'. "
". .;"'
.
....
... ... .. :;.;
. ..
....,.
.
.
......
....
.
".
-. :
. ........
.::'
.'
-:.. /"
.
..
"
.
. '
................ :...
:: ::.. : .. ...
::..:::.:>' < ...• ;-:
'
.. :....
..:
.
.....
;
:..
,
.t;
ROTTERDAM
I,
Auteursrechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de CUR/COB. Het is toegestaan overeenkomstig artikel 15a Auteurswet 1912 gegevens uit deze uitgave te citeren in artikelen, scripties en boeken, mits de bron op duidelijke wijze wordt vermeld, alsmede de aanduiding van de maker, indien deze in de bron voorkomt. "Rapport K100-W-024 Predictie cluster 3, maart 1996, CUR/COB, Gouda." Aansprakelijkheid CUR/COB en degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze uitgave. Nochtans moet de mogelijkheid niet worden uitgesloten dat er toch fouten en onvolledigheden in deze uitgave voorkomen. Ieder gebruik van deze uitgave en gegevens daaruit is geheel voor eigen risico van de gebruiker en CUR/COB sluit, mede ten behoeve van al diegenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van deze uitgave en de daarin opgenomen gegevens, tenzij de schade mocht voortvloeien uit opzet of grove schuld zijdens CUR/COB en/of degenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt.
De samenstelling van de commissie, die dit rapport heeft voorbereid, was: ir. K.J. Bakker, voorzitter drs. W. van Schelt. secretaris ir. P. H.J. Ackermans dr.ir. P. van den Berg ir. J.P.M. Bol ing. H.J. Hagen ing. H. de Kruijff ing. A. van de Meent ir. H. C. Peerdeman ing. A.A. Proper dr.ir. A. Pruijssers ir. P. van Putten ir. S.F. de Ronde ir. L. E. B. Saathof ir. E.A.H. Teunissen ing. R.W.P. Uitermarkt ing. P.H. Verheijen ir. H.J. Vos prof.dr.ir. J.F. Agema, mentor CUR ir. J.N. Altenburg. coördinator COB
Samenstelling van Projectbureau Boortunnels: ir. K.J. Bakker ir. W.F.J. de Jager ir. P.S. Jovanovic ir. A.J .M. Kösters ing. E.A. Kwast ir. L.B.J. van Oldeniel ir. J. W. Plekkenpol drs. W. van Schelt
maart 1996
Projectbureau Boortunnels
VOORWOORD Kennis en ervaring op het gebied van ondergronds bouwen in zachte grond is belangrijk als Nederland de actualiteit wil volgen en de (inter)nationale positie van de Nederlandse ontwerpers en bouwers wil handhaven. Door een breed forum van partijen uit bedrijfsleven, overheid en kennis instituten is in 1994 het Impulsprogranuna Kennisinfrastructuur Ondergronds Bouwen opgesteld. Het doel van dit Impulsprogranuna is te komen tot een duurzame versterking van de kennisinfrastructuur . De kern van deze kennisinfrastructuur vormt het Centrum Ondergronds Bouwen (COB), dat onderzoek en ontwikkelingen op het gebied van ondergronds bouwen initieert en coördineert. COB maakt gebruik van de werkwijze en infrastructuur van het Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR) te Gouda. De activiteiten van het eOB worden uitgevoerd or der de noemer CUR/COB. Een leerstoel "Ondergronds Bouwen" aan de TU Delft is nauw gelieerd aan het COB. In CURICOB participeert een breed scala aan bedrijven, branche-organisaties, onderzoeksinstellingen, wetenschappelijke instituten en overheden. Via een bijdrage van de Interdepartementale Commissie voor het Economisch Structuurbeleid (ICES) in het Impulsprogranuna stimuleert de overheid de totstandkoming van deze kennis infrastructuur . Het onderzoek en ontwikkelingswerk van CURICOB worden verricht in het kader van een omvattend uitvoeringsprogramma. Dit uitvoeringsprogramma kent in eerste instantie vier thema's, te weten "Boren in zachte grond", "Verkennen, voorspellen en monitoren", "Economische tunnelbouw" en "Construeren, beheren en onderhouden" . De thema's worden ingevuld met uit te voeren onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Een belangrijk project binnen het eerste thema is het "Praktijkonderzoek Boortunnels " (CURlCOB-uitvoeringscommissie K 100). De kern van dit project bestaat uit een intensieve monitoring van de twee Praktijkprojecten Boortunnels, de Tweede Heinenoordtunnel en de Botlekspoortunnel. Door middel van deze monitoring worden bestaand instrumentarium voor verkenning van de ondergrond en voorspellingsmodellen voor het gedrag van constructie en grond getoetst. Voorliggend werkdocument "Predictie cluster 3" is onder verantwoordelijkheid van deze commissie tot stand gekomen en moet gezien worden als uitvoeringsonderdeel van het predictieplan. Het rapport beschrijft het resultaat van een literatuurstudie naar analytische rekenmodellen voor de ondersteuning van het boorfront. Op basis van dit resultaat zijn predicties gemaakt voor de minimale en maximale steundruk. Tevens heeft literatuuronderzoek plaatsgevonden naar de methode Rowe en zijn predicties voor gronddeformaties gemaakt bij toeen afname van de gemiddelde steundruk.
Titel en sub-titel: Predictie cluster J
Schrijverest . ir. J.H. van Dalen
Datum rapport: Maart 1996
Type rapport: Werkdocument
Rapportnummer 95-06318
COBIK I ûû-document nummer: KlOO-W-024
opdrachtnemer.
Projectbegeleider opdrachtgever: ing. E.A. Kwast
Projectleiderts) opdrachtnemer: ir. J.H. van Dalen Projectbegeleider ir. G. Hannink
opdrachtnemer:
Naam en adres opdrachtnemer: Gemeentewerken Rotterdam afdeling Ingenieursbureau Geotechniek Postbus 6633 3002 AP Rotterdam
Naam en adres opdrachtgever:
Centrum Ondergronds Postbus 420 2800 AK Gouda
Bouwen
Opmerkingen:
Samenvatting
rapport:
Er is een inventarisatie gemaakt van literatuur betreffende analytische rekenmodellen voor de ondersteuning boorfront. Het resultaat hiervan zijn op deze modellen gebaseerde predikties van de minimale en maximale steundruk voor meetveld Zuid en Noord.
van he
Tevens heeft literatuuronderzoek plaats gevonden naar de methode Rowe, een 2D axiaal-symmetrische benadering van het 30 probleem. Op basis hiervan zijn axiaalsymmetrische geschematieerde EEM-berekeningen uitgevoerd. He resultaat van deze berekeningen zijn predikties voor minimale en maximale steundruk. gronddeformaties als gevolg van toe- en afname van de gemiddelde steundruk en gronddeformaties als gevolg van een langdurige stagnatie. Hierbij is teven, onderscheid gemaakt tussen de situatie dat tijdens de stagnett- spiegeldaling van de bentoniet plaatsvindt en de situatie dat dit niet gebeurt.
Relationele rapporten: 20 predicties stabiliteit boorfront. Grondmechanica Tre-fwoorde n: Boortunnels. Stabiliteit
Delft (CO-358880/11) Verspreiding: COB-commissie
boorfronL Steundruk
KIOO
Classificatie. Intern COB-rapport
Classificatie de:e pagina: nee
Aantal blz:
Versie
Datum
.\amens opdrachtnemer
Paraaf
Namens opdrachtgever
I (con. I)
22/01/96
ir. J.H. van Dalen
-;7/
drs. W. van Schelt
2 (con. 2) J (def.)
01/0396
ir. J.H. van Dalen
27/03/96
ir. J.H. van Dalen
..-
.---:7 --
7---
Prijs.
drs. W. van Schelt drs. W. van Schelt
Paraaf
,L\~
\W
P
I
Tule and sub-title . Predietien cluster 3
Authorts): ir. J.H. van Dalen
Date report: March 1996
Type report. Interim-report
Reportnumber eontraetor: 95-06318
COB/K I (tû-report number. KIOO-W-024
Project managerts) eontraetor: ir. J.H. van Dalen
Project attendant prineipal: ing. E.A Kwast
Project attendant contractor: ir. G. Hannink Same and address contractor: Gerneentwerken Rotterdam Afdeling Ingenieursbureau Geotechniek P.O. Box 6633 3002 AP Rotterdam The Netherlands
Name and address principa/: Centrum Ondergronds Bouwen P.O. Box 420 2800 AK Gouda The Netherlands
Remarks:
Summary of report: A study of literature on analytical models for the calculation of support of the tunnelface has been carried out. This study has resulted in predictions for the minimum and maximum support pressure for both 'rneetveld Zuid' and 'rneetveld Noord', based on the described rnodels. Also literature about the Rowe rnethod, a 2·dimensional axial-syrnrnetric technique for estimating the 3-dimensional problem has been studied. On the bases of this study axial-syrnrnetric calculations have been carried out. The results of these calculations are predictions for minimum and maximum support pressures, ground deformations caused through variatien of the average support pressure and ground deformations in case of long-term stops. For the last case a difference has been made for the situation where the bentonite pressure is being replaced by airpressure and the situation where the bentonite remains in place.
Relational reports: 20 finite element predictions tor tunnel face stability, Grondmechanica
Delft (CO-358880/11)
Keywords: Bored tunnels, Face stability, Support pressure
Distribution: COB-committee
Classification: Intemal COB-report
Classification this page.
Xumber of pages,'
Version
Date
On behalf of contraetor
I (con. I)
22/01/96
2 (con. 2) 3 (def.)
KIOO Price:
na
lnitials
;:7'---
ir. J.H. van Dalen
01/03;96
ir, LH. van Dalen
27/03/96
ir. LH. van Dalen
'"
7-7--
On behalf of principal
lnitials
drs. W. van Schelt
A
drs. W. van Schelt drs. W. van Schelt
~
~
7'
oK
/
('fIH:
/..flJ(~W-'i:J
(,"
1.J'l-IJh::B
INHOUDSOPGA VE
SAMENV ATTING
.
SUMMARY HOOFDSTUK
1
INLEIDING
2
HOOFDSTUK
2 2.1 2.2
UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEREKENINGEN Schematisatie grondopbouw Ligging van de Tunnel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
3 3 4
HOOFDSTUK
3 3.1 3.2 3.3
ANAL YTISCHE METHODEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. Inventarisatie Resultaten Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
5 5 13 14
HOOFDSTUK
4
METHODE
15
HOOFDSTUK
2-0 AXIAAL-SYMMETRISCHE EEM BEREKENINGEN . . . . 5 Schematisatie van het probleem 5.1 Resultaten 5.2 5.2.1 Meetveld Zuid. aanpassing gradiënt steundruk en afname steundruk 5.2.2 Meetveld Zuid. toename steundruk 5.2.3 Meetveld Zuid. invloed wrijving schild 5.2.4 Meetveld Zuid. invloed interface elementen normaal 5.2.5 Meetveld Zuid. langdurende stagnatie, steundrukgradiënt 5.2.6 Meetveld Zuid. gradiënt steundruk naar nul (Zuid 5) . . . . . . . . 5.2.7 Meetveld Noord. aanpassing gradiënt steundruk en afname steundruk (Noord I) 5.2.8 Meetveld Noord. toename steundruk (Noord 2) 5.2.9 Meetveld Noord. gradiënt steundruk naar nul (Noord 5) Conclusies . . . . . . . . . . . . 5.3
HOOFDSTUK
6 6.1 6.2
ROWE
EV ALU ATIE. CONCLUSIES Evaluatie uitgangspunten Conclusies en aanbevelingen
LITERATUUR
EN AANBEVELINGEN.
.. "
18 18 21
..
2I 21 22 22 22 23
" ..
23 23 24 24
. . . . . .. "
27 27 28
31
('OH.
~" •.•.W.O':4
(;W.
...."~II'\..;'fi
BIJLAGEN:
Resultaten AI A2 A3 A4 A5
berekeningen Atkinson Leca en Leca en Krause J ancsecz
met analystische modellen voor meetveld en Po tts Dormieux, minimale steundruk Dorrnieux, maximale steundruk
Noord:
Resultaten A6 A7 A8 A9
berekeningen Leca en Leca en Krause Jancsecz
met analystische modellen voor meetveld Zuid: Dormieux, minimale steundruk Dormieux, maximale steundruk
en Steiner
en Steiner
Berekeningen afname gemiddelde steundruk. meetveld Zuid: Z 1.0 Overzicht berekeningsstappen Z I. I t/m 6 Schematisatie Z 1.7 en 8 Resultaat aanbrengen eigen gewicht grond Z I. 9 t/m 12 Afname gemiddelde effectieve steundruk tot 0,4x de oorspronkelijke waarde ZI.13 t/m 16 Afname gemiddelde effectieve steundruk tot bezwijken Z 1.17 Deformatie van het graaffront als gevolg van het afnemen van de gemiddelde steundruk Zl.18 Maaivelddeformatie als gevolg van het afnemen van de gemiddelde steundruk Zl.19 Bepaling bezwijkwaarde voor de minimale gemiddelde effectieve steundruk ZI.20 Berekende spanningen na aanbrengen eigen gewicht Berekeningen Z2.0 Z2. I t/m 4 Z2.5 t/m 8 Z2.9 Z2.10 Z2.11
toename gemiddelde steundruk. meetveld Zuid: Overzicht berekeningsstappen Toename gemiddelde effectieve steundruk tot 4x de oorspronkelijke waarde Toename gemiddelde effectieve steundruk tot bezwijken Deformatie van het graaffront als gevolg van het toenemen van de gemiddelde steundruk Maaivelddeformatie als gevolg van het toenemen van de gemiddelde steundruk Bepaling bezwijkwaarde voor de maximale gemiddelde effectieve steundruk
Berekeningen oplegpunten Lp.V. lining/schild met verhinderde beweging in asrichting tunnel. meetveld Zuid: Z3.0 Overzicht berekeningsstappen Z3. I Schemausatie steunpunten Iining Z3.2 Deformatie van het graaffront bij toename steundruk Z3.3 Maaivelddeformaties bij toename steundruk Z3.~ Bepal ing bezwijkwaarde voor de maximale gemiddelde effectieve steundruk Berekening langdurende stagnatie. meetveld Zuid: Z4.0 Overzicht berekeningsstappen Z4. I t/m 3 Berekeningsresultaten Z4.4 Deformatie van het graaffront Z4.5 Maaivelddeformaties
('jJ!l
k/lil!~W_I,:'J
(,H
<J5-IJh..'H
Berekening langdurende stagnatie onder luchtdruk, Z5.0 Overzicht berekeningsstappen Z5. I t/m 7 Berekeningsresultaten Z5.8 Deformatie van het graaffront Z5.9 Maaivelddeformaties
meetveld Zuid:
Vergelijkingsberekening wel/geen interface elementen meetveld Zuid: Z6.0 Overzicht berekeningsstappen Z6. I Mesh met interface elementen en opgelegde verplaatsingen Z6.2 Verplaatsingen t.p.v. overgang graaffront/ lining bij toename gem. steundruk met interface elementen, Mload A = 4,0 Als Z6.2, maar nu op basis van de berekening zonder interface elementen Z6.3 Z6.4 Maaivelddeformaties bij toename steundruk Bepaling bezwijkwaarde voor de maximale gemiddelde effectieve steundruk Z6.5 Berekeningen afname gemiddelde steundruk. meetveld Noord: N 1.0 Overzicht berekeningsstappen N I. I t/m 6 Schematisatie NI.7 en 8 Resultaat aanbrengen eigen gewicht grond NI. 9 t/m 12 Afname gemiddelde effectieve steundruk tot O,4x de oorspronkelijke waarde NI.13 t/m 16 Afname gemiddelde effectieve steundruk tot bezwijken NI.17 Deformatie van het graaffront als gevolg van het afnemen van de gemiddelde steundruk NI.18 Maaivelddeformatie als gevolg van het afnemen van de gemiddelde steundruk NI.l9 Bepaling bezwijkwaarde voor de minimale gemiddelde effectieve steundruk NI.20 Berekende spanningen na aanbrengen eigen gewicht Berekeningen N2.0 N2.1 t/rn 4 N2.5 t/m 8 N2.9 N2.10 N2.11
toename gemiddelde steundruk. meetveld Noord: Overzicht berekeningsstappen Toename gemiddelde effectieve steundruk tot 10x de oorspronkelijke waarde Toename gemiddelde effectieve steundruk tot bezwijken Deformatie van het graaffront als gevolg van het toenemen van de gemiddelde steundruk Maaivelddeformatie als gevolg van het toenemen van de gemiddelde steundruk Bepal ing bezwijkwaarde voor de maximale gemiddelde effectieve steundruk
Berekening Spiegeldaling Bentoniet met langdurende stagnatie. meetveld N 5.0 Overzicht berekeningsstappen N5. I t/rn -+ Berekeningsresultaten aanpassing gradiënt steunvloeistof N5.5 t/rn 7 Berekeningsresultaten na consolidatie N 5.8 Deformatie van het graaffront N5.9 Maaivelddeformaties
Noord:
con
J..II~I-W.li:;4
(;w.
"'5·1"' •.3 H
SAl\IEl''V ATTING Er is een inventarisatie gemaakt van Iiteratuur betreffende analytische rekenmodellen voor de ondersteuning van het boorfront. Op basis van vergelijking en afweging is een keuze gemaakt voor de te gebruiken analytische modellen. Met de modellen zijn predikties van de minimale en maximale steundruk voor meetveld Zuid en Noord gemaakt. Tevens heeft literatuuronderzoek plaats gevonden naar de methode Rowe, een 2D axiaalsymmetrische benadering van het 3D probleem. Op basis hiervan is een keuze gemaakt betreffende axiaal-symmetrisch geschematiseerde EEM-berekeningen. Het resultaat van deze berekeningen zijn predikties voor gronddeformaties als gevolg van toe- en afname van de gemiddelde steundruk en als gevolg van een langdurende stagnatie. Hierbij is tevens onderscheid gemaakt tussen de situatie dat tijdens de stagnatie spiegeldaling van de bentoniet plaatsvindt en de situatie dat dit niet gebeurt.
