Zaken op orde? Orde op zaken! Een behoefteonderzoek naar thuisadministratie
Een Externe Opdracht van de Hogeschool van Amsterdam
Appendix interviews In opdracht van Humanitas Almere/ Zeewolde April 2006
BIJLAGE 4 Inhoudsopgave Interviews Het Gilde, dhr. Van Bree
3
Stichting Schuldhulpverlening Flevoland, dhr. R. Kok
7
Cliëntenberaad Almere (CBA), dhr. K. van Teijlingen
15
De Schoor, mevr. T. Hamers
19
Sociale Dienst Almere, dhr. B. Schouten
25
Budget Bureau Almere (BBA), mevr. J. Wevers
29
RIBW/Kwintes, dhr. G. Kluin
32
Humanitas Almere/Zeewolde, dhr. J. Bosscha
39
Humanitas Almere/Zeewolde, mevr. H. Drieman
47
Humanitas Zaanstreek, dhr. H. Wilders
52
Appendix Interview Thuisadministratie
2
Interview dhr. Van Bree, Het Gilde, Almere, 06 januari 2006 Nadat wij ons en onze opdracht geïntroduceerd hadden, vertelt de heer van Bree over zijn achtergrond en hoe hij bij het Gilde terecht is gekomen. De heer van Bree is opgegroeid in een streng katholiek gezin. Hij werd door zijn familie beperkt. Een baan hebben was het belangrijkste streven volgens zijn ouders. Naast zijn werk overdag, heeft hij zelf inzet getoond en ’s avonds diverse opleidingen gevolgd, ook op HBO niveau. Hij heeft een tijdje in de militairendienst gewerkt. Na een periode van reorganisatie, veranderingen en bezuiniging, waarbij hij 200 mensen moest ontslaan, verloor hij ook zijn baan. Hij had toen de leeftijd van 55 jaar en hij kon deels met VUT en kwam deels in de WW terecht. Hij begon zich thuis bezig te houden met diverse karweitjes. Na een periode was hij die karweitjes thuis zat en ging hij zich verdiepen in de filosofie van het leven, wat hij zou kunnen betekenen voor de maatschappij. Hij heeft via een advertentie in de krant kennis gemaakt met De Schoor in Almere. In het begin begeleidde hij individueel de ouderen, van wie hun partners overleden waren. Zij moesten op latere leeftijd inzicht krijgen over de financiële zaken. Naast de individuele ondersteuning begon hij meer aandacht aan de begeleiding te besteden, hoe zij zelf hun eigen financiële zaken kunnen regelen. Na een periode was de begeleiding niet meer nodig. Later heeft de heer van Bree kennis gemaakt met het Gilde en kreeg daar een functie als bestuurslid. Naast de individuele begeleiding op financieel gebied aan ouderen met een AOW uitkering heeft hij een groep vrijwilligers gevormd. Door de veranderingen in zijn leven heeft de heer van Bree andere inzichten in het leven gekregen. Hij begrijpt de mensen nu beter. Hij vindt dit een verrijking en het geeft meer waarde aan zijn leven. Tijdens de financiële ondersteuning komen er ook de emotionele momenten, die je bewondert van de mensen. Zij hebben de moeilijke situatie overleefd en kunnen op hun beurt weer andere mensen helpen. Vragen Kunt u in het kort iets vertellen over het ontstaan en de achtergrond van het Gilde als vrijwilligersorganisatie? Ik weet niet veel over hoe de organisatie is ontstaan. Waarschijnlijk is het Gilde ontstaan in Amsterdam. Het Gilde is een onderdeel van de vrijwilligerscentrale in Amsterdam. Het Gilde organiseert de bijeenkomsten tussen aanbieders en aanvragen. Er zijn ook diverse projecten onder ander de taalcoaching. Wat zijn de uitgangspunten van het Gilde? De uitgangspunten van het Gilde zijn dat wij iets voor andere mensen kunnen betekenen en mensen proberen te activeren om zelfstandig te zijn. Het Gilde brengt mensen bij elkaar, de aanbieder en de aanvrager. Wat is de aanleiding geweest, dat het Gilde in Almere met thuisadministratie begonnen is? De aanleiding was dat er door mensen vragen gesteld werden en dat er mensen bereid waren die vragen te beantwoorden die ook iets wilden doen voor de maatschappij. Wij hebben deze twee groepen een jaar geleden bij elkaar gebracht. De groep bestaat uit 7 mensen. De hulpverleners komen regelmatig bij elkaar om de vele veranderingen en trends met elkaar te bespreken. Hoe definieert het Gilde thuisadministratie? Wij noemen thuisadministratie financiële ondersteuning aan ouderen. De ouderen zijn doorgaans 65 plussers met een AOW uitkering. Hoe definieert Gilde schuldhulpverlening? Wij doen geen schuldhulpverlening. Als dit wordt gesignaleerd gaan wij doorverwijzen naar de desbetreffende instanties, voorbeelden zijn, Sociale Zaken, bank en BBA. Omdat wij geen hulpverleners zijn hebben wij geen expertise op alle gebieden om ondersteuning te geven. Wij luisteren wel naar de mensen. De doorverwijzing is erg belangrijk en dit moet zo snel mogelijk gebeuren. De mensen weten zelf al wat ons werkgebied is. Meestal worden de mensen door maatschappelijk werkers of medewerkers van de gemeenten naar ons doorverwezen.
Appendix Interview Thuisadministratie
3
Hoe lang biedt het Gilde deze vorm van dienstverlening al aan in Almere? Wat de thuisadministratie betreft ruim 1 jaar. Hoe lang bent u zelf al bezig als vrijwilliger en dan met name voor de thuisadministratie? Ik heb zelf 5 jaar ervaring bij het Gilde. Eerst deed ik de individuele hulpverlening en gedurende een jaar doe ik deze groep. Hoe bent u erachter gekomen dat er behoefte was aan thuisadministratie? Door de vragen van de mensen. Werkt u samen met andere instanties / organisaties? Ja, met de gemeente, de notaris, de belastingdienst en in het geval van doorverwijzing BBA en de schuldhulpverlening. Krijgt u subsidie? Van de gemeente of vanuit andere bronnen? Zijn dit overeenkomsten voor langere duur of moeten die elk jaar opnieuw aangevraagd worden? Nee. Het Gilde krijgt als instelling de subsidie. De kosten voor onze begeleiding is nog net geen 9000 euro per jaar. Dit wordt besteed aan bureau`s en faciliteiten die worden gebruikt voor administratief werk. Bij extra onkosten kan ook een bijdrage aan de mensen gevraagd worden. Iedereen probeert de kosten zo laag mogelijk te houden, door bijvoorbeeld te gaan fietsen of lopend naar de mensen te gaan. Hoe heeft u zich bekwaamd op dit terrein? Door zelfstudie te doen en daardoor inzicht in de materie te krijgen. Het is ook mijn hobby op financieel gebied alles bij te houden. Wat hebt u aan PR gedaan, om naamsbekendheid te krijgen bij de doelgroep? Door een pamfletje met een titel ‘hoe krijg je je geldzaken op orde’? Die liggen bij de bibliotheek, huisartsenpraktijk en gemeente. Er is een boekje bij het Gilde waar alle hulpvormen in staan. Omdat het Gilde een onderdeel van de vrijwilligerscentrale is, staat de informatie van het Gilde ook daarin. Wij hebben twee keer per week telefonisch spreekuur voor de vrijwilligerscentrale. Daar kunnen wij telefonisch de vragen screenen en aangepaste hulp aanbieden. Soms is het ook nodig om contact te hebben met de groepsleden. Aan de hand van de behoefte van de groep komen wij bij elkaar. Bijvoorbeeld tijdens de aanvragen voor de belastingsaangifte of uitwisseling over de nieuwe zorgtoeslag. Naast de vergaderingen zijn er ook vier bijeenkomsten met de groepsleden per jaar. Hoeveel vrijwilligers doen er thuisadministratie voor het Gilde? De groep bestaat uit 7 mensen. Wat voor soort mensen krijgt u? Welke cliënt is bemiddelbaar voor het Gilde en welke niet? Dit is een moeilijke vraag. Je ziet soms dat bepaalde dingen op beroepsmatig terrein kunnen liggen. Als mensen zelf geld hebben kunnen zij zelf ook de administratieve beroepskracht in schakelen. Komen de mensen uit heel Almere? Ja Zijn het mensen met een uitkering? Zij zijn 65 plussers met een AOW of met een heel laag pensioen. Worden er mensen naar u doorverwezen? Ja. Via maatschappelijk werkers en/of gemeente komen zij bij ons terecht. Verwijst u ook door? Ja, zeker. Mensen met schuldproblemen, mensen die depressief zijn vanwege het verlies van hen partners enzovoorts worden door ons doorverwezen. Wij hebben geen expertise in de genoemde gebieden.
Appendix Interview Thuisadministratie
4
Hebt u contact met andere organisaties? Ja, met de gemeente, de notaris, de belastingdienst en AMW’ers maar zelden met instanties die dezelfde hulpverlening geven. Omdat wij ook toegang hebben tot de instanties kunnen ook meestal mensen snel geholpen worden. Hoe lang begeleidt u iemand? Ik zou zeggen: is de duur van de begeleiding aan een termijn gebonden? Eigenlijk niet. Het begint met individuele vragen, b.v. een belastingformulier invullen enzovoorts. Daarnaast komen mensen die intensief begeleiding nodig hebben. Er is geen vaste duur aan verbonden. Hoeveel tijd neemt u voor een cliënt per keer? Het varieert enorm per persoon. Een belastingformulier duurt een kwartier. Ik doe ook administratie thuis via computer. Sommige hulpvragen van cliënten nemen langere tijd in beslag. Stelt u ook grenzen? Ik stel de grens aan de hand van de tijd. Want ik merk bij sommige mensen dat die alleen maar willen praten. Een vrouw die helemaal afgesloten is van de buitenwereld en geen netwerk heeft, wil wel uren praten. Daar moet ik zelf een grens stellen. Wordt u wel eens benaderd door derden met betrekking tot uw cliënten? Ja, uiteraard. Hebt u een beroepsgeheim? Wij hebben voor iedere aanbieder een contract dat getekend moet worden. Daar staan alle regels in voor de vrijwilliger wat wel mag en niet mag . Ik zag dat het contract op financieel gebied niet volledig was, daarom heb ik een aanvullend contract gemaakt. Bijvoorbeeld de vrijwilliger mag nooit de pinpas gebruiken voor een cliënt om geld te halen. Ik verplicht niemand om haar/zijn werk te doen zoals ik doe, maar zij moeten goed het administratieve werk voor de persoon bijhouden en dit kunnen verantwoorden. Als u een behoefteonderzoek voor thuisadministratie zou moeten doen in Almere, hoe zou u dat dan aanpakken? Moeilijke vraag. Wij werken vraaggericht. Het is belangrijk om er achter te komen wat de behoefte is. Aan de hand van de vragen gaan wij onze begeleiding aanbieden. Ik denk dat de behoefte erg groot is. Groter dan wij aanbieden. Maar soms hebben mensen een netwerk die kunnen helpen. Wij ondersteunen voornamelijk mensen die niemand in zijn/haar netwerk hebben. Zijn er bepaalde wijken in Almere waar de behoefte aan thuisadministratie groter is? Ja, dat hangt af van de opstelling van de wijken. In Almere Haven is een wijk die huurwoningen heeft. Daar worden vaak oudere mensen geplaatst, die nog net niet in een aanleunwoning hoeven. Daar is meer behoefte aan hulpverlening. De ouderen wonen daar zelfstandig maar zij hebben ook hulp nodig. Wat is het profiel van een vrijwilliger die thuisadministratie doet? Wat doet u aan begeleiding en/of scholing? Ik moet zeggen dat ik hen niet opleid. Wij leiden elkaar op. Ik ben niet iemand die zich boven de cliënt verheven voelt. Wij gaan samen de recente sociale wetten lezen en de gedachten uitwisselen. Wat is uw motivatie van het Gilde om juist deze doelgroep te helpen? Mijn vak is financiën. Het heeft mijn belangstelling. En omdat ik daar veel van af weet kan ik mensen goed helpen en adviseren. Hebt u een wachtlijst? Nee Hoe groot denkt u dat de gemiddelde schuld is, waarbij u geholpen hebt? Er waren een paar gevallen met schulden geweest, maar in het algemeen hebben wij niet te maken met schulden. Wij doen meer het bijhouden van administratief werk.
Appendix Interview Thuisadministratie
5
Wat kunnen aanleidingen zijn waarom mensen hun administratie onvoldoende bijhouden? Door geestelijk onvermogen lukt het mensen niet en in enkele gevallen bij lichamelijke problemen (spierziekte) kunnen mensen hun administratie niet zelf doen. Voorbeeld, wij hadden contact met een mevrouw met een spierziekte en haar handen functioneerden niet goed. Daarom heeft zij achterstand in haat administratie opgelopen. Is de behoefte aan thuisadministratie toegenomen in de laatste jaren? Zo ja, leidt dit tot groei van het aantal vrijwilligers dat zich met thuisadministratie bezighoudt? Ja, zeker. Dit komt door de steeds complexere regels en de ouderen kunnen daardoor moeilijker hun financiële zaken bij houden. Daarom hebben zij meer ondersteuning nodig. Hebt u een inzicht in het ontstaan van de schulden van uw cliënten? De grootste oorzaak is dat men het ene gat met een ander gat vult. De mensen gaan meer geld lenen. De rente is hoog. Tussendoor komt een onverwachte gebeurtenis in het leven, bijvoorbeeld de wasmachine kan kapot gaan. De persoon gaat weer lenen en moet hij/zij weer de rente betalen. Door diverse leningen verliest zij/hij het financiële overzicht. Een andere situatie is het probleem tussen een moeder en haar dochter. De moeder is haar woning uitgezet. Daarna heeft de dochter haar moeder naar haar eigen huis gebracht. Door de verhuizing van de moeder moest de dochter haar huis herinrichten. Zij was schrijfster en was bezig met haar boek. Zij heeft een voorschot gehad van de drukkerij en aan het eind was haar boek niet klaar. Zij moest het voorschot terugbetalen Ook had zij relatieproblemen met haar man. Hij heeft haar in steek gelaten. In het totaal heeft zij toen rond 30.000 euro schuld gemaakt. Ik heb haar geholpen om het aanvraag formulier in te vullen bij sociale bank. Dit is een voorbeeld van het doorverwijzen naar een andere instantie. Welke cliënt is bemiddelbaar voor het Gilde en welke niet? Ouderen mensen met AOW (65 plus) Welke interne controle heeft het Gilde op het bewaken van de eigen grenzen (evaluatie door de vrijwilligers, intervisie, audits etc.) Ik bewaak eigenlijk niet. Ik vraag aan mensen hoe het met de mensen gaat? Er is geen controle voor de groepsleden. Er is een cliënt geweest die van vrijwilliger wilde veranderen. De reden was dat het ontwikkelingsniveau van de persoon lager was dan dat van de aanvrager. Is er een handreiking waarin het Gilde haar vaste handelswijze bij thuisadministratie beschrijft? Ja, maar dat is in een verslag van onze vergaderingen waarin alles vastgelegd wordt. Er is geen protocol aanwezig. Ik neem aan dat een ieder een manier heeft om zijn werk te doen. Als er iets niet goed gaat of als iemand vastloopt wordt dit aan een van de groepsleden doorgegeven. Ik kan de mensen niet controleren. Ik begin altijd een gesprek met de mensen en dan kom ik erachter waar het probleem zit. Er is een voorselectie. Na de selectie wordt de persoon ingeschakeld. Hieronder in het kort hoe de omschrijving van financiële ondersteuning is bij het Gilde: Inventarisatie: Wat is het inkomen? AOW, eventueel pensioen, huursubsidie, belasting, vrijstelling van de belastingheffingen, wet voorzieningen gehandicapten, declaratie bij de verzekeringen. In de meeste gevallen wordt er niet de belasting en vrijstelling van de gemeentelijke belastingen en de bijzondere voorzieningen aangevraagd. Zij hebben nooit zo veel inkomen gehad. 1500 tot 2000 euro kunnen wij voor hen terug vragen. Mensen zijn hier heel blij mee. Uitgave:
Energie voorzieningen, huur, aanvullingsfonds, inkomstenbelastingen, totaal van de verzekeringen, met name persoonlijke aansprakelijkheid, inboedel verzekeringen, overlijdens verzekeringen en gemeentebelastingen. Wij kijken hoe veel er over blijft voor hun dagelijkse Appendix Interview Thuisadministratie
6
benodigdheden met name voor het eten en kleding. Wij kijken hoe hun inkomstenbron eruit ziet. Voor dementerende mensen moet je altijd de financiële zaken goed kunnen verantwoorden. Wij kunnen signaleren als mensen thuis niet meer te handhaven zijn bij de desbetreffende instanties en dan komen zij vaak terecht in een verzorginghuis.
Interview met dhr. R. Kok, Stichting Schuldhulpverlening Flevoland, 3 februari 2006 Na een korte kennismaking vindt het interview plaats op de afgesproken locatie, een vestiging van Mc Donalds in Lelystad.Volgens meneer Kok is er een grote behoefte aan thuisadministratie. Onder de mensen is er weinig bekendheid over deze vorm van hulp. Het lijkt hem daarom van belang om aan ons onderzoek mee te werken, zodat er mogelijk meer van de grond komt op dit gebied. Zou u iets kunnen vertellen over uw stichting?
Wij zijn een particuliere stichting, opgericht nu ruim een jaar geleden vanuit de zakelijke achtergrond die ik heb, maar ook vanuit de ontdekking dat er grote behoefte is aan verschillende vormen van schuldhulpverlening. We hebben in Nederland al heel lang een schuldhulpverleningstraject in de vorm van stadsbanken en gemeentelijke kredietbanken, dus een aan de overheid gelieerd schuldhulpverleningstraject. Deze vorm bestaat al heel lang echter zij kampen met lange wachtlijsten. Die organisaties zijn gebundeld in het NVVK, de Nederlandse Vereniging voor Kredietverstrekkers. Daarnaast zijn er een aantal particuliere stichtingen die zich met hetzelfde fenomeen bezighouden die zich ook hebben gebundeld in de ANVS (Algemene Nederlandse Vereniging voor Schuldbemiddelaars). In schuldhulpverlenersland is er nog wel eens het één en ander mis gegaan. Kleine bureautjes die bijvoorbeeld met het geld van een cliënt er vandoor gingen. Door de overkoepelende organisatie is dat nu niet meer mogelijk. Ons bureau doet uitsluitend schuldbemiddeling. We bemiddelen tussen schuldenaar en de schuldeisers op het moment dat er voldoende afloscapaciteit bestaat. Dat is ons criterium. Als die afloscapaciteit bestaat, dan kan zo`n traject al na een week gaan lopen. Dat betekent dat de cliënt, afhankelijk van de hoogte van de schuld en de afloscapaciteit een jaar tot maximaal 5 jaar in de schuldbemiddeling zit. We hopen dan dat de cliënt dit volhoudt en aan het eind van de rit een schone lei heeft. Het wettelijk traject schrijft 36 maanden voor. De instanties die aan het NVVK zijn gelieerd hanteren die termijn dan ook. De schulden stijgen in die periode vaak wel, terwijl de afloscapaciteit niet meestijgt. Als de afloscapaciteit kleiner wordt, dan heb je een langere periode nodig om de schuldeiser een redelijke hoeveelheid geld te kunnen laten ontvangen. Wij zijn wat milder dan het NVVK in het bepalen van de hoogte van de periodieke aflossing. De wettelijke schuldsanering is heel drastisch. Je krijgt een bewindvoerder toegewezen en de mensen worden onder curatele gesteld. Dat is bij ons niet het geval. Lukt het de cliënten dan wel om aan de verplichtingen te voldoen? In het wettelijke traject duurt het maar 36 maanden en dan wordt in die periode alles wat de cliënt maar kan inbrengen opgespaard op de boedelrekening. Dan wordt aan het eind van de rit gekeken wat dit heeft opgeleverd. Hiervan worden eerst de kosten afgetrokken voor de bewindvoering. Wat er over blijft wordt aan de schuldeisers betaald. De schuldeisers zijn daar helemaal niet zo blij mee omdat dat vaak maar een klein percentage van de werkelijke schuld is. Omdat wij uitsluitend het ‘minnelijke’ traject doen, maken we dat makkelijker toegankelijk, zowel voor de schuldeiser als de cliënt. De schuldeiser kan door de langere termijn meer verhalen, de schuldenaar heeft door de langere looptijd wat meer ruimte. Is er verschil in terugval tussen een drie jaar strenge bewindvoering en een vijf jaar mildere aanpak? Daar hebben wij over nagedacht. Er zijn nog geen indicaties. Ook de landelijke organisaties die hier langer mee bezig zijn hebben daar geen beeld van.
Appendix Interview Thuisadministratie
7
Uw organisatie bemiddelt niet in budgetteringscursussen? Nee, wij willen dat niet als eis stellen, omdat ons regime wat milder is. We begeleiden de mensen wel in het leren omgaan met hun eigen huishoudbudget. Thuisadministratie is in die zin een aanvulling? Absoluut, zowel voor de mensen in het wettelijke traject als in het minnelijke traject. Vooral bij de laatste groep die door ons zelf verantwoordelijk gesteld wordt voor hun maandelijkse betalingen, ontdekken wij dat die daar zeer veel moeite mee hebben. We stoppen tamelijk veel energie in huisbezoek en ander contact. Aangifteformulieren neemt men ook mee naar ons. Daar zijn wij eigenlijk niet voor, maar ja….als je de mensen daarmee administratief kunt helpen dan stoppen wij daar toch mankracht in. Hier zou een project thuisadministratie natuurlijk een ideale rol in kunnen spelen. Maakt u gebruik van een netwerk waar u mensen naar kunt doorverwijzen? Over het algemeen wel. We hebben onze netwerken die zich steeds meer uitbreiden. Het duurt nu eenmaal langere tijd voordat je een optimaal netwerk hebt. We werken o.a. samen met maatschappelijke en sociale diensten. Uit welke achtergrondgedachte is uw organisatie eigenlijk voortgekomen? Ik verdien geld aan schuldhulpverlening. Ik besta daarvan. Ik zeg dat nu hardop, maar op het moment dat je dit in Nederland van de daken gaat schreeuwen dan ben je verkeerd bezig. Ik ben langere tijd ondernemer geweest. In ’92 ben ik daar mee gestopt omdat de zaken moeizaam gingen en toen ben ik weer in loondienst gegaan. Dat beviel niet. Mijn laatste werkgever ging failliet eind 2004. Ik had vanuit mijn toenmalige werk contacten met een particuliere schuldhulpverlening in het oosten van het land, ook lid van de ANVS. Daar heb ik toen een stage gevolgd. Zij waren van mening dat er in Flevoland ruimte kon zijn voor een particuliere stichting. We hebben nu enige tientallen cliënten. Dat is nog niet zo veel, maar het zijn allemaal mensen die tussen de wal en het schip zouden vallen zonder onze bemiddeling. Wij sturen daar geen rekeningen voor maar vragen van de cliënt een donatie. In de wet is nu eenmaal geregeld dat je geen geld mag vragen voor schuldhulpverlening. Dat doen we dus niet. Maar dat gebeurt toch wel regelmatig? Alleen bij die bedrijven die je als malafide zou kunnen beschrijven. Wanneer je je organisatie opzet om er flink aan te verdienen dan kan dit alleen als je crimineel bezig bent. Helaas gebeurt dat nog steeds. Instellingen wekken vertrouwen bij schuldenaren, ze laten dan geld storten op hun rekening om de schulden mee af te kopen waarna soms niets meer gebeurt. Wij vragen alleen maar een vrijwillige donatie ter grootte van éénmaal de maandelijkse afloscapaciteit. Dat wordt dan aan het eind van het traject berekend. Gemiddeld ontvangen wij 350 euro per dossier. U kunt wel nagaan dat je daar niet rijk van wordt. Onze organisatie is daarom ook afhankelijk van vrijwilligers. Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie? Heel wisselend, nu een handvol. U bent de enige betaalde kracht? Ja, ik ben de enige beroepskracht van onze stichting waar ik zelf ook voorzitter van ben. Met een handjevol mensen en het kantoor aan huis proberen wij het met zo eenvoudig mogelijke middelen te runnen. En dat is een enorme uitdaging, niet om er rijk van te worden, maar om daarmee als particuliere organisatie een stempel op schuldhulpverlenend Nederland te kunnen drukken. Willen wij onze organisatie rendabel houden, dan zullen wij zo`n honderd cliënten per jaar moeten ‘intaken’. U moet het hebben van mond tot mond reclame. Dat gaat nog heel langzaam. Er is nog een absoluut taboe in Nederland hierover, dus mond tot mond reclame gaat heel moeizaam. We proberen gratis advertentieruimte te krijgen in bepaalde bladen en we plaatsen ook betaalde oproepen. We proberen echt te werken aan onze eigen naamsbekendheid. Dat zal Humanitas ook moeten doen als die een thuisadministratie wil gaan opzetten.
Appendix Interview Thuisadministratie
8
Hebben jullie ook folders? Onze website is ons enige medium. Voor folders is gewoon geen budget. Het verschil tussen de particuliere schuldhulpverlening en de aan de overheid gelieerde diensten is dat de particulieren, naast hun opleiding, allen een zakelijke/commerciële achtergrond hebben. En de problematiek zakelijk op een fatsoenlijke manier weten aan te pakken, zonder dit commercieel uit te buiten, door samenwerkingsverbanden te organiseren en creatief te zijn in het bereiken van de doelgroep. De doelgroep is zo onnoemlijk groot. Mensen die open zijn over hun schulden zijn maar een topje van de ijsberg. De rest durft er niet over te praten. Wij willen die drempel lager gaan maken. De laatste weken krijgen we weer veel telefoontjes van mensen die ingeschreven staan bij de Stadsbank Almere of de andere kredietbanken in de regio. Mensen bellen in paniek op en vertellen dat ze al een half jaar of langer op een wachtlijst staan zonder geholpen te worden. De schuld neemt dan alleen maar toe, soms met tientallen procenten. Het voor het eerst aan de bel trekken is ook niet gemakkelijk… Precies. En om bij een schuldhulpverlener binnen te stappen. Na enige tijd krijgt men het verschil in de gaten wat de aan de overheid gelieerde schuldhulpverlener doet en wat de particuliere instantie doet. Men wil snel geholpen kunnen worden en dat kunnen wij sneller dan die officiële instanties. Legt u de cliënt uit wat die verschillen zijn? Ja. Het verschil zit met name in de WSNP. Als wij beoordelen dat een cliënt niet anders geholpen kan worden dan via de WSNP, dan raden wij hem toch die weg aan als enige remedie. Wij mogen als particuliere instantie de aanvraag echter niet doen, dat mogen alleen de gemeentelijke kredietbanken. Via een omweg proberen wij dan toch een dossier bij de rechter te krijgen. Dat doen wij dan door in bepaalde gevallen het faillissement van de cliënt aan te vragen. Iedere rechtspersoon heeft het recht om binnen 14 dagen zijn faillissement aan te vragen. Sinds 1998 moet de rechter wijzen op dat vangnet. Dat vangnet wordt in stand gehouden door die NVVK-achtige organisaties. Elke gemeente moet een verklaring afgeven aan de rechter dat die cliënt minimaal één poging heeft gedaan tot minnelijke schuldsanering. De gemeentes moeten die verklaring afgeven en hebben die verklaring gemandateerd aan de Stadsbanken. Dat heeft er toe geleid dat die stadsbanken gingen zeggen: “particuliere instanties, daar moeten jullie je helemaal niet mee bemoeien!” Vandaar onze opstelling. Wij gaan nu rechtstreeks naar de rechter en stellen dat er geen minnelijk akkoord is van de schuldeisers en vragen om een oordeel of deze cliënt alsnog voor de WSNP in aanmerking komt. Hoe staat het met het wantrouwen tussen de verschillende organisaties? Er bestaat een vreselijk wantrouwen en argwaan tussen particuliere schuldhulpverleners en de ‘officiële’ instanties. Die laatste hebben een machtsbelang. Zij verdienen grof geld aan het saneringskrediet en de administratieve kosten. De standsbanken worden gesubsidieerd door de gemeente maar worden door hen ook steeds meer de richting van de privatisering opgeduwd. Zij worden door de gemeentes geacht de eigen broek op te houden! Er is een verschil tussen de broek op houden en werken met winstoogmerk Uiteraard. Ze zijn niet uit op winst. Maar als je kijkt wat het daar kost. Er is een gigantische overhead en te weinig resultaat. Dat komt in de eerste plaats omdat teveel mensen in de WSNP worden gedrukt. Die is in de eerste plaats ontworpen als een barrière tussen schuldeiser en schuldenaar én als drukmiddel naar de schuldeisers om akkoord te gaan met het minnelijke traject. Daarbij zou het ook nog het laatste vangnet moeten zijn, maar wat gebeurt er? Er worden zoveel mogelijk mensen naar de WSNP geleid omdat de staat het toch wel betaalt. Die schuldeiser is natuurlijk ook voor een deel de staat. Die hebben daardoor minder inkomsten en moeten dan ook minder belasting betalen. Dat stoort mij. Daarbij is het toch ook aantrekkelijk voor mensen om na 3 jaar een schone lei te hebben, dus er wordt veel gebruik van gemaakt. Overigens nemen wij de verantwoordelijkheid pertinent niet over van de cliënt. We zeggen altijd: “het is jouw probleem, jij moet de verantwoordelijkheid nemen om die te dragen”.
