Resultaat en groei Royal Dutch Shell plc Jaaroverzicht en verkorte jaarrekening 2006
Wij zoeken naar, produceren, transporteren, verhandelen en verkopen olie en aardgas en raffineren ruwe olie tot uiteenlopende producten zoals brandstoffen, smeermiddelen en petrochemische producten. Wij zijn tevens actief in andere bedrijfssegmenten zoals waterstof en duurzame energie.
Wij zijn gevestigd in Londen, hebben ons hoofdkantoor in Den Haag en zijn actief in meer dan 130 landen.
Ons netwerk van meer dan 45.000 tankstations is het grootste ter wereld.
Wij produceren circa 3,5 miljoen vaten olie-equivalent per dag.
OVER DIT OVERZICHT In dit Overzicht verwijst de term “Groep” naar Royal Dutch Shell samen met al haar geconsolideerde deelnemingen. De benamingen “Shell”, “Groep”, “Shell Groep” en “Royal Dutch Shell” worden soms gemakshalve gebruikt in passages die betrekking hebben op de Groep of Groepsmaatschappijen in het algemeen. Evenzo zijn de woorden “wij”, “ons” en “onze” soms gebruikt om Groepsmaatschappijen in het algemeen aan te duiden, of degenen die voor die maatschappijen werkzaam zijn. Deze uitdrukkingen worden tevens gebruikt wanneer vermelding van de naam van de desbetreffende maatschappij gevoeglijk achterwege kan blijven. De uitdrukking “Groepsmaatschappijen” in dit Overzicht verwijst naar maatschappijen waarin Royal Dutch Shell direct of indirect overwegende zeggenschap heeft door de meerderheid van het stemrecht of door het recht om overwegende invloed uit te oefenen. Maatschappijen waarop de Groep invloed van betekenis uitoefent maar waarin zij geen overwegende zeggenschap heeft, worden als “geassocieerde deelnemingen” aangemerkt. Maatschappijen waarin de Groep gezamenlijk met derden de zeggenschap uitoefent, worden aangemerkt als “entiteiten onder gezamenlijke zeggenschap”. In dit Overzicht worden geassocieerde deelnemingen en entiteiten met gezamenlijke zeggenschap tevens aangemerkt als volgens de “equity-methode opgenomen investeringen”.
Groepsmaatschappijen gerechtigd zijn (vóór aftrek van minderheidsbelangen van derden), maar tevens het aandeel in de volumes van volgens de equity-methode opgenomen investeringen waartoe Groepsmaatschappijen zijn gerechtigd of dat overeenstemt met het Groepsbelang in die maatschappijen.
De term “werkmaatschappijen” wordt in dit Overzicht gebruikt ter aanduiding van de Groepsmaatschappijen en volgens de equitymethode opgenomen investeringen die werkzaam zijn in de exploratie naar en winning van olie en aardgas en de levering van deze koolwaterstoffen aan de markt, de verkoop van en handel in aardgas en elektriciteit, het produceren van vloeibare producten uit aardgas en het raffineren van ruwe olie tot producten zoals brandstoffen, smeermiddelen, petrochemische producten, alsmede in andere sectoren zoals Hydrogen en Duurzame energie. De term “Groepsbelang” wordt gemakshalve gebruikt ter aanduiding van het directe en/of indirecte aandelenbelang dat door de Groep in een project, samenwerkingsverband of onderneming wordt gehouden (d.w.z. na aftrek van alle door derden gehouden belangen). Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, hebben de cijfers in de tabellen in dit Overzicht alleen betrekking op Groepsmaatschappijen, d.w.z. vóór aftrek van minderheidsbelangen van derden. Hebben de cijfers echter specifiek betrekking op de olieproductie (na aftrek van royalty’s in natura), de voor verkoop beschikbare aardgasproductie, en de door raffinaderijen verwerkte hoeveelheden en de totale verkoop van olieproducten, dan wordt de term “Groepsaandeel” gemakshalve gebruikt om niet alleen de volumes aan te geven waartoe
Tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven, is de in dit Overzicht opgenomen jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de Britse Companies Act 1985, artikel 4 van de International Accounting Standards (IAS)-Verordening, en International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Zoals toegepast door Royal Dutch Shell zijn er geen materiële afwijkingen ten opzichte van IFRS zoals uitgegeven door de International Accounting Standards Board. In de geconsolideerde jaarrekening van Royal Dutch Shell en haar dochtermaatschappijen is de unificatie verantwoord op een carryover basis, d.w.z. op de basis dat de daaruit resulterende structuur gedurende de gehele verslagperiode van toepassing was. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, luiden de cijfers in dit Overzicht in dollars. Met alle verwijzingen in dit Overzicht naar “dollars” en “$” worden Amerikaanse dollars bedoeld. De verkorte bespreking van de bedrijfsresultaten en de financiële positie, die is afgeleid uit de volledige versie ervan in de “Annual Report and Form 20-F”, en andere onderdelen van dit Overzicht bevatten op de toekomst gerichte mededelingen ten aanzien van de financiële positie, resultaten van activiteiten en segmenten van Royal Dutch Shell. Alle mededelingen anders dan constateringen van historische feiten zijn of kunnen worden gezien als op de toekomst gerichte mededelingen. Op de toekomst gerichte mededelingen geven verwachtingen weer voor de toekomst die zijn gebaseerd op de huidige verwachtingen en aannames van het management en zijn onderhevig aan bekende en niet-bekende risico’s en onzekerheden waardoor de feitelijke resultaten, prestaties of gebeurtenissen materieel kunnen afwijken van die welke in deze mededelingen worden vermeld of geïmpliceerd. Tot dergelijke op de toekomst gerichte mededelingen behoren onder meer mededelingen ten aanzien van de potentiële blootstelling van Royal Dutch Shell aan marktrisico’s en mededelingen waarin verwachtingen, overtuigingen, ramingen, voorspellingen, projecties en aannames van het management tot uitdrukking komen. Deze op de toekomst gerichte mededelingen zijn te herkennen door het gebruik van termen en
Het realiseren van resultaten en groei is de basis voor ons succes. Wij realiseren projecten, uitmuntende operationele prestaties en een concurrerend rendement en investeren tegelijkertijd in nieuwe ontwikkelingen om de groei van onze activiteiten te waarborgen. Resultaten realiseren betekent waarmaken wat wij zeggen. Groei is onze toekomst. OVERZICHT VAN HET JAAR
2 3 4 5 6 8 9 10 12 13 14 15 16 17
VERKORTE BESPREKING VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN EN DE FINANCIËLE POSITIE
21 22 24 25 26
VERKORT VERSLAG VAN DE BOARD
30 De Board of Directors 32 Verslag van de Board
SAMENVATTING CORPORATE GOVERNANCE
34 Corporate governance
SAMENVATTING BEZOLDIGINGSVERSLAG
37 Bezoldigingsverslag
VERKORTE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
40 Winst-en-verliesrekening Winst per aandeel 41 Balans 42 Mutatieoverzicht van het eigen vermogen Kasstroomoverzicht 43 Toelichting
ACCOUNTANTSMEDEDELING
44 Accountantsmededeling
ADDITIONELE INFORMATIE EN INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDERS
45 Additionele informatie 46 Informatie voor de aandeelhouders 49 Contactgegevens
Wij hebben wereldwijd 108.000 werknemers.
Het aandeel Royal Dutch Shell is genoteerd aan de beurzen van Amsterdam, Londen en New York.
uitdrukkingen als “rekenen met”, “menen”, “kunnen”, “schatten”, “verwachten”, “bedoelen”, “zouden kunnen”, “plannen”, “doelstellingen”, “vooruitzicht”, “waarschijnlijk”, “voorspellen”, “zullen”, “beogen”, “ten doel stellen”, “risico’s”, “doelen”, “zouden moeten” en soortgelijke termen en uitdrukkingen. Er zijn verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de toekomstige operaties van Royal Dutch Shell en waardoor resultaten materieel kunnen afwijken van die welke in de op de toekomst gerichte mededelingen in dit Overzicht tot uitdrukking komen, waaronder (maar niet uitsluitend): (a) prijsschommelingen voor ruwe olie en aardgas; (b) wijzigingen in de vraag naar de producten van de Groep; (c) valutakoersschommelingen; (d) boor- en productieresultaten; (e) reserveramingen; (f) marktverlies en concurrentie binnen de bedrijfstak; (g) milieurisico’s en fysieke risico’s; (h) risico’s in verband met het vaststellen van passende potentiële overnamedoelen en de succesvolle onderhandeling over en afronding van dergelijke transacties; (i) ondernemingsrisico’s in ontwikkelingslanden en landen waarop internationale sancties van toepassing zijn; (j) wettelijke, fiscale en administratiefrechtelijke ontwikkelingen waaronder potentiële rechtsgedingen en administratiefrechtelijke gevolgen die voortvloeien uit hercategorisering van reserves; (k) economische en financiële marktomstandigheden in diverse landen en gebieden; (l) politieke risico’s, vertraging of versnelling bij projecten, goedkeuringen en kostenramingen; en (m) wijzigingen in handelsomstandigheden. Het voorbehoud dat in de onderhavige passage wordt gemaakt of waarnaar wordt verwezen, is onverkort van toepassing op alle in dit Overzicht opgenomen op de toekomst gerichte mededelingen in hun geheel. De lezer dient niet overmatig te steunen op dergelijke op de toekomst gerichte mededelingen. Iedere op de toekomst gerichte mededeling heeft slechts betrekking op de datum van dit Overzicht. Noch Royal Dutch Shell noch haar deelnemingen nemen enige verplichting op zich om enige op de toekomst gerichte mededeling publiekelijk te actualiseren of te herzien naar aanleiding van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of andere informatie. Gezien deze risico’s kunnen de feitelijke resultaten materieel afwijken van die welke in de in dit Overzicht opgenomen op de toekomst gerichte mededelingen worden vermeld, geïmpliceerd of die daarvan worden afgeleid.
Geselecteerde financiële gegevens Realiseren van groei Bericht van de Voorzitter Verslag van de Chief Executive Wat wij doen Waar wij actief zijn Onze strategie Marktoverzicht Technologie en innovatie Mensen Groei in China Smart Fields en snake wells Brandstoffen voor de toekomst Alternatieve energie Opruimen na Katrina Terugkeer naar New Orleans 18 Uitbreiding van LNG-productie in Nigeria LNG arriveert in Mexico 19 Vooruitgang bij Sakhalin 20 Olie uit zand Samenvatting van de Groepsresultaten Upstream Downstream Andere bedrijfssegmenten en Corporate Key performance indicators Risicofactoren 27 Vermogens- en liquiditeitspositie 28 Onze mensen 29 Milieu en maatschappij
Toegang tot gedeponeerde documenten Documenten met betrekking tot Royal Dutch Shell of haar rapporteringsplichtige rechtsvoorgangers waarnaar in dit Overzicht wordt verwezen, zijn gedeponeerd bij de Securities and Exchange Commission (SEC) en kunnen worden ingezien of gekopieerd bij de openbare naslagfaciliteit van de SEC aan 100 F Street, N.E., Room 1580, Washington, D.C. 20549, USA. Alle elektronisch door de Groep bij de SEC gedeponeerde documenten zijn voor eenieder toegankelijk op de website van de SEC, www.sec.gov (commission file number 1-32575). Dit Overzicht, de oorspronkelijke Engelse versie ervan, alsmede het volledige Annual Report and Form 20-F in de Engelse taal, zijn kosteloos verkrijgbaar op www.shell.com/annualreport of bij de kantoren van Royal Dutch Shell in Den Haag (Nederland) en Londen (Verenigd Koninkrijk). Het Jaaroverzicht en verkorte jaarrekening is een verkorte versie van het Annual Report and Form 20-F. Voor meer informatie zie het volledige, niet-verkorte document op www.shell.com/annualreport of zie de achteromslag voor het adres waar kosteloos een exemplaar kan worden aangevraagd. De SEC staat olie- en gasondernemingen in hun bij de SEC te deponeren stukken alleen toe bewezen reserves te rapporteren waarvan een onderneming door daadwerkelijke productie of eenduidig formatie-onderzoek heeft aangetoond dat zij commercieel en juridisch winbaar zijn onder de huidige economische en bedrijfsomstandigheden. Wij gebruiken in dit Overzicht bepaalde termen waarvan het gebruik in bij de SEC te deponeren stukken volgens de SEC-richtlijnen ten strengste verboden is. Amerikaanse beleggers dienen zorgvuldig kennis te nemen van de informatie in ons verslag op Form 20-F, File No. 1-32575, die beschikbaar is op de SEC-website www.sec.gov. en die u tevens bij de SEC kunt aanvragen door +1 800 732 0330 te bellen. Dit document is een vertaling van het officiële Engelstalige document. In het geval van verschillen tussen beide versies prevaleert deze laatste.
In dit Overzicht zijn verwijzingen opgenomen naar de Shell-website. Deze verwijzingen dienen slechts ter informatie voor de lezer; Shell neemt daarmee geen op www.shell.com opgenomen informatie in dit Overzicht op.
ROYAL DUTCH SHELL plc
1
Geselecteerde financiële gegevens De hieronder vermelde gegevens zijn ontleend aan de geconsolideerde jaarrekening. Deze cijfers dienen te worden gelezen in samenhang met de verkorte geconsolideerde jaarrekening en de toelichting daarbij, alsmede de CIJFERS UIT DE GECONSOLIDEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING
Opbrengsten Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
verkorte bespreking van de bedrijfsresultaten en de financiële positie die in dit Jaaroverzicht zijn opgenomen.
$ miljoen
2006
2005
2004
318.845
306.731
266.386
26.311
26.568
19.491
Winst/(verlies) uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Winst over de periode Winst toerekenbaar aan minderheidsbelangen Winst toerekenbaar aan aandeelhouders
CIJFERS UIT DE GECONSOLIDEERDE BALANS
Totaal activa Aandelenkapitaal
$ miljoen 2006
2005
2004
235.276
219.516
187.446
545
571
604
105.726
90.924
86.070
9.219
7.000
5.313
2006
2005
2004
Eigen vermogen toerekenbaar –
(307)
(234)
26.311
26.261
19.257
869
950
717
25.442
25.311
18.540
WINST PER AANDEEL
$
aan aandeelhouders Minderheidsbelang ANDERE GECONSOLIDEERDE GEGEVENS
$ miljoen
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
31.696
30.113
26.537
Gewone winst per aandeel van €0,07
3,97
3,79
2,74
Investeringen
22.922
15.904
13.566
Verwaterde winst per aandeel van €0,07
3,95
3,78
2,74
Kasstroom voor investeringsactiviteiten
20.861
8.761
5.964
8.431
10.849
7.655
13.741
18.573
13.592
en kasequivalenten
(2.728)
2.529
7.094
Gearing [A]
14,8%
13,6%
17,5%
Vastgestelde dividenden – €/aandeel
1,00
0,92 [B]
0,86 [C]
Dividenden – equivalent $/aandeel
1,27
1,13 [B]
1,07 [C]
Betaalde dividenden Kasstroom voor financieringsactiviteiten Stijging/(daling) van geldmiddelen
[A]
De gearing van de Groep is een maatstaf die aangeeft in hoeverre de activiteiten van de Groep zijn gefinancierd met eigen of met vreemd vermogen.
[B]
Inclusief een eerste interimdividend van €0,23 ($0,2973) betaalbaar gesteld aan aandeelhouders van N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij in juni 2005 en een eerste interimdividend van 15,84 pence ($0,3014) betaalbaar gesteld aan aandeelhouders van The “Shell” Transport and Trading Company, p.l.c. in juni 2005, een tweede interimdividend van €0,23 ($0,2771) betaalbaar gesteld aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc in september 2005, een derde interimdividend van €0,23 ($0,2787) betaalbaar gesteld aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc in december 2005 en een vierde interimdividend van €0,23 ($0,2771) betaalbaar gesteld aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc in maart 2006. Tezamen vormden deze het totale dividend over 2005.
[C] Bestaand uit een interimdividend van de Koninklijke van €0,75 betaalbaar gesteld in september 2004 en een tweede interimdividend van €1,04 betaalbaar gesteld in maart 2005, en een interimdividend van Shell Transport van 6,25 pence en een tweede interimdividend van 10,7 pence die worden gebruikt om het equivalente dividend op een Royal Dutch Shell-basis te berekenen.
2
ROYAL DUTCH SHELL plc
Realiseren van groei Shell is actief in olie, gas, petrochemie, kolentechnologie en alternatieve energievormen, waaronder biobrandstoffen, wind- en zonne-energie en waterstof.
318.845
3,97
26.311
+ 4%
306.731
2006
2005
+ 0,2%
26.261
2006
2005
+ 5%
3,79
2006
2005
In 2006 hebben wij goede vooruitgang geboekt bij het opstarten van nieuwe productie en het ontwikkelen van grote projecten die in de toekomst olie en gas zullen leveren. Ook hebben wij onze positie in onconventionele olie- en gasbronnen verder uitgebreid, waarvan de productie naar verwachting zal stijgen boven het huidige niveau. Wij hebben onze leidende positie in olieproducten behouden en onze portfolio verder aangepast.
Opbrengsten ($ miljoen)
Winst over de periode
Gewone winst per aandeel ($)
($ miljoen)
Wij hebben de operationele prestaties van onze raffinaderijen en petrochemische fabrieken verder verbeterd. In 2007 bouwen we voort op onze sterke punten om groei te realiseren. Daartoe behoren: Onze vooraanstaande positie op het gebied van technologie en innovatie in de energie-industrie. Ons streven naar samenwerking op de lange termijn. Onze diverse, transnationale organisatie. Onze inzet voor onze algemene beleidsuitgangspunten en duurzame ontwikkeling.
ROYAL DUTCH SHELL plc
3
Bericht van de Voorzitter In dit eerste bericht van mij aan de aandeelhouders wil ik graag met u stilstaan bij een aantal van de indrukken die ik heb opgedaan sinds ik in 2006 Voorzitter werd van Royal Dutch Shell plc. De energie-industrie, dat ervaar ik nu iedere dag, speelt een centrale rol bij een aantal van de belangrijkste vraagstukken ten aanzien van economie, milieu en maatschappij waar de wereld mee te maken heeft. Betrouwbare en betaalbare energie is essentieel voor economische groei en voor verbetering van de levensstandaard in gebieden waar mensen in armoede leven. Tegelijkertijd is het duidelijk, zoals de toenemende bezorgdheid over klimaatverandering aantoont, dat het leveren van die energie op een manier die het milieu zoveel mogelijk ontziet een van de grootste uitdagingen is waar iedereen van ons mee te maken heeft. Shell draagt bij tot oplossingen voor die uitdagingen. Onze ondernemingsstrategie is erop gericht om op een verantwoorde manier de energiebronnen te vinden en te produceren om in de groeiende behoefte aan energie te helpen voorzien. Daartoe behoort het onderzoeken en ontwikkelen van projecten om CO2-emissies terug te dringen en het waarborgen dat de activiteiten bij individuele faciliteiten van Shell voldoen aan de hoogste milieustandaarden. Het Social Responsibility Committee van de Board is direct betrokken bij het toezicht op de manier waarop de Groep met deze vraagstukken omgaat en bezoekt regelmatig Shell-locaties om te zien hoe Shell de uitdagingen op het gebied van milieu en maatschappij benadert.
Ik zie het als de taak van de Board om het werk van de Chief Executive en zijn team te ondersteunen, maar ook kritisch te toetsen; en te waarborgen dat Shell voor haar aandeelhouders het rendement blijft leveren dat zij verwachten. Naar mijn overtuiging bieden de structuren die sinds onze unificatie in 2005 zijn ingevoerd een effectief kader voor de Board om die taak te vervullen. Graag wil ik mijn bijzondere waardering uitspreken voor mijn voorganger als Voorzitter, Aad Jacobs, voor de manier waarop hij in een moeilijke periode leiding heeft gegeven aan de Groep. Overal binnen Shell heb ik toegewijde, resultaatgerichte mensen ontmoet die in een productieve bedrijfscultuur met uitgesproken sterke normen en waarden werken. Het is indrukwekkend om te zien hoe zij inspelen op de snelle veranderingen in de energie-industrie, hoe zij goede resultaten behalen en hoe zij werken om de toekomstige groei van de activiteiten van Shell zeker te stellen. Ik hoop dat de aandeelhouders in dit jaar waarin Shell haar honderdjarig bestaan viert, even trots zijn als ik om deel uit te maken van een onderneming die een succesvolle bijdrage levert om de wereld te voorzien van de energie die zij nodig heeft.
“
Ik hoop dat de aandeelhouders in dit jaar waarin Shell haar honderdjarig bestaan viert, even trots zijn als ik om deel uit te maken van een onderneming die een succesvolle bijdrage levert om de wereld te voorzien van de energie die zij nodig heeft.
”
Jorma Ollila VOORZITTER
4
ROYAL DUTCH SHELL plc
Verslag van de Chief Executive Shell kan terugblikken op een goed jaar. Onze financiële positie is sterk, we hebben een recordwinst van $26,3 miljard behaald en hebben $16,3 miljard aan de aandeelhouders teruggegeven. Voortbouwend op de in 2005 geboekte vooruitgang hebben we de nadruk op resultaten en groei gehandhaafd en daarmee een solide basis gelegd voor de toekomst.
dynamische Aziatische markten. We hebben een belang van 75% genomen in de toonaangevende smeermiddelenproducent en -verkoper van China, waardoor Shell nu de grootste internationale onderneming op het gebied van smeermiddelen in China is. Plannen voor de uitbreiding van onze installaties in Port Arthur zouden resulteren in de grootste raffinaderij van de Verenigde Staten.
Onze strategie van meer upstream en winstgevende downstream ligt op koers. We hebben goede vooruitgang geboekt bij het revitaliseren van onze gediversifieerde portfolio. Onze exploratie-inspanningen in de upstream leiden tot resultaat. We hebben omvangrijke investeringen gedaan in grootschalige geïntegreerde projecten met een lange levensduur die gedurende vele tientallen jaren inkomsten zullen genereren. In de downstream hebben we onze groeiportfolio uitgebreid, vooral in China.
Het werken in steeds veeleisender omgevingen stelt ook steeds grotere eisen aan de veiligheid. We blijven het belang van training benadrukken ter verbetering van de veiligheid als een belangrijke component van operational excellence. Onze resultaten op het gebied van veiligheid gaven in 2006 echter een gemengd beeld te zien met een toename van dodelijke ongevallen. We hebben hierop gereageerd door onze nadruk op veiligheid te versterken door de invoering van een gespecialiseerde overkoepelende veiligheidsfunctie die wereldwijd de naleving van standaarden en procedures zal verbeteren.
De veiligheidssituatie in Nigeria – waardoor aanzienlijke volumes in het Deltagebied niet geproduceerd worden – blijft een belangrijk punt van zorg. We weten nog niet wanneer de productie daar kan worden hervat. Onze projecten in diepwater in Nigeria daarentegen waren in 2006 zeer succesvol, waardoor het effect van de productie-uitval onshore gedeeltelijk werd gecompenseerd. In Sachalin hebben we de weg naar de toekomst geëffend door overeen te komen als partner met Gazprom samen te werken in wat ’s werelds grootste geïntegreerde olie- en gasproject in aanbouw is. Ons segment Exploratie & Productie heeft goed gepresteerd. Het resultaat steeg ten opzichte van 2005 met 7% naar $15,2 miljard. We hebben ongeveer 2 miljard vaten olie-equivalent aan onze bewezen olie- en gasreserves en bewezen mijnbouwreserves toegevoegd. Het bod op de minderheidsaandelen in Shell Canada en de uitbreiding van het Athabasca-oliezandenproject onderstrepen onze inzet om een vooraanstaande positie te behouden bij niet-conventionele oliebronnen. Ons segment Gas & Elektriciteit heeft een bijzonder sterke winstgroei behaald, van 68%, tot $2,7 miljard. We gaan door met de bouw van de Pearl Gas to Liquids (GTL) installatie in Qatar, de grootste van dit type ter wereld. De verkoop van LNG steeg met 14%, waardoor onze leidende positie in de LNG-markten van Noord-Amerika, het Aziatisch-Pacifisch gebied en Europa werd verstevigd. In de downstream investeren we in omvangrijke projecten, met name in Azië. De uitbreiding van ons petrochemische complex in Singapore en de succesvolle inbedrijfstelling van het Nanhai-complex in China versterken onze positie in de
We houden aan onze doelstelling vast om één omvangrijke activiteit op het gebied van alternatieve energie te ontwikkelen. We hebben voor de Nederlandse kust ons eerste offshore-windmolenpark in bedrijf gesteld en blijven vooruitgang boeken bij projecten voor waterstof, geavanceerde zonneceltechnologie en tweede-generatie biobrandstoffen. Ik ben ervan overtuigd dat technologie essentieel is om onze ondernemingsstrategie en de complexe projecten van de toekomst uit te voeren. In 2006 hebben we een Chief Technology Officer aangesteld om leiding te geven aan onze technologie-inspanningen, met zeven Chief Scientists en duizenden technische specialisten in onze wereldwijde technologiecentra, waaronder ons nieuwe technologiecentrum in Bangalore, India. Tevens hebben we het eerste Technology Report van Shell gepubliceerd. Voor technologie is een centrale rol weggelegd bij het beheersen van CO2-emissies. Bij Shell onderzoeken we een aantal activiteiten die kunnen helpen om het CO2probleem op te lossen, waaronder verbetering van de efficiency, vermindering van het affakkelen van gas en mogelijkheden voor het afvangen en opslaan van CO2. Dit alles zou niet mogelijk zijn zonder de inspanningen van onze mensen, en ik spreek graag mijn waardering daarvoor uit. Met ons goede prestatieniveau in 2006 zijn wij voorbereid op de steeds fellere concurrentie in de energie-industrie; het getuigt van ons vermogen om resultaten te realiseren voor zowel onze aandeelhouders als onze partners. In 2007 zullen we ernaar streven dit voort te zetten door de nadruk te blijven leggen op resultaat en groei.
“
Ons goede prestatieniveau in 2006 getuigt van ons vermogen om resultaten te behalen. Dat is de basis voor onze groei.
”
Jeroen van der Veer CHIEF EXECUTIVE
ROYAL DUTCH SHELL plc
5
RESULTAAT EN GROEI
Wat wij doen
Upstream
Downstream
De upstream-activiteiten van Shell richten zich op het zoeken naar en winnen van olie en aardgas, en het bouwen en exploiteren van de infrastructuur die nodig is om deze koolwaterstoffen op de markt te brengen. In de meeste landen werken wij met partners samen in joint ventures.
De downstream-activiteiten van Shell raffineren ruwe olie tot uiteenlopende producten zoals brandstoffen, smeermiddelen en petrochemische producten. Het verkoopnetwerk van de Groep van meer dan 45.000 tankstations is het grootste ter wereld.
EXPLORATIE & PRODUCTIE Het segment Exploratie & Productie legt zich over de gehele wereld toe op het zoeken naar en produceren van olie en aardgas en is in 39 landen actief. Het merendeel van deze activiteiten wordt uitgevoerd in samenwerkingsverbanden met externe partners.
OLIEPRODUCTEN Het segment Olieproducten bestaat uit een aantal verschillende downstreamactiviteiten zoals Verwerking, Levering en Distributie, Retail, Business to Business en Smeermiddelen. Deze activiteiten tezamen raffineren, leveren, verhandelen en verschepen aardolieproducten over de gehele wereld en verkopen brandstoffen en smeermiddelen voor huishoudelijk en industrieel gebruik en voor de transportsector.
GAS & ELEKTRICITEIT Het segment Gas & Elektriciteit vervaardigt en transporteert vloeibaar gemaakt aardgas en ontwikkelt gasmarkten en daaraan gerelateerde infrastructuur. Tevens verkoopt en verhandelt dit segment aardgas en elektriciteit en produceert het schone brandstoffen uit vloeibaar gemaakt aardgas. Daarnaast biedt zich een aantal nieuwe mogelijkheden aan voor toepassing van het door ons ontwikkelde procedé voor kolenvergassing.
6
ROYAL DUTCH SHELL plc
CHEMIE Onze chemie-ondernemingen produceren en verkopen petrochemische producten aan industriële afnemers over de gehele wereld. De producten worden op grote schaal gebruikt in kunststoffen, coatings en reinigingsmiddelen, die weer worden verwerkt in producten zoals vezels en textiel, warmte- en elektrische isolatiematerialen, medische apparatuur en steriele hulpmiddelen, computers, lichtere en efficiëntere voertuigen en verf.
Andere bedrijfssegmenten en Corporate
Resultaten per bedrijfssegment
Onder Andere bedrijfssegmenten vallen Duurzame energie en Hydrogen en CO2-coördinatieactiviteiten.
Exploratie & Productie
DUURZAME ENERGIE, HYDROGEN EN CO2 Duurzame energie ontwikkelt activiteiten op basis van duurzame energiebronnen, waaronder wind- en zonne-energie. Hydrogen ontwikkelt commerciële mogelijkheden voor waterstof- en brandstofceltechnologie. Shell streeft ernaar om ten minste één alternatieve energiebron tot een omvangrijke activiteit te ontwikkelen. Onze CO2-groep coördineert onderzoek naar het afvangen en opslaan van koolstofdioxide.
2006 15.195
Gas & Elektriciteit
2.650
Olieproducten
7.125
Chemie
1.064
Andere bedrijfssegmenten en Corporate
277
Winst over de periode
26.311
Percentages per bedrijfssegment 2006
CORPORATE Corporate is een segment dat geen bedrijfsactiviteiten uitvoert. Het omvat hoofdzakelijk rentelasten op schulden en bepaalde andere niet-toegerekende kosten.
