wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur; wo-master leraar voortgezet onderwijs 1e graad christendom en cultuur Universiteit van Tilburg juli 2007 NVAO
Nader deskundigenadvies
Inhoud 1 Samenvattende adviezen
3
2 Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel 2.2 Opbouw paneladvies
5 5 6
3a Beschrijving van de opleiding wo-bachelor religie in samenleving en cultuur 3.1a Algemeen 3.2a Profiel instelling 3.3a Profiel opleiding
7 7 7 7
4a Beoordeling per onderwerp 4.1a Doelstelling opleiding 4.2a Programma 4.3a Inzet personeel 4.4a Voorzieningen 4.5a Interne kwaliteitszorg
9 9 11 13 15 16 e
3b Beschrijving van de opleiding wo-master leraar voortgezet onderwijs 1 graad 3.1b Algemeen 3.2b Profiel instelling 3.3b Profiel opleiding
18 18 18 18
4b Beoordeling per onderwerp 4.1b Doelstelling opleiding 4.2b Programma
19 19 21
Overzicht advies
23
Bijlage 1: Programma site visit
24
Bijlage 2 Overzicht van bestudeerde documenten
26
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 2
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
1 Samenvattende adviezen Inleiding De aanvragen wo-bachelor religie, samenleving en cultuur (rsc) en de aanvraag wo-master e leraar voortgezet onderwijs 1 graad christendom en cultuur (ccl) zijn opnieuw ingediend. De aanpassingen die in rsc zijn aangebracht ten opzichte van de aanvraag die ten grondslag lag aan het visitatierapport godgeleerdheid van de QANU beschouwen de deskundigen grosso modo als een verbetering. De aanvraag ccl geeft meer duidelijkheid en overzicht over het geheel van de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs en over de onderlinge samenhang van de twee fasen waaruit de opleiding bestaat. RSC (#1492) De rsc is niet alleen veranderd van naam maar ook van karakter. Was de oude naam wobachelor religie en cultuur, nu heet de opleiding wo-bachelor religie in samenleving en cultuur. In het nieuwe voorstel is religiewetenschap meer dominant aanwezig dan theologie. Daarmee is de opleiding losser komen te staan van de katholieke geloofsleer en tradities. Doelstelling en uitwerking van de doelstelling in competenties en eindkwalificaties zijn eveneens veranderd. Zowel de uitwerking in competenties als het doorvoeren van de dominantie van religiewetenschap in het programma en personele voorzieningen zijn consistent uitgevoerd. Belangrijker voor de deskundigen was het totaalbeeld dat werd voorgesteld door de opleiding en de uitwerking daarvan in een gedetailleerd programma in de vorm van de studiegids en verhelderende bijlagen. De studiegids geeft een beeld van de inhoud en de bijbehorende werkvormen en toetsen. Het totaalbeeld van de opleiding werd tijdens een gesprek door de docenten duidelijk geschetst. Vooral de profilering van de opleiding kwam voor het voetlicht. De verandering naar een meer religiewetenschappelijk karakter van de opleiding stond de gesprekspartners helder voor ogen. De samenhang in de opleiding kon eveneens duidelijk worden aangegeven. De losmaking van de kerkelijke banden heeft door het wegvallen van een aantal typisch kerkelijke vakken ruimte geboden voor het invoeren van keuzeonderdelen en daardoor een combinatie mogelijk gemaakt tussen verplichte- en keuzeonderdelen. De zwakke punten die tijdens de QANU-visitatie naar voren kwamen zijn verbeterd. Zo wordt het kwaliteitshandboek nu daadwerkelijk gebruikt ter verbetering van de opleiding rsc. Het personeelsbestand is op basis van de veranderde inhoud van het curriculum bijgesteld. De deskundigen adviseren de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de opleiding wo-bachelor religie in samenleving en cultuur van de Universiteit van Tilburg. CCL (#1494) De wo-master leraar voortgezet onderwijs 1e graad christendom en cultuur (ccl) bestaat uit twee fasen. Fase 1 wordt gevormd door het vakinhoudelijke deel: de opleiding wo-master christendom en cultuur, fase 2 door de beroepsgeoriënteerde component: het masterprogramma van de universitaire lerarenopleiding. De doelstellingen van de opleiding zijn uitgewerkt in eindtermen en beroepskwalificaties die voor het domein specifiek zijn. De universitaire lerarenopleiding maakt werk van de
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 3
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
afstemming van de opleiding op de praktijk door gesprekken aan te gaan met Ons Middelbaar Beroepsonderwijs (OMO) en het hbo. Een verdere internationale verkenning achten de deskundigen gewenst ter verbetering van eindtermen en beroepskwalificaties. De opleiding is nauwelijks veranderd vergeleken met enkele jaren geleden. Daarom is het visitatierapport nog grotendeels actueel, zodat de deskundigen daarvan gebruik konden maken. De deskundigen waren vooral belangstellend naar de samenhang en de eenheid in het geheel van het programma. De samenhang wordt onder meer verkregen door afstemming van de fasen op elkaar, maar ook door het werken met clusters en door het geven van supervisie. De deskundigen adviseren de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de opleiding wo-master leraar voortgezet onderwijs 1e graad christendom en cultuur van de Universiteit van Tilburg.
