Voordelen voor het milieu van de vervanging van gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie Case study: Dexia Bank
Voordelen voor het milieu van de vervanging van gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie Case study: Dexia Bank
Projectrapport September 2006
Alle rechten voorbehouden
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
BEKNOPTE SAMENVATTING De uittreksels in A6-formaat, in totaal zo’n 300 000 000 vellen papier, die door Dexia worden verstuurd en die door elektronische uittreksels kunnen worden vervangen, wegen in totaal 610 ton. Daarvan is 515 ton houtvrij papier en 95 ton thermisch papier. Daarnaast worden een aantal uittreksels ook op A4formaat afgedrukt. In totaal zijn die goed voor zo’n 10 569 268 vellen A4 en 1 758 031 A4-omslagen, of in totaal 50 ton papier. Dexia verstuurt dus ieder jaar zo’n 660 ton papier aan rekeninguittreksels. Deze enorme hoeveelheid papier kan worden bespaard door de uittreksels elektronisch te versturen. De pulp- en papiernijverheid heeft een aanzienlijke impact op de lucht- en waterkwaliteit, op het verbruik van grondstoffen en op de veiligheid van de werknemers. Om 1 ton papier te produceren, moeten 3 tot 24 bomen worden gekapt, zijn 74 000 tot 240 000 liter water nodig en worden 30 kg verontreinigende stoffen in het milieu uitgestoten. Zoals de ervaring in tal van locaties over de hele wereld heeft aangetoond, kan het veronachtzamen van de milieu-impact van de pulp- en papierproductie tot ernstige schade leiden. Deze sector is bijzonder energie-intensief en de kosten daarvan kunnen oplopen tot een vierde van de totale productiekosten. De belangrijkste afvalproducten zijn grondstoffen die bij de start van het productieproces verloren gaan, en slib dat voortkomt van de zuivering van het afvalwater. Bovendien eindigt heel wat van het papier gewoon als afval: gemiddeld 50 kg organisch afval per persoon per jaar is afkomstig van papier. In dit rapport wordt de negatieve milieu-impact van de productie en de afvalverwerking van papier beschreven en wordt, meer specifiek, ingegaan op de voordelen voor het milieu die zijn verbonden aan de vervanging van de papieren rekeninguittreksels van Dexia door elektronische rekeninguittreksels. De conclusies van dit rapport zijn gebaseerd op onderzoek met betrekking tot verontreinigende stoffen die afkomstig zijn van de papierindustrie, op onderzoek naar de impact van die stoffen op het milieu en op ramingen met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen (BKG), berekend aan de hand van het Waste Reduction Model (WARM). Deze laatste tool werd ontwikkeld door het US Environmental Protection Agency (USEPA – Milieuagentschap van de Verenigde Staten) en moet organisaties in staat stellen om wetenschappelijk aanvaarde emissiefactoren te gebruiken. Aan de hand van emissiefactoren die specifiek zijn voor de verschillende materialen en sectoren, kan met deze tool een raming worden gemaakt van de netto-impact van BKG’s van alternatieve afvalverwerkingstechnieken en kan die worden vergeleken met de standaardtechniek. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten. Verder werd ook nagegaan welke de impact is van een dergelijke papierbesparing op de Belgische doelstellingen inzake de vermindering van de BKG-uitstoot. Analyses van een combinatie van de bestaande en reeds geplande maatregelen geven aan dat deze niet volstaan om de Kyotodoelstellingen te halen, zodat andere bijkomende maatregelen noodzakelijk
4
Methis Environmental bvba
zijn. Ervan uitgaande dat niet alleen industrie en transport de belangrijkste factoren inzake vervuiling zijn, dient ook aandacht te worden besteed aan minder ingrijpende maatregelen. Andere vergelijkbare maatregelen zijn …niet langer 6 650 .000 km per jaar met de auto rijden. Vertaald naar België betekent dit dat 440 doorsnee chauffeurs hun wagen laten staan (ervan uitgaand dat de doorsnee autogebruiker in België 15 000 km per jaar rijdt); …55 000 lampen vervangen door energiebesparende lampen; …het verbruik van aluminiumfolie verminderen met 3 166 000 m; …zo’n 10 000 bomen en struiken aanplanten; …10 % van de bestaande leidingen voor de distributie van gas in Vlaanderen vervangen door beter en duurzamer materiaal; …een doeltreffend onderhoud van 10 % van de verwarmingssystemen in Vlaanderen. Resultaten met betrekking tot de milieu-impact van 660 ton papier, de hoeveelheid die Dexia gebruikt voor rekeninguittreksels op papier Verontreinigende stof
Hoeveelheid per ton
Hoeveelheid voor rekeninguitreksels van Dexia
BOD
3 – 6 kg
1 980 – 3 960 kg
COD
2 – 3,5 kg
1 320 – 2 310 kg
AOX
0,1 – 0,56 kg
66 – 370 kg
Ntot
0,9 kg
594 kg
Ptot
0,08 kg
53 kg
SO2
0,2 – 2 kg
132 – 1 320kg
NOx
0,8 – 2 kg
530 – 1 320kg
CO2EQ
1 600 – 2 160 kg
1 100 – 1430 ton
Hoeveelheid water
74 000 – 240 000 liter
4 900 000 – 160 000 000 liter
Kappen van bomen
3 – 24 bomen
1 980 – 16 000 bomen
Verbruik van hout
2,5 – 4,5 ton
1 650 – 2 970 ton
Uit de resultaten van het rapport “Voordelen voor het milieu van de vervanging van gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie” kan worden afgeleid dat Dexia de uitstoot van BKG’s aanzienlijk zou kunnen doen dalen. De daling van CO2Eq ligt tussen 1 100 en 1 430 ton. Vergelijkingen met andere maatregelen om de CO2-uitstoot te verminderen, maken duidelijk dat een daling van het papierverbruik een zinvolle optie is, die gemakkelijk en doeltreffend kan worden uitgevoerd. Vertaald naar nationaal niveau voor alle rekeninguittreksels op papier kan worden gesproken over een aanzienlijke daling. Door het papierverbruik terug te
5
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
dringen, kan een bijdrage worden geleverd tot het behalen van de doelstellingen die zijn opgenomen in het Kyoto-protocol. Deze maatregel is goed voor 0,1 % van de vooropgestelde daling van de CO2-equivalenten. Afgezien van de impact op de uitstoot van BKG’s hebben de papierproductie en de verwerking van papierafval nog andere schadelijke milieu-effecten, zoals water- en luchtverontreiniging. Deze impact leidt tot verzuring, eutrofiëring en uitputting van niet-vernieuwbare grondstoffen. Het verminderen van de verontreiniging is een duidelijke meerwaarde van elektronische rekeninguittreksels.
