Wat is Social Enterprise ? Social Enterprise NL, Working Paper versie 0.5, Amsterdam 15 mei 2012
Social Enterprise NL heeft een maatschappij voor ogen waarin rechtvaardigheid, verbondenheid en duurzaamheid vanzelfsprekend zijn. Een samenleving die effectief reageert op sociale uitdagingen. Social Enterprises zijn, naast overheid, charitatieve instellingen en commerciële bedrijven, een nieuwe en groeiende actor op weg naar deze wereld. Ondernemen om de wereld te verbeteren. Dit samengaan is een nieuw paradigma dat heel normaal zal worden. Social Enterprise NL stelt zich ten doel om de Social Enterprise sector te versterken en te vergroten. De sector heeft grote maatschappelijke betekenis maar is nog weinig herkenbaar en mede daardoor onderontwikkeld. De sector heeft behoefte aan een eenduidige positie en dus aan een nationale definitie. Deze working paper beschrijft de Social Enterprise voor de Nederlandse situatie. Het dient als onderbouwing van een veelheid van activiteiten van Social Enterprise NL, zoals een keurmerk, een award en het ledenbeleid. Wij willen met deze paper ook een proces creëren waar alle belangstellenden en betrokkenen zich achter kunnen scharen, zoals de overheid, educatieve instellingen en impact investeerders. Deze paper is met nadruk een working paper. Wij hopen dat jij als lezer je geroepen voelt om ons te bevragen en/of jouw mening te geven, zodat wij het begrip scherper krijgen en beter onderbouwd. Het Social Enterprise veld is internationaal sterk in opkomst en in beweging. De discussie over de definitie zal nog wel enige jaren voortduren. De groei van het begrip Social Enterprise vindt plaats tegen de achtergrond van verschillende globale crises (financieel, ecologisch, moreel), nieuwe technologische mogelijkheden (mobiele telefonie, social media), nieuwe kennis (ecologie maar ook sociaal/alpha) en een veranderende/kleinere rol van politiek en overheid. Het zoeken naar “een nieuwe economie” is breed. Wij beperken ons hier tot de Social Enterprise zelf en kijken niet naar de context waarin deze zich vandaag ontwikkelt. Deze paper behandelt: 1. Inleiding 2. Inleven in de wereld van Social Enterprise 3. De vier definiërende kenmerken van een Social Enterprise a. Stelt een maatschappelijk doel boven financiële doelen; impact first b. Is een private onderneming die een dienst of product levert, met of zonder winstoogmerk c. Is financieel zelfvoorzienend door een verdienmodel gebaseerd op waardeuitruil d. Is sociaal in bestuur en bedrijfsvoering. 1
1. Inleiding In verschillende delen van de wereld wordt al veel langer gewerkt met het begrip Social Enterprise of -Entrepreneurship en vaak wordt ook de term Social Business gebruikt. De invulling van het begrip is niet altijd hard en verschilt. EMES is een netwerk van wetenschappers die zich richten op onderzoek naar Social Enterprises en de verschillende verschijningsvormen daarvan. De definities die worden gehanteerd verschillen enigszins per regio, zoals bijvoorbeeld de nadruk die in continentaal Europa wordt gelegd op de participatieve wijze waarop een Social Enterprise wordt bestuurd (coöperaties bijvoorbeeld) wat in het Verenigd Koninkrijk hooguit een “nice to have” kenmerk is. Het begrip Social Business is geïntroduceerd door Mohammed Yunus, oprichter van de Grameen Bank voor microkrediet en Nobelprijs winnaar, en wordt geïnterpreteerd als not-for-profit, hetgeen in het Verenigd Koninkrijk geen voorwaarde is om Social Enterprise genoemd te worden. In Nederland wordt vaak gesproken over Sociaal Ondernemer en ook wel over Sociale Firma. Een Sociaal Ondernemer is iemand die iets sociaals onderneemt, en dat kan zonder bedrijf of juridische eenheid zoals bijvoorbeeld een eenmalig project. Sociale Firma’s zijn publieke instellingen zoals Sociale Werkplaatsen, en betreffen dan sociale werkvoorziening veelal vanuit de semi-publieke sector.
Social Enterprise Een Social Enterprise is een onderneming met specifieke kenmerken, gepositioneerd in het gebied tussen charitatieve instellingen, overheidsdiensten en commerciële bedrijven. Het is een aparte bedrijfsvorm die niet per se beter of slechter is dan deze andere drie vormen. In deze working paper geven we enkele voorbeelden om het beeldend te maken en beschrijven we de belangrijkste definiërende kenmerken. Het is voor Social Enterprises belangrijk om herkenbaar te zijn op de kenmerken, maar het is in deze fase niet nodig om het bedrijfsleven “met een schaartje te knippen” in elkaar volledig uitsluitende delen. Vergelijk het met andere begrippen zoals: -
“familiebedrijf” (wanneer is een bedrijf precies wel of niet een familiebedrijf) of “overheidsdienst” (een bibliotheek is een overheidsdienst maar zijn de Nederlandse Spoorwegen dat ook of is dat een bedrijf ? En wat is de ABN Amro nu de overheid als 100% aandeelhouder is ?).