Den Haag, juli 2007 Namens de deskundigen ter nadere beoordeling van de opleidingen wo-ba religie in samenleving en cultuur en de wo-ma leraar voortgezet onderwijs 1e graad christendom en cultuur van de Universiteit van Tilburg,
prof. dr. E. Schroten (voorzitter)
drs. K. van de Meent (secretaris)
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 4
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
2 Inleiding en verantwoording Het advies voor de opleiding wo-bachelor religie in samenleving en cultuur (rsc) en de opleiding wo-master leraar voortgezet onderwijs 1e graad christendom en cultuur (afgekort tot: christendom en cultuur met lerarenopleiding, (ccl), wordt samengebracht in één advies dat een aanvullend karakter heeft op het al eerder door de visitatiecommissie godgeleerdheid van de QANU een uitgebrachte advies over deze opleidingen. In de adviezen wordt vooral aandacht besteed aan de veranderingen en het besprokene tijdens de site-visit. De aanvraag voor de opleiding rsc (in 2006 nog wo-bachelor opleiding theologie, variant religie en cultuur) achtte de NVAO te summier om tot een besluit te kunnen komen. De aanvraag voor de opleiding ccl werd in het visitatierapport onderbouwd in twee gedeelten. Het eerste, vakinhoudelijke, deel bij de wo-master opleiding christendom en cultuur en het tweede, didactische en pedagogische, deel kon worden gevonden bij de universitaire lerarenopleidingen (unilo). De NVAO vond de aanvraag onvoldoende toegespitst op de ene opleiding ccl. mede omdat het onderwijskundige gedeelte van de aanvraag indertijd voor twee lerarenopleidingen gold. De aanvraag voor de wo-master leraar 1e graad zorg, ethiek en beleid is inmiddels ingetrokken. In dit advies wordt gesproken van “de deskundigen” om verwarring met de woorden panel (groep deskundigen ter beoordeling van een toets nieuwe opleiding) en commissie (groep deskundigen visitatiestelsel, dan wel vbi-‘s) te voorkomen. Die terminologie heeft daardoor een speciale betekenis verworven binnen de NVAO. Met de deskundigen worden aangeduid: prof. dr. E. Schroten, voorzitter, emeritus hoogleraar christelijke ethiek, Universiteit Utrecht; prof. dr. R. Vandenberghe, deskundige, emeritus hoogleraar onderwijskunde, Katholieke Universiteit Leuven; dr. J.G. Platvoet, deskundige, voorheen universitair hoofddocent vergelijkende godsdienstwetenschap, Universiteit Leiden. Als procescoördinator vanuit de NVAO trad op mevrouw mr. M. in ’t Veld en als extern secretaris drs. K van de Meent. 2.1 Werkwijze deskundigen Op 27 oktober 2006 heeft de Universiteit van Tilburg (UvT) een accreditatieaanvraag voor de opleiding wo-ba religie, samenleving en cultuur (rsc) en de opleiding wo-master leraar e voortgezet onderwijs 1 graad christendom en cultuur (ccl) ingediend. De aanvragen waren onderdeel van elf accreditatieaanvragen van theologische en religieus wetenschappelijke opleidingen van de UvT. Op 6 maart 2007 heeft, op verzoek van de NVAO de UvT meer informatie verstrekt over de opleidingen en kwam tot een “(her)accreditatieaanvraag” voor de opleidingen rsc en ccl. De (her)aanvragen gingen vergezeld van het visitatierapport godgeleerdheid van de QANU en de gevraagde informatie, waaronder de studiegidsen van de opleidingen en ter zake doende bijlagen. De NVAO heeft drie deskundigen, oud-leden van de visitatiecommissie godgeleerdheid van de QANU, gevraagd de NVAO te adviseren over de basiskwaliteit van de opleidingen. De deskundigen zijn op 12 juni 2007 op site-visit geweest bij de UvT. Het bezoek is in hoofdzaak digitaal voorbereid na een kort voorbereidend gesprek in het gebouw van de NVAO aan de Parkstraat op 8 mei 2007.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 5
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
Tijdens het bezoek aan de UvT hebben de deskundigen gesproken met vertegenwoordigers van het management en de docenten. Die gesprekken zijn voorbereid in een bijeenkomst die aan de gesprekken met het management en de docenten vooraf gingen, dus in de morgen van 12 juni 2007. Tijdens die zitting hebben de deskundigen ook de documentatie bekeken die op verzoek ter inzage klaargelegd was door de UvT, faculteit Geesteswetenschappen. Na de site-visit hebben de deskundigen nog enkele gegevens opgevraagd, onder meer over de personele bezetting van de opleiding en over de instroomgegevens. De oordeelsvorming vond direct na de site-visit plaats. Op grond van de oordeelsvorming en de nagezonden stukken heeft de secretaris een advies opgesteld dat voor commentaar aan de deskundigen is voorgelegd. Naar aanleiding van het commentaar is het definitieve advies geschreven. 2.2 Opbouw deskundigenadvies De adviezen zijn opgesteld aan de hand van het kader van de NVAO. De adviezen beginnen met een samenvatting. De verantwoording en de werkwijze worden in het hoofdstuk “inleiding en verantwoording” beschreven. De onderwerpen komen, voorzover van belang, in de beschrijving van de opleiding aan de orde. Een oordeel van de deskundigen wordt per onderwerp gegeven. Het programma van de site-visit en een overzicht van bestudeerde documenten is ondergebracht in de bijlagen.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 6
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
3a Beschrijving van de opleiding wo-bachelor religie in samenleving en cultuur 3.1a Algemeen Beschrijving van de opleiding wo-bachelor religie in samenleving en cultuur. Land Nederland Instelling Universiteit van Tilburg Opleiding Religie in samenleving en cultuur Niveau bachelor Oriëntatie wo Graad bachelor of arts Locatie Tilburg en Utrecht Variant voltijd
3.2a Profiel instelling De doelstellingen van de Theologische Faculteit Tilburg (TFT) werden in het visitatierapport als volgt omschreven: 1. Het bevorderen van hoger onderwijs en wetenschap in de godgeleerdheid op roomskatholieke grondslag, mede ten dienste van de ambtsopleiding. 2. Het aanbieden van een brede wetenschappelijk-theologische vorming, die zodanig is opgezet dat de student kan worden toegelaten tot het ambt, tot pastorale functies, tot de functie van eerstegraadsdocent godsdienst/levens beschouwing, en tot het aio-schap. 3. Het aanbieden van wetenschappelijk-theologisch onderwijs met het oog op beroepen in diverse maatschappelijke sectoren, zoals het onderwijs, de gezondheidszorg, overheidsorganisaties, culturele instellingen. 4. Het aanbieden van wetenschappelijk-theologisch onderwijs dat voldoet aan nationale en internationale academische maatstaven (onder andere Sapientia Christiana). 5. Het bijdragen aan de oecumenische dialoog tussen christelijke confessies. 6. Het bijdragen aan de interreligieuze dialoog door het bestuderen van niet-christelijke en seculiere zingevingssystemen. Inmiddels is de opleiding wo-bachelor religie in cultuur en samenleving ondergebracht bij de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg. In de faculteit Geesteswetenschappen zijn alle niet-canonieke opleidingen van de UvT en de Katholieke Universiteit Utrecht (KTU) samengevoegd. De canonieke opleidingen vallen sindsdien onder de Faculteit Katholieke Theologie van de UvT. Overwegingen van macrodoelmatigheid en het scheppen van duidelijkheid hebben tot de veranderingen binnen de instellingen en de vernieuwing van de opleiding geleid.