SUMMARY A study of literature on analytical models for the calculation of support of the tunnel face has been carried out. This study has resulted in predictions for the minimum and maximum support pressure for both 'rneetveld Zuid' and 'rneetveld Noord', based on the described modeis. Also literature abour the Rowe method. a 2-dimensional axial-symmetric technique for estimating the 3-dimensional problem has been studied. On the bases of this study axial-syrnrnetric calculations have been carried out. The results of these calculations are predictions for minimum and maximum support pressures, ground deformations causes through variation of the average support pressure and ground deformations in case of long-term stops. For the last case a difference has been made for the situation where the bentonite pressure is being replaced by airpressure and the situation where the bentonite remains in place.
l'!IH
UI••.. "·.•).:J
(,H'
1J5__"'-:
R
HOOFDSTUK
I
INLEIDING Bij de bouw van de Tweede Heinenoordtunnel zal een uitgebreid pakket metingen worden uitgevoerd, teneinde het inzicht te verhogen in de processen die zich afspelen bij het boren van tunnels onder Nederlandse omstandigheden. Voorafgaand aan de uitvoering van de metingen worden predicties gemaakt van de te verwachten meetresultaten. Door het Centrum Ondergronds Bouwen (COB) is aan Grondmechanica Delft (GD) en Gemeentewerken Rotterdam (GWRl opdracht verstrekt voor de werkzaamheden betreffende cluster 3, zoals beschreven in de offerte-aanvraag d.d. 2 maart 1995. kenmerk JA/CE 95.640, COB-Fin-B-95.41. De werkzaamheden zijn voor 50 % door GD en voor 50 % door GWR uitgevoerd. Het genoemde cluster omvat predicties behorend tot de volgende onderzoeksdoelen: B-04 Bepaling van de invloed van de slurrydruk op de stabiliteit van het graaffront B-07 Bepaling stabiliteit van het boorfront bij het tegelijkertijd boren door gedraineerde en ongedraineerde grondlagen V-10 invloed ondersteuning boorfront met behulp van: - literatuuronderzoek - model gebaseerd op de spanningskarakteristieken-rnethode - 2D-EEM, methode "Rowe" G-06 invloed grondwater tijdens stagnatie G-07 gedrag grondwater/lucht tijdens een spiegeldaling van het bentoniet G-08 deformaties tijdens een spiegeldal ing van het bentoniet Bij de vaststelling van de taakverdeling tussen GWR en GD is er voor gekozen het cluster in te delen op basis van uit te voeren werkzaamheden en niet op basis van de te leveren predicties. De achtergrond hiervan is dat op basis van één type berekening meerdere predicties kunnen worden uitgevoerd. Op basis van dit uitgangspunt is het cluster als volgt onderverdeeld: Al literatuuronderzoek en analytische berekeningen BJ 2-0 EEM berekeningen volgens de methode Rowe, op basis van axiaal-symmetrie Cl 2-D EEM berekeningen voor een langsdoorsnede over de tunnel: hierbij wordt in feite de situatie geschematiseerd alsof een complete laag wordt weggegraven. in plaats van een tunnel Onderwerp C is door GD uitgevoerd en de onderwerpen A en B zijn door GWR uitgevoerd. Deze rapportage betreft het door GWR uitgevoerde deel, het door GD uitgevoerde deel is separaat gerapporteerd. 2
co«
/.;11)(1-\\,-1]_'4
(iW·
l.I5-,J/'I3'H
HOOFDSTUK 2 UITGA.~GSPUNTEN 2.1
VOOR DE BEREKENINGEN
Schematisatie grondopbouw
Boven de tunnel bevindt zich een gelaagd pakket, hetgeen in het geval van meetveld Zuid als voornamelijk cohesief kan worden opgevat en in het geval van meetveld Noord als voornamelijk niet-cohesief. De cohesieve lagen zijn berekend met het Plaxis-Cap grondmodel. de zandlagen met het Mohr-Coulomb grond model. Voor de dwarscontractiecoëfficiënt is in alle zandlagen een waarde aangehouden van 0,3, in de cohesieve lagen is een waarde aangehouden van 0,2. De schematisatie van de grondopbouw is weergegeven in de tabellen 2.1 en 2.2. Deze is gelijk gekozen met de schematisatie voor de langsdoorsnede berekeningen. Deze parameters zijn gebaseerd op de door het Projectbureau Boortunnels aangeleverde parameterset voor de predikties, d.d. augustus 1995. Voor een nadere omschrijving wordt verwezen naar rapport CO-358880/l1 van GD.
Tabel 2.1. Schemalisatie grondopbouw
meetveld Zuid.
• IV
laag
Bovenzijdf' laag [m t.o. v, :"Arf
T.,p
+ I.lXJ
,
:\.:!5
4
4.50
P.l)
:!2.5
16
7.:!5
IJ.II
26.0
IS
- 10.:10
Grond
ldr I l~ Ik:"/m
1
16.6
I~.O
17.0
zo.o
20.:1
G (kraf
Ko
net
0.55
0
1.70:
OA?
()
7
uvt
o.eo
Il.l)70~
n.0l77
o
5
nvt
o.eo
O.O9:?~
1J.0nl
6.:1
0
0.117
c'
(krat
(~",d.nf
:!~.O '0 ~.IJ
~~.()
~6.5
~
11.4:1
À
O.O:?40 0\1
nvt
«
'U1062 0\1
nvt
Voor de grondwaterstand is in het geval van meetveld Zuid voor alle lagen een waarde aangehouden van NAP + 0.3 m. Voor meetveld Zuid is uitgegaan van een maaiveldniveau van NAP + LO m. Later is bekend geworden dat voor het boren van de tunnel een ophoging tot circa NAP + 2,5 m zal plaatsvinden, hiermee is dus geen rekening gehouden.
Tabel 2.2. Schemali~alie grondophouw (;rund laag
"""'l"nlijde [rn t.o,v.
laag
:"WI
ldr
)~
Ik"m-'
meelveld Noord,
.'
'v
I~ru den]
~: .n
o
Ko
À
«
0\1
(l.)~
11.''''11
n.OI ~~
c
G
IkI'al
Ikral
,
~.~O
16.~
i -:'.2
,
1.",
16.:1
10.:1
':1.0
'i.n
,I
"-I<)J
'lA"
0'1
0\1
2
:1.7:1
16.0
rs.o
:n.O
.'.n
0
7.068
11.47
0'\1
0\1
T"p
+
"
III.IX)
:!i).~
11U
6.:1
o
11.306
0.4:1
0\1
nvt
'2
17.25
2n.~
16.:1
6.~
()
l "'l.()Q4
0 ..'\0
0\1
0\1
3
CuM
k/IJti-W
(,W
v~..IIf\.;R
..d,24
Voor de grondwaterstand is in het geval van meetveld Noord voor alle lagen een waarde aangehouden van NAP - 0, I m. Een uitzondering hierop vormt de toplaag. Voor deze laag is NAP + 0.48 maangehouden. De sprong is aangenomen ter plaatse van de onderkant van de toplaag.
2.2
Ligging van de Tunnel
De diameter van het schild van de tunnel bedraagt 8.55 m ter plaatse van het graaffront. Deze waarde is aangehouden in de berekeningen. In tabel 2.3 is de diepteligging van de tunnel weergegeven.
Tabe ' 2.3. Diepteli!:ging tunnel
I bovenzijde
tunnel
tunnelas onderzijde
4
tunnel
[m t.o.v. NAP]. Meetveld Zuid
-
8.275 - 12.55 - 16,825
I
Meetveld Noord - 10.00 - 14.275 - 18.55
I
t."l
IR:
(;W
k}11J-W.rI::'4
~5-,~~ifl
HOOFDSTUK 3 A.l'lJALYTISCHE METHODEN 3.1
Inventarisatie
Ten behoeve van de bepaling van de minimale steundruk voor het graaffront is een aantal methoden beschikbaar. die zich met name onderscheiden door de aangenomen wijze van bezwijken van de grond. Enkele methoden betreffen cohesieve grond waarbij de ongedraineerde schuifsterkte als berekeningsparameter wordt gebruikt, andere methoden zijn juist bedoeld voor niet-cohesieve grond. Overigens wordt opgemerkt dat bij toepassing van deze methoden geen rekening wordt gehouden met de grootte van optredende deformaties. Broms en Bennermark (1967) [lit.l] definiëren voor cohesieve grond de stability ratio N. Deze is gelijk aan het verschil tussen de oorspronkelijke grondspanning op het niveau van de as van de tunnel en de frontdruk. gedeeld door de ongedraineerde schuifsterkte: (1) Hierin is: Os
=
Or
=
= -ic- 0(2) = Cu
C
o y
=
maaiveldbelasting gemiddelde steundruk ongedraineerde schuifsterkte van de grond grondspanning t.h. v. de tunnelas tunneldekking tunneldiameter volumegewicht van de grond
UnIt weiQl'It T
.,
c
o
5
C(JH
JdIJlJ..-W-li_'.J
(iW
"I)-I}I"' •..•
1i
Uit experimenten is gebleken dat voor waarden N < 6 geldt dat de opening stabiel is. Deze methode kan gebruikt worden om een ondergrens te bepalen voor de steundruk.
Door Davis, Gunn, Mair en Seneviratne (1980) [lit.2] is. op basis van onder- en bovengrensbenaderingen. afgeleid bij welke frontdruk de tunnel stabiel is in cohesieve grond. Hierbij is uitgegaan van de stelling dat indien een spanningsveld rond de tunnel kan worden beschreven dat overal in evenwicht is zonder dat ergens de sterkte wordt overschreden, er sprake is van een ondergrens van de belasting. Voor de bovengrensbenadering dient een kinematisch toelaatbaar bezwijkmechanisme te worden aangenomen. Indien op basis van virtuele arbeidsbeschouwingen kan worden aangetoond dat onvoldoende sterkte bestaat om het optreden van dit bezwijkmechanisme te verhinderen, is volgens de stelling een bovengrens van de belasting gevonden. Bij de bepaling van de onder- en bovengrenzen is gebruik gemaakt van EEM- en analytische berekeningen. gebaseerd op homogene ideaal elasto-plastische grond. Hierbij is aangetoond dat een relatie bestaat tussen de mate van stabiliteit en de relatieve diepteligging van de tunnel C/D (zie ook figuur 3.\). Als bovengrens voor de steundruk waarbij de tunnel stabiel is. is gevonden:
(2)
(grootheden en parameters als in formule (1) ) In figuur 3.2 is het aangenomen bezwijkmechanisme
Fig. 3.2.
6
AangenolTIèn
bezwijkmechanisme
Davis e.a. [lit.2t.
weergegeven.
('(IR
~/IItLW-IC4
(iW.
v."_"'\.' 1i
Voor de ondergrens wordt gevonden: voor CID < 0.86: 0r= as -
cul 2 .•2In(2Cf
D+ 1)]
(3)
voor CID > 0,86: 0r= as - Cu
I41n(2
(grootheden
Cf D+ 1) I
en parameters
(4)
als in formule (1) )
Voor niet cohesieve grond zijn door Atkinson en Potts (1977) [lit.3] onder- en bovengrenzen voor de minimale steundruk afgeleid, analoog aan het werk door Davis e.a. voor cohesieve grond. De resultaten zijn gebaseerd op een theoretische 2 dimensionale 'Plane Strain' benadering, onderbouwd met resultaten van centrifuge proeven (in droge niet-cohesieve grond). De benadering blijkt volgens de auteurs een realistisch beeld op te leveren van de benodigde steundruk. ondanks het feit dat de werkelijkheid 3 dimensionaal is. Volgens de auteurs kan de theorie ook worden toegepast op niet-droog zand, indien er geen sprake is van stroming en de korreldrukken goed bekend zijn. In dat geval moet met korrelspanningen worden gerekend.
1 1_1_-'-4>i-~IYD 4cos4>/ tanè: 2 hierin is: ar = gemiddelde (effectieve) ~ =
4>'
=
y
=
D
=
1
+
(ondergrens)
(5)
(bovengrens)
(6)
steundruk
sin4>!
1 - sin4>' hoek van inwendige wrijving in radialen volumegewicht van de droge grond of effectief volumegewicht i.g. v. natte grond tunneldiameter
Door Krause (1987) [lit.4] is het inwendige evenwicht van een grondmoot direct voor het graaffront beschouwd. Hierbij is uitgegaan van respectievelijk een halve cirkel. een kwart cirkel in doorsnede en een halve bol. Een en ander als aangegeven in figuur 3.3.
7
con
kliJlI-W-ICJ
(,W
1J~_dt\•.
··'f1
ElEiER
fUl
HAl8KREIS
YIERTEllRElS
RÄUMllCHER
nu
HAlBIUGEl
FIg. 3.3.
Beschou wde grondmoot
volgens
Krause [litAI.
De minimale effectieve steundruk waarbij nog evenwicht wordt gevonden bedraagt voor deze gevallen respectievelijk:
8
(',IH
i./rIU-W-U':J
(jW
•••• <::-<J.\3H
-'-
(1yD
tan
or
°r
,
= ----
0,5
+
-
6
1TCC')
11·
tane:
(7)
2
(3yD
-
(8)
2"TCC')
= _1 - (1y D - 1TC c') tanë: 9 2
hierin is: c' = cohesie van de grond y = boven de grondwaterstand: onder de grondwaterstand:
(9)
volumegewicht van de grond effectief volumegewicht v.d. grond
( overige parameters en grootheden
als vermeld onder formule (6) )
Welk geval maatgevend is hangt af van de verhouding tussen de verschillende parameters. de halve bol is echter nooit maatgevend ten opzichte van de halve cirkel. Omdat de halve cirkel echter een 2-dimensionaal geval betreft is de halve bol mogelijk realistischer. Overigens wordt opgemerkt dat bij hogere waarden voor de cohesie wordt gevonden dat de effectieve steundruk kleiner dan nul zou mogen zijn. Dit betekent dat in die gevallen de beschouwde bezwijkmechanismen niet zullen optreden. Door Leca en Dormieux (1990) [lit.9] zijn op vergelijkbare wijze als Atkinson (1977) en Davis (1980) een onder- en bovengrens bepaald voor zowel de minimale als de maximale steundruk . De gevonden bovengrens voor de minimale steundruk (bovengrens ~ onveilige waarde) komt zeer dicht bij het resultaat van centrifugeproeven in droge zandgrond, betreffende een tunnel met een diameter van 4 m in de prototype situatie. In het geval van cohesieve grond geldt voor de minimale en voor de maximale steundruk: (10) hierin is: factoren volgens figuur 4.4 en 4.5
Or
(1-\-1)-+1 oe Os
(1-\-1)-+1 oe (1-\-1)yD Oe
gemiddelde effectieve steundruk effectief volumegewicht van de grond 1 .•.sin
, - sin
2
1 - sin
9
l'(IR
k/IJn-W-iJ::'4
liW
CJ5-IJn.3-H
De factoren Ns en N)' voor het geval van minimale steundruk zijn weergegeven en voor het geval van maximale steundruk (blow-out) in figuur 3.5.
ti
'4
.
\
..~,'
.' .•.
NI;
~~'
,,
,
,
,, ,,
,
\
.,
--~.
----
~.
, ,, ,
In figuur -'.4
\
,,
\
,,
,,
\
\ \ \
\
.1 ' \ \
, \
\e. \
.
,,
,
,
,
I
.-' .2lI" .-- ·25·
.. _-- ..... - "'--
,
Fig. 34.
Factoren
- -------
- - - - --
ter bepaling
hoven-
. _- • 3lr
. _ .•
0
en ondergrens
minimale
a
a
I
steundruk
.•.
._'_-.cr-
45-
c:.'O
[lit.9J .
•••
- -- - ~
.' ..
---;:
JO
..
_. ~
'0
_- • 3lr _- • 25" _-.2(T'
1
Fig. 3.5
10
Factoren
1
ter bepaling
3
'-/0
hoven- en ondergrens
maximale
0
co
0
steundruk
(Blow-out)
[lit.9J.
('(In
/.:l'Jli-W.l!:4
(,W
l.I5-1Jf\.;',H
Voor het geval van niet-cohesieve grond geldt dat "c = O. waardoor de waarden Afgeleid is door de auteurs dat voor dit geval geldt:
0)' niet zijn gedefinieerd.
voor Os en
(11 ) (grootheden
en parameters
als in formule (10) )
Door Jancsecz and Steiner (1994) [lit.5] wordt een eenvoudig model beschreven om de minimale steundruk te bepalen. Hierbij wordt een wigvormig bezwijkende grondmoot aangenomen, direct voor het graaffront als aangegeven in figuur 3.6. Onbekende hierbij is de hoek IJ die de wig met de horizontaal maakt.
b.) F'RONT 'v1EW
0.) LONGITUDINAL SEcnON
2 Q.kN/m
Greund surtoce ,......•... ,
41. c
.,.
Greund woter
"
Shiëld P
t"
I
-::'-._ ~._ 0..S
c.) T~ SlDE I,1(W
i
d.) F'~c(S
t
--;-11[ Fig. 3.6.
Aangenomen
bezwijkvorm
methode
b
Jancsecz
ON SOL YltDGE
C,
E+W
s
[lit.S]
Door Jancsecz is gezocht naar de waarde voor IJ die de laagste waarde voor de steundruk oplevert. Deze blijkt een functie van de relatieve gronddekking (CID) en de hoek van inwendige wrijving van de grondlaag ter plaatse van het graaffront. Door middel van een iteratieproces zijn oplossingen voor IJ gevonden. Op basis van de waarde voor IJ wordt een waarde voor de
Il
ruimtelijke
gronddrukcoëfficiënt
KA3 gevonden.
,. IJ
t
Ir
t·I$' t·w
t·w
..
t·»'
als aangegeven
1Q.340 IUII 14.102 IUOO
I
11.110 14.161 6IJI3 14,464 16~ &1.561 10,423 Rlt7 l2.J22 I4Jn ",705 &I.&aJ JCU27
2 J
~o
45.1 2
K !t!.!.l. •
2
S7,S
10,0
ltS
0.4111 0.4117 o,~9
1U74
• .20'
••
•• .)5'
0._
t·w
0
O,JIO
0.241
0.199
1
0,lS4
0,l7t
0.141
2 3
0.222 0.217
0.171
0.J4I
o,m
0,1]1
I., 01"'(45-;
0,.'
Iltll 10,171
IS,O
•••• 0,151
ij"
K.
G.2I7
2
1$'
0,273 0,l71
0,214
0.171
O,Il&
0,41
O,JJ
0.27
o.n
OoS7. 0.4"1
0..117
o.J49
O.J4S
!ill9
00
Ul7
0,1
2
2
1
i
o
J
J
Ruimtelijke
=
dekking
hoven de tunnel
gronddruk"o~ftï"i~nt
KA3 volgens
t
Fig. 3.7.
Ku
I
•••
0
in figuur _~.7.
Op basis van de volgende
formule
van het tunneldak
bepaald:
worden
(
=
C );
Jancsecz
kan vervolgens
D = tunneldiameter [lit.51·
de benodigde
effectieve
steundruk
ter hoogte
(12) hierin is: IJ T = effectieve steundruk t.h. v. het tunneldak IJ ~
= vertikale effectieve spanning t.h. v. het tunneldak 3 - 0 gronddrukcoëfficiënt volgens Jancsecz
KAJ =
Op basis van goede ervaringen met praktijktoepassing van de gegeven dat er vanuit de uitvoering geen behoefte bestaat aan gecompliceerdere bepalingen
12
van de minimale
steundruk.
formule stelt 1ancsecz of geavanceerdere
t
',JH
(;U'.
IdIIU-W~IC4 Y5-11I\,.?·'ff
3.2
Resultaten
Voor meetveld Noord is de grondopbouw opgevat als homogeen en niet cohesief. Derhalve konden berekeningen worden uitgevoerd op basis van Atkinson, Leca, Krause en Jancsecz. De gebruikte grond parameters zijn gebaseerd op hoofdstuk 2. Hierbij wordt opgemerkt dat voor de berekening op basis van Atkinson en op basis van Leca uitgegaan is van gemiddelde grondparameters van de lagen rond en boven de tunnel. Voor de berekeningen met Krause en met Jancsecz dienen tevens parameters van de lagen ter plaatse van het graaffront te worden ingevoerd. Deze waarden zijn rechtstreeks uit tabel 2.2 afgeleid. De gehanteerde parameters alsmede de berekeningen zijn weergegeven op de bijlagen AI t/m A5. In tabel 3.1 zijn de resultaten van de berekeningen op basis van de bovenbeschreven samengevat. Tabel 3.1. Berekeningsresultaten methode
Atkinson
en Pons [lit.J]
Leca en Dormieux
Krause Jancsecz I)
3)
and Steiner
minimale steundruk t.h,v. de tunnelas [kPal
4)
ondergrens
172
I)
bovengrens
157
I)
ondergrens
209
I)
bovengrens
151
I)
167
l) 2)
172
3)
[lit.5]
Met de formules
wordt de gemiddelde
de totale gemiddelde
In dit geval is de kwart cirkel Md de formules vermelde
4)
meetveld Noord.
[Iit.4]
betreffen 2)
Ilit.91
waarden
Met ondergrens
methoden
wordt veilige
steundruk
inclusief
maatgevend
g-hleken.
wordt de effectieve betreffen
effectieve
steundruk.
steundruk
de totale gemiddelde waarde
591
berekend
steundruk.
De in de tabel
ter hoogte
van het tunneldak ter plaatse
bedoeld en met hovengrens
I) I)
10.017
de waterdruk
ter hoogte
maximale steundruk t.h. v. de tunnelas [kPa]
vermelde
waarden
van de tunnelas.
berekend.
D~ in de tabel
van de tunnelas.
onveilige
waarde
Voor meetveld Zuid komen in principe minder methoden in aanmerking, omdat in dit geval gel ijktijdig door gedraineerde en ongedraineerde lagen wordt geboord. Ook voor deze situatie zijn de gehanteerde grondparameters gebaseerd op hoofdstuk 2. In het geval van de methode Jancsecz is de cohesie verwaarloosd. De gehanteerde parameters alsmede de berekeningen zijn voor dit meetveld weergegeven op de bijlagen A6 t/m A9.
13
CUfi·
ld(}d-W ..iJ~4
(,w.
