!"#$%"&"'("#)%"'*'+,-,+-.+,+'
© 2010 - Instituut voor Functieclassificatie - Belliardstraat 20 te 1040 Brussel
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
Inhoud Inleiding
4
1. Een grondige aanpak
5
1.1. Een goede mix van instellingen 1.2. Representativiteit 1.3. Methode: goed begonnen is half gewonnen 1.4. Instellingen
2. Het functietapijt als basis voor de benchmark 3. Functies 3.1. Aantal werknemers per geslacht 3.2. Aantal werknemers per departement 3.3. Aantal toegewezen functies per departement 3.4. Spreiding personeel over het functietapijt en de klassen 3.5. Hybride functies 3.6. Ontbrekende functies
4. Arbeidstijd 4.1. Gemiddelde arbeidstijd 4.2. Deeltijdse arbeid per geslacht 4.3. Deeltijdse arbeid per departement 4.4. Deeltijdse arbeid per functie 4.5. Tijdskrediet
5. Leeftijd en Anciënniteit 5.1. Leeftijdspiramide 5.2. Leeftijd per departement 5.3. Dienstanciënniteit 5.4. Dienstanciënniteit per departement 5.5. Financiële anciënniteit 5.6. Extra financiële anciënniteit 5.7. Financiële anciënniteit per departement 5.8. Spreiding financiële anciënniteit per functie
6. Opleiding en diploma 6.1. Opleidingsniveau 6.2. Opleidingsniveau per departement 6.3. Opleidingsniveau voor verzorgend en verplegend personeel 6.4. Opleidingsniveau per klasse
7. Lonen en Barema's 7.1. Spreiding van de barema’s per functie 7.2. Loon en anciënniteit 7.3. Haard- en standplaatsvergoeding 7.4. Functietoeslag 7.5. Extralegale voordelen 7.6. Spreiding loonmassa
5 5 6 6 8 10 10 11 12 13 14 15 17 17 18 19 20 24 25 25 26 27 28 29 30 32 33 37 37 38 39 41 42 42 48 52 53 54 55 /
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
Beste lezer, Sinds 2002 werkt if.ic aan de ontwikkeling van een nieuwe functieclassificatie. Met dit sectorrapport realiseren we een belangrijke stap in dit project. Dit rapport geeft u de analyse van het loononderzoek dat we in samenwerking met 33 rusthuizen uitvoerden. We ontvingen de gedetailleerde gegevens over de lonen en de tewerkstelling van alle medewerkers in deze instellingen. In nauw overleg met de directies en afgevaardigden werd voor elke medewerker de juiste functie binnen de if.ic classificatie aangeduid. Dit maakt een correcte vergelijking mogelijk. Deze benchmark biedt u een uniek inzicht en maakt het mogelijk om de tewerkstelling en de loonstructuur zeer nauwgezet te analyseren. Sommige cijfers bevestigen op het eerste zicht alleen maar wat we wisten. Maar wie de cijfers grondig naleest, krijgt een zeer genuanceerd beeld over welke functies we in de sector terugvinden, over arbeidstijden en deeltijds werk, over de gebruikte lonen en de toegekende barema’s. Deze details zijn nodig om een aangepast beleid te ontwikkelen. Al te vaak baseren we ons daarvoor op gemiddelden. Bij gebrek aan beter. Maar gemiddelden verbergen dikwijls de diversiteit op de werkvloer. Dit rapport helpt u om een beter inzicht in de rusthuissector te krijgen. Rest ons de instellingen te bedanken voor hun onmisbare bijdrage in dit werk. Bel ons gerust voor meer informatie over dit rapport. Het if.ic team helpt u graag verder. Veel leesgenot,
Didier Martens, coördinator Anne-Christel Pirlet, Gaëlle Troukens en Andries Nelissen, consultants
0
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
1. Een grondige aanpak 1.1. Een goede mix van instellingen Een representatief staal van instellingen is belangrijk om een grondige en realistische benchmark te verkrijgen. Alle soorten rusthuizen komen daarom best aan bod. We hebben instellingen gezocht in verschillende categorieën. Daarbij hielden we rekening met : • Regio • Statuut • Grootte In totaal namen 33 rusthuizen uit de privé-sector deel aan dit onderzoek. Volgens de RSZ cijfers voor 2008 telt België in totaal 1.149 privé rusthuizen. De openbare sector werd voorlopig niet opgenomen in de studie. Daarom vindt u in het rapport geen gegevens van OCMW-instellingen. De meeste instellingen in dit rapport werken als vzw. De anderen zijn vennootschappen. In de steekproef zijn kleine instellingen minder vertegenwoordigd omdat zij moeilijker te overtuigen zijn. Het is voor de instellingen niet altijd vanzelfsprekend om personeel vrij te maken voor een studie.
1.2. Representativiteit In totaal verzamelde if.ic voor deze studie de loon- en tewerkstellingsgegevens van 3.502 werknemers. Voor een aantal categoriën in deze onderzoeksgroep werden geen loondata verzameld: Niet actieve werknemers • Bruggepensionneerden • Langdurig zieken ( >1 jaar) • Afwezig (vb. moederschapsrust)
27 126 25
Bijzondere categorieën • Directieleden • Leerovereenkomst
50 13
Laten we de 178 niet-actieve werknemers buiten beschouwing, dan telt onze steekproef 3.324 werknemers, goed voor 2.405 Voltijdse Equivalenten (VTE). Daarmee vertegenwoordigt onze steekproef ongeveer 5,9 % van alle werknemers in de privérusthuizen.
1
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
1.3. Methode: goed begonnen is half gewonnen Met de benchmark willen we een duidelijk zicht krijgen op de loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector. Daarmee kunnen de sociale partners hun beleidskeuzes voor een nieuw loonhuis goed inschatten. Dat loonhuis wordt gebouwd op de nieuwe sectorclassificatie. Daarom is het logisch dat we de verzamelde loongegevens meteen koppelen aan deze sectorclassificatie. Zo kunnen we inschatten hoe deze sectorfuncties vandaag verloond worden. Maar hoe gebeurt dat concreet? In een paritaire werkgroep wijzen directieleden en vakbondsvertegenwoordigers aan elke medewerker een sectorfunctie toe. Daarvoor gebruiken zij een nominatieve personeelslijst. Nominatief omdat er zo geen medewerker over het hoofd wordt gezien. Om aan elke medewerker een sectorfunctie toe te wijzen, vergelijkt de werkgroep de jobinhoud met de functiebeschrijving. If.ic helpt de werkgroep door de sectorfuncties toe te lichten en de verschillen aan te duiden. Daarvoor worden de beschrijvingen uitgebreid overlopen. Bovendien bezorgen de instellingen de loon- en tewerkstellingsgegevens voor alle medewerkers aan if.ic. Deze gegevens worden volledig anoniem verwerkt. Aan het einde van de rit houdt if.ic alleen de link over tussen toegewezen functie en de loongegevens. Daarmee komen we tot de analyses in dit rapport.
1.4. Instellingen In de tabel vindt u de namen van de rusthuizen die meewerkten aan deze loonstudie. Om de geografische spreiding te tonen, tonen we ze ook op een landskaart.
1.4.1. Instellingen in Vlaanderen Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Naam instelling WZC OLV Gasthuis Ten Anker WZC Avondrust Huize Ter Walle WZC Sint-Jozef WZC Veilige Have WZC Ons Zomerheem Avondzon WZC Hof Ter Engelen Sint-Jozef Sint-Vincentius Sint Gabriel WZC Den Olm Huize O.L.V. Van Lourdes Huize Sint-Jozef
Gemeente Poperinge Nieuwpoort Jabbeke Menen Oostkamp Aalter Zomergem Erpe-Mere Lokeren Hamme (O.-Vl.) Antwerpen Antwerpen Bonheiden Zoutleeuw Nieuwerkerken
Bedden 152 88 104 94 131 201 168 152 105 122 94 67 176 81 85
2
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
1.4.2. Instellingen in Brussel Nr. 16 17
Naam instelling Magnolia Nazareth
Gemeente Jette Ukkel
Bedden 183 159
Gemeente Tournai Soignies Soignies Ecaussinnes Lobbes Morlanwelz Froidchapelle Gembloux Namur Namur Waremme Clavier Durbuy Liège Theux Raeren
Bedden 111 273 73 116 73 251 50 108 75 119 58 95 73 113 29 150
1.4.3. Instellingen in Wallonië Nr. 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
Naam instelling Maison De La Providence Maison Marie Immaculee Residence Saint Francois Résidence Comme Chez Soi Maison De La Visitation La Maison De Mariemont Résidence Chez Nous La Chanterelle Clair Sejour Les centres d'accueil De Bouge La Cle Des Champs Chateau D'ochain Domaine De La Rose Blanche Residence Notre Dame De Lourdes Résidence Le Belvedere Marienheim Raeren
3
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
2. Het functietapijt als basis voor de benchmark
Met de benchmark verzamelt if.ic lonen en tewerkstellingsgegevens in de sector. Om dat op een nauwkeurige manier te doen, vertrekken we steeds van dezelfde basis : het functietapijt. Dat is de verzameling van alle sectorfuncties. Omdat er maar liefst 205 sectorfuncties zijn, hebben we ze onderverdeeld in een functietapijt. Dat bestaat uit drie elementen : • • •
Departementen Families Klassen
Het funcietapijt telt zes departementen, die elk een eigen kleur krijgen. Een departement omvat heel wat verschillende functies. Daarom verdelen we ze verder onder in families. Een familie is een groep van functies die samenhoren, zoals bijvoorbeeld de personeelsdienst of de keuken. Het functietapijt telt 14 families. Elke familie heeft een eigen icoon. Daarmee verhogen we de herkenbaarheid. De organisatie van een instelling hoeft natuurlijk niet helemaal gelijk te lopen met dit functietapijt. We hebben tijdens de loonstudie gemerkt dat functies soms anders onderverdeeld zijn. Dat heeft te maken met de organisatie van elke instelling. Deze verschillen doen er eigenlijk niet toe. Het functietapijt geeft alleen maar een overzicht van de sectorfuncties. Alle functies zitten tenslotte in een klasse. Dat is het resultaat van een grondige analyse en weging. Het functietapijt toont voor elke functie ook de klasse. Maar voor de toewijzing van functies in de instellingen waren de klassen minder relevant. Het zijn immers de taken en de jobinhoud van de medewerkers die de toewijzing bepalen. Om dit rapport zo duidelijk mogelijk te maken, werken we in alle tabellen en grafieken met de kleuren en iconen van de fuctiedepartementen en –families. Dit overzicht is daarom een handig instrument om het rapport te lezen.
In bijlage vindt u het functietapijt met de indeling van alle functies in detail.
4
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
!"#$%$&'()*+,
-.'+/"$+%&'+%,
0+"$&123 4+12%$&12,
5)()#+"$&12,
5&612.37.1$))/,
8.(9,
5
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
3. Functies In dit hoofdstuk analyseren we hoe vaak de functies op het terrein voorkomen. We bepalen daarmee het “soortelijk gewicht” van elke functie. We staan ook stil bij de hybride functies en de meest frequente ontbrekende functies.
3.1. Aantal werknemers per geslacht
6789:7;78<'=78'>7@ABC'
91%
9%
Man
Vrouw
•
De rusthuissector is overduidelijk een sector met vrouwelijke tewerkstelling. Maar liefst 91% van alle medewerkers zijn vrouwen.
•
In de zorgfuncties zijn de vrouwen nog meer vertegenwoordigd: • Bij de verpleegkundigen zijn amper 6,78 % van de werknemers mannen. • Bij de zorgkundigen is dat zelfs maar 3,36 %. • Van de directiefuncties wordt 60 % door een man uitgeoefend.
