/
/
......-~
IIand-out logeertraining .
y erschillogerell,
voor Bevers en bivakkeren voor WEK's
Hieronder worden kort de kenmerken tussen de verschillende vormen aangegeven:
Bevers:
WEK's:
Eigen groepshuis (of dicht bij huis)
Vast onderkomen: op max. 40 km. van de woonplaats (kan ook wel een nacht in tenten)
24 uur (of max. 36 uur)
5-7 dagen
Doen alles in de hele groep
Werken soms in de groep, soms per subgroep
Korte programma's (circa 1 12 uur)
Langere programma's bijv. langere tocht met picknick
Eenvoudig corvee: werken met getekend corveebord en niet meer dan één opdracht tegelijk geven
Corvee per groepje
Voortdurende leiding: meer verzorging met betrekking tot hygiëne, slaap, eten e.d.
Soms zelfstandig: "vrije-tijdsbesteding"
Geen scoutingtechnieken promeren
Scoutingtechnieken voor de leiding en al een beetje voor de leden
zoals kaart,kompas en
Thema niet te spannend en heeft vaker te maken met Hotsjietonia-thema
Avontuurlijk thema waarin veel gebeurt en wordt verwerkt in het programma. Heeft vaak geen relatie met het vaste thema
Kleding voor één weekend
Kleding voor een week en verschillend weer
Meer aandacht voor ouders: meer informeren en begeleiding
Ouders minder belangrijk: wel op achtergrond in geval van nood bereikbaar
Meer aandacht voor het kleine individu en de belevingswereld van een bever
Iets meer aandacht voor de hele groep ipv. het individu en een WEK-ker kan iets meer hebben
Voorbereiding en organisatie Checklist:
•
Bepalen datwn kamp (denk aan vakantieperiode en andere speltakkampen i.v.m. materiaal) • Uitkiezen geschikte accommodatie (zie aandachtspunten accommodaties) • Reserveren accommodatie (belang van huurcontract om niet voor verassingen te staan) • Regelen heen- en terugreis (vervoer materiaal en kinderen) • Iemand met logeererkenning? (anders nog iemand op logeertraining sturen) • Voorlopig bericht naar de ouders (met in ieder geval de datum en wie meegaat) • Opstellen begroting (is alles haalbaar?) • Eventueel plannen financiële actie om geld bijeen te krijgen • Plannen voorleggen aan groepsbegeleider/groepsraad (financieel en inhoudelijk) • Overleg penningmeester groep over begroting • Opstellen taalverdeling voor, tijdens en na het kamp (voldoende leiding, bekende leiding, aparte kookstaf, denk ook aan EHBO) • Verzamelen gegevens over omgeving/plaats accommodatie (m.b.t. excursies, maar ook dokter en ziekenhuis) • Bezichtigen omgeving (bekijken of alles er is en eventueel een tocht uitzetten) • Opzetten van het kampprogramma (draaiboek, overzichtelijk) • Uitgebreide brief naar de ouders (gegevens als kampadres, contactadres tijdens kamp, haal- en brengtijden) • Verzamelen gegevens over de bevers die meegaan op kamp (denk aan: verzekering, medische bijzonderheden, bijzonderheden wat betreft gedrag (bedplassen, heimwee, agressief), contactadres ouders in geval van nood) • Eventueel een kampformulier aanvragen, invullen en opsturen (afhankelijk van de regio) • Materiaallijst opstellen • Materiaal checken, repareren, aanvullen, lenen of kopen • Foeragelijst opstellen • Regelen verzekering (particulier of via scouting Nederland) • Afspraken definitief maken met accommodatie (laatste check dat alles in orde is) • Stookvergunning en eventuele andere vergunningen aanvragen • Alles inpakken, kopen, klaarzetten en inladen • Na afloop iedereen bedanken Evaluatie • Maken van een verslag (voor ouders/bevers, groepsblad of krant) Q
