In dit artikel hebben wij nieuws opgenomen dat voortvloeit uit verschillende wijzigingen die in de afgelopen maanden in wetten en regels zijn doorgevoerd. Ook hebben wij enkele artikelen opgenomen over onderwerpen die in de praktijk van alledag vaak voorkomen en niet altijd even duidelijk zijn: • Vrijstellingen schenkingsrecht • Samenwonen en een samenlevingscontract sluiten • Minister wil koopsubsidie eigen woning afschaffen • Nieuwe structuurregeling heeft ook gevolgen voor 'gewone' BV • Wijziging huwelijksvermogensrecht: erfenissen nooit gedeeld tussen echtgenoten? • Let op juiste inschrijving in het Handelsregister • Toelichting op overgangsregeling van de bijleenregeling in bepaalde situaties van echtscheiding
Vrijstellingen schenkingsrecht U kunt uw kinderen periodiek geld schenken zodat zij dit (onbelaste) bedrag verder kunnen laten groeien zonder hierover later successierecht te moeten betalen. Ook kan een schenking besparing opleveren van inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Kortom, schenken draagt bij aan een gunstige overgang van vermogen. Schenkingen kunnen op uiteenlopende manieren worden gedaan met steeds andere juridische, fiscale en financiële voordelen. • Met een schenking bij notariële akte weet u zeker dat de schenking onder de juiste voorwaarden wordt gedaan zodat u fiscaal maximaal profiteert. • Met een notariële schenkingsakte ligt het tijdstip van schenken goed vast. • Een notariële schenkingsakte is later altijd terug te vinden. • Als u aan een goed doel schenkt - bijvoorbeeld in de vorm van een lijfrenteschenking bij notariële akte - kunt u de schenking onder bepaalde voorwaarden aftrekken van de betaalde inkomstenbelasting. • In een notariële schenkingsakte kunt u bepalen dat de schenking herroepelijk is. U kunt de schenking daarmee op ieder willekeurig moment terugeisen. Hiermee houdt u grip op het geschonkene. • In een notariële schenkingsakte kunt u bepalen dat de schenking niet in een huwelijksgoederengemeenschap zal vallen. De partners van uw kinderen kunnen dan in geval van scheiding geen aanspraak op de schenking maken. Wat schenken? Naast een schenking in geld of op papier kunt u ook een (waardevol) voorwerp schenken. Of u bevoordeelt de ontvanger op andere wijze, door het verkopen van een huis voor minder dan de marktwaarde of door het verstrekken van een lening tegen gunstige voorwaarden bijvoorbeeld. Of over een schenking belasting moet worden betaald, hangt af van de waarde van de schenking en van de relatie tussen de schenker en de ontvanger. Zo mogen ouders ieder jaar aan hun kinderen een bepaald bedrag belastingvrij schenken. Ook grootouders kunnen per 24 maanden aan hun kleinkinderen een bepaald bedrag belastingvrij schenken. Met de schenkingsrechtcalculator op de website van de belastingdienst http://www.belastingdienst.nl/reken/wwschenken03/index.htm kunt u gemakkelijk uitzoeken of u schenkingsrecht bent verschuldigd en hoeveel. Welke bedragen zijn vrijgesteld van schenkingsrecht? Elk jaar worden de vrijgestelde bedragen aangepast in verband met inflatiecorrectie (in 2005 1,4%). In 2004 gelden de volgende bedragen: • Schenking ouder - kind: € 4.243 (in 2005: € 4.303) per kind per jaar • Eenmalig verhoogde vrijstelling ouder - kind: € 21.209 (in 2005: € 21.506) • Schenking grootouder - kleinkind: € 2.546 (in 2005: € 2.582) per kleinkind per 24 maanden
Hoe schenken? Aan het doen van schenkingen zijn door de wet eisen gesteld. Een schenking is ongeldig als deze niet op de juiste wijze is gedaan of als de schenking is gedaan door iemand die dat niet had mogen doen. Daarom raden wij u aan een schenking bij notariële akte te doen. Soms is de inschakeling van een notaris verplicht, zoals bij een schenking van onroerende zaken.
