Van:
Transport en Logistiek Nederland
Aan:
Europese Commissie / DG Interne markt en diensten / Eenheid Onlinediensten
Onderwerp:
Beantwoording vragen inzake “Groenboek een geïntegreerde markt van pakketbestellingen voor groei van de elektronische handel in de EU”
Datum:
19 februari 2013
*************
************
**********
Antwoorden Het regelgevend en institutioneel kader voor de EU-markt van pakketbestellingen Vraag 1 Voor het groenboek wordt een ruime definitie van het woord “pakket” gedefinieerd en omvat alle artikelen met een gewicht tot 30 kg. TLN is van mening dat deze definitie van pakket volstaat. Echter e-commercemarkten betreffen niet alleen pakketten tot genoemd gewicht, maar bijvoorbeeld eveneens consumentendistributie van goederen met een hoger gewicht dan 30 kg zoals wit- en bruingoed, meubels en tuinartikelen. Kortom elektronische handel omvat meer dan alleen pakketbestellingen. Nagenoeg zijn tegenwoordig alle producten online te koop. TLN vindt voorts dat een brief niet onder de definitie van pakket moet vallen.
Vraag 2 Op
het
gebied
grensoverschrijdende
van
douanewetgeving
bestellingen
kunnen
zijn
maatregelen
bevorderen
zoals
wenselijk
die
vereenvoudigde
douaneregelingen (bijvoorbeeld “centralized clearance” waarbij de goederenstroom en de aangifte worden ontkoppeld), het verbeteren van mogelijkheden om elektronische data met de douane uit te wisselen en verlaging van administratieve kosten voor aangevers door het verhogen van de “de minimus” limieten. Als gevolg van e-commerce zal het karakter van stedelijke distributie veranderen. Het beleveren van individuele consumenten zal naar verwachting sterk gaan toenemen. Het aantal kleine(re) voertuigen voor de aflevering van online zendingen in binnensteden en woonwijken in stadsregio’s zal dientengevolge stijgen en daarmee eveneens het aantal vervoersbewegingen in en naar de steden. Logistieke activiteiten zoals laden, lossen en retourstromen in de binnensteden zullen eveneens toenemen. De urgentie om bestaande problemen m.b.t. stedelijke distributie op te lossen wordt door de toename van e-commerce groter. Door de explosieve groei van elektronische handel zal derhalve nog meer aandacht moeten zijn voor het economisch klimaat,
1
bereikbaarheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit binnen steden. TLN is van mening dat het verkleinen c.q. oplossen van de problemen rond stedelijke distributie een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van bedrijfsleven (producenten, vervoerders, verladers en ontvangers) en decentrale overheden. TLN heeft een aantal instrumenten ontwikkeld om de samenwerking tussen de belangrijkste partijen bij de bevoorrading van winkels, horeca (en consumenten) te bevorderen. Deze instrumenten kunnen worden gezien als “best practices” om gesignaleerde problemen aan te pakken. Het verdient aanbeveling dat de Europese Commissie deze instrumenten (en die van andere partijen in andere lidstaten?) mede met het oog op de groei van ecommercemarkten breed toegankelijk (openbaar) maakt. TLN benadrukt hierbij dat gezien de aard van de problemen rond stedelijke distributie, Europese regelgeving m.b.t. stedelijke distributie ongewenst is.
Vraag 3 Zie beantwoording vraag 2.
Vraag 4 TLN ziet geen lacunes in de regelgeving en acht nadere maatregelen/regelgeving voor de e-commercemarkt niet noodzakelijk. Een en ander laat onverlet dat door de groei van
e-commerce
de
criminaliteit
tijdens
bevoorrading
in
de
binnensteden,
winkelcentra en overige winkelgebieden naar verwachting verder zal toenemen. Ladingdiefstallen tijdens bevoorrading zijn in Nederland helaas geen incidenten meer, maar komen in zorgwekkende aantallen voor. De opsporende en vervolgende autoriteiten in de diverse lidstaten zullen ons inziens hier meer aandacht aan moeten besteden. Verbetering van consumentbeleving en gebruiksgemak – meer transparantie Vraag 5 Over veel aspecten in deze vraag bestaat al Europese regelgeving zoals bijvoorbeeld de richtlijn inzake elektronische handel, de richtlijn oneerlijke handelspraktijken en de richtlijn consumentenrechten. De webwinkel dient op basis van deze richtlijnen de consument voor het sluiten van de overeenkomst te informeren over de kosten van de levering. De naam van de vervoerder (bezorgdienst) hoeft niet per se te worden verstrekt aan de consument. De vervoerder is namelijk geen partij bij de koopovereenkomst. Het is ons inziens de webwinkel die verantwoordelijk is voor de informatie aan de consument over bijvoorbeeld aflevertijden, afhaalmogelijkheden, vervoercondities en/of
aanvullende diensten van de vervoerder zoals bijvoorbeeld “tracking-and-
2
tracing” van de zending. Het is een feit dat veel webwinkels consumenten hierover reeds adequaat informeren. Het is de webwinkel die ervoor moet zorgen dat de consument niet teveel aan informatie moet verwerken. Afspraken over het vervoer en aanvullende diensten van de vervoerder zoals “tracking-and-tracing” is vanzelfsprekend een zaak van de webwinkel en de vervoerder. Voorts zij gemeld dat de consument via Internet tal van mogelijkheden heeft (bijvoorbeeld middels vergelijkingwebsites) om zich te oriënteren op de performance van de webwinkel en daarmee dikwijls ook op de afleverprestaties.
