mmmm BARBARA STANimJCK
18de J a a r g a n g No. 47 - 3 Dec. 1938
ET WEEKBLAD CINEMAs.
(foto 20th Centarg-Pox)
5C
THEATER
Sm :
p4 %
- È'
I
i
■
-f.
$&
/
v> ^r
'
fh
't;?5'
^
\
'l^Vffi
*.'^
i % V
►.«'■'M"
HET WEEKBLAD CIMEMA& THEATER
VEKSCHIJNT WEKELIJKS - PRIJS PER KWARTAAL F. I.«S - RED. EN AOM. GALOEWATER U, UIDEN. TEL 7M. POSTREKENING 4IRM
:
m
I
, it *******
IJOHAN HEE |lN DE UFA-FILMl „NANON"
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
C^^/OPS TAM DIG
Paramount-film, , ^ ., .... H„ Hopalong Cassidy Windy " Andrews Lucky Jenkins Alice Hutchins Saunders Ma Hutchins ..'......^.. Thompson Schuwe Adelaar Opperhoofd Groote Boom Peterson Daniels Steve Kok
ÜVttt van
Re ie:
9
Nate Watt. William Boyd George Hayes Stephen Morris Rüssel Hayden Gail Sheridan J-V, ^0'ln Beach Clara Kimball Young Baal Hodgins o V-" Steve Clemente opperhoofd Groote Boom George Chesbore Paul Gustine Iveo MacMahon John Powers
.:. t
alt Disney's grappige kleine Mickey Mouse is veel meer werkelijkheid voor de kinderen van de landen, waar fijn films vertoond worden dan Sinterklaas of het Kerstmannetje. Zelfs volwassenen twijfelen niet, in tegenstelling tot die symbolische figuren uit hun jeugd, aan het bestaan van den echten Mickey Mouse, om van zijn toegewijde Minnie nog niet eens te spreken. Disney's Silly Symphonies, die kleurrijke stukjes levende en sprekende fantasie zijn dan ook Amerika's fijnste bijdrage aan de sprookjeswereld. Maar over Walt Disney die ze heeft mogen scheppen, is niet veel geschreven, zoodat weinigen iets van hem afweten. Dit komt eenvoudig, doordat zijn werklust en drang naar vernieuwing hem den tijd niet laten' stil te staan bij den roem, die er het gevolg van is.
Door de Indianen ge vangen genomen.
chers uit d. buur,. dat er veclv« ««.olfn^Ä'
^^'^;i:^V^ï::^™ d.cren terug ,e v,„den en ontdekke/er »n/J"*
hO0ren
^ ^ ^"^ ^
T^"^-,^
d
* »-
-<"".„S"'ond'"er
0 de SHrff^'V'"'1 0m hun het reservaat van de Zwartvoet-lndianen. Ook opdekken .ü!'''6,, Keten' d,e «""^ aa" on,aekl<e 2 veronderstellen :ij, dat de veedicven v^n „I ° , ') versehe sporen en daardoor Windy en Lueky volgen de tor" die naar hTT 0m ^, kU/Ó", ^ te d"^Be,00 - be,den, dat de ■ndianen de .S^f,^" Luckv","""! tt'"' T ^ .5POedi9 -n nen te gaan, tnaar Windy houdt hem tcgên en s.elt !oor IJ ^ ^metr""vaat >"■>0m cerst Cass.dy over te spreken Cassidv -rl,,,, L , u ' " Ind,anen veedieven louden zijn vooral Óolcoid",, K h "'" voors,E"". d« dt 00 69 heeft. ,„ ieder geval raadt 'hij Z"! oeTo" ^ .".eT " ^ ^^ 9ekend
vern:urhev^ph"^edralda:[nd^hä:s■d:^rd7ws^dcn -—^ «ou.
h«ft Cass,dy argwaan .eflen Andrew Äa d^enfiid'^oTr,- .Sind' lan9Cn "'d door de handelingen van Andrews 6^^ n„M ' Sroeit deze argwaan nog A Ulre S en :, n het reservaat te houden ' * ' P°B">gtn om andere ranchers buiten
ber;0to,„d^rk:tk.A.M":l.nSChw:ddeknandaa"l0Tn-
i3
"/Ch," ""O "■> -^"
aanhoudende vee-diefstalkn en oooewon/ ""^r, on9cdl'ldi9 ^ de steeds Levende stemming ontstaan tu,schen de I H 9eSPrekke" do'n "" "^ vrede-
herwaar hoo^ePunt, ^n^th^e'^S. " ^L^-" ve^o^^
hu^p ta^^eTn- .ra'an^H^g'eleX0 ^LT. C " "/"f-'d ^ot'efto^. ^'""e de twee patronen met elk'aar " ver" «^r'^n 'cas'T^K ^ ^/^ Do0r drews- geweer was. da, den Schuwe'^Lar doodde " D
X
0ra
al
C
dy
n dr W
beW,,Zen
'
da,
^
An
-
S C hUld e e C0 mpl0t ^WaS ^ Waar "^ '""'■ ook e
An d:e:^;a Inen met Sch Üwe Ai i a ar rn *" veedieven bij behoorden Z.iverbó oen h , , ' " P»" :., de kudden konden wegdriln'aa, a ceZe T 0P h" r""-a'. 'otda. dacht lichzeK te kunnen ..k il j atselegen markten, Andrews, de leider S 00k,e de Indiane regen elkaar oPH. .oen" ' " en ^ "ich" '«n nij, ^Z™ ontdekking en "opsporing vreesde.
De Indianen trekken ten strijde.
Disney werd op 5 December 1901 te Illinois, geboren. Hij zal waarschijneen beetje op Mickey Mouse geleken wat heel dikwijls het geval is met pasbabies. Walt Disney is zijn werkelijke naam. Zijn vader,EliasDisncy, was twintig jaar lang aannemer en bouwer te Chicago; daarna betrokken de Disney's een boerderij bij Marceline, Missouri, waar Walt iedeWalt's teekentalent uitte zich reedt op jeugdigen leeftijd, toen hij tot vermaak van ren ochtend om zijn huifgenooten op het erf van hun boerderij te Kanias City dieren teekende. negen uur de dorpsschool binnenstapte met zijn lunch in een botanisecrtrommel over zijn schouder. Later werd hij ingeschreven op de Benton Grammar School in Kansas City. Hij herinnert zich lid te zijn geweest van een sportvereeniging, maar hij had het te druk om aan athletick te doen. Op zijn negende jaar verdiende hij zijn eerste geld, op een manier die het zakendebuut van de meeste jonge Amerikanen uitmaakt: als krantenjongen. Dat was niet altijd even prettig. Hij moest iederen ochtend om half vier opstaan en tot zes uur kranten rondbrengen. Dan ging hij gauw naar huis om te ontbijten en daarna naar school. lederen avond na schooltijd maakte hij dezelfde route.
Het was altijd pikdonker als hij 's morgens in den winter uitging en dikwijls bitter koud. Meer dan eens moest-hij in den vroegen ochtend zijn weg zoeken door een decimeter dikke laag pas gevallen sneeuw. Soms deed hij een dutje in het warme portaal van een flatwoning — om daarna met schrik in het volle daglicht wakker te worden. Dan moest hij de rest van den weg met zijn zware tasch hollen om al zijn kranten te bezorgen en nog op tijd op school te zijn. Zoo werkte Walt iederen ochtend zes jaar achtereen. Het tooneel oefende altijd een bijzondere aantrekkingskracht op den jongen Disney uit en Charlie Chaplin was zijn held. Dikwijls gaf hij een geslaagde imitatie van den grooten komiek. Hij was echter niet de eenige die tooneelaspiraties had; met zijn vriendje. Walt Pfeiffer, vormde hij een komisch nummer: „The two Walts". De zuster van dit jochie begeleidde hen op de piano. Zoo wonnen zij zelfs verschillende geldprijzen in plaatselijke theaters, waar zoogenaamde dilettanten-voorstellingen gegeven werden. Later in Chicago ontmoette Walt een anderen aspirant-acteur en hij wilde met hem in een variété als komisch duo optreden in een nummer „Dutch Comedian". Het werd een mislukking en zijn tooneelcarrière was hiermede geëindigd. Maar Disney kwam nooit heelemaal over zijn vroegere liefde voor vermommen en goochelkunstjes heen en zelfs nu nog zou hij in staat zijn nog eens een poging te wagen, als zijn broer Roy niet een beetje op hem lette. Maar zijn liefste bezigheid, zoo lang hij zich herinneren kan, is toch teekenen. Waarom weet hij niet, want niemand anders in de Disney-familie is ook maar eenigszins artistiek aangelegd. De broers zijn allen zakenlieden; ook Roy, die alle zakelijke aangelegenheden van den studio behandelt. Walt Disney's ouders waren niet van het soort, dat de talenten van hun kinderen exploiteerden. Hoewel zijn huisgenooten hem nimmer aanmoedigden, kon hij toch altijd op hun sympathieke interesse rekenen. Zijn lievelingstante gaf hem potlooden en een verfdoos en een oude buurman, een gepensionneerde dokter, gaf Walt voor zijn teekeningen dikwijls een presentje in ruil. „Ik herinner me een keer nog heel goed," zegt Disney'lachend, „ik zal zoowat zeven jaar geweest zijn. De dokter had een prachtigen hengst, dien hij mij vroeg te portretteeren. Hij hield het dier vast, terwijl ik het op mijn zelfgemaakten ezel vereeuwigde. Het resultaat was nu niet bepaald fraai, maar zoowel de dokter als zijn vrouw schenen er tot mijn grootc
vreugde nogal mee in hun sas, want ik kreeg een prachtige schilderskist."
Walt chauffeerde een van de meest on gewone ambulances in Frankrijk, want in de opwinding van den oorlog had hij zijn teekenen nog niet vergeten. Zijn wagen was namelijk van onder tot boven met origineele Walt Disney-teekeningen gedecoreerd. Ofschoon Disney pas zeventien jaar was, toen de oorlog een einde nam en zijn schoolopvoeding eigenlijk nog niet voltooid was, voelde de jongeman er niets voor om naar de schoolbanken terug te keeren. Hij wilde zijn eigen brood gaan verdienen en werd voor de keuze gesteld acteur of teekenaar te worden. Hij besloot tot het laatste, daar dit meteen tot practische resultaten zou leiden. En zoo kwam hij bij een advertentiebureau in Kansas City, dat voor landbouwtijdschriften werkte en waar hij inspireerende teekeningen voor kippen- en vee-voer, landbouw-gereedschappen en meer dergelijke onderwerpen moest maken. Daar hij slechts leerling was, lieten de twee andere teekenaars op het bureau hem alleen maar de ruwe schetsen maken, die zij verbeterden en afwerkten. Verheugd als hij was te kunnen teekenen, had Walt er heelemaal niet aan gedacht een salaris te bedingen. Toen hij een week lang gelukkige boeren en tevreden koeien geteekend had, wist hij niet wat hij hoorde toen hem verteld werd, dat hij vijftig dollar per maand zou ontvangen. Hij had vijf dollar al erg royaal gevonden! In den herfst was Disney aangenomen en toen de Kerstdrukte voorbij was, werd hij ontslagen. Hij solliciteerde weer en kreeg tijdelijk een betrekking als postbode voor het bezorgen van Kerst- en Nieuwjaarskaarten. Daarna nam hij een optimistische beslissing: hij zou voor zichzelf beginnen als reclame-teekenaar.
II. Op de McKingley High School te Chicago verdeelde Walt Disney zijn aandacht tusschen teekenen en fotografeeren. Hij illustreerde het schoolblad en was een van de eersten, die filmde met een zelfgekochte camera en projector. Het is zijn steeds groeiende interesse voor deze dingen geweest, die tot een gelukkige combinatie in zijn teekenfilms heeft geleid. Vol ondernemingsgeest ging hij ook naar de avondschool van de Academy of Fine Arts, waar hij de teekenfilm bestudeerde onder leiding van Leroy Gossit, een journalist van de Chicago Herald. Zijn eerste werkelijke baan was, wat in Amerika heet, „news butcher". De vijftienjarige Walt voorzag met apennoten, chocolade, tijdschriften en appels in de uiteenloopende behoeften van de reizigers tusschen Kansas City en Chicago. Hij was dol op het stationsleven, hield er bijvoorbeeld van om nonchalant op de treden van een binnenkomenden trein te staan en vond het heerlijk een uniform te dragen. Soms reed hij mee op den tender met de machinisten. Dit privilege, verworven f door een sigaar of een pruim tabak, had een speciale bekoring voor den levcnslustigen knaap. „Maar het duurde niet lang," vertelt hij nu nog met spijt. „Het was geen erg winstgevend beroep. Ziet U, ik was in den groei en ik at mijn heele inkomen op." In den zomer'van 1917, toen er door den wereldoorlog een tekort aan mannelijk personeel te Chicago was, besloot Walt Disney naar een betrekking op een postkantoor te solliciteeren. Hij was echter pas vijftien en zag er niets ouder uit — en natuurlijk kreeg hij ze niet. Nu kwam zijn talent voor vermommingen hem II1 goed van pas, want hij ging direct naar Zijn eerste opdrachten bestonden uit huis, verkleedde zich, zette een hoed op het ontwerpen van briefhoofden en biosin plaats van een pet, deed zijn haar an- coop-advertenties; een ondernemend uitders en tien jaar ouder lijkend ging hij gever van een kleine krant gaf hem de onmiddellijk weer op dezelfde betrekking gelegenheid om op zijn kantoor te werken uit bij dcnzelfden man en kreeg als tegenprestatie voor een groot aantal het baantje van postbode, dat hij ver- advertentie-teekeningen. Daar ontmoette scheidene maanden vervulde. Disney een man met den ongewonen naam In dat najaar begon de oorlog pas in van Ubbe Iwerks, ook een jongen teekeernst en vele jongemannen gaven zich als naar-zonder-werk. Walt en Iwerks assovrijwilliger op. Zoowel bij het leger als cieerden zich. Walt zou de relaties aanbij de vloot werd Walt om zijn leeftijd brengen en de ontwerpen maken, terwijl geweigerd en hij kreeg het gevoel alsof Iwerks voor het letter-teekenwerk en de hij voor alles 'te jong was. Ten slotte administratie zou zorgen. In de eerste slaagde hij er in om als chauffeur bij het maand ontvingen zij $ 125. Ieder zelfstanAmerikaansche Roode Kruis te komen. dig werkend teekenaar zal toegeven, dat Na een korte opleidingsperiode werd hij dit geen slecht begin was. naar het front gestuurd, waar hij een jaar Ondanks hun succes echter, neusden lang een ambulance bestuurde en leden zij eiken dag in de krant naar aangeboden van het Roode Kruis vervoerde. betrekkingen en toen een firma in lan-
Zonder het minste idee taarnplaatjes te Kansas City een carricadat een muis hem in de turist vroeg, solliciteerde Walt Disney en toekomst roem en fortuin zou bezorgen, sloot kreeg het baantje — voor $ 35 per week, Disney vriendschap met wat hem paf deed staan. een zwart muisje, dat zelfs zoo vermetel en „Ik wist dat ik het niet waard was," vriendelijk was om op de zegt hij, „maar ik besloot het te probeeteekentafel als levend model voor Disney te ren. Ik deed het bureau aan Iwerks over poseeren. en het was in mijn nieuwe baan, dat ik met het maken van teekenfilms begon. Twee maanden later werkte Ubbe daar met mij. We maakten reclame-teekcnfilms en mijn baas liet me een oude camera van het kantoor mee naar huis nemen. Ik maakte een studio in een garage en begon in mijn vrijen tijd te experimenteeren. Bij de lantaarnplaatjes-firma volgden wij een oude methode, waarbij de armen en beencn der figuren met spelden bevestigd waren, waarna ze voor de camera bewogen werden. Ik vond toevallig een nieuwe methode voor de beweging der filmfiguren in een bibliotheek-boek, probeerde ze en overtuigde mijn baas van de voordeelen van dit systeem met het gevolg dat de nieuwe werkwijze ingevoerd werd." Disney's experimenten leidden tot het maken van een korte film van plaatselijke gebeurtenissen in Kansas City, welke hij onmiddellijk verkocht aan den eigenaar van drie groote plaatselijke theaters. Hij kwam overeen om iedere week een dergelijk onderwerp te leveren. Het is wel aardig te weten, dat Disney in staat was om deze films te leveren voor een prijs van ongeveer 1 dollar per meter. Een Mickey ^— Mouse-filmpje of een Silly Symphony kost thans meer dan $ 75 per meter! Het was in den tijd van zijn eerste zoe- vendien overdag nog een betrekking had. Hij kon zich niet veroorloven zijn werkken in het ideeën-rijk der teekenfilm, dat kring er aan te geven, maar hij vergrootte Walt Disney Mickey Mouse tegenkwam, toen. volkomen onbekend en zelfs zonder zijn garage-studio en inviteerde vele jonge naam. Walt had altijd van muizen gehou- illustrators om hem 's avonds met zijn den. Hun heldere oogjes en kwieke bewe- nieuwe idee te helpen — het maken van gingen fascineerden hem. Hij ving ze in sprookjesfilms. Hun vergoeding bestond uit de prullenmand in den studio en hield ze het deelen in Disney's kennis op dit gebied in een kooi, waar hij hun grappige activi- — en de belofte van een betrekking, indien diens poging succes zou hebben. teit kon gadeslaan. Een half jaar lang besteedde hij zijn Een van hen, brutaler dan de rest, tripavonden en vrijen tijd met zijn „staf" aan pelde telkens over zijn teekenbord en bleek een zeer uitgesproken persoonlijkheid te een korte teekenfilm: „Roodkapje". Toen bezitten. Eerst noemde Disney hem Morti- deze naar voldoening was voltooid, verliet mer, maar Mortimer scheen veel te deftig Disney zijn betrekking en vormde zijn en toen zij aan elkaar verknocht raakten, eigen filmproductie-maatschappij met een noemde hij zijn piepend boezemvriendje kapitaal van $ 15.000 onder den naam Mickey. Deze naam was als geknipt voor „Missouri Corporation", die op een nieuhem. Maar de jonge artist vermoedde in we wijze sprookjes onder de menschen de verste verte niet, dat de naam Mickey bracht. Zeven van dergelijke bijprogramMouse eens beroemder zou zijn dan zijn ma-films werden er gemaakt en verkocht aan een filmverhuurkantoor te New York. eigen naam! Maar dit kantoor ging failliet kort nadat Walt Disney had groote plannen. Hij wilde zijn experimenten met de teekenfilm de onderhandelingen tot stand waren geveel verder uitstrekken dan zijn eigen komen en de Corporation werd in dit productie-capaciteit ging, terwijl hij bo- bankroet meegesleept.
„Mijn toekomst ligt in Hollywood", dacht Walt Disney, en onverwijld vertrok hij uit Kansas City met zijn poovere bezittingen, welke bestonden uit de kleeren die hij aan had, eenig teekenmateriaal en veertig dollar. Walt Disney was niet in het minst ontmoedigd: hij wist dat zijn ideeën goed waren, maar dat hij geen gelegenheid had om ze uit te voeren. Hij voelde dat hij op de een of andere wijze in Hollywood moest zien te komen. Hij was echter niet alleen platzak, maar zat zelfs in de schuld. De ondernemende Disney zat evenwel niet stil en sloeg aan het dichten. Hij maakte een liedje voor een theater-organist, dat hem geld genoeg opbracht om een ouderwetsche filmcamera te koopen. Twee weken zwierf hij door Kansas City en maakte filmpjes van babies, die hij aan de trotsche ouders verkocht. Ten slotte had hij genoeg geld voor een reis naar Californië en vond zelfs een kooper voor zijn camera. In Augustus 1923 — ruim vijftien jaar geleden dus — kwam hij in Hollywood aan, in een oud pak met zijn onafscheidelijken pull-over, eenige teekenbehoeften en $ 40 op zak. In Kansas City had hij zijn schulden achtergelaten, en het zou hem verscheidene jaren kosten om ze terug te betalen. (Wordt vervolgd.)
DISCRETIE
ftófV^^
verzekerd
Regie: Johannes Meyer. James Hopkins Mary, zijn dochter Peter Parker Lilian Hunter Lord Benton Tante Carola .ï;
Lumina-Film. Ral h
Arthur
R b
H„ii R- I n Hel1 F nken ' ^. Rlf ^ uu« ^ Bernkh°K^f? L'"9en-
I^r een in"^detective t ■■;■ Jack, Dick, zijn assistent . Jones p-ff
KENTUCKY
Paul
WTIU Henckels. c -c » ^— Wl"y.Sei/ertHermann Schaufuss. Hans Odemar. Rudolf Platte
^
Het is niet makkelijk een dochter te hebben, die opgegroeid is tot een eigenzmmge jongedame Daarvan kan Mr. Hopkins evenaar van een g ™te ^n msacheePvaartmaf schappij, meespreken! Hij heeft he? gewaagd in "geh^m ^ni-r V^ ,itelIteL20eken voor ziin do^ter Mary, de erfgename van z H moe^TrL ^ hee, ' hem WeI iS Waar Vriendeliik bedankt voor de genomïn Kin nn v " VOell "'t? VOOr lord Benton- dien zii bovendien niet gXe" Papa heeft echter Teed Smaakten HeVen ^ht- Haar * de bloving bekend S 0edi s e kra Si wordt ^ heer h " 0te\ P 9 f ^tige maatregelen worden genobe ZntZhV " - P- felling" geëngageerd en Mary is overtuigd, autotochtje van een week met hem voldoende zal zijn om haar in de I van lord Benton onmogelijk te maken. James Hopkins, de «ig«. noar «m een groot* scheepTaartrai).
Wat van verre komt, smaakt lekker , , , Ja, daar heeft het goede oude spreekwoord gelijk in en we zouden er een tweede spreekwoord naast kunnen maken: „Wat van vlak uit de buurt komt, maakt geen kans" . . . Dat ondervindt Caroline Vanderdussen, als zij dag aan dag in de wachtkamer van het radio-omroepstation zit te wachten in de hoop, dat men eens zal willen luisteren naar haar muzikale prestaties . . . geen kans hoor! Vandaag is er dit voorwendsel en morgen dat, maar aan de beurt komt Carolientje niet. En middelerwijl zeggen de beeren van de programmaleiding tegen elkander, dat zij betere en oorspronkelijkere nummers moeten hebben Zoo inconsequent is men somtijds Dus wordt Jerry Wade aangewezen, om naar Kentucky te reizen, naar de kleinste dorpen en gehuchten en daar op zoek te gaan naar natuurtalenten . . . Carolientje krijgt daar de lucht van! Zij vertelt wat zij gehoord heeft aan haar vrienden, de drie Ritz Brothers en zij besluiten naar Kentucky te vertrekken en zich daar te laten ontdekken als natuurtalenten! Zoo gezegd, zoo gedaan. Natuurlijk zullen zij zich een beetje moeten vermommen, er een beetje haveloos en verwilderd moeten uitzien, opdat de fameuze Jerry Wade echt en eerlijk mecnen zal, dat hij natuurtalenten ontdekt. Maar de bevolking van het Kentuckydorp, waar deze Broadwayartisten zich nederzetten om ontdekt te worden, blijkt niet zóó gemoedelijk en gevaarloos te zijn, als de Ritz Brothers hadden gedacht. Moeilijkheden van allerlei aard moeten er overwonnen worden, eer zij Jerry Wade zoo kunnen ontvangen als zij wenschen. En Jerry vliegt er koninklijk in. Die meent, dat hij nu iets ontdekt heeft, dat nergens ter wereld zijn weerga heeft: echt natuurtalent, dat hij naar de beschaafde wereld zal brengen. Maar eer hij zulks doet, wil hij van Kentucky uit een uitzending arrangeeren, waardoor ieder hem zal prijzen als de ontdekker van beroemdheden! Maar dat valt bitter tegen. Allerlei onverwachte factoren werken allervenijnigst tegen om dezen avond te doen mislukken en er zou gansch en al niets van terecht gekomen zijn, als Maar laat ons niet alles verraden en het slot als een verrassing bewaren voor de dankbare toeschouwers!
nJeY^t^ÄÜT die har deZen raad se9even heeft' kan natuur"Jk bestewtn Wr i„l ^^enloop van omstandigheden de plaats van den SSt dJ^ nl™ H™6," WO;dt door een i-^n uitvinder Peter Parker, dien ZOOJWK aoor papa Hopkins de deur gewezen is uZ^r?^* 1!e!1Taa! niet' dat een v°lkonien onbekende jongedame hem oéenïf autotochtje te gaan maken, maar hij vindt haar aardig en heeh brengen zar Verleaenheid- dus *** ^ ™ ™ wacht af, waarheen zij hem Zii beZOek aan tante die^eterhrH^0VOOr ^ ^^ngen *** ^^ ™ °om Jerry, echtgen00t van hun nich
vLdTrtf ^ i° . t Mary. De ove^ W a ee d e familie het ve d rinat d;irh;n o 7 , \ieVZij ™«nin e een wittebr Jdspaar om7. ringt dnjft hen op de vlucht. nemen hun intrek hotel waar twee detectives hen geen oogenblik uit het oog verliezen Als ook naJ Hon^n! voÄ '" met,Lilifn- '°rd B-'on. tan9te Carola eflrnJerTdeact volging begonnen .s, vluchten zij wederom en koopen een woonwagen Doch Lmandle^y'heet U kee t M
b
7,>ï
OVertUi9in9
'
dat
^ ^^ ^onkenTeft^n
ouwvo1 teru
K ü f7 " g "aar haar ongerusten vader en verklaart zich bereid met lord Benton te trouwen. Deze laatste evenwel heeft gedurende
aL9hrndeChvaoPoPrkê,S.aChterVOl9in9 ^ ^ ^ k— -Ä^ n,^ f" i0^" een IeSJe te 9even' besluit Mr- HoPkins haar te dwingen rchtschefdrinaa7rner ^ 'r0uwen- ^ary stemt toe onder voorwaarde, dä^de ^rh P h f?9D ? Sp0edl9 m09elijk aan9evaagd zal worden. Na het huwelijk een fox-terrier blijkt
11
Lry-einlV Ï
bekennen, dat zij dolveel van Peter houdt en heelemaal niet van plan is van hem te scheiden.
