WIE ZIJN DE KHAWARIJ? Shaykh Abu Hamza Al-Misri (Moge Allah zijn vrijlating bespoedigen)
ﻗﻞ اﻟﻠﻬﻢ ﻓﺎﻃﺮ اﻟﺴﻤﺎوات واﻷرض ﻋﺎﻟﻢ اﻟﻐﻴﺐ و اﻟﺸﻬﺎدة أﻧﺖ ﺗﺤﻜﻢ ﺑﻴﻦ ﻋﺒﺎدك ﻓﻲ ﻣﺎ آﺎﻧﻮا ﻓﻴﻪ ﻳﺨﺘﻠﻔﻮن Zeg: “O Allah, de schepper van de hemelen en de aarde, de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, U oordeelt tussen uw dienaren over dat waarover zij van mening verschillen.” (39:46)
At-Tibyan Publications
ﺑﺴﻢ ﺍﷲ ﺍﻟﺮﲪﻦ ﺍﻟﺮﺣﻴﻢ ﺍﳊﻤﺪ ﷲ ﻭ ﺍﻟﺼﻼﺓ ﻭﺍﻟﺴﻼﻡ ﻋﻠﻰ ﺭﺳﻮﻝ ﺍﷲ NOOT VAN DE UITGEVER Dit boek zal van grote waarde zijn voor degenen die nieuwsgierig zijn over de gebeurtenissen die zich vandaag de dag in deze wereld afspelen. Dit boek is zowel actueel als gevuld met historische feiten. Het was mij een persoonlijk genoegen om te helpen met het uitzetten en samenstellen van alle historische verhalen en aqidah punten die nodig waren om uit te werken. Ik ben er zeker van dat je deze grote prestatie zult waarderen; net zoals ik dat heb. Moge Allah (swt) deze bescheiden prestatie van ons accepteren. اﺑﻦ ﻋﻤﺮ Ibn `Umar
NOOT VAN DE AUTEUR ﺑﺴﻢ اﷲ اﻟﺮﺣﻤﻦ اﻟﺮﺣﻴﻢ اﻟﺤﻤﺪ ﷲ و اﻟﺼﻼة واﻟﺴﻼم ﻋﻠﻰ رﺳﻮل اﷲ اﻟﻤﻠﻚ اﻟﺤﻖ اﻟﻤﺒﻴﻦ.وأﺷﻬﺪ أن ﻻ إﻟﻪ إﻻ اﷲ وﺣﺪﻩ ﻻ ﺷﺮﻳﻚ ﻟﻪ Beste broeders en zusters in de Islam اﻟﺴﻼم ﻋﻠﻴﻜﻢ ورﺣﻤﺔ اﷲ Ik hoop dat mijn woorden jullie in goede gezondheid en vrede bereiken. Er zijn heel wat specifieke punten die wij naar voren kunnen brengen als reden om dit specifieke boek te schrijven. Eén van de redenen is vanwege de oneerlijkheid die is aangedaan aan de Ummah en de Mujahideen, die sommige geleerden van de tirannen als Khwaarij hebben bestempeld. Netzo even oneerlijk, zijn de woorden van de onwetenden die soms de Khawaarij Mujahideen noemen. De specifieke reden voor het schrijven van dit boek is dat ik zelf Khawaarij ben genoemd. Een snelle blik in de bladzijdes van de Islamitische geschiedenis laat zien dat ik niet de enige ben geweest die gelabeld werd met deze titel vanwege mijn aanhoudende oproep tot de Jihad. Grote geleerden van het verleden, zoals Ibn Qayyim, Ibn Taymiyyah en Ahmad Ibn Hanbal ﺭﲪﻬﻢ ﺍﷲwerden ook Khawaarij genoemd alsmede andere namen die werden uitgepikt voor publieke onderzoek omdat ze voor de waarheid stonden. Ondanks alles, moeten we toch doorgaan om de beweging te propageren. Het meest belangrijke; om te begrijpen wie de echte Khawaarij zijn en wie hiervan beschuldigt worden, moeten we een paar vitale punten en verschillen in gedachte houden: 1- Veel mensen verwarren de Khawaarij met de Mujahideen. 2- We moeten het verschil kennen over het feit dat de Mujahideen soms Khawaarij worden en andersom. 3- Het is moeilijk te oordelen wie wie is wanneer er geen implementatie van de Shariah is. Wanneer de mensen de tirannen bevechten zijn sommigen hiervan Mujahideen en sommigen Khawaarij die vermomd zijn als Mujahideen. 4- We zouden de strijd niet moeten opgeven omdat we gelabeld worden met slechte namen. 5- Khawaarij zijn de vijanden van de Islam en de huidige heersers zijn de vijanden van Allah (swt). 6- We zouden het verschil moeten kennen tussen: a) degenen die Takfiri zijn en niet vechten en b) Khawaarij die doden uit geloof. De eersten hebben het probleem in het hoofd en de tweeden hebben het probleem in het zwaard zitten.
7- De khawaarij wilden uit intentie geen kwaad doen. De heersers doen kwaad en houden vol kwaad te doen. 8- We moeten andere groepen bestuderen om te begrijpen dat de Khawaarij niet de slechtste waren, maar de eersten van de bid’ii groepen. 9- Tenslotte, zouden we al onze oprechte broeders en zusters moeten aansporen om de problemen van de afgedwaalde groepen te begrijpen, hen te laten zien hoe met hen om te gaan en om onze geloof en daden te beschermen tegen het gevaar dat zij stellen in onze realiteit. De Ummah kan niet simpelweg het gevecht vermijden. Sommigen moeten opstaan zoals is genoemd in de hadith van Sahih Muslim. In deze hadith zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Er zal altijd een groep zijn die vecht voor de waarheid.” Eén van de beste dingen om in situaties zoals deze te doen; is om een beroep te doen op mensen om hun harten voor de zaak van Allah (swt) te openen en om hard te werken het kwaad te verwijderen, ondanks de titel die gegeven wordt aan degenen die het verwijderen. We moeten elk Haraam verwijderen en de Kuffar niet hun Kufr op aarde laten vestigen. Ik wou van deze gelegenheid gebruik maken om broeder Ibn Umar te bedanken voor het uitwerken en organiseren van dit onderwerp uit de tapes. Ik geef hem ijaaza (toestemming) om les te geven, dit werk te hervormen en om te integreren in gerelateerde en niet gerelateerde onderwerpen. Moge Allah (swt) ons selecteren om tussen zijn elite soldaten te behoren. Jullie broeder, Abu Hamza Geschreven: Winter 1999 Klaargemaakt: Lente 2000
INTRODUKTIE ﺑﺴﻢ اﷲ اﻟﺮﺣﻤﻦ اﻟﺮﺣﻴﻢ أﺷﻬﺪ أن ﻻ إﻟﻪ إﻻ اﷲ و أن ﻣﺤﻤﺪًا رﺳﻮل اﷲ Dit werkje is een poging om een remedie te geven voor sommige ziektes in onze Ummahm, met als medicijn de Qoran en Sunnah. Allah (swt) heeft over de nuttigheid van de Qoran gesproken voor degenen die het als leiding zullen gebruiken. Allah (swt) heeft gezegd: ﺖ اﻟﺬِآﺮَى ِ َﻓ َﺬآﱢﺮ إن ﱠﻧ َﻔ َﻌ Vermaan daarom, als de Vermaning (hun) baat. (87:19) Aldus heeft Allah (swt) ons het duidelijke criterium gegeven en heeft ons laten zien dat de Qoran een waarschuwing is die van nut is als we ervan profiteren. En de enige manier om ervan te profiteren is wanneer we geleidt worden door Allah (swt). Iemand kan niet geleidt worden tenzij puur uit genade door Allah (swt), zoals Hij (swt) zegt: ﷲ ﻣَﻦ ﱠﻳﺸَﺎ ُء َو ﻳَﻬﺪِي ﻣَﻦ ﱠﻳﺸَﺎء ُ ﻀ ﱡﻞ ا ِ ﻚ ُﻳ َ َآ َﺬ ِﻟ Zo laat Allah dwalen wie Hij wil, en leidt Hij wie Hij wil. (74:31) Maar wie zijn degenen die Allah (swt) heeft doen dwalen en degenen die Hij op het rechte pad leidt? Allah, de Meest Verhevene, geeft het antwoord in de volgende vers: ﻓﺮﻳﻘﺎ هﺪى و ﻓﺮﻳﻘﺎ ﺣﻖ ﻋﻠﻴﻬﻢ اﻟﻀﻼﻟﺔ أﻧﻬﻢ اﺗﺨﺬوا اﻟﺸﻴﻄﺎن أوﻟﻴﺎء ﻣﻦ دون اﷲ و ﻳﺤﺴﺒﻮن أﻧﻬﻢ ﻣﻬﺘﺪون Een groep heeft Hij leiding gegeven en voor een ander groep is hun dwaling terecht. Voorwaar, zij namen de Satans als beschermers, naast Allah, en zij dachten dat zij waarlijk rechtgeleiden waren. (7:30) Van deze aya kunnen we concluderen dat de leiding die wij van Allah (swt) krijgen een grote genade is, aangezien Hij het is die iemand leidt of doet dwalen. Deze leiding is echter ook conditioneel. Wanneer we eenmaal geleidt zijn naar de Waarheid van de hemelse geopenbaarde religie van de Islam, door de Heer der Werelden, is het eerste vereiste om geleidt te blijven door de Qoran en Sunnah. Allah (swt) heeft over Zijn Boek de Qoran gezegd: ن َﻣﺎ َأآ َﻔﺮَﻩ ُ ﺳﻔَﺮ ٍة ِآَﺮا ٍم َ َﺑﺮَرة ٌ ِﻗﺘَﻞ إﻧﺴَﺎ َ َ ﻋ ٍﺔ ﱞﻣَﻄ ﱠﻬ َﺮ ٍة ِﺑﺄﻳﺪِي َ ﺻﺤٍﻒ ﱡﻣﻜ ﱠﺮ َﻣ ٍﺔ ﱠﻣﺮُﻓﻮ ُ ُ آﱠﻼ إﻧّﻬﺎ َﺗﺬِآ َﺮ َﻓﻤَﻦ ﺷَﺎ َء َذ َآﺮَﻩ ِﻓﻲ Nee! Voorwaar, het is een Vermaning. Laat wie het wil er lering uit trekken. (Geschreven) op edele bladen. Verheven en gereinigd. Door de handen van schrijvers (Engelen). (30:11-15) Het is zeker aan de mens duidelijk geworden dat de leiding van de Qoran overheersend is voor de instandhouding van de Islamitische boodschap. De Sunnah heeft evenzeer een gelijkwaardige plaats in de Islam. Allah (swt) heeft gezegd:
…ﺷﺪِﻳ ُﺪ اﻟ َﻘﻮﱠى ذُو ِﻣﱠﺮة َ ﻋﱠﻠ َﻤ ُﻪ َ ﻲ ﱡﻳﻮﺣَﻲ ٌ ﻦ اﻟﻬَﻮى إن ُه َﻮ إﻻ َوﺣ ِ ﻖ َﻋ ُ ﻄ ِ َو َﻣﺎ َﻳﻨ Jullie metgezel (de Profeet) dwaalt niet en hij is niet misleid. En hij spreekt niet uit begeerte. Het is niets anders dan een Openbaring die aan hem geopenbaard is. Een machtige in kracht (Djibril) onderwees hem. Een bezitter van wijsheid. (53:2-6) Laat het bekend zijn dat de Qoran en Sunnah beide openbaringen zijn die de profeet (saws) heeft ontvangen van Djibril bij de permissie van Allah (swt). Beide bevatten het criterium om legale dingen wettig te maken en illegale dingen te verbieden. Allah (swt) heeft ons verteld dat de authoriteit van de Sunnah precies gelijkwaardig is aan die van de Qoran. Dus gehoorzaamheid aan de Profeet (saws) is gelijk aan gehoorzaamheid aan Allah (swt) en ongehoorzaamheid aan de profeet (saws) wordt als ongehoorzaamheid aan Allah (swt) gezien. ﷲ َو أﻃِﻴﻌُﻮا اﻟ ﱠﺮﺳُﻮ ُل َو أوﻟِﻲ اﻷﻣﺮ ﻣِﻨﻜُﻢ ُ ﻦ أ َﻣﻨُﻮا أﻃِﻴﻌُﻮا ا َ ﻳَﺎ أ ﱡﻳﻬَﺎ اﱠﻟﺬِﻳ O jullie gelovigen, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en degenen onder jullie die met gezag bekleed zijn. (4:59) Zoals Allah (swt) ons verteld in deze aya zijn we eerst aan Hem gehoorzaamheid verschuldigd, dan aan Zijn Boodschapper (saws) en tenslotte aan degenen die in authoriteit tussen ons zijn. We hebben al gesproken over de noodzaak van de Qoran als leiding voor degenen die Hij geschikt vindt om op zijn rechte pad te brengen. Het volgende is: de noodzaak van de implementatie van de woorden van de profeet (saws) en tenslotte gehoorzaamheid aan degenen die ons regeren met de twee vorige punten als criterium. Deze laatste categorie is het onderwerp van dit werkje. Vandaag is het onderwerp van belangrijke discussies het volgende: moeten we gehoorzamen aan degenen die ons regeren in onze Moslim landen of is het wettig om ons tegen hen te verzetten wanneer ze sommige grenzen van de Islamitische wet overtreden? Er is in recente jaren.een dispuut opgerezen aangaande dit cruciale punt. Degenen die geloven dat zij de eenheid van de Moslims moeten bewaren, vinden het noodzakelijk om zich niet tegen de huidige heersers te verzetten; wat voor zondes zij ook maar begaan. Aangezien fitnah zou kunnen ontstaan bij het pogen hen te laten doen vallen en hierdoor dus meer kwaad zouden kunnen veroorzaken dan goed. Er is echter een andere groep die gelooft dat het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte ook inhoud om zich te verzetten tegen ongehoorzame leiders onder ons en onder hun gezag uit te treden wanneer hun zondes van een groter kwaad voor de Ummah zijn dan goed. De eerste ziet de fikra (het idee dat in de praktijk wordt toegepast) van de laatste als Khawaarij, omdat zij geloven dat zij uittreden onder het gezag van legitieme heersers en de eenheid van de Moslims breken. Maar is dit wel het geval? Moeten we alle heersers van deze tijd als legitiem zien en degenen die zich tegen hen verzetten als Khawaarij? Of is er een andere aspect waaraan we niet hebben gedacht? Dit is het onderzoek dat we Insha Allah zullen doen, en het zal zich vruchtbaar bewijzen voor de lezers; of deze nou in Engeland wonen of daarbuiten.
Dit onderzoek is veelledig en zal van elke hoek benaderd worden zodat de conclusie die bereikt wordt niets minder is dan die van het Boek van Allah (swt), de Sunnah van Zijn Boodschapper (saws), de ijmaa` en wetgeving van de Sahaaba en de vroegere vrome geleerden. Allah (swt) is de gids en we vragen Hem om jou en ons te leiden in de achtervolging van de Waarheid en de beloning van het Hiernamaalse. Ameen.
GESCHIEDENIS VAN DE KHAWAARIJ ALGEMENE GESCHIEDENIS VAN DE KHAWAARIJ Elk subversiefe groep (dat ontstaan is uit een flits) is ontstaan uit een daad of geloof dat haar beweging opgang heeft gezet. Iets heeft ervoor gezorgd dat haar aanhang op een bepaalde manier reageerde zodat zij afdwaalde van de Ahl us-Sunna walJama`ah. Maar wat heeft de Khawaarij ertoe geleidt dat zij zulks geloof aannamen? Deze gevaarlijke groep is begonnen in de vroege dagen van de Islam en was in feite de eerste afgedwaalde groep die onstond in de Ummah van de Profeet (saws). De prominente sahaabi `Abdullah ibn `Umar beschreef hen met de volgende woorden: “Zij zijn het slechtste van Allah’s scheppingen en deze mensen namen sommige verzen die van toepassing waren op de kuffar (ongelovigen) en interpreteerden deze alsof ze toegepast konden worden op de mu’minun (gelovigen).” 1 De khawaarij hebben een enorm kwaad begaan en de fitnah die zij veroorzaakten was zeker groot, maar zij zijn niet de ergste van de bid`ii groepen. Zij waren slechts de eerste groep die de bid’a van dit type zijn begonnen. Een andere voorbeeld in deze zaak is toen Qaabil (Cain) zijn broer Haabil (Abel) vermoordde. De Profeet (saws) maakte de volgende uitspraak wat betreft Qaabil: “Geen enkele mens is onrechtvaardig gedood, maar een deel van de verantwoordelijkheid voor de misdaden is gelegd op de eerste zoon van Adam (Qaabil) die de traditie van moorden op aarde uitvond.” 2 Ondanks dat Qaabil de Sunnah van het doden begon, maakt het hem nog niet tot de ergste overtreder, omdat de Pharao van Egypte meer moorden op zijn geweten heeft, om het maar niet te hebben over Hamaan en de Joden in hun moorden van de Profeten (vrede zij met hen). De indentiteit van deze gevaarlijke fractie ligt in de woorden van de Profeet (saws): اﻋﺪل ﻳﺎ رﺳﻮل اﷲ:ﻋﻦ أﺑﻲ ﺳﻌﻴﺪ ﻗﺎل ﺑﻴﻨﺎ اﻟﻨﺒﻲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ ﻳﻘﺴﻢ ﺟﺎء ﻋﺒﺪ اﷲ ﺑﻦ ذي اﻟﺨﻮﻳﺼﺮة اﻟﺘﻤﻴﻤﻲ ﻓﻘﺎل ﻗﺎل دﻋﻪ ﻓﺈن ﻟﻪ أﺻﺤﺎﺑًﺎ ﻳﺤﻘﺮ أﺣﺪآﻢ ﺻﻼﺗﻪ. دﻋﻨﻲ اﺿﺮب ﻋﻨﻘﻪ: وﻳﻠﻚ ﻣﻦ ﻳﻌﺪل إذا ﻟﻢ اﻋﺪل؟ ﻗﺎل ﻋﻤﺮ ﺑﻦ اﻟﺨﻄﺎب ﻓﻘﺎل ﺛﻢ ﻳﻨﻈﺮ، ﻳﻨﻈﺮ ﻓﻲ ﻗﺬذﻩ ﻓﻼ ﻳﻮﺟﺪ ﻓﻴﻪ ﺷﺊ،ﻣﻊ ﺻﻼﺗﻪ و ﺻﻴﺎﻣﻪ ﻣﻊ ﺻﻴﺎﻣﻪ ﻳﻤﺮﻗﻮن ﻣﻦ اﻟﺪﻳﻦ آﻤﺎ ﻳﻤﺮق اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ ﻗﺪ ﺳﺒﻖ اﻟﻔﺮث و. ﺛﻢ ﻳﻨﻈﺮ ﻓﻲ رﺻﺎﻓﻪ ﻓﻼ ﻳﻮﺟﺪ ﻓﻴﻪ ﺷﺊ؛ ﺛﻢ ﻳﻨﻈﺮ ﻓﻲ ﻧﻀﻴﻪ ﻓﻼ ﻳﻮﺟﺪ ﻓﻴﻪ ﺷﺊ.ﻓﻲ ﻧﺼﻠﻪ ﻓﻼ ﻳﻮﺟﺪ ﻓﻴﻪ ﺷﺊ . أو ﻗﺎل ﻣﺜﻞ اﻟﺒﻀﻌﺔ ﺗﺪردر ﻳﺨﺮﺟﻮن ﻋﻠﻰ ﺣﻴﻦ ﻓﺮﻗﺔ ﻣﻦ اﻟﻨﺎس، ﺁﻳﺘﻬﻢ رﺟﻞ إﺣﺪى ﻳﺪﻳﻪ أو ﻗﺎل ﺛﺪﻳﻪ ﻣﺜﻞ ﺛﺪي اﻟﻤﺮأة،اﻟﺪام و أﺷﻬﺪ أن ﻋﻠﻴًﺎ ﻗﺘﻠﻬﻢ و أﻧﺎ ﻣﻌﻪ وﺟﺊ ﺑﺎﻟﺮﺟﻞ ﻋﻠﻰ اﻟﻨﻌﺖ اﻟﺬي، اﺷﻬﺪ ﺳﻤﻌﺖ ﻣﻦ اﻟﻨﺒﻲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ:ﻗﺎل أﺑﻮ ﺳﻌﻴﺪ و ﻣﻨﻬﻢ ﻣﻦ ﻳﻠﻤﺰك ﻓﻲ اﻟﺼﺪﻗﺎت- ﻓﻨﺰﻟﺖ ﻓﻴﻪ: ﻗﺎل،ﻧﻌﺘﻪ اﻟﻨﺒﻲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ In een hadith overgeleverd door Abu Sa`id: de Profeet (saws) was een deel van het goud, dat door `Ali Ibn Abi Taalib (ra) terug werd gestuurd, aan het uitdelen. Eén man was ontevreden over zijn portie nadat hij zijn deel had ontvangen. Deze man, genaamd `Abdullah ibn Dhil Khawaisara At-Tamimi stapte naar voren en zei: “Wees rechtvaardig O Boodschapper van Allah!” De Profeet (saws) antwoorde hem: “Wee jij! Wie zou er rechtvaardig zijn als ik dat niet was?” `Umar ibn AlKhattab zei: “O Boodschapper van Allah, geef mij toestemming om zijn nek af te hakken!” De Profeet (saws) zei: “Laat hem want hij heeft metgezellen en als je je gebeden vergelijkt met hun gebeden en jullie vasten met hun vasten; zullen jullie neerkijken op jullie gebeden en vasten in vergelijking met die van hen. Doch zullen zij uit de religie treden zoals een 1 2