Appendix Interview Thuisadministratie
9
Maar dat is toch juist het probleem, dat mensen soms die verantwoordelijkheid niet aankunnen? Natuurlijk gaat er veel fout. We willen dit echter niet veranderen. We monitoren het traject, maar nemen de verantwoordelijkheid niet over, zelfs als we de capaciteit zouden hebben. Mensen hebben een budgetlijst van ons gekregen waar duidelijk op staat wat er afgaat aan schuldsanering en wat overblijft voor het eigen budget. Ons criterium is een zodanig inkomen dat er een afloscapaciteit is. Een alleenstaande moeder met drie kinderen met een bijstandsuitkering die meer dan 20.000 euro schuld heeft kunnen wij ook niet helpen. Die kan alleen bij de WSNP terecht. Hoe definieert u zelf ‘thuisadministratie’. Vrijwilligers in de regio die enig opleidingsniveau hebben en in staat zijn mensen te helpen met hun gewone administratie. Zo`n vrijwilliger zou als vast contactpersoon daar een uurtje per maand aan kunnen besteden. Hij zou dan ook beperkt telefonisch bereikbaar moeten kunnen zijn voor die cliënt. Wat denkt u dat de achtergronden kunnen zijn voor het ontstaan van de financiële problematiek binnen de Nederlandse samenleving en hoe vertaalt zich dat in Flevoland? Flevoland is waarschijnlijk een doorsnede voor het hele land. Mensen kunnen soms niet goed rekenen en met geld omgaan. Ze worden in de verleiding gebracht door zogenaamd goedkope leningen. Vaak hebben mensen twee of drie van die leningen naast elkaar lopen. Na een jaar of anderhalf komen de afrekeningen dan op de mat waarna de paniek toeslaat. Dat gebeurt dan toch voornamelijk bij de lager opgeleide sociale klasse. Heeft de euro hier ook mee te maken? Uiteraard, ja absoluut. Hoe kwam u achter de behoefte aan thuisadministratie? Vanuit onze praktijk. Ik kom er vrijwel dagelijks achter dat er ontzettende behoefte is aan een stukje administratieve ondersteuning. Is er een omslagpunt qua aantal cliënten voor u om door te kunnen gaan? Dat criterium ligt tussen 80 en 100 cliënten per jaar qua intake en continuïteit. Willen we groeien dan moet dat zeker stijgen tot 250 of 300 per jaar. Het klinkt een beetje dubbel, dat terugdringen van de schuldproblematiek en het liefst doorgroeien als organisatie. Wij proberen het idealistische te koppelen aan het zakelijke. Het blijft paradoxaal. Wij denken dat schuldproblematiek niet een directe relatie heeft met de economische conjunctuur. Het heeft altijd al bestaan en schuldhulpverlening ook. Vroeger hield de kerk zich ermee bezig, later vanaf de jaren ‘30 de stadsbanken. Nu gaat het minder met de economie, maar als het weer beter gaat dan komt er weer een nieuwe categorie cliënten bij. Dat zijn mensen die nu geen baan hebben, dus geen afloscapaciteit en een toenemende schuld. Als het economisch beter gaat vinden ze werk en krijgen dus weer wat afloscapaciteit, waarna alles zich weer herhaalt. Je zou je moeten richten op die toekomstige doelgroep en daar outreachend mee moeten gaan werken. Waar kwamen de signalen vandaan dat inwoners van Flevoland in financiële problemen kwamen? Moeilijk te beantwoorden. Tijdens mijn opleiding en stage bij de ‘Stichting Schuldenvrij Leven’ kreeg ik het beeld dat het een landelijk fenomeen was, ook geldend voor Flevoland. Ziet u een toename in de behoefte aan thuisadministratie in het algemeen? Dat lijkt volstrekt helder. Zou u ten gunste van het behoefteonderzoek een tip hebben voor verdere informatievoorziening? De stadsbank Almere lijkt een goede bron voor verdere informatie.
Appendix Interview Thuisadministratie
10
Ziet u een ontwikkeling dat bepaalde doelgroepen sneller groeien dan andere? Op dit moment niet. Volgens een landelijk onderzoek is de grootste groep tussen de 30 en 50 jaar. Voor de rest is de invulling nog niet erg duidelijk. De doelgroep van de werkenden in onze praktijk stijgt, ook omdat we die kunnen helpen. De mensen met een uitkering kunnen we helaas minder gemakkelijk helpen en daar richten wij ons dus niet op. Zijn er wijken in Almere waar de behoefte groter is? Almere-Haven en Almere-Buiten vallen daar duidelijk onder. Hebt u enig idee hoeveel mensen in Nederland een problematische schuld hebben? De ANVS verteld dat er in Nederland 1 miljoen mensen zijn met problematische schulden. Hoe groot is de gemiddelde schuld? Waarschijnlijk zo rond de 20.000 euro. Hanteert u in uw aanname van cliënten een beperking in de ondergrens van de schuld? Daar probeer ik wel een patroon in aan te brengen maar het gaat er in de eerste plaats om of een schuld problematisch is of niet. En echte ondergrens hebben we dus niet. U hebt geen wachtlijst? Nee. Wat doet u verder aan PR? Dit soort gesprekken bijvoorbeeld en elke gelegenheid die zich verder aandient. We hebben ook een samenwerking met de stichting Begeleid Wonen ( Kwintes ) in Emmeloord, waar we onlangs nog een lezing hielden over de betekenis van schuldhulpverlening. Dat werkt dan beide kanten uit. Deze organisatie is overigens ook een goede bron voor verdere informatie over deze problematiek. Bij de bewoners is zeker behoefte aan een vorm van thuisadministratie. Ons doel is o.a. om tijdens onze presentatie mensen die met thuisadministratie en schuldhulpverlening te maken hebben bijeen te brengen, zodat daar netwerken uit kunnen ontstaan. Wat zou het mooiste scenario zijn als u hulp kreeg van andere organisaties? Het beste is natuurlijk een goed netwerk waar samenwerking door ontstaat. Verder een goede informatievoorziening onder elkaar en het uitwisselen van contacten. Hoe kunt u die contacten verbeteren? Daar kunnen wij zelf weinig aan doen. Onze overkoepelende organisatie (ANVS) lobbyt in de landelijke politiek om hier meer bekendheid aan te geven en tegenwicht te vormen tegenover onze opponent, de NVVK-achtige organisaties. De WMO zorgt natuurlijk ook voor verandering. De overheid lijkt steeds ontvankelijker voor dit soort particuliere initiatieven. Absoluut. En dat is ook een beetje tegen het zere been van de Stadsbanken. Onze bestuursleden van de ANVS zijn afgelopen januari aan het lobbyen geweest in Den Haag. Daarnaast is de ANVS vorig jaar gevraagd om zitting te nemen in een denktank over het oplossen en in kaart brengen van de schuldproblematiek in Nederland. Op ons eigen lokale niveau zijn wij daar ook mee bezig. We maken contact met het RIWB en geleidelijk aan groeit dat uit. Wat zou uw instelling er voor over hebben om een goede samenwerking te bereiken? Ik denk dat onze organisatie wel enige inspanning daarvoor zou willen verrichten.om met zoveel mogelijk instanties in contact te komen. We laten daar ook geen mogelijkheid van onbenut. Komen mensen rechtstreeks naar u of worden ze vaak doorverwezen? Meestal rechtstreeks, soms via Kwintes, voorheen de stichting ‘Begeleid Wonen’.
Appendix Interview Thuisadministratie
11
Als er een stijging van de schuld is, welke kenmerken hebben de financiële problemen van uw doelgroep dan? Woninguitzetting, afsluiting van energie, deurwaarders die langskomen, incassobedrijven etc. Heeft u vaste contacten met die schuldopeisende organisaties? Ja, rechtstreekse verbindingen. Die netwerken beginnen zich al aardig te vormen. Wij kunnen die contacten al gebruiken om bemiddelend op te treden. Dat proberen wij althans. Het is niet zo vanzelfsprekend dat die organisaties met onze voorstellen akkoord gaan. Het gaat dan om een keiharde business. Het zijn boeven. Het interesseert hen geen fluit of de cliënt morgen in de kou staat. Ze kijken alleen naar het verleden, dus naar de betrouwbaarheid van de cliënt. Maar laten we nou kijken naar de toekomst, wat hij nu aan afloscapaciteit heeft en wat hij het volgende jaar en het jaar daarop kan opbrengen. Een heel andere insteek. Een deurwaarder heeft de wet aan zijn zijde. Hij heeft de macht om loonbeslag op te leggen, één van de machtigste wapens die ze hebben. Naarmate je hen echter beter leert kennen zijn ze bereid met je te onderhandelen. Is er een rode draad in de schuldproblematiek? Het begint met slonzigheid, onzorgvuldigheid, gebrek aan kennis en opleiding, halfslachtigheid, noem maar op. Heeft uw organisatie nog een soort ‘mission statement’? Nee. Bewust niet. Toen ik in het bedrijfsleven werkte en zelf nog organisatieadvies deed en managementtrainingen gaf, hadden we onze mond vol over missionstatements. Loze kreten. Ik heb natuurlijk voor mijzelf wel een missie. Die missie is om in de regio zoveel mogelijk mensen met financiële problemen te kunnen helpen, op een zodanige manier dat wij daar zelf een bestaansrecht uit kunnen opbouwen zodat we continuïteit kunnen garanderen voor de mensen die we helpen. Uw inkomsten komen voort uit donaties. Ja, wij bestaan bij de gratie van donaties van de cliënt. U noemt dat donaties. Stel dat de cliënt dat niet kan betalen.. Ze kunnen het (bij aanvang) nooit betalen. Wij vragen ze om bij de afsluiting van het traject éénmaal het aflossingsbedrag te betalen om de organisatie te steunen. Dat wordt dan later ook fiscaal-technisch opgegeven als donatie. Daar gaat men graag mee akkoord. U komt verder niet in aanmerking voor subsidies? Nee Maar u werkt wel met vrijwilligers! De subsidieverstrekker stelt dat we donaties krijgen en dat we verder de eigen broek op moeten houden. Omdat ons soort organisaties gerund worden door ondernemers met een zakelijke achtergrond zijn we daar niet zo bang voor. Landelijke organisaties als Humanitas hebben ook eigen inkomsten zoals de Sponsorloterij of anders, maar komen wel in aanmerking voor subsidie. Het zou dus moeten kunnen. Is er een principiële reden waarom de gemeente uw organisatie niet steunt? Als er een principiële reden zou zijn dan ken ik die niet. Men stelt waarschijnlijk dat er al een schuldhulpverleningsinstantie is, gekoppeld aan het budgetbureau. Ze zitten toch met wachtlijsten? Ja, daar moet de komende jaren ook wel verandering in komen. Op welke wijze geeft u aan uw vrijwilligers nieuwe ontwikkelingen door?
Appendix Interview Thuisadministratie
12
Tja, als je vrijwilligers selecteert dan probeer je daar toch de wat slimmere uit te kiezen.
Heeft u wat kenmerken die de vrijwilliger minimaal in huis moet hebben? We hanteren wel een lijstje, het is vergelijkbaar met een sollicitatieprocedure. Ze moeten zelfstandig kunnen functioneren. Wat stelt u de vrijwilliger in het vooruitzicht, waar doen ze het voor? Ze krijgen een vergoeding en ik stel ze in het vooruitzicht dat er bij een eventuele groei er mogelijk een parttime baan in zit. Dat heeft te maken met mijn filosofie en de filosofie van mijn stichting. Hoe meer mensen we mogen helpen, hoe beter dat voor onze organisatie is en de mensen die daar voor werken. Het is lastig dat je daar zoveel weerstand in vindt. Dat is zo`n onzin, het is gewoon sociaal verantwoorde dienstverlening. En daar mag je eigenlijk wel aan verdienen. Het moet geen schande zijn dat te kunnen zeggen. Nee, ik hoef niet in een grote auto voor te komen rijden. Het is overigens helemaal niet aan de orde! Denkt u dat de coördinator van uw stichting een betaalde kracht zou moeten zijn? Ja, vanzelfsprekend. Mensen zetten zich fulltime in en dragen een verantwoordelijkheid. Daar zouden ze een salaris voor moeten hebben. Ligt de verantwoordelijkheid bij u? Ja. Ik probeer die natuurlijk zoveel mogelijk te delen met de vrijwilligers want het is gewoon een klein bedrijfje. Vroeger had ik personeel in een écht ’bedrijf ’. Het werkt hier niet anders. Als ze het goed doen dan krijgen ze een gigantische schouderklop en zoveel mogelijk geld. In de zin van een vergoeding. Maar daar doen de mensen het natuurlijk niet voor, want je selecteert de mensen die er voor gaan, die echt ook vrijwilliger willen zijn. Ik draai daar geen doekjes omheen. Vrijwilligers die ook een beetje geïnteresseerd zijn in de financiën. Natuurlijk, die ook een klein beetje met ons meedenken in zakelijk opzicht.
En hoe ziet zo’n vergoeding er uit? Dat is nu nog 100 euro per jaar. We willen eigenlijk toe naar 100 euro per maand. Het zijn immers vrijwilligers. Ik zoek geen vrijwilligers die bijvoorbeeld in de WW lopen en het doen uit bijverdienste. Ik zoek echt mensen die het doen uit idealisme. Dat is ook een visitekaartje voor uw bedrijf. Zijn er verschillen in het hebben van schulden bij mannen en vrouwen? Ja, maar waarschijnlijk heeft dat meer te maken met het feit dat vrouwen er gemakkelijker over spreken. Buiten de doelgroep alleenstaande moeders, dus in gezinssituaties, hangt de vrouw sneller aan de telefoon voor hulp dan de man. Die durven zich kwetsbaarder op te stellen. Tot nu toe hebben wij vrijwilligersorganisaties gesproken. Het is nu voor het eerst dat we een particuliere organisatie spreken die zich het lot van de mensen aantrekt. U moet wel een sterke motivatie hebben naar de doelgroep toe, anders doet u dit niet. Het is een ‘drive.’ U valt onder een organisatie, de ANVS, waar staat dat ook weer voor? Algemene Nederlandse Vereniging van Schuldbemiddeling. Er zijn vijf stichtingen in Nederland die zich op het niveau van onze stichting bezighouden met schuldproblematiek, veelal lokaal. Alleen de stichting ‘Schuldenvrij Leven’ werkt landelijk. Ik heb daar een opleiding gevolgd. Geen officieel erkende opleiding, maar wel een opleiding tot schuldhulpverlener. Voor zover ik weet is er nog geen erkende opleiding. Veel wordt vanuit het maatschappelijk werk gedaan? Die ANVS is ontstaan vanuit het initiatief van een aantal van die stichtingen. Ze is in het leven geroepen omdat die stichtingen door onbekendheid onvoldoende erkenning kregen. Met name vanuit
Appendix Interview Thuisadministratie
13
de wereld van schuldeisers. De ANVS bestaat nu 2 jaar. Zij is nog wel klein maar flink aan het lobbyen voor een grotere bekendheid. Er zijn gedragsregels opgesteld. Er is een selectieprocedure voor nieuwe stichtingen, communicatie en overleg en het vormt ons netwerk onderling. De ANVS zit in Friesland, Noord Holland, Flevoland en Twente plus nog een landelijke stichting. Vespa is het administratiekantoor van de ANVS, die doen niet anders dan het administreren van de maandelijkse betalingen. Vanuit de bankrekening die door een andere stichting beschikbaar is gesteld. We hebben een extreem mooi softwarepakket laten samenstellen, uniek in Nederland. Elke cliënt krijgt hier een bankrekening op eigen naam. Die bankrekening wordt beheerd door diezelfde stichting. Die stichting is gekoppeld aan het softwarebedrijf in Amersfoort die de gegevens voor ons verwerkt. Die gegevens gebruiken we voor schuldhulpverlening in de ruimste zin van het woord. Traditionele instanties die werken met één grote bulkrekening wat administratief een veel grotere kans geeft op onduidelijkheid. Met die bankrekening gaat die cliënt naar zijn werkgever of uitkerende instantie. Wij halen de afloscapaciteit ervan af, de rest van zijn inkomen wordt doorgestort naar zijn eigen rekening. Waar wij min of meer controle op hebben. Daar mag hij niet rood op staan. Bemiddelt u ook in het overnemen van schulden? Nee, dat kan niet want daar heb je financiën voor nodig. Is Vespa ook niet een soort kredietbank? Nee. Vespa is een particulier administratiekantoor, uitsluitend opgericht om schuldpakketten te saneren. De ANVS, samen met Vespa, zijn wel bezig om vreemd kapitaal aan te trekken om schuldpakketten op te kopen. Daar zit een zakelijke gedachte achter. Er is geld beschikbaar vanuit Arabië. Rijke Arabieren die hun geld beschikbaar willen stellen om dat in Europa op een nette manier uit te zetten. Die zijn misschien bereid om in een goed afgetimmerde organisatie hun geld beschikbaar te stellen om schuldpakketten te saneren. Zover is het nog niet, het is nog in een prematuur stadium. Het stelt ons later misschien in staat om heel problematische schuldpakketten op te kopen. Daar moet dan wel een percentage aan verdiend worden. Waar dat dan aan verdiend wordt? Aan kwijtscheldingen van schuldeisers. Stel, de schuldeiser heeft een vordering van 30.000 op de cliënt. De instantie zegt dan oké, je krijgt nu 25 mille, tegen finale kwijting. Dan is er 5000 ‘verdiend ’.Het grootste deel daarvan gaat dan naar de cliënt, een klein gedeelte naar de geldverstrekker. Als je met deze theorieën naar een Stadsbank gaat dan ben je niet alleen een zakkenvuller, maar ben je ook concurrent. Ze zeggen dan dat wij geld willen verdienen aan bemiddeling, net alsof dat een vies woord is. Terwijl ze zelf niets anders doen, door 60 of 70 euro per maand wettelijk naar zich toe te trekken om daar de kosten van te betalen Plotseling krijg ik de gedachte: ze zullen die mensen toch niet met moedwil op die wachtlijst plaatsen…. Nee, want dat brengen ze pas in rekening wanneer daadwerkelijk afgelost wordt. Bij Vespa, ons administratiekantoor, liggen die kosten op zo’n 50 euro per cliënt. Dat betaalt de cliënt niet zelf, maar dat is het deel dat kwijtgescholden wordt door schuldeisers. De schuldeiser betaalt er in feite voor dat hij zelf maandelijks zijn geld krijgt. Wat een slimme constructie. Die kan ook alleen maar uitgedacht worden door mensen met een zakelijke, ondernemende achtergrond. Ik heb dat niet zelf uitgedacht hoor! Ik lift mee op dat systeem. Maar het spreekt mij ontzettend aan. De verzakelijking is interessant, dan zijn de belangen anders aan beide kanten. Als er een zakelijke kant aan zit dan moet de controle ook groot kunnen zijn om de grenzen in de gaten te kunnen houden. Daar doen wij niet ingewikkeld over. Wij hebben een volstrekt transparante organisatie. Wij zeggen tegen de fiscus welke donaties er zijn ontvangen en zijn open naar alle partijen toe. Zo zou je eventueel, als je bekender wordt, bij een groot slagingspercentage van je schuldhulpverlening, toch een subsidie moeten kunnen krijgen.
Appendix Interview Thuisadministratie
14
Daar willen wij helemaal niet naar toe. Als wij eenmaal het gewenste resultaat hebben, dan hebben wij die subsidie niet meer nodig.
Het verdiende vertrouwen zou kunnen resulteren in andere producten…. Ja, dat zou kunnen. Je zou dan ook de stichting kunnen omzetten naar een meer bedrijfsmatige organisatie! Dat zou je kunnen doen, maar daar moet je mee uitkijken want dat heeft dan weer een negatief effect op de cliënt. ‘Schuldhulp BV’, dat spreekt niet aan. Maar als je een dienst verkoopt die het geld waard is ? Ja, dat is waar, maar je moet laagdrempelig blijven. Kijk naar onze website. Daar is bewust rekening gehouden met een zo zakelijk mogelijke presentatie, zonder dat het commerciële er afdruipt, dat er überhaupt geld aan verdiend moet worden om daar een organisatie op te laten draaien. Daar moet je mee uitkijken! Je kunt er een heel commercieel verhaal van maken, maar dan krijg je heel Nederland over je heen. Alle schuldeisers, alle cliënten…daar moeten we een balans in proberen te houden. Daar zijn we voortdurend mee bezig. Dat is het verschil tussen ambtelijk denken en zakelijk denken. Het is overigens meer hun probleem dan dat wij er een probleem mee hebben! Het zakelijke heeft het voordeel dat het altijd in beweging is, terwijl het ambtelijke…. Met alle respect, die mensen doen stinkend hun best hoor en ze weten er misschien inhoudelijk meer van dan wij, maar de aanpak, het denken erachter is anders. Jullie hebben de stichting op te houden en zij hun baan, de status quo. Het was heel helder, heel hartelijk bedankt. Graag gedaan.
Interview met dhr. K. van Teijlingen, Cliënten Beraad Almere (CBA), 3 februari 2006 Info over de instelling In het CBA werken uitkeringsgerechtigden en diverse organisaties samen. Het CBA is opgericht om alle inwoners van Almere met een lage uitkering inspraak te geven in de zaken die hen bezighouden. Hiervoor organiseert het CBA elke maand een zogeheten Beraadsgroep of Cliëntenpanel met een bepaald thema. Tijdens deze bijeenkomst wordt geluisterd naar de klachten, wensen en adviezen van uitkeringsgerechtigden. Het CBA speelt de informatie vervolgens door aan de juiste personen en instanties. Naam, functie van de sleutelfiguur Koos van Teijlingen is vrijwilliger. Naast voorzitter van het CBA is hij ook bestuurslid van de vereniging Arme Kant van Almere (AKA). AKA is een vrijwilligers orgaan, ontstaan vanuit kerkelijke richtingen om iets te doen tegen de armoede mede door aandacht te geven aan de positie van de mensen met armoedeproblematiek. In de praktijk blijkt dat mensen te zijn met een bijstandsuitkering of een sociale uitkering. AKA is een van de organisaties die participeren in het CBA.
Wie is jullie grootste doelgroep? CBA is een orgaan dat aan belangenbehartiging doet voor mensen met een minimum inkomen. CBA is de wettelijke vertegenwoordiger en geeft als inspraakorgaan gevraagd en ongevraagd advies aan de Gemeente Almere. Viermaal per jaar is er overleg met de Sociale Dienst voornamelijk over juridische en technische zaken. Tweemaal per jaar is er overleg met de wethouder over o.a. de politieke impact van vraagstukken. CBA heeft een voorlichtende taak via het cliëntenpanel, maar geeft rechtstreeks geen individuele hulp.
Appendix Interview Thuisadministratie
15
Het AKA organiseert de cursus “Uitkomen met je inkomen” voor mensen met een minimuminkomen. De doelgroep is heel divers, van een 17 jarige moeder tot een 70 jarige gepensioneerde. Op de cursus hebben we ook mensen met een eigen huis die schulden hebben. Is er een verdeling te maken in verschillende inkomensgroepen? Indien ja, hoe is de verhouding? Er is geen verdeling te maken in verschillende inkomensgroepen. Zowel mensen met een uitkering als mensen met een villa hebben schulden. Hebben jullie een wachtlijst? Zo ja, hoe lang moet men wachten totdat men geholpen kan worden? De wachtlijst voor de budgetcursussen ontstaan mede doordat men zich opgeeft en later niet komt opdagen. Een van de redenen kan zijn dat men de post niet meer leest of dat de motivatie niet groot genoeg is. Momenteel staan er 19 mensen op de wachtlijst. Hebt u enig idee hoeveel mensen in de schulden raken? In Almere is één op de vijf huishoudens een eenoudergezin. Het overgrote deel heeft een uitkering. Voor cijfermateriaal zal ik jullie moeten verwijzen naar de gemeente Almere. Ik kan wel vertellen dat er in Almere in 2004, 4500 gezinnen waren met een bijstandsuitkering. In 2005 waren dat reeds 4800. Maar tussen de 7000-8000 gezinnen leven op het minimum inkomen. Die mensen hebben geen recht op een uitkering. We praten dan over de stille armoe. De vraag is, hebben die allemaal dan ook schulden? Jammer genoeg zijn de evaluatie cijfers van BBA hierover nog niet bekend. Het Nibud heeft in 2004 een onderzoek gedaan voor de Sociale Dienst van Almere, de armoede monitor in Almere. Die resultaten zouden jullie bij de Sociale Dienst kunnen opvragen. Waar komen de signalen dat inwoners van Almere in financiële problemen komen vandaan? Dat steeds meer inwoners van Almere in financiële problemen komen kan je mede aflezen aan de groei van het aantal cursussen dat AKA momenteel geeft. Vier jaar geleden zijn we op kleine schaal begonnen met eenmaal per jaar en dat is opgelopen tot zesmaal in 2006. Bij de Sociale Dienst en het BBA is die stijging van aanvragen voor schuldhulpverlening ook te zien.
