ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ Û
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û
Rijksarchief, LRM en Heemkring Heidebloemke
2/3
Oud en nieuw goud Een industriële streekontwikkeling
Old and new gold An industrial area development
Desolaat heidelandschap
Desolate heath landscape
De Belgisch-Limburgse mijnstreek behelst de gemeenten Beringen, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Genk, As en Maasmechelen. Eeuwen lang was het grootste deel van die mijnstreek een dun bevolkt en amper ontsloten heidegebied. Boeren, levend in lemen huizen en langgevelboerderijen, hielden vee en gebruikten heide om het schrale akkerland vruchtbaar te maken. Het leven was er vaak hard.
The Belgian Limburg mining region includes the municipalities of Beringen, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Genk, As and Maasmechelen. For centuries the largest part of that mine area was a sparsely populated and barely accessible heath area. Farmers, living in houses made with clay and large façade farms, raised cattle and used heather to fertilise the poor farmland. Life was often hard.
Foto 1: Limburgse heide (Rijksarchief Hasselt – LRM).
Photo 1: Limburg Heath (Hasselt Archives - LRM).
Toenmalige kunstenaars zagen dat anders. Zij waren onder de indruk van de schoonheid en verlatenheid van dit weidse natuurgebied, legden het vast in schilderijen en gedichten en brachten er talrijke vakanties door. De groeiende nood aan industriële vetkool (cokes) vanaf het einde van de 19de eeuw zou de betekenis van dit gebied radicaal veranderen.
The artists saw it differently then. They were impressed by the beauty and solitude of this vast nature reserve, they portrayed it in paintings and poems and spent many holidays there. From the end of the 19th century, there was a growing need for industrial coal and the significance of this area would change radically.
Drilling and construction In 1902 the mine engineer André Dumont drilled the first coal in As. That was the beginning of a real coal rush. In the next two years there were numerous attempts to determine exactly where the coal was. Thin high wooden drill towers were built for this, which would create new temporarily orientation points in the stretched heath plains. Photo 2: Tower of an exploration drilling in Winterslag (Photo Archive Heemkring Heidebloemke Genk).[1]
1
Boren en bouwen In 1902 boorde mijningenieur André Dumont in As de eerste steenkool aan. Dat was het begin van een ware kolenrush. Via talrijke diepboringen probeerde men in de daarop volgende twee jaren te bepalen waar de steenkool zich precies bevond. Daarvoor werden houten boortorens gebouwd, die tijdelijke nieuwe oriëntatiepunten vormden in de uitgestrekte heidevlakten. Foto 2: Toren van een verkenningsboring in Winterslag (Fotoarchief Heemkring Heidebloemke Genk).1 In Winterslag werd op 3 november 1906 de concessie tot uitbating verleend onder de naam Genck-Sutendael. Het ging om een gebied van 3.800 hectare. De Franse groep Schneider (locomotiefbouwer, zware-machineconstructeur en kanonnenproducent) en de Belgische groep Coppée (constructie cokesovens en kolenwasserijen) bezaten de aandelen. Waren de gronden verdeeld en de precieze ontginningsplaats bepaald, dan begon men met de uitbouw van het mijnterrein. Eerst verschenen de houten afdiepingstorens. Hier onder groeven gespecialiseerde bedrijven de schachten die toegang moesten bieden tot de steenkoollagen. Om dat te kunnen doen werd de ondergrond rond de te graven schacht bevroren met pekel van –20°C. Na het graafwerk werd elke toren vervangen door een schachtbok. Op het terrein verschenen ook al de typische watertorenschouw van de elektrische centrale en de nodige treinsporen zodat materialen gemakkelijk af- en aangevoerd konden worden. Foto 3a: De foto uit 1910 toont de eerste installaties van het mijnterrein van Winterslag met rechts de houten afdieptorens. Links staat een voor die periode typische, gecombineerde watertoren en schoorsteen (Rijksarchief Hasselt – LRM). Foto 3b: De foto uit 1913 toont het binnenzicht van een afdieptoren in Winterslag (Fotoarchief Heemkring Heidebloemke Genk). Foto 4: De foto uit 1913 toont de ammoniakcompressoren van de vriesinstallatie van de mijn van Winterslag. Hiermee werd de Winterslagse ondergrond bevroren. Deze installatie bevond zich dicht bij de afdiepingstorens (Rijksarchief Hasselt – LRM).
2
On November 3rd 1906, Winterslag was granted the concession for operating under the name of Genck-Sutendael. It was an area of 3.800 hectares. The French group Schneider (locomotive builder, heavy machine manufacturer and canon producer) and the Belgian group Coppée (construction of coal ovens and coal wash) owned the shares. Once the land was divided and the exact mining location was determined, the development of the mine site started. First came the wide wooden shaft towers. Specialised companies dug the shafts that had to provide access to the coal layers. To be able to do that, they would have to freeze the ground around the shaft to-be with brine frozen at -20 ° C. After digging, each tower was replaced by a headframe. In the area you could see the typical water towers chimneys of the power station and train tracks so that the necessary materials could be supplied easily. Photo 3a: The photo from 1910 shows the first installations of the mine site of Winterslag with the wooden shaft towers on the right. On the left there is a typical one from that period, water tower and chimney combined (Archives Hasselt - LRM). Photo 3b: The photo from 1913 shows the inside view of a shaft tower in Winterslag (Photo Archive Heemkring Heidebloemke Genk). Photo 4: The photo from 1913 shows the ammonia compressor of the freezing installation of the mine of Winterslag. This was the Winterslag frozen subsoil. This plant was located near the shaft towers (Archives Hasselt - LRM).
Above the ground In order to extract the black gold, large industrial parks in the mine site were built. Headframes, collection buildings, coal laundry facilities, bridges, warehouses, etc. rose up
4/5 3b
3a
Bovengrond Om het zwarte goud te ontginnen, bouwde men op het mijnterreinen grote bedrijvenparken. Schachtbokken, ophaalgebouwen, kolenwasserij, loopbruggen, magazijnen, … rezen op uit de grond. Winterslag had ook een eigen treinstation, zodat de steenkool snel via spoor vervoerd kon worden. Iets verder van de mijn lag de kolenhaven van Genk zodat ook vervoer via water, vanaf 1939 langs het Albertkanaal, mogelijk was.
from the ground. Winterslag also had its own train station to transport the coal by railway. A little further from the mine was the coal port of Genk that made watertransport possible along the Albert Canal since 1939.