"'5-'h3 fi
Tabel .'.2. Berekeningsresultaten methode
meetveld Zuid. minimale steundruk t.h, v, de tunnelas [kPa]
4)
198 132
I)
Krause [lit.4]
149
I) 2)
Jancsecz and Steiner [lit.5]
150
3)
Leca en Dormieux [lit.91
ondergrens bovengrens
I)
maximale steundruk t.h.v, de tunnelas [kPa] 521 3,201
I) 1)
I)
Met de formules wordt de gemiddelde effectieve steundruk berekend. De in de tabel vermelde waarden betreffen de totale gemiddelde steundruk. inclusief de waterdruk ter hoogte van de tunnelas
2)
In dit geval is de kwart cirkel maatgevend gebleken.
3)
Met de formules wordt de effectieve steundruk ter hoogte van het tunneldak berekend. De in de tabel vermelde waarden betreffen de totale gemiddelde steundruk. ter plaatse van de tunnelas.
4)
Met ondergrens wordt veilige waarde bedoeld en met bovengrens onveilige waarde
3.3
Conclusies
De bovengrensberekeningen voor de minimale steundruk volgens zowel Atkinson en Potts als Leca en Dormieux zijn onderbouwd met de resultaten van centrifuge proeven in droge zandgrond. Beide methoden leveren (voor meetveld Noord) resultaten die dicht bij elkaar liggen. De methoden volgens Krause en volgens Jancsecz zijn beide gebaseerd op een aangenomen bezijkmechanisme en kunnen derhalve ook als bovengrensbenaderingen voor de te verwachten minimale steundruk worden opgevat. De met de laatste methoden gevonden waarden voor de minimale steundruk zijn in geringe mate hoger dan die volgens de beide eerder genoemde methoden en daarmee dus mogelijk scherper gedetineerd. De hoogste waarde voor de bovengrens wordt gevonden met de methode Jancsecz en bedraagt afgerond 170 kPa. De laagste waarde voor de ondergrens wordt gevonden met Atkinson en Potts en bedraagt eveneens 170 kPa. Betreffende de maximale steundruk kan worden gesteld dat de grenzen erg ver uit elkaar 1iggen, waarbij met name de bovengrensbenadering levert een erg hoge waarde oplevert. Naar verwachting levert de ondergrensbenadering de meest realistische waarde op. Deze bedraagt afgerond 600 kPa.
Voor meetveld Zuid wordt eveneens gevonden dat de methoden volgens Krause en volgens Jancsecz de hoogste waarden opleveren voor de bovengrens. Hierbij moet echter wel worden vermeld dat in het geval van de methode Jancsecz de cohesie is verwaarloosd. Om deze reden wordt in dit geval uitgegaan van de bovengrens volgens Krause en deze bedraagt afgerond 150 kPa. De ondergrens volgens Atkinson en Potts bedraagt in dit geval 200 kPa. De werkelijke minimale steundruk zou tussen de boven- en ondergrens in moeten liggen. Ook voor meetveld Zuid wordt gevonden dat de boven- en ondergrenzen voor de maximale steundruk erg ver uit elkaar liggen. De (meest realistische) ondergrenswaarde bedraagt voor dit geval afgerond 520 kPa. 14
CuH
k /d(l ..~'-1!~4
r.w
l.,/5-1Jn.''H
HOOFDSTUK 4 METHODE ROWE Bij het bestuderen van de effecten van variaties in steundruk ter plaatse van het graaffront met behulp van een 2-D eindige elementenmodel zijn er in principe 2 mogelijkheden. Men kan de situatie schematiseren tot een langsdoorsnede, waarbij in feite wordt geschematiseerd dat een laag wordt ontgraven, of men kan de situatie schematiseren tot een axiaal-symmetrische doorsnede. De schematisering van een geboorde tunnel tot een axiaal-symmetrische doorsnede, met de tunnel as als probleemas, heeft het voordeel dat de effecten ter plaatse van het graaffront realistisch kunnen worden benaderd. Dit geldt met name voor de situatie waarbij de tunnel zich bevindt in homogene grondslag, en de tunneldiameter gering is in verhouding tot de dieptel igging. In deze situatie geldt namelijk dat de spanningstoestand van de grond in de directe omgeving van de tunnel vrijwel overal gel ijk is. Door Hafany en Emery [lil. 7] worden dergelijke berekeningen voor het genoemde geval beschreven. In aanvulling hierop hebben Rowe en Lee [lit.8] met succes op basis van axiaal-symmetrische EEM sommen predikties uitgevoerd voor de maaiveldzakking voor een ondiep gelegen tunnel met een geringe diameter. De door Rowe gevolgde werkwijze betreft een combinatie van oplossingen voor 2 verschillende gevallen, als aangegeven in figuur 4. I. Bij het eerste geval (a) wordt in feite de grond boven de tunnel gemodelleerd, maar dan axiaal-symmetrisch, met de tunnelas als as. Bij het tweede geval (b) wordt de grond onder de tunnel gemodelleerd.
(.) Croa'" Surfece
'#
Stlff
SeM/llHrock
III"'-l"IIlJ;=_=.;.~,..
9J"•••
PL.UE mAlN
COlIDITIOI
AlIST!t'ImIC
Al'PlOIIIlATIOI
Ft •• d Io•••der, (~) Cr_
Surface
Ft •• d 3ounder, PL.UE mA IN COIIDIr IOl
Fig.4.1.
Schernat isat ie in 2 gevallen
volgens
ROWè
AllST!t'IETIIC
APPIIOIIIlATIOIl
[lit.S].
15
CuR (,W
kf'j~W-IC4 o.,5-f)h3/R
De door Rowe berekende situatie betreft een tunnel in een relatief stijve kleilaag. die zich uitstrekt tot enige afstand onder de tunnel. Onder deze kleilaag bevindt zich rotsbodem. die als vaste ondergrond onder de tunnel wordt gezien. Door de resultaten voor de beide genoemde berekende gevallen te middelen is een verloop van de maaiveldverplaatsing gevonden dat overeenstemt met het resultaat van een 3-D EEM som. Bij het middelen van de twee gevallen wordt voor het eerste geval (a) uitgegaan van de berekende maaivelddeformaties en voor het tweede geval (b) van de berekende deformaties op een afstand tot de tunnelas, gelijk aan de afstand tussen het maaiveld en de tunnelas. Het door Rowe gevonden resultaat is weergegeven in figuur 4.2
LONGITUOINAL
OISTANCE
-4.0
-
x/o
Face
3.0
VI
x
0.0
<:(
0 cc: u
~ z
2.0
0 ...J <:(
•...
;;-
\
'0
'0
>-
z •... .~ x •... u
0.0
'-~-------
z :a
4.0
z
<:(
...J
c,
-,
Case 2 Axisyrrmetric (Bot tom Por t i on)
-, -,
2.0
4.0 30 Analysis
VI
6.0
Ö ...J
:: >-
H
cc:
'"-'
""
8.0
6.0
Case 1/,'-"""" AXlsymmetric (Top Po r t t on )
~
<:(
J =2
'"
•••.......
,,-
Ko =1
B.O
N=3
Fig. 4.2.
Vergelijking
maaivelddeformatie
berekend
volgens
Rowe en op basis 3-0
EEM
berekening
[lit.S].
De in dit geval te berekenen situatie wijkt duidelijk af van die waarvoor door Rowe een berekening is gemaakt. In dit geval is de tunneldiameter aanmerkelijk groter dan in het geval van Rowe en bovendien wijkt de grondgesteldheid nogal af. Van een homogeen pakket dat tijdens het boorproces uitsluitend ongedraineerd gedrag vertoond is in dit geval geen sprake. Ook komt geen vaste ondergrond op enige afstand onder de tunnel voor, zodat het berekenen van het genoemde tweede geval volgens Rowe in dit geval niet eenvoudig toepasbaar is. In de grondslag ter plaatse wordt de pleistocene zandlaag. waarin de tunnel zich bevindt, wel als vaste ondergrond gezien. Hier van uitgaande zou de berekening van het tweede geval volgens Rowe impliceren dat de vaste rand aan de onderzijde zich dichter bij de tunnelas bevindt dan het maaiveld. In dat geval zou worden gevonden dat de maaiveldverplaatsing, berekend volgens het tweede geval overal nul is. Omdat bij toepassing van de methode Rowe de maaivelddeformaties volgens de beide gevallen dienen te worden gemiddeld, zou in die situatie 16
(",m
kll)(~W-IC4
(iW
1,i5-1i/\3'N
voor de prediktie van de maaiveldzakking worden gevonden dat deze de helft bedraagt van de volgens het eerste geval (a) berekende waarde. In verband hiermee is de axiaal-symmetrische berekening beperkt tot het eerste geval volgens Rowe, namelijk schematisatie van de grond tussen de tunnel en de het maaiveld. Halvering van de berekende maaivelddeformaties levert vervolgens de prediktie volgens de methode Rowe op.
Omdat de situatie sterk afwijkt van de door Rowe berekende situatie moet worden gesteld dat onderbouwing van de voorgestelde methode voor deze situatie in feite ontbreekt. Dit betekent dat de resultaten zouden moeten worden vergeleken met de uitkomsten van de 3-dimensionale Eindige elementenberekeningen die in het kader van cluster 4 zullen worden uitgevoerd, om (mogelijk) tot onderbouwing te kunnen komen. Dit is overigens conform de werkwijze die Rowe heeft gevolgd bij de onderbouwing van zijn methode voor de door hem bekeken situatie.
17
CuR
kl·Iti-W
..o,2J
(;W
"'5,iifo\.~
IJ
HOOFDSTUK 5 2-D AXIAAL-SYMMETRISCHE
EEl\'1 BEREKENINGEN
De berekeningen zijn uitgevoerd met het op de methode der eindige elementen gebaseerde computerprogramma PLAXIS, versie 5.3.
5.1
Schematisatie
van het probleem
In figuur 5.1 is aangegeven op welke wijze het axiaal-symmetrische is geschematiseerd.
maaivetd
vt'ije rand
/
i.·'
\
---------~---i--.~-'I ',,:
'/
,
-, w-:rko:1ijke dso
Fig. 5. I.
Schematisat
probleem tot elementennet
"-
I
---------t'
i
. /
/
,/
schetaati satie
ie
Daar het de bedoeling is in dit geval alleen de invloed van variatie van de steundruk te onderzoeken is gekozen voor de toepassing van een elementennet dat alleen de grond omvat, en niet de tunnellining. De aanwezigheid van lining en schild is geschematiseerd door middel van oplegpunten van de mesh, de steundruk ter plaatse van het graaffront is als uitwendige belasting geschematiseerd.
18
l..'oH: I
;W:
k/IIO..W-IC4 V5-iJl't3'R
In de werkelijke situatie zal er wrijving optreden tussen het schild en de omringende grond. alsmede tussen de lining en de omringende grond. Ten gevolge van de beweging van het schild zal dit schuifspanningen overbrengen op de omringende grond. De richting van deze schuifspanningen is de voortbewegingsrichting van de tunnel. Deze schuifspanningen worden echter beperkt doordat zich tussen het schild en de omringende grond steunvloeistof zal bevinden als gevolg van de oversnijding van het graafwiel. Omdat de tunnel zich afzet tegen het reeds bestaande deel van de tunnellining, zullen ter plaatse van de lining tegengestelde schuifspanningen op de grond worden overgebracht. Direct achter het schild zullen de laatstgenoemde schuifspanningen echter beperkt van grootte zijn, omdat de grout die achter het schild wordt geïnjecteerd uithardingstijd nodig heeft. De invloed van schuifspanningen tussen tunnel en grond is niet meegenomen in de berekening. Wel is de invloed van het optreden van wrijving tussen grond en schild en tussen grond en lining onderzocht. Hiertoe is voor het meetveld Zuid een extra berekening uitgevoerd, waarbij voor de ondersteuningspunten ter plaatse van de tunnellining de beweging in beide richtingen is verhinderd. Bij de overige berekeningen is de beweging in de richting van de tunnelas ter plaatse van de oplegpunten vrij gehouden. De berekeningen zijn voorts uitgevoerd zonder toepassing van interface-elementen langs de lining. De invloed van deze vereenvoudiging is onderzocht door één van de berekeningen voor het meetveld Zuid te herhalen met interface-elementen langs het schild en de lining. De initiële spanningssituatie voor het naderen van de tunnel is berekend met behulp van rekenstappen waarbij ter plaatse van het graaffront de te verwachten initiële spanning als steundruk wordt aangebracht. Bij de berekening van de initiële spanningssituatie treedt echter samendrukking op van de grond. In verband hiermee dient tijdens de berekening van deze spanningssituatie ter plaatse van de tunnellining een verplaatsing te worden voorgeschreven. die overeenkomt met de verplaatsing die optreedt in de ongestoorde grond. De grootte hiervan is apart berekend in een rekenstap die voorafgaat aan het berekenen van de initiële spanningss ituatie. Achtereenvolgens zijn voor beide meetvelden de volgende berekeningsstappen
doorlopen:
Berekening van de benodigde opgelegde verplaatsing ter plaatse van de tunnellining tijdens het aanbrengen van de initiële spanningssituatie. 2
Aanbrengen van het eigengewicht, de onder 1 berekende opgelegde verplaatsing ter plaatse van de tunnellining en de initiële belasting ter plaatse van het graaffront. Tijdens deze stappen zijn alle lagen volledig gedraineerd.
3
Aanpassen van de gradiënt van de steundruk aan de hydrostatische vloeistofdruk van de boorvloeistof: de steundruk ter plaatse van de tunnelas blijft gelijk. Tijdens deze en volgende stappen worden alle cohesieve lagen als volledig ongedraineerd beschouwd.
4a
In stappen de gemiddelde steundruk laten afnemen tot actief bezwijken optreedt.
4b
In stappen de gemiddelde steundruk laten toenemen tot passief bezwijken optreedt. 19
CUH
kf/1J-.W-iJ::4
r.w
1.i5-IJI\.~'U
4c
De gradiënt van de steundruk laten afnemen tot nul en vervolgens de lagen laten draineren. Dit laatste komt overeen met de situatie van een langdurende stagnatie. onder luchtdruk (dus met spiegeldaling van de steunvloeistoft.
Zoals vermeld zijn voor meetveld Zuid tevens berekeningen uitgevoerd waarbij is gevarieerd met de oplegpunten ter plaatse van de tunnellining en met de aanwezigheid van interfaceelementen ter plaatse van de tunnellining. Bij deze berekeningen zijn de stappen 1 tlm 4a doorlopen. Er van uitgaande dat de consolidatieperiode van de cohesieve lagen relatief lang is in relatie tot de boorsnelheid, zijn deze lagen bij de stappen 3 en 4 als volledig ongedraineerd beschouwd. Voor meetveld Zuid is echter tevens de invloed van een langdurende stagnatie onderzocht waarbij de steunvloeistof aanwezig blijft. Hiertoe is na stap 3 nog een extra stap uitgevoerd, waarbij de cohesieve lagen volledig gedraineerd zijn. De gemiddelde steundruk is in deze berekening constant gehouden. In tabel 5. I is een totaaloverzicht gegeven van de uitgevoerde berekeningen.
Tabel 5.1. Overzicht uitgevoerde berekeningen. 00<>1
:\a:un
Zuid
1
ufceme druk.
Zuid
1
druk. Zuid
.~
gemiddelde
steun-
mçdvdd Zuid
toename
gemiddelde meetveld
invloed
\\.Tijving
--
ZU
lm
U.
--
ZU
lm
10
steun-
Zuid lang>
eu lining
schild
Schematililltie weergegeven in bijl:>ge:
8ijzondemeid
beweging
in heide
verhinderd
cps.
richtingen ZII
lm
16 en ZJ.I
langdureode
staguaue
meet-
veld Zwd
cohesieve
lagen
drainecrd.
gruJI~n1 steundruk
\'()Ucdig gvZU
t.m
ló
normaal Zwd
5
afname tot
Zwd
0
grudië-Dl steundruk
o
invloed lang,
eerst
ong edraineerd.
later
Z5.1
t
m
0
gedraineerd iraerface ",hild
elemctaen
co lining
~Wl'ging
in beide richtineen
ZU
Lm
1.0 en ZÖ.l
verhr n•.Ie nJ t.p.\ _~ ...'hild Iining
Noord
I
afname druk.
N()(n-J
~
gemiddelde meetveld
toename druk.
steun-
gemiddelde rncerveid
--
NU
--
NI 1 Lm 16
5
afname til(
gruJI;:tl1
ló
steun-
Noord eerst ouaedruinecrd.
Noord
t.m
Noord
steundruk
gedraineerd
later N5.1
Cm!,)
()
Ten behoeve van de duidelijkheid is per berekening een overzicht gegeven van de uitgevoerde berekeningsstappen. Deze kan worden teruggevonden in de bijlagen Z 1.0, Z2.0 enz. Bij de bepaling van de gradiënt van de steundruk is uitgegaan van een boorvloeistof
20
met een
('oH
k,liH .. W.. o:4
(iW
\;5-111'\.'
H
volumegewicht van 12 kN/m3.
5.2
Resultaten
5.2.1 Meetveld Zuid, aanpassing gradiënt steundruk en afname steundruk (Zuid 1) De resultaten van de EEM-berekeningen zijn grafisch weergegeven in de bijlagen Z I. 7 tlm 16. Het berekende verloop van de spanningen als functie van de afstand tot de symmetrie-as, na aanbrengen van de initiële spanningen, is weergegeven op bijlage Z 1.20. Opvallend is dat de tangentiale spanningen in laag 3 erg hoog oplopen. Dit wordt veroorzaakt doordat deze stijve zandlaag zich bevindt boven een slap pakket. Ten gevolge van de relatief grote radiale verplaatsing treedt opspanning op in tangentiale richting. Tijdens de aanpassing van de gradiënt van de steundruk aan het volumegewicht van de boorvloeistof (stap 3) treedt ter plaatse van het graaffront een deformatie op van 1,3 mmo De berekende maximale maaiveld verplaatsing boven de as van de tunnel bedraagt maximaal
0.2 mmo Bij het laten afnemen van de gemiddelde steundruk neemt de deformatie toe. Op de bijlagen Z 1.17 en 18 is dit grafisch in beeld gebracht. U it de figuren blijkt dat de grondverplaatsingen ter plaatse van het graaffront met name in laag 18 (zandlaag) sterk gaan toenemen indien de gemiddelde effectieve steundruk kleiner wordt dan 0,2x de oorspronkelijke waarde. Bezwijken treedt op bij een gemiddelde effectieve steundruk van 0,024x de oorspronkelijke waarde (zie ook bijlage ZI.l9). De berekende maximale verplaatsing ter plaatse van het graaffront bedraagt bij bezwijken 0,13 m, de maximale maaiveldverplaatsing 0,003 m.
5.2.2 Meetveld Zuid, toename steundruk (Zuid 2) De resultaten van de EEM-berekeningen zijn grafisch weergegeven in de bijlagen Z2. 1 t/m 8. Bij het laten toenemen van de gemiddelde steundruk neemt de deformatie toe. Op de bijlagen Z2.9 en 10 is dit grafisch in beeld gebracht. Uit de figuren blijkt dat de grondverplaatsingen ter plaatse van het graaffront in kleilaag 16 sterk gaan toenemen indien de gemiddelde effectieve steundruk groter wordt dan 4x de oorspronkelijke waarde. Bezwijken treedt in deze laag op bij een gemiddelde effectieve steundruk van 5,75x de oorspronkelijke waarde (zie ook bijlage Z2. 11). De totale gemiddelde steundruk bedraagt dan 373 kPa. Opvallend is dat de berekende verplaatsingen ter plaatse van het graaffront erg groot zijn bij bezwijken. Voor de maximale verplaatsing ter plaatse van het graaffront is circa 2 m gevonden. voor de maximale maaiveldverplaatsing 0,05 m.
21
CoR.
k!11I)...W-I)"~4
(,-w..