Wat zijn mogelijke achtergronden van het ontstaan (van de vergroting) van de financiële problematiek binnen de Nederlandse samenleving en hoe vertaalt zich die binnen de gemeente Almere? Behalve dat het leven duurder is geworden, speelt het zorgeloze karakter een rol. Daardoor gaan velen sneller overstag voor de kredietverstrekkingen en de goedkope leningen. Tegelijkertijd mist men de vaardigheden om met geldmiddelen om te gaan. Er is onvermogen. Zo blijkt vaak reeds op de eerste cursusdag dat mensen geen gebruik maken van de voorliggende voorzieningen van de gemeente, of dat zij een verkeerde uitkering krijgen dan van toepassing zou moeten zijn gezien hun situatie. Hoe definieert uw instelling schuldhulpverlening? Bij schuldhulpverlening denk ik voor een belangrijk deel aan het toepassen van de WSNP (Wet schuldsanering natuurlijke personen) op vrijwillige of op basis van een vonnis. Hoe definieert uw instelling thuisadministratie? De term thuisadministratie kan te suggestief zijn. Misschien is financiële coaching beter gekozen. Te denken valt dan aan lange termijn en korte termijn trajecten en lage en hoge frequentie van de coaching. De werkzaamheden kunnen inhouden het thuis ordenen van de papieren, zorgen voor het krijgen van een overzicht van wat er allemaal aan financiële zaken is. Daarna zou er eventueel een verwijzing plaats kunnen vinden naar BBA of naar de cursus van AKA. Een andere kant kan zijn dat AKA doorverwijst naar thuisadministratie in het kader van nazorg. Want die nazorg is een groot gemis. Bij AKA is er geen mankracht om te begeleiden ter voorkoming van een terugval na een cursus. Vooral bij mensen die in de schuldsanering zitten. Er is een indeling te maken naar 3 groepen: een groep die sowieso een terugval heeft, een groep die tijdelijk of structureel ondersteuning nodig heeft en een groep die het wel redt. Appendix Interview Thuisadministratie
16
Biedt CBA thuisadministratie aan? Neen. De AKA cursus van vijf dagdelen richt zich enerzijds op budgetbeheersing en anderzijds op assertiviteitsondersteuning. De cliënten krijgen tips hoe zij zich beter kunnen verwoorden bij verschillende instellingen zoals de Sociale Dienst. Op de laatste dag van de cursus kunnen de cursisten aan een delegatie van de Sociale Dienst en/of van andere instellingen rechtstreeks hun problemen en frustraties voorleggen. Zien jullie een toename van de vraag naar thuisadministratie (door vrijwilligers in het algemeen)? Ja. Die vraag krijgt AKA steeds meer. En die ondersteuning hoeft niet altijd langdurig te zijn. Soms kan men met een een- of tweemalig bezoek al meer inzicht verkrijgen in de eigen financiële situatie. Zo krijgen wij op de nieuwjaarsreceptie met alle oud cursisten te horen dat ook mensen die gesaneerd zijn positieve ondersteuning behoeven. Die willen niet terugvallen. Maar de bewindsvoerder is er puur voor het zakelijke. Ook zien wij die behoefte bij veel alleenstaande vrouwen als gevolg van een echtscheiding. Dan is een financiële coach een hele hulp om formulieren te helpen invullen en te ordenen wat er allemaal is. Zijn er bepaalde wijken in Almere waar de behoefte aan thuisadministratie groter is? Binnen Almere zijn de uitkeringsgerechtigden gesegmenteerd in de wijk door middel van het woningbeleid. Het is dus moeilijk om een bepaalde wijk aan te geven. Men dacht vaak aan de Stedenwijk en Almere Haven. Maar we krijgen cursisten uit de gehele stad.
Komen mensen rechtstreeks naar jullie met hun vraag over thuisadministratie en/of schuldhulpverlening of worden zij doorverwezen? Te weten: a) cliënten die komen van andere organisaties/instellingen (wachtlijst schuldhulpverlening, Sociale Dienst etc), b) cliënten die reeds gebruik maken van andere activiteiten binnen CBA c) cliënten die niet onder de twee bovengenoemde groepen vallen (andere inwoners van AlmereZeewolde) Cliënten kunnen zichzelf opgeven of worden gestimuleerd door BBA. BBA geeft ook mensen op voor de cursus Uitkomen met je inkomen. Hoe groot denkt u dat de gemiddelde schuld is, waarbij u heeft geholpen? Gemiddeld liggen de schuldbedragen tussen de 2000-5000 per cliënt. Bij uitzondering komen bedragen van 20, 30, 40.000 voor. Per cursus zijn er maximaal 20 personen.
Wat zou voor u het mooiste scenario zijn als u hulp kreeg van anderen organisaties bijvoorbeeld Humanitas? En hoe zou dat er dan uit moeten zien? Er is een grote behoefte aan nazorg voor cliënten die een budgetcursus of een traject van schuldhulpverlening gevolgd hebben. Het mooiste is dan ook om in het verlengde van de budgetcursus te werken aan de zelfredzaamheid. Daarom zullen wij onze cliënten attenderen op zo’n hulpvorm, maar het initiatief bij de cliënten laten om zelf contact op te nemen. En zoals ik al eerder zei, let op trajecten op korte en lange termijn en met een lage of hoge frequentie. Wat zou uw instelling er voor over hebben? Humanitas zou kunnen deelnemen aan de cliëntenberaden van CBA en eventueel op de laatste dag van de cursus een presentatie kunnen houden. Een financiële bijdrage is helaas niet aanwezig maar wel veel dankbaarheid en aanbod tot meedenken. Op welke manier bent u geïnteresseerd in het behoefte onderzoek thuisadministratie? (Wat is voor u de rede geweest mee te willen doen aan dit interview?) Als CBA en AKA zijn wij altijd geïnteresseerd in faciliteiten binnen de armoedezorg. Vooral een vorm van nazorg heeft mijn speciale aandacht.
Als u een behoefteonderzoek naar thuisadministratie zou moeten doen in Almere, hoe zou u
Appendix Interview Thuisadministratie
17
dat dan aanpakken? Ik zou goed kijken naar de basis onderzoeken die door de Sociale Dienst worden gedaan. Ik zou ook de cliënten uit de dossiers van de Sociale Dienst en BBA benaderen en at random gaan enquêteren. En draagvlak zoeken bij de politiek. M.b.t. samenwerking Binnen het CBA zijn meerdere organisaties vertegenwoordigd die heel goed met elkaar samenwerken. Zo bestaat CBA uit vertegenwoordigers van vakbonden, van de stichting COBA (Comité Vrouwen in de Bijstand), vertegenwoordigers van de ouderenbond en ervaringsdeskundigen. En omdat CBA geen uitvoerend werk doet is er weinig kans op conflicten. De diverse achterbannen putten voornamelijk uit de aanwezige kennis. CBA doet aan kennisverspreiding en inzichtvergroting. Helaas is er nog geen samenwerking met Humanitas. Wij zijn een voorstander van samenwerking. Het klopt dat Jeroen Hoogteyling, de voorzitter van AKA, reeds bij Jantine de Ruiter van Humanitas, aangegeven heeft belangstelling te hebben in dit project van Humanitas Almere-Zeewolde. Wij hopen dat het van de grond komt daar het een hele goede aanvulling kan zijn Advies is om ook te zoeken naar samenwerking met bijvoorbeeld de Raad en Daadbalie van het Leger des Heils en de Regenboog kerken. M.b.t. financiën CBA wordt financieel ondersteund door de Gemeente Almere daar het CBA een wettelijk verplicht adviserend orgaan is. Valt onder de Wet Werk en Bijstand. Het AKA krijgt projectsubsidies voor de cursussen. Die moeten elk jaar worden aangevraagd. Daarnaast krijgt het AKA giften van kerken en werkt met gesloten beurzen voor faciliteiten binnen de kerken. M.b.t. vrijwilligers Het CBA bestuur bestaat uit 8 vrijwilligers, allemaal op bestuurlijk niveau. Bij AKA zijn er om en bij 10 vrijwilligers. En ja, de vrijwilligers blijven lang verbonden aan de organisatie. De cursus van AKA wordt door vrijwilligers verzorgd met inkoop van trainers van de welzijnsorganisatie Axion in Flevoland, die gespecialiseerd zijn in het geven van voorlichting inkomensbegeleiding. Voor de cursussen is het een must dat de coördinator een professional is. Dat is van het hoogste belang om de continuïteit te waarborgen. Een valkuil van zo’n project kan zijn dat vrijwilligers zich snel kunnen conformeren met degenen die hulp krijgen. Het wordt dan moeilijk om “een poot stijf te houden” bij moeilijke beslissingen. Bijvoorbeeld dat er toch meegegaan wordt met een koop op afbetaling wanneer het bed misschien nodig is voor een kindje. Terwijl het juist zaak is om dat soort koopgedrag om te buigen. Toch zijn wij voorstaander van vrijwilligerswerk Het voorkomt isolatie. Als vrijwilliger beteken je iets voor een ander, maar je kan er zelf ook veel uithalen. Als CBA pleiten we voor de instelling van door vrijwilligers bemande steunpunten. Zoals bijvoorbeeld het COBA. COBA helpt met de aanvraag van een uitkering, met het begeleiden naar een schuldhulpsaneringsproces. Sociale raadslieden helpen bij het invullen van de formulieren van de inkomstenbelasting. En de Raad en Daadbalie van het Leger des Heils helpt bij het invullen van papieren zoals de zorgformulieren Wat hebt u aan PR gedaan om naamsbekendheid te krijgen bij de doelgroep? Maandelijks hebben wij een rubriek in de krant, waarin de aankondigingen worden gedaan van de Cliëntenberaden. Het CBA heeft ook een vaste rubriek in de maandbrief van de Sociale Dienst. Daarnaast maken we gebruik van folders en publicaties. En natuurlijk de mond tot mond reclame. Op het cliëntenberaad zijn er per keer 20-30 personen.
Appendix Interview Thuisadministratie
18
Interview met mevr. T. Hamers, De Schoor Almere, 17 februari 2006 Dank je wel dat je ons te woord wilt staan! De achtergrond van dit interview vormt een externe opdracht van Humanitas aan de Hogeschool van Amsterdam, waarbij Humanitas antwoord wil krijgen op de vraag of er een behoefte is aan hulp bij thuisadministratie in Almere. Welzijnsstichting de Schoor heeft van de gemeente een jaar geleden de opdracht gekregen om samen met een aantal vrijwilligersverenigingen, waaronder Humanitas een signaleringsnetwerk op te zetten en dit te gaan coördineren.Als we het goed begrijpen ben jij nu voor dit project ingezet. Klopt dat? Dat klopt. Jacoline van Scherrenburg is de coördinator van het hele project. Zij zal zeker nog contact met jullie opnemen in verband met jullie onderzoek. Ik ben hier nu vanaf 1 september 2005 aan het werk. Daarvoor was ik nog onbekend bij de Schoor. De bedoeling is dat ik nu samen met Jacoline het netwerk ga opzetten voor ‘Contact vol Betekenis’ in Almere Buiten. Het loopt nu al erg goed. Er zijn veel netwerkpartners bij betrokken en er komen er ook steeds meer bij. Helaas is dit werk hard nodig. We hebben alvast wat vragen naar je gestuurd zodat je die door kon nemen. We kunnen er soms wat van afwijken om wat meer de diepte in te gaan, als je dat goed vindt. Dat is goed. Ik heb alleen de vraag of jullie mij vanuit het ouderenwerk of vanuit het welzijnswerk dit interview willen afnemen. Ik kan namelijk vanuit mijn functie alleen antwoord geven vanuit het ouderenwerk. We zijn ook vooral benieuwd hoe je vanuit je eigen ervaring bepaalde problemen signaleert. Het is voor ons van belang om vanuit meerdere organisaties de insteek te horen en met name ook vanuit het ouderenwerk. Gaan jullie nog andere doelgroepen interviewen? Ja zeker, de Sociale Dienst en het BBA (Budget Bureau Almere) bijvoorbeeld. En verder allerlei instanties die het beeld voor ons kunnen aanvullen. Jullie eerste vraag is wie onze doelgroep is. Dat zijn dus alle ouderen. En over welke leeftijd praat je dan? Vanuit het ‘Preventief Huisbezoek’ (‘Contact vol Betekenis’) hebben we alle mensen vanaf 70 jaar aangeschreven. Daar krijgen we dan ook de meeste antwoorden op terug. Is er een verdeling te maken in verschillende inkomensgroepen? Ja, je hebt ouderen met een aanvullend pensioen en ouderen met alleen een AOW uitkering. Vooral bij die laatste groep kom je veel problemen tegen, omdat ze verder geen aanvullingen hebben. Zijn er ook ouderen die wel goed in staat zijn om alleen met het AOW rond te komen? Ja, weet je, alles is sinds de invoering van de euro veel duurder geworden. Daar zijn toch echt wel problemen door ontstaan. En als er zich onverwachte situaties voordoen, dan kom je gewoon niet uit met de AOW. Als je bijvoorbeeld een scootmobiel nodig hebt, dan moet je daar een eigen bijdrage van ongeveer vierhonderd euro voor neertellen. Dat kan een groot probleem vormen als je alleen maar je AOW hebt om van rond te komen. Helaas is het ook zo, dat je tegenwoordig bij activiteiten in het buurtcentrum als begeleider de ruimte daar moet huren. Wat gebeurt er dan? De huur moet dan doorberekend worden in de activiteit, met als gevolg dat de prijs voor de deelnemers omhoog schiet. Wanneer je gewend bent om elke dag een activiteit te doen, bijvoorbeeld: ‘Meer Bewegen voor Ouderen,’ dan kan het zijn dat je als oudere gedwongen wordt om een keuze te maken in het weekaanbod, omdat je het anders gewoon niet meer kunt betalen. Laatst hoorde ik over een echtpaar dat alleen voor dat ‘meer bewegen‘ al dertien euro per maand kwijt was. Dan denk jij misschien, wat is dertien euro nou eigenlijk, maar je moet alles bij elkaar optellen. Je moet je kopje koffie en thee ook betalen. En het is zó belangrijk. Ik denk dat, wanneer je alleen van je AOW moet rondkomen, het heel moeilijk wordt. Hebben ouderen die zelfstandig leven het financieel zwaarder dan de mensen in een verzorgingstehuis? Ik denk het wel. Het hangt er ook van af in welk zorgcentrum je woont. Over het algemeen denk ik dat
Appendix Interview Thuisadministratie
19
je dan beter uitkomt. Daarbij, het vertier is dan binnen het huis. Het tehuis verzorgt vaak allerlei activiteiten waar je niet aan hoeft bij te dragen. Hoewel, tegenwoordig zie je daar trouwens ook al een verschuiving in, dat de bewoners daarvoor soms ook een eigen bijdrage moeten gaan betalen. Het is een ontwikkeling die ik niet zo positief vind, omdat je de mensen daar toch teveel mee op kosten jaagt. Heb je het idee dat het zich in Flevoland meer voor doet dan in de rest van Nederland? Ik heb zelf jaren lang in verpleeg- en verzorgingshuizen gewerkt. Vaak heb je in kleinere plaatsen van die stichtingen als ‘…..vrienden van…..’ Dan worden er donaties gegeven waarvan je bijvoorbeeld reisjes kunt organiseren waar de bewoners dan niet voor hoeven te betalen. Nu is het bijvoorbeeld zo dat we bij de Schoor de stichting ‘Mooi zo, Goed zo’ hebben, die ook gesponsord wordt door bedrijven. Laatst was er een bijeenkomst van de Juniorenkamer, dat is een vereniging van jonge ondernemers in Almere. Die hebben toen een dagje uit aangeboden aan ouderen. Toen kon ik dus kijken bij mijn ‘Preventief Huisbezoek,’ welke bewoners daar eventueel voor in aanmerking konden komen. Daar hoefden ze dus niets voor bij te dragen Dat zijn natuurlijk hele leuke ontwikkelingen en initiatieven, maar wel incidenteel. In een dorp, dat dan ook nog een beetje rijk is, kan men soms van daaruit toch nog wat vaker iets leuks aanbieden. Het kan dan verschil uit maken of je in Almere woont of ergens anders…. Ook voor zelfstandig wonenden? Jij praat nu vanuit de situatie van het verzorgingstehuis Zelfstandig wonenden zouden dus meer financiële problemen hebben, of vaker in financiële nood komen doordat ze hun administratie niet op orde hebben of geen overzicht hebben. Dat zijn natuurlijk twee dingen. Dat hangt er natuurlijk vanaf in welke lichamelijke of psychische toestand ze verkeren. Door het langer zelfstandig wonen, waar de gemeente naar toe wil, neemt de kans op allerlei lichamelijke kwalen ook toe. Dankzij de medische wetenschap worden de mensen ouder. Dat is natuurlijk op zich heel positief, maar het heeft tot gevolg dat je heel oud kunt worden en tegelijkertijd kwetsbaarder en afhankelijker wordt van instanties. Een gevolg is ook, dat je steeds minder in staat zal zijn om je administratie rond te krijgen. Mensen kunnen soms niet meer goed zien, de handfunctie kan minder worden of het wordt gewoon te ingewikkeld. Als je ziet wat voor papieren je tegenwoordig in moet vullen, dan vind ik het zelf ook nog wel eens moeilijk, laat staan een ouder iemand. Het wordt ook steeds meer papierwerk. Heeft de gemeente wel eens nagedacht over het aanbieden van hulp bij de administratie? Je kunt je voorstellen dat dit ook een zorg van de gemeente zelf zou kunnen zijn? Dat weet ik niet. Het zou kunnen, maar er zijn natuurlijk mogelijkheden bij de VCA (‘Vrijwilligers Centrale Almere’), waar ‘het Gilde’ bezig is. De gemeente zelf heeft nooit zelf het voortouw genomen? Niet dat ik weet. Jullie doen het signaleringsnetwerk ‘Contact vol Betekenis,’. Als blijkt dat ouderen in een financiële chaos leven, wat doen jullie er dan mee? We kijken dan binnen onze netwerken wie daar het best een ingang in kan vinden. Vaak is dat de VCA, het Gilde dus. Je hebt ook het ‘Grijs Genoegen van Het Leger des Heils. Die doen ook aan schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening is al weer een fase verder… Dat is waar, maar zij brengen de administratie ook op orde. Ze kijken waar de hiaten vallen en waar ze hulp kunnen bieden. Hoe worden binnen het aanbod de keuzes gemaakt? Dat hangt er van af welke problematiek er verder nog speelt. Er zijn meerdere factoren die meespelen. Als het sec alleen de praktische kant betreft, dan kun je voor het Gilde kiezen. Als er ook andere zaken spelen, zoals verwaarlozing, dan zul je eerder kiezen voor het Grijs Genoegen, dat meer een totaalpakket biedt. De achtergrond van de cliënt speelt hier verder geen rol bij. Het Leger des Heils staat voor iedereen open.
Appendix Interview Thuisadministratie
20
De ouderen hebben zelf geen voorkeur, zolang zij hulp op maat krijgen? Inderdaad. Het maakt dan niet zoveel uit wie er hulp biedt, zolang de hulp goed is. Toch is het vreemd dat er een behoefte bij de burger ligt, zonder dat de gemeente zelf initiatieven neemt. Je kunt ‘Contact vol Betekenis’ ook zien als een initiatief van de gemeente. In ieder geval heeft Contact vol Betekenis de opdracht van de gemeente gekregen om dit signaleringsnetwerk op te zetten. Een gevolg hiervan is dat wij daardoor wel die financiële problemen kunnen signaleren. In die zin heeft de gemeente dus wel een rol. En omdat dit project zo goed loopt kunnen wij, vanuit de gemeente, dit project voortzetten. Het is mogelijk dat deze methodieken ook voortgezet worden naar mensen met een psychiatrische achtergrond of naar gehandicapten of andere kwetsbare groepen. In die zin doet de gemeente er wel wat aan. In hoeverre speelt analfabetisme een rol bij thuisadministratie? Een collega van mij is allochtonenwerker. In het bijzonder oudere, alleenstaande allochtone vrouwen, die onvoldoende het Nederlands beheersen, zijn kwetsbaar. Je zou hier kunnen spreken van ‘analfabetisme.’ Als je kijkt naar de hele groep allochtone ouderen, dan zie je dat pensioenen vaak niet goed geregeld zijn, of dat de veertig jaren arbeidsverleden niet wordt gehaald. Die groep is groeiende in Almere omdat we nu steeds meer allochtone ouderen krijgen die waarschijnlijk ook onvoldoende het Nederlands beheersen. Veel autochtonen blijken ook onvoldoende te kunnen lezen en schrijven. (In 2005 telde Nederland 250.000 analfabeten en 1.3 miljoen laaggeletterden. Bron: Stichting Lezen & Schrijven.) Er zijn natuurlijk veel kwetsbare groepen. In de Oostvaardersbuurt in Almere Buiten leven naar verhouding meer sociaal zwakkeren, die van huis uit minder vaardigheden hebben meegekregen. Ook die groep is groeiende denk ik. Er komen steeds meer sociaal zwakkere mensen die ook niet zo goed weten hoe ze rond moeten komen en dat dus ook niet goed kunnen overbrengen op hun kinderen. Daarbij, als je jaren van een minimumbestaan moet leven, dan ga je als vanzelf je eigen waarden en normen ontwikkelen. Het gevolg is een vicieuze cirkel van armoede waar je maar heel moeilijk uitkomt. Je kunt je kinderen dan heel moeilijk wat bieden om hen te helpen zich te profileren of te ontwikkelen. Je blijft in een vast patroon zitten. Hebben veel ouderen moeite met hun administratie, omdat ze niet kunnen begrijpen wat er in de hen toegezonden formulieren staat? Dat klopt. De papieren worden eigenlijk steeds ingewikkelder. Het wordt dus steeds moeilijker voor een groeiende groep oudere allochtonen, ook in Almere. Wanneer de achtergrond dyslexie is, of bijvoorbeeld een psychiatrische stoornis, kunnen de mensen dan wél terecht bij gemeentelijke voorzieningen? Dat weet ik niet. Met die vraag zou je terecht kunnen bij ‘Triade’ bijvoorbeeld, of de ‘Meerkanten’. Vaak hebben mensen met een handicap een begeleider die betaald kan worden met het ‘Persoonlijk Budget’ Toch zijn er vaak mensen met een handicap die tussen de voorzieningen in vallen. Dat merk ik ook bij het Preventief Huisbezoek, het signaleringsnetwerk waar we het over hadden. Er is ook al een groeiende groep van vijftigers die nergens terecht kan. Nog even terug naar de basis. Waaraan zou thuisadministratie volgens jou aan moeten voldoen? Je moet heel goed weten wat je in- en uitgaven zijn. En dit goed op papier kunnen zetten en dat tegen elkaar af kunnen wegen. Je moet de huur en vaste lasten goed in kaart weten te brengen. Belastingformulieren, hebben jullie daar een vast protocol voor? De Belastingdienst, en verder dezelfde instanties die ik al genoemd heb. Zelf doe ik het niet. Daar is het wijkspreekuur niet op berekend. Het is ook meer verwijzend en sturend. Het is ook maar een uurtje.
Appendix Interview Thuisadministratie
21
Dat zou een stukje thuisadministratie kunnen zijn. Stel dat Humanitas op grond van ons onderzoek besluit om het Project Thuisadministratie te beginnen, hoe zien jullie dan de samenwerking met Humanitas? Die is prima op dit punt. Ik denk dat ze dan wel moeten gaan samenwerken met de VCA. Dat doen ze natuurlijk nu al, maar dan ook met de thuisadministratie. Het zou een goede aanvulling kunnen zijn. Wij hebben natuurlijk onze ervaring met de VCA en het Gilde en die zijn prima. Het zou een aspect kunnen zijn dat in het signaleringsnetwerk opgenomen zou kunnen worden, vooral als men tot samenwerking komt met een taakverdeling zodat duidelijk is waar de verantwoordelijkheden liggen. Alle organisaties hebben natuurlijk ook een eigen signatuur…. Jullie hebben een goed contact met andere organisaties en werken laagdrempelig. Is er een verantwoordelijkheid in de terugkoppeling, zodat jullie het proces blijven volgen? Als we een traject uitzetten met een instantie, bijvoorbeeld met het VCA, dan is die verantwoordelijk voor wat er verder gaat gebeuren. Er wordt wel weer teruggekoppeld naar het signaleringsnetwerk. Het dossier wordt eigenlijk pas afgekoppeld als de persoon geholpen is en de problemen onder controle zijn. Bijvoorbeeld wanneer de VCA zou kiezen om naar de Stadsbank te gaan met een cliënt. Wij praten nu dus over mensen die uit de problemen kunnen komen. Laten we het nu hebben over de mensen die structureel in de problemen zitten. Hoe vangt de VCA dat op, en hoe gaan jullie daarmee om als iemand het toch nooit redt om in de toekomst met dergelijke problemen om te gaan? Dat is iets wat ik hier zelf nog niet eerder bij de hand heb gehad. Het is wel zo dat ik in het verleden in de crisisopvang heb gewerkt waar je vaak dezelfde mensen weer zag terugkomen. Dat is dan bijna een soort leefstijl geworden die heel moeilijk te doorbreken is. Of dat zo door kan gaan weet ik niet. Er zijn natuurlijk gezinnen die door verschillende oorzaken in de schuld komen. Door de kredietverstrekking bij postorderbedrijven bijvoorbeeld. Aan de andere kant kun je op die manier natuurlijk wel meteen een andere wasmachine bestellen als die stuk gaat. Waar ik mijzelf aan erger, zijn al die leningen die je maar kunt afsluiten en dat het zo gemakkelijk wordt gemaakt om dit te doen! Lukt dit dan ook met alleen een AOW inkomen? Daar heb ik niet zo’n goed zicht op. Daarbij, ouderen zijn vaak nog zo opgevoed dat ze alleen iets kopen als ze het kunnen betalen. Maar mogelijk gaat dat veranderen, nu de nieuwe generatie ouderen er aan komt. Ja, dat zou kunnen. Bewindvoering wordt ook door verschillende organisaties uitgevoerd. Humanitas houdt zich daar ook mee bezig. Wordt dat wel eens door jullie overwogen? Als mensen beginnen te dementeren dan kun je een bewindvoerder laten benoemen. Vaak is dat dan één van de kinderen. Ik denk dat dit ook wel eens voorkomt bij het Grijs Genoegen, dus dat het Leger des Heils dan die taak op zich neemt. Het is niet zo dat jullie mensen tegenkomen waarvan je denkt dat ze geholpen zouden zijn met een bewindvoerder zonder dat ze in de problemen komen door een dreigende huisuitzetting of zo? Bouwcoöperaties hebben tegenwoordig zelf maatschappelijk werkers in dienst. Zij doen aan schuldhulpverlening om te voorkomen dat de ouderen het huis uit gezet worden. Ze kijken dan ook naar de oorzaken van die huurachterstand. Worden ouderen door die woningbouwverenigingen anders benaderd dan jongeren? Ik heb daar geen ervaring mee, maar ik kan mij voorstellen dat het meespeelt. Even een vraag over een geheel andere orde. Wat heeft de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ten gevolge voor de Schoor? Jullie werkzaamheden zullen er waarschijnlijk van gaan toenemen. Dat is ook de verwachting bij Humanitas. Dat klopt en als je geen vrijwilligers meer zou hebben… ik moet er niet aan denken als die er niet meer zouden zijn.