Vraag 6 De webwinkel kan desgewenst diverse prestatie-indicatoren zoals snelheid van levering, verlies van artikelen etc. op zijn website kenbaar maken. De webwinkel kan zich hier mee (wellicht) onderscheiden van concurrenten. Een keurmerk voor consumenten kan het consumentenvertrouwen bij het kopen van goederen op afstand vergroten. In Nederland bestaat bijvoorbeeld het keurmerk Thuiswinkel Waarborg. Met het keurmerk laten deelnemers aan het keurmerk zien dat zij een betrouwbare en veilige manier van online winkelen bieden. Er zijn in Nederland talrijke vervoerders die beschikken over een gecertificeerd kwaliteitssysteem op basis van bijvoorbeeld de norm ISO-9001. Maar zoals bekend worden in het transport ook andere kwaliteitsnormen en keurmerken gehanteerd. TLN heeft een aantal jaren geleden een op de branche toegesneden keurmerk gelanceerd: het Keurmerk Transport & Logistiek gebaseerd op het managementmodel van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK). Een webwinkel zou bij het selecteren en beoordelen van een vervoerder kunnen meewegen of het desbetreffende bedrijf over een keurmerk beschikt. TLN wil hierbij nadrukkelijk opmerken dat de kwaliteit van de dienstverlening van een vervoerder zonder keurmerk niet per definitie minder is. Webwinkels zouden bij de selectie van vervoerders vragen kunnen stellen omtrent de inzet van voertuigen. Zodra de vervoerder (lees de pakketvervoerder/besteldienst) namelijk beroepsgoederenvervoer verricht met een voertuig waarvan het laadvermogen groter is dan 500 kg dan moet hij aan wettelijke eisen voldoen omtrent bekwaamheid, kredietwaardigheid en betrouwbaarheid.
Vraag 7 TLN ziet geen aanleiding voor extra extern toezicht. Het staat de sector van online winkeliers uiteraard vrij om op vrijwillige basis een keurmerk te creëren om daarmee de kwaliteit van de deelnemers aan een keurmerk te monitoren.
3
Verbetering van consumentenbeleving en gebruiksgemak – betere dienstverlening en meer bescherming voor consumenten Vraag 8 TLN is van mening dat er geen behoefte is aan een nieuwe universele dienstverlening voor pakketbestellingen.
Vraag 9 Het
is
de
webwinkel
die
verantwoordelijk
is
voor
verbetering
van
de
consumentenbeleving. Zoals eerder aangehaald is (volledige) informatie over de dienst/product, de aflevering van zendingen en uiteindelijk het totale dienstbetoon van de webwinkel en vervoerder ons inziens cruciaal voor de consumentenbeleving. Het voorzien van informatie aan de consument over het product/ de dienst(en) is een taak van de webwinkel. De webwinkel kan op zijn website verwijzen naar nationaal geldende vervoercondities; in Nederland geldt voor het binnenlandsvervoer van zaken over de weg de Algemene Vervoercondities (AVC) 2002) en voor grensoverschrijdend wegvervoer zijn de bepalingen van het CMR-verdrag van toepassing. Vervoerders kunnen overigens (aanvullend) ook hun eigen bedrijfsvoorwaarden hanteren. Op deze wijze kan de consument kennisnemen van de geldende aansprakelijkheidsregelingen voor verloren of beschadigde pakketten. De eerdergenoemde In Nederland opererende Thuiswinkel Waarborg heeft een zogenaamde geschillencommissie in het leven geroepen: de geschillencommissie Thuiswinkel. Het is denkbaar dat een dergelijk instrument voor klachtenbehandeling kan bijdragen aan de verbetering van consumentbeleving. In Nederland bestaat bovendien de zogenoemde Stichting Reclame Code Commissie (RCC). Webwinkeliers die hun bezorgbelofte niet nakomen kunnen door deze commissie in het openbaar op de vingers worden getikt ( naming and shaming). De commissie kan door onterechte bezorgbeloftes oordelen dat de reclame-uiting door de webwinkel misleidend en daardoor oneerlijk is.
