Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit® voor de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Bekkenproblematiek (NVFB)
Een systematische literatuurstudie
Namen: Studieloopbaanbegeleider: AK-docent: Opdrachtgever: Begeleidster: Studiejaar:
Lieke Martens Marinde van Milligen Rut Weuthen Jan Oosterhof Universitair Medisch Centrum St. Radboud Marian Rombouts 2007-2008
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Voorwoord Voor u ligt een systematische literatuurstudie, gedaan in directe opdracht van de afdeling fysiotherapie CSS van het UMC St. Radboud te Nijmegen. De indirecte opdrachtgever van dit project is de Nederlandse Vereniging voor Bekkenproblematiek en pre- en postpartum gezondheidszorg (NVFB). Het doel van deze systematische literatuurstudie is om een aanbeveling te schrijven voor de NVFB met betrekking tot ZwangerFit®, een met name preventief beweegprogramma voor actieve, zwangere vrouwen dat door hen in het leven geroepen is, maar tot op heden niet is onderbouwd middels wetenschappelijke literatuur. De resultaten van het systematisch literatuuronderzoek zullen daarbij de basis vormen voor deze aanbeveling. Graag willen wij alle mensen bedanken die een bijdrage hebben geleverd aan het tot stand komen van dit afstudeerproject. In het bijzonder gaat het hierbij om onze begeleidster Marian Rombouts, onze AK-docent Jan Oosterhof en onze afstudeerkring.
Lieke Martens & Marinde van Milligen Mei 2008
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
2
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Inhoudsopgave
3
Hoofdstuk 1: Inleiding
4
Hoofdstuk 2: 2.1 2.2 2.3
Systematisch literatuuronderzoek Methoden en technieken Resultaten Verwerking
5 5 7 .. 15
Hoofdstuk 3: Discussie
.. 33
Hoofdstuk 4: Conclusie
.. 34
Hoofdstuk 5: Aanbeveling
. 36
Abstract
. 38
Literatuurlijst
. 39
Bijlagen Bijlage I Bijlage II
Format beoordelingen.. Beoordeling artikelen
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
.44 .. 45 .. 47
3
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Hoofdstuk 1:
®
Inleiding
Er zijn in de loop der jaren vele vormen van zwangerschapsbegeleiding in omloop gebracht. Samen met deze kennis en de nieuwste ontwikkelingen binnen de pre- en postnatale zorg is er een programma tot stand gekomen; ZwangerFit®. Het is een eigentijdse, moderne cursus voor de zwangere vrouw die tijdens haar gehele zwangerschap actieve ZwangerFit® begeleiding wil volgen. Een ideale manier om in conditie te blijven en daarbij aan de veranderingen van het lichaam tijdens de zwangerschap extra aandacht te geven. Een goede voorbereiding naar een unieke gebeurtenis de bevalling . Het programma kan voor zowel groepen als individuele zwangere vrouwen gebruikt worden. Basiselementen hierin zijn: houding en beweging veranderingen pre- en postpartum theoretisch verloop van de bevalling ademhaling en ontspanning het opbouwen van fitheid Lichaam en geest dienen met elkaar in connectie te staan. Vanuit dit basisprincipe is de cursus mede opgebouwd. Het grootste deel van de les bestaat uit een actief gedeelte. In dit actieve gedeelte wordt aandacht besteed aan de grondmotorische eigenschappen kracht, uithoudingsvermogen, coördinatie en lenigheid. Ook wordt er nadruk gelegd op het trainen van de bekkenbodemspieren en ontspanning. Om een wetenschappelijke onderbouwing te kunnen schrijven voor het praktische, actieve gedeelte van ZwangerFit® hebben we een onderzoeksvraag opgesteld. Onze onderzoeksvraag luidt als volgt: Is het praktische gedeelte van ZwangerFit®, zoals dit programma momenteel aangeboden wordt door de NVFB, te onderbouwen middels wetenschappelijke literatuur? Om deze onderzoeksvraag zo volledig en systematisch mogelijk te kunnen beantwoorden hebben we de onderzoeksvraag in twaalf subvragen, gebaseerd op de verschillende trainingscomponenten, onderverdeeld. Middels een systematische literatuurstudie, aan de hand van deze subvragen, worden de verschillende trainingsaspecten in kaart gebracht om tot een op evidentie gebaseerde aanbeveling voor ZwangerFit® te komen.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
4
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Hoofdstuk 2:
®
Systematisch literatuuronderzoek
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het systematische literatuuronderzoek heeft plaatsgevonden.
2.1
Methoden en technieken
De zoekvraag is geformuleerd volgens de PICO-methode en luidt als volgt: Is het praktische gedeelte van ZwangerFit®, zoals dit programma momenteel aangeboden wordt door de NVFB, te onderbouwen middels wetenschappelijke literatuur? De subvragen die we bij deze zoekvraag geformuleerd hebben, gebaseerd op de trainingscomponenten die in het actieve gedeelte van ZwangerFit® aan bod komen, luiden als volgt: 1. Zijn bekkenbodemspieroefeningen effectief, zowel in de pre- als postnatale fase? 2. Zijn bekkenbodemspieroefeningen veilig, zowel in de pre- als postnatale fase, zowel voor moeder als kind? 3. Is het trainen van kracht effectief, zowel in de pre- als postnatale fase? 4. Is het trainen van kracht veilig, zowel in de pre- als postnatale fase, zowel voor moeder als kind? 5. Is het trainen van uithoudingsvermogen effectief, zowel in de pre- als postnatale fase? 6. Is het trainen van uithoudingsvermogen veilig, zowel in de pre- als postnatale fase, zowel voor moeder als kind? 7. Is het trainen van coördinatie effectief, zowel in de pre- als postnatale fase? 8. Is het trainen van coördinatie veilig, zowel in de pre- als postnatale fase, zowel voor moeder als kind? 9. Is het trainen van lenigheid effectief, zowel in de pre- als postnatale fase? 10. Is het trainen van lenigheid veilig, zowel in de pre- als postnatale fase, zowel voor moeder als kind? 11. Is het trainen van ontspanning effectief, zowel in de pre- als postnatale fase? 12. Is het trainen van ontspanning veilig, zowel in de pre- als postnatale fase, zowel voor moeder als kind? Op basis van deze subvragen hebben we een trefwoordenlijst samengesteld. Er is gebruik gemaakt van Nederlands- en Engelstalige trefwoorden, afhankelijk van in welke database gezocht wordt. In onderstaande tabel (tabel 2.1) is een overzicht van de trefwoorden gemaakt. Tabel 2.1 Trefwoorden Nederlands Trainen oefenen training oefening oefentherapie bewegingstherapie Coachen Zwangere vrouw Zwangerschap Postnataal
prenataal
perinataal
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
Engels Training
workout
exercise
train
practise
Tutor Pregnant woman pregnant women expecting woman expecting women Pregnancy gestation gravidity Postpartum period postnatal antenatal
5
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Vrouw vrouwen Moeder moeders Kind kindje baby embryo vrucht
Effectiviteit Effectief Effect gevolg Veiligheid Veilig
safe
foetus
ongeborene
werking
zonder gevaar
risicoloos
Bekkenbodem Bekkenbodemspieren Bekkenbodemspieroefeningen Kracht Spierkracht Uithoudingsvermogen conditie Coördinatie onderlinge afstemming afstemming Coördineren onderling afstemmen afstemmen Lenig flexibel Lenigheid
flexibiliteit
Mobiel beweeglijk Mobiliteit bewegingsmogelijkheid Beweeglijkheid
beweegbaar
Beweeglijkheid van gewrichten Ontspanning ontspannend Ontspannen
®
Women woman female Mother mom mum mummy Infant child lass little child baby kiddy tot toddler nipper tyke small one small child little kid tiny tot foetus embryo fetus Efficacy effectiviness Effective of value Effect activity reaction response Safety safeguard protection - security Secure safe without danger harmless Pelvic floor floor of the pelvis
without risk
Kegel exercises pelvic floor exercises Power force ability capacity capability Muscle power strength muscle strength Stamina endurance condition Synergy coordination co-ordination tuning adjusting synchonisation equalization tune in to Synchronize adjust fix tune Flexible lithe supple limber yielding pliant pliable plastic Limberness lithesomeness flexibility suppleness - pliancy Loose mobile moveable dynamic - lively Mobility body motions range of motion (ROM) range of activity Motility motion motoricity mobilization agility liveliness Joint movement Relaxation relaxing Rest repose take a rest - relax
Per database hebben we gekeken welke MeSH-termen gebruikt worden en op welk van bovenstaande trefwoorden we dus per database zullen zoeken. We maken gebruik van deze MeSH-termen, maar gebruiken ze bij het zoeken als vrije tekstwoorden. Er is gezocht in de volgende databases: - Pubmed - Cochrane Library - PEDro - Cinahl - Doconline
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
6
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
2.2
®
Resultaten
In de onderstaande tabel (tabel 2.2) zijn de verschillende zoekacties en resultaten per database uitgewerkt. Kolom 1 vermeldt de geraadpleegde database Kolom 2 geeft aan welke combinatie van trefwoorden er gebruikt zijn Kolom 3 laat het aantal gevonden hits zien Kolom 4 laat het aantal relevante hits zien Wanneer in de laatste kolom een is aangegeven, betekent dit dat er niet verder gekeken is naar eventuele relevante hits. We hebben de combinaties van trefwoorden op dat moment verder gespecificeerd, vanwege het grote aantal hits. Wanneer in de laatste kolom een 0 is aangegeven, betekent dit dat er wel gekeken is naar eventuele relevante artikelen, maar er uiteindelijk geen artikelen relevant bleken te zijn. Een artikel wordt relevant geacht en geïncludeerd als deze aan de volgende criteria voldoet: - Geschreven in de Engelse of Nederlandse taal - De titelgegevens lijken relevant voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag - Het artikel is een RCT, een systematic review, een longitudinale studie of een beschrijvend artikel Tabel 2.2 Zoekacties per database en resultaten
Databases
Pubmed
Combinatie van trefwoorden
Aantal hits
Waarvan relevante hits
Exercise AND pregnancy Exercise AND pregnant women Exercise AND pregnancy AND treatment outcome Exercise AND pregnancy AND treatment outcome AND pelvic floor Exercise AND pregnancy AND pelvic floor Exercise AND pregnancy AND pelvic floor AND safety Exercise AND pregnancy AND safety Exercise AND pregnancy AND safety AND treatment outcome Pregnancy AND muscle strength Pregnancy AND muscle strength AND exercise Pregnancy AND muscle strength AND treatment outcome Pregnancy AND muscle strength AND safety Pregnancy AND physical endurance Pregnancy AND physical endurance AND exercise Pregnancy AND physical endurance AND treatment outcome Pregnancy AND physical endurance AND safety
2360 393 78
-
23
5
73
-
1
1
50 5
7 1
102 17
3
8
1
0
-
92 52
9
1
-
2
-
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
7
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Cochrane
PEDro
Cinahl
Pregnancy AND muscle stretching exercise Pregnancy AND range of motion Pregnancy AND range of motion AND exercise Pregnancy AND relaxation Pregnancy AND relaxation AND exercise Pregnancy AND relaxation AND exercise AND treatment outcome Pregnancy AND relaxation AND exercise AND safety Exercise AND pregnancy AND fetus Exercise AND pregnancy AND fetus AND treatment outcome Exercise AND pregnancy AND fetus AND safety Exercise AND pregnant women Exercise AND pregnant women AND fetus Exercise AND pregnant women AND fetus AND treatment outcome Exercise AND pregnant women AND fetus AND safety Postpartum period AND exercise Postpartum period AND exercise AND safety Postpartum period AND exercise AND efficacy Exercise AND pregnancy Exercise AND pregnant women Exercise AND pregnancy AND treatment outcome Exercise AND pregnancy AND pelvic floor Exercise AND pregnancy AND safety Pregnancy AND muscle strength Pregnancy AND physical endurance Pregnancy AND muscle stretching exercise Pregnancy AND range of motion Pregnancy AND relaxation Exercise AND pregnancy AND fetus Exercise AND pregnancy Exercise AND pregnant women Pregnancy AND muscle strength Pregnancy AND physical endurance Pregnancy AND range of motion Pregnancy AND relaxation Exercise AND pregnancy Exercise AND expectant women Kegel exercise Exercise AND pregnancy AND safety Pregnancy AND muscle strength Pregnancy AND physical endurance Pregnancy AND pliability Pregnancy AND range of motion
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
®
1
-
56 4
0 -
1900 58
5
1
-
2
-
282 3
0
8
0
393 78
-
2
0
4
0
302 8
0
12
0
139 46 26
10 2
15
2
4 10 2 0
0 1 0 -
2 58 12 48 33 6 0 0 3 1853 32 39 235 119 15 6 66
0 6 2 4 2 0 0 0 0 1 1 1 5 0 0 0
8
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Doconline
Pregnancy AND range of motion AND exercise Pregnancy AND relaxation Pregnancy AND relaxation AND exercise Exercise AND pregnancy AND fetus Exercise AND pregnancy AND fetus AND treatment outcome Exercise AND pregnancy AND fetus AND safety Exercise AND expectant mothers AND fetus Training AND zwangerschap Oefentherapie AND zwangerschap Bewegingstherapie AND zwangerschap Oefeningen AND zwangerschap Training AND foetussen Oefentherapie AND foetussen Bewegingstherapie AND foetussen Oefeningen AND foetussen Oefentherapie AND foetussen Zwangerschap AND effecten Zwangerschap AND effectiviteit Zwangerschap AND veiligheid Zwangerschap AND bekkenbodem Zwangerschap AND spierkracht Zwangerschap AND uithoudingsvermogen Zwangerschap AND coordinatie Zwangerschap AND lenigheid Zwangerschap AND mobilisatie Zwangerschap AND mobiliseren Zwangerschap AND mobiliteit Zwangerschap AND ontspanning Zwangerschap AND ontspanningsoefeningen Zwangerschap AND ontspanningstherapie
®
4
-
505 130
1
249 2
0
44
1
8
0
12 23 46 11 0 0 1 0 0 56 3 21 22 6 3
3 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0
2 0 0 1 0 5 3
0 0 0 0
1
0
De resultaten en de methodologische kwaliteit van de relevante artikelen zijn beoordeeld aan de hand van de tabellen (bijlage I) met criteria voor randomised clinical trials en voor systematic reviews, zoals opgesteld door de Cochrane Collaboration. Aanvullend werden referentielijsten van geïncludeerde artikelen bestudeerd. Na het beoordelen van de artikelen volgens de Cochrane criteria is er een waarde toegekend voor de validiteit en toepasbaarheid van deze artikelen. Een artikel wordt als voldoende valide en toepasbaar beschouwd wanneer de toewijzing van de interventie aan de patiënten gerandomiseerd was, degene die de patiënten insluit niet op de hoogte was van de randomisatievolgorde en de effect beoordelaars geblindeerd waren. De patiënten en behandelaars waren nooit geblindeerd en deze criteria worden daarom niet meegenomen in de uiteindelijke beoordeling. De andere criteria wegen minder zwaar dan bovenstaande.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
9
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
De artikelen die zijn ge ncludeerd in het onderzoek worden weergegeven in tabel 2.3 en tabel 2.4. Tabel 2.3 Ge ncludeerde artikelen ACOG committee opinion. Exercise during pregnancy and the postpartum period. International Journal of Gynecology & Obstetrics; 2002:77(1):79-81. Amorim AR, Linne YM, Lourenco PMC. Diet or exercise, or both, for weight reduction in women after childbirth. Cochrane Database of Systematic Reviews; 2007:(3). Avery ND, Stocking KD, Tranmer JE, Davies GA, Wolfe LA. Fetal responses to maternal strength conditioning exercises in late gestation. Can J Appl Physiol; 1999:24(4):362-376. Bastani F. A Randomized controlled trial of the effects of applied relaxation training on reducing anxiety and perceived stress in pregnant women. Journal of midwifery & women's health; 2005:50(4):40. Bastani F, Hidarnia A, Montgomery KS, Aguilar-Vafaei ME, Kazemnejad A. Does relaxation education in anxious primigravid Iranian women influence adverse pregnancy outcomes? A randomized controlled trial. Journal of Perinatal & Neonatal Nursing; 2006:20(2):138-146. Bernat. Biofeedback-assisted relaxation to reduce stress in labour. Journal of obstetric, gynecologic, and neonatal nursing; 1992:21(4):259-303. Brenner IK, Wolfe LA, Monga M, McGrath MJ. Physical conditioning effects on fetal heart rate responses to graded maternal exercise. Med Sci Sports Exerc; 1999:31(6):792-799. Carpenter MW, Sady SP, Hoegsberg B, Sady MA, Haydon B, Cullinane EM et al. Fetal heart rate response to maternal exertion. JAMA; 1988:259(20):3006-3009. Carpenter MW, Sady SP, Sady MA, Haydon B, Coustan DR, Thompson PD. Effect of Maternal Weight-Gain During Pregnancy on Exercise Performance. Journal of Applied Physiology; 1990:68(3):1173-1176. Clapp JF. A Clinical Approach to Exercise During Pregnancy. Clinics in Sports Medicine; 1994:13(2):443-458. Clapp JF. The effect of continuing regular endurance exercise on the physiologic adaptations to pregnancy and pregnancy outcome. American Journal of Sports Medicine; 1996:24:28-29. Clapp JF, Kim H, Burciu B, Lopez B. Beginning regular exercise in early pregnancy: Effect on fetoplacental growth. American Journal of Obstetrics and Gynecology; 2000:183(6):14841488. Clapp JF, Kim H, Burciu B, Schmidt S, Petry K, Lopez B. Continuing regular exercise during pregnancy: Effect of exercise volume on fetoplacental growth. American Journal of Obstetrics and Gynecology; 2002:186(1):142-147. Clapp JF, III. The effects of maternal exercise on early pregnancy outcome. Am J Obstet Gynecol; 1989:161:1453-1457. Clapp JF, III, Capeless EL. Neonatal morphometrics after endurance exercise during pregnancy. Am J Obstet Gynecol; 1990:163:1805-1811. Clapp JF, III. The course of labor after endurance exercise during pregnancy. Am J Obstet Gynecol; 1990:163:1799-1805.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
10
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Collings CA, Curet LB, Mullin JP. Maternal and Fetal Responses to A Maternal Aerobic Exercise Program. American Journal of Obstetrics and Gynecology; 1983:145(6):702-707. de Oliveira C, Lopes MA, Carla Longo e Pereira, Zugaib M. Effects of pelvic floor muscle training during pregnancy. Clinics; 2007:62(4):439-446. Dumas GA. Exercise, posture, and back pain during pregnancy Part 1. Exercise and posture. Clinical Biomechanics; 1995:10(2):98-103. Dumas GA. Exercise, posture, and back pain during pregnancy Part 2. Exercise and back pain. Clinical Biomechanics; 1995:10(2):104-109. Field T, Hernandez-Reif M, Hart S, Theakston H, Schanberg S, Kuhn C. Pregnant women benefit from massage therapy. Journal of Psychosomatic Obstetrics and Gynecology; 1999: 20(1):31-38. Garshasbi A, Zadeh SF. The effect of exercise on the intensity of low back pain in pregnant women. International Journal of Gynecology & Obstetrics; 2005:88(3):271-275. Hale RW, Milne L. The elite athlete and exercise in pregnancy. Semin Perinatol; 1996:20(4):277-284. Hatch M, Levin B, Shu XO, Susser M. Maternal leisure-time exercise and timely delivery. American Journal of Public Health; 1998:88(10):1528-1533. Hatoum. Effects of maternal exercise on fetal activity in late gestation. The journal of maternalfetal medicine; 1997:6(3):134-139. Huch R. Physical activity at altitude in pregnancy. Semin Perinatol; 1996:20(4):303-314. Janke J. The effect of relaxation therapy on preterm labor outcomes. J Obstet Gynecol Neonatal Nurs; 1999:28(3):255-263. Jonasson A, Larsson B, Pschera H. Testing and training of the pelvic floor muscles after childbirth. Acta Obstet Gynecol Scand; 1989:68(4):301-304. Kardel KR. Effects of intense training during and after pregnancy in top-level athletes. Scand J Med Sci Sports; 2005:15(2):79-86. Kariminia A, Chamberlain ME, Keogh J, Shea A. Randomised controlled trial of effect of hands and knees posturing on incidence of occiput posterior position at birth. British Medical Journal; 2004:328(7438):490-493. Katz VL, Mcmurray R, Goodwin WE, Cefalo RC. Nonweightbearing Exercise During Pregnancy on Land and During Immersion - A Comparative-Study. American Journal of Perinatology; 1990:7(3):281-284. Koltyn KF, Schultes SS. Psychological effects of an aerobic exercise session and a rest session following pregnancy. J Sports Med Phys Fitness; 1997:37(4):287-291. Kramer MS. Aerobic exercise for women during pregnancy. Cochrane Database Syst Rev; 2002:2. Larsson L, Lindqvist PG. Low-impact exercise during pregnancy--a study of safety. Acta Obstet Gynecol Scand; 2005:84(1):34-38.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
11
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Lynch. Maternal physiological responses to swimming training during the second trimester of pregnancy. Research in sports medicine; 2007:15(1):33. MacPhail A, Davies GA, Victory R, Wolfe LA. Maximal exercise testing in late gestation: fetal responses. Obstet Gynecol; 2000:96(4):565-570. Marquez-Sterling S, Perry AC, Kaplan TA, Halberstein RA, Signorile JF. Physical and psychological changes with vigorous exercise in sedentary primigravidae. Med Sci Sports Exerc; 2000:32(1):58-62. McAuley SE, Jensen D, McGrath MJ, Wolfe LA. Effects of human pregnancy and aerobic conditioning on alveolar gas exchange during exercise. Can J Physiol Pharmacol; 2005:83(7):625-633. Meher S. Exercise or orther physical activity for preventing pre-eclampsia and its complications. Cochrane Database of Systematic Reviews; 2007:4. Morkved S, Bo K. The effect of post-natal exercises to strengthen the pelvic floor muscles. Acta Obstet Gynecol Scand; 1996:75(4):382-385. Morkved S, Bo K. Effect of postpartum pelvic floor muscle training in prevention and treatment of urinary incontinence: a one-year follow up. BJOG; 2000:107(8):1022-1028. Morkved S, Bo K, Schei B, Salvesen KA. Pelvic floor muscle training during pregnancy to prevent urinary incontinence: a single-blind randomized controlled trial. Obstet Gynecol; 2003:101(2):313-319. Morkved S, Salvesen KA, Schei B, Lydersen S, Bo K. Does group training during pregnancy prevent lumbopelvic pain? A randomized clinical trial. Acta Obstet Gynecol Scand; 2007:86(3):276-282. Narendran S, Nagarathna R, Narendran V, Gunasheela S, Nagendra HRR. Efficacy of yoga on pregnancy outcome. Journal of Alternative and Complementary Medicine; 2005:11(2):237244. O'Neill ME, Cooper KA, Boyce ES, Hunyor SN. Postural effects when cycling in late pregnancy. Women Birth; 2006:19(4):107-111. O'Toole ML, Sawicki MA, Artal R. Structured diet and physical activity prevent postpartum weight retention. Journal of Womens Health; 2003:12(10):991-998. Oliveira. Effects of pelvic floor muscle training during pregnancy. Clinics; 2007:62(4]):439-446. Pennick VE, Young G. Interventions for preventing and treating pelvic and back pain in pregnancy. Cochrane Database of Systematic Reviews; 2007:2. Pivarnik JM. Impact of physical activity during pregnancy and postpartum on chronic disease risk. Med Sci Sports Exerc; 2006:38(5):989-1006. Rees. Effect of relaxation with guided imagery on anxiety, depression, and self-esteem in primiparas. Journal of holistic nursing; 1995:13(3):252-267. Reilly ET, Freeman RM, Waterfield MR, Waterfield AE, Steggles P, Pedlar F. Prevention of postpartum stress incontinence in primigravidae with increased bladder neck mobility: a randomised controlled trial of antenatal pelvic floor exercises. BJOG; 2002:109(1):68-76.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
12
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Rice PL, Fort IL. The Relationship of Maternal Exercise on Labor, Delivery and Health of the Newborn. Journal of Sports Medicine and Physical Fitness; 1991:31(1):95-99. Salvesen KA, Morkved S. Randomised controlled trial of pelvic floor muscle training during pregnancy. British Medical Journal; 2004:329(7462):378-380. Sampselle CM, Miller JM, Mims BL, Delancey JO, Ashton-Miller JA, Antonakos CL. Effect of pelvic muscle exercise on transient incontinence during pregnancy and after birth. Obstet Gynecol; 1998:91(3):406-412. Santos IA, Stein R, Fuchs SC, Duncan BB, Ribeiro JP, Kroeff LR et al. Aerobic exercise and submaximal functional capacity in overweight pregnant women: a randomized trial. Obstet Gynecol; 2005:106(2):243-249. Snyder DK, Carruth BR. Current Controversies - Exercising During Pregnancy. Journal of Adolescent Health; 1984:5(1):34-36. Stevenson L. Exercise in pregnancy. Part 1: Update on pathophysiology. Can Fam Physician; 1997:43:97-104. Tanji. Exercise during pregnancy and pregnancy outcome. Clinical journal of sport medicine; 1995:5(4):267. Teitz CC, Hu SS, Arendt EA. The Female Athlete: Evaluation and Treatment of SportsRelated Problems. J Am Acad Orthop Surg; 1997:5(2):87-96. Teixeira J, Martin D, Prendiville O, Glover V. The effects of acute relaxation on indices of anxiety during pregnancy. Journal of Psychosomatic Obstetrics and Gynecology; 2005:26(4):271-276. Uzendoski AM, Latin RW, Berg KE, Moshier S. Physiological-Responses to Aerobic Exercise During Pregnancy and Postpartum. Journal of Sports Medicine and Physical Fitness; 1990:30(1):77-82. van Doorn MB, Lotgering FK, Struijk PC, Pool J, Wallenburg HC. Maternal and fetal cardiovascular responses to strenuous bicycle exercise. Am J Obstet Gynecol; 1992:166(3):854-859. Wang TW, Apgar BS. Exercise during pregnancy. Am Fam Physician; 1998:57(8):1846-52. Webb KA, Wolfe LA, McGrath MJ. Effects of Acute and Chronic Maternal Exercise on Fetal Heart-Rate. Journal of Applied Physiology; 1994:77(5):2207-2213. Woldringh C, van den Wijngaart M, Albers-Heitner P, Nijeholt AABL, Lagro-Janssen T. Pelvic floor muscle training is not effective in women with UI in pregnancy: a randomised controlled trial. International Urogynecology Journal; 2007:18(4):383-390. Wolfe LA, Hall P, Webb KA, Goodman L, Monga M, McGrath MJ. Prescription of aerobic exercise during pregnancy. Sports Med; 1989:8(5):273-301. Wolfe LA, Mottola MF. Aerobic Exercise in Pregnancy - An Update. Canadian Journal of Applied Physiology-Revue Canadienne de Physiologie Appliquee; 1993:18(2):119-147. Yeo S, Steele NM, Chang MC, Leclaire SM, Ronis DL, Hayashi R. Effect of exercise on blood pressure in pregnant women with a high risk of gestational hypertensive disorders. Journal of Reproductive Medicine; 2000:45(4):293-298.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
13
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Tabel 2.4 Ge ncludeerde artikelen die niet in Nederland verkrijgbaar zijn Brayshaw E, Wright P. Relaxation and Exercise for the Childbearing Year. Mod Midwife; 1996:6(8):35-36. Ciardi. Pregnant women's response to a prenatal body mechanics and exercise program for the prevention of low back pain: report on a pilot study. Journal of the section on womens's health; 2002:26(4):17. Harvey MA. Pelvic floor exercises during and after pregnancy: a systematic review of their role in preventing pelvic floor dysfunction. J Obstet Gynaecol Can; 2003:25(6):487-498. Lee. Pelvic floor muscle exercise by biofeedback and electrical stimulation to reinforce the pelvic floor muscle after normal delivery. Onbekend; 2006:36(8):1374-1380. Liquori. Effects of a 6-week prenatal water exercise program on physiological parameters and well-being in women with pregnancies in the 2nd-3rd trimesters: a pilot study. Journal of the section on womens's health; 2003:27(3):11. Scheufele. Pelvic floor muscle exercise and the postpartum female: a review of current literature. Journal of the section on womens's health; 2003:27(2):29. Suputtitada. Effect of the 'sitting pelvic tilt exercise' during the third trismester in primigravidas on back pain. Medical journal of the medical association of Thailand; 2002:85. Wolfe LA, Weissgerber TL. Clinical physiology of exercise in pregnancy: a literature review. J Obstet Gynaecol Can; 2003:25(6):473-483.