"'5-I)I/')."H
Meetveld Zuid. invloed wrijving schild (Zuid 3) Het resultaat van deze berekening is vergeleken met berekening 'Zuid 2'. Op de bijlagen Z3.2 tlm 4 is deze vergelijking uitgewerkt. 5.2.3
Bij het laten toenemen van de gemiddelde steundruk neemt de deformatie toe. U it bijlage Z3. 2 blijkt dat de grondverplaatsingen ter plaatse van het graaffront in kleilaag 16 sterk gaan toenemen nabij bezwijken. De berekende maximale verplaatsing is, in het geval van verhinderde beweging, circa 10 % groter dan bij vrije beweging. Bij een lagere steundruk zijn de berekende verschillen in deformatie geringer. Op bijlage Z3.4 is het verschil in bezwijkgedrag zichtbaar gemaakt. De berekende bezwijkwaarde voor de steundruk in het geval van passief bezwijken is in beide gevallen gelijk.
5.2.4 Meetveld Zuid, invloed interface elementen (Zuid 6) Het resultaat van deze berekening is vergeleken met berekening 'Zuid 2'. Op de bijlagen Z6.2 tlm 5 is deze vergelijking uitgewerkt. Bij het laten toenemen van de gemiddelde steundruk neemt de deformatie toe. De bijlagen Z6.2 en Z6.3 geven een uitvergroting van het verplaatsingenbeeld rond de overgang van graaffront en schild, voor respectievelijk het geval met en zonder interface elementen, bij gelijke verhoging van de gemiddelde steundruk (EMloadA = 4). Bijlage Z6.4 geeft het berekende verloop van de maaiveldzakking voor beide gevallen. Zoals blijkt uit de bijlagen zijn de verschillen gering. Bijlage Z6.5 geeft de verplaatsing van 2 punten direct achter het graaffront als functie van de toenemende gemiddelde steundruk. Tot een waarde van EMloadA = 5, I geven de berekeningen met en zonder interface elementen vrijwel hetzelfde resultaat te zien. Bij de berekening met interface elementen lukt het niet de gemiddelde steundruk nog verder te laten toenemen binnen de gewenste nauwkeurigheid. Ervan uitgaande dat in het geval van de berekening met interface elementen op dit punt bezwijken zou optreden, bedraagt het verschil in gemiddelde bezwijksteundruk tussen de berekening met en zonder interface elementen maximaal 12 %. Gelet op het verloop van de verplaatsing als functie van de gemiddelde steundruk bij beide berekeningen wordt het echter zeer waarschijnlijk geacht dat het verschil in bezwijksteundruk tussen de beide berekeningen aanmerkelijk geringer zou moeten zijn.
Meerveld Zuid. langdurende stagnatie, steundrukgradiënt normaal (Zuid 4) De resultaten van de EH.1-berekeningen zijn grafisch weergegeven in de bijlagen Z4.1 tlm 3.
5.2.5
Een vergelijking van de berekende deformaties tussen het volledig gedraineerde en het ongedraineerde geval is weergegeven in de bijlagen Z4.4 en 5. Uit de grafieken blijkt dat het verschil tussen beide gevallen verwaarloosbaar is.
22
COH
J.:./1(1-"'"",:.1
(~"'
115-"1', •.•
H
Meetveld Zuid, gradiënt steundruk naar nul (Zuid 5) De resultaten van de EEM-berekeningen zijn grafisch weergegeven in de bijlagen Z5. I t/rn 7.
5.2.6
De eerste 4- bijlagen hebben betrekking op de aanpassing van de gradiënt van de steundruk. de laatste 3 op de drainagestappen die aansluitend hebben plaatsgevonden. Een vergelijking van de berekende deformaties met de eerder berekende deformaties bij een steundrukgradiënt die hoort bij de steunvloeistof is weergegeven in de bijlagen Z5.8 en 9. Eerder is gevonden dat ten gevolge van het vervangen van de initiële spanningssituatie door de boorvloeistof. het graaffront van de tunnel af beweegt, voor doorsneden boven de tunnel as . Dit wordt veroorzaakt doordat de gradiënt van de boorvloeistof groter is dan de gradiënt van de initiële horizontale grondspanning. Als de steundrukgradiënt vervolgens afneemt tot nul wordt gevonden dat het graaffront weer de andere kant op beweegt. Ten gevolge van het vervolgens laten draineren van de grond blijkt de verplaatsing in geringe mate toe te nemen. Opvallend is dat gevonden wordt dat het maaiveld ten gevolge van het consolidatieproces omhoog beweegt. Aangenomen wordt dat dit het gevolg is van zwellen van de grond, onder invloed van het afnemen van negatieve wateroverspanningen.
5.2.7 Meetveld Noord, aanpassing gradiënt steundruk en afname steundruk (Noord J) De resultaten van de EEM-berekeningen zijn grafisch weergegeven in de bijlagen NI. 7 t/rn 16. Het berekende verloop van de spanningen als functie van de afstand. tot de symmetrie-as. na aanbrengen van de initiële spanningen, is weergegeven op bijlage N 1.20. Tijdens de aanpassing van de gradiënt van de steundruk aan het volumegewicht van de boorvloeistof (stap 3) treedt ter plaatse van het graaffront. evenals in het geval van meetveld Zuid. een deformatie op van circa 1,3 mmo De berekende maximale maaiveldverplaatsing boven de as van de tunnel bedraagt maximaal circa 0.2 mmo Bij het laten afnemen van de gemiddelde steundruk neemt de deformatie toe. Op de bijlagen N 1.17 en 18 is dit grafisch in beeld gebracht. Uit de figuren blijkt dat de grondverplaatsingen ter plaatse van het graaffront sterk gaan toenemen indien de gemiddelde effectieve steundruk kleiner wordt dan O,4x de oorspronkelijke waarde. Bezwijken treedt op bij een gemiddelde effectieve steundruk van 0,045x de oorspronkelijke waarde (zie ook bijlage NI.19). De berekende maximale verplaatsing ter plaatse van het graaffront bedraagt bij bezwijken 0,076 m. de maximale maaiveldverplaatsing 0,0014 m.
5.2.8 Meerveld Noord, toename steundruk (Noord 2) De resultaten van de EEM-berekeningen zijn grafisch weergegeven in de bijlagen N2. 1 t/rn 8. Bij het laten toenemen van de gemiddelde steundruk neemt de deformatie toe. Op de bijlagen N2.9 en 10 is dit grafisch in beeld gebracht. Opvallend is dat het graaffront zelfs in het 23
CIiR:
kf{J{j..W-I/:'4
(iW:
~5-iJfl..?i1i
bezwijkstadium nog vrijwel vlak is. Bezwijken treedt pas op bij een extreem hoge waarde voor de gemiddelde steundruk van 1619 kPa. De gemiddelde effectieve steundruk bedraagt dan 21 ,3x de oorspronkelijke waarde (zie ook bijlage N2. 11). Voor de maximale verplaatsing ter plaatse van het graaffront is bij bezwijken 0,62 m gevonden, voor de maximale maaiveldverplaatsing 0,048 m.
5.2.9 Meetveld Noord, gradiënt steundruk naar nul (Noord 5) De resultaten van de EEM-berekeningen zijn grafisch weergegeven in de bijlagen N5.1 t/rn 7. De eerste 4 bijlagen hebben betrekking op de aanpassing van de gradiënt van de steundruk. laatste 3 op de drainagestappen die aansluitend hebben plaatsgevonden.
de
Een vergelijking van de berekende deformaties met de eerder berekende deformaties bij een steundrukgradiënt die hoort bij de steunvloeistof is weergegeven in de bijlagen N5.8 en 9. Eerder is gevonden dat ten gevolge van het vervangen van de initiële spanningssituatie door de boorvloeistof. het graaffront naar de tunnel toe beweegt, voor doorsneden boven de tunnel as . Dit wordt veroorzaakt doordat de gradiënt van de boorvloeistof kleiner is dan de gradiënt van de initiële horizontale grondspanning. Als de steundrukgradiënt vervolgens afneemt tot nul wordt gevonden dat de verplaatsing van het graaffront ongeveer verdubbelt. Het vervolgens laten draineren van de grond heeft geen verdere invloed meer op de verplaatsing ter plaatse van het graafront, wel op de maaivelddeformatie. Dit is verklaarbaar uit het feit dat alleen de laag direct onder het maaiveld aan consolidatie onderhevig is.
5.3
Conclusies
Uit de berekeningsresultaten
kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
De berekende invloed van de wrijving tussen schild en omringende grond en lining en omringende grond is beperkt. De berekende steundruk waarbij passief bezwijken optreedt wordt er niet door beïnvloed en de berekende deformaties verschillen slechts in beperkte mate. De berekende invloed van een langdurende stagnatie op de gronddeformaties. geval van een optimale gemiddelde steundruk is gering.
in het
In tabel 5.2 is een overzicht gegeven van de berekeningsresultaten betreffende de steundrukken waarbij respectievelijk actief en passief bezwijken optreedt.
24
COH·
l.lOfJ-W-IC4
(iW:
lJ5 ..•••••.. ?lH
Tabel 5.2. Overzicht berekeningsresultaten, Meetveld
wijze van bezwijken
Zuid
actief passief
Noord
actief passief
berekende minimale en maximale steundruk [kPa]
max. deformatie t.p.v, graaffront [m]
max. maaivelddeformatie [m]
130 373
0.1 2.0
0.003 0.05
145 1619
0.08 0.62
0.001 0.05
Bij de resultaten worden de volgende opmerkingen geplaatst: De berekende maaivelddeformaties zijn niet hetzelfde als de prediktie volgens de methode Rowe. Deze is gelijk aan de helft van de berekende maaivelddeformaties aangegeven in hoofdstuk 4.
als
De totale steundrukken zijn berekend. Tijdens het boorproces wordt een deel van deze steundruk rechtstreeks vanuit het graafwiel overgedragen op de grond. Dit wil zeggen dat bij de interpretatie van de meetresultaten achteraf met dit effect rekening dient te worden gehouden door de werkelijke slurrydruk te verhogen met de spanning waarmee het graafwiel tegen de grond wordt gedrukt. Een en ander in overeenstemming met Mori (1991), [lit.ll]. De spanningsopbouw in de ondergrond wordt in belangrijke mate beïnvloed door het deformatiegedrag van de grond in radiale richting. Ten gevolge van het aanbrengen van het eigen gewicht nemen de tangentiële spanningen toe tot waarden die hoger zijn dan de horizontale spanningen in de werkelijke situatie. Ook het verhogen en verlagen van de steundruk heeft direct aanzienl ijke invloed op de grootte van de tangentiële spanningen. Dit effect is een direct gevolg van de axiaal-symmetrische schematisatie. De grotere tangentiële spanningen veroorzaken een grotere sterkte van de grond. zodat voor de minimale steundrukken te lage waarden worden gevonden. Voor de maximale steundrukken zou een tegengesteld effect kunnen optreden. omdat bij toename van de steundruk van de as af gerichte radiale deformatie zal optreden. Deze deformatie heeft afname van tangentiale spanningen en sterkte tot gevolg. De maximale steundruk blijkt in het geval van meetveld Noord erg hoog te zijn. Dit wordt veroorzaakt doordat de tunnel zich hier volledig in de draagkrachtige zandlaag bevindt. Overigens is het aannemelijk dat met een grotere mesh een lagere waarde zou zijn gevonden omdat de hoge steundruk via de zandlaag blijkt af te stempelen tegen de meshrand. De op basis van EEM gevonden waarde ligt dichter bij de ondergrens dan bij de bovengrens van de analytische berekening volgens Leca en Dormieux. Ter plaatse van meetveld Zuid wordt op basis van de EEM berekening een veel lagere waarde voor de maximale steundruk gevonden dan voor meetveld Noord. Dit wordt veroorzaakt door bezwijken van een kleilaag die zich direct voor het graaffront bevindt. De op basis van EEM sommen berekende waarde voor de steundruk waarbij
25
COH:
UI/IJ.. W-II::'4
(iW
v5-0I'l.3'/i
bezwijken optreedt is lager dan de analytisch berekende waarde voor de veilige ondergrens. Met betrekking tot deze strijdigheid kan worden opgemerkt dat voor de analytische berekening uitgegaan is van gemiddelde sterkte-eigenschappen van de grond, terwijl het bezwijken in werkelijkheid locaal optreedt in de zwakste laag. Bovendien is het mogelijk dat op basis van een axiaalsymmetrische berekening een lagere waarde wordt gevonden voor de maximale steundruk dan in werkelijkheid. omdat bij toename van de steundruk van de as af gerichte radiale deformatie zal optreden. Deze deformatie heeft afname van tangentiale spanningen en sterkte tot gevolg.
26
Cr JR
k.l(KJ-W-IC4
(;W
<.I5-IJh..?'ff
HOOFDSTUK 6 EVALUATIE
EN CONCLUSIES
Cluster 3 omvat predicties die gerelateerd zijn aan de volgende onderzoeksdoelen: B-04: B-07:
V-lO: G-06: G-07:
G-08:
Bepaling van de invloed van de slurrydruk op de stabil iteit van het graaffront Bepaling stabiliteit van het graaffront bij tegelijkertijd boren door gedraineerde en ongedraineerde lagen Invloed ondersteuning boorfront Invloed van stagnatie op grondwaterdrukken Gedrag grondwater-lucht tijdens een spiegeldaling van het betoniet Deformaties tijdens een spiegeldaling van het betoniet
Ten behoeve van deze onderzoeksdoelen zijn door Gemeentewerken Rotterdam (Ingenie .rsbureau Geotechniek) predicties gemaakt door middel van literatuuronderzoek, analytische modellen en 20 eindige-elementen modellen op basis van axiale symmetrie. Door Grondmechanica Delft zijn ten behoeve van dezelfde doelen berekeningen gemaakt met 20 eindigeelementen modellen voor een langsdoorsnede van de tunnel (plane strain). De resultaten van de beide aandelen zijn separaat vastgelegd in respectievelijk rapport KIOO-W-023 (GD) en rapport KlOü-W-024 (GWR). In deze rapporten zijn per rekenmodel afzonderlijk de uitgangspunten, resultaten en conclusies gerapporteerd. In dit hoofdstuk worden in de eerste plaats de uitgangspunten, die ten grondslag liggen aan de verschillende modellen geëvalueerd, waarna de resultaten van alle voor cluster 3 toegepaste modellen worden vergeleken.
6.1
Evaluatie
uitgangspunten
De laagindeling en de grondopbouw , waarvan in alle berekeningen met de verschillende modellen wordt uitgegaan, is gelijk. Dit geldt zowel voor meetveld 'Zuid' als voor meetveld 'Noord'. Ook de aangehouden eigenschappen (parameter-waarden) zijn hetzelfde, met uitzondering van: (1) OCR/KO en (2) interface gedrag. OCR/KO In de 20 plane-strain berekeningen is voor de ongedraineerd reagerende lagen (de lagen waarvan het gedrag gemodelleerd is met behulp van het PLAXIS-Cap model) bij het vastleggen van de initiële spanningstoestand rekening gehouden met enige mate van overconsolidatie (OCR is 1,2 à 1.5). In de axiaal-symmetrische berekeningen is dit niet gedaan (OCR = 1,0). Dit houdt in dat de plaats van de initiële vloeicontour in de spanningsruimte (die in Camclayachtige modellen wordt vastgelegd door de pre-consol idatie-spanning) verschilt. Na het aanbrengen van de initiële spanningen is voor beide typen berekeningen een zelfde waarde voor KO ingevoerd. Dit impliceert dat het simuleren van drukveranderingen aan het boorfront met dezelfde eigenschappen plaatsvindt.
27
CdR. (iW
kJIH-",-"':4 V~_IN\.~ H
Dit verschil in uitgangspunten heeft verwaarloosbare consequenties voor de bezwijkbelasting. Het spanningspunt zal uiteindel ijk de critical state Iijn bereiken op (bij benadering) hetzelfde punt. Het heeft wel consequenties voor de deformatie onder gebruiksbelasting in het geval waarbij sprake is van belasten. In dat geval zal een berekening met OCR = I direct plastische vervorming laten zien, terwijl een berekening met OCR > I altijd eerst een (stijver) elastisch traject zal doorlopen alvorens de vloeicontour wordt bereikt. Bij ontlasten daarentegen wordt geen verschillend gedrag verwacht; in beide gevallen zal bij ontlasten het gedrag volgens ongeveer dezelfde stijfheid verlopen, waarbij op hetzelfde punt de critical state wordt bereikt. Toch zullen ook bij belasten de verschillen in dit geval niet erg groot zijn, aangezien (a) de overconsolidatie graad niet zo hoog is en (b) slechts een deel van de laagopbouw met het PLAXIS-Cap model is gemodelleerd; voor de gedraineerde lagen wordt wel uitgegaan van dezelfde uitgangspunten. Interface gedrag In de plane-strain berekeningen zijn tussen de TBM en de grond interface-elementen aangebracht met een bezwijksterkte. die 40% bedraagt van de bezwijksterkte in de grond. In de axiaal-symmetrische berekeningen zijn in de meeste berekeningen geen interface elementen aangebracht. maar is aangenomen dat de grond vast zit aan de TBM. Er is door middel van een extra berekening nagegaan wat de invloed is van het al dan niet modelleren van het interface gedrag. Hieruit werd geconcludeerd dat het verschil in uitkomsten kleiner is dan 12%. Algemeen Voor alle eindige-elementen berekeningen is door beide partijen gebruik gemaakt van hetzelfde programma en dezelfde versie, namelijk PLAXIS 5.3.
6.2
Conclusies en aanbevelingen
De resultaten rapporten:
en conclusies
per rekenmodel
anal ytische modellen 2D EEM (ax.sym.) 2D EEM (pl.str.)
afzonderlijk
worden gegeven in bovengenoemde
: K 100- W -024, hoofdstuk 3.2 : KI00-W-024, hoofdstuk 5.3 : K 100- W -023, hoofdstuk 7
Analytische modellen De analytische berekeningen geven onder- en bovengrenzen waarbinnen de druk variëren kan zodat geen bezwijken van het boorfront optreedt. U it deze modellen volgt dat de minimale steundruk (totale gemiddelde steundruk incl. waterdruk ter plaatse van de tunnelas) voor meetveld Noord ongeveer 170 kPa en voor meetveld Zuid circa 150 kPa bedraagt. De berekende veilige waarde voor de maximale steundruk bedraagt ongeveer 600 kPa voor meetveld Noord en 520 kPa voor meetveld Zuid. Een directe verificatie van deze voorspellingen tijdens de uitvoering is niet mogelijk. Tijdens de uitvoering zullen de marges waarbinnen zich de drukken aan het boorfront bevinden namelijk gering zijn.
28
coR.
1.:!O/)..W.J'C4
(iW
C.J5-0I\.5iR
Eindige-elementen modellen De resultaten van de eindige elementen berekeningen kunnen daarentegen wel direct gerelateerd worden aan metingen. Deze modellen leveren naast de minimale en maximale steundruk ook de relatie tussen de actuele steundruk en (I) deformaties ter plaatse van het maaiveld en in de ondergrond, (2) waterspanningen voor het boorfront en (3) verandering van effectieve spanningen in de grond. Een vergelijking tussen de resultaten van de axiaal-symmetrische en de plane strain analyses laat zien, dat bij een toename van de steundruk de druk waarbij bezwijken van het boorfront optreedt in het geval van axiale symmetrie hoger is dan voor een plane strain situatie. Voor meetveld 'Zuid' bijvoorbeeid treedt bezwijken op bij ca. 370 kPa (axiaal-symmetrisch) en ca. 260 kPa (plane strain). Bij een afname van de steundruk richting een actief bezwijkmechanisme zijn de verschillen tussen de 20 eindige-elementen berekeningen onderling en de analytische resultaten niet heel erg groot. Voor meetveld 'Zuid' wordt berekend: ca. 150 kPa (analytisch), 132 kPa (plane strain) en 145 kPa (axiaal-symmetrisch). De berekende deformaties ter plaatse van het graaffront bij gelijke steundruk vertonen geen grote verschillen (plane stain of axiaal-symmetrisch). Ter plaatse van het maaiveld zijn de berekende deformaties in het geval van axiale symmetrie aanmerkelijk kleiner dan plane strain. Dit laatste verschil is goed verklaarbaar uit de wijze waarop volumeverlies ter plaatse van het tunnelfront kan spreiden naar het maaiveld. De resultaten van de eindige elementen berekeningen voor zover uitgevoerd binnen cluster 3 leveren nog geen directe predicties, aangezien de gehanteerde modellen slechts één aspect bekijken (boorfront, met uitsluiting van staartspleet-effecten) met (te) sterk geschematiseerde modellen (2/0 plane strain en axiaal-symmetrisch, met uitsluiting van 3D-effecten). Een vergelijking van de 20 resultaten met de uitkomsten van volledig l-dimensionale analyses wordt gegeven in de rapportages van cluster 4A (GD, meetveld Zuid) en cluster 4B (Fugro , meetveld Noord). Aanbevolen wordt om, op basis van de resultaten van de 30 - EEM berekeningen, nader de toepasbaarheid van axiaal-symmetrische EEM berekeningen te evalueren voor een relatief ondiepe ligging van de tunnel. in combinatie met de bodemgesteldheid zoals voorkomt in West Nederland. Een en ander analoog aan de wijze waarop Rowe en Lee dit hebben gedaan voor de situatie met een relatief diepe ligging van de tunnel in ongedraineerde grond met een ondergelegen rotsbodem.