Als de webwinkelier vaker loze
bezorgbeloftes doet kan de genoemde commissie via een “alert” het ongewenste handelen van de online verkoper onder de aandacht brengen van een breed publiek. Een en ander levert ons inziens een bijdrage aan een betere consumentenbescherming. In toenemende mate bieden vervoerders al dan niet in overleg met webwinkeliers innovatieve diensten aan die direct bijdragen aan de behoeften van consumenten die goederen via het web bestellen. Zo kunnen consumenten bijvoorbeeld hun bestellingen afhalen in door vervoerders of webwinkels geplaatste “lockers” zodat de consument niet per se thuis moet zijn voor het ontvangen van zijn goederen. Er zijn vervoerders die consumenten via e-mail of sms informeren over de status (aflevering) van de zending.
4
Meer
kosteneffectieve
en
concurrerende
oplossingen
voor
leveringen
-
kostenbeheersing Vraag 10 Zie vraag 9 (voorbeeld aflevering in speciaal daartoe ingerichte “lockers”). In het algemeen geldt dat vervoerders continu op zoek zijn naar kosteneffectieve oplossingen en hun focus richten op kostenbeheersing. De bedrijven die zich in Nederland bezighouden met het vervoer van pakketten opereren in een zeer competitieve omgeving en moeten daardoor zeer kostenbewust zijn. Vanwege het “succes” van online verkopen is het aantal vervoerbedrijven, met name zelfstandigen zonder personeel (eigen rijders/subcontractors) explosief gestegen waardoor de concurrentie verder is toegenomen. In theorie geldt dat toenemende concurrentie de prijskwaliteitverhouding zal verbeteren. De praktijk in Nederland laat dikwijls een ander beeld zien. In de soms ruïneuze concurrentieslag is het voor een vervoerder (klein en groot) lastig om een gezond rendement te behalen. Noodzakelijke investeringen in duurzame logistieke concepten en vervoermiddelen teneinde bijvoorbeeld CO2reductie te realiseren - maar ook arbeidsvoorwaarden van loonpersoneel bij vervoerders - komen daardoor onder druk te staan. TLN is van mening dat webwinkels hun (potentiële) klanten beter moet informeren over het feit dat de bestelde goederen moeten worden afgeleverd en dat de diensten van de vervoerder niet gratis zijn, ofwel dat ook aan het vervoer en de daarmee gepaarde gaande aanvullende diensten (voorraadbeheer, pick & pack etc. ) van online bestelde goederen kosten zijn verbonden. Kostenbewustzijn en denken in efficiëntieverhoging is aan de zijde van de vervoerder aanwezig en noodzakelijk voor het voortbestaan van zijn onderneming. Het is juist noodzakelijk dat het kostenbewustzijn van de webshopbezoeker wordt vergroot en dat hij beseft dat aan het online bestellen en afleveren van goederen simpelweg een prijskaartje hangt. Een interessante ontwikkeling in dit kader is de pilot “digitaal winkelmandje”. Zie www.scanyours.com/centraal-digitaal-winkelmandje
Concurrerende maar duurzame prijzen – duurzaamheid en transparantie van tarieven Vraag 11 Het is in de eerste plaats aan de webwinkelier om te bepalen welke informatie hij beschikbaar stelt over bijvoorbeeld tarieven/prijzen. Zoals onder vraag 10 aangehaald is het wenselijk dat de consument vertrouwt raakt met de gedachte dat aan het vervoer/afleveren van goederen kosten zijn verbonden. Vanzelfsprekend kan de webwinkelier prijsdifferentiatie doorvoeren en de consument laten kiezen voor bepaalde (aanvullende) diensten. Spoed of geen spoed, wel of geen “real time” afleverinformatie etc.
5
Concurrerende
maar
duurzame
prijzen
–
meer
concurrerende
markten
voor
pakketbestellingen Vraag 12 In de mark voor pakketbestellingen is de concurrentiedruk groot. Er zijn veel spelers actief mede als gevolg van de uiterst lage toetredingsdrempel tot genoemde markt. Prijsvergelijkingen tussen exploitanten van besteldiensten is voor consumenten o.i. niet relevant, immers de consument kiest niet de vervoerder.