In bijlage II zijn de beoordelingen van de relevante artikelen uit bovenstaande tabel opgenomen.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
14
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
2.3
®
Verwerking
Aan de hand van de subvragen, zoals deze eerder vermeld staan, hebben wij hypothesen opgesteld. In de onderstaande schema s komen deze hypothesen per subvraag aan bod, worden deze artikelen besproken en wordt uiteindelijk een conclusie geformuleerd. Verklaring van gebruikte afkortingen en terminologie in onderstaande schema s: Uitkomstmaat: het onderwerp waarop de effectiviteit van de interventie wordt toegespitst Valide: in welke mate voldoet het artikel aan de criteria, zoals deze zijn opgesteld voor RCT s en reviews door de Cochrane Library en is het artikel dus voldoende valide en toepasbaar? +: het artikel is voldoende valide en toepasbaar +/-:er bestaat twijfel over de validiteit en toepasbaarheid -: het artikel is onvoldoende valide en toepasbaar Follow-up: is er sprake van een follow-up?
Subvraag Zijn bekkenbodemspieroefeningen effectief, zowel in de pre- als postnatale fase?
Het trainen van bekkenbodemspieren is effectief in de prenatale fase Voor
Tegen
Auteur + jaar Uitkomstmaat Valide Follow up Auteur + jaar Sampselle, urine-inconti+/ja Woldringh, 48 56 nentie (-)* 1989 2007 Reilly, urine-inconti+ ja 46 nentie (-) 2002 Morkved, urine-inconti+ ja 37 nentie (-) 2003 Salvesen, bevalling + nee 47 2004 Morkved, urine-inconti+ ja 2007 nentie (-) Oliveira, kracht nee 42 2007 * Er is geen sprake van urine-incontinentie in de prenatale fase ** Er is sprake van urine-incontinentie in de prenatale fase
Uitkomstmaat urine-incontinentie (+)**
Valide +/-
Follow up ja
Bespreking Het trainen van bekkenbodemspieren in de prenatale fase is effectief in het verminderen van urine-incontinentie in de late zwangerschap en postnataal, wanneer in de prenatale fase nog geen sprake is van urine-incontinentie37;46;48. In de studie van Sampselle is geen sprake van een follow-up van voldoende proportie van alle ingesloten patiënten. De studie van Morkved uit 2003 laat zien dat er tot drie maanden na de bevalling zichtbare verschillen zijn met betrekking tot het voorkomen van urine-incontinentie bij vrouwen die in de prenatale fase bekkenbodemspieroefeningen hebben gedaan, in vergelijking met vrouwen die dit niet deden. Zes jaar na de bevalling is er tussen
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
15
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
beide groepen geen zichtbaar verschil meer wanneer gekeken wordt naar het voorkomen van urine-incontinentie37. Dit blijkt uit de studie van Morkved uit 2007, een follow up van de studie uit 2003. Echter wanneer in de prenatale fase al sprake is van urine-incontinentie zorgt het trainen van bekkenbodemspieren in de prenatale fase niet voor een afname van deze urine-incontinentie, ook niet tot een jaar na de bevalling56. Bij deze studie is het onbekend of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn. Wanneer in de prenatale fase de bekkenbodemspieren worden getraind, leidt dit tot een kortere uitdrijvingstijd en een vermindering van actief persen tijdens de bevalling47. Tevens leidt het trainen van de bekkenbodemspieren in de prenatale fase tot een belangrijke krachttoename42. De patiënten in deze studie zijn echter niet gerandomiseerd en zijn niet allemaal geanalyseerd in de groep waarin ze ingedeeld zijn. Conclusie Het trainen van bekkenbodemspieren in de prenatale fase helpt in de preventie van urine-incontinentie in de zwangerschap en postnataal, wanneer dit prenataal niet aanwezig is. De preventie is drie maanden na de bevalling nog merkbaar, echter na zes jaar is er geen verschil meer waarneembaar tussen vrouwen die in de prenatale fase wel trainden en vrouwen die niet trainden. Echter wanneer urine-incontinentie prenataal aanwezig is, heeft het trainen van bekkenbodemspieren geen effect op het verminderen hiervan. Het trainen van bekkenbodemspieren in de prenatale fase zorgt voor een verkorting van de uitdrijvingstijd tijdens de bevalling. Tevens zorgt het voor een belangrijke krachttoename van de bekkenbodemspieren.
Het trainen van bekkenbodemspieren is effectief in de postnatale fase Voor
Tegen
Auteur + jaar Uitkomstmaat Valide Follow up Auteur + jaar Jonasson, kracht +/nee Woldringh, 23 56 1989 2007 Morkved, kracht +/nee 35 1996 Morkved, urine-inconti+ ja 36 nentie (-)* 2000 * Er is geen sprake van urine-incontinentie in de prenatale fase ** Er is sprake van urine-incontinentie in de prenatale fase
Uitkomstmaat urine-incontinentie (+)**
Valide +/-
Follow up ja
Bespreking Het trainen van bekkenbodemspieren in de postnatale fase heeft een krachttoename tot gevolg23;35 en geeft een sneller lichamelijk herstel in de postnatale periode35. Bij beide studies is het onbekend of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn. Het trainen van bekkenbodemspieren in de postnatale fase is effectief in zowel de preventie als behandeling van stress urine-incontinentie. De voordelen van deze postnatale training zijn een jaar na de bevalling nog aanwezig36.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
16
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Echter wanneer in de prenatale fase sprake is van urine-incontinentie is het niet effectief, gemeten tot een jaar na de bevalling, om in de postnatale fase de bekkenbodemspieren te trainen56. Bij deze studie is het onbekend of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn. Conclusie Het trainen van bekkenbodemspieren in de postnatale fase zorgt voor krachttoename van de bekkenbodemspieren en bevordert het lichamelijk herstel in de postnatale periode. Het trainen van bekkenbodemspieren in de postnatale fase is tevens effectief in de preventie en de behandeling van stress urine-incontinentie. Vrouwen bij wie in de prenatale fase sprake is van urine-incontinentie ondervinden geen effect van het trainen van de bekkenbodemspieren in de postnatale fase.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
17
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Subvraag Is het trainen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen effectief, zowel in de pre- als postnatale fase?
Het trainen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen is effectief in de prenatale fase Voor
Tegen
Auteur + jaar Collings, 14 1983 Clapp, 9 1990 Katz, 1990
26
MarquezSterling, 32 2000 Yeo, 59 2000 McAuley, 33 2005 Santos, 49 2005 Garshasbi, 18 2005 Lynch, 30 2007
Uitkomstmaat bevalling
Valide -
Follow up nee
bevalling
-
nee
bloeddruk + diurese welbevinden
+
nee
+/-
nee
bloeddruk
+
nee
anaerobe drempel
+/-
nee
submaximale trainingscapaciteit
+
nee
rug
+
nee
trainingseffect
+/-
nee
Auteur + jaar
Uitkomstmaat
Valide
Follow up
Bespreking Het trainen van het uithoudingsvermogen in de prenatale fase heeft een positief effect op de natuurlijke bevalling9;14. Er is een kleinere kans op sectio s of kunstverlossingen en de natuurlijke bevalling verloopt sneller9. De toewijzing van de interventie aan de patiënten is in beide studies niet gerandomiseerd. Het trainen van het uithoudingsvermogen op 70% van de maximale hartslagfrequentie is effectief, wanneer gekeken wordt naar aspecten van het welbevinden, voor vrouwen die voor de zwangerschap inactief waren32. Bij deze studie is het onbekend of diegene de patiënten insluit op de hoogte is van de randomisatie volgorde. Training tijdens de tweede helft van de zwangerschap vermindert de intensiteit van lage rugpijn en zorgt voor een vermindering van de flexibiliteit van de wervelkolom, maar heeft geen zichtbaar effect op de lordose18. Trainen van het uithoudingsvermogen in de prenatale fase bevordert de capaciteit van de zwangere vrouw, wanneer gekeken wordt naar de anaërobe drempel33. In deze studie is geen sprake van een follow-up van voldoende proportie van alle ingesloten patiënten. Bij zwangere vrouwen met overgewicht zorgt het trainen van het uithoudingsvermogen voor vergroting van de submaximale trainingscapaciteit en voor een vermindering van de negatieve effecten van de zwangerschap49. Het trainen van het uithoudingsvermogen op een gemiddeld niveau in de prenatale fase verlaagt de diastolische bloeddruk bij zwangere vrouwen met een risico op bloeddrukverstoringen59.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
18
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Wanneer het uithoudingsvermogen in de prenatale fase wordt getraind in het water wordt er een positief trainingseffect bereikt door vrouwen die voor de zwangerschap inactief waren30. Tevens heeft het trainen in water op 70% van de VO2-max. lichamelijke voordelen. Het zorgt voor een lagere hartslagfrequentie, een lagere systolische bloeddruk en een verhoging van de diurese in vergelijking met het trainen op 70% van de VO2-max. op het droge26. Conclusie Wanneer regelmatige training in de prenatale fase wordt voortgezet, blijkt dit een positief effect te hebben op de natuurlijke bevalling. Regelmatige inspanning in de prenatale fase zorgt voor een toename van de anaërobe drempel en bevordert de trainingscapaciteit van de zwangere vrouw. Ook zorgt het voor een verlaging van de diastolische bloeddruk van de zwangere vrouw. Trainen in het water brengt verschillende voordelen met zich mee in vergelijking met trainen op het droge.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
19
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Subvraag Is het trainen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen veilig, zowel in de preals postnatale fase?
Het trainen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen is veilig in de prenatale fase Voor
Tegen
Auteur + jaar Carpenter, 7 1988 Clapp, 8 1989 Katz, 26 1990 Van Doorn, 53 1992 Webb, 55 1994 Hatch, 20 1998 Brenner, 6 1999 Clapp, 2000 MarquezSterling, 32 2000 ACOG, 1 2002 Macphail, 31 2005 Larsson, 29 2005
12
Uitkomstmaat bradycardie* van de foetus
Valide +/-
Follow up nee
vroeggeboorte
+/-
nee
foetale hartslag + bradycardie van de foetus foetale hartslag
+
nee
+
nee
foetale hartslag
+/-
nee
vroeggeboorte
+
nee
foetale hartslag
+/-
nee
foetus- en placentagroei welbevinden
+
nee
+/-
nee
welzijn zwangere vrouw foetale hartslag
+/-
nee
+
nee
lichaamstemperatuur + saturatie foetale hartslag
+/-
nee
+
nee
O Neill, 40 2006 *Een te trage hartslag
Auteur + jaar Clapp, 11 1990
Uitkomstmaat foetus
Valide -
Follow up nee
Bespreking Kortstondige, submaximale inspanning, tot 70% van de VO2-max. in de prenatale fase, heeft geen effect op de hartslag van de foetus6;7;53. Daar waar maximale inspanning regelmatig gevolgd wordt door bradycardie van de foetus, is dit niet het geval bij submaximale inspanning7. De toewijzingen van de interventies aan de patiënten in de studies van Brenner en Carpenter zijn niet gerandomiseerd. Getrainde zwangere vrouwen kunnen in de prenatale fase meer inspanning leveren dan niet getrainde zwangere vrouwen, zonder dat dit leidt tot foetaal zuurstofgebrek.55 De toewijzing van de interventie aan de patiënten is in deze studie niet gerandomiseerd en tevens is het onbekend of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
20
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Na training in het water laat de hartslag van de foetus een tendens zien die lager is dan na training op het droge. Ook is er na training in het water minder vaak sprake van bradycardie van de foetus dan na training op het droge26. Maximale inspanning in de late zwangerschap leidt tot minimale veranderingen in de hartslag van de foetus31. Het trainen van uithoudingsvermogen na het eerste trimester van de prenatale fase, in een liggende houding, is niet veilig. Deze houding resulteert in een relatieve obstructie van de veneuze terugstroom en zorgt daardoor voor een afname van de cardiale output en de orthostatische bloeddruk van de zwangere vrouw.1 In deze review komt niet naar voren hoe deze tot stand is gekomen. Het trainen in een halfliggende of zittende houding op 60% van de maximale hartslagfrequentie is veilig voor inspanningen van een korte duur. Deze houdingen hebben geen verschillend effect op de zuurstofopname en de hartslag van de foetus40. Wanneer in de vroege zwangerschap gestart wordt met een middelzware training, tussen de 55 en 60% van de VO2-max., vergroot dit de groei van de foetus en de placenta12. Wanneer zwangere vrouwen de sportactiviteiten die zij voor hun zwangerschap uitvoerden, voortzetten op minimaal 50% hiervan, resulteert dit in een asymmetrisch patroon van groeibeperking dat met name zijn weerslag heeft op de neonatale vetmassa11. De toewijzing van de interventie aan de patiënten is in deze studie niet gerandomiseerd. Trainen van het uithoudingsvermogen, op 70% van de maximale hartslagfrequentie, in de prenatale fase is veilig voor zwangere vrouwen die voor de zwangerschap inactief waren en heeft geen nadelige gevolgen voor zowel de zwangere vrouw als de foetus32. De effectbeoordelaars zijn in deze studie niet geblindeerd. Voortzetting van de verschillende sportactiviteiten met een intensiteit van 50 tot 85% van de maximale hartslagfrequentie in de vroege zwangerschap hebben geen relatie met de kans op vroeggeboorten8;20. In de studie van Clapp is de toewijzing van de interventie aan de patiënten niet gerandomiseerd. Wanneer op 70% van de maximale hartslagfrequentie getraind wordt in de prenatale fase, heeft dit geen gevaarlijke stijging van de lichaamstemperatuur van de zwangere vrouw tot gevolg. Tijdens en na inspanning op dit niveau daalt de saturatie van de zwangere vrouw, maar deze komt niet onder de grens van 95%.29 De toewijzing van de interventie aan de patiënten is in deze studie niet gerandomiseerd en de groepen waren aan het begin van de trial niet vergelijkbaar. Conclusie Submaximale inspanning van gelimiteerde duur, tot 70% van de VO2-max., is in de prenatale fase niet schadelijk voor de gezonde zwangere vrouw en de foetus, ook niet wanneer de zwangere vrouw voor de zwangerschap inactief was. Getrainde zwangere vrouwen kunnen in de prenatale fase meer inspanning leveren dan niet getrainde zwangere vrouwen, zonder dat dit leidt tot foetaal zuurstofgebrek. Trainen in water heeft minder gevolgen voor de hartslag van de foetus dan trainen op het droge. Hoewel een liggende houding bij het trainen niet veilig is, heeft het trainen op 60% van de maximale hartslagfrequentie in een halfliggende of zittende houding geen nadelige gevolgen voor de zwangere vrouw en de foetus. Wanneer in de vroege zwangerschap gestart wordt met een middelzware training, tussen de 55 en 60% van de VO2-max., vergroot dit de groei van de foetus en de placenta.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
21
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Wanneer in de prenatale fase sportactiviteiten met een intensiteit van 50-85% van de maximale hartfrequentie worden voortgezet, zorgt dit niet voor een verhoging van de kans op vroeggeboorten. Training van het uithoudingsvermogen op 70% van de maximale hartslagfrequentie in de prenatale fase zorgt niet voor een gevaarlijke stijging van de lichaamstemperatuur van de zwangere vrouw en ook niet voor een sterke daling van de saturatie.
Het trainen van uithoudingsvermogen is veilig in de postnatale fase Voor Auteur + jaar van Doorn, 53 1992
Tegen Uitkomstmaat bloeddruk
Valide +
Follow up nee
Auteur + jaar
Uitkomstmaat
Valide
Follow up
Bespreking Inspanning van gelimiteerde duur in de vroege postnatale fase, 7 weken postpartum, is niet schadelijk voor de vrouw. Wanneer deze inspanning postnataal, op 75% van de VO2-max., wordt vergeleken met dezelfde inspanning in de prenatale fase, wordt duidelijk dat de bloeddruk gedurende deze inspanning niet wordt beïnvloed door de zwangerschap53. Conclusie Inspanning van gelimiteerde duur, op 75% van de VO2-max., is in de vroege postnatale fase niet schadelijk voor de vrouw.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
22
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Subvraag Is trainen, waarbij verschillende vormen van training worden gecombineerd, effectief in zowel de pre- als postnatale fase?