•
Blijkbaar wordt de zorg vooral als een vrouwelijk gegeven gezien. Om de tekorten weg te werken, doet men er goed aan om meer mannen ervan te overtuigen dat ze in de ouderenzorg ook een volwaardige carrière kunnen uitbouwen.
,+
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
3.2. Aantal werknemers per departement
DE==7:'=78'F7=@8C;7:C' 3,54%!
(G"'=78'F7=@8C;7:C' 3,76%!
22,46%!
21,81%!
7,93%! 62,67%!
7,47%! 63,62%!
1,32%! 1,29%!
!"#$%$&'()*+,
-.'+/"$+%&'+%,
0+"$&1234+12%$&12,
5)()#+"$&12,
5&612.37.1$))/,
:+(;/+9$%9,<,:+(=.(9$%9,
Omdat elke functie is ingedeeld in een departement, is het gemakkelijk te bepalen hoe de verdeling van het personeel er in de praktijk uit ziet.
•
Meer dan 60 % van het personeel is tewerkgesteld in de zorg. Nog eens 8 % werkt in een paramedische functie. Zorg is de kerntaak van de instellingen en daar wordt het personeel duidelijk op ingezet.
•
Bijna één op vier werknemers werkt in de hoteldiensten, zoals keuken en onderhoud.
•
Minder dan 5 % van het personeel wordt ingezet in de administratie en de psycho-sociale diensten.
,,
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
3.3. Aantal toegewezen functies per departement In de praktijk komen lang niet alle beschreven functies overal voor. In alle rusthuizen samen werden in totaal 83 verschillende functies toegewezen. Per rusthuis (mediaanwaarden) onderscheiden we gemiddeld 20 functies.,
H@:C@?'CE7>7I7J7:'KL:AM7<'=78'F7=@8C7;7:C'NO7FP@@:Q' F, E, D, C, B,
7
A, @, ?, >,
5
4
3 0
1
•
Algemeen zien we in de rusthuizen dat er uniforme groepen van standaardfuncties gebruikt worden. Rusthuizen zijn relatief kleine organisaties.
•
Het verplegend en verzorgend departement is dan wel het grootste, maar in aantal functies is het toch beperkt. Gemiddeld zijn er 5 verschillende functies.
•
Hoewel de administratie in rusthuizen weinig personeel vertegenwoordigt, tellen we gemiddeld 4 verschillende functies. Het is geen toeval dat de weinige administratieve medewerkers vaak verschillende functies combineren.
,.
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
3.4. Spreiding personeel over het functietapijt en de klassen
Klassen
Deze tabel toont de spreiding van het personeel over het functietapijt. De cijfers worden uitgedrukt in percentages die het aantal voltijds equivalenten per departement en per klasse weergeven. ADMINISTRATIE
20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4
0,00% 0,07% 0,00% 0,26% 0,11% 0,11% 0,59% 0,39% 1,39% 0,00% 0,27% 0,03% 0,64% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
HOTEL, MEDISCH LOGISTIEK & TECHNISCH & PARAMEDISCH TECHNIEK APOTHEEK
0,00% 0,12% 0,00% 0,04% 0,17% 0,13% 0,65% 0,20% 0,21% 1,83% 1,41% 0,03% 0,41% 0,26% 2,15% 2,08% 12,57%
0,00% 0,00% 0,00% 0,03% 0,34% 0,01% 5,19% 0,00% 2,00% 0,05% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
PSYCHOSOCIAAL
VERPLEGING VERZORGING
Eindtotaal
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,08% 0,16% 1,03% 0,04% 0,01% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,47% 0,04% 3,95% 0,93% 0,45% 18,67% 0,00% 1,93% 36,21% 0,00% 0,00% 2,27% 0,04% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,66% 0,04% 4,27% 1,63% 0,85% 26,14% 0,63% 5,54% 38,08% 1,67% 0,06% 3,32% 0,30% 2,15% 2,08% 12,57%
Dit overzicht duidt het zwaartepunt van de organisaties aan. In de rusthuizen zijn dat duidelijk de zorgkundigen in klasse 11. Daar vinden we 35 % van al het personeel terug. De lijst hieronder toont het overzicht van de meest voorkomende functies. Samen vertegenwoordigen ze 87 % van alle werknemers in de rusthuizen.
De top 10 van de meest voorkomende functies in de sector: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Zorgkundige Verpleegkundige Schoonmaker en Keukenhulp Kinesitherapeut, Ergotherapeut, Logopedist Hoofdverpleegkundige Logistieke hulp in een verpleeg- of verblijfseenheid Hulpkok, Tuinman en Hulpvakman Onderhoudsmedewerker, medewerker wasserij/cafetaria Animator Begeleider gernormaliseerd wonen
Klasse 11 Klasse 14 Klasse 4 Klasse 14 Klasse 17 Klasse 8
36,21 % 18,67 % 12,57 % 5,19 % 3,95 % 2,27 %
Klasse 6 Klasse 5 Klasse 12 Klasse 12
2,15 % 2,08 % 2,00 % 1,91 %
,/
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
3.5. Hybride functies
Als een werknemer twee of drie verschillende functies uitoefent, worden er meerdere if.ic beschrijvingen toegewezen. Zo'n combinatie noemen we een hybride functie. 94 % van de hybride toepassingen is een combinatie van twee functies. Een combinatie van drie functies komt weinig voor. Aan de eerste functie besteedt men tweederde van de arbeidstijd. Van alle toewijzingen in de testgroep waren slechts 8 % hybride toepassingen. Het gaat dus over een beperkt aantal werknemers. In de meeste gevallen gaat het bovendien om vier functiegroepen :
•
Administratieve functies : in de ouderenzorg wordt slechts 3 % van al het personeel ingezet in de administratieve diensten. Het is daarom niet vreemd dat hier veel functies gecombineerd worden. De functie bediende facturatie wordt bijvoorbeeld in 71 % van de gevallen gecombineerd met andere administratieve functies zoals de administratieve bediende of de medewerker personeelsdienst.
•
De functies keukenhulp en hulpkok worden vaak gecombineerd met andere ondersteunende functies. Deze functies zijn in de ouderenzorg vaak erg polyvalent en komen vaak voor in diensten waar men afwisselt tussen verschillende posten.
•
Leidinggevende functies worden ook vaak gecombineerd. De functie diensthoofd van de personeelsadministratie oefent bijvoorbeeld in 100 % van de gevallen nog een andere functie uit, zoals hoofdboekhouder of diensthoofd administratie.
•
Functies in de animatie : één op de drie animatoren oefent ook een andere paramedische of zorgfunctie uit. Maar liefst 11 % van de animatoren zijn bijvoorbeeld ook ergotherapeut. De hoge frequentie van deze combinatie wijst er op dat de beschrijving van de functie ergotherapeut misschien niet helemaal toepasbaar is in de sector. Er werden bovendien erg veel bemerkingen geformuleerd bij de toewijzing en in sommige instellingen werd de functie zelfs als ontbrekend aangegeven omdat het verschil tussen de reële functie en de beschrijving te groot was. Andere instellingen hebben dat verschil opgevangen door een combinatie toe te wijzen van de functies animator + ergotherapeut.
,0
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
3.6. Ontbrekende functies Hoewel er al 205 functies beschreven zijn, bestaan er nog een aantal hiaten in de if.ic classificatie. Functies die we tijdens de loonstudie zien in een instelling maar die nog niet beschreven zijn, worden als ontbrekende functie opgenomen. Hieronder vindt u een lijst van deze ontbrekende functies. In totaal gaat het om 107 werknemers. Amper 3 % van het totale werknemersbestand. De classificatie dekt 97 % van de functies op het terrein. De ontbrekende functies die door de instellingen het meest worden genoemd, zijn de medewerker maaltijdbedeling en de logistieke hulp in de ouderenzorg. Deze functies overlappen elkaar. Het gaat om medewerkers die instaan voor de maaltijdbedeling en allerhande logistieke taken. Ze oefenen geen zorgtaken uit. We kunnen deze functie daarom ook niet vergelijken met het profiel 6071Logistiek Medewerker in een verpleeg- of verblijfseenheid, zoals in de ziekenhuizen. Het lijkt aangewezen om een aangepaste beschrijving op te maken bij het onderhoud van de classificatie. Dat kan uiteraard ook voor de andere ontbrekende functies.
3.6.1. Departement administratie Functie
Toelichting
Adjunct-departementsverantwoordelijke administratie Administratieve medewerker vorming Stafmedewerker directie Administratief bediende dienst animatie Medewerker communicatie
Aantal 1
Biedt hoofdzakelijk uitvoerend ondersteuning bij opmaak en evaluatie van vormingsprogramma
1
Geeft raad aan de directie over het beleid, verzekeringen, uitbreidingen enz.
2
Staat in voor administratieve taken binnen de animatie (affiches, uitnodigingen, layout, …)
1
Staat in voor het beheer van de website, de huiskrant en de interne communicatie
1
3.6.2. Hotel, Logistiek & Techniek Functie
Toelichting
Preventieadviseur niveau 3 Keukenhulp
4 Maakt boterhammen klaar, portionneert maaltijden en onderhoudt de keuken (enkele taken uit beschrijving 2691)
Adjunct-departementsverantwoordelijke hoteldiensten Medewerker bouwprojecten Medewerker maaltijdbedeling Medewerker menus Verantwoordelijke cafetaria Huisbewaarder
Aantal 7 1
Ingenieur die alle bouwprojecten opvolgt: contact aannemers en architecten, opmaken lastenboeken, organiseren werfvergaderingen Staat in voor de maaltijdverdeling en- voorbereiding binnen zorgafdelingen (geen toediening maaltijden !) Wint inlichtingen in bij patiënten mbt het gewenste menu Beheert de cafetaria Instaan voor orde in het rusthuis en contacten met de families (niet wat betreft verpleegkundige problemen)
1 18 1 3 1
3.6.3. Paramedisch departement Functie
Toelichting
Aantal
Ergotherapeut residentiële ouderenzorg
Functie tussen animatie en ergotherapie die niet overeenkomt met beschrijving 4072
5
Referentie ergotherapeut
Ergotherapeut die referent is voor hef en tilbeleid, dementiebeleid, palliatieve zorgen
3
Kinesitherapeut die de hef en til-procedures coordineert
1
Coordinator Hef- en Tiltechnieken
,1
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
3.6.4. Verpleging & verzorging departement Functie
Toelichting
Biedt logistieke ondersteuning aan afdelingen zonder zorgtaken. bvb. verdeling maaltijden, linnen, smeren van boterhammen, aanvullen van Logistieke hulp residentiële ouderenzorg incontinentiemateriaal en onderhouden van klein sanitair materiaal, logistieke ondersteuning animatie Medewerker bewonerstransport Leefgroepbegeleider
Medicatieverpleegkundige Snoezelverantwoordelijke
22
Staat enkel in voor het transport van bewoners in rolstoel in de instelling (beschrijving 6072 teveel op ziekenhuis gericht)
3
Begeleider in een leefgroep (eenheid) niet noodzakelijk een verpleegkundige, vergelijkbaar met de functie van opvoeder (6273)
8
Begeleider dagverzorgingscentrum Referentieverzorgende
Aantal
3 Zorgkundige met een referentietaak, vb verantwoordelijke correct toepassen van hef & tiltechnieken Houdt zich bezig met de voorbereiding van de medicatie, klaarmaken medicatiedozen maar geen verdeling Medewerker (opvoeder, ergotherapeut, …) die zich bezig houdt met de snoezelruimte
8 2 1
Coordinator
Staat in voor coordinatie van: woonvorm voor psychiatrische bewoners, dagcentrum, kortverblijf, ROB/RVT
5
Hef en til Verpeegkundige
Verpleegkundige die binnen de afdeling waakt op correcte toepassing en opvolging van hef en til procedure bij de bewoners
4
,2
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
4. Arbeidstijd De 38-uren week is voor het loon en tewerkstellingsbeleid nog steeds het uitgangspunt. In de nonprofit is deeltijdse arbeid echter eerder de regel dan de uitzondering. In dit hoofdstuk bekijken we het profiel van de arbeidstijd in de rusthuizen.
