Brussel, 2 april 2012 (19.04) (OR. en)
B PU
8207/12 ADD 1
Interinstitutioneel dossier: 2011/0276 (COD) 2011/0268 (COD) 2011/0273 (COD)
LI
LIMITE
C
seil UE
RAAD VA DE EUROPESE UIE
FSTR FC REGIO SOC AGRISTR PECHE CADREFI CODEC
26 17 39 240 40 103 165 831
OTA - ADDEDUM 1 van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) /de Raad nr. vorig doc.: 15243/2/11 REV 2, 15247/1/11 REV 1, 15253/1/11 REV 1 nr. Comv.: COM(2011) 615 final/2, COM(2011) 607 final/2, COM(2011) 611 final/2 Betreft: Wetgevingspakket cohesiebeleid - compromis van het voorzitterschap over de programmering
Voor de delegaties gaat hierbij een compromistekst met de programmeringsgedeelten van de voorstellen voor de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen en de verordeningen betreffende respectievelijk het ESF en Europese territoriale samenwerking (ETS).
Wijzigingen ten opzichte van de herziene versies (corrigendum) van de Commissie van 14 maart 2012 zijn vetgedrukt weergegeven.
_____________________
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
1
LIMITE L
DEEL 1 ODERWERP E DEFIITIES
Artikel 1 Onderwerp
Bij deze verordening worden de gemeenschappelijke bepalingen vastgesteld die van toepassing zijn op het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), die onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallen ("de GSK-fondsen"). Bovendien bevat deze verordening bepalingen om de doeltreffendheid van de GSK-fondsen te waarborgen en te zorgen voor coördinatie tussen de GSKfondsen onderling, alsmede tussen de GSK-fondsen en andere instrumenten van de Unie. Deze verordening bevat tevens de algemene bepalingen met betrekking tot het EFRO, het ESF (samen "de structuurfondsen" genoemd) en het CF. Bij deze verordening worden de taken, de prioritaire doelstellingen en de organisatie van de structuurfondsen en het CF ("de Fondsen") vastgesteld, alsmede de criteria waaraan de lidstaten en de regio's moeten voldoen om voor steun uit de GSK-fondsen in aanmerking te komen, de beschikbare financiële middelen en de criteria voor de toewijzing ervan. De voorschriften in deze verordening zijn van toepassing onverminderd de bepalingen in Verordening (EU) nr. [...]/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de financiering en het beheer van en het toezicht op het gemeenschappelijk landbouwbeleid1 (hierna "de GLBverordening" genoemd) en de specifieke bepalingen in de volgende verordeningen, overeenkomstig de laatste alinea van dit artikel:
(1)
Verordening (EU) nr. [...]/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/20062 ("de EFRO-verordening");
1 2
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
2
LIMITE L
(2)
Verordening (EU) nr. [...]/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/20061 ("de ESFverordening");
(3)
Verordening (EU) nr. [...]/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/20062 ("de CFverordening");
(4)
Verordening (EU) nr. [...]/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese territoriale samenwerking3 ("de ETS-verordening");
(5)
Verordening (EU) nr. [...]/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/20054 ("de Elfpo-verordening"); en
(6)
Verordening (EU) nr. [...]/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1198/20065 ("de EFMZV-verordening ").
Deel II van deze verordening is van toepassing op alle GSK-fondsen behalve wanneer bij de toepasselijke fondsspecifieke regels bijzondere bepalingen zijn vastgesteld waarbij van de gemeenschappelijke bepalingen wordt afgeweken, in welk geval de bijzondere bepalingen van toepassing zijn. Bij eender welke fondsspecifieke regels die onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallen, kunnen bepalingen ter aanvulling van de gemeenschappelijke bepalingen worden vastgesteld. Die aanvullende bepalingen mogen echter niet strijdig met de gemeenschappelijke bepalingen zijn. Bij twijfel over de toepassing tussen deel II van deze verordening en de corresponderende fondsspecifieke regels, zijn de gemeenschappelijke bepalingen van toepassing. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze verordening zijn de in het Financieel Reglement neergelegde definities en beginselen met betrekking tot financieringsinstrumenten van toepassing op de door de GSKfondsen ondersteunde financieringsinstrumenten, tenzij in deze verordening anders is bepaald. Daarnaast gelden de volgende definities: (1)
"strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei": de streefdoelen en gedeelde leidende doelstellingen voor maatregelen van de lidstaten en van de Unie zoals uiteengezet in […] de conclusies die de Europese Raad van 17 juni 2010 heeft aangenomen als bijlage I (Nieuwe Europese strategie voor banen en groei; EU-kerndoelen), in de
1 2
PB L [...] van [...], blz. [...].
3 4 5
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
3
LIMITE L
aanbeveling van de Raad van 13 juli 2010 betreffende de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de lidstaten en de Unie1 en in het Besluit van de Raad van 21 oktober 2010 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, alsmede eventuele aanpassingen van die streefdoelen en gedeelde doelstellingen; (2)
“gemeenschappelijk strategisch kader”: het document waarin de doelstellingen en streefdoelen van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei worden omgezet in [kernacties] voor de GSK-fondsen, waarbij voor elke thematische doelstelling [de door elk GSK-fonds te ondersteunen kernacties] worden vastgesteld, alsook de mechanismen om de samenhang en de consistentie van de programmering van de GSK-fondsen met het economische en werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en van de Unie te waarborgen;
(4)
"programmering": het proces van organisatie, besluitvorming en toewijzing van financiële middelen dat in verscheidene stadia plaatsvindt en tot doel heeft op meerjarenbasis uitvoering te geven aan het gezamenlijke optreden van de Unie en de lidstaten ter verwezenlijking van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei;
(18)
"partnerschapsovereenkomst": het document dat de lidstaat volgens de aanpak van meerlagig bestuur in overleg met de partners opstelt en waarin uiteengezet wordt welke strategie, prioriteiten en regelingen de lidstaat hanteert om de GSK-fondsen op doeltreffende en doelmatige wijze te gebruiken om de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei te verwezenlijken; dit document wordt na beoordeling en overleg met de lidstaat door de Commissie goedgekeurd;
DEEL 2 GEMEESCHAPPELIJKE BEPALIGE DIE VA TOEPASSIG ZIJ OP DE GSK-FODSE TITEL I Beginselen van steun van de Unie voor de GSK-fondsen Artikel 3 […] Artikel 4 Algemene beginselen 1. 1
De GSK-fondsen verlenen door middel van meerjarenprogramma's steun, die een aanvulling vormt op nationale, regionale en lokale steunmaatregelen, aan de PB L 191 van 23.7.2010, blz. 28.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
4
LIMITE L
verwezenlijking van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei alsook aan de fondsspecifieke taken in het licht van de op het Verdrag stoelende doelstellingen daarvan, waarbij rekening wordt gehouden met de desbetreffende geïntegreerde richtsnoeren en de desbetreffende specifieke aanbevelingen per land uit hoofde van artikel 121, lid 2, van het Verdrag en de desbetreffende aanbevelingen van de Raad uit hoofde van artikel 148, lid 4, van het Verdrag. 2.
De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat de steun uit de GSK-fondsen coherent is met de desbetreffende beleidsmaatregelen en prioriteiten van de Unie en complementair is met de andere instrumenten van de Unie, met inachtneming van de specifieke context van elke lidstaat.
3.
De tenuitvoerlegging van de steun uit de GSK-fondsen gebeurt in nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel.
4
De lidstaten, op het passende territoriale niveau overeenkomstig hun institutionele, wettelijke en financiële kader, en de instanties die zij daartoe hebben aangewezen zijn verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van de programma's en voor het verrichten van hun taken overeenkomstig deze verordening en de fondsspecifieke voorschriften […].
5.
De regelingen voor rapportage, evaluatie, beheer en controle in verband met de uitvoering en het gebruik van de GSK-fondsen, en in het bijzonder de financiële en administratieve middelen die voor het uitwerken en uitvoeren van de GSK-fondsen noodzakelijk zijn, moeten, gezien de hoogte van de toegewezen steun en gelet op het algemene streven naar vermindering van de administratieve lasten, in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel.
6.
De Commissie en de lidstaten dragen, overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden, zorg voor de coördinatie tussen de GSK-fondsen, alsmede voor de coördinatie met andere beleidsmaatregelen, strategieën en instrumenten ter zake van de Unie, ook in het kader van het externe optreden van de Unie.
