ZET JE SCHOOL IN BEWEGING! I milie deeën vo o uvrie ndeli r veilige en jke v e r naar p schoo laatsinge n l
2
Inleidin
g
Inhoud Inleiding DEEL 1: De geïntegreerde aanpak 1. Samenwerking 2. Schoolvervoerplan 3. Scholenovereenkomst DEEL 2: Ideeën en voorbeelden uit de praktijk 1. Vervoersorganisatie 2. Informatie 3. Sensibilisatie 4. Educatie 5. Infrastructuur Adressen Colofon
2 3 3 4 6 7 7 10 12 17 21 23 23
Neemt je school deel aan de sensibilisatiecampagne Sam de Verkeerslang en wilt je school of het oudercomité daarnaast extra initiatieven opzetten voor een duurzame en veilige schoolomgeving? Neem dan een kijkje in deze brochure. Hopelijk zet de campagne Sam de Verkeersslang je school (verder) in beweging. Vele scholen willen graag werken aan een veilige en milieuvriendelijke schoolomgeving. Zij zitten echter vaak met de vraag hoe zij dit het best aanpakken. Deze brochure is opgesteld om daarop een antwoord te geven. Het doel is het veiliger maken van de verkeerssituatie aan de schoolpoort en het aantal zelfstandige en milieuvriendelijke verplaatsingen van de leerlingen doen toenemen. In deze brochure geven we ideeën en voorbeelden voor concrete projecten en initiatieven rond verkeer en mobiliteit. We omschrijven kort wat de initiatieven inhouden en geven praktische opstarttips. Daarnaast zetten we verschillende bestaande initiatieven in de kijker. De brochure is opgedeeld in twee delen: •
•
Het eerste deel gaat over een geïntegreerde aanpak. De beste resultaten bekom je door met verschillende partners op verschillende terreinen samen te werken. Daarbij wordt besproken hoe je op een gestructureerde wijze als school naar knelpunten en oplossingen kan gaan kijken. Tevens wordt verduidelijkt hoe de gemeente structureel met alle scholen kan samenwerken door het afsluiten van een scholenovereenkomst. Het tweede deel bevat ideeën en voorbeelden uit de praktijk. We hanteren de volgende onderverdeling: vervoersorganisatie, informatie, sensibilisatie, educatie en infrastructuur.
We hopen dat deze brochure een stimulans en bron van inspiratie zal zijn. Veel plezier en succes!
3
DEEL 1 De geïntegreerde aanpak De beste resultaten bekom je met een geïntegreerde aanpak door met verschillende partners op verschillende terreinen maatregelen uit te werken. Samenwerken is dus de boodschap. Het STOP-principe kan als leidraad gebruikt worden om voorstellen te ontwikkelen. Een instrument om als school de knelpunten in de schoolomgeving op een geïntegreerde manier aan te pakken is het schoolvervoerplan. Daarnaast kan de gemeente ook een scholenovereenkomst afsluiten met de verschillende scholen op haar grondgebeid waarin staat welke initiatieven de betrokken partijen de komende jaren zullen nemen. In dit deel wordt achtereenvolgens de mogelijke samenwerking, het opmaken van een schoolvervoerplan en een gemeentelijke scholenovereenkomst besproken.
Wanneer de directie geen deel uitmaakt van de werkgroep, hou je er toch regelmatig contact mee. Zorg ervoor dat de directieleden precies weten wat er gaat gebeuren en dat ze achter de initiatieven van de werkgroep staan. Probeer ook steeds enkele leerkrachten bij de werking te betrekken. Zij zullen immers vaak de uitvoerende taken op zich nemen. Bovendien vervullen de leerkrachten een voorbeeldfunctie voor zowel leerlingen als ouders. Projecten over verkeer staan of vallen met de medewerking van de ouders. Zij bepalen immers hoe hun kinderen naar school komen. Zij kunnen het goede voorbeeld geven! Durf hen aan te spreken en stimuleer hen om hun gedrag aan te passen. Betrek hen zoveel mogelijk bij wat je onderneemt. De leerlingen moeten uiteraard ook gehoord worden. Geef hen een stem en betrek hen bij de opstart en uitwerking van activiteiten. Leerlingen hebben vaak creatieve ideeën om andere leerlingen en hun ouders te stimuleren om milieuvriendelijk naar school te komen. Samenwerken op gemeentelijk niveau De gemeente is als wegbeheerder verantwoordelijk voor een veilige infrastructuur van de gemeentewegen. Daarnaast neemt de gemeente ook vaak initiatieven om het stappen, het trappen en het openbaarvervoergebruik te stimuleren. Stap dus naar de gemeente als er een probleem is op een gemeenteweg of als je ondersteuning wenst bij bepaalde initiatieven.
1. Samenwerking De schoolomgeving verkeersveiliger en milieuvriendelijke maken, kan je niet in je eentje. Samenwerken en medestanders zoeken is de allereerste stap op weg naar een geslaagd project. Samenwerken in de school Vorm een verkeerswerkgroep met enkele ouders, een lid van de schooldirectie, een leerkracht, iemand van de gemeente of de wijkagent. Plaats een algemene oproep in de schoolkrant of spreek ouders persoonlijk aan. Het is handig om daarnaast een grotere groep van losse vrijwilligers te hebben waarop je beroep kan doen.
Gemeenten die initiatieven nemen om het duurzaam naar school gaan te stimuleren, kunnen daarvoor subsidies krijgen. Via de subsidies Duurzaam naar School wil de Vlaamse Overheid een structurele aanpak rond duurzaam naar school bevorderen. Met duurzaam wordt bedoeld milieubewust, gezond en veilig. Er worden middelen voorzien voor initiatieven rond de zachte weggebruiker (basisluik) en voor de organisatie van leerlingenvervoer (optioneel luik). Binnen het basisluik is het doel acties op het terrein te ontwikkelen zodat meer kinderen te voet of met de fiets naar school gaan. De basis moet het STOP-principe zijn. Dit principe geeft de vervoerrangorde weer waarmee je rekening dient te houden wil je zachte en collectieve vervoersmodi stimuleren. STOP staat voor: eerst Stappers, dan Trappers, dan Openbaar en als laatste het Privé-vervoer.
4
Met het subsidiegeld kunnen geen infrastructurele aanpassingen betaald worden, maar wel educatieve, organisatorische, informatieve of sensibiliserende projecten. Binnen het optionele luik is het doel het organiseren van netoverschrijdend collectief leerlingenvervoer om privé-vervoer te verminderen in de schoolomgeving en op de schoolroutes. Dit kan eventueel in samen-werking met de vervoersmaatschappij De Lijn.
Meer informatie over Duurzaam naar School vind je op www.mobielvlaanderen.be of op www.ond.vlaanderen.be/leerlingenvervoer/
2. Schoolvervoerplan
duurzaam/Concept.htm
Andere contacten en samenwerkingsverbanden Door samen te werken met andere scholen kan je ideeën, geld en inzet met elkaar delen. Door samen met andere scholen naar de gemeente te trekken, vergroot je de kans om gehoord te worden. De provincie is verantwoordelijk voor provinciewegen. Stelt zich een probleem op een provincieweg dan wordt dit best gemeld aan de gemeente die contact opneemt met de provincie. De provincie is ook actief rond het stimuleren van stappen en trappen naar school. Hiervoor neemt de provincie verschillende initiatieven, zoals het begeleiden van scholen bij het opstarten van een fiets- of voetpool, het nemen van stimulerende maatregelen, het gratis ter beschikking stellen van verkeerseducatief materiaal en verkeersveilig materiaal (fluorescerende bandjes en hesjes). Voor meer informatie neem je best contact op met de dienst mobiliteit van jouw provincie. Het Vlaamse Gewest is verantwoordelijk voor de gewestwegen. Stelt zich een probleem op een gewestweg dan wordt dit best gemeld aan de gemeente die contact opneemt met het gewest. Bij bepaalde initiatieven is samenwerking met de politie aangewezen. Voorbeelden hiervan zijn: hulp bij het uitstippelen van veilige routes bij het opstarten van een fietspool, fietsencontroles uitvoeren, educatie over de dode hoek of het ter beschikking stellen van een verkeerskoffer. Stap naar de politie en vraag wat ze eventueel kunnen aanbieden. Daarnaast breng je ze best altijd op de hoogte van alle initiatieven.