4.1. Gemiddelde arbeidstijd
Een werknemer in de rusthuissector werkt gemiddeld 28 uren per week. Dat is slechts 73 % van het tewerkstellingsvolume. We merken daarbij een groot verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwen werken gemiddeld 27,25 uren per week (72 %). Mannen werken gemiddeld 32 uren (84 %). Deeltijdse arbeid is dus sterk ingeburgerd in de rusthuizen.
,3
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
4.2. Deeltijdse arbeid per geslacht
H8R7PF<MSF'=78'87>P;7''
33,36% 29,02% 10,48%
24,34% 2,79%
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
(8ELI'
38u
O@:'
25,98% 21,79%
34,47%
4,64%
2,95%
11,43% 25,57%
11,04%
61,07%
1,07%
•
33,45 % van alle werknemers in de sector werkt halftijds (<20 u).
•
61 % van de mannelijke werknemers werkt voltijds. Een vijfde van de mannen werkt halftijds.
•
Bij de vrouwelijke werknemers werkt slechts één op vier voltijds. De grootste groep (35%) werkt halftijds. Nog een kwart van de vrouwen werkt tussen de 26 en 32 uren per week.
,4
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
4.3. Deeltijdse arbeid per departement
H8R7PF<MSF'=78'F7=@8C7;7:C'' C>G, BCG, B>G, ACG, A>G, @CG, @>G, ?CG, ?>G, CG,
H@>I, @>I,3,H@DI, @DI,3,HA@I, A@I,3,HAFI, AFI,
>G,
•
Halftijds werk (<20 u) komt in bijna alle departementen het meest voor. We zien hier uitschieters in het psycho-sociale en het paramedische departement. Vermoedelijk combineren werknemers hun job in deze departementen soms ook met een job in een andere instelling of met een zelfstandige praktijk.
•
Voltijds werk komt het tweede meeste voor, maar nooit meer dan 30 %.
•
Een miniem aantal werknemers (2 tot 5 %) heeft een contract tussen 32 en 38 uren.
,5
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
4.4. Deeltijdse arbeid per functie Deze tabellen geven per functie en per familie een overzicht van de spreiding in de arbeidstijd. Zo krijgt u een gedetailleerd overzicht. De tabel met de verpleegkundigen (code 6370 – Verpleegkundige residentiële ouderenzorg) toont bijvoorbeeld aan dat 27 % in deze functiegroep minder dan 20 u per week werkt. Anderzijds werkt 39% van de verpleegkundigen voltijds. Let wel op : in dit overzicht wordt elke functie als een apart gegeven beschouwd. Werknemers die een hybride functie uitoefenen, worden hier twee keer als een deeltijdse werknemer opgenomen . Dit kan het beeld in beperkte mate vertekenen.
4.4.1. Departement administratie 4.4.1.1. Administratie CODE
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
1041
Kwaliteitscoördinator
1020
Dienstverantwoordelijke Administratie
17
38%
20%
43%
0%
0%
16
100%
0%
0%
0%
0%
1030
Adjunct-Dienstverantwoordelijke Administratie
15
43%
0%
0%
0%
57%
1070
Directiesecretaris
14
22%
0%
26%
0%
52%
1073
Secretaris op een Dienst of Departement
12
59%
0%
20%
5%
16%
1079
Administratief Bediende
10
55%
34%
0%
0%
11%
1075
Medewerker Onthaal / Receptie / Telefonie
8
54%
4%
30%
0%
11%
4.4.1.2. Financiële dienst CODE
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
1220
Hoofdboekhouder
17
14%
0%
57%
0%
29%
1230
Adjunct-Hoofdboekhouder
15
42%
0%
0%
0%
58%
1270
Boekhouder
13
33%
10%
17%
10%
30%
1273
Bediende Facturatie
12
58%
3%
20%
0%
20%
1290
Hulp Boekhouder
9
100%
0%
0%
0%
0%
1293
Hulp Facturatie
8
100%
0%
0%
0%
0%
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
1610
Verantwoordelijke Personeelsdienst
19
50%
0%
0%
0%
50%
1620
Dienstverantwoordelijke HR Ontwikkeling
16
100%
0%
0%
0%
0%
1621
Dienstverantwoordelijke Personeelsadministratie
16
100%
0%
0%
0%
0%
1640
Stafmedewerker Vorming
16
100%
0%
0%
0%
0%
1660
Gespecialiseerd Medewerker HR Ontwikkeling
14
0%
0%
0%
0%
100%
1661
Gespecialiseerd Medewerker Personeelsadministratie
14
50%
21%
19%
0%
11%
1671
Medewerker Personeelsadministratie
12
57%
0%
43%
0%
0%
4.4.1.3. Personeelsdienst CODE
.+
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
4.4.2. Hotel, Logistiek & Techniek 4.4.2.1. Hoteldienst CODE
FUNCTIE
KLASSE
2010
Departementsverantwoordelijke Hoteldiensten
19
2020
Dienstverantwoordelijke Huishoudelijk Onderhoud
15
2030
Adjunct-Dienstverantwoordelijke Huishoudelijk Onderhoud
13
2070
Chauffeur Patiëntenvervoer
2051
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
0%
0%
50%
0%
50%
11%
44%
0%
0%
44%
15%
0%
21%
21%
43%
9
100%
0%
0%
0%
0%
Voorwerker
8
26%
10%
7%
19%
38%
2075
Chauffeur
7
56%
0%
0%
0%
44%
2071
Kapper
6
77%
0%
0%
23%
0%
2074
Medewerker Wasserij
5
57%
29%
8%
0%
6%
2072
Schoonmaker
4
49%
16%
23%
4%
9%
CODE
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
2210
Verantwoordelijke Technisch Departement
19
0%
0%
0%
0%
100%
2240
Stafmedewerker Gebouwenbeheer
17
0%
0%
0%
100%
0%
2220
Dienstverantwoordelijke Technische Dienst
16
100%
0%
0%
0%
0%
2230
Preventieadviseur - Adjunct-Dienstverantwoordelijke
15
100%
0%
0%
0%
0%
2250
Ploegverantwoordelijke Technische Dienst
14
5%
17%
0%
0%
78%
2260
Gespecialiseerd Vakman
12
0%
0%
20%
0%
80%
2270
Vakman
10
0%
0%
0%
0%
100%
2271
Polyvalent Medewerker Technisch Onderhoud
10
16%
3%
4%
0%
77%
2272
Bewaker
7
0%
40%
27%
0%
33%
2273
Tuinman
6
0%
0%
0%
47%
53%
2290
Hulpvakman
6
33%
67%
0%
0%
0%
2291
Onderhoudsmedewerker
5
41%
3%
19%
0%
38%
4.4.2.2. Technische dienst
4.4.2.3. Magazijn & Aankoop CODE
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
2470
Aankoper
15
100%
0%
0%
0%
0%
2422
Dienstverantwoordelijke Magazijn
14
100%
0%
0%
0%
0%
2471
Administratief Medewerker Aankoop
10
63%
0%
0%
38%
0%
2472
Magazijnier
10
100%
0%
0%
0%
0%
2473
Medewerker Economaat
9
100%
0%
0%
0%
0%
2492
Hulpmagazijnier
5
53%
0%
23%
0%
23%
CODE
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
2620
Dienstverantwoordelijke Voeding
16
29%
0%
0%
0%
71%
2621
Chef-Kok
14
6%
0%
0%
9%
85%
2671
Kok
11
20%
0%
17%
4%
59%
2690
Hulpkok
6
45%
4%
24%
4%
23%
2672
Medewerker Restaurant/Cafetaria
5
60%
9%
21%
0%
10%
2691
Keukenhulp
4
46%
27%
21%
1%
5%
4.4.2.4. Keuken
.,
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
4.4.3. Paramedisch departement 4.4.3.1. Paramedische diensten CODE
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
4020
Dienstverantwoordelijke Paramedische Diensten
4021
Dienstverantwoordelijke Kinesitherapie
16
6%
0%
35%
0%
59%
16
100%
0%
0%
0%
0%
4022
Dienstverantwoordelijke Ergotherapie
16
0%
0%
0%
0%
100%
4026
Dienstverantwoordelijke Animatie
14
24%
38%
0%
0%
38%
4071
Kinesitherapeut
14
57%
14%
21%
0%
8%
4072
Ergotherapeut
14
27%
1%
27%
5%
40%
4074
Logopedist
14
73%
9%
18%
0%
0%
4075
Diëtist
14
67%
0%
0%
0%
33%
4081
Audioloog
14
100%
0%
0%
0%
0%
4078
Animator in de Residentiële Ouderenzorg
12
49%
18%
15%
2%
17%
4079
Pedicure
12
100%
0%
0%
0%
0%
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
5070
Psycholoog
16
75%
0%
25%
0%
0%
5072
Spiritueel Begeleider
15
69%
15%
0%
0%
15%
5077
Medewerker Sociale Dienst in de Residentiële Ouderenzorg
14
32%
19%
7%
3%
40%
5082
Verantwoordelijke Vrijwilligers
13
100%
0%
0%
0%
0%
4.4.4. Psycho-Sociaal departement 4.4.4.1. Psycho-Sociale diensten CODE
..
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
4.4.5. Verpleging & verzorging
4.4.5.1. Verpleging & verzorging CODE
FUNCTIE
KLASSE
<20u
20u - <26u
26u - <32u
32u - <38u
38u
6010
Verpleegkundige - Diensthoofd
19
26%
0%
0%
11%
63%
6111
Hoofdverpleegkundige - Coördinator
18
0%
0%
0%
0%
100%
6162
Verpleegkundige Ziekenhuishygiënist
17
100%
0%
0%
0%
0%
6320
Hoofdverpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
17
4%
1%
10%
2%
83%
6122
Hoofdverpleegkundige Ziekenhuis (kleine afdeling)
16
0%
0%
0%
0%
100%
6161
Referentieverpleegkundige
16
100%
0%
0%
0%
0%
6040
Stafmedewerker Zorgbeleid
16
53%
0%
20%
0%
27%
6330
Adjunct Hoofdverpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
16
4%
0%
27%
0%
70%
6166
Referentieverpleegkundige binnen dienst/afdeling
15
25%
0%
37%
0%
37%
6370
Verpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
14
27%
10%
23%
1%
39%
6371
Begeleider Genormaliseerd Wonen
12
71%
8%
13%
3%
5%
6372
Zorgkundige Residentiële Ouderenzorg
11
34%
9%
30%
3%
23%
6071
Logistiek Medewerker in een verpleeg- of verblijfseenheid
8
38%
27%
21%
5%
9%
6072
Medewerker Intern Patiëntenvervoer
8
55%
45%
0%
0%
0%
./
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
4.5. Tijdskrediet
GPSF<987FP7C'
4,14% 91,97%
8,03% 2,79%
Voltijds Tijdskrediet
Halftijds Tijdskrediet
1,10%
4/5 Tijdskrediet
•
De verschillende formules van tijdskrediet komen vaak voor in de rusthuissector. In totaal gebruikt 8 % van de werknemers een vorm van tijdskrediet.
