennis van de gemanifesteerde natuur. Gottfried de Purucker benadrukt dat het pad van de psychische illusies kan leiden tot een zelfzuchtige natuur en tenslotte de mens tot het Avīchi kan voeren (4). De natuur van " Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 1
www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
onbaatzuchtigheid, mededogen en altruïsme brengt de mens tot de vereniging met zijn innerlijke godheid en verkrijgt daardoor wijsheid, kennis en innerlijke kracht. Grace.F.Knoche : “Onze vijfde doelstelling behoeft nauwelijks commentaar; maar het is goed om te letten op de weloverwogen formulering; Het onderzoek – niet het ontwikkelen – van onze ingeboren vermogens. Kortom het staat ons volkomen vrij het gehele gebied van de potentiële vermogens in de mens te bestuderen en te onderzoeken. Maar stilzwijgend, zo niet uitdrukkelijk, geldt hier de waarschuwing niet die krachten aan te wenden ( of op onnatuurlijke wijze te ontwikkelen ) die leiden tot een te grote nadruk op de psychische en astrale gebieden van onze constitutie ten kostte van de hogere intuïtieve en spirituele vermogens” (5) Waar zijn deze innerlijke leringen gebleven en hoe zijn ze nog te herkennen? Nadat een leraar is heen gegaan en de mens weer vertraagd in zijn spiritualiteit, worden de leringen van zowel de buiten en binnen cirkel verminkt door verkeerde interpretaties, vertaal fouten, het invoegen van literatuur die niet van de leraar afkomstig is en het door elkaar halen van leringen van de buiten- en binnen cirkel. Het beste voorbeeld hiervan is de Bijbel, die hierdoor voor vele een onbegrijpelijk boek is geworden. De inmiddels onbegrijpelijke apocalyptische boeken worden daarom gemakshalve door de Bijbel uitleggers “ de wonderen van God” genoemd. Dank zij de Meesters en H.P.Blavatsky - door het oprichten van de Theosophical Society en het uitgeven van de oorspronkelijke esoterische leringen die vervolgens door de opeenvolgende Leaders verder zijn toegelicht - zijn we steeds meer in staat om ook de verminkte en verloren gegane leringen te begrijpen. Het is van het grootste belang om de leringen van het hart of de binnencirkel te begrijpen, en te beseffen dat de esoterische leringen uit gradaties of lagen bestaat. HPB verwijst in de Geheime leer naar de zeven esoterische sleutels die elk nog zeven maal moeten worden omgedraaid om de gehele “Geheime leer of ātmavidyā “ te kunnen begrijpen.(6) Deze esoterische sleutels betreffen, geologische of fysieke vlak, astrologie en astronomie, geometrie of numerologie, het psychische vlak, antropologie, theogonie en spirituele of metafysica. Elk van deze sleutels is op zich net zoals alles in het gemanifesteerde universum zevenvoudig, wat de betekenis is van het zevenmaal omdraaien van de sleutels. In zekere zin kun je Esoterische leringen vergelijken met een muziekstuk, verander de muzieksleutel en de toon van het muziekstuk klinkt anders dan de componist het heeft bedoeld. Als een esoterische lering met de verkeerde sleutel wordt geïnterpreteerd dan wordt het stuk onbegrijpelijk voor ons zoals de meeste boeken in de Bijbel in zijn huidige vorm. Diepzinnige metafysische, astrologisch en antropologische onderwerpen zijn hier geïnterpreteerd op het stoffelijke en fysieke vlak en daardoor onbegrijpelijk en tot een dode letter geworden. Hierdoor lijkt het alsof de leringen tegenstrijdig zijn, maar wie de sleutels goed gebruikt zal al snel leren dat het hierom paradoxen gaat waarbij de ene keer het onderwerp in de fysieke zin wordt bedoeld terwijl het een andere keer in de astrologische of geometrische zin wordt bedoeld. Een voorbeeld hiervan vinden we in toelichting (a) van Sloka 1, Stanza VI in de Geheime Leer: “De moeder van genade en kennis wordt ‘het drievoud’ van Kwan-Shai-Yin genoemd, omdat zij in haar metafysische en kosmische wisselwerkingen de ‘moeder, de vrouw en de dochter’ van de logos is, juist zoals zij in de latere theologische vertalingen ‘de vader, de zoon en (de " Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 2
www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