Met een geïntegreerd schoolvervoerplan stem je alle maatregelen en initiatieven op elkaar af. Het beoogde doel is een goed aanbod te verkrijgen op gebied van een veilige schoolomgeving en –routes, en verandering teweegbrengen in het verplaatsingsgedrag. Dit kan door maatregelen vast te leggen op vlak van vervoersorganisatie, informatie, sensibilisatie, educatie en infrastructuur. Wat is een schoolvervoerplan? Een schoolvervoerplan is een geheel van maatregelen op korte en lange termijn. De schooldirectie, leerkrachten, leerlingen en ouders werken deze samen uit om het aandeel milieuvriendelijke en veilige verplaatsingen van en naar school te doen toenemen. Een schoolvervoerplan omvat drie onderdelen: • een inventarisatie van de verplaatsingen van en naar de school en de mobiliteitsknelpunten; • een actieplan dat ouders, leerlingen, leerkrachten… aanzet om de knelpunten in de schoolomgeving en op de schoolroutes weg te werken, door onder meer de autodruk aan de schoolpoort te verminderen door kinderen met het openbaar vervoer of met de fiets naar school te laten komen; • een evaluatiemoment. Om tot een realistisch en bruikbaar schoolvervoerplan te komen wordt best samengewerkt met de betrokken partners: de gemeente, de provincie, het Gewest, De Lijn en de NMBS. Doelgroep Scholen in samenwerking met de betrokken partners.
5
Onderzoek naar de verplaatsingswijze en de knelpunten Een eerste stap om problemen aan te pakken is zicht krijgen op de verplaatsingswijze van de leerlingen en op de knelpunten, zowel in de schoolomgeving als op de schoolroutes.
Leerkrachten kunnen samen met de leerlingen op een kaart aanduiden waar zij knelpunten ervaren.
Met een eenvoudig systeem van handopsteken krijg je duidelijkheid over de verplaatsingswijze van de leerlingen. De leerkracht vult op een fiche in hoeveel leerlingen te voet, met de fiets, met de schoolbus of met de auto naar school komen. De gegevens van alle klassen worden samengeteld en geven een volledig overzicht van hoe de kinderen naar school komen.
Een actieplan met concrete initiatieven Op basis van de gegevens over de verplaatsingswijze en de belangrijkste knelpunten kan je prioriteiten stellen en duidelijke doelstellingen formuleren.
Ten slotte breng je al de knelpunten samen en rangschik je deze in mate van belangrijkheid. Je kan de knelpunten ook visualiseren op een kaart.
Er zijn vaak grote verschillen waarneembaar tussen de seizoenen zomer/lente en winter/herfst en tussen goed en slecht weer. Vandaar dat het zeker interessant is om bij de bevraging deze onderwerpen aan bod te laten komen. Daarnaast is het ook interessant om na te gaan hoe ver de leerlingen van school wonen. Hiervoor gebruik je best een stratenplan van de schoolomgeving, waarop de kinderen met hulp van de leerkracht hun woonplaats aanduiden. Voorbeeld van de verplaatsingswijze van leerlingen. Met de schoolbus 10% Met de Lijnbus 4%
Auto 47%
Met de fiets 13%
Te voet 26%
Knelpunten kan je inventariseren met behulp van een enquête of een brainstorm met een groep. Je kunt ouders de knelpunten in de directe schoolomgeving en op de schoolroutes op een kaart laten aanduiden en hun vragen welk probleem zij of hun kinderen daar ervaren.
Sommige initiatieven kan je als school autonoom realiseren, voor andere is de medewerking nodig van de gemeente, politie, De Lijn… In een actieplan kan je aangeven wie welke initiatieven op korte of middellange termijn zal nemen. Onder korte termijn verstaan we dit of volgende schooljaar. Onder middellange termijn verstaan we over 1 à 2 jaar. … en dan: tijd voor actie! Voor begeleiding bij het opmaken van een schoolvervoerplan kan je contact opnemen met Mobiel 21. Je kan ook de brochure Schoolvervoerplan bestellen, een handige leidraad bij de opmaak van je schoolvervoerplan.
6
n een eeld va
n
actiepla
Voorb
PROJECT
TIMING
INITIATIEF
PARTNERS
• Gemachtigd opzichters aan de school
KT
School
Ouders
• Opzetten voetpool
MT
School
Ouders
• Sam de Verkeersslang
KT
School
Ouder
• Affichewedstrijd organiseren
KT
School
Ouders
• Parkeeracties: sensibilisatie foutparkeerders
KT
School
Gemeente
VERVOERSORGANISATIE
SENSIBILISATIE
EDUCATIE • Fietscontrole organiseren
KT
School
Politie/Gemeente
• Fietsgraveeractie aankondigen/organiseren
MT
School
Gemeente
• Fietsvaardigheidstraining op school/straat
KT
School
• Verkeerseducatieve route uitwerken
LT
School
• Infopakket Mobiliteit voor ouders en leerlingen
KT
School
• Een informatieavond fietsen en mobiliteit
KT
School
Ouders
• VSV – bijscholing voor leerkrachten
KT
School
VSV
• Nieuwe overdekte fietsenstalling
KT
School
Ouders
• Kiss and ride-strook aan de schoolpoort
MT
Gemeente
Gemeente/Politie
INFORMATIE
INFRASTRUCTUUR
KT= korte termijn, MT=middellange termijn, LT= lange termijn
3. Scholenovereenkomst Ook een gemeente kan op een gestructureerde wijze samenwerken met alle scholen om tot veilige schoolomgevingen -en routes te komen. Een scholenovereenkomst is een handig instrument om engagementen van alle betrokkenen vast te leggen.
Wat is een scholenovereenkomst? Een scholenovereenkomst is een overeenkomst over verkeer en mobiliteit die een gemeente met haar scholen voor een vastgelegde termijn afsluit. Het gaat om een geheel van maatregelen en initiatieven die een gemeente, schooldirecties, ouders en andere betrokken partijen samen realiseren binnen een afgesproken termijn. Een scholenovereenkomst kan bestaan uit initiatieven en maatregelen op het vlak van infrastructuur, informatie, sensibilisatie, educatie of vervoersorganisatie. De partners nemen elk specifieke taken en engagementen op zich.
Doelgroep Gemeenten (schepen van verkeer, politiediensten…) in samenwerking met scholen. Voorbeelden van initiatieven • opstellen en verspreiden van een bereikbaarheidsplan voor de scholen in de gemeente; • ontwikkelen van alternatieve fietsroutes; • optimaliseren van bestaande fietsroutes; • intensiveren van educatieve en praktijkgerichte activiteiten; • intensiveren van verkeerstoezicht in de onmiddellijke schoolomgeving; • organiseren van autovrije schooldagen; • opmaken van een schoolvervoerplan; • opstarten van een fietspool. Doel van een scholenovereenkomst Het doel van een scholenovereenkomst is de verkeersveiligheid op schoolroutes verhogen, de verkeersleefbaarheid in de schoolomgeving verbeteren en milieuvriendelijke verplaatsingen naar school stimuleren.
7
DEEL 2 Ideeën en voorbeelden uit de praktijk In dit deel vind je verschillende ideeën en praktijkvoorbeelden, ingedeeld in vijf categorieën namelijk vervoersorganisatie, informatie, educatie, sensibilisatie en infrastructuur.
1. Vervoersorganisatie
Voordelen van een scholenovereenkomst • een actievere betrokkenheid van alle partners; • meer structurele initiatieven; • onderlinge motivatie van de partners; • continue aandacht voor verkeer en mobiliteit op verschillende niveaus en terreinen; • meer kans op effectieve realisaties; • een betere opvolging en evaluatie van acties en initiatieven. Voor begeleiding bij het opmaken van een scholenovereenkomst kan je contact opnemen met Mobiel 21 vzw. Je kan er ook de brochure Scholenovereenkomst bestellen, een handige leidraad bij de opmaak en het afsluiten van een overeenkomst met de gemeenten en de scholen.