•
In meer dan de helft van de gevallen wordt 1/5e tijdskrediet opgenomen. In een derde van de gevallen gaat het om halftijds tijdskrediet. Voltijds tijdskrediet komt het minst voor.
•
Tijdskrediet wordt vooral gebruikt door vrouwen. Mannen nemen slechts 5 % van het tijdskrediet op. Dat is relatief, want mannen vertegenwoordigen ook maar 9% van het personeel in de sector.
.0
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
5. Leeftijd en Anciënniteit De anciënniteit van de werknemers is een cruciale parameter voor het personeelsbeleid in de sector. Leeftijd en anciënniteit vertellen ons iets over de duurzaamheid van de tewerkstelling. De impact van de anciënniteit op de barema’s bepaalt bovendien ook de kostprijs van het personeel. Redenen genoeg om deze elementen grondig te analyseren.
5.1. Leeftijdspiramide
T77UPSF<=P8@;PF7'=78'>7@ABC' 0)%,
:(.IL,
KDCJ, D>,3,HDCJ, CC,3,HD>J, C>,3,HCCJ, BC,3,HC>J, B>,3,HBCJ, AC,3,HB>J, A>,3,HACJ, @C,3,HA>J, @>,3,H@CJ, H@>J, BG,
?G,
DG,
??G,
?DG,
•
De gemiddelde leeftijd van de werknemer in de ouderenzorg is 39,5 jaar.
•
Het personeel in de rusthuizen is zelf aan het vergrijzen. De grootste groep werknemers is tussen de 45 en 50 jaar oud (16 %). In totaal is meer dan 50 % van het personeel ouder dan 40 jaar.
•
De hogere gemiddelde leeftijd kan er op wijzen dat vele werknemers pas op oudere leeftijd instromen in de sector.
.1
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
5.2. Leeftijd per departement T77UPSF<=P8@;PF7'=78'F7=@8C7;7:C'
!"#$%$&'()*+,
MG,
-.'+/"$+%&'+%,
?@G,
@@G,
B?G,
@AG,
AFG,
@CG,
@G,
@BG,
AG,
H@>J,
>G,
@>J,3,HA>J,
0+"$&1234+12%$&12,
A>J,3,HB>J, 5)()#+"$&12,
@CG,
5&612.37.1$))/,
@CG,
@FG,
:+(;/+9$%9,<,:+(=.(9$%9,
@CG,
@EG,
ABG,
@CG,
@EG,
A?G,
?DG, >G,
?FG, @G,
B>J,3,HC>J, C>J,3,HD>J, ND>J,
?DG, ?G,
>G, ?>G, @>G, A>G, B>G, C>G, D>G, E>G, F>G, M>G,?>>G,
•
Ook hier is de groep van werknemers tussen 40 en 50 jaar duidelijk de grootste . Enige uitzondering op de regel is de groep van het paramedisch personeel.
•
Binnen de zorg en het paramedisch personeel is de jongste groep (20 – 30 jaar) duidelijk groter (25 %) dan in de administratie en de hoteldiensten. In de administratie en de hoteldiensten zien we het omgekeerde : daar is de categorie 40 plussers merkelijk groter. Dit kan er op wijzen dat de uitstroom sneller verloopt in de zorg. Dat is een algemene conclusie : dit beeld verschilt voor verpleegkundigen en zorgkundigen.
.2
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
5.3. Dienstanciënniteit
VP7:
7@ABC' 0)%,
:(.IL,
NACJ, A>J,3,HACJ, @CJ,3,HA>J, @>J,3,H@CJ, ?CJ,3,H@>J, ?>J,3,H?CJ, CJ,3,H?>J, ?J,3,HCJ, H?J, 6% 4% 2% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20% 22% 24% 26%
•
De dienstanciënniteit zegt ons hoe lang de werknemers in dienst zijn in de instelling. Het beeld verschilt hier grondig van de leeftijdspiramide.
•
Meer dan 60 % van de werknemers in de rusthuissector heeft een dienstanciënniteit van minder dan 10 jaar. Dat staat in schril contrast met de leeftijdsverdeling : meer dan de helft van alle werknemers is ouder dan 40 jaar. Dat zou er kunnen op wijzen dat oudere werknemers later instromen in de sector.
•
Er is hoe dan ook een groot verloop binnen het personeel. De gemiddelde dienstanciënniteit bedraagt 8,9 jaar. Dat betekent dat een werknemer in de ouderenzorg gemiddeld niet langer dan 8,9 jaar in dezelfde instelling blijft werken.
.3
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
5.4. Dienstanciënniteit per departement
VP7:
!"#$%$&'()*+, FG,
?MG,
A?G,
?>G, ?>G, ??G, DG,
H?J, ?J,3,HCJ,
-.'+/"$+%&'+%, 0+"$&1234+12%$&12,
?BG,
@DG,
@CG,
?@G, MG, DG,AG,
CJ,3,H?>J, ?>J,3,H?CJ,
>G,
?CJ,3,H@>J, 5)()#+"$&12,
?@G,
A?G,
@FG,
??G, EG, ??G,?G,
@>J,3,H@CJ, @CJ,3,HA>J,
5&612.37.1$))/,
?@G,
A@G,
:+(;/+9$%9,<,:+(=.(9$%9,
?BG,
@EG,
@BG, @?G,
?CG, CG,DG,EG, ?AG, MG, MG,BG,
A>J,3,HACJ, NACJ,
>G, ?>G, @>G, A>G, B>G, C>G, D>G, E>G, F>G, M>G,?>>G,
De analyse van de dienstanciënniteit in de verschillende de departementen toont enkele nuances:
•
De hoogste dienstanciënniteit vinden we terug in het administratief departement.
•
Binnen het paramedisch departement ligt de dienstanciënniteit het laagst. Meer dan 70 % van de paramedische medewerkers heeft een anciënniteit van minder dan 10 jaar.
.4
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
5.5. Financiële anciënniteit De financiële anciënniteit duidt aan volgens welke anciënniteit de werknemer wordt betaald. Deze is meestal hoger dan de dienstanciënniteit. De relevante ervaring die de werknemer in andere instellingen heeft opgedaan, wordt hierin (gedeeltelijk) overgenomen. Ook kan het gebeuren dat de instelling zelf bijkomende anciënniteit toekent, vooral bij functies die schaars zijn op de arbeidsmarkt. Het verschil tussen de dienstanciënniteit en de financiële anciënniteit omschrijven we als de extra financiële anciënniteit.
XP:@:APW?7'@:APW::PC7PC'YE?>7:<'?77UPSF' 0)%,
:(.IL,
!35j 30j - <35j 25j - <30j 20j - <25j 15j - <20j 10j - <15j 5j - <10j 1j - <5j <1j 4%
2%
0%
2%
4%
6%
8%
10% 12% 14% 16% 18% 20%
•
De gemiddelde financiële anciënniteit is 11,35 jaar.
•
De financiële anciënniteit ligt dus 2,5 jaar hoger dan de dienstanciënniteit. Dat betekent dat er voor het loon gemiddeld 2,5 jaar extra anciënniteit wordt toegekend.
•
De werknemer is gemiddeld 39,5 jaar oud. Dat betekent dat die werknemer al een loopbaan van ca. 19 jaar achter de rug heeft, waarvan 8,9 in hetzelfde rusthuis. De overige 10 jaar heeft de werknemer elders gepresteerd of niet gewerkt. Daarvan wordt dus gemiddeld 2,5 jaar ervaring overgenomen als extra financiële anciënniteit.
.5
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
5.6. Extra financiële anciënniteit
Z@@8'
[7;PFF7?F7'TEE=R@@:' @>, ?F, ?D, ?B, ?@, ?>, F, D, B, @, >,
!%1$O%%$'+$',$%,"+,$%&'+//$%9,
PQ'(),R$%)%1$O/+,!%1$O%%$'+$',
PQ'+(%+,.S,T%"+(U(.V+%,W..;U))%,
Een werknemer krijgt dus gemiddeld 2,5 jaar extra financiële anciënniteit bovenop de dienstanciënniteit. Maar:
•
De helft van alle werknemers heeft geen extra financiële anciënniteit . Hun financiële anciënniteit is gelijk aan hun aantal dienstjaren.
•
38 % van het personeel heeft wél extra financiële anciënniteit. We merken dat deze toeneemt met de hoogte van het diploma : het lijkt erop dat werknemers met een hoger diploma meer extra financiële anciënniteit krijgen.
•
Bij 11 % van de werknemers ligt de financiële anciënniteit lager dan de dienstanciënniteit. Twee mogelijke verklaringen:
• Een groep van werknemers heeft loopbaan gedurende enkele jaren onderbroken. • Een andere groep van werknemers heeft een barema waarin de dienstanciënniteit pas na twee jaren werd meegeteld voor de financiële anciënniteit. Deze wachttijd werd inmiddels geschrapt uit de CAO’s maar heeft wel nog impact op een deel van het personeel.
/+
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
"\C8@']:@:APW?7'@:APW::PC7PC' AE^EEG,
?>G,
AD^M?G,
MG,
CM^DFG,
FG, EG, DG, CG, BG, AG, @G, ?G, >G, 3?>, 3M, 3F, 3E, 3D, 3C, 3B, 3A, 3@, 3?, >, ?, @, A, B, C, D, E, F, M, ?>, !)%')/,J)(+%,+Q'(),R$%)%1$O/+,!%1$O%%$'+$',
8.(9VI%"$9+,
X+"$;/.#++("Y9+U(+Z+[++("Y!@,
\)12+/.(YX()"I))'Y-T]4Y!?,
In de tabel zien we het aantal jaren extra financiële anciënniteit dat aan het verzorgend en het verpleegkundig personeel is toegekend. Bij de zorgkundigen zien we dat bijna 60 % evenveel financiële als dienstanciënniteit heeft.
•
7 % heeft een financiële anciënniteit die één jaar lager ligt dan de dienstanciënniteit. Deze groep heeft de loopbaan met één jaar onderbroken of eerder elders gewerkt, gedurende een periode die niet lang genoeg was om de anciënniteit te laten overnemen door de nieuwe werkgever.
•
20% van de zorgkundigen heeft tussen de één en de vijf jaar extra financiële anciënniteit. Bij hen werd (een deel van de) nuttige ervaring van een eerdere tewerkstelling in rekening gebracht.
Bij de verpleegkundigen zien we een ander beeld:
•
Slechts 35 % van de A-2 verpleegkundigen heeft evenveel financiële als dienstanciënniteit. Bij de A-1 verpleegkundigen is dat zelfs maar 25 %.
•
De groep die extra financiële anciënniteit heeft is veel groter. Van de A-2 verpleegkundigen heeft 25 % 1 tot 5 jaar extra financiële anciënniteit. Bij de A-1 verpleegkundigen heeft bijna 15 % een anciënniteit tussen de 10 en de 15 jaar laten overnemen.
Verpleegkundigen in de rusthuissector komen in vele gevallen pas op iets latere leeftijd in de sector werken. Om ze te kunnen aantrekken moet de werkgever een investering doen door de nuttige ervaring te valoriseren en extra financiële anciënniteit toe te kennen. /,
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
5.7. Financiële anciënniteit per departement Met onderstaande grafiek geven we de verdeling van de financiële anciënniteit binnen de verschillende departementen weer.
