太狸記
LVSJK Tanuki / 三十二周年 / 三月
太狸記・三月号
1
社説
Colofon JOURNALCOMMISSIE Voorzitter: Anoma van der Veere Secretaris: Arthur Hinsch Eindredactie: Wester Wagenaar Leden: Myrthe Prins Simone Felix Vincent Meijer REDACTIELEDEN Hoofdredacteur: Anoma van der Veere Vormgeving: Anoma van der Veere Eindredactie: Wester Wagenaar BESTUUR VAN TANUKI Praeses: Albert Tiemersma Ab-actis: Thomas Zijtveld Quaestor & Vice-Praeses: Arco Oliemans Assessor Communicatie: Anoma van der Veere Assessor Eerstejaars: Fred Dillmann Assessor Koreanistiek: Flora de Greef COMMISSIEVOORZITTERS Eerstejaarscommissie: Fred Dillmann Feestcommissie: Gise van den Wildenberg Jaarboekcommissie: Anoma van der Veere Journalcommissie: Anoma van der Veere Kampcommissie: Tina Dermois Koreacommissie: Flora de Greef Kunst- en cultuurcommissie: Steffen de Jong Reiscommissie: Colin Casey RAAD VAN TOEZICHT Robert Beers Martijn Heule Guan van Zoggel
2
Editorial van de hoofdredacteur Het zijn harde tijden, zware tijden, brute tijden en oneindige tijden, die dagen op de universiteit. FAT courses, deadlines, essays, tentamens, midterms en onnodige opsommingen. Het zijn allemaal elementen van het stressvolle bestaan van een student. En gelukkig hebben wij Japanologen en Koreanisten ook nog het geluk dat we een alfa studie volgen. Dan zijn het maar de kleine dingen in het leven waar je gelukkig mee moet zijn. “Ik zag vandaag dat tagliatelle in de aanbieding was, kan ik mijn pastadieet wat uitbreiden deze maand” en “O kijk, heb ik toch een zes voor mijn scriptie waar ik 400 uur in heb gestoken”. Een nerveuze fluit en een almaar kalende biljartbal voorspellen mijn toekomst als verstrooide gaijin op Japanse televisie. Geniet van de nieuwe TaTanukiKi. Maar niet teveel. Heb je zelf nog ideeën voor artikelen, mail dan naar
[email protected]. Heb je geen ideeën? Dat kan, iedereen is op zijn of haar eigen manier speciaal. - Anoma van der Veere
太狸記・三月号
目次
Op de voorkant
Inhoud
Een baby op zijn eerste verjaardag gekleed in traditionele Koreaanse kledij. Toen Korea nog niet beschikte over moderne medische kennis was de kindersterfte zeer hoog. Vanwege deze trend is het vieren van de eerste verjaardag (cheot-dol) van Koreaanse kinderen zeer belangrijk geworden.
Wil je jouw fotografisch talent ook delen met iedereen? Stuur ideeën voor een cover naar
[email protected] en wellicht siert jouw werk de volgende TaTanukiKi!
TANUKI SHINBUN Tanuki Feest: Save the Universe
4
Nieuwsjaarsduik 6 Bourgondisch Brussel
7
Tanuki Filmweek
9
JAPAN & KOREA Het Murakami Festival
11
Luchtverdedigingszones 15 Tokyo Disneyland
18
Interview: Dr. Lindsay Black
21
GGZ in Japan
23
De dreiging van Noord-Korea
25
MEDIA Phoenix Wright: Dual Destinies
29
47 Ronin
30
COLUMNS De wereld van de Japanse ambassade
32
Ask Anky
34
Voor de glorie van Tanuki
35
“Kijk al dat vocht.” - Colin Casey
“Laat maar gewoon over je heen komen.” - Christiaan Raaijmakers 太狸記・三月号
3
Tanuki Feest: We Want YOU To Save The Universe
Voordat we na het eerste semester de collegebanken inruilen voor kerstbomen, vuurwerk en vakantiebestemmingen, moet er natuurlijk nog een feestje gegeven worden. Het is alweer een tijd geleden dat we een feest wijdden aan de wereld van stripboeken, nerds en ondergoed boven de kleding, dus dit jaar kunnen we niet anders dan een superheldenfeest organiseren. ‘We Want YOU To Save The Universe’ luidt het thema en de opdracht is duidelijk: iedereen trekt zijn mooiste heldenpak aan en oefent zijn meest heroïsche danspassen om in de Kroon voorgoed het kwaad uit te bannen. Iedereen die zich een beetje onzeker voelt, hoeft niet te vrezen. De feestcommissie heeft gezorgd voor een stuk of tachtig welkomstshots die de vroegst-aanwezigen helpt hun vliegkracht, röntgenvisie en telepathische gaven te versterken. Klein nadeel: het consumeren van de jello shots vergt een flexibele en goed getrainde tong, waar nog niet elke jonge held over beschikt. Het feest verloopt als de voorgaande twee met een gezonde dosis drank, gedans en sociale interactie. Na verzoek van velen heeft de feestcommissie ervoor gekozen weer een dance-off te organiseren. Op het podium staan Powerpuff Girl Marije, Spiderman Kayleigh, Super Mario Simone en Thomas als Mister
4
Money. Jammer genoeg is het podium te klein om ook nog Dora en Boots, Superkoe, The Joker of een van de vele Cat Womans deel te laten nemen; iedereen heeft zich weer uitgesloof om er zo indrukwekkend mogelijk uit te zien. De dance off is een spektakel. Er worden bewegingen gemaakt die in sommige landen verboden zouden zijn, attributen gebruikt en uiteindelijk valt zelfs het podium uit elkaar. Een ding is zeker: met die superkrachten zit het wel goed. Hoewel de jury het zoals altijd moeilijk heeft te beslissen, gaat de meter bier uiteindelijk volledig terecht naar Kayleigh, voor wie dit bovendien het laatste feest is voordat ze naar Korea vertrekt. De opkomst is misschien niet gigantisch, maar de sfeer maakt alles goed. Kwaliteit gaat immers boven kwantiteit in het boekje van de feestcommissie. Er is in ieder geval geen kwaad meer te bekennen als aan het eind van de avond – of begin van de ochtend – de helden op sokken, hakken en blote voeten weer huiswaarts keren. Myrthe Prins. P.S. Zorg dat je updates van de feestco in de gaten houdt, want een nieuw semester betekent een gala! Reken er maar alvast op dat dit hét feest zal zijn dat je niet wilt missen. Schrijf vrijdag 7 maart maar alvast in je agenda!
太狸記・三月号
太狸記・三月号
5
Nieuwsjaarsduik
Op 2 februari van het nieuwe jaar verzamelde zich op station Leiden Centraal de dapperste der Tanukianen. Zij zouden namelijk een van de oudste Nederlandse rituelen ondergaan: de Nieuwjaarsduik. Deze geharde krijgers vreesden over het algemeen niets, maar toch reageerden zij enigszins huiverig op verhalen over de koude zee die zij zouden gaan trotseren. Sommigen onder hen hadden zelfs de dag daarvoor al strijd geleverd met deze geduchte vijand en waren nu teruggekomen voor een tweede ronde.
op om mijzelf in een handdoek te wikkelen. Nadat ook de laatste Tanukiaan het water uit was en zich had afgedroogd, reden wij weer terug naar Leiden om aldaar te genieten van een lekker bakje snert of een warme pannenkoek. Al met al was het een succesvolle strijd die de Tanukianen hadden geleverd en er was niemand die hun dapperheid in twijfel kon trekken. Fred Dillmann.
Gewapend met droge handdoeken en thermosflessen gevuld met warme chocomel en thee reisden we per bus af naar het strand van Katwijk waar de zee zou worden getrotseerd. Eenmaal aangekomen op het strand bereidden de Tanukianen zich eerst mentaal voor door de zee aan te staren en daarna fysiek door middel van een kleine warming-up. Na eventjes op en neer gerend te hebben en enkele kleine rekoefeningen te hebben gedaan, was het grote moment dan eindelijk daar en stormden de Tanukianen gezamenlijk de woeste zee in. Voor sommigen duurde de strijd langer dan voor anderen, persoonlijk had ik de zee al na twee seconden bedwongen en rende ik snel weer het strand
6
太狸記・三月号
Bourgondisch Brussel en genieten in Gent
De reiscommissie is dit jaar vol ambitie gestart. Niet alleen wordt er hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de Japanreis komende zomer, ook heeft er inmiddels een zeer geslaagd weekend naar België plaatsgevonden. Van vrijdag 24 januari tot en met zondag 26 januari zijn wij met twaalf man naar Brussel en Gent gereisd. Vrijdagmiddag vertrekken we met ons bescheiden reisgenootschap naar de hoofdstad van onze onderburen. De verwachtingen zijn hoog, want ons is een flink scala aan culturele bezienswaardigheden en vooral veel bier beloofd. De reis van Leiden Centraal tot het hostel in Brussel verloopt vlekkeloos en aldaar kunnen we onze ogen niet geloven bij het zien van de kamers: luxe alom. Een mooie start van de reis dus. Na wat spullen gedumpt te hebben, zijn we klaar om de stad in te gaan, want iedereen heeft honger. Het zoeken naar een restaurant in Brussel blijkt niet de simpelste klus – zeker wanneer er glutenintoleranties in het spel zijn – maar uiteindelijk komen we terecht bij een Japans restaurant, waar we uiteindelijk ieder met een tevreden, volle buik weer vandaan wandelen. Dat was een stukje cultuur, dus nu tijd voor het bier.
