Nota PS-commissie Vergaderdatum
:
10 november 2005
Commissie voor
:
Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
Agendapunt nr.
:
Commissienr.
:
Onderwerp
:
Noordvleugelconferentie
Opsteller/telefoon/e-mail-adres
:
B.E.M. Verbeek / (023) 514 36 78 / verbeekb@noord‐holland.nl
Afdeling/bureau
:
RWB / Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
Bijgaande stukken
:
Concept conferentiedocument
(N.B. De rubrieken 1 t/m 4 altijd in deze volgorde uitwerken)
1. Voorstel voor behandeling Wij stellen u voor kennis te nemen van het concept conferentiedocument voor de Vijfde Noordvleugelconferentie die op 18 november a.s. gehouden wordt. Ter ondersteuning van de bespreking van het document zal de gedeputeerde een korte toelichting geven op de belangrijkste onderwerpen en standpunten uit het document.
2. Besluit GS Het college van GS heeft op 25 oktober het volgende besloten: 1. kennis te nemen van het concept conferentiedocument voor de Vijfde Noordvleugel‐ conferentie. Dit document dient als onderbouwing van voorstellen voor de standbepaling van de (gezamenlijke) deelnemende partijen aan de Vijfde Noordvleugelconferentie; 2. de portefeuillehouders Ruimtelijke Ordening, Economische Zaken en Verkeer en Vervoer, de heren A.M.C.A. Hooijmaijers, H.S. Schipper en C. Mooij namens de provincie Noord‐ Holland af te vaardigen naar de Noordvleugelconferentie op 4 februari 2005; 3. de centrale boodschap van de conferentie te onderschrijven om terug te kijken naar wat de Noordvleugel de afgelopen jaren bereikt heeft, maar vooral ook vooruit te denken naar de gezamenlijke toekomst en de metropolitane strategie te hanteren om daar te komen. De overige punten uit het GS besluit worden hier niet weergegeven, omdat die betrekking hebben op punten die de portefeuillehouders naar de conferentie worden meegegeven en onderdeel uitmaken van de geheime besluitenlijst.
3. Verdere procedure Op 18 november 2005 vindt de Vijfde Noordvleugelconferentie plaats. Tijdens deze conferentie wordt het conferentiedocument en dan met name de daarin opgenomen standpunten behandeld. De conferentie wordt afgesloten met een persconferentie, waarbij de Noordvleugelpartijen een statement afgeven ten behoeve van de regionale inzet bij het Rijksprogramma Noordvleugel (het door het kabinet geïnitieerde programma op basis van de Nota Ruimte en het daarbij behorende uitvoeringsprogramma).
Pagina 2 Na de conferentie worden de daar genomen besluiten voorgelegd aan de colleges, waaronder GS van Noord‐Holland. Na GS‐behandeling worden de Noordvleugelbesluiten in de statencommissies ROV, WVV en ELE gebracht. Ook worden de besluiten in het kader van de actieve informatieplicht verzonden aan Provinciale Staten. Tegelijkertijd zullen initiatieven worden ontwikkeld om de besluiten van deze conferentie en van de vorige conferenties (verder) tot uitvoering te brengen. Hierin wordt ook aandacht besteed aan de wijze waarop vervolg wordt gegeven aan deze conferentie.