6
Methis Environmental bvba
INHOUD 1
INLEIDING ............................................................................................... 8
2
PAPIER EN HET MILIEU......................................................................... 9 2.1 Verontreinigende stoffen die zijn gerelateerd aan de papierproductie..11 2.2 Verontreinigende stoffen gerelateerd aan de afvalverwerking en recyclage.................................................................................................................13
3
MILIEU-IMPACT VAN DE VERONTREINIGENDE STOFFEN .............. 16 3.1 Verontreinigd sediment...............................................................................16 3.2 Continue toxische verontreiniging .............................................................17 3.3 Nutriënten ....................................................................................................17 3.4 Toxische chemicaliën...................................................................................18 3.5 Luchtverontreiniging ..................................................................................18 3.6 Energieconsumptie ......................................................................................21 3.7 Waterverbruik en waterverontreiniging...................................................22 3.8 Vast afval......................................................................................................23 3.9 Kappen van bomen – daling van de CO2-opslag – daling van de ecologische waarde van natuurlijke bossen........................................................23 3.10 Drukken – Gezondheidsrisico in de kantooromgeving ..........................25 3.11 Inkt ..............................................................................................................26 3.12 Een Reël voorbeeld: de portugese pulp- en papiernijverheid ...............26 3.12.1 Opwarming van de aarde .....................................................................26 3.12.2 Verzuring .............................................................................................27 3.12.3 Eutrofiëring..........................................................................................27 3.12.4 Uitputting van niet-vernieuwbare natuurlijke rijkdommen .................27
4
DE MILIEU-IMPACT VAN DE GEDRUKTE REKENINGUITTREKSELS VAN DEXIA............................................................................................ 28
5
HOEVEELHEID CO2-UITSTOOT DIE GERELATEERD IS AAN DE POSTVERZENDING VAN PAPIEREN REKENINGUITTREKSELS VOOR DEXIA......................................................................................... 29 5.1 Methodologie................................................................................................29 5.2 Resultaten.....................................................................................................29 5.2.1 Relatie met Kyoto-doelstellingen ........................................................30 5.2.2 Daling van de CO2 equivalenten in algemene termen .........................32 5.2.3 Samenvatting van de milieu-impact van de rekeninguittreksels op papier van Dexia ................................................................................................33
6
CONCLUSIES........................................................................................ 34
7
LIJST VAN AFKORTINGEN.................................................................. 35
8
REFERENTIES ...................................................................................... 36
7
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
1 INLEIDING De voorbije twintig jaar zijn mensen zich meer en meer gaan bekommeren om het milieu. Onze natuurlijke omgeving wordt beïnvloed door de menselijke activiteit en heel vaak zijn de gevolgen daarvan schadelijk voor lucht, bodem en water. Samen met andere sectoren heeft de pulp- en papiernijverheid een potentieel ernstige impact op de lucht- en waterkwaliteit, op de consumptie van natuurlijke rijkdommen en op de veiligheid van de werknemers. Om 1 ton papier te produceren, moeten 3 tot 24 bomen worden gekapt, zijn 74 000 tot 240 000 liter water nodig en wordt 30 kg aan verontreinigende stoffen uitgestoten. Zoals de ervaring over de hele wereld heeft aangetoond, kan het veronachtzamen van de milieu-impact van de pulp- en papierproductie tot ernstige schade leiden. Deze sector is bijzonder energie-intensief en de kosten daarvan kunnen oplopen tot een vierde van de totale productiekosten. De belangrijkste afvalproducten zijn grondstoffen die bij de start van het productieproces verloren gaan en slib dat voortkomt van de zuivering van het afvalwater. Bovendien eindigt heel wat van het papier gewoon als afval: gemiddeld 50 kg organisch afval per persoon per jaar is afkomstig van papier (EC, 2005). Dit afval kan worden gebruikt voor recyclage, kan worden gestort of verbrand (storten is momenteel in België verboden). Daar staat tegenover dat de hoeveelheid en de toxiciteit van het industriële afvalwater dankzij moderne technologieën voor afvalwaterzuivering sterk is gedaald (FAO, 1996). Verder wordt er ook steeds vaker een beroep gedaan op geïntegreerde technologieën voor energie-efficiëntie (gecombineerde productie van elektrische energie en hitte in de vorm van stoom of warm water). Dat neemt evenwel niet weg dat de papiernijverheid nog steeds een bijzonder grote impact heeft op het milieu en daarom is het zinvol om na te gaan hoe het papierverbruik kan worden gedrukt. Gemiddeld wordt in België 257 kg papier per persoon per jaar gebruikt. Dit betekent dat wij het land met het derde grootste papierverbruik ter wereld zijn. Sedert 1990 is het papierverbruik met 25 % gestegen. Vandaag ligt het, over de hele wereld genomen, acht keer hoger dan in 1946. Deze studie beschrijft de voordelen van een lager papierverbruik voor het milieu. In dit rapport zal vooral dieper worden ingegaan op de resultaten van de vervanging van papieren rekeninguittreksels door elektronische uittreksels. De berekeningen slaan op de hoeveelheden die door Dexia worden geproduceerd, en er wordt een raming gemaakt van wat dit zou betekenen als heel België voor deze vervangingsstrategie zou opteren.
8
Methis Environmental bvba
2 PAPIER EN HET MILIEU Figuur 1 toont de levenscyclus van papier. Tijdens iedere fase van de levenscyclus spelen er milieuaspecten mee. Deze worden hieronder beschreven. Tabel 1 bevat een selectie van de belangrijkste stoffen die gerelateerd zijn aan het gebruik van papier. De stoffen of groepen van stoffen in deze tabel zijn niet meer dan een beperkte selectie van dergelijke scheikundige stoffen. Ze zijn wel van belang voor het milieu, wegens de impact die ze hebben op de gezondheid van mens of milieu, en dankzij de beschikbare gegevens konden ze afdoende worden getypeerd om ze in het kader van de productie en het gebruik van papier te kwantificeren.
Figuur 1. Schematisch overzicht van het systeem voor de productie van papier, van de productie van zuivere pulp tot afvalverwerking/recyclage. (Bron: EEA, 2006)
9
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
Afgezien van de stoffen vermeld in Tabel 1, zijn er mogelijk nog andere stoffen die van belang zijn voor het milieu en die in de lucht worden uitgestoten of in het afvalwater zitten en afkomstig zijn van de productie en het gebruik van papier. Deze stoffen kunnen belangrijk zijn, zelfs wanneer ze niet vaak voorkomen en het niet mogelijk is om ze uit te drukken in een hoeveelheid per ton geproduceerd of gebruikt papier. Verontreinigende stoffen kunnen op zichzelf of samen met andere stoffen een impact hebben op het milieu en een hele reeks van gevolgen hebben met uiteenlopende concentraties. Er is echter geen wetenschappelijk te staven manier om deze in concrete waardes uit te drukken. Tabel 1. De belangrijkste stoffen met een milieu-impact die gerelateerd zijn aan de levenscyclus van papier. Emissie in de lucht Netto broeikasgassen (BKG’s) bijvoorbeeld CO2, CH4, N2O, O3 (inkt) Stikstofoxiden (hoofdzakelijk N2O) Partikels Zwaveloxiden Emissies van gevaarlijke stoffen (Hazardous Air Pollutants – HAP’s)* Vluchtige organische stoffen (VOC’s)* Total Reduced Sulphur – TRS* (zwavelparameter)
Watergedragen afvalstoffen Adsorbeerbare organische halogenen (AOX)* Biochemisch zuurstofverbruik (BZV) Chemisch zuurstofverbruik (CZV) Vaste stoffen in suspensie Hoeveelheid afvalwater/watergebruik * *uitsluitend onderzocht voor productieprocessen
De aanwezigheid van de broeikasgassen (BKG’s, vooral dan de emissie van koolstofdioxide, CO2 en methaan, CH4) vergt wat toelichting. Die emissie is een probleem voor het milieu omdat ze is gerelateerd aan het zogenaamde “broeikaseffect” dat zou leiden tot een globale klimaatverandering. Wanneer deze emissies worden beoordeeld, wordt gekeken naar de netto BKGemissie. De uitstoot van CO2 en methaan worden lichtjes verschillend in rekening gebracht, namelijk: •
CO2: de uitstoot van CO2 ten gevolge van het verbranden van houtproducten (schors en pulpspecie in pulp- en papierfabrieken, en
10
Methis Environmental bvba
papier in verbrandingsovens) leidt niet tot een nettotoename van deze emissie, omdat de bomen waarvan deze stoffen werden afgeleid, tijdens hun groeifase de gelijke hoeveelheid CO2 opnamen. Daar staat tegenover dat de emissie van CO2 afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen wel zal leiden tot een nettotoename. De CO2emissie afkomstig van hout is dus opgenomen in de totale BKGemissie, maar wordt niet mee verrekend in de netto BKG-emissie; de CO2-emissie afkomstig van fossiele brandstoffen daarentegen wordt opgenomen in de totale én de netto-emissie van BKG’s. •
Methaan: door de ontbinding van materiaal op basis van papier in een stortplaats komen CO2 en methaan vrij. De CO2-uitstoot kan worden verklaard zoals hierboven beschreven; ze draagt bij tot de totale BKGemissie, maar wordt niet verrekend in de netto BKG-emissie omdat ze wordt gecompenseerd door een gelijkwaardige hoeveelheid CO2 die werd geabsorbeerd door de bomen waaruit het papier werd vervaardigd. De methaanemissie dient evenwel op een andere manier in rekening te worden gebracht. Methaan is een veel sterker broeikasgas dan CO2 en één gram methaanuitstoot is gelijk aan 21 gram CO2. Concreet betekent dit dat iedere gram methaan, uitgedrukt als CO2-equivalent, 21 gram BKG-emissie vertegenwoordigt. Slechts één gram van de uitstoot was afkomstig van de CO2 die oorspronkelijk werd geabsorbeerd door de bomen waaruit het papier werd vervaardigd; dat betekent dat de 21 gram alle worden meegenomen in de totale BKG-emissie, maar dat 20 gram worden verrekend als de netto BKG-emissie. De netto BKG-emissie wordt uitgedrukt als CO2equivalenten. In België is storten verboden.
2.1 VERONTREINIGENDE STOFFEN DIE ZIJN GERELATEERD AAN DE PAPIERPRODUCTIE In tabel 2 worden de verschillende scheikundige stoffen vermeld die tijdens de verschillende processen van de papierproductie vrijkomen in lucht, water of bodem. Voor de productie van blanco papier zijn de emissies in de lucht en het watergedragen afval afkomstig van de aanvoer van de zuivere vezel (vooral gerelateerd aan het aanvoeren en verbruiken van de brandstoffen tijdens de kap en het transport van de stammen naar de zagerij). Tijdens de productie van zowel blanco als kringlooppapier worden stoffen in de lucht uitgestoten en wordt er afvalwater geproduceerd, en dit door de productieprocessen en door de energieproductie ter plekke (waarbij ofwel houtproducten, ofwel aangekochte brandstoffen worden gebruikt).