^,^^^1
-.^Mary.
de
eigen-
^ÄÄ^^^^ *****™*
^
.„_
—_»_= 0
Regie David Butler. Rltz Brothers Jerry Wade Caroline Hank Hatfield Reef Hatfield Gus Bryce j D Slobkous' Swanson ".'.'.'.'.'. Herbergierster Mortimer Hilton „Suiker" Hatfield Opa Hatfield Cabaretnummer Lord Boffingwell Radio-omroepers
20th Century Fox-film. jijzelf Ton
y
Martin
Mar orie
WeaV i " Slim SummervÜle Iohn Carradine Wally Vernon Berton Churchill
E^6 ^^ Cecil Cunningham Paul Stanton ^^ Tree" Francis Brian
Ford Sisters
Claude Mister > John Heistand ( Carrol Nye
niet meer van Alan te houden, zich naar het feest tot inwijding van hun nieuwe huis. Alan en Mimi zijn van plan hun.vroegere relatie door een van vriendschap te vervangen. Den volgenden avond bezoeken Alan en Mimi een boksmatch zonder Elizabeth, die liever thuis blijft. Alan en Mimi hebben dien avond zooveel pleizier, dat Mimi weer tot over haar ooren verliefd wordt. Dezen keer is zij er vast van overtuigd, dat hij haar gevoelens beantwoordt. Dinsdag daarna bekent Mimi Elizabeth, dat zij Alan bemint, 's Avonds zegt Alan tegen zijn vrouw, dat hij naar zifh club gaat, maar in plaats daarvan begeeft hij zich naar Mimi. Elizabeth, die begrijpt waar Alan is heengegaan,' verschijnt een paar minuten na hem. Zij is een moedige en' eerlijke vrouw en zij wil de zaak rustig met haar man en Mimi bepraten en doen, wat zij wenschen. Zij verklaart, dat Ze reeds, op de huwelijksreis op de hoogte was van het feit, dat Alan haar niet liefhad. Zij geloofde toen vast, dat hij niet tot echte liefde in staat zou zijn en nooit een vrouw oprecht zou beminnen. Daar hij haar ten huwelijk had gevraagd, meende zij, dat hij van haar meer hield dan van een ander en dus was zij, die hem werkelijk liefhad, besloten bij hem te blijven. Nu hij echter van Mimi bleek te houden, moet zij erkennen zich te hebben vergist en zij is bereid voor deze plaats te maken. Na Elizabeth's vertrek openbaart Alan, dat hij nooit waarlijk van Mimi heeft gehouden en dat zijn vrouw gelijk had, toen ze zei, dat hij tot echte liefde niet in staat was. De wanhopige Mimi gaat naar Jimmy om hem te vertellen wat er gebeurd is en het gelukt Jimmy haar op te vroolijken. Zij is het met hem eens: Echic liefde bestaat niet. en ze besluiten een hechte vriendschap te sluiten, waaraan elke gedachte aan liefde vreemd is. Den volgenden morgen deelt Min;: haar moeder mede, dat zij genoeg heeft van de liefde en dat zij tn Jimmy alleen vrienden zullen zijn. De oudere vrouw laAt hen u:t en beweert, dat zij werkelijk op elkaar verliefd zijn zonder het te weten.-Aanvankelijk protesteeren zij tegen deze opvatting, maar als Jimmy het jonge meisje voor het eerst hartelijk heeft gekust, geven zij beiden toe, dat Meg gelijk had ...
JOUW/ MAn
'^ m £?
##
Regie: RICHARD THORPE. Metro Goldwyn-Mayer-film. ^imi ^ ^ml ^znm " Ehzabeth Kent ^Ian ^^ Sore"ce.f ^ Sw,ft £T ^ ■ -■ ■ Tommy Gaunt Een geestehjke ^US . , L Ue boksmatch-omroeper
Myrna Loy Franchot Tone Rosalind Russell
Walter Pidgeon Rita Johnson Nana Bryant Ruth Hussey Leonard Penn john Miljan William Stack
Oscar O'Shea I3an Xobv
Het lieftallige New Yorksche society-sterretjc i st te lateft als hü van de huwelijksreis Mimi Swift is heel erg verliefd op den jon- z ekeerd. Daarna gaat zij naar een bar, gen Alan Wythe, die ieder oogenblik uit tot Jimmy haar ophaalt. Hij tracht Honda terug kan keeren en haar beloofd heeft haar h ren door te zeggen, dat hij niet gelooft na zijn terugkomst onmiddellijk op te bellen Dus der echte liefde. wacht Mimi Swift met groot verlangen op een teleden morgen deelt Mimi haar moeder foontje. Maar in plaats daarvan wordt er' een tele- h m opzichte van Alan mede. Meg raadt gram bezorgd, waarin Alan en Elizabeth Kent mede- h chten haar liefde voor Alhn te vergeten deelen, dat ze samen zullen trouwen en dat Mimi d( erken. Het jonge meisje volgt den raad als bruidsmeisje wordt geïnviteerd. Mimi raakt zeer v; ier op en het gelukt haar een positie opgewonden als ze deze ontstellende tijding ontvangt al e verwerven aan hetzelfde blad, waaren haar moeder, Meg, 'n bekende romanschrijfster, en aa :bonden is. Het duurt niet lang, of zij Jimmy Kilmartin, Megs vriend, teekenaar bij een der h( iet haar reclame-teekeningen en haar groote nieuwsbladen, trachten haar te troosten. en s zeer groot. Na afloop van de bruiloft vertelt Mimi, het bruidsi Elizabeth van de wittebroodsweken meisje-tegen-wil-cn-dank, Alan, dat zij niet van plan zij rd, begeeft Mimi, die er zeker van is
Meg Swift en Mimi SwUL i^TfimfiMlIÜ'T ii
■.
IE
en Alan.
npipp
NIEUWS UIT DE
"^
STUDIO'S Erich Engel heeft voor de Terra-filrr. „lm Namen des Volkes" de volgende artlsten uitgezocht: Rudolf Fernau, Christine Grabe, Menta Egies, Albert Florath, Franz Nicklisch, Rolf Weih en Fritz Kampers.
Marlene Dietrich werd door de Fransche filmproductie-firma Forrester-Parant geëngageerd. Eerst zal zij echter te Hollywood nog een film voor de Columbia spelen.
Milena von Eckardt is door regisseur Veit Harlan voor de film „Das unsterbliche Herz" uitgekozen.
Na een rustperiode van eenige maanden, welke Greta Garbo voor het grootste gedeelte tezamen met Leopold Stokowski In Europa heeft doorgebracht, bereiken ons thans oHicieele berichten omtrent de eerstvolgende film van „la divine Garbo". Deze maand zal men namelijk in de Metro Goldwyn Mayer-Studio's te Culver-City beginnen met de verfilming van Melchior Lengyel's „Nmotchka", waarin Greta de hoofdrol zal vervullen. De voorloopige Engelsche titel is „Love is not so simple" en de film is gebaseerd op Jacques Deval s bewerking van bovengenoemden roman Garbo s daaropvolgende rolprent zal gemaakt worden naar den bekenden roman „Madame Curie de biografie, die door Eva Curie, de dochter van deze bijzondere vrouw, over haar moeder werd geschreven. Het boek wordt voor de film bewerkt door niemand minder dan den bekenden Engelschen essayist Aldous Huxley.
• Chaxles Farrell en Jacqueline Wells, die de hoofdrollen vertolken in de Columbia„Flight to fame". Juergen von Alten ensceneert de film „Das Fettnäpfchen" Het draaiboek is geschreven door Christine Grossmann en W. Hoeppener-Flatow.
• Viktor de Kowa zal voor de Tobis drie films vervaardigen. De eerste is getiteld „Peter und Paul" de tweede „Das Fraülein". In deze film zal De Kowas echtgenoote, Louise Ullrich, de hoofdrol vervullen. Van de derde staat de titel nog niet vast.
• De Metro Goldwyn Mayer heeft de zestienjarige kunstschaatsenrijdster Megan Taylor een film-contract aangeboden. Zij wil dit contract echter eerst na de Olympische Spelen 1940 aanvaarden.
George Formby speelt de hoofdrol in „Trouble brewrng , een film die in de Ealing-ateliers bij Londen wordt opgenomen.
Frances Farmer en Leif Erikson vertolken de belangrijkste rollen in „Escape from yesterday".
Gail Patrick vervult de vrouwelijks hoofdrol in de Paramount-film „Disbarred".
Charles Farrell en Jacqueline Wells speien de belangrijkste rollen in de Columbia-film „Flight to fame". C. C. Coleman Jr. regisseert.
Frank Capra zal de film „The Gentleman from Indiana" in scène zetten.
Warren William is door de Columbia-filmmaatschappij geëngageerd.
Franz Zimmermann heeft de hoofdrol in de Rabenalt-film „Rosemarie will nicht mehr lügen".
IvanPetrovichis te Spalato met de actrice Friedel Schuster in het huwelijk getreden.
Joseph von Sternberg zal de Metro Goldwyn Mayer-film New York Cinderella" reflisseeren. Ue hoofdrollen zijn in handen van Spencer Tracy en Hedy Lamarr.
M.G.M heeft de verfilmingsrechten verworven van Rafael Sabatini's bekende boek „Scaramouche Het Is de tweede keer, dat dit werk zal worden verfilmd. In 1923 werd het reeds door Rex Ingram In scène gezet.
Imperio Argentina speelt onder regie van haar echtgenoot, florian Rey, de hoofdrol in „Aixa".
•
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag vijfhonderd en dertien Wat verstond men in „Markegronden"?
Drente
onder
de
Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die vóór 19 December (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 19 Januari) goede oplossingen zenden aan ons redactieadres: Galgewater 22. Leiden. Op enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden : Vraag 513.
DE OPLOSSING
Hnmprey Bogart is Bette Davis' partner in Dark victory". Regisseur Edmund Goulding engageerde George Brent en Ronald Reagan eveneens voor deze rolprent.
Paul Schneider Duncker werd door de K.O.fllmproductle te Berlijn geëngageerd.
Annemarie Korff heeft de hoofdrol In de Terrafilm „Die kleine Mauritius".
Felix Timmermans schrijft het scenario voor de Jan Vanderheyden-film „Een engel van een man".
Agnes Straub, speelster, werd
V
de Duitsche film- en tooneelbij een auto-ongeluk te Erfurt zwaar gewond.
Vraag vijfhonderd en negen De eerste bruikbare naaimachine werd door Elias Howe vervaardigd in 1845. Hij was geboren in 1819 te Spencer, en stierf in 1867 te Brooklyn.
Jules Berry en Josseline Gael vervullen de hoofdrollen in „Son oncle de Normandle", een film die door Jean Dréville wordt geregisseerd.
Mej. A. Reynders te Deventer verwierf met de juiste oplossing van deze vraag den hoofdprijs, terwijl de troostprijzen toegekend konden worden aan: Mej. C. E. M. van Es te Rotterdam, Mej. D. M. H. Jarigse te Twello, Mej. B. Holten te Rotterdam, den heer G. H. Peerbolte te Rotterdam, den heer E. van Veen te Hengelo.
Alina de Silva, een Zuid-Amerlkaansche zangeres, zal In de film „L'ombre d'une femme" debuteeren. De regie is in handen van René Ie Hénaff.
**••
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
Lys Gauty, de bekende voordrachtskunstenares,' zal voor de eerste maal op het witte doek verschijnen en wel In „La Goualeuse", onder regie van Fernand Rivers.
i
••^
u
VAN LEZER TOT LEZER Op d«. pagina kunnen onz« abonné'i. onder da „Rullrubrlak", fratia aan «dvar. tanti. paataan, waarin xij lata aanbladan In ruil voor lau andara. Daiaplaattln, i. gahaal gratl.. maximaal 10 ragal. par advartantla. Advartantlai, waarin »oor* warpan ta koop worden aangabodan of gevraagd, woningen té huur worden gevraagd of ta huur aangeboden, diensten worden aangabodeJ, enxoovoort, en.«.voort, worden onder de rubrieken „Ta koop aangabodin", „ré koop gevraaJd'Tn „Diveraen" g.plaatat en berekend tegen $ cta. per regel, minimum »IJf rege'."
TE KOOP AANGEBODEN Te koop : Een kolenfornuis voor elk aann. bod. P. T. Vermorken. Sumatrastraat 217-111, A'dam. Te koop : Een gasradiator met pijpen, geheel nw. Zeer geschikt voor kantoor en winkel. Hoofdweg 143-1, Amsterdam. Te koop : Een driewieler m. motor met open bak, ook te gebr. voor melkkar. Covert Fiinkstraat 140-hs, A'dam (Z.). Te koop aangeb. : Tafel, buffet, kachel met toebeh. v. Delden, Molukkenstr. 27-111. A'dam. Te koop : Blauwe mantel met echt bont, v. ƒ 69.— v. ƒ 15.—, m.46. Mooie haard ƒ26.—. Eiken radiokast ƒ3.50. Molukkenstr. 146-hs, A'dam. Te koop: filmtoest. I.C.A. voor normaalfilms, met motor in pr. st. ƒ45.—, e. v. eenige mooie films. Glastra. Rijndijk 152, ' Voorschoten b. d. Vink.
RUILRUBRIEK 1200 Hilie-b., 400 Haka, 1250 Meco, 200 Qr. Riv., 700 Liga, 150 Klokjes N.M., 30 Holst en and. tegen H.O.-Wennix, Nfem., Hag, Droste en and. Postz. insl. voor terugz. M. Koning. Heilbronstr. 48. Den Haag.
Ik heb een paar goed gemeste Hell, konijnen, die ik omstr. Kerstmis wil ruilen voor een heerenfiets, buffet, linnenkast of andere mij passende gebruiksvoorwerpen. G. de Die Ie Clercq, Bataviastr. 47huis. A'dam (O.). Rullen : prachtig kanariebroed materiaal, vluchten, kooien, en b prachtpoppen. I mandola, 1 mandoline, 1 Vi viool met leerboek., 1 metalen muziekstand., 1 piano, 1, 10 strengs sandow. Alles te ruilen voor div. art. als fornuis, vloerkleed, linnenkast, motor enz. R Blank, Ringdijkstr. 4 h», A'dam (O.). Wie ruilt de nieuwe Flower's serie best. uit 8 boeken geh. nieuw, resp. Somnambulisme, Suggestie, Telepathie, Oedachtenkracht. Magnetisme, Heil-magnetisme. Persoonlijk magnetisme. Verborgen krachten. Voor andere leesboeken of Iets anders, nader overeen te komen. C. Wltzler, Rijnweg 73, Monster (Z.H.)„
TE KOOP GEVRAAGD Wie heeft te koop ± 100 Jamln's kwartjes b. Dapperstr. 87-111, ingang P. Nieuwlandstr., A'dam (O.). Wie ruilt : 22 Gr. Rlv.. 4 Keg, 13} v. Nelle.. 2 Zwerft., 6 Everlasting voor Pauia-b. M. Haas, Sam. Mulierstraat 47, R'dam. Race-frame, compleet, merk ,,de Mol" te ruilen voor een zware windbuks of toerwieien, pi. velgen. O. Kouwenhoven, Taickstr. 142, Den Haag. Tropisch aquarium ± 80 /. 45 x 35, compl. in. rotspartij, ilchtkap, filter en kast. Te rujien voor eiectr. gramofoon of kino. v. d. Broekstr. 8, Den Haag. Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wil spaart en tekort komt. BIJ zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten. Daniel Wiiilnkplcin 41, A'dam.
Ik heb te rullen een moolen bruinen astrakankraag en manch, tegen 100 Hilie-b. en een gr. astrakankraag tegen 40 Hilie-b. Verder mooie kinderb. tegen elk 20 Hille-b. Van Wel, Albert Cuypstr. 44-huis, A'dam (Z.).
Wie ruilt 2-pers. tent met stormlamp en stel pannen voor een koffergram, m. platen. W. Stapelkamp, Pontanusstr. 3, A'dam (O.).
6 näsr dsrnssschocpt'es m^sB—37 In ruil vo'or een heerentrui of lumberjak. Jobse, Conradstr. 116-111. A'dam.
Wie ruilt mijn bakvouwwagen l.g.st. voor wandelwagentje. Mevr. Smits, Jac. v. Lennepstr. 252-hs, A'dam (W.).
NIEUWS Voor de Ouders: Eischt
waar
voor
Uw geld.
Als U melk-chocolade koopt, Nfoet
het
VOLLE-melk
zijn.
Siclcesz IS VOLLE-melk.
Voor de kinderen:
ONZE CLUB,
| gaaïëj nr. 121
Prijzen: 10 LEESBOEKEN Schrijf de 26 letters van het alphabet op. En kijk nu eens naar wat hier volgt: S-10-6-8-6-14-7-17-10-3-7-3-0.7-8-9-7-1 Om d« oplossing te krijoen, schrijf Je de letter S op. Daarachter de letter welke m het alfabet 10 plaatsen verderop (of terug) staat. Die letter schrijf je dus ook op. Van die letter af, tel Je In het alfabet 6 plaatsen verder (of terug) en de letter die je daar aantreft, die schrijf je ook op. Van af die letter tel je 8 plaatsen verder (of terug) enz. ens.
0p,0 Äet:n ;?,eMon 0SickLesi' •*iket •r b|J' v*6r aan ONZE CLUB, Postbus 673, Amsterdam-C.
8
w
TWI i».
De moeilijkheid is natuurlijk, steeds te probeeren of je In het alfabet vóór- of achteruit moet tellen. Wanneer de eerste letter S opgeschreven is, dan moet je natuurlijk 10 letters terug tellen, want 10 letters verderop, dat gaat niet, aangezien er na de S in het alfabet nog maar 7 letters over zijn. Van de S 10 plaatsen terug, is de letter I. Daar vandaan, moet Je nu 6 letters vóór of achteruit. Dat moet je zelf maar zien uit te vinden.
m'^
December In t. zenden
De oplossing van raadsel 9 was:
GROOTE VOEDINGSWAARDE
ABONNE'S OP DIT BLAD, welke in ome registers zijn ingeschreven en in het bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f2000.- bij levenslange invaliditeit; f 600.- bij overlijden; f 400.- bij verlies var. een hand, voet of oog; f 75. - bij verlies van duim of wijsvinger; f 30.- bij verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval. Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, team of autobus enz. overkomen ongeval, waarin verzekerde ais gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f3000.- en de uitkeering bij overlijden op f 1000.De uitkeering dezer bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam. Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3x24 uur aan het kantoor der N.V, Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook al meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn. Anders vervalt het recht op uitbetaling.
De dubbele bagagedragertasch voor de flets, Is toegekend aan: Henk de Groot,
Sumatraplantsoen,
Amsterdam.
De 10 teekenboeken zijn gezonden aan: F. v. d. Eist, KI. Wittenburgerstraat, Amsterdam. J. Zoeters, Mercatorstraat, Amsterdam. A. Bramssen, Réaumurstraat, Den Haag. J. Bakker, Waiergeusstraat, Rotterdam. M. v. Katwijk, Ie Pynackerstraat, Rotterdam. B. Negenborn, Rembrandtlaan, Apeldoorn. M. Smit, N. Spaarnwouderstraat, Haarlem. Fr. Sneep, B. 144, Slikkerveer. Th. v. Veen, Elve, Stellendem. M. Boon, Schenkelweg, Zoetermeer.
. MH^
^
Voorloopig volgen geen nieuwe raadsels. De prijswinnaars van de raadsels nr. 10, 11 en 12, krijgen t.z.t. rechtstreeks bericht en hun prijs. Wie over deze drie raadsels geen bericht ontvangt, heefl niets gewonnen. 1
Knol was tegenwoordig geweest bij de begrafenis van een familielid. Na alle aanwezigen de hand geschud te hebben wilde hij weggaan, doch hij ondervond eenige moeilijkheden met het op gang brengen van zijn wagen. „Wel verdraaid," riep hij ten slotte uit. „Ik heb wel gedacht, dat de dag niet zonder narigheid zou voorbijgaan!" „Deze schoenen," zei de verkooper, „zullen uw heele leven meegaan." „Prachtig," vond de klant, „dat Is juist wat ik zoek. Ik neem ze." „Ze zullen u uitstekend bevallen," deelde de bedlende nog mede, „en ik weet zeker, dat u voor het volgende paar terug zult komen." 1895: „Kijkl Een paardl" 1925: „Kijkl Een autol" 1955: „Kijkl Een voetganger!"
-
^
■^V1*"'"
-
MIJÖ
ANJOUAN VAN ONZEN REIZENDEN CORRESPONDENT
Toen ik een der vrouwen wilde fotografeeren, Drak er plotseling zooiet« als een paniek uit. Er klonk een woeste kreet, die over heel Anjouan te hooren moet zijn geweest, en de vrouw liep ^0 „"i s.Weg al*.lii m"r Von' terwi)' «»e manned om mij heen geërgerd en opgewonden het hoofd schudden.
Voor een der hutten stond een maal ook weer hetzelfde elgenaaraardige, jonge Anjouanerin. Die , lang niet aantrekkelijke gele mashad nu eens geen masker op haar gezicht aangebracht en wat mij en ook z ij hadden helroode doeken bijna ongeloofelijk voorkwam: Igeslagen. En wèèr begonnen ze te het meisje bleef rustig staan, óók ireeuwen toen ze mijn camera zagen, toen ik mijn camera voor den dag haalde . .. ging het een heele poos voort, ijl Ik door het dorp wandelde. Ik oorzaakte een waren paniektoestand op het eiland, en waar ik vereen, daar sloegen de vrouwen allemaal ontsteld de doeken over hun fd en namen de vlucht, als ware ik de duivel In eigen persoon geestl et was inmiddels reeds tien uur geworden, en toen, gebeurde het ote wonder. Voor een der hutten stond 'n aardige, jonge Anjouanerin. had — het was de eerste uitzondering die ik zag — nu eens gèèn sker op haar gezicht aangebracht, maar wèl droeg zij een rooden k met een of ander kersenmotief er op. Door mijn niet erg succese ervaringen reeds voorzichtiger geworden, haalde ik behoedzaam jn toestel voor den dag en richtte het bescheiden op haar. En toen eurde wat mij bijna ongeloofelijk voorkwam: het meisje bleef rustig nl „Klikl" zei de camera, en de opname was gemaakt. Eindelijk. . . succes was mij wel een frankje waard en ik drukte het blinkende ntstukje in haar hand. Ze glimlachte en riep iets tegen haar vriennen. Terwijl ik verder liep, was heel Anjouan plotseling veranderdl vrouwen bleven voor de deur staan, ja ze lachten zelfs tegen mij en en met allerlei gebaren te kennen, dat zij ook gefotografeerd wilden irden. Binnen een half uur had ik toen ongeveer honderd „schoonden" vereeuwigd. Het heeft me precies honderd franken gekost, maar HeVdrljVau'ee^Vitfnr M^ opwinding was vergeten, en toen ik mijn ultgeholden boomslam beil. een kleine, b.jna onzichtbar, .tip in den Indi.chen Oceaan, tu..chen Afrika en Mad.,«?,, eg om weer naar de boot terug te keeren, een interessante ervaring zeker n|et minder interessante foto's rijker, toen deden zoo goed als Het | et ik ik
Is een een eigenaardig eiaenaardia avontuur, avontuur waarover w«.rn««r is waarover nu berichten berichten moet. moêl uu nu Honderd vrouwen. . . En ik heb ze allemaal op één enkelen voormiddag „gekregen"! Het viel werkelijk niet mee, en. . . enfin, laai ik u het geval zoo nauwkeurig mogelijk verhalen, en dus bij het begin aanvangen. Toen de ochtend begon te dagen voer onze boot de baai van Anjouan binnen. Er was dets niet in orde met het roer,, en de kapitein zei dat d e reoaratie minste H»n „^ middag in be lagTou nemen "zoodifVT' beter maar een paar uurtTes Tn r,n^ t rtjes aan land kon gaan. Een verkwikkend intermezzo op de lange, vrij eentonige reis. En een gelukkig toeval, want hoe zou ik er anders ooit in mijn leven toe gekomen zijn een zoo verloren, klein eiland een bezoek te brengen? Wie kent eigenlijk Anjouan? Het drijft als een kleine, bijna onzichtbare stip in den Indischen Oceaan, tusschen Afrika en Madagascar. Een haven is er niet, en wanneer er een schip in de baai voor anker gaat, dan moet de passagier, die aan land wil, zich in een uitgeholden boomstam laten zakken om daarmee naar het eiland te schommelen. Op die manier kwam ik ook aan land. De bewoners waren min of meer verbaasfJ toen
e vrouwen van het eiland mij lachend uitgeleide. .. " ™J ragen, maar hun verbazing was toe... Waaróm dragen de vrouwen van Anjouan die zonderlinge mas^i u j»root, als.. de miine- Een komisers? En waarom begonnen zij In het eerst zoo te schreeuwen, toen Ik volkje had zich bij den ingang van het ■ „ fotografeeren wilde? De kapitein gaf op mijn belde vragen antwoord, eenige - dorp verzameld; donkere gestalte De vrouwen van Anjouan smeren hun gezicht met een soort gele met een niet te definieeren huidskleur, all( rde In, om hun huid te beschermen tegen de felle zonnestralen. Ze maal in bonte doeken gehuld. Bizarre gezicl in er daardoor gedurende hun gansche jeugd afschuwelijk uit, alleen ten, vooral de vrouwenl Nauwelijks had ik d dat zij, eenmaal oud geworden, wat minder rimpels zullen hebben, eerste gezien, of ik had alleen nog maar be (J ziet, ook de vrouwen van Anjouan zijn coquet, al is het dan op langstelling voor hen. Hun meestal slank „ manier! figuur was in een helrooden doek gehuld e En hun opwinding? Wel, met ledere foto die Ik gemaakt had, was ik i " 7rifle10109«n schenen uit een schrikaan het bezit van een vrouw gekowww, want de ongeschreven wet op
h'T'' ^U* ""' buiten te k?men-" " He'1°"'" "9»= 'W* de beeltenis van een vrouw bezit, dien behoort de t t- ^^ Waj met «*" 3^l«chtige sub ,Uw zelf ook toel" Een foto geldt als iets zeer intiems op Anjouanl stant.e mgesmeerd, zoodat het er uitzag al sar fc kon de opwinding, die ik had teweeggebracht nu zeer goed beeen afschuwelijk masker, dat mij grijnzen ijpen. De Anjouanerinnen zijn goede Mohammedanen en ze hadden aanstaarde. Ik greep naar mijn fototoestel rst gedacht, dat ik op hun eiland gekomen was om mijn. . . harem te wilde een kiek nemen, maar toen.. . brak e mpleteerenl Die aardige, jonge Anjouanerin had echter begrepen, dat plotseling zooiets als een paniek uit. Er klonl i mijn bedoeling niét was, én ze had het ijs wat men zou kunnen een woeste kreet, die over heel Anjouan t< emen voor mij gebrokenl Ik zelf had echter absoluut niet geweten tot hooren moet zijn geweest en de vrouw lie( .(ke consequenties mijn fotografeeren had geleid, maar hoe dan ook, zoo hard weg als zij maar kon, terwijl d( zit nu met de foto's van honderd vrouwen, die volgens de ongemannen om rni| heen geërgerd en opgewon hreven wet van Anjouan eigenlijk m ij n vrouwen zijn. .. den het hoofd schudden. Ik kon natuurlijk onmogelijk bevroeden waar ,, aan die verschrikkelijke opwindino te wiilen ,nen een ,lur had ik ongeveer honderd „.ehoonheden", „gemaskerd ' en w.r ——, J i -ii i , 8 , le w'Jier nEemaikerd.. vereeuwigd. De opw nd ng wa. vergeten en toen Ik weer naar was, mwr dat ZIJ iets te maken had met mijn "„'^Vt terugkeerde, deden zoo goed al. alle vïouwen van het eiland mij fototoestel, was toch wel duidelijk. Nauwelijks was ik doorgeloopen, of er doken wederom eenige vrouwen op, en ze hadden
£r; ^r^r'Ä^VaLrL^'do^T^r'hVtToo'fr^r tl """-"
d
°°-
h
iieh o e n b,even met hu " B T. .