Deze paper maakt de essentie van een Social Enterprise duidelijk en verkleint de grijze randgebieden. Het gaat ons meer om de kern van Social Enterprise dan om de vraag of een bepaalde onderneming nu net wel binnen een definitie valt of net niet. Er zijn principiële definiërende kenmerken. Het herkennen van een Social Enterprise vraagt enige inleving. Vergelijk het maar met begrippen zoals kunst (wanneer is iets kunst en wanneer kitsch) of literatuur. Of met het begrip supermarkt. Begrippen die herkenbaar zijn voor degenen die ermee bekend zijn maar niet eenvoudig uit te leggen. Het volgende hoofdstuk dient om gevoel en kleur te geven vanuit voorbeelden.
2
2. Inleven in de wereld van Social Enterprise Het heeft geen zin om naar de technocratische definities van Social Enterprise te gaan zonder een gevoel voor het veld en waar het om gaat. Dit hoofdstuk geeft een paar archetypische illustratieve casussen om dat gevoel op te bouwen, en gaat daarna in op de waarde en het belang van de sociale innovatie die door deze ondernemers wordt gerealiseerd.
Impact first, en dan de trend setten De oudste en meest besproken casus van Social Enterprise is de Grameen bank voor Microkrediet van Mohammed Yunus, die er de Nobelprijs voor de vrede voor heeft gekregen. De arme bevolking van Bangladesh had geen toegang tot financiële dienstverlening en de banken zagen geen ‘business’. Hij heeft dertig jaar geleden een nieuw businessmodel ontwikkeld waardoor het mogelijk werd om kostendekkend kleine leningen te verstrekken aan mensen die geen onderpand konden geven, en die daardoor konden investeren en hun inkomen verhogen en zichzelf en hun familie konden ontwikkelen. Een sociale innovatie van enorme betekenis waar honderden miljoenen mensen van profiteren. De Grameen bank heeft het voorbeeld gecreëerd en het model is inmiddels in bijna alle onderontwikkelde landen beschikbaar gekomen, ingevoerd door veel en ook grote Social Enterprises. Inmiddels is de wereldwijde markt van Microfinanciering zo’n U$80 miljard groot en zodanig volwassen dat ook commerciële partijen beginnen toe te treden. De Microkredietmarkt, waar tien jaar geleden nog maar weinig mensen in geloofden, blijkt eenmaal tot wasdom gekomen ook in het commerciële domein te kunnen werken. Dat geldt niet in alle segmenten waar Social Enterprises actief zijn maar wel vaak. De Social Entrepreneur is een wegbereider die de vroege fases van innovatie voor zijn rekening neemt. Fases waar een commercieel ondernemer niet aan gaat beginnen vanwege het hoge risico, de te lange terugverdientijd, en de onzekere opbrengsten. Max Havelaar is een analoog verhaal, gericht op het verbeteren van de omstandigheden van de koffieboeren. Dus geen winstmaximalisatie voor de aandeelhouder, en welke salarissen ga je betalen een het personeel als het geld ten goede moet komen aan de boeren; een lastige ‘balancing act’. En dan de marketing ? Welke consument koopt nu koffie om een uitgebuite koffieboer te helpen ? Koffie moet lekker zijn, goedkoop en aan iets appelleren (moment voor jezelf). Het is marketingtechnisch een lastig concept. Douwe Egberts zou er nooit aan zijn begonnen. Max Havelaar heeft als eerste de koffieketen “fair” gemaakt. Veel belangrijker is dat zij een consumententrend hebben gecreëerd waar uiteindelijk niemand meer omheen kan. Nu kun je “eerlijk” overal in de supermarkt vinden. Gewoon in de commerciële keten. In landbouwgif en fairtrade zijn vele analoge voorbeelden te vinden. Tony Chocolonely werkt met slaafvrije chocolade en zijn heel succesvol. De commerciële bedrijven worden daar een beetje nerveus van en dat is prima. We willen hier heel even stil staan bij de bijdrage van de activisten, dus geen Social Enterprises, zoals Wakker dier, de groene sint, Greenpeace, etc. Zijn initiëren en ondersteunen deze trends. 3
2,5% van het landbouwareaal is katoen. 25% van alle landbouwgif gaat op deze 2,5%, en een spijkerbroek vraagt 1600 liter water. Het zijn de Social Enterprises die met het oplossen van dit probleem aan de gang gaan. Die oplossingen ontwikkelen en zich richten op de voorlopers bewuste consumenten en zo trends proberen te creëren. Niet de grote commerciële bedrijven. Netl ontwikkelt textiel van brandnetels, Greendaddy verkoopt kleding van bamboe. Als de markt zich vormt zullen de commerciële spelers toetreden. Specialisterren is een IT bedrijf met voornamelijk hoogbegaafde autisten met HBO/WO opleiding. In Nederland zijn er 35.000, waarvan er 30.000 thuis zitten en die de gemeenschap geld kosten. Wij hopen dat Specialisterren een opzet vindt om deze mensen te betrekken en productief te maken. Als dat eenmaal werkt kunnen ook grote commerciële bedrijven met deze mensen werken, zodat een groot deel van hen mee kan gaan doen. Dat is niet alleen in hun belang, maar ook van groot economisch belang want dan gaan zij belasting betalen in plaats van een uitkering. In Nederland zijn vele Social Enterprises. De onthaasting is een horeca gelegenheid in Amersfoort waar al decennia lang mensen met Down syndroom werken. Hen laten meedoen is de missie van dit kleine bedrijf, zeer gewaardeerd door de medewerkers en de klanten. Die moeten soms wat langer wachten dan bij Starbucks en doen dat graag. De Prael is een bierbrouwerij in het hartje centrum van Amsterdam met eenzelfde missie. Social Enterprises zijn in veel sectoren van het bedrijfsleven te vinden. Vaak wordt eenzelfde product geleverd met een heel ander gevoel. De Triodos bank is daar ook een voorbeeld van. Eigenlijk gewoon een bank maar dan echt ethisch en in balans, en dat vertaalt zich naar alle aspecten van beleid en bedrijfsvoering.
