Onderzoek Adolescenten en Gezinnen
Vragenlijst voor leerlingen 2010
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door studenten en medewerkers bij de Onderzoeksgroep Gezin en Bevolking van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven. 1
Lees dit voor je start. Beste deelnemer / ster Deze vragenlijst wordt afgenomen in het kader van een onderzoek bij jongeren over hun relaties, hun gedrag en hun houdingen. Wij stellen het heel erg op prijs dat jij deze vragenlijst in wilt vullen! Dit is een anonieme vragenlijst. Er wordt nooit naar jouw naam gevraagd. Schrijf dus nergens je naam op dit formulier. Niemand, dus ook niet je ouders, zal ooit te weten komen wat jij hebt ingevuld. Geen enkel onderzoeksrapport zal resultaten van individuele leerlingen, klassen of scholen apart bevatten. Om de studie te doen slagen, is het belangrijk dat je elke vraag goed leest en zo goed en eerlijk mogelijk beantwoordt. Er zijn geen correcte of verkeerde antwoorden. Het gaat om jouw situatie of mening! Als je geen antwoord vindt dat jouw situatie of mening perfect omschrijft, kies dan datgene wat er het dichtst bij aansluit. Deze studie is volledig gebaseerd op jouw vrijwillige medewerking. Als er een vraag is die je om de een of andere reden niet wil invullen, laat ze dan blanco. Wel willen we vragen om op zo veel mogelijk vragen eerlijk te antwoorden. Het invullen: ‐ Lees altijd goed de instructie! ‐ Meestal zal je gevraagd worden om een antwoord aan te kruisen of om een cijfer te omcirkelen. Hierbij kan je meestal maar één vakje of rondje aanstrepen. Als je meer antwoorden kunt aanstrepen, dan staat dat erbij. ‐ Als je een vakje/bolletje hebt aangekruist en je wilt dit veranderen, dan moet je het foute antwoord doorstrepen. Je kunt dan gewoon weer een ander vakje/rondje aankruisen. ‐ Vragen die voor jou niet van toepassing zijn, mag je overslaan. ‐ De vragenlijst bevat 3 grote delen, waarvan je er slechts 2 moet invullen naargelang je ouderlijke thuissituatie: o Deel A: door iedereen in te vullen. o Deel B: in te vullen indien je ouders gescheiden zijn. o Deel C: in te vullen indien je ouders niet gescheiden zijn. Deel B en C bevatten heel wat gemeenschappelijke vragen, maar zijn anders gesteld naargelang jouw ouders nog al dan niet samenleven. ‐ Overleg tijdens het invullen niet met anderen: het gaat om jouw situatie of mening! ‐ Na het invullen mag je de vragenlijst in de bijhorende envelop stoppen, die je vervolgens dicht kleeft. Zo kan ook na het afgeven van de vragenlijst niemand anders dan de onderzoekers jouw gegevens analyseren en wordt de anonimiteit van jouw antwoorden gegarandeerd. ‐ Aan het einde van deel B en C is ruimte voorzien waarin je opmerkingen en vragen bij het onderzoek kwijt kan.
Alvast heel erg bedankt voor het invullen van de vragenlijst! .
NB sommige vragen uit deze vragenlijst kunnen moeilijk zijn om in te vullen en/of pijnlijke gevoelens naar boven brengen. Mocht je naar aanleiding daarvan de behoefte hebben om hierover te praten, of mocht je met andere vragen zitten over dit onderzoek, dan kan je bellen of mailen met een van de onderzoekers van dit project: + 32 16 32.31.77
[email protected]/
[email protected]
2
A. VRAGEN VOOR IEDEREEN 1. Wat is de datum van vandaag?
........./........./2010
2. Wat is je leeftijd?
...............jaar
3. In welk jaar van het secundair onderwijs zit je? 4. Welke opleiding volg je nu?
5. Ben je?
6. Wat is je nationaliteit?
7. Welke taal of talen spreek je thuis?
1 2 3 4 5 6 7 (omcirkel het juiste antwoord aub)
O
KSO (Kunst Secundair Onderwijs)
O
BSO (Beroeps Secundair Onderwijs)
O
TSO (Technisch Secundair Onderwijs)
O
ASO (Algemeen Secundair Onderwijs)
O
Een jongen
O
Een meisje
O
Belg
O
Andere, namelijk: ...................................................(invullen aub)
.......................................................
8. Geeft aan in welk land de volgende personen geboren zijn. 1. Jijzelf
O
België
O
Andere:...............................
2. Je moeder
O
België
O
Andere:...............................
3. Je vader
O
België
O
Andere:...............................
4. Je grootmoeder langs moeders kant
O
België
O
Andere:...............................
5. Je grootvader langs moeders kant
O
België
O
Andere:...............................
6. Je grootmoeder langs vaders kant
O
België
O
Andere:...............................
7. Je grootvader langs vaders kant
O
België
O
Andere:...............................
3
9. Wat is je geloof?
O
Katholiek
O
Protestant
O
Islam
O
Ik heb geen geloof.
O
Andere, namelijk: ..................................................(invullen aub)
10. Hoe gelovig ben je? Plaats jezelf op een schaal van 0 (helemaal niet gelovig) tot 10 (heel gelovig).
0
1
11. Is je biologische moeder nog in leven?
O
Ja
O
Nee
O
Ja
O
Nee
O
Ja
O
Nee
O
Niet van toepassing: Mijn moeder en/of vader is overleden. (ga naar vraag 15)
O
Mijn ouders zijn getrouwd.
O
Mijn ouders wonen samen, maar zijn niet getrouwd.
O
Mijn ouders waren vroeger getrouwd, maar zijn nu uit elkaar.
O
Mijn ouders woonden vroeger ongehuwd samen, maar zijn nu uit elkaar.
O
Mijn ouders hebben nooit samengewoond.
12. Is je biologische vader nog in leven?
13. Wonen jouw biologische ouders momenteel samen?
14. Welke situatie beschrijft best de relatie tussen je ouders?
2 3 4 5 6 7 8 9 (omcirkel het juiste antwoord aub)
10
15. Hoeveel broers en zussen heb je in het 0 1 2 3 4 5 6 7 of meer totaal? UITLEG: Ook broers en zussen waarmee (omcirkel het juiste antwoord aub) je niet beide ouders gemeenschappelijk hebt (bv. stief-, half- of adoptiebroers en (indien je 0 hebt geantwoord, ga naar vraag 17) zussen) mag je meetellen.