Samenwonen en een samenlevingscontract sluiten Als u samenwoont, kunt u een aantal zaken samen regelen: betalen van de kosten van de huishouding, welke spullen gezamenlijk eigendom zijn, wat er gebeurt als u onverhoopt toch uit elkaar gaat. Al deze afspraken kunt u onderling maken als u geen kinderen of geen eigen huis hebt. Het is dan niet altijd nodig bij de notaris een samenlevingscontract te sluiten. Er zijn echter een aantal zaken waarvoor de wetgever een notarieel samenlevingscontract verplicht heeft gesteld. Dit speelt bijvoorbeeld met name bij het successierecht en als u kinderen heeft en een ‘langstlevende regeling’ wilt maken. In zo’n regeling komt u overeen dat bij overlijden van één van de partners de andere partner alle goederen krijgt en dat de kinderen moeten wachten tot het overlijden van de laatste partner. Bovendien kunnen wij u uitgebreid voorlichten over de zaken die u in een samenlevingscontract en een testament allemaal kunt regelen.
Minister wil koopsubsidie eigen woning afschaffen Minister Dekker (VROM) gaat het eigen woningbezit voor lage inkomens anders stimuleren. Eén van de voorstellen van de minister is de Wet bevordering eigen woningbezit in te trekken. De zogenoemde koopsubsidie die op basis van deze wet wordt gegeven aan mensen met een laag inkomen die een woning willen kopen, blijkt uit een evaluatie niet goed te werken. Tussen januari 2001 en 1 juli 2004 hebben slechts 649 huishoudens een koopsubsidie gekregen. Dit wordt mede veroorzaakt door het geringe aanbod woningen binnen de koopprijsgrenzen. Er is geen uitzicht op daadwerkelijke verbetering in het functioneren van de regeling. In lijn met het beleid van het kabinet om de regelgeving te verminderen, ligt de nadruk bij de toekomstige stimulering van het eigen woningbezit niet op regels van het rijk. De minister kiest voor ruimte voor initiatieven van andere partijen. Na het verschijnen van een advies van de VROM-raad over dit onderwerp, gaat de minister precies aangeven hoe zij het eigen woningbezit voor lage inkomens zal blijven stimuleren. Zij denkt onder meer aan versterking van de Nationale Hypotheekgarantie en de speciale startersleningen die gemeenten via de Stichting Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) afgeven. Minister Dekker ziet verder een grotere rol voor corporaties bij de verkoop van huurwoningen met korting. Overigens sluit de minister een nieuwe rijksbrede generieke regeling niet uit. Bron: persbericht VROM
Nieuwe structuurregeling heeft ook gevolgen voor 'gewone' BV Op 1 oktober 2004 is de wettelijke regeling voor structuurvennootschappen gewijzigd. Structuurvennootschappen zijn de grote vennootschappen waaraan de wet extra eisen stelt, zoals een eigen vermogen van ten minste 16 miljoen euro en ten minste 100 werknemers. Daarnaast kan mogelijk het verzwakte regime van toepassing zijn (bijvoorbeeld bij familiebedrijven) en is het mogelijk dat de vennootschap vrijwillig het structuurregime toepast. Deze wetswijziging heeft echter ook gevolgen voor de 'gewone' BV, met name de BV die een raad van commissarissen heeft. De wijzigingen voor de gewone BV in grote lijnen op een rijtje: • Aandeelhouders en/of certificaathouders die alleen of tezamen 1% van de aandelen houden, krijgen het recht om onderwerpen op de agenda van de algemene vergadering te plaatsen • Heeft de vennootschap een raad van commissarissen, dan moet de (her)benoeming van een commissaris worden gemotiveerd. Gaat het om een herbenoeming, dan moet rekening worden gehouden met de wijze waarop de betreffende commissaris in het verleden zijn functie heeft uitgeoefend • De beloning van commissarissen moet worden vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders. Een andersluidende statutaire bepaling is niet meer geldig • De directie moet de raad van commissarissen ten minste eenmaal per jaar schriftelijk opgave doen van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico's en het beheers- en controlesysteem van de vennootschap De wetswijziging heeft 'onmiddellijke werking'. Dat wil zeggen dat de gewijzigde regels direct werking hebben. Is in de statuten van een vennootschap een andere regeling opgenomen, dan is deze niet meer geldig. Hebt u vragen over de gevolgen van deze wetswijziging voor uw vennootschap neem dan contact met ons op.