Biercafé Delerium doet zijn naam eer aan; de gigantische ruimte biedt plaats voor honderden studenten, toeristen en bierliefhebbers (en laat ons dat nou allemaal tegelijk zijn). Er worden duizenden bieren gekocht, van de bekendste merken tot de meest obscure brouwerijtjes. Het bier komt in alle mogelijke maten, kleuren en geuren – een ongelukkige weet een bier te bestellen dat naar oude sokken ruikt. Het behoeft geen verdere uitleg dat dit tot een gezellige avond heeft geleid. Dag twee weet iedereen, tot mijn verbazing, min of meer fris en fruitig bij het ontbijt aanwezig te zijn. Volgende halte: het chocolademuseum. Het museum is vrij klein, maar tot de nok volgepropt met informatie en attributen die te maken hebben met, of gemaakt zijn van, chocola. De meeste mensen lijken echter vooral geïnteresseerd te zijn in de gratis samples die in het gebouw te vinden zijn. En de demonstratie uiteraard, want laat die nou net gehouden worden door de meest vrolijke en aandoenlijke Belg die het land kent. Hij laat zien hoe een gevulde bonbon wordt gemaakt met een enthousiasme alsof hij de bron van de eeuwige jeugd heeft ontdekt. Na dit leerzame moment krijgt iedereen even
太狸記・三月号
7
tijd om op eigen houtje Brussel te verkennen. Er worden wafels gegeten, gebouwen bekeken en een bezoekje gebracht aan de Super Dragon Toys, waar een groot scala aan merchandise met betrekking tot manga/anime/K-pop te vinden is. Dan is het wel weer genoeg cultuur geweest en tijd voor bier (en voedsel). Hoewel een enkele assessor helaas met een verlate kater in bed ligt, is de rest van de partij. Om de reis een nog internationaler karakter te geven, kiezen we voor een Ierse pub. Wederom heeft niemand wat te klagen over de burgers, fish and chips en pints die voor ons op tafel verschijnen. Ditmaal wordt echter besloten wat vroeger naar het hostel terug te keren om daar de gezelligheid voort te zetten. Zondag is het alweer tijd om het hostel te verlaten, maar dat betekent nog niet het einde van de reis. Voordat de groep huiswaarts keert, staat er een omweg naar Gent gepland om wat leden van de studievereniging Tomo no Kai te ontmoeten. De Gentse Japanologiestudenten brengen ons direct langs de eerste bezienswaardigheid: het verkrachtingspark. In de vijver van een park daarachter is namelijk een zeldzame sierlantaarn te zien uit Kanazawa, de Japanse zusterstad van Gent. Na een lunch in het communistische centrum eindigden we – hoe kan het ook anders – bij de alcohol. Dit keer niet alleen bier, maar eerst nog een bezoekje aan de jeneverbar ’t Dreupelkot waar jenever in smaken als mango, ananas en Bounty te proeven is. Volledig voldaan betreden we dan ook weer de trein die ons terug naar Nederlandse bodem brengt. Achteraf gezien is de reis niet anders dan een succes te noemen. Ons was cultuur en bier beloofd en dat kregen wij in grote getalen: cultuur met name in de vorm van voedsel en bier met name in de vorm van bier. De groep was briljant en iedereen droeg bij aan een continu bourgondische sfeer. Als dit een voorproefje is van de Japanreis kan ik iedereen enkel aanraden zich aan te melden en zich mee te laten nemen door deze heerlijke reiscommissie. Myrthe Prins.
8
太狸記・三月号
Tanuki Filmweek
Net zoals vorig jaar heeft de Kunst- en Cultuurcommissie dit jaar wederom een filmweek georganiseerd. Anders dan vorig jaar was deze nu aan het begin van het tweede semester in plaats van aan het einde van het studiejaar. De reden hiervoor is dat veel tweedejaars naar Japan gaan dit semester. De film ‘告白: kokuhaku’ (Confessions) beet het spits af, een psychologische thriller over een moeder die wraak neemt op de dood van haar dochter. Hoewel ik me als organisator meestal voorneem om de film zelf te zien alvorens we hem op een filmavond vertonen om een beetje te weten wat we jullie aan doen en dergelijke - moet ik toegeven dat ik dat ook wel eens niet doe. Dat was bij deze film het geval. En dat was maar goed ook, want dit was precies zo’n film die je wil zien zonder enige voorkennis, zodat je later een beetje beduusd,
of met een grote glimlach op je gezicht, weer de zaal uit loopt. De daarop volgende dinsdag draaiden we ‘ワンダフルライフ: wandarafu raifu’ (After Life). Dit is de tweede grote film van regisseur Koreeda Hirokazu, na zijn debuutfilm ‘幻の光: maboroshi no hikari’ De film gaat in op de vraag wat de dierbaarste herinnering is van je leven die je voor eeuwig bij je wilt houden. Die herinnering wordt vervolgens voor je nagemaakt met alles erop en eraan, acteurs/actrices, een filmset en decor. Kun je niet kiezen? Dan kun je ook nog een film over je hele leven kijken om wel tot een besluit te komen. Geen Tanuki filmweek is echter compleet zonder een animatiefilm. Daarom draaiden we woensdag een wat mindere bekende
太狸記・三月号
9
Ghibli-film genaamd ‘耳をすませば: mimi wo sumaseba (Whisper of the Heart). De film gaat over het ontplooien van je talenten en over liefde tussen twee jonge mensen. Ben je nieuwsgierig hoe het de Baron uit Whisper of the Heart verder afgaat, bekijk dan ook zeker ‘猫の恩返し: neko no ongeashi’ (The Cat Returns). De topper van de week werd bewaard voor de donderdag; toen werd de klassieker ‘올드보이: oldeuboi’ (Old Boy) vertoond! Bij het draaien van een bekende film loop je de kans dat niemand komt omdat iedereen hem al gezien heeft, dit was zeker niet het geval voor de viewing van Old Boy. Met tegen de 25 man had deze film de hoogste opkomst van de week. Of de film even goed werd ontvangen, durf ik dan weer niet te zeggen aangezien meerdere mensen met de handen voor de ogen zaten te kijken. Dat zal wel komen door het felle licht van het scherm, denk ik. Ik ging zelf in elk
10
geval licht-gechoqueerd doch tevreden naar huis en zette een vinkje erbij op de top 250 van IMDB voor ik het een dag noemde. De reden dat ik zo positief ben wat betreft Old Boy is stiekem om te verbergen dat er vrijdag maar vier mensen waren. De film die gedraaid werd was ‘時をかける少女: toki wo kakeru shoujo’ (The Girl Who Leapt Through Time), die velen van jullie waarschijnlijk wel kennen als anime film. Dit was echter een live-action vervolg op die anime waarin de dochter van het hoofdpersonage van de anime terug gaat naar de jaren ’70 om daar iets belangrijks recht te zetten. Dat levert haar bijzondere ervaringen op vol ontmoetingen, experimentele films, sigaretten en docenten in hun hippiefase. Dankzij jullie en mijn lieftallige commissie was de filmweek al met al weer een groot succes. Tot de volgende activiteit! Steffen de Jong.
太狸記・三月号
Het Murakami Festival
Deel I “de man” “Was dat Anna Drijver?” vraag ik aan mijn medestudent Literatuurwetenschap, maar de vrouw in kwestie is al doorgelopen en het antwoord dat ik krijg is: “haha, volgens mij is dat Willie Wartaal daar”. Langzaam baan ik me met een groep literatuurstudenten een weg naar het balkon van het Comedy Theater in de Nes. Daar neemt ons gezelschap van geeks, hipsters en anderszins jeugdige kunstliefhebbers plaats op een relaxte bank achter de DJ. Laatstgenoemde lijkt niet geheel op zijn plek binnen het totaalplaatje; geheel in het zwart, met samengebonden dreads en een shirt van Mötley Crüe is hij een perfecte weerspiegeling van het enorm uiteenlopend volk dat op is komen dagen.
versierd met Japanse waaier en een enorm sakevat, neemt het panel plaats. De J-pop die tot dan overstemd door de menigte had geklonken, heeft plaats gemaakt voor een gespannen stilte. Ons panel neemt plaats, de drie heren van Literaturfest die ooit begonnen met een podcast en tegenwoordig dankzij Nederlands jongste literair tijdschrift Das Magazin vijf keer per jaar aan de bak raken. Al snel nadat de heren plaats nemen is de stilte ver te zoeken. Geheel in de stijl van Literaturfest wordt er met humor niet zuinig omgegaan en wordt gevraagd wie Murakami’s nieuwste roman in het Japans gelezen heeft. “Herman” steekt zijn hand als enige op en iedereen die er die avond bij was zal zich Herman herinneren wanneer hem voor de twaalfde keer gevraagd wordt wat de juiste uitspraak van een Japans woord is – arme Herman.
Het feit dat al die mensen hier zijn, aanwezig in het Comedy Theater om de verjaardag van één Japanse schrijver te vieren: te vieren dat zijn nieuwste roman dan eindelijk vertaald is. Dat is voor mij een bewijs van de ontegenzeggelijke impact die Murakami Haruki op talloze mensen heeft achtergelaten. Stiekem, diep van binnen, deed dat me toch wel iets – en daar kon geen enkele bevestiging van Japanse stereotypen wat aan veranderen.
Snel loodst het panel ons door wat trivia over Murakami. Zijn eerste hit was Norwegian Wood (niet het lied van The Beatles), hij had een jazzclub, werd pas echt bekend door zijn gebruik van magisch realisme met name in de Opwindvogelkronieken en later Kafka op het strand, hij is bovendien zeer gedisciplineerd en schrijft zoals hij sport – volgens strakke schema’s.