4
16. Hier maak je een lijstje van al je broers en zussen. Je vermeldt telkens de voornaam, of het om een broer of zus gaat, het type broer/zus (biologisch, half-, stief- en adoptie), de leeftijd en de woonplaats van die broer/zus (Bij mama en papa, bij mama, bij papa, afwisselend bij mama en papa, alleen, andere). UITLEG: Biologische broers en zussen hebben beide ouders gemeenschappelijk met jou. Stiefbroers en –zussen hebben geen biologische banden met jou, maar wonen door een nieuwe relatie van je vader of moeder bij jou thuis. Halfbroers en –zussen hebben één ouder gemeenschappelijk met jou. Adoptiebroers en –zussen hebben geen biologische banden met jou, maar zijn door jouw ouders geadopteerd. Voornaam
Broer/zus Type Leefbroer/zus tijd (schrap wat niet (schrap wat past) niet past)
Woonplaats (schrap wat niet past)
1
Broer / Zus
Biologisch / Stief / Half / Adoptie
Bij mama en papa / Bij mama / Bij papa / Afwisselend bij mama en papa / Woont alleen / Andere, namelijk: .......................................................(invullen)
2
Broer / Zus
Biologisch / Stief / Half / Adoptie
Bij mama en papa / Bij mama / Bij papa / Afwisselend bij mama en papa / Woont alleen / Andere, namelijk: .......................................................(invullen)
3
Broer / Zus
Biologisch / Stief / Half / Adoptie
Bij mama en papa / Bij mama / Bij papa / Afwisselend bij mama en papa / Woont alleen / Andere, namelijk: .......................................................(invullen)
4
Broer / Zus
Biologisch / Stief / Half / Adoptie
Bij mama en papa / Bij mama / Bij papa / Afwisselend bij mama en papa / Woont alleen / Andere, namelijk: .......................................................(invullen)
5
Broer / Zus
Biologisch / Stief / Half / Adoptie
Bij mama en papa / Bij mama / Bij papa / Afwisselend bij mama en papa / Woont alleen / Andere, namelijk: .......................................................(invullen)
6
Broer / Zus
Biologisch / Stief / Half / Adoptie
Bij mama en papa / Bij mama / Bij papa / Afwisselend bij mama en papa / Woont alleen / Andere, namelijk: .......................................................(invullen)
7
Broer / Zus
Biologisch / Stief / Half / Adoptie
Bij mama en papa / Bij mama / Bij papa / Afwisselend bij mama en papa / Woont alleen / Andere, namelijk: .......................................................(invullen)
8
Broer / Zus
Biologisch / Stief / Half / Adoptie
Bij mama en papa / Bij mama / Bij papa / Afwisselend bij mama en papa / Woont alleen / Andere, namelijk: .......................................................(invullen)
5
17. Beantwoord nu de onderstaande vragen over je biologische (of adoptief) moeder en biologische (of adoptief) vader. Niet of weinig
Een beetje
Veel
1. Bewondert en respecteert je moeder je? 2. En je vader?
O O
O O
O O
O O
O O
3. Hoeveel trek je op en maak je plezier met je moeder? 4. En met je vader?
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
5. Deel jij je geheimen en persoonlijke gevoelens met je moeder? 6. En met je vader?
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
7. Hoeveel geeft je moeder om je? 8. En je vader?
O O
O O
O O
O O
O O
9. Geef je veel om je moeder? 10. En om je vader?
O O
O O
O O
O O
O O
11. Waardeert je moeder de dingen die je doet? 12. En je vader?
O O
O O
O O
O O
O O
13. Vindt je moeder het de moeite waard om naar je te luisteren? 14. En je vader?
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
15. Vindt je moeder dat je goede ideeën hebt? 16. En je vader?
O O
O O
O O
O O
O O
17. Vindt je moeder dat zij veel van je kan leren? 18. En je vader?
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
18. Als je kijkt naar je vriendenkring, zijn dat dan voornamelijk Belgen of heb je ook niet-Belgische vrienden?
Heel Meer erg veel kan niet
O
Alleen of vooral Belgen
O
Zowel Belgen als niet-Belgen
O
Alleen of vooral niet-Belgen
19. Welke taal spreek je vooral met vrienden, ........................................ vriendinnen of klasgenoten?
20. Krijg je zakgeld?
O
Ja
O
Nee (ga naar vraag 22)
6
21. Hoeveel zakgeld krijg je ongeveer per week (in euro’s)? Als je het zakgeld niet per week krijgt, maak dan een schatting. Indien je ouders gescheiden zijn, geef dan aan hoeveel je krijgt van je moeder en hoeveel je krijgt van je vader. Niet-gescheiden ouders: ....................................euro per week Gescheiden ouders:
....................................euro per week van mijn moeder ....................................euro per week van mijn vader
22. In welke mate ben je tevreden met je huidige materiële omstandigheden? Zet telkens een kruisje in de kolom die volgens jou het beste aansluit bij je huidige situatie. Helemaal Ontevreden Eerder ontevreden ontevreden
Eerder tevreden
Tevreden
Helemaal tevreden
1. Huisvesting
O
O
O
O
O
O
2. Woonomgeving
O
O
O
O
O
O
3. Gezinsbezittingen
O
O
O
O
O
O
4. Eigen bezittingen
O
O
O
O
O
O
5. Zakgeld
O
O
O
O
O
O
23. Hoe tevreden of ontevreden ben je met je leven tegenwoordig? Het is de bedoeling dat je dat aangeeft door een cijfer te omcirkelen. Een ‘0’ betekent dat je helemaal niet tevreden bent, een ‘10’ betekent dat je helemaal tevreden bent. Omcirkel het cijfer dat het meest op jou van toepassing is. Helemaal niet tevreden 0
1
2
Helemaal tevreden 3
4
5
6
7
8
9
10
24. Hieronder vind je een aantal uitspraken over hoe je je gevoeld of gedragen zou kunnen hebben de afgelopen week. Duid voor elke uitspraak aan hoe vaak gedurende de voorbije week… Zelden of nooit