Trainen is effectief in de prenatale fase Voor Auteur + jaar Wolfe, 57 1989 Wolfe, 58 1993 Dumas, 15 1995 Dumas, 16 1995 Teitz, 51 1997 Wang, 54 1998 ACOG, 1 2002 Kardel, 24 2005 Pivarnik, 44 2006 Meher, 34 2006 Kramer, 28 2002 Morkved, 38 2007 Pennick, 43 2007
Tegen Uitkomstmaat welzijn zwangere vrouw metabolisme + cardiopulmonaire capaciteit houding
Valide +
Follow up nee
-
nee
+/-
nee
rugpijn
+/-
nee
bevalling + foetusgroei
-
nee
zwangerschap + bevalling
-
nee
welzijn zwangere vrouw hartslag zwangere vrouw chronische aandoeningen
+/-
nee
+/-
nee
pre-eclampsie
+
nee
lichamelijke fitheid
+
nee
lumbaalbekkenpijn
+
nee
rug- + bekkenpijn
+
nee
Auteur + jaar
Uitkomstmaat
Valide
Follow up
+/-
Bespreking Over het algemeen zijn er voornamelijk positieve geluiden hoorbaar met betrekking tot de rol van lichamelijke activiteit gedurende de zwangerschap en de rol van deze activiteit in de preventie van chronische aandoeningen44. In deze review komt niet duidelijk naar voren hoe deze tot stand is gekomen. Wanneer in de prenatale fase medische en verloskundige complicaties afwezig zijn, is het leveren van gemiddelde inspanning gedurende 30 minuten of meer per dag, één, dan niet alle dagen van de week, aan te raden aan zwangere vrouwen1. In deze review komt niet naar voren hoe deze tot stand is gekomen. Regelmatige inspanning in de prenatale fase, minstens 2 à 3 keer per week, verhoogt de lichamelijke fitheid van de zwangere vrouw28. Wanneer fitte, zwangere vrouwen hun gewoonlijke trainingsprogramma voortzetten tijdens de prenatale fase, heeft dit geen negatief effect op de bevalling en de groei van de foetus51. In deze review komt niet naar voren hoe deze tot stand is gekomen.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
23
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Training in de prenatale fase brengt de foetus van gezonde zwangere vrouwen niet in gevaar en heeft verschillende voordelen voor de zwangere vrouw. De voordelen van deze trainingsvorm zijn verhoging van de VO2-max., een groter cardiopulmonair reserve, voorkoming van opstapeling van lichaamsvet, bevordering algemeen welzijn, voorkoming zwangerschapssuiker en lage rugpijn en facilitatie van de bevalling.57 Gemiddelde training in de prenatale fase vergroot het metabolisme en de cardiopulmonaire capaciteiten van de zwangere vrouw, zonder de groei van de foetus en het zwangerschapsresultaat in de weg te staan58. In deze review komt niet naar voren hoe deze tot stand is gekomen. Vrouwelijke topatleten kunnen hun training voortzetten in de prenatale fase, zonder dat dit een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee brengt voor de zwangere vrouw en de foetus24. In deze studie zijn de patiënten niet gerandomiseerd, is het onduidelijk of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn en of de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar waren. Zwangere vrouwen die trainen in de prenatale fase hebben een hogere energieinname nodig dan de aanbevolen extra hoeveelheden van 150 kcal (in het eerste en tweede trimester van de zwangerschap) of de 300 kcal (in het laatste trimester van de zwangerschap) dan vrouwen die niet trainen tijdens de zwangerschap. Door het effect van het verhoogde lichaamsgewicht is het verstandig om training in de prenatale fase in een warme of vochtige omgeving te vermijden. Training kan de zwangerschap comfortabeler maken, de bevalling verkorten en vermindert de noodzakelijkheid van verloskundig ingrijpen54. In deze review komt niet naar voren hoe deze tot stand is gekomen. Training in de prenatale fase, opgezet volgens Canadese richtlijnen, heeft geen zichtbaar effect op de houding tijdens de zwangerschap. De kyfose verandert niet en de mate van lordose is afhankelijk van het aantal zwangerschappen van de vrouw en niet afhankelijk van trainen15. Deze training in de prenatale fase heeft geen zichtbaar effect op rugpijn tijdens de zwangerschap. De rugklachten nemen in de loop van de dag toe, onafhankelijk van trainen, en worden tijdens de zwangerschap als erger ervaren dan in de postnatale fase16. In beide studies is het onduidelijk of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn. Wanneer zwangere vrouwen tussen de 20ste en 36ste week van de zwangerschap een 12 weken durend groepstrainingsprogramma volgen, waarbij zij één maal per week trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut, is dit effectief in de preventie van lumbaal-bekkenpijn gedurende de zwangerschap38. Zwangerschapsspecifieke training, fysiotherapie of acupunctuur naast de gewone zwangerschapszorg in de prenatale fase zorgt voor een vermindering en/of voorkoming van rug- en/of bekkenpijn. Deze combinatie is effectiever dan enkel reguliere zwangerschapszorg. De effecten zijn echter klein43. Er is onvoldoende bewijs om uitspraken te doen over de effecten van training op de preventie van pre-eclampsie en de complicaties hiervan34. Conclusie Er zijn voornamelijk positieve geluiden hoorbaar met betrekking tot de rol van lichamelijke activiteit gedurende de zwangerschap en de rol van deze activiteit in de preventie van chronische aandoeningen. Training kan de zwangerschap comfortabeler maken, de bevalling verkorten en vermindert de noodzakelijkheid van verloskundig ingrijpen.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
24
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Wanneer de zwangerschap voorspoedig verloopt, is het leveren van gematigde inspanning gedurende 30 minuten of meer per dag, één, dan niet alle dagen van de week, aan te raden aan zwangere vrouwen. Regelmatige inspanning in de prenatale fase verhoogt de lichamelijke fitheid van de zwangere vrouw. Wanneer fitte, zwangere vrouwen hun gewoonlijke trainingsprogramma voortzetten tijdens de prenatale fase heeft dit geen negatief effect op de bevalling en de groei van de foetus. Training in de prenatale fase brengt de foetus van gezonde zwangere vrouwen niet in gevaar en heeft verschillende voordelen voor de zwangere vrouw. Gemiddelde training vergroot het metabolisme en de cardiopulmonaire capaciteiten zonder de groei van de foetus en het zwangerschapsresultaat in de weg te staan. Ook vrouwelijke topatleten kunnen hun training voortzetten in de prenatale fase, zonder dat dit een verhoogd gezondheidsrisico met zich mee brengt voor de zwangere vrouw en de foetus. Zwangere vrouwen die trainen in de prenatale fase hebben een hogere energieinname nodig dan zwangere vrouwen die niet trainen tijdens de zwangerschap. Het is verstandig om training in een warme of vochtige omgeving te vermijden. Training in de prenatale fase heeft geen zichtbaar effect op de houding tijdens de zwangerschap en heeft tevens geen effect op rugpijn. Training kan tevens effectief zijn in de preventie van lumbaal-bekkenpijn gedurende de zwangerschap. Ter vermindering en/of voorkoming van rug- en/of bekkenpijn is een combinatie van zwangerschapsspecifieke training, fysiotherapie of acupunctuur effectiever dan enkel reguliere zwangerschapszorg. Met betrekking tot pre-eclampsie en de complicaties hiervan is er onvoldoende bewijs om uitspraken hierover te doen.
Trainen is effectief in de postnatale fase Voor Auteur + jaar Koltyn, 27 1997 O Toole, 41 2003 Amorim, 2 2007
Tegen Uitkomstmaat psyche
Valide +/-
Follow up nee
lichaamsgewicht vrouw
+
ja
cardiovasculaire niveau + lichaamsgewicht vrouw
+
ja
Auteur + jaar
Uitkomstmaat
Valide
Follow up
Bespreking Bij vrouwen die in de postnatale fase trainen op 60 tot 70% van de maximale hartslagfrequentie komen depressies en ongerustheid minder frequent voor. Training in de postnatale fase wordt geassocieerd met een vermindering van een verwarde toestand en een toename van de lichamelijke kracht27. In deze studie is het onduidelijk of de toewijzing van de interventie aan de patiënten gerandomiseerd is. Vrouwen die in de postnatale fase deelnemen aan gestructureerde bijeenkomsten over dieet en training hebben succes op het gebied van gewichtsafname na een jaar41. Om gewicht te verliezen in de postnatale fase is het volgen van een dieet in combinatie met training meer effectief dan enkel het volgen van een dieet. © 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
25
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Training verbetert het cardiovasculaire niveau van de vrouw en vergroot de vetvrijemassa, terwijl alleen een dieet de vetvrije-massa vermindert2. Conclusie Wanneer vrouwen in de postnatale fase trainen op 60 tot 70% van de maximale hartslagfrequentie vermindert dit de kans op depressies en ongerustheid en leidt dit tot een toename van de lichamelijke kracht. Om in de postnatale fase lichaamsgewicht te verliezen is het volgen van een gestructureerd programma met betrekking tot dieet in combinatie met training effectief.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
26
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Subvraag Is trainen, waarbij verschillende vormen van training worden gecombineerd, veilig in zowel de pre- als postnatale fase?
Trainen is veilig in de prenatale fase Voor Auteur + jaar Wolfe, 57 1989 Wolfe, 58 1993 Clapp, 10 1994 Hale, 19 1996 Teitz, 51 1997 Stevenson, 50 1997 Hatoum, 21 1997
Clapp, 13 2002 Kariminia, 25 2004 Kardel, 24 2005
Tegen Uitkomstmaat welzijn zwangere vrouw + foetus welzijn foetus
Valide +
Follow up nee
Auteur + jaar Hale, 19 1996
Uitkomstmaat zwangere vrouw + foetus
Valide +
Follow up nee
-
nee
Clapp, 13 2002
placentagroei
+
nee
zwangerschap
+/-
nee
FHR* + geboortegewicht foetus bevalling + foetusgroei
+
nee
-
nee
risico zwangere vrouw + foetus foetale ademhaling + schop- en schouderbewegingen placentagroei
+
nee
+/-
nee
+
nee
ligging foetus
+
nee
hartslag +/zwangere vrouw *Fetal Heart Rate (foetale hartslag)
ja
Bespreking Er blijven gaten bestaan in de kennis over training in de prenatale fase. Beschikbare data laten echter zien dat gematigde inspanning gedurende een gezonde zwangerschap minimale risico s met zich meebrengt voor zowel de zwangere vrouw als de foetus. Het gaat hierbij om oververhitting, geboortegewichtveranderingen, hartslagreacties van de foetus, miskramen, bevallingspatronen en moederlijke schade50. Training in de prenatale fase brengt de foetus van de gezonde zwangere vrouw niet in gevaar19;57. De hartslag van de foetus verandert van tempo, maar niet van ritme, zowel tijdens als na training. Topatleten die hun training voortzetten in de prenatale fase bevallen van baby s met een verminderd geboortegewicht dat vooral wordt veroorzaakt door een verminderd vetpercentage. Ook hebben de baby s moeilijkheden met het aankomen in lichaamsgewicht na de geboorte als gevolg van een eventueel verminderde melkproductie van de moeder19.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
27
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Gezonde zwangere vrouwen kunnen beginnen met regelmatige training of hun regelmatige training voortzetten tijdens de zwangerschap zonder de zwangerschap en de uitkomst hiervan nadelig te beïnvloeden10. In deze review komt niet naar voren hoe deze tot stand is gekomen. Wanneer zwangere vrouwen het volume van hun inspanning tijdens de prenatale fase opvoeren, vermindert dit de foetus- en placentagroei. Een afname in het trainingsvolume in de loop van de prenatale fase zorgt voor een toename van de foetus- en placentagroei13. Na inspanning van de zwangere vrouw in de prenatale fase neemt de ademhaling van de foetus af. Deze ligt voor aanvang van de inspanning echter op een hoger niveau dan in rust. Er zijn geen veranderingen in schouder- en schopbewegingen waarneembaar na inspanning van de zwangere vrouw21. De spreiding in deze studie is groot en de power is laag met betrekking tot de groepsgrootte. Er is tegenstrijdig bewijs voor de invloed van training in de prenatale fase op de start van de bevalling, het verloop van de bevalling en de groei van de foetus51. In deze review komt niet naar voren hoe deze tot stand is gekomen. Intensieve training in de prenatale fase brengt geen verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor de zwangere vrouw en de foetus24. In deze studie zijn de patiënten niet gerandomiseerd, is het onduidelijk of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn en of de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar waren. Verschillend bewijs laat zien dat gezonde zwangere vrouwen acute training van gematigde intensiteit kunnen uitvoeren in de prenatale fase zonder dat dit het welzijn van de foetus in gevaar brengt58. In deze review komt niet naar voren hoe deze tot stand is gekomen. Oefeningen op handen en knieën tijdens de 37ste week van de zwangerschap vermindert de kans op het krijgen van een sterrenkijkertje niet25. Conclusie Er blijven gaten bestaan in de kennis over training in de prenatale fase. Beschikbare data laten echter zien dat zowel gematigde als intensieve inspanning gedurende een gezonde zwangerschap minimale risico s met zich meebrengt voor zowel de zwangere vrouw als de foetus. Er is tegenstrijdig bewijs voor de invloed van training in de prenatale fase op de start van de bevalling, het verloop van de bevalling en de groei van de foetus. Topatleten die hun training voortzetten in de prenatale fase bevallen van baby s met een verminderd geboortegewicht en zij hebben moeite met het aankomen in lichaamsgewicht na de geboorte. Wanneer zwangere vrouwen het volume van hun inspanning tijdens de prenatale fase opvoeren, vermindert dit de foetus- en placentagroei. Een afname van het trainingsvolume in de loop van de prenatale fase zorgt voor een toename van de foetus- en placentagroei. Na inspanning van de zwangere vrouw in de prenatale fase neemt de ademhaling van de foetus af, maar er zijn geen veranderingen in schouder- en schopbewegingen waarneembaar. Oefeningen op handen en knieën tijdens de 37ste week van de zwangerschap vermindert de kans op het krijgen van een sterrenkijkertje niet.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
28
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Trainen is veilig in de postnatale fase Voor Auteur + jaar Amorim, 2 2007
Tegen Uitkomstmaat borstvoeding
Valide +
Follow up nee
Auteur + jaar
Uitkomstmaat
Valide
Follow up
Bespreking Een combinatie van dieet en training in de postnatale fase blijkt geen invloed te hebben op het geven van borstvoeding2. Conclusie Een combinatie van dieet en training is veilig in de postnatale fase en heeft geen invloed op het geven van borstvoeding.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
29
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Subvraag Is ontspanning effectief, zowel in de pre- als postnatale fase?
Ontspanning is effectief in de prenatale fase Voor Auteur + jaar Teixeira, 52 2005 Bastani, 3 2005 Field, 17 1999
Janke, 22 1999 Bastani, 4 2006
Tegen Uitkomstmaat ongerustheid
Valide +/-
Follow up nee
ongerustheid + stress
+
nee
ongerustheid + stress + slaapstoornissen + rugpijn + complicaties bevalling en baby grootte baby + vroeggeboorte
+
nee
+/-
nee
ongerustheid
+
nee
Auteur + jaar Bernat, 5 1992
Uitkomstmaat bevalling
Valide +/-
Follow up nee
Bespreking Ontspanningsoefeningen in de prenatale fase blijken heilzame effecten te hebben3;4. Deze interventie zou kunnen dienen als een middel om de uitkomsten van de zwangerschap te verbeteren bij zwangere vrouwen met een hoge mate van ongerustheid4. Tevens zorgen ontspanningsoefeningen in de prenatale fase voor een vermindering van ongerustheid en stress bij zwangere vrouwen3. Om de effecten van ongerustheid tijdens de zwangerschap af te laten nemen, is het het meest effectief om in de prenatale fase verschillende ontspanningsmethodes te gebruiken52. In deze studie is de toewijzing van de interventie aan de patiënten niet gerandomiseerd. Ontspanningstherapie in de prenatale fase zorgt niet voor een verminderde kans op vroeggeboorten. Zwangere vrouwen die in de prenatale fase iedere dag ontspanningsoefeningen doen, bevallen van grotere baby s, zijn langer zwanger en scoren hoger betreffende zwangerschapsverlenging22. In deze studie is de toewijzing van de interventie aan de patiënten niet gerandomiseerd. Massagetherapie in de prenatale fase is effectief in het laten afnemen van de mate van ongerustheid, de hoeveelheid stresshormonen, slaapstoornissen en rugpijn. Deze vrouwen hebben minder last van complicaties tijdens de bevalling en er treden minder postnatale complicaties op bij de baby s17. Ondanks dat de instructie van ontspanningsoefeningen in de prenatale fase ontspanning bevordert, vermindert het de stress tijdens de bevalling niet. Geen van de vrouwen past de ontspanningstechnieken namelijk toe tijdens de bevalling5. In deze studie is de toewijzing van de interventie aan de patiënten niet gerandomiseerd.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
30
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Conclusie Ontspanningsoefeningen in de prenatale fase blijken heilzame effecten te hebben. Het meest effectief is het om in de prenatale fase verschillende ontspanningsmethodes te gebruiken. Ontspanningstherapie in de prenatale fase zorgt niet voor een verminderde kans op vroeggeboorten. Massagetherapie in de prenatale fase is effectief in het laten afnemen van de mate van ongerustheid, de hoeveelheid stresshormonen, slaapstoornissen en rugpijn. De vrouwen hebben minder last van complicaties tijdens de bevalling en er treden minder postnatale complicaties op bij de baby s. Ondanks dat de instructie van ontspanningsoefeningen in de prenatale fase ontspanning bevordert, vermindert het de stress tijdens de bevalling niet.
Ontspanning is effectief in de postnatale fase Voor Auteur + jaar Rees, 45 1995
Tegen Uitkomstmaat ongerustheid + depressie + zelfrespect
Valide -
Follow up nee
Auteur + jaar
Uitkomstmaat
Valide
Follow up
Bespreking Het gebruik van Relaxation & Guided Imagery in de postnatale fase is effectief in het laten afnemen van ongerustheid en depressies en in het laten toenemen van de mate van zelfrespect45. In deze studie is de toewijzing van de interventie aan de patiënten niet gerandomiseerd en zijn de effectbeoordelaars niet geblindeerd. Conclusie Het gebruik van Relaxation & Guided Imagery in de postnatale fase is effectief in het laten afnemen van ongerustheid en depressies en in het laten toenemen van de mate van zelfrespect.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
31
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Subvraag Is het trainen van of het doen aan ontspanning veilig, zowel in de pre- als postnatale fase?