Accommodaties Bij de keuze van een accommodatie ga je uit van je eigen blokhut of een blokhut in de buurt. Verder zul je rekening houden met de volgende punten:
• • • • • • •
De prijs: let hierbij op of je per dag of nacht betaalt, of er borg betaalt moet worden en of er nog bijkomende kosten zijn, Aantal vertrekken: voldoende vierkante meters, grote keuken, aparte slaapruimte en leefruimte, voldoende sanitair, genoeg buitenspeelruimte, apart stafhok, Reinheid: is het goed schoon te houden en is er voldoende schoonmaakspul aanwezig, afvalregeling, Veiligheid: let op nooduitgangen, trappen, verwarmingen, type vloer, vluchtroutes, route van slaapruimte naar wc' s 's avonds, Faciliteiten: denk aan telefoon, geluidsinstallatie, materiaal in de keuken dat je mag gebruiken, ander materiaal dat je mag gebruiken, Bereikbaarheid: kunje er met een auto komen, kun je boodschappen in de buurt doen, Omgeving: terrein om het gebouw (veilig grasveld, kampvuurkuil, drukke weg in de buurt afbakening),directe omgeving (afstand tot dichtstbijzijnde dorp en winkels, afstand tot dokter en ziekenhuis), natuur (bos, zwemwater, of gebrek hieraan), mogelijkheden tot uitstapjes in de omgeving.
Verdere eisen m.b.t. de inrichting:
• • • • •
Keuken: kookmateriaal aanwezig (voldoende, kwaliteit en veiligheid), voldoende ruimte, voldoende kastruimte en koelkast- en diepvriesruimte, schoonmaakbaarheid, Dagverblijf/leefruimte/speelruimte: tafels en stoelen aanwezig (veiligheid hiervan), voldoende ruimte, licht en sfeervol inrichtbaar, Slaapzaal: voldoende ruimte voor iedere bever, afstand tot toilet niet te ver en verlicht, ruimte voor leiding om te slapen, Sanitaire ruimte: voldoende wc's. voldoende wasgelegenheid en aparte wc en douche voor leiding, Stafruimte: handig als dit aanwezig is, ook voor aparte opslag van EHBO en medicijnen.
Gezond op karnp: eten/men u/hygiëne/veiligheid Menu: We gaan er bij Bevers van uit dat zij maximaal een weekend op kamp gaan. Daarmee wordt -het minder belangrijk om goed en gevarieerd te eten. We maken er vaak een feest van. Wel geldt bij bevers dat zij snel vol zitten, dus hou daar rekening mee met je tussendoortjes; anders heb je de hoofdmaaltijd voor niets gemaakt. Zorg wel dat bevers voldoende te drinken hebben, m.n. met warm weer. Andere zaken waar je op moet letten bij de keuze van het menu: • Allergieën en diëten, bijzondere voedingswijzen (welke regelen wij nog centraal, wat is voor de ouders), • Gezond t.o.v. lekker (letten we hier op) • Eetgewoonten kinderen ("houden we rekening met ik lust het niet") • Financiën (wat rekenen we voor voeding op kamp), • Mogelijkheden voor bereiding (ga je koken of niet, aparte kookstaf, barbecue etc.), • Mogelijk kampthema (hou je hier rekening mee, wat is nog leuk (blauwe soep'îj). Hoeveelheden: Kinderen hebben op kamp meer eetlust dan normaal, dus houd hier rekening mee. Andere invloeden op de hoeveelheid: • Leeftijd, • Veel-weinig buiten, • Warm-koud weer, • Grote-kleine eters, • Actief-rustig programma, • Aantal jongens-meisjes. Handig is om van een kamp op te schrijven hoeveel ingekocht is en hoeveel er gegeten is. Dan heb je een leidraad voor een volgend kamp. Voorbeelden van hoeveelheden (wel is handig om iets meer te rekenen voor het geval dat ... ): • I brood is 23 sneetjes: bevers eten • vlees: 50-80 gram per persoon is voldoende, gemiddeld 5 sneetjes op een dag (2 's ochtends en 3 's middags), • aardappels: 2-3 stuks (100-150 gram) • 1 liter melk/soep/ranja is 5 bekers: • groente: 75-100 