Soms
Vaak
Altijd of bijna altijd
1. Je je gedeprimeerd/depressief voelde of in de put zat.
O
O
O
O
2. Je voelde dat alles wat je deed met moeite ging.
O
O
O
O
3. Je slecht geslapen hebt.
O
O
O
O
4. Je gelukkig was.
O
O
O
O
5. Je je eenzaam voelde.
O
O
O
O
6. Je van het leven genoot.
O
O
O
O
7. Je je droevig voelde.
O
O
O
O
8. Je niet op gang kon komen of je geen zin had om de dag te beginnen.
O
O
O
O
7
25. Hieronder staan uitspraken die allemaal te maken hebben met bepaalde gevoelens, zoals bijvoorbeeld bang zijn. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Zeg eerlijk hoe jij je meestal voelt. Helemaal Oneens oneens
Noch eens, noch oneens
Eens
Helemaal eens
1. Ik maak me zorgen of anderen mij wel aardig vinden.
O
O
O
O
O
2. Ik ben zenuwachtig.
O
O
O
O
O
3. Ik maak me zorgen of ik even goed ben als andere jongeren.
O
O
O
O
O
4. Ik maak me zorgen of het wel goed met me zal gaan.
O
O
O
O
O
5. Ik ben iemand die zich veel zorgen maakt.
O
O
O
O
O
6. Mensen zeggen tegen me dat ik me teveel zorgen maak.
O
O
O
O
O
7. Ik maak me zorgen over de toekomst.
O
O
O
O
O
8. Ik maak me zorgen over hoe goed ik dingen doe.
O
O
O
O
O
9. Ik maak me zorgen over dingen die vroeger gebeurd zijn.
O
O
O
O
O
26. Kan je in volgende tabel voor ieder jaar van het secundair onderwijs aangeven in welke onderwijsvorm je zat op het einde van dat jaar (dus voor welke richting je geslaagd was)? Je zet voor ieder jaar steeds een kruisje onder de juiste onderwijsvorm. Vul in tot en met het vorige schooljaar. ASO
TSO
BSO
KSO
1. In het eerste middelbaar
O
O
O
O
2. In het tweede middelbaar
O
O
O
O
3. In het derde middelbaar
O
O
O
O
4. In het vierde middelbaar
O
O
O
O
5. In het vijfde middelbaar
O
O
O
O
6. In het zesde middelbaar
O
O
O
O
7. In het zevende middelbaar (indien van toepassing)
O
O
O
O
8
27. Kan je in volgende tabel voor ieder onderdeel van je schoolcarrière omcirkelen hoeveel keer je bent blijven zitten tot en met het huidige schooljaar? Vul in tot en met het huidige schooljaar. 1. In de kleuterschool
0
1
2
3 of meer
2. In de basisschool
0
1
2
3 of meer
3. In het middelbaar
0
1
2
3 of meer
O
Bij de eersten
O
Iets boven het gemiddelde
O
Op het gemiddelde
O
Iets onder het gemiddelde
O
Bij de laatsten
28. Voortgaande op de huidige leerlingenrangschikking van je klas, waar zou je jezelf plaatsten t.o.v. de andere leerlingen van je klas als het gaat over je schoolresultaten?
29. De uitspraken in deze vraag gaan over studeren. Gelieve jouw mening aan te kruisen. Absoluut Niet Volledig Onzeker Akkoord niet akkoord akkoord akkoord 1. Hoe meer ik leer, hoe nieuwsgieriger ik word om nog meer dingen te leren.
O
O
O
O
O
2. Wanneer ik ’s avonds naar huis ga, heb ik meestal het gevoel werkelijk iets bijgeleerd te hebben.
O
O
O
O
O
3. Studeren is meestal tijdverlies.
O
O
O
O
O
4. Er zijn heel wat zaken in het leven die ik belangrijker vind dan studeren.
O
O
O
O
O
5. Voor mij is studeren heel belangrijk omdat men zich zo ontwikkelt.
O
O
O
O
O
6. Ik begrijp niet waarom studeren belangrijk is voor mijn verdere leven.
O
O
O
O
O
7. Studeren op zichzelf is een nutteloze bezigheid.
O
O
O
O
O
8. Ik studeer niet graag.
O
O
O
O
O
9. Wanneer ik een oplossing van een studieprobleem niet vind, dan zoek ik verder tot ik de oplossing gevonden heb.
O
O
O
O
O
10. Ik zoek graag bijkomende documentatie voor mijn schoolvakken.
O
O
O
O
O
11. Ik zit dikwijls te dromen in de klas.
O
O
O
O
O
12. Indien ik op voorhand zou weten dat de leerkracht de lessen niet zou overhoren, dan zou ik ze niet instuderen.
O
O
O
O
O
9
30. Hier volgen een aantal vragen i.v.m. je biologische (of adoptief) vader/moeder. Geef aan in welke mate je met deze stellingen akkoord gaat. Noch Heleakkoord Helemaal Niet noch Akkoord maal niet akkoord niet akkoord akkoord akkoord 1. Mijn moeder heeft niet echt graag dat ik mijn problemen aan haar vertel. 2. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
3. Mijn moeder geeft me bijna nooit een compliment wanneer ik iets goed doe. 4. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
5. Ik kan op de hulp van mijn moeder rekenen, zelfs wanneer ik problemen heb. 6. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
7. Mijn moeder neemt haar tijd om gewoon met me te praten. 8. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
9. Mijn moeder en ik doen samen dingen die leuk zijn. 10. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
11. Mijn moeder zegt dat haar ideeën juist zijn en dat ik ze niet in vraag moet stellen. 12. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
13. Mijn moeder respecteert mijn privacy. 14. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
15. Mijn moeder geeft me veel vrijheid. 16. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
17. Mijn moeder neemt de meeste beslissingen over wat ik mag doen. 18. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
19. Mijn moeder vindt dat ik recht heb op een eigen mening. 20. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
21. Mijn moeder verwacht echt dat ik me aan de regels van het gezin houd. 22. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
23. Mijn moeder zegt er soms niets van als ik iets doe wat niet mag. 24. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
25. Als ik me niet gedraag, straft mijn moeder me 26. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O
27. Mijn moeder zegt mij hoe ik dingen beter kan doen. 28. En mijn vader.
O O
O O
O O
O O
O O 10
Noch Heleakkoord Helemaal Niet noch Akkoord maal niet akkoord niet akkoord akkoord akkoord 29. Wanneer ik iets verkeerds doe, straft mijn moeder me niet. 30. En mijn vader.