4. Samenvatting In de Vijfde Noordvleugelconferentie staat de metropolitane strategie centraal. Deze strategie vormt het kader waarbinnen alle acties plaatsvinden, die de Noordvleugelpartners uitvoeren voor de toekomst van de Noordvleugel. De Vijfde Noordvleugelconferentie staat in het teken van terugkijken en vooruitdenken. Er wordt teruggekeken naar wat de Noordvleugel bereikt heeft en er wordt vooruitgedacht naar wat de Noordvleugel de komende tijd moet doen, zoals participatie in het Rijksprogramma Noordvleugel. Bij dit terugkijken en vooruitdenken staat centraal dat intensieve samenwerking binnen de Noordvleugel en de Randstad nodig blijft. Niet alleen voor de regio zelf, maar ook richting het Rijk. Samenwerking is onontbeerlijk in een Noordvleugel, die steeds meer als netwerkregio functioneert. De conferentie schetst een tussenstand van de vele acties die tijdens de Vierde Noordvleugelconferentie zijn afgesproken. Al deze acties dragen bij aan het stimuleren van de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel. Achter in deze nota vindt u een matrix van de lopende acties en de trekkers, waaronder Noord‐Holland. Deze acties zijn geclusterd terug te vinden in het conferentiedocument. Ten behoeve van de conferentie worden aan de genodigden nog enkele stukken extra toegezonden. Er wordt onder meer een inhoudelijk document van het Platform Bedrijven en Kantoren verwacht, waaruit standpunten en besluiten voor de conferentie voortvloeien. Verder wordt er een onderliggend document over Schiphol verwacht, dat ook van invloed kan zijn op de te nemen besluiten. Tenslotte wordt er nog een uitwerking van de actie Creatieve Industrie onder de cluster Kennis en Innovatie toegezonden. Hoofdlijnen van het document Deze conferentie neemt de vorige conferenties als vertrekpunt. De toen afgesproken acties zijn nog niet allemaal afgerond. Wel zijn flinke stappen gemaakt. Alle opgepakte acties dragen bij aan het behouden en versterken van de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel, middels de metropolitane strategie. De Noordvleugel moet nog veel doen om de doelen van de metropolitane strategie te verwezenlijken. Daarom is het belangrijk om hetgeen is afgesproken gezamenlijk vast te houden. Tegelijkertijd is het belangrijk de handen uit de mouwen te houden om de afgesproken acties verder te verwezenlijken en zonodig aan de actualiteit aan te passen. Het belangrijkst van dit alles is misschien wel, dat de gezamenlijke visie de Noordvleugel een sterke partner maakt in het overleg met het Rijk. Een metropolitane strategie voor de Noordvleugel Het afgelopen decennium heeft de Noordvleugel van de Randstad, ook naar internationale maatstaven gemeten, een opmerkelijk positieve ontwikkeling doorgemaakt, mede vanwege de dynamiek, de grote diversiteit en de gunstige ligging ten opzichte van internationale
Pagina 3 knooppunten. De internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel behoeft aandacht. Enerzijds, omdat de Noordvleugel haar groeiende bevolking de juiste faciliteiten moet bieden, anderzijds omdat de Noordvleugel daalt op de internationale lijstjes van concurrerende regio’s en omdat de internationale luchtvaart‐ en de luchthavennetwerken veranderen. De metropolitane strategie is ontwikkeld om de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel te verbeteren. De metropolitane strategie bouwt voort op de mainportstrategie die zich voornamelijk richt op investeringen in de mainport en de achterlandverbindingen. In de metropolitane strategie wordt hieraan de relatie tussen de mainport en de nabij gelegen stedelijke omgeving, de Noordvleugel, toegevoegd. Dit omdat ze wederzijds afhankelijk zijn. In de metropolitane strategie