««"»-
««•*> hij m^t "urvSrtt.l,|OeSfdwagtetirk0kdke:3e^o!fliek,nne0,gOnnr *" '" "*"
■
■ «*. ;w^
NATUUtf' MET DE CAMERA OP JACHT NAAR EEN TORNADO
-*--. .
-_-
^
^i5a«e ■
-.*:■--■■ft?Uv
«Hm mi
man .-fc.. ■,■--■
"
i:--'''. «
S^Ä^ -.i*
*jr
-r^ / v:
Uit woelig an onrustig door elkaar warrelende wolken maakt zich een grillig, slangachtig gevormd aanhangsel los, dat al wervelend en draaiend om zijn eigen as, naar beneden steeds langer wordt. Even later verheft zich van de aarde een bijna gelijk-gevormde slang. Belder uiteinden schijnen elkander te zoeken, en wanneer zij elkaar gevonden hebben, vereenigen zi] zich tot de machtige, als razend ronddraaiende slang van den tornado, waarvan de onderkant over den grond veegt en alles wat hem In den weg komt, vernietigt. De plaats waar dit verschrikkelijk natuurverschijnsel ontstaat, moet men zeer waarschijnlijk In de hoogere luchtlagen zoeken. De „slang", die uit de wolken omlaag hangt, Is altijd de èèrste; ze trekt zich soms ook wel van de aarde terug en gaat dan, het er -onder liggende land verschoonend, naar een andere plaats, waar ze haar vernielende kracht opnieuw botviert. Een natuurverschijnsel van afschuwelijk, aangrijpend geweld 1 Gecondenseerde waterdamp van boven, van onderen stof of water, ook wel eens belden door elkaar gemengd, geven den tornado zijn uiterlijke gedaante, die ten slotte tot zóó'n eenheid wordt, dat de beide zullen met elkaar vergroeid lijken. Bij het zwakker worden van de zuigende kracht trekken de beide einden zich langzaam weer naar hun plaats van oorsprong terug, waardoor de slang doormidden breekt en het verschrikkelijk geweld zijn einde heeft gevonden. De tornado, tegen walki geweld de mentch mschtaloot staat, kwam aanjagen, greep een ^traln dia met volle vaart reed, en wierp ham, alsof het aan stuk kinderspeelgoed wa», uit da rails...
EEN TIJGERJACHT OP D €< >1 SUNDERBUNDS Het was reeds langen tijd een hartewensch geweest van Mr. C. V. Hughes, opzichter der rivieren te Calcutta, eens een Bengaalschen tijger te kunnen schieten om de huid van het dier, wanneer zijn diensttijd om was, als trofee mee naar Engeland te nemen. Toen hij dan ook op een keer een iets langduriger verlof wist te krijgen, dan hem anders jaarlijks werd toegemeten, besloot hij dit door te brengen op de Sunderbunds, een netwerk van kleine eilanden in de Baai van Bengalen, waar tijgers — en ook krokodillen! — nog steeds in een waar dorado woonden. Vooral op een van deze eilandjes was dit het geval, omdat de geheele bevolking er bestond uit slechts vier Inheemschen, die een paar koeien en geiten hielden, terwijl er overigens ook - hetgeen in Britsch-lndië onvermijdelijk schijnt te zijn - veel zwervende honden voorkwamen. De hutten der inheemschen stonden bij een kreek van ongeveer tien meter breedte; aan de andere zijde er van strekte zich een kolossale gordel maagdelijk oerwoud uit. Links daarvan bevond zich een open vlakte, waar niets op groeide, zelfs niet eens een grassprietje. Midden door deze open vlakte liep echter een „tong" van het oerwoud, een soort ultlooper er van, en het was zonder meer duidelijk - de sporen lieten daaromtrent niet den geringsten twijfel bestaan - dat hier voortdurend tijgers In- en uitgingen. Ten zeerste ingenomen met zijn toekomstig jachtterrein, ondervroeg Mr. Hughes een der inheemschen naar de gewoonten der tijgers. De man begon direct een heel verhaal te doen, waaruit duidelijk bleek, hoe de dieren de kleine inheemsche bevolking terroriseerden. De enorme tijgers, zei hij, - er waren er twee - zwierven des nachts rond de hutten, de mannen met hun gebrul angst aanjagend, en zelfs snuffelend aan de dunne wanden, leder oogenblik was er een koe of een geit verdwenen, en kort tevoren was zelfs een der mannen overvallen door een tijger, terwijl hij In de kreek stond te vlsschen. Hij was slechts gered doordat zijn kameraden in de buurt waren, die direct toesnelden, terwijl zij zoo hard ze konden met stokken op leege blikken sloegen. Hierdoor had de tijger het hazenpad gekozen en was woedend grommend In de jungle verdwenen. Indien de vreemdeling de moeite wilde nemen een nacht op te blijven, zoo besloot de man, dan kon hij de „bevolking" gemakkelijk van haar belagers bevrijden, en hij zou er dan verzekerd van kunnen zijn, dat men hem eeuwig dankbaar bleef. Hij en zijn vrienden zouden den Sahib graag willen helpen bij het bouwen van een machan een platform in een boom, waarop da jager kan plaats nemen als hij den tijger wil schieten - of bij het graven van een kuil, indien hij het dier daarin wilde vangen. Enfin - ze waren bereid alles te doen, als de „Beschermer der Armen" de tijgers maar wilde dooden. . . Mr. Hughes behoefde een dergelijke aansporing niet, want hij was immers gekomen om een tijger te schietenI Hij nam het terrein dus eens in oogenschouw en koos zich een stelling op den bund (een breeden dam van aarde, die het eiland tegen den vloed moest beschermen), overtuigd dat dit een goede plaats moest zijn om de komst van den tijger af te wachten. Nadat hij een soort kuil In den dam had gegraven, plaatste hij er een paar takken vóór, om zich wat te camoufleeren. Daarop vroeg hij den inheemschen, hem een geit te willen verkoopen als lokaas. Hiervoor voelden zij echter niets, maar wèl konden zij hem een ouden hond leveren. Daar Mr. Hughes niets beters wist te krijgen, besloot hij het maar met dit dier te doenl Des avonds om zeven uur begaf hij zich met zijn Inheemschen bedlende naar de uitgekozen plaats, en bond er den hond aan een paaltje, op ongeveer vijftien meter afstand van den kuil. Daarop zette hij zich achter de takken en. . . begon te wachten op hetgeen de nacht zou brengen. De
OP LEVEN EN DOOD EEN REEKS SPANNENDE AVONTUREN, NAAR WAARHEIO VERTELD nacht was echter nog niet ver gevorderd voordal hij zijn roekeloosheid, die uit een groote mate van onervarenheid voortkwam, ernstig betreurdeI In het eerst hield de hond zich stil, maar na ongeveer een kwartier begon hij aanhoudend en luid te blaffen. „Hierdoor zal ieder roofdier, dat op zoek is naar prooi, zéker worden aangelokt," dacht Mr. Hughes bij zichzelf, en In figuurlijken zin wreef hij zich de handen. Rechtop, zijn oogen wijd-open, zat hij daar op wacht, zich Inspannend om lederen boom en lederen struik vóór zich in de jungle duidelijk te onderschelden. Het was volle maan, en daardoor was leder voorwerp In de onmiddellijke omgeving vrij goed te zien; de meeste boomstompen leken wel dieren, die in de zonderlingste houdingen neergehurkt zaten. Het duurde evenwel niet lang, of Mr. Hughes en zijn metgezel zagen zich op de verschrikkelijkste wijze aangevallen door een zwerm muskieten die woeite vliegende bloedzuigers van de junglel Wat een monsters waren datl Ze beten de belde mannen op ieder deel van hun lichaam, dat zij maar bereiken konden, tot Mr. Hughes er ernstig over begon te denken, zijn avontuur op te geven zelfs al zouden er zich zes tijgers komen presen' teeren om -neergeveld te wordenl Juist echter toen hij besloot weg te gaan, hoorde hij een anderen k ank in het blaffen van den hond. Angst. . . Verschrikkelijke, afschuwelijke angstl Een diep medelijden vervulde hem terwijl hij daar zat, al zijn spieren en zenuwen gespannen, kijkend riaar het arme dier. Indien hij niet overtuigd was geweest, dat er een tijger binnen sprongs-afstand in de buurt kon zijn, dan zou hij den hond zeker hebben losgemaakt en hem de vrijheid hebben hergeven. Maar daar was het nu te laat voor. lerwijl bet dier nog wanhopig aan het louw rukte waarmee het was vastgebonden, fluisterde All de inheemsche bediende, die iels naar rechts achter Mr. Hughes zat: „Sahibl Baghl" Inderdaad was er een bagh - tijger - in de buurt! Terwijl Mr. Hughes zijn oogen Inspande om iets ter kunnen zien In de richting welke All had aangeduid, ontdekte hij naast eenlge lage struiken iets wils, en een paar seconden later nam een roodachtige massa er achter, vorm en gedaante aan. . . fl ,..lbleek f6" Prachtige tijger te zijn, die zich duidelijk In het maanlicht afteekende. Het dier bevond zich op ongeveer vijftig meter afstand Althans: dal dacht Mr. Hughes, misleid als hij werd door het licht van de maan, want het zou blijken, dat hel dier in werkelijkheid veel dichter bij was. Meenend echter, dat de tijger nog te ver was om er op te schieten, besloot hij af te wachten wal er zou gaan gebeuren. De tijger bleef onbeweeglijk In het maanlicht staan, en omdat hij den hond duidelijk moesl kunnen zien, meende Mr. Hughes, dat hij er wel langzaam naar toe zou komen sluipen, hem hierdoor de gelegenheid biedend te schieten, zonder al te veel kans te zullen missen. Zeker, wel vijf minuten bleef de tijger, als uit marmer gehouwen, roerloos staan, slarend naar den hond of naar. .. Mr. Hughesl Dal kon de laatste niet weten, wanl de hond bevond zich precies lusschen hem en den tijger in, en hij en zijn metgezel waren minstens even duidelijk te zien als de hond! Mr. Hughes begon zich juist af te vragen of hij maar niet een schot van langen afstand zou wagen - de spanning van het wachten begon op zijn zenuwen te werken! - toen de tijger plotseling een vervaarlijken sprong nam, waardoor hij boven op den hond. terechtkwam, dezen zoo goed als onmijjdellijk doodend! Mr. Hughes had nog nooit een dergelijke snel-
heid gezien, en gedurende al den tijd dat hij he verlangen had gekoesterd een tijger te schieten, had hij' zich ook nooit een dergelijke snelheid voorgesteld! Zooals een bliksemschicht de lucht doorklieft, zóó school de tijger door dien helderen maannacht, maar nauwelijks was Mr. Hughes Iets bekomen van zijn verbazing, of. . . hij kwam tol de onaangename ontdekking, dat de tijger zich op hoo s 9 «ens vijftien meter van zijn schuilplaats bevond! Op dien afstand had hij immers den hond vastgebonden! Natuurlijk had de tijger geen sprong van vijf en dertig meter genomen, en daarom begreep Mr. Hughes dan ook, dal hij zich den eersten keer in den afstand moesl hebben vergist. Dat de tijger echter zeker een sprong van wel een meter of tien had genomen, stond vast! Met 'n tweetal sprongen zou het roofdier daarom ook bij hem kunnen zijn, en. . . hoewel de tijger den hond onmiddellijk had gedood, begon hij zijn prooi tóch niet te verslinden! In plaats daarvan bleef hij andermaal slaan. . . dit keer loerend en grommend In de richting waar Mr. Hughes zat! Plotseling stiet hij een luid gebrul uit, en de jager verwachtte niet anders of de tijger zou zich op hem storten. Dit gebeurde echter niet, en terwijl er een huivering langs zijn rug liep, en hoewel hij leder oogenblik verwachtte de klauwen van hel geweldige dier In zijn vleesch te zullen voelen, kwam Mr. Hughes toch niet op de gedachte om te schieten, hoewel het dier dicht genoeg genaderd was. Hij zat daar maar, even roerloos als de tijger, verlamd als het ware van schrik. En misschien. . . zelfs al zou hij er aan gedacht hebben en at had hij willen schieten, dan nóg zou hij het wellicht niet gewaagd hebben, omdat iedere beweging - noodzakelijk om zijn geweer in den aanslag te brengen! - den tijger tot den sprong kon nopen. Terwijl het angstzweet langs zijn voorhoofd en m zijn oogen droop, en het was alsof hij een eeuwigheid reeds had gewacht op hel moment, waarop de tijger zijn fatalen sprong zou doen - een sprong die, zooals hij zéker geloofde, komen móést, omdat het dier even roerloos als daarstraks naar den hond, nu naar hem staarde, hoorde hij plotseling vlak naast zich een lulden knal, die zijn trommelvliezen bijna deed springen. Nog steeds door schrik niet In staat zich te bewegen, zag Mr. Hughes hoe de tijger een sprong van wel anderhalven meter hoogte In de lucht deed onder het ultstoolen van een vervaarlijk gebrul, en voordat hij weer op den grond terecht kwam, knalde er andermaal een schot vlak bij Mr. Hughes' hoofd. . . All had de belde loopen van zijn geweer geleegd, maar zonder effect, want nauwelijks was de tijger op den grond neergeplofl, of hij verdween direct met groote sprongen in de jungle achter zich, waar de belde mannen hem nog langen tijd hoorden brullen. Gedurende eenige minuten heerschte er een doodsche stilte, terwijl Mr. Hughes' zenuwen, die tot het uiterste gespannen waren geweest, zich langzaam herstelden. Maar toen overviel hem 'n nieuw gevoel van angst, omdat het tóén pas tot hem doordrong, hoe roekeloos en dwaas hij had gedaan om, zittend op den grond, op een tijger Ie wachten! Op een tijger, die met zulk een ontslellepde snelheid door de lucht fean schieten. . . Hij haalde diep adem en wendde zich lot All. , „All heeft geschoten," fluisterde deze als verontschuldigend, „omdat hij zag dat de Sahlb er niets voor voelde. . ." Hij was te beleefd om Ie zeggen, dat de Sahlb het niet had gekund. . . „Je hebt goed gedaan. All," mompelde Mr. Hughes. „Laten we maar naar huls gaan. De iijger zal vannacht wel niet meer terugkomen. . ." Zijn stem trilde lerwijl hij dit zei, ...aar wederom was All te veel diplomaat om te lalen merken, dat hij hel gehoord had. En Mr. Hughes heeft de Sunderbunds verlaten zónder de huid van een Bengaalschen lijger. ..
Muni nfflTOiMWWTiM
aw
de gesclhäedeiniils van een... hart, eo wat 'r
't Drama, dat ik U hieronder ■. il Zoo meteen beschrijven ga, Speelde zich op 5 December Af ten huize Boekemal Daartoe dient U eerst te weten. Waar dat „huis" wel uit bestond, Of, om 't duid'lijker te zeggen: Wat zich in dat huis bevondl Daar was allereerst Mama dan, Dan papa — die was niet makl En, als ik het zoo mag zeggen Onder ons, een... bullebakl Verder was er Jan, de oudste, Officieel met Loes verloofd, Of... zooals Papa soms bromde, Oók van z'n verstand beroofdl Maar dèt meende hij zoo kwaad niet, t Was een flauwig grapje maar. Want hij zag het drommels goed, hoor, 't Was een heel gelukkig paarl Verder was er Lies, de bakvisch. En haar tweelingzuster Greet, Dan nog „Sjane", het factotum. En ziedaar het stel compleet! Dat wil zeggen... officieel dan. Want in déze rijm'larij, Hooren nog een zeek're Karel, En een zeek're Piet er bij! Of, wilt U het nóg wat juister, 'k Sta onmiddellijk gereed: Karel hoorde dan bif.. Liesje, Piet die hoord^ h;^r W1] Greet!
Daar stond Sjaan aan den ingang... Maar, vertelt U dèt aan niemand, En vooral niet bij hen thuis. Want als Pa dat ooit zou hooren, Nou, dan was er fèèst in huis! Want de beide tweelingzusters Telden nauw'lijks bij elkaar, 's Kijken... twee maal zestien... juist ja. Dat 's dus twee en dertig jaar! En dat vond Papa géén leeftijd Voor ,,gescharrel" enzoovoort. Met... U weet wel, van die neuzen. Waar dan nóg een woord voor hoort!
En, wil ik heel eerlijk wezen: Wel, dan hèd Papa gelijk, Maar alleen... op bakvisch „liefde", Déérop had de man geen kijk! Want dèn zou Papa begrijpen: 'n Bakvisch voelt zich leng geen kind, En 'n verbod, hoé goed bedoeld ook! Slaat ze zéker in den windl En waar bakvisch synoniem is. Met het woordje dweperij, Hooren hier dus Piet en Karel, Ik herhaal het — zéker bij! Zoo, nu keer ik dan terug weer, Tot den aanvang van 't verhaal, Want U kent van het gezin nu Dus de leden allemaal! En die zaten juist gezellig Rond den avonddisch geschaard, In de allerbeste stemming; Knusjes knetterde de haard... Nét zei Greet, dat ze het hier nu Toch zoo écht gezellig vond. Nét zei Lies, dat Moe dat jurkje Nou, in één woord, beeldig stond... Nét zei Jan: „Och, geeft Ü mij nog Eens de jus... mooi, dank U wel...! Toen — net in een korte stilte — Toen... toen ratelde de schel! Sloffend sliften Siaan's pantoffels Door de schoon-geschrobde gang, Zacht gemurmel in de verte... O, wat duurde dat weer lang! Dan een kort, venijnig tikfe En Pa's brommig: „Binnen maar!" Déér stond Sjaan dan aan den ingang, Met een... groote doos zoowaar! „Astublief... de complemente. En de taart is al betaald. En d" doos die man U houwen, Die w^'dt niet teniggehaaldl" C^-i.A ad^mlooze stilte Werd de doos toen neergezet Op een hoekje van de tafel, Bovenoo Paoa's servet. Toen het deksel opgelicht én.. Voor hun oogen lag me daar... Neen ..een hert...! gewoon een prachtstuk. Een geweldig exemplaar! Dik en groot en rond en stevig, Vast iets van een pond of drie! Toen sprak Pa, gefronst het voorhoofd, Slechts twéé woorden maar: „Van wiè?" Want z'n scherpe speurdersoogen Hadden in de doos ontdekt, 't Envelopje met het kaartje, Door den slagroom vetgevlekt... ,,Wel!" sorak Liesje met ^en schater, ,,'s Kijken... wie is die sinjPfbr?" Keek op 't kaartj' én... kreeg dan eensklaps n Hevig-donkerroode kleur. Als versuft bleef ze staan staren, Op dat kleine stuk papier. Tot papa plots commandeerde: „Lies, laat zien dat ding .. geef hier! Karel!" las-ie hardop, „Karel?" En hij keek z'n dochter aan, Die op dat moment heel gaarne Door den grond zou zijn gegaan...
IN DE WERELD VAN DE FANTASIE „Liesje!" bulderde z'n stem dan, „Wie... wie is'die jongeman, Die hier harten durft te sturen? Kom, vooruit... jij weet er van II" Verder zij U deze scène Voor het grootste deel bespaard, Want de bullebak te spelen Wès pa Boekema z'n aardl Kortom: Lies moest naar haar kamer, Mét. haar tweelingzuster Greet, Dre brutaal gezegd had: „Lek'kerl Nét goed, datU 't nu 'es weet! En wanneer d'r strakjes nóg zoo'n Taart soms komt - je wéét het niet, Dan zal ik U vast vertellen, Dan.^cJan is-ie van... mijn Piet!" „Wel!" zoo bulderde Papa toen.
behulp vw onlg« kl«inlflhad.n waarlllk ony.rwachtoch. p«r«onafl« m.k«i. dl« u .chtar tóch w«llleht «uit mMnen te barkannen... Hat I» flamakkalljkar dan u waawhljnlljk xult dankanl On» gereedschap? Slechts tien vingers an onxe twaa handen. On«a hulpmlddalan? . «.u.« Ean paar dra.dja. wol, aan .)aal, aan bril. twaa of drla boutan knoopan. »wa. ,p.W.n mat aan glazen knopje - anfln. allemaal dlngan, dia manual War of daar kan yindan! En daar baginnan wa dan...
E.« «rtnaplr-rd dichter. - K"?tf"*™'£ aj^VTwo" KÄ' Ä?™ S^ b n a
wit BlManknoPJ« om een de elBaret *W«^*. ^ri'y sal ^v %^«. Wat aanoaat. dat haardos te vormen,ateekt waerna het portret voltooien, wei ile «» reat ,«nw 5e eigen vingers! Alsg« oiue foto goed bekQkt. tultqe na twee of drie keer probeeren, leer goed in staat t||n omen dichter te maken.
„Lleijal" bulderde «ijn »tem dan... ,,'k Heb aan al die jongens lak! En wanneer d'r nóg zoo'n ding komt, Gaat-ie in... den vuilnisbak!" Waarop Greetje toen weer woedde; „Beter nog dan in Uw maag...!" „Nou naar boven!'- nep Papa weer, „En daar blijf je maar vandaag...!" Daarmee was 't toen afgeloopen, Maar het muisje had een staart. En dié kwam den dag daarop pas, Toen de storm weer was bedaard... Want met lacherig gegichel. Kwam toen Sjaan vertellen, dat Het ezelsveulen van gister Blijkbaar zich... vergist toen had! Want de taart, die hier bezorgd was, Die was voor... hiernèèst besteld, En de jongen had per ong'luk Aan 't verkeerde huis gebeld! Toch was dat nóg niet het einde. Want het slot toen van het lied. Was... de wreede „bons" voor Karel, Evenals de „bons" voor Piet! Die voor Karel, wijl het hart toch Niét van hem was — ja 't is kras! — Die voor Piet, wijl Greet nou eenmaal Liesjes... tweelingzuster wasll
Ken ..gentlemon"._ Keu sjiial, een bril en een kleine hooge hoed, van zwart papier qeniaakt, en zïet daar, gereed om uit te gaan. onze „gentleman". Mijnheer de Engeische rechte?. _ Wat uitjieplulsde wol voor de pruik, een kraagje als bef, onze iwee knoopen met de gebrulkeH)ke spelden, alles aangebracht zooals onze foto het laat zien, en de rechter is in ons rUk van de fantaste getreden. En ziet daar de SchotsChe soldaat!— Hen ^Jaal van Schotsche geruite stof, een das „Idem , onze houten knoopen met de spelden voor de oogen, een kleine papieren muts — eenvoudig te (abrlceeren — met een veertje er op, en het gewenschte effect is verkregen! ■laantje gaat naar de markt. — Een wit gewerkt doekje vormt haar blouse, een kraagje haar muts. Een stukje gekleurde zllrie, twee stukjes karton en de spelden met glazen koppen en . . . Jaantje Is gereed.