O O
31. Wat is het hoogst behaalde diploma van jouw biologische (of adoptief) vader?
32. Wat is het hoogst behaalde diploma van jouw biologische (of adoptief) moeder?
O O
O O
O O
O O
O
Lagere school
O
Middelbaar onderwijs
O
Hoger onderwijs niet-universitair
O
Hoger onderwijs universitair
O
Lagere school
O
Middelbaar onderwijs
O
Hoger onderwijs niet-universitair
O
Hoger onderwijs universitair
33. Wat is de werksituatie van je biologische ouders? Moeder
Vader
Voltijds werken (28 uren per week of meer)
O
O
Deeltijds werken (minder dan 28uren per week)
O
O
Huisvrouw/huisman
O
O
Werkloos
O
O
…………………… …………………… …………………… …………………… ……………………. (invullen aub)
…………………… …………………… …………………… …………………… …………………… (invullen aub)
Andere
34. Nu volgen een aantal vragen over het huwelijk, samenwonen en echtscheiding. Wil je later samenwonen en/of trouwen?
O
Ik wil niet samenwonen en niet trouwen
O
Ik wil gaan samenwonen, maar niet trouwen
O
Ik wil eerst samenwonen en later trouwen
O
Ik wil direct trouwen zonder eerst te hebben samengewoond
11
35.
Wil je ooit trouwen?
O
Zeker nooit
O
Waarschijnlijk niet
O
Misschien
O
Waarschijnlijk wel
O
Zeker wel
36. Stel dat je ooit trouwt, hoe hoog schat je de …………..% kans in om te scheiden? Geef een percentage op 100. 37. Nu volgen een aantal stellingen in verband met huwelijk, echtscheiding en samenwonen. Kan je steeds aangeven in welke mate je het eens of oneens bent met de volgende stellingen?
Helemaal Oneens oneens
Noch eens, noch oneens
Eens
Helemaal eens
1. Het huwelijk is voor het leven, zelfs wanneer een koppel ongelukkig is.
O
O
O
O
O
2. Het huwelijk heeft veel van zijn waarde verloren.
O
O
O
O
O
3. Tegenwoordig gaan koppels al te gemakkelijk over tot een echtscheiding.
O
O
O
O
O
4. Wanneer de ouders veel ruzie maken, is het voor de kinderen beter dat de ouders scheiden.
O
O
O
O
O
5. Als er jonge kinderen zijn moeten de ouders kost wat kost hun huwelijk in stand houden.
O
O
O
O
O
6. Ik vind het best oké dat twee mensen besluiten om te trouwen met in hun achterhoofd de gedachte: ‘als het niet lukt, kunnen we nog altijd scheiden’.
O
O
O
O
O
7. Ik vind het best oké voor een koppel om samen te wonen zonder dat ze van plan zijn te trouwen.
O
O
O
O
O
12
38. Nu volgen een aantal stellingen in verband met huwelijk en ongehuwd samenwonen. Kan je steeds aangeven in welke mate je het eens of oneens bent met de volgende stellingen? Helemaal Oneens oneens
Noch eens, noch oneens
Eens
Helemaal eens
1. Kinderen hebben meer zekerheid als zij binnen een huwelijk worden geboren.
O
O
O
O
O
2. Trouwen biedt meer voordelen dan samenwonen.
O
O
O
O
O
3. Het huwelijk biedt je zekerheid die je niet hebt als je samenwoont.
O
O
O
O
O
4. Door het huwelijk ontwikkel je een zekere zin voor verantwoordelijkheid die je anders niet zou hebben.
O
O
O
O
O
5. Het huwelijk is de beste basis voor een goed gezinsleven.
O
O
O
O
O
6. Wanneer je samenwoont mis je de emotionele zekerheid die je wel hebt als je gehuwd bent.
O
O
O
O
O
7. Liefde, warmte en geluk zijn zaken die alleen het huwelijk kan bieden.
O
O
O
O
O
8. Mensen die gehuwd zijn, zijn doorgaans gelukkiger dan mensen die samenwonen.
O
O
O
O
O
39. Nu volgen er een aantal stellingen in verband met de rol van man en vrouw binnen het gezin en in de maatschappij. Kan je steeds aangeven in welke mate je akkoord of niet akkoord gaat met de volgende stellingen? Helemaal niet akkoord
Noch Niet Helemaal akkoord, Akkoord akkoord noch niet akkoord akkoord
1. Kinderverzorging is evengoed de verantwoordelijkheid van de man als van de vrouw.
O
O
O
O
O
2. Man en vrouw moeten het huishoudelijk werk gelijk onder elkaar verdelen.
O
O
O
O
O
3. Het verzorgen van een gezin is voor een vrouw belangrijker dan buitenshuis werken.
O
O
O
O
O
4. Een vrouw is geschikter om kleine kinderen op te voeden dan een man.
O
O
O
O
O
5. Het is logisch dat een man wat minder in het huishouden doet dan een vrouw.
O
O
O
O
O
13
40. De volgende vragen gaan over de betekenis die geloof heeft voor jou. Bid je wel eens?
41. Hoe vaak woon je religieuze of levensbeschouwelijke diensten bij? Doopplechtigheden, huwelijken, communies en begrafenissen worden hier niet meegerekend.
O
Nooit
O
Minder dan 1 keer per maand
O
1 keer per maand
O
Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks)
O
1 keer per week
O
Verschillende keren per week (maar niet dagelijks)
O
Dagelijks
O
Elke dag
O
Enkele keren per week
O
1 keer per week
O
Minstens 1 keer per maand
O
Enkel op speciale feestdagen
O
Minder vaak
O
Nooit
42. Hieronder staan een aantal stellingen over hoe je kan reageren als je boos of kwaad bent. Als jij boos of kwaad bent op iemand, wat doe je dan… Nooit