11
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
Tabel 2. Producten die vrijkomen in lucht, water en bodem tijdens de papierproductie. (EA of England and Wales, 2000)
-
-
-
Afvalwater fabriek (opmerking 2)
-
Papierproductie
-
CTMP mechanische pulpproductie, geen recuperatie
-
Mechanische pulpproductie
-
Houtopslag (opmerking 1)
-
RCF pulpproductie & ontinkten
-
Behandeling wateraanvoer
TCF bleken: geen recuperatie
LW LW
Bleken met natriumhypochloriet
-
Bleken met chloordioxide
Sulfiden, methaan en mercaptanen Zwaveloxiden Stikstof- en koolstofoxiden Partikels/TSS Alcohol, vethoudende en harshoudende zuren Lignine, afbraakproducten van lignine en andere organische stoffen afkomstig van hout Cadmium Kwik Andere zware metalen Chloor Chloroform en bromoform Pentachloorfenol Andere biociden Dioxines en furanen en/of PAH Andere gechloreerde organische stoffen Vezels en anorganische vulmiddelen Coatings, stijfsel, ontschuimers, kleurstoffen en additieven voor kleurstoffen, optisch bleekmiddel, nat- en droogsterktemiddelen en dichloorpropanol Formaldehyde Fosfaten en nitraten Sulfieten en sulfaten Ammoniak Slib Schors en houtafval Sulfiden, methaan en mercaptanen
Bleken met chloor
Bodem = B
NSSC sulfiet, zonder recuperatie
Water = W
NSSC sulfiet, met recuperatie
Lucht = L
Sulfiet of kraft, met recuperatie
Naar:
Sulfiet, zonder recuperatie, ongebleekt
Uitstoot aan de bron
(LW) LW
L
L
L
L
-
-
-
-
-
-
-
-
W
-
-
-
L
L
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
L
W
LW LW
W
W
W
W
W
-
W
W
W
W
W
-
W
W
W
W
-
-
-
-
-
-
W
W
W
W
-
W
W
W
W
W
W
W
W
-
W
W
W
W
W
-
W W W -
W W W -
W W W -
W W W -
W W W L
W W W -
W W W -
W W W -
W LW
W W W L
W W W -
W W W -
W W W -
W W W -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
LW
W -
W
W
-
L
-
LW LW LW
-
W
W -
-
-
-
-
W W
-
-
-
W W
-
L
-
W
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
W
W
W
-
-
W
-
-
-
W
-
W
W
W
W
W
W
W
W
-
W
W
W
W
W
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
W
-
-
-
W
-
W W -
W W -
W W -
W W -
-
-
-
-
-
W W B
-
W W -
W W -
W AW W W W -
W W B
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
B
-
-
-
-
12
LW LW
Methis Environmental bvba
Emissies in de lucht en afvalwater ontstaan eveneens bij de productie van de aangekochte elektriciteit die nodig is voor de productie van zowel blanco als kringlooppapier, en deze energie wordt doorgaans aangeleverd vanuit een elektriciteitscentrale. Deze uitstoot wordt off-site gegenereerd. 2.2 VERONTREINIGENDE STOFFEN GERELATEERD AAN DE AFVALVERWERKING EN RECYCLAGE Activiteiten op het vlak van afvalverwerking die emissies in de lucht en afvalwater genereren, omvatten: 1) activiteiten waarbij energie nodig is, hetzij in de vorm van elektriciteit (wat leidt tot emissies in de lucht en tot afvalwater afkomstig van een elektriciteitscentrale), hetzij in de vorm van brandstoffen (wat leidt tot uitstoot in de lucht en afvalwater tijdens de aanvoer van de brandstof en het verbruik ervan); en 2) rechtstreekse lozingen tijdens de afvalverwerking of door de installaties zelf. Bronnen van dergelijke emissies en dergelijk afvalwater die specifiek zijn voor ieder type van afvalwerking, worden hieronder vermeld. Voor stortplaatsen zijn de emissies en het afvalwater afkomstig van: •
het energiegebruik: o het opwekken van elektriciteit of de verbranding van brandstof tijdens de aanvoer van brandstoffen voor de voertuigen, bestemd voor de ophaling van vast afval in de gemeenten en de uitrusting gebruikt op de stortplaatsen o de verbranding van de brandstof zelf in de voertuigen en de uitrusting
•
de stortplaats zelf, door: o het vervluchtigen in de lucht van de afvalcomponenten zelf of van de producten die voortkomen van de ontbinding van het afval, in de vorm van stortgassen o het ontstaan en vrijkomen of lozen in de bodem of in het water van opgeloste of gesuspendeerde afvalcomponenten of van producten die voortkomen van de ontbinding van het afval, in de vorm van percolatiewater van stortplaatsen.
Voor verbranding zijn de emissies en het afvalwater afkomstig van: •
het energiegebruik, specifiek van de opwekking van elektriciteit of de verbranding van brandstof: o tijdens de aanvoer van brandstof nodig voor de gemeentelijke vuilniswagens, en afkomstig van de verbranding van de brandstof zelf
13
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
o tijdens de aanvoer van brandstof die door de centrales wordt gebruikt voor het opwekken van de nodige elektriciteit om de verbrandingsoven te laten draaien, en afkomstig van de verbranding van de brandstof door de verbrandingsinstallatie zelf o nodig om de verbrandingsinstallatie en de aanverwante uitrusting te laten draaien o tijdens de aanvoer van brandstof gebruikt door voertuigen die de assen transporteren en door de uitrusting op de stortplaatsen voor de assen, en afkomstig van de verbranding van de brandstof zelf •
de verbrandingsinstallatie en de nevenproducten van de verbranding via: o het vrijkomen van gassen, vervluchtigde scheikundige stoffen en partikels die tijdens de verbranding van het afval worden geproduceerd o naar gelang van de behandeling, het vrijkomen van assen of bestanddelen daarvan op een dusdanige manier dat deze terechtkomen in de lucht of in het water, hetzij in de verbrandingsinstallatie, tijdens de opslag of het transport of op de stortplaats voor de assen (bijvoorbeeld stof, percolaat).
Voor recyclage zijn de emissies en het afvalwater afkomstig van: •
energiegebruik, meer specifiek voor de opwekking van elektriciteit of de verbranding van brandstoffen: o tijdens de aanvoer van brandstof die wordt gebruikt door de vuilniswagens, en afkomstig van de verbranding van de brandstof zelf o tijdens de aanvoer van brandstof die door de installaties wordt gebruikt voor het opwekken van de nodige elektriciteit om de recyclage-installaties te laten draaien, en afkomstig van de verbranding van de brandstof zelf die door de installatie wordt gebruikt o nodig om de uitrusting voor de verwerking van de gerecycleerde materialen te laten draaien o tijdens de aanvoer van brandstof die wordt gebruikt door de voertuigen voor het transport van reststoffen en door de installaties voor reststoffen op de stortplaatsen, en afkomstig van de verbranding van de brandstof zelf
14
Methis Environmental bvba
o tijdens de aanvoer van brandstof die wordt gebruikt door de voertuigen die het verwerkte recyclagemateriaal naar de markt brengen, en afkomstig van de verbranding van de brandstof zelf •
mogelijkerwijs ook afkomstig van goederenbehandeling; tijdens die behandeling kunnen stoffen uit het materiaal: o vervluchtigen of op een andere manier terechtkomen in de lucht (bijvoorbeeld stof) o het water dat voor de verwerking van het recycleerbare materiaal wordt gebruikt, verontreinigen.
Een andere activiteit die losstaat van afvalverwerking en recyclage, zorgt ervoor dat de hoeveelheid emissies en afvalwater afneemt: voor verbrandingsinstallaties waar energie wordt geproduceerd, kan de elektriciteit (of de stoom) die wordt geproduceerd, worden beschouwd als een product dat de emissies en het afvalwater vervangt die anders zouden vrijkomen bij de productie van diezelfde hoeveelheid elektriciteit (of stoom) in een centrale. De daling van de uitstoot in de lucht en van het afvalwater afkomstig van centrales en die het resultaat is van de energieproductie, wordt tot op zekere hoogte gecompenseerd door de lozingen van de verbrandingsinstallatie. In het geval van een stortplaats die aan gasrecuperatie doet, zorgt de energieproductie er eveneens voor een daling van de uitstoot van stortplaatsgassen, maar ook hier wordt deze daling tot op zekere hoogte gecompenseerd door de uitstoot die resulteert uit het proces dat wordt gebruikt voor de energieproductie.
15
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
3 MILIEU-IMPACT VAN DE VERONTREINIGENDE STOFFEN Dit hoofdstuk beschrijft de gevolgen voor het milieu van de bovenvermelde producten. Figuur 2 geeft een algemeen overzicht van de mogelijke milieuimpact tijdens iedere fase van de papierproductie.