Ontspanning is veilig in de prenatale fase Voor Auteur + jaar Narendran, 39 2005
Tegen Uitkomstmaat geboortegewicht foetus + vroeggeboorte + foetusgroei + hypertensie vrouw
Valide +/-
Follow up nee
Auteur + jaar
Uitkomstmaat
Valide
Follow up
Bespreking Een geïntegreerde benadering van yoga in de prenatale fase is veilig. Het verhoogt het geboortegewicht, vermindert vroegtijdige bevallingen en vermindert achterstallige groei van de foetus en zwangerschapsgerelateerde hypertensie, zonder toegenomen complicaties39. In deze studie is de toewijzing van de interventie aan de patiënten niet gerandomiseerd en is het onduidelijk of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn. Conclusie Een geïntegreerde benadering van yoga in de prenatale fase is veilig.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
32
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Hoofdstuk 3:
®
Discussie
Methode In deze discussie zetten we uiteen welke keuzes we hebben gemaakt met betrekking tot de gebruikte methodologie en technieken voor deze systematische literatuurstudie. Naar voren zal komen in hoeverre en op welke manier deze keuzes het resultaat van de literatuurstudie beïnvloed zouden kunnen hebben. Wanneer we kijken naar de manier waarop we in de verschillende databases gezocht hebben, kunnen we zeggen dat we een uitgebreide manier van zoeken hebben toegepast. Door MeSH termen als vrije tekstwoorden te gebruiken bij de zoekopdrachten hebben we de hoeveelheid hits aanzienlijk vergroot. Op deze manier werden veel artikelen die voor ons niet relevant zouden kunnen zijn gevonden, maar konden wij zelf beoordelen wat de relevantie van de gevonden artikelen voor onze literatuurstudie was. Uiteindelijk hebben we hierdoor een groter aantal relevante artikelen kunnen includeren en hebben we de kans om relevante artikelen te missen aanzienlijk verkleind. Artikelen die niet in Nederland of Keulen verkrijgbaar waren, maar wij wel relevant achtten, hebben we niet kunnen betrekken in onze systematische literatuurstudie. Hoewel deze artikelen zijn opgenomen als relevante artikelen, kunnen we hier verder geen uitspraken over doen. Gekeken naar de kwaliteit van een studie is het belangrijk om als onderzoekers onafhankelijk van elkaar artikelen te lezen en te beoordelen. Wij hebben echter beiden een helft van de artikelen voor onze rekening genomen, gelezen en beoordeeld. De beoordelingslijsten hebben we later samen doorgenomen om op deze manier helder te krijgen wat de conclusies uit de artikelen zijn, die gelezen zijn door de ander, en op deze manier hebben we ervoor gezorgd dat we beiden op de hoogte zijn van alle conclusies. Trainen van bekkenbodemspieren Het trainen van bekkenbodemspieren in de prenatale fase is effectief en veilig. Het helpt in de preventie van urine-incontinentie in de zwangerschap en postnataal, wanneer dit prenataal niet aanwezig is. Wanneer urine-incontinentie prenataal aanwezig is, heeft het trainen van bekkenbodemspieren geen effect op het verminderen hiervan. Ook zorgt het trainen van bekkenbodemspieren in de prenatale fase voor een verkorting van de uitdrijvingstijd tijdens de bevalling. Het trainen van bekkenbodemspieren in de postnatale fase is effectief en veilig. Het bevordert het lichamelijk herstel in de postnatale periode. Tevens is het effectief in de preventie en de behandeling van stress urine-incontinentie. Vrouwen bij wie in de prenatale fase sprake is van urine-incontinentie ondervinden geen effect van het trainen van de bekkenbodemspieren in de postnatale fase. Trainen van het cardiorespiratiore uithoudingsvermogen Het trainen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen in de prenatale fase is effectief en veilig. Regelmatige inspanning in de prenatale fase zorgt voor een toename van de anaërobe drempel, bevordert de trainingscapaciteit en zorgt voor een verlaging van de diastolische bloeddruk van de zwangere vrouw. © 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
33
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Submaximale inspanning van gelimiteerde duur, tot 70% van de VO2-max., is in de prenatale fase niet schadelijk voor de gezonde zwangere vrouw en de foetus, ook niet wanneer de zwangere vrouw voor de zwangerschap inactief was. Wanneer in de vroege zwangerschap gestart wordt met een middelzware training, tussen de 55 en 60% van de VO2-max., vergroot dit de groei van de foetus en de placenta. Wanneer in de prenatale fase sportactiviteiten met een intensiteit van 50-85% van de maximale hartfrequentie worden voortgezet, zorgt dit niet voor een verhoging van de kans op vroeggeboorten. Training van het uithoudingsvermogen op 70% van de maximale hartslagfrequentie in de prenatale fase zorgt niet voor een gevaarlijke stijging van de lichaamstemperatuur van de zwangere vrouw en ook niet voor een sterke daling van de saturatie. Trainen in het water brengt verschillende voordelen met zich mee in vergelijking met trainen op het droge. Het trainen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen in de postnatale fase is effectief en veilig. Inspanning van gelimiteerde duur, op 75% van de VO2-max., is in de vroege postnatale fase, vanaf 7 weken postpartum, niet schadelijk voor de vrouw. Combinatie van training Een combinatie van verschillende soorten training in de prenatale fase is effectief en veilig. Training kan de zwangerschap comfortabeler maken, de bevalling verkorten en vermindert de noodzakelijkheid van verloskundig ingrijpen. Wanneer de zwangerschap voorspoedig verloopt, is het leveren van gematigde inspanning gedurende 30 minuten of meer per dag, één, dan niet alle dagen van de week, aan te raden aan zwangere vrouwen. Training in de prenatale fase brengt de foetus van gezonde zwangere vrouwen niet in gevaar. Gemiddelde training vergroot het metabolisme en de cardiopulmonaire capaciteiten van de zwangere vrouw. Training in de prenatale fase heeft geen zichtbaar effect op houding en rugpijn tijdens de zwangerschap. Het kan effectief zijn in de preventie van lumbaalbekkenpijn gedurende de zwangerschap. Wanneer zwangere vrouwen het volume van hun inspanning tijdens de prenatale fase opvoeren, vermindert dit de foetus- en placentagroei. Een afname van het trainingsvolume in de loop van de prenatale fase zorgt voor een toename van de foetus- en placentagroei. Het is verstandig om training in een warme of vochtige omgeving te vermijden. Met betrekking tot pre-eclampsie en de complicaties hiervan is er onvoldoende bewijs om uitspraken hierover te doen. Een combinatie van verschillende soorten training in de postnatale fase is effectief en veilig. Wanneer vrouwen in de postnatale fase trainen op 60 tot 70% van de maximale hartslagfrequentie vermindert dit de kans op depressies en ongerustheid. Hoewel een liggende houding bij het trainen niet veilig is, heeft het trainen op 60% van de maximale hartslagfrequentie in een halfliggende of zittende houding geen nadelige gevolgen voor de zwangere vrouw en de foetus. Ontspanning Ontspanning in de prenatale fase is effectief en veilig. Het meest effectief is het om in de prenatale fase verschillende ontspanningsmethodes te gebruiken. Ondanks dat de instructie van ontspanningsoefeningen in de prenatale fase ontspanning
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
34
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
bevordert, vermindert het de stress tijdens de bevalling niet. Ontspanningstherapie in de prenatale fase zorgt niet voor een verminderde kans op vroeggeboorten. Massagetherapie in de prenatale fase is effectief in het laten afnemen van de mate van ongerustheid, de hoeveelheid stresshormonen, slaapstoornissen en rugpijn. De vrouwen hebben minder last van complicaties tijdens de bevalling en er treden minder postnatale complicaties op bij de baby s. Een geïntegreerde benadering van yoga in de prenatale fase is veilig. Ontspanning is in de postnatale fase effectief en veilig.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
35
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Hoofdstuk 4:
®
Conclusie
Het trainen van bekkenbodemspieren in zowel de pre- als postnatale fase is veilig en effectief. Ook het trainen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen in de prenatale fase is effectief en veilig, mits getraind wordt tot 70% van de VO2-max of 70% van de maximale hartslagfrequentie. Het trainen van het cardiorespiratiore uithoudingsvermogen in de postnatale fase is effectief en veilig en kan starten vanaf de 7de week postnataal. Een combinatie van verschillende soorten training is effectief en veilig in zowel de pre- als postnatale fase. Ontspanning in de pre- en postnatale fase is effectief en veilig. In de prenatale fase is in het bijzonder massagetherapie effectief.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
36
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Hoofdstuk 5:
®
Aanbeveling
Het trainen van bekkenbodemspieren in de prenatale fase is effectief wanneer gekeken wordt naar de preventie van urine-incontinentie in de zwangerschap en postnataal, wanneer dit prenataal niet aanwezig is. Wanneer urine-incontinentie prenataal aanwezig is, heeft het trainen van bekkenbodemspieren geen effect op het verminderen hiervan. Het trainen van bekkenbodemspieren in de postnatale fase is effectief in de preventie en behandeling van stress urine-incontinentie. Ook bevordert het het lichamelijk herstel in de postnatale periode. Trainen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen in zowel de pre- als vroege postnatale fase is effectief en veilig, wanneer dit op submaximaal niveau en met gelimiteerde duur uitgevoerd wordt. Tot 70% van de VO2-max. is het niet schadelijk voor de vrouw en de foetus, ook niet wanneer de vrouw voor de zwangerschap inactief was. Training van het uithoudingsvermogen op 70% van de maximale hartslagfrequentie in de prenatale fase is veilig en vermindert de kans op depressies en ongerustheid bij de zwangere vrouw. Het zorgt niet voor een gevaarlijke stijging van de lichaamstemperatuur en een sterke daling van de saturatie van de zwangere vrouw. Het is echter belangrijk dat zwangere vrouwen het volume van hun inspanning tijdens de prenatale fase niet opvoeren, aangezien dit de foetus- en placentagroei kan verminderen. Bij een voorspoedig verlopende zwangerschap is het leveren van gematigde inspanning, gedurende 30 minuten of meer per dag, aan te raden aan zwangere vrouwen. Dit brengt geen verhoogd gezondheidsrisico met zich mee voor de gezonde zwangere vrouw en de foetus. Regelmatige inspanning in de prenatale fase verhoogt de lichamelijke fitheid, het metabolisme en de cardiopulmonaire capaciteiten van de zwangere vrouw en is effectief in de preventie van lumbaalbekkenpijn tijdens de zwangerschap. Het heeft echter geen effect op houding en rugpijn tijdens de zwangerschap. Ontspanningsoefeningen zijn effectief en veilig in zowel de pre- als postnatale fase. Het is het meest effectief om in de prenatale fase een combinatie van verschillende ontspanningsmethodes te gebruiken. De vrouwen hebben minder last van complicaties tijdens de bevalling en er treden minder postnatale complicaties op bij de baby s. Het heeft echter geen invloed op de kans op een vroeggeboorte. Ondanks dat de instructie van ontspanningsoefeningen in de prenatale fase ontspanning bevordert, vermindert het de stress tijdens de bevalling niet. Massagetherapie is effectief in het laten afnemen van de mate van ongerustheid, de hoeveelheid stresshormonen, slaapstoornissen en rugpijn. Trainen in het water brengt verschillende voordelen met zich mee in vergelijking met trainen op het droge. Het trainen in water heeft minder gevolgen voor de hartslag van de foetus dan trainen op het droge. Een combinatie van trainen in het water en trainen op het droge is aan te bevelen.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
37
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Een liggende houding bij het trainen is niet veilig. Echter het trainen op 60% van de maximale hartslagfrequentie in een halfliggende of zittende houding heeft geen nadelige gevolgen voor de zwangere vrouw en de foetus. Als gekeken wordt naar de ruimte waarin het meest effectief en veilig getraind kan worden, is het verstandig om een warme of vochtige omgeving te vermijden.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
38
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Abstract Is it possible to base the practical aspects of ZwangerFit®, momentarily offered by the NVFB, upon scientific evidence? BACKGROUND: During the past 20 years, many forms of pregnancy counselling have been introduced. This knowledge combined with new developments in pre- and postnatal care has resulted in a new program: ZwangerFit®. This program consists mainly of active lessons, much attention being paid to the qualities of power, endurance, co-ordination and flexibility. Pelvic floor muscle exercises and relaxation are also emphasized. OBJECTIVES: The ZwangerFit® program is momentarily based upon the experience of experts. The aim of this study is to present this program based upon scientific evidence. SEARCH STRATEGY: A search was conducted in PUBMED, Cochrane Library, PEDro, Cinahl and Doconline. SELECTION CRITERIA: Dutch and English RCT s, systematic reviews, longitudinal studies or case studies were used. The titles and abstracts of these articles were considered relevant for answering this research question. MAIN RESULTS: Regarding training in the pre and postnatal phase, general information is mostly available. On the basis of this literature study, only general statements on effectiveness and safety of training in the pre and postnatal phase can be made. Pelvic floor muscle exercises in the prenatal phase are effective in preventing urine incontinence during pregnancy and the postnatal phase if this problem was not preexistent. Pelvic floor muscle exercises given only in the postnatal phase are effective in the prevention and treatment of stress urine incontinence. Training of cardio-respiratory submaximal endurance to 70% of VO2-max. or to 70% of the maximum heart rate frequency, is effective and safe in both prenatal and early postnatal phase. The cardio-respiratory functions of women will benefit without adverse effects to the fetus. General training and/or taking time to relax is effective and safe in both pre and postnatal phases. Several researches have shown that exercising in water is advantageous. CONCLUSION: Physical exercising is effective and safe in both the pre and postnatal phase. The physical fitness of women can be positively influenced, without adverse effects to the fetus.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
39
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Literatuurlijst (1) ACOG committee opinion. Exercise during pregnancy and the postpartum period. International Journal of Gynecology & Obstetrics; 2002:77(1):79-81. (2) Amorim AR, Linne YM, Lourenco PMC. Diet or exercise, or both, for weight reduction in women after childbirth. Cochrane Database of Systematic Reviews; 2007:3. (3) Bastani F. A Randomized controlled trial of the effects of applied relaxation training on reducing anxiety and perceived stress in pregnant women. Journal of midwifery & women's health; 2005:50(4):40. (4) Bastani F, Hidarnia A, Montgomery KS, Aguilar-Vafaei ME, Kazemnejad A. Does relaxation education in anxious primigravid Iranian women influence adverse pregnancy outcomes? A randomized controlled trial. Journal of Perinatal & Neonatal Nursing; 2006:20(2):138-146. (5) Bernat. Biofeedback-assisted relaxation to reduce stress in labour. Journal of obstetric, gynecologic, and neonatal nursing; 1992:21(4):259-303.. (6) Brenner IK, Wolfe LA, Monga M, McGrath MJ. Physical conditioning effects on fetal heart rate responses to graded maternal exercise. Med Sci Sports Exerc; 1999:31(6):792-799. (7) Carpenter MW, Sady SP, Hoegsberg B, Sady MA, Haydon B, Cullinane EM et al. Fetal heart rate response to maternal exertion. JAMA; 1988:259(20):30063009. (8) Clapp JF, III. The effects of maternal exercise on early pregnancy outcome. Am J Obstet Gynecol; 1989:161:1453-1457. (9) Clapp JF, III. The course of labor after endurance exercise during pregnancy. Am J Obstet Gynecol; 1990:163:1799-1805. (10) Clapp JF. A Clinical Approach to Exercise During Pregnancy. Clinics in Sports Medicine; 1994:13(2):443-458. (11) Clapp JF, III, Capeless EL. Neonatal morphometrics after endurance exercise during pregnancy. Am J Obstet Gynecol; 1990:163:1805-1811. (12) Clapp JF, Kim H, Burciu B, Lopez B. Beginning regular exercise in early pregnancy: Effect on fetoplacental growth. American Journal of Obstetrics and Gynecology; 2000:183(6):1484-1488. (13) Clapp JF, Kim H, Burciu B, Schmidt S, Petry K, Lopez B. Continuing regular exercise during pregnancy: Effect of exercise volume on fetoplacental growth. American Journal of Obstetrics and Gynecology; 2002:186(1):142-147.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
40
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
(14) Collings CA, Curet LB, Mullin JP. Maternal and Fetal Responses to A Maternal Aerobic Exercise Program. American Journal of Obstetrics and Gynecology; 1983:145(6):702-707. (15) Dumas GA. Exercise, posture, and back pain during pregnancy Part 1. Exercise and posture. Clinical Biomechanics; 1995:10(2):98-103. (16) Dumas GA. Exercise, posture, and back pain during pregnancy Part 2. Exercise and back pain. Clinical Biomechanics; 1995:10(2):104-109. (17) Field T, Hernandez-Reif M, Hart S, Theakston H, Schanberg S, Kuhn C. Pregnant women benefit from massage therapy. Journal of Psychosomatic Obstetrics and Gynecology; 1999:20(1):31-38. (18) Garshasbi A, Zadeh SF. The effect of exercise on the intensity of low back pain in pregnant women. International Journal of Gynecology & Obstetrics; 2005:88(3):271-275. (19) Hale RW, Milne L. The elite athlete and exercise in pregnancy. Semin Perinatol; 1996:20(4):277-284. (20) Hatch M, Levin B, Shu XO, Susser M. Maternal leisure-time exercise and timely delivery. American Journal of Public Health; 1998:88(10):1528-1533. (21) Hatoum. Effects of maternal exercise on fetal activity in late gestation. The journal of maternal-fetal medicine; 1997:6(3):134-139. (22) Janke J. The effect of relaxation therapy on preterm labor outcomes. J Obstet Gynecol Neonatal Nurs; 1999:28(3):255-263. (23) Jonasson A, Larsson B, Pschera H. Testing and training of the pelvic floor muscles after childbirth. Acta Obstet Gynecol Scand; 1989:68(4):301-304. (24) Kardel KR. Effects of intense training during and after pregnancy in top-level athletes. Scand J Med Sci Sports; 2005:15(2):79-86. (25) Kariminia A, Chamberlain ME, Keogh J, Shea A. Randomised controlled trial of effect of hands and knees posturing on incidence of occiput posterior position at birth. British Medical Journal; 2004:328(7438):490-493. (26) Katz VL, Mcmurray R, Goodwin WE, Cefalo RC. Nonweightbearing Exercise During Pregnancy on Land and During Immersion - A Comparative-Study. American Journal of Perinatology; 1990:7(3):281-284. (27) Koltyn KF, Schultes SS. Psychological effects of an aerobic exercise session and a rest session following pregnancy. J Sports Med Phys Fitness; 1997:37(4):287-291. (28) Kramer MS. Aerobic exercise for women during pregnancy. Cochrane Database Syst Rev; 2002:2.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
41
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
(29) Larsson L, Lindqvist PG. Low-impact exercise during pregnancy--a study of safety. Acta Obstet Gynecol Scand; 2005:84(1):34-38. (30) Lynch. Maternal physiological responses to swimming training during the second trimester of pregnancy. Research in sports medicine; 2007:15(1):33. (31) MacPhail A, Davies GA, Victory R, Wolfe LA. Maximal exercise testing in late gestation: fetal responses. Obstet Gynecol; 2000:96(4):565-570. (32) Marquez-Sterling S, Perry AC, Kaplan TA, Halberstein RA, Signorile JF. Physical and psychological changes with vigorous exercise in sedentary primigravidae. Med Sci Sports Exerc; 2000:32(1):58-62. (33) McAuley SE, Jensen D, McGrath MJ, Wolfe LA. Effects of human pregnancy and aerobic conditioning on alveolar gas exchange during exercise. Can J Physiol Pharmacol; 2005:83(7):625-633. (34) Meher S. Exercise or orther physical activity for preventing pre-eclampsia and its complications. Cochrane Database of Systematic Reviews; 2007:4. (35) Morkved S, Bo K. The effect of post-natal exercises to strengthen the pelvic floor muscles. Acta Obstet Gynecol Scand; 1996:75(4):382-385. (36) Morkved S, Bo K. Effect of postpartum pelvic floor muscle training in prevention and treatment of urinary incontinence: a one-year follow up. BJOG; 2000:107(8):1022-1028. (37) Morkved S, Bo K, Schei B, Salvesen KA. Pelvic floor muscle training during pregnancy to prevent urinary incontinence: a single-blind randomized controlled trial. Obstet Gynecol; 2003:101(2):313-319. (38) Morkved S, Salvesen KA, Schei B, Lydersen S, Bo K. Does group training during pregnancy prevent lumbopelvic pain? A randomized clinical trial. Acta Obstet Gynecol Scand; 2007:86(3):276-282. (39) Narendran S, Nagarathna R, Narendran V, Gunasheela S, Nagendra HRR. Efficacy of yoga on pregnancy outcome. Journal of Alternative and Complementary Medicine; 2005:11(2):237-244. (40) O'Neill ME, Cooper KA, Boyce ES, Hunyor SN. Postural effects when cycling in late pregnancy. Women Birth; 2006:19(4):107-111. (41) O'Toole ML, Sawicki MA, Artal R. Structured diet and physical activity prevent postpartum weight retention. Journal of Womens Health; 2003:12(10):991998. (42) Oliveira. Effects of pelvic floor muscle training during pregnancy. Clinics; 2007:62(4):439-446. (43) Pennick VE, Young G. Interventions for preventing and treating pelvic and back pain in pregnancy. Cochrane Database of Systematic Reviews; 2007:2.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
42
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
(44) Pivarnik JM. Impact of physical activity during pregnancy and postpartum on chronic disease risk. Med Sci Sports Exerc; 2006:38(5):989-1006. (45) Rees. Effect of relaxation with guided imagery on anxiety, depression, and self-esteem in primiparas. Journal of holistic nursing; 1995:13(3):252-267. (46) Reilly ET, Freeman RM, Waterfield MR, Waterfield AE, Steggles P, Pedlar F. Prevention of postpartum stress incontinence in primigravidae with increased bladder neck mobility: a randomised controlled trial of antenatal pelvic floor exercises. BJOG; 2002:109(1):68-76. (47) Salvesen KA, Morkved S. Randomised controlled trial of pelvic floor muscle training during pregnancy. British Medical Journal; 2004:329(7462):378-380. (48) Sampselle CM, Miller JM, Mims BL, Delancey JO, Ashton-Miller JA, Antonakos CL. Effect of pelvic muscle exercise on transient incontinence during pregnancy and after birth. Obstet Gynecol; 1998:91(3):406-412. (49) Santos IA, Stein R, Fuchs SC, Duncan BB, Ribeiro JP, Kroeff LR et al. Aerobic exercise and submaximal functional capacity in overweight pregnant women: a randomized trial. Obstet Gynecol; 2005:106(2):243-249. (50) Stevenson L. Exercise in pregnancy. Part 1: Update on pathophysiology. Can Fam Physician; 1997:43:97-104. (51) Teitz CC, Hu SS, Arendt EA. The Female Athlete: Evaluation and Treatment of Sports-Related Problems. J Am Acad Orthop Surg; 1997:5(2):87-96. (52) Teixeira J, Martin D, Prendiville O, Glover V. The effects of acute relaxation on indices of anxiety during pregnancy. Journal of Psychosomatic Obstetrics and Gynecology; 2005:26(4):271-276. (53) van Doorn MB, Lotgering FK, Struijk PC, Pool J, Wallenburg HC. Maternal and fetal cardiovascular responses to strenuous bicycle exercise. Am J Obstet Gynecol; 1992:166(3):854-859. (54) Wang TW, Apgar BS. Exercise during pregnancy. Am Fam Physician; 1998:57(8):1846-52. (55) Webb KA, Wolfe LA, McGrath MJ. Effects of Acute and Chronic Maternal Exercise on Fetal Heart-Rate. Journal of Applied Physiology; 1994:77(5):2207-2213. (56) Woldringh C, van den Wijngaart M, Albers-Heitner P, Nijeholt AABL, LagroJanssen T. Pelvic floor muscle training is not effective in women with UI in pregnancy: a randomised controlled trial. International Urogynecology Journal; 2007:18(4):383-390. (57) Wolfe LA, Hall P, Webb KA, Goodman L, Monga M, McGrath MJ. Prescription of aerobic exercise during pregnancy. Sports Med; 1989:8(5):273-301.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
43
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
(58) Wolfe LA, Mottola MF. Aerobic Exercise in Pregnancy - An Update. Canadian Journal of Applied Physiology-Revue Canadienne de Physiologie Appliquee; 1993:18(2):119-147. (59) Yeo S, Steele NM, Chang MC, Leclaire SM, Ronis DL, Hayashi R. Effect of exercise on blood pressure in pregnant women with a high risk of gestational hypertensive disorders. Journal of Reproductive Medicine; 2000:45(4):293298.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
44
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Bijlagen
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
45
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Bijlage I
®
Formats beoordelingen
Format beoordeling RCT (nummer artikel) Titel: Auteurs: Bron: Methode RCT Populatie
Interventies Interventiegroep:
Controlegroep:
Resultaten
Conclusie Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Item 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld?
+
-
?
Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
46
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
Format beoordeling review (nummer artikel) Titel: Auteurs: Bron: Methode Review Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Item 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? Voldoende valide en toepasbaar
+
-
?
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
47
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Bijlage II
®
Beoordeling artikelen
1) Titel: Exercise During Pregnancy and the Postpartum Period Auteurs: ACOG committee opinion Bron: International Journal of Gynecology and Obstetrics, Vol. 77, pp. 79-81, 2002 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Gezonde, zwangere vrouwen. Inspanning in verschillende vormen. Recreatieve en competitieve atleten met ongecompliceerde zwangerschappen kunnen actief blijven gedurende de zwangerschap en moeten hun trainingsgewoonten matigen wanneer dit medisch geïndiceerd is. Niet-actieve vrouwen en vrouwen met medische en/of verloskundige complicaties moeten voordat ze een trainingsschema krijgen, goed geëvalueerd worden. Training tijdens de zwangerschap kan voordelen met zich meebrengen voor vrouwen met zwangerschapssuiker. Een actieve zwangere vrouw die bekend is met vroeggeboorte of verminderde foetusgroei, moet geadviseerd worden om tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap te minderen met inspanning. In de afwezigheid van medische en verloskundige complicaties is het leveren van gematigde inspanning gedurende 30 minuten of meer per dag, één, dan niet alle dagen van de week aan te raden aan zwangere vrouwen. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
48
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
2) Titel: Diet or exercise, or both, for weight reduction in women after childbirth (Review) Auteurs: A.R. Amorim, Y.M. Linne and P.M.C. Lourence Bron: The Cochrane Library, No. 4, 2007 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Bevallen vrouwen Dieet en/of training - Vrouwen die trainen na de bevalling verliezen niet meer gewicht dan vrouwen die niet trainen na de bevalling. - Vrouwen die een dieet volgen na de bevalling of een dieet volgen in combinatie met training na de bevalling verliezen significant meer gewicht na de bevalling dan vrouwen die niet trainen of een dieet volgen na de bevalling. - Er was geen verschil in de grootte van het gewichtsverlies van vrouwen die na hun bevalling slechts een dieet volgen of vrouwen die een dieet volgen en trainen. - De interventies lijken geen invloed te hebben op het geven van borstvoeding. Deze review laat zien dat het volgen van een dieet in combinatie met training meer effectief lijkt dan alleen het volgen van een dieet na de bevalling om gewicht te verliezen. Dit aangezien de combinatie van een dieet en training het cardiovasculaire niveau van de vrouw verbeterd en de vetvrije-massa vergroot, terwijl alleen een dieet de vetvrije-massa verminderd. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
49
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
3) Titel: A Randomized Controlled Trial of the Effects of Applied Relaxation Training on Reducing Anxiety and Perceived Stress in Pregnant Women Auteurs: F. Bastani, A. Hidarnia, A. Kazemnejad, M. Vafaei and M. Kashanian Bron: Journal of Midwifery Womens Health, Vol. 50, No. 4, 2005 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
110 gezonde, zwangere vrouwen: - Tussen de 18 en 30 jaar - Met een gemiddelde leeftijd van 23,8 jaar - Tussen de 14 en 28 weken zwanger - Met een gemiddelde zwangerschapsduur van 17,8 weken - Zwanger van hun eerste kind - Met een ongecompliceerde zwangerschap - Zwanger van een eenling - Zonder medisch of verloskundig risico Interventiegroep: Een onbekende hoeveelheid vrouwen krijgt: - Zeven weken lang, iedere week een groeps-ontspanningssessie van 90 minuten. - Zelfstandig ontspanningsoefeningen uitvoeren gedurende de zeven weken, iedere dag. - En reguliere zwangerschapsbegeleiding. Controlegroep: Een onbekende hoeveelheid vrouwen krijgt slechts reguliere zwangerschapsbegeleiding. - In vergelijking met de controlegroep liet de interventiegroep op twee vlakken significante verminderingen zien: Ongerustheid Stress - De interventiegroep laat na de interventieperiode een vermindering zien in stress, vergeleken met voor de interventieperiode. - De interventiegroep laat na de interventieperiode een afname zien in ongerustheid, vergeleken met voor de interventieperiode. - In de controlegroep werden voor beide parameters geen veranderingen gezien wanneer de voor- en natesten vergeleken werden. - Er was een significante toename zichtbaar van stress in de interventiegroep wanneer de voor- en natest met elkaar vergeleken werden. Deze studie laat heilzame effecten (angst en ervaren stress) zien van ontspanning op het verminderen van ongerustheid en stress bij zwangere vrouwen. Het aanleren van ontspanningsoefeningen kan dienen als hulpbron voor het verbeteren van de psychologische gezondheid van zwangere vrouwen. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd?
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
50
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit 7
Beoordeling van de interventie
®
Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar
n.v.t.
