Afasie
Wat is afasie? Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Hoe ontstaat afasie? Afasie ontstaat door hersenletsel. Dit letsel ontstaat meestal ten gevolge van een CVA, soms wordt het veroorzaakt door bijvoorbeeld een ruimte-innemend proces zoals een tumor of een abces, of een trauma (bijvoorbeeld een val op het hoofd). Vaak komt bij hersenletsel naast de afasie ook nog andere stoornissen voor, bijvoorbeeld halfzijdige verlammingen of gezichtsveldstoornissen. Meestal is de oorzaak van afasie een cerebrovasculair accident (CVA), ook wel beroerte of herseninfarct genoemd. Bloedvaten vervoeren voeding (zuurstof en glucose) naar het hersenweefsel. Als het bloedvat geen bloed meer kan overbrengen naar het getroffen gedeelte in de hersenen, sterft het weefsel af. Bepaalde vaardigheden die door dit deel van de hersenen konden worden geactiveerd, zoals de taal, raken gestoord.
1
Zonder taal Het woord afasie is Grieks en betekent ‘zonder taal’. Taal is een systeem van regels waardoor we met elkaar kunnen praten, kunnen begrijpen, kunnen schrijven, kunnen lezen of gebaren maken. Kortom: alles wat met communicatie te maken heeft. In de Nederlandse taal hebben we ‘afspraken’ over welk voorwerp bij het woord boek hoort. Ook hebben we grammaticaregels om een goede zin te maken. Bij patiënten met afasie is de taal, dat systeem van regels, verstoord. Sommige patiënten begrijpen de taal wel redelijk, maar kunnen zich niet uiten. We noemen dit een overwegend expressieve afasie. Deze patiënten hebben problemen om het woord te vinden en maken soms gebrekkige zinnen, in ‘telegramstijl’. Ze zijn zich vaak zeer bewust van hun fouten. Ze horen de fouten wel, maar kunnen ze niet verbeteren. Spreekt u een andere taal? Dan weet u dat u het meestal wel kunt verstaan, maar het zelf spreken en u uitdrukken in die buitenlandse taal is veel moeilijker. Andere patiënten begrijpen de taal niet goed meer, maar kunnen goed spreken. Wát zij zeggen is vaak niet te begrijpen. Voor de oppervlakkige luisteraar lijkt het alsof de patiënt goed spreekt omdat de melodie van de zinnen normaal is. Klanken kunnen makkelijk gevormd worden, maar er zijn veel versprekingen en lange onbegrijpelijke zinnen. Zij horen zichzelf meestal geen fouten maken en verbeteren zichzelf niet. We noemen dit een overwegend receptieve afasie. Er zijn ook patiënten met een vorm van afasie waarbij het begrijpen van taal én het uiten in taal ernstig gestoord is. Deze mensen zijn heel plotseling iedere vorm van communicatie door taal kwijt. Alsof u morgen wakker wordt in een ziekenhuis in China: men praat tegen u, maar u weet niet wat ze zeggen en als u iets zegt, begrijpt men u niet. Zo voelt een patiënt met deze vorm van afasie zich. Er komen vaak combinatievormen voor.
2
Afasie heb je samen Doordat men zich niet of moeilijk kan uiten, zeggen of schrijven wat men wil, de vertrouwde gebaren niet meer weet of niet volledig begrijpt wat anderen zeggen, krijgt men moeilijk contact met zijn naasten. Het spreekt vanzelf dat dit een ingrijpende verandering betekent in het leven van de betrokkene en zijn omgeving. Het zal u duidelijk zijn dat het leven van iemand met afasie een zeer aangrijpende verandering heeft ondergaan. En niet alleen dat van de patiënt, maar ook van alle mensen in zijn naaste omgeving. Daarbij komt afasie zelden alleen. Vaak zijn er ook verlammingen en gezichtsveldstoornissen. De omgeving van de patiënt is daarom van wezenlijk belang bij het herstelproces. Ook dient u te beseffen dat iemand met afasie vaak snel vermoeid is en dat spreken veel energie vraagt. En dan? Vooral in het begin zijn mensen met afasie erg afhankelijk van anderen. Meestal worden ze opgenomen in een ziekenhuis en gaan daarna soms tijdelijk naar een revalidatiecentrum of een verpleeghuis. Naast medische zorg wordt de revalidatie zoveel mogelijk gestimuleerd. Mensen krijgen bijvoorbeeld fysiotherapie om de verlammingsverschijnselen zo goed mogelijk te boven te komen, en logopedie om de communicatie weer te optimaliseren. Zij leren de overgebleven taalmogelijkheden zo goed mogelijk benutten en daarnaast eventueel compensaties gebruiken, zoals het maken van gebaren of het gebruiken van ondersteunende middelen. Logopedie De afdeling logopedie in het ziekenhuis richt zich met name op het testen; inzicht krijgen in wat qua taal nog goed werkt en waar de moeilijkheden zitten. Op basis van de testuitslag informeert de logopedist het verplegend en verzorgend personeel en de naasten van de patiënt over hoe om te gaan met hem of haar. Wanneer de patiënt langer in het ziekenhuis moet blijven zal ook gestart worden met een therapeutisch programma, waarbij getraind wordt aan die onderdelen van taal die moeizaam verlopen. Zo nodig kan er getraind worden in het gebruik van ondersteunende middelen.