Vervoersorganisatie is de manier waarop verplaatsingen van en naar school georganiseerd worden. Als we willen dat kinderen op een veilige en milieuvriendelijke wijze naar school komen, dan moet er een goed vervoersaanbod zijn. Voetpool Kinderen wandelen in kleine groepjes naar school onder begeleiding van een volwassene. De school zoekt vrijwilligers die een groepje leerlingen willen begeleiden. Dat kunnen ouders zijn, maar ook grootouders, buren, senioren of tieners. Eenmaal de begeleiders gevonden zijn, breng je de school en de woonplaats van de begeleiders in kaart en stel je de groepjes samen. Daarna stippel je de route uit . Let wel: de veiligste route is niet altijd de kortste! Om de zichtbaarheid en de veiligheid van de voetgangers te vergroten, maak je best gebruik van fluohesjes, reflecterende armbandjes of stickers op de boekentas.
leiding kan je de hand 21 l ie ob M j Bi rbaar en - Veilig, wee Voetpoolen bestellen ijk naar school el nd ie vr eu ili m aanvragen e begeleiding en inhoudelijk voetpool. ten van een ar st op t he j bi
Fietspool Een klein groepje leerlingen fietst onder begeleiding van een volwassene naar school. Een fietspool wordt op dezelfde manier opgestart als een voetpool. Men zoekt begeleiders en de informatie over de woonplaatsen van zowel leerlingen als begeleiders wordt in kaart gebracht. Aan de hand van deze gegevens worden routes uitgetekend. De fietspoolers, de begeleiders en de ouders maken op voorhand afspraken over het uur en de plaats van vertrek, de kledij…
8
Goede en duidelijke afspraken zorgen ervoor dat alles op wieltjes loopt! Om de zichtbaarheid en veiligheid van de fietsers te verhogen, draagt iedereen best reflecterende hesjes en fietshelmen.
Meer info vind je op www.fietspoolen.be. Bij Mobiel 21 kan je de handleiding Fietspoolen – Veilig, weerbaar en milieuvriendelijk naar school bestellen en inhoudelijke begeleiding aanvragen bij het opstarten van een fietspool.
Carpool Kinderen die bij elkaar in de buurt wonen, worden samen in een auto naar school gebracht. Met carpoolen kunnen ouders de parkeerdruk aan de schoolpoort en het aantal autoritten verminderen. Bovendien moeten niet alle ouders elke morgen de rit maken. Ouders kunnen onderling afspraken maken, maar ook de school of de werkgroep mobiliteit kan een carpoolproject organiseren.
Meer info vind
je op www.fi etspoolen.be . site kan je oo k de folder Carpool – Sa men veilig na ar school downloaden. Via deze web
Kiss and Ride Een K&R-strook, ook wel uitwuifzone of zoen- en vroemzone genoemd, is een zone waar voertuigen stoppen om een passagier af te zetten of op te halen. In de wegcode is geen sprake van het begrip K&R-strook, wel kan met het verkeersbord E1 het parkeren verboden worden terwijl het stilstaan toegelaten wordt. Een K&Rstrook biedt de mogelijkheid om het afzetten van kinderen met de wagen vlotter te laten verlopen. De K&R-strook zorgt ervoor dat het uitstappen meer georganiseerd verloopt, wat de veiligheid ten goede komt.
Meer info vind je in de brochure Een Kiss and Ride-strook in de omgeving van openbare gebouwen van het Belgische Instituut voor de Verkeersveiligheid, die je kan downloaden op www.bivv.be.
De schoolbus De schoolbus volgt een vast traject en haalt de kinderen thuis op om ze naar school te brengen. Dit gebeurt tegen een vast tarief dat op voorhand met de school is overeengekomen. Samen met de gemeente kan de school nagaan of het inleggen van een schoolbus haalbaar is. Dit kan ook voor meerdere scholen samen gebeuren. Binnen het kader van het actieplan Duurzaam naar school kan de gemeente subsidies ontvangen voor de organisatie van leerlingenvervoer (optioneel luik).
het actieplan formatie over Voor meer in recht op hool kunt u te Sc ar na m aa Duurz be of op lvlaanderen. /www.mobie lingenvervoer deren.be/leer an la .v nd .o www ncept.htm duurzaam/Co
9
Openbaar vervoer Voor leerlingen die verder dan 3 à 4 km van de school wonen is het openbaar vervoer, bus en/of tram, een goed alternatief voor de auto. Voorwaarde is wel dat de halte niet te ver van huis en school ligt en dat de dienstregeling is afgestemd op het begin- en einduur van de school. De school kan scholieren naar de dichtstbijzijnde halte begeleiden. Met een Buzzy-pas kan een scholier tussen 6 en 24 jaar alle bussen in Vlaanderen nemen aan een gunstig tarief. Dat aanbod kan je bekend maken aan ouders en leerlingen. Op vraag van de school verdeelt de Lijn ook vervoersbewijzen. Deze kan je gebruiken om een uitstap te maken met de bus of de tram.
Gemachtigd opzichters Een gemachtigd opzichter houdt toezicht aan de schoolpoort en helpt kinderen bij het oversteken. Hij heeft bovendien de bevoegdheid om het verkeer stil te leggen en overtredingen door te geven aan de politie. Om gemachtigd opzichter te zijn, moet je aan drie voorwaarden voldoen: • je moet minstens achttien jaar zijn; • je moet een opleiding gevolgd hebben bij de gemeentepolitie; • je moet gemachtigd zijn door de burgemeester van de gemeente.
Info bij de Lijn op het telefoonnummer 070/ 220 200. Daar vraag je naar het telefoonnummer van De Lijn in jouw regio.
Vrijwillig eenrichtingsverkeer Eenrichtingsverkeer in de straat van de school kan de verkeerssituatie in sommige gevallen overzichtelijker maken. Het gevaar bestaat wel dat auto’s sneller gaan rijden! Door middel van onderlinge afspraken tussen ouders en buurtbewoners kan eenrichtingsverkeer op vrijwillige basis gestimuleerd worden. Daarnaast kan eenrichtingsverkeer ook officieel ingesteld worden door de gemeente. Bekijk de situatie altijd samen met de gemeente en/of de politie. Even verderop parkeren Soms is het moeilijk of onmogelijk om de parkeerproblemen in de directe schoolomgeving op te lossen. In dergelijk geval kan een bestaande parking die wat verderop gelegen is dienen als afzetplaats. Het laatste eindje naar school wordt dan te voet afgelegd. De leerlingen kunnen eventueel vanaf de parking via een begeleidde rij naar school gebracht worden. Op een plan kan je aanduiden waar ouders kunnen parkeren. De route naar school kan je voor de kinderen aantrekkelijk maken, bijvoorbeeld met beschilderde paaltjes of gekleurde tegels. De politie De politie kan toezicht houden in de schoolomgeving zodat het verkeer vlot verloopt. Ze kan er op toezien dat reglementair geparkeerd en niet te snel gereden wordt. Ze kan ook het verkeer aan een kruispunt of aan een oversteekplaats regelen.
De gemachtigd opzichter draagt een band met de nationale driekleur en een reflecterend stopbordje. De gemeente sluit een verzekering af voor burgerlijke aansprakelijkheid en ‘persoon- en zaakschade’. Fietsenstalling Een fietsenstalling moet logisch ingepland worden op school zodat fietsers deze veilig en vlot kunnen bereiken. Om ervoor te zorgen dat fietsers en voetgangers elkaar niet hinderen, kan je een bepaalde zone afbakenen waarbinnen fietsers van hun fiets afstappen en verder wandelen met hun fiets aan de hand. Met een kwaliteitsvolle fietsenstalling zorg je voor een goed onderkomen voor ‘het stalen ros’ van de fietsers. Belangrijk is dat er voldoende fietsenstallingen voorzien worden, bij voorkeur overdekt.