Wijziging huwelijksvermogensrecht: erfenissen nooit gedeeld tussen echtgenoten? Al enige jaren is het ministerie van Justitie bezig met een grote vernieuwingsoperatie in het huwelijksvermogensrecht. Dit is van belang voor bijna alle Nederlanders omdat iedereen wel persoonlijke of zakelijke relaties met getrouwde mensen heeft. Een van de wijzigingen die is voorgesteld, is de wijziging van algehele gemeenschap van goederen: de regels die gelden voor de verdeling van de spullen tussen getrouwde mensen als er geen huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt. De meest in het oog springende verandering is wat er gebeurt met erfenissen. Tot nu toe is het zo dat erfenissen automatisch in de gemeenschap van goederen vallen en dus eigendom worden van beide echtgenoten, ieder voor de helft. Als de erfgenaam en zijn echtgeno(o)t(e) ooit zouden scheiden dan moet de erfenis worden gedeeld. Dit kan slechts worden voorkomen als degene die is overleden een testament had gemaakt met een uitsluitings- of privéclausule. Door in het testament zo’n clausule op te nemen, wordt bereikt dat alleen de erfgenaam eigenaar wordt. Onderdeel van de voorgestelde wijziging is nu dat een erfenis niet meer automatisch in de gemeenschap van goederen valt. Betekent dat nu dat u nooit meer een uitsluitingsclausule hoeft op te nemen in een testament? Zoals de wetgeving er nu uitziet waarschijnlijk niet. Het blijft namelijk mogelijk voor echtgenoten om zelf te besluiten om erfenissen wel gemeenschappelijk eigendom te maken. En u zult altijd zien dat een schoonzoon of een schoondochter uw kind overhaalt om de erfenis toch gemeenschappelijk te maken. Dat kunt u alleen voorkomen door een testament te maken met een uitsluitings- of privé-clausule.
Let op juiste inschrijving in het Handelsregister In het Handelsregister moet worden ingeschreven hoe een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd. Zo kan iedere directeur bevoegd zijn om te vertegenwoordigen. Ook kan deze bevoegdheid bijvoorbeeld zijn toegekend aan twee directeuren die samen optreden. Daarnaast kan een rechtspersoon ook worden vertegenwoordigd door iemand die een volmacht heeft gekregen. Van groot belang is dat, als deze volmacht wordt ingeschreven in het Handelsregister, dit ook goed gebeurt. De rechtspersoon kan zich dan tegenover derden beroepen op de beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gevolmachtigde. Een wederpartij waarmee gehandeld wordt, mag afgaan op de juistheid van de inschrijving. Blijkt de inschrijving achteraf niet te kloppen, dan is de rechtspersoon toch gebonden tegenover die wederpartij. Wat nu als de ingeschreven volmacht niet duidelijk is of als deze tijdens de onderhandelingen (met terugwerkende kracht) wordt gewijzigd? Onlangs heeft het Gerechtshof in Leeuwarden (11 augustus 2004) hierover een uitspraak gedaan. De wederpartij mag afgaan op wat hij eerder in het Handelsregister heeft gelezen, hij hoeft bijvoorbeeld niet eens per maand de volmacht van een zakenrelatie te controleren. Wijzigt een volmacht, dan moet de rechtspersoon daarvan dus zelf mededeling doen aan de wederpartij. Ook de onjuistheid en onduidelijkheid van de ingeschreven volmacht kan niet worden tegengeworpen aan een wederpartij.
