Zit er muziek in Congo? Drs. Ellen Berends 11 januari 2011 “Uw taak is immens... De grootste gevaren die u bedreigen zijn de onervarenheid van de bevolking zichzelf te besturen; de etnische strijd die vroeger zoveel kwaad heeft veroorzaakt en die absoluut niet opnieuw mag beginnen; en de aantrekkingskracht die buitenlandse grootmachten kunnen uitoefenen op bepaalde streken, klaar om te profiteren van het minste teken van zwakte”. Koning Boudewijn I van België, Léopoldville, 30 juni 1960
De Democratische Republiek Congo is een land dat het voorstellingsvermogen bijna te boven gaat; hetzelfde geldt voor de uitdagingen waarvoor het zich ziet geplaatst. Waar hebben we dan het precies over? De DR Congo is, nu Soedan in tweeën uiteenvalt, het grootste land van Afrika, ongeveer even groot als west Europa. Het is centraal op het continent gelegen, heeft een tropisch klimaat, is uiterst vruchtbaar en heeft veel rivieren (Congo River Basin) en meren. In het oosten ligt een breuklijn in de aardkorst, de Great Rift Valley, waardoor een veelheid van mineralen dicht aan de oppervlakte ligt. De negen buurlanden hebben minder natuurlijke rijkdommen dan de DR Congo en in sommige gevallen een hogere bevolkingsdruk.
Figuur 1. Geografische kaart Afrika
Figuur 2. Topografische kaart DR Congo
De hoofdstad Kinshasa ligt in het westen van het land. De afstand tot het oosten, waar recent nog oorlog werd gevoerd en waar het nog steeds onveilig is, bedraagt een kleine 2000 kilometer. Daartussen ligt tropisch regenwoud zonder infrastructuur van enige betekenis. In de DR Congo wonen tussen de 400-500 stammen met een variëteit
17
aan talen en culturen. De bevolking heeft een omvang van 68 miljoen. Het gemiddelde aantal kinderen per vrouw is meer dan zes en de helft van de bevolking is jonger dan 15 jaar. Wanneer de bevolking in het huidige tempo doorgroeit, zal Congo in 2050 150 miljoen inwoners kennen. Ondanks de rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen is de DR Congo een arm land. Momenteel leeft ruim twee-derde van de bevolking onder de armoedegrens van $ 1,25 per dag (Wereldbanknorm). Het inkomen bedraagt $ 160 per hoofd per jaar, het equivalent van 14% van het gemiddelde jaarinkomen van SubSahara Afrika. Een middenklasse ontbreekt in de DR Congo. Het landsbestuur is in de gegeven omstandigheden zeer moeilijk. De Congolese instituties zijn zwak. De economische groei is onvoldoende om de nieuwkomers op de arbeidsmarkt werk te verschaffen en de armoede te verminderen. De ligging en het economische potentieel van de DR Congo betekent betrokkenheid van buurlanden en grootmachten, met zowel positieve als negatieven kanten daarvan. Wat leert het verleden? Congo is laat door Europese ontdekkingsreizigers in kaart gebracht. Het werd met de Conferentie in Berlijn in 1885 een kroondomein van Koning Leopold II van België, die er een hard, uitbuitend bewind voerde waarbij miljoenen doden zijn gevallen. Het Belgische parlement nam na enkele decennia het bestuur over en introduceerde een beleid van economische ontsluiting en zogeheten „beschavingsmissies‟. In 1960 werd Congo tamelijk abrupt onafhankelijk; slechts een handjevol Congolezen had een goede opleiding of bestuurlijke ervaring. De eerste premier, Patrice Lumumba, kreeg al snel te maken met afscheidingsbewegingen en opstanden, en werd in 1961 vermoord. Korte tijd later kwam Joseph-Désiré Mobutu aan het bewind. In beide gevallen speelden buitenlandse machten een rol, mede onder invloed van de Koude Oorlog. Mobutu heeft het land een zekere eenheid en nationale identiteit gegeven. Zijn regime mondde echter uit in een ware kleptocratie, waarbij de bevolking