Het Murakami Festival begon. Op het podium,
Na deze korte inleiding worden we voorgesteld
太狸記・三月号
11
aan misschien wel de grootste Murakamikenner van Nederland: Auke Hulst. Auke Hulst, zelf schrijver, muzikant en correspondent bij het NRC, is er enkele dagen eerder in geslaagd het derde Nederlandse interview ooit met Murakami te regelen. Speciaal daarvoor was hij afgevlogen naar Hawaii waar Murakami – onder journalisten bekend als de Howard Hughes van de Japanse schrijversscene – gastschrijver is aan de universiteit. Het interview met Murakami is zeker het lezen waard, probeer dus vooral een oude NRC te bemachtigen als je het nog niet gezien hebt. Hulst bleef vooral benadrukken hoe gewoon Murakami zichzelf vond en merkte op dat het leek alsof Murakami last had van een misplaatste schaamte voor al die aandacht die hij krijgt. “Murakami vindt zichzelf niet bijzonder en hij was echt niet naar complimenten aan het vissen. Hij zei dat zijn schrijftafel voor hem is wat de telefooncel voor Clark Kent is, behalve dat Clark Kent altijd superman is, maar hij de schrijftafel nodig heeft.” Met deze sterke indruk laat Auke ons achter en wordt plaats gemaakt voor de volgende gast, niemand minder dan Anna Drijver. Anna Drijver, actrice en boekenliefhebster, vertelt ons over haar eerste Murakami-ervaring. “Vreselijk” vond ze het. Ze was begonnen met de beruchte Opwindvogelkronieken, maar
miste richting en een doel in het plot. Ook werd er volgens haar teveel gepraat over penissen. De panelleden lijken zeer verdeeld over haar oordeel, maar één van hen kan zich er uitstekend in vinden; Murakami’s surrealistische werk is niet goed voor een eerste ervaring. Anna Drijver grijpt haar kans om er op te wijzen dat ze daarna Murakami pas echt is gaan ontdekken. Haar voorkeur ligt bij de andere stijl die hij hanteert: realisme, maar ook bij zijn oorspronkelijke debuut Norwegian Wood. Norwegian Wood was het huzarenstukje en moest beslist de eerste ervaring zijn van wie aan Murakami begint. Drijvers voornaamste kritiek op het surrealisme van Murakami is de vraag: “als alles mogelijk is, wat is het dan nog waard, waarom zou ik dan nog aan het boek beginnen?” Murakami’s sterkste punt vindt zij juist niet, zoals Auke meent, de ongrijpbaarheid van zijn zoekende schrijfstijl, maar het voelbaar maken van een leegte. In Norwegian Wood, evenals in zijn nieuwe roman, zou hij met zijn metaforen een nieuwe logica creëren en stilte verbeelden. Op dat moment slaat de klok tien uur en is het tijd voor pauze. Met nog twee uur tot Murakami’s verjaardag komt een bezorger met helm en Japans eten het podium opgelopen om het panel van snacks te voorzien. “Sake, hoort dat koud te zijn?” vraagt mevrouw Drijver nog, terwijl onder mij de tribunes leegstromen. Na
12
太狸記・三月号
Tsukuru wordt door het persbureau omschreven als “een eenzame man van 36 die een voorliefde voor treinstations heeft”. Het verhaal focust zich als een soort coming of ageverhaal op het afsluiten van een jeugdtrauma. Toen Tsukuru ging studeren in Tokyo, verloor hij namelijk zijn vier enige vrienden. Opnieuw komt de heldere indeling van het boek naar voren in de manier waarop wij deze vrienden leren kennen; zij hebben elk een kleur. Zij zijn: Rode Den (赤松: akamatsu); Blauwe Zee (青海: oumi); Witte Wortel (白根: shirane) en tenslotte Zwarte Wilde, (黒埜: kurono).
een snelle ronde trivia over Murakami’s boeken staat in de pauze een stuk of vijftien man op het podium. Eén van hen weet het antwoord van de laatste vraag – hoeveel pagina’s telde 1Q84 – het dichtst te benaderen en gaat naar huis met alle naar het Nederlands vertaalde boeken van Murakami. De dolblije dame kan haar geluk waarschijnlijk niet op wanneer ze hoort dat ze tot twaalf uur ‘s nachts met twintig kilo rond mag zeulen omdat ze werkelijk alles over Murakami’s boeken weet. Deel 2 “het werk” Na een opgewekt begin van de avond zijn we bij de zware kost aanbeland, waarvoor we al die tijd op het randje van de bank hebben gezeten. De pauze is voorbij en we zijn aanbeland bij de keiharde analyse van Murakami’s nieuwste werk De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren. Iedereen in de zaal had dit boek, net als ik, twee maanden voor het uitgebracht werd, ontvangen van de drukker. De meesten van ons hadden het boek al eens – dan niet meerdere malen – gelezen.
Tsukuru, de kleurloze van de vijf, vertelt zijn date Sara Kimoto hoe de vier op een dag weigerden hem te woord te staan of zelfs maar te zien. Geïntrigeerd door deze mysterieuze gebeurtenis en door Tsukuru, begint zij hem aan te sporen op onderzoek uit te gaan. Dankzij haar baan bij de luchtvaartmaatschappij kan zij wel tickets regelen en uitzoeken waar de vier zich bevinden. En zo ontvouwt zich de queeste vol mysterie en avontuur waarin “eenzame man van 36 met voorliefde voor treinstations” geconfronteerd wordt met meer dan hij had durven hopen, maar niet echt iets over-the-top eigenlijk. Dus, hoe zit dat dan met het surrealisme van Murakami; wat gebeurt er hier voor bovennatuurlijks?
Wat mij, maar ook het panel, direct opviel, was dat dit boek een heel strak boek is. Het is goed georganiseerd, volgens een helder schema. Er is één hoofdpersoon, Tsukuru Tazaki (多崎つくる), en zijn naam weerspiegelt zijn eigenschappen. ‘Veelpunt’ 多崎, Tazaki en つ くる Tsukuru, een homofoon van 作る, ofwel maken.
太狸記・三月号
13
Het panel bevestigt dat Murakami het er in zijn laatste werk niet bepaald dik bovenop legt. Misschien is deze roman meer iets voor de Murakami-kenners? Ze vergelijken het boek zelfs met een bijzondere wijn die alleen de fijnproever herkent. Het onverklaarbare, menen zij, speelt zich hier toch vooral af in het gevoelsleven van Tsukuru, blijkens zijn bizarre dromen bijvoorbeeld. De volgende gast sluit zich hierbij aan. Het lijkt erop dat Murakami geprobeerd heeft het succes van vorige werken te reproduceren, volgens Jeroen Vulling – bekend van de Gouden Vulling – zonder succes. Het eerste deel vond hij net als Drijver goed geschreven: pakkend en intrigerend. Maar daarna ging het voor hem bergafwaarts, bovendien had hij naar eigen zeggen een hekel aan de ‘therapeutische vriendin’, iets waar ik me overigens heel goed in kan vinden na het lezen van de roman. Volgens Vulling is Murakami op zijn best wanneer hij de strakke schema’s achterwege laat, zoals in De Opwindvogelkronieken. Daar is Murakami het spoor bijster maar schittert hij juist. De strakke schema’s van vraag, onderzoek en antwoord dienen niet het onoplosbare quasi-mysterie. Dat wil zeggen: het bijna detectiveachtige plot gaat niet samen met het feit dat zijn zoektocht naar zichzelf is.
14
“Nee”, meent Vulling, “over zijn stijl kun je niet naar huis schrijven; dat moet hij maar overlaten aan mensen als Nabokov en Thomese. Hij doet echter wel iets anders. Zijn magisch realisme laat de lezer achter met een soort irrationele schoonheid en dat hoeft helemaal niet fijn te zijn. Soms zoek je in een boek juist een gevoel van onbehaaglijkheid.” Terwijl het panel de show afsluit, blik ik terug op mijn eigen leeservaring. Voor mij was De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren een eerste ervaring. Het was de eerste keer dat ik fictie las van Murakami, nadat ik eerder zijn Underground: The Tokyo Gas Attack and the Japanese Psyche had gelezen. Het boek was een echte page-turner en continu had ik het gevoel dat er een duistere geschiedenis schuilde achter het opsplitsen van de vriendengroep. Het plot voor lief nemend, was het een fijne leeservaring en een goed boek. Ik zou het qua kwaliteit willen vergelijken met Het Diner van Herman Koch. Maar waar Herman Koch zich beroept op de aloude metaforen, stijlen en motieven, geeft Murakami zijn verhaal een vreemde twist. Mij lijkt dit boek een goede eerste ervaring met Murakami, maar ik hoop dat ik duidelijk heb gemaakt dat de meningen over dit boek sterk verdeeld zijn. Vincent Meijer.
太狸記・三月号
Air Defence Identification Zones Luchtverdedigingszones
Op 23 november 2013 kondigde het Chinese Ministerie van Defensie aan dat het een “Air Defence Identification Zone,” ofwel een luchtverdedigingszone, had ingesteld in een gebied boven de Oost-Chinese Zee. Zoals op de bijgevoegde kaart te zien valt, bestrijkt deze ADIZ onder andere de betwiste Diaoyu(tai)dan wel Senkaku-eilanden. Iets minder duidelijk zichtbaar is het feit dat deze zone ook een onder water liggende rots bestrijkt die het middelpunt van een dispuut tussen China en Zuid-Korea vormt. China stelt dat deze rots, die daar bekend staat als Suyan, binnen zijn Exclusieve Economische Zone ligt. ZuidKorea, waar de rots Leodo wordt genoemd, stelt echter dat de rots binnen zijn jurisdictie valt en heeft er zelfs een onderzoeksstation op gebouwd. Het was dan ook niet onverwacht dat deze zone veel stof deed opwaaien. Verschillende regeringen in Azië, maar ook Europa en Amerika, stelden verklaringen op, voornamelijk afwijzende verklaringen waarin werd gesteld dat deze zone de reeds bestaande spanningen in het gebied zou verhogen. Daarnaast deden verschillende geruchten de ronde in de kranten en op het internet. Zo werd gesteld dat Zuid-Korea vooraf op de hoogte zou zijn gesteld door China, maar niets aan zijn bondgenoot de Verenigde Staten zou hebben laten weten. Het waarheidsgehalte van dit gerucht valt echter in twijfel te trekken,
aangezien de reactie van Zuid-Korea niet sterk verschilde van die van Japan: beide landen waren absoluut niet blij met deze nieuwe zone. Ook de andere belangrijke speler in deze regio, de Verenigde Staten, liet zijn afkeur op verschillende manieren blijken. Maar alvorens daar dieper op in te gaan, eerst een korte uitleg over wat een ADIZ inhoudt. De term ADIZ is geen nieuw begrip, al zijn de regels omtrent deze zones nog in ontwikkeling. Ze dienen een belangrijk doel, zijnde de beveiliging van het nationale luchtruim tegen ongewenste indringers. Om het luchtruim effectief te kunnen beveiligen is het niet voldoende om te weten wat er zich afspeelt binnen dat luchtruim zelf, het is ook belangrijk om op te hoogte te zijn van wat er zich afspeelt langs de grenzen daarvan. Om die reden hebben veel landen een ADIZ ingesteld. Op het moment dat via de radar (dan wel een andere methode) een vliegtuig wordt gesignaleerd in deze zone dat het nationale luchtruim nadert, dan wordt dit vliegtuig gevraagd zich te identificeren. Indien er geen antwoord volgt, of als er een andere reden is om het vliegtuig als een mogelijk gevaar aan te merken, dan zullen in principe vliegtuigen van de luchtmacht opstijgen om het onbekende vliegtuig te onderscheppen. Nederlandse F-16’s onderscheppen zo veelvuldig Russische bommenwerpers die het Nederlandse luchtruim naderen, en in 2012
太狸記・三月号
15
redenen voor de controverse over deze ADIZ, maar de kern van het probleem zit zich wat dat punt betreft dus niet in de ADIZ als zodanig, maar in het eilandprobleem.