De mijn van Winterslag was in 1917 de eerste die met de productie startte. Aanvankelijk was Winterslag de mijn met het hoogste aantal dodelijke ongevallen. Dat verbeterde door een streng bestuur sterk vanaf de jaren ’50. De mijn werd een van de veiligste en een toonbeeld van een goed gerund bedrijf. In 1953 haalde het bedrijf een maximale tewerkstelling van 6.250 werknemers en in 1967 werd de maximale productie (1.635.514 ton) bereikt. In totaal haalde de Winterslagse mijnwerkers 66.593.000 ton steenkool naar boven.
In 1917 the Winterslag mine was the first to start production. Initially Winterslag was the mine with the highest number of fatal accidents. That improved in the 50’s thanks to a strict and strong management. The mine was one of the safest and a paragon of a well-run company. In 1953 the company had a maximum employment of 6.250 people. In 1967, they reached their top production (1,635.514 tons). In total, the Winterslag mine workers brought 66,593.000 tons of coal to the surface.
Elke mijn produceerde of importeerde zijn eigen energie: water, elektriciteit, stoom, perslucht en bouwstenen. Daarvoor bouwde elke mijn een eigen elektrische centrale, beton- en baksteenfabriek, koeltorens, ventilatorgebouwen en multifunctionele werkhuizen (schrijnwerkerij, smederij, montagehal, enz.).
Each mine produced or imported their own energy: water, electricity, steam, compressed air and building bricks. Therefore, each mine had their own electric plant, concrete and brick factory, cooling towers, ventilation buildings and multifunctional workshops for carpentry, forging, assembly, etc.
Foto 5: In Winterslag verrees ook een brikkenbakkerij, gelegen in het uiterste westen van het mijnterrein. Winterslag was de enige mijn die over een permanente steenbakkerij van het Hoffman-ringoventype beschikte. Hier werden tussen 1923 en 1964 op basis van gemalen schiefergesteente de Winterslagse brikken gemaakt. Ze waren gekend voor hun hardheid. De mijn verkocht de brikken ook aan particulieren omdat de productie veel groter was dan de eigen afzet. Op de achtergrond van de foto zijn de kolenwasserij en de schouwen van het ketelhuis van de mijn te zien (Rijksarchief Hasselt – LRM).
4
Photo 5: In Winterslag also rose a brick factory, located in the far west of the mine site. Winterslag was the only mine that had a permanent brick factory with a Hoffman ring furnace. Between 1923 and 1964 the Winterslag bricks were made out of grounded slate. They were known for their hardness. The mine would sell the bricks to individuals because the production was much greater than their needs in the mine. In the background of the photograph you can see the laundry facilities and the chimneys of the mine boiler house (Archives Hasselt - LRM). Photo 6: This photo from 1917 shows young workers posing with their machines in the carpentry of the Winterslag mine. This picture shows a bandsaw (left) and circlesaw (right) (Archives Hasselt - LRM).
5
Foto 6: Deze foto uit 1917 toont jonge arbeiders die poseren bij hun machines in de schrijnwerkerij van de mijn van Winterslag. Op de foto staan een lintzaag (links) en en cirkelzaag (rechts) (Rijksarchief Hasselt – LRM). Op het mijnterrein bevonden zich ook de nodige administratieve gebouwen. Die huisvestten de directie, de medische dienst en de boekhouding. In dezelfde buurt lagen de badzaal, waar de mijnwerker zich kon omkleden en wassen,
6
At the mine site you could also find the administrative buildings, where the directors, medical service and accounting were located. In the same location you could find the bathing area, where the miners change clothes and wash them-
en de lampenzaal, de bewaar- en onderhoudsplaats voor de mijnlampen. Deze gebouwen, gelegen aan de straatkant zodat iedereen ze goed zag, moesten het prestige van de kapitaalkrachtige eigenaars in de verf zetten. Daarom waren dit grote gebouwen uit dure materialen en voorzien van heel wat sierelementen.
selves. For storage and maintenance of the mine lamps they had a lamp room. Located on the side of the streets, visible to everyone, these buildings had the prestige to accentuate the wealth of the owners. Therefore, these were large buildings made from expensive materials
Extraction
Ontginnen Mijnbouw was vooral een kwestie van transport. Daarom had elke mijn ondergronds een enorm stelsel van schachten en gangen (steengangen, galerijen en pijlers).2 Zo kon men de steenkool boven halen, de luchttoevoer regelen en materiaal, mijnwerkers en afval vervoeren. Dat laatste gebeurde via speciale treintjes. Terwijl de grote permanente steengangen werden opgebouwd uit zware betonblokken, kregen de tijdelijke galerijen een ondersteuning uit hout of ijzer. Mijnwerker Janek uit Winterslag: Toen ik begon in 1938 waren ze juist begonnen met ijzer, in 1936. Het was nog de helft in hout en de helft in metaal. Met dat hout, er waren dagen dat de weg er door ging en ’s anderendaags kon die er niet door. Iedereen had een bijl vanachter in zijn broeksriem hangen en dan moest ge eerst wat van dat hout afkappen. Met ijzer was het al veiliger. 3 Aanvankelijk werd het zwarte goud gedolven met pikhouwelen in pijlers die enkel gestut werden door dennenhouten stutten. Vanaf 1932 werden ze vervangen door ijzeren stutten. Deze waren steviger maar zorgden niet voor een waarschuwend kraakgeluid bij terreindruk zoals hun houten voorgangers. Later kwam de hydraulische ondersteuning. De hamers en houwelen werden geleidelijk aan vervangen door hydraulische afbouwhamers en ondersnijmachines. Ook de andere transportfacetten in de ondergrond kenden een geleidelijke technische vooruitgang. Foto 7: Mijnwerkers aan het werk in de ondergrond (Rijksarchief Hasselt – LRM).4
Mining was mainly an issue of transportation. Therefore each mine had a massive system of underground shafts and tunnels [2]. One could bring out the coal, control the air supply and transport the material, the miners and the waste. The latter was done by using special trains. While the large permanent stone tunnels were constructed from heavy concrete blocks, the temporary galleries were supported by wood or iron. Miner Janek from Winterslag: When I started in 1938, they were just starting with iron, in 1936. It was half wood and half metal. With the wood, there were days when you could continue your way and other days when you could not get through. Everyone had an axe hanging on their belt to cut the wood. With iron it was safer. [3] Initially, the black gold was extracted with pickaxes in pillars that were propped up only by pine wooden struts. From 1932 they were replaced by iron struts. These were more solid but they would not make a crackling warning sound at ground pressure like their wooden predecessors. Later came the hydraulic support. The hammers and pickaxes were gradually replaced by hydraulic hammers and undercutting machines. The other facets of transport in the underground went through a gradual technical progress. Photo 7: Miners working underground (Archives Hasselt LRM).[4] The introduction of the mines made the population acquainted with the world of heavy industry: giant machines and long conveyor belts in immense halls, new energy sources, heavy shifts in sometimes unhealthy and dangerous conditions, bureaucracy, strange new landmarks (slag heaps and headframes). Working in the underground was intense. The miners worked deep underground in three shifts of eight hours. It was extremely hot and dirty and the lighting was minimal. Normally there was no time for lunch. Moreover, the work was unhealthy and even dangerous. The list of accidents, disasters and sick miners is long.