Appendix Interview Thuisadministratie
22
Aan de andere kant merk je dat de gemeentes ook op het vrijwilligerswerk proberen te bezuinigen. Dat staat dan erg in contrast met de WMO die er aan komt! Bij Humanitas dreigt bijvoorbeeld de subsidiekraan te worden dichtgedraaid voor het ‘Autismeproject.’ Ja, dat zou ook ontzettend jammer zijn. Je moet je daarom, ook vanuit de ‘Schoor’ zelf, heel duidelijk profileren. Wij krijgen ook opdrachten waar we ons zeker aan moeten houden want daar worden de financiën op gebaseerd. Jullie zijn eigenlijk een tak van de gemeente? Ja. En dat is dan weer verdeeld in verschillende domeinen. Jongeren, Kinderwerk breed, kwetsbare groepen, waar dan ook weer de ouderen onder vallen. Zo krijgen al die domeinen dan een budget en moeten we ons heel ‘sec’ aan onze opdrachten houden. Op zich denk ik dat het goed is als er wat zakelijker wordt gewerkt. Aan de andere kant moet je oppassen dat er dan geen kwetsbare groepen worden getroffen. Als jullie problemen signaleren, hebben jullie dan direct contact met de beleidsmakers van de gemeente? Ja, er zijn natuurlijk beleidsmakers van de Schoor die direct contact kunnen hebben met de beleidsmakers van de Gemeente. Het is natuurlijk ook een politieke kwestie…. Waar ik naar toe wil, en daar is de Schoor ook een enorme voortrekker van, dat zijn integrale teams. Op het Stadsdeelkantoor hebben we de afgelopen week overleg gehad met de politie, de beleidsmakers van de Gemeente, de wijkregisseurs en de gebiedsmanager. Het was heel goed om met elkaar van gedachten te wisselen. Dan weet je direct wat er leeft bij iedereen, en zij kunnen het natuurlijk ook weer direct verwoorden naar het gemeentebestuur. Ook van de woningbouwcoöperaties waren er mensen, zodat we goed op de hoogte kwamen van de problematiek die er speelt. Wij moesten daar stickers plakken bij die projecten of groepen die volgens ons extra aandacht verdienden. En daar wordt dan ook aan gewerkt. Ik ben er dan ook wel van overtuigd dat dit z’n vruchten gaat afwerpen, vooral als we nog meer met elkaar gaan samenwerken en elkaar niet als concurrenten zien maar als aanvulling, zodat die signalen ook directer bij de gemeente komen. Mogelijk dat er door die integrale teams, die over heel Almere zijn verspreid, directe samenwerkingsverbanden ontstaan, met nog meer concrete hulpvragen. Als jullie cliënten doorsturen dan zitten vrijwilligersorganisaties? Nee. Dat wordt met gesloten beurzen gedaan.
daar
geen
financiële
labels
aan
voor
de
Voor bepaalde projecten krijgt Humanitas ondersteuning van de gemeente. Voor thuisadministratie zou dan ook gelobbyd moeten worden om het gedeeltelijk of geheel door de gemeente te laten financieren. Het is immers ook in het belang van de gemeente dat Humanitas in staat gesteld wordt om de gemeente hierin te ondersteunen. Toch is er altijd weer die ‘centenkwestie.’ Ja, maar de Schoor zelf heeft ook maar hele beperkte middelen. Jullie hebben wel een samenwerkingscontract met Humanitas? Er is een samenwerkingsovereenkomst. Wij brengen cliënten in, waar Humanitas misschien weer op ingezet kan worden. Humanitas is ook actief in dit signaleringsnetwerk. Ja, we hebben een aantal goede vrijwilligers van Humanitas die voor het ‘Contact vol Betekenis’ de intakes doen. En we hebben die nodig ook, anders zouden we dat signaleringsnetwerk weer niet hebben. We willen ons dan ook sterk maken om ook naar jullie te signaleren dat thuisadministratie nodig is,
Appendix Interview Thuisadministratie
23
vandaar die gesprekken die we nu met jullie voeren. Natuurlijk, het is iets dat altijd welkom is maar er zijn natuurlijk andere projecten die al lopen in diezelfde richting. Dat zijn er dus nog te weinig. Ja, of het voldoende is….. Dat zijn we nu dus aan het onderzoeken. Het lijkt ons, op zo’n grote bevolking als Almere, onvoldoende. Alleen het Gilde en het Leger des Heils zijn hiermee echt actief, en dan nog voornamelijk voor de ouderen. De vragen die we nu stellen zijn in het kader van een behoefteonderzoek, waarin wij straks een rapport willen schrijven waarin jullie ook genoemd zullen worden. De bevindingen uit dit gesprek zullen daar ook in meegenomen worden. Dat rapport willen wij bij afronding dan laten zien aan jullie en de gemeente, als onderbouwing van een mogelijk verzoek van Humanitas om met een structureel budget te komen. Tot nog toe hebben we zestien cliënten onder kunnen brengen. In Almere Haven zijn 522 huisbezoeken geweest en 46 mensen daarvan konden niet rondkomen. Dat is dus bijna 10 %. Zo zullen er in de toekomst steeds meer cijfers bekend worden. Weten jullie ook hoeveel mensen daarvan uiteindelijk in de financiële problemen zijn gekomen? Dat zijn er dus inderdaad die 46 mensen van de 522. Dat is echt een groot aantal. Ja. Dat is dus de situatie in Almere Haven. Er komt nu dus ook al veel meer boven tafel. Wat ik nu mag registreren zijn dus de 16 mensen die daadwerkelijk geholpen zijn, na door ons doorverwezen te zijn. En weet je ook hoeveel er bij de schuldhulpverlening terecht zijn gekomen? Nee, daar heb ik nu geen inzicht in. De signalen dat steeds meer Almeerders in financiële problemen raken, komen vooral van de woningbouwcoöperaties en de Sociale Dienst. Huurachterstanden spelen bijvoorbeeld een veel grotere rol in de bouwmeesterbuurt dan in de Molenbuurt, terwijl juist in de Molenbuurt veel minima wonen. Dat zijn dan vooral ouderen. Mogelijk speelt dit een rol, want ouderen zijn vaak wat voorzichtiger en daarbij gevoeliger voor schaamte bij huurachterstand. Er worden door hen dan misschien andere keuzes gemaakt, door bijvoorbeeld eerst de huur af te dragen en daarna pas naar het huishoudgeld te kijken. Merk je dat ouderen ook een beroep op de Voedselbank moeten doen? Niet zo direct. Ze zullen eerst een beroep doen op de familie, buren of de kerk. Bij ‘de Drieklank’ zitten heel actieve mensen, die ook wel hele voedselpakketten verzorgen. Maar dat is dan toch incidenteel? Ja. Je zou verder ook kunnen informeren bij de ‘Arme kant van Almere’. Mevr. Eringveld is daarvoor een heel actieve oudere, die hiervoor in de Drieklank actief is. Zij organiseert inloopmiddagen voor 70-plussers die ook aangeschreven worden. Dat zijn dan de ouderen die bekend staan bij de katholieke kerk. Zij zou ook wat meer licht kunnen werpen op deze groep. Verdere oorzaken van die verarming zie ik in de invoering van de Euro en een te kleine pensioenopbouw. Een specifieke groep is dan vooral de alleenstaande, oudere allochtone vrouwen. Zien jullie een toename van de vraag naar thuisadministratie? Ja, door het ‘Preventief Huisbezoek.’ Zijn er bepaalde wijken in Almere Buiten waar de vraag naar thuisadministratie groter zou kunnen zijn? Dan denk ik vooral aan de Bouwmeesterbuurt.
Appendix Interview Thuisadministratie
24
Komen mensen rechtstreeks naar jullie met vragen over thuisadministratie en/of schuldhulpverlening, of worden zij meestal doorverwezen? Nee. Dat gebeurt nog niet.
Tot nu toe heb je allen die problemen hebben met de thuisadministratie kunnen doorverwijzen naar het Gilde. Daar is nu nog geen wachtlijst. Toch heb je het gevoel dat het probleem van thuisadministratie heel groot is. Het is ook een schaamte van de mensen om er mee voor de dag te komen. Zeker bij ouderen! Er zou dus meer ‘outreachend’ gewerkt moeten worden om de mensen te bereiken? Ja, ik denk zoals bij het Preventief Huisbezoek. De oudere vrijwilligers hebben ook een meer laagdrempelige ingang dan professionals. Dat maakt het project ook zo mooi. Ja, het is laagdrempelig voor de doelgroep, de oudere vrijwilligers worden er in geschoold en het praat misschien wat makkelijker wanneer je met een andere oudere kunt praten, in plaats van met een professional om bijvoorbeeld schuldproblematiek naar boven te krijgen. Wat is de reden dat jullie het belangrijk vinden om ons te woord te staan? Humanitas is een hele belangrijke netwerkpartner. De samenwerking staat voorop. Dat is heel belangrijk. Elkaar aanvullen en ondersteunen. Ik hoop dat iedereen dan ook in die integrale teams terechtkomt. Ieder heeft zijn eigen specifieke kenmerken en netwerk en dat kan een hele belangrijke aanvulling zijn. In de Zaanstreek loopt de thuisadministratie van Humanitas als een trein. Er zijn zo’n 70 vrijwilligers met de intensieve begeleiding van één coördinator op zeven vrijwilligers. Helaas wil de gemeente daar uit bezuinigingsoverwegingen het intakebureau, dat naar verschillende organisaties doorverwijst gaan schrappen. Dat zijn dingen die soms moeilijk te begrijpen zijn. Almere is een groeiende gemeente. Laten we hopen dat hier juist wel meer ruimte is om op dit punt te gaan groeien. Dank je wel voor dit interview.
Interview met dhr. B. Schouten, Sociale Dienst Almere, 24 februari 2006 Naam, functie van de sleutelfiguur Wij zijn te woord gestaan door Bart Schouten, hoofd beleidsafdeling Sociale Dienst Wat houdt uw functie precies in? Als hoofd van de afdeling Beleid ben ik verantwoordelijk voor de advisering van het bestuur en de dienst over alle beleidszaken op het werkterrein van de dienst. Ik leg niet rechtstreeks verantwoording af aan het bestuur, maar aan de directeur van de dienst Sociale zaken. Wel heb ik regelmatig rechtstreeks contact met het bestuur, in het bijzonder met de verantwoordelijk wethouder sociale zaken. Voorgeschiedenis bij het ondersteunen van schuldproblematiek De Stadsbank Midden Nederland (SMN) is verantwoordelijk voor de financieel technische schuldhulpverlening, dat wil zeggen: het regelen van (problematische) schuldsituaties ofwel door het treffen van betalingsafspraken met alle schuldeisers en de betrokkene (bemiddeling) dan wel door het saneren van de schuldensituatie (overname van het totaal van alle schulden tegen een bepaald percentage, zodat de betrokkene nog maar één schuldeiser - de bank - overhoudt). Als schuldregeling niet mogelijk blijkt (daar is medewerking van de schuldeisers voor nodig) kan ten slotte ook nog een wettelijke schuldsanering via de rechter worden gevraagd (WSNP). Verder verleent de SMN een
Appendix Interview Thuisadministratie
25
aantal diensten die hieraan verbonden zijn zoals diverse vormen van budgetteringshulp (betaling van vaste lasten tot compleet beheer van inkomsten en uitgaven) en hulpverlening hoe om te gaan met het beheer van je budgetten. Deze diensten hebben alle betrekking op omgaan met geld en vragen een zekere medewerking en eigen initiatief en gedrag van de mensen. Wij hebben in het verleden twee zaken vastgesteld: de schuldproblemen van mensen hangen vaak samen met andere - niet financiële - problemen. Het blijvend oplossen van de schulden moet dan gepaard gaan met het aanpakken van ook die andere problemen. De SMN was en is daar niet voor toegerust. Niet om te signaleren welke problemen er spelen (naast de schulden) en niet om de samenwerking te regelen met de andere hulpverleningsinstanties. o de SMN vraagt gegevens van de betrokken mensen over hun financiële situatie, die deze mensen vaak niet goed kunnen verzamelen (meestal omdat ze hun administratie niet goed kunnen beheren door diverse oorzaken) en niet omdat ze niet willen. De SMN bleek niet in staat deze mensen goed te helpen, waardoor zij vaak ofwel niet terugkwamen op afspraken dan wel niet voldeden aan de afspraken met de bank om gegevens te verstrekken. De hulp aan deze groep kwam dus niet op gang. Wij hebben vastgesteld, dat dit een groeiende groep is. o
Om deze problemen het hoofd te bieden is het Budget Bureau Almere (BBA) als pilot opgericht met twee taken: o zorgen voor een beter bereik bij de mensen die problemen met schulden cq het beheer van hun budgetten hebben o zorgen dat alle nodige hulp om de schulden op te lossen in kaart worden gebracht en planmatig worden aangepakt door de samenwerking tussen de betrokken instanties te regelen, waardoor ook de oorzaken van de problemen - vaak sociale of persoonsgebonden problemen, zoals verslaving, psychische problemen etc. - worden aangepakt en herhaling (recidive) wordt voorkomen. Het BBA functioneert daarom als voorportaal voor de SMN (voor klanten uit Almere Stad) en is dan ook verantwoordelijk voor de eerste opvang van nieuwe klanten, het in kaart brengen van de problemen en gegevens, het opstellen van een hulpverleningsplan, het organiseren van de samenwerking tussen de hulpinstanties en het bewaken van de uitvoering van het hulpverleningsplan en evt. bijstellen daarvan. Ervaringen met vergelijkbare voorzieningen in het noorden van Nederland (Groningen en Friesland) hebben uitgewezen dat bij het openen van zo'n voorziening een plotselinge hausse van hulpvragen loskomt, waar je snel in verzandt (lange wachttijden en daardoor het wegvallen van het vertrouwen van de mensen dat ze daadwerkelijk worden geholpen. Daarom hebben we in Almere gekozen voor een geleidelijke openstelling, beginnend met een pilot in de Staatsliedenwijk. De uitbreiding van het werkgebied heeft plaatsgevonden door telkens het gebied van één of meer gezondheidscentra in Stad erbij te nemen. Inmiddels werkt het BBA voor heel Almere-Stad. Het gemeentebestuur moet nog wel een besluit nemen of de voorziening na 2006 wordt voortgezet en dan ook voor iedereen in Almere kan werken. In de pilot bij BBA hebben we vastgesteld dat we weliswaar veel meer mensen bereiken dan eerst, maar dat het moeilijk blijft om de gegevens van de mensen op orde te krijgen. Daarom is overwogen om - zo nodig - naar de mensen toe te gaan. Wij hebben besloten dat (in beginsel) niet te doen omdat we daar niet voldoende capaciteit voor hebben. Het BBA is erop gericht om samenwerkingsafspraken te maken met allerlei instanties die schuldproblemen van mensen kunnen signaleren. De bedoeling is dat met deze instanties afspraken worden gemaakt over doorverwijzing (en waar nodig andere vormen van samenwerking). Een belangrijke samenwerkingspartner van het BBA is de Zorggroep omdat via de contacten met de hulpverleners van de Zorgcentra veel schuldproblemen worden gesignaleerd en kunnen worden doorverwezen naar het BBA. Andere samenwerkingspartners zijn onder meer de Sociale Dienst, maar ook instanties als het Leger des Heils enz.
Appendix Interview Thuisadministratie
26
Het Leger des Heils heeft samen met de SMN in het verleden een pilot gedraaid waarin dak- en thuislozen met schuldproblemen naar de SMN werden verwezen en daar hulp kregen, onder meer in de vorm van budgettering van hun inkomen als onderdeel van een hulpverleningsplan dat het LdH voor hen uitvoerde. Inmiddels zijn vergelijkbare en verbeterde afspraken in de maak tussen de instanties voor maatschappelijke opvang en het BBA. Hoe definieert uw Dienst het woord schuldhulpverlening Er is geen sluitende of vastgestelde definitie van schuldhulpverlening. Wel kan je zeggen dat het gaat om het ondersteunen van mensen met (dreigende) schuldproblemen om deze problemen op te lossen en herhaling te voorkomen. Wat zijn mogelijke achtergronden van het ontstaan (van de vergroting) van de financiële problematiek binnen de Nederlandse samenleving denkt u en hoe vertaalt zich die binnen de gemeente Flevoland? Als reden valt op te noemen de invoering van de euro, de politieke beslissingen die er gemaakt worden in Den Haag en de conjunctuur. Vergroting van de financiële problematiek op landelijk niveau vindt uiteraard zijn afspiegeling ook in Flevoland. Naast de genoemde oorzaken voor schulden is ook genoemd: het gemak waarmee leningen en kopen op afbetaling wordt aangeboden en verstrekt, gebrek aan aandacht voor budgetbeheer (omgaan met zakgeld) in de opvoeding/scholing bij kinderen, wijzigingen in de inkomenssituaties en allerlei gedrags- en psychosociale problemen. Echt overzicht is er nog niet over de hoogte van de schulden in Almere. Wij willen ernaar werken met cijfers meer inzicht te krijgen. Dat er veel financiële problemen zijn is bekend, dat is deels te meten aan de hulpvragen die binnen komen bij het BBA en de Stadsbank. Daarnaast spelen de keuzes die mensen maken natuurlijk ook een grote rol. U hebt het over veel hulpvragen die binnenkomen bij het BBA. Hebt u cijfermateriaal voor ons? Wij hebben op dit moment geen goed en concreet beeld van de omvang van de schuldenproblematiek in Almere, of van de kenmerken van de mensen die schulden hebben. Wij zijn bezig om, in samenwerking met woningbouwverenigingen en nutsbedrijven, een onderzoek daarnaar voor te bereiden en (hopenlijk) uit te voeren en verwachten dat het onderzoek in april/mei van dit jaar tot resultaat leidt. Uit de instroom van nieuwe verzoeken om hulp bij het BBA (nu tussen 100-120 per maand) leiden wij wel al af dat er sprake is van een aanzienlijk omvangrijke problematiek (nl. van rond 1200-1400 mensen/gezinnen per jaar). Uit de huidige gegevens blijkt ook dat niet alleen mensen met een laag inkomen in schuldproblemen komen. We hebben (nog) geen zicht op de verhoudingen tussen groepen! Wel is duidelijk dat ook mensen met hogere inkomens in de problemen komen, bijvoorbeeld mensen met hoge hypotheeklasten. Uit landelijk onderzoek blijken tophypotheken vaak te belastend voor gezinnen. Daarom zijn door het Rijk al maatregelen genomen om dat aan banden te leggen. Het onderzoek dat wij willen uitvoeren is vertraagd omdat we daarvoor gegevens nodig hebben waarbij bescherming van de privacy goed moet worden gewaarborgd. Dat heeft het nodige overleg en uitwerking gevraagd. Wij weten dat dat mogelijk is omdat we al "de gemeentelijke "Sociale Atlas" gegevens verwerken van de woningbouwverenigingen over mensen met huurschulden. Denkt u dat er in bepaalde wijken van Almere meer schulden zijn en wat is volgens u de oorzaak? Omdat de Gemeente Almere tegenwoordig nauwer samenwerkt met Woningbouwverenigingen en Nutsbedrijven, komt er meer inzicht over deze problematiek. Het nutsbedrijf geeft aan in welke wijken en het aantal mensen dat is afgesloten van gas. Het idee bij de buitenwereld bestaat dat het grootste aantal zou zijn in de sociaal zwakkere wijken, maar schijn bedriegt. De meeste afsluitingen vinden plaats in de wijken waar er dure koopwoningen staan. De Gemeente Almere heeft in 2005 de Sociale Atlas uitgegeven, waarin overzichtelijk en daardoor inzichtelijk wordt gemaakt waar de meeste huurschulden zijn en waar de problematiek het grootst is. Het liefst had ik de gegevens op postcode gerubriceerd, maar ik begrijp dat dit veel problemen zal geven met de privacywetgeving. Op welke manier bent u geïnteresseerd naar het behoefteonderzoek thuisadministratie? Wij zijn geïnteresseerd in het onderzoek van Humanitas omdat we daarin een mogelijkheid zien om mensen in een eerder stadium te bereiken en door te laten verwijzen en bovendien aan deze mensen
Appendix Interview Thuisadministratie
27
hulp kan worden geboden bij het op orde brengen van hun thuisadministratie. Dit laatste helpt het BBA en de SMN heel erg bij het sneller en efficiënter bieden van de nodige hulp om de schuldproblemen op te lossen. Wij krijgen af en toe signalen dat deze hulp commercieel ook wordt geboden, zonder dat controle op de deugdelijkheid van die hulp plaats vindt. Dit wijst erop dat er een grote behoefte is aan deze hulp, maar geeft ook aan dat het nodig is om die hulp goed (met waarborgen) te regelen. Tijdens ons gesprek met de casemanager bij het BBA bleek dat er helemaal geen contact is met de senioren in Almere. Hoe denkt u als beleidsmedewerker deze doelgroep wel te kunnen bereiken? In het voorgesprek dat ik met de Voorzitter van Humanitas had werd ik zeer enthousiast, omdat Humanitas met haar projecten Activeren Huisbezoek en Vriendschappelijk Huisbezoek wel contact heeft met deze doelgroep. Zij ontmoeten de mensen immers in hun eigen omgeving en dat lost ook praktische problemen op. Hoe vaak kom je er niet achter dat de bankafschriften en bedreigende post uit alle hoeken van de kamer tevoorschijn komt? Het idee van Humanitas heeft een doelstelling, die aansluit bij de schuldhulpverlening en die vooral van belang kan zijn voor mensen die nu nog moeilijk de stap naar hulpverleningsinstanties zetten (zoals ouderen, maar ook allochtonen). Omdat het initiatief een goede toegevoegde waarde kan hebben kan ik daarover t.z.t. waarschijnlijk ook positief adviseren aan het bestuur, mits we over de uitwerking eens kunnen worden en daargelaten of het bestuur hieraan ook prioriteit wil geven. Ik wil er toch nog aan toevoegen dat niet alleen de senioren hulp nodig hebben, het gros dat in de financiële problemen zit in Almere, is de doelgroep tussen de 30-50 jaar. Vaak doen zij wel de eerste stap naar schuldhulpverlening, maar vallen af bij de Stadsbank omdat zij hun administratie niet op orde (kunnen) krijgen. Wat zou voor u het mooiste scenario zijn als u hulp kreeg van andere organisaties bijvoorbeeld Humanitas? En hoe zou dat er dan uit moeten zien? Door goede samenwerkingsafspraken met Humanitas te maken zou op een efficiënte en effectieve wijze ondersteuning kunnen plaatsvinden aan doelgroepen die niet of niet vroegtijdig bereikt kunnen worden. Hier gaat de preventieve taak een grote rol spelen. Het BBA en de Sociale Dienst zouden hulpvragers kunnen doorverwijzen naar Humanitas, maar ook omgekeerd zou dat het geval kunnen zijn. Wat niet uitsluit dat wij ook altijd kijken naar alle andere verwijzingsmogelijkheden die er zijn. En Humanitas zou op een laagdrempelige manier kunnen helpen met een van de voorwaarden van het BBA: het op orde hebben van de financiële administratie. Van belang bij het implementeren van zulk een project is om als een pilot te beginnen en hier de effectiviteit en de efficiency te kunnen meten Wat zou u als hoofd beleidsmedewerker van de Gemeente Almere er voor over hebben? Zoals ik al zei: mijn taak is om de schuldenproblematiek te verlichten en dat zou ik graag in goede samenwerking met andere instellingen willen doen. Er zijn verschillende netwerken op dit moment actief in Almere, waar deze problematiek ook boven komt drijven. Zaak is nu om goed in de gaten te houden dat er geen dubbel werk wordt verricht. De preventieve taak is er om de signalen tijdig door te geven. Deze signaleren krijgen wij van het Signaleringsnetwerk, de Nutsbedrijven, de woningbouwverenigingen, de zorggroepen, de wijkagenten en natuurlijk ook door Humanitas. Indien Humanitas mocht besluiten met het project Thuisadministratie als een pilot te willen starten, dan is het belangrijk om niet alleen de Gemeente om geldelijke ondersteuning te vragen, maar het is ook belangrijk om andere financiële bronnen aan te boren. De praktijk leert dat andere financiële bronnen eerst kijken naar de plaatselijke Gemeente, of en zo ja zij geldelijke input willen doen in nieuwe projecten. Hoe denkt u de Gemeente Almere hiertoe te kunnen bewegen? Ik ben mij er helemaal van bewust dat de Gemeente Almere hierin het voortouw zal moeten nemen om uiteindelijk het vertrouwen te winnen van de andere financiële bronnen, waar ik het over heb. Ik heb vertrouwen in dit project en ik zie ook de noodzaak ervan in. Ik wil mij naar de Raad en het Bestuur hard maken dat dit project, bij succes overigens niet alleen een pilot blijft, maar ook structureel gefinancierd zal worden. Thuisadministratie is immers een instrument tot het verlichten van deze problematiek. Wellicht kan via de WMO eventueel ook een financieel kader geboden worden. Te
Appendix Interview Thuisadministratie
28
denken valt aan het werkdeel vanuit gelden van het Rijk om mensen zonder inkomen te helpen met de aanpak van de schuldenproblematiek.