Innovatie en opschalen Een echte Entrepreneur wil een maatschappelijk probleem echt voor eens en voor altijd oplossen; een systeemverandering doorvoeren (systemic change). Nieuwe concepten vormen, innoveren, impact opschalen door groeien en multipliceren, anderen inspireren tot actie, gedrag van consumenten beïnvloeden. Systeemverandering is geen definiërend kenmerk van een individuele Social Enterprise (dus geen voorwaarde om Social Enterprise genoemd te worden) maar bepaalt wel de maatschappelijke waarde van de sector als geheel. De toppers onder de Social Enterprises zijn ambitieus in hun missie en willen dan ook als vanzelf hun social impact maximeren. Dat vereist innovatie en opschalen. Opschalen gebruiken we als een breed gedefinieerd begrip. Mede door de technologische ontwikkelingen wordt de wereld georganiseerd in steeds kleinere eenheden. In Nederland zijn al bijna een miljoen zzp’ers. De groei van het personeelsbestand van een Social Enterprise is dan ook slechts één manier om opschalen vorm te geven. Andere manieren zijn:
4
-
-
-
Franchising: een succesvol concept multipliceren vanuit gelieerde zelfstandige eenheden. Dit kan zeer strak (bijvoorbeeld de Thomashuizen in de zorg) of zeer los waarbij slechts een centraal idee wordt gedeeld Kopiëren/multipliceren. Een sociaal ondernemer is gedreven vanuit zijn missie en ziet anderen dus veeleer als collega/medestrijder in zijn maatschappelijke missie dan als concurrent. Waarde is maatschappelijke waarde en dus niet het beschermen van Intellectueel Eigendom vanwege de eigen financiële positie, maar juist delen met anderen. Multipliceren is dus een proces waarin een Social Entrepreneur zijn best doet om anderen te bewegen om hem of haar te kopiëren, en dus de impact vergroten door multipliceren. De Grameen bank is eindeloos vaak gekopieerd. Als er 1000 “Onthaastings” zijn dan participeren bijna alle mensen met Down syndroom in de maatschappij. De ondernemers hebben niet de wens en ook niet de managementcapaciteiten om een grote keten te runnen, maar kunnen wel anderen inspireren om hetzelfde te doen. Vele kleintjes maken een grote (impact) Vibrant Networks. Het begrip onderneming wordt in de toekomst meer gevat in actieve netwerken waarbij één persoon of een heel klein groepje iets entameren; soms vanuit een heel duidelijk zichtbaar leiderschap maar we zien ook de opkomst van the invisible leader. Op dit moment heeft dat nog voornamelijk plaats in activisme variërend van schoonmaakacties tot de Arabische lente.
Innovatie is een belangrijk begrip voor het vergroten van Social Impact. Opschalen kan in bepaalde gevallen worden gezien als een vorm van innovatie.