Soms
Vaak
Heel vaak
1. Ik probeer de ander zo zeer te ergeren dat die zijn/haar geduld verliest.
O
O
O
O
2. Ik probeer de ander belachelijk te maken.
O
O
O
O
3. Ik vertel roddels over de ander.
O
O
O
O
4. Ik probeer de ander nijdig of kwaad te maken.
O
O
O
O
5. Ik scheld de ander uit.
O
O
O
O
6. Ik probeer de ander jaloers te maken.
O
O
O
O
7. Ik neem wraak door gemene verhalen over de ander te vertellen.
O
O
O
O
8. Ik probeer de reputatie van de ander kapot te maken.
O
O
O
O
9. Ik ga slaan of schoppen.
O
O
O
O
10. Ik gebruik scheldwoorden en vloeken.
O
O
O
O
11. Ik probeer de ander te laten struikelen of vallen.
O
O
O
O
14
43. Heb je de afgelopen 12 maanden wel eens één van de volgende dingen gedaan? Nooit
1 keer
2-3 keer
4 keer of meer
1. Door de politie opgepakt omdat je iets had gedaan.
O
O
O
O
2. Een fiets, brommer of scooter gestolen.
O
O
O
O
3. Iets gekocht of verkocht waarvan je eigenlijk wel wist dat het gestolen was.
O
O
O
O
4. Ergens in een gebouw, huis of winkel ingebroken.
O
O
O
O
5. Met stiften of met een spuitbus dingen bewerkt.
O
O
O
O
6. Iets op straat of in een bus, tram, metro of trein moedwillig beschadigd of kapotgemaakt.
O
O
O
O
7. Een wapen (bv. een mes) op zak gehad.
O
O
O
O
8. Een brandje aangestoken (bv. in de kelder, het fietsenhok of op straat).
O
O
O
O
9. Iets uit een winkel gestolen of meegenomen of iets gestolen uit iemands jaszak of tas.
O
O
O
O
10.Betrokken geweest bij een gevecht.
O
O
O
O
11. Met opzet iemand op straat, in de kroeg, of op school geslagen of geschopt.
O
O
O
O
44. Hoe vaak heb je de volgende middelen gebruikt de laatste 6 maanden?
Maande- Wekelijks lijks
Dagelijks of bijna dagelijks
Nooit
1 of 2 keer
1. Tabakproducten (sigaretten, kauwtabak, sigaren, etc.)
O
O
O
O
O
2. Alcoholische dranken (bier, wijn, sterke dranken, alcoholpops, premixdrankjes, etc.)
O
O
O
O
O
3. Cannabis (marihuana, hash, pot, grass, etc.)
O
O
O
O
O
4. Andere drugs (cocaïne, speed, LSD, XTC, paddenstoelen, benzine, etc.)
O
O
O
O
O
5. Kalmeringsmiddelen of slaappillen (Valium, Stilnoct, etc.)
O
O
O
O
O
15
45. Hoe vaak hebben je biologische (of adoptief) ouders, voor zover je weet, onderstaande middelen gebruikt de laatste 6 maanden? Je moeder Maan Weke de-lijks lijks
Je vader (Bijna) Maan (Bijna) 1 of 2 Weke dage- Nooit dedagekeer -lijks lijks lijks lijks
Nooit
1 of 2 keer
1. Tabakproducten (sigaretten, kauwtabak, sigaren, etc.)
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
2. Alcoholische dranken (bier, wijn, sterke dranken, alcoholpops, premixdrankjes, etc.)
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
3. Cannabis (marihuana, hash, pot, grass, etc.)
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
4. Kalmeringsmiddelen of slaappillen (valium, Stilnoct, etc.)
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
16
46. Hoe vaak heb je het gevoel dat jouw vrienden je aansporen tot het gebruik van de volgende middelen, los van het feit of je onderstaande middelen dan ook effectief gebruikt? Maande- Wekelijks lijks
Dagelijks of bijna dagelijks
Nooit
1 of 2 keer
1. Tabakproducten (sigaretten, kauwtabak, sigaren, etc.)
O
O
O
O
O
2. Alcoholische dranken (bier, wijn, sterke dranken, alcoholpops, premixdrankjes, etc.)
O
O
O
O
O
3. Cannabis (marihuana, hash, pot, grass, etc.)
O
O
O
O
O
4. Andere drugs (cocaïne, speed, LSD, XTC, paddenstoelen, benzine, etc.)
O
O
O
O
O
5. Kalmeringsmiddelen of slaappillen (Valium, Stilnoct, etc.)
O
O
O
O
O
47. Heeft een vriend of kennis of iemand anders ooit zijn/haar bezorgdheid geuit over jouw gebruik van: Nee, nooit
Ja, maar niet in Ja, in de laatste de laatste drie drie maanden maanden
1. Tabakproducten (sigaretten, kauwtabak, sigaren, etc.)
O
O
O
2. Alcoholische dranken (bier, wijn, sterke dranken, alcoholpops, premixdrankjes etc.)
O
O
O
3. Cannabis (marihuana, hash, pot, grass, etc.)
O
O
O
4. Andere drugs (cocaïne, speed, LSD, XTC, paddenstoelen, benzine, etc.)
O
O
O
5. Kalmeringsmiddelen of slaappillen (valium, Stilnoct, etc.)
O
O
O
17
48. Heb je ooit geprobeerd en gefaald om je gebruik te controleren, te verminderen of te stoppen van: Nee, nooit
Ja, maar niet in Ja, in de laatste de laatste drie drie maanden maanden
1. Tabakproducten (sigaretten, kauwtabak, sigaren, etc.)
O
O
O
2. Alcoholische dranken (bier, wijn, sterke dranken, alcoholpops, premixdrankjes etc.)
O
O
O
3. Cannabis (marihuana, hash, pot, grass, etc.)
O
O
O
4. Andere drugs (cocaïne, speed, LSD, XTC, paddenstoelen, benzine, etc.)
O
O
O
5. Kalmeringsmiddelen of slaappillen (valium, Stilnoct, etc.)
O
O
O
Zijn je ouders gescheiden, vul dan Deel B in (zie volgende pagina) Zijn je ouders niet gescheiden, vul dan Deel C in (zie pagina 28)
18
B. VRAGEN VOOR SCHOLIEREN MET GESCHEIDEN OUDERS 49. Hoe oud was je toen je biologische (of adoptief) ouders uit elkaar gingen?
.................................jaar
50a Heeft je biologische (of adoptief) moeder Mijn moeder heeft geen nieuwe partner. momenteel een nieuwe partner waarmee ze O (ga naar vraag 51a) samenwoont/gehuwd is? Mijn moeder heeft een nieuwe partner, maar O ze woont er niet mee samen. (ga naar vraag 51a)
50b Hoe oud was je toen je moeder ging samenwonen met haar huidige nieuwe partner? 51a Heeft je biologische (of adoptief) vader momenteel een nieuwe partner waarmee hij samenwoont/gehuwd is?
O
Mijn moeder woont samen met een nieuwe partner, maar is er niet mee getrouwd.
O
Mijn moeder woont samen met een nieuwe partner en is er mee getrouwd.