werd bijvoorbeeld een passagiersvliegtuig onderschept waarmee geen contact gelegd kon worden. Japan heeft eveneens een ADIZ. Deze zone werd als eerst ingesteld door de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog en de controle hierover werd pas in 1969 aan Japan overgedragen. Japan heeft deze zone sindsdien in ieder geval tweemaal uitgebreid, eerst in 1972 en later in 2010. In de Oost-Chinese Zee ligt het meest westelijke punt van deze zone op 130 kilometer afstand van het Chinese vasteland en de zone overlapte voor de instelling van een ADIZ door China al ten dele met die van Taiwan. Door de instelling van een ADIZ in dit gebied door China overlappen de zones van Japan en China elkaar nu voor een groot deel in de Oost-Chinese Zee, onder andere dus boven de betwiste eilanden. Zoals reeds aangegeven is dit een van de belangrijkste
16
Toch is er nog een ander, in mijn ogen zelfs interessanter, aspect van deze Chinese ADIZ dat vragen oproept. Zoals gesteld zijn deze zones niet iets nieuws en ze kunnen ook het gebied van naburige landen bestrijken, al ligt de situatie in dit geval natuurlijk erg gevoelig. Een punt waar echter minder overeenkomst over bestaat, betreft de vraag wat landen in deze zones precies van vliegtuigen mogen eisen. Hoewel de VS al een belangrijke rol speelt in het dispuut over de eilanden, stelde het land ook dat het zich zorgen maakt over de eisen die China stelt in zijn nieuwe ADIZ. China eist dat alle vliegtuigen die zich in deze zone begeven hun vluchtroutes moeten doorgeven. Daarnaast moeten de vliegtuigen in deze zone altijd radiocontact houden met de bevoegde Chinese autoriteiten, ze snel en duidelijk reageren op eventuele vragen, ze hun transponder altijd aan hebben staan, ze duidelijk hun markeringen dragen en tot slot moeten ze ten alle tijden de instructies van de Chinese autoriteiten volgen. Indien vliegtuigen zich niet aan de opgelegde instructies houden, dan stelt China dat zijn strijdkrachten kunnen ingrijpen. Op zich is het niet opmerkelijk dat China stelt zijn leger te kunnen inzetten. Zoals aangegeven stuurt ook Nederland regelmatig F-16’s de lucht in om met name Russische bommenwerpers te onderscheppen als ze het Nederlandse luchtruim naderen. Verschillende landen hebben echter aangegeven een probleem te hebben met de strikte eisen die China stelt aan vliegtuigen in de gehele zone die het heeft gemarkeerd en op basis waarvan het land militair zou kunnen ingrijpen. Vooral de VS, die met name ten opzichte van China veelvuldig en luidkeels roept om het beschermen van de vrijheid van navigatie op zee, stelt dat dit indruist tegen de vrijheid van het vliegverkeer in het internationale luchtruim. Taylor Fravel (@Fravel) citeerde al snel na de aankondiging door China het
太狸記・三月号
volgende uit de “Commander’s Handbook on the Law of Naval Operations”:
te versterken door effectiever controle over het luchtruim uit te oefenen.
“The legal basis for ADIZ regulations is the right of a nation to establish reasonable conditions of entry into its territory. Accordingly, an aircraft approaching national airspace can be required to identify itself while in international airspace as a condition of entry approval. […] The United States does not recognize the right of a coastal nation to apply its ADIZ procedures to foreign aircraft not intending to enter national airspace nor does the United States apply its ADIZ procedures to foreign aircraft not intending to enter U.S. airspace.”
Desalniettemin lijkt China in zeker opzicht een inschattingsfout te hebben gemaakt. De zeer uitgebreide identificatieplicht die het heeft ingesteld kon simpelweg niet door Japan en de Verenigde Staten worden geaccepteerd. Dit heeft geleid tot militaire vluchten van de Verenigde Staten waarin dat land duidelijk de regels van de Chinese ADIZ aan zijn laars lapte, zonder dat China ingreep. Bovendien is het onduidelijk waarom China deze zone ook doortrok over het gebied waar het een conflict heeft met Zuid-Korea, juist op een moment waarin de twee landen sterk toenadering zochten voor een gezamenlijke handelswijze richting Japan. Het blijft daarom interessant om deze situatie in de gaten te houden en ook om verder onderzoek te doen naar de regels omtrent de luchtverdedigingszones van andere landen. Bob Rambonnet.
De VS erkent de identificatieplicht van China dus niet zonder meer en heeft dit duidelijk laten merken. Hoewel de Verenigde Staten, in tegenstelling tot Japan, er geen moeite mee heeft als zijn luchtvaartmaatschappijen zich aan deze regels houden, heeft het land middels verschillende verklaringen China’s interpretatie van de internationale regels verworpen. Bovendien vlogen Amerikaanse B-52 bommenwerpens, die op Guam staan gestationeerd, zonder zich te identificeren over de betwiste eilanden en door de Chinese ADIZ. Hoewel China in een latere verklaring stelde dat het de vluchten had gemonitord en dat China prima in staat was om het vliegverkeer te controleren, is het duidelijk dat deze vluchten niet plaatsvonden volgens de regels die China had opgesteld. Concluderend kan gesteld worden dat de controverse rondom de Chinese ADIZ zich voornamelijk afspeelt in het kader van territoriale disputen, met name tussen China en Japan. De luchtverdedigingszones zijn op zichzelf geen nieuw fenomeen en voor het instellen van deze ADIZ door China zijn verschillende verklaringen te bedenken. Aan de ene kant heeft China nu de beschikking over de vluchtgegevens van veel internationaal civiel luchtverkeer in deze regio, wat de taak van haar luchtmacht kan vergemakkelijken. Aan de andere kant hoopt China mogelijk op deze manier zijn internationaalrechtelijke positie ten aanzien van de betwiste eilanden
太狸記・三月号
17
Waar dromen uitkomen: Tokyo Disneyland
Tokyo Disneyland mag zichzelf het eerste Disneyland noemen dat buiten de Verenigde Staten werd gebouwd; de deuren van het pretpark openden op 15 april 1983. Het vormde vrijwel een directe kopie van de eerste twee parken in Amerika, en bleek een groots succes. De Disneyland-parken leken een universele succesformule te zijn die waar dan ook bakken met geld in de lade van Disney konden brengen. Na het aanvankelijke fiasco van EuroDisney te Parijs bleek deze gedachte echter niet langer op te gaan; culturele voorkeuren zijn iets waar ook een bedrijf als Disney rekening mee zou moeten houden. Ondanks dat Japan een land is met een cultuur die niet erg dicht bij de Amerikaanse staat, wist Disney desalniettemin toch vaste voet aan de grond te krijgen.
gezicht hetzelfde te zijn als bij de westerse equivalenten. Hierbij is het begrip merkwaarde, ofwel brand equity, van essentieel belang. De financiële waarde die toe te kennen valt aan de sterkte van een merk, wordt veelal bepaald door merkerkenning en -herkenning. Op beide vlakken kan Disney ook in Japan immens genoemd worden. Disney is in Japan namelijk erg populair en dat in Disneyland de merkassociatie enkel wordt versterkt door de attracties en omgevingen toe te spitsen op bekende films en verhalen, helpt zeker mee om de merkwaarde te verhogen bij een bezoek aan het park. Dat heel Disneyland uitzonderlijk goed wordt onderhouden en dat alles, van prullenbakken tot parkbankjes, deel uit lijken
Wanneer je door Tokyo Disneyland heenloopt, krijg je niet de indruk dat het park daadwerkelijk veel verschilt van zijn broers. Zo is het uiterst Amerikaans aandoende Main Street bijvoorbeeld gewoon in vol ornaat aanwezig, evenals het overgrote merendeel van de attracties zoals ze ook aan de andere kant van de oceaan te bewonderen zijn. Een groot deel van de aantrekkingskracht van het park wordt gevormd door de slimme aanpak van de kant van Disney en ook die lijkt op het eerste
18
太狸記・三月号
is voor veel inwoners van Japan namelijk niet slechts een onderdeel van een reis, maar het vormt veelal de reis op zich. Met weinig vrije dagen is het bovendien niet ongewoon om in een kleinere tijdsperiode meer geld uit te geven voor een dag-, weekend- of weektrip.
te maken van het geheel, versterkt het gevoel van kwaliteit nog eens te meer. Dat Disneyland niet veel verschilt van zijn broers wordt bovendien als een sterk punt gezien van het park in Tokyo. Aanvankelijk was het plan van Disneyland om enkele van de attracties namelijk meer te plaatsen in een Japanse context. Zo werd voorgesteld om Frontierland in Japan bijvoorbeeld als Samurai-land door het leven te laten gaan. Echter, de Japanse partners van Disney, de mensen die verantwoordelijk waren voor het bouwen van het park in Tokyo, waren hierop tegen: Japanners zouden minder op hebben van een gelokaliseerd Disneyland. Japanners zouden de ‘real deal’ willen, mede omdat de Disney personages ook in Japan al bekend genoeg werden geacht. Het zou niet nodig zijn en enkel af kunnen doen aan de charme van het park.