Sahih al Bukhaari, V.9 page 50 Sahih alBukhaari, V.9, hadith 6
pijl door een prooi en in welk geval wanneer je een deel van de pijl onderzoekt, zul je er niks op vinden. En wanneer de andere kant wordt onderzocht, zal er niks op worden gevonden; en wanneer haar andere deel wordt onderzocht, zal er niks op worden gevonden. De pijl is veels te snel om te worden besmeurd met uitwerpselen en bloed. Het teken waardoor deze mensen zullen worden herkend is een man wiens één hand gelijkenis vertoond als de kleine borsten van een vrouw. Deze mensen zullen voorkomen wanneer er onenigheid tussen de mensen is.” Abu Sa`id heeft verder overgeleverd: “Ik getuig dat ik dit van de Profeet (saws) heb gehoord en ik getuig tevens dat Ali deze mensen doodde terwijl ik met hem was. De man met de beschrijving, gegeven door de profeet (saws), werd naar Ali gebracht en de volgende verzen werden geopenbaard in connectie met deze zelfde peroon.” 3 (i.e. `Abdullah ibn Dhil Khawaisara At-Tamimi): ﺼ َﺪﻗَﺎت ك ﻓِﻲ اﻟ ﱠ َ َو ﻣِﻨﻬُﻢ ﻣَﻦ ﻳﱡﻠ ِﻤ ُﺰ En onder hen zijn er die aanmerkingen op jou maken over (de verdeling) van de zakat. (9:58) In een andere hadit over deze zelfde man, staat er het volgende: ﺑﻌﺚ ﻋﻠﻲ و هﻮ ﺑﺎﻟﻴﻤﻦ إﻟﻰ اﻟﻨﺒﻲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ ﺑﺬهﻴﺒﺔ ﻓﻲ ﺗﺮﺑﺘﻬﺎ ﻓﻘﺴﻤﻬﺎ ﺑﻴﻦ اﻷﻗﺮع ﺑﻦ:ﻋﻦ أﺑﻲ ﺳﻌﻴﺪ اﻟﺨﺪري ﻗﺎل ﺛﻢ أﺣﺪ ﺑﻨﻲ آﻼب و ﺑﻴﻦ، و ﺑﻴﻦ ﻋﻴﻴﻨﺔ ﺑﻦ ﺑﺪر اﻟﻔﺰارى و ﺑﻴﻦ ﻋﻠﻤﻘﺔ اﺑﻦ ﻋﻼﺛﺔ اﻟﻌﺎﻣﺮي،ﺣﺎﺑﺲ اﻟﺤﻨﻈﻠﻲ ﺛﻢ أﺣﺪ ﺑﻨﻲ ﻣﺠﺎﺷﻊ . إﻧﻤﺎ أﺗﺄﻟﻔﻬﻢ: ﻓﺘﻈﻴﺜﺖ ﻗﺮﻳﺶ و اﻷﻧﺼﺎر ﻓﻘﺎﻟﻮا ﻳﻌﻄﻴﻪ ﺻﻨﺎدﻳﺪ أهﻞ ﻧﺠﺪ و ﻳﺪﻋﻨﺎ؟ ﻗﺎل.ﺛﻢ اﺣﺪ ﺑﻨﻲ ﻧﺒﻬﺎن،زﻳﺪ اﻟﺨﻴﻞ اﻟﻄﺎﺋﻲ ﻓﻘﺎل اﻟﻨﺒﻲ: اﺗﻖ اﷲ، ﻳﺎ ﻣﺤﻤﺪ: ﻣﺨﻠﻮق اﻟﺮأس ﻓﻘﺎل، ﻣﺸﺮف اﻟﻮﺟﻨﺘﻴﻦ، آﺚ اﻟﻠﺤﻴﺔ، ﻧﺎﺗﻰ اﻟﺠﺒﻴﻦ.ﻓﺄﻗﺒﻞ رﺟﻞ ﻏﺎﺋﺮاﻟﻌﻴﻨﻴﻦ أراﻩ، ﻓﻤﻦ ﻳﻄﻴﻊ اﷲ إذا ﻋﺼﻴﺘﻪ؟ ﻓﻴﺄﻣﻨﻨﻲ ﻋﻠﻰ أهﻞ اﻷرض و ﻻ ﺗﺄﻣﻨﻮﻧﻲ؟ ﻓﺴﺌﻞ رﺟﻞ ﻣﻦ اﻟﻘﻮم ﻓﺘﻠﻪ: ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ إن ﻣﻦ ﺿﺌﻀﺊ هﺬا ﻗﻮﻣﺎ: ﻓﻠﻤﺎ و ﻟﻲ ﻗﺎل اﻟﻨﺒﻲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ. ﻓﻤﻨﻌﻪ اﻟﻨﺒﻲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ،ﺧﺎﻟﺪ ﺑﻦ اﻟﻮﻟﻴﺪ و ﻳﺪﻋﻮن أهﻞ، ﻳﻘﺘﻠﻮن أهﻞ اﻹﺳﻼم، ﻳﻤﺮﻗﻮن ﻣﻦ اﻹﺳﻼم ﻣﺮوق اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ، ﻻ ﻳﺠﺎوز ﺣﻨﺎﺟﺮهﻢ،ﻳﻘﺮءون اﻟﻘﺮﺁن . ﻟﺌﻦ أدرآﺘﻬﻢ ﻷﻗﺘﻠﻨﻬﻢ ﻗﺘﻞ ﻋﺎد،اﻻوﺛﺎن Er is overgeleverd door Abu Sa`id al Khudri (ra): “Toen Ali in Yemen was, stuurde hij wat goud erts aan de Profeet (saws). De profeet (saws) distribueerde dit vervolgens aan Al-Aqra bin Habis alHanzali die bij de Bani Mujashi behoorde, Uyaina bin Badr al-Fazari, Alqama bin Ulatha Al-Amiri, die bij de Bani Kilab stam behoorde en Zaid al Khalik At-Ta’i die bij de Bani Nabhan behoorde. Toen werden de Quraish en de Ansar boos en zeiden: “Hij geeft aan de hoofden van Najd en laat ons!” De profeet (saws) zei: “Ik wou hun harten winnen en verenigen.” Toen kwam er een man met diepgezonken ogen, opgezwollen voorhoofd, dikke baard, dikke wangen en een kaal geschoren hoofd en zei: “O Muhammed, vrees Allah!” De Profeet (saws) zei; “Wie zou Allah gehoorzamen als ik Hem ongehoorzaam was? Hij heeft me de mensen van de aarde toevertrouwd, maar jij vertrouwd mij niet?” Een man vanuit de mensen, waarvan ik denk dat dat Khalid ibn alWalid was, vroeg toen toestemming om hem te doden, maar de Profeet (saws) verhinderde dat. Toen de man wegging zei de Profeet (saws): “Uit het nageslacht van deze man zullen er mensen zijn die de Qoran zullen reciteren, maar het zal niet voorbij hun kelen gaan. En zij zullen uit de 3
Sahih alBukhaari, V. 9, hadith 67
Islam gaan zoals een pijl door zijn prooi gaat. Ze zullen de Moslims doden en de heidenen laten. Mocht ik er zijn bij hun verschijning, dan zou ik hen doden zoals de doding van het volk van Aad.” 4 En in een andere hadith zijn wij instaat om meer informatie te krijgen over deze kwade fractie: ﺑﻌﺚ ﻋﻠﻲ ﺑﻦ اﺑﻲ ﻃﺎﻟﺐ رﺻﻲ اﷲ ﻋﻨﻪ إﻟﻰ رﺳﻮل اﷲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ ﻣﻦ اﻟﻴﻤﻦ ﺑﺬهﺒﻴﺒﺔ ﻓﻲ أدﻳﻢ:ﺳﻌﻴﺪ اﻟﺨﺪري ﻳﻘﻮل و اﻟﺮاﺑﻊ إﻣﺎ، و زﻳﺪ اﻟﺨﻴﻞ، ﺑﻴﻦ ﻋﻴﻴﺒﺔ ﺑﻦ ﺑﺪر و أﻗﺮع ﻣﻦ ﺣﺎﺑﺲ: ﻓﻘﺴﻤﻬﺎ ﺑﻴﻦ أرﺑﻌﺔ ﻧﻔﺮ: ﻗﺎل،ﻣﻘﺮوظ ﻟﻢ ﺗﺤﺼﻞ ﻣﻦ ﺗﺮاﺑﻬﺎ ﻓﺒﻠﻎ ذﻟﻚ اﻟﻨﺒﻲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و: ﻗﺎل، آﻨﺎ ﻧﺤﻦ أﺣﻖ ﺑﻬﺬا ﻣﻦ هﺆﻻء: ﻓﻘﺎل رﺟﻞ ﻣﻦ أﺻﺤﺎﺑﻪ.ﻋﻠﻘﻤﺔ و إﻣﺎ ﻋﺎﻣﺮ ﺑﻦ اﻟﻄﻔﻴﻞ ﻣﺸﺮوق، ﻓﻘﺎم رﺟﻞ ﻏﺎﺋﺮ اﻟﻌﻴﻨﻴﻦ: أﻻ ﺗﺄﻣﻨﻮﻧﻲ و أﻧﺎ أﻣﻴﻦ ﻣﻦ ﻓﻲ اﻟﺴﻤﺎء ﻳﺄﺗﻨﻲ ﺧﺒﺮ اﻟﺴﻤﺎء ﺻﺒﺎﺣﺎ و ﻣﺴﺎء؟ ﻗﺎل:ﺳﻠﻢ ﻓﻘﺎل أو ﻟﺴﺖ أﺣﻖ، وﻳﻠﻚ: ﻗﺎل، ﻳﺎ رﺳﻮل اﷲ اﺗﻖ اﷲ: ﻣﺸﻤﺮ اﻹزار ﻓﻘﺎل، ﻣﺤﻠﻮق اﻟﺮأس، آﺚ اﻟﻠﺤﻴﺔ، ﻧﺎﺷﺰ اﻟﺠﺒﻬﺔ،اﻟﻮﺟﻨﺘﻨﻴﻦ ﻟﻌﻠﻪ أن ﻳﻜﻮن، اﻻ أﺿﺮب ﻋﻨﻘﻪ؟ ﻗﺎل ﻻ، ﻓﻘﺎل ﺧﺎﻟﺪ ﺑﻦ اﻟﻮﻟﻴﺪ ﻳﺎ رﺳﻮل اﷲ، ﺛﻢ وﻟﻲ اﻟﺮﺟﻞ:أهﻞ اﻷرض أن ﻳﺘﻖ اﷲ؟ ﻗﺎل إﻧﻲ ﻟﻢ أوﻣﺮ أن أﻧﻘﺐ: ﻗﺎل رﺳﻮل اﷲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ. و آﻢ ﻣﻦ ﻣﺼﻞ ﻳﻘﻮل ﺑﻠﺴﺎﻧﻪ ﻣﺎ ﻟﻴﺲ ﻓﻲ ﻗﻠﺒﻪ: ﻓﻘﺎل ﺧﺎﻟﺪ،ﻳﺼﻠﻰ ﻻ، إﻧﻪ ﻳﺨﺮج ﻣﻦ ﺿﺌﻀﺊ هﺬا ﻗﻮم ﻳﺘﻠﻮن آﺘﺎب اﷲ رﻃﺒﺎ: ﺛﻢ ﻧﻈﺮ إﻟﻴﻪ و هﻮ ﻣﻘﻒ و ﻗﺎل: ﻗﺎل.ﻗﻠﻮب اﻟﻨﺎس وﻻ أﺷﻖ ﺑﻄﻮﻧﻬﻢ . ﻟﺌﻦ أدرآﺘﻬﻢ ﻷﻗﺘﻠﻨﻬﻢ ﻗﺘﻞ ﺛﻤﻮد: و أﻇﻨﻪ ﻗﺎل. ﻳﻤﺮﻗﻮن ﻣﻦ اﻟﺪﻳﻦ آﻤﺎ ﻳﻤﺮق اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ،ﻳﺠﻮز ﺣﻨﺎﺟﺮهﻢ Overgeleverd door Abu Sa`id al Khudri (ra): Ali ibn Abi Taalib zond een stuk goud dat nog niet uit haar erts was gehaald, in een bruin gekleurde leren zak aan de Boodschapper (saws). Allah’s Boodschapper verdeelde dat tussen vier personen: `Uyaina bin Badr, Aqra bin Habis, Zaid alKhail en de vierde was of `Alqama of `Amir bin at-Tufail. Vanwege dit zei één van zijn metgezellen: “Wij verdienen dit goud meer dan dat deze mensen dit verdienen.” Toen dit nieuws de Profeet (saws) bereikte, zei hij: “Vertrouwen jullie mij niet ondanks dat ik de vertrouwenswaardige man ben van Degene in de hemelen en ik ontvang het nieuws van de hemelen zowel in de ochtend als in de avond?” Toen stond er een man op met diepgezonken ogen, opgezwollen voorhoofd, dikke baard, dikke wangen, een kaal geschoren hoofd en een izaar (een soort laken dat je om je middel slaat, bijv. die ze in yemen of Azië gebruiken) dat opgestroopd was en hij zei: “O Boodschapper van Allah! Vrees Allah!” De Boodschapper van Allah zei; “Wee jij! Maak ik niet van alle mensen op de wereld het meest aanspraak om Allah te vrezen?” Toen ging die man weg. Khaalid ibn alWalid zei: “O Boodschapper van Allah! Geef mij toestemming om zijn nek af te hakken!” de Profeet (saws) zei: “Nee! Het zou kunnen dat hij gebeden verricht”. Khalid zei: “Er zijn velen van degenen die gebeden verrichten en met hun tongen zeggen wat niet in hun harten zit.” De Boodschapper van Allah zei: “Ik ben niet opgedragen door allah om de harten van de mensen te onderzoeken of om hun buiken open te snijden.” Toen keek de Profeet (saws) naar hem terwijl de laatste (de man) wegging en zei: “Vanuit het nageslacht van dit (de man) zullen er mensen uit voortkomen die constant en elegant de Qoran zullen reciteren, maar het zal niet voorbij hun kelen gaan. Zij zullen dan van de religie gaan zoals een pijl door het lichaam van een prooi.” Ik dacht dat hij (saws) ook zei: “Mocht ik aanwezig zijn in hun tijd, dan zou ik hen doden zoals de natie van Thamud werd gedood.” 5 هﻠﻜﺔ أﻣﺘﻲ ﻋﻠﻰ ﻳﺪي ﻏﻠﻤﺔ ﻣﻦ ﻗﺮﻳﺶ: ﺳﻤﻌﺖ اﻟﺼﺎدق اﻟﻤﺼﺪوق ﻳﻘﻮل:ﻗﺎل اﺑﻲ هﺮﻳﺮة 4 5
Sahih al Bukhari, V. 9, hadith 527 Sahih alBukhari, V. 5, hadith 637
Abu Huraira overleverde: “Ik hoorde de waarheidslievende en vertrouwde van Allah (de Profeet (saws)) horen zeggen: “De destructie van mijn volgelingen zullen door de handen van jonge mannen van Qoraish gebeuren”” 6 We kunnen dus zien, vanaf het hele begin, dat deze groep zo opstandig was dat ze zich zelfs tegen de Profeet (saws) verzetten. هﻞ ﺳﻤﻌﺖ اﻟﻨﺒﻲ: ﻗﻠﺖ ﻟﺴﻬﻞ ﺑﻦ ﺣﻨﻴﻒ:ﺣﺪﺛﻨﺎ ﻳﺴﻴﺮ ﺑﻦ ﻋﻤﺮو ﻗﺎل ﻳﺨﺮج ﻣﻨﻪ ﻗﻮم ﻳﻘﺮﺋﻮن اﻟﻘﺮﺁن ﻻ ﻳﺠﺎوز ﺗﺮاﻗﻴﻬﻢ. و أهﻮى ﺑﻴﺪﻩ ﻗﺒﻞ اﻟﻌﺮاق،ﻳﻘﻮل ﻓﻲ اﻟﺨﻮارج ﺷﻲء؟ ﻗﺎل ﺳﻤﻌﺘﻪ ﻳﻘﻮل .ﻳﻤﺮﻗﻮن ﻣﻦ اﻹﺳﻼم ﻣﺮوق اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ I In een andere hadith die overgeleverd is door Yusair bin Amr waarin hij vroeg aan Sahl bin Hunaif: “Heb je de Profeet (saws) iets horen zeggen over de Khawaarij?” Hij zei: “Ik heb hem horen zeggen, terwijl hij zijn hand richting Irak wees: “Er zal daarin (Irak) sommige mensen verschijnen die de Qoran reciteren, maar die niet voorbij hun kelen gaat en ze zullen uit de Islam gaan zoals een pijl door het lichaam van een prooi.”” 7 Als referentiepunt heeft de Profeet (saws) Irak aangewezen,; wat ons enige inzicht geeft in de volgende hadith: و، ﻳﺎ رﺳﻮل اﷲ: ﻗﺎﻟﻮا. اﻟﻠﻬﻢ ﺑﺎرك ﻟﻨﺎ ﻓﻲ ﻳﻤﻨﻨﺎ، اﻟﻠﻬﻢ ﺑﺎرك ﻟﻨﺎ ﻓﻲ ﺷﺄﻣﻨﺎ: ذآﺮ اﻟﻨﺒﻲ ﺻﻠﻰ اﷲ ﻋﻠﻴﻪ و ﺳﻠﻢ:ﻋﻦ اﺑﻦ ﻋﻤﺮ ﻗﺎل و ﻣﻨﻬﺎ ﻳﻄﻠﻊ ﻗﺮن اﻟﺸﻴﻄﺎن، هﻨﺎك اﻟﺰﻻزل و اﻟﻔﺘﻦ:ﻓﻲ ﻧﺠﺪﻧﺎ؟ ﻓﺄﻇﻨﻪ ﻗﺎل ﻓﻲ ﺛﺎﻟﺜﺔ In een hadith dat overgeleverd is door Abdullah ibn `Umar, heeft de Profeet (saws) gezegd: “O Allah geef barakah (zegeningen) aan onze Sham! O Allah geef barakah aan onze Yemen.” De mensen zeiden: “En onze Najd ook?” Ik dacht dat hij (saws) de derde keer heeft gezegd: “Daar (Najd) is een plaats van aardbevingen en verdriet en daaruit komt de hoorn van Shaijtaan.” 8 Ibn Hajar al `Asqalani citeert een sahaabi bij de naam alKhaatibi over deze hadith waarin hij het volgende te zeggen had: و، ﻧﺠﺪ ﻣﻦ ﺟﻬﺔ اﻟﻤﺸﺮق و ﻣﻦ آﺎن ﺑﺎﻟﻤﺪﻳﻨﺔ آﻠﻦ ﻧﺠﺪﻩ ﺑﺎدﻳﺔ اﻟﻌﺮاق و ﻧﻮاﺣﻴﻬﺎ و هﻲ ﻣﺸﺮق أهﻞ اﻟﻤﺪﻳﻨﺔ:و ﻗﺎل اﻟﺨﺎﻃﺒﻲ و هﺎء ﻣﺎ ﻗﺎﻟﻪ اﻟﺪاودى أن ﻧﺠﺪًا ﻣﻦ ﻧﺎﺣﻴﺔ اﻟﻌﺮاق.أﺻﻞ اﻟﻨﺠﺪ ﻣﺎ ارﺗﻔﻊ ﻣﻦ اﻷرض “Najd is in de richting van het oosten en zit in de stad van de hooglanden van de Iraakse steppe. Haar richting is ten oosten van de mensen van Madinah; en de wortel van het woord ‘najd’ betekent: datgene wat vanuit de aarde is opgerezen.” Ad-Dawudi heeft verder ook gezegd: “Najd verwijst naar het land van Irak.” 9
Sahih alBukhari, V. 9, hadith 180 Sahih alBukhari, V. 9, hadith 68 8 Sahih alBukhari, v. 9, hadith 212-214 9 Fath ulBari, V. 13, page 51 6 7
Zoals door de Profeet (saws) is gezegd, de mensen van het land van Irak hebben een geschiedenis van fitnah en groepen die twist veroorzaken. Zij zijn hierom zo berucht dat `Amr ibn al `As over hen heeft gezegd: أهﻞ اﻟﺸﻘﺎق و اﻟﻨﻔﺎق “Mensen van verdeelheid en hypocrisie” De khawaarij werden daar instaat gesteld om vruchtbare grond te vinden voor hun misleide concepten. Vanwege het gevaar die zij stellen aan de veiligheid en welzijn van de Ummah, is het ook noodzakelijk om hen te bevechten. De profeet (saws) heeft ons dat opgedragen in vele hadiths.
، ﻳﻤﺮﻗﻮن ﻣﻦ اﻟﺪﻳﻦ آﻤﺎ ﻳﻤﺮق اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ، ﻻ ﻳﺠﺎوز ﺣﻨﺎﺟﺮهﻢ،ًإﻧﻪ ﻳﺨﺮج ﻣﻦ ﺿﺌﻀﺊ هﺬا ﻗﻮم؛ ﻳﺘﻠﻮن آﺘﺎب اﷲ رﻃﺒﺎ ﻟﺌﻦ أدرآﺘﻬﻢ ﻷﻗﺘﻠﻨﻬﻢ ﻗﺘﻞ ﺛﻤﻮد “Waarlijk, er zal uit het nageskacht van deze man mensen komen; zij zullen het Boek van Allah voortreffelijk reciteren en het zal niet voorbij hun kelen gaan en ze zullen uit de religie stappen zoals een pijl het lichaam van een prooi verlaat. Als ik instaat was: zou ik hen doden zoals de doding van Thamoed.” . ﺣﺘﻰ ﻳﺒﻞ ﻣﻨﻬﺎ هﺬﻩ،ﻲ ﻋﻠﻰ هﺬﻩ ّ و اﻟﺬي ﻳﻀﺮﺑﻚ ﻳﺎ ﻋﻠ،أﻻ أﺣﺪﺛﻜﻢ ﺑﺄﺷﻘﻰ اﻟﻨﺎس رﺟﻠﻴﻦ؟ اﺣﻤﻴﺮ ﺛﻤﻮد اﻟﺬي ﻋﻘﺮ اﻟﻨﺎﻗﺔ “Zal ik jou vertellen over de meest ellendigsten van de mensheid? Dat is Ahmir van Thamoed, die de kameel verlamde en degene die jou O Ali hierop (zijn hoofd) slaat totdat dit eruit stroomt (het bloed).” ﻻ ﻳﺠﺎوز، ﻳﻘﺮؤون اﻟﻘﺮﺁن، ﻳﻘﻮﻟﻮن ﻣﻦ ﺧﻴﺮ ﻗﻮل اﻟﺒﺮﻳﺔ، ﺳﻔﻬﺎء اﻷﺣﻼم،ﺳﻴﺨﺮج ﻓﻲ ﺁﺧﺮ اﻟﺰﻣﺎن ﻗﻮم أﺣﺪاث اﻷﺳﻨﺎن ﻓﺈن ﻓﻲ ﻗﺘﻠﻬﻢ أﺟﺮًا ﻟﻤﻦ ﻗﺘﻠﻬﻢ ﻋﻨﺪ، ﻓﺈذا ﻟﻘﻴﻤﺘﻤﻮهﻢ ﻓﺎﻗﺘﻠﻮهﻢ، ﻳﻤﺮﻗﻮن ﻣﻦ اﻟﺪﻳﻦ آﻤﺎ ﻳﻤﺮق اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ،ﺣﻨﺎﺟﺮهﻢ .اﷲ ﻳﻮم اﻟﻘﻴﺎﻣﺔ “Er zal in een andere tijd dwazen en jeugd met simpele geesten komen.10 Zij zullen de beste woorden van de creatie zeggen. Ze zullen de Qoran reciteren en dit zal niet voorbij hun kelen gaan. Ze zullen uit de religie gaan zoals een pijl door het lichaam van een prooi. Wanneer je dan het bewijs van hen hebt, dood hen dan. In het doden van hen is er een beloning in het aangezicht van Allah op de Dag des oordeels.” . ﻳﻤﺮﻗﻮن ﻣﻦ اﻟﺪﻳﻦ آﻤﺎ ﻳﻤﺮق اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ،ﺳﻴﻘﺮأ اﻟﻘﺮﺁن رﺟﺎل ﻻ ﻳﺠﺎوز ﺣﻨﺎﺟﺮهﻢ “Mannen zullen de Qoran reciteren en het zal niet voorbij hun kelen gaan. Zij zullen uit de religie gaan zoals een pijl door het lichaam van een prooi.” ﺛﻢ ﻻ، ﻳﺨﺮﺟﻮن ﻣﻦ اﻟﺪﻳﻦ آﻤﺎ ﻳﺨﺮج اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ،--ﺳﻴﻜﻮن ﺑﻌﺪي ﻣﻦ أﻣﺘﻲ ﻗﻮم ﻳﻘﺮؤون اﻟﻘﺮﺁن ﻻ ﻳﺠﺎوز ﺣﻼ ﻗﻴﻤﻬﻢ ﺳﻴﻤﺎ هﻢ اﻟﺘﺤﻠﻴﻖ، هﻢ ﺷﺮ اﻟﺨﻠﻖ و اﻟﺨﻠﻴﻘﺔ،ﻳﻌﻮدون ﻓﻴﻪ
Dit is letterlijk vertaald van het Engels, maar in de arabische hadith erboven staat: Er zullen aan het einde der tijden mensen komen die de beste woorden van de creatie zullen zeggen
10
“Na mij zullen er mensen van mijn Ummah zijn die de Qoran zullen reciteren en dit zal niet voorbij hun kelen gaan. Zij zullen uit de religie gaan zoals een pijl door het lichaam van een prooi. Daarna zullen zij niet meer ernaar terugkeren. Zij zijn het slechtst van de creatie en schepselen.”