10
Voorrang In een zeer drukke en chaotische schoolomgeving kan je opteren om bepaalde groepen/vervoerswijzen voorrang te geven bij het verlaten van de school. Zo mogen bijvoorbeeld fietsers en voetgangers als eerste vertrekken, terwijl degenen die met de auto opgehaald worden moeten wachten tot de fietsers en voetgangers de school verlaten hebben. Deze voorrangsregel stel je op om de verkeersstromen vlotter te laten verlopen en het verkeer in de schoolomgeving veiliger te maken. Bovendien wordt hierdoor het fietsen en stappen naar school aantrekkelijker gemaakt ten opzichte van het privé-vervoer.
jes in le hand
ar
Rotsela
Ge
De gemeentelijke basisschool Heikant te Rotselaar schilderde gele handjes in combinatie met rode vakken aan de schoolpoort. Het opzet is de ouders op een veilige afstand van de schoolpoort te houden. De rode vakken geven ook aan de fietsers het signaal dat zij moeten afstappen en verder moeten stappen met de fiets aan de hand.
POEL in
Aalter
Bijna tweehonderd kinderen gaan in Aalter dagelijks met fiets- of wandelpools naar de Emmaüsschool. De vraag om kinderen te laten poolen was hier veel groter dan het aanbod. Dat komt grotendeels omdat er een tekort is aan vrijwilligers. Om deze unieke werking te blijven behouden, ging de poolwerking op zoek naar extra begeleiders. Ze stapten mee in het POEL-project. POEL staat voor Poolen Op Elke Leeftijd. Via dit project wil men senioren vinden die een groepje kinderen te voet, met de fiets of met de bus naar school willen begeleiden. In Aalter werd de actie bekend gemaakt via mond-tot-mondreclame, een artikel in de schoolkrant, brieven aan de (groot)ouders, een presentatie op de seniorenraad, een artikel in de gemeentekrant en een infoavond in het gemeentehuis. Een tiental senioren werd bereid gevonden en mee ingeschakeld en zij begeleiden momenteel enthousiast groepjes kinderen naar school.
2. Informatie Informatie is vaak een eerste aanzet tot gedragsverandering. De school kan leerlingen, leerkrachten en ouders informeren over verkeersveiligheid, duurzame manieren om naar school te komen, concrete afspraken in verband met parkeren en acties rond mobiliteit … Infopakket mobiliteit voor nieuwe leerlingen en ouders De school of gemeente kan alle nieuwe leerlingen en ouders bij het begin van het schooljaar een infopakket aanbieden. De info kan worden aangeboden in een brooddoos of in een leuke draagtas die achteraf door de leerlingen nog kan worden gebruikt. Het kan een heuse verkeersbrochure zijn, maar ook een eenvoudige bijlage of folder bij het schoolreglement. Hierin kan informatie staan over: • het belang van milieuvriendelijk naar school gaan; • begeleide rijen; • fiets- en voetpoolen; • carpoolen; • de dienstregeling van de bus en/of tram • prijzen van een Buzzy-pas; • afspraken over parkeren; • veilige fiets- en wandelroutes naar school; • initiatieven die de school onderneemt, zoals een autoluwe schooldag; • de verkeerswerkgroep op school en de contactpersoon; • … Vraag aan ouders om zoveel mogelijk te voet, met de fiets, het openbaar vervoer of met carpool naar school te komen. Tijdens een infoavond of oudercontact kan je alles toelichten en vragen van ouders beantwoorden.
11
Centraal infopunt in de schoolbibliotheek of de gemeente Alle informatie over verkeer en mobiliteit zoals folders, brochures, video’s, cd-roms en lessenpakketten kan je samenbrengen in de schoolbibliotheek. Leerkrachten, ouders en leerlingen kunnen hier het materiaal inkijken en uitlenen. Het kan ook interessant zijn om in de gemeente een centraal info- en uitleenpunt te voorzien. De gemeente kan een contactpersoon aanstellen die verantwoordelijk is voor het opvolgen en aanvullen van het infopunt.
Infoavond mobiliteit Een infoavond kan een prima start zijn voor initiatieven zoals een verkeersweek of een fietspool. Tijdens zo’n avond informeer je ouders en worden knelpunten besproken. Je kan de ouders aanspreken en vragen om mee te werken aan projecten. Laat ook de leerlingen zelf aan het woord. Laat hen vertellen hoe zij mobiliteit ervaren in hun schoolomgeving. De gemeente kan tevens de ouders informeren over concrete plannen in de schoolomgeving en op de schoolroutes. Schoolbereikbaarheidsplan De school kan een schoolbereikbaarheidsplan uitwerken, eventueel in samenwerking met de gemeente. Het is een eenvoudig plan van de schoolomgeving waarop is aangeduid hoe je op een veilige manier te voet, met de fiets of het openbaar vervoer de school kunt bereiken. Ook parkings in de buurt van de school kunnen erop aangeduid worden. Als er gevaarlijke punten zijn op de schoolroutes kan je deze best aanstippen en enkele nuttige tips meegeven.
Fietsroutekaart Op een fietsroutekaart teken je de meest veilige fietsroutes uit. De veiligste route is daarom niet de kortste. Ook specifieke aandachtspunten en gevaarlijke plaatsen waar je als fietser op moet letten duid je aan op de kaart met een woordje uitleg. Het is de bedoeling dat alle kinderen en hun ouders de kaart krijgen en zo gestimuleerd worden om veilig met de fiets op school te geraken. Je kan de gemeente vragen om een fietsroutekaart uit te werken voor alle scholen in de gemeente.
Informatie in de schoolkrant of op de website Plaats regelmatig informatie, oproepen, foto’s, cartoons, tekstjes in de schoolkrant of op de website om het onderwerp mobiliteit levendig te houden. Ouders worden zo op de hoogte gebracht van afspraken, initiatieven, verslagen van projecten, nieuwe verkeersregels of algemene informatie.
12
Afspraken naleven Afspraken maken is niet moeilijk, ze naleven soms wel. Enkele ideeën: • Informatie: plaats regelmatig oproepen, foto’s of cartoons in de schoolkrant of op de website van de school als herinnering aan de gemaakte afspraken. • Controles: ouders, leerkrachten, gemachtigd opzichters en ook kinderen kunnen regelmatig controles uitvoeren. • Politie: je kan voor controles ook officiële instanties inschakelen.
rnhout art in Tu
outeka Schoolr
Stad Turnhout wilde het fietsen stimuleren. Het idee van een schoolroutekaart voor meerdere scholen sprak hen aan omdat het laagdrempelig was, weinig belerend en financieel haalbaar. De kaart is ontworpen voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar van het basisonderwijs en het 1ste en 2de jaar van het middelbaar onderwijs. Uit onderzoek bleek immers dat deze leerlingen voor het eerst zonder begeleiding naar school fietsen. “Een coole fietskaart kan op dat moment hét duwtje in de rug zijn om ouders en leerling samen de route naar school te laten voorbereiden”, aldus de gemeente. De fietsroutekaart kan ook gedownload worden op de website van de gemeente.
rd
et woo
n aan h Iederee
In Avelgem organiseerde de gemeente een infoavond over verkeersveiligheid. Na een welkomstwoord van de burgemeester vertelde een inspecteur van de lokale politie over de verkeerssituatie in de gemeente. Een verkeerspedagoge sprak over veilig en milieuvriendelijk verkeer. Ook de zachte weggebruikers kwamen zelf aan het woord. Kinderen vertelden over hun (on)veilige schoolomgeving. Ten slotte werden de gemachtigde opzichters in de bloemetjes gezet.