7
Door de komst van de mijnen maakte de bevolking kennis met de wereld van de zware industrie: reusachtige machines en lange transportbanden in immense hallen, nieuwe energiebronnen, zwaar postenwerk in soms ongezonde en gevaarlijke omstandigheden, bureaucratie, vreemde nieuwe landmarks (terrils en schachtbokken). Werken in de ondergrond was geen lachertje. In drie shiften van acht uren lang zwoegden de mijnwerkers diep onder de grond. Het was er enorm warm en vuil en de verlichting was miniem. Voor een lunchpauze was er vaak geen tijd. Bovendien was het werk ongezond en zelfs gevaarlijk. De lijst van ongevallen, rampen en zieke mijnwerkers is lang. Kenmerkend is dat het werk in de mijn zich, zowel boven- als ondergronds, steeds meer mechaniseerde.5 Gevolg daarvan was dat er minder personeel nodig was in bepaalde productiefasen. Soms werd het werk ook minder zwaar. Anderzijds vereiste de mechanisatie steeds meer mecaniciens en elektriciens voor het onderhoud en reparatie. Dat had gevolgen voor hun verloning, die hoger lag dan voor andere beroepen. Een ander gevolg van de ontginningsmechanisatie was de grotere aanwezigheid van koolstof in de pijlers. Dat probeerde men vanaf het einde van de jaren vijftig te bestrijden met sproeiïnstallaties en afzuigsystemen. Desondanks kregen heel wat mijnwerkers stoflong, een zware tol voor het zwarte goud.
Wonen en ontspannen De mijnen bouwden voor hun werknemers grote tuinwijken omdat woonvoorzieningen ontbraken in de Limburgse Kempen. Ook konden de mijnbazen op die manier de arbeiders
Typically, the work in the mine itself, both above and underground, became more mechanised.[5] The result was that fewer workers were needed in certain phases of production. Sometimes the work was less hard. Mechanisation required more mechanics and electricians for maintenance and repair. It affected their salary, which was higher than the salaries of other professions. Another consequence of the mining mechanisation was the increased presence of carbon in the pillars. They tried to solve it at the end of the fifties with spraying installations and extracting systems. Still many miners would suffer from pneumoconiosis, a heavy price to pay for the black gold.
Housing and relaxing The mines built large green communities for their employees because housing facilities were scarce in the Limburg Campine. This way the mine bosses could bind the workers to the mining company. Each neighbourhood had its own shop, called the Economat, one or more churches, schools, libraries, hospitals and cultural centres. The social hierarchy of the mine was maintained in the green communities. The houses of the office staff and schooled workers were larger and more luxurious and they were in a different area in the green community away from the miners’ houses. The most beautiful house was always intended for the director of the mine, usually located across the mine site so that he could keep an eye on his company. The construction of the green community had a lot of variety, they were provided with green and playing areas. It served as a green oasis after a long day of work in the darkness and the dust. Also the mine wanted to prevent their workers from feeling that they were a number. Concerning the spare time of the workers, the mine had full
De sociale hiërarchie van de mijn werd doorgetrokken in de tuinwijk. Huizen van bedienden en geschoolde arbeiders waren groter en luxueuzer en werden op een andere plaats in de tuinwijk ingeplant dan de woningen van de mijnwerkers. Het mooiste huis was steeds bestemd voor de directeur van de mijn. Hij kreeg een villa met park op een groot stuk grond, meestal gelegen tegenover het mijnterrein zodat hij zijn bedrijf goed in de gaten kon houden.
control. It created all sorts of associations (sports, drama...) or provided support to existing initiatives, to give the miner useful recreation time. The success of such associations gave the mining company also an added prestige. That way football teams, militias, athletic associations, fish and pigeon unions, etc… were created. In many cases, the mine provided them with their own courts, clubs and equipment. Photo 8: Winterslag FC soccer team in the year of establishment (1917). In the background are the first installations of the laundry facilities of the coal mine (Archives Hasselt - LRM).
In de opbouw van een tuinwijk werd voor heel wat variatie, groen en speelruimte gezorgd. Zo moest de tuinwijk een groene oase zijn na een dag vol werken in duisternis en stof. Ook wilde de mijn zo voorkomen dat haar arbeiders het gevoel hadden een nummer te zijn. Ook wat betreft de vrije tijd had de mijn haar vinger in de pap te brokken. Ze richtte zelf allerlei verenigingen (sport, toneel, ...) op of verleende steun aan bestaande initiatieven. Op die manier wilde men de mijnwerker een nuttig tijdverdrijf bezorgen. Succes van dergelijke verenigingen gaf het mijnbedrijf bovendien extra prestige. Op die manier ontstonden voetbalploegen, schutterijen, turnbonden, vissers- en duivenbonden, enz. De mijn voorzag hen in veel gevallen van eigen pleinen, clublokalen en speelmaterialen. 8
Foto 8: Voetbalploeg Winterslag FC in het jaar van oprichting (1917). Op de achtergrond staat de eerste installaties van de kolenwasserij van de mijn (Rijksarchief Hasselt – LRM).