vrouwelijke) heilige geest’ werd – de Śakti of energie – de essentie van de drie. In de esoterie van de Vedanta is Daivīprakriti, het door Īswara – de logos – gemanifesteerde licht, tegelijk de moeder en de dochter van de logos, of het woord, van Parabrahma. In de esoterie van de leringen van over de Himalaya is zij echter – in de hiërarchie van de allegorische en metafysische theogonie – ‘de MOEDER’ of abstracte ideële stof, Mulaprākriti, de wortel van de Natuur; – van metafysisch standpunt staat zij in verband met adi-bhūta, gemanifesteerd in de logos, Avalokiteśvara; – en uit een zuiver occult en kosmisch oogpunt met fohat, de ‘zoon van de zoon’, de androgyne energie die voortkomt uit dit ‘licht van de logos’ en die zich op het gebied van het objectieve Heelal manifesteert als de verborgen en ook als de zichtbaar gemaakte elektriciteit – die het LEVEN is.(7) We zien hier dat de vrouwelijke energie van de Logos “ de Śakti” de moeder, vrouw of dochter kan worden genoemd afhankelijk of we dit vanuit metafysische, kosmische of theogonische standpunt bekijken. De leringen van de “ binnen Cirkel” worden op een gegeven moment niet meer klassikaal meegedeeld. Gottfried de Purucker zegt:“ Er komt een moment in de esoterische of occulte training dat de leraar zijn leerlingen niet meer in een lokaal of groep hoef te ontmoeten. De leraar kan bezig zijn met wat hij op dat moment doet: thuiszitten, of misschien reizen, of op een paard rijden, of in een auto zitten, of in een vliegtuig, en zijn boodschappen uitsturen door communicatie langs de wegen van de ether door wat mensen “ nu gedachteoverdracht” noemen; en zijn verst gevorderde leerlingen zullen de boodschappen onmiddellijk ontvangen. De leerlingen zelf kunnen overal zijn De leraar heeft misschien honderd leerlingen of meer, verspreid over de hele wereld en toch zullen ze allemaal op hetzelfde moment de boodschap krijgen, als ze wakker zijn.(8) Laten we nu eens paar Leringen van Grote Leraren wat nader bekijken. Lao Tse. We richten ons eerst op een grote Leraar uit het Oude China, Lao Tse. Velen van ons kennen de prachtige diepzinnige leringen van de Toa Teh Ching. De lering bestaat schijnbaar uit paradoxen wat eigenlijk bedoeld is om het denkvermogen te verbluffen of te ontstellen, waardoor het de waarheid kan ontvangen zonder te redeneren. HPB schrijft: Dus zegt hij dat er in het begin niets dan onbeperkte en grenzeloze ruimte was. Alles wat leeft en is, was erin geboren, van het “beginsel dat bestaat door zichzelf en zich vanuit zichzelf ontwikkelt”.d.w.z Svabhavat. Omdat zijn naam is onbekend en zijn essenties ondoorgrondelijk, noemen filosofen het TAO (Anima Mundi) de ongeschapene, de ongeboren en eeuwige energie van de natuur, die zich periodiek manifesteert. De natuur en de mens zullen als ze de volledige zuiverheid hebben bereikt er in rusten en één worden met Tao, die de bron van gelukzaligheid is .(9) De Boeddha. Gottfried de Purucker heeft een hoofdstuk gewijd aan “ de Geheime leer van Gautema de Boeddha” in het boek de Esoterische tradities. Een paar belangrijke passages wil ik hierbij aanhalen “ De grote Hindoe hervormer en ingewijde, Gautama de Boeddha, had inderdaad een geheime esoterische leer, dat hij bewaarde voor hen die in staat waren haar te ontvangen. " Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 3
www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
Zoals H.P. Blavatsky in De Geheime Leer (1:4-5) schrijft: De geheime gedeelten van de ‘dan’ of ‘jan-na’ (‘dhyan’) van Gautama’s metafysica – groots als zij mogen toeschijnen aan iemand die niet bekend is met de leringen van de wijsheidsreligie van de oudheid – betreffen dan ook maar een heel klein deel van het geheel. De Hindoe hervormer beperkte zijn openbare leringen tot de zuiver morele en fysiologische kant van de wijsheidsreligie, tot de ethiek en de MENS alleen. ‘Het ongeziene en onlichamelijke’, het mysterie van het zijn buiten de sfeer van onze aarde liet de grote leraar in zijn openbare toespraken geheel onbesproken. De verborgen waarheden behield hij voor aan een speciale kring van zijn Arhat. Omdat hij wegens zijn geloften niet alles kon onderwijzen wat hem was medegedeeld – hoewel hij een filosofie onderwees die was gebouwd op het fundament van de ware esoterische kennis – gaf de Boeddha de wereld slechts de uiterlijke stoffelijke vorm ervan en behield de ziel voor zijn