staan drie begrippen centraal: massa, diversiteit en interactie. Het begrip massa krijgt invulling via bundeling van verstedelijking (zie hoofdstuk wonen) en vraaggerichte bedrijfslocatie‐ontwikkeling (zie hoofdstuk platform bedrijven en kantoren). Het begrip interactie krijgt invulling via de lucht‐ en zeehavens (zie hoofdstukken over Schiphol en havenindustrieel complex) en de infrastructurele verbindingen. Het begrip diversiteit krijgt invulling door kennis, innovatie en arbeidsmarkt en door promotie, marketing en acquisitie (zie het hoofdstukken hierover). De metropolitane strategie is, met de analyse van de drie begrippen, in feite een analyse van de positie van de Noordvleugel in het internationale economische krachtenveld. De drie begrippen vormen de sleutel tot het verbeteren van de internationale concurrentiepositie. De Noordvleugel zet zich met haar acties ervoor in hiervan optimaal gebruik te maken. Kennis en innovatie De Noordvleugel is een nationaal vliegwiel voor ontwikkeling en toepassing van high touch innovaties (zakelijke en financiële diensten, in design, media, cultuur, leisure, gezondheid en leefstijl). Dit wordt internationaal gepositioneerd om vernieuwende bedrijven en talenten aan te trekken en ‘eigen kweek’ te versterken. De Noordvleugel profileert zich internationaal met multimediatechnologie en content, creatieve industrie, internationale handel en financieel‐ economische regie. De Noordvleugel heeft als technologische speerpunten life sciences en duurzaamheid (energie en recycling). De Noordvleugel biedt diverse complementaire milieus aan voor deze vernieuwende activiteiten. Hieronder staan de lopende en voorgenomen acties. Deze vertonen sterke overlap en zijn te weinig ingebed in een volwaardige regionale innovatiestrategie. Bovendien is er te weinig koppeling met andere actieclusters. Dit wordt het komend halfjaar aangepakt. Deze regionale strategie is tevens de basis voor het regionaal uitvoeringsprogramma van de nota Pieken in de Delta van het Ministerie van EZ dat in het komend halfjaar wordt opgesteld en waarvoor de regio, in de persoon van mevrouw Griffith, wethouder EZ te Amsterdam, is gevraagd om met de wethouder van de gemeente Utrecht een commissie te formeren. Ruimte voor creatieve industrie: Er wordt gewerkt aan een regionaal plan voor de creatieve as Haarlem‐Zaanstad‐Amsterdam‐Hilversum/Almere, uitbreiding en branding van complementaire vestigingsmilieus en oprichting van een ontwikkelingsbedrijf voor creatieve bedrijvigheid. Aandachtspunt is informatievoorziening over huisvesting en vergunningen. Versterking multimediacluster: Naast de ook hier relevante activiteiten voor de creatieve industrie wordt gewerkt aan regionaal promotie‐, acquisitie‐ en vestigingbeleid, aan samenwerking tussen overheid, bedrijven en kennisinstellingen binnen Stichting iMMovator en aan de Amsterdam Innovatie Motor.
Pagina 4 Glasvezel: De ontwikkeling van een regionaal glasvezelnet is met multimedia gerelateerd. De gemeenten Almere, Amsterdam en Hilversum werken aan nieuwe lokale netten. Daarnaast wordt door de stichting iMMovator gewerkt aan vraagbundeling en benutting van het bestaande glasvezelnet. Voor Noordvleugeldekkende verglazing is het nog te vroeg. Oprichting topinstituten: Er is een vergevorderd initiatief voor een toponderzoek‐ en onderwijsinstituut gericht op internationale handel (werktitel Amsterdam Trade University). Daarnaast is er een initiatief voor een foodinstituut in Zaanstad, wordt er gewerkt aan uitbouw van internationale ICT summercourses en is er een initiatief voor een academy of excellence voor interdisciplinaire product‐ en conceptontwikkeling voor creatieve industrie. Platform Bedrijven en