ﻓﺈﻳﺎآﻢ و إﻳﺎهﻢ،ﺳﻴﻜﻮن ﻓﻲ ﺁﺧﺮ اﻟﺰﻣﺎن ﻧﺎس ﻣﻦ أﻣﺘﻲ ﻳﺤﺪﺛﻮﻧﻜﻢ ﺑﻤﺎ ﻟﻢ ﺗﺴﻤﻌﻮا ﺑﻪ أﻧﺘﻢ و ﻻ ﺁﺑﺎؤآﻢ “Er zal in een andere tijd mensen van mijn Ummah komen die tegen jullie zullen spreken over datgene waar jullie en jullie vaderen niet over hebben gehoord, dus wees op jullie hoede en pas op voor hen!” ﻳﻤﺮﻗﻮن ﻣﻦ اﻟﺪﻳﻦ، ﻳﻘﺮؤون اﻟﻘﺮﺁن ﻻ ﻳﺠﺎوز ﺗﺮاﻗﻴﻬﻢ، و ﻳﺴﻴﺌﻮن اﻟﻔﻌﻞ، ﻗﻮم ﻳﺤﺴﻨﻮن اﻟﻘﻴﻞ،ﺳﻴﻜﻮن ﻓﻲ أﻣﺘﻲ اﺧﺘﻠﻒ و ﻓﺮﻗﺔ ﻳﺪﻋﻮن إﻟﻰ، ﻃﻮﺑﻲ ﻟﻤﻦ ﻗﺘﻠﻬﻢ و ﻗﺘﻠﻮﻩ، هﻢ ﺷﺮار اﻟﺨﻠﻖ و اﻟﺨﻠﻴﻘﺔ، ﻻ ﻳﺮﺟﻌﻮن ﺣﺘﻰ ﻳﺮﺗﺪ ﻋﻠﻰ ﻓﻮﻗﻪ،ﻣﺮوق اﻟﺴﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺮﻣﻴﺔ ﻣﻦ ﻗﺎﺗﻠﻬﻢ آﺎن أوﻟﻰ ﺑﺎﷲ ﻣﻨﻬﻢ ﺳﻴﻤﺎ هﻢ اﻟﺘﺤﻠﻴﻖ،آﺘﺎب اﷲ و ﻟﻴﺴﻮا ﻣﻨﻪ ﻓﻲ ﺷﻲء “Er zal in mijn Ummah verschillen en divisie zijn. Een groep mensen zal goed spereken en zij zullen zondige daden begaan. Ze zullen de Qoran reciteren en het zal niet voorbij hun kelen gaan. Zij zullen uit de religie gaan zoals een pijl door een prooi. Zij zullen niet terugkeren totdat een deel afvallig wordt. Zij zijn het slechtst van de schepping en schepselen. Dus zegeningen en goede tijdingen voor degenen die hen dood en door hen wordt gedood.” 11
De Khawaarij als een beweging begon eigenlijk in de tijd van Uthmaan (ra). De man die het proces in beweging bracht was een man die Abdullah ibn Saba12 heette. Toen ibn Saba begon; was zijn hoofd missie om de Islam van binnenuit te vernietigen. Hij had elk ander manier geprobeerd en faalde. Zijn eerste poging was om steun voor zichzelf te werven in de stadscentra van de Islamitische Wereld. Dit bleek echter weinig succes te hebben. Toen hij naar Basra ging werd hij afgewezen, net zoals in Baghdad. Maar hij realiseerde uiteindelijk zijn missie in Egypte. Hier vond hij mensen met revolutionaire concepten en via zijn volgers slaagde hij erin om hen kwaad te maken op het bestuur van Uthmaan (ra) en op de zogenaamde onderdrukking van sommigen van zijn familie, die bestuurders waren in plaatsen zoals bijvoorbeeld Syrië. Zijn hele motivatie was om met Ahl ulBait (de dichtsbijzijnde familie van de Profeet (saws)) te spreken en om hen in opstand te laten komen tegen de regering van Uthmaan ibn Afaan (ra). De opruiende rhetoriek die rondging beïnvloedde en provoceerde in de plaats ook een andere type mensen. Deze mensen waren oprechte en eerlijke aanbidders van Allah (swt), maar zij hadden revolutionaire concepten en ideeën in hun hoofd drijven. Zij begonnen te zien wat de heersers in de loop van hun Genomen van Sahih Muslim, Tirmidhi, Sahih alBukhari en de Sharh van An-Nawawi Deze man was ook de feitelijke stichter van de Twaalfde Shi`a beweging. Voor meer informatie over de Twaalfers, zie tape the Shi`a.
11 12
bestuur deden en bijgevolg hiervan deelden zij in de moord op Uthmaan (ra). Er was een complot tegen Uthmaan (ra) met vervalste papierwerk, waarin vele mensen erin betrokken raakten en er een groot kwaad zich voltrok. Zelfs Muhammed ibn Abi Bakr (ra), de zoon van Abu Bakr (ra) werd in deze lelijke scenes ingetrokken. A’isha (ra), die streefde om Uthmaan (ra) te verdedigen werd ook onbewust betrokken in deze tumultueuze tijd. En ze vocht zelfs met Ali ibn Abi Taalib (ra) in een veldslag dat ook beter bekend staat als de Veldslag van de Kameel. Wat veroorzaakte dat deze veldslag zich voordeed was dat sommige Sahaaba de dood van Uthmaan probeerden te wreken, terwijl anderen zeiden dat de Islamitische staat eerst op orde zou moeten worden gebracht alvorens wraak te nemen tegen de moordenaars van Uthmaan (ra). In deze veldslag vonden 5.000 Sahaaba aan beide kanten in een gevecht tegen elkaar de dood. In dit gevecht bleek echter Ali (ra) de winnaar en werd A’isha (ra) na dit desastreuze incident terug gestuurd naar haar familie in Madinah. Deze, alsmede vele andere verstoringen die plaatsvonden tussen de mensen van de Profeet (saws); werden nauwkeurig geregisseerd door Abdullah ibn Saba; om de Islamitische staat te distabiliseren en verwarring in de harten van de gelovigen te gieten. Na deze situatie, dienden een andere reeks van problemen zich aan, waarin Ali (ra) tegen Mu’awiya (ra) moest vechten. Na de dood van Uthmaan verwijderde Ali (ra) alle neven van Uthmaan; vanwege klachten van de mensen over hun vermeende strengheid. Dit was tegen het advies van de andere Sahaaba, zoals Ibn Abbas (ra) alsmede vele anderen. 13 Mu’awiya (ra) weigerde echter om af te treden en werd Ali’s meest luide en vennijnige tegenstander. Dit was vanwege het feit dat Uthmaan een familielid van hem was en bij zijn moord zijn vrouw gewond raakte. In een poging te voorkomen dat Uthmaan (ra) gewond zou raken bij zijn moordpoging, raakte zij haar vinger kwijt. Na dit incident vluchte de weduwe van Uthmaan naar Syrië met haar afgesneden vinger en de bebloede shirt van Uthmaan (ra). Bij het zien van dit; eiste Mu’awiya rechtvaardigheid voor de dood van zijn gevallen bloedverwant. De andere reden voor Mu’awiya’s bitterheid tegenover Ali was dat hij Ali (ra) vele malen vroeg: “Waarom wil je de bai’a van mij hebben en jij hebt de moordenaars van Uthmaan in je leger? Je hebt het bloed van Uthmaan nog niet gewroken! Wreek het bloed van Uthmaan en ik zal je bai’a geven, er is geen andere weg!” Tussen het leger van Ali waren er sommige Khawaarij die tegen Ali zeiden: “Oordeel met wat Allah heeft neergezonden of we zullen precies met jou datgene doen wat wij met Uthmaan hebben gedaan.” Imaam Ali (ra) verzamelde toen een leger en ging naar Mu’awiya om hem te bevechten omdat hij weigerde aan hem bai’a te geven (gelofte van trouw aan een legitieme heerser (haakim) door degenen waarover geheersd wordt (mahkum)). Toen Ali (ra) en Mu’awiya allebei een leger verzamelden in voorbereiding om tegen elkaar te vechten, waren sommige van Ali’s troepen en supporters boos omdat Ali (ra) niet meteen de nodige stappen zette tegen zijn tegenstanders en overtreders.
Een ander technisch punt wat helaas tegen`Ali werkte; was het veranderen van het centrum van de Khalifa van Madinah naar Iraq, met als resultaat dat het werd geinfiltreerd door hypocrieten en onwetende mensen, alsmede het achterlaten van Madinah in een vacuum.
13
“Waarom heeft hij dit niet eerder gedaan?” Dachten zij bij henzelf. Toen de strijd begon, begon Mu’awiya (ra) Ali (ra) te vervloeken in congregatie gebeden in de masjid en hij zorgde ervoor dat anderen dit ook deden. Ali (ra) deed dit echter niet en hij weigerde ook om zoiets te doen (zelfs nadat deze situatie hem het recht hiervoor gaf). Ali (ra) kon Mu’awiya (ra) precies op dezelfde manier vervloeken, maar hij hield zich in. Ali’s leger kwam naar hem toe tijdens dit incident en zij vroegen: “Als de andere kant ons vervloekt en ons uitscheld, wat zijn zij dan?” De Khalifa (Islamitiche heerser) antwoorde: “Zij zijn onze broeders en zij doen slecht (baghy).” Ali (ra) zond een boodschap aan Mu’awiya (ra) om berouw te tonen aan Allah (swt) en hem bai’a te geven, maar de andere kant weigerde. Aan de kant van Mu’awiya (ra) was Amr ibn al’As (ra). In de beginnende fasen van het verzet tegen de heersing van Ali (ra); werden Mu’awiyas Syrische troepen zwaar verpletterd. Maar Amr ibn al’As (ra) kwam naar Mu’awiya met een ingineus plan. Hij zei tegen hem: “Zal ik jou een voorstel doen, wat de partij meer dan ooit zal veroorzaken te splitsen?” Mu’awiya antwoorde: “Wat is dat?” Ibn al’As vertelde hem: “Je zal de oorlog toch verliezen. Je zal de Qoran op de toppen van de speren moeten opheffen. Dan zou je moeten zeggen: ‘Waarom laten we niet de Qoran oordelen tussen ons in onze twist? Waarom vermoorden we elkaar? Hier is het boek van Allah, waarom laten we het niet tussen ons oordelen?’” Toen deze suggestie werd gemaakt, deden ze precies dit. Toen Ali’s troepen zagen dat het andere leger de Qoran op hun speren omhoog hefden, begonnen ze te zeggen: “Kijk, zij hebben de Qoran opgeheven. Waarom zouden wij elkaar moeten doden terwijl wij tussen ons kunnen oordelen met het Boek van Allah? Waarom zouden we onderling moeten vechten?” Ali (ra) antwoorde: “Waarom denken jullie dat wij in de eerste plaats hier kwamen. Wij zijn de meest begerige om de Qoran onze rechter te laten zijn. Wij hadden hen in de eerste plaats opgeroepen om ermee te oordelen, maar zij weigerden. Maar het is omdat zij nu aan het verliezen zijn, daarom willen zij nu de Qoran als rechter laten zijn, zodat zij mischien kunnen hergroeperen en sterker kunnen worden. Zet voort en laat ons deze fitnah eindigen totdat het werkelijk voor eens en voor altijd over is.” Maar de ongehoorzame troepen van Ali (ra) waren onvermurwbaar en eisten dat het vechten tot een einde zou komen. Zij beslisten dat zij wilden dat Ali (ra), hun heerser, deed wat zij zeiden. Dit was het eerste idee dat geïntroduceerd werd met de uitspraak: “wanneer je niet doet wat wij zeggen; ben je een kaafir.” Deze ideeën stapelden zich op in het heetst van de strijd, waarin de spanningen hoog waren opgelopen. Velen van degenen die weigerden te vechten met Mu’awiya’s troepen waren van de moordenaars van Uthmaan (ra), onbekend voor Ali (ra). Deze mensen waren niet in kleine getalen; ze bestonden ongeveer uit 20.000 mensen. Elke keer wanneer Ali (ra) de moord op Uthmaan (ra) probeerde te wreken, stonden er 10.000 mensen op die zeiden: “Wij hebben hem allemaal vermoord, wij hebben hem allemaal vermoord.” Vanwege al deze fitnah en de aandrang om het vechten te stoppen door het leger van Ali (ra), werd het gevecht gestopt en begon de arbitrage. Toen het gevecht werd gestopt werden Mu’awiya (ra) en Ibn al’As (ra) erg blij, omdat dit hen de tijd gaf om te hergroeperen. De strategie die zij gebruikten werkte perfect. Hoewel hun kamp meer onderlinge solidariteit kende dan Ali’s kamp, was Ali (ra) militair veel sterker dan hen. Een formeel overeenkomst werd opgetekend
met bepaalde voorwaarden waarnaar gehandeld diende te worden. Het legde uit hoe zij tussen de twee kampen zouden oordelen. Ali (ra) zou één persoon uit zijn kamp naar voren schuiven en Mu’awiya zou hetzelfde doen. Mu’awiya (ra) koos Amr ibn al’As vanwege zijn militaire sluwheid en zijn succes bij het vermijden van hun dreigend verlies tegen Ali (ra). Ali’s eerste keuze was om Ibn Abbas te sturen als zijn scheidsrechter, vanwege het feit dat hij erg intelligent was en hij de uitleg van de Qoran heel erg goed kende. Maar vanwege de onenigheid in het kamp van Ali (ra) onstond er een woordentwist om deze keuze. Er werd tegen Ali gezegd dat het zenden van Ibn Abbas hetzelfde was als het zenden van zichzelf14, en dat hij iemand anders zou moeten zenden, aangezien Amr ibn al’As (ra) heel erg slim was en instaat was om zijn tegenstanders te slim af te zijn. Zij eisten dat de keuze moest vallen op Abu Musa al Ash’ari, aangezien hij een heel erg vrome man en een vroegere metgezel van de Profeet (saws) was. Alhoewel sommigen tegen deze beslissing in probeerden te adviseren, omdat zij dachten dat Abu Musa (ra) wel eens om de tuin kon worden geleid, volharden zij in deze keuze. Abu Musa (ra) stemde in met hun keuze om als scheidsrechter op te treden. Maar een ander probleem kwam al gauw opduiken toen Shaitaan begon in te fluisteren in de oren van ieder die maar wilde luisteren. Sommige van de Khawaarij aan beide zijden begonnen te denken dat het goed was dat de oorlog was gestopt, zodat zij naar het oordeel van Allah (swt) en Zijn Profeet (saws) konden gaan. Maar zij dachten; waarom zouden wij luisteren naar het oordeel dat komt van twee mannen en niet naar die van Allah (swt)? 15 Terwijl de arbitrage continueerde; één van de regels die door Mu’awiya’s kamp werd bedongen was dat zij hun oordeel over een periode van een maand zouden doen, en wanneer er dan een beslissing zou worden bereikt, zouden zij elk lezen wat hun oordeel was over deze zaak. Terwijl de boodschapper voorlas; gingen de voortzetting van de bedingingen over de voorwaarden die gesteld werden door Mu’awiya’s zijde door, de Khawaarij doodden zijn kameel. Zij zeiden tegen hem: “Wij zeiden tegen jou om te oordelen met de Qoran, niet te oordelen met mensen zoals ik en jij.” Ali (ra) zei: “Dit is het besluit dat wij overeenkwamen en we moeten dit volgen.” De Khawaarij wouden weer gaan vechten, maar Ali (ra) vertelde hen dat die tijd voorbij was, aangezien de voorwaarden voor de arbitrage al waren voorgelezen en men het hiermee al eens was geworden. Toen deze mensen vanaf Sufa naar Kufa gingen, brachten zij de hele reis elkaar uitscheldend door, op elkaar spugend etc., met elke zijde die het constant met elkaar onees waren en elkaar uitscholden. Een deel van de groep zei: “Jullie zijn tegen de Qoran gegaan door het gebruiken van menselijke We kunnen waarschijnlijk twee belangrijke dingen van dit deel van het verhaal leren, 1. Hoe een goed ervaren vechter als Ali het gevecht kon verliezen door de ongediciplineerdheid van zijn soldaten; 2. Hoe de Khawaarij erg ongeorganiseerd en onvriendelijk waren, om maar niet te noemen dat zij hun mening kunnen opleggen door hooliganism. 15 Dit is waarlijk waar de Shaitan hen had! Toen zij op deze interpretatie begonnen te komen, begonnen zij te denken dat deze arbitrage niet in overeenstemming was met Allah’s boek, maar tussen mensen. Dit is het grootste probleem met de onwetenden. Wanneer zij een vers van de Qoran lezen, begrijpen zij het niet met volle inzicht, maar proberen hun eigen begrip erop toe te passen. 14
oordeel en jullie hebben gezondigd.” De ander kant antwoorde: “Jullie zijn tegen onze imaam ingegaan, terwijl trouw aan hem verschuldigd is. Jullie zijn onze imaam ongehoorzaam geweest.” Toen zij in Kufa arriveerden, was de arbitrage tussen de twee vertegenwoordigers van beide zijden, Abu Musa al Ash’ari (ra) en Amr ibn al’As (ra), al reeds begonnen. Maar de Khawaarij luisterden helemaal niet naar dit. Ze begonnen takfir16 te doen op Mu’awiya (ra) en roepten Ali (ra) op om dit ook op Mu’awiya te doen. Deze mensen weigerden om in de stad te komen en kampeerden erbuiten. Zij roepten op om Mu’awiya (ra) als een kaafir te declareren omdat hij weigerde zich te laten oordelen door Allah (swt). Toen Ali (ra) arriveerde, zei hij dat hij hem niet zou bevechten, hen weghouden van de Masjids of hen iets aandoen; tenzij zij het bloed van de Moslims beginnen te verspillen. Maar het probleem hield aan. Steeds als Ali (ra) een khutba in de masjid gaf, begonnen de Khawaarij een grote commotie te maken en schreeuwden zij: “Het oordeel behoort slechts aan Allah!” 17 Ali (ra) antwoorde: “Deze vers is juist maar jullie interpretatie is verkeerd. Het Boek van Allah kan niet het oordeel door haarzelf nemen. Het zijn de mensen die het oordeel moeten uitvaardigen.” Omdat de omstandigheden slechter werden, stuurde Ali (ra) Ibn Abbas (ra) om met hen te praten over de bezwaren die ze hadden. Hun eerste uitspraak aan Ibn abbas was dat Ali toch geen gelovige was. Ze begonnen vragen te stellen, zoals bijvoorbeeld; waarom zij, in de veldslag van de Kameel tegen Aisha (ra), niet instaat waren om het oorlogsbuit te nemen inclusief de krijgsgevangenen. Ali (ra) was aanwezig en gaf zijn antwoord op hun vraag: “Wie van jullie hier zou de Moeder van de Gelovigen als zijn gevangene willen nemen?” 18 De oorlogsbuit werd niet verdeeld onder de mensen omdat de Moslims tegen wie zij vochten geen kuffar waren, maar het waren Moslims die zondigden. De enige mensen van wie het wettig is om hun bezittingen te nemen in een gevecht zijn de kuffar (ongelovigen) en Mushrikun (heidenen), maar dit de Moslims aandoen is een grote zonde. Hun volgende bezwaar was dat zij vonden dat beide partijen de kudde van de Islam hadden verlaten vanwege het vers: “Het oordeel behoort slechts aan Allah.” Als het oordeel slechts aan Hem (Allah) behoort, hoe kan het dan dat jullie je wenden naar menselijke arbitrage?; redeneerden zij. Zij gebruikten hun verstand en redeneerden dat dit wel grote kufr moest zijn, geen twijfel aan. Ali (ra) en Ibn Abbas waren beide Om openlijk te verklaren dat iemand uit de kudde van de Islam is getreden; i.e. een kaafir, vanwege een zonde zoals grote shirk of grote kufr die zij hebben begaan. We zullen echter zien dat de Khawaarij geen echte bewijs hebben voor hun claims en dat zij de Islamitische principes hebben verdraaid. 17 Surat ulAn`am, ayah 67 18 De reden waarom deze vraag zo cruciaal is is dat het laat zien dat de Kawaarij een gebrek hebben van het begrijpen van de Islam. Wanneer er een onenigheid is dat vechten tussen Moslims veroorzaakt, nemen zij elkaar niet als slaven, omdat dit verboden is. Zij zijn ook niet toegestaan om de vrouwen van zulke gevechten als gevangenen te nemen, omdat zij Moslim vrouwen zijn. Alleen heidense vrouwen kunnen als krijgsgevangenen worden genomen en ermee worden gehokd. Maar dit A’isha aandoen zou een daad van grote kufr zijn, omdat Allah heeft gezegd dat de vrouwen van de Profeet de Moeders van de Gelovigen zijn. Wie zou dus met zijn eigen moeder willen hokken? 16
instaat om de fout van dit type argumentatie te vinden. Onder nauwkeurige kritisch onderzoek valt dit argument in stukken voor de Qoranische bewijs die oproept voor menselijk oordeel in sommige gevallen. Allah (swt) heeft gezegd: و إن ﺧﻔﺘﻢ ﺷﻘﺎق ﺑﻴﻨﻬﻤﺎ ﻓﺎﺑﻌﺜﻮا ﺣﻜﻤًﺎ ﻣﻦ أهﻠﻪ و ﺣﻜﻤًﺎ ﻣﻦ أهﻠﻬﺎ إن ﻳﺮﻳﺪا إﺻﻼﺣ ًﺎ ﻳﻮﻓﻖ اﷲ ﺑﻴﻨﻬﻤﺎ إن اﷲ آﺎن ﻋﻠﻴﻤًﺎ ﺧﺒﻴﺮًا En als jullie een breuk tussen hen beide vrezen: stuurt dan een bemiddelaar van zijn familie en een bemiddelaar van haar familie, indien zij een verzoening willen, zal Allah tussen hen beiden een verzoening bewerkstelligen. Voorwaar, Allah is Alwetend, Kennend. (4:35) Allah (swt) zegt verder: و ﻣﻦ ﻗﺘﻠﻪ ﻣﻨﻜﻢ ﻣﺘﻌﻤﺪًا ﻓﺠﺰأ ﻣﺜﻞ ﻣﺎ ﻗﺘﻞ ﻣﻦ اﻟﻨﻌﻢ ﻳﺤﻜﻢ ﺑﻪ ذوا ﻋﺪل ﻣﻨﻜﻢ هﺪﻳﺎ ﺑﺎﻟﻎ اﻟﻜﻌﺒﺔ أو آﻔﺎرة ﻃﻌﺎم ﻣﺴﺎآﻴﻦ أو ﻋﺪل .ذﻟﻚ ﺻﻴﺎﻣًﺎ ﻟﻴﺬوق و ﺑﺎل أﻣﺮﻩ En wie van jullie het opzettelijk doodt: dan is de vergelding het slachten van het vergelijkbare aan vee zoals bevoordeeld door twee rechtvaardigen van jullie, als een offer naar de Ka’bah gebracht. Of, als Kaffarah (boetedoening), het voeden van de armen of een daarmee overeenkomende (hoeveelheid dagen aan) vasten, opdat hij de straf voor zijn daad proeft. (5:95) De Khawaarij werden weer verslagen. En om deze vers te ondersteunen had Ali (ra) gezegd: “Is het benoemen van een rechter van elke zijde niet het beschermen van het bloed van de Moslims en hun eenheid?” Dit veroorzaakte dat een groep van 3.000 van de Khawaarij weer terug kwamen bij Ahl us-Sunna, terwijl de rest bleef en hun rebellie voortzette tegen de andere Moslims. Terwijl dit allemaal aan de gang was, ging de arbitrage tussen Abu Musa al Ash’ari (ra) en Amr ibn al As (ra) verder, waarin Ibn al As tegen zijn opponent zij: “Luister, laten we allebei deze twee heersers verloochenen omdat er zo veel bloed is verspild vanwege hen. Laten we deze twee weg doen en laat de Moslims een nieuwe frisse start maken. Laten we dan mij zoon Amr ibn Amr als leider kiezen.” Abu Musa (ra) antwoordde: “Nee, jouw zoon als leider betekent jij zelf.” Amr ibn al As (ra) accepteerde dit en vervolgde: “Ook goed, laten we overeenkomen dat we ze beiden veroordelen. Jij zal naar Ali gaan en hem veroordelen en dan zal ik hetzelfde doen met Mu’awiya. Daarna zullen we het aan de Moslims overlaten om een nieuwe geschikte leider vanuit henzelf te kiezen en zo zal het probleem zich oplossen.” Abu Musa (ra) werd het hoofdzakelijk eens met het voorstel om zo Moslim bloed te sparen, maar er is iets dat men moet begrijpen. Abu Musa (ra) was niet actief aan het samenzweren tegen de Moslims. Hij was een vrome en bescheiden man, hij was zich niet bewust dat een Sahaaba zich ooit een soort van intrige tegen hem zou spannen. Terwijl hij dacht dat zij beiden werkten aan het behoud van de eenheid van de Moslims, werd Abu Musa (ra) eigenlijk om de tuin geleidt.