3.3a Profiel opleiding Als vermeld is de opleiding wo-bachelor religie in cultuur en samenleving ondergebracht bij de faculteit Geesteswetenschappen. De doelstellingen van de opleiding zijn, rekening houdend met bepaalde accenten, in het profiel op een aangepaste wijze geformuleerd ten opzichte van de doelstellingen van de opleiding wo-bachelor theologie, variant religie en cultuur, en worden beschreven in hoofdstuk 4 Nieuwe opleiding voor Nederland De opleiding is niet nieuw voor Nederland.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 7
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
Nieuwe opleiding voor de instelling De opleiding wo-bachelor religie in cultuur en samenleving is “hernieuwd” door de instelling en wordt gegeven als een zelfstandige opleiding. In het visitatierapport godgeleerdheid is de opleiding beschreven als een van de vijf varianten van de wo-bachelor opleiding theologie. Enerzijds is het verschil tussen de canonieke variant van de opleiding theologie en de nietcanonieke variant religie en cultuur betrekkelijk beperkt, bijvoorbeeld als het gaat om de omvang. Anderzijds is het verschil wel van wezenlijk belang voor de beeldvorming over de opleiding in de werving van studenten. De verschillen betreffen de oriëntatie van de opleiding en de beroepsmogelijkheden. Door de geringe wijzigingen in het curriculum acht de UvT het gerechtvaardigd zich te baseren op het accreditatierapport godgeleerdheid van de QANU en acht het daarmee verkieslijker niet te spreken over een nieuwe opleiding. In de accreditatieaanvraag van 27 oktober 2006 stond de opleiding echter wel vermeld als “nieuw”, weliswaar met een croho-registratie: 56109b. Studieomvang De omvang van de studie bedraagt 180 studiepunten.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 8
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
4a Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetsen de deskundigen de aanvraag aan de hand van vijf onderwerpen uit het toetsingskader met als achtergrond de omschrijving van de facetten. Daarna volgen eveneens per onderwerp, zo mogelijk dan wel noodzakelijk, een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, de overwegingen en het oordeel van het panel. 4.1a Doelstellingen opleiding Bevindingen Uit de doelstellingen van de TFT volgden als eindtermen van de bacheloropleiding theologie: 1. De student verwerft kennis van en inzicht in de opbouw en betekenis van de Bijbel; kennis van en inzicht in de wording van het christelijk geloof en in de ontwikkeling daarvan in de loop van de geschiedenis van kerk en theologie. 2. De student verwerft kennis van en inzicht in de ontwikkeling, de samenhang en de rationele verantwoording van de christelijke traditie, zoals die onder de leiding van het leergezag ontvouwd en doorgegeven is en wordt in de leer en het leven van de roomskatholieke kerk, met bijzondere aandacht voor de verantwoording en interpretatie van de leerstellige aspecten, ethische oriëntaties en de pluriforme vormgeving van het leven van de rooms-katholieke kerkgemeenschap. 3. De student verwerft kennis van en inzicht in de communicatie van het christelijk geloof op het terrein van het pastoraat, de liturgie, de catechese, de kerkopbouw, en de diaconie, alsmede de vaardigheden om deze communicatie vorm te geven. 4. De student verwerft kennis van en inzicht in de huidige samenleving en cultuur, de verschillende denkwijzen en godsdienstige en niet-godsdienstige zingevingssystemen, waarbinnen de christelijke traditie functioneert. De doelstellingen van de opleiding wo-bachelor religie in samenleving en cultuur verschillen van de bovenomschreven opleiding theologie doordat meer aandacht in de doelstellingen wordt besteed aan religie als culturele praktijk in de contemporaine Westerse wereld en de Nederlandse samenleving in het bijzonder. Ook wordt het inzicht in als gezagsvol beschouwde bronnen (als bijbel en koran) en hun interpretaties, en de daaraan ontsproten tradities als doel omschreven en niet meer uitsluitend de christelijke tradities. Vandaar ook dat initiële kennis van en inzicht in de historische achtergronden van religies in de doelstellingen zijn verwoord. Theologie / godsdienst staat niet meer centraal in de doelstellingen, maar religiewetenschap. Overwegingen De deskundigen hebben zich uitgebreid laten informeren over de verschillen tussen de variant van de opleiding theologie en deze vernieuwde opleiding wo-bachelor religie in samenleving en cultuur. De veranderingen bleken minder radicaal dan op grond van de veranderde doelstellingen mocht worden verondersteld. Veel van de cursussen uit het oude curriculum komen onder een ander blok en eventueel onder een andere noemer terug bij de nieuwe opleiding. Twee voorbeelden: wat bij de variant Indiase zingevingssystemen heette, wordt als Bronnen met gezag: islam, hindoeïsme en boeddhisme, Indiase zingevingssystemen benoemd; Liturgische muziek is gewijzigd tot Rituelen en artes. Van een radicale verandering is ook geen sprake wat betreft de opstelling naar theologie en christendom. Een belangrijke doelstelling van de vernieuwde bachelor is de bevordering van de wisselwerking tussen de religiewetenschappelijke benaderingswijzen en de
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 9
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