Figuur 2. Milieu-impact van de papierproductie (bron: gemodificeerd van UNEP, Cleaner production at pulp and paper mills:A guidance manual, 1996)
3.1 VERONTREINIGD SEDIMENT De papiernijverheid was een belangrijke bron van geaccumuleerde toxische chemicaliën in tal van rivieren in Wisconsin, en vooral dan van PCB’s in de Fox River en de Green Bay in noordoost Wisconsin. Wisconsin beschikt over de grootste papiernijverheid van de Verenigde Staten. Hier is dan ook het meest uitgebreide onderzoek gedaan naar verontreinigende stoffen die afkomstig zijn van de papiernijverheid. De Clean Water Action Council heeft er 18 jaar lang gevochten voor de sanering op PCB’s van de Fox River, maar voor de laatste zeven mijl van de rivier heeft de US EPA onlangs saneringsdoelstellingen vastgelegd die inhouden dat de rivier en de baai nog
16
Methis Environmental bvba
zo’n 55 tot 100 jaar langer ongezond blijven. (Clean Water Action Council, 2003) 3.2 CONTINUE TOXISCHE VERONTREINIGING De papiernijverheid is een belangrijke bron van toxische chemische verontreiniging. Er was wel een lichte daling van de hoeveelheid chemicaliën met de jaren (per productie-eenheid), maar die lijkt ongedaan te zijn gemaakt door de stijging van de productie. Begin de jaren 1990 werden een reeks effecten gerapporteerd met betrekking tot het visbestand stroomafwaarts van fabrieken die gebleekte kartonpulp produceren. Daarbij ging het onder meer over laattijdige geslachtsrijpheid, kleinere geslachtsklieren, veranderde vruchtbaarheid en een afname van de secundaire geslachtskenmerken. Het gewijzigde voortplantingsgedrag van de vissen werd ook gerelateerd aan wijzigingen van de endocriene mechanismen die de aanmaak van de steroïde geslachtshormonen regelen. De eerste onderzoeken werden vooral gedaan in de buurt van fabrieken die gebleekte kartonpulp produceren en waar de afvalwaterzuivering niet goed was ontwikkeld. Latere onderzoeken documenteerden een aantal van de veranderingen voor sites die over afvalwaterzuiveringsinstallaties beschikten en geen chloor gebruikten. De voornaamste aan de voortplanting gerelateerde wijzigingen (laattijdige geslachtsrijpheid, daling van de eitjesproductie, afname van de secundaire geslachtskenmerken) werden gerepliceerd bij vissen in het laboratorium die waren blootgesteld aan gezuiverd afvalwater. Onderzoeken zijn de respons van de vis in het wild blijven opvolgen naarmate de productieprocessen van deze fabrieken veranderden en er afvalwaterzuiveringsinstallaties werden geïntegreerd. In de buurt van vijf Noord- Amerikaanse sites deed de wilde vis het beter nadat de fabrieken hun processen inzake afvalverwerking en pulpproductie hadden gemoderniseerd. Deze verbeteringen zijn echter niet totaal noch universeel en de proceswijzigingen die geleid hebben tot betere milieuvoorwaarden, konden niet worden omschreven en de identificatie ervan blijft een prioriteit. In de buurt van een fabriek waar helemaal geen chloordioxide meer wordt gebruikt en het afvalwater wordt gezuiverd, worden nog steeds kleinere geslachtsklieren en een daling van de aanmaak van geslachtshormonen vastgesteld. (Munkittrick et al, 1997) 3.3 NUTRIËNTEN In een aantal landen hebben tot 60 % van de beken en meren te lijden onder eutrofiëring. De gevolgen van de toename van de hoeveelheid nutriënten in oppervlaktewater waarin afvalwater afkomstig van pulp- en papierfabrieken wordt geloosd, zijn al vele decennia duidelijk waarneembaar. De gevolgen zijn grote hoeveelheden algenschuim in rivieren, waardoor er ’s morgens nog
17
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
maar weinig zuurstof in het water zit. Het zuurstofgehalte in het water kan zo laag worden dat er acute vissterfte kan optreden. (Slade et al, 2004) 3.4 TOXISCHE CHEMICALIËN Voor de productie van papier worden heel wat toxische chemicaliën gebruikt, vooral dan toxische solventen en chloorhoudende samenstellingen die dienen om de pulp te bleken en te onthouten. Als onderdeel van een doorlopend onderzoek van Kavics et al. (2005) werd het afvalwater van vijf fabrieken in Canada in het laboratorium getest op het potentieel om de voortplanting van vissen te verstoren. Het onderzoek had betrekking op het afvalwater van twee thermomechanische pulpfabrieken (TMP), twee kraftcelstoffabrieken en één fabriek die aan zowel chemische als mechanische pulpproductie deed. Voor de laboratoriumtest werd volwassen witvis gebruikt, en die werd telkens gedurende 21 dagen aan het afvalwater blootgesteld. Het eindpunt van de test omvatte ook de eitjesproductie, de grootte van de geslachtsklieren, de geslachtshormonen, de secundaire geslachtskenmerken en de concentratie vitellogenine bij mannetjes, wat wordt gezien als een indicator voor estrogeniciteit. De resultaten van dit onderzoek sloten aan bij de resultaten van eerdere onderzoeken. Er waren minder eitjes, wat werd gezien als de belangrijkste indicator voor de reproductieve resultaten. De meest consistente respons was de inductie van vitellogenine bij mannetjes die waren blootgesteld aan drie van de vijf geteste afvalwaters. Met andere woorden, het afvalwater van de fabrieken lijkt stoffen te bevatten die inductie van vitellogenine veroorzaken. Andere toxines worden als biociden gebruikt om de vorming van bacteriën in de pulp en de afgewerkte papierproducten tegen te gaan. In het verleden werden toxische kwiksamenstellingen gebruikt als biocide, wat leidde tot kwikvergiftiging bij vissen. Hoge niveaus kwik in voedsel kunnen de ontwikkeling van het zenuwstelsel aantasten bij ongeboren baby’s of kleine kinderen. 3.5 LUCHTVERONTREINIGING Pulp- en papierfabrieken zijn belangrijke bronnen van de meeste in de lucht voorkomende verontreinigende stoffen, zoals koolstofdioxide, stikstofoxiden, zwaveldioxiden, koolstofmonoxiden en partikels. Deze dragen alle bij tot het broeikaseffect, tot ozonwaarschuwingen, zure regen en ademhalingsproblemen. Emissies van gevaarlijke stoffen (Hazardous air pollutants (HAPs), vluchtige organische stoffen (Volatile Organic Compounds – VOCs) en Totaal zwavelgereduceerd (TRS – Total reduced Sulphur) zijn emissies in de lucht die toe te schrijven zijn aan de papierproductie. Bij een voldoende hoge concentratie en langdurige blootstelling kunnen toxische verontreinigende stoffen in de lucht bij de mens leiden tot kanker, vergiftiging en plotse misselijkheid zoals
18
Methis Environmental bvba
braken, of ademhalingsstoornissen. Andere minder meetbare gevolgen zijn immunologische, neurologische, reproductieve, ontwikkelingsgerelateerde stoornissen en ademhalingsproblemen. Toxische verontreinigende stoffen in de lucht kunnen ook op de bodem of in meren en beken worden afgezet, waardoor zij de ecosystemen kunnen beïnvloeden en uiteindelijk, door de consumptie van verontreinigd voedsel (vooral dan zoetwatervis), ook een bedreiging kunnen vormen voor de gezondheid van de mens. Een specifieke case study uit Portugal (Lopes et al., 2003) wees uit dat de belangrijkste bron van niet-vernieuwbare CO2 uitstoot de on-site energieproductie tijdens de papierproductie was. Door zware stookolie te vervangen door aardgas, zou de totale uitstoot met ongeveer 50 % dalen. Het merendeel van de NOx uitstoot is afkomstig van het transport, maar de papierindustrie staat hier op de tweede plaats wanneer voor de on-site energieproductie zware stookolie wordt gebruikt. Door hiervoor aardgas te gebruiken, zou dit kunnen worden teruggebracht tot 0,5 % (goed voor een daling met 40 % van de totale uitstoot). Wanneer tijdens de papierproductie on-site energie wordt geproduceerd, zorgt ook dat voor SO2-emissie. Indien ook hier zou worden overgeschakeld op aardgas, zou de SO2-emissie volgens dit onderzoek met meer dan 98 % dalen. Wanneer we kijken naar de meer algemene gevolgen, stellen we vast dat de klimaatverandering vandaag één van de grootste uitdagingen is. De volgende sectoren worden daardoor getroffen. (The Climate Group, 2006)
Figuur 3. Evolutie van de gemiddelde jaartemperatuur in Ukkel, België (1833-2003), variatie tegen halfweg de 19e eeuw (1833-1862), 30-jarig voortschrijdend gemiddelde. Bron: Berekeningen Directoraat-Generaal Statistiek en Economische Informatie met gegevens van het Koninklijk Meteorologisch Instituut, België.
Economie: in november 2000 bracht Dr. Andrew Dlugolecki, directeur voor de ontwikkeling van algemene verzekeringen bij CGN, de grootste verzekeringsgroep in het VK, een rapport uit waarin hij stelde dat de
19
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
klimaatverandering tegen 2065 zou kunnen leiden tot het bankroet van de wereldeconomie. Voedsel en water: de klimaatverandering zal in bepaalde gebieden zorgen voor voedsel- en watertekorten. Zo geven de voorspellingen bijvoorbeeld aan dat de rijstproductie in China tegen 2080 met een vijfde zal afnemen. 2/3 van de wereldbevolking zal tegen 2025 te kampen hebben met watertekort.