29
30
COH .
.l!1X)...W-iI':4
(iV\!,
!,J5-1N\.~R
l"tJR:
kll/(I-",-I/::;4
(,-W.
~5-l)h..',H
LITERA TIJUR
Brems, B. and Bennerrnark. H. "Stabil i.y of Clay at vertical openings" Journalof the Soil Mechanics and Foundations Division, proc. of the American Society of Civil Engineers, January 1967. p.71-94 2
Davis, E.H. Gunn, M.l., Mair, R.l. and Seneviratne, H.N. "The stability ofshallow tunnels and vertical openings in cohesive material ", Geotechnique 30, 1980, no.4 p.397-416
3
Atkinson, 1. H. and Potts, D. M. "Stabil ity of a shallow circular tunnel in cohesionless soil" Geotechnique 27, 1977, no.2 p.203-215
4
Krause, Th. "Schildvortrieb mit tlüssigkeits- und erdgestützter Ortsbrust", Mitteilung des Instituts für Grundbau und Bodenrnechanik, Technische Universität Braunschweig 1987, Heft Nr.24
5
Jancsecz. S. and Steiner, W. "Face Support for a large Mix-Shield in heterogeneous ground conditions ". proc. Tunnelling 1994, London
6
Walz, B. and Pulsfort. M. "Rechnerische Standsicherkeit suspensionsgestützter Erdwande, Teil I & 2" Tiefbau, Ingenieurbau, Straóenbau H.I: 4-7 and H.2:82-86
7
Hafany, E.A. and Ernery, 1.1. "Three-dirnensional sirnulation of tunnel excavation squeezing ground" proc. 4th Int. Conf. on Numerical Methods in Geornechanics , Edmonton, Alta., 1982, vol.3, p.1203-1209
8
Rowe, R.K. and Lee, K.M. "An evaluation of simplified techniques for estimating three-dimensional undrained ground movements due to tunnelling in soft soils", Can. Geotechnical Journal 29. 1992, p.39-52
9
Leca, E. and Dorrnieux, L. "Upper and lower bound solutions for the face stability of shallow circular tunnels in frictional material ", Geotechnique 40, 1990, no.4 p .581606
10
Leca, E. and Dormieux. L. "Contribution à I'étude de la stabilité du front de taille dun tunnel en milieu coherent". Revue Francaiçaise de Géotechnique nO.60. december 1992, p.5-16
11
Mori. A .. Tamura, M .. Kurihara, K. and Shibata. H. "A suitable slurry pressure slurry-type shield tunnelling", proc. Tunnelling '9\. Londen, p.361-370
in
in
31
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
BfREKENINGEN MET ANALYTISCHE METHODEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3
Rapport 95-063/B Bijlagen A
berekeningsniveau:
Atkinson en Potts, meetveld Noord:
gewogen gemiddelde hoek v. inw. wrijving
-1-- -1-25 - -1-25 ~ -1-T5 $
=
32 'iGS graden
(j \\
"I l
~
1-1-2.75
lU5
C
NAP-14,275m
~ = 0575
radialen waterspanning t.h.v. de tunnelas
kPa
kN
eff. gem. volumegewicht t.h.v. het front
111
D ~855
u
o T bov
1-
tunneldiameter
111
:im( ~ )
u
1 - sint ~)
=
3 388
(j
-lcost ~)
tanr $)
kPa
Ij
bov
:
resultaat bovenqrens:
(j
bov
=
(j
ond =
T bov
=
1-1-616
(j
T bov
157366
(j \\
kPa
ondergrens ~l ------[t·D
(j
T ond
=
29 U3 1
kPa
Ij
T end - o \\
u
resultaat ondergrens:
rapport 95-063/8
o ond = 171781
kî'a
bijlage A1
Leca en Dormieux. berekening minimale steundruk, meetveld Noord: berekeningsniveau:
NAP-14,275m
C : 1.5 - 10
C
= 12.5
D =8.55
m
+ = 0.575
radialen
m
tunneldekking tunneldiameter zie Atkinson en Potts cohesie verwaarloosd
c =0
kN
volumegewicht
7( : 10.5 t'l" S
N
-;
boven belasting
0
S 00\'
=0
NS
2'e'eost~1 - ----
IJ. -----
I - smt
+)
I - sint.) I - sint +)
Zie figuur 4.4
ond:O
N Lund
cre
t.h.v. front
grond
: O.ï-l
t'l"c=ll
).1
= 3.3~8
crw=I-l2.75
kPa
bovengrens 0"
T bov = ~.08
kPa
0"
bov
:. o Tom'
0"
bov
= 15tun
kPa
0"
ond = 0" T ond"
resultaat ondergrens:
0"
ond = 111') I X3
resultaat bovengrens:
0"
rapport 95-063/8
T ond
= 66..+3.1
-
t'l"
w
kl'a
t'l" \\
kPa
bijlage A2
Leca en Dormieux, berekening maximale steundruk. meetveld Noord: berekeningsniveau:
NAP-14,275m
C
C = 12.5
c
2.5 - 10
D =~.55
• =0.5":'5
tunneldekking
111
tunneldiameter
111
zie Atkinson en Potts
radialen
c ~0
cohesie verwaarloosd
kN 7 t "Hl5
NS bo\" -;200 N Lbo\" = 110
_I - siru
li ..----
volumegewicht
grond t.h.v. front
111
boven belasting
Ns ond clU N Lond
-C =
D
Zie figuur 4.4
1.~62
. 4.99
é)
I - sint.)
= 14275
kPa
7t"D=R9.775
kPa
CTW
bovengrens
resultaat bovengrens:
crbov
=
1.002- I ti
-ol
kPa
ondergrens CT
T ond =447.977
kPa
resultaat ondergrens:
rapport 95-063/8
CT ond
= CT T ond -
o ond = 590.727
CT W
kPa
bijlage A3
Krause, berekening minimale steundruk. meetveld Noord: berekeningsniveau:
D =8.55 ~ t
= 365
Ct
=0
t
:
halve cirkel
i
NAP-14,275m
tunneldiameter
In graden
I
rad
I
(cohesie)
IU5
tarn ~ J
I
:I
6
2
<"! t D - - c
~rD
kwart cirkel
)
) parameters )
J~
t
o T '" 23068
-
2_')
c
kPa
kPa
t
(maatgevend) o
halve bol
~'ID_~1C
tan ~ t
<)
t
.,
('j \\
rapport 95-063/8
T_ maatg
=o
T
kPa
t
resultaat:
t.p.v. het tunnelfront
cr tnt
cr T _ maatg
cr tot'"
166884
'"
14275
kPa
- cr \\
kPa
bijlage A4
Jancsecz and Steiner, berekening minimale steundruk. meetveld Noord: berekeningsniveau:
NAP-14,275m
C
=
125
m
tunneldekking
D
=
8.55
m
tunneldiameter
kN
volumegewicht bentoniet
m
eff. vert. spanning t.h.v. het tunneldak: o \ dl' - 2021(,5
(graJèn
K A3
- 19872
- 4.2595
C
- = 1462
I
D
zie figuur 4.7
= 0.165
G\\
G
T - K A3G
\
dl
resultaat:
rapport 95-063/8
- 4259
kPa
=\00
t.h.v. het tunneldak T
= 2lUC5
o tot
=o T -
G
G tot =
kPa
cr w - ï
172125
D
b'-':;-
kPa
th.v. de tunnelas
bijlage A5
Leca en Dormieux. berekening minimale steundruk. meetveld ZUid: l'
I·
:-<2'5
l'
D =:-<55
=')27:'
tunneldekking
III
m
tunneldiameter
~ = 0.491 e
3 4.25 - 7 2.75 - 5 325
c = 3561
= ---.--------.~-~---------
4.25 - 125 - 275 - 325 - 2.05
CT.
(gewogen gemiddelde waarden) eff. gem. volumegewicht grond t.h.v. front
"
m
-()
oi: i
N' j Lhm
cohesie
kPa
=94
'(t
_ 2 c cos: $)
cr e - ----,-------
1 -
S\l1(
radialen
CT
$)
bovenbelasting
N s ond
= (IU2
N'( ond
()l)5
1lxxx
kPa
C =
c
-
IJ
_ 1 -
~l--'--
lux5
=
Zie figuur 4.4
stn($)
~l =
1 - sint ~) CT \\
-
2786
1285
kPa
['j.
Qs
11--.:'·1
=ql
['je
Q .= I
"
bovengrens Q T bov
=N
S
boy Q s - N 't box Q 'f
CT
T hov
Q =
T bov - I
------.['j
o T boy
c
=
3.793
kPa
~' I
o bov = resultaat bovengrens:
QT
-
ond
u -
------
I
['j
CT
e
boy
CT
=
['j
T boy -
132293
CT \\
kPa
T ond =6')-1
kPa
o ond = o T ond - o \\ resultaat ondergrens: rapport 95-063/8
rr ond
=
198.21
kPa bijlage A6
Leca en Dormieux. berekening maximale steundruk. meetveld Zuid:
c
C =')2~:5
m
tunneldekking
m
~=
OA91
c = 3561
tunneldiameter
radialen cohesie
kl'a
(gewogen gemiddelde waarden)
Ll\i '! t 09 ...+ (j
Ns
~ _
bovenbelasting
boy = 40
NL boy 035
tic
eff. gem. volumegewicht grond t.h.v. front
rn
=0
Ns
Dnd
N
ond
C =
I 1~8X
L
_ 2ccos( ~) --------
ti
1 - sinr ~ )
-
~
1085
~ =
o
Zie figuur 4.4
-"+3
kPa
~l
1 - sin\~) I
~l
ti \\
I)
(js
-
-
= 2.786
Sl11( ~ )
Ill-
I )It-
o
-
12X5
kl 'u
Q f = 12.U77
(je
(je
bovengrens (j
T h,)\
Q T bov - I --~....---
(j
e
~IJ
resultaat bovengrens:
IJ
boy
=
(j
T boy -
boy = 3.20 i-ro:
ti \\
kl'u
ondergrens
ti
T ond
Q T ond - I - -_.---
tic
o T ond = 392 173 kPa
,l! -
crond = o T ond - o \\ resultaat ondergrens:
rapport 95-063/8
o ond
=
520673
kPa
bijlage A7
Krause: berekening minimale steundruk. meetveld Zuid: berekeningsniveau:
NAP-12,55m
D =' :SSS
m
tunneldiameter
= 9.275
m
tunneldekking
C
~ t C
t
,t
"
~~
( gruden
- J_'
1-
~I =
ï
( cohesie
I
kN 9-+
m
I:,
halve cirkel tan lP I
()
kwart cirkel U5 - tan ~ I
1
D- ~c '1
(jT=\651.5
1
I :l O--c :II j '1
kPa
kPa
t
( maatgevend ) o T _ maatg
halve bol
(j
tan
T =' 9.639
=
(j
T
lJ'a
lP I
resultaat:
rapport 95-063/8
radialen
0576
(j
w =' 1285
(j
tot =' 1-+9 -+X-+
kPa
kPa
bijlage A8
Jancsecz and Steiner, berekening minimale steundruk. meetveld Zuid: berekeningsniveau: NAP-12,55m C = 9275
111
D
111
= 855
tunneldekking tunneldiameter
kN
: b - 12
volumegewicht bentoniet
111
eff. vert. spanning t.h.v. het tunneldak: kPa
~ t = U576
C
- =
radialen
D
1.085
zie figuur 4.7
~ t = 3.)
cr \\' cr T
K A3 o v dl
t.h.v. het tunneldak aT
cr tot
resultaat:
rapport 95-063/8
kPa
8575
cr tot
=
kPa
12798
~
aT
-
a \\ - 12Q
= 1.+98.+8
Î
kPa
t.h.v. de tunnelas
bijlage A9
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Zuid, afname steundruk filenaam berekening: HEIN_Z01
I
stap 15
I
alle grondlagen voIledig gedraineerd LMdispl LMweight LMloadA LMloadB
17
19
LMloadA
23
LMloadA
27
LMloadA
30
LMloadA
35
LMloadA
40
LMIoadA
aanbrengen initiële spanningssituatie
= 1
= = =
1 1 1
cohesieve grondlagen volledig ongedraineerd LMloadB
I
I opmerkingen
verandering
= = = = = = =
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
1,9432 0,8
afname gemiddelde steundruk
0,6
idem
0,4
idem
0,2
idem
0,1
idem
0,0658
actief bezwijken graaffront
Rapport 95-063/B Bijlage Z1.0
Mesh
o
4
AX1-symmetry
5cale 8
12
:D
Ol "0 "0
o .., ...• u:> en
Mesh
6 Ol w --[IJ ~ Ol
co
PLAXIS ProfeSSlonal Verslon 5.30
with
Predikties HEIN_Z02
Step
57
all
nodes
Cluster
23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid
Rotterdam
IGM
\
:0
Cl) l:J l:J
o .., ...•
co (Jl
Mesh
6 (»
with
node
numbers
w <,
[D
-. tn
! IPLAXIS ~
I'.)
ProfeSSIonal VerSlon 5.30
Predikties HEI N_Z DiS
te p 40
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
AX1-symmetry
Scale 8
4
12
Mesh
with
:IJ
Cl
"0 "0 0 .., .-+ (0 U1 I
0
0>
w
Ol ~
Cl
ce CD
N
..• w
wwet
No.Mod.Typ.Wdry 5
2
4
4
3 2 1
4
1 2 2
2
1
4
2
20.5 17.0 13.0 17.0 16.6
9.1E+03 ? ?
2.7E+03 ?
Nu
0.30 0.20 0.20 0.30
0.20
Predikties
PLAXISI ProfeSSlonal VerSlon 5.30
20.5 17.0 13.0 20.0 18.0
G
I
HEIN _Z01 Step
C
material
sets
Ph]. Ps]. 1 37 5 26 7 22 1 33 3 28
7 0 0 3 0
Perm-X
Perm-Y
O.OE+OO O.OE+OO O.OE+OO O.OE+OO O.OE+OO
O.OE+OO O.OE+OO O.OE+OO O.OE+OO O.OE+OO
Cluster
40 I 23-1-96
I
3,
meetveld
Gemeentewerken
Tens.
Ko -
N
-
Y y
-
N y
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
:0
Ol "0 "0
..•o...• c.o
Mesh
en
6 0> W
-<,
Extreme
tractlon
4.40E+OO
wlth
laad
unlts.
system extreme
B force
O.OOE+OO
units
CD
~
Ol
co
(1)
N
....• .j:>.
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HE IN_ZO 1 Step
40
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
:IJ
Ol
U U
o ...
.-+ (0
en
6 0) w
ro
Mesh
Extreme
tractlan
4.26E+01
with
laad
units.
system
extreme
A
force
O.OOE+OO
units
DJ Ol
o
::IPLAXIS ...• en
ProfeSSIonal Version 5.30
Predikties HEIN_Z01
Step
40
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
AXI-symmetry
12
:Il
Dl "0 "0
o .., ...•
co
(J1
6
Mesh
CD
Extreme
0> W
--
with
prescribed
displacement
displacements 2.90E-01
units
~ Dl IC
Predikties
~IPLAXIS 0>
ProfeSSIonal verSIon 5.30
HEIN_Z01
Step
40
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Oisplacements
Scale 8
o
12
I
8
16
24
[* 10
-1
:D
Ol "C "C
o ...•
...•
co
Deformed
(]'I
6 0)
Extreme
w
<;
m
~ Ol
co
Cl)
N "'.J
PLAXIS ProfeSSIonal VerSJon 5.30
Step
scaled
displacement
Predikties HEIN_ZD1
mesh,
15
(down)
4.73E-01
Cluster 23-1-96
Up
3,
units
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
]
Mesh 0
L1
Scale 8
Axi-symmetry
•
12
:IJ
Ol
"0 "0
..• o ..,
CD
(}l
6 Ol
Effectlve
w
-<;
co
Extreme
Q?
principal
stress
stresses
-1.01E+02
uri i t s
Ol
:c (1)
N
co
PLAXIS ProfeSSIonal Verslon 5.30
Predikties HEIN _ZD1 Step
15
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Oisplacements
Scale 8
o
12
4
8
12
I
[*10-2]
:c
Dl
"0 "0
o ..,
...• <0 U1
Oeformed
6 Ol w
Extreme
iii
rne s ri,
scaled
dlsplacement
Up
(down)
2.12E-02
units
~
~IPLAXIS ...• <0
ProfeSSlonal VerSlon 5.30
Predikties HEIN _ZDiS
te p 27
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
AX1-symmetry
Scale 8
12
- x+
ti+
t+ . )(+
++
~+
- --\"'t ~f
- ++-
t+
Jr
t+
- -t+
t~
t~
:0
Dl "C "C
o ...• ...• (0 CJ1
Effective
6 0'>
Extreme
W
Ol ~
~IPLAXIS N
o
ProfeSSIonal VerSIon 5.30
principal
stress
Predikties HEI N_Z 0 1 St ep 27
stresses
-9.58E+Ol
Cluster
23-1-96
units
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
AXI-symmetry
Scale 8
12
••
•
·.
..
.. ..
•
+ •
··
·· ·· · ·.
,~ ++
· ··
•
i++
++
+
+++++
••
++
++
+ ++
o ...• ...• (J:) 01
Excess
6 (j)
Extrem2
w
"te
excess
pare
.. ·.
.. .... .. .
+.
:0
..
+ •
.... .
++ •• +
Dl ""0 ""0
++
·· · ·
M
·
·.
pore
pressure
pressure
-3.13E+01
unIts
.W:
~ IPLAXIS N
ProfeSSlonal version 5.30
Predikties HEIN_Z01
Step
27
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
::c
III
"0 "0
o ...•
...• CD
Contour
C11
6
(J)
w
-<;
CD
Mlnimum
value
plot
-1.60E+01
of
excess
units:
pare
Maximum
pressures value
3.04E+01
units
CD III
co CD
N
N
PLAXIS ProfeSSIonal VerS10n 5.30
Predikties HE IN_ZO 1 Step
27
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Oisplacements
o
12
2
4
6
['*10-11
:D Ol
"'0 "'0
o ..,
...• <0
Oeformed
(]1 I
o Ol
Extreme
w [Ij
F N
...• ...•
W
ProfeSSlonal Version 5.30
HEIN_Z01
Step
sce
displacement
Predikties
~ IPLAXIS
rne s ri.
40
ï
eo
(down)
1.26E-Ol
Cluster 23-1-96
up
units
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM'
Mesh
o
4
AX1-symmetry
Scale 8
12
::Il
Ol "0 "0
o .., ...•
<.0 en
Effective
6
0)
---wOJ
Extreme
principal
stress
stresses
-1.04E+02
units
~ Ol
ce C\l
N
...• ...•
~
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEI N_Z DiS
te p 40
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Axi-symmetry
12
I-" ••
ft(
=m~+. +. + ..