benaderingswijzen die in de theologie gangbaar zijn. Op deze wijze wordt de eigenstandigheid van enerzijds een religieuze conceptualisering en anderzijds een theologische conceptualisering in het licht gesteld. In de oude bachelor was de theologische benadering dominant, in de nieuwe de religiewetenschappelijke benadering. De druk van de kerkelijke vereisten is verdwenen en mede daarom zijn de praktisch theologische cursussen en een cursus kerkelijk recht niet meer in het curriculum opgenomen. Keuzecursussen met een omvang van 36 studiepunten zijn ervoor in de plaats gekomen. De accentverschuiving van theologie naar religiewetenschap heeft wel enige spanning en moeite opgeleverd, maar heeft voor de docenten ook de inspiratie geleverd om tot een goede uitwerking te komen. De belangstelling voor de bachelor rsc is redelijk zoals blijkt uit de op aanvraag verstrekte instroomgegevens. De eindtermen van de wo-bachelor rsc, beschreven in termen van houding, vaardigheid, domeinspecifieke kennis en kennis van methodologie en disciplines blijven van hetzelfde academisch niveau en gericht op het verwerven van dezelfde wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden en methoden als bij de opleiding theologie. Het beschikken over voldoende kennis van het Hebreeuws is vervangen door het beschikken over mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid in Nederlands en Engels. De eindtermen zijn qua wetenschappelijk gehalte gelijk aan de kwalificaties die verbonden zijn aan de opleiding theologie. De opleiding rsc biedt onder meer beroepsperspectieven binnen de mediawereld, de zorgsector en het openbaar bestuur, maar biedt allereerst de mogelijkheid door te stromen naar verwante masteropleidingen als, onder meer, de master christendom en cultuur. Samenvattend oordeel onderwerp Doelstellingen opleiding De deskundigen beoordelen het onderwerp doelstellingen als voldoende.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 10
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
4.2a Programma Bevindingen en overwegingen De contemporaine cultuur is uitgangspunt voor de geboden opleiding. Door de vergelijking van de opleiding met die van de universiteiten van Amsterdam, Vrije Universiteit en Groningen is een vernieuwde opleiding ontstaan die de positief gewaardeerde elementen van de andere opleidingen in de eigen versie heeft opgenomen. In de Angelsaksische en Scandinavische landen heeft de faculteit vergelijkingsmateriaal gevonden dat wordt gebruikt voor de mens- en maatschappijvakken. Reflectie op de cultuur en de eigen beleving acht de opleiding van belang om de studie te kunnen volgen. Daarom besteedt de opleiding daar relatief veel aandacht aan door het bieden van supervisie en het leveren van kritiek op mediamateriaal (bijvoorbeeld een krantenartikel) en het vormen van de eigen mening op dagelijkse religieuze cultuuruitingen. De criteria zijn voor deze onderdelen vastgelegd en worden door de docenten op dezelfde wijze gebruikt. De fusie van de Universiteit van Tilburg met de Katholieke Universiteit Utrecht bracht met zich mee dat bij de opzet van de opleiding gekeken kon worden naar de best-practice-cases van beide opleidingen. Door intensief overleg is bewustwording van de verschillen opgetreden en daarna is een proces van integratie en differentiatie op gang gekomen die de opleiding ten goede is gekomen De sociologische component komt in de opleiding slechts in redelijke mate aan de orde als afzonderlijk onderdeel. Maar bij onder meer vrouwenstudies en religiewetenschappelijk atelier staan samenlevingssituaties centraal die in een bredere context zeker ook sociologisch genoemd kunnen worden. De samenhang in het programma wordt verkregen door de profilering van religiewetenschappelijke elementen en door het aanbieden van majores naast het bieden van individuele keuzes. Het studieonderdeel religiewetenschappelijk atelier bijvoorbeeld biedt samenhang door een brede verkenning in de stad (Tilburg) van religieuze verschijnselen, direct waarneembaar dan wel religieus beleefd. Een breed scala aan wetenschappelijke en reflectieve mogelijkheden worden in samenhang met elkaar benut tijdens de uitwerking van de bevindingen in werkplaatsverband. Voorbeelden daarvan zijn: het schrijven van verslagen, het voeren van discussies en het uitvoeren van overige schriftelijke en mondelinge opdrachten. De instroom van de bachelor rsc bestond volgens de studentenadministratie van de UvT in 2006-2007 uit18 studenten en kende geen uitvallers over dat studiejaar. Het aantal vooraanmeldingen 2007-2008 bedraagt 4 studenten. Het curriculum voor de bachelor rsc is in het voorjaar van 2006 vastgesteld, ten behoeve van de start in september 2006. De periode waarin de wervingscampagne werd gevoerd voor de instroom in september 2006, was hierdoor kort. Het aantal vooraanmeldingen voor collegejaar 2007-2008 is op dit moment nog laag. Ervaringsgegeven op de UvT is dat aankomende studenten zich voor opleidingen geesteswetenschappen steeds later inschrijven. Specifiek voor de bacheloropleiding rsc van de UvT is dat aankomende studenten moeite hebben om de opleiding in de documentatie
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 11
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
van de IB Groep te vinden. Op dit moment is het zo dat rsc formeel gepositioneerd is als opleidingsvariant binnen de bachelor theologie. Verwacht wordt dat het aantal vooraanmeldingen zal toenemen als gevolg van een gerichtere informatieverstrekking aan belangstellende instromers. De vooropleidingen voor de bachelor rsc zijn: Instroom 2006-2007: VWO 8; HBO 5; HBO-propedeuse 3; HBS-B 1; Colloquium Doctum 1. Vooraanmeldingen 2007-2008: VWO 1; HBO-propedeuse 2; ministeriële beschikking 1. Ook heeft de opleiding streefdoelen geformuleerd. Voor de instroom rsc loopt het aantal op van 20 studenten in 2007 tot 40 studenten in 2009. Het aantal dat de opleiding zal afronden wordt gesteld op 10 studenten in 2009 en 17 in 2010. De instroomgegevens achten de deskundigen niet uit macrodoelmatigheidsoverwegingen van belang, wel uit het oogpunt van domeinspecificiteit en daarmee afstemming van de opleiding op een / de vraag van het / een beroepsveld. De deskundigen waarderen de gegevens positief en vertrouwen op een duidelijke profilering en positionering van de opleiding rsc naast de opleiding theologie.