De noodlottige dag brak voor de twee scheidsrechters aan om de mensen te vertellen wat hun conclusie was die zij bereikt hadden aangaande de Moslim staat. Amr ibn al As zei tegen Abu Musa: “Jij was eerder in de Islam gekomen dan ik, een metgezel van de Profeet (saws) en je hebt veel hadiths verhaald uit naam van hem (saws). Begin jij en vertel hen waar wij het over eens zijn geworden.” Hierdoor werd Abu Musa (ra) gedwongen om zijn besluit als eerste voor te lezen. Abu Musa (ra) begon met: “O jullie mensen! We hebben elkaar bevochten en we hebben niet de buitenste vijanden bevochten. We zijn verondersteld om jihaad te doen tegen onze vijanden omdat ze ons van buiten hebben aangevallen. Ik veroordeel nu Imaam Ali aangezien hij mij de authoriteit heeft gegeven om met een beslissing te komen. Ik heb het besluit genomen dat Ali niet meer de Khalifa is en dat iemand anders dat zou moeten worden.” Imaam Ali (ra) probeerde te begrijpen wat er gebeurde. Maar het ergste was de Moslims nog niet overkomen. Abu Musa (ra) stapte prompt naar beneden na zijn declaratie en Amr ibn al’As volgde en begon met zijn oordeel: “En ik wissel Mu’awiya ibn Abi Sufyan als de Khalifa, omdat de Moslims niet zonder een Khalifa kunnen. Hij is instaat om dit opzich te nemen, zijn bloed is schoon en hij mengde zich niet in de dood van Uthmaan.” De groep van Mu’awiya (ra) werden hierop heel erg blij, omdat zij beseften dat zij nu de soldaten van de Khalifa waren en dat hun plan had gewerkt tot de laatste letter. Imaam Ali’s kamp raakte in complete verwarring door de gebeurtenissen die net hadden plaatgevonden. Abu Musa (ra) ontvluchtte de mensen nadat hij gezien had hoe hij werd bedrogen. Hij vertrok naar Mekkah om te schuilen, omdat hij overmand werd met schaamte voor zichzelf. De volgende stap was dat Ali (ra) en Mu’awiya (ra) door de Khawaarij als kaafirs werden bestempeld en dat ze beiden criminelen in de ogen van Allah (swt) waren. Ali had geprobeerd om de kalmte te bewaren in deze storm. Hij antwoorde simpel aan zijn kamp met de woorden: “Luistert, deze twee hebben niet geoordeeld met Allah! Waar staat er geschreven in Allah’s Shariah dat je de Khalifa openlijk veroordeeld? Deze twee werden gekozen om als scheidsrechter op te treden en zij hebben dit totaal niet gedaan. Zij hadden niet de authoriteit om een Khalifa af te zetten, omdat dit niet van de Islam komt. We moeten weer bijelkaar komen en tegen hen vechten.” Ali (ra) ging weer terug naar Kufa en bereidde zijn troepen voor. Hij stuurde zijn brief naar de Khawaarij waarin hij hen schreef dat het weer tijd was om wéér tegen hen die niet correct hadden geoordeeld te vechten, aangezien zij een zonde hadden begaan door niet te oordelen met wat Allah (swt) heeft nedergezonden. De brief die terug werd gestuurd door de Khawaarij was vernietigend en ging als volgt: “Nee. Wij hadden jou al in de eerste plaats gevraagd om boos te zijn en te vechten ter wille van Allah. Wij vroegen jou dit in het begin al te doen. Deze twee oordeelden zonder bewijs. Nu wil jij dat wij niet ter wille van Allah vechten, maar voor jouw eigen positie. Jij wilt dat wij voor jouw macht vechten. We zullen niet met jou vechten totdat jij verklaard dat Mu’awiya een kaafir was en dat jij ook een Kaafir werd. Als jij hiervan getuigt, zullen wij kijken of wij jou kunnen helpen of niet.”
Ali (ra) schoot terug: “Tegen mezelf getuigen dat ik een Kaafir ben? Nadat ik de Hijra met de Boodschapper (saws) heb gedaan en de veldslagen met hem en al van dit soort dingen heb gedaan. Ik zal nooit zoiets getuigen!” De Khawaarij werden boos en zeiden dat ze geen correspondentie meer wensten te ontvangen. Op dit moment begonnen de Khawaarij het bloed van de Moslims te vergieten. Ali (ra) beveelde om de Khawaarij met rust te laten en nadat hij en zijn leger klaar waren met het bevechten van Mu’awiya; zouden zij terug komen en kijken of zij hun verstand weer terug hadden gekregen. Terwijl Ali (ra) weg ging om de overwinning af te dwingen van Mu’awiya (ra); begonnen de Khawaarij terroristische activiteiten te plegen. Zij hielden mensen op straat aan en vroegen hen naar hun opinies wat betreft bepaalde zaken. 19 Wanneer de mensen tegen hen in antwoorden en weigerden om Ali (ra) of Mu’awiya (ra) te vervloeken; vermoordde de Khawaarij hen. Eén van zulke martelaren was Abduallah ibn Khabbab ibn al Aratt (ra), de zoon van één van de metgezellen van de Profeet (saws). De metgezel Khabbab ibn al Aratt (ra) had veel kennis en vele ayaat in de Qoran werden geopenbaar vanwege deze nobele individue. Abdullah ibn Khabbab (ra) was op reis met zijn vrouw op dat moment, die zwanger was. De Khawaarij hielden hem aan en ondervroegen hem. “Wat vindt je van het Khalifa systeem in de tijd van Abu Bakr?” Abduallah ibn Khabbab (ra) antwoorde: “Masha’llah, het was goed.” Zij vroegen vervolgens: “En Uthmaan?” Hij antwoorde weer: “Masha’llah, het was goed, maar mensen mochten hem niet, maar hij was goed.” De khawaarij zeiden: “jij bent één van HEN. Jij weet dat zij ook aandeel hadden in de dood van Uthmaan.” Zij vroegen hem furieus: “En wat vindt je van Ali?” Hij zei: “Hij is goed. Als jullie hem helpen zal hij zelfs beter worden. Maar als jullie hem niet willen helpen ga dan opzij en wees stil.” Zij zeiden: “Nu zien wij. Jij probeert ons te laten geloven in mensen die niet in de waarheid geloven. Maar wij zullen jou de waarheid laten zien!” Zij pakten het getrouwde stel en bonden hen vast, terwijl zij hiermee bezig waren; viel er een dadel van een boom van een niet-Moslim en één van de Khawaarij at deze op. Hij werd door een andere Khawaarij gevraagd: “Heb je ervoor betaald? Als jij dat niet hebt gedaan dan moet je dit alsnog doen, want het is niet van jouw.” De man ging er toen vandoor om te betalen voor wat hij gegeten had. De Khawaarij hadden ook een varken gedood en begonnen te kibbelen over wie zou moeten betalen voor wat zij de niet Moslim’s varken hebben aangedaan. De eigenaar kwam, de Khawaarij boden hun excuses aan en betaalden voor de varken. Een teken van de bid`ii mensen is het negeren van kennis, zoals de lezer zal ontdekken in de laatste stukken van dit werkje. Wanneer de mensen van bid`a een vraag stellen, doen zij dit niet uit oprechtheid om het antwoord te weten. Hun vraag wordt gesteld uit een verlangen om je aan de haak te slaan en je in een valstrik te laten lopen. Als je op een manier antwoord die zij bevredigend vinden dan wordt je met rust gelaten, want dan ben je op ‘de waarheid’ of de ‘ware manhaj’. Maar als je op een manier antwoord dat tegengesteld is aan hun doelen, dan wordt je geclassificeerd als afgedwaald, bid`ii en in sommige gevallen kaafir, dit allemaal natuurlijk zonder solide bewijs. Dit type gedrag is wel bekend vandaag de dag, speciaal met de komst van de nieuwe ‘Salafiyya’ beweging, een nieuw en louche groep die een voorbeeld zijn van de voorgenoemde karakteristieken van sommige bid`ii en blind volgende mensen. Voor meer informatie zie de tapes, Is it Salafism or Shaikhism?
19
Terwijl Abduallah ibn Khabbab (ra) getuige was van dit hele gebeuren dat voor zijn ogen afspeelde; zei hij tegen hen: “Ik zou over mezelf zorgen moeten maken. Jullie mensen vermoorden Moslims en sparen de heidenen.” Nadat hij dit had gezegd, vermoordde de Khawaarij hem alsmede zijn zwangere vrouw. Maar zij stopten niet hier. Zij sneden de buik van de dode vrouw open en vermoorden ook de baby erin. Toen dit nieuws Ali (ra) bereikte, zond hij hun een bericht: “Nu zijn jullie begonnen met het doden van Moslims. Als jullie niet berouw tonen en het bloedgeld betalen voor wat jullie de man, zijn vrouw, het kind en al de andere Moslims die jullie hebben gedood hebben aangedaan; zal ik jullie bevechten voordat ik Mu’awiya bevecht.” Abu Ayyub al Ansari (ra) werd gestuurd om met hen te praten en om hen de eisen van Ali (ra) te vertellen. Eén van Ali’s uitspraken was: “Als jullie hen (de Khawaarij) bevechten zal er zelfs niet tien van jullie worden gedood en zelfs niet tien van hen levend worden gelaten.” De veldslag werd voorbereid. De Khawaarij stuurden geen verdere correspondentie na dit. Zij begonnen takfir te doen op andere Moslims en zij bereidden zich voor op de veldslag. 20 Het is hier belangrijk uit te leggen dat de Khawaarij bevechten anders is dan dat Ali Mu`awiya bevecht, maar Ali’s gevecht tegen de Khawaarij was een gevecht tussen de Ahl us-Sunna wal Jama’ah en de afgedwaalden. Er zijn vier verschillen in deze zaak:
20
1. De Kuffar of de afgedwaalden bevechten staat de Moslims toe dat hun prive bezittingen als ghanima (buit uit een oorlog) worden genomen. Een voorbeeld van het nemen van de prive bezittingen van de Kuffar is de Profeet’s verkrijging van twee van zijn vrouwelijke gezellen, Safiyya and Rayhana . Deze vrouwen die van oorsprong van joodse stammen kwamen, werden gevangen genomen na de overwinning van de Joden en hun mannen (die slodaten waren) werden gedood. Het is niet toegestaan voor Moslims om Moslim vrouwen als buit in een gevecht te nemen, zoals we gezien hebben in de Veldslag van de Kameel waarin A’isha betrokken was. 2. Het staat de vechters toe om achter een persoon van de Kuffar en afgedwaalden aan te rennen die het slagveld ontvlucht om hen te doden. Dit is niet toegestaan wat betreft een groep Moslims die een andere groep Moslims bevechten, aangezien die mensen werden bevochten om ze te laten stoppen met vechten. Zij worden niet bevochten om hen te doden. 3. De Moslims kunnen de gewonde afgedwaalden zo nodig afmaken, dit is niet toegestaan wanneer Moslims worden bevochten die bepaalde grenzen hebben overschreden. Het bewijs voor dit is waar Allah zegt:
ﻓﺈذا ﻟﻘﻴﺘﻢ اﻟﺬﻳﻦ آﻔﺮوا ﻓﻀﺮب اﻟﺮﻗﺎب ﺣﺘﻰ إذا أﺛﺨﻨﺘﻤﻮهﻢ ﻓﺸﺪوا اﻟﻮﺛﺎق ﻓﺈﻣﺎ ﻣﻨﺎ ﺑﻌﺪ و إﻣﺎ ﻓﺪاء ﺣﺘﻰ ﺗﻀﻊ اﻟﺤﺮب أوزارهﺎ “Wanneer jullie degenen die ongelovig zijn (op het slagveld) ontmoeten: doodt hen. Wanneer jullie hen verslagen hebben: bindt (de gevangenen) dan stevig vast, of laat (hen) vrij of vrij na een losgeld, tot de oorlog voorbij is.” (47:4) 4. Het is waajib (verplicht) voor Muslims wanneer zij kwaaddoeners bevecht om hun lichaam te respecteren, over hen bidden en hen te respecteren als Moslims, daarentegen hebben de afgedwaalden en de Kuffar deze voordelen niet. Het bewijs hiervoor is de gebeurtenis die meteen plaatsvond na de veldslag van Badr. Dit was toen Abu Jahl ibn Hishaam, `Utba ibn Rabi`a, Shaiba bin Rabi`a, `Uqba ibn Abi Mu`ait, Umaiya ibn Khalaf waren gedood. Al hun lichamen werden in een put gegooid behalve het lichaam van Umaiya, omdat hij veels te dik was. Het lichaam werd uitelkaar getrokken en toen pas in de put gegooid, zoals overgeleverd in Sahih alBukhari, V. 6. Dit zou duidelijk verkeerd zijn om
De veldslag tussen de twee partijen was hard en meedogenloos, maar aan het einde moest de waarheid uiteindelijk zegenvieren over de duistere onderdrukking van de leugen; de Khawaarij werden verslagen. Terwijl Ali (ra) de dode lichamen aan het inspecteren was; was hij op zoek naar een teken van de specifieke Khawaarij die hij had gedood en die de Profeet (saws) had genoemd in zijn hadith. Ali (ra) was opzoek naar de man waarvan de Profeet (saws) heeft gezegd dat zijn handen zouden lijken op kleine borsten. Toen hij werd gevonden roep Ali (ra): “Allahu Akbar. Ik ben gebruikt om de profetie te vervullen en jullie kennen allemaal de hadith.” Dit was de eerste generatie Khawaarij en hun verhaal eindigd hier. Dit waren echter niet de enige Khawaarij. De Khawaarij stopten niet slechts bij deze ene man en zijn volgers. De beweging continueerde. Er was een tweede generatie Khawaarij in Dimashq (Damascus) en Abu Amaamah (ra) legde hun verhaal uit in de volgende hadith: رأى أﺑﻮ أﻣﺎﻣﺔ رؤؤﺳﺎ ﻣﻨﺼﻮﺑﺔ ﻋﻠﻰ: ﻗﺎل، ﻋﻦ أﺑﻲ ﻏﺎﻟﺐ، ﺣﺪﺛﻨﺎ وآﻴﻊ ﺑﻦ رﺑﻴﻊ ﺑﻦ ﺻﺒﻴﺢ و ﺣﻤﺎد ﺑﻦ ﺳﻠﻤﺔ،ﺣﺪﺛﻨﺎ أﺑﻮ آﺮﻳﺐ ﺧﻴﺮ اﻟﻘﺘﻠﻰ ﻣﻦ ﻗﺘﻠﻮﻩ، آﻼب اﻟﻨﺎر ﺷﺮ ﻗﺘﻠﻰ ﺗﺤﺖ أدﻳﻢ اﻟﺴﻤﺎء،أﺑﻮ أﻣﺎﻣﺔ ﻓﻘﺎل،درج ﻣﺴﺠﺪ دﻣﺸﻖ In een hadith ketting van Abu Kuraib (ra) in een keten van Waki’a bin Rabi’a bin Sbih (ra) en Hammad bin Salamah (ra) van Abu Ghaalib (ra), die zei: “Abu Amaamah (ra) zag ernstige hoofden op de trappen van de masjid in Dimashq (Damascus) en hij was aan het wenen.” Abu Amaamah (ra) zei toen: “De honden van het hellevuur (de Khawaarij) zijn de slechtsten die onder de hemelen worden gedood en degene die wordt gedood is de beste van de mensen die gedood wordt.” 21 Toen reciteerde hij: و أﻣﺎ اﻟﺬﻳﻦ.ﻳﻮم ﺗﺒﻴﺾ وﺟﻮﻩ و ﺗﺴﻮد وﺟﻮﻩ ﻓﺄﻣﺎ اﻟﺬﻳﻦ اﺳﻮدت وﺟﻮهﻬﻢ اآﻔﺮﺗﻢ ﺑﻌﺪ إﻳﻤﺎﻧﻜﻢ ﻓﺬوﻗﻮا اﻟﻌﺬاب ﺑﻤﺎ آﻨﺘﻢ ﺗﻜﻔﺮون اﺑﻴﻀﺖ وﺟﻮهﻬﻢ ﻓﻔﻲ رﺣﻤﺔ اﷲ هﻢ ﻓﻴﻬﺎ ﺧﺎﻟﺪون Op die dag zullen er gezichten wit geworden zijn en zullen er gezichten zwart geworden zijn. En wat betreft degenen wiens gezichten zwart geworden zullen zijn, (hen zal gezegd worden:) “Zijn jullie tot ongeloof vervallen nadat jullie gelovig geworden waren? Proeft dan de bestraffing wegens wat jullie plachten niet te geloven.” (3:106)
op een Moslim toe te passen, maar de Kuffar en afgedwaalden zijn een open spel voor dit type acties. Voor meer informatie over deze bewijs zie Majmu`a Fataawa, V. 28, pgs. 476-479 door Shaikh ulIslam Ibn Taymiyyah رﺣﻤﻪ اﷲ, die gezegd heft: “Het is overgeleverd onder authoriteit van Ali en Umar alsmede de consensus van de Islamitische geleerden dat deze twee individuen ook zouden moeten worden gedood. Sommige geleerden twisten over de individue die niet vecht. Zij zijn het echter allemaal eens dat het toegestaan is om hen in een groep te doden aangezien een groep zichzelf beschermd met het zwaard. Dit is omdat vechten meer algemener is dan doden.” In feite is het ijmaa` en het is in alle boeken van fiqh genoemd. Bij de eerste print van dit boek, rezen er enige twijfels op bij mensen zonder kennis over dit onderwerp. Maar iedereen die een boek van fiqh naslaat, zal deze regel vinden. Het is slechts de aanstellerij van de mensen omdat shaikhs deze informatie voor hun studenten verbergen, die niet instaat zijn om toegang tot deze kennis te krijgen. 21
Tafsir ulQur’an al`Azim, pages 517-519
Toen zei ik tegen Abu Amaamah (ra); “Heb je het gehoord van de Boodschapper van Allah (saws)?” Hij zei: “Als ik het niet had gehoord behalve eens, twee, drie, vier of zelfs zeven keer;dan had ik het niet verteld.” De Khawaarij doken steeds weer op in elke tijd en brachten terreur en chaos waar zij ook maar hun voeten plaatsten. 22 Eén generatie van de Khawaarij kwam tevoorschijn in de tijd van Abul `Abbas `Abdullah ibn Muhammad ibn `Ali ibn `Abdullah ibn `Abbas (d. 136) . Deze Khalifa was erg bekend voor zijn felheid in een veldslag en hij kreeg de bijnaam as-Saffah (“De Bloed Vergieter”). In de tijd van de Abbasiyyah khilaafa (Islamitische regering); de Khawaarij waren echter heel erg zwak en verstrooid, omdat de Khilaafa van Abbas t hard was tegen ieder die zich er tegen verzette; goed of slecht. Eén van de redenen was ook omdat zij gescheiden waren en sommigen naar Tunis en Khurasaan gingen. De Khawaarij waren echter nog niet uitgeteld, omdat een slang het meest gevaarlijk is wanneer het gewond is. Onder het leiderschap van alJulandi ibn Mas`ud begonnen de Khawaarij van die tijd (bekend als de Ibaadiyyah) verwoesting te zaaien. Maar niets had hen kunnen voorbereiden op de “Bloed Vergieter” t; een man waarvoor zelfs de meest fanatieke en extreme Shi’a bang voor waren. Toen zij eenmaal als vijanden eruit werden gepikt; doodde de “Bloed Vergieter” t Ibn Masu’ud en tienduizend van zijn mannen. Hoewel zij oorspronkelijk van drie hoofd groepen voortkwamen, raakten de Khawaarij later steeds meer gefragmenteerder. Met de tijd werden zij een complex mengelmoes van vele verschillende splinter groepen; sommigen combineerden en verenigden bid’ii concepten van andere groepen in zichzelf. Hun ideeën die toen bid’a werden stapelden zich op op de top van bid’a, als toevoeging aan sommige andere dwalende ideeën die al een deel van hun denken uitmaakte.