Figuur 4. Evolutie van de gemiddelde jaarlijkse neerslag in Ukkel, België (1833-2003), variatie tegen halfweg de 19e eeuw (1833-1862), 30-jarig voortschrijdend gemiddelde. Bron: Berekeningen Directoraat-Generaal Statistiek en Economische Informatie met gegevens van het Koninklijk Meteorologisch Instituut, België.
Weer: verwacht wordt dat zich vaker extreme weersomstandigheden zullen voordoen en er zijn gegevens, die erop wijzen dat dit reeds het geval is. Het orkaanseizoen van 2005 brak nagenoeg alle eerdere records en telde 27 stormen die een naam kregen en de ergste orkaan die het Atlantisch gebied ooit te verwerken kreeg. Er zijn statistieken voor België die de impact op temperatuur en neerslag tonen (figuren 6 en 7). De gemiddelde temperatuur en de gemiddelde hoeveelheid neerslag stijgen. Gezondheid: de klimaatsverandering zal ook leiden tot een toename van het aantal doden ten gevolge van extreme weersomstandigheden en ziekte. Een stijging van de temperatuur met 2-3°C kan het aantal mensen die risico lopen op malaria, doen toenemen met 3-5 %, oftewel met enkele honderden miljoenen mensen. Stijging van de zeespiegel: vrijwel iedere gletsjer waar ook ter wereld is de voorbije eeuw afgesmolten. Ieder jaar verliezen de ijskappen in Groenland en aan de Zuidpool samen zowat 20 miljard ton ijs aan de oceanen. Verwacht wordt dat het zeeniveau tegen 2100 met 0,88 m zal stijgen. Meer dan
20
Methis Environmental bvba
17 miljoen mensen in Bangladesh leven minder dan 1,5 m boven zeeniveau. De eilandstaat Tuvalu in de Stille Oceaan heeft in samenwerking met NieuwZeeland reeds evacuatieplannen uitgewerkt uit vrees voor overstroming door de zee. Voor België betekent een stijging van de zeespiegel met 1 m dat 63 000 hectare onder water komt te staan. Wanneer het waterpeil met 8 m zou stijgen (over 1 000 jaar), dan komt een tiende van België onder water te staan (zie Figuur 5). Verzwakking van de thermohaline circulatie: de THC (veelal bekend als de Golfstroom) transporteert het equivalent van de warmteproductie van een miljoen krachtcentrales en is goed voor de stijging van de temperatuur met zo’n 5°C in Noordwest-Europa, waar ook België deel van uitmaakt. Aangezien er meer water wegstroomt via de rivieren op een hoge breedtegraad en er meer zoetwater is door het afsmeltende ijs, bestaat de kans dat deze oceaanstroming verzwakt. Er zijn tekenen die erop wijzen dat dit reeds het geval is.
Figuur 5. Hoeveelheid overstroomd land langs de kust van het Engels Kanaal bij een stijging van het zeeniveau met 1 m (na 100 jaar) en met 8 m (na 1 000 jaar). (Bron: Faculteit aardrijkskunde, Katholieke Universiteit Leuven)
Natuur: verwacht wordt dat de vegetatie enorme veranderingen zal ondergaan. Dit zal een impact hebben op de biodiversiteit en een recent onderzoek heeft uitgewezen dat meer dan 1 miljoen soorten tegen 2050 met uitsterven zijn bedreigd. 3.6 ENERGIECONSUMPTIE De papierproductie is bijzonder energie-intensief: ze neemt grote hoeveelheden elektriciteit af van openbare centrales, of papierfabrieken bouwen hun eigen krachtcentrales. Dit is niet zonder belang voor de luchtverontreiniging. Hier dient een onderscheid te worden gemaakt tussen vernieuwbare en nietvernieuwbare energiebronnen. Vernieuwbare energie is energie die zit in vernieuwbare brandstoffen en/of natuurlijke rijkdommen. De term vernieuwbaar verwijst naar het blijvende natuurlijke verschijnsel van het proces dat gebruikt wordt voor de energieproductie, zoals het stromen van water (waterkracht), anaërobe afbraak, geothermische warmtestromen, zonnewarmte enz. Deze energiebronnen raken niet uitgeput en zijn duurzaam. Daartegenover staat de niet-vernieuwbare energie, die wordt geproduceerd door de consumptie van producten of grondstoffen die in de
21
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
natuur niet worden gereproduceerd tegen een tempo dat gelijke tred houdt met het verbruik. Deze energiebronnen zijn niet duurzaam. Een voorbeeld hiervan is het verbranden van fossiele brandstof. Voor de pulp- en papierproductie en voor het drukken kunnen tal van energiebronnen worden gebruikt. Hier kan dus gebruik worden gemaakt van zowel duurzame als niet-duurzame methoden van energieconsumptie. Maar emissie in de lucht kan door beide methoden worden veroorzaakt: het verbranden van schors en zwart slib (een nevenproduct van de productie van pulp) is vernieuwbaar, maar veroorzaakt ook emissie in de lucht. Het verbranden van gas of olie veroorzaakt ook emissie, maar olie en gas zijn dan weer niet vernieuwbaar. 3.7 WATERVERBRUIK EN WATERVERONTREINIGING Voor de productie van papier is heel wat water nodig, en vaak worden daar de kleiner wordende grondwaterreserves voor aangesproken. Historisch gezien was de pulp- en papiernijverheid gelegen langs grote rivieren, omdat water een basisgrondstof is voor het productieproces. Hoewel een aantal fabrieken nog steeds water als krachtbron gebruiken, hebben zelfs moderne fabrieken nog steeds grote hoeveelheden water nodig om pulp te verwerken en papier te produceren. Het is niet ongewoon dat een moderne fabriek voor iedere ton papier of pulp die wordt geproduceerd, zo’n 74 000 tot 240 000 liter water nodig heeft. Tabel 3. Waterverbruik, BZV verontreiniging in afvalwater, SS in afvalwater voor de productie van verschillende types van mengsels. Soort papier
Waterconsumptie (m³/ton)
BZV (kg/ton)
SS (kg/ton)
Krantenpapier
20-30
2-4
8-20
Tijdschriftenpapier
20-30
2-4
10-20
Houtvrij papier
10-20
3-6
12-25
Kraftpapier
10-20
1-3
8-15
Dozenkarton
20-30
2-5
2-8
Karton voor voedingswaren
20-40
2-5
2-8
Medium golfkarton
10-20
1-3
10-25
Bij laboratoriumtests veroorzaakt het afvalwater van de fabrieken voortplantingsproblemen bij zoöplankton, ongewervelden (voedsel voor vissen) en schelpdieren. Andere onderzoeken hebben ook gewezen op genetische schade en reacties van het immuunsysteem bij vissen (Easton et al., 1997). Afvalwater van papierfabrieken heeft ook een hoog biochemisch zuurstofverbruik (BZV) (zie tabel 3), wat stroomafwaarts van het lozingspunt tot zuurstoftekorten kan leiden. Het papier dat door Dexia wordt gebruikt voor het afdrukken van rekeninguittreksels, is “houtvrij papier”.
22
Methis Environmental bvba
De BZV-waarde is een algemeen aanvaarde maatstaf om de waterkwaliteit te beschrijven. Hoe lager de waarde, hoe zuiverder het water; hoe hoger de waarde, hoe sterker het water is verontreinigd. Deze waarde wordt doorgaans on-site gemeten. Deze test is echter niet kwantitatief en in wetenschappelijke termen dan ook niet representatief. Een andere maatstaf is het chemische zuurstofverbruik (CZV), dat onrechtstreeks de hoeveelheid organische stoffen in het water meet. Dit is een kwantitatieve gestandaardiseerde maatstaf en wordt daarom gezien als zijnde representatief in wetenschappelijke termen. Deze test wordt uitgevoerd in laboratoria. 3.8 VAST AFVAL De papierproductie levert een grote hoeveelheid vast afval op. Papiervezels kunnen slechts een beperkt aantal keer worden gerecycleerd vooraleer ze hetzij te kort, hetzij te zwak worden om er nog hoogwaardig papier mee te maken. Dit houdt in dat gebroken, minderwaardige vezels worden afgescheiden als afvalspecie. Alle inkten, kleurstoffen, coatings, pigmenten, nieten en “kleefmiddelen” (tape, plastic film enz.) worden ook van de gerecycleerde vezels gewassen en komen terecht in het vast afval. De glanzende afwerking van het papier van glossy tijdschriften komt tot stand met een fijne coating van kaolinklei, die tijdens de recyclage ook vast afval wordt. Deze specie wordt verwerkt in verbrandingsinstallaties en draagt zo bij tot ernstige luchtverontreiniging. 3.9 KAPPEN VAN BOMEN – DALING VAN DE CO2-OPSLAG – DALING VAN DE ECOLOGISCHE WAARDE VAN NATUURLIJKE BOSSEN Koolstofopslag is niet hetzelfde als koolstofopname, omdat de koolstof uit de atmosfeer hier overgaat naar een koolstofpool. Bijvoorbeeld: de bomen in een bos doen aan fotosynthese, waarbij de CO2 uit de atmosfeer wordt omgezet in koolstof in de biomassa. Om na te gaan of de hoeveelheid koolstof is gewijzigd, wordt gekeken naar de groeicurves van de bomen, naar de boomsterfte, het oogsten en kappen en daarbij wordt rekening gehouden met de verwachte marktvoorwaarden voor houtproducten. Een van de veronderstellingen is dat bossen op een duurzame basis worden ‘geoogst’ (met andere woorden, er komen evenveel nieuwe bomen bij als er worden gekapt). Er wordt dus vanuit gegaan dat de kapfrequentie niet leidt tot een daling van de koolstofvoorraad in het bos en dat er niet meer CO2 terechtkomt in de atmosfeer. Daartegenover staat dat de koolstofopslag toeneemt, aangezien er minder bomen worden gekapt, en de recyclage van papier zorgt ervoor dat de jaarlijkse kap daalt tot onder het vooropgestelde peil (waardoor meer koolstof door de bossen wordt opgenomen). Recyclage en een daling van de kap dragen bijgevolg bij tot de toename van de koolstofstock (althans op middellange termijn), terwijl dat voor andere afvalverwerkingsopties (verbranden en storten) niet het geval is.