.................................jaar
O
Mijn vader heeft geen nieuwe partner. (ga naar vraag 52)
Mijn vader heeft een nieuwe partner, maar hij O woont er niet mee samen. (ga naar vraag 52)
51b Hoe oud was je toen je vader ging samenwonen met zijn huidige nieuwe partner? 52. Waar woon jij zelf?
O
Mijn vader woont samen met een nieuwe partner, maar is er niet mee getrouwd.
O
Mijn vader woont samen met een nieuwe partner en is er mee getrouwd.
.................................jaar
O Bij mijn moeder O Bij mijn vader O Afwisselend bij mijn moeder en bij mijn vader O Meestal bij mijn moeder, soms bij mijn vader O Meestal bij mijn vader, soms bij mijn moeder O
Andere, namelijk: ..................................................(invullen aub)
19
53. Wat was na de scheiding jouw voorkeur O Bij mijn moeder over hoe de verblijfsregeling er zou O Bij mijn vader uitzien? O Afwisselend bij mijn moeder en bij mijn vader O Meestal bij mijn moeder, soms bij mijn vader O Meestal bij mijn vader, soms bij mijn moeder O
Andere, namelijk: ..................................................(invullen aub)
54a. De volgende vragen gaan over de woning(en) waar je momenteel verblijft. Beantwoord de vragen zowel voor de woning van je moeder als voor de woning van je vader. Moeder
Vader
Ja
Nee
Ja
Nee
1. Heb je een eigen slaapkamer?
O
O
O
O
2. Heb je het gevoel dat er in de woning te weinig ruimte is?
O
O
O
O
54b. Welke omschrijving past het beste bij de woningen van jouw ouders? Beantwoord de vraag zowel voor de woning van je moeder als voor de woning van je vader.
Moeder
Vader
1. Eigen huis
O
O
2. Eigen appartement
O
O
3. Gehuurd huis
O
O
4. Gehuurd appartement
O
O
5. Andere
O
O
55. De volgende vragen gaan over de financiële situatie van je moeder en je vader. Nooit
Zelden
Soms
Altijd
1. Heb je het gevoel dat je moeder het moeilijk heeft om rond te komen?
O
O
O
O
2. Heb je het gevoel dat je vader het moeilijk heeft om rond te komen?
O
O
O
O
20
56. Beantwoord de volgende vragen over de situatie voordat je biologische (of adoptief) ouders uit elkaar gingen. Denk terug aan hoe het toen was. Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Voortdurend
1. Hoe vaak maakten je ouders - voor zover je weet - ruzie over geld?
O
O
O
O
O
2. Hoe vaak maakten je moeder en vader - voor zover je weet - ruzie over de opvoeding?
O
O
O
O
O
3. Hoe vaak maakten je moeder en vader - voor zover je weet - ruzie over de kinderen?
O
O
O
O
O
4. Hoe vaak waren je moeder en vader het - voor zover je weet - absoluut niet eens met elkaar?
O
O
O
O
O
5. Hadden je ouders - voor zover je weet wel eens ernstige conflicten?
O
O
O
O
O
57. Hier volgen een aantal vragen i.v.m. de nieuwe partner van je moeder en/of vader. Deze worden in de volgende stellingen stiefvader en stiefmoeder genoemd. Geef aan in welke mate je met deze stellingen akkoord gaat. Het is de bedoeling dat je enkel de items beantwoordt die voor jou van toepassing zijn. Indien geen van beide ouders een nieuwe partner heeft, dan mag je deze vraag overslaan. Noch HeleHeleakkoord Niet maal niet maal Akkoord noch akkoord akkoord akkoord niet akkoord
1. Mijn stiefvader heeft niet echt graag dat ik mijn problemen aan hem vertel. 2. Mijn stiefmoeder heeft niet echt graag dat ik mijn problemen aan haar vertel.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
3. Mijn stiefvader geeft me bijna nooit een compliment wanneer ik iets goed doe. 4. Mijn stiefmoeder geeft me bijna nooit een compliment wanneer ik iets goed doe.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
5. Ik kan op de hulp van mijn stiefvader rekenen, zelfs wanneer ik problemen heb. 6. Ik kan op de hulp van mijn stiefmoeder rekenen, zelfs wanneer ik problemen heb.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
7. Mijn stiefvader neemt zijn tijd om gewoon met me te praten. 8. Mijn stiefmoeder neemt haar tijd om gewoon met me te praten.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
9. Mijn stiefvader en ik doen samen dingen die leuk zijn. 10. Mijn stiefmoeder en ik doen samen dingen die leuk zijn.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
21
Noch HeleHeleakkoord Niet maal niet noch Akkoord maal akkoord akkoord akkoord niet akkoord
11. Mijn stiefvader zegt dat zijn ideeën juist zijn en dat ik ze niet in vraag moet stellen. 12. Mijn stiefmoeder zegt dat haar ideeën juist zijn en dat ik ze niet in vraag moet stellen.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
13. Mijn stiefvader respecteert mijn privacy. 14. Mijn stiefmoeder respecteert mijn privacy.
O O
O O
O O
O O
O O
15. Mijn stiefvader geeft me veel vrijheid. 16 Mijn stiefmoeder geeft me veel vrijheid.
O O
O O
O O
O O
O O
17. Mijn stiefvader neemt de meeste beslissingen over wat ik mag doen. 18 Mijn stiefmoeder neemt de meeste beslissingen over wat ik mag doen.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
19. Mijn stiefvader vindt dat ik recht heb op een eigen mening. 20. Mijn stiefmoeder vindt dat ik recht heb op een eigen mening.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
21 Mijn stiefvader verwacht echt dat ik me aan de regels van het gezin houd. 22. Mijn stiefmoeder verwacht echt dat ik me aan de regels van het gezin houd.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
23. Mijn stiefvader zegt er soms niets van als ik iets doe wat niet mag. 24. Mijn stiefmoeder zegt er soms niets van als ik iets doe wat niet mag.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
25. Als ik me niet gedraag, straft mijn stiefvader me. 26. Als ik me niet gedraag, straft mijn stiefmoeder me
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
27. Mijn stiefvader zegt mij hoe ik dingen beter kan doen. 28. Mijn stiefmoeder zegt mij hoe ik dingen beter kan doen.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
29. Wanneer ik iets verkeerds doe, straft mijn stiefvader me niet. 30. Wanneer ik iets verkeerds doe, straft mijn stiefmoeder me niet.