Zij zijn de metgezellen van Abdullah ibn Ibaad, die rebelleerde tegen Marwan ibn Muhammad. Eén van hun beroemde opinies is dat de mensen die met hen van Ahl ulQiblah verschillen; kuffar zijn, maar geen Mushrikun (heidenen) en dat zij van elkaar kunnen huwen en erven. Alsmede hun opinie dat het land van de Sultaan (elk iemand die regeert) een plaats van onrecht (baghii) is en dat een persoon die grote zondes begaat een muwahhid (gelovige in tawhid) is, maar geen gelovige. 22
Sommige types van oude Khawaarij Hier beneden volgt een enkele opsomming van Khawaarij die vroeger hebben bestaan: 1. De Muhakkim Al’uwla: (de mensen die een oordeel vragen en hun categoriën). Het verhaal van deze specifieke type is als het voorgaande dat beschreven is. De eerste van hen was een man, genaamd Dhul Khuwaisira die de Profeet (saws) om een oordeel vroeg. Hun einde kwam in de tijd van Ali ibn Abi Taalib (ra) toen Ali (ra) de man vond met de voorarm die op kleine borsten van een vrouw leek. Slechts tien van hen bleven over; zij vluchten en begonnen hun eigen groep. Dit waren dezelfden die betrokken waren bij het bestempelen van Ali, Mu’awiya, Amr ibn al’As en Abu Musa al Ash’ari (radia Allahuanhum) als kuffaar. 2. al Azaariqa: deze waren de metgezellen van Abu Raashid Naafi ibn al Azraq. Deze mensen verlieten met Naafi Basra (in Irak) en gingen naar al Ahwaaz. En er waren met Naafi leiders van de Khawaarij zoals Atiyah ibn al Aswad alHanafi, `Abdullah ibn alMahuuz en zijn broers Uthmaan en Zubair, Amr ibn Umair al`Anbari, Qatari ibn alFaja’a alMazini, Ubaida ibn Hilaal ashShukri, en zijn broer, Mahraz ibn Hilaal, Sakhr ibn Habib at-Tamimi, Saalih ibn Mikhraaq al`Abdi, Abdu Rabbil Kabir, Abdu Rabbis Saghir. Anderen besloten om de Khawaarij van buiten te bevechten. Met ongeveer 30.000 bij elkaar gebrachte paarden, begon het verzet tegen de Khawaarij zich te organiseren en mensen sloten zich bij hen aan. Daarna sloot Abdullah ibn alHaarith ibn Nufail anNufali zich bij hen aan met het leger van zijn vriend Muslim ibn`Abis ibn Kuraiz ibn Habib. De Khawaarij bevochten daarna hem (Muslim ibn `Abis) en versloegen zijn metgezellen. En daarna kwam naar de Khawaarij Uthmaan ibn `Abdullah ibn Mu`ammir at-Tamimi toe, en de Khawaarij versloegen hem. Daarna ging Haaritha ibn Badr al `Itaabi naar hen toe met een zware leger; de Khawaarij versloegen hem. De mensen van Basra waren, voor zichzelf en hun land, bang voor de Khawaarij. Toen kwam er alMahlub ibn Abi Safara, die met de Azaariqa 19 jaar in oorlog verkeerde totdat hij een einde aan hen bracht in de dagen van alHajjaaj. Naafi’ stierf voor de veldslagen van alMahlub met de Azaariqa. En na hem (Naafi’) gaven de Khawaarij bai’a aan Qatari ibn alFaja’a alMizaani en noemden hem de “leider van de gelovigen”. 3. an-Najdaat: Die de mensen van Najda ibn Aamir alHanafi waren; hij werd de beschermer genoemd. Het was bij deze aangelegenheid dat hij van alYamaamah vertrok met zijn leger om de erkenning van de Azaariqa te winnen. Hij verkreeg toen Abu Fadaik en Atiyyah ibn alAswad alHanafi in de groep, die Naafi’ ibn al Azraq verlieten. Zij informeerden hem van wat Naafi’ had
teweeggebracht door de meest recente ruzie; door takfir te doen op de non conformisten die in dienst van hem waren en de algemeen welbekende gebeurtenissen en bid' a. Zij begonnen Najda bai' a te geven en noemden hem de "leider van de gelovigen" . Zij verschilden weer van mening met Najda; met sommige mensen die takfir op hem maakten vanwege zaken die zij hem verweten. Vanuit hen rezen zijn zonen met een leger naar de mensen van alQatif. Zij vochten toen tegen de mannen en namen de vrouwen en de andere mensen als krijgsgevangenen voor henzelf. Zij zeiden: "Hun aandeel leidde tot hun oprichting van onze aandeel en wij namen slechts het overschot. En zij hadden gemeenschap met de vrouwelijke gevangenen voordat de aandelen werden verdeeld. Zij aten van de ghanima (oorlogsbuit) voordat het verdeeld werd." Zij keerden vervolgens terug naar Najda en informeerden hem hiervan. Hij zei: "Heeft hij jullie hiervoor niet belasterd wat betreft dat wat jullie hebben begaan." Zij zeiden: "Wij wisten hier niet van. Hij heeft ons niet beschimpd." Toen begonnen zij zich daarna te excuseren voor hun onwetendheid. Najda's metgezellen verschilden daarna van mening met hen. Toen waren sommigen van hen het eens met zijn besluit en de excuses voor onwetendheid en oordeel in ijtihaad. Zij zeiden: "De religie heeft twee zaken: de eerste is het zich bewust zijn van Allah, het bewust zijn van zijn boodschappers en verder is het verbod op het vergieten van Moslim bloed, schenken ten gunste van hen en de instelling van het geheel dat van Allah komt. Dit is waajib (verplicht) voor allen en er is geen excuses wat betreft onwetendheid hierover. Het tweede is wat gelijk daar aan is. Aldus hebben de mensen een excuus voor hun onwetendheid totdat de hujjah (duidelijke bewijs) op hen is gevestigd wat betreft halaal en haraam. En ieder die het geoorloofd maakt; het oordelen van de straf op een zondige mujtahid (iemand die ijtihaad doet)23 voordat de hujjah op hem is gevestigd; is een kaafir," Najda ibn Aamir verklaarde tevens het bloed van de mensen van het verdrag24 halaal en hun bezit als in een conditie van taqiyyah25. Hij maakte het oordeel dat men zich moet distantiëren van en iedereen moet haten die zegt dat dit (het bloed en bezittingen hierboven vermeld) haraam is. 4. alAjaaridah: Dit zijn de metgezellen van een man met de naam Abdul karim ibn Ajaarid. Hij assisteerde de an-Najdaat in hun bid'a en sommigen zeiden dat hij van van de metgezellen van Abu Baihas was. Hij werd het toen met hem oneens en scheide zichzelf met de volgende woorden:
Een Islamitische geleerde die tot een onafhankelijk oordeel komt gebruik makend van de tekst van de Qoran en Sunna.
23
Die Joden en Christenen die onder bescherming van de Islamitische staat staan. Zij worden door de Islamitische staat beschermd omdat zij niet tegen de staat vechten en zij het eens zijn met het betalen van jizyah (een belasting betaald door niet-Moslims aan de Islamitische staat), zij behouden hiermee hun religie, maar moeten de jizyah betalen om hun trouw aan de Islamitische overheersing in het land te laten zien.
24
Taqiyyah betekent hier in een staat van verberging. Dit betekent dat de bezittingen in een toestand van onzekerheid zijn totdat is besloten wat ermee gedaan wordt. 25
"Het is verplicht om baraa'a (complete distantiëring en het dragen van haat ten opzichte van iets of iemand ter wille van Allah (swt), Die (swt) je heeft verteld om dat te haten) te doen ten opzichte van de kleuter totdat zij kunnen praten en van de Islam getuigen. En het is ook verplicht dat zij hiervan getuigen (de Islamitische getuigenis) wanneer zij de puberteit bereiken. De kleuters van de Mushrikun zijn samen met hun vaders in het hellevuur." Hij geloofde tevens dat de bezittingen geen oorlogsbuit werden, totdat zijn eigenaar werd gedood. Zij keerden zich ook af van degenen die de militaire dienst van de Khawaarij verlieten wanneer zij hen herkenden door de erkenning van hun sekte. Zij geloven ook dat de hijrah extra is en niet bij het geloof hoort. Zij geloven niet in de Kabaa'ir (grote zonden zoals roken, het drinken van alcohol enz.). Zij ontkennen Surah Yusuf van de Qoran door te claimen dat het van een collectie van oude fictieve verhalen zijn. Zij zeggen: "Het is niet toegestaan dat een liefdes verhaal van de Qoran komt." 5. Tha'aaliba: Dit zijn de mensen van Th`alaba ibn `Aamir, die met Abdul Karim ibn `Ajarid was. Th'alaba was het oneens wat betreft de zaak van de kinderen (of zij wel of niet kuffaar zijn). Hij zij: "Waarlijk, wij zijn onder hun authoriteit en hoede, groot of klein totdat wij van hen een ontkenning van het recht van Allah (swt) zien en zij tevreden zijn met tirannie." De Ajaaridah deden toen baraa'a ten opzichte van Tha'alaba. Wij zeggen wat betreft Th'alaba meer dan wat hij zei: "Een kind heeft in zijn kinderjaren niet het oordelings vermogen om te oordelen over bondgenootschap of vijandschap; totdat zij het weten en hiervan getuigen. Als zij dat accepteren (de bondgenootschap met hen) dan zijn zij wat zij zijn, maar als zij dat ontkennen dan zijn zij kuffaar geworden." 6. al Ibaadiyyah: Zij zijn de metgezellen van Abdullah ibn Ibaad, die tegen Marwaan ibn Muhammed rebelleerde. Eén van hun beroemde meningen is dat de mensen die met hen van mening verschillen van degenen die de shahaada zeggen kuffar zijn, maar geen Mushrikun en dat zij met hen kunnen trouwen alsmede van hen kunnen erven. Zij geloven ook dat het land van de sultaan (degene die regeert) een plaats van onrecht (baaghii) is en de persoon doe grote zonden pleegt een muwahhid (een gelovige in tawhid)is, maar niet een gelovige. 7. as-Suffriyyah: De metgezellen en volgers van Ziyaad ibn al Asfar. Hun geloof is niet minder bizar en verdraaid dan hun voorgangers hierboven. Het verschil is dat zij verschilden met de Azaariqah, de Najdaat en de ibaadiyyah wat betreft dat de Suffriyyah iemand niet als kaafir labelde wanneer deze weigerde te vechten in militaire dienst (tegen een legitieme heerser). Zij beoordelen ook niet de kinderen van de heidenen als heidenen, zij deden geen takfir op hen en veroordeelden hen niet tot de eeuwige hellevuur. Zij claimen dat zij zijn: "gelovigen in en van henzelf en dat zij niet weten; mischien zijn wij uit imaan gegaan in het zicht van Allah."
Om deze mensen op te sommen kunnen wij zeggen dat ieder wie onderuit gaat (van authoriteit) van een legitieme Imaam waarmee Ah lus-Sunnah het ermee eens is geworden; deze persoon is van de Khawaarij. De Khawaarij waren de eerste mensen die tegen Imaam Ali (ra) ingingen in de oorlog van Siffin; zij distantiëeerden zich van Uthmaan (ra) en Ali (ra). Zij noemden mensen met grote zonden kuffar en zij zeiden dat het legitiem en verplicht is om tegen een Imaam te rebelleren wanneer hij het niet eens is met een Sunna (volgens hun opinie) of zich hier tegen verzet. 26
WIE OF WAT ZIJN DE KHAWAARIJ De term Khawaarij wordt door de islamitische geleerden gebruikt voor mensen die een bepaald geloof of gedrag hebben dat afwijkt van de Ah lus-Sunnah walJama'ah. De Profeet (saws) profetteerde deze groep, zelfs voordat ze in de Ummah verschenen. De geleerden hebben echter de Khawaarij in drie hoofdgroepen verdeeld, omdat niet alle Khawaarij één entiteit vormen. De eerste groep zijn degenen die Surah Yusuf ontkennen en deze als een liefdes verhaal betitelen, in toevoeging op de ontkenning van andere verzen in de Qoran. Deze Khawaarij zijn uit de kudde van de Islam gevallen en worden geclassificeerd als complete kuffar, omdat zij de verzen van het Boek van Allah (swt) ontkennen. De andere twee Khawaarij groepen worden geclassificeerd als mensen van bid'a, maar hun bid'a veroorzaakt niet dat zij uit de religie vallen. Van deze drie Khawaarij groepen is er ook een ander verborgen groep binnen deze drie groepen. Deze fractie is bekend als de Khawaarij Murji'a. Dit kan mischien in tegenspraak klinken in benaming, maar het is eigenlijk een ziekte dat wel bekend is in de Ummah. Hoewel we het mischien als iets nieuws kunnen beschouwen, is het eigenlijk vrij oud. The Khawaarij Murji'a zijn een groep mensen die degenen met wie zij van mening verschillen als kaafir of bid'ii beschouwen. Zij vervloeken hun oppositie in toevoeging van hun ontkenning van de Haakimiyyah (Wetgevende en Oordelende recht) van Allah (swt). Degenen die de ideeën en karakteristieken van de Khawaarij Murji'a hebben zitten in meerderheid tussen de moderne beweging die zichzelf de naam " Salafiyya" heeft gegeven. Deze zogenaamde salafis labelen hun opponenten als bid'ii, kuffar of vernieuwers; maar zij gaan door met het strippen van Allah's eigenschappen: Al Haakim (Wetgevende Rechter); dat tweemaal in de Qoran is genoemd: أﻟﻴﺲ اﷲ ﺑﺄﺣﻜﻢ اﻟﺤﺎآﻤﻴﻦ Is Allah niet de Rechtvaardigste der Rechters? (95:8) و هﻮ ﺧﻴﺮ اﻟﺤﺎآﻤﻴﻦ En Hij is de beste der Rechters. (7:87)
26
AlMilal wan-Nahal, pgs. 87-99
In beide van deze verzen heeft Allah (swt) Zichzelf al Haakim genoemd. Wat betekend dat Hij alleen de Wetgevende Rechter is. Maar de karaktertrek van de Khawaarij Murji'a is de catagorische ontkenning van dit en om de aandacht van henzelf af te halen; focussen ze het ergens anders op. Dit doen ze door de de andere mensen te labellen als bid'ii, afgedwaald enz.27 De Khawaarij murji'a zijn ook erg dol om geen takfir te doen op degenen die niet bidden en degenen die de Shariah vervangen met gemaakte wetten van de mens. Wanneer iemand echter met hen van mening verschild; dan labellen ze hem meteen als dalaal (afgedwaald), bid'ii of kaafir!
KENMERKEN VAN DE MENTALITEIT VAN DE KHAWAARIJ Er zijn ook bepaalde kenmerken waaraan de Khawaarij makkelijk aan kunnen worden herkend. Deze kenmerken zijn zeven in totaal: 1. Moslims worden als kuffar beschouwd voor zondes die iemand niet uit de religie verband (i.e. drinken van alcohol, ovrespel enz.). Het bewijs hiervoor is de beschrijving van de prominente sahaabi Abdullah ibn umar (ra): "Zij zijn het slechtste van Allah's schepselen en deze mensen hebben sommige verzen die zijn geopenbaard wat betreft de kuffar geïnterpreteerd als een beschrijving op de mu'minun." 28 2. Zij zijn bereid om Moslims te doden vanwege hun geloof, maar zij zijn niet bereid om de Joden en Christenen te bevechten maar wel de Ummah. Het bewijs is het bewijs van de uitspraak van de Profeet (saws): "Zij zullen de Moslims doden en de heidenen laten. Mocht ik aanwezig zijn wanneer zij verschijnen dan zou ik hen doden zoals de doding van het volk van Ad." 29 3. Zij verzetten zich tegen de legitieme heersers zonder enige reden en proberen hen af te zetten. Het bewijs is de uitspraak van hun voorouder Abdullah ibn Dhil Khawaisara's uitspraak tegen de Profeet (saws): "O Boodschapper van Allah! Vrees Allah!" 4. Wanneer zij met iemand van mening verschillen noemen zij hem een kaafir. 5. Zij zijn onbeleefd, arrogant en hun kennis is slechts oppervlakkig. 6. Zij bevechten Muslims die met hen van mening verschillen zoals de Ahl usSunna walJama'ah de kuffar bevecht. De Khawaarij confisceren de bezittingen, vallen hen van een hinderlaag aan en vermoorden hen als zij van het slagveld
27Voor
meer informatie betreffende de Khawaarij Murji’a, zie al Imaam Abu lFath Muhammad ibn `Abdul Karim Ash-Shahrastaani’s boek, alMalal wan-Nahl, pagina 100-105 28 Sahih al Bukhaari, V.9 page 50 29 ٍ Sahih al Bukhaari, V. 9, hadith 527
vluchten. Zij nemen hun vrouwen en kinderen als oorlogsbuit als zij daartoe instaat zijn. 7. Zij geven meestal hun groepen een naam om zich in hun tijd van anderen Moslims te onderscheiden. Het bewijs hiervoor zijn de Khawaarij groepen zoals de alMukaffira, Jama'at ut-Takfir walHijrah, Jama'at alMuslimin alsmede ahl ut-Tawhid. Deze namen betekenen voor hen dat zij de bewakers of de enige legitieme groepen zijn die de Sunna naleven. Dit is ook een subtiele manier om andere mensen te beschuldigen dat zij geen geloof hebben. Deze mensen zijn ook degenen die als eerste zouden zeggen: "Wij, degenen van Ahl us-Sunnah walJama'ah", wat meteen anderen uitsluit en hen de enige leden maakt. Zij hebben van de Islam een country club gemaakt; gooien degenen eruit die zij niet willen hebben en stellen zichzelf veilig voor enige schade. Het bewijs van de kenmerken vier en vijf is het meest boeiende. Het verhaal van hun debat met de grote tabi'ii (iemand die student is van de metgezellen van de Profeet (saws)) Abu Majliz ﺭﲪﻪ ﺍﷲ, waarin zij prompt verslagen werden is; een sterk testament voor ons bewijs. Het verhaal gaat als volgt: Steeds wanneer de al Ibaadiyyah (een tak van de Khawaarij) naar de getrouwe Abu Majliz ﺭﲪﻪ ﺍﷲkwamen, zeiden zij tegen hem: "Heb jij niet de woorden van Allah gezien, 'En wie niet oordeelt met wat Allah heeft nedergezonden, zij zijn de Kaafirun.’ 30 Dat is waar, of niet?" Abu Majliz antwoorde: "Ja." Zij zeiden: " en wie niet oordeelt met wat Allah heeft nedergezonden, zij zijn de Zaalimun."31 Dit is waar of niet?" Abu Majliz antwoorde: "Ja." Zij zeiden: " 'en ieder die niet oordeelt met wat Allah heeft nedergezonden, zij zijn de faasiqun'32 Dat is waar of niet?" Abu Majliz antwoorde: "Ja." Zij zeiden: "O Abu Majliz, is het dan dat zij oordelen met wat Allah heeft nedergezonden (zij refereerden naar heersers van die tijd)." Hij antwoorde hen: "Het is hun religie waarmee zij oordelen en waarmee zij spreken en waar zij naartoe uitnodigen. Dus als zij er wat van achter laten, dan weten zij al dat zij een zonde hebben gepleegd." Zij zeiden: "Nee, bij Allah, maar jij weet!" Abu Majlaz zei: "Jullie hebben hier meer recht op dan ik." En in een andere overlevering van Ibn jarir at-Tabari ﺭﲪﻪ ﺍﷲ, zegt hij (Abu Majliz )ﺭﲪﻪ ﺍﷲ: "Jullie hebben er meer recht op dan wij. Wat ons betreft: wij weten niet wat jullie weten, maar jullie weten het. Integendeel, jullie verbieden volle support aan jullie authoriteit (de heersers) vanwege angst voor hen." 33 Al Allamah Shaikh Mahmud Shaakir ﺭﲪﻪ ﺍﷲ, heeft het volgende commentaar gegeven over deze overlevering: "Het is duidelijk gemaakt dat degenen van de Ibaadiyyah die vragen stelden aan Abu Majliz slechts een gedwongen bewijs zochten in takfir van de 30 Surat ul Ma’ida, ayah 44 31Surat ulMa'ida, ayah 45 32Surat ulMa'ida, ayah 47 33 Jaami` ulBayaan, V. 6, page 252-253
heersers. Dit is omdat zij in het leger dienden van de heerser en omdat zij waarschijnlijk ongehoorzaam waren of zij jaagden een deel na van wat Allah haraam heeft gemaakt voor hen wat betreft de zonde die zij na jaagden. En vanwege dit zij Abu Majliz in de eerste overlevering tegen hen (de Khawaarij al Ibadiyyah); dat wanneer zij (de heersers) iets ervan nalieten, zij (de Khawaarij) wisten dat zij (de heersers) een zonde pleegden. En hij zij tegen hen in de tweede overlevering dat als zij (de heersers) pleegden wat zij pleegden en zij (de Khawaarij) dat wisten; dan is dat een zonde van hen (de Khawaarij), omdat zij het (de zonde) zagen en de heersers niet corrigeerden toen zij hen verkeerd zagen heersen." 34 Dus wij zijn instaat om van deze hadith en haar uitleg te begrijpen dat de Khawaarij al Ibadiyyah deze vragen niet stelden vanwege de duidelijke kufr die de heerser beging. NEE! Dit is niet het geval. Zij zochten permissie om niet te gehoorzamen, omdat zij zelf achter haraam aangingen. Dit is het bewijs van het derde punt, omdat zij onder het gezag van een legitieme heerser probeerden uit te komen; zonder enige duidelijke reden. Zij hadden geen bewijs voor dit gedrag. Dit kan ook worden gebruikt voor nummer vier van de Khawaarij kenmerken, vanwege het feit dat zij van mening verschilden met sommige gewoontes die de heersers deden. Zij waren dan gretig om de heersers als kuffar te verklaren op het moment dat zij van mening verschilden over iets. Dus zij wouden takfir maken uit wat zij DACHTEN dat kufr was, niet wat feitelijke kufr was. Dit is volkomen irrationeel en zonder basis. Vanwege vele redenen is dit uiteindelijk een bewijs voor de vijfde kenmerk van de Khawaarij. Hun citatie van verzen was correct, maar laten we naar hun toepassingen kijken. Zij wouden verzen nemen die grote kufr beschreven en deze toepassen op iemand die noch enige kufr beging met betrekking tot de situatie of op zijn minst kleine kufr beging. Zij verschaften geen tafsir (interpretatie), sharh (uitleg) of enig ander type bewijs voor de houding die zij innamen. Dit bewijst dat degenen die spraken weinig kennis bezaten en de weinige kennis die zij hadden werd op de meest fatale manier misbruikt. En in een ander bewijs is de manier waarop zij Abu Majliz ﺭﲪﻪ ﺍﷲaanspraken. Hun houding tegenover hem was een houding van minachting, boosaardigheid en haat. En toen hij weigerde om meteen hun manier van redenering over te nemen, begonnen zij vijandig te worden en zwoeren zij bij Allah (swt) dat zij hun positie zouden handhaven. Van alleen deze voorbeelden kunnen we zien hoe onhandelbaar en ruw de Khawaarij werkelijk als groep zijn. Gelukkig voor Abu Majliz waren er mensen om hem heen om hem te beschermen, maar Abdullah ibn Khabbab ﺭﲪﻪ ﺍﷲhad niet hetzelfde geluk. Dit verschaft ons ook het bewijs voor het zesde punt. Wanneer de Khawaarij te maken krijgen met iemand waarmee ze het niet eens zijn, behandelen zij deze persoon alsof zij met een kaafir, heiden of gevaarlijke afgedwaalde te maken hebben. Zoals eerder vermeld hebben de Khawaarij bij het uitwisselen van woorden Abdullah ibn Khabbab ﺭﲪﻪ ﺍﷲen zijn vrouw vermoord alsmede het ongeboren kind van het koppel dat uit de buik werd gerukt. In een ander menings verschil met Abu 34
Umdat ut-Tafsir, V. 4, page 157
Majliz waren zij bereid om hem te bevechten en hem bloot te stellen aan geweld. Maar er waren te veel mensen om de Shaikh ﺭﲪﻪ ﺃ ﷲte beschermen tegen hun vreemde gedrag. MISVATTINGEN VAN DE KHAWAARIJ BETREFT HET ONDERWERP VAN TAKFIR Het verkeerd gebruik van sommige regels door de Khawaarij heeft tot hun misleiding geleid, alsmede van de anderen. Hun meest fatale fout was; toen zij Takfir alMu'ayyin (takfir op een specifiek persoon), Takfir alIjtihaad (takfir gebaseerd op een onafhankelijk oordeel) en Takfir un-Nass (takfir gebaseerd op de tekst) misplaatsten en ze tot één ding mengden. De regel van Takfir un-Nass (Takfir waarin een duidelijk tekst is genoemd) is een grote principe van Ahl us-Sunna walJama'ah en wordt in alle boeken van Ahl us-Sunna walJama'ah genoemd, in toevoeging aan Shaikh ulIslam Muhammed ibn Abdul Wahhaab's " رﺣﻤﻪ أﷲNawaaqid ulIslam" (Wat de Islam breekt). Deze regel zegt: "Iedereen die niet het ongeloof verklaard van de Muskrikun (heidenen) of die twijfelt aan hun kufr of aan de waarheid van hun denken; dit is Kufr." Deze mensen misbruikten schaamteloos en met boosaardigheid deze regel. Dit werd met de bedoeling gebruikt tegen ieder wie weigerde om degene waarvan zij DACHTEN dat hij een kaafir was als kaafir te bestempelen; een kaafir is. Deze zaak werd geboren toen de Khawaarij Ali (ra) en Mu'awiya (ra) als kaafir bestempelden en Amr ibn alAs (ra) als kaafir bestempelden omdat hij deze twee niet als kuffar bestempelde. Deze manier van denken is een extreme visie en het reflecteert niet het kern geloof van de Ah lus-Sunna walJama'ah. Het authentieke begrip van deze regel is dat ieder degenen kent waarvan de Qoran en de Sunna naartoe heeft gereffereerd als kuffar (i.e. Joden, Christenen en Mushrikun) en weigert om hen als Kuffar te labelen; of mischien hen zelfs als Moslim labelt; dan is deze persoon een kaafir. Dezelfde regel is van toepassing op degenen die mensen zoals de Pharao, Abu Lahab, Joden, Christenen alsmede andere religies na de Profeet (saws) als Islamitisch labelen. Dit is niet hetzelfde als de kufr van iemand die onbekend voor je is; en een beschuldiging van kufr tegen hem is gedaan. Niemand is toegestaan om naar een andere Moslim te gaan en hem te dwingen om anderen als kuffar te labelen als hij noch enig bewijs heeft of niet het bewijs kent van de kufr van degene die genoemd wordt. Zelfs Muhammed ibn Abdul Wahhaab رﺣﻤﻪ أﷲen de geleerden vóór hem; wanneer zij de daad kufr noemden werd ieder persoon die de kufr pleegde niet als kaafir verklaard. Om kufr toe te passen op een specifiek persoon (Takfir alMu'ayyin) moet dit volgens de Ahl us-Sunna walJama'ah volgens specifieke regels en voorschriften gebeuren. Bijvoorbeeld: toen de sahaaba (ra) de Profeet (saws) vroegen om de Dhat Anwaat te maken, noemde hij ze geen kuffar, maar hij zei dat dit het equivalent was van het vragen van een andere god dan Allah (swt).35 Hoewel het een daad van kufr en godslastering was, werden zij niet als kuffar verklaard. Dit is 35
Zie de hadith in Tirmidhi, hadith 2180 en Ahmad in zijn Musnad, V. 5, hadith 218.