3. Sensibilisatie Sensibilisatie is een proces waarbij aandacht wordt gevraagd voor een bepaalde problematiek via doelgerichte acties en campagnes. Op die manier worden mensen gevoelig gemaakt voor een bepaald onderwerp. Het wekken van deze aandacht en gevoeligheid heeft als doel een gedragsverandering te verkrijgen. Met ludieke acties, projecten, promotiecampagnes, wedstrijden, tentoonstellingen kan je leerlingen, ouders en leerkrachten sensibiliseren om veilig en milieuvriendelijk naar school te komen. Het spel Sam de Verkeersslang Met het spel Sam de Verkeersslang kan je ouders en kinderen gedurende een week laten ervaren hoe het anders kan. Het is een manier om leerlingen en ouders te sensibiliseren om zich milieuvriendelijk naar school te verplaatsen. Gedurende een week speelt de hele school het spel waarbij alle kinderen zoveel mogelijk milieuvriendelijk naar school komen: te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer of als carpooler. De leerlingen krijgen voor elke milieuvriendelijke verplaatsing een stip. Die stippen plakken ze op het grote spandoek van Sam de Verkeersslang. Elke school legt aan het begin van de week een streefdoel vast. Als op het einde van de week het spandoek vol stippen hangt dan is het streefdoel bereikt, namelijk meer veilige en milieuvriendelijke verplaatsingen. Op een feestelijke slotdag kunnen de resultaten van het spel bekend gemaakt worden o.a. het percentage leerlingen dat tijdens deze week op een veilige en milieuvriendelijke manier naar school kwam.
de campagne formatie over in r ee m or Vo naar eersslang surf Sam de Verk sslang.be. www.verkeer
13
Een autovrije schooldag is een sensibilisatieactie die gedurende een dag ouders, kinderen, leerkrachten en alle betrokkenen van de school laat zien hoe ze door de keuze voor een milieuvriendelijke vervoerswijze kunnen bijdragen om de schoolomgeving meer veilig en leefbaar te maken. Je kan een autovrije schooldag combineren met andere initiatieven zoals een wedstrijd, een tentoonstelling, een infoavond, een promotieactie, een fietsregistratie of als slotdag van een verkeersweek.
Mobiliteitsweek Een mobiliteitsweek biedt de mogelijkheid om gedurende een week te werken rond het thema veilig en milieuvriendelijk naar school.
hooldagen g Autovrije sc De handleidin orbereiden en raad bij het vo id le n ee t ed bi n je bestellen ’n dag en ka zo n va n re se organi . bij Mobiel 21
Op het programma van een mobiliteitsweek kunnen verschillende activiteiten staan: • een campagne; • een infoavond; • een autovrije schooldag; • een tentoonstelling; • een projectweek in de klas; • ludieke acties aan de schoolpoort; • het verkeersvrij maken van de straat. Enkele tips bij het opzetten van een mobiliteitsweek: • stel een werkgroep samen van mensen die initiatieven willen bedenken en die de handen uit de mouwen willen steken, • organiseer een mobiliteitsweek met enkele scholen en de gemeente samen, zo wordt de draagkracht van de actie groter, • maak de actie voldoende op voorhand bekend, • begin klein en breid je actie elk jaar een beetje verder uit. Autovrije schooldag Op een autovrije schooldag wordt aan alle leerlingen, ouders, directie en leerkrachten gevraagd om te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer naar school te komen. Tijdens een autovrije schooldag staat de zachte weggebruiker centraal en zet je alternatieve vervoerswijzen in de kijker.
Promotie openbaar vervoer Kinderen bewustmaken van het openbaar vervoer als geschikt alternatief vervoersmiddel voor de auto kan je door voor schooluitstappen het openbaar vervoer (bus, tram, trein) te gebruiken. Je kan daarnaast nog andere initiatieven uitwerken om het gebruik van bus of tram te promoten, zoals een week lang een extra voordelig tarief aanbieden voor zowel ouders als leerlingen. Hiervoor neem je best contact op met de provinciale afdeling van De Lijn.
Info bij de Lijn op het telefoonnummer 070/ 220 200. Daar vraag je naar het telefoonnummer van De Lijn in jouw regio.
14
Fietscontrole en fietsregistratie De school kan de politie vragen om de fietsen van de leerlingen te controleren. Elke leerling die op die dag met de fiets naar school komt, kan deze gratis laten controleren. Op persoonlijke controlekaarten noteert de politie wat niet in orde is. Leerlingen kunnen achteraf laten controleren of hun fiets dan wel in orde is. Het is belangrijk dat je de ouders hierover informeert, zodat ze samen met hun kind het nodige kunnen doen om de fiets in orde te brengen. Bij een fietsregistratie wordt in elke fiets een persoonlijk nummer gegraveerd. Op een fietsidentiteitskaart noteren de leerlingen het nummer en de kenmerken van hun fiets zoals merk en kleur. Het opsporen van een gestolen fiets wordt hierdoor eenvoudiger.
• • •
Voor beide initiatieven neem je best contact op met de lokale politie.
Verkeersveilig materiaal Organiseer op school een verkoop van verkeersveilig materiaal aan gunstige prijzen: fietshelmen, fluorescerende hesjes met reflecterende banden, fietsvlaggetjes, reflecterende armbandjes, fietsbellen, fietssloten … Informeer je over de kwaliteit van het aangeboden veiligheidsmateriaal, het moet immers aan welbepaalde veiligheidsnormen voldoen. Richt een oproep tot ouders en leerlingen om bij het fietsen steeds een fietshelm en een fluohesje te dragen.
Enkele ideeën om het dragen van fluohesjes en helmen te stimuleren: • Organiseer een klassenwedstrijd waarbij dagelijks/wekelijks wordt genoteerd welke kinderen hun hesje en/of helm dragen. De klas met de hoogste score wordt op het einde van de week beloond, bv. de klas mag er eens met de fiets op uit trekken, met helmen en hesjes aan uiteraard. • Laat de leerlingen hun eigen hesjes ontwerpen. • Informeer de ouders op een infoavond over het belang van het dragen van hesjes en helmen. • Laten de namen van de leerlingen drukken op de hesjes. Deel gratis hesjes uit aan eerstejaars en aan nieuwe leerlingen. Organiseer een mister-fluo-wedstrijd waarbij degene met de mooiste fluo-outfit een prijs wint. Zet wekelijks een drager van een fluohesje of een fietshelm in de kijker.
Mobiliteitsdagboek In een dagboekje noteren de leerlingen gedurende een week of langer alle verplaatsingen naar school en buiten de school. Ze noteren waarheen ze gingen, of het regende of mooi weer was, welke afstanden ze aflegden en uiteraard met welk vervoermiddel. Het doel is de keuze en de verspreiding van verschillende vervoermiddelen van de leerlingen te achterhalen en te illustreren. Op basis van de dagboekjes kan je een discussie op gang brengen en kunnen de leerlingen bewust gemaakt worden van hun verplaatsingswijze. Samen met de leerlingen wordt bekeken worden of het anders kan. Kortfilm of foto’s Via een kortfilm of een powerpointvoorstelling met foto’s kan je de chaos voor de schoolpoort op een visuele manier onder de aandacht brengen. Je kan de opnamen tonen tijdens een infoavond als inleiding tot een discussie over de aanpak van de verkeersproblemen. Enkele ideeën: • laat de kinderen een film of foto’s maken van de schoolomgeving. • film of fotografeer op de ooghoogte van kinderen; • laat kinderen aan het woord over hoe zij de situatie ervaren; • betrek ook de buurtbewoners bij de film of de foto’s; • laat kinderen eventueel zelf mogelijke oplossingen formuleren.
15
Attenties Door mensen een attentie te geven zet je een bepaald gedrag in de kijker. Het fietsen, wandelen, carpoolen, het openbaarvervoergebruik en het correct parkeren, kan je stimuleren door degenen die dit gedrag stellen een kleine attentie te geven. Het kan een positieve elan geven bij de start van een nieuwe actie. Zowel ouders, leerkrachten als de kinderen kan je een attentie geven. Met het uitschrijven van een wedstrijd met daarbij behorende prijzen kan je ook mensen sensibiliseren en stimuleren om veilig en milieuvriendelijk naar school te komen. Voorbeelden van wedstrijden zijn: misterfluo-wedstrijd, 1000ste fietser, meest ludieke fietser, pimp-my-bike-wedstrijd of verkeersveiligste en milieuvriendelijkste klas. Je hoeft geen grote budgetten te hebben om attenties te geven of prijzen uit te reiken. Ook een geplande aankoop kan op een feestelijke slotdag als prijs voor de hele school gegeven worden. Enkele tips voor kleine en grotere attenties en prijzen: • een kwartiertje langer speeltijd; • een dag geen huiswerk; • met de klas een film bekijken; • een culinaire verrassing; • een fietstocht maken met de klas; • een ijsje of een drankje; • een receptie voor de kinderen; • een ontbijt voor voetgangers, fietsers en busgebruikers; • een bloem voor goed parkeren; • een bonbon voor zij die juiste parkeren en een fopbon voor foutparkeerders; • paraplu’s of regenjasjes uitdelen onder het motto ‘Niet alleen de auto houdt je droog!; • leuke stickers, petjes, balpennen, fluobandjes, fietsbellen via sponsors. Verkeersborden In samenwerking met de gemeente kan je in de schoolomgeving borden met het opschrift ‘Graag traag’ plaatsen. Deze borden moeten de autobestuurders ervan bewust maken dat ze in een schoolomgeving rijden, waar veel kinderen zijn. Het moet hen er toe aanzetten hun snelheid aan te passen en trager te rijden.