gram bevers moeten zo' n 7-8 bekers • pasta/rij st: 100 gram (ongekookt) is drinken op een kamp drinken voldoende. (afbankelijk van weer), Hygiëne: Let op volgende zaken, dan voorkom je veel leed: • let op houdbaarheid en bewaar spullen zoals dat hoort (zeker met warm weer), • sommige zaken zijn erg bederfgevoelig: kip, ei en varkensvlees (alles moet erg gaar zijn). Let m.n. op kip. Was fruit en groente goed, • Voorkom kruisbesmetting: houd rauw en bereid voedsel apart. Gebruik schoon keukenmateriaal, • Houd voedsel niet onnodig warm, • Als je eten wil bewaren, koel het dan snel af en zet het daarna snel in de koelkast, • Eet niet teveel restjes op kamp, is toch te gevoelig voor bederf, • Was handen (bij bereiding vooral (vooraf, maar ook tussendoor en na wc-bezoek), maar ook aan tafel), • Was alles goed af: gebruik heet water, schone werkdoekjes en verschoon regelmatig handen theedoeken. Laat bevers niet de afwas doen (wordt niet schoon genoeg). Veiligheid: Let vooral op veilige kookrnaterialen, indien je zelf gaat koken. Houd bevers uit de keuken, als je aan het koken bent.Let ook op de hete pannen als je aan tafel weten gaat uitdelen. Laat bevers bijvoorbeeld niet met hete soep lopen.
Bonte avond/thematisch werken Werken vanuit een thema: • Thema als verhaal • Thema als rode draad • Thema als achtergrond Thema moet passen bij belevingswereld van de bevers en vooral niet te spannend zijn. Bij bevers is aankleding en details ergbelangrijk (sfeer) Bonte avondlkampvuren: Werkt goed als afsluiting van een kamp, op laatste avond ofin thema passend. Maakt heel veel indruk op bevers. Hoeft niet lang te duren (vijf kwartier). Soorten kampvuren: • Geprogrammeerd kampvuur: iedereen heeft een bijdrage • Sfeervuur: voor de gezelligheid • Vreugdevuur: feest in themastijl (dans en zang rond het vuur) • Alternatief vuur: indien slecht weer of geen kampvuurkuillvergunning; schaal met waxinelichtjes, pan met zout en spiritus, rij met kaarsen, zaklampen met gekleurd papier, feestverli chtinglkerstlampj es
Voorbereiding en opbouw van een kampvuurlbonte avond: Besteedt hier voldoende tijd en zorg aan. Denk verder aan: • Kampvuurleider? • Bijdrage bevers • Goede opbouw met ook nog leuke dingen op het einde (hou de vaart erin) • Veiligheid (brandweer op hoogte, blusmiddelen, niet te heet, kinderen niet te dichtbij, houdt rekening met windrichting, kwaliteit van het brandhout) • Voldoende zit- en speelruimte • Aankleding en themaverwerking • Wie houdt het vuur gaande, maar niet te hard (voldoende hout).
Programma-onderdelen tijdens een kampvuurlbonte avond: • Vertellen, voorlezen, voordragen van een verhaal • Zang (met bewegingen en makkelijk te onthouden) • Gebruik van muziekinstrumenten/ritmes • Activiteiten door bevers (onder begeleiding) en door leiding • Thema-onderdelen • Aankleding (kleding, maskers, schmink) • Yells • Spelletjes en raadsels • Toneelstukjes • Sketches • playbackshow • Eten en drinken, in thema
-,
~org vOQr individu, grgeI!, ouders en leiding Individu: Het individu is erg belangrijk bij een bevergroep. Geef individuele aandacht aan kinderen (zorg voor voldoende en bekende leiding). Iedere bever heeft zijn eigen gebruiksaanwijzing, Speel hier op in. Denk vooral aan de moeilijke tijden van een bever: tijdens eten, tijdens dooie momenten/wachttijden, net voor het slapen gaan, tijdens heet weer, na een vermoeiende dag. Bouw tijd in voor individuele aandacht. Denk vooral aan heimwee en pestgedrag.