omdat zij er slechts naar hadden gevraagd en de daad niet hadden gedaan. En een ander voorbeeld is toen Mu'aadh ibn Jabal (ra) van Shaam kwam: ﻦ ْ ل َﻟﻤﱠﺎ َﻗ ِﺪ َم ُﻣﻌَﺎ ٌذ ِﻣ َ ﻦ َأﺑِﻲ َأ ْوﻓَﻰ ﻗَﺎ ِ ﻋ ْﺒ ِﺪ اﻟﱠﻠ ِﻪ ْﺑ َ ﻦ ْﻋ َ ﻲ ﺸ ْﻴﺒَﺎ ِﻧ ﱢ ﺳ ِﻢ اﻟ ﱠ ِ ﻦ ا ْﻟﻘَﺎ ْﻋ َ ب َ ﻦ َأﻳﱡﻮ ْﻋ َ ﻦ َز ْﻳ ٍﺪ ُ ﺣﻤﱠﺎ ُد ْﺑ َ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ َ ل َ ن ﻗَﺎ َ ﻦ َﻣ ْﺮوَا ُ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ َأ ْز َه ُﺮ ْﺑ َ ت ﻓِﻲ ُ ن ِﻟَﺄﺳَﺎ ِﻗ َﻔ ِﺘ ِﻬ ْﻢ َو َﺑﻄَﺎ ِر َﻗ ِﺘ ِﻬ ْﻢ َﻓ َﻮ ِد ْد َ ﺠﺪُو ُﺴ ْ ﺖ اﻟﺸﱠﺎ َم َﻓﻮَا َﻓ ْﻘ ُﺘ ُﻬ ْﻢ َﻳ ُ ل َأ َﺗ ْﻴ َ ل ﻣَﺎ َهﺬَا ﻳَﺎ ُﻣﻌَﺎ ُذ ﻗَﺎ َ ﺳﱠﻠ َﻢ ﻗَﺎ َ ﻋَﻠ ْﻴ ِﻪ َو َ ﺻﻠﱠﻰ اﻟﻠﱠ ُﻪ َ ﻲ ﺠ َﺪ ﻟِﻠ ﱠﻨ ِﺒ ﱢ َﺳ َ اﻟﺸﱠﺎ ِم ت ُ ﺠ َﺪ ِﻟ َﻐ ْﻴ ِﺮ اﻟﱠﻠ ِﻪ َﻟَﺄ َﻣ ْﺮ ُﺴ ْ ن َﻳ ْ ﺣﺪًا َأ َ ﺖ ﺁ ِﻣﺮًا َأ ُ ﺳﱠﻠ َﻢ َﻓﻠَﺎ َﺗ ْﻔ َﻌﻠُﻮا َﻓِﺈﻧﱢﻲ َﻟ ْﻮ ُآ ْﻨ َ ﻋَﻠ ْﻴ ِﻪ َو َ ﺻﻠﱠﻰ اﻟﱠﻠ ُﻪ َ ل اﻟﱠﻠ ِﻪ ُ ل َرﺳُﻮ َ ﻚ َﻓﻘَﺎ َ ﻚ ِﺑ َ ﻞ َذِﻟ َ ن َﻧ ْﻔ َﻌ ْ َﻧ ْﻔﺴِﻲ َأ ﻋﻠَﻰ َ ﻲ َ ﺴﻬَﺎ َو ِه َ ﺳَﺄَﻟﻬَﺎ َﻧ ْﻔ َ ﺟﻬَﺎ َوَﻟ ْﻮ ِ ﻖ َز ْو ﺣﱠ َ ي َ ﺣﺘﱠﻰ ُﺗ َﺆ ﱢد َ ﻖ َر ﱢﺑﻬَﺎ ﺣﱠ َ ﺤ ﱠﻤ ٍﺪ ِﺑ َﻴ ِﺪ ِﻩ ﻟَﺎ ُﺗ َﺆدﱢي ا ْﻟ َﻤ ْﺮَأ ُة َ ﺲ ُﻣ ُ ﺟﻬَﺎ وَاﱠﻟﺬِي َﻧ ْﻔ ِ ﺠ َﺪ ِﻟ َﺰ ْو ُﺴ ْ ن َﺗ ْ ا ْﻟ َﻤ ْﺮَأ َة َأ ﺐ َﻟ ْﻢ َﺗ ْﻤ َﻨ ْﻌ ُﻪ ٍ َﻗ َﺘ Er is overgeleverd dat toen Mu'aadh ibn Jabal (ra) van Shaam kwam (het gebied dat vandaag de dag uit Syrië, Jordanië, Palastina en Libanon bestaat) hij voor de Profeet (saws) prostreerde. De Profeet (saws) zei: "Wat is dit, O Mu'aadh?" Hij zei: "Ik kwam van Shaam en ik zag hen zoals dit doen en ik hield ervan dat wij dit ook voor u deden." Toen zij de Boodschapper van Allah (saws): "Doe dit niet. Waarlijk als ik iemand moest bevelen om voor iemand anders dan Allah te prostreren, dan had ik de vrouw bevolen om te prostreren voor haar man. Bij degene in wiens handen het leven van Muhammad ligt; de vrouw houd niet van het recht van Allah totdat zij van het recht van haar man houd; zelfs als hij om haar vraagt wanneer zij aan het koken is."36 37 Om onderscheid in dit gebied te maken is het belangrijk om dit grote principe van Ahl us-Sunna walJama'ah te begrijpen. Als er iemand is die een du'a (smeekbede) aan Allah (swt) doet bij een graf omdat hij gelooft dat dit een heilige plek is; dan is dit haraam en bid'a (innovatie); maar hij valt niet uit de religie. Maar als dezelfde persoon du'a doet aan de doden; dan is dit zonder enig excuus grote kufr. Prostreren naar een gebied of du'a doen naar een gebied omdat hij gelooft dat dit een heilige plek is; dan is dit ook haraam en bid'a. Maar als de genoemde prostreert of du'a doet aan degenen van die locatie; dit is nogmaals ook grote kufr. Hetzelfde geldt wanneer iemand een godslastering zegt omdat hij onwetend is of een fout heeft begaan. Deze persoon wordt niet als een kaafir geclassificeerd en valt niet uit de religie. We kunnen dit van de volgende hadith qudsi afleiden: ﻦ َأﺑِﻲ ِ ﻋ ْﺒ ِﺪ اﻟﱠﻠ ِﻪ ْﺑ َ ﻦ ُ ﻖ ْﺑ ُﺤ َﺳ ْ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ ِإ َ ﻋﻤﱠﺎ ٍر َ ﻦ ُ ﻋ ْﻜ ِﺮ َﻣ ُﺔ ْﺑ ِ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ َ ﺲ َ ﻦ ﻳُﻮ ُﻧ ُ ﻋ َﻤ ُﺮ ْﺑ ُ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ َ ب ﻗَﺎﻟَﺎ ٍ ﺣ ْﺮ َ ﻦ ُ ح َو ُز َه ْﻴ ُﺮ ْﺑ ِ ﺼﺒﱠﺎ ﻦ اﻟ ﱠ ُ ﺤﻤﱠ ُﺪ ْﺑ َ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ ُﻣ َ َ ﺻﻠﱠﻰ اﻟﱠﻠ ُﻪ َ ل اﻟﱠﻠ ِﻪ ُ ﺳﻮ ﻦ ْ ب ِإَﻟ ْﻴ ِﻪ ِﻣ ُ ﻦ َﻳﺘُﻮ َ ﻋ ْﺒ ِﺪ ِﻩ ﺣِﻴ َ ﺷ ﱡﺪ َﻓ َﺮﺣًﺎ ِﺑ َﺘ ْﻮ َﺑ ِﺔ َ ﺳﱠﻠ َﻢ َﻟﻠﱠ ُﻪ َأ َ ﻋَﻠ ْﻴ ِﻪ َو ُ ل َر َ ل ﻗَﺎ َ ﻋﻤﱡ ُﻪ ﻗَﺎ َ ﻚ َو ُه َﻮ ٍ ﻦ ﻣَﺎِﻟ ُ ﺲ ْﺑ ُ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ َأ َﻧ َ ﺤ َﺔ َ ﻃ ْﻠ َ ﺲ َ ﻇﱢﻠﻬَﺎ َﻗ ْﺪ َأ ِﻳ ِ ﺠ َﻊ ﻓِﻲ َﻄ َﺿ ْ ﺠ َﺮ ًة ﻓَﺎ َﺷ َ ﺲ ِﻣ ْﻨﻬَﺎ َﻓَﺄﺗَﻰ َ ﺷﺮَا ُﺑ ُﻪ َﻓَﺄ ِﻳ َ ﻃﻌَﺎ ُﻣ ُﻪ َو َ ﻋَﻠ ْﻴﻬَﺎ َ ﺖ ِﻣ ْﻨ ُﻪ َو ْ ض َﻓﻠَﺎ ٍة ﻓَﺎ ْﻧ َﻔَﻠ َﺘ ِ ﺣَﻠ ِﺘ ِﻪ ِﺑَﺄ ْر ِ ﻋﻠَﻰ رَا َ ن َ ﺣ ِﺪ ُآ ْﻢ آَﺎ َ َأ ﻦ ْ ﻄَﺄ ِﻣ َﺧ ْ ﻚ َأ َ ﻋ ْﺒﺪِي َوَأﻧَﺎ َر ﱡﺑ َ ﺖ َ ح اﻟﻠﱠ ُﻬﻢﱠ َأ ْﻧ ِ ﺷ ﱠﺪ ِة ا ْﻟ َﻔ َﺮ ِ ﻦ ْ ل ِﻣ َ ﺨﻄَﺎ ِﻣﻬَﺎ ُﺛﻢﱠ ﻗَﺎ ِ ﺧ َﺬ ِﺑ َ ﻋ ْﻨ َﺪ ُﻩ َﻓَﺄ ِ ﻚ ِإذَا ُه َﻮ ِﺑﻬَﺎ ﻗَﺎ ِﺋ َﻤ ًﺔ َ ﺣَﻠ ِﺘ ِﻪ َﻓ َﺒ ْﻴﻨَﺎ ُه َﻮ َآ َﺬِﻟ ِ ﻦ رَا ْ ِﻣ ح ِ ﺷ ﱠﺪ ِة ا ْﻟ َﻔ َﺮ ِ Anas ibn Maalik (ra) verhaald dat hij de Profeet (saws) heeft horen zeggen: "Allah is meer verheugd met het berouw van een dienaar van Hem dan een van jullie zou Sunan Ibn Maajah, Kitaab un-Nikaah, hadith 1843, geclassificeerd als sahih. Mu`aadh was naar Shaam geweest en had mensen gezien die buigden uit respect voor hun bisschoppen en priesters. Hij dacht waarom niet hetzelfde type respect laten zien aan deProfeet . Deze prostratie was er dus niet één uit aanbidding, maar één uit respect. Dit is hetzelfde als dat van de ouders van Yusuf , die samen met zijn broers voor de profeet prostreerden uit respect. Natuurlijk; ieder wie voor iemand prostreert met de intentie om die persoon te aanbidden, dit is natuurlijk grote shirk en kufr zonder enige excuus. Maar er is een verschil tussen iets doen uit innovatie en uit onwetendheid en iets doen met de intentie van het aanbidden van iemand anders dan Allah .
36 37
zijn als hij zijn rijdier, dat zijn voedsel en drinken draagt, in een dorre woestijn zou kwijtraken, en zich, terwijl hij alle hoop hem te vinden opgegeven had, zou neerleggen in de schaduw van een boom, en hem dan plotseling naast hem zou vinden, en zijn neusleidsel zou grijpen en er overweldigd door vreugde uit zou flappen: O Allah, U bent mijn dienaar en ik ben Uw Heer.38 Om te zeggen dat Allah (swt) jouw slaaf is en dat jij Zijn Heer bent; is een uitspraak van kufr. Ondanks deze uitspraak is de man niet uit de religie gevallen. Waarom? Dit is omdat hij een vergissing met zijn tong beging. Dit is wat in de Islam ook wel bekend staat als kufr al Akhtaa' (de kufr van vergissing). Iemand kan dit begaan in tijden van extreme droefheid, in tijden van extreme blijheid of in tijden van extreme woede. Van het zeggen van zulke dingen in deze tijden zou de individue niet afgesloten moeten worden van de religie en tot een kaafir worden geteld. Van deze en vele andere bewijzen; hebben de geleerden van de Islam een onderscheid gemaakt tussen het labellen van de daad als een daad van kufr en het labellen van degene die dit doet als een kaafir. Een ander bewijs is de hadith van de Profeet (saws) over een persoon die afgeranseld werd nadat hij voor de derde of vierde keer op het drinken van alcohol werd betrapt. Toen vervloekte een sahaabi hem. De Profeet (saws) verbood hem dit te doen en zei tegen hem: "Noem hem niet zo. Hij houdt waarlijk van Allah en Zijn Boodschapper."39 Alhoewel de Profeet (saws) tien activiteiten vervloekte met betrekking tot verdovende middelen in het algemeen, stond hij het niet toe dat een persoon die deze activiteit beging specifiek vervloekt werd. Van deze en vele andere bewijzen van de Profeet (saws), verzen van de Qoran en de manier hoe de sahaaba (radia Allahu'anhum) deze verzen en ahaadith begrepen; hebben Ahl us-Sunna walJama'ah hebben de belemmeringen van takfir afgeleidt. Deze belemmeringen zijn redenen van de bovenvermelde bronnen die voorkomen dat een Moslim wordt gelabeld als een kaafir, totdat de hujjah (bewijs) op hem toegepast is. Dit is omdat de Ahl us-Sunna walJama'ah het tegenovergestelde van de Khawaarij doet. Zij beschouwen iedereen als een kaafir (zelfs een Moslim) totdat zij (de mensen die als kuffar worden beschouwd) het tegendeel bewijzen. Wij beschouwen iedereen die zegt dat hij Moslim is als zodanig, totdat we redenen hebben om het tegendeel te geloven. Dit is in overeenstemming met wat Allah (swt) en Zijn Boodschapper (saws) hebben gezegd. Daarom zijn de geleerden van de Ahl us-Sunna walJama'ah over de volgende belemmeringen eens geworden: 1. De actie waarvoor hij een kaafir wordt genoemd moet ongetwijfeld kufr zijn; niet wat de mensen als kufr zien. 2. De persoon moet bij volle verstand zijn. 3. De persoon moet kennis of toegang tot kennis hebben over de actie die hij begaat. 38 39
Sahih Muslim, Kitaab ut-Tawba, hadith 4932 Sahih alBukhaari, V. 8, hadith 771
4. De persoon moet deze actie expres hebben begaan. 5. De persoon is niet aan het slapen. 6. De persoon heeft uit vrije wil de keuze gemaakt om de actie te begaan, zonder dwang. En hij zou niet het tegenovergestelde zijn van wat hierboven is vermeld. 7. De persoon moet niet een andere interpretatie hebben; wat hem de overtuiging geeft dat hij de actie begaat om Allah (swt) te behagen. Het is bijzonder belangrijk om dit punt op te noemen, vanwege het feit dat de mensen deze actie begaan vanwege hun interpretatie. Ahl us-Sunna walJama'ah doet geen takfir op hen, zelfs als de daad kufr is. De reden hiervoor is dat velen van hen onwetend of misleid zijn van de correcte interpretatie door kwaadaardige geleerden. Sommige van hun leiders of geleerden liegen zelfs over de Profeet (saws); in het geven van deze mensen van hun interpretatie. Dit is precies waarom Muhammed ibn Abdul Wahhaab ( رﺣﻤﻪ أﷲdie deze regel weer opnieuw in onze tijd vestigde) de mensen, die de gewoonte hadden om hun smeekbedes aan Allah te richten op een plek die Qublat alKawwaaz heette, niet als kuffar labelde. Hij was erg gebrand op deze situatie en veranderde dit, omdat velen van de kwade geleerden van zijn tijd hadith verzonnen die zulke bid'a halaal maakten. Dus de exacte belemmeringen van takfir zijn: 1. De actie is zonder twijfel kufr. 2. De persoon heeft zijn gezonde verstand en is bij volle bewustzijn. 3. Hij kent de actie die hij begaan heeft en is zich daar tenvolste bewust van. 4. Hij doet de actie expres en niet per ongeluk. 5. De persoon is wakker en slaapt niet. 6. De persoon begaat de daad onder geen enkele dwang. 7. De persoon heeft geen acceptabele Ta'wil40 om de kufr actie te rechtvaardigen.41 Alleen wanneer aan deze condities zijn voldaan; en alleen dan kunnen we de beschuldiging van Takfir alMu'ayyin (beschuldiging van kufr tegen een individue) toepassen. Men kan met andere woorden zeggen: 40
Ta’wil betekent uitgebreide uitleg gerelateerd aan de Qur’an of Sunnah. Meer details over deze punten; worden gegeven in onze boek en tapes genaamd “Allah Governance on Earth”. 41
Er is een duidelijk onderscheid tussen de duidelijke kufr en de duidelijke kaafir. Je kan op een bepaalde manier zeggen dat niet elke kufr gedaan wordt door een kaafir. Maar elke duidelijke kaafir heeft hoogst waarschijnlijk kufr gedaan! Dit is in het kort de regel. Alles wat buiten deze grenzen gaat is simpelweg niet van Ahl us-Sunna waljama'ah. We moeten oppassen van de lessen van de desastreuze gedrag van de Khawaarij die wij net hebben geleerd.