Ethiek, de gemeenschap en de menselijke maat Een Social Enterprise heeft primair een maatschappelijk doel. Barosso zegt “a social enterprise is social in it’s ends and means”. Staffan Nilsson is de voorzitter van de European Social and Economic Committee (zeg maar de Europese SER). Hij spreekt over Social Enterprise als “the DNA of a new Europe”. Herman Wijffels zegt “de industriële organisatie zal ons als mensheid niet meer verder helpen”. Het geeft aan dat er ruimte is voor een nieuwe orde en een nieuwe ethiek. Deze ruimte wordt gevoed door excessen en ontsporingen. Wij hebben een zorgsysteem gecreëerd waarin per minuut wordt bepaald hoe lang iemand nodig heeft om te plassen, en waar een menselijke band tussen verzorgde en verzorgende zoveel mogelijk wordt beperkt. Een onnatuurlijke situatie. De grote instituten waar excessen plaatsvinden, zoals woningbouwcorporaties en hogescholen, zijn uit de menselijke maat geschoten en ontberen de benodigde sociale mechanismen. Wheels4all is een soort Greenwheels maar dan georganiseerd met vaste groepen van 25 gebruikers in een wijk. Thermobello is een lokaal energiebedrijf in Culemborg, opgezet als burgerinitiatief. Beiden zien hun social impact niet alleen in “groen” maar juist ook in het creëren van lokale sociale cohesie. Dit is de belangrijkste reden waarom de overheid van het Verenigd Koninkrijk de Social Enterprise stimuleert; the fabric of society. De speciale juridische eenheid die daar is gecreëerd, een mengvorm van bv en Stichting, heet niet voor niets Community Interest Company; de CIC. Economische redenen zijn natuurlijk ook zeer belangrijk; creating jobs.
5
Ethiek hoort inherent bij de Social Enterprise; social in it’s ends and means. Dat is ook heel logisch. Een ondernemer die opereert vanuit een maatschappelijke doelstelling doet dat dus met menselijke motieven, en niet met egoïstische (winstmaximalisatie) motieven. Een dergelijk houding zal zich zal als vanzelf vertalen in allerlei aspecten van de bedrijfsvoering, waaronder de winstverdeling en de manier waarop alle betrokkenen een stem krijgen in beleids- en besluitvorming.
Innovatie en de rol van de Social Enterprise Iedereen kan zijn eigen mening hebben welke maatschappelijke problemen het beste kunnen worden opgelost door de overheid en welke door charitatieve instellingen. De Social Enterprise is een bedrijf welke een dienst of product levert, en kan dus niet alle problemen oplossen Commerciële bedrijven zijn zich steeds meer bewust van hun verantwoordelijkheid en dat vertaalt zich in zeer concrete programma’s. Niet alleen MVO aan de rand (do no harm) maar ook steeds meer in de core business en soms op zoek naar “blended value” en “triple bottom line” waarbij ook de social impact wordt gemeten en meegewogen. Bijvoorbeeld Unilever is zeer serieus bezig met haar ecologische footprint via het Sustainable living plan en Phillips heeft eenzelfde intentie onder het programma Ecovision5. Zij zullen echter toch functioneren binnen hoge financiële targets die bepaalde diensten en innovaties uitsluiten. Waar een Social Enterprise succesvol acteert ontstaan blijvende oplossingen, juist vanwege het businessmodel wat de Social Enterprise onderscheidt van de andere actoren. Waar zijn sociale innovaties nu actueel ? Bijvoorbeeld in de voedselketen. Wij vangen garnalen, vriezen deze in, varen er mee naar Marokko, daar worden ze ontdooid, dan worden ze gepeld, dan weer ingevroren (en vaak met vocht ingespoten zodat ze zwaarder worden), dan terug naar Nederland gevaren … Niet goed voor het milieu en geen wonder dat ze niet bijzonder lekker zijn. Tegelijkertijd heeft Nederland 700.000 mensen die onder de armoedegrens leven. Is het geen tijd voor een oplossing ? En komen de oplossingen dan van de overheid, charitatieve instellingen of commerciële bedrijven ? Of van sociaal ondernemers ? Bijvoorbeeld in de energievoorziening. Wij moeten voor een groot deel naar renewable energy en dat is het meest efficiënt als het zo dicht mogelijk bij de gebruiker wordt geproduceerd. Kleinschaligheid. Daar heeft de gevestigde orde geen belang bij, deze is ingericht op grootschaligheid en bezit van de infrastructuur. Bijvoorbeeld het drinkwaterprobleem in ontwikkelingslanden. Het zijn de sociaal ondernemers die zich storten op zuivering en ontzilting. Bijvoorbeeld bij maatschappelijke participatie en versterking van de economie; de onthaasting en Specialisterren maar dan in 1000-voud. In ecologie door het delen van stilstaande auto’s. De gemiddelde boor draait zeven minuten in zijn hele technische levensduur. Eén boor per straat is echt ruim voldoende, maar dan moeten mensen wel met elkaar in contact…. Misschien via een boor-reserveer app ? 6
Dus ook in sociale verbanden in de wijk; nieuwe sociale structuren aanbrengen dan snijdt het mes aan twee of drie kanten. Back to local.
7
3. de kenmerken van een Social Enterprise in Nederland Wij kiezen ervoor om vier definiërende kenmerken van een Social Enterprise te onderscheiden: 1. heeft een maatschappelijk doel wat duidelijk boven financiële doelen staat; impact first 2. realiseert dat doel als private onderneming, met of zonder winstoogmerk, die een dienst of product levert 3. is financieel zelfvoorzienend gebaseerd op handel of andere vormen van waarde uitruil, en is dus beperkt of niet afhankelijk van giften of subsidies 4. is sociaal in de wijze waarop de onderneming wordt gevoerd: heeft een participatieve bestuur filosofie, fair naar medewerkers , fair naar leveranciers en andere partners, minimaliseert de ecologische voetafdruk. De vier kenmerken beschrijven het archetype of de ideale Social Enterprise. Weinig organisaties zullen volledig aan dit beeld voldoen.