Kantoren (Plabeka) De regionale overheden in het Plabeka hebben tot taak gezamenlijk invloed uit te oefenen op de fysieke kant van het vestigingsklimaat: bedrijventerreinen, kantoorlocaties en faciliterende infrastructuur. De inzet is om permanent te kunnen beschikken over op de vraag afgestemd aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Hiermee moet een “ijzeren voorraad” ontstaan van specifieke vestigingsmilieus, die aansluiten op de gewenste economische ontwikkeling, zoals omschreven in de metropolitane strategie. Momenteel heeft de Noordvleugel een regionale mismatch in haar aanbod. Uit analyse zijn de volgende zes problemen benoemd, die centraal staan binnen het Plabeka: leegstand bij kantoren, overcapaciteit kantoorprojecten, mismatch van kantoorprojecten, dreigende tekorten aan bedrijventerreinen, uitschuifruimte voor bedrijven en een onevenwichtige woon‐ werkbalans. Om vraaggestuurd bedrijfslocaties te kunnen ontwikkelen, worden de volgende instrumenten ingezet: marktconforme segmentatie, monitoring, ruimtebehoefteprognose/scenario‐verkenning en fasering van de te ontwikkelen locaties. De actie Plabeka heeft een eerste versie van een structuurschema opgeleverd. Op basis van dit structuurschema wordt voor de conferentie een notitie opgesteld met daarin de resultaten van de confrontatie tussen vraag en aanbod. Schiphol en zijn achterland Dit actiecluster houdt zich bezig met (1) behoud en versterking van de hub/mainportfunctie van Schiphol samen met (2) de ontwikkeling van een hoogwaardig, internationaal concurrerend topmilieu en (3) versterking van de ruimtelijk‐economische positie van Flevoland door ontwikkeling van de luchthaven Lelystad. Los van dit actiecluster is door de BRS (Bestuurlijke Regiegroep Schiphol), samen met de Schiphol Group, het “Uitvoeringsprogramma; verbreed mainportprogramma korte termijn” opgesteld. Dit bevat 29 maatregelen gericht op versterking van de landzijdige infrastructuur, governance, selectiviteit/uitplaatsing van niet hub‐gebonden luchtvaartfuncties en leefbaarheid. Einddoel is een uitvoeringsovereenkomst tussen de partijen. Op de vierde Noordvleugelconferentie is gevraagd vijf onderwerpen uit te werken: Mogelijkheden van groei binnen de huidige wet‐ en regelgeving: Binnen het huidige milieustelsel kan Schiphol slechts doorgroeien naar 450.000 vliegtuigbewegingen per jaar (aantal bewegingen in 2004 : 420.000). Op basis van de huidige inzichten wordt dit aantal bereikt rond 2008. Een verdere groei naar rond de 500.000 bewegingen per jaar lijkt alleen mogelijk door
Pagina 5 aanpassing van de grenswaarden in enkele handhavingspunten. Hiervoor stelt de sector een MER op. De beslissing over aanpassing ligt bij kabinet en Tweede Kamer (najaar 2007 of later). Selectiviteitsmogelijkheden op Schiphol: In overleg met externen is gekeken naar de mogelijkheden. Enkele maatregelen die (al dan niet op termijn) kansen bieden zijn: ‐ efficiëntere slotallocatie (afhankelijk van nog in onderhandeling zijnde EU maatregelen); ‐ weren van het gebruik van de meest lawaaierige vliegtuigen (is staand beleid van Schiphol Group en Rijk; voor de komende drie jaar wordt op verdere invulling ingezet); ‐ beperkingen van het gebruik van de nacht (naast weren van meest lawaaierige vliegtuigen mogelijk door het uitplaatsen van niet hub/mainportgebonden nachtverkeer naar regionale luchthavens); ‐ beperken/afbouwen van overheidsvluchten (nog nader te bespreken met het Rijk); ‐ gebruik regionale luchthavens, in het bijzonder (na uitbouw) van de luchthaven Lelystad. De Noordvleugel zet zich waar mogelijk in op het verbetering van de efficiëntie (versterkt doorvoeren van deze maatregelen). Mogelijkheden tot uitplaatsing van activiteiten