Weetboek Versie: HIC 2006

Weetboek Versie: HIC 2006

Weetboek der Algemene Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll

© 1974-2006 A.A.S.R. Skøll – Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaargemaakt, in enigerlei vorm of op enige wijze, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de A.A.S.R. Skøll.

Eerste editie, 1974; tweede editie, 1980; derde editie, 1991; vierde editie, 1999; Vierde herziene druk, september 2003; vernieuwde editie: 2005; herzien 2006

Herzien en vernieuwd door Toon Michel en Patrick Mast

Algemene Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll Jan Vroegopsingel 6 1096 CN AMSTERDAM telefoon: (020) 6931599 fax: (020) 6931096 e-mail: website: -2-

[email protected] www.skoll.nl

Inhoudsopgave 1 Voorwoord

4

2 Roeien (geen examenstof)

5

3 De boot en de riemen

6

3.1 Boten

6

3.2 Riemen

7

3.3 Bootonderdelen

8

3.4 Omgang met het materiaal 3.5 Materiaalschades 4 Sturen

10 11 12

4.1 Voorbereiding

12

4.2 Commando’s

12

4.3 Stuurtechniek

14

4.4 Vaarregels

14

4.5 Aanleggen

15

4.6 Wedstrijden

15

4.7 Vaarwater

16

5 Roeien op Skøll

17

5.1 De vereniging

17

5.2 Roeiperspectief op Skøll

18

5.3 Stippen

21

5.4 Regels (geen examenstof)

23

-3-

1 Voorwoord Roeien is behalve de leukste ook een van de veiligste sporten. Waar voetballers de helft van het seizoen geblesseerd zijn en boksers na verloop van tijd 50% van hun hersencapaciteit zijn verloren, worden de meeste roeiers hoogstens een beetje nat. Het roeimateriaal is eigenlijk kwetsbaarder dan de mensen die er in roeien en reparaties kosten behalve veel geld ook veel tijd. Na het halen van de b1-stip vertrouwen wij er op dat je veilig en gezond kan roeien, waarbij ook het materiaal heel blijft. Dat het er cool uitziet als je superstrak roeit, is mooi meegenomen. Dit uitstekende boekje kan je helpen om zo snel mogelijk de benodigde kennis voor het halen van de b1-stip te vergaren.

Veel succes!

Namens de afroeicommissie, Toon

-4-

2 Roeien (geen examenstof)

zijn. Bij de rolrigger beweegt niet het bankje, maar de

Er bestaan allerlei typen boten die kunnen varen

waar dit concept werd gebruikt, wonnen de boten met

zonder dat er een zeil of motor in zit. Een niet volledige

rolriggers glansrijk van de boten met rolbankje.

opsomming: galeien, gondels, kajaks, kano’s, roeiboten

De manier waarop de roeibeweging wordt uitgevoerd

en sloepen. Waar ligt de grens tussen die verschillende

verschilt per land en soms zelfs binnen verenigingen.

boottypen en wat wordt verstaan onder roeien?

Voorbeelden van stijlen zijn de Orthodoxe Engelse

Het verschil tussen roeien en kanoën is dat een roeier

stijl met een extreem rechte rug, de Oost-Duitse

de boot meestal in achterwaartse richting beweegt,

Rückenschwung waarbij de rug meteen bij de inzet

terwijl kanoërs en kajakkers voornamelijk vooruit

wordt opgezwaaid, en de Nederlandse eenheidsstijl

varen. Daarnaast wordt bij het roeien de riem afgezet

waarin diverse roeistijlen samenkomen.

tegen de boot op een vast punt (meestal een dol).

Bron: o.a.

rigger. Bij het eerste wereldkampioenschap in 1982

www.rowinghistory.net

Roeibootjes met vaste bank zijn er voor de recreatieve (eenmalige) verhuur, maar het type met rolbankje is moeilijker te leren. Op Skøll wordt geroeid in boten met rolbankje, bovendien is er sprake van vrijwillig roeien. Vrijwillig roeien en niet roeien omdat er iemand met een zweep rondloopt of omdat je ervoor betaald wordt om passagiers te vervoeren is geleidelijk ontstaan toen er prijzen werden uitgeloofd voor de snelste roeiende veermensen in onder andere Venetië, Engeland en de VS. Ook roeiboten die werden gebruikt om passagiers van grote schepen naar de wal te brengen, werden wel eens ingezet om een wedstrijdje te doen. Sinds de galeien van de Vikingen (een verbeterde versie van de Perzische en Atheense galeien, met zeil en tot 170 roeiers) werden ingehaald door de stoomschepen, is de beroepsgroep van roeiers beginnen te slinken. Tegenwoordig

is

roeien

vooral

recreatief

en/of

competitief. Het ontstaan van boten met een rolbankje heeft een breuk veroorzaakt in de roeiwereld. In het sloeproeien en bij de scouts wordt nog steeds geen gebruik gemaakt van boten met rolbankje, terwijl in het roeien zoals dat op de Olympische Spelen wordt gedaan gebruik wordt gemaakt van de allermodernste boten en riemen van kunststof of andere bijzondere materialen. Eén innovatie is door de wereldroeibond (de FISA) tegengehouden: de rolrigger. Die zou te duur zijn in constructie, zodat arme landen in het nadeel zouden -5-

3 De boot en de riemen 3.1 Boten Boten worden volgens verschillende criteria onderscheiden: Materiaal Vroeger was het alleen mogelijk om boten van hout te maken. Hout is zwaar, zeer kwetsbaar en vergt veel onderhoud. Tegenwoordig worden boten bijna alleen nog van kunststof gemaakt. Boottypes Op Skøll wordt er tussen drie verschillende types boten onderscheid gemaakt: C-boten, B-Boten en gladde (of A-)boten. C-boten zijn zwaar en traag, maar liggen stabiel in het water. Ze worden daarom vooral als instructieen competitieboten gebruikt. C-boten hebben een dragende kiel. B-boten hebben net zoals C-boten een kiel. Deze is echter niet dragend. Ze zijn iets lichter dan C-boten en liggen minder stabiel in het water. Ze worden vooral gebruikt door ouderejaars competitieroeiers. Gladde boten zijn gebouwd volgens de reglementaire minimumafmetingen. Deze boten zijn vooral met het oog op snelheid gebouwd. Ze hebben geen uitwendige kiel. Om goed in deze boten te roeien is ervaring en training nodig. Wedstrijdroeiers en clubroeiers roeien alleen in glad materiaal. Aantal roeiers Er zijn boten met 8, 4, 2 of 1 roeierplaatsen. Scullen of Boordroeien Scullen betekent roeien met twee riemen. Boordroeien is roeien met één riem. De meeste boten kunnen of voor scullen of voor boordroeien worden opgeriggerd worden. Scullboten worden aangeduid met een “x”.

-6-

Gestuurd of ongestuurd Er bestaan boottypes met en zonder stuurman. Deze worden kortweg gestuurd of ongestuurd genoemd. Ongestuurde boten worden gestuurd door de roeiers zelf. Ongestuurde boten worden aangeduid met een “-”. Gestuurde boten worden aangeduid met een “+”. Op de Amstel worden de grotere boten meestal gestuurd. Kleinere nummers zijn vaak ongestuurd. Afkortingen Voor het gemak bestaat er een verkorte notatie voor de boottypen: 1x

gladde

boot,

één

roeier,

scullend,

ongestuurd: “skiff” 2-

gladde boot, twee roeiers, boordroeiend, ongestuurd: “twee-zonder”

C4+

C-boot,

vier

roeiers,

boordroeiend,

gestuurd: “C-vier” B4+

B-boot,

vier

roeiers,

boordroeiend,

gestuurd: “B-vier” 4x-

gladde

boot,

vier

roeiers,

scullend,

ongestuurd: “dubbel-vier” 4x+/4*

gladde

boot,

vier

roeiers,

scullend,

gestuurd: “quadrupple” (“x+” wordt ook als “*” geschreven) 8+

gladde boot, acht roeiers, boordroeiend, gestuurd: “acht”

3.2 Riemen Riem: een lange hefboom met aan het ene uiteinde een handvat en aan het andere uiteinde een blad, bestemd om een roeiboot voort te bewegen. Riemen zijn onder te verdelen in: boord- en dubbelriemen (dubbelriemen of sculls zijn korter en hebben een kleiner blad), houten en koolstof riemen (koolstof is lichter en breekt minder snel), macons en bigblades (bigblades bestaan sinds 1991). Het is niet verboden om in plaats van over ‘riemen’ te praten over ‘palen’, maar ‘peddels’ gebruik je in een kano en ‘roeispanen’ in een sloep of jol. Macon

Bigblade -7-

3.3 Bootonderdelen

8

12

10

3

11

2

1

4 6

5

9 7

1. Opstapplankje: Hier zet je je voet op bij het instappen en uitstappen 2. Rolbankje of bankje 3. Voetenbord 13

4. Sliding: hier rijdt het bankje overheen 5. Huid: uiterst kwetsbaar, je mag er nooit op staan

11

6. Diagonaal- of kruislat: bij sommige roeiboten zit hier een kunststof plaat, het emplacement 7. Grundellat 8. Topboord of boord