Kenmerk 1. Primair een maatschappelijk doel; impact first Een Social Enterprise heeft een sociale missie en stelt deze boven financiële doelen. Veel Commerciële bedrijven, misschien wel de meeste, hebben ook een missie die sociaal te noemen is. Bayer maakt belangrijke medicijnen voor onze gezondheid, Unilever maakt op verantwoorde manier voeding die wij nodig hebben om te leven en Albert Heijn doet steeds meer Puur&Eerlijk. Commerciële bedrijven ontwikkelen en bouwen zonnepanelen en elektrische auto’s. Allemaal aspecten die je sociaal zou kunnen noemen. Vaak is het personeel zeer trots op deze aspecten. Deze commerciële bedrijven zijn geen Social Enterprise, onder meer omdat zij hun financiële doelstelling boven hun sociale doelstelling stellen. Goede commerciële bedrijven willen in hun proces zo min mogelijk schade doen (MVO) en vaak ook een bijdrage leveren aan een betere wereld. Social Enterprises moeten financieel gezond zijn om hun missie te realiseren. Beiden zullen op hun eigen manier worstelen met de balans tussen deze aspecten. Het verschil lijkt soms een nuance maar vertaalt zich wel degelijk in allerlei gedrag van de onderneming. Winstgerichtheid treedt alleen op als er een betrokkene is die de macht heeft om de winst in hoge mate toe te eigenen. De machtsstructuur is vaak een relevante indicator om te zien of de financiële doelstelling boven de maatschappelijke doelstelling staat.
Wanneer is een missie dan “Social” ? De Engelstalige Wikipdia stelt “social is a fuzzy concept”. Het Engelse begrip “Social” is niet precies hetzelfde als het Nederlandse begrip Sociaal. Corporate Social Responsability vertaalt naar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Social betekent eigenlijk Maatschappelijk. Het verwijst 8
naar een groter belang. Sociaal verwijst meer naar de relatie tussen mensen en groepen. Beide zijn in dit kader relevant.
Sociaal is je richten op de gemeenschap. Social Enterprises richten zich vanuit hun missie op een gemeenschap of groep, en niet louter op een doelgroep van klanten die kunnen betalen voor hun dienst of product. Hun doelstelling is breder dan de betalende klant. In economisch jargon, de Social Enterprise heeft positieve externaliteiten. Professor Santos van Insead heeft geëxperimenteerd met het argument dat positieve externaliteiten de bestaansreden van Social Enterprises zijn. Een Social Enterprise richt zich op een of verschillende soorten van gemeenschap groter dan de direct betalende klanten: a. De maatschappij als geheel. SE’s die zich bezig houden met ecologische kleding hebben tot doel om de koper blij te maken met hun product, maar een hogere doelstelling is het verminderen van de hoeveelheid landbouwgif. Vaak is een hoger doel ook om het consumentenbewustzijn en –gedrag blijvend te beïnvloeden. De gehele maatschappij profiteert, niet alleen de betalende klanten. b. Een achterstandsgroep. Het vergroten van gelijkwaardigheid in de maatschappij. Een restaurant waar mensen met down syndroom bedienen levert een dienst aan de betalende klant, een koffie of lunch. Het hogere doel is maatschappelijke participatie, de eigenwaarde en de economische betekenis van de mensen die er werken. c. Specifiek gericht op versterking van een gemeenschap (community) of het gemeenschapsgevoel, gericht op de idee dat de leden van de gemeenschap een beter leven hebben door sociale cohesie, zoals minder eenzaamheid en meer veiligheid. Deze gedrevenheid is in Nederland nog weinig herkenbaar, maar in het Verenigd Koninkrijk een van de grote redenen waarom de overheid een positief klimaat schept voor Social Enterprises. Social Enterprises hebben een inherente afweging te maken. De tevredenheid van de betalende klant, die vanzelfsprekend een voorwaarde voor succes is, zal niet het doel van de bedrijfsvoering zijn. Vaak is er een gemengd verdienmodel. Daar waar een dienst wordt verleend aan een achterstandsgroep die niet volledig voor deze dienst kan betalen, zal de Social Enterprise andere inkomensstromen moeten realiseren zoals sponsors werven, of op een goedkopere manier de benodigde capaciteit verwerven, bijvoorbeeld via vrijwilligers.
