ZELFSTANDIG FIETSEN NAAR SCHOOL – GROEP 1-2 Leren fietsen lijkt bij heel veel kinderen vanzelf te gaan. Het gaat spelenderwijs. Toch zijn de verschillen erg groot. Zeker bij jonge kinderen kunnen we dat goed zien: de een kan al heel aardig fietsen als hij of zij op 4-jarige leeftijd op school komt, terwijl een klasgenootje het fietsen pas veel later onder de knie krijgt. Nu is niet ieder kind even snel in zijn of haar ontwikkeling en dat hoeft natuurlijk ook niet, maar op een bepaald moment wordt er van kinderen verwacht dat ze veilig (zelfstandig én in een groep) kunnen lopen en fietsen in het verkeer. Kinderen die op jonge leeftijd al een achterstand oplopen en onvoldoende mogelijkheden hebben deze in te lopen, krijgen het binnen én buiten school moeilijk zich te ontwikkelen tot een zelfstandig verkeersdeelnemer. Niet alleen voor ouder en kind is het verkeer belangrijk, maar ook voor u als leerkracht is het zinvol om na te denken over veilige verkeersdeelname van de leerlingen. Misschien merkt u het al, als u bijvoorbeeld met de kleutergroep naar een nabij gelegen bibliotheek, speeltuin, kinderboerderij of parkje gaat. Ook lopend zijn verkeerskennis, vaardigheden en inzicht bij kinderen al heel belangrijk. Door op jonge leeftijd te leren fietsen en regelmatig aan het verkeer deel te nemen (ook als voetganger) leren kinderen op een natuurlijk manier omgaan met het verkeer. De lesmodule ‘Zelfstandig fietsen naar school’ is met name bedoeld om ouders en kinderen op weg te helpen wegwijs te worden in het verkeer en fietsen tot iets vanzelfsprekends te maken. Door ieder jaar op een vast moment in de klas uitgebreid aandacht te geven aan fietsen en verkeersdeelname en daaraan diverse (digitale) toepassingen voor thuis te koppelen, krijgen ouders en kind de hiervoor benodigde prikkels en instrumenten in handen. De fietsles: … maakt fietsen leuk, tastbaar en leerzaam voor kinderen … werkt stimulerend op het gebruik van de fiets en draagt bij aan veiligheidsbewustzijn … is zeer geschikt om schoolbreed op te pakken (jaarlijkse fietsdag voor de hele school) … vraagt minimale voorbereiding van de leerkracht … is eenvoudig uitvoerbaar … vraagt slechts 60 lesminuten per schooljaar … biedt veel vrijheid in de uitvoering … is zonder problemen uit te breiden in tijd … betrekt ouders actief bij verkeerseducatie … creëert blijvende interactie tussen ouder, kind en school
De algemene doelen van de lesmodule ´zelfstandig fietsen naar school´ zijn feitelijk: 1) kinderen basiskennis, vaardigheden en inzichten meegeven als verkeersdeelnemer (fietser in het bijzonder) zodat zij in hun basisschoolperiode op een verantwoorde en veilige wijze - van en naar school kunnen fietsen (vanaf groep 4/5 in toenemende mate zelfstandig) - in een groep kunnen meelopen (onderbouw) of meefietsen (bovenbouw) van/naar schoolactiviteiten - hun verkeersdiploma kunnen behalen (veelal in groep 7) - voorbereid worden op een veilige overgang naar het voortgezet onderwijs 2) ouders en kinderen activeren in dit proces zodat ze voldoende handreikingen krijgen om hiermee zelfstandig aan de slag te gaan Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
1
DE FIETSMODULE VOOR GROEP 1-2 IN VOGELVLUCHT Les 1: Introductie verkeer (15 minuten) Met de kinderen in gesprek over hun eigen ervaring in het verkeer (voorkennis activeren) In het lokaal Benodigdheden: digibord (internetverbinding) o Geen digibord/internet? Print dan even deze beeldplaat uit op A3-formaat, in kleur Les 2: Introductie fiets (15 minuten) Met de kinderen in gesprek over hun eigen ‘fiets’ (van loopfiets tot driewieler & van step tot skelter) In het lokaal, de aula, de gymzaal of op het schoolplein Benodigdheden: loopfiets, driewieler, kinderfietsen, e.d. (zie aankondigingsbrief ouders) Les 3: Fietsparcours (30 minuten) Met de kinderen oefenen op hun eigen ‘fiets’ (loopfiets, driewieler, step, skelter, etc.) Op het schoolplein. Benodigde ruimte: 11,5 x 15 meter Benodigdheden: -eigen ‘fietsen’ -krijt -uitgeprint verkeerslicht en stopborden (ook leuk als lesuitbreiding) Aanwezigheid van twee tot drie begeleiders (ouders/stagiaires/etc.)
Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
2
VOORAF Wilt u de meerwaarde van uw les versterken? Maak dan uw collega´s, schoolleiding, de oudervereniging, verkeerscommissie/-ouder enthousiast, zodat ook de andere groepen de fietsles uitvoeren. Maak er een jaarlijkse fietsdag van. o Houd er wel rekening mee dat er slechts één klas tegelijkertijd op het fietsparcours kan! Spreiding over meerdere dagen (fiets2daagse, fietsweek) kan natuurlijk ook. Kunnen uw (oudste) kinderen al wat meer aan? Put dan ideeën uit de lesbrief van groep 3-4.
Stel een datum vast (4 weken van tevoren) Stuur de bijgevoegde standaardbrief naar de ouders (datum/plaats aanpassen, is afdoende) Neem onderstaande eenvoudige lesbrief door Kijk alvast op www.fietsennaarschool.nl, voor de praktijkvoorbeelden en om te zien wat ouders en kinderen zelf voorafgaand aan en aansluitend op deze les kunnen doen.
VOOR DE ENTHOUSIASTE DOCENT OF VERKEERSOUDER/WERKGROEP Om de les leuker en leerzamer te maken, kunnen vooraf materialen op school worden verzameld: voertuigen: - fietsen (met/zonder zijwieltjes), driewielers, stepjes, loopfietsen, skelters, bakfietsen, racefietsen, ligfietsen, driewielfietsen, fietskarren, een auto (evt. met aanhangwagen), een bus, vrachtwagen, tractor. - er zijn vast collega’s, ouders of bedrijven (rijschool, transportbedrijf, busmaatschappij) die een voertuig kunnen aanleveren en er wellicht ook iets over willen vertellen. geluiden: - neem bijvoorbeeld met telefoon/camera geluiden uit de schoolomgeving op (alarmbellen spoorwegovergang, sirenes, een ‘ratelend’ verkeerslicht voor voetgangers). o Wat moeten kinderen doen als ze een bepaald geluid horen? beelden: - maak gebruik van filmpjes e.d., o.a. op www.fietsennaarschool.nl. - maak foto’s van eenvoudige verkeerssituaties rond de school (bijvoorbeeld van de stoep, fietspad, zebrapad, verkeerslicht) Ook professionals kunnen natuurlijk iets vertellen over de fiets/fietsen/verkeer: fietsenmaker beroepschauffeur verkeersagent/wijkagent EHBO-er
Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
3
LES 1 INTRODUCTIE VERKEER In deze les gaat het erom dat kinderen nadenken over verkeer, voertuigen en belangrijke afspraken in het verkeer. Aan het eind van deze les kennen de leerlingen de volgende begrippen: - verkeer, fietsers, voetgangers, andere bestuurders, snel/groot verkeer - stoep, weg, fietspad, zebrapad, haaientanden, stopbord, stoplicht Verder begrijpen de kinderen dat verkeer risico’s met zich meebrengt. Kinderen moeten altijd: - op een veilige plek lopen of fietsen - goed uitkijken - stoppen als een volwassene dat zegt - stoppen voor een hoek van de straat of voor het oversteken - extra goed uitkijken bij haaientanden, stopborden, rood licht
Zorg bij dit onderdeel vooraf voor een verkeerslicht en stopbord. Dit kan op vier manieren: 1. Stem af met groep 3-4 wie voor deze materialen zorgt. Ook zij gaan hiermee aan de slag – mits zij de fietsmodule uitvoeren natuurlijk. 2. Print het verkeerslicht en stopbord uit (en plak het op karton, zet het op een paal) 3. Laat kinderen het knutselen (en plak het op karton, zet het op een paal) 4. Open ze op het digibord (google – afbeeldingen). Nadeel: het verkeerslicht en stopbord zijn nodig in les 3 (fietsparcours’)
Ga naar www.fietsennaarschool.nl, klik op ‘beeldplaat’ en ga het gesprek aan met de klas.
Onderstaande beeldplaat en de richtvragen helpen u bij het gesprek dat u met de kinderen voert.
Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
4
Richtvragen: Wat zien jullie op dit plaatje? o Mensen die lopen, fietsen, autorijden, etc.: het verkeer! wie van jullie is er wel eens in het verkeer? ….(iedereen) o als voetganger (op de stoep ) waar loop je zo veilig mogelijk? …. Zo ver mogelijk van de weg af, niet te dicht bij de stoeprand. Loopt het meisje aan de veilige kant? ….. Nee En de jongen op het skateboard? …. Nee o Je mag skateboarden op de stoep. Wat mag je nog meer op de stoep? …… rijden met driewieler, skelter, step, leren fietsen. o als fietser of achterop de fiets (op de weg) zien jullie een fietspad? … Ja …. Als er een fietspad is, gaat een fietser daar rijden o in de auto (als passagier) waar rijden auto’s? ….. Op de weg (maar niet op het fietspad) welke voertuigen rijden er nog meer op de weg…? Kijk naar het plaatje…. Brommer/bromfiets motor, vrachtauto, bus, … (allemaal met motor; die zie je niet alleen, die kun je ook horen…) wat weten jullie allemaal over verkeer (… als jullie lopen of fietsen)? o Je moet goed uitkijken (wat zie je allemaal, is het gevaarlijk, wat doe je?) o Je moet goed luisteren (wat hoor je allemaal, is het gevaarlijk, wat doe je?) o Oversteken doe je bij een zebrapad of verkeerslicht o Bij het oefenen met fietsen: altijd op de stoep blijven! o Als je op de weg mag: aan de kant van de stoeprand/gras, maar niet helemaal er tegenaan rijden (zie beeldplaat…) o Altijd stoppen: Tot een groot mens zegt dat het veilig is om verder te gaan Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
5
Voor het einde van de stoep (lopen) of voor het oversteken Voor rood licht; bij groen niet zomaar oversteken! Voor haaientanden (wie ziet ze op de tekening…?) Voor een stopbord
LES 2 INTRODUCTIE FIETS Alle kinderen weten nu iets meer over verkeer. Sommigen kunnen al fietsen; anderen zijn er mee aan het oefenen en weer anderen gaan het over een tijdje oefenen… In dit deel van de les staat de fiets centraal en datgene wat nodig is om te kunnen fietsen. Maak gebruik van de ‘fietsen’ die de kinderen bij zich hebben (zie nieuwsbrief ouders): een loopfiets, een driewieler, een fiets met/zonder zijwieltjes etc.
Zorg dat er diverse fietsen in het lokaal aanwezig zijn en laat de kinderen ontdekken wat er op een fiets zit en waarom het erop zit… Belangrijk is dat ze kijken, voelen, erover nadenken, vertellen, etc.
Laat de kinderen maar eens kijken naar een fiets voor volwassenen o Wat heeft een fiets en waarom zit dit op een fiets? Twee wielen Stuur Trappers Zadel Bel Lampjes / reflectoren Spaken Fietstassen wellicht, kinderzitje misschien … Laat de kinderen maar een kinderfiets zien o Wat is het grootste verschil? …. Kleiner….. Waarom? Laat de kinderen ook maar eens de verschillen tussen loopfiets, driewieler, fiets Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
6
met/zonder zijwieltjes/ step/skelter, etc. zien… Loopfiets: trappen hoeft niet, je voeten zorgen dat je niet omvalt, je kunt vooruit, remmen, sturen… Driewielfiets: je kunt trappen en stilstaan zonder om te vallen. Lopen is lastig; de trappers zitten in de weg Fiets met zijwieltjes; de klein(st)e kinderen kunnen op een fiets met zijwieltjes zitten, maar krijgen de trappers niet rond en kunnen ook niet lopen. Ze moeten nog wat groeien, maar vallen niet om Fiets zonder zijwieltjes: kinderen die nog niet zonder zijwieltjes kunnen fietsen, vallen om en/of kunnen niet trappen zonder te vallen… Skelter: dit is weliswaar geen fiets (meer een trapauto), maar wel handig om te oefenen met trappen, zonder te vallen Step: hier ontbreken natuurlijk de trappers, maar om te kunnen steppen moet je je evenwicht kunnen bewaren (niet omvallen)
LES 3 HET FIETSPARCOURS De leerlingen hebben kunnen nadenken over verkeer en fietsen/de fiets. Nu mogen ze gaan oefenen. Omdat kinderen in groep 1-2 niet allemaal al (goed) kunnen fietsen is het belangrijk om ze ruimte te geven in een veilige omgeving. Daarom wordt hier gekozen voor het schoolplein. Het mooiste is natuurlijk als zoveel mogelijk kinderen fietsen. Dit kan met of zonder zijwieltjes, op een driewieler, maar ook op een loopfiets. Kinderen die geen (loop)fiets bij zich hebben, kunnen eventueel op de step, skelter of als voetganger deelnemen. Door kinderen ook af en toe van rol te laten wisselen (van steppen naar driewielfietsen & lopen naar skelteren), kunnen ze wennen aan verschillende vormen van verkeersdeelname. Door gebruik te maken van haaientanden, stopborden, een verkeerslicht en een zebrapad, gaan kinderen ook automatisch de betekenis hiervan in de praktijk ervaren.