_ n
CARSON
WONDERLIJKE AVONTUREN OP r
DOOR EDGAR RICE BURROUCm SCHRIJVER DER TAR EINIG
GEAUTORISEERDE
VERTALIHG
Carson Napier is met een vuurpijlvlicgtuig naar de planeet Venus gevlogen. Hij beleeft er de wonderlijkste en gevaarlijkste avonturen en wordt er verliefd op de koningsdochter Duare. die door vijanden is geschaakt en ver van haar vaderland is gebracht. Hij weet haar te bevrijden en wil haar nu in zijn vliegtuig naar haar vaderland terugbrengen. Doch Duare wil niet. want geen man mag tegen een koningsdochter over zijn liefde spreken. Overtreding van dit gebod kost hem zijn leven. Waar dan heen te gaan f — In ieder geval moeten ze eerst eten en Carson vliegt juist boven een kudde dieren. Hij landt, doch als zij het luchtschip verlaten, wordt Duare door een groep gewapende vrouwen weggevoerd en Carson bewusteloos geslagen. Als hij bijkomt gaat hij Duare zoeken. Hij komt een man, Lula, tegen. die hem vertelt, dat de vrouwen amazones zijn. die met zeer strenge hand rrgeeren. Als Carson donker haar had. zou hij zich wel ongemerkt in hun dorp kunnen verbergen, maar nu hij licht haar heeft, gaat dat niet. Carson maakt zijn haar nu met roet en vet zwart en dan vliegen ze naar Houtomai. Ze vernemen hier. dal de vrouwen een gevangene meegebracht hebben. Carson begrijpt dat dit Duare is. Lula brengt hem naar de grot van Bund, een van de Amazones, die Duare gevangen houdt, maar het gelukt hem niet, Duare te zien. Dan gaat hij naar Lula's grot, en hoort juist, dat Lula aan twee mannen verklapt, dat hij gevlogen heeft, Carson belooft dat zij ook in de ,,anotar" mogen, als ze hem helpen. Den volgenden morgen ziet bij Duare bij- een groepje vrouwen, maar ze herkent Carson niet. Deze probeert haar nu in te halen. Dit gelukt hem en hij legt Duare uit, hue hij wil ontvluchten. Door een list weten ze met het vhegluig weg te komen, en zetten koers naar den oceaan.
v /an het eerste oogenblik af had Duare veel belang gest steld in de Y wijze waarop ik myn vliegtuig bestuurde. Ik had. haar laar het doel en de werking der verschillende onderdeden uitgelegd, maar zü bad de anotar nog nooit zelf bestuurd. Nu liet ik het haar eens probeeren, want ik wist dat zy moest leeren vliegen voor het geval, dat wij eens heel lang in de lucht zouden moeten blijven, hetgeen bijvoorbeeld reeds het geval zou zijn bü een vlucht over tien oceaan! Ik zou moeten slapen en dat zou niet kunnen terwyl wij in de lucht waren, tenzy Duare het vliegtuig kon besturen. Nu is het besturen van een vliegtuig terwijl dit in de lucht is, en bij goede weersomstandigheden, niet eens zoo moeilijk als loopen; bovendien waren er slechts een paar minuten noodig om haar het noodige vertrouwen in zichzelf te geven en het begrip, wat zij moest doen. Ik wist, dat de practyk haar de noodige behendigheid zou bijbrengen, en ik vloog op zoo'n hoogte, dat ik in staat zou zijn haar te hulp te komen als dit noodig was. We vlogen dien geheclen nacht, terwijl Duare een derde deel van den tijd aan het stuur zat, en toen de ochtend daagde, ontdekte ik land. Zoover mijn blik naar het Oosten en het Westen reikte, kon ik de stammen en bladeren van geweldige boomen zien, die duizenden voeten hoog oprezen om te verdwijnen in het binnenste wolkomhulsei, dat altijd-door de gansche oppervlakte van Amtor omgeeft, om, tezamen met het buitenste wolkenomhulsel, de planeet te beschermen tegen de intense hitte van de zon, die anders de oppervlakte van de planeet eenvoudigweg verschroeien zou! „Het lijkt wel alsof ik die streek ken." zei ik tegen Duare, toen zy wakker werd. „Wat bedoel je?" vroeg zy. „Ik geloof, dat het Vepaja is. We zullen langs de kust vliegen en als ik gelijk heb, zullen wij de natuurlyke haven zien, waar de Sof al en de Sovong voor anker lagen toen jij geschaakt werd en Kamlot en ik gevangengenomen werden door de klangan, de vogelmenschen. Ik weet zeker, dat ik het zal herkennen als het zoo is!" Duare zei niets. Ze zweeg al den tijd dat wij langs de kust vlogen. Na een poosje zag ik werkelijk de haven. „Daar is-ie," zei ik. „Het is dus Vepaja, Duare." „Vepaja!" hijgde zij. „We zijn er, Duare. Wil je hier blyven?" Ze schudde het hoofd. „Niet zonder jou!" Ik boog mij naar haar over en gaf haar een kus. „Waar zullen we dan heengaan?" „O, laten we eenvoudig maar verder vliegen. De ecne richting is net zoo goed als de andere!" We vlogen op dat oogenblik waarschijnlijk in Noordwestelijke richting, dus hield ik dien koers aan. De wereld vóór ons was ons absoluut onbekend, en daar deze koers ons uit de.buurt van de antarctische zones zou houden en ons tevens naar het noordelijke gedeelte van de gematigde zone bracht, leek het mij de beste koers, dien ik kon volgen. In de tegenovergestelde richting lag het land der Thonsten, waar wy slechts gevangenschap en dood mochten verwachten. Terwijl de lange dag zich ten einde spoedde, strekte er zich niets dan de oneindige, eentonige oceaan onder ons uit. Het vlieg-
IM
MET
M EDER LAM D SC H
tuig functionneerde prachtig. Dit kon moeilijk anders, daar alle geleerden van Havatoo, de stad waaruit Duare en ik ontvlucht waren, er hun medewerking aan verleend hadden. Het plan was van mij geweest, daar de luchtvaart absoluut onbekend was geweest in Havatoo vóórdat ik er kwam; maar de materialen, de motor en de brandstof waren geheel en al Amtoriaansch. Wat kracht, duurzaamheid en lichtheid betreft, het volgende: de kracht zou onmogelyk op aarde geëvenaard kunnen worden; de motor was een wonder van vernuft, compactheid, kracht en duurzaamheid gecombineerd met een uiterst licht gewicht; de brandstof heb ik reeds beschreven. Wat het uiterlijk van het vliegtuig betref), dil leek min of meer op de vliegtuigen waarmee ik op aarde gevlogen had. Er waren vier stoeltjes in, twee vooraan in de open lucht, en twee achterin in een gestroomlijnde cabine. In beide cockpits zat een stuurinrichting, en het vliegtuig kon vanaf ieder der vier stoeltjes worden bestuurd. Zooals ik reeds eerder heb verteld, kon ik er zoowel mee op het land als op het water dalen. Gedurende den langen dag bracht ik wat variatie in de eentonigheid door Duare het landen en starten te leeren, hetgeen gemakkelijk ging, daar er een licht briesje uit het Westen stond. Ik diende daarby echter scherp uit te kyken, want de' groote bewoners van de zee zouden ons vliegtuig gemakkelijk hebben kunnen vernielen indien hun kracht en woestheid even verschrikkelijk waren als hun uiterlijk. Toen de avond viel, was het geweldige Amtoriaansche landschap gebaad in het geheimzinnige, nachtelijke licht, dat een weldadige natuur beschoren heeft aan een maan-looze planeet. Terwyl hy zoo oneindig leek ais de wereldruimte zelf, golfde de oceaan naar den buitensten rand van ons heelal. Geen land, geen schip verstoorde de sereniteit van het tafereel dat zich onder ons ontrolde — alleen onze geruischlooze vliegmachine en wy tweeën, oneindig kleine atomen die doelloos voortschoten door de ruimte. Duare schoof een weinig dichter naar my toe. Gezelschap was iets goeds in deze oneindige verlatenheid. Gedurende den nacht draaide de wind, zoodat hy uit zuidelijke richting blies, en tegen den ochtend zag ik wolkenbanken recht voor ons uit. Het werd nu ook veel koeler. Het was duidelijk, da» wy in een uitloopcr van een zuidpool-storm gekomen waren. Ik had het niet erg begrepen op dien mist. Ik had instrumenten aan boord om blind te kunnen vliegen, maar wie zou er, zelfs onder deze omstandigheden, graag blind vliegen in een wereld van welker topografie hy niets, maar dan ook niets afweet? Evenmin voelde ik er veel voor, het optrekken van den mist af te wachten terwijl ik op het water dreef. Mogelyk zou ik dit gerust hebben kunnen doen, maar ik had te veel geweldige monsters zien opryzen uit de wateren onder ons, om het aanlokkelijk voor my te maken meer tijd op het water door te brengen dan strikt noodzakelijk was! Ik besloot daarom onzen koers te wyzigen en in noordelijke richting om den mist heen te vliegen. Het was op dit oogenblik dat Duare naar iets voor ons uit wees. „Is dat geen land?" vroeg zy. „Het ziet er zeker naar uit, alsof het land is," zei ik, na langen tyd gekeken te hebben. „Misschien is het óns eiland," zei ze lachend. „We zullen er eens een kijkje gaan nemen voordat het door den mist aan onze blikken onttrokken wordt. Als we in den mist raken, kunnen we er altyd gemakkelijk genoeg weer uitkomen." „Ik zou het wel prettig vinden, weer eens aan land te zijn," zei Duare. „Ja," erkende ik. „We hebben nu lang genoeg naar water gekeken. Terwijl wy de kust naderden, zagen wij in de verte bergen en ver in het Noordwesten iets wat op een van die bosschen van geweldige boomen leek, waarmee bijna de geheele oppervlakte van Vepaja bedekt is. „O, daar ligt een stad," riep Duare uit. „Inderdaad — een zeehaven. En een tamelyk flinke stad ook! Wat voor soort menschen zouden hier wonen?" Duare schudde het hoofd. „Ik weet het niet! In het Noordwesten van Vepaja ligt een land, dat Anlap heet. Ik heb het op de kaart gezien. Het ligt gedeeltelijk in Trabol, en gedeeltelijk in Strabol. De kaarten geven het als een eiland weer, een zeer groot eiland, maar natuurlijk weet niemand het. Strabol is nog nooit heelemaal' onderzocht."
— 12 -
Het leek mij, dat er nog nooit eemg land op Venus geheel was onderzocht, en ik kon net me bcrijpen. De knapste menschen die ik hier heb keren kennen waren vast overtuigd, dat hun wereld den vorm van een grooten schotel had, die op een gloeiende massa dreef, die zy zich voorstelden als een zee. Ze dachten dat de grootste omtrek was, waar ik wist dat de zuidpool zich bevond, en op hun kaarten besloeg de evenaar nog niet eens een punt! Ze hadden er totaal geen idee van, dat er ook nog een ander hemel-halfrond was. Met kaarten, die op dergelijke verdraaide feiten berustten, kreeg men naiuurlijk van alles een totaal verkeerde voorstellingen omdat hun kaarten daardoor nutteloos waren, durfde geen zeeman zich ver buiten de bekende wateren te wagen. Toen ik de stad naderde, zag ik dat zy door geweldige muren omgeven en zwaar versterkt was, en een nader onderzoek bracht aan het licht, dat ze door een groote legermacht .werd ingesloten. Het geluid der Amtoriaansche geweren drong flauwtjes tot ons door. We zagen de verdedigers op de muren staan; en buiten de wallen zagen wy den vyand — lange ryen van mannen, die de stad omgaven, en die ieder achter hun schild lagen. Deze schilden waren gemaakt van i en metaal, dat min of meer ondoordringbaar was, /nowel voor de r- als de T-stralen, en het gebruik ir van moest een aanvallend leger veel meer beweeglijkheid verschaffen dan mogelyk zou zyn oeweest wanneer de mannen het doelwit van aardsche kogels zouden hebben gevormd. Practisch kwam net er op neer, dat iedere man zyn eigen loopgraaf met zich meedroeg. De troepen konden op het slagveld byna overal heen gebracht worden, ook al werden zij onder vuur genomen, terwijl het aantal dooden of gewonden zeer gering bleef. Terwijl wij over de stad vlogen, hield het schieten aan beide kanten zoo goed als geheel op. We zagen duizenden gezichten naar ons opgeheven, en ik kon mij levendig de verbazing voorstellen die ons vliegtuig moest hebben opgewekt by die duizenden soldaten en burgers, waarvan er natuurlijk niet één den aard kan hebben begrepen van dit reusachtige, veel op een vogel lijkende ding, dat daar zoo geruischloos maar toch ongeloofelyk snel boven hun hoofden vloog. Daar ieder onderdeel van het vliegtuig bespoten was met een vloeistof, die absoluut beveiligde tegen de uitwerking van de r- en T-stralen, voelde ik mij volkomen zeker terwijl ik boven de beide legermachten vloog. Ik daalde dus in een spiraal en tot zeer laag boven de wallen van de stad. Toen boog ik mij voorover en wuifde met mijn hand. Er steeg een geweldige kreet op uit de belegerde stad, maar de aanvallers bewaarden eenige oogenblikken een doodsche stilte. Toen werd er een salvo op ons afgegeven Het vliegtuig mocht dan al overdekt zyn met een materiaal dat aan de stralen weerstand bood, Duare en ik waren dit in geen geval, en daarom steeg ik zoo gauw ik kon naar een veiliger hoogte en stuurde tegelijkertijd meer landwaarts, om een verder onderzoek in te stellen. Nadat wij over de linies der belegeraars gevlogen waren ontdekten wy hun kamp, vanwaar een breede weg naar het Zuidwesten voerde, uit welke richting troepen naar het kamp marcheerden. Voorts ontdekten wy lange rijen wagens welke door groote, olifantachtige dieren getrokken werden, en mannen gezeten op zonderlinge dieren, en groote T-stralen-kanonnen, en voorts allerlei voertuigen, die een groot leger op marsch met zich voert. Terwül ik mij naar het Noorden wendde, bleef ik rondturen om te zien, of ik soms iets bijzonders kon ontdekken. Ik wilde nadere bijzonderheden weten omtrent de gesteldheid van dit land en den aard van zijn bewoners. Van hetgeen ik reeds had gezien, mocht ik afleiden, dat zy nogal oorlogszuchtig gezind waren, maar misschien dat er daarom tóch hier of daar een vreedzame, gastvrye stad was, waar vreemdelingen met tegemoetkomendheid behandeld werden. Waar ik naar rondtuurde, was een man of vrouw, die ik om inlichtingen zou kunnen vragen, zonder gevaar voor Duare of mijzelf te riskecren, want het maken van een landing tusschen de oorlogvoerende legers zou misschien fatale gevolgen kunnen hebben vooral van de zijde der mannen, die op ons geschoten hadden. De houding der verdedigers van de stad was vriendelyker geweest, maar toch kon ik ook daar een landing niet riskeeren zonder wat meer van hen te weten, en evenmin scheen het geraden te dalen in een stad, die belegerd werd en die, gezien hd aantal van haar vijanden, misschien lederen dag genoodzaakt zou kunnen zyn zich over te geven. Ik vloog een heel eind zonder een enkel menschelyk wezen gewaar te worden, maar eindelijk ontdekte ik een man, die geheel m zyn eentje uit een dal tusschen de heuvels kwam, verscheidene mylen noordwaarts van het kamp, waarover ik gesproken heb. Toen ik in zyn buurt wilde dalen, draaide hij zich om en keek naar boven. Hy liep niet weg, maar bleef staan, en ik zag hoe hy het pistool trok, dat op zijn heup hing
PIHOTSELING FRONSTE HIJ ZIJN VOOHHOOFD. rHOE KAN IK WETEN DAT JK GEEN SPION VAN DE ZANIS BENT?" VROEG HIJ
„Schiet niet!" riep ik, terwijl ik langs hem heen gleed. „We zijn vrienden." „Wat wil je?" riep hy terug. Ik keerde en vloog terug, op een honderd meter afstand van hem dalend. „Ik ben hier onbekend," riep ik, „ik wilde graag eenige inlichtingen hebben." Flink genoeg, kwam hij naar het vliegtuig toe, maar hy hield zyn wapen gereed om overal op voorbereid te zijn. Ik stapte uit den cockpit en trad op hem toe, myn rechterhand opheffend om hem te laten zien, dat ik geen wapen had. Hij hief zyn linkerhand op hy wilde geen enkel risico loopen, maar dit gebaar duidde toch op een vriendschappelijlce houding — of althans mèt op vyandelijke gevoelens. Er kwam een vage glimlach om zijn lippen toen ik uit myn vliegtuig stapte. „Dus je bent toch werkelijk een menschelyk wezen," zei hy. „Eerst dacht ik niet anders of je was een onderdeel van dat ding." Hy bedoelde myn vliegmachine, en het was hem duidelijk aan te zien dat hy er geen hoogte van had, wät het precies was. „Waar kom je vandaan? En wat zoek je hier?' vroeg hy toen verder. We zijn hier volslagen vreemd," vertelde ik hem. „We weten niét eens in welk land we zyn! We zouden graag willen weten hoe de menschen hier tegenover vreemdelingen ^staan, en of er een stad is, waar men ons gastvrij zal ontvangen." „Dit is het land van Anlap," zei hy, „en we zijn hier in het koninkrijk van Korva." „ , L , j „Wat voor een stad is dat, daar aan zee? Ze werd belegerd en er werd hevig gevochten!" ,Heb je ze zien vechten?" vroeg hij. „Hoe ging het? Was de stad reeds gevallen?" Hij scheen gretig om eenig nieuws te vernemen. „De stad is nog niet gevallen," vertelde ik hem, „en de verdedigers leken mij vol goeden moed." ■ ., Hij haalde verlicht adem. Plotseling fronste hy zyn voorhoofd. „Hoe kan ik weten, dat je geen spion van de Zams bent? vroeg hy. Ik haalde mijn schouders op. „Natuurlijk kun je dat niet weten, antwoordde ik, „maar ik bèn geen spion. Ik weet met eens wat een Zani is." *, ,„, „ i J» (Wordt vervolgd)
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 23 NOVEMBER
DE PRIJSWINNAARS KRUISWOORDRAADSEL
OriOSSING KRUISWO^RDI- \AD PL
31. administratietroepen 32. muzieknoot 33. met een dun laagje goud overdekt koperblik 34. medicijn 36. slechte plek 38. bijwoord 39. en anderen 40. voonelsel 41. windstreek
OPLOSSING
OPLOSSING INVULRAADSEL
RUITFN*AADSEL
1
1
n
I
I'M r | , | n|
, 1 T | . |,|il
, ' f•. T| ' '' "1 M Milllll 1 "1 . 1« 1 « 1
'
i| '
ITI
1 S 1 T |
1 "1 ill T| i|
lo ri/nnfaal; t. meisjesnaam 4. jongensnaam 5. uitroep van droefheid 6. verhevenheid boven den
8. 11, 12. 14.
grond beeft men noodij om iets te verzegelen een rivier viervoeter stad Pennsylva-
nia, Ver. Stalen 15. voertuig, uitsluitend in den winter te gebruiken 16. geluid van een kraai 17. laatst leden
19. slot 24. tijdsverloop van vier-en-twintig uur 27. paard van St. Nicolaas 30. boodschap
in
OPLOSSING PUNTENRAADSEL
A
G
^
A
6
INVULRAADSEL
A
S
42. hert 43. muzieknoot 44. onbekend Verticaal: 1. bekend kindervriend 3. eeren 4. vroegere hofdienaar 7, geraamte 8, bergplaats 9, afkorting op recepten 10, hangt men Iets aan op 13, afkorting van een titel 14, houten tent 16. keizerkoninkrijk (afkorting) 18. plaats aan de Zuiderzee 20., rekenen 21. niet vroeg 22. beweging 23. schijnbare rand van den horizon 25. voertuig, speciaal voor den winter 26. onderwijzen 27. vruchtensap 28. grootc vaagheid 29. plaats In Gelderland 33. muzieknoot 37. voorzetsel 38. telwoord
'
0
ü
»
0
A
p
1
A
I
A
L
2
L
T T
..
N
SS V e
1
2
5
s
5
6
IC
s
D
M
B
M
l.g]
T
UI ^
|
OPLOSSING SCHAKEL WOORDRAADSEL
O O O 9 /. M n T
H»1 M "
OPLOSSING ONZE FILMPUZZLE KAMRAADSEL
M
D
-€J n t^1i D
E
M^l
D
D
i
€
i
c
n
T
0
D
e
L
F
i
L
W
n
0
H
n
e
e
0
K
kr
tl
—""
"—" '
3
■""■"
'~mm~
0
tl
p
p
E
D
6
A
P
£
n
D
U
De troostprijzen
zit 5—6 land om te teelen 1—N in druppels vallen 6—N duister worden 2—N telwoord 7—N rinoceros 3—N naar beneden zien 8—N garen waarmede men naait 4—N steen die zich in een orgaan bevindt 9—N namaken 5—N met een band dichtmaken 10—N bedekken met dekens.
RUITENRAADSEL
Q yj MTT
^
JTh ijïïf Jïsf
XS
0;u de tijiers — te beginnen bij en in Ot richting van de pijltjes — woorden invullen, die beteckenen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
kwaad kruit bundel vruchten traag boodschapper gedeelte der aarde melkproduct locaal waar onderwijs gi lieven wordt
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
jongenanaam peulvrucht draagwerktuig meisjesnaam vrucht melkproduct vensterglas boerderij.
ONZE FILMPUZZLE CIRKELRAADSEL 1. 2. i. 4.
—m
A
L
0
2
PIKANT
MM
werden
deze
week
gewonnen
konden
worden
toegekend
aan;
mevrouw A. J. v. Brussel, Utrecht; mevrouw A. Roiestraten-Oet, Amsterdam; mejuffrouw C. J. Betlem, Amsterdam; mejuffrouw A. Gouw, Delft; mejuffrouw M. Marse, 's-Gravenhage; den heer P. G. Bouman, Lelden; den heer F. v. Boven, Hlllegersberg; den heer H. Houtgraaf, Amsterdam; den heer M. Peters, Buchten; den heer M. Sala, Laren; den heer A. J. Kars, Amsterdam; den heer J. Eleveld, Rotterdam; den heer J. Possel, Meppel; den heer H. D. Diepenhorst, Katwijk; ' den heer.L. Hillmann, Amsterdam; den heer H. Dljkslag, Zwolle; den heer P. A. J. Mesman, Amsterdam; » den heer A. Meyburg, Rotterdam; den heer G. J. Vogel, Amsterdam; den heer P, Hanse, Amsterdam. De
hoofdprijs
van
de
„Filmpurzle"
werd
deze
week verworven door: den heer A, v. Oploo, St. M. Gestel. De troostprijzen vielen ten deel aan: mevrouw W. M. Groothoff-van Klnts, Schiedam; mevrouw M. Stobbe-v. Leeuwen, Vlaardlnger-
Ambacht; mejuffrouw L. Brus, Rotterdam; mejuffrouw J. Hennephof, Amsterdam; mejuffrouw J. Zoetjes, Heerlen; mejuffrouw A. Boon, Amsterdam; mejuffrouw J. M. v. Trier, Amsterdam; den heer W. Arvln, Rijswijk; den heer Th. Nieuwenhout, Rotterdam; den heer G. Geertsma, Leiden,
ONZE PRIJZEN.
> I?
A
niet bestaat 4—5 kant waar de nerf
feüQ
1
€
IC
zoeken 3—4 doen aliof iemand
tx X ^v
hootdprijzen
door: mejuffrouw C. Recourt, Rotterdam; mejuffrouw C. Kreuger, Amsterdam; den heer H. Raspe, Groningen; den heer S. van Seggelen, Haarlem; den heer F. J. De Wit, Schiedam.
uitoefenen
5
F'JNHAKKert
De
2—3 vragende onder-
jioh
VLECHTMATJE
M
T
Vul in: 1—2 de geneeskunde
In elk vakje moet fén letter geplaatst worden. De letters, goed ingevuld, vormen horizontaal en verticaal dezelfde woorden van de volgende beteekenis: 1. dof 2. de maat nemen o 3. gevoelig voor 4. thee drinken 5. meisjesnaam. Te gebruiken letters: a, a, a, a, a, a, b, e, e, e, e, m, m, n, n, n, n, r, r, t, t, t, t, v, v.
5.
Door juiste invulling van ondersluunde letters vormen zich woorden, horizontaal en verticaal dezelfde, van de volgende beteekenis: 1. met vlekken 2. peulvrucht 3. overeenkomst. Te gebruiken letters: a, a, a, a, b, d, d. e, e, e, g, g, k, k, k, k, 1, 1, n, n, o, o, o, o, o, o, r, s, s, t, t, v, v.
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14
begeleiding toetakelen overeenkomst gewesten aan den Rijn gelegen met een lans gewapende ruiter plechtig óf feestelijk tegemoet gaan zonneklaar overeenatemmend over den hekel haten draad voor het ontvangen van elcctrische golven wegbaner geduldig wat betrekking 'heeft op Indië niet een enkel persoon.
Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen.