X X X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
51
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
4) Titel: Does relaxation education in anxious primigravid Iranian women influence adverse pregnancy outcomes? Auteurs: F. Bastani, A. Hidarnia, K.S. Montgomery, M.E.Aguilar-Vafaei, A. Kazemnejad Bron: The Journal of perinatal & neonatal nursing, Vol. 20, No. 2, pp. 138-146, 2006 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
110 (Iraanse) vrouwen met een leeftijd van 18-30 jaar, tussen de 14-28ste week van de zwangerschap, die voor de eerste maal zwanger zijn, en in de groep van medische laag-risico zitten, maar met een hoge mate van ongerustheid. Interventiegroep: 55 vrouwen volgen naast de normale zwangerschapszorg een 7 weken durende ontspanningstrainingen. Controlegroep: 55 vrouwen volgen de normale zwangerschapszorg. Bij de interventiegroep, in vergelijking met de controlegroep, is een significant afname van een laag geboortegewicht, sectie, en/of kunst verlossing. Er zijn significante verschillen gevonden in de hartslag van de foetus. Ontspanningsoefeningen tijdens de zwangerschap blijken heilzame effecten te hebben. Deze interventie zou kunnen dienen als een middel om de uitkomsten van de zwangerschap te verbeteren bij vrouwen met een hoge mate van ongerustheid. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
52
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
5) Titel: Biofeedback-Assisted Relaxation to Reduce Stress in Labour Auteurs: S.H. Bernat, P.J. Wooldridge, M. Marecki and L. Snell Bron: Journal of obstetric, gynecologic, and neonatal nursing, Vol. 21, No. 4, pp. 295- 303, 1992 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
33 zwangere vrouwen in de leeftijd van laat 20 tot begin 30 Interventiegroep: 16 zwangere vrouwen gebruiken biofeedback van een vingerthermometer als terugkoppeling van de mate van ontspanning. Daarbij kregen zij om hiermee thuis te kunnen oefenen: - Een tape met ontspanningsinstructies - Een vingerthermometer - Instructies om ontspanning te trainen tijdens verschillende dagelijkse activiteiten - Een document om de gegevens te verzamelen Controlegroep: 17 zwangere vrouwen krijgen reguliere begeleiding. - De interventiegroep laat tijdens de zwangerschap een hogere pols- en vingertemperatuur zien dan de controlegroep, zowel voor als na de ontspanning. - Zowel de interventiegroep als de controlegroep laat een stijging van de temperatuur zien na ontspanning. De stijgingen in de interventiegroep lager wel wat hoger dan in de controlegroep. - De vrouwen uit de interventiegroep rapporteren meer stress te hebben gehad tijdens de bevalling dan de vrouwen uit de controlegroep. Ondanks dat de instructie van ontspanningoefeningen tijdens de zwangerschap ontspanning bevorderd, verminderd het de stress tijdens de bevalling niet; aangezien geen van de vrouwen heeft geprobeerd de technieken tijdens de bevalling te gebruiken. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn n.v.t. van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
53
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
6) Titel: Physical conditioning effect on fetal heart rate responses to graded maternal exercise Auteurs: Brenner, I.K.M.; Wolfe, L.A.; Monga, M.; McGrath, M.J. Bron: Medicine and science in sports and exercise, Vol. 31, No. 6, pp. 792-799, 1999 Methode CT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
20 zwangere vrouwen Interventiegroep: 14 gezonde zwangere vrouwen die eerst een zittende leefstijl hadden, maar nu deelnemen aan de trainingen. Controlegroep: 6 zwangere vrouwen die de zittende leefstijl behouden. De gemiddelde hartslag van de foetus neemt significant toe tijdens inspanning, gevolgd door een onderdrukking en dan een vertraagde toename gedurende de herstelperiode tijdens beide observaties. Foetale bradycardie kwam niet voor tijdens de inspanningstesten. Hoe verder in de zwangerschap de inspanning geleverd werd, hoe lager de foetale hartslag was, zowel tijdens rust als inspanning. Ook leverde dit een lager risico op aan inspanning gerelateerde tachycardie. Foetale hartslagreacties bij inspanning zijn gerelateerd aan de leeftijd van de foetus. Een kortdurende, progressieve inspanning (tot een hartslag van de moeder van 170 bpm) brengt geen foetale distress met zich mee gedurende een gezonde zwangerschap. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
54
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
7) Titel: Fetal Heart Rate Response to Maternal Exertion Auteurs: M.W. Carpenter, S.P. Sady, B. Hoegsberg, M.A. Sady, B. Haydon, Eileen M. Cullinane, D.R. Coustan and P.D. Thompson Bron: JAMA, Vol. 259, No. 20, 27 mei 1988 Methode CT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
45 zwangere vrouwen: Gemiddelde leeftijd van 29 jaar. Met een gemiddelde zwangerschapsduur van 25.2 weken, gedurende de test. Geen medische problemen in de voorgeschiedenis. Geen voorgaande abnormale zwangerschappen. De mate van inspanning voor en tijdens de zwangerschap tot dan toe varieert. Geen van de vrouwen heeft nooit aan inspanning gedaan. Interventiegroep: - 45 vrouwen participeren in twee sessies. Iedere sessie bestaat uit een submaximale inspanningstest, gevold door een maximale inspanningstest. Tijdens de sessies wordt de hartslag van de foetus geregistreerd d.m.v. ultrageluid. De opbouw van een sessie ziet er als volgt uit: 10 minuten rust. 6 minuten fietsen op 25% van het maximale inspanningsvermogen. 6 minuten fietsen op 50% van het maximale inspanningsvermogen. 6 minuten fietsen op 75% van het maximale inspanningsvermogen. 5 minuten uitfietsen zonder weerstand. 10 minuten rust. Start op 60 Watt (75% van het maximale inspanningsvermogen), waarna iedere 2 minuten de weerstand verhoogd wordt, totdat de vrouwen aangeven niet verder te kunnen of te willen fietsen. 5 minuten uitfietsen zonder weerstand. Daarna nemen zij, gedurende 7 minuten, een halfliggende positie aan zodat observatie m.b.v. ultrageluid kan plaatsvinden, gevolgd door een non-stress test. - Tijdens sessie 1 voeren 42 vrouwen zowel de submaximale als de maximale test uit; drie vrouwen voeren alleen de submaximale test uit. - Tijdens sessie 2 voeren 37 vrouwen zowel de submaximale als de maximale test uit; drie vrouwen voeren alleen de submaximale test uit. Controlegroep: Er is geen echte controlegroep. De uitkomsten worden onderling en in het algemeen vergeleken. - De gemiddelde hartslag van de foetus verandert niet tijdens inspanning. - Er was één geval van bradycardie van de foetus, gedurende submaximale inspanning van de moeder die een vasovagale episode doormaakte. - Er waren 16 episodes van bradycardie van de foetus tijdens rust na inspanning. 15 van deze episodes vonden plaats tijdens rust na maximale inspanning en 1 van deze episodes vond plaats tijdens rust na submaximale inspanning. Kortstondige, submaximale inspanning, tot 70% van de maximale inspanning (hartfrequentie < 148 slagen per minuut) heeft geen effect op de hartslag van de foetus. In tegenstelling tot submaximale inspanning, wordt maximale inspanning regelmatig gevolgd door bradycardie van de foetus. Dit kan duiden op inadequate foetale gasuitwisseling.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
55
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Valide en toepasbaar
1 2 3 4 5 6 7
8 9 Beoordeling van de interventie
®
Item Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten gerandomiseerd? Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar
+
Twijfelachtig
X
X
?
X X X X X n.v.t.
X X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
56
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
8) Titel: The effects of maternal exercise on early pregnancy outcome Auteurs: J.F. Clapp III Bron: American journal of obstetrics and gynecology, Vol. 161, No. 6, pp. 14531457, 1989 Methode CT Populatie
Interventies
Resultaten Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
119 gezonde vrouwen, voor en tijdens de zwangerschap. Werkzaam buiten huis, lichamelijke actieve leefstijl, in een midden of economische hoge klasse indeelbaar. Een gemiddelde leeftijd van 31 jaar. Interventiegroep: 90 vrouwen, bekeken zowel voor als na de zwangerschap (49 hardlopers, 41 dansers) die gedurende de laatste 2 jaar 3 keer per week of meer hebben getraind met een minimum van 20 minuten per keer. Zij zetten hun gewoonlijke lichamelijk activiteiten/inspanningen voort met meer dan 50% van hun maximale HF. Controlegroep: 29 lichamelijke actieve vrouwen, bekeken zowel voor als na de zwangerschap die overeen komen met de vrouwen uit de interventiegroep op gebied van leeftijd, gewicht, vetpercentage en training van de laatste twee jaar. Zij zetten hun gewoonlijke lichamelijke activiteiten/inspanningen stopzetten wanneer zij zwanger worden. Onbekend Voortzetting van de verschillende soorten van sportactiviteiten met een intensiteit tussen de 50-85% van de maximale HF tijdens de periode voor de zwangerschap en in de vroege zwangerschap hebben geen relatie met de kans op vroeggeboorten. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn n.v.t. van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
57
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
9) Titel: Neonatal morphometrics after endurance exercise during pregnancy Auteurs: J.F. Clapp and E.L. Capeless Bron: Endurance exercise and labor, Vol. 163, nr. 6, Part 1, 1990 Methode CT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
132 zwangere, fitte, lichamelijk actieve vrouwen. Interventiegroep: 77 zwangere vrouwen. Waarvan 42 recreatieve hardlopers en 35 aerobicdansers. Die voor hun zwangerschap minimaal drie keer per week een half uur bovenstaande sport beoefenden. Die hun activiteiten gedurende hun zwangerschap doorzetten op minimaal 50 procent van de intensiteit die zij normaal beoefenen. Controlegroep: 55 lichamelijk actieve, zwangere vrouwen die niet van plan zijn om gedurende hun zwangerschap een continu en een qua intensiteit hoog trainingsprogramma door te zetten. De baby s van de vrouwen uit de interventiegroep: Hebben een lager geboortegewicht (-310 gr.). Hebben een lagere ponderal-index (-0.24). Hebben een lagere placentagewichtratio (-0,7). Zijn even lang als de baby s van de vrouwen uit de controlegroep. Hebben een even grote hoofdomtrek als de baby s van de vrouwen uit de controlegroep. Hebben een mindere huidplooidikte. Hebben minder percentage lichaamsvet. Het voortzetten van een regulier aerobic of hardloopprogramma op of boven een minimaal trainingsniveau gedurende de late zwangerschap, resulteert in een asymmetrisch patroon van groeibeperking dat met name zijn weerslag heeft op de neonatale vetmassa. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn n.v.t. van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? X 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin n.v.t. ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
X
58
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
10) Titel: A clinical approach to exercise during pregnancy Auteurs: J.F. Clapp III Bron: Clinics in Sports Medicine, Vol. 13, No. 2, 1994 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Zwangere vrouwen Training - Trainen heeft geen direct verband met vroeggeboorte. - Lopen en fietsen op gemiddelde of hoge intensiteit stimuleert de baarmoederactiviteit (contracties) niet en verhoogt de kans op vroeggeboorte en/of membraanscheuren dus niet. - Training heeft geen invloed op de duur van de bevalling. - Het starten van training in het midden van de zwangerschap brengt geen veranderingen met zich mee of verhoogt het geboortegewicht. - Regelmatige training stimuleert de groei van de placenta. - Kortdurende training/inspanning heeft geen nadelige gevolgen voor de stress/distress van de foetus. - Training tijdens de zwangerschap zorgt niet voor meer blessures dan normaal. - Training heeft een positief effect op de lichamelijke klachten die normaal gesproken optreden tijdens de zwangerschap. Gezonde vrouwen kunnen beginnen met regelmatige training, of hun regelmatige training voortzetten tijdens de zwangerschap met voordelen en zonder de zwangerschap en de uitkomst ervan nadelig te beinvloeden. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
59
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
11) Titel: The course of labor after endurance exercise during pregnancy Auteurs: J.F. Clapp III Bron: American journal of obstetrics and gynecology, Vol. 163, pp. 1799-1805, 1990 Methode CT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
131 zwangere vrouwen (gemiddelde leeftijd van 31 jaar) die een zorgeloze eerste helft van de zwangerschap achter de rug hebben, recreatieve sportsters met een aardige conditie. Interventiegroep: 87 zwangere vrouwen ( 46 hardlopers, 41 dansers) die doorgaan met de trainingen na de eerste helft van de zwangerschap. Controlegroep: 44 zwangere vrouwen ( 21 hardlopers, 23 dansers) die spontaan gestopt zijn met de trainingen na de eerste helft van de zwangerschap. De interventiegroep hebben een kleinere kans op buik en/of vaginale operatieve verlossingen en bij een natuurlijk vaginale bevalling verging dit sneller in vergelijking met de controlegroep. Ook in de interventiegroep was de aanwezigheid van acute foetus stress minder dan in vergelijking met de controlegroep. Bij vrouwen, met een aardige conditie die regelmatig doen aan aerobics of hardlopen en die hiermee doorgaan tijdens de gehele zwangerschap, blijkt dit een goedwerkend effect te hebben op de natuurlijke bevalling en de uitkomst hiervan. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
X
60
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
12) Titel: Beginning regular exercise in early pregnancy: effect on fetoplacental growth Auteurs: J.F. Clap III, H. Kim, B. Burciu and B. Lopez Bron: The American Journal of Obstetrics and Gynecology, Vol. 183, pp. 14841488, 2000 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
46 inactieve vrouwen die voor hun zwangerschap werden gescreened (VO2max.) en deelnamen aan het onderzoek direct toen zij zwanger waren van een eenling. Interventiegroep: 22 vrouwen: Een middelzware training (tussen de 55 en 60% van de VO2-max.). 20 minuten, 3 tot 5 keer per week, gedurende de gehele zwangerschap (lopende band, steps of stepper). Controlegroep: 24 vrouwen: Die gedurende de zwangerschap niet trainen. - De baby s van de vrouwen uit de interventiegroep waren significant zwaarder, dan die van de vrouwen uit de controlegroep. - De baby s van de vrouwen uit de interventiegroep waren significant langer, dan die van de vrouwen uit de controlegroep. - Het verschil in geboortegewicht was het resultaat van zowel een groter lichaamsgewicht en een grotere vetmassa. - De groei van de placenta in het midden van de zwangerschap was sneller in de interventiegroep, vergeleken met de controlegroep. - De morfologische functie van de placenta was groter in de interventiegroep, vergeleken met de controlegroep. - Er was geen verschil tussen beide groepen in het percentage lichaamsvet van de baby, de hoofdomtrek van de baby, de ponderal index (BMI voor baby s) of de gewichtstoename van de moeder. Deze studie laat zien dat het beginnen met een gemiddelde training in de vroege zwangerschap de groei van foetus en placenta vergroot. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
61
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
13) Titel: Continuing regular exercise during pregnancy: Effect of exercise volume on fetoplacental growth Auteurs: J.F. Clapp III, H. Kim, B. Burciu, S. Schmidt, K. Petry, B. Lopez Bron: American journal of obstetrics and gynecology, Vol. 186, No. 1, pp. 142147, 2002 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
75 vrouwen die buitenhuis werkzaam zijn en een actieve levenstijl hebben. Interventiegroep: low-high groep, 26 vrouwen mid-mid groep, 24 vrouwen high-low groep, 25 vrouwen Controlegroep: Er is geen controlegroep, bovenstaande groepen worden met elkaar vergeleken. De baby s van de vrouwen die in de groep zaten met een hoge volume van training, in de midden en late zwangerschap waren significant lichter en minder lichaamsvet dan de baby s van de vrouwen die de trainingsvolume na de 20ste week van de zwangerschap verminderden. Hoge volume van gematigde intensiteit, training in de midden en late zwangerschap, vermindert de foetusplacenta groei. Terwijl een afname in de trainingsvolume, de foetusplacenta groei vergrootte met een proportioneel grotere toename in vetmassa dan in de lean body massa. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
62
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
14) Titel: Maternal and fetal responses to a maternal aerobic exercise program Auteurs: C.A. Collings, L.B. Curet, J.P. Mullin Bron: American journal of obstetrics and gynecology, Vol. 145, No. 6, pp. 702707, 1983 Methode CT Populatie Interventies
Resultaten Conclusie Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
20 zwangere vrouwen Interventiegroep: 12 vrouwen namen deel aan een aerobic trainingsprogramma. Controlegroep: 8 vrouwen volgden geen trainingsprogramma. Zie conclusie Een vergelijking tussen de beiden groepen in bevallings-duur, apgar score en foetus groei laat geen verschillen zien. Item + 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar
?
X X
X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
X
63
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
15) Titel: Exercise, posture, and back pain during pregnancy: part 1; exercise and posture Auteurs: G.A. Dumas, L.G. Reid, L.A. Wolfe, M.P. Griffin and M.J. McGrath Bron: Clinical Biomechanics, Vol. 10, No. 2, pp. 98-103, 1995 Methode CT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie Valide en toepasbaar
65 zwangere vrouwen: - In de vroege zwangerschap - In goede algehele gezondheid, zonder problemen die geassocieerd zijn met de zwangerschap - Geen rugklachten in het afgelopen jaar Interventiegroep: - 27 vrouwen nemen een aantal malen per week deel aan een oefengroep. De training duurt 1 uur per keer en omvat de volgende activiteiten: Warming-up Aerobics = fietsen op 75% van de maximale hartslag Spierversterkende oefeningen Ontspanningsoefeningen De vrouwen nemen minimaal drie maal per week deel aan deze interventiegroep van maximaal de twaalfde week van de zwangerschap tot aan de datum dat zij uitgerekend zijn. Controlegroep: - 38 inactieve vrouwen - De bodymassindex wordt niet beïnvloedt door training of door de hoeveelheid van zwangerschappen. - Tussen beide groepen zijn geen verschillen in de lijn van de zwaartekracht. - De standwijdte neemt toe tegen het einde van de zwangerschap en is breder dan postnataal. - Tussen periode 1 en 2 (17-24 weken en 25-32 weken) neemt de lordose significant toe, waarna deze voor de controlegroep stabiel blijft en voor de interventiegroep langzaam afneemt. Voor beide groepen neemt het weer toe in de late zwangerschap. - Wanneer gekeken wordt naar de hoeveelheid zwangerschappen die vrouwen hebben gehad en de lordose tijdens de zwangerschap kan geconcludeerd worden dat de lordose van vrouwen na meerdere zwangerschappen in het tweede deel van de zwangerschap toeneemt, waarna deze in het laatste gedeelte weer langzaam afneemt. Bij vrouwen die voor de eerste keer zwanger zijn neemt de lordose in het tweede gedeelte juist af, waarna deze in het laatste deel van de zwangerschap weer toeneemt. - De kyfose veranderd niet significant tijdens de zwangerschap/ Een trainingsgroep voor zwangere vrouwen, volgens Canadese richtlijnen, heeft geen zichtbaar effect op de houding tijdens zwangerschap. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd?
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
64
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit 7
Beoordeling van de interventie
®
Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
n.v.t.
X X X X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
65
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
16) Titel: Exercise, posture, and back pain during pregnancy: part 2; exercise and back pain Auteurs: G.A. Dumas, L.G. Reid, L.A. Wolfe, M.P. Griffin and M.J. McGrath Bron: Clinical Biomechanics, Vol. 10, No. 2, pp. 104-109, 1995 Methode CT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie Valide en toepasbaar
65 zwangere vrouwen: - In de vroege zwangerschap - In goede algehele gezondheid, zonder problemen die geassocieerd zijn met de zwangerschap - Geen rugklachten in het afgelopen jaar Interventiegroep: - 27 vrouwen nemen een aantal malen per week deel aan een oefengroep. De training duurt 1 uur per keer en omvat de volgende activiteiten: Warming-up Aerobics = fietsen op 75% van de maximale hartslag Spierversterkende oefeningen Ontspanningsoefeningen De vrouwen nemen minimaal drie maal per week deel aan deze interventiegroep van maximaal de twaalfde week van de zwangerschap tot aan de datum dat zij uitgerekend zijn. Controlegroep: - 38 inactieve vrouwen - Gekeken naar prevalentie, is er geen significant verschil zichtbaar tussen beide groepen. 78% van de vrouwen uit de interventiegroep en 81% van de vrouwen uit de controlegroep geeft aan minimaal één maal tijdens de zwangerschap last te hebben gehad van haar rug. Van deze vrouwen geeft 26% uit de interventiegroep en 19% uit de controlegroep aan dat ze minimaal één maal tijdens de zwangerschap ernstige rugpijn hebben gehad. - Uit pijndagboeken blijft dat de rugpijn in de loop van de dag toeneemt en tijdens de zwangerschap erger is dan postpartum. - Gedurende de verschillende fasen van de zwangerschap neemt de rugpijn toe en deze neemt postpartum weer af. - De beperkingen die de vrouwen ervaren in het dagelijks leven zijn voor beide groepen gelijk. De beperkingen nemen toe wanneer de zwangerschap vordert en nemen postpartum weer af. - Langdurig staan en/of zitten en activiteiten waarbij gewichten komen kijken (tillen en dragen) worden als meest moeilijk ervaren. - Om rugpijn te verlichten, wordt door vrouwen in beide groepen warmte en over de rug wrijven als meest prettig ervaren. Een trainingsgroep voor zwangere vrouwen, volgens Canadese richtlijnen, heeft geen zichtbaar effect op rugpijn tijdens zwangerschap. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd?
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
66
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit 7
Beoordeling van de interventie
®
Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
n.v.t.
X X X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
67
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
17) Titel: Pregnant women benefit from massage therapy Auteurs: T. Field, M. Hernandez-Reif, S. Hart, H. Theakston, S. Schansberg, C. Kuhn Bron: Journal of psychosomatic obstretrics and gynecology, Vol. 20, pp. 31-38, 1999 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
26 zwangere werkende vrouwen tussen de 23 en 35 jaar. Interventiegroep: Massagetherapie gedurende 5 weken in de periode tussen de 14-30ste week van de zwangerschap. De therapie heeft een duur van 20 minuten, twee maal per week. Controlegroep: Ontspanningstherapie gedurende 5 weken in de periode tussen de 14-30ste week van de zwangerschap. De therapie heeft een duur van 20 minuten, twee maal per week. Beide groepen voelden zich na de eerste sessie minder ongerust en hadden minder last van beenpijn na de eerste en de laatste sessies. Bij de interventiegroep verbeterde de gemoedtoestand, sliepen beter en hadden minder last van rugpijn op de laatste dag van de studie. Om de onderliggende verklaring hiervan te vinden is verder onderzoek nodig. Massagetherapie tijdens de zwangerschap is effectief voor het laten afnemen van de mate van ongerustheid, stress hormonen, slaapstoornissen en rugpijn. De vrouwen hebben minder last van complicaties tijdens de bevaling en de baby s hebben minder last van post-natale complicaties. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
68
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
18) Titel: The effect of exercise on the intensity of low back pain in pregnant women Auteurs: A. Garshasbi, F. Zadeh Bron: International Journal of Gynecology and Obstrics, Vol. 88, pp. 271-275 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
212 zwangere vrouwen (eenlingzwangerschappen) tussen de 20-28 jaar, met een gemiddelde leetijd van 26 jaar, in de 17-22 week van de zwangerschap, Interventiegroep: 107 vrouwen trainden 3 maal per week (60 min.) gedurende 12 weken tijdens de tweede helft van de zwangerschap. Als de hartslag boven de 140 kwam, moest er meteen gestopt worden met de training. Controlegroep: 105 vrouwen die niet trainden tijdens de zwangerschap De intensiteit van lage rugpijn was toegenomen in de controlegroep. De interventiegroep laat een significant afname zien van de pijn intensiteit van lage rugpijn na de training. Flexibiliteit van de wervelkolom nam meer af in de interventiegroep. Er waren geen verschillen tussen beide groepen, het gewicht van de vrouw tijdens de zwangerschap en het gewicht van het geboren kindje. Training tijdens de tweede helft van de zwangerschap vermindert significant de intensiteit van lage rugpijn, heeft geen zichtbaar effect op lordose en heeft wel een significant effect op de flexibiliteit van de wervelkolom. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
69
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
19) Titel: The Elite Athlete and Exercise in Pregnancy Auteurs: R.W. Hale and L. Milne Bron: Seminars in Perinatology, Vol. 20, No. 4 (August), pp. 277-284, 1996 Methode Review Populatie
Zwangere topatleten
Interventies
Topsport, in veel gevallen vergeleken met een controlegroep van zwangere vrouwen die niet aan beweging/training deed of zwangere vrouwen die recreatief trainden. Effecten van training voor de zwangere vrouw: - Het vasculaire volume toe tot boven normaal. - Het bloedvolume neemt toe en blijft postnataal ook groter. Ijzerinname is wel aanbevolen, i.v.m. de productie van rode bloedlichaampjes. - Eerder een positieve dan negatieve invloed op het respiratoire systeem. - Veranderde ontwikkeling van de placenta in de vroege en gemiddelde zwangerschap. De placenta heeft een groter volume. - Toenname van de contracties van de baarmoeder. - Het geboortegewicht neemt af, bij > 4 trainingen per week. - De kans op vroeggeboorte is onvoldoende onderzocht. - Toename van het aantal weeën tijdens de bevalling. - Afname van de pijn tijdens de bevalling.