Verdere mijngeschiedenis Om de productie te garanderen was heel wat werkvolk nodig. De schaarse inwoners van de mijnstreek waren niet geneigd te kiezen voor het zware en gevaarlijke werk. Daarom werden arbeiders van buiten de mijnstreek aangetrokken. Aanvankelijk waren dit nog Belgen (ervaren Waalse mijnwerkers, Nood-Limburgers en Antwerpenaren), maar vanaf 1922 rekruteerden de mijnen noodgedwongen in Centraal- en Oost-Europa (Polen, Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk,…). Rond 1930 werkten al 6.500 gastarbeiders in de Limburgse mijnen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog liep de productie, onder andere gerealiseerd door Russische krijgsgevangenen, in de Limburgse mijnen gewoon verder. De opbrengsten gingen naar de staalindustrie van Duitse bezetter. Na de oorlog werden de Russen vervangen door Duitsers en collaborateurs, tot dat België met Italië in 1946 een akkoord sloot. In ruil voor steenkool leverde het schiereiland arbeidskrachten. De mijnramp in Marcinelle (1956) maakte hieraan een abrupt einde. In de daarop volgende jaren werd gerekruteerd in Spanje, Griekenland, Turkije en Marokko. De Limburgse mijnen kwamen vrijwel ongeschonden uit de oorlog en konden daarom snel een antwoord bieden op de nieuwe Belgische energienoden. De steenkoolnijverheid veranderde Midden-Limburg in al haar facetten. Vreemde culturen, andere sociale structuren en nieuwe vrijetijdsmogelijkheden vormden verder een eigen mijnidentiteit. In 1958 brak de Internationale Kolencrisis uit en werden door de EGKS productiebeperkingen opgelegd. Dit leidde tot de fusie van de mijnen van Houthalen en Zolder in 1964. Kort daarna moest Zwartberg, als compensatie voor de sluiting van Waalse mijnen, haar deuren sluiten. De andere mijnen verenigden zich om te overleven in 1967 in de nv Kempische Steenkoolmijnen (KS), een samenwerkingsverband tussen de stichtende vennootschappen en de Belgische overheid.
More mining history To ensure the production a lot of workers were needed. The few inhabitants of the mining area were not inclined to opt for the heavy and dangerous work. Therefore, workers from outside the mining area were attracted. Initially, these workers were still Belgians for example experienced miners from Wallonia, North Limburg and Antwerp. From 1922 the mines were forced to recruit workers from Central and Eastern Europe (Poland, Czech Republic, Slovakia, Austria...). Around 1930 a number of 6.500 immigrant workers were already working in the Limburg mines. During World War II the production in the Limburg mines continues with Russian prisoners of war, The profits went to the steel industry from the German occupation. After the war Germans and collaborators replaced the Russians, until Belgium made an agreement with Italy in 1946. In exchange for coal the peninsula delivered workers. The mine disaster in Marcinelle (1956) ended this abruptly. Out of 261 miners, 136 Italians were killed. The Italian government stopped the immigration due to unsafe working conditions. In the following years the recruitment area changed into Spain, Greece, Turkey and Morocco. The Limburg mines were undamaged during the war and could quickly respond to the new Belgian energy needs. The coal industry changed Middle Limburg in all its facets. Foreign cultures, other social structures and new leisure facilities formed a mining identity. In 1958 the International Coal Crisis broke out and the ECSC, the European Coal and Steel Community approved production restrictions This led to the merger of the mines of Houthalen and Zolder in 1964. Shortly after that Zwartberg had to close its doors, as compensation for the closure of the Walloon mines. The other mines united to survive in 1967 in the Kempische Steenkoolmijnen (KS) or Campine Coalmines Ltd. a collaboration between the founding companies and the Belgian government.
Industriële revoluties
Industrial revolutions
Vanaf 1958 stuikte de steenkoolindustrie in elkaar. Dat leidde uiteindelijk tot het einde van het Limburgse mijnverhaal. Ondertussen kwam in het spoor van een reconversieplan een nieuwe industrialiseringsgolf (o.a. Ford -auto’s en ALZ -staal) op gang. Zeker vanaf de jaren zeventig werd de focus verlegd naar rationalisatie en technologie en was een centrale rol weggelegd voor de intelligente machine. Dat bewijst bijvoorbeeld de Genkse auto-industrie met de intrede van de robot en de conveyor brigde (900 meter lange transportlijn om de gewenste onderdelen just-in-time en just-insequence aan de assemblagelijnen bij Ford te leveren).
From 1958 the coal industry collapsed, which eventually led to the end of the Limburg mine story. Meanwhile, a new industrial wave rose following a special redevelopment plan (eg. Ford cars, ALZ-steel or Philips Electronics). Since the 70s, the focus moved to rationalisation and technology and there was a central role for the intelligent machine. For example, the Genk automotive industry proves this with the introduction of the robot and the conveyor bridge, a 900 meter long transport line to supply the necessary components just-intime and just-in-sequence to the assembly lines at Ford.
De gevolgen voor de tewerkstelling waren enorm. Door de sluiting van de mijnindustrie moesten al heel wat mensen op
The effects on employment were enormous. Due to closure of the mining industry a lot of people had to look for a different job. The rationalisation wave in the new industry made
6/7
aan het mijnbedrijf binden. Elke wijk had een eigen winkel, de Economat genoemd, een of meerdere kerken, scholen, bibliotheken, ziekenhuizen en culturele centra.
zoek naar ander werk. De rationalisaliseringsgolf in de nieuwe industrie maakte de situatie alleen nog maar penibeler. In heel wat Genkse bedrijven liet men personeel afvloeien. Het wegvallen van de mijn had ook gevolgen op sociaal en cultureel vlak. De structuren die de mijn had opgebouwd verbrokkelden. Heel wat verenigingen hielden noodgedwongen op te bestaan en talrijke voorzieningen – die jaren lang vanzelfsprekend waren geweest – werden afgebouwd. Dat had op haar beurt invloed op het sociale weefsel in de mijngemeenten. Sinds het begin van de 21ste eeuw spreken we van een postindustriële wereld. In tijden van crisis komt de nadruk te liggen op industriële activiteiten die gebruik maken van hoogtechnologische en wetenschappelijke kennis. Factoren die daarbij in rekening moeten genomen worden zijn globalisering en grondstoffenschaarste. Dat leidt tot een industrie die meer de nadruk legt op duurzaamheid, kwaliteit, vakmanschap en lokaliteit. Massaproductie maakt plaats voor creatie op maat. Zo ontstaat een innovatieve industrie die haar voedingsbodem vindt in de creatieve industrie. Die laatste heeft immers de tools om de meer traditionele industriële sectoren op sleeptouw te nemen en de transformatie mogelijk te maken. De creatieve industrie is al vandaag al goed vertegenwoordigd in Vlaanderen. Belangrijk hierin is Flanders District of Creativity, een organisatie opgericht door de Vlaamse regering om ondernemingscreativiteit te stimuleren. Daarvoor werkt ze samen met andere regio’s in de wereld. In Limburg heeft een belangrijk deel van de creatieve industrie een plaats gevonden op C-Mine in Winterslag.