Samenvattend oordeel onderwerp Programma De deskundigen beoordelen het onderwerp programma als voldoende.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 12
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
4.3a Inzet personeel Bevindingen en overwegingen Het formatiebeleid van rsc is met de opleiding mee veranderd. Nieuwe mensen zijn benoemd dan wel zullen benoemd worden. De organisatorische veranderingen binnen de universiteit, de vorming van twee faculteiten, een katholieke en een geesteswetenschappelijke, boden de mogelijkheden om contemporaine wetenschappelijke inzichten en eigentijdse cultuur ook in personeel opzicht te realiseren. Onderstaande personeelscapaciteit wordt ingezet in de bachelor religie in samenleving en cultuur. In de personeelsformatie voor de master leraar 1e graads VO christendom en cultuur zijn geen grote wijzigingen opgetreden en worden ook niet voorzien. Hoogleraar antropologie van de religie (0,2 fte) prof. dr. W.E.A. van Beek
benoeming met ingang van 1 januari 2007
Hoogleraar theologie van religie (1 fte) vacature
beoogde aanstelingsdatum: 1 augustus 2007; medio juni 2007 is een voordracht voor benoeming gedaan bij het College van Bestuur
Hoogleraar cultuurgeschiedenis van het christendom (1 fte) vacature
beoogde aanstelingsdatum: 1 januari 2008; momenteel in de fase van werving en selectie van kandidaten
UD fenomenologie van de godsdiensten (1 fte) dr. A. Nugteren
met ingang van 1 januari 2007 uitbreiding van de aanstelling van 0,5 fte naar 1 fte
UD fenomenologie van de godsdiensten (1 fte) dr. J.M.M.G.F. Van Wiele
met ingang van 1 september 2007 uitbreiding van de aanstelling van 0,5 fte naar 1 fte
UD islamologie (0,5 fte) vacature
Alle docenten zijn gepromoveerd dan wel werken in de functie van promovendus bij de opleidingen. Aan de onderwijskundige deskundigheid van de docenten wordt aandacht besteed. Het organiseren van onderwijsdagen is daar een voorbeeld van. Over de student-docentratio van rsc kan op dit moment niet meer dan een schatting worden gegeven, gebaseerd op een verwachte instroom en uitstroom van studenten. Het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen heeft in juni 2007 een voorgenomen besluit genomen tot vaststelling van normen. De parameters die relevant zijn voor de berekening van de student-docentratio zijn de normen voor het verzorgen van cursussen op jaarbasis en het verzorgen van de begeleiding van een bachelorthesis: 30 uur. Zodra alle cursussen van de drie curriculumjaren van de bachelor rsc aangeboden worden, is voor het verzorgen van de cursussen 2,45 fte benodigd. De docenten voor de keuzevakken worden betrokken uit andere opleidingen/specialisaties en leiden niet tot een hogere onderwijslast. In een stabiele situatie waarin jaarlijks 30 studenten afstuderen, bedraagt de voor thesisbegeleiding benodigde onderwijsformatie 900 uur, oftewel 0,56 fte. In deze situatie, wanneer er jaarlijks 40 studenten zouden instromen en 30 studenten zouden uitstromen, bedraagt de normatieve student-docentratio ruim 3 fte per cohort van 40 studenten en per academisch jaar van 110 studenten.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 13
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
Samenvattend oordeel onderwerp Inzet personeel De deskundigen beoordelen het onderwerp inzet personeel als voldoende.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 14
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
4.4a Voorzieningen Bevindingen en overwegingen De UvT vervult naar eigen zeggen een pioniersrol op het terrein van het toepassen van informatie- en communicatietechnologie. Het gebruik van blackboard vindt brede toepassing en is sinds de visitatie sterk verbeterd. De deskundigen hebben geen reden aan te nemen dat de bevindingen van de visitatiecommissie niet hebben geleid tot verbeteringen. Samenvattend oordeel onderwerp Voorzieningen De deskundigen beoordelen het onderwerp voorzieningen als voldoende.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 15
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
4.5a Interne kwaliteitszorg Bevindingen en overwegingen Het kwaliteitshandboek dat gebruikt wordt door de UvT lag ter inzage. De lijn van het centrale niveau naar de faculteiten is door de kleinschaligheid van de UvT kort en daarom wordt het handboek daadwerkelijk gebruikt als leidraad bij het invoeren en handhaven van de kwaliteit. Naast de gegevens van de onderwijsmonitor, worden terugkomdagen voor afgestudeerden georganiseerd en zijn focusgesprekken met veldwerkers gebruikelijk om tot kwaliteitsverbeteringen te komen. Specifiek twee functionarissen zijn belast met de coördinatie en uitvoering van de onderwijskwaliteitszorg onder verantwoordelijkheid van de manager van het onderwijsinstituut. De uitvoering van de kwaliteitszorgprocedures is in handen van een beleidsmedewerker onderwijs. De opleiding en werkervaring van de manager van het onderwijsinstituut liggen op het terrein van het onderwijsbeleid en het management in universitaire organisaties. Voor de bewaking van de kwaliteit van curriculumonderdelen geldt het systeem van cursusevaluaties als belangrijkste instrument. De cursussen van bachelor en master worden periodiek geëvalueerd middels een elektronische vragenlijst. Nieuwe cursussen worden altijd geëvalueerd. Tevens wordt een afrondend oordeel over de cursus als geheel gegeven. De opzet van het instrument van de cursusevaluaties maakt het met name geschikt voor een knelpuntenanalyse ten behoeve van de bewaking van de onderwijskwaliteit. Voor een 'bench mark' en het formuleren van verdergaande streefwaardes, worden momenteel in UvTverband onder auspiciën van de Stuurgroep Planning en Controle kengetallen gedefinieerd op basis van cursusevaluaties. De UvT hanteert een driejaarlijkse kwaliteitszorgcyclus: eens per zes jaar vindt de externe visitatie plaats, en drie jaar na een externe visitatie vindt een per opleiding georganiseerde midterm review plaats. De midterm review is gericht op kwaliteitsverbetering. Zij heeft tot doel de kwaliteit van de opleiding vast te stellen met het oog op het aangeven van verbetermogelijkheden. De beoordeling "voldoende" is binnen de UvT geen acceptabel ambitieniveau. De UvT / opleiding streeft er in de midterm review naar om het oordeel "goed" te verwerven, en mogelijk "excellent". De deskundigen vinden het streven van de UvT lofwaardig en vertrouwen op een juiste toepassing van de richtlijnen.