De school kan de leerlingen ook verkeersborden laten maken en die dan in de schoolomgeving ophangen. Zorg wel steeds dat je de goedkeuring hebt van de gemeente en de politie. Tentoonstelling Een tentoonstelling is een leuke en creatieve manier om leerlingen en ouders te sensibiliseren. Betrek de leerlingen bij het in elkaar steken van de tentoonstelling en organiseer deze rond een actueel mobiliteitsthema of een concreet initiatief.
Enkele ideeën: • Expo Mobiel: laat de kinderen kunstwerkjes maken in de les over het thema Veilige en milieuvriendelijke verplaatsingen. Stel de kunstwerkjes goed zichtbaar op aan de schoolpoort, of aan het gemeentehuis. Zo worden ook buurtbewoners en voorbijrijdende autobestuurders er attent op gemaakt.
16
•
Tekenwedstrijd: de leerlingen maken een tekening of collage over veilig en milieuvriendelijk verkeer. De winnende ontwerpen kan je op een spandoek schilderen of als affiche gebruiken. De spandoeken en affiches kan je in heel de school en op verschillende plaatsen in de gemeente ophangen.
Het is leuk als leerlingen inspraak krijgen in het ontwerp van de flyer. Eventueel kan een flyerwedstrijd uitgeschreven worden. De boodschap naar ouders toe kan nog versterkt worden door de flyers door de leerlingen te laten uitdelen. Enkele voorbeelden: • Het uitdelen van nepbonnen aan degene die het verkeerde gedrag vertoont en het uitdelen van bonbonnen aan degene die het juiste gedrag vertoont. • Leerlingen een gedichtje laten opstellen dat specifiek naar de ouders is gericht. • Een lokale cartoonist een cartoon laten maken. • Leerlingen uit de hogere jaren boetes laten uitschrijven, eventueel in samenwerking met de lokale politie. Ruimte gevraagd Zijn er in jouw schoolomgeving plaatsen waar de zachte weggebruiker nauwelijks ruimte heeft en waar voetgangers of fietsers gevaar lopen? Door deze plaatsen visueel te benadrukken met verkeersfiguren en ze zo zichtbaarder te maken voor het gemotoriseerde verkeer, kan je buurtbewoners, weggebruikers en het lokale beleid op een ludieke manier bewustmaken van het probleem.
Fiets- en voetwash Het organiseren van een fiets- en voetwash is een ludieke manier om het stappen en het trappen te promoten. Je plaats immers de schijnwerpers op degenen die naar school stappen en trappen. Je kan een dergelijke fiets en/of voetwash organiseren voor een of meerdere klassen of voor de gehele school. Ook kan je de ouders er bij betrekken door ook hun fietsen en schoenen te poetsen. Flyers Om op een gemakkelijke manier een boodschap duidelijk te maken zijn flyers het ideale media. Sensibiliseren via flyers is mogelijk rond verschillende thema’s: het foutparkeren, het hoge autogebruik of het niet dragen van verkeersveiligheidmateriaal. Een tekst met een tekening of foto op een flyer maakt ouders en voorbijgangers op een snelle manier bewust van het probleem.
De kleurrijke ludieke verkeersfiguren geven bestuurders duidelijke boodschappen: • 'Pas op, hier hebben voetgangers en fietsers een probleem' • 'Pas je rijgedrag aan, dan kunnen voetgangers en fietsers veilig stappen, fietsen, oversteken…'
17
rkiezing
Met de verkeersfiguren kan je bestuurders wijzen op plaatsen waar het gevaarlijk is voor de zachte weggebruiker zodat ze meer rekening met hen kunnen houden. Zachte weggebruikers kunnen rekenen op meer begrip, hoffelijkheid en voorzichtigheid van gemotoriseerd verkeer. Wegbeheerders en de lokale overheid kan je vragen zich te engageren om iets te doen aan het gebrek aan ruimte voor voetgangers en fietsers. Naast een betere zichtbaarheid van knelpunten, bevordert dit project overleg en samenwerking tussen de betrokkenen en het lokale beleid.
vind je op atie hierover Meer inform leidingen. e onder Bege .b ng la ss er www.verke
o-ve ster-flu i m n e -
Miss
Het stimuleren van het dragen van fluohesjes blijkt voor vele scholen geen gemakkelijke opgave te zijn. Verschillende scholen organiseren een missen mister- fluo-verkiezing met als bedoeling fluohesjes een cool imago te geven. Een miss- en mister-fluo-verkiezing kan zowel op klas- als op schoolniveau plaatsvinden. Om miss- of mister-fluo te worden moeten de leerlingen tal van opdrachten tot een goed einde brengen. Voorbeelden van opdrachten zijn: fluohesjes personaliseren, op een veilige manier over een catwalk lopen, zichtbaar zijn rondom de schoolomgeving, anderen stimuleren om ook een hesje te dragen en promotiefolders van hesjes maken voor ouders en leerkrachten.
4. Educatie
et n aan h Iederee
woord
De zeven Rotselaarse basisscholen organiseerden in 2007 een uniek fietsproject namelijk Fietsa Morgana! De hoofdbedoeling was het promoten van de fiets als een veilig en een gezond vervoersmiddel. Bovendien wilden ze zo het dragen van de fietshelm aanmoedigen. Alle scholen van Rotselaar droegen het project uit. De gemeente engageerde zich om dit project zowel financieel als logistiek te ondersteunen. Op regelmatige tijdstippen werden diverse opdrachten gegeven aan de leerlingen zoals verschillende schoenen dragen en rond de wereld fietsen.
Verkeers- en mobiliteitseducatie gaan verder dan de traditionele verkeersopvoeding in de klas en beperkt zich niet tot het bijbrengen van regels en verkeersborden. Verkeerseducatie geeft kinderen inzicht in verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid. Ze leren hoe ze zich zelfstandig en veilig moeten gedragen tussen de andere weggebruikers in het verkeer. Ze leren dat niet alleen in de klas of in een verkeerspark, maar ook op straat in concrete situaties. Mobiliteitseducatie leert kinderen over mobiliteit en haar maatschappelijke gevolgen. De mogelijkheden en grenzen van mobiliteit en milieuvriendelijk woon-schoolverkeer komen aan bod. Er is een ruim aanbod aan educatief materiaal rond veilig en milieuvriendelijk verkeer. Hierna vind je een overzicht.
18
Inventaris educatief materiaal Basisonderwijs Je zoektocht naar lesmateriaal start je best met het doornemen van de Inventaris educatief materiaal Basisonderwijs Verkeer en mobiliteit. Hij biedt je een overzicht van al het beschikbaar educatieve materiaal over verkeer en mobiliteit voor het basisonderwijs. Deze gids wordt tweejaarlijks geactualiseerd. De inventaris kan je bestellen bij de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Integratie in het leerplan Verkeer en mobiliteit maken deel uit van de eindtermen van het basisonderwijs. Om deze thema’s te integreren in de lessen, baseer je je best op de eindtermen. Op die manier krijgen de leerlingen verkeers- en mobiliteitseducatie aangepast aan hun kennis en vaardigheden.
De activiteiten zijn onderverdeeld volgens de stappen van het schoolvervoerplan: een onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van de leerlingen en het inventariseren van knelpunten, het opmaken van een actieplan en ten slotte de evaluatie. Voor elke activiteit wordt vermeld: het doel, de opzet en de specifieke doelgroep, de eindtermen en leerplandoelstellingen en eventueel didactisch materiaal.
De handleiding Educatief schoolvervoerplan kan je bestellen bij de Vlaamse Stichting Verkeerskunde.