.. .. ••
:D
Q)
-0 -0
o .., ~ (0 U1
Excess
6
pare
pressure
(J)
w
Extreme
Ol
excess
pare
pressure
5.33E+Ol
units
~
! IPLAXIS U1
ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN_Z01 Step 40
Cluster
23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
::D
Cl "'0 "'0
o ...• ...• (0 01
6 Ol
-w
CD
Contour Mlnlmum
value
plot
-2.49E+01
of
excess
unlts:
pare
Maximum
pressures value
5.84E+01
units
~ Cl
co CD
N
....• ....• (J)
PLAXIS ProfeSSlonal VerSl0n 5.30
Predikties HEI N _Z DiS
te p 40
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid
Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL, meetveld Effect
van
verlagen
van
Zuid
de gemiddelde
5
steundruk
.1...•••
.1•.••.•
~ 6itr6tr6
~
.-0
E
~
X lH< lH<
\
4
Mlood Mlood Mlood Mlooq Mload Mload
=
= = = = =
1,0 0 8 0:4 0,2 0,1 0,024
\
l-J
~ (j)
I
0
-
\
•I
:::J
I
c 3 c -+--'
JI
"TI
> 2 0 :IJ Dl
-.
...•. <0 (J1
tn c.o
CD
N
...• ...• ....,
+ I
<, '<,
•I
:::J 0
---x,
I,
I
<,
<,
~
> .-
)(",1
~
I
C
"
<,
I
6 Ol w --rn Dl
I
I
I
-+--'
"'0 "'0 0
•
')(
T
-,
I
0 0.000
0.020
0.040
horizontale
0.060
0.080
verplaatsing
0.100
[m]
0.120
0.140
HEINENOORDTUNNEL, Effect ,--,
van
meetveld
verlagen
van
Zuid
de gemiddelde
steundruk
0.002
E
-~
L-J
--e--~
0' C . --
~
(j) +-'
0 0 Cl L
Q)
... 0.000
>
"TI
-
....
Q)
> .-
-.- ... --.
• • • -
_.
....
•
-
-
~
-6
-1:.-
. ... - -
-
.....
-6
--6 -
-.- .. -.
-
-.!I
b:-
'-
_
/;r-
.....
-6
-6-
6
-.- .. --.
•
-.- .. -- --_.-.....
0 0
E
Q)
o -0.002
..Y
:IJ
Ol 'tl 'tl
0 ...,
...•
.+-' L
Q)
co
Q)
6
"TI
U1
-OJ
..Y
(J)
VJ
OJ
~
.D
....• ....• 00
~
Q)
Ol N
66-A6-A
C Q)
co
••••• ._~
>
>Hl
l<-M---tC
••••• -0.004 -20
-15
-10
-5
afstand
t.O.V .
o
5
boorfront
[m]
10
Mload Mload Mload Mload Mlood Mload Mlood
I
15
I
= = = = = = = I
1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,1 0,024 I
I
I
20
1 .Y
I \
::J
L U
I
Q.J +J (f)
L
0
+J U
rn
"I-
(f)
en
c
>n
t \ ,
c ::J
I
\:-
-
0.5+
en
I
I
I
I
I
I
I
I
-
+
-
-
+
-
-
-
+
-
-
+
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
+
-
+
-
\nl
I
'M
I
+
-
75
O.
I
-
+
-
I
I
I
I
-
-
+
-
-
+
-
-
+
'M
I
U ..--t
::J >
c»
0.25
'M
C Q.J
-
+
+
-~
I
-
+
-
I -
-
+
I
~~
I
I
L Q.J
:IJ
>
Dl -0 -0 0 ..,
0
...• 6
-
I
E
(0 01
+
I~
I
0.025
0
0.05
0.075
0.1
0.15
0.125
0>
CA)
[ij III Dl
te Cl)
N
....• ....•
(0
I
Totale
PLAX I ProfeSSIonal VerSlon 5.30
SiE
I
verplaatsing
I NENOORDTUNNEL HEIN_ZZ 1
I
ZO.
23-1-96
knoop
verlaging I
17
[m]
gem.
Gemeentewerken
eff.
steundru
Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL, Berekende
meetveld
spanningen
Zuid
t.g.v.
aanbrengen
eigen
gewicht
15.0
"E
/
,..-
12.5
L-..J /
~
en
/ /'/
0 Q)
10.0
/
,-----
C C
--
-'
I
I
-+-' --0
/
}
::J
Q)
-------
--------
.-
,
1- _ _
_
_
-----
-
-
----
-
-
-
--
-
- -~-
---
7
I
7.5
/
/
I I
-+-'
I
0
I
-+-' --0
c
,- -/
5.0
1
'"--
/
'
/1
Cf)
" I
4-
0
-,
r
0 -+-'
<:»:
/
/
2.5
--~-~\~
x
I
Sxx
/
Syy (axiaal)
Szz
/
s.,
i CT '-. Q
ID (l)
N
~
tv
o
0.0
I
-120
-100
-80
-60
spanning
-40
[kPaJ
(radiaal)
-20
o
20
(tangentiaal)
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT
BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Zuid, toename steundruk filenaam berekening: HEIN_ZD2
I
stap 15
I
alle grondlagen volledig gedraineerd LMdispl LMweight LMloadA LMloadB
17
I
verandering
= = = =
I
opmerkingen aanbrengen initiële spanningssituatie
1 1 1 1
cohesieve grondlagen volledig ongedraineerd
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
LMloadB
= 1,9432
19
LMloadA
= 2,0
toename gemiddelde steundruk
24
LMloadA
= 3,0
idem
27
LMloadA
= 4,0
idem
37
LMloadA
= 5,0
idem
57
LMloadA
= 5,751
bezwijken graaffront
Rapport 95-063/B Bijlage Z2.0
Mesh
o
4
Scale
8
Oisplacements
o
12
2
4
6
['*10-1]
:::IJ ru
u
u o ,~... <0
(Jl
6 CJ)
Deformed
w
rne s n.
scaled
up
(down)
-<;
CD
Extreme
displacement
1.30E-01
uri i t s
~ Col
ce o N
..• I\J
PLAXIS ProfeSSIonal Versl0n 5 30
Predikties HEI N_Z 0 2 St e p 27
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
:IJ
Ol
"'0 "'0
o ...•
...• <0
(J'1
Effective
6
0)
--ro w
Extreme
principal
stress
stresses
-2.45E+02
units
~ Ol
cc CD
N N N
PLAXIS ProfeSSIonal Verslon 5.30
Predikties HE IN_ZD2
Step
27
Cluster
23-1-96
3. meetveld Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
AX1-symmetry
Scale 8
12
.. . ++
-~!Wi-/: +I-'.ft:
•
..
++
++...
••
. .
+ •••• • +
-
••
::D
Ol "C "C
o ~ ...•.
CD
(J1
6
Excess
Ol
w CD
Extreme
excess
pare
pare
pressure
pressure
-9.70E+01
units
Q:! Ol
.0 CD N f\.)
JJ
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIOn 5.30
Predikties HEIN_ZD2 Step 27
Cluster
23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
~
:JJ
Ol "C "C
..• o ..,
<J:) (Jl
6
Contour
(J)
---tvOJ
t-t i
n i rnurn
value
plot
-1.02E+02
of
excess
units;
pare
Maximum
pressures value
2.61E+01
units
~ Ol
cc
~I~~;~~~o~a ~ VerSl0n
5.30
HEIN_Z02
Predikties Step
27
Cluster
23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Oisplacements I
12
036
9
:D Dl
"C "C
o ...•
...• (0
en
6
Oeformed
Ol
tv -......
Extreme
CD
rne s n.
scaled
displacement
up
(down)
1.98E+00
units
~ Dl
ce
(1)
N N (1l
PLAXIS ProfeSSIonal VerSlon 5.30
Predikties HEI N_Z 02 St ep 57
Cluster
23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
AXI-symmetry
Scale 8
12
*'
j...
++
+
j... .•.•
.•
++ • ++ • -++
I
••
.... .+.... .. .
j.... .• ++. (... ".. -
i+
-." •
~ ti
#
'1+ •
#,
I1
~
•
N
••
/ti
(I
---
••
,. ,,,
--
, - --..-... -
\ ..•.
'l\ •••••••...,... .•. -
ril"
J-t \ \"
" ..••... -
\\"',--.
~
••
~~
" 1 ~I .U 11 .#
\\-
••
'Ilo. 'l\
, ..•.. "'...
.•....
"~
-
•••
\ \"" '''!I'' . \\ •••. '" _1tI 1<. ::0
Dl "0 "0
t- '"
~~.... ..."-Ho* + " ~!tl
I<
I
+t,*H*+t
o ...• ...•
co
01
6 Ol
Effective
w
-<;
Extreme
OJ
principal
stress
stress es
-4.94E+02
units
~ Dl
co CD
N N (J)
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN_Z02 Step 57
Cluster
23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Axi-symmetry
12
.. ..
•••
+ ++
~. +Ht ++ ++f+++ -++ *++ ++ .••.
+ +++ ++*
++
+
•
••..
+... .. ..... .. .. .
:D
Dl
"0 "0
o ..•
.
.-+
<0
01
Excess
6 0) w Ol
Extreme
<,
excess
pare
pare
pressure
pressure
-4.13E+02
units
~ Dl
co
CD N
'"
-.,J
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN_ZD2
Step
57
Cluster
23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Axi-symmetry
12
~
o
:D
Dl "0 "0
o ..•
...• CD
Cf
o 0) w ......
OJ
Contour
Mlnlmum
value
plot
-4.13E+02
of
excess
units;
pare
Maximum
pressures
value
1.76E+02
unlts
~
!IPLAXIS "->
co
ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN_ZD2
Step
57
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL, Effect
van
meetveld
veranderen
van
Zuid
de gemiddelde
steundruk
5
'----'4
E
l-.....J
Ul 0
!
Q)
I
e 3 e ::J
I
• ,
+-'
I
Q)
U
I
> 2
\
0
\
•\
+-'
::D Ol
"'C "'C
o .., ...• (J:l 01
"ro
::J
\
0 Q)1
> .e
~ ~
w
Ol
CO (I)
N N
co
tI/1load =1,0 tI/1load = 0,066 Nilood = 2,0 Mload = 40 Mload = 5:0
Ga-e&€I
())
lp
I
••••• ••..••..•
o
II MMM I
..
-2.000
I(
Mload I
-1.750
=
•
I
\
(v.e rlagi 1}9! (verhoging) I
\
~
,
'5,75 I
-1.500
I
-1.250
horizontale
I
-1.000
I
-0.750
verplaatsing
I
,
-0.500
[m]
-0.250
•
0.000
,
0.250
r-o
HEINENOORDTUNNEL,
meetveld
Effect
van
van
verhogen
Zuid
de gemiddelde
steundruk
0.060
E
••••• • •.••.•
L-J
/C
U1
-+--'
,/
0.040
0...
x
""x
X'
>
x- )(_ x-
"TI
)H( X-tH(
\
x---
x
\c
0.020
Q)
-6
o
.x: ::D
-. o
.-+
c.o (J1
6 (J) w
DJ (D Ol
co
CD
N N
o
-A-
..• - e-
-+--'
~
3.0 4,0 5,0 5,75
"X.",
E
Ol "0 "0
= = = =
1.0
2,0
-, <,
Q)
o
Mlood
=
-
\
/'
x-
Q)
~Mlood
-,
x/'
L
Mload
A I:Ir6I:1r6
?
C
> o
Mloo d
o-ea&EJ
0'
o o
Mload M/oad
~
-{> -
•.. __-
/!r-
-6
-A-
-
-. -e-
-,
x
<,
<, <,
4-i
-
><-....
.•.
--- -
x-x-x-x_x_x
_--te
0.000
> Q)
"TI C Q)
.:::t..
(j) L Q)
..0
-0.020 -20
-15
-10
-5
afstand
t.o.v.
I
I
o
5
boorfront
[mJ
I
I
I
I 10
I
I
I
I
I 15
I
I
I
I
I 20
6 .:::L
::J
L D C
::J
w ..j.J
+
-
-
5+
(f)
Ol
c
Ol · r-t
I
c
W
2+
CD
en ,
0 0>
--al W
~ Ol
co
Cll
N I'V
-' -'
L W
I> I
-
-
Idtl/
-
+ ~-
-
/
~-
/
I
I
I
I
+
-
+
-
-
+
I
-
]Zf
+JZf-
-
YJ
I
E
..•...•
I
>
· r-t
Ol
I I
Ol
::D
I
..-t
::J
+
-
I
3+
D
"0 "0 0
-
4+
4-
· r-t
-
I
I
L 0
u rn
+
-
I
(f)
..j.J
-
+
-
-
-
+
-
-
+
-
-
+
-
-
+
I
-
-
+ I
-
-
+
I
-
I
+
-
-
-
+
/ï
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
+
-
+
-
-
+
-
-
-
+
-
+
-
-
-
I
I
I
I
I
0.05
0.1
0.15
0.2
0.25
+
1 0
I
Totale
HEINENOORD
PLAXISI ProfeSSIonal VerSIon 5.30
I
HEIN_ZZ2
verplaatsing
ZUID. I
23-1-96
knoop
verhoging
I
17
0.3
0.35
[m]
gem.
Gemeentewerken
eff.
steundruk
Rotterdam
IGM
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Zuid, als ZD2, maar met vastgehouden lining filenaam berekening: HEIN_ZD3
I
stap 17
I
alle grondlagen voIledig gedraineerd LMdispl LMweight LMloadA LMloadB
19
I opmerkingen
verandering
= = = =
22
LMloadA
31
LMloadA
52
LMloar:lA
= = = =
aanbrengen initiële spanningssituatie
1 1 1 1
cohesieve grondlagen volledig ongedraineerd LMloadB
I
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
1,9432 4,0
toename gemiddelde steundruk
5,0
idem
5,78
bezwijken graaffront
Rapport 95-063/B Bijlage Z3.0
Mesh
o
Ll
Axi-symmetry
Scale 8
12
::D
al
"C "C
o ..,
...•
6 (J)
Mesh
OJ
Extreme
w
with
prescribed
displacement
displacements 2.90E-01
unlts
~
al
co Cl)
N W
....•
PLAXIS ProfeSSlonal VerSlon 5.30
Predikties HEIN_Z03
Step
52
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL,
meetveld
Zuid
Effect van wijze schematiseren bij Mload = 4,0 en bezwijken
schild
en lining
5
"4
E
'---.J /
(j) /
0
Q)
/
~
e 3 e ::J
.-
\
\
-+-'
Q)
-:--
U
> 2 ::D
Ol
"C "C
o
...• ""' <0 01
6
--co 0>
W
~ Ol te CD
N
w
N
I
0
I
•I
-+-'
::J
I
0
> .-
!
1=
e
••••••• MloadA ••••.••••.• MloadA = ••••• MloadA 1= ••.••.• MloadA 1=
o
I I
-2.50
-2.00
4,0, 4,0, 5,8, 5,8,
hor. hor . hor. hor .
I
I
belveging beElveg!ng be eglng bel eging
-1.50
horizontale
•
,
I,
Q)
I
vrij t.p.t. lining verhinderd t.p.v. vrij t.p.*. lining verhinderd t.p.v.
lining
T !
-0.50
-1.00
verplaatsing
I
lining
[m]
0.00
HEINENOORDTUNNEL, meetveld Effect
.----. E
van
wijze
schematiseren
0.080
C
..----
0.060
o o
/.
0.. l.-
C})
>
0.040
_.-- .... ... -.- ...
C})
> o o
E
en lining I
c»
--0
schild ,••••• MlooqA :.-•.••...• MlooqA MlooqA ...-•• .-. MloadA
L-...J
U1 -+-'
Zuid
.....• /"
•
-:
~
/'"
"- ...,
~
i
hor. I
4,0, hor. 5,8, hor. 5,8, hor.
Mload
\.
= 4,0
en bezwijken
,
•
i
beweging beweging beweging beweging
vrij t.p.v. verhinderd vrij t.p.v. verhinderd
ining t.p.v. ining t.p.v.
lining lining
I
I
•...
/
4,0,
bij
-, "-
"-
. I
"-
-,
0.020
C})
:D
o .s:
Ol
-+-'
o ..,
Q)
1J 1J
.-+
co
(11
6 0> VJ
-<;
OJ
IJl
l.-
>
-
C}) -.::::t:. (J)
L Q)
-0
VJ
-.----*-•. -.• ...• --- ...••...• -.-- ..*--.•
C})
(1)
N VJ
..•
u c
Ol
ce
....• -
0.000
-0020 •
-20
-15
-10
- -5
afstond
t.o.v.
o
5
boorfront
[m]
10
15
20
HEINENOORDTUNNEL, Effect -.Y
van
wijze
meetveld
Zuid
schematiseren
schild
en
lining
bij
passief
bezwijken
6
:J
L
--0 C
:J
Q) -+-' (f)
5
'+'+Q)
E
4
Q) ()I l-
Q
-+-'
U
o
'+-
3
(f) ()I
::c Dl
"0 "0
..•
~
<0
en
6 Ol
C -
CJî
u - 2 ::J >
--w
C
~
E
Cll
Q)
ce(l) N
w
~
•• ~ •• .•...•.•~ • • • •• .- •• .-.
CJî
Q)
L
Q)
>
1 0.00
knooppunt knooppunt knooppunt knooppunt
11.
hor. hor. 8$, hor. 85. hor.
17. I
0.05
totale
0.10
verplaatsing
punten
voor
beweqinq
bewegi'ng bewegiing
I I I I I I I I I
0.20
0.15
bewe qiriq
het
I
verhinderd t.p.v. vrij t.p.v.lining verhinderd t.p.v. vrij t.p.v. lining
I I I I I I I I ,
0.25
boorf ront
lro l
I
0.30
lining lining
I I I I I I I I I
I
0.35
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT
BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Zuid, langdurende stagnatie bij normale gradiënt steundruk filenaam berekening: HEIN_ZD4
I
stap 15
I verandering alle grondlagen voIledig gedraineerd LMdispl LMweight LMloadA LMloadB
17
18
= = = =
=
aanbrengen initiële spanningssituatie
1 1 1 1
cohesieve grondlagen volledig ongedraineerd LMloadB
I
I opmerkingen
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
1,9432
cohesieve grondlagen volledig gedraineerd
invloed stagnatie
Rapport 95-063/B Bijlage Z4.0
Mesh
o
4
Scale
8
Oisplacements
o
12
2
4
6
['*10-3]
::0
Dl "C "C
o ..,
.-+ (0 (J1
Deformed
6
rne s n.
scaled
up
(down)
0>
W
"-CD
Extreme
displacement
1.33E-03
units
~ Dl
lO CD N
~
....•
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN_ZD4
Step
18
Cluster
25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale
8
Axi-symmetry
12
".... -~. J It"
",_
In\\"
"
I
•.•.•••
••• ~
.......•.••.•..
11'"" .•. ,'-
•.. _ ••.
--
, •••.. ......,.,...... __
1II
",,-.w.~.
1111\" ..••• '
4
~
.._.... ..-,.".
••
....-
1111"'IIII\~ IIII\~ IIII~ II.IX' IIII~ lil'
::IJ
Ol "0 "0
o ...• ...•
Cl) (}l
6
en
Incremental
m
Extreme
w <,
o i s o l e c e men t
displacement
t a e Lo .
increment
scaled
Up
1.54E-O~
(down)
units
~
Ol
ce
CD
N
~
I\.)
PLAXIS ProfeSSIonal VerSlon 5.30
Predikties HEIN_Z04
Step
18
Cluster
25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh 0
4
Scale 8
Axi-symmetry
•
12
:D Dl
"0 "0
o ...• ....•
co
U1 ,
Effectlve
o 0>
W
"-CD
Extreme
principal
stresses
-9.92E+01
stress
units
~ Dl <0 Cl)
N .j:>. W
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN _ZD4 Step
18
Cluster 25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL. Effect
van
meetveld
langdurende
Zuid
stagnatie
5 ••••• ••••..•
..---.
E
Mload Mload
=
=
1,0, 1,0,
ongedraineerd gedrdineerd
4
L-.J
(j)
0
Q)
c 3 c
::::J +-' Q)
U
> 2 :0
0
Ol "'0
-+-'
o ..,
::::J 0
"'0
...• CL)
en
6 O'l Cl.)
Q)
>
C
'<-,
CD
~
Ol 10 CD
N .J:> .J:>
o ,
. 0.0000
0.0002
0.0004
horizontale
0.0006
0.0008
verplaatsing
0.00 10
[m]
0.0012
0.00 14
HEINENOORDTUNNEL, Effect
"
van
meetveld
langdurende
Zuid
stagnatie
0.00005
E
L-J
0'
C
Ui
-+--'
0.00000
o
o
Cl.