Samenvattend oordeel onderwerp Interne kwaliteitszorg De deskundigen beoordelen het onderwerp interne kwaliteitszorg als voldoende.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 16
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
Overzicht advies Het panel heeft gesteld dat het voor de facetten en onderwerpen die niet beschreven zijn, het rapport "godgeleerdheid" geldt. De deskundigen beoordelen alle onderwerpen met een voldoende (V)
V = voldoende O = onvoldoende
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 17
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
e
3b Beschrijving van de opleiding wo-master leraar voortgezet onderwijs 1 graad christendom en cultuur. 3.1b Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Graad Locatie Variant
Nederland Universiteit van Tilburg e leraar voortgezet onderwijs 1 graad christendom en cultuur master wo master of arts Tilburg en Utrecht voltijd en deeltijd
3.2b Profiel instelling De doelstellingen van de Theologische Faculteit Tilburg (TFT) werden in het visitatierapport als volgt omschreven: 1. Het bevorderen van hoger onderwijs en wetenschap in de godgeleerdheid op roomskatholieke grondslag, mede ten dienste van de ambtsopleiding. 2. Het aanbieden van een brede wetenschappelijk-theologische vorming, die zodanig is opgezet dat de student kan worden toegelaten tot het ambt, tot pastorale functies, tot de functie van eerstegraadsdocent godsdienst/levens beschouwing, en tot het aio-schap. 3. Het aanbieden van wetenschappelijk-theologisch onderwijs met het oog op beroepen in diverse maatschappelijke sectoren, zoals het onderwijs, de gezondheidszorg, overheidsorganisaties, culturele instellingen. 4. Het aanbieden van wetenschappelijk-theologisch onderwijs dat voldoet aan nationale en internationale academische maatstaven (onder andere Sapientia Christiana). 5. Het bijdragen aan de oecumenische dialoog tussen christelijke confessies. 6. Het bijdragen aan de interreligieuze dialoog door het bestuderen van niet-christelijke en seculiere zingevingssystemen.
3.3b Profiel opleiding e
De 1 graads lerarenopleiding is ontstaan uit de wo-masteropleiding christendom en cultuur (fase 1) en de universitaire lerarenopleiding (fase 2). Nieuwe opleiding voor Nederland De opleiding is niet nieuw voor Nederland. Nieuwe opleiding voor de instelling De opleiding ccl is niet nieuw voor de instelling. Onder het croho-nummer 60403 wordt de opleiding al gegeven. De opleiding heeft uitsluitend op verzoek van de NVAO de opleidingsspecifieke informatie herschreven. Studieomvang
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 18
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
De omvang van de studie bedraagt 120 ECTS verdeeld over de twee fasen van ieder 60 ECTS.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 19
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
4b Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetsen de deskundigen de aanvraag op de onderwerpen doelstellingen en programma uit het toetsingskader met als achtergrond de omschrijving van de bijbehorende facetten. Daarna volgen per onderwerp, zo mogelijk dan wel noodzakelijk, een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel.
4.1b Doelstellingen opleiding Bevindingen Uit de doelstellingen van de TFT volgden in het vistatierapport doelstellingen voor de masteropleiding christendom en cultuur: 1. De student verwerft kennis van en inzicht in de actuele theologische en wijsgerige theorievorming over de relatie tussen de christelijke geloofsbeleving en een aantal hedendaagse cultuuruitingen, met een speciale aandacht voor de kunsten. 2. De student verwerft kennis van en inzicht in de uiteenlopende wijzen waarop de theologische en wijsgerige reflectie op geloof en geloofsverantwoording onder invloed van actuele cultuurontwikkelingen in de moderne westerse samenleving wordt verwoord en uitgebeeld. 3. De student verwerft de vaardigheid om actuele tekstuele en materiële cultuuruitingen in verband te brengen met de theologische en wijsgerige reflectie over God en mens, onder andere op het punt van de genderspecifieke dimensies van die reflectie. 4. De student raakt vertrouwd met de benaderingswijzen die behoren bij de deelnemende disciplines. Aan doelstellingen voor de universitaire lerarenopleiding worden in het visitatierapport genoemd: 1. de student verwerft kennis van en inzicht in de godsdienstpedagogiek en de godsdienstdidactiek ten behoeve van een gekwalificeerde uitoefening van de functie van leraar godsdienst/levensbeschouwing op eerstegraads niveau; 2. de student verwerft algemeen-didactische en vakdidactische vaardigheden ten behoeve van de organisatie en uitvoering van onderwijs omtrent ethische en levensbeschouwelijke vraagstukken; 3. de student verwerft communicatieve en begeleidingsvaardigheden, liggend op het terrein van de ethische en levensbeschouwelijke communicatie met jongeren en jongvolwassenen, ten behoeve van de uitoefening van genoemd leraarsvak; 4. de student verwerft een reflectieve onderzoekshouding op basis van een gesuperviseerde onderwijsstage, zodanig dat hij of zij als docent in staat is om zijn of haar professionaliteit zelfstandig uit te bouwen en te verdiepen. De ccl leidt op voor beroepen waarbij de wisselwerking tussen christendom en de actuele cultuur centraal staat. Hierbij valt primair te denken aan onderwijs, maar ook aan vormingswerk en educatieve en adviserende functies in de mediawereld en de kunstensector.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 20
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
De eindtermen van deze wo-master, beschreven in termen van kennis, houding, vaardigheid, domeinspecifieke kennis en kennis van methodologie en disciplines zijn van hetzelfde academisch niveau als de andere masteropleidingen van de faculteit geesteswetenschappen van de UvT. De opleiding is academisch vormend en onderzoek-gerelateerd. De eindkwalificaties van de opleiding stemmen overeen met de Dublindescriptoren. Overwegingen De deskundigen zijn uitgebreid ingegaan op de verbinding van de doelstellingen van de twee opleidingsjaren. Zij constateren in fase 1 geen discrepantie tussen de theologische en godsdienstwetenschappelijke kaders waarbinnen de opleiding zich beweegt vanwege de centrale rol die hermeneutiek in de opleiding heeft. Om de aansluiting van de domeinspecifieke eisen van de opleiding van toekomstige leraren beter op de praktijk van het (middelbaar) onderwijs af te stemmen heeft de opleiding ccl met name met Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) gesprekken gestart over die domeinspeciefieke eisen. De deskundigen constateren dat de eindtermen van voldoende academisch niveau zijn, maar dat afstemming van de eindkwalificaties op internationale wetenschapsbeoefening vooralsnog ontbreekt. De deskundigen zijn van mening dat internationale contacten de eindtermen kunnen verhelderen. De deskundigen hebben kennis genomen van de omschrijving die de opleiding opstelde op grond van de descriptoren en de omschrijving van het studiegebied en achten die in orde. De eigen opgelegde beperking van het studiedomein houdt de omvang beheersbaar. Samenvattend oordeel onderwerp Doelstellingen opleiding De deskundigen beoordelen het onderwerp doelstellingen als voldoende.