uitverkorenen. (10) Nog een passage uit hetzelfde hoofdstuk, Laat ik volstaan met te wijzen op een of twee veelbetekenende passages uit de oude boeddhistische overlevering, aan de betekenis waarvan consequent wordt voorbijgegaan, omdat ze verkeerd worden begrepen. In het Dhammapada, dat zich in het algemeen bezighoudt met het probleem van het zelf, treffen we de volgende veelzeggende gedachten aan (hfst. 12, vs. 160): Het Zelf is de meester van het zelf – want wie anders zou zijn heer kunnen zijn? Als het zelf [de samengestelde eenheid] volledig wordt beheerst, vindt de mens een Meester, zoals nergens anders kan worden gevonden. Dit is een duidelijke verklaring over het bestaan in de menselijke constitutie van het leidende, beheersende wortelzelf – de essentiële âtman of het fundamentele zelf, dat in het lagere zelf of de ziel leeft en er zijn transcendente krachten in manifesteert, en die ziel is niets anders dan het ‘samengestelde geheel’ van elementen, dat de mens in zijn alledaagse bestaan is. Als men bedenkt dat het Dhammapada een van de meest gezaghebbende en geëerbiedigde geschriften van de hînayâna- of zuidelijke school is, kan men de kracht van deze uitspraak naar waarde schatten, te meer omdat deze school altijd wordt aangehaald, en ten onrechte, als zou ze een nihilisme leren – iets dat zo vaak tegen het boeddhisme wordt ingebracht ter ondersteuning van de opvatting dat het een pessimistisch stelsel zou zijn zonder spirituele grondslag of betekenis. Nog een voorbeeld, dit keer ontleend aan het mahâyâna, en afkomstig van iemand die in het boeddhisme altijd als bodhisattva is erkend – Nâgârjuna, een van de meest toegewijde latere volgelingen van de Boeddha Gautama. In zijn commentaar op het beroemde boeddhistische geschrift het Prajñâ-Pâramitâ-sûtra, zegt hij het volgende: Soms leerde de Tathâgata dat de âtman werkelijk bestaat, maar andere keren leerde hij dat de âtman niet bestaat. – naar de Chinese versie van Yuan Chuang Precies. Moeten we dan veronderstellen dat de Boeddha opzettelijk tegenstrijdigheden leerde om zijn toehoorders in de war te brengen en te misleiden? Welnee, want dat idee is belachelijk. Wat al is gezegd over de samengestelde constitutie van de mens, met behulp " Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 4
www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
waarvan het eeuwige zelf of de âtman (in dit geval de dhyâni-boeddha) werkt door middel van zijn onberekenbare ‘lagere zelf’, moet voldoende verklaren dat de verschillende betekenissen van ‘zelf’ in het oude boeddhistische denken en door de grote meester zelf even scherp werden onderscheiden als tegenwoordig het geval is. De Boeddha bedoelde onmiskenbaar dat de âtman als het essentiële zelf of de dhyâni-boeddha in de menselijke constitutie, altijd bestaat en zich blijft ontplooien, en eeuwigdurend is; maar dat het lagere zelf of de lagere persoonlijkheid van een mens slechts de zwakke afspiegeling ervan is, de ziel, en daarom niet bestaat als een duurzame entiteit. (11) Tsong Kha Pa, Van Tsong Kha Pa de grote Tibetaanse hervormer in de 14e eeuw wordt aangenomen dat hij een directe incarnatie is van Amita Boeddha (12) G de Purucker schrijft: Tsong-kha-pa was de grote Tibetaanse hervormer van een gedegenereerd boeddhisme. Het is niet precies bekend wanneer het boeddhisme naar Tibet werd gebracht, maar het was in het begin van wat we in het westen de christelijke tijdrekening noemen, waarschijnlijk in de zesde of zevende eeuw en wel door een boeddhistische monnik uit India met de naam Padmasambhava, die lange tijd goed werk deed onder de Tibetanen en praktisch het hele land bekeerde door de magie van zijn woord, de kracht van zijn voorbeelden en de overtuigingskracht van zijn fascinerende geest. Maar al na enkele eeuwen begonnen de natuurlijke traagheid van het menselijke begrip en de tegenzin om zich altijd aan het hoogste te wijden, hun werk te doen. Na de dood van Padmasambhava vervreemdden de boeddhisten geleidelijk van de zuiverheid van Boeddha’s leringen met hun grootse ethiek en verheven occultisme en zakten ze af tot het niveau vanwaar Padmasambhava hen had opgewerkt en dat niveau was bekend, of is nu bekend onder de naam Bhön, zoals de Tibetanen het zelf noemen. Het