XP:@:APW?7'@:APW::PC7PC'=78'F7=@8C7;7:C'
!"#$%$&'()*+, @G,MG,
?BG,
?MG,
@AG,
@>G,
?>G,
<1j -.'+/"$+%&'+%,
MG,
@?G,
@@G,
?BG,
?AG,
FG, EG,
1j - <5j 5j - <10j
0+"$&1234+12%$&12,
>G,
>G,
5)()#+"$&12,
FG,
?MG,
5&612.37.1$))/, EG,
@>G,
10j - <15j @MG,
?FG,
?MG,
?DG,
?EG,
MG,
?BG, @G,
?DG,
EG,
15j - <20j 20j - <25j 25j - <30j 30j - <35j
:+(;/+9$%9,<,:+(=.(9$%9,
MG,
@?G,
@>G,
?DG,
??G,
?AG, EG,
!35j
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
•
Werknemers in het administratief departement hebben de hoogste financiële anciënniteit.
•
Hoewel de leeftijdspiramide binnen de sector aangeeft dat er steeds meer oudere werknemers zijn, komt een financiële anciënniteit van meer dan 25 jaar slechts in 2 tot 12 % van de gevallen voor.
/.
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
5.8. Spreiding financiële anciënniteit per functie De volgende grafieken analyseren de spreiding van de financiële anciënniteit per toegewezen functie. De functies zijn gegroepeerd per departement.
V7=@8C7;7:C'HF;P:P
<1j 1j - <5j
-I/;,\.+V2.I"+(,
5j - <10j
\+"$+%"+,R)1'I()*+,
10j - <15j
\.+V2.I"+(,
15j - <20j
!"JI%1'3-..S"U.+V2.I"+(,
20j - <25j
-..S"U.+V2.I"+(,
25j - <30j 30j - <35j
!"#$%$&'()*+S,\+"$+%"+,
!35j
0+"+L+(V+(,T%'2))/,Y,a+1+;*+,Y, 4+/+S.%$+, 7+1(+')($&,.;,++%,_$+%&',.S,_+;)('+#+%', _$(+1*+&+1(+')($&, ]L)/$'+$'&1.`("$%)'.(, !"JI%1'3_$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+, !"#$%$&'()*+, _$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,!"#$%$&'()*+,, 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
//
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
V7=@8C7;7:C'!EC7?^'TE>P<M79'_'G7AB:P79' ]+IV+%2I/;, -I/;V.V, 0+"+L+(V+(,a+&')I()%'Yb)S+')($), ].V, b2+S3].V, _$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,:.+"$%9, -I/;#)9)=$J%$+(, 0+"+L+(V+(,P1.%.#))', 0)9)=$J%$+(, !"#$%$&'()*+S,0+"+L+(V+(,!)%V..;,
H?J,
!)%V.;+(,
?J,3,HCJ,
T%"+(2.I"+"+L+(V+(,
CJ,3,H?>J,
-I/;Z)V#)%,
?>J,3,H?CJ,
4I$%#)%,
?CJ,3,H@>J,
\+L)V+(,
@>J,3,H@CJ,
5./6Z)/+%',0+"+L+(V+(,4+12%$&12,T%"+(2.I",
@CJ,3,HA>J,
:)V#)%,,,
A>J,3,HACJ,
X+&;+1$)/$&++(",:)V#)%,
NACJ,
5/.+9Z+()%'L..("+/$JV+,4+12%$&12+,_$+%&', 7')S#+"+L+(V+(,X+U.IL+%U+2++(, 5(+Z+%*+)"Z$&+I(,3,!"JI%1'3_$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,, _$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,4+12%$&12+,_$+%&', b2)Ic+I(,, 0+"+L+(V+(,d)&&+($J, 712..%#)V+(, ]);;+(, b2)Ic+I(,5)*O%'+%Z+(Z.+(, :..(L+(V+(, !"JI%1'3_$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,-I$&2.I"+/$JV, T%"+(2.I", _$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,-I$&2.I"+/$JV,T%"+(2.I", _+;)('+#+%'&Z+()%'L..("+/$JV+,-.'+/"$+%&'+%, >G, ?>G, @>G, A>G, B>G, C>G, D>G, E>G, F>G, M>G,?>>G,
/0
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
`@8@;7FP
<1j
W.9.;+"$&',
1j - <5j 5j - <10j
P(9.'2+();+I',
10j - <15j 15j - <20j
]$%+&$'2+();+I',
20j - <25j
_$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,!%$#)*+,,,
25j - <30j 30j - <35j
_$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,P(9.'2+();$+,
!35j _$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,]$%+&$'2+();$+, _$+%&'Z+()%'L..("+/$JV+,5)()#+"$&12+, _$+%&'+%, 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
`
/1
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
(78=?7>P:>'7:'Y78JE8>P:>''
8.(9VI%"$9+,a+&$"+%*O/+,TI"+(+%=.(9, \+9+/+$"+(,X+%.(#)/$&++(",d.%+%, :+(;/++9VI%"$9+,a+&$"+%*O/+,TI"+(+%=.(9, !"JI%1',-..S"Z+(;/++9VI%"$9+,a+&$"+%*O/+, TI"+(+%=.(9,,
<1j
-..S"Z+(;/++9VI%"$9+,a+&$"+%*O/+,TI"+(+%=.(9,
1j - <5j a+S+(+%*+Z+(;/++9VI%"$9+,U$%%+%,"$+%&'Y)S"+/$%9,
5j - <10j 10j - <15j
:+(;/++9VI%"$9+,8$+V+%2I$&269$O%$&',
15j - <20j 20j - <25j
a+S+(+%*+Z+(;/++9VI%"$9+,
25j - <30j
-..S"Z+(;/++9VI%"$9+,8$+V+%2I$&,fV/+$%+,)S"+/$%9g,
30j - <35j !35j
-..S"Z+(;/++9VI%"$9+,3,b.`("$%)'.(, 0+"+L+(V+(,e%'+(%,5)*O%'+%Z+(Z.+(, W.9$&*+V,0+"+L+(V+(,$%,++%,Z+(;/++93,.S, Z+(U/$JS&++%2+$", 7')S#+"+L+(V+(,8.(9U+/+$", :+(;/++9VI%"$9+,3,_$+%&'2..S", 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
/2
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
6. Opleiding en diploma In de huidige baremastructuur is het diploma een doorslaggevend criterium voor de bepaling van het loon. In een analytische classificatie onderzoeken we vooral welke kennis en kunde in de functie gebruikt worden . Hoe dan ook blijft opleiding een sleutelelement in het personeelsbeleid van de sector. Belangrijke opmerking: in de instellingen zijn diplomagegevens niet altijd voorhanden. Van 10 % van het personeel kregen we geen gegevens. Verschillende directies geven aan dat de diplomagegevens voor het personeel buiten de zorg niet geactualiseerd worden, omdat hierover geen normen bestaan. Voor het zorgpersoneel daarentegen wordt het diploma wel nauwkeurig bijgehouden.
6.1. Opleidingsniveau b=?7PFP:><:PY7@L' 1,59% 15,28% 18,33%
28,21%
14,09% 20,22%
2,29% W)9+(,7+1I%")$(, -.9+(,7+1I%")$(, E"+,J))(,\+(.+;&.%"+(L$J&, 8$+V+%2I$&)&&$&'+%', X+"$;/.#++("YX+U(+Z+[++("Y!@, X+9()"I++("Y-T]4Y\)12+/.(Y!?, h%$Z+(&$')$(Y0)&'+(Y-TW4,
De grafiek hierboven toont de spreiding van het opleidingsniveau:
•
Bijna 45 % van de werknemers heeft enkel het secundair onderwijs afgewerkt. Door de verhoging van de schoolplicht, zal de groep met enkel een diploma in het lager secundair onderwijs snel verminderen.
•
Slechts 1,6 % van de werknemers heeft een diploma van het universitair of hoger onderwijs.
/3
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
6.2. Opleidingsniveau per departement b=?7PFP:><:PY7@L'=78'F7=@8C7;7:C'
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00%
W)9+(,7+1I%")$(, -.9+(,7+1I%")$(, E"+,J))(,\+(.+;&.%"+(L$J&, 8$+V+%2I$&)&&$&'+%', X+"$;/.#++("YX+U(+Z+[++("Y!@, X+9()"I++("Y-T]4Y\)12+/.(Y!?, h%$Z+(&$')$(Y0)&'+(Y-TW4,
De analyse van het opleidingsniveau per departement toont dat:
•
De meeste werknemers met een laag opleidingsprofiel in de hotel- en logistieke diensten te vinden zijn.
•
Bijna alle werknemers in het paramedisch en psycho-sociale departement hoog opgeleid zijn (minimaal graduaatsniveau). Dat komt omdat de functies hier wettelijk zeer sterk diploma gebonden zijn.
/4
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
6.3. Opleidingsniveau voor verzorgend en verplegend personeel Hieronder bekijken we het opleidingsniveau van het verplegend en het verzorgend personeel in detail. We vergelijken de verdeling van het opleidingsniveau tussen deze 2 categorieën. De steekproef bevat 690 verplegende en 1127 verzorgende voltijdsequivalenten.
(78=?7>7:F'=78<E:77?' 1,29% 8,18%
33,95% 56,58%
W)9+(,7+1I%")$(, -.9+(,7+1I%")$(, E"+,J))(,\+(.+;&.%"+(L$J&, 8$+V+%2I$&)&&$&'+%', X+"$;/.#++("YX+U(+Z+[++("Y!@, X+9()"I++("Y-T]4Y\)12+/.(Y!?, h%$Z+(&$')$(Y0)&'+(Y-TW4,
•
56 % van de verpleegkundigen heeft een opleiding als gediplomeerd / gebrevetteerd verpleegkundige (vroeger A-2).
•
Eén op drie verpleegkundigen is gegradueerd (voorheen A-1)
•
Nog ruim 8 % van de verpleegkundigen heeft een opleiding als ziekenhuisassistent (voorheen 2 jaar A-2). Deze opleiding wordt al geruime tijd niet meer georganiseerd, maar toch blijft dit een relevante groep.
/5
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
(78JE8>7:F''=78<E:77?' 0,09% 1,12%
5,33%
1,13% 43,33%
0,60%
48,41%
W)9+(,7+1I%")$(, -.9+(,7+1I%")$(, E"+,J))(,\+(.+;&.%"+(L$J&, 8$+V+%2I$&)&&$&'+%', X+"$;/.#++("YX+U(+Z+[++("Y!@, X+9()"I++("Y-T]4Y\)12+/.(Y!?, h%$Z+(&$')$(Y0)&'+(Y-TW4,
•
De helft van al het verzorgend personeel heeft een opleiding secundair onderwijs achter de rug. Daarvan heeft 5 % slechts een opleiding lager secundair niveau.
•
De andere helft van het verzorgend personeel heeft een specialisatiejaar gevolgd (7e jaar beroepsonderwijs). Het gaat daarbij om een zeer uiteenlopend palet aan opleidingen (kinderverzorging, bejaardenzorg, etc.)
0+
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
6.4. Opleidingsniveau per klasse b=?7PFP:><:PY7@L'=78'9?@<<7' 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 W)9+(,7+1I%")$(, -.9+(,7+1I%")$(, E"+,J))(,\+(.+;&.%"+(L$J&, 8$+V+%2I$&)&&$&'+%', X+"$;/.#++("YX+U(+Z+[++("Y!@, X+9()"I++("Y-T]4Y\)12+/.(Y!?, h%$Z+(&$')$(Y0)&'+(Y-TW4,
De grafiek hierboven toont het opleidingsniveau van de werknemers volgens de klasse waarin hun functie is ingedeeld. Het is duidelijk dat er een sterk verband is tussen de scholingsgraad en de klasse:
•
De functies in de klassen 4 t/m 7 worden systematisch ingevuld door werknemers met een diploma lager of hoger secundair onderwijs.
•
Naarmate de klasse stijgt, verhoogt het opleidingsniveau van de werknemers. Vanaf klasse 13 heeft de meerderheid van de werknemers een graduaatsopleiding gevolgd.