7.
Het aan de GSK-fondsen toegewezen deel van de begroting van de Unie wordt onder gedeeld beheer door de lidstaten en de Commissie uitgevoerd overeenkomstig artikel 53, onder b), van het Financieel Reglement, met uitzondering van [het in artikel 84, lid 4, bedoelde bedrag van het CF dat naar de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen wordt overgeschreven en van] innovatieve acties op initiatief van de Commissie uit hoofde van artikel 9 van de EFRO-verordening en technische bijstand op initiatief van de Commissie.
8.
De Commissie en de lidstaten passen overeenkomstig artikel 27 van het Financieel Reglement het beginsel van goed financieel beheer toe.
9.
De Commissie en de lidstaten zien tijdens het uitwerken en uitvoeren, onder meer door toezicht, rapportage en evaluatie, toe op de doeltreffendheid van de GSK-fondsen.
10.
De Commissie en de lidstaten vervullen hun respectieve rollen met betrekking tot de GSKfondsen teneinde de administratieve belasting van de begunstigden te beperken.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
5
LIMITE L
Artikel 5 Partnerschap en meerlagig bestuur 1.
Een lidstaat brengt voor de partnerschapsovereenkomst en voor elk programma overeenkomstig de nationale voorschriften en praktijken een partnerschap tot stand met de volgende partners: (a)
de bevoegde regionale, plaatselijke, stedelijke en andere overheden;
(b)
de economische en sociale partners; en
(c)
de betrokken instanties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen, waaronder milieupartners, niet-gouvernementele organisaties en instanties die tot taak hebben gelijkheid en non-discriminatie te bevorderen.
2.
De lidstaten betrekken de in lid 1 bedoelde partners volgens de aanpak van meerlagig bestuur bij de voorbereiding van de partnerschapsovereenkomsten en voortgangsverslagen, alsook bij de voorbereiding en de uitvoering […] van programma's, met inbegrip van deelname aan de toezichtcomités voor programma's.
3.
[…]
4.
Ten minste een keer per jaar raadpleegt de Commissie voor elk GSK-fonds de organisaties die de partners op het niveau van de Unie vertegenwoordigen over de uitvoering van de steun uit de GSK-fondsen.
Artikel 6
aleving van het recht van de Unie en van de lidstaten Concrete acties die door de GSK-fondsen zijn gefinancierd, moeten in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht van de Unie en van de lidstaten. Artikel 7
Bevordering van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat de gelijkheid van mannen en vrouwen en de integratie van het genderperspectief bij de voorbereiding en uitvoering van programma's worden bevorderd.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
6
LIMITE L
De lidstaten en de Commissie nemen passende maatregelen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid bij de voorbereiding en uitvoering van programma's te voorkomen. Artikel 8 Duurzame ontwikkeling De doelstellingen van de GSK-fondsen worden nagestreefd in het kader van duurzame ontwikkeling en van de bevordering door de Unie van de in artikel 11 van het Verdrag verankerde doelstelling inzake bescherming en verbetering van het milieu, waarbij het beginsel "de vervuiler betaalt" wordt toegepast. De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat bij de voorbereiding en uitvoering van partnerschapsovereenkomsten en programma's wordt bijgedragen tot milieubescherming, efficiënt gebruik van hulpbronnen, matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, herstelvermogen voor rampen, risicopreventie en risicobeheer. De lidstaten verstrekken informatie over de steun voor de doelstellingen op het gebied van klimaatverandering volgens de door de Commissie vastgestelde methoden op basis van de categorieën acties of maatregelen. De Commissie stelt deze methoden bij uitvoeringshandeling vast. De uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 143, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Artikel 10 Gemeenschappelijk strategisch kader Om een harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen, geeft een gemeenschappelijk strategisch kader strategische sturing inzake de bijdrage van de GSK-fondsen aan de verwezenlijking van de doelstellingen en streefdoelen van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, met inachtneming van de voornaamste territoriale vraagstukken voor verschillende soorten grondgebieden [en van de kernacties voor GSK-fondsen]. Artikel 11 Inhoud In het gemeenschappelijk strategisch kader wordt het volgende vastgesteld: (a)
[voor elke thematische doelstelling: de kernacties die door elk GSK-fonds zullen worden ondersteund;]
(b)
de voornaamste territoriale vraagstukken voor stedelijke, plattelands-, kust- en visserijgebieden, alsook voor gebieden met bijzondere territoriale kenmerken, zoals bedoeld in de artikelen 174 en 349 van het Verdrag, alsook de middelen waarmee de voornaamste territoriale vraagstukken door de GSK-fondsen in nationale, regionale en plaatselijke acties kunnen worden vertolkt en op geïntegreerde wijze kunnen worden aangepakt;
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
7
LIMITE L
(c)
horizontale beginselen en beleidsdoelstellingen voor de uitvoering van de GSK-fondsen;
(d)
prioritaire gebieden voor samenwerkingsactiviteiten voor elk van de GSK-fondsen, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met macroregionale en zeegebiedstrategieën;
(e)
mechanismen voor de coördinatie tussen de GSK-fondsen, alsmede met andere relevante beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie, waaronder externe instrumenten voor samenwerking;
(f)
mechanismen om de samenhang en de consistentie van de programmering van de GSKfondsen met de desbetreffende specifieke aanbevelingen per land uit hoofde van artikel 121, lid 2, van het Verdrag en de desbetreffende aanbevelingen van de Raad uit hoofde van artikel 148, lid 4, van het Verdrag, te waarborgen.
Artikel 12 Vaststelling en evaluatie Het gemeenschappelijk strategisch kader is opgenomen in bijlage [X]. Als er zich in de sociale en economische situatie in de Unie grote veranderingen voordoen of als de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei ingrijpend wordt gewijzigd, kan het gemeenschappelijk strategisch kader worden herzien, in welk geval hetzij het Europees Parlement hetzij de Raad de Commissie kan verzoeken een voorstel met de noodzakelijke wijzigingen in te dienen. […].
HOOFDSTUK II Partnerschapsovereenkomst
Artikel 13 Voorbereiding van de partnerschapsovereenkomst Elke lidstaat bereidt een partnerschapsovereenkomst voor die de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 behelst. De lidstaten stellen de partnerschapsovereenkomst op in samenwerking met de in artikel 5 bedoelde partners. De partnerschapsovereenkomst wordt in dialoog met de Commissie voorbereid. De partnerschapsovereenkomst heeft betrekking op alle steun uit de GSK-fondsen in de betrokken lidstaat. Elke lidstaat doet zijn partnerschapsovereenkomst binnen vier maanden na de inwerkingtreding van deze verordening aan de Commissie toekomen.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
8
LIMITE L
Artikel 14 Inhoud van de partnerschapsovereenkomst 1.
De partnerschapsovereenkomst omvat het volgende: a)
regelingen om afstemming op de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei te waarborgen, met inbegrip van: i)
een analyse van de ongelijkheden[…], ontwikkelingsbehoeften en het groeipotentieel ten aanzien van de [in het gemeenschappelijk strategisch kader vastgestelde] thematische doelstellingen[…], territoriale vraagstukken en [kernacties], met inachtneming van het nationale hervormingsprogramma, in voorkomend geval, en van de desbetreffende specifieke aanbevelingen per land uit hoofde van artikel 121, lid 2, van het Verdrag en […] de desbetreffende aanbevelingen van de Raad uit hoofde van artikel 148, lid 4, van het Verdrag;
ii)
een samenvatting van de ex-ante-evaluaties van de programma's of van de voornaamste bevindingen in de ex-ante-evaluaties van de partnerschapsovereenkomst, wanneer die op eigen initiatief door de lidstaat zijn verricht […];
iii)
geselecteerde thematische doelstellingen en voor elke geselecteerde thematische doelstelling een samenvatting van de voornaamste verwachte resultaten voor elk van de GSK-fondsen;
iv)
de indicatieve toewijzing van steun door de Unie per thematische doelstelling op nationaal niveau voor elk van de GSK-fondsen, alsook het indicatieve totaalbedrag van de voorziene steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering;
v)
[…];
v)
geplande toepassing van horizontale beginselen en beleidsdoelstellingen voor de uitvoering van de GSK-fondsen;
vi)
de lijst van de programma's van het EFRO, het ESF en het CF, met uitzondering van die voor het doel "Europese territoriale samenwerking", en van de programma's van het Elfpo en het EFMZV, met de respectieve indicatieve
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
9
LIMITE L
toewijzingen per GSK-fonds en per jaar; b)
regelingen om een doeltreffende uitvoering te waarborgen, met inbegrip van: i)
de informatie die nodig is voor de ex-anteverificatie of aan de in deel 3 vastgestelde voorschriften voor additionaliteit wordt voldaan;
ii)
een samenvatting van de beoordeling of aan de op nationaal niveau toepasselijke ex-antevoorwaarden wordt voldaan en, indien dit niet het geval is, van de maatregelen die moeten worden genomen, met vermelding van de verantwoordelijke instanties en het tijdschema voor de uitvoering van die maatregelen;
iii)
de methoden en het mechanisme om te zorgen voor onderlinge consistentie in het functioneren van het prestatiekader voor alle programma’s en GSKfondsen;
Deze elementen zijn onderworpen aan goedkeuring bij besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 15. 2.