. i, >e ol brufkiLirt a.u.b. Wij stellen een hoofdpni« van j^j^ijk vermelden : Fllmpnzzle f 2.50 en tien filmfoto s beschik- j4 Dee,mi,er. baar om te verdeden onder de goede oplossers. Antwoorden in te Deze puzzle kan tegelijk met de zenden vóór 14 D.camber aan Dr. andere ingezonden worden, doch Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden, liefst op een apart velletie papier.
DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort. gelieve men vóór 14 Dec. in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 14 Dec.
(Ronwcré' roß THéZFE: ) met belangrijke menschen In aanraking te komen, die hem aan 'n betrekking zouden kunnen helpen. De tweede prijswinnaar is in werkelijkheid. .. Rudolph Tobler zélf, die onder een pseudoniem inzond en daar hij den prijs eerlijk verdiend heeft, eveneens veertien dagen in het Palace hotel denkt te verblijven. Hij neemt afscheid van zijn charmante dochter Hilda en van zijn al te zorgzame huishoudster, mevrouw Kunkel, en vindt het voor afwisseling leuk om den naam van zijn „pseudo", Eduard Schulz, te blijven dragen, en voor te wenden een doodarme drommel te zijn. Hij wil ook wel eens niet Tobler heeten, en als gewoon mensch leven. Zonder zijn kamerdienaar, Johann Kesselhut, kan hij echter niet, en deze vergezelt hem dus onder het incognito van directeur eener Zuidbaltische stoomvaartlijn. Mevrouw Kunkel maakt zich echter toch ongerust, dat het den door haar bemoederden Tobler aan het noodige comfort zal ontbreken, belt derhalve het Palace hotel op, en doet mededeeling van de aankomst van den prijswinnaar, die in werkelijkheid mjltimillionnair is, en geeft opdracht hem zoo goed mogelijk te verzorgen. Extra kosten voor haar rekeningl Maar op het oogenblik, dat zij Toblers pseudoniem zal noemen, wordt de verbinding verbroken. Nu is Polter, de chef-portier van het hotel, niet de man om een geheim onder zich te houden. En zoo worden... de werkelijk arme Fritz Hagedorn en de goedige Kesselhut, die met hem binnenkomt, met de allergrootste egards behandeld, terwijl Tobler als later arriveerende voor den bescheiden tweeden prijswinnaar wordt gehouden, voor wien slechts een zolderkamer beschikbaar is. De ruiten zijn gebroken, het bed heeft planken in plaats van een matras, het dak lekt en de ketels van de centrale verwarming maken dag en nacht een helsch lawaai. Maar dat kan Tobler niets schelen, zeer tot ergernis van portier Polter, die hem liever niet in zijn deftig hotel zag. Bij het diner wordt Tobler een behoorlijke tafel geweigerd, maar de jolige Fritz inviteert hem aan zijn tafel en lucht zijn hart over de slechtheid van alle groote zakenmenschen, en van Tobler in het bijzonder. De arme Kesselhut weet niet hoe hij zich houden moet. Nu vertoeft tevens in het hotel de avonturierster mevrouw Mallebre, die het er op gezet heeft om den schijnbaar rijken Fritz in haar netten te verstrikken, waarvoor deze echter minder gevoelig blijkt dan de oude Tobler. Tobler bestelt derhalve dure dranken, maar de portier gelooft niet, dat hij die zal kunnen betalen en zet hem daarom In de keuken aan het borden wasschen, naast den eerlijken, eenvoudigen Sepp, voor wien Tobler spoedig sympathie opvat. Een experiment van beiden om 'n electrischen bordenwasscher te ■
Rudolph Tobler Fritz Hagedorn Mevrouw Mallebre Mevrouw Kunkel Hilda Tobler Regie:
Edward
Frank Morgan Robert Young Mary Astor Edna May Oliver Florence Rice
N. Buzzell
Johann Kesselhut ... Reginald Owen Sepp Henry Hull Polter Herman Blng Bold Sig Rumann Reichenbach Walter Kings
Naar den roman van Erich Kästner lagzinnen" maken, is erg moeilijk. Doch ze zijn voor groote zaken zeer belangrijk, en derhalve heeft Toblers Zeep Maatschappij, de wereldonderneming, waarvan de schatrijke Rudolph Tobler algemeen directeur is, een internationalen wedstrijd uitgeschreven voor den besten slagzin, die Toblers zeep propageert. Twee hoofdprijzen: elk een gratis verblijf van veertien dagen in een deftig Palace hotel in de Alpenl De eerste prijs blijkt gewonnen te zijn door een aardigen jongeman, Fritz Hagedorn, die echter door zijn specialen flair in het maken van slagzinnen reeds duizend en één prijzen, kunstvoorwerpen, vacantiereisjes en zoo gewonnen heeft, maar er nog nooit een vaste baan door kreeg. Zijn zooveelste reisje naar de Alpen lokt hem dan ook alleen, omdat 't hem 'n kans biedt misschien
S'
^^ "^W ^^H ^Hlil^^K
ïn. (kPïimuu)' gebruiken richt echter een ware slachting onder het vaatwerk aan. In de nu volgende verwarring ontmoet Tobler mevrouw Mallebre, die op weg is om een bezoek te brengen aan Fritz Hagedorn, en de verliefde Tobler verraadt althans in zooverre zijn geheim, dat de ervaren mevrouw Mallebre spoedig door heeft, wie wérkelijk haar prooi zal moeten zijn. In haar eigen kamer teruggekomen, ontdekt ZIJ zonder moeite in het „Wie is dat?" der financieele wereld, welke zakenmagnaat het pseudoniem van Schulz heeft aangenomen. Nu is de beurt aan mevrouw Kunkel, daartoe gealarmeerd door den braven Kesselhut, om zich intensief met Toblers gevaarlijke vriendschap voor mevrouw Mallebre te gaan bemoeien, waartoe zij a bout portant naar het hotel vertrekt, vergezeld van Hilda, die tevergeefs tracht de bemoeizieke vrouw daarvan te weerhouden. In de natuur der Alpen is deze mevrouw Kunkel niet erg thuis, wel echter is dit de aangewezen achtergrond voor een idylle tusschen Fritz en Hilda, waarbij Hilda niet haar waren naam meedeelt, maar voorgeeft ook Schulz te heeten. Als Fritz haar uitlegt, dat hij arm Is en het betreurt, dat zij in weelde leeft, jokt zij en zegt eveneens arm te zijn. Zij doet of zij een nicht is van mevrouw Kunkel en » haar gesalarieerde juffrouw van gezelschap. Tobler heeft intusschen de pagina uit „Wie is dal?" ontdekt, en Is bovendien gecompromitteerd door een omhelzing, die zijn aartsvijand Polter, de hotelportier, bij toeval heeft gezien. Daarmee eindigt de idylle in het Palace hotel, zonder dat echter de ware identiteit van Tobler en zijn" dochter Hilda onthuld is. Later vindt de vroolijke ontknooping plaats. Tobler weet geen betere wraak te nemen .d" door opdracht te geven het heele Palace ho voor hem te koopen, waarbij hij ontde'^ dat hij er al dertien jaar eigenaar van is. I . ontslaat den directeur en den portier, maar geeft den nieuwen directeur, zijn goeden vriend Sepp, den bordenwasscher, verlof om beiden weer in dienst te nemen. Even dreigt er nog een nieuwe onweerswolk als mevrouw Mallebre liefst vijf millioen eischt voor 't breken van 'n trouwbelofte, waarbi' Sepp zich uit dankbaarheid voor een lis leent. En het is dan Tobler zelf, aan wien gelukt Fritz van zijn angst voor de aardse schatten van Hilda te genezen, door hem goed betaalde baan te geven als public! manager van Toblers zeepmaatschappij.
SLANK
Ti hr Tl T^ li Cl Ci Tl m T MJ JLUJJ^JLJ kJP k3 JJ M m AKENDE ODELLEN
WEEKMENU. Maandag:
Wortelsoep; gemarineerde runderlappen; aardappelen en gestoofde bieten.
Dinsdag:
Irish stew; turfjes met bessensap.
Woensdag: Saucüsjes; aardappelen en bloemkool; flensjestaart. Donderdag: Bloemkoolsoep; varkenslapjes, aardappelen; spruitjes met kastanjes. Vrödag:
Rijst met kaas en tomaten; chocoladepudding met vanillesaus.
Zaterdag:
Zuurkoolschotel; pannekoekjes.
Zondag:
Soesjes met ansjovisboter; kalfscarbonaden; aardappelen met bleekselderij „au gratin"; mandarijnengelei.
RECEPTEN UIT HET WEEKMENU Hoeveelheden voor 4 personen. Bleekselderij „au gratin". Benoodlgd: 1 bos bleekselderij (3 struiken), zout, 4 d.L. melk, 35 gr. boter, 40 gr. bloera, 50 gr. geraspte kaas, 25 gr. boter, paneermeel. Bereiding: Bladeren en harde stengeldeelen van de bleeüseldery verwijderen. De stelen schillen en in stuüken van ongeveer zes centimeter lengte snijden. De stukken direct in water leggen, wasschen en opzetten met ruim kokend water en zout. Van boter, bloera, melk en geraspte kaas een gebonden kaassaus maken. Hiervan een gedeelte in een vuurvasten schotel gieten, zoodat de bodera er mee bedekt is. Dan een laag van de goed uitgelekte bleekselderij in den schotel leggen en deze weer bedekken met kaassaus. Zoo doorgaan tot de schotel vol is; de bovenste laag moet uit kaassaus bestaan. Den schotel afmaken met een mengsel van geraspte kaas, paneermeel en stukjes boter. Daarna in een wannen oven met bovenwarrate snel laten gratineeren (ongeveer een kwartier).
Van dete modellen :l|n bl| de administratie van dit blad geknipte patronen verkrijgbaar tegen den prij» van / 0.60 per •tuk.
609
609. J«pon voor '• morgen! vim fl)n« wollen »tof, veraletd met Ingezette deelen en »mal wollen galon. Kr«ag en mnnchetten van witte zijde. Benoodlgdi 3.40 M. van 1.30 M. breed.
610. Middagjapon van bedrukte zijde, broken door een atrook glanzende zijde, den hals reikt. Ceintuur, manchetten en eveneens van glanzende zijde. Benoodlgd: bedrukt: 3.20 M. van 1 M.
van voren onderdie tot hoog aan opgewerkte biesje« breed.
611. Japon van crépe-satln, waarvan de rok schuin geknipt Is en van voren met een punt op het gefronste en blousende lijfje Is bevestigd. De gedrapeerde ceintuur Is aan één zijde geknoopt. Glinsterend borduursel en een witte ..ruche" aan de halsuitsnijding. Benoodlgd: 3.80 M. van 1 M. breed.
Flensjestaart. Benoodlgd: H L- melk, 150 gram bloem, 2 eieren, zout, boter, abnkozenjam, rooravla, Bereiding: De bloem met de eieren, wal zout en melk tot een glad beslag roeren, hieraan de rest van de melk toevoegen onder voortdurend roeren. Een kleine koekepan even voorwarmen en een klein stukje boter er in laten glijden. Zooveel van het beslag- in de koekepan gieten, dat de bodera juist bedekt is. Up een groote vlara 't flensje aan beide kanten vlug lichtbruin bakken. De flensjes opstapelen op een schotel, met een omgekeerd schoteltje er op. Om de twee flensjes een laag jam of rooravla aanbrengen. Den zijkant en den bovenkant met abrikozenjara bestrijken en garneeren niet bijvoorbeeld amandelen of vruchten. Voor den zijkant kan men het beste gemalen, geroosierdé amandelen nemen. De taart lieist koud opdienen.
Minister
h« *L* ..n h* S^-^^^-^^^ÄI-ä *•„ 'S!ZJZJZ??%**** Mini..« P.«jn (2).
HET 4»
-i
BEZOEK VAN KONING AAN ONS LAND
LEOPOLD
Tlideni het yerbllj« op het palels Soestdijk hebben H.M. de Koningin, Z.M. Koning LeoÏÏd .n het PrlnselUk Gezin welwillend voor de --nwezige Mograien B«PO"«^ Een interessante* herinnering aan het bezoek van den Belgischen vorst, en de eerste «oio van Koning Leopold met zijn petekind Prinses Beatrix.
M'
•,
'J.
.»
r&*
■
!
Koning Leopold en Koningin Wllhelmlna «ld«"« h«* Galaconcert In het Concertgebouw te Amsterdam.
'
>■
,
H
''*.JÈA
k, «M. . £
'♦ rf*
De plechtigheid bij het Belgische Monument te Amersfoort. Koning Leopold legt een krans aan den voet van t monument.
7&rA >^i
3. Prinses Juliana.
m 'm zissm^ V ^
?iiLI
,,*• \--<':'.\ .'^ .
TA
MET BET Bee geschiedenis, gesell die ik u thans wil hij deze woorden uitte. „Cuss zal er wel zyn, gaan verhalen, ■ heb ik van Hal denk ik, of hij zal dicht genoeg in de buurt had hy geheel alleen gewerkt, hetgeen verHaine, een Canadeesch pelsjager, zyn, om te kunnen bereiken." — Cuss was duiveld gevaarlijk is voor iemand die niet dien ik eenige jaren geleden heb leeren de korporaal van de Bereden Canadeesche bekend is met de bosschen. Tóch had hij het er aardig afgebracht! Tucker had het kennen en met wien ik sindsdien bevriend Politie. terrein rechts van hem, en zy waren tot gebleven ben. Hij gaf my de verzekering, dat Terwyl we vlak naast elkaar voortpaddel- de conclusie gekomen, dat zy samen meer alles zich precies zoo had toegedragen, als den — Tucker in het midden — deden we hij het my vertelde, en ik heb absoluut geen hem allerlei vragen en langzamerhand ver- zouden kunnen bereiken. Het tweede jaar reden om zijn waarheidsliefde in twijfel te namen wij meer byzonderheden van de ge- van MeLarrys verblyf in Canada waren zy dan ook compagnons geworden. McLarry trekken, hoe vreemd en geheimzinnig de schiedenis. had my, toen ik hem den laatsten keer geschiedenis my aanvankelijk zelf óók leek. Per slot van rekening was er niet veel sprak, verteld, dat het uit zakelyk oogpunt Het relaas dat Hal my deed, was sober meer dan hy ons reeds hortend en stootend en boeiend; ik zal er daarom niets aan ver- had verteld. Hy en McLarry waren van hun zeer goed ging, maar dat het moeilyk was anderen, maar h(*t zoo getrouw mogelijk gebied gekomen met hun buit aan pelzen. om met Tucker op te schieten. McLarry en weergeven, daarbij trachtend, voor zoover Naar hetgeen de halfbloed vertelde,moistcii Tucker waren twee heel verschillende karakters, dat was de heele reden! Als er dan ik ze mij nog herinner, zijn eigen woorden ze een goede vangst hebben gehad. ook iets niet in den haak was met MeLarrys te gebruiken. Ze hadden hun kamp opgeslagen op den We waren met zijn vieren toen het ge- oever van een meertje, dat niemand van ons verdwijning — en ik moet erkennen, dat ik dit werkelyk geloofde — dan wilde ik bebeurde — vertelde Hal —; allemaal jonge, zich herinnerde; een klein, rond meer, met slist dat Cuss het zaakje uitzocht, opdat flinke kerels, vol enthousiasme over onze hooge, dichtbegroeide oevers, dat, zooals Tucker zyn portie zou krygen! goede vooruitzichten. Daar waren dan: Ar- Tucker telkens nog opgewonden beweer„Hy is er," zei Arthur. — Arthur Packard thur Packard, Jim Fellow, John Pink en ik- de, windigo was — behekst! Tucker was de was een kalme, rustige kerel, die nooit veel zelf, vier pelsjagers die in de lente naar onze zoon van een Indiaansche moeder en een zei. Zooals ik reeds zei, was hy dit jaar hutten terugkeerden met een ruimen buit aan Franschen vader, en zelden heb ik iemand huiden in iedere kano. Arthur en ik waren gezien, die zóó laf en zóó bygeloovig was! myn partner. Arthur had een verrekijker voor den dag gehaald en deze gericht op de partners, en Jim en John, in de andere Hij had er iets op tegen gehad om by het open ruimte rond de post, die nu in het kano, zetten hun vallen in een streek ten w indigo-meer te kampeeren, maar McLarry gezicht gekomen was. We hadden de drie noorden van ons. Ze hadden ons, onderweg had hem weten te bewegen, het tóch te laatste uren, sinds wy Tucker hadden ontnaar huis, ingehaald. doen. Tucker had vast geslapen tot den vol- moet, flink doorgepaddeld, en de post was Ik zou nu nog best een bod willen doen genden ochtend, en toen hy wakker werd, nu hoogstens nog maar een half uur verop de huiden, die er tóén in die beide kano's was McLarry verdwenen. wijdjerd. „Ik zie «ijn roode tuniek," zei Arlagen, gezien de pryzen die ze dezen winter In het eerst had Tucker er niets bijzon- thur. „Hy staat voor de factorij, met een zullen opbrengen! We hadden alle vier een ders in gezien, maar toen zyn maat na ver- paar andere mannen." prachtige vangst gehad! loop van ruim een half uur nog niet terug Toen we wat dichterbij gekomen waren, Terwijl wij het Ritsome Lake overstaken, was, had hij zich ongerust gemaakt. Hy had konden we met onze bloote oogen zien, dat ontdekte Arthur een kano, die van den lin- geroepen, maar geen antwoord gekregen. Arthur gelyk had. Cuss was er inderdaad, ker oever recht op ons afkwam. Hij had zyn geweer afgevuurd — met het- en hij stond met Harris, den'handelsagent, „Dat zullen waarschijnlijk McLarry en zelfde negatieve resultaat. De dekens van en Bengula, den Indiaanschen assistent, I Tucker zijn," zei Jim, toen wy zyn aandacht McLarry verrieden geen enkel spoor van naar ons te kijken — en misschien hadden op de andere kano vestigden. „Laten we op een worsteling of zooiets; zijn geweer lag zij wel onderling gewed, wie wy waren. i hen wachten en met ons allen verder gaan. nog, geladen en wel, op dezelfde plek waar Zoodra wij elkander hadden begroet — Ik mag dien scheel-oogigen Tucker niet hij het den vorigen avond had gedeponeerd. en we maakten het dien dag kort! — lieten graag, maar McLarry is een verdraaid goe- Er was niets aangeraakt — er was niets we Tucker zyn geschiedenis vertellen. We de kerel. Wat vinden jullie?" verdwenen. Behalve McLarry. luisterden alle vier nauwkeurig toe, en we Wel, we dachten er net zoo over en be„En hy hij is voor altijd verdwenen," moesten erkennen, dat hy aan Cuss precies sloten dus te wachten, maar toen de andere besloot Tucker, in half Engelsch, half hetzelfde vertelde, als hy aan ons had gekano dichterbij gekomen was, zagen wij, dat Fransch. „Ik had hem wel drie, vier keer daan. Indien er iets niet in den haak was er zich slechts één man in bevond. Hy pad- gezegd, dat er van alles kon gebeuren by het met hetgeen hij beweerde, dan moest hy delde, alsof de duivel hem op zyn hielen windigo-meer. Het water is zwart, en er zit alles tóch wel goed by zichzelf hebben gezat... . geen bodem in het midden. Het meer is de repeteerd, om zeker te zyn, dat hy zich „Het is Tucker," bromde Jim plotseling. woonplaats van booze geesten en McLarry niet versprak. Maar toch had ik het gevoel, „Ik durf wel wedden, dat er iets met McLar- heeft het nu zelf ook ondervonden. Oui, nu dat we nog lang niet alles wisten van hetry is gebeurd! En het moet iets ernstigs hy weet, dat ik de waarheid gesproken en geen er was gebeurd! zijn ook, te zien aan de manier waarop die niet gelogen heb...." Terwyl Cuss allerlei vragen aan Tucker halfbloed paddelt!" „Misschien is McLarry wat gaan zwem- stelde, wenkte Jim ons hem te volgen. Hy Tucker kwam regelrecht naar ons toe. men en heeft hy een aanval van kramp ge- ging ons vóór naar den achterkant van de Er was een gejaagde uitdrukking in zyn kregen," meende Jim. factorij en daar bleven we staan. oogen en de eerste paar seconden kon hij . „Neen.... Ik heb heel zorgvuldig langs „Luister eens, jongens," zei hy. „Ik weet zelfs geen woord uifbrengen. de oevers van het meer gezocht, maar niets niet, wat jullie er van denken, maar ik ben „Mac ," hygde hy eindelyk, „Mac gevonden wat er op duidde, dat hy was er altyd nog van overtuigd, dat er iets niet is verdwenen! Vannacht hebben wy gesla- gaan zwemmen. Non! Daarom dacht ik: ik heclemaal in den haak is! Ik geloof niet pen bij het kleine, ronde meer. Ik had hem laat alles precies zooals het is, behalve de veel van die windigo geschiedenis. Ik vergezegd, dat het meer windigo was, maar hy huiden; die heb ik geborgen op een plaats onderstel, - dat Cuss morgenochtend met lachte my uit. En toen.... toen ik vanmor- waar ze veilig zyn voor scherpe tanden, niet- Tucker terug zal gaan, zoodra de zon op is. gen wakker kwam, was Mac verdwenen! waar? Nu zal ik het de politie gaan vertel- Wat zouden jullie er van denken, als we Voila Mac weg! Als een schaduw in den len, en dan eh bien? Dat is alles wat met hem meegingen?" nacht is hij verdwenen.... Ik ga nu gauw ik kan doen, nietwaar?" „Waarom?" vroeg Arthur, langzaam en naar de Post, waar wel een gendarme zal „Ik hoop, dat Cuss er is," zei ik. — Je nadenkend. zijn, niet?" moet weten, dat ik McLarry heel goed kenJim haalde zyn vierkante schouders op. Wy vieren keken elkaar aan met een de, en dat het een verdraaid aardige kerel „Ik zal hangen, als ik het zelf weet, Areigenaardige uitdrukking in de oogen. Jim was. Twee jaar geleden was hy voor het thur," zei hy, „maar toch heb ik het gewas de eerste, die iets zei. eerst in Canada gekomen, maar iedereen voel, dat het wel goed is, als we het doen. „We gaan met je mee," zei hy, en er was die hem had ontmoet, vond het een goed Ik ga in ieder geval — als Cuss er geen niets vriendclijks aan de manier, waarop type — een echt kameraad! Het eerste jaar bezwaar tegen heeft. Gaan jullie mee?"