Resultaten
Conclusie Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Effecten van training voor de foetus: - Verminderd geboortegewicht, met name veroorzaakt door een verminderd vetpercentage. - De hartslag van de foetus verandert van tempo, maar niet van ritme tijdens en na training. Dit is echter niet anders bij foetussen van zwangere vrouwen die geen topatleet zijn en inspanning leveren. - Moeilijkheden met het aankomen na de bevalling, i.v.m. eventueel verminderde melkproductie van de moeder. Training is niet schadelijk voor zowel de moeder als de foetus. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar dit aspect van zwangerschap en training. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
70
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
20) Titel: Maternal Leisure-Time Exercise and Timely Delivery Auteurs: M. Hatch, B. Levin, X. Shu and M. Susser Bron: The American Journal of Public Health, Vol. 88, No.10, pp. 1528, 1998 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
557 zwangere vrouwen: - 18 jaar of ouder - In verwachting van een eenling Interventiegroep: - 557 zwangere vrouwen, die leven zoals zij normaal zouden doen en op basis van de activiteiten die zij wekelijks uitvoeren worden ingeschaald in drie verschillende groepen: Geen training Lage-gemiddelde training: < 1000 kcal/wk Zware training: >1000 kcal/wk Controlegroep: Er is geen echte controlegroep. De drie groepen, zoals die hierboven vermeld staan, worden met elkaar vergeleken. - Er werd geen associatie gevonden tussen laag tot gemiddelde training gedurende de zwangerschap en de lengte van de zwangerschap. - Zwaardere training zal het risico op vroeggeboorte eerder verminderen van verhogen. - Geconditioneerde getrainden bevielen sneller dan niet getrainden. Deze studie laat zien dat er een tekort aan bewijs is dat training van zwangere vrouwen een risicofactor is voor vroeggeboorte. Geconditioneerde getrainden bevielen op tijd. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
71
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
21) Titel: Effects of Maternal Exercise on Fetal Activity in Late Gestation Auteurs: N. Hatoum, J.F. Clapp III, M.R. Newman, N. Dajani and S.B. Amini Bron: The Journal of Maternal-Fetal Medicine, Vol. 6, pp. 134-139, 1997 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
10 gezonde, zwangere vrouwen: - In de late zwangerschap (35 weken) - Lichamelijk fit - Voor en tijdens de zwangerschap train(d)en zij minimaal 3 keer per week voor een minimum van 30 minuten per keer. Deze training bestond uit dansen of joggen. Interventiegroep: De 10 vrouwen nemen deel aan twee groepen , minimaal 2-3 uur na hun laatste maaltijd: - Groep A: 30 minuten ultrageluid om de foetus te bekijken en te evalueren Een training van 20 minuten (dansen) 30 minuten ultrageluid om de foetus te bekijken en te evalueren Controlegroep: - Groep B: 30 minuten ultrageluid om de foetus te bekijken en te evalueren 20 minuten rust in een links-laterale-decubitus houding 30 minuten ultrageluid om de foetus te bekijken en te evalueren - De ademhaling van de foetus neemt na inspanning (groep A) af en laat maar minimale veranderingen zien na rust (groep B). - De schouderbewegingen van de foetus blijven na inspanning (groep A) onveranderd en nemen heel langzaam toe na rust (groep B). - Het aantal schopbewegingen neemt zowel na inspanning (groep A) als na rust (groep B) toe. Er is een significante vermindering van foetale ademhaling na inspanning, maar geen significante verandering in schouderbewegingen en schopbewegingen . Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
72
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
22) Titel: The Effect of Relaxation Therapy on Preterm Labor Outcomes Auteurs: J. Janke Bron: Journal of obstetric, gynecologic, and neonatal nursing, Vol. 28, No. 3, pp. 255-263, 1999 Methode CT Populatie Interventies
Resultaten Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
107 zwangere vrouwen die eerder een vroeggeboorte hebben meegemaakt. Interventiegroep: - 44 vrouwen die iedere dag een ontspanningsoefening doen. Controlegroep: 23 vrouwen die iedere dag een ontspanningsoefening zouden moeten doen, maar er niet aan toe gekomen zijn om deze ook daadwerkelijk iedere dag te doen. 40 vrouwen die geen speciale instructies krijgen. De interventiegroep had significant langer durende zwangerschappen en de geboren kinderen waren significant groter, vergeleken met de controlegroepen. Ontspanningstherapie maakt een verschil in termen van vroeggeboorte. Vrouwen die iedere dag ontspanningsoefeningen doen, bevallen van grotere baby s, zijn langer zwanger en scoren hoger betreffende zwangerschapsverlenging. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn n.v.t. van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
73
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
23) Titel: Testing and training of the pelvic floor muscles after childbirth Auteurs: A. Jonasson, B. Larsson, H. Pachera Bron: Acta Obstet Gyneocol Scand, Vol. 68, pp. 301-304, 1989 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
83 vrouwen tussen de 19 en 36 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 24 jaar. Interventiegroep: 42 vrouwen die de bekkenbodemspieren gaan trainen met behulp van vaginale kegels. Gestart na 8 weken na de bevalling, gedurende 12 weken. Controlegroep: 41 vrouwen die de bekkenbodemspieren gaan trainen, zonder behulp van vaginale kegels en fysiotherapeutische begeleiding. Gestart na 8 weken na de bevalling, gedurende 12 weken. Zie conclusie De toename in de spierkracht van de bekkenbodemspieren was significant groter van de vrouwen die trainden met de vaginale kegels dan de vrouwen die trainden zonder deze kegels. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
74
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
24) Titel: Effects on intense training during and after pregnancy in top-level athletes. Auteurs: K.R. Kardel Bron: Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, Vol. 15, pp. 79-86, 2005 Methode RCT Populatie
Interventies
41 gezonde, zwangere atleten - Minder dan 19 weken zwanger. - Geen dagelijks alcoholgebruik. - Niet roken voor of tijdens de zwangerschap. - Geen medicijngebruik. - Geen meerlingzwangerschap. Interventiegroep: - MEG (Medium Volume Exercise Group): 21 vrouwen 2 dagen per week krachttraining: 18 spiergroepen 3 series van 20, 30 of 40 contracties, afhankelijk van de spiergroep na iedere serie van contracties een isometrische contractie van 6 seconden totale trainingstijd van 72 minuten Intervaltraining: Hartslag: 170-180 bpm. Dag 1: 15 seconden training, 15 seconden rust, gedurende 2 x 10 minuten met tussendoor 5 minuten rust. Dag 2: 45 seconden training, 15 seconden rust, gedurende 2 x 10 minuten met tussendoor 5 minuten rust. Duurtraining: Hartslag: 120-140 bpm. 2 dagen van 90 minuten -
HEG (High Volume Exercise Group): 20 vrouwen 2 dagen per week krachttraining: 18 spiergroepen 3 series van 20, 30 of 40 contracties, afhankelijk van de spiergroep na iedere serie van contracties een isometrische contractie van 6 seconden totale trainingstijd van 72 minuten Intervaltraining: Hartslag: 170-180 bpm. Dag 1: 15 seconden training, 15 seconden rust, gedurende 2 x 15 minuten met tussendoor 5 minuten rust. Dag 2: 45 seconden training, 15 seconden rust, gedurende 2 x 15 minuten met tussendoor 5 minuten rust. Duurtraining: Hartslag: 120-140 bpm. 2 dagen van 150 minuten
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
75
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
®
Controlegroep: Er is geen echte controlegroep. Bovenstaande groepen worden met elkaar vergeleken. - De rusthartslag neemt gedurende de zwangerschap toe, voor beide groepen. - De rusthartslag neemt substantieel af gedurende de eerste week na de bevalling en de afname zet zich door in de rest van de observatietijd (tot 12 weken postnataal), voor beide groepen. - De beide groepen reageren qua hartslag gelijk op hogere belasting (150 Watt en hoger) zowel pre- als postnataal. - De HEG-groep reageert bij lagere belasting (50 en 100 Watt) echter met een lagere hartslag, wanneer week 12 postnataal vergeleken wordt met week 17 prenataal. - De VO2-max. van de HEG-groep was in alle gevallen significant hoger dan die van de MEG-groep. - De HEG-groep laat een toename van de VO2-max zien, wanneer week 12 postnataal vergeleken wordt met week 17 pretnataal. Dit in tegenstelling tot de MEG-groep, die geen verandering laat zien. - In beide groepen waren de lactaatconcentraties in het bloed niet veranderd gedurende de meetmomenten. Dit onderzoek laat zien dat twee groepen van getrainde vrouwelijke topatleten met significant verschillende trainingscapaciteiten, gelijk reageerden op de training gedurende en na de zwangerschap. Een goede fitness-level kan worden doorgezet gedurende de zwangerschap als energieke training wordt voortgezet. High-volume training gedurende de zwangerschap brengt geen gezondheidsrisico meer voor de moeder of het ongeboren kind. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
76
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
25) Titel: Randomised controlled trial of effect of hand and knees posturing on incidence of occiput posterior position at birth Auteurs: A. Kariminia, M.E. Chamberlain, J. Keogh, A. Shea Bron: BMJ, 2004, Vol. 328, No. 7438, pp. 490 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten Conclusie Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
2547 zwangere vrouwen in de 37ste week van de zwangerschap Interventiegroep: 1292 vrouwen die trainden voor 10 minuten (gebruikmakend van oefeningen van de bekkenregio met een handen en/of knieën houding), 2 maal per dag, beginnend in de 37ste week van de zwangerschap tot aan de bevalling. Controlegroep: 1255 vrouwen werden door de vroedvrouw op de hoogte gesteld over hoe zouden kunnen oefenen. Ze werden gevraagd door te gaan met hun normale beweging of een dagelijkse wandeling. Geen verschillen tussen de interventiegroep en de controlegroep. Oefeningen op handen en/of knieën tijdens de 37ste week van de zwangerschap vermindert niet de kans op stuitligging bij de geboorte. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
77
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
26) Titel: Nonweightbearing exercise during pregnancy on land and during immersion: comparative study Auteurs: V.L. Katz, R. McMurray, W.E. Goodwin and R.C. Cefalo Bron: American Journal of Perinatology, Vol. 7, No. 3, 1990 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie Valide en toepasbaar
7 zwangere vrouwen: - In de 25ste week van hun zwangerschap - Geen medische of verloskundige contra-indicaties aanwezig om te trainen Interventiegroep: 7 zwangere vrouwen, nemen deel aan twee testen : - Training op het land op 70% van de VO2-max. 10 minuten in rust op de fietsergometer Iedere drie minuten wordt de weerstand verhoogd, van 12 tot 25 Watt. Wanneer 70% van de maximale hartslag wordt bereikt wordt op die weerstand gedurende drie minuten gefietst. Dan wordt de VO2-max gedurende 60 seconden gemeten. Deze waarden worden gebruikt voor de fietstest in het water. - Training in het water op 70% van de VO2-max. - Beide testen vonden plaats na het eten van een maaltijd, op het midden van de middag. - Na de trainingen word gerust in zijlig en worden hartslag, bloeddruk en foetale hartslag gemeten. Ook wordt gekeken naar de urine. Controlegroep: De twee interventies worden onderling vergeleken. - Tijdens de training in het water hadden de vrouwen een significant lagere hartslag en een lagere systolische bloeddruk. - Vrouwen hadden een gemiddelde diurese van 207 ml. tijdens training in het water, vergeleken met 98 ml. tijdens training op het land. - De hartslag van de foetus liet een tendens zien waarbij deze na de training op het land hoger was in vergelijking met na de training in het water. - Zes van de zeven foetussen liet zuurstofgebrek zien na training op het land in vergelijking met één van de zeven na training in het water. Training in het water laat verschillende lichamelijke voordelen zien tijdens zwangerschap. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
78
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Beoordeling van de interventie
Voldoende valide en toepasbaar
®
X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
79
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
27) Titel: Psychological effects of an aerobic exercise session and a rest session following pregnancy Auteurs: K.F. Koltyn, S.S. Schultes Bron: Journal of sports medicine and physical fitness, Vol. 37, pp 287-291, 1997 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
20 vrouwen van 6 tot 20 weken na de bevalling (post-partum) met een gemiddelde leeftijd van 30 jaar. Interventiegroep: 10 vrouwen die blijven trainen na de zwangerschap. 60 min low-impact aerobics activiteiten met 60-70% van de maximale HF. (10 min. warming-up, 30 min. low-impact aerobic dans oefeningen, 10 min. grond oefeningen, 10 min. cooling-down) Controlegroep: 10 vrouwen die per sessie 60 minuten in een kamer gingen zitten waar geen afleidingen waren. Er lagen wat leesbladen waar ingelezen mocht worden, ze mochten in ieder geval niet in slaap vallen. De interventiegroep liet een duidelijk afname zien in ongerustheid, depressies en verwarring. In kracht was er een duidelijke toename zichtbaar. Bij het volgen van trainingen in de periode na de zwangerschap komen depressies en ongerustheid minder vaak voor. Training wordt geassocieerd met een duidelijke vermindering van een verwarde toestand, en een duidelijke toename van de lichamelijke kracht in de periode na de zwangerschap. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
80
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
28) Titel: Aerobic exercise for women during pregnancy Auteurs: Kramer and McDonald Bron: The Cochrane Collaboration, 2007 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Gezonde, zwangere vrouwen. Reguliere aerobicsinspanning (minstens 2 á 3 keer per week). Of verhogen of verlagen van intensiteit, duur of frequentie van dit soort inspanning. Vijf RCT s laten een significante verbetering van lichamelijke fitheid zien in de interventiegroep. Zeven RCT s zeggen wat over de zwangerschapsresultaten: Er is een, statisch niet-significante, verhoogde kans op vroeggeboorte in de interventiegroep, dit correleert echter niet met de afwezigheid van effect op de gemiddelde draagtijd. De resultaten met betrekking tot de grootte van de foetus zijn inconsistent. Éen kleine RCT laat zien dat wanneer lichamelijk fitte vrouwen de duur van inspanning in de vroege zwangerschap verhogen en deze in de late zwangerschap weer verlagen, zij bevallen van grotere kinderen met grotere placenta s. Regelmatige inspanning tijdens de zwangerschap verhoogd de lichamelijke fitheid. De beschikbare data zijn insufficiënt met betrekking tot het afleiden van belangrijke risico s of voordelen voor zowel de moeder als het kind. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
81
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
29) Titel: Low-impact exercise during pregnancy
a study of safety
Auteurs: Larsson, G. lindqvist Bron: Acta Obstetrica et Gynecologica Scandinavica, Vol. 84, pp. 34-38, 2005 Methode RCT Populatie Interventies
40 zwangere en 11 niet-zwangere vrouwen. Bij de vrouwen werd voor, tijdens en na de low-impact aerobics training de kerntemperatuur, hartslag, zuurtof-gehalte vastgelegd. Interventiegroep: 40 zwangere vrouwen
Resultaten
Conclusie Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Controlegroep: 11 niet-zwangere vrouwen De kern-temperatuur van de zwangere vrouwen gaf geen duidelijke toename tijdens een maximale training of erna. Geen van de zwangere vrouwen kwam dichtbij een gevaarlijke lichaamstemperatuur bij een intensiteit van 69% van de maximale HF. Vergeleken met de waarde voor de start van de inspanning daalt de saturatie tijdens en na inspanning, maar deze zakt nooit onder de grens van 95%. Low-impact aerobics op ongeveer 70% van de maximale HF lijkt veilig in termen van het risico op moederlijke overhitting. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
82
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
30) Titel: Maternal physiological responses to swimming training during the second trimester of pregnancy Auteurs: A. Lynch, C. Goodman, P. Choy and B. Dawson Bron: Research in Sports Medicine, Vol. 15, pp. 33-45, 2007 Methode CT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
34 inactieve, zwangere vrouwen in de leeftijd van begin twintig, tot eind dertig. Interventiegroep: 23 inactieve, zwangere vrouwen nemen deel aan een zwemtraining in het middelste trimester van hun zwangerschap: - 3 keer per week, 40 minuten per training - Met een hartslag van 65-70% van de maximale hartslag - Met een toename in rectale temperatuur van gemiddeld 0,4 graden celsius. - De trainingen waren als volgt opgebouwd: Warming-up: 4 x 25 meter trappen , met gebruik van een trapbord . Training Cooling-down: 4 x 25 meter lopen in het water. Controlegroep: 11 inactieve, zwangere vrouwen zetten hun normale activiteiten door in het middelste trimester van hun zwangerschap. Bij de submaximale fietstest die na 8 weken training gedaan werd bleek dat de controlegroep een constante uitslag had, maar dat die van de interventiegroep significant toenam met 13, 8%. Er kan tijdens de zwangerschap een significant trainingseffect bereikt worden door deelname aan een lichte tot gemiddelde zwemtraining, door vrouwen die eerder inactief waren. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
83
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
31) Titel: Maximal Exercise Testing in Late Gestation: Fetal Responses Auteurs: A. Macphail, G. A.L. Davies, R. Victory and L. A. Wolfe. Bron: Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, Vol. 15, pp. 79-86, 2005 Methode Longitudinale studie Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie Beoordeling van de interventie
23 gezonde, zwangere atleten, met een ongecompliceerde zwangerschap: - Tussen de 31 en 38 weken zwanger. - Eenling-zwangerschap. - Niet-roker. - Fysiek actief gedurende de zwangerschap; minimaal 3 keer per week een half uur wandelen. - Geen overgewicht; BMI < 27. - Tussen de 20 en 40 jaar. - Zwanger van het eerste, tweede of derde kind. - Geen medicijngebruik of supplementen, anders dan prenatale vitamines. - Afwezigheid van absolute en/of relatieve contraindicaties om te trainen tijdens de zwangerschap. Interventiegroep: - 23 vrouwen ondergaan een maximale inspanningstest in de laatste fase van de zwangerschap. Zijn fietsen op een fietsergometer; 4 minuten op 20 Watt, waarna de weerstand iedere minuut verhoogd wordt met 20 Watt totdat moeheid optreedt. Er worden gedurende twintig minuten vóór en twintig minuten na de inspanning metingen verricht om de foetus in de gaten te houden en te kijken of en hoe de hartfrequentie van de foetus reageert op inspanning. Controlegroep: Er is geen controlegroep. - De rusthartslag van de foetus is in de posttest-periode hoger dan in de pretest-periode . - De hartslag van de foetus vertoont meer versnellingen in de laatste tien minuten van de posttest-periode dan in de laatste tien minuten van de pretest-periode . - De variabiliteit van de hartslag van de foetus is in de posttest-periode minder dan in de eerste tien minuten van de pretest-periode . - De reactivatietijd neemt toe na de test. Dit onderzoek laat zien dat maximale inspanning in de late zwangerschap lijdt tot minimale veranderingen in de hartslag van de foetus. Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
84
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
32) Titel: Physical en psychological changes with vigorous exercise in sedentary primigravidae Auteurs: S. Marquez-Sterling, A.C. Perry, T.A. Kaplan, R.A. Halberstein and J. F. Signorile Bron: Medicine & Science in Sports and Exercise, Vol. 32, no. 1, pp. 58-62, 2000 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
15 gezonde, zwangere vrouwen: - In verwachting van hun eerste kind - Geclassificeerd als low risk door hun arts - Die een zittend bestaan leiden, ofwel niet getraind hebben op reguliere basis, minimaal een jaar voor aanvang van de zwangerschap. Interventiegroep: 9 vrouwen die een 15 weken durend trainingsprogramma volgen - 3 x een uur per week - Een variëteit aan oefeningen met een streefhartslag van 150-156 bpm. (roeien, lopen, fietsen, aerobics, enz.) Controlegroep: 6 vrouwen die hun leven op gelijke voet doorzetten zoals zij eerder deden. - De interventiegroep bereikt de streefhartslag minder snel dan de controlegroep. - Er is geen significant groep, tijd of groep x tijd effect voor lactaataccumulatie. - De interventiegroep laat via een vragenlijst veranderingen zien die gerelateerd zijn aan gezondheid, psychologisch welbevinden en algemeen welbevinden, dit in tegenstelling tot de controlegroep, die geen veranderingen laat zien. Een intensief trainingsprogramma is veilig en effectief voor inactieve zwangere vrouwen die in verwachting zijn van hun eerste kind, zonder nadelige effecten voor zowel de moeder als het ongeboren kind. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? X 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
85
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
33) Titel: Effects of human pregnancy and aerobic conditioning on alveolar gas exchange during exercise Auteurs: S.E. McAuley, D. Jensen, M.J. McGrath, L.A. Wolfe Bron: Canadian journal of physiology and pharmacology, Vol. 83, No. 7, pp. 625633, 2005 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
28 zwangere vrouwen Interventiegroep: 14 zwangere vrouwen die minimal 2 maal per week deelnemen aan aerobic- en spiertrainingen. Controlegroep: 14 zwangere vrouwen die minimal 1 maal per week deelnemen aan spiertrainingen. Bij vorderende zwangerschappen nemen zowel in de interventie- als in de controlegroep de ventilatie per minuut, de alveolaire ventilatie toe. Na maximale inspanning neemt in beide groepen het volgende toe: O2-pulse Ventilatie per minuut Alveolaire ventilatie VO2 VCO2 Ventilatory threshold Regelmatige inspanning heeft geen effect op zwangerschapsgerelateerde veranderingen in ventilatie en/of alveolaire gasuitwisseling in rust of tijdens submaximale inspanning. Trainingsgerelateerde toenames in de anaerobe drempel en pieken in de O2-pulse bekrachtigen de effectiviteit van prenatale fitnessprogramma s om de capaciteit van de vrouw te bevorderen. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
86
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
34) Titel: Exercise or other physical activity for preventing pre-eclampsia and its complications Auteurs: Meher S., and Duley L. Bron: Cochrane Database of Systematic Reviews 2006, No. 2 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Gezonde, zwangere vrouwen. Training of toegenomen lichamelijke activiteit. Van de twee geincludeerde RCT s van goede kwaliteit waren de vertrouwensintervallen groot en overstegen de lijn van geen effect op alle gerapporteerde uitkomsten, inclusief pre-eclampsie. Er is onvoldoende bewijs om uitspraken te doen over effecten van training op de preventie van pre-eclampsie en de complicaties hiervan. Item Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? Voldoende valide en toepasbaar 1 2 3 4 5
+ X X X X X
-
?