zichzelf moest zien te redden (débrouillez-vous). Met het einde van de Koude Oorlog verloor Mobutu steun van zijn bondgenoten. Ook de steun in eigen land brokkelde af. Na de genocide in buurland Rwanda kreeg het oosten van het land steeds meer te lijden van vluchtelingenstromen, onlusten en gewapende conflicten, die in 1997 leidden tot Mobutu‟s val. Na een periode van oorlogen, onderhandelingen en transitie vonden in 2006 de eerste pluralistische verkiezingen plaats in ruim 40 jaar, waarbij Joseph Kabila tot president is gekozen. Terugkijkend op het verleden valt op dat Congo nooit echte institutionele opbouw heeft gekend. Dat geldt niet alleen voor de overheid in al haar structuren, maar ook voor andere instituties zoals de rechterlijke macht en het parlement. De opeenvolgende politieke leiders hebben nauwelijks onderscheid gemaakt tussen privé belangen en het publieke domein, waarbij aan het laatste weinig gewicht werd toegekend (de “roofstaat”). Ten slotte is opmerkelijk dat het lot van Congo altijd verbonden is geweest – en nog steeds is – met dat van andere landen, zowel in de regio als daarbuiten. Deze factoren zullen ook in de toekomst een rol spelen. De veiligheid in oost-Congo Volgens de laatste schattingen hebben de gewapende conflicten in de periode 19982007 5,4 miljoen doden gekost. Het aantal ontheemden en vluchtelingen bedraagt bijna 2,4 miljoen (januari 2011). Dit betekent, afgezien van de humanitaire ramp, dat ook de hele maatschappij ontwricht is. De economie van oost Congo bestond vroeger vooral uit
18
landbouw, waarbij men op het oosten (Rwanda, Oeganda, Burundi) georiënteerd was. In de oorlogsperiode was het bedrijven van de landbouw niet goed mogelijk. Plantages kwamen stil te liggen of werden vervangen door subsistence farming, voor zover landbouw onder oorlogsomstandigheden mogelijk was. Ook is men overgegaan op artisanale mijnbouw: grondstoffen die tamelijk dicht aan het oppervlak liggen worden handmatig uitgegraven. Voor sommige lokale machthebbers, leiders in de buurlanden en politici in Kinshasa biedt het voordeel om een low intensity conflict in oost Congo te behouden. Hele ketens van personen verdienen aan de huidige situatie. Het gebrek aan staatsautoriteit, de instabiliteit en intransparantie leidt ook tot conflicten over weidegronden. De etnische tegenstellingen vormen een andere element in de conflicten in oost Congo. Met de vele stammen hebben altijd etnische tegenstellingen bestaan. Sinds de genocide in Rwanda in 1994 is met de vluchtelingenstromen evenwel een gedeelte van het etnische conflict geëxporteerd naar Congo. Daar hebben de Rwandezen zich vermengd met de Congolezen en zo is het etnisch conflict tussen Hutu‟s en Tutsi‟s steeds meer een zaak geworden die ook geworteld is in Congo zelf. De staatsautoriteit is in heel de DR Congo zwak. In het oosten is die autoriteit tot op zekere hoogte overgenomen door rebellengroepen en de VN vredesmissie. Rebellengroepen leggen „belastingen‟ op aan mijnbouwers en de bevolking, zij heffen tol op wegen, etc. De VN vredesmissie probeert de burgerbevolking tegen de rebellen te beschermen, en de vrede en veiligheid bestendigen. Het grootste struikelblok voor een duurzame vrede en veiligheid is, behalve de zwakke rol van de staat, het tekort aan economische activiteit. Op dit moment is het lucratiever om lid te zijn van een rebellengroep (of illegale activiteiten te ontplooien vanuit het leger), dan om dat niet te doen. Voor de vele jongeren is geen werk. Terugkerende vluchtelingen en ontheemden vinden hun landbouwgronden bezet door anderen. De voortdurende instabiliteit maakt investeren in landbouwgronden moeilijk. Een