We keken elkander aan en toen knikten we de een na den ander bevestigend. Er was niets wat er ons van terug behoefde te houden; we zouden onze huiden in de hoede van Harris achterlaten en wel, het avontuur lokte ons aan. Maar voordat ik terugkwam, had ik verscheidene koeren hartgrondig gewenscht, dat ik nooit gehoord had van dat zwarte, rimpellooze meer met zijn steile, rotsachtige oevers en de hooge pijnen, die er om heen groeiden. Geen wonder, dat de Indianen het windigo noemden! II.
zaten op een omgevallen boomstam, hun hoofden dicht bij elkaar, sprekend met gedempte stemmen en hun gezichten doodernstig. Ze keken op toen zij mij hoorden aankomen. „Wat gevonden?" vroeg Cuss. Ik schudde mijn hoofd. „Neen," zei ik. „En jullie zeker ook niet?" „Neen; nergens een spoor van Mac te bekennen," zei Cuss, zijn hoofd schuddend, maar ik wist dat zij, of één van hen, iets hadden gevonden wat dien ernstigen trek op hun gezicht had teweeggebracht. Maar toch vroeg ik niets. Als ze het mij niet wilden vertellen, dan moesten ze dat zelf weten; ik was geen kind, dat zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen kan! Jim en John en Tucker kwamen één voor één terug, en ieder van hen schudde het hoofd in antwoord op de hem gestelde vragen. Geen van drieën hadden ze iets gevonden. We aten dien avond zoo goed als zonder een woord te zeggen en we gingen vroeg slapen. Ik lag lang wakker, want de bijna doodsche stilte van het bosch is gewoonlijk een lèège stille als ik het zoo zeggen mag: maar dit was een drukkende stilte, niét leeg, doch een die van allerlei onaangename gedachten was vervuld. Zoo kwam het mij althans voor, en ik kan er geen andere woorden voor vinden. Je moet niet vergeten, dat ik toen nog maar een opgeschoten jongen was! Nadat ik eindelijk was ingeslapen, moet ik wel zeer vast onder zeil zijn geweest, want ik kwam niet eer wakker dan toen ik een kreet hoorde en ik herinner mij, dat ik ontdaan overeind sprong. Want de woorden die mij hadden gewekt, waren door Jim in vertwyfelinggeuit: „Om 's hemelswil, waar is Arthur?" Het was nog niet heelemaal dag, het vuur brandde nog flauwtjes, en bij het vage schijnsel er van zag ik, dat de dekens naast
Laat in den namiddag van den volgenden dag kwamen wij bij het kamp aan het windigo-meer aan. We waren er alle zes, want Cuss had direct ons voorstel om mee te gaan aangenomen, toen Jim het hem had gedaan. Ik denk, dat Cuss het wel prettig vond om nog iemand anders te hebben buiten den halfbloed om mee te praten! Tuckers „klein, rond meer" was zoo goed als een volmaakte cirkel zoover het oog reikte, en het was inderdaad een onaangename portie water. Het meer was aanzienlijk minder dan een mijl in diameter en de oevers waren, precies zooals Tucker had verteld, steil en dicht beboscht. Het water zag zwart en er was geen rimpel op te bekennen, en het weerspiegelde heel duidelijk de rotsen en de pijnen, die er op de oevers groeiden. Ik was aan de stilte van het bosch gewend, maar deze stilte was héél anders. Het was een stilte die ergens op wachtte; een gespannen, dreigende stilte. Zoo leek het my ten minste. Het kamp was precies het soort kamp dat we allemaal maakten wanneer we buiten moesten slapen: een slordig gestikt zeil met de dekens van de beide mannen nog er onder; de doode asch van een vuur, met een half verkoolden stok er nog boven, en opgehangen aan den tak vsyi een boom er vlak by, met touwen vastgesjorde bundels huiden. „Hier, dat zyn mijn dekens," riep Tucker, met zijn beenige hancTwÜzend. „En dat zijn MeLarrys dekens! Ik ben er niet aangeweest. Nu weten jullie het; nu zien jullie net zooveel als ik." En hy haalde de schouders op, als wilde hy alle verdere verantwoordelijkheid van zich afschuiven, en trad achteruit. Zooals Tucker had gezegd, lagen de dekens er precies alsof ze door iemand die was opgestaan, op de gewone wijze waren teruggeslagen. Er viel inderdaad nergens een spoor van een worsteling te bekennen. Tucker wees ons heel nauwkeurig waar zij aan land waren gegaan en waar hij en McLarry heen en weer geloopen hadden van de kano naar de plaats, waar zij hadden overnacht. Hy wees ons zijn voetsporen aan, die zich in verscheidene richtingen van het kamp verwijderden, om in het bosch dood Ie loopen, omdat hij her- en derwaarts had geloopen om naar McLarry te zoeken. Op voorstel van Cuss begonnen wy allemaal op eigen gelegenheid in het bosch rond het kamp te zoeken, maar we konden geen spoor van Mac vinden, evenmin als een aanwijzing van de manier, waarop hij verdwenen kon zijn. Terwijl ik naar het kamp terugkeerde, probeerend mij in te denken hoe het "mysterie zich kon hebben toegedragen, zag ik', dat Arthur en Cuss er reeds waren. Ze De man, die voor St. Nlcolaas moest spelen „Typisch I Ik kan het idee maar niet van me
mij leeg waren — zorgvuldig teruggeslagen, precies zooals McLarry het had gedaan! Arthur, myn partner, was verdwenen! Cuss was de eerste die uit zijn dekens sprong en wat hout op het vuur gooide. „Een grap?" vroeg hij, naar mij kijkend. '.Neen! Arthur zou de laatste van ons zijn om zooiets te doen," verklaarde ik. „Neen werkelyk, het is geen grap! Arthur is verdwenen!" Ik keek den kring van bleeke verwrongen gezichten rond. Als de omstandigheden niet zoo tragisch waren geweest, zou ik misschien om de verbaasde, ongeloovige uitdrukking in hun oogen hebben moeten lachen! „Verdraaid, laten wij iets doen!" nep ik, half gek van angst, geloof ik. „Blijven jullie daar niet staan kijken als een troep mummies! Laten we naar hem zoeken — hij moét ergens zijn!" Ik bracht mijn handen als een spreektrompet aan mijn mond en riep: „Arthur!!! Ar-thurü!" Ik riep en schreeuwde zoo hard ik kon, en met afschuweliike duidelijkheid kwamen de woorden
Een warme, dikke jas en een dikke shawl is goed voor rheumatische pijnen. Dan denkt U dat U het gevonden hebt. Maar als het zoo eenvoudig was, zou rnen-U in de apotheek immers geen fleschje meegeven, maar een warme jas! Want U kunt niet zooveel aantrekken of U hebt het toch weer zoo te pakken, omdat een rheumatieklijder door de bij rheumatische aandoeningen optredende storing in de huidfunctie overgevoelig is voor koude, vocht etc. Wees verstandig en neem serieus de bestryding van de oorzaak ter hand, die ligt in het onvoldoende werken van de afvoerorganen, als lever, nieren en ingewanden, waardoor afvalstoffen gelegenheid krygen zich op te hoopen. Wat ge noodig hebt, is een blocdzuiverende kuur met Kruschcn Salts, dal Uw organisme reinigt van het overtollige urinezuur, dat Uw pynen veroorzaakt. En als U Kruschen trouw blijft, zullen Uw pijnen gelejdoiyk verdwenen, om nooit terug te keeren. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bü alle apothekers en drogisten u ƒ 0.40, ƒ 0.75 en ƒ 1.60 (extra groot pak). terug van den anderen kant der rotsachtige oevers: „Arthur! II Ar-thurl" „Kom, wees kalm, Hal," zei Cuss. „We zullen hem wel vinden. We moeten onze
Nagel
„De nieuwe Cutex-tinten: Clover Tulip - Thistle, hebben een zoo volmaakte kleur, dat zij een speciaal rachel nan Uu handen verleenen en de nieuwe leidende modekleuren nop meer tot hun recht doen komen," zepf Schiaparelli. de beroemde Frnn«rhe raorlekunntennnr.
CtTiX > .4 U V. I< I, A K
hoofden koel houden, dat is alles. Jullie zijn toch niet idioot genoeg om aan betooverde of behekste meren te gelooven, is het wel? En we kunnen de heele geschiedenis uitzoeken als we kalm blijven en niet door een of andere onbezonnenheid den boel bederven! Kijk, de zon komt op; over een uurtje zal het licht zijn, en dan kunnen We zien, wat we moeten doen." We keken allemaal naar het Oosten, in de richting die Cuss had gewezen en we zagen dat de lucht daar reeds grijs begon te worden, zooals hij had gezegd. Toen ik mij omdraaide zag ik dat Tucker als aan den grond genageld stond te staren — niet naar het Oosten, maar over het meer, dat nog steeds onbeweeglijk stil lag in al zijn zwartheid. „Er is er één, die in ieder geval gelooft dat het meer behekst is," dacht ik grimmig en diep in mijn hart neigde ik meer naar de overtuiging van dien halfbloed over dan naar die van Cuss.... Zonder zelfs ook maar aan een ontbijt te denken, begonnen wij naar Arthur te zoeken zoodra het heelemaal dag was geworden. We keken overal naar een of ander spoor van hem, of naar een mensch of ding — maar we vonden niets! Cuss riep ons om twaalf uur bij elkaar voor een warmen maaltijd, maar geen van ons at met trek. We waren een stil, afgetobd zenuwachtig troepje, met Tucker het ergste van ons allemaal, en Cuss de eenige die zoo goed en zoo kwaad als het ging, een houding van zekerheid aannam. Hij probeerde ons moed in te spreken, maar het was een ondankbare taak. We stonden tegenover iets dat we niet begrepen, en het onverklaarbare is, altijd geheimzinnig en verontrustend. Des middags zochten wij weer evenals des ochtends, en het was een in zichzelf gekeerd vijftal mannen, dat dien avond met lange tanden om het vuur een smakeloozen maaltijd nuttigde. „Nou, jongens," zei Cuss later op den avond met een ietwat onzekere stem, „ik geloof dat we allemaal beter zullen slapen vannacht als we wacht houden. Misschien is het dwaasheid, maar we zullen het toch maar doen. Laat eens zien: we zyn met ons vyven hier. Ieder twee uur waken is prachtig, en dat zal niemand van ons kwaad doen! Ik zal de eerste wacht nemen, dan kom jij. Hal, dan Tucker, dan John en dan Jim. Ieder houdt twee uur wacht, en wekt dengeen, die op hem volgt. Is dat duidelijk?" We knikten allen zwijgend, en Cuss nam zijn plaats bij het vuur in, zyn geweer over zyn knieën. Ik geloofde eerst niet, dat het mij mogelijk zou zyn om dien nacht te slapen, maar het eerste waar ik mij van bewust werd, was dat iemand, my aan myn arm heen en weer schudde. „Wat is er?" vroeg ik, overeind komend en om my heen starend. „Is...." „S-s-st!" siste Cuss. „Het is jouw beurt om de wacht te houden. Alles is in orde. Maak Tucker wakker voor de volgende wacht." Nog slaperig, nam ik Cuss' plaats in, en terwyl de twee lange uren voorbij kropen zat ik daar, mijn ooren gespitst om het minste geringste geluid te kunnen opvangen, mij om de paar minuten omkeerend om. in het schaduwachtige bosch achter ons kamp te turen en het vuur aanhoudend met de droge takken, die er naast lagen. Het speet me werkelijk voor Tucker, dat ik hem moest wakker maken. Hij zag doodsbleek, en zijn oogen staarden als van een - 22 —
Ik werd wakker met Cuss' hand op mijn En vannacht.... wie weet wat er vannacht schouder. Op hetzelfde oogenblik, dat ik in zal gebeuren?" * zyn gezicht keek, en in de afschuwelijk ang„Je blijft hier tot die zaak is opgehelstige oogen van Tucker, wist ik, wat er was derd," viel Cuss hem kort in de rede. „Haal geen onzin In je hoofd, Tucker! Er is iets gebeurd! „Jim ook weg?" stamelde ik. verduiveld geheimzinnigs aan die kwestie, Cuss knikte, en zyn greep op mijn schoudat geef ik toe, maar we blijven hier tot we het hebben opgelost, of tot we allemaal der werd steviger. „Weg," zei hij. „Net als de anderen! We verdwenen zijn." móeten vandaag het bosch doorzoeken als Tucker wierp den korporaal een heimenooit tevoren." lijken blik toe; een blik waarin zoowel angst nog „Ik ik ga weg, hier vandaan, verals haat te lezen stond. Maar hü zei niets, ' Dez« prettige, natuurlijke klaarde Tucker, terwyl zyn gezicht ^rtrok ■ man/er vermijdt medicijnen, althans niet iets wat w« konden verstaan. en zyn oogen groot van angst waren. „Dit • gevaarlijk dieei. en verNiemand van ons at veel en toen de avond is windigo, we zullen allemaal verdwijnen moelende oefeningen. viel, waren we doodmoe en ten einde raad. net als de anderen, als we blijven! Het Deze verpleegster verloor 25 pond overtollig vet Ondanks de geheimzinnige gebeurtenissen heeft geen zin om te zoeken; we hebben al op eenvoudige wijze door 's morgens bü het opdie er hadden plaatsgevonden kropen we staan een glas mousseerend Wex te nemen. „Ik gezocht, en niets gevonden. Het is beter, dat was leelijk, opgeblazen, paffertg, bleek en korttoch vroeg tusschen onze dekens om te gaan we maar direct weggaan, nietwaar?" beademig," schrijft zij. „Ik nam steeds toe in geslapen, want niemand had lust om op te wicht. Ik probeerde alle mogelijke medicijnen met sloot hy smeekend. zeer weinig resultaat. Op zekeren dag probeerde blijven. ,,_... u„Nèèn," viel Cuss uit. „Ik heb je gisteIk Wex. Toen ik hiermee door ging. bemerkte ik Cuss was een en al grimmigheid toen ny dat mijn vleesch steviger werd. Ik sliep ook veel ren al gezegd, dat we hier blijven tot de beter. Ik ben nu 25 pond lichter geworden en mün ons onze instructies voor den nacht gaf. ^ laatste van ons verdwenen is! En als je gezondheid is zeer vooruitgegaan." Mevr. M. W. „We z^n nu nog maar met ons vieren, Wanneer U Uw slank figuur wilt terugkrijgen, probeert om weg te gaan zónder dat ik het moet U doen als deze verpleegster. Neem Wex, zei hij, met een veelbeteekenenden blik om goed vind, breng ik je op de punt van myn het moussêerende zout met druivensapderivaten. zich heen. „We zullen ieder twee en een Op veilige en aangename wijze vermeerdert Wex revolver terug en bind je hier vast aan een de levenskracht, zooals het overtollig vet verminhalf uur wacht houden; ik eerst, dart jy. boom en laat je een paar dagen alleen. dert. Alle apothekers en drogisten verkoopen Wex Hal, dan Jim, en het laatste Tucker. Bein handige, apart verpakte hoeveelheden, een dooe van 6 stuks voor 40 cent, grepen? Kijk goed uit jullie oogen, en neem Begrepen?" Cuss wendde zich tot mi). of een groote fleach voor geen enkel risico. Wat je ook doet, laat je F 1.20. „Zoodra we hebben ontbeten, gaan we niet beetnemen!" Het laatste woord werd weer zoeken," zei hy. „Steek iets in je zak langzaam en met nadruk gezegd en ging om te eten; we zullen tot het donker wordt vergezeld van een ernstigen blik naar ons blijven zoeken. Begrepen, Tucker?" alle drie — en het laatste bleef de blik De halfbloed knikte hopeloos. Er werd rusten op den ineengedoken, trieste gedaanbesloten dat Tucker in Noordelijke richting te van Tucker. zou zoeken, Cuss in Westelijke, en ik in Gedurende de eerste wacht was er mets richting. gebeurd, vertelde Cuss mij toen hy me wak- Zuidelijke „Maak dat jullie allebei weer in het kamp ker maakte, en er gebeurde ook niets geterug bent tegen dat de zon ondergaat," durende de lange twee en een half uur, die waren Cuss' woorden toen wy uit elkaar raad door woord noch gebaar, dat je mii ik daar by het vuur zat, mijn zenuwen gesinds vanmorgen nog hebt gezien, en prospannen als vioolsnaren, en Cuss' geweer, gingen. „Jij vooral. Tucker!" Ik besteedde den dag met grondig in het beer net zoo bang en bezorgd over Arthur geladen en gereed voor onmiddellijk gebosch te zoeken, maar ik kon nergens een en de anderen te zyn, als je vanmorgen was. bruik, op myn knieën rustend. spoor ontdekken van de mannen die ver- Als alles gaat zooals ik veronderstel, dan Een tiental keeren hoorde ik een zacht zul je hen voor zonsopgang morgenochtend geritsel in het bosch, veroorzaakt, zooals dwenen waren. De zon stond reeds laag en ik zocht myn ik zeer goed wist, door een of ander nach- weg terug naar het kamp toen ik plotseling, terug zien — alle drie, en hooren hoe de telijk pelsdier op vier pooten, en af en toe recht voor my uit, boven op een uit het heele geschiedenis zich heeft toegedragen!" Hij sloeg mij zachtjes op mijn schouder meende ik vage schaduwen te zien sluipen zwarte water van het meer oprijzende rots, en eer ik hem ook maar één van de honvan boom naar boom, ofschoon ik wist, de gedaante van een man ontdekte. Het was dat "die schaduwen veroorzaakt werden door Cuss, die daar klaarblijkelijk op mij wachtte, derden vragen, die in myn hersens rondwoelden, had kunnen stellen, was hy verde flikkerende vlammen van het vuur, dat en toen ik hem zag, gaf hy mij een teeken dwenen. ik zélf brandend hield. om te zwijgen. Hij kwam naar beneden, naar III. „Je doet als een idioot," hield ik mezelf toe. .. . ^ Ik zette my zoo bij het vuur, dat ik Tucker voor, om mijn zenuwen wat te kalmeeren, my„Ik wilde er zeker van zyn, dat jy my goed kon zien, zonder dat dit voor hem maar desondanks moest ik toch denken, dat het eerst zag," fluisterde hij, toen hij me opvallend was, en ik merkte direct dat hii John net zoo de wacht moest hebben gehou- genaderd was. „Menschen met overspannen den als ik nu deed — en dat hy toch ver- zenuwen doen wel eens eigenaardige dindwenen was zonder een of ander teeken of gen! En luister nu goed, want er hangt heel spoor na te laten. Na „CAREFREE" komt Jim keek mij nieuwsgierig-vragend aan veel af van hetgeen ik je ga zeggen." „Laat ik je eerst vertellen, dat Arthur en „ROOM SERVICE" toen ik hem wakker maakte. John en Jim veilig zijn, en dat hun niets „Te kwaad met je zenuwen, Hal?" vroeg met de Merx Brothers en is gebeurd. Ik heb nu geen tijd je alles te hy grijnzend. „Je ziet er uit, also^ er gees- verklaren, maar je kunt me gelooven. Ze „GUNGA DIN" ten bij je op bezoek zijn geweest!" zyn veilig! Vannacht zal ik jou de eerste met Gary Grant, Douglas Fairbanks Jr., „Onzin," mompelde ik kort, want ik was wacht geven. Zoodra je er zeker van bent heelemaal niet in de stemming om veel te _ en maak dat je er hèèl zeker van bent Victor McLaglen en Joan Fontaine, uit de zeggen.,Adieu!" En ik wierp mi) op den — dat Tucker slaapt, zet dan je geweer RKO RADIO-PRODUCTIE| grond om eindelijk te verzinken in een on- tegen den omgevallen boomstam, zooals Arrustigen slaap, waarin groote gevleugelde thur, John en Jim hebben gedaan, en sluip dieren als enorme vleermuizen uit de diepte het bosch in. Maak geen geluid — als je van het zwarte meer opstegen en in het Verwacht met Kerstmis je lief is! kamp neerstreken, ons wegvoerend, éen leven Kruip onder dien stapel dunne takken onze JUBILEUM-FILM voor één, in een ondoordringbare duisdie ik, toen we pas hier kwamen, heb verlern is. zameld doch niet gebruikt. Blijf daar rustig liggen, wat er ook gebeurt. Spreek geen woord en beweeg je niet, tot ik je zeg dat met NORMA SHEARER je het doen kunt. Denk er aan — wat er ook verkrijgt U door een goede huidverzorging. gebeurt! en TYRONE POWER Doe daartoe wat Radox In Uw waschwatcr! Het spijt me, dat ik je niet meer kan zegBij apothekers en erkende drogisten d f 0.90 gen nu, want ik zal mij moeten haasten om Een Mefro-GoMwyn-Mayer Film per pak en f 0.15 per klein pakje. uït Westelijke richting naar ons kamp te komen. Tucker zal er al wel reeds zyn, en ik wil zyn argwaan niet opwekken. Ver-
VERWUDEI .OVERTOLLIG]
VET
Het Avro-Wereld-Schaaklournool heeft tot resultaat gehad dat Kerei en Fine den eersten en tweede» prijs moesten deelen, waardoor Keres den tegenwoordigen wereldkampioen Aljechin tot een match mag uitdagen. — De Jonge schaakmeester (links) wordt gelukgewenscht door Nikolai Taits, oud-minisier van Letland en voorzitter ven den Letlandschen Schaakbond.
krankzinnige om zich heen. Zyn handen beefden verschrikkelijk toen ik hem het geweer gaf en en hem zei, dat hij na verloop van twee uur John moest wekken. HU knikte begrijpend, maar sprak geen woord. Ik kon aan de manier waarop hy slikte en zyn droge lippen natmaakte zien, dat hy graag iets gezegd zou hebben als hij het had gekund.... Het duurde een poosje eer ik insliep en het laatste beeld dat ik my herinnerde was dat van Tucker, die angstig over het vuur gebogen zat, links en rechts kykend, het geweer in zyn bevende handen geklemd. Het was reeds schemer toen ik wakker werd. Ik hief myzelf zachtjes op een elleboog overeind en in het volgende oogenblik was ik onder myn lakens uit en rende als een krankzinnige om ons kamp. „John," riep ik zachtjes. „John! John!!" Myn woorden maakten de anderen wakker en er klonk een koor van angstige stemmen. „Wat is er? Wat doe je, Hal? Om 's hemelswil, wat is er aan de hand? Verduiveld, kerel, spreek o'p!" Ik maakte een wanhopige beweging. „John is weg — verdwenen! Net als Mac en Arthur! Weg...." „Maar.... maar ik heb hem het geweer gegeven en en ik heb hem daar zien zitten by het vuur ," fluisterde Tucker, en de wilde, angstige blik in zijn oogen was verschrikkelijk om te zien. „Ik zelf heb hem het geweer gegeven om de wacht te houden!" „Ik weet het," antwoordde ik dof. „Daar staat het. geweer, tegen den omgevallen boomstam waarop hy heeft gezeten. Maar John.... is weg!" De volgende dag was een afschuwelijke herhaling van den vorigen. Cuss was zeer ernstig en stil; Jim en ik waren half verdwaasd; en ik had werkelijk Ie doen met Tucker, want die was er erger aan toe dan een van ons. „Ik.... ik blyf hier geen nacht meer," stamelde hy. „Het is erg verkeerd, dat wy hier zijn. Jullie zien wat er al gebeurd is.
MARIE ANTOINETTE
EEN MOOIER TEINT
RADOX
De mnan, die naar- voree komt Sir John Anderson wordl in hel Ver. Koninkrijk beschouwd als een der sterke mannen, waaraan
het
Gemeenebest
behoefte
heeft. Zijn
officleele taak omvat ook het zoo efficient mogelijk
maken
van
de
luchtbescherming
in
Groot-
Brittannië door alle krachten, die daarvoor noodig zijn, te mobiliseeren. Sir John, die thans 56 jaar is, heeft een reeks van jaren, in verschillende functies, zijn land gediend, voordat hij Lord Privy Seal werd, een functie, waarvan een Engelsch blad schreef, dat zij op zichzelf niets beteekent. In feite is de bedoeling, dat hij een bindenden band moet vormen tusschen de Defensie-ministeries en de burgermaatschappij. Dat hij voor geen kleintje vervaard is, heeft hij in Afrika, zen.
in
Evenals
boren). Ook gewerkt.
Nigaria, en Azië in in
Men verwacht „sterken man".
door en door vermoeid was, maar dat hij met al de macht waarover hij nog beschikte, tegen zijn slaap vocht. Het was in het laatj ste uur van mijn wacht, nadat ik daar bijna drie uur bij het vuur had gezeten, dat ik er pas zeker van was, dat Tucker was ingeslapen. Voorzichtig, met één oog op Tucker gevestigd, zette ik het geweer waar ik het de I drie vorige ochtenden had zien staan, en | met de uiterste behoedzaamheid zocht ik i mijn weg door het bosch naar den hoop dunne takken, waaronder ik mij op Cuss' verzoek moest verbergen. Ik keek naar Cuss en zag dat hij mij goedkeurend aankeek, hoewel ik tot op dat oogenblik vast overtuigd was geweest dat hij sliep. Hij had daar al dien tüd gelegen zonder een spier te bewegen! Om onder den hoop dunne takken te kruipen was een werkje, dat tijd vergde, want de nacht was doodstil, en de takken zonden luid gekraakt hebben bij iedere onhandige beweging. Maar eindelijk was ik er goed en wel onder, en ik ging zóó liggen, dat ik door een kleine opening tusschen de lakken het kamp, dat op een meter of twintig afstand lag, in het oog kon houden. Ik lag nauwelijks, toen Cuss zijn dekens van zich af wierp en een verschrikten kreet liet hooren. „Tucker!" schreeuwde hij. „Tucker! Kyk eens! Hij is weg;Hal is ook verdwenen!" Tucker sprong overeind en keek wild om zich heen. „Weg? Is hy ook weg? O, monsieur, we moeten weggaan! Direct, vannacht nog! Het is hier erg gevaarlijk; het is windigo, zooals ik zei, en als wc blijven. ..." „Wat, als we blijven?" viel Cuss uit, den ialfbloed bij de schouders grypend. Tucker worstelde om los te komen, maar lij zag geen kans zich uit den ijzeren greep •an den korporaal te bevrijden.