X X X X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
87
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
35) Titel: The effect of post-natal exercises tot strengthen the pelvic floor muscles Auteurs: S. Mørkved, K. Bø Bron: Acta obstetricia et gynecologica Scandinavica, Vol. 75, Nr. 4, pp 382-385, 1996 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
132 vrouwen, oftewel 66 gematchde paren. Met een gemiddelde leeftijd van 28 jaar. De paren bestaat uit twee vrouwen waarvan de 1 bij de interventiegroep behoort en de andere bij de controlegroep. De criteria om een paar te kunnen zijn de leeftijd ( mag max. 2 jaar speling tussen zitten), dezelfde aantal zwangerschappen, en dezelfde soort bevalling van het laatste kind. Interventiegroep: Een 8 weken durende curus gericht op de training van de bekkenbodemspieren onder begeleiding van een fysiotherapeut in groepen van 5-10 personen, 45 minuten 1 maal per week. Hiernaast werd er 3 maal per week thuis getraind. De cursus startte 8 weken post-nataal. Controlegroep: Deze groep volgden de gewoonlijke geschreven postnatale instructies die werden meegegeven vanuit het ziekenhuis. Hierin wordt beschreven welke oefeningen ze kunnen doen voor de bekkenbodem spieren. De controlegroep heeft tijdens de zwangerschap en de periode na de bevalling tot 8 weken post-nataal vaker getraind dan de trainingsgroep. De kracht van de bekkenbodemspieren werd getest in beide groepen aan het begin en aan het einde van de periode ( in de achtste en in de zestiende week) In de achtste week was de spierkracht van de bekkenbodemspieren van de controlegroep hoger dan de interventiegroep. In de zestiende week was deze kracht in de controlegroep een klein beetje toegenomen, maar in de interventiegroep enorm gestegen, sterk voorbij de controlegroep. Het bleek dat de vrouwen uit de interventiegroep vaker, regelmatiger en op een juiste manier trainden in vergelijking met de controlegroep. Een programma speciaal ontworpen voor de het trainen van de bekkenbodem spieren geeft een duidelijk sneller lichamelijk herstel in de postpartum periode en geeft een duidelijke toename in de kracht van de bekkenbodem spieren. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
88
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Beoordeling van de interventie
®
Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
89
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
36) Titel: Effect of postpartum pelvic floor muscle training in prevention and treatment of urinary incontinence: a one-year follow up Auteurs: S. Mørkved and K. Bo Bron: British Journal of Obstetrics and Gynaecology, Vol. 107, pp. 1022-1028, Augustus 2000 Methode RCT, one-year follow up Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
162 vrouwen die eerder deelnamen aan een onderzoek (RCT) - Tussen 19 en 40 jaar. - Aantal bevallingen tussen 1 en 5. Interventiegroep: Een 8 weken durend trainingsprogramma voor de bekkenbodemspieren. - Van de 8ste tot de 16de week na de bevalling. - In groepjes van 5 tot 10 deelnemers, één keer per week een begeleide trainingssessie van 45 minuten, onder begeleiding van een fysiotherapeut. Twee series van 8 tot 12 maximale contracties die 6 tot 8 seconden vastgehouden moeten worden. Na iedere contractie moeten nog 3 tot 4 snelle contracties gemaakt worden. - Dagelijks huiswerkoefeningen gedurende 8 weken. - De eerste 6 maanden na de bevalling wordt gevraag een thuisprogramma te doen. Controlegroep: - Postpartum oefeningen, zoals aangeboden door het ziekenhuis. - Bekkenbodemspieroefeningen werden hen niet aangeraden, maar ook niet afgeraden. Na één jaar vermelden meer vrouwen uit de controlegroep van destijds dan uit de interventiegroep van destijds, last te hebben van stress-urineincontinentie. De spierkrachttoename van de bekkenbodemspieren van de vrouwen die destijds behoorden tot de interventiegroep, is significant groter dan die van vrouwen die destijds behoorden tot de controlegroep. Deze one-year follow up laat zien dat een speciaal ontworpen postnataal trainingsprogramma voor de bekkenbodemspieren effectief was in de preventie en behandeling van stress-urineincontinentie. De voordelen van bekkenbodemspiertraining zijn een jaar na de bevalling nog altijd aanwezig. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
90
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Beoordeling van de interventie
®
Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
91
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
37) Titel: Pelvic Floor Muscle Training During Pregnancy to Prevent Urinary Incontinence: A Single-Blind Randomized Controlled Trial Auteurs: S. Mørkved, K. Bo, B. Schei and K.A. Salvesen Bron: The American College of Obstetricians and Gynecologists, Vol. 101, No. 2, February 2003 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
301 gezonde, zwangere vrouwen: - 18 jaar of ouder - in verwachting van een eenling - geen zwangerschapscomplicaties tot dusver - geen verhoogd risico op vroeggeboorte - geen pijn bij het uitvoeren van bekkenbodemspiercontracties - geen langdurige blaasontstekingen - geen andere ziektes of aandoeningen waardoor deelname bemoeilijkt wordt - wonend in de omgeving van Trondheim Interventiegroep: 148 vrouwen die een 12 weken durend intensief bekkenbodemspiertrainingsprogramma volgden, gedurende de zwangerschap, onder begeleiding van fysiotherapeuten. - Het trainingsprogramma bestond uit bekkenbodemspieroefeningen en algemene oefeningen. - Er werd 60 minuten per week, onder begeleiding van een fysiotherapeut getraind, gedurende een periode van 12 weken (tussen de 20ste en 36ste week van de zwangerschap). - Bekkenbodemspieroefeningen moesten met een maximale contractiekracht worden uitgevoerd en 6-8 seconden worden vastgehouden. Ten einde van iedere contractie moeten 3 tot 4 snelle contracties gemaakt worden, waarna 6 seconde rust volgt. Controlegroep: 153 vrouwen die de gewoonlijke informatie ontvingen, zoals standaard bij zwangerschap. Na follow-up zeggen significant minder vrouwen in de interventiegroep last van urine-incontinentie te hebben. 32% van de vrouwen uit de interventiegroep, versus 48% van de vrouwen uit de controlegroep zegt na 36 weken zwangerschap last te hebben van urine-incontinentie. Drie maanden na de zwangerschap zegt 20% van de interventiegroep, versus 32% van de controlegroep, last te hebben van urine-incontinentie. De kracht van de bekkenbodemspieren was significant groter in de interventiegroep bij 36 weken zwangerschap en 3 maanden na de bevalling. Intensieve bekkenbodemspiertraining gedurende de zwangerschap voorkomt urine-incontinentie gedurende de zwangerschap en na de bevalling. De kracht van de bekkenbodemspieren wordt significant groter na intensieve bekkenbodemspiertraining. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
92
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar 7
Beoordeling van de interventie
®
X
X X X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
93
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
38) Titel: Does group training during pregnancy prevent lumbopelvic pain? Auteurs: S. Mørkved, K.A. Salvesen, B. Scheid, S. Lydersen, K. Bo Bron: Acta Obstetricia et Gynecologica, Vol. 86, pp. 276-282, 2007 Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
301 gezonde zwangere vrouwen die 20 weken zwanger zijn. (voor de eerste maal zwanger) Interventiegroep: 148 vrouwen die gedurende 12 weken, 1 maal per week, onder begeleiding van een fysiotherapeut trainen, in een groep van 10-15 vrouwen ( tussen de 20ste week van de zwangerschap tot maximaal de 36ste week) - 15-20 min. Aerobics - 30-35 min. Spierkrachtraining - 5-10 min. Cooling-down Controlegroep: 153 vrouwen ontvangen de gebruikelijke informatie van hun vroedvrouw of dergelijke. Ze werden niet ontmoedigd om te trainen voor zichzelf. In de 36ste week van de zwangerschap had 44 % van de interventiegroep last van lumbaal-bekken pijn, tegenover 56% van de controlegroep. 3 maanden na de bevalling had 26,3% van de interventiegroep last van lumbaalbekken pijn, tegenover 36,6% van de controlegroep. Er was geen verschil tussen de groepen in het voorkomen van het zich ziek voelen. Een 12 weken durende speciaal ontworpen trainingsprogramma tijdens de zwangerschap is effectief in de preventie tegen lumbaal-bekken pijn tijdens de zwangerschap. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
94
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
39) Titel: Efficacy on Yoga on Pregnancy Outcome Auteurs: S. Narendran, R. Nagarathna, V. Narendran, S. Gunasheela and H. Rama Rao Nagendra Bron: The Journal of Alternative and Complementary Medicine, Vol. 11, No. 2, pp. 237-244, 2005 Methode CT Populatie
Interventies
335 zwangere vrouwen: Ingeschaald tussen de 18de en 20ste week van de zwangerschap Tussen de 18 en 35 jaar Geen yogatraining in de voorgeschiedenis Eenlingzwangerschap Geen ziektes die de zwangerschap (kunnen) beinvloeden Geen miskraam in de geschiedenis. Interventiegroep: 169 vrouwen die één uur per dag yogaoefeningen doen vanaf de dag dat zij toegelaten zijn tot de studie tot aan de dag van hun bevalling: - Houdingsoefeningen - Ademhalingsoefeningen - Meditatie Controlegroep: 166 vrouwen die 2 maal daags een half uur wandelen (standaard advies van verloskundigen).
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beide groepen: Worden regelmatig gebeld om vorderingen en dergelijke te bespreken. Houden een activiteiten dagboek bij. - Het aantal babys met een geboortegewicht gelijk of hoger dan 2500 gram was in de interventiegroep groter dan in de controlegroep. - Vroegtijdige bevallingen kwamen in de interventiegroep significant minder voor dan in de controlegroep. - Complicaties als achterstallige groei van de foetus en zwangerschapsgerelateerde hypertensie kwamen in de interventiegroep significant minder voor dan in de controlegroep. Een geintegreerde benadering van yoga tijdens de zwangerschap is veilig. Het verbetert het geboortegewicht, verminderd vroegtijdige bevallingen en verminderd achterstallige groei van de foetus en zwangerschapsgerelateerde hypertensie, zonder toegenomen complicaties. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn n.v.t. van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar?
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
95
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar 8
Beoordeling van de interventie
®
Twijfelachtig
X X X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
96
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
40) Titel: Postural effects when cycling in late pregnancy Auteurs: M.E. O Neill, K.A. Cooper, E.S. Boyce and S.N. Hunyor Bron: Women and Birth, Vol. 19, pp. 107-111, 2006 Methode RCT Populatie
Interventies
40 gezonde, niet rokende, zwangere vrouwen met laag risico eenlingzwangerschappen; Zonder absolute of relatieve contra-indicaties om inspanning te leveren. Geen medicijngebruik. Interventiegroep: - 27 vrouwen fietsen in de 34-38ste week van hun zwangerschap gedurende 12 minuten met een snelheid van 135-145 bpm in half liggende houding (45°). - 23 vrouwen fietsen in de 34-38ste week van hun zwangerschap gedurende 12 minuten met een snelheid van 135-145 bpm in een rechtop zittende houding. Beide interventiegroepen namen na 2 uur voor de inspanning niets meer in; geen voedsel en/of drank. De inspanning werd geleverd in een ruimte met droge lucht en een temperatuur schommelend tussen de 21,5 en 23°C.
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Controlegroep: Er is geen echte controlegroep. De uitkomsten van beide interventiegroepen worden met elkaar vergeleken. - Bij een half liggende houding is de ventilatie per minuut groter in rust in vergelijking met een rechtop zittende houding. - De systolische bloeddruk en polsdruk zijn in half liggende houding tijdens inspanning hoger in vergelijking met een rechtop zittende houding. - Hartslagfrequentie, zuurstofopname, zuurstofopname per kg., ventilatie per minuut, cardiale output, stroke-volume , bloeddruk (zowel systole als diastole) en arterio-veneuze zuurstof verschillen zijn tijdens inspanning niet afhankelijk van de houding. - Alle bovenstaande zaken verhoogden tijdens inspanning, behalve strokevolume in een half liggende houding. - Kleine hartslagfrequentiestijgingen na de inspanning waren in beide houdingen vergelijkbaar. - De versnellingen in hartslag van de foetus en de baarmoederactiviteit worden niet beïnvloedt door houding of inspanning. Houding had geen duidelijke voordelen of nadelen Beide houdingen zijn veilig voor fietsen voor een korte duur Voor beide houdingen zijn dezelfde streefhartslagen van de moeder te gebruiken, aangezien de verschillende houdingen geen verschillend effect hebben op de zuurstofopname en de hartslag van de foetus. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd?
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
97
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit 7
Beoordeling van de interventie
®
Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar
n.v.t.
X X X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
98
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
41) Titel: Structured Diet and Physical Activity Prevent Postpartum Weight Retention Auteurs: O Toole, M.A. Sawicki and R. Artal Bron: Journal of Women s Health, Vol. 12, No. 10, 2003 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
40 vrouwen met overgewicht na de bevalling: - Hadden overgewicht voor de zwangerschap. - Kwamen tijdens de zwangerschap meer dan 15 kg. aan. - Waren ten tijde van includering voor dit onderzoek (6 weken tot 6 maanden na de bevalling) 5 kg. zwaarder dan voor de zwangerschap. - Namen niet deel aan een trainingsprogramma. - Namen niet deel aan een programma om gewicht te verliezen. - Hadden geen medische contraindicaties om deel te nemen aan een dieet of aan een trainingsprogramma. Interventiegroep: 13 vrouwen volgt een dieet en doet aan training: - Zij komen twaalf keer bij elkaar in het jaar na de bevalling, de eerste twee maanden om de week en daarna één keer per maand. - Zij houden dagelijks voedings- en activiteitenlijsten bij. Controlegroep: 10 vrouwen volgt een dieet en doet aan training: - Zij worden eenmalig een uur bijgeschoold met betrekking tot dieet en training aan het begin van de periode na de bevalling. - De vrouwen in de interventiegroep hebben na een jaar een significante gewichtsafname, een significante afname in vetpercentage en geen verandering in de vetvrije-massa. - De vrouwen in de controlegroep hadden geen veranderingen in gewicht, vetpercentage en vetvrije-massa. Vrouwen die na de bevalling deelnamen aan gestructureerde bijeenkomsten over dieet en training hebben succes op het gebied van gewichtsafname na een jaar. Dit laat zien dat vrouwen aangemoedigd moeten worden om een gestructureerd programma te gaan volgen na hun bevalling met betrekking tot dieet en training. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
99
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Beoordeling van de interventie
Voldoende valide en toepasbaar
®
X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
100
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
42) Titel: Effects of pelvic floor muscle training during pregnancy Auteurs: Oliveira C de, Lopes MAB, Longo e Pereira LC, Zugaib Bron: Clinics, Vol. 62, No. 4, pp. 439-446, 2007 Methode CT Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
46 zwangere vrouwen ( in de leeftijd van 18 tot 37 jaar) die voor de eerste maal zwanger zijn en die zijn ingedeeld in een lage-risico groep. Interventiegroep: Krachttraining van de bekkenbodemspieren (PFMT). Controlegroep: Geen krachttraining van de bekkenbodemspieren. Door middel van de functionele evaluatie en perioneometrie van de bekkenbodemspieren wordt een duidelijk verschil zichtbaar in de spierkracht van de bekkenbodem tijdens de zwangerschap in beiden groepen. De toename in de spierkracht was groter in de interventiegroep dan in de controlegroep. Krachttraining van de bekkkenbodemspieren resulteert in een belangrijke toename en gebruik van de kracht en druk van de bekkenbodemspieren tijdens de zwangerschap. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn n.v.t. van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
X
101
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
43) Titel: Interventions for preventing and treating pelvic and back pain in pregnancy (Review) Auteurs: Pennick VE, Young G Bron: The cochrane collaboration, 2007 Methode Review Populatie Interventies
Resultaten Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
1305 zwangeren vrouwen met het risico op rug- of bekkenpijn of er al last van hebben. (in 9 studies) Spierversterkende oefeningen Zittende bekkenbodemspieroefeningen Hydrobics Een studie geeft aan dat voor vrouwen met rug- en bekkenpijn, acupunctuur effectiever is dan fysiotherapie in het laten afnemen van de pijnintensiteit. Zwangerschap specifieke training, fysiotherapie of acupunctuur naast de gewoonlijke zwangerschapszorg doet de rug- en/of bekkenpijn meer verminderen/voorkomen, dan de gewoonlijke zwangerschapszorg alleen. Hoewel de effecten klein zijn. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
102
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
44) Titel: Impact of Physical Activity during Pregnancy and Postpartum on Chronic Disease Risk Auteurs: J.M. Pivarnik, H.O. Chambliss, J. F. Clapp, S.A. Dugan, M.C. Hatch, C.A. Lovelady, M.F. Motolla and Michelle A. Williams Bron: American College of Sports Medicine, pp. 989-1006, 2006 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Zwangere vrouwen. Fysieke inspanning/activiteit. Fysieke inspanning kan het risico op preclampsie verminderen op verschillende relevante lichamelijke en metabole manieren/wegen. Onderzoekers zijn tot nu toe niet in staat geweest om een kosteneffectief, gemakkelijk toepasbaar, op evidentie gebaseerd programma te schrijven met richtlijnen voor frequentie, intensiteit en duur van training en het soort activiteit dat optimale resultaten zal veroorzaken voor vrouwen die een risico lopen op of zwangerschapssuiker ontwikkelen. Oefening wordt gezien als een waardige therapie voor zwangerschapssuiker en de eerste onderzoeksresultaten zijn positief, maar totdat richtlijnen zijn opgesteld is het werkelijke effect van een specifiek, gestructureerd oefenprogramma onduidelijk. Gewoonlijke oefening tijdens de zwangerschap heeft zowel medische als psychische voordelen voor moeder en kind. Oefening kan ook een rol spelen in de preventie van chronische musculo-skeletaire condities, maar hiervoor is verder onderzoek nodig. Resultaten van studies, uitgevoerd op zwangere, borstvoeding-gevende vrouwen, laat zien dat oefening de aerobische fitheid, plasma-vetten en de insulinereactie bevorderd. Alleen oefening geeft echter, zonder vermindering van de calorie-inname, geen gewichtsvermindering. Beschikbaar bewijs laat zien dat fysieke inspanning een positief effect heeft op de geestelijke gezondheid, gedurende de zwangerschap en postnataal. Verschillende vormen van krachttraining en niet-krachttraining zijn onder de loep genomen gedurende zwangerschap en geen van beide laat een vergroot risico zien op een abnormale, vroegtijdige bevalling of miskraam. Wanneer tijdens de zwangerschap begonnen of doorgegaan wordt met krachttraining, kan dit sommige positieve korte- en lange termijn effecten hebben voor de baby. Over het algemeen zijn er voornamelijk positieve geluiden hoorbaar met betrekking tot de rol van lichamelijke activiteit gedurende de zwangerschap en de rol van deze activiteit in de preventie van chronische aandoeningen. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
103
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Beoordeling van de interventie
®
Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
104
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
45) Titel: Effect of relaxation with guided imagery on anxiety, depression, and self-esteem in primiparas Auteurs: B.L. Rees Bron: Journal of holistic nursing, Vol. 13, No. 3, pp. 255-267, 1995 Methode CT Populatie Interventies
Resultaten Conclusie Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
60 primipara tussen de 18-38 jaar en die in de periode zitten van 4 weken na de bevalling. Interventiegroep: 30 vrouwen die gedurende 4 weken elke ochtend een bandje luisteren, 15 min, waarin RGI protocol (guided imagery) wordt afgespeeld. Controlegroep: 30 vrouwen die gedurende 4 weken elke ochtend een bandje luisteren, 15 min, met muziek. Zie conclusie RGI is effectief in het laten afnemen van de mate van ongerustheid en depressies en in het toenemen van de mate van zelfrespect. Item + 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn n.v.t. van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? n.v.t. Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin n.v.t. ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? n.v.t. Voldoende valide en toepasbaar
?