Vraag 13 Vervoerders opereren in de uiterst competitieve markt voor pakketbestellingen. Het nationale en internationale mededingingstoezicht zijn van toepassing. Dat betekent dat de Europese Commissie en nationale mededingingsautoriteiten toezien op naleving daarvan. Het opleggen van ex-ante regelgeving aan besteldiensten met aanmerkelijke marktmacht in de vrije markt van pakketvervoer is niet noodzakelijk.
Concurrerende
maar
duurzame
prijzen
–
meer
concurrerende
prijzen
voor
grensoverschrijdende leveringsdiensten Vraag 14 TLN
is
van
mening
dat
er
voldoende
concurrentie
is
op
het
gebied
van
grensoverschrijdend vervoer; er is volop sprake van prijsconcurrentie. Het invoeren van prijsplafonds ten behoeve van consumenten is een volstrekt overbodig instrument. De consument/klant bepaalt uiteindelijk wat hij voor een product/dienst wil betalen. Webwinkels die in de ogen van de consument te duur zijn, zullen snel genoodzaakt zijn hun activiteiten te staken c.q. failliet gaan.
Verbetering van interoperabiliteit – investeringen in technologie Vraag 15 Voor het verkrijgen van inzicht in kosten van een algemeen track-and-tracesysteem voor pakketten kan informatie worden ingewonnen bij ICT-leveranciers. TLN is van mening dat het opzetten van een algemeen systeem van track-and-trace onwenselijk is. Het is een van de diensten die vervoerders in concurrentie met andere vervoerders kunnen aanbieden en is derhalve een belangrijk aspect om zich van concurrenten te onderscheiden. Voor webwinkeliers is het een aspect dat kan meewegen bij het sluiten van een (raam)overeenkomst met een vervoerder.
6
TLN kent geen specifieke proefprojecten voor levering van elektronisch verhandelde producten. Wellicht is in dit verband interessant kennis te
nemen van een van de
projecten van de “Nederlandse topsector logistiek”, te weten het Neutraal Logistiek Informatie Platform (NLIP). De gedachte hierbij is dat In 2020 (alle) bedrijven en overheden op gestandaardiseerde wijze communiceren, onderling en met elkaar via het NLIP. (voor meer informatie www.connekt.nl) Het is voorstelbaar dat m.b.t. online verkopen vervoerders en webwinkels in de toekomst gebruik gaan maken van dit open marktplatform.
Verbetering van interoperabiliteit – sterkere partnerschappen Vraag 16 Grote spelers in de webwinkellogistiek geven aan dat samenwerking in de logistiek cruciaal is om te kunnen blijven voldoen aan de logistieke vereisten die gepaard gaan met de toenemende online verkopen. Efficiëntie in de supply chain is noodzakelijk om aan de pijler van de weblogistiek te kunnen voldoen namelijk order fulfilment. Bij samenwerking
kan
men
ook
denken
aan
informatie-uitwisseling
tussen
de
ketenpartijen. Sterke partnerschappen kan een beter antwoord geven op bijvoorbeeld hedendaagse en toekomstige klantbehoeften.
Verbetering van interoperabiliteit – onderlinge koppeling Vraag 17 In Nederland zijn reeds diverse logistieke netwerken actief die daarmee inspelen op de trend van online verkopen en voorzien in de behoeften van webwinkels. De Nederlandse overheid heeft logistiek als een van de top (economische) sectoren aangewezen. Hiermee is een krachtige impuls gegeven aan het kunnen inspelen op de ontwikkeling van een wereldwijde groei van goederen. Klanten van vervoerders stellen steeds hogere eisen aan de kwaliteit van transport, waarbij duurzaamheid en snelheid belangrijke aspecten zijn. De topsector Logistiek heeft een topteam geformeerd dat kansen
en
knelpunten
voor
de
sector
in
kaart
heeft
gebracht.
Bedrijven,
wetenschappers en de overheid zijn bij dit initiatief betrokken. De topsector, het topteam is een belangrijk platform voor bijdragen aan verdere innovatie en levert daarmee (in)direct een bijdrage aan de (logistieke) uitdagingen inzake elektronische handel.
7
Governance Vraag 18 De aanpak van enkele problemen die in het groenboek zijn aangehaald kunnen ons inziens opgelost worden zodra wordt gekozen voor een ketenbenadering en betrokken partijen (al dan niet vertegenwoordigd in brancheverenigingen) met een gedeelde verantwoordelijkheid en visie proberen tot oplossing van problemen te komen. Het Nederlandse topsectoren beleid is een voorbeeld voor een brede aanpak die er (mede) toe kan leiden de elektronische handel in de breedste zin van het woord te bevorderen.
Vraag 19 Zie vraag 18.
*****************
8