is een soort naturalistische religieuze filosofie, typisch voor Tibet, onnoemelijk oud, zelfs archaïsch, en waarschijnlijk afkomstig uit de Atlantische, laatAtlantische tijd. Het omvat voor een groot deel de verering van natuurgeesten, bijgelovige praktijken en bovenal het beoefenen van witte en zwarte magie. En er is in het Bhön zoveel dat verwant is aan wat we nu kennen als de tantra’s van India, de tantrische leringen, dat ik er niet aan twijfel dat ze een gemeenschappelijke oorsprong hebben. Welnu, in de veertiende eeuw verscheen Tsong-kha-pa, zonder uitzondering de grootste geestelijke leraar die Tibet ooit heeft gekend. Hij hervormde het verworden, gedegenereerde of ontaarde boeddhisme van Tibet en bracht het terug tot zijn grootse oorspronkelijke zuiverheid. Dankzij zijn fabelachtige genialiteit en zijn vermogen ideeën te verspreiden en die boeiender te maken dan de invloed die van het Bhönstelsel op de Tibetanen uitging, had hij, toen hij heenging, of verdween of stierf, hoe men het ook wil noemen, praktisch heel het eigenlijke Tibet teruggebracht op het heilige pad, zoals de Tibetanen zeggen en had hij Tibet verheven tot een hoger niveau van denken dan het ooit in de bekende geschiedenis had bereikt. Het is nu zelfs de machtigste en ook de officiële vorm van het boeddhisme in Tibet. (13) HPB schrijft over Tsong Kha Pa : “Zoals reeds gezegd is de esoterische school sedert de veertiende eeuw in twee " Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 5
www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
afdelingen verdeeld geweest, een voor de innerlijke lanoo’s of hogere chela's, de andere voor de buitenkring of leken chela’s” (14) Yoshua Ben Panthera of Jezus Van de grote Joodse Adept Yoshua Ben Panthera wordt gezegd dat hij ook een buiten en binnen cirkel had. In het boek Sôd Son of Men, de Codex Nazerhena vinden we in de introductie een verwijzing waar in wordt gesteld dat de “innerlijke leringen” van Yoshua zijn te vinden in de Pistis Sophia “ (15) Het boek de Pistis Sophia met de officiële naam Codex Askewianus is vanuit het Koptisch vertaald in het Engels door George Mead de privé secretaris van H.P. Blavatsky. In een aantal artikelen in het maandblad Lucifer 1890-91 heeft George Mead delen vanuit de Pistis Sophia gepubliceerd, waarop HPB toelichtingen heeft gegeven. We bespreken nu een aantal passages uit deze gepubliceerde artikelen. De allegorie van het Koninkrijk, PS 89 Maria stapte naar voren en zei: “ Meester u hebt eerder met ons over de parabel gesproken ; “ ik kan een koninkrijk vinden met u zoals de vader dit heeft gevormd met mij en jullie zullen eten en drinken aan de tafel in het koninkrijk… ” HPB merkt op dat het Evangelie van de Egyptenaren het volgende antwoord geeft op de vraag wanneer dit koninkrijk zal komen: “ Als de Twee één zijn geworden, als het buitenste het binnenste is geworden , als het mannelijke en vrouwelijk niet langer het mannelijke en vrouwelijke meer zijn. HPB geeft twee interpretaties hiervan (a) de vereniging van het lagere Manas met het hogere Manas…, b) de terugkeer naar de androgyne staat zoals het geval zal zijn in toekomstige rassen. Dus het koninkrijk kan nu door individuen worden bereikt en door de mensheid in toekomstige rassen. (16) Drie Maria’s Op dit moment kunnen we in verschillende TV uitzendingen, stellingen en hypotheses aanhoren die tegelijk weer worden tegen gesproken door Kerkelijke en Theologische prominenten of Maria Magdalena wel of niet de vrouw van Jezus was en of ze ook nog kinderen zouden hebben. HPB zegt hierover: Maria, ook wel Mariam en Maria Magdalena genoemd moet niet worden verward met de lichamelijke moeder van Jezus. Deze Maria is verreweg de meest intuïtieve (pneumatische) en de meest prominente gesprek partner van alle discipelen. In het boek de Philosophumena (5:7), lezen we dat de school van Naaseni, beweerde dat ze haar leringen van Mariamme ontvingen…... Ook Origenes (een van de eerste Kerkvaders ) spreekt over een Gnostische school die haar leringen ontvingen van Mariamme. (17) Ze voegt er aan toe :” Esoterisch gezien corresponderen echter Maria de Moeder, Maria de zuster van Martha en Maria Magdalena corresponderen met buddhi, manas en het lagere Manas. (18) Bergrede.
" Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 6
www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
James M. Pryse een Amerikaanse theosoof en krantenuitgever, die door de meesters naar HPB in Londen was gestuurd om te helpen met het opzetten en instaleren van een drukkerij, had een klassieke scholing gehad in Grieks, Latijns en zelf Sanskriet. Hij heeft enkele mystieken stukken uit het Nieuwe testament zelf vertaald en hierbij enkele belangrijke passages uit zijn boekje: The Sermon of the Mount . Door de Christen wordt de Bergrede, Lucas (6, 17ev) als het meeste morele en ethische stuk uit de Bijbel gezien. De Bijbel zegt: “ Jezus daalde af van de Olijfberg en begon zijn evangelie te verspreiden op de vlaktes van Galilea” Pryse: Bergen zijn gewoonlijk energie centra in het aurische ei van de mens in relatie aan de verheven psychische en spirituele bewustzijn toestand. (19) Pryse: Evangelie is meer dan een goede tijding zoals het is vertaald; het is de magische energie zoals de engelen de magische boodschappers zijn in verschillende gradaties van de hoogste god tot de magnetische adem. Het is de instructie voor het “open oog” en de ontwaking ervan door de acties van de adem (prāna) of het elektrische vuur (20) , de mystieke kracht als in de “Stem van de Stilte” (21) Wat Yoshua Ben Panthera betreft, zegt de Purucker in diverse van zijn boeken dat hij een van onze school was. HPB vertelt dat toen zij voor haar occulte training in Tibet was: “Ik was eens met mijn Meester in een grote grottempel in het Himalaya gebergte. Er waren daar veel standbeelden van adepten; hij wees op een ervan en zei: Dit is degene die jullie Jezus noemen. We rekenen hem tot een van de grootste onder ons” (22) Het is triest te zien hoe deze majestueuze leringen is vervallen tot wat vandaag nog is terug te vinden in de boeken van de Bijbel. Het is de taak en de plicht van de Theosofie en de Theosofen om deze verloren sleutels terug te geven aan de rechtmatige eigenaar “ de Mensheid”. Theosofische Leraren. Wie de leringen van HPB bestudeerd voelt ogenblikkelijke de verheven goddelijke onpersoonlijke sfeer van onvoorwaarlijke totale verzaking wat het fundament is van altuirisme en mededogen, de werkelijke leer van het hart. Haar opvolgers hebben haar leringen steeds verder ontvouwd in het tempo wat de mensheid op dat moment kon ontvangen. In 1888 stichtte HPB de Esoterische sectie, die wereldwijd ongeveer 2000 studenten telde. Uit deze groep vormde ze in de zomer van 1890 “ de Inner Group “ met zes vrouwen en zes mannen, waaraan ze mondeling verder gevorderde leringen gaf. Ze noemde de Theosophical Society het lagere viertal, de Esoterische sectie het lagere manas en haar Inner Group het ( hogere) manas (24). Haar esoterische instructies zijn gepubliceerd in deel 12 van haar Collected Writings (1980), en haar Inner Group leringen zijn te vinden in The Inner Group Teachings of H.P.Blavatsky ( 1e editie 1985) In de Geheime Leer schrijft HPB: In de twintigste eeuw zal mogelijk een beter geïnformeerde en veel geschiktere leerling door de Meesters van Wijsheid worden gezonden om afdoende en onweerlegbare bewijzen te leveren dat er een wetenschap bestaat die men gupta-vidya noemt en dat, evenals de eens geheimzinnige bronnen van de Nijl, de bron van alle nu aan de wereld bekende religies en filosofieën gedurende vele eeuwen was vergeten en voor de mensen verloren, maar tenslotte is gevonden.” (24) " Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 7
www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