Bovendien is het zo dat waar het in Europa gebruikelijk is om rond een vaste tijd de maaltijden van de dag te verorberen, Japanners er ook in Disneyland weinig moeite mee bleken te hebben om rond te lopen en hier en daar wat eetbaars mee te pikken. Het is vergelijkbaar met wat je bij een festival in Japan zal ervaren bijvoorbeeld. Ook de sterke affiniteit van Japanners voor souvenirs is iets waar Disney enkel op inspeelt. Het is haast de verwachting dat als je als Japanner op reis gaat, je ‘お土産: omiyage’ in de vorm van spullen als koekjes meebrengt voor vrienden en familie. Dit wordt ook bij een bezoek aan Disneyland gedaan, maar iemand die recentelijk in het park is geweest kan ook beamen dat souvenirs voor eigen gebruik, zoals hoedjes, mutsen en petjes gebaseerd op Disney-figuren, gretig
Een interessant gegeven is bovendien dat de culturele verschillen tussen Japan en het Westen over het algemeen bijzonder goed uitpakken. Waar in Europa een bezoek aan Disneyland veelal deel uitmaakt van een langer durende reis, zijn veel gasten in Japan bereid bijzonder ver te reizen enkel om naar het park te kunnen gaan. Een bezoek aan Disneyland
太狸記・三月号
19
aftrek vinden, meer nog dan het geval is in de westerse parken. Ook de algemene perceptie van Japanners met betrekking tot Disney en het park, en de marketing van Disney die hierop inspeelt, verschilt bovendien aanzienlijk. Veel meer dan het geval is in het Westen, is Disney gedurende de jaren steeds meer een soort modemerk geworden in Japan, waardoor Disney-figuren op veel tassen, sjaals, telefoonhoesjes en kleding prijken, de naam lijkt ook gepaard te gaan met een zekere vorm van romantiek. Je date meenemen naar Disneyland is zeer gewoon, maar ook huwelijksreizen naar deze bestemming zijn geen zeldzaamheid, onder andere geïllustreerd door de grote hoeveelheid hyperluxe Disney-hotels in de omstreken van Tokyo Disneyland. Dat de manier waarop Disney in Japan wordt gezien en geportretteerd dermate anders is, wordt met name duidelijk als je kijkt naar de reclames van de Disneyland-parken. Waar in Nederland de tagline ‘where dreams come true’ enkel lijkt te slaan op een meisje dat de magie van het park ervaart en zelfs Assepoester ontmoet, gaat de reclame die
20
sinds 2012 wordt gebruikt in Japan een heel stuk verder. In de dertig in anime gegoten seconden wordt de levensloop van een klein meisje verteld: een leven dat volledig gecentreerd is rond Disneyland. Als kind, als meisje, als tiener, volwassenen en zelfs als bejaarde is het Disney’s magische park dat het levenspad vormt van de persoon. Romantisch? Ongetwijfeld, maar zeker tekenend voor de positie die Disney vertegenwoordigt -of wil vertegenwoordigen- in Japan. En die positie lijkt allesomvattend: het park is immens succesvol en het lijkt er geenszins op dat de geldstroom binnen afzienbare tijd zal stoppen. Als uitzonderlijk populaire attractie, volgens Lonely Planet zelfs de meest bezochte van Japan, weet het park zelfs in de huidige tijd, een tijd waarin de recreatiesector van het land enkel slinkt, bovendien beter te presteren dan ooit tevoren. E. Cardon Walker, tijdens de oprichting van Tokyo Disneyland CEO van Disney, hoopte destijds dat het park symbool zou komen te staan voor een langlopende samenwerking en vriendschap tussen Japan en de Verenigde Staten. In ieder geval is één droom door het pretpark uitgekomen. Wester Wagenaar.
太狸記・三月号
Interview: Dr. Lindsay Black Q: You have combined Honours in Japanese and History. How has your interest for these studies come about? A: I enjoyed studying history at high school, but by the time I went to studying history at university I also wanted to do a degree that would enable me to acquire specific language skills that would help me find a job and give me an experience abroad at the same time. Because of my long interest for Japanese history I chose this particular combination. This was possible since a lot of British universities offer a combination of two studies. I therefore, chose Durkham University. My primary focus was Japanese while also following several courses on history. In fact this was quite similar to the major-minor system we have here at Leiden University. Q: How did your interest for international relations/maritime security come about? A: As a BA student I did not have any contact with international relations whatsoever and in fact my primary focus was on medieval Japanese history. It was only after I graduated that I began to think about what to do as a future career. By that time I had no intention to go back to university and I spent two years in Nagasaki teaching English as part of the JET Program. Back then I started to develop an interest for working in the Diplomatic Service and to work for the British Commonwealth Office. In order to get there I thought it would be beneficial to study one year at a British university focusing on International Relations. That is where my desire to do International Relations came from. I then applied for the Foreign Commonwealth Office and I did okay but did not make the final round. However, during the process of studying International Relations I found that I liked it very much and started to think about a PhD that I might do. Encouraged by my professors I ended up doing
a PhD about Japan’s Maritime Security and Outlaws which is also the theme of my book that will be published this month. Q: How did you experience doing your PhD? A: PhD research is quite tough and during my first year I was mostly occupied with establishing the topic I wanted to study, in addition to finding the appropriate methods to do so. In the second year I then dealt with the core themes of my research. I also studied in Japan and during that time I had great support and supervision from Chuo University. There I also had the opportunity to meet a great number of people. I had a great breakthrough at one conference where I met high officials from a foundation who were very useful in terms of interviews and getting me access to key conferences. However, as I did my PhD through Sheffield University I frequently sent back completed chapters to my supervisor Glen Hook for supervision. Most of my students here will know him as a co-author of the book: “Japan´s International Relations”.
太狸記・三月号
21
have been to OSIP every year and I try to go to Japan at least once a year. Q: What do you consider Japan’s greatest quality?
Q: For your own book, to what extent did you draw inspiration from Glen Hook´s work? A: At Sheffield University the “Hook Book” was the guide when it comes to looking at Japanese International Relations in terms of structure, agency and norms, in addition to the mainstream theories of realism, liberalism and constructivism. This very much influenced my thinking during my PhD, but once I started working in the Leiden Institute for Area Studies (LIAS) it became clear to me that belonging to an Area Studies department was going to influence my thinking and research. I therefore went from a mainstream international relations perspective in my PhD to a more critical theoretical perspective drawing on post-modernism, post-colonialism and other theories.
A: During the time that I was in Japan, I got to feel very at home with Japanese culture and life. In a way this was the reason I left Japan and came back for my interview here in Leiden and I thoroughly enjoyed it. When I came back to Japan and walked home, this was in the great Shimokitazawa district in Tokyo; it felt so natural to come back to Japan. This was the point at which I thought that I should move on and find something new. Japan had become so very much homely to me. The degree to which the Japanese culture and life became so familiar to me is something that I would consider Japan’s greatest quality. Q: Why would you recommend studying Japanese to prospective students? A: When I chose my BA I did so in order to learn something completely different and to acquire marketable language skills. Studying Japan has really helped me grow and transformed my way to think about the world. Also, Japan is a very fascinating place to study because you question all kinds of assumptions about yourself like where you are from. Also, engaging with Japanese life is a real privilege. With this sense of adventure in mind you can explore yourself by starting something very different and new. Interview door Arthur Hinsch.