23
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
De houtconsumptie hangt af van de houtsoorten die worden gebruikt, van de vezelopbrengst tijdens de pulpproductie en van de verhouding tussen mechanische en chemische pulp, vulmiddelen en minerale coating in het eindproduct. Voor 1 ton papier worden tussen 3 en 24 bomen gebruikt. Dit getal hangt af van het gewicht en de omvang van de bomen. Het is dan ook correcter om te spreken over ton hout per ton papier die wordt geproduceerd.
Papierfabriek in Oost Wisconsin Bron: J Henry Fair / Natural Resources Defense Council
Figuur 6. Houtconsumptie voor verschillende types van papierproducten. (Environmental Defense, 2002)
24
Methis Environmental bvba
Figuur 6 toont het houtverbruik voor de productie van verschillende types van papierproducten. Hieruit blijkt dat voor de productie van kantoorpapier in vergelijking met andere producten veel hout nodig is. Het is niet gemakkelijk om het precieze aantal bomen te berekenen dat nodig is voor de productie van een ton papier. Het volume van de bomen hangt af van de houtsoort, de leeftijd van de bomen en de regio (klimaat, bodemeigenschappen enz.). Een volgroeide spar heeft een volume van ruwweg een kubieke meter. Voor de productie van een ton papier zouden in dit geval dus ongeveer drie bomen nodig zijn. Er vanuit gaande dat bossen op een duurzame manier worden geoogst (met andere woorden, er komen even veel nieuwe bomen bij als er worden gekapt), stelt de papiernijverheid dat het aantal hectare bos niet daalt als gevolg van de papierproductie. Daarbij wordt evenwel geen rekening gehouden met de ecologische waarde van de natuurlijke bossen. Zowat 95 % van de natuurlijke bossen in Scandinavië zijn vervangen door productiebossen. Dat zijn vaak monoculturen (er komt slechts één enkele boomsoort voor), waardoor de bodem uitgeput geraakt en meststoffen nodig zijn. Daarnaast wordt ook het biologische evenwicht verstoord, waardoor de diversiteit van fauna en flora in dergelijke bossen kleiner is. 3.10 DRUKKEN – GEZONDHEIDSRISICO IN DE KANTOOROMGEVING Mensen brengen zowat 80 % van hun tijd binnenshuis door, thuis, in openbare gebouwen of kantoren. De hoeveelheid verontreinigende stoffen kan binnenshuis meerdere honderden keren hoger zijn dan buiten. Met de opkomst van elektronische technologie is de kantooromgeving bijzonder snel veranderd; laserprinters en inkjet printers zijn daaruit niet meer weg te denken. De moderne kantoortechnologie is deel gaan uitmaken van de dagelijkse kantoorpraktijk. Sedert hun introductie zijn er tal van verschillende types van printers geweest en zij worden in toenemende mate gebruikt. Het extensieve gebruik van moderne kantooruitrusting heeft tot gevolg dat kantoorbedienden worden blootgesteld aan een kantoorklimaat dat ook gevolgen heeft voor de gezondheid, zoals hoofdpijn, irritatie van de slijmvliezen en droge ogen, een droge neus en keel en een droge en gespannen gezichtshuid. Onderzoek heeft uitgewezen dat de werking van de kantooruitrusting niet alleen bijdraagt tot de stijging van de concentratie aan verontreinigende stoffen in de lucht, maar in sommige gevallen ook in verband kan worden gebracht met de gezondheidsklachten van de mensen die daaraan worden blootgesteld. Tijdens tal van onderzoeken kon worden vastgesteld dat in een kamer waarin kantoorapparaten werden gebruikt, de hoeveelheid ozon, vluchtige organische stoffen (VOC’s) en formaldehyde hoger lag. Gebruikers van laserprinters en kopieertoestellen bijvoorbeeld moeten uitkijken voor ozongas en de potentieel schadelijke effecten daarvan. Aromatische verbindingen (tolueen, m.p-xyleen, ethylbenzeen en styreen) zijn wegens hun lage drempelwaarden de belangrijkste substanties voor printers. De emissie van laser printers is hoger dan van inkjet printers, en dit door de
25
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
hogere temperatuur van het smeltproces, waardoor de verdamping van organische verbindingen wordt bevorderd. Alle verontreinigende stoffen die aan kantooruitrusting zijn gerelateerd, kunnen schadelijke gevolgen hebben wanneer er voldoende blootstelling is of wanneer de mensen die eraan worden blootgesteld daar gevoelig voor zijn. Het is essentieel dat onderzoek wordt gedaan naar de basisoorzaak van de emissie om die emissie te verminderen, maar het is vrij moeilijk om alle mogelijke factoren te onderzoeken die de emissie van verontreinigende stoffen door kantooruitrusting beïnvloeden. De verschillende machines en processen die worden gebruikt, zorgen immers voor erg uiteenlopende emissieniveaus. Zelfs voor hetzelfde toesteltype kan het emissieniveau variëren onder invloed van factoren zoals ouderdom, producthistoriek, onderhoudscyclus, luchtverversing en belasting van het product. 3.11 INKT Om papier te recycleren, moet de inkt van het papier worden verwijderd. Dit proces wordt ontinkten genoemd. Verontreiniging door zware metalen uit inkt is één van de ernstigste problemen die zijn gerelateerd aan de verwerking van papierspecie. De voorbije jaren heeft de drukkerijsector heel wat inspanningen geleverd om de hoeveelheid toxische bestanddelen in drukinkt te verminderen. Lood uit drukinkt bijvoorbeeld, dat in 1970 nog goed was voor 12 % van alle lood in de gemeentelijke afvalstromen, maakt vandaag nog slechts 1 % uit. Andere voor het milieu toxische metaalpigmenten, zoals arseen, cadmium, zink, mangaan, kwik, kalium, koper, chroom en nikkel, zitten nog steeds in de specie omdat ze nog altijd in bepaalde inktsoorten worden gebruikt. (Conservatree, 2006) 3.12 EEN REËL VOORBEELD: DE PORTUGESE PULP- EN PAPIERNIJVERHEID In het hierboven reeds vermelde onderzoek (Lopes et al. 2003) werden de volgende milieugevolgen en de oorzaken ervan reeds geïdentificeerd. 3.12.1
Opwarming van de aarde
De opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door de verschillende BKG’s, zoals hierboven reeds aangegeven. Alle types van gassen hebben een zeker potentieel met betrekking tot de opwarming van de aarde, wat doorgaans wordt uitgedrukt als de CO2 equivalent. Volgens dit onderzoek had methaan afkomstig van stortplaatsen voor papier het grootste potentieel, hoewel de CO2-emissie, in absolute cijfers, groter is (hoofdzakelijk door de on-site energieproductie). De reden hiervoor is dat één eenheid methaan gelijk is aan 24,5 eenheden CO2.
26
Methis Environmental bvba
3.12.2
Verzuring
Tijdens de productiefase van de levenscyclus van papier komt SO2 vrij wanneer on-site energie wordt geproduceerd. Dit is in dit onderzoek de belangrijkste bron van de verzuring van het milieu. De tweede belangrijkste bron was het transport van de bomen naar de productiesite, waarbij eveneens Nox vrijkomt, een andere oorzaak van deze impact. 3.12.3
Eutrofiëring
De productie van bepaalde pulptypes (eucalyptuspulp) zorgt voor een sterke toename van de CZV/BZV-waarden in het proceswater. Een tweede belangrijke oorzaak hiervan is de uitstoot van Nox afkomstig van het transport. 3.12.4
Uitputting van niet-vernieuwbare natuurlijke rijkdommen
In de productiefase van het proces worden niet-vernieuwbare grondstoffen gebruikt, doorgaans voor de productie van elektriciteit die ter plaatse wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het genereren van stoom. Het transport is hier eveneens een belangrijk element.