JUISTE BEGRIP VAN TAKFIR Er zijn in deze huidige tijd heel wat heftige debatten geweest over bepaalde claims aan de Islam die bepaalde groepen en bepaalde mensen hebben gemaakt. Deze argumenten alsmede de vele omstandigheden die de Ummah vandaag de dag hebben omringd; hebben ertoe geleidt dat sommige mensen anderen als kuffar classificeren, zonder de juiste uitleg te geven van de kufr van deze mensen. Anderen die in de war zijn geraakt door deze acties; hebben iedereen tot de kudde van de Islam gerekend en weigeren om deze mensen in kwestie met geen enkele beschuldiging te labelen. Veel van deze verwarring en verbijstering is met betrekking tot de issue van takfir. Takfir betekent iemand labelen met de beschuldiging van het doen van grote kufr (een type kufr die iemand een kaafir maakt). Takfir kan gedaan worden tegen een Moslim individue, een niet-Moslim of een groep van mensen. Takfir ten opzichte van niet-Moslims, is dat wat Allah (swt) heeft gezegd over de Joden en Christenen: إن اﻟﺬﻳﻦ آﻔﺮوا ﻣﻦ أهﻞ اﻟﻜﺘﺎب و اﻟﻤﺸﺮآﻴﻦ ﻓﻲ ﻧﺎرﺟﻬﻨﻢ ﺧﺎﻟﺪﻳﻦ ﻓﻴﻬﺎ أوﻟﺌﻚ هﻢ ﺷﺮ اﻟﺒﺮﻳﺔ Voorwaar degenen die ongelovig zijn onder de Lieden van de Schrift en de veelgodenaanbidders zullen in het vuur van de Hel eeuwig levenden zijn. Zij zijn degenen die de slechste schepselen zijn. (98:6) Hier hebben we een vers waar Allah (swt) de Joden, Christenen en heidenen als kuffar heeft gelabeld. 42 De takfir van een Moslim verschilt echter. Dit betreft 42
Dit vers legt de rest van de nieuwe bid`a van deze tijd het zwijgen neer, gepropageerd door degen die claimen dat zij Moslims zijn; dat de Joden en Christenen Moslim zijn. Deze nieuwe bid`a werd leven ingeblazen door een groep in de Verenigde Staten geleid door Wallice Deen Muhammad, de zoon van Elijah Muhammad van de NOI. W.D. Muhammad gebruikte deze en vele andere ideeën om een nieuw beweging te leiden dat bekent staat als de interfaith beweging; die de Joden en Christenen als onze broeders zagen en met hen samen werkten in hun geloof en ideeën. Om zijn doel te bereiken moest hij echter bepaalde ayaat uit de Qoran verstoppen of verkeerd uitleggen. Toen dit eenmaal was
wanneer een Moslim afvallig is geweest en de Islam heeft verlaten vanwege een bepaalde daad van kufr. Een voorbeeld hiervan is waar Allah (swt) zegt: ﻗﻞ أ ﺑﺎﷲ و ﺁﻳﺎﺗﻪ و رﺳﻮﻟﻪ آﻨﺘﻢ ﺗﺴﺘﻬﺰﺋﻮن ﻻ ﺗﻌﺘﺬروا ﻗﺪ آﻔﺮﺗﻢ ﺑﻌﺪ إﻳﻤﺎﻧﻜﻢ إن ﻧﻌﻒ ﻋﻦ ﻃﺎﺋﻔﺔ ﻣﻨﻜﻢ ﻧﻌﺬب ﻃﺎﺋﻔﺔ ﺑﺄﻧﻬﻢ آﺎﻧﻮا ﻣﺠﺮﻣﻴﻦ Zeg: "Plachten jullie de spot te drijven met Allah en Zijn verzen en Zijn Boodschapper?" Verontschuldig jullie maar niet, waarlijk, jullie zijn ongelovig geworden nadat jullie geloofden. Als wij een groep van jullie vergeven dan zullen Wij een ander groep bestraffen omdat zij misdadigers waren. (9:65-66) Allah (swt) heeft ook gezegd: ﻳﺎ أﻳﻬﺎ اﻟﺬﻳﻦ أﻣﻨﻮا ﻣﻦ ﻳﺮﺗﺪ ﻣﻨﻜﻢ ﻋﻦ دﻳﻨﻪ ﻓﺴﻮف ﻳﺄﺗﻲ اﷲ ﺑﻘﻮم ﻳﺤﺒﻬﻢ و ﻳﺤﺒﻮﻧﻪ O jullie die geloven! Wie van jullie zijn godsdienst afvallig is: Allah zal een volk nemen waarvan Hij houdt en dat van Hem houdt. (5:54) Maar het hoeft geen individuele Moslim te zijn die afvallig wordt. Een groep mensen die ongelovig zijn geworden na hun Islam kunnen ook afvalligen worden; zoals de volgende hadith ons laat zien: ﺳ َﻔ ٍﺮ َ ﻦ ْ ﺖ ِﻣ ُ ل َﻗ ِﺪ ْﻣ َ ﻋ ْﺒ ِﺪ اﻟﱠﻠ ِﻪ ﻗَﺎ َ ﻦ ِ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨِﻲ ﺟَﺎ ٌر ِﻟﺠَﺎ ِﺑ ِﺮ ْﺑ َ ﻋﻤﱠﺎ ٍر َ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨِﻲ َأﺑُﻮ َ ﻲ ﻋﱢ ِ ﻦ ا ْﻟَﺄ ْوزَا ِﻋ َ ق َ ﺳﺤَﺎ ْ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ َأﺑُﻮ ِإ َ ﻋ ْﻤﺮٍو َ ﻦ ُ ﺣ ﱠﺪ َﺛﻨَﺎ ُﻣﻌَﺎ ِو َﻳ ُﺔ ْﺑ َ ل اﻟﱠﻠ ِﻪ َ ﺖ َرﺳُﻮ ُ ﺳ ِﻤ ْﻌ َ ل َ ﻞ ﺟَﺎ ِﺑ ٌﺮ َﻳ ْﺒﻜِﻲ ُﺛﻢﱠ ﻗَﺎ َ ﺠ َﻌ َ ﺣ َﺪﺛُﻮا َﻓ ْ س َوﻣَﺎ َأ ِ ق اﻟﻨﱠﺎ ِ ﻦ ا ْﻓ ِﺘﺮَا ْﻋ َ ﺣﺪﱢ ُﺛ ُﻪ َ ﺖ ُأ ُ ﺠ َﻌ ْﻠ َ ﻲ َﻓ ﻋَﻠ ﱠ َ ﺴﻠﱢ ُﻢ َ ﻋ ْﺒ ِﺪ اﻟﱠﻠ ِﻪ ُﻳ َ ﻦ ُ َﻓﺠَﺎ َءﻧِﻲ ﺟَﺎ ِﺑ ُﺮ ْﺑ ن ِﻣ ْﻨ ُﻪ َأ ْﻓﻮَاﺟًﺎ َ ﺨ ُﺮﺟُﻮ ْ ﺳ َﻴ َ ﻦ اﻟﱠﻠ ِﻪ َأ ْﻓﻮَاﺟًﺎ َو ِ ﺧﻠُﻮا ﻓِﻲ دِﻳ َ س َد َ ن اﻟﻨﱠﺎ ل ِإ ﱠ ُ ﺳﱠﻠ َﻢ َﻳ ُﻘﻮ َ ﻋَﻠ ْﻴ ِﻪ َو َ ﺻﻠﱠﻰ اﻟﻠﱠ ُﻪ َ Jaabir ibn Abdullah (ra) was aan het huilen en hij zei: "Ik hoorde de Boodschapper van Allah (saws) zeggen: 'Waarlijk de mensen zullen in grote groepen de Islam betreden en zij zullen in grote groepen dit weer verlaten.'"43
SOORTEN TYPES VAN TAKFIR EN DE VERSCHILLEN BEGRIJPEN De hoofd reden van de Khawaarij voor hun dwaling en overdrijving in takfir, was een direct resultaat van hun vermenging van de takfir regels; het werd door hen als één en hetzelfde gezien. Deze grote fout moet beantwoord en recht worden gezet, zodat de Ummah niet in verwarring valt wanneer zij deze dingen ziet. In dit hoofdstuk zullen we de verschillende types van takfir, dat gerelateerd is aan ons onderwerp, uitwerken:44
gedaan en zijn volgers in het donker werden gehouden over de werkelijke betekenis van de verzen, kon hij zowat bijna alles propageren. 43 Musnad Ahmad, hadith 14,334 44 Voor meer informatie over alle verschillende types van takfir, zie ons werk: Be Aware of Takfir!
1.
TAKFIR UN-NASS (aanklacht van kufr dat gebaseerd is op een beslissende tekst). Dit is wanneer er een beslissende tekst is en iemand de aanklacht van takfir toepast; nadat de regels van takfir zijn toegepast. Een voorbeeld hiervan is: Allah (swt) zegt: ﺗﺒﺖ ﻳﺪا أﺑﻲ ﻟﻬﺐ و ﺗﺐ Vernietigd zijn de handen van Abu Lahab en vernietigd is hij. (111:1)
Het is duidelijk van deze tekst dat Allah (swt) hier Abu Lahab (een oom van de Profeet (saws) die de Islam haatte) zonder enige twijfel als een kaafir heeft gelabeld. Als iemand zou komen en zou zeggen dat Abu Lahab geen kaafir is, maar een Moslim; dan kan de beschuldiging van kufr op deze persoon toegepast worden. De belemmeringen en regels van takfir zouden echter eerst moeten worden onderzocht voordat men tot een oordeel komt aangaande de individue. Het kan zijn dat hij een nieuwe Moslim is en dat hij deze informatie niet kent. Het kan zijn dat hij geestelijk niet gezond is of iets van deze aard. Maar takfir zou moeten worden toegepast wanneer de persoon geen excuus heeft volgens de regels van takfir, en niemand die dit kan ontkennen. Dit is geen takfir tussen twee mensen, maar het is tussen de persoon en Allah (swt); aangezien Allah (swt) Abu Lahab bij naam heeft genoemd. 2.
TAKFIR ALIJTIHAAD (aanklacht van takfir gebaseerd op individueel oordeel). Dit is wanneer een specifieke vers of set van verzen van de Qoran een bepaalde actie als kufr bestempeld. Een voorbeeld hiervan is: Allah (swt) zegt in zijn boek: و ﻣﻦ ﻟﻢ ﻳﺤﻜﻢ ﺑﻤﺎ أﻧﺰل اﷲ ﻓﺄوﻟﺌﻚ هﻢ اﻟﻜﺎﻓﺮون
En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen! (5:44) Deze kufr is bestudeerd en begrepen. Het is pas wanneer alle verzen die gerelateerd zijn aan het onderwerp zorgvuldig zijn bestudeerd; en tot een oordeel kan komen en kan zeggen: "Elke heerser vandaag de dag, die niet oordeelt met wat Allah heeft neergezonden is een Kaafir." Bij dit type kufr kunnen de mensen hierom verschillen; vanwege sommige regels en voorschriften met betrekking hierop. Het verschil kan ook te maken hebben met het feit dat er verschillende gradaties van kufr zijn met betrekking tot het onderwerp. Eén gradatie van kufr is dat iemand af en toe niet oordeelt met wat Allah (swt) heeft nedergezonden; zo iemand is geen kaafir geworden, maar heeft wel degelijk een grote zonde begaan. Dit wordt ook wel kufr duna kufr (een kufr kleiner dan kufr) genoemd, zoals gerapporteerd in een authentieke overlevering van Ibn Abbas (ra). Degene die dit echter constant de hele tijd praktiseerd, heeft waarlijk kufr gedaan en is een kaafir volgens een andere overlevering van Ibn Abbas (ra) en dat van Ibn Mas'ud (ra). 3.
TAKFIR ALMU'AYYIN (aanklacht van kufr waar de individue zowaar wordt benoemd). De manifestatie van deze beschuldiging van kufr, is daar waar een eigenlijke persoon genoemd wordt met de titel van kufr. Voor dit
kan gebeuren moet echter de kufr van ijtihaad worden uitgeoefend. Als we dit aan hetzelfde onderwerp relateren zoals hierboven is genoemd aangaande het oordelen met wat Allah (swt) heeft nedergezonden, namelijk: "Degene die niet oordelen met wat Allah heeft nedergezonden; deze is een kaafir," het oordeel van ijtihaad blijft natuurlijk hetzelfde. Als de ijtihaad gedaan is en men is tot de conclusie gekomen dat grote kufr erbij betrokken is; dan moet men dit vervolgens dubbel controleren om er zeker van te zijn dat de verzen van de Qoran en de beschuldiging van kufr op de persoon passen. Degene die de beschuldiging van takfir maakt, past het vervolgens toe op een persoon. Bijvoorbeeld door te zeggen: "President Q of Koning Y is een kaafir volgens deze vers of deze verzen; vanwege het feit dat hij regeert met iets anders dan wat Allah heeft nedergezonden." Vanwege het feit dat takfir in mu'ayyin bereikt is door ijtihaad, kunnen er bepaalde verschillen tussen de ene geleerde en de andere zijn. Een voorbeeld zou ta'wil (interpretatie) kunnen zijn, waar de ene geleerde de individue zou kunnen excuseren onder het onderzoek van takfir; vanwege gebrek aan kennis en begrip van het bewijs aan de zijde van de verdachte. Sommigen zullen de persoon niet excuseren, zoals in het debat tussen Imaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲen Imaam Ahmed رﺣﻤﻪ أﷲ, waarin Imaam Ahmed رﺣﻤﻪ أﷲdegenen die het gebed totaal verlaten als een kaafir labeld. Met dit soort takfir kunnen sommigen hiernaar handelen en dit gebruiken, terwijl anderen dit niet uitoefenen en degenen in kwestie excuseren. DE MANIEREN VAN AHL US-SUNNA WALJAMA'AH WANNEER MEN IN TAKFIR VERSCHILT In recente jaren hebben wij verschillende debatten gezien waarin één zijde, die geen enkele meningsverschil accepteerde, de andere zijde als kuffar labelde. Als er elke keer een gesprek over het onderwerp was, resulteerde het debat in takfir of in een grote fitnah. Deze chronische ziekte is precies waaraan de Khawaarij leden. Elke keer als er een verschil oprees aangaande een principe; classificeerde zij meteen de persoon als een kaafir i.p.v. dat zij de juiste manieren in acht namen. Wij zouden graag de juiste manier presenteren van debatteren en van het verschillen van mening volgens de principes van Ahl us-Sunna walJama'ah. Het verschil van mening waarvoor we gekozen hebben zal het debat zijn tussen Imaam al`Allamah Muhammad ibn Idris ash-Shaafi`ii ﺭﲪﻪ ﺍﷲen de Imaam van Ahl us-Sunna walJama`ah, Ahmad ibn Hanbal ﺭﲪﻪ ﺍﷲ. Het debat concentreerde zich rond het oordeel betreffende een persoon die het gebed in zijn totaliteit heeft verlaten. Dit is één van geschiedenis' grootste debatten. In het debat nam Imaam Ahmad رﺣﻤﻪ أﷲ de hadith overgeleverd in zijn Musnad van de Profeet (saws) dat: "Ieder wie het gebed verlaat is een kaafir." Imaam Ahmad رﺣﻤﻪ أﷲciteerde een gelijknamig hadith waarin de Profeet (saws) zegt: "Ieder wie het gebed verlaat is een Mushrik." Dit is wat hem tot de conclusie bracht dat de persoon die het gebed in zijn totaliteit verlaat een kaafir is. Als antwoord op Ahmed ibn Hanbal رﺣﻤﻪ أﷲ, zei Imaam Muhammad
ibn Idriss ash-Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲ: "Als hij een kaafir is, hoe komt hij weer terug in de Islam?" Imaam Ahmad رﺣﻤﻪ اﷲzei dat hij zijn shahaadah opnieuw (getuigenis van geloof voor een Moslim) moest uitspreken. Imaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲmerkte op dat de persoon de sahaadah al uitspreekt en dat hij nooit ontkend heeft; wat betekende dat hij daarom nog steeds een Moslim is. Toen het debat éénmaal eindigde bleef Imaam Ahmad رﺣﻤﻪ أﷲovertuigd en standvastig in zijn opinie en Imaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲin de zijne.45 Dit debat bevat essentiële dingen waar wij van kunnen leren, zoals: 1. De presentatie van het sterkste bewijs is wat voorrang neemt wanneer de realiteit wordt vergeleken met de waarheid. Het sterkste bewijs zou altijd gevolgd moeten worden, afgezien van de persoon in kwestie. Imaam Ahmad رﺣﻤﻪ أﷲhad in dit opzichte het sterkste bewijs, daarom is zijn oordeel het dichstbijzijnde aan de waarheid in deze zaak. 2. Ondanks dat zij van mening verschilden en dit verschil in een serieuze zaak was; heeft Imaam Ahmad رﺣﻤﻪ أﷲnooit Imaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲeen kaafir genoemd, omdat hij met hem van mening verschilde in het bewijs. En andersom ook niet. Waarom is dit zo belangrijk? Dit is precies de issue waar wij vandaag de dag door sommigen mee worden geconfronteerd. Wanneer je met hen in een bepaalde zaak verschilt; gaan ze de verzen van de Qoran misbruiken. Het kan zijn dat ze een bewijs hebben, zelfs als dit van een algemene aard is. Als je dan met hen van mening verschilt over het bewijs dat de persoon citeert; classificeren zij jou als een kaafir. 3. Imaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲnoemde Imaam ibn Hanbal رﺣﻤﻪ أﷲniet Khawaarij omdat hij volhield in zijn takfir. Noch labelde Ahmad رﺣﻤﻪ أﷲImaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲals Murji'a.46 of zei hij dat wie een kaafir geen kaafir noemd; een kaafir is. We kunnen 45
De werkelijkheid is dat de waarheid met Imaam Ahmad رﺣﻤ ﻪ اﷲwas, die het duidelijke bewijs gebruikte dat ieder wie het gebed in zijn totaliteit verlaat een kaafir is. Maar de fout die hij maakte was toen hij werd gevraagd hoe de persoon terug komt in de Islam; werd het juiste antwoord niet gegeven, wat had moeten zijn dat hij berouw moest tonen en opnieuw met bidden moest beginnen om weer terug tot de Islam te komen. Het is een algemeen bekende kennis tussen de geleerden van de Islam dat degene die de Islam verlaat vanwege één of meerdere redenen; hij alleen terug kan komen in de Islam door het verwijderen van elke reden dat hem tot een afvallige heeft gemaakt. Bijvoorbeeld: degene die niet heerst met de Shari`a of wetten maakt; dit is shirk en kufr. Dus door dit is degene die zo een daad begaat duidelijk een mushrik en een kaafir. Om terug tot de Islam te komen, hoeft hij niet naar de hajj te gaan, umrah te doen of een masjid te bouwen, omdat dit niet de reden was dat hem uit de Islam deed treden. Hij moet berouw tonen, de kufr dat hij heeft begaan verwijderen in overeenstemming met zijn vermogen en dit nooit meer doen. Enzevoorts voor een persoon die de Islam heeft verlaten, voor wat hij wel of niet heeft gedaan. Hij moet de deur repareren die hij heeft gebroken toen hij uit de Islam trad. Het gevaar van vandaag is dat de heersers ons misleiden. Zij begaan alle soorten types van kufr en shirk. Wanneer zij dan door het gewone volk beschuldigd worden van kufr; gaan zij de umrah verrichten om vervolgens weer terug te keren en te worden geprezen door de mensen die hen van kufr beschuldigden. Deze daad van hajj of umrah verwijdert niet de kufr die zij begingen, omdat dit niet de reden is voor hun afvalligheid. Totdat zij de reden repareren waardoor zij afvalligen werden; tot die tijd worden zij nog steeds veroordeeld van het in een afvallige staat zijn. 46 Dit zijn mensen die daden van geloof uitsluiten en zij houden vol dat er slechts tasdiq is; wat geloof in het nieuws is. Zij zullen echter bepaalde verzen in de Qur’an onbruikbaar maken; die duidelijk maken dat degenen die de Shari`a veranderen kuffar zijn en dat sommige types van kufr in daden iemand uit de religie kan doen vallen en vele andere zaken, die wij zullen proberen te tackelen in een speciaal onderzoek die wij als titel hebben gegeven: The Murji’a.
een grote les leren van de wijsheid van dit debat. Dit is omdat de takfir dat werd toegepast, de takfir van de ijtihaad van een persoon was. De hukm is algemeen, maar de conclusie en ijtihaad kan van persoon tot persoon verschillen; vanwege de voorwaarden en het bewijs dat op tafel ligt voor degenen die het oordeel toepassen. 4. De takfir van ijtihaad is door beide van hen bekeken. Imaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲvondt echter niet dat het vonnis, dat in de Qoran staat vermeld, op de persoon die het gebed verlaat paste. Daarentegen vondt Imaam Ahmad رﺣﻤﻪ أﷲdit wel degelijk passen. Dit hier laat zien dat twee mensen kunnen verschillen in de takfir van ijtihaad, maar dit betekent dus echter niet dat iemand een Murji'a, Khawaarij, afgedwaalde of kaafir is vanwege het menings verschil. Het betekent simpelweg dat iemand of niet genoeg bewijs heeft om tot hetzelfde oordeel te komen zoals de ander. Of het kan zijn dat een persoon meer kennis heeft in een bepaalde zaak, wat hem een reden geeft dat hij aan een bepaald oordeel vasthoud. Dit was het geval met Imaam Ahmad رﺣﻤﻪ أﷲ, die het meeste bewijs had en de realiteit meer begreep dan Imaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲ, al was zelfs Imaam Shaafi'ii رﺣﻤﻪ أﷲde leraar van Imaam ibn Hanbal رﺣﻤﻪ أﷲ. 5. Een meningsverschil in een gebied tijdens een debat, zou geen oorzaak moeten zijn voor mensen om anderen te beschuldigen van Murji'a, Khawaarij of kuffar. Het uitoefenen van de principes is de weg van Ahl us-Sunna walJama'ah, wanneer het neerkomt op de afleiding van het bewijs. Dus iemand die een algemene aya gebruikt; heeft het recht niet om iemand van de islam uit te sluiten, die met hem van mening verschilt om datgene waarvan hij DENKT dat dat kufr is. Nee! Dit is de manier van de Khawaarij. Ahl us-Sunna walJama'ah kijkt naar alle bewijzen wanneer het neerkomt op de manieren van takfir alMu'ayyin en de takfir van ijtihaad; en daar waar er een verschil is; wordt dit onderzocht. Dat wat het meest correcte is wordt geïmplementeerd. In de takfir an-Nass zullen zij echter nooit van mening verschillen, aangezien de tekst duidelijk is over dat de Joden, christenen en Abu Lahab enz. kaafir zijn. Er is op dit gebied geen ijtihaad en verschil van mening is hier niet toegestaan wanneer Allah (swt) iemand expliciet bij naam noemt in de Qoran dat hij een kaafir is. Ahl us-Sunna walJama'ah zullen nooit van mening verschillen op dit gebied.