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
22
58 Hieronder zie je een schematische voorstelling van een periode van 4 weken tijdens het schooljaar. Geef voor elke dag weer of je bij je vader of moeder verblijft. Een V voor vader, een M voor moeder. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de dag en de nacht . Bij dag geef je weer bij wie van de twee je het meeste tijd hebt doorgebracht die dag. Bij de nacht vul je in bij wie je sliep. Wanneer de regeling elke week hetzelfde is hoef je slechts 1 week in te vullen. Als ze per 2 weken hetzelfde is hoef je slechts de eerste 2 weken in te vullen. VOORBEELD Mieke is ongeveer evenveel bij haar vader als bij haar moeder. Op woensdagavond maakt ze de verhuis van vader naar moeder. In de weekends is ze het ene weekend bij haar vader en het andere bij haar moeder. Deze regeling herhaalt zich elke 2 weken, dus hoeft ze maar 2 weken in te vullen. maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
zondag
week 1
V
V
V
V
V
M
M
M
M
V
V
V
V
M
week 2
M
M
M
M
M
V
V
V
V
M
M
M
M
V
week 3 week 4
Vul nu voor jezelf de kalender in (V=vader M=moeder), hou geen rekening met vakantieperiodes. maandag
dinsdag
woensdag donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
week 1 week 2 week 3 week 4
23
59. Is er gevraagd naar jouw mening bij het uitwerken van de verblijfsregeling ?
O Ja O Nee
60. Hoe tevreden ben je met de huidige verblijfsregeling.
O Helemaal ontevreden O Ontevreden O Eerder ontevreden O Eerder tevreden O Tevreden O Helemaal tevreden
61. Hoe maak je meestal de verplaatsing van de ene ouder naar de andere?
O
Met de fiets
O
Met de auto
O
Te voet
O
Met het openbaar vervoer
O
Andere
62 Hoelang duurt deze verplaatsing ongeveer .................................uren onder normale omstandigheden (met het vervoermiddel aangegeven in vraag 61)? ……………………….minuten Vul het aantal uren en minuten in.
63a. Hoe vaak zie je tegenwoordig je biologische (of adoptief) moeder en je biologische (of adoptief) vader? Moeder
Vader
Nooit
O
O
Minder dan 1 keer per maand
O
O
1 keer per maand
O
O
Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks)
O
O
1 keer per week
O
O
Verschillende keren per week (maar niet dagelijks)
O
O
Dagelijks
O
O
24
63b. Hoe vaak zien je biologische (of adoptief) ouders elkaar tegenwoordig?
O Nooit O Minder dan 1 keer per maand O 1 keer per maand O
Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks)
O 1 keer per week O
Verschillende keren per week (maar niet dagelijks)
O Dagelijks
64. Zijn volgende uitspraken waar of niet waar voor jou? Het is de bedoeling dat je enkel de items beantwoordt die voor jou van toepassing zijn.
Noch Helemaal waar, Niet waar niet waar noch niet waar
waar
Helemaal waar
1. Ik vind dat ik mijn moeder te weinig zie.
O
O
O
O
O
2. Ik vind dat ik mijn vader te weinig zie.
O
O
O
O
O
3. Ik vind het over en weer verhuizen niet leuk.
O
O
O
O
O
4. Wanneer ik niet op het afgesproken tijdstip naar de andere ouder kan gaan, komen we gemakkelijk tot een nieuwe afspraak.
O
O
O
O
O
5. Het liefste zou ik op één plaats wonen en mijn ouders over en weer laten verhuizen.
O
O
O
O
O
25
65a Volgende vragen gaan over de mate van conflict tussen jouw biologische (of adoptief) ouders . die uit elkaar zijn. De vragen hebben betrekking op de huidige situatie, dus hoe ze nu is. Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Voortdurend
1. Hoe vaak maken je ouders ruzie over geld?
O
O
O
O
O
2. Hoe vaak maken je moeder en vader ruzie over de opvoeding?
O
O
O
O
O
3. Hoe vaak maken je moeder en vader ruzie over de kinderen?
O
O
O
O
O
4. Hoe vaak zijn je moeder en vader het absoluut niet eens met elkaar?
O
O
O
O
O
5. Hebben je ouders wel eens ernstige conflicten?
O
O
O
O
O
65b Volgende vragen gaan over de mate van conflict tussen jouw moeder en haar nieuwe partner . en tussen jouw vader en zijn nieuwe partner. Het is de bedoeling dat je enkel de items beantwoordt die voor jou van toepassing zijn. Indien geen van beide ouders een nieuwe partner heeft, dan mag je deze vraag overslaan.
1. Hoe vaak maken je moeder en haar nieuwe partner ruzie over geld? 2. Hoe vaak maken je vader en zijn nieuwe partner ruzie over geld? 3. Hoe vaak maken je moeder en haar nieuwe partner ruzie over de opvoeding? 4. Hoe vaak maken je vader en zijn nieuwe partner ruzie over de opvoeding? 5. Hoe vaak maken je moeder en haar nieuwe partner ruzie over de kinderen? 6. Hoe vaak maken je vader en zijn nieuwe partner ruzie over de kinderen? 7. Hoe vaak zijn je moeder en haar nieuwe partner het absoluut niet eens met elkaar? 8. Hoe vaak zijn je vader en zijn nieuwe partner het absoluut niet eens met elkaar? 9. Hebben jouw moeder en haar nieuwe partner wel eens ernstige conflicten? 10. Hebben jouw vader en zijn nieuwe partner wel eens ernstige conflicten?
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Voortdurend
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
26
66 Hieronder staan enkele kenmerken die al dan niet toepasselijk zijn op jouw persoonlijkheid. . Duid voor elk kenmerk aan in hoeverre je het eens of oneens bent met die verklaring. Bepaal in hoeverre beide karaktertrekken samen toepasselijk zijn voor jou, zelfs wanneer één van de twee meer toepasselijk is dan de andere. Niet on- Een Sterk Een Sterk Gematigd eens en beetje Gematigd onbeetje mee oneens niet mee mee eens eens oneens eens eens eens
1. Extravert, enthousiast
O
O
O
O
O
O
O
2. Kritisch, ruziezoekend
O
O
O
O
O
O
O
3. Betrouwbaar, gedisciplineerd
O
O
O
O
O
O
O
4. Gespannen, gemakkelijk slecht gezind
O
O
O
O
O
O
O
5. Openstaan voor nieuwe ervaringen, diepzinnig
O
O
O
O
O
O
O
6. Gereserveerd, stil
O
O
O
O
O
O
O
7. Meevoelend, warm
O
O
O
O
O
O
O
8. Niet goed georganiseerd, slordig
O
O
O
O
O
O
O
9. Kalm, emotioneel stabiel
O
O
O
O
O
O
O
10. Behoudsgezind, niet creatief
O
O
O
O
O
O
O
Je bent nu klaar met het invullen van de vragenlijst. Wil je voor de zekerheid nagaan of je alle vragen hebt ingevuld? Als je nog op of aanmerkingen hebt over het onderzoek of de vragenlijst kun je die hieronder kwijt!