$ miljoen
%
Opbrengsten
Winst Werknemers
Exploratie & Productie
6%
58%
Gas & Elektriciteit
5%
10%
3%
Olieproducten
78%
27%
62%
Chemie
11%
4%
6%
–
1%
11%
Andere bedrijfssegmenten en Corporate
18%
ROYAL DUTCH SHELL plc
7
RESULTAAT EN GROEI
Waar wij actief zijn
Wij zijn wereldwijd in meer dan 130 landen en gebiedsdelen actief. Wij zoeken naar olie en gas in reeds ontwikkelde gebieden zoals de Golf van Mexico en in nieuwe gebieden zoals de Beaufortzee. Belangrijke bestaande producerende gebieden zijn de Verenigde Staten, Europa, Afrika en het Midden-Oosten. Uit grote projecten in gebieden met uitdagende omstandigheden zoals Sachalin en Athabasca komen nieuwe volumes beschikbaar. OPBRENGSTEN PER REGIO
$ miljoen
%
Europa Midden-Oosten, Afrika, GOS en Aziatisch-Pacifisch gebied Verenigde Staten Canada, Latijns-Amerika TOTAAL
136.307 76.898 80.974 24.666 318.845
43 24 25 8
WERKNEMERS PER GEBIED [A]
%
Verenigd Koninkrijk Nederland Rest Europa Midden-Oosten, Afrika, GOS en Aziatisch-Pacifisch gebied Verenigde Staten Canada, Latijns-Amerika TOTAAL
8.000 10.000 19.000 35.000 24.000 12.000 108.000
7 9 18 33 22 11
[A] Gemiddelde aantallen, afgerond naar dichtstbijzijnde duizendtal. NOORD-AMERIKA
Canada Verenigde Staten
LATIJNS-AMERIKA
ss ttl ss ttl
UPSTREAM s Exploratie & Productie s Gas & Elektriciteit
8
ROYAL DUTCH SHELL plc
Argentinië Bolivia Brazilië Chili Colombia Costa Rica Ecuador El Salvador Guatemala Honduras Mexico Nicaragua Panama Peru Suriname Venezuela
DOWNSTREAM t Olieproducten t Chemie
CARIBISCH GEBIED
s
tt
ss ss tt tt tt t t t t t ss tt
Antigua & Barbuda Bahama’s Barbados Dominicaanse Republiek Franse Antillen & Guyana Puerto Rico St. Kitts & Nevis St. Lucia St. Vincent Trinidad & Tobago
EUROPA
t t t t t tt t t t t
t t t t s
tt
OVERIGE l Duurzame energie en Hydrogen
België Bulgarije Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk Gibraltar Griekenland Hongarije Ierland IJsland Italië Kroatië Letland Litouwen Luxemburg
AFRIKA
t t ss tt ss ttl t t ttl s
t
ss tt t s
t ttl
ss tt t t t t l
Montenegro Nederland Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Servië Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië Turkije Verenigd Koninkrijk Zweden Zwitserland
t ss ttl ss t s
t tt t t t t t
ss ttl t ss tt ss ttl t tt
Algerije Angola Benin Botswana Burkina Faso Democratische Congo Djibouti Egypte Ethiopië Gabon Gambia Ghana Guinee Ivoorkust Kaapverdië Kameroen Kenia
Lesotho t Libië ss t Madagaskar t t Mali t t Marokko t Republiek Mozambique t t Namibië t t Nigeria ss t ss t Oeganda t t Réunion t s t Senegal t t Soedan t ss t Swaziland t t Tanzania t t Togo t t Tunesië s t s Zimbabwe t tt Zuid-Afrika tt ss t s
Onze strategie van meer upstream en winstgevende downstream Shell heeft in de loop der jaren en over de gehele cyclus van grondstofprijzen in de upstream hogere resultaten en een beter rendement op het geïnvesteerde vermogen behaald dan met de overige bedrijfssegmenten en ziet een aanzienlijk groeipotentieel voor olie en aardgas. De nadruk zal dan ook vooral op toekomstige groei in onze upstream-activiteiten liggen. In de downstream zal de nadruk liggen op het structureel genereren van kasstromen en het blijven aanpassen van onze portfolio met het oog op de groeiende markten in het Aziatisch-Pacifisch gebied. Onze strategie van meer upstream en winstgevende downstream zal onze leidende positie in de olie- en gasindustrie versterken en structureel een concurrerend totaalrendement voor de aandeelhouders genereren. Wij voorzien netto-uitgaven voor investeringen[B] van $22 tot $23 miljard in 2007, waarvan circa 80% wordt geïnvesteerd in upstream-projecten. Deze investeringen helpen om een upstream-portfolio samen te stellen van activa met een lange, productieve levensduur. Deze investeringen zullen op zowel conventionele als onconventionele koolwaterstofprojecten gericht zijn. Tegelijkertijd zal ons investeringsprogramma onze concurrentiepositie in de downstream consolideren en versterken door verbetering van de kwaliteit, betrouwbaarheid en concurrentiekracht van onze raffinageportfolio en door ontwikkeling van onze aanwezigheid in groeimarkten. Meer energie leveren op een manier die het milieu zoveel mogelijk ontziet is een grote uitdaging voor de wereldwijde energie-industrie en de samenleving als geheel. Wij onderzoeken een aantal mogelijkheden om activiteiten te ontwikkelen op basis van alternatieve energie. Wij onderkennen tevens het belang van CO2-beheer voor onze onderneming en de kansen die het biedt. Wij ontwikkelen verantwoorde manieren om CO2 te beheren, zoals projecten voor het sekwestreren van CO2 en voor energie-efficiency.
MIDDEN-OOSTEN
Iran Jemen Oman Qatar Saoedi-Arabië Syrië Verenigde Arabische Emiraten
ss t t ss t ss t s
tt
s ss tt
GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN
AZIATISCH-PACIFISCH GEBIED
Azerbeidzjan Kazachstan Oekraïne Rusland
Australië Brunei China (inclusief Hongkong) Fiji Filipijnen Guam India Indonesië Japan Laos Maleisië Mauritius Nieuw-Zeeland Pakistan Singapore Sri Lanka Taiwan Thailand Vietnam Zuid-Korea
s s ss t ss t
ss tt ss t ss ttl
Onze inzet voor technologie en innovatie blijft van centraal belang voor onze ondernemingsstrategie. Wij zijn ervan overtuigd dat onze technologische expertise een sleutelfactor zal zijn voor de groei van onze activiteiten, gezien de toenemende complexiteit en technische moeilijkheidsgraad van energieprojecten. De kerncompetenties van de Groep zijn onder meer de ontwikkeling en toepassing van technologie en de financiële en projectmanagementvaardigheden die ons in staat stellen om grote olie- en gasprojecten te ontwikkelen. Tevens profiteren wij van onze diverse en internationale activiteitenportfolio en klantgerichte activiteiten waarbij de kracht van het Shell-merk centraal staat. Met ons vermogen om grote, uitdagende projecten voor conventionele en onconventionele olie en gas te beheren, manieren te vinden voor het beperken van CO2-emissies en alternatieve energieoplossingen aan te bieden zijn wij goed gepositioneerd als voorkeurspartner voor overheden en anderen met energiebronnen, nu en in de toekomst. [B] De netto-uitgaven voor investeringen geven de verwachte investeringen inclusief opbrengsten uit afstotingen en voor acquisities aangewende middelen weer.
t s
ttl t
ss ttl s
ttl
ss ttl t ss tt t s
tt
s
t
ss ttl ttl tt tt tt ss tt
ROYAL DUTCH SHELL plc
9
RESULTAAT EN GROEI
Marktoverzicht
ONZE CONCURRENTIEPOSITIE Wij hebben een solide portfolio aan olie- en gasvolumes en wij investeren meer dan ooit tevoren om additionele olie- en gasvolumes te vinden en te produceren. Door onze innovatieve technologie kunnen wij in omgevingen met uitdagende omstandigheden werken en de efficiency van onze operaties continu verbeteren. Shell heeft een winstgevende downstreamsector met ’s werelds grootste verkoopnetwerk onder één merk, en is een van de sterkste merken ter wereld. Wij bouwen voort op onze bewezen successen in elk onderdeel van de productieketen voor LNG (vloeibaar aardgas) en zijn een van de grootste aanbieders van LNG. Wij menen dat wij ’s werelds grootste distributeur van biobrandstoffen zijn en wij zijn een van de grootste ontwikkelaars van windenergie.
DE TOEKOMST Wij zien de omgeving waarin wij in de toekomst zullen opereren als een waarin: olie, gas en kolen nog steeds in het overgrote deel van de wereldenergiebehoefte zullen voorzien; meer olie geproduceerd zal worden uit onconventionele bronnen, zoals oliezanden; het beheersen van de gevolgen van energiegebruik en –productie op milieu en maatschappij een prioriteit blijft; partnerschap met overheden en staatsoliebedrijven een centrale rol zal spelen.
10
ROYAL DUTCH SHELL plc
MARKTONTWIKKELINGEN De wereldeconomie is in 2006 met 5,4% gegroeid, vergeleken met 4,8% in 2005, mede door sterke groei in China, India en Rusland. Terwijl de economische groei in de Verenigde Staten aan het begin van het jaar eveneens goed was, vlakte deze in de loop van het jaar af door een sterke daling van de huizenmarkt. De consumptieve bestedingen en bedrijfsinvesteringen zijn echter op peil gebleven en hebben de groei ondersteund. De Europese economische groei trok in 2006 aanmerkelijk aan. Deze ontwikkeling zal naar verwachting doorzetten en zich volgens de Europese Centrale Bank vertalen in solide groei. In Japan daarentegen namen de consumptieve bestedingen af. De export en de bedrijfsinvesteringen bleven echter op peil, en dit wijst op een verbetering in 2007. In China en India was de groei in 2006 bijzonder robuust. In China was de groei vooral te danken aan bedrijfsinvesteringen en export, en in India aan de binnenlandse vraag en de dienstensector. In beide landen zet de groei zich in 2007 naar verwachting voort, maar op een lager niveau dan in het recente verleden. OLIE- EN AARDGASPRIJZEN De olieprijzen stegen in 2006 door een combinatie van sterke wereldwijde economische groei, aanbodverstoringen, geopolitieke spanningen in het MiddenOosten, en beperkte onbenutte OPEC-productiecapaciteit. De gemiddelde prijs van Brent-olie was in 2006 $65,10 per vat, tegen $54,55 per vat in 2005, terwijl West Texas Intermediate (WTI) gemiddeld $66,04 per vat noteerde, tegen $56,60 een jaar eerder. Als gevolg van aanhoudende geopolitieke spanningen zullen de olieprijzen in 2007 over het geheel genomen naar verwachting robuust blijven. De trend kan echter lager zijn dan in 2006 indien de economische groei minder is, het aanbod uit niet-OPEC landen sterker groeit, de onbenutte productiecapaciteit van de OPEC hoger is en er geen grote aanbodverstoringen zijn. Voor de middellange en langere termijn verwacht de Groep dat de prijzen zullen dalen ten opzichte van de huidige niveaus, doordat zowel het aanbod als de vraag naar verwachting zullen reageren op de hogere prijzen en de onbenutte productiecapaciteit van de OPEC weer zal toenemen.
De gemiddelde Henry Hub-aardgasprijs in de Verenigde Staten in 2006 was $6,76 per miljoen British thermal units (Btu), tegen $8,80 in 2005. De aardgasprijzen op het Europese vasteland en in het Aziatisch-Pacifisch gebied zijn in belangrijke mate gekoppeld aan de olieprijzen en in 2006 stegen de prijzen in Europa, voornamelijk als gevolg van hogere olieprijzen en een sterke vraag. DE DOWNSTREAM-MARKT In 2006 bleven de raffinagemarges goed op peil, mede als gevolg van robuuste groei van de vraag naar producten en aanbodbeperkingen vanwege ongebruikelijk omvangrijke onderhoudswerkzaamheden in de raffinage-industrie na de orkanen aan de Amerikaanse Golfkust in 2005. Tenzij zich grote aanbodverstoringen voordoen, zal de trend voor de raffinagemarges in 2007 naar verwachting lager zijn dan in 2006, mede als gevolg van de inbedrijfstelling van nieuwe conversiecapaciteit en de mogelijk tragere economische groei. De uiteindelijke niveaus zijn echter onzeker en zullen in hoge mate worden beïnvloed door het tempo van wereldwijde economische groei, het effect van aanhoudend hoge olieprijzen op de vraag naar producten en het tijdstip waarop de verwachte uitbreidingen van raffinaderijen in bedrijf worden genomen. De vraag naar petrochemische producten zal in 2007 naar verwachting in lijn met de wereldwijde economische groei toenemen, vooral in het AziatischPacifische gebied. De toevoeging van nieuwe capaciteit, in combinatie met het vooruitzicht van aanhoudend hoge grondstof- en energiekosten, kan echter de ruimte voor verbetering van de marges temperen. DE ENERGIE-UITDAGING Door de groeiende wereldbevolking en economische groei zal de vraag naar energie naar verwachting snel toenemen. In 2050 kan de wereldwijde vraag naar energie ruimschoots zijn verdubbeld. De uitdaging is om op een ten aanzien van milieu en maatschappij verantwoorde wijze in deze toegenomen vraag naar zekere, betaalbare energie te voorzien.
Een deel van de oplossing is de ontwikkeling van een breed scala aan traditionele en alternatieve energiebronnen. Fossiele brandstoffen, inclusief kolen, voorzien nu in circa 80% van ’s werelds energiebehoefte, en zij zullen waarschijnlijk de komende decennia de meest betaalbare en toegankelijke bron van energie blijven. Alternatieven voor fossiele brandstoffen, zoals wind- en zonne-energie, zullen de komende 30 jaar in een groeiend deel van de wereldenergiebehoefte voorzien. Maar de vraag naar olie en gas zal ook blijven stijgen. Het einde van het tijdperk van gemakkelijk winbare olie betekent dat energieondernemingen meer technisch complexe projecten moeten aangaan, en tegelijkertijd de effecten daarvan ten aanzien van politiek, milieu en maatschappij moeten zien te beheersen. Shell investeert meer dan ooit tevoren in de opsporing en winning van nieuwe energiebronnen. Wij doen aanzienlijke investeringen om nieuwe technologie te ontwikkelen en te waarborgen dat wij competente medewerkers beschikbaar hebben om deze toe te passen. Wij hebben ervoor gekozen om te werken met een brede energiemix van conventionele olie- en gasbronnen, Gas to Liquids (GTL), onconventionele oliebronnen en alternatieve energie. Wij exploreren met succes in steeds grotere waterdieptes, breiden onze LNG-activiteiten uit en ontwikkelen onconventionele bronnen zoals oliezanden. Een essentieel onderdeel van de milieu-uitdaging is de noodzaak om de aan klimaatverandering gerelateerde broeikasgasemissies te beperken en tegelijkertijd verdere groei te realiseren. Wij blijven werken aan het behalen van onze eigen ambitieuze doelstelling om de emissies van de activiteiten van Shell te verminderen. Tevens spelen wij een leidende rol bij het aantonen van verantwoorde manieren om CO2 te beheren. Tegelijkertijd onderkennen wij dat een enkele onderneming of zelfs de energie-industrie in zijn geheel de uitdaging van de klimaatverandering niet alleen kan aangaan. Overheden moeten privaatpublieke samenwerking ondersteunen, een sterk beleidskader verschaffen en investeringen stimuleren om CO2-beheersing op grote schaal haalbaar te maken.
ROYAL DUTCH SHELL plc
11
RESULTAAT EN GROEI
Onze sterke punten
TECHNOLOGIE EN INNOVATIE Wij hebben het eerste Shell Science Symposium gehouden en het eerste Shell Technology Report gepubliceerd. Snake well en Smart Fields®-technologie hebben geholpen om de productie in Brunei te verhogen naar het hoogste niveau van de afgelopen 25 jaar. Met behulp van 4D seismische technologie zijn in bestaande velden in de Noordzee aanzienlijke olievolumes ontdekt met productiepotentieel. Shell is in Qatar begonnen met de bouw van ’s werelds grootste GTL-fabriek. Een Audi R10 TDI heeft op een speciaal mengsel van Shell’s GTL-brandstof en V-Power® diesel als eerste dieselwagen de 24-uursrace van Le Mans gewonnen. Toepassing van door Shell ontwikkelde opzwelbare elastomeren heeft additionele productie mogelijk gemaakt in Oman. Shell en het Noorse Statoil werken samen aan de mogelijke ontwikkeling van ’s werelds grootste project dat gebruikmaakt van CO2 voor verbeterde offshore-oliewinning.
Technologie speelt een steeds belangrijkere rol bij het aangaan van de energieuitdaging. Shell heeft altijd vooropgelopen bij technologische innovatie en heeft methoden ontwikkeld om nieuwe energiebronnen te vinden en te ontwikkelen. In 2006 hebben wij onze investeringen in technologie verhoogd en een Chief Technology Officer aangesteld om onze strategische benadering te ondersteunen en de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie te versterken. Door Shell ontwikkelde en toegepaste technologie helpt ons om olie en gas te produceren in steeds moeilijker toegankelijke gebieden van de wereld en in steeds dieper water. Onze geavanceerde seismische technieken en boortechnieken stellen ons in staat om nieuwe olie en gas te vinden in complexe geologische formaties. Tevens werken wij aan verbetering van de productie uit bestaande putten. Wij zetten geavanceerde computertechnologie in om putten continu te bewaken. Dit helpt ons om slagvaardig op veranderende reservoir-omstandigheden te reageren en de productie te maximaliseren. Nieuwe productietechnieken ontsluiten het potentieel van onconventionele bronnen zoals oliezanden en olieschalie. Technologie speelt daarnaast ook een essentiële rol bij het verminderen van de milieueffecten van het produceren en gebruiken van energie. Wij produceren en verkopen schonere brandstoffen, zoals Gas to Liquids (GTL) en biobrandstoffen, en werken samen met autofabrikanten om efficiëntere brandstoffen en motoren te ontwikkelen. Ook onderzoekt Shell een aantal mogelijkheden voor het afvangen en opslaan van CO2. De commerciële levensvatbaarheid van duurzame energie is eveneens afhankelijk van nieuwe technologie. Wij ontwikkelen manieren om de kosten van zonnepanelen te verminderen en windenergie breder toegankelijk te maken. Technologie is van oudsher een drijvende kracht geweest achter de producten, productiemethoden en mensen van Shell. Technologie zal ons helpen om in 2007 en daarna in alle activiteiten van Shell groei te realiseren.
12
ROYAL DUTCH SHELL plc
MENSEN Deskundige, ervaren medewerkers zijn essentieel om de complexe energieprojecten van de toekomst te kunnen voltooien. Wij werken hard om zeker te stellen dat wij de mensen aantrekken en behouden die nodig zijn voor de ontwikkeling van onze onderneming in de toekomst. Daarom hebben wij in 2006 een reeks initiatieven genomen, waaronder een succesvol wervingsproces waardoor bijna 6.000 mensen bij Shell in dienst zijn getreden, waarvan driekwart ervaren professionals. Ook hebben wij in Bangalore een nieuw technologiecentrum opgericht om getalenteerde werknemers in India te werven, en hebben we onze contacten met academische en opleidingsinstituten wereldwijd verder ontwikkeld.
waaronder coaching en mentorschap, online-kanalen om kennis en best practices te delen, en formele opleidingen en accreditatie. In 2006 hebben meer dan 1.000 werknemers van Shell deelgenomen aan evenementen van de Academy.
Een sterk punt van onze werknemers is hun diversiteit. Zo vertegenwoordigen vrouwen 27% van al onze nieuwe werknemers, en 28% van nieuwe werknemers in technische functies. Wij blijven initiatieven ontwikkelen om te waarborgen dat wij alle medewerkers kansen geven om hun vaardigheden te ontwikkelen en hun potentieel te verwezenlijken.
Shell is ervan overtuigd dat de mogelijkheden die worden geboden door de Project Academy ons zullen helpen om de beste projectmanagers in onze industrie aan te trekken en te behouden. Dat zal ons helpen om ook in de toekomst complexe energieprojecten op schema en binnen budget op te leveren.
Shell heeft vier universitaire organisaties als partner gekozen om het leerprogramma te ontwikkelen en de projectmanagementexpertise van Shell zelf aan te vullen. Dat zijn de Cranfield School of Management, de Technische Universiteit Delft, de University of Texas at Austin/McCombs School of Business en Queensland University of Technology. De expertise en ervaring die zij op het gebied van projectmanagement inbrengen, ondersteunt het werk van de Academy en verbreedt de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van de Academy.
PROJECT ACADEMY Shell streeft consequent hoge standaarden na bij het ontwikkelen en opstarten van energieprojecten. Maar met de toenemende noodzaak om koolwaterstoffen op te sporen en te winnen in steeds afgelegener of moeilijker omgevingen, worden die projecten steeds complexer en uitdagender. Zij vereisen het gebruik van nieuwe technologie en de vaardigheden om in te spelen op uitdagingen ten aanzien van milieu en maatschappij. Shell-werknemers moeten hun projectmanagementvaardigheden ontwikkelen en wereldwijd toegang hebben tot best practices en de nieuwste technologie. Daarom heeft Shell haar Project Academy opgericht. De Academy biedt training en ontwikkeling voor werknemers in alle fasen van projecten, van de initiële planningfase tot de concrete operaties. Zij biedt een breed scala aan mogelijkheden, ROYAL DUTCH SHELL plc
13
RESULTAAT EN GROEI
Onze prestaties In 2006 hebben we de nadruk gelegd op resultaat en groei en daarmee een solide basis gelegd voor de toekomst.
GROEI IN CHINA Het Nanhai-petrochemiecomplex in Zuid-China is begin 2006 in bedrijf gesteld. Het is een van de grootste en meest complexe petrochemieprojecten waaraan Shell heeft deelgenomen en vertegenwoordigt een van de grootste afzonderlijke investeringen van Shell in de petrochemie. Het project ter waarde van $4,3 miljard, een 50:50 joint venture met de Chinese onderneming CNOOC, heeft 1.500 mensen in dienst, waarvan 95% lokale werknemers.
14
ROYAL DUTCH SHELL plc
beoordeling is uitgevoerd van de effecten op het milieu en de samenleving. De 2,3 miljoen ton per jaar aan petrochemische producten uit Nanhai – voor gebruik in producten zoals kunststoffen, verpakkingen en textiel en schuim – zal helpen in de groeiende vraag in China naar vezels, kunststoffen en petrochemische producten te voorzien.
Het complex, dat op tijd en binnen het gestelde budget is voltooid, ligt in de provincie Guangdong, zo’n 80 kilometer ten noordoosten van Hongkong. De installaties van het complex maken gebruik van zeer geavanceerde technologie en kunnen een grotere verscheidenheid aan grondstoffen verwerken dan de meeste fabrieken in China.
Een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van Nanhai was het toesnijden van producten op de behoeften van Chinese ondernemingen. Hiertoe behoort ook het opzetten van een netwerk van distributeurs en regionale opslagterminals, evenals weg- en scheepstransportcontracten. Als gevolg daarvan heeft de fabriek zeer snel klanten en een sterke positie in de markt verworven.
Ook voldoet het aan de meest stringente milieustandaarden. Duurzame ontwikkeling heeft vanaf het begin een centrale rol gespeeld in dit project, waarbij op basis van overleg met lokale gemeenschappen, overheden en nietgouvernementele organisaties een diepgaande
De Nanhai-joint venture is van centraal belang voor de groeiplannen van Shell Chemie en positioneert Shell in het hart van de snelstgroeiende markt ter wereld. In 2010 zal China naar verwachting circa 20% van de wereldwijde vraag naar basischemicaliën voor zijn rekening nemen.
Smart technologie
Snake well
SMART FIELDS EN SNAKE WELLS De meest recente ontwikkeling van het Champion West-veld toont aan hoe nieuwe technologie olie- en gasbronnen kan ontsluiten die voorheen als te moeilijk of te duur waren aangemerkt om te winnen. De productie uit de derde ontwikkelingsfase van dit veld startte begin 2006, eerder dan gepland. Dit veld ligt 90 kilometer voor de kust van Brunei en omvat een aantal van de grootste potentiële bronnen van dit gebied en zal naar verwachting gedurende een periode van ten minste 20 jaar olie en gas produceren. Bijna drie decennia lang leek toegang tot de volumes van Champion West echter niet mogelijk, aangezien zij waren ingesloten in een reeks afzonderlijke reservoirs in uiteenlopende geologische structuren. Dergelijke volumes werden voorheen beschouwd als niet-produceerbaar of te duur voor afzonderlijke winning. De snake well-boortechnologie van Shell is een van de nieuwe technologieën waarmee we dergelijk complexe velden kunnen ontwikkelen. Anders dan conventionele horizontale putten, kunnen snake wells in bochten kronkelen om holtes met koolwaterstoffen die ver van elkaar liggen en zich op verschillende diepten bevinden met elkaar te verbinden. Door snake well-technologie kunnen alle reservoirs van dit veld afzonderlijk dan wel in combinatie worden geproduceerd. Shell’s Smart Fields®-technologie is een ander belangrijk aspect van de ontwikkeling van Champion West. Digitale informatietechnologie en een aantal sensoren in de put stellen ons in staat om op afstand bedrijfsomstandigheden zoals doorstroming, temperatuur en druk “live” te volgen. Deze 24-uursbewaking vergroot de productie-efficiency aanzienlijk en helpt de winbare olie- en gasvolumes te maximaliseren. Technici kunnen elektronisch ondergrondse afsluiters activeren om problemen op te lossen en de productie te regelen. Dit maakt Champion West een van de technologisch meest geavanceerde offshore-velden ter wereld. Met een verdere uitbreiding van het veld zal volgens de planning een aantal gasputten in productie komen. Naar verwachting zal aan het eind van dit decennium bijna een kwart van de gasproductie van Brunei Shell Petroleum uit dit veld komen.
ROYAL DUTCH SHELL plc
15
RESULTAAT EN GROEI
BRANDSTOFFEN VAN DE TOEKOMST Shell heeft meer dan een eeuw ervaring in het ontwikkelen van nieuwe transportbrandstoffen en de succesvolle verkoop ervan aan klanten. Wij investeren in de technologie en innovatie de nodig is om een vooraanstaande aanbieder van de volgende generatie brandstoffen te worden. Deze reiken van geavanceerde diesel en benzine tot synthetische brandstof die wordt gewonnen uit het gas-toliquids-procedé, tot tweede-generatie biobrandstoffen en waterstof. Benzine en diesel zullen nog vele jaren een betaalbare, praktische manier zijn om in de transportbehoefte van de wereld te voorzien. Shell heeft een reeks geavanceerde brandstoffen ontwikkeld die de motor- en brandstofefficiency vergroten en lokale emissies verminderen. Wij zetten de technologische samenwerking met autofabrikanten voort om de ontwikkeling van brandstoffen af te stemmen op die van motoren en om emissies nog verder terug te dringen door de efficiency te verbeteren. Shell’s Gas to Liquids (GTL) technologie produceert een hoogwaardige synthetische transportbrandstof uit aardgas die geschikt is voor gebruik in dieselmotoren. Deze brandstof produceert lagere lokale emissies van koolstofmonoxide en onverbrande fijnstof in uitlaatgassen dan conventionele diesel, en helpt om de luchtvervuiling in stedelijke gebieden aan te pakken. De voordelen van deze brandstof zijn in een aantal tests aangetoond. In juni 2006 heeft een Audi R10 TDI de 24-uursrace van Le Mans gewonnen op een GTL-dieselmengsel uit Shell’s V-Power® diesel technologie. Het was de eerste keer dat een dieselwagen 16
ROYAL DUTCH SHELL plc
erin slaagde dit evenement, een van de meest veeleisende langeafstandsraces ter wereld, te winnen. Shell’s GTL-dieselmengsels zijn in heel Europa verkrijgbaar. Shell heeft in 2006 een belangrijke stap gezet met de beslissing om met de bouw van het Pearl GTL-project in Qatar te beginnen. Na oplevering zal Pearl 140.000 vaten per dag aan GTL-producten vervaardigen en 120.000 vaten olie-equivalent per dag aan aardgascondensaten, LPG en ethaan produceren. Shell is een van de grootste distributeurs van uit planten vervaardigde, eerstegeneratie biobrandstoffen. Maar wij investeren ook in ondernemingen die tweede-generatie biobrandstoffen produceren uit stro of houtsnippers, die niet met voedingsgewassen concurreren. Deze brandstoffen kunnen over hun gehele levenscyclus minder koolstofdioxide produceren dan eerste-generatie biobrandstoffen en fossiele brandstoffen. Shell werkt samen met Iogen, een Canadese onderneming, aan de vervaardiging van tweede-generatie biobrandstof die bekendstaat als cellulose-ethanol van stro. Ook werken wij samen met CHOREN Industries, uit Duitsland, aan de omzetting van biomassa, zoals houtsnippers, in een brandstof die identiek is aan GTL, met een vergelijkbare vermindering in lokale emissies. Daarnaast blijven wij manieren zoeken om waterstof als levensvatbare transportbrandstof te ontwikkelen.
ALTERNATIEVE ENERGIE
OPRUIMEN NA KATRINA
De productie van duurzame energie speelt een centrale rol in de activiteiten van Shell. Vandaag hebben wij een van de breedste portfolio’s in duurzame energie van alle grote energieondernemingen: biobrandstoffen en waterstof voor transport, wind- en zonne-energie voor elektriciteit. Ons streven is om ten minste één omvangrijke activiteit op het gebied van alternatieve energie te ontwikkelen. Om dat te doen, blijven wij manieren zoeken om deze technologieën kostenefficiënt te maken.
De orkaan Katrina heeft in 2005 een aantal van de productiefaciliteiten van Shell in de Golf van Mexico beschadigd. Alle productiefaciliteiten werden voor het einde van dat jaar weer in bedrijf genomen, behalve het zwaarst beschadigde platform, Mars. Dit ligt 200 kilometer ten zuidoosten van New Orleans en is goed voor zo’n 5% van de dagelijkse productie uit de Golf van Mexico. Zo’n vier uur lang beukten 25 meter hoge golven en wind met een snelheid van meer dan 300 kilometer per uur op het platform. De boorinstallatie van het platform en de pijpleidingen onder water werden zwaar beschadigd.
Wij zijn een van de grootste distributeurs van eerste-generatie biobrandstoffen en wij richten ons op de ontwikkeling van tweede-generatie biobrandstoffen, gemaakt van plantaardig afval. Tweede-generatie biobrandstoffen kunnen de kooldioxideemissies van transportbrandstoffen verminderen en sluiten goed aan bij de bestaande activiteiten van Shell. Shell is een van de grootste ontwikkelaars van windenergie ter wereld. In 2006 hebben wij geïnvesteerd in een omvangrijk nieuw project in Mount Storm in West Virginia, in de VS. Het eerste offshorewindpark van Shell, Offshore Windpark Egmond aan Zee, voor de Nederlandse kust, is begonnen met de opwekking van elektriciteit uit 36 turbines met een capaciteit van 108 megawatt (Shell-belang 50%), voldoende om ruim 100.000 huishoudens van stroom te voorzien. Wij nemen deel in de mogelijke ontwikkeling van het London Array-project, met een capaciteit van 1.000 megawatt. Indien de noodzakelijke vergunningen worden ontvangen en het project wordt uitgevoerd, zou dit het grootste windpark ter wereld kunnen worden. Ook onderzoeken wij mogelijkheden voor projecten in China. Onze belangen in zonne-energie zijn in 2006 vergroot door de samenwerking met glasfabrikant Saint-Gobain voor de vervaardiging van de volgende generatie CIS dunnefilm-zonnepanelen. De joint venture, AVANCIS GmbH, is in november in Duitsland gestart met de bouw van een fabriek met een capaciteit van 20 megawatt voor de vervaardiging van dunnefilm-panelen. Dit is een technologie die naar onze mening de kosten aanzienlijk zal reduceren en het potentieel van zonne-energie zal ontsluiten. Waterstof is ook een mogelijke bron van schonere energie. Shell investeert in research en ontwikkeling om van waterstof een veilige, efficiënte en praktische alternatieve brandstof te maken. Wij hebben demonstratieprojecten in Azië, Noord-Amerika en Europa en werken aan manieren om de verkooppunten uit te breiden. In 2006 heeft Shell bekendgemaakt dat het in Rotterdam gaat helpen om het grootste openbaar-vervoerproject ter wereld op basis van waterstof op te zetten.