De partnerschapsovereenkomst omvat tevens: a)
een geïntegreerde aanpak voor territoriale ontwikkeling met ondersteuning van de GSK-fondsen of een samenvatting van de geïntegreerde benaderingen voor territoriale ontwikkeling op basis van de inhoud van de operationele programma's, waarin het volgende wordt vermeld:
i)
de regelingen op nationaal en, waar van toepassing, regionaal niveau die zorgen voor coördinatie tussen de GSK-fondsen en andere financieringsinstrumenten van de Unie en de lidstaten, alsook met de EIB; de regelingen die zorgen voor een geïntegreerde aanpak voor het gebruik van de GSKfondsen voor de territoriale ontwikkeling van verschillende soorten grondgebieden, waaronder stedelijke, plattelands-, kust- en visserijgebieden, alsook van gebieden met bijzondere territoriale kenmerken, in het bijzonder de uitvoeringsregelingen voor de artikelen 28, 29 en 99, in voorkomend geval vergezeld [van een lijst van de steden die aan het in artikel 8 van de EFRO-verordening bedoelde platform voor stedelijke ontwikkeling zullen deelnemen];
ii)
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
10
LIMITE L
iii)
de belangrijkste prioritaire gebieden voor samenwerking, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met macroregionale en zeegebiedstrategieën;
iv)
in voorkomend geval, een geïntegreerde benadering om te voorzien in de specifieke behoeften van de geografische gebieden die het hardst door armoede worden getroffen of van doelgroepen die de grootste kans maken gediscrimineerd of uitgesloten te worden, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan gemarginaliseerde gemeenschappen […];
d)
[…]: v)
een samenvatting van de maatregelen die zijn genomen om de in artikel 5 bedoelde partners te betrekken bij de voorbereiding van de partnerschapsovereenkomst en van het in artikel 46 beschreven voortgangsverslag en hun rol daarbij;
i)
[…];
ii)
[…];
iii)
[…];
iv)
[…];
b)
regelingen om een doelmatige uitvoering van de GSK-fondsen te waarborgen, met inbegrip van:
(i)
zo nodig, maatregelen ter vergroting van de administratieve capaciteit van de autoriteiten, en in voorkomend geval van de begunstigden, alsook een samenvatting van de maatregelen die hiervoor nodig zijn;
(ii)
een samenvatting van de geplande maatregelen […] in de programma's om de administratieve belasting van de begunstigden te reduceren;
iii)
een beoordeling van de bestaande systemen voor de elektronische uitwisseling van gegevens en een samenvatting van de geplande maatregelen om het geleidelijk mogelijk te maken dat de uitwisseling van alle informatie tussen de begunstigden en de autoriteiten die voor het beheer en de controle van de programma’s verantwoordelijk zijn, […] elektronisch plaatsvindt.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
11
LIMITE L
Deze elementen zijn niet onderworpen aan goedkeuring bij besluit van de Commissie.
Artikel 15 Goedkeuring en wijziging van de partnerschapsovereenkomst 1.
De Commissie beoordeelt, rekening houdend met de ex-ante-evaluaties van de programma's, of de partnerschapsovereenkomst verenigbaar is met deze verordening en met het gemeenschappelijk strategisch kader, de specifieke aanbevelingen per land uit hoofde van artikel 121, lid 2, van het Verdrag en de aanbevelingen van de Raad uit hoofde van artikel 148, lid 4, van het Verdrag, en doet binnen drie maanden na de datum waarop de partnerschapsovereenkomst is ingediend haar opmerkingen toekomen. De lidstaat verstrekt alle noodzakelijke aanvullende informatie en past zo nodig de partnerschapsovereenkomst aan.
2.
Uiterlijk vier maanden na indiening van de partnerschapsovereenkomst door de lidstaat stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een besluit tot goedkeuring van de onder artikel 14, lid 1, vallende elementen van die overeenkomst vast, op voorwaarde dat naar behoren rekening is gehouden met de eventuele opmerkingen van de Commissie. De partnerschapsovereenkomst treedt niet vóór 1 januari 2014 in werking.
3.
Wanneer een lidstaat voorstelt de overeenkomstig lid 2 door het Commissiebesluit bestreken elementen van de partnerschapsovereenkomst te wijzigen, verricht de Commissie een beoordeling overeenkomstig lid 1 en stelt zij zo nodig, binnen drie maanden na de indiening door de lidstaat, door middel van uitvoeringshandelingen een besluit tot goedkeuring van de wijziging vast.
4.
Wanneer een lidstaat niet overeenkomstig lid 2 door het Commissiebesluit bestreken elementen van de partnerschapsovereenkomst wijzigt, stelt hij de Commissie binnen één maand in kennis.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
12
LIMITE L
TITEL III PROGRAMMERIG HOOFDSTUK I Algemene bepalingen betreffende de GSK-fondsen Artikel 23 Voorbereiding van programma's 1.
De GSK-fondsen worden uitgevoerd door middel van programma's overeenkomstig de partnerschapsovereenkomst. Elk programma heeft betrekking op de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020.
2.
De programma's worden opgesteld door de lidstaten of door een door hen aangewezen autoriteit, in samenwerking met de in artikel 5 bedoelde partners.
3.
De programma's worden door de lidstaten gelijktijdig met de partnerschapsovereenkomst of uiterlijk drie maanden daarna ingediend […]. Programma's voor Europese territoriale samenwerking worden binnen negen maanden na de inwerkingtreding van deze verordening ingediend. Alle programma's gaan vergezeld van een ex-anteevaluatie overeenkomstig artikel 48. Artikel 24 Inhoud van programma's
1.
Elk programma bevat een strategie voor de bijdrage van het programma tot de verwezenlijking van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei overeenkomstig het gemeenschappelijk strategisch kader en de partnerschapsovereenkomst. Elk programma omvat regelingen om te zorgen voor een doeltreffende, doelmatige en gecoördineerde uitvoering van de GSK-fondsen, alsmede acties om de administratieve belasting van begunstigden te beperken.
2.
In elk programma worden prioriteiten gesteld door middel van specifieke doelstellingen, financiële toewijzingen van steun uit de GSK-fondsen en overeenkomstige nationale medefinanciering.
3.
Voor elke prioriteit worden indicatoren vastgesteld aan de hand waarvan de vorderingen bij de uitvoering van het programma ten opzichte van de doelstellingen wordt beoordeeld als basis voor toezicht, evaluatie, en beoordeling van de prestaties. Deze omvatten: (a)
financiële indicatoren betreffende de toegewezen uitgaven;
b)
outputindicatoren betreffende de gesteunde concrete acties;
c)
resultaatindicatoren betreffende de prioriteit.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
13
LIMITE L
Voor elk GSK-fonds worden in de fondsspecifieke voorschriften gemeenschappelijke indicatoren en eventueel programmaspecifieke indicatoren vastgesteld. 4.
In elk programma, met uitzondering van programma's die uitsluitend betrekking hebben op technische bijstand, wordt een beschrijving van de acties overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften opgenomen om rekening te houden met de in de artikelen 7 en 8 beschreven beginselen.
5.
In elk programma, behalve ingeval technische bijstand in een specifiek programma wordt verleend, wordt het indicatieve bedrag van de steun voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering vermeld.
6.
De lidstaten stellen het programma op overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften. Artikel 25
Procedure voor de vaststelling van programma's 1.