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
X
105
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
46) Titel: Prevention of postpartum stress intcontinence in primigravidae with increased bladder nek mobility: a randomised controlled trail of antenatal pelvic floor exercises Auteurs: E.T.C. Reilly, R.M. Freeman, M.R. Waterfield, A.E. Waterfield, P. Steggles, F. Pedlar Bron: BJOG: an International Journal of Obstretrics and Gynaecolgy, Vol. 109, pp. 68-76, 2002 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
230 vrouwen die in de 20ste week van de zwangerschap getest zijn op de blaashals mobiliteit en dit positief bleek te zijn. Leeftijd tussen de 16-47 jaar. Met een gemiddelde leeftijd van 28 jaar. Interventiegroep: 120 vrouwen training van de bekkenbodemspieren onder begeleiding van een fysiotherapeut ( 1 op 1), maandelijkse intervals gedurende 20 weken. Training bestaat uit: 3 herhalingen van 8 contracties, 6 seconden vasthoudend. Met 2 minuten rust tussen de herhalingen. Wordt 2 maal per dag herhaald. Als ze moeten hoesten en/of niezen kregen ze de opdracht om de bekkenbodem aan te spannen. Vanaf de 34ste week van de zwangerschap worden de oefeningen opgevoerd tot 12 contracties. Controlegroep: 110 vrouwen zonder interventie. 19,2% van de interventiegroep had postpartum last van stress urineincontinentie tegenover 32,7% van de controlegroep. (3 maanden na de bevalling) Er was geen verschil zichtbaar in de blaas-hals mobiliteit en in de bekkenbodem spierkracht tussen de groepen. Prenataal gecontroleerde bekkenbodemspier oefeningen zijn effectief in het verlagen van het risico op stress urinecontinentie postpartum, als de oorzaak de blaas-hals mobiliteit betreft. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
106
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
47) Titel: Randomised controlled trial of pelvic floor muscle training during pregnancy Auteurs: K.A. Salvesen, S. Mørkved Bron: BMJ, Vol. 329, pp. 378-380, 2004b Methode RCT Populatie Interventies
Resultaten Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
301 gezonde vrouwen die voor de eerste maal zwanger zijn. Interventiegroep: 148 vrouwen trainden onder begeleiding van een fysiotherapeut gedurende 60 minuten, 1 maal per week, 12 weken lang en tussen de 20ste tot de 36ste week van de zwangerschap. Ook werden ze aangemoedigd om bekkenbodem spier oefeningen 2 maal per dag thuis uit te voeren. Controlegroep: 153 vrouwen werden niet geadviseerd om bekkenbodem spier oefeningen voor zichzelf uit te voeren. Bij de vrouwen uit de interventiegroep komt het vaker voor dat de tijd tussen volledige ontsluiting en de uiteindelijke geboorte van het kind minder lang duurt. Een gestructureerd trainingsprogramma voor de bekkenbodem spieren wordt geassocieerd met minder gevallen van actief persen in het tweede gedeelte van de bevalling (de periode tussen volledige ontsluiting en de uiteindelijke geboorte van het kind) wanneer deze langer duurt dan 60 minuten. Bij de controlegroep duurt de uitdrijving langer. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
107
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
48) Titel: Effect of Pelvic Muscle Exercise on Transient Incontinence During Pregnancy and After Birth Auteurs: C.M. Sampselle, J.M. Miller, B.L. Mims, J.O.L. Delancey, J.A. AshtonMiller and C.L. Antonakos Bron: Obstet Gynecol, Vol. 91, pp. 406-412, 1998 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
72 zwangere vrouwen - 18 jaar of ouder - negatieve geschiedenis, m.b.t. voortplantings- of geslachtsorganen - plannen om, tot minstens 1 jaar na de bevalling, in de regio te blijven wonen - begrip van Engelse taal Interventiegroep: Vrouwen die een gestandaardiseerde instructie kregen m.b.t. bekkenbodemspieroefeningen. Controlegroep: Vrouwen die de gebruikelijke zorg kregen, zonder een systematisch programma voor bekkenbodemspiertraining. Bij alle metingen die verricht werden, 20 weken zwangerschap, 35 weken zwangerschap, 6 weken postnataal en 6 maanden postnataal, vertoonde de interventiegroep minder symptomen/tekenen van urine-incontinentie dan de controlegroep. 12 maanden postnataal was dit verschil echter verdwenen. Ook liet de interventiegroep op alle meetmomenten zien meer kracht te hebben in de bekkenbodemspieren dan de controlegroep. Het beoefenen van bekkenbodemspieroefeningen door zwangeren die zwanger zijn van hun eerste kindje, resulteert in verminderde urineincontinentiesymptomen gedurende de late zwangerschap en postnataal. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? X 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
108
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
49) Titel: Aerobic Exercise and Submaximal Functional Capacity in Overweight Pregnant Women Auteurs: I. A. Santos, R. Stein, S. C. Fuchs, B. Bartholow Duncan, J. Pinto Ribeiro, L. R. Kroeff, M. Teixeira Carballo and M. I. Schmidt Bron: Obstretics & Gynecology, Vol. 106, No. 2, August 2005 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
92 zwangere vrouwen: - BMI tussen de 26 en 31 kg/m² - In de leeftijd van 20 jaar of ouder - Minder dan 20 weken zwanger - Geen diabetes - Geen hypertensie Interventiegroep: 3 x 1 uur per week aerobics: - 5 10 minuten warming up. - 30 minuten aerobics, waarbij hartslag gemonitord wordt. - 10 15 minuten trainen van boven en onderste extremiteit. - 10 minuten ontspannings- en rekoefeningen. Controlegroep: - Ontspanningsoefeningen - Groepsdiscussies, m.b.t. zwangerschap. Zuurstofopname op de anaerobe drempel nam toe met 18% in de interventiegroep en nam met 16% af in de controlegroep. De zuurstofopname op de anaerobe drempel was 2.68 ml/min/kg. groter in de interventiegroep. Aerobics bij zwangere vrouwen met overgewicht vergroot de submaximale trainingscapaciteit, en komt de anders negatieve effecten van zwangerschap te boven. Aanvullende studies zijn nodig om het effect te evalueren op grote klinische resultaten. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
109
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
50) Titel: Exercise in Pregnancy, Part 1: Update on pathophysiology Auteurs: L. Stevenson Bron: Canadian Family Physician, Vol. 43, januari 1997 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Zwangere vrouwen Fysieke inspanning/activiteit Er zijn veel onzekerheden met betrekking tot het effect van training op zwangerschap. Het betreft met name aan training gerelateerde oververhitting, geboortegewichtveranderingen, hartslagreacties van de foetus, miskramen, bevallingspatronen, moederlijke schade en moederlijke gewichtstoename. Toch kan training tijdens de zwangerschap ook voordelen hebben. Er blijven verschillende gaten bestaan in de kennis over training tijdens zwangerschap. Beschikbare data laten echter zien dat gematigde inspanning/training gedurende een gezonde zwangerschap minimale risico s met zich meebrengt voor zowel de moeder als de foetus. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
110
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
51) Titel: The female athlete: evaluation and treatment of sports-related problems Auteurs: C.C. Teitz, S.S. Hu and E.A. Arendt Bron: Journal of the American Academy of Orthopaedic Surgeons, 1997, Vol. 5, No. 2, pp. 87 96 Methode Review Populatie Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Zwangere topatleten Topsport, in veel gevallen vergeleken met een controlegroep van zwangere vrouwen die niet aan beweging/training deed of zwangere vrouwen die recreatief trainden. De vrouwelijke topatleet moet proberen om haar lichaamstemperatuur beneden de 38 graden celcius te houden. Contraindicaties voor training tijdens zwangerschap zijn: Diabetes Hypertensie Meerling-zwangerschap Cervicale defecten Miskraam in het verleden Er is tegenstrijdig bewijs voor de invloed van training op de start van de bevalling, het verloop van de bevalling en de groei van de foetus. Echter, de meeste fitte vrouwen met normale zwangerschappen willen hun gewoonlijke programma voortzetten tijdens de zwangerschap, zonder dat dit een negatief effect heeft op de meeste aspecten van de bevalling en de groei van de foetus. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
X
111
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
52) Titel: The effects of acute relaxation on indices of anxiety during pregnancy Auteurs: J. Teixeira, D. Martin, O. Prendiville, V. Glover Bron: Journal of psychosomatic obstretrics en gynecology, Vol. 26, No. 4, pp. 271-276, 2005 Methode RCT Populatie
58 vrouwen, in de 28-32ste week van de zwangerschap.
Interventies
Interventiegroep: De vrouwen volgenden een actieve ontspannings methode gebaseerd op een hypnotherapeutische methode gegeven door een stress management expert.
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Controlegroep: De vrouwen zaten voor 45 minuten een modemagazine te lezen in een stille ruimte, in een comfortabele stoel met armleuningen en voetondersteuning. In beide groepen was een significante afname in de mate van ongerustheid bij de vrouwen en in de hartslag, echter het effect was groter in de interventiegroep.. De passieve ontspanning gaf een significante afneme in de noradrenaline levels, dit tot tegenstelling tot de actieve ontspanning waarbij dit niet het geval was. Adrenaline levels veranderden niet in beide groepen. Om de specifieke biologische effecten van ongerustheid tijdens de zwangerschap af te laten nemen is het meest effectief om verschillende methodes te gebruiken. Item + ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de X behandeling? 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? n.v.t. Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
112
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
53) Titel: Maternal and fetal cardiovascular responses to strenuous bicycle exercise. Auteurs: M.B. van Doorn, F.K. Lotgering, P.C. Struijk, J.P. and H.C.S. Wallenburg Bron: American journal of obstetrics and gynecology, Vol. 166, No. 3, pp. 854859, 1992 Methode Longitudinale studie Populatie
33 gezonde, zwangere vrouwen in verwachting van een eenling.
Interventies
Interventiegroep: - 33 vrouwen doen een inspanningstest - De testen worden afgenomen wanneer de vrouwen 16, 25 en 35 weken zwanger zijn en 7 weken na de bevalling. - De test bestaat uit: 20 minuten rust Gaan zitten op een fietsergometer, verbonden met een gasstroommeter en een ECG-apparaat. Iedere drie minuten wordt de bloeddruk gemeten. Op de fiets wordt in de eerst vijf minuten (in rust) een baselinemeting gedaan, waarna de vrouw start te fietsen. 3 minuten warming-up op 30 Watt Elke 30 seconden wordt de weerstand verhoogt met 10 Watt, totdat de VO2-max is bereikt
Resultaten
Conclusie Beoordeling van de interventie
Controlegroep: Er is geen echte controlegroep. De uitkomsten van de testen worden onderling vergeleken. - Tijdens inspanning daalt het ST-segment van de hartcurve in 12% van de gevallen, maar dit wordt niet beïnvloedt door zwangerschap. - De bloeddruk tijdens inspanning, op 75% van de VO2-max, wordt niet beïnvloedt door zwangerschap. - Na een maximale fietstest is de hartslagfrequentie van de foetus gestegen met 4 slagen per minuut, zonder verandering in patroon. - Na maximale inspanning is een tijdelijke verhoogde activiteit van de baarmoeder zichtbaar in 6% van de gevallen. Inspanning van gelimiteerde duur is niet schadelijk voor de gezonde moeder en de foetus. Voldoende valide en toepasbaar X Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
113
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
54) Titel: Exercise during pregnancy Auteurs: T.W. Wang and B.S. Apgar Bron: American family physician, Vol. 57, No. 8, pp. 1846 -1852, 1998 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
Zwangere vrouwen. Oefening in verschillende vormen en intensiteiten. - Vrouwen die trainen tijdens de zwangerschap hebben een hogere energieinname nodig, dan de aanbevolen extra hoeveelheden van 150 kcal (in het eerste en tweede trimester van de zwangerschap) of de 300 kcal (in het laatste trimester van de zwangerschap) dan vrouwen die niet trainen tijdens de zwangerschap. - Training kan de zwangerschap comfortabeler maken, de bevalling verkorten en verminderd de noodzakelijkheid van verloskundig ingrijpen. - Door het effect van het verhoogde lichaamsgewicht tijdens training, is het verstandig om training in een warme of vochtige ruimte te vermijden. Zie resultaten. Item + - ? 1 Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X 2 Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X 3 Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X 4 Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? X 5 Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? X Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
X
114
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
55) Titel: Effects of acute and chronic maternal exercise on fetal heart rate Auteurs: K.A. Webb, L.A. Wolfe and M.J. McGrath Bron: Journal of Applied Physiology, Vol. 77, No. 5, pp. 2207-2213, 1994 Methode RCT Populatie
Interventies
38 inactieve, zwangere vrouwen: - Roken niet; zowel niet voor als tijdens de zwangerschap. - Inactief; dus geen regelmatige inspanning leveren. - Geen metabole of cardiorespiratoire aandoeningen. - Geen overgewicht. - Geen eetstoornissen. - Geen absolute of relatieve contraindicaties om inspanning te leveren tijdens de zwangerschap. - Geen medicatiegebruik. Interventiegroep: 22 inactieve, zwangere vrouwen trainen op een fietsergometer: - Met een hartslag van 145 bpm. - 25 minuten per training. - Drie keer per week. - Gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap. Controlegroep: 16 inactieve, zwangere vrouwen blijven inactief, gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap.
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beide groepen: - Aan het einde van het tweede en derde trimester van de zwangerschap worden metingen uitgevoerd om de bekijken hoe de hartslag van de foetus reageert in zowel de interventiegroep (regelmatige inspanning) als de controlegroep (acute inspanning). De hartslag wordt voor, tijdens en 15 minuten na de inspanning bekeken. - Ondanks hogere fietsuitslagen in de interventiegroep, waren de reactie van de hartslag van de foetus tijdens de metingen voor beide groepen vergelijkbaar: Tijdens inspanning stijgt de hartslag van de foetus. Tijdens inspanning laat de hartslag een normale variabiliteit zien. Na inspanning laat de hartslag een normale reactiviteit zien. Getrainde vrouwen kunnen meer inspanning verzetten dan inactieve vrouwen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de foetus en dit foetaal zuurstofgebrek veroorzaakt. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten?
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
115
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit 8
Beoordeling van de interventie
®
Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar Twijfelachtig
X X X
Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
116
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
56) Titel: Pelvic floor muscle training is not effective in women with UI in pregnancy: a randomised controlled trial Auteurs: C. Woldringh, M. van den Wijngaart, P. Albers-Heitner, A.A.B. Lycklama á Nijeholt en T. Lagro-Janssen Bron: Internation Urogynecol. Journal, Vol. 18, pp. 383-390, 2007 Methode RCT Populatie
Interventies
264 zwangere vrouwen - Met urine-incontinentie. - Verder gezond. - Niet onder behandeling van een gynaecoloog. - Niet eerder behandeld voor UI. - Begrip van de Nederlandse taal. Interventiegroep: 112 vrouwen met UI kregen vier individuele sessies, gegeven door 25 fysiotherapeuten. Drie sessies vonden plaats (met 2 weken interval) tussen de 23ste en 30ste week van de zwangerschap en de vierde sessie vond 6 weken na de bevalling plaats. Controlegroep: Vrouwen met UI die de standaard zorg kregen voor zwangere vrouwen.
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
Beide groepen: Beide groepen werden 5 keer gemeten: T0 = na 22 weken zwangerschap, direct voor de eerste drie trainingssessies T1 = na 35 weken zwangerschap, direct na de eerste drie trainingssessies T2 = 8 weken postnataal, direct na de vierde en laatste trainingssessie T3 = 6 maanden postnataal T4 = 12 maanden postnataal Er worden geen verschillen gevonden tussen de interventiegroep en controlegroep m.b.t. urine-incontinentie. Urine-incontinentie nam na de zwangerschap sterk af, onafhankelijk van het feit of er bekkenbodemspiertraining was gedaan of er slecht gebruik werd gemaakt van de reguliere zorg voor zwangere vrouwen. De resultaten pleiten voor een afwachtend beleid: laat de urine-incontinentie zijn natuurlijke beloop doorlopen en bekijk of bekkenbodemspiertraining effectief is voor díe vrouwen die een half jaar na de zwangerschap nog steeds incontinent zijn. Tot een jaar na de zwangerschap is geen effect van bekkenbodemspieroefeningen aangetoond bij vrouwen met UI voor aanvang van de zwangerschap. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten X een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? X
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
117
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit 8
Beoordeling van de interventie
®
Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? Voldoende valide en toepasbaar
X X X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
118
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
57) Titel: Prescription of Aerobic Exercise During Pregnancy Auteurs: L.A. Wolfe, P. Hall, K.A. Webb, L. Goodman, M. Monga and M.J. McGrath. Bron: Sports Medicine, Vol. 8, No. 5, pp. 273-301, 1989 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Zwangere vrouwen Fysieke inspanning/activiteit, in verschillende vormen De resultaten zijn onder te verdelen in positieve effecten van inspanning tijdens de zwangerschap en mogelijke risico s van inspanning tijdens de zwangerschap: Positieve effecten voor de moeder: Verhoogd energielevel Verminderde cardiovasculaire stress Preventie van buitensporige gewichtstoename Facilitatie van de bevalling Sneller herstel na de bevalling Bevordering van een goed postuur Preventie van lage rug klachten Preventie van zwangerschapssuiker Verhoogde gemoedstoestand Verhoogd zelfbeeld Positieve effecten voor de foetus: Minder complicaties van een moeilijke bevalling Mogelijke risico s voor de moeder: Acute lage bloedsuikerspiegel Chronische vermoeidheid Musculoskeletair letsel
Conclusie
Mogelijke risico s voor de foetus: Acuut zuurstoftekort Acute oververhitting Acute reductie in de beschikbaarheid van glucose Miskraam in het eerste trimester Een vroeggeboorte Veranderde ontwikkeling Verkorte zwangerschap Verminderd geboortegewicht Beschikbaar bewijs laat zowel de risico s als de voordelen zien van inspanning tijdens de zwangerschap. Tijdens intensieve inspanning, zullen de spieren van de moeder met de foetus gaan strijden om bloedtoevoer, zuurstof en essentiële brandstoffen. Daardoor bestaat er kans op zuurstoftekort van de foetus, oververhitting en ondervoeding. Als inspanning regelmatig herhaald wordt, kan dit resulteren in verminderde foetusgroei of een veranderde ontwikkeling van de foetus. Fitness-achtige training brengt de foetus van gezonde zwangere vrouwen niet in gevaar De voordelen van deze trainingsvorm zijn: verhogen van de VO2-max, een groter cardiopulmonair reserve, het voorkomt opstapeling van lichaamsvet, bevorderd het
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
119
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
Valide en toepasbaar
1 2 3 4 5 6 7 8
Beoordeling van de interventie
®
algemeen welzijn, helpt zwangerschapssuiker en lage rugpijn te voorkomen en kan de bevalling bevorderen. Item + Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? X Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? X Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? X Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft X plaatsgevonden? Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke X onderzoeken beschreven? Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit X van de onderzoeken? Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? Voldoende valide en toepasbaar X
?
X
X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
120
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
58) Titel: Aerobic Exercise in Pregnancy: An Update Auteurs: L.A. Wolfe and M.F. Mottola Bron: Journal of Applied Physiology, Vol. 18, No. 2, pp. 119-147, 1993 Methode Review Populatie Interventies Resultaten
Conclusie
Zwangere vrouwen Training - Gewichtsondersteunende training, zoals fietsen, kost zwangeren evenveel of slecht een klein beetje meer energie dan niet zwangeren. - Zwangerschapshormonen, met name progestoron, zorgt voor een toename van de ademhalingssensitiviteit voor CO2. Dit zorgt voor een toename van de longventilatie en alveolaire ventilatie gedurende training. - Er zijn tegenstrijdige conclusies m.b.t. de relatieve vetverbranding en het gebruik van carbohydrate tijdens training gedurende de zwangerschap. - De hartslag van de moeder stijgt gedurende rust en gedurende submaximale inspanning bij een vorderende zwangerschap. - Zowel het hartvolume als de cardiale output nemen significant toe tijdens submaximale inspanning gedurende de zwangerschap. - De krachtsinspanning veranderd niet significant tijdens de zwangerschap en de waardes zijn tijdens standaard training op het land gelijk aan de waardes van niet zwangeren. - Er zijn tegenstrijdige conclusies m.b.t. de warmteregulatie tijdens training gedurende de zwangerschap. - Toekomstige studies zullen zich moeten richten op de cardiovasculaire functie, warmteregulatie en de gewaarwording van inspanning tijdens training in water gedurende de zwangerschap. - De effecten van zwangerschap op de VO2-max moeten verder onderzocht worden. - Cardiovasculaire reacties op training zijn verschillend bij zwangeren en niet zwangeren. De hartslag in rust en tijdens lichte inspanning worden niet minder bij gemiddelde conditionering van de zwangere vrouw. Hartslagafname door conditionering komt meer naar voren bij hogere (zwaardere) inspanning. Krachtsinspanning is afgenomen in alle gegeven submaximale inspanningen of VO2 s als gevolg van fysieke conditionering tijdens de zwangerschap. - De meest voorkomende reactie van de foetus op dynamische inspanning van de zwangere vrouw is een toename van de hartslag. Deze komt tijdens herstel echter weer terug naar de baseline. - Gezonde, zwangere vrouwen die eerder inactief waren, kunnen veilig deelnemen aan een fitnessprogramma dat zowel aerobe- als spierconditionering omvat. Aan deze programma s kan deelgenomen worden na 15 weken zwangerschap. De intensiteit en duur van de trainingen kan opgevoerd worden gedurende het tweede trimester en constant gehouden worden of licht afnemen tijdens het derde trimester. Na de 28ste week zwangerschap zou de intensiteit en de duur van de trainingen niet meer verhoogd moeten worden. Verschillend bewijs laat zien dat gezonde vrouwen tijdens de zwangerschap acute training van gematigde intensiteit kunnen beoefenen zonder dat dit het welzijn van de foetus in gevaar te brengen. Recente studies laten zelfs zien dat gemiddelde training het metabolisme en de cardiopulmonaire capaciteiten kan vergroten zonder de groei van de foetus en het zwangerschapsresultaat in de weg te staan.
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
121
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Valide en toepasbaar
Beoordeling van de interventie
®
Item Is de vraagstelling adequaat geformuleerd? Is de zoekactie adequaat uitgevoerd? Is de selectieprocedure van artikelen adequaat uitgevoerd? Is de kwaliteitsbeoordeling adequaat uitgevoerd? Is adequaat beschreven hoe data-extractie heeft plaatsgevonden? 6 Zijn de belangrijkste kenmerken van de oorspronkelijke onderzoeken beschreven? 7 Is adequaat omgegaan met klinische en statische heterogeniteit van de onderzoeken? 8 Is statische pooling op een correcte manier uitgevoerd? Voldoende valide en toepasbaar 1 2 3 4 5
+ X
-
? X X X X X X X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
X
122
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit
®
59) Titel: Effect of Exercise on Blood Pressure in Pregnant Women with a High Risk of Gestational Hypertensive Disorders Auteurs: S. Yeo, N.M. Steele, M. Chang, S.M. Leclaire, D.L. Ronis and R. Hayashi Bron: Journal of reproductive medicine, Vol. 45, No. 4, pp. 293-298, 2000 Methode RCT Populatie
Interventies
Resultaten
Conclusie
Valide en toepasbaar
16 zwangere vrouwen: - Met in het verleden milde verhoogde bloeddruk, zwangerschapsgerelateerde bloeddrukverstortingen of een familiegeschiedenis van bloeddrukverstoringen. - Geen suikerziekte - Geen meervoudige zwangerschap - 18 jaar of ouder - Geen extreem getrainden Interventiegroep: Een onbekend aantal zwangere vrouwen neemt deel aan de training: - 10 weken lang, 3 keer per week, 30 minuten per training op rating of perceived exertion level 13 : Warming-up: 5 minuten Training (lopende band of fietsergometer): 30 minuten op level 13 (= gemiddelde inspanning) Cooling-down: 10 minuten - Training werd gedaan tussen 16.00 en 18.00 uur. Controlegroep: Een onbekend aantal vrouwen ontvangt reguliere zorg. - De systolische bloeddruk veranderde niet significant, maar de diastolische bloeddruk verminderde in de trainingsgroep met 3,5 mm. Hg, terwijl deze in de controlegroep steeg met 1,1 mm. Hg. - Vetpercentage verschilde niet tussen de interventie- en controlegroep, zowel niet voor als na de behandeling . Deze studie laat een sterkte trend zien dat 10 weken gemiddelde training de diastolische bloeddruk verlaagd bij zwangere vrouwen met een risico op bloeddrukverstoringen. De verlaging was waarschijnlijk toe te schrijven aan de training, niet aan gewicht of dagelijkse activiteiten. Item + - ? 1 Was de toewijzing van de interventie aan de patiënten X gerandomiseerd? 2 Degene die de patiënten insluit hoort niet op de hoogte te zijn X van de randomisatie volgorde. Was dat hier het geval? 3 Waren de patiënten geblindeerd voor de behandeling? X 4 Waren de behandelaars geblindeerd voor de behandeling? X 5 Waren de effect beoordelaars geblindeerd voor de behandeling? X 6 Waren de groepen aan het begin van de trial vergelijkbaar? X Indien nee: is hiervoor in de analyse gecorrigeerd? 7 Is van een voldoende proportie van alle ingesloten patiënten n.v.t. een volledige follow-up beschikbaar? Indien nee: selectieve loss-to-follow-up uitgesloten? 8 Zijn alle ingesloten patiënten geanalyseerd in de groep waarin X ze waren gerandomiseerd? 9 Zijn de groepen, afgezien van de interventie, gelijk behandeld? X
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
123
Wetenschappelijke onderbouwing van het programma ZwangerFit Beoordeling van de interventie
Voldoende valide en toepasbaar
®
X
Twijfelachtig Onvoldoende valide en toepasbaar
© 2007-2008 Lieke Martens & Marinde van Milligen
124