Met de herstelwerkzaamheden, die in de eerste maanden van 2006 begonnen, was een aantal van de technologisch meest complexe operaties gemoeid die ooit in de energie-industrie zijn uitgevoerd. Het vergde drie maanden voorbereiding en planning alvorens de verwoeste boorinstallatie kon worden opgetakeld van de plek waar zij op het platformdek was gevallen. Het optakelen van deze verbogen staalconstructie van meer dan 600 ton zonder de andere faciliteiten en verwerkingsinstallaties verder te beschadigen, was een grote uitdaging. Wij zijn daarin geslaagd, en de beschadigde segmenten zijn ter reparatie aan land gebracht. Een andere grote technische prestatie was de reparatie van de olie- en gaspijpleidingen op 800 meter diepte, waarbij op afstand bediende instrumenten werden ingezet. Door de pijpleidingen op de bodem van de zee te repareren kon het proces veel sneller worden uitgevoerd dan met meer conventionele methodes waarbij de pijpleidingen uit hun positie worden gehesen. Meer dan 500 mensen hebben in totaal één miljoen manuren zonder ongeval gewerkt om de reparaties uit te voeren. De werkzaamheden werden in mei 2006, eerder dan gepland, voltooid. Aan het eind van het jaar produceerde het Mars-veld ruim 20% meer olie dan voor de orkaan.
TERUGKEER NAAR NEW ORLEANS Shell-werknemers hebben moed, vastberadenheid en vindingrijkheid getoond bij het herstellen van de schade die orkaan Katrina toebracht aan onze activiteiten in de Golf van Mexico. Dankzij hun inspanningen zijn onze offshore-platforms, tankstations, raffinaderijen en chemische fabrieken opmerkelijk snel weer in bedrijf gesteld. Een van de meest aangrijpende gebeurtenissen was de heropening in februari van het hoofdgebouw van Shell in het centrum van New Orleans, vijf maanden na de orkaan. De terugkeer van duizend werknemers – waarvan de eerste 250 in een emotionele openbare viering met muziek en werknemers in “Shell is Home” T-shirts – onderstreepten Shell’s inzet voor deze stad en onze bijdrage aan haar economisch herstel.
ROYAL DUTCH SHELL plc
17
RESULTAAT EN GROEI
UITBREIDING VAN LNG-PRODUCTIE IN NIGERIA Shell heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling en groei van de LNGindustrie in Nigeria. Wij hebben een belang van 25,6% in de fabriek van Nigeria LNG (NLNG) op Bonny Island. De fabriek is sinds de inbedrijfstelling in 1999 snel gegroeid en wordt nu substantieel verder uitgebreid. Twee nieuwe treinen – de installaties waarin gas vloeibaar wordt gemaakt – zijn rond het begin van 2006 met de productie gestart. Daarmee heeft de fabriek op Bonny Island nu vijf treinen, met een totale productiecapaciteit van ruim 17 miljoen ton LNG per jaar. Mede door Shell’s LNG-projectmanagementexpertise en geavanceerde technologie zijn beide treinen binnen het gestelde budget voltooid. Een verdere uitbreiding van de fabriek is onderhanden, met een zesde trein die naar verwachting binnen een jaar met de productie zal aanvangen. Als deze trein is voltooid kan NLNG zo’n 350 ladingen per jaar naar Europese en Amerikaanse markten verschepen. De planning is begonnen voor een zevende trein. Deze kan de productiecapaciteit aan het begin van het volgende decennium tot 30 miljoen ton per jaar vergroten. De fabriek op Bonny Island levert aan een aantal verschillende markten, waaronder Noord-Amerika waar de vraag naar aardgas, dat schoon verbrandt, toeneemt. Ladingen uit Nigeria worden verscheept naar Lake Charles in de Verenigde Staten en naar de nieuwe Altamira-terminal in Mexico. De fabriek levert ook al sinds vele jaren aan de Europese markt en heeft nieuwe klanten gewonnen in het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Italië. Met zijn aanzienlijke gasreserves zou Nigeria, na Qatar, in de eerste jaren van het volgende decennium de op één na grootste producent van LNG ter wereld kunnen worden.
18
ROYAL DUTCH SHELL plc
LNG ARRIVEERT IN MEXICO De eerste lading LNG voor Mexico arriveerde in augustus 2006 op de Altamirahervergassingsterminal. Het LNG was afkomstig van de fabriek op Bonny Island in Nigeria. De LNG-terminal, die aan de noordelijke Golfkust van Mexico ligt, is een joint venture tussen Shell, Total en Mitsui. De bouw heeft minder dan drie jaar in beslag genomen, van de goedkeuring voor de bouw tot het opstarten van de activiteiten. Shell heeft rechten tot 75% van de capaciteit van de terminal. Schepen met een capaciteit van tot 205.000 kubieke meter kunnen daar hun lading lossen. Elk van de twee opslagtanks van de terminal heeft een capaciteit van maximaal 150.000 kubieke meter LNG en de hervergassingsfaciliteiten zelf kunnen tot 760 miljoen kubieke voet gas per dag produceren. De terminal vergroot de energieaanvoer in Mexico in een tijd waarin dat land streeft naar uitbreiding van zijn energieaanbod. Het staatselektriciteitsbedrijf heeft een overeenkomst gesloten voor de aankoop van 3,92 miljoen ton LNG per jaar van Altamira gedurende de volgende 15 jaar. De terminal, die alleen de Mexicaanse markt belevert, heeft het potentieel om op kostenefficiënte wijze te groeien om aan een toename van de vraag in de toekomst tegemoet te komen. Shell houdt tevens rechten op 50% van de capaciteit in een andere LNG-terminal in Baja California aan de Stille Oceaankust van Mexico, die naar verwachting in 2008 in bedrijf zal worden genomen. De succesvolle inbedrijfstelling van de Altamira-terminal geeft Shell een centrale positie in een markt met aanzienlijke groeimogelijkheden. Het onderstreept Shell’s succes bij de oplevering van LNG-faciliteiten op tijd en binnen het gestelde budget. Daarnaast bewijst het onze expertise, van de exploratie en productie tot aan de uiteindelijke levering van aardgas aan klanten. Ook het milieu profiteert hiervan, omdat de uitstoot van koolstofdioxide en de lokale emissies van gasgestookte elektriciteitscentrales aanmerkelijk lager zijn dan die van conventionele kolengestookte centrales.
VOORUITGANG BIJ SAKHALIN Bij het Sakhalin-project is belangrijke vooruitgang geboekt. Aan het eind van 2006 was de bouw voor meer dan 80% voltooid. Ruim 20.000 mensen werkten aan de ontwikkeling en contracten ter waarde van ruim $8 miljard zijn aan Russische contractors gegund. De vraag naar LNG uit Sakhalin is verder gestegen. Gedurende het jaar zijn overeenkomsten voor nog eens 1,4 miljoen ton met klanten gesloten, waarmee aan het eind van het jaar 98% van de langetermijncapaciteit van de LNG-fabriek was gecontracteerd. In een unieke onderneming werd het Lunskoye-A gasproductieplatform voor de kust van Sachalin geïnstalleerd. Een vloot sleepboten heeft het 22.000 ton zware platform bijna 3.000 kilometer vanaf de werf in Zuid-Korea gesleept. Het platform vormt een basis voor meer dan 100 mensen en is bestand tegen aardschokken en extreme omstandigheden zoals de druk van ijs in de winter. De boorwerkzaamheden beginnen naar verwachting in 2007. Een andere belangrijke stap is de voltooiing van de steiger waar het LNG in de tankers wordt geladen. De tankers hebben een capaciteit van tot 145.000 kubieke meter en het laadproces zal tussen de zes en 16 uur duren. Ook is de bouw van onshore-pijpleidingen voortgezet, waarbij een reeks maatregelen is ingevoerd om het milieu te beschermen, waaronder ook toezicht door onafhankelijke experts. De bouw van de LNG-fabriek, met een productiecapaciteit van 9,6 miljoen ton per jaar, ligt op schema voor de eerste LNG-leveringen in de tweede helft van 2008. In december 2006 hebben de partners in Sakhalin Energy, waarin Shell een belang heeft van 55%, een protocol ondertekend om de helft van hun belangen aan Gazprom te verkopen, waardoor de weg geëffend wordt voor een mogelijke uitbreiding en voor verdere exploratiemogelijkheden voor de kust van Sachalin. Daarnaast hebben de partners met de Russische overheid overeenstemming bereikt over het gewijzigde budget voor het project. ROYAL DUTCH SHELL plc
19
RESULTAAT EN GROEI
OLIE UIT ZAND
Het tijdperk van gemakkelijk winbare olie nadert zijn einde en er moeten nieuwe bronnen worden ontwikkeld om te voorzien in de groeiende behoefte van de wereld aan energie. Wij verwachten dat de productie van olie en gas uit onconventionele bronnen, zoals oliezanden, zal groeien naarmate wij nieuwe technologieën ontwikkelen en nieuwe mogelijkheden onderzoeken. Het Athabasca-oliezandenproject, een joint venture waarin Shell Canada een belang heeft van 60%, is in 2003 in bedrijf genomen. Eind 2006 is een start gemaakt met een uitbreiding van 100.000 vaten per dag. Dit is de eerste van een aantal geplande uitbreidingen. Op de langere termijn is de productiedoelstelling ruim 500.000 vaten per dag aan bitumen, een zware, teerachtige olie. De totale volumes van Athabasca bedragen naar schatting 10 miljard vaten.
20
ROYAL DUTCH SHELL plc
Tot de huidige uitbreiding behoren ook de bouw van nieuwe mijnbouw-, winnings- en verwerkingsfaciliteiten bij de Jackpine Mine. De Scotford Upgrader, die bitumen verwerkt tot lichtere synthetische ruwe olie, wordt eveneens uitgebreid. In totaal zal de uitbreiding van het Athabascaoliezandenproject in de bouwfase 6.000 banen scheppen en na de inbedrijfstelling 700 vaste banen. Wij blijven investeren in nieuwe technologie om de kosten van onze oliezandenactiviteiten te verminderen en de efficiency te vergroten. Shell EnhanceTM bijvoorbeeld is een innovatieve nieuwe technologie voor de verwerking van oliezanden die kleinere installaties, minder water en minder energie per vat gebruikt.
Verkorte bespreking van de bedrijfsresultaten en de financiële positie
Samenvatting van de Groepsresultaten GROEPSRESULTATEN
“
Op basis van onze sterke kasstroom en kapitaaldiscipline konden wij wederom onze doelstellingen realiseren om aanzienlijke investeringen te doen om de langetermijngroei te ondersteunen en tegelijkertijd de middelen te verhogen die naar de aandeelhouders terugvloeien.
”
Winst Productie van koolwaterstoffen Investeringen en exploratiekosten
2006 VERGELEKEN MET 2005 EN 2004 De segmenten van de Groep hebben in 2006 goede operationele en financiële resultaten behaald. De winst van de Groep in 2006 was $26,3 miljard. Door haar sterke financiële positie kon de Groep $16,3 miljard aan de aandeelhouders teruggeven. De investeringen en exploratiekosten bedroegen $24,9 miljard. Het resultaat over 2006 lag op hetzelfde niveau als dat over 2005, dat 36% hoger was dan in 2004. De stijging in 2005 weerspiegelde hogere gerealiseerde olie- en gasprijzen en hogere LNG-volumes en -prijzen. Het resultaat van Exploratie & Productie in 2006 was $15,2 miljard, 7% gestegen ten opzichte van de winst van $14,2 miljard in 2005. Het resultaat weerspiegelde hogere olieprijzen, waarvan het effect gedeeltelijk teniet werd gedaan door lagere productievolumes, hogere exploitatiekosten in de hele olie- en gasindustrie, toegenomen activiteitenniveaus ter voorbereiding van projecten en lagere gasprijzen in de Verenigde Staten. De productie was 2% hoger dan in 2005, exclusief het effect van de veiligheidsproblemen in Nigeria, het effect van hogere olieprijzen op de volumes die met partners worden gedeeld, en de orkanen in de Golf van Mexico. Dit is een verbetering ten opzichte van 2005, toen de volumes op een vergelijkbaar gemaakte basis met 1% waren gedaald ten opzichte van 2004. Het resultaat van Gas & Elektriciteit in 2006 was met 68% gestegen naar $2,7 miljard, vergeleken met $1,6 miljard in 2005 en $1,8 miljard in 2004. De toename in 2006 weerspiegelde groei van de LNG-verkoopvolumes met 14% als gevolg van de capaciteitstoevoegingen in Nigeria en Oman; ons vermogen om LNG-ladingen op markten te richten met hogere prijzen; en goede verkoop- en handelsresultaten in Europa en Noord-Amerika. Het resultaat van Olieproducten in 2006 was $7,1 miljard, 29% lager dan in 2005 en 6% lager dan in 2004. Het effect van ten opzichte van 2005 gedaalde raffinageresultaten werd gedeeltelijk gecompenseerd door hogere handelswinsten en gestegen resultaten bij Smeermiddelen. De gevolgen van prijsschommelingen op de voorraden leidden tot een positief effect van circa $0,1 miljard op het resultaat over 2006, vergeleken met een positief effect van circa $2,5 miljard in 2005.
$26.311 miljoen 3.473 duizend vaten olie-equivalent per dag $24.896 miljoen
Het resultaat van Chemie was $1,1 miljard, tegen $991 miljoen in 2005. In het resultaat over 2006 waren lasten begrepen van per saldo $113 miljoen, onder meer voor juridische kosten en pensioenkosten, tegen lasten van $565 miljoen in 2005, hoofdzakelijk in verband met afstotingen. Exclusief deze effecten was het resultaat over 2006 24% lager dan een jaar geleden, voornamelijk door lagere marges, waarvan het effect gedeeltelijk werd gecompenseerd door hogere resultaten uit minderheidsbelangen en joint ventures, waaronder het Nanhai-petrochemiecomplex in China. Het resultaat in 2005 was 14% lager dan in 2004. BALANS EN INVESTERINGEN EN EXPLORATIEKOSTEN De belangrijkste wijzigingen in de balans in 2006 weerspiegelden de strategie van de Groep om te investeren in de ontwikkeling van langetermijngroeiprojecten, voornamelijk in de upstreamactiviteiten. De investeringen in materiële vaste activa stegen in 2006 met ruim $17 miljard. De investeringen en exploratiekosten stegen in 2006 met meer dan 40%, naar $24,9 miljard. Hier stonden afschrijvingen tegenover van bijna $13 miljard. Ruim $20 miljard is geïnvesteerd in upstreamprojecten die voor de langere termijn autonome groei zullen genereren. Tot deze projecten behoort een aantal geïntegreerde faciliteiten ter waarde van meerdere miljarden dollars die tientallen jaren lang aanzienlijke kasstromen zouden moeten genereren. De investeringen en exploratiekosten werden in 2006 voornamelijk uit interne middelen gefinancierd, ofwel uit de door bedrijfsactiviteiten gegenereerde kasstroom van $31,7 miljard ofwel uit opbrengsten uit afstotingen van $1,7 miljard. Per saldo namen de schulden toe met $5,6 miljard en bedroegen zij aan het eind van het boekjaar $6,8 miljard. PORTFOLIO-AANPASSINGEN In januari 2007 heeft de Groep een bod gedaan aan de aandeelhouders van Shell Canada Limited voor de verwerving van alle uitstaande, niet door de Groep gehouden gewone aandelen voor een prijs van C$45 per aandeel in contanten. In december 2006 is een protocol ondertekend voor de verkoop van een belang in Sakhalin II aan Gazprom. Het belang van Shell zal tot 27,5% dalen als het protocol van kracht wordt.
Peter Voser CHIEF FINANCIAL OFFICER
ROYAL DUTCH SHELL plc
21
VERKORTE BESPREKING VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN EN DE FINANCIËLE POSITIE UPSTREAM
Exploratie & Productie
“
In 2006 hebben wij een recordresultaat gerealiseerd, onze productiedoelstellingen wederom behaald, onze exploratiesuccessen voortgezet en nieuwe projecten goedgekeurd die aanzienlijke activa voor de langere termijn zullen opleveren. Wij richten ons nadrukkelijk op het behalen van resultaten en langetermijngroei door technologie, integratie en schaalgrootte.
”
RESULTATEN VAN EXPLORATIE & PRODUCTIE
Segmentresultaat Productie van koolwaterstoffen Investeringen en exploratiekosten
RESULTAAT EN INVESTERINGEN Het resultaat van Exploratie & Productie in 2006 was $15,2 miljard, 7% hoger dan in 2005 en 55% hoger dan in 2004. Het resultaat weerspiegelde hogere olieprijzen, waarvan het effect echter gedeeltelijk tenietgedaan werd door de gevolgen van lagere gasprijzen in de Verenigde Staten, marginaal lagere productievolumes, gestegen exploitatiekosten in de gehele olie- en gasindustrie en toegenomen evaluatieactiviteiten in het kader van de beoordeling van potentiële projecten. Baten van per saldo $641 miljoen in 2006 – tegen baten van $1,7 miljard in 2005 en lasten van per saldo $4 miljoen in 2004 – hadden betrekking op een gewijzigde waarde van bepaalde gascontracten in het Verenigd Koninkrijk en winsten uit afstotingen. De investeringen en exploratiekosten bedroegen in 2006 circa $16,5 miljard, een toename van 53% ten opzichte van 2005 en van 88% ten opzichte van 2004. Binnen dit totaal bedroegen de exploratiekosten $5,1 miljard, waarvan $2,4 miljard verband hield met acquisities. VOORUITZICHTEN EN STRATEGIE De omstandigheden voor Exploratie & Productie werden wederom gekenmerkt door hogere olieprijzen, hoge activiteitenniveaus, een krap aanbod van goederen en diensten voor olievelden, kostenescalatie en hevige concurrentie voor nieuwe kansrijke mogelijkheden. Wij verwachten dat dit zich in 2007 zal voortzetten. Wij verwachten dat de ruwe olieprijzen in de nabije toekomst onder de invloed zullen blijven van het OPEC-productiebeleid en het beperkte vermogen van de industrie om op de korte termijn aanzienlijke productiecapaciteit toe te voegen, het tempo van wereldwijde economische groei, met name in de Verenigde Staten, India en het Aziatisch-Pacifisch gebied, en – in mindere mate – de weersomstandigheden in de winter op het noordelijk halfrond. De strategie van Exploratie & Productie van de afgelopen drie jaar blijft ongewijzigd en de realisatie van resultaten daaruit ligt op schema. De strategie is gericht op vier portfoliospeerpunten: behoud van onze bestaande kernlanden; inzet van ons technologisch potentieel voor het verkrijgen van toegang tot en het winnen van meer olie en gas; mogelijkheden voor geïntegreerd gas en het ontsluiten van onconventionele oliebronnen. Wij zetten ons offensief exploratieprogramma voort.
Malcolm Brinded EXECUTIVE DIRECTOR. EXPLORATIE & PRODUCTIE
22
ROYAL DUTCH SHELL plc
$15.195 miljoen 3.473 duizend vaten olie-equivalent per dag $17.944 miljoen
Daarnaast investeren wij in autonome groei, breiden wij onze portfolio uit en verbeteren die door nieuwe posities te openen en selectieve acquisities, afstotingen en activaruiltransacties te doen. In onze bestaande portfolio richten wij ons op de productie, het opleveren van projecten, kostenefficiënt werken en ‘operational excellence’. EXPLORATIE EN PRODUCTIE In 2006 heeft Shell deelgenomen aan de boring van 198 succesvolle exploratieputten. Wij hebben 3,5 miljoen vaten olie-equivalent per dag geproduceerd, 1% minder dan in 2005 en 8% minder dan in 2004. De onderliggende productietrend was echter met 2% gestegen wanneer het effect van orkanen, veiligheidsproblemen in Nigeria en het effect van gestegen olie- en gasprijzen op met partners gedeelde productievolumes buiten beschouwing wordt gelaten. Het effect van productiedalingen werd ruimschoots gecompenseerd door productie uit nieuwe velden in Nigeria, Maleisië, Brunei en Nieuw-Zeeland. De productie in de Verenigde Staten profiteerde toen het Mars-platform in de Golf van Mexico, dat door orkaan Katrina zwaar beschadigd was, de productie hervatte op een niveau dat ruim 20% hoger lag dan voorheen. INVESTERINGEN EN EXPLORATIEKOSTEN EN PORTFOLIO-AANPASSINGEN Onze investeringen hebben de verdere revitalisering van onze diverse portfolio ondersteund. De Groep heeft belangrijke toevoegingen gedaan aan haar totale exploratiegebied met nieuwe exploratielicenties in landen zoals Australië, Canada, Denemarken, de Filipijnen, Ierland, Noorwegen, de Oekraïne, Tunesië en de Verenigde Staten (onshore in Alaska en in de Golf van Mexico). Het nieuwe exploratiegebied, van 45 duizend km2, heeft circa 2 miljard vaten olie-equivalent aan onze bewezen olieen gasreserves en bewezen mijnbouwreserves uit oliezanden toegevoegd. Offshore hebben we de goedkeuring bekendgemaakt voor de ontwikkeling van het BC-10 diepwaterproject in Brazilië (Shell-belang 50%). Door een centrale drijvende op- en overslaginstallatie met een capaciteit voor de verwerking van 100.000 vaten olie-equivalent per dag worden de verschillende putten van het project op de zeebodem met elkaar verbonden. In de Verenigde Staten hebben Shell en haar partners de ontwikkeling aangekondigd van de velden Great White, Tobago en Silvertip in de Golf van Mexico via de Perdido-hub, die een ontwerpcapaciteit heeft van 130.000 vaten olie-equivalent per dag.
UPSTREAM
Gas & Elektriciteit
In Nigeria is de eerste fase van het diepwaterproject Erha (Shell-belang 43,75%) in april met de productie gestart. Voor de kust van Brunei werd de eerste ruwe olie geproduceerd uit Phase III van het Champion West-veld (Shell-belang 50%) onder gebruikmaking van Smart Fields®-technologie. Mede door de additionele productie bereikte Brunei Shell Petroleum haar hoogste productieniveau van de afgelopen 25 jaar. In Rusland hebben Shell, Gazprom, Mitsui en Mitsubishi een protocol ondertekend voor de deelname van Gazprom als de grootste aandeelhouder in de Sakhalin Energy Investment Company Ltd. (SEIC). Na goedkeuring zal Gazprom een belang verwerven van 50%, plus één aandeel, en zullen de andere partners hun respectievelijke belangen met 50% verminderen. Shell zal een belang van 27,5% behouden. Acquisities in Canada hebben geholpen om toegang te verkrijgen tot conventionele en onconventionele volumes. SURE Northern Energy (Shell-belang 100%) heeft meer land verworven in Noord-Alberta voor de evaluatie en mogelijke ontwikkeling van zware ruwe olie. Shell Canada heeft BlackRock Ventures gekocht, dat in het Athabasca-gebied conventionele olieactiviteiten heeft. Voorts hebben wij goedkeuring verkregen voor de uitbreiding Athabasca Oil Sands Project Expansion 1 (belang van Shell Canada 60%) die de toevoeging mogelijk maakt van nog eens 100.000 vaten olie-equivalent per dag. Wij hebben een aantal belangrijke mijlpalen bereikt waardoor wij onze sterke positie in gas hebben geconsolideerd. In Maleisië werd het eerste gas geleverd uit het offshore-veld E8 (Shell-belang 50%). In Nieuw-Zeeland werd het eerste gas geleverd uit het Pohokura-veld (Shell-belang 48%), dat naar verwachting een piekproductie van circa 40.000 vaten olie-equivalent per dag zal bereiken. In de Verenigde Staten zijn belangrijke langetermijninvesteringen goedgekeurd voor de verdere ontwikkeling van de onshore-gasprojecten in Pinedale in Wyoming en in Zuid-Texas. In Noorwegen zijn Shell en Statoil overeengekomen om samen te werken aan de ontwikkeling van het grootste project ter wereld waarbij CO2 wordt ingezet voor een verbeterde offshore-oliewinning. Als de technische en economische uitdagingen opgelost kunnen worden, zou het plan het mogelijk maken om CO2 uit elektriciteitsopwekking af te vangen en het te gebruiken ter verbetering van de oliewinning, aanvankelijk bij het Draugen-veld, waarvan Shell de operator is, en later bij het Heidrunveld, waarvan Statoil de operator is.
RESULTATEN VAN GAS & ELEKTRICITEIT
$2.650 miljoen 12,1 miljoen $2.200 miljoen
Segmentresultaat LNG-verkoopvolumes (tonnen) Investeringen
RESULTAAT Het segmentresultaat van Gas & Elektriciteit steeg in 2006 met 68% tot $2,7 miljard, van $1,6 miljard in 2005 en $1,8 miljard in 2004. De resultaatverbetering in 2006 weerspiegelde 14% hogere verkoopvolumes van eigen LNG en productprijzen die de hoge ruwe olie- en aardgasprijzen weerspiegelden. Goede verkoop- en handelsresultaten in Europa en Noord-Amerika droegen ook bij aan het resultaat. In het resultaat over 2005 waren lasten begrepen van per saldo $84 miljoen, voornamelijk in verband met de afstoting van de joint venture InterGen; in het resultaat over 2004 van $1,8 miljard daarentegen waren baten begrepen van per saldo $444 miljoen, hoofdzakelijk in verband met afstotingen. VOORUITZICHTEN EN STRATEGIE De marktomstandigheden voor aardgas blijven solide. Wij verwachten dat de vraag naar aardgas over de middellange termijn zal blijven toenemen met circa 2–3% per jaar, in lijn met een gematigde economische groei. Een afzwakking van de vraag, indien deze zich zou voordoen, zou waarschijnlijk het resultaat zijn van een ingrijpende economische verslechtering. Bij LNG voorzien wij voor de komende jaren een voortzetting van de vraaggroei van circa 10% per jaar, met groei in alle belangrijke aardgasmarkten. Wij verwachten hoge investeringsniveaus binnen de industrie in de technische ontwikkeling, het ontwerp, de bouw, materialen en diensten voor omvangrijke aardgasprojecten. De concurrentie om toegang tot aardgasbronnen en om commercieel en technisch competente mensen zal zich voortzetten. Bezorgdheid over de zekerheid en diversiteit van het energieaanbod zal de groeiende vraag naar alternatieve energie, inclusief schone kolen, blijven ondersteunen. Daarnaast verwachten we dat nieuwe mogelijkheden zich aanbieden voor de toepassing van de kolenvergassingstechnologie van Shell, met name in landen met grote steenkoolreserves.
“
Onze strategie is ongewijzigd: voortbouwen op onze positie als een van ’s werelds grootste producenten van aardgas en aanbieders van LNG, met een aanzienlijke positie in de belangrijke markten van NoordAmerika, het Aziatisch-Pacifisch gebied en Europa. Door onze klanten en de eigenaren van omvangrijke bronnen concurrerende proposities te bieden, beogen wij nieuwe aardgasbronnen te ontsluiten. INVESTERINGEN EN PORTFOLIOAANPASSINGEN De totale investeringen stegen in 2006 met 37% naar $2,2 miljard (inclusief het minderheidsaandeel van de investering in Sakhalin II van $400 miljoen), tegen $1,6 miljard in 2005 en $1,6 miljard in 2004. De toename van de investeringen ten opzichte van 2005 was voornamelijk toe te schrijven aan uitgaven voor het Pearl Gas to Liquids (GTL) project in Qatar, na de definitieve investeringsbeslissing in juli 2006. Gedurende het jaar bleven de investeringen voornamelijk gericht op geïntegreerde gasprojecten met installaties voor het vloeibaar maken van LNG bij Sakhalin II, Qatargas 4, North West Shelf Train 5, Nigeria LNG Train 6, evenals de hervergassingsterminal in Altamira, Mexico en het Pearl GTL-project in Qatar. Ook hebben wij de bouw van onze eerste kolenvergassingsinstallatie voltooid, in Dongting, China. Er waren in 2006 geen belangrijke afstotingen. Wij hebben in 2006 vooruitgang geboekt bij een aantal belangrijke LNG-projecten. Het geïntegreerde Pearl GTL project is in juli gestart en er is een aantal contracten gegund voor het bouwrijp maken van de locatie en de voorbereidingen voor de bouw. Tot het project behoort het ontwikkelen van offshore-aardgasvolumes uit het North Field in Qatar, het transporteren en verwerken van het gas aan land voor de winning van vloeistoffen, en de conversie van gas tot schone vloeibare koolwaterstofproducten voor export door gebruikmaking van Shell’s GTL-technologie. Wanneer zij volledig in bedrijf is gekomen, zal deze fabriek naar verwachting een dagelijkse productie hebben van 140.000 vaten aan GTL-producten, en additioneel 120.000 vaten olie-equivalent per dag aan aardgascondensaat, LPG en ethaan.
In 2006 hebben we onze hoogste resultaten, kasstromen en LNG-volumes ooit behaald. Tegelijkertijd hebben we aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van onze belangrijkste projecten. Wij liggen op koers om onze positie als een van de grootste producenten van aardgas en aanbieders van LNG uit te bouwen. Linda Cook EXECUTIVE DIRECTOR. GAS & ELEKTRICITEIT
”
ROYAL DUTCH SHELL plc
23
VERKORTE BESPREKING VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN EN DE FINANCIËLE POSITIE DOWNSTREAM
Olieproducten
Eveneens in Qatar werd vooruitgang geboekt bij de bouwwerkzaamheden voor het Qatargas 4 LNG Project (Shell-belang 30%). Tot dit geïntegreerde project behoren upstream gas- en condensaatproductie en een installatie voor het vloeibaar maken van LNG met een capaciteit van 7,8 miljoen ton LNG per jaar. In Nigeria is verder gewerkt aan de bouw van de zesde installatie voor het vloeibaar maken van gas van Nigeria LNG (NLNG) (Shell-belang 26%), die een capaciteit van 4 miljoen ton per jaar zal hebben. NLNG boekt tevens vooruitgang bij de ontwikkeling van een zevende LNG-installatie (capaciteit van 8,5 miljoen ton per jaar). In februari 2006 heeft Shell een projectontwikkelingovereenkomst ondertekend met de Nigerian National Petroleum Corporation en andere partners voor de gezamenlijke ontwikkeling van het nieuwe Olokola LNG-project (Shell-belang 18,5%). In Australië heeft het North West Shelf-project (direct en indirect Shell-belang 22%) in het kader van een overeenkomst met een looptijd van 25 jaar voor 3,3 miljoen ton LNG per jaar in mei via de Guangdong LNG-importterminal zijn eerste lading aan China geleverd. Er is vooruitgang geboekt bij de bouw van de vijfde LNG-installatie die na oplevering de totale capaciteit van dit project zal vergroten tot 16,3 miljoen ton per jaar. De Greater Gorgon-joint venture (Shell-belang 25%) overweegt de ontwikkeling van een installatie voor het vloeibaar maken van LNG op Barrow Island voor de kust van West-Australië die van aardgas voorzien moet worden uit de offshore-gasvelden Gorgon en Jansz/Io. In Rusland zijn additionele overeenkomsten gesloten met afnemers van LNG uit het Sakhalin II-project (Shell-belang 55%). De totale gecontracteerde volumes komen daarmee op 9,37 miljoen ton per jaar, ofwel circa 98% van de capaciteit van de fabriek. In 2006 is een protocol ondertekend voor de verkoop van een belang in Sakhalin II aan Gazprom. Het belang van Shell wordt verlaagd tot 27,5% als het protocol van kracht wordt. In Mexico werd in augustus 2006 de Altamirahervergassingsterminal (Shell-eigendom 50%, met 75% van de initiële capaciteit van 4,4 miljoen ton LNG per jaar) opgestart met de levering van de eerste LNG-lading ooit naar dit land. Het staatselektriciteitsbedrijf van Mexico, Comisión Federal de Electricidad, heeft overeenkomsten gesloten voor de koop van 5,2 miljard kubieke meter aan hervergast LNG per jaar van de faciliteit. In de Verenigde Staten wordt vooruitgang geboekt met de vergunningsprocedures voor de Broadwater LNG-hervergassingsterminal (Shell-belang 50%) in het Long Island Sound-gebied van New York en Connecticut. Shell houdt 100% van de capaciteit van de terminal van 7,7 miljoen ton LNG per jaar.