van Schiphol en uitbouw van de luchthaven Lelystad: Uitplaatsing naar luchthaven Lelystad is van belang voor Schiphol en voor benutting van alle potentiële kwaliteiten van de Noordvleugel. De drie direct bij de Schipholontwikkeling betrokken Noordvleugelpartners (Noord‐Holland, Amsterdam en Haaarlemmermeer) en ook de Schiphol Group zien, na uitbouw van Lelystad, goede mogelijkheden voor het uitplaatsen van charter‐ en van (niet hub/mainportgebonden) Low Cost Carriers naar Lelystad. De provincie Flevoland zet (vooralsnog) in op een ontwikkeling binnen de geldende (gedateerde) PKB grenzen. Deze bieden geen bedrijfseconomisch/operationele mogelijkheden voor een stand alone operatie met charters en/of Low Cost Carriers op Lelystad. Ook is het zeer de vraag of de Schiphol Group (eigenaar van Lelystad Airport) dan mogelijkheden ziet tot investeren in de voor een charter‐/low cost carrier benodigde infrastructuur (bouw nieuwe start/landingsbaan van 2100m, terminal, 24h verkeersleiding etc.). De Gedeputeerde luchtvaartzaken heeft het initiatief genomen te trachten nog voor de Noordvleugelconferentie tussen partijen tot een vergelijk te komen. Topsegment kantoren: Alleen de Zuidas en Schiphol‐centrum vallen onder het topmilieu. De locaties zijn complementair aan elkaar. Zuidas is belangrijk speerpunt voor de gehele regio. Voor Schiphol‐Centrum is de gezamenlijke vastgestelde uitbreidingsruimte 135.000 m2 bvo (gerekend vanaf 1 januari 2002). Meer is in de komende 15 jaar niet mogelijk, tenzij het project Zuidas‐Dok niet doorgaat. Kantoorontwikkeling rond een eventuele tweede terminal op Schiphol (Noordwest) kan alleen als er behoefte is aan het daar te ontwikkelen segment. Airportcity: Dit betreft de concentratie van functies (kantoren voor niet of beperkt luchthavengebonden bedrijvigheid, hotels, congresfaciliteiten, winkelvoorzieningen en leisurevoorzieningen) op het luchthaventerrein van Schiphol gericht op (transfer)passagiers. Het planologisch beleid van de Noordvleugel is er op gericht om dergelijke functies in of aan het bestaand stedelijk gebied te situeren. Alleen als ze nodig zijn voor het functioneren van de hub of een passagiersaantrekkende werking hebben kunnen ze een plek vinden op Schiphol. De Verenigde Noordvleugel Compagnie Het havenindustrieel complex heeft als internationaal logistiek knooppunt een hoge toegevoegde waarde voor de economie van de Noordvleugel en neemt een aanzienlijk deel van de export van de Noordvleugel voor haar rekening. Het haven‐ en industrieel complex is
Pagina 6 een onmisbaar element in de elkaar versterkende metropolitane strategie van de Noordvleugel, dat mede wordt vorm gegeven in het Airport Seaport City concept. In de Vierde Noordvleugelconferentie werd afgesproken, dat een verregaande nautische, commerciële en bestuurlijke samenwerking wordt nagestreefd. Dit wordt meegenomen in de evaluatie Masterplan Noordzeekanaalgebied. Daarbij wordt ook een uitbreiding van het werkgebied meegenomen naar het schaalniveau van de Noordvleugel. Een betere afstemming over een groter gebied lijkt verschillende voordelen, waaronder voor veiligheid en een stimulans van goederenvervoer bij binnenvaart op te leveren. Een verregaande samenwerking van acquisitie van buitenlandse bedrijven kan met de activiteiten van Amsterdam Area worden gerealiseerd. De specifiek havengerelateerde acquisitie wordt daarmee eveneens afgestemd op Noordvleugelschaal. De Kamer van Koophandel werkt aan meer samenwerking van bedrijven om innovatie in de industrie te bevorderen. Net als tijdens de Vierde Noordvleugelconferentie pleit de Noordvleugel voor een tijdige aanleg van een tweede grote zeesluis. Voor verdere ontwikkeling van het havenindustrieel