27
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
4 DE MILIEU-IMPACT VAN DE GEDRUKTE REKENINGUITTREKSELS VAN DEXIA Het totale gewicht van de rekeninguittreksels in A6-formaat die door Dexia worden verzonden, in totaal zo’n 300 000 000 vellen papier, en die door elektronische uittreksels kunnen worden vervangen, bedraagt 610 ton. Daarvan zijn er 515 ton van houtvrij papier en 95 ton van thermisch papier. Daarnaast worden een aantal van de uittreksels ook afgedrukt op A4-formaat, goed voor in totaal zo’n 10 569 268 vellen A4 en 1 758 031 A4-omslagen, of in totaal 50 ton papier. Dexia verstuurt zo dus per jaar 660 ton papier aan rekeninguittreksels. De gegevens met betrekking tot de milieu-impact van het houtvrij papier vindt u in tabel 4. Tabel 4. Gegevens met betrekking tot de milieu-impact van papier gebruikt voor de rekeninguittreksels van Dexia. Water
Lucht
COD
20,2 kg/T
AOX
0,166 kg/T
Ntot
0,894 kg/T
Ptot
0,084 kg/T
SO2
1,98 kg/T
NOx
1,87 kg/T
CO2
145 kg/T 519 KWh
Elektriciteitsproductie
28
Methis Environmental bvba
5 HOEVEELHEID CO 2 -UITSTOOT DIE GERELATEERD IS AAN DE POSTVERZENDING VAN PAPIEREN REKENINGUITTREKSELS VOOR DEXIA 5.1 METHODOLOGIE In Figuur 7 worden de processen vermeld waarmee bij de berekeningen rekening werd gehouden. De berekeningen gebeurden aan de hand van de WARM spreadsheet (WAste Reduction Model – USEPA, 2006). Deze spreadsheet werd gecreëerd door de USEPA, om organisaties in staat te stellen de emissiefactoren uit wetenschappelijk onderzoek te gebruiken. WARM maakt het voor afvalbeheerders en anderen mogelijk om de wijziging van de totale BKG-emissie snel te berekenen, door informatie met betrekking tot basismethoden voor afvalbeheer en alternatieve methoden in te voeren. Door de juiste materiaalspecifieke emissiefactoren voor iedere activiteit in te voeren, maakt de tool een raming van de netto BKG-impact van de alternatieve afvalbeheermethode, en dit in vergelijking met de basismethode.
Figuur 7: Bronnen van broeikasgassen en stortplaatsen gerelateerd aan de levenscyclus van de grondstoffen. (USEPA, 2002)
5.2 RESULTATEN Details over de berekeningen met de tool WARM worden niet gegeven. Alleen de totale daling van de CO2-uitstoot ten gevolge van de daling van het papierverbruik wordt vermeld.
29
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
De resultaten worden hier vermeld als MTCO2E, wat staat voor metrieke ton CO2-equivalenten. Dergelijke resultaten worden dan omgezet in ton CO2equivalenten (CO2Eq.), zodat deze makkelijker kunnen worden vergeleken met de gebruikte cijfers in het Kyoto-protocol. Dexia verstuurt 660 ton papier aan rekeninguittreksels voor zijn klanten. Wanneer deze papieren rekeninguittreksels (660 ton) worden vervangen door elektronische uittreksels, dan is dat goed voor een daling met 1 430 ton CO2Eq. wanneer 50 % wordt gerecycleerd. Wanneer 80 % wordt gerecycleerd, levert dit een daling van 1 100 ton op. Een snelle extrapolatie voor de hoeveelheid rekeninguittreksels die in heel België worden verstuurd, geeft aan dat het hier voor heel België over 2 390 ton papier gaat. Berekeningen met betrekking tot een totale vervanging van papieren uittreksels door elektronische uittreksels voor heel België leveren de volgende resultaten op: een daling met 5 200 ton CO2Eq. indien 50 % wordt gerecycleerd en een daling met 3 900 ton CO2Eq. wanneer 80% wordt gerecycleerd. Deze berekeningen zijn louter theoretische oefeningen omdat een deel van de rekeninguittreksels altijd zal worden afgedrukt. Bovendien zal een deel van de klanten die instemmen met elektronische rekeninguittreksels, deze achteraf nog steeds afdrukken. De berekeningen geven dan ook de maximale theoretische daling die kan worden gehaald. Is deze daling van de CO2 emissie belangrijk? Hiervoor kan worden gekeken naar de eerdere resultaten van het Kyotoprotocol en kan een vergelijking worden gemaakt met andere maatregelen om de CO2-emissie te doen dalen. Door de resultaten in een dergelijke context te plaatsen, wordt duidelijker wat het belang is van het vervangen van de papieren rekeninguittreksels door elektronische uittreksels. 5.2.1 Relatie met Kyoto-doelstellingen Het Protocol van Kyoto is een amendement op de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC – Kaderovereenkomst met betrekking tot de klimaatsverandering van de VN). Landen die dit protocol ratificeren, verbinden zich ertoe om de uitstoot van koolstofdioxide en vijf andere broeikasgassen te verminderen, of om emissierechten te kopen wanneer de emissie ongewijzigd blijft of toeneemt. De doelstelling is “het stabiliseren van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer op een zodanig niveau dat een gevaarlijke antropogene interferentie met het klimaatsysteem” wordt voorkomen (UNFCCC-2 Artikel 2, 1994). De impact van de klimaatverandering werd eerder in dit rapport besproken. De doelstelling die werd vastgelegd door de landen die het Kyoto-protocol ratificeren, houdt in dat de emissie van BKG’s in de periode 2008-2012 met 7,5 % moet dalen in vergelijking met het niveau van 1990.
30
Methis Environmental bvba
In België bedroeg de emissie in 1990 146,24 miljoen ton CO2Eq (koolstofdioxide-equivalent). In 2001 was die hoeveelheid al opgelopen tot 149,03 miljoen CO2Eq, terwijl de doelstellingen van Kyoto heel wat lager waren. Daaruit volgt dat er een overschot van 14,03 miljoen ton CO2Eq was. De federale maatregelen die in het kader van het Nationaal Klimaatplan werden ingeschreven, streven naar een daling van de emissie met 4,8 miljoen ton CO2Eq per jaar. Indien het vanuit economisch standpunt niet haalbaar is om de CO2-emissie te doen dalen, dan kan worden overgegaan tot het aankopen van CO2-quota. Op de internationale markt wordt 10 EUR per aangekochte ton CO2-quota betaald. Wanneer maatregelen kunnen worden genomen om de CO2-emissie te doen dalen die goedkoper zijn dan de marktprijs van deze quota, dan moeten deze maatregelen worden gestimuleerd. Er zijn investeringskosten verbonden aan de vervanging van de papieren uittreksels door elektronische uittreksels, maar rekening houdend met de kostprijs van het papier en het afdrukken levert het uiteindelijke nettoresultaat nog steeds een kostendaling op. De vervanging van de 610 ton rekeninguittreksels op papier door elektronische uittreksels is, wanneer 50 % van het papier wordt gerecycleerd, goed voor een bijdrage aan de Kyoto-doelstellingen van 0,03 % van de vooropgestelde daling van de CO2-equivalenten; wanneer 80 % van het papier wordt gerecycleerd, is dat goed voor 0,02 %. Op basis van de raming voor heel België is de vervanging van 2 390 ton papieren rekeninguittreksels door elektronische uittreksels wanneer 50 % van het papier wordt gerecycleerd, goed voor een bijdrage tot de Kyotodoelstellingen van 0,10 % van de vooropgestelde daling van de CO2equivalenten; wanneer 80 % van het papier wordt gerecycleerd, is dat 0,08%. Het zou niet correct zijn wanneer geen rekening zou worden gehouden met de volgende aspecten die gerelateerd zijn aan elektronische rekeninguittreksels: •
De klant heeft een PC met Internetaansluiting nodig om de e-factuur te kunnen ontvangen en te kunnen lezen, maar er wordt aangenomen dat de mogelijkheid om elektronische rekeninguittreksels te ontvangen niet de doorslag heeft gegeven bij de aankoop van de PC
•
Wanneer de e-factuur op de pc wordt gelezen, is daarvoor energie nodig; de emissie in termen van CO2-Eq werd berekend en in het geval van een worst case scenario gaat het hier over 0,00001 % van de emissiereductie voor de elektronische rekeninguittreksels; met dit elektriciteitsverbruik wordt in de verdere berekeningen dan ook geen rekening gehouden.
31
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
5.2.2 Daling van de CO2 equivalenten in algemene termen Wanneer de papieren rekeninguittreksels van Dexia worden vervangen door elektronische uittreksels, levert dit een CO2-daling op van maximum 1 430 ton CO2-Eq. Dit kan worden vergeleken met …6 650 000 km per jaar minder met de auto. Omgerekend naar België betekent dit dat 440 doorsnee chauffeurs hun wagen aan de kant laten (er vanuit gaande dat een doorsnee autogebruiker in België zo’n 15 000 km per jaar rijdt); …de vervanging van 55 000 lampen door energiebesparende lampen; …een daling van het gebruik van aluminiumfolie met 3 166 000 m; …het aanplanten van zo’n 10 000 bomen en struiken; …10 % van de bestaande leidingen voor de distributie van gas in Vlaanderen vervangen door beter en duurzamer materiaal. (Vlaams klimaatsbeleidsplan, 2002-2005); … een doeltreffend onderhoud van 10 % van de verwarmingssystemen in Vlaanderen. (Vlaams klimaatsbeleidsplan, 2002-2005) Aangenomen wordt dat de combinatie van bestaande en geplande maatregelen voor België niet zal volstaan om de Kyoto-doelstellingen te halen. Andere, bijkomende maatregelen dringen zich op. (Bosmans 2002). Dus zijn ook minder ingrijpende maatregelen noodzakelijk, die zich niet alleen toespitsen op de industrie of op het transport.