Q: You have recently attended a conference about human security and Japan´s human security policy. A: We have been working with the Osaka School of International Public Policy (OSIP) for a number of years now and we held events both here in Leiden and in Osaka. The conference was part of that collaboration which focuses on non-traditional human security issues. For the last couple of years we
22
太狸記・三月号
Geestelijke gezondheidszorg in Japan: de schande van ‘anders’
In 2002 heeft Japan besloten een nieuwe naam aan schizofrenie te geven, mede om het beeld dat de Japanse bevolking heeft van mensen met een psychische aandoening te verbeteren. In plaats van ‘精神分裂病: seishin bunretsu byou’ (let: gespleten geest stoornis) zou schizofrenie vanaf toen ‘統合失調症: tougou shicchou shou’ (let: synthese malfunctiestoornis) moeten worden genoemd. Het is echter nog maar de vraag of de naamsverandering veel bijdraagt aan het verminderen van de vooroordelen; binnen de Japanse maatschappij is er veelal sprake van schaamte voor een afwijkende gezondheid. Hoewel Japan internationaal wordt beschouwd als ontwikkeld land met een hoog welzijnsniveau, blijkt dit niet noodzakelijkerwijs uit de geestelijke gezondheidszorg van het land. De ontwikkeling die dit systeem heeft doorgemaakt valt dan ook moeizaam te noemen. In het jaar 701 werd voor het eerst in Japan openlijk gerefereerd naar mensen met een geestelijke aandoening in een wet die deel was van de’大宝律令: taihou-ritsuryou’ (Taiho Code). De methoden om de patiënt van zijn ziekte af te helpen, waren in die tijd veelal gebaseerd op (bij)geloof en traditionele Chinese medicijnen. Er waren bovendien ook weinig plaatsen waar de patiënten konden verblijven. Eeuwenlang, vanaf de Japanse middeleeuwen tot net na de Tweede Wereldoorlog, was het de taak van de familie
om degene met een psychische ziekte vaak letterlijk te verbergen. Kamers in het huis van de familie waarin het zieke familielid, na enkele simpele procedures en een medisch onderzoek, uit schaamte in isolatie werd gezet, waren per wet toegestaan. Het was overigens niet een aanpak die alleen in Japan voorkwam, de Japanse overheid had het idee van isolatie van andere landen, zoals landen in Europa, overgenomen. Na de Edo-periode vernieuwde de regering haar aanpak zodat ze andere landen beter bij kon benen. Er kwamen medische universiteiten waar ook psychologie en psychiatrie konden worden gestudeerd, maar Japan liep nog steeds achter op de meest ontwikkelde landen en de schaamte voor een psychische ziekte was nog niet minder geworden. Net na 1900 werd de eerste moderne wet voor geestelijk zieke patiënten ingevoerd in een poging de geestelijke gezondheidszorg in Japan verder te verbeteren. Helaas zorgde deze wet alleen maar voor verwarring, omdat het geen artikelen bevatte over behandeling en rehabilitatie. De basis van de huidige Japanse behandeling en welzijn in de geestelijke gezondheidszorg werd pas gelegd na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Amerikaanse bezetting werd onder begeleiding van de Amerikanen een nieuwe wet gemaakt, die voor het eerst mensen met een psychische aandoening bescherming en
太狸記・三月号
23
op psychiatrische ziekenhuizen naar gezondheidszorg en welzijn die vanuit de gemeenschap zouden moeten worden ondersteund. Vele aanpassingen van de wet volgden in de jaren erna, maar om de gemeenschap betrokken te krijgen bij geestelijk zieken moest het beeld dat de gemeenschap had van deze mensen eerst veranderen. De mensen moesten beter ingelicht worden over geestelijk zieken en hun behandeling. Deze behandeling moest ook veranderen, zodat patiënten eerder ontslagen konden worden, en de omgeving binnen de gemeenschap moest geschikt worden gemaakt voor de ontslagen patiënt. behandeling beloofde. De wet die opsluiting van psychisch zieken in kamers op privégebied toestond, werd opgeheven. Het was echter niet zo dat er geen ruimte meer was voor verbetering. De nieuwe wet zei niets over ontslag uit het ziekenhuis en over de terugkeer van de patiënt in de maatschappij. Dit zorgde ervoor dat veel patiënten eenvoudigweg werden opgesloten in ziekenhuizen. Lange tijd werden psychiatrische patiënten slecht behandeld en genoten ze weinig rechten. Vooral in de jaren ’60 werd aan patiënten ook vaak een hoge dosis aan verschillende medicijnen gegeven. Winst en weinig personeel waren twee van de redenen hiervoor. Meer medicijnen toedienen bracht meer geld op en de patiënten werden er rustig van, zodat de zusters makkelijker hun werk konden doen. In 1983 kwam een keerpunt na een incident in het Utsunomiya-ziekenhuis: twee patiënten waren mishandeld en stierven hierdoor. Een nieuwe wet zorgde voor de bescherming van mensenrechten van patiënten, regels voor sociale rehabilitatie en bood het onderwijzen van basisvaardigheden aan die nodig zijn voor een psychiatrische patiënt om goed voor zichzelf te zorgen.
Dit vormde in grote lijnen het plan en in de jaren erna zijn de omstandigheden in de psychiatrische zorg en de kwaliteit ervan dan ook verbeterd. Het beeld dat de maatschappij van psychisch zieken heeft is echter, ondanks het programma van de regering en inzet van individuen, nog niet compleet genoeg. Japanners hebben over het algemeen weinig kennis over psychisch zieken, hun ziekten en de behandeling ervan. Ook houden ze nog steeds veelal liever hun afstand tegenover mensen met een psychische aandoening. Het zal nog een lange tijd duren en veel inzet en begrip kosten, voordat heel Japan op basis van een beter beeld met psychisch zieken kan omgaan. Pas dan kan Japan zichzelf ook op het gebied van geestelijke gezondheidszorg een ontwikkeld land noemen. Simone Felix.
In 2002 begon een grote hervorming in de geestelijke gezondheidszorg. De regering wilde het aantal bedden reduceren en van een medische behandeling gebaseerd
24
太狸記・三月号
De realistische dreiging van Noord-Korea (op Japan en de regio)
Het lukt Noord-Korea vaak om onder de aandacht te komen van de internationale media door het provoceren van omringende landen en de ‘vijand’: de Verenigde Staten. Dit doet het met de bekende rakettesten en de ontwikkeling van nucleaire opties, het land krijgt dan ook aandacht vanwege de onvoorspelbaarheid als militaire speler in de regio en de daaruit volgende ‘angst’ in de rest van de wereld. Hoewel Noord-Korea ooit een economisch stabiele staat was, is dit in de laatste decennia sterk afgenomen en inmiddels kan het geenszins vergeleken worden met de economische grootmachten die de regio telt. Noord-Korea streeft naar modernisering van hun militaire macht maar het is ook zijn staatsbeleid, welke militarisatie als prioriteit heeft, dat averechts een versterkte groei van armoede en een toenemend tekort aan grondstoffen bezorgt. Met weinig internationale, of zelfs regionale, economische invloed, blijkt het huidige regime en de werking van het land enkel een verouderd en instabiel restant te zijn van een communistische ideologie. Alhoewel NoordKorea beschikt over de mogelijkheid om een van de buurlanden aan te vallen, maakt de economische afhankelijkheid van China en de intensieve Japans-Chinese economische relatie een mogelijke aanval op grote schaal onrealistisch. Tijdens de jaren ’60 en ’70 was Noord-Korea
een sterkere economische staat dan ZuidKorea, maar dit is in de laatste decennia drastisch veranderd. Terwijl Zuid-Korea momenteel zijn economische macht op internationaal niveau sterker ziet worden, moet de economie van Noord-Korea opboksen tegen economische sancties van de internationale gemeenschap en een groeiend tekort aan grondstoffen. Het land, voorheen geclassificeerd als een ontwikkelingsland waarvan het economisch klimaat de suggestie gaf van economische groei door middel van export, heeft sinds de val van de Soviet Unie in 1991 een geschatte groei gezien van import. Dit wijst op de mogelijkheid van economische groei door middel van de ontwikkeling van industriële infrastructuur in plaats van een exportgeleide groei die typisch is voor een land dat wordt geclassificeerd als ontwikkelingsland. Deze trend staat bij voorbaat al in contrast met het Noord-Koreaanse ideaal van juche, een autonome staat onafhankelijk van de internationale gemeenschap. Het land blijkt nog steeds afhankelijk van steun, met name van China. De Noord-Koreaanse economie is hoogstwaarschijnlijk gestagneerd en de militarisatie in het land maakt het enkel nog moeilijker om economische groei te realiseren. Het is nog steeds duidelijk dat militarisatie een prioriteit vormt voor het Noord-Koreaanse regime. Logischerwijs treft deze militarisatie een verhoging in belastingen en een daling van grondstoffen die gereserveerd worden voor
太狸記・三月号
25
de bevolking, wat zorgt voor weinig tot geen verbetering van het economische klimaat en welvaart van de bevolking. Het onderhoud van de economie, en met name het leger, is in het huidige economische klimaat moeilijk, maar dit zal enkel meer gaan kosten zodra het gigantische leger van een semi-passieve staat in een actieve staat zal veranderen. Op lange termijn een actief leger onderhouden is voor Noord-Korea een onrealistische uitdaging. Momenteel lijkt het voor Noord-Korea onmogelijk om een zelfstandige juche te creëren. Dit beeld wordt versterkt door de economische en politieke afhankelijkheid van China. Of dit een aanval op grote schaal op een land in de regio verkleint blijkt uit de uitdaging om op lange termijn een actief leger te onderhouden. Neem op dezelfde schaal de economische grootmacht Japan en hij zal omvallen. Japan, officieel overigens niet in staat om een leger te onderhouden, heeft wel beschikking over een verdedigingsmacht, de Self Defense Forces (JSDF), en deze is niet te onderschatten. Het land heeft inmiddels een verdedigingsmacht ter grootte van die van Groot-Brittannië, en deze heeft enkel groei in het vooruitzicht. Inmiddels heeft de Japanse overheid beloofd om de JSDF financieel aan te sterken in de nabije toekomst. Hoewel deze macht qua mankracht niet te vergelijken is met de ‘million man army’ die Noord-Korea graag in parades aan de wereld laat zien, moet niet vergeten worden dat de Verenigde Staten een
26
betrokken bondgenoot is die zich in de regio sterk houdt. De onwaarschijnlijkheid van een grote militaire operatie van Noord-Korea jegens Japan wordt alleen maar versterkt als men kijkt naar de economische verwikkeling tussen Japan en China, Noord-Korea’s grootste weldoener. Een grootschalige militaire actie van Noord-Korea zal beslist druk uitoefenen op de economische relaties tussen China, Japan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. Noord-Korea bevindt zich momenteel al onder stevige economische sancties van de Verenigde Naties en de afbraak van de economische relatie met China zal betekenen dat het huidige regime niet in staat zal zijn om lang stand te houden. Dit kan tijdelijk zorgen voor een verhoogde dreiging vanuit Noord-Korea, maar deze dreiging zal waarschijnlijk slechts offensief van aard zijn. En omdat het NoordKoreaanse leger moeilijk onderhouden kan worden is deze dreiging bovendien van korte termijn. Het Noord-Koreaanse regime publiceert niet vrijwillig zijn militaire macht en middelen, wat het moeilijk maakt om een accurate schatting te doen over de militaire capaciteiten van het land. Dit neemt niet weg dat het NoordKoreaanse regime graag aan de wereld laat zien hoe sterk het leger is door gigantische parades