hele generatie is opgegroeid met geweld en is weinig anders gewend. De balans De DR Congo is in alle opzichten slechter af dan bij de onafhankelijkheid 50 jaar geleden. Het scoort als één na slechtste land op de Human Development Index (2010); alleen Zimbabwe is nog slechter af. Ook op allerlei andere vergelijkende overzichten scoort de DRC buitengewoon slecht. Daarnaast blijft het land fragiel en instabiel. Maar is ook positief nieuws te melden. Tien jaar gelden was de DR Congo in een oorlog verwikkeld; nu is sprake van gelokaliseerde conflicten. De diplomatieke relaties met de vijanden van tien jaar geleden zijn hersteld. In plaats van economische krimp heeft de DRC in 2010 een economische groei gekend van zo‟n 7% en voor 2011 wordt 6,5% groei verwacht. De hyperinflatie is beteugeld en komt nu uit op een normaal niveau. President en parlement zijn gekozen. De externe schulden zijn geherstructureerd en voor een groot deel kwijtgescholden. En de Human Development Index is de afgelopen tien jaar gestegen met gemiddeld 1,4% per jaar. De “staat van de staat” laat een vergelijkbaar, gemengd beeld zien. De DR Congo staat op de 4e plaats van de Failed States index (2011) en doet het nog slechter dan Haiti, Zimbabwe of Afghanistan.
19
Figuur 3. De failed states index (2011) (http://www.fundforpeace.org)
Een failed state kan haar kerntaken niet uitvoeren. Zij heeft geen geweldsmonopolie. Er is rechtsonzekerheid, straffeloosheid en corruptie. Basisvoorzieningen schieten tekort of ontbreken: onderwijs, gezondheidszorg, water en energie, infrastructuur etc. Het zakenklimaat in de DRC is één van de slechtste ter wereld. De bevolking moet zichzelf zien te redden. De informele economie omvat ruim 90% van de gehele economie. De kerken hebben taken overgenomen. Artsen leven van hun patiënten, gevangenisbewaarders leven van hun gevangenen en museumdirecteuren verkopen hun objecten. Hiermee in schril contrast staat het potentieel van het land. De Congo River Basin is het grootste stroomgebied ter wereld na de Amazone. Het grote verval maakt de rivier maar ten dele bevaarbaar; het potentieel voor hydro-elektriciteit is daarentegen enorm (13% van de wereldcapaciteit). Het tropisch regenwoud is het één na grootste ter wereld en is nog maar nauwelijks geëxploiteerd. Dat betekent een groot potentieel in termen van biodiversiteit, houtproductie en klimaat. Ook het landbouwpotentieel is enorm. De Belgische voedseleconoom professor Tollens heeft onlangs op basis van een oude FAO studie berekend dat met de exploitatie van de huidige landbouwgronden in de DR Congo tien keer de eigen bevolking gevoed zou kunnen worden. Ook op het gebied van grondstoffen en mineralen is de DRC één van de rijkste landen ter wereld. De toekomst van de DR Congo Sinds Congo door ontdekkingsreiziger Stanley in kaart is gebracht, hebben buitenlandse mogendheden interesse gehad voor dit land. Heden ten dage is een waaier van landen betrokken bij de DR Congo: buurlanden en andere Afrikaanse spelers zoals Zuid-Afrika; de VS, Canada en verschillende EU-lidstaten waaronder Nederland; en heel andere spelers zoals China, India, Iran, Oekraïne, Rusland, de Golfstaten en Brazilië. De aard van de relaties van al deze landen met de DRC verschilt; het zwaartepunt kan liggen op economische banden of ontwikkelingssamenwerking, maar ook op militaire, etnische of politieke belangen. De internationale gemeenschap treedt in de DRC dan ook niet
20