Budget Bureau Almere, Interview met mevr. J. Wevers, Almere, 23 februari 2006 Missie BBA Het BBA streeft naar financiële zelfredzaamheid of het kunnen omgaan met het beschikbare budget bij haar klanten. Het BBA wil daartoe het centrale meldpunt zijn voor verwijzers en voor die hulpvragers die in (complexe) schuldsituaties verkeren, of die dit willen voorkomen. Het BBA kiest voor casemanagement als het instrument voor (complexe) schuldsituaties. Zij ziet integrale schuldhulpverlening dan ook als haar kerntaak, inclusief de samenwerking met het beschikbare netwerk en de procesbewaking van het gezamenlijke hulpplan. Info over de instelling Budget Bureau Almere is een nieuwe instelling waar mensen terecht kunnen voor hulp bij budgetproblemen. De gemeente Almere werkt hierin samen met de Stadsbank Midden Nederland en de Zorggroep Almere. Daarnaast wordt ook samengewerkt met allerlei andere hulp- en dienstverleningsinstellingen. Aan de begeleiding door het Budget Bureau Almere zijn geen kosten verbonden. Het Budget Bureau Almere is een pilot van de Gemeente Almere dat is gestart in december 2002 en vooralsnog eindigende in 2007. Sinds december 2005 wordt geheel regio Almere Stad bediend. Voorheen bestreek de pilot een beperkter werkgebied en konden alleen inwoners van de Staatsliedenwijk en de Stedenwijk zich aanmelden. Naam, functie van de sleutelfiguur Wij zijn te woord gestaan door Jeannette Wevers, casemanager bij het Budget Bureau Almere en sinds ruim een jaar werkzaam bij het Budget Bureau Almere. Jeannette Wevers is agogisch en financieel onderlegd. Hoe definieert uw instelling de thuisadministratie? Thuisadministratie is naar mijn inzicht de administratie op orde brengen en in mappen ordenen met behulp van een geordend systeem. Vergelijkbaar met het formulier “mapindeling” die de cliënten van BBA meekrijgen na het eerste intakegesprek. Hoe definieert uw instelling de schuldhulpverlening? Het integraal aanpakken van financiële problematiek. Hierbij wordt door het BBA ook rekening gehouden met sociale aspecten die een rol spelen bij financiële problematiek. Om recidive te voorkomen, wordt eerst goed gekeken wat de reden is waarom de hulpvrager in financiële problemen is gekomen. Het eigen netwerk wordt ingeschakeld als dat aanwezig is en er wordt aangestuurd op zelfredzaamheid. Heel belangrijk is het voor het BBA dat bij doorverwijzing naar de Stadsbank inzake schuldsanering, de hulpvrager saneringsrijp moet zijn. De hulpvrager moet er klaar voor zijn. BBA geeft voorwaardelijke hulp wat inhoudt dat de hulpvrager zich aan bepaalde voorwaarden dient te houden. Een voorwaarde is o.a. het zich kunnen houden aan afspraken. Die houding heeft de cliënt ook nodig voor een eventueel vervolgtraject met allerlei schuldregelingen. In vergelijking met de Stadsbank kijkt het BBA veel meer naar de achterliggende psychosociale problematiek, met de bedoeling recidive te voorkomen. Dat is ook logisch, omdat de Stadsbank zich alleen kan (en ook moet) richten op het financieel-technische stuk. Wat is de procedure die jullie hanteren? Men kan zich uit eigen initiatief aanmelden, dat kan door te bellen en dat kan door gebruik te maken van het inloopspreekuur. Soms is het contact na dit eerste gesprek afgelopen, omdat een adviesgesprek afdoende is. Voorlichting is ook een belangrijke factor in ons werk. In andere gevallen wordt er officieel een aanmelding gemaakt en dan volgt een eerste intakegesprek. Soms is er een vervolgintake indien er nog meer verduidelijking van de situatie nodig is. Vervolgens wordt er een plan van aanpak
Appendix Interview Thuisadministratie
29
gemaakt, waaraan de hulpvrager zich verbindt. Op dit moment is er een wachttijd van aanmelding tot intakegesprek van 1,5 maand. De spoedgevallen gaan altijd voor. Spoedgevallen zijn voor ons als er gerechtelijke uitspraken zijn gedaan voor wat betreft uithuiszetting en/of beslaglegging op de inboedel. Als er gedreigd wordt tot uithuiszetting, nemen wij contact op met de Woningbouwvereniging en vragen hun medewerking. Naast de ondersteuning aan het wegwerken van de schulden, legt BBA ook de nadruk op de zelfredzaamheid van de cliënt. Er wordt goed gekeken naar de draagkracht, de copingstijl en het netwerk. Wat zijn mogelijke achtergronden van het ontstaan (van de vergroting) van de financiële problematiek binnen de Nederlandse samenleving en hoe vertaalt zich die binnen de gemeente Flevoland? Bij BBA kunnen de schulden onderverdeeld worden in:” Overlevingsschulden (bij een laag besteed inkomen worden er zijdelings schulden gemaakt om te kunnen overleven) Aanpassingsschulden (als zich een situatie voordoet waarbij de hulpvrager van een hoog naar lager salaris gaat, dit kan vanwege het verlies van een baan. Het gaat voornamelijk over de overbruggingsperiode naar een WW-uitkering of Bijstand) Compensatieschulden (vaak wordt psychosociale problematiek gecompenseerd door het maken van schulden, omdat dit een manier is van omgaan met problematiek). Hieronder vallen ook schulden als gevolg van verslavingsproblematiek Overbestedingschulden (het geld uitgeven aan onnodige luxe en bij jongeren vooral de torenhoge rekeningen van de mobiele telefoon) Communicatieproblemen (een klein percentage 30 tot 40% anderstaligen komen in de problemen omdat zij de inhoud van hun post niet goed begrijpen. In sommige gevallen willen deze anderstaligen het probleem niet oplossen in hun eigen netwerk, vanwege schaamte) Schulden als gevolg van verslavingsproblematiek Er komen ook schulden voor als gevolg van onbekendheid met wet- en regelgeving. Hoe bent u erachter gekomen dat er behoefte was aan thuisadministratie? Door mijn dagelijks werk zie ik dat er heel veel behoefte is aan het op orde brengen van de administratie. Een eerste vereiste, voordat wij gezamenlijk het bestedingspatroon bekijken, is dat de administratie overzichtelijk is geordend. Het gebeurt regelmatig dat de hulpvrager het niet zelf kan en/of dat er niemand in hun netwerk deze taak op zich kan nemen. Ik heb dan ook vaak de instellingen die nu al actief zijn op dit moment met thuisadministratie gebeld met het verzoek hen terzijde te staan, o.a. ’t Gilde, het Leger des Heils Raad & Daadbalie en Het Grijs Genoegen. Tegenwoordig hebben ook deze instellingen een wachttijd. We kijken ook altijd naar hulp binnen het netwerk voor zover mogelijk. Waar kwamen de signalen dat inwoners van Flevoland in financiële problemen geraken vandaan? Signalen komen van de Woningbouwvereniging, De Sociale Dienst en het Algemeen Maatschappelijk Werk. Deze organisaties hebben dagelijks te maken met die signalen en verwijzen ook door. Belangrijk is dat de gezondheidscentra de officiële doorverwijzer is. Als inwoner in Almere stad of indien je aangesloten bent bij een gezondheidscentrum in Almere Stad, kan er hulp geboden worden. Werkt u samen met bepaalde organisaties? Zo ja, met welke? Jazeker, samenwerking is heel hard nodig. Wij maken met regelmaat gebruik van het Leger des Heils hun projecten: Grijs genoegen en Raad en Daad. Ook Het Gilde van het Vrijwilligers Centrale Almere springt vaak bij. Zij vullen de nodige formulieren in en brengen de administratie op orde, wat heel hard nodig is voordat wij aan de slag kunnen met de hulpvrager. Dat zijn nu juist de dingen die wij niet doen. Wij verwijzen zelf ook vaak door naar de Stadsbank Midden Nederland, naar het Algemeen Maatschappelijk Werk, huisartsen en psychologen. Zijn er bepaalde wijken in Almere waar de behoefte aan thuisadministratie groter is?
Appendix Interview Thuisadministratie
30
Dit kan ik nog niet peilen. Wij zijn alleen actief in Almere Stad en sinds kort in alle delen van Almere Stad. Wij hopen dat in de toekomst de stadsdelen Almere Buiten en Almere Haven ook aanspraak mogelijk maken op bijstand van het BBA. Op welke manier bent u geïnteresseerd naar het behoefte onderzoek thuisadministratie? Ik heb door mijn werk dagelijks te maken met financiële problematiek. Ik vind het fijn om mee te kunnen werken aan de oplossing van dit knelpunt: de administratie die vaak wanordelijk is. Mijn belang bij dit onderzoek is ook om te weten te komen of er een uitbreiding komt aan instellingen, die kunnen helpen met het invullen van formuleren en het op orde brengen van de administratie. Wie is jullie grootste doelgroep? Het BBA bedient alle doelgroepen. Toch blijken jongeren een groot deel uit te maken van deze doelgroep. Ook vrouwen die in de bijstand zitten en de laatste tijd ook eigen huis bezitters, die problemen hebben met het betalen van hun hypotheek. Je ziet toch voornamelijk vrouwen op het spreekuur. In de opsomming ontbreekt de doelgroep: senioren. Enig idee hoe dat komt? Inderdaad, deze groep meldt zich niet aan voor hulp bij het BBA. Het idee is dat zij het een enge stap vinden naar het BBA te komen voor hulp bij problemen met de financiën. Het is toch een generatie die niet snel over problemen, laat staan over hun financiën praat. Het is wel bekend dat ook deze groep schuldproblematiek kent. Zijn het alleen de laagste inkomensgroepen die jullie bedienen? Zoals ik al zei, ook mensen met hogere inkomens zijn bij ons welkom. Je ziet ook dat ook tweeverdieners steeds meer een beroep doen op het BBA. Zij krijgen op een gegeven moment behoefte aan een overzicht van hun inkomsten en uitgavenpatroon. Hebben jullie een wachtlijst? Er bestaat bij het BBA helaas een wachtlijst. Dit is mede vanwege het feit dat wij regio uitbreiding hebben gekregen. Hoeveel mensen staan op de wachtlijst? Op dit moment staan er ongeveer 110 personen op de wachtlijst. Het is echter wel een momentopname, omdat wij binnenkort een uitbreiding van het personeelsbestand krijgen. Wij gaan van 6 casemanagers naar 8 tot 9. Daarmee hopen wij natuurlijk de wachtlijst snel weg te werken. Zo ja, hoe lang moet men wachten totdat geholpen kan worden? Dit is heel verschillend. Zoals ik al zei, spoedgevallen gaan voor als dat blijkt bij de aanmelding. Vanaf de aanmelding tot de eerste intake kan wel 1,5 maand tussen zitten. Verder bekijken wij elk geval apart. Als na een intake blijkt dat er nog formulieren opgevraagd moeten worden, dan neemt dat ook weer tijd in beslag. De administratie op orde krijgen neemt ook kostbare tijd in beslag. Wel blijkt dat als hulpvragers hun administratie overzichtelijk hebben gemaakt, er gaandeweg het traject een enorme rust over hen komt. Dit komt voornamelijk omdat zij het geheel beter kunnen overzien. Die overzichtelijke administratie en die rust versnellen dan ook het gehele traject. Denkt u dat Humanitas iets voor u kan betekenen in het verkorten van de wachtlijst bij schuldhulpverlening? Humanitas zal zeker een ondersteunde functie kunnen bieden aan het BBA. Daarover kunnen goede afspraken gemaakt worden. Wat zou voor u het mooiste scenario zijn als u hulp kreeg van andere organisaties bijvoorbeeld Humanitas? En hoe zou dat er dan uit moeten zien? Humanitas zou kunnen helpen in het voortraject met het op orde brengen van de administratie. Dit zal zeker het gehele traject versnellen. Te denken valt aan: het doornemen van de post, formulieren op een
Appendix Interview Thuisadministratie
31
adequate manier invullen, de “BBA map” klaarmaken, langdurige begeleiding in de thuisadministratie, eventueel budgetcursussen. Waar Humanitas zich ook op zou kunnen richten is de specifieke doelgroep: senioren. Door op verschillende punten in Almere te gaan zitten met een laagdrempelige inloop speciaal voor deze doelgroep, waar er ook informatie en voorlichting over schuldhulpverlening kan worden gegeven, kan er heel veel voorkomen worden. BBA zal dan ook een goede samenwerking nastreven en terugkoppelen waar nodig is en als advies en vraagbaak kunnen fungeren in een eventuele samenwerking met Humanitas. Ook op het gebied van inkomensbeheer, beschermingsbewindvoering is het noodzakelijk dat er meer hulp komt binnen Almere. Wat zou uw instelling er voor over hebben? BBA zou meer een adviserende functie, ondersteunende functie naar Humanitas toe kunnen hebben. Komen mensen rechtstreeks naar u met hun vraag of worden zij doorverwezen? De instroom geschiedt op een aantal manieren, te weten via de gezondheidscentra van Almere Stad, via de Sociale Dienst, het Algemeen Maatschappelijk Werk, individueel via mond op mond reclame. Onze cliëntenbestand is zeer divers met betrekking tot leeftijd, culturele achtergrond, economische klasse, fysieke en psychische gezondheid en gezinssituatie. Er komen toch voornamelijk vrouwen op het spreekuur. Maar dat is ook afhankelijk van het patroon binnen zo’n systeem. Degene die de financiën onder zijn/haar beheer heeft zal de eerste stappen nemen naar hulp. Indien er schulden zijn, of indien er een stijging van schulden is, wat is mogelijk een rode draad in de manier waarop mensen hiermee omgaan? Wij zien veel schaamtegevoel, nervositeit vooral in het eerste intakegesprek, en psychosomatische klachten (buikpijn, hoofdpijn). Veel cliënten geven duidelijk aan dat die klachten komen door de stress die zij ervaren als gevolg van de onstabiele financiële situatie.
Interview met dhr G. Kluin, RIBW/KWINTES, Almere, 24 februari 2006 Anderhalf jaar geleden zijn wij vanuit het RIBW met een bemoeizorgteam gestart. Daarvoor ben ik nu ook aan het werk. In dit complex wonen 36 mensen. Jongeren en volwassenen die 'meerzorg' nodig hebben. Met nog twee andere collega's vormen we hier een bemoeizorgteam in Almere. Dit houdt in dat wij ons bezighouden met zorgmijdende mensen. Daarnaast hebben we ook nog een stuk zorgbemiddeling. Dat betreft mensen die via allerlei instanties, zoals de politie, de GGD, de woningbouwverenigingen bij ons terecht komen en die wij weer verder bemiddelen naar een zorginstelling toe. Ons werk bestaat voor de helft uit zorgbemiddeling en voor de andere helft uit het outreachend werken naar mensen die zorgmijdend zijn. We hebben nu zo'n zeventig mensen op de lijst staan waar we regelmatig langs komen. Dit doen wij in samenwerking met 'De Meregaard', een psychiatrisch behandelcentrum in Almere. Zelf zit ik in het VVM-Team van Almere. Dat staat voor Vervuiling, Verwaarlozing en Mishandeling. Dit team komt ééns in de twee weken bij elkaar. Daar zit verder het Leger des Heils in, de woningbouw verenigingen, de Stichting 'MEE', de wijkagenten. Casusmeldingen komen bij het team binnen via de GGD. Die meldingen worden in de teamvergadering verdeeld en dan wordt er besproken wat voor adequate hulp er gegeven kan worden. Psychiatrie is meestal onze 'tak'. Dit kunnen heel complexe zaken zijn. Wie doet de intake? Over het algemeen de maatschappelijk werker, volgens mij. Wij, het RIBW dus, richten ons op het wonen en de schuldhulpverlening. Tweeëneenhalve dag zorgbemiddeling, tweeëneenhalve dag bemoeizorg. Die problematiek is in Almere gigantisch aan het groeien. In Almere hebben we ook een aantal schuldhulpverlenende instanties, bijvoorbeeld De Stadsbank Midden Nederland en het Budgetbureau Almere (BBA). Vroeger kreeg de laatste alleen subsidie voor de Staatsliedenbuurt en de Stedenwijk. Per afgelopen januari (2006) is dit uitgebreid tot bijna de gehele stad, nog los van Almere
Appendix Interview Thuisadministratie
32
Haven en Almere Buiten. Het grote probleem bij schuldhulpverlening is de grote wachtlijst. Er zijn wachtlijsten die oplopen tot 9 maanden. In de praktijk betekent dit dat mensen éérst het minnelijk traject moeten doen. Het wordt steeds moeilijker die groep te bemiddelen en het blijkt dan ook dat die steeds vaker in de Wet Schuldsanering natuurlijke Personen (WSNP) terecht komt. Maar daar heb je dus ook een wachttijd, met het gevolg dat mensen worden bezocht door deurwaarders en afgesloten worden van energie. Met de woningbouwvereniging kun je vaak nog bemiddelen, hoewel dat ook op een gegeven moment stopt. Het gevolg is dat wij 34 noodopvangplaatsen hebben. Hoeveel mensen wonen er in zo'n opvanghuis? De noodopvang van het Leger des Heils heeft 34 plaatsen. Dat zit nu continu vol. Als je dat afzet tegen een stad met 190.000 inwoners dan is er natuurlijk een gigantisch tekort. Opvang voor verslaafden, ex-gedetineerden, veelplegers die opgepakt worden in combinatie met drugsgebruik. We zitten zelf ook in het traject ' veelplegers' om te helpen voorkomen dat mensen vanuit de gevangenis weer in dezelfde situatie terechtkomen. Krijgen die mensen altijd een traject aangeboden? Vroeger was het zo dat mensen een enkeltje kregen aangeboden naar de plaats waar ze vandaan kwamen waarna de hulp stopte. Op zo'n moment moet je eigenlijk meteen melding doen aan de Sociale Dienst om een broodnoodvoorziening te krijgen. Dat is zo'n 70 Euro. Daar moet je dan wel een vaste verblijfplaats voor hebben. Wanneer je geen woning hebt dan is dat moeilijk aan te tonen bij de Sociale Dienst. Komen die daklozen en veelplegers voornamelijk uit Almere of uit andere steden? Het probleem is dat onze 'zwervers' niet goed zichtbaar zijn. Ze 'hoppen' van kennis naar kennis en van gebruiker naar gebruiker. De doelgroep is eigenlijk alleen maar zichtbaar voor het CAD. Gemiddeld hebben we zo'n 70 tot 80 % methadongebruikers in ons bestand die twee keer per week langs komen bij het Consultatiebureau voor alcohol en drugs (CAD). Zijn dat de mensen die gebruik maken van de noodvoorzieningen? Dat is niet altijd zichtbaar. Wij hebben twee jaar geleden de verslavingskliniek 'De Meerkanten' naast het Geneeskundige en Gezondheidsdienst Almere (GGD) gebouw geopend. Als dit soort instellingen worden geopend dan hebben die ook een aanzuigende werking op Amsterdam. Die 'zuigkracht 'wordt ook steeds groter. Die zuigkracht geldt toch ook voor de lagere inkomens in het algemeen? Dat heeft ook te maken met de woningbouwcoöperaties. Vestigingen in Amsterdam sluizen soms probleemgezinnen door naar hun vestigingen in Almere. Klopt het dat hoe groter een groep is, des te groter de aanzuigende werking naar andere plaatsen? Ja. Er zijn natuurlijk ook meer mogelijkheden om hier aan een huis te komen, dan in Amsterdam. Dat is waarschijnlijk ook één van de grootste drijfveren. Totdat de wachttijden voor de sociale woningbouw ook oplopen..... Ja, dan slibt het dicht. Waar de stad trouwens niet voor staat, dat is voorzien in een chronisch gebrek aan opvangcapaciteit van de doelgroep. Politiek ben ik actief in de Socialistische Partij. De Gemeente is bezig geweest om de stad een 'gezicht ' te geven. Ook hebben we een flinke golf 'Leefbaar Almere 'de afgelopen 4 jaar over ons heen gehad. In de media wordt door ambtenaren vaak geklaagd over het gebrek aan kennis bij de Bestuurders. Raadsleden zijn bijna allemaal beleidsmedewerkers, maar komen over het algemeen niet uit Almere. Ze zijn beleidsmedewerker (geweest) in Amsterdam of Lelystad. Ik zit zelf in de SP en onze fractie bestaat uit mensen die echt in Almere wonen. Ik kom in Almere nog wel eens zaken tegen waar de politiek oogkleppen voor op heeft. Straks krijgen we die hele Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) situatie, wij zijn hier een soort van proeftuin.....
Appendix Interview Thuisadministratie
33
Als organisatie krijgt u wel een goed beeld van de problematiek lijkt mij. Het belangrijkste is het kunnen netwerken. De ene keer ben ik met de politie op stap en dan weer met de GGD of de Woningbouwvereniging. Je kunt op die manier meer bereiken.... Ja. Bij de Sociale Dienst kom ik door mijn positie ook anders binnen dan de doorsnee burger. Ik ken er ook mensen en kan daardoor sneller acties ondernemen. Verder werk ik ook nog met een collega voor de 'Voedselbank' samen met de overkoepelende kerken. We zijn daar zo'n 9 maanden geleden mee gestart en verzorgen zo'n 35 pakketten per week. Er zijn veel meer aanvragen maar er is geen geld genoeg. Vanuit o.a. het maatschappelijk werk komen de meldingen dat er mensen klem zitten. Dat heeft vaak met schulden te maken, maar ook met vaste lasten. Een uitkering is momenteel 769 euro per maand en daar red je het moeilijk mee. Alleen de hulpverlenende instanties kunnen iemand voordragen voor de Voedselbank. We gaan er dan van uit dat het dan een tijdelijke situatie betreft, die de doorverwijzer kan veranderen. In het verleden waren er twee indicaties voor voedselhulp: kort- en langdurig. Die kortdurende indicatie hanteren wij niet meer, want die komt gewoon niet voor. Als mensen onder bewindvoering staan, krijgen ze soms maar zo'n 40 euro per week in handen.. Hoe komt het dat de voedselhulp zich maar beperkt tot 35 pakketten voor een Gemeente van 190.000 inwoners? We zijn nog maar kort geleden opgestart. Het oprichten kost nu eenmaal tijd en geld. Voorheen was het zo dat het Leger des Heils een eigen voedselhulp had. Maar zij konden op gegeven moment de toegenomen vraag niet meer aan. Zij boden een noodvoorziening. Maar op een gegeven moment stonden daar elke dag dezelfde mensen op de stoep. Daar moest dus een voorziening voor komen. In Almere Haven hebben we een voedseldepot. Er zijn een aantal supermarkten die hier aan bijdragen door in de winkel kratten neer te zetten. Klanten kunnen dan een euro korting krijgen op de artikelen die ze bestemmen voor de Voedselbank. Hoe ziet die groep er uit, die een beroep doet op de Voedselbank? Heel wisselend. Het zijn (vaak) die mensen die de gevolgen ondervinden van het geen overzicht hebben op de eigen administratie. Heel veel mensen snappen tegenwoordig gewoon niet hoe een administratie in elkaar zit. Daarbij hebben ouderen de veranderingen vaak niet in de gaten. Ze hebben het dan bijvoorbeeld nog over het gemeente energiebedrijf. Daarbij komen de uitkeringen en eventuele toeslagen op verschillende data binnen, dus het overzicht is snel zoek. Wat verwacht u van de bijdrage die Humanitas aan thuisadministratie zou kunnen geven? Ik kom zelf vaak bij mensen met zwaar vervuilde huishoudens. De administratie is daar dan ook vervuild of zoek en mensen zijn dan het hele overzicht kwijt. Maar we treffen ook mensen die wel beseffen dat ze schulden hebben maar er zelf niet uitkomen. Met de sociale dienst heb ik nu de afspraak dat, wanneer we bij mensen komen die sociaal zwak staan, de vaste lasten op de uitkering ingehouden kunnen worden. We komen ook wel mensen tegen met een Wajong uitkering die door het UWV wordt verstrekt. Die werken daar helaas niet aan mee. Hoewel dat wel in het belang van veel mensen is. Een groot deel van mijn werk wordt in beslag genomen door het indienen van verzoeken om kwijtschelding van gemeentebelastingen, milieuheffingen enzovoort. Daar gaat zoveel tijd inzitten! Ik kan je wat formulieren laten zien die je moet invullen om in aanmerking te komen daarvoor. Wanneer je moeite hebt met je administratie dan is het ook een probleem om die in te vullen. We krijgen inmiddels een groep mensen die al in de schuldsanering zitten maar die het allemaal niet meer uitmaakt. Drie jaar geleden spraken we over een gemiddelde schuldenlast van 20.000 gulden. Sinds de invoering van de euro is die, landelijk gezien, gestegen tot 30.000 euro. Het is ook steeds gemakkelijker geworden om geld te krijgen. Ik heb dat wel eens met een collega onderzocht. In een ochtend konden wij zó een paar duizend euro lenen, zonder legitimatie! Mensen die in de schuldsanering zitten, krijgen een bewindvoerder toegewezen. Heel veel mensen denken dan dat verder lenen uitgesloten is. De 'slimme cliënt' die het allemaal niet uitmaakt kan zó weer geld lenen, ondanks registratie bij de BKR.
Appendix Interview Thuisadministratie
34
Waarom blijven de banken krediet geven als ze de kans lopen het niet terugbetaald te krijgen? Banken houden daar rekening mee. Wanneer zij geld uitlenen krijgen ze het op een gegeven moment toch wel weer terug. Het ligt anders bij een product als energie. Dat is veel onzekerder. En de Wehkamp dan? Die zal toch ook naar een fiks percentage kunnen fluiten? De Wehkamp is niet duur wanneer je contant betaalt. Een groot deel van de klanten doet dat dus niet en betaalt 3,5 % rente! Bij een schuldsanering kan zo'n bedrijf toch niet vorderen? Tsja. De Wehkamp leent zelf ook geld uit. Ze hebben een eigen financieringsmaatschappij. Het levert hen dan toch uiteindelijk geld op..... Het wordt ook steeds moeilijker om te bemiddelen. Het minnelijk traject lukt haast niet meer, zeker wanneer mensen geen afloscapaciteit hebben. Dan wordt het dus de WSNP. Heel veel schuldeisers willen al niet meer onderhandelen met schuldhulpverleners. Zo wordt de wachtrij voor de WSNP dus ook weer groter. Terugkomend op de thuisadministratie, bij deze doelgroepen lijkt jou thuisadministratie een goed initiatief? Ja. Het is een vak op zich! Ik zou ervoor pleiten dat in de toekomst zoveel mogelijk plaats te laten vinden. Het neemt ook een onevenredig groot deel van mijn eigenlijke werk in beslag. Hoe staat de SP tegenover het Vrijwilligerswerk en het idee van de ' civil society. ' Ben je als hulpvrager niet teveel afhankelijk van de willekeur, inplaats van een wettelijk omschreven recht op hulp bij thuisadministratie? Ik vind dat het in de toekomst een beroepstak moet zijn. De gemiddelde hulpverlener zit nog steeds achter het bureau. Wij doen outreachend werk. Als het op de praktijk aankomt worden wij altijd ingeschakeld. De thuisadministratie moet samen met de mensen gedaan worden, mensen moeten zelf zien wat er gebeurt. Er moeten dus vrijwilligers ingezet worden. Wij (de SP) zouden het liefst beroepskrachten zien, maar daar is geen geld voor. Zouden die beroepskrachten dan in dienst moeten zijn van de gemeente? Ja, dat zou kunnen. Maar als de gemeente het zou uitbesteden aan organisaties, bijv particuliere bedrijfjes, dan zou dat ook moeten kunnen. Hoe kun je zien of die bedrijfjes goede bedoelingen hebben? Die zijn er toch op gericht winst te halen uit die relatie? Schuldhulpverlening is natuurlijk niet gratis. Daar staat vaak een bepaald tarief voor. Het zou zo moeten zijn dat de Sociale Dienst dit soort zaken controleert. Een paar jaar geleden zagen wij, toen het Persoonsgebonden Budget er aan kwam, dat zelfs ambtenaren bij zichzelf dachten: hé, dat is leuk werk! De Stichting Schuldhulpverlening vertelde ons contact te hebben met het RIBW. Als mensen zelfstandig bij deze stichting terechtkunnen, dan zijn ze al preventief bezig om hun belangen in de gaten te houden. Daar mag ook wel naartoe bemiddeld worden. Maar als er geen aflossingscapaciteit is dan houdt het op. Dan wordt het of de Stadsbank Midden Nederland, of de Stichting Tranjo. Die Stichting is ontstaan bij de Zorggroep Almere. Maar die zitten inmiddels ook vol.We moeten ze daar eerst officieel aanmelden en kunnen hen niet rechtstreeks naar de rechtbank sturen. De rechtbank vraagt altijd of er eerst een andere bemiddeling is geweest (minnelijk traject), dat moet de Stadsbank doen. Voordat er dan een onderzoek gaande is en een regeling, ben je alweer maanden verder. Een particulier bureau zegt dan: we laten je failliet verklaren Ja, en dan? Dan kom ik bij de mensen die failliet zijn verklaard en waar elke dag de deurwaarder langskomt. Een faillissement klinkt wel heel definitief. Vaak zegt de rechter in zo'n situatie zoek het
Appendix Interview Thuisadministratie
35
zelf maar uit. Los van de schuldsanering heb je ook mensen die buitensporig zijn. Ze vallen onder bewindvoering maar maken toch weer opnieuw schulden. Zijn er in Almere specifieke wijken waar de problemen groter zijn? Ik wil voorzichtig zijn om daar een duidelijk antwoord op te geven. We zien voortdurend verschuivingen en uitbreidingen. Zijn er ook huiseigenaren met dergelijke problemen? Die zijn er ook, ja. Wij doen met drie man héél Almere en daarnaast ook nog eens Zeewolde. Uit onze informatie bleek vooral Almere Haven, Almere Buiten en de Steden wijk een probleemgebied In Haven heb je ook veel meer sociale woningbouw. Het is meer een afspiegeling van een stad. Daar vestigden zich ook de eerste bewoners vanuit Amsterdam. Speelt de sociale woningbouw in Haven nu een kleinere rol? Ik heb daar geen cijfers over. De oudere wijken hebben wel de goedkopere woningen. Als u onderhandelt met de woningbouwvereniging, is dat dan via een maatschappelijk werker van die vereniging? Er is één woningbouwvereniging met een maatschappelijk werker. Die is ook vaak financieel bezig voor de cliënten. Hij probeert te voorkomen dat mensen uit hun huis worden geplaatst. Wanneer mensen niet in staat zijn hun belangen te beheren, kunnen ze dan geen permanente bewindvoerder krijgen? Er worden wel mentoren benoemd. Wat wij in de praktijk veel zien is een groep laag opgeleide, soms licht verstandelijk gehandicapte mensen die niet onder een specifieke psychiatrische handicap vallen. Vaak hebben ze of een Wajong uitkering, of er volgt later een toekenning. Deze mensen hebben veel ondersteuning nodig om met hun financiën om te kunnen gaan. Werken die mensen vaak in Wet Sociale Werkvoorziening verband (WSW-verband)? Soms zijn ze daar niet goed genoeg voor. We hebben hier de TOMIN groep, maar de productie en dus de druk voor de werknemers groeit ook gestaag. Een aantal mensen kunnen die ook niet bijbenen. Is dat geen eis van de UWV, om eerst bij WSW te kijken? Ja. Maar er lopen al zoveel reïntegratiebedrijfjes geld te vangen van het UWV. Zo'n reïntegratiemedewerker moet dan ook weer eerst een verslag maken. Het gaat allemaal over zoveel lijnen voordat iemand aan het werk kan. En dan moet er nog een werkgever gevonden worden die er op wil ingaan. Wat is uw definitie van thuisadministratie? Er is een grote doelgroep waar men maandelijks langs zou moeten gaan om inkomsten en uitgaven te helpen afwegen. Er wordt heel veel geld gepompt in het geven van cursussen hoe je moet leren omgaan met geld. Er is echter een groep die eigenlijk eeuwig 'in beheer' zou moeten. Vanuit dat beheer zou je hen moeten benaderen met cursussen. Die groep is echt heel groot geworden. Ooit hebben we voor ons zelf een onderzoekje gedaan. Vorig jaar heb ik zoveel bijzondere bijstand moeten aanvragen om de gaten te dichten die ontstonden na het betalen van vaste lasten. Wanneer mensen in beheer hadden gezeten bij een centrale administrateur, dan hadden we daar hele leuke andere dingen mee kunnen doen. Hoe komt het dat die groep zo sterk groeit? Dat heeft te maken met het grote aantal allochtonen. Mensen die nooit in de hulpverlening hebben gezeten. We komen ook steeds meer groepen tegen die op het randje balanceren. Net niet vallend onder 'gehandicapt' of 'psychiatrie'. Maar wel laag opgeleide en zwakbegaafde mensen.