Ierland
(hij
(Bengalen) bewe-
is in
Schotland ge-
privé-ondernemlngen in
Engeland
veel
heeft van
hij
dezen
„Als we blijven, verdwijnen we net als de anderen," kryschte hy. „Idioot! Laat me los! Laat me gaan! Ik zeg je, dat het on/m dood beteekent als we blijven." „Onzin! Je blyft hier, al zou ik je moeten boeien," bromde Cuss. „Je houdt de wacht; ik ga slapen tot het myn tijd is. En houd góéd de wacht. Tucker, want denk aan wat er met de anderen is gebeurd. Eerst McLarry, je eigen partner; toen Arthur, en John en Jim, en toen, vannacht Hal. Eén van ons beiden ," en Cuss' stem daalde tot een dreigend gefluister, „één van ons beiden is nu aan de beurt. Tucker! Houd dus goed de wacht!" — Met deze laatste woorden liet hij den halfbloed los en liep naar de plaats waar zijn dekens lagen. Tucker keek hem met flikkerende oogen na. Zelfs vanaf de plaats waar ik mij bevond, kon ik zien, dat zijn gezicht een masker van angst, ontzettenden angst was! Cuss wierp zich op den grond, trok de dekens over zich heen, en viel klaarblijkeUjk direct in slaap. Plotseling klonk er achter het kamp, in het bosch, een geluid. Een angstaanjagend geluid, als een menschelijk steunen en kreunen, zoo zacht, dat het onhoorbaar geweest zou zijn wanneer de stilte niet zóó intens geweest was. Tucker draaide zich om, zyn geweer met zijn bevende handen stevig vastgrijpend. Zyn gezicht zag aschgrauw, en zijn oogen puilden uit hun kassen. Het geluid werd niet herhaald en eindelyk zette de halfbloed zich weer voor het vuur. Terwyl hü dit deed, vloog er iets bijna geluidloos over zijn hoofd; wat het was, kon ik niet zien; ik kon alleen constateeren dat het wit zag en dat het in de richting van het meer vloog. Een oogenblik later klonk er een plons, alsof er iets in het stille water gevallen was. Rillend over zyn gansche lichaam stond Tucker op en keek naar den met sterren bezaaiden hemel. En op dat oogenblik klonk er van geringen afstand een geluid, — 9*
alsof er een ziel in doodsnood klaagde — een zachte, wanhopige zucht, die aanzwol tot een kreet, om toen opeens bruusk af te breken. Tucker staarde strak voor zich uit, onbeweeglijk zitten blijvend alsof hy aan den grond genageld was; toen keek hij naar den slapenden korporaal. Ik kon in het licht der vlammen van het vuur zien dat de lippen van den halfbloed zich tot een waarschuwenden kreet vormden, maar er kwam geen geluid — ik kon het althans niet hóóren. Hij bewoog onzeker zijn eenen arm, alsof hy zich tegen een onzichtbaar gevaar wilde beschermen. Nauwelijks was de eerste kreet verstorr ven, of er klonk er weer een, dit keer uil het bosch onmiddellijk achter het kamp, en eindelijk scheen Tucker in staat zyn angst af te schudden. Met een afschuwelyken kreet, die byna niets menschelyks meer had, bracht hy het geweer aan zyn schouder en haalde den trekker over. Ik hoorde een zacht kliiken, maar er klonk geen schot. Tucker morrelde zenuwachtig aan het wapen, trok opnieuw af, maar wederom klonk er geen schot, doch wél hoorde ik nog de menschelyke klacht als van een ziel in stervensnood... . Toen stierf het geluid weg, en een oogenblik was het doodstil in het bosch. Terwyl Tucker daar stond, een armzalige gedaante, bevend op zyn beenen, kwam Cuss overeind, en wees met een beschuldigenden vinger naar hem. „Hoor je ze?" riep hy. „Hoor ze je? McLarry, en Arthur, en John, en Jim, en Hal! Hoor je hen roepen, dat jy hen hebt vermoord?" „Non non!" gilde Tucker. „Ik niet! Ik niet! McLarry dien heb ik gedood, dat is waar, maar de anderen niet, monsieur! Ik zweer het u Non dat is het werk van de windigo...." „Maar je hebt dus wél McLarry vermoord?" viel Cuss hem streng in de rede. „Ja, ja," kreunde Tucker, met de handen voor zijn gezicht. „We hadden veel huiden.... ik wilde ze hebben! Daarom heb ik hem geworgd. Maar niet de anderen, monsieur Die niet! Ik zweer het " „Waar heb je McLarrys lichaam gelaten?" viel Cuss hem kort in de rede. „In het meer, hè, met een paar steenen om zijn nek, nietwaar?" Tucker knikte, terwyl hij doodsbenauwd om zich heen keek. „Ja, ja, in het kleine ronde meer, dat windigo is, dat nooit zyn geheim zal prijsgeven," zei hij stamelend. „Maar die anderen die heb ik niét gedood, monsieur! Ik. ik weet niet waar ze zyn gebleven." Cuss' hand ging even in zyn zak en het volgende oogenblik had de halfbloed d. boeien om. Ik zag ze glinsteren in het licht van het kampvuur. „In orde, kom maar," riep Cuss toen, tegen niemand in het bijzonder, zooals het mij scheen. „Jij ook. Hal!" Tucker draaide zich verbaasd om en staarde met groote oogen rond. Hij slaakte een kreet toen hy mij zag verschijnen, en toen ik, met kleine afgebroken takjes op mijn boritjas, naar het vuur kwam. Ik geloof dat ik er nogal schaapachtig moet hebben uitgezien. Vlak na my verscheen Jim, en daarna, even ernstig als altijd, Arthur. Voordat ik iets kon zeggen, gaf iemand mij een klap op ^niijn schouder, en ik sprong verschrikt op terwyl ik mij omdraaide. Het was John, die my aangrynsde! „Allemaal present?" vroeg Cuss kort. „In orde. Jullie hebben allemaal uitstekend geac-
teerd! Ik kreeg zelf ook bijna kippetjesvel toen ik de kreten hoorde, die jullie slaakten. Ze gingen door merg en been. Geen wonder, dat Tucker bekende. Heb je ze gehoord?" vroeg hy my. Ik knikte, en begon iets te begrijpen. Mijn rol was slechts die van getuige geweest! Maar er was nog heel veel, dat ik niet begreep. „Van wien was dat idee, om iemand zoo in angst te zetten?" vroeg ik. „Voor het grootste deel van je eigen partner," grijnsde Cuss, naar Arthur kijkend. „We zaten het plan juist te bespreken, dien eersten avond, toen jy naar het kamp terugkeerde. Je moet weten," vervolgde hy ernstiger nog, „dat ik de bagage van McLarry had doorzocht en daarbij een soort dagboek had gevonden. Verscheidene keeren had hij er in geschreven dat Tucker zonderling deed, en dat hy, McLarry, op zyn hoede zou zijn. Ik liet het dagboek aan Arthur zien, en er bleek vry duidelijk uit, dat McLarry was vermoord. Daarom bedacht Arthur een plan, om Tucker te doen bekennen. We begrepen en gingen er van uit, dat Tucker werkelijk die windigo geschiedenis geloofde, en dat het verhaal, dat hij ons had gedaan, het soort verhaal was, dat hij zélf zou accepteeren. We moesten zyn bijgeloof dus te hulp roepen om hem te doen bekennen " „Dus jullie zijn eenvoudig weggegaan, terwijl wij sliepen en hebben je ergens verborgen?" vroeg ik, Arthur, John en Jim aankijkend. Arthur knikte. „Ik had een soort spelonk by het meer gevonden, waar een beer zyn hol had gehad — onder de rots, waar Cuss op stond toen je hem gisteren zag. Geen comfortabele schuilplaats, maar wel een, die iemand niet gemakkelijk kon vinden, als hij ze niet by toeval ontdekte zooals ik gedaan had." „En maakte jij die geluiden, waardoor Tucker den doodsschrik op het lyf werd gejaagd?" „Ja, ik en John, ieder om de beurt," zei Jim trotsch. „En dat stuk papier, met een steen er in, dat ik in het meer gooide, dat was myn idee van eeri banshee — van een geest om iemands dood aan te kondigen Heb je gezien, hoè Tucker er naar keek?" „He* plan is prachtig geslaagd, maar jullie hadden me best vooraf kunnen inlichten," zei ik, wat bitter. ■ „Neen," zei Cuss, „dat is niet waar! Ik geloof althans dat het beter is zooals het nu gegaan is. Als jullie vooraf hadden geweten wät er precies zou gebeuren, zouden inllie nooit zoo goud je rol hebben kunnen
Het fijne goed wascht Mevr. Oerritsen toch aUijd maar liever thuis. Het is een warm werkje...
spelen. John wist het niet vóór den avond waarop hij moest verdwijnen, en Jim evenmin. Jullie waren nu ongerust, wérkelijk ongerust, en jullie angst deelde zich aan Tucker mede. Daardoor is het plan zoo goed gelukt. Anders zouden wy hem nooit tot een bekentenis hebben kunnen dwingen." Ik knikte begrijpend. „Ik zou wel eens willen weten," zei ik toen, „waarom hij niet is weggeloopen in plaats van hier te blijven. Ik weet wel, dat ik het in zijn plaats zeker zou hebben gedaan." „O neen, dat zou je niét hebben gedaan," zei Cuss lachend. „Want ik heb Tucker -onafgebroken in de gaten gehouden, mijn geweer gereed om te schieten ieder oogenblik, dat hy van het kamp weg was. Ik heb hem geen moment uit het oog verloren, en dat wist hij. Bovendien: mijn geweer was niét met losse patronen geladen, zooals vannacht, toen hij het had...." „En zoo," besloot Hal Raine zijn verhaal, „eindigde de geschiedenis van het windigo meer en werd Tucker tot een bekentenis gedwongen. Maar je kunt mij gelooven als ik zeg, dat ik bang was die eerste dagen en nachten daar bij het meer, wérkelijk bang. ...!"
Maar de wind koelt haar wel gauw af, een beetje te snel...
HULP BIJ HET PUZZELEN 1. Meer dan 1200 namen van goden, godinnen enz f 0.50 2. Meer dan 3000 namen van dieren ...... f 0.50 3. Meer dan 3000 spreekwoorden (aantal letters geteld) . . f I.— 4. 5000 namen van plaatsen, rivie ren, enz. gerangschikt onder 't aantal letters waaruit die namen bestaan f 0.75
5. Munten, maten en gewichten van de geheele wereld f 0.50 6. Ekk wat wils : metal., afkort., steensoort., voertuig., wapens, muz.instr., vaartuig., Republ., Joodsche en Moham. kalenders, namen v. d. lett. v. h. Griek, alph., sterren, sterrenbeeld., teek. v. d. dierenriem, symbol, aardr. namen, zelfst. naamw., bijv. naamw., voornaamw., voorvoegs. en achtervoegs. f 0.75
PRIJS VOOR DE SERIE VAN 6 STUKS AFGEHAALD f J.50 FRANCO TOEGEZONDEN f3.70 Buitenl. (Ook Ned. Ind.) f4.—
]
Verschenen no. 7 Ambten, Beroepen, eni. Prijs f 0.75 MOOYMAN & ZOON, telefoon 85974, Cura^aoitraat 115, AMSTERDAM (W.) Gern, giro M 3088, Postgiro 230660. Wi| zenden niet onder rembours
Mooi weer voor de wasch, 't is zóó droog, zegt Mevr. Vink. Maar je bent verkouden voor je 't weet! - meent Mevr. Gerritsen.
Neemt U een „Wyberije", dat is ons huismiddel. Wybert-tabletten helpen altyd tegen hoest, keelpijn en heeschheid.
"Tl w^ wi C? Gï"1 mw" jLjjn>juaik3JUJi%
mjjuJütJK'O WIE ZIET KANS HET TE RADEN? Een ingewikkelde kwestie. an, Dick en Piet waren zeer verrast toen manheer De Bruin hen op zekeren dag een bezoek bracht. „Jullie herinneren je toch nog wel boer De Zwart, die op de Oude Hoeve woonde?" vroeg hy hun. „Ja, en het heeft ons erg gespeten toen wy hoorden, dat hy naar zyn zoon in Australië ging," zei Jan. „We speelden vaak op zyn boerdery." „Ik weet het," zei mynheer De Bruin. „Hij schynt jullie ook erg aardig gevonden te hebben, want hy heeft my geschreven dat jullie al zyn paarden mochten hebben," Dat konden de knapen in het eerst nauwelijks gelooven. „Al zyn paarden!?" riep Dick uit. „En hy had er byna twintig! Neen, maar, dat is erg aardig van hem!" Mynheer De Bruin haalde een stuk papier uit zyn zak. „Luister," zei hy, „wat boer De Zwart heeft bepaald. Jan, als de oudste, krijgt de helft van mijn paarden; zijn broer Dick krijgt een derde, en aan hun jongsten broer Piet vermaak ik een negende." „Hoeveel kryg ik er dus?" vroeg Piet gretig. „Als jullie even met me mee wilt ryden, dan gaan we naar de Oude Hoeve en kunnen jullie het zelf zien," stelde mynheer De Bruin voor. Spoedig waren zy aan de Oude Hoeve. Sommige paarden bevonden zich in den stal, andere in de wei, maar de knechts hadden ze spoedig by elkaar gebracht. „Er zyn er zeventien," telde Jan. „Dat is een beetje lastig, niet? Myn aandeel zou acht en een half moeten zyn, maar omdat we een paard moeilijk door midden kunnen deelen, zal ik maar zeggen dat ik er negen kryg." „Neen," zei Dick, „het is juister als je er acht neemt! Jy krygt toch al het grootste aantal, en ik geloof niet, dat je er nu nog meer hoeft te verlangen!" „Ja, maar ik wil toch niet minder dan myn aandeel hebben," zei Jan koppig. „En hoe moet het nu met mijn aandeel?" vroeg Piet. „Hoeveel is een negende van zeventien?" Niemand wist daar een antwoord op te.
J
geven, en mynheer De Bruin, die genoeg van hun kibbelarij kreeg, zei eindelijk; Nu, ik ga naar huis! Laat' me maar eens hooren, hoe jullie het geval hebt opgelost." Den volgenden dag kwamen de jongens by hem. „We hebben er een heele poos over gesproken," zei Jan, „maar omdat we er niet uitkomen, zouden we u willen vragen, een uitspraak te doen." „Maar," zei Dick, „u moet ons een oplossing geven, die ons allemaal bevredigd — en die ook strikt eerlijk is " „En we kunnen de paarden natuurlijk niet slachten om aan ons deel te komen," zei Piet. „Dat is nogal een moeilijke opdracht," zei mynheer De Bruin. „Maar zorgen jullie, dat je morgenochtend om elf uur op de Oude Hoeve bent, dan zal ik zeggen wat ik je voorstel." Om elf uur den volgenden ochtend stonden dl; drie knapen in de wei, waar al de paarden waren heengebracht, te wachten op mynheer De Bruin. Deze verscheen weldra. Hü was te paard. „En, mynheer, heeft u er iets op gevon-
den?" vroegen de jongens, toen hij was afgestegen. „Ik heb besloten er een paard van mijzelf by te doien," zei mijnheer De Bruin, „dat zal de zaak gemakkelijker maken." Jan dacht een oogenblik na. „Dat maakt het inderdaad gemakkelijker, mijnheer," zei hy toen. „Dank u wel. Nu zyn er achttien paarden en zal ik er dus toch negen krijgen." „En ik een derde — dat is zes!" zei Dick. „En een negende van achttien is twee," zei Piet. Snel werden de paarden nu verdeeld. ■ „Hé," riep Jan, „maar nu is er nog één over " „Ja," lachte mynheer De Bruin, „maar dat is mijn paard!" En terwijl hy in den zadel sprong, reed hij snel weg. De drie knapen keken elkaar eerst even verslagen aan, maar toen begrepen ze toch, dat ze niets te klagen hadden, want dat ze alledrie zooveel paarden badden gekregen als ze gewenscht hadden, en dat toch de bepaling van boer De Zwart precies was na-' gekomen! Die mijnheer De Bruin was wel slim, hè? Als je je vriendjes eens op een gezellig avondje het vraagstuk voorlegt, geloof ik niet, dat zy zoo spoedig op een dergelijke oplossing zullen komen! Probeer het maar eens! Je zult zien, dat het een leuk tijdverdrijf is, want niemand wil het gauw opgeven als hü weet, dat er een oplossing is!
ST. NICOLAAS OP BEZOEK Vijf December, tegen zessen Wordt er eensklaps bard gebeld. „O, dat kan de Sint wel wezen," Wordt door Mams verondersteld. Even later wordt geklopt, en — 't Is de Sint die binnenschrijdt! Zwarte Pleter volgt hem weldra, Zet den zak neer op het tapijt. „Zoo, dat is zeker kleine Aatje? 't Ventje dat hier voor ml] staat? Hm, bij is wel eens ondeugend," Zegt de Sint met streng gelaat, „Zoo bij voorbeeld bij 't naar bed gaan, Luistert hij naar Moeder nietl Kleine man, dat moet nu uit zijn Anders ga je mee met Pletl Verder heb ik niet te klagen Over kleine Aats gedrag 'k Zal dus maar niet langer boos zijn," Zegt de Sint nu met een lachl Zwarte Piet baalt ondertusschen Heel wat lekkers uit den zak, Oei hij kan het haast niet tillen,
Daar komt nog een heel groot pak. Aatje's oogen staan te glinsteren Ja.... bet is een autoped, Hij bedankt den Sint heel hart'lijk, Staat te dansen van de pret. „Zoo, nu moeten wij vertrekken Zwarte Piet, ben jij al klaar? Andere kinderen staan te wachten Nu, tot ziens, lot 't volgend jaar "
JIT DE WERELD VAN DE SPORT ■
■
.
:
1-3. Te Amsterdam vond de voetbalwedstrijd Ajax - Haarlem plaats, die door Ajax met 3—2 werd gewonnen. Drie spannende momenten voor het doel van Haarlem. 4-5. te 's-Gravenhage had A.D.O. bezoek van D.W.S. Wij brengen hier twee foto's van dezen wedstrijd, die door A.D.O. met 3-1 gewonnen werd. — 4. Een aanval op het doel van A.D.O., waaruit D.W.S. het eenlge doelpunt scoorde. 5. De keeper van A.D.O. In actie. 6-8. Go Ahead - Heracles 1-4. Drie momenten van deze ontmoeting. — 6. Een snapshot voor het doei van Heracles. 7. De keeper van Heracles werkt den bal weg. 8. Het derde doelpunt van Heracles, dat niet werd toegekend. 9. Te Amersfoort hadden nationale veldloopkampioenschappen plaats. - C- en Dklassars duiken onder een hindernis door.
■■■■■
,AG
E
C H A M URKEN KNALLEN1 .N VOORDAT DE
De ontwikkeling van den wijnsto in Champagne ingevoerd door R ■ IICMI^M^ nuiuuiäien runa ae je eeu^ werd inzonderheid bevorderd omd men in hel gebruik van wijn spoed een bron van vooruitgang, bedrijvl heid en gezondheid onderkend Toch is het pas in de veertienc eeuw, dal de wijngaarden in Chan pagne tot grootere ontwikkelir L„m„„ Al_ L:: l._L_!J i i. voorbeeld worden vermeld, dat VJ dit tijdstip af telkens champagri wijn aangeboden werd aan de Frar sehe koningen, die zich Ie Reirr lielen zalven en kronen. Op hel einde van de 17e eeir ontdekte een benedlctijner-monni van de abdij van Haulvillers, Pe rignon, hel middel om den Chair pagne-wijn te bottelen op hel gun stigste oogenblik en hem te doe schuimen. Zijn nagedachtenis word in heel de streek in eere gehouden zijn graftombe bestaat nog te Haul villers. Het onderhoud van de wijngaar den in Champagne vereischt be slendige zorgen. Deze arbeid word uitgeoefend door wijngaardenier! die sedert eeuwen van vader o[ zoon in het vak zijn getreden er
4 ' \
V
Wr
7
->»%■_
;
un beroep met geestdrift uitoefenen. Wanneer een terrein bewerkt is eworden en beplanl, verloopen er »c iaron alvorens de wiinstok druien draagt. Het snoeien van den wijnstok gechiedt in Februari. Het zijn meestJ vrouwen, die dat werkje uitvoeen. Op het snoeien volgt het spiten. Daarna worden de slaken in len grond gestoken, waar tegenaan Dnverp^Qsd wordt er gewied. Zoodra Ie blafltren te voorschijn treden, vordt de strijd aangebonden tegen Ie druifluis: de planten worden met ulfaten besproeid. . . De oogst gedijt. Tusschen hel geräderte wiegelen de donkere Iros,en. De tijd om ze te plukken, — jinde September — is aangebroken, •lannen, vrouwen, kinderen nemen ;r deel aan. Korven worden voljeslapeld en naar de wijnlezersluipen gevoerd, waar het sap uit Je trossen wordt geperst. Slechts iel eerste opgevangen sap wordt jebezigd bij het bereiden van :hampagne-wijn. Dit sap wordt in :onnen overgestort en naar reuzencelders gevoerd, waar het later in lesschen zal worden overgetapt
*■
-mm. 6. De hoofdingang van de kathedraal te Chilons-sur-Marne. Het beeldhouwwerk werd verminkt tijdens de Revolutie.
-;'
1-2-3. Wijngaarden te Venenay, nabij Reims. 4. Langs het kanaal Chälons-sur-Marne.
7. Sint - Alpimiskerlc te Chilons-surMarne. \
■'
5. Chilons-sur-Marne.
•
-%> -.<,
■
•
■ i
■
«" '.*• . ..,■■ ■:
■1
«
■.
«M
.'
.
.
.
•
•3-'
:\
WÊ
n*wv
ZMR *
-
■
v
»
•
•
rankrijk is bekend om xijn uitstekende champagne-wijnen. De voornaamste gewassen van de champagne-wijngaarden groeien op minder dan 150 K.M. ten Oosten van Parijs, in de arrondissementen Reims, Epernay en Chalons. Ze strekken zich uit over de hellingen, die noordelijk den berg van Reims afbakenen en ten zuiden de Briestreek. Mooie wouden bedekken den kam van die hellingen. Ook onthullen de wijngaarden prachtige vergezichten te midden van het heuvelende landschap. Het zeer eigenaardig karakter van den ondergrond is een der voornaamste redenen van de ongemeene eigenschappen, die de daar ter plaatse gewonnen wijnsoorten kenmerken. De handel in champagne-wijnen is zeer oud. De voornaamste centra zijn Reims, Epernay en Ay, doch ook ChSlons-sur-Marne, Mareuil, Avize en Vertu zijn als zoodanig
t
»
iSMf
Want eerst gebeurt de gisting: het zoete druivensap zet zich om in wijn.. . Na een poosje in flesschen te hebben gerust in onderaardsche kelders, die vaak meer dan tien kilometer lengte hebben, ondergaat het gebottelde vocht een nieuwe bewerking, die hel schuimen van den wijn bevordert en waarbij hel alcohol-gehalte wordt bepaald. De gemiddelde productie aan Champagne-wijn bedraagt 450.000 hectoliter per jaar. Jaarlijks worden aldus ruim 30.000.000 flesschen naar alle deelen van hel vasteland en Amerika verzonden. Champagne Is de feestwijn bij uitnemendheid. Maar hij Is ook meer dan dit, hij werkl ook als medicijn, en zelfs stervenden wordt hij toegediend om hun levensgeesten op te wekken 1
SS» ■i*
\^\
.... *
7
ORIGINEEL IS MOEILIJK TE LEZEN ORIGINAL IS DIFFICULT TO READ
p^iVtREN src/^
J. S. te L. - Wij hebben uw ultvoerlgen brief ontvangen, en danken u voor uw inlichtingen; wij hebben deze kwestie persoonlijk afgehandeld.
DE VLIEGAVONTUREN VAN PETER EN DOT Vervol^ Cj
Mej. A. de J. te R. - Het is mij gelukt een middel voor u te vinden om roodekool in te maken, ondanks het feit, dat het niet veel meer wordt gedaan, omdat men gedurende den geheelen winter de kool kan krijgen. De natuurlijke kleur gaat door het inmaken verloren, het ziet er niet zoo smakelijk uit, maar als u het doet om ook in den zomer wat te hebben, is het wel handig. Doet u het als volgt: u hebt er voor noodig 12 gram zout per kilo schoongemaakte kool, wat poperkorrels of jeneverbessen naar smaak. De kool schoonmaken, en zeer fijn schaven en met zout zoolang kneden, tol er pekel ontstaat. De jeneverbessen of de peperkorrels er door mengen. De kool overdoen in een Keulschen pot, en vooral stevig aandrukken. Leg er nu een schoon doekje op, en stop de kanten goed in, om het bederven tegen te gaan. Op het doekje een plankje met een steen plaatsen, en op den pot een doek of papier voor de stof. Den pot op 'n koele plaats zetten, en om de veertien dagen even het doekje uitspoelen, om de pekel te verwijderen. Het Is mogelijk dat het meer dan eens in de veertien dagen noodig blijkt den pot schoon te maken, maar dat ziet u wel. Mej. V. te Z. - Uw wijze van oplossen Is zeer Juist, het Is niet noodig de puzzles over te teekenen, als men het op een duidelijke manier anders aangeeft. S. S. te H. — Wij danken u voor uw Inlichtingen, en hebben den aanvrager volgens uw aanwijzingen ingelicht, zoodat de fout nu hersteld Is.
I. Met een bleek gexlchtje van «hrik vertelde Dot teiran Peter, dat ze geilen had, hoe mijnheer Blake mSt een lantaarn »einen gaf aan het andere vheiftute En plotaeling zei h«, dot ze onmiddellij« moesten dalen. Dat beviel Peter niet erg, maar toch leek het hem het beste to gehoorzamen.
2. „Do Zilveren Ster" kwam zachtjes op het woestijnzand neer en toen Poter zag, dat het andere toestel eveneen» geland wa», WB» hlfer heelemaal zeker van, dat Dot en hij In een val gelokt waren Maar tot hun groote verrassing kwam de piloot van de andere machine hun vriendelijk lachend tegemoet.
1. Mijnheer Blake bedankte nu zijn kleine vriendjes voor hun hulp en klom achter den piloot in diens machine. Hij wenschte hun goede reis en wuifde wat hij kon. Peter en Dot zwaaiden even hard terug, doch ze voelden zich wel een klein beetje bedroefd, want ze hadden al weer een goeden vriend verloren.
5. Het geluid van de machine stierf langzamerhand weg en het werd heel erg »til in de woestijn. Peter en Dot voelden zich niets op hun gemak. Ze waren blij, toen Peter de machine aanzette en de motor weer zachtjes begon te ronken. De stilte was anders voor hen beide werkelijk ie drukkend geworden.
5. »Ik ben blij u hier gezond en wel aan te treffen, zei hij, terwiif hü mijnheer Blake de hand schudde. En nu wenddfe mijnheer Blake zich tot do verbaasde Peter en Dot en vertelde hun, dat «üt vliegtuig uit Engeland was gekomen, om hem met zijn kostbaren robijn weer veilig thul» te brengen.
P. v. d. M. te T. - Het Is ons niet gelukt om een adres voor u te bemachtigen. Misschien Is u zelf al m/tÊ zoo gelukkig geweest. Het spijt ons zeer u niet van dienst te kunnen zijn.