Social is het goede doen Dit “richten op” wil nog niet zeggen dat alle diensten die zich op een gemeenschap ook per definitie maatschappelijk zijn. Het gaat ook om “het goede”. Het goede is nogal voor interpretatie vatbaar. Is een kliniek die zich richt op de beëindiging van zwangerschappen van tieners uit de lage sociale klassen sociaal of niet ? Toch zijn er wel handvatten op dit gebied. 9
Een eerste observatie is dat een Social Enterprise zich zou moeten bewegen in het realiseren van de algemene verklaring van de rechten van de mens (people) waar allerlei rechten zijn vastgelegd, zoals gezondheid en educatie. De verklaring van de commissie Bruntlandt (planet), maar “planet is also people” want uiteindelijk worden wij als mensheid weer geconfronteerd met alles wat wij met deze aarde doen, geeft ook handvatten. Een organisatie die de belangen van een gedefinieerde groep mensen (ras, religie, regio) behartigt ten opzichte van een andere groep is geen Social Enterprise. Wij zullen hier later verder onderzoek naar stimuleren.
Kenmerk 2. Een Social Enterprise is een private onderneming, met of zonder winstoogmerk, die een dienst of product levert Het Social Enterprise veld wordt in hoge mate beïnvloedt door de maatschappelijke context. De taakopvatting van de overheid bepaalt mede het speelveld van Social Enterprises. Waar in Nederland een bibliotheek een overheidsdienst is, zal dat in de Verenigde Staten of in Afrika een Social Enterprise zijn. Wij richten ons in deze paper specifiek op Nederland, maar een vergelijking met de internationale kaders en ontwikkeling kan soms leiden tot beter begrip. In verschillende landen wordt Sociaal Ondernemen gericht gestimuleerd en ook de Europese Unie buigt zich over dit onderwerp. In Nederland is dat nog niet het geval, hoewel bijvoorbeeld de Nederlandse Sociale Woningbouw na de tweede wereldoorlog vanuit vergelijkbare redenering is ontstaan. De overheid trekt zich steeds verder terug. Veel van de oude overheidsdiensten zijn in het commerciële domein gebracht, zoals telefonie, post, energie en openbaar vervoer. Dat proces zal doorgaan en lang niet altijd is overdracht naar commercieel gedreven ondernemingen de beste oplossing. Indien een gemeente de bibliotheek sluit vanwege de bezuinigingen ontstaat geen ruimte voor een commerciële aanbieder. Dergelijke gaten zijn mogelijk wel te vullen door sociaal ondernemers of door een charitatieve instelling. De grens tussen publiek en privaat is niet altijd scherp. In Nederland is een grote semi-overheids sector, in openbaar vervoer, cultuur, educatie, gezondheidszorg en zorg. Een gesubsidieerd theater of museum dat goedkoop in een pand van de gemeente zit lijkt in theorie onafhankelijk met een eigen Raad van Toezicht gebaseerd op coöptatie, maar is zo zwaar aan de overheid gebonden dat wij dat niet als privaat en dus onafhankelijk zouden kenmerken.
Social Enterprises leveren een product of dienst Social Enterprises hebben een sociale missie en leveren een product of dienst, wat hen onderscheidt van activisten en politieke bewegingen. Organisaties zoals Greenpeace en Amnesty International
10
hebben een sociale missie en proberen deze te realiseren via activisme en politieke invloed. Daarmee zijn het dus geen Social Enterprises. Dit kenmerk werd door de vader van het begrip, professor Dees van Harvard, in de negentiger jaren sterk benadrukt.
Social Enterprises opereren met of zonder winstoogmerk Door een winstoogmerk toe te laten maken we de sector diffuser dan als we winst zouden uitsluiten. Wij vinden ruimte voor winst van doorslaggevend belang om de juiste spelers naar dit maatschappelijk veld te trekken. De not-for-profit Social Enterprises worden voornamelijk gevoerd door personen die op een salarisbasis worden beloond, en gefinancierd door geefgeld, fondsen of Social Venturing; dus zeer rijke particulieren die op deze wijze een maatschappelijke betekenis zoeken. De sector zal veel meer impact hebben als ook gedreven ondernemers toetreden die een persoonlijke investering doen en een persoonlijk risico nemen, en dus ook enige compensatie voor dit risico. Dat vereist ook de potentie tot een redelijke vergoeding, meer dan salaris voor uren. Het winstoogmerk laat ook ruimte voor een ander soort financiers die weliswaar 3D of impact investing zoeken, maar dat niet zien als louter geefgeld of speelgeld. Winstoogmerk toelaten vergroot de transparantie. Not-for-Profit is een rekbaar begrip. Een Social Enterprise die wordt gevoerd vanuit een Stichting zonder winstoogmerk kan haar directeur ver boven de Balkenende norm betalen. Dat is voor de persoon misschien niet fiscaal het meest gunstig maar komt toch veel voor. De Stichting kan geld lenen tegen een hoge rente (11% is geen uitzondering) en op deze wijze Return-on-Investment creëren. Ook kan een ondernemer werken met een BV en een Stichting, en dan nog een royalty rekenen voor het Intellectueel Eigendom wat buiten de Stichting valt. Wij verkiezen een redelijk winstoogmerk boven niet-transparante constructies. Een winstoogmerk is iets anders dan winstmaximalisatie.