Creatief (met) Mijnerfgoed Alle mijngebouwen die nu nog te zien zijn in Winterslag zijn sinds 1993 beschermd als monument. De directie- en kaderburelen (1914-1918) worden herbestemd tot een Centrum voor Creatieve Bedrijfsinnovatie en Ondernemerschap. Al eerder werden de aangrenzende lamp- en badzalen (1914-1918) met de onafgewerkte Big-Bentoren aangepakt. Zij huisvesten vandaag onder andere een cinemacomplex. Heel prominent aanwezig zijn ook de twee schachtbokken. Gebouwd in 1915-1916 waren ze beiden even groot (40m). Maar in 1963 werd de oudste vervangen door een 72 meter hoge driepikkelschachtbok. Zo werd het kipsysteem mogelijk, dat toeliet om containers tot 15 ton naar boven te halen. Onder schachtbok twee staan nog steeds de resten van het losvloer- en ontvangstgebouw. Een ander belangrijk landschapsbaken is de terril. De steenkoolresten worden eruit gehaald. De steenberg met een top van 163 meter is op het gewestplan ingekleurd als recreatiegebied in een groene omgeving. De energiegebouwen werden herbestemd tot het C-mine cultuurcentrum, het C-mine designcentrum, seminarieruimtes en het toeristisch bezoekersonthaal. Een aantal productiemachines (compressoren en ophaalmachine vier uit 1923, oudst bewaarde in de Kempen) werden bewaard. Daarnaast wordt er een innovatief toeristisch bezoekersonthaal ontwikkeld dat, vertrekkend in de energiegebouwen door de ondergrondse gangen loopt om te eindigen bovenop de schachtbok. Dit toeristische project opent in april 2012. Van de elektrische centrale werden de barenzaal (hoogspanningsschakelaars) en het grote marmeren controlebord bewaard. Hier is er ruimte voor seminaries, beurzen, enz. . Het magazijngebouw en de oude paardenstallen zijn eveneens beschermde gebouwen. In het magazijngebouw heeft de kunstenaar Piet Stockmans zich gevestigd. In 1987 richtte hij er de Studio Pieter Stockmans op. De studio, waar sinds 1997 ook zijn dochter Widukind partner van is, richt haar activiteiten op: ontwerp en vervaardiging van porselein voor de gedekte tafel, vervaardiging van kunstwerken, productie van porseleinen ontwerpen van diverse designers (onder het merk “Stockmansporselein”) en ontwerp van serviezen en porseleinen juwelen voor externe klanten. Nieuw op C-Mine is de campus van de MAD-faculty. De gezamenlijke Media, Arts and Design-opleiding en researchpoot van de KHLIM en PHL kan op deze plek perfect in dialoog gaan met de unieke creatieve omgeving die op de oude mijnterreinen ontstaat.
the situation only worse. In many companies in Genk, staff was made redundant. The disappearance of the mine also had an effect on a social and cultural level. The structures that the mine had built crumbled. Many associations were forced to disappear and numerous facilities – that for years had been taken for granted - were phased out. That influenced the social fabric and roles in the mining communities. Since the beginning of the 21st century we speak of a postindustrial world. In these times of crisis, the emphasis lies on industrial activities that use high technological and scientific knowledge. Factors that should be taken into account are globalisation and resource scarcity. This leads to an industry that emphasises even more on innovation, sustainability, quality, craftsmanship and locality. Mass production is replaced by customised creation. As a result, a innovative industry finds its source in the existing creative industry. The latter possesses the tools to carry along the more traditional sectors and to make the transformation possible. The creative industry is already well represented in Flanders today. The important thing here is the Flanders District of Creativity, an organisation founded by the Flemish government to stimulate entrepreneurial creativity. Therefore it also works with other regions in the world. In Limburg, an important part of the creative industry has found its place at C-Mine in Winterslag.
Creative (with) Mine Heritage Since 1993 all mine buildings that are still visible in Winterslag are protected monuments. The management and executive staff offices from around 1914 are being reassigned to a Centre for Creative Business Innovation and Entrepreneurship. Earlier, the lamp rooms and bathrooms from around 1914 with the unfinished Big Ben Tower were tackled. Today they accommodate a cinema complex amongst others. Very prominently present are the two headframes. Built in 19151916 they were both 40m high. But in 1963 the oldest was replaced by a 72 metre high three-legged headframe. That is how the dumping system, which allowed for containers up to 15 tons to be brought up to the surface, was made possible. Under the second headframe you can find the remains of the cargo floor and reception building. Another important landscape landmark is the slag heap. The coal residues were removed. The heap with a summit of 163 metres is coloured as a recreational area in a green surrounding. The energy buildings were relocated as the C-mine culture centre, the C-mine design centre, seminar rooms and as a tourist reception. A number of production machines such as compressors and dig-up machine from 1923 were preserved. In addition to this, an innovative tourist reception is being developed, that runs from the energy buildings through the underground tunnels to end on top of the headframe. This tourism project opens in April 2012. From the power station, the birth rooms (high voltage switches) and the large marble control panel were kept. The warehouse and the old horse stables are protected buildings. In the warehouse, the artist Piet Stockmans settled in. Since 1987 he runs a design studio focusing on design and manufacture of porcelain tableware, manufacture of artwork, production of porcelain designs from various designers for external customers. New on C-Mine is the MADfaculty campus, the joint Media, Arts and Design education and research branch of the PHL and KHLim. These institutions can start a perfect dialogue with the unique creative environment that occurs in the old mine site. That way, this heritage place is a breeding ground for new creativity.