太狸記・三月号
te organiseren. Wel is het duidelijk dat de focus voor Noord-Korea, of in elk geval de focus van moderne westerse media en onderzoek, ligt bij de ontwikkeling van het nucleaire programma en de voorraad van ballistische raketten. Het is ook belangrijk om rekening te houden met de extensieve ontwikkeling van industriële infrastructuur zichtbaar in het economische klimaat van het land. Deze factoren hebben alleen weinig effect op het meten van het realistische risico van NoordKorea betreffende een grootschalige militaire operatie buiten de grenzen van het land; het is belangrijker om een zo accuraat mogelijk beeld te krijgen van de ontwikkeling van offensieve militaire technologie. Noord-Korea beschikt volgens zijn regering over een grote voorraad ballistische raketten -het land rapporteert openlijk tussen de 800-1000 operationele raketten- waarvan de ontwikkeling en het onderhoud wegens een achterstand in technologie meer druk zetten op het NoordKoreaanse militaire budget. Een groot deel van de voorraad aan ballistische raketten bestaat uit korte afstandsraketten, denk hierbij aan aftstanden tussen de 300 en 500 kilometer, genoeg om doelwitten in Zuid-Korea, China en Rusland te bereiken, maar dit is nog niet genoeg om eventuele doelwitten als Tokyo diep in het Japanse vasteland te kunnen raken. Om
deze voorraad raketten effectief tegen Japan te gebruiken, zal Noord-Korea een maritieme legermacht moeten bouwen in staat om weerstand te bieden tegen de ver ontwikkelde en constant aanwezige Amerikaanse en ZuidKoreaanse zeemacht. De meest waarschijnlijke dreigingen voor Japan zijn de Hyunmu-3 en de Taepodong raketten die een bereik hebben van respectievelijk 1500 en 600 tot 700 kilometer. Dit zijn ook voor zover bekend de enige raketten die de mogelijkheid bieden om een nucleaire lading te dragen, wat deze raketten de meest realistische en directe dreiging maakt voor Japan. Dit betekent niet meteen dat er sprake is van volledige weerloosheid; de JSDF beschikt over een luchtafweersysteem dat gebouwd is in samenwerking met de Verenigde Staten. Dit systeem is echter constant in ontwikkeling en is dan ook verre van perfect. Zoals bleek tijdens de Noord-Koreaanse rakettesten tussen 2009 en 2012, was het niet mogelijk voor het systeem om effectief de baan van de raketten te bepalen. Dit zou betekenen dat als het gaat om een directe militaire dreiging, Noord-Korea waarschijnlijk wel beschikt over de middelen om een grootschalige militaire operatie van start te laten gaan en grootschalige schade kan aanrichten in Japan. Dit is dan ook het punt waar de moderne politiek graag op inhaakt als men spreekt over Noord-Korea op internationaal niveau. Sinds de ontwikkeling van massamedia als een van de meest invloedrijke informatiesystemen
太狸記・三月号
27
in landen als Japan, is het makkelijker geworden om de bevolking in te lichten over de ‘dreiging’ van Noord-Korea en ‘bewustzijn’ te creëren. Als voorbeeld is de hoeveelheid aandacht die Noord-Korea krijgt en de positieve of negatieve lading die meegegeven wordt met elk bericht, een gewillig onderwerp voor populistische politiek in de Japanse politieke arena. Door middel van het vormen van een positieve of negatieve lading bij elk nieuwsbericht is het dankzij moderne technologie als de televisie, smartphone, laptop en tablet mogelijk om vaak binnen een dag al een nieuwsbericht door een heel land te verspreiden. Dankzij deze ontwikkeling kan het imago van een land voor bijvoorbeeld het Japanse publiek vrij snel gevormd worden en zo nodig geconditioneerd worden. Dit imago, net als elke marketing campagne zou doen, wordt dusdanig direct beïnvloed door het doel van het bericht. Dit doel kan zijn om te informeren, bang te maken of om de ontvanger te verzekeren van een veilig gevoel. Het imago en het effect van deze ‘marketingcampagne’ kan direct gezien worden onder het beeld en de emotionele waarde die het ontvangende publiek vormt als het gaat om onderwerpen die over NoordKorea gaan. Het beeld van Noord-Korea als ‘vijand’ en ‘militaire dreiging’, is door de
28
ontwikkeling van massamedia in de laatste jaren alleen nog maar versterkt door de snelheid en repetitie van de negatieve berichtgeving in nieuws- en mediakanalen. Een realistisch beeld en geïnformeerde inschatting van de werkelijke situatie is, net als het geval is bij veel andere conflicten tussen ‘ons’ en de ‘vijand’ in de wereld, gelimiteerd tot betrokken politici en geleerden. Deze moderne constructie van angst is essentieel in de ontwikkeling van internationale en binnenlandse politiek; in Japan kan de versterking van de JSDF in reactie op een ‘toenemende dreiging’ uit China en Noord-Korea dan ook genoemd worden. Ontwikkelingen als deze kunnen echter alleen ontstaan als er binnen de binnenlandse politiek en de lokale bevolking een zekere mate van steun bestaat. Als wordt vergeleken wat de realistische dreiging is van Noord-Korea ten opzichte van het bestaande imago van NoordKorea, dan bestaat de mogelijkheid dat hier sterke verschillen in zitten. Als men de vraagt stelt of Noord-Korea een dreiging is voor Japan dan is deze vraag niet te beantwoorden zonder factoren als de militaire mogelijkheden, het economische klimaat en de internationale relaties van het land ook in de rekensom mee te nemen. Vanuit een militair perspectief is Noord-Korea in zekere mate een dreiging; het beschikt over raketten die hoogstwaarschijnlijk niet alleen een nucleaire lading kunnen dragen maar ook doelwitten op lange afstand kunnen bereiken. Het korte antwoord is dan ook zeker dat een militaire dreiging bestaat, maar of deze ook realistisch is, vormt een ander verhaal. Kan Noord-Korea het zich veroorloven om niet alleen zijn grootste bondgenoot te riskeren, maar ook om op te boksen tegen een militair superieure coalitie van Zuid-Korea, Verenigde Staten en Japan? Nee. Het overheersende imago in het Westen van Noord-Korea als een op oorlog beluste staat, is dan ook grotendeels gelimiteerd tot precies dat: een imago. De huidige militaire en economische redevoering van het Westen en geallieerden die Noord-Korea als dreiging zien, overschat dan ook de realistische dreiging van het land. Anoma van der Veere.
太狸記・三月号
Phoenix Wright: Ace Attorney - Dual Destinies
Hoe interessant is het om de advocatuur in te duiken in een spel? Sinds 2001 bewijst spelontwikkelaar en -uitgever Capcom dat dit alleszins een geslaagd concept kan zijn. Met een grote hoeveelheid onverwachte plotwendingen, scherpe dialogen en een cast aan bizarre personages, wist Phoenix Wright: Ace Attorney een onvergetelijke indruk achter te laten. Na een lange tijd van afwezigheid zijn we inmiddels zijn toe aan het vijfde deel in de reeks met Phoenix Wright: Ace Attorney Dual Destinies. Hoewel de game heel veel goed doet is het niet alles goud wat er blinkt. Na jaren van afwezigheid keert Phoenix Wright terug naar de advocatuur, een wereld dat sinds zijn vertrek enkel bergafwaarts is gegaan. Gefabriceerde bewijsstukken en valse aanklachten tekenen dit ‘donkere tijdperk van de wet’, waarin het doel de middelen heiligt. In deze setting is het aan Phoenix Wright, oudgediende Apollo Justice en nieuwkomer Athena Cykes om verdachten en getuigen te verhoren om hieruit informatie los te peuteren en inconsistenties uit te buiten om zo de waarheid aan het licht te brengen. In de basis is er dan ook weinig veranderd aan de gameplay van deze Ace Attorney-titel. Het zijn dan ook met name de verschillende rechtszaken die de game maken of breken. Met onder andere een bom in een rechtszaal, intriges in een youkai-dorp en een moord in een advocatenschool lijkt het wat dat betreft
wel snor te zitten, maar er blijft iets knagen. De focus in Dual Destinies ligt namelijk wel heel veel op de foute weg die het rechtssysteem in de game is opgegaan, waardoor er minder ruimte blijkt voor humor. De dialogen blijven scherp, maar brengen helaas aanzienlijk minder vaak een glimlach op je gezicht. Verder is het zo dat je aan de slag gaat met drie hoofdpersonages, waardoor je te weinig tijd doorbrengt met de verschillende figuren. Met name de jonge Athena lijdt hieronder, want ruimte om haar karakter goed uit te diepen is er weinig en ze overtuigt daardoor niet echt. Wel moet hier gelijk bij worden aangegeven dat Capcom de balans tussen personages van eerdere spellen en nieuwkomers goed heeft weten te bewaren. Ook voor nieuwkomers is het spel daardoor goed op te pakken. En dat is iets wat je eigenlijk absoluut zou moeten doen. Dat de game minder goed is dan diens voorgangers zegt namelijk meer over de kwaliteit van de eerdere spellen in de reeks dan over Phoenix Wright: Ace Attorney - Dual Destinies. Qua plot en het audiovisuele gedeelte vormt ook het nieuwste deel van de advocatenserie beslist een indrukwekkend geheel. Wester Wagenaar. Phoenix Wright: Ace Attorney - Dual Destinies is op 24 oktober 2013 verschenen in de eShop van de Nintendo 3DS.
太狸記・三月号
29
47 Ronin en 141 betere alternatieven
Afgelopen winter was het dan eindelijk zover: 47 Ronin, met in de hoofdrol Keanu Reeves, kwam uit. De film bleek financieel een flinke flop en zowel publiek als critici waren niet al te lovend over de kwaliteit. Deze verfilming van het oorspronkelijk achttiende-eeuwse verhaal gaat op de loop met de traditionele vertelling wat leidt tot een verzameling Hollywoodtropen en stereotypes van het Japan en het Oosten in het algemeen. De film is dan ook vooral interessant bij het kijken naar wat er gebeurt wanneer een Japans verhaal door de mangel van een Hollywood regisseur wordt gehaald. Het originele verhaal uit de Edoperiode is er een over wraak, eer en conflict. Een conflict tussen het volgen van bushido en het volgen van de regels van het Shogunaat. Zonder er verder al te diep op in te gaan hier een korte introductie van drie 47 Roninverfilmingen die je wel moet kijken als je graag
30
het ‘echte’ verhaal wilt weten. The 47 Ronin (元禄 忠臣蔵 , Genroku Chuushingura) Mizoguchi Kenji, 1941, 241min De oudste verfilming van de drie is een meesterwerk van de regisseur Mizoguchi Kenji. Zoals gebruikelijk was in cinema destijds ligt de focus niet zozeer op actie en special effects maar op artistieke expressie door middel van muziek, handeling en camerabeweging. Mizoguchi staat bekend als een van de beste regisseurs die Japan ooit gekend heeft en dat maakt deze film meer dan de moeite waard. De opdracht voor het maken van deze film kreeg Mizoguchi van het Japanse leger, hij heeft hen echter niet het opzwepende stuk over loyaliteit en bushido waarom zij vroegen gegeven. In plaats daarvan legde hij focus op het verhaal achter het drama.