RESULTAAT VAN OLIEPRODUCTEN
$7.125 miljoen $3.457 miljoen
Segmentresultaat Investeringen RESULTAAT VAN CHEMIE
Segmentresultaat Investeringen
$1.064 miljoen $877 miljoen
“
Wij hebben in 2006 uitstekende financiële resultaten behaald en onze strategie ligt op koers. Wij zullen blijven waarborgen dat onze activiteiten veilig, betrouwbaar en qua kosten concurrerend zijn. Wij hebben goede vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van onze portfolio door onze positie in belangrijke markten te versterken. Wij zullen voortbouwen op de kracht van het Shell-merk met een sterke klantgerichtheid en de ontwikkeling van zeer geavanceerde technologieën.
”
RESULTATEN Het resultaat van Olieproducten in 2006 was $7,1 miljard, 29% lager dan in 2005 en 6% lager dan in 2004. Het effect van de ten opzichte van 2005 gedaalde raffinageresultaten werd gedeeltelijk gecompenseerd door hogere handelswinsten en gestegen resultaten bij Smeermiddelen. De gevolgen van prijsschommelingen op de voorraden leidden tot een positief effect van circa $0,1 miljard op het resultaat over 2006, vergeleken met een positief effect van circa $2,5 miljard in 2005. In het resultaat over 2006 waren niet-operationele baten begrepen van per saldo $38 miljoen, tegen baten van per saldo $427 miljoen in 2005 en van $540 miljoen in 2004. VOORUITZICHTEN EN STRATEGIE In 2006 bleven de raffinagemarges goed op peil, mede als gevolg van robuuste groei van de vraag naar producten en aanbodbeperkingen wegens ongebruikelijk omvangrijke onderhoudswerkzaamheden in de raffinage-industrie na de orkanen aan de Amerikaanse Golfkust in 2005. Tenzij zich grote aanbodverstoringen voordoen, zal de trend voor de raffinagemarges in 2007 naar verwachting lager zijn dan in 2006, mede als gevolg van de inbedrijfstelling van nieuwe conversiecapaciteit en de mogelijk tragere economische groei. De uiteindelijke niveaus zijn echter onzeker en zullen in hoge mate worden beïnvloed door het tempo van wereldwijde economische groei, het effect van aanhoudend hoge olieprijzen op de vraag naar producten en het tijdstip waarop de verwachte uitbreidingen van raffinaderijen in bedrijf worden genomen. De verkoopmarges blijven afhankelijk van de volatiliteit van de olieprijzen, valutakoersen en de intensiteit van de concurrentie. Wij willen toonaangevend zijn in de downstreammarkten waarin wij actief willen zijn. Onze strategie ondersteunt dit. Om de winstgevendheid van de downstream-activiteiten te verbeteren richten wij ons op zes essentiële gebieden: • Waarborgen dat onze activiteiten veilig, betrouwbaar en qua kosten concurrerend zijn. • Herschikking van de portfolio door afstoting van onvoldoende renderende activa, door selectief te investeren in verwerking en verkoop om onze concurrentiepositie te verbeteren en door te investeren in snelgroeiende markten zoals China en India.
Rob Routs EXECUTIVE DIRECTOR. OLIEPRODUCTEN EN CHEMIE
24
ROYAL DUTCH SHELL plc
DOWNSTREAM
Chemie
• Versterking van onze positie als het wereldwijd toonaangevende merk in alle activiteiten in de downstream, onder andere door onze nadruk op gedifferentieerde brandstoffen. • Continueren van de toepassing van eenvoudigere wereldwijd gestandaardiseerde processen in Olieproducten. • Maximalisering van de waarde van onze geïntegreerde aanvoerketen voor koolwaterstoffen en verdergaande integratie van de Olieproducten en Chemieactiviteiten. • Blijvende aandacht voor human resources, ontwikkeling van leiderschap en vergroting van diversiteit. INVESTERINGEN EN PORTFOLIOAANPASSINGEN De investeringen in 2006 bedroegen $3,5 miljard, een stijging vergeleken met $2,8 miljard in 2005, en waren gericht op onze verwerkings- en retailactiviteiten. De investeringen omvatten uitgaven voor raffinaderijonderhoud, naleving van voorschriften op het gebied van brandstofspecificaties en het milieu, de modernisering en uitbreiding van ons verkoopnetwerk, en twee acquisities in China. Gedurende de periode 2004-2006 waren circa 65% van onze investeringen gericht op projecten voor de betrouwbaarheid, instandhouding en het onderhoud van activa. Wij bleven gericht op investeringen in sterke groeimarkten, op consolidering in Afrika en inkrimping in Latijns-Amerika. In Turkije zijn wij gestart met een joint venture-retailnetwerk van 1.200 tankstations met Turcas Petrol A.S (Shellbelang 70%). In China hebben de twee acquisities onze marktpositie versterkt. De acquisitie van een bitumenproductie en -verkooponderneming heeft onze dagelijkse productie aan bitumen in China verdubbeld naar 6.600 ton, zo’n 20% van onze wereldwijde productie. Wij hebben een belang van 75% genomen in de toonaangevende onafhankelijke smeermiddelenproducent en -verkoper van China, waardoor Shell nu de grootste internationale onderneming op het gebied van smeermiddelen in China is en het wereldwijde volume van smeermiddelen als eindproduct van Shell met 8% wordt vergroot. Motiva Enterprises (Shell-belang 50%) heeft verdere vooruitgang geboekt met uitbreidingsplannen voor de raffinaderij in Port Arthur in de Verenigde Staten. De geplande toevoeging van 325.000 vaten per dag zou de totale capaciteit op ruim 600.000 vaten per dag brengen. De bouwwerkzaamheden voor dit project beginnen waarschijnlijk in 2007. Na 2010 zal de nieuwe capaciteit in bedrijf worden genomen. In het kader van ons actief portfoliobeheer hebben wij in 2006 ook een aantal activa verkocht, waaronder meerdere ondernemingen op een aantal Pacifische eilanden, Puerto Rico, Bermuda, de Verenigde Staten, Colombia, Uruguay, Cambodja en Kameroen. Wij hebben een strategische evaluatie aangekondigd van een aantal raffinaderij- en petrochemieactiva in Frankrijk en de Dominicaanse Republiek.
RESULTATEN Het resultaat van Chemie in 2006 was $1,1 miljard, vergeleken met $991 miljoen in 2005, toen in het resultaat verliezen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten waren begrepen van $307 miljoen, en $1,1 miljard in 2004, toen in het resultaat verliezen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten waren begrepen van per saldo $199 miljoen. Exclusief het effect van beëindigde bedrijfsactiviteiten is het resultaat over 2006 met $234 miljoen gedaald ten opzichte van 2005. Dit kwam mede door lagere marges en hogere afschrijvingen, waarvan het effect gedeeltelijk gecompenseerd werd door betere resultaten uit minderheidsbelangen en joint ventures, en lagere belastingen. VOORUITZICHTEN EN STRATEGIE De wereldwijde vraag naar petrochemische producten zal in 2007 naar verwachting in lijn met de groei van de wereldeconomie toenemen, maar vooral in het Aziatisch-Pacifisch gebied. Capaciteitstoevoegingen in de gehele chemische industrie in combinatie met aanhoudend hoge grondstof- en energiekosten kunnen de mogelijkheden voor een verbetering van de marges beperken. De strategie van Chemie blijft gericht op versterking van onze bestaande portfolio in Noord- en LatijnsAmerika en Europa en op het behalen van winstgevende groei in het Aziatisch-Pacifisch gebied en het Midden-Oosten. De nadruk ligt op de benutting van de synergievoordelen tussen Olieproducten en Chemie, het invoeren van wereldwijde standaarden en processen, benutten van technologie-investeringen en optimaliseren van wereldwijde marktposities. INVESTERINGEN EN PORTFOLIOAANPASSINGEN De investeringen in 2006 waren $877 miljoen, vergeleken met $599 miljoen in 2005, voornamelijk vanwege portfolio-investeringen om winstgevende groei te ontwikkelen in het Aziatisch-Pacifisch gebied en omvangrijke programma’s voor onderhoud en verbetering van fabrieken. In Singapore is de bouw gestart van een nieuw petrochemisch complex dat gebruikmaakt van Shell’s eigen technologie en volledig geïntegreerd wordt met onze Pulau Bukom-raffinaderij. De oplevering en inbedrijfstelling van de nieuwe faciliteiten vindt naar verwachting tegen het eind van het decennium plaats. Er is in het eerste operationele jaar uitstekende vooruitgang geboekt bij het Nanhai petrochemiecomplex in China, een joint venture met de China National Offshore Oil Corp. (Shell-belang 50%). Het is op tijd en binnen het gestelde budget voltooid, is een operationeel en commercieel succes en geeft ons een belangrijke positie in deze groeiende markt. De commerciële productie van het complex is aan het eind van het eerste kwartaal van 2006 gestart en het heeft in 2006 1,9 miljoen ton aan chemische producten verkocht aan ruim 800 afnemers in meer dan 20 provincies in China. Bij volledige benutting van de capaciteit zal Nanhai per jaar 2,3 miljoen ton chemische producten produceren voor de binnenlandse Chinese markt.
Andere bedrijfssegmenten en Corporate RESULTATEN
Segmentresultaat Investeringen
$277 miljoen $418 miljoen
RESULTAAT Het resultaat van Andere bedrijfssegmenten (ABS) en Corporate in 2006 was $277 miljoen, tegen een verlies van $523 miljoen in 2005, wegens hogere rentebaten, valutakoersresultaten en een lagere vennootschapsbelasting. In het resultaat over 2006 waren lasten begrepen van per saldo $206 miljoen in verband met een voorziening voor rechtsgedingen, waarvan het effect gedeeltelijk werd gecompenseerd door belastingbaten bij Corporate. In het resultaat over 2005 waren lasten begrepen van per saldo $151 miljoen. De opbrengsten uit operationele activa in ABS verbeteren maar de kosten voor de ontwikkeling van activiteiten om de portfolio uit te breiden namen eveneens toe en mede daardoor kwam ABS in 2006 uit op een verlies. INVESTERINGEN EN PORTFOLIOAANPASSINGEN Gedurende 2006 heeft het offshore-windmolenpark bij Egmond aan Zee haar eerste schone elektriciteit geleverd aan huishoudens in Nederland. Dit is het eerste Nederlandse offshore windproject. Het heeft 36 turbines met een totale capaciteit van 108 megawatt (Shell-belang 50%). Ook hebben wij vooruitgang geboekt bij het London Array windproject in de monding van de Theems-rivier. Als dit project wordt goedgekeurd zal het tot 271 turbines hebben en tot 1.000 megawatt aan stroom kunnen genereren (Shell-belang 33%). Wij zijn een van de grootste ontwikkelaars van windenergie in de Verenigde Staten, waar wij onze positie hebben uitgebreid door te investeren in het Mount Storm windpark in Virginia (Shell-belang 50%) met een capaciteit van 164 megawatt. Bij zonne-energie hebben wij onze benadering herzien en richten wij ons op geavanceerde CIS (koper indium diselenide) dunnefilm-technologie. Shell heeft een joint venture opgericht met Saint-Gobain voor de ontwikkeling van een CIS dunnefilm-technologiefabriek in Duitsland. Ook hebben wij onze kristallijnsilicium-activiteiten verkocht aan SolarWorld AG. Shell Hydrogen heeft haar werkzaamheden voortgezet om de ontwikkeling van de infrastructuur en technologie te bevorderen waarmee waterstof een bijdrage kan leveren om in de toekomstige energiebehoefte te voorzien. Hiertoe behoorde de bekendmaking van de deelname van Shell aan een project in Nederland om het grootste openbaar-vervoerbedrijf ter wereld te realiseren waarbij waterstof als brandstof wordt gebruikt. Shell CO2 werkt aan oplossingen om Shell’s CO2-emissies te beheersen. In het Halten-project werken wij samen met Statoil om de mogelijkheden te onderzoeken om CO2 van elektriciteitsopwekking af te vangen en te injecteren in offshore-olievelden ter verbetering van de oliewinning. Tevens hebben wij een samenwerking aangekondigd met Stanwell Corporation om vrijwel emissievrije stroom te produceren uit kolen door toepassing van de Shell-technologie voor kolenvergassing, in combinatie met ondergrondse opslag van CO2, bij een elektriciteitscentrale in Australië. Beide projecten bevinden zich in de initiële fases van de haalbaarheidstudie. ROYAL DUTCH SHELL plc
25
VERKORTE BESPREKING VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN EN DE FINANCIËLE POSITIE
Key performance indicators
Risicofactoren
TOTAALPRESTATIE – SCORECARD De Groep meet haar prestaties af aan een aantal key performance indicators die bedoeld zijn om het algehele prestatieniveau van de Groep te evalueren qua financiële resultaten, efficiency, maatschappelijke bijdrage en duurzame ontwikkeling. Als aanvulling op een aantal key performance indicators hanteert de Groep voor het bewaken en beheren van haar activiteiten ook een aantal specifieke criteria. De toekomstige olie- en gasproductie van de Groep hangt af van het succes van zeer grote projecten die de inzet vereisen van aanzienlijke menselijke en financiële middelen over langere perioden van 10 tot 30 jaar. De key performance indicators en criteria geven niet noodzakelijkerwijs de langetermijnprestaties van de Groep weer al kunnen zij wel een indicatie van die prestatie geven. De Group Scorecard benadrukt vier key performance indicators die tezamen een beknopt overzicht geven van het prestatieniveau van de Groep. De vier key performance indicators worden ieder kwartaal gemeten. Zoals op blz. 37 in de samenvatting van het Bezoldigingsverslag is weergegeven, wordt de Scorecard ook gebruikt om de bezoldiging van werknemers, Senior Management en Executive Directors vast te stellen.
Royal Dutch Shell volgt voor haar interne beheersing een risicobenadering – het Shell Control Framework – om risico’s te identificeren en te beheersen (zie blz. 36).
TOTAL SHAREHOLDER RETURN (25% VAN DE SCORECARD) Total Shareholder Return (TSR) of totaalrendement voor de aandeelhouder is gedefinieerd als de som van het verschil tussen de aandelenkoers aan het begin van het jaar en de aandelenkoers aan het eind van het jaar plus de geldwaarde van gedurende het kalenderjaar betaalde dividenden (bruto en ieder kwartaal geherinvesteerd). De TSR wordt vergeleken met die van andere grote geïntegreerde oliemaatschappijen en is daardoor een maatstaf voor de prestaties van de vennootschap ten opzichte van die van vergelijkbare ondernemingen in de olie-industrie.
OPERATIONELE EFFICIENCY (30% VAN DE SCORECARD) Binnen elk van de verschillende bedrijfsactiviteiten worden de operationele prestaties gemeten aan de hand van gedetailleerde criteria die worden gecombineerd tot een business dashboard. Het operationele prestatieniveau van Exploratie & Productie, Gas & Elektriciteit, Olieproducten en Chemie wordt elk kwartaal gemeten. De vier key indicators voor de segmenten zijn productie voor Exploratie & Productie, LNG-verkoop voor Gas & Elektriciteit, niet-geplande stilleggingen voor Olieproducten en technische beschikbaarheid van fabrieken voor Chemie. DUURZAME ONTWIKKELING (20% VAN DE SCORECARD) Naast maatstaven voor de financiële resultaten en efficiency hanteert de Groep verschillende indicatoren om haar bijdrage aan duurzame ontwikkeling te evalueren. In dit Jaaroverzicht worden op blz. 28 en 29 de prioriteiten van de Groep besproken ten aanzien van haar werknemers en worden key performance indicators besproken zoals broeikasgasemissies, het affakkelen van gas en verbruik van energie bij haar activiteiten en activa. Veiligheid blijft een onderwerp van centraal belang voor de Groep en wordt afgemeten aan het aantal letselgevallen en dodelijke ongevallen, zoals besproken op blz. 29. De Groep streeft naar nauwe samenwerking met klanten, partners en beleidsmakers om een efficiënter en duurzamer gebruik van energie en natuurlijke bronnen te bevorderen. Naast de vier key performance indicators die gebruikt worden voor de Scorecard van de Groep, worden additionele financiële indicatoren gehanteerd om de prestaties van de Groep te evalueren.
KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (25% VAN DE SCORECARD) De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten wordt als maatstaf gezien voor het vermogen van de Groep om uit haar bedrijfsactiviteiten middelen te genereren ten behoeve van haar investerings- en financieringsactiviteiten en is representatief voor de creatie van waarde voor de aandeelhouders uit de activiteiten van de Groep. Het kasstroomoverzicht op blz. 42 geeft de componenten van de kasstroom weer.
De activiteiten en resultaten van de Groep zijn onderhevig aan uiteenlopende risico’s in verband met veranderende omstandigheden ten aanzien van de concurrentiesituatie, economische, politieke, juridische, sociale omstandigheden, omstandigheden in industrieën en sectoren alsmede financiële omstandigheden. Deze risico’s worden uitvoeriger besproken in ons “Annual Report and Form 20-F”. Beleggers wordt dringend aangeraden om ons “Form 20-F” te lezen alvorens een investeringsbeslissing te nemen. Beleggers dienen deze risico’s zorgvuldig te beoordelen. Deze risico’s zouden een materieel negatief effect kunnen hebben op de bedrijfsresultaten van de Groep en/of haar financiële positie. Fluctuerende prijzen van olie, aardgas, olieproducten en chemische producten. Ons vermogen om grootschalige projecten op te leveren en het vermogen om olie- en gasreserves te vervangen. Concurrentie binnen de energie-industrie en andere industrieën. Aantasting van de bedrijfsreputatie wegens een werkelijke of vermeende niet-nakoming van de Algemene Beleidsuitgangspunten van Shell. De gevolgen van klimaatverandering en daarmee samenhangende weerstand vanuit de samenleving en overheid. Risico’s ten aanzien van gezondheid, veiligheid, beveiliging en het milieu. Zaken doen in politiek gevoelige of instabiele landen. Onvermogen om zeggenschap of invloed uit te oefenen op de operaties, het gedrag en de uitvoering van bedrijfsactiviteiten van partners en samenwerkingsverbanden. Tekortkomingen op het gebied van informatietechnologie.
GROEPSSCORECARD
2006
2005
10,9%
19,2%
31,7
30,1
– Olie- en gas productie (duizend vaten olie-equivalent per dag)
3.473
3.518
– LNG-verkopen (miljoen ton)
12,12
10,65
1 Total Shareholder Return 2 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten ($ miljard) 3 Operationele efficiency
– Niet-geplande stilleggingen van raffinaderijen – Beschikbaarheid van chemische fabrieken 4 Duurzame ontwikkeling
26
ROYAL DUTCH SHELL plc
4,9%
4,0%
90,2%
82,2%
2,3
2,5
Onvoldoende toegang tot technologie en inadequate innovatie. Vermogen tot het aantrekken van competente medewerkers. Wijzigingen in (fiscale) wet- en regelgeving alsmede onteigening.
Vermogens- en liquiditeitspositie
Valutakoersbewegingen en deviezenbepalingen. Politieke of economische instabiliteit vormen een risico voor de economische en financiële marktomstandigheden. Ramingen van olie- en gasreserves vereisen subjectieve beoordeling en bepalingen en kunnen aan wijzigingen onderhevig zijn op basis van nieuwe informatie. Het zijn geen exacte metingen. Beperkingen van rechtsmiddelen van aandeelhouders. Bepalingen in onze statuten kunnen van invloed zijn op het vermogen van aandeelhouders om in geld of op andere wijze verhaal te verkrijgen, onder meer met betrekking tot claims ingevolge effectenwetgeving. Boetes vanwege anti-trust en concurrentiewetgeving. Sancties van de Amerikaanse regering met betrekking tot investeringen in Iran, Syrië en Soedan. Blootstelling aan eigenaars- en aansprakelijkheidsrisico’s. Treasury- en handelsrisico’s, waaronder veranderingen in grondstofprijzen, rentetarieven en valutakoersen. De Groep beheert een aantal pensioenregelingen die onderhevig zijn aan risico’s in verband met veranderingen in de waarde van beleggingen, rentetarieven en demografische factoren.
Wijzigingen in de gerealiseerde prijzen voor ruwe olie en aardgas, de ruwe olie- en aardgasproductie, en raffinage- en verkoopmarges zijn de belangrijkste factoren die van invloed zijn op een jaar-op-jaar vergelijking van de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten en de winst. Acquisities en afstotingen en andere portfolio-aanpassingen kunnen de vergelijking van kasstromen in het jaar van de transactie beïnvloeden. Op de langere termijn zal de vervanging van reserves aan conventionele olie en gas en onconventionele mijnbouwreserves van invloed zijn op het vermogen van de Groep om productieniveaus bij Exploratie & Productie in stand te blijven houden of te verhogen, hetgeen weer van invloed zal zijn op de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten en de winst. Wij zullen stappen moeten nemen om productieniveaus en kasstromen in toekomstige perioden te handhaven of te verhogen. Hiertoe kunnen behoren de ontwikkeling van nieuwe velden, voortgezette ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën en winningsprocessen bij bestaande velden, en het doen van selectieve, gerichte acquisities. Wij streven ernaar om productiedalingen te compenseren en vervanging van reserves op te voeren. Volumestijgingen zijn echter afhankelijk van een aantal risico’s en andere factoren, waaronder de onzekerheden van exploratie, projectuitvoering, operationele verstoringen, reservoirprestaties en wijzigingen in wet- en regelgeving. Wij zijn van plan activa te blijven afstoten, en waar passend, selectieve, gerichte acquisities te doen, als onderdeel van actief portfoliobeheer. Het aantal afstotingen zal afhangen van de kansen in de markt en, waar van toepassing, zijn de betreffende activa verantwoord als beschikbaar voor verkoop. KASSTROOMOVERZICHT De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bereikte in 2006 een recordhoogte van $31,7 miljard, tegen $30,1 miljard in 2005 en $26,5 miljard in 2004. De winst in 2006 bleef op het niveau van $26,3 miljard van 2005, gestegen van $19,3 miljard in 2004, mede door aanhoudend hoge gerealiseerde prijzen bij Exploratie & Productie en hoge raffinagemarges bij Olieproducten. FINANCIËLE POSITIE EN LIQUIDITEIT De financiële positie van de Group is robuust, en wij hebben in 2006 meer dan $16 miljard aan onze aandeelhouders teruggegeven in de vorm van dividenden en de inkoop van eigen aandelen. De geldmiddelen en kasequivalenten waren per 31 december 2006 $9,0 miljard (2005: $11,7 miljard). Het totaal van de kortlopende en langlopende schulden steeg gedurende 2006 met $2,9 miljard. Het totaal van de leningen was per 31 december 2006 $15,8 miljard.
dochterondernemingen Shell International Finance B.V., Shell Finance (Netherlands) B.V. en Shell Finance (U.K.) P.L.C., en zijn beoordeling van de kredietwaardigheid gewijzigd van negatief naar stabiel. Standard & Poor’s Ratings Services (S&P) continueert zijn waardering van de Groep van “AA” en zijn beoordeling van de kredietwaardigheid als stabiel. Zowel S&P als Moody’s hebben hun waarderingen, “Prime-1”, en “A-1+”, voortgezet voor kortetermijn schuldprogramma’s gegarandeerd door Royal Dutch Shell. INVESTERINGEN EN EXPLORATIEKOSTEN EN DIVIDENDEN Na betalingen op lopende leningen is het dividend de eerste prioriteit van de Groep bij het aanwenden van kasmiddelen. Tot en met het interimdividend over het vierde kwartaal van 2006 werd het dividend in euro’s vastgesteld, en dividendverhogingen per aandeel hielden over een reeks van jaren gelijke tred met de Europese inflatie. Op 1 februari 2007 heeft de Groep bekendgemaakt dat met ingang van het eerste kwartaal van 2007 het dividend in Amerikaanse dollars wordt vastgesteld en zij verwacht dat het interimdividend over het eerste kwartaal van 2007 $0,36 per aandeel zal zijn, een stijging van 14% ten opzichte van het dividend in Amerikaanse dollars over dezelfde periode in 2006. Het interimdividend over het eerste kwartaal van 2007 wordt op 3 mei 2007 bekendgemaakt. De investeringen en exploratiekosten van Groepsmaatschappijen, inclusief nieuwe investeringen in volgens de equity-methode opgenomen investeringen, stegen in 2006 met $7,5 miljard tot $24,9 miljard. Na dividenden en investeringen geniet het behoud van een sterke, flexibele balans de prioriteit voor de aanwending van gegenereerde kasstroom. De nadruk zal voor zowel de middellange als de lange termijn blijven liggen op verbetering van de onderliggende operationele prestaties om constant sterke kasstromen te kunnen blijven genereren. De programma’s voor de inkoop van eigen aandelen zullen periodiek worden herbeoordeeld en zijn afhankelijk van de marktomstandigheden en de kapitaalbehoefte van de vennootschap. De Groep beheert haar activiteiten met het oog op het genereren van sterke kasstromen die investeringen en groei kunnen financieren bij terughoudende veronderstellingen over ruwe olieprijzen. Dankzij onze sterke kaspositie in 2006, met een operationele kasstroom van $31,7 miljard, beschikt de Groep over de financiële flexibiliteit om zowel de investeringen en exploratiekosten te financieren als liquide middelen terug te laten vloeien naar aandeelhouders.
BEOORDELING VAN KREDIETWAARDIGHEID Op 12 juni 2006 heeft Moody’s Investors Services (Moody’s) zijn “Aa1” waardering gecontinueerd voor langetermijnkrediet uitgegeven door Royal Dutch Shell plc, en voor de gegarandeerde programma’s en uitstaande schulden van uitgevende
ROYAL DUTCH SHELL plc
27
VERKORTE BESPREKING VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN EN DE FINANCIËLE POSITIE
Onze mensen
Shell heeft 108.000 werknemers in meer dan 130 landen. Wij hebben in 2006 op alle fronten vooruitgang geboekt met onze wereldwijde peoplestrategie, ter ondersteuning van de Groepsstrategie van ‘meer upstream en winstgevende downstream’. Uniforme beleidslijnen en processen, verspreid via een verbeterd wereldwijd informatietechnologieplatform, ondersteunden een snellere en betere besluitvorming. WERVEN VOOR DE TOEKOMST In 2006 hebben wij wereldwijd bijna 6.000 mensen aangenomen als gevolg van onze versterkte wereldwijde inspanningen om mensen aan te trekken en te werven. Hiertoe behoren 1.500 net afgestudeerden en 4.500 ervaren professionals – waarvan meer dan de helft uit technische disciplines – uit meer dan 60 landen. Een wereldwijde arbeidsmarktcampagne voor technische functies leidde tot een aanzienlijk aantal sollicitanten uit de hele wereld, waaronder meer dan 150 mensen via ons “werknemer werft werknemer” programma. Het aandeel van vrouwen in het totale aantal nieuw geworven werknemers is 27%, en 28% van het aantal technische functies. Wij blijven ons inspannen om deze percentages te verbeteren. Voorts zijn wij actief geweest in nieuwe arbeidsmarkten, en hebben in 2006 meer jonge academici en ervaren medewerkers in Azië geworven dan in enige andere regio. Dit vormt een directe ondersteuning voor verhoogde toekomstige investeringen in die regio. Ook bouwen wij voort op onze wervingscapaciteit in het Midden-Oosten, ter ondersteuning van regionale activiteiten van de Groep, zoals het Pearl GTL-project met Qatar Petroleum. Wij hebben de wervingsactiviteiten in Nigeria en India aanzienlijk uitgebreid; in India zijn iets minder dan 200 jonge academici en 75 ervaren medewerkers aangenomen ter ondersteuning van de oprichting van Shell Technology India. MENSEN BEGELEIDEN EN ONTWIKKELEN Het ontwikkelen van vaardigheden, competenties en organisatorische effectiviteit blijven belangrijke prioriteiten van Shell. De Shell Project Academy is een geïntegreerd ontwikkelingsprogramma voor werknemers van Shell in alle fases van de levenscyclus van een project. Het programma omvat leerevenementen, beoordeling en accreditatie, coaching en mentoringdiensten, een wereldwijd online kennisnetwerk, deelnemersactiviteiten en stageplaatsen. Onze Commercial Academy heeft in 2006 haar werkzaamheden voortgezet ter verbetering van de vaardigheden op het gebied van bedrijfsontwikkeling door overdracht van kennis en best practice in onze belangrijkste bedrijfsactiviteiten.
28
ROYAL DUTCH SHELL plc
Ook onderschrijven wij de noodzaak voor de ontwikkeling van leiderschap door middel van de geïntegreerde, segmentoverkoepelende Shell Leadership Development-programma’s. In 2006 hebben circa 10.000 leiders en werknemers met leiderschapspotentieel deelgenomen aan deze programma’s.
WERKNEMERS PER SEGMENT IN 2006 Gemiddeld aantal, afgerond op dichtstbijzijnde duizendtal
13.000
In 2006 hebben wij onze tweejaarlijkse Shell People Survey gehouden om werknemers hun mening te vragen over het werken bij Shell. Het onderzoek leverde net als in 2004 een respons op van 78% van alle werknemers, en de uitkomsten waren over het algemeen positief. Zo geven de uitkomsten een groter vertrouwen in de leiding weer dan in het vorige onderzoek, van 2004. Wij bouwen voort op de sterke punten die uit het onderzoek naar voren komen, en ontwikkelen actieplannen om de benoemde punten van zorg te verbeteren. DIVERSITEIT EN BETROKKENHEID Uit de Shell People Survey 2006 kwam naar voren dat 64% van onze werknemers de betrokkenheid op de werkvloer positief beoordeelt. De voortdurende integratie van diversiteit en betrokkenheid in alle aspecten van onze activiteiten en bedrijfscultuur helpt om de beste mensen aan te trekken en te behouden, de creativiteit te vergroten en de besluitvorming te verbeteren. Drie doelen ondersteunen onze wereldwijde inspanningen om diversiteit en inclusiviteit in te bedden in de manier waarop wij zaken doen: het aantal vrouwen in topposities op de lange termijn vergroten tot minstens 20%, zorgen dat een meerderheid van de topposities wordt bezet door lokale mensen en het ontvangen van steeds meer positieve terugkoppeling over het gevoel van betrokkenheid op de werkvloer, zoals gemeten in de Shell People Survey. Eind 2006 was het aandeel van vrouwen in topposities gestegen naar 11,6%, vergeleken met 9,9% in 2005. In 25% van de landen bezetten werknemers uit het betreffende land zelf meer dan de helft van de hogere leidinggevende functies.