De Commissie beoordeelt, rekening houdend met de ex-ante-evaluatie, of de programma's verenigbaar zijn met deze verordening, met de fondsspecifieke voorschriften, met het gemeenschappelijk strategisch kader, met de partnerschapsovereenkomst, met de specifieke aanbevelingen per land uit hoofde van artikel 121, lid 2, van het Verdrag en met de aanbevelingen van de Raad uit hoofde van artikel 148, lid 4, van het Verdrag, alsook de feitelijke bijdrage van het programma tot de verwezenlijking van de geselecteerde thematische doelstellingen en prioriteiten van de Unie voor elk GSK-fonds. In de beoordeling wordt in het bijzonder gelet op de toereikendheid van de programmastrategie, de overeenkomstige doelstellingen, indicatoren en streefdoelen, en de toewijzing van begrotingsmiddelen.
2.
De Commissie doet binnen drie maanden na de datum waarop het programma is ingediend haar opmerkingen toekomen. De lidstaat verstrekt de Commissie alle noodzakelijke aanvullende informatie en past zo nodig het voorgestelde programma aan.
3.
Overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften wordt elk programma uiterlijk zes maanden na de formele indiening ervan door de lidstaat of lidstaten door de Commissie goedgekeurd, op voorwaarde dat naar behoren rekening is gehouden met de eventuele opmerkingen van de Commissie; deze goedkeuring geschiedt echter niet vóór 1 januari 2014 of voordat de Commissie een besluit tot goedkeuring van de partnerschapsovereenkomst heeft vastgesteld. De voorwaarde betreffende het besluit tot goedkeuring van de partnerschapsovereenkomst geldt niet voor programma's die onder het doel "Europese territoriale samenwerking" vallen.
. Artikel 26 Wijziging van programma's 1.
Wanneer een lidstaat een verzoek tot wijziging van programma's indient, wordt dit naar behoren gemotiveerd en wordt in het bijzonder aangegeven welke gevolgen de wijziging van de programma's naar verwachting zal hebben voor de verwezenlijking van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en de in het programma vastgestelde specifieke doelstellingen, waarbij rekening wordt gehouden met het gemeenschappelijk strategisch kader en de partnerschapsovereenkomst. Bij het verzoek wordt het herziene programma gevoegd en in voorkomend geval tevens een herzien partnerschapsovereenkomst.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
14
LIMITE L
Bij wijziging van programma's in het kader van het doel "Europese territoriale samenwerking" wordt de desbetreffende partnerschapsovereenkomst niet gewijzigd. 2.
De Commissie beoordeelt de overeenkomstig lid 1 ingediende informatie, rekening houdend met de door de lidstaat gegeven motivatie. De Commissie kan binnen één maand na de formele indiening van het herziene programma opmerkingen maken, en de lidstaat verstrekt de Commissie alle noodzakelijke aanvullende informatie. Overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften worden verzoeken om wijziging van een programma zo spoedig mogelijk doch uiterlijk drie maanden na de formele indiening ervan door de lidstaat door de Commissie goedgekeurd, op voorwaarde dat naar behoren rekening is gehouden met de eventuele opmerkingen van de Commissie. De Commissie wijzigt zo nodig tegelijkertijd overeenkomstig artikel 15, lid 3, het besluit tot goedkeuring van de partnerschapsovereenkomst.
TITEL II PROGRAMMERIG HOOFDSTUK I Algemene bepalingen betreffende de Fondsen Artikel 87 Inhoud, vaststelling en wijziging van operationele programma's voor het doel "investeren in groei en werkgelegenheid" 1.
Een operationeel programma bestaat uit prioritaire assen. Een prioritaire as heeft betrekking op één Fonds voor een categorie regio's, komt, onverminderd artikel 52, overeen met een thematische doelstelling en omvat een of meer investeringsprioriteiten van die thematische doelstelling overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften. In naar behoren gemotiveerde omstandigheden kan een prioritaire as meer categorieën regio's betreffen, of een of meer complementaire investeringsprioriteiten van verschillende fondsen dan wel een of meer complementaire investeringsprioriteiten van verschillende, andere dan de in artikel 9, leden 1, 3 en 4, vermelde, thematische doelstellingen combineren, waar dat noodzakelijk is om een groter effect te sorteren en de doeltreffendheid te verhogen in een thematisch samenhangende geïntegreerde aanpak ter verwezenlijking van de doelstellingen en streefdoelen van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.
2.
In een operationeel programma wordt het volgende vastgesteld:
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
15
LIMITE L
a)
een motivering van de keuze van thematische doelstellingen, bijbehorende investeringsprioriteiten en financiële toewijzingen met betrekking tot de partnerschapsovereenkomst op basis van een vaststelling van hetgeen op regionaal en, in voorkomend geval, nationaal niveau nodig is, mede om de vraagstukken aan te pakken die zijn vermeld in de desbetreffende specifieke aanbevelingen per land en in de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie krachtens artikel 121, lid 2, van het Verdrag, alsmede in de aanbevelingen van de Raad krachtens artikel 148, lid 4, van het Verdrag, waarmee de lidstaten rekening houden in hun werkgelegenheidsbeleid, met inachtneming van de ex-ante-evaluatie;
b)
i)
[…];
ii)
[…];
voor elke prioritaire as met uitzondering van technische bijstand: i)
de investeringsprioriteiten en de bijbehorende specifieke doelstellingen;
ii)
om de programmering resultaatgerichter te maken, de verwachte resultaten voor elke specifieke doelstelling en de bijbehorende resultaatindicatoren, met vermelding van een, waar passende gekwantificeerde, uitgangswaarde en streefwaarde overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften;
iii)
een beschrijving van de voor elke investeringsprioriteit te ondersteunen maatregelen en de verwachte bijdrage daarvan aan de verwezenlijking van de onder i) bedoelde specifieke doelstellingen, met inbegrip van de leidende beginselen voor het selecteren van concrete acties en, waar passend, vermelding van de voornaamste doelgroepen, beoogde specifieke grondgebieden en soorten begunstigden, alsook het geplande gebruik van financieringsinstrumenten en grote projecten;
iv)
de gemeenschappelijke en de specifieke outputindicatoren, waaronder de gekwantificeerde streefwaarde, die naar verwachting aan de resultaten bijdragen, overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften, voor elke investeringsprioriteit;
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
16
LIMITE L
v)
vaststelling van de uitvoeringsstappen en van de financiële en outputindicatoren die moeten dienen als mijlpalen en streefdoelen voor het prestatiekader overeenkomstig artikel 19, lid 1;
vi)
de desbetreffende categorieën steunverlening op basis van een door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen volgens de in artikel 143, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgestelde nomenclatuur en een indicatieve verdeling van de geprogrammeerde middelen;
vii) een samenvatting van het geplande gebruik van technische bijstand waaronder acties ter versterking van de administratieve capaciteit van autoriteiten en begunstigden; c)
[…]: i)
[…];
ii)
[…];
iii)
[…];
iv)
[…];
v)
[…];
vi)
[…];
d)
[…];
e)
[…]: (i)
[…];
ii)
[…];
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
17
LIMITE L
f)
c)
iii) […]; […]: i)
[…];
ii)
[…];
iii)
[…];
voor elke prioritaire as met betrekking tot technische bijstand: i)
specifieke doelstellingen;
ii) de verwachte resultaten voor elke specifieke doelstelling, en de bijbehorende resultaatindicatoren, met vermelding van een uitgangswaarde en een streefwaarde, overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften; iii) een beschrijving van te ondersteunen acties en de verwachte bijdrage daarvan aan de verwezenlijking van de onder i) bedoelde specifieke doelstellingen;
d)
iv) de gemeenschappelijke en de specifieke outputindicatoren die naar verwachting aan de resultaten bijdragen, overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften. een financieringsplan met twee tabellen: i)
een tabel waarin overeenkomstig de artikelen 53, 110 en 111 het bedrag van de beoogde totale financiële toewijzing van steun uit elk van de Fondsen wordt uitgesplitst;
ii)
een tabel waarin voor de hele programmeringsperiode, voor het operationele programma en voor elke prioritaire as, het bedrag van de totale financiële toewijzing van steun uit de Fondsen is aangegeven, alsmede de nationale medefinanciering. Voor prioritaire assen die investeringsprioriteiten van verschillende thematische doelstellingen combineren, wordt vermeldt de tabel het bedrag van de totale financiële toewijzing uit de Fondsen en van de nationale medefinanciering voor elk van de aldus gecombineerde investeringsprioriteiten. Voor prioritaire assen met betrekking tot meerdere categorieën regio's vermeldt de tabel het bedrag van de totale financiële toewijzing van de Fondsen en van de nationale medefinanciering voor elke
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
18
LIMITE L
categorie regio's. Indien de nationale medefinanciering uit publieke en private medefinanciering bestaat, bevat de tabel een indicatieve uitsplitsing van de publieke en de private component. Ter informatie moet ook de voorgenomen deelname van het EIB worden vermeld; e)
een lijst van grote projecten waarvoor de uitvoering tijdens de programmeringsperiode is gepland;
h)
3.