Appendix Interview Thuisadministratie
36
Maar het gemiddelde (landelijke) opleidingsniveau stijgt toch ook? Maar je ziet ook hoeveel mensen hun opleiding niet afmaken, en hoe een harde kern van 'vervelende jongeren', zoals Burgemeester Jorritsma die noemt, niet meer te motiveren zijn om naar school te gaan of werk te zoeken en daarnaast veel criminaliteit veroorzaken. Dat onderzoek waar je het net over had, wat is daar nog meer uitgekomen? Nou, we moeten natuurlijk bewijzen dat we 'onmisbaar' zijn. De Stichting waar ik voor werk wil natuurlijk ook cijfers zien. Vorig jaar hebben we dus een verslag gemaakt wat wij zoal tegengekomen zijn. In dat jaar hadden wij zo'n tachtig mensen in behandeling. Denk je dat, wanneer er preventieve thuisadministratie zou worden uitgevoerd, dit een wezenlijk verschil zou uitmaken? Ja, ik denk dat dit echt zou moeten. Maar het is de insteek van Humanitas om mensen zo te begeleiden dat je hun zelfstandigheid ontwikkelt. Maar het betalingsverkeer en het inkomensplaatje worden steeds ingewikkelder. Daar wordt iedereen mee geconfronteerd. Verzekeringen en belastingen worden er niet eenvoudiger op. We komen groepen tegen die snel te verleiden zijn om iets aan te schaffen. Het internet, ongecontroleerd bellen, allemaal extra kosten! Het zou eigenlijk zo moeten zijn dat de gemeente, vanuit de bijzondere bijstand, subsidies in de richting van Humanitas en andere instanties zou moeten toewijzen om een soort beheer te laten plaatsvinden. Als ik iemand in beheer wil laten krijgen dan kan ik daar bijzondere bijstand voor aan laten vragen. De sociale Dienst vindt het wel een goed plan, maar daar moeten eerst politieke beslissingen over worden genomen en dat ligt politiek gevoelig. Waar gebruiken we de bijzondere bijstand voor? In de gemeente zijn er ook die roepen dat de Voedselbank niet nodig is omdat er voldoende bijzondere bijstand is. Vanuit de Persoons Gebonden Budget’s (PGB’s) kan ook veel vergoed worden... Wanneer krijg je zaken vergoed? Wanneer er sprake is van een praktisch, zichtbaar tekort. Die persoonlijke budgetten werken goed wanneer iemand een aangepast bed nodig heeft. Ook thuiszorg kun je ermee inhuren. Het probleem is alleen: wie gaat dat betalen. Ik merk nu al dat ziektekostenverzekeraars het gevoel hebben eerst maar eens de WMO af te willen wachten. Die armoede wordt zo een groot probleem, het wordt vechten om de zorg. We hebben de verplichting om ons in Nederland te verzekeren maar sommigen krijgen niet altijd de zorg waar ze voor betalen en waar ze dus recht op hebben. Maar sommigen kosten de gemeenschap toch (onevenredig) veel geld? Ja, het is een complexe materie. Hier in Almere hebben we maar weinig zorginstellingen. De grootste is de Zorggroep Almere. Het Leger des Heils is ook een belangrijke schakel. In veel Gemeenten wordt al snel de link gelegd tussen het Leger des Heils en maatschappelijke opvang. Ik heb een caseload van 35 mensen. Teveel eigenlijk. Als ik iemand tegenkom waarvan ik vind dat die thuishoort bij de stichting Kwintes, dan moet ik echt lobbyen om hem bij ons te krijgen. Twee maanden geleden hebben we iemand die met een tentje bij de Steiger (straat in Almere) stond weggehaald. Hij woont nu bij ons. Ik moet dan het plaatje zo invullen dat het onder psychiatrie valt. Maar wat is psychiatrie? Als je een half jaar lang de deurwaarder bij je langs krijgt, dan wordt je vanzelf wel depressief. Dit soort gevallen moeten opgenomen worden met de Meregaard. Die sturen dan een psychiater mee die het plaatje voor je aanvult. Je kunt dat alleen bereiken met behulp van je netwerk anders lukt het je niet. De meldingen komen eens in de twee weken van alle kanten binnen. Van de woningbouw, van de sociale dienst, allemaal mensen met problemen. Die worden dan verdeeld binnen het VVM-team.
Appendix Interview Thuisadministratie
37
Gebruikt jullie netwerk een centraal registratiesysteem? Al dit werk valt onder de Hulpverleningsdienst Flevoland. Daar ligt de regie van de zorg voor de provincie. Jullie ontmoeten elkaar eens in de veertien dagen? Ja, dat zijn dan vertegenwoordigers van de GGD, een SPH’er van de Meregaard, van de Centrum Educatieve Dienstverlening (CED), drie woningbouwcoöperaties, een teamleider van de sociale dienst en bijna alle wijkagenten. Waar val jij als werknemer regionaal onder? Het RIBW is een regionale instelling. Landelijk zijn er zo'n 12 tot 14 RIBW's. Het is een Stichting. Het productenpakket van de RIBW's is de laatste jaren aan verandering onderhevig. Bemoeizorg is vooral van de laatste paar jaren.. Eigenlijk zijn de RIBW Stichtingen ontstaan vanuit de psychiatrische ziekenhuizen. We krijgen ook een steeds bredere doelgroep. Vroeger sprak men alleen over schizofrenie, tegenwoordig heb je dubbele diagnoses. Verslavingszorg valt voor de psychiater onder psychiatrie. Je hebt hier dan ook een verslaafdenkliniek naast een psychiatrisch ziekenhuis. Vaak is het moeilijk om deze mensen in groepen in te delen. Je kunt beter te maken hebben met een duidelijke stoornis als je hulp wilt krijgen. Er zijn heel veel verstandelijk beperkte mensen die nog nooit een diagnose hebben gehad. Er zijn daarnaast ook wel huisartsen die zich, door het niet stellen van een diagnose, flink kunnen vergissen. Vroeger had de huisarts de regie in handen. Die kende toen de gezinnen. Tegenwoordig is dat niet meer zo. En dan heb ik het nu over het somatische gedrag, maar het psychosociale, dat is eigenlijk ons werk. Als jullie als SP onder de eigen leden problemen op het gebied van thuisadministratie signaleren, wat doen jullie dan? Wij zijn een aantal jaren geleden gestart met een 'thuishulptelefoon.' Mensen konden dan op de vrijdag bellen. Vaak was het dan zo dat er ongelimiteerd tijdens mijn werk gebeld werd. Die thuishulptelefoon is toen ook landelijk geïmplementeerd. Na de verkiezingen gaan we verder kijken hoe we dat 'gezicht' kunnen geven. In de SP zit echter géén geld. Het wordt dus een vrijwilligerszaak. Het REHAB-team staat onder aanvoering van Jules Tielens, een behoorlijk vrijgevochten psychiater die de hele dag op straat werkt. Hij richt zich op de populatie schizofrene zwervenden in Amsterdam, waarvan er zo'n 300 zijn. Ook wij komen van alles tegen. We verdelen ons werk in een stuk bemoeizorg en een stuk zorgbemiddeling. We mogen ook drie maanden zonder indicatie werken. Dat is erg prettig. Ik heb ook niets met het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) te maken. Helpen jullie ook illegale mensen? Vanuit de Socialistische Partij zou ik zeggen: ja. Maar laat ik het zo zeggen. We maken bekend dat die probleemstelling er is. Je hebt natuurlijk een hoop vrijheden, maar je wordt ook afgerekend op cijfers. Dit soort problematiek komt er echter wel aan. Zelf ben ik nog maar weinig illegalen tegengekomen. Ik geloof dat het in Almere nu nog meevalt en dat het meer speelt in de grote steden. Vorig jaar ben ik wel op het Asielzoekers centrum geweest en heb ik ook wel mensen begeleid. Daar is het overigens erg rustig op het moment! Vind jij dat al die bestaande initiatieven van Het Leger des Heils, Het Gilde en mogelijk Humanitas in de toekomst gebundeld zouden moeten worden in een organisatie? Ik vind het wel goed als elke organisatie zijn eigen specialisme heeft, zoals het 'Grijs Genoegen', dat zich alleen op ouderen richt. Het Gilde richt zich ook wat thuisadministratie betreft, meer op de ouderen en niet op zo'n brede groep. Hoe komt dat volgens jou? Ik denk dat het zo ontstaan is. Het Gilde bestaat zelf ook uit oudere mensen. Ik woon nu zelf een jaar of elf, twaalf in Almere en je ziet eigenlijk maar weinig sociale betrokkenheid in de stad. Als je kijkt naar de verkiezingen op 7 maart, 4 jaar geleden, toen was de opkomst geloof ik, 36%. Het sociale belevingspatroon in Almere is niet groot. Mensen werken veel buiten de stad.
Appendix Interview Thuisadministratie
38
Interview met dhr. J. Bosscha, Humanitas Almere/Zeewolde, 9 februari 2006 Jaap Bosscha werkt als consulent bij Humanitas voor het District Noordwest. Zijn standplaats is in het districtskantoor Almere, waar ook het afdelingskantoor huist. Hij heeft in de loop der jaren een grote ervaring opgebouwd in het verzorgen van trainingsprogramma’s voor vrijwilligers en coördinatoren en het opzetten van nieuwe projecten. Jaap Bosscha woont zelf ook in Almere. Er is inmiddels een handreiking thuisadministratie van het Landelijk Bureau beschikbaar. Vind je dat een afdeling daar van moet kunnen afwijken? De kracht van Humanitas is juist dat je lokale aanpassingen kunt doen. De mensen zijn voor ons belangrijker dan de regels. Daarom wordt er ook met lokale Besturen gewerkt. Als men dat niet belangrijk vond dan had men ook vanuit één Centraal Bestuur kunnen werken. Wij kiezen voor de omweg. Overal lokale besturen die zelf invulling kunnen geven aan hun projecten. Behoeftes kunnen per gemeente verschillen. De handreiking die er nu ligt is gebaseerd op de ervaring van de Zaanstreek Ja. Purmerend is eigenlijk begonnen. De ervaring van Humanitas met mensen met schulden is opgebouwd door de Stichting Protecta. Dat was een Stichting die zorgde voor het bewind en het beheer van de financiën voor die mensen die dat zelf niet meer konden doen. Protecta had een kandidaat-notaris die toezicht hield. Het waren toen in hoofdzaak vrijwilligers, die daarin allerlei hand en spandiensten verrichten. Met name Purmerend en de Zaanstreek hadden vrijwilligers die voor Protecta bezig waren. Die notaris zorgde vooral voor het toezicht, het papierwerk en wat daar verder bij kwam kijken en de vrijwilligers deden de praktische begeleiding. Zij zochten de cliënten op, sorteerden de post en hielden een oogje in het zeil. Waren dat onder curatele stellingen? Dat was vaak na een rechterlijke uitspraak, ja. Als mensen het echt niet meer zelf aan konden. Een enkele keer ging het vrijwillig, wanneer iemand aangaf dat zij of hij het echt niet meer aan kon. Later is Protecta er mee gestopt. Dat is toen Humanitas Inkomensbeheer geworden. In de Zaanstreek heb je dan ook nog het Bureau Quitte, die de selectie doet, de professionele intakes en de doorverwijzing verzorgt, van de cliënten, dus ook voor de ‘Thuisadministratie Zaanstreek’, zodat de thuisadministratie niet de eerste sluis hoeft te vormen. Waar komt de naam Quitte vandaan? Van ‘Quitte’ spelen. Hettie Kamphorst is daar degene die dat bureau ‘doet’ in het Sociaal Fonds Bouwnijverheid (SFB). De maatschappelijke dienstverlening heeft daar een kantoortje. Zij staat op zichzelf en is niet rechtstreeks aan ons gelieerd. Quitte krijgt haar betalingen rechtstreeks van de gemeente. De gemeente betaalt ook het Humanitas project, voor zover het de reiskosten en deskundigheid van de vrijwilligers betreft, dat soort dingen. De gemeente Almere is ook geïnteresseerd om Humanitas als ‘voorportaal’ te gaan gebruiken om bij het BBA de wachtlijst van cliënten te helpen inkorten. Die cliënten komen daar vaak aan met een schoenendoos met ‘enge’ post. In Zaandam is de gemeente nu echter een andere koers gaan varen. Er is nu sprake van, dat ‘Quitte’ wegens bezuinigingen opgeheven wordt. Het is de vraag of zo’n geslaagd model in deze tijd in Almere dus ingevoerd kan worden. Het is toch een beroepskracht en dat kost nu eenmaal geld. Zo iemand heeft vijf, zes intakes per dag en vervolggesprekken. Het bureau fungeerde daarbij ook als doorverwijsloket voor andere (gemeentelijke) diensten. Er zijn natuurlijk ook veel recidivisten, mensen die al vaker schulden hebben gehad. Schat jij in dat de Gemeente Almere een dergelijke uitdaging als Quitte zou oppakken? De kosten worden vanzelf nog veel groter als ze dit niet zouden doen. Het is dom om niet in preventie te investeren. Voor de intake heb je in ieder geval een professionele kracht nodig en om in te kunnen schatten of het een cliënt betreft die door een vrijwilliger geholpen kan worden of dat er zwaardere, professionele hulpverlening op gezet moet worden.
Appendix Interview Thuisadministratie
39
En dan dit nog. Soms wordt er bij de intake ingeschat dat er een kleine schuld is van 1500 euro of zo en dat, wanneer de vrijwilliger eenmaal aan de slag is, deze plotseling geconfronteerd wordt met een veel hogere schuld van wel 10.000 euro. Dat is dan toch uit het verhaal van de intake gebleven. Pas na het opbouwen van een band met de vrijwilliger durft men vaak pas de werkelijke schuld te noemen. Het rare is, dat het voor de meeste mensen om ogenschijnlijk lage bedragen gaat. Ik heb zelf een hypotheekschuld van 70.000 euro. Daar kraait geen haan naar. Je hebt een huis als onderpand, de bank kan daar rente van ontvangen en het is maatschappelijk allemaal heel erg gewenst. Dit terwijl de schulden van anderen, die twee of drieduizend euro rood staan, als maatschappelijk ongewenst worden beschouwd. Dat is wel zo, maar jij bent wel in staat om die schuld af te lossen! Mogen we een volgende vraag stellen? Wat is jouw definitie van thuisadministratie? Thuisadministratie is een lichte vorm van assistentie bij het op orde krijgen, en op z’n minst zicht te krijgen, op de inkomsten en uitgaven en daarbij, op termijn een balans te vinden voor de schulden die er zijn. Jij zou thuisadministratie alleen inzetten wanneer er schulden zijn? Ja, of bij dreigende schulden, als mensen het overzicht beginnen te verliezen. Dat is iets waar we in het project Steun bij Rouw vaak tegenaan lopen. Het kan opeens zo complex worden voor mensen, vooral als ze niet gewend zijn om de administratie zelf te doen. En de emoties die daarbij kunnen komen…Ik heb als voorbeeld een huishouden waarvan de NUON stelde dat de weduwe niet de hoofdhuurder was. Ze sloten haar af en ze moest opnieuw energie aanvragen. Dat heb ik dus meegemaakt, dat het energiebedrijf op die manier een weduwe in de kou zet. Die moest gewoon opnieuw aansluitkosten betalen. Daar wordt soms echt op onmenselijke manier mee omgegaan. Mensen kunnen daar echt radeloos van worden. Thuisadministratie klinkt zo gericht op administratie. Zou je een andere benaming hebben? Ken je de uitdrukking ‘personal digital assistant’? Ik zou liever denken aan een ‘personal human assistant’. De menselijke ondersteuning, waar het eigenlijk om gaat. Een maatje dus die je helpt om overzicht te krijgen over je financiën, met de bedoeling je te helpen om de regie terug te krijgen. Als je alles alleen maar vóór iemand gaat doen dan maak je die ander wel afhankelijk. Wanneer iemand een ingewikkelde administratie voert en plotseling, door omstandigheden, (tijdelijk) niet meer in staat is om dit vol te houden, dan kan dit veel vergen van een vrijwilliger en zelfs een onmogelijke opgave worden. Zou je een begrenzing daarin willen stellen? Je probeert toch rekening te houden met de mogelijkheden en beperkingen van elke vrijwilliger en die aan te sluiten op de hulpvraag. Dat zie je ook bij ‘Steun bij Rouw.’ Sommige vrijwilligers moet je niet belasten met te zware situaties. Als het niet om een gecompliceerde rouw gaat, dan kan een vrijwilliger hier veel in betekenen. Maar als hij dan een jaar of drie verder is, dan kan hij misschien nog zwaardere vormen van rouw aan. Dat is wat telt. Kan de vrijwilliger het zelf aan en is het realistisch om dit te verwachten. Zelfvertrouwen is de kern van dit vrijwilligerswerk. Hoe denk jij over een matrixstructuur voor de thuisadministratie. Ervaringsdeskundigen op administratief gebied die onder een tweehoofdig coördinaat werken, bijvoorbeeld de coördinator van een willekeurig project en de coördinator thuisadministratie. Zoiets zou wel getest kunnen worden op de resultaten……. Toen we de Stichting Protecta hadden waren er soms ernstige situaties waarbij cliënten wekelijks op het kantoor in de Sarphatistraat kwamen om hun zakgeld op te halen bij de notaris. Dit om te voorkomen dat ze niet alles in één keer opmaakten. Er waren dan wel eens scènes met boze mensen, die meer geld wilden hebben en dat dan niet kregen. Die moesten dan door de telefoniste worden opgevangen. Dat was heel arbeidsintensief. Daarbij had die notaris zoveel cliënten, dat hij nauwelijks een persoonlijke band kon opbouwen. Die tijd heeft een vrijwilliger wel, waardoor het allemaal wat ‘relaxter’ kan gaan vergeleken met een beroepskracht die maar een beperkte hoeveelheid tijd heeft. In die tijd werd er eigenlijk al gedacht over een lichtere vorm van dienstverlening, naast Protecta. Een soort van ‘Protecta-Light’, om te voorkomen dat situaties van kwaad tot erger zouden gaan.
Appendix Interview Thuisadministratie
40
Dat is dan de thuisadministratie…… Ja. Zodat er bij de eerste indicaties dat er dingen niet goed gaan, een vrijwilliger helpt om de situatie te verhelderen en een cliënt de moed geeft het weer op te pakken. Mijn tante had bijvoorbeeld altijd geleerd om alles wat geadresseerd was te bewaren. Tegenwoordig wordt bijna alle reclame geadresseerd. Het werd allemaal zo ondoorzichtig voor haar, wat van belang was en wat niet. De mensen raken daar echt van in de war. Energiebedrijven en verzekeringsmaatschappijen bestoken iedereen met aanbiedingen en mensen weten niet meer of er wel of niet een verplichting aanhangt om er op in te gaan. Je kunt niet zeggen dat het aan de ouderen ligt dat ze in de war raken! Het is gewoon de overdaad die allemaal onrust veroorzaakt. Dan stoppen mensen op gegeven moment alle post in die schoenendoos met enge papieren omdat ze het overzicht zijn kwijtgeraakt. Als je zelf kinderen hebt die daar af en toe naar willen kijken, dan gaat het nog. Maar heb je geen netwerk…dan kan het helemaal vast gaan lopen! Wat zijn de mogelijke achtergronden van het ontstaan of de vergroting van de financiële problematiek binnen de Nederlandse samenleving? De overmaat aan informatie die je via de brievenbus bereikt, de impulsen die maar op je af blijven komen: “heb je al een Digideet?”. “Nee? Nou, dan ben je achter, hoor!” Het feit dat alles met automaten moet gaan bijvoorbeeld. Mijn tante kwam altijd bij het postagentschap. Daar kenden en begroetten ze haar als ze binnenkwam. Ze kreeg dan gewoon haar geld, omdat ze haar kenden. Dat persoonlijke contact is nu allemaal weg. “U moet zich nu elke keer legitimeren, mevrouw!” “Maar U kent mij toch?” “Ja, maar dat is een nieuw voorschrift, dat moet!” Dat zijn rare protocollen hoor, die tussen de mensen ingezet worden. Maar dat is ook een verandering in de samenleving. De bakker zal haar misschien ook niet meer herkennen… Maar dat overkomt dus heel veel mensen die daar niet voor kiezen Zo moeten ze plotseling met een mobieltje leren omgaan of een computer, waar ze grote weerstanden tegen hebben. Dat vraagt allemaal ook veel begeleiding. Dan zie je ook wel weer eens een tendens terug, bijvoorbeeld dat de banken terugkomen op hun besluit om de balies te sluiten. Intussen is al dat baliepersoneel wel ontslagen! De banken gaven die persoonlijke aandacht echter wel aan de grote klanten, van al dat kruimelwerk willen ze liever af. Dat kruimelwerk heeft wel voor een breed toegankelijk internetbankiernet gezorgd! Maar dat is niet de voornaamste bedoeling van een bank hoor! Waar eerst het digitale abonnement gratis was, omdat het een besparing gaf op de afschriften, moeten de mensen er nu voor gaan betalen. Denk jij dat er in Almere behoefte is aan thuisadministratie? Ja, die behoefte is gigantisch groot! Welke doelgroepen heb jij voor ogen? De mensen die niet kunnen overzien dat hun handtekening tot verplichtingen leidt. Dat zijn dus de oudere mensen… Niet alleen ouderen. Ook jonge gezinnen, jonge mensen die op kamers gaan wonen en denken dat alles maar kan van een inkomen van 900 of 1000 euro. Die nemen een aflossingsvrije hypotheek met het gevoel dat het helemaal niets kost. Dat is juist een groep, die niet gauw de hulp van een vrijwilliger zal vragen… Ja.., dat is zo. Maar ook zij die een te hoge huur gaan betalen en dat dan na twee of drie maanden niet meer op kunnen brengen. Woningbouwverenigingen zijn ook signaleringsplekken, of telefoonmaatschappijen, ga zo maar door. Mensen mèt en zonder visakaarten. Dat werkt de tweedeling ook weer in de hand.
Appendix Interview Thuisadministratie
41
Wat vind je trouwens van zo’n behoefte onderzoek? In Zaandam is Thuisadministratie van start gegaan zonder onderzoek, omdat de signalen zo duidelijk waren. Vind je zo’n onderzoek dan noodzakelijk? In Almere zijn ook wel andere initiatieven. Dit behoefteonderzoek is gericht op een voorziening die er eigenlijk al is. De vraag is, of er ondanks dat, nog steeds een behoefte bestaat, of dat de vraag ingevuld wordt door de bestaande voorzieningen. Het is belangrijk dat je vrijwilligers niet zo maar vraagt en gaat toerusten of opleiden zonder dat er een reële vraag is. Het is nu eenmaal toch een project met grote faalkansen. In die zin, dat vrijwilligers onbetrouwbaar kunnen blijken. Het gaat toch om geldzaken. Is er in Lelystad ook al een thuisadministratie? Niet dat ik weet. Ik weet wel dat in Lelystad ‘de Arme Kant van Nederland’ vrij actief is, samen met de kerken. De Voedselbank ook, maar dat speelt zich toch tamelijk in het verborgene af. Het is de kansarmere kant van Nederland die zij daarmee willen bedienen. Is het juist om ‘outreachend,’ via dit soort organisaties, in contact te komen met leden van je doelgroep? Het goede van die ‘arme kant’ is dat ze ook politiseren en aandacht vragen. Je zou als Humanitas een klankbordgroep kunnen vormen die mee helpt denken in welke richting zo’n organisatie uit zou moeten groeien en dat je iemand van ‘de arme kant’ vraagt daarin zitting te nemen. Dan krijg je dus een klankbord voor een bestuur die dan mede richting geeft aan zo’n project. Je denkt dat thuisadministratie hier héél anders er uit kan komen te zien dan in Zaandam? Ja, als je dit lokaal opzet en afstemming krijgt tussen bijvoorbeeld het Gilde en Humanitas. Je kunt kijken naar de mogelijke maximale capaciteit van het Gilde. Dat zou je kunnen uitbreiden met evenwaardige projecten van Humanitas. Je kunt ook denken aan specialisatie van het Gilde en van Humanitas. Vind jij dat Humanitas meer ‘outreachend’ zou moeten werken dan het Gilde? Humanitas komt bij de mensen thuis. Maar ze moeten wel zelf die stap nemen en om hulp vragen. Het moet niet zo zijn dat kinderen Humanitas vragen eens naar hun oude vader te komen kijken omdat hij de eindjes niet meer aan elkaar kan knopen. De medewerking van de betrokkene is essentieel voor het welslagen van een project. Wat zou een mooi samenwerkingsscenario voor jou zijn met betrekking tot andere organisaties? Dat er een groep geformeerd wordt om samen te onderzoeken hoe je vrijwilligers gaat werven, hoe je ze moet toerusten en welke vaardigheden ze moeten hebben. Maar ook: hoe toets je de betrouwbaarheid. Het gaat immers om kwetsbare groepen en geldzaken. Vind je dat de verschillende organisaties dezelfde toetsingscriteria moeten hebben? De doelstellingen zijn natuurlijk verschillend. Het Gilde is niet, zoals Humanitas, in de eerste plaats een ‘waardenorganisatie.’ Het is een organisatie die actief de derde en vierde levensfase wil bevorderen. Het belang van de vrijwilligers staat dus centraal. Bij Humanitas is de doelstelling vooral om iedereen in de samenleving bij elkaar te betrekken, waarbij de hulpvragers centraal staan en de vrijwilligers een middel zijn. Zou het Gilde het met jouw uitspraak eens zijn? Ik weet het niet, leg ze het maar eens voor! In mijn ogen zijn de hoofdpersonen bij het Gilde de vrijwilligers zelf. Overigens: de mensen van het Gilde zouden heel goed mee kunnen helpen bij het ondersteunen van onze vrijwilligers. Als je al ziet dat er in Zaandam gekozen wordt voor een begeleiding van één coördinator op zeven vrijwilligers, dan zie je hoe intensief de begeleiding is. Misschien zitten er bij het Gilde wel mensen die geweldig goed zo’n coördinatorenrol zouden kunnen invullen vanuit hun kennis en achtergrond van financiën.