18

9. (Til-)bint: hieraan mag je de boot vastpakken als je hem met de kiel omlaaghoudt 10. Spoorstok: verplaatsbare dwarslat 14 15

tussen voetenbord en grundellat 11. Kiel: alleen C- en B-boten hebben een kiel 12. Spant 13. Boegbal: witte rubberen bal op de punt, stootdop en meetpunt bij wedstrijden

-8-

14. Roer 15. Roerpen 16. Stuurstoel 17. Stuurvoetenbankje

31

18. Stuurtouw 16

19. Rigger Een rigger bestaat uit: 20. Drukstang (aan boegzijde)

17

21. Hoofdstang

30

22. Trekstang

18

23. Dol 24. Dolpen

29 28

25. Overslag 26. Blad

19

27. Steel 28. Kraag 29. Manchet

20

23 21

30. Handle 31. Handvat

22

Niet afgebeeld: • Punt • Taft: het gesloten gedeelte van een gladde boot tussen boegroeier en boegbal

24

• Waterkering: achter de

25

boegroeier; houdt golven tegen 27

• Luchtkast: luchtdichte ruimte onder de taft; als de boot vol loopt blijft hij hierop drijven

23

26

-9-

3.4 Omgang met het materiaal Roeimateriaal is gebouwd om daarmee op het water te

1

2

varen. Op het land is de boot veel kwetsbaarder, dus voorzichtigheid is geboden. C4-en en C2-en naar buiten brengen Om een C4+ te tillen zijn vijf mensen nodig, voor een C2+ zijn het er drie of vier. Eén persoon heeft het commando. Breng altijd eerst je riemen, het roer en rugsteun naar buiten. Riemen til je met het blad naar voren en onderhands. In je eentje draag je één riem tegelijk, met zijn tweeën kan je vier riemen tillen. Als je de riemen neerlegt, leg dan de bladen met de bolle kant naar beneden.

3

4

Op het commando ‘uitschuiven gelijk... nu!’ wordt de boot met de liggers uitgeschoven. Ga zo staan dat je de boot van de liggers kan tillen. Voor de beste gewichtsverdeling til je een C4+ op de plekken 1, 2, 3, en 4. Een C2+ til je op de plekken 5, 6 en 7 (zie figuren in rechterkolom). Op het commando: ‘tillen gelijk...nu!’ til je de boot op

5

en draagt hem naar buiten. Pas goed op dat je geen andere boten raakt. De persoon die de commando’s geeft, kijkt goed mee dat de boot nergens tegen aankomt. Met het commando ‘zwenken voor’ of ‘zwenken achter’ kun je de boot naar het vlot manoeuvreren. Op het vlot draai je de boot met de kiel naar beneden. Hiervoor gebruik je op Skøll het commando ‘draaien met de kiel over Ouderkerk/Amsterdam’. Draai hem, als het hard waait, met de kiel door de wind. Anders kan de boot wind vangen. Je kunt bij het tillen het

6

onderste boord met je bovenbeen ondersteunen. Zorg in elk geval dat de boot de grond niet raakt. Als je de boot met kiel naar beneden tilt, pak hem dan alleen aan spanten of binten. Zet de boot schuin over de rand van het vlot neer. Daarna kan de boot in het water worden geschoven. De boot mag alleen met de kiel het vlot raken. Doe nu C4+ naar buiten brengen -10-

7

de overslagen open. Op het commando ‘inschuiven gelijk... nu!’ schuif je met zijn allen de boot met de roerpen vooraan in het water. Let hierbij op dat de boot de hele tijd goed op de kiel staat en niet met de huid het vlot raakt. Zodra het achterschip drijft, tilt degene aan de punt het laatste stuk van de boot in het water. De kiel is daarbij vrij van het vlot. ... en naar binnen brengen De boot naar binnen tillen doe je in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat de bankjes vastzitten (elastiek) en dat alle losse onderdelen op tijd uit de boot zijn (roertje, rugsteun van de stuurplaats). Let erop dat alle overslagen dicht zijn voordat de boot naar binnen wordt gebracht. Als je de boot uit het water getild hebt, leg je hem voor de loods op de singles of schragen en gebruik de tuinslang om de boot af te spoelen. Dan droog je de boot goed af. Zorg dat doeken en dweilen schoon zijn. Betongruis en zand veroorzaken lakschades. De boeg van de boot gaat als eerste de loods in. Elke boot heeft zijn eigen plaats die met een naambordje staat aangegeven. Leg losse bankjes nooit met de wieltjes op de grond: zand maakt putten en krassen in de slidings.

3.5 Materiaalschades • Controleer de boot voor en na het roeien op schade. Als een boot beschadigd is, mag je er niet in roeien! • Je mag geen bankjes, roertjes of andere onderdelen C2+ naar buiten brengen

uit andere boten ‘lenen’: dat lost niets op en veroorzaakt veel ergernis. • Je kan kleine schades soms zelf repareren, bij het afschrijfboek hangt het belangrijkste gereedschap. • Noteer schades altijd in het schadeboek. • Meld grote schades direct aan het bestuur.

-11-

4 Sturen Voor het halen van je b1-stip moet je de boten waarin je vaart ook kunnen sturen. Dit betekent dat je ervaring moet opdoen met aanleggen en het manoeuvreren in het verkeer op de Amstel en de commando’s en vaarregels goed moet kennen. Stuur ben je vanaf het moment dat de roeiers bij de stelling staan tot de boot weer in de stelling ligt.

4.1 Voorbereiding

TIP: Als de stuur een beetje op de volgende dingen let, kan dat veel tijd schelen en ongelukken voorkomen. Zorg ervoor dat: - de overslagen aan waterzijde open zijn voordat de boot het water in gaat (scheelt tijd) - er bakboordriemen in bakboorddollen zitten, en stuurboordriemen in stuurboorddollen (scheelt tijd en grappen vanaf de kant) - de roeiers op de juiste manier instappen (scheelt schade)

Controleer van tevoren of de boot is afgeschreven. Bij

- de overslagen dicht zijn voordat je zelf instapt

het tillen geef je de commando’s zoals beschreven in het hoofdstuk ‘Omgang met het materiaal’. Ga hierbij op een plek staan waar je goed overzicht hebt. Als je zelf meehelpt met tillen (C2+), pak dan de punt van de boot. Houd bij het instappen van de roeiers de boot in het midden vast en zorg daarbij dat de boot niet tegen het vlot komt. Zelf stap je als laatste in, waarna je laat “overhellen naar waterzijde” en “doortrekken langs het vlot”. Strijk dan verder naar een plek waar je veilig kan ronden.

4.2 Commando’s De stuurman is de enige die de ploeg commando’s geeft. Eis van je ploeg dat ze alleen naar jou luisteren en alert reageren. Ook als de coach roept dat je moet laten lopen, moet doorgeroeid worden totdat jij het commando tot laten lopen geeft. Zo kan je eerst om je heen kijken en een veilige plek uitzoeken. Geef altijd verstaanbare, korte en eenduidige commando’s, vermijd lange verhalen en uitleg. Zorg dat de roeiers steeds weten waar ze mee bezig zijn: hoe hard ze moeten roeien en of er een oefening gedaan wordt. Na elke oefening geef je het einde aan met ‘normale haal’. Kies voor je commando’s steeds zo’n moment dat er geen onduidelijkheid kan zijn over het moment dat het van kracht wordt. Bijvoorbeeld bij de commando’s ‘opgelet... laat lopen!’ en “normale haal na... nu!” zorg je dat het laatste woord gelijk valt met de uitpik.

‘Instappen gelijk...1...2...3’

Dit commando wordt gebruikt om de roeiers te laten instappen. Instappen gebeurt klokgelijk. Op 1 watervoet op opstapplankje; op 2 vlotvoet op voetenbord en langzaam gaan zitten; op 3 watervoet op voetenbord.

-12-

‘Slagklaar maken... slagklaar...go’

Dit commando wordt gebruikt om de roeiers te laten beginnen met roeien. Bij ‘Slagklaar maken’ gaan de roeiers in de eerste-stop-houding zitten, de bladen plat op het water, de boot ligt nu recht; bij ‘Slagklaar’ worden de bladen verticaal gedraaid; bij ‘Go’ beginnen de roeiers met roeien. Beginners leren slagklaar te maken in de inpik.

‘Laat...lopen...los’

Dit commando wordt gebruikt om de roeiers te laten stoppen met roeien. ‘Laat’ valt op de inpik; ‘lopen’ valt op de uitpik; daarna blijven de roeiers met de armen gestrekt zitten met de bladen los van het water, de boot vaart met de restsnelheid door. Bij ‘los’ leggen de roeiers de bladen op het water.

‘Klapjes op hele boot/stuurboord/bakboord...nu!’

Dit commando wordt gebruikt om te manoeuvreren. Klapjes worden alleen met de armen uitgevoerd. De roeiers zitten in de tweede-stop-houding en maken alleen met de armen kleine halen.

‘Strijken gelijk/stuurboord/ bakboord... nu!’

Dit commando wordt gebruikt om met de boot achteruit te manoeuvreren. De roeiers duwen het blad vanuit de uitpikpositie in het water van zich af. De stuur houdt het roer in 0º, zodat het niet omklapt.