VERKEERDE BEGRIP VAN DE KHAWAARIJ BETREFFENDE DE KENMERKEN VAN IMAAN Even belangerijk is het begrip van de karakteristieken van Imaan door de Khawaarij. Aangezien zij hierdoor tot hun vele verkeerde en ver gegrepen conclusies komen over Islamitische concepten. De Khawaarij hebben een innovatie gepleegt met betrekking tot sommige essentiële aspecten betreffende Imaan; hierop moet simpelweg een antwoord op worden gegeven. Er is verder enig uitleg nodig wat betreft waar de Khawaarij en hun volgers een fout hebben begaan en waar zij buitensporig in takfir zijn geworden en hierin erg in zijn
gaan overdrijven. Zij maakten niet alleen takfir op de heerser, vanaf het startpunt begrepen zij de woorden van Allah (swt): "En wie niet oordeelt met wat Allah heeft neergezonden: zij zijn de Kaafirun." Integendeel, zij maakten takfir op Moslims en degenen die Moslims zijn bij de ijmaa' van de Moslims, vanwege hun partnerschap met die heersers. Het partnerschap werd door hen begrepen dat het zonder verwerping van het kwaad (munkar) was met twee van de drie uiterlijke tekenen van Imaan, namelijk de hand en de tong. Dit is niet waar. De uiterlijke afwezigheid van de verwerping van het kwaad (munkar) met de hand en tong (twee van de drie niveaus van Imaan); betekent niet dat iemand op gelijke lijn is met degenen die de Shariah van Allah (swt) hebben vervangen. De reden is dat niet iedereen in staat is om het kwaad (munkar) te stoppen met zijn tong en hand. Integendeeel, de Profeet (saws) heeft het waajib (verplicht) gemaakt; dat het verwerpen van de munkar in overeenstemming is met iemand's vermogen, zoals in de hadith van Abu Sa'id waarin de Profeet (saws) heeft gezegd: "Ieder wie van jullie een munkar ziet; laat hem dit veranderen met zijn hand. En als hij hiertoe niet instaat is; laat hij hem dit veranderen met zijn tong. En als hij hiertoe niet instaat is; laat hem dan dit in zijn hart verwerpen, en dit is de zwakste vorm van Imaan." 47 De Profeet (saws) noemde de ontkenning van het hart over dat waarover geoordeeld is als zijnde onplezierig en het volgen van kufr en ongehoorzaamheid; hij (saws) noemde het jihaad, zoals in de hadith van Abdullah ibn Mas'ud (ra). De Profeet (saws) zei: "Er was geen enkele profeet voor mij in een Ummah opgestaan zonder dat er van zijn Ummah Hawaariyun (disciplen) en Ashaab (metgezellen) waren die zijn Sunna aannamen en zijn orders gehoorzaamden. Daarna verschenen er na hen degenen die zeiden wat zij niet deden en degenen die deden waartoe zij niet bevolen waren. Degene die dus jihaad doet met zijn hand tegen hen; hij is een mu'min (gelovige). En degene die jihaad doet tegen hen met zijn tong; hij is een mu'min. En degene die jihaad doet tegen hen met zijn hart; hij is een mu'min. En er is niets kleiner dan dat dan de Imaan van een mosterd zaad." 48 Shaikh ul Islam Ibn Taymiyyah ; رﺣﻤﻪ أﷲals uitleg van Surat ut-Tawba, aya 31, vertelde een hadith van Adi ibn Haatim en zei: "Degenen die hun priesters en rabbijnen als Heren hebben genomen wanneer zij hen gehoorzaamden in het maken van halaal wat Allah haraam heeft gemaakt; en het maken van haraam wat Allah halaal heeft gemaakt. Wat betreft deze zaak, heeft het twee kanten:
47
Sahih Muslim in Kitab al Imaara, hadith 1854, At-Tirmidhi in Kitab alFitn, hadith 2266, Abu Dawud, Kitab as-Sunna, hadith 4760 48 Sahih Muslim in Kitab al Imaan, hadith 50, Sahih al Jaami`, V. 2, page 1008, hadith 5790
EEN: Dat zij wisten dat zij de dien van Allah vervangden, waarna zij hen (de heersers) in hun vervanging volgden. Zij hebben de vaste overtuiging (van het maken van halaal wat Allah als haraam heeft gemaakt; en het maken haraam van wat Allah als halaal heeft gemaakt) in de gehoorzaamheid aan hun heersers met de kennis dat zij de dien van de Boodschapper verlaten; dit is kufr. En Allah en Zijn Boodschapper hebben het shirk genoemd; zelfs als zij niet tot hen (de heersers) bidden of prostreren. Dus ieder wie iets anders volgt dan dat, dat tegen de dien gaat, met zijn kennis, heeft de dien tegengewerkt (uitgebreide religie van Islam) en heeft de vaste overtuiging en geloof van wat hij zei naast dat wat Allah en Zijn Boodschapper zeiden: hij is net als hen een Mushrik. TWEE: Dat zij de ferme overtuiging en geloof hadden dat de haraam halaal werd gemaakt en andersom. Maar zij gehoorzaamden hen in ongehoorzaamheid aan Allah; net zoals een Moslim doet wat hij doet vanuit ongehoorzaamheid, waarin hij de ferme overtuiging heeft dat het ongehoorzaamheid is. Deze hebben het oordeel zoals de zondige mensen." 49 Van dit voorbeeld kunnen we concluderen dat de Khawaarij een gevaarlijke fout hebben begaan. Hun fout is dat zij de oordelen van de heerser (haakim) en de beheersten (mahkum) hebben gemengd in één entiteit. Dit is precies de reden waarom je groepen hebt zoals de alMukaffira en de Jama'at ut-Takfir; die niet alleen de heersers als kuffar bestempelen, maar de hele populatie van het land. En in sommige bizarre gevallen worden ook kinderen als kuffar gelabeld. Al deze dingen vinden zijn oorsprong van mensen die niet instaat zijn om Imaan exact te classificeren, omdat zij niet haar juiste begrip hebben. Het is dus belangrijk om op deze plek precies te classificeren wat Imaan is. De correcte positie van wat Imaan is, kan worden genomen van de uitspraak van Ibn Abbas (ra); de neef van de Profeet (saws). Ibn Abbas (ra) heeft gezegd dat Imaan uit drie niveaus bestaat: het hart, tong en ledematen.50 Dit gaat tegen het idee dat Imaan bepaalpde kenmerken kan hebben dat ontrokken of toegevoegd is. Voor meer informatie over dit onderwerp, zie de tapes: What is Imaan.
49 50
Majmu`a Fataawa, V. 7, page 70 Kashf ash-Shubuhaat fit-Tawhid, p. 25-28
ANTWOORD OP IBN ABBAS’S WOORD KUFR51 DUNA KUFR52 HET VERSCHIL TUSSEN HUKM SHAR`II, FATWA EN RECHTERLIJKE UITSPRAAK اﻟﻔﺎرق ﺑﻴﻦ اﻟﺤﻜﻢ اﻟﺸﺮﻋﻲ واﻟﻔﺘﻮى واﻟﻘﻀﺎء In delicate situaties als de huidige moeten we zeker zijn waarover we praten. Om duidelijkheid in elke situatie te verschaffen moeten we de betekenis kennen van Hukm Shar`ii, fatwa en rechterlijke uitspraak/ oordeel. Alleen nadat we dit begrijpen kunnen we deze zaak in de juiste perspectief plaatsen. Ons eerste materie dat uitgelegd dient te worden is Hukm Shar’ii. Hukm Shar`ii is wat Allah SWT heeft gezegd over een bepaalde situatie; waarop een uitspraak/ oordeel is gegeven in zijn Shariah (i.e. "en ieder die niet oordeelt met wat Allah heeft neergezonden…"). Met betrekking tot de fatwa, past het de regel van Allah SWT toe wat betreft een bepaalde situatie voor een bijzonder incident wat overeenkomt met de context van die regel (i.e. een geleerde zou kunnen zeggen: "Ik oordeel hierbij dat met iets anders dan de Shariah oordelen verboden is."). Bijvoorbeeld; we kunnen niet de regel gebruiken die zegt dat vloeistof, dat giftig is, Haraam is wanneer we spreken van water, azijn en vergelijkbare dingen omdat deze substanties Halaal zijn. M.a.w.: we kunnen de mensen niet verbieden om water te drinken omdat alcohol verboden is, omdat deze twee zaken niets met elkaar te maken hebben. Dus de fatwa relateert de correcte verzen aan de realiteit van de situatie. Het is even belangrijk om de realiteit van de situatie te kennen. De fatwa is alleen correct als de Hukm Shar’ii correct is en de realiteit correct is. Dus toen Ibn Abbas tegen de mensen in zijn tijd zei: "het is niet de kufr die jullie denken dat het is." ; kan deze uitspraak niet in een andere tijd gebruikt worden, tenzij dezelfde voorwaarden en gelijkenissen plaats hebben gevonden en behouden zijn gebleven. De uitspraak/ oordeel gaat iets verder dan dit. Het oordeel zorgt ervoor dat de Hukm Shar’ii zeker correct is, de realiteit dat het omringt solide en correct is en dat het oordeel feitelijk gebeurde en plaatsvond. Het oordeel is in zuiverheid eigenlijk een handeling uit naam van de authoriteit en een zekerheid dat de fatwa in haar geheel wordt uitgevoerd (een voorbeeld zou de doodstraf opleggen aan degenen die oordelen met iets anders dan de Shariah zijn of wat voor straf dan ook dat gevonden zou zijn; om als gepaste oordeel te dienen). Het wordt dan dwingend om het uit te voeren (het oordeel). Dit is het werk van een Qaadi (rechter). Wanneer hij ervan zeker is dat de Hukm Shar’ii correct is en dat de realiteit eromheen correct is, dan onderschrijft hij de realiteit en zorgt ervoor dat het
51
Kufr betekent ongeloof in God. Kufr kan groot of klein zijn en kent vele vormen. Deze phrase “ Kufr Duna Kufr”is gezegd door Ibn Abbas . Het beschrijft een actie die gebeurd is in zijn tijd als een actie van ongeloof maar niet genoeg om grote ongeloof of afvalligheid van de Islam te bereiken. 52
oordeel wordt uitgevoerd. De fatwa gaat een stap vooruit op de Hukm Shar’ii en het oordeel gaat een stap vooruit op de fatwa, wat de toepassing is. De reden van de introductie van de woorden van de Sahabi Ibn Abbas, is dat Ibn Abbas de woorden van de Q’oran gememoriseerd had. Hij had toen de realiteit om zich heen en hij gebruikte zijn verstand en inzicht om de beroemde woorden ‘een Kufr kleiner dan Kufr’ te uiten. Helaas worden deze woorden gebruikt en misbruikt buiten haar context in een totaal ander omgeving, situatie en ook nog voor een ander doel. Om ons meer te concentreren op het woord ‘een Kufr kleiner dan Kufr’, moeten we begrijpen wat de exacte woorden zijn die zijn gezegd en wat de verschillende geleerden van tafsir (tafsir) en hadith hierover hebben verhaald. Er is letterlijk gezegd, “het is feitelijk niet de Kufr die je denkt dat het is.”Hieruit kunnen we uitmaken dat deze woorden zijn gevallen in de context van een conversatie. Deze conversatie vond plaats tussen hem en de Khwaarij van zijn tijd. Dus zijn vonnis is gegeven overeenkomstig wat zij in hun hoofd dachten. Dit is specifiek voor hun en voor hun tijd. We kunnen van deze regel begrijpen dat hij het nog steeds kufr noemde en dat hij het woord niet veranderde, of gedoogde, hij heeft ook niet gezegd dat het oke was, maar hij noemde het nog steeds kufr. Hij dacht ook aan de realiteit van die tijd en wat er gebeurde met betrekking tot de leiders van zijn tijd. Dus hij gaf antwoord op de onzekerheid van deze mensen in overeenstemming met hun situatie, d.w.z. hij gebruikte de Hukm Shar`ii (En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen!) maar de realiteit paste niet bij deze soort kufr. Nu we ons meer concentreren op de realiteit van zijn tijd, moeten we het volgende in gedachten houden: 1. Dat de leider die deze mensen kafir noemden door de profeet het Paradijs is gegarandeerd, d.w.z. Ali ibn Abi Talib. 2. Mu`awiya (ra), (de tweede die als kaafir werd gelabeld) die belangrijk werk kreeg van de khalifas (de heersers die de Profeet (saws) opvolgden) en die de openbaringen van de Q’oran van de Profeet (saws) opschreef. 3. Beide partijen van de Sahaaba (ra) die van mening verwschilden hadden onderlinge vijandschap en op hetzelfde tijdstip hadden ze meer kennis dan de onwetende mensen van hun tijd, de Khawaarij, maar zij noemden elkaar geen kuffar. 4. Abu Musa alAshari (ra); één van de vroegere Sahaaba van de Profeet (saws), toonde geen teken van moedwillige ongehoorzaamheid toen hij als vertegenwoordiger optrad van Ali (ra). Hij werd in werkelijkheid misleidt. Dus hoe kan iemand die misleidt wordt als een kaafir worden geclassificeerd; voor dingen die hij niet onder controle heeft?!!! 5. Amr ibn alAs (ra) was een grote helper van de Profeet (saws) in de campagne tegen de kuffar en de Profeet (saws) sprak hem met grote aanzien aan. Er kan
van hem gezegd worden dat hij noch moedwillig de boel probeerde te misleiden noch dat hij iemand wilde misleiden. Hij zocht het beste voor de Moslims, zoals alle leden die in deze situatie betrokken waren. 6. Dat de Shariah voor 100% intact was en werd toegepast. Dus, als er een regel plaatsvond anders dan die van Allah SWT, dan is dit voor rekening voor de individue die dit toepaste. Of dit nou uit onwetendheid of door corruptie is gedaan. Dit is wat het meest van belang is. Dit zijn de realiteiten achter de woorden van Ibn Abbas (ra), dat het een fatwa was voor zijn tijd. Welnu, Ibn Abbas (ra) heeft een andere uitspraak gedaan in een algemeen situatie met betrekking tot degenen die niet heersen met de wetten van Allah, waar hij zei: "dat is genoeg kufr"53 dit kan men niet vertalen als kleine kufr. Wanneer hij ‘genoeg’ zegt, kan dit alleen maar worden opgevat als grote kufr. Dit betekent precies wat de Ah lus-sunna walJama'ah hebben gezegd met betrekking tot degenen die oordelen met iets anders dan wat Allah (swt) heeft neergezonden. De Shariah veranderen of iets als een wet maken is grote kufr (kufr alAkbar). Als zij falen om het in SOMMIGE gevallen toe te passen; kan dit worden opgevat als kufr van een kleiner kufr (kufr alAsghar). Deze methode is de manier van Ahl us-Sunna walJama'ah; om alle verzen te gebruiken alvorens tot een oordeel te komen. Terwijl de bid'ii mensen slechts die verzen gebruiken die bij hen passen. Dit feit ondersteunend; niemand zal een uitspraak van Ibn Abbas (ra) of iemand anders vinden wat betreft wetgeving (tashrii') die zegt dat dit "een shirk is van een kleiner shirk." is, aangezien Allah (swt) zegt: أم ﻟﻬﻢ ﺷﺮآﺂءا ﺷﺮﻋﻮا ﻟﻬﻢ ﻣﻦ اﻟﺪﻳﻦ ﻣﺎ ﻟﻢ ﻳﺄذن ﺑﻪ اﷲ و ﻟﻮ ﻻ آﻠﻤﺔ اﻟﻔﺼﻞ ﻟﻘﻀﻰ ﺑﻴﻨﻬﻢ و إن اﻟﻈﺎﻟﻤﻴﻦ ﻟﻬﻢ ﻋﺬاب اﻟﻴﻢ Hebben zij deelgenoten die hun in de dien voorschrijven waartoe Allah geen toestemming heeft gegeven? En als er niet een beslissend woord (van Allah) was, dan zouden zij reeds bestraft zijn. Voorwaar, voor de onrechtvaardigen is er een pijnlijke bestraffing. (42:21) Wij zijn erg verbaasd op degenen die zich “Salafis” noemen, die het woord ‘kufr duna kufr’ van Ibn Abbas gebruiken, en nooit de andere uitspraken gebruiken die het regeren met wat anders dan Allah heeft neergezonden veroordeelt. Om te onderschrijven wat Ibn Abbas en wat ook Ibn Mas`ud heeft gezegd, genoemd in de tafsir van Ibn Kathir wat betreft deze aya, toen hij werd gevraagd wat is reshwa (steekpenning); heeft hij gezegd: “Het is een suht (ziek verkregen rijkdom)” Toen zeiden zei: “Nee wij bedoelen in oordeel en wetgeving” Zei hij: ”" ذاك اﻟﻜﻔﺮ “Dit is de werkelijke kufr” 54
53
Deze uitspraak is authentiek en overgeleverd door Imaam Waki`a in een boek getiteld: Akhbar ulQadaa, v. 1, page 40-45. 54 Zie Tafsir Ibn Kathir Surah Al-Ma’ida 44. Alsmede Akbar Alqdah vol. 1 p 40-45.
AlHaafiz Ibn Kathir رﺣﻤ ﻪ أﷲ.; bekend om zijn beslissende manier met betrekking tot tafsir, gaf geen oordeel aan het begin van tafsir op deze verzen. Waarom heeft Ibn Kathir رﺣﻤ ﻪ أﷲover deze aya geen commentaar geleverd en alleen de commentaren van de Sahaba en anderen gelaten? De realiteit waarop de mensen zich niet op concentreren is dat Ibn Kathir een kundig faqih55 was, het meest belangrijke van deze geleerden is dat zij naar de realiteit van hun bestaande tijd keken waarop zij hun conclusies baseerden. Dit is precies wat Imam Ibn Kathir رﺣﻤﻪ أﷲheeft gedaan. De Imam is niet zomaar gestart van Surah Ma’ida, ayat 44, 45 and 47, maar hij begon bij het onderwerp van bestuur (heerschappij) en (wettelijke) oordelen wat bij aya nummer 40 begint en eindigt bij aya nummer 50. Nadat alle relevante bewijzen waren overgeleverd; toen pas heeft Shaikh Ibn Kathir رﺣﻤﻪ أﷲzijn opinie toegevoegd aan de realiteit van zijn tijd, wat de tijd van de Mongolen inhield. Deze regeerden volgens het boek van Genghis Khan. Deze omstandigheden doen zich nu in onze tijd ook voor. Voordat een faqih meestal een vonnis bereikt en zijn oordeel over een bepaalde zaak geeft; zet hij alle relevante ayaat en ahadith aangaande een bepaalde zaak aan een onderzoek bloot. Daarna komen de uitspraken en oordelen van de Sahaaba, daarna de meningen van andere geleerden. Ten slotte, nadat alle bewijzen zijn voorgelegd, geeft hij zijn vonnis aan het einde van het onderwerp. De vonnissen van Ibn Kathir رﺣﻤﻪ أﷲzijn inderdaad erg serieus. We zijn in staat om zijn belangrijkheid te appreciëren zoals we kunnen lezen: “En wat betreft het koninklijke beleid, waarmee de Tartaren regeerden, dat van hun koning Genghis Khan is genomen, die hen de Al Yaasiq oplegde. Dit was een boek met verschillende wetten die hij uit verschillende shariah’as heeft gehaald. De wetten komen van het Judaisme, Christelijke, de Islamitische religie en andere. Het bevat ook vele wetten die voortkomen uit niets anders dan zijn fantasie en begeertes. Aldus werd het een opgevolgde wet binnen zijn zonen waaraan zij de voorkeur gaven boven het Boek van Allah en de Sunnah van Zijn Profeet (saws). Degene die dit doet is een kafir die bestreden dient te worden totdat hij terug gaat naar de wet van Allah en zijn Boodschapper. Dus niemand anders dan Hij zou moeten regeren in zowel kleine als grote zaken.” 56 We voegen ook toe wat Ibn Kathir رﺣﻤﻪ أﷲheeft gezegd in zijn boek alBidaaya wanNihaaya: “Aldus ieder die de wijze Shariah verlaat die op Muhammad ibn `Abdullah is neergezonden, de Zegel der Profeten, en oordeelt met iets anders dan met de ingetrokken Sharia; is een kafir geworden. Dus hoe zou het zijn voor degenen die oordelen met de al Yaasiq en die het 55
Een Islamitische jurist die de betekenis kent van de Qur’an en Sunna en van die bronnen waaruit oordelen en bewijzen worden afgeleidt voor de realiteit van zijn tijd. De fiqih’s meest overtreffelijke eigenschap is zijn memorisatie van de Qur’an en zijn kennis van de omstandigheden van de openbaring van deze ayaat. 56 Tafsir Ibn Kathir, V. 2, p 63-67
superieur over de Islamitische Shariah laat zijn? Iedereen die dit deed was al reeds een kafir geworden bij consensus (ijma`) van de Moslims.” 57 Shaikh ulIslam Muhammad ibn Abdul Wahhaab رﺣﻤﻪ أﷲ, heft over deze zaak gezegd: "De tweede vorm van de Taghut58 is de tirannieke rechter die veranderingen maakt aan de oordelen van Allah. Het bewijs hiervoor is de uitspraak van Allah (swt): أﻟﻢ ﺗﺮ إﻟﻰ اﻟﺬﻳﻦ ﻳﺰﻋﻤﻮن أﻧﻬﻢ ﺁﻣﻨﻮا ﺑﻤﺎ أﻧﺰل إﻟﻴﻚ و ﻣﺎ أﻧﺰل ﻣﻦ ﻗﺒﻠﻚ ﻳﺮﻳﺪون أن ﻳﺘﺤﻜﻤﻮا إﻟﻰ اﻟﻄﺎﻏﻮت و ﻗﺪ ﻻ ﺑﻌﺪًا ً أﻣﺮوا أن ﻳﻜﻔﺮوا ﺑﻪ و ﻳﺮﻳﺪ اﻟﺸﻴﻄﺎن أن ﻳﻀﻠﻬﻢ ﺿﻼ Heb jij degenen niet gezien die dachten dat zij geloofden in wat aan jou geopenbaard is en in wat er voor jou geopenbaard is? Zij willen volgens de Thaghut berechten, hoewel hen toch bevolen was er niet in te geloven. En het is zo dat de Satan hen ver weg wil doen afdwalen. (4:60) De derde vorm van de Thaghut59 is degene die een oordeel zoekt naar iets anders dan wat allah heft neergezonden. Het bewijs hier voor zijn de woorden van de Meest Verhevene: و ﻣﻦ ﻟﻢ ﻳﺤﻜﻢ ﺑﻤﺎ أﻧﺰل اﷲ ﻓﺄوﻟﺌﻚ هﻢ اﻟﻜﺎﻓﺮون En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen! (5: 42)60
57
Ibn Kathir’s AlBidaaya wan-Nihaaya, V. 13, p. 101 Taghut is een valse wetgever en is afgeleid van de wortel Taghyaan, wat betekent: “de grenzen overschrijden.” Er zijn drie vormen van Taghut systemen, 1. Taghut in het systeem van wetgeving 2. Taghut in het systeem van aanbidding 3. Taghut in het systeem van gehoorzaamheid Zie ad-Darar as-Sunniyyah, V. 10, page 502-524 59 Alhoewel de Taghut drie vormen van systemen heeft; heeft het vijf leiders die het leiden zoals Ibn Qayyim رﺣﻤﻪ اﷲheeft gezegd, 1. Shaitan 2. Degene die aanbeden wordt en ermee tevreden is 3. Degene die anderen oproept om hem te aanbidden 4. Degene die kennis van het ongeziene claimt 5. Degene die regeert met iets anders dan Allah heeft neergezonden Zie Madaarij as-Saalikin Muhammad ibn `Abdul Wahhaab رﺣﻤﻪ اﷲmaakte vijf categoriën, maar er was een ander classificatie van het vijfde aspect: 1. Shaitan 2. Degene wie oordeelt met iets anders dan wat Allah heeft neergezonden 3. Degene die claimt dat hij kennis heeft van het ongeziene, naast Allah 4. Degene die aanbeden wordt en met deze aanbidding tevereden is 5. De tirannieke rechter die veranderingen maakt aan de oordelen van Allah Zie ad-Darar us-Sunniyyah, V. 1, page 109-110 60 ad-Darar us-Sunniyyah fi lAjwabat un-Najdiyya, V. 1, pgs. 109-110 58
Het is dus bewezen; dat iedereen die faalt om te heersen met de wetten van Allah’s Shariah kuffar zijn, niet enkel degenen die de Shariah vervangen. Het is eigenlijk al kufr wanneer je alleen maar tekortschiet om ermee te regeren. Maar degenen die hun eigen Shariah introduceren, zij doen een kufr boven kufr (grote kufr op grote kufr). En degenen die hun eigen Shariah met het zwaard anderen opleggen, doen een kufr boven kufr boven kufr. En degenen die al deze kufr toestaan, zij doen de meeste kufr van allemaal. Zij hebben de religie van Allah SWT totaal verdraaid, wat kufr is hebben zij bestempeld als toegestaan. Het is dus erg duidelijk dat deze mensen die Moslims vermoorden, vanwege hun eigen Shariah, een soort van Khawaarij zijn.