Appendix Interview Thuisadministratie
42
Zou dat een voorwaarde zijn bij Humanitas, dat de kandidaat-vrijwilliger een uitgebreide kennis van administratie heeft? Ja, bij dit project moeten mensen echt wel minstens hun eigen administratie goed op orde hebben, voordat ze hun diensten aan anderen kunnen aanbieden. Waar denk jij dat de doelgroepen kunnen zitten, bij Sociale Zaken en woningbouwverenigingen, bij de Stichting MEE misschien? Ja. Maar de problemen van de cliënten die van MEE komen zijn structureel, daar zijn bij MEE de persoonlijke begeleiders voor. Het zou wel een valkuil voor dit project kunnen zijn, omdat het goedkoper is (voor de overheid) om bij deze mensen de ondersteuning door vrijwilligers te laten doen. In de eerste plaats willen wij met mensen in contact komen waar een veranderingsperspectief aanwezig is. Dat is bij verstandelijk gehandicapten natuurlijk niet het geval. Maar je noemt wel als voorbeeld ouderen, waarvan de vaardigheden achteruit gaan……. Dat is toch hetzelfde? Ja, maar bij verstandelijk gehandicapten hebben we als maatschappij tenminste het niveau van beschaving bereikt dat daar begeleiding voor aanwezig is. Het zou een achteruitgang in onze beschaving zijn als er gesteld wordt dat er op bezuinigd kan worden door vrijwilligers in te schakelen! Zou het geen ingang zijn voor Humanitas om mensen te helpen door middel van het Persoonlijk Budget? In het project ‘In contact met Autisme’ ontstond de situatie dat vrijwilligers zeiden dat ze wel een beroep wilden doen op dat Persoonlijk Budget.waar de ouders over kunnen beschikken. Maar in zo’n geval is die vrijwilliger niet meer vrijwillig, maar zelfstandig bezig. Ik bedoel dat Humanitas cliënten zou kunnen helpen, los van de budgetten die zij dan ontvangt. Dat hebben we bij de thuiszorg ook gezien, toen de alfahulpen ontstonden. Die kun je best vergelijken met zelfstandige ondernemertjes. Je gaat je dan parallel schakelen aan een commerciële hulp- en dienstverlening. Jawel, maar je maakt toch dan gebruik van subsidiemogelijkheden om een cliënt te helpen! Die subsidie zou Humanitas weer in staat stellen om andere cliënten met dezelfde problematiek, die misschien niet in aanmerking zouden komen voor het Persoonlijk Budget, te helpen. Maar dan spreek je niet over samenlevingsopbouw. Dan ben je gewoon een welzijnsinstelling. Iedereen kan dan toch beter geholpen worden, budget of geen budget? Met rouw is dat ook een probleem. Voor rouw is nergens financiering te vinden. Als je het gooit op welzijn, dan wordt gezegd: nee, het is gezondheidszorg. De GGZ stelt daar tegenover dat rouw geen ziekte is. Je moet daarvoor echt bij welzijn wezen! Zo wordt een balletje dan weer teruggespeeld. Niemand wil eigenlijk betalen voor de ondersteuning van rouw. Op het moment dat de DSM IV stelt dat rouw wel degelijk tot ziektes kan leiden, dan zal dat meer duidelijkheid geven. Het blijft een dilemma, de financiering van projecten. Wil Humanitas daar zelf in investeren, of alleen maar wanneer de intake door een professional wordt veilig gesteld en de kosten van het project gedragen wordt door de gemeenschap waar het aangeboden wordt? Wat vind je van een (mogelijk) voorstel van de Gemeente, wanneer die alleen willen investeren op voorwaarde dat gemeentelijke instellingen geholpen zullen worden met het verkorten van hun wachtlijsten? Dat is een reëel risico. Aan de andere kant, is er ten tijde van de emancipatiebeweging altijd zo’n wens aanwezig geweest om de mensen in de wachtkamer al te kunnen bereiken! De onderlinge contacten zouden dan bevorderd kunnen worden. Je zou groepsgewijs activiteiten kunnen aanbieden waarbij gepraat kan worden over de werkingen binnen de maatschappij die hun situatie mede deed veroorzaken, zoals het ingaan op de verlokkingen van leningen.
Appendix Interview Thuisadministratie
43
Waar zit de misleiding? Dat je niet kunt overzien of je elke maand dat tientje wel kunt opbrengen. En dat je daarom daarnaast steeds weer nieuwe leningen aangaat totdat het net zich sluit wanneer je niet meer aan de aflossing toekomt. Dat kun je wel als je inkomen anderhalf, twee, of drie keer modaal is. Maar als je echt op het minimum zit, dan is de marge zo klein dat je, voor je het weet, jezelf de strop hebt omgelegd.
Hoe bewaakt Humanitas in samenwerkingsverbanden haar visie, missie en doelstellingen? Het veranderingsperspectief waar Humanitas op aanstuurt. Dus het niet willen inzetten van vrijwilligers als goedkope beroepskrachten maar dat de vrijwilliger werkt vanuit de eigen idealen. In een goed functionerende samenleving zien mensen naar elkaar om. Dat levert de vrijwilligers ook veel op. Ze ontlenen daar zelf ook voldoening aan. In die zin is het ook altijd relatiegerichte hulpverlening, gericht op het ‘samen’ doen. Wat is jouw reactie als ons behoefteonderzoek zou aantonen dat er weinig behoefte is aan thuisadministratie? Des te beter! We gaan geen werk verzinnen voor vrijwilligers waar geen behoefte aan is. Het moet aangetoond worden dat er vraag naar is, maar ook dat de gemeenschap daar iets voor over heeft. Humanitas kan niet aan de gang blijven om overal maar cadeautjes te geven via de vrijwilligers. Het gebeurt wel, dat we merken dat de overheid soms niets over heeft voor het werk dat Humanitas doet. Dan moet Humanitas ook op een gegeven ogenblik kunnen stellen om te stoppen als de gemeente er zelf ook niets voor over heeft. Hoe kan Humanitas aan de financiële middelen komen om thuisadministratie vorm te geven? In Zaandam was er een overeenkomst met de afdeling gesloten dat inhield dat al het vrijwilligerswerk, dat voor de gemeente nuttig was, een (zeer lage) vergoeding gegeven zou worden. Voor tien uur vrijwilligerswerk mocht zo’n 30 cent geschreven worden. Dat betekende dus ‘tijdschrijven’ voor de vrijwilligers. Dat is natuurlijk een raar fenomeen, dat de inzet van de vrijwilligers gekoppeld wordt aan de prestatie. Resultaat gericht werken heet dat dan! Denk je dat we daar omheen kunnen? De WMO komt eraan, straks moeten we aan de Gemeenten laten zien wat we gepresteerd hebben, om in aanmerking te komen voor de subsidies. Daar kun je toch niet omheen? Ja, of je moet gewoon niet mee willen doen aan die hele poppenkast. Maar dan krijg je ook geen subsidies meer. Nee, dan moet je het maar zonder doen. Het is toch te zot voor woorden, dat je een administrateur moet gaan aannemen en een salaris uitbetalen om de uren van de vrijwilligers bij te gaan houden? Tot nu toe is het de tendens bij Humanitas dat elke coördinator zijn eigen uren opschrijft en in de gaten houdt wat de resultaten zijn. Dat zullen straks weer ‘verkocht’ moeten worden aan de Gemeente, want zij zullen het geld moeten geven waarmee je verder kunt. Het vrijwilligerswerk wordt nu ook een steeds belangrijker item in de samenleving! Ja, maar je kunt stellen dat het hele karakter van het vrijwilligerswerk daarmee onderuit wordt gehaald. Vrijwilligerswerk is onbetaald en onverplicht werken in enig georganiseerd verband. Dat hele onverplichte gaat eraf, want er worden prestatiecontracten gesloten tussen vrijwilligersorganisaties en Gemeenten en dat moet je eigenlijk niet eens willen! Want vaak gaat het dan om de salarissen van de beroepskrachten. Denk je dat de coördinator van thuisadministratie een betaalde kracht moet zijn? Niet wanneer de intake door een professionele organisatie wordt gedaan. Als er aan de poort van thuisadministratie een beroepskracht staat, die desnoods in dienst is bij een andere organisatie, die de selectie doet en die je verantwoordelijk kunt stellen voor de klanten die instromen bij thuisadministratie, dàn kun je met een vrijwillige coördinator aan de slag.
Appendix Interview Thuisadministratie
44
Wat is de oorzaak van die intensieve begeleiding van de vrijwilliger bij thuisadministratie? Tijdens de training van vrijwilligers rees vaak de vraag op hoe je om moest gaan met niet nagekomen afspraken door de cliënten. Het niet thuis zijn, of het niet volgen van aanwijzingen van de vrijwilliger, zoals het overschrijden van het afgesproken budget. Men vroeg zich af wat de meerwaarde van de eigen inzet en tijd zou zijn als de betrokkene zijn medewerking daar niet tegenover kan zetten. In zo’n geval moet je als vrijwilliger kunnen zeggen: ik stop er mee. Op het moment dat er een betaling tegenover staat, dan moet je maar zorgen dat je er bent! Dat vrijwillige kan door allerlei verplichtingen heel erg om zeep worden geholpen. Ben je sowieso tegen het betalen van coördinatoren? Nee. Niet principieel. Sommige taken zijn zo zwaar, dan mag dat er wel tegenover staan. Het bemoeilijkt echter wel de continuïteit van projecten. Waarom is die taak van coördinator thuisadministratie zo zwaar? Het is een begeleiding van één op zeven, omdat je zoveel ontwikkelingen hebt in die sector. Er is ook veel feedback nodig met de coördinator over de aanpak. Het is natuurlijk heel erg ‘incident’ hulpverlening. Er ontstaan voortdurend weer nieuwe impulsen die een rol kunnen spelen. Bij rouw is het over het algemeen toch een wat rustiger verloop. We gaan nu voor het eerst de afronding krijgen in de Zaanstreek. Hoeveel contacten worden er met succes afgerond? Het project is nu twee, drie jaar oud. Je kunt bekijken hoeveel contacten succesvol zijn geweest en hoeveel er nog gaande zijn. Of je kijkt hoeveel cliënten voortijdig hebben afgehaakt omdat de betrokkene niet meewerkte. Het evalueren wordt nu ook echt van belang voor de Zaanstreek. Ook om te kijken naar de recidive. Hoeveel mensen melden zich weer aan met schulden na een periode waarin ze zichzelf, onder begeleiding, schuldenvrij wisten te maken. Je kunt je ook afvragen hoe vaak iemand zich mag aanmelden, of wat de ultieme sanctie is wanneer mensen niet van hun ervaringen (kunnen) leren. Dat veroorzaakt dat zoveel mensen in zulke omstandigheden komen en op welke manieren kun je daarin preventief opereren, dus de signaleringsfunctie die je daarbij hebt als coördinator. Maar ook naar de overheid toe: zorgen dat de wetgeving zodanig is, dat er geen reclame meer mag worden gemaakt voor al die goedkope kredieten en leningen. Vind je dat de overheid zelf een verantwoordelijkheid heeft voor thuisadministratie? Ja in wezen wel. Maar de overheid vaart er ook wel bij. Als je ziet hoeveel cliënten staatsloten kopen bijvoorbeeld. Dat is letterlijk een instrument van de overheid om zelf aan inkomsten te komen. Prostituees betalen ook belasting. Inderdaad, je maakt maar weinig mee dat mensen uit overtuiging kiezen om de prostitutie in te gaan. Meestal zijn ze zelf slachtoffer, waar de overheid dan toch geld aan verdient. Ik merk het ook bij de training van thuisadministratie in Zaandam. De analyse van de oorzaken waarom mensen in de problemen komen, is natuurlijk erg belangrijk. Je kunt er voor een gedeelte niet aan ontkomen die bij de persoon zelf te zoeken. Maar er zijn ook allerlei misstanden, maatschappelijke omstandigheden, waardoor iemand in dergelijke valkuilen terechtkomt. Je kunt dan als vrijwilliger proberen om de cliënt te waarschuwen voor die gevaren, maar uiteindelijk wil je toch toewerken naar zelfstandigheid. Daardoor is die intake ook belangrijk, om te herkennen of er sprake is van een structureel probleem. De samenwerking met beroepskrachten is ook heel belangrijk maar niet vanzelfsprekend. Wanneer vrijwilligers en beroepskrachten samen opgaan zijn er toch heel veel beroepskrachten die de vrijwilligers beschouwen als een soort ‘knechtje’ van de beroepskracht, terwijl de vrijwilliger een heel eigenstandige motivatie hebben en daar ook om gewaardeerd willen worden. Dat kan soms ook echt wedijveren met wat beroepskrachten doen. Wat kun je doen om de belangstelling vanuit de gemeente te vergroten? Je kunt wijzen op het belang van samenlevingsopbouw. Je kunt wel alles in handen geven van beroepskrachten, maar het is ook een maatschappelijk probleem waar we hier mee te maken hebben. Dat los je niet alleen op door het inzetten van beroepskrachten. Een belangrijke, ook dubieuze vraag is voor ons geweest hoe je mensen met een minimum inkomen
Appendix Interview Thuisadministratie
45
toch een bepaalde welstand kunt bieden zonder dat het hen (veel) geld kost. Daar zijn ooit de dienstenruilcentrales uit ontstaan. Een appeltaart voor een haarknipbeurt bijvoorbeeld. Zo kunnen mensen zonder geld toch het genoegen ervaren om een dienst (of een product) te ontvangen in een evenwichtige ruilhandel. Daarvan zei de overheid: bij zo’n ruilhandel missen wij de belasting op de toegevoegde waarde, dat is een ondermijning van ons hele bestel! Er zijn hier officiële processen over gevoerd, bijvoorbeeld tegen ‘Noppes’in Amsterdam, die een leuk krantje uitgaven met advertenties van diensten, die ter ruiling werden aangeboden. Er is toen door de overheid een grens gesteld dat er diensten geruild mochten worden door Noppes tot een waarde van zo’n 1500 euro per jaar. Er zijn ook aardige initiatieven op Internet. Websites die een overzicht geven welke producten gratis verkrijgbaar zijn. Daarnaast heb je de ‘Vrekkenkrant’. Sommigen zouden nooit kunnen leven op de voorgestelde manier. Anderen kunnen voor hun gevoel hun welzijn wel uitbreiden op die manier. Humanitas heeft ooit onderzoek gedaan met de actiegroep ‘Strohalm’ uit Utrecht. Er is toen een boekje verschenen met de titel ‘Geld verliest zijn Waarde.’ De doelstelling was, dat er geen geld meer tussen de mensen stond maar een soort stelsel van tegoedbonnen. Als je twee uur dienstig zou zijn bij iemand, dan zou je een arbeidstegoedbon kunnen krijgen, die je weer bij een ander zou kunnen indienen. Je krijgt dan, in de plaats van geld, een ander waardepapier. Je zou dan aan een soort airmiles voor vrijwilligerswerk kunnen denken. Een vrijwilliger die werk verricht voor Humanitas zou dat met een pasje kunnen bijhouden en later, als hij zelf ooit ondersteuning kan gebruiken, met zijn pasje die diensten weer aanvragen. Wanneer je dan onvoldoende gespaard zou hebben, dan kun je ondersteuning verder dus wel schudden! Dat zou een consequentie zijn. Maar zou het niet een aardige aanmoediging zijn om ook in anderen te gaan investeren? Dat zou alleen werken als je weet dat je anders op een houtje moet bijten! Dan krijg je toch weer die tweedeling? Het werkt niet als mensen bijvoorbeeld gehandicapt zijn. Maar het aardige is dat Humanitas ook kijkt naar de kwaliteiten van (verstandelijke) gehandicapten en wat die voor anderen kunnen betekenen. Kijk eens naar zo’n restaurant als ‘Tante Truus.’ De gehandicapten die daar werken krijgen weliswaar een één op één begeleiding maar geven toch een zinnige bijdrage aan de samenleving en de mensen komen er graag. Via ‘Tante Truus’ komen ze ook een beetje uit de verborgenheid van de instellingen waar ze in verblijven. Ze maken zo een wezenlijk onderdeel uit van de samenleving. Dat is toch een goede ontwikkeling! Die tendens om ‘maatschappelijk te ondernemen,’ zoals je wel ziet bij Coopers & Lybrand of bij de AbnAmro. Beide organisaties hebben allerlei financiële mensen in dienst, zouden daar potentiële vrijwilligers voor Humanitas te halen zijn? Misschien. (Lacht,) dat mag ik eigenlijk niet zeggen, maar we hebben nu al kandidaten uit die hoek die vrijwilligerswerk doen, maar ik verdenk die organisaties er wel eens van dat zij altijd hun leerlingen naar Humanitas sturen om het vak beter onder de knie te krijgen. Ze zijn dan weliswaar juridisch verantwoordelijk voor de handtekening van hun accountants, maar ik vind dan toch dat je daarmee een tweedeling onder de vrijwilligers gaat zaaien. Je hebt aan de ene kant van de tafel de vrijwilligers die het werk doen vanuit hun eigen innerlijke drijfveren, terwijl aan de andere kant mensen zitten, die dit in de baas z’n tijd doen en daarbij, zich alléén beschikbaar te stellen op de vrijdagmiddag omdat de baas hen daarvoor vrijgesteld heeft en hen er tegelijkertijd voor doorbetaalt. De definitie van het vrijwilligerswerk wordt daar wel mee onderuitgehaald. In de kern is vrijwilligerswerk iets wat je onbetaald en onverplicht doet. Je staat daar dus anders in! Maar als een stagiaire nu de keuze maakt om zijn opleiding af te ronden met vrijwilligerswerk om zijn diploma te kunnen behalen. Dan werkt hij niet voor het geld, mogelijk vooral voor zijn diploma, maar het vrijwilligerswerk heeft daar toch vooral baat bij? Meestal past het niet in het stramien van de opleidingen, die duidelijk stellen dat mensen ervaring moeten krijgen met de administraties van instellingen, dus niet met die van particulieren.
Appendix Interview Thuisadministratie
46
Humanitas is er toch ook mee bezig met dat maatschappelijk ondernemen? Ja, maar als je dat tot in de kern goed zou willen doen, dan moet je de definitie van het vrijwilligerswerk veranderen. Als je de definitie letterlijk neemt, dan zijn dat toch gewoon vrijgestelde, onbetaalde mensen! Het idee er achter is dat je op die manier de mensen kunt laten wennen aan het vrijwilligerswerk, zodat ze op termijn misschien het echte vrijwilligerswerk willen gaan doen. Dat zou het positieve zijn. De baas is degene die zich dienstbaar opstelt, niet de ‘vrijwilliger’. Dat zie jij niet als positief? Ja, dat moet je dus als positief ervaren…Ik ben wat dat betreft vrij wantrouwend, misschien met vooroordelen behept naar het bedrijfsleven toe. Het vóór-wat-hoort-wat principe. Ik heb zelf ooit eens iets meegemaakt als vrijwilliger bij Jeugd en Techniek. Er werden knutselavonden georganiseerd om jongeren wegwijs te maken met solderen en elektra. Het Bestuur van die vereniging sprong een gat in de lucht, want er was een overeenkomst gesloten met de plaatselijke Mc Donalds dat de vrijwilligers Jeugd en techniek middagen mochten verzorgen bij Mc Donalds, waarbij de onderneming dan zou zorgen voor het werkmateriaal. Nou, er is geen haar op mijn hoofd die erover denkt daarin mee te gaan. Dan voel je een beetje de spanning die dat in mij oproept. Veel mensen zullen dat toch een uitstekende zaak vinden? Je bent echt een man van principes! Maar de verstrengeling van belangen moet inderdaad in de gaten worden gehouden. ‘Er is geen ander belang dan het eigen belang.’ Wordt wel eens gezegd. Die zienswijze wordt vooral aangehangen door mensen die dit zien als de belangrijkste drijfveer van de mensheid om iets te doen of na te laten. Daar wil ik dus gewoon niet aan. Dat blijkt ook wel uit al dat vrijwilligerswerk dat door zoveel mensen ten dienste van anderen gedaan wordt. Mijn taak is het om die motivatie in balans te brengen, zodat de vrijwilliger onderkent wat zijn eigen belang is in het vrijwilligerswerk en dat je daar open en eerlijk in bent.
Interview met mevr. H. Drieman, Humanitas Almere, 9 februari 2006 Hennie Drieman werkt als coördinator van het project ‘Activerend Huisbezoek’van Humanitas voor de afdeling Almere-Zeewolde. Zij heeft een jarenlange ervaring opgebouwd door haar werk voor zowel het Leger des Heils als Humanitas. De thuisadministratie van mensen is vaak een rommeltje, als zij schulden hebben opgebouwd waar ze niet meer uitkomen…… Het is vaak ook een voorportaal van een schuldsituatie. Hoe definieer jij thuisadministratie en vind je het een geschikte naam voor de inhoud die je eraan zou willen geven? Wat ik versta onder thuisadministratie,dat is een dienst voor mensen die hun administratie zelf niet op orde kunnen houden. Hen erbij betrekken zodat zij zelf kunnen overzien wat er aan administratie en betalingen binnen komt, zodat er geen achterstanden ontstaan. Er zijn toch heel veel mensen die er moeite mee hebben om alles te overzien en te archiveren. Heb jij het idee dat het een naam is die erbij past, of zou je het anders willen noemen? Een ‘financiële coach’ bijvoorbeeld? Ik begrijp wat je bedoelt. Er zit natuurlijk nog veel meer achter dan alleen het archiveren van de correspondentie en de financiën. Ik denk dat de naam toch wel goed het beeld weergeeft. Jij hebt de problematiek binnen je eigen project toch ook gesignaleerd? Ja. Vooral ook wanneer mensen brieven moeten schrijven naar instanties en dergelijke, dan is dat vaak een heikel onderwerp. Vind je dat het schrijven van brieven naar instanties ook onder thuisadministratie hoort? Ik denk wel dat het er onder zou kunnen vallen.