Exploratie & Productie 3.000
Gas & Elektriciteit Olieproducten Chemie
Er wordt een gecoördineerde, ondernemingsbrede benadering voor leren ontwikkeld. Onderdeel hiervan is de online Shell Open University die dienst doet als één gestandaardiseerd leercentrum om de professionele vaardigheden van onze mensen op peil te houden en te verbeteren. COMMUNICATIE EN BETROKKENHEID Wij stimuleren de betrokkenheid van onze werknemers bij de planning en invulling van hun werk, en geven hen veilige, vertrouwelijke mogelijkheden om punten van zorg te melden.
19.000
6.000
Andere bedrijfssegmenten en Corporate 67.000
PERSONEELSBELONINGEN IN 2006
10.744
$ miljoen 462 743 712
Beloningen Sociale premies Pensioenkosten Op aandelen gebaseerde betalingen 8.827
Wij streven ernaar gelijke kansen te creëren bij werving, loopbaanontwikkeling, promotie, training en beloning voor alle werknemers, inclusief gehandicapten. Alle sollicitanten en werknemers worden beoordeeld aan de hand van duidelijke en transparante criteria. We hebben goede vooruitgang behaald, maar wij weten dat verdere verbetering nodig is om onze doelen op dit gebied te realiseren.
Milieu en maatschappij
Wij onderkennen dat ons commercieel succes afhangt van het vinden van ten aanzien van milieu en maatschappij verantwoorde manieren om te helpen voorzien in de groeiende wereldwijde behoefte aan energie. Daarbij is het essentieel om het vertrouwen te behouden van een breed scala aan belanghebbenden. De Algemene Beleidsuitgangspunten van Shell en onze nieuwe Gedragscode leggen de regels vast volgens welke wij daarbij te werk gaan, waaronder onze inzet voor duurzame ontwikkeling. Zo vereisen zij dat wij integer handelen, onze faciliteiten op een veilige manier bedrijven, een goede buur zijn, de ontwikkeling ondersteunen van de gemeenschappen waarin wij actief zijn en doeltreffende manieren vinden om de groeiende uitstoot aan kooldioxide (CO2) te beperken. Zij vereisen dat wij ons houden aan alle toepasselijke wetgeving en de mensenrechten ondersteunen. Onze inzet voor duurzame ontwikkeling houdt de integratie in van economische, milieu- en maatschappelijke overwegingen in de commerciële besluitvorming. STANDAARDEN EN UITGANGSPUNTEN Wij houden ons aan onze beleidsuitgangspunten en doen dat mede door duidelijke standaarden en vereisten voor onze faciliteiten en activiteiten vast te stellen. Zij dienen te werk te gaan volgens ons beleid en onze inzet voor gezondheid, veiligheid en het milieu (HSE), waaronder onze standaarden voor dierproeven, biodiversiteit, klimaatverandering, milieu- en gezondheidsmanagement, ongevallenrapportages, beveiliging en kwaliteit van schepen. Vennootschappen en joint ventures over wiens activiteiten wij beslissende zeggenschap hebben, hebben zich eveneens aan deze standaarden te houden. Beslissingen over alle omvangrijke nieuwe investeringen zijn mede gebaseerd op de verwachte toekomstige kosten van het uitstoten van CO2. Wij voeren een beoordeling van het milieu- en maatschappelijk effect uit voordat wij met grote werkzaamheden voor een project of een bestaande faciliteit beginnen en integreren onze bevindingen in de opzet en operatie van het project. Al onze grote raffinage- en chemiefaciliteiten en upstreamoperaties waar de maatschappelijke gevolgen potentieel groot zijn, moeten een maatschappelijk prestatieplan hebben. Deze plannen geven richting aan en bewaken de voortgang bij het beheersen van ons effect op onze buren en het leveren van een positieve bijdrage aan lokale gemeenschappen. KLIMAATVERANDERING De bezorgdheid over broeikasgasemissies in combinatie met klimaatverandering bereikte in 2006 een nieuwe piek. Wij waren een van de eerste energieondernemingen die het gevaar van een klimaatverandering erkende, die tot actie opriep en die zelf actie ondernam. In 1998 hebben wij vrijwillige doelstellingen voor een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen van onze operaties gesteld. In 2002 hebben wij onze eerste doelstelling behaald – een vermindering van de emissies tot 10% onder de niveaus van 1990 – en wij blijven werken aan het behalen van onze huidige doelstelling van 5% onder de niveaus van 1990 in 2010, terwijl wij onze activiteiten uitbreiden. Het behalen van deze doelstelling hangt voornamelijk af van de beëindiging van het continu affakkelen van
aardgas en het verbeteren van de energie-efficiency van onze faciliteiten. In 2006 heeft een vermindering van het affakkelen geleid tot een vermindering van de emissies van broeikasgassen bij faciliteiten waar Shell de operator is van circa 7 miljoen ton ten opzichte van het vorige jaar, en meer dan 20% onder de niveaus van 1990. De grootste bijdrage kwam van de niet-geproduceerde volumes in Nigeria, maar verminderingen kwamen ook van verbeterde gaswinning uit operaties en een vermindering van het affakkelen in Gabon. Wij hebben de doelstelling voor de energie-efficiency van onze raffinaderijen in 2006 niet behaald, deels omdat het vervaardigen van milieuvriendelijke, laagzwavelige brandstoffen meer energie vergt en deels vanwege niet-geplande, energie-intensieve stilleggingen. Onze chemische fabrieken behaalden hun energie-efficiencydoelstellingen, ondanks een aantal stilleggingen. De afgelopen vijf jaar hebben we meer dan $1 miljard geïnvesteerd in alternatieve energie zoals windenergie, zonne-energie, biobrandstoffen en waterstof. Wij hebben het aandeel van aardgas vergroot, dat half zoveel koolstofemissies produceert als kolen, en raffineren meer laagzwavelige transportbrandstoffen. Wij zijn een groot voorstander van emissiehandelssystemen om ondernemingen te stimuleren hun effect op het milieu te verminderen, en zijn een van de meest actieve handelaren in het emissiehandelssysteem van de Europese Unie. Wij hebben publiekscampagnes, zoals de Shell Eco-marathon, FuelStretch, en de Shell Fuel Economy World Record Challenge, gelanceerd om innovatie aan te moedigen en energiebesparing te bevorderen.
BIODIVERSITEIT Exploratie naar olie en gas in steeds afgelegener gebieden vergroot de noodzaak om de biodiversiteit te beschermen. Wij werken hierbij samen met meer dan 100 wetenschappelijke en natuurbeschermingsorganisaties. Wij hebben als eerste energieonderneming een Standaard voor Biodiversiteit ingevoerd, die waarborgt dat wij als onderdeel van de beoordeling van het effect van elk project samenwerken met experts en belanghebbenden om manieren te vinden voor de beheersing van potentiële effecten op de biodiversiteit. Wij hebben toegezegd om niet naar olie of gas te boren in gebieden die op de Werelderfgoedlijst staan en om stringente werkmethoden toe te passen, waaronder de implementatie van actieplannen in alle gebieden met hoge biodiversiteit. GOED NABUURSCHAP Essentieel bij onze inzet voor duurzame ontwikkeling zijn onze voortdurende inspanningen om goede betrekkingen op te bouwen met de gemeenschappen die in de nabijheid van onze bestaande installaties wonen. Wij streven ernaar onze faciliteiten op een veilige en schone wijze te exploiteren en wij werken met lokale mensen zodat zij van onze activiteiten profiteren. Wij hebben programma’s voor sociale investeringen en wij moedigen overheden aan om de belastingen en royalty’s die wij aan hen betalen, aan te wenden om ontwikkeling te bevorderen en armoede te reduceren. BROEIKASGASEMISSIES
117 112 112
109
106 103 99
Wij nemen deel aan meerdere grote projecten om de kosten te verminderen en de veiligheid aan te tonen van het afvangen van CO2 dat wordt uitgestoten door de verbranding van fossiele brandstoffen en het ondergronds op te slaan. VEILIG EN BETROUWBAAR OPEREREN Veiligheid en beveiliging zijn van essentieel belang voor Shell. Wij investeren om de veiligheid van onze faciliteiten op peil te houden en incidenten zoals lekkages, brand en ongevallen te verhinderen. De totale lekkagevolumes zijn in 2006 licht gestegen ten opzichte van 2005 vanwege twee grote olielekkages in Nigeria die een kwart van het totaal voor hun rekening namen. Buiten Nigeria daalde het volume aan te voorkomen lekkages – ontstaan door corrosie of operationele verstoringen – verder. Wij werken aan verbetering van onze prestaties op het gebied van veiligheid. Wij hebben een wereldwijde veiligheidsfunctie ingevoerd die de naleving van veiligheidsstandaarden en procedures zal verbeteren. In 2006 daalde het letselpercentage voor werknemers en contractors verder. Helaas verloren echter twee werknemers en 35 contractors hun leven, een meer dan in 2005. Hiervan deden 17 sterfgevallen zich voor in Nigeria – waarvan negen door ontvoeringen en aanvallen. Ter verbetering van de beveiliging hebben wij onze samenwerking met een wereldwijd netwerk van overheidsorganisaties, commerciële beveiligingsbedrijven en andere energieondernemingen gecontinueerd.
1990 basislijn 123
101
109 105
103
98
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
CO2 equivalent in miljoen ton
[A]
2006
2010
Projectie Doelstelling
[A] Petroleum Industry Guidelines voor schattingen van broeikasgassen (december 2003) geven aan dat er significante onzekerheden zijn bij het meten van broeikasgassen, afhankelijk van de gebruikte methode.
VEILIGHEID – AANTAL DODELIJKE ONGEVALLEN 9,0 5,9
5-jaars voortschrijdend gemiddelde
8,6 5,7
8,2 4,9
7,6 7,1
6,9 4,1
6,4 6,3 2,7 5,2 3,9
3,1
2,9
2,8
1998
1999
4,4 1,4 3,6
3,3
5,9 5,6 2,3
3,3
3,0
5,2
5,1
4,4 1,1
4,6 1,9
3,3 2,7
Verkeer
Overig
1,3 1997
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Eigen personeel en contractors per 100 miljoen gewerkte uren
ROYAL DUTCH SHELL plc
29
VERKORT VERSLAG VAN DE BOARD
Board of Directors van Royal Dutch Shell plc
Royal Dutch Shell heeft een “single tier” Board of Directors die wordt voorgezeten door Jorma Ollila. Het bestuur staat onder leiding van de Chief Executive, Jeroen van der Veer. De leden van de Board van Royal Dutch Shell komen regelmatig bijeen om de resultaten en bedrijfsvoering van Royal Dutch Shell te bespreken. Op 7 maart 2007 heeft de Nomination and Succession Committee een aanbeveling gedaan voor de benoeming van Rijkman Groenink als Director van de Vennootschap om Aarnout Loudon op te volgen, die bij sluiting van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2007 zal aftreden. De Board heeft deze aanbeveling aangenomen en aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2007 wordt voorgesteld een besluit te nemen tot de benoeming van de heer Groenink als Director van de Vennootschap met ingang van 16 mei 2007. Zie de Oproeping tot de Vergadering 2007 voor de biografische gegevens van de heer Groenink.
Audit Committee R Remuneration Committee S Social Responsibility Committee N Nomination and Succession Committee A
30
ROYAL DUTCH SHELL plc
Jorma Ollila
Lord Kerr of Kinlochard GCMG
N
R N
Jeroen van der Veer
Voorzitter
Vice-Voorzitter en Senior Independent Non-executive Director
Chief Executive
Geboren 15 augustus 1950, Fin. Per 1 juni 2006 benoemd tot Voorzitter van Royal Dutch Shell. Voorheen Vice-President International Operations van Nokia in 1985. In 1986 benoemd tot Vice-President Finance van Nokia, en tussen 1990 en 1992 President van Nokia Mobile Phones. Tussen 1992 en 1999 was hij President en Chief Executive Officer van Nokia en van 1999 tot 1 juni 2006 Chief Executive Officer van Nokia. Voordat hij bij Nokia in dienst trad, werkte hij in het bankwezen bij Citibank in Londen en Helsinki. Hij is thans Voorzitter van de Board van Nokia en Non-executive Director van Ford Motor Company.
Geboren 22 februari 1942, Brit. In oktober 2004 benoemd tot Nonexecutive Director van Royal Dutch Shell. Non-executive Director van Shell Transport van 2002 tot 2005. Lid van de Britse diplomatieke dienst 1966–2002, Permanent Vertegenwoordiger van het Verenigd Koninkrijk bij de EU, Brits Ambassadeur in de Verenigde Staten en Permanent Staatssecretaris van het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken en Secretaris-Generaal van de Europese Conventie. Thans Nonexecutive Director van Rio Tinto plc, Rio Tinto Limited, Scottish American Investment Company plc. Chairman van het Imperial College en Trustee van de National Gallery en van de Rhodes, Fulbright en Carnegie Trusts.
Geboren 27 oktober 1947, Nederlander. In oktober 2004 benoemd tot Chief Executive van Royal Dutch Shell. Directeur van de Koninklijke sinds 1997 en vanaf 2000 President-Directeur. Lid Raad van Bestuur van de Koninklijke tot aan de fusie van die Vennootschap op 21 december 2005. Director van Shell Canada Limited van 24 april 2003 tot 29 april 2005. Trad in 1971 in dienst van de Groep bij raffinaderijprocesontwikkeling. Bekleedde wereldwijd diverse leidinggevende functies. Nietuitvoerend bestuurder Unilever (waartoe Unilever N.V., Unilever plc en Unilever Holdings Ltd behoren).
Nina Henderson
Sir Peter Job KBE
Wim Kok
A S
R
S
Non-executive Director
Non-executive Director
Non-executive Director
Geboren 6 juli 1950, Amerikaanse. In oktober 2004 benoemd tot Non-executive Director van Royal Dutch Shell. Non-executive Director van Shell Transport van 2001 tot 2005. Voorheen President van een belangrijke divisie van Bestfoods, een groot Amerikaans levensmiddelenbedrijf, en Corporate Vice-President van datzelfde bedrijf met verantwoordelijkheid voor de wereldwijde ontwikkeling van de kernactiviteiten. Thans Non-executive Director van Pactiv Corporation, AXA Financial Inc., Del Monte Foods Company en Visiting Nurse Service of New York.
Geboren 13 juli 1941, Brit. In oktober 2004 benoemd tot Nonexecutive Director van Royal Dutch Shell. Non-executive Director van Shell Transport van 2001 tot 2005. Voorheen Chief Executive van Reuters Group plc. Thans Nonexecutive Director van Schroders plc en TIBCO Software Inc. en lid RvC Deutsche Bank AG.
Geboren 29 september 1938, Nederlander. In oktober 2004 benoemd tot Non-executive Director van Royal Dutch Shell. Commissaris van de Koninklijke van 2003 tot 4 juli 2005. Voorzitter van de vakcentrale FNV voordat hij Tweede Kamerlid en fractievoorzitter van de PvdA werd. In 1989 werd hij Minister van Financiën en in 1994 Minister-President. Deze laatste functie bekleedde hij gedurende twee ambtstermijnen tot juli 2002. Thans lid RvC Stork N.V., ING Groep N.V., KLM N.V. en TNT N.V.
Peter Voser
Malcolm Brinded CBE FREng
Linda Cook
Rob Routs
Maarten van den Bergh
Chief Financial Officer
Executive Director, Exploratie & Productie
Executive Director, Gas & Elektriciteit
Executive Director, Olieproducten en Chemie
Non-executive Director
Geboren 29 augustus 1958, Zwitser. In oktober 2004 benoemd tot Chief Financial Officer (CFO) van Royal Dutch Shell. In oktober 2004 benoemd tot Managing Director van Shell Transport en CFO. Trad in 2002 als CFO en lid van het Group Executive Committee in dienst van de Asea Brown Boveri (ABB) Groep, in Zwitserland. Tevens verantwoordelijk voor Group IT en de olie-, gas- en petrochemische divisies van ABB. Trad oorspronkelijk in 1982 in dienst van de Groep en bekleedde diverse financiële en commerciële functies in Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, Argentinië en Chili, waaronder die van CFO van Olieproducten. Van 2004 tot 25 april 2006 lid RvC Aegon N.V. Lid RvC UBS AG en lid van de Zwitserse Federal Auditor Oversight Authority.
Geboren 18 maart 1953, Brit. In oktober 2004 benoemd tot Executive Director van Royal Dutch Shell. Voorheen vanaf maart 2004 Managing Director van Shell Transport en daarvóór vanaf 2002 Directeur van de Koninklijke. Trad in 1974 in dienst van de Groep en bekleedde wereldwijd diverse functies, waaronder Country Chair voor Shell in het Verenigd Koninkrijk en Directeur Planning, Milieu en Externe zaken bij Shell International Ltd.
Geboren 4 juni 1958, Amerikaanse. In oktober 2004 benoemd tot Executive Director van Royal Dutch Shell. In augustus 2004 benoemd tot Directeur van de Koninklijke. Lid Raad van Bestuur van de Koninklijke tot aan de fusie van die Vennootschap op 21 december 2005. President en Chief Executive Officer en lid van de Board of Directors van Shell Canada Limited van augustus 2003 tot juli 2004. Trad in 1980 in dienst bij Shell Oil Company in Houston, en vervulde verscheidene technische en managementposities bij Shell Oil Company in Houston en in Californië. Lid van de Society of Petroleum Engineers en Non-executive director van The Boeing Company.
Geboren 10 september 1946, Nederlander. In oktober 2004 benoemd tot Executive Director van Royal Dutch Shell. Vanaf 2003 tot 4 juli 2005 Directeur van de Koninklijke. Trad in 1971 in dienst van de Groep. Bekleedde verschillende functies in Nederland, Canada en de Verenigde Staten. Voormalig President en Chief Executive Officer van Shell Oil Products USA en President van Shell Oil Company en Country Chair voor Shell in de Verenigde Staten en Chief Executive van Equilon. Lid van de Board of Directors van Shell Canada Limited sinds 29 april 2005. Directeur van INSEAD.
Geboren 19 april 1942, Nederlander. In oktober 2004 benoemd tot Non-executive Director van Royal Dutch Shell. Commissaris van de Koninklijke van 2000 tot 4 juli 2005. Directeur van de Koninklijke van 1992–2000 en President-Directeur van 1998–2000. Van 2001 tot 11 mei 2006 Voorzitter van de Board of Directors van Lloyds TSB. Lid van de Board of Directors van BT Group plc en British Airways plc en Voorzitter RvC van Akzo Nobel N.V.
Nick Land
Jonkheer Aarnout Loudon
Christine Morin-Postel
Lawrence Ricciardi
Michiel Brandjes
A
R N
A
A
Non-executive Director
Non-executive Director
Non-executive Director
Non-executive Director
Company Secretary
Geboren 6 februari 1948, Brit. Op 1 juli 2006 benoemd tot Nonexecutive Director van Royal Dutch Shell. Hij is sinds 1970 gekwalificeerd als accountant en was van 1978 tot 30 juni 2006 partner bij Ernst & Young LLP, en vanaf 1995 tot 30 juni 2006 Voorzitter van Ernst & Young LLP en lid van de Global Executive Board van Ernst & Young Global LLP. Hij is Non-executive Director van BBA Aviation plc, Ashmore Group plc, en Vodafone Group plc, Voorzitter van de Practice Advisory Board van het Institute of Chartered Accountants of England and Wales, en lid van de Advisory Board van de Judge Business School en de Finance and Audit Committees van de National Gallery.
Geboren 10 december 1936, Nederlander. In oktober 2004 benoemd tot Non-executive Director van Royal Dutch Shell. Commissaris van de Koninklijke vanaf 1997 en lid Raad van Bestuur van de Koninklijke tot aan de fusie van die Vennootschap op 21 december 2005. Lid Raad van Bestuur Akzo 1977–1994 (sinds 1994 Akzo Nobel) en Voorzitter daarvan tussen 1982–1994. Voormalig Voorzitter RvC ABN Amro Holding N.V. en Akzo Nobel N.V., lid van de International Advisory Board van Allianz AG en van de European Advisory Board van Lehman Brothers Europe Ltd, en adviseur van Cinven Ltd.
Geboren 6 oktober 1946, Française. In oktober 2004 benoemd tot Non-executive Director van Royal Dutch Shell. Commissaris van de Koninklijke vanaf juli 2004 en lid Raad van Bestuur van de Koninklijke tot aan de fusie van die Vennootschap op 21 december 2005. Voorheen Chief Executive van Société Générale de Belgique en Executive Vice-President en lid van het Executive Committee van Suez S.A. Voorzitter en CEO van Credisuez plc van 1996 tot 1998 en Non-executive Director van Pilkington plc. Zij is Non-executive Director van Alcan Inc. en 3i Group plc.
Geboren 14 augustus 1940, Amerikaan. In oktober 2004 benoemd tot Non-executive Director van Royal Dutch Shell. Commissaris van de Koninklijke vanaf 2001 en lid Raad van Bestuur van de Koninklijke tot aan de fusie van die Vennootschap op 21 december 2005. Voorheen President RJR Nabisco, Inc. en later Senior Vice-President en General Counsel IBM. Thans Senior Advisor van IBM Corporation, advocatenkantoor Jones Day en van Lazard Frères & Co. Lid van de Board of Directors The Reader’s Digest Association Inc. en Trustee van de Andrew W Mellon Foundation en de Pierpoint Morgan Library.
Geboren 14 december 1954, Nederlander. In februari 2005 benoemd tot Company Secretary van Royal Dutch Shell. Voorheen Company Secretary van de Koninklijke en Group general counsel corporate. Trad in 1980 in dienst van de Groep als juridisch adviseur.
S
ROYAL DUTCH SHELL plc
31
Verkort verslag van de Board
BELANGRIJKSTE ACTIVITEITEN Royal Dutch Shell is een houdstermaatschappij die, direct of indirect, deelnemingen bezit in de talrijke maatschappijen die tezamen de Groep vormen. De Groep is in de gehele wereld actief in alle belangrijke onderdelen van de olieen gasindustrie. Tevens heeft zij belangen in de chemische industrie en belangen in elektriciteitsopwekking en duurzame energie. BESPREKING VAN ACTIVITEITEN EN RESULTATEN De Board beoogt in haar financiële verslaggeving aan aandeelhouders en andere belanghebbenden in dit Jaaroverzicht een evenwichtige en transparante beoordeling van de positie en perspectieven van Royal Dutch Shell te geven. Daarnaast is op de website van de Vennootschap, www.shell.com/investor, informatie voor zowel institutionele als particuliere aandeelhouders te vinden. Aandeelhouders kunnen gedurende het gehele jaar bij de Vennootschap informatie aanvragen. Tevens kunnen zij in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van de Vennootschap vragen richten tot de Board. RECENTE ONTWIKKELINGEN EN GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Sinds 31 december 2006 zijn additioneel aandelen ingekocht in het kader van het inkoopprogramma van eigen aandelen. Per 27 februari 2007 waren additioneel 14.220.000 aandelen A (ofwel 0,2% van het gehele geplaatste aandelenkapitaal van Royal Dutch Shell per 31 december 2006) ter intrekking ingekocht voor een totaalbedrag van $486 miljoen, inclusief kosten, tegen een gemiddelde prijs van $34,18 per aandeel A. Zie Portfolio-aanpassingen op blz. 21 voor een bespreking van recente ontwikkelingen. JAARREKENING EN DIVIDENDEN De verkorte geconsolideerde winst-en-verliesrekening en de verkorte geconsolideerde balans zijn opgenomen op blz. 40 en 41. BOARD OF DIRECTORS De Directors van Royal Dutch Shell gedurende het jaar waren Maarten van den Bergh, Malcolm Brinded, Sir Peter Burt (afgetreden op 16 mei 2006), Linda Cook, Nina Henderson, Aad Jacobs (afgetreden op 31 mei 2006), Sir Peter Job, Lord Kerr of Kinlochard, Wim Kok, Nick Land (benoemd per 1 juli 2006), Aarnout Loudon, Christine Morin-Postel, Jorma Ollila (benoemd per 1 juni 2006), Lawrence Ricciardi, Rob Routs, Jeroen van der Veer en Peter Voser. De samenstelling van de Board is tussen de balansdatum en de datum van dit Jaaroverzicht niet gewijzigd. VERKIEZING EN HERVERKIEZING VAN DIRECTORS De Directors die in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van 2007 herkiesbaar zijn, zijn Malcolm Brinded, Linda Cook, Maarten van den Bergh, Nina Henderson en Christine Morin-Postel. Aarnout Loudon treedt af na de AVA van 2007 en is niet herkiesbaar. De benoeming van Rijkman Groenink als Director van de Vennootschap zal eveneens ter stemming worden voorgelegd aan de aandeelhouders. De biografieën van alle Directors zijn te vinden op blz. 30 en 31 en tevens, voor zover zij op de AVA kiesbaar of herkiesbaar zijn, in de Oproeping tot de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Informatie over de arbeidsovereenkomsten van Executive Directors is te vinden op blz. 38 en exemplaren ervan zijn ter inzage beschikbaar bij de Company Secretary. De bepalingen met betrekking tot de aanstelling van Non-executive Directors zijn in hun aanstellingsbrieven van Royal Dutch Shell uiteengezet, die ingevolge de Britse Combined Code ter inzage beschikbaar zijn bij de Company Secretary. Geen Director heeft of had een materieel belang in enig per 31 december 2006 bestaand contract dat met betrekking tot de activiteiten van Royal Dutch Shell van betekenis was.
32
ROYAL DUTCH SHELL plc
MELDINGSPLICHTIGE VRIJWARING VAN DERDEN Royal Dutch Shell is met elk van de Directors een vrijwaring aangegaan. De bepalingen van deze vrijwaringen zijn identiek en weerspiegelen de wettelijke bepalingen inzake vrijwaringen zoals gewijzigd in het kader van de “Companies (Audit, Investigations and Community Enterprise) Act 2004”. Volgens de bepalingen van deze vrijwaringen worden de Directors zo veel als maximaal toegestaan volgens de toepasselijke wetgeving van Engeland en Wales, gevrijwaard tegen iedere aansprakelijkheid, ongeacht hoe deze is veroorzaakt (inclusief door nalatigheid van de betreffende Director zelf ), die door die Director geleden is of is toegewezen aan die Director uit hoofde van zijn functie als Director of als medewerker van Royal Dutch Shell of een van de maatschappijen van de Groep en/of bepaalde andere entiteiten. AANDELENKAPITAAL Het maatschappelijke en geplaatste kapitaal van de Vennootschap per 31 december 2006 wordt vermeld in Toelichting 11 op de enkelvoudige jaarrekening in het “Annual Report and Form 20-F for the year ended December 31, 2006”. INKOOP EIGEN AANDELEN Op 16 mei 2006 hebben aandeelhouders tot aan het sluiten van de volgende AVA een machtiging verleend aan Royal Dutch Shell om eigen aandelen in te kopen tot ten hoogste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal (exclusief inkoop van aandelen voor aandelenplannen voor werknemers). In 2006 zijn 244.672.974 aandelen A met een nominale waarde van €17,1 miljoen (ofwel 3,8% van het gehele geplaatste aandelenkapitaal van Royal Dutch Shell per 31 december 2006) ter intrekking ingekocht voor een totaalbedrag van $8.200 miljoen, inclusief kosten, tegen een gemiddelde koers van €33,51 per aandeel A. Sinds 31 december 2006 zijn additioneel aandelen ingekocht (zie hierboven onder “Recente ontwikkelingen en gebeurtenissen na balansdatum”). De Board blijft de mogelijkheid tot inkoop van eigen aandelen in passende omstandigheden zien als een belangrijk instrument in het financieel management van Royal Dutch Shell. Aan de volgende AVA zal een besluit worden voorgelegd om Royal Dutch Shell wederom gedurende een jaar te machtigen aandelen in haar eigen kapitaal te verwerven tot aan vooraf vastgestelde limieten. Dit voorstel wordt nader toegelicht in de Oproeping tot de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
BELANGEN VAN DE DIRECTORS De belangen (in aandelen of omgerekende equivalenten daarvan) van de Directors in functie aan het einde van het boekjaar, inclusief belangen van echtgenoten en minderjarige kinderen, zijn als volgt:
1 januari 2006 [A] Aandelen A
Maarten van den Bergh
31 december 2006 [B] Aandelen A
Aandelen B
8.000
–
8.000
–
–
22.397
14.432
22.885
Malcolm Brinded Linda Cook
Aandelen B
–
27.484 [C]
–
27.484 [C]
Nina Henderson
–
2.585 [D]
–
4.584 [E]
Sir Peter Job
–
1.056
–
1.492
Lord Kerr of Kinlochard
–
2.873
–
4.000
500
–
500
–
–
3.074
Wim Kok Nick Land
–
Aarnout Loudon Christine Morin-Postel Jorma Ollila Lawrence Ricciardi Rob Routs Jeroen van der Veer Peter Voser
3.074 [F]
150.000
–
150.000
–
1.960
–
1.960
–
4.000 [G]
–
4.000
–
20.000 [H]
–
20.000 [H]
–
1.000
–
1.023
–
26.836
–
46.175
–
2.000
–
2.000
–
[A] Exclusief belangen in aandelen of opties toegekend ingevolge het LTIP, het Uitgesteldebonusplan en de aandelenoptieplannen per 1 januari 2006. [B] Exclusief belangen in aandelen of opties toegekend ingevolge het LTIP, het Uitgesteldebonusplan en de aandelenoptieplannen per 31 december 2006. [C] Gehouden als 13.742 ADR’s (RDS.A ADR). Een RDS.A ADR vertegenwoordigt twee gewone aandelen A RDS. [D] Gehouden als 1.292 ADR’s (RDS.B ADR). Een RDS.B ADR vertegenwoordigt twee gewone aandelen B RDS.
[E] Gehouden als 2.292 ADR’s (RDS.B ADR). Een RDS.B ADR vertegenwoordigt twee gewone aandelen B RDS. [F] Op de benoemingsdatum 1 juli 2006. [G] Op de benoemingsdatum 1 juni 2006. [H] Gehouden als 10.000 ADR’s (RDS.A ADR). Een RDS.A ADR vertegenwoordigt twee gewone aandelen A RDS.
Er zijn in de periode tussen 31 december 2006 en 7 maart 2007 geen wijzigingen opgetreden in de belangen van Directors, behalve de aankoop door Christine Morin-Postel van 3.800 aandelen A Royal Dutch Shell op 2 februari 2007, de aankoop door Wim Kok van 1.250 aandelen A Royal Dutch Shell op 9 februari 2007, de aankoop door Jorma Ollila van 10.000 aandelen A Royal Dutch Shell op 14 februari 2007 en de aankoop door Jeroen van der Veer van 3.825 aandelen A Royal Dutch Shell op 14 februari 2007.
ACCOUNTANT PricewaterhouseCoopers LLP heeft zich bereid verklaard om als accountant van Royal Dutch Shell te blijven fungeren en een besluit voor hun herbenoeming zal aan de AVA worden voorgelegd.