•
Deze grafiek kijkt enkel naar de toegewezen functie . Er is nog geen rekening gehouden met een eventuele differentiatie in functie van diploma’s. Zo worden alle verpleegkundigen ingedeeld in klasse 14, ongeacht of ze gebrevetteerd / gediplomeerd of verpleegassistent zijn. De sociale partners hebben tot nu toe nog niet gesproken over eventuele verdere verfijningen in de klassenbepaling in functie van het diploma.
0,
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7. Lonen en Barema's In dit hoofdstuk analyseren we de lonen en de barema’s. De loonkost is in de ouderenzorg de belangrijkste post in de kostenrekening. Een grondig inzicht in de samenstelling van deze loonkost is daarom noodzakelijk om het beleid te bepalen. Het loon wordt op dit moment bepaald door twee elementen. In de eerste plaats is er de toekenning van het barema. Daarnaast is het de financiële anciënniteit die doorslaggevend is om het eigenlijke loon te bepalen. We lichten deze twee aspecten daarom grondig door. Het gemiddeld bruto voltijds maandloon in de sector bedraagt 2.124 ! (mediaanwaarde). Gelet op de grote aanwezigheid van deeltijds werk in de sector, ligt het werkelijk loon meestal lager.
7.1. Spreiding van de barema’s per functie In de onderstaande tabellen vindt u een overzicht van de verschillende barema’s die per functie worden toegekend. Voor eenzelfde functie worden dikwijls erg uiteenlopende barema’s toegekend. Voor de functies in de zorg zijn de barema’s sterk bepaald in functie van het diploma. Zo zien we dat er drie barema’s gebruikt worden voor de verpleegkundigen (6370 – Verpleegkundige Residentiële Ouderenzorg) , overeenkomstig het diploma. Voor de functies in de andere departementen is de diversiteit van de gebruikte barema’s meer uiteenlopend. De barema’s in deze tabellen zijn de baremaschalen die zijn vastgelegd in het paritair comité 330. Soms worden ook barema’s toegekend die niet sectoraal zijn vastgelegd. Deze zijn ingedeeld in de kolom met een – streepje bovenaan. Kijken we vb. naar de eerste functie in de lijst (1041 – Kwaliteitscoördinator) dan zien we dat : • In 18 % van de gevallen een barema wordt toegepast dat niet gekend is; • In 7 % van de gevallen het barema 1.43-55 gebruikt wordt; • In 52 % van de gevallen het barema 1.55-61-77 gehanteerd wordt; • In 7 % van de gevallen het barema 1.78S toegepast wordt; • Nog eens 17 % van de kwaliteitscoördinatoren verloond worden volgens het barema 1.80.
0.
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.1.1. Departement administratie 7.1.1.1. Administratie 1.551.55-1.611.611.59 1.77+2j 1.77
1.66
1.78S
1.80
7%
52%
0%
0%
0%
7%
17%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
25%
13%
62%
0%
0%
0%
0%
0%
7%
0%
12%
59%
0%
0%
0%
0%
0%
6%
0%
53%
0%
18%
5%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
6%
39%
0%
0%
34%
0%
0%
0%
0%
0%
40%
17%
0%
3%
36%
2%
3%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
3%
21%
5%
2%
2%
35%
1%
9%
17%
2%
0%
0%
1%
1%
1.551.55-1.611.611.59 1.77+2j 1.77
1.66
1.78S
1.80
Code
Functie
KLASSE
-
1.22
1.31
1.35
1.40
1.50
1.39
1.431.55
1041
Kwaliteitscoördinator
17
18%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1020
Dienstverantwoordelijke Administratie
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1030
Adjunct-Dienstverantwoordelijke Administratie
15
0%
0%
0%
0%
0%
1070
Directiesecretaris
14
0%
22%
0%
0%
1073
Secretaris op een Dienst of Departement
12
5%
13%
0%
1079
Administratief Bediende
10
0%
21%
1075
Medewerker Onthaal / Receptie / Telefonie
8
0%
Subtotaal_Administratie Administratie
7.1.1.2. Financiële dienst Code
Functie
KLASSE
-
1.22
1.31
1.35
1.40
1.50
1.39
1.431.55
1220
Hoofdboekhouder
17
16%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
26%
26%
0%
32%
0%
0%
1230
Adjunct-Hoofdboekhouder
15
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
1270
Boekhouder
13
4%
0%
0%
0%
0%
12%
0%
6%
77%
0%
0%
0%
0%
0%
1272
Medewerker Klachtendienst
12
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1273
Bediende Facturatie
12
0%
0%
14%
0%
0%
33%
3%
26%
18%
0%
6%
0%
0%
0%
1290
Hulp Boekhouder
9
43%
0%
0%
0%
0%
57%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1293
Hulp Facturatie
8
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
4%
0%
7%
0%
0%
24%
2%
16%
38%
3%
3%
3%
0%
0%
1.551.55-1.611.611.59 1.77+2j 1.77
1.66
1.78S
1.80
Subtotaal_FinanciëleFinanciële dienst
7.1.1.3. Personeelsdienst Code
Functie
KLASSE
-
1.22
1.31
1.35
1.40
1.50
1.39
1.431.55
1610
Verantwoordelijke Personeelsdienst
19
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
1620
Dienstverantwoordelijke HR Ontwikkeling
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
1621
Dienstverantwoordelijke Personeelsadministratie
16
40%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
60%
0%
0%
0%
0%
0%
1640
Stafmedewerker Vorming
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
1660
Gespecialiseerd Medewerker HR Ontwikkeling
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
1661
Gespecialiseerd Medewerker Personeelsadministratie
14
0%
7%
0%
0%
0%
19%
0%
0%
65%
9%
0%
0%
0%
0%
1671
Medewerker Personeelsadministratie
12
0%
0%
0%
0%
0%
45%
0%
13%
42%
0%
0%
0%
0%
0%
6%
3%
0%
0%
0%
18%
0%
3%
58%
5%
0%
0%
0%
6%
Subtotaal_PersoneelsPersoneelsdienst
0/
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.1.2. Hotel, Logistiek & Techniek 7.1.2.1. Hoteldienst Code
Functie
KLASSE
-
1.12
1.14
1.18
1.22
1.26
1.30
1.31
1.35
1.40
1.50
1.431.55
1.551.611.77
1.59
2010
Departementsverantwoordelijke Hoteldiensten
19
44%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
56%
0%
0%
0%
0%
0%
15
0%
14%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
86%
0%
13
19%
43%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
7%
0%
8%
0%
0%
55%
0%
0%
45%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0% 0%
2020 2030
Dienstverantwoordelijke Huishoudelijk Onderhoud Adjunct-Dienstverantwoordelijke Huishoudelijk Onderhoud
2070
Chauffeur Patiëntenvervoer
9
0%
2051
Voorwerker
8
0%
56%
8%
0%
36%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2075
Chauffeur
7
0%
85%
0%
0%
15%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2071
Kapper
6
0%
30%
0%
0%
70%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2074
Medewerker Wasserij
5
0%
82%
13%
0%
6%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2072
Schoonmaker
4
0%
99%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
92%
1%
0%
3%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
1%
0%
KLASSE
-
1.12
1.14
1.18
1.22
1.26
1.30
1.31
1.35
1.40
1.50
1.431.55
1.551.611.77
1.59
19
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
17
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
15
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
45%
9%
45%
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
30%
0%
0%
26%
43%
Subtotaal_Hoteldienst Hoteldienst
7.1.2.2. Technische dienst Code 2210 2240 2220 2230 2250
Functie Verantwoordelijke Technisch Departement Stafmedewerker Gebouwenbeheer Dienstverantwoordelijke Technische Dienst Preventieadviseur - AdjunctDienstverantwoordelijke Ploegverantwoordelijke Technische Dienst
2260
Gespecialiseerd Vakman
12
21%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
79%
0%
0%
0%
0%
2270
Vakman
10
0%
0%
0%
0%
71%
0%
0%
0%
0%
14%
14%
0%
0%
0%
2271
Polyvalent Medewerker Technisch Onderhoud
10
4%
37%
0%
4%
9%
4%
0%
0%
0%
14%
4%
4%
0%
19%
2272
Bewaker
7
0%
33%
0%
0%
0%
67%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2273
Tuinman
6
0%
47%
0%
0%
53%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2290
Hulpvakman
6
0%
57%
0%
0%
0%
0%
43%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2291
Onderhoudsmedewerker
5
0%
83%
0%
0%
11%
6%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
3%
38%
0%
2%
15%
6%
1%
0%
0%
14%
3%
3%
5%
10%
Subtotaal_Technische Technische dienst
00
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.1.2.3. Magazijn & Aankoop Code
Functie
KLASSE
-
1.12
1.22
1.26
1.40
1.50
1.431.55
1.47
1.551.611.77
1.59
1.80
2422
Dienstverantwoordelijke Magazijn
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
2470
Aankoper
15
0%
0%
0%
0%
0%
0%
40%
0%
26%
0%
33%
2471
Administratief Medewerker Aankoop
10
0%
0%
0%
0%
0%
30%
24%
0%
45%
0%
0%
2472
Magazijnier
10
0%
56%
0%
0%
0%
44%
0%
0%
0%
0%
0%
2473
Medewerker Economaat
9
0%
48%
0%
0%
0%
52%
0%
0%
0%
0%
0%
2492
Hulpmagazijnier
5
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
43%
0%
0%
0%
15%
14%
0%
21%
0%
6%
Subtotaal_Magazijn Magazijn & Aankoop
7.1.2.4. Keuken Code
Functie
KLASSE
-
1.12
1.22
1.26
1.40
1.50
1.431.55
1.47
1.551.611.77
1.59
1.80
2620
Dienstverantwoordelijke Voeding
16
0%
0%
0%
18%
0%
0%
10%
0%
36%
36%
0%
2621
Chef-Kok
14
0%
0%
18%
22%
17%
0%
0%
17%
9%
9%
0%
2671
Kok
11
5%
15%
25%
26%
25%
0%
0%
0%
0%
2%
0%
2690
Hulpkok
6
0%
70%
28%
2%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2672
Medewerker Restaurant/Cafetaria
5
0%
90%
10%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2691
Keukenhulp
4
0%
95%
4%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
66%
14%
7%
6%
0%
0%
1%
1%
1%
0%
Subtotaal_Keuken
Keuken
01
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.1.3. Paramedisch departement 7.1.3.1. Paramedische diensten Code 4020 4021 4022 4026
Functie Dienstverantwoordelijke Paramedische Diensten Dienstverantwoordelijke Kinesitherapie Dienstverantwoordelijke Ergotherapie Dienstverantwoordelijke Animatie
KLASSE
-
1.12
1.22
1.26
1.35
1.40
1.50
1.401.57
1.431.55
1.551.551.611.611.611.77 1.77 1.77+2j
16
6%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
21%
58%
15%
0%
0%
0%
0%
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
1.78S 1.81
1.80
4071
Kinesitherapeut
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
99%
0%
0%
0%
0%
1%
4072
Ergotherapeut
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
98%
2%
0%
0%
0%
0%
4074
Logopedist
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
4075
Diëtist
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
4081
Audioloog
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
4078
Animator in de Residentiële Ouderenzorg
12
0%
5%
2%
0%
31%
1%
7%
3%
3%
47%
1%
0%
0%
0%
0%
4079
Pedicure
12
0%
70%
0%
30%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
1%
0%
8%
0%
2%
1%
1%
85%
1%
0%
0%
0%
0%
1.78S 1.81
1.80
Subtotaal_ParamParamedisch
7.1.4. Psycho-Sociaal departement 7.1.4.1. Psycho-Sociale diensten 1.551.551.611.611.611.77 1.77 1.77+2j
Functie
KLASSE
-
1.12
1.22
1.26
1.35
1.40
1.50
1.401.57
1.431.55
5070
Psycholoog
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
27%
73%
5072
Spiritueel Begeleider
15
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
62%
13%
13%
0%
0%
13%
5077
Medewerker Sociale Dienst in de Residentiële Ouderenzorg
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
7%
79%
12%
0%
2%
0%
0%
5082 Verantwoordelijke Vrijwilligers
13
0%
0%
0%
0%
58%
0%
23%
0%
0%
19%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2%
0%
1%
0%
6%
70%
11%
2%
2%
2%
6%
Code
Subtotaal_Psycho Psycho-sociaal
02
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.1.5. Verpleging & verzorging departement 7.1.5.1. Verpleging & verzorging Code
Functie
KLASSE
-
1.12
1.22
1.26
1.35
1.50
1.401.57
1.431.55
1.551.611.77
6010
Verpleegkundige - Diensthoofd
19
31%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
8%
22%
27%
11%
0%
0%
6111
Hoofdverpleegkundige - Coördinator
18
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
6162
Verpleegkundige Ziekenhuishygiënist
17
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
6320
Hoofdverpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
17
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
36%
32%
3%
29%
0%
0%
6122
Hoofdverpleegkundige Ziekenhuis (kleine afdeling)
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
6161
Referentieverpleegkundige
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
60%
40%
0%
0%
0%
0%
6040
Stafmedewerker Zorgbeleid
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
45%
0%
0%
36%
18%
16
0%
0%
0%
0%
0%
0%
6%
47%
40%
2%
5%
0%
0%
6330 6166
Adjunct Hoofdverpleegkundige Residentiële Ouderenzorg Referentieverpleegkundige binnen dienst/afdeling
1.551.61- 1.78S 1.80 1.77+2j
1.87
15
0%
0%
0%
0%
0%
0%
7%
46%
47%
0%
0%
0%
0%
6370
Verpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
14
0%
0%
0%
0%
0%
0%
9%
60%
30%
0%
0%
0%
0%
6371
Begeleider Genormaliseerd Wonen
12
0%
6%
2%
19%
65%
0%
0%
0%
9%
0%
0%
0%
0%
6372
Zorgkundige Residentiële Ouderenzorg
11
0%
0%
1%
12%
85%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
6071
Logistiek Medewerker in een verpleeg- of verblijfseenheid
8
0%
58%
31%
3%
8%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
6072
Medewerker Intern Patiëntenvervoer
8
0%
57%
0%
25%
0%
18%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
2%
2%
7%
50%
0%
3%
21%
12%
0%
2%
0%
0%
Subtotaal_Verpleging Verpleging & Verzorging
03
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.2. Loon en anciënniteit
In volgende tabellen vindt u het gemiddelde loon (mediaan) per functie en per anciënniteitsgroep terug. Het gaat om de werkelijke lonen. Onder het begrip loon verstaan we het voltijds bruto maandloon voor de functie. Premies of extra-legale voordelen zijn niet meegenomen in de berekeningen. Het bruto maandloon omvat : • Het basis maandloon • De haard- of standplaatsvergoeding • De functietoeslag en het functiecomplement Voor de deeltijdse werknemers zijn de lonen omgezet naar het voltijdse loon. Als er een hybride functie wordt uitgeoefend, dan wordt het loon voor elk van de gecombineerde functies als een voltijds loon beschouwd.