Appendix Interview Thuisadministratie
47
Ook het telefoneren naar instanties als de mensen er zelf niet meer uitkomen? Wanneer mensen er niet uitkomen denk ik dat je mensen een totaalpakket kunt aanbieden. Daar kun je over nadenken. Je vindt dat het niet alleen administratie moet zijn, maar ook het hele gebeuren er om heen… Ja, wanneer je mensen die er niet uitkomen onder druk zet om zelf te gaan bellen, dan kunnen ze vaak nog niet met het antwoord overweg. Je kunt thuisadministratie natuurlijk heel breed gaan invullen, adviseren over verzekeringskwesties helpen kiezen tussen leningen die verantwoord lijken bijvoorbeeld. Ligt hier misschien ook een taak voor thuisadministratie? Ik denk dat je de dingen gescheiden kunt doen. We hebben het nu over de specifieke thuisadministratie. Het is ook een kwestie van afbakenen. Je komt bij mensen die je hulp hard nodig hebben. Dan moet je ‘doen ’ wat je aantreft. Het kunnen mensen zijn die al voor schuldsanering in aanmerking komen. Dan kun je al beginnen met alles uit te zoeken, want dat kunnen ze vaak niet. Dan kom je wel eens zaken tegen waarop je wel gelijk moet reageren. Gebeurt het ook wel dat er informeel thuisadministratie door ‘Activerend Huisbezoek’ wordt aangeboden? Ik heb een vrijwilliger die zich daar inderdaad mee bezig houdt. Hij schrijft en belt. Waar dat mogelijk is activeert hij de cliënt om dingen zelf te doen. Dat staat wel altijd voorop. Mij is altijd gezegd dat je de vrijwilligers bewust moet maken om zich niet met de financiën te bemoeien. Er was dus een moment dat Humanitas jou toestemming gaf om dit soort zaken zonodig erbij te nemen? Tsja. Die vrijwilliger komt niet aan het geld van de cliënt! Maar hij heeft wel zicht op de financiën. Hierdoor zag hij dan ook dat de cliënt voor schuldsanering in aanmerking kwam. Hij regelde echter niets buiten de cliënt om, maar ging wel met hem mee naar afspraken met de kredietbank en dergelijke instanties, als ruggesteun en adviseur. Ik heb verder nog een vrijwilliger die ondersteunt bij belastingkwesties. Hij adviseert daarin of vult de formulieren in. In wezen ben je al bezig met thuisadministratie, binnen je eigen project? Ja. Een andere vrijwilligster houdt zich hier ook al mee bezig. De cliënt kon de administratie vanwege een handicap tijdelijk niet aan waarna de vrijwilligster het toen heeft overgenomen, om er weer wat meer orde in te brengen. Denk je dat je bij Humanitas thuisadministratie zou kunnen realiseren binnen een matrixstructuur, waarbij vaste begeleiders binnen een project een soort dubbelfunctie hebben (activerend plus thuisadministratie) maar ook inzetbaar zijn bij andere projecten om daar alleen de thuisadministratie te doen? Ja. Ik denk het wel. Denk je dat het voor de cliënt wat uitmaakt of de vaste begeleider zich ermee bezighoudt? De vrijwilliger is al sowieso de vertrouwenspersoon van de cliënt. Thuisadministratie is ook een activerende bezigheid… Ja, precies. Dat is ook altijd het doel, mensen uit de puree helpen en erna verder te begeleiden. Je kunt de mensen daarna niet laten zwemmen. Heb je op het ogenblik cliënten in een schuldsaneringtraject? Ik heb wel iemand die op de rand zit. De vrijwilliger die er was, signaleerde echt een puinhoop van een administratie. Mensen die in zo’n dip zitten dat ze niet meer reageren op brieven en de boel de boel laten. De vrijwilligster trok aan de bel met de vraag wat ze daarmee aan moest. Ik adviseerde de
Appendix Interview Thuisadministratie
48
vrijwilligster eerst maar eens te kijken wat zij zelf kon doen. Als ze er niet uitkomt, dan heb ik nog altijd een andere vrijwilliger die ik daar specifiek voor zou kunnen inschakelen. Er zijn verschillende vormen van schuldsanering. De adviezen van de schuldhulpverleners lopen soms flink uiteen. Bijvoorbeeld de reguliere schuldhulpverlening versus de particuliere instanties. Als je niet gespecialiseerd bent op dit gebied dan kan het misschien onduidelijk zijn welk advies gegeven moet worden. Hoe ga je daarmee om? De meeste mensen komen uiteindelijk vroeg of laat bij de Stadsbank. Dit omdat ze het eerst een beroep op de gemeente doen. Die verwijst hen dan altijd door naar de Stadsbank. Dan moet je daarnaast eigenlijk al iemand hebben die je helpt de relevante administratie inzichtelijk te maken. Dus eigenlijk hebben cliënten in dat voorportaal al ondersteuning nodig. Iets anders, de CIS is toch opgeheven Hennie? Ja, dat is opgegaan in ‘Contact vol Betekenis’ Doen ze daar aan een stukje thuisadministratie? Nee Hoe pakken ze dat dan op, verwijzen ze dan door naar het Gilde bijvoorbeeld? Ik had laatst een overleg met een aantal zorgorganisaties. Er is dan altijd een rondje over de veranderingen binnen die organisaties. Ik heb toen jullie behoefteonderzoek.naar thuisadministratie genoemd. Ik voel dan snel een reactie ontstaan van: waar is dat nu voor nodig, het Gilde houdt zich daar toch al mee bezig? Ik merk dan een zekere angst van organisaties om elkaar in de wielen te rijden, in plaats van te zoeken naar samenwerking. Heeft schuldproblematiek altijd te maken met onvoldoende administratief overzicht, of is het meer onvoldoende zelfdiscipline. Wat was er het eerst, kip of ei? Ik denk de zelfdiscipline. Als ik naar mijzelf kijk heb ik altijd een stapeltje post dat de neiging heeft om te groeien. Ik laat het ook wel eens een weekje liggen. Als je dan niet zo sterk in je schoenen staat, dan kan het fout gaan. Dat laten liggen heeft dan vaak wel een speciale oorzaak. Jouw doelgroep is over het algemeen ‘ouderen’? Vanaf ongeveer 55 jaar. Vanaf die leeftijd zie je vaak dat er zich problemen voordoen…. Ja. Eén van mijn cliënten is 69. Ze heeft een goed pensioen en AOW maar zit toch behoorlijk in de knoei. Maar hoe komt dat dan, met een redelijk inkomen? Is er dan sprake van een soort spilzucht bij die ouderen? Precies weet ik het niet. Soms wordt er geld uitgegeven aan een huisdier of zijn er problemen met alcoholgebruik. Woonlasten kunnen ook meespelen, bijvoorbeeld bij een aangepaste woning. Niet altijd komt men in aanmerking voor huursubsidie. Soms zijn die problemen nog niet aanwezig bij het eerste contactgesprek en ontstaan de problemen later. Als het mensen zijn die bijvoorbeeld doorverwezen zijn door MEE, dan koppel ik de situatie altijd wel weer terug. De cliënt is daar vooraf over ingelicht en gaat daar altijd wel mee akkoord. Als ik het goed begrijp zijn er voor jou twee doelgroepen. De ouderen en de gehandicapten die van MEE komen. Via de e-mail had laatst iemand van MEE contact gezocht met mij. Of ik contact wilde opnemen in verband met thuisadministratie en coaching. Hier in Almere bestaat ook een stichting die mensen begeleid wonen aanbiedt. Zijn de mensen die gebruik maken van deze stichting voor jou misschien ook een doelgroep? Dat zou dan in een ander project moeten plaatsvinden. Activerend Huisbezoek is specifiek bedoeld voor 55-plussers, hoewel ik wel cliënten heb gehad die jonger waren. Die konden dan bij geen één organisatie terecht. Humanitas stelt zich altijd op het standpunt, dat iemand die nergens anders terecht
Appendix Interview Thuisadministratie
49
kan, bij Humanitas aan de bel mag trekken. Op zo’n moment is de hulpvraag belangrijker dan de vraag of iemand in de doelgroep past. Ook deze cliënt had overigens administratieproblemen. Gehandicapten vallen eerder onder een maatjesproject? Ja. Misschien zouden we ook naar een bredere aanpak toe moeten gaan en de doelgroep wat ruimer nemen. Maar de meeste vrijwilligers staan onzeker tegenover maatjesprojecten omdat die er zijn voor (ex-)psychiatrische patiënten. Denk je dat dit ook een doelgroep zou kunnen zijn? Die mensen hebben ook af en toe een terugval waarbij ze ondersteund moeten worden…. Ja Heb je enig idee hoe de VCA dat oppakt, of ze daar ook een dubbele positie in hebben? Bijvoorbeeld vrijwilligers die zich ook bezi houden met de administratie van hun cliënten? Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat zij die mensen direct doorverwijzen naar het Gilde. Wij begrepen dat de (particuliere) Stichting Schuldhulpverlening Flevoland directe contacten heeft met de’ Stichting Kwintes’, en zich beschikbaar stelt voor hen om te bemiddelen bij schuldproblematiek. Wij begrepen van de voorzitter van de SSF, dhr. Kok, dat er een grote behoefte zou zijn aan hulp bij thuisadministratie onder jongeren die vallen onder projecten begeleid wonen. Iets anders: Activerend Huisbezoek is bedoeld om de mensen te helpen een netwerk te ontwikkelen. Stel dat de cliënt de eigen administratie niet (meer) aan kan, heeft dat dan meer te maken met een te klein sociaal netwerk of meer met de persoonlijke eigenschappen van de cliënt? Dat kan allebei natuurlijk. Ik denk dat het een het gevolg is van het ander. Zijn het meestal mensen die in een sterkere periode van hun leven wel in staat waren voor de eigen administratie te zorgen of zijn ze altijd al min of meer afhankelijk. We hebben wel voorbeelden daarvan. Een alleenstaande vrouw wiens man overleden was had vanaf het moment dat haar man niet meer voor de administratie kon zorgen de aanschrijvingen in een plastic zak gedaan in de hoop dat haar man die later weer zou kunnen oppakken. Is de hulp die je over het algemeen biedt tijdelijk of permanent? Dat ligt aan de persoon zelf. Deze vrouw in kwestie zal altijd een beetje hulp nodig hebben. Ze kon geen giro uitschrijven. De vrijwilliger legde wel uit wat hij deed maar het drong niet tot haar door. Denk je dat ze dat nooit heeft gekund? Ja. Haar man moest het altijd doen. Deze mevrouw was inmiddels al zo oud dat het ook niet meer aan te leren was. Ze bewaart nu haar administratie voor de vrijwilliger, die ze op gezette tijden ziet. Overigens heeft deze mevrouw Humanitas in haar testament genoemd! Wat is eigenlijk het verschil tussen inkomensbeheer en thuisadministratie? Beheer, bewind en schuldhulpverlening zijn taken die uitdrukkelijk niet vallen onder thuisadministratie. Dat zijn de taken die door de beroepskrachten worden gedaan van de ‘Stichting Humanitas Inkomensbeheer’ en door ‘Humanitas Financiële Hulpverlening’. Thuisadministratie wordt beschouwd als een lichtere, meer laagdrempelige vorm van hulpverlening. Eind vorig jaar werd ik bij een meneer geroepen n.a.v. een enquêteformulier van het Preventief Huisbezoek (onderzoek naar de mate van welzijn onder senioren). Die meneer was helemaal alleen en had geen contact meer met de familie. Het bleek dat hij zich zorgen maakte over wat er na zijn dood zou gebeuren met zijn nalatenschap. Hij wilde dat dit goed verzorgd werd en dat zijn huisje ook met zorg zou worden uitgeruimd. Hij wilde die niet nalaten aan de familie maar schenken aan onze vereniging. Ik vertelde hem dat dit kon, maar dat dit wel bekrachtigd moest worden door een notaris om rechtsgeldigheid te krijgen. Als dat niet gebeurt ,is een opgeschreven en ondertekende wens onvoldoende. Hij is toen zelf naar de notaris gegaan. Het is niet de bedoeling dat vrijwilligers in zo’n geval aanbieden om dat te doen want dat houden wij af. Deze man was overigens krachtig genoeg om dat zelf te doen.
Appendix Interview Thuisadministratie
50
Met welke instellingen zou Humanitas kunnen samenwerken als het project door zou gaan? Met welzijnsstichting ‘De Schoor’ bijvoorbeeld, vanwege de handvatten die het Preventief Huisbezoek biedt. Het Gilde misschien, dat zou ik zelf niet kunnen inschatten. MEE zou ook eventueel een kandidaat zijn. Stel dat de gemeente samenwerking met het Budgetbureau voorstelt, is dat een optie voor jou? Ja, je moet de mensen ergens vandaan krijgen! Ze staan niet zomaar bij je op de stoep, je moet ze doorverwezen krijgen. Kunnen de mensen die al contact hebben met de vrijwilligers van het Activerend Huisbezoek makkelijk over die problematiek praten? Niet in het eerste gesprek, maar als er een vertrouwensband is ontstaan, dan durven de mensen zich wel bloot te geven. Je kunt als vrijwilliger je ogen ook goed de kost geven omdat je natuurlijk al veel kunt signaleren binnen de omgeving van de cliënt. In een gesprek kan zo’n situatie dan voorzichtig doorgeprikt worden als de cliënt er moeite mee heeft om er zelf mee voor de dag te komen. Stel dat er een project thuisadministratie wordt opgezet. Doet het ‘Leger des Heils’ nog iets in die richting? Ja, ‘Grijs Genoegen’ heeft een doelgroep, die houden zich ook wel met schuldsanering en mogelijk met Thuisadministratie bezig. Wat denk je van de woningbouwverenigingen? Ja, die zitten ook in die signaleringsnetwerken. De gezondheidscentra met de aangesloten maatschappelijk werkers ook. Hoe denk je over een advies als het gebruikmaken van een particulier bureau voor een cliënt die dit kan betalen. Vaak zitten daar financiële experts die hun kosten voor de cliënt weer kunnen terugverdienen. Ik denk dat je goed moet kijken naar de vrijwilligers die je daar voor inzet en dat die een gedegen opleiding moeten hebben of krijgen voor ze dit soort adviezen kunnen geven.. Je zou gespecialiseerde vrijwilligers kunnen hebben op verschillende niveaus. In de Zaanstreek werken ze daar ook mee en zo biedt Humanitas daar maatwerk in de kwaliteit van de hulpverlening. Daar ben ik het wel mee eens. Humanitas heeft een eigen visie en doelstelling. Hoe kan Humanitas bij samenwerking de eigen missie het best bewaken? Precies zoals dat nu al in de samenwerkingsverbanden gebeurt. Ieder zit er voor zijn eigen organisatie. Het ‘Leger des Heils’ staat ten dienste van de mensen. Dat is ook het geval bij Humanitas. Deze organisaties eisen niet dat de ontvanger van de hulp de denkbeelden van de organisatie overneemt. Iedereen kan dan ook bij deze organisaties terecht, ongeacht geloof of culturele achtergrond. Jij bent actief voor beide organisaties. Levert dat geen problemen op, die twee petten? De ‘thuisadministratie en schuldhulpverlening van ‘Grijs Genoegen’ werken alleen met professionals, niet met vrijwilligers. De doelgroep is dus anders. Ze houden zich slechts incidenteel bezig met budgetteren. Gaat het de laatste jaren echt slechter in Nederland? Armoede betreft de mensen die alleen maar AOW hebben. Was dat vroeger ook zo? Ja, en dat is nog zo. Toch blijken sommige mensen er redelijk goed mee uit te komen. Ik denk nu aan mijn grootvader die in staat was om met zijn AOW nog een flink geldbedrag te sparen.
Appendix Interview Thuisadministratie
51
De ene mens is de ander niet. Sommigen hebben nauwelijks inkomen en geven het geld dat ze hebben uit aan de verkeerde dingen. Die mensen zijn dan toch arm door een verkeerd uitgavenpatroon? Mensen met alleen AOW hebben het gewoon niet breed. Onze minister mag dan wel zeggen dat de mensen vroeger pas echt arm waren maar het komt tegenwoordig even goed.voor, alhoewel soms het geld inderdaad beter kan worden besteed. Is de voedselbank ook in Almere actief onder deze groep mensen. Ja. Die hulpverlening gaat via het Rode Kruis. Mensen komen daar alleen voor in aanmerking als ze zijn doorverwezen door het maatschappelijk werk. Alleen de mensen die na het betalen van hun vaste lasten bijna geen inkomen overhouden, komen in aanmerking voor de voedselbank. Dat zijn dus geen mensen die de zaken hebben laten lopen en daardoor geen geld meer hebben. Je mag geen schulden hebben, of je schulden op orde hebben om ervoor in aanmerking te komen. Hennie, de WMO komt er nu aan. Wat voor invloed denk je dat dit heeft op het hele gebeuren rond de thuisadministratie, het activerend en het vriendschappelijk huisbezoek? Ik denk dat er een veel groter beroep op vrijwilligers zal worden gedaan. De inzet wordt dan vooral verwacht van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Ook het ouderenvervoer zal gaan veranderen. Het is overigens nu ook al een puinhoop wat dat betreft. Er zal misschien ook meer geld beschikbaar worden gesteld voor vrijwilligerswerk Een heikel punt, ook voor Humanitas. Je moet er als afdeling als de kippen bij zijn, want het zijn de gemeentes die dit allemaal in handen hebben. Als thuisadministratie in Almere een project wordt, denk je dan dat de coördinator een betaalde kracht moet zijn? Dat denk ik wel. Er moet geld voor komen, anders is het haast niet te doen.Een flink aantal vrijwilligers zullen er voor opgeleid moeten worden en ook begeleid moeten worden. Ik denk niet dat dit een klus is die door een vrijwilliger gedaan moet worden. Is het zo dat een betaalde kracht serieuzer wordt genomen dan een vrijwilliger? Dat denk ik niet. Maar ik vind wel dat je wat eisen moet kunnen stellen aan de begeleider en dat die in staat moet zijn om de vrijwilligers op te leiden en de laatste informatie op dit gebied kan toepassen.
We hebben geen vragen meer, dank je wel voor het gesprek. Wanneer we het onderzoek hebben afgerond dan nodigen we je graag uit voor ons symposium in april!
Interview met dhr. H. Wilmer, Humanitas Zaanstreek, 13 januari 2006 Hans Wilmer heeft in Zaanstad grote ervaring opgebouwd met het bieden van hulp bij thuisadministratie. In het kader van ons onderzoek naar de behoefte hiervoor in Almere stellen wij hem graag een aantal vragen. Toen de heer Wilmer de VUT inging in ’97 heeft hij zich aangemeld bij Humanitas voor vrijwilligerswerk. Hij begon daar met het ‘maatjesproject’, hulp aan psychiatrische mensen. Hier is hij 2 jaar, ook als coördinator werkzaam geweest. Het maatjesproject werd gefinancierd door de plaatselijke RIAGG. Toen de financiering stopte is het project overgegaan in handen van de Stichting Maatschappelijke Diensten. Hierna werd hij in ’99 gevraagd voor een herstart van het Vriendschappelijk Huisbezoek. Dit project moest nieuw leven ingeblazen worden. Tegelijkertijd was er vraag naar iemand die zich met thuisadministratie kon bezighouden. Hierna begon het echt storm te lopen. Er ontstond ook een klussendienst. Het resultaat was de Jan Renken prijs, een stimuleringsprijs die het Landelijk Bureau
Appendix Interview Thuisadministratie
52
van Humanitas jaarlijks uitreikt aan prijzenswaardige initiatieven. Er ontstond een samenwerking met de Stichting Maatschappelijke Diensten waardoor gebruik gemaakt kon worden van hun locaties en diensten (sociaalraadslieden, keuzeadviseurs etc.). Thuisadministratie groeide door tot over de twintig vrijwilligers. De Stichting Inkomensbeheer van Humanitas (een werkstichting) heeft toen een samenwerking met drie partijen voorgesteld: Stichting Maatschappelijke Dienst (SMD), Inkomensbeheer en Humanitas afd. Zaanstreek. Cliënten zouden dan veel gemakkelijker aan één ‘loket’ geholpen kunnen worden. Toen werd het Bureau Quitte gestart, gefinancierd door de Provincie en het Landelijk Bureau. Er werd een casemanager aangesteld. Iedereen in de Zaanstreek die daarvoor in aanmerking kwam, zoals artsen, instanties etc. konden mensen hiernaar toe doorverwijzen. Na een eerste intake werd er bepaald waar een cliënt thuishoorde en of deze in aanmerking kwam voor één van de projecten van Humanitas. Elke twee weken kreeg Humanitas dan een lijstje met cliënten die in aanmerking kwamen voor o.a. thuisadministratie. In april 2005 werd de financiering gestopt waarna de gemeente Zaanstad het moest overnemen. Probleem voor de afdeling was dat zij dan in het geheel van het gemeentebedrijf zou worden opgenomen en eigen kleur en karakter zou verliezen. Hoe de toekomst er voor dit samenwerkingsverband er uit komt te zien is nog niet helemaal duidelijk. Inmiddels wordt door 45 man aan thuisadministratie gewerkt, waarvan 6 coördinatoren. De vragen: Wat zijn de mogelijke achtergronden van het ontstaan van de vergroting van de financiële problematiek in de Nederlandse samenleving en de gemeente Zaanstad? De verandering van Gulden naar Euro, de vergrijzing, de spaaractiviteit is anders geworden, we leven in een onzekere tijd wat werk betreft. Daarbij, we leven nu in een en/en, in plaats van een of/of cultuur. Vroeger spaarde je voor iets in plaats van te lenen. Je moest kiezen tussen het één of het ander. Tegenwoordig wil men alles hebben. Zien jullie een toename van de hulpvraag? Daar is geen twijfel over mogelijk. Die wordt alleen maar erger! Dat blijkt wel uit de dossiermappen hier vóór mij. Waar kwamen de signalen vandaan? Bij het sociale netwerk. Daar komt de problematiek binnen en daar zijn we dan ook begonnen. Wanneer is Humanitas Zaanstreek precies begonnen met thuisadministratie? In sept’99, n.a.v. de start van het Vriendschappelijk Huisbezoek. Hebben jullie een wachtlijst? Ja, daar staan zo`n 15 wachtenden op. De wachtduur heeft in hoofdzaak te maken met de afstemming van de cliënt/problematiek en de beschikbare vrijwilliger. Soms zijn er achterliggende sociale of persoonlijke problemen waar je in de keuze van je vrijwilliger goed rekening mee moet houden. Het matchen van vrijwilliger en hulpvrager is een belangrijke taak van de coördinator. Hoeveel cliënten hebben de hulp al afgesloten? Moeilijk te zeggen. We gaan er van uit dat ongeveer 20% afhaakt door diverse oorzaken. Dat kan omdat zij het contact niet voortzetten maar ook omdat wij het zelf afbreken. Wanneer een cliënt niet oprecht is en de boel oplicht of inkomen verzwijgt dan houdt het voor ons op. We hebben een handboek samengesteld waar wij onze houding in dit soort gevallen op baseren. 40% zal blijvend ondersteuning nodig hebben en nog eens 40% zal het gaan redden. Die krijgen dan een cursus budgetteren aangeboden in samenwerking met de SLB. In ongeveer 8 keer wordt de mensen geleerd op verantwoorde manier met hun geld om te gaan. Ook cliënten met een ruim inkomen helpen wij. Dit soort problemen hoeft niet persé afhankelijk te zijn van het inkomen. Soms brengen we de problemen in kaart waarna we doorverwijzen naar een andere instantie. We maken zelf graag die afweging, want: de professionele werker heeft een horloge, maar wij hebben de
Appendix Interview Thuisadministratie
53
tijd. De directeur van de Nederlandse kredietbank vertelde eens dat ze slechts 10 minuten per cliënt per maand beschikbaar hadden. Wie is jullie grootste doelgroep? Dat is heel divers. Over het algemeen genomen de financieel zwakkeren. In principe helpen we iedereen. We werken ook vaak voor mensen die via MEE of andere organisaties komen. Wij komen een keer per twee weken bij elkaar als coördinator. Het mooiste is natuurlijk een organisatie die werkt volgens het model van Quitte: Quitte doet een intake op het kantoor, vervolgens doen wij een intake bij de mensen thuis. De thuissituatie levert wel eens een tegengesteld beeld op. Pas nadat de coördinator bij de mensen thuis is geweest wordt een passende vrijwilliger ingeschakeld. Die vrijwilliger bouwt dan de vertrouwensband op die nodig is om helderheid te krijgen in de ontstane situatie. Komen mensen rechtstreeks naar jullie met hun vraag of worden zij doorverwezen? Is er een onderverdeling in cliënten? Onze cliënten komen vanuit de organisaties. Schuldhulpverlening is een beroepsmatige tak van de gemeente. Daar hebben wij in principe niets mee te maken. We helpen mensen wel naar de schuldhulpverlening toe. Als de schulden erg groot zijn bekijken we de aanvraag voor de schuldhulpverlening en brengen we de schulden in kaart. Soms zitten mensen met schulden van 40.000 Euro of meer. Die gaan in ieder geval de schuldhulpverlening in. Ondertussen kan die cliënt afgesneden zijn van gas, water en licht. Dan krijgen wij een vorm van ‘administratief sociaal werk’ om te zorgen dat mensen in ieder geval weer zo snel mogelijk de nodige voorzieningen krijgen. Ik heb `t gevoel dat de laatste 10 jaar, binnen de hulpverlening, iedereen bezig is met zijn eigen baan. Voor het menselijke aspect is vaak geen tijd. In de moderne maatschappij wordt veel tijd gewonnen met technische snufjes die tijd moeten winnen maar het levert de mensen geen tijd voor elkaar op. Bij het Budget Burea Almere (BBA) is er sprake, vanwege de grote wachtlijsten, dat Humanitas daar een rol in zou kunnen spelen. In hoeverre helpen jullie de mensen die in Zaanstad op een wachtlijst staan? Niet van de schuldhulpverlening! Dat zijn professionele werkers en daar zitten wij niet tussen. Er zijn “Potentiële cliënten uit de Zaanstreek”: Wij hebben nooit een behoefteonderzoek gedaan, de behoefte was er gewoon. ‘Welke kenmerken hebben deze cliënten? (economisch, leeftijdsklasse etc.) Onze jongste cliënt is 20, onze oudste 92. Ouderen vormen niet persé de grootste groep. Veel ouderen hebben mantelzorg die hen ondersteunt. De hulpvraag is echt heel erg verdeeld over allerlei lagen in de lagere inkomens. Veel ligt volgens mij ook aan de veranderde opvoeding waarin weinig ruimte lijkt te zijn voor het stimuleren van een overzicht tussen noodzaak in het aanschaffen van spullen en wenselijkheid. Kinderen zijn veel te veel gericht op het direct bevredigen van verlangens. Het contact met maatschappelijke organisaties verloopt goed. Het maatschappelijk werk, waarin ook de sociale raadslieden zitten, keuzeadviseurs, Evian. Al die contacten zijn heel laagdrempelig voor ons.Anders ligt het met de incassobureaus en schuldeisers zoals UPC en Nuon en het waterleidingbedrijf. Daar ligt het vaak heel moeilijk. Met de Nuon hebben wij nu gelukkig een rechtstreekse lijn. Dat is een hele verbetering. Hoeveel cliënten worden doorverwezen? Iedereen waar wij contact mee hebben gaat eerst naar het bureau Quitte, dus al onze cliënten komen daar vandaan. Hoe zit het op het gebied van financiën? De projectmanager heeft de eindverantwoordelijkheid en legt verantwoording af aan een stuurgroep. De stuurgroep bestaat uit het Inkomensbeheer, de SMD en Humanitas Zaanstreek. Wij hebben in de groep ook een bestuurlijke vertegenwoordiger van de afdeling, dus de lijn tussen groep en bestuur is heel kort. De afdeling ontvangt de lidmaatschapsgelden en dat wordt dan procentueel verdeeld onder de werkgroepen. Voor elk gewerkt uur van een vrijwilliger ontvangen wij 30 cent van de gemeente.
Appendix Interview Thuisadministratie
54
Dat is de gemeentelijke subsidie. Wanneer wij zo’n 8000 tot 9000 uur draaien, dan kunnen wij het daarmee redden. Daarbij ontvangen wij giften in diverse vormen. En omdat we samenwerken met de SMD kunnen wij gebruik maken van hun locaties en voorzieningen. Hoeveel vrijwilligers zijn actief in dit project? Onze werkgroep bestaat nu uit 43 vrijwilligers en 6 coördinatoren. Het zijn 23 dames en 20 heren, met 6 verschillende culturele achtergronden. Daaronder zit een accountant, een verzekeringsdeskundige en deskundige op het gebied van incasso en debiteuren. Zo hebben wij mensen die heel breed inzetbaar zijn, van een eenvoudige administratie tot lastigere kwesties. We streven ernaar dat een coördinator niet meer dan acht vrijwilligers heeft. Vijf keer per jaar is er werkgroepoverleg waaronder twee maal met de vrijwilligers. Dan worden er ook sprekers uitgenodigd om een thema in te leiden. Zo is er een gerechtsdeurwaarder geweest en iemand van inkomensbeheer. Na zo`n bijeenkomst is er ook uitgebreide mogelijkheid tot reflectie. De coördinator is altijd aanspreekbaar en hij weet wie hij bereiken moet binnen of buiten de organisatie wanneer hij er zelf niet meer uitkomt. Twee keer per jaar is er een werkdag gericht op grensbewaking en communicatieve vaardigheden én op de zelfredzaamheid van de cliënt. Het voorbeeld wordt genoemd van een vader en zoon die na het overlijden van de vrouw hun huis uitgezet dreigden te worden. Ze waren geen van beiden ooit in staat geweest om voor zichzelf te zorgen of enige administratie te voeren en ze leefden in een ernstig vervuilde toestand. De vrijwilliger die er op gezet werd was het tegenbeeld van de cliënten. Toch bleek de leerervaring tweezijdig te zijn geweest. De vrijwilliger had tot dan toe nooit iets dergelijks meegemaakt en het had zijn ogen geopend. Hij leerde mensen te respecteren die geen van de kwaliteiten had die hij altijd belangrijk had gevonden. Daarbij zat de man nog in een gestagneerde rouw. Pas een jaar na haar overlijden kon hij pas erkennen dat zij er niet meer was. De contacten tussen vrijwilliger en coördinator worden steeds vaker schriftelijk (digitaal) vastgelegd. Over de kwaliteiten van de vrijwilliger: er wordt verwacht dat deze zich goed kan uitdrukken in woord en geschrift en daarbij moet hij natuurlijk in staat zijn zelf een normale thuisadministratie te voeren. Is dat aanwezig dan ‘schaven’ wij de kwaliteiten voldoende bij om ingezet te kunnen worden. Er zijn ook allochtone cliënten. We stellen dan wel de eis dat die of goed Nederlands spreken, of over een goede tolk beschikken. Helaas is het in de praktijk gebleken dat het onmogelijk is om Turkse of Marokkaanse vrijwilligers te werven. Dat heeft volgens Hans vooral te maken met de cultuur. Als je hulp nodig hebt levert dat binnen de eigen gemeenschap vaak zo`n stigma op, dat er weinig beroep op landgenoten wordt gedaan. Die melden zich dan ook niet gauw aan als vrijwilliger. Zaandam is dus zonder behoefteonderzoek begonnen omdat er een duidelijke hulpvraag was. Een tip die ik jullie wil geven is deze: zoek voor verdere informatie de maatschappelijke instellingen op die zich met deze materie bezighouden en leer van hun ervaringen. Hans Wilmer gaat nu als coördinator bij Humanitas stoppen na zich hier negen jaar voor te hebben ingezet. Dat betekent niet dat hij voor het vrijwilligerswerk verloren is. Er zijn nog veel mensen die hij als ‘gewoon’ vrijwilliger zal blijven bijstaan in het overzicht krijgen van hun administratie.
Appendix Interview Thuisadministratie
55