[…]: i)
[…];
ii)
[…].
Het operationele programma beschrijft, gelet op de inhoud en de doelstellingen ervan, de geïntegreerde aanpak van territoriale ontwikkeling, waarbij rekening wordt gehouden met de partnerschapsovereenkomst en wordt getoond op welke wijze ermee wordt bijgedragen aan het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma en aan het behalen van de verwachte resultaten, met vermelding, waar passend, van het volgende: i)
[…];
ii)
[…];
iii)
[…].
[…]. a)
de aanpak voor het gebruik van vanuit de gemeenschap geleide plaatselijke instrumenten voor plaatselijke ontwikkeling en de beginselen voor het vaststellen van de gebieden waar hij zal worden toegepast:
b)
[de beginselen voor het vaststellen van de lijst van steden waar geïntegreerde maatregelen voor duurzame stedelijke ontwikkeling zullen worden uitgevoerd, de indicatieve jaarlijkse toewijzing van EFRO-steun voor die maatregelen, met inbegrip van de middelen die aan de steden worden gedelegeerd voor beheer
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
19
LIMITE L
krachtens artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. [EFRO] en de indicatieve toewijzing van ESF-steun voor geïntegreerde maatregelen;] c)
de aanpak voor het gebruik van het instrument voor geïntegreerde territoriale investering en de indicatieve financiële toewijzing daarvoor uit elke prioritaire as;
d)
de regelingen voor interregionale en transnationale acties waarvan de begunstigden in ten minste één andere lidstaat gevestigd zijn;
e)
de bijdrage van de geplande steunmaatregelen aan macroregionale strategieën en aan zeegebiedstrategieën, onverminderd de door de lidstaat vastgestelde behoeften van het programmagebied.
4.
Daarnaast kan in het operationele programma, in voorkomend geval, het volgende worden vastgesteld: […]. a)
5.
In het operationele programma wordt het volgende vastgesteld: a) b) c)
6.
het antwoord op de vraag of en hoe het programma voorziet in de specifieke behoeften van de geografische gebieden die het hardst door armoede worden getroffen of van doelgroepen die de grootste kans maken gediscrimineerd of uitgesloten te worden, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan gemarginaliseerde gemeenschappen, en voor zover relevant, de bijdrage aan de daartoe in de partnerschapsovereenkomst vastgestelde geïntegreerde aanpak;
de [accreditatie-instantie], de beheersautoriteit, de eventuele certificeringsautoriteit en de auditautoriteit; de instantie waaraan de Commissie de betalingen zal verrichten; de maatregelen die zijn genomen om de in artikel 5 bedoelde partners te betrekken bij de voorbereiding van het operationele programma en hun rol bij de uitvoering van, het toezicht op en de evaluatie van dat programma;
In het operationele programma wordt voorts het volgende vermeld, gelet op de inhoud van de partnerschapsovereenkomst en rekening houdend met het institutionele kader
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
20
LIMITE L
van de lidstaten: a)
de mechanismen die zorgen voor coördinatie tussen de Fondsen, het Elfpo, het EFMZV en andere financieringsinstrumenten van de Unie en de lidstaten, alsook met de EIB;
b)
voor elke overeenkomstig artikel 17 en bijlage IV vastgestelde ex-antevoorwaarde waaraan op de datum van indiening van de partnerschapsovereenkomst en het operationele programma niet is voldaan: een beschrijving van de maatregelen die nodig zijn om aan de ex-antevoorwaarde te voldoen, met vermelding van de verantwoordelijke instanties en een tijdschema voor de uitvoering van die maatregelen, in voorkomend geval overeenkomstig de in de partnerschapsovereenkomst ingediende samenvatting;
c)
7.
een samenvatting van de beoordeling van de administratieve belasting van begunstigden en van de geplande terugdringingsmaatregelen;
Elk operationeel programma, met uitzondering van die waarbij in het kader van een specifiek operationeel programma technische bijstand wordt verleend, bevat, onverminderd de beoordeling door de lidstaat van de relevantie ervan voor de inhoud en de doelstellingen van de programma's: a)
een beschrijving van specifieke maatregelen om bij de selectie van concrete acties rekening te houden met milieubeschermingseisen, efficiënt gebruik van hulpbronnen, matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, herstelvermogen voor rampen, risicopreventie en risicobeheer;
b)
een beschrijving van de specifieke maatregelen om bij de voorbereiding, het ontwerp en de uitvoering van het operationele programma gelijke kansen te bevorderen en discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te voorkomen, met name in verband met de toegang tot financiering, daarbij rekening houdend met de behoeften van de verschillende doelgroepen die het risico lopen aldus te worden gediscrimineerd, en met name de eis om de toegankelijkheid voor personen met een handicap te waarborgen; (b)
een beschrijving van de bijdrage van het programma aan de bevordering van gelijkheid van mannen en vrouwen en in voorkomend geval de regelingen om de integratie van het genderperspectief in het operationele programma en in
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
21
LIMITE L
concrete acties te waarborgen. De lidstaten kunnen een advies van de nationale instanties voor gelijke kansen over de onder b) en c) bedoelde maatregelen bij het voorstel voor een operationeel programma voor het doel "investeren in groei en werkgelegenheid" voegen. 8.
Wanneer een lidstaat ten hoogste één operationeel programma voor elk fonds voorbereidt, mogen de elementen van het operationele programma die door lid 2, onder a), lid 3, onder a), c) en d), en de leden 4 en 6 worden bestreken, uitsluitend op grond van de toepasselijke bepalingen van de partnerschapsovereenkomst worden opgenomen.
9.
Het operationele programma wordt voorbereid naar het model dat door de Commissie wordt vastgesteld middels een uitvoeringshandeling volgens de raadplegingsprocedure overeenkomstig artikel 143, lid 2.
10.
De Commissie stelt een besluit vast middels uitvoeringshandelingen houdende goedkeuring van alle elementen (inclusief eventuele toekomstige wijzigingen ervan) van het operationele programma die door dit artikel worden bestreken, met uitzondering van de elementen die vallen onder lid 2, onder b), punt vi), lid 2, onder e), de leden 4 en 5, lid 6, onder a) en c), en lid 7, waarvoor de lidstaten verantwoordelijk blijven.
11.
Elk besluit tot wijziging van de elementen van het operationele programma die niet door het Commissiebesluit worden bestreken krachtens lid 10, wordt binnen één maand na de datum van het besluit door de beheersautoriteit ter kennis van de Commissie gebracht. Het besluit vermeldt de datum van de inwerkingtreding ervan, die niet vroeger mag zijn dan de datum waarop het wordt vastgesteld.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
22
LIMITE L
HOOFDSTUK III Gezamenlijk actieplan Artikel 93 Toepassingsgebied 1.
Een gezamenlijk actieplan is een concrete actie die wordt vastgesteld en beheerd aan de hand van de te realiseren outputs en resultaten. Een gezamenlijk actieplan omvat een project of een groep projecten die niet uit de totstandbrenging van infrastructuur bestaan en die in het kader van een of meer operationele programma's onder verantwoordelijkheid van de begunstigde worden uitgevoerd. De outputs en resultaten van een gezamenlijk actieplan worden tussen de lidstaat en de Commissie overeengekomen en dragen bij tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van de operationele programma's en vormen de basis voor de steun uit de Fondsen. De resultaten betreffen de directe effecten van het gezamenlijke actieplan. De begunstigde moet een publiekrechtelijke instantie zijn. Gezamenlijke actieplannen worden niet als grote projecten beschouwd.
2.
De overheidssteun die aan een gezamenlijk actieplan wordt toegewezen, bedraagt ten minste 10 000 000 EUR of, als dit minder is, 20% van de overheidssteun van het operationele programma of de operationele programma's. De overheidssteun die per lidstaat aan één gezamenlijk actieplan wordt toegewezen, mag ten minste 5 000 000 EUR bedragen. Artikel 94 Voorbereiding van gezamenlijke actieplannen
1.