complex is een goede toegang vanuit zee namelijk van cruciaal belang. Op basis van het rapport Bereikbaar, Betrouwbaar en Betaalbaar heeft de minister van Verkeer en Waterstaat uitgesproken dat Zeehavens Amsterdam goed bereikbaar moeten blijven en uiterlijk in 2008 een besluit moet worden genomen wanneer met de bouw van een nieuwe sluis moet worden begonnen. In de tussentijd wordt een aantal maatregelen genomen om de capaciteit van het sluizencomplex te verbeteren. Het Rijk en de regio werken daarbij goed samen. Bereikbaarheid Het thema bereikbaarheid wordt uitgewerkt door het Platform Bereikbaarheid Noordvleugel, waarin diverse partijen structureel samenwerken aan infrastructurele prioriteiten. De topprioriteiten van het Platform zijn het wegwerken van achterstanden op het gebied van infrastructuur en openbaar vervoer, met name in de corridor Haarlemmermeer‐Schiphol‐ Amsterdam en het verbeteren van het functioneren van de economische centra. Op beide topprioriteiten is vooruitgang geboekt sinds ze in 2003 geformuleerd zijn. De Noordvleugel maakt zich echter grote zorgen over de voortgang van de volgende twee dossiers: − Beprijzen: Op de derde en vierde conferentie heeft de Noordvleugel zich nadrukkelijk uitgesproken voor de mogelijkheden van beprijzen. De Noordvleugel bevestigt dit nu opnieuw en vraagt dringend om een snelle invoering van de eindfase zoals omschreven in het advies van de commissie Nouwen, met differentiatie naar tijd en plaats. De Noordvleugel wil als startgebied dienen waaruit een landelijk systeem kan groeien. Dit gevoel van urgentie wordt gedeeld door het bedrijfsleven. − Luchtkwaliteit: De Noordvleugel onderschrijft het doel van de regelgeving voor een veiligere en gezondere leefomgeving, maar door de koppeling van de normen voor luchtkwaliteit aan de ruimtelijke ordening ontstaat een onwerkbare situatie. Stagnatie van diverse projecten werkt negatief uit voor de economie en de economische positie van de regio. Op dit moment biedt de voorgestane saldoregeling weinig soelaas. Aanpassing van de regelgeving in Europa en Nederland is daarom noodzakelijk. Wonen in de Noordvleugel De Noordvleugel houdt vast aan minimaal 150.000 benodigde woningen voor de periode 2010‐ 2030. Deze 150.000 woningen vormen vanuit economisch perspectief de ondergrens. Als
Pagina 7 de beoogde economische groei van de Noordvleugel bewaarheid wordt, zijn er waarschijnlijk meer woningen nodig. Uit de recente Primos‐berekeningen van het Rijk blijkt, dat ook zij een opgave van om en nabij de 150.000 woningen voor de Noordvleugel noodzakelijk acht. Er heerst optimisme bij de betrokken Noordvleugelpartijen over het realiseren van het voorgenomen programma. Wel is het daarvoor nodig, dat de locatie Hoofddorp‐West (5.000 woningen), die in de Nota Ruimte expliciet is uitgesloten door de ligging aan de 20 Ke‐zone, bij de evaluatie van het Schipholregime in 2006 alsnog voor bebouwing vrijkomt. Het optimisme geldt ook voor de haalbaarheid van de binnenstedelijke opgave van 60.000 woningen (= 40% van de opgave), waarvan 50.000 in Amsterdam. Binnenkort komt de provincie met cijfers waaruit blijkt dat in het Noord‐Holland Zuid inclusief Almere de afgelopen 5 jaar een gemiddelde van 38% binnenstedelijk werd gerealiseerd (netto groei). Bovendien blijken de binnenstedelijke bouwmogelijkheden qua capaciteit ruimer dan voorzien. Om de voorgenomen bouwopgave te halen, vraagt de Noordvleugel wel van het Rijk dat zij haar aandeel via Besluit Locatiegebonden subsidies (BLS)‐ en Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)‐budgetten beschikbaar blijft stellen. Voor Almere zijn in het Noordvleugelprogramma 45.000 woningen opgenomen. De groei van Almere is een