VOORBEREIDING Deze les vergt iets meer voorbereiding dan de eerste twee lessen. De kinderen zullen het echt ontzettend leuk vinden en het is nog eens ontzettend leerzaam ook. Benodigdheden: o Voldoende fietsen o Voldoende krijt (denk aan wit, met name voor de haaientanden) o Voldoende begeleiding (voor aansturing, maar ook om het verkeerslicht om te draaien) Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
7
o
Stopbord & verkeerslicht (pannekoek/spiegelei: ene kant groen (liefst onder) & andere kant rood (liefst boven)
Zoek een geschikt stuk op het schoolplein (minimaal 11,5 x 15 meter) en teken het fietsparcours, naar onderstaand voorbeeld. Reserveer voldoende tijd hiervoor. Het uitzetten van het parcours is uit te besteden, bijv. aan een stagiaire of (verkeers)ouder
Is er geen plek op het schoolplein te vinden dat voldoet aan de minimale eisen, maakt dan gebruik van de mogelijkheden die er wel zijn: Een boom of klimtoestel kan een prima onderdeel zijn van het fietsparcours; laat de kinderen bijvoorbeeld om het obstakel heen fietsen. Zet op gevaarlijke punten een stopbord (bij het op-/afrijden van het parcours) en teken daar een dikke witte stopstreep (krijt) Maak ook gebruik van haaientanden op het parcours (krijt) Teken een of enkele zebrapaden (krijt) Zet pijlen op het wegdek: ruime bocht naar links, krappe bocht naar rechts (krijt) Zorg ook voor plekken waar kinderen wel mogen doorrijden (en moeten uitkijken!) Zorg voor voldoende opstelruimte voor fietsen, skelters, etc. bij de start van het parcours.
DE UITVOERING Belangrijk in deze les is dat kinderen spelenderwijs hun ‘fietsvaardigheid’ oefenen, maar ook dat ze ervaren dat het verkeer risico’s inhoudt. Als ze zich niet aan de afspraken houden, ontstaan botsingen. Tot slot zal het goed uitvoeren van deze les de verkeerskennis uit les 1 en de kennis van de fiets uit les 2 in de praktijk toegepast worden.
Vertel de kinderen wat de bedoeling is en waarom. Laat vervolgens zien wat de bedoeling is en laat tot slot de kinderen eerst lopend en daarna fietsend het parcours afleggen. Laat de kinderen hun ‘fietsen’ naast het parcours neerzetten. Verzamel de kinderen rond het parcours. Leg uit wat de bedoeling is o Jullie gaan straks ‘fietsen’…. Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
8
o
Jullie laten zien wat jullie geleerd hebben: goed kijken, goed luisteren, op de weg (rechts) blijven, stoppen voor haaientanden, stopbord, rood licht, zebrapad… o afstand houden (niet botsen op degene voor je)! Laat een van de begeleiders het voordoen op de fiets. Laat een andere het verkeerslicht bedienen en evt. een derde persoon bij het zebrapad oversteken… o Evt. kan iemand ook op de verkeerde plek oversteken (gebeurt in het echt ook; daarom altijd uitkijken…) o Een tweede voorbeeldrondje (met twee fietsers…) kan evt. ook. Laat daarna de kinderen lopend het parcours afgaan. Laat ze vervolgens op hun eigen fiets een of twee rondjes rijden. Daarna kunnen kinderen nog even wisselen van voertuig en nog een of twee rondjes rijden.
Belangrijk gedurende de praktijkles is het volgende: - Kijken en luisteren. Ze moeten de signalen opvolgen (stopbord, haaientanden, stoppen voor een zebrapad, rood licht), als iemand (leerkracht of begeleider) iets roept (‘stop!’) of als het spannend (gevaarlijk) wordt, moeten de kinderen direct stilstaan. - Oefenen met fietsvaardigheden: trappen/lopen, sturen, remmen, balans houden
NA AFLOOP Geef de kinderen een afsluitende brief voor thuis mee, met daarin de hoofdpunten die ze geleerd hebben vandaag en de verwijzing naar www.fietsennaarschool.nl . Daar vinden ze leuke spelletjes & oefeningen, zoals kleurplaten en de interactieve beeldplaat. Zorg voor een leuk artikel, liefst met leuke foto van het ‘fietsparcours’ voor de lokale krant en/of website van de school.
Op weg naar zelfstandig fietsennaarschool.nl
9