Additional information
Afbeeldingen:
Images:
http://visu.arch.be, doorklikken op mijnarchieven Limburg, waar na registratie in de collectie glasnegatieven ongeveer 1.700 foto’s van de eerste jaren van de mijnindustrie te bekijken zijn. Hierbij zitten de nodige foto’s van Winterslag, vooral tussen pagina 9 en 26.
http://visu.arch.be, click on mine archives Limburg, where, after registration in the collection of glass negatives, you can find about 1.700 pictures of the first years of the mining industry. Here are the some photos of Winterslag, especially between pages 9 and 26.
In het boek W. Segers e.a., Breekbaar Verleden (Hasselt 2009) is een selectie van de glasnegatievencollectie afgebeeld.
In the book of W. Segers e.a., Breekbaar Verleden (Hasselt 2009) there is a selection of a glass negative collection.
http://www.mijnerfgoed.be: beeldbank van de erfgoedcel Mijnerfgoed, bevat foto’s van de compressorhal, ophaalmachines, schachtbokken, ophaalgebouwen, cités, boortoren van Winterslag. Dwardsdoorsnede van de ondergrond van de mijn van Winterslag: Delbroek, De Koolputters, 7. Plattegrond van de bedrijfsgebouwen van een mijn van Winterslag: B. Vandoorslaer, Koolputterserfgoed, 131. Overzichtsplan van de tuinwijken in Winterslag: De Rijck, De ereburgers, 215 en Van Doorslaer, Koolputterserfgoed, apart katern. G. Brugmans e.a., De eeuw van het zwarte goud, 14-15. In dit werk zijn ook andere verhalen terug te vinden van mijnwerkers en hun machines.
Bronnen G. Brugmans e.a., De eeuw van het zwarte goud (Hasselt 2001). B. Delbroek e.a., De Koolputters. Geschiedenis van de Limburgse mijnwerkers (Zwolle 2005-2007) Tijdschriftenreeks - Waanders Uitgevers. T. De Rijck & G. Van Meulder, De ereburgers. Een sociale geschiedenis van de Limburgse mijnwerkers (Berchem 2000). J. Habex & K. Reulens, Genk, gisteren en vandaag. Geschiedenis in een notendop (Genk s.d.). Heemkring Heidebloemke vzw, Kolenmijnen en tuinwijken te Genk (Genk 1988). B. Vandoorslaer, Koolputterserfgoed: een bovengrondse toekomst voor een ondergronds verleden (Hasselt 2002). T. Maenhout e.a., Onderzoeksrapport Creatieve industrie in Vlaanderen (2006, i.o.v. FDC en Vlerick Leuven Gent Management School).
http://www.mijnerfgoed.be: image bank of the Mine Heritage Association, contains pictures of the compressor hall, dig-up machines, headframes, dig-up buildings, communities, drill tower of Winterslag. Cross section of the underground of the mine of Winterslag: Delbroek, De Koolputters, 7. Floor plan of the company buildings of a mine of Winterslag B. Vandoorslaer, Koolputterserfgoed, 131. Overview plan of the green communities of Winterslag: De Rijk, De ereburgers, 215 and Van Doorslaer, Koolputterserfgoed, separate booklet. G. Brugmans and others, De eeuw van het zwarte goud, 1415. In this work there are other stories of miners and their machines.
Sources G. Brugmans and others, De eeuw van het zwarte goud (Hasselt 2001). B. Delbroek and others,De Koolputters. Geschiedenis van de Limburgse mijnwerkers (Zwolle 2005-2007) Magazine series - Waanders Publishers. T. De Rijck & G. Van Meulder, De ereburgers. Een sociale geschiedenis van de Limburgse mijnwerkers (Berchem 2000). J. Habex & K. Reulens, Genk, gisteren en vandaag. Geschiedenis in een notendop (Genk s.d.). Heemkring Heidebloemke vzw, Kolenmijnen en tuinwijken te Genk (Genk 1988). T. Maenhout and others, Onderzoeksrapport Creatieve industrie in Vlaanderen (2006, i.o.v. FDC and Vlerick Leuven Gent Management School). http://www.pietstockmans.com (consulted on 16th January 2012) http://www.c-mine.be (consulted on 15th January 2012)
http://www.pietstockmans.com (geraadpleegd 16 januari 2012)
http://www.lrm.be/portefeuille/csg (consulted on 23rd January 2012)
http://www.c-mine.be (geraadpleegd 15 januari 2012) http://www.lrm.be/portefeuille/csg (geraadpleegd 23 januari 2012)
Voetnoten 1 Foto’s van andere boortorens: Delbroek, De Koolputters, 50-51. 2 Een steengang was een horizontale, permanente gang die vanaf de schacht vertrok en de verschillende steenkoollagen aansneed. De functie ervan was ontsluiting van de steenkoollagen, vlot transport en makkelijke luchtdoorstroming. De galerij vormde de tijdelijke verbinding tussen de steengang en de pijler. De pijler is de plek waar de kolen ontgonnen werden. 3 De Rijck & Van Meulder, De ereburgers. Een sociale geschiedenis van de Limburgse mijnwerkers (Berchem 2000), 95. 4 Extra foto’s van het werk in de ondergrond: Delbroek, De Koolputters, 155-172 en 276-279. 5 Extra foto’s van het werk op de bovengrond: Delbroek, De Koolputters, 347-366. Idem in Heemkring Heidebloemke, Kolenmijnen, 122-141.
Footnotes [1] Photo from another drilling rig: Delbroek, De Koolputters, 50-51. [2] A stone tunnel was a horizontal, permanent tunnel that started from the shaft and cut through the different coal layers. Its function was unlocking the coal layers, smooth transport and easy air ventilation. The gallery was a temporary connection between the stone tunnel and the pillar. The pillar is the place where the coals were extracted. [3] De Rijck & Van Meulder, De ereburgers. Een sociale geschiedenis van de Limburgse mijnwerkers (Berchem 2000), 95. [4] Additional picture of the work in the underground: Delbroek, De Koolputters, 155-172 and 276-279. [5] Additional picture of the work above the ground: Delbroek, De Koolputters, 347-366. Idem in Heemkring Heidebloemke, Kolenmijnen, 122-141.
8/9
Extra informatie
Genk - the past
Rijksarchief, LRM en Heemkring Heidebloemke
During the C-mine event DSGNRMRKT will build C-mine into a single, large fashion factory, where participants can create clothing and accessories under the guidance of fashion experts.