32
Methis Environmental bvba
5.2.3 Samenvatting van de milieu-impact van de rekeninguittreksels op papier van Dexia Op basis van alle voorgaande berekeningen en resultaten en op basis van de verschillende waarden die werden gevonden in documenten over papier en verontreiniging, wordt in tabel 5 een samenvatting gegeven van de hoeveelheid aan verontreinigende stoffen die kan worden vermeden door papieren uittreksels te vervangen door elektronische uittreksels. Tabel 5: samenvatting van de impact Verontreinigende stof
Hoeveelheid per ton
Hoeveelheid voor rekeninguittreksels van Dexia
BOD
3 – 6 kg
1 980 – 3 960 kg
COD
2 – 3,5 kg
1 320 – 2 310 kg
AOX
0,1 – 0,56 kg
66 – 370 kg
Ntot
0,9 kg
594 kg
Ptot
0,08 kg
53 kg
SO2
0,2 – 2 kg
132 – 1 320kg
NOx
0,8 – 2 kg
530 – 1 320kg
CO2EQ
1 600 – 2 160 kg
1 100 – 1430 ton
Hoeveelheid water
74 000 – 240 000 liter
4 900 000 – 160 000 000 liter
Kappen van bomen
3 – 24 bomen
1 980 – 16 000 bomen
Verbruik van hout
2,5 – 4,5 ton
1 650 – 2 970 ton
33
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
6 CONCLUSIES In dit onderzoek werd een berekening gemaakt van de mogelijke daling van de BKG-emissie wanneer de papieren rekeninguittreksels van Dexia zouden worden vervangen door elektronische uittreksels. Wij maakten ook een raming van de hoeveelheid uittreksels die in heel België worden verstuurd en berekenden welke daling wordt bekomen wanneer deze hoeveelheid zou worden vervangen door elektronische rekeninguittreksels. De resultaten geven aan dat de daling van de BKG’s voor Dexia niet te verwaarlozen is. Een daling van de CO2-Eq. met 1 100 tot 1 430 wordt vooropgesteld. Vergelijkingen werden gemaakt met andere maatregelen om de CO2-emissies te verminderen en hieruit blijkt duidelijk dat een vermindering van het papierverbruik een mogelijkheid is die zowel gemakkelijk als doeltreffend is. Aangenomen wordt dat de combinatie van bestaande en geplande maatregelen voor België niet zal volstaan om de Kyoto-doelstellingen te halen. Andere, bijkomende maatregelen dringen zich op (Bosmans 2002). Dus zijn ook minder ingrijpende maatregelen noodzakelijk, die zich niet alleen toespitsen op de industrie of op het transport. Op nationaal vlak, voor alle papieren rekeninguittreksels samen, zou de daling aanzienlijk zijn. Een vermindering van het papierverbruik helpt om de doelstellingen van het Kyoto-protocol te verwezenlijken. Deze ingreep is goed voor 0,1 % van de vooropgestelde daling van CO2-equivalenten. Naast de impact op de BKG-emissie zijn er nog de schadelijke effecten voor het milieu van de papierproductie en de verwerking van papierafval, zoals water- en luchtverontreiniging. De impact leidt tot verzuring, eutrofiëring en uitputting van niet-vernieuwbare grondstoffen. Het vermijden van verontreiniging kan zeker worden gezien als een toegevoegde waarde van het gebruik van elektronische rekeninguittreksels.
34
Methis Environmental bvba
7 LIJST VAN AFKORTINGEN Afkorting
Verklaring
AOX
Adsorbable organically bound halogens – adsorbeerbare organisch gebonden halogenen
BOD
Biochemisch zuurstofverbruik
CGNU (or Aviva)
De vijfde grootste verzekeringsgroep ter wereld
CH4
Methaan
Cl
Chloor (het scheikundig element)
CO2
Koolstofdioxide
CO2Eq
Koolstofdioxide-equivalent
COD
Chemisch zuurstofverbruik
CTMP
Chemisch-thermomechanische pulpproductie
CUK
Coated unbleached kraft – gecoat ongebleekt kraftpapier (type van karton)
EC
Europese Commissie
ECF
Elementally chlorine free – bleken zonder elementair chloor (papier)
EEA
European Environment Agency – Europees milieuagentschap
FAO
Food and Agriculture Organization (Wereld Voedsel- en landbouworganiatie – organisatie van de Verenigde Naties)
GHGs
Broeikasgassen
HAPs
Hazardous air pollutants – emissie van gevaarlijke stoffen
MSW
Municipal solid waste – gemeentelijk vast afval
MTCO2Eq
Metrieke koolstofdioxide-equivalent
N2O
Stikstofoxide (ook bekend als distikstofoxide, distikstofmonoxide of lachgas)
NSSC
Neutraal sulfiet halfchemische pulp
PC
Personal computer
PCBs
Polychloorbifenylen
RCF
Chloorvrij (papier)
SBS
Solid bleached sulphate – vast gebleekt sulfaat (type van karton)
SS
Suspended solids - vaste stoffen in suspensie
TCF
Totaal chloorvrij (papier)
THC
Thermohaline circulation collapse – verdwijnen van de thermohaline circulatie
TMPs
Thermomechanische pulp (papierfabrieken)
TRS
Total reduced sulphur – totaal-zwavel gereduceerd
UNEP
United Nations Environment Programme – Milieuprogramma van de Verenigde Naties
UNFCCC
United Nations Framework Convention on Climate Change – Kaderovereenkomst met betrekking tot Klimaatverandering van de Verenigde Naties
US EPA
United States Environment Protection Agency (milieuagentschap overheidsinstelling uit de VS)
VOCs
Volatile organic compounds – vluchtige organische verbindingen
WARM
Waste Reduction Model – Model voor afvalreductie
35
Vervanging gedrukte rekeninguittreksels door een elektronische versie: voordelen voor het milieu
8 REFERENTIES Bosmans D. (2002). Klimaatbeleid: naar een globale aanpak van klimaat en energie … tot in onze huiskamer. Module 4 klimaatbeleid, http://www.a-m.be Clean Water Action Council (2003). Environmental Impacts of the Paper Industry. Conservatree (2006). http://www.conservatree.org/ EA of England and Wales (2000). Integrated Pollution Prevention and Control (IPPC). Technical Guidance for the Pulp and Paper Sector. ISBN 0-11-310171-6. EC (2005). Environmental expenditure statistics: Industry data collection handbook, ISBN 92-894-9687-8. Eddy H (1984). Pollution Technology Review: Environmental Control for Pulp & Paper Mills. Easton, M.D.L., Kruzynski, G.M., Solar, I.I. and Dye, H.M. (1997). Genetic Toxicity of Pulp Mill Effluent on Juvenile Chinook Salmon (Onchorhynchus shawytscha) Using Flow Cytometry, Water Science and Technology 35(2-3), 347-355. Environmental Defense (2002). lifecycle environmental comparison: virgin paper and recycled paper-based systems. White paper no.3. EEA (2006). Paper and cardboard — recovery or disposal? Review of life cycle assessment and cost-benefit analysis on the recovery and disposal of paper and cardboard. European Environmental Agency Technical report 5/2006, ISSN 1725-2237. FAO (1996). Environmental impact assessment and environmental auditing in the pulp and paper industry, Rome, Italë. Kovacs T., Martel P., Ricci M., Michaud J., Voss R. (2005). Further insights into the potential of pulp and paper mill effluents to affect fish reproduction. Journal Of Toxicology And Environmental Health, Part A, 68 (19): 1621-1641 OCT 8 2005. Lopes E., A. Dias, L. Arroja, I. Capela, F. Pereira (2003). Application of life cycle assessment to the Portuguese pulp and paper industry. Journal of Cleaner Production 11 (2003) 51–59 Munkittrick, K.R., Servos, M.R., Carey, J.H. and Van Der Kraak, G.J. (1997). Environmental impacts of pulp and paper wastewater: next term Evidence for a reduction in environmental effects at North American pulp mills since 1992. Water Science and Technology 35(2-3), 329-338. Slade A.H. Ellis R.J., van den Heuvel M. and Stuthridge T.R. (2004). Nutrient minimisation in the pulp and paper industry: an overview. Water Science and Technology 50(3), 111–122. The Climate Group (2006). http://www.theclimategroup.org USEPA (2002). Solid waste management and greenhouse gasses, A life-cycle assessment of emissions and sinks. EPA report, EPA530-R-02-006. Vlaams klimaatbeleidsplan (2002-2005). http://mineco.fgov.be/energy/climate_change/vlaams_klimaatbeleidsplan_02.pdf
36