must voor de woningbouwopgave van de Noordvleugel. Om integrale stedelijke ontwikkeling, woningbouw mét benodigde infrastructuur, arbeidsmarkt en voorzieningen, te bereiken is een schaalsprong voor Almere nodig. Anders blijft in de hele Noordvleugel een onevenwichtige woonwerkbalans bestaan. De keuze in de Vierde Noordvleugelconferentie voor de nadruk op de suburbane en binnenstedelijke woonmilieus blijft onverkort gelden. Deze woonmilieus maken het goed mogelijk in te spelen op de woonwensen van specifieke groepen. Gezien het beperkte aanbod in dorpse en landelijke woonmilieus en de ambities van de Noordvleugel als internationaal vestigingsmilieu, blijft de opgave voor de ontwikkeling van dit woonmilieu actueel. Regionale promotie, marketing en acquisitie In Noordvleugel verband zijn afspraken gemaakt over promotie en marketing in brede zin en acquisitie in engere zin. Voor promotie/marketing blijft de inzet gericht op de publiek‐private stichting Amsterdam Partners. Voor acquisitie en promotie van vooral buitenlandse bedrijven wordt ingezet op de totstandkoming van een nieuw samenwerkingsverband. Op dit moment zijn nog te veel partijen actief, wat de effectiviteit niet ten goede komt. Er wordt gestreefd naar het oprichten van een naar buitenlands voorbeeld werkende Regional Investment Promotion Agency onder bijvoorbeeld de naam Amsterdam Area. De gezamenlijke promotiepartijen pakken dit op en zullen daarover voor eind 2006 voorstellen doen. Het convenant van de Amsterdam Airport Area kan daarbij als voorbeeld dienen. Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs De Noordvleugel wil contact‐, kennis‐ en arbeidsintensieve bedrijvigheid aan zich binden. Het gaat om activiteiten in de sfeer van wetenschap, congressen, ICT & multimedia, architecten, ontwerpbureaus, marketing, culturele instellingen en kunstenaars. Dit betekent een grotere vraag naar midden‐ en hoogopgeleide arbeidskrachten. Er is op dit moment een dalend opleidingsniveau van nieuwkomers op de arbeidsmarkt waarneembaar. Om deze groeiende mismatch aan te pakken, gaat de Noordvleugel na wat er werkelijk nodig is aan arbeid en kennis. Bij het uitwerken van deze actie is aangesloten op het initiatief van het op 8 juni
Pagina 8 opgerichte Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs in Amsterdam. Dit Platform houdt zich ook bezig met vraag en aanbod van laag opgeleide arbeidskrachten. Gezien het regionale karakter van de arbeidsmarkt wordt het Platform zo snel mogelijk uitgerold naar het regionale niveau. Rijksprogramma Noordvleugel Het kabinet heeft zich tot taak gesteld in 2006 in het kader van het uitvoeringsprogramma van de Nota Ruimte besluiten te nemen over enkele met elkaar samenhangende projecten, te weten (naast deze ook nog twee m.b.t. NV Utrecht): − Planstudie weg Schiphol – Amsterdam – Almere; nieuwe verbinding A6‐A9 of het Stroomlijntracé, eind 2005 is het Alternatieven/variantenrapport klaar. − Mainport Schiphol; eventuele maatregelen voor de landzijdige ontsluiting van Schiphol in combinatie met de mogelijke ontwikkelingen van de luchthaven. − Zuidas; streven is om medio 2006 een Kabinetsbesluit aan de Tweede Kamer voor te leggen over de oprichting van een publiek‐private Dokonderneming. Eind 2006 / begin 2007 zal het Rijk zijn standpunt formuleren in kader van de Tracé‐m.e.r.