De verkeerseducatieve route De verkeerseducatieve route is een uitgestippelde route in de buurt van de school. Verschillende verkeerssituaties komen hier aan bod: een kruispunt oversteken, uit de bus stappen, oversteken bij een rotonde, fietsen als er geen fietspad is… Jonge voetgangers en fietsers leren hoe ze zich moeten gedragen in concrete situaties. In een handleiding met de beschrijving en foto’s van de concrete situaties worden oefeningen en tips gegeven voor het oefenen van de route.
Bij Mobiel 21 kan je terecht voor begeleiding bij het uitwerken van een verkeerseducatieve route en de bijbehorende handleiding. De brochure Met de klas de straat op kan je bestellen bij de Vlaamse Stichting Verkeerskunde.
Educatie in het teken van een schoolvervoerplan Bij de opmaak van een schoolvervoerplan probeer je de leerlingen zoveel mogelijk erbij te betrekken. Het is immers uiteindelijk de bedoeling om voor hen een veilige en leefbare schoolomgeving maken. Hoe en met welke concrete lesactiviteiten je dit kan doen, vind je in het pakket Educatief schoolvervoerplan. Het pakket biedt een overzicht van concrete lessen die aansluiten bij de opmaak van het schoolvervoerplan.
Fietsvaardigheidstraining Via een fietsvaardigheidstraining leer je kinderen op een veilige manier te fietsen. De leerlingen behalen een fietsbrevet door het afleggen van bepaalde oefeningen op een parcours. Dat parcours kan variëren van een opstelling op de eigen speelplaats of op een afgesloten stuk straat tot een heuse omloop op straat, afhankelijk van hoe fietsen verkeersvaardig de kinderen zijn.
iding Handle S T e fi IE en g Fiets roeven dleidin , fietsp id e laamse De han h ij de V endig b h e n b e s ll t e ste over fi n je be tten ka e v e r b unde. fiets rkeersk e V g Stichtin
19
Sleutelen aan de fiets Je kan kinderen leren hoe ze zorg kunnen dragen voor hun fiets en hoe ze hun fiets kunnen onderhouden. Bij de jongere leerlingen kan het accent liggen op het netjes houden van de fiets. Bij de oudere leerlingen kan je al wat moeilijkere handelingen aan bod laten komen: een lekke band plakken, een ketting opleggen… Nodig de plaatselijke fietsenmaker uit om het sleutelen aan de fiets mee te ondersteunen. De activiteit kan een lesactiviteit of onderdeel van een groter verkeersproject zijn.
Meester op de fiets Met het project Meester op de fiets wil Mobiel 21, de Stichting Vlaamse Schoolsport en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid scholen helpen een fietsvaardigheidstraining te organiseren. Het project Meester op de fiets biedt lagere scholen een fietsvaardigheidstraining in de school met begeleiding en handleiding. Eerst komt fietsvaardigheid aan bod, daarna een voorbereiding op dagelijkse verkeerstaken zoals links afslaan en fietsen op een rotonde. Hoe je moet omgaan met gevaarlijke situaties zoals een openslaand portier of rechtsafslaande vrachtwagens staat op het programma. Leerlingen, leerkrachten en ouders volgen de vorderingen op via individuele leerlingenfiches. Met een speciaal ontworpen materialenset kan je een ruime variatie aan fietsvaardigheidsproeven en een fietsparcours realiseren. Een provinciale begeleider van de Stichting Vlaamse Schoolsport stelt de materialenset en het parcours op in uw school, neemt met de leerkracht de handleiding door en bereidt met hem of haar het leerproces voor.
Contacteer he
t secretariaat van Vlaamse Scho ol sport in uw provin cie.
Kennismaken met het openbaar vervoer Kinderen van jongs af vertrouwd maken met het openbaar vervoer is de beste manier om hen te stimuleren er (later) gebruik van te maken. Daarom start je best al van in de basisschool met kennismakingslessen: dienstregelingen en netplannen uileggen, verschillende vormen van openbaar vervoer leren kennen en er gebruik van maken, veilig leren op- en afstappen... De Lijn ontwikkelde een lessenpakket voor leerlingen uit de derde graad van het basisonderwijs. Concreet worden de leerlingen gewezen op het mobiliteitsprobleem, de leerlingen worden aangezet om na te denken over alternatieven en krijgen een kennismaking met het openbaar vervoer (bus en tram). Het uiteindelijke doel is de kinderen veilig wegwijs maken in verkeer en hun mobiliteit vergroten.
de Stichting
Elke school ontvangt jaarlijks informatie over dit lessenpakket. Voor vragen over dit lessenpakket kan je terecht bij De Lijn-info op het nummer 070/220.200.
20
Een knelpuntenwandeling Maak met de leerlingen een wandeling of een fietstocht in de omgeving van de school. Bij knelpunten stop je en bespreek je het probleem. Stel de volgende vragen: Hoe moeten we ons op dit punt gedragen? Kunnen we veilig oversteken? Waarom is het hier gevaarlijk? Aan de hand van verschillende vragen en opdrachten leren de leerlingen hoe zich veiliger te gedragen. Enkele tips: • Als fietser ervaar je vaak andere knelpunten dan als voetganger. Daarom is het belangrijk om eenzelfde route zowel te voet als met de fiets af te leggen. • Je kan de verkeerswandeling of –fietstocht organiseren bij de start van het schooljaar, in het kader van een verkeersweek of een autoluwe schooldag of tijdens een uitstap met een leuke bestemming. • Je kan een knelpuntenkaartje maken dat je achteraf aan de gemeente overhandigt.
Verkeersobservatie aan de schoolpoort De leerlingen observeren het verkeer voor de schoolpoort op een bepaald moment, bv. tijdens de spits of vlak na de spits. Ze noteren wat hen opvalt, doen tellingen en maken foto’s. Een verkeersobservatie kan de aanleiding zijn voor een discussie of een project over het thema mobiliteit, een verkeersactie of een infoavond waarop de leerlingen hun bevindingen vertellen.
voorde
en Vil etsexam
Fi
De acht stedelijke basisscholen richtten samen een werkgroep Verkeer op die de naam Veilig op School (VOS) kreeg. Hun eerste project was de organisatie van een fietsexamen. De leerlingen van het zesde leerjaar uit de stedelijke scholen legden in mei 2008 samen het fietsexamen af. De ouders en grootouders stonden in voor begeleiding. Voor de financiering van het project konden de scholen grotendeels rekenen op twee sponsors. Voor de organisatie deed de werkgroep een beroep op de lokale afdeling van de Fietsersbond.
deling erswan zebra! e k r e v de Een tie: Red i l o p e et d
m
Het van
educatieve centrum de Gentse politie organiseerde de actie ‘Red de zebra’. ‘s Morgens stond een mooi beschilderde zebra aan de schoolpoort. Na een leuke verkeersles maakten de kinderen, samen met een flikkenclown en echte politieagenten, een wandeling langs en over de zebrapaden in de buurt van de school. Deze vrolijke stoet werd opgefleurd met zebramaskers en – ballonnen. Nadien werden in de klas zebrakoekjes uitgedeeld. Tijdens de actieperiodes en naar aanleiding van de zebraoptocht kon men vaststellen dat de thematiek rond zebrapaden in Gent heel sterk leefde. De doelstelling om extra aandacht op het zebrapad te vestigen werd dus bereikt.