Winstbeperking De afbakening ten opzichte van een commercieel bedrijf wordt gedreven door het principe “impact first” tastbaar te vertalen en het niet te laten bij mooie woorden. Een Social Enterprise neemt haar Maatschappelijke doelstelling dermate serieus dat zij: -
een redelijke en beperkt winstoogmerk publiceert, redelijk in verhouding tot geïnvesteerd vermogen en risico, of een deel van de winst terugsluist naar het Maatschappelijk doel, en dus een beperking neemt in dividenduitkering én ingeval van een verkoop van het bedrijf.
Hierbij gaan wij uit van “haar” maatschappelijke doelstelling. Een onderneming die geld schenkt aan een niet-gerelateerd doel doet een gift, wat iets anders is dan een teruginvestering.
11
In de Nederlandse situatie vinden we Social Enterprises in bijna alle juridische gedaantes; BV’s, Stichtingen, Verenigingen, coöperaties, etc. Veel Social Enterprises zijn momenteel gedwongen om te werken met een complexe structuur van Stichting én BV. In het Verenigd Koninkrijk is de juridische entiteit CIC (Community Interest Company) gecreëerd die het midden houdt tussen B.V. en Stichting met elementen van een coöperatie. Het criterium van winstbeperking is in Nederland niet eenvoudig toe te passen. Indien wordt gewerkt vanuit een stichting is het inherent ingebouwd (maar daarbinnen onmogelijk om winst te maken). Indien wordt gewerkt vanuit een BV niet. Het is voor de Social Enterprises belangrijk dat het een duidelijke sector wordt met een heldere identiteit. Het is voor de herkenbaarheid van de sector niet goed als allerlei commerciële bedrijven deze titel gaan voeren vanuit belang van imago. Dus een iets harder criterium dan aspiratie is gewenst. De eis is dan ook dat een organisatie die de identiteit Social Enterprise wenst, een gepubliceerde beleidsintentie dient te hebben om binnen drie jaar binnen de harde criteria te vallen, en bereid is om daar ook op aangesproken te worden.
Kenmerk 3. Een Social Enterprise is financieel zelfvoorzienend gebaseerd op waardeuitruil Financieel zelfvoorzienend wil zeggen dat de Social Enterprise een verdienmodel heeft gebaseerd op waarde uitruil, waardoor er een relatief grote mate van onafhankelijkheid is. Juist deze onafhankelijkheid is een factor. Organisaties die afhankelijk zijn van giften en subsidies zijn vaak overgeleverd aan de stemmingen van een donor of de politiek. Dat laatste is in Nederland sterk zichtbaar. Goede sociale dienstverlening wordt na vier jaar gestopt als de politieke verhoudingen in een gemeenteraad wijzigen. Soms wordt de dienst wel doorgezet maar gegund aan een andere partij ongeacht de prestaties van de dienstverlener. Waarde uitruil betekent dat de Social Enterprise waarde teruggeeft voor het geld dat wordt ontvangen, en de ontvanger deze waarde ook financieel kan benoemen en waarderen. Dat kan breder zijn dan een prijs die een klant betaalt voor de dienst of het product. Een commercieel bedrijf die een sponsorship doet vanuit het argument van naamsbekendheid en imago, doet een bijdrage die niet direct samenhangt met de dienst of product of van de Social Enterprise, maar die wel een waarde heeft voor de sponsor. De sponsor zal dit afwegen tegen andere vormen van publiciteit zoals adverteren. Het is een zakelijke keuze om juist met deze Social Enterprise in zee te gaan. Het resultaat is meetbaar en indien de waarde voor de sponsor positief is zal het op zakelijke gronden worden voortgezet. Een dergelijke sponsorship classificeren wij niet als donatie maar als waardeuitruil. De grens tussen een donatie (geen waarde uitruil) en een bijdrage die wel is gebaseerd op waarde uitruil is niet altijd heel scherp. Ter illustratie; Wikipedia heeft een verdienmodel gebaseerd op donaties van gebruikers. Is deze donatie een gift of een vrijwillige betaling voor een geleverde dienst ? Wij neigen naar het laatste
12
omdat degene die bijdraagt ook profiteert van de dienst. Indien iemand iets geeft voor een hongersnood of een tsunami is er geen relatie tussen de donateur en de besteding van het geld. Wikipedia heeft grote maatschappelijke waarde door het gratis ter beschikking stellen van kennis, en dus Social Enterprise.
Trading value, waarde uitruil In het onderstaande schema van Venturesome, een internationaal algemeen geaccepteerd kader, wordt de Social Enterprise gepositioneerd tussen goede doelen en commerciële bedrijven. De afbakening ten opzichte van charities ligt in het verdienmodel. Een Social Enterprise heeft “potentially >75% trading revenue”. Dus omzet uit diensten, producten of andere vormen van waarde uitruil zoals bijvoorbeeld sponsorships.