3
Hoe ga je met afasie om De volgende punten kunnen van belang zijn, wanneer u met iemand met afasie wilt praten. - Iemand met afasie is een deel van zijn taal kwijt, niet zijn verstand! - De patiënt kan door de situatie wel wat verward zijn. - Afasie heb je altijd samen. Wij moeten ons dus aanpassen aan het taalvermogen van de ander. - Zorg dat de omgeving rustig is en concentreer u op het gesprek. Houdt oogcontact! - Praten is hard werken voor iemand met afasie. - Spreek rustig, in niet te lange, duidelijke, zinnen, waarbij u de belangrijkste woorden wat benadrukt. - Zorg dat de patiënt weet wie u bent en waarvoor u komt. - Om een gesprek te ondersteunen zijn alle hulpmiddelen toegestaan. U kunt gerust gebaren maken, iets tekenen of aanwijzen. - Ja/nee vragen zijn eenvoudiger dan open vragen. - Herhaal belangrijke dingen een paar keer gedurende het gesprek. - Geef duidelijk aan als u met een nieuw onderwerp begint. - Spring niet van de hak op de tak. - Begin niet over een nieuw moeilijk onderwerp als u merkt dat de patiënt moe is. Voor de afasiepatiënt geldt: hij wil wel praten, het kost echter meer moeite om tot een gesprek te komen. Tot slot Wij leren veel van onze patiënten. Twee uitspraken willen we u niet onthouden en zijn u mogelijk tot steun: - Stel geen hogere eisen aan uzelf dan vóór de afasie. - De kunst van het leven is kijken naar wat u wél kunt en niet naar wat u niet meer kunt.
4
Vragen? Heeft u vragen? Stel ze aan uw behandelend specialist, aan de teamleider, aan het verplegend personeel of aan de logopedist. Zij zijn er om de patiënt en u te helpen. Wilt u er iets meer over lezen? De volgende brochures zijn bij de logopediste of bij het Patiëntenservicebureau verkrijgbaar. - Een beroerte, en dan? - Revalidatie na een herseninfarct (dit boekje kunt u lenen). - Heb hart voor je hoofd - Afasie, hoe verder? - Na een beroerte. Hoe verder? Het Patiëntenservicebureau vindt u in de Centrale Hal op de begane grond, rechts naast de receptie. Openingstijden zijn van 08.30 – 16.30 uur. Ook is er een videofilm over afasie. Informatie bij de logopediste. U kunt ook contact opnemen met ‘Samen Verder’, een vereniging voor mensen die zelf, of in hun naaste omgeving te maken hebben gehad met een CVA. Het telefoonnummer is (030) 659 46 50. Daar kunt u vragen stellen of het telefoonnummer voor de contactpersoon in Noord-Holland Noord krijgen. Op internet zijn zij te vinden op www.cva-samenverder.nl.
5
Heeft u op- of aanmerkingen over deze folder, laat het ons weten. Uw suggesties helpen wellicht andere patiënten. U kunt deze bladzijde eraf knippen (langs de verticale lijn) en met uw suggesties afgeven aan de afdeling logopedie. Bij voorbaat dank voor uw moeite.
128317-LO06-12/12
6
Deze folder is een uitgave van het Gemini Ziekenhuis©