7.2.1. Verpleging & verzorging departement 7.2.1.1. Verpleging & verzorging Code
Functie
KLASSE
6010
Verpleegkundige - Diensthoofd
19
<1j
1j - <5j
5j - <10j
10j - <15j 15j - <20j 20j - <25j 25j - <30j 30j - <35j
! 3.309
! 4.195
6111
Hoofdverpleegkundige - Coördinator
18
6162
Verpleegkundige Ziekenhuishygiënist
17
6320
Hoofdverpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
17
6122
Hoofdverpleegkundige Ziekenhuis (kleine afdeling)
16
6161
Referentieverpleegkundige
16
6040
Stafmedewerker Zorgbeleid
16
6330
Adjunct Hoofdverpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
16
! 2.442
! 2.505
! 2.949
6166
Referentieverpleegkundige binnen dienst/afdeling
15
! 2.282
! 2.144
6370
Verpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
14
! 1.989
! 2.100
6371
Begeleider Genormaliseerd Wonen
12
! 1.878
6372
Zorgkundige Residentiële Ouderenzorg
11
! 1.833
6071
Logistiek Medewerker in een verpleegof verblijfseenheid
8
! 1.637
6072
Medewerker Intern Patiëntenvervoer
8
! 3.910
!35j
! 4.260 ! 3.627
! 3.424 ! 2.761
! 2.706
! 2.965
! 3.064
! 3.610
! 3.561
! 4.174
! 2.861
! 3.312
! 3.919
! 4.416
! 3.092
! 3.092
! 3.299
! 2.522
! 2.793
! 3.176
! 3.593
! 2.409
! 2.658
! 2.794
! 2.929
! 3.133
! 1.966
! 2.072
! 2.073
! 2.306
! 2.381
! 2.465
! 2.001
! 2.072
! 2.190
! 2.300
! 2.360
! 1.858
! 1.924
! 1.901
! 1.943
! 2.246
! 1.751
! 2.050
! 3.697
! 2.737 ! 1.944
! 2.231
! 2.669
! 3.627
! 3.133
! 3.007
! 2.487
! 2.530
! 2.530
! 1.961
! 2.023
04
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.2.2. Departement administratie 7.2.2.1. Administratie Code
Functie
KLASSE
<1j
1j - <5j
5j - <10j
1041
Kwaliteitscoördinator
17
!2.727
!3.488
1020
Dienstverantwoordelijke Administratie
16
1030
Adjunct-Dienstverantwoordelijke Administratie
15
1070
Directiesecretaris
14
!1.886
1073
Secretaris op een Dienst of Departement
12
1079
Administratief Bediende
10
1075
Medewerker Onthaal / Receptie / Telefonie
10j - <15j 15j - <20j 20j - <25j 25j - <30j 30j - <35j !2.929
!3.634
!3.229
!35j
!4.247 !4.050
!2.884
!2.885
!2.737
!2.513
!2.885
!1.869
!2.103
!2.282
!2.453
!2.651
!1.747
!2.112
!2.235
!2.292
!3.047
!2.322
!2.908
8
!1.775
!1.918
!2.128
!2.151
!2.671
!2.362
!2.908
Functie
KLASSE
<1j
1j - <5j
5j - <10j
1220
Hoofdboekhouder
17
1230
Adjunct-Hoofdboekhouder
15
1270
Boekhouder
13
1272
Medewerker Klachtendienst
12
1273
Bediende Facturatie
12
!2.023
1290
Hulp Boekhouder
9
!1.947
1293
Hulp Facturatie
8
!2.316
7.2.2.2. Financiële dienst Code
10j - <15j 15j - <20j 20j - <25j 25j - <30j 30j - <35j !3.288
!3.613
!35j
!3.886
!3.276 !2.832
!2.850
!2.860
!2.997
!3.627
!2.166
!2.316
!2.856
!2.755
!2.750
!2.305
!2.530
!2.959
!2.493
7.2.2.3. Personeelsdienst Code
Functie
KLASSE
<1j
1j - <5j
5j - <10j
10j - <15j 15j - <20j 20j - <25j 25j - <30j 30j - <35j
1610
Verantwoordelijke Personeelsdienst
19
!2.850
1620
Dienstverantwoordelijke HR Ontwikkeling
16
!2.850
1621
Dienstverantwoordelijke Personeelsadministratie
16
!2.850
1640
Stafmedewerker Vorming
16
1660
Gespecialiseerd Medewerker HR Ontwikkeling
14
1661
Gespecialiseerd Medewerker Personeelsadministratie
14
1671
Medewerker Personeelsadministratie
12
!35j
!3.220
!3.802
!4.050
!3.424 !3.562 !2.253
!2.342
!3.035
!2.994
!3.492
!2.077
!2.850
!3.254
!2.766
!3.209
05
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.2.3. Hotel, Logistiek & Techniek
7.2.3.1. Hoteldienst Code
Functie
KLASSE
2010
Departementsverantwoordelijke Hoteldiensten
19
<1j
1j - <5j 5j - <10j 10j - <15j 15j - <20j 20j - <25j 25j - <30j 30j - <35j ! 3.304
15
! 2.737
2070
Dienstverantwoordelijke Huishoudelijk Onderhoud Adjunct-Dienstverantwoordelijke Huishoudelijk Onderhoud Chauffeur Patiëntenvervoer
2051
Voorwerker
8
2075
Chauffeur
7
2071
Kapper
6
! 1.760
! 1.968
! 1.997
2074
Medewerker Wasserij
5
! 1.608
! 1.711
! 1.804
! 1.902
! 1.955
! 2.145
! 2.073
2072
Schoonmaker
4
! 1.623
! 1.751
! 1.803
! 1.883
! 1.935
! 1.971
! 2.023
<1j
2020 2030
13 9
! 2.464 ! 1.820
!35j
! 2.895
! 2.790
! 2.609
! 3.847
! 2.023
! 2.299
! 2.969
! 1.964
! 2.162
! 2.684 ! 2.027 ! 1.760
! 1.888
! 2.362
! 2.140 ! 2.264 ! 2.022
! 2.022
7.2.3.2. Technische dienst Code
Functie
KLASSE
2210
Verantwoordelijke Technisch Departement
19
2240
Stafmedewerker Gebouwenbeheer
17
2220
16
2250
Dienstverantwoordelijke Technische Dienst Preventieadviseur - AdjunctDienstverantwoordelijke Ploegverantwoordelijke Technische Dienst
2260
Gespecialiseerd Vakman
12
! 2.376
2270
Vakman
10
! 1.836
2271
Polyvalent Medewerker Technisch Onderhoud
10
! 1.919
2272
Bewaker
7
2273
Tuinman
6
! 1.751
2290
Hulpvakman
6
! 1.756
2291
Onderhoudsmedewerker
5
! 1.751
2230
1j - <5j 5j - <10j 10j - <15j 15j - <20j 20j - <25j 25j - <30j 30j - <35j
!35j
! 4.040 ! 3.285 ! 3.065
15
! 2.383
14 ! 2.194
! 3.514
! 3.065
! 2.850
! 2.327
! 2.462
! 2.216
! 2.372
! 2.372
! 1.946
! 2.123
! 2.417
! 2.043
! 2.191
! 1.961
! 2.261 ! 1.795
! 2.958 ! 2.342
! 2.362
! 2.362
! 2.644
! 2.801
! 3.134
! 2.419
! 2.164 ! 2.470 ! 1.794
! 1.907
! 2.122
! 1.988
! 1.974
7.2.3.3. Magazijn & Aankoop Code
Functie
KLASSE
2470
Aankoper
15
<1j
1j - <5j 5j - <10j 10j - <15j 15j - <20j 20j - <25j 25j - <30j 30j - <35j ! 2.737
2422
Dienstverantwoordelijke Magazijn
14
! 2.737
2471
Administratief Medewerker Aankoop
10
! 2.360
2472
Magazijnier
10
! 2.050
!35j
! 2.790 ! 2.522
! 2.671 ! 2.022
1+
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.2.5. Paramedisch departement
7.2.5.1. Paramedische diensten Code
Functie
KLASSE
<1j
4020
Dienstverantwoordelijke Paramedische Diensten
16
! 1.989
4021
Dienstverantwoordelijke Kinesitherapie
16
4022
Dienstverantwoordelijke Ergotherapie
16
4026
Dienstverantwoordelijke Animatie
14
! 2.886
!