De lidstaat, de beheersautoriteit of een aangewezen publiekrechtelijke instantie kan gelijktijdig met de indiening van de betrokken operationele programma's, of daarna, een voorstel voor een gezamenlijk actieplan indienen. Het voorstel bevat alle in artikel 95 bedoelde elementen.
2.
Een gezamenlijk actieplan heeft betrekking op een deel van de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2022. De outputs en resultaten van een gezamenlijk actieplan vormen alleen een aanleiding voor vergoeding als zij na de datum van het besluit tot goedkeuring van het gezamenlijk actieplan en vóór het einde van de vastgestelde uitvoeringsperiode tot stand zijn gekomen. Artikel 95 Inhoud van gezamenlijke actieplannen
Het gezamenlijke actieprogramma bevat: (1)
een analyse van de ontwikkelingsbehoeften en doelstellingen die de rechtvaardiging voor het gezamenlijke actieplan vormen, rekening houdend met de doelstellingen van de operationele programma's en, in voorkomend geval, de specifieke aanbevelingen per land en de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
23
LIMITE L
krachtens artikel 121, lid 2, van het Verdrag en de aanbevelingen van de Raad krachtens artikel 148, lid 4, van het Verdrag waarmee de lidstaten rekening moeten houden bij hun werkgelegenheidsbeleid; (2)
een beschrijvend kader van de relatie tussen de algemene en specifieke doelstellingen van het gezamenlijke actieplan, de mijlpalen en de streefdoelen voor outputs en resultaten en de voorgenomen projecten of soorten projecten;
(3)
de gemeenschappelijke en specifieke output- en resultaatindicatoren, in voorkomend geval per prioritaire as;
(4)
informatie over de geografische dekking en de doelgroepen van het gezamenlijke actieplan;
(5)
de verwachte uitvoeringsperiode van het gezamenlijke actieplan;
(6)
een analyse van de effecten van het gezamenlijke actieplan op de bevordering van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de voorkoming van discriminatie;
(7)
een analyse van de effecten van het gezamenlijke actieplan op de bevordering van duurzame ontwikkeling, in voorkomend geval;
(8)
de uitvoeringbepalingen van het gezamenlijke actieplan, met inbegrip van: a) een aanduiding van de begunstigde die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het gezamenlijke actieplan, met garanties voor zijn competentie op het betrokken werkterrein en zijn capaciteit op het gebied van administratief en financieel beheer; b) de regelingen voor de leiding van het gezamenlijke actieplan, overeenkomstig artikel 97; c) de regelingen voor het toezicht op en de evaluatie van het gezamenlijke actieplan, met inbegrip van kwaliteitsborging en de verzameling en opslag van gegevens over het behalen van mijlpalen, outputs en resultaten; d) de regelingen voor de verspreiding van informatie en de communicatie over het gezamenlijke actieplan en over de Fondsen; (9) de financiële regelingen van het gezamenlijke actieplan, met inbegrip van: a) de kosten van het behalen van de mijlpalen en streefdoelen voor outputs en resultaten, onder verwijzing naar punt 2, vastgesteld aan de hand van de in artikel 57, lid 4, van deze verordening en in artikel 14 van de ESF-verordening bedoelde methoden; b) een indicatief tijdschema voor betalingen aan de begunstigde op basis van de mijlpalen en streefdoelen; c) het financieringsplan uitgesplitst naar operationeel programma en prioritaire as, met inbegrip van het totale subsidiabele bedrag en de overheidssteun.
De vorm voor het gezamenlijke actieplan wordt bepaald aan de hand van het model dat de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen vaststelt. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 143, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
24
LIMITE L
Artikel 96 Besluit over het gezamenlijke actieplan 1.
De Commissie beoordeelt aan de hand van de in artikel 95 bedoelde informatie of de steun uit de Fondsen voor het gezamenlijke actieplan gerechtvaardigd is. Wanneer de Commissie binnen twee maanden na indiening van een voorstel voor een gezamenlijk actieplan oordeelt dat het niet aan de beoordelingsvoorschriften voldoet, doet zij opmerkingen aan de lidstaat toekomen. De lidstaat verstrekt de Commissie alle noodzakelijke gevraagde aanvullende informatie en past zo nodig het gezamenlijke actieplan hieraan aan.
2.
Als naar behoren rekening is gehouden met de eventuele opmerkingen, stelt de Commissie uiterlijk zes maanden na indiening door de lidstaat, maar niet vóór de vaststelling van de betrokken operationele programma's, middels een uitvoeringshandeling een besluit tot goedkeuring van het gezamenlijke actieplan vast.
3.
In het in lid 2 bedoelde besluit worden de volgende elementen aangeduid: de begunstigde en de doelstellingen van het gezamenlijke actieplan, de mijlpalen en streefdoelen voor outputs en resultaten, de kosten van het behalen van deze mijlpalen en streefdoelen voor outputs en resultaten en het financieringsplan uitgesplitst naar operationeel programma en prioritaire as, met inbegrip van het totale subsidiabele bedrag en de overheidsbijdrage, de uitvoeringsperiode van het gezamenlijke actieplan en in voorkomend geval de geografische dekking en de doelgroepen van het gezamenlijke actieplan.
4.
Als de Commissie middels een uitvoeringshandeling weigert steun uit de Fondsen voor een gezamenlijk actieplan te verlenen, stelt zij de lidstaat binnen de in lid 2 gestelde termijn in kennis van de redenen daarvoor. Artikel 97 Stuurgroep en wijziging van het gezamenlijke actieplan
1.
De lidstaat of de beheersautoriteit richt een stuurgroep voor het gezamenlijke actieplan op, die losstaat van het toezichtcomité van de operationele programma's. De stuurgroep vergadert ten minste twee keer per jaar. Over de samenstelling ervan beslist de lidstaat in overleg met de beheersautoriteit, waarbij het partnerschapsbeginsel wordt gevolgd. De Commissie kan met raadgevende stem aan de werkzaamheden van de stuurgroep deelnemen.
2.
De stuurgroep voert de volgende taken uit: a)
zij evalueert de vorderingen bij het behalen van de mijlpalen, de outputs en de resultaten van het gezamenlijke actieplan;
b)
zij onderzoekt eventuele voorstellen tot wijziging van het gezamenlijke actieplan om rekening te houden met aspecten die van invloed zijn op de prestaties en keurt die voorstellen goed.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
25
LIMITE L
3.
Wanneer een lidstaat een verzoek tot wijziging van gemeenschappelijke actieplannen indient, wordt dit naar behoren gemotiveerd. De Commissie beoordeelt of het verzoek tot wijziging gerechtvaardigd is, rekening houdend met de door de lidstaat verstrekte informatie. De Commissie kan opmerkingen maken en de lidstaat verstrekt de Commissie alle noodzakelijke aanvullende informatie. Uiterlijk drie maanden na de formele indiening van het verzoek tot wijziging door de lidstaat stelt de Commissie middels een uitvoeringshandeling een besluit tot goedkeuring van dat verzoek vast, op voorwaarde dat naar tevredenheid rekening is gehouden met de eventuele opmerkingen van de Commissie. De wijziging treedt in werking op de datum van het besluit, tenzij in het besluit een andere datum van inwerkingtreding is vastgesteld. Artikel 98 Financieel beheer en controle van het gezamenlijke actieplan
1.
Betalingen aan de begunstigde van een gezamenlijk actieplan worden behandeld als forfaitaire bedragen of standaardschalen van eenheidskosten. Het in artikel 57, lid 1, onder c), bedoelde maximum voor forfaitaire bedragen is niet van toepassing.
2.
Het financiële beheer, de controle en de audit van het gemeenschappelijke actieplan zijn er uitsluitend op gericht te controleren of aan de in het besluit tot goedkeuring van het gemeenschappelijke actieplan vastgestelde betalingsvoorwaarden wordt voldaan.
3.
De begunstigde en onder zijn verantwoordelijkheid handelende instanties mogen hun eigen boekhoudpraktijk toepassen op de kosten voor het uitvoeren van concrete acties. De auditautoriteit of de Commissie verricht geen audit in verband met deze boekhoudpraktijk en de door de begunstigde werkelijk gemaakte kosten.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
26
LIMITE L
Programmering ESF Hoofdstuk II
Specifieke bepalingen voor programmering en uitvoering
Artikel 6 Betrokkenheid van de partners 1.