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 21
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
4.2b Programma Bevindingen Het programma werd al beschreven in het eerder genoemde visitatierapport. De hermeneutische insteek als onderwijsprincipe van de opleiding levert voor het totaal het belangrijkste gegeven op voor de samenhang tussen de beide fasen. Verder is er in fase 1 een sterke samenhang tussen het onderwijs en het facultaire onderzoek. In het bijzonder via het deelprogramma begrip en betekenis van religiositeit en religie in de laatmoderne cultuur waarin de leerstoelgroepen / secties dogmatiek, wijsbegeerte en vrouwenstudies theologie participeren. Een ander aspect waaruit de samenhang tussen onderzoek en onderwijs blijkt, is dat inhouden en methoden uit recente wetenschappelijke publicaties veelvuldig functioneren in de collegereeksen. De samenhang in fase 2 wordt vooral bereikt door het specialistische karakter van dat studiejaar. De eenjarige master christendom en cultuur (eerste fase van ccl) is in september 2005 van start gegaan met een cohort van 8 studenten, voor een deel overstappers uit de voormalige doctoraalopleiding theologie. De instroom 2006-2007 naar de master ccl (tweede fase) bedraagt 7 studenten. Deze instroom (naar de universitaire lerarenopleiding) is uitsluitend afkomstig uit de masteropleiding theologie, niet uit de master christendom en cultuur. Op dit moment heeft nog geen enkele student de eenjarige master cultuur en christendom afgerond. Een instroom naar de 2e fase ccl vanuit de master christendom en cultuur is daarom nog niet mogelijk. Evenmin zijn er daarom vooraanmeldingen voor 2007-2008. Bij afronding van de opleiding master christendom en cultuur zal de student de inschrijving in de eenjarige opleiding pas kunnen omzetten naar een inschrijving in de tweejarige opleiding. Vanuit de bachelor rsc wordt een instroom naar de master ccl verwacht van 5 studenten per jaar vanaf 2007. Die instroom levert een geschatte uitstroom op vanuit de lerarenopleiding van 3 afgestudeerden vanaf 2008-2009.
Overwegingen De samenvoeging van de delen uit het visitatierapport tot een geheel heeft de deskundigen meer helderheid verschaft. De interesse van de deskundigen ging vooral uit naar het geheel van de opleiding ccl en daarmee naar de samenhang tussen de beide fasen. De deskundigen vinden de opzet van het programma helder. De groei naar zelfstandig leren krijgt vorm in de afnemende en andersoortige begeleiding van studenten. Zowel de scriptiebegeleiding als de scriptiebeoordeling zijn verbeterd ten opzichte van de QANUvisitatie, evenals de archivering van data. De incorporatie van de opleiding in de UvT achten de deskundigen eveneens een verbetering. Meer verband is aangebracht tussen inhoud, werkvormen en toetsen. De relatie tussen de doelstellingen en de eindkwalificaties voldoen weliswaar maar de afstemming van de eindtermen naar de inhouden behoeft aandacht. Ook dient het hermeneutische didactisch concept verder uitgewerkt te worden. Vooral omdat de opleiding
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 22
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
dit principe van groot belang acht voor het bereiken van de doelstellingen, de eindkwalificaties en de relatie daartussen. De deskundigen waarderen het dat gewerkt wordt met een eigen opleidingscommissie die de specifieke eisen van de opleiding ccl bewaakt. De verbinding tussen de delen dient producten procesmatig verder ontwikkeld te worden, maar de eindkwalificaties zijn voldoende om te starten als leraar, zij het met behulp van een mentor. De deskundigen vinden de begeleiding door een mentor voorwaarde om als leraar te kunnen starten. De uitbouw van internationale contacten kan de verdere professionalisering bevorderen. De deskundigen waarderen eveneens de wijze waarop in fase 2 het beroepsoriënterende component van de master is opgezet rond vier clusters: theoretische fundering en reflectie; vakdidactische practica; stage en supervisie; en afsluitende verdiepingsopdracht. Ook waarderen zij de ruime aandacht die begeleiding en supervisie krijgen in het beroepsoriënterende jaar. De stage met een omvang van 18 studiepunten en de begeleiding bieden een goede voorbereiding op het leraarschap. De samenhang tussen de beide fasen van de studie wordt verkregen door in fase 1, de vakinhoudelijke component van de opleiding ccl, aandacht te besteden aan de aspecten die in fase 2 uitgebreider en diepgaander terugkomen. Voorwaarde voor het volgen van fase 2 is dan ook dat naast een verwant wo-bachelordiploma altijd fase 1 nagenoeg afgerond moet zijn. Het is de deskundigen niet geheel duidelijk geworden hoe de opleiding ccl omgaat met de verschillende groepen die de universitaire lerarenopleiding instromen vanuit de opleiding theologie en die vanuit de opleiding christendom en cultuur en de goede integratie daarvan gedurende de tweede fase. Voor de groep afkomstig uit de master christendom en cultuur geldt voldoende samenhang in het geboden programma, zo stellen de deskundigen vast. Door: de beschreven samenhang tussen de beide fasen; de intensieve begeleiding, onder meer door middel van supervisie; het veronderstellen van een mentorschap bij het voortgezet onderwijs; de voortgaande verzelfstandiging van de student / beginnend beroepsbeoefenaar; en de contacten met het voortgezet en hoger onderwijs; achten de deskundigen het verantwoord te spreken van voldoende basiskwaliteit voor het totaal van de samenhang van opleiding ccl. Het programma vormt een adequate concretisering van de eindkwalificaties en stelt de student in staat die te bereiken. De instroom uit de master christendom en cultuur naar de ccl is nog onduidelijk, maar de verwachtingen stemmen de deskundigen niet erg positief. Samenvattend oordeel onderwerp Programma De deskundigen beoordelen het onderwerp ‘Programma’ als voldoende
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 23
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
Overzicht advies Het panel heeft gesteld dat het voor de facetten en onderwerpen die niet beschreven zijn, het rapport "godgeleerdheid" geldt.