………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
Hartelijk dank voor je medewerking!
27
C. VRAGEN VOOR SCHOLIEREN MET NIET-GESCHEIDEN OUDERS 67. Waar woon jij zelf?
O
Bij mijn moeder en vader
O
Bij mijn moeder en haar partner
O
Bij mijn vader en zijn partner
O
Bij mijn moeder
O
Bij mijn vader
O
Afwisselend bij mijn moeder en bij mijn vader
O
Meestal bij mijn moeder, soms bij mijn vader
O
Meestal bij mijn vader, soms bij mijn moeder
O
Andere, namelijk: ..................................................(invullen aub)
68a. De volgende vragen gaan over de woning waar je momenteel verblijft. Ja
Nee
1. Heb je een eigen slaapkamer?
O
O
2. Heb je het gevoel dat er in de woning te weinig ruimte is?
O
O
68b. Welke omschrijving past het beste bij de woning waar je momenteel verblijft?
69. De volgende vraag gaat over de financiële situatie van je gezin. Heb je het gevoel dat je gezin het moeilijk heeft om rond te komen?
O
Eigen huis
O
Eigen appartement
O
Gehuurd huis
O
Gehuurd appartement
O
Andere
O
Nooit
O
Zelden
O
Soms
O
Altijd
70. Beantwoord de volgende vragen over de huidige situatie, dus hoe het nu is. Nooit
Zelden Soms Vaak
Voortdurend
1. Hoe vaak maken je ouders ruzie over geld?
O
O
O
O
O
2. Hoe vaak maken je vader en moeder ruzie over de opvoeding?
O
O
O
O
O
3. Hoe vaak maken je moeder en vader ruzie over de kinderen?
O
O
O
O
O
28
Nooit
Zelden Soms Vaak
Voortdurend
4. Hoe vaak zijn je moeder en vader het absoluut niet eens met elkaar?
O
O
O
O
O
5. Hebben je ouders wel eens ernstige conflicten?
O
O
O
O
O
71. In welke mate ben je het eens of oneens met elke van volgende uitspraken over jezelf. Ik zie mezelf als iemand die… Helemaal oneens
Een beetje oneens
Noch eens noch oneens
Een beetje eens
Helemaal eens
1. Spraakzaam is
O
O
O
O
O
2. Geneigd is kritiek te hebben op anderen
O
O
O
O
O
3. Grondig te werk gaat
O
O
O
O
O
4. Somber is
O
O
O
O
O
5. Origineel is, met nieuwe ideeën komt
O
O
O
O
O
6. Terughoudend is
O
O
O
O
O
7. Behulpzaam en onzelfzuchtig ten opzichte van anderen is
O
O
O
O
O
8. Een beetje nonchalant kan zijn
O
O
O
O
O
9. Ontspannen is, goed met stress kan omgaan
O
O
O
O
O
10. Benieuwd is naar verschillende dingen
O
O
O
O
O
11. Vol energie is
O
O
O
O
O
12. Snel ruzie maakt
O
O
O
O
O
13. Een werker is waar men van op aan kan
O
O
O
O
O
14. Gespannen kan zijn
O
O
O
O
O
15. Scherpzinnig, een denker is
O
O
O
O
O
16. Veel enthousiasme opwekt
O
O
O
O
O
17. Vergevingsgezind is
O
O
O
O
O
18. Doorgaans geneigd is tot slordigheid
O
O
O
O
O
19. Zich veel zorgen maakt
O
O
O
O
O
20. Een levendige fantasie heeft
O
O
O
O
O
21. Doorgaans stil is
O
O
O
O
O
22. Mensen over het algemeen vertrouwt
O
O
O
O
O
29
Helemaal oneens
Een beetje oneens
Noch eens noch oneens
Een beetje eens
Helemaal eens
23. Geneigd is lui te zijn
O
O
O
O
O
24. Emotioneel stabiel is, niet gemakkelijk overstuur geraakt
O
O
O
O
O
25. Vindingrijk is
O
O
O
O
O
26. Voor zichzelf opkomt
O
O
O
O
O
27. Koud en afstandelijk kan zijn
O
O
O
O
O
28. Volhoudt tot de taak af is
O
O
O
O
O
29. Humeurig kan zijn
O
O
O
O
O
30. Waarde hecht aan kunstzinnige ervaringen
O
O
O
O
O
31. Soms verlegen, geremd is
O
O
O
O
O
32. Attent en aardig is voor bijna iedereen
O
O
O
O
O
33. Dingen efficiënt doet
O
O
O
O
O
34. Kalm blijft in gespannen situaties
O
O
O
O
O
35. Een voorkeur heeft voor werk dat routine is
O
O
O
O
O
36. Hartelijk, een gezelschapsmens is
O
O
O
O
O
37. Soms grof tegen anderen is
O
O
O
O
O
38. Plannen maakt en deze doorzet
O
O
O
O
O
39. Gemakkelijk zenuwachtig wordt
O
O
O
O
O
40. Graag nadenkt, met ideeën speelt
O
O
O
O
O
41. Weinig interesse voor kunst heeft
O
O
O
O
O
42. Graag samenwerkt met anderen
O
O
O
O
O
43. Gemakkelijk afgeleid is
O
O
O
O
O
44. Het fijne weet van kunst, muziek of literatuur
O
O
O
O
O
30
Je bent nu klaar met het invullen van de vragenlijst. Wil je voor de zekerheid nagaan of je alle vragen hebt ingevuld? Als je nog op of aanmerkingen hebt over het onderzoek of de vragenlijst kun je die hieronder kwijt! ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
Hartelijk dank voor je medewerking!
31