Ca. 35 jaar na het overlijden van HPB heeft G de Purucker haar leringen in detail toegelicht die nu zijn gepubliceerd. In 1929 richtte hij de (KTMG) Katherine Tingley Memorial Group op, die uit leden van de Esoterische sectie bestond. James Long verteld dat GdeP enkele leden van de KTMG selecteerde om deel te nemen aan een innerlijke groep omdat “hij voelde dat ze het recht hadden verdiend op verdere tests en zwaardere beproeving” (25) De KTMG -leringen werden gepubliceerd door Kol. Arthur Conger (Opvolger van GdP) in The Dialogues of G de Purucker (Dialogen van G de Purucker) in 1948 en de leringen van de Esoterische Sectie werden door Grace F.Knoche in Fountain- Source of Occultisme (Bron van het occultisme) ( 1974) uitgegeven. De Esoterische Sectie werd in 1950 in opdracht van Kolonel Conger gesloten omdat ze haar functie had vervuld en de overgangperiode was aangebroken van het ontvangen van de theosofie naar het geven van de theosofie. De nadruk kwam te liggen op het in praktijk brengen van de theosofie, of praktische Occultisme (26). Samenvattend kunnen we zeggen dat het altruïsme en mededogen de ware leer van elke geestelijke leraar zijn. Ze zijn het hart van de theosofie en belangrijker dan welke psychische studie dan ook. De Chohan formuleert dit noch krachtiger: De Theosophical Society met haar beiden ongelukkige stichters kan beter ten onder gaan, dan dat wij zouden toelaten dat het slechts een academie voor magie en een school voor occultisme zou worden. Dat wij, de toegewijde volgelingen van die vleesgeworden geest van absolute zelfopoffering, van menslievendheid, goddelijke welwillendheid, en van al de hoogste deugden die op deze aarde, van smart bezwaard zijn, mens der mensen, Gautema Boeddha, er ooit in zouden toestemmen dat de Theosophical Society de belichaming van zelfzucht vertegenwoordigt, het toevluchtsoord voor de weinigen, die zich niet bekommeren om de velen, is een zonderlinge gedachte, mijn broeders.” (27) Ik wil eindigen met een citaat uit de Stem van de Stilte “ Buig het hoofd en luister goed, bodhisattva, mededogen spreekt en zegt: “ Kan er een gelukzaligheid zijn wanneer al wat leeft moet lijden? Zult u gered worden en de hele wereld horen klagen “? (28)
Bronvermelding 1. Stem van de stilte blz. 21 en blz. 81 noot 1. 2. Stem van de stilte blz. 25 3. Studies in Occultism” blz. 14 en 15 4. Bron van het Occultisme blz. 9 5. Geselecteerde fragmenten uit de algemene brieven van Grace.F.Knoche “ blz 4. 6. De Geheime Leer, deel I, blz. 355. 7. De Geheime Leer, deel I, blz. 166 8. De Dialogen” blz. 565. 9. Encyclopedic Theosophical Glossary 10. De Esoterische Traditie, blz 624 en 625 11. De Esoterische Traditie, blz. 631 ev. 12. Blavatsky Collected Writings XIV, blz 425-428) en de Geheime Leer deel I 139, vn. 13. Aspecten van de Occulte Filosofie Blz. 276-277 14. Blavatsky Collected Writings XII, blz. 546. 15. Sod Son of Men, de Codex Nazaraeaus blz. Publishers’s Notes 16. Blavatsky Collected Writings 13: 48. 17. Blavatsky Collected Writings 13: 36-37 18. Blavatsky Collected Writings 13: 37 , noot 1. " Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 8
www.theosofie - noordwest.nl Theosofie de archaïsche wijsheid, het pad van het zoeken, niet van geloven.
19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
The Sermon of the Mount blz. 7 (ISBN-0-913004-92-8) The Sermon of the Mount blz. 7 (ISBN-0-913004-92-8) Stem van de stilte, blz. 11 en blz. 77, noot 31. Het bijzondere leven & de invloed van Helena Petrovna Blavatsky – blz. 322 Henk J.Spierenburg (samensteller) The Inner Group Teachings of H.P.Blavatsky, Point Loma Publications, 1995, blz. 27 ( ISBN 0-913004-96-0) De Geheime Leer, deel I, blz. 22. “The Leaders Tour in Europe, april - june 1951, deel 2 Zweden, blz. 44 http:/www.theosofie.net/onlineliteratuur/jameslong/algemeencongres.html. Gecombineerde Chronologie blz. 48, van Margaret Conger Stem van de stilte blz. 68
" Werken in het belang van de mensheid is de eerste stap " H.P. Blavatsky 9