De deskundigen beoordelen alle onderwerpen met een voldoende (V)
V = voldoende O = onvoldoende
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 24
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
Bijlage 1: Programma site visit De deskundigen hebben een bezoek gebracht aan de locatie op 12 juni 2007 voor een nader advies van de opleidingen wo-ba religie in samenleving en cultuur (rsc) en de opleiding woma leraar voortgezet onderwijs 1e graad christendom en cultuur (ccl) van de Universiteit van Tilburg. Locatie: Dante gebouw zaal DZ8 Programma: 10.00-12.30
Vooroverleg panel
12.30-13.00
Besloten lunch panel
13.00-14.00
Gesprek management opleidingen
Gesprekspartners: o o o o
o
Dr. Hans van Driel (vice-decaan onderwijs Faculteit Geesteswetenschappen) Prof. dr. Wim Weren (departementsvoorzitter Religiewetenschappen en Theologie) Dr. Jan Jans (opleidingsdirecteur Religiewetenschappen en Theologie) Dr. Henk Witte (voormalig coördinator Bachelor Religie in Samenleving en Cultuur; huidig vice-decaan onderwijs Faculteit Katholieke Theologie alwaar de Bachelor en Master Theologie zijn ondergebracht) Drs. Olga Zweekhorst (manager Onderwijsinstituut / adjunct-directeur Faculteit Geesteswetenschappen)
14.15-15.15
Gesprek met docenten opleidingen
Gesprekspartners: o o o o o o o
Dr. Dick Akerboom Prof. dr. Herman Beck Prof. dr. Wouter van Beek Dr. Annelies van Heyst Dr. Tineke Nugteren (onder voorbehoud) Dr. Leo van der Tuin Prof. dr. Frans Vosman
15.15-16.30
Besloten overleg panel
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 25
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
Bijlage 2: Overzicht van bestudeerde documenten Documenten beschikbaar gesteld tijdens het locatiebezoek: Formatieoverzicht Departement Religiewetenschappen en Theologie van de Faculteit Geesteswetenschappen d.d. 1 juni 2007 [1] Bacheloropleiding Religie in Samenleving en Cultuur; startdocument d.d. 30 januari 2006 Bacheloropleiding Religie in Samenleving en Cultuur; aanzet tot opleidingsrapport conform QANU-kaders; concept d.d. 5 juni 2006 Cursusbeschrijvingen bachelor Religie in Samenleving en Cultuur jaar 1 en jaar 2 in collegejaar 2007-2008 en van de cursussen van jaar 3 (deze zullen voor het eerst in collegejaar 2008-2009 worden aangeboden); concept d.d. 1 juni 2007 Cursusbeschrijvingen master Leraar 1e graads VO Christendom en Cultuur collegejaar 2006-2007; vastgesteld 1 augustus 2006 Gids Universitaire Lerarenopleiding Godsdienst / Levensbeschouwing (jaar 2 van master Leraar 1e graads VO Christendom en Cultuur); mei 2007 Onderwijs- en Examenreglement bacheloropleidingen Faculteit Geesteswetenschappen; algemeen format; concept t.b.v. Faculteitsraad van 14 juni 2007 Onderwijs- en Examenreglement masteropleidingen Faculteit Geesteswetenschappen; algemeen format; concept t.b.v. Faculteitsraad van 14 juni 2007 Beoordelingsreglement bachelor-/master-thesis Faculteit Geesteswetenschappen met ingang van september 2007; concept t.b.v. de Opleidingscommissies d.d. 31 mei 2007 Beschrijving van de UvT Stuurkaart Onderwijs. Taakomschrijving en werkplannen 2005, 2006 en 2007 van de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs UvT Eindrapport project Ontwikkeling van een systeem van interne kwaliteitszorg onderwijs op opleidingsniveau Rapport verschenen onder auspiciën van de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs UvT; juni 2005 Mid-term review onderwijs / Mid-term review of education Rapport verschenen onder auspiciën van de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs UvT; 2006 Rapportage Projectgroep Afstudeerbegeleiding. Rapport verschenen onder auspiciën van de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs UvT; november 2004 Trainingsprogramma voor het wetenschappelijk personeel met een onderwijstaak, Rapportage over het Project Docentprofessionalisering. Rapport verschenen onder auspiciën van de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs UvT; augustus 2004 Zicht op ervaren docenten, Instrumentarium ter verkrijging van informatie over het functioneren van de ervaren docent Rapport verschenen onder auspiciën van de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs UvT; november 2005
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 26
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
-
-
Fraudebestrijding bij tentamens en examens op de UvT, Rapportage Projectgroep Fraudebestrijding, Rapport verschenen onder auspiciën van de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs UvT; oktober 2006 Protocol cursusevaluaties Faculteit Geesteswetenschappen; concept t.b.v. de Opleidingscommissies d.d. 31 mei 2007
Overige documenten Instroom bachelor Religie in Samenleving en Cultuur (rsc) Instroom master Leraar 1e graads VO Christendom en Cultuur Vooropleidingen bachelor Religie in Samenleving en Cultuur Streefdoelen Verwachte student-docentratio voor bachelor Religie in Samenleving en Cultuur Kwaliteitszorgsysteem Personeelsformatie Docentuur bachelor Religie in Samenleving en Cultuur (RSC); Academisch jaar 2007-2008
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 27
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |
Het deskundigenadvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op de nadere advisering van de opleidingen wo-ba religie, samenleving en cultuur (rsc) en de e opleiding wo-ma leraar voortgezet onderwijs 1 graad christendom en cultuur (ccl) van de Universiteit van Tilburg. Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummers: #1492 en #1494
e
NVAO | wo-bachelor Religie, Samenleving en Cultuur & wo-master leraar Voortgezet Onderwijs 1 graad Christendom
pagina 28
en Cultuur | Universiteit van Tilburg | juli 2007 |