21
Module 15: Flankerende maatregelen ter ondersteuning van een duurzaam lokaal verkeer Module 15 van het mobiliteitsconvenant subsidieert flankerende maatregelen. Met deze module verbinden de betrokken partijen (de lokale overheid, het Vlaamse Gewest, andere partijen) zich ertoe flankerende maatregelen te nemen ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid. Voor deze module komen flankerende maatregelen in aanmerking die als doel hebben: • de publieke betrokkenheid in het gemeentelijke mobiliteitsbeleid en het gemeentelijke mobiliteitsplan te verhogen; • een duurzaam verplaatsingsgedrag te stimuleren; • een duurzaam parkeerbeleid te voeren; • een planmatige aanpak te ondersteunen voor het wegwerken van mobiliteitseffecten veroorzaakt door mobiliteitsgenererende actoren (bv. vervoerplannen); • de druk te verminderen op het leefmilieu door verkeer en vervoer en de bijbehorende infrastructuren. Met de druk op het leefmilieu wordt bedoeld: luchtverontreiniging, effecten op natuur, groenstructuur, geluidshinder, geurhinder, waterverontreiniging … In de context van scholen kan dit zijn: de organisatie van een autoluwe schooldag, samenstelling van een scholenkoffer met educatief materiaal, het maken van een schoolbereikbaarheidskaart waarop de veilige fietsroutes naar de school worden aangeduid, het maken van een schoolvervoerplan…
je op enants fo vind e/conv in .b r n e e r e M laande obielv www.m
5. Infrastructuur Naast initiatieven rond vervoersorganisatie, informatie, sensibilisatie en educatie dienen ook vaak infrastructurele maatregelen genomen te worden. Kwaliteitsvolle realisaties garanderen veiligere en comfortabelere schoolomgevingen en -routes. Infrastructurele maatregelen lopen meestal over een lange tijd en slorpen vaak een groot budget op. Voor wegbeheerders (gemeente, provincie, Vlaamse Gewest) is hier een belangrijke taak weggelegd. Zijn er infrastructurele aanpassingen of herinrichtingen aan de orde, dan neem je best eerst contact op met je gemeente. Gemeenten kunnen onder bepaalde voorwaarden via Module 10 van het Mobiliteitsconvenant subsidies aanvragen en ontvangen voor de herinrichting van een schoolbuurt. Zone 30 verplicht voor alle schoolomgevingen Zone 30 is een wetgevende maatregel voor een veiligere schoolomgeving. •
Vaste of variabele borden Snelheidsbeheersing is een voorwaarde voor veiliger verkeer. Sinds 1 september 2005 zijn alle schoolomgevingen verplicht zone 30. Dit betekent dat in de buurt van elke school een gebied wordt afgebakend waarin de maximumsnelheid van 30 km/u uur geldt. Een zone 30 kan afgebakend worden met vaste of variabele borden. Bij variabele borden geldt de snelheidsbeperking enkel op bepaalde tijdstippen. Er is geen wettelijke regeling rond de keuze van de zone 30-borden. De keus is aan de wegbeheerder en hangt in de eerste plaats af van het snelheidsregime dat in de ruimere omgeving van de school geldt. Bij de het begin van de toegangsstraten in een ruim zone 30-gebied en binnen de bebouwde kom wordt aanbevolen om vaste borden te plaatsen. In straten met druk verkeer en buiten de bebouwde wordt bijvoorkeur geopteerd om variabele borden te plaatsen.
22
•
Infrastructurele maatregelen Het plaatsen van de zone 30-borden in de directe schoolomgeving wordt best ondersteund door infrastructurele maatregelen, zodat deze snelheid ook effectief gegarandeerd wordt. Mogelijke infrastructurele maatregelen in de directe schoolomgeving zijn o.a. een verkeersplateau, een voetpadverbreding, een rijbaanversmalling, een ruime voetgangerszone of ontmoetingsruimte voor de schoolpoort.
Veilige schoolroutes Aan de hand van drie types van gebieden en straten geven we je enkele voorbeelden van infrastructurele maatregelen die van toepassing kunnen zijn. •
Een ruim zone 30-gebied Een ruim zone 30-gebied is een gebied waar de maximumsnelheid van 30 km/u geldt voor meerdere aaneensluitende straten. In een dergelijk gebied kunnen meerdere scholen liggen. Binnen een zone 30-gebied wordt de snelheidsbeperking in principe niet meer herhaald. Je vindt de borden dus enkel aan het begin van de toegangsstraten.
In bijzondere gevallen, zoals aan een schoolingang met veel overstekende kinderen, kan van dit principe afgeweken worden. Het snelheidsverschil tussen fietsers en automobilisten is in een zone 30 klein, zodat een fietser gemakkelijk zijn plaats op de rijbaan kan innemen. Hier zijn geen afzonderlijke fietspaden nodig. •
50 km/u-straten Ook in 50km/u-straten dient er een duidelijke afstemming zijn tussen de functie die de straat vervult en haar inrichting. In centrumgebieden zijn veilige en comfortabele voetgangersvoorzieningen nodig, maar worden in principe geen afzonderlijke fietspaden aangelegd. Als er sprake is van 50 km/u-straten met druk verkeer, kan geopteerd worden om voetgangers, fietsers en auto’s meer te scheiden. Mogelijke infrastructurele maatregelen zijn dan: - verhoogde aanliggende fietspaden aan beide kanten van de straat; - comfortabele voetpaden; - beveiligde oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers •
Straten buiten de bebouwde kom (70-90 km/u) In deze straten moet zoveel mogelijk gewerkt worden met principes van scheiding en bundeling van verkeerssoorten en van trage en snelle bewegingen. Mogelijke infrastructurele maatregelen zijn: - comfortabele, ruime en afgescheiden fietspaden aan beide kanten van de straat; - fietsopstelstroken op kruispunten die met verkeerslichten geregeld zijn; - een beveiligde oversteek met ruime middenberm; - aparte stop- en parkeerplaats met gescheiden op- en afrit.
Er dient een duidelijke afstemming te zijn tussen de functie die de straat vervult en haar inrichting. In een Zone 30-gebied wordt doorgaand verkeer zoveel mogelijk vermeden. Comfortabele en afgeschermde voetpaden zijn nog steeds vereist. 30 km/u is immers nog te snel om volledig gemengd weggebruik toe te laten. Door de lage snelheid kunnen voetgangers gemakkelijk overal oversteken en zijn oversteekplaatsen niet meer aanbevolen.
hure e broc je in d d in keersv en ver matie r id o e f h in eilig Meer te meer v de kom . Voor 0 3 e n ebouw b Zo e d in v.be. arheid leefba ww.biv w ia v aden downlo
23
Module 10: Herinrichting van een schoolbuurt aan of in de nabijheid van een gewestweg Via module 10 van het mobiliteitsconvenant kunnen lokale overheden subsidies krijgen van het Vlaamse Gewest voor de herinrichting van schoolomgevingen aan of in de nabijheid van een gewestweg. De bedoeling van de herinrichting is de verkeersveiligheid voor de scholieren te verbeteren, om hun verplaatsingen te voet, met de fiets, bus, tram, trein of carpool te bevorderen en om een evenwicht na te streven tussen de verschillende categorieën verkeersdeelnemers. Concreet betekent dat onder meer snelheidsbeheersing, verbetering van de oversteekbaarheid, bescherming van de voetgangers en de fietsers en veilige in- en uitstapmogelijkheden voor scholieren die met de bus of tram komen of die met de auto gebracht worden. De herinrichting moet gerealiseerd worden zonder het parkeerverbod te verruimen en mag geen ingrepen bevatten die in hoofdzaak het wegbeeld verfraaien of vooral de commerciële context verbeteren. Het Vlaamse Gewest betaalt 100% van de reële kostprijs op het domein van het gewest. In het geval van een herinrichting van een schoolbuurt in de nabijheid van een gewestweg op het domein van de lokale overheid of de provincie, betaalt het gewest 50% van de reële kostprijs. op vind je ule 10 d o m an enants tekst v e/conv edige .b n e r e De voll laand obielv www.m
Adressen •
Mobiel 21 vzw Vital Decosterstraat 67A 01/01 3000 Leuven 016 31 77 00 www.mobiel21.be
[email protected] Mobiel 21 vzw begeleidt scholen en gemeenten bij het opzetten van concrete en haalbare verkeersprojecten in de schoolomgeving.
•
Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) Haachtsesteenweg 1405 1130 Brussel 02 244 15 11 www.bivv.be
[email protected]
•
De Lijn H. Consciencestraat 1/B 2800 Mechelen 070/ 220 200 www.delijn.be
•
Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) Louizastraat 40 2800 Mechelen Tel.: 015 44 65 50 Fax: 015 44 65 59 www.verkeerskunde.be
[email protected]
Colofon • • •
Redactie: Marjan Frederix Eindredactie: Sabine Verstraeten Lay out: altera
V.u.: Mobiel 21 vzw Vital Decosterstraat 67 A 3000 Leuven Tel. 016 23 94 65 Fax. 016 29 02 10
[email protected]