‘Houden...gelijk’, ‘Stuurboord/

Dit commando wordt gebruikt om de boot tot stilstand

Bakboord...houden’

te brengen. De roeiers houden hun blad recht in het water met de armen gestrekt en remmen zo de boot af.

‘Ronden over bakboord/stuurboord’

Dit commando wordt gebruikt om de boot te draaien of om rond te maken. Ronden gebeurt doord met twee boorden om en om te strijken of halen. Bij ronden over bakboord strijkt bakboord en haalt stuurboord, ronden over stuurboord geschiedt anders om.

‘Lightpaddle na...nu!’

Dit commando wordt gebruikt om de boot langzamer te laten varen, de roeiers zetten nu bijna geen kracht meer.

‘Stuurboord sterk/bakboord best’

Dit commando dient ter ondersteuning van het stuur als in scherpe bochten de stuurkracht van het roer niet genoeg is. Vaak wordt bij stuurboord sterk ook vermeld dat bakboord light mag roeien en andersom.

‘Uitstappen gelijk...1...2...3’

Op 1 watervoet op opstapplankje en opstaan; op 2 vlotvoet naar de kant; op 3 watervoet op de kant. -13-

4.3 Stuurtechniek

• ponten hebben voorrang (ter hoogte van het Kalfje

Sturen: Je zou het bijna vergeten, maar de stuurman bedient ook het roer. Het is het beste om te sturen met een kleine roeruitslag, om de boot niet af te remmen en de balans niet te verstoren. Als je een scherpe bocht moet nemen kan je de roeiers in de buitenbocht harder

en in Ouderkerk) • roeiboten hebben voorrang op motorpleziervaart (de bestuurders van deze schepen weten dit vaak zelf niet!) • neem indien mogelijk het rechter bruggat

laten roeien met de commando’s ‘bakboord best’ en ‘stuurboord sterk’. Koers: Houd je aan de verkeersregels, houd stuurboordwal en kijk goed om je heen. Als je niet over de roeiers heen kunt kijken, kun je langs de roeiers kijken door opzij te leunen (maar dat verstoort de balans) of een lichte zigzag te varen. Kijk altijd achterom voordat je stil gaat liggen. Maak alleen rond op een overzichtelijke plek waar je geen ander verkeer hindert.

Voorrangregels op het water

Omgaan met andere roeiboten: Als een roeiboot op je

Vaarverbod op Skøll

af komt, kan het zijn dat ze je niet zien. Waarschuw een

Er geldt een vaarverbod als:

andere roeiboot door even het boottype of vereniging

- er sprake is van windkracht 7 of meer

(te zien aan de bladen of kleding) te roepen.

- bij mist de zicht minder dan 200 meter is (de overkant

Omgaan met motorboten: Blijf uit de buurt van grote

van de Amstel moet goed te zien zijn)

schepen, zij veroorzaken zuiging en dweilen uit in de

- er sprake is van ijsgang

bochten. Geef voor de zekerheid ook voorrang aan

- als het bestuur nog niet op Skøll is geweest om het

pleziervaart, zij kennen de regels meestal niet, letten

vaarverbod af te kondigen en het weer is slecht (zie

niet op en zijn soms dronken. Een boeg- of hekgolf kun

boven) geldt er toch een vaarverbod

je haaks nemen (ga er recht doorheen) of evenwijdig

- tijdens algemene ledenvergaderingen

(laat lopen en hel over om het water uit de boot te

Er geld een vaarverbod voor houten boten als:

houden).

- de temperatuur voor 14:00 uur 0º of lager is

Wees altijd beleefd!

- de temperatuur na 14:00 uur 2 graden of lager is Vaarverboden zijn aangegeven op de Skøll-site

4.4 Vaarregels

(

www.skoll.nl), door affiches of in de actuele

bestuursmededelingen.

Algemene vaarregels:

Temperatuur:

• altijd aan stuurboordwal blijven varen

Voor 14:00 ≤0º

• inhalen van roeiboten aan bakboord

Na 14:00 ≤2º

• stilliggen aan de kant

Windkracht:

• op het water geldt in principe de regel rechts voor

>7 Bft

links • kleine schepen (<20m, roeiboten!) wijken voor grote

schepen

(sleepboten,

Zicht:

binnenscheepvaart,

< 200meter

rondvaartboten) Vaarverbod -14-

4.5 Aanleggen

worden gebruikt.

Goed aanleggen is niet makkelijk: je hebt zowel je verstand als je gevoel nodig. De meeste schades ontstaan tijdens mislukte aanlegpogingen. Het is dus belangrijk om in de eerste weken van je introductie dit deel goed onder de knie te krijgen.

• Als het goed is, komt de boot parallel met het vlot tot stilstand, zonder het vlot te raken. • Zorg dat de punt van de boot niet tussen twee vlotdelen komt! • De roeiers pakken het vlot, de stuur kan uitstappen, houdt de boot vast, de roeiers

Principe: je vaart onder een hoek in een rechte lijn

maken de overslagen aan de

naar het vlot, en je mindert vaart door één boord te

waterzijde los en de stuurman

laten houden; de boot draait hierdoor evenwijdig

laat de roeiers uitstappen.

aan het vlot. NB: de boegbal is geen stootkussen en dient dus ook niet als zodanig gebuikt te

Je moet bij het aanleggen

worden!

rekening houden met de wind

• Kies een hoek van ongeveer 30-45 graden met

die je uit koers kan blazen, ook

het vlot.

bij het stilliggen.

• Met een paar halen in light-paddle laat je weer vaart in de boot brengen.

Tenslotte zorgt de stuurman ervoor dat de boot netjes

• Laat, een paar meter voor het vlot,

uit het water wordt getild, wordt afgedroogd, in de

lopen, geef de commando’s “overhellen

naar

stelling wordt gelegd en dat de riemen, het roertje

stuurboord/

en de bankjes mee naar binnen worden genomen.

bakboord” en de boot draait

De stuurman schrijft ook eventuele schade aan het

naar het vlot toe.

materiaal in het schadeboek.

4.6 Wedstrijden Bij de meeste wedstrijden is er geen ander verkeer, dus hoef je niet stuurboordwal te houden. Spreek voor de wedstrijd met je coaches en met je ploeg goed de

Als de boot

wedstrijd door (inroeien, starten, wedstrijdopbouw).

niet genoeg draait kun je

Tijdens de wedstrijd is het jouw taak om de roeiers aan

de roeiers aan waterzijde

te moedigen en te motiveren. Jij bent verantwoordelijk

geleidelijk laten houden. • Het is niet de bedoeling dat het roer nu wordt gebruikt, het moet

draaien met

de

riemen gebeuren. Eventueel

voor het uitvoeren van de wedstrijdtactiek. Je houdt de tegenstanders in de gaten en reageert op wat zij doen door bijvoorbeeld sprintjes aan te geven. Zie ook de website

www.skoll.nl > Meer weten

over... > Roeien > Roeiwedstrijd

kan

als de boot te ver doordraait tegenstuur worden gegeven. In nood kan het roer natuurlijk

wel -15-

10

4.7 Vaarwater

9 1

11

1. KARZV De Hoop 2. ASR Nereus

3

3. Roeicentrum Berlagebrug

2 12

4. AWV Ondine 5. RIC

6

6. RZV Poseidon

7

4 15

17

14 5

8

7. AASR Skøll

13

18

8. ARV Willem III

16

19

9. Amstelhotel 10. Torontobrug 11. Nieuwe Amstelbrug

20

12. Berlagebrug

21

13. Weespertrekvaart

22

14. Diemen 15. De omval 23

16. Duivendrechtsevaart 17. Utrechtsebrug 18. Rozenoordbrug (0,9 km)

24

19. Spookhuis 20. veerpont

26

21. Restaurant ‘t Kalfje (2 km)

25

28

29 27

22. Grote bocht/Hoerenbocht (3 km) 23. De Naald (voormalige banpaal van Amsterdam; 4 km) 24. De molen in Ouderkerk (5 km) 25. Ouderkerk a/d Amstel (5,7 km) 30

26. Restaurant ‘t Jagerhuis 27. Bullewijk

31

28. “Betonbrug”/Kruitmolen (de Kruitfabriek; 6,7 km) 29. De scheepswerf (Kikkereiland; 7,6 km) 30. Zwarte kat (8,9 km) 31. Nes a/d Amstel (11,2 km) 32. Uithoorn

32

5 Roeien op Skøll 5.1 De vereniging Geschiedenis Skøll werd op 3 november 1966 opgericht. De naam van de vereniging is ontleend aan de oud-Noorse mythologie, net als de namen van veel boten. Volgens de overlevering is Skøll de wolf die dagelijks achter de zon aanjaagt. Komt hij dicht bij de zon dan is er sprake van een zonsverduistering. Organisatie Bestuursfuncties:

Skøll is een studentenroeivereniging. Skøll is dus aan

Voorzitter

de ene kant een sportvereniging waar sport en roeien

Secretaris

in het bijzonder helemaal voorop staat. Aan de andere

Penningmeester

kant is het een studentenvereniging. Dit houdt in dat

Vice-voorzitter

het een vereniging is voor studenten, maar ook dat

Commissaris Wedstrijd

de vereniging door studenten aan het draaien wordt

Commissaris Competitie

gehouden. Het dagelijkse werk wordt gecoördineerd

Commissaris Materiaal

door een jaarlijks gekozen bestuur. Ter ondersteuning

Commissaris Sociëteit

van het bestuur bestaan er diverse advies-commissies

Commissaris Gebouw

waarin ervaren mensen met ervaring het bestuur terzijde staan. Uitgevoerd en georganiseerd wordt alles door de leden die in commissies georganiseerd zijn. Commissies

Financiële verplichtingen:

Er bestaan open commissies waar iedereen mee

• Jaarlijkse contributie: 115 euro

kan doen en er zijn gesloten commissies waarvoor

• Verplichte roeibijdrage:

je gevraagd moet worden. Hier een aantal van de

50 euro

(eerstejaars competitieroeiers)

belangrijkste commissies op Skøll met hun taken:

90 euro

(clubroeiers)

Materiaalcommissie: Voert het onderhoud aan de

120 euro

(wedstrijdroeiers)

boten uit en repareert schades (open commissie) Gebouwcommissie:

Voert

onderhoud

aan

het

Niet financiële verplichtingen:

gebouw uit (open commissie)

• Eerstejaars leden moeten twee

Barcommissie: Staat achter de bar en regelt de

keer twee uur schoonmaken

verkoop van drank en snoep (gesloten commissie)

• Tweedejaars leden moeten één keer

Kookcommissie: zorgt op dinsdag en donderdag

per jaar twee uur schoonmaken.

avond voor het eten op Skøll (open commissie)

Als je niet komt schoonmaken, is de boete 30 euro.

Wedstrijdcommissie: ondersteunt de wedstrijdroeiers -17-

door bijv. trainingsweekenden te organiseren of op wedstrijden te filmen (gesloten commissie) Competitiecommissie: ondersteunt de competitieroeiers op Skøll bijv. bij het vormen van ploegen, vinden van coaches en organiseert bovendien het competitie-trainingsweekend (gesloten commissie)

brunch (12:00 uur op Skøll). Het Skøll-lied Het Skøll-lied wordt gezamenlijk gezongen als er iets te vieren valt zoals een overwinning of een botendoop.

Wie ’t roeiersbloed door d’aad’ren stroomt

Daarnaast zijn er een aantal commissies die gevormd worden om speciale evenementen te organiseren. De evenementen worden dan door de commissies in eigenregie georganiseerd. Deze commissies zijn gesloten: Lente- en herfstintroductiecommissies (LIC/HIC): organiseren de introductieperiodes in het voor- en najaar. Skøllcupcommissie: organiseert elk jaar de Skøllcup op de Bosbaan Head- en Heinekencommissie: verzorgt tijdens de Head en de Heineken alle gasten en roeiers die op Skøll zijn Voor een volledige overzicht van commissies kijk op www.skoll.nl (> commissies). Wil je in een commissie meewerken? Spreek de mensen aan die actief zijn in commissies!

Het vikingschip op de borst Voor pijn en afzien nimmer schroomt Naar roem en blikken dorst Die zet met ons, vereend van zin, Met onbeklemde strot Dit luid gezongen feestlied in: Voor Skøll en ’t erevlot, Voor Skøll en ’t erevlot.

Tekst: Tomas Jansma, Hubert de Jonge en Reinier de Koning Melodie: overgeleverd, naar ‘Wien Neêrlands Bloed’, melodie J.W. Wilms

5.2 Roeiperspectief op Skøll Na de introductieperiode zijn er verschillende mogelijkheden om de roeicarrière op Skøll voort te zetten. Je kan kiezen voor de wedstrijdselectie of voor

Weekagenda

competitieroeien. Als je uitgeselecteerd bent, kun je

Elke dinsdag en donderdag wordt er door de

meedoen aan de competitieselectie.

kookcommissie gekookt (20:00 uur op Skøll, opgeven via

[email protected]).

Op dinsdagavond is tijdens de introductieperiode vanaf 21:30 de borrelavond in café Nota Bene Op donderdag vindt voor iedereen de Outdoor (conditie-/hardlooptraining)

plaats

(18:30

uur

op

Skøll). In de winter vindt voor competitieroeiers en wedstrijdroeiers wekelijks de Indoor (conditietraining) plaats. Elke woensdagavond is klusavond van de materiaalen de gebouwcommissie. Wie mee helpt mag ook mee-eten (vanaf 19:00 uur op Skøll, opgeven kan via [email protected] of

[email protected]).

In het najaar is er op zaterdag en zondag weekend-18-

Competitieroeien Als eerstejaars competitieroeier roei je in de C4+. Je gaat na de introductieperiode gewoon door met trainen. Voor de roeiers die geen eigen competitieploeg hebben begint na de herfstintroductie de CATCH!periode. CATCH! staat voor Commissie ter Assistentie bij Teamsamenstelling voor Competitieroeiers na de HIC. HIC-ers en LIC-ers zonder ploeg, die geen selectie doen, kunnen zich online inschrijven voor de trainingstijden in de CATCH!. De competitiecommissie helpt bij het vinden van een goed bij hen passende ploeg. Als je niet wil gaan wedstrijdroeien of als je uitgeselecteerd bent, kun je meedoen aan de competitie ‘selectie’. Deze selectie begint twee weken na aanvang van de CATCH! en is bedoeld om de beste

mannen en de beste vrouwen C4+en samen te stellen.

Eind oktober begint de selectie. De eerste paar weken

Je blijft het hele jaar roeien in een C4+, je traint drie

draai je met een grote groep circa zes trainingen per

keer per week en natuurlijk start je met je ploeg alle

week: de indoor (een kracht- en conditietraining van

wedstrijden.

ongeveer een uur), de outdoor, baktraining, training op

Alle overige competitieploegen bepalen zelf hoeveel

de ergometer en 2 of 3 roeitrainingen. Medio december

keer per week ze willen roeien. Je kan samen met

wordt de selectie voor de acht bekendgemaakt. Soms

je coach bepalen hoe fanatiek je wilt roeien. De

wordt er naast de acht ook een vier gevormd.

competitiecommissie helpt je om het roeiseizoen

Als wedstrijdroeier roei je in een 8+ of een 4+. Je

invulling te geven, met bijvoorbeeld elk jaar een

traint het hele jaar zes keer per week. Naarmate het

trainingsweekend. Voor eerstejaars competitieroeiers

wedstrijdseizoen nadert, worden de indoor en de out-

is er jaarlijks een competitie, de OOCUZ, die bestaat

door vervangen door roeitrainingen. Om maximaal te

uit zo’n 220 studenten-C-viertjes uit heel Nederland. Je

kunnen presteren mag je tijdens het wedstrijdseizoen

start eerst het openingstoernooi in Tilburg en daarna

niet roken of drinken.

nog twee keer in andere studentensteden. Na drie

Het

weekenden blijven er nog ongeveer 140 ploegen over

lange-afstandswedstrijden

en begint een afvalrace over nog drie wedstrijen. De

langeafstandswedstrijden begint het baanseizoen. De

winnaar van de finale mag zich beste C4+-ploeg van

wedstrijden zijn dan op een roeibaan over 2000 meter

heel Nederland noemen.

met zes boten boord-aan-boord. Je tegenstanders

Verder kun je starten op andere competitiewedstrijden.

zijn roeiers van dezelfde gewichtsklasse en met een

Kijk

voor

meer

informatie,

wedstrijdinschrijving

op

competitiecomposite:

de

wedstrijdseizoen

begint

in

(tot

maart 8km).

met

de

Na

de

wedstrijd-data

en

vergelijkbaar roeiverleden. Er is een indeling in divisies

website

de

gebaseerd op het aantal behaalde overwinningen op

van

www.skoll.nl/competitie

2000m-wedstrijden. Daar start je op zaterdag het

Na je eerste jaar als competitieroeien kan je kiezen om

eerstejaarsveld tegen alle andere eerstejaars achten

selectie te lopen (je hebt al wat ervaring en je kansen

van jouw jaar. Op zondag start je tegen de achten van

zijn dus groter om geselecteerd te worden) of je kan

jouw ‘status’.

met fanatieke mederoeiers kiezen voor clubroeien of

Na een jaar in een eerstejaarsacht heb je op Skøll

je kan doorgaan met competitieroeien.

uitstekende mogelijkheden om door te stoten naar de nationale top. De ouderejaars roeiers beginnen direct

Wedstrijdroeien Als je ervoor kiest om te gaan wedstrijdroeien kun je in de eerstejaars lichte (onder 72,5 kg) of zware herenacht of damesacht komen. Als wedstrijdroeier heb je de beste coaches, de beste boten en je komt in een team met een prestatiegerichte sfeer.

na de zomer met trainen. Roeien is een van de weinige sporten waarin je beginnende als student de top kunt bereiken. Regelmatig doen roeiers van Skøll mee op het WK en in het verleden waren er een aantal roeiers op de

1e jaar

Hic/Lic

2e jaar wedstrijdselectie

wedstrijdroeien

ouderejaars wedstrijdroeien

competitieselectie

fanatiek competitieroeien

clubroeien

CATCH

competitieroeien

ouderejaars competitieroeien

-19-

Olympische Spelen en hebben daar zelfs medailles

boottypes geroeid worden.

gewonnen.