Datum: 15-16 september
Dates: 15–16 September
ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û
Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ ÛÛ Û ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
www.dsgnrmrkt.com
Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û
10/11
Tijdens het C-mine moment bouwt DSGNRMRKT C-mine om tot één grote mode-machinezaal waar deelnemers onder begeleiding van mode-experts kleding en accessoires kunnen creëren.
De workshop Hack-a-thing tracht alledaagse apparaten een nieuwe bestemming te geven. Vertrekkende van de principes van open source en sociaal design gaan teams van designers, kunstenaars, codedoctors en hackers samen met jongeren uit de buurt van C-mine aan de slag. Hack-a-thing bestaat uit twee weekends. Het eerste weekend richt zich expliciet op de jongeren uit de buurt en start met een introductie in electronica en technologieën als Arduino en lasercutting. Deze tweedaagse eindigt met het bedenken en maken van een aantal prototypes, vertrekkende van de objecten (een haardroger, wasmachine, gameconsole, ...) die de deelnemers zelf meebrengen. De tweede fase werkt met een ‘open call for participation’. Hacking-experts werken samen met de jongeren uit de buurt verder op de gehackte objecten uit de eerste fase. Een selectie van objecten krijgt een plaats in de tentoonstellingsruimte van ‘The Machine’ in het C-mine Designcentrum. Wanneer? Zaterdag 7 en zondag 8 juli, van 10.00u tot 17.00u Zaterdag 15 en zondag 16 september, van 10.00u tot 17.00u
The aim of the Hack-a-thing workshop is to give everyday things a new use. Based on the principles of open source and social design, teams of designers, artists, code doctors and hackers set to work with youngsters living near C-mine. Hack-a-thing comprises two weekends. The first weekend is aimed explicitly at local youngsters and starts with an introduction to electronics and technologies such as Arduino and laser cutting. These two days end with the conception and creation of a number of prototypes based on objects (a hair drier, washing machine, games console, ...) the participants brought themselves. The second phase works with an ‘open call for participation’. Hacking experts continue working with local youngsters on the hacked objects from the first phase. A selection of objects will be shown in the exhibition space of ‘The Machine’ in the C-mine Designcentrum. When? Saturday 7 and Sunday 8 July, from 10.00 to 17.00 Saturday 15 and Sunday 16 September, from 10.00 to 17.00 Where? FabLab Genk Media, Arts & Design faculty (campus C-mine) C-mine 5, 3600 Genk
Waar? FabLab Genk Media, Arts & Design faculty (campus C-mine) C-mine 5, 3600 Genk Deze workshop wordt georganiseerd door FabLab Genk. Een FabLab is een open onderzoeks-, experimenteer- en ‘maak’ruimte waar iedereen de aanwezige apparatuur kan gebruiken om haar/zijn ideeën om te zetten in iets tastbaars.
This workshop is organised by FabLab Genk. A FabLab is an open research, experiment and ‘make’ area where everyone is able to use the available equipment to put his/her ideas into something tangible. FabLab Genk, support by Interreg IV.
Fablab Genk, ondersteund door Interreg IV.
Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û
Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
www.fablabgenk.be www.themachine.be www.facebook.com/FablabGenk
ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û
What does the business of the future look like? Terms such as ‘open or closed’ and ‘alone or together’ are topics of interest to every entrepreneur, both as a business and a designer. These themes form the starting point for this series of interesting lectures and workshops. The event will conclude with a networking event for creatives and industry representatives.
Datum: 13 september
Date: 13 September
ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛ Û
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û
Û Û Û Û Û Û
Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛ
Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û
ÛÛ Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û ÛÛ Û
Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û
Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û
Û Û Û Û Û Û
Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
12/13
Hoe ziet het ondernemen van de toekomst er uit? Termen als ‘open of gesloten’ en ‘alleen of samen’ zijn topics waar iedere ondernemer, zowel bedrijf als ontwerper mee te maken heeft. Deze thema’s zijn het startpunt voor interessante lezingen en workshops die deel uitmaken van dit business event. Het geheel wordt afgesloten met een netwerkmoment voor creatieven en industrie.
Tien designers gezocht voor een zomerworkshop 3D tekenen en printen.
Ten designers are wanted for a summer workshop on 3D drawing and printing.
Heb je al wat basis 3D tekenervaring? Wil je samen met 9 andere designers een proces doorlopen van idee tot 3D geprint object? Wil je jouw ontwerp in de tentoonstelling van The Machine en/of online beschikbaar via i.materialise. com? Neem dan deel aan de gratis zomerworkshop 3D tekenen en printen, met de steun van i.materialise.
Do you have experience in 3D drawing? Do you want to join nine other designers on the journey from idea to 3D printed object? Do you want your design to be shown in the exhibition The Machine and/or online via i.materialise.com? Then join us for the free summer workshop on 3D drawing and printing, with the support of i.materialise.
Wij zorgen voor een boeiend programma van zeven dagen met: - een introductie tot Solid Works software door Itay Ohaly met persoonlijke begeleiding bij het uittekenen van jouw ontwerp - een Save as [Mine] design challenge geformuleerd door Maya Ben David en Jon Stam om jouw persoonlijk souvenir aan het mijnverleden te ontwerpen - verschillende open workshops in de tentoonstelling om van idee en concept tot 3D tekening te komen - een gratis print van jouw ontwerp (maximale afmetingen 10 cm x 10 cm x 10 cm) - jouw ontwerp in de tentoonstelling van The Machine, als onderdeel van de presentatie Save as [Mine] van Maya Ben David, Jon Stam en Roee Kremer, en wie weet ook in de online gallery van i.materialise.com - een getuigenis over de techniek en toepassingen van 3D printen voor ontwerpers door Karen Wuytens (MAD-faculty) - een historisch overzicht van Rapid Prototyping modelen productie technologieën door Rinus van den Berg (DSM, TUe) - een geleid bezoek achter de schermen van Materialise in Leuven, het bedrijf dat al 20 jaar actief is in onderzoek en ontwikkeling van 3D printtechnologie.