AANDEELHOUDERS MET MELDINGSPLICHTIGE BELANGEN Per 27 februari 2007 had Royal Dutch Shell in het kader van de Britse “Disclosure and Transparency Rule 5” van de volgende aandeelhouders meldingen ontvangen van belangen van 3% of meer gehouden in het kapitaal van Royal Dutch Shell. Aandeelhouder
Aandelen A
Aandelen B
Barclays PLC
6,45%
5,43%
Legal and General Group Plc
3,49%
3,96%
The Capital Group Companies Inc
7,24%
4,58%
ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt gehouden op 15 mei 2007 in het Circustheater, Circusstraat 4 in Den Haag, met een satellietverbinding met het Novotel London-West Hotel and Convention Centre, Hammersmith, Londen. Een audiovisuele verbinding maakt actieve deelname over en weer mogelijk voor personen die fysiek aanwezig zijn in Nederland of het Verenigd Koninkrijk. Nadere informatie over de onderwerpen die op de AVA aan de aandeelhouders worden voorgelegd is te vinden in de Oproeping tot de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Namens de Board Michiel Brandjes Company Secretary 7 maart 2007
ROYAL DUTCH SHELL plc
33
Samenvatting corporate governance
CORPORATE GOVERNANCE Royal Dutch Shell streeft de hoogste normen voor corporate governance na. Wij zijn ervan overtuigd dat dergelijke standaarden essentieel zijn voor zakelijke integriteit en succes. Dit verslag inzake corporate governance beschrijft het beleid en de praktijk van de Vennootschap zoals die gedurende het jaar zijn toegepast. De Board bevestigt de naleving door Royal Dutch Shell gedurende het jaar van de beginselen en bepalingen zoals uiteengezet in Artikel 1 van de Britse Combined Code. Naast de verplichting om de Britse corporate governance-regels na te leven, is Royal Dutch Shell tevens verplicht om de regels van Euronext en Nederlandse wetgeving met betrekking tot effecten na te leven vanwege haar notering aan Euronext. Tevens dient zij de Amerikaanse wetgeving met betrekking tot effecten en de regels van de New York Stock Exchange (NYSE) na te leven omdat door Royal Dutch Shell uitgegeven effecten in de Verenigde Staten zijn geregistreerd en zijn genoteerd aan de NYSE. De corporate governance-regels van de NYSE staan buitenlandse beursgenoteerde private ondernemingen toe de praktijken van het eigen land te volgen. Buitenlandse beursgenoteerde private ondernemingen dienen echter een audit committee te hebben die aan de eisen van Rule 10A-3 van de Amerikaanse Securities and Exchange Act voldoet. Bovendien eist de NYSE dat buitenlandse beursgenoteerde private ondernemingen bepaalde schriftelijke bevestigingen en kennisgevingen aan de NYSE doen en een samenvatting geven van de belangrijkste verschillen tussen hun corporate governance en die van ondernemingen in de Verenigde Staten in het kader van de regels voor notering aan de NYSE. Royal Dutch Shell geeft een dergelijke samenvatting op www.shell.com/investor. ALGEMENE BELEIDSUITGANGSPUNTEN VAN SHELL De Algemene Beleidsuitgangspunten van Shell verwoorden de centrale principes waarnaar elke Shell-maatschappij zich bij de bedrijfsuitoefening dient te richten. Deze principes zijn in augustus 2005 aangescherpt en versterkt teneinde te waarborgen dat werknemers de principes begrijpen en bevestigen dat zij deze naleven. Zij omvatten mede de inzet van de Groep om fundamentele mensenrechten te steunen en om aan duurzame ontwikkeling bij te dragen. De Algemene Beleidsuitgangspunten zijn te vinden op www.shell.com/sgbp. SHELL GEDRAGSCODE Gedurende het jaar heeft de Board een Gedragscode van Shell goedgekeurd die individuele werknemers moet ondersteunen om onze Beleidsuitgangspunten in de praktijk te brengen door middel van de basisregels en normen die onze medewerkers geacht worden na te leven en het gedrag dat van hen wordt verwacht. De Gedragscode van Shell, die beschikbaar is op www.shell.com/codeofconduct, is in december 2006 aan alle medewerkers gedistribueerd. In 2007 zullen stappen worden genomen om te waarborgen dat alle medewerkers de Code begrijpen, alsmede de verantwoordelijkheid die zij dragen om de Code na te leven, en hoe de Code betrekking heeft op hun dagelijkse werkzaamheden. CODE OF ETHICS Executive Directors en Senior Financial Officers van de Shell Groep dienen tevens een Code of Ethics na te leven. Deze Code is specifiek bedoeld om aan de vereisten van Artikel 406 van de Sarbanes-Oxley Act en de regels voor notering aan de NYSE te voldoen. Dit document is beschikbaar op www.shell.com/codeofethics. KLOKKENLUIDERSREGLEMENT Een algehele interne Groepsbrede procedure om bezorgdheid op het gebied van ‘ethics and compliance’ te melden heeft een aantal nationale klokkenluidersregelingen vervangen die van kracht waren. Eind 2005 is de Shell Global Helpline ingevoerd en land voor land uitgerold. Dit wereldwijde meldingsmechanisme, dat door een derde wordt beheerd, is 24 uur per dag en zeven dagen per week geopend via lokale telefoonnummers en via het internet op www.shell.com of www.compliance-helpline.com/shell. Daarnaast was er gedurende het gehele jaar een interne wereldwijde procedure voor medewerkers om vertrouwelijk melding te kunnen maken van punten van zorg met betrekking tot verslaglegging, beheersing en interne beheersingsmaatregelen. 34
ROYAL DUTCH SHELL plc
STRUCTUUR EN SAMENSTELLING VAN DE BOARD In 2006 bestond de Board uit een Non-executive Voorzitter, Jorma Ollila (benoemd per 1 juni 2006 en op de AVA van 2006 door de aandeelhouders bevestigd), vijf Executive Directors, waaronder een Chief Executive, Jeroen van der Veer, en negen Non-executive Directors, waaronder de Senior Independent Non-executive Director, Lord Kerr of Kinlochard, die tevens Vice-Voorzitter is. De namen en biografieën van de Directors zijn te vinden op blz. 30 en 31. ROLLEN VAN DIRECTORS De rollen van de Voorzitter, een non-executive positie, en de Chief Executive zijn van elkaar gescheiden en de Board heeft hun respectievelijke verantwoordelijkheden vastgesteld. De Voorzitter, Jorma Ollila, geeft leiding en sturing aan de Board en ziet erop toe dat de Board en zijn commissies naar behoren functioneren. De Chief Executive, Jeroen van der Veer, draagt de algehele verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de door de Board vastgestelde strategie, het operationele management van Royal Dutch Shell en de daarmee verbonden commerciële onderneming. Hierin wordt hij ondersteund door het Executive Committee, dat hij voorzit. NON-EXECUTIVE DIRECTORS De Non-executive Directors brengen een breed scala aan vaardigheden en internationale expertise in de Groep in. Zij dragen tevens bij aan een onafhankelijke beoordeling van zaken op het gebied van strategie, prestaties en risico’s via hun inbreng in vergaderingen van de Board en van de commissies van de Board. De Non-executive Directors komen regelmatig buiten aanwezigheid van de Executive Directors bijeen om onder meer het functioneren van individuele Directors te evalueren. Alle Non-executive Directors die per jaarultimo 2006 in functie waren, worden door de Board beschouwd als geheel onafhankelijk van enige persoonlijke zakelijke relatie met Royal Dutch Shell of maatschappijen van de Groep, met uitzondering van Maarten van den Bergh die een pensioen ontvangt van een pensioenfonds van de Shell Groep. De standaard die wordt gehanteerd om de onafhankelijkheid van Directors vast te stellen is beschikbaar op de website www.shell.com/investor, als onderdeel van de taakomschrijving van de Nomination and Succession Committee. BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN VAN DE VOORZITTER De biografie van de Voorzitter op blz. 30 vermeldt de belangrijke andere verplichtingen van de Voorzitter. ACTIVITEITEN VAN DE BOARD GEDURENDE HET JAAR De Board is gedurende het jaar achtmaal bijeengekomen. Met een uitzondering werden alle vergaderingen in Den Haag in Nederland gehouden. De agenda voor elke vergadering omvat een aantal vaste agendapunten, onder meer verslagen van alle commissies van de Board, een verslag van de Chief Executive en een verslag van de Chief Financial Officer en verslagen per segment van elk van de andere Executive Directors. In de meeste vergaderingen heeft de Board tevens een aantal investeringsvoorstellen besproken. In overeenstemming met de taken die aan de Board zijn voorbehouden heeft de Board gedurende het jaar talrijke strategische zaken beoordeeld en elk van de kwartaalberichten en dividendbekendmakingen goedgekeurd. De Board heeft regelmatig rapporten ontvangen van verschillende functies van de Groep, onder meer Investor Relations, Gezondheid, Veiligheid en Milieu, Corporate Affairs, Personeel, Legal en Finance. INDUCTIE EN TRAINING Na hun benoeming in de Board volgen Directors een uitgebreid, individueel op hen toegesneden inductieprogramma. Hiertoe behoren bijeenkomsten met topfunctionarissen om de Directors in staat te stellen een goed inzicht te ontwikkelen in de activiteiten en strategie van de Groep en de belangrijkste risico’s en andere zaken waar de Groep mee te maken heeft. Gedurende het jaar hebben bijvoorbeeld Jorma Ollila, de nieuwe Voorzitter, en Nick Land, een nieuwe Non-executive Director, een uitgebreid inductieprogramma gevolgd, waartoe uitvoerige presentaties behoorden alsmede bezoeken aan locaties van belangrijke operaties in elk van de segmenten en functies op vier continenten. Additionele training is mogelijk om Directors indien nodig te helpen hun vaardigheden en kennis op peil te houden.
DEELNAME AAN VERGADERINGEN VAN DE BOARD EN AAN COMMISSIES VAN DE BOARD De deelname van de Directors gedurende het jaar aan alle vergaderingen van de Board en de commissies van de Board was als volgt:
Board
Maarten van den Bergh
8/8
Malcolm Brinded
8/8
Sir Peter Burt
2/3
Linda Cook
8/8
Nina Henderson
8/8
Aad Jacobs
3/3
Sir Peter Job
7/8
Lord Kerr of Kinlochard
8/8
Wim Kok
8/8
Nick Land
4/4
Aarnout Loudon
8/8
Christine Morin-Postel
7/8
Jorma Ollila
5/5
Lawrence Ricciardi
8/8
Rob Routs
8/8
Executive Committee
Audit Committee
Nomination & Social Succession Remuneration Responsibility Committee Committee Committee
4/4 33/33 2/3 33/33 5/5
4/4 2/2 5/5 5/5
5/5 4/4
2/2 5/5
5/5
5/5 3/3 5/5 33/33
Jeroen van der Veer
8/8
33/33
Peter Voser
8/8
33/33
Het eerste getal geeft de deelname weer, het tweede het totale aantal mogelijke vergaderingen. 6/8 betekent bijvoorbeeld dat een Director aan 6 van de 8 mogelijke vergaderingen heeft deelgenomen. Als een Director gedurende het jaar in de Board of een commissie van de Board is benoemd, worden alleen vergaderingen van na de benoemingsdatum meegeteld.
EXECUTIVE COMMITTEE Het Executive Committee bestaat uit: • Chief Executive – Jeroen van der Veer; • Executive Director, Exploratie & Productie – Malcolm Brinded; • Executive Director, Gas & Elektriciteit – Linda Cook; • Executive Director, Olieproducten en Chemie – Rob Routs; en • Chief Financial Officer – Peter Voser. Onder leiding van de Chief Executive draagt het Executive Committee verantwoordelijkheid voor de algehele activiteiten van en de gang van zaken bij Royal Dutch Shell. De Chief Executive heeft de definitieve beslissingsbevoegdheid voor alle bestuurlijke zaken die niet binnen de taken en bevoegdheden vallen van de Board of de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Royal Dutch Shell. Het Executive Committee ondersteunt de Chief Executive en geeft uitvoering aan alle beslissingen van de Board en geeft leiding aan alle managementniveaus binnen Royal Dutch Shell. AUDIT COMMITTEE De leden van de Audit Committee zijn Lawrence Ricciardi (voorzitter), Nick Land en Christine Morin-Postel, die allen financieel deskundige onafhankelijke Non-executive Directors zijn. Gedurende het jaar is Sir Peter Burt bij de AVA afgetreden als lid van de commissie en als Director, is Nick Land op 1 juli als lid benoemd en is Nina Henderson op 25 oktober volgens het rooster als lid afgetreden. Christine Morin-Postel geldt ten behoeve van de Britse Combined Code als lid met de vereiste recente en relevante financiële kennis en ervaring, en onder Amerikaans effectenrecht als “audit committee financial expert”. De Audit Committee heeft gedurende het jaar in totaal vijfmaal vergaderd. De deelname aan de vergaderingen wordt in de tabel op deze bladzijde vermeld. De voornaamste huidige taken van de Audit Committee bestaan uit het ondersteunen van de Board bij de uitvoering van zijn taken met betrekking tot interne beheersing en financiële verslaglegging; het uitvoeren van bepaalde toezichthoudende taken namens de Board en het bewaken van de naleving van toepasselijke externe wet- en regelgeving; de Algemene Beleidsuitgangspunten van Shell, de Gedragscode van Shell en de Code of Ethics voor Executive Directors en Senior Financial Officers. De Audit Committee evalueert en beoordeelt de taakstelling van de interne audit afdeling. De commissie ziet toe op en bespreekt de adequaatheid van risicobeheersing en de interne beheersingssystemen van Royal Dutch Shell, inclusief eventueel van belang zijnde bevindingen naar aanleiding van de audits, met de Chief Internal Auditor, het management of de externe accountant, PricewaterhouseCoopers LLP, al naar gelang van toepassing.
De Audit Committee ziet tevens toe op de formele vaktechnische bekwaamheid, kennis en ervaring, middelen en onafhankelijkheid van zowel de interne als de externe accountants en evalueert jaarlijks het functioneren en de effectiviteit van de accountants. De Audit Committee definieert en ziet tevens toe op het beleid met betrekking tot de voorafgaande goedkeuring van alle door de externe accountant verleende diensten. De Audit Committee is verantwoordelijk voor de invoering en toezicht op de implementatie van procedures voor de ontvangst, bewaring en behandeling van klachten ten aanzien van de verslaglegging, de interne controle daarop en de externe accountantscontrole en andere zaken, inclusief procedures voor de vertrouwelijke of anonieme melding van bezorgdheid van werknemers op deze gebieden. Hiertoe behoren faciliteiten om werknemers in staat te stellen bezorgdheid vertrouwelijk of anoniem te melden en zo een onafhankelijk onderzoek te waarborgen, met vervolgacties waar nodig. NOMINATION AND SUCCESSION COMMITTEE De leden van de Nomination and Succession Committee zijn Jorma Ollila (Voorzitter per 1 juni 2006), Lord Kerr of Kinlochard en Aarnout Loudon. Aad Jacobs is op 31 mei 2006 afgetreden. De Nomination and Succession Committee heeft gedurende het jaar vijfmaal vergaderd. De deelname aan de vergaderingen wordt in de tabel op deze bladzijde vermeld. De Nomination and Succession Committee beoordeelt continu de behoeften van Royal Dutch Shell ten aanzien van leiderschap en draagt verantwoordelijkheid om geschikte kandidaten te identificeren en voor te dragen ter goedkeuring door de Board om in vacatures te voorzien als en wanneer die zich voordoen. De commissie heeft daarnaast tot taak om aanbevelingen te doen voor de benoeming van de voorzitters van de Audit Committee, de Remuneration Committee en de Social Responsibility Committee en, in overleg met de voorzitter van de betreffende commissie, van de leden van die commissies. Het doet aanbevelingen inzake richtlijnen op het gebied van corporate governance voor Royal Dutch Shell, bewaakt de naleving van corporate governance-regels en doet aanbevelingen inzake de rapportering op het gebied van corporate governance en de benoemingsprocedures. Tot de aangelegenheden die de commissie gedurende het jaar heeft behandeld behoren de overgang naar de nieuwe Voorzitter, de opvolging van Sir Peter Burt en de opvolgingsplanning meer in het algemeen. Tevens heeft de commissie een beoordeling uitgevoerd van de taakomschrijvingen van de commissies van de Board en toezicht gehouden op de beoordelingsprocessen voor de Board, de commissies van de Board en de Directors. REMUNERATION COMMITTEE De leden van de Remuneration Committee zijn Aarnout Loudon (Voorzitter), Sir Peter Job en Lord Kerr of Kinlochard. De Remuneration Committee heeft gedurende het jaar vijfmaal vergaderd. De deelname aan de vergaderingen wordt in de tabel op deze bladzijde vermeld. De commissie stelt in overleg en afstemming met de Board het bezoldigingsbeleid voor de Voorzitter, de Chief Executive en de Executive Directors vast alsmede, in overeenstemming met dat beleid, het individuele bezoldigingspakket voor de Voorzitter, de Chief Executive en de Executive Directors. De commissie beoordeelt en adviseert ook over voorwaarden van overeenkomsten die aan Directors worden geboden. Tevens evalueert zij de bezoldiging van andere topfunctionarissen en doet aanbevelingen terzake. Gedurende het jaar heeft de commissie individuele beloningspakketten aanbevolen voor de Chief Executive, en, in overleg met de Voorzitter en de Chief Executive, voor de andere Executive Directors. De commissie is met de Board tevens prestatiedoelen overeengekomen voor de bezoldiging van de Chief Executive en andere Executive Directors. Nadere gegevens over de taken van de commissie en de bezoldiging van alle Directors over het boekjaar 2006 worden vermeld in het Bezoldigingsverslag. SOCIAL RESPONSIBILITY COMMITTEE De leden van de Social Responsibility Committee zijn Wim Kok (Voorzitter), Maarten van den Bergh en Nina Henderson. De Social Responsibility Committee heeft gedurende het jaar viermaal vergaderd. De deelname aan de vergaderingen wordt in de tabel op deze bladzijde vermeld. De Social Responsibility Committee heeft als belangrijkste taak om namens de Board een beoordeling uit te voeren van de Algemene Beleidsuitgangspunten van Shell, de Gedragscode van Shell, het beleid van de Groep inzake veiligheid, gezondheid en milieu, de uitgangspunten ten aanzien van Duurzame Ontwikkeling en andere aangelegenheden waarover in de samenleving grote
ROYAL DUTCH SHELL plc
35
SAMENVATTING CORPORATE GOVERNANCE
bezorgdheid leeft. De commissie doet dit door rapporten te ontvangen en informatie te vragen van het management over de algehele prestaties van de Groep op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en maatschappij, de naleving van de Gedragscode gedurende het jaar, de beheersing van de gevolgen voor milieu en maatschappij bij grote projecten en operaties en over vraagstukken ten aanzien van milieu en maatschappij die zich aandienen. Tevens levert de commissie een bijdrage aan en beoordeelt het Shell Sustainability Report, onder meer door besprekingen met de externe beoordelingscommissie van dit Report. Naast de reguliere bijeenkomsten bezoekt de commissie ook Shell-locaties, waarbij zij met lokale werknemers en externe belanghebbenden spreekt om uit eerste hand informatie te verkrijgen over de operationele prestaties van de locatie, de relaties met de lokale gemeenschap, met relevante niet-gouvernementele organisaties en met lokale en nationale overheden, zoals van belang voor het project. In het bijzonder volgt de commissie hoe de standaarden van de Groep in de praktijk worden toegepast en welke gebieden naar haar oordeel mogelijk bijzondere aandacht behoeven. In 2006 heeft de commissie bezoeken afgelegd aan de aardgasprojecten van de Groep in Corrib, Ierland, en Pinedale, Wyoming, en de Motiva joint venture-raffinaderij in Port Arthur, Texas. Tevens heeft zij New Orleans, Louisiana, bezocht om te zien hoe wij bijdragen aan het herstel van de stad na de orkanen van 2005. Na elk bezoek doet de commissie verslag van haar bevindingen aan de Executive Director die verantwoordelijkheid draagt voor het betreffende project of de betreffende locatie en tevens aan de Board als geheel. De commissie doet over deze aangelegenheden en over haar eigen conclusies en aanbevelingen verslag aan het bestuur en aan de Board als geheel. BEOORDELING VAN DE BOARD Er hebben formele beoordelingen plaatsgevonden van het functioneren van de Board, de commissies van de Board, de Voorzitter en elk van de Directors, zoals in de tabel hieronder aangegeven. De voltallige Board heeft de uitkomsten van de beoordeling van de Board en de commissies van de Board besproken. De resultaten van de beoordeling van de Voorzitter, de Chief Executive en de Executive Directors zijn besproken door de Non-executive Directors en de uitkomsten zijn aan respectievelijk de Voorzitter, de Chief Executive en de Executive Directors medegedeeld. Het beoordelingsproces staat onder leiding van de Nomination and Succession Committee en de beoordeling van de Voorzitter staat onder leiding van de Vice-Voorzitter. PRESENTATIES VAN RESULTATEN EN ANALISTENBIJEENKOMSTEN De presentaties van de Groep van haar kwartaal- en jaarresultaten en alle belangrijke analistenbijeenkomsten worden vooraf aangekondigd op de Shellwebsite en door middel van een bericht van de toezichthouder. Zij kunnen “live” worden gevolgd via webcasts of teleconferenties. Andere bijeenkomsten met analisten of beleggers worden gewoonlijk niet vooraf aangekondigd en zijn noch via webcast noch anderszins te volgen. In zulke bijeenkomsten wordt echter uitsluitend informatie besproken die reeds openbaar is. Dit is in overeenstemming met de eis om ervoor te zorgen dat alle aandeelhouders en andere partijen in de financiële markt gelijkelijk en gelijktijdig toegang hebben tot informatie die van invloed zou kunnen zijn op de koers van het aandeel Royal Dutch Shell. De Voorzitter, de Vice-Voorzitter, de Chief Executive, de Chief Financial Officer en de Executive Vice-President Investor Relations van Royal Dutch Shell rapporteren regelmatig aan de Directors inzake de opvattingen van aandeelhouders met substantiële belangen. CONTINUÏTEIT De Directors zijn, gezien de activa en inkomsten van de Groep, van mening dat Royal Dutch Shell adequate middelen heeft om haar operationele activiteiten in de afzienbare toekomst voort te zetten. Derhalve hebben de Directors de Jaarrekening die is opgenomen in dit Verslag opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel.
SHELL CONTROL FRAMEWORK De Board is verantwoordelijk voor het systeem van interne beheersing van de Groep en voor het beoordelen van de effectiviteit van dat systeem, en heeft bevoegdheid gedelegeerd aan de Audit Committee om te ondersteunen bij de vervulling van de verantwoordelijkheden ten aanzien van interne beheersing en de financiële verslaglegging. Er is één omvattend ‘Control Framework’, dat erop is gericht om de risico’s van het niet-realiseren van de bedrijfsdoelstellingen te beheersen en niet om deze risico’s te elimineren, en slechts een redelijke maar geen absolute mate van zekerheid verschaft dat zich geen materiële onjuistheden of verliezen kunnen voordoen. Het Shell Control Framework is van toepassing op alle 100% Shell-maatschappijen en de ondernemingen en andere vennootschappen waarin Royal Dutch Shell, direct of indirect, de overwegende zeggenschap heeft. Het diagram hieronder geeft de belangrijkste componenten van het Control Framework weer, te weten de Fundamenten, Organisatie en Processen. Externe wet- en regelgeving, externe belanghebbenden Algemene Beleidsuitgangspunten van Shell Board, Chief Executive en Executive Committee van Royal Dutch Shell plc Verklaring inzake risicobeheersing
Gedragscode
Standaarden, Handboeken & Richtlijnen
Strategie en Planning
Delegatie van bevoegdheid
Prestatiebeoordeling, Compliance, Assurance Segmenten, Functies
Rechtspersonen
n Fundamenten n Organisatie n Processen
In “Fundamenten” formuleren wij de doelstellingen, uitgangspunten en regels die de basis vormen voor en de grenzen aangeven van de activiteiten van de Shell Groep. “Organisatie” geeft de onderlinge verhoudingen van de verschillende betrokken rechtspersonen weer alsmede de organisatie en aansturing van hun bedrijfsactiviteiten. “Processen” heeft betrekking op specifiekere processen, onder meer hoe bevoegdheden worden gedelegeerd, hoe strategie wordt geformuleerd en hoe prestaties en naleving worden bewaakt, beoordeeld en geborgd. Alle beheersingsmaatregelen hebben betrekking op een of meer van deze componenten. VERDERE INFORMATIE Onderstaande informatie is te vinden op de Shell-website www.shell.com/investor: • de taakomschrijvingen van de Audit Committee, Nomination and Succession Committee, Remuneration Committee en de Social Responsibility Committee, waarin hun rollen en de door de Board aan hen gedelegeerde bevoegdheden worden uiteengezet; • de volledige lijst van aangelegenheden waarover besluiten zijn voorbehouden aan de Board; • de Algemene Beleidsuitgangspunten van Shell; • de Gedragscode van Shell; • de Code of Ethics voor Executive Directors en Senior Financial Officers; en • het ‘Memorandum’ en de Statuten.
Beoordeling van
door middel van
onder de verantwoordelijkheid van
Board [A] Commissies van de Board
vragenlijst, ingevuld door alle Directors, bespreking in de Board vragenlijst, ingevuld door alle leden van commissie, bespreking in commissie gevolgd door bespreking in de Board [B] vragenlijst, ingevuld door alle Directors (behalve Voorzitter) [C] bespreking in de Board (zonder de Voorzitter) een-op-een bespreking met de Voorzitter een-op-een bespreking tussen de Voorzitter en de Chief Executive (na bespreking met de Non-executive Directors) bespreking tussen de Chief Executive en elk van de Executive Directors, gevolgd door bespreking met de Voorzitter en de Non-executive Directors
Voorzitter Voorzitter van de betreffende commissie Vice-Voorzitter
Voorzitter Non-executive Directors Chief Executive Executive Directors
[A] Inclusief overzicht van de commissies van de Board. [B] Voor elk van de commissies van de Board is een afzonderlijke vragenlijst gebruikt.
36
ROYAL DUTCH SHELL plc
Voorzitter Voorzitter Chief Executive
[C] Voor de beoordeling van de Voorzitter is een afzonderlijke vragenlijst gebruikt.
Samenvatting Bezoldigingsverslag
Dit is een samenvatting van het volledige Bezoldigingsverslag zoals opgenomen in het “Annual Report and Form 20-F” en op de Shell-website www.shell.com/annualreport. BEZOLDIGING VOOR EXECUTIVE DIRECTORS De Remuneration Committee (REMCO) onderschrijft de principes van loon naar prestatie, concurrerende beloning, aandelenbezit, consequente toepassing en naleving. De REMCO baseert haar bezoldigingsbeleid en beslissingen voor Executive Directors op deze principes. Het beloningspakket voor Executive Directors bestaat uit het basissalaris, jaarlijkse bonus, langetermijn prestatiebeloning, pensioen en andere vergoedingen. Feitelijke totale directe bezoldiging van Executive Directors in functie in 2006 Jeroen van der Veer
Totale bezoldiging
Malcolm Brinded
Linda Cook
€
Rob Routs
Peter Voser
3.694.211 2.411.346 2.261.234 2.169.168 2.048.441
Winsten op aandelenopties
286.843
287.643
–
56.162 1.087.034 [B] 276.000
–
584.257
498.498
Pensioenen [A]
1.458.000
Totale beloning in €
5.439.054 2.467.508 3.932.525 2.732.811 2.546.939
Totale beloning in $
6.879.757 3.121.104 4.974.176 3.456.681 3.221.576
Totale beloning in £
3.707.551 1.681.985 2.680.620 1.862.830 1.736.130
Executive Committee. Het basissalaris wordt vastgesteld in euro’s en getoetst aan de grote geïntegreerde oliemaatschappijen (BP, Chevron, ExxonMobil en Total) en een groep vooraanstaande Europese ondernemingen, waaronder een selectie van FTSE- en AEX-ondernemingen. REMCO heeft de volgende verhogingen van het basissalaris van de Executive Directors in 2006 bevestigd: Jeroen van der Veer 9,7%; Malcolm Brinded 2,4%; Linda Cook 10,0%; Rob Routs 3,2%; en Peter Voser 10,0%. Deze verhogingen zijn doorgevoerd om de huidige marktpositie van de betreffende salarisniveaus te handhaven, met inachtneming van normale groei in de markt. De jaarlijkse bonus heeft ten doel Executive Directors te belonen voor het realiseren van resultaten die bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van Shell, en wordt vastgesteld op basis van de ambitieuze maar realistische financiële en operationele doelen, alsmede doelstellingen met betrekking tot duurzame ontwikkeling, als vervat in de Scorecard van de Shell Groep. Aan het eind van het boekjaar worden de resultaten vertaald in een algehele score tussen de minimumwaarde nul en de maximumwaarde twee. De bonustoekenningen worden gebaseerd op deze score vermenigvuldigd met het beoogde bonusniveau. De REMCO baseert de uiteindelijke vaststelling mede op haar eigen beoordeling. COMPONENTEN VAN DE SHELL GROEP-SCORECARD n 25% Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
[A] De waarde van pensioenen is gebaseerd op overdrachtswaarde. [B] Voor Linda Cook zijn ook in 2006 betaalde werkgeversbijdragen aan toegezegde bijdrageregelingen van $238.430 opgenomen.
n 25% Total Shareholder Return (TSR) ten opzichte van andere grote geïntegreerde oliemaatschappijen n 30% Operationeel excelleren in ieder van de activiteiten n 20% Duurzame ontwikkeling [A]
BEZOLDIGING VAN EXECUTIVE DIRECTORS IN 2006 Het basissalaris wordt vastgesteld op een concurrerend niveau dat past bij de reikwijdte en complexiteit van de rollen van Chief Executive en Executive Director en is in overeenstemming met de rapportagestructuur binnen het
[A] Voornamelijk gemeten aan het aantal gerapporteerde werkgerelateerde letselgevallen, maar ook inclusief andere criteria voor duurzame ontwikkeling zoals nader besproken in de Shell Sustainability Report.