Groep: Voor bevers is logeren iets heel bijzonders: voor veel bevers is dit de eerste keer dat zij van huis zijn. Bevers kennen hun eigen grenzen ook niet en hebben een duidelijke behoefte aan structuur en regelmaat. Vooral bevers (iedereen eigenlijk) zijn erg gevoelig voor sfeer. Waar let je op: • Locatie: waar ga je heen: ver/dichtbij? • Hoe lang ga je weg met bevers? • Slaaptijden: wanneer gaan bevers naar bed? • Eettijden: wanneer planje de maaltijden? • Rusttijden: bouw je dit extra in? • Activiteiten: bevers hebben veel variatie nodig, maar ook mst op z'n tijd: hoe gaje hiermee om? • Heimwee: voorkomen door bijv. op tijd rust nemen, goed naar de groep kijken, knuffel mee laten nemen, voldoende leiding meenemen (voor individuele aandacht), activiteiten gericht op deze leeftijdsgroep (voldoende uitdaging, niet te spannend, leuk). • Stafteam: zijn dit bekenden of neem je ook "vreemden" mee? • Evaluatie tussendoor: goed blijven nachecken onderling als leiding of alles goed loopt, of niemand iets speciaals opvalt binnen de groep, of het programma niet aangepast moet worden etc.
Ouders: Ouders zijn vaak huiverig om hun kind uit handen te geven, vaak zelfs voor het eerst. Houd hier rekening mee. Geef ze alle informatie en zorg vooral dat jij te bereiken bent en dat je hen kunt bereiken. Door het jaar heen aan je oudercontacten werken levert je heel veel op tijdens een kamp. Hoe meer informatie je krijgt van ouders over het kind hoe beter.
Leiding: Ga op kamp met een bekend stafteam; dat voorkomt problemen onderling. Maak ook goede afspraken met elkaar; taakverdeling is erg belangrijk. Bespreek elke dag even na en de dag erop voor, dat voorkomt veel misverstanden en ergernissen, Bespreek zaken die je irriteren, anders stapelt het zich op tot het knalt. Denk vooral aan hoe je zaken brengt t.o.v. een ander: kritiek is goed, maar wel opbouwend. De leiding moet het natuurlijk leuk hebben, maar dat is wel ondergeschikt aan het feest van de bevers zelf. Zorg voor erkende beverleiding en minstens een kamperkende beverleiding.
-~
I
"-
Tochttechnieken Doel van een tocht: • Bevorderen zelfstandigheid en improvisatievennogen, • Bezig zijn in en met de natuur, • Gebruik maken van diverse vaardigheden, • Ontdekken omgeving en eigen grenzen.
Voorbereiding en veiligheid bij het uitzetten van een tocht: • Samenstelling groepjes: grootte, leeftijd, ervaring • Hoeveelheid leiding, voor iedere groepje één en ook nog voor posten • Omgeving (uitdagend genoeg voor een leuke route) • Geef de route goed aan, geef liever teveel dan te weinig informatie; geef ook geregeld aanwijzingen; geef goed aan wanneer een andere techniek gebruikt gaat worden; geef de posten goed aan; geef ook herkenningspunten aan • Controleren van de route vlak tevoren (door ander dan degene die hem uitgezet heeft) • Niet te lang (paar kilometer) • Werk met posten en opdrachten, ter afwisseling • Ga uit van de bever, maak het niet te moeilijk maar wel leuk; hang alles op ooghoogte van de bever • Maak goede afspraken met de bevers • Zorg dat iedere bever in het groepje iets kan doen, anders houdje de aandacht niet vast • Denk aan actie in geval van een verdwalend groepje • Denk aan voldoende eten en drinken onderweg • Houd rekeing met veiligheid van de route (oversteken, langs drukke wegen etc.)
Voorbeelden van tochttechnieken: • Draadjesspoor • Gezichtjestocht • Kleurentocht • Kralentocht Etc.