3.082
!
3.488
4071
Kinesitherapeut
14
! 2.093
! 2.282
! 2.669
!
2.850
!
4072
Ergotherapeut
14
! 2.081
! 2.253
! 2.342
!
2.850
4074
Logopedist
14
! 2.077
! 2.231
! 2.342
!
2.850
4075
Diëtist
14
! 2.231
! 2.727
4081
Audioloog
14
! 2.077
4078 Animator in de Residentiële Ouderenzorg
12
! 1.957
! 2.122
! 2.342
4079
12
! 1.824
! 2.024
Pedicure
1j - <5j
5j - <10j
10j - <15j
15j - <20j
20j - <25j
25j - <30j
! 3.488
!
!
!
3.914
!
3.917
!
3.919
!
3.492
3.288
!
3.424
!
3.627
!
3.137
!
3.424
!
3.137 !
3.424
!
2.412
!
3.002
3.076
3.768
! 2.231
!
2.720
!
2.418
30j - <35j
!
!35j
3.627
! 3.092
7.2.5. Psycho-Sociaal departement 7.2.5.1. Psycho-Sociale diensten Code
Functie
KLASSE
<1j
1j - <5j
5j - <10j
5070
Psycholoog
16
! 2.772
! 3.031
! 3.261
5072
Spiritueel Begeleider
15
! 2.280
5077
Medewerker Sociale Dienst in de Residentiële Ouderenzorg
14
! 2.282
5082
Verantwoordelijke Vrijwilligers
13
! 2.092
10j - <15j
15j - <20j
20j - <25j
! 3.149
!
2.782
!
3.355
!
3.514
! 2.409
!
2.918
!
3.137
!
3.356
!
2.297
!
2.671
! 2.342
25j - <30j
!
30j - <35j
!35j
3.627
1,
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.3. Haard- en standplaatsvergoeding KLASSE 20
HAARDVERGOEDING
STANDPLAATSVERGOEDING
GEEN VERGOEDING
-
-
-
19
0%
0%
100%
18
0%
0%
100%
17
2%
2%
96%
16
6%
6%
88%
15
4%
19%
77%
14
9%
14%
77%
13
7%
8%
85%
12
30%
26%
43%
11
43%
35%
22%
10
38%
6%
57%
9
34%
0%
66%
8
60%
30%
11%
7
68%
22%
10%
6
53%
41%
6%
5
66%
31%
3%
4
74%
25%
0%
36%
25%
40%
total
In bovenstaande tabel ziet u hoe vaak de werknemers aanspraak maken op een haard- of standplaatsvergoeding. Deze vergoeding was in essentie bedoeld om de lagere lonen op te trekken.
•
Vooral de werknemers in de laagste klassen krijgen een haard- of een standplaatsvergoeding. In klasse 4 maakt deze vergoeding deel uit van het basisloon. Binnen deze klasse heeft 74 % van de werknemers een haardvergoeding. Dit betekent dat ze gehuwd zijn (of wettelijk samenwonend) en hun partner geen haard- of standplaatsvergoeding krijgt.
•
Van categorie 4 tot en met categorie 8 heeft de ruime meerderheid van de werknemers een haardvergoeding. Vanaf categorie 9 (uitgezonderd categorie 11) is de groep werknemers die geen vergoeding krijgt het grootst.
•
Vanaf categorie 13 wordt de haardvergoeding en de standplaatsvergoeding een uitzonderlijk gegeven. Hier worden hogere barema’s betaald en overschrijdt men met enkele jaren financiële anciënniteit het maximale loonbedrag waaraan de toekenning van de haard- en standplaatsvergoeding gekoppeld is.
1.
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.4. Functietoeslag Hieronder geven we het overzicht van de functietoeslag die gemiddeld (mediaan) per functie wordt uitbetaald. De functietoeslag omvat zowel de eigenlijke functietoeslag als het functiecomplement. Uiteraard wordt deze toeslag vooral uitbetaald aan leidinggevenden en aan staffuncties. We merken op dat voor deze functies dikwijls het barema voor de basisfunctie wordt toegewezen. Zo zien we bij de functie 6320 –Hoofdverpleegkundige residentiële ouderenzorg dat slechts in 30 % van de gevallen het barema 1.78 S wordt gebruikt. De overige hoofden krijgen het barema van een gegradueerd of een gebrevetteerd verpleegkundige. De meeste hoofdverpleegkundigen krijgen wel een functietoeslag. Vandaar de relatief hoge gemiddelde functietoeslag in deze lijst.
Toeslag + Klasse Complement (mediaan)
Code
Functie
1
4021
Dienstverantwoordelijke Kinesitherapie
16
!495
2
6040
Stafmedewerker Zorgbeleid
16
!495
3
1020
Dienstverantwoordelijke Administratie
16
!423
4
1621
Dienstverantwoordelijke Personeelsadministratie
16
!423
5
2020
Dienstverantwoordelijke Huishoudelijk Onderhoud
15
!423
6
2210
Verantwoordelijke Technisch Departement
19
!412
7
2620
Dienstverantwoordelijke Voeding
16
!407
8
6320
Hoofdverpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
17
!396
9
6010
Verpleegkundige - Diensthoofd
19
!312
10
4020
Dienstverantwoordelijke Paramedische Diensten
16
!296
11
2010
Departementsverantwoordelijke Hoteldiensten
19
!264
12
5077
Medewerker Sociale Dienst in de Residentiële Ouderenzorg
14
!243
13
1041
Kwaliteitscoördinator
17
!226
14
2621
Chef-Kok
14
!200
15
1220
Hoofdboekhouder
17
!200
16
4026
Dienstverantwoordelijke Animatie
14
!173
17
6330
Adjunct Hoofdverpleegkundige Residentiële Ouderenzorg
16
!170
18
2470
Aankoper
15
!169
19
2230
Preventieadviseur - Adjunct-Dienstverantwoordelijke
15
!158
20
1661
Gespecialiseerd Medewerker Personeelsadministratie
14
!158
1/
7.5. Extralegale voordelen
H@:C@?';@@?MSFAB7cL7<'=78'I@@8F7' DG, CG, BG, AG, @G, ?G, >G, A^C,
A^EC,
B,
B^C,
C,
C^A,
D,
!)%')/,#))/*J"12+iI+&,;+(,L))("+,
•
Bij de extra-legale voordelen zijn de maaltijdcheques het populairst. Eén op de vijf werknemers in de sector ontvangt maaltijdcheques bovenop het normale loon. De nominale waarde van deze cheques ligt tussen de 3,5 en 6 euro per dag.
•
Andere extra-legale voordelen komen veel minder voor. Een hospitalisatieverzekering wordt toegekend aan goed 14 % van de werknemers.
•
Een groepsverzekering wordt aan 13 % van de werknemers toegekend.
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
7.6. Spreiding loonmassa
TEE:;@<<@'EY78'F7=@8C7;7:C7:'
!"#$%$&'()*+,
5% 19%
-.'+/"$+%&'+%, 9%
66%
0+"$&1234+12%$&12, 5)()#+"$&12,
1%
5&612.37.1$))/, :+(;/+9$%9,<,:+(=.(9$%9,
De tabel hierboven toont het overzicht van de spreiding van de loonmassa over de verschillende departementen. Dit komt uiteraard grotendeels overeen met de spreiding van het personeel (zie grafiek 5.1).
•
We zien dat het aandeel van de hoteldiensten hier 19 % bedraagt voor bijna 22 % van het personeel. Dit departement kent dan ook de laagste loonkost en functies met de laagste barema’s.
•
Het zorgdepartement is niet alleen het grootste in koppen (62, 6 %)of VTE (63,5 %) maar ook in loonmassa : 66 % van alle lonen in de rusthuissector gaat naar de zorgfuncties.
11
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
Enkele krachtlijnen
1
De werknemers in de rusthuizen zijn voornamelijk vrouwen. Maar liefst negen op de tien werknemers zijn vrouwen. In de zorgfuncties zijn mannen nog zeldzamer.
2
Zorg is waar het allemaal om draait in deze sector. Meer dan 70 % van alle werknemers werkt in de verzorging, de verpleging of in een paramedische functie. De meest voorkomende functie is deze van 6372-Zorgkundige (35 % van alle werknemers).
3
Van de 205 functies die door if.ic beschreven zijn, worden er bij de toewijzing door alle instellingen samen 81 gebruikt. Een rusthuis telt gemiddeld 20 verschillende functies.
4
Bijna één op de tien werknemers (8%) combineert twee functies. In zeldzame gevallen oefenen werknemers zelfs drie functies uit. De meest voorkomende hybride functies vinden we in de administratie, de keuken en bij de leidinggevenden. In de animatie zien we dat de toewijzing van 4072-Ergotherapeuten vaak problemen stelt en dat hier dikwijls een combinatie met 4078Animator residentiële ouderenzorg wordt gemaakt.
5
Er zijn slechts 3 % ontbrekende functies. Het if.ic functietapijt is dus erg volledig. Meest genoemde ontbrekende functie is deze van logistieke hulp / medewerker maaltijdverdeling. Deze medewerker biedt logistieke ondersteuning op zorgafdelingen, maar kan niet worden vergeleken met de 6071-Logistieke Hulp in een verpleeg- of verblijfseenheid die we in de ziekenhuizen terugvinden.
12
LOONSTUDIE ROB / RVT 09-10
6
Een medewerker in deze sector werkt gemiddeld 28 uren per week. De weinige mannen werken gemiddeld meer uren en vaker voltijds dan vrouwen. Slechts één vrouw op vier werkt voltijds. 35 % werkt halftijds en nog een kwart werkt ca. 28 uren. Deeltijdse arbeid is binnen deze sector eerder de norm dan de uitzondering. Ook tijdskrediet wordt vaak gebruikt (8 %).
7
Meer dan de helft van de werknemers is ouder dan 40 jaar. Gemiddeld werkt een medewerker 8,9 jaar in de instelling. De gemiddelde financiële anciënniteit bedraagt 11,35 jaar. Bijna vier op de tien medewerkers heeft een bijkomende financiële anciënniteit overgenomen van een voorgaande tewerkstelling. Bij verpleegkundigen ligt deze het hoogst.
8
45 % van het personeel heeft enkel een opleiding secundair onderwijs genoten. De ouderenzorg heeft een grote tewerkstelling voor laaggeschoolden. Bijna de helft van de zorgkundigen heeft een bijkomend specialisatiejaar gevolgd. 56 % van de verpleegkundigen heeft een opleiding als gebrevetteerd verpleegkundige (A-2). Algemeen stellen we vast dat het opleidingsniveau stijgt naarmate een functie in een hogere klasse zit.
9
Een werknemer verdient voor een voltijdse tewerkstelling gemiddeld 2.124 euro per maand. Eén op drie werknemers krijgt een haardvergoeding. Een kwart van alle werknemers krijgt een standplaatsvergoeding. Vooral in de lagere klassen krijgt men deze toeslagen. De functietoeslag daarentegen vinden we vooral in de hogere klassen. Vaak zien we leidinggevenden die volgens het zelfde barema worden betaald als de basisfuncties, maar daar staat dan wel een iets hogere functietoeslag tegenover.
10 Er bestaat een grote spreiding in de barema’s die men toekent aan de functies. Voor de paramedische, de zorg- en de verpleegkundige functies is het diploma grotendeels bepalend voor het toegewezen barema. Voor de andere functies zien we een erg grote diversiteit in het barema dat een instelling toekent. De vaagheid en onvolledigheid van de actuele classificatie is hiervan wellicht de belangrijkste oorzaak.
13