We will provide you with a fascinating seven-day programme including the following: - an introduction to Solid Works software by Itay Ohaly, with personal coaching to help you create your own design - a Save as [Mine] design challenge put together by Maya Ben David and Jon Stam to design your personal souvenir for the history of mining - various open workshops in the exhibition to help you develop your idea and concept into a 3D drawing - a free printout of your design (max. dimensions 10 cm x 10 cm x 10 cm) - an exhibition of your design in The Machine, as part of the Save as [Mine] presentation of Maya Ben David, Jon Stam and Roee Kremer, and maybe even in the i.materialise.com online gallery - a presentation about the techniques and applications of 3D printing for designers by Karen Wuytens (Media, Arts and Design Faculty) - a historical overview of Rapid Prototyping model and production technologies by Rinus van den Berg (DSM, Eindhoven University of Technology) - a guided tour behind the scenes at Materialise in Leuven, a company that has been active in research and development for 3D printing technology for 20 years.
Ben je geïnteresseerd, heb je al wat basis 3D tekenervaring, beschik je over een laptop en kan je je vrijmaken op 5-6, 10-13 en 3 augustus? Schrijf je dan vanaf 4 juni in via www. designplatform.be
Are you interested? Do you have basic 3D drawing skills, a laptop and some free time on 5−6, 10−13 July and 3 August? Sign in at www.designplatform.be. Enrolment opens 4 June. Only 10 places available in this summer workshop. First come, first served. You will need to bring your own laptop and meals. For questions and more information:
[email protected].
Er zijn slechts 10 plaatsen beschikbaar voor deze zomerworkshop, first come, first served. Breng je eigen laptop en maaltijden mee. Meer info en vragen:
[email protected] Met de steun van i.materialise. Data: 5-6 juli introductie + 10-13 juli workshop + 3 augustus bezoek i.materialise en plaatsing in tentoonstelling Telkens van 10u-17u
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û
Supported by i.materialise. Dates: Introduction on 5−6 July + workshop on 10−13 July + visit to i.materialise and designs placed in exhibition on 3 August. Times: each day from 10.00 to 17.00.
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ ÛÛ Û ÛÛ Û
Û
ÛÛ
ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û
Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û
Five selected design duos from around the region will spend 14 hours shut in the exhibition, experimenting with new uses of the machines, materials and technologies. The results of these experiments will be on display during the exhibition. Dates: 14–15 July, 21–22 July, 28–29 July, 4–5 Aug, 11–12 Aug from Saturday 11.00 to Sunday 18.00
Datum: 14-15 juli, 21-22 juli, 28-29 juli, 4-5 aug, 11-12 aug van zaterdag 11u tot zondag 18u
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛ
Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛ
www.karenwuytens.com www.kuppers.be www.bruninx.com www.dikscheepers.nl www.lucdaamen.nl www.lorelangendries.com www.lindehermans.be www.noortjedelahaye.b www.designplatform.be
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ Û Û Û Û Û Û
14/15
Vijf geselecteerde ontwerpers(duo’s) uit de regio worden gedurende 14 uur opgesloten in de tentoonstelling en gaan aan de slag met machines. Zij experimenteren met nieuwe gebruiksmogelijkheden van de machines, materialen en technologieën. De resultaten van deze residentie worden in de tentoonstelling gepresenteerd.
Karen Wuytens en Jan Kuppers (B) – 14-15 juli Als ontwerpster van juwelen en objecten experimenteert Karen graag met nieuwe materialen en technieken. Voor haar artistiek werk in haar doctoraat over ontwerpprocessen werkt ze met de techniek van het 3D-printen. Karen nodigt Jan Kuppers, productdesigner, uit.
Karen Wuytens and Jan Kuppers (B) – 14–15 July As a designer of jewellery and other objects, Karen enjoys experimenting with new materials and techniques. In her artistic work for her PhD in design processes, she works with the technique of 3D printing. She has invited the product designer Jan Kuppers to join her.
Johan Bruninx (B) – 21-22 juli Johan staat als ontwerper bekend om zijn ‘mashups’, hij samplet zowel oud met nieuw, materiaal met techniek als design met kunst.
Johan Bruninx (B) – 21–22 July Johan is known as a designer for his ‘mashups’, which combine old with new, materials with technique and design with art.
Dik Scheepers en Luc Daamen (NL) – 28-29 juli Dik is een nieuwsgierige ontwerper: het onderzoek dat vooraf gaat aan een nieuwe techniek of een onbekend materiaal, maakt het voor hem interessant. Dik nodigt juweelontwerper Luc Daamen uit.
Dik Scheepers and Luc Daamen (NL) – 28–29 July Dik is a curious designer: what makes design interesting to him is the research that precedes a new technique or an unknown material. Dik has invited jewellery designer Luc Daamen to join him.
Lore Langendries (B) – 4-5 augustus Lore ontwerpt sieraden en objecten waarin ze de grens tussen reproduceerbaarheid en niet-reproduceerbaarheid onderzoekt, toegepast in een industriële context.
Lore Langendries (B) – 4–5 August Lore designs ornaments and objects in which she examines the boundary between reproducability and non-reproducability in an industrial context.
Linde Hermans en Noortje De la Haye (B) – 11-12 augustus Geen uitdaging teveel voor productdesigner Linde, zeker niet wanneer ze er een nieuw materiaal of techniek beter mee kan leren kennen. Ze nodigt grafisch ontwerpster Noortje uit.
Linde Hermans and Noortje De la Haye (B) – 11–12 August No challenge is too much for the product designer Linde, especially if it means getting better acquainted with a new material or technique. She has invited the graphic designer Noortje De la Haye to join her.
Met de steun van Design Platform Limburg
With the support of Design Platform Limburg www.designplatform.be
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛ
Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛ ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛÛ ÛÛ ÛÛ
www.karenwuytens.com www.kuppers.be www.bruninx.com www.dikscheepers.nl www.lucdaamen.nl www.lorelangendries.com www.lindehermans.be www.noortjedelahaye.b www.designplatform.be
ÛÛ ÛÛ Û Û Û Û Û Û Û Û Û Û ÛÛ ÛÛ
ÛÛ ÛÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û ÛÛ ÛÛÛ
Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û Û ÛÛ Û Û Û Û
ÛÛ ÛÛÛ Û Û Û ÛÛ ÛÛ Û Û Û ÛÛ Û ÛÛ ÛÛÛ
ÛÛ Û Û Û Û Û Û
16/16 www.c-mine.be www.c-mine.be www.c-mine.be www.c-mine.be www.c-mine.be www.c-mine.be www.c-mine.be