Als clubroeier moet je laten zien dat je serieus met

Wil je meer weten? Aarzel dan niet om wedstrijdroeiers

je sport bezig bent en je moet minimaal 4 keer week

aan te spreken of kijk op

trainen. Je hebt dan wel recht op een toegewezen

www.skoll.nl/wedstrijd

boot.

Clubroeien Na je eerste jaar competitieroeien kan je kiezen om te gaan clubroeien. Hiervoor vindt de selectie na de zomervakantie

plaats.

De

competitiecommissaris

zoekt fanatieke coachteams. Het doel is om clubachten te vormen. Als er niet genoeg belangstelling is voor

Je kan ook zelf het initiatief nemen en met mederoeiers en coach en in overleg met het bestuur een plan opstellen om te gaan clubroeien. Clubroeiers nemen deel aan competitiewedstrijden gedurende het jaar.

achten of als iets anders gewenst kan ook in andere Overzicht: Wedstrijdroeien

Competitieroeien

Clubroeien (vanaf het 2e jaar)

Boot

redelijk nieuwe

C4+, (4+, B4+)

kunststof 8+ (evt. 4+) Doel

Aantal trainingen

afhankelijk van belangstelling

Prestatiegericht

Sporten op een

Fanatiek sporten,

sporten, goed leren

intensiteit die je

goed leren roeien

roeien, winnen

zelf bepaalt

6-7 per week

2-5 keer per week

Minimaal 4 keer per week

Roken

Niet toegestaan

Mag

Niet tijdens het seizoen

Alcohol

Niet in het seizoen

Mag

In overleg

Sex

Altijd toegestaan

Dûh?

Altijd toegestaan

Te combineren

Ja (geeft structuur

Ja

Ja

met studie?

in je leven)

Hoe kom ik erin?

Meedoen aan

Zelf een team en coach

Meedoen aan de

de selectie

vinden (CATCH!)

selectie of op eigen initiatief

Welke wedstrijden?

NKIndoorroeien,

OOCUZ-wedstrijden

Heineken,

Winterwedstrijden,

Head, Club- en

Heineken, Head, en

competitiewedstrijden

2000m wedstrijden Coaches

Ervaren coachteam

Zelf coaches regelen

Ervaren coaches

Kans op blik?

Vrij groot

Afhankelijk van inzet

Redelijk groot

En daarna?

Ouderejaars

Eerstejaars

Eerstejaars

wedstrijdroeien,

wedstrijdroeien,

wedstrijdroeien,

clubroeien, ouderejaars

ouderejaars

ouderejaars

competitieroeien

competitieroeien,

competitieroeien,

clubroeien

clubroeien

-20-

5.3 Stippen Voor je eigen en andermans veiligheid en om materiaalschades en blessures te voorkomen zijn er regels voor wie in welke boot mag. Dit wordt bepaald met behulp van de zogenaamde stippen. Er zijn twee verschillende categorieën stippen: de b-stippen voor boordroeien, de d-stippen voor scullen/dubbelen. Voor elke categorie bestaan er drie verschillende niveaus: 1 t/m 3. Voor elk boottype is een bepaalde stip nodig. Naast de b- en d-stippen bestaan de i-stippen, de instructiestippen. Deze zijn te krijgen door het volgen van coachcursussen. De Afroeicomissie (Afco) waakt over het stippen– systeem. Zij is verantwoordelijk voor het uitreiken van stippen en de controle op het naleven van de regels. Overtreding van de regels kan resulteren in het intrekken van een stip. Bij ernstige overtredingen kan het bestuur boetes opleggen. Hieronder is de indeling van de stippen te zien:

Boord

Boot

Stip

Opmerking

C4+/C2+

b1

of zonder stip met coach met i1

B4+

b1

eerste keer onder begeleiding van een coach met i1

afschrijf 8+

b2

of met b1-stip onder begeleiding van een coach die b2

4+

b2

2-

b3

of met b2 en met coach die b3 of i3 heeft

1x

d1, d2, d3

afhankelijk van het type skiff

2x

d2 of d3

afhankelijk van het type 2x

4*

d2

en i1 of i2 heeft of met b1-stip onder begeleiding van een coach die b2 en i1 of i2 heeft.

Scull

voor een meer gedetailleerde overzicht kijk op

of d1 met coach met d2 of i2 www.skoll.nl/afco Een

uitzondering

hierop

vormen

club-

en

wedstrijdroeiers. Voor hen zijn aangepaste regels geldig.

Afwijken van de regels kan alleen in overleg met een lid van de Afco of het Bestuur.

-21-

De b1-stip Voor het halen van een b1-stip dient de roei(st)er over onderstaande vaardigheden te beschikken: • boot af kunnen schrijven • de boot (C4+, C2+) en riemen op een juiste manier in- en uitbrengen • voetenbord afstellen • zelfstandig uit kunnen zetten • goede basishaal kunnen maken waarbij gelet wordt op blessurevrij roeien (rug, polsen) en de bewegingsvolgorde • watervrij roeien in de C4+ • gelijk roeien (slag volgen) • strijken, houden • weten wat bakboord en stuurboord is • belangrijkste stuurcommando’s kennen en kunnen toepassen • belangrijkste vaarregels kennen en kunnen toepassen • zelfstandig aanleggen zonder het vlot te raken • materiaalkennis • op de hoogte zijn van de verenigingsregels

Als je in een boot mag roeien, mag je hem ook sturen. Bovendien mag je met een b1-stip b2-boten sturen, echter zijn dan de coach, de slag en de boeg verantwoordelijk voor een veilige terugkeer. Voor het sturen in alle andere boten dan de C4+ en de C2+ geldt een maximumgewicht van 75 kg. Als je dus zwaarder bent dan 75 kg, mag je geen B4+, 4+ of 8+ sturen. Alleen leden van Skøll mogen in boten van Skøll sturen.

Voor meer informatie over de verschillende stippen en het stippensysteem kijk op

-22-

www.skoll.nl/afco

5.4 Regels (geen examenstof) STATUTEN DER A.A.S.R. Skøll NAAM, OPRICHTING EN ZETEL Artikel 1 De vereniging draagt de naam: Algemene Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll. Zij is op drie november negenti enhonderdzesenzestig opgericht en gevestigd te Amsterdam. DOEL Artikel 2 De vereniging stelt zich ten doel de roeisport onder de studenten van Amsterdam te doen beoefenen en te bevorderen. Zij tracht dit doel te bereiken door: a. het doen beoefenen van roeien; b. het mededingen op wedstrijden; c. het uitschrijven van wedstrijden; d. al wat verder met wettige middelen daartoe bevorderlijk is. VERENIGINGSJAAR Artikel 3 Het verenigingsjaar loopt van één oktober tot en met dertig september. LEDEN Artikel 4 1. De vereniging kent de volgende categorieën leden: a. ereleden b. avunculi c. gewone leden d. buitengewone leden 2. De vereniging kent begunstigers 3. De vereniging kent donateurs ERELEDEN Artikel 5 Ereleden zijn zij, die zich op buitengewone wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor de vereniging, of personen van bijzondere rang of verdienste. De benoeming geschiedt door de Algemene Vergadering op voordracht van het bestuur en is geldig voor het leven. AVUNCULI Artikel 6 Avunculi zijn zij, die zich als lid bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de vereniging. De benoeming geschiedt voor de duur van het lidmaatschap door de Algemene Vergadering op voordracht van de Vergadering of het bestuur. GEWONE LEDEN Artikel 7 Gewone leden zijn zij, die ingeschreven staan aan een Universiteit of Hogeschool en tot het lidmaatschap zijn toegelaten. Het bestuur beslist over toelating tot het lidmaatschap. Het bestuur deelt op de eerstvolgende Algemene Vergadering mee aan wie toelating is geweigerd. Bij niet-toelating kan de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten. BUITENGEWONE LEDEN Artikel 8 Buitengewone leden zijn zij, die niet ingeschreven staan aan een Universiteit of Hogeschool en tot het lidmaatschap zijn toegelaten. Het bestuur beslist over toelating tot het lidmaatschap. Het bestuur deelt op de eerstvolgende Algemene Vergadering mee aan wie toelating is geweigerd. Bij niettoelating kan de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten. BEGUNSTIGERS Artikel 9 Begunstigers zijn zij, die overeenkomstig het Huishoudelijk Reglement als zodanig zijn toegelaten. Zij zijn slechts na toestemming van het bestuur gerechtigd gebruik te maken van het de vereniging ter beschikking staande roeimateriaal. Het bestuur beslist over toelating tot de vereniging. Het bestuur deelt op de eerstvolgende Algemene Vergadering mee aan wie toelating is geweigerd. Bij niet-toelating kan de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten. DONATEURS Artikel 10 Donateurs zijn zij die door het bestuur als donateurs zijn toegelaten en die een geldelijke bijdrage leveren om het doel