BEZOLDIGING VAN EXECUTIVE DIRECTORS IN FUNCTIE IN 2006 (De informatie in deze tabel is door externe accountants gecontroleerd) Jeroen van der Veer
Malcolm Brinded
2006
2005
Salarissen
1.625.000
1.525.000
Bonus [A]
2.040.000 [B] 1.937.500
Vergoedingen in contanten Totaal in contanten Autovergoeding
[ J]
Andere vergoedingen[K]
15.840 [D] 3.680.840 –
[
13.371[L]
16.632 3.479.132
Linda Cook
2006
2005
1.062.500
1.041.454
1.290.000 [B] 1.312.500 8.340 [E]
19.674
2.360.840
2.373.628
–
22.049
21.906
5.114
28.457
2.301
2006
2005
885.112
834.294
1.122.000 [B] 1.062.500 173.814[F] 2.180.926
€
Rob Routs
290.049 [G]
Peter Voser
2006
2005
940.000
912.500
1.146.000 [C] 1.156.250 42.903 [H]
69.919
2006
2005
892.500
822.099
1.122.000 [B] 1.062.500 16.428 [I] 2.030.928
117.285
2.186.843
2.128.903
2.138.669
2.001.884
24.006
23.531
35.108
34.454
–
–
56.302[L]
43.691
5.157
5.114
17.513
3.856
Totale bezoldiging in euro’s
3.694.211
3.484.246
2.411.346
2.397.835
2.261.234
2.254.065
2.169.168
2.178.237
2.048.441
2.005.740
Totale bezoldiging in dollars
4.672.739
4.331.484
3.050.066
2.986.152
2.860.192
2.802.170
2.743.740
2.707.903
2.591.035
2.479.632
Totale bezoldiging in pond sterling 2.518.173
2.383.129
1.643.703
1.637.486
1.541.378
1.541.719
1.478.621
1.489.855
1.396.327
1.368.847
De bedragen in alle tabellen zijn al naar gelang van toepassing uit de valuta waarin zij worden vastgesteld omgerekend in euro’s, Britse ponden en Amerikaanse dollars. Het totale bedrag aan bezoldiging betaald aan of te ontvangen door Executive Directors van Royal Dutch Shell en andere Shell Groepsmaatschappijen voor diensten in alle hoedanigheden gedurende het boekjaar 2006 was €12.584.400 (2005: €12.320.123). [A] De cijfers van de jaarlijkse bonussen worden in de tabel opgenomen in het desbetreffende prestatiejaar en niet in het daaropvolgende jaar, waarin zij worden uitgekeerd. [B] Waarvan 50% wordt uitgesteld onder het Uitgestelde-bonusplan. [C] Waarvan 40% wordt uitgesteld onder het Uitgestelde-bonusplan. [D] Inclusief een representatietoelage, de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering en een autovergoeding. [E] Inclusief een representatietoelage en de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering. [F] Inclusief een representatietoelage, een tegemoetkoming in de kosten van internationale scholen, de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering, en belastingcompensaties en -vergoedingen. [G] De in 2005 verantwoorde belastingcompensatiebedragen zijn neerwaarts bijgesteld naar de feitelijk verschuldigde bedragen.
[H] Inclusief een representatietoelage, de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering en een tegemoetkoming in de kosten van internationale scholen. [I] Inclusief een representatietoelage, de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering, een autovergoeding, en de verrekening van een settling-in allowance. [J] De autovergoeding wordt verantwoord tegen een waarde die door de Nederlandse Belastingdienst wordt gehanteerd voor door de werkgever ter beschikking gestelde auto’s, op basis van de oorspronkelijke koopprijs. [K] Omvat door de werkgever betaalde premies sociale verzekeringen, en een bedrag voor woonwerkvervoer door de Vennootschap. [L] Gedurende hun diensttijd bij Shell Oil Company in de Verenigde Staten hebben Jeroen van der Veer en Linda Cook een eenmalige door de onderneming gehouden levensverzekering ontvangen, waarvan de marginale waarde is opgenomen.
ROYAL DUTCH SHELL plc
37
SAMENVATTING BEZOLDIGINGSVERSLAG
Het voor 2006 beoogde niveau van de bonus was 100% van het basissalaris van Executive Directors. De algehele score resulterend uit het scorecardproces voor 2006 van de Shell Groep in aanmerking nemend, heeft de REMCO mede op basis van haar eigen beoordeling besloten dat de aan Executive Directors uit te keren jaarlijkse bonus voor 2006 120% van het basissalaris zal zijn. Het voor 2007 beoogde niveau voor Executive Directors is 110% van het basissalaris, en voor de Chief Executive 120%. LANGETERMIJN PRESTATIEBELONING
De langetermijn prestatiebeloning heeft ten doel een duidelijkere koppeling tussen de bezoldiging en de resultaten van de Shell Groep ten opzichte van vergelijkbare ondernemingen te waarborgen. Het relatieve TSR (Total Shareholder Return) is de prestatietoets die de belangen van Executive Directors het best bij die van de aandeelhouders laat aansluiten. Ingevolge het Long-Term Incentive Plan (LTIP) en Uitgestelde-Bonusplan voorwaardelijk toegekende prestatieaandelen worden slechts dan vrijgegeven als aan de prestatievoorwaarde is voldaan. De REMCO behoudt zich het recht voor om het niveau van toekenningen die zijn gebaseerd op de TSR-positie bij te stellen, afhankelijk van haar beoordeling van de onderliggende prestatie van de Shell Groep. Ingevolge het LTIP-plan vinden eens per jaar voorwaardelijke toekenningen van prestatieaandelen plaats met een intrinsieke waarde van nul tot tweeëneenhalf maal het basissalaris. Het thans geldende schema voor toekenningen is als volgt: TSR-positie
Te ontvangen prestatieaandelen
1e
2 x toekenning
2e
1,5 x toekenning
3e
0,8 x toekenning
4e of 5e
Nihil
In 2006 werden in het kader van het LTIP aan de Chief Executive voorwaardelijk prestatieaandelen toegekend ter waarde van zijn basissalaris vermenigvuldigd met 2,4. Aan de overige Executive Directors werden voorwaardelijk prestatieaandelen toegekend ter waarde van hun basissalaris vermenigvuldigd met 2,2. Het feitelijke aantal aandelen dat Executive Directors in 2009 zullen ontvangen, hangt af van de TSR-positie van Royal Dutch Shell over de periode 2006–2008. Het Uitgestelde-bonusplan stimuleert het aandelenbezit door Executive Directors toe te staan een deel van hun jaarlijkse bonus in aandelen Royal Dutch Shell te beleggen. Ingevolge het Uitgestelde-bonusplan kunnen Executive Directors ervoor kiezen om tot 50% van hun jaarlijkse bonus in uitgestelde-bonusaandelen te beleggen. Executive Directors dienen 25% van hun bonus met betrekking tot het boekjaar 2006 in uitgestelde bonusaandelen om te zetten. Over deze uitgesteldebonusaandelen verschuldigde dividenden worden als dividendaandelen opgebouwd. Mits de Executive Director nog drie jaar na het jaar waarin de bonus werd verdiend, bij Shell in dienst blijft, ontvangt hij of zij één premieaandeel voor iedere vier uitgestelde bonusaandelen en dividendaandelen. Extra prestatiegerelateerde premieaandelen kunnen als volgt worden verdiend: TSR-positie
Aantal prestatiegerelateerde premieaandelen (voor iedere 4 uitgestelde bonusaandelen)
1e
3
2e
2
3e
1
4e of 5e
Nihil
De uitgestelde bonusaandelen, dividendaandelen en premieaandelen worden drie jaar na het eind van het jaar waarin de jaarlijkse bonus werd verdiend, vrijgegeven. Jeroen van der Veer en Malcolm Brinded hebben 50% van hun bonus over 2005 uitgesteld in het kader van het Uitgestelde-bonusplan voor 2006 en Peter Voser heeft 25% uitgesteld. De toekenning in 2003 uit hoofde van het voorgaande Uitgestelde-bonusplan met betrekking tot de bonus over 2002 is in februari 2006 aan Jeroen van der Veer en Malcolm Brinded vrijgegeven, inclusief extra premieaandelen (equivalent aan respectievelijk 19.339 en 14.432 aandelen A Royal Dutch Shell plc, na belastingen). De totale verwachte waarde van ingevolge het LTIP in 2006 aan Executive Directors toegekende aandelen was $12.989.778 en de totale winsten uit hoofde van de uitoefening van aandelenopties gedurende het jaar waren $1.437.935. PENSIOENEN
Naar aanleiding van wetgeving op het gebied van leeftijdsdiscriminatie in voor Royal Dutch Shell relevante jurisdicties, heeft de REMCO besloten om af te stappen van het beleid van verplichte pensionering op een bepaalde leeftijd voor Executive Directors. De REMCO zal met de Executive Directors
38
ROYAL DUTCH SHELL plc
pensioneringsschema’s afspreken volgens welke zij met pensioen zullen gaan, met het oog op een doelmatige planning van de ‘executive leadership’ opvolging, rekening houdend met de toepasselijke wetgeving en de voorkeur van betrokkenen. Pensioenregelingen voor Executive Directors zijn gebaseerd op de gangbare lokale praktijk en de algehele waarde van het bezoldigingspakket dat nodig is om personen van hoog kaliber aan te trekken en te behouden. Bij deze regelingen is alleen het basissalaris pensioengevend, uitgezonderd in die voor Linda Cook. Conform de standaard marktpraktijk in de Verenigde Staten is de jaarlijkse bonus van Linda Cook in de Amerikaanse regelingen eveneens pensioengevend. In het kader van deze regelingen dragen Executive Directors hetzelfde percentage eigen bijdrage bij als andere werknemers. Bij de Amerikaanse toegezegdpensioenregelingen is geen werknemersbijdrage vereist. In het Verenigd Koninkrijk zijn met ingang van 6 april 2006 in de pensioenwetgeving beperkingen ingevoerd voor toekomstig fiscaal gunstig pensioensparen voor werknemers met pensioenaanspraken in het Verenigd Koninkrijk. Deze wijzigingen zijn niet van invloed op de opgebouwde aanspraken van Malcolm Brinded bij het Shell Overseas Contributory Pension Fund. Zijn aanspraken binnen het SCPF uit hoofde van eerdere diensttijd zullen echter wel worden beïnvloed vanwege zijn deelname in het SSPP, een aanvullende, niet in een fonds ondergebrachte, mede door de werkgever gefinancierde pensioenregeling. Wijzigingen in de Zwitserse pensioenwet, die onder meer een maximum voor verzekerde pensioenaanspraken hebben gesteld, hebben geleid tot een overschot aan opgebouwde rechten voor Peter Voser. Teneinde Peter Voser een soortgelijk pensioen als de overige Executive Directors te blijven bieden, wordt in de loop van 2006 een aanvullende toegezegdpensioenregeling ingesteld die bij pensionering het verschil zal uitkeren. In 2006 hebben Jeroen van der Veer, Malcolm Brinded, Linda Cook, Rob Routs en Peter Voser ingevolge toegezegd-pensioenregelingen pensioen opgebouwd. AANDELENBEZIT
Executive Directors worden geacht over een periode van vijf jaar aandelenbezit op te bouwen tot een waarde van tweemaal hun basissalaris. Totdat aan de doelstelling wordt voldaan, dienen zij 50% van de aandelen aan te houden die zij ontvangen door de vrijgave van toekenningen in 2005 en daarna uit hoofde van het LTIP en van premieaandelen in het kader van het Uitgestelde-bonusplan. Als aan de doelstelling is voldaan, dienen zij het betreffende niveau tot aan hun pensionering als Executive Directors in stand te houden. ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VAN EXECUTIVE DIRECTORS Op de arbeidsovereenkomsten voor Executive Directors is Nederlands recht van toepassing. Zij bevatten soortgelijke voorwaarden als die voor andere topfunctionarissen in Nederland. Naar Nederlands recht hebben zij krachtens hun arbeidsovereenkomst recht op de wettelijke opzegtermijn voor werknemers in Nederland. Voor een werknemer is dit een maand en voor de werkgever ten hoogste vier maanden, afhankelijk van de duur van de betreffende arbeidsovereenkomst op het tijdstip van beëindiging. De overeenkomsten lopen af na opzegging door een der partijen. Zij lopen automatisch af bij pensionering van de werknemer. Jeroen van der Veer en Rob Routs waren herkiesbaar op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) in 2006; Malcolm Brinded en Linda Cook zijn herkiesbaar op de AVA in 2007; Peter Voser op de AVA in 2008. De arbeidsovereenkomst van Rob Routs is tot 31 december 2008 verlengd om stabiliteit en continuïteit voor de downstream-ondernemingsstrategie te waarborgen. Om tot en met 31 december 2008 over de diensten van Rob Routs te kunnen beschikken, is hem een eenmalige, bij zijn pensionering te betalen uitkering aangeboden. Dit bedrag vertegenwoordigt de betaling van de netto contante waarde van het verschil tussen het pensioen opgebouwd ingevolge het geldende pensioenreglement en het bedrag dat hij tot 31 december 2008 zou hebben opgebouwd wanneer hij zoals oorspronkelijk gepland bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar met pensioen zou zijn gegaan. Standaardovereenkomsten voor Executive Directors bevatten geen vooraf vastgestelde regelingen in het geval van voortijdige beëindiging. Als zich een situatie voordoet waarin een ontslagvergoeding passend is, doet de REMCO aanbevelingen over de voorwaarden daarvan, rekening houdend met de van toepassing zijnde wetten en corporate governance-regels. Wanneer Executive Directors van buiten de Shell Groep worden benoemd, kunnen regelingen met een tijdelijke ontslagvergoeding worden overeengekomen ten behoeve van het wervingsproces. De arbeidsovereenkomst van Peter Voser omvat mede een dergelijke ontslagregeling indien zijn arbeidsovereenkomst onder bepaalde omstandigheden wordt beëindigd vóór 4 oktober 2007. Zijn ontslagvergoeding zou dan gelijk zijn aan zijn bruto basisjaarsalaris plus zijn meest recente bonus, maar in geen geval lager dan €1.500.000.
GRAFIEK TSR-ONTWIKKELING In de grafieken wordt de TSR van Royal Dutch Shell vergeleken met die van de ondernemingen in de Euronext 100-aandelenindex en de FTSE 100aandelenindex, op de grondslag zoals vereist in Schedule 7A van de Britse Companies Act 1985. De eerste grafiek toont de vergelijking voor de aan Euronext Amsterdam genoteerde aandelen Koninklijke en vervolgens de aandelen A van Royal Dutch Shell plc over de periode van 2002-2006 versus de Euronext 100-aandelenindex. Deze grafiek toont tevens de vergelijking voor de aan Euronext Amsterdam genoteerde aandelen A van Royal Dutch Shell plc vanaf 20 juli 2005 versus de Euronext 100-aandelenindex.
De tweede grafiek toont de vergelijking voor de aan de London Stock Exchange genoteerde aandelen Shell Transport en vervolgens de aandelen B van Royal Dutch Shell plc over de periode van 2002-2006 versus de FTSE 100aandelenindex. Deze grafiek toont tevens de vergelijking voor de aan de London Stock Exchange genoteerde aandelen B van Royal Dutch Shell plc vanaf 20 juli 2005 versus de FTSE 100-aandelenindex. De Board beschouwt de Euronext 100aandelenindex en de FTSE 100-aandelenindex als geschikte brede indices voor vergelijking met de markt, aangezien zij de toonaangevende indices zijn in de thuismarkten van Royal Dutch Shell.
HISTORISCH OVERZICHT TSR-ONTWIKKELING VAN EEN AANDEEL A ROYAL DUTCH SHELL plc
HISTORISCH OVERZICHT TSR-ONTWIKKELING VAN EEN AANDEEL B ROYAL DUTCH SHELL plc
Waardestijging van een hypothetisch belang van €100 over een periode van vijf jaar voor en na de unificatie op 20 juli 2005. Euronext 100-vergelijking gebaseerd op de gemiddelde waarde over 30 handelsdagen (voorwaarts gemiddeld vanaf unificatie en terug vanaf 31 december).
Waardestijging van een hypothetisch belang van £100 over een periode van vijf jaar voor en na de unificatie op 20 juli 2005. FTSE 100-vergelijking gebaseerd op de gemiddelde waarde over 30 handelsdagen (voorwaarts gemiddeld vanaf unificatie en terug vanaf 31 december).
Waarde van hypothetisch belang van €100
Waarde van hypothetisch belang van £100
na de unificatie
140 130 120 110 100 90 80 70
na de unificatie
140 130 120 110 100 90 80 70
60
dec dec dec dec dec 01 02 03 04 05 Aandeel A Royal Dutch Shell plc Aandeel A Royal Dutch Shell plc na de unificatie Euronext 100 Euronext 100 na de unificatie
60
dec 06
dec dec dec dec dec 01 02 03 04 05 Aandeel B Royal Dutch Shell plc Aandeel B Royal Dutch Shell plc na de unificatie FTSE100 FTSE100 na de unificatie
dec 06
NON-EXECUTIVE DIRECTORS BEZOLDIGINGSBELEID
BENOEMINGEN
De Board bepaalt de bezoldiging van alle Non-executive Directors van Royal Dutch Shell, binnen een in de Statuten gestelde limiet. De jaarlijkse limiet was vastgesteld op £2.500.000 ($4.630.500). In 2006 was het totale bedrag aan vergoedingen voor de Non-executive Directors van Royal Dutch Shell £1.208.109 ($2.241.776).
In overeenstemming met de Britse Combined Code worden Non-executive Directors voor een bepaalde termijn benoemd, conform de statutaire bepalingen inzake hun verkiezing en herverkiezing op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voor Non-executive Directors geldt een opzegtermijn van drie maanden en er is geen regeling inzake vergoedingen in het geval van voortijdige beëindiging.
Tot dusver was de vergoeding voor Non-executive Directors van Royal Dutch Shell vastgesteld in Britse ponden. Vanaf 2007 wordt de euro de basisvaluta in plaats van het Britse pond. De vergoeding voor de Voorzitter van de Board was in 2006 vastgesteld op £500.000[A] ($926.100), en zal in 2007 €750.000 bedragen. Alle Non-executive Directors van Royal Dutch Shell ontvangen een jaarlijkse vergoeding van £70.000 ($129.654). De Senior Independent Nonexecutive Director, Lord Kerr of Kinlochard, ontvangt een additionele vergoeding van £30.000 ($55.566). In 2007 zullen deze vergoedingen respectievelijk €105.000 en €45.000 bedragen.
Jorma Ollila en Nick Land zijn in 2006 benoemd als lid van de Board van Royal Dutch Shell plc. Hun benoemingstermijn loopt tot de AVA van 2009. De benoemingstermijn van de huidige Non-executive Directors van Royal Dutch Shell loopt af bij sluiting van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2007. Exemplaren van de standaard aanstellingsbrief voor Non-executive Directors zijn verkrijgbaar bij de Company Secretary. BELONING VAN DIRECTORS EN SENIOR MANAGEMENT
In het boekjaar 2006 is een bedrag aan beloningen van in totaal $21.472.979 betaald en/of gereserveerd voor diensten die Directors en Senior Management in alle hoedanigheden in dat jaar hebben bewezen aan Royal Dutch Shell. Een additioneel bedrag van in totaal $5.064.894 (exclusief inflatie) is opgebouwd aan pensioenaanspraken en soortgelijke uitkeringen.
Vergoedingen voor voorzitters en leden van commissies in 2006 en 2007 worden in onderstaande tabel vermeld. Non-executive Directors ontvangen een additionele vergoeding van £3.000 ($5.557[A]) voor vergaderingen waarvoor intercontinentaal reizen noodzakelijk is, met dien verstande dat voor één dergelijke, niet in Den Haag gehouden vergadering per jaar geen vergoeding wordt betaald. Met ingang van 2007 wordt dit €4.500.
Getekend namens de Board
PENSIOENBELANGEN VAN NON-EXECUTIVE DIRECTORS
Michiel Brandjes
Non-executive Directors bouwen geen pensioenaanspraken op uit hoofde van hun functie als Non-executive Director van Royal Dutch Shell. Uit hoofde van zijn voormalige functie als Groepsdirecteur van Shell heeft Maarten van den Bergh pensioenaanspraken opgebouwd in het Shell Petroleum Company Limited Managing Directors’ Pension Scheme.
Company Secretary 7 maart 2007
VERGOEDINGEN VAN NON-EXECUTIVE DIRECTORS VAN ROYAL DUTCH SHELL IN 2006 EN 2007 Additionele jaarlijkse voorzittersvergoeding 2006
Commissie
£
$
€
2007
€
Additionele jaarlijkse ledenvergoeding 2006
£
€
2007
$
€
Audit Committee
25.000
36.659
46.305
37.500
15.000
21.995
27.783
22.500
Remuneration Committee
20.000
29.327
37.044
30.000
11.500
16.863
21.300
17.250
Social Responsibility Committee
15.000
21.995
27.783
30.000 [C]
8.000
11.731
14.818
17.250 [C]
Nomination and Succession Committee
15.000
21.995
27.783
22.500[A]
8.000
11.731
14.818
12.000
[A] De heer Ollila heeft de beschikking over een appartement wanneer hij voor zaken in Den Haag is. Hij ontvangt geen additionele vergoedingen voor het voorzitten van de Nomination and Succession Committee. [B] De voorzitter van een commissie van de Board ontvangt geen additionele vergoeding als lid van die commissie.
[C] Met ingang van 1 januari 2007 bedragen de vergoedingen voor de Voorzitter en leden van de Social Responsibility Committee respectievelijk €30.000 (£20.000) en €17.250 (£11.500). Deze aanpassing weerspiegelt de steeds veeleisendere rol van de commissie.
ROYAL DUTCH SHELL plc
39
Verkorte geconsolideerde jaarrekening Deze verkorte geconsolideerde jaarrekening is een beknopte versie van de geconsolideerde jaarrekening van de Royal Dutch Shell Groep en het Bezoldigingsverslag over 2006. Zij bevat niet voldoende informatie om een volledig inzicht te verkrijgen in de resultaten en de gang van zaken van de Royal Dutch Shell Groep en haar beleid en de regelingen inzake de bezoldiging van de Directors. Bij de volledige geconsolideerde jaarrekening
en het aan accountantscontrole onderhevige gedeelte van het Bezoldigingsverslag is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Voor verdere informatie wordt verwezen naar het volledige “Annual Report and Form 20-F” over 2006 (beschikbaar op www.shell.com/annualreport of kosteloos te verkrijgen bij het op de achteromslag vermelde adres).
VERKORTE GECONSOLIDEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING
$ miljoen 2006
2005
2004
Exploratie & Productie
17.909
23.970
18.400
Gas & Elektriciteit
15.887
13.766
9.625
248.581
237.210
210.424
36.306
31.018
26.877
162
767
1.060
Totaal
318.845
306.731
266.386
Kostprijs van de omzet
262.989
252.622
223.259
Brutowinst
55.856
54.109
43.127
Verkoop-, distributie- en algemene beheerskosten
16.616
15.482
15.098
Exploratiekosten
1.562
1.286
1.809
Aandeel in de winst van volgens de equity-methode opgenomen investeringen
6.671
7.123
5.015
Rentebaten en overige baten
1.428
1.171
1.483
Rentelasten
1.149
1.068
1.059
Winst voor belastingen
44.628
44.567
31.659
Belastingen
18.317
17.999
12.168
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
26.311
26.568
19.491
–
(307)
(234)
26.311
26.261
19.257
869
950
717
25.442
25.311
18.540
885
588
553
2006
2005
2004
3,97
3,79
2,74
3,97
3,84
2,77
–
(0,05)
(0,03)
3,95
3,78
2,74
3,95
3,83
2,77
–
(0,05)
(0,03)
Opbrengsten
Olieproducten Chemie Andere bedrijfssegmenten en Corporate
Winst/(verlies) uit beëindigde bedrijfsactiviteiten Winst over de periode
Winst toerekenbaar aan minderheidsbelangen Winst toerekenbaar aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc
In kostprijs van de omzet opgenomen research- en ontwikkelingskosten
WINST PER AANDEEL
Gewone winst per aandeel Voortgezette bedrijfsactiviteiten Beëindigde bedrijfsactiviteiten Verwaterde winst per aandeel Voortgezette bedrijfsactiviteiten Beëindigde bedrijfsactiviteiten
40
ROYAL DUTCH SHELL plc
$
VERKORTE GECONSOLIDEERDE BALANS
$ miljoen 31 dec. 2006
31 dec. 2005
Activa Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
4.808
4.350
100.988
87.558
Investeringen: Volgens de equity-methode opgenomen investeringen
20.740
16.905
Financiële activa
4.493
3.672
Uitgestelde belastingen
2.968
2.562
Vooruitbetaalde pensioenkosten
3.926
2.486
Overige
5.468
4.091
143.391
121.624
Voorraden
23.215
19.776
Vorderingen
59.668
66.386
9.002
11.730
91.885
97.892
235.276
219.516
Vlottende activa
Geldmiddelen en kasequivalenten
Totaal activa Verplichtingen Langlopende verplichtingen Schulden
9.713
7.578
13.094
10.763
Pensioenverplichtingen
6.096
5.807
Overige voorzieningen
10.355
7.385
4.325
5.095
43.583
36.628
Uitgestelde belastingen
Overige
Kortlopende verplichtingen Schulden Crediteuren, overige schulden en overlopende passiva Belastingen
6.060
5.338
62.556
69.013
6.021
8.782
Pensioenverplichtingen
319
282
Overige voorzieningen
1.792
1.549
76.748
84.964
Totaal verplichtingen
120.331
121.592
Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc
105.726
90.924
9.219
7.000
Minderheidsbelang Totaal eigen vermogen
114.945
97.924
Totaal verplichtingen en eigen vermogen
235.276
219.516
/s/ Peter Voser _________________________________________________________________________________________________ Peter Voser Chief Financial Officer, voor en namens de Board of Directors
7 maart 2007
ROYAL DUTCH SHELL plc
41
VERKORTE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
VERKORT MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc
$ miljoen
Minderheids- Totaal eigen belang vermogen
VERKORT GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT
Winst over de periode 73.535
3.408
76.943
Aanpassing voor:
Winst over de periode
Belastingen
18.540
717
19.257
Direct in eigen vermogen verwerkte baten/(lasten)
2.807
609
3.416
Rente(baten)/lasten
Betaalde dividenden
(7.391)
(264)
(7.655)
Afschrijvingen
Overige
(1.421)
843
(578)
Toepassing IAS 32/39
86.070 796
5.313 –
91.383 796
Per 1 januari 2005
924
(5.407)
Per 31 december 2005
90.924
7.000
97.924
Winst over de periode
25.442
869
26.311
Direct in eigen vermogen verwerkte baten/(lasten)
4.671
38
4.709
Betaalde dividenden
(8.142)
(289)
(8.431)
(7.169)
1.601
(5.568)
105.726
9.219
114.945
Overige Per 31 december 2006
12.845
(6.671)
(7.123)
(5.015)
5.488
6.709
4.190
1.833
(1.515)
(1.007)
(266)
(47)
292
Uitgestelde belastingen en overige voorzieningen
(6.331)
11.981
(4.062)
26.261
Overige
803
12.615
Aandeel in de winst van volgens de equity-methode opgenomen investeringen
92.179 (4.260)
13.081
632
(3.087)
950
(10.849)
19.435
716
(5.664)
5.313 106
17.338
(1.313)
25.311
(293)
19.257
(571)
86.866 (4.366)
26.261
(4.052)
Winst over de periode
(10.556)
26.311
(Winst)/verlies op verkoop van activa
(na toepassing IAS 32/39)
Betaalde dividenden
2004
Daling/(stijging) van het netto-werkkapitaal
Dividenden ontvangen van volgens de equity-methode opgenomen investeringen
Direct in eigen vermogen verwerkte baten/(lasten)
2005
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten:
Per 1 januari 2004
Per 31 december 2004
$ miljoen
2006
Overige
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten (vóór belastingen) 52.741
49.356
37.297
Betaalde belastingen
(21.045)
(19.243)
(10.760)
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
31.696
30.113
26.537
(22.922)
(15.904)
(13.566)
Kasstroom uit investeringsactiviteiten: Investeringen in materiële vaste activa Investeringen in volgens de equity-methode opgenomen investeringen Opbrengst uit verkoop van activa Opbrengst uit verkoop van volgens de equity-methode opgenomen investeringen Opbrengst uit verkoop van/(investeringen in) financiële activa
(705)
(1.058)
2.310
5.142
282
4.313
1.316 1.739
22
362
997
863
463
(20.861)
(8.761)
(5.964)
75
(956)
8
Ontvangen rente Kasstroom uit investeringsactiviteiten
(851) 1.611
Kasstroom uit financieringsactiviteiten: Stijging/(daling) in schulden met een looptijd van drie maanden of minder, per saldo Overige schulden: Nieuwe leningen
4.263
2.130
2.121
Aflossingen
(2.232)
(2.656)
(6.380)
Betaalde rente
(1.296)
(1.124)
(962)
Wijziging in minderheidsbelangen
1.434
1.143
812
Uitgifte/(inkoop) aandelen, per saldo
(8.047)
(4.988)
(777)
(8.142)
(10.556)
(7.391)
(289)
(293)
(264)
–
(1.651)
–
Betaalde dividenden aan aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc aan houders van minderheidsbelangen Betaling aan voormalige aandeelhouders Koninklijke Ingekochte eigen aandelen: Verkopen/(aankopen), per saldo, en ontvangen dividenden Kasstroom uit financieringsactiviteiten Valuta-omrekeningsverschillen met betrekking tot geldmiddelen en kasequivalenten Stijging/(daling) van geldmiddelen en kasequivalenten
42
ROYAL DUTCH SHELL plc
493
378
(759)
(13.741)
(18.573)
(13.592)
178
(250)
113
(2.728)
2.529
7.094
Geldmiddelen en kasequivalenten per 1 januari
11.730
9.201
2.107
Geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december
9.002
11.730
9.201
Toelichting op de verkorte geconsolideerde jaarrekening 1
3
AARD VAN DE VERKORTE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
DIVIDENDEN
De verkorte geconsolideerde jaarrekening is afgeleid van de geconsolideerde jaarrekening van Royal Dutch Shell plc en haar geconsolideerde deelnemingen (tezamen: “Shell Groep”). In deze jaarrekening wordt de unificatie met terugwerkende kracht toegepast voor alle perioden vóór die unificatie waardoor Royal Dutch Shell plc op 20 juli 2005 de moedermaatschappij werd van N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij en The “Shell” Transport and Trading Company, p.l.c. De geconsolideerde jaarrekening van de Shell Groep is opgesteld in overeenstemming met bepalingen van de Companies Act 1985, artikel 4 van de International Accounting Standards (IAS)-Verordening en met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Zoals toegepast door Royal Dutch Shell zijn er geen materiële afwijkingen ten opzichte van IFRS zoals uitgegeven door de International Accounting Standards Board. De geconsolideerde jaarrekening luidt in Amerikaanse dollars (“dollars”) en bestaat uit de jaarrekening van Royal Dutch Shell plc en de ondernemingen waarin zij, direct of indirect, overwegende zeggenschap heeft door de meerderheid van het stemrecht of door het recht om overwegende invloed uit te oefenen of door het recht om het merendeel van de voordelen te verkrijgen en bloot te staan aan het merendeel van de risico’s. Deelnemingen in maatschappijen waarop Shell Groepsmaatschappijen invloed van betekenis uitoefenen maar waarin zij geen overwegende zeggenschap hebben, worden als geassocieerde deelnemingen aangemerkt en volgens de equity-methode verantwoord. Belangen in entiteiten waarin gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend worden eveneens volgens de equity-methode verantwoord. Belangen in activa waarin gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend worden verantwoord door de opname, post voor post, van het aandeel van de Shell Groep in activa, verplichtingen, baten en lasten. Activa en verplichtingen van maatschappijen van de Shell Groep die niet de Amerikaanse dollar als valuta hanteren, worden omgerekend tegen de koersen op 31 december. Voor de posten van de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht worden daarentegen de gemiddelde kwartaalkoersen gehanteerd. Bij de consolidatie optredende omrekeningsverschillen worden rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen onder valuta omrekeningsverschillen. Bij afstoting of liquidatie van een entiteit worden valuta omrekeningsverschillen met betrekking tot die entiteit ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht.