太狸記・三月号
Toshiro Mifune pontificaal op elke poster staat maar helaas slechts vijftien minuten in beeld is.
Verwacht dus geen Hollywood blockbuster want dat is allesbehalve wat de film te bieden heeft. Ben jij echter een film-connaisseur of gewoon geïnteresseerd in film als kunst dan is deze film een must-see! 47 Samurai (忠臣蔵 花の巻 雪の巻, Chuushingura: Hana no Maki, Yuki no Maki) Inagaki Hiroshi, 1962, 207min In kleur, met beter geluid, en met een ‘melkweg aan sterren’ in de rollen, Inagaki Hiroshi’s Chuushingura is voor een hedendaags publiek makkelijker te kijken dan zijn voorgangers. Vooral de eerste helft van de film is erg interessant, waarna het afwisselen van scènes met de focus op verschillende personages de spanningsboog doet verslappen. De laatste akte van het verhaal, de bestorming van het huis van Kira maakt alles voor mij weer goed en is een goede climax van het drama. Inagaki is een van de grootmeesters van de samuraifilm en dit bewijst hij vooral met de bestorming van het huis in de sneeuw. Het blijft een langzame opbouw naar dit punt, maar dat hoort nu eenmaal bij een trouwe vertelling van dit verhaal. Tegenvaller is wel dat steracteur
47 Ronin (四十七人の刺客 , Shijuushichinin no shikaku) Ichikawa Kon, 1994, 132min Persoonlijk ervaar ik de meest recente van deze drie verfilmingen als de meest toegankelijke versie. Opnieuw is ingekort op alle drama die voorafgaat aan de bloederige climax van het verhaal, dat gaat in deze versie zelfs zo ver dat voornamelijk de voorbereiding en uitvoering van de aanslag op antagonist Kira in beeld komen, dit zijn in de originele vertelling ongeveer twee van de elf aktes. Hoewel de film dus geenszins te vergelijken is met het klassieke stuk waarop zij gebaseerd is, blijkt de film in andere opzichten wel een succes. Moderne techniek, goed gebruik van de camera, en wat sommige reviewers ‘visuele poëzie’ noemen maken de film toch nog de moeite waard. De fijnere lijnen van het plot gaan echter verloren in deze sterk gecondenseerde versie. Allicht is dit een goede verfilming om mee te beginnen als je nog onervaren bent met klassieke film en toneel. Nick Sint Nicolaas (ed. Vincent Meijer).
太狸記・三月号
31
De wereld van de Japanse ambassade
Mijn naam is Diana Kuijpers, vanaf augustus 2012 afgestudeerd Japanologe en sinds april vorig jaar werkzaam bij de Ambassade van Japan in Den Haag. Een heel nieuwe wereld. Niet alleen de eerste echte stap op de arbeidsmarkt, maar ook op het onbekende terrein dat ‘de Japanse ambassade’ heet. Want wat doet een ambassade eigenlijk? Voor velen staat de Ambassade van Japan vooral te boek als de plek waar visa vandaan komen. Een enkeling weet af van de studiebeurzen die de ambassade aanbiedt of is bekend met de jaarlijkse Japanse speechwedstrijd. Maar verder? Eigenlijk belichaamt de Japanse ambassade Japan in Nederland. Dit vertaalt zich in een wapperende Japanse vlag buiten het gebouw, maar vooral in het samenwerken met Japanse diplomaten. De Japanse taal is geen vereiste – ook Engels wordt op de werkvloer gesproken – maar het Japans beheersen en omgangservaring hebben met Japanners is in mijn ogen zonder meer handig. Het helpt zeker bij het ontwikkelen van inzicht in de Japanse werkcultuur. Aan het hoofd van de hiërarchie staat natuurlijk de ambassadeur, sinds november 2013 Zijne
32
Excellentie Masaru Tsuji. Daaronder volgen verschillende afdelingen, zoals die van politiek en economie, met elk een eigen afdelingshoofd. De juridische afdeling is van groot belang, zeker met het oog op prominente internationale organisaties die in Den Haag gevestigd zijn, zoals het ICJ (International Court of Justice) in het Vredespaleis en het ICC (International Criminal Court). Ook hebben we het OPCW (Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons), dat onlangs de Nobelprijs voor de Vrede kreeg uitgereikt. De Culturele Afdeling waar ik werk, heet voluit ‘Afdeling Culturele Zaken, Pers en Informatie’ en die naam omvat de drie belangrijkste pilaren van ons takenpakket. Zo volgen we Nederlands nieuws over Japan en bij een bezoek van Japanse delegaties verzorgen wij de perscontacten en culturele uitstapjes. Ook verstrekken wij informatie over Japan aan mensen die van plan zijn daarheen te reizen en beschikken we over een bescheiden bibliotheek bestaande uit een mooie collectie boeken. Ikzelf ben tevens verantwoordelijk voor het verzorgen van ‘educatieve presentaties’ voor doelgroepen variërend van basisschoolleerlingen tot studenten en werknemers. Een tweede pilaar vormen de studiebeurzen,
太狸記・三月号
waarschijnlijk wat bekender onder de studenten Japanstudies. De MEXT-beurzen (Ministry of Education, Culture, Sports, Science and Technology) voor zowel Japanese Studies Students als Research Students worden uit naam van de Japanse regering uitgereikt. Daarnaast is er het zogeheten JET Programme (Japan Exchange and Teaching Programme), waarmee je in Japan ofwel als assistent-leraar Engels, dan wel als coördinator van internationale betrekkingen, aan de slag kunt. Communicatie met kandidaten valt binnen mijn portefeuille. Maar onze hoofdpilaar is toch wel de culturele evenementen die de ambassade organiseert of waaraan wij meedoen met het oog op de eeuwenoude en belangrijke relatie tussen Nederland en Japan. Misschien is het ‘Cherry Blossom Festival’ te Amstelveen wel bekend voor je of heb je van de Japanse Tuin in
Clingendael te Den Haag of de ‘Japanese Public Speaking Contest’ gehoord. Laatstgenoemde zal ook dit jaar weer in maart plaatsvinden. Ook aan de ‘Japanmarkt’ in Leiden, georganiseerd door het Sieboldhuis, doen wij mee. Mijn taak is deels de organisatie van deze evenementen, maar vooral het aanwezig zijn namens de Culturele Afdeling en zodoende sociale contacten te onderhouden. Voor mij vormt de Japanse ambassade een uitstekende plek om werkervaring op te doen, maar vooral om continu met de Japanse taal bezig te blijven. Ook biedt het een mooie inkijk in de Japanse diplomatieke werkcultuur en het Japan-gerelateerde wereldje hier in Nederland. Daarbinnen doe ik dan ook vele, nieuwe contacten op. Dus voor een afgestudeerde Japanologe vormt het zonder meer een prima uitgangspunt voor een actieve loopbaan! Diana Kuijpers.
太狸記・三月号
33
Ask Anky
Ask Anky is een adviescolumn speciaal voor de problemen van Japanologen en Koreanisten. Heb je een probleem waarover je niet kunt of durft te schrijven naar een algemeen adviescolumn, schrijf dan naar
[email protected] met als onderwerp “Ask Anky”, of leg je brief in het postvakje van Tanuki. Hier zal door een deskundige antwoord worden gegeven op al je vragen. Schaam je niet en mail vandaag nog. Hey Anky!
Beste Anky Bedanky
Ik hoorde dat kimchi eigenlijk gefermenteerde kool is. Is die beschimmelde kool in mijn koelkast dus toch eetbaar?
Dit is een haiku Ik schreef hem speciaal voor jou Je bent een schat,
Groetjes, Die ene Leidse student
Haiku Henk Lieve Haiku Henk,
Beste Leidse student, Of je bovengenoemde kool nog eetbaar is hangt af van de kleur van de kool. Normaliter wordt een hele oude kool in mijn koelkast alleen maar bruin in plaats van schimmel, ik raad het je niet aan om dat nog te eten. Indien de schimmel daadwerkelijk een schimmel is en deze blauw is, dan kan je de schimmel eraf schrapen en in een zakje doen met een nieuwe kool. Laat dit een paar nachtjes in een kuil in je tuin doorfermenteren en je hebt binnen de kortste keren je eigen kimchi!
Dit is het toppunt van kunst dat ik ooit heb gezien. De rebelse strijd tegen de conformerende 5-7-5 vorm is als een metafoor voor de eeuwige strijd tegen de commercialisatie van het post-modernisme in Japan. Dat dit ook nog eens in het Nederlands is geschreven laat blijken van een bijna door bourgeoisie geïnspireerde manier van denken. Ik voel me gevleid dat deze haiku, een typologische hetze tegen het orientalistische paradigma in de westerse wereld, speciaal is geschreven voor mij. Haiku Henk, jij bent de coryfee van onze generatie. Heel veel bedanky,
Als de schimmel een andere kleur heeft dan blauw wordt dit met hetzelfde proces eerder zuurkool dan kimchi.
Anky
Eet smakelijk! Anky. 34
太狸記・三月号
太狸記・三月号
35
‘s avonds een man...
...‘s ochtends een man Een Tanuki-activiteit is géén geldige reden om een college te skippen of te laat te komen! Wees verstandig! Wees een man!
36
太狸記・三月号
...of een vrouw.