De betrokkenheid van de sociale partners en andere belanghebbenden, met name nietgouvernementele organisaties, bij de uitvoering van de operationele programma's, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. […], kan de vorm aannemen van globale subsidies, als omschreven in artikel 113, lid 7, van Verordening (EU) nr. […]. In dit geval wordt in het operationele programma het deel van het programma aangegeven waarop de globale subsidie betrekking heeft, inclusief een indicatieve financiële toewijzing daarvoor van elke prioritaire as.
2.
Ter aanmoediging van de passende deelname van de sociale partners aan door het ESF ondersteunde acties kunnen de beheersautoriteiten van een operationeel programma in een regio als omschreven in artikel 82, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. […] of in voor steun uit het Cohesiefonds in aanmerking komende lidstaten ervoor zorgen dat een passend bedrag aan ESF-middelen wordt toegewezen aan capaciteitsopbouwende activiteiten in de vorm van opleidingen, netwerkingmaatregelen en de versterking van de sociale dialoog, en aan gezamenlijk door de sociale partners uitgevoerde activiteiten.
3.
Ter aanmoediging van de passende deelname aan en de toegang van niet-gouvernementele organisaties tot door het ESF ondersteunde acties, met name op het gebied van sociale inclusie, gendergelijkheid en gelijke kansen, zorgen de beheersautoriteiten van een operationeel programma in een regio als omschreven in artikel 82, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. […] of in voor steun uit het Cohesiefonds in aanmerking komende lidstaten ervoor dat een passend bedrag aan ESF-middelen wordt toegewezen aan de capaciteitsopbouw voor niet-gouvernementele organisaties.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
27
LIMITE L
Artikel 7 Bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen De lidstaten en de Commissie bevorderen de gelijkheid van vrouwen en mannen door mainstreaming als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. […] en specifieke acties als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a) iv), met name om de duurzame participatie en vooruitgang van vrouwen op de arbeidsmarkt te vergroten, de gendergebaseerde segregatie op de arbeidsmarkt te verkleinen, genderstereotypes in het onderwijs en de beroepsopleiding te bestrijden en de combinatie van werk en privéleven voor vrouwen en mannen te bevorderen. Artikel 8 Bevordering van gelijke kansen en non-discriminatie De lidstaten en de Commissie bevorderen gelijke kansen voor iedereen, inclusief toegankelijkheid voor personen met een handicap via mainstreaming van het beginsel van non-discriminatie als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. […]. Zij kunnen ook bevorderd worden via specifieke acties in het kader van de investeringsprioriteiten als vastgesteld in artikel 3, met name lid 1, onder c), punt iii). Dergelijke acties zijn gericht op mensen die het risico van discriminatie lopen en mensen met een handicap, om hun arbeidsmarktparticipatie te vergroten, hun sociale inclusie te bevorderen, de ongelijkheden in termen van onderwijsniveau en gezondheidsstatus te verminderen en de overgang van institutionele naar gemeenschapsgebaseerde zorg te vergemakkelijken. Artikel 9 Sociale innovatie 1.
Het ESF bevordert de sociale innovatie op alle onder de werkingssfeer van het ESF vallende gebieden, als omschreven in artikel 3 van deze verordening, met name met het oog op het testen en het op grotere schaal toepassen van innovatieve oplossingen voor de aanpak van sociale behoeften.
2.
De lidstaten kunnen in hun operationele programma's de thema's voor sociale innovatie aangeven die aan hun specifieke behoeften beantwoorden.
3.
De Commissie vergemakkelijkt de capaciteitsopbouw voor sociale innovatie, met name door het ondersteunen van wederzijds leren, het oprichten van netwerken en het verspreiden van goede praktijken en methodologieën.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
28
LIMITE L
Artikel 10 Transnationale samenwerking 1.
De lidstaten kunnen de transnationale samenwerking met het oog op de bevordering van wederzijds leren en de verbetering van de doeltreffendheid van de door het ESF ondersteunde beleidsmaatregelen ondersteunen. Bij een transnationale samenwerking zijn partners van ten minste twee lidstaten betrokken.
2.
De lidstaten kunnen de thema's voor transnationale samenwerking kiezen uit een door de Commissie voorgestelde en door het ESF-comité goedgekeurde lijst.
3.
De Commissie vergemakkelijkt de transnationale samenwerking betreffende de in lid 2 bedoelde thema's via wederzijds leren en gecoördineerde of gezamenlijke acties. De Commissie zet met name een platform op EU-niveau op om de uitwisseling van ervaringen, de capaciteitsopbouw en de netwerking, alsook de verspreiding van de relevante resultaten te vergemakkelijken. Bovendien ontwikkelt de Commissie een gecoördineerd uitvoeringskader met gemeenschappelijke subsidiabiliteitscriteria, types en tijdschema's voor acties, en gemeenschappelijke methodologische benaderingen voor monitoring en evaluatie, met het oog op de vergemakkelijking van de transnationale samenwerking.
Artikel 11 Fondsspecifieke bepalingen voor operationele programma's 1.
In afwijking van artikel 87, lid 1, van Verordening (EU) nr. […] kunnen operationele programma's prioritaire assen vaststellen voor de implementatie van sociale innovatie en transnationale samenwerking, als bedoeld in de artikelen 9 en 10.
2.
In afwijking van artikel 110, lid 3, van Verordening (EU) nr. […] wordt het maximaal medefinancieringspercentage voor een prioritaire as met tien procentpunten verhoogd, maar tot niet meer dan 100%, wanneer de gehele prioritaire as is gewijd aan sociale innovatie of transnationale samenwerking of een combinatie van beide.
3.
Naast de bepaling in artikel 87, lid 3, van Verordening (EU) nr. […] stellen de operationele programma's ook de bijdrage van de geplande, door het ESF gesteunde acties vast voor: a)
de thematische doelstellingen, als vermeld in artikel 9, leden 1 tot en met 7, van Verordening (EU) nr. […], zo nodig per prioritaire as;
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
29
LIMITE L
b)
sociale innovatie en transnationale samenwerking, als bedoeld in de artikelen 9 en 10, wanneer zij niet onder een speciale prioritaire as vallen.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
30
LIMITE L
Programmering ETS HOOFDSTUK III PROGRAMMERIG
Artikel 7 Inhoud van samenwerkingsprogramma's 1.
Een samenwerkingsprogramma bestaat uit prioritaire assen. Een prioritaire as heeft betrekking op één fonds, komt overeen met een thematische doelstelling en omvat een of meer investeringsprioriteiten van die thematische doelstelling overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van deze verordening. In naar behoren gemotiveerde omstandigheden kan een prioritaire as een of meer complementaire investeringsprioriteiten van verschillende thematische doelstellingen combineren waar dat noodzakelijk is om een groter effect te sorteren en de doeltreffendheid te verhogen in een thematisch samenhangende geïntegreerde aanpak voor het verwezenlijken van de doelstellingen van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.
2.