eensgezind op, ondanks inspanningen tot coördinatie en harmonisatie van het beleid. Deze fragmentatie wordt versterkt doordat ook aan Congolese zijde geen eenheid van beleid bestaat; de zwakke instituties, de intransparantie en corruptie kwamen al eerder aan de orde. Ondanks deze versnippering en problemen heeft de internationale gemeenschap geen keus: de DRC is een te belangrijk land om links te laten liggen. Belangrijk voor de regio, voor Afrika en voor de wereld. Voor de toekomst van de DR Congo zijn enkele elementen op termijn van bijzonder belang. Het zakenklimaat. Er zijn enorme, langjarige investeringen nodig om het land er bovenop te krijgen. Gezien de omvang van de rijksbegroting ($ 2,5 miljard in 2010) en de zeer zwak ontwikkelde private sector, zijn de binnenlandse investeringen tot nu toe verwaarloosbaar. In de afgelopen 15 jaar is $ 10 miljard aan ontwikkelingshulp naar het land gegaan – een aanzienlijk bedrag, maar tevens een druppel op een gloeiende plaat. De sleutel tot economische ontwikkeling in Congo ligt de particuliere sector. De DR Congo heeft jarenlang onder aan de Doing Business-lijst van de Wereldbank gebungeld, een vergelijkend onderzoek naar het zakenklimaat in een groot aantal landen. De afgelopen jaren boekt de DRC onder druk van de internationale gemeenschap evenwel langzaam vooruitgang (van plaats 179 in 2010 naar 175 in 2011). Het is cruciaal dat deze trend de komende jaren doorzet. De landbouwproductie. Landbouw betekent niet alleen voedsel, maar ook werkgelegenheid en daarmee een economisch alternatief voor het rebellenleven. Werkgelegenheid creëert op termijn een middenklasse en stabiliteit. Om de landbouw op gang te krijgen zal fors in infrastructuur moeten worden geïnvesteerd. De boeren kunnen nu immers geen markten bereiken. De relatie met de buurlanden. Eerder kwam al aan de orde dat het huidige low intensity conflict in oost DRC voor veel spelers – niet voor de bevolking - eigenlijk meer oplevert dan vrede. De lessen die wij in Europa na drie oorlogen hebben geleerd en die o.a. hebben geleid tot de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, later de Europese Unie, moeten ook in de DRC worden getrokken. Er zal een win-win samenwerking moeten worden gevonden waarbij zowel de DRC als de buurlanden profiteren van de ontwikkeling van oost Congo. Dat vergt politieke wil van de politieke-economische elite en de moed om het publieke belang voorop te zetten. Effectief leiderschap is dan ook noodzakelijke factor voor succes. Versterking van de institutionele capaciteit: de rechterlijke macht, de rekenkamer, de overheid, het lokaal bestuur en het parlement. Het leger moet hervormd worden om het land te verdedigen en de politie moet de burgers gaan beschermen. De internationale gemeenschap besteedt veel aandacht aan de institutionele opbouw. Steun en inzet van de Congolese leiders is hier, evenals bij alle eerder genoemde punten, essentieel. Een betere synergie tussen de interventies van de internationale gemeenschap. Tot zover enkele factoren die bepalend zullen zijn voor een zonniger toekomst van de DR Congo. Op de korte termijn doen zich enkele risico‟s voor, waarvan ik er drie wil uitlichten: de fragiele situatie in het oosten van het land en de presidentiële en parlementaire verkiezingen in 2011: in beide gevallen is relatief weinig nodig om de situatie weer uit de
21
hand te laten lopen. Het derde risico zijn de prijzen van de grondstoffen, die ruwe vorm worden geëxporteerd en daarmee afhankelijk van de wereldprijzen. Ik keer terug naar de titel van mijn betoog: zit er muziek in de DR Congo? Mijn antwoord daarop is: zeker. Potentieel. En er rust een verantwoordelijkheid op ons allen om dit grote, bevolkingsrijke land met zijn enorme rijkdommen op een duurzame manier te helpen ontwikkelen.
Samenvatting van gesproken tekst, Wageningen 11 januari 2011
22