Verwijder
HAAR
D. D. te D. — De namen, die op de foto's voorkomen, worden er door de filmmaatschappij opgezet.
zonder Scheermessen, Electrische Naalden of
Mej. M. K.-S. te L. - Wat uw opmerking betreft, heeft u volkomen gelijk. Wij hebben dit ook gezien. Wat uw vraag aangaat, bent u er echter naast, want het Is heel iets anders.
onaangenaam riekende Onthanngsmiddelen Verbazingwekkende nieu-
Neem deze
w
p uitvinding l Een fijne,
3HIUIITCU wrt*6- welriekende Crème! minUit« Rechtstreeks uit de tube PROEF »e gebruiken. Met gewoon water afwasschen. Elk spoor van haar is verdwenen I De huid blijft blank, elastisch en zacht als fluweel. Geen stoppels, zooals een scheermes achterlaat. Geen grove wederaangroei. Overal verkrijgbaar onder het handelsmerk Nieuwe " V1ETG ". Scheermessen doen het haar slechts sneller en grover aangroeien. De snelle, eenvoudige, aangename manier om U voor altijd te bevrijden van den last van overtollig haar is Nieuwe " V1ETO ". In tuben van 85 cent en ƒ1.30 bij drogisten, kappers en parfumeriezaken. GRATIS ï Door een speciale overeenkomst kan elke lezeres van dit blad een speciaal pakket NIEUWE VIETO ABSOLUUT KOSTELOOS bekomen. Zendt 10 cent in postzegels ter dekking van porto, verpakking en andere kosten. Adres : B. Meindersma (Afd. N. Z8 ). Den Haag.
Dr. H. NANNINO'i
Zetpillen tegen Aambeien werken pijnttillend aa geoezea in korten lijd de ontstoken slijmvliezen. De ^
maakt het inbrengen zeer gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apotheken én Drog.ir 1.50 per doosje van 12 «lult«
A. F. Th. R. te A. - Mijns inziens is het een kwaal van de oude kat, daar de Jonge beesten nog niets anders dan moedermelk hebben gehad. Het Is nu heel goed mogelijk, dat de moeder ondeugdelijk vleesch gegeten heeft, dit kan natuurlijk wel, als u haar rauw vleesch heeft gegeven. Het Is altijd beter, dat u het eerst kookt. J. K. te S. — Het door u genoemde koord zal zoo al drijven, maar u kunt het nog bevorderen door het In te smeren met een vetsoort. Het komt er niet erg op aan, wat u er voor neemt. Ook kunt u er kurkjes aahschuiven, dit is ook een zeer goed middel, en bovendien erg handig, omdat het goed zichtbaar is. Th. N. te R. - U kunt uw oplossingen gerust bij een agent in uw woonplaats afleveren, als ze maar op tijd bij ons zijn. Dus geeft u ze een paar dagen vroeger af, dan wanneer u ze zélf doorzendt naar ons adres. Mej. G. J. te D. - Het Is ons In deze rubriek niet mogelijk een uitvoerig antwoord op uw vraag te geven, maar u kunt er van op aan: hoe meer oplossingen u inzendt, hoe meer kans u heeft. Wij verdeelen voor elke oplossing het vastgestelde aantal prijzen - zie ons blad — maar kunnen geen prijzen „toewijzen". Houdt u dus maar moed, dan zult u zeker wel weer eens een prijs winnen.
Op bovenstaande foto zal de scherpzinnige waarnemer een onjuistheid kunnen ontdekken, die niet zoo erg voor de hand ligt. Wie van u ziet echter kans, haar tóch te vinden? Wij zullen weer een prijs van f2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle Inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve uw antwoord In te zenden voor 14 December aan Mr. Detective, Galgewater 22, Lelden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk vermelden: Amateur-Detective, 14 December. De oplossing mag bij die van de rubriek „Zoek en Vind" worden ingesloten, mits ze op een afzonderlijk velletje papier wordt geschreven.
6. Nadat ze verscheidene uren aan één «tuk door (jevlogen hadden, wisten ze, dat ze hun vader» eiland al weer een eind dichter genaderd waren en dus verkeerden ze in een goede stemming. Dot keek een» naar benedon en daar zag ie iet» wat ze nog nooit aanschouwd had. Een heel groeten troep olifanten.
DE OPLOSSING VAN DE FOUTEN-FOTO Wij beelden de foto, waarop men de fouten moest zoeken, hier nog eens af. De fouten zijn de volgende: 1. Links op de foto loopt de kabel, waaraan de katrol bevestigd Is, niet door; 2. bij het - ouderweUche - stuk geschut staat een moderne granaat; 3. de man met de witte kousen (ongeveer in het midden van de foto) draagt een jacquet, een kleedingstuk, dat In dien tijd nog niet bestond; 4. bovenaan de foto staat Tavern, er vlak onder Tacern; 5. het touw, achter het stuk geschut waarbij de granaat staat, loopt niet door; 6. de lantaarn rechts op de foto Is een electrische lantaarn; 7. de vrouw, die (links van de lantaarn) uit het raam kijkt, doet dit terwijl 't raam dicht is.
De Secteferesse van de VOOR U-Club, GaJpewater 29, Leiden. -50 -
7 Slingerend en stampend baanden de olifanten zich een weg dwars door het dichte geboomte. »De Zilveren Ster" vloog er bedaard over heen en toen werd het regelmatige geronk van haar motor plotseling afgebroken door een vreemd gesputter. Poter wendde zich dadelijk tot Dot. „Ik moet dalen,' nep hij.
«. Dot hield haar adem in, terwijl het toestel naar beneden gleed. Toen sprong Peter er uit. „Ik moet danr even wat vastzetten," riep hij uit. Hij was al bijna klaar, toen Dot een hevig gestamp hoorde, flat uit het lange gras tegenover hen kwam. Ze haastte Peter wat ze kon.
9, Het wa» de troep wilde olifanten en »e kwamen juist op het vliegtuig afstormen, toen Peter bezig was er In te klimmen. De motor begon te zoemen, het toestel ging vooruit in de richting van de dieren, maar de machine verhief zich niet in de lucht. Wordt vervolgd.
De hoofdprijs van f 2.50 werd deze week toegekend aan den heer A. C. Koops, Nijmegen. De troostprijzen vielen ten deel aan mejuffrouw R. Cordfunke, Schiedam en den heer L. Pachter te Amsterdam.
GEWONE Arw.RTENTiES: TEKSTADVERTENTIES:
KOLOMHOOGTE 120 REGELS -
KOLOMHOOGTE
1 20 iREGELS
KORTINGEN
KOLOMBREEDTE 5 cM.
- KOLOMBREEDTE 6.7 VOLGENS
— 31 -
- REGËLPRUSJj^t^BRUTO
cM. - REGELPRIJS 50 cts. BRUTO
T A R i E F
w-
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN eb jij een idee wat die film „Sneeuwwitje" van Walt Disney wel gekost heeft? De vervaardiging daarvan moet toch zeker een hoop geld Verslonden hebben?" „En of, waarde Pietersen. De film kostte toen zij kant en klaar was niet minder dan één millioen zeshonderdzeventigduizend dollar. Een aardig sommetje voor een teekenfilm, vind je niet?" ,,Ik schrik er van! Maar dat kan die film toch zeker nooit opbrengen. Dat zal een geweldig verlies worden." „Ik wilde, dat ik aandeel in de winst had, Pietersen. Men schat de totale opbrengst van dit filmwerk op niet minder dan zes millioen dollar." ,,Zes millioen! Ongeloofelijk!" ,,In Amerika bracht Disney's kunstwerk alleen reeds vier millioen op, in de rest van de wereld schat men, en dan heusch nog niet eens zoo optimistisch, op twee millioen." „Dat is toch zeker de hoogste recette, die ooit met een film is behaald?" „Inderdaad. De levende sterren hebben nooit zooveel geld in het laatje kunnen brengen als de geteekende Sneeuwwitje en haar prins." „Welke film bracht voordien het meest op?" ,,De uiterst sentimenteele Al Jolson-film „The singing fool". Die bracht zoowat vijf millioen op. De stommefilm „Ben Hur" boekte een opbrengst van vier millioen en in 1927 bracht de „Jazzsinger" het tot drieëneenhalf millioen dollar. Hetzelfde resultaat was in 1925 echter reeds met de Metro-GoldwynMayer-film „De groote parade" bereikt." „Dan zou mijns inziens een film als „De groote parade" nu ook wel zes millioen dollar opbrengen." „Waarom, Pietersen?" „Er zijn de laatste dertien jaar toch heel wat bioscopen bijgekomen." „Dat is waar, waarde vriend, en bovendien zijn de prijzen gestegen, niet alleen de entree-prijzen, maar ook de filmverhuurprijzen. Zoodat een film veel meer opbrengt. Maar dat moet ook wel, want tegenwoordig zijn de productie-kosten ook veel hooger. Zoodat de grootere opbrengst nog lang niet altijd meer winst beteekent!"
„H
„Wij hadden alles wat er in kas was noodig om uniformen te koopen. collecteeren we voor instrumenten."
Nu
„Heel goed. Dirk. Morgen zal ik je leeren om boven te blijven.'
(IM If il f , „U kunt het den hond niet kwalijk nemen mijnheer; h.j dacht zeker dat u een been was.
EEN
(iEr is he|pen
geen
brjind>
de gordijnen
maar op te
„„„chi.n hangen?" "
wi|t
u mij even
„Ik moet nu naar huis om eten voor mijn vrouw te *>**"" ", * f «<•" i«»»? -Ja — honger I
MAN HELPT KIEZEN
DE DERDE MUZE
■■
DES DUIVELS PRENTENBOEK
„Ik wil je dat boek wel leenen, maar vergeet niet het mij terug te geven."
■
Ik zou zeggen, taten ) we dat laatste meisje J^»./ nemen... het goede soort... J nogal aardig om/ te zien...
„Een rijbewijs ? Doe niet zoo idioot I Dacht je dat"mijterwijlikzoorijd, een rijbewijs gaven? '
Den Hertogs geestige blijspel, waarmede het Hofstad-Tooneel een jaar geleden zulk een groot succes behaalde, is vrijgekomen voor het amateur-tooneel en wij twijfelen er geen oogenblik aan of wij zullen dit oorspronkelijke blijspel, waarvan wij den inhoud voldoende bekend mogen achten, nog vele malen terugzien, daar een vergevorderde vereeniging hiermede eveneens veel succes kan oogsten. Dat dit blijspel eischen stelt, wisten wij reeds, maar het bleek thans nog eens heel duidelijk bij de opvoering door de Verg. Tooneelverg. A.D.O.-D.V.S. te 's-Gravenhage. Alvorens hieruit een verkeerde conclusie te trekken, moeten wij erkennen, dat de voorstelling op hoog peil stond, maar het stuk heeft in het derde bedrijf enkele zwakke plekken en die moeten weggespeeld worden. Hierin slaagde men bij deze opvoering niet, want P. Faber, die overigens hoogst verdienstelijk den tooneelschrijver Stone uit-
Spencer Tracy en Mickey Rooney, die de hoofdrollen vertolken in de M.G.M.-fllm „Boys Town" op weg naar den studio. . „Boys Town" is een beslaande stad in den Amerikaanschen staat Nebraska, een stichting van "den wijzen priester en menschenkenner Vader Flanagan, waar moeilijk op te voeden jongens door zelfbestuur en vorming van karakter een kans krijgen om behoorlijke burgers te worden. De stad wordt geKffel bestuurd door jongens, die hun eigen burgemeester kiezen, ze hebben hun eigen krant, hun eigen kantongerecht, hun eigen moeilijkheden en hun eigen besef van eer en „good sport".
beeldde, schoot in dit bedrijf in het onderhoud met Alice, met zuivere intuïtie vertolkt door Kitty de Goederen, te kort. W. de Vletter, die tevens de regie op zich had genomen, speelde naar onzen smaak Roger Livingdale iets te veel naar het komische toe, maar zijn uitbeelding, zoo opgevat, viel zeer te prijzen. J. W. H. Planje vonden wij niet den geschikten vertolker voor Stones secretaris, daar hij niet voldoende de alles regelende tusschenpersoon was, die de touwtjes eigenlijk in handen heeft. Hij is echter een keurige verschijning, speelt rustig, maar weet niet altijd raad met zijn handen. Wij hopen in een andere rol nog eens beter over hem te kunnen oordeelen. Goed was de vader van Alice door J. Rijken, terwijl
Bets Huysers een vermakelijke maar tevens zeer juiste uitbeelding gaf van Alices vriendin. Haar warme stem en gemakkelijk, natuurlijk spel vielen weer op. Ten slotte was A. C. v. d. Vet een keurige butler, hoewel er uit deze rol toch nog meer te halen was geweest, daar de geestige tekst, dien hij te zeggen heeft, hier toe meewerkt. Lea Regensburg was een lief dienstmeisje, dat weinig gelegenheid kreeg tot spel. Zeer hinderlijk echter was de veel te luid sprekende souffleur. Alles tezamen, ook dank zij de keurige tooneelaankleeding en het alleraardigste decor in II en III, een goede inzet van het seizoen. HENRI A. VAN EIJSDEN Jr.
i—\ • .^1
m
^^«^
)
m
Regie: George Cukor. L. C. Barnstijn-film. Linda Seton Johnny Case
Gary Grant
Julia Seton
Doris Nolan
Ned Seton Nick Potter Edward Seton Johnny Case wordt aan de lamilie Seionfe voorgesteld. '""I I— ———rsssaSSSE
Kathcrine Hepburn
Lara Cram c n ^
Susan
Potter
Lew Ayres Edw. Everett Horton Henry Kolker Binnie Barnes , ^ Jean Dixon
T ohnny Case en Julia Seton hebben elkaar in de vacantie ontmoet en zijn hals over kop / verliefd op elkaar geworden. Zij willen zich verloven, zonder feitelijk iets naders van elkaar te weten. Julia weet, dat Johnny een opkomend jong zakenman is, maar hij weet niet, dat Julia een millionnairsdochter is. Tot deze ontdekking komt hij pas, als hij haar op gaat zoeken en dan tevens kennis maakt met Julia's broer en zuster, Ned en Linda, die hun aanstaanden zwager een geschikten kerel vinden. Julia haalt haar vader over om zijn toestemming te geven, maar al dadelijk ontstaat er een strubbeling tusschen Johnny en zijn toekomstigen schoonvader als hij het baantje weigert, dat papa voor den man zijner dochter op zijn bank heeft gereserveerd. Dit leidt | ook tot oneenighcid met Julia, die op het standpunt van baar vader staat: dat geldmakcn de opwindendste, bezigheid van het leven ree menschen, opgevoed ii Julia heeft haar vader I ^Êaki S*overgehaald toestem-l StBtli ' /M ming lot de verlovingl B| 1^W^^C ' -* */V '^ fï te geven. 1 jf«. WilFl
~ MWÊÊÊmmiÊÊsuÊÊmm
D A
y
rijkdom en traditie, begrijpen niets van de plannen, die Johnny koestert. Johnny, die juist, een flinke som geld heeft verdiend, wil zich namelijk een tijdlang uit de zaken terugtrekken om te genieten van het leven. Hij voelt er meer voor om dit te doen nu hij jong is, dan op ouderen leeftijd. Als zijn geld op is, kan hij weer opnieuwbeginnen. Linda begrijpt hem volkomen, want zij voelt zich als een gevangene in een vergulde kooi. Ook zij zou dolgraag de wereld intrekken, zonder zich ergens aan te hoeven storen, en eindelijk eens een gewoon menschelijk leven leiden. Julia, die een rustige, verzekerde toekomst boven alles stelt, tracht Johnny tot haar standpunt over te halen, maar Johnny loopt van zijn eigen verlovingsfeest weg om het met zichzelf eens te worden. Julia wordt in haar houding gestijfd door haar vader, terwijl Linda, die inmiddels ook verliefd is geworden op Johnny, Julia tracht over te halen Johnny's wensch in te willigen. Maar Julia is er vast van overtuigd, dat Johnny zal toegeven en inderdaad komt hij met dat voornemen terug. Maar nauwelijks is de vrede geteekend, of papa gaat de huwelijksreis voor het jonge paar uitstippelen en let niet op Johnny's protesten. Dan ziet deze in, dat zij het nooit eens zullen worden en daar hij zijn vrijheid van denken en handelen boven Julia's liefde stelt, neemt hij voor goed afscheid. Linda ziet aan Julia's gezicht, dat dit eigenlijk een opluchting voor haar beteekent en dolgelukkig, dat haar thans geen moeilijkheden meer in den weg staan, volgt ze Johnny, die zich steeds tot Linda aangetrokken heeft gevoeld. Julia's vader tracht johnny over te heden een plaats op xljn bank in te nemen, inplaats de wereld dpqi te gaan zwerven.
■
ZUM ZIJ
dat kan niet van iederen studio gezegd worden. Metro heeft bijvoorbeeld al meer dan een ton uitgegeven voor Miliza Korjus, zonder dat deze dame nog ergens in gespeeld heeft. Hetzelfde geldt voor Delia Lind, die trouwens eerst een jaar bij Paramount onder contract geweest is en naar de Metro overging zonder voor de lens te zijn geweest. Drie jongedames, die het aan de verre kust wel schijnen te zullen bolwerken, zijn Danielle Darrieux, Annabella en Hedy Lamarr, doch ook voor hen zijn aanzienlijke bedragen uitgegeven, zoowel aan salarissen als aan publiciteitscampagnes. Men mag ten slotte wel vaststellen, dat Hollywood, waar alles nuchter en zakelijk bekeken wordt, dergelijke groote sommen niet zou uitgeven als de balans ten slotte niet in het voordeel van de filmstad en zijn maatschappijen zou uitvallen. Want de paar maal honderdduizend dollars, die een studio uitgeeft aan stars, die een mislukking blijken te zijn, komen met glans terug, wanneer er eens, hoe zelden ook, een acteur of actrice van vreemden bloede in Amerika groote bekendheid verwerft.
WAARD Er wordt den Hollywoodschen producers vaak een verwijt van gemaakt, dat zij op zoek naar sterren onder de grooten van het Europeesche witte doek dikwijls actrices naar Californië halen om ze dan na maanden van nietsdoen weer met stille trom te laten vertrekken. Zelfs is soms de insinuatie geuit, dat deze manoeuvres slechts ten doel zouden hebben om de Europeesche productie van haar sterkste troeven te berooven en zoodoende de vraag naar Amerikaansche films te stimuleeren. Hoe weinig steekhoudend deze laatste bewering is, blijkt wel uit het feit, dat de Europeesche film niet, zooals de Amerikaansche, voor een belangrijk deel drijft op het star-systeem, zoodat de handicap van enkele weggelokte actrices voor de industrie aan dezen kant van den grooten vijver niet noemenswaard geacht kan worden. De voortdurende import van Fransche, Britsche, Scandinavische en Italiaansche actrices in Hollywood kan dan ook slechts worden toegeschreven aan een nimmer eindigend zoeken naar „nieuwe gezichten". Steeds is de Amerikaansche filmstad bezig haar spelersmateriaal te vernieuwen, een verschijnsel, dat niets met welke beweerde crisis ook te maken heeft, maar' slechts behoort te worden beschouwd als een voortdurende en op zichzelf gezonde verjonging van de filmkunst. Het aantal Europeesche figuren trouwens, dat door de Amerikaansche Franciska Gaal.
Anna Sten. mdusfc-ie aan het wereldpubliek wordt voorgesteld om op zijn aantrekkingskrach door andere dan zijn nationale bewonderaars te worden „getest" valt dfe^irnt l^l1"1 t' honderden ^butanten van Amerikaanschen bloede die jaarlijks hun kans knjgen om in de film te schitteren en waarvan slechte een zeer klein percentage het werkelijk tot celluloid-beroemdheid brengt Wanneer er soms dus enkele Europeesche stars in Hollywood werkloos rondloopen of na enkele films naar de vaderlandsche studios terugkeeren zonder het „over there tot enorm succes gebracht te hebben, dan kan men den producers hoogstens van overhaasting beschuldigen tijdens het uitkiezen van hun n.euwe aanwinsten, doch hiervoor moge het excuus gelden, dat de groote concurrentie tusschen de studio's onderling deze dikwijls noodig maakt Er zijn vele stars uit de oude wereld naar het verre beloofde land getrokken die, nadat na enkele films gebleken was dat zij bij het Amerikaansche publiek niet in den smaak vielen, „de weg terug" aanvaard hebben. Er zijn er ook velen, die. eenmaal in Hollywood gearriveerd, de grondbeginselen van het Engelsch niet bleken te beheerschen en soms maandenlang lessen moesten nemen. Er zijn er verder, die zoo zeer van hun eigen grootheid overtuigd waren dat zij in Amerika, waar men met „temperamentvolle" stars korte metten pleegt te maken, als „onhandelbaar" aan den dijk gezet werden. Urn welke van de bovengeschetste redenen een ster, waarvan men groote verwachtingen had ook onverrichterzake weergekeerd is vast staat, dat elk van deze gevallen een bittere teleurstellina is geweest voor den studio, die hem of haar engageerde, en een belangrijke schadepost tevens. Met debutanten van Amerikaansche afkomst kan men zich veroorloven voorzichtige proeven te nemen, bestaande uit een klein rolletje hier en een paar scènetjes daar, om op die manier de candidaat voor het star-dom langzamerhand op te leiden. Deze manier kost niet veel en is de zekerste weg naar succes. Met de geïmporteerde sterren, die veelal in hun vaderland reeds een groote populari-
teit genieten, kan men zoo niet handelen. Zij eischen veel geld voor hun optreden en willen niet anders dan hoofdrollen spelen, die soms moeilijk te vinden zijn, dikwijls speciaal voor hen geschreven moeten worden, en in elk geval den producers nachtmerries bezorgen bij de gedachte, dat het wellicht weinig voldoening gevende optreden van de nieuwste „ontdekking" de dure productie wel eens tot een flinken strop zou kunnen maken. Of de telkens weer met veel tamtam en trara aangekondigde buitenlandsche grooten een succes worden of niet, zeker is het, dat iedere „Import" Hollywood handen vol geld kost. Het is zelfs niet overdreven te constateeren, dat de kosten van het lanceeren van een voor Amerika vrijwel onbekende star, afgezien van het uitbetaalde salaris, honderdduizend dollars bedraagt, welk bedrag in sommige gevallen nog belangrijk overschreden wordt. Actrices als Anna Sten en Simone Simon kostten zelfs meer dan een kwartmillioen dollar voordat één Amerikaan hen in den bioscoop gezien had. Miss Sten was een jaar lang het middelpunt van allerlei publiciteits-stunts voordat Samuel Goldwyn besloot haar een filmrol toe te vertrouwen. Zij kan wat dit betreft wel trotsch zijn op een record, hoewel Simone Simon haar op den voet volgt. Het portret van deze lieve jongedame prijkte op vijf en twintig duizend meter aanplakbiljet, voor haar eerste film uitkwam. Op het oogenblik heeft men in Hollywood het overdrevene van dergelijke geweldige publiciteitscampagnes ingezien, doch nog steeds loopen de kosten, aan een bescheiden lanceering verbonden, op tot bedragen waar men versteld van staat. Paramount heeft bijvoorbeeld in den loop der jaren schatten uitgegeven voor sterren als Mariene Dietrich, Pola Negri, Emil Jannings, Dorothea Wieck, Jan Kiepura, en vele anderen, waarvan sommigen deze kapitalen dubbel en dwars in de kassen van de maatschappij hebben teruggebracht, terwijl anderen slechts het reclamebudget hebben helpen verhoogen. Momenteel is men bezig met het gevalFranciska Gaal, die nu reeds een jaar in Hollywood zit. De totale kosten van haar lessen, haar speciale verzorging, haar foto's en haar persoonlijk optreden in allerlei Amerikaansche steden beloopen reeds meer dan 100.000 dollar, terwijl haar salaris heusch geen bedroefd klein beetje bedraagt, daar zij als een van Europa's populairste actrices naar Californië toog. Sinds haar optreden in Cecil de Milles „Boekanier" is Paramount echter overtuigd, dat dit geld verstandig uitgegeven is en men ziet met spanning haar volgende hoofdrol in „Paris honeymoon" tegemoet, waarin Bing Crosby haar partner is. Een andere ster, waar men niet aan schijnt te twijfelen, is Isa Miranda, die reeds ruim een jaar in Hollywood zit en thans aan haar eerste hoofdrol in de nieuwe versie van „Hotel Imperial" begint, nadat haar kans op de titelrol in „Zaza" door een ongelukkig af^eloopen auto-botsing teniet gedaan was. Verder verwacht men groote dingen van de kleine Olympe Bradna, die al van kindsbeen af op de planken gestaan heeft, in bijna alle Fransche theaters triomfen vierde en zich kort na haar tooneeldebuut in New York op charmante wijze kweet van haar eerste filmoptreden in een kleine doch goede rol met Gary Cooper en George Raft in „De ondergang van de William Brown". Dezelfde studio heeft nog meer jongelui, die hun deel van de publiciteit noodig hebben, zooals George Rigaud, de knappe Argentijn, die na geruimen tijd onder contract gestaan te hebben, thans zijn eerste Amerikaansche filmrol zal krijgen als tegenspeler van Carole Lombard in „Midnight . Dan is er Colin Tapley, eenig overgeblevene van de velen, die indertijd uitverkoren schenen, toen Paramounts „Op zoek naar schoonheid jongelui uit alle wereldstreken naar de filmstad lokte. Hij heeft zoo pas een inspannende reis naar Malakka achter den rug, waar hij de hoofdrol had in Clyde Elliotts jungle-film „Booloo". Paramount heeft het dus druk met zijn geïmporteerde stars, maar
-«WU.««
18de Jaargang No. 48- 10 Dec. 1938
-♦■■
ANNE SHIRLEY EN NOAH BEERY Jr. IN DE COLUMBIA-FILM „GIRLS SCHOOL"
HET WEEKBLAD CIMEMAs. TU
n
r ATCD
"I
£
'■/ff.
*: %
■
I
-**^ ■4
*^r L\
m>
HET WEEKBLAD
mm '
CIMEMAs
■
IFLORENCE RICE ENI ROBERT YOUNG IN DE M.G.M.-FILM