In een samenwerkingsprogramma wordt het volgende vastgesteld: a)
b)
een strategie voor de bijdrage van het samenwerkingsprogramma aan de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, met inbegrip van: i)
een analyse van de situatie van het programmagebied in zijn geheel, wat de sterke en de zwakke punten betreft, en de strategie die op basis daarvan is gekozen;
ii)
een motivering van de keuze van thematische doelstellingen en overeenkomstige investeringsprioriteiten, in het licht van het gemeenschappelijke strategische kader en de resultaten van de ex-ante-evaluatie;
voor elke prioritaire as: i)
de investeringsprioriteiten en de bijbehorende specifieke doelstellingen;
ii)
om de programmering resultaatgerichter te maken, de verwachte resultaten voor elke specifieke doelstelling en de bijbehorende resultaatindicatoren, met vermelding van een uitgangswaarde en een streefwaarde overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften;
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
31
LIMITE L
iii)
een beschrijving van de voor elke investeringsprioriteit te ondersteunen maatregelen en de verwachte bijdrage daarvan aan de verwezenlijking van de onder i) bedoelde specifieke doelstellingen, met inbegrip van de leidende beginselen voor het selecteren van concrete acties en, waar passend, van de voornaamste doelgroepen, beoogde specifieke grondgebieden en soorten begunstigden, alsook van het geplande gebruik van financieringsinstrumenten;
iv)
de gemeenschappelijke en de specifieke outputindicatoren, waaronder de gekwantificeerde streefwaarde, die naar verwachting aan de resultaten bijdragen, overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften, voor elke investeringsprioriteit;
v)
vaststelling van de uitvoeringsstappen en van de financiële en outputindicatoren die moeten dienen als mijlpalen en streefdoelen voor het prestatiekader overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. /2012 [GV];
vi)
een samenvatting van het geplande gebruik van technische bijstand waaronder acties ter versterking van de administratieve capaciteit van autoriteiten en begunstigden;
vii) de indicatieve verdeling in overeenkomstige categorieën steunmaatregelen op basis van een nomenclatuur die door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 30, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, en een indicatieve verdeling van de geprogrammeerde middelen; c)
mits dit relevant is voor de inhoud en de doelstellingen van het samenwerkingsprogramma, de bijdrage tot de in het partnerschapscontract vastgestelde geïntegreerde strategie voor territoriale ontwikkeling, met inbegrip van: i)
de mechanismen die zorgen voor coördinatie tussen de fondsen, het Elfpo en het EFMZV en andere financieringsinstrumenten van de Unie en de lidstaten, alsook met de Europese Investeringsbank (EIB);
ii)
[…] een geplande geïntegreerde aanpak voor de territoriale ontwikkeling van stads-, plattelands- en kustgebieden, alsook van gebieden met bijzondere territoriale kenmerken, met name de uitvoeringsregelingen voor de artikelen 28 en 29 van Verordening (EU) nr. /2012 [GV];
iii)
[de beginselen voor het vaststellen van de […] steden waar geïntegreerde acties voor duurzame stadsontwikkeling zullen worden uitgevoerd de
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
32
LIMITE L
indicatieve jaarlijkse toewijzing van EFRO-steun voor deze acties, met inbegrip van de middelen die aan de steden worden gedelegeerd voor beheer krachtens artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. /2012 [EFRO]]; iv)
de aanpak voor het gebruik van vanuit de gemeenschap geleide instrumenten voor plaatselijke ontwikkeling en de beginselen voor het vaststellen van de gebieden waar hij zal worden uitgevoerd:
v)
d)
[…] de bijdrage van de geplande steunmaatregelen aan macroregionale strategieën en aan zeegebiedstrategieën, onverminderd de door de betrokken lidstaten vastgestelde behoeften van het programmagebied.
regelingen om een doeltreffende uitvoering van de fondsen te waarborgen, met inbegrip van: (i)
[…]
(ii)
de maatregelen die zijn genomen om de in artikel 5 van Verordening (EU) nr. /2012 [GV] bedoelde partners te betrekken bij het opstellen van het samenwerkingsprogramma, en de rol van de partners bij […] het opstellen en uitvoeren van het samenwerkingsprogramma, met inbegrip van hun deelname aan het toezichtcomité;
e) regelingen om een doelmatige uitvoering van de fondsen te waarborgen, met inbegrip van:
f)
i)
[…]ii) een samenvatting van de beoordeling van de administratieve belasting van begunstigden en van de geplande terugdringingsmaatregelen […];
iii)
een lijst van grote projecten waarvoor de uitvoering van de voornaamste werkzaamheden naar verwachting vóór 1 januari 2018 zal aanvangen;
een financieringsplan dat twee tabellen bevat (zonder opsplitsing per deelnemende lidstaat): i)
een tabel waarin het voor de steun uit het EFRO beoogde bedrag van het totale financiële krediet overeenkomstig de artikelen 53, 110 en 111 van Verordening (EU) nr. /2012 [GV] per jaar is gespecificeerd;
ii)
een tabel waarin het bedrag van het totale financiële krediet van de steun uit het EFRO en de nationale medefinanciering voor de hele programmeringsperiode, voor het samenwerkingsprogramma en voor elke prioritaire as, is aangegeven.
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
33
LIMITE L
Voor prioritaire assen die investeringsprioriteiten van verschillende thematische doelstellingen combineren, vermeldt de tabel het bedrag van de totale financiële toewijzing en van de nationale medefinanciering voor elk van de aldus gecombineerde investeringsprioriteiten. Indien de nationale medefinanciering uit publieke en private medefinanciering bestaat, bevat de tabel een indicatieve uitsplitsing van de publieke en de private component. Ter informatie moet ook de voorgenomen deelname van het EIB worden vermeld; g) de uitvoeringsbepalingen voor het samenwerkingsprogramma, onder vermelding van: i)
[de accreditatie-instantie,] de beheersautoriteit en de auditautoriteit;
ii)
de instantie of instanties die zijn aangewezen om controletaken uit te voeren;
iii)
de instantie of instanties die zijn aangewezen om audittaken uit te voeren;
iv)
de procedure voor het instellen van het gezamenlijke secretariaat;
v)
de beheers- en controleregelingen (beknopte beschrijving);
vi)
de verdeling van de aansprakelijkheden onder de deelnemende lidstaten in het geval van financiële correcties die door de beheersautoriteit of de Commissie worden opgelegd.
De in de punten a) tot en met d) vereiste informatie wordt aangepast aan het specifieke karakter van samenwerkingsprogramma's uit hoofde van artikel 2, lid 3, onder b), c) en d), van deze verordening. De in punt e), onder ii) en iii), vereiste informatie wordt niet opgenomen in samenwerkingsprogramma's uit hoofde van artikel 2, lid 3, onder b), c) en d), van deze verordening. 3.
Elk samenwerkingsprogramma bevat, onder voorbehoud van de beoordeling door de betrokken lidstaten van de relevantie ervan voor de inhoud en de doelstellingen van het programma: i)
een beschrijving van specifieke maatregelen om bij de selectie van concrete acties rekening te houden met milieubeschermingseisen, efficiënt gebruik van hulpbronnen, matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, en risicopreventie en risicobeheer;
ii)
een beschrijving van de specifieke maatregelen om bij de voorbereiding, het ontwerp en de uitvoering van het samenwerkingsprogramma gelijke kansen te bevorderen en
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
34
LIMITE L
discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te voorkomen, met name in verband met de toegang tot financiering, daarbij rekening houdend met de behoeften van de verschillende doelgroepen die het risico lopen aldus te worden gediscrimineerd, en met name de eis om de toegankelijkheid voor personen met een handicap te waarborgen; iii)
een beschrijving van de bijdrage van het programma aan de bevordering van gelijkheid van mannen en vrouwen en in voorkomend geval de regelingen om de integratie van het genderperspectief in het programma en in concrete acties te waarborgen.
De lidstaten kunnen een advies van de nationale instanties voor gelijke kansen over de in de punten ii) en iii) bedoelde maatregelen bij het voorstel voor een samenwerkingsprogramma voegen. De eerste en de tweede alinea zijn niet van toepassing op samenwerkingsprogramma's uit hoofde van artikel 2, lid 3, onder b), c) en d). 4.
Samenwerkingsprogramma's uit hoofde van artikel 2, lid 3, onder c) en d), definiëren de begunstigde of begunstigden van het samenwerkingsprogramma en kunnen de toekenningsprocedure specificeren.
5.
De deelnemende lidstaten en, waar van toepassing, derde landen of gebieden bevestigen schriftelijk hun instemming met de inhoud van een samenwerkingsprogramma voordat het bij de Commissie wordt ingediend. Deze instemming omvat ook een verbintenis van alle deelnemende lidstaten om de nodige medefinanciering voor de uitvoering van het samenwerkingsprogramma te verstrekken.
6.
De deelnemende lidstaten en derde landen of grondgebieden stellen de samenwerkingsprogramma's op volgens het door de Commissie vastgestelde model.
7.
De Commissie stelt het model door middel van uitvoeringshandelingen vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 30, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.
Artikel 8 Gezamenlijk actieplan Als een gezamenlijk actieplan als bedoeld in artikel 93, lid 1, van Verordening (EU) nr./2012 [GV] wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een EGTS als begunstigde, kunnen personeelsleden van het gezamenlijke secretariaat van het samenwerkingsprogramma en leden van de assemblee van de EGTS lid worden van de stuurgroep als bedoeld in artikel 97, lid 1, van Verordening (EU)
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
35
LIMITE L
nr./2012 [GV]. De leden van de assemblee van de EGTS vormen niet de meerderheid in die stuurgroep.
____________________
8207/12 ADD 1
rts/ONS/fb DGG 1
36
LIMITE L