van de vereniging te steunen. EINDE LIDMAATSCHAP Artikel 11 Het lidmaatschap eindigt: a. door overlijden; b. door opzegging van het lid; c. door opzegging namens de vereniging; d. door ontzetting. OPZEGGING DOOR HET LID Artikel 12 De opzegging door het lid geschiedt schriftelijk voor één oktober bij het bestuur, gericht aan de secretaris per adres Botenhuis Skøll. Indien niet aan het bovenstaande is voldaan wordt het lidmaatschap stilzwijgend met één jaar verlengd. OPZEGGING NAMENS DE VERENIGING Artikel 13 Opzegging namens de vereniging kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten, door deze Statuten aan het lidmaatschap gesteld, te voldoen, alsook wanneer deze redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Het bestuur deelt op de eerstvolgende Algemene Vergadering mede aan welke leden het lidmaatschap is opgezegd, onder vermelding van reden van opzegging. ONTZETTING Artikel 14 1. Wanneer een lid in strijd met de Statuten, Reglementen besluiten der vereniging handelt, of verenigingsgeest handelt, kan dit lid door de Algemene Vergadering uit het lidmaatschap worden ontzet. Dit besluit moet door tenminste tweederde van de aanwezige stemmen worden genomen. 2. Het bestuur roept een Algemene Vergadering bijeen die over ontzetting beslist: a. Wanneer het bestuur dit nodig acht of b. Binnen vier weken nadat tenminste twintig leden hierom schriftelijk bij het bestuur hebben verzocht (roept het bestuur een Algemene Vergadering bijeen, die over ontzetting beslist) SCHORSING Artikel 15 Het bestuur heeft het recht een lid, dat door zijn handelingen daartoe aanleiding geeft, ten hoogste drie maanden te schorsen of indien noodzakelijk tot de volgende Algemene Vergadering. Het betreffende lid verliest gedurende de schorsingsperiode alle rechten, die verbonden zijn aan het lidmaatschap, maar blijft onderworpen aan alle verplichtingen, die krachtens het lidmaatschap op hem rusten. Schorsing heeft geldigheid als twee/derde van het aantal bestuursleden deze schorsing opleggen, totdat en tenzij het voltallige bestuur anders beslist. VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN Artikel 16 (algemeen) 1. De door de leden verschuldigde contributie en de overige bijdragen worden jaarlijks vastgesteld door de Algemene Vergadering. 2. Bij het Huishoudelijk Reglement wordt bepaald op welke wijze en op welke datum uiterlijk aan de hiervoor gemelde financiële verplichtingen moet zijn voldaan. 3. Personen, van wie het lidmaatschap een aanvang heeft genomen of is geëindigd, zijn over het jaar waarin de aanvang of het einde plaatsvindt, contributie verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit. 4. De leden zijn verplicht de statuten en reglementen van de vereniging na te leven en de belangen van de vereniging niet te schaden. 5. a. Het is de leden verboden individuele of andere sponsorovereenkomsten te sluiten indien deze overeenkomsten, naar het oordeel van het bestuur, strijdig zijn met of schadelijk zijn voor de door de vereniging gesloten of nog te sluiten sponsorovereenkomsten. b. Het bestuur is gerechtigd, na raadplegen van de Algemene Vergadering om een sponsorovereenkomst aan te gaan. De uit deze overeenkomst voortvloeiende kunnen de leden dwingend worden opgelegd. BESTUUR Artikel 17 (verkiezing) 1. De bestuurders worden op voorstel van het bestuur door de (jaarlijkse) Algemene Vergadering uit de leden der vereniging benoemd. 2. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste tien leden, waaronder een voorzitter, secretaris en penningmeester

-23-

welke laatsten het dagelijks bestuur vormen. 3. Elk bestuurslid wordt voor een jaar benoemd. Zij zijn na hun aftreden terstond herkiesbaar 4. De wijze van verkiezing en aftreden, de taak en bevoegdheden van het bestuur worden zover de statuten hieromtrent niets bepalen, bij het Huishoudelijk Reglement geregeld. Artikel 18 (vertegenwoordiging) De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur. Artikel 19 (machtiging) Het bestuur behoeft machtiging van de Algemene Vergadering voor: a. het aangaan van geldleningen b. het verkrijgen, vervreemden, huren (als de huursom het bedrag van vijfhonderd euro te boven gaat) en verhuren van onroerende goederen Artikel 20 (ontslag of schorsing) Een bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen of geschorst. Een daartoe strekkend besluit dient te worden genomen met een meerderheid van twee derde der aanwezige uitgebrachte stemmen. JAARSTUKKEN Artikel 21 (jaarvergadering, kascontrole) 1. Binnen drie maanden na afloop van elk boekjaar wordt een Algemene Vergadering (jaarlijkse Algemene Vergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. 2. a. De Algemene Vergadering kiest een commissie van tenminste drie leden tot het nazien van de rekening en verantwoording van de penningmeester, welke op de eerstvolgende jaarlijkse Algemene Vergadering ter zake verslag uitbrengt. b. Het bestuurslidmaatschap en het lidmaatschap van deze commissie zijn niet verenigbaar. 3. Het bestuur is verplicht aan deze commissie alle door haar gewenste toelichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden der vereniging te tonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven. 4. Pas nadat de jaarrekening van de penningmeester in de Algemene Vergadering als bedoeld in lid 1 is goedgekeurd, kan tot decharge van de penningmeester worden overgegaan. ALGEMENE VERGADERING Artikel 22 1. Aan de Algemene Vergadering komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de Statuten aan het bestuur zijn opgedragen. Artikel 23 (bijeenroeping) 1. Het bestuur roept een Algemene Vergadering bijeen: a. wanneer zij daartoe door de wet of deze Statuten verplicht is en zo dikwijls zij dit wenselijk acht; b. binnen vier weken na ontvangst van een daartoe strekkend schriftelijk verzoek ondertekend door een zodanig aantal als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen indien daar alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn. Dit verzoek zal moeten inhouden het onderwerp dat ter vergadering zal moeten worden behandeld, alsmede een duidelijke toelichting. Indien het bestuur aan dit verzoek geen gevolg geeft, dan hebben de verzoekers het recht zelf tot het beleggen van die vergadering over te gaan. Wanneer het bestuur weigert deze vergadering te leiden, voorzien zij zelf in de leiding van de vergadering. 2. De Algemene Vergadering wordt onder zorg van het bestuur, of, in het geval als bedoeld in lid 2 sub b, van de verzoekers bijeengeroepen doormiddel van een schriftelijke kennisgeving, die aan alle leden wordt toegezonden tenminste acht dagen van tevoren, de dag van de oproeping en van de vergadering niet meegenomen. Artikel 24 (besluitvorming) 1. a. Alle leden, ongeacht tot welke categorie zij behoren hebben toegang tot de Algemene Vergadering. b. Leden die minder dan zes maanden lid zijn, hebben ieder een stem. De overige leden van de vereniging hebben ieder tien stemmen. c. Stemmen doormiddel van volmacht is niet mogelijk. 2. a. De Algemene Vergadering kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen als ten minste één tiende van het totaal aantal in de vereniging aanwezige stemmen kan worden uitgebracht.

-24-

b. Wanneer op een vergadering het aantal vereiste stemmen niet aanwezig is, roept het bestuur binnen vier weken opnieuw een Algemene Vergadering met dezelfde agenda bijeen. Deze Algemene Vergadering kan rechtsgeldige besluiten nemen, ongeacht het aantal aanwezige stemmen tenzij in deze statuten anders is bepaald. 3. Stemming over zaken geschiedt bij handopsteken, stemmen over personen geschiedt schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter en met instemming van de vergadering. 4. Over alle zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid van stemmen, voor zover de Statuten niet anders bepalen. Bij staken van stemmen over personen wordt binnen vierentwintig uur opnieuw gestemd; staken de stemmen opnieuw, dan beslist het lot. Bij staken van de stemmen over zaken beslist de voorzitter. 5. Onder stemmen wordt verstaan geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen zijn geen geldige stemmen. Degenen die blanco of ongeldig stemmen tellen slechts mee om het quorum vast te stellen. 6. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag der stemming is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk is geschied, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. Artikel 25 (leiding, notulen) 1. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal een der andere bestuursleden als voorzitter van de vergadering optreden. 2. Van het ter Algemene Vergadering verhandelde worden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen opgemaakt die in de volgende Algemene Vergadering ter goedkeuring worden geagendeerd. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 26 1. Bij een Huishoudelijk Reglement, vast te stellen door de Algemene Vergadering, kunnen regels worden gesteld onder andere ten aanzien van: - de rechten en plichten van de gewone leden, avunculi, ereleden, buitengewone leden, begunstigers en donateurs. - de rechten en verplichtingen van het bestuur - de inning der contributie, het gebruik van het materiaal, de handhaving van de orde, maatregelen van beheer en verdere regelingen en bepalingen. 2. Het Huishoudelijk Reglement en de overige Reglementen mogen niet in strijd zijn met de Statuten. 3. In gevallen waarin de statuten, het Huishoudelijk Reglement of de overige Reglementen niet voorzien, beslist het bestuur. WIJZIGING VAN DE STATUTEN Artikel 27 1. Tot wijziging van de Statuten en het Huishoudelijk Reglement kan door de Algemene Vergadering worden besloten met tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen. ONTBINDING Artikel 28 De vereniging kan worden ontbonden, wanneer in een tot dat doel bijeengeroepen Algemene Vergadering een zodanig aantal leden als gerechtigd is tot het uitbrengen van tweederde deel van het totaal aantal in de vereniging aanwezige stemmen zich voor ontbinding verklaart. Het besluit tot ontbinding zal tevens de wijze van liquidatie bepalen en de bestemming van het eventuele saldo van de liquidatieregeling bepalen.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT DER A.A.S.R. Skøll HOOFDSTUK I: VERENIGING Artikel 1 De vereniging is lid van de Koninklijke Nederlandse Roeibond Artikel 2 De vlag van de vereniging is wit; van de linker bovenhoek naar de rechterbenedenhoek loopt een brede diagonale rode band, waarin zich op regelmatige afstanden drie afbeeldingen bevinden van het witte Skøll-logo.