~
Q)
> -0.00005
-0
Q)
> o o
E
-0.00010
Q)
:IJ
Ol "0 "0
0 ..,
~ co
01
-
0
.x: -
-+-' Q)
> -0.00015
6 Ol
Q)
OJ
U
W -....
~
Ol (Q
CD
N
~
01
---
L
-.- ... --- .... --I I
..• -.'-I I
,
.-
C
• • ••• ••..••..•
Q)
.x:
Q) L
Q)
...0
-0.00020 -20
-15
-10
o
-5
afstand
t.o.v.
boorfront
5
[m]
Mlood Mload
10
=
=
1,0, 1,0,
ohgedroineerd grdraineerd
15
20
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Zuid, langdurende stagnatie onder luchtdruk filenaam berekening: HEIN_ZD5
I
stap 15
I
alle grondlagen voIledig gedraineerd LMdispl LMweight LMloadA LMloadB
17
I
verandering
= = = =
= =
aanbrengen initiële spanningssituatie
1 1 1 1
cohesieve grondlagen volledig ongedraineerd LMloadB
I
opmerkingen
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
1,9432
19
LMloadB
30
cohesieve grondlagen volledig gedraineerd
0
vervangen boorvloeistof door luchtdruk invloed stagnatie
Rapport 95-063/B Bijlage Z5.0
tv1esh Scale
o
4
8
Oisplacements
o
12
4
812
['*10-3]
JJ
Ol
"C "C
o ....•
...• <0
en
Deformed
6
rne s n,
scaled
Up
(down)
(1)
w
Extreme
'<,
CD
displacement
2.44E-03
unlts
~
! PLAXIS ~ ..•
ProfeSSIonal v e r-ss r o ri ~ 30
Predikties HEIN_ZD5
Step
19
Cluster 25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Axi-symmetry
12
:IJ
Dl "'0 "'0
o .,
~ c.o
Effective
(J1
6 0)
Extreme
w
<,
CD
principal
stress
stresses
-1.02E+02
units
~ Q)
co
N (J1 I\,)
Predikties
PLAXIS
ProfeSSIonal Version 5 30
HEIN_Z05
Step
19
Cluster
25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
AX1-symmetry
Scale 8
12
* * *t:
+ •
+ • ++ + •
..
+ + •
U
+.
":t:
.
+ •
+
+
+• +. + ++ •
+
+.
++
•
+ •
+ + •
.
.. +
:D
Ol "0 "0
-. o
.-+
co
Excess
(J1
6 0> W
Extreme
Ol ~
~ PLAXIS N (J1
w
Profess~onal v e r-ss a o n 5.30
excess
Predikties HEI N_ZD5
Step
19
pare
pare
pressure
pressure
Cluster 25-1-96
4.37E+OO
3.
units
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
::0
Ol "C "C
..• o ..,
<0 U1
Contour
o Ol
W -...
CD
MInimum
value
plot
-3.39E+OO
of
excess
units:
pare
Maximum
pressures value
2.37E+OO
units
CD
..::: Ol CO Cl) N U1
.j::o.
PLAXIS ProfeSSIonal Version 5.30
Predikties HEI N_Z 0 5 St ep
19
Cluster 25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Oisplacements
Scale 8
o
12
4
8
12
'[*10-3]
::D
Cl)
"0 "0
o .., ....•
co en
Oeformed
6 0> W
Extreme
êJ
rne
s n.
sca led
displacement
up
(down)
2.54E-03
units
~ Cl)
co (l)
N
en c.n
PLAXIS ProfesSlonal VerSlon 5.30
Predikties HEIN_ZD5 Step 30
Cluster
25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
:::JJ
Ol "0 "0
o .......•
co
Effective
01
6 Ol
Extreme
--w
principal
stress
stresses
-1.01E+02
units
CD
~ Ol
co
(1)
N 01
0>
PLAXIS ProfeSSIonal Version 5.30
Predikties HE IN _Z0 5 St ep 30
Cluster 25-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid
Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
uu
,
"
lUl'
I
,
, ,,,,,
IIIl
I L'
nu ,
I
\
UUI
\UU \\\U
,
,
IIll \ \ \'\\""" "
11\ \ \ """
, • •
\,\\\\\"'"''''
~\,"-
\\\\\\\"-
'
,
--
.
1l1l\\\\\~"'-" 1111\\\' .•. "'_ 1111 \ \\~ ••• "
..••-
.
t
..•..•..•
1111\\' •••• ' ..••..•• _
•.••..•..
1111
\\\
.••.•
, ..•.•...••...••••.....•..... ""-
11"
\ "
...•••.• , ...••...•••..•••.•.•.•...•..•
I' I' \\., ..••••.................•••...... - .... I I ••
I"
I I'
:D
\ """ ......-.••••••• - •••••••••••••••••
"
•••••.••.••.••
..... , ------
Ol "0 "0
- ..
o .., ..•.
co
Olsplacement
(Jl
o O'l
--
Extreme
W
e" •• ------
field.
displacement
-
-
-
-
- - - t- - I-
-
scaled
up
(down)
2.54E-03
units
DJ
~
Ol CO (1)
N (Jl
-..J
PLAXIS ProfeSSIonal Version 5.30
Predikties HE IN_ZD5
Step
30
Cluster
25-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL, meetveld Effect
van
langdurende
5,
I
stagnatie
•• ;••• 1
• ei-'" 000,' G€I , i
./, ......•..i
.---J
E
4
/'
p/'" /'
L-.J
en
Q)
Q)
\
Ol
CD
N <.TI
CD
'
~
!
!
I
i
I:'
I
1
~I.
=
i
i
\
b
\
\
.
.: I
I
>
\ 6 \ \
9
~
co
i
= 1 = 0 0
~
•\
0 C
--
:
~
"-!
\
:::J
a> w co
6
"\
0 +-'
Q)
\
~
> 2
<0 <.TI
,
,\D.".
-0
..•
,
1\
+-'
o ..,
•
I
Ongedraineerb,', steun rukqrodient ong~draineer~, steun rukqrodient gedr1.aineerd, I.steundrï',kgradienr I I
I~
:::J
Ol
0,.....
steundrukgradient
q'
c 3 c
::IJ
/'
/'
met
I I I I
0
"0 "0
l'
/'
Zuid
\
o
I
I
I
I
I
,
,
•
-0.0030 -0.0025 -0.0020 -0.0015 -0.0010 -0.0005 0.0000
horizontale
verplaatsing
0.0005
iro l
.
.
0.00 10 0.00 15
0
HEINENOORDTUNNEL, Effect ,----,
van
meetveld
langdurende
Zuid
stagnatie
met
steundrukgradient
0
0.00080 I
onqedroineerd, steuridrukqr cdient = 1 • •.• ,•.• onqedr cinedrd, steundrukgradient 0 DGaDo qedroineer d] steundrukgratJient = 0
E
•••
L-...J
!••
=
CJî C
ëJ)
-+---'
0.00060
-s - 0- e- -0 - G--
o o
--f] _
0-
-$ !
---0...... 1:iI
0..
'0...
1:1
L (])
> "TI
:
-, 'll
0.00040
-, ~
Q)
> o o
E
'ti
-. ~.- •..-. - - ----.- +
0.00020
Q)
::0 Ol
"0 "0
o ....• ....• CD
(J1
,
o Ol
o
Q) ..Y.
N (J1
CD
-,
'liJ
i" ! <,
....
'n <,
......0
's <,
<,
,
i '
[3...
-.joi _
0-
"" -0-
é-
A -..-
-<> -
D- .•• -D- a
".-, 0.00000
(])
CD Ol
---.
Q)
"TI
CD
•...
-+---' L
---wCD ca
-.--.....
..Y.
>
-,
C (])
L
Q)
-.0
-0.00020
-20
-15
-10
-5
afstand
t.o.v.
o
5
boorfront
[m]
10
15
20
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT
BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Zuid, met interface elementen, toename steundruk filenaam berekening: HEIN_ZD6
I
stap 29
I
alle grondlagen voIledig qedraineerd LMdispl LMweight LMloadA LMloadB
31
79
I opmerkingen
verandering
= = = =
I
aanbrengen initiële spanningssituatie
1 1 1 1
cohesieve grondlagen volledig ongedraineerd LMloadB
= 1,9432
LMloadA
= 4,0
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
toename gemiddelde steundruk
Rapport 95-063/B Bijlage Z6.0
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
::0
III
"0 "0
o ..,
...•
co
Mesh
en
6
Extreme
0> tIJ
êJ
with
prescribed
displacement
displacements 2.90E-01
units
to
f
N
en --'
\PLAXIS ProfesSlonal Version 5.30
Predikties HEIN_Z6B Step 79
Cluster 4-3-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
\
\
\ :.0
Ol
"0 "0
\
o ....• ....•
co
U1
Displacement
w ---tn
Extreme
6 Ol ~ Ol
ce CD
N Ol N
PLAXIS ProfeSSIonal Yersion 5.30
Step
scaled
displacement
Predikties HEIN_Z6B
field.
79
1.60E-01
Cluster 4-3-96
up
3,
(down) units
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
]
\\
\\
JJ
Q)
"C "C
o ...
...• co
01
Oisplacement
ó
Ol W
Extreme
Ol
J
J
J'
J
j
J
l!
1
\\\\\
\
\1\\\\\
\
\\
field.
scaled
displacement
up
1.30E-01
(down) units
~ Q)
ce CD
N Ol W
PLAXIS ProfeSSlonal Version 5.30
Predikties HEIN_ZD2 Step
27
Cluster 4-3-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Zuid Rotterdam
IGM
r---,
HEINENOORDTUNNEL,
meetveld
Effect
interface
aanwezigheid
Zuid Mload
= 4,0
0.010
E
•.•••• geer interface ••••••••••••••• wel interface
L-I
CJI C
0.008
(f)
-+-'
0 0 -0...
0.006
l.-
Q) ""0
>
Q)
0.004
>
0 0
E :Il
Ol "0 "0
0 ...•
...•
<0
Q)
0 .x:
.-+-' I.-
(Jl
,
>
Q)
w
~ Ol
Cl) ""0
....... ..-
Cl)
.s:
N
Q)
.p.
-0.002
C
<0 CD
0>
0.000
Q)
0
--co
0.002
~
Q)
-.0
-0.004
I
-20
-15
-10
-5
afstand
0
t.O.V. boorfront
5
[m]
..-..- ..--- .-* -* 10
15
20
HEINENOORDTUNNEL, Effect
van
Wijze
meetveld
schematiseren
Zuid schild
en
6
11
1 ~J-~~---t·
lining
-*
::J
bij
~ ~~.",.
passief
bezwijken
I
Q)
-+-'5 (f)
44-
Q)
E
4
Q)
CJI l-
Q -+-'
g
3
4-
:::0
(f)
..•
--CJI
Ol "0 "0 0 .-+
c.o (]I
6
0>
w
CD ~ Ol
ce
CD
N 0> (]I
CJI C
-"""0 ::J
2
>
Q)
E 1.....1 Q)
>
~/ I
CJI
--c
0.00
I
0.05
totale
0.10
verplaatsing
0.15
punten
••..•.•••.•knooppunt _ •.•••.• kna~ppunt
17, gefn interface 85, ge n interface
• • • •• • • • ••
17, we 86, we
0.20
voor
het
knooppunt knooppunt 0.25
boorfront
[m]
0.30
interface interface 0.35
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT
BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Noord, afname steundruk filenaam berekening: HEIN_ND1
I
stap 13
I
alle grondlagen volledig gedraineerd ~Mdispl ~Mweight ~MloadA ~MloadB
15
I opmerkingen
verandering
= = = =
16
~MloadA
17
~MloadA
18
~MloadA
21
~MloadA
25
~MloadA
28
~MloadA
aanbrengen initiële spanningssituatie
1 1 1 1
cohesieve grondlagen volledig ongedraineerd ~MloadB
I
= = = =
0,4701
= = =
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
0,8
afname gemiddelde steundruk
0,6
idem
0,4
idem
0,2
idem
0,1
idem
0,0454
actief bezwijken graaffront
Rapport 95-063/B Bijlage N1.0
Mesh
o
4
Scale 8
Axi-symmetry
12
:0 Ql
"'0 "'0
o .., ...•.
co
Mesh
,
(J'1
o
with
all
nodes
0> (,J
-CD
~ Ql
CO CD
Z
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN_N01
Step
13
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
Mesh
with
material
sets
:IJ Ol "0 "0
o ...
...• co
(11
6 0> VJ
No.MOd.Typ.Wdry
wwet
19.5 17.2
Cl)
Z VJ
5
O.OE+OO
O.OE+OO
-
0
O.OE+OO
O.OE+OO
-
y
7.4E+03
16.5 16.5
PLAXIS ProfeSSIonal Vers10n 5.30
?
Predikties HEI N_N0 1 St ep
-
35
0.31
1
O.OE+OO O.OE+OO
Tens
27
0.30
7.1E+03
1
Ko
1
1 .1E+04
19.0
2
Perm-Y
3
20.5
16.0
4
Perm-X
0.30
20.5
1
1
PS1
0.20
1
2
2
Ph1
C
N N N
2
3
CD
ce
Nu
4
lii Ol
G
13
1 1
37
7
O.OE+OO
33
3
O.OE+OO
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
-
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
AX1-symmetry
12
::D
Dl "0 "0
o .., ....•
c.o
Mesh
U'1
6 0'1
-W
Extreme
traction
1.82E+01
with
load
units.
system extreme
B force
O.OOE+OO
units
CD
~ Dl
c.e
CD
Z
~
PLAXIS ProfeSSIonal Version 5.30
Predikties HEIN_N01
Step
15
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
:IJ
Dl "0 "0
o ...•
...•
co
Mesh
(J1
6 0)
-CA)
Extreme
traction
with
6.93E+01
laad
units,
system extreme
A force
O.OOE+OO
units
OJ
~ Dl
co
CD
Z (J1
PLAXIS ProfeSSlonal VerSlon 5.30
Predikties HEIN_N01
Step
15
Cluster
23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Axi-symmetry
12
::IJ
Cl "0
"0
..• o ..,
CD
(J1
6
Mesh
W
Extreme
0>
iii
with
prescribed
displacement
displacements 1.15E-02
units
ro
Predikties
~ IPLAXIS 0>
ProfeSSIonal VerSIon 5.30
HEIN_N01
Step
15
Cluster 23-1-96
3.
n.e e t v e l o
Gemeentewerken
Noord
Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Oisplacements
Scale
8
o
12
6
1218
['*10-1]
::D Cl)
't:l 't:l
o ..., ...•
co
Oeformed
(}1
6 OJ
Extreme
W
Ol ~ Cl)
lO (l)
Z
....• -....J
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Step
sca led
dlsplacement
Predikties HEIN_N01
rne s n.
13
(down)
3.35E-Ol
Cluster 23-1-96
up
3,
units
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
~
Scale 8
Axi-symmetry
12
w--=:=~ ~
TH-
-
,-+-
-++
E$=i: ~
~
~:
~ ::D
Dl "0 "0
o ...,
...• co
Effective
(J1
6 Ol
--m
Extreme
w
~ Dl 10 C1l
Z
co
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
stress
Predikties HEIN_ND1
Step
13
principal
stresses
-1.69E+02
Cluster 23-1-96
units
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Oisplacements
o
12
1
2
3
'[*10-2)
:IJ Dl
"0 "0
o ...• ....•
Oeformed
(J1
6 0)
Extreme
w
co Q:! Dl (Q
~ Z
PLAXIS ProfeSSIonal Version 5.30
rne s n.
displacement
Predikties HEIN_N01
Step
scaled
18
(down)
8.94E-03
Cluster
23-1-96
up
3.
unIts
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh 0
4
Scale 8
Axi-symmetry
I
12
,*I
I I I
I
I I
I I
I++I
I
I
I
I
I I
I'
rrn ,
,
,-+-
I
++-
I
I
I
I
.t
I
I
1 I
I
I
I I
I
I
I
1 I
I
1
I
I I
I
I
I I I
JJ
Cl
"0 "0
o ..,
.-+
I
-
-+-
·
-+-
· ++'
-
· ++-+-
•
I 1
I I
I I
•
1"";"""'-
'I
T
,-+-
I
J
I
111
-+--
I
I I
I
I I I I I I
I
-+-
I
•
-
++-
-+--
.
•
-
++-
(!) (]'I ó
Effective
Ol
--
w m
Extreme
principal
stress
stresses
-1.71E+02
units
~ Cl
te CD
Z
...•
o
PLAXIS ProfeSSlonal VerSl0n 5.30
Predikties HEIN _NO 1 Step
18
Cluster
23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
AX1-symmetry
12
-t+
+
T~ ,-r-
+ [-rr J-t+
1-++
L
:IJ
+
Ol "0 "0
o ...• ...• (0 tTI
6
Excess
0> W
a;
Extreme
excess
pare
pare
pressure
pressure
4.13E-01
units
m Ol
co CD
Z
...• ...•
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN_NOl
Step
18
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord
Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
:IJ
Ol "0 "0
o ...•
...• CD
Contour
t11
6
plot
of
excess
pare
pressures
(J)
w
CJ
Mlnimum
value
-2.40E-01
units;
Maximum
value
4.27E-01
unlts
ÇP.
~ IPLAXIS ....• ....• N
ProfeSSlonal VerSlon 5.30
Predikties HEIN_N01
Step
18
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord
Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale
8
Oisplacements
o
12
1
2
3
[~10-1]
:0 III
"0 "0
o ...• ...• CD
U1
6 O'l
Oeformed
w ..•...
Extreme
te
rne s ri.
scaled
dlsplacement
up
(down)
7.60E-02
unlts
~
~ IPLAXIS ~
w
ProfeSSlonal Verslon 5.30
Predikties HEIN_ND1 Step
28
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord
Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
-+--
-+--
-+-+-
-+--
-+--
-+-+-
-+--
-+--
-+-+-
-+--
-+--
-+-+-
-+--
-+--
-+-+-
-+--
-+--+-+::D
-+--
Ol "0 "0
-+--
-+-+-
o ..,
~
<0
(J1
6 0>
Effectlve
-W
Extreme
CD
principal
stress
stresses
-2.45E+02
units
~ Ol
cc Cl)
Z
~ ~
PLAXIS ProfeSSIonal Version 5.30
Predikties HEIN_N01
Step
28
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
AXI-symmetry
12
::D
Ol "'0 "'0
o ...,
.-+
co c..n ,
Excess
o
Ol
w
Extreme
'<,
tn
excess
pare
pore
pressure
pressure
-4.21E-01
units
~
Ol
co Cll
z
....• ....• c..n
PLAXIS ProfeSSlonal Version 5.30
Predikties HEIN_NOt
Step
28
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
AX1-symmetry
Scale 8
12
:IJ
Ol "0 "0
o ..,
...• (0 tJ1
Contour
ó
0> W
Ol
Mlnimum
value
plot
-4.04E-01
of
excess
units;
pare
Maximum
pressures value
4.44E-01
units
lD
t
..•. 0>
IPLAXIS ProfeSSIonal Versl0n 5.30
Predikties HEIN_NO 1 Step
28
Cluster
23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL, Effect
van
meetveld
verlagen
van
Noord
de gemiddelde
5
~
4
(f)
T
-
C
I
::::J
•
-+-'
J
Q)
::D
"0 "0
3 21
(0
en
6 Ol w
OJ
I
11 I
.~ 11
t;
Z
...• -" -....I
\
i <,
<,
1
I\, <,
A I \
I I
t 1.; I
I
I
T
Î' I
Ol
<1l
\
i
1
~ co
~
-,
o ..•
..•.
I
I
\
\
I
c 3
Ol
I
•I
Q)
u
x_
Mload Mload Mload , Mload
I
i
0
~ Mload Mload Mload
••••
1
J
i
•••• ;;:~
~::3
"
I
.-0
steundruk
o
I
..