Toelichting op overgangsregeling van de bijleenregeling in bepaalde situaties van echtscheiding Vanaf 1 januari 2004 is de eigenwoningregeling aangepast door invoering van de zogeheten bijleenregeling. Deze regeling houdt in dat voortaan alleen renteaftrek bestaat voor maximaal het bedrag van de aanschafkosten van de nieuwe eigen woning (aankoopprijs plus aankoopkosten) minus de gerealiseerde overwaarde van de vorige eigen woning. Als u vóór 1 januari 2004 een onherroepelijke verplichting tot koop óf verkoop van een woning bent aangegaan, maar nog niet bent verhuisd, blijft echter de bijleenregeling buiten toepassing (overgangsregeling). De overeenkomst moet partijen wel onherroepelijk binden. Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën een toelichting gegeven op deze overgangsregeling in bepaalde situaties van echtscheiding en overlijden. We geven in het kort enkele van zijn standpunten weer die hij inneemt bij drie situaties rond echtscheiding. Uitgangspunt hierbij is dat de ex-echtgenoten waren gehuwd in een algehele gemeenschap van goederen en waarbij - bij wijze van voorbeeld - de vrouw in de voormalige gemeenschappelijke eigen woning blijft wonen. 1. Echtscheidingsconvenant De overgangsregeling van de bijleenregeling kan onder omstandigheden van toepassing zijn bij een vervreemding van de eigen woning op grond van een echtscheidingsconvenant (hierna: overeenkomst). Er moet dan sprake zijn van een reële overeenkomst waaraan de ex-echtgenoten onherroepelijk zijn gebonden. De schriftelijke overeenkomst moet uiterlijk op 31 december 2003 tot stand zijn gekomen. De overeenkomst moet zijn gericht op een overdracht van de woning binnen afzienbare tijd en moet ook de (ver)koopprijs van de woning bevatten. 2. Bemiddelingsverslag mediator bij echtscheiding Als de ex-echtgenoten op 31 december 2003 nog geen echtscheidingsconvenant of verkoopovereenkomst hebben gesloten, kan de overgangsregeling onder omstandigheden ook van toepassing zijn op het verslag van een bemiddelingsgesprek van de mediator bij echtscheiding. De staatssecretaris keurt dit onder voorwaarden goed. De mediator moet het verslag vóór 31 december 2003 hebben ondertekend. Voorts moet de man in het kader van de echtscheiding zijn aandeel in de woning daadwerkelijk en tegen de prijs en voorwaarden zoals beschreven in het bemiddelingsverslag van de mediator aan de vrouw hebben overgedragen. 3. Nieuwe eigen woning is goedkoper dan voormalige gemeenschappelijke woning De bijleenregeling ziet in beginsel alleen op hypotheekverhogingen. Bij verhuizing naar een goedkopere woning blijft recht op renteaftrek bestaan over een bedrag gelijk aan de schuld op de oude woning. Dit bedrag mag niet meer bedragen dan de aankoopprijs van de nieuwe woning. De vraag is vervolgens of de hiervoor genoemde tegemoetkoming voor goedkoper wonen ook van toepassing is in de volgende situatie bij echtscheiding. De waarde van de voormalige echtelijke woning is op moment van verkoop aan de vrouw € 300 000. De eigenwoningschuld bedraagt € 200 000. De man koopt hierna alleen een eigen woning van € 180 000. De staatssecretaris is van mening dat de regeling voor 'goedkoper wonen' in dit geval niet van toepassing is, omdat de bijleenregeling op individueel niveau moet worden toegepast. De man was voor de helft eigenaar van de verkochte woning (€ 150 000) en is voor 100% eigenaar van de nieuwe eigen woning (€ 180 000). Dit houdt in dat de man zijn 50%-aandeel in de overwaarde van zijn voormalige gemeenschappelijke woning (50% van € 100 000) in mindering moet brengen op de eigenwoningschuld op de nieuwe woning waarvoor hij nog recht heeft op renteaftrek. De eigenwoningschuld van de nieuwe woning bedraagt aldus € 130 000. Bron: Ministerie van Financiën