Artikel 3 Het tenue bestaat uit een zwarte broek en een rood shirt, dat bij de hals wit is afgebiesd en aan beide zijden is bedrukt met het witte Skøll-logo. De mouwen zijn wit. Skøll-leden dragen zoveel mogelijk het verenigingstenue. Op andere verenigingskleding dan het verenigingstenue is als logo alleen het Skøll-logo toegestaan. Bij twijfel beslist het bestuur. Wordt de verenigingsnaam om enigerlei vorm gebruikt, dan dient het lettertype Optima Bold gebruikt te worden. Artikel 4 De bladen zijn half wit half rood. De scheidslijn tussen het witte en het rode gedeelte gaat door het zwaartepunt van het blad en maakt een hoek van zestig graden met de hartlijn van het blad, waarbij het witte gedeelte zich bij de bladtip bevindt. HOOFDSTUK II: LIDMAATSCHAP Artikel 5 Tot het begunstigende lidmaatschap kunnen diegenen worden toegelaten, die jaarlijks een bedrag betalen dat tenminste één vijfde gedeelte bedraagt van de normale jaarlijkse contributie in dat jaar. Zij hebben toegang tot alle wedstrijden en bijeenkomsten der vereniging. Artikel 6 Tot het buitengewone lidmaatschap kunnen worden toegelaten: a. zij, die door gewone leden voor het buitengewone lidmaatschap worden voorgesteld; b. zij, die in het belang der vereniging door het bestuur worden voorgesteld. Artikel 7 (Herfst Introductie Leden) a. Herfst introductie Leden (Hic leden) zijn zij die ingeschreven staan aan Universiteit of Hogeschool en tot het Herfst Introductie lidmaatschap zijn toegelaten. Zij hebben zich opgegeven tot het volgen van een afroeiperiode en verbinden zich aan Skøll voor de duur van deze periode. b. Het Herfst Introductie lid heeft dezelfde rechten en verplichtingen als het lid, met uitzondering van het stemrecht c. Opzegging door het Hic lid geschiedt schriftelijk voor één november bij het bestuur, na vestrijken van deze periode gaat het Hic lidmaatschap over in het lidmaatschap. Artikel 8 (Rechten van de Leden) Leden hebben de volgende rechten tenzij door het Huishoudelijk Reglement (HR) anders wordt bepaald: a. toegang tot de Algemene Vergadering (AV), bijeenkomsten, plechtigheden en feesten der vereniging b. toegang tot en gebruik van alle aan de vereniging in beheer gegeven of in eigendom zijnde terreinen of bezittingen. Het gebruik van het materieel behoudens bepalingen gesteld in het Vlotreglement c. het stellen van kandidaten bij verkiezingen en het stemmen over personen en zaken op de AV d. het woord voeren op de AV e. Het introduceren van niet-leden in de Algemene Vergaderingen, behoudens beperkingen van het bestuur De rechten en verplichtingen van donateurs kunnen te alle tijden door opzegging worden beëindigd, met dien verstande dat bij opzegging door de donateur de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft. HOOFDSTUK III: BESTUUR VERKIEZINGEN Artikel 9 Het bestuur of een daartoe door haar benoemde commissie bepaalt of het kandidaat-lid aan de voorwaarden, verbonden aan het lidmaatschap, voldoet, en brengt hierover advies uit aan de Algemene Vergadering. Wanneer het bestuur of deze commissie van mening is dat het lidmaatschap schadelijk is voor de vereniging, brengt het bestuur of de commissie op de eerstvolgende Algemene Vergadering een negatief advies uit over de toelating tot het lidmaatschap van het betreffende kandidaat-lid. Artikel 10 Ten minste één week voor de jaarlijkse Algemene Vergadering worden door het bestuur schriftelijk de kandidaten voor de te vervullen functies bekend gemaakt. Artikel 11 De leden kunnen tegenkandidaten naar voren brengen. Kandidaatstelling moet door ten minste tien stemgerechtigde leden zijn ondertekend en moet vergezeld gaan van een verklaring van de kandidaat dat hij met zijn kandidaatstelling akkoord gaat. De kandidaatstelling moet tenminste drie keer vierentwintig uur voor het begin van de vergadering bij het

bestuur worden ingediend. Artikel 12 Bij overlijden of tussentijds aftreden van één of meer bestuursleden wordt zo spoedig mogelijk in de vacature(s) voorzien; wat betreft bestuurstermijn neemt het nieuwe bestuurslid de plaats van zijn voorganger in. Het bestuur stelt de leden zo spoedig mogelijk in kennis van de wijziging(en). TAKEN EN RECHTEN VAN HET BESTUUR Artikel 13 De contributie, het entreegeld en de wijze van betaling worden door het bestuur vastgesteld onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering. Eventuele kosten van invordering komen voor rekening van het betrokken lid. Artikel 14 De voorzitter heeft tot taak het doen nakomen van de Statuten, het Huishoudelijk Reglement en de andere regels en bepalingen, onder andere welke voortvloeien uit het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Roeibond. Hij is bij iedere officiële vertegenwoordiging woordvoerder van het bestuur. (Wanneer hij verhinderd is, wordt hij vervangen door een ander bestuurslid.) Hij leidt de bestuurs- en Algemene Vergaderingen. Hij is gerechtigd de vergadering van iedere commissie bij te wonen. Ten minste een week voor de jaarlijkse Algemene Vergadering publiceert hij een schriftelijk jaarverslag. Artikel 15 De secretaris notuleert de bestuurs- en Algemene Vergaderingen. De notulen van een Algemene Vergadering dienen aan de eerstvolgende Algemene Vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd. Hij voert de correspondentie in overleg met en namens het bestuur. Artikel 16 De penningmeester beheert zorgvuldig de bezittingen en in het bijzonder de geldmiddelen van de vereniging. Het boekjaar is van 1 september tot en met 31 augustus. Hij dient op de jaarlijkse Algemene Vergadering een jaarverslag in dat ten minste bestaat uit: a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven in het afgelopen boekjaar, b. een overzicht van de activa en passiva aan het begin en het einde van het afgelopen boekjaar c. een toelichting op de overzichten Artikel 17 Het bestuur kan zich bij het uitvoeren van zijn taak laten bijstaan door commissies. De voorzitter dient een uitnodiging voor iedere commissievergadering te ontvangen. Artikel 18 Het bestuur stelt een Vlotreglement vast. Dit reglement regelt het gebruik van het materiaal. Bij handelen in strijd met het Vlotreglement kunnen sancties van het bestuur volgen. Indien de sanctie een boete betreft kan deze ten hoogste 25 euro bedragen. Degene, die schade toebrengt aan het materiaal, kan hiervoor verantwoordelijk worden gesteld. Artikel 19 Ieder bestuurslid heeft recht: a. Inzage te nemen in alle stukken, de vereniging betreffende b. Vergaderingen van commissies bij te wonen c. Een lid te verwijderen uit de accomodaties van de vereniging wegens wangedrag in welke vorm dan ook Artikel 20 De taakverdeling binnen het bestuur wordt met inachtneming van de bepalingen van de Statuten en van dit reglement door het bestuur vastgesteld. Artikel 21 Het bestuur is belast met de leiding van zaken, de vereniging betreffende. Het bestuur dient besluiten door de Algemene Vergadering genomen uit te voeren. HOOFDSTUK IV: ALGEMENE VERGADERING Artikel 22 1. De Algemene Vergaderingen worden verdeeld in: - jaarlijkse vergaderingen - halfjaarlijkse vergaderingen - buitengewone vergaderingen a. Het bestuur is verplicht minstens twee keer per jaar een Algemene Vergadering bijeen te roepen.