‐procedure. − Zuiderzeelijn; structuurvisie is 1 april 2006 gereed, bevat nut en noodzaak en kaders voor verdere uitwerking. − Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer e.o.; regio heeft verschillende modellen ontwikkeld en werkt dit verder uit, kabinet gaat hier een standpunt over innemen. − Almere; groeiscenario (omvang en locaties) van Almere met de daarbij behorende afspraken tussen Rijk en Almere over de voorzieningen en woningbouwtaakstelling. − IJmeerverbinding; o.b.v. structuurvisie ZZL, Planstudie Weg Schiphol – Amsterdam ‐ Almere en groeiscenario van Almere al dan niet aanleggen van een IJmeerverbinding. − Groen/blauw: het kabinet integreert de thema’s groen en blauw in de besluitvorming van de bovenstaande projecten. In december wordt een richtinggevende uitspraak van het Kabinet verwacht over de verstedelijking van Almere. Die verstedelijking is het resultaat van de totale woningbouw‐, infrastructuele, en economische ontwikkeling die de Noordvleugel voorstaat. Daarom is het van groot belang dat het Rijk in december niet alleen kiest voor verstedelijking van Almere aan de westzijde, met bijbehorende infrastructurele maatregelen, maar ook de regio tegemoet komt in andere onderdelen van haar ruimtelijke ontwikkeling. Om het Rijk hiertoe te prikkelen en te laten zien dat de regio het hierover eens is, brengen de partijen in de Vijfde Noordvleugelconferentie hierover een statement uit. Tot slot: terugkijken en vooruitdenken Terugkijkend op de conferenties is de conclusie dat er stevige afspraken zijn gemaakt over hoe de Noordvleugel van de Randstad zich verder kan (en moet) ontwikkelen. De afspraken zijn terug te vinden in diverse plannen en nota’s van diverse overheden en schaalniveaus. Minstens zo belangrijk is dat de deelnemers in de afgelopen jaren tot intensieve samenwerking zijn gekomen. Dit moet de Noordvleugel vasthouden en uitbreiden, vooral omdat veel van de afspraken nog tot uitvoer gebracht moeten worden. Daarom is het ook van belang dat de projecten uit het Rijksprogramma Noordvleugel zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd. 2006 wordt een druk Noordvleugeljaar, mede vanwege dit Rijksprogramma.
Pagina 9 Bijlage: Acties en trekkers uit de vierde Noordvleugelconferentie Bestuurlijke 34 Acties Trekkers in invulling Noordvleugelverband Schiphol Milieunormen Stadig en Hooijmaijers Bestuurlijke Luchthaven Lelystad Stadig en Hooijmaijers uitwerking ligt bij de Selectiviteit Stadig en Hooijmaijers BRS. Airport city concept Stadig en Hooijmaijers Toplocaties voor kantoren Stadig en Hooijmaijers Selectiviteit van bedrijfslocaties Stadig en Hooijmaijers Metropolitane strategie Stadig en Hooijmaijers Opzetten coalitie om tot convenant te komen Stadig en Hooijmaijers Plabeka Opstelllen organisatie Van Dijk Structuurschema opstellen Van Dijk Monitor inrichten Van Dijk Locatie ontwikkeling Van Dijk Kantoren opbouwen tot woningen Van Dijk Grondbeleid Van Dijk Bewaken proces en afspraken Van Dijk Organiseren één loket Van Dijk Marketing en acquisitie Van Dijk Kennis & Innovatie Ruimte creatieve industrie Grondel en Egberts Breedbandig glasvezelnetwerk Halbesma en vd Horst Afzonderlijke Versterking Multimediacluster Koopman en Schipper trekkers, geen Oprichten Topinstituut Schipper overkoepelend Platform arbeidsmarkt Aboutaleb platform Ontwikkeling Almere Almere Toetsing bij bedrijfsleven en kennisinstituten Hooijmaijers en Stadig Bereikbaarheid Landzijdige bereikbaarheid schiphol Blankers en Mooij Uitwerking onder Beprijzing Blankers en Mooij Blankers en Mooij verantwoordelijkhei Luchtkwaliteit Planstudie Schiphol‐Almere Blankers en Mooij d Platform Bereikbaarheid Kwaliteitsnet goederenvervoer Blankers en Mooij Wonen Alternatieve locaties Hooijmaijers en Stadig Uitwerking binnen Kwaliteit woonmilieus Hooijmaijers en Stadig Vrijetijdsmilieus Hooijmaijers en Stadig ambtelijke kerngroep Verzekeren bereikbaarheid Hooijmaijers en Stadig Overige acties Havenindustrieel complex Loggen en vd Horst
Pagina 10
Titel:Nota PS-cie. ROV, agendapunt 5. (Noordvleugelconferentie) Datum:10-11-2005 Nummer:5