-0.010
I
0.000
0.010
0.020
horizontale
0.030
0.040
verplaatsing
0.050
0.060
l ml
1,0 == 0,8 ~ 0,6 =;
=;
~
== ;,
0,4 0,2 0 1 0:045
HEINENOORDTUNNEL, Effect ,--,
van
verlagen
meetveld van
Noord
de gemiddelde
steundruk
0.0010
E
--.<
L-.J
---M
-J+
-ti(
0' C fj) +--'
-* -
0.0005
o
o
-.- .... - -
0...
L
Q)
> u
0.0000
Q)
.....
>
-.-
•...
---
-
---
o
-. -.- .... -.- .-
-
t:r-
-6-
-6 -
-.-
tr
-
~ - t:r-
-
-6
-6
-.- ..
o
E
-0.0005
l.~tr
Q)
:::0
Ol "0 "0
0 ...•
...• l.O (11 I
0 0> w
-
z ....• co
I!r
-6 ~ a"
I
,/
••••• Mload = 1,0 ••...••...• Mload = 0,8 ~Mload = 0,6 6 trl:J. trl:J. Mlo a d == 0,4 ~Mload == 0,2 lHCX_ Mload = 0,1 ••••• Mload == 0,045
/
Q)
CD
al
~-
> -0.0010
Q)
Ol
t!r
Q)
-co
-6-
+--' L
U
CD
.e.
0
..Y
..L!J.
x-
C
X-X-f-x
-x
--+:
-
--
)/ .AC
..Y
Q) L Q)
-.0
-0.0015 -20
-15
-10
-5
afstand
o t.o.v . boorfront
15
20
1 .::,L.
:J
L
D
c
::J
QJ
40J
(f)
L 0
I \
075r \-
40J
I
U ft)
+
-
L:I{
4-
(f)
Ol C
0.5+
en
>n
-
+
-
I
+
-
-
I -
-
+
I
I
I
I
I
I
I
I
+
-
~ ,
I
·r-t
I
I
-
+
-
-
+
-
I
I
I
I
I
I
-
-
+
-
-
+
· r-t
D
:J >
Ol
\
I
r-1
0.25+
-~
-
-
+
-
· r-t
-
+
-
C QJ
E
::tJ
L QJ
lil
"0 "0
>
0 ....• ....•
0
<0 01
6 Ol w --m tn lil
ce CD
z
....• ....• <0
I
0.04
0.02
0
I
Totale
PLAXISI ProfeSSIonal VerSIon 5.30
HEINENOORD
I
HEIN_NN 1
verplaatsing
NOORD.
I
0.06
23-1-96
knoop
verlaging I
0.08 17
0.1
[m]
gem . e f f . steundruk
Gemeentewerken
Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL,
Berekende
meetveld
sponningen
t.g.v.
Noord
aanbrengen
eigen gewicht
17.5
E
L-J
--t~-?'
o
,
12.5
I
Q)
c
I
C
::J 10.0 4...J
I
\
i
I I
I
)
Q)
o
JI !
I
"D 4...J
I
/?
//1
i
r---.. Cf)
i
r
.--, 15.0
/
7.5
4...J
"D C
o
4...J
5.0
(f)
'+-
o
[
'-.../'
x
CT
~. o
<0 Cl>
Z -' I'V
o
2.5
0.0
Sxx
(radiaal)
Syy
(axiaal)
Szz
(tangentiaal)
s.,
,
,
,
,
,
I
I
J
J
-180
-160
-140
-120
-100
-80
-60
-40
-20
sponning
[kPa]
o
20
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT
BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Noord, toename steundruk filenaam berekening: HEIN_ND2
I
stap
I opmerkingen
I verandering
13
~Mdispl ~Mweight ~MloadA ~MloadB
15
~MloadB
16
~MloadA
17
~MloadA
18
~MloadA
19
~MloadA
22
~MloadA
25
~MloadA
37
~MloadA
52
~MloadA
= = = = = = = = = = = = =
I
1 1 1 1
aanbrengen initiële spanningssituatie
0,4701
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
2,0
toename gemiddelde steundruk
3,0
idem
4,0
idem
5,0
idem
10,0
idem
16,5
idem
20,0
idem
21,30
bezwijken graaffront
Rapport 95-063/B Bijlage N2.0
Mesh
o
4
Scale 8
Oisplacements
o
12
I
3
6
9
_
1
[*10
:D
Ol "0 "0
o ..,
.-+
co
en
Oeformed
6 Ol
---w(D
Extreme
rne
s ri,
scaled
displacement
Up
(down)
1.69E-01
units
tn Ol
ce CD
Z f\.)
...•
PLAXIS ProfeSSlonal VerSl0n 5.30
Predikties HEIN_ND2
Step
22
Cluster
23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
]
Mesh
o
4
AX1-symmetry
Scale 8
12
-++-
-++-+-
-
-
-+-
-
-
-+-
-
-
.•....
x )(
l(
)(
~l(
)J
Dl "0 "0
~
..
-\"~
++
o ..,
+
CD (Jl
Effective
6 0> W
Extreme
[Ij
principal
stress
stresses
-7.00E+02
units
~ Dl
te
CD
Z
I'..> I'..>
PLAXIS
ProfeSSIonal Version 5.30
Predikties HEIN_ND2
Step
22
Cluster 23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord
Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
AX1-symmetry
Scale 8
12
• +
+. +. +
+ + +
• +
++
++
+
-+-
+H+t-
++
t·' .. ~
::IJ Ol
"'C "'C
o .., r+
(0 01
Excess
6
Extreme
0> W CD
excess
pare
pare
pressure
pressure
-2.44E+OO
units
-<;
~ Ol
co Cl)
Z I\.)
w
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN~02
Step
22
Cluster 23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
:Xl
Dl "0 "0
o .., ....• co
(J1
Contour
6
Ol
---w OJ
.w Dl
cc Cll
Z N
~
Mlnimum
value
PLAXIS ProfeSSlonal Version 5.30
plot
-2.61E+OO
of
units:
Predikties HEIN_N02
Step
22
excess
pore
Maximum
Cluster
23-1-96
pressures value
3.
4.73E-01
meetveld
Gemeentewerken
units
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
L1
Displacements
Scale 8
o
12
I
123
::D
III
"0 "0
o
-..~
co
(J1
Deformed
6
mesh,
scaled
up
(down)
0>
--tn W
Extreme
displacement
6.21E-01
units
~ III
co (l)
Z N (J1
PLAXIS ProfeSSlonal VerSlon 5.30
Predikties HEIN_ND2 Step
52
Cluster
23-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
- ---_ .• - -- ----- --
_
..... . . .
_
.. ...
l- --: --~ I ----
__
"Ol
~.- ~.
.••... --
..
-tft~'-- . ITIt\~:-... - --
~'': ...•-: ~,' f~ "
ff~ # n~\\",,\~ " \ \\
"
\\
\\\\,
~H
:0
\~\\\\
Dl "C "C
o ..•
...•
H*
++
~
,
,.
,
. I
<.0
01
Effectlve
6 0) w
Extreme
CD ~
Dl
co C1l
Z N
Ol
PLAXIS ProfesSlonal VerSlon 5.30
principal
stress
Predikties HEIN_ND2 Step 52
stress es
-1.66E+03
Cluster
23-1-96
units
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
+
•
+ •
+.
-F ++
-
1 -++ ++ -1++
+
m
:IJ Dl
"0 "0
o -,
...•
Excess
(,0
(J1
6 (J) w
Extreme
co ~
Dl
co (1)
Z N
--...J
PLAXIS ProfeSSlonal Version 5.30
excess
pare
Predikties HEIN_ND2
Step
52
pare
pressure
pressure
Cluster
23-1-96
-6.36E+OO
3,
units
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
'J Cl
:D
Ol "0 "0
.......•o <0 (Jl
6 Ol w
tiJ
Contour Mlnimum
value
plot
-6.93E+OO
of
excess
units:
pare
Maximum
pressures value
2.40E+QO
units
~ Dl
te CD
Z N
co
PLAXIS Professional Verslon 5.30
Predikties HEIN_ND2
Step
52
Cluster
23-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL,
meetveld
Effect
van
van
verhogen
Noord
de
gemiddelde
steundruk
5
r
]4J
r
lfJ
> 2 0
l.D
6 0> w
CD
z N <0
I
1 1
•I
I
I
1
1
•
1
1
1
*
1
I
I
I
1
• I
I
•I
::J
t
I
I
1
Q)1
*I
A
• •••• • •.••.•
I
6b-6b-6
1
~
0
>
c
I
f I I I
0
-0.70
I
•
I
1
F <.0
i
I
J.
'"I
)(
DJ Dl
J
I
I
4--'
Dl
(J'I
!
J
I I
J
"TI
...•
f
)(
Q)
"0 "0 0 ...••
1
(
c 3 c ::J 4--'
:Il
il
)
I
0
Q)
r
:f
t
T
I
I
tHHHHJ
)()H()H(
I
-0.60
-0.50
horizontale
-0.30
-0.20
verpcctsinq
[m]
-0.40
-0.10
-0.00
Mload Mload
=
Mload Mload Mload
= = =
Mload
== ==
1,0 5,0
10,0
16.5 20.0 21,3
HEINENOORDTUNNEL, meetveld Effect ,--,
van
verhogen
van
Noord
de
gemiddelde
steundruk
0.060 •••••
E
e ••••
l..-.J
GEHHHJ 61!r61!r6
CJI
~Mload
C
)He X-fH(
(f)
•••••
-+-'
o o
i Mload Mload Mload Mload Mload Mload
0.040
0-
)(-
)(--
x-....
L
)IC
'
Q)
1,0 2,0 5,0 = 10,0 = 16,5 = 20,0 = 21,3 = = =
x,
"<,
>
x"--
'D
<,
Cl)
>
6 o
0.020
E
-6
-
6-
tr
~
-
t!r-
--6
-
-
...•-e-
_
l:J,......
Q)
::D
Ol "0 "0
o ...• r+
co
(J1
6 O'l
eN (jj
~
o ..Y. -+-'
~
0.000
6-
'D
er
-A -
ob ---6 -
-r-
I
I
Q) ..Y.
-0
Ja.. i
~
-.
'- _._--
/!r-
'Óf
-6-
A
i
C
Q)
o
I
-
Cl)
~ -0.020
N
...1 ""6
CD
Z
.- -
>
Ol
co
...•-.-
î--~ i
I
-20
-15
I
I
I
I -10
I
I
I
I
I
I
I
I
-5
afstond
t.O.V.
I
i
I '
I
I
I
i
I
I I
0
5
boorfront
Cm]
I
,
I
i I~I~I~I~I--I~'~I~I~I~I
10
15
20
25 .:::L
::>
I
I
I
D
I
I
I
L
c
::>
ru
+J lf)
L 0 +J
u rn
20 +
15
+
(Jl
c
(Jl
D
::D
L
>
Dl
+
-
-
-
+
-
+ -~-
-
+
I
+
-
-
I
+
-
-
-
+
I
I
I
I
V
-
-
+
-
I
/
5+
-;á
~
-;e'
-
+
-
-
+
-
-
+
I
~
-~
-
-
I
-
-
+
-
+
-
I
I
-
+
-
+
-
+
-
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
+
-
-
+
-
-
+
-
+
-
-
-
+
W
..•
<0
6 0>
I
IJl
I
~
-
ru E
"0 "0 0 .-+
--w
-
I
(Jl
(J1
-
I
::> >
· r-i
-
I
10 +
r-1
c c
+ I
lf)
· r-i
-
I
I
4-
· r-i
-
I
0 0.1
0
0.3
0.2
Totale
0.4
verplaatsing
knoop
0.5 17
0.7
0.6
[m]
Dl
IC CD
z N
...• ...•
PLAXISI ProfeSSIonal VerSlon 5.30
HEINENOORD
I
HEIN_NN2
NOORD.
I
23-1-96
verhoging I
gem.
Gemeentewerken
e f f . steundruk Rotterdam
IGM
Gemeentewerken Ingenieursbureau
Rotterdam Geotechniek
OVERZICHT
BEREKENINGSSTAPPEN
Heinenoordtunnel, predikties Cluster 3 Meetveld Noord, langdurende stagnatie onder luchtdruk filenaam berekening: HEIN ND5
I
stap 13
alle grondlagen voIledig gedraineerd LMdispl LMweight LMloadA LMloadB
15
I opmerkingen
I verandering = = = =
I
aanbrengen initiële spanningssituatie
1 1 1 1
cohesieve grondlagen volledig ongedraineerd LMloadB
=
0,4701
22
LMloadB
=
0
33
cohesieve grondlagen volledig gedraineerd
aanbrengen steundrukgradiënt boorvloeistof
vervangen boorvloeistof door luchtdruk invloed stagnatie
Rapport 95-063/B Bijlage N5.0
Mesh
o
4
Oisplacements
Scale 8
o
12
4
8
12
['*10-3]
..
::D
Cl "C "C
o ..,
...• CD
01
6 Ol
Oeformed
-w
OJ
Extreme
OJ Cl 10 ei)
Z 01
...•
PLAXIS ProfeSSIonal Version 5.30
rne
displacement
Predikties HEIN_ND5
Step
s n , scaled
22
(down)
2.41E-03
Cluster
25-1-96
Up
3.
units
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Axi-symmetry
Scale 8
12
W=0
±:$=i= ±:$=i= ±:$=i= $=i: $=i: ±:$=i= H++=t:~
::D Ol
"tJ "tJ
Q
.-+ <0
Effective
(J1
6 Ol
Extreme
w
iii
principal
stress
stresses
-1.69E+02
unIts
al Ol
ce CD
Z (J1
'"
PLAXIS ProfeSSlonal Version 5.30
Predikties HEIN_ND5 Step
22
Cluster
25-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
Ll
Axi-symmetry
Scale 8
12
~+++ 1+-+-1-
~~.....-.f+ 1-1 1+++
'-, '-++-
::0 DJ
"0 "0
o ..,
...• <.0
Excess
U1
6
Ol
Extreme
w
ro
excess
pare
pare
pressure
pressure
3.93E-01
units
~
~ IPLAXIS z U1
W
ProfeSSlonal Version 5.30
Predikties HEIN_ND5 Step
22
Cluster
25-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Scale 8
Axi-symmetry
12
:::0
Ol
"0 "0
... o ..,
co
U1
Contour
6
--w
plot
of
excess
pare
pressures
(J)
CD
MInimum
value
-1.61E-01
units:
Maximum
value
=.99E-01
units
~
Predikties
~IPLAXIS U1
~
ProfeSSIonal Version 5.30
HEIN_ND5
Step
22
Cluster 25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh
o
4
Oisplacements
Scale 8
o
12
4
8
12
['*10-3]
::n
Ol "0 "0
..•
o ..,
Oeformed
co
(11
6 en
Extreme
w
rne
s n , scaled
displacement
Up
(down)
2.41E-03
units
èD ~ Ol
co (1)
Z (11 (11
PLAXIS ProfeSSIonal VerSlon 5.30
Predikt HEIN_N05
Step
33
les
Cluster
25-1-96
3.
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh 0
4
Scale 8
Axi-symmetry
I
12
-
-+~
-
-+~
-+~
-
-+~
-+~
-+~
-+~
..•....•.
::c
Ol
o ...• ...•
(0
6 en w
Extreme
-<;
CD
~ Ol
CD
Z (J1
en
principal
Effective
(J1
co
-
~
"C "C
PLAXIS ProfeSSlonal VerSlon 5.30
HEIN_N05 Step
33
-1.69E+02
stress
Predikties
stresses
Cluster
25-1-96
units
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
Mesh 0
4
Scale 8
Axi-symmetry
I
12
.. ......... •. . . . . . . .. ........ . . . . . . .. ........ . . . . . . .. "
_
,
........
. . . . . . ".
........ ••
•
I
I
I
,
I
I
I
•
•
,
,
•
•
,
I
I
,
I
,
I
,
,
,
,
,
,
,
I
,
I
I
,
,
,
•
•
,
,
,
I
I
,
I
I
I
I
,
,
,
,
I
I
I
,
I
,
I
,
I
•
I
I
,
,
••
J. ,
I'
'"
j
IJ"
,
, , "
II IJ , I
J
I
UJlI'"
1111 1111 11/1/
I I
, ,
I I
I
,
,
,
I
,
,
I I I I
,
,
I
I
I
I
,
I I I
I
I
I
I
I
,
,
I
I
,
,
•
•
•
I
I
I
••••
\\\ \ \ \ I
,
,
I
•
\
\
•
\\\\ \ \ \ I
,
\
\
\
\
\ •
\
\
\
\
\
lil/I I I I ~\1111 I I
.
\ \\\\\ \ \ \ \ \ IIII H\\\\ \ \ \\ \ \ \ \ \ \ ,
1111 111\\\\\\\\\
\ \ \ \ \ \ \
1111 1111\\\\\\\\ 1111 "\l\\\\\\\\
\
\
\
\ \ \ \
\
'\
'\
'\,
.... ..
'\ '\ '\ '\ •••"'"
IIII
llll\\\\\\\\ , l l ,\"
lil'
.1 ••
,
,'\
'\ '\ '\ ,,'\
'\ '\ '\
'\
'\
'\
'\
'\
" " ..
'\
'"
•
•••••••••••••••••
'\ '"
"""
••••••.•
.......
'"
............... .... ... . ................. ....... . . . . ....... ... . ........... "'\""" I
:D
•••••••••
"'"
'"
Cl
"0 "0
,
o ~ ...• co
U1
Oisplacement
--w
Extreme
6 (J)
field.
displacement
up
(down)
2.41E-03
units
scaled
CD
.W: Cl
IC CD
Z U1
-...J
PLAXIS ProfeSSIonal VerSIon 5.30
Predikties HEIN _ND5 Step
33
Cluster
25-1-96
3,
meetveld
Gemeentewerken
Noord Rotterdam
IGM
HEINENOORDTUNNEL, Effect
van
meetveld
langdurende
5
Noord
stagnatie
•••••• • ,- otHJG-EI
"'--'4
E
L......-J ./
(J)
I
i
..9
•• ---
11
i
...j-I
••
J
Q)
u
\
\
3 21
•• \ ~
C\
Ol
"0 "0
o ...,
...• CD
6
= 0
1i
0i
~
c 3 c ::J
.~
-
/
Q)
U'1
i
=
./
0
:JJ
steundrukgradient
onqedroineer d, s'teundrukgrJdient ongedroineerd, slteundrukgrqdient ged.a~neerd, ste0ndrukgrodi~nt i
..-
met
1
(j)
--w
\
J
.\
~ \ \
~
OJ
~ Ol
te C1l
Z U'1
co
o
I
.
-0.0025
-00023
-0.0020
-0.0018
horizontale
-0.0015
verplaatsing
-0.0013
[m]
-0.0010
-0.0008
0
HEINENOORDTUNNEL, meetveld Effect ,-,
van
E
..-
0' C -+-'
0.00020
-.-
.....
-. .- 1-...... '-
:
./:
0-0
: /P-
<,
'fl-c(
1:'1
Q)
i ,
> o
6 en w
iii ~ Ol co
-0.00020
,
\
~
i
<,
e- ~'"
I
'0 <,
a
> -0.00040
I
i
Q)
I
I
c
I
II
,
en
.D
-. ...-e_
.. _- .......•
I
I
I
i
..:::.t..
Q)
----
/~
(
Q)
0
\
~
-u
1 0
til I
Q)
.. -_ ....
!
I
.:« .-+-'
--.- .•. .......•.......
0
-
L Q)
<.0
I
..•. ~
Q)
CD
z
.é I
=
••.••
........••...... u I <,
I
=
!
.... ------
B
I ! onqeoroineerd. steundrukqrodient ongedraine~rd. steundrukqr cdient gedraineerdf steundrukgradient =
I
61"
-,
0
II
I I
I
o
en
Ii
,
\~
> -0.00000
-U
<.0
<,
-
~
I"
\
Q)
~
...•
\
~
::IJ
steundrukqrodient
D,Ga
-"'1
0-
Ol "0 "0 0 ..,
met
•-
I
o o
E
stagnatie
0.00040
L......J
UJ
longdurende
Noord
i
-000060 . -20
-15
-10
-5
afstond
0
t.O.V. boorfront
5
[m]
10
15
20