Een Social Enterprise heeft dus potentieel meer dan 75% verdiende inkomsten uit waarde uitruil. Wat is dan potentieel ? Het is voor de Social Enterprises belangrijk dat het een duidelijke sector wordt met een heldere identiteit. Het is voor de herkenbaarheid van de sector niet goed als charitatieve instellingen deze titel voeren vanuit belang van imago. Dus een harder criterium dan aspiratie is gewenst. De tweede voorwaarde is dat een organisatie een gepubliceerde beleidsintentie dient te hebben om binnen drie jaar binnen de harde criteria te vallen en bereid is om daar ook op aangesproken te worden. Deze dimensie dekt ook een onafhankelijkheid van de overheid af.
Kenmerk 4. Een Social Enterprise is sociaal in de bedrijfsvoering It goes without saying; walk your talk. Een Social Enterprise heeft een maatschappelijke missie die zich ook vertaalt in de wijze waarop de onderneming wordt bestuurd en gevoerd.
Participatief bestuursmodel
13
Sociaal in de bedrijfsvoering heeft in eerste instantie te maken met de wijze waarop wordt bestuurd en besloten, en daarbij worden de verschillende stakeholders betrokken. In het Engels wordt gesproken over multi-stakeholder Governance. Op lange termijn is het moeilijk, zo niet onmogelijk, maatschappelijke doelstellingen te realiseren als je niet Sociaal georganiseerd bent. De laatste tijd zien we een veelheid van voorbeelden uit Maatschappelijke Instellingen zoals Hogescholen en Woningbouwcorporaties (overigens geen Social Enterprises). Stichtingen vallen ten prooi aan een gebrek aan checks and balances en private ondernemers soms aan mission drift. Dit is een van de achtergrond gedachtes van het gestrande wetsvoorstel voor de Maatschappelijke Onderneming, waarbij andere stakeholders (dus huurders, leerlingen, patiëntenverenigingen) een inspraakpositie krijgen. Voor een Social Enterprise zijn er verschillende manieren om hier mee om te gaan. Bij een vereniging, coöperatie of maatschap is het participatieve beleidsaspect gedeeltelijk ingebouwd in het juridisch model. Bij een BV of Stichting die heeft gekozen voor een Sociocratisch bestuursmodel eveneens. Veel Social Enterprises zullen een vorm van participatief bestuur kennen maar lang niet altijd hard vastgelegd in statuten of anderszins. Hoewel wij in de eerste fase van Social Enterprise NL geen harde eisen zullen formuleren op dit kenmerk willen we het belang onderstrepen, en in het eerste jaar onderzoeken hoe we hier meer nadruk op kunnen leggen..
Ethisch en fair Fair gaat over de omgang met medewerkers, leveranciers en andere partners. Fair kan een doelstelling zijn maar is tenminste een randvoorwaarde. Het is een aspect wat ook bij andere organisaties een vorm van MVO is. Gewoon in redelijkheid met elkaar omgaan en dus ook redelijk betalen. Transparantie is een kenmerk van fair en ethisch. Een ethische onderneming zal geen reden hebben om niet open te zijn over alle aspecten van de bedrijfsvoering. Een Social Enterprise heeft een maatschappelijke doelstelling als hoogste goed. Zij zal dan ook anders kijken naar concurrenten dan een commercieel bedrijf dat redeneert vanuit verdeling van de markt. Immers, degene die een maatschappelijk probleem wil oplossen is alleen maar blij met anderen die hetzelfde doel nastreven; het oplossen van het probleem. Een Social Enterprise ziet dus medestanders en collega’s waar een commercieel bedrijf concurrenten ziet. Zo simpel als hier gesteld is het in de praktijk natuurlijk niet want een Social Enterprise moet ook gewoon voldoende verdienen om de salarissen te betalen, maar er is wel degelijk een verschil van insteek. Kennis delen tussen Social Enterprises komt om deze reden veel voor.
Ecologische voetafdruk beperken Een Social Enterprise is zich bewust van haar invloed op de maatschappij, en dus als vanzelf bewust van ecologie, en zal dat meewegen als randvoorwaarde in de bedrijfsvoering. 14
Aspiratie Ten eerste en laatste dient een Social Enterprise een Social Enterprise te willen zijn. Een organisatie welke technisch binnen de definities valt maar zich niet als zodanig wil afficheren zullen we gewoon de identiteit laten die zij wensen.
Social Enterprise NL, Mark Hillen
Deze working paper komt tot stand met ondersteuning en bijdragen van: -
Brigitte Hogendoorn, Erasmus Universiteit Rotterdam, Centre for Social Entrepreneurship and Investment Petra Kroon, journalist Sociaal Ondernemen en oprichter Social Reporters Peter Linde, Universiteit Utrecht afdeling bestuur en Organisatie (USBO) en Social Enterprise Lab Utrecht Willemijn Verloop, initiatiefnemer en directeur van Social Enterprise NL.
Met dank aan Frank van Beuningen, Guido Braam, Menno van Dijk, Leo Etman, Paul Iske, Bert Meijers, Bianca Minnaard, Maud van den Meiracker, Tera Terpstra, Helen Toxopeus.
15