2
$ miljoen 2006
2005
2004
Betaalde interimdividenden: €0,98 per aandeel A (2005: €1,21; 2004: €0,89) 4.726
6.241
4.580
Betaalde interimdividenden: €0,98 per aandeel B (2005: €1,23; 2004: €0,81) 3.416
4.315
2.809
–
–
2
8.142
10.556
7.391
Betaald Shell Transport preferent dividend per aandeel: nihil (2005: nihil; 2004: 7,00 pence)
Tevens hebben de Directors op 1 februari 2007 nog een interimdividend voor 2006 voorgesteld van €0,25 per aandeel A en van €0,25 per aandeel B, dat op 14 maart 2007 betaalbaar wordt gesteld, en dat naar schatting $2.125 miljoen aan eigen vermogen zal vergen.
4
BEZOLDIGING VOOR DIRECTORS EN SENIOR MANAGEMENT $ duizenden
Kortetermijn personeelsbeloningen [A]
2006
2005
2004
15.917
14.361
10.801
Vergoedingen na uitdiensttreding [B]
2.125
4.278
1.034
Andere langetermijn personeelsbeloningen [C]
4.105
2.350
838
13.879
5.111
3.691
36.026
26.100
16.364
Op aandelen gebaseerde betalingen [D]
[A] Naast salarissen en vergoedingen behoort hiertoe ook de jaarlijkse bonus (die in het betreffende prestatiejaar is opgenomen en niet in het daaropvolgende jaar, waarin hij wordt uitgekeerd), vergoeding in contanten, autovergoedingen en andere vergoedingen zoals bijdragen in ziektekostenverzekeringen en sociale premies. [B] De bedragen die de Shell Groep heeft bijgedragen aan pensioenfondsen. In 2005 is een eenmalige betaling begrepen van $2,6 miljoen voor Peter Voser aan het Shell Swiss Expatriate Pension Fund. [C] De ingevolge het Uitgestelde-bonusplan uitgestelde jaarlijkse bonus. [D] Kosten voor de Groep van de deelname van Directors en Senior Management aan op aandelen gebaseerde beloningsregelingen en bij uitoefening van aandelenopties gerealiseerde winst.
RESULTATEN PER BEDRIJFSSEGMENT $ miljoen 2006
2005
2004
15.195
14.238
9.823
Gas & Elektriciteit
2.650
1.573
1.815
Olieproducten
7.125
9.982
7.597
Chemie
1.064
991
1.148
277
(523)
(1.126)
26.311
26.261
19.257
Exploratie & Productie
Andere bedrijfssegmenten en Corporate Winst over de periode
De resultaten per bedrijfssegment zijn hierboven vermeld zoals vastgesteld door het management op basis van het aandeel in de winst van volgens de equitymethode opgenomen investeringen en bepaalde rente- en andere baten en rentelasten en de winst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten, na belastingen. Een aansluiting naar resultaten per segment volgens IAS 14 “Gesegmenteerde informatie” is in het “Annual Report and Form 20-F” opgenomen.
In 2004 en 2005 omvat Directors en Senior Management de Executive Directors en de Non-executive Directors van Royal Dutch Shell. In 2006 is één lid van het Senior Management aangesteld. Er waren in 2006, 2005 en 2004 geen ontslagvergoedingen. Het totaal van de bezoldiging van Directors uit hoofde van kwalificerende diensten aan Royal Dutch Shell was $18,2 miljoen (2005: $7,9 miljoen; 2004: nihil) waarvan $11,7 miljoen (2005: $4,6 miljoen; 2004: nihil) betrekking heeft op bezoldiging te ontvangen uit hoofde van diensten aan de moedermaatschappij.
5
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Sinds 31 december 2006 zijn additioneel aandelen ingekocht in het kader van het inkoopprogramma van eigen aandelen. Per 1 maart 2007 waren additioneel 14.220.000 aandelen A (ofwel 0,2% van het gehele geplaatste aandelenkapitaal van Royal Dutch Shell per 31 december 2006) ter intrekking ingekocht voor een totaalbedrag van $486 miljoen, inclusief kosten, tegen een gemiddelde prijs van €26,21 en 1.732,81 pence per aandeel A.
ROYAL DUTCH SHELL plc
43
Accountantsmededeling aan de aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc[A]
Wij hebben de verkorte geconsolideerde jaarrekening van Royal Dutch Shell plc onderzocht. Deze verkorte geconsolideerde jaarrekening bestaat uit het verkort verslag van de Board, de verkorte geconsolideerde winst-en-verliesrekening, de verkorte geconsolideerde balans en het verkort geconsolideerd kasstroomoverzicht tezamen met de toelichting hierop en het verkorte Bezoldigingsverslag.
Bij de geconsolideerde jaarrekening over het jaar geëindigd op 31 december 2006 is een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt zonder bevindingen ingevolge Artikel 237 (2) (inadequate boekhouding of aangiften of jaarrekening niet in overeenstemming met boekhouding of aangiften) of Artikel 237 (3) (nietverkrijging van de vereiste informatie en toelichtingen) van de Companies Act 1985 in het Verenigd Koninkrijk.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE DIRECTORS EN VAN DE ACCOUNTANT De Directors zijn verantwoordelijk voor het opstellen van het Jaaroverzicht en de verkorte geconsolideerde jaarrekening met inachtneming van de wetgeving in het Verenigd Koninkrijk. Het is onze verantwoordelijkheid aan u te rapporteren over de overeenstemming tussen de verkorte geconsolideerde jaarrekening en de volledig geconsolideerde jaarrekening, het verslag van de Board en het volledige Bezoldigingsverslag, en te beoordelen of deze voldoet aan de relevante voorschriften van artikel 251 van de Companies Act 1985 in het Verenigd Koninkrijk en de daaraan gerelateerde bepalingen. Wij nemen ook kennis van de overige informatie in het Jaaroverzicht en de verkorte geconsolideerde jaarrekening en beoordelen de gevolgen voor onze accountantsverklaring indien duidelijk sprake blijkt te zijn van onjuistheden of materiële inconsistenties met de verkorte geconsolideerde jaarrekening.
NOTEN (a) Het beheer en de integriteit van Royal Dutch Shell plc website is de verantwoordelijkheid van de Directors. In de werkzaamheden van de accountant zijn deze aspecten niet opgenomen en dienovereenkomstig accepteert de accountant geen verantwoordelijkheid voor wijzigingen in de jaarrekeningen sinds deze op de website zijn gepubliceerd.
Deze verklaring, met inbegrip van het oordeel, is uitsluitend opgesteld ten behoeve van de aandeelhouders van de vennootschap, zijnde een rechtspersoon in overeenstemming met artikel 251 van de Companies Act 1985 in het Verenigd Koninkrijk, en voor geen enkel ander doel. Met het verstrekken van onze verklaring aanvaarden wij geen aansprakelijkheid, voor enig ander doel of jegens derden aan wie deze verklaring wordt getoond of die deze in handen krijgen, zonder onze voorafgaande expliciete toestemming. GRONDSLAG VOOR DE MEDEDELING Wij hebben onze werkzaamheden uitgevoerd in overeenstemming met Bulletin 1999/6, ‘The auditors’ statement on the summary financial Statement’ zoals uitgegeven door de Auditing Practices Board in het Verenigd Koninkrijk. Onze verklaring betreffende de volledig geconsolideerde jaarrekening van de onderneming beschrijft de basis voor onze verklaring over deze jaarrekening en over die delen van het Bezoldigingsverslag die onderdeel uitmaken van onze controle. OORDEEL Naar ons oordeel is de verkorte geconsolideerde jaarrekening consistent met de volledig geconsolideerde jaarrekening, het verslag van de Board en het volledige Bezoldigingsverslag van Royal Dutch Shell plc over het jaar geëindigd op 31 december 2006 en voldoet deze aan de van toepassing zijnde voorschriften van artikel 251 van de Companies Act 1985 in het Verenigd Koninkrijk en de daaraan gerelateerde bepalingen.
PricewaterhouseCoopers LLP Chartered Accountants and Registered Auditors Londen 7 maart 2007
44
ROYAL DUTCH SHELL plc
(b) De wetgeving in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot het opstellen en het publiceren van jaarrekeningen kan afwijken van wetgeving in andere rechtsstelsels.
[A] Deze mededeling is een vertaling van de verklaring die is afgegeven bij de Engelstalige versie van de verkorte geconsolideerde jaarrekening van Royal Dutch Shell plc (“Summary Consolidated Financial Statements of Royal Dutch Shell plc”).
Additionele informatie BEWEZEN OLIE- EN AARDGASRESERVES[A] [B] [D] (per 31 december)
miljoen vaten olie-equivalent[C] 2006
2005
2004
Groepsmaatschappijen
8.452
7.761
8.064
Groepsaandeel in volgens de equity-methode opgenomen investeringen
3.355
3.705
3.818
2006
2005
2004
1.134
746
615
OLIEZANDEN[D] (per 31 december)
miljoen vaten
Groepsmaatschappijen [A] [B] [C] [D]
Geraamde netto, al dan niet tot ontwikkeling gebrachte, bewezen olie- en gasreserves. Petroleumreserves uit activiteiten die niet kwalificeren als activiteiten met betrekking tot de productie van olie en gas, zoals het Athabasca-oliezandenproject, worden hier niet opgenomen. Hiertoe is aardgas omgerekend in vaten ruwe olie-equivalenten op basis van een factor van 164,14 m3 per vat. Al worden zij afzonderlijk gerapporteerd, het management beschouwt reserves verkregen van volgens de equity-methode opgenomen investeringen op equivalente basis met die verkregen van Groepsmaatschappijen. De bewezen, al dan niet tot ontwikkeling gebrachte reserves van Groepsmaatschappijen en het Groepsaandeel in volgens de equity-methode opgenomen investeringen was per 31 december 2006 11.807 miljoen vaten olie-equivalent (2005: 11.466 miljoen vaten olie-equivalent en 2004: 11.882 miljoen vaten olie-equivalent). Tevens beschouwt het management bewezen mijnbouwreserves (oliezanden) op dezelfde basis als olie- en gasreserves.
INVESTERINGEN EN EXPLORATIEKOSTEN
$ miljoen
Exploratie & Productie
2006
2005
2004
17.944
12.046
9.708
Gas & Elektriciteit
2.200
1.602
1.633
Olieproducten
3.457
2.844
2.823
Chemie
877
599
868
Andere bedrijfssegmenten en Corporate
418
345
243
24.896
17.436
15.275
Totaal
Operationele gegevens RUWE OLIE EN AARDGASCONDENSAATPRODUCTIE (inclusief volgens de equity-methode opgenomen investeringen en exclusief oliezanden)
Europa Rest oostelijk halfrond Verenigde Staten Rest westelijk halfrond Totaal
2006
LNG duizend vaten per dag 2005 2004
496
541
580
1.036
1.044
1.113
322
333
375
94
80
105
1.948
1.998
2.173
VOOR VERKOOP BESCHIKBARE AARDGASPRODUCTIE (inclusief volgens de equity-methode opgenomen investeringen)
Europa
miljoen standard cubic feet (scf) per dag 2004 2006 2005
3.523
3.659
10,7
10,2
2006
2005
duizend vaten 2004
Benzine
2.206
2.404
2.760
Kerosine
749
811
833
2.106
2.296
2.398
VERKOOP VAN OLIE
Gas-/dieselolie
747
844
849
677
702
760 7.600
3.198
Verenigde Staten
1.163
1.150
1.332
515
499
539
8.368
8.263
8.808
VERWERKTE HOEVEELHEDEN
Totaal verkochte hoeveelheden olieproducten 6.485
7.057
Ruwe olie
2.472
3.695
5.160
Totaal
8.957
10.752
12.760
2006
2005
duizend ton 2004
14.146
13.710
14.184
8.964
8.891
9.499
27
225
477
23.137
22.826
24.160
AFZET CHEMISCHE PRODUCTEN PER CATEGORIE
2006
duizend vaten per dag 2005 2004
1.732
1.804
1.770
Rest oostelijk halfrond
808
849
962
Verenigde Staten
956
953
1.055
Rest westelijk halfrond
366
375
375
3.862
3.981
4.162
Totaal
12,1
Wereldwijde verkoopvolumes eigen LNG
Stookolie
2.955
Europa
miljoen ton 2004
Overige producten
3.167
Totaal
2005
3.739
Rest oostelijk halfrond Rest westelijk halfrond
2006
Basischemicaliën Eerstelijnsderivaten Overige Totaal
ROYAL DUTCH SHELL plc
45
Informatie voor de aandeelhouders ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Royal Dutch Shell plc wordt gehouden op 15 mei 2007, vanaf 11.00 uur Nederlandse tijd, in het Circustheater, Circusstraat 4 in Den Haag. Er is een audiovisuele verbinding met het Novotel London-West Hotel and Convention Centre, Hammersmith, Londen, alwaar de vergadering om 10.00 uur (Britse tijd) aanvangt.
INFORMATIE OVER NOTERINGEN VAN ROYAL DUTCH SHELL Aandelen A
Aandelen B
RDSA
RDSB
RDSA
RDSB
Ticker-symbool – Londen Ticker-symbool – Amsterdam Ticker-symbool – New York (ADR )
RDS.A
RDS.B
GB00B03MLX29
GB00B03MM408
G7690A100
G7690A118
SEDOL-nummer – Londen
B03MLX2
B03MM40
SEDOL-nummer – Euronext
B09CBL4
B09CBN6
Weging in FTSE per 29/12/06
4,396%
3,269%
Weging in AEX per 29/12/06
14,62%
niet opgenomen
[A]
AANDELEN A EN AANDELEN B Royal Dutch Shell heeft twee soorten aandelen – aandelen A en aandelen B. De rechten verbonden aan aandelen A en aandelen B zijn identiek, behalve wat betreft de herkomst van dividenden. Uit Nederland opkomende dividenden zijn bedoeld om aan houders van aandelen A te worden betaald en uit het Verenigd Koninkrijk opkomende dividenden zijn bedoeld om aan houders van aandelen B te worden betaald.
ISIN Code CUSIP
[A] Eén American Depositary Receipt (ADR) is gelijk aan twee onderliggende aandelen.
AANDELENKOERSEN RDSA en gewone aandelen Koninklijke – Amsterdam [A]
RDSB – Amsterdam €
RDSA 2006
€
Gewone aandelen Koninklijke 2005 (20 jul. t/m 31 dec.)
2005 [B] (1 jan. t/m 30 sept.)
2004
2003
2006
2005 (20 jul. t/m 31 dec.)
2004
2003
2002
Hoogste
29,60
28,90
–
–
–
2002
Hoogste
28,53
27,67
28,38
22,02
22,29
31,60
Laagste
25,51
25,41
–
–
–
Laagste
24,92
24,12
20,92
18,30
16,68
19,61
Jaarultimo
26,66
27,08
–
–
–
Jaarultimo
26,72
25,78
25,80
21,18
20,90
20,98 RDSB en gewone aandelen Shell Transport – Londen [E]
RDSA – Londen
pence pence
RDSB 2006
2005 (20 jul. t/m 31 dec.)
2006
2005 (20 jul. t/m 31 dec.)
2004
2003
2002
Gewone aandelen Shell Transport 2005 (1 jan. t/m 19 jul.)
2004
2003
2002
Hoogste
1.880
1.894
–
–
–
Hoogste
2.071
1.968
1.991
1.570
1.531
1.888
Laagste
1.671
1.633
–
–
–
Laagste
1.764
1.717
1.528
1.205
1.154
1.256
Jaarultimo
1.785
1.771
–
–
–
Jaarultimo
1.790
1.858
1.838
1.545
1.446
1.423
RDS Class A ADR’s en Royal Dutch New York shares – New York [C]
RDS Class B ADR’s en ADR’s Shell Transport – New York [F] $
RDS Class A ADR’s
Gewone aandelen Koninklijke
2006
2005 (20 jul. t/m 31 dec.)
2005 [D] (1 jan. t/m 30 sept.)
$ RDS Class B ADR’s
2004
2003
2002
Shell Transport ADR’s
2006
2005 (20 jul. t/m 31 dec.)
2005 (1 jan. t/m 19 jul.)
2004
2003
2002
54,91
Hoogste
72,38
68,08
67,45
57,79
52,70
57,30
Hoogste
74,93
70,94
69,86
59,98
52,42
Laagste
60,58
57,79
55,37
45,79
36,69
38,60
Laagste
63,29
60,69
57,75
45,38
37,45
39,47
Jaarultimo
70,79
61,49
62,80
57,38
52,39
44,02
Jaarultimo
71,15
64,53
64,56
59,63
52,24
45,15
[A] Volgens de voorwaarden van de unificatie ontvingen houders van gewone aandelen Koninklijke twee gewone aandelen A Royal Dutch Shell plc voor elk gewoon aandeel Koninklijke. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de historische koersen van gewone aandelen Koninklijke door twee gedeeld om die ruilverhouding weer te geven. [B] De handel in gewone aandelen Koninklijke aan Euronext Amsterdam werd na afronding van de unificatie voortgezet totdat deze aandelen op 30 september 2005 uit de notering werden genomen. [C] Volgens de voorwaarden van de unificatie ontvingen houders van Royal Dutch New York shares één Class A ADR voor elke Royal Dutch New York share. Elke Class A ADR vertegenwoordigt twee gewone aandelen A Royal Dutch Shell plc. [D] De handel in Royal Dutch New York shares werd op 3 oktober 2005 stopgezet nadat de Koninklijke in Amsterdam uit de notering was genomen, en werd op 31 oktober 2005 hervat na de gezamenlijke bekendmaking door de Koninklijke en Shell Transport van de definitieve voorwaarden van de herstructurering, waarbij alle uitstaande aandelen Koninklijke werden omgeruild tegen €52,21
46
ROYAL DUTCH SHELL plc
(of het equivalent daarvan in ‘loan notes’). De tabel is exclusief de handel in Royal Dutch New York shares in de periode van 3 oktober tot 21 november 2005, de dag dat deze uit de notering werden genomen. [E] Volgens de voorwaarden van de unificatie ontvingen houders van gewone aandelen Shell Transport (inclusief gewone aandelen Shell Transport waartoe houders van Shell Transport warrants aan toonder gerechtigd waren) 0,287333066 gewone aandelen B Royal Dutch Shell plc voor elk gewoon aandeel Shell Transport. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de historische koersen van gewone aandelen Shell Transport door 0,287333066 gedeeld om die ruilverhouding weer te geven. [F] Volgens de voorwaarden van de unificatie ontvingen houders van ADR’s Shell Transport 0,861999198 Class B ADR’s Royal Dutch Shell plc voor elke ADR Shell Transport. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de historische koersen van ADR’s Shell Transport door 0,861999198 gedeeld om die ruilverhouding weer te geven. Elke Class B ADR Royal Dutch Shell plc vertegenwoordigt twee gewone aandelen B Royal Dutch Shell plc.
VERMOGENSWINSTBELASTING Ten behoeve van de Britse vermogenswinstbelasting (“capital gains tax”) zijn de marktwaarden van de aandelen van de Vennootschap als volgt:
Class B ADR’s
Historische gegevens m.b.t.
£ 31 maart 1982
20 juli 2005
N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij, die op 21 december 2005 ophield te bestaan.
1,1349
17,6625
The “Shell” Transport and Trading Company, p.l.c., die op 19 juli 2005 uit de notering is genomen.
1,4502
n.v.t.
Aandelenkoersen zijn waar nodig aangepast voor alle uitgiften van (bonus)aandelen vanaf de relevante datum. Hiertoe behoort ook de wijziging in de kapitaalstructuur na de unificatie van de Koninklijke en Shell Transport waarbij één aandeel Koninklijke omgeruild werd tegen twee gewone aandelen A Royal Dutch Shell plc en één aandeel Shell Transport omgeruild werd tegen 0,287333066 gewone aandelen B Royal Dutch Shell plc.
DIVIDENDEN Aandelen A
€ 2006
2005
2004
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Interim Slotdividend/tweede interimdividend
0,25 0,25 0,25 0,25 – –
0,23 [A] 0,23 0,23 0,23 – –
– – – – 0,38 [A] 0,52 [A]
Totaal
1,00
0,92
0,90
Gedurende het jaar betaald
0,98
1,21
0,89
Aandelen B
pence 2005
2004
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Interim Slotdividend/tweede interimdividend
17,13 17,08 16,77 16,60 – –
2006
15,84[A] 15,89 15,64 15,64 – –
– – – – 21,75 [A] 37,24 [A]
Totaal
67,58
63,01
58,99
Gedurende het jaar betaald
66,62
84,61
55,33
2006
2005
2004
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Interim Slotdividend/tweede interimdividend
0,63 0,63 0,63 0,65 – –
0,59[A] 0,55 0,56 0,56 – –
– – – – 0,90 [A] 1,33 [A]
Totaal
2,54
2,26
2,24
Gedurende het jaar betaald
2,45
3,04
2,12
Class A ADR’s
$
[A] Historische gegevens Koninklijke omgerekend in Royal Dutch Shell-equivalenten.
$ 2006
2005
2004
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Interim Slotdividend/tweede interimdividend
0,63 0,63 0,63 0,65 – –
0,57[A] 0,55 0,56 0,56 – –
– – – – 0,78[A] 1,43[A]
Totaal
2,54
2,24
2,21
Gedurende het jaar betaald
2,45
3,10
1,99
Royal Dutch Shell is voornemens kwartaaldividenden uit te betalen en het dividendniveau dusdanig te verhogen dat het dividend per aandeel over een reeks van jaren ten minste gelijke tred houdt met de inflatie. Op 1 februari 2007 heeft de Board bekendgemaakt dat het inflatieniveau voortaan zal worden gebaseerd op inflatieniveaus in ontwikkelde economieën wereldwijd, in plaats van op een combinatie van Europese inflatiepercentages. Dividendgroei zal voortaan in Amerikaanse dollars worden gemeten. Op 1 februari 2007 heeft de Board tevens bekendgemaakt dat met ingang van het eerste kwartaal 2007, dividenden in dollars worden vastgesteld in plaats van in euro’s. De Vennootschap zal de equivalente bedragen in dollars en euro’s samen met de dividendvaststelling in dollars bekendmaken, omgerekend tegen een koers van de dag voorafgaand aan de datum van de bekendmaking. Op aandelen A vastgestelde dividenden worden in euro’s betaald, maar houders van aandelen A kunnen er ook voor kiezen om hun dividenden in pond sterling te ontvangen. Op aandelen B vastgestelde dividenden worden in pond sterling betaald, maar houders van aandelen B kunnen er ook voor kiezen om hun dividenden in euro’s te ontvangen. Houders van ADR’s ontvangen betalingen in dollars. Kwalificerende aandeelhouders dienen uiterlijk op de dag vóór de aankondiging van het dividend hun valutakeuze bekend te maken. Naar verwachting zullen houders van aandelen B dividenden ontvangen via het “dividend access mechanism” dat op die aandelen van toepassing is. DIVIDEND REINVESTMENT PLAN (DRIP) Voor beide categorieën aandelen wordt, afhankelijk van de wijze waarop beleggers hun aandelen houden, een programma voor herbelegging van dividenden (DRIP) aangeboden door Lloyds TSB Registrars of ABN Amro. DRIP’s voor houders van aan de NYSE genoteerde ADR’s worden aangeboden door The Bank of New York. LLOYDS TSB REGISTRARS
Het door Lloyds TSB Registrars aangeboden DRIP is bedoeld voor beleggers in aandelen die direct worden gehouden via de Royal Dutch Shell Nominee Service of het Royal Dutch Shell plc aandeelhoudersregister. U bent belasting verschuldigd over de herbelegde dividenden op dezelfde basis als wanneer het dividend aan u zou zijn uitbetaald en uzelf de aandelen zou hebben gekocht. ABN AMRO
Het door ABN Amro aangeboden DRIP is bedoeld voor aandeelhouders die hun aandelen houden via Euroclear Nederland bij een toegelaten instelling van Euroclear Nederland en verwachten dividend te ontvangen in de basisvaluta voor aandelen A of B. THE BANK OF NEW YORK
The Bank of New York beheert een (Global BuyDIRECT sm)-plan voor Class A ADR’s dat bedoeld is voor geregistreerde houders van ADR’s en nieuwe beleggers in Royal Dutch Shell ADR’s, alsmede een DRIP voor de Class B ADR’s dat is bedoeld voor geregistreerde houders van ADR’s. De belastinggevolgen van deelname in dit plan kunnen variëren, afhankelijk van de fiscale woonplaats van de aandeelhouder en de categorie aandelen die worden gehouden. Houders van aandelen A dienen zich ervan bewust te zijn dat het nettodividend wordt herbelegd. Om deel te nemen, of om nadere informatie aan te vragen, belt u uw bank of effectenmakelaar als u uw aandelen houdt via Euroclear Nederland, The Bank of New York indien uw vragen betrekking hebben op de American Depositary Receipts en Lloyds TSB Registrars in alle andere gevallen.
ROYAL DUTCH SHELL plc
47
INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDERS
FINANCIËLE KALENDER
GEÏNDEXEERDE AANDELENKOERS
RDSA Amsterdam
Einde boekjaar
AEX--Index
31 december 2006
130
BEKENDMAKINGEN 120 110
Resultaten Resultaten Resultaten Resultaten
over over over over
het het het het
gehele jaar 2006 eerste kwartaal 2007 tweede kwartaal 2007 derde kwartaal 2007
1 februari 3 mei 26 juli 25 oktober
2007 2007 2007 2007
1 februari 7 februari 9 februari 14 maart
2007 2007 2007 2007
3 mei 9 mei 11 mei 13 juni
2007 2007 2007 2007
26 juli 1 augustus 3 augustus 12 september
2007 2007 2007 2007
25 oktober 31 oktober 2 november 12 december
2007 2007 2007 2007
100
DIVIDENDEN – GEWONE AANDELEN A EN B INCLUSIEF ADR’S 90
Interimdividend vierde kwartaal 2006[A]
80
Aankondiging Ex-dividenddatum Record date Betaalbaarstelling
70 60
Interimdividend eerste kwartaal 2007 50 40 02
03
04
05
06
Index: 31 december 2001 = 100
Aankondiging Ex-dividenddatum Record date Betaalbaarstelling Interimdividend tweede kwartaal 2007
RDSB Londen
FTSE 100 130 120
Aankondiging Ex-dividenddatum Record date Betaalbaarstelling
110
Interimdividend derde kwartaal 2007
100
Aankondiging Ex-dividenddatum Record date Betaalbaarstelling
90 80 70
ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS
60 50 40 02
03
Index: 31 december 2001 = 100
48
ROYAL DUTCH SHELL plc
04
05
06
[A] De Directors stellen geen verdere uitkeringen over 2006 voor.
15 mei 2007
Contactgegevens
REGISTERED OFFICE
PARTICULIERE AANDEELHOUDERS
INVESTOR RELATIONS
Royal Dutch Shell plc Shell Centre London SE1 7NA Verenigd Koninkrijk
Informatie voor particuliere aandeelhouders is te vinden op www.shell.com/shareholder
Informatie voor institutionele aandeelhouders is te vinden op www.shell.com/investor
Particuliere aandeelhouders kunnen zich met hun vragen wenden tot:
Institutionele aandeelhouders kunnen zich met hun vragen wenden tot:
Royal Dutch Shell plc Carel van Bylandtlaan 30 2596 HR Den Haag Nederland
Shareholder Relations Royal Dutch Shell plc Carel van Bylandtlaan 30 2596 HR Den Haag Nederland Tel +31 (0)70 377 1365/4088 Fax +31 (0)70 377 3953 E-mail
[email protected]
Investor Relations Royal Dutch Shell plc Postbus 162 2501 AN Den Haag Nederland Tel +31 (0)70 377 4540 Fax +31 (0)70 377 3115 E-mail
[email protected]
SHARE REGISTRAR
of
of
Shareholder Relations Royal Dutch Shell plc Shell Centre London SE1 7NA Verenigd Koninkrijk Tel +44 (0)20 7934 3363 Fax +44 (0)20 7934 7515 E-mail
[email protected]
Investor Relations Royal Dutch Shell plc Shell Centre London SE1 7NA Verenigd Koninkrijk Tel +44 (0)20 7934 3856 Fax +44 (0)20 7934 3702 E-mail
[email protected]
Met alle andere vragen kunnen particuliere aandeelhouders zich wenden tot:
of
Geregistreerd in Engeland en Wales Bedrijfsnummer 4366849 Geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 34179503 HOOFDKANTOOR
Lloyds TSB Registrars The Causeway, Worthing West Sussex BN99 6DA Verenigd Koninkrijk Freephone 0800 169 1679 (alleen VK) Tel +44 (0)121 415 7073 Fax +44 (0)870 600 3980 www.shareview.co.uk voor online-informatie over uw aandelenbezit. Geef hiertoe uw aandeelhoudersregistratienummer op, zoals vermeld op uw aandelenbewijzen, belasting vouchers of uw Shell Nominee Statement. AMERICAN DEPOSITARY RECEIPTS (ADRS)
The Bank of New York Shareholder Relations PO Box 11258 Church Street Station New York, NY 10286-1258 USA Tel 1 800 524 4458 (alleen USA) Tel +1 212 815 3700 (internationaal) E-mail
[email protected] www.stockbny.com
Company Secretary Royal Dutch Shell plc Carel van Bylandtlaan 30 2596 HR Den Haag Nederland
Investor Relations Shell Oil Company 630 Fifth Avenue Suite 3166 New York, NY 10111 USA Tel +1 212 218 3112 Fax +1 212 218 3114 E-mail
[email protected]
CORPORATE ISA/PEP
BNP Paribas Securities Services Block C, Western House Lynchwood Business Park Peterborough PE2 6BP Verenigd Koninkrijk Tel +44 (0)845 358 1102
Ontwerp: Flag Omslagfoto: Adrian Burke Foto van de Board: Jaap van den Beukel Gedrukt door Taylor Bloxham onder ISO 14001 Het gebruikte papier is gecertificeerd door de Forest Stewardship Council.
AANVRAGEN VAN PUBLICATIES
PUBLICATIES
Een exemplaar van alle publicaties van de Groep is te verkrijgen bij:
Annual Report and Form 20-F for the year ended December 31, 2006 Een uitvoerig overzicht van de Groep. Te vinden op www.shell.com/annualreport
Royal Dutch Shell plc p/a Bankside Tel +44 (0)1635 232700 E-mail
[email protected] Annual Report/20-F Service voor de USA: Tel (888) 400 7789 Meer informatie over de Groep is te vinden op www.shell.com
Annual Review and Summary Financial Statements 2006 Een verkort overzicht van de operationele en financiële resultaten. Te vinden op www.shell.com/annualreport Jaaroverzicht en verkorte jaarrekening 2006 Nederlandstalige versie. Te vinden op www.shell.com/annualreport Financial and Operational Information 2002-2006 (beschikbaar in mei 2007) Vijfjaaroverzicht met operationele en financiële resultaten, waarbij ook de exploratie- en productiegegevens in kaart zijn gebracht. Te vinden op www.shell.com/faoi
Shell Sustainability Report 2006 (beschikbaar in mei 2007) Verslag over de vorderingen op het gebied van duurzame ontwikkeling. Te vinden op www.shell.com/envandsociety Shell Technology Report Een overzicht van 27 geavanceerde technologieën. Te vinden op www.shell.com/technology Shell General Business Principles Algemene beleidsuitgangspunten. Te vinden op www.shell.com/sgbp Shell Code of Conduct De gedragscode van Shell. Te vinden op www.shell.com/codeofconduct