-25-

b. De jaarlijkse vergadering wordt zo spoedig mogelijk na 1 september en niet later dan 21 september van elk jaar gehouden. In deze vergadering brengt het bestuur verslag uit over zijn werkzaamheden, over de geldmiddelen van de vereniging en haar lotgevallen het afgelopen boekjaar. c. De halfjaarlijkse vergadering wordt in maart van elk jaar gehouden. In deze vergadering brengt het bestuur verslag uit over zijn werkzaamheden, over de geldmiddelen en haar lotgevallen tot dan toe. d. De buitengewone vergadering vindt plaats: I. wanneer het bestuur dit wenselijk acht of wanneer zij daartoe door de wet of deze Statuten verplicht is. II. Binnen vier weken na ontvangst van een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van tenminste twintig stemgerechtigde leden. HOOFDSTUK V: OVERIGE BEPALINGEN Artikel 22 De leden dienen zich stipt te onderwerpen aan alle door het bestuur in het belang van de vereniging genomen maatregelen. De leden worden geacht de Statuten, het Huishoudelijk Reglement, het Vlotreglement en het Materiaalreglement te kennen en de toepassing ervan te bevorderen. Artikel 23 Iedereen, die gebruik maakt van het roeimateriaal, moet kunnen zwemmen. Artikel 24 De vereniging neemt geen verantwoording voor eigendommen van leden of anderen in welke vorm dan ook op zich. Artikel 25 Leden, die aan wedstrijden deelnemen, moeten beschikken over een geldig bewijs van medische roeikeuring. Artikel 23 De prijzen die door leden voor de vereniging worden behaald blijven eigendom van de vereniging. De medailles die de leden behalen mogen zij behouden.

Artikel 8 Indien schade wordt veroorzaakt als gevolg van het in gebreke blijven met betrekking tot artikelen 1 tot en met 7 van dit reglement kan het eigen risico van de verzekering van Skøll worden verhaald op de verantwoordelijke persoon/ personen. Artikel 9 Toestemming voor het gebruik van wedstrijdmateriaal wordt uitsluitend het bestuur verleend. Artikel 10 Voor het gebruik van een boot dient deze te worden afgeschreven in het afschrijfboek. Er is toestemming van het bestuur nodig om een boot langer dan twee uur af te schrijven. Gedurende de introductieperiodes mag C4+ en C2+ materiaal maximaal één uur worden afgeschreven. Afschrijven mag uitsluitend op hele en halve uren. Artikel 11 Er kan vanaf zeven dagen voor de afschrijfdatum worden afgeschreven. Afschrijven en zonder afzeggen niet verschijnen wordt geapprecieerd noch geaccepteerd. Artikel 12 Er geldt een vaarverbod wanneer: 1- er sprake is van windkracht 7 of meer 2- de temperatuur vóór 14.00 uur 0 graden of lager is 3- de temperatuur ná 14.00 uur 2 graden of lager is 4- het mist met een zicht van minder dan 200 meter 5- er sprake is van ijsgang Artikel 13 Uitzondering op lid 1 van artikel 12 geldt voor ervaren coaches met ouderejaars wedstrijdploegen en (als het een gestuurde boot betreft) ervaren wedstrijdstuur met in achtneming van artikel 1 en 7. Bij schade aan het materiaal ten gevolge van de wind wordt er geen ander materiaal aan de ploeg ter beschikking gesteld tot de schade is hersteld.

Artikel 1 Het materiaal is zeer kostbaar en kwetsbaar. Bij gebruik ervan is dus uiterste voorzichtigheid geboden.

Artikel 14 Een kwartier na zonsondergang dienen alle boten binnen te zijn. Een uitzondering hierop vormt het C4+ en het C2+ materiaal, mits de voorgeschreven verlichting wordt gevoerd. Het bestuur kan, ter bescherming van het materiaal, deze uitzondering voor bepaald C4+ of C2+ materiaal intrekken. Het materiaalcommissariaat is verantwoordelijk voor vermelding van de tijdstippen van zonsondergang bij het afschrijfboek.

Artikel 2 Aanwijzingen van de leden van het bestuur, de stippenafnemers bootsman en degenen die belast zijn met het toezicht op het materiaal dienen stipt te worden opgevolgd.

Artikel 15 Dweilen die met de grond in aanraking zijn gekomen dienen te worden uitgespoeld. Dit is om krassen in de lak van de boten te voorkomen.

VLOT REGLEMENT DER A.A.S.R. SKØLL

Artikel 3 Men mag slechts roeien in boten onder bevoegde begeleiding of waarvoor men de desbetreffende bevoegdheid bezit. De bevoegdheid wordt slechts verleend door de afroeicommissie. Het bestuur kan bij overduidelijke slechte materiaalbehandeling deze bevoegdheid intrekken. Artikel 4 De officiële stuurbevoegdheid (S1) wordt verleend aan personen die hebben gestuurd tijdens nationale wedstrijden en wedstrijden in een 8+. Indien een stuur geen stuurbevoegdheid heeft, dient deze tenminste de roeibevoegdheid te hebben voor de boot waarin wordt gestuurd. Is dit niet het geval, dan dient een roeibevoegde coach op de kant de boot te begeleiden. Artikel 5 De boten worden naar buiten en naar binnen gebracht naar, resp. van het vlot dat het meest recht tegenover de ligplaats in de loods ligt, tenzij dit door weersomstandigheden niet verantwoord is. Dit is om bij het manoeuvreren schade aan de punt te voorkomen. De boot wordt pas naar buiten gebracht als er ruimte voor is. Artikel 6 Bij het wegvaren en het aankomen tussen de beide vlotten vermijdt men zorgvuldig boten en riemen van boten die langs het andere vlot liggen te raken. Bij het wegvaren en aankomen staat de coach op het vlot. Artikel 7 De bakken worden na gebruik opgeruimd.

-26-

WERKACTIEREGLEMENT DER A.A.S.R. Skøll Artikel 1 De leden van de vereniging genoemd in artikel 4 zijn gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de werkactie. Artikel 2 Het werkactiejaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus. Artikel 3 De opbrengsten van de werkactie komen geheel ten goede aan het materiaal, tenzij het bestuur om gegronde redenen besluit dat gedeelten van opbrengsten voor andere doelen worden aangewend. Artikel 4 Er wordt een onderscheid gemaakt tussen wedstrijdroeiers, clubroeiers, eerstejaars competitieroeiers en ouderejaars competitieroeiers. Onder eerstejaars competitieroeiers worden alle eerstejaars roeiers verstaan die niet wedstrijd- of clubroeien. Wedstrijdroeiers zijn verplicht voor 120 Euro, clubroeiers voor 90 Euro, eerstejaars competitieroeiers voor 50 Euro en ouderejaars competitieroeiers die aan meer dan één wedstrijd meedoen voor 50 Euro voor de vereniging te verdienen. Artikel 4A Geen werkactie betalen zij die een wedstrijd starten ter complementering van een ploeg, die door onvoorziene omstandigheden niet uit voldoende roeiers bestaat.

Het Bestuur beslist in deze overeenkomstig artikel 6. Artikel 5 Skøll-wedstrijdroeiers die a. minstens drie jaar wedstrijd hebben geroeid bij de A.A.S.R. Skøll en aan hun wedstrijd- en werkactie verplichtingen van die jaren hebben voldaan b. naar een Wereldkampioenschap of de Olympische Spelen geweest zijn of volgens de normen van de Koninklijke Nederlandse Roei Bond in aanmerking komen voor een nationale A-selectie en dat als doel hebben, hoeven het betreffende jaar niet aan hun werkactie verplichting te voldoen. De beslissing hierover wordt genomen door het Algemeen Bestuur vóór de halfjaarlijkse AlgemeneVergadering van dat jaar. Artikel 6 Bij onduidelijkheid over de indeling van het lid in een van de categorieën genoemd in artikel 4 en 4A beslist het bestuur. Artikel 7 Indien een lid onder meer categorieën valt, wordt het lid ingedeeld bij de categorie met het hoogste bedrag. Artikel 8 Het geheel of gedeeltelijk afkopen van de werkactieverplichting voor het desbetreffende lid is mogelijk. Artikel 9 Het is toegestaan te veel gewerkte bedragen door te schuiven naar een ander lid van de vereniging. Artikel 10 Reiskosten vanaf Skøll gemaakt in het kader van de werkactie worden door de vereniging vergoed, mits hierover voordat de kosten gemaakt zijn contact is opgenomen met het verantwoordelijke bestuurslid. Artikel 11 De leden genoemd in artikel 4 dienen voor 1 april dan wel 50% van hun werkactieverplichting te hebben gewerkt dan wel 50% van het verschuldigde bedrag te hebben overgemaakt naar de giro- of bankrekening van Skøll. Voor 31 augustus moeten zij volledig aan hun werkactie verplichtingen hebben voldaan. Artikel 12 Indien het werkelijk verdiende bedrag het verplichte bedrag overschrijdt, wordt het teveel verdiende bedrag door de vereniging uitbetaald. Artikel 13 Leden van de vereniging kunnen voor dispensatie van de verplichtingen voortvloeiende uit dit reglement in aanmerking komen. Over dispensatie beslist het Bestuur. Artikel 14 - Slechts via het bestuur kan aan leden van de vereniging werk worden aangeboden. - Het bestuur dient zorg te dragen voor voldoende werk in, of in de omgeving van Amsterdam. - Het verantwoordelijke bestuurslid presenteert een jaarverslag op de jaarlijkse Algemene Vergadering. Artikel 15 De vereniging kan niet door leden aansprakelijk worden gesteld voor tijdens het werk gelden schade aan personen of aan eigendommen.

-27-

Weetboek